A: Daas ID Wall technische omschrijving

Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Daas ID Wall
Systeem leverancier :
Onderbouwing:
Daas ID Wall
Daas ID Wall
Terborgseweg 30
7045 AL Azewijn
Tel : 0314651644
E-mail: [email protected]
Internet: www.daasbaksteen.nl
Grondslag - AVIS TECHNIQUE 7/12-1533
Page 2
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
INDEX
DOSSIER
Pagina 3 tot 7
1. Beknopte definitie
1.1. Beknopte omschrijving
1.2. Identificatie
03
03
03
2. Advies
03
2.1.1.
2.1.2.
2.1.3.
2.1.4.
2.3
Geschiktheid voor het gebruik
Duurzaamheid en onderhoud
Fabricage en controle
Plaatsing
Technische voorschriften
2.1.5. Ontwerp
2.1.6. Voorwaarden voor gebruik en plaatsing
SYSTEEM COMPONENTEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
07
07
08
Pagina 9 / 10
Isolatiepaneel met gewapende cementlaag
Mortellijm
Bevestiging schroefankers
Mortellijm
Lijm voor de steenstrips
Steenstrips
Voegmiddel
Accessoires
TECHNISCH DOSSIER
09
09
09
09
10
10
10
10
Pagina 11 / 18
1. Componenten
2. Verwerking
3. Reiniging en herstellen
11
13
17
TABELLEN EN FIGUREN
Daas ID Wall
03
06
07
07
Pagina 19 / 33
Page 3
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
1. Beknopte beschrijving
1.1. beschrijving
Halfafgewerkt thermisch buitengevel isolatiesysteem bestaande uit grijze panelen van
geëxpandeerd polystyreen met geïntegreerd glasvezel wapeningsnet (in de fabriek
bevestigd in een dunne mortellaag op basis van hydraulisch bindmiddel), mechanisch
bevestigd met schroefbare bevestigingssystemen op het draagvlak (muur).
Deze panelen worden ter plaatse afgewerkt met steenstrips die op de panelen gelijmd
worden.
1.2. Identificatie
De handelsmerken en de productreferenties die deel uitmaken van het systeem staan op de
verpakkingen vermeld.
2. ADVIES
2.1. Toepassing.
Plaatsing op vlakke verticale wanden in metselwerk of in beton die voldoet aan de
Technische voorschriften betreffende het gebruik en de plaatsing van thermische
buitengevel isolatiesystemen met dunne mortellaag op geëxpandeerd polystyreen
T(ETICS - ETAG 004 versie 8/2011 sub. 7)
De hoogte van het systeem is beperkt tot BG+2 met een maximum van 9 m (uitgezonderd
top gevelpunten).
Het systeem mag niet worden gebruikt in berggebieden, en niet boven een hoogte van
1300 m.
Er dient vooraf gecontroleerd te worden of de aard van het systeem geschikt is voor het
bedoeld gebruik wat betreft de geldende brandveiligheidsvoorschriften voor de betrokken
gebouwen.
2.21 Geschiktheid.
Stabiliteit
Het systeem draagt niet bij tot de stabiliteit van het geheel van de constructie, noch tot de
veilige stootweerstand wat betreft het risico op valgevaar door de gevel, daar deze worden
verzekerd door het draagvlak (muur).
Het systeem wordt op het draagvlak vastgezet door middel van mechanische
bevestigingssystemen, de bindkracht van het isolatiemateriaal en de hechting van de
mortel.
Daas ID Wall
Page 4
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Weerstand tegen de werking van de wind
De weerstanden tegen de werking van de wind zijn aangeduid in Tabel 1 van het
Technisch Dossier; de gedeeltelijke veiligheidscoëfficiënt op de weerstand
isolatiemateriaal/bevestigingssysteem bedraagt 2,3. De waarden vermeld in de Tabel 1
zijn van toepassing op voorwaarde dat de karakteristieke weerstand van het
bevestigingssysteem in het betrokken draagvlak groter is dan of gelijk aan 600 N
(bevestigingssysteem van klasse 1 tot 5), of groter dan of gelijk aan 500 N als de dikte van
het isolatiemateriaal kleiner is dan 100 mm (bevestigingssysteem van klasse 1 tot 6). Zo
niet wordt de rekenwaarde van de weerstand beschouwd als zijnde gelijk aan de
weerstand geleverd door de bevestigingssystemen in het draagvlak.
De waarden van Tabel 1 zijn niet van toepassing voor diktes van isolatiematerialen
kleiner dan 60 mm.
De waarden van Tabel 1 zijn enkel van toepassing in het geval van montage bovenop de
cementlaag. (Het is niet toegelaten de bevestigingspennen verzonken te monteren.
Brandveiligheid
De brandclassificatie van het systeem overeenkomstig de norm EN 13501-1 is
Euroklasse B-s1, d0.
De energie waarde van het isolatiemateriaal (in MJ/m² per mm dikte van het
isolatiemateriaal): 0,75
De brandbare massa van de steenstrips is verwaarloosbaar.
Dichtheid
 Het systeem op zich brengt geen luchtdichtheid met zich, deze dient te worden
verzekerd door de draagwand.
