BK4GR4 - TU Delft Studentenportal

DE EUROPESE
METROPOOL
BK4GR4
-1-
Colofon
Copyright © 2014 door Technische Universiteit Delft
Geprint door de TU Delft
Versie 3: 20 februari 2014
Tekst door moduleteam GR4 olv Klaske Havik
Opgemaakt door Maarten van ‘t Hek
Afbeeldingen Hielkje Zijlstra
Afbeelding voorzijde: Parijs
Modulecoördinator
Dr. ir. Klaske Havik
leerstoel methoden en analyse
afdeling architectuur
[email protected]
Verantwoordelijke leerlijnhoogleraar
Prof. dr. Tom Avermaete
leerstoel methoden en analyse
afdeling architectuur
Dr. Cor Wagenaar
leerstoel geschiedenis
afdeling Architectuur
Dr. ir. Hielkje Zijlstra
sectie RMIT leerstoel Interventie en herbestemming
afdeling AE+T
Ir. Marco Lub,
leerstoel theorie en methoden
afdeling urbanism
-2-
Inhoudsopgave
De Europese Metropool in de leerlijn Grondslagen
5
Grondslagen 4: de excursie
7
Leerdoelen van de module
9
Organisatie en inhoud
Voorbereiding, excursie, afronding
Onderwijsvormen
Geselecteerde canon projecten bij basisbegrippen
Thema’s, locaties en projecten per metropool
11
12
13
13
16
Leerstof
19
Toetsing en beoordeling
Rubrics beoordelingscriteria
Beoordelingsformulier
20
22
24
Relatie met andere modulen in hetzelfde kwartaal 25
Inhoudelijke relatie met andere modulen
25
Rooster en studielast
Weekschema en planning
Planning donderdag werkgroepen
Planning vrijdag werkgroepen
25
26
28
29
Contract buitenlandse excursie
Aantekeningen
30
31
Semester 1
Semester 2
q1
TE1
q2
GR1
OV1
ON1
TE2
Semester 3
MA1
Semester 5
GR2
OV2
q6
ON2
AC1
TE4
ON3
GR3
q8
q7
TE5
AC2
GR4
ON4
MA2
Semester 6
q11
minor
TE3
Semester 4
q5
OV3
q4
q3
q12
ON5
ON6
MA3
AC3
-3-
Amsterdam
Antwerpen
-4-
De Europese Metropool
in de leerlijn Grondslagen
De module GR4 ‘De Europese Metropool’ is onderdeel van de leerlijn Grondslagen.
Waarom ziet de gebouwde omgeving er zo uit zoals we die om ons heen zien
en welke ontwerpprincipes liggen eraan ten grondslag?
In de leerlijn Grondslagen krijg je een systematisch overzicht van en inzicht
in de geschiedenis en de basisbegrippen van architectuur, stedenbouw en
landschapsarchitectuur. De leerlijn bestaat uit vier modulen, twee in het eerste
jaar en twee in het tweede jaar. In elke module staat een selectie van 40 projecten
centraal, telkens 20 stedenbouwkundige of landschapsarchitectonische en 20
architectonische projecten. De geselecteerde projecten zijn niet per se de
beroemdste of béste ontwerpen – want daarover zal altijd discussie zijn – maar
ze illustreren wel de ontwerpprincipes die van groot belang zijn voor ons vak.
Op die manier bouw je een referentiekader op, van principes en van projecten.
Daarbij wordt steeds de relatie met de hedendaagse ontwerppraktijk gelegd.
De complexiteit en de schaal van de projecten nemen per module toe: in
Grondslagen 1 huizen en tuinen, in Grondslagen 2 kleine publieke gebouwen
en openbare ruimten, in Grondslagen 3 woongebouwen en stedebouwkundige
ensembles en in Grondslagen 4 grote publieke gebouwen en stedelijke weefsels.
De te bestuderen projecten en basisbegrippen bereiden je steeds voor op een
ontwerpproject uit de leerlijn Ontwerpen.
Bovendien raak je vertrouwd met verschillende representatietechnieken
(plattegronden, doorsneden, aanzichten, ruimtelijke tekeningen, maquettes en
analysetekeningen) en leer je wanneer je welke techniek kunt toepassen. In het
onderdeel plananalyse, dat in alle modulen terugkomt, leer je technieken om
ontwerpen te onderzoeken en de conclusies te presenteren. Dit onderzoek kun
je toepassen op bestaande plannen, al of niet uitgevoerd, maar ook gedurende
het ontwerpproces op je eigen ontwerp.
Als je alle vier de modulen van de leerlijn Grondslagen met goed gevolg
hebt afgerond, beschik je over de noodzakelijke basiskennis van de
stedenbouwkundige, landschapsarchitectonische en architectonische theorie
en geschiedenis. Je kent en begrijpt het belang en de kwaliteiten van een
diverse verzameling referentieprojecten en beschikt over de vaardigheid om de
onderliggende principes te ontdekken en over te dragen.
Grondslagen 4 is de laatste module uit de serie. Hier pas je de geleerde
basisbegrippen en analysemethoden in de praktijk toe, namelijk bij het maken
van een excursiegids, het daadwerkelijk bezoeken van projecten tijdens de
excursie en het schrijven van een reflectieverslag waarin de door jouw opgedane
kennis met betekking tot basisbegrippen aan de orde komen.
-5-
Budapest
Praag
-6-
Grondslagen 4: de excursie
De excursie is opgevat als een hoogtepunt in de bacheloropleiding, waarbij
studenten in levende lijve worden geconfronteerd met gebouwen, parken,
publieke ruimtes en stedenbouwkundige ensembles. Bij een fysiek bezoek
aan een Europese metropool wordt inzichtelijk gemaakt hoe alle aspecten van
architectuur en stedenbouw zich in een concrete grootstedelijke omgeving tot
elkaar verhouden. De stad is een plek waar geleefd en gewerkt wordt, een
brandpunt van cultuur en activiteiten. Veel belangrijke gebeurtenissen vinden
en vonden plaats in de stad: een toespraak, een demonstratie, een bevrijding,
een uitvaart, Olympische Spelen, een ramp, een ondertekening, een moord, etc.
Sommige gebeurtenissen zijn zelfs richtinggevend voor de toekomst van een
stad, zijn onmisbaar voor een goed begrip van de stad. De stad is daarmee een
fantasmagorische plek, veel meer dan een verzameling straten en gebouwen.
In deze module willen we de stad in formele zin leren kennen, maar ook haar
stedelijk leven. Juist metropolen - grote steden als Londen, Parijs, Madrid,
Barcelona, Berlijn, Boedapest, Wenen - bieden de mogelijkheid het volledig
palet aan architectuur- en stedenbouwhistorische thema’s in hun onderlinge en
historisch gegroeide samenhang te bestuderen.
Onderdeel van de module is de bestudering van stedelijke ontwerpthema’s
zoals de stadsplattegrond, stratenpatronen, parcellering, representatie,
het publieke interieur en de publieke ruimte, (ondergrondse) infrastructuur,
(openbaar) verkeerssysteem, groensysteem en zonering. Deze aspecten worden
bestudeerd in onderlinge samenhang en in relatie met de politiek-sociale en
culturele veranderingen die tot stand zijn gekomen. Van groot belang is dat de
student de relatie leert te doorzien tussen het architectonische object en zijn
plaats in het systeem van de stad. De geselecteerde projecten fungeren als
referentiekader voor het bestuderen van vergelijkbare projecten in de bezochte
metropolen; op deze wijze worden het nut en de gebruiksmogelijkheden van
de canon voor het begrijpen van architectonische en stedenbouwkundige
fenomenen verder benadrukt.
De voor de gegeven metropool specifieke karakteristieken worden verklaard
met behulp van stadsbiografieën en andere documenten. Deze verbinden
de fysieke transformatie van de metropool met de geografische, historische,
sociale, politieke en culturele gebeurtenissen die deze transformatie stuurden.
