Commissiebrief voortgang aanpak jeugdgroepen

Burgemeester en Wethouders
Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht
Telefoon 030 - 286 10 00 Fax 030 - 286 12 24
www.utrecht.nl
Commissie Mens en Samenleving
Behandeld door
Doorkiesnummer
E-mail
Bijlage(n)
Uw kenmerk
Uw brief van
Jet Smit, Sietske Jonkers
030-286 00 00
[email protected]
geen
Datum
Ons kenmerk
Onderwerp
11 maart 2014
14.006228
Voortgang aanpak jeugdgroepen
Verzonden
Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden
Geachte commissieleden,
De criminaliteitscijfers laten over 2013 een gunstig beeld zien. Het aantal delicten dat prioriteit heeft in
onze aanpak, is ook dit jaar weer verder gedaald ten opzichte van 2012. Wij gaan er vanuit dat onze
veiligheidsaanpak hieraan een bijdrage heeft geleverd. Een belangrijk onderdeel van die
veiligheidsaanpak is de aanpak jeugdgroepen. In deze brief krijgt u in een bericht over de voortgang
en resultaten over heel 2013.
Inleiding
Utrecht is een jonge stad. Bijna een op de vijf inwoners is jonger dan 18 jaar. Nog eens een vijfde van
de Utrechters behoort tot de leeftijdsgroep 18 tot 26 jaar. Met het overgrote deel van deze jongeren
gaat het goed. Voor een klein deel van de Utrechtse jongeren geldt dat niet. Ze hebben problemen en
veroorzaken problemen. Jeugd hoort op straat, zeker in een grote stad als Utrecht. Maar er zijn ook
groepen jongeren die op straat onacceptabel gedrag vertonen en hinderlijk, overlastgevend of
crimineel zijn. Dat varieert van vernielingen en luidruchtig rondhangen, tot provoceren en lichte en
zware vormen van criminaliteit.
Uitgangspunten van de ketenpartners bij de aanpak van jeugdgroepen zijn:

Jeugd hoort op straat, zeker in een grote stad;

Maar: wij tolereren hinderlijk, overlastgevend en crimineel gedrag niet;

Jongeren hebben een toekomst; wij schrijven niemand af. Dus: grenzen stellen én perspectief
bieden.
De aanpak jeugdgroepen; korte toelichting op de werkwijze
Voor alle groepen wordt een plan van aanpak gemaakt, met daarin een aanpak gericht op het individu,
een aanpak gericht op de groep als geheel en de omgeving. Er wordt ingezet op het actief betrekken
van ouders en bewoners. De individuele aanpak bestaat uit twee onderdelen: de kopstukkenaanpak en
een aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding. De aanpak vindt plaats onder regie van de
gebiedsmanagers veiligheid in samenwerking met het jongerenwerk, de politie en het openbaar
ministerie.
Korte terugblik op 2013: minder groepen en minder jongeren in die groepen
Utrecht telde in mei 2013 in totaal 21 problematische jeugdgroepen, waarvan 8 hinderlijke, 8
overlastgevende en 5 criminele groepen. In deze 21 groepen zitten zo'n 288 jongeren. In 2012 waren
er in Utrecht in totaal 40 groepen, waarin 640 jongeren zaten. Voor alle groepen is een plan van
aanpak in uitvoering, met daarin een aanpak gericht op het individu, een aanpak gericht op de groep
als geheel en op het domein.
De daling van het aantal groepen en het aantal jongeren in die groepen ligt in lijn met de lichte daling
van de ervaren jeugdoverlast van 21% naar 19% en de daling van 18% van het aantal meldingen
jongerenoverlast bij de politie. Ook het beeld van de professionals uit de wijken is dat het rustig is en
Burgemeester en Wethouders
Datum 11 maart 2014
Ons kenmerk 14.006228
er minder incidenten zijn. Met name de kopstukkenaanpak, strakke regie, het betrekken van ouders en
de preventieve inzet van het jongerenwerk dragen ons inziens bij aan dit resultaat. Wel ontstaan in
sommige wijken nieuwe groepen en zijn er nog steeds specifieke groepen die onze aandacht vragen en
krijgen. Al met al zitten we op de goede weg met de aanpak en zetten we ook in 2014 deze aanpak
voort.
1. Individuele aanpak
De individuele aanpak bestaat uit twee onderdelen: de kopstukkenaanpak en een aanpak gericht op
zorg, hulp en begeleiding. Afgelopen jaar zijn nieuwe aanbieders van jeugdhulpverlening en
dagbesteding gestart. Ook jongeren uit de aanpak jeugdgroepen maken gebruik van hun trajecten. In
de individuele aanpak besteden we aandacht aan het verder vormgeven van de rol van de buurtteams
in de aanpak van jeugdgroepen.
1.a Kopstukkenaanpak
Er wordt met een stevige repressieve aanpak extra ingezet op de negatieve sleutelfiguren uit de
criminele en overlastgevende groepen, zodat hun invloed op de groep wegvalt of afneemt en het
overlastgevend of crimineel gedrag wordt doorbroken. Er worden in principe maximaal drie
kopstukken per groep aangepakt. Omdat er minder groepen zijn, is er ruimte om, waar dat nodig is,
per groep meer kopstukken te kunnen aanpakken. Om het gedrag van de jongere te veranderen wordt
breed gekeken naar mogelijkheden van strafrecht, bestuurs- en civiele maatregelen of waar nodig zorg
en begeleiding. Politie en OM hebben extra capaciteit vrijgemaakt voor de kopstukkenaanpak.
Als sluitstuk zijn er door het OM afspraken gemaakt met de Rechtbank om maandelijks een
kopstukkenzitting te houden. Op deze zitting kunnen alle zaken m.b.t. deze jongere worden
aangebracht; minder- en meerderjarigen, overtredingen en misdrijven, met uitzondering van zaken die
voor een meervoudige kamer moeten voorkomen.
Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van de kopstukkenaanpak:





