Rapport - Landschapsbeheer Flevoland

Rapport
Lelystad, september 2014
J. Reinhold & B. Smeets
15 jaar bevermonitoring Flevoland:
26 jaar bevers in Flevoland
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Landschap verbindt
Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling,
beheer en behoud van een ecologisch waardevol
landschap met een streekeigen karakter, zowel in het
landelijk als stedelijk gebied.
Samen met bewoners, overheden en agrariërs zoekt
Landschapsbeheer naar kansen voor natuur en
landschap.
Burgerparticipatie
Landschapsbeheer stimuleert betrokkenheid van
bewoners bij de natuur en het landschap in de eigen
leefomgeving. Samen verantwoordelijk voor de inrichting
en het beheer van de eigen ‘achtertuin’.
Het werk van Landschapsbeheer Flevoland is onder te
verdelen in vier werkvelden :
Soortenbeheer
In het Flevolandse landschap horen tal van plant- en
diersoorten. De (tijdelijke) aanvullende maatregelen die
Landschapsbeheer uitvoert, dragen bij aan het realiseren
van een zelf functionerend ecosysteem.
Cultuurhistorie en Aardkunde
De geschiedenis van Flevoland heeft mens en landschap
bepaald. Om de eigen leefomgeving goed te begrijpen
speelt kennis van het ontstaan van het gebied een
belangrijke rol.
Landschap
Singels, laanbomen, bermen, dijken, dorpsbossen,
weilanden, akkers, stedelijk groen en groot open water
zijn dragers van het landschap. Beheer, behoud en
ontwikkeling van deze landschapselementen dragen bij
aan de beleving van ons landschap.
Titel
Auteur
Rapportnummer
Datum
Foto’s
: 15 jaar bevermonitoring Flevoland: 26 jaar bevers in Flevoland
: Reinhold, J. & B. Smeets
: LBF-2014-015
: september 2014
: Landschapsbeheer Flevoland tenzij anders vermeld
Landschapsbeheer Flevoland
Botter 14-03
8232 JP Lelystad
t: 0320-294939
e: [email protected]
www.landschapbeheer.net
-2-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
INHOUD
1. Introductie
…4
2. In het begin …. (voor 2000)
…5
3. Populatie-ontwikkeling
…7
4. Verspreiding door Flevoland
…9
5. Burchten in het landschap
..13
6. Eenmaal gevestigd, altijd gevestigd
..14
7. Dode bevers
..15
8. ‘Landschapper’ doet wat hij wil
..19
9. Berschermingsmaatregelen
..21
10. Inrichtingsmaatregelen speciaal voor de bever
..22
11. Bevers en toerisme
..24
12. Met dank aan de tellers (2000-2014)
..26
Literatuur
..27
-3-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
1. Introductie
Nadat in 1826 de laatste Nederlandse bever bij Zalk in de IJssel doodgeslagen werd zou het
meer dan 150 jaar duren voordat de bever weer terug zou komen in de Nederlandse wateren. In
1988 werden na lang beraad, de eerste plannen dateren immers al uit de jaren 50 van de vorige
eeuw, de eerste bevers uitgezet (Niewold, F., 1998). Dit gebeurde in de Biesbosch onder een
grote publieke belangstelling. Later volgden er bij- en uitzettingen in de Gelderse Poort (de NederRijn), in Limburg (maas en Roer), en recent in Drenthe en Groningen. Inmiddels is de populatie in
Nederland gegroeid tot ongeveer 500-600 dieren verspreid over grote delen van het land
(Kurstjens, G. & F. Niewold, 2011).
In Flevoland werd in 1988 een tweetal bevers in het Natuurpark in Lelystad gehuisvest
(Rosenberg, H., 1998). Deze bevers werden hier geplaatst zodat geïnteresseerden niet massaal
naar de Biesbosch zouden gaan. In Lelystad was hun levenswijze en gedrag goed zichtbaar voor
het publiek. Later werden er nog enkele bevers bij geplaatst en in 1990 ontsnapten de eerste
dieren. In het begin werden alle ontsnapte dieren terug gevangen maar op den duur was dit niet
meer haalbaar, de bevers bleven ontsnappen. Een aantal dieren is in die tijd ook doelbewust
uitgezet in de centrale plas binnen het natuurpark. Dit was het begin van de kolonisatie van
Flevoland door de bever.
Inmiddels zijn we 26 jaar verder en het gaat goed met de populatie bevers in Flevoland, jaarlijks
groeit het aantal bevers en het aantal burchten neemt toe.
Bevers worden steeds vaker gezien en hun graaf-, knaag- en geursporen worden op veel plekken
gevonden. Ondanks de groei van de populatie blijft de bever een beschermd dier. De groei van de
bever populatie heeft ook gevolgen voor de waterbeheerders, landbouwers en bestuurders in de
provincie. Zij worden geconfronteerd met het graaf- en knaagwerk of met de dammen die de
bevers aanleggen. Om een goede balans te vinden tussen ontwikkelingsmogelijkheden en
bescherming van de bever enerzijds en de belangen van de betrokkenen anderzijds, is het van
belang om de ontwikkeling van de populatie te gevolgen .
De ontwikkeling van het aantal bevers en de verspreiding van de bever in Flevoland wordt nu 15
jaar gecoördineerd door het Landschapsbeheer Flevoland en uitgevoerd door een groot aantal
vrijwilligers. Vrijwilligers struinen in de winter door het landschap om burchten te zoeken en in de
zomer wordt tweemaal bij de burcht gepost om het aantal bevers in de burcht te tellen.
De coördinatiekosten worden betaald door de groeigemeenten Almere en Lelystad en de
oeverbeheerders Waterschap Zuiderzeeland en Provincie Flevoland.
In die 15 jaar is er veel gebeurd met en voor de bever in Flevoland. Reden voor een terug- en
vooruitblik.