Zij doen dat op twee manieren: ze tonen fenomenen die in dezelfde tijd zijn
ontstaan in hun onderlinge samenhang en presenteren de stad als een gelaagd
construct dat fenomenen uit verschillende perioden gelijktijdig presenteert
en waarbij die gelijktijdigheid een tweede verbindende schakel vormt. De te
behandelen thema’s worden geselecteerd aan de hand van de verschillende
metropolen. Daarbij wordt ingegaan op de onderwerpen die van stad tot
stad verschillen en uiteenlopen van exemplarische woningbouwprojecten tot
historische monumenten, van infrastructurele netwerken tot verschillende
strategieën van stadsvernieuwing, van de stad als creatieve broedplaats tot
binnenstedelijke revitalisatieprojecten middels investeringen in ‘retail’. De
(r)evolutie van de stad als ware het een levend organisme is het hoofdthema,
er wordt geen verschil gemaakt tussen verleden, heden en toekomst: van meer
-7-
belang is het identificeren van verschillende ontwikkelingsstadia op meerdere
schaalniveaus en hun onderlinge relaties. In die zin is de metropool op te
vatten als de meest ideale container om greep te krijgen op alle fenomenen die
hierbij een rol spelen: een lager schaalniveau heeft te weinig te bieden, een
hoger is te abstract.
Vragen die tijdens de voorbereiding van de excursie door het maken van de
excursiegids aan de hand van een onderzoeksthema, de collegereeksen en
de bestudering van de geselecteerde projecten aan de orde komen zijn de
volgende:
-
Wat zijn de bouwstenen van de stad en systemen van de openbare
ruimte en het publieke interieur?
-
Wat is de wisselwerking tussen de situatieve en architectonische opzet
van een publiek gebouw en het weefsel van de stad?
-
Wat is de wisselwerking tussen gebouwde vorm(en) en stedelijk leven?
-
Wat is de wisselwerking tussen schaalniveaus?
-
Hoe maken stedelijke en architectonische transformaties deel uit van
de ‘biografie’ van de stad?
De essentie van deze excursie is dus samenhang en evolutie van stad en
architectuur zichtbaar te maken en de vragen naar het hoe en waarom daarvan
te beantwoorden. Deze focus valt samen met de oogmerken van de vernieuwing
van de Bachelor opleiding in het algemeen en in het bijzonder met die van de
leerlijn Grondslagen.
Istanbul
-8-
Leerdoelen van de module
De leerdoelen van GR4 zijn samen te vatten als een concretisering van de voor
de grondslagen geformuleerde leerdoelen. De student:
LO1
Toont kennis van de hoofdlijnen van de architectuur- en stedenbouwgeschiedenis en weet van de te bezoeken stad, openbare ruimten, parken en
gebouwen te plaatsen door ze omschrijven, schetsen en analyseren tegen de
achtergrond van de architectuur- en stedenbouwgeschiedenis.
LO2
Gebruikt canonieke projecten op een effectieve wijze als referentiekader,
bij het zoeken naar en beschrijven van vergelijkbare projecten in de excursiegids
en het reflectieverslag.
LO3
Kan de onderwezen technieken met betrekking tot presentatie en
schrijfvaardigheid, onderwezen in OV1, 2 en 3 en AC1, in de praktijk toe te
passen; door het maken van projectbeschrijvingen, analysetekeningen voor
de excursiegids, een onderzoeksvoorstel, het presenteren van de bevindingen
op locatie en het combineren van de resultaten en opgedane kennis in het
reflectieverslag.
LO4
Kan de betekenis van concrete maatschappelijke omstandigheden, die
van belang zijn voor de evolutie van een metropool, benoemen en onderzoekt
deze in relatie tot de ontwikkeling van de betreffende metropool.
LO5
Kan de elementaire basisbegrippen en projecten uit de canon, die in alle
collegeseries Stedenbouwkundige- en Architectonische basisbegrippen (Gr1-4)
aan de orde zijn gesteld, uitleggen en beschrijven en is in staat hier persoonlijk
op te reflecteren in het reflectieverslag naar aanleiding van het bezoek aan één
van de metropolen.
(LO = Learning Objective / Leerdoel)
-9-
Berlijn
Parijs
-10-
Organisatie en inhoud
Centraal onderdeel van deze module is een excursie naar een Europese
metropool. Het tweedejaars cohort 2013-2014 bestaat uit maximaal 350
studenten. Om praktische, inhoudelijke en organisatorische redenen worden
vijf metropolen door vijf groepen simultaan bezocht. Dat beperkt de maximale
groepsgrootte tot 60 á 80 studenten. Elk jaar komen andere metropolen aan
bod, waaronder telkens een van de opties de Nederlandse deltametropool
(eventueel in combinatie met België) betreft. Voor 2013-2014 staan naast de
“Deltametropool” ook Praag, Berlijn, Budapest en Parijs op de agenda. Voor de
daaropvolgende jaren zal een nieuwe selectie worden gemaakt op basis van
dan actuele thema’s en projecten, waarbij de eerder bezochte steden uiteraard
ook in aanmerking komen.
Aan de buitenlandse excursies is een vast bedrag voor reis- en verblijfskosten
verbonden, dat voor aanvang van de module betaald moet worden. Voor 2014
is dit bedrag vastgesteld op €250,-. Voor de binnenlandse optie wordt geen
voorschot gevraagd, hier wordt verwacht dat je als student ter plekke je eigen
OV kaartjes betaalt. Ook zijn hier geen overnachtingen inbegrepen.
Alle studenten krijgen na intekening bericht over de keuze voor de bestemmingen
en de te maken betalingen. Bij onevenredige belangstelling voor bepaalde
bestemmingen is het mogelijk dat je in je tweede keuze wordt geplaatst.
De module Grondslagen 4 is geleed in drie fasen:
A.
Voorbereiding: colleges, basisbegrippen, groepswerk excursiegids
B.
Excursie: bezoek projecten, uitvoeren van thematisch oderzoek
C.
Afronding: reflectieverslag
Deel van de voorbereiding is het inhoudelijke werk aan een excursiegids. Je
maakt deze excursiegids met je groepsgenoten aan de hand van een vooraf
gegeven format, waarin zowel historische en theoretische thema’s aan de
orde komen als te bezoeken projecten. Je leert documentatiemateriaal te
verzamelen, ordenen en interpreteren, projectbeschrijvingen te maken en
analysetekeningen van projecten te produceren. Je leert samen te werken aan
een excursieprogramma en aan de productie van een samenhangende gids.
Enkele plenaire introductiecolleges geven hier richting aan, daarnaast wordt
met docenten in werkgroepen gewerkt. In een werkgroep werk je naar thema’s
ingedeelde subgroepen van +/- 3 studenten aan jullie thematische onderzoek.
De opzet van het onderzoek wordt als abstract opgenomen in de excursiegids.
Daarnaast vinden in de voorbereidingsfase (week 3.6, 3.7 en 3.8) de collegeseries
de basisbegrippen Architectuur en Stedenbouw plaats. Hier worden begrippen
als Representatie, Monumentaliteit, Interventie (bij architectuur) en Structuur,
Morfologie, Organisatie en Netwerken (bij stedenbouw) besproken aan de
hand van 40 canonieke projecten. Het is de bedoeling dat deze begrippen
terugkeren in het reflectieverslag dat je naar aanleiding van de excursie maakt
per thematische onderzoeksgroep.
-11-
De meerdaagse excursie vindt plaats in week 4 (week 3.9 in het semester).
Tijdens de excursie presenteer je ter plekke een thema of project aan de rest
van de groep, op basis van de voorbereidingen in werkgroepen. Je werkt tijdens
de excursie verder aan het thematische onderzoek. Zo mogelijk wordt in de te
bezoeken steden gebruik gemaakt van ‘local heroes’, bijvoorbeeld contacten
bij universiteiten en de redacties van architectuur- en stedenbouwbladen,
ambassades en andere instituties.
De module wordt afgerond met een reflectie verslag per thematische
onderzoeksgroep waarop tenminste één bezocht project per persoon kritisch
gerefelcteerd wordt in zijn stedenbouwkundige, maatschappelijke en historische
context, waarbij de onderwezen basisbegrippen uit de collegereeksen aan de
orde komen. Het verslag wordt aan het einde van week 3.10 ingeleverd.
A. Voorbereiding
Week 3.6, 3.7 en 3.8
1. Plenair college Grondslagen 4: De Europese Metropool. In een college
van 2 uur worden de hoofddoelen van de excursie uiteengezet,
alsmede de wijze waarop deze is georganiseerd. De te bezoeken
steden worden gepresenteerd, alsmede het format van de excursiegids
en het begrip ‘stadsbiografie’.
In de colleges in week 2 en 3 wordt ingegaan op de te bezoeken
steden. De colleges worden gegeven onder leiding van de docenten
van de sectie Geschiedenis.
2. Colleges basisbegrippen Stedenbouw en Architectuur 4
In twee colleges van elk 2 uur worden telkens de stedenbouwkundige
en architectonische basisbegrippen uiteen gezet aan de hand van
de bij deze module behorende canonprojecten. Dit zijn activerende
colleges waarbij de canonprojecten via verschillende manieren van
presentatie gebruikt worden om de basisbegrippen te onderwijzen.
