FOSJAARVERSLAG2013 FOS jaarverslag 2013 • p. 2 { VOORWOORD ALAIN ANDRé | voorzitter DIRK VAN DER MAELEN | ere-voorzitter ANNUSCHKA VANDEWALLE | algemeen secretaris Veel succesvolle mannen en vrouwen hebben heel wat te danken aan de hulp die ze krijgen in het huishouden. Dankzij hun huishoudwerk(st)ers kunnen zij met een gerust geweten uit werken gaan. Toch worden huishoudwerk(st)ers overal ter wereld ondergewaardeerd. Ze werken vaak lange en onregelmatige dagen. In vele landen krijgen ze het minimumloon niet, en geen betaald verlof of geen sociale bescherming. Je vraagt je af hoe dit mogelijk is. Men associeert huishoudwerk vaak met onbetaalde arbeid die vooral vrouwen in hun eigen huishouden uitoefenen. Wanneer huishoudwerk(st)ers diezelfde taken uitoefenen in dienst bij een ander gezin, beschouwt men dit evenmin als volwaardig werk. En dan is een billijk loon, en zijn aanvaardbare arbeidsomstandigheden niet nodig. Deze opvatting is zelf zo sterk verspreid dat huishoudwerk(st)ers er zelf in geloven. Maar het tij keert! Overal verenigen huishoudwerk(st)ers zich. Ze krikken hun eigenwaarde op, treden uit de schaduw en hun vakbonden worden sterker. FOS en de socialistische beweging ondersteunen hen en komen samen met hen op voor waardig werk. En deze strijd loont! De Internationale Arbeidsorganisatie nam in juni 2011 Conventie 189 en aanbeveling 201 aan. Huishoudwerk(st)ers hebben nu een internationaal instrument in handen om meer rechten te verkrijgen. Maar daarmee is het werk niet afgelopen. Het instrument is er nu wel maar de rechten moeten vaak nog toegekend en afgedwongen worden. Wist je dat meer dan 45% van de huishoudwerk(st)ers geen wekelijkse rustdag heeft? Dat er meer dan 7 miljoen kinderen tussen 5 en 14 jaar als poetshulp werken? En dat velen, kinderen en volwassenen, jaarlijks geen vakantiedagen krijgen? Daarom voerde FOS samen met Vlaams ABVV, de Socialistische Mutualiteiten, sp.a, de Algemene Centrale-ABVV en vzw Thuiszorg in 2013 in Vlaanderen campagne voor de - naar schatting - 100 miljoen huishoudwerk(st)ers die wereldwijd actief zijn. Partner FENATRAHOB, de Nationale Federatie van Huishoudwerk(st)ers in Bolivia, kwam naar België om de campagne te ondersteunen. De organisatie biedt juridische bijstand aan haar leden en organiseert de belangenverdediging van alle huishoudwerk(st)ers. Met succes, want er is nu een gunstige arbeidswetgeving. Maar soms ook niet, want het ministerie van Arbeid beschikt over onvoldoende slagkracht om correct toe te zien op de naleving ervan. Zoals FENATRAHOB zijn er veel organisaties in het Zuiden van moedige mensen die opkomen voor de rechten van de gewone mens. Wij danken alle partners en medewerkers voor hun inzet voor arbeidsrechten en sociale bescherming, voor iedereen, maar vooral voor de mensen die in zeer precaire omstandigheden leven. In dit jaarverslag geven we een overzicht van alle acties die FOS in 2013 ondernam, aangevuld met een financieel verslag. Veel leesplezier. FOS jaarverslag 2013 • p. 3 { INHOUDSTAFEL Voorwoord 3 Achtergrond en identiteit van de NGO Maatschappelijke inbedding De kijk van fos De missie van fos Overzicht 2013 Vooruitzichten 2014 7 7 8 9 9 19 fos in het Zuiden 29 Centraal-Amerika 29 Acties waardig werk in Centraal-Amerika Acties toegang tot gezondheid in Centraal-Amerika 32 42 Cuba 51 Acties waardig werk in Cuba Acties toegang tot gezondheid in Cuba 54 57 Zuid-Amerika 63 Acties waardig werk in de Andesregio Acties toegang tot gezondheid in de Andesregio 65 72 Zuidelijk Afrika 79 Acties waardig werk in Zuidelijk Afrika Acties toegang tot gezondheid in Zuidelijk Afrika 82 88 Ghana 93 Acties gemeenschapsontwikkeling in Ghana 94 Palestina 97 Acties waardig werk in Palestina Ondersteuning door sectorfondsen FOS jaarverslag 2013 • p. 4 98 103 fos in Vlaanderen111 Partnerschappen Campagne Publicaties Netwerken 112 121 122 125 Maatschappelijk verslag135 Prestatie-indicatoren / Sociale Indicatoren 137 Financieel verslag 139 Organogram 142 FOS jaarverslag 2013 • p. 5 FOS jaarverslag 2013 • p. 6 { INLEIDING ACHTERGROND EN IDENTITEIT VAN DE NGO Internationale solidariteit is geen nieuw begrip voor de socialistische beweging in België. Tussen de twee wereldoorlogen, bijvoorbeeld, organiseerde ze heel wat solidariteitsactiviteiten voor de slachtoffers van Mussolini in Italië en voor het republikeinse Spanje. Later kregen die activiteiten een meer structureel karakter. In december 1947 werd Entraide Socialiste opgericht, een nieuwe organisatie die zich in de beginperiode voornamelijk bezighield met de opvang van politieke vluchtelingen. Vanaf 1960 onthaalde Entraide ook studenten uit ontwikkelingslanden1. De jaren ’60 werden door de Verenigde Naties uitgeroepen tot decennium van de ontwikkeling. Meteen een reden voor Entraide om twee activiteiten op te nemen: noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking. De opvolger van Entraide, Socialistische Solidariteit, ging in de jaren ’70 verder met de opvang van politieke vluchtelingen (vooral uit Chili), hielp Afrikaanse studenten en stagiairs, en begon met een ‘Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking’ (FOS) om sociale en economische ondersteuning te bieden aan initiatieven in het Zuiden. Dat FOS hielp diverse organisaties, sociale bewegingen en ook overheden van pas onafhankelijk geworden staten of nieuwe regimes, met een breed gamma van activiteiten. Daarbij was de traditie van emancipatiestrijd van Europese arbeiders en bezitlozen een belangrijke motivatie. In 1986 ontstond FOS in zijn huidige vorm. Toen splitste de unitaire organisatie Solidarité Socialiste-FCD / Socialistische Solidariteit - FOS en werd de huidige VZW opgericht. MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING FOS heeft zijn wortels in de socialistische beweging in Vlaanderen. Het brede publiek van de vakbeweging (ABVV), de socialistische mutualiteiten (NVSM), de socialistische partij (sp.a) en de vele socialistisch geïnspireerde culturele, jeugd- en vrouwenorganisaties vormen 1 Voornamelijk uit Congo, Rwanda en Burundi de achterban van onze organisatie. Samen met heel wat andere organisaties is FOS erfgenaam van een langdurige en moeizame emancipatie waarvoor de arbeidersklasse in België en de rest van Europa heeft gevochten. De strijd om betere werkomstandigheden en lonen voor de arbeiders, betere leefomstandigheden en sociale voorzieningen voor hun gezinnen, heeft echter altijd een internationale dimensie gekend. Internationale solidariteit tussen de economisch machtelozen in verschillende landen is dan ook een belangrijk strijdpunt voor de socialistische beweging. De socialistische beweging in Vlaanderen is belangrijk voor FOS. De leden van die beweging vormen ook het prioritaire doelpubliek voor onze sensibiliseringsactiviteiten. Mensen die worden aangesproken door ABVV, sp.a, NVSM - of een van de vele andere socialistische organisaties - proberen we warm te maken voor NoordZuidthema’s. Dat doen we met campagnes, met partnerschappen tussen organisaties in Noord en Zuid én met een brede waaier van acties en activiteiten. Zo proberen we de betrokkenheid te vergroten en werken we aan structurele relaties tussen mensen uit Noord en Zuid. FOS is niet alleen actief in de socialistische beweging. De Noord-Zuidbeweging ligt ons zeker zo nauw aan het hart. Daarom spelen we een actieve rol in 11.11.11. We nemen deel aan campagnes, vormings- en studiedagen en we zijn aanwezig in de advies- en bestuursorganen. De samenwerking in de Noord-Zuidbeweging is echter meer dan de activiteiten van de koepel. Via verschillende overlegplatformen proberen we samen met andere organisaties onze politieke visie te laten doordringen tot beleidsbeslissingen. Voorbeelden hiervan zijn de Schone Kleren Campagne, het Actieplatform voor Palestina en de Cuba Coördinatie. Via de federatie Coprogram verdedigen we onze organisatiebelangen. FOS situeert zich op het kruispunt tussen de socialistische beweging en de Noord-Zuidbeweging. Beide bewegingen proberen we met elkaar in contact te brengen en zo onze missie te realiseren. Op internationaal vlak kunnen we daarvoor rekenen op Solidar. Solidar verenigt heel wat socialistische en sociaal-democratische ngo’s FOS jaarverslag 2013 • p. 7 inleiding die aan sociale dienstverlening, internationale samenwerking, humanitaire hulp en vormingswerk doen. Net als FOS in Vlaanderen, heeft Solidar in Europa banden met vakbonden, partijen en welzijnsorganisaties. DE KIJK VAN FOS Wij zijn ervan overtuigd dat binnen het huidig economische systeem de wortels van de onderling verweven onderontwikkeling, uitsluiting, armoede, milieuvernietiging en onveiligheid niet fundamenteel kunnen worden aangepakt. Hier en daar een correctie is niet voldoende om een rechtvaardige wereld te creëren. De centrale plaats voor de mens, zoals wij dat zien, is onverenigbaar met het nastreven van een maximale financiële winst, accumulatie van kapitaal, ongeremde economische groei en de wet van de sterkste. Wij willen een duurzaam economisch, sociaal en politiek bestel dat uitgaat van: ➺ Rechtvaardige verdeling van de middelen, zowel ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ tussen arme landen en rijke landen als binnen elke staat. Absolute voorrang voor het vervullen van de basisbehoeften van alle mensen in Noord en Zuid en voor armoedebestrijding. Respect voor de universele mensenrechten, inclusief respect voor rechten van vrouwen en arbeidsrechten. Verregaande participatie van de bevolking op alle politieke beslissingsniveau’s en economie die onderworpen is aan een democratisch politiek bestel. Een economie die zich ontwikkelt met respect voor de planeet waarop we leven, en die deze vrijwaart voor de generaties van morgen. Eerlijke wereldhandel waarbij de producenten een rechtvaardige prijs krijgen voor hun productie. Drastische inkrimping van de militaire uitgaven in Noord en Zuid. Niet-militaire oplossingen voor conflicten. Respect voor het behoud van culturele diversiteit. Een actieve overheid die deze principes onderschrijft, implementeert en stimuleert. Zo’n duurzaam en rechtvaardig economisch, sociaal en politiek bestel zal er niet uit zichzelf komen. Daarom zijn ledenorganisaties en maatschappelijke bewegingen zo belangrijk. Het zijn organisaties en bewegingen van mensen die het heft zelf in handen nemen. Mensen die de belangen van hun groep verenigen, die kennis verzamelen en capaciteit opbouwen om hun gemeenschappelijke stem te laten horen in de besluitvorming. Zo verwerven ze de macht, een tegenmacht, om die belangen af te dwingen en worden ze niet meer genegeerd. Die organisaties en bewegingen wil FOS steunen. Een geglobaliseerde wereld heeft recht op een globale tegenmacht. Wij zijn van mening dat de arbeider, kleine boer(in), gewone man/vrouw, consument in het Zuiden en in het Noorden gevangen zitten in eenzelfde globaal systeem, ondanks de verschillen in hun objectieve materiële situatie. Zo worden arbeiders in het Zuiden bijvoorbeeld gedwongen om voor een zeer laag loon te werken, krijgen ze vaak te maken met het verbod op vakbonden, en worden ze geconfronteerd met onwaardige arbeidsomstandigheden. Arbeiders in het Noorden verliezen hun baan omdat de productie van hun bedrijf verhuist naar een land waar arbeidsrechten en een eerlijke verloning niet gegarandeerd zijn. Daarom is het belangrijk dat arbeidersbewegingen, boeren-, milieu-, consumenten- vrouwen-, gezondheidsorganisaties en andere, netwerken vormen, zodat ze voorstellen en strijdpunten met een heel brede basis kunnen ontwikkelen. Ngo’s kunnen een rol spelen in het stimuleren en ondersteunen van deze allianties. FOS jaarverslag 2013 • p. 8 inleiding DE MISSIE VAN FOS OVERZICHT 2013 ZUIDEN FOS blijft niet aan de kant staan Centraal-Amerika & Cuba ➺ Wij zetten ons in voor de grote groepen mensen ➺ ➺ ➺ ➺ ➺ over de hele wereld die geen toegang hebben tot economische, sociale en politieke middelen. Wij zetten ons ook in voor die groepen die wel deze toegang hebben, maar de macht missen om er gebruik van te maken en de ongelijkheid aan te pakken. Wij dragen bij tot de versterking van organisaties in het Zuiden, die de belangen verdedigen van de armere lagen van de bevolking, zodat ze een tegenmacht kunnen opbouwen met het oog op een duurzame uitoefening van hun politieke, sociale en economische rechten. Wij steunen onze partnerorganisaties in het Zuiden om de politieke besluitvorming te beïnvloeden. Wij sensibiliseren en activeren in het Noorden onze partnerorganisaties om de wereldwijde scheve machtsverhoudingen een halt toe te roepen. Wij bieden onze achterban in eigen land actiemogelijkheden om de politieke besluitvorming te beïnvloeden. Wij stimuleren solidariteit en netwerking tussen georganiseerde groepen in Noord en Zuid. El Salvador - Waardig Werk In de suikersector werd de versterking van de vakbonden die de afgelopen jaren op gang getrokken werd, verdergezet. De nieuwe vakbonden in de suikerfabrieken Jiboa en la Magdalena hebben hun ledental de afgelopen 3 jaar meer dan verdubbeld. In cao-onderhandelingen behaalden zij aanzienlijke verbeteringen in de arbeidsstabiliteit van tijdelijke arbeid(st)ers in hun fabrieken, dankzij de uitbreiding van semipermanente en permanente arbeidscontracten. Suiker is big business en werkgevers profiteren van tijdelijke arbeid(st)ers met nauwelijks of geen rechten, die vaak in onderaanneming werken. Daarnaast staan de suikerrietkappers die de afgelopen jaren georganiseerd werden, op het punt om hun eigen vakbondsorganisatie te creëren. De verbetering van de slechte arbeidssituatie van de rietkappers, die werken voor individuele suikerrietproducenten en –coöperatieven, werd opgenomen als een centraal thema binnen de sectoragenda voor tripartiete dialoog. De versterking van de syndicale organisatie en de sociale dialoog binnen de suikersector is internationaal niet onopgemerkt gebleven. Het onderhandelingsmodel in de suikerfabriek El Ángel wordt voortdurend als voorbeeld gebruikt door de IAO in haar campagne ter promotie van verantwoord ondernemerschap en sociale dialoog in de regio. De versterking van de 3 vakbonden maakte de implementatie van het bipartiete programma van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) SIMAPRO mogelijk. Daarnaast heeft de sectoragenda rond de rietkappers en het onderhandelingsmodel van El Ángel recent de aandacht getrokken van Fair Trade America. El Salvador - Recht op Gezondheid De Alliantie tegen de Privatisering van de Gezondheidszorg ACCPS waarvan ook FOS-partner AMSATI deel uitmaakt, heeft het Nationaal Gezondheidsforum uitgebouwd tot de representatieve en niet te negeren vertegenwoordiger van het sociale middenveld voor het ministerie van Gezondheid. Op nationaal niveau zetelen de partners in de commissie begroting en de commissie seksuele en reproductieve rechten. Op gemeentelijk niveau zijn 94 vertegenwoordigers opgenomen in 16 van de 74 coördinatieorganen van de openbare gezondheidsdiensten. Leden van 450 lokale FOS jaarverslag 2013 • p. 9 inleiding gezondheidscomités zetelen in comités voor sociale controle op de kwaliteit en toegankelijkheid van de diensten. 15 evaluaties van lokale gezondheidsdiensten werden met hun samenwerking uitgevoerd. Er is ook heel veel energie gestoken in een nieuwe wet op de geneesmiddelen, waarvoor ACCPS het eerste voorstel heeft ingediend en die eind 2012 door het parlement werd goedgekeurd. De wet voorziet in een maximumprijs voor de meeste geneesmiddelen en een onafhankelijk controleorgaan. Na één jaar heeft de wet al voor 6.200 geneesmiddelen tot een prijsverlaging van gemiddeld 35% geleid. Onmiddellijk werd de wet aangevochten door de politieke oppositie en de sterke farmaceutische lobby. Met gegronde argumenten, politieke ervaring en een sterke mobilisatiekracht heeft ACCPS de uitvoering van de wet weten te verdedigen. Honduras - Waardig Werk In de suikersector is partner SITIAMASH erin geslaagd om een eerste tripartiete onderhandelingsagenda overeen te komen met de werkgeversorganisatie APAH en het ministerie van Arbeid. Bovendien werd in samenwerking met de vakbonden in El Salvador en Nicaragua, het afgelopen jaar het eerste tripartiete regionale suikerforum georganiseerd. Honduras had de eer om gastland te zijn van deze unieke bijeenkomst die werd bijgewoond door ministers, werkgevers en vakbonden uit de drie landen. Zowel op de nationale als op de regionale agenda staat de verbetering van de arbeidssituatie van de rietkappers centraal. Ook de partnerorganisatie van zelfstandige arbeid(st)ers heeft dit jaar een belangrijk beleidsinitiatief genomen. Zij diende haar voorstel tot een kaderwet rond de rechten van zelfstandige arbeid(st)ers eind 2013 in bij het Hondurese parlement. De ontwikkeling van het voorstel is gecoördineerd met de continentale vakbondsorganisatie CSA, en is bediscussieerd en opgenomen in het regionale IAO-programma rond de informele economie. De intensieve interactie met deze internationale actoren heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het voorstel en heeft vakbonden in andere landen (o.a. El Salvador) ertoe aangezet om vergelijkbare initiatieven voor zelfstandige arbeid(st)ers te ondernemen. Honduras - Recht op Gezondheid De dienstverlening en de organisatie van de lokale bevolking in mutualiteitssystemen is er op vooruit ge- FOS jaarverslag 2013 • p. 10 gaan. COMIXMUL organiseerde de voorbije drie jaar 8.870 families in mutualistische filialen. De zorg is voornamelijk gericht op de vrouwen van deze spaarcoöperatieve. De organisatie heeft een eigen medische consultatieruimte ingericht en een mobiele eenheid aangeschaft die toelaat om borstkankerscreenings gedecentraliseerd uit te voeren. Als kredietorganisatie heeft COMIXMUL een sterke bedrijfsmatige aanpak die hen samen met hun sterke lokale inbedding in staat stelt om op korte termijn een groot aantal gemeenschapsapotheekjes in te richten. COMIXMUL heeft daardoor begrepen dat zij met het gezondheidsluik (pas in 2008 opgestart) een aanvullende en belangrijke dienst aan haar leden kan bieden. Vanuit haar kredietprogramma heeft COMIXMUL een eigen sociaal fonds opgericht waarmee zij 150 apotheekjes extra kon inrichten. Hierdoor zien in totaal 26.660 nieuwe families de toegang tot geneesmiddelen verbeterd. De sterke bedrijfsmatige aanpak is tegelijk het zwakke punt van de partnerorganisatie COMIXMUL, die de leden eerder ziet als gebruikers van diensten en de gezondheidspromotoren als verkopers van geneesmiddelen. Nicaragua - Waardig Werk Ook binnen de suikersector in Nicaragua slaagde de partner CONFETRAYD (voormalig RNA) erin om samen met de werkgeversorganisatie CNPA en het ministerie van Arbeid tot de oprichting te komen van een tripartiete overlegstructuur. Deze sectorstructuur biedt de partner mogelijkheden om in de toekomst betere werkomstandigheden te garanderen voor rietkappers werkzaam voor zelfstandige suikerrietproducenten. In de maquilasector kreeg de samenwerking tussen de koepelorganisaties rond het bestaande sectorakkoord een structureel karakter. Waar de 4 vakbondsorganisaties elkaar vroeger voornamelijk tegenwerkten, zijn er nu gemengde commissies opgezet en voorstellen uitgewerkt rond de uitvoering van strategische thema’s zoals: sociale zekerheid en gezondheid op het werk, loon- en productiviteitsnormen, toegang tot sociale woningbouw en syndicale vrijheid. De tripartiete sectorinitiatieven zijn dankzij regionale uitwisselingen die FOS organiseert, overgenomen door vakbondsorganisaties in de maquilasector in Honduras. Zij hebben sinds 2012 ook een eerste sectorakkoord afgesloten en hebben bovendien een coördinatieplatform opgericht (partnerorganisatie van FOS vanaf 2014). inleiding Ten slotte is vanuit het intersyndicaal platform een kwaliteitsvol en integraal wetsvoorstel tot stand gekomen rond de hervorming van het stelsel van sociale zekerheid. Het voorstel is in februari 2013, met steun van meer dan 15.000 handtekeningen, ingediend bij het parlement. Hoewel het ingediende wetsvoorstel nog niet is behandeld, heeft de presentatie van het document een intensief maatschappelijk debat op gang gebracht met discussies op de radio, op de televisie en in de kranten. Bovendien zijn verschillende beleidspunten uit het voorstel uiteindelijk overgenomen in het regeringsdecreet, dat eind 2013 werd goedgekeurd. Nicaragua - Recht op Gezondheid De partners hebben hun dienstverlening naar de achterban sterk uitgebreid via de oprichting van 17 nieuwe sociale verkooppunten van geneesmiddelen. 28.000 families hebben nu toegang tot goedkopere generische basisgeneesmiddelen. De mutua-organisatie AMUN biedt daarenboven in een aantal afdelingen ook medische consultaties aan en maakt daarvoor afspraken met solidaire artsen en verpleegkundigen. Maar de kracht van de organisaties ligt wellicht niet zozeer in de dienstverlening, dan wel in de actieve opstelling van de gezondheidscomités. Al deze comités hebben samenwerkingsakkoorden met de lokale gezondheidsdiensten afgesloten en ontwikkelen gezamenlijk complementaire initiatieven. Bij wijze van voorbeeld: AMUN organiseerde 23 gezondheidspromotiedagen (o.a. 8 in La Unión, 8 in Corudes, 7 in Masatepe) waar in totaal 1.540 consultaties (algemene geneeskunde, echografie, gynaecologie, orthopedie) werden gehouden. In samenwerking met het ministerie van Gezondheid hield de organisatie 3 gezondheidsmarkten waar via stands en demonstraties de werking van de mutuas werd voorgesteld. Tegelijk blijven de organisaties zoeken naar mogelijkheden om deeldoelgroepen in de informele sector aansluiting te doen vinden bij de sociale zekerheid. Voor de groep van geldwisselaars startte ACMUS een pilootproject op met het instituut voor sociale zekerheid. AMUN onderzoekt de mogelijkheid om als virtuele werkgever voor informele werkers op te treden, een model dat in de Dominicaanse Republiek goed functioneert. Maar gezien de financiële implicaties van deze voorstellen voor de overheid, is vooruitgang niet voor morgen. Cuba - Waardig Werk De uitzonderlijk postieve resultaten bereikt op gebied van veiligheid bij de partner SNTC zijn het gevolg van een gezamenlijke inspanning van de overheid (ministerie), de bedrijfsadministraties en de vakbonden. Zij zorgden voor een strikte toepassing van de veiligheidsreglementering en –procedures, het opportuun ter beschikking stellen van beschermingsmiddelen, een permanente opvolging van de veiligheidssituatie op de werven en in de bedrijven door de vakbondsleiders en de verhoging van het risicobesef bij de arbeid(st)ers. Deze positieve ervaring zal aan de hand van uitwisselingen met de andere vakbondspartners gedeeld worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 11 inleiding Cuba - Recht op Gezondheid Bij de preventie- en sensibiliseringscampagnes van de partner FMC rond borst- en cervixkanker is de peer-to-peer strategie in de vorm van de zelfhulgroepen van vrouwen met en zonder kanker een succes gebleken. Het delen van negatieve en positieve ervaringen heeft een heilzame invloed op het welzijn van vrouwen met kanker en resulteert in een verhoogd risicobesef bij de gezonde groep. Deze aanpak zal in de toekomst in de mate van het mogelijke bij andere campagnes aangewend worden. FOS heeft de voorbije jaren steeds de uitwisseling van ervaringen tussen de landen van de regio CentraalAmerika en Cuba bevorderd. Toch ervaarden we de moeilijkheid om Cubaanse partners te betrekken, omwille van praktische redenen, maar vooral omdat Cuba toch een eigen context heeft, waardoor de ervaringen moeilijker uitwisselbaar zijn. In 2012-13 hebben we tijdens twee uitwisselingen gemerkt dat er toch meer overeenkomsten zijn dan aanvankelijk gedacht. Rond de thema’s burgerinspraak en gender in de gezondheidssector worden in Cuba activiteiten georganiseerd op basis van de uitwisselingen met Centraal-Amerika. zuid-amerika Bolivia - Waardig Werk De 6 vakbonden van de agro-industrie konden in december in een vergadering met president Evo Morales hun problematiek naar voor brengen en de president beloofde hun eisen in de nieuwe arbeidswet op te nemen. FECAFEB kon andere productieve organisaties rond de tafel brengen in de discussie rond toegang tot sociale bescherming voor kleine boeren tijdens een nationaal forum. FENATRAHOB begon aan een tripartiete dialoog met de liga van huisvrouwen van Bolivia, met steun van IAO. Dit leidde al tot akkoorden i.v.m. de contractvorm en basisrechten voor het huishoudpersoneel. Bolivia - Recht op Gezondheid De koffieboeren zijn hoofdzakelijk arme boeren en de gezondheidsindicatoren in de regio zijn desastreus met een hoge kindersterfte en ondervoeding. De FOS jaarverslag 2013 • p. 12 overheid laat hen eerder links liggen (in tegenstelling tot de grotere agro-industriebedrijven die wel subsidies ontvangen). Er werden gezondheidsmarkten en campagnes georganiseerd, waarbij meer dan 5.000 leden en inwoners van de streek van Caranavi werden geïnformeerd en behandeld. Dit gebeurde in samenwerking met het lokale ziekenhuispersoneel. Er zijn in totaal 28 gezondheidssecretarissen opgeleid die in 22 lidorganisaties van FECAFEB actief zijn, o.a. in eerste hulp en in doorverwijzen naar het gezondheidssysteem en bestaande programma’s voor zwangere vrouwen en kinderen tot 5 jaar. Door de gezondheidswerking is het vrouwencomité van FECAFEB intern versterkt en is een leidster verkozen tot vicepresidente van de organisatie. Colombia - Waardig Werk FENSUAGRO leidt de nationale en internationale solidariteitscampagne voor de vrijheid van hun in augustus 2013 aangehouden vicevoorzitter Huber Ballesteros en van andere politieke gevangenen. De solidariteit met Colombia uit België is door het programma met FENSUAGRO enorm toegenomen. Dit uitte zich in briefschrijfacties na de arrestatie van de ondervoorzitter van FENSUAGRO, bij stakingen en repressie in de palmoliesector. Voor de Colombiaanse partners is de politieke steun en externe druk vanwege o.a. de Algemene Centrale-ABVV en FOS zeker even belangrijk als de financiële steun voor de interne versterking. In Colombia is het intersyndicaal platform in 2013 gehoord in het parlement i.v.m. schending van de arbeidsrechten naar aanleiding van een opvolgingsmissie vanwege Amerikaanse congresleden in het kader van het vrijhandelsakkoord. Dit toont aan dat dit platform meer en meer gezien wordt als de legitieme vertegenwoordiging van de arbeid(st)ers van de agro-industrie. Ecuador - Waardig Werk FENACLE heeft president Correa overtuigd om in de nieuwe arbeidswet, die waarschijnlijk in 2014 zal gestemd worden, over te stappen van bedrijfsvakbonden naar sectorvakbonden. FENACLE wordt als gesprekspartner erkend door de ministeries van Arbeid en van Gezondheid. Dit ook door de kennis en expertise die ze opbouwden dankzij de onderzoeken en publicaties van ngo IFA over de arbeidssituatie in de bloemen-, suikerriet- en bananensector en over niet –traditionele exportteelten. In de huishoudsector was de belangrijkste overwin- inleiding ning de ratificatie van Conventie 189 over huishoudwerk in september 2013 door het Ecuadoraanse parlement. Dit dankzij de intelligente beleidsbeïnvloedende activiteiten van de Vereniging voor Huishoudpersoneel ATRH, vooral gericht op de vrouwelijke parlementsleden. ATRH is gegroeid van 70 tot 330 leden in 3 jaar tijd en heeft ook nieuwe kernen in andere provincies. Zij is de enige erkende organisatie van huishoudpersoneel in Ecuador en gesprekspartner van het ministerie van Arbeid en van de IAO. Ecuador - Recht op Gezondheid De inheemse vroedvrouwen en kruidengenezers van 7 basisorganisaties van FENOCIN werden versterkt binnen hun organisaties. Zo’n 150 leid(st)ers, overwegend (vroed)vrouwen en gezondheidspromotoren, namen deel aan vormingen en uitwisselingen van hun inheemse kennis en ervaring. Dit versterkte hun eigenwaarde en ze overwonnen hun angst om zichzelf te profileren als experts met een rijke ervaring inzake traditionele geneeskunde. Daarmee heeft FENOCIN het thema interculturele gezondheid op de voorgrond geplaatst binnen de organisatie. Eind december werd een gemeenschappelijke politieke verklaring rond interculturele gezondheidszorg besproken en gevalideerd door deze organisaties. Peru - Waardig Werk In 2012 richtten 4 vakbonden de Nationale Federatie van Werknemers uit de Agro-industrie FENTAGRO op, in de schoot van de vakbondskoepel CGTP. Dit is een belangrijke stap vooruit voor de organisatie en eenmaking van de werknemers in de sector. FENTAGRO’s grootste strijdpunt is de afschaffing van het discriminerende arbeidsregime in de sector. In 2012 werd de Nationale Federatie van Huishoudpersoneel van Peru FENTTRAHOP in het leven geroepen. SINTTRAHOL wordt erkend als representatieve organisatie in de sector, voornamelijk via de strijd voor de ratificatie van Conventie 189 van de IAO. SINTTRAHOL maakt deel uit van de Internationale Federatie van Huishoudpersoneel, opgericht eind 2013. FNTMMSP kreeg met de koepel CGTP een nieuwe wet en reglement inzake veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) door het parlement. Deze wet is ook geldig voor andere sectoren, zoals de bouwsector en textiel. FOS jaarverslag 2013 • p. 13 inleiding Peru - Recht op Gezondheid ForoSalud is meer dan ooit de erkende en legitieme vertegenwoordiger van de civiele maatschappij in alle debatten over gezondheidszorg, en zetelt in de Nationale Gezondheidsraad. De toenadering tot organisaties en vakbonden binnen de medische sector is erg belangrijk, omdat ze een groot politiek gewicht in de schaal leggen in de strijd voor een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem. De ledenorganisaties van de CNCJ, zijn gesensibiliseerd dat ze binnen de eerlijke handel moeten opkomen voor het recht op gezondheid, en niet enkel voor productieve en commerciële belangen. FEMUCARINAP heeft een duidelijke visie op het recht op gezondheid ontwikkeld, die een meerwaarde biedt t.o.v. wat andere organisaties rond gezondheid denken en doen. Het is een integrale en interculturele visie, die niet enkel stilstaat bij de (gebrekkige) gezondheidszorg door de overheid. zuidelijk afrika Mozambique - Waardig Werk In Mozambique werkte FOS voor de uitvoering van het programma met betrekking tot het recht op waardig werk samen met CONSILMO (vakbondskoepel), OTMCS (vakbondskoepel) en SINTAF (landarbeiders). Voor de verbetering van de toegang tot gezondheidszorg is FOS-partner UCAMA (kleine boeren) verantwoordelijk. Er werd een nieuwe partner geïdentificeerd, IESE, een onderzoeksinstituut gespecialiseerd in socio-economische thema’s. IESE zal in het nieuwe programma mee instaan voor de capaciteitsversterking van SINTAF d.m.v. onderzoek en vorming m.b.t. de agro-industrie in Mozambique. IESE leverde ook tijdens dit programma al interessante bijdragen op de partnermeeting en in overleg met SINTAF. Een goed voorbeeld van de werking van de vakbondsstructuren van SINTAF op bedrijfsniveau is het citrusbedrijf CITRUM. In 2011 sloot SINTAF een gemeenschappelijk akkoord af met het bedrijf in de provincie Maputo. Dit akkoord doet dienst als voorbeeld en zou in de toekomst gebruikt moeten worden als basis voor andere collectieve overeenkomsten in de fruitsector. FOS jaarverslag 2013 • p. 14 Mozambique - Recht op Gezondheid Gedurende het programma werd de relatie en samenwerking tussen UCAMA en de districtsautoriteiten aanzienlijk versterkt, wat ook bij de autoriteiten leidde tot verhoogde betrokkenheid en interesse voor gezondheidspreventie en –promotie in de rurale gemeenschappen. Ten gevolge van discussies tijdens FOS-partnerbijeenkomsten en uitwisseling met WFP besteedde UCAMA tegen het einde van het programma meer aandacht aan sensibilisering rond huiselijk geweld en gender. Namibië - Waardig Werk In Namibië werkte FOS voor de uitvoering van het programma m.b.t. recht op waardig werk samen met NAFWU (landarbeiders) en LaRRi (onderzoeksinstelling). De nood aan het herdefiniëren van de rol en werking van vakbonden stond telkens centraal tijdens de FOSpartnervergaderingen. Deze retoriek werd het voorbije programma overgenomen door alle FOS-partners. Dit heeft er onder meer toe geleid dat LaRRI het thema op de agenda van Namibische vakbonden heeft geplaatst. LaRRI is met de koepel NUNW het voorbije jaar in discussie getreden over het belang van een brede visie die verder gaat dan enkel loonkwesties en die de werknemer in zijn geheel bekijkt, inclusief precaire of tijdelijke werknemers. inleiding LaRRI heeft een belangrijke rol gespeeld in de groei van het aantal vrouwen in bestuursfuncties van vakbonden door capaciteitsversterking en intensieve coaching van vrouwelijke kandidaten voor hun verkiezingscongres. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: momenteel is de waarnemende voorzitter van NUNW een vrouw en in de door mannen gedomineerde metaalarbeidersvakbond worden de functies van algemeen secretaris en adjunct door vrouwen bekleed. NUNW slaagde erin om op basis van het onderzoek van LaRRI onderaanneming via de Arbeidsraad te laten reguleren. In 2012 werd de arbeidswet hierrond gewijzigd, opdat de werknemers die op deze manier tewerkgesteld worden dezelfde rechten hebben als andere werknemers. Zimbabwe - Waardig Werk Werknemerscomités van GAPWUZ zijn erin geslaagd om hun onderhandelingen te verbreden en hebben ook andere eisen dan looneisen succesvol behaald. ZCTU heeft meer aandacht voor informele werknemers, via de nieuwe afdeling ZCHIEA en tracht ook hun arbeidsomstandigheden te verbeteren o.a. via onderhandelingen met lokale overheden, om ervoor te zorgen dat informele werknemers niet opgejaagd worden door de politie of hun goederen niet in beslag worden genomen. ANSA is een van de belangrijkste technische en inhoudelijke adviseurs van SATUCC geworden en slaagt er zo in om regionaal beleid te beïnvloeden en alternatieve beleidsvoorstellen te verspreiden. Het Nationaal Budget van 2013, was duidelijk geïnspireerd op de ANSA-studie over Zimbabwe en nam zelfs de titel ervan over: “Beyond the Enclave: unleashing Zimbabwe’s Economic Growth Potential”. LEDRIZ en ZCTU droegen ook in belangrijke mate bij aan de Beyond the Enclave studie en de update ervan en speelden een voorname rol in het beïnvloeden van de jaarlijkse Nationale Budgetten in functie van de armen. ANSA heeft zeer succesvol de rol van coördinator van de FOS-genderreferentiegroep opgenomen. Zuid-Afrika - Waardig Werk ILRIG en SAFWN hebben in toenemende mate zichzelf organiserende gemeenschappen of groepen ondersteund. Ze hebben de opbouw van deze nieuwe bewegingen mee gefaciliteerd en hun capaciteiten versterkt, vanuit het geloof in het belang van deze vernieuwende bottom-up initiatieven. Daarnaast zijn vakbonden in toenemende mate gaan samenwerken met andersoortige organisaties zoals ngo’s, juridische organisaties, training- en onderzoeksinstituten, vrouwenbewegingen, etc. om hun capaciteiten te versterken en hun focus te verbreden naar andere ontwikkelingsdomeinen die van belang zijn voor kwetsbare werknemers (gezondheid, huisvesting, elektriciteit en water,…). Met een mandaat van de SAFWN-leden, nam WFP het initiatief om een platform op te richten waarbinnen landarbeidersvrouwen hun ervaringen kunnen delen en samen strategieën kunnen uitdenken over hoe om te gaan met de uitdagingen gerelateerd aan gender. Zuid-Afrika - Recht op Gezondheid PHM-SA is erin geslaagd om zich te vestigen als een echte ledenbeweging en om een unieke positie binnen de gezondheidswereld in te nemen. Vanuit haar diverse achterban kon PHM-SA druk uitoefenen op het beleid. De band tussen WFP en PHM-SA is sterker geworden in 2013 dankzij het engagement van PHMSA om samen met WFP problemen rond toegang tot gezondheid specifiek voor landarbeid(st)ers actief op te nemen. ghana Het jaar 2013 was jaar twee van de uitvoering van het project Drinkwatervoorziening en Verbetering van Hygiëne in Nandom, Samou en Akim Ayirebi. Het project werd financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap (via VPWvO) en DEME4LIFE Foundation, via een bemiddeling van Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. De Samou- gemeenschap werd voorzien van een drinkwatersysteem; in Akim Ayirebi werden twee publieke toiletgebouwen afgewerkt. palestina Waardig Werk De vakbonden kregen meer stem doordat meer leden zich bij hen aansloten. De erkenning van drie vakbondskoepels door de Palestijnse Autoriteit zorgde voor de integratie van de vakbonden in de sociale dialoog en FOS jaarverslag 2013 • p. 15 inleiding een stem binnen het nationale besluitvormingsproces. Dit betekende een grote doorbraak in de Palestijnse context. Dat het ministerie van Arbeid het recht op meerdere vakbonden en hun stem accepteert, kan gezien worden als een radicale beleidsverandering. In 2012 werd de wet over een minimumloon gestemd, onder meer door de erkenning van de partners en het versterken van de sociale dialoogmechanismen. Vanaf januari 2013 is deze wetgeving van kracht. Dit is een eerste stap naar de inbedding van sociale bescherming in nationale wetgeving en een integraal sociale zekerheidssysteem. Ahmad Majdalani, minister van Arbeid, beloofde dat 2015 het jaar voor nationale veiligheid en sociale bescherming zou worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 16 In 2012 was de PUPW-vakbondsafdeling in OostJeruzalem inactief. Er werden geen vergaderingen gehouden, noch plannen gemaakt. De Israëlische autoriteit staat niet toe dat er vakbonden worden gevormd in Oost-Jeruzalem. Israël laat maar 1 vakbond toe, de Histadrut. Werknemers weigeren hier lid van te worden omdat ze geen onderdeel willen zijn van de Israëlische autoriteit. Toch werd in 2013 deze afdeling opnieuw geactiveerd: het comité bezocht de fabrieken en de werknemers werden bijgestaan om te onderhandelen met de werkgever (bv. 30 minuten pauze tijdens werk). Als gevolg steeg het ledenaantal tot 191 werknemers in de afdeling van PUPW in OostJeruzalem. inleiding OVERZICHT 2013 NOORDEN De werking van FOS in Vlaanderen focuste in 2013 naar jaarlijkse gewoonte op de campagne en de vaste publicaties. Daarnaast organiseren we ieder jaar ook verschillende activiteiten in het kader van de partnerschappen en nemen we deel aan politieke acties. In 2013 startte FOS met een nieuwe sensibiliseringscampagne die zich focust op de problematiek van de huishoudwerk(st)ers wereldwijd. Huishoudwerk(st)ers werken vaak in erbarmelijke omstandigheden. Wereldwijd zijn onderwaardering, misbruik en uitbuiting schering en inslag en krijgen huishoudwerk(st)ers niet dezelfde rechten als andere werknemers. Tot op vandaag wordt huishoudwerk niet als “echt” werk gezien. Nochtans is het dankzij huishoudwerk(st)ers dat heel wat mensen buitenhuis kunnen gaan werken en erin slagen om ondertussen hun huishouden draaiende te houden. Veel gezinnen kunnen niet meer zonder hun huishoudwerk(st)ers. Wij steunen hen daarom in hun strijd voor waardig werk. Dit deden we onder de slogan “Veeg onze problemen niet onder de mat”, samen met onze Noordpartners De Algemene Centrale - ABVV, Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a en vzw Thuiszorg. We werkten drie politieke eisen uit, en vroegen: ➺ Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking; om in bilaterale gesprekken de ratificatie van Conventie 189 te vragen, alsook een plaats voor vakbonden en middenveldorganisaties in het sociaal overleg binnen de landen. ➺ Aan de minister van Werk; om in België Conventie 189 te ratificeren. Wij willen dat België daarmee een voorbeeldrol opneemt in de verbetering van de arbeidsomstandigheden van het huishoudpersoneel. We vragen ook aan de minister van Werk, dat ze, samen met de andere betrokken ministers, initiatieven neemt om de organisatie van illegaal huishoudwerk en de uitbuiting van illegale huishoudwerk(st)ers in ons land tegen te gaan. ➺ Aan de ambassades van de partnerlanden waar wij vakbonden van huishoudpersoneel ondersteunen; om de conventie te ratificeren. Om onze campagne te ondersteunen werd Prima Ocsa, Algemeen Secretaris van de Vakbond van Huishoudwerk(st)ers in Bolivia, uitgenodigd. Ze gaf mee de aftrap van onze campagne en trok nadien Vlaanderen rond voor een sprekerstoer. In iedere provincie werd een Café Solidarité georganiseerd, in Oost-Vlaanderen zelfs een hele reeks. Door een campagneschort aan te schaffen of een badge op te spelden konden mensen aangeven dat ze de FOScampagne ondersteunden. Voor lokale afdelingen werd een educatief aanbod uitgewerkt. Zo werden een fototentoonstelling, een inleefspel en een draaiboek voor een filmactiviteit aangemaakt. Binnen de partnerschappen die we hebben met de verschillende organisaties van de socialistische beweging, viel in 2013 vooral de solidariteitsband op tussen Bond Moyson West-Vlaanderen en Zuid-Afrika. Een delegatie van ongeveer 20 personeelsleden en vrijwilligers trok na een intensieve voorbereiding (door vorming, publicaties enz.) naar Zuid-Afrika waar ze de FOS-partners ontmoetten. De reizigers hielden een blog bij waarop het thuisfront hun reilen en zeilen kon volgen. Nadien trokken de deelnemers heel WestVlaanderen rond met een Zuid-Afrikaanse vertelavond waar ze via een reis- en fotoverslag de deelnemers inwijdden in het Zuid-Afrikaanse leven. Om fondsen te werven waren ze ook aanwezig op tal van evenementen met een Zuid-Afrikaanse ‘eerlijke’ wijnbar. Naast deze uitwisseling met Zuid-Afrika vond er in 2013 ook een uitwisseling plaats tussen Colombiaanse vakbondsmilitanten van FENSUAGRO en de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Op 1 mei kwam een delegatie naar België, en eind oktober trok er een delegatie naar de palmvakbonden in Colombia. Deze delegatie hield ook een blog bij voor de achterblijvers. Toen in augustus Huber Ballesteros, de ondervoorzitter van FENSUAGRO, onterecht gearresteerd werd, schoten we meteen in actie en hielpen we met de verspreiding van de petitie voor zijn vrijlating. De Algemene Centrale-ABVV stuurde ook een delegatie naar Cuba en naar Palestina. Naast deze intensieve begeleiding van de partnerschappen, was FOS in 2013 ook aanwezig op tal van activiteiten van de Vlaamse partnerorganisaties en waren we aanwezig met een gemeenschappelijke stand op ManiFiesta. Er werd basisvorming gegeven, en de internationale vormingsweek van ABVV WestVlaanderen werd deels door FOS ingevuld. In WestVlaanderen en Limburg werden solidariteitsmaaltijden georganiseerd, FSMB zette de ervaringen van hun uitwisselingsreis om in een “Duik in de Maleta”. Wat onze publicaties betreft, zijn de abonnees op zowel FOSFOR, onze elektronische nieuwsbrief, als onze facebookpagina gestegen. Door deze publicaties blijven we in contact met onze storters en sympathisanten en kunnen we hen blijvend warm maken voor onze zaak. In 2013 werd de nieuwe lay-out van FOSFOR verder uitgewerkt en de nieuwe onderdelen FOS jaarverslag 2013 • p. 17 inleiding verder verdiept. Via de nieuwsbrief kunnen we op een goedkope manier veel mensen bereiken, inhoud blijft voor FOS echter centraal staan. Gerichtere informatie werd gegeven via de e-newsflash “Info Colombia” en “Info Cuba”. Via de kanalen van de socialistische beweging proberen we de leden van de socialistische beweging te bereiken. Dit zijn de ledenbladen en websites van de organisaties waarvan ze lid zijn. Zo hebben we in Vizine, het ledenblad van VIVA-SVV, een eigen rubriek “Vrouw uit het Zuiden”. Ook in de bladen van de grote organisaties (vakbond, mutualiteit) is er regelmatig plaats voor FOS. Hiermee bereiken we duizenden leden. Eind 2013 maakten we hierover institutionele afspraken, zodat deze ruimte gewaarborgd is. Tenslotte proberen we via de kanalen van de NoordZuidbeweging een nog breder publiek te bereiken. Onze website wordt het hele jaar up to date gehouden en relevante artikels worden op www.11.be en op www.dewereldmorgen.be geplaatst. Daarnaast volgt FOS in Vlaanderen ook een aantal allianties en netwerken op. Het beleidsbeïnvloedend werk dat FOS hiermee tracht te realiseren, groeit gestaag. Samen met andere actoren uit het middenveld proberen we te wegen op de besluitvorming. Dit doen we inhoudelijk maar ook via actie. Zo is FOS lid van een aantal netwerken binnen zowel de socialistische als de Noord-Zuidbeweging. We nemen gezamenlijke standpunten in, voeren samen actie en zetten bepaalde punten hoger op de politieke agenda. Zo werd er samen met Ladies in Red een stereotiepe quiz op de internationale vrouwendag georganiseerd, namen FOS-vrijwilligers deel aan het vrijwilligersforum van 11.11.11, ondersteunden we mee de actie van De Tijd Loopt aan het kabinet van de eerste minister, werd er in samenwerking met AC en sp.a een lobby-tour voor Colombia georganiseerd enz. In de thematische netwerken werd verder ingezet op waardig werk en gezondheid door mee seminaries te organiseren, brochures te schrijven, vergaderingen met expertise te versterken en zelf de Belgische tak van de 12 by 12 campaign op te richten. JAAR FOS - SOCIALISTISCHE SOLIDARITEIT ANS - SOLIDARITE SOCIALISTE 2013 - FOS VIERT 50-JARIG BESTAAN Tromgeroffel en applaus: FOS en Solidarité Socialiste bestaan 50 jaar! 200 sympathisanten zakten op 10 december af naar het ACOD-gebouw in Brussel om dat te vieren. Partners uit Zuid-Afrika en Burkina Faso namen het woord en vertegenwoordigers van de socialistische beweging gingen in gesprek over Sociale Bescherming. Ook de minister van Ontwikkelingssamenwerking was van de partij en feliciteerde FOS en Solidarité Socialiste met hun 50ste verjaardag. FOS jaarverslag 2013 • p. 18 We blikten terug op onze rijke geschiedenis: l’Entraide Socialiste, de Belgische sectie van l’ Entraide Internationale Socialiste, werd opgericht door de BWP in 1936 voor de opvang van voornamelijk politieke vluchtelingen. In 1963 verdeelde l’Entraide Socialiste haar activiteiten in 2 afzonderlijke diensten: Hulp aan Afrikaanse Bursalen en het Nationale Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking. Dat Fonds stond in voor de organisatie van kleine ontwikkelingsprojecten in het Zuiden en koos meer en meer voor de steun aan bevrijdingsbewegingen en progressieve regimes. L’Entraide Socialiste nam in 1978 de naam “Socialistische Solidariteit” aan. In 1986 werd het Nationale Fonds gesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige organisatie. De eerste werd FOS – Socialistische Solidariteit, de tweede Solidarité Socialiste - FCD. We keken ook vooruit. FOS wil ook in de toekomst een sterke organisatie zijn die samen met haar partners voluit voor wereldwijde Sociale Bescherming gaat. “Wij zijn niet passief in het Zuiden”, zei Lenny Gentle van partnerorganisatie ILRIG. “De mensen strijden voor sociale verandering en komen op voor hun rechten. Wij zijn net als jullie activisten, die streven naar hetzelfde gezamenlijk doel: gelijkheid en sociale rechtvaardigheid.” inleiding VOORUITZICHTEN 2014 ZUIDEN Het FOS-programma 2014 -2016 staat in het teken van sociale bescherming, met een integratie van de thema’s waardig werk en recht op gezondheid. Centraal-Amerika & Cuba El Salvador De nadruk zal in de suikersector blijven liggen op de verdere