Rapport DRU - De Transparantie

Inhoudsopgave
4 - DRU Industriepark - begeleidingsblad raadstukken.pdf
4 - DRU RAPPORT 060115.pdf
4 - DRU, bijlage 1 Kosten pleinen.pdf
4 - DRU, bijlage 2 Overzicht verloop kosten Pleinen H-N Gietelinck
06112014 (2).pdf
4 - DRU, bijlage 3 Memo verloop grondexploitatie 081214.pdf
4 - DRU, bijlage 4 kosten verlichting.pdf
4 - DRU, bijlage 5 besluitvorming en dekking bijdragen gemeente
(2).pdf
4 - DRU, bijlage 6 overzicht kunstwerken.pdf
4 - DRU, bijlage 7 Notitie over financiële aspecten van het
onderbrengen van de Dru panden in een BV.pdf
4 - DRU, bijlage 8 Dru panden onderbrengen in een BV.pdf
4 - DRU, bijlage 9 1 Kasstroomschema Stichting Cultuurfabriek.pdf
4 - DRU, bijlage 9 2 Kasstroomschema Cultuurcluster.pdf
4 - DRU, bijlage 9 3 Kasstroomschema Huurcompensatie aan
instellingen.pdf
4 - DRU, bijlage 9 4 Kasstroomschema WOB.pdf
4 - DRU, bijlage 9 5 Kasstroomschema Exploitatie gebouwen.pdf
4 - DRU, bijlage 9 6 Kasstroomschema Investeringen.pdf
4 - DRU, bijlage 9 7 Kasstroomschema Rentelasten.pdf
4 - DRU, bijlage 9 8 Kasstroomschema Overzijde Oude IJssel.pdf
4 - DRU, bijlage 9 9 Kasstroomschema totaaloverzicht.pdf
4 - DRU, bijlage 10 Overzicht kapitalisatie MJOP 2014.pdf
p. 2
p. 4
p. 38
p. 39
p. 40
p. 43
p. 44
p. 45
p. 46
p. 50
p. 64
p. 65
p. 66
p. 67
p. 68
p. 69
p. 70
p. 71
p. 72
p. 73
BEGELEIDINGSBLAD RAADSTUKKEN, volgnummer: 4
15ini00037
1 Onderwerp:
DRU Industriepark
2 Voor welke
raadscyclus:
1 cyclus 2015
3 Welke agendering
wordt voorgesteld:
e
Raadsrotonde 29-1-2015
Via raadsrotonde in raadsvergadering
Rechtstreeks in raadsvergadering
Raadsbijeenkomst op locatie
4 Welke behandeling
wordt gevraagd:
Open gesprek
Beraadslaging
Oriënterende beraadslaging
Politieke beraadslaging ter voorbereiding op besluitvorming
Besluitvorming
5 Bij behandeling op
raadsrotonde of op
locatie, verwacht u
behoefte aan:
6 Bij behandeling op
raadsrotonde of op
locatie, is er behoefte
aan:
Inspraak (reactie op het onderwerp)
Samenspraak (interactie over het onderwerp)
Kan nader worden bepaald door presidium en college, afhankelijk van
inloopavonden
Inleiding door portefeuillehouder OIJ, naam: ...........................................
Inleiding door ambtenaar OIJ, naam: .......................................................
Inleiding door externe(n), naam: ...........…................................................
Toelichting en reactie aan tafel door externe(n), namen:
.................................................................................................................
7 Bij behandeling op
raadsrotonde of op
locatie, hoeveel
behandeltijd is naar
schatting nodig:
Korte toetsing (kwartier)
Half uur
Drie kwartier
Vijf kwartier
Avondvullend
8 Samenvatting van
de hoofdpunten voor
beraadslaging resp.
besluitvorming:
Het college biedt aan de raad ter kennisgeving een rapport aan, waarmee
gehoor wordt gegeven aan het verzoek van de raad om inzicht te verschaffen in
de financiën, besluiten en afspraken aangaande ‘de DRU’.
9 Algemeen te
ontsluiten stukken via
website en
RaadsApp:
Het rapport bestaat uit een hoofddocument met een tiental bijlagen die direct
ondersteunend zijn aan de tekst van het rapport.
10 Achterliggende
stukken:
Bij het hoofddocument hoort een bijlagendocument met diverse documenten uit
de gemeentelijke administratie. In de tekst wordt naar deze stukken verwezen.
Ook zijn in dit bijlagendocument stukken toegevoegd waarnaar niet expliciet
verwezen wordt in de tekst. Het gaat dan om overeenkomsten die met
verschillende organisaties zijn gesloten die in de gemeentelijke gebouwen
(Portiersgebouw, SSP-hal, Loonbureau en Afbramerij) zijn gevestigd.
Het bijlagendocument is door zijn samenstelling niet digitaal beschikbaar.
11 Geheime stukken,
ingevolge Wob alleen
ter inzage op de
raadsgriffie:
12 Welke burgers,
bedrijven,
organisaties krijgen
bericht van
raadsbehandeling
door de behandelend
ambtenaar en met
welk doel?
Niet van toepassing
Over het aangereikte dossier zijn op 19, 20 en 21 januari 2015
inloopbijeenkomsten voor inwoners, die ook bedoeld zijn voor fractieleden. De
aankondiging daarvan staat op 14 januari 2015 in het gemeentekatern van de
Gelderse Post.
13 Portefeuillehouder:
Peter van de Wardt
14 Behandelend
ambtenaar,
beschikbaar voor
informatie vooraf:
Bob Konings: [email protected] of (0315) 292197 .
15 Bij behandeling op
raadsrotonde of
locatie, door wie
wordt de
portefeuillehouder
ambtelijk
ondersteund?
Bob Konings en Willem Hoeffnagel
16 Opmerkingen
raadspresidium:
Het raadspresidium agendeert het onderwerp voor de raadsrotonde van 29
januari 2015 (in plaats van de geplande raadsvergadering die avond, waarvoor
geen voldoende agendapunten zijn). Via de raadsrotonde zal zich uitwijzen of en
zo ja welke vervolgbehandeling nodig is.
17 Opmerkingen
raadsgriffie:
Conform afspraak in het raadspresidium wordt z.s.m. voor iedere fractie bij de
fractievoorzitters bezorgd: één print van het volledige hoofddocument met tien
bijlagen (zie 9) zoals dit op de website en RaadsApp worden ontsloten.
Ook van het bijlagendocument (zie 10) wordt voor iedere fractie één volledig
exemplaar in print bij de fractievoorzitters bezorgd.
Alleen het hoofddocument (incl. de 10 bijlagen) wordt in print nabezorgd bij de
overige fractieleden.
DRU RAPPORT
Status:
definitief
Datum:
6 januari 2015
1
Inleiding
Voorwoord
Deze rapportage is opgesteld op verzoek van het college en de raad. Het gaat in op de financiën, besluitvorming en afspraken die gemaakt zijn als het gaat
om ‘de DRU’. Het rapport is gebaseerd op werkelijke uitgaven tot en met oktober 2014. Deze cijfers zijn afkomstig van het kasstroomoverzicht (vanaf 2006 tot
en met oktober 2014) en de grondexploitatie (vanaf 2009 tot en met oktober 2014). Het rapport is een weergave van de feitelijke kosten / uitgaven /
investeringen, alsmede daaraan ten grondslag liggende besluitvorming en gesloten overeenkomsten zoals die in de financiële administratie van de gemeente
zijn opgenomen. Het rapport geeft geen waardeoordelen over de financiën en besluitvorming.
Het rapport geeft ook geen waardeoordelen over de bevindingen; het beschrijft niet de maatschappelijke baten. Het geeft niet aan hoeveel evenementen
worden georganiseerd, hoe vaak de popzaal gebruikt wordt, wat de toename is van het aantal leerlingen in de muziekschool, hoeveel werkgelegenheid er is
gecreëerd. Het is aan de exploitanten, de gebruikers en verenigingen om aan te geven hoeveel bezoekers zij hebben en welke baten en lasten zij in hun
exploitatie hebben.
De cijfers in het rapport zijn zoals gezegd gebaseerd op het kasstroomoverzicht en grondexploitatie. Beide documenten zijn als bijlage opgenomen. Het
kasstroomoverzicht is beschikbaar vanaf 2006, het jaar na de gemeentelijke fusie Gendringen en Wisch in 2005. De grondexploitatie wordt gevoerd vanaf
2009. Alle bedragen zijn excl. BTW
Uitgangssituatie DRU-terrein
Op verschillende plekken langs de Oude IJssel zijn de afgelopen eeuwen ijzergieterijen ontstaan. De DRU in Ulft was met een (grotendeels bebouwd)
bedrijfsareaal van 14 hectare en met ca. 1.800 arbeiders veruit de grootste gieterij in de omgeving, maar daarnaast op Achterhoekse schaal gezien ook het
grootste industriële complex. Met name in de 70-er en 80-er jaren had de onderneming het economisch moeilijk. Het personeelsbestand werd fors terug
gebracht en vele gebouwen kwamen leeg te staan.
Door de stedelijke ontwikkeling van Ulft raakte de DRU steeds meer geïsoleerd in een woonomgeving te liggen. Door omwonenden werd geluid- en
trillinghinder ervaren. Bovendien verliep de bevoorrading en afvoer van gereed product via het centrum van Ulft. Het vrachtverkeer veroorzaakte overlast en
leidde tot verkeersonveilige situaties. Daarnaast bleken grote delen van het bedrijfsterrein ten gevolge van de eeuwenlange bedrijfsactiviteiten ernstig
verontreinigd. Gezien de aard en omvang van de verontreiniging was sprake van een saneringsgeval welke onder de bevoegdheid van de provincie
Gelderland viel.
Het wenkend perspectief
Om de ontsluiting te verbeteren, meldde de directie van de DRU zich rond 1997 bij het college van de toenmalige gemeente Gendringen met het plan om het
Beltmancomplex met de karakteristieke watertoren te slopen. Hier zou een logistiek knooppunt ontstaan met een rechtstreekse ontsluiting op de Frank
Daamenstraat. Nu is het DRU-complex een beschermd Rijksmonument, maar destijds had het niet eens een gemeentelijke monumentenstatus. Een
beeldbepalend gebouw als het Beltman-complex kon dus zonder enige beperking onmiddellijk worden gesloopt. Desgevraagd gaf de directie te kennen dat dit
een tussentijdse noodmaatregel betrof en dat het bedrijf het beeld had dat alle bedrijfsactiviteiten 5 jaar later ter plaatse wel eens beëindigd zouden kunnen
zijn.
2
Met toestemming van de DRU is de gemeente met de provincie Gelderland in overleg getreden om te onderzoeken of een bedrijfsverplaatsing mogelijk zou
kunnen zijn. Gezien het complex aan opgaven ter plaatse zag de provincie Gelderland kansen om samen met gemeente en andere partijen doelen te
stapelen en hiermee aan het gebied en haar verdere omgeving een integrale kwaliteitsimpuls te geven. Concreet gaat het om behoud van werkgelegenheid
door de DRU/Kendrion te verplaatsen naar een plek met toekomstperspectief op de Rieze, restauratie en herbestemming van het industrieel erfgoed, het
saneren van de ernstige bodemverontreiniging, een duurzaam veilige inrichting van de infrastructuur op en om het DRU-complex, realisatie van woningen
voor een brede doelgroep in combinatie met herstructurering van de woningvoorraad van Wonion en het realiseren van een ecologische oeverinrichting.
Gemeente en provincie hebben een team geformeerd waarin alle relevante beleidsvelden bijeen gebracht werden. Dit team heeft een aanzet gegeven voor
een structuurvisie voor Ulft en omgeving en er is een globale opzet gemaakt voor het DRU-complex (Hutten Noord), maar ook voor het voormalige
Benraadcomplex aan de Bongersstraat (Hutten Zuid) waar zich een gelijktijdige herontwikkelingsopgave aandiende. Gezien de omvang van de opgave en de
daarmee samenhangende ruimtelijke en financiële impact, zijn vanaf de start van de uitwerking inloopbijeenkomsten georganiseerd om in te spelen op de
wensen die er vanuit de samenleving leven. Eind 90-er jaren was interactieve planontwikkeling nog geen gemeengoed.
Structuurschets Uitwerking Hutten/Noord
De provincie Gelderland onderschreef het belang van de herontwikkelingsopgave door aan het project De Hutten de status van Majeur Project toe te kennen.
Door in het provinciale Streekplan een extra woningbouwopgave aan Ulft toe te kennen en door een stapeling van Rijksmiddelen, provinciale middelen en
(naar vermogen) een gemeentelijke bijdrage is het indertijd mogelijk geworden om tot een haalbare grondexploitatie te komen. Naast geld en beleidsruimte is
de expertise-inbreng vanuit provincie en Rijk voor de gemeente van grote waarde geweest. Ondermeer is project De Hutten een landelijk voorbeeldproject
voor stedelijke herontwikkeling geworden door toekenning van de StIR-status (Stimuleringsfonds Intensief Ruimtegebruik), de IPSV-status
(Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing van het SEV) en de GIDO-status (Gemeenschappelijk Initiatief Duurzame Ontwikkeling). Daarnaast is project De
Hutten als voorbeeld voor stedelijke vernieuwing opgenomen in het Nationaal pakket Duurzame Stedenbouw.
Onder het project De Hutten wordt verstaan De Hutten Noord (tegenwoordig DRU Industriepark genoemd, ook wel het Gietelinck) en Hutten Zuid (aan de
Bongersstraat in Ulft).
Planuitwerking
In 2005/2006 werd gestart met de concrete planontwikkeling voor de DRU Cultuurfabriek. Het herontwikkelingsproject kwam primair tot stand in een
samenwerkingsverband van de provincie Gelderland, gemeente Oude IJsselstreek en BOEi (de toenmalige eigenaar van het oude complex). Ook werd in die
periode een convenant afgesloten met ROC Rijn IJssel en ROC het Graafschapcollege om zoveel mogelijk leerlingen van het ROC leer- en werkplekken te
geven binnen alle projecten die gerealiseerd worden in het DRU Industriepark.
Naast de opgave voor de DRU werd ook het centrum van Ulft herontwikkeld. Sloop van de Smeltkroes en de Bibliotheek werd als noodzakelijk beoordeeld om
het centrumplan Ulft te kunnen ontwikkelen. De Smeltkroes (en de bibliotheek ) werden verkocht aan een ontwikkelaar. De opbrengsten werden als bijdrage
voor de exploitatie van de DRU Cultuurfabriek ingebracht. De onderhandelingen die met het bestuur van de Smeltkroes gevoerd zijn had als resultaat dat de
gebruikers van de Smeltkroes verhuisden naar de DRU Cultuurfabriek en 10 jaar lang dezelfde huur zouden gaan betalen als die ze voorheen in de
Smeltkroes betaalden. De DRU Cultuurfabriek zou onderdak gaan bieden aan de gebruikers van de Smeltkroes in Ulft evenals de Bibliotheek en Galerie ‘Bij
de boeken’.
3
Na ruim een jaar functioneren bleek dat dit onderhandelingsresultaat grote negatieve invloed had op de exploitatie van de DRU Cultuurfabriek. Besloten werd
om het verschil tussen de uitonderhandelde huurtarieven en de qua exploitatie reële tarieven aanvullend als subsidie te verstrekken. Daarnaast werden
andere financiële maatregelen afgesproken om de exploitatie positief sluitend te krijgen in de daarop volgende jaren. Op onderdeel van de bedrijfsvoering
werden maatregelen genomen door het bestuur in nauwe samenwerking met het college. Dit zgn. ‘Herstelplan voor de DRU’ Cultuurfabriek is in 2011
vastgesteld door de gemeenteraad.
De DRU Cultuurfabriek werd destijds door de gemeenteraad en de provincie gezien als het vliegwiel voor de verdere ontwikkeling van het DRU Industriepark.
De financiering van de investering werd voor het grootste deel gedaan door de gemeente en de provincie Gelderland.
Na de realisatie van de DRU Cultuurfabriek werd het Beltmancomplex ontwikkeld. Wooncorporatie Wonion houdt daar kantoor, er werden 16 sociale
huurwoningen gerealiseerd en (startende) ondernemers kunnen werkruimten huren. Wonion heeft het Beltmancomplex voor eigen rekening en risico
ontwikkeld.
In die periode werden de eerste gedachten uitgewerkt over wat in eerste instantie het Science Centrum werd genoemd en nu ICER heet. Uitgangspunt is altijd
geweest het verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden. Daar waar in het begin een aantal initiatiefnemers grootse plannen hadden om een groot
Nederlands IJzermuseum te realiseren, verschoof dit beeld naar een combinatie van het bedrijfsleven, het IJzermuseum 3.0, de kunstenaarsgroep Breekijzer
en onderwijsinstellingen. In 2014 is ICER geopend door Koning Willem Alexander. Bijzonder aan het concept is dat de investering door de gemeente en de
provincie is gedaan en dat de exploitatie door de betrokken partijen opgebracht wordt waaronder het ROC Graafschap College en het aangesloten
bedrijfsleven.
Bij de start van het gehele project (eind vorige eeuw) is met zorg gekeken naar het kostenaspect van dit naar verwachting meerdere jaren durende project. De
noodzaak om een financieel dekkende grondexploitatie voor te bereiden lukte door een zeer groot aantal woningen te plannen. Vanaf 2010 werden echter de
toen bestaande plannen grondig gewijzigd. Vanwege de sterk verminderde vraag werd het aantal bouwcontingenten in de Achterhoek drastisch omlaag
bijgesteld. Dat gold dus ook voor de gemeente Oude IJsselstreek. Voor het DRU Industriepark betekende dit een vermindering van ongeveer 100 woningen.
Bovendien bleven er als gevolg van de vermindering van de woningbouw meer ruimtes (pleinen) tussen de gebouwen over die ingericht moesten worden.
Inmiddels zijn alle pleinen gerealiseerd. De vermindering van het aantal woningen bood ook nieuwe kansen voor het DRU Industriepark. Er konden nieuwe
bedrijfseconomische, culturele en maatschappelijke functies aan het concept worden toegevoegd.
Door de provincie is kenbaar gemaakt dat ze de ontwikkeling van het DRU Industriepark belangrijk vond (en vindt) voor de Achterhoek. Daarnaast gaf de
provincie na de realisatie van de DRU Cultuurfabriek aan dat het noodzakelijk was om een gebiedsvisie te ontwikkelen. Deze visie werd ook door de provincie
gestimuleerd omdat het DRU Industriepark door de provincie gezien werd én wordt als een belangrijke mogelijkheid om beleidsdoelen van de provincie te
realiseren (werkgelegenheid, innovatie, duurzaamheid, erfgoed en recreatie/toerisme). Hiermee zouden de toekomstige ontwikkelingen op een
samenhangende wijze geborgd kunnen worden.
Om ook aan de wens van de provincie gevolg te geven werd de DRU Gebiedsvisie opgesteld. Deze is door de gemeenteraad en Gedeputeerde Staten
vastgesteld als kapstok waaraan de verschillende onderdelen van het project opgehangen konden worden. De vermindering van de woningbouw, die een
financieringsbron was voor de grondexploitatie, veroorzaakte een financieel gat. Dit werd toegevoegd aan alle andere afschrijvingen op strategische
aankopen.
4
Omdat de woningbouw in de SSP-hal niet doorging werd de functie, passend binnen de ontwikkeling van het DRU Industriepark, omgezet naar een
evenementenhal. Inmiddels is de SSP-hal bouwkundig onder handen genomen en voorzien van faciliteiten die de hal geschikt maakt voor grootschalige en
kleinere evenementen. De exploitatie is overgedragen aan een zelfstandige stichting.
Het Loonbureau is ontwikkeld tot een gebouw met op de bovenverdieping en een deel benedenverdieping radiozender OPTIMAAL FM. De resterende ruimten
op de benedenverdieping zijn in gebruik als ijssalon (in de zomer), koffielokaal en vergaderruimte. Momenteel is de ontwikkeling van een Regionaal
Mediacentrum (icm Optimaal FM) in onderzoek.
De Badkuipenfabriek is eigendom van BOEi en is ook door hen gerestaureerd en herbestemd tot woon-werk lofts. De meeste lofts zijn inmiddels verkocht. Het
Ketelhuis is eigendom van BOEi. De plannen zijn altijd geweest om op die locatie een hotel te realiseren. Het is BOEi tot nu toe niet gelukt om een exploitant
te vinden. Momenteel kent het gebouw deels een tijdelijke invulling.
De scheg bij de DRU Cultuurfabriek waarbij het water van de Oude IJssel via een steiger te benaderen is, is uitgebreid met een waterspeelplaats. E.e.a. is in
nauw overleg en met een financiële bijdrage van het Waterschap Rijn en IJssel tot stand gekomen waarbij het kunstwerk aan de voorkant van dit project de
loop laat zien van de Oude IJssel en tegelijkertijd een waterfront vormt als de waterspeelplaats in bedrijf is.
Het DRU Park werd met het vaststellen van de DRU Gebiedsvisie in 2011 een wezenlijk onderdeel van het DRU Industriepark. De raad heeft zich
uitgesproken voor behoud van de landbouw in dit gebied. Het groene gebied aan de overkant van de Oude IJssel bood al ruimte aan Huntenpop en wat later
aan Festivaart. Bij grotere evenementen werd en wordt de groene ruimte gebruikt als parkeervoorziening.
Toen het ministerie met de plannen naar buiten kwam om de 380KV hoogspanningslijn aan te leggen - en het ondergrondse alternatief had afgewezen heeft het gemeentebestuur zich ingespannen om de hoogspanningslijn zoveel mogelijk buiten het gebied te houden. Dat heeft geleid tot de plannen zoals de
minister ze nu ter inzage heeft gelegd.
Een recente ontwikkeling is het Samenwerkingsverband DRU Industriepark, waarin – in eerste instantie – de drie meest bepalende spelers op het terrein
zoveel mogelijk willen samenwerken. Dit is vastgelegd in een convenant, dat ook ondertekend wordt/zal worden door de gemeente. De partijen verplichten
zich tevens om de overige gebruikers en bewoners goed te betrekken. Dit convenant is een eerste stap om het DRU Industriepark op afstand van de
gemeente te plaatsen.