-4-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
2. In het begin… (periode voor 2000)
De bever kan goed uit de voeten in deltagebieden zoals Nederland: veel waterlopen in combinatie
met bomen langs de oever zijn aanwezig. Uit prehistorische vondsten bij het Cirkelbos bij Almere
blijkt dat duizenden jaren geleden al bevers in deze omgeving rondzwierven. Toen vond men hier
voornamelijk uitgestrekte rietvelden en moerasbossen waar de bever zich goed thuis gevoeld
moet hebben (Kerkhoven, A., 2000).
Nadat de Flevopolders droog gepompt waren en het land ingericht werd, bleef er een enorm,
moerassig gebied bestaan waar de natuur de “vrije” hand kreeg. Opnieuw ontstonden er
uitgestrekte moerassen en rietvelden, maar de bever was toen al jaren uitgestorven in Nederland
en er moest gewacht worden op de ‘introductie’ van de bever. Dit vond uiteindelijk plaats via het
Natuurpark Lelystad.
Figuur 1: In het Natuurpark Lelystad werden bevers sinds 1988 gefokt om bezoekers de kans te geven bevers te zien
maar ook om ze uit te zetten. In 2003 werden bevers richting Zaltbommel getransporteerd .
In de archief van het Natuurpark Lelystad schreef medewerker Gerrit Baaijens op 25 oktober
1988: “Aankomst bevers 2 stuks, een mannetje Vincent en een vrouwtje Driepoot.” Dit waren de
eerste bevers in deze provincie en het ging hen goed, reeds het volgende jaar (1989) werden er
jongen geboren. In oktober 1989 kwamen er opnieuw twee bevers uit de Elbe kolonie naar
Lelystad en in het voorjaar van 1990 concludeerden de dierenartsen dhr. Hoedemaker en dhr.
Klaver dat een van de bevers waarschijnlijk weer drachtig was. Deze jongen zijn in juni voor het
eerst gezien. De bevers wisten in de winter van 1990 al een weg uit hun omheinde gebied te
vinden door het graven van gangen onder het gaas door. Ook de extra maatregelen die nieuwe
uitbraken moesten verhinderen werkten niet afdoende.
-5-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Steeds weer werden er bevers buiten de omheining waargenomen en werden her en der in het
natuurpark bomen geveld. In de eerste jaren werd er alles aan gedaan om de ontsnapte bevers
terug te vangen.
In eerste instantie werden de bevers gehuisvest in een afgesloten gebied bij de Pater Davids
herten. Later werd een nieuw bevergebied aangelegd. Voor de aanleg van de geluidswal bij de A6
was veel grond nodig, deze werd bij het natuurpark weg gegraven zodat daar een mooi
plassengebiedje ontstond, uitermate geschikt voor de bevers. Incidenteel werd een bever in het
ottergebied ondergebracht en in de quarantaine schuur werden de bevers die op doortocht, of te
verzwakt, waren opgevangen. In deze schuur werd ook onderzoek gedaan naar de snelheid van
voedselopname en de vertering door bevers. Hiertoe werd speciaal een goot in de schuur
aangelegd omdat bevers alleen in het water poepen.
Het aantal bevers in het natuurpark neemt langzaam toe: er worden regelmatig jongen geboren.
Helaas sterven ook enkele jonge bevers door verdrinking onder het ijs tijdens strenge winters.
Door de uitbreiding van het aantal bevers werd het op een gegeven moment niet langer mogelijk
om alle ontsnapte dieren terug te vangen. Een aantal bevers werd ook doelbewust vrijgelaten in
de centrale plas van het Natuurpark en de ontsnapte jongen werden niet langer terug gevangen.
In 1996 werden twee “verse” Elbe-bevers uitgezet in het natuurpark om zo de genetische basis te
verstevigen (Anoniem, 1998).
De eerste meldingen van bevers buiten het natuurpark komen uit het Larserbos. Later volgden
ook meldingen in het Wisentbos bij Dronten en langzamerhand volgden waarnemingen op steeds
meer plaatsen in de provincie (Reinhold, J., 1999). De bevers zijn hun omzwervingen in de polder
begonnen.
-6-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
3. Populatieontwikkeling
Rond 23 juni en 23 juli wordt bij een beverburcht gepost van 20.00 uur totdat het donker wordt
(rond 22.30 uur). Genoteerd wordt het aantal volwassen, halfwassen en jongen, dat minimaal
aanwezig is. Het hoogste aantal per leeftijdsgroep van beide tellingen telt uiteindelijk in de
bepaling van het aantal dieren in de burcht. Een voorbeeld: in de teling van juni worden 2
volwassen, 0 subadulten en 0 jongen gezien; in juli zijn dit 1 volwassen, 1 subadult en 1 jong.
Deze locatie herbergt in het monitoringssysteem dus 2 volwassen dieren, 1 subadult en 1 jong.
Omdat de jongen vrijwel uitsluitend in juli gezien worden en jongen een relatief hoge sterftekans
hebben is voor het bepalen van de populatiegrootte alleen rekening gehouden met (sub)adulte
dieren. Daarmee volgt Landschapsbeheer veel andere monitoringssystemen in Nederland.
90
Getelde aantal (sub)adulte bevers en bewoonde burchten
in Flevoland
80
70
aantal
60
50
40
30
20
10
0
2000
2002
2004
2006
getelde bevers
2008
2010
2012
2014
bewoonde burchten
Figuur 2: Aantal getelde (sub)adulte bevers en bewoonde burchten per jaar.
In de winterperiode worden de burchten bezocht. Bekeken wordt of burchten nog bezet lijken:
worden er nog nieuwe takken opgebracht, lijkt het pad vanaf het water naar de burcht nog in
gebruik en/of zijn er nog verse vraatsporen in de buurt.
Zowel het aantal (sub)adulten bevers als het aantal bezette burchten per jaar lijken een S-curve
te vertonen: de eerste jaren een sterke groei die nu wat lijkt af te vlakken.
Het werkelijke aantal bevers dat in Flevoland rondzwemt is hoger dan de telling weergeeft.
