Oefenexamen Assurantie A-Brand - NIBE-SVV

Oefenexamen
Assurantie A-Brand

 NIBE-SVV, juni 2014
Assurantie A- Brand
1.
Manon heeft in de badkamer van haar woning problemen met de wastafelafvoer die
verstopt is. Ze gooit er allerlei schoonmaak- en ontstoppingsmiddelen in. Ineens treedt
een ontploffing op, doordat de gebruikte middelen een chemische reactie met elkaar
aangaan. Manon is verzekerd voor schade aan haar woonhuis en inboedel op
uitgebreide voorwaarden.
Wordt de gevolgschade door haar opstal en/of inboedelverzekeraar vergoed?
A.
B.
C.
2.
Waarin is specifieke wetgeving omtrent brandverzekeringen opgenomen die van
toepassing is op een brandverzekering die in oktober 2008 is gesloten?
A.
B.
C.
3.
Nee, deze schade wordt NIET vergoed, want hier is sprake van verwijtbaar
handelen.
Ja, deze schade wordt volledig vergoed, want er is volgens de polisvoorwaarden
sprake van een gedekt evenement.
Ja, maar deze schade wordt alleen betaald als er ten gevolge van de ontploffing
brandschade is ontstaan.
Boek 6 BW.
Boek 7 BW.
Wet Financieel Toezicht (Wft).
De Nederlandse brandverzekeringsmarkt kan in twee delen opgesplitst worden.
Welke twee delen zijn dit?
A.
B.
C.
4.
Provinciale maatschappijen en de tussenpersoon.
Provinciale maatschappijen en de co-assurantiemarkt.
De co-assurantiemarkt en de tussenpersoon.
Ten behoeve van de belangen van een ijzerwinkel sluit verzekerde een brandverzekering
op basis van NBUG-condities. Als gevolg van een openstaande deur heeft een inbreker
kans gezien naar binnen te lopen en voor EUR 23.500,- aan goederen mee te nemen. De
verzekeraar benoemt na de schade een expert. De expert rapporteert dat naast het
schadebedrag sprake is van een audiowinkel annex ijzerwaren.
Valt deze schade onder de dekking van genoemde polisvoorwaarden?
A Ja, insluiping wordt gelijkgesteld aan buitenbraak EN de wijziging van de bestemming
heeft GEEN invloed op de premie en/of de voorwaarden van de verzekeraar.
B. Nee, insluiping wordt weliswaar gelijkgesteld met buitenbraak, maar door de wijziging
in de bestemming zou de verzekeraar de verzekering niet hebben voortgezet.
C. Nee, insluiping wordt niet gelijkgesteld aan buitenbraak, de wijziging van bestemming
is voor deze afwijzing niet relevant.

© NIBE-SVV, april 2014
2
Assurantie A- Brand
5.
Na een brand moeten de onderstaande voorwerpen vergoed worden:
1.
bankstel, twee jaar oud, onherstelbaar verbrand;
2.
antieke kast, nog steeds in gebruik als boekenkast, onherstelbaar verbrand.
Geef van beide voorwerpen aan of er sprake is van een uitkering op basis van
nieuwwaarde of vervangingswaarde.
A.
B.
C.
6.
Wat houdt de zachte non-contribution-clausule in?
A.
B.
C.
7.
Bankstel op nieuwwaarde, kast op vervangingswaarde.
Bankstel en kast beide op nieuwwaarde.
Bankstel en kast beide op vervangingswaarde.
Dat GEEN recht op schadevergoeding kan worden verkregen, indien de schade is
gedekt onder een andere verzekering, al dan niet van oudere datum.
Dat hetzelfde belang door meer dan één verzekering gedurende hetzelfde
tijdsbestek tegen hetzelfde gevaar wordt gedekt.
Dat GEEN recht op schadevergoeding kan worden verkregen, indien er onder een
andere verzekering dekking is als deze verzekering NIET bestond.
Tijdens een nieuwjaarsnacht heeft Reina brandschade opgelopen aan haar woning en
haar kleding, doordat iemand onzorgvuldig omging met vuurwerk. De schade aan haar
kleding is destijds direct betaald door haar brandverzekeraar.
Reina heeft GEEN actie ondernomen om de rook- en roetschade aan de muren en
kozijnen van haar woning vergoed te krijgen, omdat ze zich er NIET aan ergerde.
Ruim drie jaar later wil Reina het huis gaan verkopen. Ze wil op dat moment op kosten
van de brandverzekeraar alsnog de rook- roetschade laten repareren en zij claimt haar
schade. Op dat moment wordt de brandverzekeraar voor het eerst geconfronteerd met de
schade die ruim drie jaar geleden is ontstaan.
Zal de verzekeraar deze claim in behandeling nemen?
A.
B.
C.
8.
Ja, want de verjaringstermijn is vijf jaar.
Ja, want een verjaringstermijn geldt wel voor de verzekeraar maar NIET voor de
verzekerde.
Nee, want de verjaringstermijn is drie jaar.
Johan steekt bij vrienden kaarsen aan op tafel. Door een onhandige beweging brandt hij
een gat in de kleding van de gastvrouw Annelies. De inboedelverzekeraar stelt vast dat
de nieuwwaarde van de kleding EUR 500,- bedraagt, de dagwaarde EUR 350,- en
reparatie is NIET mogelijk. De inboedelverzekeraar, die NIET aangesloten is bij het
Verbond van Verzekeraars, keert conform de polisvoorwaarden EUR 500,- uit en wil dit
bedrag verhalen op de AVP-verzekeraar van Johan.
Kan de inboedelverzekeraar subrogatie plegen?
A.
B.
C.
Ja, voor de dagwaarde.
Ja, voor de nieuwwaarde.
Nee, want brandverzekeraars mogen GEEN regres plegen op AVP-verzekeraars.

