FOS in 2013

FOSJAARVERSLAG2013
FOS
jaarverslag 2013 • p. 2
{
VOORWOORD
ALAIN ANDRé | voorzitter
DIRK VAN DER MAELEN | ere-voorzitter
ANNUSCHKA VANDEWALLE | algemeen secretaris
Veel succesvolle mannen en
vrouwen hebben heel wat te
danken aan de hulp die ze krijgen
in het huishouden. Dankzij hun
huishoudwerk(st)ers kunnen zij
met een gerust geweten uit
werken gaan. Toch worden huishoudwerk(st)ers overal ter wereld
ondergewaardeerd. Ze werken
vaak lange en onregelmatige
dagen. In vele landen krijgen ze
het minimumloon niet, en geen
betaald verlof of geen sociale
bescherming.
Je vraagt je af hoe dit mogelijk is. Men associeert huishoudwerk
vaak met onbetaalde arbeid die vooral vrouwen in hun eigen huishouden uitoefenen. Wanneer huishoudwerk(st)ers diezelfde taken
uitoefenen in dienst bij een ander gezin, beschouwt men dit evenmin als volwaardig werk. En dan is een billijk loon, en zijn aanvaardbare arbeidsomstandigheden niet nodig. Deze opvatting is
zelf zo sterk verspreid dat huishoudwerk(st)ers er zelf in geloven.
Maar het tij keert! Overal verenigen huishoudwerk(st)ers zich. Ze
krikken hun eigenwaarde op, treden uit de schaduw en hun vakbonden worden sterker. FOS en de socialistische beweging ondersteunen hen en komen samen met hen op voor waardig werk. En
deze strijd loont! De Internationale Arbeidsorganisatie nam in juni
2011 Conventie 189 en aanbeveling 201 aan. Huishoudwerk(st)ers
hebben nu een internationaal instrument in handen om meer rechten te verkrijgen. Maar daarmee is het werk niet afgelopen. Het
instrument is er nu wel maar de rechten moeten vaak nog toegekend en afgedwongen worden. Wist je dat meer dan 45% van de
huishoudwerk(st)ers geen wekelijkse rustdag heeft? Dat er meer
dan 7 miljoen kinderen tussen 5 en 14 jaar als poetshulp werken?
En dat velen, kinderen en volwassenen, jaarlijks geen vakantiedagen krijgen? Daarom voerde FOS samen met Vlaams ABVV, de
Socialistische Mutualiteiten, sp.a, de Algemene Centrale-ABVV en
vzw Thuiszorg in 2013 in Vlaanderen campagne voor de - naar
schatting - 100 miljoen huishoudwerk(st)ers die wereldwijd actief
zijn.
Partner
FENATRAHOB,
de
Nationale
Federatie
van
Huishoudwerk(st)ers in Bolivia, kwam naar België om de campagne te ondersteunen. De organisatie biedt juridische bijstand
aan haar leden en organiseert de belangenverdediging van alle
huishoudwerk(st)ers. Met succes, want er is nu een gunstige arbeidswetgeving. Maar soms ook niet, want het ministerie van Arbeid beschikt over onvoldoende slagkracht om correct toe te zien
op de naleving ervan. Zoals FENATRAHOB zijn er veel organisaties
in het Zuiden van moedige mensen die opkomen voor de rechten
van de gewone mens.
Wij danken alle partners en medewerkers voor hun inzet voor arbeidsrechten en sociale bescherming, voor iedereen, maar vooral
voor de mensen die in zeer precaire omstandigheden leven.
In dit jaarverslag geven we een overzicht van alle acties die FOS in
2013 ondernam, aangevuld met een financieel verslag.
Veel leesplezier.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 3
{
INHOUDSTAFEL
Voorwoord
3
Achtergrond en identiteit van de NGO
Maatschappelijke inbedding
De kijk van fos
De missie van fos
Overzicht 2013
Vooruitzichten 2014
7
7
8
9
9
19
fos in het Zuiden 29
Centraal-Amerika 29
Acties waardig werk in Centraal-Amerika
Acties toegang tot gezondheid in Centraal-Amerika
32
42
Cuba 51
Acties waardig werk in Cuba
Acties toegang tot gezondheid in Cuba
54
57
Zuid-Amerika 63
Acties waardig werk in de Andesregio
Acties toegang tot gezondheid in de Andesregio
65
72
Zuidelijk Afrika 79
Acties waardig werk in Zuidelijk Afrika
Acties toegang tot gezondheid in Zuidelijk Afrika
82
88
Ghana 93
Acties gemeenschapsontwikkeling in Ghana
94
Palestina 97
Acties waardig werk in Palestina
Ondersteuning door sectorfondsen
FOS
jaarverslag 2013 • p. 4
98
103
fos in Vlaanderen111
Partnerschappen
Campagne
Publicaties
Netwerken
112
121
122
125
Maatschappelijk verslag135
Prestatie-indicatoren / Sociale Indicatoren 137
Financieel verslag 139
Organogram 142
FOS
jaarverslag 2013 • p. 5
FOS
jaarverslag 2013 • p. 6
{
INLEIDING
ACHTERGROND EN
IDENTITEIT VAN DE NGO
Internationale solidariteit is geen nieuw begrip voor
de socialistische beweging in België. Tussen de twee
wereldoorlogen, bijvoorbeeld, organiseerde ze heel
wat solidariteitsactiviteiten voor de slachtoffers van
Mussolini in Italië en voor het republikeinse Spanje.
Later kregen die activiteiten een meer structureel
karakter. In december 1947 werd Entraide Socialiste
opgericht, een nieuwe organisatie die zich in de beginperiode voornamelijk bezighield met de opvang
van politieke vluchtelingen. Vanaf 1960 onthaalde
Entraide ook studenten uit ontwikkelingslanden1. De
jaren ’60 werden door de Verenigde Naties uitgeroepen tot decennium van de ontwikkeling. Meteen een
reden voor Entraide om twee activiteiten op te nemen:
noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking.
De opvolger van Entraide, Socialistische Solidariteit,
ging in de jaren ’70 verder met de opvang van politieke vluchtelingen (vooral uit Chili), hielp Afrikaanse
studenten en stagiairs, en begon met een ‘Fonds voor
Ontwikkelingssamenwerking’ (FOS) om sociale en
economische ondersteuning te bieden aan initiatieven
in het Zuiden. Dat FOS hielp diverse organisaties, sociale bewegingen en ook overheden van pas onafhankelijk geworden staten of nieuwe regimes, met een
breed gamma van activiteiten. Daarbij was de traditie
van emancipatiestrijd van Europese arbeiders en bezitlozen een belangrijke motivatie.
In 1986 ontstond FOS in zijn huidige vorm. Toen splitste de unitaire organisatie Solidarité Socialiste-FCD /
Socialistische Solidariteit - FOS en werd de huidige
VZW opgericht.
MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING
FOS heeft zijn wortels in de socialistische beweging
in Vlaanderen. Het brede publiek van de vakbeweging
(ABVV), de socialistische mutualiteiten (NVSM), de socialistische partij (sp.a) en de vele socialistisch geïnspireerde culturele, jeugd- en vrouwenorganisaties vormen
1
Voornamelijk uit Congo, Rwanda en Burundi
de achterban van onze organisatie. Samen met heel wat
andere organisaties is FOS erfgenaam van een langdurige en moeizame emancipatie waarvoor de arbeidersklasse in België en de rest van Europa heeft gevochten.
De strijd om betere werkomstandigheden en lonen voor
de arbeiders, betere leefomstandigheden en sociale
voorzieningen voor hun gezinnen, heeft echter altijd een
internationale dimensie gekend. Internationale solidariteit tussen de economisch machtelozen in verschillende
landen is dan ook een belangrijk strijdpunt voor de socialistische beweging.
De socialistische beweging in Vlaanderen is belangrijk
voor FOS. De leden van die beweging vormen ook het
prioritaire doelpubliek voor onze sensibiliseringsactiviteiten. Mensen die worden aangesproken door ABVV,
sp.a, NVSM - of een van de vele andere socialistische
organisaties - proberen we warm te maken voor NoordZuidthema’s. Dat doen we met campagnes, met partnerschappen tussen organisaties in Noord en Zuid én
met een brede waaier van acties en activiteiten. Zo proberen we de betrokkenheid te vergroten en werken we aan
structurele relaties tussen mensen uit Noord en Zuid.
FOS is niet alleen actief in de socialistische beweging.
De Noord-Zuidbeweging ligt ons zeker zo nauw aan het
hart. Daarom spelen we een actieve rol in 11.11.11. We
nemen deel aan campagnes, vormings- en studiedagen
en we zijn aanwezig in de advies- en bestuursorganen.
De samenwerking in de Noord-Zuidbeweging is echter
meer dan de activiteiten van de koepel. Via verschillende
overlegplatformen proberen we samen met andere organisaties onze politieke visie te laten doordringen tot
beleidsbeslissingen. Voorbeelden hiervan zijn de Schone
Kleren Campagne, het Actieplatform voor Palestina en
de Cuba Coördinatie. Via de federatie Coprogram verdedigen we onze organisatiebelangen.
FOS situeert zich op het kruispunt tussen de socialistische beweging en de Noord-Zuidbeweging. Beide bewegingen proberen we met elkaar in contact te brengen
en zo onze missie te realiseren. Op internationaal vlak
kunnen we daarvoor rekenen op Solidar. Solidar verenigt
heel wat socialistische en sociaal-democratische ngo’s
FOS
jaarverslag 2013 • p. 7
inleiding
die aan sociale dienstverlening, internationale samenwerking, humanitaire hulp en vormingswerk doen. Net
als FOS in Vlaanderen, heeft Solidar in Europa banden
met vakbonden, partijen en welzijnsorganisaties.
DE KIJK VAN FOS
Wij zijn ervan overtuigd dat binnen het huidig economische systeem de wortels van de onderling verweven onderontwikkeling, uitsluiting, armoede, milieuvernietiging en onveiligheid niet fundamenteel
kunnen worden aangepakt. Hier en daar een correctie is niet voldoende om een rechtvaardige wereld te
creëren. De centrale plaats voor de mens, zoals wij
dat zien, is onverenigbaar met het nastreven van een
maximale financiële winst, accumulatie van kapitaal, ongeremde economische groei en de wet van de
sterkste.
Wij willen een duurzaam economisch,
sociaal en politiek bestel dat uitgaat van:
➺ Rechtvaardige verdeling van de middelen, zowel
➺
➺
➺
➺
➺
➺
➺
➺
➺
tussen arme landen en rijke landen als binnen
elke staat.
Absolute voorrang voor het vervullen van de basisbehoeften van alle mensen in Noord en Zuid en
voor armoedebestrijding.
Respect voor de universele mensenrechten, inclusief respect voor rechten van vrouwen en arbeidsrechten.
Verregaande participatie van de bevolking op alle
politieke beslissingsniveau’s en economie die onderworpen is aan een democratisch politiek bestel.
Een economie die zich ontwikkelt met respect
voor de planeet waarop we leven, en die deze vrijwaart voor de generaties van morgen.
Eerlijke wereldhandel waarbij de producenten een
rechtvaardige prijs krijgen voor hun productie.
Drastische inkrimping van de militaire uitgaven in
Noord en Zuid.
Niet-militaire oplossingen voor conflicten.
Respect voor het behoud van culturele diversiteit.
Een actieve overheid die deze principes onderschrijft, implementeert en stimuleert.
Zo’n duurzaam en rechtvaardig economisch, sociaal
en politiek bestel zal er niet uit zichzelf komen. Daarom zijn ledenorganisaties en maatschappelijke bewegingen zo belangrijk. Het zijn organisaties en bewegingen van mensen die het heft zelf in handen nemen.
Mensen die de belangen van hun groep verenigen, die
kennis verzamelen en capaciteit opbouwen om hun
gemeenschappelijke stem te laten horen in de besluitvorming. Zo verwerven ze de macht, een tegenmacht, om die belangen af te dwingen en worden ze
niet meer genegeerd. Die organisaties en bewegingen
wil FOS steunen.
Een geglobaliseerde wereld heeft recht op een globale tegenmacht. Wij zijn van mening dat de arbeider,
kleine boer(in), gewone man/vrouw, consument in het
Zuiden en in het Noorden gevangen zitten in eenzelfde
globaal systeem, ondanks de verschillen in hun objectieve materiële situatie. Zo worden arbeiders in het
Zuiden bijvoorbeeld gedwongen om voor een zeer laag
loon te werken, krijgen ze vaak te maken met het verbod op vakbonden, en worden ze geconfronteerd met
onwaardige arbeidsomstandigheden. Arbeiders in het
Noorden verliezen hun baan omdat de productie van
hun bedrijf verhuist naar een land waar arbeidsrechten en een eerlijke verloning niet gegarandeerd zijn.
Daarom is het belangrijk dat arbeidersbewegingen,
boeren-, milieu-, consumenten- vrouwen-, gezondheidsorganisaties en andere, netwerken vormen, zodat ze voorstellen en strijdpunten met een heel brede
basis kunnen ontwikkelen. Ngo’s kunnen een rol spelen in het stimuleren en ondersteunen van deze allianties.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 8
inleiding
DE MISSIE VAN FOS
OVERZICHT 2013 ZUIDEN
FOS blijft niet aan de kant staan
Centraal-Amerika & Cuba
➺ Wij zetten ons in voor de grote groepen mensen
➺
➺
➺
➺
➺
over de hele wereld die geen toegang hebben tot
economische, sociale en politieke middelen. Wij
zetten ons ook in voor die groepen die wel deze
toegang hebben, maar de macht missen om er
gebruik van te maken en de ongelijkheid aan te
pakken.
Wij dragen bij tot de versterking van organisaties
in het Zuiden, die de belangen verdedigen van de
armere lagen van de bevolking, zodat ze een tegenmacht kunnen opbouwen met het oog op een
duurzame uitoefening van hun politieke, sociale
en economische rechten.
Wij steunen onze partnerorganisaties in het Zuiden
om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Wij sensibiliseren en activeren in het Noorden onze
partnerorganisaties om de wereldwijde scheve
machtsverhoudingen een halt toe te roepen.
Wij bieden onze achterban in eigen land actiemogelijkheden om de politieke besluitvorming te
beïnvloeden.
Wij stimuleren solidariteit en netwerking tussen
georganiseerde groepen in Noord en Zuid.
El Salvador - Waardig Werk
In de suikersector werd de versterking van de vakbonden die de afgelopen jaren op gang getrokken werd,
verdergezet. De nieuwe vakbonden in de suikerfabrieken Jiboa en la Magdalena hebben hun ledental de
afgelopen 3 jaar meer dan verdubbeld. In cao-onderhandelingen behaalden zij aanzienlijke verbeteringen
in de arbeidsstabiliteit van tijdelijke arbeid(st)ers in
hun fabrieken, dankzij de uitbreiding van semipermanente en permanente arbeidscontracten. Suiker
is big business en werkgevers profiteren van tijdelijke arbeid(st)ers met nauwelijks of geen rechten, die
vaak in onderaanneming werken. Daarnaast staan de
suikerrietkappers die de afgelopen jaren georganiseerd werden, op het punt om hun eigen vakbondsorganisatie te creëren. De verbetering van de slechte
arbeidssituatie van de rietkappers, die werken voor
individuele suikerrietproducenten en –coöperatieven,
werd opgenomen als een centraal thema binnen de
sectoragenda voor tripartiete dialoog.
De versterking van de syndicale organisatie en de sociale dialoog binnen de suikersector is internationaal
niet onopgemerkt gebleven. Het onderhandelingsmodel in de suikerfabriek El Ángel wordt voortdurend
als voorbeeld gebruikt door de IAO in haar campagne
ter promotie van verantwoord ondernemerschap en
sociale dialoog in de regio. De versterking van de 3
vakbonden maakte de implementatie van het bipartiete programma van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) SIMAPRO mogelijk. Daarnaast heeft de
sectoragenda rond de rietkappers en het onderhandelingsmodel van El Ángel recent de aandacht getrokken van Fair Trade America.
El Salvador - Recht op Gezondheid
De Alliantie tegen de Privatisering van de Gezondheidszorg ACCPS waarvan ook FOS-partner AMSATI
deel uitmaakt, heeft het Nationaal Gezondheidsforum
uitgebouwd tot de representatieve en niet te negeren
vertegenwoordiger van het sociale middenveld voor
het ministerie van Gezondheid. Op nationaal niveau
zetelen de partners in de commissie begroting en de
commissie seksuele en reproductieve rechten. Op
gemeentelijk niveau zijn 94 vertegenwoordigers opgenomen in 16 van de 74 coördinatieorganen van de
openbare gezondheidsdiensten. Leden van 450 lokale
FOS
jaarverslag 2013 • p. 9
inleiding
gezondheidscomités zetelen in comités voor sociale
controle op de kwaliteit en toegankelijkheid van de
diensten. 15 evaluaties van lokale gezondheidsdiensten werden met hun samenwerking uitgevoerd.
Er is ook heel veel energie gestoken in een nieuwe
wet op de geneesmiddelen, waarvoor ACCPS het eerste voorstel heeft ingediend en die eind 2012 door het
parlement werd goedgekeurd. De wet voorziet in een
maximumprijs voor de meeste geneesmiddelen en een
onafhankelijk controleorgaan. Na één jaar heeft de wet
al voor 6.200 geneesmiddelen tot een prijsverlaging
van gemiddeld 35% geleid. Onmiddellijk werd de wet
aangevochten door de politieke oppositie en de sterke
farmaceutische lobby. Met gegronde argumenten, politieke ervaring en een sterke mobilisatiekracht heeft
ACCPS de uitvoering van de wet weten te verdedigen.
Honduras - Waardig Werk
In de suikersector is partner SITIAMASH erin geslaagd om een eerste tripartiete onderhandelingsagenda overeen te komen met de werkgeversorganisatie APAH en het ministerie van Arbeid. Bovendien
werd in samenwerking met de vakbonden in El Salvador en Nicaragua, het afgelopen jaar het eerste tripartiete regionale suikerforum georganiseerd. Honduras had de eer om gastland te zijn van deze unieke
bijeenkomst die werd bijgewoond door ministers,
werkgevers en vakbonden uit de drie landen. Zowel
op de nationale als op de regionale agenda staat de
verbetering van de arbeidssituatie van de rietkappers
centraal.
Ook de partnerorganisatie van zelfstandige arbeid(st)ers
heeft dit jaar een belangrijk beleidsinitiatief genomen.
Zij diende haar voorstel tot een kaderwet rond de rechten van zelfstandige arbeid(st)ers eind 2013 in bij het
Hondurese parlement. De ontwikkeling van het voorstel
is gecoördineerd met de continentale vakbondsorganisatie CSA, en is bediscussieerd en opgenomen in het
regionale IAO-programma rond de informele economie. De intensieve interactie met deze internationale
actoren heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het
voorstel en heeft vakbonden in andere landen (o.a. El
Salvador) ertoe aangezet om vergelijkbare initiatieven
voor zelfstandige arbeid(st)ers te ondernemen.
Honduras - Recht op Gezondheid
De dienstverlening en de organisatie van de lokale
bevolking in mutualiteitssystemen is er op vooruit ge-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 10
gaan. COMIXMUL organiseerde de voorbije drie jaar
8.870 families in mutualistische filialen. De zorg is
voornamelijk gericht op de vrouwen van deze spaarcoöperatieve. De organisatie heeft een eigen medische
consultatieruimte ingericht en een mobiele eenheid
aangeschaft die toelaat om borstkankerscreenings
gedecentraliseerd uit te voeren.
Als kredietorganisatie heeft COMIXMUL een sterke
bedrijfsmatige aanpak die hen samen met hun sterke
lokale inbedding in staat stelt om op korte termijn een
groot aantal gemeenschapsapotheekjes in te richten.
COMIXMUL heeft daardoor begrepen dat zij met het
gezondheidsluik (pas in 2008 opgestart) een aanvullende en belangrijke dienst aan haar leden kan bieden.
Vanuit haar kredietprogramma heeft COMIXMUL een
eigen sociaal fonds opgericht waarmee zij 150 apotheekjes extra kon inrichten. Hierdoor zien in totaal
26.660 nieuwe families de toegang tot geneesmiddelen verbeterd.
De sterke bedrijfsmatige aanpak is tegelijk het zwakke punt van de partnerorganisatie COMIXMUL, die de
leden eerder ziet als gebruikers van diensten en de
gezondheidspromotoren als verkopers van geneesmiddelen.
Nicaragua - Waardig Werk
Ook binnen de suikersector in Nicaragua slaagde de
partner CONFETRAYD (voormalig RNA) erin om samen
met de werkgeversorganisatie CNPA en het ministerie van Arbeid tot de oprichting te komen van een tripartiete overlegstructuur. Deze sectorstructuur biedt
de partner mogelijkheden om in de toekomst betere
werkomstandigheden te garanderen voor rietkappers
werkzaam voor zelfstandige suikerrietproducenten.
In de maquilasector kreeg de samenwerking tussen de
koepelorganisaties rond het bestaande sectorakkoord
een structureel karakter. Waar de 4 vakbondsorganisaties elkaar vroeger voornamelijk tegenwerkten, zijn
er nu gemengde commissies opgezet en voorstellen
uitgewerkt rond de uitvoering van strategische thema’s zoals: sociale zekerheid en gezondheid op het
werk, loon- en productiviteitsnormen, toegang tot sociale woningbouw en syndicale vrijheid. De tripartiete
sectorinitiatieven zijn dankzij regionale uitwisselingen
die FOS organiseert, overgenomen door vakbondsorganisaties in de maquilasector in Honduras. Zij hebben sinds 2012 ook een eerste sectorakkoord afgesloten en hebben bovendien een coördinatieplatform
opgericht (partnerorganisatie van FOS vanaf 2014).
inleiding
Ten slotte is vanuit het intersyndicaal platform een
kwaliteitsvol en integraal wetsvoorstel tot stand gekomen rond de hervorming van het stelsel van sociale
zekerheid. Het voorstel is in februari 2013, met steun
van meer dan 15.000 handtekeningen, ingediend bij het
parlement. Hoewel het ingediende wetsvoorstel nog
niet is behandeld, heeft de presentatie van het document een intensief maatschappelijk debat op gang gebracht met discussies op de radio, op de televisie en in
de kranten. Bovendien zijn verschillende beleidspunten
uit het voorstel uiteindelijk overgenomen in het regeringsdecreet, dat eind 2013 werd goedgekeurd.
Nicaragua - Recht op Gezondheid
De partners hebben hun dienstverlening naar de achterban sterk uitgebreid via de oprichting van 17 nieuwe
sociale verkooppunten van geneesmiddelen. 28.000
families hebben nu toegang tot goedkopere generische basisgeneesmiddelen. De mutua-organisatie
AMUN biedt daarenboven in een aantal afdelingen ook
medische consultaties aan en maakt daarvoor afspraken met solidaire artsen en verpleegkundigen.
Maar de kracht van de organisaties ligt wellicht niet
zozeer in de dienstverlening, dan wel in de actieve
opstelling van de gezondheidscomités. Al deze comités hebben samenwerkingsakkoorden met de lokale
gezondheidsdiensten afgesloten en ontwikkelen gezamenlijk complementaire initiatieven. Bij wijze van
voorbeeld: AMUN organiseerde 23 gezondheidspromotiedagen (o.a. 8 in La Unión, 8 in Corudes, 7 in Masatepe) waar in totaal 1.540 consultaties (algemene
geneeskunde, echografie, gynaecologie, orthopedie)
werden gehouden. In samenwerking met het ministerie van Gezondheid hield de organisatie 3 gezondheidsmarkten waar via stands en demonstraties de
werking van de mutuas werd voorgesteld.
Tegelijk blijven de organisaties zoeken naar mogelijkheden om deeldoelgroepen in de informele sector
aansluiting te doen vinden bij de sociale zekerheid.
Voor de groep van geldwisselaars startte ACMUS een
pilootproject op met het instituut voor sociale zekerheid. AMUN onderzoekt de mogelijkheid om als virtuele werkgever voor informele werkers op te treden,
een model dat in de Dominicaanse Republiek goed
functioneert. Maar gezien de financiële implicaties
van deze voorstellen voor de overheid, is vooruitgang
niet voor morgen.
Cuba - Waardig Werk
De uitzonderlijk postieve resultaten bereikt op gebied
van veiligheid bij de partner SNTC zijn het gevolg van
een gezamenlijke inspanning van de overheid (ministerie), de bedrijfsadministraties en de vakbonden.
Zij zorgden voor een strikte toepassing van de veiligheidsreglementering en –procedures, het opportuun
ter beschikking stellen van beschermingsmiddelen,
een permanente opvolging van de veiligheidssituatie
op de werven en in de bedrijven door de vakbondsleiders en de verhoging van het risicobesef bij de
arbeid(st)ers. Deze positieve ervaring zal aan de hand
van uitwisselingen met de andere vakbondspartners
gedeeld worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 11
inleiding
Cuba - Recht op Gezondheid
Bij de preventie- en sensibiliseringscampagnes van
de partner FMC rond borst- en cervixkanker is de
peer-to-peer strategie in de vorm van de zelfhulgroepen van vrouwen met en zonder kanker een succes
gebleken. Het delen van negatieve en positieve ervaringen heeft een heilzame invloed op het welzijn van
vrouwen met kanker en resulteert in een verhoogd
risicobesef bij de gezonde groep. Deze aanpak zal in
de toekomst in de mate van het mogelijke bij andere
campagnes aangewend worden.
FOS heeft de voorbije jaren steeds de uitwisseling van
ervaringen tussen de landen van de regio CentraalAmerika en Cuba bevorderd. Toch ervaarden we de
moeilijkheid om Cubaanse partners te betrekken, omwille van praktische redenen, maar vooral omdat Cuba
toch een eigen context heeft, waardoor de ervaringen
moeilijker uitwisselbaar zijn. In 2012-13 hebben we
tijdens twee uitwisselingen gemerkt dat er toch meer
overeenkomsten zijn dan aanvankelijk gedacht. Rond
de thema’s burgerinspraak en gender in de gezondheidssector worden in Cuba activiteiten georganiseerd
op basis van de uitwisselingen met Centraal-Amerika.
zuid-amerika
Bolivia - Waardig Werk
De 6 vakbonden van de agro-industrie konden in december in een vergadering met president Evo Morales
hun problematiek naar voor brengen en de president
beloofde hun eisen in de nieuwe arbeidswet op te nemen.
FECAFEB kon andere productieve organisaties rond
de tafel brengen in de discussie rond toegang tot sociale bescherming voor kleine boeren tijdens een nationaal forum.
FENATRAHOB begon aan een tripartiete dialoog met
de liga van huisvrouwen van Bolivia, met steun van
IAO. Dit leidde al tot akkoorden i.v.m. de contractvorm
en basisrechten voor het huishoudpersoneel.
Bolivia - Recht op Gezondheid
De koffieboeren zijn hoofdzakelijk arme boeren en de
gezondheidsindicatoren in de regio zijn desastreus
met een hoge kindersterfte en ondervoeding. De
FOS
jaarverslag 2013 • p. 12
overheid laat hen eerder links liggen (in tegenstelling
tot de grotere agro-industriebedrijven die wel subsidies ontvangen). Er werden gezondheidsmarkten en
campagnes georganiseerd, waarbij meer dan 5.000
leden en inwoners van de streek van Caranavi werden
geïnformeerd en behandeld. Dit gebeurde in samenwerking met het lokale ziekenhuispersoneel. Er zijn
in totaal 28 gezondheidssecretarissen opgeleid die in
22 lidorganisaties van FECAFEB actief zijn, o.a. in eerste hulp en in doorverwijzen naar het gezondheidssysteem en bestaande programma’s voor zwangere
vrouwen en kinderen tot 5 jaar. Door de gezondheidswerking is het vrouwencomité van FECAFEB intern
versterkt en is een leidster verkozen tot vicepresidente van de organisatie.
Colombia - Waardig Werk
FENSUAGRO leidt de nationale en internationale solidariteitscampagne voor de vrijheid van hun in augustus
2013 aangehouden vicevoorzitter Huber Ballesteros
en van andere politieke gevangenen. De solidariteit
met Colombia uit België is door het programma met
FENSUAGRO enorm toegenomen. Dit uitte zich in
briefschrijfacties na de arrestatie van de ondervoorzitter van FENSUAGRO, bij stakingen en repressie in de
palmoliesector. Voor de Colombiaanse partners is de
politieke steun en externe druk vanwege o.a. de Algemene Centrale-ABVV en FOS zeker even belangrijk als
de financiële steun voor de interne versterking.
In Colombia is het intersyndicaal platform in 2013
gehoord in het parlement i.v.m. schending van de arbeidsrechten naar aanleiding van een opvolgingsmissie
vanwege Amerikaanse congresleden in het kader van
het vrijhandelsakkoord. Dit toont aan dat dit platform
meer en meer gezien wordt als de legitieme vertegenwoordiging van de arbeid(st)ers van de agro-industrie.
Ecuador - Waardig Werk
FENACLE heeft president Correa overtuigd om in de
nieuwe arbeidswet, die waarschijnlijk in 2014 zal gestemd worden, over te stappen van bedrijfsvakbonden
naar sectorvakbonden. FENACLE wordt als gesprekspartner erkend door de ministeries van Arbeid en van
Gezondheid. Dit ook door de kennis en expertise die
ze opbouwden dankzij de onderzoeken en publicaties
van ngo IFA over de arbeidssituatie in de bloemen-,
suikerriet- en bananensector en over niet –traditionele exportteelten.
In de huishoudsector was de belangrijkste overwin-
inleiding
ning de ratificatie van Conventie 189 over huishoudwerk in september 2013 door het Ecuadoraanse parlement. Dit dankzij de intelligente beleidsbeïnvloedende
activiteiten van de Vereniging voor Huishoudpersoneel
ATRH, vooral gericht op de vrouwelijke parlementsleden. ATRH is gegroeid van 70 tot 330 leden in 3 jaar tijd
en heeft ook nieuwe kernen in andere provincies. Zij is
de enige erkende organisatie van huishoudpersoneel
in Ecuador en gesprekspartner van het ministerie van
Arbeid en van de IAO.
Ecuador - Recht op Gezondheid
De inheemse vroedvrouwen en kruidengenezers van
7 basisorganisaties van FENOCIN werden versterkt
binnen hun organisaties. Zo’n 150 leid(st)ers, overwegend (vroed)vrouwen en gezondheidspromotoren,
namen deel aan vormingen en uitwisselingen van hun
inheemse kennis en ervaring. Dit versterkte hun eigenwaarde en ze overwonnen hun angst om zichzelf
te profileren als experts met een rijke ervaring inzake
traditionele geneeskunde. Daarmee heeft FENOCIN
het thema interculturele gezondheid op de voorgrond
geplaatst binnen de organisatie. Eind december werd
een gemeenschappelijke politieke verklaring rond
interculturele gezondheidszorg besproken en gevalideerd door deze organisaties.
Peru - Waardig Werk
In 2012 richtten 4 vakbonden de Nationale Federatie
van Werknemers uit de Agro-industrie FENTAGRO op,
in de schoot van de vakbondskoepel CGTP. Dit is een
belangrijke stap vooruit voor de organisatie en eenmaking van de werknemers in de sector. FENTAGRO’s
grootste strijdpunt is de afschaffing van het discriminerende arbeidsregime in de sector.
In 2012 werd de Nationale Federatie van Huishoudpersoneel van Peru FENTTRAHOP in het leven geroepen.
SINTTRAHOL wordt erkend als representatieve organisatie in de sector, voornamelijk via de strijd voor de
ratificatie van Conventie 189 van de IAO. SINTTRAHOL
maakt deel uit van de Internationale Federatie van
Huishoudpersoneel, opgericht eind 2013.
FNTMMSP kreeg met de koepel CGTP een nieuwe wet
en reglement inzake veiligheid en gezondheid op het
werk (VGW) door het parlement. Deze wet is ook geldig
voor andere sectoren, zoals de bouwsector en textiel.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 13
inleiding
Peru - Recht op Gezondheid
ForoSalud is meer dan ooit de erkende en legitieme
vertegenwoordiger van de civiele maatschappij in alle
debatten over gezondheidszorg, en zetelt in de Nationale Gezondheidsraad. De toenadering tot organisaties en vakbonden binnen de medische sector is erg
belangrijk, omdat ze een groot politiek gewicht in de
schaal leggen in de strijd voor een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem.
De ledenorganisaties van de CNCJ, zijn gesensibiliseerd dat ze binnen de eerlijke handel moeten opkomen voor het recht op gezondheid, en niet enkel voor
productieve en commerciële belangen.
FEMUCARINAP heeft een duidelijke visie op het recht
op gezondheid ontwikkeld, die een meerwaarde biedt
t.o.v. wat andere organisaties rond gezondheid denken en doen. Het is een integrale en interculturele visie, die niet enkel stilstaat bij de (gebrekkige) gezondheidszorg door de overheid.
zuidelijk afrika
Mozambique - Waardig Werk
In Mozambique werkte FOS voor de uitvoering van het
programma met betrekking tot het recht op waardig
werk samen met CONSILMO (vakbondskoepel), OTMCS (vakbondskoepel) en SINTAF (landarbeiders). Voor
de verbetering van de toegang tot gezondheidszorg is
FOS-partner UCAMA (kleine boeren) verantwoordelijk.
Er werd een nieuwe partner geïdentificeerd, IESE, een
onderzoeksinstituut gespecialiseerd in socio-economische thema’s. IESE zal in het nieuwe programma
mee instaan voor de capaciteitsversterking van SINTAF d.m.v. onderzoek en vorming m.b.t. de agro-industrie in Mozambique. IESE leverde ook tijdens dit
programma al interessante bijdragen op de partnermeeting en in overleg met SINTAF.
Een goed voorbeeld van de werking van de vakbondsstructuren van SINTAF op bedrijfsniveau is het citrusbedrijf CITRUM. In 2011 sloot SINTAF een gemeenschappelijk akkoord af met het bedrijf in de provincie
Maputo. Dit akkoord doet dienst als voorbeeld en zou
in de toekomst gebruikt moeten worden als basis voor
andere collectieve overeenkomsten in de fruitsector.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 14
Mozambique - Recht op Gezondheid
Gedurende het programma werd de relatie en samenwerking tussen UCAMA en de districtsautoriteiten aanzienlijk versterkt, wat ook bij de autoriteiten
leidde tot verhoogde betrokkenheid en interesse voor
gezondheidspreventie en –promotie in de rurale gemeenschappen.
Ten gevolge van discussies tijdens FOS-partnerbijeenkomsten en uitwisseling met WFP besteedde UCAMA
tegen het einde van het programma meer aandacht
aan sensibilisering rond huiselijk geweld en gender.
Namibië - Waardig Werk
In Namibië werkte FOS voor de uitvoering van het programma m.b.t. recht op waardig werk samen met NAFWU (landarbeiders) en LaRRi (onderzoeksinstelling).
De nood aan het herdefiniëren van de rol en werking
van vakbonden stond telkens centraal tijdens de FOSpartnervergaderingen. Deze retoriek werd het voorbije programma overgenomen door alle FOS-partners. Dit heeft er onder meer toe geleid dat LaRRI het
thema op de agenda van Namibische vakbonden heeft
geplaatst. LaRRI is met de koepel NUNW het voorbije
jaar in discussie getreden over het belang van een
brede visie die verder gaat dan enkel loonkwesties en
die de werknemer in zijn geheel bekijkt, inclusief precaire of tijdelijke werknemers.
inleiding
LaRRI heeft een belangrijke rol gespeeld in de groei
van het aantal vrouwen in bestuursfuncties van vakbonden door capaciteitsversterking en intensieve
coaching van vrouwelijke kandidaten voor hun verkiezingscongres. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: momenteel is de waarnemende voorzitter van NUNW een
vrouw en in de door mannen gedomineerde metaalarbeidersvakbond worden de functies van algemeen
secretaris en adjunct door vrouwen bekleed.
NUNW slaagde erin om op basis van het onderzoek
van LaRRI onderaanneming via de Arbeidsraad te laten reguleren. In 2012 werd de arbeidswet hierrond
gewijzigd, opdat de werknemers die op deze manier
tewerkgesteld worden dezelfde rechten hebben als
andere werknemers.
Zimbabwe - Waardig Werk
Werknemerscomités van GAPWUZ zijn erin geslaagd
om hun onderhandelingen te verbreden en hebben
ook andere eisen dan looneisen succesvol behaald.
ZCTU heeft meer aandacht voor informele werknemers, via de nieuwe afdeling ZCHIEA en tracht ook
hun arbeidsomstandigheden te verbeteren o.a. via
onderhandelingen met lokale overheden, om ervoor
te zorgen dat informele werknemers niet opgejaagd
worden door de politie of hun goederen niet in beslag
worden genomen.
ANSA is een van de belangrijkste technische en inhoudelijke adviseurs van SATUCC geworden en slaagt
er zo in om regionaal beleid te beïnvloeden en alternatieve beleidsvoorstellen te verspreiden.
Het Nationaal Budget van 2013, was duidelijk geïnspireerd op de ANSA-studie over Zimbabwe en nam zelfs
de titel ervan over: “Beyond the Enclave: unleashing
Zimbabwe’s Economic Growth Potential”. LEDRIZ en
ZCTU droegen ook in belangrijke mate bij aan de Beyond the Enclave studie en de update ervan en speelden een voorname rol in het beïnvloeden van de jaarlijkse Nationale Budgetten in functie van de armen.
ANSA heeft zeer succesvol de rol van coördinator van
de FOS-genderreferentiegroep opgenomen.
Zuid-Afrika - Waardig Werk
ILRIG en SAFWN hebben in toenemende mate zichzelf organiserende gemeenschappen of groepen ondersteund. Ze hebben de opbouw van deze nieuwe
bewegingen mee gefaciliteerd en hun capaciteiten
versterkt, vanuit het geloof in het belang van deze
vernieuwende bottom-up initiatieven.
Daarnaast zijn vakbonden in toenemende mate gaan
samenwerken met andersoortige organisaties zoals
ngo’s, juridische organisaties, training- en onderzoeksinstituten, vrouwenbewegingen, etc. om hun
capaciteiten te versterken en hun focus te verbreden
naar andere ontwikkelingsdomeinen die van belang
zijn voor kwetsbare werknemers (gezondheid, huisvesting, elektriciteit en water,…).
Met een mandaat van de SAFWN-leden, nam WFP het
initiatief om een platform op te richten waarbinnen
landarbeidersvrouwen hun ervaringen kunnen delen
en samen strategieën kunnen uitdenken over hoe om
te gaan met de uitdagingen gerelateerd aan gender.
Zuid-Afrika - Recht op Gezondheid
PHM-SA is erin geslaagd om zich te vestigen als een
echte ledenbeweging en om een unieke positie binnen de gezondheidswereld in te nemen. Vanuit haar
diverse achterban kon PHM-SA druk uitoefenen op
het beleid. De band tussen WFP en PHM-SA is sterker
geworden in 2013 dankzij het engagement van PHMSA om samen met WFP problemen rond toegang tot
gezondheid specifiek voor landarbeid(st)ers actief op
te nemen.
ghana
Het jaar 2013 was jaar twee van de uitvoering van het
project Drinkwatervoorziening en Verbetering van Hygiëne in Nandom, Samou en Akim Ayirebi. Het project
werd financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap (via VPWvO) en DEME4LIFE Foundation,
via een bemiddeling van Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. De Samou- gemeenschap werd voorzien van een drinkwatersysteem; in Akim Ayirebi werden twee publieke toiletgebouwen afgewerkt.
palestina
Waardig Werk
De vakbonden kregen meer stem doordat meer leden
zich bij hen aansloten. De erkenning van drie vakbondskoepels door de Palestijnse Autoriteit zorgde voor de
integratie van de vakbonden in de sociale dialoog en
FOS
jaarverslag 2013 • p. 15
inleiding
een stem binnen het nationale besluitvormingsproces.
Dit betekende een grote doorbraak in de Palestijnse
context. Dat het ministerie van Arbeid het recht op
meerdere vakbonden en hun stem accepteert, kan gezien worden als een radicale beleidsverandering.
In 2012 werd de wet over een minimumloon gestemd,
onder meer door de erkenning van de partners en het
versterken van de sociale dialoogmechanismen. Vanaf
januari 2013 is deze wetgeving van kracht. Dit is een
eerste stap naar de inbedding van sociale bescherming in nationale wetgeving en een integraal sociale
zekerheidssysteem. Ahmad Majdalani, minister van
Arbeid, beloofde dat 2015 het jaar voor nationale veiligheid en sociale bescherming zou worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 16
In 2012 was de PUPW-vakbondsafdeling in OostJeruzalem inactief. Er werden geen vergaderingen
gehouden, noch plannen gemaakt. De Israëlische
autoriteit staat niet toe dat er vakbonden worden gevormd in Oost-Jeruzalem. Israël laat maar 1 vakbond
toe, de Histadrut. Werknemers weigeren hier lid van
te worden omdat ze geen onderdeel willen zijn van
de Israëlische autoriteit. Toch werd in 2013 deze afdeling opnieuw geactiveerd: het comité bezocht de
fabrieken en de werknemers werden bijgestaan om
te onderhandelen met de werkgever (bv. 30 minuten
pauze tijdens werk). Als gevolg steeg het ledenaantal
tot 191 werknemers in de afdeling van PUPW in OostJeruzalem.
inleiding
OVERZICHT 2013 NOORDEN
De werking van FOS in Vlaanderen focuste in 2013
naar jaarlijkse gewoonte op de campagne en de vaste
publicaties. Daarnaast organiseren we ieder jaar ook
verschillende activiteiten in het kader van de partnerschappen en nemen we deel aan politieke acties.
In 2013 startte FOS met een nieuwe sensibiliseringscampagne die zich focust op de problematiek van de
huishoudwerk(st)ers wereldwijd. Huishoudwerk(st)ers
werken vaak in erbarmelijke omstandigheden. Wereldwijd zijn onderwaardering, misbruik en uitbuiting
schering en inslag en krijgen huishoudwerk(st)ers niet
dezelfde rechten als andere werknemers. Tot op vandaag wordt huishoudwerk niet als “echt” werk gezien.
Nochtans is het dankzij huishoudwerk(st)ers dat heel
wat mensen buitenhuis kunnen gaan werken en erin
slagen om ondertussen hun huishouden draaiende te
houden. Veel gezinnen kunnen niet meer zonder hun
huishoudwerk(st)ers. Wij steunen hen daarom in hun
strijd voor waardig werk. Dit deden we onder de slogan
“Veeg onze problemen niet onder de mat”, samen met
onze Noordpartners De Algemene Centrale - ABVV,
Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a en vzw
Thuiszorg. We werkten drie politieke eisen uit, en vroegen:
➺ Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking; om in bilaterale gesprekken de ratificatie
van Conventie 189 te vragen, alsook een plaats
voor vakbonden en middenveldorganisaties in
het sociaal overleg binnen de landen.
➺ Aan de minister van Werk; om in België Conventie
189 te ratificeren. Wij willen dat België daarmee
een voorbeeldrol opneemt in de verbetering van
de arbeidsomstandigheden van het huishoudpersoneel. We vragen ook aan de minister van Werk,
dat ze, samen met de andere betrokken ministers, initiatieven neemt om de organisatie van illegaal huishoudwerk en de uitbuiting van illegale
huishoudwerk(st)ers in ons land tegen te gaan.
➺ Aan de ambassades van de partnerlanden waar
wij vakbonden van huishoudpersoneel ondersteunen; om de conventie te ratificeren.
Om onze campagne te ondersteunen werd Prima
Ocsa, Algemeen Secretaris van de Vakbond van
Huishoudwerk(st)ers in Bolivia, uitgenodigd. Ze gaf
mee de aftrap van onze campagne en trok nadien
Vlaanderen rond voor een sprekerstoer. In iedere
provincie werd een Café Solidarité georganiseerd,
in Oost-Vlaanderen zelfs een hele reeks. Door een
campagneschort aan te schaffen of een badge op te
spelden konden mensen aangeven dat ze de FOScampagne ondersteunden. Voor lokale afdelingen
werd een educatief aanbod uitgewerkt. Zo werden een
fototentoonstelling, een inleefspel en een draaiboek
voor een filmactiviteit aangemaakt.
Binnen de partnerschappen die we hebben met de
verschillende organisaties van de socialistische beweging, viel in 2013 vooral de solidariteitsband op
tussen Bond Moyson West-Vlaanderen en Zuid-Afrika. Een delegatie van ongeveer 20 personeelsleden
en vrijwilligers trok na een intensieve voorbereiding
(door vorming, publicaties enz.) naar Zuid-Afrika waar
ze de FOS-partners ontmoetten. De reizigers hielden
een blog bij waarop het thuisfront hun reilen en zeilen
kon volgen. Nadien trokken de deelnemers heel WestVlaanderen rond met een Zuid-Afrikaanse vertelavond
waar ze via een reis- en fotoverslag de deelnemers
inwijdden in het Zuid-Afrikaanse leven. Om fondsen te
werven waren ze ook aanwezig op tal van evenementen met een Zuid-Afrikaanse ‘eerlijke’ wijnbar.
Naast deze uitwisseling met Zuid-Afrika vond er in
2013 ook een uitwisseling plaats tussen Colombiaanse vakbondsmilitanten van FENSUAGRO en de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Op 1 mei kwam
een delegatie naar België, en eind oktober trok er een
delegatie naar de palmvakbonden in Colombia. Deze
delegatie hield ook een blog bij voor de achterblijvers.
Toen in augustus Huber Ballesteros, de ondervoorzitter van FENSUAGRO, onterecht gearresteerd werd,
schoten we meteen in actie en hielpen we met de verspreiding van de petitie voor zijn vrijlating. De Algemene Centrale-ABVV stuurde ook een delegatie naar
Cuba en naar Palestina.
Naast deze intensieve begeleiding van de partnerschappen, was FOS in 2013 ook aanwezig op tal van
activiteiten van de Vlaamse partnerorganisaties en
waren we aanwezig met een gemeenschappelijke
stand op ManiFiesta. Er werd basisvorming gegeven,
en de internationale vormingsweek van ABVV WestVlaanderen werd deels door FOS ingevuld. In WestVlaanderen en Limburg werden solidariteitsmaaltijden georganiseerd, FSMB zette de ervaringen van hun
uitwisselingsreis om in een “Duik in de Maleta”.
Wat onze publicaties betreft, zijn de abonnees op
zowel FOSFOR, onze elektronische nieuwsbrief, als
onze facebookpagina gestegen. Door deze publicaties blijven we in contact met onze storters en sympathisanten en kunnen we hen blijvend warm maken
voor onze zaak. In 2013 werd de nieuwe lay-out van
FOSFOR verder uitgewerkt en de nieuwe onderdelen
FOS
jaarverslag 2013 • p. 17
inleiding
verder verdiept. Via de nieuwsbrief kunnen we op een
goedkope manier veel mensen bereiken, inhoud blijft
voor FOS echter centraal staan. Gerichtere informatie
werd gegeven via de e-newsflash “Info Colombia” en
“Info Cuba”.
Via de kanalen van de socialistische beweging proberen we de leden van de socialistische beweging te bereiken. Dit zijn de ledenbladen en websites van de organisaties waarvan ze lid zijn. Zo hebben we in Vizine,
het ledenblad van VIVA-SVV, een eigen rubriek “Vrouw
uit het Zuiden”. Ook in de bladen van de grote organisaties (vakbond, mutualiteit) is er regelmatig plaats
voor FOS. Hiermee bereiken we duizenden leden. Eind
2013 maakten we hierover institutionele afspraken,
zodat deze ruimte gewaarborgd is.
Tenslotte proberen we via de kanalen van de NoordZuidbeweging een nog breder publiek te bereiken.
Onze website wordt het hele jaar up to date gehouden en relevante artikels worden op www.11.be en op
www.dewereldmorgen.be geplaatst.
Daarnaast volgt FOS in Vlaanderen ook een aantal
allianties en netwerken op. Het beleidsbeïnvloedend
werk dat FOS hiermee tracht te realiseren, groeit gestaag. Samen met andere actoren uit het middenveld
proberen we te wegen op de besluitvorming. Dit doen
we inhoudelijk maar ook via actie. Zo is FOS lid van
een aantal netwerken binnen zowel de socialistische
als de Noord-Zuidbeweging. We nemen gezamenlijke
standpunten in, voeren samen actie en zetten bepaalde punten hoger op de politieke agenda. Zo werd
er samen met Ladies in Red een stereotiepe quiz op
de internationale vrouwendag georganiseerd, namen
FOS-vrijwilligers deel aan het vrijwilligersforum van
11.11.11, ondersteunden we mee de actie van De Tijd
Loopt aan het kabinet van de eerste minister, werd
er in samenwerking met AC en sp.a een lobby-tour
voor Colombia georganiseerd enz. In de thematische
netwerken werd verder ingezet op waardig werk en
gezondheid door mee seminaries te organiseren, brochures te schrijven, vergaderingen met expertise te
versterken en zelf de Belgische tak van de 12 by 12
campaign op te richten.
JAAR FOS - SOCIALISTISCHE SOLIDARITEIT
ANS - SOLIDARITE SOCIALISTE
2013 - FOS VIERT 50-JARIG BESTAAN
Tromgeroffel en applaus:
FOS en Solidarité Socialiste
bestaan 50 jaar!
200 sympathisanten zakten op 10 december af naar het ACOD-gebouw in
Brussel om dat te vieren. Partners uit
Zuid-Afrika en Burkina Faso namen het
woord en vertegenwoordigers van de socialistische beweging gingen in gesprek
over Sociale Bescherming.
Ook de minister van Ontwikkelingssamenwerking was van de partij en feliciteerde FOS en Solidarité Socialiste met
hun 50ste verjaardag.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 18
We blikten terug op onze rijke geschiedenis: l’Entraide Socialiste, de Belgische
sectie van l’ Entraide Internationale Socialiste, werd opgericht door de BWP in
1936 voor de opvang van voornamelijk
politieke vluchtelingen.
In 1963 verdeelde l’Entraide Socialiste
haar activiteiten in 2 afzonderlijke diensten: Hulp aan Afrikaanse Bursalen en
het Nationale Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking. Dat Fonds stond in voor
de organisatie van kleine ontwikkelingsprojecten in het Zuiden en koos meer
en meer voor de steun aan bevrijdingsbewegingen en progressieve regimes.
L’Entraide Socialiste nam in 1978 de
naam “Socialistische Solidariteit” aan.
In 1986 werd het Nationale Fonds gesplitst in een Nederlandstalige en een
Franstalige organisatie. De eerste werd
FOS – Socialistische Solidariteit, de
tweede Solidarité Socialiste - FCD.
We keken ook vooruit. FOS wil ook in de
toekomst een sterke organisatie zijn die
samen met haar partners voluit voor
wereldwijde Sociale Bescherming gaat.
“Wij zijn niet passief in het Zuiden”, zei
Lenny Gentle van partnerorganisatie ILRIG. “De mensen strijden voor sociale
verandering en komen op voor hun rechten. Wij zijn net als jullie activisten, die
streven naar hetzelfde gezamenlijk doel:
gelijkheid en sociale rechtvaardigheid.”
inleiding
VOORUITZICHTEN 2014 ZUIDEN
Het FOS-programma 2014 -2016 staat in het teken
van sociale bescherming, met een integratie van de
thema’s waardig werk en recht op gezondheid.
Centraal-Amerika & Cuba
El Salvador
De nadruk zal in de suikersector blijven liggen op de
verdere ontwikkeling van de sectorale sociale dialoog
(ook op regionaal niveau). Het komt er daarbij op aan
om de bereikte stappen in de coördinatie tussen sociale
partners te consolideren en te institutionaliseren. De
voltooiing van de pas opgezette syndicale organisatie
van de rietkappers en van ten minste 1 niet-gesyndicaliseerde suikerfabriek, zal een belangrijke voorwaarde
vormen, voor de hiervoor benodigde onderhandelingscapaciteit van de koepelvereniging CSTA-ES.