Onderzoek toont aan dat vier tellingen van de burchten een betere beeld geeft van het aantal
bevers in de burcht. Daarnaast worden bevers gemist die niet in een burcht zitten (hol of leger).
Dit zijn o.a. subadulten die net het territorium van de ouders hebben verlaten of dieren die in de
zomer geen sterke binding hoeven te hebben met een burcht (bijv. geen jongen).
Daarnaast wordt het ook steeds moeilijker om de nieuwe burchten te vinden. In de beginjaren
gaven knaagsporen vaak aan dat er een nieuwe burcht moest zijn omdat in de wijde omgeving
-7-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
geen burcht bekend was. Nu is er bijna altijd wel een burcht binnen een straal van 2 km bekend
en is de kans dat de gevonden sporen behoren tot een bekende burcht groot. Het wordt dus
steeds onduidelijker dat er een nieuwe burcht aanwezig moet zijn.
Sinds 2000 wordt er daarom een correctiefactor gebruikt om het totale aantal bevers in
Flevoland te behalen. Uitgegaan wordt dat er twee keer zoveel bevers zijn dan geteld. Voor 2014
komt dat neer op 152 bever.
Ook aan de hand van het aantal bezette burchten wordt een berekening gemaakt van het aantal
bever: Uitgegaan wordt van 3 bevers per burcht. Voor 2014 zou dat betekenen dat er 153 bevers
zijn. Een schatting van 150 bevers lijkt dus reëel.
De groei van de beverpopulatie neemt langzaam af en het verspreidingspatroon geeft aan dat de
soort inbreit. De populatie begint aan zijn maximum te komen. Voor Oostelijk en Zuidelijk
Flevoland lijkt de grens bij ongeveer 200 te gaan liggen. In de Noordoostpolder leven op dit
moment nog geen bevers. Daar zijn nog wel geringe uitbreidingsmogelijkheden.
Figuur 3: De geboorte van jonge bevers zorgt voor de groei van de Flevolandse beverpopulatie.
-8-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
4. Verspreiding door Flevoland
Figuur 4: Verspreiding van bezette beverburchten in de periode 2000-2014
In 2000 was de populatie bevers al 10 jaar in Flevoland aanwezig en hadden de dieren zich
vooral via de Lage Vaart richting Almere uitgebreid. Van de periode 1991-2000 zijn vestigingen
bekend van de Larserbos, Wisentbos, Zuigerplasbos en Horsterwold: locaties die in 2000 niet
meer bezet waren.
-9-
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Belevenissen van een beverteller: Michiel
Ik vraag me wel eens af of ik bevers tel of dat ik ze stalk.
Waarschijnlijk lijkt het soms wel op stalken. Ruim voor schemering neem ik positie in bij een burcht, observeer daar
de omgeving. Ik bedenk waar ik verwacht dat de bever boven komt als hij/zij de burcht verlaat en welke kant de
bever dan op zal gaan. Hele theorieën, en die bever die doet gewoon wat ie zelf wil.
Heel wat avonden heb ik al aan de waterkant gezeten. Het liefst in een kano op het water. Je kunt dan mooi langs de
oevers kijken, hebt het beste overzicht en je kunt redelijk eenvoudig zicht op een burcht krijgen. Nog een voordeel
is dat er een bankje in zit, wat toch lekkerder zit dan de brandnetels en distels die je vaak op oevers vind. Maar in
Flevoland is genoeg variatie in burcht locaties om ook vanaf de kant soms goed te kunnen spotten.
Ik ben een groot voorstander van vroeg op de telplek zijn. Vooral op stille plekjes (natuurgebieden,
industrieterreinen) zijn bevers soms verhipte vroeg wakker. Kom je hartje zomer aan op je telplek, denk je vroeg te
zijn, zwemt er al voor 19:00 een bever voorbij. Dat beest verdween toen uit beeld, om pas twee uur later weer even
terug te komen. Sommige avonden kun je uren wachten voor een glimp van één bever, soms heb je mazzel en soms
denk je dat je gek wordt. Ik kan me nog goed een avond in het Wilgenbos herinneren. Stuk voor stuk vertrekken er
bevers vanuit de burcht, bij bever vier denk je dat je mazzel hebt, bij bever vijf kan je avond niet meer stuk. Bij
nummer zes begin je je achter je oren te krabben en bij bever zeven weet je zeker dat je gek bent geworden. Vijf
bevers uit de burcht aan de plas en twee van bovenstuws. Maar ja, een erg onwaarschijnlijk aantal. Hier toch nog
maar twee keer gaan tellen (die avonden vier en vijf beesten bij de burcht gezien).
Mijn favoriete momenten zijn toch als er baby bevers te zien zijn. De eerste baby bever die ik zag was op een van
mijn eerste solo telavonden, in de kano op een verlaten industrieterrein. Ook hier dacht ik vroeg te zijn en had een
plekje ingenomen op veilige afstand van de burcht. Vol aandacht voor de burcht had ik niet verwacht dat de eerste
bever van achter me zou komen aanzwemmen. We zagen elkaar gelijktijdig. Een gigantisch beest met monsterlijke
tanden dat met een tak aan komt slepen versus de eenzame beverteller in een kano van slechts een dun laagje
kunststof. Dat was schrikken, voor allebei. De bever petste met z'n staart op het water en schoot onder water
terug naar waar hij vandaan gekomen was, de beverteller verplaatste de kano toch maar even naar het stuk
watergang voorbij de burcht. Nadat we beide van de schrik bijgekomen waren zwom de bever uiterst voorzichtig
naar de burcht om geruime tijd uit beeld te blijven. Volwassen bevers zijn meestal uiterst behoedzaam bij het
verlaten van de burcht, de jongen zijn nog totaal onbevangen. De ouder beesten verkennen de omgeving en als het
OK is mogen de jongen naar buiten. In dit geval bleven de ouders rondjes zwemmen terwijl de baby’s eens even
gingen verkennen wat dat rare groene ding nu was dat op het water dreef. Baby bever bleef netjes tussen het riet
op zo'n drie meter van me vandaan naar me liggen staren. Super! Maar ja, voor zo'n peuter natuurlijk hartstikke
saai, dus snel weer terug naar de burcht om met broertje/zusje te spelen. Niet veel later vertrokken papa bever en
mama bever elk met een baby’tje een eigen kant op. Eén stel langs de kano, en één stel in de richting waar ik nog
langs moest om weer bij de 'uitgang' te komen. En ja, als het donker is en de muggen je vinden wordt het toch tijd
om de kano weer op het dak van de auto vast te knopen. Sorry volwassen bever, het was niet mijn bedoeling om je in
het donker de stuipen op het lijf te jagen, zie het als een wijze les voor baby bevertje: mensen in kano's zijn best
eng (als je ze niet op tijd aan ziet komen).