© NIBE-SVV, april 2014
3
Assurantie A- Brand
9.
Een fabriek heeft een omzet van EUR 20.000.000,-. De fabriek heeft de bedrijfsschade
verzekerd op basis van omzetvermindering. Het brutowinstpercentage is 50%. 80% van
de omzet wordt behaald in Nederland en 20% wordt behaald door export.
Na een brand ligt de fabriek totaal stil. De export valt geheel weg, door de internationale
concurrentie. De Nederlandse omzet zal zich wel herstellen. De bedrijfsschade is voor de
gehele periode van stilstand voldoende verzekerd.
Hoeveel bedraagt de bedrijfsschade die maximaal vergoed zal worden?
A.
B.
C.
10.
EUR 8.000.000,-.
EUR 10.000.000,-.
EUR 20.000.000,-.
Jazin heeft een conservenfabriek in het centrum van Breda. De fabriek is aangekocht
door de gemeente voor een bedrag van EUR 4.000.000,-.
De fabriek brandt af en gaat totaal verloren. De experts rapporteren de volgende
bedragen:
Herbouwwaarde voor de brand: EUR 7.500.000,-.
Een nieuw industrieel gebouw waarin de fabriek kan worden gehuisvest, kost
EUR 4.000.000,-.
Sloopwaarde: EUR 300.000,-.
Opruimingskosten: EUR 500.000,-.
De fabriek is verzekerd op uitgebreide voorwaarden (NBUG 2006) inclusief 10%
opruimingskosten voor een herbouwwaarde van EUR 8.000.000,-.
Welk bedrag keren verzekeraars uit?
A.
B.
C.
11.
EUR 300.000,-.
EUR 4.500.000,-.
EUR 8.000.000,-.
Een verzekerde heeft zijn inboedel verzekerd voor EUR 75.000,-. Er is GEEN
bijverzekering gesloten voor het risico van diefstal van lijfsieraden boven EUR 5.000,-. De
indexclausule is van toepassing. Er ontstaat een schade van EUR 10.000,- aan de
inboedel en EUR 9.000,- aan lijfsieraden. De werkelijke waarde vóór het evenement was
EUR 110.000,- waarvan EUR 10.000,- aan lijfsieraden.
Hoeveel wordt er uitgekeerd indien de schade een inbraak betreft?
A.
B.
C.
EUR 11.818,-.
EUR 12.784,-.
EUR 13.523,-.