De colleges basisbegrippen Architectuur 4 bestaan uit drie
dubbelcolleges waarin achtereenvolgens de begrippen monumentaliteit,
interventie en representatie aan de orde komen. Steeds worden
projecten van uit de grondslagen 4 map besproken in het licht van
deze thema’s. Daarbij speelt de positie van de architect zelf een grote
rol: hoe positioneert de architect zich ten opzichte van thema’s als
monumentaliteit, representatie en interventie? In de documentatie
van de architectuurprojecten zijn dan ook citaten van de architect
opgenomen. De colleges worden ingeleid door Klaske Havik waarbij
zij zal spreken over deze positionering van de architect. In het tweede
deel van elke lezing komt een spreker aan het woord die op het
specifieke begrip expertise heeft. Prof. Paul Meurs, hoogleraar bij Rmit
zal spreken over interventie als een van de cruciale opgaves waar
architecten mee te maken krijgen, van interventie in een stedelijke
context tot interventie binnen een bestaand gebouw. Prof. Kees Kaan
zal het begrip Representatie toelichten aan de hand de uitspraken van
architecten alsook aan de hand van zijn eigen praktijk. Monumentaliteit
wordt nader toegelicht door architect en historicus Maarten Delbeke.
-12-
De colleges basisbegrippen Stedenbouw 4 bestaan ook uit drie
dubbelcolleges. In deze colleges wordt de complexe structuur van de
stad toegelicht. Welke systemen achter die structuur zitten en hoe
een stadsstructuur zo ontworpen is. Stadsstructuren of stedelijke
weefsels zitten altijd in meerdere contexten: fysieke, systematische
en culturele contexten. In het eerste deel worden de colleges ingeleid
door Marco Lub. Hierbij worden de projecten uit de grondslagen 4
map als referenties gebruikt. In het tweede deel van elk college komt
een andere spreker aan het woord: onder andere Prof. Arjan van
Timmeren en Prof. Han Meyer. Vanuit hun expertises worden energieen duurzaamheidssystemen en ontwerp, structuur en typologie
behandeld.
3. Werkgroepen de Europese Metropool.
Per buitenlandse metropool wordt een groep van 40-55 studenten
geformeerd, deze wordt verdeeld in werkgroepen met elk een eigen
docent. De groep voor de Deltametropool (Nederland/België) kan
groter zijn. Elke groep behandelt alle voor de betreffende metropool
de geselecteerde thema’s. De keuze daarvan zal van stad tot stad
verschillen.
Op donderdag- of vrijdagochtend werk je binnen je eigen werkgroep
aan de excursiegids. Binnen de groep worden de taken verdeeld,
iedere subgroep is verantwoordelijk voor een deel van de inhoud en
productie van het algemene deel van de gids. Kern van de gids vormt
de door de werkgroepen, onder gezamenlijke verantwoordelijkheid
te vervaardigen thematische onderzoeken: zoals historische
inleidingen of projectbesprekingen in de vorm van een abstract. Elke
werkgroep levert een redactielid die met elkaar de redactie van de
metropoolgroep vormt. De redactie bundelt en redigeert de producten
van de werkgroepen. Met het maken van de gids ontwikkel je de
vaardigheid om individuele bijdragen tot een gezamenlijk werkstuk
samen te voegen, een proces dat door de docenten die de excursie
vergezellen wordt begeleid. De excursiegids moet eind van week 3.8
klaar zijn. De gids wordt beoordeeld als collectief werkstuk.
B. Excursie
Week 3.9
In deze module wordt de nadruk vooral gelegd op het lezen en leren lezen
van een stad, in dit geval Berlijn, Budapest, Parijs en Praag. De student wordt
geacht om feiten en ervaringen met elkaar te kunnen verbinden waardoor
zijn bijdrage zich niet beperkt tot een droge opsomming maar als het ware
een interventie is in de betreffende stad zelf. Door middel van het maken van
een ‘Wortschatz’ wordt een instrumentarium gecreëerd waarmee de stad als
complex fenomeen op een passende manier kan worden benaderd en worden
verwoord. Dit laatste kan op allerlei manieren geschieden en op verschillende
niveaus plaatsvinden. Ingezoomd kan worden op architectonische details en
juweeltjes, op grotere lijnen en op het stedelijke weefsel. Belangrijk is dat
gegevens en beleving in woorden worden gevangen die recht doen aan het
bijzondere van de betreffende stad. Het is een zoeken naar de genius loci maar
misschien ook het constateren dat die genius op bepaalde plaatsen met elan
-13-
of uit onwetendheid is vernietigd. Soms is een element toegevoegd dat alle
andere heeft overstegen en naar de achtergrond heeft verwezen. Historische
kennis moet worden verzameld en geconfronteerd met een daadwerkelijke
situatie. Dat is een van de hoofddoelstellingen van een excursie. De beleving
vindt zijn neerslag in geschrift maar krijgt diepgang door een historische en
perceptuele precisie. Het gebruik van de terminologie zoals die in de leergang
Grondslagen wordt gebruikt wordt ten stelligste aanbevolen.
De excursies worden elk begeleid door de werkgroepdocenten. De duur van
de reis bedraagt ± vijf dagen. Tijdens de excursie presenteer je met jouw
onderzoeksgroep ter plekke de door jou voorbereide themas aan de hand van
concrete projecten of een locatie aan de gehele groep. Op die manier heb je
als student zelf een actieve rol in het gehele excursieprogramma.
Naast dit onderdeel heb je ook de opdracht om een onderzoek uit te voeren.
Dit heb je door middel van het maken van een abstract voorbereid. Tijdens
de excursie werk je samen aan het onderzoek en bereidt het reflectieverslag
voor. Hierin reflecteer je vanuit een persoonlijk perspectief op het uitgevoerde
onderzoek, op één of meerdere “basisbegrippen” en op minimaal één bezocht
project per persoon (zo mogelijk) uit de canon. Tijdens de excursie wordt tijd
opgenomen voor het uitvoeren hiervan.
Londen
-14-
C. Afronding
Week 3.10
Het eindproduct voor elke thematisch onderzoeksgroep bestaat uit een
reflectieverslag dat uiterlijk op de vrijdag van week 3.10 wordt ingeleverd per
email aan de betreffende docent van de werkgroep in pdf formaat (max 6 MB).
Onderwijsvormen
Collegereeksen:
Europese metropool: thema’s van de Europese stad en de stadsbiografie,
1 plenair college en maximaal 2 colleges per metropoolgroep
Basisbegrippen Architectuur aan de hand van de canon projecten:
3x2 colleges in week 3.6, 3.7 en 3.8.
Basisbegrippen Stedenbouw aan de hand van de canon projecten:
3x2 colleges in week 3.6, 3.7 en 3.8.
Voorbereiding excursiegids: in thematische onderzoeksgroepen voorbereiden
van projectbeschrijvingen, programma en onderzoek (abstract).
De excursie: daadwerkelijk bezoek van de steden en projecten, presentatie op
locatie, zelfstudie voor thematisch onderzoek en voorbereiden reflectieverslag.
Reflectie: schrijven van een verslag per thematische onderzoeksgroep waarin
kritisch gereflecteerd wordt op de bezochte projecten en het thematische
onderzoek dat wordt uitgewerkt.
Zelfstudie: verzamelen projectinformatie en data over de te bezoeken steden,
analyse in woord en beeld, voorbereiden en uitvoeren van een thematisch
onderzoek in een kleine groep en het maken van het reflectieverslag.
Geselecteerde projecten bij collegeserie basisbegrippen
Bij de colleges basisbegrippen wordt, evenals bij de Grondslagen 1, 2 en 3,
gewerkt aan de hand van speciaal geselecteerde referentieprojecten. Deze
vindt je terug in de grote documentatiemappen die voor alle Grondslagen
modules gemaakt zijn. In dit geval heb je map GR4 nodig, maar ook de
projecten uit GR 1 t/m 3 zullen aan de orde komen als ze zich bevinden in de
stad die je gaat bezoeken. De lijst van geselecteerde projecten voorziet in een
verzameling stedelijke locaties en gebouwen die in nauwe samenhang staan
en een signatuur hebben die in meer opzichten tot de verbeelding spreken.