In 2009 telde ik voor het eerst. Het magische beest intrigeerde me meteen enorm. In de winter 2009/2010
struinde ik voor het eerst langs de waterkant op zoek naar sporen en nieuwe burchten. In het gebied tussen de
bekende burchten zijn bevers in alle watergangen al wel geweest. De beste plekken zijn bewoond en ook de wat
mindere plekken worden ingenomen. Oude verlaten burchten worden soms jaren later weer in gebruik genomen.
Ondertussen vinden we bevers op plekken waar we ze nooit gezocht zouden hebben, maar net zo goed verdwijnen ze
van plekken waar ze het al jaren goed deden. Bevers blijven mooie mysterieuze beestjes. Door hun
aantrekkingskracht zit ik nu vele avonden achter elkaar buiten, ik wil weten hoeveel bevers er in 'mijn' burchten
wonen. En ja, als je veel burchten al eens hebt bezocht dan moet je er een jaar later weer een heleboel bezoeken.
Het is dan mooi om te zien dat de jongen van het jaar ervoor er nu een maatje groter nog steeds rondzwemmen. Dat
ze nog steeds samen ravotten en ja, dat sommigen toch nog steeds erg nieuwsgierig zijn. Mooie beestjes.
En tja, dat stalken: met een verrekijker en een camera op de loer liggen, leg dat maar eens uit...
- 10 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
In 2000 is Landschapsbeheer Flevoland gestart met de monitoring van de bevers en is de
vestiging van de bever gedocumenteerd. Jaarlijks werden bestaande burchtlocaties gecontroleerd
op verse sporen van de bever (winterperiode) en werden in de zomer tellingen gedaan bij bezette
burchten. Op basis van beide methoden werd bepaald of een burcht al dan niet bezet is.
Figuur 5: Bevertellen gebeurt vooral vanaf de oever. Riet bemoeilijkt vaak het zicht maar de tellers zijn creatief zoals
hier in 2013 nabij de Prehistorische Nederzetting Lelystad
Belevenissen van een beverteller: Marijke
In het Natuurpark is de bereikbaarheid en het zicht op de burcht makkelijk vanaf de oever, een pad of
brug. Het tellen begint vanaf 20.00 uur tot donker. Hoe laat de bevers hun burcht verlaten om te
ontbijten, is wisselend. Zij kunnen, net als de mensen, zich nog even omdraaien en nog een uurtje langer
blijven liggen! En wij maar wachten! Toch worden er op de meeste posten bevers gezien.
In andere gebieden in Flevoland valt het tellen niet mee. De burchten liggen vaak op moeilijk bereikbare
plekken op oevers met menshoge brandnetel, riet, struiken enz. Dat is de reden, dat er ook gemonitord
wordt met een boot en kano.
Zo ben ik dus al diverse keren mee geweest met Michiel in het buitengebied; heel relaxed in een 2persoons kano met fluistermotor, maar ook werd ik “in het diepe” gegooid op een avond in een wiebelige 1persoons kano op de Hoge Vaart. Het eerste uur zat ik met dicht geknepen billen, er was wind en
passerende boten zorgden voor hoge golven.
Een andere avond voeren we vanuit de Lage Vaart naar de Reigerplas. Al direct na de brug hoorden we een
flinke plons en een volwassen bever zwom recht op ons af. “Hij gaat ons rammen” dacht ik met schrik,
maar hij klapte met de staart op het water, zwom onder de kano door – je kunt dit mooi volgen door de
omhoog komende luchtbellen – kwam vlakbij boven water en sloeg nog enkele keren de spetters in het
rond. Deze bever was het duidelijk niet eens met ons bezoek; we voeren te dichtbij zijn burcht of er zat
een jong in de buurt. Door de overhangende takken zagen wij het niet. Dit zijn van die spannende avonden
het geweldige momenten, die ik niet snel zal vergeten en niet zou willen missen!
- 11 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
De uitbreiding van bever in Flevoland vertoont een patroon van vestiging over grote afstanden
waarna inbreiden van territoria plaatsvindt: de bever is al jaren aanwezig in het gebied LelystadAlmere-Zeewolde. In een periode 2003-2012 is het aantal burchten gestegen van 12 naar 45
maar verzette de bever nauwelijks nieuwe gebieden. Pas na 2013 lijkt de bever zich
noordwestelijk van de Larservaart zich uit te breiden en zijn er bevers nabij Dronten,
Biddinghuizen en Ketelmeer. Vestiging van bevers langs de IJssel in 2005 zou gezien de manier
waarop de bever zich vestigt goed een bever afkomstig uit Flevoland kunnen zijn.
Figuur 6 Beverteller Jan Vellinga aquarelleert zijn belevenissen (http://janvellinga.weebly.com)
- 12 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
5. Burchten in het landschap
Bevers vestigen zich bewust in het landschap. Een burcht ligt niet op een willekeurige plaats
langs de oever. Voor de bever zijn een paar zaken interessant als vestigingsplaats:
 Een boom op de oever waaronder de burcht gevestigd kan worden
 Een eiland of schiereiland waarop een burcht gevestigd kan worden
 Een kruispunt zodat dieren meerdere waterwegen kunnen benutten
Zo’n 91% van alle beschreven beverburchten (N=97) wordt gekarakteriseerd door een of
meerdere van bovenstaande kenmerken. Slechts 9 % van alle bevers vestigt zich op een oever
zonder dat er een boom op die oever staat, of dat er een (schier)eiland is of heel dicht bij een
kruispunt van watergangen. Van die 9% zijn er 6 maar een of twee jaar bezet geweest: slechts 3
van deze burchten zijn anno 2014 nog bezet.
Dat bomen een belangrijke rol spelen bij de vestiging van een beverburcht in het Flevolandse
landschap laat een vergelijk tussen bewoonde en verlate beverburchten zien. Het aantal
voedselbomen 60 meter rondom een burcht is lager bij een verlate burcht dan bij een bewoonde.
De aanwezigheid van wintervoedsel is dus bepalend voor de langdurige vestiging van een burcht
(de Beer & de Groot Boersma, 2012).
Dat een burcht op of in de directe omgeving van een kruispunt van waterwegen ligt, betekent dat
het aantal kilometers oever in een straal van 1 km rondom de burcht relatief hoog is. In een
vergelijking tussen verlate en bewoonde beverburchtlocaties blijkt dat bezette beverburchten zo’n
8 km oever in een straal van 1 km hebben terwijl verlate beverburchtlocaties slechts 6 km
oeverlengte hebben ( Kleppe et al, 2012).
Figuur 7: Beverburchten liggen bij voorkeur in een boomrijke omgeving, op een (schier eiland en/of nabij een
kruising van watergangen.
- 13 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
6. Eenmaal gevestigd, altijd gevestigd
Bevers zijn trouw aan een beverburchtlocatie: als een burcht eenmaal gevestigd is kan de burcht
jaren achtereen gebruikt worden. Omdat het aantal burchtlocaties in de loop van de 15 jaar sterk
gestegen is verschilt het aantal burchtlocaties die 15 jaar oud zouden kunnen zijn, sterk met het
aantal locaties die slechts een jaar in gebruik zouden kunnen zijn.
Vandaar dat een relatieve maat gebruikt is om iets over de burchttrouw te zeggen. De relatieve
Burchttrouw =aantal burchten dat x jaar in gebruik is / aantal burchtlocaties dat in bekend was in
de periode 2000 -(2014-x+1).
Van de 9 burchten die in 2000 in gebruik waren is er dus 1 die nog steeds in gebruik is en van de
9 bekende burchtlocaties van 2001 zijn er nog steeds 3 in gebruik. Van de 95
beverburchtlocaties die we tot en met 2014 in de loop der jaren hebben gevonden waren er 27
gedurende slechts 1 jaar in gebruik.
De lineaire regressie (zwarte lijn) laat zien dat het verloop van de burchttrouw gedurende alle
leeftijdscategorieën slechts langzaam daalt. M.a.w. bevers verlaten hun burchtlocatie niet graag.
burchttrouw
0,35
0,30
0,25
mate van burchttrouw
0,20
Lineair (mate van burchttrouw)
0,15
0,10
0,05
0,00
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15
Figuur 8: De 'burchttrouw' van de bever, gecoorigeerd naar het aantal burchten dat beschikbaar is.
- 14 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
7. Dode bevers
Met de groei van de populatie, worden er ook meer dode
bevers gevonden. Het betreft in grote lijnen twee
categorieën: dieren die dood in het water drijven en
verkeersslachtoffers.
De doodsoorzaak van de dieren die dood in het water
gevonden is vaak specialistenwerk. Onderzoek naar de
doodsoorzaak werd in de beginperiode uitgezocht door
Alterra en dieren werden na vondst dus naar Wageningen
getransporteerd. Bijtwonden van andere bevers en
virussen die indicatief zijn voor stress werden toen
geregeld gevonden, maar ook beschadigingen aan de
huid (door scheepsschroeven) werden gevonden.
Het aantal dode bevers neemt in Nederland echter zo toe
dat nader onderzoek naar doodsoorzaken niet meer
plaatsvindt.
Rond 2001 leidde de dood van een
bever tot de nodige commotie in
Almere. In de Lage Vaart was de
brandweer uitgerukt om een dode
bever uit het water te halen. Het dier
werd in een lijkenzak gestopt en langs
de kant van de weg gelegd. Vervolgens
reden de hulpdienst weg.
Buurtbewoners die het geheel vanaf
hun flat hadden gevolgd dachten dat
een menselijk lijk onbewust vergeten
was en belde in paniek weer de politie.
Het dier is uiteindelijk door een
natuurbeheerorganisatie afgevoerd.
doodsoorzaak
14
12
10
8
dood in water
6
verkeer
4
2
0
dood in water
verkeer
Figuur 9: Doodsoorzaak van gevonden dode bevers in Flevoland 2006-2014 (N=21)
Verkeersslachtoffers komen door de groeiende populatie ook steeds vaker voor. Het gebeurt op
locaties waar waterwegen en autowegen elkaar kruisen. Het aantal dieren dat dood gevonden is
in het water of langs de weg ontloopt elkaar nauwelijks (figuur)
Dode bevers door het jaar heen
Dode bevers worden niet gelijkmatig over het jaar gevonden. In de winterperiode lijken er meer
dieren gevonden te worden. Strenge winters kunnen de oorzaak zijn van het hoge aantal dode
dieren in januari-maart. In april-juni worden de jongen geboren en gezoogd zodat de dieren
(wellicht) dichter bij huis blijven.
- 15 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
4
3
verkeer
2
dood in water
1
0
jan feb maa apr mei juni juli aug sep okt nov dec
Figuur 10: Aantal dode bevers in Flevoland verspreid over het jaar (2006-2014)
Figuur 11: Door de groei van de populatie bevers neemt ook het aantal verkeerslachtoffers toe. In 2014 werden vier
dieren dood op de weg gevonden. Op de foto het slachtoffer bij de Bemerbergweg (juli 2013).
- 16 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Figuur 12: Dode bever drijvend in de Noorderplassen in april 2007.