ontwikkeling van de sectorale sociale dialoog (ook op regionaal niveau). Het komt er daarbij op aan om de bereikte stappen in de coördinatie tussen sociale partners te consolideren en te institutionaliseren. De voltooiing van de pas opgezette syndicale organisatie van de rietkappers en van ten minste 1 niet-gesyndicaliseerde suikerfabriek, zal een belangrijke voorwaarde vormen, voor de hiervoor benodigde onderhandelingscapaciteit van de koepelvereniging CSTA-ES. In de maquilasector heeft FOS de samenwerking met het vakbondsplatform MSTM afgebouwd, maar FOS zal een platform van vakbonden en vrouwenorganisaties ondersteunen die beleidsinitiatieven ontwikkelen met een focus op de syndicale repressie in El Salvador. De organisaties binnen dit platform werkten de afgelopen jaren al nauw samen met MSTM. De huidige ondersteunde acties aan de syndicale organisatie en de collectieve onderhandeling (waarbij de laatste jaren door syndicale repressie weinig werd bereikt) zullen minder aandacht krijgen en er wordt 100% ingezet op een succesvolle werking van het platform. Daarnaast zal FOS vanaf 2014 beginnen met ondersteuning van syndicale organisaties van zelfstandige arbeid(st)ers. Dit initiatief is ontstaan vanuit de uitwisseling met de vakbondsorganisaties in Honduras rond hun wetsvoorstel. De opvolging van het ingediende wetsvoorstel door de syndicale organisaties bij het parlement, zal vanzelfsprekend in 2014 centraal staan. De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013, en met dezelfde partners. Er zijn drie klemtonen: De gezondheidscomités van AMSATI en van ACCPS spelen een actieve rol in de organisatie van de gezondheidspromotie (omvat o.a. preventie, sensibilisering en vorming van mensen, burgerparticipatie). Daarbij zal speciale aandacht uitgaan naar de sociale deter- minanten van gezondheid, zoals: gender, seksuele en reproductieve gezondheid, geweld, water en sanitair, leefomgeving en risicobeheer bij natuurrampen binnen het perspectief van klimaatsverandering. AMSATI verdedigt het recht op toegang tot kwaliteitsvolle basisgeneesmiddelen; het betreft een verdere consolidering van de bestaande sociale verkooppunten voor geneesmiddelen. De klemtoon ligt op de complementaire dienstverlening en gezondheidssensibilisering over rationeel gebruik van geneesmiddelen en alternatieve behandelingen (natuurlijke geneesmiddelen, holistische therapieën, enz.). ACCPS zal verder het recht van burgerparticipatie bij de definiëring van en de controle op het gezondheidsbeleid beijveren. Centraal staan volgende thema’s: de verdere uitbreiding van de gedecentraliseerde gezondheidsdiensten, de verhoging van het nationale gezondheidsbudget (via de hervorming van het belastingstelsel) en de sociale controle (audit) vanuit sociale organisaties op dienstverlening, om het recht op gezondheid te verzekeren. Ten slotte verwacht FOS dat de recente verkiezingsoverwinning van Salvador Sanchez Cerén van de progressieve partij FMLN, een ondersteunende conjuncturele rol zal spelen bij de genoemde initiatieven. Honduras In het nieuwe programma sociale bescherming worden voor de werklijn waardig werk de activiteiten in de suikerindustrie en met zelfstandige arbeid(st)ers in de informele sector verdergezet. In de suikersector zal SITIAMASH opvolging geven aan de sectoragenda om met de werkgeversorganisatie tot een eerste akkoord te komen over de arbeidsrechten van de rietkappers in onderaanneming. Verder hoopt SITIAMASH om een eerste cao af te ronden voor de pas aangesloten vakbondsafdeling in de fabriek Chumbagua. De vakbonden van zelfstandige arbeid(st)ers zullen zich in 2014 voornamelijk bezighouden met lobbywerk rond het door hen ingediende wetsvoorstel voor een kaderwet voor rechten voor zelfstandige arbeid(st)ers bij het parlement. Het zal binnen de huidige politieke context echter zeer moeilijk worden om het voorstel ook effectief goedgekeurd te krijgen. De maquilasector is als nieuwe sector opgenomen in het programma omdat zich een interessant coördinatieplatform heeft ontwikkeld tussen de vakbon- FOS jaarverslag 2013 • p. 19 inleiding den aangesloten bij verschillende koepelorganisaties. Deze samenwerking tussen syndicale actoren is een belangrijke strategische stap die tot twee jaar geleden onmogelijk leek. Met dit platform (RSMH) verwacht FOS effectief te kunnen werken aan de uitbreiding van vakbonden in de sector. RSMH zal in 2014 ook een actieve rol spelen in regionale uitwisseling. Daarnaast wordt met de 3 koepelorganisaties een directe samenwerking opgebouwd om intersyndicale beleidsbeïnvloeding rond sector-overschrijdende thema’s te bevorderen (zoals bv. sociale zekerheid). De versterking van de koepelorganisaties en hun politieke en strategische visie is van groot belang binnen de huidige politieke context van syndicale repressie en de reeks van neoliberale beleidsmaatregelen die door de pas gekozen regering genomen werden. In het kader van het recht op gezondheid start FOS in Honduras de samenwerking op met een nieuwe partner. ALCISAOH is een samenwerkingsplatform van 3 organisaties in het westen van het land. Honduras staat niet meteen bekend om zijn sociaal beleid. Toch heeft de overheid een wettelijk kader gecreëerd voor burgerparticipatie. De gemeentelijke Commissies voor Transparantie kunnen in principe toekijken op de besteding van overheidsmiddelen. De gezondheidscomités moeten de belangen van de bevolking bij de openbare gezondheidsdiensten verdedigen. Het opzet van ALCISAOH is om deze structuren optimaal te activeren, met het oog op een verbeterde dienstverlening op het vlak van gezondheid. CODIMCA, een rurale vrouwenorganisatie, werkt met 33 lokale vrouwen- en jongerencomités met 483 leden in 5 gemeenten van Santa Barbara. OCDIH, een begeleidings-ngo, werkt met 3 rurale vrouwennetwerken en 2 transparantiecommissies in 3 gemeenten van Santa Barbara. ASONOG, een platform van ngo’s, begeleidt 5 gemeentelijke gezondheidscomités in Ocotepeque en coördineert tevens het beleidswerk van de lidorganisaties over sociale bescherming. Binnen ALCISOAH zullen deze 3 organisaties gezamenlijk een vormingsaanbod uitwerken voor hun doelgroepen, hen begeleiden bij het beleidswerk over sociale bescherming en de sociale controle op gezondheidszorg en op gezondheidsbudgetten op gemeentelijk niveau. Relevante acties zullen er worden gedocumenteerd en geanalyseerd, om de geleerde lessen te delen met andere actoren. Nicaragua In de maquilasector en in de agro-industrie zal in 2014 de nadruk nog sterker liggen op verdere ontwikkeling FOS jaarverslag 2013 • p. 20 van de sectorale onderhandelingsagenda. Na de organisatie in 2013 van het regionale tripartiete forum in de suikersector, zal in de maquilasector ook extra aandacht worden besteed aan de versterking van regionale strategieën met de vakbonden in Honduras. Verder zal ook het intersyndicaal platform doorgaan met het uitwerken van overkoepelende beleidsvoorstellen. Het platform zal bovendien opvolging geven aan de wetsvoorstellen rond onderaanneming en de hervorming van het systeem van sociale zekerheid, die reeds bij het parlement zijn ingediend. Daarnaast zal in 2014 gewerkt worden aan een overkoepelende vakbondsagenda, die richting moet geven aan toekomstige beleidsvoorstellen met de integratie van standpunten rond: de onderhandeling van een minimumloon, beroepsvorming, de hervorming van de arbeidswetgeving, de uitbreiding en de kwaliteit van de sociale zekerheid, de sociale dialoog, de werkgelegenheid, etc.. De sociale beweging, die FOS ondersteunt, ziet zich binnen de politieke context in Nicaragua voor belangrijke dilemma’s geplaatst. Zij voelt zich sterk verbonden met de Sandinistische regering, maar deze verbondenheid maakt het hen tegelijkertijd moeilijk om onafhankelijke standpunten in te nemen en gehoor te geven aan de verwachtingen en noden van hun basisleden. Dit dilemma maakt het zeker niet eenvoudig om werkelijke sociale dialoog en beleidsbeïnvloeding vorm te geven. FOS blijft ervoor kiezen om syndicale organisaties te ondersteunen, die binnen dit spectrum kunnen balanceren, en hierbij een haalbaar evenwicht weten te bewaren. inleiding De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013, met dezelfde partners. FNT is een nationale koepel van 9 vakbondsfederaties en centrales die de gezondheidsthematiek op lokaal niveau ter harte heeft genomen en nu 13 gezondheidscomités, met elk een sociaal verkooppunt van geneesmiddelen (VSM) heeft opgestart. CTCP is een vakcentrale van arbeid(st)ers voor eigen rekening in de informele sector en zetelt in de commissie van de tripartiete Nationale Arbeidsraad. AMUN is de koepelstructuur van 5 lokale mutuas, met evenveel sociale verkooppunten van geneesmiddelen. PROSALUD is een ngo met stevige gemeenschapsinbedding en ruime expertise in integrale gemeenschapsgezondheid, opgebouwd rond de sociale verkoop van geneesmiddelen. Een eerste werklijn is de consolidatie van hun netwerken van sociale verkoop van geneesmiddelen. Een permanent aandachtpunt is vanzelfsprekend de vorming van de gezondheidspromotoren. De studie (2013) over de aankoop van geneesmiddelen formuleerde enkele aanbevelingen die binnen het netwerk COIME verder worden opgevolgd. Een andere werklijn is de gezondheidspromotie, uitgaande van het gezondheidscomité gevormd rond de VSM. Dit veronderstelt een intense opvolging van deze comités door de technische medewerkers van de partnerorganisaties. In opvolging van de genderdoorlichting zullen seksuele en reproductieve rechten in de gezondheidspromotie centraal staan. Tenslotte zullen de partners met het ministerie van Gezondheid en het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid verder zoeken naar mogelijkheden ter verbetering van de gezondheid van de doelgroepen en de aansluiting bij de sociale zekerheid. De uitvoeringsbesluiten voor de reeds in 2010 goedgekeurde wetten op de mutuas en de VSM, blijven de grote uitdaging. Cuba Het doel van de programmacomponent waardig werk is het versterken van de rol van ledenorganisaties, met name vakbondsorganisaties, binnen het proces van de socio-economische aanpassingen in Cuba. Dit met specifieke aandacht voor de verdediging van de rechten van de arbeid(st)ers op gebied van tewerkstelling, lonen en de verbetering van arbeidsomstandigheden. Daarbij is de gekozen strategie de versterking van de vormingscapaciteit van de vakbonden in cruciale sectoren voor de nieuwe socio-economische politiek, nl. de bouwsector en de voedselproducerende en –verwerkende industrie. Het betreft voornamelijk vorming rond de nieuwe arbeidswetgeving en alle afgeleide wetten en reglementen, met speciale aandacht voor volgende thema’s: het beheren van arbeidsconflicten; opstellen, onderhandelen en opvolgen van cao’s; het verbeteren van de veiligheid en gezondheid op de werkvloer; en ten slotte het correct toepassen van de loonsystemen. De vormingsstrategie bestaat uit 3 stappen: 1) vorming van de provinciale coördinatoren; 2) vorming van de provinciale vormingswerkers; 3) vorming/bijscholing van de syndicale leid(st)ers en arbeid(st)ers. De leslokalen en de didactische uitrusting worden verbeterd. Binnen de programmacomponent gezondheid blijft de focus in Cuba gericht op gezondheidspromotie en– preventie. Op die manier sluit het programma volledig aan bij de nationale gezondheidspolitiek. Bestaande programma’s zullen verder ondersteund worden: ➺ Preventie om niet-overdraagbare ziektes, voor- ➺ ➺ namelijk kanker, te voorkomen bij vrouwen, door de promotie van vroegtijdige opsporing en een gezondere levensstijl. Preventie van hiv/aids bij jongeren door het oprichten van een jeugdvriendelijk centrum in een dichtbevolkte wijk van Havana met een hoge prevalentie van hiv. Recht op een aangepaste gezondheidszorg en juridische begeleiding voor lesbiennes, door het verkrijgen van aanspreekpunten binnen de bestaande diensten. De activiteiten zijn voornamelijk gericht op de vorming van het personeel en promotoren over de inhoud van de campagnes en over de sociale en psychologische benadering van de doelgroepen, en op het verbeteren van de dienstverlening aan de doelgroepen. Didactisch FOS jaarverslag 2013 • p. 21 inleiding en propagandamateriaal wordt aangemaakt ter ondersteuning van de vormingen en de preventieactiviteiten. De partnerorganisaties richten zich op de volgende doelgroepen: syndicale leid(st)ers en arbeid(st)ers aangesloten bij vakbonden, leden van vrouwenorganisaties, personeel van juridische- en gezondheidsdiensten, jongeren en lesbiennes. zuid-Amerika Bolivia In Bolivia zal voor de programmalijn Waardig Werk verder gewerkt worden aan de syndicale eenmaking van de 6 vakbonden in de agro-industrie in een nationale federatie met de COB, de vakbondskoepel. Hiervoor is nog heel veel interne organisatieversterking nodig. De strijd tot erkenning van landarbeid als gelijkwaardige economische sector in de arbeidswetgeving blijft een belangrijke doelstelling, wat ook inhoudt dat gestreden wordt voor toegang tot sociale bescherming voor de landarbeid(st)ers. Een ethisch tribunaal in februari 2014, met steun van de Nationale Loterij van België, bracht de discriminatie van de vrouwen in deze sector op de voorgrond. De huishoudsector, verenigd in FENATRAHOB, zal in 2014 en de volgende jaren 9 basisvakbonden in verschillende steden versterken door betere juridische en andere dienstverlening, en bovendien zal zij het vervolg van de tripartiete onderhandelingen voeren. Ook bij hen staat de sociale bescherming van huishoudwerk(st)ers, door aansluiting bij de sociale zekerheid, op de onderhandelingsagenda. Tot nu toe is minder dan 3% van de huishoudwerk(st)ers in urbane gebieden aangesloten bij de sociale zekerheid. De programmalijn Sociale Bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013. FECAFEB zal, met steun van de ngo Alternativa, verder werken aan de opmaak en onderhandeling van een voorstel voor sociale bescherming, gezondheid en pensioenen voor de kleine koffieboeren. Op lokaal vlak werkt FECAFEB aan gezondheidspromotie en sensibilisering rond voedselveiligheid, seksuele en reproductieve rechten, gendergeweld, enz. Verder zal FECAFEB versterkt worden om meer sociale dienstverlening te kunnen leveren aan de leden, vb. om zwangere vrouwen, families met kleine kinderen en bejaarde leden toegang te helpen vinden tot de bestaande inkomenssubsidies FOS jaarverslag 2013 • p. 22 van de staat. In dit programma zal FOS in Bolivia een aanzet doen om met de organisaties te werken aan het invoeren van kleinschalige alternatieve energiebronnen om de voedselveiligheid en gezondheid van inheemse gemeenschappen en koffieboeren te verbeteren, met de steun van CIPCA en de ngo Alternativa. Colombia De extreem neoliberale context en het gewapende conflict maken dat syndicale heropbouw en eenmaking van enorm groot belang blijven in Colombia. Het intersyndicaal platform dat gesteund wordt door de nationale eenheidsvakbond FENSUAGRO, zal geconsolideerd en versterkt worden. De doelstelling is om ook in Colombia de bredere thema’s van Sociale Bescherming met dit platform aan te pakken. Zo is de toegang tot gezondheid in Colombia volledig geprivatiseerd via verplichte aansluiting bij private gezondheidsverzekeringen, wat de toegang tot de dienstverlening enorm beperkt. Vanaf 2014 zal met de syndicale organisatie SINTAIMAGRA gewerkt worden aan de syndicalisering van het huishoudpersoneel in Colombia en het afdwingen van de toepassing van IAO-Conventie 189. Hiervoor is in de vorige jaren al een aanzet gegeven door de uitwisseling met de organisaties van huishoudpersoneel in Ecuador, Bolivia en Peru. Hier zal de nadruk vooral liggen op het werven van leden, vormen van lokale kernen en vorming van leden en leid(st)ers in arbeidsrechten, gender en algemene politieke en actuele thema’s. Met het advocatencollectief ASOLABORALES uit Colombia, zal in de 4 Andeslanden gewerkt worden aan het vormen van jonge en geëngageerde arbeidsadvocaten om de vakbonden te ondersteunen, wat een antwoord biedt op een jarenlange behoefte. Met steun van de Nationale Loterij zal in 2014 een ethisch tribunaal georganiseerd worden in Colombia en begin 2015 in Peru, over de arbeidssituatie van de vrouwen in de agro-industrie. Dit wordt georganiseerd in samenwerking met ASOLABORALES en ALAL, de LatijnsAmerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten. Ecuador In Ecuador wordt in 2014 hoogstwaarschijnlijk een nieuwe arbeidswet gestemd. Het wetgevingsproces zal dus veel aandacht krijgen van de FOS-partners FENA- inleiding Peru CLE, ASTAC en ATRH binnen de programmalijn Waardig Werk, vooral in de discussie rond het opzetten van de sectorvakbonden. FENACLE werkt verder aan het opzetten van een sectorvakbond in de bloemensector. In het nieuwe programma zal FOS een nieuwe partner steunen: de bananenvakbond ASTAC, die lid is van een vakbondsnetwerk in de bananensector. Deze vakbond vaart een onafhankelijkere koers tegenover de regeringspolitiek dan FENACLE. Speerpunten van hun planning voor 2014 zijn: interne versterking en beleidsbeïnvloeding rond de arbeidswetgeving, met de nadruk op veiligheid en gezondheid op het werk. De Vereniging van Huishoudpersoneel ATRH zal werken aan zowel de uitbouw van de organisatie als de oprichting van een nationale vakbond en de versterking van de nieuwe lokale kernen in 5 provincies. Om met één stem te spreken om het recht op Sociale Bescherming en gezondheid te verdedigen, zal met de ngo DONUM een platform opgezet worden, die de visie van de basisorganisaties, de gezondheidsactivisten, de syndicale leiders, de academische wereld en andere geïnteresseerden samenbrengt. Onderzoek, debatten, seminaries en publicaties houden het debat over sociale bescherming en gezondheid levend. Luna Creciente, ook een nieuwe FOS-partner, werkt in dit programma rond seksuele en reproductieve rechten voor rurale en inheemse vrouwen. Mujeres por la Vida verliest evenwel niet haar plaats in de FOS-werking. FOS hoopt de vrouwenbeweging te kunnen ondersteunen in de uitbouw van haar jongerenwerking gericht op het promoten van seksuele en reproductieve rechten. In Peru zal FOS twee nieuwe federaties ondersteunen binnen de programmalijn waardig werk: de federatie van de agro-industrie FENTAGRO en van het huishoudpersoneel FENTTRAHOP. Ondersteuning is zeker nodig, in de eerste plaats wat betreft de interne organisatieversterking, maar ook in politieke beleidsbeïnvloeding i.v.m. de discriminerende arbeidswetgeving die bv. geen sociale bescherming voorziet voor deze sectoren. Enerzijds wordt veel vorming voor de basisvakbonden voorzien. Anderzijds zullen nationale coördinatiemechanismen worden ondersteund en zal de band met de vakbondskoepel CGTP en andere sectoren binnen de koepel onderhouden worden. Voor de huishoudsector blijft de ratificatie en toepassing van IAO-Conventie 189 een belangrijk strijdpunt voor de komende jaren. In de loop van het tweede semester zal met de vakbonden van de agro-industrie de voorbereiding van het ethisch tribunaal aangepakt worden, met ondersteuning van het advocatencollectief ASOLABORALES uit Colombia. Hiervoor verzamelen en bundelen de vakbonden in de agro-industrie aanklachten van schendingen van arbeids-en mensenrechten tot een gemeenschappelijke sectorale aanklacht. De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013. Het toonaangevende netwerk ForoSalud gaat verder de strijd aan tegen de privatisering/commercialisering van de gezondheidszorg. ForoSalud neemt ook de thema’s die in de vorige jaren werden gesteund verder op, zoals de uitbreiding van de sociale zekerheid voor de kleine boeren en de interculturele gezondheid. Om het eigen democratisch proces te garanderen, versterkt het netwerk haar overlegstructuren in de kustprovincies. Zowel de FOSpartners CNCJ als FEMUCARINAP zijn lidorganisaties van het netwerk. Met de nieuwe partnerorganisatie Promsex zal gewerkt worden aan het promoten van seksuele en FOS jaarverslag 2013 • p. 23 inleiding reproductieve rechten bij vrouwen en jongeren in 4 kustprovincies. Promsex is een gespecialiseerde ngo rond seksuele rechten die werkt met basisorganisaties van vrouwen en jongeren. Via deze samenwerking wil FOS de werklijnen uitzetten voor een regionale aanpak rond seksuele en reproductieve rechten in de toekomst. Er wordt namelijk de laatste jaren nog weinig vooruitgang geboekt in de wetgeving en dienstverlening omtrent dit thema. Integendeel zelfs, er is een conservatieve beweging in opgang die behaalde rechten, bv. rond abortus of anticonceptie voor jongeren, aan het terugschroeven is. Ten slotte bevordert FOS de regionale uitwisseling en vorming op verschillende manieren: via het regionale digitaal platform voor de agro-industrie Comunicandes, via coördinatie met de IAO, vooral rond Conventie 189 in de 4 Andeslanden, door regionale uitwisselingen via ALAMES voor het recht op gezondheid, en via een regionale partnerbijeenkomst in Colombia eind 2014 over sociale bescherming. zuidelijk afrika Subregio zuidelijk Afrika Voor de periode 2014-2016 ontwikkelde FOS een regionale werking voor de regio zuidelijk Afrika. Dit regionale programma sociale bescherming spitst zich toe op drie problematieken die grensoverschrijdend zijn en via gezamenlijke strategiebepaling en actie door de FOS-partners in de regio aangepakt zullen worden. Hierbij gaat het om (1) arbeidsflexibilisering; FOS jaarverslag 2013 • p. 24 (2) toegang tot gezondheid en (3) gendergelijkheid. De methodologie van FOS is erop gericht om de organisationele en institutionele capaciteiten van partners te versterken. Op die manier kunnen ze zich beter inzetten voor het verbeteren van de levenskwaliteit van hun doelgroepen door samen met hen, hun recht op Sociale Bescherming af te dwingen en te promoten. Specifiek situeren de eindbegunstigden van de partners zich in de landbouw- en huishoudsector. Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor de empowerment van vrouwen en jongeren in organisatiestructuren en op de werkvloer. FOS streeft er naar om op een duurzame manier bestaande organisaties te verankeren in het middenveld en netwerkvorming tussen verschillende actoren te stimuleren. Via samenwerking en synergie tussen partners zal gezocht worden naar effectieve antwoorden op de veelvuldige problemen die grensoverschrijdend zijn en waar alle FOS-partners mee geconfronteerd worden in hun werking. Onder samenwerking verstaan we niet uitsluitend uitwisseling van ideeën en praktijken, maar hierbij denken we ook aan het tegelijk aankaarten van de slechte arbeidsomstandigheden bij multinationals in verschillende landen, gezamenlijk gedragen beleidsbeïnvloeding ten aanzien van SADC, uitwisselen van tools voor het gender hoog op de agenda te zetten, etc. Organisaties worden bovendien gestimuleerd om gezamenlijk aan kritische zelfreflectie te doen m.b.t. de eigen rol, de doelgroep en de doelstellingen om de identiteit, visie en werkwijzen van de organisatie te versterken. Er wordt verwacht van ledenorganisaties dat ze zich in het bijzonder inzetten voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving: vrouwen, jongeren en arbeidsmigranten, die vaak als eerste getroffen worden door doorgedreven arbeidsflexibilisering, werkloosheid en arbeidsonzekerheid. Door middel van nieuwe organisatievormen moeten deze kwetsbare groepen – die binnen de huidige vakbondsstructuren onvoldoende vertegenwoordigd worden - specifiek betrokken worden. Dit vergt een grote verandering in het denken en functioneren van ledenorganisaties inleiding met betrekking tot gender. Organisaties zullen gezamenlijk strategieën uitwerken om effectief de belangen van kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te vertegenwoordigen. Ledenorganisaties, ook vakbonden, zullen onderzoeken hoe ze kunnen bijdragen aan het vergroten van de toegang tot gezondheid voor hun doelgroepen. Er is nood aan kritische reflectie omtrent de rol en inzet van gezondheidspromotoren, vooral binnen rurale gemeenschappen. Gezien er binnen de subregio verschillende ervaringen zijn met het inschakelen van gezondheidspromotoren, is het van belang deze ervaringen samen te brengen en te komen tot een gedeelde strategie voor het efficiënter inzetten van gezondheidspromotoren. Ghana In Ghana start FOS een nieuw project voor drinkwatervoorziening en het verbeteren van hygiëne in vier rurale gemeenschappen. Dit project krijgt ondersteuning van de Vlaamse Overheid via het Vlaamse Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO), de Stad Antwerpen en TMVW-WaterLink. Het is een driejarig project van 2014-2016 en zal uitgevoerd worden door de lokale partnerorganisatie: Community Livelihoods Support Organisation (COLISO). Het vorige waterproject Drinkwatervoorziening en Verbetering van Hygiëne in Nandom, Samou en Akim Ayirebi wordt afgerond met een externe evaluatie. palestina Het FOS-programma 2014-2016 “Recht op Sociale Bescherming in Palestina”, bouwt verder op de werklijnen van het programma 2011-2013. FOS focust op één aspect van sociale bescherming, nl. het recht op Waardig Werk. De samenwerking heeft tot doel de arbeidsomstandigheden van de werkne(e)m(st)ers in de petrochemische sector te verbeteren. De activiteiten focussen op de minimumlonen en veiligheid en gezondheid op het werk, via monitoring van de toepassing van de wet op de minimumlonen in de petrochemische sector en door betere controle van de werkplaatsen op het aspect veiligheid en gezondheid. De gevolgde strategie is deze van versterking van de organisationele en institutionele capaciteiten van de partnervakbond in Palestina. De vakbond beoogt zijn ledenaantal uit te breiden via de oprichting van nieuwe syndicale bedrijfskernen, door een actieve inzet van veldwerkers. De regionale vakbondsstructuren worden opgeleid voor een efficiëntere opvolging. Wat de institutionele capaciteit betreft, richt het programma zich tot de onderhandelingscapaciteit op het vlak van het minimumloon en de veiligheid en gezondheid op de werkvloer, enz. Dit moet leiden tot afspraken met werkgevers in de bedrijven waar PUPW een syndicale delegatie heeft. Vorming neemt op verschillende niveaus in de vakbond een belangrijke plaats in. Speciale aandacht gaat naar de bestuursleden van de regionale en nationale leiding, die gevormd worden in beheer van een vakbond, arbeidsrechten en onderhandelingsbekwaamheid. Vorming zal ook de veldwerkers beter voorbereiden op hun taken tijdens de veldbezoeken aan de bedrijven, om arbeid(st)ers te informeren over hun arbeidsrechten en hen te overtuigen van aansluiting bij de vakbond. Vorming richt zich ook rechtstreeks tot de werkne(e)m(st)ers, om hen te sensibiliseren over hun arbeidsrechten en de mogelijkheid van juridische opvolging van arbeidsconflicten via de vakbond. Het aantal veldwerkers wordt hiervoor uitgebreid. Een derde belangrijke soort activiteiten zijn de (nationale) campagnes gericht naar de werknemers over relevante thema’s zoals het minimumloon, veiligheid en gezondheid op het werk, sociaal overleg, enz. FOS jaarverslag 2013 • p. 25 inleiding VOORUITZICHTEN 2014 NOORDEN In 2014 zal FOS opnieuw een campagne uitwerken, aandacht besteden aan de vaste publicaties en de partnerschappen verder ondersteunen. Door het opzetten van fondsenwervende, politieke en informatieve activiteiten organiseert FOS internationale solidariteit. Het beleidsbeïnvloedend werk zal vanaf 2014 een zwaarder gewicht krijgen binnen het FOSprogramma. Door een intensiever lidmaatschap van de netwerken waar FOS deel van uitmaakt, probeert FOS de politieke agenda te beroeren. Het tweede campagnejaar over huishoudwerk gaat in maart van start. Na in 2013 te focussen op de ratificatie van Conventie 189 en de bijhorende wetgeving, zal er in 2014 aandacht gevraagd worden voor het gebrek aan waardering voor huishoudwerk(st)ers. Ze krijgen vaak niet het respect dat ze verdienen. In het Zuiden vertaalt dit zich in onderwaardering, misbruik, slechte werkomstandigheden en gebrekkige arbeidswetgeving. Tot op vandaag wordt huishoudwerk nog vaak niet als “echt” werk gezien. Nochtans is hun werk broodnodig om de economie van een land te laten draaien, en hun dagelijkse inzet is wel degelijk professionele arbeid. Daarom steunen wij onze partnerorganisaties in het Zuiden in hun strijd voor waardig huishoudwerk. Met de slogan “Neem mee de handschoen op” vragen we, samen met onze partners De Algemene Centrale ABVV, Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a en vzw Thuiszorg, waardering voor huishoudwerk(st)ers. Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking en aan de regeringsleiders (via de ambassades) van onze partnerlanden vragen we om sociale organisaties te erkennen en hen een plaats te geven in het sociaal overleg. Aan de minister van Werk vragen we om de ratificatie van Conventie 189 in België af te ronden en een sensibiliseringscampagne op te zetten naar de werkgevers toe. SADSAWU, de Zuid-Afrikaanse vakbond voor huishoudwerk(st)ers, wordt de partner in de kijker tijdens deze campagne. In maart 2014 komt de algemeen secretaris, Myrtle Witbooi, naar België om FOS jaarverslag 2013 • p. 26 haar verhaal te brengen. De campagne zal de mensen oproepen om “de handschoen op te nemen” en hun waardering voor huishoudpersoneel te tonen, via een (online) petitie. De educatieve materialen van 2013 zullen in 2014 verder gepromoot worden. In 2015 zal FOS campagne voeren voor het recht op sociale bescherming, samen met 11.11.11, Wereldsolidariteit, de vakbonden en de mutualiteiten. In 2014 zal deze campagne grondig voorbereid worden. FOS wil hierin een voortrekkersrol opnemen. In 2014 gaat het nieuwe programma 2014-2016 van start en zullen er zich nieuwe dynamieken ontwikkelen bij onze partners in het Zuiden. Deze trekken we door naar de partnerschappen in Vlaanderen. Zo zijn er enkele organisaties die een nieuwe partnerrelatie aangaan, bijvoorbeeld de CIS (Commissie Internationale Solidariteit van het ABVV) in West-Vlaanderen. FOS kiest voor de versterking van de band tussen Noord- en Zuidpartner door o.a. uitwisselingen te organiseren tussen de partners. Zo zal er in oktober een delegatie uit Nicaragua naar België komen om ABVV West-Vlaanderen te ontmoeten. Deze vakbond uit de maquila-industrie, krijgt een plaats op de Dag van de Internationale Solidariteit en tijdens de internationale vormingsweek. Bond Moyson West-Vlaanderen zal navolgingstraject van de Zuid-Afrika reis verderzetten met vertelavonden en een wijnbar. Ze plannen een nieuwe reis naar Zuid-Afrika in 2015. In 2015 trekt De VoorZorg Antwerpen naar de gezondheidspartners in Peru. FOS start in 2014 met de voorbereidingen. Daarnaast wil De Voorzorg Antwerpen in 2014/2015 een grote fondsenwervende activiteit organiseren. VIVA-SVV Vlaams-Brabant tracht op haar beurt dan weer fondsen te werven door leden op te roepen een maandelijkse bijdrage te storten voor Luna Creciente en Mujeres por la Vida, om zo de anticonceptie van vrouwen in Ecuador te betalen. Bond Moyson OostVlaanderen gaat in 2014 op zoek naar een nieuw concept voor een grote fondsenwervende activiteit. inleiding Voor de publicaties blijft het een streefdoel voor FOS om meer lezers te bereiken. FOSFOR en de elektronische nieuwsbrief blijven onze belangrijkste eigen publicaties. Daarnaast proberen we zo veel mogelijk artikels verder te verspreiden via de ledenbladen en websites van de socialistische en de Noord-Zuidbeweging. De institutionele afspraken die in 2013 met de verschillende organisaties werden gemaakt, worden in praktijk omgezet; regelmatig zal er een artikel en/ of advertentie verschijnen in de ledenbladen, nieuwsbrieven, intranet enz. van verschillende organisaties. De FOS-website zal in 2015 volledig vernieuwd worden. Hiervoor start FOS in 2014 met een grondige evaluatie van de huidige website en met de voorbereiding van de nieuwe website. In 2014 wordt de website verder up to date gehouden. Om de interne werking van FOS te verbeteren, wordt er in 2014 werk gemaakt van een nieuwe communicatie- en educatiestrategie. In 2014 zal FOS meer gewicht geven aan beleidsbeïnvloedend werk. Onze beleidsmedewerk(st)ers zullen de allianties en netwerken waar FOS deel van uitmaakt, versterken. Zo wil FOS wegen op de politieke besluitvorming. FOS zal gezamenlijke acties en seminaries mee organiseren en promoten, opiniestukken schrijven en inhoudelijke bijdragen leveren. SOCIALE BESCHERMING HOOG OP DE FOS-AGENDA Sociale Bescherming is een recht waar iedereen moet van kunnen genieten, ook mensen in precaire levensomstandigheden. Daar komt FOS voor op, met steun aan organisaties in het Zuiden en met campagnes en solidariteitsactiviteiten in het Noorden. Maar sociale bescherming is een breed begrip. Om het werkbaar te houden focust FOS op Waardig Werk • • • • Werkgelegenheid, met waardig inkomen Veiligheidsnet van (publieke) solidariteit en stabiliteit in geval van ziekte, ouderdom, zwangerschap, invaliditeit en werkloosheid Respect voor de fundamentele principes en rechten op de werkvloer Sociale dialoog en tripartite overleg als noodzakelijk element van economische en sociale ontwikkeling Gezondheid • Toegang tot kwalitatieve en betaalbare gezondheidszorg • Toegang tot kwalitatieve en betaalbare medicijnen • Garanderen van seksuele en reproductieve rechten • Sociale determinanten van gezondheid Promotie van het recht op sociale zekerheid en sociale bijstand De komende jaren trekken FOS en haar partners volop de kaart van Sociale Bescherming! We komen op voor een brede sociale bescherming voor iedereen. Daarbij speelt het principe van solidariteit een belangrijke rol! FOS jaarverslag 2013 • p. 27 België El Salvador Nicaragua Ecuador Peru Palestina Cuba Honduras Colombia Ghana Bolivië ue Mozambiq Zimbabwe Namibië ka Zuid-Afri FOS jaarverslag 2013 • p. 28 fos IN HET ZUIDEN { CENTRAAL-AMERIKA El Salvador, Honduras en Nicaragua Overzicht van de activiteiten in centraal-amerika Landen El Salvador Honduras Nicaragua Coördinatie Regionaal coördinatiebureau Managua, Nicaragua Regionaal coördinatiebureau Managua, Nicaragua Regionaal coördinatiebureau Managua Actiezones Morazan, La Unión, San Miguel, Usulutan, La Paz, Santa Ana , San Salvador, San Vicente Choluteca, Valle, Yoro, Olancho, San Pedro Sula, Choloma Matagalpa, Jinotega, Nueva Segovia, Managua, Carazo, Masaya, Granada, Chinandega, Rivas Type activiteiten • Versterking syndicale organisaties • Beleidswerk toegankelijkheid openbare gezondheidszorg • Toegang tot geneesmiddelen • Versterking syndicale organisaties • Ondersteuning gemeenschapsmutualiteiten • Toegang tot geneesmiddelen • Versterking syndicale organisaties • Ondersteuning gemeenschapsmutualiteiten • Toegang tot geneesmiddelen Strategische lijnen • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Vorming nationale vakbondsfederaties • Sociale controle op gezondheidsbeleid • Uitbouw netwerk sociale verkoop geneesmiddelen • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Vorming nationale vakbondsfederaties • Uitbouw netwerk sociale verkoop geneesmiddelen • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Vorming nationale vakbondsfederaties • Capaciteitsopbouw mutualistische initiatieven • Uitbouw netwerk sociale verkoop geneesmiddelen FOS jaarverslag 2013 • p. 29 FOS jaarverslag 2013 • p. 30 FOS in het Zuiden Overzicht van de acties in centraal-amerika WAARDIG WERK IN CENTRAAL AMERIKA El Salvador Honduras Nicaragua Partners MSTM, Coordinadora de Sindicatos de Azucar CSTA-ES SITIAMASH, Sector Informal (FOTTSIEH – FENTAEH – ANAVIH), STIBYS FNT, CST-ZF, CTCP, RNA, ATC Doelgroepen arbeid(st)ers , landarbeid(st)ers Arbeid(st)ers, landarbeid(st)ers, arbeid(st)ers informele economie Arbeid(st)ers, landarbeid(st)ers, arbeid(st)ers informele economie Sleutelelementen arbeidsrechten, organisatieversterking arbeidsrechten, organisatieversterking arbeidsrechten, organisatieversterking Budget 139.027,31 euro 98.391,72 330.786,82 euro Donoren DGD, 11.11.11, Petroleumsector Sociaal Fonds DGD, 11.11.11, provincie Vlaams-Brabant DGD, ABVV West-Vlaanderen, gemeente Kapellen, 11.11.11 RECHT OP GEZONDHEID IN CENTRAAL AMERIKA El Salvador Honduras Nicaragua Partners ACCPS, AMSATI COSSAMUL, COMIXMUL AMUN, Mutua Urbana (CTCP), FNT, Prosalud Doelgroepen Gemeenschapsgezondheidscomités, coöperatieve van vrouwen en families Landbouwcoöperatieven, coöperatieve van vrouwen Stedelijke en landelijke bevolking uit de informele sector Sleutelelementen Toegang tot geneesmiddelen, organisatieversterking, beleidsbeïnvloeding Budget 103.931,29 euro 114.851,91 euro 324.426,09 euro Donoren DGD, 11.11.11, Multipharma DGD, P&V DGD, 11.11.11, NVSM, Multipharma, P&V Mutualiteiten, toegang tot Mutualiteiten, toegang tot geneesmiddelen, organisatiegeneesmiddelen, organisatieversterking, politieke beleidsversterking beïnvloeding FOS jaarverslag 2013 • p. 31 FOS in het Zuiden ACTIES WAARDIG WERK IN CENTRAALAMERIKA TOEGELICHT EL SALVADOR De regering Funes in El Salvador heeft naast de uitvoering van verschillende sociale programma’s gezorgd voor iets meer respect voor de syndicale vrijheid en de sociale dialoog. Hierdoor is het voor de vakbeweging gemakkelijker om erkend te worden door het ministerie van Arbeid en rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Ook heeft de regering pogingen gedaan om de sociaaleconomische raad te ontwikkelen, op basis van een multi-actor deelname. Niettemin blijft de syndicale repressie erg groot en is het in de praktijk, bijvoorbeeld in de maquilasector, nog steeds niet mogelijk om tot cao-onderhandelingen te komen. Ook de sterke verdeeldheid en politisering binnen de sociale beweging blijven bestaan, en zijn eerder toegenomen in aanloop naar de nationale verkiezingen van maart 2014. Realisaties CSTA-ES (suikersector): Het oorspronkelijk beoogde onderhandelingsresultaat, werd door partner CSTAES reeds in 2012 behaald, doordat onderhandelingen in de nieuw gesyndicaliseerde suikerfabrieken la Magdalena en Jiboa, veel voorspoediger verliepen dan werd verwacht. In de cao’s is in het geval van la Magdalena de afgelopen 3 jaar een substantiële stijging bereikt van het aantal permanente arbeidsplaatsen (van 0 naar 35) en de creatie van 270 semipermanente arbeidsplaatsen (8-10 maand) in plaats van tijdelijke contracten (4 maand). In Jiboa is in de cao eveneens een stijging opgenomen van het aantal semipermanente arbeidsplaatsen (momenteel 536 van de 940 arbeidsplaatsen). In de cao van de fabriek El Ángel bestaan al langer clausules ter promotie van arbeidsstabiliteit en is de afgelopen programmaperiode vooral rond minimumsalarissen onderhandeld. Het minimumsalaris dat betaald wordt in El Ángel ligt nu zo’n 150% boven het normaal betaalde minimum in de sector ($500 t.o.v. $200). Daarnaast is de vakbond STEIA van de fabriek El Ángel in 2013 begonnen met de onderhandeling van garanties voor de inschrijving van rietkappers in het systeem van sociale zekerheid. Dit gebeurde in coördinatie met de organisatie Fair Trade in de Verenigde Staten. Tot op heden is er nog geen concrete overeenkomst uitgewerkt. De goede onderhandelingsresultaten zijn enerzijds bereikt door de succesvolle ledenwervingscampagnes in la Magdalena en Jiboa waardoor het totale le- FOS jaarverslag 2013 • p. 32 dental van de 3 vakbonden is verdubbeld (ligt nu boven de 85% van het aantal arbeid(st)ers in de 3 fabrieken). Deze gestegen representativiteit heeft de vakbonden nieuwe onderhandelingskracht verleend. Ook het aantal vrouwelijke leden is bewust gepromoot en is in de 3 vakbonden toegenomen. Daarnaast hebben de vakbonden voor en tijdens de onderhandelingen, deskundige externe begeleiding ontvangen van een jurist. Ook hebben de uitwisseling van ervaringen met de vakbond STEIA, en de gezamenlijke vormingssessies rond onderhandelingstechnieken, bijgedragen aan het verbeterde onderhandelingsresultaat. CSTA-ES en de werkgeversorganisatie van de suikersector AAS hebben nog geen definitieve afspraken gemaakt over verbetering van arbeidscondities op het niveau van de sector. Hoewel de bestuursvoorzitter van de werkgeversorganisatie bereid is om tot onderhandeling te komen, werd er het afgelopen jaar zware druk uitgeoefend vanuit de vertegenwoordiging van niet-gesyndicaliseerde suikerfabrieken (50% van de fabrieken) binnen het bestuur, om de beginnende bipartiete dialoog af te breken en niet te erkennen. De regionale uitwisselingen die de afgelopen jaren tussen suikervakbonden georganiseerd zijn, hebben in hoge mate bijgedragen aan de groei van een sectorvisie van de partner CSTA-ES. Vanuit dit kader, is de partner zelf gaan experimenteren met de organisatie van tripartiete forums, die zijn gebruikt om het vertrouwen tussen de sociale partners te vergroten. Deze forums zijn afgewisseld met bipartiete vergaderingen over een mogelijke agenda. Het georganiseerde regionale tripartiete forum dit jaar, heeft echter in het geval van El Salvador, geleid tot een tegenreactie vanuit de genoemde niet-gesyndicaliseerde fabrieken. CSTA-ES maakt onderdeel uit van het syndicale platform MUSYGES. In het kader van dit platform heeft de partner samen met de vakbondskoepel CSTS, een syndicale agenda aangeboden aan de politieke partijen FMLN en ARENA. Een van de belangrijke thema’s op de agenda, is het voorstel tot omvorming van het pensioenstelsel. Beide partijen hebben aangeven bereid te zijn om na de verkiezingen de uitvoering van de agenda te ondersteunen. De formulering van een gezamenlijke agenda tussen de twee belangrijkste ideologische stromingen binnen de vakbeweging, is een belangrijke stap voor de sterk versnipperde organisaties in El Salvador. Toch is het nog onzeker of het hier gaat om een structurele of een meer conjuncturele verbetering van de samenwerking. MSTM (maquilasector): Sinds 2012 vormt de beleidsbeïnvloeding over de hervorming van de wetgeving rond de vrijhandelszones, een van de belangrijkste aandachtsvelden van MSTM. In 2013 werd de nieuwe wet globaal goedgekeurd door het parlement. Daarbij is MSTM er samen met 11 andere organisaties in geslaagd, om binnen de wetgeving de vorming van een tripartiete commissie op te nemen, die zal toezien op de reglementering van de wetgeving en arbeidsrechtenschendingen zal beoordelen. Daarnaast hebben zij de opname van exportsancties in de wet bedongen, die zullen worden opgelegd aan bedrijven die niet hebben bijgedragen aan de sociale zekerheid of schulden hebben bij de sociale zekerheid. Tenslotte is er ook een artikel opgenomen over het respect voor syndicale vrijheid als expliciet arbeidsrecht in de fabrieken. In het kader van de coördinatie tussen de 11 deelnemende actoren, zijn er coördinatievergaderingen gehouden, informatiematerialen uitgewerkt, en mobilisaties voor het parlement georganiseerd. Evoluties en bijsturingen De activiteiten in de suikersector in El Salvador vormen een goed voorbeeld van de ontwikkeling die het programma in zijn geheel heeft doorgemaakt. Het is de partner de afgelopen jaren gelukt, om niet alleen haar ledenbasis en bedrijfscao’s sterk uit te breiden, maar om tevens strategische stappen te zetten, in de richting van een onderhandelingsagenda op nationaal en op regionaal niveau. Aan de basis van dit groeiproces ligt de versterkte alliantie, de coördinatie van acties en de ontwikkeling van een gezamenlijke strategische visie tussen syndicale actoren, binnen dezelfde sector. Daarbij wordt een steeds breder scala aan verschillende actoren betrokken, zoals de internationale vakbondsorganisatie van de voedingsindustrie (IUF), het ministerie van Arbeid en Fair Trade USA en de werkgeversorganisatie AAS. De actie groeit op deze wijze steeds meer toe naar een multi-actorstrategie. Een ontwikkeling die FOS actief FOS jaarverslag 2013 • p. 33 FOS in het Zuiden heeft ondersteund, door de organisatie van regionale uitwisselingen, door de coördinatie met de verschillende donoren en internationale actoren, en door het faciliteren van geschikte lokale expertise, die de partners rond bepaalde thema’s kunnen begeleiden. De genoemde vooruitgang valt samen met een positieve politieke context, die met de voortzetting van de progressieve FMLN-regering, zeker perspectieven biedt op verdere ontwikkeling. Niettemin blijft El Salvador nog altijd het toneel van een bijzonder anti-syndicale houding van werkgevers en een sterk versnipperde syndicale beweging. Rond alle doelgroepen, blijft dit de mogelijkheden beperken, om snel vooruitgang te boeken bij sociale dialoog. In de maquilasector speelde de syndicale repressie de afgelopen periode de grootste rol. De sluiting van de textielfabriek GAMA in 2011, waar men op het punt stond om tot een eerste cao in de sector te komen, maakte duidelijk dat het nog onmogelijk is om tot succesvolle onderhandeling te komen. De partner MSTM en FOS hebben daarop in overleg besloten om de focus van de actie tijdelijk te verleggen, naar beleidsbeïnvloeding op nationaal niveau, ter vermindering van het anti-syndicale klimaat. Sindsdien wordt in alliantie met 11 verschillende ngo’s ingezet op het vergroten van de invloed van de vakbeweging op de reglementering en de controle op de uitvoering van de recent hervormde wet rond de vrijhandelszones. Inmiddels zijn met deze alliantie reeds enkele successen behaald. De verdeeldheid binnen de syndicale beweging is eveneens een constante factor in El Salvador, die het bijzonder moeilijk maakt om tot intersyndicale samenwerking en effectieve beleidsbeïnvloeding vanuit de vakbeweging te komen. Hoewel FOS overtuigd is van het belang van deze werklijn, heeft de praktijk uitgewezen dat het vooralsnog zeer moeilijk is om tot werkzame brede allianties te komen rond sectoroverschrijdende arbeidsthema’s (zoals onderaanneming en sociale zekerheid). Dit heeft FOS in 2013 doen besluiten om deze werklijn in El Salvador voorlopig niet verder te zetten in het programma 2014-2016. HONDURAS Ook Honduras stond in 2013 in het teken van nationale verkiezingen. Na de militaire coup van 2009 heeft het land een zeer moeilijke periode doorgemaakt, met economische stagnatie, alarmerende misdaadcijfers, FOS jaarverslag 2013 • p. 34 en politieke onveiligheid. De in de beginfase stuurloze regering van nationale eenheid heeft zich de laatste jaren ontpopt als promotor van neoliberaal beleid. In 2013 zijn de maatregelen voortgezet die leiden tot flexibilisering van de arbeidswetgeving, zoals de introductie van contracten per uur en de planning van ‘modelsteden’. In deze context is onder de bevolking de steun gegroeid voor de nieuwe progressieve politieke partij LIBRE. Na de nationale verkiezingen (november 2013) is daardoor de traditionele tweepartijstructuur in het land doorbroken. Hoewel LIBRE nu de tweede partij van het land is geworden, betekent de winst van de conservatieve Nationale Partij dat de regering de huidige koers zal aanhouden. Realisaties SITIAMASH (suikersector): De partner is er nog niet in geslaagd om binnen haar bedrijfs-cao tot een erkenning van de rechten van de rietkappers, werkzaam voor onderaannemers rond fabriek CAHSA, te komen. De directie van de fabriek heeft onder