Jaarverslag 2013 - Instituut Asbestslachtoffers

Instituut
Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau:
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
Telefoon: 070 - 349 97 54
Fax: 070 - 349 97 96
e-mail: [email protected]
Uitvoering:
Bredewater 6
Postbus 684
2700 AR Zoetermeer
Telefoon: 079 750 71 50
Email: [email protected]
Verslag over 2013
INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS (IAS)
Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met
de ziekte mesothelioom of asbestose. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen
(ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding.
Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en
werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars
en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS:
www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon
Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers
Redactie
Simone Aarendonk
Derk Morreau
Machiel van der Woude
Druk en vormgeving
Elan Strategie & Creatie BV
Mei 2014
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2013: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op
31 december 2013. Bron: Sociale Verzekeringsbank, L. van Eekelen, maart 2014
Inhoudsopgave
• Voorwoord
2
• Het IAS in 2013
4
- TAS/TNS
14
- Sectoren
18
- Fatale asbestblootstelling,
- Resultaten bemiddeling en advies
een complex begrip
- Juridische ontwikkelingen en onderzoek
- Voorlichting
Asbestose
• IAS Monitor
6
Klanttevredenheid
13
Advies Hebly/Lindenbergh
27
22
- Ontwikkeling mesothelioom
26
• Interviews
- Klaartje de Boer
• Kerncijfers IAS 2013
8
20
- Beroepen
- Hugo Schouwink
3
7
- Instroom, uitstroom, voorraad
- Ronald Ostermeier
17
- Regeling TAS en Regeling TNS
- Simone Aarendonk
21
- Afgewikkelde aanvragen
- Roelof de Hoop
23
- (Complex)bovennormatieve schade
• Nieuws
- Resultaten 2000-2013
- Medisch
• Epidemiologische ontwikkelingen
16
15
- Aantal mensen met mesothelioom
• Personalia
30
• Financieel verslag over 2013
31
in Nederland
- Kenmerken asbestslachtoffers IAS
• Nederlandse asbestontwikkelingen
19
• Internationale ontwikkelingen
• Controleverklaring onafhankelijke
accountant
- Acties tegen asbest in Nederland
24
42
• Missie, taken en werkwijze
43
• Summary
44
- Asbestproductie en gebruik
- Campagnes tegen asbest
- Vergoedingsregelingen
• Juridische ontwikkelingen
28
- Eerste asbestclaim tegen staat
- Haastige asbestsanering kan leiden
tot forse schadeclaims
- Oprekken aansprakelijkheid bij
mesothelioom
- Aansprakelijkheid voor toekomstige
asbestziekten
- Asbestsigaret oorzaak mesothelioom
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
1
Voorwoord
Ook in 2013 was asbest helaas een zeer belangrijk onderwerp. Dat geldt, zo valt uitgebreid te lezen in de
IAS Nieuwsbrief, voor grote delen van de ‘beschaafde’ wereld. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
rapporteert in 2013 dat jaarlijks ca. 90.000 mensen als gevolg van mesothelioom, asbestgerelateerde
longkanker en asbestose overlijden. De mesothelioomincidentie neemt nog steeds toe in de meeste
Europese landen en Japan, maar lijkt in de Verenigde Staten en Zweden inmiddels een piek te hebben
bereikt. Voor de ontwikkelingslanden wordt in de toekomst nog een toename van asbestslachtoffers
verwacht, omdat een substantieel deel van die landen momenteel nog steeds asbest gebruikt. In Nederland lijkt het aantal slachtoffers met mesothelioom rond de 500 te stabiliseren. Deze trend is ook goed
zichtbaar in het aantal aanvragen dat het IAS in 2013 ontving. Een positief teken is dat de leeftijd waarop
de diagnose wordt gesteld hoger wordt. Mogelijk heeft dit te maken met een minder intensieve of minder
langdurige blootstelling aan asbest in het verleden onder invloed van de regelgeving en de daaruit
voortvloeiende beschermende maatregelen.
Feit is dat Nederland anno 2013 nog vol zit met asbest: naar schatting nog zo’n 100 miljoen m2 asbestdak,
35.000 kilometer waterleiding, 700.000 ton in gebouwen, in 60 % van de huurwoningen en in een kwart
van de scholen. Daarom zijn door de overheid en semi-overheid weer tal van maatregelen genomen om
te voorkomen dat door asbestblootstelling nu mensen in de toekomst ernstig ziek worden. Staatssecretaris
Mansveld heeft onlangs de wens uitgesproken dat door asbestverwijdering en gerichte voorlichting
over 30-40 jaar er geen nieuwe asbestslachtoffers zullen zijn. Om deze doelstelling te bereiken is het noodzakelijk dat goede beleidskeuzes worden gemaakt op basis van de voorhanden kennis over de bestaande
asbestrisico’s. De IAS Monitor is hierbij van toegevoegde waarde. De via dit instrument gegenereerde
gegevens worden o.a. gebruikt bij de totstandkoming van de Inspectieprogramma’s van de overheid.
Met het oog op de hierboven geschetste ontwikkelingen is het IAS ook in de komende jaren nog hard
nodig. Belangrijk daarbij is de beslissing van de in de Raad van Toezicht en Advies vertegenwoordigde
partijen en de overheid om het IAS per 1 april 2014 ook open te stellen voor asbestoseslachtoffers.
Tot slot past een woord van dank aan de organisaties waarmee het IAS al langer nauw samenwerkt.
Wij zijn de SVB, BSA Schaderegeling, het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP), het expertpanel van
de longartsenvereniging NVALT, TNO en het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen
(NKAL) zeer dankbaar voor hun niet aflatende inzet. Samen met deze organisaties zal het IAS zijn taken
ook in 2014 met onverminderde energie blijven uitvoeren. Het is belangrijk werk voor een zwaar getroffen
2
groep landgenoten die deze aandacht ten volle verdient.
Den Haag, mei 2014
M.R. van der Heijden, voorzitter
M.A. van der Woude, directeur
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview
Klaartje de Boer, beleidsmedewerker van de Vakcentrale voor
Professionals (VCP) en lid Raad van Toezicht en Advies (RTA)
‘IAS moet er ook zijn voor toekomstige slachtoffers’
‘De MHP (nu VCP) was een van de convenantspartijen bij de oprichting
van het IAS en heeft uit dien hoofde ook een zetel in de Raad van Toezicht
en Advies (RTA). Bij de beroepsgroep die wij vertegenwoordigen, gaat
het onder meer om militairen die aan asbest zijn blootgesteld. Dat ik in
de RTA zit, vloeit voort uit een van mijn taken bij de VCP, de portefeuille
arbeidsomstandigheden. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het
pensioendossier. Ik ben lid van de RTA vanaf 2009. Vóór die tijd kende ik
de asbestproblematiek eigenlijk alleen van horen zeggen, de wereld van
het IAS zei me nog niet zoveel. Kort daarna kreeg ik er in familieverband
mee te maken en dan komt het allemaal natuurlijk heel dichtbij.
Ik draai nu dus al ruim vier jaar mee in de RTA. Ik heb in die tijd gemerkt dat het IAS een
belangrijke functie vervult voor asbestslachtoffers en als bemiddelende instantie goed
functioneert. Toch zien wij als VCP nog wel mogelijke verbeteringen op korte en wat langere
termijn. Het jaar 2014 staat in het teken van evaluatie van het IAS, dus we kunnen dan zaken
onder de aandacht brengen, die wij als vakcentrale belangrijk vinden. Neem het Asbestblootstellingsregister. Dat is een register, waarin iemand in een vroeg stadium kan aangeven dat
hij met asbest heeft gewerkt. Het is dan later gemakkelijker om de bewijslast rond te krijgen
als zich een asbestziekte openbaart. Hieraan wordt wel gewerkt, maar dat gaat ons nog niet
snel genoeg. Iets anders is de hoogte van de uitkeringen. Het verschil tussen een daadwerkelijke
schadevergoeding na bemiddeling of een TNS- of TAS-tegemoetkoming vinden wij te groot.
Dit gevoel wordt door werknemersorganisaties overigens breed gedragen. Een ander punt is
de voorlichting over en door het IAS. Wij merken dat nog niet alle longartsen verwijzen naar
het instituut. Je ziet daarin zeker een stijgende lijn, maar er valt nog wat winst te boeken.
Als laatste punt van aandacht noem ik dat het IAS nog zichtbaarder zou kunnen zijn, door
meer op de actualiteit in te spelen. Een goed voorbeeld is de discussie over grenswaarden
voor blootstelling, die al vanaf 2011 loopt. Het IAS kan daarin actiever zijn. Als instituut ben
je er dan niet alleen voor mensen die al slachtoffer zijn, maar ook voor diegenen die mogelijk
nog slachtoffer gaan worden. Blij zijn we in ieder geval met de uitbreiding van de werkingssfeer naar asbestose per 1 april 2014. Wij zijn daarover jarenlang in gesprek geweest met
andere convenantspartijen in het IAS en het is heel mooi dat dit uiteindelijk is gelukt. Het is
leuk om te merken dat je ook als kleine vakorganisatie zo invloed kunt uitoefenen. Nu kijken
we al verder. Want wie weet kan in de toekomst - als er meer kennis is over longkanker als
gevolg van asbest- het convenant ook naar die ziekte worden uitgebreid.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
3
Het IAS in 2013
Het IAS ontvangt in 2013 weer veel aanvragen. Het aantal passeert de 6000. Op juridisch terrein is sprake
van enkele ontwikkelingen, die mogelijk veel gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van het IAS kunnen
hebben. Gelet op de juridische weerbarstigheid op het gebied van verjaring en stelplicht en bewijslast
vindt in opdracht van het IAS een onderzoek plaats door mr. Hebly en prof. Lindenbergh naar het effect
van het advies van de Commissie Hijma. Op het gebied van voorlichting worden allerlei activiteiten verricht, zowel voor de primaire doelgroep, de asbestslachtoffers, als voor andere betrokkenen. Wat betreft
asbestose beginnen de regelgeving en de bijbehorende protocollen op medisch en arbeidshygiënisch
terrein in de loop van 2013 vorm en inhoud te krijgen.
Resultaten bemiddeling en advies
Het IAS neemt in 2013 534 aanvragen in behandeling en wikkelt 541 aanvragen af. In totaal zijn in de
afgelopen 14 jaar 6368 aanvragen in behandeling genomen. Deze groep bestaat voor het grootste deel
(90%) uit mannen. Meer dan driekwart is ouder dan 65 bij aanmelding. Aan de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) worden in 2013 502 adviezen gegeven in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming
van € 18.907 in het kader van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling
niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS): 379 voor TAS en 123 voor TNS. Het IAS
adviseert de SVB voor 432 slachtoffers de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 324 positieve
adviezen voor een TAS- en 108 positieve adviezen voor een TNS-tegemoetkoming. 148 (61,4%) van de in
2013 bemiddelde aanvragers ontvangen een schadevergoeding van € 61.205 conform de normbedragen.
Dit bedrag omvat ook de eenvoudig vast te stellen bovennormatieve schade. Het bedrag omvat echter
niet de eventueel geleden complex bovennormatieve schade. In 2013 wordt voor deze schade aan
31 slachtoffers gemiddeld € 33.842,- betaald. In totaal dus € 1.049.108.
Juridische ontwikkelingen en onderzoek
In 2013 is voor het eerst de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld vanwege nalatigheid in de bescherming
tegen asbest. In 1993 verbood de overheid het gebruik van asbest totaal, terwijl de gezondheidsrisico’s
al veel langer bekend waren. Het wachten is nu op de uitspraak van de rechter en de mogelijke consequenties hiervan voor de slachtoffers en het IAS. In het afgelopen jaar was er weer veel discussie over de
verjaringspoblematiek. Dit o.a. door een uitspraak van het Hof Den Haag, dat oordeelde dat ook oudere
gevallen van mesothelioom onder de werkgeversaanprakelijkheid kunnen vallen als er sprake is van
bedrijfstakken en sectoren waar werknemers al in de jaren 50 langdurig en/of intensief aan asbest zijn
blootgesteld. Met deze uitspraak van het Hof Den Haag is de discussie over de vraag of de absolute ver4
jaringstermijn moet worden doorbroken in een concreet geval vaak nog niet van tafel. Tot die conclusie
komen ook mr. Hebly en prof. Lindenbergh van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die in 2013 in opdracht
van het IAS onderzoek doen naar de vraag hoe de in dit verband door de Hoge Raad geformuleerde
gezichtpunten door rechters worden betrokken in hun beoordeling van het verjaringsverweer en of de
adviezen van de door het IAS ingestelde Commissie Hijma ter vereenvoudiging van de beoordeling
weerklank hebben gevonden bij de lagere rechtspraak. Dit laatste is, zo concluderen de onderzoekers,
maar mondjesmaat het geval. Alleen wat betreft het zogenoemde voortvarendheidsvereiste wordt de
Commissie Hijma gevolgd door de lagere rechtspraak. Hierbij dienen aansprakelijkstelling en het instellen
van een diagnose binnen 2 jaar na diagnose van de asbestziekte te geschieden.Verder beoordeelt de
rechter ieder verjaringsverweer op zich aan de hand van de gezichtspuntencatalogus van de Hoge Raad.
Deze tijdrovende procedure biedt volgens Hebly en Lindenbergh geen enkele garantie op een betere
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
beslissing. De Hoge Raad zou derhalve kunnen overwegen haar eerder in 2000 geformuleerde standpunt in het arrest Hese/De Schelde te herzien (zie ook pagina 27).
Voorlichting
Het IAS verricht in 2013 verschillende voorlichtingsactiviteiten, zowel voor haar primaire doelgroep,
de asbestslachtoffers, als voor andere betrokkenen. Zo wordt een nieuwe patiëntenfolder gemaakt en
gedistribueerd naar de longartsen en longpoli’s van alle ziekenhuizen in Nederland. Veel informatie is
beschikbaar via de website van het IAS, die in ontwikkeling is naar een meer doelgroepgericht medium.
Op de website zijn de uitgebreide resultaten te vinden van de IAS Monitor over o.a. asbestgebruik en de
ontwikkeling van mesothelioom, het aantal patiënten per regio, geslacht en leeftijd, de overlevingsduur
na diagnose, de asbestblootstelling naar beroep en sector. Deze informatie wordt ontleend aan de dossiers
van asbestslachtoffers en de gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Ook in dit jaar verschenen vier elektronische nieuwsbrieven met veel nationaal en internationaal nieuws op epidemiologisch,
medisch, juridisch en politiek gebied. De editorials van deze nieuwsbrieven gaan over actuele onderwerpen
zoals de verschuivende aansprakelijkheid van de werkgever en de complexe vraag waarom een relatief
klein deel van de aan asbest blootgestelde mensen mesothelioom krijgt en een veel groter deel van
deze populatie niet.
