Collegebesluit met bijlagen

Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Financieringsconstructies en duurzaamheid
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Klimaat & Energie / 1022
Portefeuillehouder
H. Tiemens
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
In het coalitieakkoord is de wens opgenomen om voor zowel
energiebesparing als voor de opwekking van duurzame energie in te
blijven zetten op het bestaand instrumentarium, maar tevens vóór 2015
duidelijkheid te krijgen of we tot een constructie kunnen komen, waarbij
we inwoners en bedrijven meer en beter kunnen ontzorgen. We hebben
van de bestaande en nieuwe financieringsconstructies op hoofdlijnen
een verkenning gemaakt en daarvan de uitkomsten in beeld gebracht.
Op basis van deze verkenning zijn we tot een selectie van
financieringsconstructies gekomen, die volgens ons kansrijk zijn.
Voordat we deze verder gaan uitwerken, zijn wij benieuwd naar de
ideeën van de raad hierover, zodat wij deze in het verdere traject mee
kunnen nemen.
ML10, Kim Kerckhoffs, 2878
Datum ambtelijk voorstel
16 september 2014
Registratienummer
14.0010268
Ter besluitvorming door het college
De brief aan de raad, waarin wij inbreng vragen over de verder uit te
werken financieringsconstructies voor duurzaamheid, vast te stellen.
Paraaf
akkoord
Datum
Paraaf
akkoord
Datum
Steller
Kim Kerckhoffs
 Alleen ter besluitvorming door het College
 Actief informeren van de Raad
Besluit B&W d.d. 30 september 2014 nummer: 1.1
X Conform advies
 Aanhouden
 Anders, nl.
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel financieringsconstructies en duurzaamheid 24-9-2014
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Sinds 2011 voeren wij de gemeentelijke premieregeling Energiebesparende Maatregelen
Woningen uit. Deze regeling loopt goed en zorgt ervoor dat particuliere woningeigenaren
investeren in energiebesparende maatregelen. Vanaf de start in 2011 zijn al minimaal 1.500
woningen verduurzaamd. We blijven deze regeling uitvoeren, totdat we een alternatieve
financieringsconstructie hebben, die de huidige regeling kan vervangen.
In het coalitieakkoord “Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend” hebben we
de wens opgenomen om voor zowel energiebesparing als voor de opwekking van duurzame
energie in te blijven zetten op het bestaande instrumentarium, maar tevens vóór 2015
duidelijkheid te krijgen of we tot een constructie kunnen komen, waarbij we inwoners en bedrijven
nog meer beter kunnen ontzorgen.
We hebben van de bestaande en nieuwe financieringsconstructies op hoofdlijnen een verkenning
gemaakt en hebben de uitkomsten daarvan in beeld gebracht. Op basis van deze verkenning zijn
we tot een selectie van financieringsconstructies gekomen, die juridisch, financieel en
organisatorisch interessant en kansrijk zijn. Deze opties lichten wij in de brief aan de raad toe.
Voordat we deze verder gaan uitwerken, zijn wij benieuwd naar de ideeën van de raad hierover,
zodat wij deze in het verdere traject mee kunnen nemen.
Concreet vragen wij of:
1. de genoemde opties verder uitgewerkt moeten worden, als mogelijke vervanging van de
huidige subsidieregeling (Premieregeling Energiebesparende Maatregelen Woningen)
2. de raad nog aandachtspunten heeft, waarmee wij bij het uitwerken van deze opties rekening
moeten houden?
2
Juridische aspecten
Actieve consultatie van de raad over dit onderwerp is niet bij wet bepaald.
Eventuele juridische consequenties van de voorgestelde financieringsconstructies onderzoeken
we in de nadere uitwerking.
3
Doelstelling
Duidelijkheid te krijgen of we één of meerdere financieringsconstructies kunnen realiseren,
waarmee we inwoners, instellingen en bedrijven nog meer en beter kunnen ontzorgen als ze
energie willen besparen en/of duurzame energie willen opwekken. Deze brief is een eerste stap
naar een advies aan de raad om te komen tot nieuwe, nog betere constructies voor het
stimuleren van energiebesparing en de opwekking van duurzame energie in de gebouwde
omgeving conform de afspraak in het coalitieakkoord.
4
Argumenten
Bewoners, scholen, sportverengingen, MKB ondernemers en instellingen zijn bereid te investeren
in energiebesparende maatregelen en de opwekking van duurzame energie in en aan de woning.
Financiering en de complexiteit van constructies (zoals energiecollectieven) zijn echter vaak een
belemmering. Door te onderzoeken hoe we deze doelgroepen hierbij kunnen helpen en
ontzorgen bieden we op termijn mogelijk een oplossing voor deze belemmering.
Het coalitieakkoord geeft prioriteit aan het onderzoek om duidelijkheid te krijgen of we toe een
betere financieringsconstructie kunnen komen. Wij willen daarom de raad actief bij dit vraagstuk
betrekken.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
5
Klimaat
Het zorgen voor goede financieringsconstructies voor het stimuleren van energiebesparing en de
opwekking van duurzame energie in de gebouwde omgeving, levert een belangrijke bijdrage aan
de realisatie van de ambitie om in 2045 een energieneutrale stad te zijn. Deze ambitie is
vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda 2011-2015 en Duurzaamheid in Uitvoering 2014-2018.
6
Financiën
-
Eventuele financiële consequenties van de voorgestelde financieringsconstructies
onderzoeken we in het vervolgtraject.
Voor het geval dat we externe expertise moeten inhuren (geschatte kosten €25.000), is
dekking aanwezig binnen de bestaande klimaatmiddelen op het programma Klimaat &
Energie
7
Participatie en Communicatie
Bij de nadere uitwerking betrekken we (externe) experts op het gebied van
financieringsconstructies en duurzaamheid en bevragen we ook andere gemeenten. Verder gaan
we in gesprek met de beoogde afnemers van de financieringsconstructies om te bezien waar hun
behoeftes liggen.
8
Uitvoering en evaluatie
We hebben de opties, die wij kansrijk achten in beeld gebracht en stellen nu voor deze verder te
onderzoeken en de andere opties niet. Op basis van de ideeën en de input van de raad komen
we tot een definitieve lijst.
De kansrijke opties werken wij nader uit en brengen de juridische, financiële en organisatorische
consequenties hiervan in beeld. Deze presenteren wij eind dit jaar in een notitie aan de raad.
9
Risico
In de bijlage 1 en 2 zijn per financieringsconstructie nu al op hoofdlijnen voor- en nadelen en
mogelijke risico’s geformuleerd. Bij de verder uitwerking van de meest kansrijke
financieringsconstructies brengen wij eventuele risico’s voor de gemeente uitgebreid in beeld.
Bijlage(n):
1 Matrix financieringsconstructies
2 Inventarisatie financieringsconstructies
3 Brief aan de raad
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Telefoon 14024
Telefax
(024) 329 95 81
E-mail
[email protected]
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
Datum
30 september 2014
Onderwerp
Financieringsconstructies en duurzaamheid
Ons kenmerk
Contactpersoon
ML10/14.0010288
Kim Kerckhoffs
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292878
Geachte leden van de raad,
In het coalitieakkoord “Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend” is de wens
opgenomen om voor zowel energiebesparing als de opwekking van duurzame energie in te
blijven zetten op het bestaande instrumentarium, maar tevens vóór 2015 duidelijkheid te krijgen of
we tot een constructie kunnen komen, waarbij we inwoners en bedrijven nog meer en beter
kunnen ontzorgen.
Als aanzet daartoe hebben we op hoofdlijnen een verkenning gemaakt van bestaande en nieuwe
financieringsconstructies en de voor- en nadelen hiervan in beeld gebracht. Op basis van deze
verkenning zijn we tot een selectie van financieringsconstructie gekomen, die volgens ons
juridisch, financieel en organisatorisch interessant en kansrijk zijn. Deze opties lichten wij in deze
brief toe. Voordat we deze verder gaan uitwerken, zijn wij benieuwd naar uw ideeën hierover
zodat wij deze in het verdere traject mee kunnen nemen.
Concreet vragen wij of:
1. de genoemde opties verder uitgewerkt moeten worden, als mogelijke vervanging van de
huidige subsidieregeling (Premieregeling Energiebesparende Maatregelen Woningen)
2. u nog aandachtspunten heeft, waarmee wij bij het uitwerken van deze opties rekening
moeten houden?
De opdracht
Sinds 2011 voeren wij de gemeentelijke premieregeling Energiebesparende Maatregelen
Woningen uit. Deze regeling loopt goed en zorgt ervoor dat particuliere woningeigenaren
investeren in energiebesparende maatregelen. Vanaf de start in 2011 zijn al minimaal 1.500
woningen verduurzaamd. We blijven deze regeling uitvoeren, totdat we een alternatieve
financieringsconstructie hebben, die de huidige regeling kan vervangen.
We hebben in het coalitieakkoord vastgelegd vóór 2015 de (on)mogelijkheden van diverse
financieringsconstructies in beeld te brengen, waaronder de volgende opties:
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Gemeente Nijmegen
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
1
1
1. verbreding van de gemeentelijke ESCo constructie van maatschappelijk vastgoed naar
particuliere woningen, sportverenigingen, culturele instellingen en scholen, of alternatieven
hiervan;
2. oprichten of ondersteunen van een lokaal energiebedrijf/coöperatie.
In onze verkenning hebben wij een breed scala aan mogelijke financieringsconstructies in beeld
gebracht. We hebben daarbij niet alleen gekeken naar onze eigen bestaande instrumenten, maar
ook naar instrumenten die andere overheden toepassen, naar marktconforme constructies en
mogelijke nieuwe financiële modellen. Op basis van deze verkenning zijn we tot een selectie van
financieringsconstructies gekomen, die naar ons idee de moeite waard zijn verder om te
onderzoeken. Zodra deze verder zijn onderzocht en we alle juridische, financiële,
organisatorische en personele gevolgen goed in beeld hebben leggen we uw raad een besluit
voor.