In de maquilasector heeft FOS de samenwerking met
het vakbondsplatform MSTM afgebouwd, maar FOS
zal een platform van vakbonden en vrouwenorganisaties ondersteunen die beleidsinitiatieven ontwikkelen
met een focus op de syndicale repressie in El Salvador.
De organisaties binnen dit platform werkten de afgelopen jaren al nauw samen met MSTM. De huidige ondersteunde acties aan de syndicale organisatie en de
collectieve onderhandeling (waarbij de laatste jaren
door syndicale repressie weinig werd bereikt) zullen
minder aandacht krijgen en er wordt 100% ingezet op
een succesvolle werking van het platform.
Daarnaast zal FOS vanaf 2014 beginnen met ondersteuning van syndicale organisaties van zelfstandige
arbeid(st)ers. Dit initiatief is ontstaan vanuit de uitwisseling met de vakbondsorganisaties in Honduras rond
hun wetsvoorstel. De opvolging van het ingediende
wetsvoorstel door de syndicale organisaties bij het parlement, zal vanzelfsprekend in 2014 centraal staan.
De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013, en met dezelfde partners. Er zijn
drie klemtonen:
De gezondheidscomités van AMSATI en van ACCPS
spelen een actieve rol in de organisatie van de gezondheidspromotie (omvat o.a. preventie, sensibilisering
en vorming van mensen, burgerparticipatie). Daarbij
zal speciale aandacht uitgaan naar de sociale deter-
minanten van gezondheid, zoals: gender, seksuele en
reproductieve gezondheid, geweld, water en sanitair,
leefomgeving en risicobeheer bij natuurrampen binnen het perspectief van klimaatsverandering.
AMSATI verdedigt het recht op toegang tot kwaliteitsvolle basisgeneesmiddelen; het betreft een verdere
consolidering van de bestaande sociale verkooppunten voor geneesmiddelen. De klemtoon ligt op de
complementaire dienstverlening en gezondheidssensibilisering over rationeel gebruik van geneesmiddelen en alternatieve behandelingen (natuurlijke geneesmiddelen, holistische therapieën, enz.).
ACCPS zal verder het recht van burgerparticipatie bij
de definiëring van en de controle op het gezondheidsbeleid beijveren. Centraal staan volgende thema’s:
de verdere uitbreiding van de gedecentraliseerde gezondheidsdiensten, de verhoging van het nationale
gezondheidsbudget (via de hervorming van het belastingstelsel) en de sociale controle (audit) vanuit sociale organisaties op dienstverlening, om het recht op
gezondheid te verzekeren.
Ten slotte verwacht FOS dat de recente verkiezingsoverwinning van Salvador Sanchez Cerén van de progressieve partij FMLN, een ondersteunende conjuncturele rol zal spelen bij de genoemde initiatieven.
Honduras
In het nieuwe programma sociale bescherming worden voor de werklijn waardig werk de activiteiten in de
suikerindustrie en met zelfstandige arbeid(st)ers in de
informele sector verdergezet. In de suikersector zal
SITIAMASH opvolging geven aan de sectoragenda om
met de werkgeversorganisatie tot een eerste akkoord
te komen over de arbeidsrechten van de rietkappers
in onderaanneming. Verder hoopt SITIAMASH om een
eerste cao af te ronden voor de pas aangesloten vakbondsafdeling in de fabriek Chumbagua.
De vakbonden van zelfstandige arbeid(st)ers zullen
zich in 2014 voornamelijk bezighouden met lobbywerk
rond het door hen ingediende wetsvoorstel voor een
kaderwet voor rechten voor zelfstandige arbeid(st)ers
bij het parlement. Het zal binnen de huidige politieke
context echter zeer moeilijk worden om het voorstel
ook effectief goedgekeurd te krijgen.
De maquilasector is als nieuwe sector opgenomen
in het programma omdat zich een interessant coördinatieplatform heeft ontwikkeld tussen de vakbon-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 19
inleiding
den aangesloten bij verschillende koepelorganisaties.
Deze samenwerking tussen syndicale actoren is een
belangrijke strategische stap die tot twee jaar geleden
onmogelijk leek. Met dit platform (RSMH) verwacht
FOS effectief te kunnen werken aan de uitbreiding van
vakbonden in de sector. RSMH zal in 2014 ook een actieve rol spelen in regionale uitwisseling.
Daarnaast wordt met de 3 koepelorganisaties een directe samenwerking opgebouwd om intersyndicale
beleidsbeïnvloeding rond sector-overschrijdende
thema’s te bevorderen (zoals bv. sociale zekerheid).
De versterking van de koepelorganisaties en hun politieke en strategische visie is van groot belang binnen
de huidige politieke context van syndicale repressie en
de reeks van neoliberale beleidsmaatregelen die door
de pas gekozen regering genomen werden.
In het kader van het recht op gezondheid start FOS in
Honduras de samenwerking op met een nieuwe partner. ALCISAOH is een samenwerkingsplatform van
3 organisaties in het westen van het land. Honduras
staat niet meteen bekend om zijn sociaal beleid. Toch
heeft de overheid een wettelijk kader gecreëerd voor
burgerparticipatie. De gemeentelijke Commissies
voor Transparantie kunnen in principe toekijken op de
besteding van overheidsmiddelen. De gezondheidscomités moeten de belangen van de bevolking bij de
openbare gezondheidsdiensten verdedigen. Het opzet
van ALCISAOH is om deze structuren optimaal te activeren, met het oog op een verbeterde dienstverlening op het vlak van gezondheid. CODIMCA, een rurale
vrouwenorganisatie, werkt met 33 lokale vrouwen- en
jongerencomités met 483 leden in 5 gemeenten van
Santa Barbara. OCDIH, een begeleidings-ngo, werkt
met 3 rurale vrouwennetwerken en 2 transparantiecommissies in 3 gemeenten van Santa Barbara. ASONOG, een platform van ngo’s, begeleidt 5 gemeentelijke gezondheidscomités in Ocotepeque en coördineert
tevens het beleidswerk van de lidorganisaties over
sociale bescherming. Binnen ALCISOAH zullen deze
3 organisaties gezamenlijk een vormingsaanbod uitwerken voor hun doelgroepen, hen begeleiden bij het
beleidswerk over sociale bescherming en de sociale
controle op gezondheidszorg en op gezondheidsbudgetten op gemeentelijk niveau. Relevante acties zullen er worden gedocumenteerd en geanalyseerd, om
de geleerde lessen te delen met andere actoren.
Nicaragua
In de maquilasector en in de agro-industrie zal in 2014
de nadruk nog sterker liggen op verdere ontwikkeling
FOS
jaarverslag 2013 • p. 20
van de sectorale onderhandelingsagenda. Na de organisatie in 2013 van het regionale tripartiete forum
in de suikersector, zal in de maquilasector ook extra
aandacht worden besteed aan de versterking van regionale strategieën met de vakbonden in Honduras.
Verder zal ook het intersyndicaal platform doorgaan
met het uitwerken van overkoepelende beleidsvoorstellen. Het platform zal bovendien opvolging geven
aan de wetsvoorstellen rond onderaanneming en de
hervorming van het systeem van sociale zekerheid, die
reeds bij het parlement zijn ingediend. Daarnaast zal
in 2014 gewerkt worden aan een overkoepelende vakbondsagenda, die richting moet geven aan toekomstige
beleidsvoorstellen met de integratie van standpunten
rond: de onderhandeling van een minimumloon, beroepsvorming, de hervorming van de arbeidswetgeving, de uitbreiding en de kwaliteit van de sociale zekerheid, de sociale dialoog, de werkgelegenheid, etc..
De sociale beweging, die FOS ondersteunt, ziet zich
binnen de politieke context in Nicaragua voor belangrijke dilemma’s geplaatst. Zij voelt zich sterk verbonden met de Sandinistische regering, maar deze verbondenheid maakt het hen tegelijkertijd moeilijk om
onafhankelijke standpunten in te nemen en gehoor te
geven aan de verwachtingen en noden van hun basisleden. Dit dilemma maakt het zeker niet eenvoudig
om werkelijke sociale dialoog en beleidsbeïnvloeding
vorm te geven. FOS blijft ervoor kiezen om syndicale
organisaties te ondersteunen, die binnen dit spectrum
kunnen balanceren, en hierbij een haalbaar evenwicht
weten te bewaren.
inleiding
De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013, met dezelfde partners. FNT is een
nationale koepel van 9 vakbondsfederaties en centrales die de gezondheidsthematiek op lokaal niveau ter
harte heeft genomen en nu 13 gezondheidscomités,
met elk een sociaal verkooppunt van geneesmiddelen (VSM) heeft opgestart. CTCP is een vakcentrale
van arbeid(st)ers voor eigen rekening in de informele
sector en zetelt in de commissie van de tripartiete Nationale Arbeidsraad. AMUN is de koepelstructuur van
5 lokale mutuas, met evenveel sociale verkooppunten van geneesmiddelen. PROSALUD is een ngo met
stevige gemeenschapsinbedding en ruime expertise
in integrale gemeenschapsgezondheid, opgebouwd
rond de sociale verkoop van geneesmiddelen.
Een eerste werklijn is de consolidatie van hun netwerken van sociale verkoop van geneesmiddelen.
Een permanent aandachtpunt is vanzelfsprekend de
vorming van de gezondheidspromotoren. De studie
(2013) over de aankoop van geneesmiddelen formuleerde enkele aanbevelingen die binnen het netwerk
COIME verder worden opgevolgd.
Een andere werklijn is de gezondheidspromotie, uitgaande van het gezondheidscomité gevormd rond
de VSM. Dit veronderstelt een intense opvolging van
deze comités door de technische medewerkers van de
partnerorganisaties. In opvolging van de genderdoorlichting zullen seksuele en reproductieve rechten in
de gezondheidspromotie centraal staan.
Tenslotte zullen de partners met het ministerie van
Gezondheid en het Nationaal Instituut voor Sociale
Zekerheid verder zoeken naar mogelijkheden ter verbetering van de gezondheid van de doelgroepen en de
aansluiting bij de sociale zekerheid. De uitvoeringsbesluiten voor de reeds in 2010 goedgekeurde wetten
op de mutuas en de VSM, blijven de grote uitdaging.
Cuba
Het doel van de programmacomponent waardig werk
is het versterken van de rol van ledenorganisaties,
met name vakbondsorganisaties, binnen het proces
van de socio-economische aanpassingen in Cuba. Dit
met specifieke aandacht voor de verdediging van de
rechten van de arbeid(st)ers op gebied van tewerkstelling, lonen en de verbetering van arbeidsomstandigheden.
Daarbij is de gekozen strategie de versterking van de
vormingscapaciteit van de vakbonden in cruciale sectoren voor de nieuwe socio-economische politiek, nl.
de bouwsector en de voedselproducerende en –verwerkende industrie. Het betreft voornamelijk vorming
rond de nieuwe arbeidswetgeving en alle afgeleide
wetten en reglementen, met speciale aandacht voor
volgende thema’s: het beheren van arbeidsconflicten; opstellen, onderhandelen en opvolgen van cao’s;
het verbeteren van de veiligheid en gezondheid op de
werkvloer; en ten slotte het correct toepassen van de
loonsystemen.
De vormingsstrategie bestaat uit 3 stappen: 1) vorming
van de provinciale coördinatoren; 2) vorming van de
provinciale vormingswerkers; 3) vorming/bijscholing
van de syndicale leid(st)ers en arbeid(st)ers. De leslokalen en de didactische uitrusting worden verbeterd.
Binnen de programmacomponent gezondheid blijft
de focus in Cuba gericht op gezondheidspromotie en–
preventie. Op die manier sluit het programma volledig
aan bij de nationale gezondheidspolitiek. Bestaande
programma’s zullen verder ondersteund worden:
➺ Preventie om niet-overdraagbare ziektes, voor-
➺
➺
namelijk kanker, te voorkomen bij vrouwen, door
de promotie van vroegtijdige opsporing en een
gezondere levensstijl.
Preventie van hiv/aids bij jongeren door het oprichten van een jeugdvriendelijk centrum in een
dichtbevolkte wijk van Havana met een hoge prevalentie van hiv.
Recht op een aangepaste gezondheidszorg en
juridische begeleiding voor lesbiennes, door het
verkrijgen van aanspreekpunten binnen de bestaande diensten.
De activiteiten zijn voornamelijk gericht op de vorming
van het personeel en promotoren over de inhoud van
de campagnes en over de sociale en psychologische
benadering van de doelgroepen, en op het verbeteren
van de dienstverlening aan de doelgroepen. Didactisch
FOS
jaarverslag 2013 • p. 21
inleiding
en propagandamateriaal wordt aangemaakt ter ondersteuning van de vormingen en de preventieactiviteiten.
De partnerorganisaties richten zich op de volgende
doelgroepen: syndicale leid(st)ers en arbeid(st)ers
aangesloten bij vakbonden, leden van vrouwenorganisaties, personeel van juridische- en gezondheidsdiensten, jongeren en lesbiennes.
zuid-Amerika
Bolivia
In Bolivia zal voor de programmalijn Waardig Werk verder gewerkt worden aan de syndicale eenmaking van
de 6 vakbonden in de agro-industrie in een nationale
federatie met de COB, de vakbondskoepel. Hiervoor is
nog heel veel interne organisatieversterking nodig. De
strijd tot erkenning van landarbeid als gelijkwaardige
economische sector in de arbeidswetgeving blijft een
belangrijke doelstelling, wat ook inhoudt dat gestreden wordt voor toegang tot sociale bescherming voor
de landarbeid(st)ers. Een ethisch tribunaal in februari
2014, met steun van de Nationale Loterij van België,
bracht de discriminatie van de vrouwen in deze sector
op de voorgrond.
De huishoudsector, verenigd in FENATRAHOB, zal in
2014 en de volgende jaren 9 basisvakbonden in verschillende steden versterken door betere juridische
en andere dienstverlening, en bovendien zal zij het
vervolg van de tripartiete onderhandelingen voeren. Ook bij hen staat de sociale bescherming van
huishoudwerk(st)ers, door aansluiting bij de sociale
zekerheid, op de onderhandelingsagenda. Tot nu toe
is minder dan 3% van de huishoudwerk(st)ers in urbane gebieden aangesloten bij de sociale zekerheid.
De programmalijn Sociale Bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013. FECAFEB zal, met steun van de
ngo Alternativa, verder werken aan de opmaak en
onderhandeling van een voorstel voor sociale bescherming, gezondheid en pensioenen voor de kleine koffieboeren. Op lokaal vlak werkt FECAFEB aan
gezondheidspromotie en sensibilisering rond voedselveiligheid, seksuele en reproductieve rechten,
gendergeweld, enz. Verder zal FECAFEB versterkt
worden om meer sociale dienstverlening te kunnen
leveren aan de leden, vb. om zwangere vrouwen, families met kleine kinderen en bejaarde leden toegang
te helpen vinden tot de bestaande inkomenssubsidies
FOS
jaarverslag 2013 • p. 22
van de staat.
In dit programma zal FOS in Bolivia een aanzet doen
om met de organisaties te werken aan het invoeren
van kleinschalige alternatieve energiebronnen om de
voedselveiligheid en gezondheid van inheemse gemeenschappen en koffieboeren te verbeteren, met de
steun van CIPCA en de ngo Alternativa.
Colombia
De extreem neoliberale context en het gewapende
conflict maken dat syndicale heropbouw en eenmaking van enorm groot belang blijven in Colombia.
Het intersyndicaal platform dat gesteund wordt door
de nationale eenheidsvakbond FENSUAGRO, zal geconsolideerd en versterkt worden. De doelstelling is
om ook in Colombia de bredere thema’s van Sociale
Bescherming met dit platform aan te pakken. Zo is de
toegang tot gezondheid in Colombia volledig geprivatiseerd via verplichte aansluiting bij private gezondheidsverzekeringen, wat de toegang tot de dienstverlening enorm beperkt.
Vanaf 2014 zal met de syndicale organisatie SINTAIMAGRA gewerkt worden aan de syndicalisering van het
huishoudpersoneel in Colombia en het afdwingen van
de toepassing van IAO-Conventie 189. Hiervoor is in de
vorige jaren al een aanzet gegeven door de uitwisseling
met de organisaties van huishoudpersoneel in Ecuador,
Bolivia en Peru. Hier zal de nadruk vooral liggen op het
werven van leden, vormen van lokale kernen en vorming van leden en leid(st)ers in arbeidsrechten, gender
en algemene politieke en actuele thema’s.
Met het advocatencollectief ASOLABORALES uit Colombia, zal in de 4 Andeslanden gewerkt worden aan
het vormen van jonge en geëngageerde arbeidsadvocaten om de vakbonden te ondersteunen, wat een
antwoord biedt op een jarenlange behoefte. Met steun
van de Nationale Loterij zal in 2014 een ethisch tribunaal georganiseerd worden in Colombia en begin 2015
in Peru, over de arbeidssituatie van de vrouwen in de
agro-industrie. Dit wordt georganiseerd in samenwerking met ASOLABORALES en ALAL, de LatijnsAmerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten.
Ecuador
In Ecuador wordt in 2014 hoogstwaarschijnlijk een
nieuwe arbeidswet gestemd. Het wetgevingsproces zal
dus veel aandacht krijgen van de FOS-partners FENA-
inleiding
Peru
CLE, ASTAC en ATRH binnen de programmalijn Waardig Werk, vooral in de discussie rond het opzetten van de
sectorvakbonden. FENACLE werkt verder aan het opzetten van een sectorvakbond in de bloemensector.
In het nieuwe programma zal FOS een nieuwe partner
steunen: de bananenvakbond ASTAC, die lid is van een
vakbondsnetwerk in de bananensector. Deze vakbond
vaart een onafhankelijkere koers tegenover de regeringspolitiek dan FENACLE. Speerpunten van hun
planning voor 2014 zijn: interne versterking en beleidsbeïnvloeding rond de arbeidswetgeving, met de
nadruk op veiligheid en gezondheid op het werk. De
Vereniging van Huishoudpersoneel ATRH zal werken
aan zowel de uitbouw van de organisatie als de oprichting van een nationale vakbond en de versterking
van de nieuwe lokale kernen in 5 provincies.
Om met één stem te spreken om het recht op Sociale
Bescherming en gezondheid te verdedigen, zal met
de ngo DONUM een platform opgezet worden, die de
visie van de basisorganisaties, de gezondheidsactivisten, de syndicale leiders, de academische wereld en
andere geïnteresseerden samenbrengt. Onderzoek,
debatten, seminaries en publicaties houden het debat
over sociale bescherming en gezondheid levend.
Luna Creciente, ook een nieuwe FOS-partner, werkt in
dit programma rond seksuele en reproductieve rechten
voor rurale en inheemse vrouwen. Mujeres por la Vida
verliest evenwel niet haar plaats in de FOS-werking.
FOS hoopt de vrouwenbeweging te kunnen ondersteunen in de uitbouw van haar jongerenwerking gericht op
het promoten van seksuele en reproductieve rechten.
In Peru zal FOS twee nieuwe federaties ondersteunen
binnen de programmalijn waardig werk: de federatie
van de agro-industrie FENTAGRO en van het huishoudpersoneel FENTTRAHOP. Ondersteuning is zeker nodig,
in de eerste plaats wat betreft de interne organisatieversterking, maar ook in politieke beleidsbeïnvloeding i.v.m.
de discriminerende arbeidswetgeving die bv. geen sociale bescherming voorziet voor deze sectoren. Enerzijds
wordt veel vorming voor de basisvakbonden voorzien.
Anderzijds zullen nationale coördinatiemechanismen
worden ondersteund en zal de band met de vakbondskoepel CGTP en andere sectoren binnen de koepel onderhouden worden. Voor de huishoudsector blijft de
ratificatie en toepassing van IAO-Conventie 189 een belangrijk strijdpunt voor de komende jaren.
In de loop van het tweede semester zal met de vakbonden van de agro-industrie de voorbereiding van
het ethisch tribunaal aangepakt worden, met ondersteuning van het advocatencollectief ASOLABORALES uit Colombia. Hiervoor verzamelen en bundelen
de vakbonden in de agro-industrie aanklachten van
schendingen van arbeids-en mensenrechten tot een
gemeenschappelijke sectorale aanklacht.
De programmalijn sociale bescherming m.b.t. gezondheid bouwt verder op de ervaringen van het programma 2011-2013. Het toonaangevende netwerk
ForoSalud gaat verder de strijd aan tegen de privatisering/commercialisering van de gezondheidszorg.
ForoSalud neemt ook de thema’s die in de vorige jaren
werden gesteund verder op, zoals de uitbreiding van
de sociale zekerheid voor de kleine boeren en de interculturele gezondheid. Om het eigen democratisch
proces te garanderen, versterkt het netwerk haar
overlegstructuren in de kustprovincies. Zowel de FOSpartners CNCJ als FEMUCARINAP zijn lidorganisaties
van het netwerk.
Met de nieuwe partnerorganisatie Promsex zal gewerkt worden aan het promoten van seksuele en
FOS
jaarverslag 2013 • p. 23
inleiding
reproductieve rechten bij vrouwen en jongeren in 4
kustprovincies. Promsex is een gespecialiseerde ngo
rond seksuele rechten die werkt met basisorganisaties van vrouwen en jongeren. Via deze samenwerking
wil FOS de werklijnen uitzetten voor een regionale
aanpak rond seksuele en reproductieve rechten in de
toekomst. Er wordt namelijk de laatste jaren nog weinig vooruitgang geboekt in de wetgeving en dienstverlening omtrent dit thema. Integendeel zelfs, er is een
conservatieve beweging in opgang die behaalde rechten, bv. rond abortus of anticonceptie voor jongeren,
aan het terugschroeven is.
Ten slotte bevordert FOS de regionale uitwisseling en
vorming op verschillende manieren: via het regionale
digitaal platform voor de agro-industrie Comunicandes, via coördinatie met de IAO, vooral rond Conventie
189 in de 4 Andeslanden, door regionale uitwisselingen via ALAMES voor het recht op gezondheid, en via
een regionale partnerbijeenkomst in Colombia eind
2014 over sociale bescherming.
zuidelijk afrika
Subregio zuidelijk Afrika
Voor de periode 2014-2016 ontwikkelde FOS een regionale werking voor de regio zuidelijk Afrika. Dit regionale programma sociale bescherming spitst zich
toe op drie problematieken die grensoverschrijdend
zijn en via gezamenlijke strategiebepaling en actie
door de FOS-partners in de regio aangepakt zullen
worden. Hierbij gaat het om (1) arbeidsflexibilisering;
FOS
jaarverslag 2013 • p. 24
(2) toegang tot gezondheid en (3) gendergelijkheid. De
methodologie van FOS is erop gericht om de organisationele en institutionele capaciteiten van partners
te versterken. Op die manier kunnen ze zich beter inzetten voor het verbeteren van de levenskwaliteit van
hun doelgroepen door samen met hen, hun recht op
Sociale Bescherming af te dwingen en te promoten.
Specifiek situeren de eindbegunstigden van de partners zich in de landbouw- en huishoudsector. Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor de empowerment
van vrouwen en jongeren in organisatiestructuren en
op de werkvloer. FOS streeft er naar om op een duurzame manier bestaande organisaties te verankeren in
het middenveld en netwerkvorming tussen verschillende actoren te stimuleren.
Via samenwerking en synergie tussen partners zal
gezocht worden naar effectieve antwoorden op de
veelvuldige problemen die grensoverschrijdend zijn
en waar alle FOS-partners mee geconfronteerd worden in hun werking. Onder samenwerking verstaan
we niet uitsluitend uitwisseling van ideeën en praktijken, maar hierbij denken we ook aan het tegelijk
aankaarten van de slechte arbeidsomstandigheden
bij multinationals in verschillende landen, gezamenlijk gedragen beleidsbeïnvloeding ten aanzien van
SADC, uitwisselen van tools voor het gender hoog op
de agenda te zetten, etc. Organisaties worden bovendien gestimuleerd om gezamenlijk aan kritische zelfreflectie te doen m.b.t. de eigen rol, de doelgroep en
de doelstellingen om de identiteit, visie en werkwijzen
van de organisatie te versterken.
Er wordt verwacht van ledenorganisaties dat ze zich
in het bijzonder inzetten voor de meest kwetsbare
groepen in de samenleving: vrouwen, jongeren en
arbeidsmigranten, die vaak als eerste getroffen worden door doorgedreven arbeidsflexibilisering, werkloosheid en arbeidsonzekerheid. Door middel van
nieuwe organisatievormen moeten deze kwetsbare
groepen – die binnen de huidige vakbondsstructuren
onvoldoende vertegenwoordigd worden - specifiek
betrokken worden. Dit vergt een grote verandering
in het denken en functioneren van ledenorganisaties
inleiding
met betrekking tot gender. Organisaties zullen gezamenlijk strategieën uitwerken om effectief de belangen van kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te
vertegenwoordigen.
Ledenorganisaties, ook vakbonden, zullen onderzoeken hoe ze kunnen bijdragen aan het vergroten van
de toegang tot gezondheid voor hun doelgroepen. Er
is nood aan kritische reflectie omtrent de rol en inzet van gezondheidspromotoren, vooral binnen rurale gemeenschappen. Gezien er binnen de subregio
verschillende ervaringen zijn met het inschakelen
van gezondheidspromotoren, is het van belang deze
ervaringen samen te brengen en te komen tot een
gedeelde strategie voor het efficiënter inzetten van
gezondheidspromotoren.
Ghana
In Ghana start FOS een nieuw project voor drinkwatervoorziening en het verbeteren van hygiëne in vier
rurale gemeenschappen. Dit project krijgt ondersteuning van de Vlaamse Overheid via het Vlaamse Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO), de Stad
Antwerpen en TMVW-WaterLink. Het is een driejarig
project van 2014-2016 en zal uitgevoerd worden door
de lokale partnerorganisatie: Community Livelihoods
Support Organisation (COLISO).
Het vorige waterproject Drinkwatervoorziening en
Verbetering van Hygiëne in Nandom, Samou en Akim
Ayirebi wordt afgerond met een externe evaluatie.
palestina
Het FOS-programma 2014-2016 “Recht op Sociale
Bescherming in Palestina”, bouwt verder op de werklijnen van het programma 2011-2013. FOS focust op
één aspect van sociale bescherming, nl. het recht op
Waardig Werk.
De samenwerking heeft tot doel de arbeidsomstandigheden van de werkne(e)m(st)ers in de petrochemische sector te verbeteren. De activiteiten focussen
op de minimumlonen en veiligheid en gezondheid op
het werk, via monitoring van de toepassing van de wet
op de minimumlonen in de petrochemische sector en
door betere controle van de werkplaatsen op het aspect veiligheid en gezondheid.
De gevolgde strategie is deze van versterking van de
organisationele en institutionele capaciteiten van de
partnervakbond in Palestina. De vakbond beoogt zijn
ledenaantal uit te breiden via de oprichting van nieuwe
syndicale bedrijfskernen, door een actieve inzet van
veldwerkers. De regionale vakbondsstructuren worden opgeleid voor een efficiëntere opvolging. Wat de
institutionele capaciteit betreft, richt het programma
zich tot de onderhandelingscapaciteit op het vlak van
het minimumloon en de veiligheid en gezondheid op
de werkvloer, enz. Dit moet leiden tot afspraken met
werkgevers in de bedrijven waar PUPW een syndicale
delegatie heeft.
Vorming neemt op verschillende niveaus in de vakbond een belangrijke plaats in. Speciale aandacht gaat
naar de bestuursleden van de regionale en nationale
leiding, die gevormd worden in beheer van een vakbond, arbeidsrechten en onderhandelingsbekwaamheid. Vorming zal ook de veldwerkers beter voorbereiden op hun taken tijdens de veldbezoeken aan de
bedrijven, om arbeid(st)ers te informeren over hun
arbeidsrechten en hen te overtuigen van aansluiting
bij de vakbond. Vorming richt zich ook rechtstreeks tot
de werkne(e)m(st)ers, om hen te sensibiliseren over
hun arbeidsrechten en de mogelijkheid van juridische
opvolging van arbeidsconflicten via de vakbond. Het
aantal veldwerkers wordt hiervoor uitgebreid.
Een derde belangrijke soort activiteiten zijn de (nationale) campagnes gericht naar de werknemers over
relevante thema’s zoals het minimumloon, veiligheid
en gezondheid op het werk, sociaal overleg, enz.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 25
inleiding
VOORUITZICHTEN 2014 NOORDEN
In 2014 zal FOS opnieuw een campagne uitwerken,
aandacht besteden aan de vaste publicaties en de
partnerschappen verder ondersteunen. Door het
opzetten van fondsenwervende, politieke en informatieve activiteiten organiseert FOS internationale
solidariteit. Het beleidsbeïnvloedend werk zal vanaf
2014 een zwaarder gewicht krijgen binnen het FOSprogramma. Door een intensiever lidmaatschap van
de netwerken waar FOS deel van uitmaakt, probeert
FOS de politieke agenda te beroeren.
Het tweede campagnejaar over huishoudwerk gaat in
maart van start. Na in 2013 te focussen op de ratificatie
van Conventie 189 en de bijhorende wetgeving, zal er in
2014 aandacht gevraagd worden voor het gebrek aan
waardering voor huishoudwerk(st)ers. Ze krijgen vaak
niet het respect dat ze verdienen. In het Zuiden vertaalt
dit zich in onderwaardering, misbruik, slechte werkomstandigheden en gebrekkige arbeidswetgeving.
Tot op vandaag wordt huishoudwerk nog vaak niet als
“echt” werk gezien. Nochtans is hun werk broodnodig
om de economie van een land te laten draaien, en hun
dagelijkse inzet is wel degelijk professionele arbeid.
Daarom steunen wij onze partnerorganisaties in het
Zuiden in hun strijd voor waardig huishoudwerk.
Met de slogan “Neem mee de handschoen op” vragen
we, samen met onze partners De Algemene Centrale ABVV, Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a
en vzw Thuiszorg, waardering voor huishoudwerk(st)ers.
Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking en aan
de regeringsleiders (via de ambassades) van onze partnerlanden vragen we om sociale organisaties te erkennen en hen een plaats te geven in het sociaal overleg.
Aan de minister van Werk vragen we om de ratificatie van
Conventie 189 in België af te ronden en een sensibiliseringscampagne op te zetten naar de werkgevers toe.
SADSAWU, de Zuid-Afrikaanse vakbond voor
huishoudwerk(st)ers, wordt de partner in de kijker
tijdens deze campagne. In maart 2014 komt de algemeen secretaris, Myrtle Witbooi, naar België om
FOS
jaarverslag 2013 • p. 26
haar verhaal te brengen. De campagne zal de mensen
oproepen om “de handschoen op te nemen” en hun
waardering voor huishoudpersoneel te tonen, via een
(online) petitie. De educatieve materialen van 2013
zullen in 2014 verder gepromoot worden.
In 2015 zal FOS campagne voeren voor het recht op
sociale bescherming, samen met 11.11.11, Wereldsolidariteit, de vakbonden en de mutualiteiten. In 2014
zal deze campagne grondig voorbereid worden. FOS
wil hierin een voortrekkersrol opnemen.
In 2014 gaat het nieuwe programma 2014-2016 van
start en zullen er zich nieuwe dynamieken ontwikkelen bij onze partners in het Zuiden. Deze trekken we
door naar de partnerschappen in Vlaanderen. Zo zijn
er enkele organisaties die een nieuwe partnerrelatie
aangaan, bijvoorbeeld de CIS (Commissie Internationale Solidariteit van het ABVV) in West-Vlaanderen.
FOS kiest voor de versterking van de band tussen
Noord- en Zuidpartner door o.a. uitwisselingen te organiseren tussen de partners. Zo zal er in oktober een
delegatie uit Nicaragua naar België komen om ABVV
West-Vlaanderen te ontmoeten. Deze vakbond uit de
maquila-industrie, krijgt een plaats op de Dag van de
Internationale Solidariteit en tijdens de internationale
vormingsweek.
Bond Moyson West-Vlaanderen zal navolgingstraject
van de Zuid-Afrika reis verderzetten met vertelavonden en een wijnbar. Ze plannen een nieuwe reis naar
Zuid-Afrika in 2015. In 2015 trekt De VoorZorg Antwerpen naar de gezondheidspartners in Peru. FOS
start in 2014 met de voorbereidingen.
Daarnaast wil De Voorzorg Antwerpen in 2014/2015
een grote fondsenwervende activiteit organiseren.
VIVA-SVV Vlaams-Brabant tracht op haar beurt dan
weer fondsen te werven door leden op te roepen een
maandelijkse bijdrage te storten voor Luna Creciente
en Mujeres por la Vida, om zo de anticonceptie van
vrouwen in Ecuador te betalen. Bond Moyson OostVlaanderen gaat in 2014 op zoek naar een nieuw concept voor een grote fondsenwervende activiteit.
inleiding
Voor de publicaties blijft het een streefdoel voor FOS
om meer lezers te bereiken. FOSFOR en de elektronische nieuwsbrief blijven onze belangrijkste eigen
publicaties. Daarnaast proberen we zo veel mogelijk
artikels verder te verspreiden via de ledenbladen en
websites van de socialistische en de Noord-Zuidbeweging. De institutionele afspraken die in 2013 met de
verschillende organisaties werden gemaakt, worden
in praktijk omgezet; regelmatig zal er een artikel en/
of advertentie verschijnen in de ledenbladen, nieuwsbrieven, intranet enz. van verschillende organisaties.
De FOS-website zal in 2015 volledig vernieuwd worden. Hiervoor start FOS in 2014 met een grondige evaluatie van de huidige website en met de voorbereiding
van de nieuwe website. In 2014 wordt de website verder up to date gehouden. Om de interne werking van
FOS te verbeteren, wordt er in 2014 werk gemaakt van
een nieuwe communicatie- en educatiestrategie.
In 2014 zal FOS meer gewicht geven aan beleidsbeïnvloedend werk. Onze beleidsmedewerk(st)ers zullen
de allianties en netwerken waar FOS deel van uitmaakt, versterken. Zo wil FOS wegen op de politieke
besluitvorming. FOS zal gezamenlijke acties en seminaries mee organiseren en promoten, opiniestukken
schrijven en inhoudelijke bijdragen leveren.
SOCIALE BESCHERMING
HOOG OP DE FOS-AGENDA
Sociale Bescherming is een recht waar iedereen moet
van kunnen genieten, ook mensen in precaire levensomstandigheden. Daar komt FOS voor op, met steun
aan organisaties in het Zuiden en met campagnes en
solidariteitsactiviteiten in het Noorden. Maar sociale
bescherming is een breed begrip. Om het werkbaar te
houden focust FOS op
Waardig Werk
•
•
•
•
Werkgelegenheid, met waardig inkomen
Veiligheidsnet van (publieke) solidariteit en stabiliteit in geval van ziekte, ouderdom, zwangerschap, invaliditeit en werkloosheid
Respect voor de fundamentele principes en rechten op de werkvloer
Sociale dialoog en tripartite overleg als noodzakelijk element van economische en sociale ontwikkeling
Gezondheid
• Toegang tot kwalitatieve en betaalbare gezondheidszorg
• Toegang tot kwalitatieve en betaalbare medicijnen
• Garanderen van seksuele en reproductieve rechten
• Sociale determinanten van gezondheid
Promotie van het recht op
sociale zekerheid en sociale bijstand
De komende jaren trekken FOS en haar partners volop
de kaart van Sociale Bescherming! We komen op voor
een brede sociale bescherming voor iedereen. Daarbij
speelt het principe van solidariteit een belangrijke rol!
FOS
jaarverslag 2013 • p. 27
België
El Salvador
Nicaragua
Ecuador
Peru
Palestina
Cuba
Honduras
Colombia
Ghana
Bolivië
ue
Mozambiq
Zimbabwe
Namibië
ka
Zuid-Afri
FOS
jaarverslag 2013 • p. 28
fos IN HET ZUIDEN
{
CENTRAAL-AMERIKA
El Salvador, Honduras en Nicaragua
Overzicht van de activiteiten in centraal-amerika
Landen
El Salvador
Honduras
Nicaragua
Coördinatie
Regionaal
coördinatiebureau Managua,
Nicaragua
Regionaal
coördinatiebureau Managua,
Nicaragua
Regionaal
coördinatiebureau Managua
Actiezones
Morazan, La Unión,
San Miguel, Usulutan,
La Paz, Santa Ana , San
Salvador, San Vicente
Choluteca, Valle, Yoro,
Olancho, San Pedro Sula,
Choloma
Matagalpa, Jinotega, Nueva
Segovia, Managua, Carazo,
Masaya, Granada,
Chinandega, Rivas
Type
activiteiten
• Versterking syndicale
organisaties
• Beleidswerk toegankelijkheid openbare gezondheidszorg
• Toegang tot
geneesmiddelen
• Versterking syndicale
organisaties
• Ondersteuning gemeenschapsmutualiteiten
• Toegang tot
geneesmiddelen
• Versterking syndicale
organisaties
• Ondersteuning gemeenschapsmutualiteiten
• Toegang tot
geneesmiddelen
Strategische
lijnen
• Capaciteitsopbouw
van vakbonden
• Vorming nationale
vakbondsfederaties
• Sociale controle
op gezondheidsbeleid
• Uitbouw netwerk sociale
verkoop geneesmiddelen
• Capaciteitsopbouw
van vakbonden
• Vorming nationale
vakbondsfederaties
• Uitbouw netwerk sociale
verkoop geneesmiddelen
• Capaciteitsopbouw
van vakbonden
• Vorming nationale
vakbondsfederaties
• Capaciteitsopbouw mutualistische initiatieven
• Uitbouw netwerk sociale
verkoop geneesmiddelen
FOS
jaarverslag 2013 • p. 29
FOS
jaarverslag 2013 • p. 30
FOS in het Zuiden
Overzicht van de acties in centraal-amerika
WAARDIG WERK IN CENTRAAL AMERIKA
El Salvador
Honduras
Nicaragua
Partners
MSTM, Coordinadora
de Sindicatos de
Azucar CSTA-ES
SITIAMASH, Sector Informal
(FOTTSIEH – FENTAEH –
ANAVIH), STIBYS
FNT, CST-ZF,
CTCP, RNA, ATC
Doelgroepen
arbeid(st)ers ,
landarbeid(st)ers
Arbeid(st)ers, landarbeid(st)ers, arbeid(st)ers
informele economie
Arbeid(st)ers, landarbeid(st)ers, arbeid(st)ers
informele economie
Sleutelelementen
arbeidsrechten,
organisatieversterking
arbeidsrechten,
organisatieversterking
arbeidsrechten,
organisatieversterking
Budget
139.027,31 euro
98.391,72
330.786,82 euro
Donoren
DGD, 11.11.11, Petroleumsector Sociaal Fonds
DGD, 11.11.11, provincie
Vlaams-Brabant
DGD, ABVV West-Vlaanderen,
gemeente Kapellen, 11.11.11
RECHT OP GEZONDHEID IN CENTRAAL AMERIKA
El Salvador
Honduras
Nicaragua
Partners
ACCPS, AMSATI
COSSAMUL, COMIXMUL
AMUN, Mutua Urbana
(CTCP), FNT, Prosalud
Doelgroepen
Gemeenschapsgezondheidscomités, coöperatieve van
vrouwen en families
Landbouwcoöperatieven,
coöperatieve van vrouwen
Stedelijke en landelijke bevolking uit de informele sector
Sleutelelementen
Toegang tot geneesmiddelen, organisatieversterking,
beleidsbeïnvloeding
Budget
103.931,29 euro
114.851,91 euro
324.426,09 euro
Donoren
DGD, 11.11.11, Multipharma
DGD, P&V
DGD, 11.11.11, NVSM,
Multipharma, P&V
Mutualiteiten, toegang tot
Mutualiteiten, toegang tot
geneesmiddelen, organisatiegeneesmiddelen, organisatieversterking, politieke beleidsversterking
beïnvloeding
FOS
jaarverslag 2013 • p. 31
FOS in het Zuiden
ACTIES
WAARDIG WERK
IN CENTRAALAMERIKA
TOEGELICHT
EL SALVADOR
De regering Funes in El Salvador heeft naast de uitvoering van verschillende sociale programma’s gezorgd voor iets meer respect voor de syndicale vrijheid en de sociale dialoog. Hierdoor is het voor de
vakbeweging gemakkelijker om erkend te worden
door het ministerie van Arbeid en rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Ook heeft de regering pogingen gedaan om de sociaaleconomische raad te ontwikkelen,
op basis van een multi-actor deelname. Niettemin
blijft de syndicale repressie erg groot en is het in de
praktijk, bijvoorbeeld in de maquilasector, nog steeds
niet mogelijk om tot cao-onderhandelingen te komen.
Ook de sterke verdeeldheid en politisering binnen de
sociale beweging blijven bestaan, en zijn eerder toegenomen in aanloop naar de nationale verkiezingen
van maart 2014.
Realisaties
CSTA-ES (suikersector): Het oorspronkelijk beoogde
onderhandelingsresultaat, werd door partner CSTAES reeds in 2012 behaald, doordat onderhandelingen in de nieuw gesyndicaliseerde suikerfabrieken
la Magdalena en Jiboa, veel voorspoediger verliepen
dan werd verwacht. In de cao’s is in het geval van la
Magdalena de afgelopen 3 jaar een substantiële stijging bereikt van het aantal permanente arbeidsplaatsen (van 0 naar 35) en de creatie van 270 semipermanente arbeidsplaatsen (8-10 maand) in plaats van
tijdelijke contracten (4 maand). In Jiboa is in de cao
eveneens een stijging opgenomen van het aantal semipermanente arbeidsplaatsen (momenteel 536 van
de 940 arbeidsplaatsen). In de cao van de fabriek El
Ángel bestaan al langer clausules ter promotie van
arbeidsstabiliteit en is de afgelopen programmaperiode vooral rond minimumsalarissen onderhandeld.
Het minimumsalaris dat betaald wordt in El Ángel ligt
nu zo’n 150% boven het normaal betaalde minimum in
de sector ($500 t.o.v. $200).
Daarnaast is de vakbond STEIA van de fabriek El Ángel in 2013 begonnen met de onderhandeling van
garanties voor de inschrijving van rietkappers in het
systeem van sociale zekerheid. Dit gebeurde in coördinatie met de organisatie Fair Trade in de Verenigde
Staten. Tot op heden is er nog geen concrete overeenkomst uitgewerkt.
De goede onderhandelingsresultaten zijn enerzijds
bereikt door de succesvolle ledenwervingscampagnes in la Magdalena en Jiboa waardoor het totale le-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 32
dental van de 3 vakbonden is verdubbeld (ligt nu
boven de 85% van het aantal arbeid(st)ers in de 3
fabrieken). Deze gestegen representativiteit heeft
de vakbonden nieuwe onderhandelingskracht verleend. Ook het aantal vrouwelijke leden is bewust
gepromoot en is in de 3 vakbonden toegenomen.
Daarnaast hebben de vakbonden voor en tijdens
de onderhandelingen, deskundige externe begeleiding ontvangen van een jurist. Ook hebben de
uitwisseling van ervaringen met de vakbond STEIA,
en de gezamenlijke vormingssessies rond onderhandelingstechnieken, bijgedragen aan het verbeterde onderhandelingsresultaat.
CSTA-ES en de werkgeversorganisatie van de suikersector AAS hebben nog geen definitieve afspraken
gemaakt over verbetering van arbeidscondities op
het niveau van de sector. Hoewel de bestuursvoorzitter van de werkgeversorganisatie bereid is om tot
onderhandeling te komen, werd er het afgelopen jaar
zware druk uitgeoefend vanuit de vertegenwoordiging
van niet-gesyndicaliseerde suikerfabrieken (50% van
de fabrieken) binnen het bestuur, om de beginnende
bipartiete dialoog af te breken en niet te erkennen.
De regionale uitwisselingen die de afgelopen jaren
tussen suikervakbonden georganiseerd zijn, hebben
in hoge mate bijgedragen aan de groei van een sectorvisie van de partner CSTA-ES. Vanuit dit kader, is de
partner zelf gaan experimenteren met de organisatie
van tripartiete forums, die zijn gebruikt om het vertrouwen tussen de sociale partners te vergroten. Deze
forums zijn afgewisseld met bipartiete vergaderingen
over een mogelijke agenda. Het georganiseerde regionale tripartiete forum dit jaar, heeft echter in het geval van El Salvador, geleid tot een tegenreactie vanuit
de genoemde niet-gesyndicaliseerde fabrieken.
CSTA-ES maakt onderdeel uit van het syndicale platform MUSYGES. In het kader van dit platform heeft
de partner samen met de vakbondskoepel CSTS, een
syndicale agenda aangeboden aan de politieke partijen FMLN en ARENA. Een van de belangrijke thema’s
op de agenda, is het voorstel tot omvorming van het
pensioenstelsel. Beide partijen hebben aangeven bereid te zijn om na de verkiezingen de uitvoering van de
agenda te ondersteunen.
De formulering van een gezamenlijke agenda tussen
de twee belangrijkste ideologische stromingen binnen
de vakbeweging, is een belangrijke stap voor de sterk
versnipperde organisaties in El Salvador. Toch is het
nog onzeker of het hier gaat om een structurele of een
meer conjuncturele verbetering van de samenwerking.
MSTM (maquilasector): Sinds 2012 vormt de beleidsbeïnvloeding over de hervorming van de wetgeving
rond de vrijhandelszones, een van de belangrijkste
aandachtsvelden van MSTM. In 2013 werd de nieuwe
wet globaal goedgekeurd door het parlement. Daarbij
is MSTM er samen met 11 andere organisaties in geslaagd, om binnen de wetgeving de vorming van een
tripartiete commissie op te nemen, die zal toezien op
de reglementering van de wetgeving en arbeidsrechtenschendingen zal beoordelen. Daarnaast hebben zij
de opname van exportsancties in de wet bedongen,
die zullen worden opgelegd aan bedrijven die niet hebben bijgedragen aan de sociale zekerheid of schulden
hebben bij de sociale zekerheid. Tenslotte is er ook
een artikel opgenomen over het respect voor syndicale vrijheid als expliciet arbeidsrecht in de fabrieken.
In het kader van de coördinatie tussen de 11 deelnemende actoren, zijn er coördinatievergaderingen gehouden, informatiematerialen uitgewerkt, en mobilisaties voor het parlement georganiseerd.
Evoluties en bijsturingen
De activiteiten in de suikersector in El Salvador vormen een goed voorbeeld van de ontwikkeling die het
programma in zijn geheel heeft doorgemaakt. Het is
de partner de afgelopen jaren gelukt, om niet alleen
haar ledenbasis en bedrijfscao’s sterk uit te breiden,
maar om tevens strategische stappen te zetten, in de
richting van een onderhandelingsagenda op nationaal
en op regionaal niveau.
Aan de basis van dit groeiproces ligt de versterkte alliantie, de coördinatie van acties en de ontwikkeling van
een gezamenlijke strategische visie tussen syndicale
actoren, binnen dezelfde sector. Daarbij wordt een
steeds breder scala aan verschillende actoren betrokken, zoals de internationale vakbondsorganisatie van
de voedingsindustrie (IUF), het ministerie van Arbeid
en Fair Trade USA en de werkgeversorganisatie AAS.
De actie groeit op deze wijze steeds meer toe naar een
multi-actorstrategie. Een ontwikkeling die FOS actief
FOS
jaarverslag 2013 • p. 33
FOS in het Zuiden
heeft ondersteund, door de organisatie van regionale
uitwisselingen, door de coördinatie met de verschillende donoren en internationale actoren, en door het
faciliteren van geschikte lokale expertise, die de partners rond bepaalde thema’s kunnen begeleiden.
De genoemde vooruitgang valt samen met een positieve politieke context, die met de voortzetting van
de progressieve FMLN-regering, zeker perspectieven
biedt op verdere ontwikkeling. Niettemin blijft El Salvador nog altijd het toneel van een bijzonder anti-syndicale houding van werkgevers en een sterk versnipperde syndicale beweging. Rond alle doelgroepen,
blijft dit de mogelijkheden beperken, om snel vooruitgang te boeken bij sociale dialoog.
In de maquilasector speelde de syndicale repressie de afgelopen periode de grootste rol. De sluiting
van de textielfabriek GAMA in 2011, waar men op het
punt stond om tot een eerste cao in de sector te komen, maakte duidelijk dat het nog onmogelijk is om
tot succesvolle onderhandeling te komen. De partner
MSTM en FOS hebben daarop in overleg besloten om
de focus van de actie tijdelijk te verleggen, naar beleidsbeïnvloeding op nationaal niveau, ter vermindering van het anti-syndicale klimaat. Sindsdien wordt
in alliantie met 11 verschillende ngo’s ingezet op het
vergroten van de invloed van de vakbeweging op de
reglementering en de controle op de uitvoering van de
recent hervormde wet rond de vrijhandelszones. Inmiddels zijn met deze alliantie reeds enkele successen behaald.
De verdeeldheid binnen de syndicale beweging is
eveneens een constante factor in El Salvador, die het
bijzonder moeilijk maakt om tot intersyndicale samenwerking en effectieve beleidsbeïnvloeding vanuit
de vakbeweging te komen. Hoewel FOS overtuigd is
van het belang van deze werklijn, heeft de praktijk
uitgewezen dat het vooralsnog zeer moeilijk is om tot
werkzame brede allianties te komen rond sectoroverschrijdende arbeidsthema’s (zoals onderaanneming
en sociale zekerheid). Dit heeft FOS in 2013 doen besluiten om deze werklijn in El Salvador voorlopig niet
verder te zetten in het programma 2014-2016.
HONDURAS
Ook Honduras stond in 2013 in het teken van nationale verkiezingen. Na de militaire coup van 2009 heeft
het land een zeer moeilijke periode doorgemaakt, met
economische stagnatie, alarmerende misdaadcijfers,
FOS
jaarverslag 2013 • p. 34
en politieke onveiligheid. De in de beginfase stuurloze
regering van nationale eenheid heeft zich de laatste
jaren ontpopt als promotor van neoliberaal beleid.
In 2013 zijn de maatregelen voortgezet die leiden tot
flexibilisering van de arbeidswetgeving, zoals de introductie van contracten per uur en de planning van
‘modelsteden’. In deze context is onder de bevolking
de steun gegroeid voor de nieuwe progressieve politieke partij LIBRE. Na de nationale verkiezingen (november 2013) is daardoor de traditionele tweepartijstructuur in het land doorbroken. Hoewel LIBRE nu
de tweede partij van het land is geworden, betekent
de winst van de conservatieve Nationale Partij dat de
regering de huidige koers zal aanhouden.
Realisaties
SITIAMASH (suikersector): De partner is er nog niet
in geslaagd om binnen haar bedrijfs-cao tot een erkenning van de rechten van de rietkappers, werkzaam
voor onderaannemers rond fabriek CAHSA, te komen.
De directie van de fabriek heeft onder druk van de
vakbond wel in de praktijk bij de onderaannemers
aangedrongen op verbeteringen (zoals uitbetaling van
de wettelijke vrije dag per week, schoon water, beter
transport). Toch blijft de directie weigeren om haar
wettelijke verantwoordelijkheid voor deze kwetsbare
groep te erkennen.
SITIAMASH is de afgelopen jaren in haar onderhandelingsstrategie rond de rietkappers ondersteund door
deskundige externe juridische begeleiding. In dit verband is ook een rechtszaak begonnen tegen de directie van de suikerfabriek CAHSA. De getuigen in deze
rechtszaak hebben zich echter onder druk van CAHSA
beetje bij beetje teruggetrokken. De partner organiseerde ook interne workshops over de introductie van
specifieke thema’s binnen haar cao, zoals genderspecifieke clausules en clausules rond arbeidskwalificatie en beroepsvorming.