Asbestose
Na de principe-toezegging van de convenantpartijen besloot (voormalig) staatssecretaris De Krom van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in 2012 de TAS-regeling open te stellen voor asbestoseslachtoffers. Hierop is een werkgroep bestaande uit medewerkers van SZW, SVB en IAS in 2013, op medisch
gebied ondersteund door de longartsenvereniging NVALT, aan de slag gegaan om genoemde uitbreiding
te realiseren. De verwachting is dat werknemers met asbestose per 1 april 2014 terecht kunnen bij het IAS
voor een tegemoetkoming indien voldaan wordt aan de dan vastgestelde criteria op medisch en arbeidshygiënisch gebied en voor bemiddeling ten behoeve van een schadevergoeding van de (voormalige)
werkgever. Omdat ook de TNS-regeling zal worden uiitgebreid zullen ook zelfstandigen met asbestose
in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op basis van de vastgestelde criteria.
5
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS Asbestose
Mensen die door het werken met asbest stoflongen (asbestose) hebben gekregen, kunnen vanaf 1 april
2014 onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming via de Regeling
TAS of TNS en eventueel een schadevergoeding via de (ex-)werkgever. Belangrijkste voorwaarden zijn
dat het slachtoffer beroepsmatig in Nederland intensief en langdurig aan asbest is blootgesteld, de
asbestose medisch moet zijn vastgesteld en tot ernstig longfunctieverlies heeft geleid.
Akkoord Convenantpartijen IAS
Na een principe-toezegging van de convenantpartijen besloot voormalig staatssecretaris De Krom
in 2012 dat ook wat hem betreft de openstelling van het IAS voor asbestoseslachtoffers gestalte kan
krijgen. In 2013 heeft een groep bestaande uit medewerkers van het ministerie van SZW, SVB en IAS
deze uitbreiding van de activiteiten van het IAS voorbereid. DIt heeft geleid tot een uitbreiding van
het convenant op 11 december 2013. De convenantpartijen hebben onder andere afspraken gemaakt
over de hoogte van de immateriële schadevergoeding indien sprake is van asbestose.
Asbestose
Asbestose is een stoflongziekte (pneumoconiose) waarbij verbindweefseling van de long optreedt (diffuse
longfibrose). De ziekte kan alleen ontstaan door intensief en langdurig werken met asbest. Intensiteit en
duur van de blootstelling zijn beide van belang voor het moment waarop asbestose zich manifesteert,
maar tussen het begin van de blootstelling en het optreden van de ziekte (latentietijd) verstrijkt in de
praktijk altijd tenminste 15 jaar. Anders dan bij maligne mesothelioom is het voor asbestose nodig om
vast te stellen of iemand langdurig en intensief is blootgesteld aan asbest en of er om die reden sprake
is van longfibrose. In samenwerking met het Nederlands Asbestose Panel (NAP), een expertgroep van de
Nederlandse Vereniging van Artsen voor longziekten en Tuberculose (NVALT) is voor die beoordeling
een protocol vastgesteld. Het NAP zal door middel van dit medisch protocol vaststellen of sprake is van
asbestose en zal de ernst van het longfunctieverlies vaststellen. Pas als sprake is van een bepaalde mate
van longfunctieverlies kan recht bestaan op een tegemoetkoming. Ook dit is beschreven in het medisch
protocol.
Geschiedenis risico op asbestose
Asbestose is de eerste beroepsziekte die als gevolg van asbestblootstelling werd ontdekt. Al vanaf 1931
was bij de Arbeidsinspectie bekend dat asbest ook schadelijk kon zijn; men wist toen al dat asbestblootstelling kon leiden tot asbestose. De omvang van deze problematiek is echter lang onderschat: slachtoffers
6
meldden zich niet en de medische diagnose was uitermatig lastig te stellen. In 1949 werd asbestose in
Nederland als beroepsziekte erkend, d.w.z. een asbestoseslachtoffer kwam, indien erkend, in aanmerking
voor een schadeloosstelling in het kader van de Ongevallenwet 1921. In 1951 kwam de Silicosewet tot
stand, die de basis biedt voor maatregelen ter bescherming van werkenden tegen silicose en andere
stoflongziekten. De Silicosewet biedt de mogelijkheid van verbod of beperking van beroepsmatig
gebruik van stoffen of voorwerpen die aanleiding geven tot stoflongen. In de toelichting op deze wet
wordt echter opgemerkt dat asbestose een minder groot probleem is dan silicose. Het duurde dan ook
lang, tot eind jaren 70, voordat regels ter bestrijding van asbestose werden vastgesteld.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview
Hugo Schouwink, longarts en bestuurslid van het IAS.
‘Oppassen dat door specialisatie de diagnose
asbestziekte minder wordt gesteld’
‘In 2013 ben ik gevraagd om prof. Bas de Mol op te volgen in het bestuur
van het IAS. Hij was de eerste arts die vanaf de start in het bestuur heeft
gezeten, ik heb het stokje dus van hem overgenomen. Ik ben verbonden
aan het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede. Ik noem mijzelf
een oncologisch geïnteresseerde longarts en heb vroeger veel onderzoek
gedaan naar nieuwe onderzoeks-en behandelingsmethoden voor mesothelioom. Op die manier ben ik bij asbestziekten betrokken geraakt en
er ook betrokken bij gebleven. Ik zit in de werkgroep mesotheliomen van
de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
( NVALT). Door zitting te nemen in het bestuur van het IAS hoop ik de
contacten tussen die werkgroep en het IAS te intensiveren. Het IAS is een
bekend instituut onder de meeste longartsen
in Nederland, maar sommige longartsen zien nauwelijks asbestslachtoffers. Want of ze komen
niet met ze in aanraking of ze hebben de kennis niet. Dit punt is des temeer van belang, nu er een
tendens is naar verdergaande specialisatie en concentratie in de zorg. Dan moet je denken aan
longartsen die zich bijvoorbeeld alleen maar bezig houden met astma of met slaapproblemen.
Hierin schuilt een zeker gevaar, dat het wel eens moeilijker kan worden voor deze specialisten om
zich een globaal idee te vormen van andere kwalen waarmee een patiënt binnenkomt, zoals een
asbestziekte. Dit is zeker iets om in de gaten te houden, we moeten voorkomen dat mensen zo
onder de radar doorvliegen.
Dat er nu een regeling komt voor asbestoseslachtoffers is een goede zaak. Het is een dossier dat al
grotendeels ontwikkeld was toen ik hier in het bestuur aantrad. Asbestose behoort logisch onder het
dak van het IAS omdat het gaat om dezelfde risicofactor en oorzaak als bij mesothelioom. Maar het
is wel een heel andere ziekte, met een ander verloop en die op een andere manier naar voren komt.
Asbestose hoort bij de diffuse longaandoeningen, waarbij het soms heel lastig is om een diagnose te
stellen. Want er zijn veel aandoeningen die er op lijken, zoals silicose of zandlongen en een foto alleen
geeft vaak geen uitsluitsel. Daarom hebben we in het verlengde van mesothelioom een systeem
opgetuigd, waarbij we kunnen zeggen dat een longaandoening in een voorkomend geval hoogstwaarschijnlijk wel of geen asbestose is. Daarmee voorkomen we ook dat er onterecht beroep
gedaan zal worden op de regeling.
Het IAS is een prachtig en belangrijk instituut, dat soms tegen bepaalde grenzen aanloopt. Er hoeft
maar ergens asbest vrij te komen en er breekt al snel paniek uit. Dat is vaak helemaal niet op feiten
gebaseerd, maar blijkbaar is asbest een onderwerp waar ongerustheid zich snel aan koppelt. Het IAS
krijgt dan gelijk een publiciteitsgolf over zich heen. We moeten ons er rekenschap van geven of we
dat in een voorkomend geval allemaal goed afhandelen. Dat is wel een aandachtspunt van hoe we
daar mee om moeten gaan.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
7
Kerncijfers IAS 2013
Het IAS adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming van € 18.907,–
(2013) voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom op grond van de Regeling tegemoetkoming
asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van
mesothelioom (TNS). De TAS is bedoeld voor mensen met mesothelioom die als werknemer aan asbest
zijn blootgesteld. Onder de TNS vallen de andere mesothelioomslachtoffers, met name mensen die
bijvoorbeeld als zelfstandige met asbest hebben gewerkt, mensen die niet weten waar en hoe ze aan
asbest zijn blootgesteld en mensen die bijvoorbeeld via het milieu of bij het klussen thuis met asbest
in aanraking zijn geweest. Voor de groep werknemers bemiddelt het IAS daarnaast met hun (ex-) werkgevers over het betalen van een schadevergoeding van € 61.205,- (2013). Als het slachtoffer
is overleden kunnen nabestaanden bemiddeling aanvragen voor vergoeding van materiële schade en
overlijdensschade (2013: elk € 3.064).
Hierna volgen de belangrijkste cijfers over 2013 inzake de advies- en bemiddelingsactiviteiten van het
IAS. Eerst de belangrijkste cijfers met betrekking tot de ontwikkeling in het aantal aanvragen, vervolgens
de resultaten van de adviezen richting SVB voor de regelingen TAS en TNS. De bemiddelingsresultaten
worden vervolgens geanalyseerd. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een totaal overzicht van resultaten
over 14 jaar IAS.
Instroom, uitstroom, voorraad
Het IAS neemt in 2013 534 aanvragen in behandeling, minder dan in 2010 (545), 2011(554) en 2012
(578). In 2013 worden 541 aanvragen afgewikkeld, iets minder dan in 2012 (546).
Dossierontwikkeling 2013
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Totaal
Instroom
42
45
37
41
46
54
55
47
46
39
42
40
534
Uitstroom
43
49
57
49
34
27
40
35
40
67
45
55
541
Tabel : totale instroom en uitstroom per maand in 2013
Dossierontwikkeling 2000-2013
Het diagram op de volgende pagina toont de afwikkeling van de instroom sinds de start van het IAS in
2000. Het diagram laat zien dat het aantal aanmeldingen in 2000 exceptioneel hoog is, en in 2003, 2007
en 2008 een sprong maakt. In 2000 is de instroom bijzonder hoog door de ‘oude claims’, die met de komst
8
van het IAS vooral in de eerste maanden ingediend worden (het zgn. stuwmeereffect). De invoering van
de voorschotregeling is de meest waarschijnlijke oorzaak van de toename van aanmeldingen in 2003.
De stijging van 2007 en 2008 vloeit voort uit de invoering van de TNS-regeling in december 2007 en een
algehele toename van het aantal slachtoffers met mesothelioom. In totaal zijn in de afgelopen 14 jaar
6368 aanvragen in behandeling genomen. Eind december 2013 zijn hiervan 6108 dossiers afgewikkeld.
De voorraad bedraagt op dat moment 260 dossiers.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
afgerond
700
600
601
594
525
500
500
400
342
300
244
343
375
545
voorraad
554
555
373
297
260
200
100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
23
237
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Diagram afwikkeling instroom 2000-2013
Regeling TAS en Regeling TNS
Sinds de invoering van de Regeling TAS in 2000 en de Regeling TNS in december 2007 hebben 4249
slachtoffers na een positief advies van het IAS een financiële tegemoetkoming ontvangen in de vorm
van een voorschot of eenmalige uitkering. Sinds 2003 wordt de tegemoetkoming in de vorm van een
voorschot uitgekeerd. Het voorschot wordt verstrekt op basis van de diagnose maligne mesothelioom
en de aannemelijkheid dat het slachtoffer in zijn werk of op andere wijze is blootgesteld aan asbest. Pas
daarna vindt het onderzoek in het kader van de bemiddeling tussen de werknemers en de werkgever/
verzekeraar plaats. Vóór 2003 diende eerst bemiddeling plaats te vinden, voordat sprake kon zijn van
een tegemoetkoming op basis van de Regeling TAS. De voorschotregeling is ingevoerd omdat veel
slachtoffers, ondanks de inspanningen van het IAS door de progressie van de ziekte mesothelioom overleden voordat het bemiddelingstraject volledig was afgerond.
Instroom aanvraag tegemoetkoming TAS/TNS
De tabel hieronder vermeldt de aanvragen voor een tegemoetkoming sinds de invoering van de voorschotregeling. De relatief grote stijging in 2008 ten opzichte van de jaren daarvoor komt vooral door de
invoering van de TNS-regeling en daarmee de uitbreiding van de reikwijdte naar alle mensen met de
ziekte mesothelioom (sinds december 2007). Daarnaast had deze stijging in mindere mate te maken met
een algehele toename van het aantal aanvragen. 2013 doorbreekt de toename in het aantal aanvragen
sinds 2009; voor het eerst is het aantal aanvragen voor een tegemoetkoming als voorschot in 2013 weer
onder de 500 (498). Het aantal aanvragen per maand ligt in 2013 tussen de 28 en 65.
Nog onduidelijk is of met de daling in 2013 ook een dalende trend is ingezet. De CBS- en NKR-cijfers over
de ontwikkeling van het aantal mensen met mesothelioom in Nederland in 2013 zijn nog niet bekend.
Jaar
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
jan
21
17
28
28
38
66
45
41
40
45
48
417
feb
1
26
21
29
22
21
68
33
34
30
39
30
354
mrt
apr
mei
jun
jul
19
24
20
33
32
47
31
48
43
51
43
391
21
26
22
28
14
52
33
33
53
42
36
360
17
23
36
24
32
37
36
35
60
42
39
381
14
23
34
24
30
45
34
35
41
55
33
368
31
26
19
36
33
41
34
44
38
39
65
408
aug
1
38
23
37
30
35
36
64
47
45
49
36
441
sep
okt
26
29
31
28
22
35
53
49
43
45
52
411
19
20
26
30
27
39
40
41
38
46
47
378
Tabel : aanvraag TAS/TNS als voorschot per maand en jaar van instroom
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
nov
1
17
26
28
41
31
36
49
36
46
40
28
380
dec
2
27
18
28
25
53
29
39
60
39
31
41
402
Totaal
5
276
276
338
349
368
531
491
503
516
524
498
4691
9
Beslissing op aanvraag tegemoetkoming
In 2013 adviseert het IAS de SVB 502 keer in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming in
het kader van de TAS- of TNS-regeling: 379 adviezen voor een TAS en 123 voor een TNS.
TAS
aantal
adviezen
waarvan
negatief
%
waarvan
positief
%
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
223
293
317
354
371
390
391
394
410
403
379
3925
85
63
68
63
61
82
76
47
63
54
55
717
38,3%
21,5%
21,5%
17,8%
16,9%
21,0%
19,4%
11,9%
15,4%
13,4%
14,5%
18,3 %
138
230
249
291
310
308
315
347
347
349
324
3208
61,9%
78,5%
78,5%
82,2%
83,6%
81,1%
80,6%
88,1%
84,6%
86,6%
85,5%
81,7%
TNS
aantal
adviezen
waarvan
negatief
%
waarvan
positief
%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
5
148
90
106
125
130
123
726
28
18
6
18
10
15
95
18,9%
20,%
5,7%
14,4%
7,7%
12,2%
13,1%
5
120
72
100
107
120
108
631
100,0%
81.1%
80,0%
94,3%
85,6%
92,3%
87,8%
86,9%
Tabel : verdeling beslissing op aanvraag voorschot
Voor 432 aanvragen (86%) adviseert het IAS de SVB de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over
324 (75%) positieve adviezen voor een TAS en 108 (25%) voor een TNS. Onder de TAS-regeling vallen
mesothelioomslachtoffers die aannemelijk hebben gemaakt als werknemer aan asbest te zijn blootgesteld.