5
Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2
1
Gebiedsontwikkeling .................................................................................................................................................................................................................. 8
2
Toekomstvisie Paasberg/Landschapspark DRU .....................................................................................................................................................................14
3
Gebouwen ...............................................................................................................................................................................................................................18
Algemeen .....................................................................................................................................................................................................................................18
Portiersgebouw ............................................................................................................................................................................................................................20
SSP-hal ........................................................................................................................................................................................................................................22
Afbramerij .....................................................................................................................................................................................................................................24
Loonbureau ..................................................................................................................................................................................................................................26
Gebouwen van derden .................................................................................................................................................................................................................27
4
Kasstroomschema ...................................................................................................................................................................................................................29
5
Beheer en onderhoud ..............................................................................................................................................................................................................33
Bij dit rapport zijn twee bijlagendocumenten bijgevoegd. Het eerste en direct bijgevoegde document betreft stukken waarnaar in de tekst direct verwezen
wordt. Het gaat om documenten die direct ondersteunend zijn aan de tekst, te weten:
Bijlage 1: Overzicht kosten per plein
Bijlage 2: Grondcomplex Hutten Noord
Bijlage 3: Memo kosten pleinen Gietelinck
Bijlage 4: Kosten verlichting
Bijlage 5: Besluitvorming en dekking bijdragen gemeente
Bijlage 6: Overzicht kunstwerken
Bijlage 7: Notitie financiële gevolgen onderbrengen DRU gebouwen in BV
Bijlage 8: Rapport onderbrengen DRU panden in een BV
Bijlage 9.1: bijlage 1 van het kasstroomschema betreffende Stichting Cultuurfabriek
Bijlage 9.2: bijlage 2 van het kasstroomschema betreffende Cultuurcluster
Bijlage 9.3: bijlage 3 van het kasstroomschema betreffende Huurcompensatie aan instellingen
Bijlage 9.4: bijlage 4 van het kasstroomschema betreffende WOB
Bijlage 9.5: bijlage 5 van het kasstroomschema betreffende Exploitatie gebouwen
6
Bijlage 9.6: bijlage 6 van het kasstroomschema betreffende Investeringen
Bijlage 9.7: bijlage 7 van het kasstroomschema betreffende Rentelasten
Bijlage 9.8: bijlage 8 van het kasstroomschema betreffende Overzijde Oude IJssel
Bijlage 9.9: bijlage 9 van het kasstroomschema betreffende het totaaloverzicht
Bijlage 10: Overzicht kapitalisatie meerjaren onderhoudsplanning
Het tweede bijlagendocument is een verzameling van documenten die in de gemeentelijke administratie zijn opgenomen, zogenaamde ‘corsastukken’.
Kenmerk van de stukken is dat ze beginnen met een jaartal (laatste twee cijfers), drie letters (soort document) en een aantal cijfers (nummer van het
document) zoals bijvoorbeeld (11int00139). In de tekst wordt naar deze stukken verwezen. Ook zijn in dit bijlagendocument corsastukken toegevoegd
waarnaar niet expliciet verwezen wordt in de tekst. Het gaat dan om overeenkomsten die met verschillende organisaties zijn gesloten die in de gemeentelijke
gebouwen (Portiersgebouw, SSP-hal, Loonbureau en Afbramerij) zijn gevestigd. Dit tweede bijlagendocument is separaat van het rapport als extra
naslagwerk beschikbaar.
7
1
Gebiedsontwikkeling
Vanaf het begin
Vanaf 2000 zijn er diverse intentie- en realisatieovereenkomsten gesloten tussen de gemeente Oude IJsselstreek (en rechtsvoorganger gemeente
Gendringen), Dru Industries B.V., Klaassen Vastgoed Ontwikkeling B.V., Wonion (en rechtsvoorganger Parès (woningcorporatie), nationale maatschappij tot
Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van industrieel erfgoed B.V. (BOEi) en Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) inzake de herontwikkeling van het
gebied De Hutten-Noord. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met Waterschap Rijn en IJssel en de provincie Gelderland over kwaliteitscriteria en financiële
bijdragen uit diverse (provinciale) subsidies zoals onder meer Stads- en dorpsvernieuwingsgelden, Stimuleringsregelingen Woningbouw, ISV-subsidies en
MIP-bodemsaneringsgelden. De meeste overeenkomsten zijn inmiddels nagekomen en daarmee gerealiseerd. Een enkele andere is door de actualiteit
achterhaald en wordt momenteel herzien. Zo wordt momenteel gewerkt aan een overeenkomst voor de herziene woningbouwplannen. De inmiddels
overeengekomen uitgangspunten en afspraken zijn reeds verwerkt in de herziening van de grondexploitatie.
Vanaf 2005 is het circa 14 hectare grote gebied gesaneerd en zijn diverse gebouwen gesloopt. Sindsdien wordt door de partners, in een continu proces van
monitoring, stappen zetten, evalueren en bijsturen, gewerkt aan de herinvulling van zowel de resterende rijksmonumentale gebouwen als de openbare ruimte.
Gebiedexploitatie DRU Industriepark
Mede als gevolg van de financiële crisis en de daarop volgende economische recessie zijn de plannen voor Hutten Noord in het genoemde continue proces
van monitoring herijkt. Dat heeft in 2011 geleid tot de vaststelling van de Gebiedsvisie DRU Industriepark (van Paasberg tot Engbergen). De gemeenteraad
heeft deze visie op 17 maart 2011 vastgesteld (11int00139). Met deze visie is het oorspronkelijke woningbouwprogramma in Hutten Noord naar beneden
bijgesteld en zijn met name de grondgebonden woningen binnen de twee invalswegen komen te vervallen. De geplande woningbouw aan de randen van de
Cité Industriëlle (gebied globaal ten noorden van de DRU Laan en ten zuiden van de noordelijke groene scheg) zijn zo veel mogelijk in tact gebleven. Gevolg
van deze vermindering van woningbouwaantallen is onder meer dat er een tekort in de dekking van de grondexploitatie Hutten Noord ontstond als gevolg van
de uitgifte van minder kavels. Deze voormalige bouwkavels vervielen aan de openbare ruimte, die ontworpen en aangelegd moesten worden. De
gemeenteraad heeft op 27 juni 2013 besloten om de financiële gevolgen van de herziene gemeentebrede Woonvisie ineens te nemen en daarmee voor
Hutten Noord de grondexploitatie aan te vullen. Tevens heeft de gemeenteraad in diezelfde vergadering besloten om extra gelden beschikbaar te stellen voor
de inrichting van de pleinen en de verdere uitfasering van de plannen (27 juni 2013 - 13ini01094).
Uit de door de gemeenteraad vastgestelde grondexploitatie zijn de kosten voor inrichting van de openbare ruimte voldaan. Daarnaast is in 2013 een
investeringsbudget beschikbaar gesteld voor de inrichting van het Emailleplein (13int00232). Uit het financiële overzicht en de beschrijving daarbij kunnen de
gemaakte kosten voor de herinrichting van de pleinen worden opgemaakt. Daarbij is per plein onderscheid gemaakt naar kosten voor verharding- en riolering,
groen, verlichting en overig. Zie bijlage 1.
Voor de inrichting van de particuliere ruimte rondom de Badkuipenfabriek zijn met BOEi afspraken gemaakt over een terugbetaling per verkocht loft. Deze
afspraken liggen vast in een overeenkomst (29 augustus 2012, 12ink16016).
8
Rol gemeente
Zoals gesteld is de gemeente verantwoordelijk voor de aanleg, beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Dat behelst zowel het bouwrijp- als
woonrijpmaken van het gehele gebied, waarover met alle partners bij de gebiedsontwikkeling in 2005 en in 2007 overeenkomsten zijn gesloten. De gemeente
is daarmee verantwoordelijk voor de gehele saneringsopgave en voor zowel ondergrondse als de bovengrondse nieuwe infrastructuur.
De gebiedsontwikkeling is inmiddels nagenoeg afgerond. De fabrieksgebouwen zijn gesloopt en alle gronden zijn gesaneerd, met uitzondering van de bodem
onder de SSP-hal. Bij een eventuele vervanging van de vloer van de SSP-hal moet bekeken worden in hoeverre deze grond alsnog gesaneerd moet worden.
In de grondexploitatie is daarvoor een stelpost opgenomen. Verder is de gemeente nog verantwoordelijk voor de herinrichting van enkele kleinere percelen,
namelijk bij de woningbouwlocaties aan de DRU Laan, bij het landmark nabij de waterspeelplaats en bij de herontwikkeling van de hoek Huttenweg-Frank
Daamenstraat. Voor deze nog te maken kosten voorziet de grondexploitatie in financiële dekking.
Eigendommen
De openbare ruimte op het DRU Industriepark is eigendom van de gemeente. Daarmee zijn de wegen, trottoirs, parkeerplaatsen, openbaar groen en de
pleinen in eigendom en beheer bij de gemeente.
De resterende bouwkavels zijn in eigendom bij de gemeente. De gemeente heeft sinds 2005 enkele overeenkomsten gesloten met Klaassen Vastgoed
Ontwikkeling over de verkoop en ontwikkeling van deze kavels. Momenteel worden deze overeenkomsten geactualiseerd tot een vaststellingsovereenkomst.
Voor de eigendomssituatie van de gebouwen wordt verwezen naar hoofdstuk 2.
Bestemmingsplan
De raad heeft op 27 juni 2013 het bestemmingsplan vastgesteld. Vier onderdelen daaruit zijn door de uitspraak van de Raad van State op 19 maart 2014
vernietigd. Daarmee is veruit het grootste deel van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. De gemeente bereidt momenteel een correctieve
herziening voor dat de vier onderdelen herstelt en een ambtelijke wijziging mogelijk maakt. Hierover is intensief overleg gevoerd met BOEi en enkele
bewoners teneinde een breed gedragen bestemmingsplan vast te kunnen stellen rekening houdend met alle belangen. Verwacht wordt dat de raad begin
2015 een besluit neemt over de herziene correctie.
Financiën
De grondexploitatie startte feitelijk in 2001 met de aankoop van de panden. Echter is de grondexploitatie gevoerd door de projectontwikkelaar. Pas vanaf 2009
is deze grondexploitatie als onderdeel van het project ‘de Hutten’ in Ulft tot transformatie van bedrijventerreinen afgesplitst en in 2009 ook als grondcomplex
voor woningbouw in exploitatie genomen. In bijlage 2 is een overzicht van de grondexploitatie opgenomen. In bijlage 3 is het verloop van de exploitatie per
boekjaar vanaf 2009 beschreven, zoals deze jaarlijks in de paragraaf Grondbeleid is opgenomen en bij jaarrekening(en) is vastgesteld.
Bij het nu voorliggende overzicht (bijgewerkt t/m 17 oktober 2014) is daarmee dus 2009 het vertrekpunt waarin het grondcomplex als “gronden in exploitatie”
geopend is en in de administratie van de grondexploitatie is opgenomen. Uitgangspunt is de inbrengwaarde ofwel het totaal van kosten en opbrengsten van
voor 2009; in totaal ruim € 5,8 miljoen. De huidige boekwaarde bedraagt ruim € 2,0 miljoen. In het voorstel tot herziening van de exploitatie (aan de raad in het
voorjaar van 2015) worden kosten en opbrengsten bijgesteld tot een sluitende exploitatie (mede door de ontvangen saneringssubsidie uit de afrekening door
de provincie).
9
In totaal is vanaf 2009 voor een bedrag van ruim € 15,7 miljoen aan kosten gemaakt en verantwoord in de grondexploitatie. Daarnaast is € 325.850
uitgegeven uit een investeringskrediet. Onderstaand overzicht geeft weer waaraan het totaal van die kosten na 2009 gemaakt zijn. Dit zijn de tot nu toe
gemaakte kosten. Er wordt ook een verplichtingenadministratie gevoerd. De aangegane verplichtingen zijn opgenomen in de grondexploitatie als nog te
betalen kosten.
Kosten grondexploitatie
inbreng boekwaarde 2009
verwerving en sloopkosten
onderzoekskosten, sanering
grondwerk, riolering, bouwstraten
woonstraten
pleinen
overige kosten
beheerskosten onroerend goed
plankosten, voorbereiding en toezicht
rentekosten
totaal
bedrag
€ 5.856.811
€ 30.654
€ 23.988
€ 1.531.700
€ 3.350.467
€ 3.030.799
€ 146.486
€ 10.571
€ 1.706.857
€ 410.001
€ 16.098.334
Een verdere uitsplitsing van de kosten voor de pleinen is zoals vermeld in bijlage 1 opgenomen. Tevens is inzichtelijk gemaakt welke kosten voor alle
verlichtingselementen op het gehele DRU Industriepark gemaakt zijn (bijlage 4). Dekking voor deze verlichtingskosten is voor een groot deel terug te vinden in
de grondexploitatie. Overige dekking is gevonden in de algemene voorzieningen voor vervanging en beheer openbare verlichting, alsmede in
investeringskredieten.
In totaal is vanaf 2009 voor een bedrag van ruim € 13,5 miljoen aan opbrengsten verantwoord in de grondexploitatie. Onderstaand overzicht geeft weer welke
opbrengsten er na 2009 zijn geweest.
Opbrengsten grondexploitatie
verkopen
bijdragen van derden
bijdragen van de gemeente
totaal
bedrag
€ 2.476.250
€ 2.396.629
€ 9.205.933
€ 14.078.811
10
Er resteert dan een tekort op de grondexploitatie ter grootte van circa € 2,0 miljoen. Voor vaststelling van de jaarrekening 2014 zal ook dit grondcomplex voor
herziening aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Daarin worden de verwachte nog te maken kosten, c.q. aangegane verplichtingen (totaal € 1.177.341)
en verwachte opbrengsten (totaal € 3.3274.540) opgenomen. De grondverkopen en in 2014 door de provincie uitgekeerde subsidies ten behoeve van de
kosten van sanering voor transformatie van de bedrijventerreinen De Hutten (Noord en Zuid) in Ulft worden daar in meegenomen. Het gaat dan om de
eindafrekening van de provinciale saneringssubsidies.
Omdat in het oorspronkelijke rekenmodel met minder inkomsten rekening gehouden is kan een deel van deze subsidiegelden weer terugvloeien naar de
algemene reserve. Bij de herziening zal verder rekening worden gehouden met een taakstellende begroting voor de aanleg en inrichting van de resterende
openbare ruimte en de aangegane verplichtingen voor de pleinen. Een en ander leidt tot een voorlopig positief resultaat op de grondexploitatie van € 130.000.
Onderstaand overzicht geeft de gemeentelijke bijdragen (€ 9,2 miljoen) in de grondexploitatie weer. In de bijlage 5 is opgenomen op welke wijze
besluitvorming over deze bedragen heeft plaatsgevonden.
Bijdragen gemeente
Dotaties (De Rieze)
Bijdragen uit reserves
Bijdrage inr openb ruimte Badkuip.
Bijdrage waterspeelplaats
Bijdrage uit voorz woonvisie
Bijdrage uit verliesvoorziening
Investeringskrediet Emailleplein
Investeringsbijdrage inr pleinen
Bijdrage skatebaan
Bijdrage uit best.res. Sti. Woningb
Bijdrage restantkrediet Emailleplein *
Bijdrage kosten projectorganisatie *
totaal
*
besluitvorming moet nog plaatsvinden
bedrag
€ 175.000
€ 1.361.340
€ 220.000
€ 131.715
€ 5.557.850
€ 753.250
€ 325.851
€ 176.400
€ 103.030
€ 151.497
€ 150.000
€ 100.000
€ 9.205.933
jaar
2009
2009
2012
2012
2012
2012
2013
2013
2013
2013
2014
2014
11
Kunstuitingen
De oorspong
In 2007 is de expositie ‘Oer-Kracht’ georganiseerd. Daarna is een aantal van de kunstwerken die daar te zien zijn geweest aangekocht. Een drietal van deze
kunstwerken is terecht gekomen op het DRU Industriepark. Het gaat daarbij om Phaeton, Man mit Lahm, en Raum und Zeit. Raum und Zeit is inmiddels
(tijdelijk) op de gemeentewerf in depot genomen. De overige kunstwerken uit deze expositie zijn o.m. geplaatst in Silvolde en Bontebrug.
Op 25 oktober 2007 (07int00843, incl. notulen raadsvergadering) heeft de raad besloten een krediet van € 50.000 beschikbaar te stellen en dit bedrag te
onttrekken aan de reserve ‘Stimulering Leefbaarheid’. Aan dit besluit ligt een amendement ten grondslag. Met dit wijzigingsvoorstel werd tegemoet gekomen
aan de uitgesproken wens van de raad om de reserve ‘Kunst en Cultuur’ te kunnen blijven aanwenden voor initiatieven en projecten rond kunst en cultuur. Dit
alles betekende dat er voor de aankoop van ijzersculpturen van de Oerkracht expositie een bedrag van € 100.000 beschikbaar was. (€ 50.000 vanuit de
reserve Uitwerking Visie IJsselsprong en € 50.000 uit de reserve Stimulering Leefbaarheid). Voor de 3 kunstwerken die op het DRU Industriepark zijn
geplaatst gaat het in aanschafwaarde over een totaal bedrag van € 41.500.
Beleidsplan ‘Vuur voor Cultuur’
De overige kunstwerken die te vinden zijn op het DRU Industriepark zijn gefinancierd vanuit de budgetten die zijn vastgesteld in het beleidsplan ‘Vuur voor
Cultuur’ (2009-2012). Dit plan is in december 2009 door de raad vastgesteld (09rvs0110). Het plan voorziet o.a. in de invoering van een percentage regeling.
Deze houdt in dat 2% van de kosten van gemeentelijke nieuwe werken en 2% van het budget inrichting openbare ruimte werden gereserveerd voor kunst en
toegevoegd werden aan de voorziening kunst.
Het plan had een tijdsplanning t/m 2012. In november 2012 heeft het college besloten het beleidsplan voort te zetten (12int00960). In deze voortzetting is o.a.
te lezen dat de aankoop van De Krijger wordt gerealiseerd. De voortzetting van dit beleidsplan is ter kennisname ook aan de raad gestuurd. Voortzetting van
dit beleid is eveneens in de begroting voor 2013 opgenomen (vastgesteld op 8 november 2012).
Alle aankopen van kunst op het DRU Industriepark zijn gerealiseerd in samenspraak en samenwerking met de kunstcommissie. Deze commissie is in het
leven geroepen als onderdeel van het beleidsplan ‘Vuur voor Cultuur’.
De rechten
Voor de aankoop van de kunstwerken zijn overeenkomsten opgesteld en ondertekend (zie nummers opgenomen in bijlage 6). De kunstwerken zijn daardoor
in het bezit gekomen van de gemeente. In de contracten die zijn opgesteld is geregeld dat de gemeente de kunstwerken beheert en onderhoudt
overeenkomstig de bedoeling van de kunstenaar en met inachtneming van diens persoonlijkheidsrechten ingevolge de Auteursrecht van 23 september 1912.
Bij herstel van beschadigingen aan het kunstwerk zal de kunstenaar door de gemeente worden geraadpleegd en kan zo nodig deskundig advies worden
ingewonnen. De gemeente is vanuit deze overeenkomsten niet verplicht herstelwerkzaamheden te plegen waarvan de kosten de aanschafwaarde van het
kunstwerk te boven gaan.
Een specifiek geval is geweest de reproductie van het LOVE-kunstwerk. Dit beeld is op 5 mei 2014 geplaatst maar eind augustus 2014 vernietigd op
sommatie van een auteursrechtenorganisatie. Hoewel er aanvankelijk verschillende opvattingen bestonden over het auteursrecht bleek later dat dit wél van
kracht was. Uiteindelijk moest tot vernietiging worden overgegaan. De kosten zijn in het najaar afgeboekt (BERAP 2, 2014). In totaal betrof dit € 55.812 (excl
BTW), opgebouwd uit de maakkosten, plaatsen, afvoeren/vernietigen en juridische bijstand.
12
Onderhoud
Voor het jaarlijkse reguliere onderhoud van de kunstwerken is budget opgenomen in de programmabegroting. Dit budget is inclusief het onderhoud van de
kunstwerken zoals die op het DRU Industriepark staan. Het beheer en onderhoud van de kunstwerken op het DRU Industriepark is in handen van de
gemeente.
Parkmanagement
In het najaar van 2012 is gestart met het tot stand brengen van een organisatie (Beheer Ontwikkeling en Reuring = BOR) voor het managen van het DRU
Industriepark. De gemeente heeft hierin het initiatief genomen en in eerste instantie met de besturen van de DRU Cultuurfabriek, Boei en Wonion gesproken
over op te zetten organisatie en rechtsvorm.
Vanaf mei 2013 is het gesprek verder gegaan met de directeuren van de DRU Cultuurfabriek, SSP-hal en ICER. Het doel was te starten met een proces dat
zou leiden tot intensieve samenwerking op het DRU Industriepark. Uitgangspunten daarbij waren:
• De basis van samenwerking is vertrouwen
• Samenwerking gericht op meerwaarde voor alle gebruikers van het DRU Industriepark
• Betere afstemming van de organisatie van evenementen
• De gemeente trekt zich terug als sturende kracht op het DRU Industriepark
• Doel is te komen tot een formele organisatie die allerlei praktische zaken op het terrein voor zijn rekening neemt. Voor het gemak wordt dit samengevat
als parkmanagement.
Eind september 2013 is een ‘DRU Industriepark gebruikers bijeenkomst’ georganiseerd. Naast de grotere organisaties zoals de SSP-hal, de DRU
Cultuurfabriek en ICER waren daarbij ook overige gebruikers aanwezig, zoals vertegenwoordigers van de Isselganger en kunstenaarscollectief Breekijzer. Die
avond is gesproken over de onderwerpen die een centrale DRU-organisatie zou moeten oppakken. Iedereen was het eens over dat bewegwijzering,
beveiliging en communicatie (website e.d.) daaronder zouden moeten vallen.
Inmiddels is een werkgroep communicatie opgezet en actief. Deze werkgroep houdt zich bezig met de website en de bewegwijzering en is ook van plan
gebiedsmarketing vorm te geven. Tevens is een beleidsplan voor de evenementen in ontwikkeling. Eerste concrete stap daarin is de digitale
evenementenagenda, die door alle partijen ingezien en aangepast kan worden. Daarnaast zijn in overleg met de gemeente afspraken t.a.v. parkeren op
papier gezet.