 De waterdichtheid wordt op voldoende wijze verzekerd door het geheel van het
systeem en de draagwand. De details dienen uiterst nauwkeurig behandeld te
worden om waterinfiltratie te voorkomen.
Thermische isolatie
Het systeem komt in aanmerking om te voldoen aan de minimumvereisten van de
geldende thermische reglementeringen. Er dient per geval een berekening te worden
uitgevoerd.
Daas ID Wall
Page 5
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Elementen van de thermische berekening
De thermische weerstand geleverd door het systeem aan de draagwand wordt berekend
op basis van de thermische weerstand van het isolatiemateriaal en de thermische
weerstand van de bekleding (bepleisterd wapeningsnet + lijm + steenstrips + voegen):
RETICS = Ri+Rbekleding
RETICS: thermische weerstand van het systeem (m².K/W)
Ri: thermische weerstand van het isolatiepaneel (m².K/W), waarde gecertificeerd door
KOMO
Rbekleding: thermisch weerstand van de bekleding, ongeveer gelijk aan 0,02 m².K/W
De warmte-/koudebruggen veroorzaakt door de mechanische bevestigingssystemen
hebben een invloed op de warmtedoorgangscoëfficiënt van de volledige wand en dienen
in rekening gebracht te worden aan de hand van de volgende vergelijking:
Uc= U+Xp.n
Uc: gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficiënt van de volledige wand, inclusief de
warmte-/koudebruggen (W/m².k)
U: warmtedoorgangscoëfficiënt van de volledige wand, exclusief warmte-/koudebruggen
(W/m².k)
n: aantal bevestigingssystemen per m²
Xp: punt warmtedoorgangscoëfficiënt van het bevestigingssysteem (W/K), gespecificeerd
in het ETA van het bevestigingssysteem.
De coëfficiënt wordt berekend aan de hand van de volgende vergelijking:
U=
1
Retics + draagvlak + Rse + Rsi
Rdraagvlak: thermische weerstand van het draagvlak (muur) (m².K/W)
Rse: thermische weerstand aan het oppervlak aan de buitenkant (m².K/W)
Rsi: thermische weerstand aan het oppervlak aan de binnenkant (m².K/W)
Daas ID Wall
Page 6
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Voorkoming van ongevallen, beheersing van ongevallen en van risico’s bij de
plaatsing en het onderhoud.
De mortels gebruikt voor het systeem hebben allemaal hun individuele Safety Data Sheets
(SDS) die beschikbaar zijn bij de houder en die betrekking hebben op de eventuele
aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en op de risicogebieden en de daarbij horende
veiligheidsvoorschriften. Het doel van de SDS is de gebruiker van deze componenten te
informeren over de eventuele gevaren verbonden met het gebruik ervan en de
preventieve maatregelen die moeten worden genomen om deze te vermijden, meer
bepaald het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Overige technische informatie
 Het gedrag van het systeem t.o.v. statische belasting tijdens het gebruik (bijv. het
plaatsen van een ladder) is voldoende.
 De schokbestendigheid wat betreft het behoud van de prestaties van het systeem leidt
tot de gebruikscategorie I (zone gemakkelijk toegankelijk voor het publiek op
straatniveau en kwetsbaar voor schokken veroorzaakt door harde voorwerpen, maar
niet onderhevig aan abnormaal streng gebruik).
2.22 Duurzaamheid en onderhoud
De duurzaamheid van het draagvlak (muur) wordt verbeterd door de plaatsing van het
systeem dankzij de bescherming die het biedt tegen invloeden van buitenaf.
De duurzaamheid van de componenten en hun compatibiliteit, de bevestigingsprincipes,
de hechtingskracht van de mortels, de weerstand tegen slechte weersomstandigheden van
de steenstrips, de aard van het isolatiemateriaal en zijn geringe gevoeligheid voor
aantasting laten toe te vermoeden dat de duurzaamheid van het systeem meer dan twintig
jaar bedraagt, op voorwaarde dat het goed wordt onderhouden.
De vervuiling verbonden aan blootstelling aan de stedelijke of industriële omgeving, alsook
de ontwikkeling van micro-organismen kunnen het noodzakelijk maken een onderhoud
uit te voeren binnen de 10 jaar om het uitzicht van het systeem te behouden.
De geschiktheid voor gebruik en de duurzaamheid van de onderhoud en
herstellingsmethodes worden hier niet behandeld.
2.23 Fabricage en controle
De fabricage van de componenten zijn onderworpen aan systematische interne controles
waarvan de resultaten worden opgetekend in registers die in de fabrieken worden
bijgehouden.
Daas ID Wall
Page 7
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2.24 Plaatsing.
Voordat dit systeem geplaatst wordt, dient voorafgaand het draagvlak geïnspecteerd en
voorbereid te worden, overeenkomstig de Technische voorschriften betreffende het
gebruik en de plaatsing van thermische buitengevel isolatiesystemen met dunne
mortellaag op geëxpandeerd polystyreen (ETICS - ETAG 004)
De uitvoering dient nauwkeurig en met zorg te gebeuren, een juiste samenstelling van de
te gebruiken details, de keuze van de bevestigingssystemen en hun aantal, de algemene
vlakheid van de isolatiepanelen, de hoeveelheid aangebrachte mortel en de regelmatigheid
van de dikte van deze laatste.