Bij de TNS gaat het vaak om slachtoffers die de asbestblootstellingsoorzaak niet weten of niet zeker weten
of ze in een dienstverband aan asbest zijn blootgesteld. Een andere groep in de TNS zijn mensen die
verklaren als zelstandige, privé (o.a. klussen) of in het milieu aan asbest te zijn blootgesteld.
10
Het advies is in 70 gevallen negatief (14%). In bijna tweederde van de gevallen (64,7%) is de afwijzings4,5% diverse redenen
grond ‘geen mesothelioom’. In 30,8% gaat het
om mensen die al zijn overleden en geen nabestaande hebben in de zin van de TAS- of/TNSregeling (zie figuur hiernaast). De SVB kent in
30,8% geen
nabestaande
2013 326 TAS-tegemoetkomingen en 109 TNS64,7%
geen maligne
mesothelioom
tegemoetkomingen toe. Dit aantal wijkt iets af
van het aantal positieve adviezen dat het IAS
heeft afgegeven. De belangrijkste reden hiervoor is jaaroverschrijding (IAS adviseert in het
Figuur: Reden voor afwijzing tegemoetkoming
ene jaar, SVB beslist in het volgende jaar).
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Afgewikkelde aanvragen
In 2013 heeft het IAS totaal 525 dossiers financieel afgewikkeld. Na ontvangst van de aanvraag vraagt
het IAS aan expertpanels (pathologen en longartsen) om bevestiging van de diagnose mesothelioom.
Tegelijkertijd wordt samen met de aanvrager nagegaan hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden
en of een (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade. Dit resulteert in: 371
loondienstgerelateerde aanvragen voor TAS en bemiddeling van werknemers (365) of huisgenoten (7),
118 niet-loondienstgerelateerde aanvragen voor TNS en 34 aanvragen van nabestaanden voor vergoeding
van materiële schade en overlijdensschade.
Resultaten onderzoek werknemers/huisgenoten
70,9% van alle in 2013 financieel afgewikkelde aanvragen betreft loondienstgerelateerde aanvragen van
slachtoffers zelf (werknemers of huisgenoten). Bij hen is onderzocht of er recht is op een tegemoetkoming
in het kader van de TAS-regeling en, of via bemiddeling met een werkgever c.q. verzekeraar schadevergoeding kan worden verkregen. De tabel hierna vermeldt de resultaten die voor deze groep zijn bereikt,
waarbij een onderverdeling is gemaakt naar de groep die niet bemiddelbaar blijkt en de groep die wel
voor bemiddeling in aanmerking komt. In de rechterkolom staat de belangrijkste reden voor het niet
toekennen van tegemoetkoming of voor het niet verkrijgen van de schadevergoeding. Te zien is dat
61,4% (148) van de groep die bemiddeld kon worden (241) de volledige schadevergoeding van € 61.205,heeft ontvangen.
Resultaat
Groep niet bemiddelbaar
Geen vergoeding
TAS-tegemoetkoming
Bemiddelbare groep
TAS-tegemoetkoming, maar geen
schadevergoeding
Schadevergoeding
Totaal
Aantal
Aantal
130
50
80
Reden afwijzing
Geen mesothelioom
Werkgever onvindbaar, failliet
241
Stelplicht, bewijslast onvoldoende ingevuld; discussie over verjaring
93
148
371
Tabel: resultaten werknemers/huisgenoten
Resultaten onderzoek nabestaanden
Als het slachtoffer is overleden en zichzelf niet bij het IAS heeft aangemeld, kan zijn nabestaande het IAS
verzoeken te bemiddelen voor een vergoeding van tenminste € 3.064,- voor materiële schade en nog
eens datzelfde bedrag voor overlijdensschade. In 2013 zijn 34 aanvragen van nabestaanden afgewikkeld.
Hieronder de tabel met de verdeling naar financieel resultaat. In de gevallen waarin wel bemiddeling
mogelijk was resulteert 39,3% in schadevergoeding voor de aanvrager.
Resultaat
Groep niet bemiddelbaar
Aantal
Geen vergoeding
6
Bemiddelbare groep
Geen vergoeding
Vergoeding materiële en
overlijdensschade
Totaal
Aantal
6
Reden afwijzing
geen mesothelioom, geen bestaande
werkgever, geen bewijs dienstverband
28
17
Stelplicht,bewijslast en verjaringsdiscussie
11
34
Tabel: resultaten nabestaanden
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
11
(Complex) bovennormatieve schade
Naast een standaard schadebedrag van € 61.205,- (2013) kan een asbestslachtoffer met mesothelioom
ook in aanmerking komen voor bovennormatieve of complex bovennormatieve schade. In 2013 was dat
voor ca. een derde van deze populatie het geval. Er is sprake van (complex) bovennormatieve schade
wanneer de materiële schade en overlijdensschade de hiervoor afgesproken forfaitaire bedragen te boven gaan. Het onderscheid tussen normatief en complex bovennormatieve schade heeft te maken met
de al dan niet eenvoudige, tijdrovende berekening er van. De berekening van de normatieve schade
maakt onderdeel uit van de standaardprocedure. Voor de berekening van complex bovennormatieve
schade geldt een aparte procedure, die van start gaat als de standaardprocedure is afgerond.
In onderstaande tabel zijn de resultaten op de afgeronde niet-complex bovennormatieve schades en de
afgeronde complex bovennormatieve schades voor 2013 in beeld gebracht. In dit jaar worden tot en met 31
december 2013 24 niet-complex bovennormatieve schades afgerond met een totaal resultaat van € 123.841.
Er worden 31 complex bovennormatieve schades afgerond met een totaal resultaat van € 1.049.108.
(complex) bovennormatieve schade bemiddeld door het IAS
Aantal resultaat
Totaal resultaat
Gemiddeld resultaat
niet- complex
24
€ 123,841
€ 5.160
complex
31
€ 1.049.108
€ 33.842
Resultaten 2000-2013
In de afgelopen 14 jaar hebben 6368 mensen het IAS weten te vinden. Ondanks de harde eis van zorgvuldigheid zijn de dossiers in de loop der tijd steeds sneller afgewikkeld. Momenteel worden de meeste aanvragen
voor een tegemoetkoming binnen twee maanden afgewikkeld. Bemiddelingen met werkgevers/verzekeraars
nemen in het algemeen niet meer dan zes maanden in beslag. Verder ontvangt bijna 90% van de rechthebbenden sinds de komst van de Voorschotregeling in 2003 bij leven een tegemoetkoming. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) kent de afgelopen 14 jaar totaal 4249 maal een tegemoetkoming toe in de vorm van een
voorschot op basis van de regeling TAS (sinds 2000) of de regeling TNS (sinds december 2007). Bemiddeling
met een werkgever en/of verzekeraar resulteert in 2090 gevallen in een schadevergoeding voor het slachtoffer. De belangrijkste afwijzingsgronden voor tegemoetkoming en/of bemiddeling zijn ‘geen mesothelioom’
en ‘het ontbreken van een aansprakelijke werkgever c.q. verzekeraar’. De dienstverlening van het IAS wordt
gewaardeerd door de mesothelioomslachtoffers, zo blijkt uit het belevingsonderzoek (zie pag. 13).
12
Kerncijfers IAS over 14 jaar
Aanvragen
Afgewikkelde aanvragen
Afgewikkeld: geen financieel resultaat slachtoffer
Adviezen richting SVB voor regeling TAS/TNS
Toekenning tegemoetkoming TAS (SVB)
Toekenning tegemoetkoming TNS (SVB)
Afgewikkeld met schadevergoeding
% bemiddelingen met schadevergoeding*
Aantal
6368
5977
1291
5037
3620
629
2090
58%
* % bemiddelingen met schadevergoeding heeft betrekking op aanvragen waarbij sprake is van
mesothelioom en werkgever/rechtsopvolger
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Klanttevredenheid
Belevingsonderzoek
Sinds 2008 meet het IAS de tevredenheid van de aanvragers, teneinde de kwaliteit van de dienstverlening
te monitoren en daar waar nodig te verbeteren. Zo ook in 2013. Aanvragers ontvangen direct na afronding
van hun aanvraag een lijst met vragen over o.a. tijdige doorverwijzing door de behandelend specialist,
de kwaliteit van de intake, de informatie over de voortgang van de behandeling en de kwaliteit van het
rapport over het arbeidsverleden van het slachtoffer en het contact met de medewerkers. Ruim 69% van
de in 2013 verstuurde vragenlijsten wordt aan het IAS ingevuld teruggestuurd. Dit resulteert in 293 lijsten,
met de volgende antwoorden.
Vraag
Wees de specialist op het belang van een tijdige aanvraag?
Gaf het IAS voldoende uitleg bij het invullen van het vragenpakket?
Verliep het intakegesprek goed?
Werd tijdens de behandeling voldoende informatie verstrekt over de
voortgang?
Werd de informatieverstrekking over het algemeen als duidelijk ervaren?
Was het contact met de medewerkers van het IAS prettig?
Ja
%
83
93
99
Nee
%
17
3
0
Geen
Mening %
92
7
1
96
97
3
1
1
2
4
1
Huisbezoek
De dienstverlening van het IAS biedt ook de mogelijkheid voor huisbezoek. De indiener van een aanvraag wordt altijd gevraagd of een huisbezoek gewenst is. Inmiddels wordt in ruim 80% van de gevallen
gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Uit de in 2013 gehouden evaluatie van het huisbezoek blijkt
dat de asbestslachtoffers of hun contactpersonen tevreden zijn over de wijze waarop het huisbezoek
verlopen is. Het onderzoek spitst zich toe op de beleving van het huisbezoek. Is er voldoende tijd genomen
voor het bezoek, is het grondig genoeg, hoe wordt het optreden van de IAS-medewerker ervaren? De
conclusie is dat het huisbezoek op prijs wordt gesteld. Als rapportcijfer scoort het gemiddeld een 8 ½.
13
Onbeschermd met asbest werken. Bron: IBAS
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS MONITOR
Vergelijking werknemers (TAS)/niet-werknemers (TNS)
Mannen
2500
Vrouwen
Mannen
300
Vrouwen
250
2000
200
1500
150
1000
100
500
0
50
<50 jaar
50-64
jaar
65-74
jaar
75-84
jaar
Fig: TAS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding:
2000 t/m 2013
>84
jaar
0
<50 jaar
50-64
jaar
65-74
jaar
75-84
jaar
>84
jaar
Fig: TNS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding:
december 2007 t/m 2013
Verdeling TAS/TNS naar geslacht,leeftijd en woonplaats
De figuren hierboven tonen een verdeling van aanvragers TAS/TNS per leeftijdsgroep en geslacht over de periode
2000 (invoer TAS) en 2007 (invoer TNS) t/m 2013. Het aandeel vrouwen is in de TNS aanzienlijk hoger dan in de TAS.
Opvallend is dat voor TNS op jongere leeftijd een aanvraag wordt ingediend dan voor TAS. Onder de TAS-regeling
vallen mesothelioomslachtoffers die aannemelijk hebben gemaakt als werknemer aan asbest te zijn blootgesteld.
Bij de TNS gaat het vaak om slachtoffers die de asbestblootstellingsoorzaak niet weten of niet zeker weten of ze in een
dienstverband aan asbest zijn blootgesteld. Een andere groep in de TNS zijn mensen die verklaren als zelstandige,
privé (o.a. klussen) of in het milieu aan asbest te zijn blootgesteld.
Hieronder een verdeling naar woonplaats. Te zien is dat de spreiding van mensen met een TAS-tegemoetkoming
voor een aanzienlijk deel overeenkomt met mensen die tot de TNS-groep behoren. Beroepsgerelateerd asbestgebruik
lijkt dus ook een belangrijke bron van besmetting voor mensen die onder de TNS-regeling vallen. Op de binnenkant
van de achteromslag van dit jaarverslag vindt u een plattegrond met de totale spreiding van TAS- en TNS-gerechtigden samen naar woonplaats.
14
Fig. 2000-2013: woonplaats TAS-gerechtigden,
aantal per 100.000 inwoners
Fig: 2007-2013: woonplaats TNS-gerechtigden,
aantal per 100.000 inwoners
De donkerste regio’s hebben het hoogste aantal slachtoffers
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Epidemiologische ontwikkelingen
Aantal mensen met mesothelioom in Nederland
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), registreren jaarlijks
het totaal aantal mensen met mesothelioom (longvlies- en buikvliesmesothelioom) in Nederland (zie tabel
hieronder). Inmiddels is het aantal mensen dat jaarlijks deze ziekte krijgt sinds 1990 bijna verdubbeld
(1990: 270, 2012: 522). Momenteel ligt dit rond de 500 per jaar. Naar verwachting zal dit aantal voorlopig
niet afnemen. De groep mesothelioompatiënten bestaat grotendeels uit mannen. Meer dan driekwart is
op het moment dat de diagnose wordt gesteld boven de 65. Het aandeel jongeren daalt. Dit komt waarschijnlijk doordat het asbestgebruik in Nederland in de vorige eeuw vanaf eind jaren 70 sterk afnam.
Onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) uit het begin van deze eeuw voorspelde dat
het aantal sterfgevallen als gevolg van maligne mesothelioom op zal lopen van 65 in 1969 en 265 in 1998
tot 490 in 2017. De cijfers van de NKR laten mogelijk zien dat deze piek al in 2011 is bereikt, eerder dan
door het EUR onderzoek voorspeld. Het totaal aantal sterfgevallen wordt in de periode 2000-2028 geschat
op meer dan 12.000 mannen en 800 vrouwen (Segura e.a., 2003).
Jaar
1990
1995
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
CBS
Totaal
273
323
377
325
402
389
401
394
393
398
382
463
470
421
471
481
500
497
NKR
Totaal
270
336
350
346
415
402
402
365
411
447
502
491
462
502
481
529
527
522
CBS
% man
86%
86%
87%
89%
87%
87%
86%
86%
88%
87%
90 %
86%
86%
87%
87%
89%
87%
86%
NKR
% man
87%
87%
87%
92%
87%
87%
84%
85%
87%
88%
88%
85%
86%
86%
88%
88%
87%
86%
CBS
%<65 jaar
41%
37%
35%
39%
30 %
33%
30 %
33%
25%
30 %
24%
25%
24%
23%
20 %
21%
21%
20%
NKR
%<65 jaar
48%
42%
41%
38%
33%
38%
36%
33%
33%
35%
26%
29%
26%
30 %
27%
23%
24%
26%
Kenmerken asbestslachtoffers IAS
De groep asbestslachtoffers met recht op een TAS- of TNS-tegemoetkoming bestaat vrijwel geheel uit
mannen (bijna 90%). Meer dan driekwart is boven de 65 (zie pag.14). Zij wonen veelal in gebieden waar
in het verleden met asbest is gewerkt op scheepswerven, in asbestproductie, isolatie- en asbestverwerkende bedrijven en in de metaal- en elektrotechnische industrie. Het gaat met name om de havens in
Zeeland, Rijnmond en Noord-Oost Groningen, de industrie in Noord Holland, de mijnbouw en chemie
in Zuid Limburg en de asbestverwerkende industrie in Twente rond Enschede (textiel) en Goor (Eternit
fabriek). Zie ook plattegrond binnenkant achteromslag van dit jaarverslag.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
15
Nieuws Medisch
Medische procedure
aanvragen IAS
Voor alle mesothelioompatiënten die een
aanvraag indienen bij het IAS wordt een bevestiging van de diagnose gevraagd aan het
Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP),
een expertpanel van pathologen. Dr. Sjoukje
van der Bij onderzocht de diagnostiek bij
1498 mensen die zich tussen 2005 en 2008
bij het IAS hadden aangemeld. Bij 6% kon
de diagnose op basis van uitsluitend pathologisch onderzoek niet worden bevestigd,
onderzoek het aantal en de aard van de
macrofagen en of deze een voorspellende
factor kunnen zijn bij mesothelioom (red.
asbestkanker). Bovendien wordt bekeken of
het moduleren van deze cellen een verbetering van de huidige behandelingen mogelijk
maakt. Macrofagen zijn potente immuuncellen die in aanzienlijke aantallen in mesothelioom tumoren kunnen voorkomen (tot wel
60% van de tumormassa).