Om uit de impasse met de werkgever te geraken, heeft
SITIAMASH het afgelopen jaar meer ingezet op onderhandeling op sectorniveau. Deze werklijn is op nationaal niveau ondersteund met coördinatiebijeenkomsten rond een syndicale agenda tussen SITIAMASH en
de andere vakbond binnen de sector SITRAEACHSA.
Dit coördinatieproces en de opvolgende tripartiete
vergaderingen en tripartiete forums met de minister
van Arbeid en de werkgeversorganisatie APAH, zijn
extern begeleid door deskundige juristen. De slechte
arbeidscondities van de rietkappers en hun gebrek
aan toegang tot het systeem van sociale zekerheid,
staan dankzij deze inspanningen op de bipartiete sec-
FOS in het Zuiden
toragenda, die SITIAMASH in augustus 2013 overeenkwam met de werkgeversorganisatie APAH.
Daarnaast zal SITIAMASH begin 2014 voor het eerst
een cao onderhandelen, voor de arbeid(st)ers van de
suikerfabriek Chumbagua, die zich recent aansloot bij
SITIAMASH. In deze fabriek zijn tijdelijke arbeidscontracten de norm en geen van de arbeid(st)ers is aangesloten bij het systeem van sociale zekerheid.
STIBYS is een van de drijvende krachten achter het
intersyndicaal platform dat tot doel heeft om vanuit
de vakbeweging als geheel initiatieven van beleidsbeïnvloeding te ontwikkelen rond algemene arbeidsthema’s. Het intersyndicaal platform wordt samen met de
Deense donororganisatie 3F ondersteund. Binnen dit
netwerk worden algemene coördinatiebijeenkomsten
georganiseerd tussen basisvakbonden uit verschillende sectoren en bestuursleden uit de 3 koepelorganisaties in Honduras. Op deze coördinatiebijeenkomsten wordt thematische informatie gedeeld en wordt
de voortgang besproken van de 3 werkcommissies,
die zich gevormd hebben rond 3 hoofdthema’s: onderaanneming en flexibilisering van arbeidswetgeving,
sociale zekerheid en arbeidspolitiek en beroepsvorming. Deze werkcommissies vergaderen afzonderlijk
en bereiden voorstellen voor, al dan niet met ondersteuning van externe expertise. Ook worden de materialen die de werkcommies produceren ondersteund.
Al in 2011 bleek dat er van overheidswege weinig politieke bereidheid bestond voor bespreking van het
intersyndicale voorstel tot reglementering van onderaanneming. Aangezien in dat zelfde jaar per decreet
nieuwe bedreigende arbeidswetgeving rond de promotie van uurlooncontracten werd ingevoerd, besloot
het intersyndicaal platform om de prioriteiten te verleggen. Wel hebben zij rond de problematiek van onderaanneming in 2013 een oriëntatiegids ontwikkeld,
om vakbondsorganisaties te helpen met de omvorming van hun organisatie van een bedrijfs- naar een
sectorstructuur. Hierdoor zullen zij beter in staat zijn,
om arbeid(st)ers werkzaam voor onderaannemers te
organiseren en te vertegenwoordigen.
Rond de ingestelde uurlooncontracten is vanuit het
intersyndicaal platform een officiële aanklacht ingediend bij de IAO. De IAO heeft zich echter voorlopig
noch voor, noch tegen het decreet uitgesproken en wil
de resultaten van de wetgeving op de langere termijn
afwachten. Verder zijn er in 2012 en in 2013 bij het
hooggerechtshof juridische aanklachten ingediend
om het decreet ongrondwettelijk te verklaren. In 2012
heeft dit een kortstondig effect gehad, toen de rege-
ring voorlopig haar pogingen staakte om de maatregel als permanente wetgeving in te voeren. In 2013
volgde echter een nieuw wetsinitiatief met een iets
veranderde formulering, dat naar verwachting begin
2014 door het parlement zal worden goedgekeurd.
Deelnemende organisaties aan het intersyndicaal
overleg participeren daarnaast met uitgewerkte voorstellen in de tripartiete technische commissies die
zich binnen de sociaaleconomische raad gevormd
hebben, rond het systeem van sociale zekerheid en
het stelsel van beroepsvorming. Eind 2013 zijn echter voor al deze overheidsinstanties externe interventiecommissies ingesteld die het financiële wanbeleid
moeten onderzoeken en publiek-private allianties
rond deze instanties moeten creëren. Onder dreiging
van deze interventies, is het op dit moment niet waarschijnlijk dat de syndicale voorstellen het beleid rond
deze instanties sterk zullen beïnvloeden.
CS-SIH: Het platform van 3 vakbondsorganisaties van
zelfstandige arbeid(st)ers in de informele economie,
heeft zich in 2013 gericht op beleidsbeïnvloeding rond
haar voorstel tot een kaderwet, die ingaat op de (arbeids)rechten van deze doelgroep.
De start van het regionale IAO-programma rond de
informele economie (Honduras, Costa Rica en El Salvador) en de voorbereiding van de IAO-conferentie
rond dit thema in juni 2014 in Genève, bood de partner een unieke mogelijkheid om campagne te voeren
rond haar wetsvoorstel. Eind 2013 is het voorstel met
steun van 6000 handtekeningen uit 14 departementen
ingediend bij het Hondurese parlement. Inmiddels
heeft zich een adviescommissie gevormd die de wet
analyseert en ter stemming aan het parlement zal
voorleggen.
De kaderwet voor zelfstandige arbeid(st)ers is tot
stand gekomen met FOS-ondersteuning via discussiebijeenkomsten van deelnemende organisaties,
lokale externe experts en in coördinatie met experts
van de continentale vakbondsorganisatie CSA. De regionale uitwisseling met El Salvador binnen het IAOprogramma heeft vakbondsorganisaties in El Salvador ertoe aangezet om een vergelijkbaar wetsvoorstel
te ontwikkelen. De gelijktijdige voorbereiding en campagne rond wetsvoorstellen in beide landen, werd
door de partner van groot belang geacht voor de succeskansen. Om deze reden heeft FOS het afgelopen
jaar extra middelen beschikbaar gesteld voor beide
initiatieven. Dit maakte het mogelijk dat in november 2013 in El Salvador een wetsvoorstel publiekelijk
gepresenteerd en ingediend werd bij het parlement.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 35
FOS in het Zuiden
Evoluties en bijsturingen
De ontwikkelingen rond de partners SITIAMASH in de
suikersector en het platform van vakbonden van zelfstandige arbeid(st)ers CS-SIH, weerspiegelen de evolutie van het waardig werkprogramma in regio. De afgelopen drie jaren zijn deze organisaties erin geslaagd
om niet alleen hun interne organisatie te versterken
(uitbreiding leden/vakbonden, strategische planning)
maar om tevens strategische stappen te zetten richting
een onderhandelingsagenda op nationaal niveau.
In de suikersector gebeurde dit door de opbouw van
een sectordialoog met de werkgeversorganisatie
APAH en het ministerie van Arbeid. Tevens werden de
eerste stappen gezet op weg naar een regionale overlegstructuur. Honduras had dit jaar de primeur met de
organisatie van het eerste regionale tripartiete forum
binnen de sector.
In het geval van de zelfstandige arbeid(st)ers zette
de partner de stap naar nationale dialoog door een
wetsvoorstel te ontwikkelen en te introduceren in het
parlement. Ook dit nationaal initiatief kreeg een regionaal vervolg doordat de IAO het wetsvoorstel opnam in haar regionaal programma en de vakbonden
in El Salvador werden aangemoedigd een gelijkaardig
initiatief aan te vangen. De keerzijde van de focus op
nationale beleidsbeïnvloeding is dat de partner het
afgelopen jaar nauwelijks is toegekomen aan de geplande onderhandelingen met staatsinstanties over
technische vorming voor haar leden. In overleg met
FOS en ook op grond van de economische crisis binnen het systeem van beroepsvorming in Honduras,
heeft zij besloten om aan deze onderhandelingen pas
in 2014 nadrukkelijk aandacht te besteden.
Complementair aan de bovengenoemde evolutie is
er nog een andere ontwikkeling: in overleg met de
partners stimuleerde FOS actief de versterking van
de coördinatie tussen syndicale organisaties binnen
dezelfde sector en tussen verschillende sectoren om
de onderhandelingskracht van de vakbonden te vergroten. Zo haalde SITIAMASH in het kader van de sectoragenda de banden aan met de vakbonden SITRAINFICH en SITRAECHSA, hetgeen zelfs leidde tot een
fusie met SITRAINFICH. Het platform van zelfstandige arbeid(st)ers bestaat uit vakbonden aangesloten
bij de koepelorganisaties CUTH, CGT en CTH en is een
boegbeeld in de verbeterde relatie tussen de 3 koepels. Daarnaast heeft FOS door haar aanwezigheid in
het land direct kunnen bijdragen aan de vorming van
een coördinatieplatform van vakbonden in de maquilasector (dit platform is FOS-partner geworden in het
nieuwe programma 2014-2016).
FOS
jaarverslag 2013 • p. 36
Een versterkte coördinatie tussen de koepelorganisaties en de vakbonden uit verschillende sectoren is
ook het gevolg van de ondersteuning van FOS aan het
intersyndicaal platform. De politieke context in Honduras bood het intersyndicaal platform echter weinig
perspectieven om succesvol aan beleidsbeïnvloeding te
doen. In het eerste jaar van het programma, reageerde
het platform hier op door doelstellingen bij te stellen en
meer in te gaan op de nieuwe beleidsmaatregelen die
door de regering werden aangekondigd. Desondanks
is het intersyndicaal platform er nog niet in geslaagd
om deze maatregelen te keren. Het betekent echter
niet dat de ondersteunde processen hun waarde verliezen voor de deelnemende organisaties. Het opdoen
van ervaring met nieuwe strategieën, de uitwisseling
van ervaringen met andere organisaties en de vergrote
kennis en begrip van relevante arbeidsthema’s zijn voor
hen eveneens belangrijke resultaten.
nicaragua
In Nicaragua hebben de grote verkiezingsoverwinningen
de afgelopen jaren de Sandinistische partij FSLN tot 2017
stevig in het zadel gebracht. Het enorme machtsoverwicht
gaat echter gepaard met een sterke politisering van overheidsinstanties en een grote politieke druk op de sociale
beweging, die traditioneel aan het FSLN gelieerd is. Met
name de vakbondsorganisaties zien zich in dit politieke
spectrum voor een dilemma geplaatst; gehoor geven aan
de soms hoogoplopende kritiek vanuit hun basis, en tegelijkertijd niet in conflict geraken met de regering en de
partijtop. Dit dilemma kwam duidelijk naar voor bij de door
FOS ondersteunde intersyndicale voorstellen ter hervor-
FOS in het Zuiden
ming van het stelsel van sociale zekerheid. De afgelopen
jaren groeide de Nicaraguaanse economie, mede dankzij
de effectieve alliantie tussen de werkgeversorganisatie
COSEP, de regering en de vakbonden. Deze tripartiete
alliantie, het centraal mechanisme voor besluitvorming,
werd verankerd in de hervorming van de grondwet die
eind 2013 door het parlement werd goedgekeurd.
Realisaties
ATC (agro-industrie): De partner had al in 2012 de
beoogde 3 nieuwe bedrijfsakkoorden in de bananensector onderhandeld, waarin specifiek de toegang tot
technische vorming is opgenomen. In 2013 is er nog
een overeenkomst aan toegevoegd in een bedrijf binnen de rijstsector. Daarnaast probeert ATC in de bananensector te komen tot een sectorakkoord, maar dit
is dit jaar nog niet gelukt. Het eisenpakket dat werd
overeengekomen tussen verschillende vakbonden,
is overhandigd aan het ministerie van Arbeid en de
werkgeversorganisatie. Onder druk van de bananenproducenten heeft het ministerie echter gedreigd om
de individuele bedrijfscao’s nietig te verklaren als de
vakbonden blijven inzetten op een aanvullend raamakkoord.
ATC speelde verder een dynamiserende rol binnen het
intersyndicaal platform in Nicaragua. Dit jaar is binnen dit platform opvolging gegeven aan het syndicale
voorstel tot een integrale hervorming van het stelsel
van sociale zekerheid. Dit voorstel is in februari 2013
met steun van meer dan 15.000 handtekeningen bij
het Nicaraguaans parlement ingediend. Hoewel het
ingediende wetsvoorstel nog niet door het parlement
is behandeld, heeft de presentatie van het document
een intensief maatschappelijk debat op gang gebracht, met discussies op de radio, op de televisie en
in de kranten. Bovendien zijn verschillende beleidspunten uit het voorstel, uiteindelijk overgenomen in
het regeringsdecreet dat eind 2013 werd afgekondigd.
CONFETRAYD (suikersector): De partner heeft in de
periode 2012-2013 een aantal belangrijke verbeteringen bekomen in de arbeidsstabiliteit in de suikerfabriek
Monte Rosa. Het aantal semipermanente jaarcontrac-
ten is uitgebreid van 1200 (2010) naar 1684 in 2013 (32%
vrouwen). Onder druk van de vakbond is bovendien het
aantal arbeid(st)ers in onderaanneming teruggebracht
van 626 naar 388 personen: een reductie van 38%.
Daarnaast heeft de vakbond een mondeling akkoord
met de directie gesloten waarbij deze toeziet op naleving van alle wettelijke arbeidsrechten bij arbeid(st)ers
werkzaam voor onderaannemers.
Verder is er op niveau van de sector een principeovereenkomst bereikt, tussen partner CONFETRAYD, de
werkgeversorganisatie CNPA en het ministerie van
Arbeid over de officiële oprichting van de tripartiete
overlegstructuur in de suikersector. Deze sectorstructuur biedt de partner mogelijkheden om in de toekomst
betere werkomstandigheden te bekomen voor rietkappers werkzaam voor zelfstandige suikerrietproducenten. De werklijn rond de ontwikkeling van sectordialoog
is net als in El Salvador en Honduras ontstaan vanuit
de regionale uitwisselingen die FOS ondersteunt tussen vakbonden in de suikersector. Op nationaal niveau
worden verder coördinatiebijeenkomsten rond een sectoragenda georganiseerd tussen de vakbonden binnen
CONFETRAYD. Dit coördinatieproces en de tripartiete
vergaderingen en forums met de minister van Arbeid
en de werkgeversorganisatie worden extern begeleid
door een deskundig jurist.
CST-ZF (maquilasector): De partner heeft de afgelopen jaren vorderingen gemaakt bij de onderhandeling
van genderspecifieke clausules binnen haar cao’s. In
elk van de 18 cao’s op bedrijfsniveau zijn nu minstens
4 clausules opgenomen die ingaan op verbetering van
arbeidsomstandigheden van vrouwen (bijvoorbeeld:
garanties rond het geven van borstvoeding op de werkvloer, ouderschapsverlof voor mannen, gesubsidieerde
kinderopvang binnen de vrijhandelszone, seksuele
voorlichting). Daarnaast is in elke cao een overeenkomst opgenomen rond investering in beroepsvorming.
Deze clausules dragen zeker in Nicaragua (laagste
technische opleidingsniveau in de regio) bij aan de ontwikkeling van een hoogwaardigere confectieproductie,
een hogere arbeidsstabiliteit (minder rotatie van personeel), en de verbetering in de loonontwikkeling.
FOS ondersteunt CST-ZF ook in haar coördinatie met
de andere 3 vakbondskoepels met aanwezigheid in de
maquilasector om onder andere de sectoronderhandelingen gezamenlijk voor te bereiden en op te volgen.
De maquilasector in Nicaragua verkeert in onzekerheid over de mogelijke afloop eind 2014, van haar
specifieke handelsvoordelen (TPL) binnen het CAFTAakkoord. Dit zou kunnen leiden tot vertrek van bedrij-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 37
FOS in het Zuiden
ven. Daarom werd er eind 2012 door de regering en
werkgeversorganisatie ANITEX grote druk uitgeoefend
op de vakbonden om versneld een nieuw tripartiet sectorakkoord (2014-2016) te sluiten. Het hoofddoel was
om investeerders zekerheid te geven over salarisontwikkeling de komende jaren. Gevolg is dat de coördinerende vakbondsorganisaties in de maquilasector een
vrij globaal nieuw akkoord moesten accepteren waarin
naast de salarisafspraken, veel andere punten nog nader moeten worden uitgewerkt.
In 2013 hebben zich daarom rond 4 hoofdthema’s binnen het sectorakkoord syndicale commissies gevormd
die specifieke voorstellen hebben ontwikkeld rond de
praktische uitvoering van deze thema’s. De commissies, die bestaan uit de vertegenwoordigers van de koepel- en de basisorganisaties binnen de maquilasector,
werden technisch begeleid bij de uitwerking van hun
voorstellen door het arbeidsstudiecentrum CETRA.
Vanaf 2013 wordt jaarlijks een gezamenlijke ledenvergadering gepland om de voorstellen en de voortgang
in de uitvoering van het akkoord met de ledenbasis te
bespreken.
CTCP-FNT (zelfstandige arbeider/sters): Wegens blijvend uiteenlopende visies zijn de FOS-partners FNT
en CTCP de afgelopen jaren niet tot de geplande com-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 38
plementaire onderhandelingsstrategie gekomen ten
behoeve van zelfstandige arbeid(st)ers in de informele
economie. Beide partners hebben daarom afzonderlijk
gewerkt aan de onderhandelingen ten behoeve van de
doelgroep: FNT als koepelorganisatie vanuit haar gemeentelijke syndicale coördinatiestructuren waarmee
zij in onderhandeling treedt met de gemeentebesturen,
de gemeentelijke instanties en de werkgevers; CTCP
als confederatie van zelfstandige arbeid(st)ers, met de
federaties van doelgroepen (marktverkopers, taxibestuurders, geldwisselaars) met specifieke belangen.
FNT heeft externe technische ondersteuning gekregen
bij het uitschrijven van haar visie op het systeem voor
technische vorming als koepelorganisatie. Daarnaast
zijn er coördinatievergaderingen gehouden waarop het
onderhandelingsbeleid binnen de verschillende gemeenten werd besproken. Deze activiteiten zijn aangevuld met vormingssessies op niveau van de coördinatiecomités in de gemeenten rond beleidsthema’s zoals
technische vorming binnen de informele economie. FNT
sloot op gemeenteniveau akkoorden met de staatsinstantie voor beroepsvorming INATEC in 6 gemeenten
(Rivas, Granada, Carazo, Masaya, Managua en Estelí).
CTCP heeft de afgelopen jaren externe technische
ondersteuning gehad bij de uitwerking van haar stra-
FOS in het Zuiden
tegisch plan en vervolgens bij een specifiek voorstel rond
technische vorming ten behoeve van de onderhandeling
met INATEC. CTCP onderhandelde met INATEC op nationaal niveau over verschillende aangepaste technische cursussen voor 1093 van haar leden (46% vrouwen).
Evoluties en bijsturingen
heidsinstanties en een grote politieke druk op de sociale
beweging die traditioneel aan het FSLN gelieerd is.
Zowel de partners als FOS dienen de komende jaren een
fragiel evenwicht te bewaren tussen de verdediging van de
belangen van de doelgroepen en het vermijden van directe
confrontaties met de regering.
De partners in de agro-industrie en de maquilasector hebben de afgelopen periode niet alleen hun interne organisatie versterkt (uitbreiding leden/vakbonden, verbetering
ledenbijdragen, strategische planning), maar hebben tevens strategische stappen gezet in de ontwikkeling van een
onderhandelingsagenda op nationaal niveau.
De afgelopen jaren is vanuit het regionaal kantoor in Managua ingezet op een verdere ontwikkeling van de programmacoördinatie met lokale en internationale actoren. Deze
uitwerking van multi-actorstrategieën werd ook sterk als
werklijn gewaardeerd en aangemoedigd binnen de aanbevelingen in de externe evaluatie in 2012.
In de suikersector kwam partner CONFETRAYD tot een
overeenkomst met de werkgeversorganisatie CNPA over
de vorming van een tripartiete overlegstructuur. In de
maquilasector ontstond rond het reeds bestaande sectorakkoord een samenwerkingsrelatie tussen de 4 actieve syndicale actoren met verschillende (thematische)
uitvoeringscommissies. In de bananensector is minder
vordering gemaakt, ondanks de ontwikkeling van een
gezamenlijk eisenpakket van de vakbonden. Dit had te
maken met de weigering vanuit de werkgeversorganisatie en het ministerie van Arbeid om mee te werken aan
een akkoord.
Naast de reeds genoemde coördinaties met werkgeversorganisaties, het ministerie van Arbeid en internationale
vakbondsorganisaties, is in april 2013 op aandringen van
FOS, een bijeenkomst gehouden van 6 donororganisaties in
de regio samen met de continentale vakbondsorganisatie
CSA. Het doel van de vergadering was te komen tot verbeterde afstemming en coördinatie van initiatieven in Centraal-Amerika. Het idee van FOS is dat CSA een spilfunctie
zou kunnen vervullen bij het verbeteren van deze afstemming, het geven van politieke rugdekking en het maken van
afspraken met haar lidorganisaties. CSA is akkoord gegaan
met deze rol maar heeft vervolgens wegens een serie interne problemen nog geen opvolging kunnen geven aan de
gemaakte afspraken.
Hoewel de Sandinistische regering zeker heeft bijgedragen aan een toleranter klimaat naar vakbonden toe (het is
bijvoorbeeld veel gemakkelijker geworden om vakbonden
op te richten en erkend te krijgen bij het ministerie van
Arbeid), betekent de progressieve regering geen garantie
voor syndicaal succes bij sectoronderhandelingen en beleidsbeïnvloeding. De grote verkiezingsoverwinningen in de
afgelopen jaren hebben Sandinistische partij FSLN tot 2017
stevig in het zadel gebracht. Het enorme machtsoverwicht
gaat echter gepaard met een sterke politisering van over-
Anderzijds is FOS op nationaal niveau bezig om organisaties te identificeren die technische ondersteuning kunnen
geven aan partners binnen verschillende sectoren. In Nicaragua werden dit jaar in overleg met de partners verschillende processen succesvol technisch begeleid door het
arbeidsstudiecentrum CETRA, gelinkt aan de universiteit
Paolo Freire.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 39
FOS in het Zuiden
FOS
jaarverslag 2013 • p. 40
focus
Op 1 februari 2013 diende het Intersyndicaal Platform in Nicaragua bij
het parlement een wetsvoorstel in,
waarmee het pleit voor een integrale hervorming van het systeem van
sociale zekerheid. Met dit door FOS
ondersteunde initiatief, probeert
het platform een dreigend ingrijpen
van het IMF in de sociale verworvenheden af te wenden, en tegelijkertijd
een antwoord te geven op een groot
aantal structurele problemen binnen het huidige stelsel.
Sindsdien is het niet meer rustig
geweest rond het thema. Inmiddels
heeft het platform op belangrijke
punten bijval gekregen van de Sandinistische regering.
Verhitte syndicale campagne
De afgelopen maanden heeft het Intersyndicaal Platform haar voorstel
met verve gepromoot en verdedigd.
Zeker de laatste weken is er vrijwel geen dag voorbijgegaan, zonder
deelname van de vakbondsleid(st)ers
in discussieprogramma’s op televisie
en radio en verschenen interviews in
de kranten. Ook worden er radio-en
televisiespots uitgezonden om het
voorstel onder het grote publiek bekend te maken.
Daarnaast organiseerden de deelnemende vakbondsorganisaties individuele- en gezamenlijke vormingssessies met hun basisleden.
Marcial Cabrera (alg . secr. FUTATSCON - horecasector): “Dankzij FOS
hebben we een informatiefolder ontwikkeld voor onze leden. Drie weken
geleden hielden we een intern debat met zo’n 500 basisleden van de
10 deelnemende organisaties, om
te onderstrepen wat er op het spel
staat en om aan de hand van de folder onze voorstellen te bespreken.
De belangstelling was enorm en
we hebben heel veel ruggensteun
van hen ontvangen. Door de handtekeningenactie die we in januari
Intersyndicaal platform Nicaragua boekt
vooruitgang rond hervorming sociale zekerheid
hielden, wisten de leden natuurlijk
al iets van het voorstel, maar de interesse is toch anders, nu het thema
zoveel maatschappelijke aandacht
krijgt. Er was dan ook heel veel aanwezigheid van de pers.”
Gewonnen strijdpunten
De regering heeft inmiddels laten
weten, dat zij meegaat met een aantal belangrijke eisen en voorstellen
van de vakbeweging. Zo is zij teruggekomen van de voorstellen om de
pensioensleeftijd te verhogen en
zal het aantal vereiste maandelijkse
loonafdrachten niet worden veranderd. Even belangrijk is dat een
aantal weken geleden de regering
voor het eerst heeft aangegeven, te
willen beginnen met de aflossing van
de enorme staatsschuld richting het
systeem van sociale zekerheid.
Luis Barbosa (president vakcentrale
CST-JBE): “Binnen de Sandinistische
partij (FSLN) werden we er intern
van beschuldigd, om met onze eis
rond de afbetaling de staatsschuld
de regering voor een blok te plaatsen. Door de erkenning van de staatschuld bevestigt de regering dat onze
eis volledig terecht was en dat zij de
problemen binnen sociale zekerheid
serieus wil aanpakken. We waarderen dit enorm want het is de eerste
regering in 20 jaar die haar verantwoordelijkheid voor de staatsschuld
wil opnemen. Bovendien heeft de regering aangegeven dat het systeem
meer solidair moet worden door de
afdracht voor de hoogste inkomens
te verhogen. Ook dit komt volledig
overeen met ons voorstel.”
Integrale hervorming blijft de visie
Hoewel de vakbondsorganisaties
binnen het platform tevreden zijn
met de regeringsvoorstellen op de
korte termijn (september 2013),
blijven zij echter hameren op de
noodzaak om tot een integrale hervorming van sociale zekerheid te
komen. De acute financiële crisis
binnen het systeem krijgt door de
regeringsmaatregelen een antwoord, maar veel structurele problemen worden niet aangepakt.
Deze integrale hervorming ligt echter politiek gevoelig en ondervindt
ook tegenstand van vakbonden binnen de publieke sector.
Marcial Cabrera: “Op dit moment
is slechts 20% van de werknemers
aangesloten bij sociale zekerheid,
voornamelijk binnen de publieke
sector. Het grootste deel van de
werknemers binnen de private sector en de informele economie heeft
geen toegang tot het systeem. Zij
werken via onderaannemers als
straatverkoper of hebben te maken met seizoensarbeid. Daardoor
worden zij ofwel helemaal niet ingeschreven of dragen zij een veel te
korte periode bij om in aanmerking
te komen voor de diensten van sociale zekerheid. Bovendien laat de
infrastructuur en de servicekwaliteit veel te wensen over, zeker op
het platteland. Er zit veel onrecht in
het systeem en daarom is het voor
veel werknemers ook helemaal niet
aantrekkelijk om zich in te schrijven. In ons wetsvoorstel gaan we in
op deze problemen, maar wij hebben inmiddels begrepen dat de vakbonden uit de publieke sector ons
niet steunen. Zij zijn bang dat bij
een integrale hervorming hun verworven rechten in gevaar komen.
Deze vakbonden uit de publieke sector hebben wel veel politieke invloed
op de regering. Het is dus nog lang
niet zeker of het daadwerkelijk tot
een integrale hervorming zal komen.
De komende weken zal er overleg
plaatsvinden tussen de vakbonden,
de werkgevers en de regering en zal
het een en ander duidelijk worden.
Niettemin zijn we erg tevreden en
trots op de resultaten die we tot nu
toe behaald hebben.” ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 41
FOS in het Zuiden
ACTIES
TOEGANG TOT
GEZONDHEID IN
centraalAMERIKA
toegelicht
EL SALVADOR
Sinds 2009 wordt El Salvador bestuurd door een linkse FMLN-regering, onder leiding van president Funes.
Deze voert een sociaal beleid, gericht op armoedeverlichting, bevordering van vrouwenrechten, bestrijding
van gendergeweld, verbeterde toegang tot water en
sanitair, en restitutie van het recht op onderwijs en gezondheid. De uitgaven voor gezondheid zijn vanaf 2007
tot 2012 gestegen met 68,4%. In de regeerperiode
2009-2013 werd ook merkbare vooruitgang geboekt
in het recht op en de toegang tot gezondheid. Dankzij
de in 2009 opgestarte gezondheidshervorming werden de openbare gezondheidsdiensten opnieuw gratis, sterk uitgebreid, kwalitatief verbeterd en werden
de basisgeneesmiddelen goedkoper. Zo werd in april
2013 een bindende prijslijst voor basisgeneesmiddelen van kracht, die de producten merkelijk goedkoper
maakt. Tot dan toe werden de basisgeneesmiddelen
aan woekerprijzen verkocht, tot 5 keer duurder dan in
de buurlanden.
Realisaties
ACCPS – AMSATI: Partnerorganisaties ACCPS en AMSATI
zetten hun volle gewicht achter de gezondheidshervorming van de overheid. Het Nationaal Gezondheidsforum
werd door het ministerie van Gezondheid opgericht als
inspraakorgaan van het middenveld. ACCPS is de sturende kracht achter het functioneren van het Nationaal
Gezondheidsforum en stimuleert vertegenwoordigers
van het middenveld om een actieve rol op te nemen in de
nationale, lokale en thematische werkgroepen, zoals o.m.
deze over seksuele en reproductieve rechten. AMSATI is
een van lidorganisaties van ACCPS.
Als platform van 20 gezondheidsactoren is de eerste
uitdaging om intern een coherente visie en beleid uit
te werken. Dit realiseert de alliantie via een goede
planning en een tweewekelijks intern overleg. Een
tweede factor is de grondige vorming van de personen die voor ACCPS in het Gezondheidsforum actief
zijn. In 2013 werden 300 personen, verdeeld over 15
vormingsinitiatieven, opgeleid over de strategie van
sociale controle, seksuele en reproductieve gezondheidszorg, het waarom en hoe van een belastinghervorming, enz.
Dankzij deze stevige vorming en omkadering neemt
ACCPS via de inzet van 94 vertegenwoordigers van
lokale gezondheidscomités deel aan 16 van de 74 bestuursorganen die het ministerie van Gezondheid op
gemeentelijk vlak heeft opgericht. Daarnaast vervullen
FOS
jaarverslag 2013 • p. 42
FOS in het Zuiden
leden van 450 lokale gezondheidscomités een rol van
sociale controle op de toegankelijkheid en kwaliteit van
de diensten. Als gevolg daarvan kon ACCPS in 2013 15
evaluaties van de lokale gezondheidsdiensten organiseren en met de gezondheidsdiensten bespreken.
ACCPS combineert zijn politiek werk met een grote
mobilisatiekracht, een bewijs van hun grote representativiteit. Op 12 februari 2013 namen 486 personen
deel aan het seminarie dat het Nationaal Gezondheidsforum hield over “burgerparticipatie in de gezondheid”. In april–mei organiseerden lidorganisaties 4 regionale sessies over deze thematiek, met in
totaal 461 deelnemers.
De hervormingen van het gezondheidsbeleid staan of
vallen met het gezondheidsbudget. ACCPS heeft de
voorbije drie jaar het budget permanent gemonitord.
De stijging van het gezondheidsbudget met 68% is nog
steeds onvoldoende om alle noden te dekken. Daarom
is ACCPS op zoek gegaan naar alternatieve financiering. In de maanden oktober-november 2013 heeft de
organisatie zes regionale fora met 320 aanwezigen
gehouden om input te verzamelen voor een voorstel
tot hervorming van het belastingstelsel. Op 14 december werd op een forum met 57 deelnemers deze input
besproken en een voorstel uitgewerkt.
ACCPS heeft al haar sociaal prestige in de schaal gelegd ter goedkeuring en uitvoering van een nieuwe wet
op de geneesmiddelen. De nieuwe wet op de geneesmiddelen is gebaseerd op een eerder voorstel van
ACCPS; in 2012 organiseerde de alliantie 3 straatmobilisaties en 4 persconferenties. Toen de farmaceutische bedrijven, met steun van de liberale oppositie,
de nieuwe wet aanvochten, heeft ACCPS deze actie
weten te counteren door een nieuwe sensibiliseringscampagne: interne vorming over ethische aspecten
van een wettelijke regulering van de geneesmiddelen
(26 februari ’13); vorming van 60 leden van het nationaal gezondheidsforum (27 & 28 april ’13) en het nationaal forum over de wet op geneesmiddelen met 300
aanwezigen (24 juli ’13). Op 5 december organiseerde
ACCPS een forum waar de voorzitter van het nationaal
directoraat voor geneesmiddelen samen met 132 aanwezigen de resultaten van de nieuwe wet evalueerde.
Naast de actieve ondersteuning van ACCPS en het Nationaal Gezondheidsforum, heeft AMSATI haar basisgezondheidswerking versterkt. In de periode 2011-’13
heeft AMSATI 26 nieuwe gemeenschapsapotheken (6 in
2013) opgericht. Gezien AMSATI vrouwencomités telt
in 53 coöperatieven, zijn met deze actie alle 53 aangesloten gemeenschappen voorzien van een gemeenschapsapotheek. Hierdoor hebben 9.000 personen
(1.800 families) een betere toegang tot gezondheid.
Ter voorbereiding van de oprichting van een gemeenschapsapotheek, voert AMSATI een gemeenschapsdiagnose uit, die de noden en mogelijkheden van elke
gemeenschap in kaart brengt. Deze diagnose is tevens de basis voor de verdere acties die op jaarbasis
worden vastgelegd.
De gemeenschapsapotheekjes zijn een vertrekpunt
voor de lokale gezondheidswerking. Veel aandacht
gaat daarom naar de vorming van de lokale leidsters
en gezondheidspromotoren. Een belangrijke vooruitgang is dat een deel van de vorming werd verzorgd
door de Commissie Seksuele en Reproductieve Rechten van het nationaal gezondheidsforum. Over de drie
jaar werden 281 vrouwen opgeleid. Deze leidsters
treden in overleg met lokale besturen om op basis van
de diagnose acties op te zetten die de gezondheid positief beïnvloeden, zoals wegverbeteringen en opkuisacties. Verschillende leidsters zetelen ook in de lokale
en gemeentelijke gezondheidscomités.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 43
FOS in het Zuiden
Evoluties en bijsturingen
El Salvador is een mooi voorbeeld van de accentverschuiving in het programma 2011-2013. Terwijl
de voorgaande programma’s de klemtoon eerder op
dienstverlening legden, vertrok dit programma meer
van een rechtenbenadering. De toegang tot gezondheid en tot kwaliteitsvolle diensten van de openbare
gezondheidsinstellingen voor de bevolkingsgroepen
die niet aangesloten zijn tot het nationale zekerheidstelsel, is het beoogde doel van de actie. Deze accentwijziging werd in El Salvador vergemakkelijkt omdat
de partnerorganisatie ACCPS al 10 jaar van beleidswerk achter de rug heeft, en omdat de overheid vanaf
2009 een positief gezondheidsbeleid heeft ingezet.
De strategie van civiele organisaties t.a.v. de overheid
wordt sterk bepaald door de mate van politieke openheid; een evidentie, maar heel cruciaal. In El Salvador merken we dat burgerparticipatie in het gezondheidsbeleid effectief werkt, omdat het ministerie van
Gezondheid participatie tot een van haar beleidslijnen
heeft gemaakt. Dit belet ACCPS niet om tegelijk een
kritische positie in te nemen. Via thematische en regionale commissies wordt de implementatie van de
gezondheidshervormingen permanent getoetst aan
de noden van de bevolking, vertegenwoordigd in de
lidorganisaties van ACCPS. Een ander voorbeeld is de
wet op de geneesmiddelen. Het oorspronkelijke wetsvoorstel werd door ACCPS opgesteld, en later door
het ministerie en parlement geamendeerd.
Het is ook duidelijk dat lobbywerk moet gedragen
worden door een sociale beweging, zoals de grote
mobilisatiekracht van ACCPS in El Salvador aantoont.
Dit vraagt een permanente werking aan de basis. Ook
al begrijpt de bevolking dat een duurzame oplossing
door de openbare gezondheidsdiensten moet georganiseerd worden, men vraagt op korte termijn ook een
oplossing voor de acute problemen. Vandaar dat een
aanbod van gemeenschapsapotheekjes een plaats in
het programma heeft. Deze initiatieven beantwoorden
aan een directe nood, hebben een motiverend effect
en zijn de katalysator voor een permanente werking
van een gezondheidscomité dat in dialoog kan treden
met de gezondheidsautoriteiten.
HONDURAS
Honduras had te kampen met politieke instabiliteit
sinds de militaire coup van 2009. De regering van “nationale eenheid” van president Lobo werd eind 2009
verkozen in een klimaat van geweld en repressie en
slaagde er niet in om politieke en sociale cohesie te bewerkstellingen. De regering Lobo en het congres hebben de afwezigheid van de oppositie benut om in hoog
tempo een aantal neoliberale hervormingen door te
voeren en de privatisering van basisdiensten, zoals water, voor te bereiden. De verkiezingen in 2013 zorgden
niet echt voor een verandering - president Hernandez
komt uit dezelfde partij als Lobo - maar wel voor een
feitelijke doorbreking van het tweepartijensysteem. De
publieke gezondheidszorg is hoogst problematisch. In
2012 rees er enige hoop toen op voorstel van de civiele
maatschappij een beleidsnota voor sociale bescherming werd goedgekeurd; maar deze nota is tot nog toe
dode letter gebleven.
Realisaties
Onder impuls van FOS bouwde COMIXMUL de laatste
jaren een gezondheidsprogramma uit voor de leden,
met een aanbod van gemeenschapsapotheekjes, preventieve en curatieve dienstverlening en vorming, mede
gefinancierd via de oprichting van een gezondheidsfonds
gelinkt aan hun kredietfonds. COMIXMUL organiseerde
tussen 2011 en 2013 8.870 families in mutualiteiten.
Deze families hebben nu toegang tot kwaliteitsvolle basisgezondheidszorg. De organisatie heeft een eigen medische consultatieruimte ingericht en een mobiele eenheid aangeschaft, die toelaat om borstkankerscreenings
gedecentraliseerd uit te voeren.
In 2013 werden 20 (en 80 met eigen middelen) nieuwe
gemeenschapsapotheekjes geopend; over de periode
2011-13 gaat het om 60 nieuwe apotheekjes gefinancierd met FOS-middelen en 150 met eigen middelen. In
deze drie jaar heeft de partnerorganisatie via FOS-middelen in totaal voor 7.620 nieuwe families de toegang
tot geneesmiddelen verbeterd; het bereik stijgt tot
26.660 families als ook de met eigen middelen gefinancierde apotheekjes mee in rekening worden gebracht.
In totaal werden 183 gezondheidspromotoren opgeleid (of heropgeleid) omtrent basisgeneesmiddelen
en gender, zodat de gemeenschapsapotheken ook
centra voor informatie zijn voor de lokale bevolking.
Ook paramedici en een beperkt aantal leden genoten
een opleiding over basisgeneesmiddelen. Bovendien
organiseerde COMIXMUL sensibilisering rond preven-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 44
FOS in het Zuiden
tie van borst- en baarmoederhalskanker, seksuele
gezondheid, moeder- en kindzorg enz. Een speciaal
aandachtspunt is de sensibilisering van vrouwen om
jaarlijks op consultatie te gaan bij een gynaecoloog.
Hierop wordt ook de aandacht getrokken tijdens de
vorming van de gezondheidspromotoren. Via regionale en nationale ontmoetingen (in 2011: 2; in 2013:1)
wisselen de promotoren hun best practices uit.
COMIXMUL heeft een privékliniek in Choluteca opgericht, die de mogelijkheid heeft om op verplaatsing te
opereren. Hierdoor bieden ze diensten aan hun leden
voor een beperkte bijdrage of gratis aan. Bovendien
werd de preventieve en gynaecologische zorg verhoogd in haar mutualiteitsklinieken.
Daarnaast stimuleerde FOS de organisatie sterk om
de dialoog met de gezondheidsinstanties op te nemen. De dialoog met de gemeentelijke functionarissen en met regionaal en gemeentelijk personeel van
het gezondheidsministerie nam COMIXMUL op, met
het oog op betere territoriale coördinatie op gezondheidsvlak en de aanpak van sociale determinanten
van gezondheid. Maar de dialoog beperkte zich tot afspraken tot samenwerking; de verbeterde toegang tot
de openbare gezondheidsdiensten was geen thema
voor COMIXMUL.
Evoluties en bijsturingen
FOS heeft in het programma 2011-2013 twee partners
in Honduras ondersteund. Zowel met COMIXMUL als
met COSSAMUL werd aandacht besteed aan de versterking van beheers- en administratiecapaciteiten
voor verantwoordelijken en technisch personeel, voor
een correct beheer van mutualiteiten en de netwerken van gemeenschapsapotheken. FOS nam deel aan
planningsvergaderingen, vormingssessies en evaluaties. Voor de uitgevoerde vormingsprogramma’s
werden samen met de partners allereerst de plannen
gedefinieerd. Voor COSSAMUL hadden deze inspanningen weinig resultaat, zelfs niet na het inschakelen
van een externe consultant. De samenwerking werd in
december 2012 beëindigd.
Een organisatie als COMIXMUL met een sterke bedrijfsmatige aanpak heeft de kracht om op korte tijd
een uitgebreid netwerk van gezondheidsinitiatieven in
te planten. Hun dienstverlening verloopt daarbij goed.
Het zwakke punt is dat de leden van de coöperatieve
worden gezien als gebruikers van diensten. Vorming
van de leden beperkt zich tot (soms eenmalige) gezondheidsvoorlichting.
Nochtans is een strikte opvolging en permanente
bijscholing van vrijwillige gezondheidspromotoren
belangrijk, zoals bleek uit de doorlichting (2012) van
FOS
jaarverslag 2013 • p. 45
FOS in het Zuiden
de werking van sociale verkoop van geneesmiddelen
door de coördinator van Prosalud uit Nicaragua.
nicaragua
Via regionale uitwisseling tussen alle partnerorganisaties in Centraal-Amerika stimuleerde FOS het kritisch nadenken over de werking. Vertegenwoordigers
van COMIXMUL namen deel aan deze regionale fora,
o.a. over strategieën van beleidsbeïnvloeding en burgercontrole op het gezondheidsbeleid en over de huidige situatie van Sociale Bescherming in gezondheid
en de belangrijke spelers hierbinnen.
In Nicaragua bouwde de linkse partij FSLN zijn
machtsbasis uit dankzij de uitgebreide sociale programma’s ten gunste van de arme bevolking, uitgevoerd met steun van de Venezolaanse ALBA-fondsen.
Ondanks de investeringen in sociale programma’s,
zijn er echter weinig beleidsmaatregelen genomen
die structurele verandering teweegbrengen in de inkomensverdeling. Een beperkte belastinghervorming
werd doorgevoerd in 2012. Fundamentele discussie
rond een progressiever belastingstelsel werd echter
vermeden. Zo blijft de armoede zeer groot en treft ze
80% van de Nicaraguaanse bevolking. Tegelijkertijd
houdt 20 % van de bevolking ruim de helft van de nationale rijkdom stevig in handen.
Uitklaring van visie en missie tussen de partnerorganisatie en FOS is belangrijk en moet in een open
dialoog gebeuren. Het is gebleken dat beleidsbeïnvloeding voor een sociale onderneming met een
commercieel-technisch visie moeilijk ligt. COMIXMUL
heeft vooral een heel bedrijfsmatige aanpak met veel
aandacht voor financiële rendabiliteit. De opgeleide
gezondheidspromotoren krijgen vanuit het beleid in
de eerste plaats de opdracht om hun rol te beperken
tot de verkoop van geneesmiddelen. Omwille van dit
verschil in visie en strategie heeft FOS geoordeeld de
samenwerking met COMIXMUL niet verder te zetten.
Ondanks een stijging van 8% in 2012, geniet slechts
21% (674.000 personen) van de actieve bevolking via
aansluiting bij de sociale zekerheid van gezondheidsdiensten. Voor de grote meerderheid heeft de regering van Daniel Ortega de (slecht aangeschreven)
openbare gezondheidszorg opnieuw gratis toegankelijk gemaakt. Wel blijft er een tekort aan essentiële
medicijnen in de gezondheidscentra. Op het gebied
van vrouwenrechten zijn er belangrijke stappen gezet.
Progressieve wetten als deze voor gelijke rechten en
kansen (2010), ter bestrijding van geweld tegen vrouwen (2012) en de ratificatie in oktober 2012 van de
IAO-Conventie 189 voor de rechten van huishoudpersoneel, beschermen de rechten van vrouwen.
Realisaties
AMUN, FNT en Prosalud: Na de moeizame breuk met
de vroegere FOS-partner Mutua del Campo, diende
AMUN de afgelopen 2 jaar sterk te investeren in het
herstel van het ledenaantal. In november 2013 werd
een intense voorbereidingsperiode afgesloten met de
oprichting van een nieuwe mutua-afdeling met 150
leden in de schoot van de Vereniging van Ex-strijders
in Masatepe. De lokale autoriteiten en het ministerie
van Gezondheid ondertekenden samen met de mutua
FOS
jaarverslag 2013 • p. 46
FOS in het Zuiden
een samenwerkingsovereenkomst voor een betere
dienstverlening. De andere 4 mutua-afdelingen hebben zich geconsolideerd; 92 lokale leiders en promotoren werden opgeleid en bijgeschoold, waarvan 30 in
de nieuwe mutua van Masatepe. Daarmee telt AMUN
opnieuw 5 afdelingen (La Unión, Corudes, Posoltega,
San José en Masatepe). Hoewel oorspronkelijk niet
gepland, heeft FNT de werking van drie gezondheidscomités in Ciudad Sandino verenigd in één coördinerende mutuastructuur. In de praktijk bewijzen de mutua-afdelingen de reden van hun bestaan. Zij bieden
een permanente dienst als sociaal verkooppunt van
generische basisgeneesmiddelen aan. Verder functioneren de lokale comités als actieve promotoren van
de gezondheid; AMUN organiseerde 23 gezondheidspromotiedagen. In samenwerking met het ministerie
van Gezondheid hield de organisatie 3 gezondheidsmarkten waar via stands en demonstratie de werking
van de mutuas werd getoond.
Alle lokale mutua-afdelingen hebben samenwerkingsakkoorden met de autoriteiten afgesloten en ondernemen met de gezondheidsinstanties promotionele en
preventieve gezondheidsacties. In oktober 2013 sloot
AMUN ook de erkenningsprocedure af met de publicatie van de statuten in het Staatsblad. Deze stap laat toe
om akkoorden met overheid (ministerie van Gezondheid, sociale zekerheid, enz.)formeel af te sluiten.
Partnerorganisaties Prosalud, FNT en AMUN hebben
in de periode 2011-2013 in totaal 17 nieuwe sociale verkooppunten voor geneesmiddelen (VSM) en 2 kleinere
gemeenschapsapotheken ingericht. Hierdoor hebben
28.000 families toegang tot basisgeneesmiddelen en
tot informatie over het correct gebruik ervan. Het opstarten van een sociale verkoop van geneesmiddelen
of gemeenschapsapotheekjes start met het contacteren van het ministerie van Gezondheid, om te bepalen
op welke plaatsen de openbare gezondheidsdiensten
een ontoereikende dekking van de behoefte aan geneesmiddelen hebben. Het ministerie evalueert ook
jaarlijks de werking van de sociale verkooppunten.
Prosalud past dit principe consequent toe. Veel energie gaat naar de oprichting en latere opvolging van
een lokaal gezondheidscomité. De leden worden gevormd in thema’s zoals: gemeenschapsorganisatie,
ziektepreventie, samenwerking met het ministerie
van Gezondheid, en het correct gebruik van geneesmiddelen.
Alle gezondheidspartners van de regio hebben de
voorbije drie jaar de krachten gebundeld over twee
thema’s: strategie van sociale controle én de bevoorrading van geneesmiddelen in de sociale verkoop-
punten. Dit overleg resulteerde in de organisatie van
2 seminaries waarin de ervaringen van sociale controle op de kwaliteit en het budget van de openbare
gezondheidsverlening centraal stonden. De positieve
ervaringen van El Salvador zijn inspirerend voor Nicaragua, maar de beperktere openheid van de overheid
vraagt van de partners eerder te spreken van burgerparticipatie dan van sociale controle.
De bevoorrading van de sociale verkooppunten van
geneesmiddelen is een gezamenlijke bekommernis van de gezondheidspartners. Prijzen en kwaliteit
fluctueren constant. Via consultants werd een analyse
gemaakt, met de bedoeling vanaf 2014 een stabielere
bevoorradingstrategie te kunnen opstellen.
AMUN en ACMUS/CTCP: De organisaties zetten het
afgelopen jaar hun inspanningen verder om hun achterban bij de sociale zekerheid aan te sluiten. Een
pilootproject waarbij informele arbeiders zouden
ingeschakeld worden in de sociale zekerheid is niet
mogelijk gebleken, omwille van het ontbreken van
uitvoeringsbesluiten op de wet op de mutuas, maar
voornamelijk omwille van de financiële implicaties
ervan voor de overheid. De gezondheidspartners hebben permanent de politieke conjunctuur opgevolgd,
op zoek naar politieke openheid. Vanaf eind 2012 zette
het IMF Nicaragua onder druk om de sociale zekerheid te veranderen wegens onbetaalbaarheid. Hiermee viel de financiële en politieke ruimte helemaal
weg. Geïnspireerd door een model in de Dominicaanse Republiek, onderzoekt AMUN de mogelijkheid om
t.a.v. het instituut voor sociale zekerheid op te treden
als virtuele werkgever, zodat werkers uit de informele
economie zich toch kunnen aansluiten. Eerder was
ACMUS/CTCP erin geslaagd een beperkt pilootproject
voor de aansluiting van de deeldoelgroep ‘geldwisselaars’ af te sluiten met het instituut sociale zekerheid. Dit project loopt nog verder, maar kreeg in 2013
minder aandacht omwille van de ondertussen op gang
gekomen discussie over de hervorming van de sociale
zekerheid.
Alle gezondheidspartners hebben zich actief ingeschakeld in het nationaal debat dat over de hervorming van de sociale zekerheid op gang kwam en zijn
op zoek gegaan naar alternatieven. Alle organisaties
sloten zich aan bij de discussies van een syndicaal
forum dat een alternatief voorstel uitwerkte. Tijdens
deze discussies over de hervorming van de sociale zekerheid werd partner CTCP verzocht om in de arbeidsraad te zetelen. Het eindvoorstel vraagt aandacht voor
de werkers in de informele economie, maar doet geen
concrete voorstellen.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 47
FOS in het Zuiden
Evoluties en bijsturingen
AMUN had bij de start van het programma net een
moeizame afsplitsing achter de rug; bovendien bemoeilijkten interne spanningen tussen de lidorganisaties nog meer een vlotte start. Veel energie is gestoken in het consolideren van de interne structuren
en het uitwerken van een gemeenschappelijke visie.
De gezondheidspartners hebben een mechanisme ingesteld om op geregelde tijdstippen onderling overleg
te plegen. Op basis van de uitgewisselde ervaringen
bepalen de partners welke thema’s verder via een
studie of seminarie moeten worden uitgediept. Dit
mechanisme heeft de partners in staat gesteld om in
te spelen op de nationale politieke agenda.