© NIBE-SVV, april 2014
4
Assurantie A- Brand
12.
Wie van de onderstaande personen zijn betrokken bij de afhandeling van een schade?
A.
B.
C.
13.
Expert, arbiter en salvagemedewerker.
Brandweercommandant, contra-expert en arbiter.
Technisch inspecteur, salvagemedewerker en expert.
In de bedrijfsschadeverzekering van bedrijf X met een uitkeringstermijn van 52 weken is
na een grote schade sprake van liquidatie in plaats van herstel.
Welke uitkeringstermijn hanteren verzekeraars?
A.
B.
C.
14.
Wat is één van de voordelen van schaderegeling op basis van omzetvermindering?
A.
B.
C.
15.
Het bestaan van de overeenkomst en zijn belang.
Dat hij zijn premie betaald heeft en de omvang van de schade.
Dat er sprake is van causaal verband en dat hij GEEN schuld heeft.
Waarbij wordt de correctieclausule toegepast en waarom?
A.
B.
C.
17.
De verzekerde kan binnen de gekozen uitkeringstermijn lange tijd schade claimen.
De te verzekeren maximumtermijn van uitkering kan redelijk nauwkeurig worden
berekend.
De termijn van schadevergoeding is redelijk beperkt.
Wat moet een verzekerde bewijzen in geval van schade?
A.
B.
C.
16.
13 weken, omdat er GEEN herstel plaatsvindt.
26 weken, in verband met doorbetaling van loon en salarissen.
De werkelijke termijn van schade met een maximum van 52 weken.
Bij bedrijfsschadeverzekeringen, om de invloed van bedrijfsontwikkelingen op te
vangen.
Bij inventarisverzekeringen, om de gestegen prijzen marktconform te kunnen
volgen.
Bij opstalverzekeringen, om de restwaarde van een pand te kunnen herberekenen
als er sprake is van over- of onderverzekering bij een getaxeerde polis.
Een brandpolis is ingegaan per 1 oktober 2007. Een verzekeraar weigert zich bij een
schade aan de in de polis opgenomen even-alsof clausule te houden.
Kan de verzekerde de verzekeraar rechtens verplichten zich wel aan de clausule te
houden?
A.
B.
C.
Ja, artikel 7:960 BW bevat regelend recht.
Ja, artikel 7:960 BW bevat semi-dwingend recht.
Nee, dit is niet in de wet geregeld.

© NIBE-SVV, april 2014
5
Assurantie A- Brand
18.
Welke clausule behoort tot de bedrijfsmatige clausules in een NBBP?
A.
B.
C.
19.
Brandgevaarlijke werkzaamheden.
Molest.
Overstroming.
De Nederlandse Beurs Brandpolis (NBB) is speciaal ontworpen voor co-assurantie
zaken.
Kan er afgeweken worden van de NBB-voorwaarden?
A.
B.
C.
20.
Ja, de polis is gedeponeerd, maar er kan van worden afgeweken. Een verzekeraar
dient deze afwijking duidelijk te maken in de polis.
Nee, de polis is gedeponeerd en er kan NIET van worden afgeweken. Bij een
afwijking van wat is bepaald in de NBB, dient een verzekeraar zijn eigen
voorwaarden te gebruiken.
Ja, maar er kan uitsluitend in het geval van facultatieve voorwaarden van worden
afgeweken en dan dient dit van te voren te worden overeengekomen.
Naast de winst voor de verzekeraar en de kostenopslag is de premie bij een
brandverzekering opgebouwd uit nog twee andere factoren.
Welke twee factoren zijn dit?
A.
B.
C.
21.
De risicopremie waaruit de schade moet worden betaald en de beloning voor de
tussenpersoon/makelaar.
De risicopremie waaruit de schade moet worden betaald en waaruit de
schadereserve zo nodig moet worden aangevuld en de beloning en
afmakingscourtage voor de tussenpersoon/makelaar.
De risicopremie waaruit de schade en de vaste lasten moet worden betaald en de
beloning voor de tussenpersoon/makelaar.
Na een fikse binnenbrand heeft stichting Gemeenschapshuis De Doorgang al haar
stoelen op kosten van de verzekeraar laten reinigen door een professioneel
reconditioneringsbedrijf.
De rook- en roetstank is weg, maar de stoelen ruiken nu naar schoonmaakmiddel. De
stichting wil alsnog tot vervanging van de stoelen overgaan.
Wat keert de verzekeraar uit?
A.
B.
C.
De vervangingswaarde.
De nieuwwaarde.
De verkoopwaarde.