Bron: Erasmus Mc, 10 april 2013.
trouwbaar materiaal. Door middel van klini-
VS: eerste robotoperaties
voor mesothelioom
sche beoordeling door meerdere longart-
Het Medisch Centrum van de Universiteit
sen werd bij 80% van deze groep alsnog de
van Arizona heeft in januari voor het eerst
diagnose mesothelioom bevestigd. Van der
twee extrapleurale pneumonectomie (EPP)
Bij concludeert dat het belangrijk is zo snel
operaties voor mesothelioom verricht met
mogelijk biopsiemateriaal bij mesothelioom-
behulp van een robot. Bij een EPP-operatie
patiënten te verzamelen om de kans op be-
worden de zieke long, het aangetaste vlies,
vestiging van de diagnose te vergroten. Dit
hartzakje en middenrif verwijderd. De voor-
onderzoek is door het IAS gefinancierd.
delen van het gebruik van een robot zijn
Bron: Van der Bij, S. e.a. (2013).
volgens de thoraxchirurg die de operaties
o.a. wegens te weinig of onvoldoende be-
uitvoerde groot: de operatie is veiliger, min-
Subsidie voor onderzoek
mesothelioom Erasmus Mc
De Amerikaanse patiëntenorganisatie Mesothelioma Applied Research Foundation (Meso
16
Foundation) financiert asbestkankeronderzoek binnen het Erasmus MC. De subsidie
bestaat uit een geldbedrag van $ 100.000
voor een periode van twee jaar. Volgens Dr.
Joost Hegmans, coördinator laboratoriumstudies in het Erasmus MC bestudeert het
der belastend, er is sprake van minder
bloedverlies, een lager risico op infectie en
overlijden en een korter verblijf in het ziekenhuis. Een mooie technische prestatie.
Echter steeds meer experts twijfelen aan
het nut van EPP. Behandelingen zijn steeds
vaker gericht op het juist zoveel mogelijk
sparen van de longfunctie.
Bron: States News Service, 11 april, Pacific Meso Center,
24 mei 2013.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview
Ronald Ostermeier over zijn vader, Arie Doolaard.
‘Mijn vader heeft het nooit willen weten, tot zijn laatste
week aan toe.’
‘Op de vraag van het IAS mee te werken aan het jaarverslag zei ik meteen ja.
Dit omdat we ons daarmee – ook namens mijn vader – kunnen uitspreken.
Mijn vader is eigenlijk mijn tweede vader, hij kwam in mijn leven toen ik vier
was nadat mijn eerste vader overleden was. Ik heb hem altijd als mijn eigen
vader gezien. Mijn ouders overwinterden altijd in Frankrijk of Spanje. Twee
jaar geleden vertelden ze dat iedereen op de camping, ook mijn vader, griep
had gehad. Mijn vader bleef daarna sukkelen. Daar waren we niet gerust
op. Ik heb mijn vader nooit ziek gezien, hij was een boom van een vent, op dat moment 69 jaar. Kort
daarna ging het zo slecht dat hij niks meer kon. De lokale huisarts voelde nattigheid en stuurde hem naar
het ziekenhuis in Perpignan. In het ziekenhuis constateerden ze vocht achter zijn longen, dat meteen werd
verwijderd. Ik ging direct naar Frankrijk om bij mijn ouders te zijn. Na allerlei onderzoeken werd onze vrees
waarheid: mesothelioom oftewel asbestkanker. Daar is mijn vader altijd bang voor geweest. Ze hebben
hem daar geopereerd, zijn longen zijn geplakt. Daarbij zeiden ze dat het er niet goed uitzag. Eigenlijk heb
ik daar toen al afscheid genomen van hem. Wij wisten wat hem te wachten stond. Mijn vader heeft het
nooit willen weten, tot zijn laatste week aan toe.
Bij terugkomst in Nederland knapte hij eigenlijk goed op. We wisten wel wat van asbestkanker, maar gingen
op internet op zoek naar meer informatie. Zo kwamen we op het IAS. We meldden mijn vader aan. Een dag
later kregen we al een reactie en werd een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Tijdens dat bezoek deden
we zijn verhaal. Het verslag dat we de dag daarop ontvingen klopte voor 100%. Mijn vader heeft bij diverse
timmerbedrijven gewerkt en werkte zich via avondstudies op tot calculator. Hij ging bij een scheepsbetimmeringsbedrijf werken dat jachten afbouwde en bemanningsverblijven voor mammoettankers. Deze verblijven
werden gemaakt van isolatieplaatmateriaal uit Zweden: puur asbest. Mijn vader, die alleen werk opnam
op locatie en door de werkplaats liep, heeft zo de ziekte mesothelioom opgelopen. Die platen zijn enkele jaren later verboden. Helaas te laat. Wij denken ook aan al die andere mensen die dit materiaal verwerkten
en echt in het stof stonden.
17
Mijn vader heeft het nog anderhalf jaar volgehouden. We dachten nog even dat de ziekte stilstond, al
werd hij steeds vermoeider. Maar helaas: in september 2013 kreeg hij pijn in zijn rug, en ondanks de artsen
die zeiden dat het een hernia was, wisten wij wel beter. Het bleek een uitzaaiing te zijn waardoor zijn heup
was gebroken. Hij is daarna nog vijf maanden in een hospice verzorgd. Dat was geen leuke tijd, vooral vanwege zijn eigen ontkenning. Hij dacht nog steeds dat hij beter zou worden. Op 26 februari 2014 kwam aan
deze kwelling een einde en is hij op 71-jarige leeftijd overleden. We hebben afscheid van hem genomen en
hebben ons erbij neer kunnen leggen.
Het IAS heeft de zaak heel goed behandeld. Al snel was er overeenstemming met mijn vaders voormalig
werkgever en de financiële vergoeding die hij ontving heeft hij gebruikt om de tijd die hem restte tot hij te
ziek werd zorgeloos te leven. Ondanks de onmachtige situatie hebben we aan de tussenkomst van het IAS
een heel fijn gevoel overgehouden.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS MONITOR
Sectoren
Zeker
Misschien
Bouw en installatie
Industrie
Handel en diensten
Transport
Defensie
Delfstoffen
Energie
Landbouw
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Figuur: IAS-aanvragers naar sector : 1950-1993. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2012.
Asbestblootstelling naar sector (1950-1993)
De figuur hierboven laat zien in welke sectoren IAS-aanvragers sinds 1950 hebben gewerkt en zeker of misschien aan
asbest zijn blootgesteld. De belangrijkste takken zijn de bouwnijverheid (gebouwen en grond-, water- en wegenbouw) en installatiebranche (sanitair, verwarming, electra e.d), gevolgd door de industrie (met name scheepsbouw,
metaal en elektrotechniek, zie figuur hieronder). In de bouw is vooral met asbestcement gewerkt. Veel bouwmaterialen met asbestcement (naar schatting zo’n 65%) zijn gebruikt als dakbedekking en wandmateriaal. In de industrie
is asbest daarnaast in allerlei vormen als brandwerend isolatiemateriaal toegepast. Op de website van het IAS laat
de IAS Monitor zien dat in de omvang van de blootstelling door de jaren heen een verschuiving plaatsvond van
de industrie naar de bouw. In de jaren 50 was de blootstelling in de industrie, met name de scheepsbouw verhoudingsgewijs het grootst, in de jaren 70 de bouw en installatie. Logisch als de ontwikkeling van de omvang van de
sectoren zelf in aanmerking wordt genomen: de industrie, met name scheepsbouw is door de jaren heen in Nederland kleiner geworden en de bouw juist groter. Als gekeken wordt naar de groep die verklaard heeft zeker in een
bepaald dienstverband te zijn blootgesteld, dan hebben de meeste asbestblootstellingen in de jaren 60 en 70
plaatsgevonden.
Zeker
Misschien
bouwmaterialen, aardewerk, glaswerk
18
chemie, kunststoffen, rubber
frictiematerialen, auto-, rijwiel, motor
industrie overig
metalectro
scheepsbouw
textiel, hout, confectie, papier
treinbouw
vliegtuigbouw
voedings- en genotsmiddelen
0
500
100
Tabel: IAS –aanvragers naar industriesector: 1950-199). Bron : IAS aanvragen 2005 t /m 2012.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
1500
Nederlandse asbestontwikkelingen
Acties tegen asbest in Nederland
In 2013 zijn weer allerlei maatregelen genomen om naar de toekomst toe te voorkomen dat mensen
door asbestblootstelling ziek worden. Een greep. De boetes voor het onzorgvuldig omgaan met asbest
zijn verdubbeld. De inspectie legt vaker werk stil bij constatering van misstanden. Uit schepen onder
Nederlandse vlag moet binnen drie jaar de asbest zijn verwijderd. Het Rijk heeft 20 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het vervangen van asbestdaken door daken met zonnepanelen. Een voorlichtingscampagne van de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) gericht op installateurs. Een app van de
inspectie om malafide saneringen te kunnen melden. Woningcorporaties maken handboeken over hoe
met asbest om te gaan en vooral over hoe over asbest te communiceren. De Atlas Leefomgeving en het
Landelijk Asbest Volg Systeem (LAVS) laten zien waar asbest zit.
Protest tegen bepaalde maatregelen is er ook. De nieuwe regels zijn te streng en te ingewikkeld. Asbestsanering wordt te kostbaar, wordt gezegd. Dat werkt illegaal gedrag in de hand. Onze concurrentiepositie
verzwakt omdat het buitenland niet zo streng is tegen asbest als wij.
Feit blijft dat Nederland nog vol asbest zit: naar schatting zo’n 100 miljoen m2 asbestdak, 35.000 km waterleiding, 700.000 ton asbest in gebouwen, 60% van de sociale huurwoningen en een kwart van de scholen.
Én: het aantal slachtoffers neemt nog niet af.
Dakbeschot
Schoorsteen
Plafondbeplating
Aftimmering rond
rookafvoer
Imitatiemarmer
achter wasbak
Riolering
Ontluchtingskanaal
Vezelplaat achter
tegelwand
Standleiding
Vloerzeil
Rioleringspijp
Ontluchtingskanaal
Schoorsteen
Kit tussen kozijn en gevel
Sandwichpaneel in kozijn
Boeiboard
Dakbeschot
Daklei en gevelbeplating
Prullenbak
Balkonvloer
Tussenschot
Knieschot
Kort achter kachel
Ontluchtingskanaal
Vloerzeil
Wandbeplating
Betimmering onderkant van de trap
Zeil in de kast
Asbest in de deur
Plaat aan de binnenkant van de deur
Vensterbanken
Koort rondom rookgasafvoer
Schouwplaat
Vinyltegels
Golfplaten borders
Plantenbak
Asbestcement stoelen
Afscherming met golfplaat
Bitumen lijnlaag op
de vloer
Vloerzeil op traptrede
Kruipluik
Afdichting stoppenkast
met asbestkoord
Beplating deur
Plaat boven meterkast
Beplating achter stoppenkast
Riolering
Isolatie leidingen
Luik
Asbestrestanten
Geiser
Ontluchtingspijp
Afzuigkap
Beplating onder
kookplaat
Golfplatendak
Plafondbeplating
Dakleien
Dakgoot
Asbesttoepassingen in en om huis. Bron: Search BV, mei 2014
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws en Editorials
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
19
IAS EDITORIAL
Fatale asbestblootstelling, een complex begrip
Van alle mensen die in het verleden aan asbest zijn blootgesteld, krijgt een klein deel (ca. 6%) maligne mesothelioom.
Waarom worden nu juist deze mensen ziek en anderen niet? Was het de manier waarop, bijvoorbeeld doordat men met
de gevaarlijkste soorten amfibool (bruin of blauw) asbest in aanraking kwam? Of was de optelsom fataal, het lichaam kon
de hoeveelheid niet meer aan? Op welk moment was de blootstelling dan fataal? En in hoeverre lag het in aanleg voor
kanker? De wetenschap heeft hierop nog geen eenduidig antwoord. Het IAS gaat na waar, wanneer en hoe de asbestblootstelling heeft plaatsgevonden en kan mogelijk op basis hiervan een begin van een antwoord geven op deze vraag.
Meerdere factoren lijken een rol te spelen.
Werken met of bewerken van asbest
Bijna 90% van de mesothelioompatiënten is man. Bij meer dan 80% van alle aanvragers beoordeelt het IAS professioneel
werken met asbest als belangrijkste oorzaak. Het gaat vooral om mannen die met asbest hebben gewerkt. Bij de 20% die
dat niet heeft gedaan, is indirecte blootstelling één van de verklaringen. Dit doordat men bijvoorbeeld in een omgeving was
waar door anderen met asbest werd gewerkt.
Amfibool is gevaarlijker dan serpentijn
Is de groep die mesothelioom krijgt zo klein omdat het alleen mensen treft die met amfibool asbest in aanraking zijn geweest?
Dit zou een verklaring kunnen zijn als in aanmerking wordt genomen dat naar schatting maar 10% van alle in Nederland
gebruikte asbest amfibool asbest is geweest (90% was chrysotiel/serpentijn asbest). Amfibool asbest werd met name
in brandwerende toepassingen gebruikt. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO en het Internationaal
Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC) zijn alle asbestsoorten gevaarlijk, maar bepaalde soorten zijn gevaarlijker
dan andere. Zowel toxicologisch als epidemiologisch onderzoek laten zien dat amfibool asbestvezels (meestal blauwcrocidoliet-of bruin-amosiet asbest) veel gevaarlijker zijn dan serpentijn asbestvezels (wit-chrysotiel asbest). Uit muisonderzoek en onderzoek van longweefsel van mesothelioompatiënten komt naar voren dat het gevaar vooral in de
langere amfiboolvezels zit die de vorm van staafjes hebben. Volgens epidemiologisch onderzoek onder cohorten
hoog blootgestelde arbeiders die met asbest hebben gewerkt, is amfibool asbest ook bij korte, of lage blootstelling
een oorzaak van mesothelioom, chrysotiel asbest alleen bij intensieve, langdurige blootstelling.