De financiële constructies die we nader hebben verkend richten zich op particuliere
woningeigenaren, Verenigingen van Eigenaren (VVE’s), energie- en zonnecoöperaties,
sportverenigingen, scholen, maatschappelijke instellingen en MKB ondernemers. We betrekken in
deze opdracht niet de mogelijke financieringsconstructies voor grote bedrijven / industrie. Deze
kunnen veelal gebruikmaken van landelijke fiscale regelingen. Ook huurwoningen van
woningcorporaties blijven buiten deze verkenning. Hiervoor loopt een apart traject in het kader
van de prestatieafspraken met de woningcorporaties.
Verder is binnen onze analyse een aantal kansrijke instrumenten gevonden, die ingezet kunnen
worden om verduurzaming bij nieuwbouw te stimuleren. Wij stellen voor ons in dit traject nu eerst
te focussen op de bestaande bouw. Wel zullen we de kennis hierover binnen de organisatie
verspreiden, zodat de beschikbare kennis ingezet kan worden op een moment dat dat opportuun
is. De inzet van deze instrumenten lijkt vooral maatwerk, waarbij per project beoordeeld moet
worden of de inzet ervan zinvol en gewenst is.
Uitkomsten verkenning financiële constructies
Bij de verkenning hebben we de volgende criteria gehanteerd om te bepalen of
financieringsconstructies aantrekkelijk zijn.
- De woonlasten moeten minimaal gelijk blijven of lager worden.
- De risico’s voor de gemeente zijn beheersbaar.
- De regeling is uitvoerbaar.
- De regeling moet aantoonbaar bijdragen aan het bereiken van onze stedelijke
energiebesparingsdoelen.
- In vergelijking met de huidige situatie hebben afnemers van de constructie meer
gebruiksgemak.
1
ESCo: Energy Service Companies. ESCo’s zijn bedrijven, die de aanleg en het onderhoud en
beheer van het gebouw overnemen, verduurzamen en voor de financiering zorgen.
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Gemeente Nijmegen
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
2
Wij zien onze eigen rol daarbij als volgt:
- wij vinden het wiel niet opnieuw uit en maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande
kennis en ervaringen van anderen;
- wij gaan niet concurreren met de markt. We gaan geen financieringsconstructies
ontwikkelen en uitvoeren, waar de markt dat zelf al doet of kan doen.
- Wij geven maatschappelijke initiatieven de ruimte en faciliteren, verbinden daar waar
nodig. Dit past binnen de rol van een overheid, die initiatieven van onderop mogelijk
maakt.
Uit de verkenning zijn meerdere kansrijke opties naar voren gekomen. Deze worden hieronder
opgesomd:
1. Uitbreiding gemeentelijke duurzaamheidslening naar andere doelgroepen
Een kansrijke optie om energiebesparing in de stad te versnellen is om de bestaande
‘Duurzaamheidslening’ voor particuliere woningeigenaren uit te breiden naar andere
doelgroepen, zodat ook deze gebruik kunnen maken van deze gunstige kredietfaciliteit. Te
denken valt hierbij aan: particuliere verhuurders, scholen, sportverenigingen, MKB
ondernemers, energiecoöperaties en cultureel maatschappelijke instellingen en eventueel
ook voor mensen die een eigen huis bouwen (CPO).
Het is ook wenselijk dat VVE’s in aanmerking kunnen komen voor een dergelijke lening. De
provincie Gelderland bekijkt momenteel of zij voor deze specifieke doelgroep een lening kan
opzetten.
Bij uitbreiding van de Duurzaamheidslening naar andere doelgroepen kunnen wij hiervoor
extra eigen middelen inzetten of extern geld aantrekken, bijvoorbeeld van de Bank
Nederlandse Gemeenten. Ondanks het feit dat het een revolverend fonds is en het geld dus
weer terugkomt houden wij rekening met een bepaald risico ten gevolge van faillissementen
van deelnemers of wanbetaling. Dit risico kunnen we vooraf redelijk goed inschatten. De
uitvoering van de uitgebreide duurzaamheidslening kan plaatsvinden door het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn).
2. ESCo voor scholen, sportverenigingen, maatschappelijke instellingen (en MKB)
In het coalitieakkoord is vastgelegd te onderzoeken of we de gemeentelijke “ESCo
constructie” van maatschappelijk vastgoed naar particuliere woningen, sportverenigingen,
culturele instellingen en scholen kunnen verbreden. We verduurzamen ons vastgoed door de
middelen, die voortvloeien uit energiebesparing te kapitaliseren en in te zetten voor nieuwe
investeringen in energiebesparing. We dragen hierbij zelf het risico. Dit in tegenstelling tot
marktconforme ESCo constructie, waarbij een externe partij verantwoordelijk is voor de
energieopbrengst en de investeringen.
Het uitbreiden van de gemeentelijke constructie naar derde partijen is een kansrijke optie,
waarbij de vraag wel is of dat onze eigen constructie moet zijn of dat dit moet plaatsvinden
via een nieuwe collectieve aanbesteding specifiek gericht op de betreffende doelgroepen,
waarbij wij uiteraard wel onze eigen kennis en ervaring inbrengen en partijen ondersteunen
bij een dergelijke aanbesteding.
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Gemeente Nijmegen
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
3
Uit de verkenning komt naar voren dat dit laatste (een aparte aanbesteding) de voorkeur
heeft boven de inzet van onze eigen constructie bij derden. Daarvoor zijn de volgende
argumenten aan te voeren:
-
-
-
onze interne constructie bestaat pas een jaar en is volledig afgestemd op ons vastgoed,
de investeringen en de opbrengsten. De opbrengsten zijn voldoende om eigen panden
verder te verduurzamen, maar niet om ook de verduurzaming van panden van derden
mee te kunnen financieren;
aan met eigen middelen in een andere organisatie gaan investeren zijn forse risico’s
verbonden, bijvoorbeeld het niet terugbetalen van de investering vanwege
faillissementen;
bij het opzetten en bij de uitvoering van onze constructie werken wij samen met een
marktpartij. Wij kunnen onze constructie niet zomaar inzetten bij derden, omdat dit
concurrentievervalsend werkt voor marktpartijen, die ook ESCo-diensten aanbieden.
Bovendien kunnen derde partijen wanneer zij collectief opereren in de markt mogelijk nog
scherpere voorwaarden bedingen.
Het voordeel van een collectieve aanbesteding is, dat niet iedere partij apart de
contractvorming met een ESCo hoeft aan te gaan. Het is bovendien voor een ESCo gunstig
om meer volume te hebben, want dan kunnen er sneller meters gemaakt worden. De
gemeente kan aanvullend de winnende ESCo -indien nodig- ook aan revolverend
startkapitaal helpen, zodat de ESCo de kans krijgt om snel op te starten. Op het moment dat
een ESCo een bepaalde omvang heeft en zichzelf heeft ‘bewezen’ is verdere financiering via
reguliere geldverstrekkers mogelijk. De initiële financiering van een ESCo is mogelijk vanuit
verschillende bronnen, waaronder EU fondsen of geld van de Bank Nederlandse Gemeenten.
NB: Een aparte categorie vormen de panden waarvan wij wel eigenaar zijn, maar zelf niet de
energierekening betalen. Deze vallen niet binnen onder onze interne ESCo omdat de
energieopbrengst hierbij niet terugvloeit naar de gemeente, Wij achten het zinvol om ook voor
deze doelgroep een aanpak te ontwikkelen, wellicht door ze mee te laten liften op een
collectieve aanbesteding voor een ESCO, door het verstrekken van duurzaamheidsleningen
aan de gebruikers of anders. We hebben reeds enige ervaring hiermee bij de Keizer Karel
Podia en de GGD.
3.
Oprichten of ondersteunen van een lokaal energiebedrijf/coöperatie
In het coalitieakkoord is de optie genoemd om een lokaal energiebedrijf of energiecollectief
op te richten of te ondersteunen. Daarbij is er een onderscheid in het ondersteunen en
ontzorgen van bestaande kleinere energiecollectieven (bijvoorbeeld zonne- of
windcoöperaties) en de oprichting van een (grootschaliger) lokaal duurzaam energiebedrijf
met als doel om bijvoorbeeld mensen met lage inkomens te ontzorgen bij het treffen van
energiemaatregelen en deze terug te betalen via de energierekening.
Voor beiden zijn er een aantal interessante opties die wij graag verder in beeld willen
brengen.
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Gemeente Nijmegen
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
4
A.
Ontzorgen van kleinere energie-coöperaties (burgerinitiatieven)
Daar waar het gaat om de wat kleinere energiecoöperaties (burgerinitiatieven) kan de
gemeente deze via onderstaande manieren ondersteunen:
-
door de duurzaamheidslening en premieregeling ook open te stellen voor leden van zonnecoöperaties (zie ook onder 1);
door het ter beschikking stellen van gemeentelijke gronden en/of daken voor het plaatsen van
zonnepanelen in collectief verband;
door zonne-coöperaties bij te staan van met professionele ondersteuning, door ze standaard
contracten, organisatiemodellen en businesscases aan te bieden en te bemiddelen bij het
zoeken naar geschikte daken in de buurt. Hiervoor kunnen wij een koepelorganisatie helpen
oprichten (bv. een stichting) waaronder verschillende coöperaties actief kunnen zijn. Het
voordeel van deze constructie is, dat een dergelijke koepel ook dingen voor de leden van
verschillende coöperaties gezamenlijk kan organiseren, zoals bijvoorbeeld de aanbesteding
voor een energieleverancier, die een goede prijs betaalt voor de aan het net terug geleverde
energie.