In stadsuitbreidingen zijn gebouwen en stedenbouw in samenhang bedacht;
nieuwe gebouwen kunnen de bestaande stad in verschillende mate(n)
veranderen; oude gebouwen kunnen in een heel nieuwe context komen te
staan en daarmee een nieuwe betekenis krijgen. Essentieel voor Grondslagen
4 is dat de gebouwen in een stedelijke context geplaatst zijn.
De projecten worden aan de hand van colleges Architectonische en
Stedenbouwkundige basisgrippen toegelicht. Voorts zullen enkele projecten die
gesitueerd zijn in de te bezoeken steden nader uitgelicht worden per metropool
werkgroep. Op de volgende pagina tref je de lijst projecten aan.
-15-
Canonprojecten Architectuur
10 canonieke representatieve gebouwen:
Jacob van Campen
Stadhuis Amsterdam
K.F. Schinkel
Altes Museum Berlijn
H.P. Berlage
Beurs Amsterdam
G. Mattè-Trucco
Lingotto Fabriek Turijn
Willem Dudok
Raadhuis Hilversum
Giuseppe Terragni
Casa del Fascio, Como
Frank Lloyd Wright
Guggenheim Museum NY
Jørn Utzon
Sydney Opera House
Jean Nouvel
Fondation Cartier Parijs
OMA / Rem Koolhaas
Casa da Musica Porto
1647
1830
1903
1923
1931
1936
1959
1973
1994
1994
10 canonieke publieke interieurs:
Charles Garnier
Opera Parijs
Boileau & Eiffel
Magasin au Bon Marche
Warren & Wetmore
Grand Central New York
Otto Wagner
Postsparkasse Wenen
Gunnar Asplund
Bibliotheek Stockholm
Jean Prouve
Maison du Peuple de Clichy, Parijs
Roche en Dinkeloo
Ford Foundation NY
Hans Scharoun
Staatsbibliotheek Berlijn
I.M. Pei
Grand Louvre, Parijs
Frank O. Gehry
Guggenheim museum, Bilbao
1874
1876
1913
1913
1928
1938
1968
1976
1989
1997
Canonprojecten Stedenbouw
Arent thoe Boecop
Elburg
1392
Hendrick Jacobsz Staets
Grachtengordel Amsterdam
1612
i.o.v. Karl Wilhelm von Baden Karlsruhe
1715
PM
RingstraßeWenen
1857-65
Ildefons Cerdà
Eixample Barcelona
1859
Calvert Vaux
/ Frederick Law Olmsted
Riverside
1869
Daniel Burnham
The Plan of Chicago
1909
Jože Plecnik
Ljubljana
1920-40
Ernst May
Siedlung Römerstad Frankfurt
1925
Cornelis van Eesteren
Algemeen Uitbreidingsplan A’dam
1934
Lúcio Costa
Brasília
1956
Gerhard Jobst / Willy Kreuer /
Wilhelm Schließer
Hansaviertel Berlijn
1957
Auguste Perret
Le Havre reconstructie
1964
Dirk Frieling / RIJP
Almere Haven
1973
Oriol Bohigas i Guardiola
Seafront Barcelona
1986
Karl Ganser e.a.
Emscher LandschaftsparkRuhrgebied 1989-99
Various
South Bank Londen
1990
Riek Bakker, Teun Koolhaas Kop van Zuid Rotterdam
1991
OMA
Euralille, Lille
1994
Max 1, gemeente Utrecht
Leidsche Rijn, Utrecht
1995
-16-
Thema’s, locaties en projecten per metropool 2013-2014 Q3
(ter indicatie, specifieke uitwerking per werkgroep)
Berlijn
1. Inzicht en uitzicht: Postdammerplatz / Sonycentre.
2. Het hart van de stad: de architectuur, stedenbouw, restauratie en
geschiedenis van de straat Unter den Linden.
3. Politieke hoofdstad van Duitsland: de architectuur, stedenbouw,
restauratie en geschiedenis van de Reichstag.
4. Culturele hoofdstad: de architectuur, stedenbouw, restauratie en
geschiedenis van het Museuminsel (het Neues Museum in het bijzonder).
5. Vorstelijke stad: paleizen, tuinen en parken van de Pruisische vorsten in
Potsdam. (Slot Sanssouci, Potsdam centrum (Holländisches Viertel) en de
Einsteinturm).
Budapest
1. Masterplan 1870, Budapest typologie van het bouwblok, Hild.
2. Het representatieve gebouw: bestuur, cultuur, bedrijf, transport, etc.
3. Gezondheidszorg, ziekenhuis typologie van de laat 18e eeuw tot nu
4. Parken en publieke badhuizen: Romeins, Turks, van 19e eeuwse
badhuizen tot wellness. Városliget via Magit Sziget, pocket park en groene
stad.
5. Netwerk van transport. Privaat - Publiek. Openbaar gebied.
6. Moderne architectuur van 1920 /1930. Winkels, kantoren, ziekenhuizen,
appartementengebouwen, villas’s, etc.
7. Massa woningbouw, 1950 / 1960 / 1970. De socialistische stad.
Bouwsystemen, typology, stedelijk ontwikkeling en planning, faciliteiten,
vervoer en groen systemen.
8. Reconstructie: Tabula rasa, gaatjes vullen, binnenhoven, replica’s.
Parijs
1. De grote as: van de ‘Grande Arche’ naar de ‘Pyramide du Louvre’:
Arche de la Défense (Otto von Spreckelsen, 1989) / Champs-Elysées
(herinrichting openbare ruimte door Bernard Huet, ca. 1995) / Place de
la Concorde (Jacques Ange Gabriel, 1765) en openbare ruimte eromheen
(Hittorff, 1863) / Arc du Caroussel (Percier et Fontaine, 1802), Rue de
Rivoli (Percier et Fontaine, 1802)
2. De muren van Parijs: van de Péripherique naar de Mur de Philippe
Auguste: a. Stade Sébastien-Charléty (Henri en Bruno Gaudin, 1994) / b.
Cité Universitaire / c.
Parc de Montsouris met atelierwoningen / d.
Barrieres Claude Nicolas Ledoux
3. Haussmann’s Parijs en de nieuwe interventies en passages: a. Place de
l’Opéra (Garnier, ca. 1870) / b. Passages / c. Quatrier des Halles met
Centre Pompidou
4. De Seine-oevers: functiewijziging en herinrichting
5. Parken, kanalen, openbare ruimtes: van La Villete tot Place des Vosges
6. Grote monumenten en hun hergebruik: a. Gare d’ Orsay / b. Musée de l’
Histoire Naturelle / c. Palais de Chaillot / d. Palais de Tokyo.
7. Tolbiac / Bercy: moderne stadsvernieuwing (13e en 14e Arr)
-17-
Praag
1. Infrastructuur & verbinding / macht & politiek / arbeid & activiteit /
cultuur en identiteit.
2. Typisch Praag: Passages, Joodse wijk, Cubisme, Barok, Art-Noveau
3. De rivier de Moldau.
4. Burcht en omgeving + binnenstad aan overkant Karelsbrug: Karel IV /
Rudolf II (1576-1611) / kunstenaars / Plecnik.
5. Ontwikkeling van het Staromestskeplein (grote markt).
6. Binnenstedelijke transformaties in de decennia rond 1900.
7. Architectonische paradepaardjes in historiserende stijlen.
8. Schrijvers in Praag: Kundera / Kafka / etc.
9. Loos, Baba en Tsjechische modernisme.
10. Communisme: Wederopbouw na WOII (Zizkov) / uitbreidingswijken
(Sídliště, Solidarita, Sahradni Mesto en Pankrac) / Transformaties in de
bestaande stad / Hotel International (Stalintaart), zetel federale regering
(modern), radiotoren (futuristisch) / gedenkmonumenten / sporen van het
Communisme in het straatbeeld en in musea.
11. 1989 tot heden - transformaties en interventies - Industriele &
havengebieden.
12. De ontwikkeling van Praag na 1989: stadsplanning, toerisme,
werelderfgoed, hoofdstad van een nieuw land & de fluwelen revolutie.
Deltametropool
1. Amsterdam: Centrum: ontwikkeling & uitbreiding / werelderfgoed /
centraal station / historische kern / grachtengordel / Dam / stadhuis
/ winkelstraten / Oud Zuid / Museumplein / musea / Vondelpark /
Concertgebouw.
2. Amsterdam: Noord: Eye / Havens / Solio’s / Eilanden / Oosterdoks en
Westerdoks / KNSM / NDSM / Noord / EYE / Kraanspoor / Overhoeks / IJ
plein.