© NIBE-SVV, april 2014
6
Assurantie A- Brand
22.
Administratiekantoor De Nota gaat haar kantoorpand gedurende vier maanden grondig
verbouwen. Gedurende de verbouwing staat het kantoorpand leeg. Het gebouw is
verzekerd op de Nederlandse Beursvoorwaarden voor Brandverzekering (NBB).
Moet het administratiekantoor deze verbouwing melden bij haar verzekeraar?
A.
B.
C.
23.
Ja, de verzekerde moet leegstand langer dan drie maanden bij zijn verzekeraar
melden.
Ja, de verzekerde moet bestemmingswijziging bij zijn verzekeraar melden.
Nee, de verzekerde heeft de vrijheid om zijn gebouw te verbouwen.
Cisca heeft EUR 50.000,- verzekerd voor normale huishoudelijke inboedelzaken. Zij heeft
een inbouwkeuken van EUR 20.000,- in haar appartement aangebracht en twee design
vloerkleden met een gezamenlijke waarde van EUR 10.000,-. De indexering voor
woonhuizen is 5%, de indexering voor inboedels is 3%.
Hoeveel bedraagt haar verzekerd bedrag per prolongatiedatum van de polis?
A.
B.
C.
24.
EUR 82.800,-.
EUR 83.000,-.
EUR 82.400,-.
Piet slaat zijn inboedel tijdelijk op bij opslagbedrijf Vapo. Afgesproken wordt dat Vapo de
inboedel van Piet verzekert tegen brand. Vapo sluit deze verzekering op basis van
Nederlandse Beursvoorwaarden voor Brandverzekering (NBB) en laat op het
verzekeringsbewijs duidelijk omschrijven dat de verzekering betrekking heeft op de
inboedel van Piet.
Twee maanden later ontstaat een gedekte brandschade. Bij het onderzoek van de
schade blijkt echter dat Piet een strafrechtelijk verleden heeft.
Als de verzekeraar bij het aangaan van de verzekering op de hoogte was geweest van
het strafrechtelijk verleden van Piet, had de verzekeraar de verzekering NIET
geaccepteerd.
Moet de verzekeraar deze schade uitkeren?
A.
B.
C.
Ja, in de NBB is bepaald dat het strafrechtelijk verleden van een bij aanvang van
de verzekering bekende derde NIET gemeld hoeft te worden.
Nee, in de NBB is bepaald dat de verzekeraar de schade NIET hoeft uit te keren,
als blijkt dat de verzekeraar bij kennis van het strafrechtelijk verleden de
verzekering NIET geaccepteerd zou hebben.
Nee, in de NBB is bepaald dat de verzekeraar deze uitkering mag weigeren, tenzij
de verzekerde aantoont dat het om verzwijging te goeder trouw gaat.

© NIBE-SVV, april 2014
7
Assurantie A- Brand
25.
De heer Otterlo heeft een woonhuisverzekering met premievervaldatum 1 oktober. Op
15 september ontvangt de heer Otterlo van zijn verzekeraar een nota voor de
vervolgpremie. Op deze nota staat vermeld dat de premie binnen twee weken betaald
moet zijn.
Op 29 september blijkt de heer Otterlo NIET betaald te hebben. De verzekeraar stuurt
hem daarom een aanmaning en geeft de heer Otterlo opnieuw twee weken de tijd om zijn
premie alsnog te betalen. Tevens vermeldt de verzekeraar dat de dekking per 15 oktober
opgeschort wordt, als de premie NIET tijdig betaald wordt.
Mag de verzekeraar naar aanleiding van deze aanmaning de dekking per 15 oktober
opschorten?
A.
B.
C.
26.
Ja, de verzekerde is op 29 september formeel in gebreke gesteld en heeft een
redelijke hersteltermijn gehad. Conform de wet mag de verzekeraar nu de dekking
opschorten.
Nee, in de wet is geregeld dat de schuldenaar na de vervaldag moet zijn
aangemaand. Nu de verzekeraar al op 29 september aanmaant, mag de dekking
NIET opgeschort worden.
Nee, in de wet is geregeld dat verzekerde een respijttermijn van tenminste 30
dagen moet krijgen om zijn premie alsnog te betalen.
Eén van de bepalingen van de Nederlandse Beursvoorwaarden voor Brandverzekering
(NBB) is artikel 22 depot. Dit artikel heeft de volgende inhoud:
Bij verschil van de tekst van deze voorwaarden met de Nederlandse Beursvoorwaarden
voor Brandverzekering die bij de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs
zijn gedeponeerd, zullen alleen de bepalingen van de laatste van kracht zijn.
Met welk doel is dit artikel opgenomen?
A.
B.
C.
Het doel van dit artikel is dat bij geschillen over de inhoud van de
verzekeringsvoorwaarden teruggevallen kan worden op de gedeponeerde
voorwaarden. De gedeponeerde polisvoorwaarden zijn uitsluitend bindend als ze in
het voordeel zijn van verzekerde.
Het doel van dit artikel is dat een verzekerde altijd zijn voorwaarden kan nakijken.
De verzekerde kan zich er daarom tegenover de verzekeraar NIET op beroepen
dat de verzekeringsvoorwaarden hem NIET ter beschikking zijn gesteld.
Het doel van dit artikel is dat de gedeponeerde voorwaarden gelden. Deze
bepaling biedt de verzekeraar de mogelijkheid om op een efficiënte manier
wijzigingen in de voorwaarden door te voeren, zonder dat men van elke wijziging
de verzekerde op de hoogte hoeft te stellen.