druk van de vakbond wel in de praktijk bij de onderaannemers aangedrongen op verbeteringen (zoals uitbetaling van de wettelijke vrije dag per week, schoon water, beter transport). Toch blijft de directie weigeren om haar wettelijke verantwoordelijkheid voor deze kwetsbare groep te erkennen. SITIAMASH is de afgelopen jaren in haar onderhandelingsstrategie rond de rietkappers ondersteund door deskundige externe juridische begeleiding. In dit verband is ook een rechtszaak begonnen tegen de directie van de suikerfabriek CAHSA. De getuigen in deze rechtszaak hebben zich echter onder druk van CAHSA beetje bij beetje teruggetrokken. De partner organiseerde ook interne workshops over de introductie van specifieke thema’s binnen haar cao, zoals genderspecifieke clausules en clausules rond arbeidskwalificatie en beroepsvorming. Om uit de impasse met de werkgever te geraken, heeft SITIAMASH het afgelopen jaar meer ingezet op onderhandeling op sectorniveau. Deze werklijn is op nationaal niveau ondersteund met coördinatiebijeenkomsten rond een syndicale agenda tussen SITIAMASH en de andere vakbond binnen de sector SITRAEACHSA. Dit coördinatieproces en de opvolgende tripartiete vergaderingen en tripartiete forums met de minister van Arbeid en de werkgeversorganisatie APAH, zijn extern begeleid door deskundige juristen. De slechte arbeidscondities van de rietkappers en hun gebrek aan toegang tot het systeem van sociale zekerheid, staan dankzij deze inspanningen op de bipartiete sec- FOS in het Zuiden toragenda, die SITIAMASH in augustus 2013 overeenkwam met de werkgeversorganisatie APAH. Daarnaast zal SITIAMASH begin 2014 voor het eerst een cao onderhandelen, voor de arbeid(st)ers van de suikerfabriek Chumbagua, die zich recent aansloot bij SITIAMASH. In deze fabriek zijn tijdelijke arbeidscontracten de norm en geen van de arbeid(st)ers is aangesloten bij het systeem van sociale zekerheid. STIBYS is een van de drijvende krachten achter het intersyndicaal platform dat tot doel heeft om vanuit de vakbeweging als geheel initiatieven van beleidsbeïnvloeding te ontwikkelen rond algemene arbeidsthema’s. Het intersyndicaal platform wordt samen met de Deense donororganisatie 3F ondersteund. Binnen dit netwerk worden algemene coördinatiebijeenkomsten georganiseerd tussen basisvakbonden uit verschillende sectoren en bestuursleden uit de 3 koepelorganisaties in Honduras. Op deze coördinatiebijeenkomsten wordt thematische informatie gedeeld en wordt de voortgang besproken van de 3 werkcommissies, die zich gevormd hebben rond 3 hoofdthema’s: onderaanneming en flexibilisering van arbeidswetgeving, sociale zekerheid en arbeidspolitiek en beroepsvorming. Deze werkcommissies vergaderen afzonderlijk en bereiden voorstellen voor, al dan niet met ondersteuning van externe expertise. Ook worden de materialen die de werkcommies produceren ondersteund. Al in 2011 bleek dat er van overheidswege weinig politieke bereidheid bestond voor bespreking van het intersyndicale voorstel tot reglementering van onderaanneming. Aangezien in dat zelfde jaar per decreet nieuwe bedreigende arbeidswetgeving rond de promotie van uurlooncontracten werd ingevoerd, besloot het intersyndicaal platform om de prioriteiten te verleggen. Wel hebben zij rond de problematiek van onderaanneming in 2013 een oriëntatiegids ontwikkeld, om vakbondsorganisaties te helpen met de omvorming van hun organisatie van een bedrijfs- naar een sectorstructuur. Hierdoor zullen zij beter in staat zijn, om arbeid(st)ers werkzaam voor onderaannemers te organiseren en te vertegenwoordigen. Rond de ingestelde uurlooncontracten is vanuit het intersyndicaal platform een officiële aanklacht ingediend bij de IAO. De IAO heeft zich echter voorlopig noch voor, noch tegen het decreet uitgesproken en wil de resultaten van de wetgeving op de langere termijn afwachten. Verder zijn er in 2012 en in 2013 bij het hooggerechtshof juridische aanklachten ingediend om het decreet ongrondwettelijk te verklaren. In 2012 heeft dit een kortstondig effect gehad, toen de rege- ring voorlopig haar pogingen staakte om de maatregel als permanente wetgeving in te voeren. In 2013 volgde echter een nieuw wetsinitiatief met een iets veranderde formulering, dat naar verwachting begin 2014 door het parlement zal worden goedgekeurd. Deelnemende organisaties aan het intersyndicaal overleg participeren daarnaast met uitgewerkte voorstellen in de tripartiete technische commissies die zich binnen de sociaaleconomische raad gevormd hebben, rond het systeem van sociale zekerheid en het stelsel van beroepsvorming. Eind 2013 zijn echter voor al deze overheidsinstanties externe interventiecommissies ingesteld die het financiële wanbeleid moeten onderzoeken en publiek-private allianties rond deze instanties moeten creëren. Onder dreiging van deze interventies, is het op dit moment niet waarschijnlijk dat de syndicale voorstellen het beleid rond deze instanties sterk zullen beïnvloeden. CS-SIH: Het platform van 3 vakbondsorganisaties van zelfstandige arbeid(st)ers in de informele economie, heeft zich in 2013 gericht op beleidsbeïnvloeding rond haar voorstel tot een kaderwet, die ingaat op de (arbeids)rechten van deze doelgroep. De start van het regionale IAO-programma rond de informele economie (Honduras, Costa Rica en El Salvador) en de voorbereiding van de IAO-conferentie rond dit thema in juni 2014 in Genève, bood de partner een unieke mogelijkheid om campagne te voeren rond haar wetsvoorstel. Eind 2013 is het voorstel met steun van 6000 handtekeningen uit 14 departementen ingediend bij het Hondurese parlement. Inmiddels heeft zich een adviescommissie gevormd die de wet analyseert en ter stemming aan het parlement zal voorleggen. De kaderwet voor zelfstandige arbeid(st)ers is tot stand gekomen met FOS-ondersteuning via discussiebijeenkomsten van deelnemende organisaties, lokale externe experts en in coördinatie met experts van de continentale vakbondsorganisatie CSA. De regionale uitwisseling met El Salvador binnen het IAOprogramma heeft vakbondsorganisaties in El Salvador ertoe aangezet om een vergelijkbaar wetsvoorstel te ontwikkelen. De gelijktijdige voorbereiding en campagne rond wetsvoorstellen in beide landen, werd door de partner van groot belang geacht voor de succeskansen. Om deze reden heeft FOS het afgelopen jaar extra middelen beschikbaar gesteld voor beide initiatieven. Dit maakte het mogelijk dat in november 2013 in El Salvador een wetsvoorstel publiekelijk gepresenteerd en ingediend werd bij het parlement. FOS jaarverslag 2013 • p. 35 FOS in het Zuiden Evoluties en bijsturingen De ontwikkelingen rond de partners SITIAMASH in de suikersector en het platform van vakbonden van zelfstandige arbeid(st)ers CS-SIH, weerspiegelen de evolutie van het waardig werkprogramma in regio. De afgelopen drie jaren zijn deze organisaties erin geslaagd om niet alleen hun interne organisatie te versterken (uitbreiding leden/vakbonden, strategische planning) maar om tevens strategische stappen te zetten richting een onderhandelingsagenda op nationaal niveau. In de suikersector gebeurde dit door de opbouw van een sectordialoog met de werkgeversorganisatie APAH en het ministerie van Arbeid. Tevens werden de eerste stappen gezet op weg naar een regionale overlegstructuur. Honduras had dit jaar de primeur met de organisatie van het eerste regionale tripartiete forum binnen de sector. In het geval van de zelfstandige arbeid(st)ers zette de partner de stap naar nationale dialoog door een wetsvoorstel te ontwikkelen en te introduceren in het parlement. Ook dit nationaal initiatief kreeg een regionaal vervolg doordat de IAO het wetsvoorstel opnam in haar regionaal programma en de vakbonden in El Salvador werden aangemoedigd een gelijkaardig initiatief aan te vangen. De keerzijde van de focus op nationale beleidsbeïnvloeding is dat de partner het afgelopen jaar nauwelijks is toegekomen aan de geplande onderhandelingen met staatsinstanties over technische vorming voor haar leden. In overleg met FOS en ook op grond van de economische crisis binnen het systeem van beroepsvorming in Honduras, heeft zij besloten om aan deze onderhandelingen pas in 2014 nadrukkelijk aandacht te besteden. Complementair aan de bovengenoemde evolutie is er nog een andere ontwikkeling: in overleg met de partners stimuleerde FOS actief de versterking van de coördinatie tussen syndicale organisaties binnen dezelfde sector en tussen verschillende sectoren om de onderhandelingskracht van de vakbonden te vergroten. Zo haalde SITIAMASH in het kader van de sectoragenda de banden aan met de vakbonden SITRAINFICH en SITRAECHSA, hetgeen zelfs leidde tot een fusie met SITRAINFICH. Het platform van zelfstandige arbeid(st)ers bestaat uit vakbonden aangesloten bij de koepelorganisaties CUTH, CGT en CTH en is een boegbeeld in de verbeterde relatie tussen de 3 koepels. Daarnaast heeft FOS door haar aanwezigheid in het land direct kunnen bijdragen aan de vorming van een coördinatieplatform van vakbonden in de maquilasector (dit platform is FOS-partner geworden in het nieuwe programma 2014-2016). FOS jaarverslag 2013 • p. 36 Een versterkte coördinatie tussen de koepelorganisaties en de vakbonden uit verschillende sectoren is ook het gevolg van de ondersteuning van FOS aan het intersyndicaal platform. De politieke context in Honduras bood het intersyndicaal platform echter weinig perspectieven om succesvol aan beleidsbeïnvloeding te doen. In het eerste jaar van het programma, reageerde het platform hier op door doelstellingen bij te stellen en meer in te gaan op de nieuwe beleidsmaatregelen die door de regering werden aangekondigd. Desondanks is het intersyndicaal platform er nog niet in geslaagd om deze maatregelen te keren. Het betekent echter niet dat de ondersteunde processen hun waarde verliezen voor de deelnemende organisaties. Het opdoen van ervaring met nieuwe strategieën, de uitwisseling van ervaringen met andere organisaties en de vergrote kennis en begrip van relevante arbeidsthema’s zijn voor hen eveneens belangrijke resultaten. nicaragua In Nicaragua hebben de grote verkiezingsoverwinningen de afgelopen jaren de Sandinistische partij FSLN tot 2017 stevig in het zadel gebracht. Het enorme machtsoverwicht gaat echter gepaard met een sterke politisering van overheidsinstanties en een grote politieke druk op de sociale beweging, die traditioneel aan het FSLN gelieerd is. Met name de vakbondsorganisaties zien zich in dit politieke spectrum voor een dilemma geplaatst; gehoor geven aan de soms hoogoplopende kritiek vanuit hun basis, en tegelijkertijd niet in conflict geraken met de regering en de partijtop. Dit dilemma kwam duidelijk naar voor bij de door FOS ondersteunde intersyndicale voorstellen ter hervor- FOS in het Zuiden ming van het stelsel van sociale zekerheid. De afgelopen jaren groeide de Nicaraguaanse economie, mede dankzij de effectieve alliantie tussen de werkgeversorganisatie COSEP, de regering en de vakbonden. Deze tripartiete alliantie, het centraal mechanisme voor besluitvorming, werd verankerd in de hervorming van de grondwet die eind 2013 door het parlement werd goedgekeurd. Realisaties ATC (agro-industrie): De partner had al in 2012 de beoogde 3 nieuwe bedrijfsakkoorden in de bananensector onderhandeld, waarin specifiek de toegang tot technische vorming is opgenomen. In 2013 is er nog een overeenkomst aan toegevoegd in een bedrijf binnen de rijstsector. Daarnaast probeert ATC in de bananensector te komen tot een sectorakkoord, maar dit is dit jaar nog niet gelukt. Het eisenpakket dat werd overeengekomen tussen verschillende vakbonden, is overhandigd aan het ministerie van Arbeid en de werkgeversorganisatie. Onder druk van de bananenproducenten heeft het ministerie echter gedreigd om de individuele bedrijfscao’s nietig te verklaren als de vakbonden blijven inzetten op een aanvullend raamakkoord. ATC speelde verder een dynamiserende rol binnen het intersyndicaal platform in Nicaragua. Dit jaar is binnen dit platform opvolging gegeven aan het syndicale voorstel tot een integrale hervorming van het stelsel van sociale zekerheid. Dit voorstel is in februari 2013 met steun van meer dan 15.000 handtekeningen bij het Nicaraguaans parlement ingediend. Hoewel het ingediende wetsvoorstel nog niet door het parlement is behandeld, heeft de presentatie van het document een intensief maatschappelijk debat op gang gebracht, met discussies op de radio, op de televisie en in de kranten. Bovendien zijn verschillende beleidspunten uit het voorstel, uiteindelijk overgenomen in het regeringsdecreet dat eind 2013 werd afgekondigd. CONFETRAYD (suikersector): De partner heeft in de periode 2012-2013 een aantal belangrijke verbeteringen bekomen in de arbeidsstabiliteit in de suikerfabriek Monte Rosa. Het aantal semipermanente jaarcontrac- ten is uitgebreid van 1200 (2010) naar 1684 in 2013 (32% vrouwen). Onder druk van de vakbond is bovendien het aantal arbeid(st)ers in onderaanneming teruggebracht van 626 naar 388 personen: een reductie van 38%. Daarnaast heeft de vakbond een mondeling akkoord met de directie gesloten waarbij deze toeziet op naleving van alle wettelijke arbeidsrechten bij arbeid(st)ers werkzaam voor onderaannemers. Verder is er op niveau van de sector een principeovereenkomst bereikt, tussen partner CONFETRAYD, de werkgeversorganisatie CNPA en het ministerie van Arbeid over de officiële oprichting van de tripartiete overlegstructuur in de suikersector. Deze sectorstructuur biedt de partner mogelijkheden om in de toekomst betere werkomstandigheden te bekomen voor rietkappers werkzaam voor zelfstandige suikerrietproducenten. De werklijn rond de ontwikkeling van sectordialoog is net als in El Salvador en Honduras ontstaan vanuit de regionale uitwisselingen die FOS ondersteunt tussen vakbonden in de suikersector. Op nationaal niveau worden verder coördinatiebijeenkomsten rond een sectoragenda georganiseerd tussen de vakbonden binnen CONFETRAYD. Dit coördinatieproces en de tripartiete vergaderingen en forums met de minister van Arbeid en de werkgeversorganisatie worden extern begeleid door een deskundig jurist. CST-ZF (maquilasector): De partner heeft de afgelopen jaren vorderingen gemaakt bij de onderhandeling van genderspecifieke clausules binnen haar cao’s. In elk van de 18 cao’s op bedrijfsniveau zijn nu minstens 4 clausules opgenomen die ingaan op verbetering van arbeidsomstandigheden van vrouwen (bijvoorbeeld: garanties rond het geven van borstvoeding op de werkvloer, ouderschapsverlof voor mannen, gesubsidieerde kinderopvang binnen de vrijhandelszone, seksuele voorlichting). Daarnaast is in elke cao een overeenkomst opgenomen rond investering in beroepsvorming. Deze clausules dragen zeker in Nicaragua (laagste technische opleidingsniveau in de regio) bij aan de ontwikkeling van een hoogwaardigere confectieproductie, een hogere arbeidsstabiliteit (minder rotatie van personeel), en de verbetering in de loonontwikkeling. FOS ondersteunt CST-ZF ook in haar coördinatie met de andere 3 vakbondskoepels met aanwezigheid in de maquilasector om onder andere de sectoronderhandelingen gezamenlijk voor te bereiden en op te volgen. De maquilasector in Nicaragua verkeert in onzekerheid over de mogelijke afloop eind 2014, van haar specifieke handelsvoordelen (TPL) binnen het CAFTAakkoord. Dit zou kunnen leiden tot vertrek van bedrij- FOS jaarverslag 2013 • p. 37 FOS in het Zuiden ven. Daarom werd er eind 2012 door de regering en werkgeversorganisatie ANITEX grote druk uitgeoefend op de vakbonden om versneld een nieuw tripartiet sectorakkoord (2014-2016) te sluiten. Het hoofddoel was om investeerders zekerheid te geven over salarisontwikkeling de komende jaren. Gevolg is dat de coördinerende vakbondsorganisaties in de maquilasector een vrij globaal nieuw akkoord moesten accepteren waarin naast de salarisafspraken, veel andere punten nog nader moeten worden uitgewerkt. In 2013 hebben zich daarom rond 4 hoofdthema’s binnen het sectorakkoord syndicale commissies gevormd die specifieke voorstellen hebben ontwikkeld rond de praktische uitvoering van deze thema’s. De commissies, die bestaan uit de vertegenwoordigers van de koepel- en de basisorganisaties binnen de maquilasector, werden technisch begeleid bij de uitwerking van hun voorstellen door het arbeidsstudiecentrum CETRA. Vanaf 2013 wordt jaarlijks een gezamenlijke ledenvergadering gepland om de voorstellen en de voortgang in de uitvoering van het akkoord met de ledenbasis te bespreken. CTCP-FNT (zelfstandige arbeider/sters): Wegens blijvend uiteenlopende visies zijn de FOS-partners FNT en CTCP de afgelopen jaren niet tot de geplande com- FOS jaarverslag 2013 • p. 38 plementaire onderhandelingsstrategie gekomen ten behoeve van zelfstandige arbeid(st)ers in de informele economie. Beide partners hebben daarom afzonderlijk gewerkt aan de onderhandelingen ten behoeve van de doelgroep: FNT als koepelorganisatie vanuit haar gemeentelijke syndicale coördinatiestructuren waarmee zij in onderhandeling treedt met de gemeentebesturen, de gemeentelijke instanties en de werkgevers; CTCP als confederatie van zelfstandige arbeid(st)ers, met de federaties van doelgroepen (marktverkopers, taxibestuurders, geldwisselaars) met specifieke belangen. FNT heeft externe technische ondersteuning gekregen bij het uitschrijven van haar visie op het systeem voor technische vorming als koepelorganisatie. Daarnaast zijn er coördinatievergaderingen gehouden waarop het onderhandelingsbeleid binnen de verschillende gemeenten werd besproken. Deze activiteiten zijn aangevuld met vormingssessies op niveau van de coördinatiecomités in de gemeenten rond beleidsthema’s zoals technische vorming binnen de informele economie. FNT sloot op gemeenteniveau akkoorden met de staatsinstantie voor beroepsvorming INATEC in 6 gemeenten (Rivas, Granada, Carazo, Masaya, Managua en Estelí). CTCP heeft de afgelopen jaren externe technische ondersteuning gehad bij de uitwerking van haar stra- FOS in het Zuiden tegisch plan en vervolgens bij een specifiek voorstel rond technische vorming ten behoeve van de onderhandeling met INATEC. CTCP onderhandelde met INATEC op nationaal niveau over verschillende aangepaste technische cursussen voor 1093 van haar leden (46% vrouwen). Evoluties en bijsturingen heidsinstanties en een grote politieke druk op de sociale beweging die traditioneel aan het FSLN gelieerd is. Zowel de partners als FOS dienen de komende jaren een fragiel evenwicht te bewaren tussen de verdediging van de belangen van de doelgroepen en het vermijden van directe confrontaties met de regering. De partners in de agro-industrie en de maquilasector hebben de afgelopen periode niet alleen hun interne organisatie versterkt (uitbreiding leden/vakbonden, verbetering ledenbijdragen, strategische planning), maar hebben tevens strategische stappen gezet in de ontwikkeling van een onderhandelingsagenda op nationaal niveau. De afgelopen jaren is vanuit het regionaal kantoor in Managua ingezet op een verdere ontwikkeling van de programmacoördinatie met lokale en internationale actoren. Deze uitwerking van multi-actorstrategieën werd ook sterk als werklijn gewaardeerd en aangemoedigd binnen de aanbevelingen in de externe evaluatie in 2012. In de suikersector kwam partner CONFETRAYD tot een overeenkomst met de werkgeversorganisatie CNPA over de vorming van een tripartiete overlegstructuur. In de maquilasector ontstond rond het reeds bestaande sectorakkoord een samenwerkingsrelatie tussen de 4 actieve syndicale actoren met verschillende (thematische) uitvoeringscommissies. In de bananensector is minder vordering gemaakt, ondanks de ontwikkeling van een gezamenlijk eisenpakket van de vakbonden. Dit had te maken met de weigering vanuit de werkgeversorganisatie en het ministerie van Arbeid om mee te werken aan een akkoord. Naast de reeds genoemde coördinaties met werkgeversorganisaties, het ministerie van Arbeid en internationale vakbondsorganisaties, is in april 2013 op aandringen van FOS, een bijeenkomst gehouden van 6 donororganisaties in de regio samen met de continentale vakbondsorganisatie CSA. Het doel van de vergadering was te komen tot verbeterde afstemming en coördinatie van initiatieven in Centraal-Amerika. Het idee van FOS is dat CSA een spilfunctie zou kunnen vervullen bij het verbeteren van deze afstemming, het geven van politieke rugdekking en het maken van afspraken met haar lidorganisaties. CSA is akkoord gegaan met deze rol maar heeft vervolgens wegens een serie interne problemen nog geen opvolging kunnen geven aan de gemaakte afspraken. Hoewel de Sandinistische regering zeker heeft bijgedragen aan een toleranter klimaat naar vakbonden toe (het is bijvoorbeeld veel gemakkelijker geworden om vakbonden op te richten en erkend te krijgen bij het ministerie van Arbeid), betekent de progressieve regering geen garantie voor syndicaal succes bij sectoronderhandelingen en beleidsbeïnvloeding. De grote verkiezingsoverwinningen in de afgelopen jaren hebben Sandinistische partij FSLN tot 2017 stevig in het zadel gebracht. Het enorme machtsoverwicht gaat echter gepaard met een sterke politisering van over- Anderzijds is FOS op nationaal niveau bezig om organisaties te identificeren die technische ondersteuning kunnen geven aan partners binnen verschillende sectoren. In Nicaragua werden dit jaar in overleg met de partners verschillende processen succesvol technisch begeleid door het arbeidsstudiecentrum CETRA, gelinkt aan de universiteit Paolo Freire. FOS jaarverslag 2013 • p. 39 FOS in het Zuiden FOS jaarverslag 2013 • p. 40 focus Op 1 februari 2013 diende het Intersyndicaal Platform in Nicaragua bij het parlement een wetsvoorstel in, waarmee het pleit voor een integrale hervorming van het systeem van sociale zekerheid. Met dit door FOS ondersteunde initiatief, probeert het platform een dreigend ingrijpen van het IMF in de sociale verworvenheden af te wenden, en tegelijkertijd een antwoord te geven op een groot aantal structurele problemen binnen het huidige stelsel. Sindsdien is het niet meer rustig geweest rond het thema. Inmiddels heeft het platform op belangrijke punten bijval gekregen van de Sandinistische regering. Verhitte syndicale campagne De afgelopen maanden heeft het Intersyndicaal Platform haar voorstel met verve gepromoot en verdedigd. Zeker de laatste weken is er vrijwel geen dag voorbijgegaan, zonder deelname van de vakbondsleid(st)ers in discussieprogramma’s op televisie en radio en verschenen interviews in de kranten. Ook worden er radio-en televisiespots uitgezonden om het voorstel onder het grote publiek bekend te maken. Daarnaast organiseerden de deelnemende vakbondsorganisaties individuele- en gezamenlijke vormingssessies met hun basisleden. Marcial Cabrera (alg . secr. FUTATSCON - horecasector): “Dankzij FOS hebben we een informatiefolder ontwikkeld voor onze leden. Drie weken geleden hielden we een intern debat met zo’n 500 basisleden van de 10 deelnemende organisaties, om te onderstrepen wat er op het spel staat en om aan de hand van de folder onze voorstellen te bespreken. De belangstelling was enorm en we hebben heel veel ruggensteun van hen ontvangen. Door de handtekeningenactie die we in januari Intersyndicaal platform Nicaragua boekt vooruitgang rond hervorming sociale zekerheid hielden, wisten de leden natuurlijk al iets van het voorstel, maar de interesse is toch anders, nu het thema zoveel maatschappelijke aandacht krijgt. Er was dan ook heel veel aanwezigheid van de pers.” Gewonnen strijdpunten De regering heeft inmiddels laten weten, dat zij meegaat met een aantal belangrijke eisen en voorstellen van de vakbeweging. Zo is zij teruggekomen van de voorstellen om de pensioensleeftijd te verhogen en zal het aantal vereiste maandelijkse loonafdrachten niet worden veranderd. Even belangrijk is dat een aantal weken geleden de regering voor het eerst heeft aangegeven, te willen beginnen met de aflossing van de enorme staatsschuld richting het systeem van sociale zekerheid. Luis Barbosa (president vakcentrale CST-JBE): “Binnen de Sandinistische partij (FSLN) werden we er intern van beschuldigd, om met onze eis rond de afbetaling de staatsschuld de regering voor een blok te plaatsen. Door de erkenning van de staatschuld bevestigt de regering dat onze eis volledig terecht was en dat zij de problemen binnen sociale zekerheid serieus wil aanpakken. We waarderen dit enorm want het is de eerste regering in 20 jaar die haar verantwoordelijkheid voor de staatsschuld wil opnemen. Bovendien heeft de regering aangegeven dat het systeem meer solidair moet worden door de afdracht voor de hoogste inkomens te verhogen. Ook dit komt volledig overeen met ons voorstel.” Integrale hervorming blijft de visie Hoewel de vakbondsorganisaties binnen het platform tevreden zijn met de regeringsvoorstellen op de korte termijn (september 2013), blijven zij echter hameren op de noodzaak om tot een integrale hervorming van sociale zekerheid te komen. De acute financiële crisis binnen het systeem krijgt door de regeringsmaatregelen een antwoord, maar veel structurele problemen worden niet aangepakt. Deze integrale hervorming ligt echter politiek gevoelig en ondervindt ook tegenstand van vakbonden binnen de publieke sector. Marcial Cabrera: “Op dit moment is slechts 20% van de werknemers aangesloten bij sociale zekerheid, voornamelijk binnen de publieke sector. Het grootste deel van de werknemers binnen de private sector en de informele economie heeft geen toegang tot het systeem. Zij werken via onderaannemers als straatverkoper of hebben te maken met seizoensarbeid. Daardoor worden zij ofwel helemaal niet ingeschreven of dragen zij een veel te korte periode bij om in aanmerking te komen voor de diensten van sociale zekerheid. Bovendien laat de infrastructuur en de servicekwaliteit veel te wensen over, zeker op het platteland. Er zit veel onrecht in het systeem en daarom is het voor veel werknemers ook helemaal niet aantrekkelijk om zich in te schrijven. In ons wetsvoorstel gaan we in op deze problemen, maar wij hebben inmiddels begrepen dat de vakbonden uit de publieke sector ons niet steunen. Zij zijn bang dat bij een integrale hervorming hun verworven rechten in gevaar komen. Deze vakbonden uit de publieke sector hebben wel veel politieke invloed op de regering. Het is dus nog lang niet zeker of het daadwerkelijk tot een integrale hervorming zal komen. De komende weken zal er overleg plaatsvinden tussen de vakbonden, de werkgevers en de regering en zal het een en ander duidelijk worden. Niettemin zijn we erg tevreden en trots op de resultaten die we tot nu toe behaald hebben.” ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 41 FOS in het Zuiden ACTIES TOEGANG TOT GEZONDHEID IN centraalAMERIKA toegelicht EL SALVADOR Sinds 2009 wordt El Salvador bestuurd door een linkse FMLN-regering, onder leiding van president Funes. Deze voert een sociaal beleid, gericht op armoedeverlichting, bevordering van vrouwenrechten, bestrijding van gendergeweld, verbeterde toegang tot water en sanitair, en restitutie van het recht op onderwijs en gezondheid. De uitgaven voor gezondheid zijn vanaf 2007 tot 2012 gestegen met 68,4%. In de regeerperiode 2009-2013 werd ook merkbare vooruitgang geboekt in het recht op en de toegang tot gezondheid. Dankzij de in 2009 opgestarte gezondheidshervorming werden de openbare gezondheidsdiensten opnieuw gratis, sterk uitgebreid, kwalitatief verbeterd en werden de basisgeneesmiddelen goedkoper. Zo werd in april 2013 een bindende prijslijst voor basisgeneesmiddelen van kracht, die de producten merkelijk goedkoper maakt. Tot dan toe werden de basisgeneesmiddelen aan woekerprijzen verkocht, tot 5 keer duurder dan in de buurlanden. Realisaties ACCPS – AMSATI: Partnerorganisaties ACCPS en AMSATI zetten hun volle gewicht achter de gezondheidshervorming van de overheid. Het Nationaal Gezondheidsforum werd door het ministerie van Gezondheid opgericht als inspraakorgaan van het middenveld. ACCPS is de sturende kracht achter het functioneren van het Nationaal Gezondheidsforum en stimuleert vertegenwoordigers van het middenveld om een actieve rol op te nemen in de nationale, lokale en thematische werkgroepen, zoals o.m. deze over seksuele en reproductieve rechten. AMSATI is een van lidorganisaties van ACCPS. Als platform van 20 gezondheidsactoren is de eerste uitdaging om intern een coherente visie en beleid uit te werken. Dit realiseert de alliantie via een goede planning en een tweewekelijks intern overleg. Een tweede factor is de grondige vorming van de personen die voor ACCPS in het Gezondheidsforum actief zijn. In 2013 werden 300 personen, verdeeld over 15 vormingsinitiatieven, opgeleid over de strategie van sociale controle, seksuele en reproductieve gezondheidszorg, het waarom en hoe van een belastinghervorming, enz. Dankzij deze stevige vorming en omkadering neemt ACCPS via de inzet van 94 vertegenwoordigers van lokale gezondheidscomités deel aan 16 van de 74 bestuursorganen die het ministerie van Gezondheid op gemeentelijk vlak heeft opgericht. Daarnaast vervullen FOS jaarverslag 2013 • p. 42 FOS in het Zuiden leden van 450 lokale gezondheidscomités een rol van sociale controle op de toegankelijkheid en kwaliteit van de diensten. Als gevolg daarvan kon ACCPS in 2013 15 evaluaties van de lokale gezondheidsdiensten organiseren en met de gezondheidsdiensten bespreken. ACCPS combineert zijn politiek werk met een grote mobilisatiekracht, een bewijs van hun grote representativiteit. Op 12 februari 2013 namen 486 personen deel aan het seminarie dat het Nationaal Gezondheidsforum hield over “burgerparticipatie in de gezondheid”. In april–mei organiseerden lidorganisaties 4 regionale sessies over deze thematiek, met in totaal 461 deelnemers. De hervormingen van het gezondheidsbeleid staan of vallen met het gezondheidsbudget. ACCPS heeft de voorbije drie jaar het budget permanent gemonitord. De stijging van het gezondheidsbudget met 68% is nog steeds onvoldoende om alle noden te dekken. Daarom is ACCPS op zoek gegaan naar alternatieve financiering. In de maanden oktober-november 2013 heeft de organisatie zes regionale fora met 320 aanwezigen gehouden om input te verzamelen voor een voorstel tot hervorming van het belastingstelsel. Op 14 december werd op een forum met 57 deelnemers deze input besproken en een voorstel uitgewerkt. ACCPS heeft al haar sociaal prestige in de schaal gelegd ter goedkeuring en uitvoering van een nieuwe wet op de geneesmiddelen. De nieuwe wet op de geneesmiddelen is gebaseerd op een eerder voorstel van ACCPS; in 2012 organiseerde de alliantie 3 straatmobilisaties en 4 persconferenties. Toen de farmaceutische bedrijven, met steun van de liberale oppositie, de nieuwe wet aanvochten, heeft ACCPS deze actie weten te counteren door een nieuwe sensibiliseringscampagne: interne vorming over ethische aspecten van een wettelijke regulering van de geneesmiddelen (26 februari ’13); vorming van 60 leden van het nationaal gezondheidsforum (27 & 28 april ’13) en het nationaal forum over de wet op geneesmiddelen met 300 aanwezigen (24 juli ’13). Op 5 december organiseerde ACCPS een forum waar de voorzitter van het nationaal directoraat voor geneesmiddelen samen met 132 aanwezigen de resultaten van de nieuwe wet evalueerde. Naast de actieve ondersteuning van ACCPS en het Nationaal Gezondheidsforum, heeft AMSATI haar basisgezondheidswerking versterkt. In de periode 2011-’13 heeft AMSATI 26 nieuwe gemeenschapsapotheken (6 in 2013) opgericht. Gezien AMSATI vrouwencomités telt in 53 coöperatieven, zijn met deze actie alle 53 aangesloten gemeenschappen voorzien van een gemeenschapsapotheek. Hierdoor hebben 9.000 personen (1.800 families) een betere toegang tot gezondheid. Ter voorbereiding van de oprichting van een gemeenschapsapotheek, voert AMSATI een gemeenschapsdiagnose uit, die de noden en mogelijkheden van elke gemeenschap in kaart brengt. Deze diagnose is tevens de basis voor de verdere acties die op jaarbasis worden vastgelegd. De gemeenschapsapotheekjes zijn een vertrekpunt voor de lokale gezondheidswerking. Veel aandacht gaat daarom naar de vorming van de lokale leidsters en gezondheidspromotoren. Een belangrijke vooruitgang is dat een deel van de vorming werd verzorgd door de Commissie Seksuele en Reproductieve Rechten van het nationaal gezondheidsforum. Over de drie jaar werden 281 vrouwen opgeleid. Deze leidsters treden in overleg met lokale besturen om op basis van de diagnose acties op te zetten die de gezondheid positief beïnvloeden, zoals wegverbeteringen en opkuisacties. Verschillende leidsters zetelen ook in de lokale en gemeentelijke gezondheidscomités. FOS jaarverslag 2013 • p. 43 FOS in het Zuiden Evoluties en bijsturingen El Salvador is een mooi voorbeeld van de accentverschuiving in het programma 2011-2013. Terwijl de voorgaande programma’s de klemtoon eerder op dienstverlening legden, vertrok dit programma meer van een rechtenbenadering. De toegang tot gezondheid en tot kwaliteitsvolle diensten van de openbare gezondheidsinstellingen voor de bevolkingsgroepen die niet aangesloten zijn tot het nationale zekerheidstelsel, is het beoogde doel van de actie. Deze accentwijziging werd in El Salvador vergemakkelijkt omdat de partnerorganisatie ACCPS al 10 jaar van beleidswerk achter de rug heeft, en omdat de overheid vanaf 2009 een positief gezondheidsbeleid heeft ingezet. De strategie van civiele organisaties t.a.v. de overheid wordt sterk bepaald door de mate van politieke openheid; een evidentie, maar heel cruciaal. In El Salvador merken we dat burgerparticipatie in het gezondheidsbeleid effectief werkt, omdat het ministerie van Gezondheid participatie tot een van haar beleidslijnen heeft gemaakt. Dit belet ACCPS niet om tegelijk een kritische positie in te nemen. Via thematische en regionale commissies wordt de implementatie van de gezondheidshervormingen permanent getoetst aan de noden van de bevolking, vertegenwoordigd in de lidorganisaties van ACCPS. Een ander voorbeeld is de wet op de geneesmiddelen. Het oorspronkelijke wetsvoorstel werd door ACCPS opgesteld, en later door het ministerie en parlement geamendeerd. Het is ook duidelijk dat lobbywerk moet gedragen worden door een sociale beweging, zoals de grote mobilisatiekracht van ACCPS in El Salvador aantoont. Dit vraagt een permanente werking aan de basis. Ook al begrijpt de bevolking dat een duurzame oplossing door de openbare gezondheidsdiensten moet georganiseerd worden, men vraagt op korte termijn ook een oplossing voor de acute problemen. Vandaar dat een aanbod van gemeenschapsapotheekjes een plaats in het programma heeft. Deze initiatieven beantwoorden aan een directe nood, hebben een motiverend effect en zijn de katalysator voor een permanente werking van een gezondheidscomité dat in dialoog kan treden met de gezondheidsautoriteiten. HONDURAS Honduras had te kampen met politieke instabiliteit sinds de militaire coup van 2009. De regering van “nationale eenheid” van president Lobo werd eind 2009 verkozen in een klimaat van geweld en repressie en slaagde er niet in om politieke en sociale cohesie te bewerkstellingen. De regering Lobo en het congres hebben de afwezigheid van de oppositie benut om in hoog tempo een aantal neoliberale hervormingen door te voeren en de privatisering van basisdiensten, zoals water, voor te bereiden. De verkiezingen in 2013 zorgden niet echt voor een verandering - president Hernandez komt uit dezelfde partij als Lobo - maar wel voor een feitelijke doorbreking van het tweepartijensysteem. De publieke gezondheidszorg is hoogst problematisch. In 2012 rees er enige hoop toen op voorstel van de civiele maatschappij een beleidsnota voor sociale bescherming werd goedgekeurd; maar deze nota is tot nog toe dode letter gebleven. Realisaties Onder impuls van FOS bouwde COMIXMUL de laatste jaren een gezondheidsprogramma uit voor de leden, met een aanbod van gemeenschapsapotheekjes, preventieve en curatieve dienstverlening en vorming, mede gefinancierd via de oprichting van een gezondheidsfonds gelinkt aan hun kredietfonds. COMIXMUL organiseerde tussen 2011 en 2013 8.870 families in mutualiteiten. Deze families hebben nu toegang tot kwaliteitsvolle basisgezondheidszorg. De organisatie heeft een eigen medische consultatieruimte ingericht en een mobiele eenheid aangeschaft, die toelaat om borstkankerscreenings gedecentraliseerd uit te voeren. In 2013 werden 20 (en 80 met eigen middelen) nieuwe gemeenschapsapotheekjes geopend; over de periode 2011-13 gaat het om 60 nieuwe apotheekjes gefinancierd met FOS-middelen en 150 met eigen middelen. In deze drie jaar heeft de partnerorganisatie via FOS-middelen in totaal voor 7.620 nieuwe families de toegang tot geneesmiddelen verbeterd; het bereik stijgt tot 26.660 families als ook de met eigen middelen gefinancierde apotheekjes mee in rekening worden gebracht. In totaal werden 183 gezondheidspromotoren opgeleid (of heropgeleid) omtrent basisgeneesmiddelen en gender, zodat de gemeenschapsapotheken ook centra voor informatie zijn voor de lokale bevolking. Ook paramedici en een beperkt aantal leden genoten een opleiding over basisgeneesmiddelen. Bovendien organiseerde COMIXMUL sensibilisering rond preven- FOS jaarverslag 2013 • p. 44 FOS in het Zuiden tie van borst- en baarmoederhalskanker, seksuele gezondheid, moeder- en kindzorg enz. Een speciaal aandachtspunt is de sensibilisering van vrouwen om jaarlijks op consultatie te gaan bij een gynaecoloog. Hierop wordt ook de aandacht getrokken tijdens de vorming van de gezondheidspromotoren. Via regionale en nationale ontmoetingen (in 2011: 2; in 2013:1) wisselen de promotoren hun best practices uit. COMIXMUL heeft een privékliniek in Choluteca opgericht, die de mogelijkheid heeft om op verplaatsing te opereren. Hierdoor bieden ze diensten aan hun leden voor een beperkte bijdrage of gratis aan. Bovendien werd de preventieve en gynaecologische zorg verhoogd in haar mutualiteitsklinieken. Daarnaast stimuleerde FOS de organisatie sterk om de dialoog met de gezondheidsinstanties op te nemen. De dialoog met de gemeentelijke functionarissen en met regionaal en gemeentelijk personeel van het gezondheidsministerie nam COMIXMUL op, met het oog op betere territoriale coördinatie op gezondheidsvlak en de aanpak van sociale determinanten van gezondheid. Maar de dialoog beperkte zich tot afspraken tot samenwerking; de verbeterde toegang tot de openbare gezondheidsdiensten was geen thema voor COMIXMUL. Evoluties en bijsturingen FOS heeft in het programma 2011-2013 twee partners in Honduras ondersteund. Zowel met COMIXMUL als met COSSAMUL werd aandacht besteed aan de versterking van beheers- en administratiecapaciteiten voor verantwoordelijken en technisch personeel, voor een correct beheer van mutualiteiten en de netwerken van gemeenschapsapotheken. FOS nam deel aan planningsvergaderingen, vormingssessies en evaluaties. Voor de uitgevoerde vormingsprogramma’s werden samen met de partners allereerst de plannen gedefinieerd. Voor COSSAMUL hadden deze inspanningen weinig resultaat, zelfs niet na het inschakelen van een externe consultant. De samenwerking werd in december 2012 beëindigd. Een organisatie als COMIXMUL met een sterke bedrijfsmatige aanpak heeft de kracht om op korte tijd een uitgebreid netwerk van gezondheidsinitiatieven in te planten. Hun dienstverlening verloopt daarbij goed. Het zwakke punt is dat de leden van de coöperatieve worden gezien als gebruikers van diensten. Vorming van de leden beperkt zich tot (soms eenmalige) gezondheidsvoorlichting. Nochtans is een strikte opvolging en permanente bijscholing van vrijwillige gezondheidspromotoren belangrijk, zoals bleek uit de doorlichting (2012) van FOS jaarverslag 2013 • p. 45 FOS in het Zuiden de werking van sociale verkoop van geneesmiddelen door de coördinator van Prosalud uit Nicaragua. nicaragua Via regionale uitwisseling tussen alle partnerorganisaties in Centraal-Amerika stimuleerde FOS het kritisch nadenken over de werking. Vertegenwoordigers van COMIXMUL namen deel aan deze regionale fora, o.a. over strategieën van beleidsbeïnvloeding en burgercontrole op het gezondheidsbeleid en over de huidige situatie van Sociale Bescherming in gezondheid en de belangrijke spelers hierbinnen. In Nicaragua bouwde de linkse partij FSLN zijn machtsbasis uit dankzij de uitgebreide sociale programma’s ten gunste van de arme bevolking, uitgevoerd met steun van de Venezolaanse ALBA-fondsen. Ondanks de investeringen in sociale programma’s, zijn er echter weinig beleidsmaatregelen genomen die structurele verandering teweegbrengen in de inkomensverdeling. Een beperkte belastinghervorming werd doorgevoerd in 2012. Fundamentele discussie rond een progressiever belastingstelsel werd echter vermeden. Zo blijft de armoede zeer groot en treft ze 80% van de Nicaraguaanse bevolking. Tegelijkertijd houdt 20 % van de bevolking ruim de helft van de nationale rijkdom stevig in handen. Uitklaring van visie en missie tussen de partnerorganisatie en FOS is belangrijk en moet in een open dialoog gebeuren. Het is gebleken dat beleidsbeïnvloeding voor een sociale onderneming met een commercieel-technisch visie moeilijk ligt. COMIXMUL heeft vooral een heel bedrijfsmatige aanpak met veel aandacht voor financiële rendabiliteit. De opgeleide gezondheidspromotoren krijgen vanuit het beleid in de eerste plaats de opdracht om hun rol te beperken tot de verkoop van geneesmiddelen. Omwille van dit verschil in visie en strategie heeft FOS geoordeeld de samenwerking met COMIXMUL niet verder te zetten. Ondanks een stijging van 8% in 2012, geniet slechts 21% (674.000 personen) van de actieve bevolking via aansluiting bij de sociale zekerheid van gezondheidsdiensten. Voor de grote meerderheid heeft de regering van Daniel Ortega de (slecht aangeschreven) openbare gezondheidszorg opnieuw gratis toegankelijk gemaakt. Wel blijft er een tekort aan essentiële medicijnen in de gezondheidscentra. Op het gebied van vrouwenrechten zijn er belangrijke stappen gezet. Progressieve wetten als deze voor gelijke rechten en kansen (2010), ter bestrijding van geweld tegen vrouwen (2012) en de ratificatie in oktober 2012 van de IAO-Conventie 189 voor de rechten van huishoudpersoneel, beschermen de rechten van vrouwen. Realisaties AMUN, FNT en Prosalud: Na de moeizame breuk met de vroegere FOS-partner Mutua del Campo, diende AMUN de afgelopen 2 jaar sterk te investeren in het herstel van het ledenaantal. In november 2013 werd een intense voorbereidingsperiode afgesloten met de oprichting van een nieuwe mutua-afdeling met 150 leden in de schoot van de Vereniging van Ex-strijders in Masatepe. De lokale autoriteiten en het ministerie van Gezondheid ondertekenden samen met de mutua FOS jaarverslag 2013 • p. 46 FOS in het Zuiden een samenwerkingsovereenkomst voor een betere dienstverlening. De andere 4 mutua-afdelingen hebben zich geconsolideerd; 92 lokale leiders en promotoren werden opgeleid en bijgeschoold, waarvan 30 in de nieuwe mutua van Masatepe. Daarmee telt AMUN opnieuw 5 afdelingen (La Unión, Corudes, Posoltega, San José en Masatepe). Hoewel oorspronkelijk niet gepland, heeft FNT de werking van drie gezondheidscomités in Ciudad Sandino verenigd in één coördinerende mutuastructuur. In de praktijk bewijzen de mutua-afdelingen de reden van hun bestaan. Zij bieden een permanente dienst als sociaal verkooppunt van generische basisgeneesmiddelen aan. Verder functioneren de lokale comités als actieve promotoren van de gezondheid; AMUN organiseerde 23 gezondheidspromotiedagen. In samenwerking met het ministerie van Gezondheid hield de organisatie 3 gezondheidsmarkten waar via stands en demonstratie de werking van de mutuas werd getoond. Alle lokale mutua-afdelingen hebben samenwerkingsakkoorden met de autoriteiten afgesloten en ondernemen met de gezondheidsinstanties promotionele en preventieve gezondheidsacties. In oktober 2013 sloot AMUN ook de erkenningsprocedure af met de publicatie van de statuten in het Staatsblad. Deze stap laat toe om akkoorden met overheid (ministerie van Gezondheid, sociale zekerheid, enz.)formeel af te sluiten. Partnerorganisaties Prosalud, FNT en AMUN hebben in de periode 2011-2013 in totaal 17 nieuwe sociale verkooppunten voor geneesmiddelen (VSM) en 2 kleinere gemeenschapsapotheken ingericht. Hierdoor hebben 28.000 families toegang tot basisgeneesmiddelen en tot informatie over het correct gebruik ervan. Het opstarten van een sociale verkoop van geneesmiddelen of gemeenschapsapotheekjes start met het contacteren van het ministerie van Gezondheid, om te bepalen op welke plaatsen de openbare gezondheidsdiensten een ontoereikende dekking van de behoefte aan geneesmiddelen hebben. Het ministerie evalueert ook jaarlijks de werking van de sociale verkooppunten. Prosalud past dit principe consequent toe. Veel energie gaat naar de oprichting en latere opvolging van een lokaal gezondheidscomité. De leden worden gevormd in thema’s zoals: gemeenschapsorganisatie, ziektepreventie, samenwerking met het ministerie van Gezondheid, en het correct gebruik van geneesmiddelen. Alle gezondheidspartners van de regio hebben de voorbije drie jaar de krachten gebundeld over twee thema’s: strategie van sociale controle én de bevoorrading van geneesmiddelen in de sociale verkoop- punten. Dit overleg resulteerde in de organisatie van 2 seminaries waarin de ervaringen van sociale controle op de kwaliteit en het budget van de openbare gezondheidsverlening centraal stonden. De positieve ervaringen van El Salvador zijn inspirerend voor Nicaragua, maar de beperktere openheid van de overheid vraagt van de partners eerder te spreken van burgerparticipatie dan van sociale controle. De bevoorrading van de sociale verkooppunten van geneesmiddelen is een gezamenlijke bekommernis van de gezondheidspartners. Prijzen en kwaliteit fluctueren constant. Via consultants werd een analyse gemaakt, met de bedoeling vanaf 2014 een stabielere bevoorradingstrategie te kunnen opstellen. AMUN en ACMUS/CTCP: De organisaties zetten het afgelopen jaar hun inspanningen verder om hun achterban bij de sociale zekerheid aan te sluiten. Een pilootproject waarbij informele arbeiders zouden ingeschakeld worden in de sociale zekerheid is niet mogelijk gebleken, omwille van het ontbreken van uitvoeringsbesluiten op de wet op de mutuas, maar voornamelijk omwille van de financiële implicaties ervan voor de overheid. De gezondheidspartners hebben permanent de politieke conjunctuur opgevolgd, op zoek naar politieke openheid. Vanaf eind 2012 zette het IMF Nicaragua onder druk om de sociale zekerheid te veranderen wegens onbetaalbaarheid. Hiermee viel de financiële en politieke ruimte helemaal weg. Geïnspireerd door een model in de Dominicaanse Republiek, onderzoekt AMUN de mogelijkheid om t.a.v. het instituut voor sociale zekerheid op te treden als virtuele werkgever, zodat werkers uit de informele economie zich toch kunnen aansluiten. Eerder was ACMUS/CTCP erin geslaagd een beperkt pilootproject voor de aansluiting van de deeldoelgroep ‘geldwisselaars’ af te sluiten met het instituut sociale zekerheid. Dit project loopt nog verder, maar kreeg in 2013 minder aandacht omwille van de ondertussen op gang gekomen discussie over de hervorming van de sociale zekerheid. Alle gezondheidspartners hebben zich actief ingeschakeld in het nationaal debat dat over de hervorming van de sociale zekerheid op gang kwam en zijn op zoek gegaan naar alternatieven. Alle organisaties sloten zich aan bij de discussies van een syndicaal forum dat een alternatief voorstel uitwerkte. Tijdens deze discussies over de hervorming van de sociale zekerheid werd partner CTCP verzocht om in de arbeidsraad te zetelen. Het eindvoorstel vraagt aandacht voor de werkers in de informele economie, maar doet geen concrete voorstellen. FOS jaarverslag 2013 • p. 47 FOS in het Zuiden Evoluties en bijsturingen AMUN had bij de start van het programma net een moeizame afsplitsing achter de rug; bovendien bemoeilijkten interne spanningen tussen de lidorganisaties nog meer een vlotte start. Veel energie is gestoken in het consolideren van de interne structuren en het uitwerken van een gemeenschappelijke visie. De gezondheidspartners hebben een mechanisme ingesteld om op geregelde tijdstippen onderling overleg te plegen. Op basis van de uitgewisselde ervaringen bepalen de partners welke thema’s verder via een studie of seminarie moeten worden uitgediept. Dit mechanisme heeft de partners in staat gesteld om in te spelen op de nationale politieke agenda. Lokale gezondheidsinitiatieven zoals de sociale verkoop van geneesmiddelen zijn pas duurzaam als ze gedragen zijn door een sterk lokaal gezondheidscomité en opgeleide gezondheidspromotoren. Deze omkadering is een permanente opdracht voor de partnerorganisaties; vandaar dat gekozen is om de bestaande werking niet verder uit te breiden, maar te consolideren. FOS jaarverslag 2013 • p. 48 Een goede afstemming met de lokale gezondheidsdiensten is noodzakelijk, opdat de door de partners opgezette dienstverlening complementair is aan de openbare diensten. In de praktijk zien we echter dat bij sommige partners de drang naar het aanbieden van een dienst voor de eigen achterban primeert op de objectieve nood aan een sociaal verkooppunt van geneesmiddelen. Een doorlichting van de sociale verkoop van geneesmiddelen beveelt aan om strikter te letten op het principe van complementariteit. De nationale politieke agenda heeft de aandacht van de partners voor de eigen politieke agenda sterk beïnvloed. Enerzijds is gebleken dat het opzetten van pilootprojecten, die een financiële implicatie voor deze laatste inhouden (zoals de opname van informele werkers in de sociale zekerheid), moeilijk te realiseren zijn. Anderzijds bood de discussie over de hervorming van de sociale zekerheid een uitgelezen kans voor de partnerorganisaties om hierover een constructieve inbreng te doen. focus In 2011 baarden iedere dag gemiddeld drie meisjes tussen 10 en 14 jaar een kind in de Salvadoraanse hospitalen. Volgens het ministerie van Volksgezondheid is er sprake van onderregistratie en is de realiteit nog erger. Carmencita, een lichtvoetige tiener in schooluniform, trok de blik van meer dan één als ze met een stem als een klokje haar moeders’ maïskoeken en fris cocossap aanbood op het strand van Acajutla, haar naschoolse bijdrage aan het karige gezinsinkomen. Ze was pas 12 toen Roberto, een buur van 43, haar schertsend complimentjes begon te maken en haar al lachend zei: “ik ga met jou trouwen”. Ze dacht “hij is een beetje gek”, maar voelde zich ook gevleid met zijn vriendelijke aandacht, een welgekomen balsem, zeker als pa weer eens zijn woede op haar had botgevierd en mama geen tijd had voor een troostend woord omdat ze de handen vol had met de kleine zusjes, de was en verstelwerk. Carmen nam gretig Roberto’s snoepjes en haarspeldjes aan; was nog blijer toen hij haar af en toe eens een dollar gaf. Ze was zich van geen kwaad bewust toen hij, als bij toeval, langs haar kleine borstjes streek; haar pa leek er ook geen kwaad in te zien, Roberto was zijn “compadre”, zijn maat. Carmencita, 13 nu, biedt nog steeds haar moeders’ maïskoeken aan, maar nu met een baby van een maand en half op de arm. tienerzwangerschappen in el salvador waar elke dag 70 tieners moeder worden Aan de basis van het fenomeen van de tienerzwangerschappen liggen onwetendheid, gebrek aan informatie en communicatie, goedgelovigheid, nood aan aandacht, lage zelfwaardering. Mannen groeien op met de macho-boodschap dat je je mannelijkheid bewijst door veel vrouwen te versieren. De cijfers liegen er niet om: volgens een nationale enquête onderging 1 op elke 2 gehuwde of samenwonende vrouwen één of verschillende vormen van geweld; 1op 10 vrouwen werd slachtoffer van seksueel geweld; de meest kwetsbare groep zijn meisjes van 10 tot 19 jaar. María Isabel Rodriguez, huidig minister van Volksgezondheid luidde op 10 mei 2013 - moederdag in El Salvador- de alarmbel: “El Salvador staat op de trieste en alarmerende 2de plaats op de lijst van landen van Latijns-Amerika met het hoogste aantal tienerzwangerschappen. Van de 27.429 zwangerschappen zijn er meer dan 30 % bij tieners, vooral uit rurale middens en stedelijk gemarginaliseerde wijken. 