De steenstrips dienen beschut opgeslagen te worden tegen zonlicht en regen.
De verwerkingstijd dienen nauwlettend gehandhaafd te worden.
De wachttijd tussen het vastzetten van de isolatiepanelen en de plaatsing van de
bevestigingssystemen dient strikt gerespecteerd te worden, zoals aangeduid in het
Technische merkblad.
2.3. Technische Voorschriften.
2.31 Ontwerp
De keuze en het aantal gebruikte bevestigingssystemen dienen te worden bepaald in
functie van de werking van de lage drukwind en de karakteristieke weerstand van het
bevestigingssysteem in het betreffende draagvlak.
De rekenwaarde van de weerstand tegen de werking van de lage drukwind dient groter te
zijn dan of gelijk aan:

De karakteristieke belasting van de lage druk ten gevolge van de wind (berekend
volgens Eurocode 1) vermenigvuldigd met een coëfficiënt van 1,5.

Nieuwe draagvlakken bedoeld in het ETA van het bevestigingssysteem of
bestaande draagvlakken van gebruikscategorie A (beton van conventionele
granulaten): de rekenwaarde van de weerstand wordt berekend op basis van de
karakteristieke weerstand in het betreffende draagvlak (aangeduid in het ETA van
het bevestigingssysteem) gedeeld door een coëfficiënt gelijk aan 2,0.

Nieuwe of bestaande draagvlakken waarvan de karakteristieke weerstand van het
bevestigingssysteem niet is gekend: de rekenwaarde van de weerstand wordt
bepaald door een voorafgaande kennisname ter plaatste.
Daas ID Wall
Page 8
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2.32 Voorwaarden voor gebruik en plaatsing:
 Enkel de componenten beschreven in §1 van het Technische Dossier kunnen
worden gebruikt.

Tijdens de opslag en de plaatsing dienen de isolatiepanelen van het systeem te
worden beschermd met regenkappen en/ of beschermingsnetten die niet meer
dan 30% van het zonlicht doorlaat.

De plaatsingsprincipes van het isolatiemateriaal, beschreven in de Technische
voorschriften betreffende het gebruik en de plaatsing van thermische buitengevel
isolatiesystemen met dunne mortellaag op geëxpandeerd polystyreen (ETICS ETAG 004) dienen te worden gerespecteerd.

De benodigde hoeveelheid poeder voor de aanmaak van het product PRB
FONDISOL F varieert naargelang het gebruik als bevestigingsproduct of als
dichtingproduct. De hoeveelheden vermeld in het Technische Dossier dienen te
worden gerespecteerd.

Het is niet toegestaan de bevestigingssystemen te plaatsen in naden (waar 2 of 3
panelen samenkomen).

De bevestigingspennen mogen niet verzonken gemonteerd worden.

De bevestigingspennen moeten minstens 25 mm in de muur zitten
(verankeringdiepte)
Lengte bevestigingspennen = dikte bevestigingscement (1cm) + dikte product (eps + cementlaag) +
verankeringdiepte.

Voor celbeton is de verankeringdiepte minstens 65 mm

Voordat de steenstrips worden geplaatst, dienen deze verplicht te worden afgestoft.

Dubbele verlijming (zowel aan de isolatie als aan de steenstrip) is absoluut
noodzakelijk.

De breedte van de voegen tussen de steenstrips dient te liggen tussen 8 en 12 mm.
Daas ID Wall
Page 9
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
SYSTEEM COMPONENTEN
1. Isolatiepaneel met gewapende cementlaag
1.1. Isolatie - Grafiet geladen geëxpandeerd polystyreenschuim
Type:
Isomotherm EPS 100 SE 20
Gemiddelde densiteit:
18 kg/m3
Afmetingen:
1000 x 500mm
Dikte:
50mm tot 240mm
Randafwerking:
Rondom tand en groef
0.032
D
Voor overige producteisen en eigenschappen zie KOMO productcertificaat K4358/06
Dikte (mm)
RD
(m2K/W)
Warmteweerstand RD (m2K/W) van het isolatiemateriaal
50
80
100 120 140 160 180 200 220
1,55
2,50
3,10
3,75
4,35
5,00
5,60
1.2. Wapeningsnet
Type:
Goedkeuring:
Technische datasheet
Gewicht
1.3. Bevestigingslaag
Cementmortel type:
Safety Data Sheet
6,25
6,85
240
7,50
Saint Gobain R 131 A101
ETA 13/0392
Ja
160 g/m2
PRB FONDIFLUID
Ja
Regulation (EC) no. 1907/2006
Gewicht:
6 – 8 kg /m2
2. Mortellijm om isolatiepaneel tegen ondergrond te bevestigen
Cementmortel type:
Safety Data Sheet
PRB FONDISOL F.
Ja
Gewicht / verbruik:
minstens 2,3 kg/m2
Regulation (EC) no. 1907/2006
3. Bevestigingspennen om isolatie mechanisch te bevestigen
Type:
Omschrijving:
Goedkeuring:
Technische datasheet
Ejotherm STR U 2G
Bevestigingspen met expansieschroef
ETA 04/0023
Ja
4. Mortellijm om naden en bevestigingspunten te dichten / bekleden
Cementmortel type:
PRB FONDISOL F.