© NIBE-SVV, april 2014
8
Assurantie A- Brand
27.
Marcus Koffie heeft voor EUR 50.000,- aan koffiebonen liggen in hun winkel. In het
magazijn is nog voor EUR 175.000,- opgeslagen.
Onder welke risicoklasse van de Verbeterde Risicoklassen-indeling (VRKI) valt dit risico?
A.
B.
C.
28.
Risicoklasse 2.
Risicoklasse 3.
Risicoklasse 4.
Bij de vaststelling van het promillage voor de bedrijfsschadepremie moet rekening
worden gehouden met meerdere factoren.
Wat zijn twee van die factoren?
A.
B.
C.
Verzekerd belang en extra kosten.
Bouwaard en belendingen.
Uitkeringstermijn en gedekte gevaren.
29. . De firma Van Dam wil een uitgebreide bedrijfsschadeverzekering sluiten met een
uitkeringsduur van 52 weken.
Voor dit type bedrijf geldt een basispremie van 2,2‰ (gebaseerd op een uitkeringsduur
van 26 weken). Voor de uitgebreide dekking geldt een toeslag van 0,9‰.
Het totaalbedrag van vaste lasten en nettowinst wordt gesteld op EUR 400.000,per jaar. De premie (exclusief kosten en assurantiebelasting) bedraagt:
A. EUR 1.320,B. EUR 1.680,C EUR 1.860,30.
Is het aan te raden om de lonen van tijdelijke werknemers te verzekeren?
A.
B.
C.
31.
Ja, voor een korte periode van bijvoorbeeld 13 weken.
Ja, voor een periode van bijvoorbeeld 52 weken, zoals de rest van de
bedrijfsschade.
Nee, omdat tijdelijk personeel direct ontslagen kan worden.
Welke verplichting heeft een verzekerde ten opzichte van zijn brandverzekeraar als zich
een brandschade voordoet?
A.
B.
C.
Informatieplicht.
Mededelingsplicht.
Onderzoeksplicht.

© NIBE-SVV, april 2014
9
Assurantie A- Brand
32.
Een verzekerde heeft een groothandel in een huurpand. Door diverse oorzaken komt er
ruimte in het pand vrij. Deze ruimte wordt verhuurd aan een horecaondernemer die er
een chauffeursrestaurant van maakt. De verzekerde vergeet dit door te geven. Een
eventuele aanpassing van de polis zou GEEN probleem opgeleverd hebben.
Er ontstaat een brandschade in het restaurant, waardoor ook de gehele inventaris van de
verzekerde verloren gaat.
Komt deze schade voor vergoeding in aanmerking?
A.
B.
C.
33.
Wat wordt onder kostprijs verstaan?
A.
B.
C.
34.
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en
ouderdom gelijkwaardige zaken.
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde
soort en kwaliteit.
Het bedrag dat benodigd is voor de aanschaf van grondstoffen, vermeerderd met
de toegevoegde waarde.
Wat valt volgens de NBUG standaard NIET onder de definitie van gebouw?
A.
B.
C.
35.
Ja, volledig, want de bestemming wordt alleen gevraagd bij het aangaan van de
verzekering.
Ja, gedeeltelijk, op grond van de clausule risicowijziging geschiedt de
schadevergoeding in verhouding oude/nieuwe premie.
Nee, want de wijziging van de bestemming is NIET aan de verzekeraar gemeld.
Fundamenten.
Gasleidingen.
Schuttingen.
Een horecagroothandel heeft een uitgebreide gebouwenverzekering. Het verzekerd
bedrag is EUR 1.000.000,- en de premie bedraagt 1,8‰. De premievervaldatum is 1
januari. Op 1 mei geeft de eigenaar van de groothandel door aan de verzekeraar, dat een
deel van het pand per 1 juli van dat jaar verhuurd gaat worden aan een collegagroothandel. De verzekeraar laat het gebouw inspecteren. Naar aanleiding van die
inspectie besluit de verzekeraar de premie per wijzigingsdatum te verhogen van 1,8‰.
naar 2‰. Verzekeringnemer gaat hiermee akkoord.
Hoeveel bedraagt de premie die de verzekeringnemer over dit jaar waarin deze wijziging
plaatsvindt moet betalen? (kosten en assurantiebelasting moet u bij de berekening buiten
beschouwing laten.)
A.
B.
C.
EUR 2.000,-.
EUR 1.900,-.
EUR 1.916,-.