Inmiddels hebben ‘de drie’ (DRU Cultuurfabriek, SSP Hal en ICER) de intentie uitgesproken om een samenwerkingsverband te vormen door middel van een
convenant dat ook door de gemeente wordt ondertekend. In dit convenant wordt de samenwerking geregeld, het betrekken van de overige gebruikers op het
terrein, de afstemming met de blijvende gemeentelijke taken en er worden werkgroepen gevormd (oa communicatie, openbare ruimte en informatiebalie). In
november 2014 is de eerste versie op bestuurlijk niveau besproken met de gemeente; naar verwachting wordt het convenant begin 2015 getekend, waarmee
het samenwerkingsverband een formele status krijgt. Het is niet de intentie om een zelfstandige rechtspersoon te zijn.
13
2
Toekomstvisie Paasberg/Landschapspark DRU
Bij de programmabegroting 2010-2013 “koers houden” is een investeringskrediet (70320016) opgenomen á € 800.000 met als omschrijving ‘Toekomstvisie
Paasberg/Landschapspark DRU’.
In 2013 heeft de gemeente van de Regio Achterhoek een subsidie toegezegd gekregen van € 200.000 ten behoeve het project “landschappelijke inrichting
DRU park”. Deze € 200.000 is toegevoegd aan dit krediet. Deze toevoeging resulteert per saldo in een budget van € 1.000.000 opgenomen onder krediet
70320016. Onderstaand schema geeft het verloop van dat krediet weer.
Kredietverloop 70320016
2010
krediet
uitgaven
2011
restant krediet
uitgaven
2012
restant krediet
uitgaven
2013
restant krediet
bijdrage Regio Achterhoek
uitgaven
overboeking naar 70400006
2014
restant krediet
uitgaven tot op heden
restant per 20 november
totaal
overige DRU
(bijlage 9.6)
over de IJssel
(bijlage KSS 9.8)
€ 800.000
€ 138.586
€ 39.168
€ 99.418
€ 661.414
€ 252.869
€ 171.488
€ 81.381
€ 408.545
€ 95.545
€ 51.360
€ 44.185
€0
€ 79.042
€ 29.261
€ 102.123
€ 313.000
€ 200.000
€ 79.042
€ 210.000
€ 223.958
€ 131.384
€ 92.574
Het krediet is aangewend ter dekking van diverse uitgaven voor zowel het DRU Industriepark als voor DRU Park. De kosten (niet zijnde investeringen in de
gebouwen) die zijn gemaakt voor DRU Industriepark zijn terug te vinden in bijlage 9.6. De voor het DRU Park gemaakte kosten zijn opgenomen in bijlage 9.8
(Overzijde Oude IJssel).
14
In het investeringsoverzicht uit het kasstroomschema (bijlage 9.6) zijn naast de ‘overige investeringen’ ook enkele investeringen in de gebouwen opgenomen,
waarvoor dekking is gevonden binnen 70320016. Om deze investeringen apart bij te houden is in 2013 een deel (€ 210.000) separaat ondergebracht in
krediet 70400006. Op basis van gelijkblijvende jaarlijkse kapitaallasten en de langere afschrijvingstermijn is daarmee een krediet ontstaan van € 290.000. Van
het krediet 70400006 zijn de direct aan enkele gebouwen toe te wijzen investeringen voldaan. Onderstaand overzicht maakt dat inzichtelijk.
Kredietverloop 70400006
2013
Overboeking vanuit 70320016
uitgaven overig
uitgaven Loonbureau
2014
Restant krediet
Uitgaven tot op heden
restant per 20 november
Totaal
€ 290.000
€ 29.464
€ 121.036
€ 139.500
€ 144.110
-€ 4.610
Ontwikkelingen DRU Park
In de loop van de jaren 2011 – 2014 is er een groot aantal besluiten genomen door raad en college. Kernpunten zijn:
• Gebiedsvisie
• Bedrijfsverplaatsing
• Parkeerterreinen
• Hoogspanningslijn 380 kV
Gebiedsvisie
In 2011 heeft de gemeenteraad de “Gebiedsvisie DRU Industriepark, van Paasberg tot Engbergen” vastgesteld (11int00139). De gebiedsvisie doet ook
uitspraken over het gebied tussen Oude IJssel en de Slingerparallel (N317). Zo wordt de wenselijkheid van het uitplaatsen van een van de agrarische
bedrijven benoemd, alsmede de verbreding van het blijvende bedrijf tot bijvoorbeeld een evenementenlocatie.
In juni 2012 heeft het college van Gedeputeerde Staten de Gebiedsvisie expliciet benoemd tot uitgangspunt voor het provinciale beleid in dit gebied.
15
Bedrijfsverplaatsing
Het college heeft op 10 december 2013 besloten (13int00907) om medewerking te verlenen aan de verplaatsing van het melkveebedrijf van de maatschap
(NAAM) te Silvolde naar de Kroezendijk 12 te Sinderen door:
• over te gaan tot aankoop van het bedrijf van maatschap (NAAM) aan de Ulftseweg 126b te Silvolde bestaande uit woning, bedrijfsgebouwen en een
eigendomspositie van 26.96 ha erf + landbouwgronden tegen een verwervingsprijs van € 2.150.000,-;
• te accepteren dat de gemeente voor een maximaal bedrag ter grootte van € 450.000,- het risico op zich neemt voor eventueel niet-subsidiabele
overdrachtskosten en het mogelijkerwijs niet of niet geheel beschikbaar komen van een bijdrage in de bedrijfsverplaatsingskosten;
• voor zover hiertoe geen belemmeringen bestaan, op een voortvarende wijze medewerking te verlenen aan vergunningprocedures die noodzakelijk zijn
voor de realisatie van nieuwe bedrijfsbebouwing op de locatie Kroezendijk 12 alsmede het verwijderen van bepaalde houtopstanden op het erf en het
landbouwareaal.
Daarnaast heeft het college besloten om voor de bedrijfsaankoop geen nieuw krediet aan te vragen, maar deze uitgave te dekken uit middelen die
beschikbaar komen uit verkoop van gemeentelijke gronden en vastgoed. Derhalve het ruilen van bezit voor bezit. Tenslotte heeft het college besloten om de
raad voor te stellen om € 500.000,- van het resultaat van de jaarrekening 2013 te doteren aan een in te stellen bestemmingsreserve ‘verbetering
landbouwkundige structuur’. Dit resultaat is ontstaan door niet-ingecalculeerde opbrengsten uit verkoop van gemeentelijke gronden en vastgoed in 2013. De
raad heeft op 3 juli 2014 (14rvs0035) met dit voorstel ingestemd met de toezegging van het college dat er nog raadsoverleg volgt. De nieuwe
bestemmingsreserve kan van belang zijn voor de onderhavige boerderijverplaatsing én de omliggende bedrijven.
Een deel van de aangekochte gronden wordt op korte termijn afgestoten. Een deel van de gronden blijft in gemeentelijk bezit. Op basis van het principe ‘bezit ruilen
voor bezit’ ziet het plaatje er als volgt uit:
Kosten
Aankoopkosten van het bedrijf aan de Ulftseweg
Maximaal risico ingeval wél overdrachtskosten en géén
verplaatsingsbijdrage
€ 2.150.000
Totaal kosten
€ 450.000
€ 2.600.000
Totaal baten
€ 420.000
€ 775.000
€ 1.195.000
Baten
Bijdrage Tennet voor sanering bedrijfswoning e.d.
Verwachte opbrengsten uit verkoop deel van de gronden
Uit hetzelfde collegebesluit (13int00907) blijkt dat het college heeft geaccepteerd dat de gemeente voor een maximaal bedrag ter grootte van € 450.000,- het
risico op zich neemt voor eventueel niet-subsidiabele overdrachtskosten en het mogelijkerwijs niet of niet geheel beschikbaar komen van een bijdrage in de
bedrijfsverplaatsingskosten. Er zijn twee scenario’s::
• “Ingeval van een volledige verplaatsingskostenbijdragen voor (NAAM) beschikbaar komt en geen overdrachtskosten, bedraagt de netto investering voor
ons € 2.150.000 minus € 1.195.000 is € 955.000,-.
• Indien er geen verplaatsingskosten bijdrage voor (NAAM) beschikbaar komt en de gemeente de overdrachtskosten betaalt, bedraagt de netto investering
voor ons € 2.600.000 minus € 1.195.000 is € 1.405.000.”
16
De dekking van deze twee scenario’s wordt deels gerealiseerd door de resultaatbestemming bij jaarrekening 2013 (als gevolg van een niet begrootte
opbrengst), voor het overige door grondverkopen en – in het eerste scenario - door een provinciale bijdrage. In het collegevoorstel is onderkend dat er geen
vaste regeling meer bestaat. Echter, er is wel een verzoek bij de provincie neergelegd om te bekijken of er een bijdrage uit een andere bron mogelijk is.
Hierover heeft de provincie nog geen uitsluitsel gegeven.
Inmiddels is door middel van een kavelruil de besparing op de overdrachtskosten gerealiseerd. Hierdoor resteert dus het risico van de garantstelling voor
eventueel niet-subsidiabele overdrachtskosten ter hoogte van € 400.000.
Parkeerterreinen
Hierbij moet onderscheid gemaakt worden naar:
• De huidige tijdelijke parkeerplaats, die op basis van meerjarige afspraken met de grondeigenaar is gerealiseerd. Deze afspraken zijn schriftelijk
vastgelegd. Hierdoor kon het bestemmingsplan DRU Industriepark worden vastgesteld voor wat betreft het onderdeel parkeren. Het betreft het parkeren
ten behoeve van alle ruimtelijke functies in het DRU Industriepark. De kosten bedroegen circa € 50.000. Deze zijn voldaan uit de regiogelden.
• Een nog te realiseren definitief parkeer terrein. Conform de Gebiedsvisie DRU Industriepark en het recente werkakkoord ligt er een opgave om een
definitief parkeerterrein met toegangsweg te realiseren, inclusief een verkeersveilige aansluiting op de rotonde in de N317. Dit project wordt opgepakt in
nauwe samenspraak met de provincie Gelderland en het Ministerie van EZ / TenneT. Andere projectpartners zijn het Waterschap Rijn en IJssel, diverse
grondeigenaren en inwoners. Dit proces loopt.
Hoogspanningslijn 380 kV
De gemeente Oude IJsselstreek heeft vanaf het begin van het hoogspanningsproject getracht invloed uit te oefenen op het tracé van de 380kV-lijn. Daarnaast
is herhaaldelijk aangestuurd op het ondergronds aanleggen van de hoogspanningsverbinding. Het college heeft er in de afgelopen jaren zo veel mogelijk aan
gedaan om de consequenties van de 380kV-lijn zo klein mogelijk te laten zijn. Het heeft tot nu toe niet geleid tot een ondergrondse lijn.
Bij motie heeft de raad op 5 november 2014 het college opgeroepen om een zienswijze in te dienen. De gemeente kan een zienswijze indienen, maar mag
vervolgens niet in beroep gaan. Het 380kV-project valt namelijk onder de Crisis- en herstelwet, waardoor lagere overheden geen beroep mogen instellen
(artikel 1.4 Crisis- en herstelwet).
Vanuit het (Ontwerp) Rijksinpassingsplan van het Ministerie van EZ ligt er een verplichting om de hoogspanningslijn 380kV goed landschappelijk in te passen,
onder meer ter hoogte van het DRU Park. Het realiseren van de landschappelijke maatregelen (inclusief de afkoop van beheer en onderhoud) wordt
gefinancierd door het Ministerie van EZ. Het is in Nederland gebruikelijk dat zij de uitvoering overlaten aan de betrokken gemeente die in dat geval de
beschikking krijgt over bijbehorend budget. Het Ministerie van EZ en TenneT maken met direct betrokken grondeigenaren afspraken via een zakelijk recht
overeenkomst indien het 380kV-tracé of de beoogde landschappelijke inpassingsmaatregelen op hun eigendom liggen.
Wat moet er nog gebeuren
Mede rekening houdend met de functies op het DRU Industriepark moet er op het DRU Park (overzijde) nog een flink aantal permanente parkeerplaatsen
gerealiseerd worden. Hiervoor moeten nog middelen vrijgemaakt worden. Mogelijk moeten hiervoor tijdelijke oplossingen gevonden worden.
17
3
Gebouwen
Algemeen
Inleiding
Op het DRU Industriepark staan acht gebouwen, waarvan zeven rijksmonumenten. Alleen het zogenaamde ‘ISWI-gebouw’ is geen rijksmonument. Het gaat
om de volgende gebouwen, in eigendom bij de volgende partijen:
Beltmancomplex
Badkuipenfabriek
SSP-hal, incl. Koepeloven
Afbramerij
Loonbureau
Portiersgebouw
Ketelhuis
‘ISWI-gebouw’
Wonion
BOEi en particulieren
gemeente Oude IJsselstreek
gemeente Oude IJsselstreek
gemeente Oude IJsselstreek
gemeente Oude IJsselstreek
BOEi
Klaassen
In onderstaande hoofdstukken wordt ingegaan op de gebouwen die in eigendom bij de gemeente zijn. Er wordt beschreven hoe de verkrijging van de
individuele gebouwen tot stand is gekomen, welke aankoopbedragen daarmee gemoeid zijn, welke investeringen hebben plaatsgevonden. Daarnaast wordt
per gebouw aangegeven op welke wijze de gemeente een relatie heeft met de exploitatie en het bestuur van de organisaties in de gebouwen en in hoeverre
sprake is van subsidies.
Meer in het algemeen worden de andere, niet bij de gemeente in bezit zijnde gebouwen kort aangestipt als het gaat om het huidige gebruik. Daarbij wordt ook
ingegaan op de fabrieksschoorsteen als monument voor de arbeider.
De gemeente heeft altijd geprobeerd ‘geld met geld’ te maken in de vorm van cofinanciering. Door financiële middelen beschikbaar te stellen zijn vaak
financiële middelen vrijgemaakt bij bijvoorbeeld de provincie Gelderland. Vaak werden daarmee zowel gemeentelijke als ook provinciale beleidsdoelen
gezamenlijk opgepakt en lokaal gerealiseerd.
18
Gemeentelijk eigendom
De gemeente heeft in maart 2011 besloten drie gebouwen (SSP-hal, Loonbureau en Portiersgebouw) aan te kopen van BOEi en een koopoptie te nemen op
de Afbramerij. (11int00168).
In 2013/2014 is onderzocht of het mogelijk is de gemeentelijke DRU-panden onder te brengen in een B.V. Deze B.V. zou dan eigenaar moeten worden van
de panden, en het beheer en verhuur moeten gaan uitvoeren. Het betreft in eerste instantie een onderzoek naar de wijze van inbreng van de panden, de
inkomsten en uitgaven en onderzoek naar afschrijvingen, reserveringen etc. Bij een positieve grondhouding wordt vervolgens de juridische afhandeling in
gang gezet. Het onderzoek heeft zich beperkt tot de financiële haalbaarheid naar:
• Is een B.V. financieel levensvatbaar?
• Wat zijn de financiële voor- of nadelen voor de gemeente van het onderbrengen van de panden in een B.V.?
Op basis van de cijfers zou besloten worden of het wenselijk is de DRU-panden in een B.V. onder te brengen en vervolgens het tweede traject in te gaan en
dus de B.V. op te richten. Hierover heeft geen besluitvorming plaatsgevonden; het is gebleven bij het onderzoek.
Er zijn zeven scenario’s opgesteld. De scenario’s geven geen van allen een resultaat dat zowel voor de B.V. als voor de gemeente ruim positief is.
Het blijkt doorgaans dat wanneer een scenario voor het gemeentelijk resultaat positief is er een negatief resultaat voor de B.V. ontstaat. Er zijn drie scenario’s
die echter voor beide samen een gering positief resultaat laten zien. Maar hier staat tegenover dat de gemeente dan wel een hoog bedrag moet afboeken op
de boekwaarden van de panden.
Op basis van de uitkomsten wordt geadviseerd niet over te gaan tot het onderbrengen van de DRU panden in een B.V. Indien toch - om andere dan financiële
redenen - wordt besloten de DRU panden onder te brengen in een B.V. dan wordt aanbevolen dit te doen op basis van scenario 3 of scenario 4. (Zie bijlagen
7 en 8).
Scenario 3 heeft als voordeel dat de B.V. vanaf de start winstgevend kan zijn. Dit wordt echter vooral veroorzaakt doordat de gemeente kosten van de B.V.
voor haar rekening neemt. De lasten voor de gemeentelijke begroting zullen echter toenemen. Alleen bij winstuitkering zullen die met slechts een gering
bedrag afnemen.
In scenario 4 is de B.V. verlieslatend. Echter na afdekken van dit verlies door de gemeente resteert nog een geringe verlaging van de gemeentelijke lasten
Een tweede voordeel van dit scenario is dat alle lasten die bij de B.V. thuishoren ook bij de B.V. liggen. Dit scenario betekent wel dat de gemeente moet
afboeken op de boekwaarde van de panden.
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn de panden te verkopen aan een particuliere exploitant. Echter die zal de panden waarschijnlijk alleen willen
overnemen op basis van een waarde gebaseerd op de huuropbrengsten. Ook in dat geval zal de gemeente moeten afboeken. Dit lijkt dan ook geen
begaanbare weg. Indien de gebouwen bij de gemeente blijven zal er uiteraard wel personele inzet nodig zijn aan de zijde van de gemeente.
In bijlagen 7 en 8 zijn opgenomen:
- Notitie financiële gevolgen onderbrengen DRU gebouwen in BV
- Rapport onderbrengen DRU panden in een BV
19
Portiersgebouw
Aankoop, investeringen en kapitaallasten
Op 12 mei 2011 heeft de raad ingestemd met de aankoop van het Portiersgebouw voor een bedrag van € 4.354.035 (11rvs0026). Dit is in een
raamovereenkomst vastgelegd (11ink09840).
Naast de aankoop heeft de gemeente in totaal € 2.608.108 geïnvesteerd in het Portiersgebouw. De raad heeft op 21 december 2006 ingestemd met de
realisatie van ‘het Cultuurcluster’ en de gemeentelijke bijdrage vastgesteld op € 2,6 mln (06int00743).
Investering
bijdrage tijdelijk onderhoud 2006
bijdrage tijdelijk onderhoud 2007
bijdrage tijdelijk onderhoud 2008
Co-financiering RUP
Inrichting TAP
bedrag
opmerking
€ 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 1.000.000
€ 1.000.000
totaal
€ 2.600.000
De aankoop en de investeringen in het Portiersgebouw zijn in totaal € 6.954.035 groot. Deze kosten zijn vertaald in jaarlijkse kapitaallasten die voor de
verschillende investeringsbedragen over verschillende looptijden inzicht geven in afschrijvingen en rentelasten.
Zie voor de investeringen het overzicht in bijlage 9.6.
Rol Gemeente
De gemeente is eigenaar/verhuurder, subsidiënt en huurder.
Eigenaar/verhuurder
De Gemeente is eigenaar van het Portiersgebouw en verhuurt het aan de Stichting DRU Cultuurfabriek. Deze Stichting heeft onderhuurders, namelijk de
bibliotheek, de muziekschool, galerie Bij De Boeken, ROC Rijn IJssel (theatertechniek), ROC Graafschap College, oudheidkundige verenigingen ‘Old
Sillevold’ en Gendringen, alsmede de Stichting Turks Sociaal Cultureel Centrum.
De vigerende huurovereenkomst (corsa 14ini01908) is afgesloten op 18 maart 2014 en heeft een looptijd tot en met 31 december 2023. De overeenkomst
vervangt een groot aantal ‘losse’ contracten (per ruimte) uit het BOEi-tijdperk. Tezamen bedroegen deze contracten een bedrag van € 485.000. In het
Herstelplan (corsa 11rvs0027) was onder meer voorzien een door de Stichting in te verdienen bedrag van € 150.000. Het idee was dat de Stichting het
Portiersgebouw zou kopen en dit bedrag zou besparen als gevolg van een ander afschrijfregime dan aan de gemeente is voorgeschreven in het Besluit
Begroten en Verantwoorden (BBV). De gemeente heeft het Portiersgebouw echter wel van BOEi gekocht maar niet doorgeleverd aan de Stichting DRU
20
Cultuurfabriek. Met name de af te dragen overdrachtsbelasting werd gezien als een obstakel. De Stichting heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat
de gemeente verantwoordelijk was voor de besparing op huur van € 150.000. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een huurverlaging naar € 335.000. Dit
bedrag is nog niet in de begroting verwerkt maar de afgelopen jaren pragmatisch opgelost vanuit het onderhoudsbudget.
Subsidiënt
In de Budget- en Prestatieovereenkomst (2012 tot en met 2014) wordt geregeld wat er door de Stichting DRU Cultuurfabriek wordt ‘geleverd’ als
tegenprestatie voor de subsidie, alsmede de tarieven, de hoogte van de subsidie, het subsidie- en rapportageproces en het financieel beheer. De vigerende
overeenkomst (corsa 12int00599) loopt tot en met 2014 en is dus aan vervanging toe. Formeel had deze voor 1 juli 2014 moeten zijn afgerond. Er ligt
inmiddels wel een concept voor een nieuwe overeenkomst.
De subsidie is opgebouwd uit een regulier subsidiebedrag van € 704.491 plus een bedrag van € 406.000. Het laatste bedrag vloeit voort uit het Herstelplan en
dient als compensatie voor verhuur onder kostprijs (40% van het commerciële tarief) aan oud-Smeltkroes gebruikers en overig aanvullend maatschappelijk
gebruik. Dit is deels ook van toepassing op het gebruik door de gemeente en heeft geleid tot verhoging van het toenmalige budget voor het gebruik als
‘verlengd gemeentehuis’ met € 58.000 tot een bedrag van € 135.650. Bij de uitbetaling wordt het bedrag van € 58.000 weer in mindering gebracht om een
dubbeling met het genoemde bedrag van € 406.000 te voorkomen.