In het vijzelgemaal bij het Zuigerplasbos in Lelystad was op 20 augustus 2013 een
bever bovenstrooms in het gemaal terechtgekomen. De kanten langs de vijzel waren
echter zo glad dat het dier nooit meer zonder hulp komen kon komen. Met wat steun
van een schepnet kon het dier bevrijd worden en uiteindelijk is het gemaal
aangepast: dieren die er nu in terechtkomen kunnen zelfstandig er weer uitkruipen
- 17 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
8. ‘Landschapsbeheerder’ doet wat hij wil
Bevers staan bekend om hun invloed op het landschap. Vooral het omknagen van bomen in de
directe omgeving van de waterkant heeft een grote impact: daar waar spontaan bos zich zou
ontwikkelen kunnen bevers een grazige vegetatie realiseren.
Maar ook de bouw van dammen kan bovenstrooms grote gevolgen hebben. Uit studies uit
Amerika blijft dat de dammen grote oppervlaktes land onder water kan zetten en grote
oppervlaktes bos verzuipen: ook hier ontwikkelt zich een grazige vegetatie. Voor de biodiversiteit
van deze grote uniforme bossen heeft de invloed van de bever een groot effect.
Bomen omknagen
In Flevoland is de impact minder groot maar
zeker het omknagen van bomen aan de
waterkant is zichtbaar aanwezig. Opvallend zijn
de verschillen per beverfamilie. De ene familie
knaagt vrij systematisch alle bomen ver tot zelfs
50 meter van de waterkant, terwijl bij andere
burchten nauwelijks knaagsporen aan de
bomen te vinden is.
Ook de voorkeur van de bevers voor bepaalde
bomen is duidelijk zichtbaar: wilgen, abelen,
populieren en hazelaar aan de waterkant
worden sterk aangepakt. Es en els worden veel
minder graag gegeten. In gebieden met veel
bevers zijn het dan ook deze boomsoorten die
nog lang in de oever blijven staan.
Figuur 13: Bevers kunnen lokaal een grote invloed hebben op het
Voor de eigenaar van bomen binnen een straal landschap.
van 10 meter van de waterkant kan het knagen
vervelend uitpakken. Bomen die een beheerder graag behoud moeten daarom tegen de bever
beschermd worden. Het aanbrengen van gaas rondom de boom kan goed helpen en wordt in
Flevoland veelvuldig toegepast.
De gemeente Almere werd ook geconfronteerd met grootschalige vraat aan grote abelen. Zij heeft
gaas aangebracht maar ook het publiek geïnformeerd middels bebording.
- 18 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Figuur 14: Speciale communicatie richting gebruikers van fietspad in Almere (nov. 2011)
Dammenbouw in Flevoland
Dat bevers in Flevoland dammen zouden gaan bouwen leek jaren onwaarschijnlijk omdat
daarvoor stromend water noodzakelijk is en de bevers zich vooral vestigen aan de brede vaarten
met nauwelijks een peilverschil. Met de groei van de populatie gaan bevers zich ook in gebieden
vestigen die op het eerste gezicht minder gunstig zijn (erg ondiep water, weinig bomen aan de
oever). De kunst van het dammenbouwen zorgt ervoor dat de flexibele bever ook minder gunstige
gebieden kan benutten: het is een kwestie van naar je eigen hand zetten. Door de dammen komt
er dieper water beschikbaar.
Anno 2014 is duidelijk dat ook in Flevoland de bever onregelmatig een dam in een water bouwt.
Voorwaarde is dat het water stroomt en dat de waterloop maximaal enkele meters breed is.
Op dit moment zijn 4 locaties bekend waar de bever ooit een dam gebouwd heeft:
 Cirkelbos Almere
 Duwweg Almere
 Kwelsloot A6 Lelystad
 Knarbos-West Zeewolde
Alleen bij het Knarbos-West leverde de opstuwende werking van de dam bovenstrooms geen
problemen op zodat dit de enige dam is waar geen maatregelen genomen zijn.
In het Cirkelbos is de dam regelmatig verwijderd door de terreinbeheerder en aangrenzende
agrariër, bij de Duwweg is de afwatering gewijzigd door het Waterschap en bij de A6 is de dam
verwijderd na inspectie op de aanwezigheid van de bever.
- 19 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Figuur 15: Dammenbouw Duwweg 2014
Figuur 16: Dammenbouw Cirkelbos 2011
- 20 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
9. Beschermingsmaatregelen
Bescherming van burchten.
De bevertelling in Flevoland is gestart vanwege schade aan de beverburchten door
werkzaamheden aan de oever. Oeverbeheerders bleken in 2000 geen idee te hebben waar langs
de oever de bever een burcht gemaakt had. Reden voor Landschapsbeheer Flevoland om de
bevertelling te coördineren.
Oeverbeheerders als Waterschap Zuiderzeeland, Provincie Flevoland, en groeigemeentes als
Almere en Lelystad zagen al snel de winst van deze telling en financieren de coördinatie van de
bevertelling. Als tegenprestatie krijgen ze jaarlijks een overzicht met de ligging van de burchten
en welke burchten nog in gebruik zijn. Daarna krijgen zij gevraagd (en ongevraagd) advies over
het beheer of herinrichting van de oever.
Bescherming via beverprotocol.
Dankzij de Flora en Faunawet zijn oeverbeheerders en anderen bewuster geworden voor de
bescherming van de bever. Er is nagedacht hoe het beheer vormgegeven kon worden zonder
schade aan de bever toe te brengen. In 2009 heeft het waterschap Zuiderzeeland bestuurlijk
haar werkwijze vastgelegd in een beverprotocol (Hokken & Wolfs, 2009).
Bescherming via soortenstandaard bever.
Juridisch is het lastiger om het beheer van de oever in relatie tot de bever vast te leggen. Sinds
2012 is er een Soortenstandaard Bever die behulpzaam kan zijn bij het vaststellen van de manier
waarop beheer op en rond beverleefgebied zonder verstoring plaats kan vinden. Ervaringen van
Flevoland zijn in dit document meegenomen.