Lokale gezondheidsinitiatieven zoals de sociale verkoop van geneesmiddelen zijn pas duurzaam als ze gedragen zijn door een sterk lokaal gezondheidscomité
en opgeleide gezondheidspromotoren. Deze omkadering is een permanente opdracht voor de partnerorganisaties; vandaar dat gekozen is om de bestaande werking niet verder uit te breiden, maar te consolideren.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 48
Een goede afstemming met de lokale gezondheidsdiensten is noodzakelijk, opdat de door de partners
opgezette dienstverlening complementair is aan de
openbare diensten. In de praktijk zien we echter dat
bij sommige partners de drang naar het aanbieden
van een dienst voor de eigen achterban primeert op
de objectieve nood aan een sociaal verkooppunt van
geneesmiddelen. Een doorlichting van de sociale verkoop van geneesmiddelen beveelt aan om strikter te
letten op het principe van complementariteit.
De nationale politieke agenda heeft de aandacht van
de partners voor de eigen politieke agenda sterk beïnvloed. Enerzijds is gebleken dat het opzetten van pilootprojecten, die een financiële implicatie voor deze
laatste inhouden (zoals de opname van informele werkers in de sociale zekerheid), moeilijk te realiseren
zijn. Anderzijds bood de discussie over de hervorming
van de sociale zekerheid een uitgelezen kans voor de
partnerorganisaties om hierover een constructieve inbreng te doen.
focus
In 2011 baarden iedere dag gemiddeld drie meisjes tussen 10 en 14
jaar een kind in de Salvadoraanse
hospitalen. Volgens het ministerie
van Volksgezondheid is er sprake
van onderregistratie en is de realiteit nog erger.
Carmencita, een lichtvoetige tiener in
schooluniform, trok de blik van meer
dan één als ze met een stem als een
klokje haar moeders’ maïskoeken en
fris cocossap aanbood op het strand
van Acajutla, haar naschoolse bijdrage aan het karige gezinsinkomen.
Ze was pas 12 toen Roberto, een
buur van 43, haar schertsend complimentjes begon te maken en haar
al lachend zei: “ik ga met jou trouwen”. Ze dacht “hij is een beetje gek”,
maar voelde zich ook gevleid met zijn
vriendelijke aandacht, een welgekomen balsem, zeker als pa weer eens
zijn woede op haar had botgevierd en
mama geen tijd had voor een troostend woord omdat ze de handen vol
had met de kleine zusjes, de was en
verstelwerk. Carmen nam gretig
Roberto’s snoepjes en haarspeldjes
aan; was nog blijer toen hij haar af en
toe eens een dollar gaf. Ze was zich
van geen kwaad bewust toen hij, als
bij toeval, langs haar kleine borstjes streek; haar pa leek er ook geen
kwaad in te zien, Roberto was zijn
“compadre”, zijn maat. Carmencita,
13 nu, biedt nog steeds haar moeders’ maïskoeken aan, maar nu met
een baby van een maand en half op
de arm.
tienerzwangerschappen in el salvador
waar elke dag 70 tieners moeder worden
Aan de basis van het fenomeen van
de tienerzwangerschappen liggen
onwetendheid, gebrek aan informatie
en communicatie, goedgelovigheid,
nood aan aandacht, lage zelfwaardering. Mannen groeien op met de
macho-boodschap dat je je mannelijkheid bewijst door veel vrouwen
te versieren. De cijfers liegen er niet
om: volgens een nationale enquête
onderging 1 op elke 2 gehuwde of
samenwonende vrouwen één of verschillende vormen van geweld; 1op
10 vrouwen werd slachtoffer van seksueel geweld; de meest kwetsbare
groep zijn meisjes van 10 tot 19 jaar.
María Isabel Rodriguez, huidig minister van Volksgezondheid luidde
op 10 mei 2013 - moederdag in El
Salvador- de alarmbel: “El Salvador
staat op de trieste en alarmerende
2de plaats op de lijst van landen van
Latijns-Amerika met het hoogste
aantal tienerzwangerschappen. Van
de 27.429 zwangerschappen zijn er
meer dan 30 % bij tieners, vooral
uit rurale middens en stedelijk gemarginaliseerde wijken. 6 van de 8
vrouwen die stierven ten gevolge van
complicaties bij de geboorte waren
jonge meisjes. In 2012 stierven 53
zwangere vrouwen; 12 ervan waren
adolescenten. De minister roept op:
“We moeten met z’n allen inzetten
op opvoeding rond seksuele en reproductieve rechten en gezondheid,
om alle mythes, taboes, vooroordelen en ongezonde praktijken in verband met de seksualiteitsbeleving te
bestrijden. Het probleem van tienerzwangerschappen moet prioritair en
vooral preventief worden aangepakt,
in samenwerking met verschillende
actoren en instanties.”
Er is nog veel werk aan de winkel
in El Salvador. Toch zijn er sedert
juni 2009 serieuze inspanningen
geleverd. Een voorbeeld is het regeringsprogramma “Vrouwenstad”.
De regering werkt hiervoor samen
met de vrouwenbeweging en biedt
ondermeer specifieke programma’s
voor educatie aan jongeren, preventiecampagnes en integrale begeleiding en opvang van zwangere
tieners en kindmoeders aan. “Vrouwenstad” is ondertussen uitgebreid
naar 3 departementen (Usulután,
Santa Ana, San Martín-San Salvador); tegen eind 2013 ook in San Miguel, Morazán.
Het Overleg Seksuele en Reproductieve Rechten, een werkgroep
binnen het nationaal gezondheidsforum, opgericht door FOS-partner
ACCPS, maakt regelmatig suggesties over aan de overheid. Ze
werken rond tienerzwangerschap
en familieplanning, geweld tegen
vrouwen, hiv/aids en baarmoederen borstkanker. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 49
FOS
jaarverslag 2013 • p. 50
fos IN HET ZUIDEN
{
CUBA
Overzicht van de activiteiten in centraal-amerika
Land
cuba
Coördinatie
Landenkantoor La Habana
Actiezones
La Habana, centrale en oostelijke provincies
Type activiteiten
Strategische
lijnen
• Versterking syndicale en coöperatieve organisaties
• Preventiecampagnes gezondheid
• Capaciteitsopbouw van vakbonden
• Capaciteitsopbouw sociale organisaties
FOS
jaarverslag 2013 • p. 51
FOS
jaarverslag 2013 • p. 52
FOS in het Zuiden
Overzicht van de acties in CUBA
WAARDIG WERK IN CUBA
Partners
SNTIL, SNTAP, SNTC, Beschutte werkplaatsen EPIL-Holguín, ANAP
Doelgroepen
Arbeid(st)ers / coöperatieve boeren
Sleutelelementen
Kadervorming, organisatieversterking
Budget
237.491,12 euro
Donoren
DGD, ABVV West-Vlaanderen, Algemene Centrale, ACOD-AMiO,
Provincie Limburg, Provincie West-Vlaanderen, Vrienden van Cuba Kempen,
Sociaal Fonds Voedselnijverheid (HORVAL)
RECHT OP GEZONDHEID IN CUBA
Partners
FMC, CENESEX en Centro Nacional de Prevención de SIDA
Doelgroepen
Vrouwen, jongeren, holebi’s
Sleutelelementen
Kadervorming, preventieve gezondheidscampagnes
Budget
167.032,82 euro
Donoren
DGD, NVSM
FOS
jaarverslag 2013 • p. 53
FOS in het Zuiden
ACTIES
WAARDIG WERK
IN CUBA
TOEGELICHT
De aanpassing van het Cubaanse economische en
sociale model, om de economische groei te versnellen en zo de sociale verworvenheden van de revolutie
te vrijwaren, werd in 2013 verder doorgevoerd. Het is
duidelijk dat er een diepgaande en complexe verandering van het socio-economische model aan de gang
is. De staat laat de kleinere bedrijven in handen van
de privésector en behoudt de grote en middelgrote
bedrijven. De markt wordt minder gestuurd door de
staat; vraag en aanbod bepalen steeds meer de prijs
van heel wat producten en diensten. De staatsbedrijven krijgen kansen om efficiënter te werken en samen
te werken of te concurreren met de privésector. De
vernieuwing van de aftandse productie-infrastructuur
wordt voornamelijk gefinancierd door budgetten die
vrijkomen door het verminderen van de import, het
afslanken van het overheidsbestuur en de omschakeling van universele subsidies op goederen naar
meer geïndividualiseerde ondersteuning van specifieke doelgroepen. Maar zonder het aantrekken van
buitenlandse investeringen zal de vernieuwing van
de infrastructuur niet voldoende zijn. Een nieuwe wet
voor buitenlandse investeringen is in de maak en een
nieuwe vrijhandelszone werd opgericht.
Realisaties
Vakbond van de bouwsector SNTC: SNTC schoolde 36
provinciale coördinatoren, 230 vormingswerkers en
1.750 vakbondsleiders en arbeiders in 2013 bij.
Op gebied van veiligheid op het werk heeft de bouwsector onder impuls van de vakbond in 2013 een opmerkelijke verbetering van de indicatoren bekomen. Het aantal werven en bedrijven die het label “veilig” bezitten,
verdubbelde in vergelijking met 2012. Van het totaal
aantal werven en bedrijven zijn nu respectievelijk 72%
en 43% veilig. Deze positieve evolutie reflecteert zich
in de daling van het aantal ernstige ongevallen tot 132
(in 2010: 214) en het aantal dodelijke ongevallen dat
verminderde tot 3 (in 2009: 16). Voor beide indicatoren
werd het beste resultaat ooit gehaald.
De toepassing van resultaatsgebonden loonsystemen
is momenteel zo goed als universeel in de bouwsector. Het gemiddelde basisloon vertoont een bescheiden
stijging met 6% van 465 CUP in 2009 naar 491 in 2013.
Maar indien de bonussen in rekening gebracht worden, verbetert de situatie aanzienlijk. Het gemiddelde
maandloon, inclusief alle bonussen, bedraagt 658 CUP
in 2013 tegenover 541 in 2010. Een stijging met 22%.
Ongeveer één derde van de arbeiders ontvangt een bonus van gemiddeld 7,5 CUC. Een duidelijke illustratie
dat de resultaatsgebonden loonsystemen aan belang
FOS
jaarverslag 2013 • p. 54
FOS in het Zuiden
winnen en een middel zijn om de productiviteit te verhogen. Een jaarlijkse loonsverhoging met 7% lijkt enorm
maar men moet in rekening brengen dat de voorbije 3
jaren de levensduurte een fikse stijging kende door het
wegvallen van een aantal gesubsidieerde producten en
diensten, waarvan de prijzen nu door vraag en aanbod
bepaald worden. De voedselprijzen bv. kenden in 2012
een stijging met 20%.
De kwalitatieve verbetering van de cao’s werd niet uit
het oog verloren. Het vooropgestelde criteria van 80%
goede cao’s werd evenwel niet bereikt, men bleef op
70% steken. De oorzaak ligt bij de nieuwe arbeidswet
die in 2014 zal ingevoerd worden en die de aanpassing
van alle cao’s sowieso vereist. Bovendien waren in
2013 voor alle vakbonden de analyse en de bespreking
van de nieuwe arbeidswet en de voorbereiding van het
XXste congres van de CTC prioritaire activiteiten.
Vakbond van de lichte industrie SNTIL: In 2013 vormde SNTIL 39 vormingswerk(st)ers en ongeveer 3.000
vakbondsleid(st)ers. In de sector daalde het aantal
ongevallen tot 59, waarvan 36 ernstige. Er vielen geen
dodelijke ongevallen te betreuren.
De lichte industrie behoort in Cuba tot de sectoren
met de laagste lonen. Het gemiddelde basisloon vertoont een bescheiden stijging met 6% van 410 CUP in
2009 naar 450 in 2013. Door de bonussen in rekening
te brengen verbetert de situatie enigszins. Het gemiddelde maandloon, inclusief alle bonussen, bedraagt
482 CUP in 2013 tegenover 433 in 2010. Een stijging
met 22%. Ongeveer 55% van de arbeiders ontvangt een
bonus van gemiddeld 2,3 CUC. Om de lage lonen te verbeteren wordt ook in de lichte industrie werk gemaakt
van de toepassing van de resultaatsgebonden loonsystemen: 93% van de arbeid(st)ers is eraan onderworpen.
Opvallend binnen deze sector is het hoge percentage, ongeveer 33%, van arbeid(st)ers die in de privésector werken wegens de privatisering van de kleine
ambachten. Binnen de vakbond vertegenwoordigen
ze 26% van de leden. Dit percentage zal in de nabije
toekomst blijven stijgen, wegens het omvormen in coöperatieven van een aantal bedrijven in 2014. De verbetering van de cao’s was in 2013 in de sector beperkt,
begrijpelijk wegens de fusie, de herstructureringen,
de raadplegingen, enz.
Vakbond van de openbare diensten SNTAP: SNTAP
verzorgde in 2013 de bijscholing van 36 provinciale
coördinatoren, 90 kaderleden van de vakbond en ongeveer 8.500 vakbondsleid(st)ers.
In de openbare diensten daalde het aantal ongevallen
licht van 8 tot 6 zware ongevallen. Er waren in 2013
geen dodelijke ongevallen.
De sector behoort in Cuba tot de sectoren met lonen
die rond het nationale gemiddelde schommelen. Het
gemiddelde basisloon vertoont een stijging met 15%
van 422 CUP in 2009 naar 485 in 2013. Indien de bonussen in rekening gebracht worden is de loonstijging
nog groter. Het gemiddelde maandloon, inclusief alle
bonussen, bedraagt 585 CUP in 2013 tegenover 455 in
2010. Een stijging met 28%. Ongeveer één derde van
de arbeid(st)ers ontvangt maandelijks een bonus van
gemiddeld 13 CUC.
Evenals bij de overige syndicale partners werden in
2013 een beperkt aantal cao’s verbeterd wegens de
raadplegingen en de invoering van een nieuwe arbeidswet in 2014.
Beschutte werkplaatsen EPIL-Holguín: In 2013 zijn
de resultaten positief op het gebied van de bijscholing
van de mindervalide arbeid(st)ers, de verbetering van
hun werkomstandigheden (in Holguín vernieuwing van
de keuken en in Cueto een algemene vernieuwing na
vernieling door de orkaan Sandy), de stijging van het
gemiddelde loon van 285 naar 339 CUP/maand en een
lichte stijging van het aantal mindervalide arbeid(st)ers
van 182 naar 188. Negatief is de sterke daling van de
productie met 30% tegenover 2011 en 2012. De oorzaak
ligt in de vermindering van de import en de mogelijkheid tot aankoop op de lokale markt gedurende de
eerste 7 maanden van 2013. Desondanks is men er in
geslaagd werkonderbrekingen te vermijden.
Landbouwcoöperatieven van ANAP: De partner vertoont in 2013 een stagnatie van het aantal ‘verstevigde’ coöperatieven, in de verbetering van het beheer
van de coöperatieven en hun interne structuur. De
oorzaak ligt in het feit dat met het oog op de dynamisering van de landbouwsector eind 2012 ongeveer
één vijfde van de presidenten van de 3.000 coöperatieven vervangen werd. Bijgevolg was in 2013 een extra
inspanning nodig om deze nieuwe presidenten bij te
scholen. ANAP maakte van de gelegenheid gebruik
om ook haar hogere kaderleden bij te scholen over
de nieuwe economische politiek en in het bijzonder
over de nieuwe maatregelen getroffen ter bevordering van de landbouwproductie en –handel. In 2013
werden door ANAP 359 kaderleden afkomstig uit de
verschillende bestuursniveaus (17 op nationaal, 25
op provinciaal, 261 op gemeentelijk niveau en 56 uit
de coöperatieven) in de nationale vormingsschool van
ANAP bijgeschoold.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 55
FOS in het Zuiden
Evoluties en bijsturingen
Eind februari 2013 werd de partner SNTIL als vakbond
ontbonden in het kader van een algemene reorganisatie van de Cubaanse industriële en mijnbouwsector. De
nieuwe vakbond van de industrie SNTI, opgericht in juli
2013, ontstaat uit de fusie van de vakbonden van de lichte industrie, de metaalindustrie en de arbeid(st)ers van
de chemie. De overgangsperiode naar de fusie toe en
de daarop volgende bedrijfsherstructureringen, samen
met de extra activiteiten wegens de nieuwe arbeidswet
en het CTC-congres, maakten van 2013 een uitzonderlijk
ingewikkeld jaar voor deze partner.
De toepassing van resultaatsgebonden loonsystemen
past binnen de staatspolitiek op gebied van verloning,
die namelijk stelt dat een loonstijging enkel mogelijk
is indien er een stijging van de productiviteit aan vooraf gaat. In de praktijk loopt de toepassing nog niet helemaal vlot. In de meeste bedrijven is het ontbreken,
sinds de Speciale Periode, van een specialist in de
normering van het werkvolume van de verschillende
arbeidsplaatsen in het bedrijf problematisch. Met als
gevolg dat de loonsystemen niet op een stevige analyse berusten en de toepassing mank loopt. De loonsystemen worden in samenspraak met de nationale secretariaten van de vakbonden opgesteld. Maar het zijn
de vakbondsafgevaardigden die de toepassing ervan
op de werkvloer dienen op te volgen en de evaluatie
van de effectiviteit van de systemen door de bedrijfsadministratie moeten opeisen. Deze vakbondsafgevaardigden moeten bijgevolg over voldoende kennis
FOS
jaarverslag 2013 • p. 56
van de loonsystemen beschikken. Hun permanente
bijscholing op dit vlak blijft een noodzaak. Ten slotte
heeft natuurlijk ook de onregelmatige aanvoer van
grondstoffen, als gevolg van een gebrekkige planning
en contracten een negatieve invloed op het halen van
de vooropgestelde normen. Desondanks werd tijdens
het XXste Congres van de CTC door de president van
Cuba expliciet aangegeven dat deze strategie zal aangehouden worden en er niet op een algemene verhoging van de loonschalen moet gewed worden.
De cao’s, in Cuba per bedrijf afgesloten, vormen de centrale werklijn voor de verbetering van de vakbondswerking. Ze zijn het referentiedocument voor de syndicale
werking ter bescherming van de arbeidsrechten. Jaarlijks worden daarom vakbondsleid(st)ers in het thema
opgeleid of bijgeschoold. Maar het blijkt niet voldoende
de wetteksten en procedures te kennen. De uitvoering
van de bereikte cao’s blijft tot op heden een zwak punt.
De vakbondsleid(st)ers moeten weten hoe de toepassing van de cao’s uit te voeren, de gepaste analyses te
maken en de evaluatie weten aan te brengen tijdens de
maandelijkse algemene vergadering. De vakbondsleiders moeten permanent op de hoogte zijn van de noden
die onder de arbeid(st)ers leven om op een efficiënte
manier aanpassingen aan de cao’s voor te stellen. Het
belang van de cao’s zal in de toekomst, de verhoogde
financiële autonomie tegenover de centrale overheid in
acht genomen, binnen de syndicale werking ongetwijfeld toenemen.
FOS in het Zuiden
ACTIES
TOEGANG TOT
GEZONDHEID
IN CUBA
TOEGELICHT
Om het hoofd te bieden aan de economische crisis en
de VS-boycot, past Cuba zijn socio-economisch model
aan, wat een impact heeft op de gezondheidssector. De
overheid wil de inkomsten verhogen en de kosten onder controle houden. Het einddoel is de gezondheidszorg zelfvoorzienend te maken. De grote brok aan inkomsten komt van de export van gezondheidsdiensten
en medisch personeel naar het buitenland. Zoals in
vele ontwikkelde landen, kampt de Cubaanse gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie.
Het ministerie van Gezondheid reactiveert daarom
sinds 2012 de werking van de familiale gezondheidscentra van het land als basis van de gezondheidszorg.
Ook sensibiliseert de overheid over het economische
aspect: de gezondheidszorg is wel gratis voor de Cubanen, maar niet voor de staat. Tenslotte focust het
ministerie op een efficiënter beheer van beschikbare
middelen en gaat het de strijd aan tegen corruptie,
gebrekkig functioneren van diensten, enz.
Realisaties
Cubaanse vrouwenorganisatie FMC: FMC telt 4,2 miljoen aangesloten vrouwen tussen 16 en 64 jaar die bij
de 64.000 delegaties, die de organisatie op het lokale
niveau vertegenwoordigen, voor bijstand terecht kunnen. Dit uitgebreide netwerk aan de basis laat FMC
toe massale preventiecampagnes uit te voeren. In elke
delegatie is een gezondheidsbrigadiste actief. Samen
met de vrijwillige promotoren, die door de actie opgeleid worden, vormen ze de kern voor de uitvoering van
de campagnes.
FMC heeft eind 2013 haar sensibiliseringscampagne
ter preventie van kanker zoals gepland uitgevoerd en
de streefcijfers van op te leiden gezondheidspromotoren en te bereiken doelgroep ruim gehaald. In 2013
werden, ter vervanging van weggevallen promotoren,
42 nieuwe gezondheidsbrigadisten en promotoren bijgeschoold. De 940 actieve promotoren realiseerden
gemiddeld 7 activiteiten in 2013.
Meer dan de helft van de vrouwen behorende tot de
doelgroep werd in de 9 betrokken provincies in de periode 2011-2013 gesensibiliseerd. Opmerkelijk is de
sterke toename, meer dan het dubbele van het initieel
geplande cijfer, van het aantal zelfhulpgroepen voor
vrouwen die met kanker in aanraking zijn gekomen
en het aantal bereikte mindervalide vrouwen met
gehoorproblemen. Tenslotte werd ook het vooropgestelde aantal gezondheidswerk(st)ers van provinciale
en gemeentelijke klinieken gesensibiliseerd.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 57
FOS in het Zuiden
In 3 provincies werd zoals jaarlijks de infrastructuur
van de oriëntatiedienst van FMC verbeterd. Voor de
sensibilisering kan FMC bovendien rekenen op de
samenwerking met de nationale tv-zenders en lokale
radio’s om regelmatig preventiespots uit te zenden.
Nationaal Centrum voor Seksuele Voorlichting
CENESEX: Het centrum heeft als kerntaak seksuele
voorlichting van de bevolking. Daarnaast promoot het
de seksuele diversiteit en het respect voor de seksuele en reproductieve rechten. In het kader van dit laatste thema helpt FOS deze partner bij haar steun aan
lesbiennegroepen.
Door interne problemen bij zowel CENESEX als binnen 2 lesbiennegroepen (La Habana en Cienfuegos)
was het in 2011en 2012 niet mogelijk de vooropgestelde jaarlijkse resultaten op gebied van de vorming van
promotoren en gezondheidspersoneel over seksuele
gezondheid en rechten te bereiken. De indicatoren voor
2013 werden bijgevolg naar beneden bijgesteld.
De coördinatrice van het netwerk van lesbiennegroepen, in augustus 2012 aangesteld, had zich tegen begin
2013 in de problematiek ingewerkt en een constructieve relatie met de groepen opgebouwd. Ze trok een
nieuwe dynamiek op gang en slaagde erin een deel van
de opgelopen achterstand goed te maken. Zo was het
mogelijk om toch in 6 provincies lesbiennegroepen te
ondersteunen. De 3 nieuwe provincies zijn: Sancti Spiritus (in de stad Trinidad-Grupo Caucubu), Ciego de
Ávila (Grupo Ateneas) en Granma (stad Bayamo). Het
voorziene aantal gesensibiliseerde lesbiennes werd
voornamelijk tijdens 2 grotere workshops gehaald.
De resultaten op gebeid van de vorming van het gezondheidspersoneel zijn minder positief. Het eindresultaat ligt 20% lager dan voorzien. De belangrijkste
reden is het gebrek aan tijd vanwege het gezondheidspersoneel dat in Havana intensief ingezet werd in de
prioritaire preventiecampagnes om de knokkelkoortsepidemie en de cholera-uitbraken onder controle te
krijgen.
Naast de vormingen werden ook sensibiliseringsactiviteiten uitgevoerd en het nodige propaganda- en
beeldmateriaal, om dit soort activiteiten te ondersteunen, aangemaakt. Jaarlijks is er een intensieve
deelname van de lesbiennegroepen aan de activiteiten rond de internationale dag tegen de homofobie. In
Havana organiseert de actie elk trimester een filmvertoning met debat over het thema. Er werd een spot
(3 minuten) en een documentaire (30 minuten) met
getuigenissen van lesbiennes aangemaakt. Tenslotte
FOS
jaarverslag 2013 • p. 58
werd een DVD samengesteld met beeldmateriaal over
de belangrijkste activiteiten van de organisatie tijdens
de voorbije jaren.
Nationaal preventiecentrum voor soa’s en hiv/aids
CNP-SIDA: Het centrum doet aan vorming, bijscholing en sensibilisering over de thema’s soa’s en hiv/
aids en geeft bijstand en begeleiding aan personen
met hiv/aids. De actie met steun van FOS is gericht op
jongeren tussen 20 en 29 jaar in de 3 meest getroffen
gemeenten van Havana.
Net zoals FMC doet CNP-SIDA beroep op vrijwillige
promotoren en raadgevers om de preventiecampagne
vorm te geven. In 2013 werden 42 nieuwe promotoren
gevormd tijdens 2 vormingscursussen. Elke promotor
realiseerde gemiddeld 4 activiteiten naar de specifieke doelgroep toe. Amper 6 nieuwe raadgevers kregen een opleiding. Vooral het rekruteren van nieuwe
raadgevers blijft problematisch. Alle inspanningen
ten spijt zorgen de verhoogde studie- en arbeidsdruk,
de nieuwe deeltijdse arbeidsmogelijkheden in de
competitieve privésector en de transportproblemen in
de hoofdstad ervoor dat de jongeren minder interesse
hebben in vrij intensief en niet verloond vrijwilligerswerk.
Bij de sensibiliseringsactiviteiten delen de promotoren propagandamaterialen uit: posters, flyers, folders,
enz. In 2013 werden 3 promotiefilmpjes aangemaakt
over de werking van het centrum in het algemeen, de
activiteiten van de promotoren en de internationale
dag tegen aids. Tenslotte werd het beschikbare analoge videomateriaal van het centrum gedigitaliseerd.
De aids-preventiecampagnes bereikten ongeveer het
vooropgestelde aantal jongeren en doelgroepen. Via
FOS in het Zuiden
de promotoren werd op 3 jaar tijd ongeveer driekwart
van de totale doelgroep bereikt. Het vooropgestelde
doel was 70%. De individuele begeleiding was net iets
minder intensief dan verwacht.
Evoluties en bijsturingen
Om het hoofd te bieden aan de economische crisis
en de VS-boycot, past Cuba zijn socio-economisch
model aan. Het is duidelijk dat de aanpassingen ook
gevolgen voor de gezondheidssector hebben. Sinds
midden 2011 lanceerde het ministerie van Gezondheid een tweesporenbeleid: de inkomsten verhogen
en de kosten onder controle houden. Het einddoel
is de gezondheidszorg zelfvoorzienend te maken. De
grote brok aan inkomsten komen van de export van
gezondheidsdiensten en medisch personeel naar het
buitenland. In totaal brengen deze diensten jaarlijks
6,5 miljard USD op, drie maal meer dan het toerisme.
Eind 2013 waren ongeveer 40.000 dokters, tandartsen, verplegers en technisch personeel in het buitenland werkzaam. Begin 2014 komen er 11.700 dokters
bij in het kader van een samenwerkingsakkoord met
Brazilië om de toegang tot gezondheid in marginale
buurten en op het platteland te verzekeren.
Zoals in vele ontwikkelde landen, kampt de Cubaanse
gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie. Mensen verkiezen blijkbaar om direct naar
een (voor de staat duurdere) specialist te gaan. Het
ministerie van Gezondheid reactiveert daarom sinds
2012 de werking van de 11.506 familiale gezondheidscentra (familie-arts en –verpleegkundige) van het
land als basis van de gezondheidszorg. Bovendien
sensibiliseert de overheid de bevolking nu ook uitdrukkelijk over het economische aspect: de gezondheidszorg is wel gratis voor de Cubanen, maar niet
voor de staat. Ten slotte stimuleert het ministerie het
efficiënt beheer van de beschikbare middelen en gaat
het de strijd tegen corruptie, diefstal, gebrekkig functioneren van diensten, enz. aan.
De sensibiliseringscampagnes van FMC en CNP-SIDA
zijn in Cuba de nationale campagnes ter voorkoming
van borst- en cervixkanker en van hiv/aids. Door hun
lokale inplanting kunnen de organisaties de bevolking
op wijkniveau makkelijker bereiken. De aanhoudende
campagnes zijn de enige manier om het risicobesef
bij de doelgroepen te verhogen en de vroegtijdige opsporing te verbeteren. Het einddoel is het stabiliseren
van de groeicurve van het aantal kankers met dodelijke afloop en het onder controle houden van de hiv/
aids-epidemie.
De lesbiennegroepen die CENESEX begeleidt, hebben
nood aan een minimale vorm van interne structuur en
reglementering om een transparante en democratische coördinatie te verzekeren en interne conflictsituaties in de mate van het mogelijke te vermijden. De
ervaring toont aan dat het binnen CENESEX aangewezen is een beperkte actie specifiek voor de lesbiennes
te behouden. Deze groep krijgt binnen CENESEX het
minste aandacht en moet ondersteund worden in het
consolideren van haar groei en erkenning.
Bij de preventie- en sensibiliseringscampagnes van
FMC rond borst- en cervixkanker is de peer-to-peer
strategie onder vorm van de zelfhulpgroepen van
vrouwen met en zonder kanker een succes gebleken.
Deze aanpak zal in de toekomst bij andere campagnes aangewend worden. De familiedokters en specialisten vertonen echter nog te weinig de reflex om bij
de vrouwen die ze op consultatie krijgen, een kort klinisch borstonderzoek uit te voeren. FMC moet hierop
blijven hameren, in de eerste plaats bij de vrouwelijke
geneesheren die per slot van rekening tot haar leden
behoren.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 59
focus
Om het hoofd te bieden aan de economische crisis en de VS-boycot,
past Cuba zijn socio-economisch
model aan. Het is de bedoeling om
de economische groei te stimuleren
en tegelijk de sociale verworvenheden van de revolutie te vrijwaren.
Hoe pakt de overheid dit aan voor de
gezondheidszorg in het land?
Een efficiënte en
duurzame gezondheidszorg
Het is duidelijk dat de aanpassingen
ook gevolgen voor de gezondheidssector hebben. De centrale vraag is:
hoe kan Cuba de gezondheidszorg
voor de bevolking op peil houden
en tegelijk de kosten onder controle
houden? Midden 2011 lanceerde
het ministerie van Gezondheid een
tweesporenbeleid: de inkomsten
verhogen en de kosten onder controle houden. Roberto Morales Ojeda,
minister van Gezondheid, verklaarde
op een persconferentie op 14 maart
dat Cuba de ambitie heeft om de
gezondheidszorg zelfvoorzienend te
maken. De grote brok aan inkomsten
komen van de export van gezondheidsdiensten en medisch personeel
naar het buitenland. Maar hij voegde
er meteen aan toe dat de steun van
de bevolking en van het medische
korps meer dan nodig zal zijn.
Meer inzetten op eerstelijnszorg
Daarmee zitten we op de tweede piste. Zoals in vele ontwikkelde landen,
kampt de Cubaanse gezondheidszorg ook met het probleem van overconsumptie. Mensen verkiezen blijkbaar om direct naar een specialist te
gaan en staan er niet bij stil dat deze
onderzoeken meestal veel duurder
uitvallen. De familiearts en –verpleegkundige moeten opnieuw de
basis van de gezondheidszorg worden. Het ministerie van Gezondheid
reactiveert de werking van de 11.506
gezondheidscentra in het land. De
afgelopen jaren was de dienstverle-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 60
ECONOMISCHE CRISIS DWINGT OVERHEID TOT MEER
DUURZAME EN EFFICIËNTE GEZONDHEIDSZORG
ning verslapt. Het gebeurde dat de
artsen onbereikbaar waren, omdat
zij tijdens de consultatie naar vergaderingen werden geroepen. Met
deze praktijken wordt komaf gemaakt. De familiearts en –verpleegkundige van elk centrum moeten
terug alle aandacht geven aan hun
basisopdrachten in de wijk waarvoor
zij verantwoordelijk zijn: de promotie
van een gezonde levensstijl, het toedienen van de eerste zorgen en het
tijdig opsporen van ziektes.
Gratis gezondheidszorg
is niet gratis voor de overheid
In het verleden ging de overheid er
prat op dat alle Cubanen gratis toegang hebben tot alle nodige gezondheidszorgen, van een eenvoudige
consultatie tot een ingewikkelde
ingreep. Die trots blijft, terecht trouwens. Maar toch wijzigde de overheid
vorig jaar haar discours. De overheid
spreekt nu ook heel uitdrukkelijk
over het economische aspect: de gezondheidszorg is niet gratis voor de
staat. In de kranten verschijnen artikels om de bevolking te sensibiliseren dat de kosten voor gezondheidsdiensten door de overheid gedragen
worden. Maar de middelen moeten
wel efficiënt besteed worden. Een
belangrijke rol bij het onder controle
houden van de gezondheidskosten,
is natuurlijk weggelegd voor de medische kaders. Het ministerie biedt
nu een aantal bijscholingen aan om
het financiële beheer (interne controle, budgetbeheer, auditsysteem,
economische en financiële discipline, ...) van de gezondheidscentra
te verbeteren en om de strijd tegen
corruptie, diefstal, gebrekkig functioneren van diensten, enz. aan te
gaan.
Al deze maatregelen hebben een
besparing op het nationale gezondheidsbudget mogelijk gemaakt;
sinds 2010 daalde dit budget van 12
tot 10% van het BNP, of van 21 naar
19% van de overheidsuitgaven. Het
ministerie beklemtoont dat deze
daling geen waarneembare impact
op de gezondheidsindicatoren tot
gevolg had. In 2012 konden de reorganisatie en regionalisatie van het
gezondheidssysteem - midden 2011
opgestart- met het oog op het verbeteren van de eerstelijnszorg, worden
afgerond.
Veroudering van de bevolking:
een nieuwe uitdaging
Nog dit: ook de Cubaanse samenleving staat voor de uitdaging om zich
voor te bereiden op de veroudering
van de bevolking. De levensverwachting ligt voor mannen op 78 jaar en
voor vrouwen op 80 jaar. 18,3 % van
de bevolking is ouder dan 60 jaar.
Het gezondheidssysteem moet de
progressieve veroudering van de bevolking opvangen en aangepaste infrastructuur, gespecialiseerd personeel en medische diensten voorzien.
Het ministerie van Gezondheid heeft
daarom al een strategie uitgewerkt.
In Cuba is het nog de gewoonte dat
de bejaarden zo lang mogelijk bij
de familie blijven. Consequent met
de hierboven toegelichte prioriteit,
ligt de eerste verantwoordelijkheid
voor de opvolging van de bejaarden
bij de familiearts. Daarnaast kunnen
de bejaarden op een reeks diensten
beroep doen. Cuba telt twaalfduizend bejaardenclubs waar ze terecht
kunnen voor ontspanning en sociale
contacten. Deze clubs bieden ook
gelegenheid om de fysieke conditie
te onderhouden. Voor wie zorgbehoevend wordt, staan 229 dagcentra ter beschikking die maaltijden
en medische zorgen aanbieden. Als
de bejaarde echt niet meer thuis of
bij familie kan opgevangen worden,
wordt hij of zij opgenomen in een van
de 156 bejaardentehuizen. ■
FOS in het Zuiden
FOS
jaarverslag 2013 • p. 61
FOS
jaarverslag 2013 • p. 62
fos IN HET ZUIDEN
{
ZUID-AMERIKA
BOLIVIA, COLOMBIA, ECUADOR en PERU
Overzicht van de activiteiten in zuid-amerika
Landen
bolivia
colombia
ecuador
peru
Coördinatie
Landenkantoor
La Paz
Regionaal
coördinatiebureau
Quito, Ecuador
Regionaal
coördinatiebureau
Quito
Landenkantoor Lima
Quito, Guayas
Lima, Piura, La
Libertad, Tacna,
Cajamarca, Ancash,
Huanuco, Cerro de
Pasco, Huanacavelica,
Ica, Junín, Ayacucho,
Arequipa, Moquegua,
Cusco, Puno
Actiezones
Santa Cruz, La Paz,
Oruro, Cochabamba,
Chuquisaca
Bogotá, Costa
Caribe, Magdalena
Medio
Type
activiteiten
• Toegang tot
gezondheid en
sociale zekerheid
• Sociale controle
op gezondheidsdiensten
• Versterking syndicale organisaties
• Versterking
syndicale
organisatie
Strategische
werklijnen
Capaciteitsopbouw
van vakbonden en
gezondheidsorganisaties
Capaciteitsopbouw van
vakbonden
• Toegang tot gezondheid en sociale zekerheid
• Sociale controle op gezondheidsdiensten
• Versterking syndicale organisaties
Capaciteitsopbouw van vakbonden
en gezondheidsorganisaties
FOS
jaarverslag 2013 • p. 63
FOS in het Zuiden
Overzicht van de acties in zuid-amerika
WAARDIG WERK IN DE ANDESREGIO
BOLIVIA
COLOMBIA
ECUADOR
PERU
Partners
CIPCA,
FENATRAHOB – IIPS,
FTFE, CENAC
FENSUAGRO
FENACLE – IFA,
ATRH
ngo Aurora Vivar
– SITAG, SITESAV,
SITECASA, Sindicato
de Talsa, SINTTRAHOL,
FNTMMSP
Doelgroepen
Huishoudwerk(st)ers,
fabrieksarbeid(st)ers
en landarbeid(st)ers in
loondienst (in de suikerriet-, kastanje- en
katoensector)
Landarbeid(st)ers
in loondienst in
de palmsector
Huishoudwerk(st)ers
en landarbeid(st)ers
in loondienst
(hoofdzakelijk
in de suikerrietsector)
Huishoudwerk(st)ers,
loonarbeid(st)ers in
de agrosector,
mijnwerkers
Sleutelelementen
Versterking van de interne werking van de organisaties (vorming van leiders en leden,
strategische planningen, communicatie, studies en onderzoek, enz.), versterking van
de externe werking van de organisaties (uitwerken van (wets-)voorstellen, participeren
aan en vormen van netwerken, enz.), versterking van de dienstverlening (vorming,
sensibilisering, juridische dienstverlening, enz.), transversaal werk rond gender
en generatiekloof, Zuid-Zuid/Noord-Zuid uitwisselingen.
Budget
248.189,70 euro
84.000,00 euro
281.391,43 euro
Donoren
DGD, Sociaal Fonds
Voedingsnijverheid
(HORVAL), 11.11.11
DGD, Algemene
Centrale (AC)
Antwerpen-Waasland
DGD, provincie
Limburg, 11.11.11
156.915,50 euro
DGD, Stichting Antoon
Spinoy, ABVV
West-Vlaanderen, Stad
Mechelen, 11.11.11
RECHT OP GEZONDHEID IN DE ANDESREGIO
Partners
Doelgroepen
BOLIVIA
ECUADOR
PERU
FECAFEB – JATHA
(in 2012 omgedoopt
tot Alternativa), AIS
MMxV
FENOCIN
ForoSalud, CNCJ,
FEMUCARINAP
Vrouwen/jongeren uit arme
Kleine georganiseerde koffiestadswijken, kleine boeren,
boeren, gezondheidspromotoinheemse en afro-ecuadoraanren uit arme wijken
se bevolking
Belangenorganisaties rond
recht op gezondheid;
organisaties van koffie- en
bananenboeren; boerinnen,
inheemse en afro-peruaanse
vrouwen, landarbeid(st)ers
Versterking van de interne werking van organisaties rond gezondheid (vorming leiders/leden,
strategische planningen, communicatie, studies en onderzoek, enz.), versterking van de externe
werking van organisaties rond gezondheid (uitwerken van (wets-)voorstellen, participeren
Sleutelelementen aan en vormen van netwerken, enz.), versterking van dienstverlening (vorming, sensibilisering,
sociale controle op gezondheidsdiensten, integratie in sociale systemen van gezondheidszorg,
enz.), transversaal werk rond gender en generatiekloof, Zuid-Zuid/Noord-Zuid uitwisselingen.
Budget
165.290,30 euro
160.747,33 euro
Donoren
DGD, NVSM, Bond Moyson
Oost-Vlaanderen, Sociaal Fonds
Voedingsnijverheid (HORVAL),
Gemeente Schoten
DGD, NVSM, FSMB, 11.11.11
FOS
jaarverslag 2013 • p. 64
179.199,77 euro
DGDS, NVSM, De VoorZorg
Antwerpen
FOS in het Zuiden
ACTIES
WAARDIG WERK
IN DE
ANDESREGIO
TOEGELICHT
bolivia
In Bolivia is er een zekere vooruitgang wat Sociale Bescherming betreft sinds president Evo Morales aan de
macht is, vooral via gefocuste programma’s, maar ook
maatregelen waarbij bv. een minimumpensioen gegarandeerd wordt (30$) voor iedereen vanaf 60 jaar. Voor
betere arbeidsrechten is alle hoop gevestigd op de hervorming van de arbeidswet, maar de onderhandelingen
tussen de unitaire vakbondskoepel (COB) en de regering
liggen voorlopig stil. Anderzijds is er een belangrijke
politieke toenadering van de regering Morales tot de
grootgrondbezitters en agro-industriëlen in Santa Cruz,
wat eerder wijst op het behoud van de situatie dan op
mogelijke positieve veranderingen voor de kleine boeren en landarbeid(st)ers. Bolivia was een van de eerste
landen ter wereld die Conventie 189 van de IAO voor het
huishoudpersoneel ratificeerde.
Realisaties
CIPCA (agro-industrie): Na het uiteenvallen van de
confederatie van landarbeid(st)ers CTARB aan het begin van het driejarenprogramma, kon CIPCA elk van
de aangesloten lidsyndicaten intern versterken door
te ondersteunen in hun planning, vorming van nieuwe
leid(st)ers, en sensibilisering via radioprogramma’s.
Minstens 5 vakbonden hebben hun statuten vernieuwd
met de integratie van de genderfocus. Verder werd
gewerkt aan het versterken van de syndicale eenheid
via het uitwerken van voorstellen voor de sector van
de agro-industriearbeid(st)ers voor de Algemene Arbeidswet. Eind 2013 heeft president Evo Morales de
vakbonden tijdens een vergadering beloofd de sector
op te nemen in de nieuwe Algemene Arbeidswet. Tot
nu toe worden de landarbeid(st)ers niet erkend als
volwaardige arbeid(st)ers. Dit heeft ook te maken met
het feit dat velen in de seizoensarbeid werkzaam zijn
en per dag of per taak betaald worden. Maar door de
sterke aangroei van de agro-industrie in Bolivia is de
regulering en erkenning een dringende noodzaak.
Om hun publiek te bereiken is het belangrijk dat de
vakbonden communiceren. De vakbonden beschikken
over een communicatieplan om informatieverspreiding tussen de leiding en de basis te verzekeren en
voor sensibilisering van de publieke opinie over de
erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de sector.
518 werknemers en 139 werkneemsters ontvingen
informatie over hun arbeidsrechten via bezoeken aan
de kampen waar de landarbeid(st)ers en hun families
verblijven. De arbeidsinspecties in de kampen zijn
ook toegenomen en er is juridische bijstand verleend.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 65
FOS in het Zuiden
Evoluties en bijsturingen
FTFE (informele fabriekssector): De FTFE werd intern
versterkt door het aanbieden van vorming aan nieuwe
leiding en leden, en er werden nieuwe vakbonden gevormd in de leder- en houtnijverheid. Er werden vormingen georganiseerd over veiligheid en gezondheid
op het werk en de FTFE werkte hierrond een politiek
voorstel uit dat door het ministerie van Arbeid wordt
bestudeerd voor mogelijke toepassing.
FENATRAHOB (huishoudsector): IIPS-FENATRAHOB
versterkte de nationale leiding en 4 departementale
vakbonden. Ze slaagden erin met het ministerie van
Onderwijs te komen tot een voorstel voor middelbaar
en lager onderwijs voor huishoudpersoneel tijdens
weekenden en ’s avonds. Via lobbywerk werd Conventie
189 over huishoudpersoneel van de IAO door de Boliviaanse regering geratificeerd. In 2013 is een tripartiete dialoog van start gegaan tussen FENATRAHOB,
de werkgeversorganisatie van de Boliviaanse huisvrouwen en het ministerie van Arbeid, met steun van de
IAO, over de arbeidsrechten van huishoudwerk(st)ers.
Hiermee is FENATRAHOB een van de weinige organisaties in de huishoudsector ter wereld die collectieve
onderhandelingen voert.
CENAC ondersteunde zowel FENATRAHOB als FTFE
en de federatie van bouwvakkers met vorming en onderzoek rond kinderarbeid, voedselveiligheid, interne
communicatie en gender.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 66
CIPCA en de organisaties van de agro-industrie hebben zoals hierboven al geschetst, vooral ingezet op
interne versterking en op beleidsbeïnvloeding i.v.m.
de algemene arbeidswet. Doordat de regering Morales de discussie i.v.m. de arbeidswet eind 2012 heeft
stilgelegd tot nader order, is in 2013 alleen nog intern
tussen de 6 vakbonden verder gewerkt aan het voorstel. In het kader van de voorbereiding voor het ethisch
tribunaal zijn nieuwe elementen opgedoken, zoals de
dubbele discriminatie waar vrouwen het slachtoffer
van zijn, de rol van de tussenpersonen –contratistasenz., die aantoonden dat de discussie nog niet afgerond is. Daar zal in 2014 verder aan gewerkt worden.
De vakbond voor de informele fabriekssector FTFE, die
de informele fabrieksarbeid(st)ers vertegenwoordigt,
werd vanaf eind 2012 niet langer erkend door de nieuwe
leiding van de Nationale Federatie van Fabrieksarbeiders.
Dit zorgde ervoor dat de partner problemen kreeg met de
wettelijke erkenning vanwege het ministerie van Arbeid
en veel energie en tijd moest besteden om de situatie
recht te trekken. Eind 2013 bleek dat de organisatie een
aantal voorziene activiteiten niet kon uitvoeren. Het is ook
onduidelijk onder welke syndicale vorm deze organisatie zal kunnen blijven bestaan, waarschijnlijk zullen
de lidsyndicaten zich kunnen aansluiten bij de Federatie van Fabrieksarbeiders van La Paz. Dit is een spijtige afloop van een veelbelovende jonge organisatie in
de informele sector waar nieuwe organisatievormen
belangrijk worden.
Eind 2012 vroeg FENATRHOB aan FOS om het programma direct in samenwerking met FOS uit te kunnen voeren en niet langer via de ngo IIPS. Dit wegens
ontevredenheid over de aanpak en werkwijze. Na
overleg met alle partijen heeft FOS eind december dit
voorstel aanvaard. Vanaf begin 2013 werden alle activiteiten door FENATRAHOB zelf georganiseerd. Het is
een goeie beslissing gebleken die de organisatie intern
heeft versterkt en in het nieuwe programma 2014-2016
zal deze formule verder aangehouden worden.
FOS in het Zuiden
colombia
In Colombia heeft president Juan Manuel Santos een
minder autoritaire en meer centrumrechtse politiek gevoerd dan zijn voorganger Uribe. Hij startte ook vredesgesprekken met de guerrillabeweging FARC, in Havana.
De wetgeving in verband met onderaanneming wordt
met de voeten getreden en de uitbuiting en informaliteit in vele economische sectoren wordt versterkt
door het paramilitaire geweld, vooral gericht tegen
elke vorm van syndicale organisatie. De regering van
Juan Manuel Santos heeft wat moeten inbinden op de
verregaande uitbuiting en het geweld, onder druk van
parlementsleden van de Verenigde Staten en de EU,
door het onderschrijven van de vrijhandelsakkoorden.
Naar aanleiding van het vrijhandelsakkoord legden de
Colombiaanse boeren met steun van studenten en andere politieke bewegingen het hele land stil tijdens een
grote Volksstaking van bijna een maand, om de grote
nadelen van de vrijhandelsakkoorden aan te klagen en
aanpassingen te eisen.
In een extreem anti-syndicale context hebben de vakbonden uit de agro- en voedingsindustrie toch belangrijke resultaten bereikt. De werkgevers weigeren de
syndicale vergunningen, gebruiken allerlei vormen van
onderaanneming om de organisatie van de werknemers tegen te gaan, richten parallelle patronale vakbonden op, negeren de door vakbonden neergelegde
eisenbundels, en chanteren, bedreigen en achtervolgen vakbondsmensen. Dit gebeurt vaak met medeweten van ambtenaren van het ministerie van Arbeid en
van de nationale politie. De grootste slachtoffers van
deze praktijken zijn de vrouwen.
Realisaties
FENSUAGRO (agro-industrie): In een extreem antisyndicale en vaak levensgevaarlijke context waar
vakbondsleid(st)ers soms ook letterlijk onder vuur
liggen, heeft het intersyndicaal platform van vakbonden uit de agro- en voedingsindustrie, opgezet door
FENSUAGRO, belangrijke resultaten bereikt. De 15
vakbonden die deel uitmaken van het intersyndicaal
platform zijn versterkt door een belangrijke ledengroei van 658 tot 2.922, waarvan 189 vrouwen. Door
sterk in te zetten op gedecentraliseerde vormingsprocessen waaraan 1134 personen (210 vrouwen) deelnamen, zijn de leider(st)ers van de vakbonden beter
voorbereid op anti-syndicale praktijken, op collectieve
onderhandelingsprocessen en op het leiden van syndicale organisaties met genderfocus. Er werden 10
cao’s succesvol afgesloten.
De vakbonden die deel uitmaken van het platform kennen na een decennium van geweld een nieuwe dynamiek, met goed bijgewoonde militantenbijeenkomsten,
1 mei-marsen en stakingsacties. Het intersyndicaal
platform hield 8 bijeenkomsten op 3 jaar, en keurde
een gemeenschappelijk strijdplatform goed dat wordt
uitgevoerd en een bijkomende stap is in de richting van
syndicale eenheid. 330 werkne(e)m(st)ers uit de agroindustrie hebben juridische bijstand ontvangen van de
juridische dienst van FENSUAGRO, in een akkoord met
het advocatencollectief ASOLABORALES. Er is een verbeterde externe communicatie door het verspreiden
van een eigen krant, de verspreiding van elektronische
bulletins, de uitgave van virtuele radioprogramma’s
en een permanente actualisering van de website van
FENSUAGRO en van de regionale website Comunicandes.
Het intersyndicaal platform heeft aan nationale erkenning gewonnen door aanwezigheid op verschillende nationale fora, in parlementaire audiënties en
in de solidariteitsacties met de nationale staking van
de boerenbeweging in 2013. Dit alles werd onder-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 67
FOS in het Zuiden
steund met feiten en gegevens in de publicatie van
de studie rond de socio-economische situatie van
de werkne(e)m(st)ers in de palmoliesector en een
illustrerende video. In 2013 werden zij gehoord in
het parlement i.v.m. de schending van de arbeidsrechten naar aanleiding van een opvolgingsmissie
van de Amerikaanse parlementsleden in het kader
van het vrijhandelsakkoord. Dit toont aan dat dit
platform meer en meer gezien wordt als de legitieme vertegenwoordiging van de arbeid(st)ers van
de agro-industrie.
Evoluties en bijsturingen
Er zijn geen noemenswaardige bijsturingen gebeurd
in Colombia. Vermeldenswaardig is dat het intersyndicaal platform oorspronkelijk bedoeld was om de
palmsector te verenigen, maar in de loop van de 3 jaar,
ook vakbonden uit de bananen-, suiker- en tabaksindustrie verenigd heeft, alsook uit de bloemensector.