Aanleg voor mesothelioom
Is aanleg voor kanker een reden dat de een wel mesothelioom krijgt en de ander niet? Bij een aantal vormen van kanker
(bijv. borstkanker) is de erfelijke component al duidelijk, bij mesothelioom nog niet. Momenteel wordt o.a. onderzoek gedaan naar mensen die door een mutatie in bepaalde genen (BAP1, GTSTT1) gevoeliger lijken te zijn voor het ontwikkelen
van asbestgerelateerde longziekten als mesothelioom (BAP1) of fibrose (GTSTT1). Hoewel meer onderzoek nodig is, lijkt
het erop dat genetische factoren in ieder geval een rol kunnen spelen bij het risico op mesothelioom.
De optelsom: verklaringen van slachtoffers laten een complex beeld zien
20
Wat was nou fataal voor de slachtoffers? De manier waarop men bijvoorbeeld in een bepaald risicoberoep met (amfibool)
asbest in aanraking kwam? Of zou het de optelsom van blootstellingen kunnen zijn, waardoor het lichaam op een gegeven
moment na zoveel blootstellingen geen weerstand meer had? In de verklaringen van slachtoffers komen beide mogelijkheden naar voren. Asbest zat immers overal in Nederland. Dit had als gevolg dat men in meerdere verschillende situaties
met asbest in contact kwam, in verschillende beroepen en daarnaast ook nog privé.
Conclusie
Op dit moment is nog niet precies met zekerheid aan te geven waarom maar een klein deel van de groep die in het verleden
aan asbest is blootgesteld mesothelioom krijgt. Wel is duidelijk dat meerdere verklaringen een rol kunnen spelen: werken
met asbest of bewerken van asbesthoudende materialen, amfibool asbest, aanleg voor kanker en de optelsom van blootstellingen. Op basis van de huidige kennis zou in het beleid in ieder geval de hoogste prioriteit gegeven moeten worden
aan sanering van locaties binnen en materialen waarin met name amfibool asbest is toegepast. De inmiddels meer dan
6000 verklaringen van slachtoffers in de databank van het IAS zijn daarnaast een belangrijke bron van informatie over
waar de belangrijkste risico’s in het verleden lagen en misschien nog steeds liggen.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Editorials
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview
Simone Aarendonk, beleidsmedewerker van het IAS
‘Het IAS heeft het echte verhaal, de harde gegevens
over de effecten van asbestblootstelling’
‘In 2004 ben ik bij het IAS begonnen. In de afgelopen 10 jaar heb ik mij
vooral bezig gehouden met onderzoek ten behoeve van de uitvoeringstaak
van het instituut en de ontwikkeling van het instituut als kenniscentrum
op het gebied van asbestblootstelling en gezondheid. In dat verband
speelt ook de Nieuwsbrief van het IAS, waar ik redacteur van ben, een belangrijke rol. De laatste tijd richtte mijn aandacht zich ook op de operationalisering en verankering van de ziekte asbestose in de wet- en regelgeving, omdat per 1 april 2014 ook werknemers en zelfstandigen met
asbestose bij het IAS terecht kunnen voor een tegemoetkoming of schadevergoeding, mits ze voldoen aan bepaalde criteria. In de afgelopen jaren
is mijn werkterrein steeds breder geworden en ervaar ik dat de verzamelde kennis meer gebruikt
wordt door de overheid en in de georganiseerde asbestwereld. Dat geeft mij veel voldoening.
Een van mijn eerste activiteiten bij het IAS betrof een onderzoek naar de bereikbaarheid van
oudere asbestslachtoffers met mesothelioom). Uit onze cijfers bleek dat deze groep minder
vaak een aanvraag indiende bij het IAS voor een tegemoetkoming. Aan deze onderaanmelding
bleek een complex van factoren ten grondslag te liggen. Inzicht hierin heeft geholpen bij het
nemen van passende maatregelen om deze situatie te verbeteren.
Goede informatie over asbest is essentieel. Ik verbaas me steeds over wat er in de pers geroepen
wordt over de risico’s en bijvoorbeeld over de aantallen slachtoffers. Ik ben daarom heel blij
met de IAS Monitor op onze site. Het IAS beschikt namelijk als enig instituut in Nederland over
de echte harde gegevens van de mensen die door asbest ziek zijn geworden.Samen met de
Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) hebben we de
afgelopen jaren deze gegevens systematisch in kaart gebracht. Het betreft inmiddels een
omvangrijke databank met gegevens over het gebruik van asbest in de afgelopen jaren en de
ontwikkeling van het aantal mesothelioomslachtoffers naar geslacht, leeftijd, woonplaats,
beroep en sector waarin men heeft gewerkt.
Via de IAS Monitor weten we o.a. dat bijna 90% van de slachtoffers man is, dat driekwart van
de mesothelioompatiënten op het moment van diagnose boven de 65 is en dat deze diagnose
op steeds hogere leeftijd wordt gesteld. Beroepen als timmerman en monteur en sectoren als
scheepsbouw, metaal- en elektrotechniek, bouw en installatie waren in het verleden het
meest risicovol, en misschien op dit moment nog steeds. Het gaat in de IAS Monitor om
unieke cijfers, waar, zo merken wij via de website,veel belangstelling voor bestaat. Regelmatig
word ik uitgenodigd om hierover presentaties te geven voor allerlei doelgroepen. Op die
momenten heb ik echt de indruk een waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan de aanpak
van deze nog steeds zeer schrijnende problematiek. ‘
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
21
IAS MONITOR
Beroepen
Zeker
Misschien
Timmerman
Monteur
Machinebankwerker
Verwarmingsmonteur
Elektromonteur
Loodgieter
Lasser
Isoleerder
Mijnwerker
Automonteur
Pijpfitter
Metselaar
Scheepstimmerman
Scheepsijzerwerker
Scheepswerktuigkundige
Bedieningsvakman
Vrachtwagenchauffeur
Aannemer/uitvoerder bouw
Scheepsmachinist
Elektriciën
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
Tabel: top 20 IAS aanvragers naar beroep (1950-1993) met, volgens eigen verklaring zeker of misschien
asbestblootstelling. Bron: IAS aanvragen 2005 t/m 2012.
De tabel hierboven laat de top 20 van asbestrisicoberoepen in Nederland zien. Timmerlieden zijn in de bouw veel
met asbest in aanraking geweest. Asbestblootstelling was een gevolg van zagen, slijpen, frezen en boren in asbestcementproducten. In de installatie en industrie is tot het begin van de negentiger jaren tijdens onderhoud, reparatie
en sloop van ketels, ovens, pompen, turbines en pijpen waarschijnlijk regelmatig asbestblootstelling opgetreden
door het verwijderen van asbestkoord, asbestkous en diverse asbestpakkingen. Hieronder een overzicht van asbestrisicoberoepen in de scheepsbouw, de sector waarin Roelof de Hoop (zie volgende pagina) ook werkzaam was.
In de scheepsbouw is geruime tijd op grote schaal asbest gebruikt.. In schepen werd op beperkte schaal de asbestmatras, een asbestdoek gevuld met los asbest, als isolatiemateriaal gebruikt. In de scheepsbouw en -reparatie werd
veel personeel direct of indirect blootgesteld aan asbest tijdens de afbouw van de schepen alsmede in de diverse
werkplaatsen op scheepswerven zoals de machinefabriek en de timmerfabriek. Dit heeft tot medio zeventiger jaren
geduurd. In de scheepsreparatie en -sloop is asbestblootstelling tot vandaag de dag aan de orde.
Zeker
22
Misschien
Machinebankwerker
Scheepstimmerman
Scheepsijzerwerker
Lasser
Pijpfitter
Elektromonteur
Scheepsbeschieter
Monteur
Scheepsschilder
Chef metaalproductie
0
20
40
60
80
100
120
140
Tabel: sector scheepbouw: IAS-aanvragers naar beroep (1950-1993) met, volgens eigen verklaring zeker of misschien
asbestblootstelling. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2012.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview
Roelof de Hoop, asbestslachtoffer met mesothelioom
‘Een elektrische fiets komt er bij mij voorlopig niet in’
‘Ik ben geboren in 1937 en nu dus 76 jaar oud. Ik was 15 toen ik in 1952
met werken begon op een scheepswerf in Kinderdijk. Dat was bij IHC
Smit, althans zo heet het tegenwoordig na een aantal bedrijfsfusies.
Daar heb ik 42 jaar gewerkt tot aan mijn pensioen in 1994. Ik ben
begonnen als pijpfitter en in die tijd ben ik veel met asbest in aanraking
geweest. Het kwam voor dat ik zelf bezig was met asbestpakkingen en
asbestkoord, terwijl mijn collega’s in dezelfde ruimte met asbest stonden
te spuiten. Dat het gevaarlijk spul was, daar stond je in die tijd nog
helemaal niet bij stil. Er werd ons nooit iets verteld en we kregen geen
beschermingsmiddelen. Na verloop van tijd kreeg ik een andere functie,
namelijk die van technisch tekenaar van scheepspijpleidingen. Dat was
natuurlijk veel meer een kantoorbaan, maar dat betekende niet dat ik niet meer met asbest
te maken had. Want ik kwam nog geregeld aan boord om te kijken of wat ik had getekend
goed was geïnstalleerd. Ook toen heb ik dus nog asbestvezels ingeademd.
Ik heb nooit gerookt, dronk niet en was altijd goed gezond. Maar opeens ging ik kwakkelen.
Ik was al een tijdje kortademig, toen ik in juni 2013 toch maar eens voor onderzoek naar het
ziekenhuis ben gegaan. Diezelfde dag nog hebben ze meer dan 5 liter vocht achter mijn longen weggehaald. Dan weet je al dat er iets mis is, maar het is toch een hele klap als je dan een
paar weken later hoort dat het asbestkanker is. Chemotherapie wilde ik niet. Daar kun je zo
ziek van worden, de extra levensverwachting van een paar maanden was het me niet waard.
En op een of andere manier heeft dit goed uitgepakt, want het laatste half jaar ben ik niet
heel veel slechter geworden. Misschien scheelt het dat ik in feite een milde vorm van mesothelioom heb, want bij mij zit het maar in één long. Ik had altijd een moestuin en het was
de lust en mijn leven om daar in te werken. Dat gaat nu niet meer, maar ik kan nog wel een
eindje fietsen. Dat doe ik zoveel mogelijk. En op een gewone fiets, een elektrische komt er
voorlopig bij mij niet in.
Bij het IAS ben ik snel en goed geholpen, ik ben daar zeer tevreden over. Wat mij wel steekt is
dat ik van mijn werkgever nooit iets heb gehoord. Ze hebben wel meegewerkt aan de bemiddelingsprocedure van het instituut, maar ik had graag ook een persoonlijk blijk van medeleven
gehad. Gelukkig leeft een aantal oud-collega’s wel met me mee. Ik moet accepteren dat ik
deze ziekte heb en denk dan maar dat ik met mijn vrouw en onze kinderen een fijn leven heb
gehad. En toch ook nog steeds heb. De ene dag gaat het beter dan de andere, maar ik leef
nog steeds en van mij mogen er nog een paar jaartjes bijkomen.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
23
Internationale ontwikkelingen
Wereldwijde asbestproductie en gebruik in 2000 en 2012
In volgorde omvang
Asbestproductie (in tonnen)
Asbestgebruik (in tonnen)
2000
2012
2000
2012
Land
Omvang
Land
Omvang
Land
Omvang
Land
Omvang
Rusland
750.000
Rusland
1.000.000
Rusland
449.239
China
530.834
Canada
340.000
China
420.000
China
382.315
India
493.086
China
260.000
Brazilië
306.500
Brazilië
172.560
Rusland
155.476
Brazilië
170.000
Kazakhstan 241.200
India
145.030
Brazilië
167.602
Kazakhstan 125.000
India
20.000
Thailand
109.600
Indonesië
161.824
Zimbabwe 110.000
Argentinië 100
Japan
85.440
Oezbekistan 103.608
Griekenland 50.000
Oekraïne
80.942
Vietnam
78.909
Swaziland
25.000
Kazakhstan 71.737
Thailand
58.008
India
21.000
Vietnam
44.150
Sri Lanka
54.704
Zuid Afrika 18.909
Oezbekistan 43.374
Oekraïne
42.000
Japan
18.000
Indonesië
42.877
Colombia
25.164
VS
5.260
Iran
40.707
Mexico
17.020
Overig
4.000
Overig
367.179
Overig
73.493
Totaal
1.900.000 Totaal
1.987.800 Totaal
2.035.150 Totaal
1.961.728
Bron : Virta, RL: World Asbestos Supply and Consumption Trends from 1900 through 2003; US. Geological
Survey Minerals Yearbook 2000 + 2012 (worksheet for world asbestos consumption calculations)
Asbestproductie en gebruik
Ondanks de inmiddels algemeen bekende schadelijke gevolgen zijn productie en gebruik van asbest wereldwijd nog lang niet uitgebannen. Als gekeken wordt naar de productie in 2000 en 2012 is te zien dat deze
zelfs licht is toegenomen. Door steeds meer asbestverboden heeft deze zich echter geconcentreerd in
enkele landen die meer zijn gaan produceren. Dat geldt met name voor Rusland, maar in mindere mate
ook voor China, Brazilië en Kazakhstan. In Canada is de productie inmiddels gestopt. Rusland is verreweg
de grootste producent en alleen verantwoordelijk voor bijna de helft van de asbestproductie wereldwijd.
De EECCA regio, een blok van 12 landen in Oost-Europa, Kaukasus en Centraal-Azië, is sterk vertegenwoordigd zowel in productie als in gebruik van chrysotiel (wit) asbest. De regeringen van deze landen
ondersteunen het beleid dat chrysotiel (wit) asbest veilig, onder gecontroleerde omstandigheden gebruikt kan worden. Gebruik van asbest gebeurt vooral in Azië, met name in China en India. Rusland en
24
Brazilië zijn zowel grootgebruikers als producenten van grote hoeveelheden asbest, hoewel het gebruik
in deze landen sinds 2000 sterk is afgenomen. Asbest wordt vooral in de structuur van woningen, daken
en waterleidingen gebruikt en is nog steeds goedkoper dan vervangende materialen als polyproleen of
aluminium. Zowel de wereldwijde asbestproductie als het gebruik liggen jaarlijks stabiel
rond de twee miljoen ton.