Safety Data Sheet
Ja
Gewicht:
3-4 kg /m2
Regulation (EC) no. 1907/2006
Daas ID Wall
Page 10
Versie februari 2014
5.
DAAS ID WALL
Mortellijm om de steenstrips te verlijmen.
Cementmortel type:
Safety Data Sheet
Omnicol PL 85 ES
Ja
Gewicht / verbruik:
Minstens 4 kg/m2
Regulation (EC) no. 1907/2006
6. Steenstrips
Type:
Warmte absorptiecoëfficiënt
Daas Baksteen
Niet groter dan 0.7
7. Voegmiddel
Type:
Maximum elasticiteitsmodulus
Remix FX (UA)
8000
8. Accessoires
Aluminium start en eind profielen
Lengte:
2500 mm
Dikte:
1.2 mm
Notitie:
Beschikbaar voor alle standaard
isolatiediktes
(Maximale dikte is 253 mm, komt overeen met een
isolatielaag van 240 mm, Andere diktes zijn in stappen
van 10 mm)
De profielen hebben geen ondersteunende
functie
Daas ID Wall
Page 11
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
TECHNISCH DOSSIER
Beschrijving.
Halfafgewerkt thermisch isolatiesysteem bestemd om te worden aangebracht op
buitenmuren in metselwerk of beton.
Bestaande uit grijze panelen van geëxpandeerd polystyreen met geïntegreerd glasvezel
wapeningsnet die in de fabriek is bevestigd in een dunne mortellaag op basis van
hydraulisch bindmiddel.
Dit systeem dient mechanisch bevestigd te worden met schroefbare
bevestigingssystemen op het draagvlak (muur).
Deze panelen worden ter plaatse afgewerkt met steenstrips die op de panelen gelijmd
worden.
(cf. Figuur 1)
1. Componenten
Enkel de hieronder beschreven componenten mogen worden gebruikt. Ze mogen
niet worden vervangen door andere componenten.
1.1 Hoofdcomponenten.
1.1.1 Lijm/mortel - bevestiging isolatie en dichten van naden en bevestigingspunten.
PRB FONDISOL F: poeder op basis van hydraulische bindmiddelen, minerale deeltjes en
specifieke toeslagstoffen en vezels, te mengen met water.
Kenmerken: zie datasheet producent
Verpakking: papieren zakken van 25 kg
1.1.2 Isolatiepanelen
ISOMOTHERM isolatiepanelen met rondom tand en groef, in de fabriek bekleed met een
dunne gewapende cementlaag, waarbij het wapeningsnet 10 cm uitsteekt aan één van de
lange zijden en aan één van de korte zijden (cf. Figuur 2):
Afmetingen: 1000 x 500 mm, met een maximale dikte van 240 mm
De bescherming gedefinieerd in het systeem OMSCHRIJVING § 2.32 dient te worden
voorzien voor de plaatsing van de panelen.
Daas ID Wall
Page 12
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
1.1.3 Bevestigingssystemen schroefankers voor isolatiemateriaal.
Expanderend geheel bestaande uit een plastic kern met een rozet met diameter 60mm en
een expansieschroef. De schroefankers hebben een European Technical Approval ETA
volgens de ETAG 014.
De keuze van de schroefankers hangt af van de aard van het draagvlak en de dikte van het
isolatiemateriaal (cf. Tabel 2).
1.1.4 Product voor het verlijmen van de steenstrips.
Omnicol PL 85 ES: poeder op basis van hydraulische bindmiddelen, minerale deeltjes en
specifieke toeslagstoffen, te mengen met water.
Kenmerken: zie datasheet producent.
Verpakking: papieren zakken van 15 kg.
1.1.5 Steenstrips.
Buitenmuur steenstrips voor gebruik buitenshuis.
Fabrikant Daas Baksteen.
De absorptiecoëfficiënt van zonnestraling van de steenstrips is kleiner dan 0,7.
1.1.6 Voegproduct voor opvoegen steenstrips
Elasticiteitsmodulus van het gehard product (MPa): tussen 3500 en 7000.
1.2 Accessoires.
Metalen aansluitingsprofielen en, waaronder in het bijzonder:
Start-/ en eindprofielen RVS met een minimale dikte van 1,2 mm
Schroeven in roestvrij staal voor de profielen (geen gegalvaniseerd of vercadmiumd
schroefwerk in rechtstreeks contact met de metalen profielen).
Verstevigingprofielen in p.v.c. of in RVS:
Zonder wapening of met glasvezel wapening (retour 10 en 15 cm)
Afdichtingproducten.
Voorgecomprimeerde geïmpregneerde schuimband.
Polyurethaan expansieschuim.
Daas ID Wall
Page 13
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2. Verwerking
2.1 Algemene voorwaarden voor verwerking.
De aard, de inspectie en de voorbereiding van de draagvlakken, alsook de plaatsing van het
isolatiemateriaal worden uitgevoerd overeenkomstig de Technische voorschriften
betreffende het gebruik en de plaatsing van thermische buitengevel isolatiesystemen met
dunne mortellaag op geëxpandeerd polystyreen (ETICS - ETAG 004)
De verwerking dient plaats te vinden bij temperaturen tussen +5°C en +30°C.