6 van de 8 vrouwen die stierven ten gevolge van complicaties bij de geboorte waren jonge meisjes. In 2012 stierven 53 zwangere vrouwen; 12 ervan waren adolescenten. De minister roept op: “We moeten met z’n allen inzetten op opvoeding rond seksuele en reproductieve rechten en gezondheid, om alle mythes, taboes, vooroordelen en ongezonde praktijken in verband met de seksualiteitsbeleving te bestrijden. Het probleem van tienerzwangerschappen moet prioritair en vooral preventief worden aangepakt, in samenwerking met verschillende actoren en instanties.” Er is nog veel werk aan de winkel in El Salvador. Toch zijn er sedert juni 2009 serieuze inspanningen geleverd. Een voorbeeld is het regeringsprogramma “Vrouwenstad”. De regering werkt hiervoor samen met de vrouwenbeweging en biedt ondermeer specifieke programma’s voor educatie aan jongeren, preventiecampagnes en integrale begeleiding en opvang van zwangere tieners en kindmoeders aan. “Vrouwenstad” is ondertussen uitgebreid naar 3 departementen (Usulután, Santa Ana, San Martín-San Salvador); tegen eind 2013 ook in San Miguel, Morazán. Het Overleg Seksuele en Reproductieve Rechten, een werkgroep binnen het nationaal gezondheidsforum, opgericht door FOS-partner ACCPS, maakt regelmatig suggesties over aan de overheid. Ze werken rond tienerzwangerschap en familieplanning, geweld tegen vrouwen, hiv/aids en baarmoederen borstkanker. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 49 FOS jaarverslag 2013 • p. 50 fos IN HET ZUIDEN { CUBA Overzicht van de activiteiten in centraal-amerika Land cuba Coördinatie Landenkantoor La Habana Actiezones La Habana, centrale en oostelijke provincies Type activiteiten Strategische lijnen • Versterking syndicale en coöperatieve organisaties • Preventiecampagnes gezondheid • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Capaciteitsopbouw sociale organisaties FOS jaarverslag 2013 • p. 51 FOS jaarverslag 2013 • p. 52 FOS in het Zuiden Overzicht van de acties in CUBA WAARDIG WERK IN CUBA Partners SNTIL, SNTAP, SNTC, Beschutte werkplaatsen EPIL-Holguín, ANAP Doelgroepen Arbeid(st)ers / coöperatieve boeren Sleutelelementen Kadervorming, organisatieversterking Budget 237.491,12 euro Donoren DGD, ABVV West-Vlaanderen, Algemene Centrale, ACOD-AMiO, Provincie Limburg, Provincie West-Vlaanderen, Vrienden van Cuba Kempen, Sociaal Fonds Voedselnijverheid (HORVAL) RECHT OP GEZONDHEID IN CUBA Partners FMC, CENESEX en Centro Nacional de Prevención de SIDA Doelgroepen Vrouwen, jongeren, holebi’s Sleutelelementen Kadervorming, preventieve gezondheidscampagnes Budget 167.032,82 euro Donoren DGD, NVSM FOS jaarverslag 2013 • p. 53 FOS in het Zuiden ACTIES WAARDIG WERK IN CUBA TOEGELICHT De aanpassing van het Cubaanse economische en sociale model, om de economische groei te versnellen en zo de sociale verworvenheden van de revolutie te vrijwaren, werd in 2013 verder doorgevoerd. Het is duidelijk dat er een diepgaande en complexe verandering van het socio-economische model aan de gang is. De staat laat de kleinere bedrijven in handen van de privésector en behoudt de grote en middelgrote bedrijven. De markt wordt minder gestuurd door de staat; vraag en aanbod bepalen steeds meer de prijs van heel wat producten en diensten. De staatsbedrijven krijgen kansen om efficiënter te werken en samen te werken of te concurreren met de privésector. De vernieuwing van de aftandse productie-infrastructuur wordt voornamelijk gefinancierd door budgetten die vrijkomen door het verminderen van de import, het afslanken van het overheidsbestuur en de omschakeling van universele subsidies op goederen naar meer geïndividualiseerde ondersteuning van specifieke doelgroepen. Maar zonder het aantrekken van buitenlandse investeringen zal de vernieuwing van de infrastructuur niet voldoende zijn. Een nieuwe wet voor buitenlandse investeringen is in de maak en een nieuwe vrijhandelszone werd opgericht. Realisaties Vakbond van de bouwsector SNTC: SNTC schoolde 36 provinciale coördinatoren, 230 vormingswerkers en 1.750 vakbondsleiders en arbeiders in 2013 bij. Op gebied van veiligheid op het werk heeft de bouwsector onder impuls van de vakbond in 2013 een opmerkelijke verbetering van de indicatoren bekomen. Het aantal werven en bedrijven die het label “veilig” bezitten, verdubbelde in vergelijking met 2012. Van het totaal aantal werven en bedrijven zijn nu respectievelijk 72% en 43% veilig. Deze positieve evolutie reflecteert zich in de daling van het aantal ernstige ongevallen tot 132 (in 2010: 214) en het aantal dodelijke ongevallen dat verminderde tot 3 (in 2009: 16). Voor beide indicatoren werd het beste resultaat ooit gehaald. De toepassing van resultaatsgebonden loonsystemen is momenteel zo goed als universeel in de bouwsector. Het gemiddelde basisloon vertoont een bescheiden stijging met 6% van 465 CUP in 2009 naar 491 in 2013. Maar indien de bonussen in rekening gebracht worden, verbetert de situatie aanzienlijk. Het gemiddelde maandloon, inclusief alle bonussen, bedraagt 658 CUP in 2013 tegenover 541 in 2010. Een stijging met 22%. Ongeveer één derde van de arbeiders ontvangt een bonus van gemiddeld 7,5 CUC. Een duidelijke illustratie dat de resultaatsgebonden loonsystemen aan belang FOS jaarverslag 2013 • p. 54 FOS in het Zuiden winnen en een middel zijn om de productiviteit te verhogen. Een jaarlijkse loonsverhoging met 7% lijkt enorm maar men moet in rekening brengen dat de voorbije 3 jaren de levensduurte een fikse stijging kende door het wegvallen van een aantal gesubsidieerde producten en diensten, waarvan de prijzen nu door vraag en aanbod bepaald worden. De voedselprijzen bv. kenden in 2012 een stijging met 20%. De kwalitatieve verbetering van de cao’s werd niet uit het oog verloren. Het vooropgestelde criteria van 80% goede cao’s werd evenwel niet bereikt, men bleef op 70% steken. De oorzaak ligt bij de nieuwe arbeidswet die in 2014 zal ingevoerd worden en die de aanpassing van alle cao’s sowieso vereist. Bovendien waren in 2013 voor alle vakbonden de analyse en de bespreking van de nieuwe arbeidswet en de voorbereiding van het XXste congres van de CTC prioritaire activiteiten. Vakbond van de lichte industrie SNTIL: In 2013 vormde SNTIL 39 vormingswerk(st)ers en ongeveer 3.000 vakbondsleid(st)ers. In de sector daalde het aantal ongevallen tot 59, waarvan 36 ernstige. Er vielen geen dodelijke ongevallen te betreuren. De lichte industrie behoort in Cuba tot de sectoren met de laagste lonen. Het gemiddelde basisloon vertoont een bescheiden stijging met 6% van 410 CUP in 2009 naar 450 in 2013. Door de bonussen in rekening te brengen verbetert de situatie enigszins. Het gemiddelde maandloon, inclusief alle bonussen, bedraagt 482 CUP in 2013 tegenover 433 in 2010. Een stijging met 22%. Ongeveer 55% van de arbeiders ontvangt een bonus van gemiddeld 2,3 CUC. Om de lage lonen te verbeteren wordt ook in de lichte industrie werk gemaakt van de toepassing van de resultaatsgebonden loonsystemen: 93% van de arbeid(st)ers is eraan onderworpen. Opvallend binnen deze sector is het hoge percentage, ongeveer 33%, van arbeid(st)ers die in de privésector werken wegens de privatisering van de kleine ambachten. Binnen de vakbond vertegenwoordigen ze 26% van de leden. Dit percentage zal in de nabije toekomst blijven stijgen, wegens het omvormen in coöperatieven van een aantal bedrijven in 2014. De verbetering van de cao’s was in 2013 in de sector beperkt, begrijpelijk wegens de fusie, de herstructureringen, de raadplegingen, enz. Vakbond van de openbare diensten SNTAP: SNTAP verzorgde in 2013 de bijscholing van 36 provinciale coördinatoren, 90 kaderleden van de vakbond en ongeveer 8.500 vakbondsleid(st)ers. In de openbare diensten daalde het aantal ongevallen licht van 8 tot 6 zware ongevallen. Er waren in 2013 geen dodelijke ongevallen. De sector behoort in Cuba tot de sectoren met lonen die rond het nationale gemiddelde schommelen. Het gemiddelde basisloon vertoont een stijging met 15% van 422 CUP in 2009 naar 485 in 2013. Indien de bonussen in rekening gebracht worden is de loonstijging nog groter. Het gemiddelde maandloon, inclusief alle bonussen, bedraagt 585 CUP in 2013 tegenover 455 in 2010. Een stijging met 28%. Ongeveer één derde van de arbeid(st)ers ontvangt maandelijks een bonus van gemiddeld 13 CUC. Evenals bij de overige syndicale partners werden in 2013 een beperkt aantal cao’s verbeterd wegens de raadplegingen en de invoering van een nieuwe arbeidswet in 2014. Beschutte werkplaatsen EPIL-Holguín: In 2013 zijn de resultaten positief op het gebied van de bijscholing van de mindervalide arbeid(st)ers, de verbetering van hun werkomstandigheden (in Holguín vernieuwing van de keuken en in Cueto een algemene vernieuwing na vernieling door de orkaan Sandy), de stijging van het gemiddelde loon van 285 naar 339 CUP/maand en een lichte stijging van het aantal mindervalide arbeid(st)ers van 182 naar 188. Negatief is de sterke daling van de productie met 30% tegenover 2011 en 2012. De oorzaak ligt in de vermindering van de import en de mogelijkheid tot aankoop op de lokale markt gedurende de eerste 7 maanden van 2013. Desondanks is men er in geslaagd werkonderbrekingen te vermijden. Landbouwcoöperatieven van ANAP: De partner vertoont in 2013 een stagnatie van het aantal ‘verstevigde’ coöperatieven, in de verbetering van het beheer van de coöperatieven en hun interne structuur. De oorzaak ligt in het feit dat met het oog op de dynamisering van de landbouwsector eind 2012 ongeveer één vijfde van de presidenten van de 3.000 coöperatieven vervangen werd. Bijgevolg was in 2013 een extra inspanning nodig om deze nieuwe presidenten bij te scholen. ANAP maakte van de gelegenheid gebruik om ook haar hogere kaderleden bij te scholen over de nieuwe economische politiek en in het bijzonder over de nieuwe maatregelen getroffen ter bevordering van de landbouwproductie en –handel. In 2013 werden door ANAP 359 kaderleden afkomstig uit de verschillende bestuursniveaus (17 op nationaal, 25 op provinciaal, 261 op gemeentelijk niveau en 56 uit de coöperatieven) in de nationale vormingsschool van ANAP bijgeschoold. FOS jaarverslag 2013 • p. 55 FOS in het Zuiden Evoluties en bijsturingen Eind februari 2013 werd de partner SNTIL als vakbond ontbonden in het kader van een algemene reorganisatie van de Cubaanse industriële en mijnbouwsector. De nieuwe vakbond van de industrie SNTI, opgericht in juli 2013, ontstaat uit de fusie van de vakbonden van de lichte industrie, de metaalindustrie en de arbeid(st)ers van de chemie. De overgangsperiode naar de fusie toe en de daarop volgende bedrijfsherstructureringen, samen met de extra activiteiten wegens de nieuwe arbeidswet en het CTC-congres, maakten van 2013 een uitzonderlijk ingewikkeld jaar voor deze partner. De toepassing van resultaatsgebonden loonsystemen past binnen de staatspolitiek op gebied van verloning, die namelijk stelt dat een loonstijging enkel mogelijk is indien er een stijging van de productiviteit aan vooraf gaat. In de praktijk loopt de toepassing nog niet helemaal vlot. In de meeste bedrijven is het ontbreken, sinds de Speciale Periode, van een specialist in de normering van het werkvolume van de verschillende arbeidsplaatsen in het bedrijf problematisch. Met als gevolg dat de loonsystemen niet op een stevige analyse berusten en de toepassing mank loopt. De loonsystemen worden in samenspraak met de nationale secretariaten van de vakbonden opgesteld. Maar het zijn de vakbondsafgevaardigden die de toepassing ervan op de werkvloer dienen op te volgen en de evaluatie van de effectiviteit van de systemen door de bedrijfsadministratie moeten opeisen. Deze vakbondsafgevaardigden moeten bijgevolg over voldoende kennis FOS jaarverslag 2013 • p. 56 van de loonsystemen beschikken. Hun permanente bijscholing op dit vlak blijft een noodzaak. Ten slotte heeft natuurlijk ook de onregelmatige aanvoer van grondstoffen, als gevolg van een gebrekkige planning en contracten een negatieve invloed op het halen van de vooropgestelde normen. Desondanks werd tijdens het XXste Congres van de CTC door de president van Cuba expliciet aangegeven dat deze strategie zal aangehouden worden en er niet op een algemene verhoging van de loonschalen moet gewed worden. De cao’s, in Cuba per bedrijf afgesloten, vormen de centrale werklijn voor de verbetering van de vakbondswerking. Ze zijn het referentiedocument voor de syndicale werking ter bescherming van de arbeidsrechten. Jaarlijks worden daarom vakbondsleid(st)ers in het thema opgeleid of bijgeschoold. Maar het blijkt niet voldoende de wetteksten en procedures te kennen. De uitvoering van de bereikte cao’s blijft tot op heden een zwak punt. De vakbondsleid(st)ers moeten weten hoe de toepassing van de cao’s uit te voeren, de gepaste analyses te maken en de evaluatie weten aan te brengen tijdens de maandelijkse algemene vergadering. De vakbondsleiders moeten permanent op de hoogte zijn van de noden die onder de arbeid(st)ers leven om op een efficiënte manier aanpassingen aan de cao’s voor te stellen. Het belang van de cao’s zal in de toekomst, de verhoogde financiële autonomie tegenover de centrale overheid in acht genomen, binnen de syndicale werking ongetwijfeld toenemen. FOS in het Zuiden ACTIES TOEGANG TOT GEZONDHEID IN CUBA TOEGELICHT Om het hoofd te bieden aan de economische crisis en de VS-boycot, past Cuba zijn socio-economisch model aan, wat een impact heeft op de gezondheidssector. De overheid wil de inkomsten verhogen en de kosten onder controle houden. Het einddoel is de gezondheidszorg zelfvoorzienend te maken. De grote brok aan inkomsten komt van de export van gezondheidsdiensten en medisch personeel naar het buitenland. Zoals in vele ontwikkelde landen, kampt de Cubaanse gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie. Het ministerie van Gezondheid reactiveert daarom sinds 2012 de werking van de familiale gezondheidscentra van het land als basis van de gezondheidszorg. Ook sensibiliseert de overheid over het economische aspect: de gezondheidszorg is wel gratis voor de Cubanen, maar niet voor de staat. Tenslotte focust het ministerie op een efficiënter beheer van beschikbare middelen en gaat het de strijd aan tegen corruptie, gebrekkig functioneren van diensten, enz. Realisaties Cubaanse vrouwenorganisatie FMC: FMC telt 4,2 miljoen aangesloten vrouwen tussen 16 en 64 jaar die bij de 64.000 delegaties, die de organisatie op het lokale niveau vertegenwoordigen, voor bijstand terecht kunnen. Dit uitgebreide netwerk aan de basis laat FMC toe massale preventiecampagnes uit te voeren. In elke delegatie is een gezondheidsbrigadiste actief. Samen met de vrijwillige promotoren, die door de actie opgeleid worden, vormen ze de kern voor de uitvoering van de campagnes. FMC heeft eind 2013 haar sensibiliseringscampagne ter preventie van kanker zoals gepland uitgevoerd en de streefcijfers van op te leiden gezondheidspromotoren en te bereiken doelgroep ruim gehaald. In 2013 werden, ter vervanging van weggevallen promotoren, 42 nieuwe gezondheidsbrigadisten en promotoren bijgeschoold. De 940 actieve promotoren realiseerden gemiddeld 7 activiteiten in 2013. Meer dan de helft van de vrouwen behorende tot de doelgroep werd in de 9 betrokken provincies in de periode 2011-2013 gesensibiliseerd. Opmerkelijk is de sterke toename, meer dan het dubbele van het initieel geplande cijfer, van het aantal zelfhulpgroepen voor vrouwen die met kanker in aanraking zijn gekomen en het aantal bereikte mindervalide vrouwen met gehoorproblemen. Tenslotte werd ook het vooropgestelde aantal gezondheidswerk(st)ers van provinciale en gemeentelijke klinieken gesensibiliseerd. FOS jaarverslag 2013 • p. 57 FOS in het Zuiden In 3 provincies werd zoals jaarlijks de infrastructuur van de oriëntatiedienst van FMC verbeterd. Voor de sensibilisering kan FMC bovendien rekenen op de samenwerking met de nationale tv-zenders en lokale radio’s om regelmatig preventiespots uit te zenden. Nationaal Centrum voor Seksuele Voorlichting CENESEX: Het centrum heeft als kerntaak seksuele voorlichting van de bevolking. Daarnaast promoot het de seksuele diversiteit en het respect voor de seksuele en reproductieve rechten. In het kader van dit laatste thema helpt FOS deze partner bij haar steun aan lesbiennegroepen. Door interne problemen bij zowel CENESEX als binnen 2 lesbiennegroepen (La Habana en Cienfuegos) was het in 2011en 2012 niet mogelijk de vooropgestelde jaarlijkse resultaten op gebied van de vorming van promotoren en gezondheidspersoneel over seksuele gezondheid en rechten te bereiken. De indicatoren voor 2013 werden bijgevolg naar beneden bijgesteld. De coördinatrice van het netwerk van lesbiennegroepen, in augustus 2012 aangesteld, had zich tegen begin 2013 in de problematiek ingewerkt en een constructieve relatie met de groepen opgebouwd. Ze trok een nieuwe dynamiek op gang en slaagde erin een deel van de opgelopen achterstand goed te maken. Zo was het mogelijk om toch in 6 provincies lesbiennegroepen te ondersteunen. De 3 nieuwe provincies zijn: Sancti Spiritus (in de stad Trinidad-Grupo Caucubu), Ciego de Ávila (Grupo Ateneas) en Granma (stad Bayamo). Het voorziene aantal gesensibiliseerde lesbiennes werd voornamelijk tijdens 2 grotere workshops gehaald. De resultaten op gebeid van de vorming van het gezondheidspersoneel zijn minder positief. Het eindresultaat ligt 20% lager dan voorzien. De belangrijkste reden is het gebrek aan tijd vanwege het gezondheidspersoneel dat in Havana intensief ingezet werd in de prioritaire preventiecampagnes om de knokkelkoortsepidemie en de cholera-uitbraken onder controle te krijgen. Naast de vormingen werden ook sensibiliseringsactiviteiten uitgevoerd en het nodige propaganda- en beeldmateriaal, om dit soort activiteiten te ondersteunen, aangemaakt. Jaarlijks is er een intensieve deelname van de lesbiennegroepen aan de activiteiten rond de internationale dag tegen de homofobie. In Havana organiseert de actie elk trimester een filmvertoning met debat over het thema. Er werd een spot (3 minuten) en een documentaire (30 minuten) met getuigenissen van lesbiennes aangemaakt. Tenslotte FOS jaarverslag 2013 • p. 58 werd een DVD samengesteld met beeldmateriaal over de belangrijkste activiteiten van de organisatie tijdens de voorbije jaren. Nationaal preventiecentrum voor soa’s en hiv/aids CNP-SIDA: Het centrum doet aan vorming, bijscholing en sensibilisering over de thema’s soa’s en hiv/ aids en geeft bijstand en begeleiding aan personen met hiv/aids. De actie met steun van FOS is gericht op jongeren tussen 20 en 29 jaar in de 3 meest getroffen gemeenten van Havana. Net zoals FMC doet CNP-SIDA beroep op vrijwillige promotoren en raadgevers om de preventiecampagne vorm te geven. In 2013 werden 42 nieuwe promotoren gevormd tijdens 2 vormingscursussen. Elke promotor realiseerde gemiddeld 4 activiteiten naar de specifieke doelgroep toe. Amper 6 nieuwe raadgevers kregen een opleiding. Vooral het rekruteren van nieuwe raadgevers blijft problematisch. Alle inspanningen ten spijt zorgen de verhoogde studie- en arbeidsdruk, de nieuwe deeltijdse arbeidsmogelijkheden in de competitieve privésector en de transportproblemen in de hoofdstad ervoor dat de jongeren minder interesse hebben in vrij intensief en niet verloond vrijwilligerswerk. Bij de sensibiliseringsactiviteiten delen de promotoren propagandamaterialen uit: posters, flyers, folders, enz. In 2013 werden 3 promotiefilmpjes aangemaakt over de werking van het centrum in het algemeen, de activiteiten van de promotoren en de internationale dag tegen aids. Tenslotte werd het beschikbare analoge videomateriaal van het centrum gedigitaliseerd. De aids-preventiecampagnes bereikten ongeveer het vooropgestelde aantal jongeren en doelgroepen. Via FOS in het Zuiden de promotoren werd op 3 jaar tijd ongeveer driekwart van de totale doelgroep bereikt. Het vooropgestelde doel was 70%. De individuele begeleiding was net iets minder intensief dan verwacht. Evoluties en bijsturingen Om het hoofd te bieden aan de economische crisis en de VS-boycot, past Cuba zijn socio-economisch model aan. Het is duidelijk dat de aanpassingen ook gevolgen voor de gezondheidssector hebben. Sinds midden 2011 lanceerde het ministerie van Gezondheid een tweesporenbeleid: de inkomsten verhogen en de kosten onder controle houden. Het einddoel is de gezondheidszorg zelfvoorzienend te maken. De grote brok aan inkomsten komen van de export van gezondheidsdiensten en medisch personeel naar het buitenland. In totaal brengen deze diensten jaarlijks 6,5 miljard USD op, drie maal meer dan het toerisme. Eind 2013 waren ongeveer 40.000 dokters, tandartsen, verplegers en technisch personeel in het buitenland werkzaam. Begin 2014 komen er 11.700 dokters bij in het kader van een samenwerkingsakkoord met Brazilië om de toegang tot gezondheid in marginale buurten en op het platteland te verzekeren. Zoals in vele ontwikkelde landen, kampt de Cubaanse gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie. Mensen verkiezen blijkbaar om direct naar een (voor de staat duurdere) specialist te gaan. Het ministerie van Gezondheid reactiveert daarom sinds 2012 de werking van de 11.506 familiale gezondheidscentra (familie-arts en –verpleegkundige) van het land als basis van de gezondheidszorg. Bovendien sensibiliseert de overheid de bevolking nu ook uitdrukkelijk over het economische aspect: de gezondheidszorg is wel gratis voor de Cubanen, maar niet voor de staat. Ten slotte stimuleert het ministerie het efficiënt beheer van de beschikbare middelen en gaat het de strijd tegen corruptie, diefstal, gebrekkig functioneren van diensten, enz. aan. De sensibiliseringscampagnes van FMC en CNP-SIDA zijn in Cuba de nationale campagnes ter voorkoming van borst- en cervixkanker en van hiv/aids. Door hun lokale inplanting kunnen de organisaties de bevolking op wijkniveau makkelijker bereiken. De aanhoudende campagnes zijn de enige manier om het risicobesef bij de doelgroepen te verhogen en de vroegtijdige opsporing te verbeteren. Het einddoel is het stabiliseren van de groeicurve van het aantal kankers met dodelijke afloop en het onder controle houden van de hiv/ aids-epidemie. De lesbiennegroepen die CENESEX begeleidt, hebben nood aan een minimale vorm van interne structuur en reglementering om een transparante en democratische coördinatie te verzekeren en interne conflictsituaties in de mate van het mogelijke te vermijden. De ervaring toont aan dat het binnen CENESEX aangewezen is een beperkte actie specifiek voor de lesbiennes te behouden. Deze groep krijgt binnen CENESEX het minste aandacht en moet ondersteund worden in het consolideren van haar groei en erkenning. Bij de preventie- en sensibiliseringscampagnes van FMC rond borst- en cervixkanker is de peer-to-peer strategie onder vorm van de zelfhulpgroepen van vrouwen met en zonder kanker een succes gebleken. Deze aanpak zal in de toekomst bij andere campagnes aangewend worden. De familiedokters en specialisten vertonen echter nog te weinig de reflex om bij de vrouwen die ze op consultatie krijgen, een kort klinisch borstonderzoek uit te voeren. FMC moet hierop blijven hameren, in de eerste plaats bij de vrouwelijke geneesheren die per slot van rekening tot haar leden behoren. FOS jaarverslag 2013 • p. 59 focus Om het hoofd te bieden aan de economische crisis en de VS-boycot, past Cuba zijn socio-economisch model aan. Het is de bedoeling om de economische groei te stimuleren en tegelijk de sociale verworvenheden van de revolutie te vrijwaren. Hoe pakt de overheid dit aan voor de gezondheidszorg in het land? Een efficiënte en duurzame gezondheidszorg Het is duidelijk dat de aanpassingen ook gevolgen voor de gezondheidssector hebben. De centrale vraag is: hoe kan Cuba de gezondheidszorg voor de bevolking op peil houden en tegelijk de kosten onder controle houden? Midden 2011 lanceerde het ministerie van Gezondheid een tweesporenbeleid: de inkomsten verhogen en de kosten onder controle houden. Roberto Morales Ojeda, minister van Gezondheid, verklaarde op een persconferentie op 14 maart dat Cuba de ambitie heeft om de gezondheidszorg zelfvoorzienend te maken. De grote brok aan inkomsten komen van de export van gezondheidsdiensten en medisch personeel naar het buitenland. Maar hij voegde er meteen aan toe dat de steun van de bevolking en van het medische korps meer dan nodig zal zijn. Meer inzetten op eerstelijnszorg Daarmee zitten we op de tweede piste. Zoals in vele ontwikkelde landen, kampt de Cubaanse gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie. Mensen verkiezen blijkbaar om direct naar een specialist te gaan en staan er niet bij stil dat deze onderzoeken meestal veel duurder uitvallen. De familiearts en –verpleegkundige moeten opnieuw de basis van de gezondheidszorg worden. Het ministerie van Gezondheid reactiveert de werking van de 11.506 gezondheidscentra in het land. De afgelopen jaren was de dienstverle- FOS jaarverslag 2013 • p. 60 ECONOMISCHE CRISIS DWINGT OVERHEID TOT MEER DUURZAME EN EFFICIËNTE GEZONDHEIDSZORG ning verslapt. Het gebeurde dat de artsen onbereikbaar waren, omdat zij tijdens de consultatie naar vergaderingen werden geroepen. Met deze praktijken wordt komaf gemaakt. De familiearts en –verpleegkundige van elk centrum moeten terug alle aandacht geven aan hun basisopdrachten in de wijk waarvoor zij verantwoordelijk zijn: de promotie van een gezonde levensstijl, het toedienen van de eerste zorgen en het tijdig opsporen van ziektes. Gratis gezondheidszorg is niet gratis voor de overheid In het verleden ging de overheid er prat op dat alle Cubanen gratis toegang hebben tot alle nodige gezondheidszorgen, van een eenvoudige consultatie tot een ingewikkelde ingreep. Die trots blijft, terecht trouwens. Maar toch wijzigde de overheid vorig jaar haar discours. De overheid spreekt nu ook heel uitdrukkelijk over het economische aspect: de gezondheidszorg is niet gratis voor de staat. In de kranten verschijnen artikels om de bevolking te sensibiliseren dat de kosten voor gezondheidsdiensten door de overheid gedragen worden. Maar de middelen moeten wel efficiënt besteed worden. Een belangrijke rol bij het onder controle houden van de gezondheidskosten, is natuurlijk weggelegd voor de medische kaders. Het ministerie biedt nu een aantal bijscholingen aan om het financiële beheer (interne controle, budgetbeheer, auditsysteem, economische en financiële discipline, ...) van de gezondheidscentra te verbeteren en om de strijd tegen corruptie, diefstal, gebrekkig functioneren van diensten, enz. aan te gaan. Al deze maatregelen hebben een besparing op het nationale gezondheidsbudget mogelijk gemaakt; sinds 2010 daalde dit budget van 12 tot 10% van het BNP, of van 21 naar 19% van de overheidsuitgaven. Het ministerie beklemtoont dat deze daling geen waarneembare impact op de gezondheidsindicatoren tot gevolg had. In 2012 konden de reorganisatie en regionalisatie van het gezondheidssysteem - midden 2011 opgestart- met het oog op het verbeteren van de eerstelijnszorg, worden afgerond. Veroudering van de bevolking: een nieuwe uitdaging Nog dit: ook de Cubaanse samenleving staat voor de uitdaging om zich voor te bereiden op de veroudering van de bevolking. De levensverwachting ligt voor mannen op 78 jaar en voor vrouwen op 80 jaar. 18,3 % van de bevolking is ouder dan 60 jaar. Het gezondheidssysteem moet de progressieve veroudering van de bevolking opvangen en aangepaste infrastructuur, gespecialiseerd personeel en medische diensten voorzien. Het ministerie van Gezondheid heeft daarom al een strategie uitgewerkt. In Cuba is het nog de gewoonte dat de bejaarden zo lang mogelijk bij de familie blijven. Consequent met de hierboven toegelichte prioriteit, ligt de eerste verantwoordelijkheid voor de opvolging van de bejaarden bij de familiearts. Daarnaast kunnen de bejaarden op een reeks diensten beroep doen. Cuba telt twaalfduizend bejaardenclubs waar ze terecht kunnen voor ontspanning en sociale contacten. Deze clubs bieden ook gelegenheid om de fysieke conditie te onderhouden. Voor wie zorgbehoevend wordt, staan 229 dagcentra ter beschikking die maaltijden en medische zorgen aanbieden. Als de bejaarde echt niet meer thuis of bij familie kan opgevangen worden, wordt hij of zij opgenomen in een van de 156 bejaardentehuizen. ■ FOS in het Zuiden FOS jaarverslag 2013 • p. 61 FOS jaarverslag 2013 • p. 62 fos IN HET ZUIDEN { ZUID-AMERIKA BOLIVIA, COLOMBIA, ECUADOR en PERU Overzicht van de activiteiten in zuid-amerika Landen bolivia colombia ecuador peru Coördinatie Landenkantoor La Paz Regionaal coördinatiebureau Quito, Ecuador Regionaal coördinatiebureau Quito Landenkantoor Lima Quito, Guayas Lima, Piura, La Libertad, Tacna, Cajamarca, Ancash, Huanuco, Cerro de Pasco, Huanacavelica, Ica, Junín, Ayacucho, Arequipa, Moquegua, Cusco, Puno Actiezones Santa Cruz, La Paz, Oruro, Cochabamba, Chuquisaca Bogotá, Costa Caribe, Magdalena Medio Type activiteiten • Toegang tot gezondheid en sociale zekerheid • Sociale controle op gezondheidsdiensten • Versterking syndicale organisaties • Versterking syndicale organisatie Strategische werklijnen Capaciteitsopbouw van vakbonden en gezondheidsorganisaties Capaciteitsopbouw van vakbonden • Toegang tot gezondheid en sociale zekerheid • Sociale controle op gezondheidsdiensten • Versterking syndicale organisaties Capaciteitsopbouw van vakbonden en gezondheidsorganisaties FOS jaarverslag 2013 • p. 63 FOS in het Zuiden Overzicht van de acties in zuid-amerika WAARDIG WERK IN DE ANDESREGIO BOLIVIA COLOMBIA ECUADOR PERU Partners CIPCA, FENATRAHOB – IIPS, FTFE, CENAC FENSUAGRO FENACLE – IFA, ATRH ngo Aurora Vivar – SITAG, SITESAV, SITECASA, Sindicato de Talsa, SINTTRAHOL, FNTMMSP Doelgroepen Huishoudwerk(st)ers, fabrieksarbeid(st)ers en landarbeid(st)ers in loondienst (in de suikerriet-, kastanje- en katoensector) Landarbeid(st)ers in loondienst in de palmsector Huishoudwerk(st)ers en landarbeid(st)ers in loondienst (hoofdzakelijk in de suikerrietsector) Huishoudwerk(st)ers, loonarbeid(st)ers in de agrosector, mijnwerkers Sleutelelementen Versterking van de interne werking van de organisaties (vorming van leiders en leden, strategische planningen, communicatie, studies en onderzoek, enz.), versterking van de externe werking van de organisaties (uitwerken van (wets-)voorstellen, participeren aan en vormen van netwerken, enz.), versterking van de dienstverlening (vorming, sensibilisering, juridische dienstverlening, enz.), transversaal werk rond gender en generatiekloof, Zuid-Zuid/Noord-Zuid uitwisselingen. Budget 248.189,70 euro 84.000,00 euro 281.391,43 euro Donoren DGD, Sociaal Fonds Voedingsnijverheid (HORVAL), 11.11.11 DGD, Algemene Centrale (AC) Antwerpen-Waasland DGD, provincie Limburg, 11.11.11 156.915,50 euro DGD, Stichting Antoon Spinoy, ABVV West-Vlaanderen, Stad Mechelen, 11.11.11 RECHT OP GEZONDHEID IN DE ANDESREGIO Partners Doelgroepen BOLIVIA ECUADOR PERU FECAFEB – JATHA (in 2012 omgedoopt tot Alternativa), AIS MMxV FENOCIN ForoSalud, CNCJ, FEMUCARINAP Vrouwen/jongeren uit arme Kleine georganiseerde koffiestadswijken, kleine boeren, boeren, gezondheidspromotoinheemse en afro-ecuadoraanren uit arme wijken se bevolking Belangenorganisaties rond recht op gezondheid; organisaties van koffie- en bananenboeren; boerinnen, inheemse en afro-peruaanse vrouwen, landarbeid(st)ers Versterking van de interne werking van organisaties rond gezondheid (vorming leiders/leden, strategische planningen, communicatie, studies en onderzoek, enz.), versterking van de externe werking van organisaties rond gezondheid (uitwerken van (wets-)voorstellen, participeren Sleutelelementen aan en vormen van netwerken, enz.), versterking van dienstverlening (vorming, sensibilisering, sociale controle op gezondheidsdiensten, integratie in sociale systemen van gezondheidszorg, enz.), transversaal werk rond gender en generatiekloof, Zuid-Zuid/Noord-Zuid uitwisselingen. Budget 165.290,30 euro 160.747,33 euro Donoren DGD, NVSM, Bond Moyson Oost-Vlaanderen, Sociaal Fonds Voedingsnijverheid (HORVAL), Gemeente Schoten DGD, NVSM, FSMB, 11.11.11 FOS jaarverslag 2013 • p. 64 179.199,77 euro DGDS, NVSM, De VoorZorg Antwerpen FOS in het Zuiden ACTIES WAARDIG WERK IN DE ANDESREGIO TOEGELICHT bolivia In Bolivia is er een zekere vooruitgang wat Sociale Bescherming betreft sinds president Evo Morales aan de macht is, vooral via gefocuste programma’s, maar ook maatregelen waarbij bv. een minimumpensioen gegarandeerd wordt (30$) voor iedereen vanaf 60 jaar. Voor betere arbeidsrechten is alle hoop gevestigd op de hervorming van de arbeidswet, maar de onderhandelingen tussen de unitaire vakbondskoepel (COB) en de regering liggen voorlopig stil. Anderzijds is er een belangrijke politieke toenadering van de regering Morales tot de grootgrondbezitters en agro-industriëlen in Santa Cruz, wat eerder wijst op het behoud van de situatie dan op mogelijke positieve veranderingen voor de kleine boeren en landarbeid(st)ers. Bolivia was een van de eerste landen ter wereld die Conventie 189 van de IAO voor het huishoudpersoneel ratificeerde. Realisaties CIPCA (agro-industrie): Na het uiteenvallen van de confederatie van landarbeid(st)ers CTARB aan het begin van het driejarenprogramma, kon CIPCA elk van de aangesloten lidsyndicaten intern versterken door te ondersteunen in hun planning, vorming van nieuwe leid(st)ers, en sensibilisering via radioprogramma’s. Minstens 5 vakbonden hebben hun statuten vernieuwd met de integratie van de genderfocus. Verder werd gewerkt aan het versterken van de syndicale eenheid via het uitwerken van voorstellen voor de sector van de agro-industriearbeid(st)ers voor de Algemene Arbeidswet. Eind 2013 heeft president Evo Morales de vakbonden tijdens een vergadering beloofd de sector op te nemen in de nieuwe Algemene Arbeidswet. Tot nu toe worden de landarbeid(st)ers niet erkend als volwaardige arbeid(st)ers. Dit heeft ook te maken met het feit dat velen in de seizoensarbeid werkzaam zijn en per dag of per taak betaald worden. Maar door de sterke aangroei van de agro-industrie in Bolivia is de regulering en erkenning een dringende noodzaak. Om hun publiek te bereiken is het belangrijk dat de vakbonden communiceren. De vakbonden beschikken over een communicatieplan om informatieverspreiding tussen de leiding en de basis te verzekeren en voor sensibilisering van de publieke opinie over de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de sector. 518 werknemers en 139 werkneemsters ontvingen informatie over hun arbeidsrechten via bezoeken aan de kampen waar de landarbeid(st)ers en hun families verblijven. De arbeidsinspecties in de kampen zijn ook toegenomen en er is juridische bijstand verleend. FOS jaarverslag 2013 • p. 65 FOS in het Zuiden Evoluties en bijsturingen FTFE (informele fabriekssector): De FTFE werd intern versterkt door het aanbieden van vorming aan nieuwe leiding en leden, en er werden nieuwe vakbonden gevormd in de leder- en houtnijverheid. Er werden vormingen georganiseerd over veiligheid en gezondheid op het werk en de FTFE werkte hierrond een politiek voorstel uit dat door het ministerie van Arbeid wordt bestudeerd voor mogelijke toepassing. FENATRAHOB (huishoudsector): IIPS-FENATRAHOB versterkte de nationale leiding en 4 departementale vakbonden. Ze slaagden erin met het ministerie van Onderwijs te komen tot een voorstel voor middelbaar en lager onderwijs voor huishoudpersoneel tijdens weekenden en ’s avonds. Via lobbywerk werd Conventie 189 over huishoudpersoneel van de IAO door de Boliviaanse regering geratificeerd. In 2013 is een tripartiete dialoog van start gegaan tussen FENATRAHOB, de werkgeversorganisatie van de Boliviaanse huisvrouwen en het ministerie van Arbeid, met steun van de IAO, over de arbeidsrechten van huishoudwerk(st)ers. Hiermee is FENATRAHOB een van de weinige organisaties in de huishoudsector ter wereld die collectieve onderhandelingen voert. CENAC ondersteunde zowel FENATRAHOB als FTFE en de federatie van bouwvakkers met vorming en onderzoek rond kinderarbeid, voedselveiligheid, interne communicatie en gender. FOS jaarverslag 2013 • p. 66 CIPCA en de organisaties van de agro-industrie hebben zoals hierboven al geschetst, vooral ingezet op interne versterking en op beleidsbeïnvloeding i.v.m. de algemene arbeidswet. Doordat de regering Morales de discussie i.v.m. de arbeidswet eind 2012 heeft stilgelegd tot nader order, is in 2013 alleen nog intern tussen de 6 vakbonden verder gewerkt aan het voorstel. In het kader van de voorbereiding voor het ethisch tribunaal zijn nieuwe elementen opgedoken, zoals de dubbele discriminatie waar vrouwen het slachtoffer van zijn, de rol van de tussenpersonen –contratistasenz., die aantoonden dat de discussie nog niet afgerond is. Daar zal in 2014 verder aan gewerkt worden. De vakbond voor de informele fabriekssector FTFE, die de informele fabrieksarbeid(st)ers vertegenwoordigt, werd vanaf eind 2012 niet langer erkend door de nieuwe leiding van de Nationale Federatie van Fabrieksarbeiders. Dit zorgde ervoor dat de partner problemen kreeg met de wettelijke erkenning vanwege het ministerie van Arbeid en veel energie en tijd moest besteden om de situatie recht te trekken. Eind 2013 bleek dat de organisatie een aantal voorziene activiteiten niet kon uitvoeren. Het is ook onduidelijk onder welke syndicale vorm deze organisatie zal kunnen blijven bestaan, waarschijnlijk zullen de lidsyndicaten zich kunnen aansluiten bij de Federatie van Fabrieksarbeiders van La Paz. Dit is een spijtige afloop van een veelbelovende jonge organisatie in de informele sector waar nieuwe organisatievormen belangrijk worden. Eind 2012 vroeg FENATRHOB aan FOS om het programma direct in samenwerking met FOS uit te kunnen voeren en niet langer via de ngo IIPS. Dit wegens ontevredenheid over de aanpak en werkwijze. Na overleg met alle partijen heeft FOS eind december dit voorstel aanvaard. Vanaf begin 2013 werden alle activiteiten door FENATRAHOB zelf georganiseerd. Het is een goeie beslissing gebleken die de organisatie intern heeft versterkt en in het nieuwe programma 2014-2016 zal deze formule verder aangehouden worden. FOS in het Zuiden colombia In Colombia heeft president Juan Manuel Santos een minder autoritaire en meer centrumrechtse politiek gevoerd dan zijn voorganger Uribe. Hij startte ook vredesgesprekken met de guerrillabeweging FARC, in Havana. De wetgeving in verband met onderaanneming wordt met de voeten getreden en de uitbuiting en informaliteit in vele economische sectoren wordt versterkt door het paramilitaire geweld, vooral gericht tegen elke vorm van syndicale organisatie. De regering van Juan Manuel Santos heeft wat moeten inbinden op de verregaande uitbuiting en het geweld, onder druk van parlementsleden van de Verenigde Staten en de EU, door het onderschrijven van de vrijhandelsakkoorden. Naar aanleiding van het vrijhandelsakkoord legden de Colombiaanse boeren met steun van studenten en andere politieke bewegingen het hele land stil tijdens een grote Volksstaking van bijna een maand, om de grote nadelen van de vrijhandelsakkoorden aan te klagen en aanpassingen te eisen. In een extreem anti-syndicale context hebben de vakbonden uit de agro- en voedingsindustrie toch belangrijke resultaten bereikt. De werkgevers weigeren de syndicale vergunningen, gebruiken allerlei vormen van onderaanneming om de organisatie van de werknemers tegen te gaan, richten parallelle patronale vakbonden op, negeren de door vakbonden neergelegde eisenbundels, en chanteren, bedreigen en achtervolgen vakbondsmensen. Dit gebeurt vaak met medeweten van ambtenaren van het ministerie van Arbeid en van de nationale politie. De grootste slachtoffers van deze praktijken zijn de vrouwen. Realisaties FENSUAGRO (agro-industrie): In een extreem antisyndicale en vaak levensgevaarlijke context waar vakbondsleid(st)ers soms ook letterlijk onder vuur liggen, heeft het intersyndicaal platform van vakbonden uit de agro- en voedingsindustrie, opgezet door FENSUAGRO, belangrijke resultaten bereikt. De 15 vakbonden die deel uitmaken van het intersyndicaal platform zijn versterkt door een belangrijke ledengroei van 658 tot 2.922, waarvan 189 vrouwen. Door sterk in te zetten op gedecentraliseerde vormingsprocessen waaraan 1134 personen (210 vrouwen) deelnamen, zijn de leider(st)ers van de vakbonden beter voorbereid op anti-syndicale praktijken, op collectieve onderhandelingsprocessen en op het leiden van syndicale organisaties met genderfocus. Er werden 10 cao’s succesvol afgesloten. De vakbonden die deel uitmaken van het platform kennen na een decennium van geweld een nieuwe dynamiek, met goed bijgewoonde militantenbijeenkomsten, 1 mei-marsen en stakingsacties. Het intersyndicaal platform hield 8 bijeenkomsten op 3 jaar, en keurde een gemeenschappelijk strijdplatform goed dat wordt uitgevoerd en een bijkomende stap is in de richting van syndicale eenheid. 