Hierdoor zijn de thema’s en agenda’s ook breder dan
wat oorspronkelijk in het programma met FENSUAGRO
was voorzien.
ecuador
Vooral Ecuador zette grote stappen vooruit in het thema
Waardig Werk, sinds in 2008 de wet op de afschaffing
van onderaanneming werd gestemd. Onderaanneming
stond gelijk met uitbuiting, zwartwerk, informaliteit,
geen aansluiting bij sociale zekerheid, enz. Door de wet
kregen vele arbeid(st)ers het recht op een minimumloon, aansluiting bij de sociale zekerheid, op vakantie,
dertiende en veertiende maand, enz.
Toch is het een blijvende uitdaging om die wetgeving in
de praktijk om te zetten, want tot nu toe blijft ongeveer
60% van de beroepsbevolking, vooral vrouwen, in de
informaliteit werken. Spijtig genoeg blijft de syndicale
beweging versplinterd in 6 vakbondscentrales, die geen
tegengewicht kunnen bieden aan de machtige privésector of aan anti-syndicale ingrepen door de regering
Correa, die zonder veel protest duizenden staatswerknemers ‘verplicht vrijwillig ontslag’ liet tekenen in 2010
en 2011.
Realisaties
ATRH (huishoudsector): Eind 2013 werkt de ATRH samen met 16 organisaties in een netwerk rond de arbeidsrechten van het huishoudpersoneel in Ecuador.
Het gaat om vakbonden, onderzoeksinstellingen, ker-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 68
kelijke instellingen, ngo´s, overheidsinstellingen en
de IAO. Na belangrijk lobbywerk door ATRH, samen
met het netwerk, werd Conventie 189 van de IAO door
het Ecuadoraans parlement geratificeerd.
Bovendien bereikte de vereniging van huishoudpersoneel een ledengroei van 70 in 2011 tot 370 eind 2013 en
een vertegenwoordiging in 3 kustprovincies. Hiervoor
werden verscheidene informatiecampagnes gevoerd
die 17.000 personen bereikten. ATRH verspreidde ook
haar wetsvoorstel tot aanpassing van de algemene arbeidswet voor de integratie van de sector. ATRH heeft,
met steun van de IAO, onderzoek verricht naar kinderarbeid in de sector en de resultaten voorgelegd aan de
bevoegde instanties op een publiek forum.
ATRH verleent gratis juridische dienstverlening door
middel van een overeenkomst met Asylum Access die
ondermeer ontslagvergoedingen berekent, en heeft
juridische promotoren die de slachtoffers begeleiden.
Op internationaal niveau speelt ATRH een rol binnen
de leiding van CONLACTRAHO. De genderaanpak is
versterkt, onder meer door het proces van vorming
van promotoren voor hiv/aids en gender, gesteund met
een complementair project van de Nationale Loterij.
FENACLE (agro-industrie): FENACLE heeft in totaal 11
nieuwe vakbonden opgericht, met een uitbreiding naar
de Afrikaanse palm- en de visverpakkingssector. Het
aantal leden is gegroeid in de bloemensector en de bananensector. In de suikersector werden 3 belangrijke
collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten. De website
van FENACLE en van Comunicandes (regionale website)
werd permanent geactualiseerd, en er werden 2-maandelijkse kranten gedrukt. 59 werknemers waarvan 18
vrouwen werden opgeleid in informatica. In 2013 werden
samen met de IAO 38 juridische promotoren opgeleid in
3 vormingsmodules. Eind 2013 heeft FENACLE een gender- en jongerenverantwoordelijke in de nationale leiding.
Er is een jongerenmanifest uitgewerkt. 483 leden van FENACLE hebben vorming gekregen over gender.
Het onderzoeksinstituut IFA heeft FENACLE en ATRH,
permanente technische ondersteuning geboden en
vele workshops gehouden over veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) met in totaal 687 deelnemers.
Er zijn 4 publicaties over arbeidsvoorwaarden in de
bloemen-, bananen- en suikerrietsector en in andere
exportteelten uitgegeven, en een document met politieke voorstellen voor de syndicale beweging in Ecuador werd opgesteld.
Naast 3 sectorale partnerbijeenkomsten op Andesniveau zijn er ook bijeenkomsten georganiseerd over
FOS in het Zuiden
VGW, syndicale communicatie en syndicale vorming.
Op de bijeenkomst over VGW is een gemeenschappelijk actieplan opgesteld op regionaal, nationaal en
sectoraal niveau.
Evoluties en bijsturingen
Onze partner FENACLE wordt gekenmerkt door activisme en snel reageren op de conjunctuur. Plannen
en de planning uitvoeren is een moeilijke opdracht.
Dit heeft ons in de loop van het programma voor
vele moeilijke momenten geplaatst. Toch zijn er belangrijke zaken bereikt, zoals hierboven aangegeven.
Wegens deze moeilijkheden werd getwijfeld om deze
partner nog verder in het programma op te nemen,
maar omdat FENACLE de enige federatie is met nationaal bereik voor de agro-industrie besliste FOS om
nog gedurende de volgende 3 jaar een beperkt programma in de bloemensector te steunen.
Met de huishoudsector, verenigd in ATRH, is de samenwerking goed verlopen en werden belangrijke doelstellingen gehaald, waardoor we als FOS ook beslisten om
de volgende 3 jaar deze organisatie verder te steunen om
op nationaal niveau tot een sectorvakbond uit te groeien,
naar het voorbeeld van FENATRAHOB in Bolivia.
peru
In Peru kwam er halfweg 2011 een nieuwe president
aan de macht, Ollanta Humala, die het beleid van zijn
voorgangers voortzette. Peru blijft volop de koers van
Mexico, Colombia en Chili volgen, met een forse economische groei gebaseerd op de export in de mijnbouw- en landbouwsector. Peru blijft wel een van de
weinige landen van het continent zonder algemene
arbeidswetgeving. Daarom blijft het land voorlopig
kampen met “bijzondere arbeidsregimes” voor verschillende sectoren, waaronder de agro-industrie en
huishoudelijk werk. Die werden een tiental jaren geleden gelanceerd om deze sectoren te stimuleren door
de werkgevers voordelen toe te kennen, iets wat met
de huidige explosieve groei echter niet langer verdedigbaar is. Zelfs binnen de overheidsdiensten heerst
er een onontwarbaar kluwen van diverse arbeidsregimes, waarin de overheid nu wel uniformiteit probeert
te krijgen, met een wet die tot fel protest en stakingen
vanwege de vakbonden leidde.
De mensonwaardige werkomstandigheden voor de
agro-industrie werden zelfs vastgelegd in een speciale wet van 2000 (van kracht tot 2021), die de werkgevers van de agro-industrie allerlei voordelen toekent
inzake belastingen, douanetarieven en beperking van
de arbeidsrechten, met als argument dat hiermee de
export en dus ook de tewerkstelling aangezwengeld
wordt. Vakbonden en bondgenoten dringen aan bij het
parlement om deze wet af te schaffen, omdat die niet
langer nodig is met de enorme winsten in de sector,
maar voorlopig zonder succes.
Realisaties
FENTAGRO & ngo Aurora Vivar (agro-industrie): In
2012 richtten de 4 door FOS gesteunde vakbonden van
de agro-industrie de Nationale Federatie van Werknemers uit de Agro-industrie – FENTAGRO - op, in de
schoot van de nationale vakbondskoepel CGTP. Dit is
een belangrijke stap vooruit voor de eenmaking van de
werknemers in de sector. FENTAGRO’s grootste strijdpunt is de afschaffing van het discriminerende arbeidsregime in de sector. Deze sector zit erg in de lift, met
164.000 werknemers volgens het ministerie van Arbeid,
maar bijna anderhalf miljoen volgens de werkgevers,
cijfers die op zich al veel zeggen over de grote graad
van informaliteit. Vaak werken ze in mensonwaardige
omstandigheden die bovendien zijn vastgelegd in een
speciale wet. De nationale federatie FENTAGRO moet
aan deze situatie een antwoord bieden en het collectieve overleg promoten. Eind 2013 was het aantal leden
(en zo de legitimiteit van de vakbonden) als gestaag gegroeid en hebben de 4 vakbonden uit de agro-industrie
809 nieuwe leden, waarvan 119 vrouwen, aangetrokken
en 5 nieuwe syndicale comités opgericht (met in totaal
6.996 leden in de 21 syndicale comités). Er zijn gemiddeld 50% vrouwelijke leidsters.
4 vakbonden van de agro-industrie hebben, met begeleiding van de ngo Aurora Vivar, hun arbeidsproblematiek ruimer kenbaar gemaakt, dankzij de radioprogramma’s, en met telefonische juridische bijstand.
Dit versterkte de collectieve onderhandelingen en de
deelname van vrouwen in de vakbonden, die in totaal
reeds 6.996 leden tellen.
(huishoudsector): In 2012 werd eveneens de Nationale
Federatie van Huishoudpersoneel van Peru FENTTRAHOP opgericht binnen de CGTP met 4 basissyndicaten.
SINTTRAHOL wordt erkend als representatieve organisatie in de sector, voornamelijk via de strijd voor
de ratificering van Conventie 189 van de IAO, en maakt
deel uit van de eind 2013 opgerichte Wereldfederatie van
Huishoudpersoneel IDWF. De ratificering van de conventie zou een grote stap voorwaarts betekenen, want
de huishoudsector is weinig zichtbaar en wordt weinig
gewaardeerd op maatschappelijk en politiek vlak, met
vaak lange werkdagen en lage lonen. SINTTRAHOL,
FOS
jaarverslag 2013 • p. 69
FOS in het Zuiden
vakbond voor huishoudsters in Lima, verstrekte haar
juridische dienstverlening in 124 gevallen en er werden 231 juridische adviezen verstrekt. Eind 2013 heef
SINTTRAHOL 245 nieuwe leden dankzij 6 ledenwervingscampagnes en juridische dienstverlening. De
kennis bij de leiding en leden inzake arbeidsrechten
nam toe, waardoor ze individueel en collectief het
recht op Waardig Werk beter kunnen afdwingen. Ook
de communicatieve vaardigheden zijn versterkt en er
werd een website gelanceerd.
FENTTRAHOP telt in totaal 675 leden. Het is pas de
jongste jaren dat regionale afdelingen schuchter de
kop boven water steken, en voorlopig met weinig leden. FENTTRAHOP zag haar erkenning in politieke
kringen en in de media, na haar oprichting in 2012,
snel toenemen.
FNTMMSP (mijnsector): De mijnwerkersfederatie
FNTMMSP richtte een departement Veiligheid en
Gezondheid op het Werk (VGW) op en er werden 11
campagnes gehouden over VGW waarbij ongeveer 200
leden rechtstreeks werden gevormd. Met succes want
FNTMMSP kreeg met behulp van de vakbondskoepel
CGTP een nieuwe wet en reglement inzake veiligheid
en gezondheid op het werk door het parlement. In de
mijnsector werd het vormen van de syndicale comités
in VGW bemoeilijkt door de voortdurende conflicten
tussen de mijneigenaars en de vakbonden. Stakingen,
protestacties en collectieve onderhandelingsprocessen doorkruisten voortdurend de activiteiten van het
programma. Toch zijn er 11 comités van VGW opgericht en werden er 72 VGW-promotoren gevormd. In
de mijnbouwsector werden er 39 collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 70
Evoluties en bijsturingen
In de agro-industrie kunnen door de repressie en
ontslagen geen openbare ledenwervingscampagnes
meer gevoerd worden. Loons- en arbeidsvoorwaarden in deze sterk winstgevende sector blijven onaanvaardbaar, wegens het aanhoudende discriminerende
arbeidsregime (idem voor huishoudsector). De vakbondsfederatie FENTAGRO is een grote stap vooruit
in de syndicale eenmaking, maar blijft voorlopig erg
zwak door interne rivaliteit en door de moeilijkheid
om goed te coördineren, syndicale leiders en leidsters
krijgen geen toestemming om hun werk te verlaten en
kunnen zich maar beperkt inzetten.
De samenwerking van FENTTRAHOP met de andere
vakbond van huishoudpersoneel (FENTRAHOGARP)
blijft erg moeilijk. Binnen de regering ontbreekt de politieke wil voor de ratificering van IAO-conventie 189.
In de mijnsector werd het vormen van de syndicale
comités in Veiligheid en Gezondheid op het Werk bemoeilijkt door de voortdurende conflicten, stakingen
en protestacties tussen de mijnbedrijven en de vakbonden, maar toch werden goede resultaten behaald,
zoals de 39 afgesloten cao’s en 11 comités voor VGW.
focus
ethisch tribunaal over arbeidsrechten in
de agro-industrie legt de vinger op de wonde
regende het meer binnen dan buiten.”
Daar komt nog bij dat er in deze tentenkampen geen stromend water is,
geen sanitaire voorzieningen, geen
medicatie, en geen kinderopvang.
Cristina Moreno vertelde: “Toen mijn
echtgenoot ziek werd in het kamp, gaven ze ons geen medicatie. Ik huilde
en bad tot God voor zijn gezondheid.”
Het verdict van het allereerste internationaal ethisch tribunaal over de
arbeidsrechten in de agro-industrie in
Bolivia is gevallen. FOS organiseerde
dit ethisch tribunaal met de steun van
de Nationale Loterij, met de bedoeling om bewustzijn te creëren, en om
de taak te verlichten van diegenen die
in Bolivia de misbruiken vanwege de
werkgevers moeten afstraffen.
Drie magistraten uit Colombia, Argentinië en Brazilië, van de Latijns-Amerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten, ontvingen gedurende 2 dagen
de overweldigende bewijzen van zes
vakbonden uit de agro-industrie. Uit
de getuigenissen, het audiovisueel
materiaal en de gedocumenteerde
aanklachten van de schendingen van
de arbeidsrechten bleek hoe dramatisch de situatie van de werknemers
en werkneemsters uit de sector wel
niet is.
Zo getuigde Victor Fernández uit San
Julián over de erbarmelijke staat van
de tentenkampen waar de werknemers met hun families verblijven gedurende de oogsttijd: “We kwamen
aan bij het kamp en vonden vuile,
gescheurde tenten. Op regendagen
In Santa Cruz, Tarija, Beni en Pando
zijn er meer dan 600 van die kampen
waar 35.500 personen (waaronder
10.000 vrouwen) verblijven tijdens de
suikerrietkap, kastanjepluk en katoenpluk. De vrouwen vormen een extreem kwetsbare sociale groep want
ze zijn onzichtbaar voor het oog van
de wet. Ze staan vaak niet op de loonlijsten, hebben geen contract en dus
geen sociale bescherming. Ze doen
hun werk als “metgezel” zonder loon
en als ze al een loon krijgen dan is dat
minder dan wat de mannen krijgen. Ze
hebben ook te lijden onder pesterijen
op het werk en seksuele intimidatie.
Werkgevers worden aangezet tot uitbuiting en misbruik. Door het gebrek
aan controle door de Staat heerst er
een gevoel van straffeloosheid. Het
ministerie van Arbeid en de arbeidsrechtbanken liggen heel ver van de
tentenkampen.
Arbeidsinspectie
gebeurt bijna nooit. Bovendien is er
sprake van een wettelijke discriminatie aangezien deze sector uitgesloten
is van de nationale arbeidswetgeving.
De proliferatie van onderaanneming
laat de werkgevers toe de verantwoordelijkheden helemaal van zich af te
schuiven. Nochtans is de Boliviaanse
grondwet zeer vooruitstrevend. Waardig en veilig werk, zonder discriminatie en met een rechtvaardig loon is een
fundamenteel recht van elk individu
volgens artikel 46.I.1. De uitdaging is
deze rechten in realiteit om te zetten.
Het tribunaal veroordeelt de werkgevers die systematisch de arbeids-
rechten schenden van mannen en
vrouwen die in loonarbeid werken op
het platteland. De enige bestaande
Bolivaanse vakbondskoepel COB, het
ministerie van Arbeid, de Nationale
Ombudsdienst, de Internationale Arbeidsorganisatie, en de decaan en vicedecaan van de faculteit van rechten
van de Autonome Universiteit Gabriel
Rene Moreno waren aanwezig op het
tribunaal, georganiseerd door FOS.
Enkel de werkgevers lieten verstek,
maar zagen zich wel genoodzaakt een
reactie te geven in de pers dankzij de
weerklank van het tribunaal op radio,
televisie en in de kranten.
De grote vraag is: wat nu? Blijft het
hierbij? Zoals Luis Ramírez, voorzitter
van de Latijns- Amerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten, en lid van
het tribunaal, tegen de vakbonden zei:
“Als jullie terugkeren naar jullie werkplek, naar jullie tentenkampen, zullen
jullie zien dat er daar niets veranderd
is. Maar dit mag geen teleurstelling
zijn. De verandering gebeurt binnenin
jullie. Als vakbonden gaan jullie versterkt naar huis en jullie zullen beter
in staat zijn jullie arbeidsvoorwaarden
te veranderen en de maatschappij te
hervormen. Het verdict is een instrument dat jullie hierbij zal helpen.”
FOS zal deze vakbonden via de ngo CIPCA in het nieuwe programma 20142016 in ieder geval blijven steunen in
hun strijd voor betere arbeids- en levensomstandigheden. Het verdict zal
formeel overgemaakt worden aan de
IAO, aan de Boliviaanse autoriteiten,
aan parlements-leden, mensenrechtenorganisaties en vakbondsfederaties binnen en buiten Bolivia. Ondertussen gaan de voorbereidingen van
start voor het volgende internationaal
ethisch tribunaal dat begin september
zal doorgaan in Colombia, want ook
daar is de toestand in de agro-industrie schrijnend en de nood hoog. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 71
FOS in het Zuiden
ACTIES
TOEGANG TOT
GEZONDHEID
IN DE
ANDESREGIO
TOEGELICHT
BOLIVIA
Bolivia komt evenmin een stap dichterbij bij een degelijk nationaal gezondheidssysteem, hoewel dat
openlijk het regeringsdiscours blijft. Heftig verzet van
diverse belangengroepen met hun eigen ziekenkas,
strooit roet in het eten.
De versplintering van het gezondheidssysteem in verschillende stelsels is verder gegroeid. Zo dekt de sociale zekerheid alleen gezondheid en is ze opgesplitst
in 17 ziekenkassen die elk hun eigen dienstensysteem
hebben. Daarnaast is er het ministerie van Gezondheid dat ook een aantal ‘verzekeringen’ op stapel heeft
gezet zoals de gezondheidsverzekering voor ouderen
boven de 60 jaar. Er is een voorstel om de ziekenkassen terug samen te smelten en tot een universeel
systeem te komen tussen het ministerie van Gezondheid en de sociale zekerheid. Er zijn echter heel veel
belangen gemoeid in dit moeizame proces en er wordt
weinig vooruitgang geboekt. Een belangrijke hervorming van de sector werd na een langdurige artsenstaking uitgesteld, net als een grootscheepse nationale
gezondheidstop.
Realisaties
AIS: AIS werkte vooral met de gezondheidspromotoren
in Senkata, een wijk van 200.000 inwoners in de stad
EL Alto. AIS vormde en begeleidde in de wijk Senkata
3 jaar lang gezondheidspromotoren, overwegend vrouwen, in het uitoefenen van sociale controle, leiderschap, gender en geweld tegen vrouwen, kwaliteit van
de gezondheidszorg, EHBO (met overhandiging van 40
EHBO-kisten), gezonde voeding, mentale gezondheid,
interne werking van de lokale gezondheidscomités enz.
Met de verworven kennis en zeker ook de toegenomen
eigenwaarde stonden de promotoren steviger in hun
schoenen om sociale controle uit te oefenen in het
ziekenhuis van Senkata, patiënten te oriënteren en te
helpen en participatie van de wijkcomités af te dwingen. Twee promotoren werden verkozen tot leden van
de Departementale Gezondheidsraad.
AIS wordt stilaan erkend en steeds meer uitgenodigd
door het ministerie van Gezondheid en het hospitaal
van Senkata, maar ook door sociale bewegingen (bv.
Bartolina Sisa) en ngo’s. Zo namen ze ook actief deel
aan de Regionale Gezondheidstop in El Alto in mei
2013, samen met de overheid en diverse andere sociale organisaties, ter voorbereiding van de nationale
gezondheidstop.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 72
FOS in het Zuiden
FECAFEB: De organisatie van kleine koffieboeren FECAFEB nam mede door de permanente begeleiding
van de lokale ngo Alternativa (vroeger JATHA) de
nauw verwante thema’s gezondheid en voedselveiligheid op binnen de werking, vastgelegd in het nieuwe
strategisch vijfjarenplan en met een specifieke sociale
afdeling hiervoor binnen de federatie.
FECAFEB vormde 22 gezondheidspromotoren die in afgelegen gemeenschappen vrijwillig werkzaam zijn en
er werd een politiek-technisch voorstel uitgewerkt om
de sector van kleine producenten (niet alleen koffieboeren) een vorm van sociale zekerheid te garanderen, dat
door het ministerie van Gezondheid wordt bestudeerd.
Via Alternativa werd vooral gewerkt aan voedselveiligheid, via educatieve markten en voorlichting.
Naar het einde van 2013 toe realiseerden FECAFEB
en Alternativa samen 10 grootscheepse gezondheidsen voedingscampagnes in Caranavi, voor een 5.500-tal
begunstigden (niet enkel FECAFEB-leden), in samenwerking met het provinciale gezondheidspersoneel.
De campagne bevatte medische controle (algemeen,
gynaecologie, pediatrie en tandheelkunde), inentingen,
promotie en sensibilisering (via volkstheater), voedingsadvies en de uitdeling van geneesmiddelen.
Deze campagnes speelden in op de ernstige noden en
totale afwezigheid van gezondheidszorg in deze afgelegen en moeilijk bereikbare koffiezones, en zorgden voor
een grotere zichtbaarheid en erkenning van FECAFEB en
zijn gezondheidspromotoren. De campagnes werden afgerond met een concreet eisenpakket naar de overheid
toe. De lokale gezondheidscampagnes van FECAFEB in
samenwerking met Alternativa bleken erg arbeidsintensief en vereisten voorbereidende vergaderingen met de
overheid en de medische sector, om de noden en verwachtingen vooraf af te stemmen.
Evoluties en bijsturingen
In het gezondheidsluik konden FECAFEB en Alternativa
grote stappen voorwaarts zetten in het uitwerken van
een strategisch kader voor de organisatie van kleine
koffieboeren, waarbij naast het productieve en commerciële luik nu ook een sociaal luik is gepland, en dit
naar aanleiding van de positieve ervaring met het gezondheidsprogramma en de vraag vanwege de lidorganisaties van FECAFEB om hier meer op in te zetten in
de toekomst. Vanaf 2014 zal het programma verdergezet worden, en op vraag van FECAFEB zal de ngo Alternativa het volledige programma technisch begeleiden
en financieel beheren. Het is belangrijk te vermelden
dat vooral de vrouwen en jongeren versterkt werden
door het programma en zij op de eerste plaats vragende partij zijn. Zo is de vicepresidente van FECAFEB de
gewezen voorzitster van de vrouwengroep.
Bij onze partner AIS ontstond een interne crisis in de
maanden juli en augustus, naar aanleiding van de hernieuwing van de raad van bestuur. Vanaf eind september werd AIS tijdelijk gesloten. De groep gezondheidspromotoren van Senkata werkte met begeleiding van
het FOS-kantoor in La Paz een nieuwe planning uit en
op die manier kon het programma met positieve resultaten afgesloten worden. Er werd met een aantal nationale ngo’s afgesproken om de steun aan deze groep
verder op te nemen vanaf 2014, vermits AIS niet langer
actief is. Vanuit het FOS-kantoor zal dit ook verder opgevolgd worden in de mate van het mogelijke.
Met de partner CENAC is ook een periode van samenwerking afgerond die begon in 2008 en vooral gericht
was op vorming en ondersteuning van de vakbonden
rond communicatie, interne democratie, gender, enz.
ecuador
In Ecuador bleef president Rafael Correa stevig in
het zadel, dankzij de herverkiezing, met een linkspopulistisch beleid met talrijke sociale programma’s
en sterke groeicijfers die zijn brede aanhang garanderen. De sterk verdeelde oppositie is niet in staat om
een vuist te maken, en de kritieken over de autoritaire
greep van de president op het parlement, justitie en
de media worden amper gehoord.
Ecuador zette grote stappen vooruit om een kwaliteitsvolle gratis gezondheidszorg voor allen te garanderen, met een verdriedubbeling van de begroting en
de massale toename van consultaties en operaties,
maar niet altijd even efficiënt en met een toenemende
uitbesteding aan privé-ziekenhuizen (en corruptieschandalen). Eén nationaal gezondheidssysteem voor
allen (naar Braziliaans model) blijft nog uit.
Realisaties
Movimiento de Mujeres por la Vida (MMxV): De sociale controle van MMxV op het functioneren van de gezondheidszorg in de ziekenhuizen wordt door de overheid erkend als instrument van burgerparticipatie.
Het leidde tot de publicatie van een handleiding voor
kwaliteitsvolle behandeling. MMxV zetelt in de Sectorale Gezondheidsraad en in de Sectorale Raad voor
Economische en Sociale Inclusie, waar ze de bevin-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 73
FOS in het Zuiden
dingen van de sociale controle op de agenda plaatst.
MMxV is ook actief binnen SENPLADES, de overheidsinstantie voor coördinatie en planning, de Raad van
Burgerparticipatie, en onderhoudt nauwe banden met
de ministeries van Gezondheid en Politieke Coördinatie. MMxV staat nationaal bekend voor de sociale controle en wordt uitgenodigd om nieuwe patiëntencomités op te richten (MMxV zetelt in het nationale netwerk
van deze comités). FOS poogde in 2011 de beleidsbeïnvloeding van MMxV binnen de Zonale Gezondheidsraden te stimuleren, maar aangezien deze raden niet
bleken te werken, werden voorstellen uitgewerkt met
de gebruikerscomités (sociale controle) en verdedigd
bij het algemene zonale bestuur, naast de hierboven
vermelde nationale instanties. Dit leidde tot betere
dienstverlening en in een paar gevallen tot ingrijpen
van het ministerie van Gezondheid in het personeel
dat werd aangeklaagd.
Desalniettemin legt de overheid nog altijd beperkingen op aan de sociale controle die MMxV uitoefent,
die zich toespitst op wachttijden en kwaliteit van de
behandeling. Ze laat bv. niet toe dat MMxV controleert
of de behandeling en geneesmiddelen wel volledig
gratis zijn (zoals de wet bepaalt), uit vrees dat het
gezondheidsmodel of het ministerie van Gezondheid
onder vuur komt te liggen.
De werking met jongeren kreeg speciale aandacht
via een artistieke en ludieke aanpak met festivals in 4
volkswijken van Quito en met bijzondere aandacht voor
de problematiek van seksuele en reproductieve rechten
(die jongeren het meest boeit). Hun beleidsvoorstellen
hadden dus ook een artistiek en ludiek karakter, en
werden door het gemeentebestuur van Quito gesteund.
FENOCIN: FENOCIN heeft het thema interculturele
gezondheid op de voorgrond geplaatst binnen de organisatie, en dit op vraag van diverse basisorganisaties binnen FENOCIN die hier sterk rond bezig zijn.
Zo’n 150 leid(st)ers, overwegend (vroed)vrouwen en
gezondheidspromotoren, namen deel aan vormingen
en wisselden hun inheemse kennis en ervaring uit.
Een 30-tal leid(st)ers van de 7 basisorganisaties van
FENOCIN werkte op collectieve en participatieve wijze
een nationaal beleidsvoorstel uit rond interculturele
gezondheid, gebaseerd op hun eigen kennis en ervaring, met focus op de verdediging van de rechten van
gezondheidspromotoren en traditionele vroedvrouwen binnen het nationale gezondheidssysteem, met
ook een duidelijke link naar het thema voedselsoevereiniteit (als sociale determinant van gezondheid),
en een blijvende werking rond hiv/aids-preventie (na
FOS-opleiding). Eind december werd een nationaal
FOS
jaarverslag 2013 • p. 74
manifest rond interculturele gezondheid besproken
en gevalideerd door deze organisaties.
Evoluties en bijsturingen
Onze partnerorganisatie FENOCIN kwam in een crisissituatie en de organisatie werd politiek verdeeld, waarbij een splintergroep werd gesteund door de regering
Correa. Hierdoor besliste FOS om een 7-tal lidorganisaties direct te ondersteunen volgens een afgesproken
programma met vorming voor inheemse vroedvrouwen, uitwisseling rond inheemse kennis en gebruiken,
kruidengeneeskunde en vorming rond hiv/aids, gender
en huishoudelijk geweld. Het jaar werd afgesloten met
een nationale bijeenkomst in de Universiteit Simon Bolivar waarop ook een politiek document over de interculturele gezondheidsvisie werd besproken en goedgekeurd. In het programma 2014-2016 is er geen verdere
directe samenwerking voorzien met FENOCIN, maar
via het gezondheidsplatform dat door DONUM wordt
geleid, zullen de lidorganisaties en nationale leiding
van FENOCIN verder betrokken worden.
Met de vrouwenorganisatie Movimiento Mujeres por
la Vida werd het programma uitgevoerd zoals voorzien, maar door de nauwe band van deze organisatie
met de regeringspartij, werden de bevindingen van de
sociale controles sinds 2012 ondergeschikt aan de politieke belangen. We besloten dan ook de samenwerking niet verder te zetten binnen het DGD-programma, maar de jongerenwerking verder te ondersteunen
via een bijkomende financieringsaanvraag die tot op
vandaag nog niet is goedgekeurd. MMxV zal ook deel
uitmaken van het gezondheidsplatform vanaf 2014.
peru
In juli 2012 werd Midori de Habich benoemd als nieuwe minister van Gezondheid, een persoon met heel
wat ervaring in systemen en bestuur. Enkele maanden
later kondigde ze een drastische hervorming van de
gezondheidssector aan (tegen juni 2013).
Dit proces zou geleid worden door de Nationale Gezondheidsraad (CNS), om de inspraak van alle actoren
van de civiele maatschappij te garanderen. Het eindresultaat van de voorgestelde hervorming vanwege
de Peruaanse regering valt weliswaar tegen, door het
gebrek aan politieke wil om een echte hervorming
door te voeren (de privatisering en fragmentering nemen nog toe) en om reële inspraak toe te kennen aan
basisorganisaties en de medische sector.
FOS in het Zuiden
In 2012 besteedde de regering 8,6% van haar begroting aan gezondheid, terwijl het Nationaal Akkoord
(tussen de belangrijkste partijen) een minimum van
20% voorziet, zoals in de buurlanden. Hiermee komt
Peru op slechts 1,6% van het bruto binnenlands product (BBP) uit, tegen gemiddeld 3,5 % in Latijns-Amerika. Dit cijfer groeit slechts 0,05 % per jaar. Overheid,
werkgevers en bevolking geven samen 4,67 % van het
BBP uit aan gezondheid, tegenover 7,71% in LatijnsAmerika. Hierdoor is gezondheid meer “big business”
dan een recht.
Realisaties
ForoSalud: ForoSalud, meer dan ooit de erkende en
legitieme vertegenwoordiger van de civiele maatschappij in alle debatten over gezondheidszorg, zetelt
in de Nationale Gezondheidsraad, en voert een breed
gedragen strijd tegen de privatisering. ForoSalud
voerde sociale controle uit op de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in de regio’s Lima, Cajamarca en Tacna, die zich vertaalden in diagnoses en
beleidsvoorstellen per regio. Er is ook een gids voor
sociale controle uitgewerkt. ForoSalud bekrachtigde
tijdens haar massaal bijgewoonde zesde Nationale
Conferentie, met meer dan 1000 delegaties uit het
hele land, eind november 2013 een alternatief voorstel voor gezondheid voor allen, en ook een beleidsvoorstel voor de toegang van vrouwen tot gezondheid,
met aandacht voor seksuele en reproductieve rechten.
De regionale afdelingen van ForoSalud blijven vrij
zwak, dus werden er meer middelen uitgetrokken voor
een intensievere begeleiding en werkbezoeken van de
nationale ploeg van ForoSalud aan deze regionale afdelingen in Lima, Callao, Cajamarca en Tacna. Met resultaat, zoals blijkt uit de sociale controle, de diagnoses en
de succesvolle regionale conferenties eind 2013.
Een belangrijk resultaat bij ForoSalud is de toenadering tot diverse organisaties en vakbonden binnen
de medische sector, die met hun stakingen een groot
politiek gewicht in de schaal leggen, en waardevolle
bondgenoten zijn in de strijd voor een echte hervorming richting een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem, dat de belangen van het personeel
(vooral hogere lonen) en de patiënten (kwaliteitsvolle
toegang) verzoent.
CNCJ: De ledenorganisaties van CNCJ, de koepelorganisatie die de producenten van eerlijke handelsproducten vertegenwoordigt, zijn gesensibiliseerd
om binnen de eerlijke handel niet enkel op te komen
voor productieve en commerciële belangen maar ook
ruim aandacht te besteden aan het recht op gezondheid. CNCJ zet de strijd verder voor het recht op sociale zekerheid voor haar leden. 600 leden en hun
families konden zich aansluiten bij de EsSalud via de
Agrarische Sociale Zekerheid, wel heel wat minder
dan voorzien. In de bananen- en koffiecoöperatieven
zijn gezondheidspromotoren actief die met EHBOvorming en basisgeneesmiddelen aan eerste hulp en
gezondheidspreventie doen, en ook via een vormingscursus kleine gezondheidsprojecten uitwerkten om
voor te leggen aan de lokale besturen.
FEMUCARINAP: FEMUCARINAP en PDTG hebben een
politieke agenda en strategie uitgewerkt rond gezond-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 75
FOS in het Zuiden
heid, op basis van 7 regionale werksessies in 2012 en
2013 om de inheemse kennis en ervaring inzake traditionele geneeskunde te verzamelen. Dit leidde tot een integrale en interculturele visie op gezondheid, die toegang
tot dienstverlening koppelt aan traditionele geneeskunde, voedselsoevereiniteit, waardig werk en geweld tegen
de vrouwen. FEMUCARINAP zal deze alternatieve visie
op gezondheid in de toekomst verdedigen binnen ForoSalud en bij de overheid. Een videodocumentaire en een
aantal publicaties zijn hiervan het resultaat.
Evoluties en bijsturingen
De Peruaanse regering trachtte ForoSalud intern te
verdelen en te verzwakken. De voorgestelde gezondheidshervorming vanwege de Peruaanse regering
leidt tot nog meer privatisering en fragmentering en
kent geen inspraak toe aan basisorganisaties en de
medische sector. Dit is de moeilijke context waarbinnen de volgende jaren zal gewerkt worden.
De intensieve beleidsbeïnvloeding van CNCJ voor de
toegang van kleine producenten tot de sociale zekerheid (EsSalud) leverde slechts een 600-tal inschrijvingen op, wegens het gebrek aan politieke wil bij het
nationale bestuur van EsSalud om zijn talrijke beloftes
voor een vlottere inschrijving waar te maken; er werden
voortdurend nieuwe administratieve obstakels opgeworpen. Na 6 jaar is de balans voor de Junta Nacional
de Cafe en CNCJ dus zeker niet positief te noemen en
FOS
jaarverslag 2013 • p. 76
heeft FOS ook beslist niet langer in te zetten op dit programma voor toegang tot EsSalud. CNCJ heeft zich wel
opgeworpen als een voortrekker van dit programma en
zal binnen ForoSalud hierrond verder werken.
FEMUCARINAP is een relatief jonge vrouwenorganisatie die nog veel interne zwaktes kent, en vooral actief
is rond productieve en genderthema’s. Daardoor was
het gezondheidsprogramma soms moeilijk uit te voeren door de lokale ngo PDTG. Dit leidde ertoe dat FOS
besloot om vanaf 2014 niet langer deze organisatie te
steunen. Anderzijds is er in de loop van de 3 jaar een visie ontwikkeld op interculturele gezondheid, en werden
inheemse gebruiken geherwaardeerd. FEMUCARINAP
zal verder deelnemen aan de regionale en nationale
bijeenkomsten van ForoSalud en zal vanaf 2014 door
Trias gesteund worden in de interne organisatieversterking en productieve thema’s. Ook met onze nieuwe
partner Promsex is afgesproken om FEMUCARINAP te
betrekken bij de vorming rond seksuele en reproductieve rechten in de provincies waar het programma zal
uitgevoerd worden.
In aanloop naar de formulering van het nieuwe DGD
programma organiseerde FOS in de 4 Andeslanden
een studiedag rond sociale bescherming, die voor vele
partners de eerste kennismaking was met de bredere
thematiek en de voorstellen van de IAO en de Wereldgezondheidsorganisatie over de drempel van Sociale
Bescherming.
focus
Peruaanse coalitie voor
hervorming van de gezondheidszorg
Op 28 augustus maakte de Peruaanse
FOS-partner ForoSalud de “Convergentie voor een Authentieke Hervorming van de Gezondheidszorg” bekend
met de Federación Médica Peruana
(geneesheren), de Academia Peruana
de Salud (onderzoekers) en de Red
Peruana de Pacientes (patiënten).
Na meerdere stakingen in de sector
proberen ze de Peruaanse regering
te bewegen tot een solidair, integraal
en gelijkwaardig gezondheidssysteem
voor alle Peruanen.
Als tegenprestatie voor zijn steun bekwam ForoSalud dat de geneesheren
(en ook ander medisch personeel)
met een hoger loon hun solidariteit
voor een verregaande hervorming van
de sector niet vergeten. ForoSalud
kan immers niet anders dan erkennen
dat, ondanks de vurigheid waarmee
deze koepel zijn voorstellen in politieke kringen en media verdedigt (met
steun van FOS), het talrijke personeel
van de sector met zijn stakingen meer
gewicht in de schaal kan leggen.
Een vernieuwend en gewaagd initiatief,
erkent ForoSalud, dat allerlei basisbewegingen en ngo’s bundelt in de strijd
voor het recht op gezondheid. Vooral de
geneesheren werden in de loop van de
geschiedenis gezien als een deel van
het probleem en niet van de oplossing.
Het gebrek aan een kwaliteitsvolle en
menswaardige zorgverstrekking in de
openbare hospitalen is deels toe te
schrijven aan hun weigering om hier
een prioriteit van te maken.
Hervorming?
Begin januari beloofde president
Ollanta Humala dat de Nationale
Gezondheidsraad (CNS) een grootscheepse hervorming zou uitwerken.
In de praktijk bleek echter dat enkele
experten binnen het ministerie van
Gezondheid, met advies van de Wereldbank en USAID, een pakket maatregelen uitwerkten zonder dat ForoSalud of het personeel van de sector
inspraak kregen. Zelfs het parlement
werd buitenspel gezet, want de regering vroeg en kreeg (nipt) volmachten
om de hervorming in concrete normen
te gieten, zonder het minste debat.
Stakingen
Toen de geneesheren van de Federación Médica Peruana een maand lang
staakten (tot midden augustus) voor
een drastische loonsverhoging, waardoor meerdere hospitalen de deuren
sloten en de regering hen beschuldigde levens in gevaar te brengen, besloot ForoSalud echter om die staking
(voorwaardelijk) te steunen, met het
argument dat slechtbetaalde en gedemotiveerde geneesheren nooit zullen
leiden tot een kwaliteitsvolle gezondheidszorg. De helft van de afgestudeerde geneesheren (en verple(e)g(st)ers)
emigreert op zoek naar een beter loon.
Na de lange staking kregen de geneesheren een fikse opslag van 400
euro per maand, waarmee ze nu gemiddeld 1.500 euro verdienen. Dat
lokte een kettingreactie uit, waarna
de stakende verple(e)g(st)ers) ook een
forse opslag kregen, net als het technisch en kraampersoneel, waarop het
administratief personeel ook een staking begon.
Nog erger is dat deze zogenaamde
hervorming enkel het huidige systeem
wat efficiënter probeert te maken en
iets meer Peruanen een ziekteverzekering probeert te bezorgen, echter
zonder tot een ware hervorming over
te gaan die hetzelfde recht op een integrale en kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor alle Peruanen garandeert.
De aangekondigde maatregelen bestendigen en versterken zelf de diepgaande fragmentatie en discriminatie
binnen de sector.
Slechts 25% van de Peruanen heeft
via een formele job (met hun gezin)
toegang tot de sociale zekerheid (EsSalud), die ondanks al haar problemen
en ellenlange wachttijden alle medische diensten verstrekt. Daarnaast
heeft 40% toegang tot een “armzalige
verzekering voor armen” (SIS), die met
een jaarbudget van 20 euro per verzekerde totaal niet volstaat om de ergste
slepende ziektes (kanker, diabetes,
astma, ...) te dekken. Wegens de economische groei verliezen steeds meer
Peruanen hun “brevet van armoede”
en hiermee ook hun SIS-verzekering.
Privé
Wie de jongste jaren een ruimer deel
van de “gezondheidsmarkt” voor zijn
rekening neemt, dankzij gigantische en
peperdure reclamecampagnes, zijn de
moderne hospitalen en apotheken van
de privésector. Dankzij hun machtige
lobbycapaciteiten speelt de zogenaamde hervorming van de regering vooral
in hun kaart. Ze mikken niet enkel op
de 35% zonder verzekering, maar ook
op de ontevreden “klanten” van EsSalud en SIS. Hun nieuwste strategie om
deze klanten te bereiken: consultaties
verstrekken in de grote shoppingcentra, naast de fitnesszalen.
ForoSalud is er niet tegen gekant dat de
overheid beroep doet op privédiensten
om het eigen ontoereikende aanbod
aan te vullen, maar wel op voorwaarde
dat er een strenge en duidelijke overheidsregulering is, waarbij de staat
voor elke Peruaan een menswaardig
en integraal pakket van gezondheidszorg garandeert. Dat kost geld, maar
met een economische groei van 6%
per jaar heeft Peru genoeg centen
in de kluis. Het is vooral een kwestie
van politieke wil, zoals de buurlanden
Ecuador, Bolivia en Brazilië bewezen.
Wie nu arm is in Peru en bij een controle verneemt dat hij kanker heeft, kan
enkel bij familie en vrienden rondgaan
met de pet, of - beter nog - de schaarse
centjes sparen voor de begrafenis. Zolang de Peruaanse regering enkel oren
heeft naar de belangen van de medische privé-industrie en weigert om iets
te doen aan dit fundamentele onrecht
en ongelijkheid, zullen ForoSalud en
FOS de strijdbijl niet begraven. Nieuwe
bondgenoten zoals de geneesheren
zijn hierbij welkom. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 77
FOS
jaarverslag 2013 • p. 78
fos IN HET ZUIDEN
{
ZUIDELIJK-AFRIKA
MOZAMBIQUE, NAMIBIË, ZIMBABWE en ZUID-AFRIKA
Overzicht van de activiteiten in zuidELIJK AFRIKA
Landen
mozambique
Coördinatie
Actiezones
Type
acties
Strategische
lijnen
namibië
zimbabwe
zuid-afrika
Regionaal coördinatiekantoor Johannesburg
Maputo
Manica
Tete
Nationaal
• Versterking
syndicale en boerenorganisaties
• Toegang tot gezondheid
• Voedselzekerheid
• Versterking
syndicale
organisaties
• Versterking syndicale organisaties
• Uitbouw regionale
netwerken
• Versterking syndicale en boerenorganisaties
• Toegang tot gezondheid
• Uitbouw regionale
netwerken
• Capaciteitsopbouw van vakbonden, boerenorganisaties en
gezondheidsorganisaties
• Vorming nationale
vakbondsfederaties
• Terugdringen van
voedselonzekerheid
• Capaciteitsopbouw van
vakbonden
• Onderzoek en
beleidswerk
• Capaciteitsopbouw van
vakbonden
• Onderzoek en
beleidswerk
• Vorming van vakbondsfederaties
• Capaciteitsopbouw
van vakbonden en
gezondheidsorganisaties
• Onderzoek en
beleidswerk
FOS
jaarverslag 2013 • p. 79
TOEGANG TOT GEZONDHEID IN ZUIDELIJK AFRIKA
MOZAMBIQUE
ZUID-AFRIKA
Partners
UCAMA
WFP
PHM-SA
Doelgroepen
Kleinschalige boeren
Landarbeid(st)ers
Vakbonden, basisbewegingen
en gezondheidsactivisten
SLEUTELELEMENTEN
Versterking van de interne en
externe werking van gezondheidsorganisaties; burgerparticipatie en vorming over
gezondheid en gezondheidsrechten; gender; preventie,
sanitatie en basisgezondheidsdiensten
Versterking van de interne
en externe werking van
gezondheidsorganisaties;
burgerparticipatie; vorming
over gezondheid en gezondheidsrechten; gender en
huiselijk geweld; preventie
Burgerparticipatie in
gezondheidsbeleid; lobbywerk
en informatieverspreiding;
vorming over gezondheid en
gezondheidsrechten
Budget
148.160,46 euro
193.081,22 euro
Donoren
DGD, NVSM, Petroleumsector
Sociaal Fonds, 11.11.11
DGD, NVSM, 11.11.11
FOS
jaarverslag 2013 • p. 80
FOS in het Zuiden
Overzicht van de acties in zuidelijk afrika
WAARDIG WERK IN ZUIDELIJK AFRIKA
MOZAMBIQUE
NAMIBIË
ZIMBABWE
ZUID-AFRIKA
Partners
Consilmo, OTM, SINTAF
LaRRI, NAFWU,
NDAWU
ZCTU, LEDRIZ, ANSA,
GAPWUZ, ALRN
ILRIG, SAFWN,
Sikhula Sonke
Doelgroepen
Werknemers met
lage inkomens, meer
bepaald (toekomstige) vakbondsleden;
landarbeid(st)ers en
kleinschalige boeren;
vakbondscentrales
Werknemers met
lage inkomens, meer
bepaald (toekomstige) vakbondsleden;
landarbeid(st)ers en
huishoudelijk personeel; vakbonden
Versterking van de
interne en externe
werking van vakbonSleutelden en vakbondsfedeelementen
raties; dienstverlening
aan leden; regionale
uitwisseling; gender
Budget
Donoren
193.610,35 euro
Versterking van de interne en externe
werking van vakbonden; dienstverlening
aan leden; regionale uitwisseling; gender;
onderzoek en analyse; lobby- en beleidswerk
89.588,36 euro
DGD, Provincie Limburg, Herk de stad, Petroleumsector Sociaal
Fonds, 11.11.11
Werknemers met lage inkomens, meer
bepaald (toekomstige) vakbondsleden;
landarbeid(st)ers; vakbonden
DGD, Destelbergen,
11.11.11
Versterking van de
interne en externe
werking van vakbonden; dienstverlening
aan leden; regionale
uitwisseling; gender;
onderzoek en analyse;
lobby- en beleidswerk
220.021,91 euro
407.080,38 euro
DGD, FNV Mondiaal
DGD, ACOD Ministeries
(Openbare Diensten),
Provincie Limburg,
Provincie VlaamsBrabant, Provincie
West-Vlaanderen,
Provincie Oost-Vlaanderen, Entraide et
Fratenité, Meise,
Beersel, 11.11.11
VOEDSELZEKERHEID IN MOZAMBIQUE
Partners
UNAC & SINTAF
Doelgroepen
Kleinschalige boeren en landarbeid(st)ers
SLEUTELELEMENTEN
Verbeteren bestaansmiddelen van kleine boeren, landarbeid(st)ers en
hun families in 6 districten in de provincie Gaza-Mozambique
Budget
283.944,00 euro
Donoren
DGD-BFVZ, Fonds voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid (Chemiefonds)
FOS
jaarverslag 2013 • p. 81
FOS in het Zuiden
ACTIES
WAARDIG WERK
IN ZUIDELIJK
AFRIKA
TOEGELICHT
In de regio nam de werkloosheid, armoede en informele arbeid verder toe. Handels- en investeringsplannen, besparingen en andere aspecten van neoliberaal
beleid zorgden voor een verschuiving naar meer informele arbeidsvormen en een marginalisering van
lage loonarbeid. Overheden in de regio behielden hun
dominantie via de eenpartijstaten. Het beleid werd
weinig bijgestuurd ondanks de hoop van vakbonden
en publiek. De overheden gebruikten eerder autoritair geweld en repressie. De voorbije jaren steeg het
protest in de regio significant, zeker in Zuid-Afrika. De
meeste van de protesten zijn ontstaan in armere gemeenschappen. De inzet van zwaar bewapende politie
leidde frequent tot fatale uitkomsten zoals de dood
van mijnwerkers in Marikana en de harde repressie
van de staking van landarbeid(st)ers in de Westelijke
Kaap. Hoewel deze incidenten bekend zijn, blijven de
meeste protesten onder de (internationale) radar.
In zuidelijk Afrika blijven de vakbonden ook gelieerd
aan partijen, COSATU aan ANC, NUNW aan SWAPO,
OTM aan FRELIMO en ZCTU aan de oppositie MDC-T.
De link tussen vakbonden en politieke partijen heeft
een diepe verdeeldheid gebracht in de arbeidersbeweging. Persoonlijke belangenvermenging van bepaalde leiders leidde tot interne conflicten. De vakbonden worden ook verweten teveel mee te gaan in
het verhaal van werkgevers en overheid. Ze mikken
teveel op traditionele conventionele zaken zoals een
verhoging van het minimumloon en hebben te weinig
aandacht voor de ruimere problemen waarmee werknemers tegenwoordig worden geconfronteerd, zoals
werkloosheid, ongelijkheid en uitbuiting.
In Zuid-Afrika en Namibië kwam een hevig debat
tussen vakbonden en politieke partijen op gang, wat
in Namibië leidde tot het ontslag van de voormalige
secretaris-generaal van NUNW die de samenwerking
met SWAPO in vraag stelde. NUMSA, de grootste vakbond in Zuid-Afrika met 340.000 leden, kondigde aan
haar steun aan de ANC op te zeggen n.a.v. de verkiezingen in mei 2014 en riep COSATU op om het tripartiete overleg te verlaten. NUMSA kondigde een nieuw
platform aan, ‘United Front Movement for Socialism’,
dat linkse organisaties groepeert voor beter onderwijs, betere gezondheidszorg en lokale diensten voor
de armen in Zuid-Afrika. Dit platform wordt een onafhankelijke politieke partij.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 82
FOS in het Zuiden
mozambique
Realisaties
Discussie onder FOS-partners omtrent informalisering en flexibilisering van arbeid hebben bij SINTAF
tot interne reflecties hieromtrent geleid. In 2013 werden de statuten van SINTAF aangepast en werd hierin
specifiek als doelstelling de vertegenwoordiging van
informele arbeid opgenomen. Dit is een belangrijke
stap, gezien de bestaande spanningen op bedrijfsniveau tussen arbeid(st)ers met een vast contract en
arbeid(st)ers die op korte termijn worden tewerkgesteld. De overeenstemming die binnen alle lagen van
de vakbond bereikt werd over de rol van SINTAF bij
het garanderen van arbeidsrechten voor beide groepen arbeid(st)ers is dus een positieve evolutie.
SINTAF besloot om de aanpak van vormingen te veranderen. In plaats van een gezamenlijke vorming te
geven aan afgevaardigden van verschillende werknemerscomités, worden de vormingen nu per werknemerscomité georganiseerd. De ervaring leert dat
mensen die deelnemen aan een training niet altijd de
geleerde lessen delen met de andere leden van het
comité en dat het om deze reden effectiever is om
in 3 tot 4 dagen intensieve training aan het volledige
werknemerscomité te geven zodat iedereen goed geïnformeerd is.
CONSILMO-Nationaal en Regionaal organiseerde vormingen rond gender en jongeren en is erin geslaagd
om meer vrouwen en jongeren in de vakbondsstructuren op te nemen. COMUTRA, het vrouwencomité
van SINTAF, kreeg in de loop van het programma een
meer centrale rol bij de planning en implementatie
van het programma. Een genderassessment van SINTAF vond plaats in de vorm van een workshop onder
begeleiding van FOS, met het oog op het uitwerken
van een genderstrategie en prioriteiten voor de genderwerking.