3. Den Haag: Centrum: Station CS / Station HS / Binnenhof / Buitenhof /
Laakhaven / Vaillantlaan / New Babylon / Spui en omgeving / Passage /
Haagse Bluf / het warenhuis Bijenkorf etc.
4. Den Haag: Uitbreiding en randen: Dudok / Berlage / Bezuiden- en
Benoordenhout / Gemeentemuseum / Congresgebouw / Scheveningen /
Pier / Kurhouse / Nieuwe Boulevard / Norfolk Line eo.
5. Rotterdam: Centrum: Centraal station / Groothandelsgebouw / Weena /
Wederopbouw / Lijnbaan / Oude haven / Coolsingel / Koopgoot / Beurs /
Dudok / Bijenkorf / Postkantoor / Stadhuis / StadsTimmerhuis.
6. Rotterdam: Herontwikkeling aan de rivier: Kop van Zuid / Katendrecht /
Erasmusbrug / Metro / Wilhelminapier / Hotel New York / Las Palmas.
7. Antwerpen: Centrum: de Leien / markt / winkel / cultuur / handels
centra / boulevard / stadspaleizen / transformaties / pleinen en parken /
gerechtsgebouw / Paleis voor Schoone kunsten.
8. Antwerpen: Haven: transformatie / ‘t Eilandje / MAS / Red Starlijn / Park
Spoor Noord / Schelde kaaien / Sint Anna tunnel / wandelhoofd / de Ring.
-18-
Leerstof
Verplichte literatuur basisbegrippen Architectuur:
•
Plannenmap Grondslagen 4 (GR4) met de canonprojecten
•
Avermaete, T., Havik, K. en Teerds, H., 2008. Architectural Positions:
Architecture, Modernity and the Public Sphere, Nijmegen: SUN, H. 3:
Monumentality pp. 165-220; H. 4: Temporalities pp. 221-276; H. 5: Image
pp. 277-334.
Aanbevolen literatuur basisbegrippen Architectuur:
•
Avermaete, T., Hooijmeijer, F., Schrijver, L. (ed), 2006. OASE 71: Urban
formation and collective spaces. Rotterdam: Nai publishers.
•
Ching, F.D., 1979. Architecture in Form, Space and Order. New York:
KVNR.
•
Gehl, J., 1987. Life between Buildings. Using Public Space, New York: Van
Notrand Reinhold.
•
Gehl, J., Gemzøe, L., Kirknæs, S., en Sternhagen Søndergaard, B., 2006.
New City Life. Copenhagen: The Danish Architectural Press.
•
Hajer, M. en Reijdorp A., 2001. Op zoek naar nieuw publiek domein,
Rotterdam: NAi Publishers.
•
Hertzberger, H., 2002. Articulations, Munich: Prestel Publishers.
•
Kleijer, E., 2004. Instrumenten van de Architectuur, de compositie van
gebouwen, Amsterdam: SUN.
•
Pallasmaa, J., McCarter, R., 2012. Understanding Architecture. New York:
Phaidon.
•
Zukin, S., 1995. The Cultures of Cities. Cambridge: Blackwell Publishers.
Verplichte Literatuur Grondslagen 4: basisbegrippen Stedebouw
•
Reader BK4GR4 (via Blackboard)
•
Heeling, J., Meyer, H. en Westrik J., Hoekstra M.J., 2002. Het ontwerp van
de stadsplattegrond. Amsterdam: SUN, Hoofdstuk 2.
•
Meyer, H., Josseling de Jong, F. en Hoekstra, M.J., 2006. Het ontwerp van
de openbare ruimte . Amsterdam: SUN, Hoofdstuk 2.
•
Meyer, H., Westrik, J. en Hoekstra, M.J., 2008. Stedenbouwkundige regels
voor het bouwen. Amsterdam: SUN, Hoofdstuk 3.
En natuurlijk gaan we ervan uit dat je de literatuur van Grondslagen 1, 2 en 3
beheerst.
Per te bezoeken metropool wordt een specifieke literatuur- en projectenlijst, ter
beschikking gesteld via Blackboard. Boeken worden in de bibliotheek op een
speciale plaats bewaard om door jullie gebruikt te kunnen worden. Deze zijn
niet uitleenbaar gedurende de weken 3.6 t/m 3.10.
-19-
Toetsing en beoordeling
Je wordt in deze module beoordeeld op twee producten, elk wegend 50% van
het totaalcijfer: De excursiegids en Het reflectieverslag.
Om de module BK4GR4 te behalen dien je gemiddeld minimaal een 6.0 te halen,
de deelcijfers moeten 5.0 of hoger zijn. Eventuele herkansing vindt plaats in
augustus door het inleveren van een bijgewerkt versie van de excursiegids
dan wel het reflectieverslag. Bij herkansing wordt geen cijfer gegeven maar
beoordeeld op voldaan/niet voldaan.
Excursiegids
Je werkt in een onderzoeksgroep van 3 studenten aan een thema dat per
Europese metropool verschillend zal zijn. De thema’s worden door de docenten
van de werkgroepen ingeleid en verdeeld op tijdens de introductie ochtend
(voorgenoemde thema’s zijn indicatief)
Tijdens de werkgroepen (je bent ingedeeld op donderdag- of vrijdagochtend)
wordt in iedere Europese metropool groep de voortgang van het werken aan
de excursiegids besproken. Naast de basisdocumenten, die je samen met de
docent verzamelt, bevat de excursiegids per thema 2 A4tjes met de opzet van
jullie onderzoek (abstract):
A. Inleiding met de volgende bestanddelen (1 A4tje):
Werktitel
•
Aanleiding en motivatie voor keuze onderwerp – bijvoorbeeld persoonlijke
belangstelling
•
Onderwerp – zo precies mogelijk kort beschreven en afgebakend
•
Onderzoeksvraag of doelstelling – wat ga je precies onderzoeken of
uitzoeken?
•
Methode – hoe ga je die vraag beantwoorden of dat doel bereiken, ofwel
op wat voor manier ga je onderzoek doen (positionering ten opzichte van
bestaande literatuur, bronnengebruik (literatuur, kaarten, prenten, foto’s,
archiefstukken), analysemethode en invalshoek.
B. Opzet – in welke logisch opeenvolgende, samenhangende reeks paragrafen
resulteren de bovenstaande onderzoeksvraag of doelstelling en methode?
C. Lijst met te gebruiken literatuur en bronnen (kaarten, plattegronden,
archiefstukken en dergelijke)
D. Enkele afbeeldingen (B, C en D samen 1 A4tje)
Per stad wordt aan het eind van week 3, voor aanvang van de excursie, de
gids geleverd. Beoordeeld wordt het collectieve werk, de samenhang van de
totale excursiegids, kwaliteit van plananalyses, documentatie beeldmateriaal
en planbeschrijving.
De gids wordt door de werkgroep van alle vakdocenten per stad gezamelijk
beoordeeld, zodat alle vakinhoudelijke aspecten meegewogen worden.
-20-
Reflectieverslag
Het reflectieverslag wordt door de thematische onderzoeksgroep gemaakt (en
eventueel door de docent) ingevoegd in de uiteindelijke Europese Metropoolgids
van de betreffende stad. Het eindverslag bevat:
•
Titel
•
Inhoudsopgave
•
Aanleiding en motivatie voor keuze van het thema – bijvoorbeeld persoonlijke
belangstelling
•
Korte introductie van het gekozen thema – zo precies mogelijk kort
beschreven en afgebakend
•
Onderzoeksvraag of doelstelling – wat hebben jullie precies onderzocht?
•
Methode – hoe hebben jullie de vraag beantwoord of het doel bereikt, ofwel
op wat voor manier hebben jullie onderzoek gedaan (positionering ten
opzichte van bestaande literatuur, colleges grondslagen, canon, thema’s,
excursie zelf, gebruik (literatuur, kaarten, prenten, foto’s, archiefstukken),
analysemethode en invalshoek)
•
Een aantal paragrafen die de bovenstaande onderzoeksvraag of doelstelling
via de omschreven methode uiteenzetten en waarin de onderzoeksresultaten,
de begrippen uit de collegeseries, de canonprojecten (voor zover mogelijk)
en de persoonlijke ervaringen tijdens de excursie worden beschreven en
geïllustreerd met eigen gemaakte foto’s en tekeningen.
•
Conclusies
•
Lijst met te gebruiken literatuur en bronnen (kaarten, plattegronden,
archiefstukken en dergelijke)
Omvang: maximaal 2000-2500 woorden inclusief afbeeldingen 8 A4tjes.