330 werkne(e)m(st)ers uit de agroindustrie hebben juridische bijstand ontvangen van de juridische dienst van FENSUAGRO, in een akkoord met het advocatencollectief ASOLABORALES. Er is een verbeterde externe communicatie door het verspreiden van een eigen krant, de verspreiding van elektronische bulletins, de uitgave van virtuele radioprogramma’s en een permanente actualisering van de website van FENSUAGRO en van de regionale website Comunicandes. Het intersyndicaal platform heeft aan nationale erkenning gewonnen door aanwezigheid op verschillende nationale fora, in parlementaire audiënties en in de solidariteitsacties met de nationale staking van de boerenbeweging in 2013. Dit alles werd onder- FOS jaarverslag 2013 • p. 67 FOS in het Zuiden steund met feiten en gegevens in de publicatie van de studie rond de socio-economische situatie van de werkne(e)m(st)ers in de palmoliesector en een illustrerende video. In 2013 werden zij gehoord in het parlement i.v.m. de schending van de arbeidsrechten naar aanleiding van een opvolgingsmissie van de Amerikaanse parlementsleden in het kader van het vrijhandelsakkoord. Dit toont aan dat dit platform meer en meer gezien wordt als de legitieme vertegenwoordiging van de arbeid(st)ers van de agro-industrie. Evoluties en bijsturingen Er zijn geen noemenswaardige bijsturingen gebeurd in Colombia. Vermeldenswaardig is dat het intersyndicaal platform oorspronkelijk bedoeld was om de palmsector te verenigen, maar in de loop van de 3 jaar, ook vakbonden uit de bananen-, suiker- en tabaksindustrie verenigd heeft, alsook uit de bloemensector. Hierdoor zijn de thema’s en agenda’s ook breder dan wat oorspronkelijk in het programma met FENSUAGRO was voorzien. ecuador Vooral Ecuador zette grote stappen vooruit in het thema Waardig Werk, sinds in 2008 de wet op de afschaffing van onderaanneming werd gestemd. Onderaanneming stond gelijk met uitbuiting, zwartwerk, informaliteit, geen aansluiting bij sociale zekerheid, enz. Door de wet kregen vele arbeid(st)ers het recht op een minimumloon, aansluiting bij de sociale zekerheid, op vakantie, dertiende en veertiende maand, enz. Toch is het een blijvende uitdaging om die wetgeving in de praktijk om te zetten, want tot nu toe blijft ongeveer 60% van de beroepsbevolking, vooral vrouwen, in de informaliteit werken. Spijtig genoeg blijft de syndicale beweging versplinterd in 6 vakbondscentrales, die geen tegengewicht kunnen bieden aan de machtige privésector of aan anti-syndicale ingrepen door de regering Correa, die zonder veel protest duizenden staatswerknemers ‘verplicht vrijwillig ontslag’ liet tekenen in 2010 en 2011. Realisaties ATRH (huishoudsector): Eind 2013 werkt de ATRH samen met 16 organisaties in een netwerk rond de arbeidsrechten van het huishoudpersoneel in Ecuador. Het gaat om vakbonden, onderzoeksinstellingen, ker- FOS jaarverslag 2013 • p. 68 kelijke instellingen, ngo´s, overheidsinstellingen en de IAO. Na belangrijk lobbywerk door ATRH, samen met het netwerk, werd Conventie 189 van de IAO door het Ecuadoraans parlement geratificeerd. Bovendien bereikte de vereniging van huishoudpersoneel een ledengroei van 70 in 2011 tot 370 eind 2013 en een vertegenwoordiging in 3 kustprovincies. Hiervoor werden verscheidene informatiecampagnes gevoerd die 17.000 personen bereikten. ATRH verspreidde ook haar wetsvoorstel tot aanpassing van de algemene arbeidswet voor de integratie van de sector. ATRH heeft, met steun van de IAO, onderzoek verricht naar kinderarbeid in de sector en de resultaten voorgelegd aan de bevoegde instanties op een publiek forum. ATRH verleent gratis juridische dienstverlening door middel van een overeenkomst met Asylum Access die ondermeer ontslagvergoedingen berekent, en heeft juridische promotoren die de slachtoffers begeleiden. Op internationaal niveau speelt ATRH een rol binnen de leiding van CONLACTRAHO. De genderaanpak is versterkt, onder meer door het proces van vorming van promotoren voor hiv/aids en gender, gesteund met een complementair project van de Nationale Loterij. FENACLE (agro-industrie): FENACLE heeft in totaal 11 nieuwe vakbonden opgericht, met een uitbreiding naar de Afrikaanse palm- en de visverpakkingssector. Het aantal leden is gegroeid in de bloemensector en de bananensector. In de suikersector werden 3 belangrijke collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten. De website van FENACLE en van Comunicandes (regionale website) werd permanent geactualiseerd, en er werden 2-maandelijkse kranten gedrukt. 59 werknemers waarvan 18 vrouwen werden opgeleid in informatica. In 2013 werden samen met de IAO 38 juridische promotoren opgeleid in 3 vormingsmodules. Eind 2013 heeft FENACLE een gender- en jongerenverantwoordelijke in de nationale leiding. Er is een jongerenmanifest uitgewerkt. 483 leden van FENACLE hebben vorming gekregen over gender. Het onderzoeksinstituut IFA heeft FENACLE en ATRH, permanente technische ondersteuning geboden en vele workshops gehouden over veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) met in totaal 687 deelnemers. Er zijn 4 publicaties over arbeidsvoorwaarden in de bloemen-, bananen- en suikerrietsector en in andere exportteelten uitgegeven, en een document met politieke voorstellen voor de syndicale beweging in Ecuador werd opgesteld. Naast 3 sectorale partnerbijeenkomsten op Andesniveau zijn er ook bijeenkomsten georganiseerd over FOS in het Zuiden VGW, syndicale communicatie en syndicale vorming. Op de bijeenkomst over VGW is een gemeenschappelijk actieplan opgesteld op regionaal, nationaal en sectoraal niveau. Evoluties en bijsturingen Onze partner FENACLE wordt gekenmerkt door activisme en snel reageren op de conjunctuur. Plannen en de planning uitvoeren is een moeilijke opdracht. Dit heeft ons in de loop van het programma voor vele moeilijke momenten geplaatst. Toch zijn er belangrijke zaken bereikt, zoals hierboven aangegeven. Wegens deze moeilijkheden werd getwijfeld om deze partner nog verder in het programma op te nemen, maar omdat FENACLE de enige federatie is met nationaal bereik voor de agro-industrie besliste FOS om nog gedurende de volgende 3 jaar een beperkt programma in de bloemensector te steunen. Met de huishoudsector, verenigd in ATRH, is de samenwerking goed verlopen en werden belangrijke doelstellingen gehaald, waardoor we als FOS ook beslisten om de volgende 3 jaar deze organisatie verder te steunen om op nationaal niveau tot een sectorvakbond uit te groeien, naar het voorbeeld van FENATRAHOB in Bolivia. peru In Peru kwam er halfweg 2011 een nieuwe president aan de macht, Ollanta Humala, die het beleid van zijn voorgangers voortzette. Peru blijft volop de koers van Mexico, Colombia en Chili volgen, met een forse economische groei gebaseerd op de export in de mijnbouw- en landbouwsector. Peru blijft wel een van de weinige landen van het continent zonder algemene arbeidswetgeving. Daarom blijft het land voorlopig kampen met “bijzondere arbeidsregimes” voor verschillende sectoren, waaronder de agro-industrie en huishoudelijk werk. Die werden een tiental jaren geleden gelanceerd om deze sectoren te stimuleren door de werkgevers voordelen toe te kennen, iets wat met de huidige explosieve groei echter niet langer verdedigbaar is. Zelfs binnen de overheidsdiensten heerst er een onontwarbaar kluwen van diverse arbeidsregimes, waarin de overheid nu wel uniformiteit probeert te krijgen, met een wet die tot fel protest en stakingen vanwege de vakbonden leidde. De mensonwaardige werkomstandigheden voor de agro-industrie werden zelfs vastgelegd in een speciale wet van 2000 (van kracht tot 2021), die de werkgevers van de agro-industrie allerlei voordelen toekent inzake belastingen, douanetarieven en beperking van de arbeidsrechten, met als argument dat hiermee de export en dus ook de tewerkstelling aangezwengeld wordt. Vakbonden en bondgenoten dringen aan bij het parlement om deze wet af te schaffen, omdat die niet langer nodig is met de enorme winsten in de sector, maar voorlopig zonder succes. Realisaties FENTAGRO & ngo Aurora Vivar (agro-industrie): In 2012 richtten de 4 door FOS gesteunde vakbonden van de agro-industrie de Nationale Federatie van Werknemers uit de Agro-industrie – FENTAGRO - op, in de schoot van de nationale vakbondskoepel CGTP. Dit is een belangrijke stap vooruit voor de eenmaking van de werknemers in de sector. FENTAGRO’s grootste strijdpunt is de afschaffing van het discriminerende arbeidsregime in de sector. Deze sector zit erg in de lift, met 164.000 werknemers volgens het ministerie van Arbeid, maar bijna anderhalf miljoen volgens de werkgevers, cijfers die op zich al veel zeggen over de grote graad van informaliteit. Vaak werken ze in mensonwaardige omstandigheden die bovendien zijn vastgelegd in een speciale wet. De nationale federatie FENTAGRO moet aan deze situatie een antwoord bieden en het collectieve overleg promoten. Eind 2013 was het aantal leden (en zo de legitimiteit van de vakbonden) als gestaag gegroeid en hebben de 4 vakbonden uit de agro-industrie 809 nieuwe leden, waarvan 119 vrouwen, aangetrokken en 5 nieuwe syndicale comités opgericht (met in totaal 6.996 leden in de 21 syndicale comités). Er zijn gemiddeld 50% vrouwelijke leidsters. 4 vakbonden van de agro-industrie hebben, met begeleiding van de ngo Aurora Vivar, hun arbeidsproblematiek ruimer kenbaar gemaakt, dankzij de radioprogramma’s, en met telefonische juridische bijstand. Dit versterkte de collectieve onderhandelingen en de deelname van vrouwen in de vakbonden, die in totaal reeds 6.996 leden tellen. (huishoudsector): In 2012 werd eveneens de Nationale Federatie van Huishoudpersoneel van Peru FENTTRAHOP opgericht binnen de CGTP met 4 basissyndicaten. SINTTRAHOL wordt erkend als representatieve organisatie in de sector, voornamelijk via de strijd voor de ratificering van Conventie 189 van de IAO, en maakt deel uit van de eind 2013 opgerichte Wereldfederatie van Huishoudpersoneel IDWF. De ratificering van de conventie zou een grote stap voorwaarts betekenen, want de huishoudsector is weinig zichtbaar en wordt weinig gewaardeerd op maatschappelijk en politiek vlak, met vaak lange werkdagen en lage lonen. SINTTRAHOL, FOS jaarverslag 2013 • p. 69 FOS in het Zuiden vakbond voor huishoudsters in Lima, verstrekte haar juridische dienstverlening in 124 gevallen en er werden 231 juridische adviezen verstrekt. Eind 2013 heef SINTTRAHOL 245 nieuwe leden dankzij 6 ledenwervingscampagnes en juridische dienstverlening. De kennis bij de leiding en leden inzake arbeidsrechten nam toe, waardoor ze individueel en collectief het recht op Waardig Werk beter kunnen afdwingen. Ook de communicatieve vaardigheden zijn versterkt en er werd een website gelanceerd. FENTTRAHOP telt in totaal 675 leden. Het is pas de jongste jaren dat regionale afdelingen schuchter de kop boven water steken, en voorlopig met weinig leden. FENTTRAHOP zag haar erkenning in politieke kringen en in de media, na haar oprichting in 2012, snel toenemen. FNTMMSP (mijnsector): De mijnwerkersfederatie FNTMMSP richtte een departement Veiligheid en Gezondheid op het Werk (VGW) op en er werden 11 campagnes gehouden over VGW waarbij ongeveer 200 leden rechtstreeks werden gevormd. Met succes want FNTMMSP kreeg met behulp van de vakbondskoepel CGTP een nieuwe wet en reglement inzake veiligheid en gezondheid op het werk door het parlement. In de mijnsector werd het vormen van de syndicale comités in VGW bemoeilijkt door de voortdurende conflicten tussen de mijneigenaars en de vakbonden. Stakingen, protestacties en collectieve onderhandelingsprocessen doorkruisten voortdurend de activiteiten van het programma. Toch zijn er 11 comités van VGW opgericht en werden er 72 VGW-promotoren gevormd. In de mijnbouwsector werden er 39 collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten. FOS jaarverslag 2013 • p. 70 Evoluties en bijsturingen In de agro-industrie kunnen door de repressie en ontslagen geen openbare ledenwervingscampagnes meer gevoerd worden. Loons- en arbeidsvoorwaarden in deze sterk winstgevende sector blijven onaanvaardbaar, wegens het aanhoudende discriminerende arbeidsregime (idem voor huishoudsector). De vakbondsfederatie FENTAGRO is een grote stap vooruit in de syndicale eenmaking, maar blijft voorlopig erg zwak door interne rivaliteit en door de moeilijkheid om goed te coördineren, syndicale leiders en leidsters krijgen geen toestemming om hun werk te verlaten en kunnen zich maar beperkt inzetten. De samenwerking van FENTTRAHOP met de andere vakbond van huishoudpersoneel (FENTRAHOGARP) blijft erg moeilijk. Binnen de regering ontbreekt de politieke wil voor de ratificering van IAO-conventie 189. In de mijnsector werd het vormen van de syndicale comités in Veiligheid en Gezondheid op het Werk bemoeilijkt door de voortdurende conflicten, stakingen en protestacties tussen de mijnbedrijven en de vakbonden, maar toch werden goede resultaten behaald, zoals de 39 afgesloten cao’s en 11 comités voor VGW. focus ethisch tribunaal over arbeidsrechten in de agro-industrie legt de vinger op de wonde regende het meer binnen dan buiten.” Daar komt nog bij dat er in deze tentenkampen geen stromend water is, geen sanitaire voorzieningen, geen medicatie, en geen kinderopvang. Cristina Moreno vertelde: “Toen mijn echtgenoot ziek werd in het kamp, gaven ze ons geen medicatie. Ik huilde en bad tot God voor zijn gezondheid.” Het verdict van het allereerste internationaal ethisch tribunaal over de arbeidsrechten in de agro-industrie in Bolivia is gevallen. FOS organiseerde dit ethisch tribunaal met de steun van de Nationale Loterij, met de bedoeling om bewustzijn te creëren, en om de taak te verlichten van diegenen die in Bolivia de misbruiken vanwege de werkgevers moeten afstraffen. Drie magistraten uit Colombia, Argentinië en Brazilië, van de Latijns-Amerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten, ontvingen gedurende 2 dagen de overweldigende bewijzen van zes vakbonden uit de agro-industrie. Uit de getuigenissen, het audiovisueel materiaal en de gedocumenteerde aanklachten van de schendingen van de arbeidsrechten bleek hoe dramatisch de situatie van de werknemers en werkneemsters uit de sector wel niet is. Zo getuigde Victor Fernández uit San Julián over de erbarmelijke staat van de tentenkampen waar de werknemers met hun families verblijven gedurende de oogsttijd: “We kwamen aan bij het kamp en vonden vuile, gescheurde tenten. Op regendagen In Santa Cruz, Tarija, Beni en Pando zijn er meer dan 600 van die kampen waar 35.500 personen (waaronder 10.000 vrouwen) verblijven tijdens de suikerrietkap, kastanjepluk en katoenpluk. De vrouwen vormen een extreem kwetsbare sociale groep want ze zijn onzichtbaar voor het oog van de wet. Ze staan vaak niet op de loonlijsten, hebben geen contract en dus geen sociale bescherming. Ze doen hun werk als “metgezel” zonder loon en als ze al een loon krijgen dan is dat minder dan wat de mannen krijgen. Ze hebben ook te lijden onder pesterijen op het werk en seksuele intimidatie. Werkgevers worden aangezet tot uitbuiting en misbruik. Door het gebrek aan controle door de Staat heerst er een gevoel van straffeloosheid. Het ministerie van Arbeid en de arbeidsrechtbanken liggen heel ver van de tentenkampen. Arbeidsinspectie gebeurt bijna nooit. Bovendien is er sprake van een wettelijke discriminatie aangezien deze sector uitgesloten is van de nationale arbeidswetgeving. De proliferatie van onderaanneming laat de werkgevers toe de verantwoordelijkheden helemaal van zich af te schuiven. Nochtans is de Boliviaanse grondwet zeer vooruitstrevend. Waardig en veilig werk, zonder discriminatie en met een rechtvaardig loon is een fundamenteel recht van elk individu volgens artikel 46.I.1. De uitdaging is deze rechten in realiteit om te zetten. Het tribunaal veroordeelt de werkgevers die systematisch de arbeids- rechten schenden van mannen en vrouwen die in loonarbeid werken op het platteland. De enige bestaande Bolivaanse vakbondskoepel COB, het ministerie van Arbeid, de Nationale Ombudsdienst, de Internationale Arbeidsorganisatie, en de decaan en vicedecaan van de faculteit van rechten van de Autonome Universiteit Gabriel Rene Moreno waren aanwezig op het tribunaal, georganiseerd door FOS. Enkel de werkgevers lieten verstek, maar zagen zich wel genoodzaakt een reactie te geven in de pers dankzij de weerklank van het tribunaal op radio, televisie en in de kranten. De grote vraag is: wat nu? Blijft het hierbij? Zoals Luis Ramírez, voorzitter van de Latijns- Amerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten, en lid van het tribunaal, tegen de vakbonden zei: “Als jullie terugkeren naar jullie werkplek, naar jullie tentenkampen, zullen jullie zien dat er daar niets veranderd is. Maar dit mag geen teleurstelling zijn. De verandering gebeurt binnenin jullie. Als vakbonden gaan jullie versterkt naar huis en jullie zullen beter in staat zijn jullie arbeidsvoorwaarden te veranderen en de maatschappij te hervormen. Het verdict is een instrument dat jullie hierbij zal helpen.” FOS zal deze vakbonden via de ngo CIPCA in het nieuwe programma 20142016 in ieder geval blijven steunen in hun strijd voor betere arbeids- en levensomstandigheden. Het verdict zal formeel overgemaakt worden aan de IAO, aan de Boliviaanse autoriteiten, aan parlements-leden, mensenrechtenorganisaties en vakbondsfederaties binnen en buiten Bolivia. Ondertussen gaan de voorbereidingen van start voor het volgende internationaal ethisch tribunaal dat begin september zal doorgaan in Colombia, want ook daar is de toestand in de agro-industrie schrijnend en de nood hoog. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 71 FOS in het Zuiden ACTIES TOEGANG TOT GEZONDHEID IN DE ANDESREGIO TOEGELICHT BOLIVIA Bolivia komt evenmin een stap dichterbij bij een degelijk nationaal gezondheidssysteem, hoewel dat openlijk het regeringsdiscours blijft. Heftig verzet van diverse belangengroepen met hun eigen ziekenkas, strooit roet in het eten. De versplintering van het gezondheidssysteem in verschillende stelsels is verder gegroeid. Zo dekt de sociale zekerheid alleen gezondheid en is ze opgesplitst in 17 ziekenkassen die elk hun eigen dienstensysteem hebben. Daarnaast is er het ministerie van Gezondheid dat ook een aantal ‘verzekeringen’ op stapel heeft gezet zoals de gezondheidsverzekering voor ouderen boven de 60 jaar. Er is een voorstel om de ziekenkassen terug samen te smelten en tot een universeel systeem te komen tussen het ministerie van Gezondheid en de sociale zekerheid. Er zijn echter heel veel belangen gemoeid in dit moeizame proces en er wordt weinig vooruitgang geboekt. Een belangrijke hervorming van de sector werd na een langdurige artsenstaking uitgesteld, net als een grootscheepse nationale gezondheidstop. Realisaties AIS: AIS werkte vooral met de gezondheidspromotoren in Senkata, een wijk van 200.000 inwoners in de stad EL Alto. AIS vormde en begeleidde in de wijk Senkata 3 jaar lang gezondheidspromotoren, overwegend vrouwen, in het uitoefenen van sociale controle, leiderschap, gender en geweld tegen vrouwen, kwaliteit van de gezondheidszorg, EHBO (met overhandiging van 40 EHBO-kisten), gezonde voeding, mentale gezondheid, interne werking van de lokale gezondheidscomités enz. Met de verworven kennis en zeker ook de toegenomen eigenwaarde stonden de promotoren steviger in hun schoenen om sociale controle uit te oefenen in het ziekenhuis van Senkata, patiënten te oriënteren en te helpen en participatie van de wijkcomités af te dwingen. Twee promotoren werden verkozen tot leden van de Departementale Gezondheidsraad. AIS wordt stilaan erkend en steeds meer uitgenodigd door het ministerie van Gezondheid en het hospitaal van Senkata, maar ook door sociale bewegingen (bv. Bartolina Sisa) en ngo’s. Zo namen ze ook actief deel aan de Regionale Gezondheidstop in El Alto in mei 2013, samen met de overheid en diverse andere sociale organisaties, ter voorbereiding van de nationale gezondheidstop. FOS jaarverslag 2013 • p. 72 FOS in het Zuiden FECAFEB: De organisatie van kleine koffieboeren FECAFEB nam mede door de permanente begeleiding van de lokale ngo Alternativa (vroeger JATHA) de nauw verwante thema’s gezondheid en voedselveiligheid op binnen de werking, vastgelegd in het nieuwe strategisch vijfjarenplan en met een specifieke sociale afdeling hiervoor binnen de federatie. FECAFEB vormde 22 gezondheidspromotoren die in afgelegen gemeenschappen vrijwillig werkzaam zijn en er werd een politiek-technisch voorstel uitgewerkt om de sector van kleine producenten (niet alleen koffieboeren) een vorm van sociale zekerheid te garanderen, dat door het ministerie van Gezondheid wordt bestudeerd. Via Alternativa werd vooral gewerkt aan voedselveiligheid, via educatieve markten en voorlichting. Naar het einde van 2013 toe realiseerden FECAFEB en Alternativa samen 10 grootscheepse gezondheidsen voedingscampagnes in Caranavi, voor een 5.500-tal begunstigden (niet enkel FECAFEB-leden), in samenwerking met het provinciale gezondheidspersoneel. De campagne bevatte medische controle (algemeen, gynaecologie, pediatrie en tandheelkunde), inentingen, promotie en sensibilisering (via volkstheater), voedingsadvies en de uitdeling van geneesmiddelen. Deze campagnes speelden in op de ernstige noden en totale afwezigheid van gezondheidszorg in deze afgelegen en moeilijk bereikbare koffiezones, en zorgden voor een grotere zichtbaarheid en erkenning van FECAFEB en zijn gezondheidspromotoren. De campagnes werden afgerond met een concreet eisenpakket naar de overheid toe. De lokale gezondheidscampagnes van FECAFEB in samenwerking met Alternativa bleken erg arbeidsintensief en vereisten voorbereidende vergaderingen met de overheid en de medische sector, om de noden en verwachtingen vooraf af te stemmen. Evoluties en bijsturingen In het gezondheidsluik konden FECAFEB en Alternativa grote stappen voorwaarts zetten in het uitwerken van een strategisch kader voor de organisatie van kleine koffieboeren, waarbij naast het productieve en commerciële luik nu ook een sociaal luik is gepland, en dit naar aanleiding van de positieve ervaring met het gezondheidsprogramma en de vraag vanwege de lidorganisaties van FECAFEB om hier meer op in te zetten in de toekomst. Vanaf 2014 zal het programma verdergezet worden, en op vraag van FECAFEB zal de ngo Alternativa het volledige programma technisch begeleiden en financieel beheren. Het is belangrijk te vermelden dat vooral de vrouwen en jongeren versterkt werden door het programma en zij op de eerste plaats vragende partij zijn. Zo is de vicepresidente van FECAFEB de gewezen voorzitster van de vrouwengroep. Bij onze partner AIS ontstond een interne crisis in de maanden juli en augustus, naar aanleiding van de hernieuwing van de raad van bestuur. Vanaf eind september werd AIS tijdelijk gesloten. De groep gezondheidspromotoren van Senkata werkte met begeleiding van het FOS-kantoor in La Paz een nieuwe planning uit en op die manier kon het programma met positieve resultaten afgesloten worden. Er werd met een aantal nationale ngo’s afgesproken om de steun aan deze groep verder op te nemen vanaf 2014, vermits AIS niet langer actief is. Vanuit het FOS-kantoor zal dit ook verder opgevolgd worden in de mate van het mogelijke. Met de partner CENAC is ook een periode van samenwerking afgerond die begon in 2008 en vooral gericht was op vorming en ondersteuning van de vakbonden rond communicatie, interne democratie, gender, enz. ecuador In Ecuador bleef president Rafael Correa stevig in het zadel, dankzij de herverkiezing, met een linkspopulistisch beleid met talrijke sociale programma’s en sterke groeicijfers die zijn brede aanhang garanderen. De sterk verdeelde oppositie is niet in staat om een vuist te maken, en de kritieken over de autoritaire greep van de president op het parlement, justitie en de media worden amper gehoord. Ecuador zette grote stappen vooruit om een kwaliteitsvolle gratis gezondheidszorg voor allen te garanderen, met een verdriedubbeling van de begroting en de massale toename van consultaties en operaties, maar niet altijd even efficiënt en met een toenemende uitbesteding aan privé-ziekenhuizen (en corruptieschandalen). Eén nationaal gezondheidssysteem voor allen (naar Braziliaans model) blijft nog uit. Realisaties Movimiento de Mujeres por la Vida (MMxV): De sociale controle van MMxV op het functioneren van de gezondheidszorg in de ziekenhuizen wordt door de overheid erkend als instrument van burgerparticipatie. Het leidde tot de publicatie van een handleiding voor kwaliteitsvolle behandeling. MMxV zetelt in de Sectorale Gezondheidsraad en in de Sectorale Raad voor Economische en Sociale Inclusie, waar ze de bevin- FOS jaarverslag 2013 • p. 73 FOS in het Zuiden dingen van de sociale controle op de agenda plaatst. MMxV is ook actief binnen SENPLADES, de overheidsinstantie voor coördinatie en planning, de Raad van Burgerparticipatie, en onderhoudt nauwe banden met de ministeries van Gezondheid en Politieke Coördinatie. MMxV staat nationaal bekend voor de sociale controle en wordt uitgenodigd om nieuwe patiëntencomités op te richten (MMxV zetelt in het nationale netwerk van deze comités). FOS poogde in 2011 de beleidsbeïnvloeding van MMxV binnen de Zonale Gezondheidsraden te stimuleren, maar aangezien deze raden niet bleken te werken, werden voorstellen uitgewerkt met de gebruikerscomités (sociale controle) en verdedigd bij het algemene zonale bestuur, naast de hierboven vermelde nationale instanties. Dit leidde tot betere dienstverlening en in een paar gevallen tot ingrijpen van het ministerie van Gezondheid in het personeel dat werd aangeklaagd. Desalniettemin legt de overheid nog altijd beperkingen op aan de sociale controle die MMxV uitoefent, die zich toespitst op wachttijden en kwaliteit van de behandeling. Ze laat bv. niet toe dat MMxV controleert of de behandeling en geneesmiddelen wel volledig gratis zijn (zoals de wet bepaalt), uit vrees dat het gezondheidsmodel of het ministerie van Gezondheid onder vuur komt te liggen. De werking met jongeren kreeg speciale aandacht via een artistieke en ludieke aanpak met festivals in 4 volkswijken van Quito en met bijzondere aandacht voor de problematiek van seksuele en reproductieve rechten (die jongeren het meest boeit). Hun beleidsvoorstellen hadden dus ook een artistiek en ludiek karakter, en werden door het gemeentebestuur van Quito gesteund. FENOCIN: FENOCIN heeft het thema interculturele gezondheid op de voorgrond geplaatst binnen de organisatie, en dit op vraag van diverse basisorganisaties binnen FENOCIN die hier sterk rond bezig zijn. Zo’n 150 leid(st)ers, overwegend (vroed)vrouwen en gezondheidspromotoren, namen deel aan vormingen en wisselden hun inheemse kennis en ervaring uit. Een 30-tal leid(st)ers van de 7 basisorganisaties van FENOCIN werkte op collectieve en participatieve wijze een nationaal beleidsvoorstel uit rond interculturele gezondheid, gebaseerd op hun eigen kennis en ervaring, met focus op de verdediging van de rechten van gezondheidspromotoren en traditionele vroedvrouwen binnen het nationale gezondheidssysteem, met ook een duidelijke link naar het thema voedselsoevereiniteit (als sociale determinant van gezondheid), en een blijvende werking rond hiv/aids-preventie (na FOS-opleiding). Eind december werd een nationaal FOS jaarverslag 2013 • p. 74 manifest rond interculturele gezondheid besproken en gevalideerd door deze organisaties. Evoluties en bijsturingen Onze partnerorganisatie FENOCIN kwam in een crisissituatie en de organisatie werd politiek verdeeld, waarbij een splintergroep werd gesteund door de regering Correa. Hierdoor besliste FOS om een 7-tal lidorganisaties direct te ondersteunen volgens een afgesproken programma met vorming voor inheemse vroedvrouwen, uitwisseling rond inheemse kennis en gebruiken, kruidengeneeskunde en vorming rond hiv/aids, gender en huishoudelijk geweld. Het jaar werd afgesloten met een nationale bijeenkomst in de Universiteit Simon Bolivar waarop ook een politiek document over de interculturele gezondheidsvisie werd besproken en goedgekeurd. In het programma 2014-2016 is er geen verdere directe samenwerking voorzien met FENOCIN, maar via het gezondheidsplatform dat door DONUM wordt geleid, zullen de lidorganisaties en nationale leiding van FENOCIN verder betrokken worden. Met de vrouwenorganisatie Movimiento Mujeres por la Vida werd het programma uitgevoerd zoals voorzien, maar door de nauwe band van deze organisatie met de regeringspartij, werden de bevindingen van de sociale controles sinds 2012 ondergeschikt aan de politieke belangen. We besloten dan ook de samenwerking niet verder te zetten binnen het DGD-programma, maar de jongerenwerking verder te ondersteunen via een bijkomende financieringsaanvraag die tot op vandaag nog niet is goedgekeurd. MMxV zal ook deel uitmaken van het gezondheidsplatform vanaf 2014. peru In juli 2012 werd Midori de Habich benoemd als nieuwe minister van Gezondheid, een persoon met heel wat ervaring in systemen en bestuur. Enkele maanden later kondigde ze een drastische hervorming van de gezondheidssector aan (tegen juni 2013). Dit proces zou geleid worden door de Nationale Gezondheidsraad (CNS), om de inspraak van alle actoren van de civiele maatschappij te garanderen. Het eindresultaat van de voorgestelde hervorming vanwege de Peruaanse regering valt weliswaar tegen, door het gebrek aan politieke wil om een echte hervorming door te voeren (de privatisering en fragmentering nemen nog toe) en om reële inspraak toe te kennen aan basisorganisaties en de medische sector. FOS in het Zuiden In 2012 besteedde de regering 8,6% van haar begroting aan gezondheid, terwijl het Nationaal Akkoord (tussen de belangrijkste partijen) een minimum van 20% voorziet, zoals in de buurlanden. Hiermee komt Peru op slechts 1,6% van het bruto binnenlands product (BBP) uit, tegen gemiddeld 3,5 % in Latijns-Amerika. Dit cijfer groeit slechts 0,05 % per jaar. Overheid, werkgevers en bevolking geven samen 4,67 % van het BBP uit aan gezondheid, tegenover 7,71% in LatijnsAmerika. Hierdoor is gezondheid meer “big business” dan een recht. Realisaties ForoSalud: ForoSalud, meer dan ooit de erkende en legitieme vertegenwoordiger van de civiele maatschappij in alle debatten over gezondheidszorg, zetelt in de Nationale Gezondheidsraad, en voert een breed gedragen strijd tegen de privatisering. ForoSalud voerde sociale controle uit op de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in de regio’s Lima, Cajamarca en Tacna, die zich vertaalden in diagnoses en beleidsvoorstellen per regio. Er is ook een gids voor sociale controle uitgewerkt. ForoSalud bekrachtigde tijdens haar massaal bijgewoonde zesde Nationale Conferentie, met meer dan 1000 delegaties uit het hele land, eind november 2013 een alternatief voorstel voor gezondheid voor allen, en ook een beleidsvoorstel voor de toegang van vrouwen tot gezondheid, met aandacht voor seksuele en reproductieve rechten. De regionale afdelingen van ForoSalud blijven vrij zwak, dus werden er meer middelen uitgetrokken voor een intensievere begeleiding en werkbezoeken van de nationale ploeg van ForoSalud aan deze regionale afdelingen in Lima, Callao, Cajamarca en Tacna. Met resultaat, zoals blijkt uit de sociale controle, de diagnoses en de succesvolle regionale conferenties eind 2013. Een belangrijk resultaat bij ForoSalud is de toenadering tot diverse organisaties en vakbonden binnen de medische sector, die met hun stakingen een groot politiek gewicht in de schaal leggen, en waardevolle bondgenoten zijn in de strijd voor een echte hervorming richting een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem, dat de belangen van het personeel (vooral hogere lonen) en de patiënten (kwaliteitsvolle toegang) verzoent. CNCJ: De ledenorganisaties van CNCJ, de koepelorganisatie die de producenten van eerlijke handelsproducten vertegenwoordigt, zijn gesensibiliseerd om binnen de eerlijke handel niet enkel op te komen voor productieve en commerciële belangen maar ook ruim aandacht te besteden aan het recht op gezondheid. CNCJ zet de strijd verder voor het recht op sociale zekerheid voor haar leden. 600 leden en hun families konden zich aansluiten bij de EsSalud via de Agrarische Sociale Zekerheid, wel heel wat minder dan voorzien. In de bananen- en koffiecoöperatieven zijn gezondheidspromotoren actief die met EHBOvorming en basisgeneesmiddelen aan eerste hulp en gezondheidspreventie doen, en ook via een vormingscursus kleine gezondheidsprojecten uitwerkten om voor te leggen aan de lokale besturen. FEMUCARINAP: FEMUCARINAP en PDTG hebben een politieke agenda en strategie uitgewerkt rond gezond- FOS jaarverslag 2013 • p. 75 FOS in het Zuiden heid, op basis van 7 regionale werksessies in 2012 en 2013 om de inheemse kennis en ervaring inzake traditionele geneeskunde te verzamelen. Dit leidde tot een integrale en interculturele visie op gezondheid, die toegang tot dienstverlening koppelt aan traditionele geneeskunde, voedselsoevereiniteit, waardig werk en geweld tegen de vrouwen. FEMUCARINAP zal deze alternatieve visie op gezondheid in de toekomst verdedigen binnen ForoSalud en bij de overheid. Een videodocumentaire en een aantal publicaties zijn hiervan het resultaat. Evoluties en bijsturingen De Peruaanse regering trachtte ForoSalud intern te verdelen en te verzwakken. De voorgestelde gezondheidshervorming vanwege de Peruaanse regering leidt tot nog meer privatisering en fragmentering en kent geen inspraak toe aan basisorganisaties en de medische sector. Dit is de moeilijke context waarbinnen de volgende jaren zal gewerkt worden. De intensieve beleidsbeïnvloeding van CNCJ voor de toegang van kleine producenten tot de sociale zekerheid (EsSalud) leverde slechts een 600-tal inschrijvingen op, wegens het gebrek aan politieke wil bij het nationale bestuur van EsSalud om zijn talrijke beloftes voor een vlottere inschrijving waar te maken; er werden voortdurend nieuwe administratieve obstakels opgeworpen. Na 6 jaar is de balans voor de Junta Nacional de Cafe en CNCJ dus zeker niet positief te noemen en FOS jaarverslag 2013 • p. 76 heeft FOS ook beslist niet langer in te zetten op dit programma voor toegang tot EsSalud. CNCJ heeft zich wel opgeworpen als een voortrekker van dit programma en zal binnen ForoSalud hierrond verder werken. FEMUCARINAP is een relatief jonge vrouwenorganisatie die nog veel interne zwaktes kent, en vooral actief is rond productieve en genderthema’s. Daardoor was het gezondheidsprogramma soms moeilijk uit te voeren door de lokale ngo PDTG. Dit leidde ertoe dat FOS besloot om vanaf 2014 niet langer deze organisatie te steunen. Anderzijds is er in de loop van de 3 jaar een visie ontwikkeld op interculturele gezondheid, en werden inheemse gebruiken geherwaardeerd. FEMUCARINAP zal verder deelnemen aan de regionale en nationale bijeenkomsten van ForoSalud en zal vanaf 2014 door Trias gesteund worden in de interne organisatieversterking en productieve thema’s. Ook met onze nieuwe partner Promsex is afgesproken om FEMUCARINAP te betrekken bij de vorming rond seksuele en reproductieve rechten in de provincies waar het programma zal uitgevoerd worden. In aanloop naar de formulering van het nieuwe DGD programma organiseerde FOS in de 4 Andeslanden een studiedag rond sociale bescherming, die voor vele partners de eerste kennismaking was met de bredere thematiek en de voorstellen van de IAO en de Wereldgezondheidsorganisatie over de drempel van Sociale Bescherming. focus Peruaanse coalitie voor hervorming van de gezondheidszorg Op 28 augustus maakte de Peruaanse FOS-partner ForoSalud de “Convergentie voor een Authentieke Hervorming van de Gezondheidszorg” bekend met de Federación Médica Peruana (geneesheren), de Academia Peruana de Salud (onderzoekers) en de Red Peruana de Pacientes (patiënten). Na meerdere stakingen in de sector proberen ze de Peruaanse regering te bewegen tot een solidair, integraal en gelijkwaardig gezondheidssysteem voor alle Peruanen. Als tegenprestatie voor zijn steun bekwam ForoSalud dat de geneesheren (en ook ander medisch personeel) met een hoger loon hun solidariteit voor een verregaande hervorming van de sector niet vergeten. ForoSalud kan immers niet anders dan erkennen dat, ondanks de vurigheid waarmee deze koepel zijn voorstellen in politieke kringen en media verdedigt (met steun van FOS), het talrijke personeel van de sector met zijn stakingen meer gewicht in de schaal kan leggen. Een vernieuwend en gewaagd initiatief, erkent ForoSalud, dat allerlei basisbewegingen en ngo’s bundelt in de strijd voor het recht op gezondheid. Vooral de geneesheren werden in de loop van de geschiedenis gezien als een deel van het probleem en niet van de oplossing. Het gebrek aan een kwaliteitsvolle en menswaardige zorgverstrekking in de openbare hospitalen is deels toe te schrijven aan hun weigering om hier een prioriteit van te maken. Hervorming? Begin januari beloofde president Ollanta Humala dat de Nationale Gezondheidsraad (CNS) een grootscheepse hervorming zou uitwerken. In de praktijk bleek echter dat enkele experten binnen het ministerie van Gezondheid, met advies van de Wereldbank en USAID, een pakket maatregelen uitwerkten zonder dat ForoSalud of het personeel van de sector inspraak kregen. Zelfs het parlement werd buitenspel gezet, want de regering vroeg en kreeg (nipt) volmachten om de hervorming in concrete normen te gieten, zonder het minste debat. Stakingen Toen de geneesheren van de Federación Médica Peruana een maand lang staakten (tot midden augustus) voor een drastische loonsverhoging, waardoor meerdere hospitalen de deuren sloten en de regering hen beschuldigde levens in gevaar te brengen, besloot ForoSalud echter om die staking (voorwaardelijk) te steunen, met het argument dat slechtbetaalde en gedemotiveerde geneesheren nooit zullen leiden tot een kwaliteitsvolle gezondheidszorg. De helft van de afgestudeerde geneesheren (en verple(e)g(st)ers) emigreert op zoek naar een beter loon. Na de lange staking kregen de geneesheren een fikse opslag van 400 euro per maand, waarmee ze nu gemiddeld 1.500 euro verdienen. Dat lokte een kettingreactie uit, waarna de stakende verple(e)g(st)ers) ook een forse opslag kregen, net als het technisch en kraampersoneel, waarop het administratief personeel ook een staking begon. Nog erger is dat deze zogenaamde hervorming enkel het huidige systeem wat efficiënter probeert te maken en iets meer Peruanen een ziekteverzekering probeert te bezorgen, echter zonder tot een ware hervorming over te gaan die hetzelfde recht op een integrale en kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor alle Peruanen garandeert. De aangekondigde maatregelen bestendigen en versterken zelf de diepgaande fragmentatie en discriminatie binnen de sector. Slechts 25% van de Peruanen heeft via een formele job (met hun gezin) toegang tot de sociale zekerheid (EsSalud), die ondanks al haar problemen en ellenlange wachttijden alle medische diensten verstrekt. Daarnaast heeft 40% toegang tot een “armzalige verzekering voor armen” (SIS), die met een jaarbudget van 20 euro per verzekerde totaal niet volstaat om de ergste slepende ziektes (kanker, diabetes, astma, ...) te dekken. Wegens de economische groei verliezen steeds meer Peruanen hun “brevet van armoede” en hiermee ook hun SIS-verzekering. Privé Wie de jongste jaren een ruimer deel van de “gezondheidsmarkt” voor zijn rekening neemt, dankzij gigantische en peperdure reclamecampagnes, zijn de moderne hospitalen en apotheken van de privésector. Dankzij hun machtige lobbycapaciteiten speelt de zogenaamde hervorming van de regering vooral in hun kaart. Ze mikken niet enkel op de 35% zonder verzekering, maar ook op de ontevreden “klanten” van EsSalud en SIS. Hun nieuwste strategie om deze klanten te bereiken: consultaties verstrekken in de grote shoppingcentra, naast de fitnesszalen. ForoSalud is er niet tegen gekant dat de overheid beroep doet op privédiensten om het eigen ontoereikende aanbod aan te vullen, maar wel op voorwaarde dat er een strenge en duidelijke overheidsregulering is, waarbij de staat voor elke Peruaan een menswaardig en integraal pakket van gezondheidszorg garandeert. Dat kost geld, maar met een economische groei van 6% per jaar heeft Peru genoeg centen in de kluis. Het is vooral een kwestie van politieke wil, zoals de buurlanden Ecuador, Bolivia en Brazilië bewezen. Wie nu arm is in Peru en bij een controle verneemt dat hij kanker heeft, kan enkel bij familie en vrienden rondgaan met de pet, of - beter nog - de schaarse centjes sparen voor de begrafenis. Zolang de Peruaanse regering enkel oren heeft naar de belangen van de medische privé-industrie en weigert om iets te doen aan dit fundamentele onrecht en ongelijkheid, zullen ForoSalud en FOS de strijdbijl niet begraven. Nieuwe bondgenoten zoals de geneesheren zijn hierbij welkom. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 77 FOS jaarverslag 2013 • p. 78 fos IN HET ZUIDEN { ZUIDELIJK-AFRIKA MOZAMBIQUE, NAMIBIË, ZIMBABWE en ZUID-AFRIKA Overzicht van de activiteiten in zuidELIJK AFRIKA Landen mozambique Coördinatie Actiezones Type acties Strategische lijnen namibië zimbabwe zuid-afrika Regionaal coördinatiekantoor Johannesburg Maputo Manica Tete Nationaal • Versterking syndicale en boerenorganisaties • Toegang tot gezondheid • Voedselzekerheid • Versterking syndicale organisaties • Versterking syndicale organisaties • Uitbouw regionale netwerken • Versterking syndicale en boerenorganisaties • Toegang tot gezondheid • Uitbouw regionale netwerken • Capaciteitsopbouw van vakbonden, boerenorganisaties en gezondheidsorganisaties • Vorming nationale vakbondsfederaties • Terugdringen van voedselonzekerheid • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Onderzoek en beleidswerk • Capaciteitsopbouw van vakbonden • Onderzoek en beleidswerk • Vorming van vakbondsfederaties • Capaciteitsopbouw van vakbonden en gezondheidsorganisaties • Onderzoek en beleidswerk FOS jaarverslag 2013 • p. 79 TOEGANG TOT GEZONDHEID IN ZUIDELIJK AFRIKA MOZAMBIQUE ZUID-AFRIKA Partners UCAMA WFP PHM-SA Doelgroepen Kleinschalige boeren Landarbeid(st)ers Vakbonden, basisbewegingen en gezondheidsactivisten SLEUTELELEMENTEN Versterking van de interne en externe werking van gezondheidsorganisaties; burgerparticipatie en vorming over gezondheid en gezondheidsrechten; gender; preventie, sanitatie en basisgezondheidsdiensten Versterking van de interne en externe werking van gezondheidsorganisaties; burgerparticipatie; vorming over gezondheid en gezondheidsrechten; gender en huiselijk geweld; preventie Burgerparticipatie in gezondheidsbeleid; lobbywerk en informatieverspreiding; vorming over gezondheid en gezondheidsrechten Budget 148.160,46 euro 193.081,22 euro Donoren DGD, NVSM, Petroleumsector Sociaal Fonds, 11.11.11 DGD, NVSM, 11.11.11 FOS jaarverslag 2013 • p. 80 FOS in het Zuiden Overzicht van de acties in zuidelijk afrika WAARDIG WERK IN ZUIDELIJK AFRIKA MOZAMBIQUE NAMIBIË ZIMBABWE ZUID-AFRIKA Partners Consilmo, OTM, SINTAF LaRRI, NAFWU, NDAWU ZCTU, LEDRIZ, ANSA, GAPWUZ, ALRN ILRIG, SAFWN, Sikhula Sonke Doelgroepen Werknemers met lage inkomens, meer bepaald (toekomstige) vakbondsleden; landarbeid(st)ers en kleinschalige boeren; vakbondscentrales Werknemers met lage inkomens, meer bepaald (toekomstige) vakbondsleden; landarbeid(st)ers en huishoudelijk personeel; vakbonden Versterking van de interne en externe werking van vakbonSleutelden en vakbondsfedeelementen raties; dienstverlening aan leden; regionale uitwisseling; gender Budget Donoren 193.610,35 euro Versterking van de interne en externe werking van vakbonden; dienstverlening aan leden; regionale uitwisseling; gender; onderzoek en analyse; lobby- en beleidswerk 89.588,36 euro DGD, Provincie Limburg, Herk de stad, Petroleumsector Sociaal Fonds, 11.11.11 Werknemers met lage inkomens, meer bepaald (toekomstige) vakbondsleden; landarbeid(st)ers; vakbonden DGD, Destelbergen, 11.11.11 Versterking van de interne en externe werking van vakbonden; dienstverlening aan leden; regionale uitwisseling; gender; onderzoek en analyse; lobby- en beleidswerk 220.021,91 euro 407.080,38 euro DGD, FNV Mondiaal DGD, ACOD Ministeries (Openbare Diensten), Provincie Limburg, Provincie VlaamsBrabant, Provincie West-Vlaanderen, Provincie Oost-Vlaanderen, Entraide et Fratenité, Meise, Beersel, 11.11.11 VOEDSELZEKERHEID IN MOZAMBIQUE Partners UNAC & SINTAF Doelgroepen Kleinschalige boeren en landarbeid(st)ers SLEUTELELEMENTEN Verbeteren bestaansmiddelen van kleine boeren, landarbeid(st)ers en hun families in 6 districten in de provincie Gaza-Mozambique Budget 283.944,00 euro Donoren DGD-BFVZ, Fonds voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid (Chemiefonds) FOS jaarverslag 2013 • p. 81 FOS in het Zuiden ACTIES WAARDIG WERK IN ZUIDELIJK AFRIKA TOEGELICHT In de regio nam de werkloosheid, armoede en informele arbeid verder toe. Handels- en investeringsplannen, besparingen en andere aspecten van neoliberaal beleid zorgden voor een verschuiving naar meer informele arbeidsvormen en een marginalisering van lage loonarbeid. Overheden in de regio behielden hun dominantie via de eenpartijstaten. Het beleid werd weinig bijgestuurd ondanks de hoop van vakbonden en publiek. De overheden gebruikten eerder autoritair geweld en repressie. De voorbije jaren steeg het protest in de regio significant, zeker in Zuid-Afrika. De meeste van de protesten zijn ontstaan in armere gemeenschappen. De inzet van zwaar bewapende politie leidde frequent tot fatale uitkomsten zoals de dood van mijnwerkers in Marikana en de harde repressie van de staking van landarbeid(st)ers in de Westelijke Kaap. Hoewel deze incidenten bekend zijn, blijven de meeste protesten onder de (internationale) radar. In zuidelijk Afrika blijven de vakbonden ook gelieerd aan partijen, COSATU aan ANC, NUNW aan SWAPO, OTM aan FRELIMO en ZCTU aan de oppositie MDC-T. De link tussen vakbonden en politieke partijen heeft een diepe verdeeldheid gebracht in de arbeidersbeweging. Persoonlijke belangenvermenging van bepaalde leiders leidde tot interne conflicten. De vakbonden worden ook verweten teveel mee te gaan in het verhaal van werkgevers en overheid. Ze mikken teveel op traditionele conventionele zaken zoals een verhoging van het minimumloon en hebben te weinig aandacht voor de ruimere problemen waarmee werknemers tegenwoordig worden geconfronteerd, zoals werkloosheid, ongelijkheid en uitbuiting. In Zuid-Afrika en Namibië kwam een hevig debat tussen vakbonden en politieke partijen op gang, wat in Namibië leidde tot het ontslag van de voormalige secretaris-generaal van NUNW die de samenwerking met SWAPO in vraag stelde. NUMSA, de grootste vakbond in Zuid-Afrika met 340.000 leden, kondigde aan haar steun aan de ANC op te zeggen n.a.v. de verkiezingen in mei 2014 en riep COSATU op om het tripartiete overleg te verlaten. NUMSA kondigde een nieuw platform aan, ‘United Front Movement for Socialism’, dat linkse organisaties groepeert voor beter onderwijs, betere gezondheidszorg en lokale diensten voor de armen in Zuid-Afrika. Dit platform wordt een onafhankelijke politieke partij. FOS jaarverslag 2013 • p. 82 FOS in het Zuiden mozambique Realisaties Discussie onder FOS-partners omtrent informalisering en flexibilisering van arbeid hebben bij SINTAF tot interne reflecties hieromtrent geleid. In 2013 werden de statuten van SINTAF aangepast en werd hierin specifiek als doelstelling de vertegenwoordiging van informele arbeid opgenomen. Dit is een belangrijke stap, gezien de bestaande spanningen op bedrijfsniveau tussen arbeid(st)ers met een vast contract en arbeid(st)ers die op korte termijn worden tewerkgesteld. De overeenstemming die binnen alle lagen van de vakbond bereikt werd over de rol van SINTAF bij het garanderen van arbeidsrechten voor beide groepen arbeid(st)ers is dus een positieve evolutie. SINTAF besloot om de aanpak van vormingen te veranderen. In plaats van een gezamenlijke vorming te geven aan afgevaardigden van verschillende werknemerscomités, worden de vormingen nu per werknemerscomité georganiseerd. De ervaring leert dat mensen die deelnemen aan een training niet altijd de geleerde lessen delen met de andere leden van het comité en dat het om deze reden effectiever is om in 3 tot 4 dagen intensieve training aan het volledige werknemerscomité te geven zodat iedereen goed geïnformeerd is. CONSILMO-Nationaal en Regionaal organiseerde vormingen rond gender en jongeren en is erin geslaagd om meer vrouwen en jongeren in de vakbondsstructuren op te nemen. COMUTRA, het vrouwencomité van SINTAF, kreeg in de loop van het programma een meer centrale rol bij de planning en implementatie van het programma. Een genderassessment van SINTAF vond plaats in de vorm van een workshop onder begeleiding van FOS, met het oog op het uitwerken van een genderstrategie en prioriteiten voor de genderwerking. De aandacht van OTM en CONSILMO gaat vooral naar het samenbrengen van gegevens over het belang van de vakbonden en de traditionele vormingen over arbeidersrechten en onderhandelingstechnieken. CONSILMO heeft met steun van FOS haar systeem van informatieverzameling verbeterd. Evoluties en bijsturingen Ondanks veelvuldige discussies van FOS met OTM en CONSILMO over doelstellingen en strategieën, bleken deze gesprekken tot zeer weinig verandering te leiden en was er maar geringe bereidheid tot zelfreflectie bij beide vakbondskoepels. Afspraken werden niet nageleefd en er was geen interesse om zich te verdiepen in nieuwe organisatievormen. Daarom werd beslist om het budget voor beiden te verminderen in 2013 en om het partnerschap niet verder te zetten in het nieuwe programma 2014-2016. Bovendien was het opzet om OTM en CONSILMO te linken aan een vormings- en onderzoeksinstituut voor versterking van hun capaciteiten niet succesvol. Eerst werden gesprekken met LEDRIZ en vervolgens met IESE gevoerd om de modaliteiten van de samenwerking te bepalen. OTM heeft uiteindelijk een eigen intern onderzoeksteam opgericht en ook CONSILMO heeft zich uit de gesprekken teruggetrokken. Niettegenstaande, hebben de gesprekken wel geleid tot het formaliseren van een samenwerkingsverband tussen IESE en SINTAF in het nieuw programma. Gesprekken en een gezamenlijke workshop geïnitieerd door FOS, hebben het thema van financiële duurzaamheid op de agenda van de Mozambikaanse FOS-partners gezet. CONSILMO-Regionaal gebruikt de opbrengst van verhuur van haar infrastructuur in Chimoio om eigen middelen te genereren en richtte een commissie op om de financiële duurzaamheid te verhogen. Met UCAMA wordt gewerkt aan financiële duurzaamheid met steun van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Petroleumsector in België, FOS jaarverslag 2013 • p. 83 FOS in het Zuiden door het opzetten van een eigen commerciële activiteit waarmee onkosten van het kantoor betaald kunnen worden en waarmee voedselzekerheid van de leden verbeterd wordt. vormen op de agenda te zetten en hun visie te verruimen. Dit blijkt onder meer uit de bijdrage van NUNW aan een onderzoek van LaRRI naar de levensomstandigheden in sloppenwijken. Het plan van COMUTRA om meer vrouwen en jongeren in structuren van SINTAF op te nemen, werd goedgekeurd voor de Algemene Vergadering. De verdere implementatie ervan is voorzien voor het programma 2014-16, met ondersteuning van de FOS gender referentiegroep. LaRRI heeft een belangrijke rol gespeeld in het vervrouwelijken van de vakbeweging in Namibië door coaching van vrouwen die willen opklimmen binnen hun respectievelijke organisaties en door het geven van workshops over gender. namibië Realisaties LaRRi is uitgegroeid tot een gerespecteerde speler met een sterke lokale en regionale impact op het sociale en economische beleid. De organisatie geniet vertrouwen bij de lokale en regionale vakbonden, ngo’s en andere relevante partners. De overheid doet regelmatig een beroep op de expertise van LaRRI en de organisatie neemt namens de vakbonden deel aan diverse officiële commissies. In mei 2012 werd LaRRI aangeduid door het ministerie van Arbeid en Welzijn om de belangen van de vakbonden en hun leden te verdedigen binnen de looncommissie. Deze werd opgericht om een minimumloon voor huishoudwerk(st)ers in Namibië te bepalen en om hun arbeidsomstandigheden te onderzoeken. LaRRI had een leidende positie binnen de commissie en was nauw betrokken bij de hoorzittingen van huishoudwerk(st)ers, bij het uitvoeren van onderzoek en het indienen van aanbevelingen bij het ministerie. De Namibische overheid bereidt momenteel de ratificatie van IAO-Conventie 189 over huishoudwerk voor. Naast het lobbywerk heeft LaRRI in 2013 ook directe ondersteuning geboden aan de huishoudwerk(st)ersvakbond NDAWU, via coaching van het leiderschap en vorming van huishoudwerk(st)ers over arbeidsrechten, mensenrechten en gezondheid en veiligheid op het werk. Met de steun van LaRRI werd NDAWU in 2013 opnieuw officieel geregistreerd bij de Namibische overheid na een periode van inactiviteit. NDAWU wordt momenteel ook gehuisvest door LaRRI om de kosten voor de vakbond te drukken. Bij NDAWU zijn 5 van de 6 bestuursleden vrouwen, die ook gecoacht worden door LaRRI. LaRRI is erin geslaagd om bij delen van de Namibische vakbeweging het thema van nieuwe organisatie- FOS jaarverslag 2013 • p. 84 LaRRI verspreidde haar studie over “Vrouwen en Vakbonden in Afrika” onder de vakbonden in Namibië, waarvan sommigen de aanbevelingen van de studie in hun strategische planning hebben opgenomen. LaRRI bracht ook twee studies uit binnen het kader van haar lidmaatschap van ALRN: “Sociale Bescherming” en “Flexibilisering van de arbeidsmarkt en deregulering”. Deze laatste studie omvatte verschillende sectoren en werd ook in Zimbabwe door LEDRIZ uitgevoerd onder de ALRN-koepel. Naar aanleiding van de publicatie van de studie over sociale bescherming in Namibië, werd LaRRI door de overheid aangesproken om aanbevelingen te doen voor de inclusie van informele werknemers in het sociale zekerheidsstelsel. NAFWU werkte in 2012 een mediastrategie uit om schendingen van arbeidswetten en mensenrechten in de landbouwsector aan te klagen. Tegelijk werden in enkele grotere commerciële boerderijen arbeidsovereenkomsten afgesloten, die als voorbeeld dienden voor andere werkgevers in de sector. Evoluties en bijsturingen Omwille van fraude binnen de landarbeidersvakbond NAFWU heeft FOS haar partnerschap met NAFWU begin 2013 stopgezet en het programma geheroriënteerd naar de huishoudsector. Uit deze ervaring leren we dat zwakke partners zoals NAFWU erg nauwe opvolging en begeleiding nodig hebben. Ze zijn immers niet in staat gebleken om zelfstandig opvolging te geven aan de aanbevelingen en afspraken die uit veelvuldige gesprekken met FOS en uit de evaluatie van de interne capaciteiten van NAFWU naar voor zijn gekomen. Bovendien hebben landarbeid(st)ers die in het bestuur van hun vakbond zitten meestal geen achtergrond in financieel en administratief beheer. Ze slagen er dan ook maar moeilijk in om een doorgedreven controle van het functioneren van hun organisatie uit te voeren en om gevallen van fraude te voorkomen. Deze situatie heeft tot de moeilijke beslissing geleid om het partnerschap met NAFWU stop te zetten en om juridische stappen te ondernemen om gelden terug te eisen. FOS in het Zuiden Een van de doelstellingen van LaRRI binnen dit programma was het bevorderen van de toenadering tussen de rivaliserende vakbondsfederaties NUNW en TUCNA. Dit mislukte door de diepe kloof tussen de top en de basisorganisaties. Een nieuwe strategie werd uitgetekend, met name via het organiseren van open discussies over gemeenschappelijke problemen voor lokale vakbondsafgevaardigden, de vakbondsleiders van morgen. Dit moet dialoog en verandering van onderuit bevorderen om een impact op langere termijn te bewerkstelligen. zimbabwe Realisaties ZCTU en LEDRIZ hebben bijgedragen aan de capaciteitsversterking van de werknemerscomités van GAPWUZ d.m.v. vorming in onderhandelingstechnieken en socioeconomische thema’s. Werknemerscomités zijn in toenemende mate in staat om op zelfstandige basis te onderhandelen en leggen ook vaker eisen op tafel die verder gaan dan enkel lonen. LEDRIZ en GAPWUZ hebben samen een onderzoek gedaan naar de situatie van landarbeid(st)ers in vier subsectoren van de agro-industrie. De onderzoeksresultaten maken het mogelijk voor GAPWUZ om beter geïnformeerd beslissingen te nemen en onderhandelingen te voeren. Bovendien werden de aanbevelingen van het onderzoek overgenomen in de strategische planning die GAPWUZ eind 2013 heeft opgesteld. ZCTU heeft zich in toenemende mate ingezet voor de verdediging van de rechten van informele werknemers. Zo kregen onder andere huishoudwerk(st)ers vorming van ZCTU over hun arbeidsrechten en werd er nauwer samengewerkt met de Zimbabwe Chamber of the Informal Economy Association (ZCHIEA), die nu ook geaffilieerd is aan ZCTU. ZCTU moedigt informele werknemers aan om zich aan te sluiten bij de ZCHIEA en tracht hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dankzij de samenwerking met LEDRIZ en ANSA, heeft ZCTU steeds toegang tot accurate en kwaliteitsvolle informatie om collectieve onderhandelingen en beleidsbeïnvloeding te onderbouwen. Tijdens de regering van Nationale Eenheid, boden de goede contacten met MDC-T aan ZCTU, LEDRIZ en ANSA de mogelijkheid om beleidsmakers te beïnvloeden, wat onder andere blijkt uit de invloed op de jaarlijkse overheidsbudgetten. Alle leiders van de SADC-landen hebben de SADC Regional Poverty Reduction Framework goedgekeurd als werkdocument, evenals de SADC Regional Poverty Observatory Matrix, die werd opgemaakt door ANSA. Met deze documenten wordt getracht om gezamenlijk de regionale dimensie van armoedebestrijding aan te pakken. Daarnaast was ANSA verantwoordelijk voor het uitwerken van de aanbevelingen van SATUCC voor de opmaak van de SADC Employment and Labour Protocol, met o.a. richtlijnen voor sociale bescherming en formalisering van de informele economie. ZCTU en FOS namen beiden deel aan debatten rond de relatie EU-Zimbabwe, georganiseerd door ZEN. FOS is erin geslaagd om arbeidsrechten en vrijheid van vereniging voor werknemers in Zimbabwe op de agenda van ZEN te zetten. Daarnaast heeft FOS ervoor gezorgd dat ZCTU actief kon participeren aan ZEN-bijeenkomsten, om Waardig Werk als belangrijk thema naar voor te krijgen. Evoluties en bijsturingen Het ledenaantal van GAPWUZ is in 2013 sterk gedaald omwille van de economische impasse waar het land zich in bevindt. De economische situatie heeft geleid tot landinvasies en enorme afvloeiingen. Rekrutering van nieuwe leden werd opgenomen als belangrijk streefdoel in het nieuw strategisch plan van GAPWUZ. Tijdens de aanloop naar de verkiezingen was het voor partners in Zimbabwe moeilijker om activiteiten te organiseren en openlijk hun opinie te verkondigen door de gespannen sfeer die er heerste. De verkiezingen hebben de oppositie van de kaart geveegd, hetgeen vragen oproept bij toekomstige mogelijkheden voor ZCTU, LEDRIZ en ANSA om aan beleidsbeïnvloeding te doen in Zimbabwe. Dit staat in contrast met de zekere mate van openheid die er was tijdens de regering van Nationale Eenheid de voorbije jaren. FOS faciliteerde een tweedaagse workshop over Project Monitoring en Evaluatie voor GAPWUZ met onder meer aandacht voor impactmeting van trainingen en tools om vormingsmethodes te verbeteren. ANSA staat via SATUCC in voor beleidsbeïnvloeding en monitoring omtrent het SADC Gender Protocol en daarnaast coördineert ANSA de FOS genderreferentiegroep. ANSA heeft samen met FOS een genderevaluatie uitgevoerd bij alle FOS-partners en hierrond een workshop georganiseerd tijdens de partnervergadering. Onder het nieuwe programma zal ANSA met de informatie van het assessment verder aan de slag gaan om het genderbeleid van FOS-partners en de implementatie ervan te versterken. FOS jaarverslag 2013 • p. 85 FOS in het Zuiden zuid-afrika Realisaties SISO, ILRIG en SAFWN hebben alternatieve beleidsposities ingenomen en deze publiek verdedigd door deelname aan publieke fora en campagnes, debatten, coalities en referentiegroepen van FOS. Er is een consensus bereikt onder FOS-partners dat er nood is aan nieuwe organisatievormen en dat er ook aandacht moet zijn voor nieuwe bottom-up bewegingen en thema’s die breder zijn dan enkel lonen en werkomstandigheden om ook meer informele werknemers te betrekken. De landarbeidersstaking (2012/13) bood de mogelijkheid aan landarbeidersvakbonden om zich te profileren in consultaties en om actief alternatieve beleidsvoorstellen te verdedigen in functie van het verbeteren van de leef- en werkomstandigheden van landarbeid(st)ers. SISO, ILRIG en WFP zijn lid van de Farmworkers’ Strike Coalition. De overheid verhoogde het minimumloon voor de sector vlak na de stakingen. Niettemin blijkt dat de uitkomst van de staking niet alle landarbeid(st)ers ten goede is gekomen, ten gevolge van toenemende ontslagen, huisuitzetting, inperking van voordelen door boeren, etc. ILRIG heeft de voorbije jaren duurzame relaties opgebouwd met vakbonden en lokale organisaties (SISO, SAMWU, GIWUSA, NUMSA, CSAAWU, SADSAWU, CTHA) en hun capaciteiten versterkt. Het capaciteitsversterkingsprogramma van ILRIG biedt organisaties en hun leden nieuwe inzichten in de politieke en economische context nationaal en internationaal, die bepalend is voor hun leef- en werkomstandigheden. IRLIG is erin geslaagd om het debat rond nieuwe organisatievormen sterk aan te wakkeren en dit heeft mee gezorgd voor de consensus onder FOS-partners dat hervormingen van vakbonden onontbeerlijk zijn binnen de snel veranderende arbeidsmarkt. ILRIG zal de coördinatie opnemen van de Referentiegroep rond Organisatievormen en partners ondersteunen in het uitwisselen en implementeren van nieuwe organisatie- FOS jaarverslag 2013 • p. 86 vormen. FOS wil op deze manier sterke partners meer en anders inzetten om de capaciteiten van zwakkere partners te versterken. De werknemerscomités van SISO hebben zelfstandig succesvolle onderhandelingen gevoerd op bedrijfsniveau. De meeste waren gericht op voorzieningen voor kinderopvang, dekking van begrafeniskosten en oprichting van een pensioenfonds. Door interne problemen binnen SISO hebben zij hun werknemerscomités weinig ondersteuning kunnen bieden in 2013. De succesvolle bedrijfsonderhandelingen die toch plaatsvonden, tonen aan dat empowerment van landarbeid(st)ers via vorming duurzame resultaten oplevert. Evoluties en bijsturingen Omwille van interne problemen, is SISO er niet in geslaagd om het programma voor 2013 volledig uit te voeren. Zowel FOS als SISO hebben veel tijd en energie gestoken in het bespreken en uitspitten van de uitdagingen waar de organisatie voorstaat. FOS initieerde een aantal donorvergaderingen voor afstemming en financierde een door ILRIG en Surplus People’s Project gefaciliteerd strategisch overleg. De samenwerking met SAFWN verliep moeizaam omwille van het zwakke management van het netwerk door Khanya College. Bovendien werd het eigenaarschap van de leden van het netwerk onvoldoende versterkt en trok het secretariaat zelf alles naar zich toe. De aanbevelingen van FOS hieromtrent werden onvoldoende opgevolgd en er werd weinig vooruitgang geboekt de voorbije jaren. Daarom besliste FOS om het partnerschap met SAFWN/Khanya College stop te zetten. focus Ongewenste intimiteiten op het werk, in zuidelijk Afrika krijgen vrouwen er regelmatig mee te maken. Het is een van de thema’s waar de Gender Reference Group, opgericht tijdens een FOS-partnerbijeenkomst in de regio zuidelijk Afrika in 2012, ervaringen rond wil uitwisselen. Het idee om te starten met de werkgroep kwam er toen bleek dat alle partnerorganisaties proberen te werken aan empowerment van vrouwen, maar ze hier geen echte strategie rond hebben. Tijdens de eerste meeting van de werkgroep in Johannesburg, hadden de leden tijd om hun ervaringen te delen. Juliet Sithole, aanspreekpunt rond genderthema’s bij GAPWUZ (Vakbond van Landarbeiders in Zimbabwe), vertelde hoe vrouwen, vooral zij die werken met tijdelijke contracten op boerderijen, blootgesteld worden aan ongewenste intimiteiten op het werk. “Alleenstaande vrouwen zijn vaak wanhopig op zoek naar werk, omdat ze kinderen hebben die ze te eten moeten geven. Als een vrouw aan de ploegbaas vraagt of hij werk voor haar heeft, vraagt hij haar eerst om een “carpet interview”. Omdat sommigen echt alles willen doen voor een job, stemmen ze hier mee in en worden ze beloond met werk op de boerderij. Vrouwen spreken hier uiteraard niet snel over, uit angst om hun zo kostbare werk te verliezen.” genderwerkgroep in zuidelijk afrika zet vrouwenthema’s op de agenda! Dit zijn verhalen waar Juliet en haar collega’s dagelijks mee te maken krijgen. GAPWUZ startte met workshops op de boerderijen, om vrouwen te onderwijzen over hun rechten en hen aan te sporen gevallen van ongewenste intimiteiten aan te geven bij de vakbond of de arbeiderscomités. De Gender Reference Group biedt ruimte om ervaringen uit te wisselen en elkaar te helpen om vooruitgang te boeken op het gebied van gender en vrouwenkwesties. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van FOSpartners ANSA, WFP, GAPWUZ, LARRI, SINTAF, UCAMA en wordt gecoördineerd door ANSA en FOS. De doelstellingen van de werkgroep zijn: • Gendergelijkwaardigheid en empowerment van vrouwen als prioriteit op de agenda zetten. FOS-partners worden ondersteund om hiertoe een actieve bijdrage te leveren. •Faciliteren van uitwisseling van goede praktijken en geleerde lessen, implementatie van beleid en tools die binnen de werkgroep tot stand komen, onder FOS-partners. • Faciliteren van uitwisseling met andere organisaties en netwerken die rond genderthema’s actief zijn, en FOS-partners binden aan deze netwerken. In 2013 voerde de werkgroep een studie uit om het werk rond genderthema’s bij FOS-partners te beoordelen, met als doel problemen bloot te leggen en richtlijnen aan te bieden voor een betere integratie van genderthema’s in hun dagelijkse werking. Uit de studie kwamen veel gelijkenissen tussen de partners naar boven. De meeste vakbonden worden gedomineerd door mannen, die bovendien weinig kennis van en begrip voor genderthema’s hebben. In sommige landen zoals Mozambique, is er een algemeen gebrek aan kennis bij vrouwen zelf; ze beseffen onvoldoende dat het systeem hen onderdrukt en uitbuit. De meeste partners hebben geen uitgewerkte genderstrategie. Het gebrek aan opgeleide medewerkers en aan specifieke werkingsmiddelen, zorgt ervoor dat er weinig rond het thema gewerkt wordt. Het beoordelingsrapport werd gedeeld met alle FOS-partners. De bedoeling is om de discussie op te starten om op organisatorisch niveau gender en vrouwenkwesties beter te integreren in hun werking. In het nieuwe programma wil de werkgroep focussen op het ondersteunen van partners bij de uitwerking van genderstrategieën en genderplanningen, en het uitwerken een toolkit om de vooruitgang rond genderthema’s te evalueren. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 87 FOS in het Zuiden ACTIES TOEGANG TOT GEZONDHEID IN ZUIDELIJK AFRIKA TOEGELICHT MOZAMBIQUE Het Strategisch Plan voor de Gezondheidssector (Estratégico Sectorial da Saúde) van de Mozambikaanse overheid dient als beleidskader voor de gezondheidszorg in Mozambique. Een nieuw strategisch plan voor de periode 2013-2017 werd in juli 2013 onderworpen aan een assessment. Een belangrijke aanbeveling is dat het consultatieproces met de civiele maatschappij systematisch moet worden geïntegreerd in alle aspecten van planning met betrekking tot gezondheid. In haar ‘Country Cooperation Strategy’ benadrukt de Wereldgezondheidsorganisatie dat ontwikkelingen ten aanzien van de meeste gezondheidsindicatoren zeer onbevredigend blijven in Mozambique. Een hoge mate van moeder- en kindersterfte reflecteerde beperkte geografische dekking van de diensten, onvoldoende financiering, een gebrek aan gezondheidspersoneel en essentiële medicatie. Genderongelijkheid wordt gezien als een belangrijke factor in de determinanten van gezondheid. In haar landenstrategie bevestigt de WGO dat beperkte kennis op het niveau van huishoudens over gezondheid en de onderbenutting van betrokkenheid van gemeenschappen in gezondheid belangrijke uitdagingen vormen in Mozambique. Dit bevestigt de nood aan verdieping van een strategie voor gemeenschapsactivisme op het gebied van gezondheid in het FOS-programma, met nadruk op genderspecifieke uitdagingen. Realisaties Statistieken van de districtsautoriteiten en evaluatiesessies met mensen uit de gemeenschappen, geven aan dat het aantal choleragevallen in de districten waar UCAMA actief is geweest sinds 2008 - toen het programma met ondersteuning van FOS van start ging - is gedaald. Hoewel het moeilijk is deze trend volledig toe te schrijven aan de interventies van UCAMA, kan een link met de sensibiliseringsactiviteiten rond sanitaire voorzieningen en hygiëne die in de gemeenschappen plaatsvonden, wel worden aangenomen. Informatiesessies over gezondheidspreventie worden in toenemende mate zelfstandig door gezondheidspromotoren van UCAMA georganiseerd. Het bereik van deze sessies groeide de voorbije 3 jaar aanzienlijk. Daarnaast vond ook onder het personeel van UCAMA zelf een gedragswijziging plaats, dankzij interne sensibilisering over hiv/aids. FOS jaarverslag 2013 • p. 88 FOS in het Zuiden De capaciteit van UCAMA om aan beleidsbeïnvloeding te doen, werd versterkt en de relatie met de districtsautoriteiten verbeterde sterk de voorbij 3 jaar, wat tot verhoogde samenwerking en meer overleg tussen beiden heeft geleid. Evoluties en bijsturingen Hoewel aanvankelijk ook een sterkere relatie tussen UCAMA en de overheid op provinciaal niveau werd beoogd, bleek dit niet haalbaar gezien de provinciale overheid altijd terugverwijst naar het districtsniveau. Ten slotte besloot UCAMA om de duurzaamheid te verhogen door haar gezondheidsinterventies te heroriënteren. Ten eerste hebben ze ervoor gekozen om meer nadruk te leggen op lobbyactiviteiten. Ten tweede werd de beslissing genomen om de gezondheidsactiviteiten te integreren in de algemene vakbondswerking van UCAMA door te werken met bestaande structuren van de boerenassociaties. zuid-afrika In Zuid-Afrika werden in 10 districten pilootprojecten opgestart met betrekking tot de nationale ziekteverzekering. Deze moeten zorgen voor o.a. verbeterde faciliteiten voor gezondheidszorg, contracten met huisartsen en hervormingen in financieel beheer. PHM-SA zal de implementatie van deze projecten opvolgen en erover waken of ze zorgen voor een verbeterde toegang tot universele gezondheidszorg. Zuid-Afrika maakte duidelijke vooruitgang sinds 2008 in het bedwingen van de hiv/aidsepidemie.Ongeveer 2,4 miljoen mensen krijgen gratis antiretrovirale behandeling. De overdracht van moeders op hun kinderen is het sterkst gedaald en is bijna gestopt volgens UNAIDS. Toch blijft 1 op de 8 Zuid-Afrikanen hiv-positief en blijkt uit een recent rapport dat het condoomgebruik opnieuw afneemt. Het gebruik van geweld tegen vrouwen en kinderen is ook aan het stijgen. Terwijl het laatste onderzoek van de medische onderzoeksraad aantoont dat slechts 1 op 25 vrouwen verkrachting aangeeft, rapporteren er elke dag 144 vrouwen verkrachting aan de politie. Dit zou betekenen dat elke dag tot 3.600 vrouwen verkracht worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 89 FOS in het Zuiden Realisaties WFP: De interventies in het Women and Health-programma de voorbije jaren hebben de kennis en het zelfvertrouwen van landarbeidersvrouwen sterk opgekrikt. Er is een toename in het aantal vrouwen dat informatie deelt met anderen op haar boerderij na het volgen van een workshop, evenals een toename van vrouwen die zelfstandig aan activiteiten deelnemen of opkomen voor hun gezondheidsrechten, los van WFP. Daarbovenop zijn er meer vrouwen die WHEP-vrijwilliger worden. WFP kon eveneens een toename vaststellen in het aantal vrouwen dat een klacht neerlegt als ze slachtoffer wordt van huiselijk of andere vormen van geweld. Veel vrouwen vragen hierover advies aan WFP en sommigen leggen een klacht neer, maar helaas bedenken ze zich vaak op het laatste moment en trekken ze hun klacht weer in, omwille van angst of schaamte. Het verderzetten van bewustmaking en vorming rond dit thema blijft daarom essentieel voor WFP. PHM-SA is erin geslaagd om 9 progressieve middenveldorganisaties samen te brengen in de People’s National Health Insurance Coalition om tot een gezamenlijke visie en lobbystrategie te komen met de opmaak van de 10 principes voor een People’s National Health Insurance. Bovendien zijn ze er de voorbije jaren in geslaagd om het thema onder de publieke aandacht te brengen en te houden. De inleefreis van Bond Moyson en VIVA-SVV WestVlaanderen naar FOS-partners in de West-Kaap was erg succesvol. De solidariteitsbanden zijn versterkt en de reizigers blijven zich tot vandaag (1 jaar na de reis) actief inzetten om hun ervaring te delen met anderen FOS jaarverslag 2013 • p. 90 en om steun te zoeken in België voor de FOS-partners die ze bezocht hebben. Evoluties en bijsturingen WFP kwam tot de conclusie dat het onafhankelijk functioneren van de gezondheidsteams zeer sterk afhankelijk is van sterke persoonlijkheden, wat niet duurzaam is op lange termijn. Dit komt overeen met internationale bevindingen hieromtrent, met name dat werken met gezondheidspromotoren binnen gemeenschappen een constante opvolging en coaching vereist. Deze vaststelling heeft de beslissing van WFP gemotiveerd om meer te focussen op het opbouwen van politiek activisme en uit te gaan van een rechtenbenadering, om de activiteiten te kunnen linken aan bredere gezondheidsthema’s en –problematieken. Alle FOS-partners in Zuid-Afrika namen deel aan individuele planningssessies gefaciliteerd door FOS en opgevolgd door nationale en regionale sessies om de prioriteiten van partners te bepalen en strategieën uit te tekenen om deze in de praktijk om te zetten. FOS gaf een financiële training aan de financiële verantwoordelijke van SISO en daarnaast was FOS betrokken bij verschillende donorvergaderingen om een gezamenlijke aanpak voor versterking van de capaciteiten van de vakbond overeen te komen. WFP werkte een kader uit voor een Theory of Change, experimenteerde met stories of significant change en startte met uitdelen van vragenlijsten voor en na workshops om de impact van vormingen te meten. focus De gezondheidszorg in Zuid-Afrika is een weerspiegeling van de sterke sociale en economische ongelijkheid die nog steeds een meerderheid van de Zuid-Afrikanen tot armoede veroordeelt. Bijna 20 jaar na de democratische verkiezingen horen we nog steeds verhalen over patiënten die naar het ziekenhuis gebracht worden in kruiwagens, vrouwen die onbegeleid bevallen en baby’s die sterven door het gebrek aan basisbenodigdheden zoals zuurstof en antibiotica. De gezondheidsstatistieken van Zuid-Afrika, waaruit een hoge baby- en moedersterfte blijkt, weerspiegelen dit trieste verhaal. Een nationale ziekteverzekering Deze problemen, de ongelijkheden tussen rijk en arm en de verschillen tussen de private en de publieke gezondheidszorg hebben uiteindelijk geleid tot een overheidsplan voor de hervorming van de gezondheidszorg. Dit plan kreeg de naam “National Health Insurance” (NHI). Hoewel het voorstel met enthousiasme en optimisme werd onthaald door activisten, blijft duidelijkheid over de werkelijke inhoud uit en verloopt de invoering ervan zeer traag. Machtige belangengroepen binnen de private sector en de overheid hebben basisprincipes zoals gelijke en kosteloze toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg betwist. Net deze principes zouden de basis van de NHI moeten vormen. Rechtse economisten voerden een mediaoorlog waarbij ze de economische houdbaarheid van het programma aanvielen. Als antwoord hierop, probeert People’s Health Movement- South-Africa (PHM-SA), met de steun van o.a. FOS, zijn kernprincipes van een Gezondheidszorg voor het Volk bekend te maken bij het grote publiek. Deze principes omvatten: één enkel systeem van gezondheidszorg, gebaseerd op de principes van sociale solidariteit een ziekteverzekering voor iedere zuid-afrikaan! door collectieve belastingheffing; een progressieve gezondheidsbelasting; gratis dienstverlening gebaseerd op primaire gezondheidszorg; erkenning en verbetering van de sociale omstandigheden die aan de basis liggen van gezondheidsproblemen en een einde aan winstbejag binnen de gezondheidszorg. Kennis bij het volk Terwijl PHM-SA hier campagne over voerde, is het echter duidelijk geworden dat veel van onze activisten niet in staat zijn een actieve rol te spelen in de debatten hierover. Ze kennen onvoldoende het NHI-voorstel. Ook is er een tekort aan basiskennis over gezondheidszorg, gezondheidseconomie en de sociale oorzaken van ziekten. Er zijn maar een handvol mensen in een beperkt aantal organisaties die met overheidsambtenaren en conservatieve economisten kunnen debatteren op een systematische en een op feiten gebaseerde manier. Vele gezondheidswerkers en syndicalisten blijven stil of zijn onzeker over zaken rond gezondheidsbeleid. Dit is zeer gevaarlijk in een periode waarin conservatieven en lobbyisten uit de privésector actief de overheid beïnvloeden. Zonder een sterke, bewuste en radicale beweging van sociale activisten, kunnen we er niet op hopen dat we het gezondheidssysteem zullen bekomen dat Zuid-Afrika verdient. Gezondheid van gemeenschappen onder de loep In deze context is PHM-SA begonnen met een campagne rond “community health empowerment”. Deze campagne wil kennis over gezondheidszorg naar de gemeenschappen zelf brengen, beleidsdocumenten verduidelijken en lokale groepen aanmoedigen om gezondheidscontroles te doen in hun eigen gemeenschappen. Een recent voorbeeld is een gemeenschapsgroep in Lavender Hill, een van de meest gewelddadige en door bendes aangetaste wijken in Kaapstad. PHM-SA is uitgenodigd door deze gemeenschap om hen te helpen bij het beoordelen van de gezondheidssituatie ter plaatse. Het werd al snel duidelijk dat bepaalde sociale omstandigheden er aan de basis liggen van gezondheidsproblemen: weinig toegang tot gezonde voeding, werkloosheid, slechte behuizing, drug- en alcoholmisbruik en bende gerelateerd geweld. Wanneer de lokale gezondheidsvoorzieningen werden onderzocht, kwamen verhalen boven van onderbezette ziekenhuizen met weinig materiaal en regelmatige tekorten aan medicijnen. Tijdens verschillende workshops verkregen we samen inzicht in het verband tussen de lokale gezondheidssituatie en nationale en globale kwesties en gingen we na hoe voorstellen zoals de NHI hier verbetering in kunnen brengen. De groep vormde zich om tot een “Health Transformation Action Committee” en kijkt nu niet langer alleen naar concrete problemen zoals de weinig kwalitatieve ziekenhuizen, maar ook naar bredere gezondheidsproblemen binnen de gemeenschap. “Naarmate de PHM-SA groeit en capaciteit opbouwt, breiden we dit type van werk uit naar andere provincies. We hopen dat wanneer het volgende beleidsdocument over de NHI wordt vrijgegeven, deze gemeenschappen beter in staat zullen zijn om ze kritisch te onderzoeken er een antwoord op te bieden”, aldus Lydia Cairncross van PHM-SA. Volksmacht De ervaring van het NHI-voorstel demonstreert alweer dat een papieren voorstel dat het volk zich niet heeft eigengemaakt zeer snel kan ontsporen, een andere kant opgaan of stoppen. We hopen dat we ons steentje kunnen blijven bijdragen aan het opbouwen van de volksmacht die nodig zal zijn om een gezondheidszorg voor het volk een realiteit te maken. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 91 FOS jaarverslag 2013 • p. 92 fos IN HET ZUIDEN { GHANA Overzicht van de activiteiten in GHANA Land GHANA Coördinatie Vanuit Brussel Actiezones Type actie Strategische lijn • Nandom in Lawra District en Samou in Lambussie-Karni District in noordwestelijke regio • Akim Ayirebi in Ofoasi/Ayirebi District in oostelijke regio Drinkwatervoorziening en sanitair: boren en mechanisatie van waterputten, constructie van publieke toiletten, vormingen in beheer (water, publieke toiletten, afval) sensibilisering en gemeenschapsontwikkeling Toegang tot water en sanitair, bijdrage tot betere gezondheid, gemeenschapsontwikkeling DRINKWATER & SANITAIRE VOORZIENING IN NANDOM, SAMOU EN AKIM AYIREBI Partners International Centre for Enterprise and Sustainable Development (ICED) en Community Livelihood Support Organisation (COLISO) Doelgroep Landelijke bevolking van Akim Ayirebi in oostelijke regio van Ghana, studenten, leraren en gemeenschapsbevolking in Nandom Middelbare School (internaat) en Samou. Sleutelelementen Watervoorziening via gemechaniseerde waterputten, installatie van waterleidingen voor de distributie, constructie en beheer van publieke toiletten, opleiding waterbeheer, opleiding in sanitaire verbeteringen, afvalinzameling en -verwerking Budget 80.494,63 euro Donoren Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, AC Antwerpen-Waasland met fondsen van Deme4life FOS jaarverslag 2013 • p. 93 FOS in het Zuiden DRINKWATERVOORZIENING EN VERBETERING VAN DE HYGIËNE, AFVALVERWERKING EN SANITAIR Realisaties Het project heeft tot doel de gezondheid van de bevolking te verbeteren en bij te dragen tot de economische duurzaamheid van de gemeenschappen door drinkwatervoorziening, verbetering van de hygiënische en sanitaire omstandigheden van de leerlingen en de leerkrachten van NSHS en van de inwoners van de gemeenschappen van Samuo en Akim Ayirebi. Het project ging van start in januari 2012 via FOS, met cofinanciering van de Vlaamse Regering in het kader van het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO), DEME4LIFE Foundation via de promotorpartner Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en de plaatselijke gemeenschappen en hun districtsraden. De implementatie van het onderdeel “drinkwater en sanitaire voorzieningen” in Nandom en Samuo wordt uitgevoerd door het International Centre for Enterprise and Sustainable Development (ICED). Het onderdeel “installatie van toiletten” in Akim Ayirebi wordt uitgevoerd door Community Livelihood Supporting Organisation (COLISO). In 2013 werd het waterdistributiesysteem in de gemeenschap Samou succesvol geïmplementeerd en werden 9 waterkranen geïnstalleerd op strategische plaatsen in de gemeenschap. De kranen voorzien water van goede kwaliteit aan de gemeenschap (onder meer de lagere en secundaire school en het gezondheidscentrum). Bovendien wordt het systeem opgevolgd door het lokale Water en Sanitair Comité (WATSAN), waarvan de leden samen met de gemeenschap gevormd zijn over hygiëne en volksgezondheid in het algemeen, en specifiek over het gebruik van het systeem. Een zeer positief resultaat was de grote betrokkenheid van de gemeenschap zelf. Op zeer korte tijd hebben zij erg hard gewerkt aan de implementatie van het buizensysteem waarvoor zij verantwoordelijk waren. Ook de lokale autoriteit heeft zijn eigen middelen gebruikt (tractor) om het werk te faciliteren. Sanitaire voorzieningen Op het eind van 2013 zijn twee publieke sanitaire blokken afgewerkt en ingehuldigd in Akim Ayirebi. Elke faciliteit heeft 12 toiletten (6 voor mannen en 6 voor vrouwen) met septische tanken voor afvoer. Deze sanitaire blokken zijn voorzien van elektriciteit en voorzieningen om de handen te wassen. Nog twee sanitaire blokken zijn in opbouw. Ook hier een zeer positief resultaat op vlak van de betrokkenheid van de gemeenschap. Bovendien werd de gemeenschap gesensibiliseerd over hygiëne en volksgezondheid. FOS jaarverslag 2013 • p. 94 focus COLISO: NIEUWE Evoluties en bijsturingen PARTNER VAN FOS IN GHANA Drinkwatervoorzieningen De uitdaging in fase 2 van de uitvoering werd gevormd door het gebrek aan tijd en middelen. De fondsen zijn relatief laat vrijgekomen (juni 2013), waardoor er maar 4 maanden waren voor de implementatie van het project. Bovendien hebben de stijgende prijzen van de goederen en diensten in Ghana (omwille van een hoge inflatie) de investering duurder gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat een gedeelte van het project is verschoven naar een derde implementatiefase (jaar 2014). Een uitdaging voor de toekomst is de duurzaamheid van het project garanderen. Hierop zal in de derde fase worden ingezet met volgende activiteiten: sensibilisering van de partners omtrent het project; opvolging van de waterkwaliteit; onderhoud van de waterpomp; capaciteitsversterking over het management van de watervoorziening; capaciteitsversterking omtrent de verbetering van hygiëne en management van afval in de gemeenschap; integratie van het project in de ontwikkelingsplannen van het district en met andere partners in het algemeen; en monitoring en evaluatie van de activiteiten. Sanitaire voorzieningen De weerstand van de lokale gemeenschap die dacht dat de publieke toiletten een slechte geur zouden veroorzaken (wat ze gewoon zijn van systemen met emmers) is volledig weggewerkt. Door de inhuldiging van de eerste sanitaire blok hebben ze de functionaliteit begrepen en na informatiecampagnes, was er geen protest meer. Er zijn wel meer sensibiliseringscampagnes nodig voor het wassen van de handen na toiletgebruik en voor het gebruik van toiletpapier, i.p.v. gewoon krantenpapier. Om kosten te besparen werden de toiletten niet aangesloten op het publieke waternet, wat een erg hoge kost heeft, maar werd een eigen waterput gegraven voor elke sanitaire blok, met een waterpomp. Ook voor de andere twee nieuwe sanitaire blokken zal met dit systeem gewerkt worden. FOS is actief in Ghana sinds 2004. Als het toonaangevende land op gebied van democratie, de actieve rol van de vakbonden en de civiele maatschappij en met succesverhalen van staatsinitiatieven zoals het Nationaal Ziekteverzekeringssysteem, is Ghana een goed voorbeeld voor ontwikkelingswerk voor de rest van Afrika. Toch valt Ghana buiten de 52 landen waar DGD-ontwikkelingsgeld mag uitgegeven worden. De werking van FOS in Ghana valt dan ook buiten het DGD-programma en wordt gefinancierd door andere budgetlijnen. Dit is zeker niet negatief, want dit draagt ook bij tot de diversificatie van de subsidiekanalen van FOS. FOS werkt met het International Centre for Enterprises and Sustainable Development (ICED) op verschillende domeinen. Sinds 2012 heeft FOS een tweede partner in Ghana, met name COLISO (Community Livelihoods Support Organisation). COLISO is een nationale erkende ngo die zich geografisch concentreert op het Zuiden van land. De organisatie focust vooral op Sociale Bescherming voor de plattelandsbevolking met de nadruk op inkomen en het recht op gezondheid. COLISO werkt op de sociale determinanten van gezondheid zoals de toegang tot drinkwater, hygiëne en sanitaire voorzieningen, gezondheidspromotie en preventie. Dankzij de subsidielijn van de Vlaamse Gemeenschap via het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO) kunnen FOS en COLISO een project voor drinkwatervoorziening en de verbetering van de sanitaire voorzieningen realiseren in drie rurale gemeenschappen in Ghana. COLISO staat in voor het verbeteren van hygiëne en voor het sanitair project. (zie hierboven). Eind 2013 is een nieuw project goedgekeurd voor 3 jaar met dezelfde invalshoek, maar voor vier andere rurale gemeenschapen. Dit nieuwe project is in samenwerking met de Stad Antwerpen, de vereniging van Ghanese diaspora in Antwerpen en TMVW-WaterLink. Het is de bedoeling dat COLISO, naast hun rol van gemeenschapsmobilisatie, gezondheidsvoorlichting, dienstverlening en capaciteitsversterking, zich ook meer gaat toeleggen op lobbywerk en beleidsbeïnvloeding de lokale en provinciale autoriteiten te wijzen op hun verantwoordelijkheden op het gebied van gezondheid. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 95 FOS jaarverslag 2013 • p. 96 fos IN HET ZUIDEN { PALESTINA Overzicht van de activiteiten in PALESTINA Land palestina Coördinatie Geen landenkantoor of lokaal steunpunt Rechtstreekse partneropvolging vanuit Brussel Actiezones Westelijke Jordaanoever Type acties Strategische lijnen Versterken van syndicale organisaties Betrekken van werkende vrouwen in syndicaal werk Capaciteitsopbouw van vakbonden WAARDIG WERK IN PALESTINA Partners Democracy and Workers’ Rights Centre (DWRC) De petrochemische sector binnen de Palestinian General Federation of Trade Unions (PGFTU) Doelgroep Palestijnse arbeid(st)ers die werken in Palestina en in Israël, en hun vertegenwoordigers in arbeiderscomités en vakbonden. Binnen de doelgroep wordt specifieke aandacht gegeven aan vorming en syndicalisatie van vrouwen en jongeren. Sleutelelementen Democratisering vakbonden Organisatieversterking vakbonden Budget 164.641,78 euro Donoren DGD, Algemene Centrale (AC), Provincie Antwerpen, 11.11.11 FOS jaarverslag 2013 • p. 97 FOS in het Zuiden ACTIES WAARDIG WERK IN PALESTINA TOEGELICHT De jaren 2011 tot 2013 werden gekenmerkt door een verdere politieke splitsing tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De Hamasregering bestuurt de Gazastrook, de Palestijnse Autoriteit met president Abbas bestuurt de Westelijke Jordaanoever. De partners en de Palestijnse bevolking hebben te maken met een tweevoudig regeringssysteem. In 2012 werden op de Westelijke Jordaanoever gemeenteraadsverkiezingen gehouden, maar de Hamasregering stond het Centrale Verkiezingscomité niet toe hetzelfde te doen in de Gazastrook. Het mandaat van de president en de verkozen Palestijnse Autoriteit zijn sinds lang verstreken, maar de politieke context laat niet toe nieuwe verkiezingen te organiseren. Desalniettemin wordt er wel wetgeving gemaakt. Zo is er op de Gazastrook een nieuwe wet aangenomen met betrekking tot vakbonden, die door de vakbonden is aangeklaagd omdat ze niet in lijn is met standaarden van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Bovendien wordt de regelgeving, aangenomen op de Westelijke Jordaanoever, niet erkend in de Gazastrook. Dit was het geval voor de wetgeving over het minimumloon die van toepassing is in de Westelijke Jordaanoever sinds januari 2013. Op de Westelijke Jordaanoever was de regering constructief in haar beleid naar vakbonden toe. Verschillende vakbonden ontvingen hun officiële erkenningsdocumenten van het ministerie van Arbeid. In 2012 ondertekende PGFTU met de Civil Defense Authority (CDA) een protocol dat toelaat meer controle op veiligheid en gezondheid op de werkvloer uit te voeren. In de Gazastrook was er een omgekeerde tendens. Hamas doet meer en meer pogingen om de vakbonden te controleren en te neutraliseren, en creëerde een parallelle koepelstructuur voor vakbonden. Werknemers in Palestina kennen een zeer lage beschermingsgraad. In 2013 werkte nog steeds 49,2% van de werknemers zonder contract in de private sector (in 2011: 53,2%). 79,5% heeft geen recht op een ontslagpremie (76,7% in 2011) en maar 21,4% heeft recht op jaarlijks verlof (24,6% in 2011). Ten slotte is het aantal vrouwen dat betaald zwangerschapsverlof geniet, gezakt tot 34,3% (53,8% in 2011). Realisaties PUPW en DWRC: De petrochemische sector is relatief nieuw en de syndicalisatiegraad is er erg laag. Het is voor PUPW een uitdaging om de arbeid(st)ers te bereiken. De vakbond van de petrochemische sector vergrootte haar ledenaantal tot 1.590 (20% vrouwen) en het aantal actieve afdelingen steeg tot 11. Er werden ook 7 nieuwe onafhankelijke vakbonden en 2 nieuwe FOS jaarverslag 2013 • p. 98 FOS in het Zuiden werknemerscomités opgericht met steun van DWRC. De syndicale werking van de basisbeweging is dus serieus uitgebreid. De vakbonden garandeerden ook een betere dienstverlening voor hun leden. De fieldworkers van PGFTUPUPW bezochten bijna 7000 werknemers tussen 2011 en 2013. Zij dienden hierbij als aanspreekpunt. Ze gaven eveneens informatie door en deelden pamfletten en andere publicaties uit. De toename van de kennis in onderhandelingstechnieken, in combinatie met de erkenning van vakbonden als onderhandelingspartners door het ministerie van Arbeid leidde tot erg positieve resultaten. De General Federation of Independent Trade Unions of Palestina (GFITUP) werd eind 2011 als officiële gesprekspartner voor de tripartiete comités erkend, hetgeen de mechanismen van sociale dialoog versterkt. Ook verschillende vakbonden werden erkend door het ministerie van Arbeid. In 2012 werd de wet gestemd over de garantie van een minimumloon voor werknemers. Deze wet is nog verre van perfect, omdat het minimumloon heel erg laag ligt, maar is toch een eerste stap in de garantie van basisrechten voor werknemers. Daarnaast werden ook kleinere successen geboekt: tijdens de programmaperiode werden verschillende vakbonden gesteund in hun collectieve onderhandelingen. (Medische spoeddienstvakbond, vakbond van werknemers van de financiële sector, werkerscomité van de gemeente Betunia, federatie van universiteitsprofessoren en werknemersvakbond, ngo werkersvakbond, algemene vakbond van de post etc.) DWRC verleende 62 collectieve consultaties aan 16 vakbonden en andere werknemersgroepen. Evoluties en bijsturingen Een belangrijke evolutie in het programma was de focus op de erkenning van de vakbonden door de overheid. Naast PGFTU en GUPW, werd nu ook de Federatie voor Onafhankelijke Vakbonden in Palestina (GFITUP) erkend. De Palestijnse Autoriteit belooft hen te erkennen in de sociale dialoog. De politieke wil van de Palestijnse Autoriteit blijkt uit de verhoging van inspecteurs voor veiligheid en gezondheid op het werk van 42 naar 92 inspecteurs. Ook de aanname van een minimumloon werd mogelijk gemaakt. Een tweede significante evolutie is het betrekken van de werknemers uit bezette gebieden. In 2012 was de vakbond in Oost-Jeruzalem inactief. Er werden geen vergaderingen gehouden, noch plannen gemaakt. De Israëlische autoriteit staat niet toe dat er vakbonden worden gevormd in Oost-Jeruzalem. Israël laat maar 1 vakbond toe, de Histadrut. Maar werknemers weigeren hier lid van te worden omdat ze geen onderdeel willen zijn van de Israëlische autoriteit. Toch werd in 2013 deze afdeling opnieuw geactiveerd: het comité bezocht de fabrieken en de werknemers werden bijgestaan om te onderhandelen met de werkgever (bv. 30 minuten pauze tijdens werk). Als gevolg steeg het ledenaantal tot 191 werkne(e)m(st)ers in de afdeling van PUPW in Oost-Jeruzalem. FOS jaarverslag 2013 • p. 99 FOS in het Zuiden FOS jaarverslag 2013 • p. 100 focus De Israëlische nederzettingen hebben een enorm effect op de levensomstandigheden van de Palestijnen. Meer dan twee derde van de Palestijnse gewonden op de Westelijke Jordaanoever zijn gelinkt aan geweld vanuit de nederzettingen. Kolonisten vernielen olijfbomen van Palestijnse landbouwers, ontzeggen hen de toegang tot water en om hun land te bewerken. Door de vele beperkingen van de bewegingsvrijheid raken Palestijnse werknemers moeilijk op hun werk. De slechte economische situatie, armoede en werkloosheid en het gebrek aan alternatieven zetten Palestijnse werknemers ook aan om werk te zoeken in Israël of in de nederzettingen. Hun arbeidsrechten worden er vaak geschonden. arbeidsomstandigheden van palestijnse werknemers in nederzettingen de Westelijke Jordaanoever waar de nederzettingen zich bevinden. Israëlische werkgevers passen vaak de Jordaanse wetgeving uit 1967 toe. Deze wetgeving voorziet echter zeer weinig sociale bescherming voor de werknemers (geen minimumloon, geen ontslagvergoeding). Het Israëlische Hooggerechtshof oordeelde in 2007 dat de Israëlische arbeidswetgeving ook van toepassing was voor contracten met Palestijnse werknemers maar liet de mogelijkheid om hiervan af te wijken. Hierdoor is er nog steeds een juridisch vacuüm. Alhoewel de Palestijnse Autoriteit het werken in Israël of in de nederzettingen wil ontmoedigen, is er voor veel Palestijnen vaak geen andere keuze. Het gaat om ongeveer 83.300 werknemers. In maart 2012 werden 34.250 werkvergunningen toegekend aan Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever om in Israël te gaan werken. Deze werknemers zijn onderhevig aan strenge voorwaarden en quota. 