07Bk-Memorie van toelichting Fryske

provinsje fryslân
provincie fryslân
postbus 20120
8900 hm leeuwarden
tweebaksmarkt 52
telefoon: (058) 292 59 25
telefax: (058) 292 51 25
www.fryslan.nl
Provinciale Staten
Postbus
[email protected]
www.twiner.com/provfryslan
.—
Leeuwarden, 12 september 2014
Verzonden,
12SEP. 2014
Ons kenmerk
Afdeling
Behandeld door
Uw kenmerk
Bijlage(n)
: 01158424
: Stêd en Plattelân
: K.G. Talma/(06) 29246676 of [email protected]@fryslan.nl
Onderwerp
: Memorie van toelichting bij de Fryske Guozzenoanpak 2014 en Feroar
dering skea bestriiding bisten Fryslân 2014 (concept 2)
: 3
Geachte Staten
In deze memorie van toelichting gaan wij in op een aantal zaken die bij de ‘Steatemerk’ aan
de orde is gekomen. Wij zullen deze punten in het hierna volgende toelichten en verduidelij
ken met de verwachting dat dit de besluitvorming over dit onderwerp en goed zal komen.
Verder hebben wij als bijlage twee antwoordbrieven bijgevoegd als reactie op de brief en
flyer die organisaties voorafgaand aan de Steatemerk hebben toegezonden.
Feroardering skea bestrijding bisten Fryslân 2014 (concept 2)
Op de Steatemerk is gediscussieerd over de voorgestelde wijziging van de ‘Feroaring skea
bestriiding bisten Fryslân 201 4. De discussie spitste zich o.a. toe op de argumenten om het
maximum afschot per jager los te laten. In onze brief aan de Staten van 26 augustus 2014 is
ook op dit onderwerp ingegaan. Eén van de belangrijkste argumenten om het maximum los
te laten is dat wij streven naar een effectieve verjaging van de ganzen naar de foerageerge
bieden. Bij het vasthouden aan een maximum van acht stuks ganzen per dag, kan de situatie
zich voordoen dat een jager gedwongen is te vertrekken zodra hij het maximum heeft be
reikt. Als er daarna nieuwe ganzen invallen kunnen deze die dag niet meer verjaagd worden.
De ganzen zullen dan waarschijnlijk terugkomen op deze percelen. De ganzen ‘leren’ dan
niet om naar de foerageergebieden te gaan. Om deze situatie te voorkomen is het maximum
afschot per jager los gelaten.
Bij de terrein beherende organisaties (TBO’s) is onduidelijkheid ontstaan over een passage
in de brief van 26augustus2014 aan de Staten. De TBO’s interpreteerden een passage in
deze brief als of er bedoeld zou worden dat er sprake is populatiereductie. In de betreffende
alinea gaat het evenwel over de schadeverordening en de reductie van de schade door gan
1 /2
-
Ons kenmerk: 01158424
provinsje fryslân
provincie fryslân b
zenvraat. De zin in de brief: “Op dit moment is het juist de bedoeling de verwachte groei af te
remmen.” slaat dan ook op de reductie van de schade.
Verborgen schade
Vanuit de overkoepelende landelijk lijn (IPO en Faunafonds) is met partijen afgesproken om
een behandelbedrag te hanteren van € 300,- per schademelding. Dit is door het ministerie
van EZ besloten en op 22 augustus 2014 gepubliceerd in de Staatscourant. Binnen de foe
rageergebieden krijgen de deelnemers dit bedrag vergoed. Buiten de foerageergebieden
moet dit bedrag betaald worden alvorens het verzoek in behandeling wordt genomen door
het Faunafonds. Dit is geïntroduceerd omdat de perceptiekosten voor deze kleine schades
hoger zijn dan de werkelijke schade. Het nadeel is echter dat een bepaald deel van de scha
de niet meer gemeld wordt. Dit zou dan ook buiten beeld blijven bij de evaluatie. De evalua
tie moet een reëel en vergelijkbaar beeld opleveren van de werkelijke schade (dus inclusief
de niet gemelde schade).