Beoordelingsmatrix
Leerdoel
50%
Excursiegids
LO1 Omschrijven, schetsen en
analyseren van de openbare ruimten,
parken en gebouwen van de metropool
in relatie tot de architectuur- &
stedenbouwgeschiedenis
20%
LO2 Gebruikt de canonieke projecten
als referentiekader
20%
LO3 Toepassing van
presentatietechnieken en
schrijfvaardigheid in de praktijk
10%
50%
Reflectieverslag
10%
LO4 Benoemen en onderzoeken van de
maatschappelijke omstandigheden van
de Metropool in relatie tot de diverse
ontwikkelingen van en in de metropool
20%
LO5 Uitleggen van en persoonlijk
reflecteren op de bassisbegrippen
(Arch. en Stedenbouwk.) van GR1-4
nav het bezoek aan de Metropool
20%
-21-
Rubric BK4GR4
Excursiegids
Bloom
Weging
Taxonomy
5
Bijna gehaald/reparatie
1.1 Opzet excursiegids Wk 3.6
Create
5%
Geen of te weinig informatie verstrekt.
1.2 Abstract onderzoek Wk 3.7
Create
5%
Geen of te weinig informatie verstrekt of logisch
opbouw ontbreekt of onderzoeksvraag niet
goed.
1.3 Concept excursiegids Wk 3.8
Apply /
Create
5%
Geen of te weinig informatie verstrekt.
10%
Te weinig projecten behandeld, onvolledige
anlyses en relaties met architectuur en
stedenbouw- geschiedenis ontbreken.
Te weinig projecten behandeld, maar wel goed
geanalyseerd of voldoende projecten, maar
onvoldoende ganalyseerd, geen relaties met
architectuur en stedenbouw- geschiedenis
Remember /
Analyse
10%
Geen of nauwelijks enige canonieke projecten
behandeld.
Enkele (1 per persoon) canonieke projecten
behandeld. Als referentie niet goed uitgewerkt
en benoemd.
Apply
10%
Presentatie en schrijfvaardig slecht.
Presentatie of schrijfvaardigheid onvoldoende,
valt te verbeteren.
Apply
5%
Geen of te weinig informatie verstrekt.
10%
Enkele maatschappelijke omstandigheden zijn
Maatschappelijke omstandigheden zijn
genoemd, maar onvoldoende onderzocht en
genoemd en niet onderzocht en dus ook niet in
nauwelijks of niet in relatie geplaats tot diverse
relatie geplaats tot diverse ontwikkelingen
ontwikkelingen
10%
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool ontbreekt of is zeer minimaal
aanwezig
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool is in onvoldoende mate
uitgewerkt
Apply
10%
Presentatie en schrijfvaardig slecht.
Presentatie of schrijfvaardigheid onvoldoende,
valt te verbeteren.
2.4 Onderzoeksvraag
Create
5%
Ontbreekt geheel of is van slechte kwaliteit en
niet onderzoekbaar in de gestelde tijd
2.5 Methode van aanpak
Create
5%
Ontbreekt geheel of is van slechte kwaliteit en
onlogisch
2.6 Conclusies
Evaluate /
Reflect
5%
Ontbreekt geheel of is van slechte kwaliteit en
onlogisch
2.7 Literatuur- en bronnenvermelding
Apply
5%
Geen of te weinig informatie verstrekt.
LO1 Omschrijven, schetsen en analyseren van
de openbare ruimten, parken en gebouwen van Understand
1.4
de metropool in relatie tot de architectuur- &
/ Analyse
stedenbouwgeschiedenis
1.5
1.6
LO2 Gebruikt de canonieke projecten als
referentiekader
LO3 Toepassing van presentatietechnieken en
schrijfvaardigheid in de praktijk
1.7 Literatuur- en bronnenvermelding
LO4 Benoemen en onderzoeken van de
maatschappelijke omstandigheden van de
2.1
Metropool in relatie tot de diverse
ontwikkelingen van en in de metropool
Remember
Analyse
LO5 Uitleggen van en persoonlijk reflecteren op
Remember /
2.2 de bassisbegrippen (Arch. en Stedenbouwk.)
Evaluate
van GR1-4 nav het bezoek aan de Metropool
2.3
Reflectieverslag
4
Niet gehaald
LO3 Toepassing van presentatietechnieken en
schrijfvaardigheid in de praktijk
-22-
Hielkje Zijlstra 19 februari 2014
6
7
8
9
Voldoende
Ruim voldoende
Goed
Zeer goed
Alle basisdocumenten komen voor en zijn in
1.1 voldoende mate van adequate informatie
voorzien.
Alle basisdocumenten komen voor en zijn van
goede informatie voorzien. Er zijn relaties
tussen onderdelen gelegd en de hoofdstructuur
is aanwezig.
Opbouw is voldoende: aanleiding, onderwerp,
1.2 onderzoeksvraag, methode van aanpak zijn
benoemd.
Aanleiding, onderwerp, onderzoeksvraag,
methode van aanpak zijn ingevuld en er is
samenhang. Titel, onderzoeksvraag en
methode van aanpak zijn goed.
Alle onderwerpen komen voor en zijn in
voldoende mate van adequate informatie
1.3
voorzien. Hoofdstuctuur is goed. Abstracts zijn
opgenomen. Beeldmateriaal opgenomen.
Alle onderwerpen zijn goed en overeenkomstig
voorzien van alle benodigde informatie.
Hoofdstuctuur is goed. Abstracts zijn
geintegreerd. Beeldmateriaal is goed.
Te weinig projecten behandeld, wel goed
Voldoende projecten behandeld, goed
geanalyseerd of voldoende projecten, wel enige
geanalyseerd, relaties met architectuur en
1.4
relaties met architectuur en
stedenbouw- geschiedenis matig gelegd
stedenbouwgeschiedenis gelegd
Voldoende projecten behandeld, goed
geanalyseerd, relaties met architectuur en
stedenbouw- geschiedenis goed gelegd
Veel projecten behandeld, zeer goed
geanalyseerd, relaties met architectuur en
stedenbouw- geschiedenis goed gelegd
Minimaal 3 (per persoon) canonieke projecten
behandeld. Als referentie zijn de projecten juist
benoemd, genalyseerd en in relatie tot elkaar
geplaatst.
Meer dan 3 (per persoon) canonieke projecten
behandeld. Als referentie zijn de projecten juist
benoemd, genalyseerd, in relatie tot elkaar
geplaatst mbt de onderzoeksvraag.
Voldoende (2 tot 3 per persoon) canonieke
1.5 projecten behandeld. Als referentie projecten
niet goed uitgewerkt , alleen genoemd.
1.6
Presentatie of schrijfvaardigheid voldoende. Er
is van verschillende presentatietechnieken
gebruik gemaakt. Schrijfvaardigheid is op
vodoende wetenschappelijk niveau.
Ruim voldoende (3 per persoon) canonieke
projecten behandeld. Als referentie zijn de
projecten juist benoemd en uitgewerkt door
analyse.
Presentatie of schrijfvaardigheid goed. Er is van
Presentatie of schrijfvaardigheid goed. Veel
diverse presentatietechnieken gebruik gemaakt.
technieken toegepast, wetenschappelijke
Schrijfvaardigheid is op volwaardig
schrijfvaardigheid, die elkaar versterken.
wetenschappelijk niveau.
Literatuur- en bronvermelding zijn aanwezig,
1.7 maar of in de literatuurlijst, in de verwijzingen
of in de voetnoten komen veel fouten voor.
Presentatie of schrijfvaardigheid zeer goed.
Veel technieken op afgewogen wijze toegepast,
uitsteknde wetenschappelijke
schrijfvaardigheid, die elkaar versterken.
Literatuur- en bronvermelding zijn aanwezig en
in de literatuurlijst, de verwijzingen en de
voetnoten komen vrijwel geen fouten voor.