Onderstaand schema maakt de verschillende bijdragen nogmaals inzichtelijk.
subsidies DRU Cultuurfabriek
reguliere subsidie
compensatie huurderving maatschappelijk gebruik derden
compensatie huurderving maatschappelijk gebruik gemeente
totaal huurcompensatie
huur 'verlengd gemeentehuis'
€ 704.491
€ 348.000
€ 58.000
totaal
€ 406.000
€ 77.650
€ 1.188.141
Huurder
De gemeente huurt de raadzaal en aanpalende ruimten voor een bedrag van € 135.650 per jaar (incl. basiscatering). Sinds begin 2013 is in dit bedrag ook het
gebruik van alle andere ruimtes inbegrepen (ook buiten de raadsvergaderingen om) met uitzondering van de Popzaal en de Theaterzaal.
21
SSP-hal
Aankoop, investeringen en kapitaallasten
Op 12 mei 2011 heeft de raad ingestemd met de aankoop van de SSP-hal voor een bedrag van € 360.000 (11rvs0026). Dit is in een raamovereenkomst
vastgelegd (11ink09840).
Naast de aankoop heeft de gemeente in totaal € 1.194.694 geïnvesteerd in de SSP-hal. Dit bedrag is als volgt opgebouwd.
investering
restauratie
uitbestede werkzaamheden:
bedrag
opmerking
€ 500.000 dekking in begroting 2011
2011
2012
2013
2014
som
totaal
€ 8.859
€ 540.663
€ 1.062
€ 144.110
Jaarrekening 2011
dekking in begroting 2012
Jaarrekening 2013
dekking uit 70400006
€ 694.694
€ 1.194.694
De aankoop en de investeringen in de SSP-hal zijn in totaal € 1.554.694 groot. Deze kosten zijn vertaald in jaarlijkse kapitaallasten die voor de verschillende
investeringsbedragen over verschillende looptijden inzicht geven in afschrijvingen en rentelasten. De investering in 2014 is zoals gezegd voldaan uit het
investeringskrediet 70400006.
Zie voor de investeringen het overzicht in bijlage 9.6.
In 2012 heeft de provincie Gelderland een bedrag van € 1,5 miljoen ter beschikking gesteld voor investeringen in de SSP-hal. Dit bedrag is beschikbaar als
revolverend fonds. Tot nu toe is hiervan geen gebruik gemaakt.
Rol gemeente
De gemeente is eigenaar/verhuurder van de SSP-hal. De SSP-hal (inclusief Badkuipengieterij en Koepeloven) is in eigendom bij de gemeente. Ook de
inrichting en de inbouwunit inclusief bar is eigendom van de gemeente. De inventaris is in eigendom van de stichting SSP-HAL met uitzondering van de
vorkheftruck. Deze is van de gemeente.
22
De Stichting SSP-HAL is een zelfstandige stichting gevormd uit de bevolking van Oude IJsselstreek. De gemeente en de stichting SSP-HAL hebben een
Samenwerkingsovereenkomst (14ini01014) gesloten voor de looptijd van 1 april 2014 t/m 31 december 2018. Daarnaast is een Huurovereenkomst tussen de
gemeente Oude IJsselstreek en de Stichting SSP-HAL gesloten. De looptijd van deze overeenkomst is van 1 januari 2014 t/m 31 december 2018. De
huursom bedraagt:
2014: € 25.000 ex BTW
2015: € 33.000 ex BTW
2016: € 42.000 ex BTW
2017: € 60.000 ex BTW
2018: € 60.000 ex BTW
De stichting heeft als inkomstenbron de verhuur van de hal aan evenementen en beurzen. Er zijn geen reguliere subsidies bestemd voor de stichting SSPHAL.
In de samenwerkingsovereenkomst (14ini01014) is opgenomen dat de stichting SSP-hal maximaal 12 dagen per jaar de hal voor een sterk verlaagd tarief ter
beschikking zal stellen voor maatschappelijke activiteiten. De gemeente zal hierop toezien. De gemeente houdt verder een rol als vergunningverlener en
handhaver.
23
Afbramerij
Aankoop, investeringen en kapitaallasten
Op 19 april 2012 heeft de raad ingestemd met de aankoop en ontwikkeling van de Afbramerij tot innovatiecentrum voor een bedrag van € 2.400.000
(12rvs0014).
De gemeente is eigenaar van het gebouw (12ini01537) en de inventaris. Het rijksmonument de Afbramerij is gerenoveerd door BOEi en door de gemeente
verworven in juni 2012. Het aankoop bedrag bedroeg € 620.000. De koopoptie voor het gebouw is al in de raamovereenkomst in de vorm van een koopoptie
vastgelegd (11rvs0026).
De gemeente heeft als eigenaar van het gebouw de Afbramerij verbouwd tot een innovatiecentrum. De investeringen voor de aankoop en verbouwing tot
innovatiecentrum zijn gedaan met behulp van subsidies van provincie en de gemeente (12rvs0014), voor resp. € 3.300.000 en € 2.400.000 (besluit 29 februari
2012). In totaal is er voor een bedrag van € 5.700.000 geïnvesteerd in de aankoop en verbouwing.
De gemeentelijke kosten voor aankoop en de investeringen in de Afbramerij zijn in totaal € 2.400.000 groot (saldo van de inkomsten € 5.765.704 en de
uitgaven € 3.366.876). Dit bedrag is als boekwaarde voor de opstallen vertaald in jaarlijkse kapitaallasten die over 40 jaar op basis van annuïteiten wordt
afgeschreven.
Zie voor de investeringen het overzicht in bijlage 9.6.
ICER
Stichting Innovatiecentrum ICER huurt het gebouw en de inventaris van de gemeente. In de huurovereenkomst is overeengekomen welke inventaris dit
betreft. Tevens is in de huurovereenkomst bepaald wie voor welk onderdeel van het gebouw en inventaris verantwoordelijk is voor onderhoud en vervanging
(13int00936 en 14ini00175 huurovereenkomst). Ten aanzien van de inventaris is er een lijst met eigendommen van de gemeente opgesteld. Na 5 jaar (loopt
af op 20 december 2018) heeft huurder het recht om roerende zaken uit de inventarislijst te kopen voor een symbolisch bedrag indien na deze periode de
huur wordt gecontinueerd. Overige eigendommen zijn van ICER.
Aangezien bij aanvang van het project de BTW verplichting niet zeker gesteld kon worden is er voorzichtigheidshalve een reservering opgenomen. Hierdoor is
een aantal investeringen niet of in mindere mate uitgevoerd. Nu er bij afronding van het project duidelijkheid is over de BTW verrekening en het restant budget
is het mogelijk om alsnog de beschikbare budgetten in te zetten waarvoor ze afhankelijk ook voor bedoeld waren.
Rol gemeente
De gemeente is geen participerende partij in de bedrijfsvoering van ICER. Wel is door de gemeente iemand aangewezen die de gemeente vertegenwoordigt
in de raad van toezicht van ICER en vindt er conform de huurovereenkomst jaarlijks bestuurlijk overleg plaats. Daarnaast blijft de gemeente als verhuurder
van het gebouw de Afbramerij betrokken.
De gemeente verhuurt het gebouw aan Stichting ICER. Hiervoor is een huurovereenkomst vastgesteld (14ini00175) en een addendum hierbij ( 14ini00978).
Er zijn geen financieringsstromen in de exploitatie van stichting Innovatiecentrum ICER vanuit de gemeente. Er zijn daarmee dus ook geen reguliere subsidies
24
bestemd voor ICER. ICER haalt zijn inkomsten o.a. uit toegangsbewijzen, het organiseren van activiteiten en bijdragen vanuit onderwijsinstellingen en
bedrijfsleven.
Conform deze overeenkomsten bestaat de huur uit:
2014: € 90.000 (maar de facto € 67.500, omdat huur pas per 01 04 2014 is ingegaan).
2015: € 98.000
2016: € 108.000 (+ € 7.500 als compensatie voor gemiste huurinkomsten 2014)
2017: € 108.000 (+ € 7.500 als compensatie voor gemiste huurinkomsten 2014)
2018: € 108.000 (+ € 7.500 als compensatie voor gemiste huurinkomsten 2014)
Alle bedragen zijn excl. BTW
25
Loonbureau
Op 12 mei 2011 heeft de raad ingestemd met de aankoop van het Loonbureau voor een bedrag van € 317.000 (11rvs0026). Dit is in een raamovereenkomst
vastgelegd (11ink09840).
Naast de aankoop heeft de gemeente in totaal € 313.407 geïnvesteerd in het Loonbureau. Dit bedrag is als volgt opgebouwd.
investering
verbouw
verbouw monarchiekamer/ijssalon
bedrag
opmerking
€ 192.371 11int00053
€ 121.036 dekking uit 70400006
totaal
€ 313.407
De aankoop en de investeringen in het Loonbureau zijn in totaal € 630.407. Een deel van deze kosten (aankoop en verbouw, zijnde € 509.371) zijn vertaald in
jaarlijkse kapitaallasten die voor de verschillende investeringsbedragen over verschillende looptijden inzicht geven in afschrijvingen en rentelasten. Dekking
voor de verbouwing van de Monarchiekamer en de ijssalon komt zoals eerder vermeld uit het krediet 70400006.
Zie voor de investeringen het overzicht in bijlage 9.6
Rol gemeente
De gemeente is eigenaar/verhuurder van het gebouw.
26
Gebouwen van derden
Beltmangebouw
Het Beltmangebouw is eigendom van Wonion. In het gebouw is het kantoor van de woningcorporatie gevestigd, de ondernemersfabriek (waarin kantoorruimte
gehuurd kan worden) en een aantal woningen. Onderdeel van het gebouw is de watertoren, het beeldmerk van de DRU.
Ketelhuis
Het Ketelhuis is eigendom van BOEi. In een deel van het gebouw is een beeldend kunstenaar gevestigd. De afgelopen jaren is geprobeerd een ondernemer
te vinden die er een hotel in zou vestigen. Dat is tot op heden niet gelukt. BOEi zoekt naar een alternatieve invulling van het gebouw. Verdere leegstand is
niet wenselijk. Gemeente is voornemens de huidige bestemming te verruimen met het oog op bredere gebruiksmogelijkheden en het vergroten van de
verkoop- en/of verhuurmogelijkheden voor BOEi. Gemeente is tevens voornemens om de functie wonen niet meer op te nemen in de herziening van het
bestemmingsplan. BOEi heft de gemeente aangegeven nog steeds in gesprek te zijn met marktpartijen om het gebouw te verhuren, dan wel te verkopen.
Badkuipenfabriek
De Badkuipenfabriek is door BOEi ontwikkeld tot een 16-tal woonwerkeenheden (lofts). Daarvan zijn inmiddels 11 elf lofts aan particulieren verkocht. Een
groot deel van deze elf lofts zijn inmiddels bewoond. Bij de herziening van het bestemmingsplan houdt de gemeente de mogelijkheid voor BOEi open om een
viertal lofts te splitsen.
Voor de ontwikkeling van onder meer de Badkuipenfabriek heeft de gemeente BOEi een garantiestelling afgegeven (besluit 11int00168). De formele stand
van zaken aangaande deze garantiestelling is weergegeven in een brief van BNG aan de gemeente, d.d. 24 januari 2014 (14ink01241). In 2014 zijn meerdere
lofts verkocht en daarmee is de borgstelling tbv BOEi verlaagd tot € 775.000. De oorspronkelijke borgstelling bedroeg € 2.700.000. In januari 2015 verstrekt
BNG schriftelijk een herziening van de beschikkingsruimte c.q. borgstelling.
Monument voor de Arbeider
Stichting Monument voor de Arbeider heeft in 2013 het plan opgevat om een in Ede te slopen schoorsteen te behouden en te herplaatsen op het DRU
Industriepark. Zij hebben via sponsoren en crowdfundingsacties geld bij elkaar gehaald om de schoorsteen te ontmantelen, te transporteren en weer op te
bouwen.
Na een aantal overleggen hebben gemeente en stichting samen besloten tot de huidige locatie, op het Gieterijplein. Bij de planvorming voor de herinrichting
van het plein is rekening gehouden met een locatie en passende indeling die recht doen aan de doelstelling van de stichting. Het Gieterijplein is openbare
ruimte en dus van de gemeente. Zo ook de ondergrond van het monument. Gemeente en Stichting Monument voor de Arbeider vestigen een recht van opstal
voor de schoorsteen. Besluitvorming hierover vindt in januari 2015 plaats.
Het is aan de stichting om al dan niet inzicht te verschaffen in de met de herplaatsing gemoeide kosten. De gemeente is niet bekend met de hoogte van de
kosten. De inrichting van de openbare ruimte rondom de schoorsteen is voor rekening van de gemeente geweest. Deze kosten zijn inbegrepen bij de
inrichtingskosten voor het Gieterijplein. Daaronder zijn onder meer, de aanleg van de cortenstalen wand, de betonnen elementen en de groenaanplant. Ook
heeft de gemeente de kosten voor de fundering van de schoorsteen betaald (zijnde circa € 30.000 incl. onderzoekskosten).
27
De stichting is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de schoorsteen en de directe omgeving. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en
onderhoud van de openbare ruimte rondom de schoorsteen en het plein.
Er is geen sprake van een subsidierelatie tussen gemeente en Stichting Monument voor de Arbeider.
28
4
Kasstroomschema
In 2013 is het college gevraagd een overzicht van de tot dan toe gemaakte kosten door de gemeente van het totale DRU Industriepark (inclusief overzijde
Oude IJssel) in beeld te brengen en daarbij de kosten onder te verdelen naar de diverse afgeronde en lopende projecten. Om het gevraagde overzicht samen
te stellen zijn de volgende werkzaamheden verricht:
• Aan de hand van grootboeknummers is de financiële administratie van de gemeente Oude IJsselstreek doorgelicht voor de jaren 2006 t/m 27 oktober
2014
• Alle in- en uitgaande geldstromen zijn geanalyseerd op relatie met het DRU Industriepark. (kasstroomanalyse)
• Bij twijfel is aan de hand van de facturen en betaalverzoeken nagegaan of er relatie bestaat met het DRU Industriepark. Indien dit geen bevredigend
antwoord opleverde is op basis van college en raadsbesluiten de relatie vastgesteld.
Op deze wijze zijn de volgende onderdelen onderscheiden:
• Stichting DRU Cultuurfabriek
• Cultuurcluster, onderzoeks-, advies- en opstartkosten DRU Industriepark
• Huurcompensatie aan instellingen
• Wet Openbaarheid Bestuur (WOB)
• Exploitatie gebouwen
• Investeringen
• Rentelasten over de investeringen
• DRU Park, Overzijde Oude IJssel
Bij deze wijze van werken dient het volgende te worden opgemerkt:
• Het onderdeel Stichting Cultuurfabriek is geen apart grootboeknummer. De in- en uitgaande geldstromen van dit onderdeel zijn verzameld op basis van
de andere grootboeknummers. De bedragen van de grootboeknummers waar een relatie bestond met de Stichting Cultuurfabriek zijn hiervoor
gecorrigeerd, zodat er geen dubbeltellingen ontstonden
• Het onderdeel Overzijde Oude IJssel is in de administratie opgenomen onder Investeringen. Ook hier heeft correctie plaatsgevonden om dubbeltellingen
te voorkomen.
• Er is nu niet nagegaan of aan alle in- en uitgaande geldstromen college en/of raadsbesluiten ten grondslag liggen.
De uitkomsten per onderdeel
Per onderdeel wordt een overzicht gegeven van de in- en uitgaande geldstromen zoals die zijn samengesteld op basis van de werkwijze zoals in de vorige
paragraaf beschreven. Daarnaast zijn alle onderdelen samengevoegd in een consolidatie, zodat er ook een overzicht ontstaat van het geheel. In
onderstaande tabellen zijn alleen de totalen opgenomen. In de bijlagen 9.1 t/m 9.9 zijn de in- en uitgaande geldstromen opgenomen verdeeld over de
kostensoorten.
29
1 Stichting DRU Cultuurfabriek/horeca exploitatie DRU Cultuurfabriek B.V.
Onderstaande tabel geeft de bedragen weer die sinds de start van de stichting in 2009 zijn betaald aan de stichting, dan wel aan de B.V. Het gaat hierbij om
het totaal van de door de gemeente aan de exploitatie van DRU Cultuurfabriek over gemaakte bedragen. De sinds 2011 ontvangen huren zijn opgenomen in
het onderdeel exploitatie gebouwen.
Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
2014
totaal
Totaal
2.786.502
861.170
1.643.100
1.286.023
1.307.792
1.204.855
9.089.443
De belangrijkste uitgaven betreffen subsidies (€ 5.658.660) en huurcompensatie ( € 1.943.865). Een nadere verdeling van de verschillende kosten is
opgenomen in bijlage 9.1.
2 Cultuurcluster
Aan het cultuurcluster is in de periode 2006 t/m oktober 2014 € 935.678 besteed. Hierin zijn opstart-, onderzoeks-, advies- en, ontwikkelkosten voor het DRU
Industriepark verantwoord. Ontvangen werd over deze periode € 30.241. Het overzicht van de kosten en opbrengsten is opgenomen in bijlage 9.2
Jaar
totaal
2006
2007
2008
2008
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
Debet
Credit
Debet
Debet
Debet
Debet
Debet
Debet
Credit
Debet
Debet
Debet
Credit
57.022
13.795
69.445
207.439
311.193
207.826
34.536
25.115
16.446
8.945
14.157
935.678
30.241
3
Huurcompensatie aan instellingen
In totaal is in de periode 2009 t/m oktober 2014 € 499.034 als huurcompensatie verstrekt aan instellingen die zich hebben gevestigd in het Portiersgebouw. In
bijlage 9.3 zijn de compensaties per instelling opgenomen.
Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
totaal
3.000
102.584
98.181
95.473
100.677
99.119
499.034
4
Wet Openbaarheid Bestuur
In 2011 en 2012 is in totaal € 37.311 uitgeven aan externe adviseurs, zie daarvoor bijlage 9.4. Interne uren die besteed worden aan een WOB verzoek
worden in de administratie niet apart zichtbaar gemaakt, maar komen ten laste van het product waarop ze betrekking hebben.
30
5
Exploitatie gebouwen
Omdat de gemeente eigenaar is geworden van gebouwen op het DRU Industriepark komen de exploitatielasten en –opbrengsten ten laste van de gemeente.
Deze lasten en opbrengsten worden geboekt onder ‘exploitatie gebouwen’. Onderstaande tabel geeft de totalen weer van de exploitatielasten en opbrengsten. Een nadere specificatie van deze lasten en opbrengsten is opgenomen in bijlage 9.5.
De investeringen, inclusief aankoopkosten en de daarmee verband houdende rentelasten, zijn niet opgenomen onder dit onderdeel. Deze zijn respectievelijk
opgenomen onder ‘6 Investeringen gebouwen’ en ‘7 rentelasten’. De huuropbrengsten zijn wel in dit onderdeel opgenomen. De jaarlijkse onderhoudskosten
worden nader toegelicht onder Accommodatiebeheer (hoofdstuk 5).
jaar
totaal
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
totaal
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
10.000
0
3.976
0
101.038
0
32.919
12.189
236.441
420.714
302.030
433.574
185.484
378.188
871.888
1.244.665
6
Investeringen gebouwen
Alle investeringen die door de gemeente zijn gedaan in de gebouwen zijn geboekt op dit onderdeel. Het betreft het Portiersgebouw, SSP-hal, Loonbureau en
de Afbramerij. In bijlage 9.6 is het overzicht opgenomen per gebouw en per kostensoort. Deze kosten zijn reeds verantwoord in hoofdstuk 3. De subsidies en
overige bijdragen die de gemeente heeft ontvangen zijn ook in onderstaande tabel en bijlage 9.6 opgenomen.
Jaar
totaal
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
Debet
Debet
Debet
Debet
Debet
Debet
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
206.392
200.000
2.200.000
2.459
57.168
5.992.743
1.449.705
2.640.000
3.106.458
1.536
2.017.048
725.340
15.231.973
3.366.876
Het totaal aan gemeentelijke investeringen over de periode 2006 t/m oktober 2014 is in totaal € 15.231.973. De totale opbrengsten zijn € 3.366.876 groot en
betreffen voor € 3.300.000 een subsidie van de provincie Gelderland voor de realisatie van het innovatiecentrum ICER.
7 Rentelasten
Aan de diverse investeringen wordt rente toegerekend. Deze worden via de kapitaallasten geboekt. De totale rentelasten over de investeringen bedragen t/m
2014 € 1.256.120 (zie bijlage 9.7).
Jaar
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
totaal
8.689
17.433
80.764
86.153
79.901
281.260
294.200
407.720
1.256.120
31
8
Overzijde Oude IJssel
In de periode 2010 t/m oktober 2014 is aan dit project € 399.331 besteed. Er is voor dit project een subsidie ontvangen van € 200.000 (zie bijlage 9.8). De
aankoop van boerderij (NAAM) is geboekt onder de strategische aankopen. In het in 2013 verstrekte overzicht stond voor het jaar 2011 € 309.000 aan interne
uren vermeld. Deze zijn in het nieuwe overzicht niet opgenomen omdat ze uiteindelijk in 2011 niet op het investeringskrediet verantwoord zijn, maar voldaan
zijn uit de algemene dienst, ten laste van product ecologie (landschapsbeleid).