NB: Een opstartsubsidie voor energiecoöperaties met meer dan 50 leden kan nu al
aangevraagd worden bij de Provincie Gelderland. Ook hierbij kunnen wij (of de genoemde
stichting) nieuwe Nijmeegse energiecollectieven ondersteunen.
B.
Oprichten lokaal duurzaam energiebedrijf / ESCo voor huishoudens
Wij kunnen een rol spelen in de oprichting van een lokaal duurzaam energiebedrijf of ESCo
die erop gericht is om huishoudens te ontzorgen als het gaat om het treffen van
energiebesparende maatregelen, waarbij huishoudens niet zelf hoeven te investeren in
energiemaatregelen en waarbij deze via de energierekening kunnen worden terugbetaald.
Wij kunnen daartoe een ESCo voor huishoudens of een lokaal energiebedrijf oprichten. Het
meest kansrijk is dat wij daarbij op zoek gaan naar een derde partij die een financieel
arrangement kan aanbieden aan huishoudens voor het treffen van energiemaatregelen via
een ESCo constructie. ESCo’s voor huishoudens zijn er in de markt nu nog niet, maar deze
zijn wel in oprichting in andere gemeenten. Hierop kunnen wij mogelijk aanhaken.
De te treffen energiemaatregelen van een huishouden worden in deze constructie
gefinancierd door de ESCo en mensen betalen dit terug via de energierekening. Het kan
daarbij gaan om maatregelen in de schil van de woning maar bijvoorbeeld ook om de
aanschaf van energiezuinige apparaten.
Onze rol kan bestaan uit het (mede) opzetten van een dergelijk initiatief en het zorgen voor
een initiële investering voor de ESCo in de vorm van een lening of garantstelling. De ervaring
elders is dat pas vanaf het moment dat de ESCo een bepaalde omvang heeft, reguliere
geldverstrekkers bereid zijn hierin te investeren.
Uiteraard is het zaak om bestaande Nijmeegse energiecoöperatie(s) actief te betrekken bij
een verdere uitwerking hiervan. Deze kunnen hierbij mogelijk een rol spelen in de uitvoering.
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Gemeente Nijmegen
Milieu
Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
5
Vanuit hun eigen propositie kunnen zij daarnaast aantrekkelijke energiecontracten aanbieden
aan burgers.
NB: Op de markt van directe energielevering aan huishoudens kunnen wij ons als gemeente
zelf beter niet gaan bewegen. Hiermee zouden wij de markt verstoren en daarbij is het effect
van een dergelijk sturing (bv. door het organiseren van een collectieve energie-inkoop of
oprichten een eigen energiebedrijf) beperkt in relatie tot de inspanning die ermee gemoeid is.
Dit omdat de doorlooptijd van energiecontracten voor huishoudens maar beperkt is (1-3 jaar)
en mensen na een jaar dus alweer kunnen switchen naar een nadere leverancier.
Vervolg
Hierboven hebben wij de opties geschetst, die wij kansrijk genoeg achten om, in samenspraak
met de genoemde doelgroepen, verder uit te werken. Wij gaan de juridische, financiële en
organisatorische consequenties verder in beeld brengen en presenteren deze in een notitie.
Hoogachtend,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Aantal Bijlagen: 1 Matrix financieringsconsdtructies
2 Inventarisatie financieringscontructies
www.nijmegen.nl
Brief aan de Raad financieringsconstructies en
duurzaamheid 24-9-2014 def
Bestaande regelingen gemeente
Premieregeling (PEM)
Duurzaamheidslening
Zevenheuvenloop fonds
Erfpacht
Rentelasten investering overnemen
Interne ESCO
Ondernemersfonds
Bestaande regelingen andere overheden
BTW aftrek PV panelen
Postcoderoos (belastingkorting)
Prov. Energietransitie businesscase
Prov. haalbaarheidsonderzoek energiebesparing
Prov. subsidie lokale energiebedrijven
Prov. subsidie energiedisplay
Isolatiesubsidie provincie
Prov. subsidie micro WKK / warmtepomp
Prov. Stimuleringslening Energieneutraal Renoveren
particuliere woningen (prov. Gld.)
Nationaal Energiebesparings Fonds (NEF)
Stroomversnelling Koop
Stroomversnelling Huur
Prov. Lening E-neutraal
Rijksmiddelen Energieakkoord
NUON gelden provincie
SDE+
EIA
VAMIL/MIA
Schatkistbankieren
Ecotax -> duurzaamheidsregeling
Marktconforme constructies
crowdfunding
lease zonnepanelen
verhuur daken aan derden
Energy Service Company (ESCo)
woonlastenbenadering (Nia Nesto)
aanvullende hypotheek / groenhypotheek
Participatie PPM Oost
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
MKB
Eige
n Va
stgo
ed
telli
nge
n
Cult
. Ma
atsc
h
. Ins
n
nge
reni
gi
Spo
rtve
Sch
olen
Ont
wik
kela
ars
/ nie
uwb
ouw
ies
Wo
ning
corp
orat
/ pa
rt. v
erh.
gers
Bele
g
Zon
ne /
ene
rgie
co
öpe
rati
es
X
VVE
's
Huu
rde
rs
P ar
t. w
oni
nge
igen
are
n
Bijlage 1: inventarisatie financieringsconstructies duurzame energie
X= bestaand
X= uitbreidingsmogelijkheid
kansrijke constructie (nader te onderzoeken)
toepasbaar bij nieuwbouw
Doelgroep:
X
XX
XX
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
XX
Nieuwe mogelijke financierings constructies
organisatorische ondersteuning / opzetten koepelorganisatie
Versnelling door inzet geld BNG
PPS participatieconstructie met BNG gelden
Opzetten gemeentelijk duza energiebedrijf
Grondposities verhuren
Verhuren van gemeentelijke daken
PACE constructie (VS)
Collectieve aanbesteding ESCo
Opzetten EEEF / ELENA project (EU financiering)
Vergroenen OZB / subsidie via OZB
Statiegeldregeling gronduitgifte
Differentiëren van bouwleges
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
BIJLAGE 2: inventarisatie financieringsconstructies
In bijgevoegde matrix (Bijlage 1) zijn alle bestaande financiële regelingen en constructies en ook
mogelijke nieuwe constructies in beeld gebracht. Op basis van de matrix zijn onderstaande
regelingen nader bekeken op voor- en nadelen, uitbreidings- en/of toepassingsmogelijkheden.
Alleen die regelingen waarbij wij als gemeente een onderscheid kunnen maken om de
energietransitie te versnellen, zijn inhoudelijk beschreven. De meest kansrijke regelingen die we
verder inhoudelijk willen verkennen zijn onderstreept.
1.
2.
3.
4.
5.
A. Bestaande regelingen gemeente Nijmegen
Premieregeling Energiebesparende Maatregelen Particulieren (PEM) - uitbreiding
Gemeentelijke Duurzaamheidslening -uitbreiding
Erfpachtconstructie (incidenteel)
Overname rentelasten investering (incidenteel)
Uitbreiden interne ESCo naar derden
1.
2.
3.
4.
5.
B. Regelingen van andere overheden
Provinciale subsidie lokale energiebedrijven
Isolatiesubsidie provincie
Provinciale stimuleringsregeling Energieneutraal renoveren particuliere woningen
Nationaal Energie Besparingsfonds (NEF)
Stroomversnelling Koop
C. Marktconforme regelingen
1. ESCO voor huishoudens
2. Inzet middelen PPM Oost
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
D. Mogelijke nieuwe regelingen:
Organisatorische ondersteuning energiecoöperaties (bv. via koepel)
Versnelling door inzet gelden Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
PPS participatieconstructie met BNG gelden
Opzetten gemeentelijk energiebedrijf
Verhuur gronden voor duurzame energieopwekking
Verhuur daken voor duurzame energieopwekking
Toepassing PACE constructie (VS)
Collectieve aanbesteding ESCo
Opzetten EEEF/ELENA project
Vergroenen OZB
Statiegeld op grondprijs
1
Ad. A Bestaande regelingen
1. Premieregeling Energiebesparende Maatregelen particulieren (PEM)
Doelgroep: particuliere woningeigenaren en huurders
Deze gemeentelijke regeling voorziet in een bijdrage voor particulieren van 1/3 van de
investeringskosten van energiebesparende maatregelen (inclusief zonnepanelen) tot een maximum
van €500. Wanneer de subsidie met 6 personen of meer wordt aangevraagd geldt een maximale
subsidie van €750 per aanvrager. De regeling loopt sinds 2011 en er wordt goed gebruik van
gemaakt.
Voordelen:
- de regeling is laagdrempelig en toepasbaar voor een breed scala aan maatregelen;
- samenwerking tussen particuliere woningeigenaren wordt gestimuleerd;
- de regeling is flexibel: mensen bepalen zelf waarvoor en wanneer ze aanvragen en wie ze als
opdrachtnemer kiezen
Nadelen:
- de regeling is afgestemd op de Provinciale Isolatiesubsidie en daar mede van afhankelijk. Als
de provincie met de Isolatiesubsidie per 1 januari 2015 stopt en wij de isolatiemaatregelen
wel weer subsidiëren, dan hebben we daarvoor onvoldoende budget
- de regeling is niet goed toegespitst op VvE’s;
- leden van zonnecoöperaties waarvan de panelen op een vreemd dak liggen komen niet in
aanmerking voor de subsidie;
Advies / actie:
De regeling laten bestaan vanwege de laagdrempeligheid, maar deze aanpassen op een aantal
punten:
- eenvoudiger maken voor VvE’s (als VVE kunnen aanvragen)
- openstellen voor leden van zonnecoöperaties die PV op vreemd dak/grond leggen
- indien Provincie stopt met Isolatiesubsidie (per 1-1-2015) de regeling aanpassen naar onze
eigen wensen. Bijvoorbeeld:
o Isolatiemaatregelen voor woningen tot 1980 weer zelf subsidiëren
o Maximale WOZ waarde van de woning invoeren als voorwaarde
o Alleen gezamenlijke aanvragen komen in aanmerking voor de subsidie
o Vereenvoudigen aanvraag- en toekenningsprocedure, ook om administratieve lasten
te beperken.