Niet verstoren op slaappiekken
Het laatste onderdeel betreft de uitwerking van een onderdeel van de nota Fryske Guoz
zenoanpak. In deze staat dat de afspraak is gemaakt dat er binnen een afstand van 500 m
van de nachtelijke slaapplaatsen niet verjaagd en/of verontrust wordt, noch ondersteunend
afschot wordt toegepast en dat dit onderdeel nader wordt uitgewerkt. De FBE is gevraagd dit
onderdeel in goed overleg met de TBO’s en de jagersverenigingen uit te werken en hier voor
1 oktober 2014 een convenant over op te stellen. De afspraken moeten er toe leiden dat er
niet wordt gejaagd in de nabijheid van open water, zo lang zich op dat water ganzen bevin
den. Dit doet zich voor in de vroege ochtenduren als de ganzen nog op de slaapplekken ver
blijven en nog niet vertrokken zijn naar de foerageergebieden. Het spreekt voor zich dat de
ganzen wel verjaagd kunnen én moeten worden, zodra deze schade veroorzaken in de niet
als foerageergebied aangemerkte percelen. Het verjagen mag ook op de percelen die zich
binnen de zone van 500 m van het open water bevinden, maar pas als de ganzen zijn ver
trokken van de slaapplekken.
,
In de aanloop naar de Steatemerk hebben organisaties een drietal reacties aan de Staten
gezonden. Als bijlage ontvangt u onze reactie op de brieven en op de flyer.
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
1.
J.A. Jorritsma, voorzitter
van den BerI aris
H.M. van Gils, loco-secretaris
-2/2-
Ons kenmerk: 01158424
1
t:
•II
provinsje frys1n
provincie fryslân b
postbus 20)20
8900 hm leeuwardn
tv;eebaksmarkt S 2
te1efoot. (058) 292 59 25
telefax: (058) 292 S! 25
LTO Noord (inclusief NMV, KNJV, NOJG,
BoerenNatuur en particulier Grondbezit)
pia Lavendelheide 9
9202 PD Drachten
wwwïryslannl
Leeuwarden, 9 september 2014
Verzonden,
Ons kenmerk
: 01158465
Afdeling
: Stêd en Plattelân
Behandeld door : Arjan de Haan /(058) 29 25077 of [email protected] en Klaas
Talma i 0629246676 [email protected]
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Onderwerp
: guozzen
Geachte heer/mevrouw,
In uw brief van 1 september 2014 aan Provinciale Staten over de Fryske guozzenoanpak
geeft u aan dat het instellen van een behandelbedrag, een plafond voor de zomerschade en
het niet meer vergoeden van de oktoberschade heeft geleid tot een verharde opstelling door
de agrariërs en jagers en ten koste is gegaan van het draagvlak voor het beleid. In uw brief
geeft u ook aan dat u 85% deelname aan de foerageergebieden een mooi resultaat vindt
maar dat de toeslag eigenlijk voor een langere periode dan twee jaar zou moeten gelden.
Verder geeft u aan dat met het nu al opnemen in de verordening van vier maanden winterrust over twee jaar, de indruk wordt gewekt dat over twee jaar de ganzenproblemen groten
deels zal zijn opgelost. U pleit er ook voor de mogelijkheid van ondersteunend af schot van
zonsopgang tot zonsondergang voor de Brandgans en dat de beperking van schadebestrij
ding tot 500m buiten de natura 2000-gebieden niet nodig is.
In het hierna volgende gaan wij op deze punten in.
Schadevergoeding
De invoering van een behandelbedrag, het plafondbedrag voor zomerschade en het niet
meer vergoeden van oktoberschade zijn in IPO-verband afgesproken. De systematiek van
vergoeden was in financiële zin een zgn. open eind systematiek. De kosten zijn in enkele
jaren gestegen tot een onaanvaardbare hoogte. Dit noodzaakte tot maatregelen. Daarom
zijn landelijk financiële maatregen genomen en afspraken gemaakt om te komen tot een
daling van de schade door in te grijpen in de populaties overzomerende ganzen. Ook in
Fryslân nemen de aantallen zomerganzen snel toe. Doelstelling is verlaging van de zomer
populatie met zo’n half miljoen ganzen. Het behandelbedrag is ingevoerd omdat de kosten
provinsje fryslân
provincie fryslân
b
per aanvraag ca. € 600,- bedragen. De maatregel is nodig om de uitvoeringskosten van het
Faunafonds terug te dringen. Het invoeren van een behandelbedrag van € 300,- draagt hier
aan bij. Voor het schrappen van het vergoeden van de oktoberschade is gekozen omdat de
boeren het gras kort willen hebben voor de winter en het daarom vaak in oktober nog wordt
gemaaid of beweid. De grasopbrengst van deze stukken levert over het algemeen geen bij
drage aan de ruwvoervoorziening.
Foerageergebieden
Voorafgaand aan het inventariseren van de foerageergebieden is overleg gevoerd met Boe
renNatuur en de besturen van de ANV’s. Daarin gaven vooral de ANV’s aan dat een langere
periode dan 2 jaar op veel weerstand zou gaan stuiten bij de potentiele deelnemers. Mede
omdat over twee jaar een evaluatie is gepland. De signalen van de ANV’s dat een periode
langer dan 2 jaar op bezwaren zou gaan stuiten en de evaluatie van de foerageergebieden,
heeft ons doen besluiten de huidige periode niet langer dan 2 jaar te laten lopen. Er is bud
get om de foerageergebieden gedurende 4 jaar in stand te houden. Ons beleid, maar ook het
landelijk beleid, is er op gericht om de functie van foerageergebieden voor een langere penode in stand te houden (waarvan de financiering vanaf 2018 nog geregeld moet worden).