Het gaat toch nog wel een fout: beheer is mensenwerk
Ondanks het feit dat de bever op papier goed beschermd is gaat het wel eens fout. In de periode
2000-2014 is bekend dat twee beverburchten beschadigd werden bij het verwijderen van bomen
langs de oever, eenmaal werd een dikke laag bagger op de burcht gegooid, en eenmaal werd de
oever te dicht bij een burcht geklepeld.
In de meeste gevallen is proces verbaal opgemaakt, maar of het OM daadwerkelijk tot vervolging
is overgegaan is onbekend.
Figuur 17: Baggerspecie gedumpt op beverburcht, Almere
- 21 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
10. Inrichtingsmaatregelen speciaal voor de bever
In 2000 waren tal van oevers van de grote vaarten in Flevoland voorzien van damwanden of
zetsteen. Oevers waar bevers geen burcht konden maken. Toch leken deze watergangen de
meeste kans voor de bever te hebben vanwege de aanwezigheid van bomen op de oever en een
grote waterdiepte. Landschapsbeheer Flevoland was dan ook een groot voorstander van het
ontwikkelen van ‘bevervriendelijke’ oevers.
De eerste mogelijkheid deed zich voor in 2002 toen de oevers van de Hoge Vaart heringericht
werden. De Provincie Flevoland gaf aan kansen te zien voor bevervriendelijke oevers maar
hadden geen idee hoe die te realiseren. Reden om het rapport ‘Een oever voor de bever’ te
schrijven (Reinhold, 2002). Deze oevers zijn in 2003 gerealiseerd en werden enkele jaren later
wel gebruikt als makkelijk in- en uitgang maar nooit om een burcht te vestigen. Nabij een van
deze bevervriendelijke oevers is uiteindelijk wel een burcht verschenen.
Figuur 18: Eerste bevervriendelijke oever verscheen in 2003 aan de Hoge Vaart. Enkele jaren (inzet) later wel vraat
aan opgekomen wilgen maar geen burcht.
- 22 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Na 2003 verschenen er op tal van plaatsen natuurvriendelijke oevers met kansen voor de bever.
Was de oeverbeheerder in 2003 nog wat benauwd om de damwanden geheel te verwijderen,
anno 2014 zijn veel damwanden nu 50 cm onder de waterlijn gedrukt en tussen de onderwater
gelegen damwand en het land is een natuurlijke oever ontstaan. Soms zijn deze oevers heel
flauw maar lokaal zijn ook hele steile oevers gemaakt. Deze lokaties zijn voor de bever het meest
interessant zoals de vestiging van de bever op de kruising Lage Vaart-Gelders Diep- Ostervaart in
Lelystad demonstreert.
Na 2008 worden de natuurvriendelijke oevers langs de vaarten nog robuuster. Kreken en
eilanden in de vaarten worden gegraven. Er gunstig voor de bever maar ook voor tal van andere
water gebonden soorten als ijsvogel en otter.
Figuur 19: In 2008 is nabij Biddinghuizen grenzend aan de Hoge Vaart een ‘kreek’ gegraven waar bever en ijsvogel
kansen krijgen om zich te vestigen.
- 23 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
11. Bevers en toerisme
Met de komst van de aaibare bever is het aantrekkelijk geworden om recreatievormen aan te
bieden waar bevers een rol in spelen. De laatste vijf jaar zijn het vooral de natuurterreineigenaren
Het Flevo-landschap en Staatsbosbeheer die boottochten aanbieden onder de noemer
bevertochten of beversafari. Deze excursies krijgen veel aanmeldingen.
Figuur 20: Beversafari Staatsbosbeheer nabij de Kemphaan Almere 2014 (foto internet)
- 24 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Justin de Bever strandde in de winter van 2012-2013 in een wak op een industrieterrein in Lelystad.
Wat verzwakt zag het dier geen kans om verder te trekken. Het dier werd hier dagelijks
bijgevoerd met verse wilgentakken en kon zo aansterken. Zijn populariteit steeg snel toen Omroep
Flevoland Justin de Bever een eigen facebookpagina gaf. Veel mensen gingen even een kijkje nemen.
Bij de eerste dooi is Justin snel weer verder getrokken.
Figuur 21: Wim de Boer, werkzaam bij Karmac, regelde in 2008 voor de bevertellers een kano.