De aandacht van OTM en CONSILMO gaat vooral naar
het samenbrengen van gegevens over het belang van
de vakbonden en de traditionele vormingen over arbeidersrechten en onderhandelingstechnieken. CONSILMO heeft met steun van FOS haar systeem van informatieverzameling verbeterd.
Evoluties en bijsturingen
Ondanks veelvuldige discussies van FOS met OTM en
CONSILMO over doelstellingen en strategieën, bleken
deze gesprekken tot zeer weinig verandering te leiden
en was er maar geringe bereidheid tot zelfreflectie bij
beide vakbondskoepels. Afspraken werden niet nageleefd en er was geen interesse om zich te verdiepen in
nieuwe organisatievormen. Daarom werd beslist om
het budget voor beiden te verminderen in 2013 en om
het partnerschap niet verder te zetten in het nieuwe
programma 2014-2016.
Bovendien was het opzet om OTM en CONSILMO te
linken aan een vormings- en onderzoeksinstituut
voor versterking van hun capaciteiten niet succesvol.
Eerst werden gesprekken met LEDRIZ en vervolgens
met IESE gevoerd om de modaliteiten van de samenwerking te bepalen. OTM heeft uiteindelijk een eigen
intern onderzoeksteam opgericht en ook CONSILMO
heeft zich uit de gesprekken teruggetrokken. Niettegenstaande, hebben de gesprekken wel geleid tot het
formaliseren van een samenwerkingsverband tussen
IESE en SINTAF in het nieuw programma.
Gesprekken en een gezamenlijke workshop geïnitieerd door FOS, hebben het thema van financiële
duurzaamheid op de agenda van de Mozambikaanse
FOS-partners gezet. CONSILMO-Regionaal gebruikt
de opbrengst van verhuur van haar infrastructuur in
Chimoio om eigen middelen te genereren en richtte
een commissie op om de financiële duurzaamheid te
verhogen. Met UCAMA wordt gewerkt aan financiële duurzaamheid met steun van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Petroleumsector in België,
FOS
jaarverslag 2013 • p. 83
FOS in het Zuiden
door het opzetten van een eigen commerciële activiteit waarmee onkosten van het kantoor betaald kunnen worden en waarmee voedselzekerheid van de leden verbeterd wordt.
vormen op de agenda te zetten en hun visie te verruimen. Dit blijkt onder meer uit de bijdrage van NUNW
aan een onderzoek van LaRRI naar de levensomstandigheden in sloppenwijken.
Het plan van COMUTRA om meer vrouwen en jongeren in structuren van SINTAF op te nemen, werd goedgekeurd voor de Algemene Vergadering. De verdere
implementatie ervan is voorzien voor het programma
2014-16, met ondersteuning van de FOS gender referentiegroep.
LaRRI heeft een belangrijke rol gespeeld in het vervrouwelijken van de vakbeweging in Namibië door
coaching van vrouwen die willen opklimmen binnen
hun respectievelijke organisaties en door het geven
van workshops over gender.
namibië
Realisaties
LaRRi is uitgegroeid tot een gerespecteerde speler
met een sterke lokale en regionale impact op het sociale en economische beleid. De organisatie geniet
vertrouwen bij de lokale en regionale vakbonden,
ngo’s en andere relevante partners. De overheid doet
regelmatig een beroep op de expertise van LaRRI en
de organisatie neemt namens de vakbonden deel aan
diverse officiële commissies.
In mei 2012 werd LaRRI aangeduid door het ministerie van Arbeid en Welzijn om de belangen van de
vakbonden en hun leden te verdedigen binnen de
looncommissie. Deze werd opgericht om een minimumloon voor huishoudwerk(st)ers in Namibië te
bepalen en om hun arbeidsomstandigheden te onderzoeken. LaRRI had een leidende positie binnen
de commissie en was nauw betrokken bij de hoorzittingen van huishoudwerk(st)ers, bij het uitvoeren
van onderzoek en het indienen van aanbevelingen
bij het ministerie. De Namibische overheid bereidt
momenteel de ratificatie van IAO-Conventie 189 over
huishoudwerk voor.
Naast het lobbywerk heeft LaRRI in 2013 ook directe
ondersteuning geboden aan de huishoudwerk(st)ersvakbond NDAWU, via coaching van het leiderschap
en vorming van huishoudwerk(st)ers over arbeidsrechten, mensenrechten en gezondheid en veiligheid
op het werk. Met de steun van LaRRI werd NDAWU
in 2013 opnieuw officieel geregistreerd bij de Namibische overheid na een periode van inactiviteit. NDAWU
wordt momenteel ook gehuisvest door LaRRI om de
kosten voor de vakbond te drukken. Bij NDAWU zijn
5 van de 6 bestuursleden vrouwen, die ook gecoacht
worden door LaRRI.
LaRRI is erin geslaagd om bij delen van de Namibische vakbeweging het thema van nieuwe organisatie-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 84
LaRRI verspreidde haar studie over “Vrouwen en Vakbonden in Afrika” onder de vakbonden in Namibië,
waarvan sommigen de aanbevelingen van de studie in
hun strategische planning hebben opgenomen. LaRRI
bracht ook twee studies uit binnen het kader van haar
lidmaatschap van ALRN: “Sociale Bescherming” en
“Flexibilisering van de arbeidsmarkt en deregulering”.
Deze laatste studie omvatte verschillende sectoren en
werd ook in Zimbabwe door LEDRIZ uitgevoerd onder
de ALRN-koepel. Naar aanleiding van de publicatie van
de studie over sociale bescherming in Namibië, werd
LaRRI door de overheid aangesproken om aanbevelingen te doen voor de inclusie van informele werknemers
in het sociale zekerheidsstelsel.
NAFWU werkte in 2012 een mediastrategie uit om
schendingen van arbeidswetten en mensenrechten in
de landbouwsector aan te klagen. Tegelijk werden in
enkele grotere commerciële boerderijen arbeidsovereenkomsten afgesloten, die als voorbeeld dienden voor
andere werkgevers in de sector.
Evoluties en bijsturingen
Omwille van fraude binnen de landarbeidersvakbond
NAFWU heeft FOS haar partnerschap met NAFWU
begin 2013 stopgezet en het programma geheroriënteerd naar de huishoudsector. Uit deze ervaring leren
we dat zwakke partners zoals NAFWU erg nauwe opvolging en begeleiding nodig hebben. Ze zijn immers
niet in staat gebleken om zelfstandig opvolging te geven aan de aanbevelingen en afspraken die uit veelvuldige gesprekken met FOS en uit de evaluatie van de interne capaciteiten van NAFWU naar voor zijn gekomen.
Bovendien hebben landarbeid(st)ers die in het bestuur
van hun vakbond zitten meestal geen achtergrond in financieel en administratief beheer. Ze slagen er dan ook
maar moeilijk in om een doorgedreven controle van
het functioneren van hun organisatie uit te voeren en
om gevallen van fraude te voorkomen. Deze situatie
heeft tot de moeilijke beslissing geleid om het partnerschap met NAFWU stop te zetten en om juridische
stappen te ondernemen om gelden terug te eisen.
FOS in het Zuiden
Een van de doelstellingen van LaRRI binnen dit programma was het bevorderen van de toenadering tussen de rivaliserende vakbondsfederaties NUNW en
TUCNA. Dit mislukte door de diepe kloof tussen de top
en de basisorganisaties. Een nieuwe strategie werd
uitgetekend, met name via het organiseren van open
discussies over gemeenschappelijke problemen voor
lokale vakbondsafgevaardigden, de vakbondsleiders
van morgen. Dit moet dialoog en verandering van onderuit bevorderen om een impact op langere termijn
te bewerkstelligen.
zimbabwe
Realisaties
ZCTU en LEDRIZ hebben bijgedragen aan de capaciteitsversterking van de werknemerscomités van GAPWUZ
d.m.v. vorming in onderhandelingstechnieken en socioeconomische thema’s. Werknemerscomités zijn in toenemende mate in staat om op zelfstandige basis te onderhandelen en leggen ook vaker eisen op tafel die verder gaan
dan enkel lonen. LEDRIZ en GAPWUZ hebben samen een
onderzoek gedaan naar de situatie van landarbeid(st)ers in
vier subsectoren van de agro-industrie. De onderzoeksresultaten maken het mogelijk voor GAPWUZ om beter geïnformeerd beslissingen te nemen en onderhandelingen te
voeren. Bovendien werden de aanbevelingen van het
onderzoek overgenomen in de strategische planning
die GAPWUZ eind 2013 heeft opgesteld.
ZCTU heeft zich in toenemende mate ingezet voor de
verdediging van de rechten van informele werknemers. Zo kregen onder andere huishoudwerk(st)ers
vorming van ZCTU over hun arbeidsrechten en werd
er nauwer samengewerkt met de Zimbabwe Chamber
of the Informal Economy Association (ZCHIEA), die nu
ook geaffilieerd is aan ZCTU. ZCTU moedigt informele
werknemers aan om zich aan te sluiten bij de ZCHIEA
en tracht hun arbeidsomstandigheden te verbeteren.
Dankzij de samenwerking met LEDRIZ en ANSA, heeft
ZCTU steeds toegang tot accurate en kwaliteitsvolle
informatie om collectieve onderhandelingen en beleidsbeïnvloeding te onderbouwen. Tijdens de regering van Nationale Eenheid, boden de goede contacten
met MDC-T aan ZCTU, LEDRIZ en ANSA de mogelijkheid om beleidsmakers te beïnvloeden, wat onder andere blijkt uit de invloed op de jaarlijkse overheidsbudgetten.
Alle leiders van de SADC-landen hebben de SADC
Regional Poverty Reduction Framework goedgekeurd
als werkdocument, evenals de SADC Regional Poverty
Observatory Matrix, die werd opgemaakt door ANSA.
Met deze documenten wordt getracht om gezamenlijk
de regionale dimensie van armoedebestrijding aan te
pakken. Daarnaast was ANSA verantwoordelijk voor
het uitwerken van de aanbevelingen van SATUCC voor
de opmaak van de SADC Employment and Labour Protocol, met o.a. richtlijnen voor sociale bescherming en
formalisering van de informele economie.
ZCTU en FOS namen beiden deel aan debatten rond
de relatie EU-Zimbabwe, georganiseerd door ZEN.
FOS is erin geslaagd om arbeidsrechten en vrijheid
van vereniging voor werknemers in Zimbabwe op de
agenda van ZEN te zetten. Daarnaast heeft FOS ervoor
gezorgd dat ZCTU actief kon participeren aan ZEN-bijeenkomsten, om Waardig Werk als belangrijk thema
naar voor te krijgen.
Evoluties en bijsturingen
Het ledenaantal van GAPWUZ is in 2013 sterk gedaald
omwille van de economische impasse waar het land
zich in bevindt. De economische situatie heeft geleid
tot landinvasies en enorme afvloeiingen. Rekrutering
van nieuwe leden werd opgenomen als belangrijk
streefdoel in het nieuw strategisch plan van GAPWUZ.
Tijdens de aanloop naar de verkiezingen was het voor
partners in Zimbabwe moeilijker om activiteiten te organiseren en openlijk hun opinie te verkondigen door
de gespannen sfeer die er heerste. De verkiezingen
hebben de oppositie van de kaart geveegd, hetgeen
vragen oproept bij toekomstige mogelijkheden voor
ZCTU, LEDRIZ en ANSA om aan beleidsbeïnvloeding
te doen in Zimbabwe. Dit staat in contrast met de zekere mate van openheid die er was tijdens de regering
van Nationale Eenheid de voorbije jaren.
FOS faciliteerde een tweedaagse workshop over Project Monitoring en Evaluatie voor GAPWUZ met onder
meer aandacht voor impactmeting van trainingen en
tools om vormingsmethodes te verbeteren.
ANSA staat via SATUCC in voor beleidsbeïnvloeding
en monitoring omtrent het SADC Gender Protocol en
daarnaast coördineert ANSA de FOS genderreferentiegroep. ANSA heeft samen met FOS een genderevaluatie uitgevoerd bij alle FOS-partners en hierrond een
workshop georganiseerd tijdens de partnervergadering. Onder het nieuwe programma zal ANSA met de
informatie van het assessment verder aan de slag gaan
om het genderbeleid van FOS-partners en de implementatie ervan te versterken.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 85
FOS in het Zuiden
zuid-afrika
Realisaties
SISO, ILRIG en SAFWN hebben alternatieve beleidsposities ingenomen en deze publiek verdedigd door
deelname aan publieke fora en campagnes, debatten,
coalities en referentiegroepen van FOS. Er is een consensus bereikt onder FOS-partners dat er nood is aan
nieuwe organisatievormen en dat er ook aandacht moet
zijn voor nieuwe bottom-up bewegingen en thema’s die
breder zijn dan enkel lonen en werkomstandigheden
om ook meer informele werknemers te betrekken.
De landarbeidersstaking (2012/13) bood de mogelijkheid aan landarbeidersvakbonden om zich te
profileren in consultaties en om actief alternatieve
beleidsvoorstellen te verdedigen in functie van het
verbeteren van de leef- en werkomstandigheden van
landarbeid(st)ers. SISO, ILRIG en WFP zijn lid van de
Farmworkers’ Strike Coalition. De overheid verhoogde het minimumloon voor de sector vlak na de stakingen. Niettemin blijkt dat de uitkomst van de staking
niet alle landarbeid(st)ers ten goede is gekomen, ten
gevolge van toenemende ontslagen, huisuitzetting, inperking van voordelen door boeren, etc.
ILRIG heeft de voorbije jaren duurzame relaties opgebouwd met vakbonden en lokale organisaties (SISO,
SAMWU, GIWUSA, NUMSA, CSAAWU, SADSAWU,
CTHA) en hun capaciteiten versterkt. Het capaciteitsversterkingsprogramma van ILRIG biedt organisaties
en hun leden nieuwe inzichten in de politieke en economische context nationaal en internationaal, die bepalend is voor hun leef- en werkomstandigheden.
IRLIG is erin geslaagd om het debat rond nieuwe organisatievormen sterk aan te wakkeren en dit heeft
mee gezorgd voor de consensus onder FOS-partners
dat hervormingen van vakbonden onontbeerlijk zijn
binnen de snel veranderende arbeidsmarkt. ILRIG zal
de coördinatie opnemen van de Referentiegroep rond
Organisatievormen en partners ondersteunen in het
uitwisselen en implementeren van nieuwe organisatie-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 86
vormen. FOS wil op deze manier sterke partners meer
en anders inzetten om de capaciteiten van zwakkere
partners te versterken.
De werknemerscomités van SISO hebben zelfstandig
succesvolle onderhandelingen gevoerd op bedrijfsniveau. De meeste waren gericht op voorzieningen voor
kinderopvang, dekking van begrafeniskosten en oprichting van een pensioenfonds. Door interne problemen
binnen SISO hebben zij hun werknemerscomités weinig
ondersteuning kunnen bieden in 2013. De succesvolle
bedrijfsonderhandelingen die toch plaatsvonden, tonen
aan dat empowerment van landarbeid(st)ers via vorming duurzame resultaten oplevert.
Evoluties en bijsturingen
Omwille van interne problemen, is SISO er niet in geslaagd om het programma voor 2013 volledig uit te
voeren. Zowel FOS als SISO hebben veel tijd en energie gestoken in het bespreken en uitspitten van de uitdagingen waar de organisatie voorstaat. FOS initieerde een aantal donorvergaderingen voor afstemming
en financierde een door ILRIG en Surplus People’s
Project gefaciliteerd strategisch overleg.
De samenwerking met SAFWN verliep moeizaam omwille van het zwakke management van het netwerk door
Khanya College. Bovendien werd het eigenaarschap van
de leden van het netwerk onvoldoende versterkt en trok
het secretariaat zelf alles naar zich toe. De aanbevelingen van FOS hieromtrent werden onvoldoende opgevolgd en er werd weinig vooruitgang geboekt de voorbije
jaren. Daarom besliste FOS om het partnerschap met
SAFWN/Khanya College stop te zetten.
focus
Ongewenste intimiteiten op het werk,
in zuidelijk Afrika krijgen vrouwen er
regelmatig mee te maken. Het is een
van de thema’s waar de Gender Reference Group, opgericht tijdens een
FOS-partnerbijeenkomst in de regio
zuidelijk Afrika in 2012, ervaringen
rond wil uitwisselen. Het idee om te
starten met de werkgroep kwam er
toen bleek dat alle partnerorganisaties proberen te werken aan empowerment van vrouwen, maar ze hier
geen echte strategie rond hebben.
Tijdens de eerste meeting van de
werkgroep in Johannesburg, hadden
de leden tijd om hun ervaringen te
delen. Juliet Sithole, aanspreekpunt
rond genderthema’s bij GAPWUZ (Vakbond van Landarbeiders in Zimbabwe),
vertelde hoe vrouwen, vooral zij die
werken met tijdelijke contracten op
boerderijen, blootgesteld worden aan
ongewenste intimiteiten op het werk.
“Alleenstaande vrouwen zijn vaak
wanhopig op zoek naar werk, omdat ze
kinderen hebben die ze te eten moeten
geven. Als een vrouw aan de ploegbaas vraagt of hij werk voor haar heeft,
vraagt hij haar eerst om een “carpet interview”. Omdat sommigen echt alles
willen doen voor een job, stemmen ze
hier mee in en worden ze beloond met
werk op de boerderij. Vrouwen spreken
hier uiteraard niet snel over, uit angst
om hun zo kostbare werk te verliezen.”
genderwerkgroep in zuidelijk afrika
zet vrouwenthema’s op de agenda!
Dit zijn verhalen waar Juliet en haar
collega’s dagelijks mee te maken krijgen. GAPWUZ startte met workshops
op de boerderijen, om vrouwen te onderwijzen over hun rechten en hen aan
te sporen gevallen van ongewenste intimiteiten aan te geven bij de vakbond
of de arbeiderscomités.
De Gender Reference Group biedt
ruimte om ervaringen uit te wisselen
en elkaar te helpen om vooruitgang te
boeken op het gebied van gender en
vrouwenkwesties. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van FOSpartners ANSA, WFP, GAPWUZ, LARRI,
SINTAF, UCAMA en wordt gecoördineerd door ANSA en FOS. De doelstellingen van de werkgroep zijn:
• Gendergelijkwaardigheid en empowerment van vrouwen als prioriteit
op de agenda zetten. FOS-partners
worden ondersteund om hiertoe
een actieve bijdrage te leveren.
•Faciliteren van uitwisseling van
goede praktijken en geleerde lessen, implementatie van beleid en
tools die binnen de werkgroep tot
stand komen, onder FOS-partners.
• Faciliteren van uitwisseling met andere organisaties en netwerken die
rond genderthema’s actief zijn, en
FOS-partners binden aan deze netwerken.
In 2013 voerde de werkgroep een studie uit om het werk rond genderthema’s bij FOS-partners te beoordelen,
met als doel problemen bloot te leggen
en richtlijnen aan te bieden voor een
betere integratie van genderthema’s
in hun dagelijkse werking. Uit de studie kwamen veel gelijkenissen tussen
de partners naar boven. De meeste
vakbonden worden gedomineerd door
mannen, die bovendien weinig kennis van en begrip voor genderthema’s
hebben. In sommige landen zoals
Mozambique, is er een algemeen gebrek aan kennis bij vrouwen zelf; ze
beseffen onvoldoende dat het systeem
hen onderdrukt en uitbuit. De meeste
partners hebben geen uitgewerkte
genderstrategie. Het gebrek aan opgeleide medewerkers en aan specifieke
werkingsmiddelen, zorgt ervoor dat er
weinig rond het thema gewerkt wordt.
Het beoordelingsrapport werd gedeeld
met alle FOS-partners. De bedoeling
is om de discussie op te starten om
op organisatorisch niveau gender en
vrouwenkwesties beter te integreren
in hun werking. In het nieuwe programma wil de werkgroep focussen
op het ondersteunen van partners bij
de uitwerking van genderstrategieën
en genderplanningen, en het uitwerken een toolkit om de vooruitgang rond
genderthema’s te evalueren. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 87
FOS in het Zuiden
ACTIES
TOEGANG TOT
GEZONDHEID
IN ZUIDELIJK
AFRIKA
TOEGELICHT
MOZAMBIQUE
Het Strategisch Plan voor de Gezondheidssector (Estratégico Sectorial da Saúde) van de Mozambikaanse
overheid dient als beleidskader voor de gezondheidszorg in Mozambique. Een nieuw strategisch plan voor
de periode 2013-2017 werd in juli 2013 onderworpen
aan een assessment. Een belangrijke aanbeveling is
dat het consultatieproces met de civiele maatschappij systematisch moet worden geïntegreerd in alle aspecten van planning met betrekking tot gezondheid.
In haar ‘Country Cooperation Strategy’ benadrukt de
Wereldgezondheidsorganisatie dat ontwikkelingen
ten aanzien van de meeste gezondheidsindicatoren
zeer onbevredigend blijven in Mozambique. Een hoge
mate van moeder- en kindersterfte reflecteerde beperkte geografische dekking van de diensten, onvoldoende financiering, een gebrek aan gezondheidspersoneel en essentiële medicatie.
Genderongelijkheid wordt gezien als een belangrijke
factor in de determinanten van gezondheid. In haar
landenstrategie bevestigt de WGO dat beperkte kennis op het niveau van huishoudens over gezondheid en
de onderbenutting van betrokkenheid van gemeenschappen in gezondheid belangrijke uitdagingen vormen in Mozambique. Dit bevestigt de nood aan verdieping van een strategie voor gemeenschapsactivisme
op het gebied van gezondheid in het FOS-programma,
met nadruk op genderspecifieke uitdagingen.
Realisaties
Statistieken van de districtsautoriteiten en evaluatiesessies met mensen uit de gemeenschappen, geven
aan dat het aantal choleragevallen in de districten
waar UCAMA actief is geweest sinds 2008 - toen het
programma met ondersteuning van FOS van start ging
- is gedaald. Hoewel het moeilijk is deze trend volledig toe te schrijven aan de interventies van UCAMA,
kan een link met de sensibiliseringsactiviteiten rond
sanitaire voorzieningen en hygiëne die in de gemeenschappen plaatsvonden, wel worden aangenomen.
Informatiesessies over gezondheidspreventie worden
in toenemende mate zelfstandig door gezondheidspromotoren van UCAMA georganiseerd. Het bereik
van deze sessies groeide de voorbije 3 jaar aanzienlijk.
Daarnaast vond ook onder het personeel van UCAMA
zelf een gedragswijziging plaats, dankzij interne sensibilisering over hiv/aids.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 88
FOS in het Zuiden
De capaciteit van UCAMA om aan beleidsbeïnvloeding
te doen, werd versterkt en de relatie met de districtsautoriteiten verbeterde sterk de voorbij 3 jaar, wat tot
verhoogde samenwerking en meer overleg tussen
beiden heeft geleid.
Evoluties en bijsturingen
Hoewel aanvankelijk ook een sterkere relatie tussen
UCAMA en de overheid op provinciaal niveau werd
beoogd, bleek dit niet haalbaar gezien de provinciale
overheid altijd terugverwijst naar het districtsniveau.
Ten slotte besloot UCAMA om de duurzaamheid te
verhogen door haar gezondheidsinterventies te heroriënteren. Ten eerste hebben ze ervoor gekozen om
meer nadruk te leggen op lobbyactiviteiten. Ten tweede werd de beslissing genomen om de gezondheidsactiviteiten te integreren in de algemene vakbondswerking van UCAMA door te werken met bestaande
structuren van de boerenassociaties.
zuid-afrika
In Zuid-Afrika werden in 10 districten pilootprojecten
opgestart met betrekking tot de nationale ziekteverzekering. Deze moeten zorgen voor o.a. verbeterde
faciliteiten voor gezondheidszorg, contracten met
huisartsen en hervormingen in financieel beheer.
PHM-SA zal de implementatie van deze projecten
opvolgen en erover waken of ze zorgen voor een verbeterde toegang tot universele gezondheidszorg.
Zuid-Afrika maakte duidelijke vooruitgang sinds 2008
in het bedwingen van de hiv/aidsepidemie.Ongeveer
2,4 miljoen mensen krijgen gratis antiretrovirale behandeling. De overdracht van moeders op hun kinderen is het sterkst gedaald en is bijna gestopt volgens UNAIDS. Toch blijft 1 op de 8 Zuid-Afrikanen
hiv-positief en blijkt uit een recent rapport dat het
condoomgebruik opnieuw afneemt. Het gebruik van
geweld tegen vrouwen en kinderen is ook aan het stijgen. Terwijl het laatste onderzoek van de medische
onderzoeksraad aantoont dat slechts 1 op 25 vrouwen
verkrachting aangeeft, rapporteren er elke dag 144
vrouwen verkrachting aan de politie. Dit zou betekenen dat elke dag tot 3.600 vrouwen verkracht worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 89
FOS in het Zuiden
Realisaties
WFP: De interventies in het Women and Health-programma de voorbije jaren hebben de kennis en het
zelfvertrouwen van landarbeidersvrouwen sterk opgekrikt. Er is een toename in het aantal vrouwen dat
informatie deelt met anderen op haar boerderij na het
volgen van een workshop, evenals een toename van
vrouwen die zelfstandig aan activiteiten deelnemen of
opkomen voor hun gezondheidsrechten, los van WFP.
Daarbovenop zijn er meer vrouwen die WHEP-vrijwilliger worden. WFP kon eveneens een toename vaststellen in het aantal vrouwen dat een klacht neerlegt als
ze slachtoffer wordt van huiselijk of andere vormen van
geweld. Veel vrouwen vragen hierover advies aan WFP
en sommigen leggen een klacht neer, maar helaas bedenken ze zich vaak op het laatste moment en trekken
ze hun klacht weer in, omwille van angst of schaamte.
Het verderzetten van bewustmaking en vorming rond
dit thema blijft daarom essentieel voor WFP.
PHM-SA is erin geslaagd om 9 progressieve middenveldorganisaties samen te brengen in de People’s
National Health Insurance Coalition om tot een gezamenlijke visie en lobbystrategie te komen met de opmaak van de 10 principes voor een People’s National
Health Insurance. Bovendien zijn ze er de voorbije jaren in geslaagd om het thema onder de publieke aandacht te brengen en te houden.
De inleefreis van Bond Moyson en VIVA-SVV WestVlaanderen naar FOS-partners in de West-Kaap was
erg succesvol. De solidariteitsbanden zijn versterkt en
de reizigers blijven zich tot vandaag (1 jaar na de reis)
actief inzetten om hun ervaring te delen met anderen
FOS
jaarverslag 2013 • p. 90
en om steun te zoeken in België voor de FOS-partners
die ze bezocht hebben.
Evoluties en bijsturingen
WFP kwam tot de conclusie dat het onafhankelijk
functioneren van de gezondheidsteams zeer sterk
afhankelijk is van sterke persoonlijkheden, wat niet
duurzaam is op lange termijn. Dit komt overeen met
internationale bevindingen hieromtrent, met name
dat werken met gezondheidspromotoren binnen gemeenschappen een constante opvolging en coaching
vereist. Deze vaststelling heeft de beslissing van WFP
gemotiveerd om meer te focussen op het opbouwen
van politiek activisme en uit te gaan van een rechtenbenadering, om de activiteiten te kunnen linken aan
bredere gezondheidsthema’s en –problematieken.
Alle FOS-partners in Zuid-Afrika namen deel aan individuele planningssessies gefaciliteerd door FOS en
opgevolgd door nationale en regionale sessies om de
prioriteiten van partners te bepalen en strategieën uit
te tekenen om deze in de praktijk om te zetten. FOS gaf
een financiële training aan de financiële verantwoordelijke van SISO en daarnaast was FOS betrokken bij
verschillende donorvergaderingen om een gezamenlijke aanpak voor versterking van de capaciteiten van
de vakbond overeen te komen. WFP werkte een kader
uit voor een Theory of Change, experimenteerde met
stories of significant change en startte met uitdelen
van vragenlijsten voor en na workshops om de impact
van vormingen te meten.
focus
De gezondheidszorg in Zuid-Afrika
is een weerspiegeling van de sterke
sociale en economische ongelijkheid die nog steeds een meerderheid van de Zuid-Afrikanen tot armoede veroordeelt. Bijna 20 jaar
na de democratische verkiezingen
horen we nog steeds verhalen over
patiënten die naar het ziekenhuis
gebracht worden in kruiwagens,
vrouwen die onbegeleid bevallen
en baby’s die sterven door het gebrek aan basisbenodigdheden zoals
zuurstof en antibiotica. De gezondheidsstatistieken van Zuid-Afrika,
waaruit een hoge baby- en moedersterfte blijkt, weerspiegelen dit
trieste verhaal.
Een nationale ziekteverzekering
Deze problemen, de ongelijkheden
tussen rijk en arm en de verschillen tussen de private en de publieke
gezondheidszorg hebben uiteindelijk
geleid tot een overheidsplan voor
de hervorming van de gezondheidszorg. Dit plan kreeg de naam “National Health Insurance” (NHI). Hoewel
het voorstel met enthousiasme en
optimisme werd onthaald door activisten, blijft duidelijkheid over de
werkelijke inhoud uit en verloopt de
invoering ervan zeer traag. Machtige
belangengroepen binnen de private
sector en de overheid hebben basisprincipes zoals gelijke en kosteloze
toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg betwist. Net deze principes zouden de basis van de NHI
moeten vormen. Rechtse economisten voerden een mediaoorlog waarbij ze de economische houdbaarheid
van het programma aanvielen.
Als antwoord hierop, probeert People’s Health Movement- South-Africa
(PHM-SA), met de steun van o.a. FOS,
zijn kernprincipes van een Gezondheidszorg voor het Volk bekend te maken bij het grote publiek. Deze principes omvatten: één enkel systeem
van gezondheidszorg, gebaseerd op
de principes van sociale solidariteit
een ziekteverzekering
voor iedere zuid-afrikaan!
door collectieve belastingheffing; een
progressieve gezondheidsbelasting;
gratis dienstverlening gebaseerd op
primaire gezondheidszorg; erkenning en verbetering van de sociale
omstandigheden die aan de basis liggen van gezondheidsproblemen en
een einde aan winstbejag binnen de
gezondheidszorg.
Kennis bij het volk
Terwijl PHM-SA hier campagne over
voerde, is het echter duidelijk geworden dat veel van onze activisten niet
in staat zijn een actieve rol te spelen
in de debatten hierover. Ze kennen
onvoldoende het NHI-voorstel. Ook
is er een tekort aan basiskennis over
gezondheidszorg, gezondheidseconomie en de sociale oorzaken van
ziekten. Er zijn maar een handvol
mensen in een beperkt aantal organisaties die met overheidsambtenaren en conservatieve economisten
kunnen debatteren op een systematische en een op feiten gebaseerde
manier. Vele gezondheidswerkers en
syndicalisten blijven stil of zijn onzeker over zaken rond gezondheidsbeleid. Dit is zeer gevaarlijk in een
periode waarin conservatieven en
lobbyisten uit de privésector actief
de overheid beïnvloeden. Zonder een
sterke, bewuste en radicale beweging van sociale activisten, kunnen
we er niet op hopen dat we het gezondheidssysteem zullen bekomen
dat Zuid-Afrika verdient.
Gezondheid van
gemeenschappen onder de loep
In deze context is PHM-SA begonnen
met een campagne rond “community
health empowerment”. Deze campagne wil kennis over gezondheidszorg naar de gemeenschappen zelf
brengen, beleidsdocumenten verduidelijken en lokale groepen aanmoedigen om gezondheidscontroles te
doen in hun eigen gemeenschappen.
Een recent voorbeeld is een gemeenschapsgroep in Lavender Hill, een
van de meest gewelddadige en door
bendes aangetaste wijken in Kaapstad. PHM-SA is uitgenodigd door
deze gemeenschap om hen te helpen
bij het beoordelen van de gezondheidssituatie ter plaatse. Het werd
al snel duidelijk dat bepaalde sociale omstandigheden er aan de basis
liggen van gezondheidsproblemen:
weinig toegang tot gezonde voeding,
werkloosheid, slechte behuizing,
drug- en alcoholmisbruik en bende
gerelateerd geweld. Wanneer de lokale gezondheidsvoorzieningen werden onderzocht, kwamen verhalen
boven van onderbezette ziekenhuizen
met weinig materiaal en regelmatige
tekorten aan medicijnen. Tijdens verschillende workshops verkregen we
samen inzicht in het verband tussen
de lokale gezondheidssituatie en nationale en globale kwesties en gingen
we na hoe voorstellen zoals de NHI
hier verbetering in kunnen brengen.
De groep vormde zich om tot een
“Health Transformation Action Committee” en kijkt nu niet langer alleen
naar concrete problemen zoals de
weinig kwalitatieve ziekenhuizen,
maar ook naar bredere gezondheidsproblemen binnen de gemeenschap.
“Naarmate de PHM-SA groeit en capaciteit opbouwt, breiden we dit type
van werk uit naar andere provincies.
We hopen dat wanneer het volgende
beleidsdocument over de NHI wordt
vrijgegeven, deze gemeenschappen
beter in staat zullen zijn om ze kritisch te onderzoeken er een antwoord
op te bieden”, aldus Lydia Cairncross
van PHM-SA.
Volksmacht
De ervaring van het NHI-voorstel
demonstreert alweer dat een papieren voorstel dat het volk zich niet
heeft eigengemaakt zeer snel kan
ontsporen, een andere kant opgaan
of stoppen. We hopen dat we ons
steentje kunnen blijven bijdragen
aan het opbouwen van de volksmacht die nodig zal zijn om een
gezondheidszorg voor het volk een
realiteit te maken. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 91
FOS
jaarverslag 2013 • p. 92
fos IN HET ZUIDEN
{
GHANA
Overzicht van de activiteiten in GHANA
Land
GHANA
Coördinatie
Vanuit Brussel
Actiezones
Type actie
Strategische
lijn
• Nandom in Lawra District en
Samou in Lambussie-Karni District in noordwestelijke regio
• Akim Ayirebi in Ofoasi/Ayirebi District in oostelijke regio
Drinkwatervoorziening en sanitair: boren en mechanisatie van waterputten,
constructie van publieke toiletten, vormingen in beheer (water, publieke
toiletten, afval) sensibilisering en gemeenschapsontwikkeling
Toegang tot water en sanitair, bijdrage tot betere gezondheid,
gemeenschapsontwikkeling
DRINKWATER & SANITAIRE VOORZIENING IN NANDOM, SAMOU EN AKIM AYIREBI
Partners
International Centre for Enterprise and Sustainable Development (ICED) en
Community Livelihood Support Organisation (COLISO)
Doelgroep
Landelijke bevolking van Akim Ayirebi in oostelijke regio van Ghana, studenten, leraren
en gemeenschapsbevolking in Nandom Middelbare School (internaat) en Samou.
Sleutelelementen
Watervoorziening via gemechaniseerde waterputten, installatie van waterleidingen
voor de distributie, constructie en beheer van publieke toiletten, opleiding waterbeheer,
opleiding in sanitaire verbeteringen, afvalinzameling en -verwerking
Budget
80.494,63 euro
Donoren
Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie,
AC Antwerpen-Waasland met fondsen van Deme4life
FOS
jaarverslag 2013 • p. 93
FOS in het Zuiden
DRINKWATERVOORZIENING EN
VERBETERING VAN
DE HYGIËNE,
AFVALVERWERKING
EN SANITAIR
Realisaties
Het project heeft tot doel de gezondheid van de bevolking te verbeteren en bij te dragen tot de economische duurzaamheid van de gemeenschappen door
drinkwatervoorziening, verbetering van de hygiënische en sanitaire omstandigheden van de leerlingen
en de leerkrachten van NSHS en van de inwoners van
de gemeenschappen van Samuo en Akim Ayirebi. Het
project ging van start in januari 2012 via FOS, met cofinanciering van de Vlaamse Regering in het kader van
het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO), DEME4LIFE Foundation via de promotorpartner
Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en de plaatselijke gemeenschappen en hun districtsraden.
De implementatie van het onderdeel “drinkwater en
sanitaire voorzieningen” in Nandom en Samuo wordt
uitgevoerd door het International Centre for Enterprise and Sustainable Development (ICED). Het onderdeel “installatie van toiletten” in Akim Ayirebi wordt
uitgevoerd door Community Livelihood Supporting
Organisation (COLISO).
In 2013 werd het waterdistributiesysteem in de gemeenschap Samou succesvol geïmplementeerd en
werden 9 waterkranen geïnstalleerd op strategische plaatsen in de gemeenschap. De kranen voorzien water van goede kwaliteit aan de gemeenschap
(onder meer de lagere en secundaire school en het
gezondheidscentrum). Bovendien wordt het systeem
opgevolgd door het lokale Water en Sanitair Comité
(WATSAN), waarvan de leden samen met de gemeenschap gevormd zijn over hygiëne en volksgezondheid
in het algemeen, en specifiek over het gebruik van het
systeem. Een zeer positief resultaat was de grote betrokkenheid van de gemeenschap zelf. Op zeer korte
tijd hebben zij erg hard gewerkt aan de implementatie
van het buizensysteem waarvoor zij verantwoordelijk
waren. Ook de lokale autoriteit heeft zijn eigen middelen gebruikt (tractor) om het werk te faciliteren.
Sanitaire voorzieningen
Op het eind van 2013 zijn twee publieke sanitaire
blokken afgewerkt en ingehuldigd in Akim Ayirebi.
Elke faciliteit heeft 12 toiletten (6 voor mannen en
6 voor vrouwen) met septische tanken voor afvoer.
Deze sanitaire blokken zijn voorzien van elektriciteit
en voorzieningen om de handen te wassen. Nog twee
sanitaire blokken zijn in opbouw. Ook hier een zeer
positief resultaat op vlak van de betrokkenheid van de
gemeenschap. Bovendien werd de gemeenschap gesensibiliseerd over hygiëne en volksgezondheid.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 94
focus
COLISO: NIEUWE
Evoluties en bijsturingen
PARTNER VAN FOS IN GHANA
Drinkwatervoorzieningen
De uitdaging in fase 2 van de uitvoering werd gevormd
door het gebrek aan tijd en middelen. De fondsen
zijn relatief laat vrijgekomen (juni 2013), waardoor
er maar 4 maanden waren voor de implementatie van
het project. Bovendien hebben de stijgende prijzen
van de goederen en diensten in Ghana (omwille van
een hoge inflatie) de investering duurder gemaakt. Dit
heeft ertoe geleid dat een gedeelte van het project is
verschoven naar een derde implementatiefase (jaar
2014). Een uitdaging voor de toekomst is de duurzaamheid van het project garanderen. Hierop zal in de
derde fase worden ingezet met volgende activiteiten:
sensibilisering van de partners omtrent het project;
opvolging van de waterkwaliteit; onderhoud van de
waterpomp; capaciteitsversterking over het management van de watervoorziening; capaciteitsversterking
omtrent de verbetering van hygiëne en management
van afval in de gemeenschap; integratie van het project in de ontwikkelingsplannen van het district en
met andere partners in het algemeen; en monitoring
en evaluatie van de activiteiten.
Sanitaire voorzieningen
De weerstand van de lokale gemeenschap die dacht
dat de publieke toiletten een slechte geur zouden veroorzaken (wat ze gewoon zijn van systemen met emmers) is volledig weggewerkt. Door de inhuldiging van
de eerste sanitaire blok hebben ze de functionaliteit
begrepen en na informatiecampagnes, was er geen
protest meer. Er zijn wel meer sensibiliseringscampagnes nodig voor het wassen van de handen na toiletgebruik en voor het gebruik van toiletpapier, i.p.v.
gewoon krantenpapier.
Om kosten te besparen werden de toiletten niet aangesloten op het publieke waternet, wat een erg hoge
kost heeft, maar werd een eigen waterput gegraven
voor elke sanitaire blok, met een waterpomp. Ook
voor de andere twee nieuwe sanitaire blokken zal met
dit systeem gewerkt worden.
FOS is actief in Ghana sinds 2004. Als het toonaangevende land op gebied van democratie, de actieve
rol van de vakbonden en de civiele maatschappij
en met succesverhalen van staatsinitiatieven zoals
het Nationaal Ziekteverzekeringssysteem, is Ghana
een goed voorbeeld voor ontwikkelingswerk voor
de rest van Afrika. Toch valt Ghana buiten de 52 landen waar DGD-ontwikkelingsgeld mag uitgegeven
worden. De werking van FOS in Ghana valt dan ook
buiten het DGD-programma en wordt gefinancierd
door andere budgetlijnen. Dit is zeker niet negatief,
want dit draagt ook bij tot de diversificatie van de
subsidiekanalen van FOS.
FOS werkt met het International Centre for Enterprises and Sustainable Development (ICED) op
verschillende domeinen. Sinds 2012 heeft FOS een
tweede partner in Ghana, met name COLISO (Community Livelihoods Support Organisation). COLISO
is een nationale erkende ngo die zich geografisch
concentreert op het Zuiden van land. De organisatie
focust vooral op Sociale Bescherming voor de plattelandsbevolking met de nadruk op inkomen en het
recht op gezondheid. COLISO werkt op de sociale
determinanten van gezondheid zoals de toegang tot
drinkwater, hygiëne en sanitaire voorzieningen, gezondheidspromotie en preventie.
Dankzij de subsidielijn van de Vlaamse Gemeenschap via het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO) kunnen FOS en COLISO een project voor drinkwatervoorziening en de verbetering
van de sanitaire voorzieningen realiseren in drie
rurale gemeenschappen in Ghana. COLISO staat in
voor het verbeteren van hygiëne en voor het sanitair project. (zie hierboven). Eind 2013 is een nieuw
project goedgekeurd voor 3 jaar met dezelfde invalshoek, maar voor vier andere rurale gemeenschapen.
Dit nieuwe project is in samenwerking met de Stad
Antwerpen, de vereniging van Ghanese diaspora in
Antwerpen en TMVW-WaterLink.
Het is de bedoeling dat COLISO, naast hun rol van
gemeenschapsmobilisatie,
gezondheidsvoorlichting, dienstverlening en capaciteitsversterking, zich
ook meer gaat toeleggen op lobbywerk en beleidsbeïnvloeding de lokale en provinciale autoriteiten te
wijzen op hun verantwoordelijkheden op het gebied
van gezondheid. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 95
FOS
jaarverslag 2013 • p. 96
fos IN HET ZUIDEN
{
PALESTINA
Overzicht van de activiteiten in PALESTINA
Land
palestina
Coördinatie
Geen landenkantoor of lokaal steunpunt
Rechtstreekse partneropvolging vanuit Brussel
Actiezones
Westelijke Jordaanoever
Type acties
Strategische
lijnen
Versterken van syndicale organisaties
Betrekken van werkende vrouwen in syndicaal werk
Capaciteitsopbouw van vakbonden
WAARDIG WERK IN PALESTINA
Partners
Democracy and Workers’ Rights Centre (DWRC)
De petrochemische sector binnen de
Palestinian General Federation of Trade Unions (PGFTU)
Doelgroep
Palestijnse arbeid(st)ers die werken in Palestina en in Israël, en hun
vertegenwoordigers in arbeiderscomités en vakbonden. Binnen de doelgroep wordt
specifieke aandacht gegeven aan vorming en syndicalisatie van vrouwen en jongeren.
Sleutelelementen
Democratisering vakbonden
Organisatieversterking vakbonden
Budget
164.641,78 euro
Donoren
DGD, Algemene Centrale (AC), Provincie Antwerpen, 11.11.11
FOS
jaarverslag 2013 • p. 97
FOS in het Zuiden
ACTIES
WAARDIG WERK
IN PALESTINA
TOEGELICHT
De jaren 2011 tot 2013 werden gekenmerkt door een
verdere politieke splitsing tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De Hamasregering bestuurt de Gazastrook, de Palestijnse Autoriteit met president Abbas bestuurt de Westelijke Jordaanoever. De
partners en de Palestijnse bevolking hebben te maken
met een tweevoudig regeringssysteem. In 2012 werden
op de Westelijke Jordaanoever gemeenteraadsverkiezingen gehouden, maar de Hamasregering stond het
Centrale Verkiezingscomité niet toe hetzelfde te doen
in de Gazastrook. Het mandaat van de president en
de verkozen Palestijnse Autoriteit zijn sinds lang verstreken, maar de politieke context laat niet toe nieuwe
verkiezingen te organiseren. Desalniettemin wordt er
wel wetgeving gemaakt. Zo is er op de Gazastrook een
nieuwe wet aangenomen met betrekking tot vakbonden, die door de vakbonden is aangeklaagd omdat ze
niet in lijn is met standaarden van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO). Bovendien wordt de regelgeving, aangenomen op de Westelijke Jordaanoever, niet
erkend in de Gazastrook. Dit was het geval voor de wetgeving over het minimumloon die van toepassing is in
de Westelijke Jordaanoever sinds januari 2013.
Op de Westelijke Jordaanoever was de regering constructief in haar beleid naar vakbonden toe. Verschillende vakbonden ontvingen hun officiële erkenningsdocumenten van het ministerie van Arbeid. In 2012
ondertekende PGFTU met de Civil Defense Authority
(CDA) een protocol dat toelaat meer controle op veiligheid en gezondheid op de werkvloer uit te voeren. In
de Gazastrook was er een omgekeerde tendens. Hamas doet meer en meer pogingen om de vakbonden
te controleren en te neutraliseren, en creëerde een
parallelle koepelstructuur voor vakbonden.
Werknemers in Palestina kennen een zeer lage beschermingsgraad. In 2013 werkte nog steeds 49,2%
van de werknemers zonder contract in de private sector (in 2011: 53,2%). 79,5% heeft geen recht op een
ontslagpremie (76,7% in 2011) en maar 21,4% heeft
recht op jaarlijks verlof (24,6% in 2011). Ten slotte is
het aantal vrouwen dat betaald zwangerschapsverlof
geniet, gezakt tot 34,3% (53,8% in 2011).
Realisaties
PUPW en DWRC: De petrochemische sector is relatief
nieuw en de syndicalisatiegraad is er erg laag. Het is
voor PUPW een uitdaging om de arbeid(st)ers te bereiken. De vakbond van de petrochemische sector vergrootte haar ledenaantal tot 1.590 (20% vrouwen) en
het aantal actieve afdelingen steeg tot 11. Er werden
ook 7 nieuwe onafhankelijke vakbonden en 2 nieuwe
FOS
jaarverslag 2013 • p. 98
FOS in het Zuiden
werknemerscomités opgericht met steun van DWRC.
De syndicale werking van de basisbeweging is dus serieus uitgebreid.
De vakbonden garandeerden ook een betere dienstverlening voor hun leden. De fieldworkers van PGFTUPUPW bezochten bijna 7000 werknemers tussen 2011
en 2013. Zij dienden hierbij als aanspreekpunt. Ze gaven eveneens informatie door en deelden pamfletten
en andere publicaties uit.
De toename van de kennis in onderhandelingstechnieken, in combinatie met de erkenning van vakbonden als onderhandelingspartners door het ministerie van Arbeid leidde tot erg positieve resultaten. De
General Federation of Independent Trade Unions of
Palestina (GFITUP) werd eind 2011 als officiële gesprekspartner voor de tripartiete comités erkend,
hetgeen de mechanismen van sociale dialoog versterkt. Ook verschillende vakbonden werden erkend
door het ministerie van Arbeid. In 2012 werd de wet
gestemd over de garantie van een minimumloon voor
werknemers. Deze wet is nog verre van perfect, omdat het minimumloon heel erg laag ligt, maar is toch
een eerste stap in de garantie van basisrechten voor
werknemers. Daarnaast werden ook kleinere successen geboekt: tijdens de programmaperiode werden
verschillende vakbonden gesteund in hun collectieve
onderhandelingen. (Medische spoeddienstvakbond,
vakbond van werknemers van de financiële sector,
werkerscomité van de gemeente Betunia, federatie
van universiteitsprofessoren en werknemersvakbond,
ngo werkersvakbond, algemene vakbond van de post
etc.) DWRC verleende 62 collectieve consultaties aan
16 vakbonden en andere werknemersgroepen.
Evoluties en bijsturingen
Een belangrijke evolutie in het programma was de
focus op de erkenning van de vakbonden door de
overheid. Naast PGFTU en GUPW, werd nu ook de Federatie voor Onafhankelijke Vakbonden in Palestina
(GFITUP) erkend. De Palestijnse Autoriteit belooft hen
te erkennen in de sociale dialoog. De politieke wil van
de Palestijnse Autoriteit blijkt uit de verhoging van inspecteurs voor veiligheid en gezondheid op het werk
van 42 naar 92 inspecteurs. Ook de aanname van een
minimumloon werd mogelijk gemaakt.
Een tweede significante evolutie is het betrekken van
de werknemers uit bezette gebieden. In 2012 was de
vakbond in Oost-Jeruzalem inactief. Er werden geen
vergaderingen gehouden, noch plannen gemaakt. De
Israëlische autoriteit staat niet toe dat er vakbonden
worden gevormd in Oost-Jeruzalem. Israël laat maar
1 vakbond toe, de Histadrut. Maar werknemers weigeren hier lid van te worden omdat ze geen onderdeel
willen zijn van de Israëlische autoriteit. Toch werd in
2013 deze afdeling opnieuw geactiveerd: het comité
bezocht de fabrieken en de werknemers werden bijgestaan om te onderhandelen met de werkgever (bv.
30 minuten pauze tijdens werk). Als gevolg steeg het
ledenaantal tot 191 werkne(e)m(st)ers in de afdeling
van PUPW in Oost-Jeruzalem.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 99
FOS in het Zuiden
FOS
jaarverslag 2013 • p. 100
focus
De Israëlische nederzettingen hebben een enorm effect op de levensomstandigheden van de Palestijnen. Meer dan twee derde van de
Palestijnse gewonden op de Westelijke Jordaanoever zijn gelinkt aan
geweld vanuit de nederzettingen.
Kolonisten vernielen olijfbomen
van Palestijnse landbouwers, ontzeggen hen de toegang tot water
en om hun land te bewerken. Door
de vele beperkingen van de bewegingsvrijheid raken Palestijnse
werknemers moeilijk op hun werk.
De slechte economische situatie,
armoede en werkloosheid en het
gebrek aan alternatieven zetten
Palestijnse werknemers ook aan
om werk te zoeken in Israël of in de
nederzettingen. Hun arbeidsrechten worden er vaak geschonden.
arbeidsomstandigheden van
palestijnse werknemers in nederzettingen
de Westelijke Jordaanoever waar de
nederzettingen zich bevinden. Israëlische werkgevers passen vaak de
Jordaanse wetgeving uit 1967 toe.
Deze wetgeving voorziet echter zeer
weinig sociale bescherming voor de
werknemers (geen minimumloon,
geen ontslagvergoeding). Het Israëlische Hooggerechtshof oordeelde in
2007 dat de Israëlische arbeidswetgeving ook van toepassing was voor
contracten met Palestijnse werknemers maar liet de mogelijkheid om
hiervan af te wijken. Hierdoor is er
nog steeds een juridisch vacuüm.
Alhoewel de Palestijnse Autoriteit
het werken in Israël of in de nederzettingen wil ontmoedigen, is er
voor veel Palestijnen vaak geen andere keuze. Het gaat om ongeveer
83.300 werknemers. In maart 2012
werden 34.250 werkvergunningen
toegekend aan Palestijnen van de
Westelijke Jordaanoever om in Israël te gaan werken. Deze werknemers zijn onderhevig aan strenge
voorwaarden en quota. 22.955 vergunningen werden toegekend om in
de nederzettingen te werken, waar
de voorwaarden minder streng zijn.
Daarnaast wordt er geschat dat er
nog ongeveer 26.000 Palestijnen
zonder vergunning werken, waaronder ook een deel in de nederzettingen.