Er zijn 50 plannen van aanpak voor de kopstukken in uitvoering. Het eerste half jaar waren dat
er 63. Er zijn 42 plannen van aanpak afgesloten, omdat de jeugdgroep, waarin de jongere
actief was niet meer op straat aanwezig was, de jongere niet meer actief was in de groep,
verhuisd was of langdurig vastzat. Gezien het aantal groepen zouden 39 kopstukken in
aanmerking komen voor een plan van aanpak, waar nodig zijn er meer opgenomen.
In 2013 heeft de politie 111 aanhoudingen verricht van kopstukken voor misdrijven en/of
overtredingen. Een aantal kopstukken is meerdere keren aangehouden.
Er zijn 138 justitiële interventies gepleegd op de kopstukken. Dat betekent dat er een dossier
is ingestuurd naar het OM waarin een beslissing is genomen: het merendeel gaat het om een
dagvaarding waardoor een kopstuk voor de rechter moet komen, in sommige gevallen gaat het
om een OM-strafbeschikking, een voeging (bij een andere zaak ondergebracht) of een sepot.
Er zijn 66 kopstukken op zitting gebracht. Hiervan is het merendeel op een kopstukkenzitting
geweest. Een aantal kopstukken is meer dan 1 keer op zitting geweest of heeft meerdere feiten
gepleegd die vervolgens gevoegd zijn.
Er zijn 23 gevangenisstraffen opgelegd. De straf is gemiddeld zo'n 65 dagen. Ook is er 26 keer
een werkstraf opgelegd, die gemiddeld 68 uur duurt. Daarnaast zijn er ook verschillende
vormen van verplichte begeleiding of voorwaarden opgelegd, zoals (jeugd)
reclasseringsmaatregel (19 keer jeugdreclassering en 25 keer volwassenreclassering),contactgebiedsverboden (11), elektronisch toezicht (6) en andere bijzondere voorwaarden.
We zien dat de focus op de kopstukken resultaat heeft in de wijken. De professionals in de wijken
geven aan dat de focus op die jongens invloed heeft op de totale groep. Ze merken dat doordat
kopstukken lang uit beeld blijven, bijvoorbeeld n.a.v. een straf of omdat ze begeleiding accepteren,
groepen uit elkaar vallen, minder overlast veroorzaken en soms zelfs verdwijnen uit het straatbeeld.
2/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 11 maart 2014
Ons kenmerk 14.006228
1.b Aanpak gericht op zorg, hulp en begeleiding
Voor de overige groepsleden uit de jeugdgroepen is er waar nodig een individuele aanpak ingezet
gericht op zorg, hulp en begeleiding. Het jongerenwerk zet in op laagdrempelig contact en biedt
individuele begeleiding. Als een integraal plan van aanpak gemaakt moet worden dan kunnen jongeren
worden aangemeld bij het Gemeentelijke Casusoverleg (GCO). Omdat er minder groepen zijn, is er
waar dat nodig is, per groep meer ruimte voor een individuele aanpak gericht op zorg, hulp en
begeleiding.
Hieronder volgen de belangrijkste resultaten:



Ongeveer 37% van de jongeren uit jeugdgroepen is individueel begeleid door het
jongerenwerk. Meestal gaat het om kortdurende begeleiding van jongeren om hen een steuntje
in de rug te geven, maar ook bijvoorbeeld begeleiding richting school, vrije tijdsbesteding,
bijbaan, werk of hulpverlening. Het jongerenwerk heeft o.a. 19 jongeren toegeleid naar een
bijbaan, 11 naar opleiding/school, 7 naar een leerwerktraject of sociale zaken en 9 naar werk
ook werd er 5 keer toegeleid naar zorgpartners zoals bureau jeugdzorg of Altrecht.
We merken dat het jongerenwerk (JOU) een goed netwerk heeft en houdt met de jongeren in de
wijk en dat de inzet op individuele begeleiding ook steeds meer een integraal onderdeel wordt
van de aanpak waardoor jongeren snel kunnen worden toegeleid waar nodig.
Vanuit het Gemeentelijke Casusoverleg zijn 83 casussen afgesloten. Voor 45 was dit het geval
omdat de doelstellingen (geheel of grotendeels) zijn behaald. Dit zijn doelstellingen gericht op
bijvoorbeeld het verkrijgen van een vrije tijdsbesteding, verminderen van middelengebruik en
verminderen van overlast. In 16 gevallen bleek geen integrale aanpak nodig/of waren er geen
zorgen meer. Elf casussen zijn doorgeleid naar het Veiligheidshuis omdat de medewerking
werd geweigerd en er wel ernstige zorgen waren in combinatie met strafbare feiten.
Het jongerenwerk heeft steeds meer individuele contacten met die jongeren waar zorgen over zijn en
met hun ouders. Het Gemeentelijk Casusoverleg raakt beter ingebed in de aanpak. De inzet op
individuen wordt beter gekoppeld aan het gedrag op straat en steeds meer ouders worden betrokken
bij de zorgen die er zijn rond hun kinderen. Ook hiervan zien de partijen in de wijk terug dat jongeren
minder in groepen aanwezig zijn en overlast vermindert.
2. Aanpak op het terrein van de groep als geheel en op de omgeving
Voor alle 21 groepen is er een integraal plan van aanpak opgesteld met maatregelen gericht op de
groep als geheel en op de omgeving. Voorbeelden van maatregelen zijn activiteiten vanuit het
jongerenwerk, aanpassingen van de omgeving zoals verlichting of het plaatsen of juist weghalen van
bankjes, het inzetten van cameratoezicht etc. Er worden afspraken gemaakt over inzet van het
jongerenwerk op de groep en de inzet gericht op handhaving vanuit politie en toezichthouders. In dit
plan van aanpak is bijzondere aandacht voor het betrekken van ouders, bewoners en ondernemers.




Naar aanleiding van de shortlist zijn alle jongeren die gezien worden in een geshortliste
jeugdgroep hierover geïnformeerd door middel van een brief. Ook ouders van thuiswonende
jongeren zijn geïnformeerd. In veel gevallen is de brief aanleiding geweest voor het voeren van
gesprekken met ouders. Het jongerenwerk heeft in 2013 zo'n 206 oudergesprekken gevoerd.
Ook vanuit de politie en gemeente worden ouders actief benaderd. We zien dat deze directe
manier van benaderen meer betrokkenheid oplevert en ook invloed heeft op ( de vermindering
van) de overlast in de wijken. Ouders gaan in sommige gevallen langs bij de hangplek om de
jongeren aan te spreken, ouders worden actief in activiteiten en/of werken mee aan het
verbeteren van de vrije tijdsbesteding van hun kind.
Het jongerenwerk heeft 90% van de jongeren in de geshortliste jeugdgroepen in beeld.
Er zijn 272 bewoners aanwezig geweest en actief betrokken bij de aanpak door middel van
bijeenkomsten in de wijken.
117 jongeren zijn actief geweest in nieuwe initiatieven voor hun buurt, bijvoorbeeld tijdens
een maandelijkse prikactie (schoonmaken), in de organisatie van een bingo voor de buurt,
door deelname aan een koffieochtend voor bewoners en partners of het organiseren van een
voetbaltoernooi voor kinderen.
3/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 11 maart 2014
Ons kenmerk 14.006228
3. Projectmatig opsporingsonderzoek
In het najaar van 2012 is een projectmatig onderzoek gestart naar criminele jeugd in Utrecht Noord.
Deze jongens maakten zich schuldig aan dakinbraken en gingen uiterst professioneel aan het werk.
Een plofkraak in de regio, die samenhang bleek te hebben met de leden van de criminele jeugdgroep
bracht het onderzoek in een stroomversnelling. Op 10 juni 2013 is een viertal verdachten
aangehouden voor diverse bedrijfsinbraken en de plofkraak. Deze aanhoudingen vonden gezamenlijk
plaats met heel veel andere aanhoudingen in het land voor diverse plofkraken. De vier aangehouden
verdachten stonden december 2013 terecht voor bedrijfsinbraken, de plofkraak, witwassen, voor
handen hebben van wapens en explosieven en deelname aan een criminele organisatie. De verdachten
zijn veroordeeld tot 2 jaar, 5 jaar en 8 maanden, 6 jaar en 8 jaar.
4. Effecten
De Aanpak Jeugdgroepen levert een bijdrage aan de doelstelling van de gemeente om de (ervaren)
jeugdoverlast te laten dalen. Ook gaan we er vanuit dat de aanpak effect heeft op de
criminaliteitscijfers. De ontwikkeling van de criminaliteitscijfers is positief. Er zijn daarnaast
verschillende bronnen die ons een beeld geven van de (ervaren) overlast in de stad: de
Inwonersenquête, de rapportages van professionals in de wijken, aantal meldingen jeugdoverlast bij de
politie en het Bewonerspanel.
 Inwonersenquête: ervaren jeugdoverlast met 2 procentpunten gedaald in 2013
De gemeente Utrecht voert jaarlijks de Inwonersenquête uit. De Inwonersenquête bestaat uit vragen
over onderwerpen zoals veiligheid, openbare ruimte, milieu, wonen, participatie en cultuur. Om een zo
goed mogelijk beeld te krijgen van wat Utrechters vinden, wordt een steekproef getrokken van 12.000
mensen uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van de gemeente Utrecht.
In 2012 gaf 21% van de inwoners van Utrecht aan vaak jongerenoverlast te ervaren. In 2013 was dit 19
% van de bewoners. Deze daling is in lijn met de daling van 18% van het aantal meldingen
jeugdoverlast bij de politie. De ambitieuze doelstelling uit het Integraal Veiligheidsplan om de (vaak)
ervaren jeugdoverlast te laten dalen naar 14% is helaas niet gehaald.
In onderstaande tabel is te zien dat het aantal bewoners dat vaak overlast ervaart de afgelopen jaren
rondom de 20% fluctueert. In 2009 was er een positieve uitschieter naar 14%. We blijven in 2014
streven naar dat ambitieuze getal.
Vaak jongerenoverlast in de buurt ervaren
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
22
19
20
14
19
19
21
19
- Beeld van professionals uit de wijken: 2013 was een rustig jaar
Het beeld over de stad als geheel, op basis van rapportages van professionals in de wijken, is dat het in
2013 rustig is geweest wat betreft jeugdoverlast. Professionals hebben minder overlast waargenomen.
De groepen zijn goed in beeld en daardoor beheersbaar. Er zijn weinig incidenten geweest. Een aantal
van de geshortliste groepen is nauwelijks zichtbaar of overlastgevend aanwezig geweest op straat en
we verwachten dat deze volgend jaar niet meer op de shortlist voorkomen. Helaas veroorzaakt een deel
van de groepen nog wel overlast en zijn er nog situaties waarbij bewoners (ernstige) overlast ervaren
door jeugdgroepen. Deze ontwikkelingen houden onze aandacht en inzet.
 Uitkomsten vierde meting Bewonerspanel van september 2013: licht positief
Het Bewonerspanel is een ander instrument dan de Inwonersenquête. Het bestaat uit inwoners van
Utrecht die graag meedenken met de gemeente. September 2013 heeft Bestuursinformatie een peiling
onder de leden van het Bewonerspanel Utrecht gehouden over de ervaringen met jeugdoverlast. In
totaal telt het Bewonerspanel 4.945 leden. Er hebben 2.672 leden meegedaan. In het Bewonerspanel
zijn autochtonen oververtegenwoordigd en jongeren ondervertegenwoordigd. De resultaten zijn
daardoor niet zondermeer te vertalen naar de (gemiddelde) mening van de Utrechter, maar geven wel
een goede indicatie.
De vier metingen laten een licht afnemende trend zien van de ervaren jeugdoverlast. Het is een vrij
gelijkmatig beeld. De deelnemers geven aan dat het hen vooral gaat om geluidsoverlast, vervuiling en
4/5
Burgemeester en Wethouders
Datum 11 maart 2014
Ons kenmerk 14.006228
verkeersoverlast. In mindere mate gaat het om vandalisme, drugs dealen, graffiti en verbaal en fysiek
geweld.
De vier extra metingen van het Bewonerspanel op het thema jeugdoverlast zijn gehouden om meer
inzicht te krijgen in het thema. De tijdelijke extra metingen zijn nu afgerond.
6. Vervolg
De aanpak van jeugdgroepen blijft een aanpak die een lange adem vergt. We zetten de ingezette koers
dan ook met volle kracht voort. De inzet op terrein van zowel repressie en strafrecht als op terrein van
preventieve inzet van het jongerenwerk, het bieden van kansen, zorg en begeleiding moet
vastgehouden worden. In 2014 zullen we ook waar nodig aanpassingen doen. Eind juni 2014 verschijnt
een nieuwe shortlist waaruit het aantal groepen en het aantal jongeren in die groepen blijkt.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Utrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
5/5