Diverse maatschappelijke omstandigheden zijn
genoemd en in voldoende mate onderzocht,
2.1
maar nauwelijks of niet in relatie geplaats tot
diverse ontwikkelingen
Diverse maatschappelijke omstandigheden zijn
genoemd en in voldoende mate onderzocht, en
deze zijn in relatie geplaats tot diverse
ontwikkelingen
Een flink aantal verschillende maatschappelijke
omstandigheden zijn genoemd en op een
goede wijze onderzocht en deze zijn in relatie
geplaats tot diverse ontwikkelingen
Veel verschillende maatschappelijke
omstandigheden zijn genoemd, op een goede
wijze onderzocht en allemaal goed onderbouwd
in relatie geplaatst met diverse ontwikkelingen
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
2.2 Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool is in voldoende mate uitgewerkt
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool is in voldoende mate uitgewerkt,
waarbij iedere student herkenbaar is
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool is in goed uitgewerkt, waarbij
iedere student enigszins herkenbaar is
Persoonlijk reflecteren op de Arch. en
Stedenbk. basisbegrippen nav het bezoek aan
de Metropool is in goed uitgewerkt, waarbij
iedere student goed herkenbaar is
Presentatie of schrijfvaardigheid voldoende. Er
is van verschillende presentatietechnieken
2.3
gebruik gemaakt. Schrijfvaardigheid is op
vodoende wetenschappelijk niveau.
Presentatie of schrijfvaardigheid goed. Er is van
Presentatie of schrijfvaardigheid goed. Veel
diverse presentatietechnieken gebruik gemaakt.
technieken toegepast, wetenschappelijke
Schrijfvaardigheid is op volwaardig
schrijfvaardigheid, die elkaar versterken.
wetenschappelijk niveau.
Eenduidige en heldere geformuleerde
2.4 onderzoeksvraag aanwezig, die goed
onderzoekbaar is in de beschikbare tijd
Eenduidige en helder geformuleerde
onderzoeksvraag aanweig, die goed
onderzoekbaar is in de beschikbare tijd. Via
subvragen zijn deelonderzoeken uit te voeren.
De onderzoeksmethode is duidelijk, structuur is
2.5 helder, opbouw is logisch en gebaseerd op
enige literatuur
De onderzoeksmethode is duidelijk, structuur is
helder, opbouw is logisch en gebaseerd op
wetenschappelijke literatuur. Het is een goede
basis voor het groepsonderzoek.
2.6
Conclusies aanwezig die inhoudlijk juist zijn en
enigszins onderbouwd en herleidbaar zijn.
Literatuur- en bronvermelding zijn aanwezig,
2.7 maar of in de literatuurlijst, in de verwijzingen
of in de voetnoten komen veel fouten voor.
Presentatie of schrijfvaardigheid zeer goed.
Veel technieken op afgewogen wijze toegepast,
uitsteknde wetenschappelijke
schrijfvaardigheid, die elkaar versterken.
Conclusies aanwezig, meer dan één, die goed
onderbouwd zijn en die goed herleidbaar zijn
uit het onderzoek.
Literatuur- en bronvermelding zijn aanwezig en
in de literatuurlijst, de verwijzingen en de
voetnoten komen vrijwel geen fouten voor.
-23-
Beoordelingsformulier
BK4GR4
Metropool
Docent
BSc
Semester 4
studienr.
Student
studienr.
Student
studienr.
Student
studienr.
Cijfer
Excursiegids
4/6/8
Producten / Leerdoelen / criteria
Cijfer
2013-2014
Thema
Student
Producten / Leerdoelen / criteria
Kwartaal 7
Weging
Score
Opmerking
voor criteria zie Rubric
Weging
Opzet Wk 3.6
10%
Abstract Wk 3.7
10%
Concept Wk 3.8
10%
Score
Opmerking
LO1 Omschrijven, schetsen en analyseren van
de openbare ruimten, parken en gebouwen
van de metropool in relatie tot de architectuur& stedenbouwgeschiedenis
20%
LO2 Gebruikt de canonieke projecten als
20%
referentiekader
LO3 Toepassing van presentatietechnieken en
20%
schrijfvaardigheid in de praktijk
10%
Literatuur- en bronnenvermelding
Deelcijfer
Producten / Leerdoelen / criteria
Reflectieverslag
Cijfer
Minimaal een 5 nodig
Weging
4/5/6/7/8/9
Score
Opmerking
voor criteria zie Rubric
LO4 Benoemen en onderzoeken van de
maatschappelijke omstandigheden van de
Metropool in relatie tot de diverse
ontwikkelingen van en in de metropool
LO5 Uitleggen van en persoonlijk reflecteren
op de bassisbegrippen (Arch. en
Stedenbouwk.) van GR1-4 nav het bezoek aan
de Metropool
20%
20%
LO3 Toepassing van presentatietechnieken en
20%
schrijfvaardigheid in de praktijk
Onderzoeksvraag
10%
Methode van aanpak
10%
Conclusies
10%
Literatuur- en bronnenvermelding
10%
Deelcijfer
Eindcijfer = het gemiddelde van bovenstaande twee cijfers
Opmerkingen en advies
-24-
Minimaal een 5 nodig
wordt afgerond op een heel cijfer
alleen 5 geeft recht op reparatie in de zomer
Relatie met andere modulen in
hetzelfde kwartaal
Relatie met Academisch Vaardigheden: het maken van projectbeschrijvingen,
het verzamelen van data, analysemethoden, het schrijven van een kritische
reflectie.
Inhoudelijke relatie met
andere modulen
Relatie met Grondslagen 1, 2 en 3:
De project die bij de eerdere modules van Grondslagen behandeld zijn
komen ook weer aan de orde bij het samenstellen van de projectenlijst voor
de excursie. Studenten worden zich zo bewust van de gelaagdheid van de
stad en het belang van zowel publieke gebouwen en publieke ruimte als
het wonen in de stad. Het is mogelijk dat, op initiatief van studenten, bij
Grondslagen 3 uitgevoerde analyses worden opgenomen in de excursiegids.
Studenten zijn in staat om de basisbegrippen die in alle collegeseries
Grondslagen 1 t/m 4 aan de orde zijn geweest te kennen, te beschrijven en
toe te passen in hun onderzoek. De aangeleerde vaardigheden in OV1, 2, 3
en AC1 worden toegepast in BK4GR4.
Rooster en studielast
Alle activiteiten van Grondslagen 4 zijn geroosterd op de ochtenden, om de
middagen vrij te geven voor Academische Vaardigheden 2.
Op maandag en dinsdag zijn de colleges, op donderdag of vrijdagochtend is
de begeleding in de werkgroepen.
De vierde week van de module (week 3.9 in het voorjaarssemester) is
volledig voor de excursie. Dit betekent dat deze week voor het parallel
lopende vak Academische Vaardigheden niet beschikbaar is.
Zorg ervoor dat je gedurende week 3.6, 3.7 en 3.8 gelijkmatig over de weken
verdeeld doorwerkt aan de excursiegids. Volg de planning waarin ook de uren
voor zelfstudie staan vermeld.
Werk met je thematische onderzoeksgroep ook tijdens de excursie al aan
het eindverslag. In week 3.10 dien je voor AC2 op woensdag voor 12:00
uur het eindwerkstuk/verslag in te leveren en op vrijdag voor 18:00 uur het
reflectieverslag van BK4GR4. Houd daar dus rekening mee.
Studielastberekening BK4GR4:
5 ects x 28 uren = 140 uren
Colleges:
18 uren
Werkgroepen:
14 uren
Zelfstudie:
68 uren
Excursie:
40 uren
-25-
Weekschema en planning BK4GR4
Wk 3.6:
Maandag 1e en 2e uur: algemene introductie De Europese Metropool.
Maandag 3e en 4e uur: inleiding per Metropool, indeling van de werkgroepen,
kennismaken met docenten en de verdeling van de onderzoeksthema’s.
Maandag 5e t/m 8e uur: zelfstudie voor de opzet van de excursiegids per
thematische onderzoeksgroep en formeren van de redactie per werkgroep.
Dinsdag 1e t/m 4e uur: colleges Architectonische en Stedenbouwkundige
Basisbegrippen GR4-1.
Woensdag 1e t/m 8e uur: zelfstudie voor de opzet van de excursiegids per
thematische onderzoeksgroep. Om 14:00 opzet excursiegids per email
zenden aan de docent.
Donderdag 1e t/m 4e uur: werkgroep voor donderdaggroepen, anders
Donderdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Vrijdag 1e t/ 4e uur: werkgroep voor vrijdaggroepen, anders
Vrijdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Den Haag
-26-
Wk 3.7:
Maandag 1e en 2e uur: colleges per Metropool, toelichting op programma,
verdieping van de thema’s en algemene excursie informatie.
Maandag 3e en 4e uur: zelfstudie aan thematisch onderzoek.
Dinsdag 1e t/m 4e uur: colleges Architectonische en Stedenbouwkundige
Basisbegrippen GR4-2.
Woensdag 1e t/m 8e uur: zelfstudie voor de opzet van de excursiegids
per thematische onderzoeksgroep. Om 14:00 opzet abstracts van
thematisch onderzoek per email zenden aan de docent.