© NIBE-SVV, april 2014
10
Assurantie A- Brand
36.
Onderstaand is de balans en de winst- en verliesrekening van een bedrijf weergegeven
over jaar 1 en jaar 2.
Balans (x EUR 1.000,-)
jaar 2 jaar 1
jaar 2 jaar 1
Gebouwen
790,- 800,- Eigen vermogen
1.650,- 1.500,Inventaris
900,- 1.000,- Langlopende schulden 1.000,- 1.100,Voorraden
560,- 320,- Crediteuren
290,- 220,Debiteuren
400,- 240,Rekening-courant
290,- 460,Totaal
2.940,- 2.820,- Totaal
2.940,- 2.820,Winst- en verliesrekening (x EUR 1.000,-)
jaar 2
jaar 1
Omzet
3.360,2.800,Kostprijs verkopen
2.280,1.900,Brutoresultaat
1.080,900,Bedrijfskosten
940,750,Resultaat
140,150,De bedrijfsresultaten worden geanalyseerd met behulp van de kengetallen solvabiliteit,
liquiditeit en rentabiliteit.
Wat is de JUISTE conclusie?
A.
B.
C.
37.
Dit lijkt een gezond bedrijf. Zowel de liquiditeit als de solvabiliteitsratio lopen terug
in jaar 2. De rentabiliteit verdient aandacht omdat deze terugloopt, maar op zich
blijft het bedrijf winstgevend.
Dit lijkt een gezond bedrijf. De solvabiliteit is in jaar 2 verbeterd. De rentabiliteit
verdient aandacht, omdat deze terugloopt, maar het bedrijf blijft winstgevend.
De liquiditeit verdient ook aandacht, omdat deze terugloopt, maar blijft in jaar 2 nog
steeds ruim voldoende.
Dit lijkt een ongezond bedrijf. De liquiditeit loopt in jaar 2 terug ten opzichte van
jaar 1. De solvabiliteitsratio daalt in jaar 2. De rentabiliteit daalt ook in jaar 2. Op
alle gebieden gaat het dus minder met dit bedrijf.
Een bedrijf heeft de volgende resultatenrekening (in euro's)
Lasten
Inkopen
Afschrijving pand
Afschrijving inventaris
Lonen
Verpakkingen
Rente
Totaal
500.000,150.000,75.000,300.000,25.000,100.000,1.150.000,-
Baten
Omzet exlusief BTW
Verlies
1.000.000,150.000,-
Totaal
1.150.000,-
Hoeveel bedraagt het verzekerd belang voor de bedrijfsschadeverzekering?
A.
B.
C.
EUR 475.000,-.
EUR 500.000,-.
EUR 625.000,-.

