Veiligheid in spoortunnels Concepten, regels, projecten R. Houben maart 2014 TSI Veiligheid in Spoortunnels 2 Context: interoperabiliteit, harmonisatie, markt Van kracht sinds 2008 Nieuwe versie in de maak, ver gevorderd Tunnellengte: algemeen > 0,1 km; vaak > 1 km; nu <20 km Nu: TEN ; straks: gehele netwerk ? (met uitzonderingen) Onderscheid: nieuw vs. ‘upgrading or renewal’ Betreft alleen tunnelspecifieke risico’s Niet: onderhoud, financieel verlies, terrorisme Veiligheid in spoortunnels Uitgangspunten / filosofie 3 Meerlaagsveiligheid Preventie heeft de grootste bijdrage, daarna mitigatie, daarna evacuatie, daarna redding Rol van hulpdiensten is een nationale keuze Aanname: prioriteit is levens redden Veiligheid in spoortunnels Uitgangspunten (2) Vrij verkeer van voertuigen onder geharmoniseerde condities Inclusief goederentreinen en gevaarlijke stoffen Doel: een optimaal veiligheidsniveau, op de meest economische wijze Samenhangend geheel van maatregelen: InFrastructuur EnergIe Rollend materieel (in andere TSI) Besturing en Seingeving ExploiTatie 4 Grootste gemene deler in Europa; nu meer scenario gebaseerd Veiligheid in spoortunnels Veiligheidsconcept: scenario treinbrand 5 Treinbestuurder wordt gealarmeerd (algemeen of brand) Ventilatie in trein stopt Passagiers gaan naar veilig deel van trein Zo mogelijk verlaat de trein de tunnel of stopt vóór de tunnel. Passagiers evacueren naar veilige ruimte in open lucht, al dan niet geholpen door treinpersoneel Of de trein stopt bij een brandbestrijdingspunt in de tunnel en passagiers evacueren daar. Vervolgens naar buiten. Veiligheid in spoortunnels Safe haven concept : fire fighting points Bij elk tunnelportaal (buitenzijde); plus opstelterrein In tunnel afstand max. 5 km of 20 km, afhankelijk van rollend materieel (doorrijden met brand) Stoppositie in tunnel aangegeven Trein en FFP toegankelijk voor hulpdiensten Brandbestrijding: bluswatervoorziening. 6 Evacuatieroute naar veilige ruimte; dimensionering: aantoonplicht Veilige ruimte: capaciteit, tijdsduur tot definitieve evacuatie, communicatie Rookbeheersing (lay-out, equipment) in FPP, evac. route en veilige ruimte Veiligheid in spoortunnels Rollend materieel 2 categorieën: Cat. A: toegang tot tunnels met afstand tussen FPP max. 5 km Cat. B: overal Doorrijden met brand: Cat. A: 5 km (geen remming, 4 min.) Cat. B: 20 km (geen remming, wel tractie, 80 km/h, 15 min.) Brandwerende scheidingen: Cat. B: 15 min., afstand max. 30 m Diverse andere voorzieningen voor preventie, detectie, melding, blussing en evacuatie 7 Veiligheid in spoortunnels Overige voorzieningen infra 8 Constructieve brandveiligheid Brandgedrag bouwmaterialen en kabels Branddetectie technische ruimtes Toegangsbeveiliging Nooduitgangen naar buiten (max. afstand 1000 m) of verbindingen met andere tunnelbuis (500 m) Vluchtpaden, vluchtwegaanduiding, noodverlichting Communicatie hulpdiensten Bovenleiding: segmentering, aarding Betrouwbaarheid installaties Veiligheid in spoortunnels Mens en organisatie Rijgedrag controleren vóór tunnel Calamiteitenplan met specifieke scenario’s (+ aarding) Oefening evacuatie en hulpverlening vóór openstelling Preventieve informatie aan reizigers Procedure voor evacuatie door treinpersoneel Eventueel scheiding van goederen en reizigers 9 Procedure voor langdurige stop Training: treinpersoneel, catering e.a., technici, management Onderhoudsplan Veiligheid in spoortunnels Tunnels HSL-Zuid (Stuifmeel, v. Nimwegen) Vluchten naar naastgelegen buis, treinverkeer stopt of uit tunnel Evacuatie door 1 of 2 treindeuren, afhankelijk van plaats brand Ventilatie met rijrichting mee, verdunning Bij voorkeur controlled stop: treindeur bij vluchtdeur Vluchtdeuren om de 100 – 150 m Crowd management -> training personeel Gebruik maken van fire containment in trein … maar ook rekening houden met brand aan buitenzijde (motorwagen) 10 Veiligheid in spoortunnels HSL-Zuid (2) Bron: handboek train manager Evacuatie bij brand in rijtuig midden in trein 200 meter rijrichting & v entilatierichting incidentbuis 150 meter v luchtdeur motorwagen rijtuig brandhaard reizigers 11 Veiligheid in spoortunnels v eilige nev enbuis v luchtdeur Great Belt, Denmark (Beard & Carvel, 2004) 8 km, 2 buizen, dwarsverbindingen om de 250 m Looppad aan beide zijden van spoor Langsventilatie max. 5 m/s Bluswater, voeding, om de 125 m Evacuatie naar andere buis Brandweer gebruikt weg/spoorvoertuigen Andere treinen leegmaken en gebruiken voor getroffen reizigers 12 Veiligheid in spoortunnels Fehmernbelt Denmark – Germany source: www.femern.com “The immersed tunnel will be safer than equivalent motorways or railways on land.” 13 Veiligheid in spoortunnels Fehmernbelt (2) Geen wissels in of nabij tunnel Vluchtpad (tevens geleiding) aan beide zijden van spoor Vluchten naar naastgelegen buis: rail of weg Afstand vluchtdeuren ca.100 m Langsventilatie (?) Permanent blussysteem (?) Evacuatie en toegang via wegtunnel 14 Veiligheid in spoortunnels Lyon – Torino (J. Nieuwenhuis et al, 2008) 53 km tunnel, viaduct, 12 km tunnel Safety stations at both ends, on viaduct and in middle of tunnel Incident passenger train tries to reach safety station Trains behind: stop and reverse; in front: continue, adapted speed Evacuation from tunnel by evacuation train in other tube Fire mitigation system in station Rapid first response through emergency access tunnel Or passengers escape through cross-passages, once every 400 m 15 Veiligheid in spoortunnels Duitse richtlijn (EBA, 2008) Een reddingsconcept moet opgesteld worden Gemengd verkeer, tweesporig baanvak: 2 enkelsporige buizen Twee-buizen-reddingsconcept: vluchten naar / toegang via andere buis dwarsverbindingen, max. 500 m afstand vloer berijdbaar voor wegvoertuigen Andere concepten, max. 1000 m afstand tot veilige ruimte: schachten, vluchttunnels, combinaties, scheidingswand in één buis Langsprofiel in één richting monotoon stijgend: trein eruit, rook eruit Aandacht voor veiligheid spaninrichting bovenleiding bij draadbreuk 16 Veiligheid in spoortunnels ProRail (bron: de Visser, 2013) 17 Veiligheid in spoortunnels Prorail (2) 18 Veiligheid in spoortunnels Gebruiksbeperkingen tunnels NL (bron: netverklaring ProRail) Geen goederenvervoer door: Schipholtunnel Tunnel Rijswijk Reizigersporen kap Barendrecht Nijverdal Reizigers- en goederentreinen niet tegelijkertijd in de tunnel: Velsertunnel 19 Veiligheid in spoortunnels
© Copyright 2024 ExpyDoc