22.955 vergunningen werden toegekend om in de nederzettingen te werken, waar de voorwaarden minder streng zijn. Daarnaast wordt er geschat dat er nog ongeveer 26.000 Palestijnen zonder vergunning werken, waaronder ook een deel in de nederzettingen. Maar het is echter nog veel moeilijker voor de Palestijnse werknemers om hun rechten af te dwingen. Tot op de dag van vandaag verdienen de Palestijnen veel minder dan het minimumloon. Meestal verdienen ze ongeveer de helft en landarbeiders in de Jordaanvallei verdienen nog minder. Recht op vakantie, ziekteverlof, overuren en vakantiegeld wordt hen meestal ontzegd. Een loonstrook is voor veel Palestijnen die in nederzettingen werken iets onbekend. Zo wordt het bewijsmateriaal tot een minimum beperkt. Valse rapportering van het aantal gewerkte uren is eveneens een vaak voorkomend probleem. Israëlische werkgevers doen vaak een beroep op Palestijnse tussenpersonen en koppelbazen. Zo weten de arbeiders niet eens voor wie ze echt werken. Vrouwelijke werknemers zijn nog vaker het slachtoffer van tussenpersonen: aftrek van loon, seksuele intimidatie, extra kosten,… De Palestijnse arbeidswetgeving is niet van toepassing op de zone C van Zeer weinig Palestijnen durven hun rechten op te eisen uit angst voor ont- slag en represailles. In de Jordaanvallei worden ook kindarbeid(st)ers ingezet. Een recent onderzoek gepubliceerd in 2013 uitgevoerd door de Arab World for Research and Development (AWRAD) in opdracht van de Palestinian General Federation of Trade Unions (PGFTU, partner van FOS en De Algemene CentraleABVV) voerde een enquête bij Palestijnse arbeiders en arbeidsters in de nederzettingen. De ondervraagden geven het volgende aan: • 65 procent geeft aan te worden blootgesteld aan giftige stoffen die van invloed zijn hun gezondheid; • Slechts 11 procent zegt dat ze werkzekerheid hebben; • 8% heeft een schriftelijke overeenkomst, 77% is is aangeworven op dagbasis; • 50 procent heeft geen ziekteverzekering; • Commissies betaald aan tussenpersonen om een licentie te verkrijgen en te behouden kan oplopen tot 70 procent van de salarissen. FOS en De Algemene Centrale-ABVV blijven PGFTU ondersteunen in hun werk om betere arbeidsomstandigheden af te dwingen voor de vele Palestijnen die werken in Israël of in de nederzettingen. ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 101 FOS jaarverslag 2013 • p. 102 fos IN HET ZUIDEN { ONDERSTEUNING DOOR SECTORFONDSEN Via de bemiddeling van vakbondsorganisaties uit de FOS-achterban in België, krijgt FOS een belangrijk deel van de middelen voor cofinanciering door verschillende overheden voor het programma in het Zuiden. De middelen komen meestal van fondsen opgezet via cao’s binnen de sectoren en worden paritair beheerd. De voornaamste bemiddelaars zijn de Algemene Centrale-ABVV, de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en HORVAL. Wij geven hierbij een overzicht van de programma’s die worden gefinancierd dankzij hun tussenkomst. FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE PETROLEUMSECTOR (PETROLEUMFONDS) BOLIVIA Sinds 2009 steunt het petroleumfonds met onze partner CIPCA de invoering van alternatieve energiebronnen in verafgelegen gemeenschappen van de beweging Movimiento sin Tierra (MST) – in Bolivia. Deze beweging ontstond oorspronkelijk in Brazilië en verenigt rurale families die geen grond bezitten en dus landloze boeren zijn. De politiek van Evo Morales heeft ervoor gezorgd dat vele landloze boeren via deze en andere organisaties in Bolivia stukken grond toegewezen kregen. Deze werden afgenomen van de illegale grootgrondbezitters, eigenaars die geen belastingen betaalden of van grootgrondbezitters die nog met slavenarbeid hun land bewerkten. Deze landerijen bevinden zich in verafgelegen gebieden op de grens met Brazilië, Paraguay en Argentinië, waar de Boliviaanse overheid maar beperkt intervenieert, en er weinig wegen, elektriciteit, drinkwater of andere voorzieningen voorhanden zijn. Zo kreeg de beweging MST van de regering Morales ondermeer stukken land in San Ignacio de Velasco, departement Santa Cruz aan de grens met Brazilië. CIPCA begeleidt deze gemeenschappen in het organisatorische en het productieve luik, zodat de nieuw gevormde gemeenschappen leefbaarder zouden zijn. Met de eerste steun van het petroleumfonds werden 6 gemeenschappen gesteund met verlichting van de gemeenschapshut door zonne-energie, het plaatsen van een computer, een tv-scherm met video en een aantal elektrische huishoudapparaten. Dit hielp de nieuw gevormde gemeenschappen om een samenhorigheidsgevoel te creëren, en hoop op de toekomst. De vrouwen- en jongerengroepen kregen daarnaast vorming in de verwerking van lokale voedingsmiddelen zoals aardnoten, suikerriet, soja, fruit, als aanzet voor kleine productieve projecten. In 2013 werden nog eens 6 gemeenschappen gesteund met de volgende investeringen: • 4 verlichtingssystemen met zonnepanelen voor de gemeenschappen San Martin, Tierra Firme, Maria Asunta, Chirimoyas • 1 koelsysteem (diepvries op zonnepaneel) voor de vrouwenorganisatie van Los Angeles •1 computer op zonne-energie voor afstandsonderwijs voor jongeren van Los Angeles • 1 bevloeiingssysteem met windmolen voor Tierra Hermosa: voor gemeenschapstuin en plantenkwekerij Verder werden vormingscursussen gegeven over het onderhoud van de alternatieve energie-installaties, technische innovaties en om de organisatorische en gemeenschapscapaciteiten van arbeid(st)ers en kleine boeren te verbeteren. Ook werden 2 cursussen gegeven over de verwerking van voedingsproducten (aardnoten, maniok, bananen, enz.) voor 50 vrouwen. In totaal werden 265 families gesteund met deze initiatieven in 2013. FOS jaarverslag 2013 • p. 103 FOS in het Zuiden Bovendien was de impact van dit initiatief groot: het ministerie van Onderwijs heeft in 6 gemeenschappen in de streek computers met zonnepanelen geplaatst om de deelname aan afstandsonderwijs van jongeren mogelijk te maken. Verder heeft de organisatie van landloze boeren MST, de positieve resultaten met alternatieve energiebronnen voor productieve gemeenschapsprojecten besproken tijdens hun jaarlijks congres, met aanwezigheid van 140 leden, 80 mannen en 60 vrouwen. Vooruitzichten 2014-2015 In 2014 zal verder geïnvesteerd worden in gelijkaardige initiatieven, en zal er ook aan politieke beleidsbeïnvloeding gedaan worden, om de lokale en nationale autoriteiten te motiveren om gelijkaardige investeringen te doen in groene energievoorziening en ondersteuning van productieve gemeenschapsinitiatieven – vooral voor vrouwen en jongeren. Vanaf het nieuwe DGD-programma 2014-2016 zullen naast CIPCA in San Ignacio, ook Alternativa in Caranavi en de Yungas van La Paz met de koffieboeren werken aan de introductie van aangepaste technologie om de houtkap te verminderen en de negatieve gezondheidsimpact van de rook op vrouwen en kinderen in de keuken tot een minimum te herleiden. Verder zal in het regionale programma met de FOSpartners ook aandacht besteed worden aan het bevorderen van de discussie i.v.m. de sociale en milieuimpact van de productie van agrobrandstoffen op basis van palmolie en suikerrietalcohol, zowel in Colombia als in Peru, waar FOS de vakbonden in de palmolie- en suikerrietsector ondersteunt. EL SALVADOR In de laatste 2 jaar van het project “Schone Energie” is, in alliantie met de vakbond STEIA en de directie van de suikerfabriek El Ángel, gewerkt aan 2 componenten: op de eerste plaats de facilitering van toegang tot zonne-energie, voor families van suikerrietkappers zonder elektriciteitsaansluiting, in de woongemeenschappen Petacones, Colonia Obrera, El Castillo II en III, Suchnango, Las Champas en Joyas del Norte. Op de tweede plaats richtte de samenwerking zich op de facilitering van beroepsvorming aan rietkappers en hun FOS jaarverslag 2013 • p. 104 kinderen, om hen te helpen bij het vinden van alternatieve arbeidsmogelijkheden en –inkomstenbronnen, in plaats van de suikerrietkap en tijdens de periodes buiten de suikerrietoogst. Tussen 2009 en 2013 hebben in totaal 102 families toegang gekregen tot energie uit zonnepanelen, waarvan 53 families in de laatste 2 jaar (juni 2012 - maart 2014). Uitgaande van een gemiddelde van 5-6 personen per familie, gaat het dus om meer dan 500 begunstigden die via de installatie van zonnepanelen toegang hebben tot permanente schone energie, voldoende voor tenminste 4 lichtbronnen en kleine elektrische apparaten (radio, mobiele telefoon). De panelen worden op een efficiënte manier geïnstalleerd, gebruikmakend van de bijdragen en infrastructuur (gereedschap en vervoersmiddelen) van de suikerfabriek El Ángel, en de kennis, expertise en vrijwillige inzet van de leden van de vakbond STEIA, en de actieve ondersteuning en betrokkenheid van de begunstigde families. In de maanden oktober-november 2012 organiseerde de vakbond STEIA, in samenwerking met de instantie voor beroepsvorming INSAFORP, een onderzoek naar de vormingsbehoeften en –mogelijkheden van de rietkappers en hun kinderen. Begin 2013 werd een overeenkomst gesloten met INSAFORP en sindsdien hebben in totaal 111 jongeren (waarvan 44 vrouwen) uit de woongemeenschappen rond de fabriek El Ángel deelgenomen aan een van de 4 verschillende vormingscursussen: technicus elektriciteit, computertechnicus, mecanicien en schoonheidsverzorging. Ruim 60% van de deelnemers heeft de cursus volledig afgemaakt en een certificaat ontvangen. Daarnaast heeft de vakbond het afgelopen jaar ook verschillende vormingsbijeenkomsten gehouden met de suikerrietkappers over hun arbeidsrechten en het belang van hun syndicale organisatie. Evaluatie en vooruitzichten 2014-2015 In de periode februari-april 2014 wordt er een evaluatie gehouden van de ervaringen binnen het project tot op heden, en bespiegelingen over de mogelijke evolutie van de acties in de komende jaren. Hoewel de evaluatie nog niet is afgerond, kunnen reeds enkele voorlopige conclusies en aanbevelingen worden vermeld. De geïnstalleerde zonnepanelen leveren een zeer belangrijke bijdrage aan de verbetering van de levenskwaliteit van de families van suikerrietkappers. De zonnepanelen kennen een lange levensduur (25-30 jaar), FOS in het Zuiden maar de duurzaamheid van het initiatief kan verbeterd worden door de vorming van onderhoudscommissies binnen de woongemeenschappen. Hier kan in de toekomst de link met de beroepsvorming gelegd worden. Ook heeft het project bijgedragen aan de versterking van de gemeenschapsorganisaties (ADESCOS) en indirect, aan de syndicale organisatie van de rietkappers en aan de waardering van de vakbond STEIA binnen de woongemeenschappen. De werklijnen vormen nog te veel op zichzelf staande acties en zouden in de toekomst duidelijker moeten worden ingebed, binnen de onderhandeling en werking vanuit de vakbond en binnen een integrale visie op “corporate responsability” van het bedrijf El Ángel. Deze visie dient onder andere in te gaan op de volgende thema’s: verbetering van het milieu op lokaal en nationaal niveau, klimaatverandering (ook het tegengaan van effecten), creatie van duurzame en ‘groene’ werkgelegenheid (met focus op de rietkappers, die door de voortschrijdende mechanisering van de rietkap bedreigd worden met het verlies van hun inkomsten). De recente coördinatie tussen El Ángel, STEIA en Fair Trade America, waarbij de toepassing van een groot aantal milieunormen gecombineerd worden met erkenning van arbeids- en syndicale rechten voor de rietkappers, biedt een goede mogelijkheid om vorm te geven aan deze integrale visie. ming en koeling mogelijk in de paviljoenen. De koeling wordt gebruikt om de geslachte kippen langer en veiliger te kunnen bewaren in een diepvries. De verwarming wordt gebruikt om de kuikens warm te houden, voornamelijk ’s nachts. Er werd een beheerscomité opgericht om het goed beheer en het onderhoud van de kwekerij en de zonnepanelen te garanderen en te superviseren. Het beheerscomité, de twee werknemers die op de kwekerij zullen werken en geïnteresseerde leden van UCAMA werden opgeleid in het duurzaam kweken van kippen, de voordelen van kippen kweken, het vermijden van sterfte en ziektes en de nodige technische vaardigheden. De kippen werden aangekocht en ingeënt tegen ziektes. Daarnaast is er ook vorming voorzien in ondernemerschap, het opstellen van businessplannen, financieel management en stockbeheer om de kippenkwekerij duurzaam en financieel rendabel te maken. Tot slot werd met de steun van het energiefonds ook een pomp op zonne-energie aankocht om een groentetuin naast de kwekerij te irrigeren om het voedseltekort in de regio op te vangen. De opbrengst van de groentetuin zal eveneens geïnvesteerd worden in de organisatie om de financiële duurzaamheid te verhogen. MOZAMBIQUE Na een marktonderzoek in Chimoio bleek dat er op de lokale markt een tekort was aan kippenvlees en tijdens sommige maanden ook aan groenten. Om hier een antwoord op te bieden en tegelijk de (financiële) duurzaamheid van UCAMA te verbeteren, werd ervoor geopteerd om te investeren in zonnepanelen. Via het gebruik van duurzame energie kan de dienstverlening voor de leden en de financiële onafhankelijkheid van UCAMA verbeterd worden. Met de inkomsten van de kippenkwekerij kan UCAMA zelfvoorzienend worden en de eigen kosten m.b.t. personeel, administratie en kantoor (water, telefoon, etc.) betalen. UCAMA heeft reeds ervaring met het installeren van zonnepanelen en het benutten van duurzame energie. Deze expertise kon ook bij dit project gevalideerd worden. UCAMA heeft in 2013 twee paviljoenen gebouwd met zonnepanelen voor de kippenkwekerij. Dankzij de installatie van zonnepanelen is er verlichting, verwar- FOS jaarverslag 2013 • p. 105 FOS in het Zuiden FONDS VOOR VORMING IN DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID - Arbeiders/bedienden (CHEMIEFONDS) MOZAMBIQUE Verbeteren van de bestaansmiddelen van kleine boeren, landarbeid(st)ers en hun families in de provincie Gaza FOS voert met steun van het Fonds voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid en het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid (BFVZ) een programma uit ter verbetering van de voedselzekerheid van kleine boeren, landarbeid(st)ers en hun families in vijf districten in de provincie Gaza, Mozambique. Het programma ging van start in de tweede helft van 2013 en loopt over vijf jaar. De lokale partners waar FOS mee samenwerkt, zijn de boerenunie UNAC en de landarbeid(st)ersvakbond SINTAF. In eerste instantie werden de voorbije maanden heel wat veldbezoeken afgelegd aan lokale boerengroepen om na te gaan wat de huidige stand van zaken is van deze groeperingen: over hoeveel groepen en leden gaat het precies en hoe zijn ze georganiseerd? De veldbezoeken werden afgerond in twee districten; de andere drie districten komen later aan bod. De bedoeling van deze bezoeken is om een inventaris op te maken van de boerengroepen, die als basis zal dienen voor de uitvoering en opvolging van het programma en om vooruitgang tijdens het programma te meten. In een van de betrokken districten werden reeds drie workshops gehouden voor leiders en leden van de boerengroepen, gefaciliteerd door FOS en UNAC. Er werd gereflecteerd over de sterktes en zwaktes van de eigen organisatie aan de hand van discussiegroepen, theater, goede voorbeelden uit de praktijk en veldbezoeken. De training eindigde met de opmaak van ‘plannen voor verandering’ die de leidraad zullen vormen voor de toekomstige werking van de boerengroepen. UNAC zal deze informatie gebruiken om te bepalen waar aan capaciteitsversterking gedaan kan worden en welke vormen van dienstverlening nuttig kunnen zijn voor de betreffende boeren. Inhoudelijk focussen de veranderingsplannen vooral op mogelijk- FOS jaarverslag 2013 • p. 106 heden om met een betalend lidmaatschap te starten, stopzetting van het bewerken van gemeenschappelijke velden, versterking van het leiderschap en van de financiële duurzaamheid van de boerengroepen. Naast de kleine boeren, ging er ook aandacht naar landarbeid(st)ers die tewerkgesteld worden op commerciële landbouwbedrijven. Drie bedrijven werden bezocht en er werd vastgesteld dat er nog geen werknemerscomités actief zijn in deze bedrijven. SINTAF hield introductiegesprekken zowel met werknemers als met het management van de bezochte bedrijven. Het wordt een belangrijke uitdaging voor SINTAF om de landarbeid(st)ers op deze boerderijen te organiseren, te trainen en te ondersteunen in het voeren van onderhandelingen op bedrijfsniveau. Tot nog toe hebben we kunnen vaststellen dat de bestaande boerengroepen eerder zwak zijn en met interne capaciteitsproblemen kampen en dat werknemerscomités zwak of onbestaande zijn. De bedoeling is om samen met SINTAF en UNAC structuren uit te bouwen om ondersteuning en diensten te kunnen bieden, opdat er een sterke boeren- en landarbeid(st) ersbeweging kan ontstaan in Gaza. Deze beweging moet uiteindelijk in staat zijn om de voedselzekerheid en de bestaansmiddelen van de meest kwetsbare gezinnen te verbeteren. FOS in het Zuiden SOCIAAL FONDS VOOR VOEDSELNIJVERHEID (VIA FONDS-HORVAL) BOLIVIA Het programma in Bolivia werd tussen 2011-2013 integraal gesteund door HORVAL. De doelstelling was om organisaties te steunen die te maken hebben met voedselproductie of -verwerking en om de thematiek van voedselveiligheid in het syndicale en gezondheidsprogramma aan te brengen. Onze partner CIPCA die de 6 vakbonden in de agro-industrie ondersteunt, vooral in de suikersector, maar ook seizoenarbeid(st)ers die amazonenoten verzamelen in het oerwoud en werknemers in de pluimveebedrijven, sojateelt, enz., legde zich toe op het intern versterken van de 6 zwakke en verdeelde organisaties. Door middel van gemeenschappelijke studiedagen over arbeidswetgeving, en door syndicale vorming, kwamen de organisaties in een algemene bijeenkomst in oktober tot een akkoord om in de loop van 2014 (ten laatste in 2015) een nieuwe nationale federatie te vormen voor de sector. Er werd ook aandacht besteed aan de bekendmaking van de arbeidssituatie in de sector en vooral de situatie van vrouwen, in aanloop van het ethisch tribunaal van februari 2014. FENATRAHOB, als vakbond van het huishoudpersoneel, legde vooral de nadruk op interne versterking en acties om IAO-Conventie 189 te laten ratificeren, wat eind 2011 ook gebeurde. Vanaf 2012 maakte de vakbond de eisenbundel op omtrent de werkelijke toepassing van de conventie, ondersteund met diverse politiek beleidsbeïnvloedende acties. De federatie werkte ook een voorstel uit over aansluiting bij de sociale zekerheid en nam deel aan de tripartiete onderhandelingen met de liga van huisvrouwen. Op vraag van de leden werden ook meer praktische cursussen rond voeding, koken en bakken gegeven. FECAFEB werkte met de kleine koffieboeren hoofdzakelijk rond voedselveiligheid en het recht op gezondheid. Een baselinestudie begin 2011 toonde aan dat er belangrijke ondervoeding is bij deze bevolkingsgroep wegens eenzijdige voeding en weinig toegang tot gezondheidszorg en evenmin tot de sociale regeringsprogramma’s voor kinderen onder de 5 jaar. Via gezondheidsmarkten en campagnes is de bevolking van Caranavi bewust gemaakt over het recht op gezondheid en de promotie van gezonde voeding. De vakbonden werkten ook een politiek voorstel uit over de sociale zekerheid voor de kleine boeren, die ook andere sectoren voordeel zou opleveren. FTFE ondersteunde samen met de leden van de informele fabriekssector de interne versterking en vakbondsvorming, en heeft invloed uitgeoefend op de informele bedrijven om de kinderarbeid tegen te gaan. Ngo CENAC ondersteunde de partners FENATRAHOB, FTFE en de bouwvakkers om hun recht op gezonde voeding in de werkomgeving in hun eisenpakketten op te nemen. Hiervoor werden vele vormingsmomenten georganiseerd, werd de bestaande wetgeving geanalyseerd en werden vormingsmaterialen uitgewerkt. Hierdoor is ook het thema voedselveiligheid opgenomen op de agenda van deze sectoren, van de collectieve onderhandelingen en in de gesprekken met het ministerie van Arbeid. AIS en de gezondheidspromotoren van Senkata lichtten samen met het lokale ziekenhuis de lokale bevolking voor i.v.m. het recht op gezondheid. De promotoren ondersteunden specifieke doelgroepen ook omtrent gezonde voeding, via kookcursussen en verspreiding van publicaties, recepten, enz. Het systeem voor democratische deelname van de bevolking in de beslissing over de werking van het gezondheidssysteem is verbeterd. In 2012 bezocht een HORVAL-delegatie Bolivia. Ze maakte kennis met de precaire situatie van de landarbeid(st)ers in Santa Cruz, alsook met de werking van FENATRAHOB en FTFE. In het volgende programma zetten de vakbonden gelijkaardige activiteiten verder met de sector van het huishoudpersoneel en de arbeid(st)ers in de agro-industrie die in de voedingssector -vooral voedingsproductie- werkzaam zijn. De nadruk ligt op organisatie-versterking en politieke beleidsbeïnvloeding rond de discriminerende arbeidswetgeving, en ook de toegang voor kleine koffieboeren tot bestaande regeringsprogramma’s voor voedselveiligheid moet beter. FOS jaarverslag 2013 • p. 107 FOS in het Zuiden CUBA voldoende om de productie van 20.000 zaailingen te verbeteren. In de oostelijke gemeente Baracoa van de provincie Guantánamo ondersteunen HORVAL en FOS het herstel van de cacaoproductie in 10 landbouwcoöperaties van ANAP, die in totaal 650 leden tellen. De cacaoplantages werden door de economische crisis na het wegvallen van het Oostblok en door de lage prijzen van cacao op de wereldmarkt de voorbije 20 jaren sterk verwaarloosd. ANAP ondersteunt de cacaoproducenten bij het verjongen van de plantages, het verbeteren van het lokaal transport en hun werkomstandigheden en schoolt de producenten technisch bij. Zoals verwacht lag de cacaoproductie in 2013 een goede 20% lager dan in het recordjaar 2012, als gevolg van de schade die orkaan Sandy op 60% van de plantages aanrichtte. Bovendien begint de invloed van de vernieuwing van de plantages zich nu pas stilaan te laten voelen. Het duurt namelijk een 5-tal jaar vooraleer een cacaoboom zijn volle productie bereikt. In 2012 werd gestart met de inrichting van tijdelijke kweekstations voor jonge cacaoboompjes. De uitrusting voor het permanente kweekstation werd aangekocht en is ter plaatste aanwezig. De bouw zal echter pas in 2014 aanvangen, wegens het gebrek aan cement in 2013. De heropbouw van woningen en de diensteninfrastructuur na beschadigingen door orkaan Sandy eind 2012 was immers prioritair. Desondanks waren eind 2013 in de 10 coöperaties reeds 119 ha cacaoplantages vernieuwd. Het vooropgestelde ritme wordt aangehouden. Door een gebrek aan cement werden ook geen nieuwe duurzame humusbedden gebouwd. De tijdelijke humusbedden produceerden 10 ton humus, In 2012 werd de uitrusting aangekocht om het transport van de cacao van de plantages naar de boerderijen, en van daaruit naar de verzamelpunten, per muilezel te verbeteren. De bouw van het atelier voor lederbewerking werd opgestart. De lederbewerkers worden bijgeschoold en breiden het aanbod van hun producten verder uit. De vernieuwing van de smidse werd eveneens aangevangen. In 2013 zijn de cacaoboeren er in geslaagd om heel hun productie tot op de verzamelpunten te vervoeren. De bijscholing van de cacaoboeren draaide in 2013 op volle toeren. In totaal werden 12 vormingen aangeboden met als resultaat ongeveer 240 bijschoolde boeren. De thema’s die in de cursussen aan bod kwamen werden vanuit een sterke agro-ecologische visie behandeld met als doel de biologische teelt van cacao te vrijwaren. CAO IN KADER VAN INVOERING STEUN VOOR EEN SOCIAAL DOEL (DEME4LIFE FONDS) GHANA In het kader van een cao ondertekend door de bedrijven Baggerwerken Decloedt & Zn en Dredging International, samen onder DEME, en de Algemene Centrale ABVV Antwerpen-Waasland en ACV BIE, verleent het DEME4LIFE fonds een bijdrage voor de financiering van drinkwatervoorziening en het verbeteren van de hygiëne in drie rurale gemeenschappen in Ghana. Het 3 jarenproject (2012-2014) wordt medegefinancierd door de Vlaamse Overheid via het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO). Het jaar 2013 was FOS jaarverslag 2013 • p. 108 het tweede jaar van de uitvoering van het project. De algemene doelstelling van het project luidt: “de menselijke gezondheid en de levenskwaliteit van de gemeenschappen en scholen in Nandom, Samou en Akim Ayirebi te verbeteren door het leveren van drinkwater van goede kwaliteit en door het creëren van verbeterde gezondheids- en sanitaire levensomstandigheden, die beantwoorden aan de normen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO).” Het project voorziet het opzetten van drinkwatersystemen voor het leveren van drinkbaar water aan de leerlingen, inwoners en bezoekers van de gemeenschap- FOS in het Zuiden pen Nandom en Samou, op belangrijke plaatsen zoals bij scholen en op markten en ontmoetingsplaatsen. Tevens voorziet het project de bouw van 4 publieke toiletten in Akim Ayirebi. De twee investeringsactiviteiten zullen gepaard gaan met sensibiliseren en verbeteren van de hygiëne in de drie gemeenschappen via vormingen en capaciteitsopbouw. In 2012 werd het drinkwatersysteem voor Nandom Senior High opgezet en in Akim Ayirebi werd een publiek toilet afgewerkt en in gebruik genomen. Een tweede en een derde publiek toilet werd afgewerkt in 2013, samen met een watersysteem voor de Samou Gemeenschap. Het project in de drie gemeenschappen zal afgerond worden in 2014 met een externe evaluatie in juli. De samenwerking met ABVV Algemene CentraleAntwerpen Waasland en het DEME4LIFE fonds wordt verder gezet met een gelijkaardig project in andere gemeenschappen in Ghana. FOS jaarverslag 2013 • p. 109 FOS jaarverslag 2013 • p. 110 { fos IN VLAANDEREN FOS IN VLAANDEREN Budget 321.158,69 euro Donoren DGD, NVSM, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, 11.11.11 In 2013 heeft FOS de wereldwijde strijd van de huishoudwerk(st)ers naar de socialistische beweging gebracht. Huishoudwerk(st)ers krijgen vaak niet het respect dat ze verdienen. In het Zuiden is er onderwaardering, misbruik, uitbuiting en te vaak krijgen huishoudwerk(st)ers niet dezelfde rechten als andere werknemers. Tot op vandaag wordt huishoudwerk niet als “écht” werk gezien. Nochtans neemt de vraag naar huishoudwerk(st)ers overal toe. Ze zijn onmisbaar geworden in de samenleving. Elke huishoudwerk(st)er heeft recht op waardig werk! Daarom voerden we in 2013 campagne onder de slogan “Veeg onze problemen niet onder de mat”, samen met onze partners De Algemene Centrale - ABVV, Vlaams ABVV, de Socialistische Mutualiteiten, sp.a en vzw Thuiszorg. FOS kwam ook nog op andere manieren naar buiten in 2013. We organiseerden verschillende activiteiten in het kader van onze partnerschappen en tekenden present op politieke acties in samenwerking met verschillende netwerken. Onze sympathisanten blijven steeds op de hoogte via onze vaste publicaties. Binnen de partnerschappen die FOS heeft met verschillende organisaties van de socialistische beweging, viel in 2013 vooral de solidariteitsband tussen Bond Moyson West-Vlaanderen en Zuid-Afrika op, alsook de uitwisseling tussen Colombiaanse vakbondsmilitanten en de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Er kwam een delegatie naar België en militanten van bij ons brachten een tegenbezoek aan Colombia. Wat onze publicaties betreft, is het aantal abonnees zowel op FOSFOR als op onze elektronische nieuwsbrief gestegen. Door deze publicaties blijven we in contact met onze storters en sympathisanten en kunnen we hen blijvend warm maken voor onze zaak. Zij vormen een belangrijk doelpubliek, maar niet het grootste. Het ruimere doelpubliek zijn alle leden van de socialistische beweging. Daarom proberen we te communiceren via de kanalen die deze mensen reeds bereiken, namelijk de ledenbladen en websites van de organisaties waarbij ze zijn aangesloten. Ook via de kanalen van de Noord-Zuidbeweging proberen we een groter publiek te bereiken. We zetten meer in op de sociale media. Onze facebookpagina haalde dit jaar veel nieuwe “likes”. Naast educatief werk, zet FOS ook steeds meer in op het beleidsbeïnvloedend werk. We volgen de werking van een aantal allianties en netwerken op, om te kunnen wegen op het overheidsbeleid. We maken studies en werken samen met andere organisaties uit het middenveld. Om dit werk in de kijker te zetten, nemen we deel aan tal van publieke acties. Op de volgende bladzijden kan u uitgebreid lezen wat FOS in Vlaanderen heeft gerealiseerd in 2013. FOS jaarverslag 2013 • p. 111 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAPPEN In de kaders geven we een totaaloverzicht van de partnerschappen tussen de socialistische beweging en de FOS-partners in het Zuiden. Daarnaast staan we stil bij twee partners voor wie 2013 een bijzonder jaar was. PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN HORVAL (Centrale Voeding Horeca Diensten ABVV) ZUIDPARTNERS CUBA-PARTNER ANAP (Asociación Nacional de Agricultores Pequeños - Nationale vereniging van Kleine Boeren) uit Cuba BOLIVIA-GEZONDHEIDSPARTNERS FECAFEB (Federación de Caficultores Exportadores de Bolivia -federatie van Exporterende Koffieboeren van Bolivia) AIS (Acción International por la salud - Internationale Actie voor Gezondheid) BOLIVIA-WAARDIG WERK PARTNERS CIPCA (Centro para la Investigación y Promoción del Campesinado - Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de Plattelandsbevolking) FENATRAHOB (Federación Nacional de Trabajadores del Hogar - Nationale Federatie van Huishoudwerkers) FTFE (Federación de Trabajadores Fabriles Exportadores - Federatie van Fabrieksarbeid(st)ers uit Bolivia) FOS jaarverslag 2013 • p. 112 ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Opvolging van cacaoproject (buiten DGD-programma) met ANAP Overleg over mogelijkheid verderzetting partnerschap 2014-2016 Verkenningsmissie in juli 2013 met HORVAL-delegatie voor opstarten van nieuwe partnerschappen Uitwisselingsontmoeting landenvertegenwoordiger Cuba met algemeen secretaris van HORVAL Opvolging van partnerschap met partners in Bolivia Publicatie van vier artikels over de partneractiviteiten Uitgave van brochure over suikerrietsector FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ABVV WEST-VLAANDEREN ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 FNT - NICARAGUA Uitbouw van gemeentelijke en regionale coördinatie en afstemming tussen de sectoriële vakbonden aangesloten bij de confederatie FNT Tweemaandelijkse vergadering van de CIS (Commissie Internationale Samenwerking) Halfjaarlijkse info over partnerwerkingen op de vergaderingen van de CIS 1-mei Kortrijk: aanwezigheid met FOS-campagne 1-mei Brugge: aanwezigheid met FOS-campagne SNTIL - CUBA Opleiding van vakbondskaders en verbeteren van infrastructuur FOS-campagnepresentatie op CIS-vergaderingen BESCHUTTE WERKPLAATS EPIL - CUBA Opleiding van werknemers en creatie van arbeidsplaatsen Partner uit het Zuiden op CIS: Leonard Gentle (ILRIG) uit Zuid-Afrika CGTP - PERU Uitbouwen van syndicale structuur Basisvorming FOS (verschillende groepen vakbondsmilitanten) Actie op Manifiesta Deelname aan voorbereidende werkgroep voor de Dag van de Internationale Solidariteit Voorbereiding en deelname internationale vromingsweek Voorbereiding en deelname aan Café Solidarité te Torhout Vorming Recht op waardig huishoudwerk (verschillende groepen déléqués) Aanwezigheid op congressen Cuban Five: ontmoetingsmoment met een van de echtgenotes van de Cuban Five FENACLE - ECUADOR Uitbouwen van syndicale structuur Informatievergadering met provinciaal secretaris over de projecten met de regioverantwoordelijken van Cuba, Centraal-Amerika en Andes. PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE - BOUW - ABVV ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 SNTC - CUBA Opleiding van vakbondskaders Deelname aan Cubawerkgroep van AC (4X per jaar): evolutie van partneractiviteiten Voorbereiding begeleiding door landenvertegenwoordiger van AC-missie naar Cuba, begin februari 2013 CSDA - EL SALVADOR Gezamenlijk project vakbonden - suikerbedrijf voor installatie van zonnepanelen bij suikerrietkappers Publicatie 2 artikels over de AC-missie en over gevolgen van de economische hervormingen voor de bouwsector in Cuba Uiteenzetting landenvertegenwoordiger Cuba op Cubawerkgroep december 2013: duiding van socio-economische evoluties in Cuba in het algemeen en voor de bouwsector in het bijzonder Halfjaarlijkse rapportering over de werking van duurzame energievoorziening in El Salvador FOS jaarverslag 2013 • p. 113 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE - ABVV ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Gezamenlijke missie FOS-AC naar partner in Palestina PGFTU - PALESTINA Gezamenlijke deelname aan Midden-Oostenoverleg van 11-11-11 Rapportering over evolutie partnerwerking PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE ANTWERPEN - WAASLAND ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Verslaggeving over voortgang van het programma Waardig Werk in Colombia Bezoek van Pablo Vargas, Bernardo Cuadros, Elio Villar en Betty Fuentes, een delegatie vakbondsactivisten van partnerorganisatie FENSUAGRO. Gedurende anderhalve week informeerden en sensibiliseerden ze Belgische parlementairen, leden van de beweging en het publiek over de huidige context in Colombia, met specifieke aandacht voor arbeids- en syndicale rechten. Ze namen ook deel aan de 1-meiviering in Antwerpen. COLOMBIA - FENSUAGRO Federatión Nacional Sindical Unitaria Agropecuaria - Nationale Eenheidsvakbondfederatie van de landbouw Medewerking van de AC-AW voor verschillende solidariteitsacties (bv. voor de vrijlating van vakbondsactivist Huber Ballesteros), verspreiding van informatie, enz. Aanmaak van een blog over het partnerschap tussen FOS en AC-AW, vakbondswerk in Colombia en uitwisselingsreizen tussen de partners. De blog wordt onderhouden door AC-AW. Bezoek van twee afgevaardigden van AC-AW (Ronny Leblon en Sven Naessens) aan de palmvakbonden aangesloten bij partnerorganisatie FENSUAGRO. Uitwisselingsreis van twee weken, onder begeleiding van FOS-Andes (oktobernovember). Actualiteitsresolutie over arrestatie van vakbondsleider Huber Ballesteros op congres “Werk voor Morgen” (november). PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ACOD - ALGEMENE CENTRALE DER OPENBARE DIENSTEN - ABVV ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Bezoek aan Zuidpartner SAMWU en onderzoeks- en vormingsinstituut ILRIG in Kaapstad, Zuid-Afrika door de algemeen secretaris, voorzitter en medewerker diversiteit van ACOD ZUID-AFRIKA SAMWU/ILRIG Artikel om leden van ACOD te informeren over het project met SAMWU en de Zuid-Afrikaanse context Rapportering over activiteiten 2013 en bespreking planning voor 2014 FOS jaarverslag 2013 • p. 114 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ACOD - AMIO OVERHEIDSDIENSTEN ZUIDPARTNERS CUBA - CTC Opleiding van vakbondskaders en verbeteren van infrastructuur ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Jaarlijkse verslaggeving over 2013 aan algemeen secretaris ACOD Kennisgeving FOS-programma in het Zuiden aan algemeen secretaris PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN HET NATIONAAL VERBOND DER SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN - NVSM ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Jaarlijkse verslaggeving over partnerwerking CENTRAAL-AMERIKA EN CUBA Gezondheidspartners Verslaggeving gezondheidsprogramma door regioverantwoordelijke Cuba, Centraal-Amerika en Andes aan NVSM-Studiedienst. Terugkomdag april 2013 met deelnemers van Cuba-reis ‘Gezond en Wel in Cuba’ FOS jaarverslag 2013 • p. 115 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN DE VOORZORG PROVINCIE ANTWERPEN ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 PERU GEZONDHEIDSPARTNERS Infomomenten met kerngroep CNCJ - (Coordinadora Nacional de Pequeños Productores de Comercio Justo - Nationale Coördinatie van Kleine Eerlijke Handel Producenten) Communicatie: publicaties over partnerschap en aankondigingen van activiteiten op de website, op intranet, in het personeelsblad en in S-magazine Verslaggeving en afronding van het EHBOproject voor bananenboeren in Peru Eerste voorbereidingen fondsenwervende activiteit in 2014 FEMUCARINAP - (Federación Nacional de Mujeres Campesinas, Artesanas, Indígenas, Nativas y Asalariadas del Perú - Nationale Federatie van Boerinnen, Vakvrouwen, Indiaanse vrouwen, Inheemse vrouwen en Betaalde vrouwen van Peru) Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: voorbereidende werkgroep Café Solidarité, organisatie van Café Solidarité in Rumst, flyeractie bij personeel, oproep op intranet, vergadering met loketverantwoordelijken,… ForoSalud (Gezondheidsforum) PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN DE VOORZORG LIMBURG ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Interactieve stand op de Ladies Night van Viva-SVV te Hasselt UCAMA Vereniging van Nationale Boeren uit Mozambique Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: campagnepresentatie tijdens vergaderingen met verantwoordelijken van de socio-culturele organisaties van De Voorzorg, voorbereidende werkgroep Café Solidarité, organisatie van Café Solidarité in Genk Aanwezig op 1 mei Solidariteitsmaaltijd Interactieve stand op de baby- en kinderrommelmarkt van De Voorzorg te Genk FOS jaarverslag 2013 • p. 116 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN federatie van socialistische mutualiteiten van brabant (FSMB) ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 GEZONDHEIDSPARTNERS ECUADOR Bijeenkomsten en infomomenten Mujeres por la Vida (Vrouwen voor het Leven) ‘Duik in de Maleta’: uitvoeren van het nawerkingstraject bij personeelsleden en lokale afdelingen Wereldfeest Leuven: interactieve stand met workshops en informatie over het project ‘Duik in de maleta’. FENOCIN (Confederación Nacional de Organizaciones Campesinas. Indigenas y Negras - Nationale Confederatie van Boeren, Inheemse volkeren en Afro Ecuadoranen Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: o.a. organisatie Café Solidarité in Liedekerke en stand tijdens de 1 meiviering in Brussel FOS jaarverslag 2013 • p. 117 FOS in Vlaanderen PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN BOND MOYSON OOST-VLAANDEREN ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 BOLIVIA GEZONDHEIDSPARTNERS Bijeenkomsten en infomomenten FECAFEB - (Federatión de Caficultores Exportadores de Bolivia - Federatie van Exporterende Koffieboeren van Bolivia) Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op waardig huishoudwerk o.a. organisatie Café Solidarité in Dendermonde, flyeractie bij alle personeelsleden in de hoofdzetel, oproep op intranet en campagnestand aan de refter. Uitwisseling: Prima Ocsa van FOS-partner FENATRAHOB, de vakbond voor huishoudwerk(st)ers in Bolivia geeft getuigenis aan en neemt deel aan activiteiten van Thuiszorg Oost-Vlaanderen. AIS - (Acción internatcional para la Salud - Internationale Actie voor Gezondheid) PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN BOND MOYSON WEST-VLAANDEREN ZUIDPARTNERS ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013 Solidariteitsmaaltijd ten voordele van Women on Farms Project in Kortrijk en Brugge Versturen van nieuwjaarskaartjes Vorming Recht op Waardig Huishoudwerk (verschillende groepen) Zuid-Afrikaanse “eerlijke” wijnbar op tal van evenementen Voorbereidende werkgroepen Zuid-Afrika uitwisseling WFP - ZUID-AFRIKA Women on Farms Project - Project van vrouwen op de boerderijen Vormingen voor Zuid-Afrika reizigers Uitwisselingsreis Zuid-Afrika Zuid-Afrikaanse vertelavonden in talrijke gemeenten Intranet: maandelijkse nieuwsbrief met informatie over projecten in Zuid-Afrika Blog Zuid-Afrika reizigers Interactieve stands op activiteiten (Dag van de Zorg enz.) Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: o.a. organisatie Café Solidarité in Torhout en stand tijdens de 1 meiviering in Kortrijk FOS jaarverslag 2013 • p. 118 focus In 2012 werden de deelnemers intensief voorbereid op een uitwisselingsreis naar Zuid-Afrika. In februari 2013 was het dan eindelijk zo ver en konden enkele werknemers van Bond Moyson West-Vlaanderen en/of VIVA-SVV West-Vlaanderen vertrekken. De reizigers bezochten verschillende FOS-partners en leerden zo wat de werking van FOS in Zuid-Afrika inhoudt. De delegatie bracht een bezoek aan het Women on Farms project, waarmee Bond Moyson West-Vlaanderen ook een partnerschap heeft. Ze werden geconfronteerd met de problemen van vele vrouwelijke landarbeidsters: alcoholverslaving, misbruik, slechte huisvesting, volledige afhankelijkheid van de werk- BOND MOYSON WEST-vlaanderen op reis naar zuid-afrika gever enz. WOFP legde uit hoe zij de landarbeidsters ondersteunen. De groep bracht ook een bezoek aan ILRIG en Sikula Sonkhe, partners van FOS. Ze maakten ook kennis met de nieuwe FOS-partner SADSAWU (de Zuid-Afrikaanse vakbond voor huishoudwerk(st)ers). Tijdens de reis hielden de deelnemers een blog bij, zodat het thuisfront het reilen en zeilen van de groep kon volgen. Deze werd dan ook duchtig gelezen. Neem een kijkje op www.zuidafrikareis.fos-ngo.be Na afloop van de reis besloot de groep deelnemers om een reeks Zuid-Afrikaanse vertelavonden te organiseren in heel West-Vlaanderen. Ondersteund door een reis- en fotoverslag wijdden ze het publiek in het Zuid-Afrikaanse leven in. Deze avonden werden een groot succes, en ook in 2014 zullen er nog georganiseerd worden. De deelnemers ontpopten zich tot een groep geëngageerde vrijwilligers die op diverse manieren aandacht voor Zuid-Afrika en FOS willen vragen. Dit doen ze onder meer door solidariteitsmaaltijden te organiseren en op verschillende activiteiten aanwezig te zijn met een eerlijk Zuid-Afrikaanse wijnbar. Als FOS kunnen we besluiten dat we er in geslaagd zijn om via deze uitwisselingsreis mensen te informeren, te mobiliseren en te engageren. Missie geslaagd! ■ FOS jaarverslag 2013 • p. 119 focus In 2013 zette de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland hun partnerschap met de Colombiaanse vakbondsfederatie FENSUAGRO stevig in de kijker. In mei kwam een Colombiaanse vakbondsdelegatie op bezoek in Antwerpen. In oktober reisden militanten uit Antwerpen op hun beurt naar Colombia. Colombiaanse delegatie in België AC Antwerpen-Waasland nam de Colombiaanse vakbondsactivisten mee op sleeptouw tijdens de 1 meiviering. Voorzien van vlaggen trokken ze met de rode menigte door de straten van Antwerpen. Toen Caroline Copers (Vlaams ABVV) van op het podium de Colombianen begroette en het belang van internationale samenwerking duidelijk onderstreepte, juichte de delegatie enthousiast. Ze genoten erg van het Feest van de Arbeid, dat traditioneel ook steeds gevierd wordt in Colombia. Al is 1 mei volgens Betty Fuentes, een van de Colombiaanse gasten, niet gewoon een “feest”: “1 mei is FOS jaarverslag 2013 • p. 120 AC ANTWERPEN-WAASLAND ZET PARTNERSCHAP MET DE COLOMBIAANSE VAKBONDSFEDERATIE IN DE KIJKER de Dag van de Arbeid, en voor ons is het echt een strijddag. We herdenken wat we gerealiseerd hebben, maar kijken vooral vooruit. Op het gebied van arbeidsrechten moet er nog heel wat gebeuren in Colombia. Voor veel mensen is het een rustdag maar voor ons is het een dag van internationale strijd voor de arbeidsrechten! Internationale solidariteit mag zich trouwens niet beperken tot economische steun. Uiteraard is die erg welkom, maar we moeten ook elkaars problemen leren kennen, kennis uitwisselen en samen de problemen aanpakken. Enkel verenigd kunnen we verandering realiseren!” Solidariteitsacties In augustus werd de ondervoorzitter van FENSUAGRO, Huber Ballesteros, onterecht gearresteerd. Voor de AC Antwerpen-Waasland is Huber geen onbekende. Ze lieten er dan ook geen gras over groeien en verspreidden mee de petitie voor zijn vrijlating. Tijdens hun congres in november maakten ze een actualiteitsresolutie op, waarin ze de onrechtmatige arrestatie van Ballesteros opnieuw aanklaagden. Belgische delegatie in Colombia Van 26 oktober tot 10 november bezocht een delegatie van de AC Antwerpen-Waasland de palmvakbonden in Colombia. Ze namen deel aan vakbondsmeetings, bezochten palmplantages en nog veel meer. Ze brachten een volledig reisverslag met foto’s uit op een blog, die in het kader van het partnerschap werd aangemaakt. De reizigers kwamen vol enthousiasme terug, en zijn erop gebrand om in de komende jaren het partnerschap met FENSUAGRO nog meer aandacht te geven! Op de blog houden ze het publiek alvast op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen. In 2014 plannen ze een Colombia-avond. ■ Neem zelf een kijkje op www.fos-accolombia.be FOS in Vlaanderen CAMPAGNE 2013 recht op waardig huishoudwerk: Veeg onze problemen niet onder de mat Onder het motto “Veeg onze problemen niet onder de mat”, startte FOS in 2013 de sensibiliseringscampagne voor het Recht op Waardig Huishoudwerk, samen met het Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a, de Algemene Centrale-ABVV en vzw Thuiszorg. We werkten drie politieke eisen uit, en vroegen: • Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking; om in bilaterale gesprekken de ratificatie van Conventie 189 te vragen, alsook een plaats voor vakbonden en middenveldorganisaties in het sociaal overleg binnen de landen. • Aan de minister van Werk; om in België Conventie 189 te ratificeren. Wij willen dat België daarmee een voorbeeldrol opneemt in de verbetering van de arbeidsomstandigheden van het huishoudpersoneel. We vragen ook aan de minister van Werk, dat ze, samen met de andere betrokken ministers, initiatieven neemt om de organisatie van illegaal huishoudwerk en de uitbuiting van illegale huishoudwerk(st)ers in ons land tegen te gaan. • Aan de ambassades van de partnerlanden waar wij vakbonden van huishoudpersoneel ondersteunen; om de conventie te ratificeren. BEZOEK VAN PRIMA OCSA UIT BOLIVIA Prima Ocsa, algemeen secretaris van FENATRAHOB, de vakbond voor Huishoudwerk(st)ers in BOLIVIA, was de tweede helft van maart in ons land voor een sprekerstoer. Ze gaf mee de aftrap van de FOS-campagne. Opnieuw werd de campagne officieel gelanceerd in aanwezigheid van de kopstukken van de verschillende campagnepartners. Ze bonden allemaal een campagneschort om en veegden een van de rechten van huishoudwerk(st)ers van onder het tapijt vandaan. Ook in 2013 werd in elke provincie een ‘Café Solidarité’ georganiseerd met de provinciale partners en de lokale afdelingen. Prima zat in het panel samen met lokale specialisten over het thema huishoudwerk. Er ontstond een mooie uitwisseling aan ervaringen. Ook verschillende Vlaamse poetsvrouwen namen het woord. Zo kwamen we echt tot een Noord-Zuidcampagne. In Oost-Vlaanderen werd een hele reeks Cafés Solidarités georganiseerd. Onze mooie affiche en een fototentoonstelling met tien foto’s van Boliviaanse huishoudwerksters sierden heel wat kantoren en gebouwen van de socialistische beweging. We verspreidden ook een informatieve folder, een actiebrochure, een partner- brochure en een uitgebreid dossier over huishoudwerk. De campagnebuttons met de slogan “Ik veeg hun problemen niet onder de mat” werden door vele mensen opgespeld tijdens allerlei activiteiten. Ook de “solidaire schorten”, die FOS verkocht voor 8 euro, gingen vlot de deur uit. Heel wat mensen toonden hun solidariteit met huishoudwerk(st)ers wereldwijd! Om lokale afdelingen aan de slag te doen gaan met het campagnethema, werkten we een draaiboek voor een filmactiviteit en een heus inleefspel uit. Mede dankzij jullie werd deze campagne een succes! Een welgemeende dankjewel! FOS jaarverslag 2013 • p. 121 FOS in Vlaanderen PUBLICATIES 2013 Voor een organisatie als FOS is communicatie heel belangrijk. Regelmatig met onze thema’s en standpunten naar buiten komen, is een must. Zo blijft ons doelpubliek op de hoogte van wat we doen en van de problemen waar onze partners in het Zuiden dagelijks mee geconfronteerd worden. We hebben onze eigen kanalen waarmee we nieuws over onze acties, campagnes, partners, standpunten etc. verspreiden. Ons driemaandelijks tijdschrift FOSFOR, onze maandelijkse e-nieuwsbrief, onze website en facebookpagina zijn bedoeld voor onze sympathisanten en storters. Zo blijven we met hen in contact en kunnen we hen blijvend warm maken voor onze zaak. Zij vormen een belangrijk doelpubliek, maar niet het grootste. Het ruimere doelpubliek zijn alle leden van de socialistische beweging. Daarom proberen we te communiceren via de kanalen die deze mensen reeds bereiken, namelijk de ledenbladen en websites van de organisaties waarbij ze zijn aangesloten. Hier hebben we in 2013 opnieuw op ingezet. Ook via de kanalen van de Noord-Zuidbeweging proberen we een groter publiek te bereiken. EIGEN PUBLICATIES In 2013 steeg het aantal FOSFOR-abonnees met 29,4%, tot 5906. Op het einde van 2012 werd het blad qua lay-out in een nieuw en modern kleedje gestoken. In 2013 gingen we hier mee verder en werkten we de nieuwe onderdelen beter uit. Rubrieken als “en bij ons” leggen de link tussen Noord en Zuid en maken problematieken herkenbaar. We gaan ook steeds op zoek naar goed beeldmateriaal om de artikels te illustreren. FOSFOR blijft voor ons een belangrijk instrument om mensen te sensibiliseren. Door hun abonnement op ons tijdschrift tonen mensen hun betrokkenheid en interesse. In 2013 abonneerden 1278 nieuwe contacten zich op onze maandelijkse nieuwsbrief, wat het totaal aantal adressen in onze mailinglijst op 6036 bracht. Heel wat mensen kwamen dit jaar in contact met FOS en de campagne en gaven aan dat ze op de hoogte wensten FOS jaarverslag 2013 • p. 122 te blijven. De abonnees krijgen een maandelijkse update over relevante Noord-Zuidthema’s en worden via dit kanaal ook opgeroepen om deel te nemen aan acties. Inhoudelijk proberen we te zorgen voor een goede mix van actualiteit, inhoudelijke artikels uit het Zuiden rond de thema’s Waardig Werk en recht op gezondheid, en oproep tot actie. Informatie is een belangrijke component van vorming en educatie. We willen dus ook in de toekomst in de elektronische nieuwsbrief investeren. Het is een instrument waarmee we op een goedkope manier veel mensen kunnen bereiken. Om de informatie rond Colombia gemakkelijk te verspreiden wordt een e-newsflash “Info Colombia” gestuurd naar een specifieke mailinglijst van geïnteresseerden. In 2013 zijn 14 berichten verstuurd om informatie te verstrekken en op te roepen tot actie. In de loop van het volgende programma willen we deze nieuwsflash verder uitwerken. Een soortgelijke nieuwsbrief met artikels over de evoluties in Cuba stuurt FOS sinds eind 2011 naar een specifieke adressenlijst van Cuba-sympathisanten. In 2013 werden 2 nieuwsbrieven verstuurd. De Facebookpagina was ook in 2013 een belangrijk campagne-instrument: via Facebook werd er opgeroepen om mee te doen aan de campagne en een solidaire schort te kopen. Op het einde van 2013 telde onze Facebookpagina 1125 fans, bijna 400 meer dan in 2012. LEDENBLADEN In 2013 verschenen 78 artikels of advertenties in bladen en op websites van organisaties uit de socialistische beweging. Een groot deel van de artikels ging over het campagnethema Recht op Waardig Huishoudwerk. In Vizine, het ledenblad van VIVA-SVV, heeft FOS een eigen rubriek “Vrouw uit het Zuiden”. Ook in de bladen van de grote organisaties (vakbond, mutualiteit) die op honderdduizenden exemplaren verschijnen is er regelmatig plaats voor een artikel of een advertentie van FOS. Hierdoor bereiken we steeds meer leden, brengen we hen op de hoogte en maken FOS in Vlaanderen we hen meer bereid tot actie. Het grote aantal FOSbijdragen dat in 2013 in de ledenbladen is verschenen, wijst ook op een verhoogd engagement van onze Noordparters om onze thema’s in de kijker te zetten. Eind 2013 maakten we afspraken met verschillende organisaties om ook de volgende jaren FOS in de kijker te zetten in de ledenbladen. OP HET WEB Onze website wordt het hele jaar door bijgewerkt. De items van de nieuwsbrief zijn meestal gelinkt naar artikels op onze eigen website. Ook ons kwartaalblad FOSFOR is er te vinden. De meest recente informatie over de campagne staat op de campagnepagina en ook de activiteitenkalender is steeds up to date. Eén keer per jaar worden alle teksten op de website (bv. landenpagina’s) geactualiseerd. Om ons online-bereik te vermeningvuldigen plaatsen we relevante artikels ook op de websites www.11. be en www.dewereldmorgen.be. We vragen ook aan onze partners binnen de socialistische beweging om onze campagne en andere acties op hun websites en in hun elektronische nieuwsbrieven in de kijker te zetten. Via al deze kanalen kunnen we ons online bereik aanzienlijk verhogen. FOS jaarverslag 2013 • p. 123 FOS in Vlaanderen PUBLICATIE CIJFERS Telde eind 2013 5906 abonnees FOSFOR Verschijnt 4 x per jaar NIEUW IN 2013 Een stijging van het aantal abonnees met 29,4 % ten opzichte van 2012. In 2013 werd de nieuwe lay-out van ons tijdschrift verder uitgewerkt. Ieder nummer wordt opgebouwd rond een thema. De nieuwe rubriek “en bij ons”, zorgt voor een duidelijke link tussen Noord en Zuid. Telde eind 2013 6036 abonnees e-nieuwsbrief Verschijnt 10 x per jaar. Bij belangrijke activiteiten wordt een extra nieuwsbrief verstuurd. Een stijging van het aantal abonnees met 26,8 % ten opzichte van 2012. De artikels zijn systematisch ook verschenen op www.11. be en www.dewereldmorgen.be wat het bereik met een factor 10 verhoogt. WEBSITE 24.906 bezoeken in 2013 Een voortdurende actualisering van de inhoud. Een inhoudelijke verbetering van de inhoud, o.a. door enkele nieuwe pagina’s in te voegen FACEBOOK Eind 2013 telde de Facebookpagina 1125 fans PUBLICATIES IN LEDENBLADEN Er zijn 78 artikels en advertenties gepubliceerd in tal van ledenbladen en op websites van de socialistische beweging FOS jaarverslag 2013 • p. 124 In 2013 probeerden we onze aanwezigheid op Facebook te verhogen en zoveel mogelijk mensen onze pagina te doen liken. Er kwamen bijna 400 fans bij. FOS in Vlaanderen BEWEGING MAKEN SAMEN MET ANDEREN Als bewegings-ngo maakt FOS deel uit van verschillende netwerken, zowel binnen de socialistische beweging als binnen de Noord-Zuidbeweging. We nemen gezamenlijke standpunten in, voeren samen actie en zetten bepaalde punten hoger op de (politieke) agenda. Binnen de Noord-Zuidbeweging spelen we een actieve rol in de ngo-federatie en in 11.11.11 (de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging). In 2013 bleef FOS een belangrijke functie uitoefenen in het bestuur van de koepel alsook in verschillende adviesorganen en werkgroepen. Het beleid en de werking van een koepelorganisatie komt pas tot stand door de actieve samenwerking van de leden, en we trachten permanent mee te werken aan de uitbouw van een stevige koepel. Onze jarenlange ervaring in het Zuiden, onze structurele visie op ontwikkelingssamenwerking en onze campagnes en educatie in het Noorden, vormen een stevige basis om samen met andere ngo’s een daadkrachtige Noord-Zuidbeweging te vormen. Onze eigen vrijwilligers in de verschillende provincies, namen bovendien in 2013 ook actief deel aan het vrijwilligersforum van 11.11.11. In de verschillende provincies maken we ook deel uit van het Provinciaal Noord-Zuidoverleg en nemen we deel aan provinciale info-avonden of –beurzen van 11.11.11. De Tijd Loopt is een campagne van 11.11.11 waarbij verschillende organisaties de krachten bundelen voor het behalen van de Milenniumdoelstellingen tegen 2015. In 2013 hebben we samen met andere organisaties getracht om onze eisen op het vlak van gezondheid en Waardig Werk te actualiseren voor het post2015-tijdperk en een voorstel uitgewerkt voor een wereldwijd actiemodel in 2015. Op 20 september ging de coalitie 2015 DTL en CNCD met een delegatie van een honderdtal mensen naar het parlement. Iedereen had een tikkende wekker bij, en er was ook één heel grote wekker, met de boodschap : “politici, de tijd loopt voor de MDG’s”. Een indrukwekkende optocht die eindigde in het peristilium, waar Eerste Minister Di Rupo en minister van Ontwikkelingssamenwerking Labille de wekker afduwden. Ze beloofden werk te maken van de Milenniumdoelstellingen. FOS is een stichtend lid van MO*, het mondiale nieuwsmedium van Vlaanderen. FOS doet ook haar in- breng in de jaarlijkse redactievergadering om mee te reflecteren en thema’s aan te brengen. We vinden het heel belangrijk om te kunnen bijdragen tot een ruimere berichtgeving over de wereld en zijn problemen. De Wereld Morgen is de alternatieve nieuwssite van Vlaanderen. Zij houden de vinger aan de pols van de sociale bewegingen uit het middenveld, en FOS maakt deel uit van die groep. We wonen twee keer per jaar de partnerbijeenkomst bij om input te geven voor de evaluatie (najaar) en planning (voorjaar). Het merendeel van de artikels die FOS op de eigen website plaatst, komen ook op www.dewereldmorgen.be te staan. De redactie van De Wereld Morgen selecteert af en toe een artikel van FOS voor in de dagelijkse nieuwsbrief. Dit verhoogt het bereik van onze artikels aanzienlijk. Binnen de socialistische beweging, vormen ABVVvrouwen, VIVA-SVV en Zij-kant, samen met FOS het samenwerkingsverband ‘Ladies in Red’. Allen zijn organisaties binnen de socialistische beweging die opkomen voor de rechten van vrouwen. In 2013 deden we samen mee aan de internationale vrouwendag op 8 maart en aan de nationale vrouwendag op 11 november. Telkens werd er voorzien in een grote gemeenschappelijke stand en een actie. Zo werd er op 11 november een stereotiepe quiz georganiseerd. FOS organiseerde in april (24/4 tot 4/5/2013 ) samen met partners uit de socialistische beweging een lobby-tour over de vrijhandelsakkoorden tussen de Europese Unie, Colombia en Peru. Een delegatie van 4 Colombiaanse vakbondsactivisten kwam naar België om aan de beleidsmakers in Europa duidelijk te maken welke gevolgen de vrijhandelsakkoorden zullen hebben in het Zuiden. Dit bezoek paste binnen het programma van onze partner in Colombia FENSUAGRO. Deze missie kwam op een heel belangrijk lobbymoment voor België. In de Senaat werd immers een parlementaire resolutie over Colombia voorgesteld (sterk getrokken door de CBC). Ook het vrijhandelsakkoord EU/Peru/Colombia moest door de verschillende overheden in België geratificeerd worden. Omdat we zoveel mogelijk wilden werken in synergie met onze collega’s van ISVI (ABVV) vervoegde ook een vertegenwoordigster van de partner van het bloemenproject van het ABVV de delegatie. De missie werd gecoördineerd door FOS, in samenwerking met FOS jaarverslag 2013 • p. 125 FOS in Vlaanderen ISVI en AC Antwerpen-Waasland. Ook de studiedienst van sp.a ondersteunde de lobbytour door contacten te leggen met beleidsmakers. Die samenwerking en het bundelen van krachten leidden tot een sterk programma en interessante ontmoetingen met beleidsmakers en versterkte de onderlinge banden tussen FOS, de vakbonden en sp.a. Op internationaal vlak is FOS stichtend lid van Solidar. Dit netwerk van socialistische en sociaal-democrati- FOS jaarverslag 2013 • p. 126 sche ngo’s is vooral actief in de Europese instellingen. In 2013 namen we vooral deel aan de Werkgroep Sociale Bescherming, die meestal via skype vergaderde. Het is interessant om de internationale context rond Sociale Bescherming te kunnen opvolgen. Net als FOS in Vlaanderen, heeft Solidar in Europa banden met vakbonden, partijen en welzijnsorganisaties. FOS in Vlaanderen THEMATISCHE NETWERKEN INZETTEN OP WAARDIG WERK EN GEZONDHEID Om druk te kunnen uitoefenen op het beleid, telt nogal vaak de redenering ‘samen sterk’, en daarom werken organisaties samen. Op deze manier kunnen we niet alleen onze kennis en expertise delen, maar door het grotere draagvlak hebben we ook meer kans om voor een standpunt ingang te vinden bij de beleidsmakers. Aangezien onze thematische expertise in het Zuiden ligt bij Waardig Werk en het recht op gezondheid, zijn ook dit onze beleidsbeïnvloedingsthema’s in het Noorden. We doen dit door deel te nemen aan deze thematische netwerken: DE SCHONE KLEREN CAMPAGNE DOEL VAN HET NETWERK Het platform van de Schone Kleren Campagne bestaat uit vakbonden en Noord-Zuid-, socio-culturele, jeugd- en consumentenorganisaties en ijvert voor betere arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. De campagne richt zich op consumenten, producenten, bedrijven en politici. FOS neemt actief deel aan dit platform. FOS nam deel aan de coördinatievergaderingen van SKC. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 In 2013 was het netwerk heel actief naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen in Bangladesh en Pakistan. FOS verspreidde hierover 3 persberichten van SKC naar de eigen achterban en publiceerde een opiniestuk op de website van 11.be en De Wereld Morgen. De nieuwe campagne 2013–2015 van Schone Kleren sluit aan op de gezamelijke campagne van de andere Europese Schone Kleren Campagnes. FOS heeft in 2013 voorbereidende contacten gelegd met de vakbonden van de confectiesector in Centraal-Amerika (partners van FOS) en de netwerken in de VS en Canada; het opzet is om in de nabije toekomst de SKC in Vlaanderen nieuwe input te geven vanuit de FOS-partnerwerking in Centraal-Amerika. FOS jaarverslag 2013 • p. 127 FOS in Vlaanderen BELGISCHE COALITIE WAARDIG WERK De Campagne Waardig Werk zette twee jaar lang (2008-2010) de strijd voor Waardig Werk in het Zuiden in de kijker. De coalitie wou aantonen hoe mensen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika zich organiseren om dag na dag de moedige en soms gevaarlijke strijd voor een waardige job aan te gaan. DOEL VAN HET NETWERK Er was ook aandacht voor de linken tussen de werknemers en organisaties hier en in het Zuiden. De Coalitie Waardig Werk is voortgevloeid uit de campagne Waardig Werk en is samengesteld uit de ngo-koepels 11.11.11 en CNCD, de vakbonden ABVV, ACLVB en ACV, en de ngo’s FOS en Wereldsolidariteit. FOS nam samen met het ABVV deel aan de 3 coördinatievergaderingen van de coalitie. De werking verloopt voornamelijk via mail-verkeer over de in 2012 vastgelegde prioriteiten: niet financiële transparantie voor multinationals, bilaterale investeringsakkoorden en post 2015 doelstellingen. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 De coalitie volgt deze thema’s vanuit een mondiale optiek. Bij de vraag tot ondertekening van persberichten, heeft FOS gekozen om enkel deze te ondertekenen, die betrekking hebben op landen waar FOS ook aanwezig is. Over de vrijhandelsakkkoorden tussen Europa en de Andes en tussen Europa en Centraal-Amerika heeft FOS meerdere artikels gepubliceerd. Op 7 oktober - Werelddag voor Waardig Werk – organiseerde de Coalitie een symbolische actie aan het Koning Boudewijnstadion, om de slechte arbeidsomstandigheden in Qatar aan te klagen. FOS bereidde de actie mee voor en nam de dag zelf mee deel. ACTIEPLATFORM GEZONDHEID EN SOLIDARITEIT DOEL VAN HET NETWERK ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 FOS jaarverslag 2013 • p. 128 Het actieplatform is een initiatief van de twee grote vakbonden en mutualiteiten, verschillende verenigingen en netwerken, ngo’s en academici. De krachten worden er gebundeld om te waarschuwen voor de gevolgen van de neoliberale politiek op sociaal en gezondheidsvlak. We komen samen op voor een solidair gezondheids- en welzijnsbeleid en gezondheid als recht voor iedereen. Lobbywerk en sensibiliseringsactiviteiten over de impact van het Europees handelsbeleid, privatisering, enz. op het recht op gezondheid en de sociale determinanten van gezondheid staan centraal. In 2013 nam FOS deel aan verschillende vergaderingen van de werkgroep Noord-Zuid. Binnen deze werkgroep werd beslist om een lezingenreeks te organiseren over de impact van vrijhandel op sociale determinanten van gezondheid (gender, UHC, TRIPS, WW, enz.) Een aantal lezingen vond al plaats in 2013, onder meer over gender en fiscaliteit. FOS heeft voorgesteld om in voorjaar 2014 een atelier te doen rond vrijhandel/werk/gezondheid. FOS in Vlaanderen BELGISCHE WERKGROEP ‘12 by 12’ DOEL VAN HET NETWERK De Campagne ’12 by 12’ is een internationale campagne van het IVV (Internationaal Vakverbond), dat 175 miljoen werknemers vertegenwoordigt, in 156 landen en gebieden, en dat beschikt over 315 nationale filialen. 12 by 12 is een campagne die oproept voor de rechten en bescherming van het huishoudpersoneel. Het doel van de 12 by 12 campagne was om tegen eind 2012 twaalf landen Conventie 189 voor waardig huishoudwerk te doen ratificeren. FOS heeft in 2013 de thematiek van de huishoudsector centraal gezet in haar sensibiliseringscampagne. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 FOS heeft in 2012 het initiatief genomen om een Belgische Werkgroep op te richten ’12 by 12’ om, samen met andere vakbonden en ngo’s, waakzaam te blijven over dit thema. Met de federale en gewestelijke ministeries van Arbeid onderhield FOS contact om de ratificatie-procedure in België te monitoren. Via de sp.a vroeg FOS aan mandatarissen in het federale en het Brussels parlement om de procedure te ondersteunen en te bevorderen. FOS coördineerde een politieke actie, met deelname van de drie vakbonden, bij het kabinet De Coninck ter gelegenheid van de ratificatie van Conventie 189 door het federaal parlement op 6 december 2013. De actie werd gecoverd in de ledenbladen en websites van FOS en de drie vakbonden. MASMUT - BELGISCH PLATFORM MICROZIEKTENVERZEKERING EN MUTUALITEITEN DOEL VAN HET NETWERK Het Belgisch Platform Microziekteverzekering en Mutualiteiten heeft als doel de relevantie en de doeltreffendheid van microziekteverzekering en mutualiteiten in het Zuiden te versterken. Het platform verenigt Belgische actoren werkzaam op toegankelijkheid van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en bouwt op hun specifieke en complementaire ervaring en expertise. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 Via gezondheidsplatformen zoals be-cause health, Gezondheid en Solidariteit en Sensoa International heeft FOS deelgenomen aan overleg en studiemomenten rond toegang tot gezondheid. In 2012 verscheen de gezamenlijke brochure “Mutualiteiten: speler en partner in universele gezondheidszorg”, een uitgave van MASMUT, waar FOS aan meewerkte en die ook bij ons kan opgevraagd worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 129 FOS in Vlaanderen BE-cause health - BELGIAN PLATFORM FOR INTERNATIONAL HEALTH DOEL VAN HET NETWERK BE-CAUSE HEALTH is een informeel en pluralistisch platform, dat openstaat voor institutionele en individuele leden, die zich inzetten voor het recht op gezondheid voor iedereen. Via 9 werkgroepen worden verschillende thema’s verder uitgediept. FOS is actief lid van verschillende werkgroepen. • Werkgroep ‘sociale determinanten van gezondheidszorg’: een interessante synergie met de werkgroep Noord-Zuid van het actieplatform gezondheid en solidariteit. Samen engageerden de leden zich om een lezingenreeks te organiseren over de impact van vrijhandel op sociale determinanten van gezondheid (gender, UHC, TRIPS, WW, enz.) FOS heeft voorgesteld om in voorjaar 2014 een atelier uit te werken rond vrijhandel/werk/gezondheid. • Werkgroep ‘sociale bescherming’: FOS nam deel aan een aantal vergaderingen ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 • Werkgroep ‘ seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’(SRHR): FOS profileerde zich in 2013 vooral als lerende organisatie rond SRHR in functie van het nieuwe programma vanaf 2014, waar SRHR in het Zuiden een belangrijk thema wordt. Vanuit deze werkgroep is het initiatief genomen om eind 2014 de jaarlijkse conferentie van BE-CAUSE HEALTH over SRHR te organiseren. FOS denkt er aan een partner uit te nodigen die ervaringen vanuit het Zuiden rond dit thema tot bij een sterk gespecialiseerd en academisch publiek kan brengen. De jaarlijkse conferentie van BE-CAUSE HEALTH in najaar 2013 focuste op ‘complexiteit van gezondheidszorg’. FOS was aanwezig op die conferentie. FOS jaarverslag 2013 • p. 130 FOS in Vlaanderen LANDEN- OF REGIONETWERKEN In alle landen waar FOS werkt, zijn Waardig Werk en toegang tot gezondheid een ware uitdaging. Er zijn echter een aantal landen die door hun specifieke politieke, sociale en economische context complexer zijn. In deze gevallen is het noodzakelijk om een bredere werking op poten te zetten die integraal wil inspelen op problemen die ruimer zijn en een belangrijk struikelblok zijn voor het realiseren van een Waardig Werk of een gezondheidsagenda. Denk hierbij aan het intern gewapend conflict in Colombia en de flagrante mensenrechtenschendingen waarbij vakbondsactivisten doelwit zijn. Ook is er het conflict tussen Palestina en Israël en de slechte situatie van de Zimbabwanen na zoveel jaar van Mugabe’s dictatuur. Ten slotte is er Cuba, dat probeert erop vooruit te gaan ondanks de jarenlange embargo’s en nu volop in socio-economische transitie is. Daarom heeft FOS ervoor gekozen om aan deze 4 landen extra aandacht te geven. Dit vertaalt zich in intensere deelname aan netwerken/campagnes/evenementen, meer (gemeenschappelijke) actie in het Noorden die geharmoniseerd is met het politiek werk van de partners in het Zuiden, intensere communicatie, enz. DE BELGISCHE COORDINATIE COLOMBIA (BCC) - LA COORDINACION BELGA POR COLOMBIA (CBC) DOEL VAN HET NETWERK De Belgische Coördinatie Colombia werd in 1991 opgericht in Brussel door ngo’s, mensenrechtenorganisaties en solidariteitsorganisaties, bezorgd over de ernstige verslechtering van de mensenrechtensituatie in Colombia en het permanente karakter van een oorlog waarin burgers de belangrijkste slachtoffers zijn. De BCC wil de publieke opinie sensibiliseren, alsook de Belgische en Europese autoriteiten over de werkelijke oorzaken van het conflict en de economische belangen die zijn verborgen achter de schendingen van de mensenrechten. De BCC wil druk uitoefenen op de Belgische en Europese autoriteiten, zodat zij hun verantwoordelijkheid nemen en t.a.v. Colombia een beleid uittekenen dat in overeenstemming is met internationale verdragen, het EU-verdrag voor de mensenrechten en de versterking van de democratie. BCC oefent ook druk uit op de Colombiaanse regering en andere actoren in het gewapend conflict om de aanbevelingen van de VN te implementeren op het gebied van respect voor de mensenrechten. Voor het beleids- en solidariteitswerk met betrekking tot Colombia treedt FOS op als draaischijf tussen de verschillende platforms (BCC, OIDHACO, Stop the Killings) en de partnerwerking met het Vlaams ABVV en de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Onderling versterken we elkaar. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 Ook in 2013 heeft FOS de werking van het BCC ten volle ondersteund. Het lobbywerk rond de mensenrechten en het Associatieakkoord EU – Colombia/Peru kende een hoogtepunt met het bezoek eind maart 2013 van een syndicale delegatie van FENSUAGRO, die 8 federale parlementsleden bezocht. FOS organiseerde verder in samenwerking met ISVI de agenda van deze delegatie. Naar aanleiding van de vervolging van de vakbondsleider Huber Ballesteros heeft Bruno Tuybens op vraag van FOS een parlementaire vraag gesteld, om alsnog de ratificatie van het Associatieakkoord tegen te houden. Met de uittrede van veel organisaties uit Colombia is de BCC de laatste jaren serieus gekrompen. Het blijft belangrijk dat FOS haar samenwerking met de BCC blijft behouden om het werk van dit netwerk verder te zetten. FOS jaarverslag 2013 • p. 131 FOS in Vlaanderen OIDHACO (Oficina International para los Derechos Humanos - AcciON COLOMBIA) (INTERNATIONAAL BUREAU VOOR MENSENRECHTEN - ACTIE COLOMBIA) DOEL VAN HET NETWERK OIDHACO werd opgericht in 1995. Het vertegenwoordigt een netwerk van meer dan 30 organisaties in Europa. Vanuit het hoofdkantoor in Brussel worden initiatieven van de Colombiaanse civiele maatschappij begeleid. OIDHACO wil een volledige eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht en pleit voor een op onderhandelingen gebaseerde oplossing voor het gewapend conflict. OIDHACO heeft een speciale consultatieve status bij de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties sinds 2012. Ook OIDHACO werd heel actief door FOS ondersteund. Het werk van dit internationaal netwerk heeft zich geconcentreerd op het Associatieakkoord van de EU. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 FOS en OIDHACO hebben in 2013 tot driemaal toe moeten reageren op de vervolging van leiders van partnervakbonden in Colombia. In totaal publiceerde FOS 10 artikels (waarvan sommige tweetalig Ndl - Sp) om de kritieke situatie in Colombia aan te klagen. Naar aanleiding van de vervolging van Huber Ballesteros verspreidde FOS de opgezette internetpetitie gericht aan de Colombiaanse president naar de eigen achterban. STOP THE KILLINGS DOEL VAN HET NETWERK ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 FOS jaarverslag 2013 • p. 132 Stop the Killings is een platform bestaande uit 73 Belgische organisaties waaronder vakbonden, solidariteitsbewegingen en ngo’s. Het richt zijn aandacht op de schending van de mensenrechten en repressie van sociale actoren in het Zuiden, meer specifiek in Colombia, Guatemala en de Filippijnen. Daartoe organiseert het jaarlijks een mensenrechtencampagne. In 2013 organiseerde het netwerk “Human Rights Awards”. De jaarlijkse campagne van dit netwerk vindt ieder jaar plaats op 10 december, de Dag van de Mensenrechten. FOS nam in 2013 deel aan de voorbereidende vergaderingen en ondersteunde net als vorig jaar de publieke actie van het netwerk. FOS gaf heel wat basisinformatie over Colombia en over de case van gevangen vakbondsactivist Huber Ballesteros door aan het netwerk. Op basis van deze informatie werd de case Colombia uitgewerkt. De Colombiaanse regering werd tijdens de actie uitgeroepen tot ‘Human Rights Violator’ van het jaar. Een delegatie van FOS-personeel (uit Noord en Zuid) en van de Algemene Centrale nam deel aan de uitreiking van de ‘trofee van grootste mensenrechtenschender’. FOS in Vlaanderen OVERLEGGROEP MIDDEN-OOSTEN VAN 11.11.11 DOEL VAN HET NETWERK ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 FOS maakt ook deel uit van de Midden-Oosten-overleggroep van 11.11.11. Samen met andere ngo’s, vakbonden en andere middenveldorganisaties die rond Palestina en in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) werken, organiseren we activiteiten in Vlaanderen. Door onze acties informeren we een breed publiek en vragen we de aandacht van politici voor het conflict in Palestina en in de MENA. Naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de Oslo-akkoorden werd een opiniestuk geschreven door de Midden-Oosten-overleggroep. Minister Reynders ging op missie naar Israël en Palestina. Het Midden-Oostenoverleg maakte van de gelegenheid gebruik en formuleerde reisadvies voor Reynders. FOS ondersteunde ook de campagne ‘Israël koloniseert - Dexia financiert’. Volgens de speciaal rapporteur van de Verenigde Naties moet België de Palestijnen in de bezette gebieden vergoeden. Dat berichtten De Standaard en De Morgen op basis van het VN-rapport. Naar aanleiding van dit rapport kwam de campagne aan bod in verschillende media zoals KanaalZ, RTBF, VRT (Terzake) en Radio1. Een andere actie die werd opgevolgd door FOS was het ‘Russell Tribunal on Palestine’. Tijdens de laatste sessie op 16 en 17 maart 2013 concludeerde het Tribunaal dat het Internationaal Strafhof de schendingen van het internationaal recht door Israël moet onderzoeken. ZEN - ZIMBABWE EUROPE NETWORK DOEL VAN HET NETWERK ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 Het Zimbabwe Europe Network (ZEN) werd in oktober 2008 gelanceerd. ZEN is een netwerk van Europese vakbonden en maatschappelijke organisaties, ngo’s en diaspora-groepen, die actief zijn rond of in Zimbabwe. Het netwerk heeft tot doel de eisen, standpunten en wensen van Zimbabwaanse civiele maatschappij bekend te maken binnen de EU. ZEN informeert en beïnvloedt de EU en haar lidstaten om steun te verkrijgen voor een post-crisis transformatie en herstelproces dat geleid wordt door Zimbabwanen. Ook in 2013 is FOS blijven deelnemen aan vergaderingen van ZEN. FOS slaagde er in om de thema’s arbeidsrechten en vrijheid van vereniging op de agenda van het netwerk te plaatsen. Onze partner in Zimbabwe ZCTU speelde hierbij een actieve rol, waardoor het begrip ‘Waardig Werk’ingang vond binnen het netwerk. Er vonden twee vergaderingen plaats tussen FOS en de coördinator van ZEN waarbij het belang van ‘waardig werk’ binnen ZEN werd benadrukt. FOS nam eveneens deel aan een conferentie in Den Haag: “Charting a new future for Europe-Zimbabwe relations”. Ook besliste FOS om haar band met het netwerk ZEN te versterken en ging daarop in op het aanbod om lid te worden van de Raad van Bestuur. In de FOS - nieuwsbrief verscheen een artikel over de verkiezingen in Zimbabwe. Er werd ook bericht over de uitslag van die verkiezingen om meer aandacht te vragen voor de politieke en maatschappelijke context van het land. FOS jaarverslag 2013 • p. 133 FOS in Vlaanderen CIFCA - HET KOPENHAGEN-INITIATIEF VOOR CENTRAAL AMERIKA EN MEXICO DOEL VAN HET NETWERK CIFCA ontstond in 1991 om het EU-beleid t.a.v. Centraal-Amerika op te volgen en te beïnvloeden. De algemene doelstelling van CIFCA is om het Europese beleid met betrekking tot Centraal-Amerika en Mexico op die manier te beïnvloeden en om te vormen, zodat de mensenrechten gerespecteerd, beschermd en gewaarborgd worden, door politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen te bevorderen. Het “Copenhague Initiative for Central America” – CIFCA - groepeert Europese ngo’s die in Centraal-Amerika actief zijn en focust zich op Europese politiek t.a.v. deze regio. ACTIVITEITEN VAN SAMENWERKING IN 2013 De deelwerking waarbij FOS zich inschakelde, betreft de onderhandelingen van de Europese Unie over een nieuw handelsakkoord met Centraal-Amerika, met focus op Honduras. Ter ondersteuning van de eis tot niet ratificatie van het Associatieakkoord tussen Europa en de regio, publiceerde twee artikels over de kritieke mensenrechtensituatie in Honduras. FOS onderschreef tevens drie communiqués van dit netwerk. SOLIDARITEITSACTIES Als je politieke eisen stelt aan je overheid, moet je die soms kracht bijzetten door een actie. ìGedurende heel het jaar heeft FOS OIDHACO ondersteund in zijn politiek werk tegen het vrijhandelsakkoord met Colombia. Naar aanleiding van de aanwezigheid van een delegatie van FENSUAGRO, organiseerde FOS samen met ISVI, naast het reeds eerder vermelde parlementaire bezoek, ook een aantal solidariteitsacties binnen het ABVV. De delegatie had ook een opgemerkte aanwezigheid op de 1 mei-manifestatie. ìDe Coalitie Waardig Werk klaagde de onmenselijke arbeidsomstandigheden in Qatar aan door op maandag 7 oktober - Werelddag voor Waardig Werk - een symbolische voetbalwedstrijd te spelen voor het Koning Boudewijnstadion. Zo stelt de coalitie zich vragen bij de keuze van Qatar als land waar de wereldbeker gespeeld zal worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 134 ìNaar aanleiding van de vervolging van de vakbondsleider Huber Ballesteros in Colombia lanceerde FOS een oproep tot ondertekening van een internationale petitie. Meer dan 13.000 personen uit 20 landen ondertekenden de petitie, om de vrijlating van Huber te eisen. De petitie werd in België ondersteund door FOS, de Algemene Centrale-ABVV, en de platformen OIDHACO en Stop the Killings. Een tweede petitie werd door FOS gelanceerd toen berichten over de repressie tegen nog andere vakbondsleiders toekwamen. FOS stuurde vanuit Brussel een protestbrief naar de president van Colombia. Dezelfde tekst werd ook als petitie verspreid naar de achterban en via OIDHACO. ìOp 10 december 2013 mobiliseerde FOS voor de publieksactie Stop the Killings tegen de criminalisering van mensenrechtenverdedigers in Colombia, Guatemala en de Filipijnen. De Colombiaanse regering werd op de ‘Human Rights Awards’ uitgeroepen tot de ‘Human Rights Violater’ van het jaar. { MAATSCHAPPELIJK VERSLAG ORGANISATIEPROFIEL BESTUUR, VERPLICHTING EN BETROKKENHEID Tijdens de verslagperiode waren er geen significante veranderingen in de organisatie qua omvang, structuur of eigendom. Er is wel een aanpassing van het organigram goedgekeurd (p. 142), maar die werd in 2013 nog niet uitgevoerd. Bestuursstructuur FOS ontving geen onderscheidingen tijdens de verslagperiode. VERSLAG PARAMETERS Dit verslag bekijkt de periode 01.01.13 – 31.12.13 Het vorige verslag werd gepubliceerd naar aanleiding van de algemene vergadering van 20.06.2012 FOS brengt elk jaar een verslag uit naar aanleiding van zijn algemene vergadering in de periode mei-juni Contactpunt voor dit verslag: [email protected] tel: +32 (0)2 552 03 00 Proces voor het bepalen van de inhoud van dit verslag: De inhoud van het verslag werd vastgelegd op de diensthoofdencel. Daarna werd het besproken in de overlegvergaderingen van de verschillende diensten. Hierbij werd rekening gehouden met de wensen van de leden van de algemene vergadering en met de wensen van donoren en medefinanciers. Afbakening van de reikwijdte van het verslag: • Het activiteitenverslag behandelt de wereldwijde werking van FOS. • Het financiële gedeelte behandelt de wereldwijde werking van FOS. • Het maatschappelijk verslag behandelt de wereldwijde werking van FOS. FOS is een vzw, met als hoogste orgaan de algemene vergadering. De algemene vergadering (AV) kiest zijn eigen leden en stelt de leden van de raad van bestuur aan (RVB). De AV beoordeelt de algemene werkingsplannen en verslagen, de begroting en de jaarrekeningen en geeft kwijting aan de bestuurders en de revisor. De AV komt gemiddeld twee keer per jaar samen. De RVB vijf tot zes keer. De RVB zet de algemene werkingsplannen (inhoudelijke en financiële) om in concrete krijtlijnen, die dan door de algemeen secretaris, samen met diensthoofden en de personeelsploeg uitgevoerd worden. De RVB zorgt ook voor de tussentijdse inhoudelijke en financiële controle van de werking. De RVB kiest de voorzitter, de ondervoorzitters en de algemeen secretaris. De voorzitter zit zowel de AV als de RVB voor. Heeft de voorzitter een leidinggevende rol in de dagelijkse werking? Neen. De voorzitter van FOS is een onafhankelijke, onbezoldigde vrijwilliger, die als individu geen taak opneemt binnen de operationele werking van de organisatie. De dagelijkse leiding is in handen van de algemeen secretaris. De voorzitter maakt, samen met de ondervoorzitters en de algemeen secretaris, deel uit van het dagelijks bestuur (DB). Het DB overlegt op onregelmatige tijdstippen over individuele personeelszaken, over relaties met de socialistische achterban, relaties met donoren en medefinanciers, de structuur van de organisatie. Het DB ondersteunt de algemeen secretaris in de dagelijkse werking. Basis die de vergelijkbaarheid beïnvloedt: FOS-jaarverslag 2012 FOS jaarverslag 2013 • p. 135 Maatschappelijk verslag Aantal onafhankelijken/niet-leidinggevenden van het hoogste bestuursorgaan Er zetelen 41 leden in de AV, waaronder 3 personeelsleden (algemeen secretaris en 2 medewerkers). In de RVB zetelen 13 leden, waaronder de algemeen secretaris. Aanbevelingsmogelijkheden/medezeggenschap De medewerkers van FOS hebben medezeggenschap via: • De overlegorganen per dienst (of per kantoor in het Zuiden) • De maandelijkse ploegvergadering voor de medewerkers in Brussel • De algemene en regionale beraden • De thematische overlegmomenten • De vertegenwoordiging in de algemene vergadering FOS-medewerkers bereiden de beleidskeuzes van de RVB voor via documenten en mondelinge toelichtingen. FOS jaarverslag 2013 • p. 136 Overzicht relevante belanghebbenden Naast onze partners in het Noorden (de organisaties van de socialistische beweging), onze partners in het Zuiden (de organisaties die door FOS financieel en/of inhoudelijk ondersteund worden), de personeelsleden, de vrijwilligers en de donoren/medefinanciers vind je onze belanghebbenden terug in onze bestuursorganen. Basis voor inventarisatie en selectie van de belanghebbenden Onze partners in het Noorden: die organisaties die het initiatief namen voor de oprichting van FOS of zijn voorgangers. Later werd de partnerkeuze verfijnd (de socialistische beweging bestaat uit heel veel deelorganisaties). Onze partners in het Zuiden: aan de hand van de partnercriteria (document goedgekeurd door de RVB). Selectie donoren en medefinanciers: aan de hand van aanbod, in functie van de algemene programmalijnen. Maatschappelijk verslag Deze indicatoren zijn enkel van toepassing op het hoofdkantoor van FOS in Brussel PRESTATIE-INDICATOREN EN SOCIALE INDICATOREN GRI CODE LA1 BESCHRIJVING EENHEID 2013 2012 personeelsbestand gemiddeld aantal werknemers in het lopende jaar voltijds aantal 13 12 deeltijds aantal 0 0 TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE aantal 13 12 voltijds aantal 13 12 DEELTIJDS aantal 0 0 TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE aantal 13 13 personen in dienst per 31/12 LA2 PERSONEELSVERLOOP INGETREDEN WERKNEMERS AANTAL 5 4 UITGETREDEN WERKNEMERS AANTAL 4 4,5 LA7 WERKVERLET LA10 OPLEIDING VERLET-ZIEKTEDAGEN-ZIEKTEVERZUIM LA13 DAGEN/JAAR ONTVANGEN TRAINING PER JAAR UREN/JAAR TAALCURSUSSN UREN/JAAR INFORMATICA (TOEPASSINGEN) UREN/JAAR ARBEIDSWETGEVING UREN/JAAR VZW-WETGEVING UREN/JAAR ALGEMEEN UREN/JAAR 60 60 TOTAAL TRAINING UREN/JAAR 60 60 SAMENSTELLING NAAR GESLACHT EN BEROEPSCATEGORIE PERSONEELSBESTAND MAN-VROUW PER 31/12 voltijds MAN AANTAL 4 4 DEELTIJDS MAN AANTAL 0 0 voltijds VROUW AANTAL 9 8 DEELtijds VROUW AANTAL 0 0 TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE AANTAL 13 12 DIRECTIEPERSONEEL AANTAL 1 1 BEDIENDEN AANTAL 12 11 ARBEIDERS AANTAL 0 0 MAN AANTAL 11 10 VROUW AANTAL 3 3 14 13 PER BEROEPSCATEGORIE RAAD VAN BESTUUR TOTAAL FOS jaarverslag 2013 • p. 137 Visie en strategie 1.1 Verklaring van duurzaamheid Organisatieprofiel blz Bestuur, verplichting en betrokkenheid blz 8 4.1 Bestuursstructuur 112 blz 4.2 Heeft voorzitter een leidinggevende rol 113 2 4.3 Aantal onafhankelijken/ niet leidinggevenden 113 4.4 Aanbevelingsmogelijkheden/ medezeggenschap 113 110 2.1 Naam organisatie 2.2 Producten/diensten 4-9 2.3 Organisatiestructuur 112-119 2.4 Locatie hoofdkantoor 123 4.13 Lidmaatschappen/ belangenorganisaties 2.5 Landen actief 11-13 4.14 Overzicht relevante belanghebbenden 2.6 Juridische structuur 2.7 Afzetmarkten 2.8 Omvang/kerncijfers 2.9 Significante veranderingen 2.10 Onderscheidingen 117-118 119-120 - Verslagparameters 115-119 4-9 blz Prestatie-indicatoren blz Economie blz 3.1 Verslagperiode 1 3.2 Datum recente verslag 3.3 Verslagcyclus 3.4 Contactpunt 121 3.5 Proces voor bepalen inhoud 112 3.6 Afbakening verslag 1 3.7 Specifieke beperkingen - LA1 Personeelsbestand 114 3.8 Basis die vergelijkbaarheid beïnvloedt - LA2 Personeelsverloop 114 3.9 Berekeningsgrondslagen - LA7 Werkverlet 114 3.10 Gevolgen van de eventuele herformulering - LA10 Opleiding 114 3.11 Significante veranderingen 4-9 LA13 Samenstelling naar geslacht en beroepscategorie 114 3.12 GRI-overzichtstabel 114 123 EC1 Directe economische waarden/ omzet 115-119 EC4 Significante steun van de overheid 115-119 Sociaal Contactpunt voor vragen over dit verslag [email protected] - tel +32 (0)2 552 03 01 FOS jaarverslag 2013 • p. 138 blz { FINANCIEEL VERSLAG Activa Vaste activa 519.190 Vlottende activa 1.703.823 Totaal van de activa 2.223.013 Passiva Eigen vermogen 1.052.826 Schulden en voorzieningen 1.170.187 Totaal van de passiva 2.223.013 Kosten 2013 Opbrengsten 2013 Huisvestingskosten 53.174 Diversen 21.008 Computermaterialen 21.480 O&H burelen 7.938 Gemeenschappelijke Actie 94.686 Werkingskosten 75.757 Giften 87.650 Personeelskosten 702.307 Subsidies Afschrijvingen waardeverminderingen 26.124 Andere bedrijfsopbrengsten 1.445 Belastingen 1.132 Financiële kosten 18.139 Financiële opbrengsten 5.882 Subsidies fos werking Noord & Zuid 4.563.100 Totaal 5.469.152 Saldo van het boekjaar -60 Totaal 5.258.421 5.469.092 fos sluit het boekjaar 2013 ongeveer break-even af (-60 euro) De rekeningen van FOS boekjaar 2013 werden nagezien door Ernst&Young. de jaarrekening en het revisoraal verslag werden neergelegd op de algemene vergadering van 19 juni 2014 en kunnen geraadpleegd worden op de website van FOS. www.fos-socsol.be. De jaarrekening werd ook neergelegd bij de Nationale Bank van België, waar alle cijfers vrijblijvend kunnen opgevraagd worden. FOS jaarverslag 2013 • p. 139 Financieel verslag UITGAVEN GRAFIEK UITGAVEN FOS heeft een gemiddeld jaarinkomen van 5,5 miljoen euro. Gemiddeld 82,43% van de middelen gaan naar het Zuiden. Hiermee steunen we partnerorganisaties op basis van gemaakte afspraken en plannen. Algemeen beheer 12,86% Fondsenwerving 0,01% Noorden 4,70% We besteden 4,7% van de middelen aan noordwerking. Zo’n 0,01% besteden we aan fondsenwerving. Gemiddeld 12,86% van onze middelen worden gespendeerd aan algemeen beheer. UITGAVEN per regio GRAFIEK CONTINENTEN Voor elke 100 euro die naar het Zuiden gaat, gaat: naar Afrika naar Midden-Oosten naar Centraal-Amerika & Cuba naar Zuid-Amerika Totaal Zuiden 82,43% Zuid-Amerika 29,00% 34,00 euro 4,00 euro 34,00 euro 29,00 euro 100 euro Centr. Amerika & Cuba 34,00% FOS jaarverslag 2013 • p. 140 Afrika 34,00% Midden-Oosten 4,00% Financieel verslag WIE STEUNT FOS Om toegang te krijgen tot subsidies (EU, DGD) voor projecten in Noord en Zuid, moet FOS zelf instaan voor een deel van de middelen. FOS kon in 2013 rekenen op de steun van: PARTICULIEREN PROVINCIEBESTUUR VAN Antwerpen / Limburg / Vlaams-Brabant / Oost-Vlaanderen / West-Vlaanderen SOCIALISTISCHE BEWEGING NVSM / sp.a / Algemene Centrale / Algemene Centrale Antwerpen-Waasland / ACOD Ministeries / ACOD Openbare Diensten / Werkerswelzijn Brugge / BondMoyson West-Vlaanderen / Bond-Moyson Oost-Vlaanderen / de Voorzorg Limburg / De Voorzorg Antwerpen VOOR DE FINANCIERING VAN DE PROJECTEN EN PARTNERWERKING IN NOORD EN ZUID KON FOS REKENEN OP STEUN VAN Federale Overheid, Directie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking - DGD / Vlaamse Overheid STADS- EN GEMEENTEBESTUREN VAN Mechelen / Meise / Schoten / Herk-De-Stad / Kapellen / Destelbergen / Beersel HERKOMST VAN DE FINANCIERING DIVERSE ORGANISATIES EN BEDRIJVEN 11.11.11 / Stichting Antoon Spinoy / P&V / Multipharma / Deme / Voedingssector Sociaal Fonds / Petroleumsector Sociaal Fonds / Chemiesector Sociaal Fonds / Entraide & Fraternité / FNV / Nationale loterij DGD90,30% Belgisch Overlevingsfonds 2,30% Vlaamse Gemeenschap 2,40% andere5,00% Totaal100% GRAFIEK HERKOMST VAN DE FINANCIERING Andere 5% Vlaamse gemeenschap 2,40% Belgisch Overlevingsfonds 2,30% DGD 90,30% FOS jaarverslag 2013 • p. 141 { ORGANOGRAM Algemene vergadering Raad van Bestuur Adviesraden Dagelijks bestuur Algemeen Secretaris Dienst Interne Zaken Dienst Beweging en beleid Dienst Zuidcoördinatie Diensthoofd Diensthoofd Diensthoofd Medewerkers Begeleidingskantoor Andes (sp Ecuador) Medewerkers beleid Medewerkers beweging Begeleidingskantoor Cuba (sp Cuba) Programmaverantwoordelijke Andes (sp Ecuador) Begeleidingskantoor Zuidelijk Afrika (sp Zuid-Afrika) Programmaverantwoordelijke Cuba (sp Cuba) Programmabegeleider Ecuador en Colombia (sp Ecuador) Medewerkers Begeleidingskantoor Centraal-Amerika (sp Nicaragua) Programmaverantwoordelijke Zuidelijk Afrika (sp Zuid-Afrika) Programmaverantwoordelijke Centraal-Amerika (sp Nicaragua) Programmabegeleider Zuidelijk Afrika (sp Zuid-Afrika) Programmabegeleider Centraal-Amerika (sp Nicaragua) Programmamedewerker Ecuador (sp Ecuador) Programmabegeleider Peru (sp Peru) Programmamedewerker Zuidelijk Afrika (sp Zuid-Afrika) Programmamedewerker Nicaragua (sp Nicaragua) Medewerker Interne zaken (sp Ecuador) Medewerker Interne zaken Peru (sp Peru) Medewerker Interne zaken (sp Zuid-Afrika) Medewerker Interne zaken Centraal-Amerika (sp Nicaragua) Programmamedewerker Bolivia (sp Ecuador) Medewerker Interne zaken Bolivia (sp Bolivia) Programmamedewerkers El Salvador (sp El Salvador) Programmamedewerker Honduras (sp Honduras) FOS jaarverslag 2013 • p. 142 COLOFON Uitgever Vzw FOS - Socialistische Solidariteit Annuschka Vandewalle Grasmarkt 105 bus 46 1000 Brussel tel (+32) (0)2 552 03 00 Fax (+32) (0)2 552 02 96 [email protected] www.fos-socsol.be Teksten en redactie Medewerkers FOS Brussel en FOS kantoren in het Zuiden Eindredactie Liesbet Vangeel Gender in taal Termen zoals ‘werknemer’, ‘werkgever’ en de beroepsnamen die in deze tekst gebruikt zijn voor groepen van mensen, slaan telkens op zowel mannen als vrouwen. Verder hebben we zoveel mogelijk taalgebruik gehanteerd dat zowel mannen als vrouwen insluit. Vormgeving Grafische dienst sp.a Druk Copy-Cad Datum van uitgifte Juli 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc