Handleiding Webhosting Online Windows (oud)

Handleiding
Webhosting Online voor Windows
Versie april 2014
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding
3
Hoofdstuk 2. Installatie van de dienst
4
2.1
2.2
2.3
Toegang tot de Zelfservice Cloud
Beginscherm Zelfservice Cloud
Snel aan de slag
Hoofdstuk 3.
3.1
3.2
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.4
3.5.5
3.5.6
3.5.7
3.6
3.6.1
3.6.2
3.6.3
3.6.4
3.7
3.7.1
3.8
3.8.1
3.8.2
3.9
3.9.1
3.9.2
3.10
3.10.1
3.10.2
3.10.3
3.11
3.12
3.13
Gebruik van Webhosting Online
Uploaden via File Manager
Uploaden via FTP
Activeren van Web Presence Builder
Web Presence Builder starten
Web Presence Builder gebruiken
Uw website opslaan, herstellen en publiceren
Website configuratie
Standaard documenten
Foutendocumenten
MIME types
IIS Applicatiepool
FrontPage extensies
FrontPage installeren
FrontPage instellingen
Hosting
Doorverwijzing of hosting aanmaken voor uw domein
Subdomeinen
Subdomein aanmaken
Subdomein verwijderen
DNS Beheer
Nieuwe DNS records toevoegen
Webstatistieken
Webstatistieken inschakelen
Webstatistiek instellingen
Back-up maken
Nieuwe back-up maken
Back-up terugzetten
MS-SQL database
Aanmaken van een MS-SQL database
Beheren van een MS-SQL database
Gebruikers van MS-SQL-database beheren
Applicaties (Web)
Verbruik van bronnen
Upgraden van uw webhosting
Hoofdstuk 4. Uitleg bij eventuele problemen
4.1
Beveiligingsmaatregelen
Hoofdstuk 5. Meer informatie
5.1 Gebruikte definities en afkortingen
4
5
6
13
13
15
15
17
18
20
21
23
23
24
26
27
27
28
30
30
32
32
33
34
35
38
38
39
40
40
42
43
43
44
45
46
47
48
49
49
50
50
Hoofdstuk 1. Inleiding
Hartelijk dank voor uw keuze voor 1 van de Cloud-diensten van KPN.
In deze handleiding vindt u informatie over Webhosting Online van KPN op het Windows-platform en de
bijbehorende Zelfservice Cloud. Via Zelfservice Cloud beheert u eenvoudig de instellingen van uw Clouddienst.
Ondersteuning
Wij raden u aan deze handleiding vooraf aandachtig door te lezen. Hebt u daarna nog vragen, raadpleeg
dan onze veelgestelde vragen op kpn.com/cloud.
De Business Servicedesk van KPN biedt u uitsluitend ondersteuning indien er technische problemen zijn op
het platform en bij de online toegang tot de Zelfservice Cloud.
Incidenten, problemen en andere meldingen kunt u telefonisch doorgeven via het gratis nummer 0800-0403.
Ga naar kpn.com/cloudservice en stel uw vraag bij een online adviseur via de live chat.
In de vorm van veelgestelde vragen worden handreikingen gegeven voor extra informatie met betrekking tot
Webhosting Online en het publiceren van uw website.
De software die u gebruikt om de website te bouwen, valt geheel onder uw eigen verantwoordelijkheid, met
uitzondering van Sitebuilder. Sitebuilder wordt door KPN via Zelfservice Cloud aangeboden en ondersteund.
Mogelijkheden van Webhosting Online
Met Webhosting Online publiceert u eenvoudig een website op internet. U krijgt de mogelijkheid om zelf snel
en eenvoudig uw eigen website te maken en te beheren met behulp van Web Presence Builder. Het is
mogelijk uw website uit te breiden met een database. Daarnaast voert u met Webhosting Online ook het
beheer van uw domeinnaam en eventuele subdomeinen uit.
Zelfservice Cloud
Uw websites zijn eenvoudig te beheren via Zelfservice Cloud en is te bereiken onder
https://cp.online.kpn.com.
Bijbestellen extra webruimte
Voor het bijbestellen van extra webruimte, maakt u gebruik van de winkel.
Als er nieuwere versies van dit document zijn verschenen, dan worden deze door KPN gepubliceerd.
Wij wensen u veel succes en gebruiksgemak met Webhosting Online.
3 van 51
Hoofdstuk 2. Installatie van de dienst
In deze handleiding worden alle beheerszaken toegelicht van de Webhosting Online omgeving.
Alle instellingen worden via de Zelfservice Cloud uitgevoerd.
2.1
Toegang tot de Zelfservice Cloud
Om toegang te krijgen tot de Zelfservice Cloud gaat u naar http://cp.online.kpn.com te gaan. U krijgt
onderstaand loginscherm te zien.
Afbeelding 1: vul uw gegevens in om toegang te krijgen
Hier vult u uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Deze inloggegevens vindt u in de e-mails over uw
beheeraccount die u van KPN ontvangen hebt.
Eventueel past u ook de taal van de Zelfservice Cloud aan. Standaard staat deze op Dutch/Nederlands.
4 van 51
2.2
Beginscherm Zelfservice Cloud
Na het inloggen, komt u in het hoofdmenu van de Zelfservice Cloud, in de menubalk aangeduid als Thuis. In
dit hoofdscherm hebt u een overzicht van de beschikbare opties. Enkele van deze opties zijn ook te
benaderen via de menubalk bovenin uw scherm.
In het beginscherm ziet u dat de Zelfservice Cloud uit meerdere gedeelten is opgebouwd.
Rechtsboven kiest u bij Abonnement welk abonnement u wilt beheren. Standaard hebt u de keuze uit uw
gekozen domeinnaam en Webhosting Online Windows.
Service-informatie:
Hier ziet u hoeveel en welke bronnen er beschikbaar zijn voor uw abonnement. Verder is inzichtelijk
hoeveel schijfruimte u in gebruik hebt. Ten slotte bestelt u hier eenvoudig extra schijfruimte.
Websites:
Dit onderdeel leidt u naar de verschillende onderdelen waarmee u uw website beheert. Ook
webstatistieken, FTP-toegang en websiteconfiguratie is hier te vinden.
Meer diensten:
Bij dit onderdeel vindt u de toegang tot back-ups en databases.
Gebruikers:
Dit onderdeel geeft toegang tot het beheerportaal voor de gebruikers.
5 van 51
Winkel:
Dit onderdeel geeft toegang tot de winkel om extra schijfruimte te bestellen.
Domeinen:
Dit onderdeel geeft u toegang tot de beheeromgeving van uw domein. Ook voegt u hier elders
geregistreerde domeinen toe en maakt u subdomeinen aan.
Alle onderdelen worden in deze handleiding behandeld.
KPN biedt u verschillende methoden om uw website zichtbaar te maken op internet:
 Via de File Manager
 Via FTP toegang
 Website maken via Web Presence Builder
Op internet vind u tevens toepassingen om uw bestanden te uploaden. Een voorbeeld hiervan is net2ftp.com.
Het gebruik van Web Presence Builder wordt verderop in deze handleiding behandeld in hoofdstuk 3.1.
2.3 Snel aan de slag
Met Web Presence Builder start u direct met het bouwen van uw site. Met deze applicatie hebt u in een
handomdraai een website online staan.
Om de Web Presence Builder te installeren gaat u naar ‘Meer‘, onder het kopje Websites.
Afbeelding 1: klik op Meer onder websites om verder te gaan
Hierna kiest u direct voor het inschakelen van de Web Presence Builder via ‘Contentmanagement
inschakelen’.
6 van 51
Afbeelding 2: schakel contentmanagement in.
Na het inschakelen, wijzigt u uw website direct via het content managementsysteem.
Afbeelding 3: klik op Wijzigen in Parallels Presence Builder
Vervolgens kiest u een template vanuit 1 van de beschikbare categorieën.
Afbeelding 4: Kies een template
Vul de website vooraf met informatie, en kies hierna voor ‘Site Aanmaken’
7 van 51
Afbeelding 5: vul uw gegevens in
Zodra u klaar bent met de informatie voor uw website, verschijnt uw website met de informatie die u hebt
ingevuld. U ziet dat de website al grotendeels is neergezet en dat u de mogelijkheid hebt elke optie naar
wens aan te passen.
8 van 51
Afbeelding 6: Een voorbeeld van een website
U ziet rechtsboven in uw scherm de contentbeheertool voor uw website. Met deze tool beheert u uw gehele
website: de inhoud, het design, de pagina’s, documenten en de geavanceerde instellingen.
2.3.1 Teksten of afbeeldingen plaatsen
Om nieuwe teksten of afbeeldingen te plaatsen op uw website gaat u naar ‘Inhoud’ en selecteert u ‘Teksten
& Afbeeldingen’.
Afbeelding 7: kies voor Teksten & Afbeeldingen om een afbeelding of tekst te plaatsen.
9 van 51
Hierna sleept u het
icoon naar de plaats waar u een nieuwe afbeelding wilt plaatsen.
Dit ziet eruit zoals in de afbeelding hieronder.
Afbeelding 8: sleep het blokje naar de gewenste plek op uw pagina.
U bepaalt zelf wat u in het geselecteerde blok plaatst. Met de beheertools in het
contentmanagementsysteem past u het blok helemaal naar uw wens aan.
Afbeelding 9: bepaal hier de opmaak van uw teksten
2.3.2 Design veranderen
Voor het selecteren van een ander design van uw website, kiest u voor de knop ‘Design’ in uw beheertool.
Hier kunt u navigeren door elk design dat beschikbaar is. Als u een design selecteert, past de site zich direct
aan. Als u tevreden bent met het nieuwe design, kiest u rechts bovenin voor ‘Publiceren’. Dan staat de site
met het nieuwe design direct online.
10 van 51
Afbeelding 10: kies een template
2.3.2 Pagina’s aanpassen
Op het tabblad Pagina’s past u de pagina-indeling aan, voegt u nieuwe pagina’s toe of verwijdert u pagina’s,
of past u de hiërarchie aan.
Afbeelding 11: klik op Pagina’s
De huidige navigatiebalkindeling staat bovenin uw website. U past de volgorde eenvoudig zelf aan. Gebruik
hiervoor de pijltoetsen zoals in onderstaand voorbeeld.
11 van 51
Afbeelding 12: bepaal de volgorde van de navigatiebalk op uw website
12 van 51
Hoofdstuk 3.
3.1
Gebruik van Webhosting Online
Uploaden via File Manager
De File Manager vindt u door bij het onderdeel Websites te klikken op ‘File Manager’.
Hier ziet u een overzicht met mappen en bestanden.
13 van 51
In de File Manager hebt u de volgende opties tot uw beschikking:
Vernieuwen
Directory aanmaken
Bestand aanmaken
Bestanden uploaden
Kopiëren naar
Informatie
Verplaatsen naar
Verwijderen
Verveelvoudig
Hernoemen
Uitpakken van archief
Archief creëren
-> Vernieuwen van de File Manager
-> Aanmaken van een map
-> Aanmaken van een bestand
-> Uploaden van bestanden
-> Bestanden kopiëren naar een andere locatie of map
-> Bestands informatie en rechten van het bestand.
-> Bestanden verplaatsen naar een andere locatie of map
-> Het verwijderen van mappen of bestanden
-> Hetzelfde bestand nogmaals aanmaken
-> Geselecteerd bestand hernoemen
-> Archief uitpakken in de huidige directory (gzip, zip, tar)
-> Archief van geselecteerde bestanden maken (gzip, zip, tar)
U navigeert door de File Manager door te klikken op de gewenste map. Om weer terug te gaan naar de
bovenliggende map klikt u op het icoon
.
Het komt vaak voor dat u de rechten van een map of bestand moet aanpassen in verband met de beveiliging
van uw bestanden. Hier maakt u bestanden en mappen onzichtbaar voor het internet en andere gebruikers.
Klik op het icoon
om de bestandsrechten te kunnen aanpassen.
14 van 51
3.2
Uploaden via FTP
Om uw bestanden via FTP te uploaden dient u eerst een zogenaamde FTP-client op uw computer te hebben
geïnstalleerd. Op internet zijn tal van programma’s te vinden.
De meest gebruikte zijn CoreFTP en FileZilla. Beide programma’s zijn gratis te gebruiken en eenvoudig te
downloaden als u op de naam klikt.
Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u inloggen met de FTP-gegevens die u vindt in de Zelfservice
Cloud. De inloggegevens vind u door te klikken op ‘Overzicht’. Vervolgens klikt u op ‘FTP toegang’. U krijgt
dan onderstaand scherm te zien.
Om een verbinding via FTP tot stand te brengen, hebt u de volgende gegevens nodig:




IP-adres
DocumentRoot
FTP-loginnaam
FTP-wachtwoord
Het DocumentRoot is voor Windows /webspace/wwwroot
In dit pad moet een indexbestand worden geplaatst. Zonder een indexbestand is uw website niet zichtbaar.
Voor meer informatie over het instellen van de FTP-software raadpleegt u de handleiding of de website van
de leverancier. KPN biedt hier geen ondersteuning voor.
Webhosting Online stelt u in staat met behulp van de unieke SiteBuilder eenvoudig en snel uw eigen website
te maken en aan te passen. Het programma biedt een groot aantal sjablonen (templates) waarmee u uw
website eenvoudig een professionele uitstraling geeft. Daarnaast maakt u met SiteBuilder ook een Blog of
fotogalerij aan.
3.3.
Activeren van Web Presence Builder
Web Presence Builder dient u eerst te activeren voordat u er gebruik van kunt maken. U kiest per website of
u gebruik van de toepassing wilt maken.
15 van 51
Klik in het menu bovenin op Websites. Hier ziet u een overzicht van de beschikbare websites met daarachter
de mogelijkheid Contentmanagement inschakelen. Wanneer uw website niet in de lijst voorkomt, is er
mogelijk geen webhosting geactiveerd voor uw domein. Hoe u webhosting toevoegt, vindt u in hoofdstuk
3.6.1 van deze handleiding.
Klik op de knop inschakelen parallelspresence builder om de installatie van deze module te starten.
Hoe u Frontpage installeert en configureert vindt u in hoofdstuk 3.5.6
16 van 51
3.4
Web Presence Builder starten
Nadat de Web Presence Builder geïnstalleerd is, kan deze worden gestart door in het menubalk naar
Applicaties te gaan en daar vervolgens te klikken op Parallels Web Presence Builder. Eventueel wijzigt u
door op uw domeinnaam te klikken enkele instellingen, zoals de gebruikte taal van de Web Presence
Builder.
Om de Web Presence Builder direct te starten, klikt u op Wijzigen in Parallels Web Presence Builder
U start de Web Presence Builder ook direct vanaf de Thuispagina door onder Websites te kiezen voor uw
website en te klikken op Wijzigen in Parallels Web Presence Builder.
17 van 51
3.5
Web Presence Builder gebruiken
Wanneer u voor het eerst gebruikmaakt van de Web Presence Builder krijgt u direct na het inloggen een
overzicht van beschikbare categorieën en onderwerpen waar uw website onder kan vallen. Aan de hand van
uw keuze wordt een sjabloon gebruikt dat hier het beste bij past. Het is natuurlijk altijd mogelijk
aanpassingen te doen, maar dit sjabloon geeft u in ieder geval een basisopzet van uw website. Wanneer u
geen geschikte categorie kunt vinden, kiest u voor Generieke website onder de categorie Overig.
Bij stap 3 geeft u de naam en taal van uw website op en vervolgens kiest u voor Site aanmaken. Nadat u
daarop hebt geklikt kan er nog om aanvullende informatie worden gevraagd. Die informatie wordt, als u dat
wilt, gebruikt voor het aanmaken van een informatiepagina.
Wanneer deze informatie ingevuld is, wordt de 1e opzet van uw website getoond. U ziet de pagina en een
verplaatsbare menubalk met een vijftal tabbladen.
18 van 51
Inhoud: Hier voegt u onderdelen aan een bestaande pagina toe. In 1e instantie wordt er enkel een
Startpagina aangemaakt, dus wanneer u onderdelen van Inhoud toe wilt voegen aan een andere pagina
moet u deze eerst aanmaken. Er zijn verschillende onderdelen beschikbaar. Om deze aan een pagina toe te
voegen, navigeert u naar de juiste pagina en sleept u de module naar de gewenste plek op de pagina.
Design: Dit betreft de opmaak van de pagina, zoals de menustructuren, lettertypen, kleuren en afmetingen.
Pagina’s: Hier maakt u nieuwe pagina’s aan of verwijdert u pagina’s. Met behulp van de pijltjes bepaalt u de
hiërarchie van de pagina’s. U plaatst bijvoorbeeld een subpagina onder een hoofdpagina door deze onder
de hoofdpagina te plaatsen en met behulp van de pijltjes naar rechts te bewegen.
In het onderstaande voorbeeld is de ‘Subpagina’ onder de ‘Hoofdpagina’ geplaatst en wordt zichtbaar in het
menu. Uiteraard kiest u zelf waar de subpagina geplaatst wordt.
Documenten: Hiermee beheert u documenten die nu op uw pc staan en die wilt gebruiken op uw website.
Hou er rekening mee dat wanneer u deze op een openbare locatie zet deze voor iedereen in te zien zijn.
Instellingen: Onder dit laatste tabblad beheert u de geavanceerde site-instellingen en koppelingen.
Hier koppelt u ook uw account van Google Analytics om uitgebreide statistieken van uw website te bekijken.
Dit is een dienst van Google waarop KPN geen ondersteuning levert. De code waar om wordt gevraagd bij
het koppelen, is te vinden in uw account van Google Analytics.
Onder Instellingen definieert u meta-trefwoorden voor uw website. Dit zijn trefwoorden die zoekmachines
zoals Google en Bing gebruiken om uw website te indexeren. Over de exacte werking en hoe u hier optimaal
gebruik van maakt zijn vele handleidingen en websites geschreven.
19 van 51
3.6
Uw website opslaan, herstellen en publiceren
Natuurlijk wilt u uw website opslaan zodat gemaakte wijzigingen niet verloren gaan. U kunt dan later
terugkeren naar de Web Presence Builder en verdergaan waar u gebleven was. Wanneer u de website
tussentijds opslaat, is deze nog niet zichtbaar op het internet. Daarvoor moet gekozen worden voor de optie
Publiceren. Dit wordt verder in deze paragraaf besproken.
Het opslaan van de website gebeurt door het maken van zogeheten ‘snapshot’, ofwel een momentopname
van de website. U vindt de optie in de menubalk onder ‘Opslaan’.
Als u op Opslaan klikt, wordt er automatisch een snapshot gemaakt zoals in de afbeelding hierboven
genaamd ‘Automatisch opgeslagen snapshot’. Daarnaast hebt u de mogelijkheid om 6 afzonderlijke
snapshots handmatig op te slaan en een eigen naam te geven. Deze worden niet overschreven wanneer u
vervolgens weer kiest voor het automatisch opslaan. Als u verschillende versies van uw website met elkaar
wilt vergelijken of wilt behouden is dit een nuttige toevoeging.
Achter deze snapshots staan enkele icoontjes met verschillende functies:
Een snapshot uploaden: hiermee uploadt u snapshots die u eerder gedownload hebt zodat deze in de
lijst zichtbaar worden.
Dit snapshot downloaden: het geselecteerde snapshot wordt dan via de browser gedownload en als ssbbestand opgeslagen op uw computer. Wij raden u aan dit bestand ergens veilig op te slaan. Mocht er
onverhoopt iets gebeuren met uw webhosting en de website verdwijnen uit de Web Presence Builder, dan
herstelt u deze weer met uw gedownloade snapshot.
Dit snapshot verwijderen: Hiermee verwijdert u de geselecteerde snapshot definitief uit de lijst.
Wanneer u uw website online wilt brengen, kiest u voor de ‘Publiceren’, rechtsboven in de menubalk.
Vervolgens wordt uw website gepubliceerd en is deze te benaderen via uw domeinnaam.
Wanneer u volledig opnieuw wilt beginnen met het bouwen van een website in de Web Presence Builder
kiest u in de menubalk voor Meer en vervolgens voor Opnieuw beginnen.
Als u besluit opnieuw te beginnen, worden het visuele ontwerp en de inhoud van uw huidige website
verwijderd.
20 van 51
3.7 Website configuratie
Op deze pagina stelt u onderstaande opties in:






SSI Support
PHP5 ondersteuning
ActivePerl ondersteuning
ASP.NET ondersteuning
FrontPage ondersteuning
FTP ondersteuning
FrontPage configuratie wordt in hoofdstuk 3.5.5 behandeld.
FTP-toegang wordt besproken in hoofdstuk 3.2.
Om deze instellingen aan te passen, klikt u aan de rechterkant op Domeinoverzicht en vervolgens klikt u op
uw domeinnaam. Klik daarna op Website configuratie.
In het daarop volgende scherm ziet u een overzicht van de instellingen en de FTP-configuratie. Klik op
bewerken.
21 van 51
Standaard staan alle opties aangevinkt. Door vinkjes te plaatsen of weg te halen zet u opties aan of uit.
Wij adviseren u de opties aan te laten staan. Het uitzetten van de opties kan resulteren in het niet goed
functioneren van uw website.
Klik op ‘bewerken’ als u klaar bent en de instellingen wilt opslaan. Bent u niet zeker of wilt u terug, klik dan
op ‘annuleren’.
22 van 51
3.7.1
Standaard documenten
Met Standaard documenten bepaalt u welk document als eerste getoond moet worden als uw website wordt
opgevraagd. Vaak is dit een indexbestand, bijvoorbeeld index.html of index.php.
Het bestand met het laagste prioriteitnummer in onderstaande lijst wordt als 1e gezocht. Standaard is dit het
bestand Default.htm. Wanneer dit bestand niet gevonden wordt, zoekt het systeem automatisch op volgorde
de overige documenten in de lijst.
Door op Bewerken te klikken, wijzigt u de lijst met pagina’s. In onderstaand bestand is index.php
toegevoegd. Als u een bestand aanvinkt en op Verwijderen klikt, verdwijnt dit bestand uit de lijst.
3.7.2
Foutendocumenten
Bij Webhosting Online Windows hebt u de mogelijkheid om error-pagina’s aan te passen, te vervangen met
uw eigen foutpagina’s of te laten verwijzen naar een andere pagina.
Een veel voorkomende foutpagina, zoals een 404-error-pagina (pagina niet gevonden), kunt u geheel
aanpassen naar het webdesign van uw hoofdpagina. Dit is mogelijk voor alle foutpagina’s.
23 van 51
Om een foutpagina aan te passen, klikt u op het cijfer van de foutcode, bijvoorbeeld 404. U krijgt dan een
viertal opties:
IIS standaarddocument: De standaard foutmelding van IIS, gelijk in alle browsers
Standaard: Een standaardmelding die per browser kan verschillen
Bestand: Een zelfgemaakte pagina. Hier vult u de bestandsnaam van het bestand in de map ‘errdoc’
Url: Een volledig pad naar een pagina buiten de map foutdoc maar wel op de webserver
Belangrijk
Het aanpassen of het aanmaken van nieuwe foutdocumenten vereist enige kennis over HTML en
scripting. U zult deze pagina’s zelf moeten bouwen en/of ontwerpen. KPN biedt hier geen
ondersteuning voor.
3.7.3
MIME types
Webhosting Online Windows biedt u de mogelijkheid om zelf ‘MIME types’ toe te voegen indien u extensies
gebruikt die niet standaard door ons worden aangeboden.
Voorbeeld:
U wilt op uw website een video plaatsen waarvan de extensie eindigt op .mp4
Omdat deze extensie niet voorkomt, werkt deze video niet of wordt niet weergegeven. In dit geval maakt u
zelf een MIME-type aan met de extensie .mp4.
Voor een overzicht van de al aanwezige MIME-types klikt op up het subtabblad Systeem.
24 van 51
Om een nieuw MIME-type aan te maken, klikt u op de button ‘nieuw mime type definiëren’.
In het veld ‘Geassocieerde extensie’ geeft u aan om welk type bestand het gaat, bijvoorbeeld ‘Video’. In het
veld ‘Inhoudtype (MIME)’ geeft u de extensie op, in dit voorbeeld mp4. U klikt hierna op ‘Versturen’ om de
nieuwe MIME-type aan te maken.
Als resultaat ziet u:
25 van 51
3.7.4 IIS Applicatiepool
U past de modus van uw IIS Applicatiepool aan. Een applicatiepool wordt gebruikt om uw eigen ASPapplicaties in te draaien. Per licentie is 1 applicatiepool beschikbaar. Daarom zult u ook altijd de melding zien
dat u het maximaal aantal applicatiepools verbruikt hebt. U kiest bij poolmodus voor klassieke en
geïntegreerde pool.
Klassieke modus verstrekt compatibiliteit met IIS 6.0, terwijl geïntegreerde modus u nieuwe eigenschappen
van IIS 7.0 laat gebruiken. De modus kan alleen ingesteld worden op applicatiepools draaiende met
ASP.NET 2.0 of ASP.NET 4.0.
26 van 51
3.7.5 FrontPage extensies
Met de FrontPage extensies kunt u de extra invoegtoepassingen van FrontPage gebruiken voor uw
websites. Voorbeelden van extra toepassingen zijn bijvoorbeeld een bezoekersteller, formulieren,
webpagina’s die tijdsafhankelijk zijn etc. FrontPage vereist hierbij een afwijkende directory-structuur op de
hostingserver die automatisch wordt ingesteld wanneer u FrontPage installeert.
3.7.6 FrontPage installeren
FrontPage valt onder Content Management en is te installeren door in het menu op Websites te klikken en
achter uw betreffende website te kiezen voor Contentmanagement inschakelen.
Wanneer u zelf servicegebruikers aangemaakt hebt, krijgt u de keuze om deze gebruiker en het daarbij
behorende wachtwoord, te kiezen. Anders wordt automatisch een nieuwe gebruiker gemaakt.
Klik op frontpage installeren om de installatie van de module te starten. U wordt gevraagd een nieuwe
servicegebruiker aan te maken. U moet een weergavenaam, gebruikersnaam (eindigend op uw
domeinnaam) en een wachtwoord invullen.
27 van 51
Vervolgens geeft u aan of deze gebruiker auteursrechten moet krijgen. Dit is vereist wanneer u de website
daadwerkelijk wilt wijzigen met behulp van de FrontPage extensies. Vink dit dus aan.
Het e-mailadres wat u invult, wordt gebruikt bij de ingebouwde maileigenschappen. Als FrontPage u een
bericht stuurt, wordt dat gestuurd met dit e-mailadres als afzender. Het adres is zichtbaar als het ‘Van’ en
‘Antwoord aan’-adres wanneer een e-mail wordt verzonden.
Als u op Klaar klikt, worden de extensies geconfigureerd. Dit kan enkele minuten duren.
3.7.7 FrontPage instellingen
De instellingen van FrontPage zijn te beheren door in het menu op Websites te klikken en vervolgens op de
betreffende domeinnaam. Daar kiest u voor FrontPage.
Met de knop bewerken past u instellingen van de servicegebruiker aan. Het wachtwoord van deze gebruiker
kunt u hier niet wijzigen. Dit doet u in het menu Servicegebruikers.
Door te klikken op de Administratieve url komt u in de Administratie-omgeving van de FrontPage extensies.
U dient de Login van de Servicegebruiker te gebruiken om in te loggen.
28 van 51
In het kort worden de verschillende instellingen besproken. Dit zijn slechts handreikingen om u op weg te
helpen. Het gebruik van deze instellingen is voor meer ervaren gebruikers. KPN biedt geen ondersteuning
met betrekking tot de functionaliteit van de FrontPage extensies.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar microsoft.com.
De FrontPage extensies werken niet goed wanneer de functionaliteit ‘Hotlink Protection’ aan staat. Om uw
FrontPage extensies goed te installeren mogen uw website directories geen zogenaamde ‘.htaccess
bestanden’ bevatten.
Een .htacces-bestand is een eenvoudig tekstbestand (gemaakt met een tekst-editor als NotePad) dat in de
(sub)directory van uw website staat.
Hiermee maakt u bijvoorbeeld beveiligde directory’s of eigen foutpagina’s.
29 van 51
3.8
Hosting
Een van de belangrijkste onderdelen van de Zelfservice Cloud is het instellen van de hosting. Hierbij zijn de
volgende punten van belang:



Een webhostingpakket is bij oplevering altijd actief
Een webhostingpakket heeft bij oplevering altijd de juiste instellingen
De standaardwaarde bij oplevering is altijd ‘Website (IIS Microsoft)’
Wanneer u een abonnement hebt op Domeinnaam Online en dit uitbreidt met Webhosting, staat het domein
op ‘Geparkeerd’. Hierdoor is uw website niet zichtbaar wanneer u deze uploadt.
Via de Zelfservice Cloud zijn er verschillende mogelijkheden om in het hostinggedeelte te komen van uw
website.
Met de domeininstellingen kunt u onder andere:





Doorverwijzen naar een ander domein of uw domein parkeren (bijvoorbeeld voor onderhoud)
Hosting toevoegen aan een domein
Subdomeinen aanmaken
De Webstatistieken inschakelen
De FrontPage extensies inschakelen als u gebruik wilt maken van de speciale FrontPage
onderdelen
3.8.1 Doorverwijzing of hosting aanmaken voor uw domein
Om een doorverwijzing te maken van uw domeinnaam naar een ander domein volgt u onderstaande
stappen. Hiermee wordt een bezoeker van uw website automatisch doorgestuurd naar de website van het
andere domein. U kunt ook uw domein parkeren zodat de website onbereikbaar is.
1. Klik op de Thuispagina op Gehoste domeinen. U krijgt een overzicht te zien van alle domeinen die
onder uw account geregistreerd staan evenals eventuele subdomeinen die u aangemaakt hebt. Klik
op het (sub)domein die u wilt doorverwijzen of parkeren.
2. U komt dan op het tabblad Overzicht van het domein. Hier ziet u het onderdeel Hostingdiensten.
Achter de hostingservice Web Hosting klikt u op Details bekijken of, wanneer er nog geen hosting
actief is, Hosting toevoegen.
30 van 51
3. In het detailoverzicht zijn 3 knoppen beschikbaar, namelijk bewerken, hosting wijzigen en hosting
verwijderen. Wanneer er geen hosting actief is en u in het vorige scherm op Hosting toevoegen
hebt geklikt, dan komt u direct het de wizard voor het toevoegen van hosting. Anders klikt u op
hosting wijzigen.
4. U krijgt dan een menu te zien waaruit u verschillende opties kiest.
Domein parkeren
Hierbij wordt uw domein geparkeerd. De website is niet meer bereikbaar en bezoekers komen uit op een
landingspagina. Deze optie wordt niet vaak gebruikt en komt voornamelijk voor bij Domeinnaam Online en
Zakelijk Exchange Online.
Single-page website
Bij deze optie kunt u alleen tekst invoeren, eventueel met html code, die zichtbaar wordt bij het bezoeken
van uw website. Deze optie wordt bij webhosting weinig gebruikt en komt voornamelijk voor bij Domeinnaam
Online en Exchange Online.
Standaard forwarding
Bij deze optie geeft u een andere link/url op waarnaar verwezen moet worden. Uw eigen website wordt dan
niet getoond en wordt direct doorgelinkt naar het opgegeven webadres.
Bij een standaard forwarding verandert de url in de browser mee naar het opgegeven
webadres.
Frame forwarding
Hetzelfde als een standaard forwarding met het verschil dat het getypte adres in de adresbalk van uw
browser niet mee verandert.
Website (Microsoft IIS)
Deze optie activeert uw website waardoor uw website zichtbaar wordt voor internet.
Kies de gewenste optie.
a.
Wanneer u voor Domein parkeren kiest, klikt u op volgende en vervolgens op klaar om te voltooien
b.
Wanneer u voor Single-page website kiest en op volgende klikt, bepaalt u daar de inhoud van de
inhoud van de pagina. Dit is wat mensen zien als zij uw website bezoeken
c.
Kiest u voor een Standaard of Frame forwarding dan bepaalt u in het volgende scherm het
internetadres van de doelpagina
d.
Uiteraard kunt u er ook voor kiezen uw eigen website te uploaden. Hiervoor dient u te kiezen voor
Website (Microsoft IIS). In het daarop volgende scherm wordt dan gevraagd een url-pad in te
geven. Het url-pad geeft de map aan waarin website dient te beginnen en waar het index-bestand
komt te staan
31 van 51
In bovenstaand voorbeeld begint de website in de map /home/website2/ Het volledige pad op de webserver
van KPN is dan /wwwroot/home/website2/
Het doorvoeren van wijzigingen met betrekking tot domeinen kan iets langer duren. Klik op vernieuwen
rechtsboven in het scherm om te zien of de wijziging is verwerkt.
3.8.2
Subdomeinen
Via deze optie beheert u uw subdomeinen en maakt u nieuwe subdomeinen aan. Subdomeinen zijn handig
als korte verwijzing naar veelgebruikte onderdelen van uw website.
Wanneer de gegevens in uw website achter de schermen geordend zijn in verschillende directory’s en
subdirectory’s (ten behoeve van de overzichtelijkheid voor uzelf en/of uw beheerder) en sommige
websitepagina’s door bepaalde bezoekers veel gebruikt worden, kan het wenselijk zijn de bezoekers via een
directe link naar deze pagina op uw website te verwijzen.
Zo'n directe link kan tamelijk lang worden waardoor sneller fouten ontstaan bij het invoeren van dit adres. Dit
voorkomt u eenvoudig door gebruik te maken van subdomeinen.
Door een subdomein te gebruiken, maakt u de link korter en duidelijker.
Voorbeeld 1:
Stel dat het gaat om de pagina: www.mijnbedrijf.nl/administratie/doc/showroom/showroom.htm met gegevens over
de verkoopafdeling van uw bedrijf, dan maakt u het subdomein showroom.mijnbedrijf.nl aan voor uw
bezoekers.
Achter de schermen legt u vervolgens vast hoe deze link doorverwijst naar de fysieke directory van de
pagina(’s), maar uw bezoekers hoeven slechts showroom.mijnbedrijf.nl in te typen in plaats van
bovenstaande lange url.
Voorbeeld 2:
De subdomeinen kunnen ook verwijzen naar een bestand onder een andere domeinnaam. Stel dat u
gebruikmaakt van verschillende hostingcontracten met verschillende domeinnamen om zo meer schijfruimte
tot uw beschikking te hebben, dan kunt u met behulp van subdomeinen toch de indruk wekken dat alle
bestanden onder dezelfde domeinnaam zijn opgeslagen. Dit vergroot de herkenbaarheid voor uw bezoekers.
3.8.3 Subdomein aanmaken
Naast uw hoofddomein hebt u de mogelijkheid om subdomeinen aan te maken.
Dit is zinvol als u bijvoorbeeld een webshop maakt en deze via een subdomein wilt benaderen, bijvoorbeeld
via webshop.domein.nl. Om een subdomein toe te voegen, klikt u bij het onderdeel Websites op ‘Nieuw
subdomein toevoegen’.
32 van 51
Daarna vult u in het veld ‘Naam subdomein’ de gewenste naam in.
Daarnaast stelt u, net als op uw hoofddomein, hosting in zodat u op uw subdomein een website en
webapplicaties kunt installeren.
Kies de gewenste hostingoptie en klik op ‘Volgende’.
Als u een website wilt plaatsen op uw subdomein, kiest u voor ‘Website (IIS Microsoft)’.
Klik op ‘Klaar’ om verder te gaan.
Nu is het subdomein aangemaakt. Aan de hand van uw domeinnaam en de DNS-instellingen, kan het tot 72
uur duren voor het subdomein online beschikbaar is.
3.8.4 Subdomein verwijderen
Om een subdomein te verwijderen, klikt u in het hoofdscherm in de linkerkolom op ‘Domeinoverzicht’.
Vervolgens klikt u op het gewenste subdomein dat u wilt verwijderen. In dit voorbeeld kiezen wij voor
subdomein.wolwindows.nl
In het scherm dat volgt klikt u op verwijderen.
33 van 51
Er verschijnt een pop-up. Klik op ‘OK’ om door te gaan.
Hierna is het sub-domein verwijderd.
I
3.9 DNS Beheer
KPN stelt standaard de juiste DNS-gegevens in voor uw webhosting. U hebt de mogelijkheid om deze
gegevens naar eigen wens aan te passen.
Om de DNS-gegevens van uw domeinen te beheren, klikt u op de Thuispagina op Uw domeinen. Uit de lijst
van domein die u onder uw beheer staan, klikt u op het domein dat u wilt wijzigen.
In het tabblad bovenin kiest u vervolgens voor DNS.
Daaronder ziet u vervolgens weer 3 tabbladen. Onder DNS Hosting staan de gegevens zoals de
nameservers, het geselecteerde abonnement en of u de hosting intern of extern afhandelt. De afhandeling
staat standaard op intern, zodat de DNS beheerd wordt door KPN. De optie extern wordt niet ondersteund.
Wanneer u hiervoor kiest, is uw domein niet meer bereikbaar van buitenaf.
Het tabblad DNS-records is van belang voor het aanpassen van uw DNS-records. Hier laat u bijvoorbeeld
uw domein verwijzen naar andere servers.
34 van 51
KPN voegt automatisch 3 A-records toe die nodig zijn voor uw webhosting. De records wolwindows.nl en
www.wolwindows.nl zorgen er voor dat uw website te benaderen is door in de browser te surfen naar
webhostingwindows.nl of www.webhostingwindows.nl.
De aanwezige NS-records verwijzen naar de DNS-nameservers van KPN. Deze zijn niet te wijzigen en ook
KPN kan dit niet voor u doen.
In dit scherm voegt u zelf verschillende DNS-records toe door op de knop Nieuw dns record toevoegen te
klikken. Wanneer u op een bestaand record klikt, kunt u deze deactiveren of verwijderen. Wanneer u een
record deactiveert wordt deze volledig uitgeschakeld, maar kunt u deze achteraf weer inschakelen zonder
opnieuw de gegevens in te hoeven voeren.
3.9.1 Nieuwe DNS records toevoegen
Bij het aanmaken van DNS Records hebt u de volgende mogelijkheden.






A-Record
(IP versie 4)
AAAA-Record (IP versie 6)
CNAME
MX
SRV
TXT
Voor het toevoegen van een nieuw DNS-record, klikt u op ‘Nieuw dns record toevoegen’.
35 van 51
Kies het type record wat u wilt aanmaken
Als voorbeeld maken wij een nieuw A-record aan.
36 van 51
Het veld ‘Domein’ laat u leeg wanneer u een A-record voor het hele domein aan wilt maken. Hou er wel
rekening mee dat deze standaard al aangemaakt zijn door KPN om uw webhosting-product te laten
functioneren. Dubbele A-records voor hetzelfde domein gaan conflicteren, u moeten er dus voor zorgen dat
1 van de records uitgeschakeld of verwijderd is.
In het veld ‘IP adres’ geeft u het gewenste IP-adres op.
In dit voorbeeld wijzigt na het aanmaken van het A-record de domein voorbeeld.webhostingwindows.nl naar
IP-adres 213.75.21.13.
Als dit bijvoorbeeld het IP-adres zou zijn van de server van uw bedrijf , komen bezoekers die het webadres
intikken van voorbeeld: webhostingwindows.nl, uit op de server van uw bedrijf. Deze optie kan handig zijn als
u elders een andere server hebt die u via uw domein wilt benaderen.
Zo maakt u bijvoorbeeld ook een MX-record aan naar een andere server als u uw mail elders wilt ophalen.
Tip bij MX-record.
Niet iedere mail server is bekend in de DNS, wilt u gebruikmaken van een eigen mailserver, houdt u
rekening met het volgende.
1.
2.
Maak een A-record die wijst naar het juiste ip-adres
Maak een MX-record die op zijn beurt wijst naar het A-record
KPN kan geen support bieden op eigen mail of webservers. Het advies is zelf voor beheer hiervan te zorgen.
Voor de overige type DNS-records dient u zelf voldoende kennis te hebben over de werking hiervan.
37 van 51
3.10
Webstatistieken
Voor Analyse en Webstatistieken installeert u de module AWStats (Advanced Web Statistics) installeren.
Hiermee krijgt u:





Inzicht hoe vaak uw website is bezocht
Welke pagina’s het meest bezocht zijn
Via welke websites bezoekers naar u worden doorverwezen
Het aantal bezoekers in een bepaalde periode te zien
Hoe vaak de verschillende pagina’s zijn bekeken
3.10.1 Webstatistieken inschakelen
Om de module AWStats te installeren, gaat u via de Thuispagina onder Meer diensten naar Web Statistiek
AWStats.
Bovenstaande melding wordt weergegeven. Klik op ‘AWStats op dit domein installeren’. Wanneer AWStats
geïnstalleerd is wordt een overzicht getoond. Wanneer u daar op de knop ‘details bekijken’ klikt, opent
AWStats zich in een apart venster.
De webstatistieken dienen alleen als informatie met betrekking tot uw website. KPN biedt geen
ondersteuning op de uitleg van de diverse mogelijkheden binnen AWStats.
38 van 51
3.10.2 Webstatistiek instellingen
Voor AWStats zijn enkele instellingen aan te passen. Deze instellingen vindt u door op Meer diensten te
klikken en vervolgens op Web Statistiek AWStats. Met de knop awstats service de-installeren verwijdert u
AWStats volledig. Hiermee worden ook alle logbestanden verwijderd.
U stelt zelf in met welke frequentie de logverwerking plaatsvindt en hoe lang de gegevens bewaard moeten
blijven.
Door te klikken op Bewerken wijzigt u de frequentie van de logverwerking en de bewaartijd voor de
statistieken.
De frequentie kan de volgende waarden hebben:





6 uur
12 uur
een dag
een week
een maand
De bewaartijd wordt uitgedrukt in maanden: minimaal 1 en maximaal 12 maanden.
Onder het tabblad Profielen past u, via de knop Beheren, het wachtwoord van uw AWStats-account aan.
Dit is omdat AWStats ook buiten de Zelfservice Cloud te benaderen is en u daar in moet loggen met deze
gegevens.
39 van 51
3.11
Back-up maken
Via deze optie maakt u back-ups van uw website en eventueel uw database. De back-ups worden
opgeslagen op de hostingserver van KPN. U plaatst opgeslagen back-ups terug wanneer u dat wilt. Indien
gewenst verwijdert u de gemaakte back-up volledig.
Back-ups zijn een belangrijk hulpmiddel bij het veiligstellen van uw gegevens. U herstelt bijvoorbeeld fouten
in nieuwe versies van uw website door een oudere versie terug te plaatsen. Wanneer back-ups niet langer
van belang zijn, kunt u ze altijd verwijderen.
U bent zelf verantwoordelijk voor het maken van back-ups. Wij raden u aan om in elk geval voor elke belangrijke
wijziging aan uw website een back-up te maken.
Tip
Maak niet alleen een back-up op de hostingserver, maar maak hier ook altijd een kopie van en bewaar die op uw
eigen computer (of externe opslag). Dit doet u eenvoudig via FTP.
Nieuwe back-up maken
Om het back-up systeem te benaderen klikt u op de Thuispagina onder ‘Meer diensten’ op back-ups.
Wanneer u back-ups gemaakt hebt worden deze in het daarop volgende scherm weergegeven. Nu zijn er
geen items aanwezig.
3.11.1
U kunt maximaal 1 back-up maken van uw webruimte. Wanneer u dus in het verleden een back-up hebt
gemaakt, moet u deze eerst verwijderen door de back-up te selecteren en op de knop ‘verwijderen’ te
klikken.
Om een nieuwe back-up aan te maken, klikt u op de knop ‘voeg nieuwe back-up toe’
40 van 51
Hier geeft u vervolgens een naam aan uw back-up en selecteert u welke onderdelen u in de back-up mee
wilt nemen. Wanneer u enkel een website hebt draaien zonder database wordt hier de ‘Webruimte’ getoond.
Indien u ook een MsSQL-database hebt aangemaakt, wordt deze hier ook zichtbaar. Met behulp van de
selectievakjes geeft u aan welke onderdelen u in de back-up meegenomen wilt hebben.
Klik op ‘klaar’ wanneer u alles naar wens hebt ingesteld.
.
De webruimte wordt automatisch weer gestart nadat de back-up voltooid is. Meestal duurt dit niet meer dan
enkele minuten. Dit is wel afhankelijk van de hoeveelheid data.
41 van 51
3.11.2 Back-up terugzetten
Tip
Maak eerst een handmatige back-up van de meest recente gegevens van uw website alvorens u een eerder
gemaakte back-up terugplaatst. Zo kunt u altijd weer terug naar de situatie voordat u de back-up hebt
teruggeplaatst.
Wanneer u een eerder gemaakte back-up terug wilt zetten, klikt u op de ‘Thuispagina’ op ‘Back-ups’ waarna
u uw eerder gemaakte back-up zult zien.
Selecteer deze back-up en klik op de knop ‘terugplaatsen’. U krijgt een pop-up te zien waarin u deze actie
nogmaals moet bevestigen. Na het klikken op ‘OK’ wordt het terugplaatsen van de back-up gestart worden.
Afhankelijk van de grootte van de back-up kan dit enkele minuten duren.
In uw back-upoverzicht kunt u de status van het terugplaatsen bekijken. U kunt dit scherm verversen voor in
de rechterbovenhoek op de knop ‘Vernieuwen’ te klikken. Wanneer de status ‘Opgeslagen’ is, is de back-up
teruggeplaatst en zijn de bestanden en databases weer hersteld.
42 van 51
3.12
MS-SQL database
MS-SQL is een databasemanagementsysteem dat gebruikmaakt van de meest gestandaardiseerde
databasetaal ter wereld. Met een database kunt u gemakkelijk (zelf) vanaf elke pc met internetaansluiting
informatie opslaan, bijwerken en opvragen. KPN biedt geen ondersteuning voor MS-SQL databases en
veronderstelt dat u voldoende ervaring hebt voor het werken met MS-SQL-database(s).
Met een of meer MS-SQL-databases voorziet u uw website van dynamische (wisselende)
gegevensbestanden. Deze handleiding helpt u op weg bij het aanmaken van de database. Voor
geavanceerde opties maakt u gebruikt van de gebruikersdocumentatie van de leveranciers via de HELP
functie in de databasemanager.
3.12.1 Aanmaken van een MS-SQL database
Voor het aanmaken of het beheren van een database klikt u op de Thuispagina onder Meer diensten op
Databases. Wanneer u, in het verleden, al databases aangemaakt hebt, zijn die in het overzicht zichtbaar. U
verwijdert ze door de database te selecteren en te klikken op de knop ‘verwijderen’.
Klik op de knop ‘nieuwe database toevoegen’. In het daaropvolgende scherm dient u onderstaande
gegevens in te vullen.
Naam database: De naam van de database die volgt op de standaard prefix van 10 symbolen. Deze prefix
in combinatie met wat u als naam invult, wordt de volledige naam van de database. Deze mag niet langer
zijn dan 128 symbolen. Hiervan zijn er 10 gebruikt door de prefix.
Naam databasegebruiker: De naam van de gebruiker van de database die volgt op de standaard prefix van
9 symbolen. Deze prefix in combinatie met wat u als naam invult, wordt de volledige naam van de gebruiker.
Die mag niet langer zijn dan 128 symbolen. Hiervan zijn er 9 gebruikt door de prefix. Met deze gebruiker
maakt u de uiteindelijke verbinding met de database.
Wachtwoord (bevestigen): Een wachtwoord gekoppeld aan de databasegebruiker.
De minimale lengte van wachtwoord is 7 karakters van verschillende types (hoofd- en kleine letters, cijfers,
speciale karakters). Indien het wachtwoord op een woord is gebaseerd of er minder dan drie verschillende
43 van 51
types karakters zijn, is de minimale lengte 12. Minimale lengte voor op een woord gebaseerde
wachtwoorden met maar twee karakterklassen is 24.
Het is ook mogelijk een willekeurig wachtwoord te laten genereren. Klik daarvoor op genereer nieuw
wachtwoord.
Verificatietype: deze laat u op SQL Server staan.
Wanneer u alle gegevens ingevuld hebt, klikt u op ‘volgende’ en na het overzicht klik u op ‘klaar’. De
database wordt aangemaakt. Dit duurt normaal gesproken niet langer dan enkele minuten. Hierna is de
database klaar om gebruikt te worden.
Om de te gebruiken hostnaam/servernaam in te zien van de aangemaakte database klikt u op de naam.
De hostnaam is te vinden achter ‘Interne hostnaam’.
3.12.2 Beheren van een MS-SQL database
Voor het beheren van uw database gaat u naar ‘Databases’ op de Thuispagina. Klik op de database
die u wilt beheren. Onder het tabblad ‘Algemeen’ staat een link naar de databasemanager. U dient de
databasemanager altijd via de url van de Control Panel te openen vanwege de single sign-on instellingen
van de webserver naar de SQL-databaseserver.
44 van 51
Wanneer u daarop klikt, wordt de beheeromgeving in een aparte pagina geopend. Er wordt gebruikgemaakt
van het populaire phpMyAdmin. Hierin wijzigt u specifieke instellingen van uw database. Wij gaan ervan uit
dat u hier voldoende kennis van hebt. KPN geeft hier geen ondersteuning op
3.12.3 Gebruikers van MS-SQL-database beheren
Om databasegebruikers toe te voegen aan een database of het wachtwoord van een bestaande gebruiker
aan te passen, klikt u op de Thuispagina op Databases, vervolgens op de database waarvan u de
gebruiker(s) wilt aanpassen en daarna op de tabblad Gebruikers. Hier voegt u een nieuwe gebruiker toe, of
verwijdert u een bestaande gebruiker.
Om het wachtwoord aan te passen, klikt u op de Gebruiker en in het volgende scherm op de knop
‘bewerken’.
45 van 51
3.13
Applicaties (Web)
KPN biedt enkele veelgebruikte pakketten ter installatie aan. Voorbeelden hiervan zijn Wordpress en
Joomla. Voor een volledig overzicht kiest u in het bovenste menu voor Applicaties.
Klik op de applicatie voor meer informatie. Hier is ook een knop zichtbaar om de applicatie te installeren.
Vervolgens worden enkele controles uitgevoerd en wordt u mogelijk verzocht informatie in te vullen. Deze
informatie is nodig voor de bewuste applicatie, waar mogelijk vult KPN dit automatisch in.
Belangrijk:
KPN biedt geen ondersteuning op deze webapplicaties. U dient zelf de werking van de
applicatie te begrijpen en goed toe te passen.
Behalve de applicaties die wij via onze Zelfservice Cloud aanbieden, kunt u uiteraard ook andere versies of
andere applicaties installeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van uw eigen
contentmanagementsysteem. Zo is Wordpress beschikbaar via de applicaties, maar kunt u deze ook zelf
uploaden en installeren. Aangezien het dan om software van derden gaat die niet getest is door KPN kunnen
wij de werking hiervan niet garanderen. Controleer dus eerst de eisen van deze applicaties en ga na of KPN
hieraan kan voldoen.
46 van 51
3.14
Verbruik van bronnen
Hiermee krijgt u een overzicht hoeveel data u in gebruik hebt op onze webhosting. Tevens hebt u een
overzicht van eventueel gebruikte licenties. Zo kunt u bijvoorbeeld maar éénmaal de Web Presence Builder
installeren omdat per webhosting er maximaal één licentie aan is gekoppeld.
Om uw bronverbruik te kunnen inzien, klikt u op de Thuispagina onder Service-informatie op Verbruik van
alle bronnen. Vervolgens wordt het overzicht van alle bronnen weergegeven.
Overzicht van het verbruik van alle bronnen.
In bovenstaand voorbeeld ziet u dat het scherm is opgebouwd uit meerdere kolommen.
Scroll in uw scherm naar beneden om alles te kunnen bekijken.
Kolom
Resource
Verbruik
Limiet
Beschikbaar
Betekenis
In deze kolom staat aangegeven welk onderdeel van toepassing is.
In deze kolom staat het verbruik aangegeven.
De waarde in deze kolom bepaalt hoe vaak of hoeveel u hier gebruik van mag maken.
Hierin wordt aangegeven hoeveel u nog mag gebruiken.
47 van 51
3.15 Upgraden van uw webhosting
Op dit moment is het mogelijk de webruimte te upgraden. Dit is de hoeveelheid ruimte die u hebt op onze
webservers. Standaard is dit 250 MB, maar u hebt de mogelijkheid dit per blok van 250 MB te verhogen.
Meer informatie over de tarieven vindt u op kpn.com/cloudtarieven.
U verhoogt uw datalimiet via de Winkel. Dit vindt u op de Thuispagina door te klikken op Koop additionele
bronnen. U komt dan in een overzicht van uw abonnementen. U selecteert hier het abonnement waarvan u
de webruimte wilt uitbreiden en klikt op volgende.
Hier geeft u vervolgens aan hoeveel extra schijfruimte u wilt bijkopen. Standaard staat dit op 0 omdat u geen
extra ruimte hebt. Onder Nieuwe limiet geeft u aan hoeveel extra blokken van 250 MB bij wilt kopen.
Vul de gewenste hoeveelheid in en klik op Volgende en vervolgens op Order plaatsen. Deze ruimte is vrijwel
direct beschikbaar en de kosten worden vanaf de eerstvolgende factuur aan u berekend.
Op dezelfde manier maakt u deze bestelling ongedaan door de limiet naar beneden bij te stellen. Zorg er
dan wel voor dat u voldoende ruimte overhoudt op uw server. U dient mogelijk ruimte vrij te maken via een
FTP verbinding of via de File Manager.
48 van 51
Hoofdstuk 4. Uitleg bij eventuele problemen
4.1
Beveiligingsmaatregelen
U kunt zelf ook een belangrijke bijdrage leveren aan het beveiligen van uw informatiestromen en
(elektronische) persoonsgegevens. Denk hierbij bijvoorbeeld aan uw gebruikersnaam en wachtwoord of het
beveiligen van uw interne draadloze netwerk. Wij adviseren u daarom om zelf ook effectieve
beveiligingsmaatregelen te treffen. Dit kan bijvoorbeeld door een erkende installateur in te schakelen. Voor
tips en aanvullende informatie kunt u terecht op kpn.com/zakelikveiliginternetten.
49 van 51
Hoofdstuk 5. Meer informatie
5.1 Gebruikte definities en afkortingen
Deze begrippenlijst is bedoeld ter ondersteuning van deze handleiding en de helpfuncties van Webhosting
Online op het internet.
Browser
Een browser is een programma dat pagina’s van het internet ophaalt zodat u ze op de computer kunt
bekijken en gebruiken. Alle internetpagina’s zijn geschreven in de taal HTML waar ook vaak gebruik wordt
gemaakt van scripting zoals PHP en JavaScript om internetpagina’s interactief te maken. Browsers zetten
deze taal om in een pagina lay-out met tekst, afbeeldingen, geluid en animaties. Bekende browsers zijn
bijvoorbeeld Internet Explorer van Microsoft, Firefox van Mozilla en Chrome van Google.
CGI (Common Gateway Interface)
Een methode om een verbinding tot stand te brengen tussen een computerprogramma en een HTMLpagina. CGI-programma’s kunnen worden geschreven voor uiteenlopende doeleinden, zoals het tellen van
de bezoekers van uw website, het verwerken van gegevens in online formulieren en het maken van
eenvoudige animaties.
DNS (Domain Name Server)
Een computersysteem dat de vertaalslag maakt tussen de gebruikte domeinnaam en het unieke
internetadres (IP-adres). Bijvoorbeeld www.mijndomeinnaam.nl = 195.121.10.140
Domeinnaam
Internetnaam waaronder een bedrijf, organisatie of particulier herkenbaar is op internet, bijvoorbeeld
www.bedrijfsnaam.nl . Hierbij is bedrijfsnaam.nl de domeinnaam. Kenmerk van een domeinnaam is dat deze
moet worden aangevraagd bij een Registratie-organisatie.
ErrorDocs
ErrorDocs (foutmeldingen) bieden webbeheerders de mogelijkheid om foutmeldingen door te geven bij
onjuist of oneigenlijk gebruik van de website.
FTP (File Transfer Protocol)
Het protocol voor bestandsoverdracht via het internet
FQDN (Fully Qualified Domain Name)
Een Fully Qualified Domain Name (FQDN) is een domeinnaam die alle hoger gelegen domeinnamen bevat,
inclusief de naam van een eventuele service domeinnaam, top level domeinnaam en eventuele
subdomeinnamen. Voorbeelden zijn ‘webzegel.pkioverheid.nl’ en ‘www.pkioverheid.nl;’.
Met een FQDN is het mogelijk een server op het Internet uniek te identificeren.
Hostingserver
De server (computer) waarop KPN ruimte reserveert voor uw websitebestanden.
HTML (HyperText Markup Language)
Bestandsformaat voor weergave van documenten op het Word Wide Web (www). HTML voegt aan platte
tekst layout codes toe. HTML-pagina’s zijn gewone tekstbestanden waarin de tekst van de pagina staat,
50 van 51
samen met speciale tags, omsloten door een ‘<’ en een ‘>’. Een HTML- bestand dat uiteindelijk een kleurrijke
websitepagina vol grafische afbeeldingen wordt - is niet meer dan een tekstbestand op de server dat wacht
tot een browser het ophaalt en op het scherm weergeeft volgens de aanwijzingen in de HTML-code.
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol)
Het standaardprotocol voor communicatie via het internet. Hiermee kunnen browsers en hostingservers met
elkaar communiceren en websitepagina’s op uw scherm vertone .HTTP maakt standaard gebruikt van poort
80.
HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol Secure)
Een uitbreiding op HTTP, die beveiligde verzending van bestanden mogelijk maakt. Het kan voorkomen dat
dit protocol niet door alle browsers en servers worden ondersteun. HTTPS maakt gebruik van poort 443.
Hyperlinks
Links naar andere pagina’s zijn soms woorden die in een andere kleur of onderstreept worden weergegeven
(soms ook in plaatjes). Elke link bevat het adres van een andere websitepagina. Wanneer u op een van
deze links klikt, wordt het verzoek om de nieuwe pagina naar de juiste server gezonden. Deze server zendt
vervolgens de HTML-pagina naar uw browser.
IP-adres (Internet Protocol)
Uniek adres van een computer die op het internet is aangesloten.
LAN (Local Area Network)
De aaneenschakeling van meerdere computers binnen een organisatie of gebouw door middel van een
netwerk.
MsSQL
Microsoft SQL Server is een databasebeheersysteem ontwikkeld door Microsoft. Het ondersteunt een dialect
van SQL, de meest gebruikte databasetaal. Het wordt algemeen gebruikt door organisaties voor kleine tot
middelgrote databases.
NAT (Network Address Translation)
Protocol dat publieke IP-adressen en poortnummers vertaalt naar de computers in het interne netwerk.
Open Source
Deze software verwijst naar programma’s waarvan de broncode beschikbaar is voor het publiek, zonder dat
daar kosten aan zijn verbonden. Open Source in ontstaan als reactie op specifieke software in eigendom
van bedrijven waar licenties betaald voor moeten worden. Voorbeelden van Open Source software zijn
bijvoorbeeld Linux distributies en PHP-software.
SQL (Structured Query Language)
Universele taal om vragen aan een database te stellen.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol)
Verzameling protocollen die ten grondslag liggen aan alle datacommunicatie via het internet.
Upload Account
Combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord, speciaal bedoeld voor het plaatsen of onderhouden van
een website.
Url (Uniform Resource Locator)
Algemeen adres van een website.
51 van 51