- 25 -
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
12. Met dank aan de tellers 2000-2014
Addy de Leeuw
Afke Hoekstra
Albin Hunia
Alfred Gabeler
André Rijsdorp
André Wolfs
Anita Westers
Anja Berg
Anne de Haan
Annemiek Eggenhuizen
Annemieke Drok
Ans Leegerstee
Anton van Riel
Arda van der Lee
Arie Roos
Bart Smeets
Ben Sleeghs
Bep Tiemersma-Mil
Berry van Elst
Bert Zijlstra
Bianca Weeda
Bob Fenthur
Carina Dijkhuis
Claudia Kiewiet
Corina Luiten
Corina Topper
Daouda Kessels
Dieuwke Donders
Diny Hermsen
Dirk de Boer
Dorine van der Heide
Durk Venema
Ed de la Chambre
Egbert van Wijhe
Ellen Molhoek
Els Leen
Elsa Brokkelkamp
Elske Joor
Emiel Hemels
Erwin Berendse
Erwin Hollander
familie van Dijk
Francien Vuijster
Francine Hartog
Frank Böinck
Frank Korver
Frans Veldhuis
Freek Niewold
Froukje Sikking
Geert Gielen
Geert Smit
Ger Klijnstra
Gerrit Visscher
Gijs Verbraak
Gré ter Woord
Han Hatenboer
Hans Duijn
Herman Hake
Hester Hinrichs
Hilde de Meris
Ijsbrand Zwart
Ineke Touber
Ingrid van den Berg
Jan Bart Sloothaak
Jan Bruijn
Jan Harder
Jan Houtkamp
Jan Nagel
Jan van der Berg
Jan Vellinga
Jan Verbraaken
Jan Winkels
Janien Kamps
Jeroen Reinhold
Jessica Kips
Jim Hellema
Johan de Muynck
Johan Walsma
John Dinsbach
John Post
Jos Donders
Jos Rutten
Jozien de Hamer
Kees de Jong
Kees de Pater
Kees Groot
Kees Heuff
Kees Steenbergen
Klasien Sleeghs
Kristel van Biesen
Lars Luijten
Lenie de Wilde
Lia Hendriks
Liesbeth Donders
Linda de Boer
Loes Aukema
Louise Wispelaar
Mans Aukema
Marcel van der Weijden
Marcel Winkels
- 26 -
Marga Holierhoek
Margriet Brouwer
Marianne van Oostrum
Marijke Verbraaken
Mark Witteman
Martin Kroese
Matt Heater
Mayke Bergmans
Merijn van Leeuwen
Michelle de la Haye
Michiel Oudendijk
Mike Lankreijer
Miranda Berghuis
Mireille Pijpers
Nico Dijkshoorn
Olga Stoker
Onno Korver
Paul Böhre
Paul Wegener
Peter Ponsteen
Petra Bambacht
Petra Borsch
Piet Kessels
Pieter Wielinga
Pim Julsing
Quint Dijkhuis
Ria Heemskerk
Ria van der Bend
Rik van de Starre
Rita Heater
Rob ter Haar
Rob van Swieten
Robert Kroese
Ruben Kluit
Simone van de Bogaert
Sylivia Heijman
Taco Leeman
Thea Overeem
Timothee Jager
Tom Nauta
Ton Eggenhuizen
Tonia Nales
Vanessa Hemrika
Vilmar Dijkstra
Wiebren Engelsma
Willeke Verhoeven
Willie Hakvoort-Brouwer
Wim de Boer
Wim van Assen
15 jaar bevermonitoring Flevoland
Landschapsbeheer Flevoland
Literatuur
Anoniem, 1998, Nieuwe genen in Flevoland! In: Castor 4
Beer, C. de & A. de Groot Boersma, 2012. Habitatpotentie van de bever (Castor fiber) in Flevoland.
- Rapport Hogeschool van Utrecht
Bend, R. van der & J. Reinhold. 2003. Bevertelling 2003. – rapport LBF-2003-004
Landschapsbeheer Flevoland
Heemskerk, R. & J. Reinhold, 2010. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2010
- rapport landschapsbeheer LBF-2010 -009
Heemskerk, R. & J. Reinhold, 2011. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2011
- rapport landschapsbeheer LBF-2011 -009
Hokken, M. & M. Wolfs. 2009. Beverprotocol: Protocol voor de bever (Castor fiber) als uitwerking
Flora en faunawet. Rapport waterschap Zuiderzeeland
Kerkhoven, A., 2000. De grootste prehistorische visweer van Europa bij Emmeloord. Cultuurhistorisch
tijdschrift voor Flevoland 40e jaargang nr. 3
Kleppe, R., O. Korver & M. Oomens, 2012. Welke factoren bepalen de locatie van een beverburcht?
–Rapport CAH Vilentum
Kurstjens, G. & F. Niewold, 2011. De verwachte ontwikkelingen van de beverpopulatie in Nederland:
naar een bevermanagement
Ministerie van Economische Zaken, 2012, Soortenstandaard bever (Castor fiber). –uitgave Ministerie EZ.
Niewold, F., 1998. Naar een duurzame Nederlandse beverpopulatie; voorstel ter ondersteuning van
een derde kernpopulatie in het voormalige Zuiderzeegebied).
Niewold, F.J.J.& G.J.D.M. Müskens, 2000. Perspectief van de bever in Nederland. - rapport Alterra -159
Reinhold, J.O., 1999. Flevoland-Beverland. In: Natuur in Flevoland. -Uitgave ter gelegenheid 25 jaar
bestaan KNNV-Lelystad: 20-21.
Reinhold, J., 2000. Bevertelling 2000. –Rapport Landschapsbeheer/beverwerkgroep Nederland
Reinhold, J., 2001. Bevertelling 2001. –Rapport Landschapsbeheer/beverwerkgroep Nederland
Reinhold, J., 2002. Bevertelling Flevoland 2002. –Rapport Landschapsbeheer/beverwerkgroep Nederland
Reinhold, J., 2002. Een oever voor de bever. –rapport Landschapsbeheer Flevoland
Reinhold, J., 2003. The beaver (Castor fiber) in Flevoland, The Netherlands- Lutra 46/2: 135-138
Reinhold, J., 2004. Bevertelling Flevoland 2004. –Rapport Landschapsbeheer LBF-2004-013
Reinhold, J., 2005. Bevertelling Flevoland 2005. –Rapport Landschapsbeheer LBF-2005-007
Reinhold, J., 2006. Bevertelling Flevoland 2006. –Rapport Landschapsbeheer LBF-2006-010
Reinhold, J., 2007. Bevertelling Flevoland 2007. –Rapport Landschapsbeheer LBF-2007-012
Reinhold, J., 2008. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2008 – rapport Landschapsbeheer
LBF-2008-001
Reinhold, J. , 2009. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2009- rapport Landschapsbeheer
LBF-2009-004
Reinhold, J., 2009.Bevers zijn booming ; ontsnapte bevers succesvol in de Flevolandse polder.
–Zoogdier 20/1: 7-9
Reinhold, J., 2013. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2013- rapport landschapsbeheer
LBF-2012 -018
Rosenberg, H., 1998. Schipperen tussen twee doelen; natuurpark Lelystad. In: Ons Flevo-landschap
jaargang 1, nummer
Smeets, B., 2012. Bevers in Flevoland. Van begin naar toekomst. –Rapport eigen uitgave.
Smeets, B. & J. Reinhold, 2012. Beveronderzoek Flevoland; resultaten 2012- rapport Landschapsbeheer
LBF-2012 -020
- 27 -