- Budget of externe middelen zoeken voor uitbreiding regeling naar andere doelgroepen.
2. Duurzaamheidslening ( SVn)
Doelgroep: particuliere woningeigenaren
In 2009 is de gemeentelijke duurzaamheidslening ingesteld voor particuliere woningeigenaren. Het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn)) voert deze regeling voor de gemeente uit. Het
revolverende fonds a € 1,2 miljoen is gevuld met gemeentelijke middelen. Woningeigenaren kunnen
hier tegen een laag rentepercentage geld lenen voor een breed scala aan energiemaatregelen. Deze
2
maatregelen komen overeen met de maatregelen in de Premieregeling en Isolatiesubsidie. Sinds de
opening van de regeling hebben nog maar honderd mensen hiervan gebruik gemaakt. Bij andere
gemeenten met een soortgelijke regeling hebben loopt deze ook niet hard. Het onlangs door het Rijk
gelanceerde Nationaal Energiebesparingsfonds (NEF), is vergelijkbaar met onze
Duurzaamheidslening, maar heeft minder gunstige condities. Landelijk is nog nauwelijks vraag naar
deze lening.
Voordelen:
- mensen lenen goedkoop geld van de gemeente Nijmegen;
- gunstige condities;
- aangepast aan subsidieregelingen;
- revolverend fonds: het geld komt weer terug
- uitvoering door een externe partij (SVn)
Nadelen:
- de lening is minder bekend dan de premieregeling en er wordt minder gebruik van gemaakt;
- geld lenen is in deze tijd niet populair;
- niet iedereen mag geld lenen (BKR toets);
- beperkte doelgroep (alleen particuliere woningeigenaren);
- beperkt budget: als de regeling goed zou lopen is het budget snel op. Het fonds vult zich pas
weer over enige tijd.
Advies/actie:
De regeling te laten bestaan voor particuliere woningeigenaren en in overleg met de SVN uit te
breiden naar andere doelgroepen : particuliere verhuurders, VVE’s*, scholen, sportverenigingen,
MKB ondernemers, energiecoöperaties, nieuwbouw/CPO en cultureel maatschappelijke instellingen.
Deze doelgroepen hebben vaak moeite om de voorfinanciering van de energiemaatregelen zelf te
kunnen doen en reguliere financiering te verkrijgen. De gemeente zal hiervoor dan wel eigen
middelen moeten inzetten of extern geld moeten aantrekken, bijvoorbeeld via de Bank Nederlandse
Gemeenten. Indien meer doelgroepen van de regeling gebruik kunnen gaan maken vergroot dit ook
de bekendheid van de regeling onder particulieren.
Een alternatief is de huidige Duurzaamheidslening voor particulieren te beëindigen en deze te wijzen
op de landelijke regeling NEF. De middelen die dan overblijven (al dan niet aangevuld) kunnen dan
worden ingezet voor de doelgrepen waar nu geen gunstige lening voor is. In principe is het risico
voor de gemeente bij een dergelijke regeling vrij laag. Het overgrote merendeel van het geld komt
weer terug. Een klein deel zal echter afgeschreven moeten worden ten gevolge van faillissementen
van deelnemers of wanbetaling. Dit is in te calculeren.
*NB: De Provincie Gelderland overweegt momenteel een duurzaamheidslening voor VVE’s op te
zetten via de SVn .
3
3. Erfpachtconstructie
Doelgroep: toekomstige woningeigenaren
Bij erfpacht hoeft de consument de grond niet hoeft te kopen, waardoor de aankoopprijs van een
woning (in veel gevallen de v.o.n.-prijs) aanzienlijk lager is dan de gangbare prijs. De grond blijft vaak
in eigendom van de gemeente. Hier staat een erfpachtcanon tegenover. Financiering (hypotheek) is
dan eenvoudiger te regelen en er is meer ruimte voor duurzaamheidsinvesteringen aan de woning.
De gemeente zou de erfpacht kunnen koppelen aan zeer energiezuinige nieuwbouwwoningen. In de
Waalsprong is deze constructie reeds toegepast bij CPO projecten.
Voordelen:
- het kopen van een woning wordt toegankelijk voor een grotere groep en met een lager
inkomensniveau (starters).
- doorstroming van huurwoningen naar koopwoningen wordt gestimuleerd. Het genereert
inkomsten op erfpacht voor de gemeente.
- steeds meer gemeenten zijn in 2013 overgegaan tot het (her)introduceren van erfpacht (zoals
Hendrik-Ido-Ambacht, Westland en Almere). Daardoor wordt de bekendheid bij het publiek en
de maatschappelijke acceptatie vergroot.
- voor de erfpachter zijn de canons/retributies fiscaal aftrekbaar.
Nadelen:
- bij het indexeren van de canon kunnen de maandelijkse lasten voor de erfpachter hoog oplopen.
- het in eigendom hebben van gronden geeft de gebruiker zekerheid.
- een erfpachter profiteert niet van de waardestijging van de gronden, waardoor zijn kapitaal
minder snel zal stijgen. Voor de erfpachter stagneert daardoor de doorstroming naar een andere
woning.
Advies/actie:
In overleg met Grondbedrijf en GEM bepalen of en in welke gevallen erfpacht ingezet kan worden om
energiezuinig bouwen te stimuleren.
4. Overname rentelasten investering
Doelgroep: woningcorporaties, sportverenigingen, scholen en overige maatschappelijke
instellingen
In sommige gevallen betaalt de gemeente Nijmegen de rentelasten van een investering door een
derde partij om deze te bewegen deze investering te plegen. Een voorbeeld hiervan is de uitfasering
van G labels door woningcorporaties in 2013, of een bijdrage in rentelasten voor energie
investeringen bij de Keizer Karelpodia. Op deze wijze kan met een beperkt bedrag een grotere
investering door een derde partij worden gestimuleerd.
Voordelen:
- hoge externe investering met beperkte inzet gemeentelijke middelen;
- relatief eenvoudig toepasbaar op ad hoc basis
4
Nadelen:
- werkt alleen als de ontvangende partij over eigen investeringsvermogen beschikt of voldoende
kredietwaardig is;
- risicovol bij financieel instabiele partijen;
- nu vaak ad-hoc, een regeling vergt veel eigen vermogen van de gemeente om te investeren;
- niet altijd mogelijk vanwege staatssteunregels
Advies/actie:
Het overnemen van rentelasten van derde kan een middel zijn om gericht investeringen aan te jagen
(bv een labelsprong bij corporaties), maar zal per geval beoordeeld en getoetst moeten worden op
haalbaarheid, risico’s en voor-en nadelen. Het instellen van een generieke regeling is tamelijk
risicovol en vergt de inzet van veel eigen vermogen om echt meters te kunnen maken.
5. Uitbreiden interne ESCo naar derden
Doelgroep: eigen organisatie, scholen, sportverenigingen, maatschappelijke instellingen
De gemeente Nijmegen heeft een eigen interne ESCo (uitgevoerd door Royal Haskoning/DHV),
waarbij de middelen die voortvloeien uit energiebesparing worden gekapitaliseerd en gebruikt voor
nieuwe investeringen in energiebesparing etc. Er is hierbij een structureel krediet van twee miljoen
per jaar ingezet om de panden duurzamer en beter te maken. Binnen de eigen organisatie werkt dit
goed en de vraag ligt nu voor of deze interne ESCO niet kan worden uitgebreid naar derde partijen
zoals sportverenigingen en scholen, zodat deze ook hiervan kunnen profiteren.
Voordelen:
- eigen vastgoed wordt ‘kosteloos’ verduurzaamd
- deelname van sportverenigingen en scholen aan de gemeentelijke ESCo vlag biedt hen een stuk
zekerheid.
- geen eigen investeringskosten vereist (investering wordt terugbetaald uit energielasten)
Nadelen:
- nieuwe investeringen kunnen pas plaatsvinden nadat er opbrengsten uit de vorige zijn: dit
beperkt het tempo en daarmee de uitbreidingsmogelijkheden. Er is vooralsnog te weinig
opbrengst om ook nog panden van derden mee te kunnen financieren.
- je kunt je eigen middelen niet zomaar in een andere organisatie gaan investeren, daaraan zijn
risico’s verbonden: erg ingewikkeld, kost veel tijd (administratie en monitoring), maakt onze
eigen ESCo financieel kwetsbaarder.
- onze eigen ESCo inzetten bij derden en werkt concurrentievervalsend voor marktpartijen die ook
ESCo diensten aanbieden.
Advies/actie:
Onze interne ESCo is een goede eerste stap voor verduurzaming van ons eigen vastgoed. Voor de
inzet bij derde partijen is onze eigen ESCO echter niet geschikt. Het investerend vermogen is
daarvoor onvoldoende en er zijn daarbij juridische obstakels. Dat wil niet zeggen dat de ESCo
constructie ‘an sich’ voor de genoemde doelgroepen partijen niet geschikt zou zijn. Er zijn nu ook al
verschillende ESCo’s (marktinitiatieven) waarvan scholen en sportverenigingen gebruik kunnen
maken, zoals Greenspread, KiesZon of Slim opgewekt. De gemeente Nijmegen kan scholen en
sportverenigingen helpen om via een gezamenlijke aanbesteding een ESCO voor deze partijen te
zoeken en hiervoor initiële (externe) financiering te regelen.