Campagnes tegen asbest
Wereldwijd zijn in 2013 in allerlei landen maatregelen genomen om het gebruik van asbest tegen te gaan
en mensen bewust te maken van de risico’s. De Nederlandse overheid richt zich in 2013 vooral op asbestverwijderaars, schoolbestuurders, boeren, installateurs en werknemers uit de scheepsbouw-, reparatie en
sloop. Australië en Nieuw-Zeeland hebben extra aandacht voor doe-het-zelvers, onderhoudsmedewerkers,
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
zelfstandige timmerlieden, loodgieters, elektriciëns en andere vakmensen. De Australische regering
besluit daarnaast meer dan 10,5 mln Australische dollars te investeren in een nationale aanpak voor
de bescherming van burgers tegen asbest. Onderdeel is de oprichting van een Asbest Veiligheids- en
Verwijderingsagentschap. De British Lung Foundation presenteert in 2013 een 5-stappenplan voor vakmensen. Dit geeft hen handvaten om asbest overal en in alle vormen te herkennen en er vervolgens veilig
mee om te gaan. De Italiaanse regering besluit tientallen miljoenen euro’s te reserveren voor medisch,
epidemiologisch en milieutechnisch onderzoek naar de gevolgen van asbestvervuiling. Het Turkse
Nationale Instituut voor Volksgezondheid start een bewustwordingscampagne in 437 dorpen en 30
steden. Naar schatting zijn inmiddels op het Turkse platteland een miljoen mensen aan asbest blootgesteld. Zwitserland en Duitsland starten een screeningsprogramma voor asbestrisicogroepen met een
hoog risico op longkanker. Zij krijgen de mogelijkheid een CT-scan te laten maken teneinde longkanker
in een vroeg stadium te kunnen ontdekken.
Vergoedingsregelingen
In haar Queen’s Speech ter gelegenheid van het nieuwe parlementaire jaar kondigt de Britse koningin
Elizabeth in 2013 een nieuwe compensatieregeling voor asbestslachtoffers met mesothelioom aan.
Via deze regeling kunnen Britse asbestslachtoffers met mesothelioom ook schadevergoeding ontvangen
als de aansprakelijke werkgever of verzekeraar niet meer kan worden geïdentificeerd of opgespoord.
De Britse verzekeraars financieren de regeling. Deze zal in juli 2014 in werking treden. De uitkering zal
gemiddeld 115.000 pond per slachtoffer zijn. In 2014 gaat het om bijna 900 mensen en daarna tot 2024,
om naar schatting 300 mensen per jaar. Het Britse ministerie van Justitie werkt daarnaast aan een voorstel dat ervoor moet zorgen dat claims voor mesothelioom in de toekomst, net zoals in Nederland, op een
vaste, geprotocolleerde manier worden afgehandeld. Doel is de snelheid te bespoedigen, opdat zoveel
mogelijk slachtoffers nog bij leven een vergoeding krijgen uitgekeerd. Op dit moment neemt de helft
van de Britse mesothelioomzaken meer dan een jaar in beslag. Bij toepassing van het nieuwe model
worden zaken met verzekeraars binnen 6 maanden afgehandeld. De Zuid-Afrikaanse Asbestos Relief
Trust (ART) heeft sinds 2003 aan 3639 asbestslachtoffers een schadevergoeding toegekend wegens
beroeps- of milieugerelateerde blootstelling aan asbest. Het gaat om totaal 26,6 mln US-dollar. Het fonds
werd opgericht na een schikking van de eigenaren van de voormalige asbestmijnen. Sinds 2007 neemt
het aantal maandelijkse claims af. Momenteel ligt dat op 10-12 per maand. Het asbestcompensatiefonds
van Australië’s voormalige asbestverwerker en multinational James Hardie heeft tussen maart 2012 en
maart 2013 aan 519 slachtoffers een schadevergoeding betaald. Het gemiddelde bedrag per claim
bedroeg 231.000 dollar (163.000 euro). Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden neemt in 2013 een
wetsvoorstel aan dat asbestcompensatiefondsen verplicht meer transparantie te bieden. Ze moeten
o.a. elk kwartaal inzicht geven in de claims die ze in behandeling hebben genomen. Dit om fraude door
het indienen van claims bij meerdere fondsen tegelijk te voorkomen. De Affordable Care Act, ook wel
Obamacare genoemd, zal er aan de andere kant voor zorgen dat mesothelioompatiënten een betere
toegang tot de gezondheidszorg krijgen. Momenteel kunnen mesothelioompatiënten nog voor een
verzekering worden geweigerd of alleen tegen een astronomisch hoge premie verzekerd worden. Dat
kan straks niet meer.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
25
IAS MONITOR
Ontwikkeling mesothelioom – Nederland/Internationaal
600
60
500
50
400
40
Nederland: aantal mesothelioom naar geslacht en
diagnosejaar: 1989-2012. Bron: NKR.
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
0
1994
0
1992
10
1990
100
1994
20
1992
200
Vrouwen
Mannen
Totaal
30
1990
Vrouwen
Mannen
Totaal
300
Nederland: Incidentie mesothelioom per miljoen inwoners
naar geslacht en diagnosejaar: 1989-2012. Bron: NKR.
De figuur linksboven toont het aantal mesothelioomdiagnoses per jaar, totaal en per geslacht voor de periode 19892012, de figuur rechtsboven de incidentie, het aantal per miljoen inwoners. Tussen 1989 en 2005 is een stijging van
diagnoses in absolute aantallen te zien van 274 in 1989 tot 502 in 2005. Sinds 2005 ligt dit aantal rond de 500 per jaar.
Mannen vertegenwoordigen 85 tot 92% van het totaal. De absolute aantallen zijn sterker toegenomen dan de aantallen per miljoen inwoners (incidentie). De figuur hieronder geeft een impressie van het aantal mesothelioomsterfgevallen (per miljoen inwoners per jaar) wereldwijd. Aangezien de overlevingskans gering is, zijn incidentie- en sterftecijfers
vrijwel gelijk. Te zien is dat de sterfte in Groot-Brittannië, Nederland en Australië bijzonder hoog is. Dit in vergelijking
met omringende landen. Onduidelijk is hoe betrouwbaar de registraties in de verschillende landen is. Veel landen ontbreken zelfs helemaal in de cijfers, ook grote asbestproducenten en gebruikers als Rusland, China, Brazilië en India.
26
Costa Rica
Cuba
Dominicaanse Republiek
Ecuador
Mauritius
Peru
Zuid-Korea
Estland
Litouwen
Roemenië
Servië
Slowakije
Hong Kong
Hongarije
Mexico
Portugal
Argentinië
Letland
Polen
Tsjechië
Japan
Spanje
Verenigde Staten
Israël
Ierland
Oostenrijk
Slovenië
Zweden
Duitsland
Frankrijk
Noorwegen
Denemarken
Finland
Italië
Kroatië
Luxemburg
België
Malta
Australië
Nederland
Verenigd Koninkrijk
0
5
10
15
20
25
30
35
Nederland internationaal vergeleken: Aantal mesothelioomsterfgevallen per land per miljoen inwoners in 2010. Bron: WHO
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS JURIDISCH
Advies Hebly/Lindenbergh
Doorbreking van de absolute verjaring in geval van mesothelioomclaims: de toepassing van de gezichtspunten uit Van Hese/Schelde
In het arrest Van Hese/De Schelde uit 2000 schreef de Hoge Raad een gezichtspuntencatalogus voor aan
de hand waarvan moet worden beoordeeld of de verjaringstermijn in een concreet geval moet worden
doorbroken of juist gehandhaafd. In dit advies* staat de vraag centraal hoe de gezichtspunten door
rechters in hun beoordeling van het verjaringsverweer worden betrokken. Als ‘startpunt’ is gekozen voor
het adviesrapport van de Commissie Hijma uit 2009 waarin ten aanzien van de twee door het Instituut
Asbestslachtoffers als meest problematisch ervaren gezichtspunten een uitgebreid advies wordt gegeven.
Een vraag die rijst is of het advies van de Commissie Hijma ten aanzien van die twee gezichtspunten
weerklank heeft gevonden in de lagere rechtspraak. Onderzocht is de sinds begin 2009 gepubliceerde
rechtspraak waarin het ging om een vordering van (de nabestaanden van) een mesothelioomslachtoffer
op diens werkgever.
Conclusies van het onderzoek zijn dat, uitzonderingen daargelaten, door de rechter steeds alle zeven
gezichtspunten uit Van Hese/Schelde in de beoordeling van het verjaringsverweer worden betrokken.
De gezichtspunten c (de verwijtbaarheid), e (de mogelijkheid tot verweer) en g (het voortvarendheidsvereiste) lijken het meest bepalend voor het uiteindelijke oordeel met betrekking tot de verjaring. Gezichtspunt g valt als preliminair aan te merken in die zin dat, als wordt geconcludeerd dat er niet voldoende
voortvarend is opgetreden, het doek voor de eiser moet vallen. De rechtspraak lijkt op dit punt het
advies van de Commissie Hijma te volgen in die zin dat zowel aansprakelijkstelling als het instellen van
een vordering binnen twee jaar na diagnose dienen te geschieden. De gezichtspunten a, b, d en f worden
doorgaans van minder belang geacht door de feitenrechters.
De wetgever heeft met de Wet verjaring personenschade inmiddels weliswaar een voorziening getroffen
door ten aanzien van personenschade nog slechts de korte verjaringstermijn te handhaven (art. 3:310
lid 5 BW), maar deze regeling is niet van toepassing indien de schadeveroorzakende gebeurtenis vóór
1 februari 2004 heeft plaatsgevonden (art. 119b OBW). Dit betekent dat voor de verjaringstermijn van
30 jaar de ‘materiële inwerkingtreding’ plaatsvindt op 1 februari 2034. Tot die tijd moet de rechtspraak
voortploeteren met de beoordeling van verjaringsverweren aan de hand van de gezichtspuntencatalogus
uit Van Hese/Schelde. De grote hoeveelheid rechtspraak en het vaak raadselachtige ‘soortelijk gewicht’
dat rechters aan de verschillende gezichtspunten toekennen brengen met zich mee dat daarin voor partijen
en voor de rechter veel tijd en energie gaat zitten, waarvan allerminst aannemelijk is dat het resulteert
in ‘betere’ beslissingen. Een aanzienlijke belasting voor de betrokken partijen veroorzaakt het wel. Het
aanbrengen van een ten minste globale hiërarchie in de gezichtspuntencatalogus zou beslist bijdragen aan
een vlottere afwikkeling, zou volgens de onderzoekers niet afdoen aan de inhoudelijke kwaliteit van de
beslissingen en valt daarom te verkiezen.
Mr. M.R. Hebly - docent privaatrecht Universiteit Utrecht en Prof. mr. S.D. Lindenbergh - hoogleraar privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam
September 2013
* Hebly, M.R. & Lindenbergh, S.D (2013). Doorbreking van de lange verjaringstermijn en stelplicht en bewijslast
bij vorderingen van mesothelioomslachtoffers op de werkgever. Rechtspraakanalyse 2009-2013. Advies voor
het Instituut Asbestslachtoffers. Erasmus Universiteit Rotterdam.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
27
Juridische ontwikkelingen
Eerste asbestclaim tegen staat
In 2013 heeft voor het eerst iemand de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld vanwege nalatigheid in
de bescherming tegen de risico’s van asbest. Het gaat om een 58-jarige man, die tussen 1977 en 1984 in
de aluminiumindustrie in Vlissingen vrijwel dagelijks met asbest heeft gewerkt. In 2009 bleek hij mesothelioom te hebben. Van zijn werkgever kreeg hij geen beschermingsmiddelen of extra voorlichting. De ex-werkgever erkende aansprakelijkheid, maar ging in 2011 failliet. Om toch zijn schade vergoed te krijgen, heeft
de werknemer nu een schadeclaim ingediend bij de overheid wegens onvoldoende wetgeving, toezicht
en handhaving in het asbestdossier. Dit omdat pas in 1993 het gebruik van asbest verboden werd, terwijl
de risico’s van asbest al veertig jaar bekend waren. Ook zou de overheid onder druk van de lobby van de
asbestindustrie zich te afwachtend hebben opgesteld. Volgens deskundigen op het gebied van overheidsaansprakelijkheid is de claim zeker niet kansloos. Van belang daarbij is of de staat op de hoogte was of
had moeten zijn van het levensgevaar van asbest. Het Hof in Straatsburg oordeelde eerder in een andere
zaak dat overheden preventief moeten optreden als zij een concrete aanwijzing hebben dat een levensbedreigende situatie kan ontstaan, die het recht op leven acuut in gevaar brengt. Bij overtreding kunnen
volgens het Europese Hof overheden in beginsel zelfs in aanmerking komen voor strafrechtelijke vervolging
(bron: NRC,13 november 2013).
Haastige asbestsanering kan leiden tot forse schadeclaims
De verbouwing van een Albert Heijn in een winkelcentrum in Veenendaal in 2009 zou volgens een afspraak
met de aannemer in een weekend worden afgerond. Toen er asbest werd gevonden besloot de aannemer
onder deze tijdsdruk om te gaan saneren, terwijl alle andere werkzaamheden gewoon doorgingen. Bij een
controle trof de Inspectie SZW vervolgens in dezelfde ruimte naast ‘mannen in witte pakken’ ongeveer
60 werklieden aan zonder beschermende kleding. Het werk werd direct stilgelegd. Na meting bleek de
concentratie asbest vele malen hoger te zijn dan de toegestane grenswaarden. En niet alleen bij Albert
Heijn. Want door een open verbinding met het winkelcentrum werden ook op andere plekken hoge
concentraties gevonden. Direct omliggende winkels moesten dicht en de sanering duurde een aantal
maanden. De getroffen winkeliers spanden gezamenlijk een civiele procedure aan tegen Ahold om de
geleden schade vergoed te krijgen. Ahold stelde vervolgens eigenaar ING van het winkelcentrum aansprakelijk, omdat die zou hebben geweten van de aanwezigheid van asbest op grond van een eerdere
sanering. ING vond echter dat de schuld bij Ahold lag. Die had een grondige asbestinventarisatie moeten
laten maken en de sanering op de juiste manier moeten laten uitvoeren. De rechter vond dat beide partijen aansprakelijk waren en voor de schade moesten opdraaien. Een waarschuwing voor sloopbedrijven
28
en opdrachtgevers die wet- en regelgeving overtreden. Want buiten strafrechtelijke procedures en boetes
kan een dergelijk incident dus ook uitlopen op een civiele procedure, waarbij de schadevergoeding
uiteindelijk in de tonnen kan lopen. (bron: Kantonrechter Amsterdam, 28 januari 2013).
Oprekken aansprakelijkheid bij mesothelioom
Lange tijd werd door rechters aangenomen dat bedrijven pas ergens in de jaren ’60 van de vorige eeuw op
de hoogte konden zijn geweest van de alomvattende risico’s van asbest. Dit gegeven speelt een belangrijke rol in zaken van asbestslachtoffers met mesothelioom waarbij er in principe sprake is van verjaring,
maar waarbij de rechter bepaalt dat de werkgever daar geen beroep op mag doen. Sinds eind 2012 mogen
we echter, op basis van uitspraken van onder meer het gerechtshof Den Haag, aannemen dat ook oudere
gevallen van mesothelioom onder de werkgeversaansprakelijkheid kunnen vallen. In ieder geval is dat
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
zo bij grote bedrijfstakken zoals de scheepsbouw, waar werknemers al in de jaren ‘50 langdurig en/of intensief zijn blootgesteld aan asbest en waarbij de werkgever geen afdoende beschermende maatregelen heeft
getroffen. Volgens het hof begint de aansprakelijkheid in feite al in 1948, toen asbestose in Nederland
officieel werd erkend als beroepsziekte. In bedrijfstakken en beroepen waar minder langdurig en/of
minder intensief met asbest is gewerkt, lijkt het bovenstaande niet in gelijke mate van toepassing.
Hoewel er dus nog niet gesproken kan worden van een algemene verschuiving van de verjaringsgrens,
is niet iedereen gelukkig met de weg die de rechter is ingeslagen. Zo ook oud-topambtenaar Jan Willem
Henfling, directeur van het toenmalige Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. In een interview in dagblad Trouw vraagt hij zich af ‘hoe redelijk het is om werkgevers moreel aansprakelijk te houden voor de
gevolgen van iets dat destijds door niemand nog echt serieus werd genomen’. Volgens Henfling is het
met de wetenschappelijke kennis van nu gemakkelijk juridisch oordelen over vroeger, ‘maar tussen iets
kunnen weten op basis van wetenschappelijke informatie en het in de praktijk toepassen van die kennis,
bestaat een enorme kloof’. (bron: Trouw, 12 januari 2013).
Aansprakelijkheid voor toekomstige asbestziekten
Op grond van een uitspraak van het Landesgericht Berlijn kunnen Duitse verhuurders aansprakelijk worden
gehouden voor toekomstige gezondheidsschade bij hun huurders, indien er sprake is van asbest in een
woning. Een moeder van drie kinderen had een zaak aangespannen tegen haar woningcorporatie.
De rechter oordeelde dat haar drie kinderen recht hebben op schadevergoeding tot 100.000 euro per
persoon, als zij in de toekomst ziek worden door asbestblootstelling die in de woning heeft plaatsgevonden. (bron: Berliner Morgenpost, 12 januari, B.Z.,1 maart 2013).
Asbestsigaret oorzaak mesothelioom
De Amerikaanse fabrikant van sigaretten Kent bracht in de jaren ’50 een sigaret op de markt met een
asbestfilter. Een Amerikaanse rechtbank houdt de fabrikant en de producent van het asbestfilter nu elk
voor 22% aansprakelijk voor mesothelioom bij een man uit Florida. Die had van 1952 tot 1956 deze
sigaretten gerookt. (bron: Asbestos HUB/Newstex, 30 september 2013).
29
Advertentie voor Kent sigaret met asbestfilter
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Personalia
Het Instituut Asbestslachtoffers is een zelfstandige stichting. De stichting wordt geleid door een
onafhankelijk bestuur en een directeur. De stichting werd opgericht op 10 maart 1999 door negen
maatschappelijke organisaties, die zijn vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht en Advies.
Bestuur
M.R. van der Heijden, voorzitter
Dr. W.A. Eshuis
Mr. J.M.J. Hommel
Dr. J.H. Schouwink, vanaf 1 september 2013
Mr. G.J.H.M. Wagemans
Raad van Toezicht en Advies
Drs. A. Woltmeijer (CNV) (voorzitter ad interim)
Mr. M. Beugel (Verbond van Verzekeraars)
Mr. C.C. de Boer (VCP)
Mr. W.M.J.M. van Mierlo (VNO-NCW en MKB-Nederland)
Drs. J.H. Paulusma (VSO)
Mr. R.F. Ruers (Comité Asbestslachtoffers)
Drs. W. van Veelen (FNV)
Vacature (LTO Nederland)
Bureau
Drs. M.A. van der Woude, directeur
Drs. S.A. Aarendonk, sr. beleidsmedewerker
N. Martens, bureausecretaris
Medisch adviseur
Drs. H.A. Voogt
Medewerkers*
30
Drs. ing. M.C. Roumen, directeur
A. Angoelal - dossierverantwoordelijke
E.H.J. Joosten, re, directeur
F. Madjoe - assistent dossierverantwoordelijke
Mr.M. Kuiper, registermediator, hoofd unit IAS
M. Schild - assistent dossierverantwoordelijke
A.B.M. Fiege - dossierverantwoordelijke
J. Koster - huisbezoek
Mr. N.J. van Osch - dossierverantwoordelijke
Drs. A. van Veen - huisbezoek
D.M. Valstar LL.B - dossierverantwoordelijke en
Drs. E. van Doorn - huisbezoek
huisbezoek
J. Knoben - huisbezoek
Mr. J. Wong Fong Sang - dossierverantwoordelijke
* De medewerkers van BSA Schaderegeling BV, die in 2013 deel uit maakten van de uitvoeringsunit van het IAS.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Jaarrekening 2013
Financieel verslag over 2013
Jaarrekening
Balans (bedragen in euro’s)
(Voor resultaatverdeling)
Activa
Financiële vaste activa
Onderhanden werk
Debiteuren
Belastingen en sociale premies
Overige vorderingen
Overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa
Totaal activa
Passiva
Langlopende schulden
32
Kortlopende schulden en overlopende
passiva
Subsidie SZW
Crediteuren
Belastingen en sociale premies
Overlopende passiva
Totaal passiva
31-12-2012
11.500
0
183.662
186.372
106.156
24.003
0
25.214
Liquide middelen
Eigen vermogen
Bestemmingsfonds SZW
Bestemmingsfonds Defensie (R&D)
Algemeen bestemmingsfonds
31-12-2013
127.559
8.936
237.986
38.506
155.373
412.987
667.381
381.603
1.017.916
980.962
31-12-2013
31-12-2012
300.000
226.065
26.200
300.000
240.239
26.200
552.265
566.439
0
0
0
105.775
5.477
354.399
2.180
108.166
5.334
298.843
1.017.916
980.962
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Winst- & verliesrekening (bedragen in euro’s)
31-12-2013
Gefactureerde omzet
Mutatie onderhanden werk
Netto omzet
628.968
-2.710
31-12-2012
665.355
28.608
626.258
Uitvoeringskosten
Mutatie nog te besteden kosten
Kostprijs van de omzet
1.124.908
-8.075
Brutomarge
Implementatiekosten TNS-regeling
Personeelskosten
Inhuurkosten
Overige algemene kosten
Overige bedrijfskosten
693.963
1.136.988
25.840
1.116.833
1.162.828
-490.575
-468.865
-189.797
-92.718
-146.042
-184.739
-103.719
-146.300
-428.557
-434.758
-919.132
-903.623
Financiële baten en lasten
7.738
9.056
Resultaat voor subsidies
-911.394
-894.567
Bedrijfsresultaat
Incidentele baten en lasten
Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
51.660
859.734
0
894.567
911.394
894.567
0
0
33
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat
Tenzij in het navolgende anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen
nominale waarde.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden
slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun
oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het
opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De cijfers van 2012 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2013 mogelijk
te maken.
Toelichting op de balans
Financiële vaste activa
Het IAS keert aan bestuursleden en de voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies een vergoeding
uit. Eerst medio 2013 is gebleken dat de bestuursvoorzitter en het IAS in gezamenlijkheid, veronderstellende dat deze vergoedingen onbelast waren, geconfronteerd werden met de stellingname van de
Belastingdienst dat deze vergoedingen moeten worden gezien als bruto vergoedingen, die dienen te
worden aangegeven in de aangifte Inkomstenbelasting, waarvoor IB47 formulieren door het IAS moeten
worden opgesteld. Een en ander heeft bij de bestuursvoorzitter geleid tot een navorderingsaanslag zonder
vergrijpboete. In dit kader is hem een lening verstrekt van € 12.000,-- af te lossen in maandelijkse termijnen
van € 500, met ingang van december 2013. Er wordt geen rente berekend en er zijn geen zekerheden
overeengekomen. Het verloop van de lening is als volgt.
2013
Saldo per 1 januari
Verstrekte lening
Aflossing
Saldo per 31 december
0
12.000
-500
2012
0
0
0
11.500
0
Onderhanden werk
De waardering van het onderhanden werk geschiedt aan de hand van ervaringscijfers. Er wordt bepaald
hoeveel procent van de afgesloten dossiers heeft geleid tot een verhaalbare opbrengst. Het gemiddelde
34
percentage voor de jaren 2000 tot en met 2007 is berekend op 44,7%. Als gevolg van de nieuwe overeenkomst met BSA en de neergaande trend van het slagingspercentage in de afgelopen jaren is vanaf
2007 een slagingspercentage gehanteerd van 40% (werkelijk percentage 2013: 39,56%). Het op basis
van dit percentage berekende aantal lopende dossiers, vermenigvuldigd met het bijbehorende tarief,
resulteert in de opbrengstwaarde van de nog te factureren omzet. Hierbij is rekening gehouden met
een gemiddelde voortgang van de onderhanden dossiers van 50%.
Het aantal dossiers in behandeling is van 262 dossiers ultimo 2012 gedaald tot 252 dossiers ultimo 2013,
waarvan 20 dossiers op grond van de TNS-regeling niet zullen leiden tot een verhaalbare opbrengst.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
De berekening van de opbrengstwaarde is als volgt:
• 21 dossiers
* € 3.860 *40% * 50% = € 16.212 (tarief dossiers 2012)
• 211 dossiers
* € 3.968 *40% * 50% = € 167.450 (tarief dossiers 2013)
Totaal
€ 183.662
Vorderingen en overlopende activa
De post vorderingen en overlopende activa is als volgt opgebouwd:
31-12-2013
Debiteuren
Omzetbelasting
Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Vooruitontvangen SVB
Overlopende activa
Totaal vorderingen en overlopende activa
106.156
24.003
0
0
25.214
31-12-2012
127.559
8.936
894.567
-656.581
38.506
155.373
412.987
In het debiteurensaldo is een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen voor een bedrag van
€ 3.860 (2012: € 12.381).
De overlopende activa bestaat uit opgebouwde rente op banktegoeden (€ 2.103), nog te factureren
omzet (€ 19.840), en vooruitbetaalde verzekeringspremies (€ 3.272).
Liquide middelen
31-12-2013
Kas
Rabobank rekening-courant
Rabobank bedrijfstelerekening
Rabobank bedrijfsbonusrekening
Totaal liquide middelen
229
21.871
1
645.280
31-12-2012
141
33.931
0
347.531
667.381
381.603
Bestemmingsfonds
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Begin 2004 heeft de directie van het IAS een projectenplan ten behoeve van de besteding van de ontvangen subsidies bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna te noemen: SZW) ingediend.
Vervolgens werd door het ministerie van SZW vastgesteld het Instituut een eigen vermogen ad € 300.000
toe te staan. Na opheffing van het IAS en de eventuele afwikkeling van de lopende verplichtingen zal
het bedrag ad € 300.000 of het restant hiervan terugvloeien naar het ministerie van SZW. Het verloop
van dit fonds is als volgt:
2013
Beginstand
Mutatie boekjaar m.b.t. herbestemming
Eindstand bestemmingsfonds
300.000
0
2012
300.000
0
300.000
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
300.000
35
Kortlopende schulden en overlopende passiva
In 2004 heeft het ministerie van SZW het Instituut akkoord gegeven op het ingediende projecten bestedingsplan, welke door de directie van het Instituut is ingediend. De subsidie van het SZW is in 2013 definitief afgewikkeld.
Subsidies SZW
36
2013
Project IAS monitor
Beginstand
Af: allocatie subsidiegelden 2012
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Eindstand
0
0
0
Project best practices
Beginstand
Bij: allocatie subsidiegelden 2012
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Af: vaststelling definitieve subsidie
Eindstand
2.607
0
0
-2.607
Project ODIS
Beginstand
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Bij: vaststelling definitieve subsidie
Eindstand
-109
0
109
Project Asbestblootstellingsregister
Beginstand
Bij: allocatie subsidiegelden 2012
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Af: vaststelling definitieve subsidie
Eindstand
1.132
0
0
-1.132
Projectreserve SZW
Beginstand
Af: allocatie subsidiegelden 2012
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Bij: vaststelling definitieve subsidie
Eindstand
-1.450
0
0
1.450
Totaal toegewezen subsidies SZW
2012
33.583
-33.583
0
0
0
0
6.151
-3.544
0
0
2.607
31.100
-31.209
0
0
-109
0
33.583
-32.451
0
0
1.132
6.151
-6.151
-1.450
0
0
-1.450
0
2.180
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Subsidies Defensie
2013
2012
Project evaluatie protocol diagnose maligne
mesothelioom
Beginstand
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Eindstand
Project asbestkaart 2
Beginstand
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Eindstand
0
0
100.000
-100.000
0
199.904
-14.174
0
199.904
0
185.730
Project onderzoek asbestgerelateerde
longkanker
Beginstand
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Eindstand
199.904
40.335
0
Totaal toegewezen fondsen Defensie
Algemene projectreserve
Beginstand
Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen
Totaal algemene projectreserve
40.335
0
40.335
40.335
226.065
240.239
2013
2012
26.200
0
26.200
0
26.200
26.200
Belastingen en sociale premies
De post te betalen belastingen en sociale premies bestaat volledig uit loonheffing.
Overlopende passiva
Het saldo ultimo boekjaar is als volgt opgebouwd:
31-12-2013
Nog te besteden kosten onderhanden dossiers
Reservering uitvoeringskosten NMP/NVALT
Geld derden
Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Vooruitontvangen SVB
Overige overlopende passiva
Totaal overlopende passiva
199.290
50.000
17.099
-859.734
925.000
22.744
31-12-2012
207.365
50.000
12.977
0
0
28.501
354.399
37
298.843
Bij het bepalen van de nog te besteden kosten van de onderhanden dossiers is rekening gehouden
met het feit dat 95% van de onderhanden TAS-dossiers in rekening zullen worden gebracht en de
gemiddelde voortgang van de dossiers 50% bedraagt.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
De berekening is dan als volgt:
- 232 TAS dossiers * € 1.700 * 95% * 50% = € 187.340
- 20 TNS dossiers * € 1.195 * 50%
€ 11.950
Totaal
€ 199.290
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Vanaf 1 april 2011 is met BSA een contract aangegaan voor een periode van 3 jaren en 9 maanden, derhalve
eindigend op 31 december 2014, waarbij door BSA (achteraf ) op basis van afgewikkelde dossiers wordt
gefactureerd. Er is overeenstemming bereikt tussen beide partijen om dit contract met één jaar te verlengen tot en met 31 december 2015. De voorwaarden dienen echter nog geformaliseerd te worden.
Per 1 september 2011 is er een overeenkomst gesloten om de detacheringovereenkomst tussen de
Stichting Instituut Asbestslachtoffers en het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid te verlengen.
Deze overeenkomst loopt tot 1 mei 2014 en betreft de loonkosten van de directeur IAS. Deze loonkosten
zullen één op één worden doorbelast.
Ten slotte heeft het Instituut een huurverplichting, welke minstens zes maanden van te voren moet worden
opgezegd. De huurprijs op jaarbasis bedraagt circa € 32.000.
Toelichting op de winst- & verliesrekening
Algemeen
In de winst- & verliesrekening worden baten en lasten verantwoord die gedurende het boekjaar voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten en toerekenbaar zijn aan het boekjaar.
Netto omzet
In 2013 is er een netto omzet gerealiseerd van € 626.258. Dit is € 67.705 lager dan de omzet in 2012.
Dit heeft een aantal oorzaken:
-
Van het lagere aantal afgewikkelde dossiers (407, 2012: 411) heeft een lager percentage (39,56%,
2012: 42,58%) geleid tot een bemiddelingsopbrengst. Dit percentage omvat alle aanmeldingen
die tot een TAS-dossier hebben geleid, inclusief de dossiers waar geen werkgever meer bestaat of
geen mesothelioom is gediagnosticeerd.