Bij hoger temperaturen is de verwerkingstijd van de lijmproducten van de steenstrips
beperkt. Er dient rekening gehouden te worden met dit gegeven bij de toepassing van het
product.
Bij lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid, kunnen de lijmen, cement en
voegmiddelen verschillende dagen nodig hebben om te verharden. Deze producten mogen
enkel verwerkt worden als er geen risico is op vorst binnen 24 uur na installatie.
2.2 Specifieke voorwaarden voor verwerking.
2.2.1 Plaatsing van isolatiepanelen
Het bouwwerk dat moet worden bekleed en de geplaatste isolatiepanelen of nog te
plaatsen isolatiepanelen dienen te worden afgeschermd van de zon door middel van een
regenkap of beschermingsnet dat niet meer dan 30% van de zonne-energie doorlaat.
Enkel de schroefbare mechanische bevestigingssystemen worden gebruikt (geen
slagpennen).
De panelen worden tegen elkaar geplaatst, perfect aaneensluitend, horizontaal met de
veerkant naar boven, in opeenvolgende rijen met verspringende voeg stijl (halfsteens
verband). Aan de onderkant vormt het startprofiel de basis waarop verder wordt gewerkt.
De uitstekende delen van het wapeningsnet dienen zich onderaan en aan de linkerkant te
bevinden tijdens de plaatsing. Voor de eerste rij panelen, dient het vooruitstekende
wapeningsnet afgeknipt te worden voor de plaatsing op het startprofiel.
Er mogen geen uitstekende delen achter blijven.
De panelen worden voorlopig op het draagvlak bevestigd met het bevestigingsproduct
aangebracht op de achterkant van de panelen bij de plaatsing (zoals beschreven in § 2.2.2
hierna).
De panelen kunnen op de bouwplaats worden verzaagd met behulp van een zaag bij
voorkeur uitgerust met Wolfraamcarbide zaagblad, dit omwille van de hardheid van de
gewapende mortellaag.
2.2.2 Bevestigen van de isolatiepanelen met PRB FONISOL F
Voorbereiding: het poeder mengen met ongeveer 19% gewicht water (hetzij ongeveer
4,75 liter water per zak of per emmer van 25 kg), met behulp van een mixer op trage
snelheid, tot een homogene massa zonder klonters.
Rusttijd voor het aanbrengen: 3 tot 5 minuten.
Praktische gebruiksduur: 2 uur.
Daas ID Wall
Page 14
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Aanbrengmethodes: manueel, in dotten: z.g. rand dotverlijming.
Minstens 6 dotten per paneel 1000 x 500 mm verdeeld over het midden van het paneel;
Verbruik: minstens 2,3 kg/m² product in poedervorm.
Droogtijd tot nieuwe bewerkingen: 24 tot 48 uren volgens de weersomstandigheden.
2.2.3 Mechanische bevestiging van de panelen:
De panelen worden aan het draagvlak bevestigd met behulp van bevestigingssystemen
(schroefankers) beschreven in Tabel 2.
Aantal schroefankers:
De weerstand tegen de wind in functie van het aantal schroefankers wordt weergegeven
in Tabel 1. Het minimum aantal schroefankers wordt bepaald volgens de belasting van
lage druk tengevolge van de wind in functie van de blootstelling en de karakteristieke
weerstand van de schroef in het betreffende draagvlak. In alle gevallen dienen de volgende
minimumaantallen te worden geplaatst:
5 Schroefankers per paneel 1000 x 500 mm (hetzij 10 pennen per m²) verdeeld over het
midden van het paneel,
Het aantal schroeven moet vermeerderd worden op de kwetsbare details en in de rand
gebieden, zonder daarbij het maximum aantal pennen, aangeduid in Tabel 1 te
overschrijden.
Plaatsing van de schroefankers(vlakmontage):
Isolatiepaneel en draagvlak doorboren op de verarmde gedeeltes, daarbij opletten dat het
rozet van de bevestigingsschroeven volledig binnen de verarmde gedeeltes valt,
vervolgens de schroeven manueel induwen tot aan het vlakke deel van het paneel. (zie
foto 1)
De expansieschroef volledig inschroeven.
De rozet van de schroef dient het oppervlak van het paneel te raken.
Het is niet toegelaten de schroefankers verzonken te monteren.
De schroeven worden verdeeld over het paneel: cf. Figuren 3.
De schroeven mogen niet op minder dan 150 mm van de randen van de panelen geplaatst
worden.
Het is niet toegestaan de schroeven te plaatsen in de naden (waar twee of drie panelen
samenkomen).
2.2.4 Bijzondere bepalingen
In geval van open naden tussen panelen (breedte kleiner dan of gelijk aan 10 mm) dienen
deze opgevuld te worden met behulp van stroken van geëxpandeerd polystyreen of
polyurethaan schuim. In het laatste geval dient een droog- en hardingstijd van minstens 1
uur gerespecteerd te worden.
Daas ID Wall
Page 15
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2.2.5 Bekleding (dichten) van de naden:
De naden tussen de panelen en de bevestigingspunten worden bekleed met PRB
FOBNDISOL F
(cf. Figuur 4):
Voorbereiding: het poeder mengen met ongeveer 24% gewicht water (hetzij ongeveer
5,5 liter water per zak van 25 kg), met behulp van een mixer op trage snelheid, tot een
homogene massa zonder klonters wordt verkregen.
Rusttijd voor het aanbrengen: 5 minuten.
Praktische gebruiksduur: 2 uur.
Verbruik: minstens 1,5 kg/m² product in poedervorm.
Droogtijd voor nieuwe interventie: 24 tot 48 uren volgens de weersomstandigheden.
2.2.6 Verlijmen van steenstrips:
De steenstrips worden verlijmd met Omnicol PL 85 ES
Verwerking gebeurt volgens voorschriften van de fabrikant.
Steenstrips dienen stofvrij te zijn.
Aanbrengmethode: dubbele verlijming.
De lijm wordt op de isolatiepanelen op kleine oppervlaktes (tussen 1 en 2 m²) met behulp
van een troffel of een rvs spaan aangebracht, en daarna verdeeld met een getande
lijmkam.
De rugkant van de steenstrips wordt ook met behulp van een gladde spaan of troffel met
lijm bestreken, zodat er een laag gevormd wordt van 1 à 2 mm.
De steenstrips worden met verspringende voeg (startend vanaf een hoek onderaan) op de
ondergrond van de verse lijm geplaatst. Ze worden hard aangedrukt en met een rubberen
hamer lichtjes aangeklopt om een luchtvrij lijmvlak te verkrijgen.
De breedte van de voegen tussen de steenstrips moet minstens 8 mm zijn en mag niet
meer dan 12 mm zijn. Voor de verticale voegen wordt aangeraden om wiggen te
gebruiken; voor de horizontale voegen, wordt aangeraden een metsel draad te gebruiken.
De voegen tussen de steenstrips moeten een regelmatige diepte hebben zonder al te veel
terugvloeiing van lijm.
Om de 7 rijen dient de vlakheid en horizontale stand te worden gecontroleerd.
Het steensverband en het motief worden vrij gelaten, op voorwaarde dat de verticale
voegen minstens 50 mm verspringen en dat er horizontale voegen zijn. Gebruik een
materiaalschijf of diamantschijf om de steenstrips te versnijden.
Verbruik: minstens 3 kg/m² product in poedervorm.
Steenstrips: tussen 56 en 68 stuks/m², volgens de afmetingen van de steenstrips en de
breedte van de voeg.
Droogtijd tot nieuwe bewerkingen: minimaal 8 uur.
Daas ID Wall
Page 16
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2.2.7 Voegen van steenstrips
De voegen tussen de steenstrips dienen te worden gevuld met een geschikte voegmortel,
type Remix FX (UA)
Voor steenstrips met een heel uitgesproken kleur wordt aanbevolen het voegmortel te
kiezen dat de kleinste elasticiteitsmodulus heeft.
Bij partijen van verschillende productiedatum dienen deze in verhouding vermengd te
worden zodat eventuele kleurverschillen na uitdroging vermeden worden.
De steenstrips dienen te worden gevoegd volgens de regels met gebruik van een geschikt
voegmortel met een elasticiteitsmodulus kleiner dan 8000.
De instructies van de voegmortel fabrikant dienen te worden gevolgd.
Toepassing:
Er zijn 3 mogelijke toepassingsmethodes:
Troffel: de mortel aanbrengen in de voegen met behulp van een pleistertroffel door sterk
te drukken om de volledige breedte van de voeg op te vullen zonder gaten.
Voegraapbord: de mortel in de voegen met behulp van een voegraapbord met gekruiste
bewegingen, diagonaal op de voegen, door hard te drukken zodat de volledige breedte van
de voeg wordt opgevuld zonder gaten.
Voeglans of voegzak: voor de toepassing met voeglans is een laagdebiet projectiemachine
noodzakelijk, hetzij met schroef of onder voorafgaande druk, die de mortel in de voeg
duwt via een voeglans. Voor de toepassing met voegzak: deze vullen en onder dezelfde
voorwaarden als de toepassing met voeglans, het uiteinde over de voeg bewegen om
zodoende een ononderbroken en regelmatig slang voegspecie in de voeg te brengen. Deze
voegspecie overstijgt de voegdiepte. Aandrukken en vervolgens de mortel met het
voegijzer gladstrijken voor een perfect gevulde voeg. De overtollige mortel wegnemen
met de zijkant van een troffel.
2.2.8 Afwerking en reinigen van de steenstrips:
Afwerkingen: zodra de voegspecie aan de oppervlakte hard is, zijn er twee mogelijke
afwerkingen:
Rustieke afwerking: wordt bereikt door de voeg te borstelen met een borstel of, voor een
grovere rustieke afwerking, door de voeg te borstelen met een borstel met nylon haren.
Gladde afwerking: wordt bekomen met een spons of raapbord met vochtige spons (niet
verzadigd met water) met grote cellen, of met behulp van een voegmes.
Reinigen van de steenstrips: de mortel niet laten uitharden op de steenstrips; deze
reinigen voor de voeg wordt afgewerkt, met een spons of een sponsbord met fijn schuim,
diagonaal op de voegen, veelvuldig spoelen en erop letten de voeg niet uit te hollen. De
steenstrips verder reinigen als de voeg volledig is uitgehard, met behulp van een zachte
bezem.
Daas ID Wall
Page 17
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
2.3 Behandeling van de details:
De behandelingen van de details (start, uiteinden, hoeken enz.) worden geïllustreerd op
Figuren 5 tot 13.
De steenstrips bestaan ook in hoekmodel (steenstrips met dezelfde afmetingen, met een
flaplengte van 105 mm) voor afwerking van de deur- en vensterbanken en bogen (cf.
Figuren 9 en 10). Deze hoeksteenstrips mogen echter niet worden gebruikt op de laterale
uiteinden van het systeem (cf. Figuur 7).
De behandeling van uitwendige hoeken vergt een bekleding met profielen van minstens
10 cm: hetzij met een wapeningsband R 131 A 101 C+, hetzij met een kantversterking
met glasvezelwapening (cf. Figuren 7, 9 en 10). De bekleding wordt gerealiseerd door
bevestiging van de wapening in het product PRB FONDISOL F bereid zoals aangeduid in §
2.2.5.
De behandeling van hoge uiteinden wordt uitgevoerd overeenkomstig de Technische
voorschriften betreffende het gebruik en de plaatsing van thermische buitengevel
isolatiesystemen met dunne mortellaag op geëxpandeerd polystyreen (ETICS - ETAG
004).
In de meeste gevallen is de overblijvende lengte die moet worden geïsoleerd kleiner dan de
breedte van het volledige isolatiepaneel. Daarom worden deze laatste panelen verzaagd op
de juiste breedte voordat ze worden geplaatst. Op de voegbodem wordt een voor
gecomprimeerd cellenband aangebracht, zoals getoond op Figuur 8.
3. Reinigen en herstellen
3.1 Reinigen:
De steenstrips kunnen worden gereinigd met water of eventueel met een geschikt
reinigingsmiddel, deze reiniging mag echter niet worden uitgevoerd met een
hogedrukreiniger.
3.2 Herstellen:
Beschadigde steenstrips kunnen worden weggenomen en vervangen door nieuwe
steenstrips met behulp van de mortellijm en de voegmortel beschreven in paragrafen
1.1.4 en 1.1.6
De plaatselijke vervanging van het volledige systeem is ook mogelijk op voorwaarde dat er
veel zorg wordt besteed aan de overgang, het herstel is mogelijk zichtbaar.
(kleurschakeringen in de kleur van de voeg en de steenstrips).
De methode is als volgt:
Een vierkant of rechthoekig oppervlak markeren dat groter is dan de beschadigde
steenstrips. Vervolgens met de slijpschijf het volledige systeem uitzagen tot op het
draagvlak en dit volledig wegnemen.
Het draagvlak reinigen en alle sporen van het bevestigingslijm verwijderen.
Daas ID Wall
Page 18
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
De steenstrips over een breedte van minstens 10 cm van de ontstane plaats wegnemen
volgens het motief van de steenstrips en het oppervlak opschuren om de resterende lijm
en een deel van de motel weefsellaag weg te nemen, zodat de wapening van het systeem
ietwat zichtbaar wordt.
De plaats herstellen met isolatiepanelen Daas ID Wall, gezaagd op de gewenste afmetingen
en verlijmen met PRB FONDISOL F bereid zoals beschreven onder § 2.2.2.
De open voegen behandelen met de geëxpandeerde polystyreenbanden of met
polyurethaan schuim.
De wapening R 131 A 101 C+ rond de plaats aanbrengen, op de plaatsen waar nieuwe
panelen samenkomen en de omliggende oppervlakte die vooraf werd behandeld met het
cement PRB FONDISOL F bereid zoals beschreven in § 2.2.5.
De steenstrips plaatsen zoals beschreven in paragrafen 2.2.6 tot 2.2.8.