5
Ad B. Regelingen van andere overheden
1. Provinciale subsidie lokale energiebedrijven
Doelgroep: energiecollectieven
De Provincie Gelderland wil een stimulans geven aan initiatieven op het gebied van lokale
energieprojecten. Lokale energiebedrijven die bestaan uit minimaal 50 personen die financieel
deelnemen, kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie.
Voordelen:
- Financiële ondersteuning voor energiecoöperaties
Nadelen:
- Het is niet duidelijk hoelang de regeling nog blijft bestaan
- De regeling is niet erg bekend
- De bijdrage bedraagt 25%, m.a.w. er is 75% cofinanciering nodig
Advies/actie
De gemeente Nijmegen kan energiecollectieven wijzen op en ondersteunen bij het aanvragen van
deze subsidie.
2.
Isolatiesubsidie Provincie Gelderland
Doelgroep: particuliere eigenaar- bewoner met een woning tot 1980
Deze provinciale subsidieregeling, wordt uitgevoerd door de gemeente Nijmegen. De regeling omvat
subsidie voor vloer-, dak-, gevelisolatie en isolerend glas voor particuliere woningeigenaren. (1/3 van
de investeringskosten tot een maximum van €500 of €750 bij aanvraag 6 of meer personen). De
subsidie is onder voorwaarden stapelbaar met de gemeentelijke premieregeling.
De huidige regeling stopt per 1-1-2015. Het is nog onduidelijk of deprovinciale daarna een vervolg
krijgt.
Advies/actie:
Samen met andere gemeenten bij de Provincie Gelderland te lobbyen voor voortzetting van deze
regeling na 1-1-2015. Indien de provinciale regeling definitief stopt, onze premieregeling uit te
breiden met de zaken die eerst onder de provinciale regeling vielen (isolatie bij woningen voor
1980).
3. Stimuleringslening Energieneutraal Renoveren particuliere woningen
Doelgroep: particuliere woningeigenaren
De provincie Gelderland heeft een fonds opgezet, waarmee particuliere woningeigenaren een lening
kunnen afsluiten om de investeringskosten voor de energieneutrale renovatie te kunnen
financieren. De gemeenten, waaronder Nijmegen, voeren deze regeling uit en Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting (SVn) verstrekt de lening.
6
Mensen kunnen minimaal €25.000, - en maximaal €50.000, - lenen. De lening heeft een
rentepercentage van 2% en is daarmee aantrekkelijker dan een lening bij een bank. Voor elke
gemeente is €500.000, - in het fonds gereserveerd, waarmee 10 tot 20 woningeigenaren hun woning
energieneutraal kunnen maken. Er mag voor dezelfde woning maar eenmaal een lening worden
aangevraagd. De regeling start 1 juli 2014. Uiterlijk 31 december 2015 moeten alle maatregelen aan
de woning zijn uitgevoerd.
Voordelen:
- mensen lenen goedkoop geld en met gunstige condities;
- revolverend fonds: het geld komt weer terug
- het fonds is gevuld met geld van de provincie Gelderland
- financiële afhandeling door een externe partij (SVn)
Nadelen:
- geld lenen is in deze tijd niet populair;
- niet iedereen mag een dergelijk bedrag lenen, alleen mensen die kapitaalkrachtig genoeg zijn;
- beperkte doelgroep (alleen particuliere, kapitaalkrachtige woningeigenaren);
- beperkt budget (genoeg voor ongeveer 10 woningeigenaren) en beperkte looptijd (vóór 31
december 2015 moet het project zijn afgerond).
Advies/actie:
De gemeente Nijmegen probeert binnen de gestelde termijn 10 woningeigenaren te vinden die
bereid zijn te investeren in een energieneutrale woning met behulp van deze regeling.
4. Nationaal Energiebesparings Fonds (NEF)
Doelgroep: particuliere woningeigenaren
Vanaf 21 januari 2014 kunnen particuliere woningeigenaren een lening aanvragen via het nationaal
energiebesparingsfonds voor het financieren van een breed scala energiebesparende maatregelen
aan de woning. De lening lijkt op onze eigen Duurzaamheidslening en wordt ook uitgevoerd door het
SvN, maar dan met middelen vanuit het Rijk.
Voordelen:
- Woningeigenaren kunnen goedkoop geld lenen voor het treffen van energiebesparende
maatregelen aan de woning.
- De regeling is gefinancierd met rijksmiddelen en wordt uitgevoerd door het Rijk.
- Er wordt landelijk publiciteit gemaakt voor de regeling.
Nadelen:
- Geld lenen is op het moment niet heel populair;
- De regeling s nog niet erg bekend;
- Weinig mensen maken er tot nu toe gebruik van.
Advies/actie:
Indien wij overwegen onze eigen Duurzaamheidslening t uit te breiden naar andere groepen, kunnen
we overwegen om de eigen Duurzaamheidslening voor particuliere woningeigenaren stop te zetten
en deze mensen voortaan door te verwijzen naar het NEF. De middelen uit de gemeentelijke
duurzaamheidslening kunnen we dan inzetten voor leningen aan andere doelgroepen (scholen,
instellingen, MKB etc.)
7
5. Stroomversnelling Koopwoningen: ESCo voor energieneutrale renovatie
Doelgroep: particuliere woningeigenaren
Overheden, bouwbedrijven, financiers en Energiesprong / Platform 31 zijn betrokken bij het project
Stroomversnelling Koopwoningen. Het doel is om het aandeel energieneutrale renovaties bij
particuliere woningeigenaren te vergroten. Het gaat daarbij onder andere om geschikte financiering,
geschikte seriematige bouwconcepten, wetgeving en ontzorging.
De ambitie van Stroomversnelling Koopwoningen is particuliere eigenaren van rijwoningen uit de
periode 1950 tot 1980 met een (boven)gemiddelde energierekening hun huizen te renoveren onder
de condities Nul-10-0. Dat wil zeggen:
Nul: een gegarandeerde Nul op de Meter renovatie;
10: die binnen tien werkdagen uitgevoerd wordt ;
0: waarvan de kosten om de woning energieneutraal te maken woonlastenneutraal zijn te
financieren voor de particulier.
Voordelen:
- Partijen werken samen;
- De verbouwing wordt betaald met de energierekening (al dan niet omgezet in een hypotheek);
- Woonlasten blijven gelijk.
- Vraag en aanbod worden gestimuleerd, gebundeld en gematcht.
- De huiseigenaren kunnen uit tenminste drie proposities van verschillende aanbieders kiezen
Nadelen:
- Stroomversnelling Koopwoningen is nu een pilot, waarin partijen naar verwachting tegen
belemmeringen op gaan lopen.
- De pilot kan mislukken.
- Is afhankelijk van bewoners die bereid zijn deel te nemen aan dit experiment.
Advies/actie:
De gemeente Nijmegen gaat op zoek naar geschikte woningen voor deze renovaties met als doel om
voor 2016 één tot vijf woningen volgens dit concept te hebben gerenoveerd.
Indien het pilot succesvol is en belemmeringen zijn weggenomen kan dit concept mogelijk verder
worden uitgerold.
Ad C. Marktconforme regelingen
1. Energy service company (ESCo)
Doelgroep: scholen, sportverenigingen, maatschappelijk vastgoed, VVE’s, MKB, (particuliere
woningeigenaren)
Een ESCo is een bedrijf die het onderhoud en beheer van de energie installaties van een gebouw
overneemt, energiebesparende maatregelen treft en deze zelf financiert. De eigenaar of gebruiker
van het gebouw die de ESCo inschakelt heeft dus niet te maken met investeringskosten. De ESCo
8
betaalt de financiering terug uit de behaalde energiebesparing en daarmee verlaagde energielasten.
Investeringen vinden per saldo dus kostenneutraal plaats.
Met het afsluiten van een prestatieovereenkomst worden afspraken over energiebesparing
vastgelegd. Hoe groter het gebouw en hoe groter de installaties de te interessanter wordt het om
een ESCo in te schakelen. Denk aan zwembaden, ziekenhuizen, scholen en zorginstellingen.
ESCo’s voor huishoudens zijn er op dit moment nog niet, maar zijn in den lande wel in oprichting.
Deze kunnen in de toekomst mogelijk ook wen rol gaan spelen bij het verduurzamen van bestaande
woningen.
Voordelen:
- ESCo’s hebben kennis van zaken, partijen hoeven zelf niet in technische kennis te investeren;
- ESCo’s financieren zelf de investeringskosten, de eigenaar heeft hier geen omkijken naar;
- met de ESCo zijn prestatieafspraken over de gewenste energiebesparing te maken;
- een ESCo kan in aanmerking komen voor subsidies en fiscale regelingen;
- ESCo’s bieden een totaal ontzorgingsconcept aan
Nadelen:
- er zijn in dit deel van het land nog niet veel ESCo’s actief;
- bij de beoogde eindgebruikers is het concept nog vrij onbekend;
- contractvorming met een ESCo is vrij ingewikkeld (alles moet vooraf worden vastgelegd in
prestatiecontracten). Dit vereist juridische kennis.
- Een ESCo heeft belang bij een zekere schaalgrootte om financieel uit de kosten te komen.
Advies /actie:
De gemeente kan de inzet van ESCo’s verder stimuleren door partijen te wijzen op deze
mogelijkheid, door samen met partijen bijvoorbeeld een collectieve aanbesteding voor een ESCo op
te zetten, door lokale installatiebedrijven te wijzen op de mogelijkheid tot oprichting van een ESCo,
door met marktpartijen te kijken naar de mogelijkheid tot oprichting van een ESCo voor huishoudens
en tot slot door (indien nodig) initiële voorfinanciering van een ESCo te regelen .
2.
Participatie PPM Oost
Doelgroep: MKB bedrijven
MKB bedrijven die inzetten op innovatie op het gebied van energie- en milieutechnologie kunnen
gebruik maken van kredietfaciliteiten of een financiële participatie van de Participatie Maatschappij
Oost-Nederland (PPM Oost). Deze kent hiervoor verschillende fondsen.
Voordelen:
- Innovatie wordt gestimuleerd
- Middelen in regio aanwezig
Nadelen:
- Bedrijf moet gezond zijn
- Bedrijf moet ook 50% eigen financiering meenemen
Advies/actie:
9
Indien het gaat om innovaties kunnen bedrijven gebruik maken van de faciliteit van PPM Oost. Deze
mogelijkheid wordt nu nog vaak over het hoofd gezien. Wanneer de gemeente een innovatie helpt
met bijvoorbeeld een financiële bijdrage, revolverende lening of andere subsidie kan de overige 50%
mogelijk meegefinancierd worden vanuit PPM Oost.
Wanneer PPM Oost zou participeren in een regionale ESCo kan dit geld ten goede komen aan
meerder doelgroepen die gebruik maken van die ESCo.
Ad D. Mogelijke nieuwe regelingen
1. Organisatorische ondersteuning energie- of zonnecoöperaties (bv. via koepel)
Doelgroep: energie- of zonnecoöperaties
Particulieren die besluiten om gezamenlijk een zonne- of energiecoöperatie op te richten, lopen
tegen allerhande praktische, organisatorische, juridische en financiële zaken aan. Denk aan de
oprichting van de rechtsvorm, het ledenbeheer, inrichten van een website, contractmanagement,
regelen van financiering etc. etc.
De gemeente zou nieuwe initiatieven kunnen ondersteunen door deze bij te staan met raad aan
daad, door ze standaard contracten, organisatiemodellen en business cases aan te bieden en te
bemiddelen bij het zoeken naar geschikte daken in de buurt. Hiervoor kan de gemeente een derde
partij inschakelen of zelf een soort koepelorganisatie oprichten waaronder verschillende coöperaties
actief kunnen zijn.
Voordelen:
- ontzorging van coöperaties leidt tot meer professionaliteit, niet vaak het wiel opnieuw uitvinden
en waarschijnlijk tot de versnelde oprichting van meer energie of zonne-coöperaties (stap wordt
kleiner);
- functioneren onder de koepel van de gemeente schept meer zekerheid voor deelnemers, die
hiertoe eerder zullen toetreden tot een coöperatie;
- organisatorisch blijven de coöperaties eigen baas;
- de gemeente kan gezamenlijk dingen organiseren en eenvoudig de voortgang binnen de
corporaties monitoren.
- De gemeente kan zorgen voor betrouwbare en onpartijdige informatie en business modellen.
- Meer gebruikmaking van landelijke regelingen zoals de postcoderoos.
Nadelen:
- Indien de gemeente zelf een koepel opricht is dit een nieuwe taak die inzet vergt van personeel
(=uitbreiding fte)
- Bij uitbesteding van deze taak aan een derde partij dient de gemeente deze aan te besteden en
daarbij de voortgang, onafhankelijkheid en kwaliteit te bewaken (ook dat kost tijd);
- Mogelijk zijn er coöperaties die zich niet willen aansluiten;
- De gemeente moet zich vrijwaren van aanspraken van leden van corporaties als dingen daar niet
lopen zoals gewenst of voorzien.
Advies/actie:
De verschillende hierboven genoemde varianten verder in beeld brengen, waarbij wordt aangegeven
hoe de gemeente precies het verschil kan maken in de rol van ondersteuner van energiecoöperaties
en wat dit vraagt van de gemeentelijke organisatie. Hierbij ook de reeds bestaande
10
energiecoöperaties raadplegen over welke wensen zij hierbij hebben en hoever een dergelijke
ondersteuningsrol gewenst is.
2. Versnelling energietransitie door inzet middelen Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Doelgroep: beleggers /particuliere verhuurders, scholen, sportverenigingen, culturele en
maatschappelijke instellingen, ESCo’s.
De gemeente kan goedkoop geld lenen bij de Bank Nederlandse Gemeente. De gemeente kan via
bepaalde constructies deze middelen ook ter beschikking stellen aan derden, bijvoorbeeld via een
revolverend fonds. De bestaande duurzaamheidslening (SVn) zou hiervoor een vehikel kunnen zijn,
maar het geld kan ook gebruikt worden om derde partijen (bv een ESCO) mee te financieren. De
gemeente Rheden en Den Bosch hebben al een dergelijke regeling voor sportverenigingen.
Voordelen:
- De gemeente helpt derde partijen aan goedkope investeringsmiddelen;
- Uitvoering door een derde partij (SVn of ESCo);
- Zeer beperkte gevolgen voor de gemeentelijke begroting
- Financiële risico’s zijn beperkt en in te calculeren
Nadelen:
- Er moet een aantal regelingen worden opgetuigd en gemeente is eerste loket, dus vergt
inzet van ambtelijke capaciteit;
- Er is niet altijd een garantie dat partijen de lening kunnen terugbetalen, bijvoorbeeld
vanwege faillissement.
- Niet alle partijen zijn kapitaalkrachtig genoeg om geld te kunnen lenen.
- De gemeente moet de regeling per doelgroep vooraf toetsen op nut en wenselijkheid.
Advies/actie:
In overleg met de betreffende doelgroepen in beeld brengen in hoeverre er behoefte is aan externe
financiering voor duurzaamheidsmaatregelen en welke vorm daarbij de voorkeur heeft: geld lenen
van gemeente (via SvN) of aanpak via een ESCo- constructie waarbij een derde partij gefinancierd
wordt met deze middelen.
3. PPS participatieconstructie met BNG gelden
Doelgroep: energiecoöperaties
De gemeente kan energie- of zonnecoöperaties voorzien van goedkope voorfinanciering door BNG
middelen aan hen ter beschikking te stellen. Dat zou kunnen door als gemeente zelf lid te worden
van de verschillende coöperaties of wellicht ook wanneer de coöperatie zich bij een gemeentelijke
koepelorganisatie aansluit.
Voordelen:
- Indien particulieren met goedkoop geleend geld gegarandeerd rendement kunnen halen in
een zonne- of windcoöperatie kunnen ook mensen zonder eigen financiële middelen
winstgevend investeren in duurzame energie.
- Zonnecoöperaties komen niet vast te zitten doordat ze geen investeringsvermogen hebben.
11
Nadelen:
- Als de gemeente participeert in coöperaties wordt zij ook mede verantwoordelijk voor het
wel en wee van deze coöperaties en zijn deze ook gebonden aan bv. publieke
aanbestedingsregels. Dat kan bureaucratiserend werken.
- De gemeente begeeft zich als publiek rechtspersoon aan een privaat rechtspersoon met
mogelijk andere belangen dan het publieke belang. Dat kan tot politieke conflicten leiden.
bv: gemeente participeert in windmolen en andere omwonenden zijn tegen, waar kunnen zij
dan terecht?
- Indien er veel coöperaties ontstaan, wordt dit organisatorisch een zware last.
Advies/actie:
Onderzoek de mogelijkheden om energie- of zonnecoöperaties met externe middelen (bv via BNG)
te ondersteunen, bij voorkeur via een constructie van een revolving fund (bv. duurzaamheidslening).
Participatie (PPS) lijkt vooralsnog risicovol en omslachtig.
4. Opzetten gemeentelijk duurzaam energiebedrijf
Doelgroep: particuliere woningeigenaren, huurders, energiecoöperaties (evt. ook scholen,
instellingen, bedrijven)
De gemeente kan ervoor kiezen om zelf een duurzaam energiebedrijf op te zetten, dat onder
gunstige condities duurzaam opgewekte energie levert aan bijvoorbeeld mensen met een laag
inkomen of kan fungeren als energieafnemer en leverancier voor zonnecoöperaties. Gedachte is dat
via het energiebedrijf mensen met lage inkomens, die bijvoorbeeld niet in aanmerking komen voor
een duurzaamheidslening (bv. omdat ze de BKR toets niet doorkomen) toch energiemaatregelen
kunnen laten treffen die ze terugbetalen via hun energierekening (feitelijk dus een soort ESCO voor
particulieren). Normale energiebedrijven leveren die service soms ook, maar dat loopt dan ook via
leaseconstructies in de vorm van een persoonlijk lening met vaak hoge rentes. Bovendien komt
iemand die niet kredietwaardig genoeg is ook hiervoor niet meer in aanmerking.
Voordelen:
- Mensen met lage inkomens kunnen energiemaatregelen uitvoeren en krijgen goedkope
groene energie;
- Energiecollectieven kunnen een positieve business case realiseren;
- De gemeente is initiatiefnemer dus dat schept vertrouwen
- Een dergelijk energiebedrijf kan ook de rol vervullen van de onder B1 genoemde
koepelorganisatie voor energiecollectieven.
Nadelen:
- Het de gemeente veen heel nieuw werkveld op en dito inzet.
- De energiemarkt voor huishoudens werkt met kortlopende contracten en er is veel
concurrentie. De gemeente moet gaan concurreren met marktpartijen op een markt die
sterk in beweging is. Hierin schuilt ook het risico van concurrentievervalsing.
Advies/actie:
Het opzetten van een gemeentelijk of lokaal duurzaam energiebedrijf om mensen met een laag
inkomen en energiecollectieven te ontzorgen en onder gunstige voorwaarden energie te leveren lijkt
aantrekkelijk, maar is tamelijk omslachtig. Het is verstandiger om te onderzoeken of een derde partij
een ESCo voor huishoudens kan opzetten waarbij deze investeringen in energiebesparing kunnen
afbetalen via de energierekening. In verschillende andere gemeenten zijn dergelijk initiatieven in
voorbereiding.
12
5. Verhuur gronden voor duurzame energieopwekking
Doelgroep: energiecollectieven, ontwikkelaars
De gemeente Nijmegen kan gronden reserveren voor duurzame energieopwekking. De gemeente zal
contracten moeten afsluiten voor 20 tot 30 jaar en in die tijd geen andere functies kunnen toelaten
op de grond. Indien er sprake is van reeds gecalculeerde grondopbrengsten moeten deze eerst naar
beneden worden bijgesteld of afgeschreven om en dergelijk initiatief mogelijk te maken.
Voordelen:
- areaal lokale duurzame energieopwekking wordt snel groter;
- imago als duurzame stad wordt zichtbaar;
- ruimte voor energiecollectieven en lokale ondernemers om met duurzame energie aan de slag
te gaan.
- braak liggende grond krijgt een nuttige functie.
Nadelen:
- business cases zijn “dun”, waardoor een lange termijn nodig is;
- grondopbrengsten zijn relatief laag. Grond inzetten voor woningen of bedrijven levert naar
verwachting meer op;
- op termijn kan zonne-energie concurreren op die locatie gaan concurreren met andere
bestemmingen.
Advies/actie:
Het uitgeven van gronden voor duurzame energieopwekking past bij het imago van een stad die
energieneutraal wil worden. Om het mogelijk te maken zijn gronden nodig waarvan partijen voor
een langere periode gebruik kunnen maken. Voor die gronden zal de gemeente genoegen moeten
nemen met een lagere opbrengst. Advies is daarom om gronden te zoeken waar de kans op
bebouwing niet zo snel groot is (bijvoorbeeld een strook langs de A15 of A73) en deze ook te
bestemmen voor duurzame energieopwekking. Wel kan een clausule ingebouwd worden dat na een
bepaalde periode (bv. 15 jaar) de gemeente de partij uit kan kopen indien zich andere
ontwikkelingen aandien op deze locaties.
6. Verhuur daken voor duurzame energieopwekking
Doelgroep: energiecollectieven, particulieren
De gemeente beschikt over ongeveer 900 eigen gebouwen in de stad. Energiecollectieven zijn vaak
op zoek naar een geschikt dak in de buurt waarop zij hun panelen kwijt kunnen. De gemeente zou
hiervoor daken (om niet) ter beschikking kunnen stellen aan buurtcollectieven, die gezamenlijk
zonnepanelen op een dak willen leggen. Voordeel van een dak van een gemeente of Bijvoorbeeld
een school boven dat van een bedrijf is dat een bedrijf failliet kan gaan en daardoor minder
zekerheid kan bieden op lange termijn. In het verleden heeft de gemeente twee van haar daken ter
beschikking gesteld aan Zonnepark Nederland. We kunnen meer daken aan derden ter beschikking
stellen. Wel moeten we onderzoeken hoe zich dat verhoudt tot onze eigen doelstelling om in 2030
een energieneutrale organisatie te zijn.) en ons eigen geschikte dakoppervlak zelf nodig hebben voor
het leggen van onze eigen panelen.
Voordelen:
- de gemeente faciliteert en steunt buurtinitiatieven en collectieven;
13
-
mensen kunnen panelen in hun eigen buurt leggen, bijvoorbeeld op een wijkcentrum of
sporthal;
de gemeente kan relatief gunstige condities scheppen (bijvoorbeeld geen huur, terug levering
via bestaande aansluiting, standaard da contract etc.)
Nadelen:
- indien onze daken vol liggen met panelen van derden kunnen wij zelf niet aan onze doelstelling
voldoen;
- er zijn hierbij een hoop praktische obstakels. Een en ander moet contractueel vastgelegd
worden, de dakbelasting moet berekend worden, de uitlezing van meerstanden moet correct
plaatsvinden, toegang tot het dak moet geregeld zijn, dakonderhoud moet geregeld worden
(moeten de panelen er nog een keer af) etc. etc. Er komt dus nogal wat bij kijken. We hebben
hier echter wel al ervaring mee.
Advies/actie
De gemeente kan energiecollectieven uiteraard helpen door zelf daken ter beschikking te stellen,
maar kan ze ook helpen bij het vinden van geschikte daken van derden zoals bijvoorbeeld scholen of
een huisartsenpost in de wijk. Toch zou het een sympathiek gebaar zijn als de gemeente ook eigen
daken ter beschikking kan stellen. Dan moet vooraf wel geïnventariseerd worden welke daken
geschikt zijn en onder welke condities dat kan. Je zou kunnen denken aan bijvoorbeeld alleen de
daken van buurtcentra.
7. Toepassing PACE constructie (VS)
In de Verenigde Staten kent men een constructie voor het stimuleren van zonne-energie waarbij
bedrijven (ESCo’s) zonnepanelen leggen op daken van particulieren. Particulieren betalen de
zonnepanelen terug via de gemeentelijke belasting. De gemeente schuift het geld dan weer door
naar de ESCo. De reden waarom deze constructie is bedacht, is omdat mensen eerder geneigd zijn
hun belasting te betalen dan een leasecontract aangaan bij een private partij. Voor de Nederlandse
situatie is deze constructie ook onderzocht, maar blijkt niet uitvoerbaar. Het Nederlands
belastingregime biedt geen ruimte om deze constructie effectief te kunnen uitvoeren. Daarbij zijn er
in Nederland inmiddels al verschillende marktpartijen, die leasecontracten en terugbetaling van
zonnepanelen via het energiecontract aanbieden. Daarmee lijkt een dergelijke constructie in
Nederland ook onnodig ingewikkeld.
8. Collectieve aanbesteding ESCO
Doelgroep: scholen, maatschappelijke instellingen, sportverenigingen, MKB
ESCo’s (Energy Service Companies) zijn partijen die een investering plegen in de het energiezuinig
maken van een gebouw en worden terugbetaald vanuit de gerealiseerde energieopbrengst. Zo kan
de eindgebruiker zonder investeringskosten zijn pand energiezuinig laten maken. Hoewel wel in
opkomst, is de ESCO constructie in Nederland nog vrij onbekend. Er zijn nog niet zoveel ESCo’s in dit
deel van het land en potentiële afnemers zijn vaak huiverig omdat het werken met een ESCo
onbekend is en contractueel ook ingewikkeld. Partijen moeten veel tijd investeren.
De gemeente kan partijen ontzorgen door een collectieve aanbesteding voor een ESCo te
organiseren . Die ESCo kan dan meerdere partijen onder hetzelfde contract bedienen, waardoor niet
iedere partij een apart contract met de ESCo hoeft aan te gaan. Ook voor een ESCo is het gunstig een
14
groot volume te hebben, want zij sneller meters maken en opbrengsten ingezet worden voor
volgende panden. De gemeente kan in een dergelijk aanbesteding de ESCo ook aan startkapitaal
helpen, dat vervolgens revolverend terugkomt. Dit kan een alternatief zijn voor de uitbreiding van
onze interne ESCo naar derde partijen.
Voordelen:
- Versnelling van uitrol energiemaatregelen bij MKB bedrijven, scholen, sportverenigingen en
instellingen.
- Geen eigen voorinvesteringen van partijen nodig. Ook hoeft de gemeente in dit geval geen
duurzaamheidslening aan te bieden aan deze doelgroepen, want dat zou dubbelop zijn.
- De inzet van gemeentelijke middelen (revolverend) is beperkt of 0.
- De ESCO kan na verloop van tijd op eigen benen staan en ook andere ESCo’s kunnen de markt
betreden.
- De Provincie Gelderland ondersteunt het opzetten van een ESCo constructie met financiële
middelen
Nadelen:
- De gemeente moet met partijen een aanbesteding opzetten en uitvoeren dat kost tijd en geld;
- De wenselijkheid van een dergelijke constructie moet van tevoren gepeild worden bij de
doelgroepen. De aanbesteding slaagt alleen bij voldoende deelnemers.
- Scholen werken nu soms zelf al met ESCo’s. De kennis daar is verder dan bij andere doelgroepen
en er zijn ook ESCo’s actief die specifiek gericht zin op scholen. Dat is natuurlijk positief, maar
kan een collectief traject doorkruisen.
- Indien de gemeente de aanbesteding organiseert is zij (mede) verantwoordelijk voor de
resultaten. Zorgvuldigheid is dus geboden.
Advies/actie:
De optie voor een collectieve aanbesteding voor een ESCO afwegen tegen de voor- en nadelen van
het instellen van een duurzaamheidslening voor deze doelgroepen en dit ook aan hen voorleggen.
Uitkomst kan ook zijn dat voor de ene doelgroep een ESCO beter werkt en voor de andere een
lening. Een lichtere variant is dat je de bestaande ESCo’s voor scholen verder bekend maakt via een
communicatietraject, waarin de scholen die er al ervaring mee hebben de andere mee op sleeptouw
nemen. Conclusie: verder onderzoeken in overleg met stakeholders wat de beste instrumenten zijn
om in te zetten.
9. Opzetten EEEF/ELENA project
Doelgroepen: corporaties, energiecoöperaties, scholen, sportverenigingen, maatschappelijke
instellingen MKB, eigen organisatie’.
De EU heeft een tweetal revolverende fondsen, die ingezet kunnen worden om gebouwen en in een
stad energiezuinig te maken. Voordeel bij deze fondsen is dat er een subsidiefaciliteit aan gekoppeld
is, die het vooronderzoek dat nodig is voor 90% subsidieert. De gemeente zou de coördinerende
partij kunnen zijn die een dergelijke faciliteit aanvraagt en organiseert voor de overige partners in de
stad. Een ESCO die via een aanbesteding wordt geworven, kan hierbij de uitvoerende partij zijn.