Jaar
totaal
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
Debet
Credit
99.448
0
81.381
0
44.185
0
79.709
70.667
105.016
132.893
409.739
203.560
9
Consolidatie
Om een totaal overzicht (bijlage 9.9) te krijgen zijn de verschillende tabellen getotaliseerd in een consolidatie tabel. In totaal bedragen de uitgaven over de
periode 2006 t/m oktober 2014 € 28.331.186.-- de inkomsten, met name subsidies en huren bedragen over deze periode € 4.845.342,-totaaloverzicht
2006 tot en met oktober
2014
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
debet credit debet credit debet
credit debet
credit debet
credit debet
credit debet
credit
Stichting cultuurfabriek
Cultuurcluster
57.022 13.795
69.445
207.439
huurcompensatie instellingen
2.786.502
861.170
1.643.100
1.286.023
311.193
207.826
34.536
25.115
3.000
102.584
98.181
95.473
31.849
5.462
WOB
exploitatie gebouwen
investeringen
rentelasten
206.392
totaal
1.307.792
1.204.855
9.089.443
8.945
14.157
935.678
100.677
99.119
499.034
101.038
200.000
2.200.000
2.459
57.168
5.992.743
8.689
17.433
80.764
86.153
79.901
281.260
294.200
99.418
81.381
44.185
79.709
0 2.434.872
0 3.187.894
0 1.515.357
totaal
debet
credit
30.241
37.311
3.976
263.414 13.795 278.134
236.441
2014
debet
credit
10.000
overzijde Oude Ijssel
32.919 12.189
16.446
2013
debet
credit
420.714
302.030 433.574
1.449.705 2.640.000 3.106.458
185.484
1.536 2.017.048
378.188
725.340 15.231.973 3.366.876
407.720
70.667
105.016
871.888 1.244.665
1.256.120
132.893
409.709
203.560
0 7.994.610 12.189 3.423.664 3.077.160 5.199.811 505.777 4.033.399 1.236.421 28.331.156 4.845.342
32
5
Beheer en onderhoud
Algemeen
De gemeente is eigenaar van een viertal gebouwen en van de openbare ruimte op het DRU Industriepark en daarmee verantwoordelijk voor beheer en
onderhoud daarvan. Het beheer en onderhoud van de gebouwen is ondergebracht bij accommodatiebeheer. Het beheer van de openbare ruimte wordt
weliswaar integraal gecoördineerd, maar kent verschillende aspecten, te weten rioleringen, wegen, verlichting, kunst en groen. In onderstaande paragrafen
wordt hier nader op ingegaan.
Accommodatiebeheer
Voor de vier gebouwen is een meerjarenonderhoudsplan (mjop) opgesteld dat voorziet in een jaarlijkse kosteninschatting voor regulier beheer en onderhoud.
Voor het totaal van de kosten over de looptijd van het mjop is per gebouw een gemiddelde jaarlijkse reservering bepaald die opgenomen is in de jaarlijkse
begroting (bijvoorbeeld € 117.200 voor het Portiersgebouw in 2013). De onderhoudsintervallen zijn gebaseerd op basis van prognoses. De daadwerkelijke
uitvoering kan afwijken van de prognoses (bijvoorbeeld € 97.548 voor het Portiersgebouw in 2013). Jaarlijkse inspecties zullen bepalend zijn voor de
daadwerkelijke onderhoudsintervallen en kosten. De gemeente is regievoerder en bepalend voor de onderhoudsintervallen. De huurders kunnen aan dit mjop
geen rechten ontlenen. Afhankelijk van het daadwerkelijke onderhoud worden kosten gemaakt. Uitgangspunt is dat de mjop over de looptijd voldoende
dekking biedt voor de werkelijk te maken kosten. In bijlage 10 is het overzicht van de kapitalisatie mjop voor de komende tien jaar voor de vier gebouwen
opgenomen.
Openbare ruimte
Algemeen
Nadat vanuit het gebiedsontwikkelingsproject, waarvoor de financiële dekking uit de grondexploitatie komt, de pleinen zijn ingericht en de garantie- en
onderhoudstermijnen zijn verlopen worden de onderhoudswerkzaamheden overgedragen aan de gemeentelijke afdeling ‘beheer’ (ook wel de ‘buitendienst’
genoemd). Net als ieder ander uitbreidingsplan in de gemeente valt het beheer dan binnen de reguliere beheerplannen en onderhoudsprogramma’s waarvoor
jaarlijks financiële middelen in de begroting worden opgenomen.
De areaaluitbreidingen worden jaarlijks in de beheersplannen opgenomen. Dit wordt doorvertaald in de benodigde beheer- en onderhoudsbudgetten.
Aangezien bijvoorbeeld het groen op het DRU Industriepark een areaaluitbreiding betekent zal dit ook gevolgen hebben voor het bedrag dat jaarlijks voor
groenonderhoud benodigd is.
Riolering
Het beheer en onderhoud van de riolering op het DRU Industriepark valt, net als ieder ander uitbreidingsplan in de gemeente, binnen de financiering vanuit
het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Jaarlijks worden de budgetten hiervoor vastgesteld in de begroting. Het onderhoud wordt door de buitendienst
gecoördineerd.
Wegen
Het beheer en onderhoud van de wegen op het DRU Industriepark valt, net als ieder ander uitbreidingsplan in de gemeente, binnen de financiering vanuit het
gemeentelijke reguliere wegenonderhoud. Jaarlijks worden de budgetten hiervoor vastgesteld in de begroting. Het onderhoud wordt door de buitendienst
gecoördineerd.
33
Groen
Voor het groenonderhoud op de vier pleinen is vanuit de grondexploitatie, aanvullend aan de garantie- en inboetafspraken, een opdracht verstrekt aan de
leverancier. Het groen op deze pleinen wordt gedurende twee jaar door de leverancier onderhouden. Na het verstrekken van deze opdracht is het Gieterijplein
verder ontwikkeld en aangelegd. Voor het groenonderhoud op een deel van dit plein is aan de leverancier voor één jaar opdracht verleend, dit is inclusief
groeigarantie en waterafgifte. Na de onderhoudsperiode zal het groen worden overdragen aan beheer. Daarna valt het groenonderhoud op het DRU
Industriepark, net als ieder ander uitbreidingsplan binnen de gemeente, binnen de financiering vanuit het gemeentelijke reguliere groenonderhoud. Jaarlijks
worden de budgetten hiervoor vastgesteld in de begroting. Het onderhoud wordt door de buitendienst gecoördineerd.
Verlichting
Het beheer en onderhoud van de verlichting op het DRU Industriepark valt, net als ieder ander uitbreidingsplan in de gemeente, binnen de financiering vanuit
het gemeentelijke onderhoud voor openbare verlichting. Jaarlijks worden de budgetten hiervoor vastgesteld in de begroting. Het onderhoud wordt door de
buitendienst gecoördineerd.
Kunst
Het beheer en onderhoud van de kunstwerken op het DRU Industriepark valt, net als ieder ander kunstwerk in de gemeente, binnen de financiering vanuit het
gemeentelijke onderhoud voor kunstwerken. Jaarlijks worden de budgetten hiervoor vastgesteld in de begroting. Het onderhoud wordt door de buitendienst
gecoördineerd. Jaarlijks worden alle kunstwerken in de gemeente schoongemaakt en geïnspecteerd op gebreken, zo ook de kunstwerken op het DRU
Industriepark.
Waterspeelplaats
Het beheer en onderhoud van de waterspeelplaats op het DRU Industriepark valt binnen de financiering vanuit het gemeentelijke onderhoud voor
kunstwerken, waarvoor jaarlijks in de begroting budgetten worden vastgesteld. Het huidige onderhoudsbudget is nog niet verhoogd met de jaarlijkse kosten
voor de waterspeelplaats. Deze bedragen gemiddeld zo’n € 20.000 tot € 25.000. Hierin zitten enkele reparaties aan onder meer de techniek van de
waterspeelplaats inbegrepen, maar ook herstelwerkzaamheden na vernielingen. Voor de waterspeelplaats is tevens een separaat contract afgesloten voor
specifieke schoonmaakwerkzaamheden. Op basis van inspecties door de buitendienst wordt bepaald in hoeverre er grote of kleine schoonmaakrondes nodig
zijn. Het onderhoud wordt door de buitendienst gecoördineerd.
34
Bijlage 1: Kosten (pleinen) grondcomplex Hutten-Noord (het Gietelinck) vanaf inbreng 2009
ISWI Wonionplein
(Oerplein)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig (spelen)
2014
2014
2013
2013
2012
2011
2010
2009
(Grex)
(Inv.)
(Grex)
(Inv.)
(Grex)
(Grex)
(Grex)
(Grex)
297.552,08
37.517,48
66.000,00
17.155,00
418.224,56
Totalen
grex
Totalen
inv.
546,00
546,00
0,00
0,00
0,00
0,00
418.770,56
0,00
23.396,84
0,00
0,00
0,00
0,00
1.240.870,30
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
322,50
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
325.850,80
1.800,00
0,00
0,00
285.534,43
0,00
130.901,00
0,00
0,00
0,00
289.339,41
0,00
53.704,69
53.704,69
416.406,27
416.406,27
0,00
0,00
470.110,96
0,00
199.919,69
418.206,27
0,00
0,00
2.704.948,16
325.850,80
Molenbeekplein
(Gieterijplein)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
1.052.979,36
25.867,71
138.052,15
574,24
1.217.473,46
23.396,84
DRU-laan (zuidelijk deel)
(2015 e.v.)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
322,50
322,50
Emailleplein (invest.krediet)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
539,00
1.500,00
2.039,00
0,00
228.292,21
27.944,00
67.517,10
58,49
323.811,80
Omgeving SSP-hal
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
196.385,93
6.962,50
54.572,00
10.500,00
268.420,43
1.800,00
15.314,00
15.314,00
Omgeving Badkuipenfabriek
(+binnentuin)
aanleg en inrichting
inrichting plein, verlichting
nutsvoorzieningen
105.270,26
52.142,15
157.412,41
1.026,00
1.026,00
130.901,00
Waterspeelplaats /
voetgangersbrug
aanleg en inrichting
Totaal pleinen
1.637.046,52
2.039,00
449.775,68
323.811,80
bijlage 2 Kosten (pleinen) grondcomplex Hutten-Noord (het Gietelinck) vanaf inbreng 2009
ISWI Wonionplein
(Oerplein)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig (spelen)
2014
2014
2013
2013
2012
2011
2010
2009
(Grex)
(Inv.)
(Grex)
(Inv.)
(Grex)
(Grex)
(Grex)
(Grex)
297.552,08
37.517,48
66.000,00
17.155,00
418.224,56
Totalen
grex
Totalen inv.
546,00
546,00
0,00
0,00
0,00
0,00
418.770,56
0,00
23.396,84
0,00
0,00
0,00
0,00
1.240.870,30
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
322,50
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
325.850,80
1.800,00
0,00
0,00
285.534,43
0,00
130.901,00
0,00
0,00
0,00
289.339,41
0,00
53.704,69
53.704,69
416.406,27
416.406,27
0,00
0,00
470.110,96
0,00
199.919,69
418.206,27
0,00
0,00
2.704.948,16
Molenbeekplein
(Gieterijplein)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
1.052.979,36
25.867,71
138.052,15
574,24
1.217.473,46
23.396,84
DRU-laan (zuidelijk deel)
(2015 e.v.)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
322,50
322,50
Emailleplein (invest.krediet)
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
539,00
1.500,00
2.039,00
0,00
228.292,21
27.944,00
67.517,10
58,49
323.811,80
Omgeving SSP-hal
aanleg plein, verharding
inrichting plein, groenvoorzieningen
inrichting plein, verlichting
inrichting, overig
196.385,93
6.962,50
54.572,00
10.500,00
268.420,43
1.800,00
15.314,00
15.314,00
Omgeving Badkuipenfabriek
(+binnentuin)
aanleg en inrichting
inrichting plein, verlichting
nutsvoorzieningen
105.270,26
52.142,15
157.412,41
1.026,00
1.026,00
130.901,00
Waterspeelplaats /
voetgangersbrug
aanleg en inrichting
Totaal pleinen grex
1.637.046,52
2.039,00
449.775,68
323.811,80
Totaal pleinen inv.
325.850,80
3.030.798,96
Verwerving en slopen
Onderzoekskosten, sanering
Grondwerk, riolering bouwstraten
Woonstraten (incl. groene scheg en kades)
Overige kosten
Inbreng boekwaarde (2009)
Beheerskosten onroerend goed etc
Plankosten en voorber. & toezicht
Totaal overige kosten grex
2.537,50
4.806,66
8.967,50
7.086,25
150.394,78
153.875,63
16.915,00
8.015,00
319.915,02
881.723,82
146.243,17
818,00
344.768,47
4.339,88
208.992,95
4.476,32
233.881,34
375.133,79
338.702,48
30.654,44
23.987,96
1.531.699,62
3.350.466,72
146.485,85
5.856.811,00
10.571,44
1.706.856,68
446.968,47
533.656,99
1.611.169,67
1.189.194,25
8.662.885,28
12.657.533,71
36.682,53
188.397,25
184.921,55
921.973,93
2.214.297,49
6.599,25
807.461,21
1.000.000,00
1.467.371,80
5.856.811,00
937,24
205.377,65
213.659,05
0,00
Rentekosten grex
Totale kosten
4.771,94
6.349,21
49.983,91
40.034,26
242,68
1.850.705,57
2.039,00
933.426,68
323.811,80
2.704.948,16
12.657.533,71
410.001,33
grexen
Inv. Emaillepl
1.189.194,25
8.662.885,28
15.772.483,20
325.850,80
15.772.483,20
Totale inkomsten
Toename/afname boekwaarden
Totalen boekwaarden
1.519.217,72
462.693,00
6.990.562,85
842.459,02
968.605,00
2.719.423,00
13.502.960,59
331.487,85
2.269.522,61
470.733,68
1.938.034,76
-6.068.588,92
1.467.301,08
1.371.838,47
7.535.890,00
220.589,25
6.164.051,53
5.943.462,28
2.269.522,61
0,00
0,00
0,00
0,00
175.000,00
1.361.340,00
175.000,00
1.361.340,00
220.000,00
131.715,00
5.557.850,13
753.250,00
0,00
176.400,00
103.030,00
151.497,00
0,00
0,00
2.269.522,61
Bijdragen gemeente
Dotaties (De Rieze)
Bijdrage uit reserves
Bijdrage inr openb ruimte Badkuip.
Bijdrage waterspeelplaats
Bijdrage uit voorz woonvisie
Bijdrage uit de verliesvoorziening
Investeringskrediet Emailleplein
Investeringsbijdrage inr pleinen
Bijdrage skatebaan
Bijdrage uit best.res. Sti. Woningb
Bijdrage restantkrediet Emailleplein
Bijdrage kosten projectorganisatie
Totale bijdragen gem.
220.000,00
131.715,00
5.557.850,13
753.250,00
176.400,00
103.030,00
151.497,00
0,00
0,00
430.927,00
0,00
325.850,80
Inv. Emaillepl
6.662.815,13
0,00
0,00
1.536.340,00
8.630.082,13
4.872.878,46 Inv. Emaillepl
325.850,80
8.630.082,13
Totale bijdragen derden
Totale inkomsten grex
Boekwaarde H-Noord Gietelinck
incl € 1.283.780,22 bijdrage Prov
Nog te maken kosten
Nog te verwachten opbr. woningb
Overige bijdragen (Boei)
Restant Emailleplein / projectporg.
kostenstijging
Rentekosten
Resultaat (positief)
1.519.217,72
31.766,00
327.747,72
842.459,02
968.605,00
1.183.083,00
1.519.217,72
0,00
2.269.522,61
462.693,00
0,00
6.990.562,85
0,00
842.459,02
0,00
968.605,00
0,00
2.719.423,00
0,00
875.667,37
3.304.102,00
23.437,50
250.000,00
36.377,15
265.296,96
130.675,41
13.502.960,59
13.502.960,59
2.269.522,61
325.850,80
Bijlage 3 Memo kosten pleinen Gietelinck (Hutten-Noord) Ulft
De grondexploitatie van het Gietelinck is in 2009 als onderdeel van het project ‘de Hutten’ in Ulft tot transformatie van bedrijventerreinen afgesplitst en in 2009 ook als grondcomplex voor woningbouw in exploitatie
genomen. Onderstaand de overzichten van het verloop van de exploitatie per boekjaar vanaf 2009 zoals
deze in de paragraaf Grondbeleid zijn opgenomen en bij jaarrekening(en) zijn vastgesteld en corresponderen met de in het bijgevoegde overzicht (bijlage 2) gepresenteerde cijfers.
2009
Alle eerder binnen de algemene dienst geboekte kosten zijn opgenomen in het grondcomplex Hutten-Noord
(het Gietelinck). Dat boekjaar kent een kostenbegroting van € 15.155.109,35 en een opbrengstenbegroting
van € 14.790.705,--, daardoor een verwacht nadelig resultaat van € 364.404,35. Het totaal van de in dat jaar
vanuit de algemene dienst opgeboekte kosten bedroegen € 2.806.074,28 en aan opbrengsten: € 1.944.143,- aan gemeentelijke en provinciale bijdragen en € 775.280 aan grondopbrengsten.
In verband met de verlieslatendheid van het complex werd een verliesvoorziening getroffen.
Bij het project Hutten Noord zijn meerdere partijen betrokken. Dit heeft tot gevolg dat er een groot aantal
overeenkomsten is gesloten. Met partijen zijn zowel samenwerkingsovereenkomsten als realisatieovereenkomsten gesloten. Kenmerk van deze overeenkomsten is dat:
•
Gemeente koopt, saneert, sloopt waar nodig en maakt bouwrijp.
•
Ontwikkelaar maakt woonrijp.
•
Er is een taakstellende grondexploitatie
•
Gemeente levert bouwrijpe grond tegen vastgestelde grondprijzen.
Door de financiële en economische crisis loopt de verkoop van kavels uit. Hierdoor dreigt een tekort te ontstaan door oplopende rente lasten.
Boekwaarde grondcomplex (begin boekjaar)
Investeringen (incl. inbreng boekwaarde à € 5,8 mln)
Desinvesteringen
Boekwaarde (einde boekjaar)
Getroffen verliesvoorziening
0,00
6.718.742
-775.280
5.943.462
364.404
2010
De planning van verkoop van kavels loopt verder uit.
Boekwaarde grondcomplex (begin boekjaar)
5.943.462
Investeringen (incl. inbreng boekwaarde)
1.189.194
Desinvesteringen
Boekwaarde (einde boekjaar)
Getroffen verliesvoorziening
-968.605
6.164.052
831.340
2011
Door de financiële en economische crisis loopt de verkoop van kavels verder uit. Hierdoor is het tekort door
oplopende rentelasten verder toegenomen. Daarnaast zijn gemeentelijke kosten in de exploitatie toegenomen. Het project laat nu een negatief eindresultaat van € 753.250,-- zien. Dit bedrag is in de verliesvoorziening opgenomen.
Boekwaarde grondcomplex (begin boekjaar)
6.164.052
Investeringen (incl. inbreng boekwaarde)
2.214.297
Desinvesteringen
Boekwaarde (einde boekjaar)
Getroffen verliesvoorziening
-842.459
7.535.890
753.250
2012
In 2011 is door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek een nieuwe gebiedsvisie voor onder meer het
DRU-industriepark vastgesteld. Deze visie heeft er onder andere toe geleid dat het aantal woningen is teruggebracht. Dat was mede aanleiding om in juni 2013 (voor de vaststelling van de jaarrekening van 2012)
het project het Gietelinck aan de raad voor te leggen en is er een herziene grondexploitatie vastgesteld door
de raad. Deze kende een sluitend eindresultaat en een taakstellende begroting voor de inrichting van alle
openbare ruimten, inclusief pleinen. Het college heeft destijds besloten de kosten van het Emailleplein ten
laste te brengen van nog openstaande oude kredieten openbare werken en infrastructuur.
Boekwaarde grondcomplex (begin boekjaar)
7.535.890
Investeringen (incl. inbreng boekwaarde)
921.974
Desinvesteringen
6.990.563
Boekwaarde (einde boekjaar)
1.467.301
Getroffen verliesvoorziening
0
2013
Vanuit het voorzichtigheidsprincipe is er bij de herziening voor de jaarrekening gehouden met een verdere
uitfasering van de gronduitgifte met als gevolg verder oplopende plan-, beheer- en rentekosten, met als gevolg een verwacht verlies waarvoor een voorziening werd getroffen.
Boekwaarde grondcomplex (begin boekjaar)
1.467.301
Investeringen (incl. inbreng boekwaarde)
933.427
Desinvesteringen
462.693
Boekwaarde (einde boekjaar)
1.938.035
Getroffen verliesvoorziening
274.074
2014
Voor vaststelling van de jaarrekening 2014 zal ook dit grondcomplex nogmaals voor herziening aan de gemeenteraad worden voorgelegd. In 2014 is door de provincie ten behoeve van de kosten van sanering voor
transformatie van de bedrijventerreinen De Hutten (noord en zuid) in Ulft afgerekend. In het oorspronkelijke
rekenmodel was met minder inkomsten rekening gehouden. Bovendien is vanuit reserves en voorzieningen
in 2012 bijgedragen in het verlies van dit complex. Daardoor kan een deel van deze subsidiegelden weer
terugvloeien naar de algemene reserve.
Bij de herziening zal rekening worden gehouden met een taakstellende begroting voor de aanleg en inrichting van de resterende openbare ruimte.
Pleinen
In een bijgevoegd overzicht zijn de kosten vanaf 2009 verder uitgesplitst per plein.
De kosten en opbrengsten zijn bijgewerkt tot en met 17 oktober 2014.
Kosten (totalen tot en met 17 oktober 2014):
In de grex
Oerplein (Iswi-Wonionplein)
€ 418.770,56
Gieterijplein (Molenbeekplein)
Omgeving Ssp-hal
€ 1.240.870,30
€ 285.534,43
Emailleplein
Omgeving Badkuipenfabriek en binnentuin
Waterspeelplaats en voetgangersbrug
Totaal:
Investering
€ 325.850,80
€ 289.339,41
€ 470.110,96
€ 2.704.625,66
€ 325.850,80
Op aanleg verdere infra (woonrijp en parkeren) van de DRU-laan (zuid) en openbare ruimten rond nog te
realiseren woningen/appartementen (zuid en noord) na bevinden de werkzaamheden van de pleinen zich in
een afrondende fase en kan aan het einde van het jaar worden afgerekend.
Overzicht kosten van de grondexploitatie Hutten Noord (Het Gietelinck) 2014
Bij het nu voorliggende overzicht is het vertrekpunt 2009 waarin het grondcomplex als “gronden in exploitatie” geopend is en in de administratie van de grondexploitatie is opgenomen. Uitgangspunt is de inbrengwaarde (ofwel het totaal van kosten en opbrengsten van voor 2009) in totaal € ruim 5,8 mlj. Door uitgaven
voor werken, inkomsten door uitgifte terreinen en bijdragen in de exploitatie (waaronder die uit de voorziening Woonvisie i.v.m. het verminderen van het aantal te bouwen woningen en bijdrage van de Provincie door
afrekening van de saneringssubsidie) bedraagt de huidige boekwaarde ruim € 2,2 mlj.. In het voorstel tot
herziening van deze exploitatie worden kosten en opbrengsten bijgesteld tot een sluitende exploitatie (mede
door de ontvangen saneringdsubsidie uit de afrekening door de Provincie.
Uitgaande van de boekwaarde 2009 € van 5,8 mlj. vermeerderd met de kosten (inclusief pleinen) over de
jaren 2010 tot en met 17 oktober 2014 bedraagt het totaal van de kosten nu ruim € 15,7 mlj.
Bijlage 4 kosten verlichting
verlichtingsdeel
omgeving Badkuipenfabriek
Baileybrug
omgeving SSP-hal
Emailleplein
Watertoren Beltmangebouw
Toogbrug
Oerplein
Gieterijplein fase 1
Gieterijplein fase 2
Plein achter ISWI
Aanschijnen logo's DRU en SSP-hal
Schabraq-mast
bedrag
totaal
€ 57.936
€ 14.745
€ 59.056
€ 75.017
€ 20.024
€ 9.292
€ 65.000
€ 50.817
€ 138.079
€ 25.000
€ 21.592
€ 12.130
€ 548.687
dekking
grondexploitatie
exploitatie openbare verlichting
grondexploitatie
investeringsbudget
exploitatie openbare verlichting
exploitatie openbare verlichting
grondexploitatie
grondexploitatie
grondexploitatie
grondexploitatie
exploitatie openbare verlichting
investeringsbudget
Bijlage 5
Besluitvorming en dekking bijdragen gemeente
Bijdragen gemeente
Dotaties (De Rieze V)
Bijdragen uit reserves
Bijdrage inr openb ruimte Badkuip.
Bijdrage waterspeelplaats
Bijdrage uit voorz woonvisie
Bijdrage uit verliesvoorziening
Investeringskrediet Emailleplein
Investeringsbijdrage inr pleinen
Bijdrage skatebaan
Bijdrage uit best.res. Sti. Woningb
Bijdrage restantkrediet Emailleplein
Bijdrage kosten projectorganisatie
totaal
Doel was Etna te verplaatsen van Dru-terrein naar Rieze V in ulft. Ten gevolge van een dan
verwacht voordelig resultaat kon € 175.000,-- worden gedoteerd uit de exploitatie van de Rieze tgv
Hutten-Noord. Bij het openen van de grondexploitatie van de Rieze V geeffectueerd. Uiteindelijk
heeft de Etna zich in Lichtenvoorde gevestigd en heeft de gemeente de grond op de Rieze
terruggekocht. Vastgesteld bij jaarrekening 2009.
09int00199 zie voorstel B&W/Raad
12int00940 Bijdrage vanuit Beheer Wegen (memo 14 januari 2013)
Bestemmingsreserve Watersspeelplaats bij berap gevormd. Kosten zijn in de exploitatie
opgenomen en daar is deze inv.reserve naar geboekt. Jaarrekening 2012 (pag 23)
13RVS0030 / jaarrekening 2012
13RVS0030 / jaarrekening 2012
Bij begroting vastgesteld (€ 500.000) zie voor besteding restant hierna (€ 150.000,--)
Programmabegroting 2013-2016 parkeren en pleinen
13int00593
Bijdrage verantwoord in de jaarrekening van 2013
Zie investeringskrediet Emailleplein. De aanwending van het restantkrediet zal nog worden
voorgelegd aan de raad bij de herziening van Het Gietelinck (2015, jaarrekening 2014)
Bijdrage uit algemene dienst ter dekking van ambtelijke inzet bij o.a. realisatie pleinen. Dit
dekkingsvoorstel zal nog worden voorgelegd aan de raad bij de herziening van Het Gietelinck
(2015, jaarrekening 2014)
bedrag
jaar
€ 175.000
2009
€ 1.361.340
€ 220.000
2009
2012
€ 131.715
2012
€ 5.557.850
€ 753.250
€ 325.851
€ 176.400
€ 103.030
€ 151.497
2012
2012
2013
2013
2013
2013
€ 150.000
2014
€ 100.000
2014
€ 9.205.933
overzicht kunstwerk op DRU Industriepark
d.d. 5 november 2014
Bijlage 6 overzicht kunstwerken
1
A
B
naam
kunstenaar
C
D
nummer
corsa fiss
E
stichtings
jaar
F
G
plaats
locatie
H
eigenaar /
beheerder
I
J
materiaal
aankoop
K
bijzonderhed
en
L
jaarlijks
onderhoud
M
meerjaarlijks
onderhoud
08ink06578
2 Phaeton
Jänis M. Pohl
www.jaenispohl.de
Spreekstoel/V
3 erhalenbank H. Orvink
henk.orvink@minvrom.
nl
4 Wortel
www.mondra.nl
2007
Ulft
1994 /
plaatsing
bij DRU
2011
Ulft
179226
5 De Krijger
6 De Muze
Cees Pronk
7122010 Ulft
Oude
DRUterrein IJsselstreek cortenstaal
Gemeente
De Scheg Oude
hout, beton
DRU-terrein IJsselstreek en staal
Gemeente
Oude
DRU
IJsselstreek cortenstaal
www.rikvanrijswick.com
Arild Veld
http://www.linkedin.com/
pub/arildveld/44/321/41a
2013
Ulft
Ulft
Cees Pronk
www.mondra.nl
2011
€ 75,00
DRU
€ 300,00
DRU
Gemeente
Oude
IJsselstreek gelast staal
€ 8.000,00
€ 200,00
Gemeente
Oude
IJsselstreek cortenstaal
€ 4.000,00
op de werf
€ 75,00
€ 4.000,00
niet op de
DRU
€ 75,00
op de werf werf
Driedimension
Cees Pronk
8 aal
www.mondra.nl
2010
Ulft
9 De IJzergieter C.Elffers
https://www.facebook.c
om/chris.elfers
1954
Ulft
Lantaarnpaal
en bank
Schabraqc en
Postma
10 Schabraqc
Manfred
11 Man mit Lamb Bergmeister
2014
08ink01464
Ulft
€ 75,00
€ 7.500,00
179219
7 "U"
Onderdelen
bij de DRU
(afkomstig
van een beeld
in Etten)
95000 (80000
en 15000
plaatsen)
10ink10696
2010
€ 75,00
Gemeente
Oude
IJsselstreek gelast staal
13ini00647
Rik van
Rijswick
€ 17.000,00
Gemeente
Oude
DRU
IJsselstreek
Portiersgeb Gemeente
ouw/DRU- Oude
terrein
IJselstreek
DRU
bij houten
brug
gelast en
gebogen
staal
brons
Gemeente
Oude
IJsselstreek
Gemeente
Oude
IJsselstreek cortenstaal
€ 95,00
volledige
restauratie,
schilderen,
verlichting
mast en bank
€ 22.267,45
€ 10.000,00
€ 1.100,00
€ 3.000,00
N
11 maart 2014
Bijlage 7
Notitie over financiële aspecten van het onderbrengen van de Dru panden
in een B.V.
1. Inleiding
In 2011 heeft de gemeente Oude IJsselstreek de Dru panden, Portiersgebouw,
Loonbureau, Afbramerij en SSP Hal in eigendom verkregen. Dit houdt in dat de
gemeente door het verkrijgen van het eigendom van deze panden
verhuurder/beheerder is geworden. Daarmee lopen alle inkomsten en uitgaven, die
verband houden met het eigendom, via de gemeentelijke begroting en jaarrekening.
Dit heeft er toe geleid dat het College wil laten onderzoeken of het mogelijk is de
panden onder te brengen in een B.V. Deze B.V. zou dan eigenaar moeten worden van
de panden en het beheer en verhuur moeten gaan uitvoeren.
Een dergelijk onderzoek bestaat uit twee trajecten. Ten eerste het onderzoek naar de
financiële haalbaarheid. Dit betreft onderzoek naar de wijze van inbreng van de
panden, de inkomsten en uitgaven en onderzoek naar afschrijvingen, reserveringen etc.
Het tweede traject betreft de juridische afhandeling om te komen tot de oprichting van
de B.V. Het betreft onder andere de akte van oprichting, directiestatuut,
toestemmingsprocedure provincie.
In deze notie wordt het financiële traject beschreven. In dit traject staan twee vragen
centraal, te weten:
o Is een B.V. financieel levensvatbaar?
o Wat zijn de financiële voor- of nadelen voor de gemeente van het
onderbrengen van de panden in een B.V.
Op basis van de cijfers kan dan besloten worden of het zinvol is de Dru panden in een
B.V. onder te brengen en vervolgens het tweede traject in te gaan en dus de B.V. op te
richten.
2. Werkwijze
Om de vragen, zoals hiervoor geformuleerd te kunnen beantwoorden, is er allereerst
een basisscenario geformuleerd. Vervolgens is er op basis van de begroting 2014 en de
cijfers uit de jaarrekening 2013 berekend wat de kosten en opbrengsten voor de
gemeente zouden zijn, wanneer de panden bij de gemeente blijven.
Tot slot zijn er scenario’s uitgewerkt met als doel na te gaan wat de beste resultaten
zouden kunnen zijn in relatie met de in de inleiding gestelde vragen.
3. Scenario’s
Allereerst is er een basis scenario opgesteld (scenario 1). Hierin is verondersteld dat de
panden tegen de huidige boekwaarde door de gemeente worden ingebracht in de B.V.
De gemeente ontvangt hiervoor aandelen in de B.V. ter grootte van de boekwaarde. De
gemeente zal dan rente moeten toerekenen aan deze nieuw verkregen financiële baten.
Alle kosten en opbrengsten die samenhangen met het beheer en onderhoud van de
gebouwen, zoals afschrijvingen, reserveringen voor klein en groot onderhoud,
bedrijfskosten en huuropbrengsten, komen ten laste van de B.V.
Vervolgens is er een raming gemaakt van de gemeentelijke kosten wanneer de panden
bij de gemeente zouden blijven. Voor het opstellen van deze raming is uitgegaan van
de begroting 2014, gecorrigeerd voor de werkelijke cijfers in de jaarrekening 2013.
Per scenario is vervolgens berekend welke kosten en opbrengsten bij de gemeente
achterblijven wanneer de Dru panden worden ondergebracht in een B.V.
Op deze wijze kon worden nagegaan wat de voor- of nadelen voor de gemeente zijn
bij de verschillende scenario’s. Hiermee kan antwoord worden gegeven op de tweede
vraag zoals in de inleiding gesteld.
Naast het basis scenario zijn de volgende scenario’s opgesteld.
o Scenario 2: De B.V. vergoedt aan de gemeente de rentelasten van de nieuw
verkregen financiële activa.\
o Scenario 3: De gemeente neemt lasten (personeel, kantoorkosten, verzekeringen)
van de B.V. over en ontvangt geen rente vergoeding.
o Scenario 4: Inbreng van de gebouwen vindt plaats op basis van huurwaarde.
De gemeente neemt ontvangt geen rentevergoeding en neemt geen
kosten van de B.V. over. In dit scenario zal de gemeente moeten
afboeken op de boekwaarde van de panden omdat de waarde van de
panden op basis van huurwaarde aanzienlijk lager is en de gemeente
daarom een lager bedrag aan aandelen verkrijgt.
o Scenario 5: Inbreng van de panden op basis van de huurwaarde. De gemeente
neemt lasten van de B.V. over. De B.V. betaalt geen rentevergoeding
aan de gemeente.
o Scenario 6: Inbreng van de panden op basis van huurwaarde, de gemeente neemt
lasten van de B.V. over en de B.V. betaald de gemeente een
rentevergoeding.
o Scenario 7: Er wordt alleen afgeboekt op de Afbramerij via de reserve Afbramerij.
Alle kosten blijven bij de B.V. Er wordt door de B.V. geen rente
vergoed.
4. Uitkomsten en advies
o Uitkomsten
In onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de verschillende scenario’s
weergegeven. Met behulp van tekens is aangegeven wat het resultaat is voor de
gemeente ten opzichte van de raming en wat de winstgevendheid is van de
B.V. Tevens is aangegeven wat het resultaat is van beide samen voor de
gemeente. Dat wil zeggen na aanvulling verlies van de B.V. of winstuitkering
door de B.V.
Scenario
Gemeente
Verbetering t.o.v. raming
afboeken
B.V.
Exploitatie saldo
Totaal
Voor- en nadeel gemeente
1
2
3
4
5
6
7
+
0
++
0
0
+
---
---
+
---
+
-
-
---
+
-
+
-
-
0
0
0
+
+
+
-
Verklaring van de tekens
+
gering positief
++
ruim positief
0
neutraal, geen voor- of nadelen
gering negatief
--zeer negatief
De scenario’s geven geen van alle een resultaat dat zowel voor de B.V. als voor
de gemeente ruim positief is. Het blijkt dat wanneer een scenario voor het
gemeentelijk resultaat positief is er een negatief resultaat voor de B.V. ontstaat.
Alleen de scenario’s 4, 5 en 6 laten voor beide samen een gering positief
resultaat zien. Hier staat tegenover dat de gemeente dan wel een hoog bedrag
moet afboeken op de boekwaarden van de panden.
o Advies
Op basis van de uitkomsten wordt geadviseerd niet over te gaan tot het
onderbrengen van de Dru panden in een B.V.
Indien toch, om andere dan financiële redenen,wordt besloten de Dru panden
onder te brengen in een B.V. dan wordt aanbevolen dit te doen op basis van
scenario 3 of scenario 4.
Scenario 3 heeft als voordeel dat de B.V. vanaf de start winstgevend kan zijn. Dit
wordt echter vooral veroorzaakt doordat de gemeente kosten van de B.V. voor
haar rekening neemt. De lasten voor de gemeentelijke begroting zullen echter
toenemen. Alleen bij winstuitkering zullen die met slechts een gering bedrag
afnemen.
In scenario 4 is de B.V. verlieslatend. Echter na afdekken van dit verlies door de
gemeente resteert nog een geringe verlaging van de gemeentelijke lasten Een
tweede voordeel van dit scenario is dat alle lasten die bij de B.V. thuishoren ook
bij de B.V. liggen. Dit scenario betekent wel dat de gemeente moet afboeken op de
boekwaarde van de panden.
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn de panden te verkopen aan een
particuliere exploitant. Echter die zal de panden waarschijnlijk alleen willen
overnemen op basis van een waarde gebaseerd op de huuropbrengsten. Ook in dat
geval zal de gemeente moeten afboeken. Dit lijkt dan ook geen begaanbare weg.
Indien besloten wordt conform het advies, namelijk niet over te gaan tot het
onderbrengen van de panden in een B.V., dient er wel zorg voor gedragen worden
dat een medewerker wordt aangesteld voor het managen van de panden zowel wat
betreft de kosten als wat betreft de opbrengsten. Tevens zal het beheer en
onderhoud van de gebouwen in de gemeentelijke organisatie moeten worden
ondergebracht.
Bijlage 8
Rapport onderbrengen DRU panden in een BV
Dru panden onderbrengen in een B.V.
Financiële verkenning
11 maart 2014
Inhoudsopgave
blz.
1. Inleiding en leeswijzer
1.1 Inleiding
1.2 Leeswijzer
3
3
3
2. Uitgangspunten
2.1 Inbreng van de panden
2.2 Afschrijvingen/kapitaallasten
2.3 Lonen en salarissen
2.4 Reserveringen
2.5 Overige bedrijfslasten
2.6 Exploitatieopbrengsten
2.7 Overige veronderstellingen
4
4
4
5
5
5
6
6
3. De resultaten
3.1 De exploitatiebegroting
3.2 Liquiditeitsbegroting
3.3 Relatie met gemeentelijke begroting
7
7
9
9
4. Scenario’s
4.1 Inleiding
4.2 Scenario 2: De B.V. vergoedt de rentelasten van de gemeente
4.3 Scenario 3: Gemeente neemt diverse kosten van de B.V. over en
ontvangt geen rente
4.4 Scenario 4: Inbreng gebouwen op basis van huurwaarde
4.5 Overige scenario’s
11
11
11
5. Conclusies en aanbevelingen
5.1 Conclusies
5.2 Aanbeveling
13
13
14
2
12
12
13
1. Inleiding en leeswijzer
1.1. Inleiding
In 2011 heeft de gemeente Oude IJsselstreek de Dru panden, Portiersgebouw,
Loonbureau, Afbramerij en SSP Hal in eigendom verkregen. Dit houdt in dat de
gemeente door het verkrijgen van het eigendom van deze panden
verhuurder/beheerder is geworden. Daarmee lopen alle inkomsten en uitgaven, die
verband houden met het eigendom, via de gemeentelijke begroting en jaarrekening.
Dit heeft er toe geleid dat het College wil laten onderzoeken of het mogelijk is de
panden onder te brengen in een B.V. Deze B.V. zou dan eigenaar moeten worden van
de panden en het beheer en verhuur moeten gaan uitvoeren.
Een dergelijk onderzoek bestaat uit twee trajecten. Ten eerste het onderzoek naar de
financiële haalbaarheid. Dit betreft onderzoek naar de wijze van inbreng van de
panden, de inkomsten en uitgaven en onderzoek naar afschrijvingen, reserveringen etc.
Het tweede traject betreft de juridische afhandeling om te komen tot de oprichting van
de B.V. Het betreft onder andere de akte van oprichting, directiestatuut,
toestemmingsprocedure provincie.
In deze notitie wordt het eerste traject beschreven. Hiervoor worden een Verlies en
Winstrekening en een Liquiditeitsbegroting opgesteld. Hiermee kan worden nagegaan
hoe de eventueel op te richten B.V. zich financieel gaat ontwikkelen. Bij het
berekenen van de cijfers is gekozen voor een periode van vijf jaar, te weten 2014 t/m
2018. Tevens is nagegaan wat de voordelen zijn van het onderbrengen van de panden
in een B.V. voor de gemeentelijke begroting. Daarvoor is op basis van de begroting
2014 en de voorlopige cijfers van de jaarrekening 2013 een raming gemaakt van de
lasten voor de gemeente in 2014 wanneer de panden bij de gemeente zouden blijven.
(Zie bijlage 4).
Op basis van de cijfers kan dan besloten worden of het zinvol is ook het tweede traject
in te gaan en dus de B.V. op te richten.
1.2. Leeswijzer
In paragraaf 2 worden allereerst de uitgangspunten geformuleerd. Ingegaan wordt op
boekwaarden, afschrijvingen, reserveringen voor onderhoud, diverse bedrijfslasten en
opbrengsten.
In paragraaf 3 wordt het basisscenario beschreven met financiële uitkomsten in de
vorm van een exploitatiebegroting en een liquiditeitsprognose. Dit basis scenario is
volledig gebaseerd op de uitgangspunten. Tot slot wordt in paragraaf 3 een
vergelijking gemaakt met de opgestelde raming 2014 om na te gaan wat de effecten
van het basisscenario zijn voor de gemeentelijke begroting 2014.
De paragraaf wordt afgesloten met een aantal conclusies.
In paragraaf 4 worden mogelijke scenario’s beschreven. Het doel van deze scenario’s
is om na te gaan of het resultaat van de B.V. kan verbeteren en hoe dan de lasten voor
de gemeente komen te liggen ten opzichte van de raming 2014.
Elke scenario beschrijving eindigt met een aantal conclusies
In paragraaf 5 tenslotte worden samenvattende conclusies geformuleerd en wordt een
aanbeveling gedaan.
3
2. Uitgangspunten
In deze paragraaf zullen de verschillende uitgangspunten worden beschreven die gebruikt
zijn bij het opstellen van de financiële stukken. Basisveronderstelling is dat de panden
worden ondergebracht in een B.V. waarvan de gemeente enig aandeelhouder is.
2.1. Inbreng van de panden
De panden met grond, machines, installaties en inventaris hebben per 1 januari 2014
de volgende boekwaarden.
Boekwaarde per 1 januari 2014 (alle bedragen in Euro's)
Grond
Gebouwen
Gebouw
Installaties Inventaris
en
machines
Totaal
6.236.364
Portiersgebouw
930.000
4.137.222
Loonbureau
150.000
341.402
Afbramerij
360.000
2.036.501
2.396.501
SSP Hal
360.000
483.416
843.416
1.800.000
6.998.541
Totaal
1.169.142
112.000
1.169.142
112.000
603.402
10.079.683
De boekwaarden zoals in de tabel opgenomen zijn berekend op basis van de
gemeentelijke financiële administratie.
Inbrengen van de panden in de B.V kan via de boekwaarde of tegen een nog te
taxeren waarde. In het hierna te formuleren basisscenario is gekozen voor inbreng
tegen boekwaarde. Deze wordt daarmee gezien als historische kostprijs. Concreet
betekent dit dat de B.V een bezit krijgt van € 10.079.683,--. De gemeente ontvangt
hiervoor de tegenwaarde in aandelen.
Belangrijk punt!
In de begroting en jaarrekening van de gemeente wordt aan de boekwaarde van de
Dru panden 3% rente toegerekend. Als deze boekwaarde uit de gemeentelijke
financiële stukken verdwijnt, zal deze rente op een andere wijze moeten worden
toegedeeld. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 302.390,-- In het
basisscenario is verondersteld dat de B.V. geen rentevergoeding aan de gemeente
betaald.
2.2. Afschrijvingen/kapitaallasten
De door de B.V. van de gemeente te verkrijgen panden met installaties etc. kunnen
worden aangemerkt als materieel vast actief. De B.V. dient hierover af te schrijven op
basis van de verwachte levensduur. Over grond wordt in principe niet afgeschreven.
Gelet hierop zijn de volgende afschrijvingstermijnen aangehouden.
o Grond, hierop wordt niet afgeschreven
o Gebouwen worden afgeschreven in 40 jaar met inachtneming van een
restwaarde. Voor het Portiersgebouw, het Loonbureau en de Afbramerij is de
restwaarde gesteld op 50%. Deze gebouwen zijn gerenoveerd en verbouwd.
Voor de SSP hal is de restwaarde gesteld op 25%.
o installaties en machines worden afgeschreven in 15 jaar.
o Inventaris wordt afgeschreven in 10 jaar
4
Deze afschrijvingen dienen als jaarlijkse lasten te worden meegenomen in de verlies
en winstrekening. Zij verminderen de balanswaarde van de activa op de balans.
2.3. Lonen en salarissen
Er is verondersteld dat de B.V. een directeur (parttime) en een administratief
medewerking (full time) in dienst zal hebben. De hierbij behorende loonsom is
gecalculeerd op €119.959,--. Dit is inclusief de bijbehorende werkgeverslasten.