Aanvullende documentatie:
Klasseringverslag CSTB n° RA12-0175
Avis Technique 7/12-1533 (vertaling)
Testverslag CSTB n° R2EM/EM 12-032
Safety Data Sheet
Safety Data Sheet
KOMO rapport K4358/06
Daas ID Wall
: brandreactie van het systeem
: Systeem goedkeuring
: geschiktheid voor gebruik van het systeem
: PRB FONDISOL F
: PCI NANOLITE
: ISOMOTHERM Isolatiepaneel
Page 19
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Tabellen en figuren bij het Technisch Dossier
Tabel 1:
Rekenwaarde van de weerstand bij de werking van lage druk wind,
uitgedrukt in Pa (d: dikte isolatiemateriaal in mm)
Aantal pennen per paneel [per m2]
5 [10]
[
1
2
]
2
3
7
0
3
0
5
5
3
2
7
0
1995
2570
2735
Tabel 2:
Type bevestigingspennen
Referentie
Type pen
te schroeven
Uitzetstu
k
Metaal
Gebruikscategorie
ën
A, B, C
Spit ISOPLUS
Ejotherm STR U, STR U
2G
Ejot SDF-S plus UB + TE
te schroeven
Metaal
A, B, C, D, E
te schroeven
Metaal
A, B, C,
Fischer TERMOZ 8 U
te schroeven
Metaal
A, B, C, E
Fischer TERMOZ 8 UZ
te schroeven
Plastic
A, B, C, D
A: beton van conventionele granulaten
B: metselwerk uit volle elementen
C: metselwerk uit holle elementen
Daas ID Wall
6
Kenmerken
Cf. ETA09/0245
Cf. ETA04/0023
Cf. ETA04/0064
Cf. ETA02/0019
Cf. ETA02/0019
D: beton van lichte granulaten
E: geautoclaveerd cellenbeton
Page 20
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Figuur 1: Doorsnede van het Daas ID WALL systeem
Isolatiepaneel met geïntegreerd glasvezel
wapeningsnet
Steenstrip
Mortellijm
Voegmortel tussen steenstrips
Bevestigingslijm
Ø 100 mm
150 mm
Bevestigingspen met rozet door het
wapeningsnet en de mortellijm
Draagvlak
150 mm
Verbinding tussen 2 isolatieplaten
Bevestigingslijm
Ø 100 mm
Daas ID Wall
Page 21
Bevestigingspen met rozet door het
wapeningsnet en de mortellijm
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
15
15
Daas ID Wall
25
18
18
25
Figuur 2: Isolatiepaneel van het systeem (afmetingen in mm)
Page 22
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 3: Bevestigingspennen – panelen met afmetingen 1000 x 500 mm
5 pennen/paneel – 10 pennen /m²
Foto 1 – bevestigingspennen volledig in verarmde regio’s plaatsen.
Daas ID Wall
Page 23
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 4: Bekleding van de naden na bevestiging van de isolatiepanelen.
Daas ID Wall
Page 24
Versie februari 2014
Figuur 5: Vertrek vanaf de onderzijde
Daas ID Wall
Page 25
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 6: Laterale stop met eindprofiel
Bevestigingslijm
Draagvlak
Isolatiepaneel met geïntegreerd
glasvezel wapeningsnet
Mortellijm
Steenstrip
Pen met rozet die door het wapeningsnet
en de mortellijm gaat
Lateraal eindprofiel
Daas ID Wall
Voegmortel tussen de steenstrips
Page 26
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Figuur 7: Laterale stop met hoeksteenstrip
Bevestigingslijm
Draagvlak
Voegbodem + soepele voeg
0,16 m
Isolatiepaneel met geïntegreerd
glasvezel wapeningsnet
Mortellijm
Steenstrip
Pen met rozet die door het wapeningsnet
en de mortellijm gaat
Hoek steenstrip
Daas ID Wall
Voegmortel tussen de steenstrips
Page 27
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 8: Einde onder vensterbank of klauwstuk
Voegbodem en soepele voeg
0,02m
Daas ID Wall
0,15m
Vensterband of klauwstuk
Page 28
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 9: Einde op schrijnwerk (horizontale doorsnede)
Bevestigingslijm
Geïmpregneerd schuim
Draagvlak
Voegbodem + soepele voeg
Mortellijm (volledig verlijmd)
Isolatiepaneel met geïntegreerd
glasvezel wapeningsnet
Mortellijm
Voegmortel tussen
steenstrips
Steenstrip
Hoeksteenstrip
Pen met rozet die door het
wapeningsnet en de mortellijm gaat
Daas ID Wall
Page 29
Versie februari 2014
DAAS ID WALL
Figuur 10: Plaatsing rond een rolluikkoffer
Isolatiepaneel met geïntegreerd
glasvezel wapeningsnet
Pen met rozet die door het
wapeningsnet en de mortellijm gaat
Bevestigingslijm Ø 100 mm
Steenstrip
Draagvlak
Mortellijm
Opstop schrijnwerk
Bevestiging
Voegmortel tussen steenstrips
Rolluikkoffer
Volledige verlijming
Hoekprofiel in steenstrip
Houten paneel CTBX of CTBH
(geplaatst na plaatsing schrijnwerk)
Voegbodem + soepele voeg
Daas ID Wall
Page 30
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Figuur 11: Verbinding met een systeem met pleisterlaag op isolatiemateriaal
Draagvlak
Systeem met cementlaag
op isolatiemateriaal
Isolatiemateriaal
0,15 m
Geïmpregneerd schuim
Holle voeg
Brique ISO systeem
Daas ID Wall
Page 31
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Figuur 12: Verbinding met een systeem met pleisterlaag op isolatiemateriaal /
gebruik van een slab
Systeem met cementlaag
op isolatiemateriaal
Draagvlak
Holle voeg
Geïmpregneerd schuim
0,15 m
Beschermprofiel
25 mm
Brique ISO systeem
Daas ID Wall
Page 32
DAAS ID WALL
Versie februari 2014
Figuur 13: Behandeling van uitzettingsvoegen
Draagvlak
Draagvlak
0,15 m
0,15 m
Isolatiepaneel met geïntegreerd
glasvezel wapeningsnet
Mortellijm
Pen met rozet die door het
wapeningsnet en de mortellijm
gaat
Profiel voor
uitzettingsvoeg
Daas ID Wall
Page 33
Steenstrip
Voegmortel tussen steenstrips