© NIBE-SVV, april 2014
11
Assurantie A- Brand
38.
De winst- en verliesrekening van een groothandel ziet er over het afgelopen jaar als volgt
uit:
Variabele kosten
EUR 1.000.000,- Omzet
EUR 2.000.000,Vaste kosten
EUR 750.000,Nettowinst
EUR 250.000,EUR 2.000.000,EUR 2.000.000,De groothandel heeft een brandbedrijfsschadeverzekering voor een bedrag van
EUR 700.000,-. De 30% overdekkings- en restitutieclausule is in de polis opgenomen. De
premie bedraagt 2‰.
Hoeveel bedraagt de premie die de groothandel moet bijbetalen?
A.
B.
C.
39.
EUR 420,-.
EUR 600,-.
EUR 1.200,-.
Henk heeft een klusbedrijf. De inventaris van zijn klusbedrijf slaat hij op zijn woonadres
op. Voor zijn bedrijfsinventaris heeft Henk een inventarisverzekering op uitgebreide
voorwaarden gesloten bij een verzekeraar.
Voor zijn particuliere inboedel heeft Henk een inboedelverzekering op uitgebreide
voorwaarden gesloten bij dezelfde verzekeraar.
Op een dag wordt er ingebroken bij Henk. Sporen van braak worden NIET gevonden.
Bij de inbraak zijn de volgende spullen verdwenen:
particuliere inboedel: computer;
bedrijfsinventaris: boormachine.
Zal de verzekeraar deze zaken vergoeden?
A.
B.
C.
40.
Ja, maar alleen de computer.
Ja, zowel de computer als de boormachine.
Nee, GEEN van beide zaken.
Een bedrijf is in staat om aan al haar langlopende verplichtingen te voldoen.
Waarvan is hier sprake?
A.
B.
C.
Een goede liquiditeit.
Een goede rentabiliteit.
Een goede solvabiliteit.

© NIBE-SVV, april 2014
12
Assurantie A- Brand
41.
In een pand wordt olie opgeslagen in tonnen. De opslag voldoet aan de milieunormen en
de verzekerde heeft een vergunning voor de opslag en het gebruik van deze olie. Door
onbekende oorzaak gaat één van de tonnen lekken en stroomt de olie door de hal. De
kosten van het reinigen van de hal en het repareren/vervangen van de olieton bedragen
in totaal EUR 100.000,-.
Zijn deze kosten verzekerd op de brandverzekering op basis van de NBB?
A.
B.
C.
42.
Ja, uitsluitend plotseling en onvoorzien uitstromen van olie is op de standaard
dekking verzekerd.
Ja, alle vormen van uitstromen van olie zijn op de standaard dekking verzekerd.
Nee, uitstromen van olie is op de standaard dekking NIET verzekerd.
De verzekerde Michiel heeft een kachel om hout te stoken in huis. Als hij op een avond
de kachel aan het stoken is, springt een stuk brandend hout uit de kachel en valt op de
bank. De bank vat meteen vlam, maar gelukkig kan Michiel de schade beperken tot de
brandschade aan zijn bank. De verzekering van Michiel heeft alleen een standaard
dekking voor zijn inboedel.
Valt deze schade onder de dekking van zijn polis?
A.
B.
C.
43.
Ja, de schadeoorzaak is brand. Brand is verzekerd op de standaard dekking.
Nee, de schade is ontstaan door een brandend stuk hout dat in de kachel lag en
was dus NIET buiten een haard.
Nee, hier is sprake van merkelijke schuld.
Het menselijk handelen kan van invloed zijn op het ontstaan van een gevaar.
Noem deze menselijke risicofactoren.
A.
B.
C.
44.
Brandstichting, normen/gewoonten en orde/netheid.
De eigendom van het gebouw, normen/gewoonten en de huishouding.
Brandstichting, orde/netheid en de eigendom van het gebouw.
Omschrijf het begrip preventie.
A.
B.
C.
Het geheel van organisatorische en technische maatregelen om een risico te
voorkomen of te beheersen.
Het geheel van organisatorische, technische en commerciële maatregelen om een
risico te voorkomen of te beheersen.
Het geheel van organisatorische, technische en financiële maatregelen om een
risico te voorkomen of te beheersen.