Maar het is echter nog veel moeilijker voor de Palestijnse werknemers
om hun rechten af te dwingen. Tot
op de dag van vandaag verdienen de
Palestijnen veel minder dan het minimumloon. Meestal verdienen ze
ongeveer de helft en landarbeiders
in de Jordaanvallei verdienen nog
minder. Recht op vakantie, ziekteverlof, overuren en vakantiegeld
wordt hen meestal ontzegd. Een
loonstrook is voor veel Palestijnen
die in nederzettingen werken iets
onbekend. Zo wordt het bewijsmateriaal tot een minimum beperkt.
Valse rapportering van het aantal
gewerkte uren is eveneens een vaak
voorkomend probleem. Israëlische
werkgevers doen vaak een beroep
op Palestijnse tussenpersonen en
koppelbazen. Zo weten de arbeiders
niet eens voor wie ze echt werken.
Vrouwelijke werknemers zijn nog
vaker het slachtoffer van tussenpersonen: aftrek van loon, seksuele
intimidatie, extra kosten,…
De Palestijnse arbeidswetgeving is
niet van toepassing op de zone C van
Zeer weinig Palestijnen durven hun
rechten op te eisen uit angst voor ont-
slag en represailles. In de Jordaanvallei worden ook kindarbeid(st)ers
ingezet.
Een recent onderzoek gepubliceerd
in 2013 uitgevoerd door de Arab
World for Research and Development (AWRAD) in opdracht van de
Palestinian General Federation of
Trade Unions (PGFTU, partner van
FOS en De Algemene CentraleABVV) voerde een enquête bij Palestijnse arbeiders en arbeidsters in de
nederzettingen.
De ondervraagden geven het volgende aan:
• 65 procent geeft aan te worden
blootgesteld aan giftige stoffen die
van invloed zijn hun gezondheid;
• Slechts 11 procent zegt dat ze
werkzekerheid hebben;
• 8% heeft een schriftelijke overeenkomst, 77% is is aangeworven
op dagbasis;
• 50 procent heeft geen ziekteverzekering;
• Commissies betaald aan tussenpersonen om een licentie te
verkrijgen en te behouden kan
oplopen tot 70 procent van de salarissen.
FOS en De Algemene Centrale-ABVV
blijven PGFTU ondersteunen in hun
werk om betere arbeidsomstandigheden af te dwingen voor de vele Palestijnen die werken in Israël of in de
nederzettingen. ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 101
FOS
jaarverslag 2013 • p. 102
fos IN HET ZUIDEN
{
ONDERSTEUNING DOOR SECTORFONDSEN
Via de bemiddeling van vakbondsorganisaties uit de FOS-achterban in België, krijgt FOS een belangrijk
deel van de middelen voor cofinanciering door verschillende overheden voor het programma in het
Zuiden. De middelen komen meestal van fondsen opgezet via cao’s binnen de sectoren en worden
paritair beheerd. De voornaamste bemiddelaars zijn de Algemene Centrale-ABVV, de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en HORVAL. Wij geven hierbij een overzicht van de programma’s die worden
gefinancierd dankzij hun tussenkomst.
FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE PETROLEUMSECTOR
(PETROLEUMFONDS)
BOLIVIA
Sinds 2009 steunt het petroleumfonds met onze partner CIPCA de invoering van alternatieve energiebronnen in verafgelegen gemeenschappen van de beweging
Movimiento sin Tierra (MST) – in Bolivia. Deze beweging ontstond oorspronkelijk in Brazilië en verenigt rurale families die geen grond bezitten en dus landloze
boeren zijn. De politiek van Evo Morales heeft ervoor
gezorgd dat vele landloze boeren via deze en andere organisaties in Bolivia stukken grond toegewezen kregen.
Deze werden afgenomen van de illegale grootgrondbezitters, eigenaars die geen belastingen betaalden of
van grootgrondbezitters die nog met slavenarbeid hun
land bewerkten. Deze landerijen bevinden zich in verafgelegen gebieden op de grens met Brazilië, Paraguay
en Argentinië, waar de Boliviaanse overheid maar beperkt intervenieert, en er weinig wegen, elektriciteit,
drinkwater of andere voorzieningen voorhanden zijn.
Zo kreeg de beweging MST van de regering Morales
ondermeer stukken land in San Ignacio de Velasco,
departement Santa Cruz aan de grens met Brazilië.
CIPCA begeleidt deze gemeenschappen in het organisatorische en het productieve luik, zodat de nieuw gevormde gemeenschappen leefbaarder zouden zijn.
Met de eerste steun van het petroleumfonds werden 6
gemeenschappen gesteund met verlichting van de gemeenschapshut door zonne-energie, het plaatsen van
een computer, een tv-scherm met video en een aantal
elektrische huishoudapparaten. Dit hielp de nieuw gevormde gemeenschappen om een samenhorigheidsgevoel te creëren, en hoop op de toekomst. De vrouwen- en jongerengroepen kregen daarnaast vorming
in de verwerking van lokale voedingsmiddelen zoals
aardnoten, suikerriet, soja, fruit, als aanzet voor kleine
productieve projecten.
In 2013 werden nog eens 6 gemeenschappen gesteund
met de volgende investeringen:
• 4 verlichtingssystemen met zonnepanelen voor de gemeenschappen San Martin, Tierra Firme, Maria Asunta, Chirimoyas
• 1 koelsysteem (diepvries op zonnepaneel) voor de vrouwenorganisatie van Los Angeles
•1 computer op zonne-energie voor afstandsonderwijs
voor jongeren van Los Angeles
• 1 bevloeiingssysteem met windmolen voor Tierra Hermosa: voor gemeenschapstuin en plantenkwekerij
Verder werden vormingscursussen gegeven over het
onderhoud van de alternatieve energie-installaties,
technische innovaties en om de organisatorische en
gemeenschapscapaciteiten van arbeid(st)ers en kleine
boeren te verbeteren. Ook werden 2 cursussen gegeven over de verwerking van voedingsproducten (aardnoten, maniok, bananen, enz.) voor 50 vrouwen. In totaal werden 265 families gesteund met deze initiatieven
in 2013.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 103
FOS in het Zuiden
Bovendien was de impact van dit initiatief groot: het
ministerie van Onderwijs heeft in 6 gemeenschappen
in de streek computers met zonnepanelen geplaatst
om de deelname aan afstandsonderwijs van jongeren
mogelijk te maken.
Verder heeft de organisatie van landloze boeren MST,
de positieve resultaten met alternatieve energiebronnen voor productieve gemeenschapsprojecten besproken tijdens hun jaarlijks congres, met aanwezigheid
van 140 leden, 80 mannen en 60 vrouwen.
Vooruitzichten 2014-2015
In 2014 zal verder geïnvesteerd worden in gelijkaardige
initiatieven, en zal er ook aan politieke beleidsbeïnvloeding gedaan worden, om de lokale en nationale autoriteiten te motiveren om gelijkaardige investeringen
te doen in groene energievoorziening en ondersteuning
van productieve gemeenschapsinitiatieven – vooral
voor vrouwen en jongeren.
Vanaf het nieuwe DGD-programma 2014-2016 zullen
naast CIPCA in San Ignacio, ook Alternativa in Caranavi
en de Yungas van La Paz met de koffieboeren werken
aan de introductie van aangepaste technologie om de
houtkap te verminderen en de negatieve gezondheidsimpact van de rook op vrouwen en kinderen in de keuken tot een minimum te herleiden.
Verder zal in het regionale programma met de FOSpartners ook aandacht besteed worden aan het bevorderen van de discussie i.v.m. de sociale en milieuimpact van de productie van agrobrandstoffen op basis
van palmolie en suikerrietalcohol, zowel in Colombia
als in Peru, waar FOS de vakbonden in de palmolie- en
suikerrietsector ondersteunt.
EL SALVADOR
In de laatste 2 jaar van het project “Schone Energie”
is, in alliantie met de vakbond STEIA en de directie van
de suikerfabriek El Ángel, gewerkt aan 2 componenten: op de eerste plaats de facilitering van toegang tot
zonne-energie, voor families van suikerrietkappers
zonder elektriciteitsaansluiting, in de woongemeenschappen Petacones, Colonia Obrera, El Castillo II en
III, Suchnango, Las Champas en Joyas del Norte. Op de
tweede plaats richtte de samenwerking zich op de facilitering van beroepsvorming aan rietkappers en hun
FOS
jaarverslag 2013 • p. 104
kinderen, om hen te helpen bij het vinden van alternatieve arbeidsmogelijkheden en –inkomstenbronnen, in
plaats van de suikerrietkap en tijdens de periodes buiten de suikerrietoogst.
Tussen 2009 en 2013 hebben in totaal 102 families toegang gekregen tot energie uit zonnepanelen, waarvan
53 families in de laatste 2 jaar (juni 2012 - maart 2014).
Uitgaande van een gemiddelde van 5-6 personen per
familie, gaat het dus om meer dan 500 begunstigden
die via de installatie van zonnepanelen toegang hebben
tot permanente schone energie, voldoende voor tenminste 4 lichtbronnen en kleine elektrische apparaten
(radio, mobiele telefoon). De panelen worden op een
efficiënte manier geïnstalleerd, gebruikmakend van de
bijdragen en infrastructuur (gereedschap en vervoersmiddelen) van de suikerfabriek El Ángel, en de kennis,
expertise en vrijwillige inzet van de leden van de vakbond STEIA, en de actieve ondersteuning en betrokkenheid van de begunstigde families.
In de maanden oktober-november 2012 organiseerde
de vakbond STEIA, in samenwerking met de instantie
voor beroepsvorming INSAFORP, een onderzoek naar
de vormingsbehoeften en –mogelijkheden van de rietkappers en hun kinderen. Begin 2013 werd een overeenkomst gesloten met INSAFORP en sindsdien hebben in totaal 111 jongeren (waarvan 44 vrouwen) uit de
woongemeenschappen rond de fabriek El Ángel deelgenomen aan een van de 4 verschillende vormingscursussen: technicus elektriciteit, computertechnicus,
mecanicien en schoonheidsverzorging. Ruim 60% van
de deelnemers heeft de cursus volledig afgemaakt en
een certificaat ontvangen.
Daarnaast heeft de vakbond het afgelopen jaar ook
verschillende vormingsbijeenkomsten gehouden met
de suikerrietkappers over hun arbeidsrechten en het
belang van hun syndicale organisatie.
Evaluatie en vooruitzichten 2014-2015
In de periode februari-april 2014 wordt er een evaluatie gehouden van de ervaringen binnen het project tot
op heden, en bespiegelingen over de mogelijke evolutie
van de acties in de komende jaren. Hoewel de evaluatie
nog niet is afgerond, kunnen reeds enkele voorlopige
conclusies en aanbevelingen worden vermeld.
De geïnstalleerde zonnepanelen leveren een zeer belangrijke bijdrage aan de verbetering van de levenskwaliteit van de families van suikerrietkappers. De zonnepanelen kennen een lange levensduur (25-30 jaar),
FOS in het Zuiden
maar de duurzaamheid van het initiatief kan verbeterd
worden door de vorming van onderhoudscommissies
binnen de woongemeenschappen. Hier kan in de toekomst de link met de beroepsvorming gelegd worden.
Ook heeft het project bijgedragen aan de versterking
van de gemeenschapsorganisaties (ADESCOS) en indirect, aan de syndicale organisatie van de rietkappers
en aan de waardering van de vakbond STEIA binnen de
woongemeenschappen.
De werklijnen vormen nog te veel op zichzelf staande
acties en zouden in de toekomst duidelijker moeten
worden ingebed, binnen de onderhandeling en werking vanuit de vakbond en binnen een integrale visie
op “corporate responsability” van het bedrijf El Ángel.
Deze visie dient onder andere in te gaan op de volgende
thema’s: verbetering van het milieu op lokaal en nationaal niveau, klimaatverandering (ook het tegengaan
van effecten), creatie van duurzame en ‘groene’ werkgelegenheid (met focus op de rietkappers, die door de
voortschrijdende mechanisering van de rietkap bedreigd worden met het verlies van hun inkomsten).
De recente coördinatie tussen El Ángel, STEIA en Fair
Trade America, waarbij de toepassing van een groot
aantal milieunormen gecombineerd worden met erkenning van arbeids- en syndicale rechten voor de
rietkappers, biedt een goede mogelijkheid om vorm te
geven aan deze integrale visie.
ming en koeling mogelijk in de paviljoenen. De koeling
wordt gebruikt om de geslachte kippen langer en veiliger te kunnen bewaren in een diepvries. De verwarming wordt gebruikt om de kuikens warm te houden,
voornamelijk ’s nachts.
Er werd een beheerscomité opgericht om het goed beheer en het onderhoud van de kwekerij en de zonnepanelen te garanderen en te superviseren. Het beheerscomité, de twee werknemers die op de kwekerij zullen
werken en geïnteresseerde leden van UCAMA werden
opgeleid in het duurzaam kweken van kippen, de voordelen van kippen kweken, het vermijden van sterfte
en ziektes en de nodige technische vaardigheden. De
kippen werden aangekocht en ingeënt tegen ziektes.
Daarnaast is er ook vorming voorzien in ondernemerschap, het opstellen van businessplannen, financieel
management en stockbeheer om de kippenkwekerij
duurzaam en financieel rendabel te maken.
Tot slot werd met de steun van het energiefonds ook
een pomp op zonne-energie aankocht om een groentetuin naast de kwekerij te irrigeren om het voedseltekort in de regio op te vangen. De opbrengst van de
groentetuin zal eveneens geïnvesteerd worden in de organisatie om de financiële duurzaamheid te verhogen.
MOZAMBIQUE
Na een marktonderzoek in Chimoio bleek dat er op de
lokale markt een tekort was aan kippenvlees en tijdens sommige maanden ook aan groenten. Om hier
een antwoord op te bieden en tegelijk de (financiële)
duurzaamheid van UCAMA te verbeteren, werd ervoor
geopteerd om te investeren in zonnepanelen. Via het
gebruik van duurzame energie kan de dienstverlening
voor de leden en de financiële onafhankelijkheid van
UCAMA verbeterd worden. Met de inkomsten van de
kippenkwekerij kan UCAMA zelfvoorzienend worden en
de eigen kosten m.b.t. personeel, administratie en kantoor (water, telefoon, etc.) betalen. UCAMA heeft reeds
ervaring met het installeren van zonnepanelen en het
benutten van duurzame energie. Deze expertise kon
ook bij dit project gevalideerd worden.
UCAMA heeft in 2013 twee paviljoenen gebouwd met
zonnepanelen voor de kippenkwekerij. Dankzij de installatie van zonnepanelen is er verlichting, verwar-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 105
FOS in het Zuiden
FONDS VOOR VORMING IN DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID - Arbeiders/bedienden
(CHEMIEFONDS)
MOZAMBIQUE
Verbeteren van de bestaansmiddelen van kleine
boeren, landarbeid(st)ers en hun families in de provincie Gaza
FOS voert met steun van het Fonds voor Vorming in de
Scheikundige Nijverheid en het Belgisch Fonds voor
Voedselzekerheid (BFVZ) een programma uit ter verbetering van de voedselzekerheid van kleine boeren,
landarbeid(st)ers en hun families in vijf districten in
de provincie Gaza, Mozambique. Het programma ging
van start in de tweede helft van 2013 en loopt over vijf
jaar. De lokale partners waar FOS mee samenwerkt,
zijn de boerenunie UNAC en de landarbeid(st)ersvakbond SINTAF.
In eerste instantie werden de voorbije maanden heel
wat veldbezoeken afgelegd aan lokale boerengroepen om na te gaan wat de huidige stand van zaken
is van deze groeperingen: over hoeveel groepen en
leden gaat het precies en hoe zijn ze georganiseerd?
De veldbezoeken werden afgerond in twee districten;
de andere drie districten komen later aan bod. De bedoeling van deze bezoeken is om een inventaris op te
maken van de boerengroepen, die als basis zal dienen
voor de uitvoering en opvolging van het programma
en om vooruitgang tijdens het programma te meten.
In een van de betrokken districten werden reeds drie
workshops gehouden voor leiders en leden van de
boerengroepen, gefaciliteerd door FOS en UNAC. Er
werd gereflecteerd over de sterktes en zwaktes van
de eigen organisatie aan de hand van discussiegroepen, theater, goede voorbeelden uit de praktijk en
veldbezoeken. De training eindigde met de opmaak
van ‘plannen voor verandering’ die de leidraad zullen
vormen voor de toekomstige werking van de boerengroepen. UNAC zal deze informatie gebruiken om te
bepalen waar aan capaciteitsversterking gedaan kan
worden en welke vormen van dienstverlening nuttig
kunnen zijn voor de betreffende boeren. Inhoudelijk
focussen de veranderingsplannen vooral op mogelijk-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 106
heden om met een betalend lidmaatschap te starten,
stopzetting van het bewerken van gemeenschappelijke velden, versterking van het leiderschap en van de
financiële duurzaamheid van de boerengroepen.
Naast de kleine boeren, ging er ook aandacht naar
landarbeid(st)ers die tewerkgesteld worden op commerciële landbouwbedrijven. Drie bedrijven werden
bezocht en er werd vastgesteld dat er nog geen werknemerscomités actief zijn in deze bedrijven. SINTAF
hield introductiegesprekken zowel met werknemers
als met het management van de bezochte bedrijven.
Het wordt een belangrijke uitdaging voor SINTAF om
de landarbeid(st)ers op deze boerderijen te organiseren, te trainen en te ondersteunen in het voeren van
onderhandelingen op bedrijfsniveau.
Tot nog toe hebben we kunnen vaststellen dat de bestaande boerengroepen eerder zwak zijn en met interne capaciteitsproblemen kampen en dat werknemerscomités zwak of onbestaande zijn. De bedoeling
is om samen met SINTAF en UNAC structuren uit te
bouwen om ondersteuning en diensten te kunnen bieden, opdat er een sterke boeren- en landarbeid(st)
ersbeweging kan ontstaan in Gaza. Deze beweging
moet uiteindelijk in staat zijn om de voedselzekerheid
en de bestaansmiddelen van de meest kwetsbare gezinnen te verbeteren.
FOS in het Zuiden
SOCIAAL FONDS VOOR VOEDSELNIJVERHEID
(VIA FONDS-HORVAL)
BOLIVIA
Het programma in Bolivia werd tussen 2011-2013 integraal gesteund door HORVAL. De doelstelling was om
organisaties te steunen die te maken hebben met voedselproductie of -verwerking en om de thematiek van
voedselveiligheid in het syndicale en gezondheidsprogramma aan te brengen.
Onze partner CIPCA die de 6 vakbonden in de agro-industrie ondersteunt, vooral in de suikersector, maar ook
seizoenarbeid(st)ers die amazonenoten verzamelen in
het oerwoud en werknemers in de pluimveebedrijven,
sojateelt, enz., legde zich toe op het intern versterken van
de 6 zwakke en verdeelde organisaties. Door middel van
gemeenschappelijke studiedagen over arbeidswetgeving,
en door syndicale vorming, kwamen de organisaties in
een algemene bijeenkomst in oktober tot een akkoord
om in de loop van 2014 (ten laatste in 2015) een nieuwe
nationale federatie te vormen voor de sector. Er werd ook
aandacht besteed aan de bekendmaking van de arbeidssituatie in de sector en vooral de situatie van vrouwen, in
aanloop van het ethisch tribunaal van februari 2014.
FENATRAHOB, als vakbond van het huishoudpersoneel,
legde vooral de nadruk op interne versterking en acties om IAO-Conventie 189 te laten ratificeren, wat eind
2011 ook gebeurde. Vanaf 2012 maakte de vakbond de
eisenbundel op omtrent de werkelijke toepassing van de
conventie, ondersteund met diverse politiek beleidsbeïnvloedende acties. De federatie werkte ook een voorstel uit
over aansluiting bij de sociale zekerheid en nam deel aan
de tripartiete onderhandelingen met de liga van huisvrouwen. Op vraag van de leden werden ook meer praktische
cursussen rond voeding, koken en bakken gegeven.
FECAFEB werkte met de kleine koffieboeren hoofdzakelijk rond voedselveiligheid en het recht op gezondheid.
Een baselinestudie begin 2011 toonde aan dat er belangrijke ondervoeding is bij deze bevolkingsgroep wegens
eenzijdige voeding en weinig toegang tot gezondheidszorg
en evenmin tot de sociale regeringsprogramma’s voor
kinderen onder de 5 jaar. Via gezondheidsmarkten en
campagnes is de bevolking van Caranavi bewust gemaakt
over het recht op gezondheid en de promotie van gezonde
voeding. De vakbonden werkten ook een politiek voorstel
uit over de sociale zekerheid voor de kleine boeren, die
ook andere sectoren voordeel zou opleveren.
FTFE ondersteunde samen met de leden van de informele fabriekssector de interne versterking en vakbondsvorming, en heeft invloed uitgeoefend op de informele
bedrijven om de kinderarbeid tegen te gaan. Ngo CENAC
ondersteunde de partners FENATRAHOB, FTFE en de
bouwvakkers om hun recht op gezonde voeding in de werkomgeving in hun eisenpakketten op te nemen. Hiervoor
werden vele vormingsmomenten georganiseerd, werd de
bestaande wetgeving geanalyseerd en werden vormingsmaterialen uitgewerkt. Hierdoor is ook het thema voedselveiligheid opgenomen op de agenda van deze sectoren,
van de collectieve onderhandelingen en in de gesprekken
met het ministerie van Arbeid.
AIS en de gezondheidspromotoren van Senkata lichtten
samen met het lokale ziekenhuis de lokale bevolking voor
i.v.m. het recht op gezondheid. De promotoren ondersteunden specifieke doelgroepen ook omtrent gezonde
voeding, via kookcursussen en verspreiding van publicaties, recepten, enz. Het systeem voor democratische
deelname van de bevolking in de beslissing over de werking van het gezondheidssysteem is verbeterd. In 2012
bezocht een HORVAL-delegatie Bolivia. Ze maakte kennis
met de precaire situatie van de landarbeid(st)ers in Santa
Cruz, alsook met de werking van FENATRAHOB en FTFE.
In het volgende programma zetten de vakbonden gelijkaardige activiteiten verder met de sector van het huishoudpersoneel en de arbeid(st)ers in de agro-industrie
die in de voedingssector -vooral voedingsproductie- werkzaam zijn. De nadruk ligt op organisatie-versterking en
politieke beleidsbeïnvloeding rond de discriminerende
arbeidswetgeving, en ook de toegang voor kleine koffieboeren tot bestaande regeringsprogramma’s voor voedselveiligheid moet beter.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 107
FOS in het Zuiden
CUBA
voldoende om de productie van 20.000 zaailingen te
verbeteren.
In de oostelijke gemeente Baracoa van de provincie Guantánamo ondersteunen HORVAL en FOS het herstel
van de cacaoproductie in 10 landbouwcoöperaties van
ANAP, die in totaal 650 leden tellen. De cacaoplantages
werden door de economische crisis na het wegvallen
van het Oostblok en door de lage prijzen van cacao op
de wereldmarkt de voorbije 20 jaren sterk verwaarloosd. ANAP ondersteunt de cacaoproducenten bij het
verjongen van de plantages, het verbeteren van het lokaal transport en hun werkomstandigheden en schoolt
de producenten technisch bij.
Zoals verwacht lag de cacaoproductie in 2013 een goede 20% lager dan in het recordjaar 2012, als gevolg van
de schade die orkaan Sandy op 60% van de plantages
aanrichtte. Bovendien begint de invloed van de vernieuwing van de plantages zich nu pas stilaan te laten
voelen. Het duurt namelijk een 5-tal jaar vooraleer een
cacaoboom zijn volle productie bereikt.
In 2012 werd gestart met de inrichting van tijdelijke
kweekstations voor jonge cacaoboompjes. De uitrusting voor het permanente kweekstation werd aangekocht en is ter plaatste aanwezig. De bouw zal echter
pas in 2014 aanvangen, wegens het gebrek aan cement
in 2013. De heropbouw van woningen en de diensteninfrastructuur na beschadigingen door orkaan Sandy
eind 2012 was immers prioritair. Desondanks waren
eind 2013 in de 10 coöperaties reeds 119 ha cacaoplantages vernieuwd. Het vooropgestelde ritme wordt aangehouden. Door een gebrek aan cement werden ook
geen nieuwe duurzame humusbedden gebouwd. De
tijdelijke humusbedden produceerden 10 ton humus,
In 2012 werd de uitrusting aangekocht om het transport van de cacao van de plantages naar de boerderijen,
en van daaruit naar de verzamelpunten, per muilezel
te verbeteren. De bouw van het atelier voor lederbewerking werd opgestart. De lederbewerkers worden
bijgeschoold en breiden het aanbod van hun producten
verder uit. De vernieuwing van de smidse werd eveneens aangevangen. In 2013 zijn de cacaoboeren er in
geslaagd om heel hun productie tot op de verzamelpunten te vervoeren.
De bijscholing van de cacaoboeren draaide in 2013 op
volle toeren. In totaal werden 12 vormingen aangeboden met als resultaat ongeveer 240 bijschoolde boeren.
De thema’s die in de cursussen aan bod kwamen werden vanuit een sterke agro-ecologische visie behandeld
met als doel de biologische teelt van cacao te vrijwaren.
CAO IN KADER VAN INVOERING STEUN VOOR EEN SOCIAAL DOEL
(DEME4LIFE FONDS)
GHANA
In het kader van een cao ondertekend door de bedrijven Baggerwerken Decloedt & Zn en Dredging International, samen onder DEME, en de Algemene Centrale
ABVV Antwerpen-Waasland en ACV BIE, verleent het
DEME4LIFE fonds een bijdrage voor de financiering van
drinkwatervoorziening en het verbeteren van de hygiëne in drie rurale gemeenschappen in Ghana. Het 3
jarenproject (2012-2014) wordt medegefinancierd door
de Vlaamse Overheid via het Vlaams Partnerschap
Water voor Ontwikkeling (VPWvO). Het jaar 2013 was
FOS
jaarverslag 2013 • p. 108
het tweede jaar van de uitvoering van het project. De
algemene doelstelling van het project luidt: “de menselijke gezondheid en de levenskwaliteit van de gemeenschappen en scholen in Nandom, Samou en Akim
Ayirebi te verbeteren door het leveren van drinkwater
van goede kwaliteit en door het creëren van verbeterde
gezondheids- en sanitaire levensomstandigheden, die
beantwoorden aan de normen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO).”
Het project voorziet het opzetten van drinkwatersystemen voor het leveren van drinkbaar water aan de leerlingen, inwoners en bezoekers van de gemeenschap-
FOS in het Zuiden
pen Nandom en Samou, op belangrijke plaatsen zoals
bij scholen en op markten en ontmoetingsplaatsen.
Tevens voorziet het project de bouw van 4 publieke toiletten in Akim Ayirebi. De twee investeringsactiviteiten
zullen gepaard gaan met sensibiliseren en verbeteren
van de hygiëne in de drie gemeenschappen via vormingen en capaciteitsopbouw.
In 2012 werd het drinkwatersysteem voor Nandom Senior High opgezet en in Akim Ayirebi werd een publiek
toilet afgewerkt en in gebruik genomen. Een tweede en
een derde publiek toilet werd afgewerkt in 2013, samen met een watersysteem voor de Samou Gemeenschap.
Het project in de drie gemeenschappen zal afgerond
worden in 2014 met een externe evaluatie in juli.
De samenwerking met ABVV Algemene CentraleAntwerpen Waasland en het DEME4LIFE fonds wordt
verder gezet met een gelijkaardig project in andere gemeenschappen in Ghana.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 109
FOS
jaarverslag 2013 • p. 110
{
fos IN VLAANDEREN
FOS IN VLAANDEREN
Budget
321.158,69 euro
Donoren
DGD, NVSM, Provincie Oost-Vlaanderen,
Provincie Vlaams-Brabant, 11.11.11
In 2013 heeft FOS de wereldwijde strijd van de
huishoudwerk(st)ers naar de socialistische beweging
gebracht.
Huishoudwerk(st)ers krijgen vaak niet het respect dat ze
verdienen. In het Zuiden is er onderwaardering, misbruik,
uitbuiting en te vaak krijgen huishoudwerk(st)ers niet dezelfde rechten als andere werknemers. Tot op vandaag
wordt huishoudwerk niet als “écht” werk gezien. Nochtans neemt de vraag naar huishoudwerk(st)ers overal toe.
Ze zijn onmisbaar geworden in de samenleving.
Elke huishoudwerk(st)er heeft recht op waardig werk!
Daarom voerden we in 2013 campagne onder de slogan
“Veeg onze problemen niet onder de mat”, samen met
onze partners De Algemene Centrale - ABVV, Vlaams
ABVV, de Socialistische Mutualiteiten, sp.a en vzw Thuiszorg.
FOS kwam ook nog op andere manieren naar buiten
in 2013. We organiseerden verschillende activiteiten in
het kader van onze partnerschappen en tekenden present op politieke acties in samenwerking met verschillende netwerken. Onze sympathisanten blijven steeds
op de hoogte via onze vaste publicaties.
Binnen de partnerschappen die FOS heeft met verschillende organisaties van de socialistische beweging,
viel in 2013 vooral de solidariteitsband tussen Bond
Moyson West-Vlaanderen en Zuid-Afrika op, alsook de
uitwisseling tussen Colombiaanse vakbondsmilitanten
en de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland. Er
kwam een delegatie naar België en militanten van bij
ons brachten een tegenbezoek aan Colombia.
Wat onze publicaties betreft, is het aantal abonnees zowel op FOSFOR als op onze elektronische nieuwsbrief
gestegen. Door deze publicaties blijven we in contact
met onze storters en sympathisanten en kunnen we
hen blijvend warm maken voor onze zaak. Zij vormen
een belangrijk doelpubliek, maar niet het grootste. Het
ruimere doelpubliek zijn alle leden van de socialistische
beweging. Daarom proberen we te communiceren via de
kanalen die deze mensen reeds bereiken, namelijk de
ledenbladen en websites van de organisaties waarbij ze
zijn aangesloten. Ook via de kanalen van de Noord-Zuidbeweging proberen we een groter publiek te bereiken.
We zetten meer in op de sociale media. Onze facebookpagina haalde dit jaar veel nieuwe “likes”.
Naast educatief werk, zet FOS ook steeds meer in op
het beleidsbeïnvloedend werk. We volgen de werking
van een aantal allianties en netwerken op, om te kunnen wegen op het overheidsbeleid. We maken studies
en werken samen met andere organisaties uit het middenveld. Om dit werk in de kijker te zetten, nemen we
deel aan tal van publieke acties.
Op de volgende bladzijden kan u uitgebreid lezen wat
FOS in Vlaanderen heeft gerealiseerd in 2013.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 111
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAPPEN
In de kaders geven we een totaaloverzicht van de partnerschappen tussen de socialistische beweging en de
FOS-partners in het Zuiden. Daarnaast staan we stil bij twee partners voor wie 2013 een bijzonder jaar was.
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN HORVAL (Centrale Voeding Horeca Diensten ABVV)
ZUIDPARTNERS
CUBA-PARTNER
ANAP (Asociación Nacional de Agricultores Pequeños - Nationale vereniging van Kleine Boeren) uit Cuba
BOLIVIA-GEZONDHEIDSPARTNERS
FECAFEB (Federación de Caficultores Exportadores de Bolivia
-federatie van Exporterende Koffieboeren van Bolivia)
AIS (Acción International por la salud - Internationale Actie voor
Gezondheid)
BOLIVIA-WAARDIG WERK PARTNERS
CIPCA (Centro para la Investigación y Promoción del Campesinado - Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de
Plattelandsbevolking)
FENATRAHOB (Federación Nacional de Trabajadores del Hogar
- Nationale Federatie van Huishoudwerkers)
FTFE (Federación de Trabajadores Fabriles Exportadores - Federatie van Fabrieksarbeid(st)ers uit Bolivia)
FOS
jaarverslag 2013 • p. 112
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Opvolging van cacaoproject (buiten
DGD-programma) met ANAP
Overleg over mogelijkheid verderzetting
partnerschap 2014-2016
Verkenningsmissie in juli 2013 met
HORVAL-delegatie voor opstarten van
nieuwe partnerschappen
Uitwisselingsontmoeting landenvertegenwoordiger Cuba met algemeen
secretaris van HORVAL
Opvolging van partnerschap met partners in Bolivia
Publicatie van vier artikels over de partneractiviteiten
Uitgave van brochure over suikerrietsector
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ABVV WEST-VLAANDEREN
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
FNT - NICARAGUA
Uitbouw van gemeentelijke en
regionale coördinatie en afstemming tussen de sectoriële
vakbonden aangesloten bij de
confederatie FNT
Tweemaandelijkse vergadering van de CIS (Commissie Internationale Samenwerking)
Halfjaarlijkse info over partnerwerkingen op de vergaderingen van de CIS
1-mei Kortrijk: aanwezigheid met FOS-campagne
1-mei Brugge: aanwezigheid met FOS-campagne
SNTIL - CUBA
Opleiding van vakbondskaders
en verbeteren van infrastructuur
FOS-campagnepresentatie op CIS-vergaderingen
BESCHUTTE WERKPLAATS
EPIL - CUBA
Opleiding van werknemers en
creatie van arbeidsplaatsen
Partner uit het Zuiden op CIS: Leonard Gentle (ILRIG) uit Zuid-Afrika
CGTP - PERU
Uitbouwen van syndicale
structuur
Basisvorming FOS (verschillende groepen vakbondsmilitanten)
Actie op Manifiesta
Deelname aan voorbereidende werkgroep voor de Dag van de Internationale
Solidariteit
Voorbereiding en deelname internationale vromingsweek
Voorbereiding en deelname aan Café Solidarité te Torhout
Vorming Recht op waardig huishoudwerk (verschillende groepen déléqués)
Aanwezigheid op congressen
Cuban Five: ontmoetingsmoment met een van de echtgenotes van de Cuban Five
FENACLE - ECUADOR
Uitbouwen van syndicale
structuur
Informatievergadering met provinciaal secretaris over de projecten met de
regioverantwoordelijken van Cuba, Centraal-Amerika en Andes.
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE - BOUW - ABVV
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
SNTC - CUBA
Opleiding van vakbondskaders
Deelname aan Cubawerkgroep van AC (4X per jaar): evolutie van partneractiviteiten
Voorbereiding begeleiding door landenvertegenwoordiger van AC-missie
naar Cuba, begin februari 2013
CSDA - EL SALVADOR
Gezamenlijk project vakbonden
- suikerbedrijf voor installatie
van zonnepanelen bij suikerrietkappers
Publicatie 2 artikels over de AC-missie en over gevolgen van de economische hervormingen voor de bouwsector in Cuba
Uiteenzetting landenvertegenwoordiger Cuba op Cubawerkgroep december 2013: duiding van socio-economische evoluties in Cuba in het
algemeen en voor de bouwsector in het bijzonder
Halfjaarlijkse rapportering over de werking van duurzame energievoorziening in El Salvador
FOS
jaarverslag 2013 • p. 113
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE - ABVV
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Gezamenlijke missie FOS-AC naar partner in Palestina
PGFTU - PALESTINA
Gezamenlijke deelname aan Midden-Oostenoverleg van 11-11-11
Rapportering over evolutie partnerwerking
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ALGEMENE CENTRALE ANTWERPEN - WAASLAND
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Verslaggeving over voortgang van het programma Waardig Werk in Colombia
Bezoek van Pablo Vargas, Bernardo Cuadros, Elio Villar en Betty Fuentes, een
delegatie vakbondsactivisten van partnerorganisatie FENSUAGRO. Gedurende
anderhalve week informeerden en sensibiliseerden ze Belgische parlementairen, leden van de beweging en het publiek over de huidige context in Colombia,
met specifieke aandacht voor arbeids- en syndicale rechten. Ze namen ook
deel aan de 1-meiviering in Antwerpen.
COLOMBIA - FENSUAGRO
Federatión Nacional Sindical
Unitaria Agropecuaria - Nationale Eenheidsvakbondfederatie van de landbouw
Medewerking van de AC-AW voor verschillende solidariteitsacties (bv. voor de
vrijlating van vakbondsactivist Huber Ballesteros), verspreiding van informatie,
enz.
Aanmaak van een blog over het partnerschap tussen FOS en AC-AW, vakbondswerk in Colombia en uitwisselingsreizen tussen de partners. De blog
wordt onderhouden door AC-AW.
Bezoek van twee afgevaardigden van AC-AW (Ronny Leblon en Sven Naessens) aan de palmvakbonden aangesloten bij partnerorganisatie FENSUAGRO.
Uitwisselingsreis van twee weken, onder begeleiding van FOS-Andes (oktobernovember).
Actualiteitsresolutie over arrestatie van vakbondsleider Huber Ballesteros op
congres “Werk voor Morgen” (november).
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ACOD - ALGEMENE CENTRALE DER OPENBARE DIENSTEN - ABVV
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Bezoek aan Zuidpartner SAMWU en onderzoeks- en vormingsinstituut ILRIG in
Kaapstad, Zuid-Afrika door de algemeen secretaris, voorzitter en medewerker
diversiteit van ACOD
ZUID-AFRIKA
SAMWU/ILRIG
Artikel om leden van ACOD te informeren over het project met SAMWU en de
Zuid-Afrikaanse context
Rapportering over activiteiten 2013 en bespreking planning voor 2014
FOS
jaarverslag 2013 • p. 114
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN ACOD - AMIO OVERHEIDSDIENSTEN
ZUIDPARTNERS
CUBA - CTC
Opleiding van vakbondskaders
en verbeteren van infrastructuur
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Jaarlijkse verslaggeving over 2013 aan algemeen secretaris ACOD
Kennisgeving FOS-programma in het Zuiden aan algemeen secretaris
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN HET NATIONAAL VERBOND DER
SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN - NVSM
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Jaarlijkse verslaggeving over partnerwerking
CENTRAAL-AMERIKA
EN CUBA
Gezondheidspartners
Verslaggeving gezondheidsprogramma door regioverantwoordelijke Cuba,
Centraal-Amerika en Andes aan NVSM-Studiedienst.
Terugkomdag april 2013 met deelnemers van Cuba-reis
‘Gezond en Wel in Cuba’
FOS
jaarverslag 2013 • p. 115
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN DE VOORZORG PROVINCIE ANTWERPEN
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
PERU
GEZONDHEIDSPARTNERS
Infomomenten met kerngroep
CNCJ - (Coordinadora Nacional de Pequeños Productores de Comercio Justo - Nationale Coördinatie van Kleine Eerlijke Handel
Producenten)
Communicatie: publicaties over partnerschap en aankondigingen van activiteiten
op de website, op intranet, in het personeelsblad en in S-magazine
Verslaggeving en afronding van het EHBOproject voor bananenboeren in Peru
Eerste voorbereidingen fondsenwervende
activiteit in 2014
FEMUCARINAP - (Federación Nacional de Mujeres Campesinas,
Artesanas, Indígenas, Nativas y Asalariadas del Perú - Nationale Federatie van Boerinnen, Vakvrouwen, Indiaanse vrouwen,
Inheemse vrouwen en Betaalde vrouwen van Peru)
Activiteiten in het kader van de campagne
voor Recht op Waardig Huishoudwerk:
voorbereidende werkgroep Café Solidarité, organisatie van Café Solidarité in
Rumst, flyeractie bij personeel, oproep
op intranet, vergadering met loketverantwoordelijken,…
ForoSalud
(Gezondheidsforum)
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN DE VOORZORG LIMBURG
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Interactieve stand op de Ladies Night van Viva-SVV te Hasselt
UCAMA
Vereniging van Nationale Boeren uit Mozambique
Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: campagnepresentatie tijdens vergaderingen met verantwoordelijken van
de socio-culturele organisaties van De Voorzorg, voorbereidende werkgroep
Café Solidarité, organisatie van Café Solidarité in Genk
Aanwezig op 1 mei
Solidariteitsmaaltijd
Interactieve stand op de baby- en kinderrommelmarkt van De Voorzorg te Genk
FOS
jaarverslag 2013 • p. 116
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN federatie van socialistische
mutualiteiten van brabant (FSMB)
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
GEZONDHEIDSPARTNERS
ECUADOR
Bijeenkomsten en infomomenten
Mujeres por la Vida
(Vrouwen voor het Leven)
‘Duik in de Maleta’: uitvoeren van het nawerkingstraject bij personeelsleden en
lokale afdelingen
Wereldfeest Leuven: interactieve stand met workshops en informatie over het
project ‘Duik in de maleta’.
FENOCIN
(Confederación Nacional de
Organizaciones Campesinas.
Indigenas y Negras - Nationale Confederatie van Boeren,
Inheemse volkeren en Afro
Ecuadoranen
Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: o.a. organisatie Café Solidarité in Liedekerke en stand tijdens de 1
meiviering in Brussel
FOS
jaarverslag 2013 • p. 117
FOS in Vlaanderen
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN BOND MOYSON OOST-VLAANDEREN
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
BOLIVIA
GEZONDHEIDSPARTNERS
Bijeenkomsten en infomomenten
FECAFEB - (Federatión de Caficultores Exportadores de Bolivia
- Federatie van Exporterende
Koffieboeren van Bolivia)
Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op waardig huishoudwerk o.a. organisatie Café Solidarité in Dendermonde, flyeractie bij
alle personeelsleden in de hoofdzetel, oproep op intranet en campagnestand aan de refter.
Uitwisseling: Prima Ocsa van FOS-partner FENATRAHOB, de vakbond
voor huishoudwerk(st)ers in Bolivia geeft getuigenis aan en neemt deel
aan activiteiten van Thuiszorg Oost-Vlaanderen.
AIS - (Acción internatcional para
la Salud - Internationale Actie
voor Gezondheid)
PARTNERSCHAP TUSSEN FOS EN BOND MOYSON WEST-VLAANDEREN
ZUIDPARTNERS
ACTIES/ACTIVITEITEN IN 2013
Solidariteitsmaaltijd ten voordele van Women on Farms Project in Kortrijk en Brugge
Versturen van nieuwjaarskaartjes
Vorming Recht op Waardig Huishoudwerk (verschillende groepen)
Zuid-Afrikaanse “eerlijke” wijnbar op tal van evenementen
Voorbereidende werkgroepen Zuid-Afrika uitwisseling
WFP - ZUID-AFRIKA
Women on Farms Project - Project van vrouwen op de boerderijen
Vormingen voor Zuid-Afrika reizigers
Uitwisselingsreis Zuid-Afrika
Zuid-Afrikaanse vertelavonden in talrijke gemeenten
Intranet: maandelijkse nieuwsbrief met informatie over projecten in Zuid-Afrika
Blog Zuid-Afrika reizigers
Interactieve stands op activiteiten (Dag van de Zorg enz.)
Activiteiten in het kader van de campagne voor Recht op Waardig Huishoudwerk: o.a.
organisatie Café Solidarité in Torhout en stand tijdens de 1 meiviering in Kortrijk
FOS
jaarverslag 2013 • p. 118
focus
In 2012 werden de deelnemers intensief voorbereid op een uitwisselingsreis naar Zuid-Afrika. In februari 2013 was het dan eindelijk zo
ver en konden enkele werknemers
van Bond Moyson West-Vlaanderen
en/of VIVA-SVV West-Vlaanderen
vertrekken.
De reizigers bezochten verschillende FOS-partners en leerden zo wat
de werking van FOS in Zuid-Afrika
inhoudt.
De delegatie bracht een bezoek aan
het Women on Farms project, waarmee Bond Moyson West-Vlaanderen ook een partnerschap heeft.
Ze werden geconfronteerd met de
problemen van vele vrouwelijke
landarbeidsters: alcoholverslaving,
misbruik, slechte huisvesting, volledige afhankelijkheid van de werk-
BOND MOYSON WEST-vlaanderen op reis
naar zuid-afrika
gever enz. WOFP legde uit hoe zij de
landarbeidsters ondersteunen.
De groep bracht ook een bezoek aan
ILRIG en Sikula Sonkhe, partners
van FOS. Ze maakten ook kennis met
de nieuwe FOS-partner SADSAWU
(de Zuid-Afrikaanse vakbond voor
huishoudwerk(st)ers). Tijdens de
reis hielden de deelnemers een blog
bij, zodat het thuisfront het reilen en
zeilen van de groep kon volgen. Deze
werd dan ook duchtig gelezen.
Neem een kijkje op
www.zuidafrikareis.fos-ngo.be
Na afloop van de reis besloot de
groep deelnemers om een reeks
Zuid-Afrikaanse vertelavonden te
organiseren in heel West-Vlaanderen. Ondersteund door een reis- en
fotoverslag wijdden ze het publiek
in het Zuid-Afrikaanse leven in.
Deze avonden werden een groot
succes, en ook in 2014 zullen er nog
georganiseerd worden.
De deelnemers ontpopten zich tot
een groep geëngageerde vrijwilligers die op diverse manieren
aandacht voor Zuid-Afrika en FOS
willen vragen. Dit doen ze onder
meer door solidariteitsmaaltijden
te organiseren en op verschillende
activiteiten aanwezig te zijn met een
eerlijk Zuid-Afrikaanse wijnbar.
Als FOS kunnen we besluiten dat
we er in geslaagd zijn om via deze
uitwisselingsreis mensen te informeren, te mobiliseren en te engageren. Missie geslaagd! ■
FOS
jaarverslag 2013 • p. 119
focus
In 2013 zette de Algemene Centrale
Antwerpen-Waasland hun partnerschap met de Colombiaanse vakbondsfederatie FENSUAGRO stevig
in de kijker. In mei kwam een Colombiaanse vakbondsdelegatie op
bezoek in Antwerpen. In oktober
reisden militanten uit Antwerpen
op hun beurt naar Colombia.
Colombiaanse delegatie
in België
AC Antwerpen-Waasland nam de
Colombiaanse vakbondsactivisten
mee op sleeptouw tijdens de 1 meiviering. Voorzien van vlaggen trokken ze met de rode menigte door de
straten van Antwerpen. Toen Caroline Copers (Vlaams ABVV) van op het
podium de Colombianen begroette
en het belang van internationale samenwerking duidelijk onderstreepte, juichte de delegatie enthousiast.
Ze genoten erg van het Feest van de
Arbeid, dat traditioneel ook steeds
gevierd wordt in Colombia.
Al is 1 mei volgens Betty Fuentes,
een van de Colombiaanse gasten,
niet gewoon een “feest”: “1 mei is
FOS
jaarverslag 2013 • p. 120
AC ANTWERPEN-WAASLAND ZET PARTNERSCHAP MET
DE COLOMBIAANSE VAKBONDSFEDERATIE IN DE KIJKER
de Dag van de Arbeid, en voor ons is
het echt een strijddag. We herdenken wat we gerealiseerd hebben,
maar kijken vooral vooruit. Op het
gebied van arbeidsrechten moet er
nog heel wat gebeuren in Colombia. Voor veel mensen is het een
rustdag maar voor ons is het een
dag van internationale strijd voor
de arbeidsrechten! Internationale
solidariteit mag zich trouwens niet
beperken tot economische steun.
Uiteraard is die erg welkom, maar
we moeten ook elkaars problemen
leren kennen, kennis uitwisselen en
samen de problemen aanpakken.
Enkel verenigd kunnen we verandering realiseren!”
Solidariteitsacties
In augustus werd de ondervoorzitter van FENSUAGRO, Huber Ballesteros, onterecht gearresteerd.
Voor de AC Antwerpen-Waasland
is Huber geen onbekende. Ze lieten
er dan ook geen gras over groeien
en verspreidden mee de petitie voor
zijn vrijlating. Tijdens hun congres
in november maakten ze een actualiteitsresolutie op, waarin ze de
onrechtmatige arrestatie van Ballesteros opnieuw aanklaagden.
Belgische delegatie
in Colombia
Van 26 oktober tot 10 november
bezocht een delegatie van de AC
Antwerpen-Waasland de palmvakbonden in Colombia. Ze namen deel
aan vakbondsmeetings, bezochten
palmplantages en nog veel meer.
Ze brachten een volledig reisverslag met foto’s uit op een blog, die
in het kader van het partnerschap
werd aangemaakt.
De reizigers kwamen vol enthousiasme terug, en zijn erop gebrand
om in de komende jaren het partnerschap met FENSUAGRO nog
meer aandacht te geven! Op de blog
houden ze het publiek alvast op de
hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen. In 2014 plannen ze een Colombia-avond. ■
Neem zelf een kijkje op
www.fos-accolombia.be
FOS in Vlaanderen
CAMPAGNE 2013
recht op waardig huishoudwerk:
Veeg onze problemen niet onder de mat
Onder het motto “Veeg onze problemen niet onder de
mat”, startte FOS in 2013 de sensibiliseringscampagne
voor het Recht op Waardig Huishoudwerk, samen met
het Vlaams ABVV, Socialistische Mutualiteiten, sp.a, de
Algemene Centrale-ABVV en vzw Thuiszorg.
We werkten drie politieke eisen uit, en vroegen:
• Aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking;
om in bilaterale gesprekken de ratificatie van Conventie 189 te vragen, alsook een plaats voor vakbonden en middenveldorganisaties in het sociaal
overleg binnen de landen.
• Aan de minister van Werk; om in België Conventie
189 te ratificeren. Wij willen dat België daarmee
een voorbeeldrol opneemt in de verbetering van
de arbeidsomstandigheden van het huishoudpersoneel. We vragen ook aan de minister van Werk,
dat ze, samen met de andere betrokken ministers, initiatieven neemt om de organisatie van illegaal huishoudwerk en de uitbuiting van illegale
huishoudwerk(st)ers in ons land tegen te gaan.
• Aan de ambassades van de partnerlanden waar wij
vakbonden van huishoudpersoneel ondersteunen;
om de conventie te ratificeren.
BEZOEK VAN PRIMA OCSA UIT BOLIVIA
Prima Ocsa, algemeen secretaris
van FENATRAHOB, de vakbond voor
Huishoudwerk(st)ers in BOLIVIA, was
de tweede helft van maart in ons land
voor een sprekerstoer. Ze gaf mee de
aftrap van de FOS-campagne.
Opnieuw werd de campagne officieel gelanceerd in aanwezigheid van
de kopstukken van de verschillende
campagnepartners. Ze bonden allemaal een campagneschort om
en veegden een van de rechten van
huishoudwerk(st)ers van onder het
tapijt vandaan.
Ook in 2013 werd in elke provincie een
‘Café Solidarité’ georganiseerd met
de provinciale partners en de lokale
afdelingen. Prima zat in het panel samen met lokale specialisten over het
thema huishoudwerk. Er ontstond
een mooie uitwisseling aan ervaringen. Ook verschillende Vlaamse
poetsvrouwen namen het woord. Zo
kwamen we echt tot een Noord-Zuidcampagne. In Oost-Vlaanderen werd
een hele reeks Cafés Solidarités georganiseerd.
Onze mooie affiche en een fototentoonstelling met tien foto’s van Boliviaanse huishoudwerksters sierden
heel wat kantoren en gebouwen van
de socialistische beweging. We verspreidden ook een informatieve folder, een actiebrochure, een partner-
brochure en een uitgebreid dossier
over huishoudwerk.
De campagnebuttons met de slogan
“Ik veeg hun problemen niet onder de
mat” werden door vele mensen opgespeld tijdens allerlei activiteiten. Ook
de “solidaire schorten”, die FOS verkocht voor 8 euro, gingen vlot de deur
uit. Heel wat mensen toonden hun
solidariteit met huishoudwerk(st)ers
wereldwijd! Om lokale afdelingen aan
de slag te doen gaan met het campagnethema, werkten we een draaiboek voor een filmactiviteit en een
heus inleefspel uit.
Mede dankzij jullie werd deze campagne een succes! Een welgemeende
dankjewel!