De post lonen en salarissen is op basis van de huuropbrengsten per pand aan de
panden toegerekend.
2.4. Reserveringen
De B.V. zal moeten reserveren voor "groot en klein onderhoud". Dit is nodig om in de
toekomst over voldoende middelen te kunnen beschikken voor reparaties, onderhoud
van de gebouwen en de installaties en voor vervanging van installaties, machines en
inventaris.
Deze reserveringen dienen als jaarlijkse lasten te worden meegenomen in de verlies en
winstrekening. Op de balans vormen zij een bestemmingsreserve.
Om de hoogte van de reserveringen te bepalen is voor het Portiersgebouw uitgegaan
van de onderhoudschema's zoals door BOEi opgesteld. Hierbij is gecorrigeerd voor de
afschrijvingen van machines en installaties. Immers via afschrijvingen kan worden
gereserveerd voor vervanging van installaties en machines. Voor de andere panden
zijn er schema's opgesteld door de afdeling beheer van de gemeente.
2.5. Overige bedrijfslasten
De post overige bedrijfslasten in de verlies en winstrekening bevat diverse posten.
deze zijn achtereenvolgens.
o huisvestingskosten
Er is verondersteld dat de B.V. een klein eigen kantoor (75 m2) zal betrekken.
De lasten hiervan, inclusief energie lasten, zijn geschat op € 12.653,-- in het
eerste jaar.
o kantoorkosten
Hieronder worden verstaan kosten voor telefoon, papier, computers, printers
etc. Voor het eerste jaar zijn deze kosten geschat op € 4.820,-o reis en verblijfkosten
Deze zijn voor het eerste jaar geraamd op € 1.928,-- Verondersteld is dat het
personeel voor dienstreizen gebruik maakt van eigen vervoer of van het
openbaar vervoer.
De hierboven genoemde kosten zijn op basis van de respectievelijke
huuropbrengsten over de panden verdeeld.
o Verzekeringen
Aangehouden zijn de premies die thans door de gemeente worden betaald.
Voor de Afbramerij is een schatting gemaakt. Het betreft de premies voor
opstal en inboedel verzekering. Er is geen bedrag opgenomen voor een
Wettelijke Aansprakelijkheid Verzekering.
o OZB
Aangehouden is de opgave van de afdeling belastingen van de gemeente
5
o Onvoorzien
Er is een post onvoorzien opgenomen van € 10.000,-- voor niet voorziene
kosten.
De volgende posten zijn specifiek voor het Portiersgebouw.
o beheerkosten huurder
Deze kosten zijn contractueel vastgelegd en opgenomen in de huurcontracten
van het Portiersgebouw. Deze kosten zijn namelijk opgenomen in de huursom.
o niet terug te vorderen BTW
Niet alle BTW die betaald moet worden over de kosten die met BTW belast
zijn kan in het geval van het Portiersgebouw in vooraftrek worden gebracht.
Niet terugvorderbaar is een percentage van 20% van de betaalde BTW.
2.6. exploitatieopbrengsten
De exploitatieopbrengsten bestaan uit de huren voor de verschillende panden. Hierbij
is van het volgende uitgegaan
o Bij het Portiersgebouw is uitgegaan van de huuropbrengst in 2013 minus de
afgesproken kortingen. Het op deze wijze verkregen bedrag is geïndexeerd
naar 2014
o Bij de Afbramerij is, gelet op de lopende discussie, een huurbedrag in 2014
opgenomen van € 100.000,-- per jaar
o Bij het loonbureau is voor 2014 uitgegaan van een jaarhuur van € 10.787,-Verondersteld is dat in 2016 de volledige huuropbrengst wordt gehaald.
o Voor de SSP hal is een huur van € 40.000,-- aangehouden. Deze huur is
gebaseerd op de door de huurder opgestelde exploitatie begroting. De jaren
daarna is deze huur niet geïndexeerd.
2.7. Overige veronderstellingen
o BTW
a. De B.V. wordt niet belast met naheffingen die betrekking hebben op de
periode voordat de B.V de panden in eigendom heeft verkregen.
b. Zowel de gemeente als de B.V. opteren voor overdracht van het
onroerend goed in de BTW sfeer. Er zal gebruik worden gemaakt van
de mogelijkheid tot verleggen van de BTW, zodat er geen liquiditeits
problemen hoeven te ontstaan voor de B.V. door afdracht van de BTW,
die pas later teruggevorderd kan worden.
c. Alle omzet van de B.V. is met BTW belast. Uitzondering hierop vormt
de omzet via het Portiersgebouw Hiervoor is met de belastingdienst een
80-20 regime afgesproken.
Een nog onzeker punt in deze wordt gevormd door de omzet via de
Afbramerij. Het is nog niet duidelijk of de huurder van de Afbramerij
door de belastingdienst zal worden aangemerkt als ondernemer voor de
omzetbelasting. Mocht dit niet het geval zijn dan zal de omzet via de
Afbramerij niet met BTW belast kunnen worden. Voor de B.V.
betekent dit dat de BTW die de B.V. moet betalen voor de kosten die
zij moet maken in het kader van beheer en onderhoud niet kan worden
teruggevorderd.
6
Er schuilt ook nog een tweede gevaar, namelijk dat de B.V. niet komt
aan een omzet, waarvan 90% met BTW is belast. Dan zou de B.V niet
voldoen als ondernemer voor de BTW. gevolg is dan dat de B.V.
geheel geen BTW kan terugvorderen. Wellicht is het mogelijk om met
de belastingdienst afspraken te maken dat er per gebouw een apart
BTW regiem wordt gehanteerd, zoals nu al bij de gemeente wordt
gehanteerd.
o Indexering
Bij het opstellen van de exploitatiebegrotingen zijn de volgende indexeringen
aangehouden.
Bruto lonen
1,5% per jaar
Reserveringen groot en klein onderhoud
2,0% per jaar
Overige bedrijfslasten
2,0% per jaar
Verzekeringen en OZB zijn niet geïndexeerd
Te ontvangen huren
3% per jaar met uitzondering van
Afbramerij en SSP Hal. Deze huren zijn niet geïndexeerd. Indexering van de
huren met 3% per jaar voor het Portiersgebouw is contractueel vastgelegd in de
huurcontracten.
o Verbruikskosten
Er is vanuit gegaan dat de verbruikskosten, zoals kosten voor energie,
schoonmaak, voor rekening van de huurder komen.
3. De resultaten1
Op basis van de in paragraaf 2 beschreven uitgangspunten is een exploitatiebegroting
(Verlies en Winstrekening) en een liquiditeitsbegroting opgesteld over de periode 2014
t/m 2018.
De berekeningen zijn gemaakt per gebouw afzonderlijk als voor de gebouwen
gezamenlijk.
3.1. De exploitatiebegroting
Op basis van de veronderstelling is van elk gebouw een exploitatiebegroting gemaakt.
De uitkomsten per gebouw zijn als volgt.
o Portiersgebouw
Samengevat ziet de exploitatiebegroting van het portiersgebouw er als volgt uit
Portiersgebouw
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
308.268
344.059
35.791
2015
311.305
354.381
43.075
2016
314.398
365.012
50.614
2017
317.547
375.963
58.416
2018
320.753
387.241
66.488
Het exploitatieresultaat van het Portiersgebouw is, op basis van de geformuleerde
uitgangspunten, over de beschouwde periode positief.
1
Alle bedragen in deze rapportage zijn in Euro's en exclusief BTW
7
o Loonbureau
Samengevat ziet de exploitatiebegroting van het Loonbureau er als volgt uit
Loonbureau
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
34.825
10.787
-24.038
2015
35.159
11.111
-24.048
2016
35.498
45.639
10.141
2017
35.844
47.008
11.164
2018
36.196
48.418
12.223
In 2014 en 2015 is het Loonbureau verlieslatend. Dit wordt veroorzaakt door
de geringe huuropbrengsten in beide jaren. Vanaf 2016 is de exploitatie
(gering) winstgevend. Verondersteld is namelijk dat vanaf 2016 de volledige
huuropbrengst wordt gerealiseerd.
o Afbramerij
De Afbramerij kent een aanzienlijk verlies over elk jaar in de periode 2014 t/m
2018. De huuropbrengsten bij dit gebouw blijven namelijk aanzienlijk achter
bij de kosten, zoals blijkt uit onderstaan exploitatieberekening
Afbramerij
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
173.362
100.000
-73.362
2015
175.996
100.000
-75.996
2016
178.680
100.000
-78.680
2017
181.417
100.000
-81.417
2018
184.206
100.000
-84.206
o SSP Hal
Ook de exploitatie van de SSP Hal is verlieslatend. Ook bij de SSP Hal blijven
de huuropbrengsten achter bij de kosten. In de exploitatieberekening is
overigens nog geen rekening gehouden met de aanleg van een
verwarmingsinstallatie in de hal. Indien hiertoe wordt overgegaan zullen de
afschrijvingen toenemen, maar zullen de huuropbrengsten kunnen stijgen.
SSP Hal
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
72.187
40.000
-32.187
2015
73.353
40.000
-33.353
2016
74.483
40.000
-34.483
2017
75.634
40.000
-35.634
2018
76.807
40.000
-36.807
o Consolidatie (zie bijlage 1)
Het totaal van de vier panden samen (consolidatie) laat zien dat de exploitatie
op basis van de huidige uitgangspunten verlieslatend is. Dit verlies loopt
overigens af van € 93.796,-- in 2014 naar een verlies van € 42.303,-- in 2018.
De afname van het verlies wordt vooral veroorzaakt door de veronderstelling
dat in 2016 de volledige huuropbrengst van het loonbureau wordt gerealiseerd.
Consolidatie
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
588.742
494.846
-93.796
2015
595.813
505.491
-90.322
8
2016
603.060
550.651
-52.408
2017
610.442
562.971
-47.471
2018
617.963
575.660
-42.303
3.2. Liquiditeitsbegroting
Op basis van de exploitatiebegroting is per gebouw per kwartaal voor de periode 2014
t/m 2018 een liquiditeitsbegroting gemaakt. Tevens is van deze afzonderlijke
begrotingen een consolidatie gemaakt. De uitkomsten van deze consolidatie zien er als
volgt uit (zie bijlage 2)
Consolidatie
basisscenario
Uitgaven
Inkomsten
Liquiditeiten
Liquiditeiten cum.
2014
489.134
494.846
5.712
5.712
2015
308.610
505.492
196.882
202.594
2016
2017
312.001
550.651
238.650
441.245
376.522
562.971
186.449
627.694
2018
361.773
588.210
226.437
854.131
Met uitzondering van 2014 beschikt de B.V. over voldoende liquiditeiten. In 2014 zal
de B.V. echter moeten worden bij gefinancierd. Door uitgaven ter grootte van
ongeveer € 150.000,-- in de loop van het jaar voor onderhoud kan de B.V. in
liquiditeitsproblemen komen. Bij de uitkomsten moet men wel bedenken dat de
omvang van de liquide middelen vooral wordt opgebouwd via de reserveringen voor
onderhoud. Hier zitten ook reserveringen bij voor vervangingsinvesteringen. In de
periode 2014 t/m 2018 zal er nog geen sprake zijn van dergelijke investeringen. In de
jaren daarna zullen deze reserveringen, zo blijkt uit de onderhoudsschema's, wel
degelijk moeten worden aangesproken.
3.3 Relatie met gemeentelijke begroting
Verondersteld is dat door de gebouwen van het Dru complex onder te brengen in een
B.V. er voordelen ontstaan voor de gemeentelijke begroting. Daarom is aan de hand
van het basisscenario nagegaan in hoeverre hieraan wordt voldaan.
Om deze analyse te maken is in de programma begroting 2014 nagegaan welke
uitgaven en inkomsten zijn opgenomen voor de Dru panden. Deze sluit met
€ 365.109,-- negatief. De cijfers met betrekking tot de posten “overige bedrijfslasten”,
“reservering onderhoud” en “huren” zijn aangepast aan de verwachte cijfers op basis
van de jaarrekening 2013. De vergelijking levert het volgende resultaat op:2
2
Zie voor een volledig overzicht van de vergelijking van alle scenario’s met de raming 2014 bijlage 4
9
Lasten en opbrengsten
raming 2014
basisscenario
gemeentelijke
gemeentelijke
kosten
kosten
en
opbrengsten
en
opbrengsten
exploitatie lasten
afschrijvingen
304.064
0
rentelasten
275.000
302.390
reservering onderhoud
246.360
0
0
0
personele lasten
overige bedrijfslasten
65.000
0
890.424
302.390
493.442
0
onttrekking reserve Afbramerij
123.900
123.900
totaal exploitatie opbrengsten
617.342
123.900
-273.082
-178.490
totaal exploitatie lasten
exploitatie opbrengsten
huren
rentevergoeding
0
saldo lasten en opbrengsten gem
verbetering resultaat gem t.o.v.raming 2014
resultaat BV
94.592
-93.796
verbetering resultaat gem t.o.v. raming 2014
na aanvulling verlies B.V.
796
De tabel laat het volgende zien
o Volgens de raming wordt de gemeentelijke begroting belast met € 273.082,-namelijk het saldo van de lasten en opbrengsten voor de gemeente.
o In het basisscenario wordt de gemeentelijke begroting belast met € 178.490,-een voordeel van € 94.592,-o De B.V. leidt een verlies van € 93.796,--.
o Wanneer het verlies door de gemeente als aandeelhouder wordt aangepast door
bijstorting in de B.V. of afboeking van de aandelen, resteert voor de gemeente
in het basisscenario nog slechts € 796,-- als voordeel.
Conclusies bij het basisscenario
De volgende conclusies kunnen worden getrokken uit het basisscenario
o De B.V. is verlieslatend. Over de beschouwde periode is een verlies
gecalculeerd van € 93.796,-- in 2014, aflopend naar € 42.303 in 2018
o De B.V kan door het verlies geen reserves vormen voor het risico op leegstand,
waardoor de huuropbrengsten lager worden.
o De raming 2014 laat een te verwaarlozen voordeel van € 796,-- zien voor de
gemeente
10
4. Scenario’s
4.1. Inleiding
Nagegaan is of er andere mogelijkheden zijn om de gemeentelijke begroting minder te
belasten met zaken die met de B.V. te maken hebben en die tot een winstgevende B.V.
kunnen leiden. Naast het basisscenario zijn daarom nog de scenario’s 2 t/m 7
uitgewerkt.
o Scenario 2: Hierin vergoedt de B.V. de rentelasten van de gemeente
o Scenario 3: Gemeente neemt lasten van de B.V. over en ontvangt geen
rentevergoeding.
o Scenario 4: Inbreng gebouwen op basis van huurwaarde
o Scenario 5: Inbreng gebouwen op basis huurwaarde, waarbij diverse lasten bij
de gemeente blijven
o Scenario 6: Inbreng gebouwen op basis huurwaarde, waarbij diverse lasten bij
de gemeente blijven en de B.V. de rentelasten vergoedt.
o Scenario 7: Alleen de reserve Afbramerij inzetten om de boekwaarde deels te
verminderen.
De scenario’s 2 t/m 4 zullen hierna uitgebreid worden beschreven. De andere
scenario’s zullen kort worden samengevat.
4.2. Scenario 2: De B.V. vergoedt de rentelasten van de gemeente
In dit scenario worden de kosten voor de B.V. verhoogd met € 302.390,-- als
vergoeding voor de rentelasten die de gemeente moet nemen over de waarde van de
aandelen. Immers in de gemeentelijke begroting wordt ook rente toegerekend aan de
financiële activa. In het geval van de B.V. is uitgegaan van 3% over het aandelen
kapitaal van de gemeente.
De consolidatie van dit scenario levert de volgende resultaten voor de B.V.
Consolidatie scenario 2
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
891.033
494.846
-396.187
2015
898.203
505.491
-392.712
2016
905.450
550.651
-354.799
2017
912.832
562.971
-349.862
2018
920.353
575.660
-344.693
De vergoeding van de gemeentelijke rentelasten ad € 302.390,-- per jaar wordt de
B.V. sterk verlies latend. De gemeente zal deze verliezen moeten aanvullen.
Daarnaast komt de B.V. in dit scenario in liquiditeitsproblemen. (zie bijlage 3). Dit
scenario levert dan ook geen verlaging op van de lasten voor de gemeente. (zie
bijlage 4)
Conclusies bij scenario 2
o De B.V. is fors verliesgevend.
o De huren zullen aanzienlijk moeten worden verhoogd om tot een winstgevende
B.V. te komen
o Bij de B.V. ontstaan ernstige liquiditeitsproblemen
o De gemeentelijk lasten worden niet lager doordat de gemeente het verlies
moet aanvullen.
11
4.3. Scenario 3: Gemeente neemt diverse kosten van B.V. over en ontvangt geen
rente.
In dit scenario is verondersteld dat de gemeente de loonsom van de B.V overneemt
alsook een deel van de overige bedrijfslasten. De B.V. vergoed in dit scenario geen
rente aan de gemeente. Hierdoor heeft de B.V € 139.849,-- minder exploitatielasten.
De B.V. wordt daardoor winstgevend, zoals blijkt uit onderstaande consolidatie tabel.
Consolidatie scenario 3
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
437.593
494.846
46.053
2015
442.566
505.491
51.725
2016
447.581
550.651
91.871
2017
452.695
562.971
99.075
2018
457.912
575.660
106.547
In dit scenario is de B.V. winstgevend. Echter de lasten voor de gemeente lopen in
2014 op naar € 317.850,-- Dit is € 44.768,-- hoger dan was geraamd voor 2014.
Indien de winst van de B.V. wordt uitgekeerd aan de aandeelhouder, de gemeente,
is er een lichte verbetering (€ 1.285,--) voor de gemeentelijke lasten. (zie bijlage 4)
Het is echter raadzaam de winst de eerste jaren binnen de B.V. te reserveren voor
eventuele tegenvallers, zoals leegstand en dus verminderde huuropbrengsten. In de
toekomst kan dan mogelijk wel worden overgegaan tot winstuitkering aan de
aandeelhouder.
Conclusies bij scenario 3
o De B.V. is winstgevend
o Wanneer geen winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouder zijn de lasten
voor de gemeente € 44.768,-- hoger dan in de raming 2014
o Bij winstuitkering verbeteren de lasten voor de gemeente met € 1.285,-- ten
opzicht van de raming 2014.
4.4. Scenario 4: inbreng gebouwen op basis van huurwaarde
In dit scenario is berekend wat de inbrengwaarde van de gebouwen is op basis van de
huuropbrengsten. Daarbij is uitgegaan van ongeveer 10 maal de huurwaarde, ofwel
een BAR (Bruto Aanvangs Rendement) van 10%. Deze BAR is relatief hoog. Toch is
het aan te bevelen deze BAR aan te houden, gelet op het hoge risico op leegstand in
de toekomst wanneer huurcontracten aflopen.
Het betekent wel dat de gemeente van de huidige boekwaarde van € 10.079.683,-- een
bedrag van € 4.782.702,-- moet afboeken. Hiervoor zou de bestemmingsreserve
Afbramerij van € 2.280.000,-- kunnen worden aangewend. Zodat € 2.502.702,-- moet
worden afgeboekt via de algemene middelen.
Het resultaat voor de B.V. ziet er dan als volgt uit
Consolidatie scenario 4
Exploitatielasten
Exploitatieopbrengsten
Resultaat
2014
526.087
494.846
-31.241
2015
533.258
505.491
-27.766
2016
540.504
550.651
10.147
2017
547.887
562.971
15.084
2018
555.408
575.660
20.252
In dit scenario laat de B.V. vanaf 2016 een geringe winst zien. Ten opzichte van de
raming 2014 verbetert de bijdrage van de gemeente met € 114.174,-- naar een bijdrage
van € 158.908,--. Dit zijn de rentelasten over de aandelen. Wanneer de gemeente het
12
verlies van de B.V. in 2014 bijpast dan resteert een verbetering van € 83.933 (zie
bijlage 4),-Conclusies bij scenario 4
o De B.V laat op termijn een geringe winst zien.
o Voor de gemeente ontstaat een begrotingsruimte , na aanvulling van het verlies in
2014, van € 82.933,-o De begrotingsruimte zal vanaf 2016 toenemen omdat geen verlies meer hoeft te
worden gecompenseerd.
o De gemeente zal € 4.782.702 moeten afboeken om bovenstaande resultaten te
bereiken.
o De BAR van 10% is nog nauwelijks voldoende om een voldoende winstgevende
B.V te laten ontstaan.
o Bij een nog hogere BAR zou de gemeente meer moeten afboeken.
4.5. Overige scenario’s3
Ook op basis van het scenario inbreng op basis van huurwaarde kunnen gelijke
scenario’s worden berekend als bij het basis scenario. Deze leveren echter nauwelijks
veranderingen op ten opzichte van scenario 4, inbreng op basis van de huurwaarde.
Het scenario waarbij diverse kosten bij de gemeente blijven (Scenario 5) laat zien dat
de B.V. winstgevend wordt. In 2014 boekt de B.V. een winst van € 108.608,-- De
lasten voor de gemeente stijgen echter met € 25.186,-- ten opzichte van de raming
2014. Wanneer de winst geheel wordt uitgekeerd ontstaat een lastenverlichting voor
de gemeente van € 83.422,-In het zesde scenario blijven diverse lasten bij de gemeente. De gemeente ontvangt
een rentevergoeding in verband met de rentelasten over de aandelen. De B.V. is
verlieslatend. De gemeentelijke lasten verbeteren met € 133.732,-- ten opzichte van
de raming 2014. Wanneer het verlies door de gemeente als aandeelhouder wordt
bijgepast, blijft een voordeel over van € 83.422,-- in 2014.
Wanneer alleen de bestemmingsreserve Afbramerij (€ 2.280.000,--) wordt afgeboekt
(scenario 7) levert dat een verlieslatende B.V. op. De boekwaarden waarover de B.V.
moet afschrijven blijven te hoog ten opzichte van de huuropbrengsten. Het
uiteindelijke resultaat voor de gemeente is, na bijpassing van het verlies, een grotere
bijdrage dan bij de raming van 2014,.