De winterrust
Wij gaan er niet zonder meer van uit dat het probleem van de ganzenschade over 2 jaar zal
zijn opgelost. Het doel is jaarlijks een schadereductie van 10 % te bereiken. Met name het
effectiever maken van de schadebestrijding in combinatie met een stringente bestrijding via
populatiebeheer van zomerganzen moet daartoe leiden. Voor de winterganzen speelt een tal
van factoren een rol. In de eerste plaats zijn er de natuurlijke omstandigheden die een aan
deel hebben in groei, of afname van populaties en in de mate van vraatschade. Daarom
moet vooral worden ingezet op een goede, objectieve monitoring. Het beleid voorziet daarin.
Monitoring zal zowel door de FBE, jagersorganisaties als door organisaties als SOVON moe
ten worden uitgevoerd. Wij willeneen reële en objectieve monitoring van de werkelijke scha
de (en niet slechts de vergoede schade).
Verjagen met ondersteu nend afschot
De bestrijding van de ganzenschade is een zorgvuldige balans tussen natuurbelangen ener
zijds en de ganzenschade anderzijds. Het ondersteunend afschot in de ochtenduren is
steeds onderdeel geweest van het ‘pakket’ waar met alle partijen over gesproken is. Omdat
natuurorganisaties de nodige maatregelen in hun terreinen moeten nemen is er op dit onder
deel steeds voor gekozen de oude regeling intact te laten.
Een onderdeel van de nota Fryske Guozzenoanpak is dat er afspraken worden gemaakt dat
er binnen een afstand van 500 m van de nachtelijke slaapplaatsen niet verjaagd en/of
verontrust wordt, noch ondersteunend afschot wordt toegepast. Wij hebben de FBE
gevraagd deze afspraken, tussen de TBO’s en de jagersverenigingen voor 1 oktober 2014 in
een convenant vast te leggen. De afspraken moeten er toe leiden dat er niet wordt gejaagd
in de nabijheid van open water, zo lang zich op dat water ganzen bevinden. Dit doet zich
voor in de vroege ochtenduren als de ganzen nog op de slaapplekken verblijven en nog niet
vertrokken zijn naar de foerageergebieden. Het spreekt voor zich dat de ganzen wel
verjaagd kunnen én moeten worden, zodra deze schade veroorzaken in de niet als
foerageergebied aangemerkte percelen. Het verjagen mag ook op de percelen die zich
binnen de zone van 500 m van het open water bevinden, maar pas als de ganzen zijn
vertrokken van de slaapplekken.
•
provinsje fryslân
provincie fryslân
b
Tenslotte
Wij zijn het met u eens dat de bestrijding van de zomerganzen een meer intensieve en effec
tief meetbare aanpak vergt dan voorheen, in zowel boeren- als natuurland. Binnen de wette
lijke mogelijkheden zal er alles aan gedaan moeten worden om dit te realiseren. Wij ver
wachten ook dat de gezamenlijke aanpak, waarin grondeigenaren, jagers en natuurorganisa
ties een rol hebben, zal leiden tot de meest effectieve schadebestrijding.
van Fryslân,
J.A. Jorritsma, voorzitter
drs. A.J. van den Berg, secretaris
H.M van Gils, loco-secretaris
provinsje fryslân
provincie fryslân
b
8900 hi1eeuwarden
weebaksmarkt 52
te)foon (058) 292 59 25
ieiefax (05) 292 5 25
Staatsbosbeheer It Fryske Gea en
Natuurmonumenten
pia Postbus 333
9700 AH Groningen
wwr)s)ann)
pro\lnc1e(l fryslariril
wv sv.tsssttercom
rovfryslan
4
Leeuwarden, 09 september 2014
Verzonden,
•.
-
fr;.
Ons kenmerk
: 01158489
Afdeling
Stêd en Plattelân
Behandeld door : K.G. Talma 1(06) 29 24 66 76 of [email protected]@fryslan.nl
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Onderwerp
Fryske Guozzenoanpak
Geachte heer/mevrouw,
In uw flyer van augustus 2014 over de Fryske Guozzenoanpak stipt u een aantal punten aan.
In deze brief reageren wij op deze punten.