Voordelen:
- Inzet Europese middelen in de stad;
- Op de kaart bij ‘Europa’;
- Gecoördineerde aanpak vastgoed in de stad;
15
-
Mogelijkheid tot versnelling (meters maken);
90% EU subsidie voor “technical assistance” en vooronderzoek
Nadelen:
- Europese regelingen zijn complex. Het organiseren van een dergelijk traject met meerdere
partijen vergt stevige coördinatie, discipline bij alle partijen om tijdig te verantwoorden en
rapporteren en dus ook een vrij stevige projectorganisatie, anders is er het risico dat de subsidie
of middelen worden teruggevorderd door de EU;
- Een aanvraag kost veel voorbereiding en kan afgewezen worden (al kun je wel pre-checks laten
doen);
- Beide Europese regelingen hebben “kleine lettertjes”, bijvoorbeeld een beperkte doorlooptijd
van het project of het hebben van innovatieve elementen die van te voren goed op haalbaarheid
moeten worden getoetst.
- Het rentepercentage dat deze EU fondsen hanteren ligt hoger dan het rentepercentage
waarmee de gemeente bij de BNG kan lenen. Ook zijn de partijen verplicht om bij de door de EU
aangewezen bank het geld te lenen.
Advies/actie:
Hoe aantrekkelijk deze financieringsvorm ook lijkt, het optuigen van een regeling hiermee voor
meerdere doelgroepen tegelijk is complex en is omgeven door risico’s, die mede afhankelijk zijn van
de inzet van alle deelnemers aan het project. Financiering van projecten met BNG middelen (al dan
niet via een ESCO of duurzaamheidslening) lijkt daarom eenvoudiger en voordeliger dan via dit
traject. Alleen als BNG financiering onhaalbaar blijkt, of er zijn specifieke projecten die goed
aansluiten op deze EU regelingen (bv. omdat er veel vooronderzoek nodig is) kan overwogen worden
hiervoor een dergelijke aanvraag op te stellen.
10. Vergroenen OZB
Doelgroep: particuliere woningeigenaren, particuliere verhuurders/beleggers, woningcorporaties,
scholen, sportverenigingen, MKB
Vaak wordt verondersteld dat de huidige OZB milieuvriendelijk gedrag beboet. Door investeringen in
duurzame maatregelen stijgt immers de onroerende zaak en betaalt men meer OZB.
Vergroening van de OZB kan plaatsvinden door de tarieven van de OZB te differentiëren.
Een differentiatie van de OZB tarieven met als doel vergroening staat echter op gespannen voet met
de rechtsgrond en het karakter van de OZB. Ook zijn er indirecte inkomenseffecten mogelijk,
waardoor het verbod op een lokale inkomenspolitiek overtreden dreigt te worden. De verschillende
reguleringsalternatieven passen dus niet in het huidige wettelijke systeem. Dat betekent dat
hiervoor eerst de Gemeentewet gewijzigd zal moeten worden en dat is een taak van het Rijk.
Wat wel kan, is een deel van de inkomsten van de OZB inzetten voor een subsidie. Deze kun je zelfs
op de OZB-aanslag vermelden. Bijvoorbeeld een bijdrage van €100 voor mensen, die een
energiezuinige woning hebben (bv. door koppeling met energielabel). Hierdoor lijkt het voor de
gebruiker een belastingmaatregel, terwijl het dat feitelijk niet is.
Voordelen:
- generieke regeling
- communicatie via OZB aanslag
16
Nadelen:
- juridisch ingewikkeld
- geld voor subsidie zal uit OZB moeten worden gehaald
- het energielabelsysteem gaat veranderen. Mensen kunnen zelf hun label indicatief vaststellen,
het systeem wordt fraudegevoelig als je daar financiële beloningen aan gaat koppelen;
- je beloont mensen voor het wonen in woning met een goed energielabel, maar dat zet verder
niet aan tot gedragsverandering
- mensen die toevallig in een nieuwbouwwoning wonen, worden financieel bevoordeeld boven
mensen in een oud huis. Terwijl in de oude woningen de meeste energiewinst is te behalen.
- prikkel is niet erg groot
- mensen kunnen energiebesparing gaan associëren met de belastingaanslag, die over het
algemeen als negatief wordt ervaren.
Advies/actie:
De juridische grondslag van de OZB biedt geen mogelijkheid tot echte vergroening of differentiatie
van de OZB naar bijvoorbeeld energieprestatie van een woning. Het ziet er ook niet naar uit dat die
mogelijkheid er op korte termijn komt. Via een omweg kun je als gemeente wel laten lijken dat het
dat doet, maar dat zal dan eerst juridisch goed onderzocht moeten worden en de vraag is of een
dergelijk regeling bijdraagt aan het treffen van maatregelen. Het lijkt er meer op dat mensen met
nieuwere woningen worden bevoordeeld boven mensen met oudere woningen. Gezien de
complexiteit van een dergelijke regeling, de mogelijkheid om ermee te frauderen en de vermoedelijk
lage prikkel die ervan uitgaat, is het advies hier niet aan te beginnen.
11. Statiegeldregeling gronduitgifte
Doelgroep: ontwikkelaars/nieuwbouw
De gemeente kan bij het uitgeven van bouwgrond een statiegeld opleggen aan nieuwe
grondeigenaren. Dit is een constructie waarbij aan de koper een opslag per kavel wordt gevraagd.
Wanneer de opgeleverde onroerende goederen aan van te voren vastgestelde normen op het
gebied van energieprestatie, duurzaamheid of ruimtegebruik voldoen, wordt de opslag aan hen
teruggegeven in de vorm van een subsidie.
Tarieven van de statiegeldregeling worden gedifferentieerd naar de mate van de totale
milieubelasting (bijvoorbeeld GPR score, een maatstaf voor duurzaam bouwen) - of energieprestatie
van de kavel. De statiegeldregeling kan binnen de huidige wettelijke kaders worden ingezet en is
door ons al eerder in de Waalsprong (’t Nijland) toegepast.
Voordelen:
- stimulering energiezuinig en/of duurzaam bouwen bij nieuwbouw
Nadelen:
- er moet een regeling voor opgezet worden;
- gemeente moet grondeigenaar zijn;
- de energieprestatie wordt wettelijk al steeds strenger (EPC 0,4 in 2015 tot 0,0 in 2020), de vraag
is of je dat met dit middel nog verder/wilt of kunt versnellen;
- in de Waalsprong hebben we al een BAEI besluit voor aansluiting van woningen op het
warmtenet. Dit middel leent zich meer voor particuliere woningen, die niet op het warmtenet
worden aangesloten.
17
Advies/actie:
Statiegeld op de grondprijs kan een stimuleringsinstrument zijn om duurzaam bouwen te
bevorderen en kan ingezet worden in situaties waar de gemeente grondeigenaar is. De regeling
moet dan wel iets toevoegen op het wettelijk kader. Indien toe te passen zou het advies zijn deze
regeling te koppelen aan de GRP score Omdat het gebruik van GPR een regionale afspraak is
(vastgelegd in het Groene Akkoord) , zou je deze regeling dan ook regionaal moeten invoeren om
het meeste effect te sorteren. Je moet dan wel eerst onderzoeken of er nut/noodzaak voor is om dat
te doen.
12. Differentiëren van bouwleges
Doelgroep: ontwikkelaars, nieuwbouw en renovatie
Voor retributies en leges geldt de beperking dat hierop geen winst mag worden gemaakt. Wel
hoeven de rechten niet bij elke dienstverlening direct aan de kosten daarvan te worden gerelateerd.
Bouwleges moeten dus in totaal kostendekkend zijn, maar dat geldt niet per object. Dat biedt een
mogelijkheid om vormen van differentiatie toe te passen. Het aanvragen van een bouwvergunning
en de te betalen leges kunnen een drempel vormen tot het doorvoeren van energiebesparende
verbouwingen en renovaties. Door de leges voor duurzame (ver)bouwprojecten te verlagen of af te
schaffen ten koste van de hoogte van niet-duurzame projecten, kan een extra stimulans worden
gegeven. Daarvoor is dan wel een goede motivatie nodig. Het zou dan eenvoudiger moeten zijn om
de duurzaam gebouwde woningen te kunnen toetsen dan niet duurzaam gebouwde. Bijvoorbeeld
doordat we de bouwende partij vragen om een certificering of een minimale GPR score eisen.
Voordelen:
- extra stimulans voor energiezuinig of duurzaam (ver)bouwen
Nadelen:
- er moet een regeling voor opgezet worden, verordening wijzigen, juridisch uitzoekwerk;
- de milieueffecten zijn naar verwachting beperkt, aangezien het om beperkte bedragen gaat
Advies/actie:
Differentiatie van bouwleges kan overwogen worden als extra stimulans om (ver)duurzaam bouwen
te stimuleren. Het zou dan wel onderdeel moeten uitmaken van een breder pakket van maatregelen
omdat het effect van de regeling op zichzelf naar verwachting klein zal zijn. De vraag is of het werk
wat het kost om een dergelijke regeling op te zetten opweegt tegen de baten.
18
Lijst van afkortingen
BNG
EEEF
ELENA
ESCo
OZB
PPM Oost
PACE
PEM
SVn
Bank Nederlandse Gemeenten
European Energy Efficiency Fund
European Local ENergy Assistance
Energy Service Company
Onroerendezaakbelasting
Participatiemaatschappij Oost Nederland
Property assessed clean energy
Premieregeling Energiebesparende Maatregelen Particulieren
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
19