5. Conclusies en aanbeveling
5.1 Conclusies
Op basis van de berekeningen kunnen de volgende conclusies worden getrokken
o Wanneer de B.V. de volledige boekwaarde van de gebouwen moet vergoeden en
alle kosten voor haar rekening moet nemen (basisscenario), kan de B.V. niet
winstgevend worden. De huuropbrengsten zijn daarvoor te laag. Naar verwachting
zullen die in de toekomst nauwelijks toenemen. In het basis scenario is het
voordeel voor de gemeente, na bijpassen van het verlies, te verwaarlozen.
o Wanneer de B.V. de volledige boekwaarde moet vergoeden en ook de rentelasten
van de gemeente (Scenario 2) ontstaat een zwaar verlieslatende B.V., die tevens
3
Zie voor het resultaat voor de B.V en voor de een vergelijking met de gemeente raming 2014 bijlage 4
13
o
o
o
o
ernstige liquiditeitsproblemen zal hebben. De gemeente zal als aandeelhouder dat
verlies moeten bijpassen wil de B.V. niet failliet gaan. De B.V.
In scenario 3, waarbij de gemeente verschillende kosten van de B.V. overneemt
en geen rentevergoeding ontvangt, ontstaat een winstgevende B.V. Via dit scenario
is de B.V. op basis van de uitgangspunten levensvatbaar. Het voordeel voor de
gemeente ten opzichte van de raming 2014 bedraagt na winstuitkering in 2014
€ 1.285,-- Indien de winst in de B.V. wordt gereserveerd is het verschil met de
raming 2014 nadelig. De kosten voor de gemeente lopen dan op met € 44.768,-- in
2014.
In scenario 4 worden de gebouwen ingebracht op basis van de huurwaarde. In dit
scenario moet de gemeente € 4.782.702,-- afboeken op de boekwaarde van de
gebouwen. Voor dit deel ontvangt de gemeente immers geen aandelen. In de eerste
twee jaren is de B.V. in dit scenario nog verlieslatend. Vanaf 2016 zal de B.V. op
basis van met name de veronderstelling dat vanaf 2016 de huurcapaciteit van het
loonbureau volledig wordt benut, een kleine winst behalen. In 2014 ontstaat voor
de gemeente, na aanvulling van het verlies een voordeel ten opzichte van de
raming 2014 van € 82.933,-- Dit voordeel zal in de jaren erna oplopen, zodra de
B.V winstgevend wordt (vanaf 2016)
De overige scenario’s op basis van inbreng tegen huurwaarde laten ongeveer het
zelfde resultaat zien voor de gemeente ten opzichte van de raming 2014. echter
wanneer de B.V rente moet vergoeden aan de gemeente wordt de B.V. structureel
verlieslatend.
Het scenario, waarbij alleen de bestemmingsreserve Afbramerij wordt afgeboekt
levert voor de gemeente een nadeel op in 2014 ten opzichte van de raming van
€-33.137,-- nadat het verlies van de B.V. door de gemeente is aangepast. De B.V.
blijft structureel verlieslatend.
5.3. Aanbeveling.
Op basis van de financiële uitkomsten van de verschillende scenario’s wordt
aanbevolen niet over te gaan tot oprichting van een B.V. met onderbrenging daarin
van de Dru panden. De voordelen zijn gering voor de gemeente. Voor deze geringe
voordelen raakt de gemeente wel haar directe zeggenschap kwijt en blijft alleen
invloed over via de Raad van Commissarissen.
Indien toch, om andere dan financiële redenen, wordt besloten de Dru panden
onder te brengen in een B.V. dan wordt aanbevolen dit te doen op basis van
scenario 3 of scenario 4.
Scenario 3 heeft als voordeel dat de B.V. vanaf de start winstgevend kan zijn. Dit
wordt echter vooral veroorzaakt doordat de gemeente kosten van de B.V. voor
haar rekening neemt. De lasten voor de gemeentelijke begroting zullen echter
toenemen. Alleen bij winstuitkering zullen die met slechts een gering bedrag
afnemen.
In scenario 4 is de B.V. tot 2016 verlieslatend. Echter na afdekken van dit verlies
door de gemeente resteert nog een verbetering van de gemeentelijke lasten van
€ 82.933. Vanaf 2016, wanneer de B.V. winstgevend wordt, neemt dit voordeel
toe. Een tweede voordeel van dit scenario is dat alle lasten die bij de B.V.
thuishoren ook bij de B.V. liggen. Dit scenario betekent wel dat de gemeente een
verlies van ruim € 4,7 miljoen moet nemen.
Indien overgegaan wordt tot het oprichten van een B.V. zal, voordat het juridische
traject wordt ingezet, toestemming moeten worden verkregen van de provincie.
14
Bijlage 9.1
stichting Cultuurfabriek
2009
2010
2011
2012
2013
2014 *
Totaal
kosten/opbrengsten soort
subsidie (uit grex)
subsidie aanloop en frictiekosten
investeringsbijdrage bibliotheek
webcasting en inrichting conferentiezaal
subsidie cultuurfabriek
huurcompensatie 2009
bijdrage houten vloeren 3e en 4e verd.
bijdrage filmprojector t.b.v. filmhuis
verbruiken schaftlokaal + zaalhuur
zaalhuur huwelijken
Gemeenteraad
Promotie
Bijdrage veiligheidsvoorzieningen
Kosten automatisering
Surveillance
Schoonmaak Monarchiekamer
kosten diverse onderzoeken
totaal
debet
debet
debet
debet
debet
debet
debet
1.000.000
1.000.000
489.500
489.500
204.344
204.344
147.500
16.623
164.123
590.000
664.050
761.637
724.491
724.491
704.491
4.169.160
40.559
6.800
794.506
348.000
406.000
348.000
1.943.865
29.565
29.565
5.950
5.950
18.518
67.276
26.985
64.581
33.378
44.452
255.190
927
539
1.595
1.683
1.899
910
7.553
6.888
97.132
58.377
135.368
136.893
101.961 *1)
536.620
1.860
8.750
10.610
250.000
250.000
891
891
5.131
2.540
7.671
2.501
2.501
11.900
11.900
2.786.502
861.170
1.643.100
1.286.023 1.307.792 1.204.855
9.089.443
werkelijke cijfers bij jaarrekening 2013
2014* stand per 27-10-2014, er zullen de komende periode nog uitgaven volgen, waarvan de omvang niet bekend is
*1) contractueel zijn we over 2014 minimaal € 135.650,00 verschuldigd voor huur van de raadzaal
1 van 1
Bijlage 9.2
Cultuurcuster
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014 *
Totaal
kosten/opbrengsten soort
debet
personeel van derden
Grondverkopen
overige goederen en diensten
uitbestede werkzaamheden
Externe adviseurs
Overige inkomensoverdrachten
Interne uren
20.185
totaal
57.022
17.373
credit
1
13.794
debet
credit
24.996
debet
credit
debet
32.536
50.334
23.110
85.618
36.050
42.261
15.619
credit
debet
credit
debet
credit debet credit debet credit debet credit
4.389
debet
107.444
15.028
10.572
55.178
17.938
4.699
2.959
130.356
138.451
93.910
4.246
2.098
465.517
0 25.115 16.446 8.945
0 14.157
2.216
9.100
16.446
19.464
44.449
13.795
69.445
66.175
0
207.439
166.929
0
311.193
137.687
0
207.826
werkelijke cijfers bij jaarrekening 2013
2014* stand per 27-10-2014, er zullen de komende periode nog uitgaven volgen, waarvan de omvang niet bekend is
credit
16.598
0
34.536
7.871
1
13.794
16.446
0
935.678
30.241
Bijlage 9.3
huurcompensatie aan instellingen
2009
kosten/opbrengsten soort
Old Sillevold
OVGG
Turkse gem.
Bibliotheek
gallerij der boeken
totaal
debet
2010
debet
2011
debet
2012
debet
2013
debet
3.000,00
1.166,00
9.611,00
17.000,00
66.645,00
8.162,00
2.609,00
21.917,00
17.500,00
46.608,00
9.547,00
2.324,00
19.774,00
17.500,00
48.006,00
7.869,00
2.638,00
22.147,00
17.250,00
49.446,00
9.196,00
3.000,00
102.584,00
98.181,00
95.473,00
100.677,00
werkelijke cijfers bij jaarrekening 2013
*1) contractueel moeten we over 2014 nog € 426,00 aan hen overmaken
*2) contractueel moeten we over 2014 nog € 3.834,00 aan hen overmaken
2014 *
debet
Totaal
debet
2.132,00 *1)
19.168,00 *2)
17.250,00
50.929,00
9.640,00
10.869,00
92.617,00
86.500,00
261.634,00
47.414,00
99.119,00
499.034,00
Bijlage 9.4
WOB
2011
2012
totaal
kosten/opbrengsten soort
debet
debet
debet
uitbestede werkz.
externe adviseurs
20.110
11.739
64
5.398
20.174
17.137
totaal
31.849
5.462
37.311
Vanaf 2013 geen externe adviseurs ingehuurd om WOB verzoeken van de DRU uit te zoeken.
Interne uren die besteedt worden aan een WOB verzoek worden niet apart zichtbaar gemaakt, ze drukken op het product waarop ze betrekking hebben
Bijlage 9.5
exploitatie gebouwen
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014*
Totaal
kosten/opbrengsten soort
debet
Innovatiecentrum ICER *1)
- overige goederen en diensten
- OZB
- energie
- huur
- uitbestede werkzaamheden
- water
- verzekeringen
- OZB
- waterschapslasten
credit
debet
10.000
credit
debet
3.976
credit
debet
101.038
debet
104
credit
102.307
debet
credit
105.667
796
36.300
debet
credit
13.011
debet
239
6.022
610
67.500
5.256
386
2.186
837
183
Loonbureau
- huur
- uitbestede investeringen
- overige goederen en diensten
- uitbestede werkzaamheden
- energie
- water
- verzekeringen
- OZB
- overige inkomensoverdrachten
- interne uren
- waterschapslasten
750
18.309
16.842
1.170
0
2.699
11.893
1.354
1.073
1.650
449
776
12.000
55
11.439
15.738
43.474
60.343
377.512
5.343
1.688
SSP hal
- huur
- energie
- overige goederen en diensten
- uitbestede werkzaamheden
- verzekeringen
- doorberekening servicekosten
- water
- waterschapslasten
- rioolrechten
- OZB
- interne uren
1.425
4.791
751
334.454
43.617
12.989
2.858
5.507
1.189
24.568
325
50.099
41.493
316
237
49.867
1.004.741
15.147
0 *4)
1.425
31.102
40.739
75.851
798
66.061
325
4.485
125
378
199
765
34.653
10.000
0
3.976
0
101.038
0
32.919
12.189
236.441
420.714
302.030
4.485
587
712
378
199
1.781
34.653
1.016
433.574
67.500
43.474
169.797
12.989
5.816
16.704
2.877
14.898
14.080
64.660
245
11.191
36.539
281.336 *3)
15.147
2.958
5.854
11.413
25.908
336.103
796
6.022
610
5.256
386
2.186
837
183
4.716
2.801
14.386
4.064
35
1.133
2.998
15.000
34.991
90
102
250
1.060
35
348
1.411
336
811
3.000
34.936
90
credit
13.966 *2)
4.716
Potiersgebouw
- huur
- uitbestede werkzaamheden
- overige goederen en diensten
- verzekeringen
- OZB
- waterschapslasten
totaal
credit
185.484
378.188
871.888
1.244.665
werkelijke cijfers bij jaarrekening 2013
2014* stand per 27-10-2014, er zullen de komende periode nog uitgaven volgen, waarvan de omvang niet bekend is
*1) Dit jaar zijn met succes afspraken gemaakt over belaste verhuur van het Innovatiecentrum ICER, hierdoor mogen we de BTW over de totale investering terugvorderen (Dit aanzienlijke BTW voordeel is in dit overzicht nog niet verwerkt)
*2) Contractueel is Optimaal FM over 2014 minimaal € 16.758,96 verschuldigd voor huur van het Loonbureau
*3) contractueel is de Stichting DRU-Cultuurfabriek over 2014 minimaal € 335.000,00 verschuldigd voor huur van de Portiersgebouw
*4) huur wordt eenmaal per jaar met de Stichting SSP-hal afgerekend
Bijlage 9.6
investeringen
2006
debet
Portiersgebouw
bijdrage tijdelijk onderhoud
Co-financiering RUP
Inrichting TAP
aankoop pand
Totaal portiersgebouw
2007
credit
200.000
debet
2008
credit
200.000
debet
2009
credit
debet
2010
credit
debet
200.000
200.000
2.200.000
0
0
credit
debet
credit
debet
2014*
credit
Totaal
debet
credit
4.354.035
0
0
0
0
0
0
0
2.459
509.371
0
121.036
88.990
620.145
255.537
-18.000
2.925.534
18.000
317.000
192.371
121.036
0
1.536
630.407
620.145
5.116.197
0
29.362
1.843.677
29.362
2.640.000
0
0
0
2.459
18.000
0
0
0
0
88.990
credit
6.954.035
121.036
0
debet
600.000
1.000.000
1.000.000
4.354.035
317.000
192.371
SSP
aankoop
restauratie
uitbestede werkzaamheden
Totaal SSP hal
debet
2013
4.354.035
Innovatiecentrum ICER
aankoop pand
Uitbestede investeringen *1)
Interne uren
Personeel van derden
Bijdrage Realisatie Multi Media Show
Subsidie Provincie
Totaal afbramerij
credit
2012
200.000
1.000.000
1.000.000
Loonbureau
aankoop pand
verbouw
verbouw monarchiekamer/ijssalon
Totaal loonbureau
2011
65.340
660.000
0
857.682 2.640.000 2.954.896
1.536
1.843.677
725.340
1.536
65.340
3.300.000
5.765.704
360.000
500.000
8.859
540.663
1.062
144.110
360.000
500.000
694.694
0
868.859
540.663
1.062
144.110
1.554.694
39.168
171.488
51.360
29.464
29.261
327.133
57.168
5.992.743
3.366.876
Overige investeringen
Totaal overige investeringen
Totaal algemeen
6.392
206.392
200.000
2.200.000
2.459
1.449.705 2.640.000 3.106.458
1.536
2.017.048
725.340
werkelijke cijfers bij jaarrekening 2013
2014* stand per 27-10-2014, er zullen de komende periode nog uitgaven volgen, waarvan de omvang niet bekend is
*) Dit jaar zijn met succes afspraken gemaakt over belaste verhuur van het Innovatiecentrum ICERj, hierdoor mogen we de BTW over de totale investering terugvorderen (Dit aanzienlijke BTW voordeel is in dit overzicht nog niet verwerkt)
15.231.973
3.366.876
fout
Bijlage 9.7
Rentelasten
Investering Portiersgebouw
Bijdrage tijdelijk onderhoud
Cofinanfiering RUP
Inrichting TAP
aankoop pand
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
8.689
17.433
18.268
31.248
31.248
18.873
33.203
34.077
16.239
29.453
31.045
16.359
30.674
32.378
148.395
15.035
29.234
30.858
140.735
14.343
28.923
30.530
138.395
125.239
182.735
190.136
427.525
12.992
16.718
16.707
46.417
680
2.980
0
0
0
107.842
2.670
110.822
29.613
28.604
18.081
28.676
17.900
86.893
35.981
7.189
14.935
24.404
47.702
0
0
0
0
Investering Loonbureau
aankoop + verbouw
Investering Innovatiecentrum ICER
voorbereiding
aankoop + verbouw
1.990
Investering SSP-hal
aankoop
restauratie
DRU industriepark
1.174
DRU inv. diverse panden
- verbouw monarchie/ijssalon
- aanbrengen logo Popzaal
totaal
8.689
17.433
80.764
86.153
* 2014 rente geschat 3,40% op basis van begroting 2014. Rente wordt definitief vastg3esteld bij jaarrekening
werkelijke rente jaarrekening 2013
79.901
281.260
294.200
2014* totaal
407.720 1.256.120
Bijlage 9.8
Overzijde Oude Ijssel
DRU Industriepark
2010
debet
uitbestede investeringen
uitbestede werkzaamheden
interne uren
overige goederen en diensten
Bijdragen derden
subsidies derden
300
4.222
94.896
totaal
99.418
2011
credit
debet
79.468
0
1.913
2012
credit
debet
180
18.759
18.289
6.957
2013
credit
debet
2014*
credit
1.118
10.717
9.894
57.980
debet
44.185
79.709
2014* stand per 27-10-2014, er zullen de komende periode nog uitgaven volgen, waarvan de omvang niet bekend is
credit
70.667
debet
2.893
130.000
105.016
credit
1.598
211.354
129.907
66.850
98.188
6.828
667
70.000
81.381
Totaal
132.893
3.560
200.000
409.709
203.560
Bijlage 9.9
totaaloverzicht
2006 tot en met oktober
2014
debet
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
credit debet
credit debet
credit debet
credit debet
credit debet
credit debet
credit
Stichting cultuurfabriek
Cultuurcluster
57.022 13.795
69.445
207.439
huurcompensatie instellingen
2.786.502
861.170
1.643.100
1.286.023
311.193
207.826
34.536
25.115
3.000
102.584
98.181
95.473
31.849
5.462
WOB
exploitatie gebouwen
investeringen
rentelasten
206.392
totaal
1.307.792
1.204.855
9.089.443
8.945
14.157
935.678
100.677
99.119
499.034
101.038
200.000
2.200.000
2.459
57.168
5.992.743
8.689
17.433
80.764
86.153
79.901
281.260
294.200
99.418
81.381
44.185
79.709
0 2.434.872
0 3.187.894
0 1.515.357
totaal
debet
credit
30.241
37.311
3.976
263.414 13.795 278.134
236.441
2014
debet
credit
10.000
overzijde Oude Ijssel
32.919 12.189
16.446
2013
debet
credit
420.714
302.030 433.574
1.449.705 2.640.000 3.106.458
185.484
1.536 2.017.048
378.188
725.340 15.231.973 3.366.876
407.720
70.667
105.016
871.888 1.244.665
1.256.120
132.893
409.709
203.560
0 7.994.610 12.189 3.423.664 3.077.160 5.199.811 505.777 4.033.399 1.236.421 28.331.156 4.845.342
Bijlage 10
Overzicht kapitalisatie 10 jaar Meerjaren onderhoud planning Gemeentelijke gebouwen DRU-Industriepark 2014
Naam
Adres
Groep
DRU-Industriepark Portiersgebouw Hutteweg 24
Loonbureau
SSP-hal
Afbramerij
Totaal groep
Plaats
Ulft
Hutteweg 26a Ulft
Drulaan 1
Hutteweg 32
Ulft
Ulft
Kosten
Reservering
Extra reservering
Onderhoud
Saldo
Gemiddeld
2013
€ 117.200
2014
€ 119.661
2015
€ 122.174
2016
€ 124.740
2017
€ 127.359
2018
€ 130.034
2019
€ 132.765
2020
€ 135.553
2021
€ 138.399
2022
€ 141.306
€ 97.548
€ 19.652
€ 130.315
€ 226.700
-€ 87.387
€ 130.315
€ 98.012
-€ 63.225
€ 130.315
€ 99.890
-€ 38.375
€ 130.315
€ 106.799
-€ 17.815
€ 130.315
€ 98.761
€ 13.458
€ 130.315
€ 293.031
-€ 146.808
€ 130.315
€ 99.579
-€ 110.835
€ 130.315
€ 99.868
-€ 72.304
€ 130.315
€ 110.072
-€ 41.070
€ 130.315
2023
TOTAAL
€ 144.273 € 1.433.463
€0
€ 102.546 € 1.432.806
€ 657
€ 130.315
Reservering
Extra reservering
Onderhoud
Saldo
Gemiddeld
€ 6.925
€ 7.070
€ 7.219
€ 7.371
€ 7.525
€ 7.683
€ 7.845
€ 8.009
€ 8.178
€ 8.349
€0
€ 3.366
€ 3.559
€ 6.925
€ 4.470
€ 6.160
€ 6.925
€ 5.035
€ 8.344
€ 6.925
€ 4.472
€ 11.242
€ 6.925
€ 3.766
€ 15.002
€ 6.925
€ 35.649
-€ 12.964
€ 6.925
€ 3.366
-€ 8.485
€ 6.925
€ 4.772
-€ 5.248
€ 6.925
€ 5.035
-€ 2.106
€ 6.925
€ 6.044
€ 200
€ 6.925
€0
€0
Reservering
Extra reservering
Onderhoud
Saldo
Gemiddeld
€ 34.450
€ 50.000
€ 19.853
€ 64.597
€ 48.086
€ 35.173
€ 50.000
€ 74.323
€ 75.447
€ 48.086
€ 35.912
€ 50.000
€ 230.003
-€ 68.643
€ 48.086
€ 36.666
€ 37.436
€ 38.222
€ 39.025
€ 39.845
€ 40.681
€ 41.536
€0
€ 21.018
-€ 52.995
€ 48.086
€ 69.195
-€ 84.754
€ 48.086
€ 21.018
-€ 67.550
€ 48.086
€ 23.003
-€ 51.528
€ 48.086
€ 2.176
-€ 13.859
€ 48.086
€ 47.122
-€ 20.300
€ 48.086
€ 21.018
€ 218
€ 48.086
€0
€0
€0
€ 37.000
€ 37.777
€ 38.570
€ 39.380
€ 40.207
€ 41.052
€ 41.914
€ 42.794
€ 43.693
€ 44.610
€0
€0
€ 37.000
€ 16.209
€ 20.791
€ 37.000
€ 25.974
€ 32.595
€ 37.000
€ 19.621
€ 51.544
€ 37.000
€ 25.974
€ 64.951
€ 37.000
€ 80.343
€ 24.815
€ 37.000
€ 47.606
€ 18.261
€ 37.000
€ 24.210
€ 35.965
€ 37.000
€ 25.974
€ 52.785
€ 37.000
€ 19.621
€ 76.857
€ 37.000
€ 120.965
€ 502
€ 37.000
€ 208.575
€ 248.905
€ 253.082
€ 207.347
€ 211.701
€ 216.147
€ 220.686
€ 225.320
€ 230.052
€ 234.883
€ 188.883
Reservering
Extra reservering
Onderhoud
Saldo
Gemiddeld
€ 76.174
€0
€ 75.975
€ 378.947
€ 150.000
€ 528.729
€ 406.997
€0
€ 406.495