Wij zijn het met u eens dat er een zorgvuldig evenwicht moet zijn tussen enerzijds de na
tuurbelangen en anderzijds het bestrijden van de schade. In onze ogen hoort daar een peri
ode winterrust bij. U pleit in uw brief om de 4 maanden winterrust als uitgangspunt te hand
haven.
U reageert in uw brief op de voorgestelde wijziging van de ‘Ferordering skea bestriiding bisten Fryslân 2014. U vraagt het maximum aantal te doden dieren per jager niet te wijzigen.
Hier is op de Steatemerk ook over gediscussieerd. In onze brief aan de Staten van 26 au
gustus 2014 is ook op dit onderwerp ingegaan. Eén van de belangrijkste argumenten om het
maximum los te laten is dat wij streven naar een effectieve verjaging van de ganzen naar de
foerageergebieden. Bij het vasthouden aan een maximum van acht stuks ganzen per dag,
kan de situatie zich voordoen dat een jager gedwongen is te vertrekken zodra hij het maxi
mum heeft bereikt. Als er daarna nieuwe ganzen invallen kunnen deze die dag niet meer
verjaagd worden. De ganzen zullen dan waarschijnlijk ook de dagen daarna terugkomen op
deze percelen. De ganzen ‘leren’ dan niet om naar de foerageergebieden te gaan. Om deze
situatie te voorkomen is het maximum afschot per jager los gelaten. Wij vertrouwen er op dat
niemand belang heeft bij excessen en wij zullen ons inspannen hier toezicht op te houden.
Voor ons staat het effectieve gebruik van de foerageergebieden voorop, dit is een essentieel
onderdeel om de schadeomvang te reduceren.
U geeft aan dat u hoopvol bent gestemd over de voorlopige resultaten voor de deelname aan
de foerageergebieden.
provinsje frysHn
provincie fryslân
v
Tenslotte willen wij de onduidelijkheid wegnemen die is ontstaan over een passage in de
brief van 26 augustus 2014 aan de Staten. U interpreteerde een passage in deze brief als of
er bedoeld zou worden dat er sprake is populatiereductie. In de betreffende alinea gaat het
echter over de schadeverordening en de reductie van de schade door ganzenvraat. De zin in
de brief: “Op dit moment is het juist de bedoeling de verwachte groei af te remmen”, slaat
dan ook op de reductie van de schade.
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
drs. A.J. van den Ber’retaris
H.M. van Gils, loco-secretaris
51
provinsje fryslân
provincie fryslân
-
b
postbus 20120
8900 hm leeuwarden
tweebaksmarkt 52
te1e.foon (058) 292 59 25
tclefa\ (058) 292 51 25
Nederlands Melkveehouders Vakbond en
N OJ G Fryslân/N OP
p/a De Brenk la
4031JL INGEN
pro Incisu tryslan nI
wsvw.sv icter corn/pros fr slan
Leeuwarden, 9 september 2014
Verzonden,
ec mia
Ons kenmerk
: 01158508
Afdeling
: Stêd en Plattelân
Behandeld door : K.G. Talma / (06) 29 24 66 76 of [email protected]@fryslan.nl
Uw kenmerk
fryske Guozzenoanpak
Bijlage(n)
Onderwerp
: Fryske Guozzenoanpak
Geachte heer/mevrouw,
In uw brief van 9 juli 2014 schrijft u dat het G7 akkoord uitgangspunt moest zijn en dat ja
gers, boeren en melkveehouders vakbond geen inbreng hebben gehad in deze visie. U had
graag gewild dat uw bezwaren over de onbeperkte opvang van winterganzen op oud grasland meegenomen zouden worden. U geeft aan dat de huidige aantallen ganzen de foera
geergebieden binnen 2 maanden zullen leeg eten en daarna naar alternatieven zullen zoe
ken. U pleit voor het jaarrond verjagen van de ganzen behalve in de foerageergebieden. U
wilt daarmee voorkomen dat de ganzen ‘vervetten’ waardoor het broedresultaat afneemt. U
hebt deze variant ingebracht in de Steatemerk.
Ons beleid is gericht op de balans tussen natuurbelang en de reductie van schade. Daar
naast vinden wij het van groot belang dat zo veel mogelijk partijen gezamenlijk aan de slag
gaan met de Fryske Guozzenoanpak.
—
provinsje fryslân
provincie fryslân
b
Wij zijn van mening dat de voorgestelde aanpak daaraan tegemoet komt. De argumenten
daarvoor staan in de begeleidende documenten. Uw brief is aan de orde gekomen in de Ste
atemerk en zal meegenomen worden in de besluitvorming.
Gede ut
rde Staten van Fryslân,
JA. Jorritsma, voorzitter
.J.vandenBerg,seetaris
H.M van Gils, loco-secretaris