© NIBE-SVV, april 2014
13
Assurantie A- Brand
45.
Niet alle gebouwen zijn met een risicobeoordelingsmodel in kaart te brengen.
Voor welke gebouwen werkt dit model NIET?
A.
B.
C.
46.
Voor gebouwen met een grote verzekerde som.
Voor gebouwen die uniek zijn en NIET veel voorkomen
Voor gebouwen die GEEN Nederlandse eigenaar hebben.
Een meubelopslaghandel wil een automatische brandmeldinstallatie aanleggen. Dit
opslagpand betreft een grote hal van 5.000 m2. Het gebouw is gelegen op een
industrieterrein ver buiten de bebouwde kom. De aanrijdtijd van de brandweer bedraagt
ongeveer 15 minuten. Aangezien er GEEN activiteiten worden verricht, is er zelden
iemand aanwezig. Uitsluitend als er meubels worden gebracht of gehaald, is er iemand
aanwezig gedurende die periode.
Is het aan te raden om bij deze handelsonderneming een automatische
brandmeldinstallatie aan te leggen?
A.
B.
C.
47.
Ja, maar de aanleg van een automatische brandmeldinstallatie is NIET altijd aan te
raden. In dit geval wel, aangezien er zelden iemand aanwezig is. Het is belangrijk
dat de brand wordt opgemerkt zodat er een blusactie kan worden opgestart.
Ja, aangezien het pand zich op een industrieterrein bevindt en er zelden iemand
aanwezig is.
Nee, de aanleg van een automatische brandmeldinstallatie heeft alleen zin als er
onmiddellijk een blusactie kan worden ingezet na een brandmelding, waarbij deze
blusactie effect kan hebben.
Bij het beoordelen van het inbraakrisico zijn er drie specifieke factoren met betrekking tot
de attractiviteit van goederen en inventaris.
Noem twee van die factoren.
A.
B.
C.
48.
Winkel/showroom en ligging.
Winkel/showroom en magazijn/opslag.
Magazijn/opslag en ligging.
Een technisch inspecteur heeft in opdracht van een verzekeraar de opstallen van een
winkelcentrum geïnspecteerd. In zijn rapport vermeldt de inspecteur drie bedragen van
respectievelijk EUR 10.000.000,-, EUR 15.000.000,- en EUR 20.000.000,-.
Welk bedrag heeft betrekking op het EML?
A.
B.
C.
EUR 10.000.000,-.
EUR 15.000.000,-.
EUR 20.000.000,-.

© NIBE-SVV, april 2014
14
Assurantie A- Brand
49.
Een computergroothandel vraagt een offerte aan voor een uitgebreide gevarenverzekering
van de inventaris en goederen. Het bedrijf is gevestigd op een industrieterrein. Het te
verzekeren bedrag is EUR 1.000.000,-. Het pand is voorzien van hang- en sluitwerk
SKG®* en een eenvoudig inbraakmeldsysteem BORG klasse 2.
Zijn verzekeraars over het algemeen bereid om voor dit risico een offerte uit te brengen?
A.
B.
C.
50.
Ja, de aanwezigheid van een inbraakmeldsysteem is voldoende om het
aangeboden risico te verzekeren.
Nee, de te verzekeren goederen zijn zeer attractief en de aanwezige preventie is
zowel bouwkundig als elektronisch veel te laag.
Nee, de aanwezige bouwkundige preventie is te laag, maar het aanwezige
inbraakmeldsysteem is wel voldoende.
Gebruik voor beantwoording van deze vraag de bijlage Verbeterde Risicoklassen-indeling
voor bedrijven.
De Bierwinkel vraagt een goederen/inventarisverzekering aan. In de winkel is voor
EUR 200.000,- aan bier opgeslagen. Tevens is voor EUR 80.000,- aan buitenlands
gedestilleerd aanwezig in de winkel.
Van zowel het bier als het buitenlands gedestilleerd is in het magazijn een gedeelte
opgeslagen.
In welke risicoklasse wordt deze winkel ingedeeld en aan welke aanvullende voorwaarden
dient te worden voldaan?
A.
B.
C.
In risicoklasse 3 en de schildetectie dient op niveau 2 te zijn.
In risicoklasse 4 en de schildetectie dient op niveau 2 te zijn.
In risicoklasse 4 en de schildetectie dient op niveau 3 te zijn.

© NIBE-SVV, april 2014
15
Assurantie A- Brand
Antwoorden Assurantie A Brand
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
B
B
B
C
A
A
C
A
B
A
C
A
A
A
A
A
C
A
A
A
A
A
A
A
B
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
A
B
C
B
A
A
B
C
A
B
B
A
A
A
C
C
A
A
A
B
C
B
A
B
C
U dient 35 van de 50 vragen goed te hebben om te slagen.
© NIBE-SVV, april 2014
16