FOS
jaarverslag 2013 • p. 121
FOS in Vlaanderen
PUBLICATIES 2013
Voor een organisatie als FOS is communicatie heel
belangrijk. Regelmatig met onze thema’s en standpunten naar buiten komen, is een must. Zo blijft ons
doelpubliek op de hoogte van wat we doen en van de
problemen waar onze partners in het Zuiden dagelijks
mee geconfronteerd worden.
We hebben onze eigen kanalen waarmee we nieuws
over onze acties, campagnes, partners, standpunten
etc. verspreiden. Ons driemaandelijks tijdschrift FOSFOR, onze maandelijkse e-nieuwsbrief, onze website
en facebookpagina zijn bedoeld voor onze sympathisanten en storters. Zo blijven we met hen in contact
en kunnen we hen blijvend warm maken voor onze
zaak.
Zij vormen een belangrijk doelpubliek, maar niet het
grootste. Het ruimere doelpubliek zijn alle leden van
de socialistische beweging. Daarom proberen we te
communiceren via de kanalen die deze mensen reeds
bereiken, namelijk de ledenbladen en websites van de
organisaties waarbij ze zijn aangesloten. Hier hebben
we in 2013 opnieuw op ingezet. Ook via de kanalen van
de Noord-Zuidbeweging proberen we een groter publiek te bereiken.
EIGEN PUBLICATIES
In 2013 steeg het aantal FOSFOR-abonnees met
29,4%, tot 5906. Op het einde van 2012 werd het blad
qua lay-out in een nieuw en modern kleedje gestoken.
In 2013 gingen we hier mee verder en werkten we de
nieuwe onderdelen beter uit. Rubrieken als “en bij
ons” leggen de link tussen Noord en Zuid en maken
problematieken herkenbaar. We gaan ook steeds op
zoek naar goed beeldmateriaal om de artikels te illustreren. FOSFOR blijft voor ons een belangrijk instrument om mensen te sensibiliseren. Door hun
abonnement op ons tijdschrift tonen mensen hun betrokkenheid en interesse.
In 2013 abonneerden 1278 nieuwe contacten zich op
onze maandelijkse nieuwsbrief, wat het totaal aantal
adressen in onze mailinglijst op 6036 bracht. Heel wat
mensen kwamen dit jaar in contact met FOS en de
campagne en gaven aan dat ze op de hoogte wensten
FOS
jaarverslag 2013 • p. 122
te blijven. De abonnees krijgen een maandelijkse update over relevante Noord-Zuidthema’s en worden via
dit kanaal ook opgeroepen om deel te nemen aan acties. Inhoudelijk proberen we te zorgen voor een goede
mix van actualiteit, inhoudelijke artikels uit het Zuiden
rond de thema’s Waardig Werk en recht op gezondheid, en oproep tot actie. Informatie is een belangrijke
component van vorming en educatie. We willen dus
ook in de toekomst in de elektronische nieuwsbrief
investeren. Het is een instrument waarmee we op een
goedkope manier veel mensen kunnen bereiken.
Om de informatie rond Colombia gemakkelijk te verspreiden wordt een e-newsflash “Info Colombia”
gestuurd naar een specifieke mailinglijst van geïnteresseerden. In 2013 zijn 14 berichten verstuurd om
informatie te verstrekken en op te roepen tot actie. In
de loop van het volgende programma willen we deze
nieuwsflash verder uitwerken.
Een soortgelijke nieuwsbrief met artikels over de evoluties in Cuba stuurt FOS sinds eind 2011 naar een
specifieke adressenlijst van Cuba-sympathisanten. In
2013 werden 2 nieuwsbrieven verstuurd.
De Facebookpagina was ook in 2013 een belangrijk
campagne-instrument: via Facebook werd er opgeroepen om mee te doen aan de campagne en een solidaire schort te kopen. Op het einde van 2013 telde
onze Facebookpagina 1125 fans, bijna 400 meer dan
in 2012.
LEDENBLADEN
In 2013 verschenen 78 artikels of advertenties in bladen en op websites van organisaties uit de socialistische beweging. Een groot deel van de artikels ging
over het campagnethema Recht op Waardig Huishoudwerk. In Vizine, het ledenblad van VIVA-SVV,
heeft FOS een eigen rubriek “Vrouw uit het Zuiden”.
Ook in de bladen van de grote organisaties (vakbond,
mutualiteit) die op honderdduizenden exemplaren
verschijnen is er regelmatig plaats voor een artikel of
een advertentie van FOS. Hierdoor bereiken we steeds
meer leden, brengen we hen op de hoogte en maken
FOS in Vlaanderen
we hen meer bereid tot actie. Het grote aantal FOSbijdragen dat in 2013 in de ledenbladen is verschenen, wijst ook op een verhoogd engagement van onze
Noordparters om onze thema’s in de kijker te zetten.
Eind 2013 maakten we afspraken met verschillende
organisaties om ook de volgende jaren FOS in de kijker te zetten in de ledenbladen.
OP HET WEB
Onze website wordt het hele jaar door bijgewerkt. De
items van de nieuwsbrief zijn meestal gelinkt naar
artikels op onze eigen website. Ook ons kwartaalblad
FOSFOR is er te vinden. De meest recente informatie over de campagne staat op de campagnepagina en
ook de activiteitenkalender is steeds up to date. Eén
keer per jaar worden alle teksten op de website (bv.
landenpagina’s) geactualiseerd.
Om ons online-bereik te vermeningvuldigen plaatsen
we relevante artikels ook op de websites www.11.
be en www.dewereldmorgen.be. We vragen ook aan
onze partners binnen de socialistische beweging om
onze campagne en andere acties op hun websites en
in hun elektronische nieuwsbrieven in de kijker te zetten. Via al deze kanalen kunnen we ons online bereik
aanzienlijk verhogen.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 123
FOS in Vlaanderen
PUBLICATIE
CIJFERS
Telde eind 2013
5906 abonnees
FOSFOR
Verschijnt 4 x per jaar
NIEUW IN 2013
Een stijging van het aantal abonnees met 29,4 % ten opzichte van 2012.
In 2013 werd de nieuwe lay-out van ons tijdschrift verder
uitgewerkt. Ieder nummer wordt opgebouwd rond een
thema. De nieuwe rubriek “en bij ons”, zorgt voor een
duidelijke link tussen Noord en Zuid.
Telde eind 2013
6036 abonnees
e-nieuwsbrief
Verschijnt 10 x per jaar.
Bij belangrijke activiteiten
wordt een extra nieuwsbrief verstuurd.
Een stijging van het aantal abonnees met 26,8 %
ten opzichte van 2012.
De artikels zijn systematisch ook verschenen op www.11.
be en www.dewereldmorgen.be wat het bereik met een
factor 10 verhoogt.
WEBSITE
24.906 bezoeken in 2013
Een voortdurende actualisering van de inhoud.
Een inhoudelijke verbetering van de inhoud, o.a. door
enkele nieuwe pagina’s in te voegen
FACEBOOK
Eind 2013 telde de
Facebookpagina 1125 fans
PUBLICATIES
IN LEDENBLADEN
Er zijn 78 artikels en advertenties gepubliceerd in
tal van ledenbladen en op
websites van de socialistische beweging
FOS
jaarverslag 2013 • p. 124
In 2013 probeerden we onze aanwezigheid op Facebook te
verhogen en zoveel mogelijk mensen onze pagina te doen
liken. Er kwamen bijna 400 fans bij.
FOS in Vlaanderen
BEWEGING MAKEN SAMEN MET ANDEREN
Als bewegings-ngo maakt FOS deel uit van verschillende netwerken, zowel binnen de socialistische
beweging als binnen de Noord-Zuidbeweging. We
nemen gezamenlijke standpunten in, voeren samen
actie en zetten bepaalde punten hoger op de (politieke) agenda.
Binnen de Noord-Zuidbeweging spelen we een actieve rol in de ngo-federatie en in 11.11.11 (de koepel
van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging). In 2013 bleef
FOS een belangrijke functie uitoefenen in het bestuur
van de koepel alsook in verschillende adviesorganen
en werkgroepen. Het beleid en de werking van een
koepelorganisatie komt pas tot stand door de actieve
samenwerking van de leden, en we trachten permanent mee te werken aan de uitbouw van een stevige
koepel. Onze jarenlange ervaring in het Zuiden, onze
structurele visie op ontwikkelingssamenwerking en
onze campagnes en educatie in het Noorden, vormen een stevige basis om samen met andere ngo’s
een daadkrachtige Noord-Zuidbeweging te vormen.
Onze eigen vrijwilligers in de verschillende provincies, namen bovendien in 2013 ook actief deel aan het
vrijwilligersforum van 11.11.11. In de verschillende
provincies maken we ook deel uit van het Provinciaal
Noord-Zuidoverleg en nemen we deel aan provinciale
info-avonden of –beurzen van 11.11.11.
De Tijd Loopt is een campagne van 11.11.11 waarbij
verschillende organisaties de krachten bundelen voor
het behalen van de Milenniumdoelstellingen tegen
2015. In 2013 hebben we samen met andere organisaties getracht om onze eisen op het vlak van gezondheid en Waardig Werk te actualiseren voor het post2015-tijdperk en een voorstel uitgewerkt voor een
wereldwijd actiemodel in 2015. Op 20 september ging
de coalitie 2015 DTL en CNCD met een delegatie van
een honderdtal mensen naar het parlement. Iedereen had een tikkende wekker bij, en er was ook één
heel grote wekker, met de boodschap : “politici, de tijd
loopt voor de MDG’s”. Een indrukwekkende optocht
die eindigde in het peristilium, waar Eerste Minister
Di Rupo en minister van Ontwikkelingssamenwerking
Labille de wekker afduwden. Ze beloofden werk te
maken van de Milenniumdoelstellingen.
FOS is een stichtend lid van MO*, het mondiale
nieuwsmedium van Vlaanderen. FOS doet ook haar in-
breng in de jaarlijkse redactievergadering om mee te
reflecteren en thema’s aan te brengen. We vinden het
heel belangrijk om te kunnen bijdragen tot een ruimere berichtgeving over de wereld en zijn problemen.
De Wereld Morgen is de alternatieve nieuwssite van
Vlaanderen. Zij houden de vinger aan de pols van de
sociale bewegingen uit het middenveld, en FOS maakt
deel uit van die groep. We wonen twee keer per jaar de
partnerbijeenkomst bij om input te geven voor de evaluatie (najaar) en planning (voorjaar). Het merendeel
van de artikels die FOS op de eigen website plaatst,
komen ook op www.dewereldmorgen.be te staan. De
redactie van De Wereld Morgen selecteert af en toe
een artikel van FOS voor in de dagelijkse nieuwsbrief.
Dit verhoogt het bereik van onze artikels aanzienlijk.
Binnen de socialistische beweging, vormen ABVVvrouwen, VIVA-SVV en Zij-kant, samen met FOS het
samenwerkingsverband ‘Ladies in Red’. Allen zijn
organisaties binnen de socialistische beweging die
opkomen voor de rechten van vrouwen. In 2013 deden we samen mee aan de internationale vrouwendag op 8 maart en aan de nationale vrouwendag op
11 november. Telkens werd er voorzien in een grote
gemeenschappelijke stand en een actie. Zo werd er
op 11 november een stereotiepe quiz georganiseerd.
FOS organiseerde in april (24/4 tot 4/5/2013 ) samen met partners uit de socialistische beweging
een lobby-tour over de vrijhandelsakkoorden tussen
de Europese Unie, Colombia en Peru. Een delegatie
van 4 Colombiaanse vakbondsactivisten kwam naar
België om aan de beleidsmakers in Europa duidelijk
te maken welke gevolgen de vrijhandelsakkoorden
zullen hebben in het Zuiden. Dit bezoek paste binnen
het programma van onze partner in Colombia FENSUAGRO. Deze missie kwam op een heel belangrijk
lobbymoment voor België. In de Senaat werd immers
een parlementaire resolutie over Colombia voorgesteld (sterk getrokken door de CBC). Ook het vrijhandelsakkoord EU/Peru/Colombia moest door de
verschillende overheden in België geratificeerd worden. Omdat we zoveel mogelijk wilden werken in synergie met onze collega’s van ISVI (ABVV) vervoegde
ook een vertegenwoordigster van de partner van het
bloemenproject van het ABVV de delegatie. De missie
werd gecoördineerd door FOS, in samenwerking met
FOS
jaarverslag 2013 • p. 125
FOS in Vlaanderen
ISVI en AC Antwerpen-Waasland. Ook de studiedienst
van sp.a ondersteunde de lobbytour door contacten te
leggen met beleidsmakers. Die samenwerking en het
bundelen van krachten leidden tot een sterk programma en interessante ontmoetingen met beleidsmakers
en versterkte de onderlinge banden tussen FOS, de
vakbonden en sp.a.
Op internationaal vlak is FOS stichtend lid van Solidar.
Dit netwerk van socialistische en sociaal-democrati-
FOS
jaarverslag 2013 • p. 126
sche ngo’s is vooral actief in de Europese instellingen.
In 2013 namen we vooral deel aan de Werkgroep Sociale Bescherming, die meestal via skype vergaderde.
Het is interessant om de internationale context rond
Sociale Bescherming te kunnen opvolgen.
Net als FOS in Vlaanderen, heeft Solidar in Europa
banden met vakbonden, partijen en welzijnsorganisaties.
FOS in Vlaanderen
THEMATISCHE NETWERKEN
INZETTEN OP WAARDIG WERK EN GEZONDHEID
Om druk te kunnen uitoefenen op het beleid, telt nogal
vaak de redenering ‘samen sterk’, en daarom werken
organisaties samen. Op deze manier kunnen we niet
alleen onze kennis en expertise delen, maar door het
grotere draagvlak hebben we ook meer kans om voor
een standpunt ingang te vinden bij de beleidsmakers.
Aangezien onze thematische expertise in het Zuiden
ligt bij Waardig Werk en het recht op gezondheid, zijn
ook dit onze beleidsbeïnvloedingsthema’s in het Noorden. We doen dit door deel te nemen aan deze thematische netwerken:
DE SCHONE KLEREN CAMPAGNE
DOEL VAN HET
NETWERK
Het platform van de Schone Kleren Campagne bestaat uit vakbonden en
Noord-Zuid-, socio-culturele, jeugd- en consumentenorganisaties en ijvert
voor betere arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. De campagne richt
zich op consumenten, producenten, bedrijven en politici. FOS neemt actief deel
aan dit platform.
FOS nam deel aan de coördinatievergaderingen van SKC.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
In 2013 was het netwerk heel actief naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen in Bangladesh en Pakistan. FOS verspreidde hierover 3 persberichten
van SKC naar de eigen achterban en publiceerde een opiniestuk op de website
van 11.be en De Wereld Morgen.
De nieuwe campagne 2013–2015 van Schone Kleren sluit aan op de gezamelijke campagne van de andere Europese Schone Kleren Campagnes. FOS heeft
in 2013 voorbereidende contacten gelegd met de vakbonden van de confectiesector in Centraal-Amerika (partners van FOS) en de netwerken in de VS en
Canada; het opzet is om in de nabije toekomst de SKC in Vlaanderen nieuwe
input te geven vanuit de FOS-partnerwerking in Centraal-Amerika.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 127
FOS in Vlaanderen
BELGISCHE COALITIE WAARDIG WERK
De Campagne Waardig Werk zette twee jaar lang (2008-2010) de strijd voor
Waardig Werk in het Zuiden in de kijker. De coalitie wou aantonen hoe mensen
in Azië, Afrika en Latijns-Amerika zich organiseren om dag na dag de moedige
en soms gevaarlijke strijd voor een waardige job aan te gaan.
DOEL VAN HET
NETWERK
Er was ook aandacht voor de linken tussen de werknemers en organisaties
hier en in het Zuiden. De Coalitie Waardig Werk is voortgevloeid uit de campagne Waardig Werk en is samengesteld uit de ngo-koepels 11.11.11 en CNCD, de
vakbonden ABVV, ACLVB en ACV, en de ngo’s FOS en Wereldsolidariteit.
FOS nam samen met het ABVV deel aan de 3 coördinatievergaderingen van
de coalitie. De werking verloopt voornamelijk via mail-verkeer over de in 2012
vastgelegde prioriteiten: niet financiële transparantie voor multinationals,
bilaterale investeringsakkoorden en post 2015 doelstellingen.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
De coalitie volgt deze thema’s vanuit een mondiale optiek. Bij de vraag tot
ondertekening van persberichten, heeft FOS gekozen om enkel deze te ondertekenen, die betrekking hebben op landen waar FOS ook aanwezig is. Over
de vrijhandelsakkkoorden tussen Europa en de Andes en tussen Europa en
Centraal-Amerika heeft FOS meerdere artikels gepubliceerd.
Op 7 oktober - Werelddag voor Waardig Werk – organiseerde de Coalitie een
symbolische actie aan het Koning Boudewijnstadion, om de slechte arbeidsomstandigheden in Qatar aan te klagen. FOS bereidde de actie mee voor en
nam de dag zelf mee deel.
ACTIEPLATFORM GEZONDHEID EN SOLIDARITEIT
DOEL VAN HET
NETWERK
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
FOS
jaarverslag 2013 • p. 128
Het actieplatform is een initiatief van de twee grote vakbonden en mutualiteiten, verschillende verenigingen en netwerken, ngo’s en academici. De krachten
worden er gebundeld om te waarschuwen voor de gevolgen van de neoliberale politiek op sociaal en gezondheidsvlak. We komen samen op voor een
solidair gezondheids- en welzijnsbeleid en gezondheid als recht voor iedereen.
Lobbywerk en sensibiliseringsactiviteiten over de impact van het Europees
handelsbeleid, privatisering, enz. op het recht op gezondheid en de sociale
determinanten van gezondheid staan centraal.
In 2013 nam FOS deel aan verschillende vergaderingen van de werkgroep
Noord-Zuid. Binnen deze werkgroep werd beslist om een lezingenreeks te organiseren over de impact van vrijhandel op sociale determinanten van gezondheid (gender, UHC, TRIPS, WW, enz.) Een aantal lezingen vond al plaats in 2013,
onder meer over gender en fiscaliteit. FOS heeft voorgesteld om in voorjaar
2014 een atelier te doen rond vrijhandel/werk/gezondheid.
FOS in Vlaanderen
BELGISCHE WERKGROEP ‘12 by 12’
DOEL VAN HET
NETWERK
De Campagne ’12 by 12’ is een internationale campagne van het IVV (Internationaal Vakverbond), dat 175 miljoen werknemers vertegenwoordigt, in 156
landen en gebieden, en dat beschikt over 315 nationale filialen.
12 by 12 is een campagne die oproept voor de rechten en bescherming van
het huishoudpersoneel. Het doel van de 12 by 12 campagne was om tegen
eind 2012 twaalf landen Conventie 189 voor waardig huishoudwerk te doen
ratificeren.
FOS heeft in 2013 de thematiek van de huishoudsector centraal gezet in haar
sensibiliseringscampagne.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
FOS heeft in 2012 het initiatief genomen om een Belgische Werkgroep op te
richten ’12 by 12’ om, samen met andere vakbonden en ngo’s, waakzaam te
blijven over dit thema. Met de federale en gewestelijke ministeries van Arbeid
onderhield FOS contact om de ratificatie-procedure in België te monitoren. Via
de sp.a vroeg FOS aan mandatarissen in het federale en het Brussels parlement om de procedure te ondersteunen en te bevorderen.
FOS coördineerde een politieke actie, met deelname van de drie vakbonden,
bij het kabinet De Coninck ter gelegenheid van de ratificatie van Conventie 189
door het federaal parlement op 6 december 2013. De actie werd gecoverd in de
ledenbladen en websites van FOS en de drie vakbonden.
MASMUT - BELGISCH PLATFORM MICROZIEKTENVERZEKERING EN MUTUALITEITEN
DOEL VAN HET
NETWERK
Het Belgisch Platform Microziekteverzekering en Mutualiteiten heeft als doel
de relevantie en de doeltreffendheid van microziekteverzekering en mutualiteiten in het Zuiden te versterken.
Het platform verenigt Belgische actoren werkzaam op toegankelijkheid van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en bouwt op hun specifieke en complementaire ervaring en expertise.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
Via gezondheidsplatformen zoals be-cause health, Gezondheid en Solidariteit
en Sensoa International heeft FOS deelgenomen aan overleg en studiemomenten rond toegang tot gezondheid. In 2012 verscheen de gezamenlijke
brochure “Mutualiteiten: speler en partner in universele gezondheidszorg”,
een uitgave van MASMUT, waar FOS aan meewerkte en die ook bij ons kan
opgevraagd worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 129
FOS in Vlaanderen
BE-cause health - BELGIAN PLATFORM FOR INTERNATIONAL HEALTH
DOEL VAN HET
NETWERK
BE-CAUSE HEALTH is een informeel en pluralistisch platform, dat openstaat
voor institutionele en individuele leden, die zich inzetten voor het recht op
gezondheid voor iedereen.
Via 9 werkgroepen worden verschillende thema’s verder uitgediept.
FOS is actief lid van verschillende werkgroepen.
• Werkgroep ‘sociale determinanten van gezondheidszorg’: een interessante synergie met de werkgroep Noord-Zuid van het actieplatform
gezondheid en solidariteit. Samen engageerden de leden zich om een
lezingenreeks te organiseren over de impact van vrijhandel op sociale
determinanten van gezondheid (gender, UHC, TRIPS, WW, enz.) FOS
heeft voorgesteld om in voorjaar 2014 een atelier uit te werken rond
vrijhandel/werk/gezondheid.
• Werkgroep ‘sociale bescherming’: FOS nam deel aan een aantal vergaderingen
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
• Werkgroep ‘ seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’(SRHR): FOS profileerde zich in 2013 vooral als lerende organisatie rond SRHR in functie van het nieuwe programma vanaf 2014, waar
SRHR in het Zuiden een belangrijk thema wordt. Vanuit deze werkgroep is het initiatief genomen om eind 2014 de jaarlijkse conferentie
van BE-CAUSE HEALTH over SRHR te organiseren. FOS denkt er aan
een partner uit te nodigen die ervaringen vanuit het Zuiden rond dit
thema tot bij een sterk gespecialiseerd en academisch publiek kan
brengen.
De jaarlijkse conferentie van BE-CAUSE HEALTH in najaar 2013 focuste op
‘complexiteit van gezondheidszorg’. FOS was aanwezig op die conferentie.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 130
FOS in Vlaanderen
LANDEN- OF REGIONETWERKEN
In alle landen waar FOS werkt, zijn Waardig Werk en
toegang tot gezondheid een ware uitdaging. Er zijn
echter een aantal landen die door hun specifieke politieke, sociale en economische context complexer zijn.
In deze gevallen is het noodzakelijk om een bredere
werking op poten te zetten die integraal wil inspelen
op problemen die ruimer zijn en een belangrijk struikelblok zijn voor het realiseren van een Waardig Werk
of een gezondheidsagenda.
Denk hierbij aan het intern gewapend conflict in Colombia en de flagrante mensenrechtenschendingen
waarbij vakbondsactivisten doelwit zijn. Ook is er het
conflict tussen Palestina en Israël en de slechte situatie van de Zimbabwanen na zoveel jaar van Mugabe’s
dictatuur. Ten slotte is er Cuba, dat probeert erop
vooruit te gaan ondanks de jarenlange embargo’s en
nu volop in socio-economische transitie is.
Daarom heeft FOS ervoor gekozen om aan deze 4
landen extra aandacht te geven. Dit vertaalt zich in
intensere deelname aan netwerken/campagnes/evenementen, meer (gemeenschappelijke) actie in het
Noorden die geharmoniseerd is met het politiek werk
van de partners in het Zuiden, intensere communicatie, enz.
DE BELGISCHE COORDINATIE COLOMBIA (BCC) - LA COORDINACION BELGA POR COLOMBIA (CBC)
DOEL VAN HET
NETWERK
De Belgische Coördinatie Colombia werd in 1991 opgericht in Brussel door
ngo’s, mensenrechtenorganisaties en solidariteitsorganisaties, bezorgd over
de ernstige verslechtering van de mensenrechtensituatie in Colombia en het
permanente karakter van een oorlog waarin burgers de belangrijkste slachtoffers zijn. De BCC wil de publieke opinie sensibiliseren, alsook de Belgische
en Europese autoriteiten over de werkelijke oorzaken van het conflict en de
economische belangen die zijn verborgen achter de schendingen van de mensenrechten.
De BCC wil druk uitoefenen op de Belgische en Europese autoriteiten, zodat zij
hun verantwoordelijkheid nemen en t.a.v. Colombia een beleid uittekenen dat
in overeenstemming is met internationale verdragen, het EU-verdrag voor de
mensenrechten en de versterking van de democratie. BCC oefent ook druk uit
op de Colombiaanse regering en andere actoren in het gewapend conflict om
de aanbevelingen van de VN te implementeren op het gebied van respect voor
de mensenrechten.
Voor het beleids- en solidariteitswerk met betrekking tot Colombia treedt FOS
op als draaischijf tussen de verschillende platforms (BCC, OIDHACO, Stop the
Killings) en de partnerwerking met het Vlaams ABVV en de Algemene Centrale
Antwerpen-Waasland. Onderling versterken we elkaar.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
Ook in 2013 heeft FOS de werking van het BCC ten volle ondersteund.
Het lobbywerk rond de mensenrechten en het Associatieakkoord EU – Colombia/Peru kende een hoogtepunt met het bezoek eind maart 2013 van een
syndicale delegatie van FENSUAGRO, die 8 federale parlementsleden bezocht.
FOS organiseerde verder in samenwerking met ISVI de agenda van deze delegatie.
Naar aanleiding van de vervolging van de vakbondsleider Huber Ballesteros
heeft Bruno Tuybens op vraag van FOS een parlementaire vraag gesteld, om
alsnog de ratificatie van het Associatieakkoord tegen te houden.
Met de uittrede van veel organisaties uit Colombia is de BCC de laatste jaren
serieus gekrompen. Het blijft belangrijk dat FOS haar samenwerking met de
BCC blijft behouden om het werk van dit netwerk verder te zetten.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 131
FOS in Vlaanderen
OIDHACO (Oficina International para los Derechos Humanos - AcciON COLOMBIA)
(INTERNATIONAAL BUREAU VOOR MENSENRECHTEN - ACTIE COLOMBIA)
DOEL VAN HET
NETWERK
OIDHACO werd opgericht in 1995. Het vertegenwoordigt een netwerk van meer
dan 30 organisaties in Europa. Vanuit het hoofdkantoor in Brussel worden
initiatieven van de Colombiaanse civiele maatschappij begeleid. OIDHACO wil
een volledige eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht en pleit voor een op onderhandelingen gebaseerde oplossing voor
het gewapend conflict. OIDHACO heeft een speciale consultatieve status bij de
Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties sinds 2012.
Ook OIDHACO werd heel actief door FOS ondersteund. Het werk van dit
internationaal netwerk heeft zich geconcentreerd op het Associatieakkoord
van de EU.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
FOS en OIDHACO hebben in 2013 tot driemaal toe moeten reageren op
de vervolging van leiders van partnervakbonden in Colombia. In totaal
publiceerde FOS 10 artikels (waarvan sommige tweetalig Ndl - Sp) om de
kritieke situatie in Colombia aan te klagen.
Naar aanleiding van de vervolging van Huber Ballesteros verspreidde FOS
de opgezette internetpetitie gericht aan de Colombiaanse president naar de
eigen achterban.
STOP THE KILLINGS
DOEL VAN HET
NETWERK
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
FOS
jaarverslag 2013 • p. 132
Stop the Killings is een platform bestaande uit 73 Belgische organisaties waaronder vakbonden, solidariteitsbewegingen en ngo’s. Het richt zijn aandacht
op de schending van de mensenrechten en repressie van sociale actoren in
het Zuiden, meer specifiek in Colombia, Guatemala en de Filippijnen. Daartoe
organiseert het jaarlijks een mensenrechtencampagne. In 2013 organiseerde
het netwerk “Human Rights Awards”.
De jaarlijkse campagne van dit netwerk vindt ieder jaar plaats op 10 december,
de Dag van de Mensenrechten. FOS nam in 2013 deel aan de voorbereidende
vergaderingen en ondersteunde net als vorig jaar de publieke actie van het
netwerk. FOS gaf heel wat basisinformatie over Colombia en over de case van
gevangen vakbondsactivist Huber Ballesteros door aan het netwerk. Op basis
van deze informatie werd de case Colombia uitgewerkt.
De Colombiaanse regering werd tijdens de actie uitgeroepen tot ‘Human
Rights Violator’ van het jaar. Een delegatie van FOS-personeel (uit Noord en
Zuid) en van de Algemene Centrale nam deel aan de uitreiking van de ‘trofee
van grootste mensenrechtenschender’.
FOS in Vlaanderen
OVERLEGGROEP MIDDEN-OOSTEN VAN 11.11.11
DOEL VAN HET
NETWERK
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
FOS maakt ook deel uit van de Midden-Oosten-overleggroep van 11.11.11. Samen met andere ngo’s, vakbonden en andere middenveldorganisaties die rond
Palestina en in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) werken, organiseren we activiteiten in Vlaanderen. Door onze acties informeren we een breed
publiek en vragen we de aandacht van politici voor het conflict in Palestina en
in de MENA.
Naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de Oslo-akkoorden werd een opiniestuk geschreven door de Midden-Oosten-overleggroep. Minister Reynders
ging op missie naar Israël en Palestina. Het Midden-Oostenoverleg maakte
van de gelegenheid gebruik en formuleerde reisadvies voor Reynders. FOS
ondersteunde ook de campagne ‘Israël koloniseert - Dexia financiert’. Volgens
de speciaal rapporteur van de Verenigde Naties moet België de Palestijnen in
de bezette gebieden vergoeden. Dat berichtten De Standaard en De Morgen op
basis van het VN-rapport. Naar aanleiding van dit rapport kwam de campagne
aan bod in verschillende media zoals KanaalZ, RTBF, VRT (Terzake) en Radio1.
Een andere actie die werd opgevolgd door FOS was het ‘Russell Tribunal on
Palestine’. Tijdens de laatste sessie op 16 en 17 maart 2013 concludeerde het
Tribunaal dat het Internationaal Strafhof de schendingen van het internationaal
recht door Israël moet onderzoeken.
ZEN - ZIMBABWE EUROPE NETWORK
DOEL VAN HET
NETWERK
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
Het Zimbabwe Europe Network (ZEN) werd in oktober 2008 gelanceerd. ZEN is
een netwerk van Europese vakbonden en maatschappelijke organisaties, ngo’s
en diaspora-groepen, die actief zijn rond of in Zimbabwe. Het netwerk heeft tot
doel de eisen, standpunten en wensen van Zimbabwaanse civiele maatschappij
bekend te maken binnen de EU. ZEN informeert en beïnvloedt de EU en haar
lidstaten om steun te verkrijgen voor een post-crisis transformatie en herstelproces dat geleid wordt door Zimbabwanen.
Ook in 2013 is FOS blijven deelnemen aan vergaderingen van ZEN. FOS
slaagde er in om de thema’s arbeidsrechten en vrijheid van vereniging op de
agenda van het netwerk te plaatsen. Onze partner in Zimbabwe ZCTU speelde
hierbij een actieve rol, waardoor het begrip ‘Waardig Werk’ingang vond binnen
het netwerk.
Er vonden twee vergaderingen plaats tussen FOS en de coördinator van ZEN
waarbij het belang van ‘waardig werk’ binnen ZEN werd benadrukt. FOS nam
eveneens deel aan een conferentie in Den Haag: “Charting a new future for
Europe-Zimbabwe relations”. Ook besliste FOS om haar band met het netwerk
ZEN te versterken en ging daarop in op het aanbod om lid te worden van de
Raad van Bestuur.
In de FOS - nieuwsbrief verscheen een artikel over de verkiezingen in Zimbabwe. Er werd ook bericht over de uitslag van die verkiezingen om meer
aandacht te vragen voor de politieke en maatschappelijke context van het land.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 133
FOS in Vlaanderen
CIFCA - HET KOPENHAGEN-INITIATIEF VOOR CENTRAAL AMERIKA EN MEXICO
DOEL VAN HET
NETWERK
CIFCA ontstond in 1991 om het EU-beleid t.a.v. Centraal-Amerika op te volgen
en te beïnvloeden. De algemene doelstelling van CIFCA is om het Europese
beleid met betrekking tot Centraal-Amerika en Mexico op die manier te beïnvloeden en om te vormen, zodat de mensenrechten gerespecteerd, beschermd
en gewaarborgd worden, door politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking,
handel en investeringen te bevorderen.
Het “Copenhague Initiative for Central America” – CIFCA - groepeert Europese ngo’s die in Centraal-Amerika actief zijn en focust zich op Europese politiek
t.a.v. deze regio.
ACTIVITEITEN VAN
SAMENWERKING IN 2013
De deelwerking waarbij FOS zich inschakelde, betreft de onderhandelingen
van de Europese Unie over een nieuw handelsakkoord met Centraal-Amerika,
met focus op Honduras.
Ter ondersteuning van de eis tot niet ratificatie van het Associatieakkoord
tussen Europa en de regio, publiceerde twee artikels over de kritieke mensenrechtensituatie in Honduras. FOS onderschreef tevens drie communiqués van
dit netwerk.
SOLIDARITEITSACTIES
Als je politieke eisen stelt aan je overheid, moet je
die soms kracht bijzetten door een actie.
ìGedurende heel het jaar heeft FOS OIDHACO ondersteund in zijn politiek werk tegen het vrijhandelsakkoord met Colombia. Naar aanleiding van de aanwezigheid van een delegatie van FENSUAGRO, organiseerde
FOS samen met ISVI, naast het reeds eerder vermelde
parlementaire bezoek, ook een aantal solidariteitsacties binnen het ABVV. De delegatie had ook een opgemerkte aanwezigheid op de 1 mei-manifestatie.
ìDe Coalitie Waardig Werk klaagde de onmenselijke
arbeidsomstandigheden in Qatar aan door op maandag 7 oktober - Werelddag voor Waardig Werk - een
symbolische voetbalwedstrijd te spelen voor het Koning Boudewijnstadion. Zo stelt de coalitie zich vragen
bij de keuze van Qatar als land waar de wereldbeker
gespeeld zal worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 134
ìNaar aanleiding van de vervolging van de vakbondsleider Huber Ballesteros in Colombia lanceerde FOS een
oproep tot ondertekening van een internationale petitie. Meer dan 13.000 personen uit 20 landen ondertekenden de petitie, om de vrijlating van Huber te eisen.
De petitie werd in België ondersteund door FOS, de
Algemene Centrale-ABVV, en de platformen OIDHACO
en Stop the Killings. Een tweede petitie werd door FOS
gelanceerd toen berichten over de repressie tegen nog
andere vakbondsleiders toekwamen. FOS stuurde vanuit Brussel een protestbrief naar de president van Colombia. Dezelfde tekst werd ook als petitie verspreid
naar de achterban en via OIDHACO.
ìOp 10 december 2013 mobiliseerde FOS voor de publieksactie Stop the Killings tegen de criminalisering
van mensenrechtenverdedigers in Colombia, Guatemala en de Filipijnen. De Colombiaanse regering werd
op de ‘Human Rights Awards’ uitgeroepen tot de ‘Human Rights Violater’ van het jaar.
{
MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
ORGANISATIEPROFIEL
BESTUUR, VERPLICHTING
EN BETROKKENHEID
Tijdens de verslagperiode waren er geen significante
veranderingen in de organisatie qua omvang, structuur
of eigendom. Er is wel een aanpassing van het organigram goedgekeurd (p. 142), maar die werd in 2013 nog
niet uitgevoerd.
Bestuursstructuur
FOS ontving geen onderscheidingen tijdens de verslagperiode.
VERSLAG PARAMETERS
Dit verslag bekijkt de periode 01.01.13 – 31.12.13
Het vorige verslag werd gepubliceerd naar aanleiding
van de algemene vergadering van 20.06.2012
FOS brengt elk jaar een verslag uit naar aanleiding van
zijn algemene vergadering in de periode mei-juni
Contactpunt voor dit verslag:
[email protected]
tel: +32 (0)2 552 03 00
Proces voor het bepalen van de inhoud van dit verslag:
De inhoud van het verslag werd vastgelegd op de
diensthoofdencel. Daarna werd het besproken in de
overlegvergaderingen van de verschillende diensten.
Hierbij werd rekening gehouden met de wensen van de
leden van de algemene vergadering en met de wensen
van donoren en medefinanciers.
Afbakening van de reikwijdte van het verslag:
• Het activiteitenverslag behandelt de wereldwijde
werking van FOS.
• Het financiële gedeelte behandelt de wereldwijde
werking van FOS.
• Het maatschappelijk verslag behandelt de wereldwijde werking van FOS.
FOS is een vzw, met als hoogste orgaan de algemene
vergadering. De algemene vergadering (AV) kiest zijn
eigen leden en stelt de leden van de raad van bestuur
aan (RVB). De AV beoordeelt de algemene werkingsplannen en verslagen, de begroting en de jaarrekeningen en geeft kwijting aan de bestuurders en de revisor.
De AV komt gemiddeld twee keer per jaar samen. De
RVB vijf tot zes keer.
De RVB zet de algemene werkingsplannen (inhoudelijke en financiële) om in concrete krijtlijnen, die dan door
de algemeen secretaris, samen met diensthoofden en
de personeelsploeg uitgevoerd worden. De RVB zorgt
ook voor de tussentijdse inhoudelijke en financiële controle van de werking.
De RVB kiest de voorzitter, de ondervoorzitters en de
algemeen secretaris. De voorzitter zit zowel de AV als
de RVB voor.
Heeft de voorzitter een leidinggevende rol in de dagelijkse werking?
Neen. De voorzitter van FOS is een onafhankelijke,
onbezoldigde vrijwilliger, die als individu geen taak
opneemt binnen de operationele werking van de organisatie. De dagelijkse leiding is in handen van de algemeen secretaris.
De voorzitter maakt, samen met de ondervoorzitters
en de algemeen secretaris, deel uit van het dagelijks
bestuur (DB). Het DB overlegt op onregelmatige tijdstippen over individuele personeelszaken, over relaties
met de socialistische achterban, relaties met donoren
en medefinanciers, de structuur van de organisatie.
Het DB ondersteunt de algemeen secretaris in de dagelijkse werking.
Basis die de vergelijkbaarheid beïnvloedt:
FOS-jaarverslag 2012
FOS
jaarverslag 2013 • p. 135
Maatschappelijk verslag
Aantal onafhankelijken/niet-leidinggevenden
van het hoogste bestuursorgaan
Er zetelen 41 leden in de AV, waaronder 3 personeelsleden (algemeen secretaris en 2 medewerkers).
In de RVB zetelen 13 leden, waaronder de algemeen
secretaris.
Aanbevelingsmogelijkheden/medezeggenschap
De medewerkers van FOS hebben medezeggenschap via:
• De overlegorganen per dienst (of per kantoor in
het Zuiden)
• De maandelijkse ploegvergadering voor de
medewerkers in Brussel
• De algemene en regionale beraden
• De thematische overlegmomenten
• De vertegenwoordiging in de algemene
vergadering
FOS-medewerkers bereiden de beleidskeuzes van de
RVB voor via documenten en mondelinge toelichtingen.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 136
Overzicht relevante belanghebbenden
Naast onze partners in het Noorden (de organisaties
van de socialistische beweging), onze partners in het
Zuiden (de organisaties die door FOS financieel en/of
inhoudelijk ondersteund worden), de personeelsleden,
de vrijwilligers en de donoren/medefinanciers vind je
onze belanghebbenden terug in onze bestuursorganen.
Basis voor inventarisatie en selectie
van de belanghebbenden
Onze partners in het Noorden: die organisaties die
het initiatief namen voor de oprichting van FOS of zijn
voorgangers. Later werd de partnerkeuze verfijnd (de
socialistische beweging bestaat uit heel veel deelorganisaties).
Onze partners in het Zuiden: aan de hand van de partnercriteria (document goedgekeurd door de RVB).
Selectie donoren en medefinanciers: aan de hand van
aanbod, in functie van de algemene programmalijnen.
Maatschappelijk verslag
Deze indicatoren zijn enkel van toepassing op
het hoofdkantoor van FOS in Brussel
PRESTATIE-INDICATOREN EN SOCIALE INDICATOREN
GRI CODE
LA1
BESCHRIJVING
EENHEID
2013
2012
personeelsbestand
gemiddeld aantal werknemers in het lopende jaar
voltijds
aantal
13
12
deeltijds
aantal
0
0
TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE
aantal
13
12
voltijds
aantal
13
12
DEELTIJDS
aantal
0
0
TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE
aantal
13
13
personen in dienst per 31/12
LA2
PERSONEELSVERLOOP
INGETREDEN WERKNEMERS
AANTAL
5
4
UITGETREDEN WERKNEMERS
AANTAL
4
4,5
LA7
WERKVERLET
LA10
OPLEIDING
VERLET-ZIEKTEDAGEN-ZIEKTEVERZUIM
LA13
DAGEN/JAAR
ONTVANGEN TRAINING PER JAAR
UREN/JAAR
TAALCURSUSSN
UREN/JAAR
INFORMATICA (TOEPASSINGEN)
UREN/JAAR
ARBEIDSWETGEVING
UREN/JAAR
VZW-WETGEVING
UREN/JAAR
ALGEMEEN
UREN/JAAR
60
60
TOTAAL TRAINING
UREN/JAAR
60
60
SAMENSTELLING NAAR GESLACHT EN BEROEPSCATEGORIE
PERSONEELSBESTAND MAN-VROUW PER 31/12
voltijds MAN
AANTAL
4
4
DEELTIJDS MAN
AANTAL
0
0
voltijds VROUW
AANTAL
9
8
DEELtijds VROUW
AANTAL
0
0
TOTAAL UITGEDRUKT IN VTE
AANTAL
13
12
DIRECTIEPERSONEEL
AANTAL
1
1
BEDIENDEN
AANTAL
12
11
ARBEIDERS
AANTAL
0
0
MAN
AANTAL
11
10
VROUW
AANTAL
3
3
14
13
PER BEROEPSCATEGORIE
RAAD VAN BESTUUR
TOTAAL
FOS
jaarverslag 2013 • p. 137
Visie en strategie
1.1
Verklaring van
duurzaamheid
Organisatieprofiel
blz
Bestuur, verplichting en betrokkenheid
blz
8
4.1
Bestuursstructuur
112
blz
4.2
Heeft voorzitter een
leidinggevende rol
113
2
4.3
Aantal onafhankelijken/
niet leidinggevenden
113
4.4
Aanbevelingsmogelijkheden/
medezeggenschap
113
110
2.1
Naam organisatie
2.2
Producten/diensten
4-9
2.3
Organisatiestructuur
112-119
2.4
Locatie hoofdkantoor
123
4.13
Lidmaatschappen/
belangenorganisaties
2.5
Landen actief
11-13
4.14
Overzicht relevante
belanghebbenden
2.6
Juridische structuur
2.7
Afzetmarkten
2.8
Omvang/kerncijfers
2.9
Significante veranderingen
2.10
Onderscheidingen
117-118
119-120
-
Verslagparameters
115-119
4-9
blz
Prestatie-indicatoren
blz
Economie
blz
3.1
Verslagperiode
1
3.2
Datum recente verslag
3.3
Verslagcyclus
3.4
Contactpunt
121
3.5
Proces voor bepalen inhoud
112
3.6
Afbakening verslag
1
3.7
Specifieke beperkingen
-
LA1
Personeelsbestand
114
3.8
Basis die
vergelijkbaarheid beïnvloedt
-
LA2
Personeelsverloop
114
3.9
Berekeningsgrondslagen
-
LA7
Werkverlet
114
3.10
Gevolgen van de
eventuele herformulering
-
LA10
Opleiding
114
3.11
Significante veranderingen
4-9
LA13
Samenstelling naar geslacht
en beroepscategorie
114
3.12
GRI-overzichtstabel
114
123
EC1
Directe economische waarden/
omzet
115-119
EC4
Significante steun van de overheid
115-119
Sociaal
Contactpunt voor vragen over dit verslag
[email protected] - tel +32 (0)2 552 03 01
FOS
jaarverslag 2013 • p. 138
blz
{
FINANCIEEL VERSLAG
Activa
Vaste activa
519.190
Vlottende activa
1.703.823
Totaal van de activa
2.223.013
Passiva
Eigen vermogen
1.052.826
Schulden en
voorzieningen
1.170.187
Totaal van
de passiva
2.223.013
Kosten 2013
Opbrengsten 2013
Huisvestingskosten
53.174
Diversen
21.008
Computermaterialen
21.480
O&H burelen
7.938
Gemeenschappelijke
Actie
94.686
Werkingskosten
75.757
Giften
87.650
Personeelskosten
702.307
Subsidies
Afschrijvingen
waardeverminderingen
26.124
Andere
bedrijfsopbrengsten
1.445
Belastingen
1.132
Financiële kosten
18.139
Financiële opbrengsten
5.882
Subsidies fos werking
Noord & Zuid
4.563.100
Totaal
5.469.152
Saldo van het boekjaar
-60
Totaal
5.258.421
5.469.092
fos sluit het boekjaar 2013 ongeveer break-even af
(-60 euro)
De rekeningen van FOS boekjaar 2013 werden nagezien door Ernst&Young. de jaarrekening en het revisoraal verslag werden neergelegd op de algemene vergadering van 19 juni 2014 en kunnen geraadpleegd worden op de website van FOS. www.fos-socsol.be.
De jaarrekening werd ook neergelegd bij de Nationale Bank van België, waar alle cijfers vrijblijvend kunnen opgevraagd worden.
FOS
jaarverslag 2013 • p. 139
Financieel verslag
UITGAVEN
GRAFIEK UITGAVEN
FOS heeft een gemiddeld jaarinkomen van
5,5 miljoen euro.
Gemiddeld 82,43% van de middelen gaan
naar het Zuiden. Hiermee steunen we partnerorganisaties op basis van gemaakte afspraken en plannen.
Algemeen beheer 12,86%
Fondsenwerving 0,01%
Noorden 4,70%
We besteden 4,7% van de middelen aan
noordwerking.
Zo’n 0,01% besteden we aan fondsenwerving.
Gemiddeld 12,86% van onze middelen worden gespendeerd aan algemeen beheer.
UITGAVEN per regio
GRAFIEK CONTINENTEN
Voor elke 100 euro die naar het Zuiden
gaat, gaat:
naar Afrika
naar Midden-Oosten
naar Centraal-Amerika & Cuba
naar Zuid-Amerika
Totaal
Zuiden 82,43%
Zuid-Amerika 29,00%
34,00 euro
4,00 euro
34,00 euro
29,00 euro
100 euro
Centr. Amerika & Cuba 34,00%
FOS
jaarverslag 2013 • p. 140
Afrika 34,00%
Midden-Oosten 4,00%
Financieel verslag
WIE STEUNT FOS
Om toegang te krijgen tot subsidies (EU, DGD) voor
projecten in Noord en Zuid, moet FOS zelf instaan voor
een deel van de middelen. FOS kon in 2013 rekenen op
de steun van:
PARTICULIEREN
PROVINCIEBESTUUR VAN
Antwerpen / Limburg / Vlaams-Brabant / Oost-Vlaanderen / West-Vlaanderen
SOCIALISTISCHE BEWEGING
NVSM / sp.a / Algemene Centrale / Algemene Centrale Antwerpen-Waasland / ACOD Ministeries / ACOD
Openbare Diensten / Werkerswelzijn Brugge / BondMoyson West-Vlaanderen / Bond-Moyson Oost-Vlaanderen / de Voorzorg Limburg / De Voorzorg Antwerpen
VOOR DE FINANCIERING VAN DE PROJECTEN EN
PARTNERWERKING IN NOORD EN ZUID KON FOS
REKENEN OP STEUN VAN
Federale Overheid, Directie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking - DGD / Vlaamse Overheid
STADS- EN GEMEENTEBESTUREN VAN
Mechelen / Meise / Schoten / Herk-De-Stad / Kapellen / Destelbergen / Beersel
HERKOMST VAN DE FINANCIERING
DIVERSE ORGANISATIES EN BEDRIJVEN
11.11.11 / Stichting Antoon Spinoy / P&V / Multipharma / Deme / Voedingssector Sociaal Fonds / Petroleumsector Sociaal Fonds / Chemiesector Sociaal
Fonds / Entraide & Fraternité / FNV / Nationale loterij
DGD90,30%
Belgisch Overlevingsfonds
2,30%
Vlaamse Gemeenschap 2,40%
andere5,00%
Totaal100%
GRAFIEK HERKOMST VAN DE FINANCIERING
Andere 5%
Vlaamse gemeenschap 2,40%
Belgisch Overlevingsfonds 2,30%
DGD 90,30%
FOS
jaarverslag 2013 • p. 141
{
ORGANOGRAM
Algemene vergadering
Raad van Bestuur
Adviesraden
Dagelijks bestuur
Algemeen Secretaris
Dienst Interne Zaken
Dienst Beweging en beleid
Dienst Zuidcoördinatie
Diensthoofd
Diensthoofd
Diensthoofd
Medewerkers
Begeleidingskantoor
Andes
(sp Ecuador)
Medewerkers beleid
Medewerkers beweging
Begeleidingskantoor
Cuba
(sp Cuba)
Programmaverantwoordelijke Andes
(sp Ecuador)
Begeleidingskantoor
Zuidelijk Afrika
(sp Zuid-Afrika)
Programmaverantwoordelijke Cuba
(sp Cuba)
Programmabegeleider Ecuador en
Colombia
(sp Ecuador)
Medewerkers
Begeleidingskantoor
Centraal-Amerika
(sp Nicaragua)
Programmaverantwoordelijke Zuidelijk
Afrika
(sp Zuid-Afrika)
Programmaverantwoordelijke
Centraal-Amerika
(sp Nicaragua)
Programmabegeleider Zuidelijk
Afrika
(sp Zuid-Afrika)
Programmabegeleider
Centraal-Amerika
(sp Nicaragua)
Programmamedewerker Ecuador
(sp Ecuador)
Programmabegeleider Peru
(sp Peru)
Programmamedewerker Zuidelijk
Afrika
(sp Zuid-Afrika)
Programmamedewerker
Nicaragua
(sp Nicaragua)
Medewerker
Interne zaken
(sp Ecuador)
Medewerker
Interne zaken Peru
(sp Peru)
Medewerker
Interne zaken
(sp Zuid-Afrika)
Medewerker
Interne zaken
Centraal-Amerika
(sp Nicaragua)
Programmamedewerker Bolivia
(sp Ecuador)
Medewerker Interne
zaken Bolivia
(sp Bolivia)
Programmamedewerkers
El Salvador
(sp El Salvador)
Programmamedewerker
Honduras
(sp Honduras)
FOS
jaarverslag 2013 • p. 142
COLOFON
Uitgever
Vzw FOS - Socialistische Solidariteit
Annuschka Vandewalle
Grasmarkt 105 bus 46
1000 Brussel
tel (+32) (0)2 552 03 00
Fax (+32) (0)2 552 02 96
[email protected]
www.fos-socsol.be
Teksten en redactie
Medewerkers FOS Brussel en
FOS kantoren in het Zuiden
Eindredactie
Liesbet Vangeel
Gender in taal
Termen zoals ‘werknemer’, ‘werkgever’ en
de beroepsnamen die in deze tekst gebruikt zijn
voor groepen van mensen, slaan telkens op
zowel mannen als vrouwen.
Verder hebben we zoveel mogelijk taalgebruik
gehanteerd dat zowel mannen als vrouwen insluit.
Vormgeving
Grafische dienst sp.a
Druk
Copy-Cad
Datum van uitgifte
Juli 2014