Donderdag 1e t/m 4e uur: werkgroep voor donderdaggroepen, anders
Donderdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Vrijdag 1e t/ 4e uur: werkgroep voor vrijdaggroepen, anders
Vrijdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Wk 3.8:
Maandag 1e en 2e uur: colleges per Metropool, nadere toelichting op reis /
verblijf / excursieprogramma en andere nuttige informatie.
Maandag 3e en 4e uur: zelfstudie aan thematisch onderzoek en excursiegids.
Dinsdag 1e t/m 4e uur: colleges Architectonische en Stedenbouwkundige
Basisbegrippen GR4-3. Woensdag 1e t/m 8e uur: zelfstudie voor de opzet
van de excursiegids per thematische onderzoeksgroep. Om 14:00 concept
complete excursiegids per email zenden aan de docent.
Donderdag 1e t/m 4e uur: werkgroep voor donderdaggroepen, anders
Donderdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Vrijdag 1e t/ 4e uur: werkgroep voor vrijdaggroepen, anders
Vrijdag 1e t/m 4e uur: zelfstudie aan excursiegids.
Vrijdag 17:00 de excursiegidsen zijn online geplaatst op Blackboard.
Wk 3.9:
De hele week excursie. Het kan zijn dat er al in het weekend voorafgaand
aan de maandag gereisd wordt en dat er in het weekend daarna terug
gereisd wordt. Verder wordt er verwezen naar de voorwaarden die staan
vermeld in het contract, dat je heb getekend mbt de buitenlandse excursie.
De Deltametropoolgroepen NL-BE gaan via een bepaald schema per dagdeel
een bezoek brengen aan: Amsterdam, Rotterdam, den Haag en Antwerpen.
Deelname verplicht, reiskosten en bijkomende kosten voor eigen rekening.
Wk 3.10:
Vrijdag voor 18:00 reflectieverslag per email aan de docent in pdf (max. 6MB)
-27-
Planning
werkgroepen
Rooster BK4GR4 donderdag
groepen met op donderdag werkgoepen
ma. 1
2
3
4
5
6
7
8
di.
1
2
3
4
5
6
7
8
wo. 1
2
3
4
5
6
7
8
do.
vr.
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
wk. 3.6
wk.3.8
Colleges per
Colleges per
Introductie
metropool
metropool
WG
Zst
Zst
Colleges
Colleges
Colleges
Arch en Arch en Arch en wk. 3.9
Excursie
wk. 3.10
Introductie
Zst
Stedbk
Stedbk
Stedbk
Basisbegr
Basisbegr
Basisbegr
Zst
Zst
Zst
14:00 mail
14:00 mail
14:00 mail
opzet gids
abstracts
concept gids
aan docent
aan docent
aan docent
Excursie
Excursie
Inleveren AC2
Zst
Reflectie
Verslag
Excursie
WG
WG
WG
exc gids
exc gids
exc gids
Reflectie
Verslag
gids
thema
gids
opzet
abstracts
definitief
Zst
Moskou
-28-
wk. 3.7
College
Zst
Zst
Excursie
Zst
Legenda
College
uren
college
18
WG
werkgroep 14
Zst
Zelfstudie
64
Excursie
Excursie
40
Zst
Reflectie
Verslag
Inleveren GR4
Inlevermoment GR4
136
AC2
Inleveren GR4
Inleveren AC2
Inlevermoment AC2
64
Planning
werkgroepen
Rooster BK4GR4 vrijdag
groepen met op vrijdag werkgoepen
ma. 1
2
3
4
5
6
7
8
di.
1
2
3
4
5
6
7
8
wo. 1
2
3
4
5
6
7
8
do.
vr.
wk. 3.6
wk. 3.7
wk.3.8
College
Colleges per
Colleges per
Introductie
metropool
metropool
WG
Zst
Zst
Colleges
Colleges
Colleges
Arch en Arch en Arch en wk. 3.9
Excursie
wk. 3.10
Introductie
Zst
Stedbk
Stedbk
Stedbk
Basisbegr
Basisbegr
Basisbegr
Zst
Zst
Zst
14:00 mail
14:00 mail
14:00 mail
opzet gids
abstracts
concept gids
aan docent
aan docent
aan docent
Excursie
Excursie
Inleveren AC2
Zst
Reflectie
Verslag
1
2
3
4
5
6
7
8
Zst
1
2
3
4
5
6
7
8
WG
WG
WG
exc gids
exc gids
exc gids
gids
thema
gids
opzet
abstracts
definitief
Zst
Zst
Excursie
Zst
Legenda
uren
Reflectie
Verslag
Excursie
College
college
18
WG
werkgroep 14
Zst
Zelfstudie
64
Excursie
Excursie
40
Zst
Reflectie
Verslag
Inleveren GR4
Inlevermoment GR4
136
AC2
Inleveren GR4
Inleveren AC2
64
Inlevermoment AC2
-29-
Contract buitenlandse excursie
Voorwaarden excursie Grondslagen 4
1. Hierbij teken ik, de student(e), voor het gebruik maken van de reis- en verblijfsopties die
mij naar en in de stad zijn aangeboden vanuit de faculteit. Hierbij bevestig ik dat ik niet op
eigen gelegenheid zal reizen of mijn eigen verblijf zal boeken.
2. Tijdens de excursie, in april 2014 in het kader van de bachelor module Grondslagen 4, is
de faculteit Bouwkunde noch de TU Delft verantwoordelijk voor de studenten. Ik, de
student(e), zal zelf verantwoordelijk zijn voor het aanmelden voor de collectieve
reisverzekering van de TU Delft of het afsluiten van een eigen reisverzekering. De faculteit
Bouwkunde en de TU Delft zijn niet aansprakelijk voor welke vorm van diefstal, verlies van
eigendommen of letsel dan ook.
3. De faculteit Bouwkunde is verantwoordelijk voor de invulling van het programma. Indien
er door onvoorziene omstandigheden niet kan worden voldaan aan het programma behoudt
de faculteit Bouwkunde zich het recht voor wijzigingen in het programma of het niet laten
doorgaan van een van de onderdelen.
4. Indien onderdelen van het programma komen te vervallen, heb ik, de student(e), niet het
recht op teruggave van het geld van de excursie.
5. Ik, de student(e), word verwacht aan alle activiteiten deel te nemen. Op tijd aanwezig zijn
en het participeren aan de activiteiten zijn mijn eigen verantwoordelijkheid.
6. Mocht men onverhoopt en met een legitieme reden toch niet in staat zijn om deel te
nemen aan de excursie dient dit uiterlijk een week van tevoren bekend worden gemaakt. Ik,
de student(e), zal hierbij geen geld geretourneerd krijgen. Mochten er last-minute boekingen
kunnen worden geannuleerd dan zullen deze kosten van het betaalde bedrag worden
afgehaald. De faculteit Bouwkunde is hierbij verantwoordelijk voor het annuleren.
Hiermee ga ik akkoord met alle bovengenoemde voorwaarden.
-30-
Naam:
Datum:
……………………………………
……………………………………
Studienummer:
Handtekening:
……………………………………
……………………………………
Aantekeningen
Mijn metropool:
.................................................................................
Werkgroep:
op donderdag
Mijn thema:
.................................................................................
Groepsgenoot 1:
.................................................................................
Emailadres 1:
.................................................................................
Telefoonummer 1:
.................................................................................
Groepsgenoot 2:
.................................................................................
Emailadres 2:
.................................................................................
Telefoonummer 2:
.................................................................................
Groepsgenoot 3:
.................................................................................
Emailadres 3:
.................................................................................
Telefoonummer 3:
.................................................................................
Naam docent:
.................................................................................
Emailadres docent:
.................................................................................
/ op vrijdag
Telefoonnummer docent:.............................................................................
Reisverzekering:
Het is mogelijk om onder de collectieve reisverzekering van de TU Delft te
vallen. Aanmelden gaat via OSIRIS, doe dit uiterlijk drie weken van te voren.
Het aanmelden via OSIRIS valt onder jullie eigen verantwoordelijkheid. Mocht
je zelf al een reisverzekering hebben afgesloten dan is deze handeling niet
verplicht. Voor meer informatie zie:
http://studenten.tudelft.nl/informatie/studie-en-loopbaan/studie-enstage-buitenland/stap-2-regelwerk/algemeen/verplichte-registratiecontactinformatie/verplichte-registratie-contactinformatie/
-31-
Rotterdam
-32-