38
-
Het aantal onderhanden dossiers is in 2013 met 10 stuks afgenomen (2012: toename van 32).
De mutatie in de verwachte opbrengsten is tevens opgenomen in de netto omzet.
De werkzaamheden ten behoeve van complex bovennormatieve schadedossiers worden onder verantwoording van het IAS volledig door de uitvoeringsorganisatie BSA verricht. De kosten worden door BSA,
voor rekening en verantwoording van IAS, direct in rekening gebracht bij de verzekeringsmaatschappij.
Aangezien de hoogte van de opbrengsten gelijk is aan de hoogte van de kosten is ervoor gekozen om
zowel de opbrengsten als de kosten niet in de verlies- en winstrekening te verantwoorden. De hiermede
gepaard gaande omzet en kostprijs omzet bedroeg aldus over het afgelopen boekjaar € 180.177 (2012:
€ 136.542), verdeeld over 31 dossiers (2012: 22). Deze kosten en opbrengsten worden verantwoord op
het moment van ontvangst van de vergoeding.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Kostprijs van de omzet
De uitvoeringskosten zijn als volgt opgebouwd:
2013
Uitvoeringskosten BSA
Korting BSA
Uitvoeringskosten NMP/NVALT
Overige uitvoeringskosten
Totaal uitvoeringskosten
1.026.014
-42.877
109.255
32.516
2012
1.040.085
-43.699
111.118
29.484
1.124.908
1.136.988
BSA heeft afgezien van de indexering van de tarieven waar zij contractueel recht op zou hebben.
Het effect van deze tegemoetkoming is in bovenstaand overzicht als Korting BSA weergegeven.
De totale uitvoeringskosten van BSA zijn met name gedaald door een afname van het aantal afgewikkelde TAS dossiers (407, 2012: 411).
De werkzaamheden betreffende onderzoek van bovennormatieve materiële schade zijn in 2013 door
BSA en door ingehuurde expertisebureaus uitgevoerd. Onder de post “uitvoeringskosten overige” zijn
de volgende kosten geregistreerd;
•
Onderzoeken bovennormatieve materiële schades
•
Aansprakelijkheidsonderzoeken
•
Expertise uitgaven betreffende beoordeling asbestzaken
•
Overig (medisch) advies
•
Uittreksels Kamer van Koophandel.
Personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten
De inhuurkosten zijn de kosten van detachering van de directeur van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers, evenals de kosten ten behoeve van managementondersteuning bij het Instituut.
De opbouw is als volgt:
2013
Personeelskosten
Detacherings- & overige kosten m.b.t. inhuur
personeel
189.797
2012
184.739
92.718
103.719
282.515
Voorlichting
Kosten juridische vraagstukken
Huisvestingskosten
Bestuurskosten
Administratiekosten
Overige algemene kosten
Totaal personeelskosten, inhuurkosten en
overige bedrijfskosten
13.924
6.900
34.620
27.736
16.481
46.381
288.458
39
21.922
215
33.402
28.083
15.835
46.843
146.042
146.300
428.557
434.758
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het Instituut heeft in 2013 twee medewerkers in dienst, waarvan één bureausecretaris en één beleidsmedewerker. Daarnaast is in de loonadministratie van 2013 een supplement van de loonkosten en
onkostenvergoedingen van de directeur van het Instituut opgenomen. De gehele administratie wordt
door een derde partij uitgevoerd en in de financiële administratie van het Instituut opgenomen.
De loonkosten zijn voornamelijk gestegen door een tijdelijke verhoging van het aantal FTE naar aanleiding
van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de via het ministerie van SZW gedetacheerde directeur.
Wegens deze arbeidsongeschiktheid is, voortvloeiende uit de detacheringovereenkomst, een reductie
verkregen in de kosten van de bij het IAS via het ministerie van SZW gedetacheerde directeur.
De kosten voor voorlichting in 2013 betreffen met name de productie van het jaarverslag en het onderhoud van de website. De daling is in belangrijke mate veroorzaakt door het uitblijven van kosten voor
de organisatie van bijeenkomsten (2012: € 5.366).
De kosten voor juridische vraagstukken betreft een onderzoek naar verjaring en bewijslast.
De bestuurskosten betreffen met name de vergoedingen, welke op kwartaalbasis aan de bestuursleden
en de voorzitter van de RTA van het Instituut worden uitgekeerd.
Financiële baten & lasten
2013
Bankkosten en provisie
Ontvangen bankrente
Totaal financiële baten en lasten
-306
8.044
2012
-284
9.340
7.738
9.056
Incidentele baten en lasten
De incidentele baten bestaan uit bemiddelingsopbrengsten inzake herbeoordeelde verjaringsdossiers.
Het betreft zaken die reeds eerder gesloten waren zonder resultaat, maar welke verzekeraar Allianz naar
aanleiding van recente jurisprudentie heeft herbeoordeeld. Het betreft een eenmalig project, dat in zijn
geheel in 2013 heeft plaatsgevonden. De kosten die met deze herbeoordeling gepaard gaan zijn als
incidentele lasten in aftrek gebracht van deze opbrengsten.
2013
40
Incidentele baten
Incidentele lasten
Totaal incidentele baten en lasten
87.660
-36.000
2012
0
0
51.660
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
0
Vergoeding uitvoeringskosten IAS door SVB
In 2013 is door de SVB een voorschot aan het Instituut uitbetaald ad € 925.000. Het overschot ten
opzichte van de daadwerkelijke bijdrage in de uitvoeringskosten zal verrekend worden met het eerste
voorschot voor 2014.
2013
Verrekening uitvoeringskosten met
voorschotten SVB
Tekort uitvoeringskosten
Te betalen aan / ontvangen van de SVB
2012
925.000
-859.734
656.581
-894.567
65.266
-237.986
Verdeling TNS- en TAS-regeling
In de jaarrekening van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers zijn de kosten welke gemaakt zijn ten
behoeve van de TNS-regeling volledig meegenomen. Naast de direct toerekenbare kosten wordt voor
de overige kosten een verdeling gemaakt op basis van het aantal afgewikkelde dossiers van TAS (407
stuks) respectievelijk TNS (125 stuks). Een uitsplitsing van de winst- en verliesrekening tussen TNS- en
TAS-regeling is als volgt:
TNS
TAS
Totaal
31-12-2013
31-12-2013
31-12-2013
Gefactureerde omzet
0
628.968
Mutatie onderhanden werk
0
-2.710
Netto omzet
0
Uitvoeringskosten
Mutatie nog te besteden kosten
902.126
0
-8.075
Brutomarge
-2.710
626.258
222.782
Kostprijs van de omzet
628.968
626.258
1.124.908
-8.075
222.782
894.051
1.116.833
-222.782
-267.793
-490.575
Personeelskosten
-44.595
-145.202
Inhuurkosten
-21.785
-70.933
-189.797
-92.718
Overige algemene kosten
-34.314
-111.728
-146.042
Overige bedrijfskosten
-100.694
-327.863
-428.557
Bedrijfsresultaat
-323.476
-595.656
-919.132
Financiële baten en lasten
1.818
5.920
7.738
Resultaat voor subsidies
-321.658
-589.736
-911.394
Incidentele baten en lasten
Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
0
51.660
51.660
321.658
538.076
859.734
321.658
589.736
911.394
0
0
0
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
41
Controleverklaring van
de onafhankelijke accountant
Aan: de directie van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers
Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting,
waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere
toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met
de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de grondslagen voor waardering
en bepaling van resultaat van de toelichting van de jaarrekening. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een
zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken
zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben
onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden.
Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen
en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel
belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en
de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant
toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is
voor het opmaken van de jaarrekening, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de
omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen
over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de
geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het
bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing
voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel is de jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers, in alle van materieel belang
zijnde aspecten, opgemaakt in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen,
zoals uiteengezet in de Grondslagen voor waardering en bepaling van resultaat op pagina 4 van de toelichting
van de jaarrekening.
42
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De basis voor financiële verslaggeving betreft de door de stichting gekozen en gehanteerde grondslagen.
Dit doet geen afbreuk aan ons oordeel. De jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers en onze
controleverklaring daarbij zijn daarom uitsluitend geschikt voor het bestuur en de Sociale Verzekeringsbank en
kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Den Haag, 3 februari 2014
Ernst & Young Accountants LLP
W. Flikweert AA/CA
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Missie, taken en werkwijze
Instituut Asbestslachtoffers (IAS)
Missie
Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) is op 10 maart 1999 opgericht door het Comité Asbestslachtoffers, FNV,
CNV, MHP, VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, Verbond Sectorwerkgevers Overheid en Verbond van
Verzekeraars. Dit op basis van het Convenant Instituut Asbestslachtoffers, dat naast bovengenoemde organisaties,
op 23 november 1998 mede ondertekend werd door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
Justitie. Het Convenant omvat afspraken die gericht zijn op de versnelling van de procedures met betrekking
tot schadeclaims van asbestslachtoffers met de ziekte maligne mesothelioom. De missie van het IAS is de in het
Convenant verankerde procedures zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit door het uitoefenen van
vier hoofdtaken: advies, bemiddeling, voorlichting en onderzoek.
Taken van het IAS
Advies
Mensen met de ziekte mesothelioom kunnen via het IAS een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming van
€ 18. 907,-*. Het IAS gaat met hen na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en adviseert de Sociale
Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming
asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). De SVB beslist vervolgens om wel of niet de tegemoetkoming toe te kennen en te betalen.
Bemiddeling
Het IAS bemiddelt ook tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers of hun huisgenoten over het betalen van een
schadevergoeding. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Comité Asbestslachtoffers, organisaties van werkgevers en werknemers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Het IAS heeft als doel deze schadeclaims zo
snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit geldt zowel voor de bemiddeling zelf als voor het hieraan voorafgaande medische en arbeidshistorische onderzoek. De hiermee samenhangende kosten worden bij werkgevers
en verzekeraars in rekening gebracht. Voor slachtoffers is de dienstverlening van het IAS daardoor altijd kosteloos.
Wel is het van het allergrootste belang zo snel mogelijk de (ex-)werkgever per aangetekende brief aansprakelijk te
stellen. Hiervoor kan de aanvrager de tekst van een door het IAS beschikbaar gestelde voorbeeldbrief gebruiken.
De (ex-)werkgever of diens verzekeraar betaalt standaard een schadevergoeding van € 61.205,-*.
Voorlichting
Het IAS vervult een verwijs- en voorlichtingsfunctie voor asbestslachtoffers, werkgevers, verzekeraars en
intermediaire organisaties. Via jaarverslagen, brochures, rapporten, de IAS-website (www.asbestslachtoffers.nl),
elektronische nieuwsbrief en de Asbestkaart (www.asbestkaart.nl) wordt hieraan invulling gegeven.
Onderzoek
Het IAS verricht medisch en juridisch onderzoek.
Werkwijze van het IAS
1. Aanmelding
De aanvrager meldt zich aan bij het IAS: telefonisch (079-750 71 50), met de antwoordkaart uit de brochure of
per e-mail (info @asbestslachtoffers.nl). De medewerker van het IAS vult telefonisch samen met de aanvrager de
aanvraagformulieren in. In een tweede gesprek gaat het IAS met de aanvrager na hoe het contact met asbest
heeft plaatsgevonden. Dat kan telefonisch of bij de aanvrager thuis. Het IAS stuurt daarna de ingevulde formulieren
toe. De aanvrager controleert ze en stuurt ze direct ondertekend terug. Ook machtigt hij/zij het IAS om medische
informatie op te vragen en de SVB om eventuele schade via de rechter te verhalen.
2. Tegemoetkoming
Het IAS vraagt het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP) om bevestiging van de bij de aanvrager gestelde
diagnose maligne mesothelioom. Daarna adviseert het IAS de SVB om wel of niet de tegemoetkoming te betalen.
Beslist de SVB positief, dan ontvangt de aanvrager € 18.907,-*. Het IAS en de SVB streven ernaar de procedure voor
de tegemoetkoming binnen twee maanden af te ronden.
3. Schadevergoeding
Als de aanvrager bij een werkgever aan asbest is blootgesteld, stelt hij/zij deze per aangetekende brief aansprakelijk. Hiervoor kan de voorbeeldbrief gebruikt worden die het IAS beschikbaar stelt. Het IAS onderzoekt daarna
of de (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade en bemiddelt vervolgens tussen de
aanvrager en de (ex-)werkgever of zijn verzekeraar. Als de werkgever of verzekeraar aansprakelijkheid aanvaardt,
ontvangt de aanvrager een schadevergoeding van € 61.205,-*. Het IAS streeft ernaar het gehele traject binnen
zes maanden af te ronden.
* Genoemde bedragen voor schadevergoeding en tegemoetkoming gelden voor2013 en worden jaarlijks geïndexeerd.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
43
Summary
This report for 2013 gives a brief account of the twelfth operational year of the Dutch Institute for Asbestos
Victims (IAS). The IAS advises the Social Insurance Bank (SVB) on entitlement to compensation for asbestos
victims suffering from mesothelioma. The IAS also mediates between current and former employers and
employees about the payment of compensation. The IAS was set up for these purposes in 1999 by
employers’ and employees’ organisations, the Asbestos Victims Committee, the Association of Insurance
Companies and the government.
The Institute has three main tasks:
- to advise the SVB with respect to claims under the Asbestos Victims Compensation Scheme (TAS
scheme) and the Compensation Scheme for Victims of Non-work-related Mesothelioma (TNS scheme).
The compensation amount is € 18,907 for each scheme;
- to mediate between asbestos victims with mesothelioma and their employers or former employers
to secure compensation for health damage. The standard amount in 2013 was € 61.205;
- to increase knowledge and provide information on the subject of asbestos and health damage.
Results of mediation and advice
In 2013, the IAS started processing 534 claims, and 541 claims were settled. In the 14 years up to the end
of 2013, the IAS took on 6368 claims, and succeeded in settling 5977. In 2013, 379 assessment decisions
under the TAS scheme and 123 under the TNS scheme were sent to the SVB. Of these, 432 (86%) recommended the award of compensation: 324 awards under the TAS scheme and 108 under the TNS scheme.
Since the introduction of the TAS scheme in 2000, and the TNS scheme in December 2007, a total of
4249 people have received financial compensation in the form of an advance payment or a lump-sum
payment following a positive recommendation by the IAS. Mediation cases for employees or housemates
which were completed in 2013 resulted in 61,4% of claimants receiving full compensation.
Asbestos victims who received financial compensation from TAS or TNS are nearly all men (90%), three
quarters are 65 or over at diagnosis. They live mostly in areas with past incidents of heavy asbestos
exposure in ports, dockyards shipbuilding, metal and electrical industry, mines and asbestos cement
manufacturing industry. The geographical areas with the highest TAS/TNS rates (red coloured areas)
are: the ports of Zeeland (Vlissingen/Terneuzen), Rotterdam and North-Eastern Groningen (Delfzijl), the
insulation and floor tile industry in Noord-Holland, mining and chemical industry in Southern Limburg
and textile asbestos cement industry around the cities of Enschede and Goor in Twente.
Other events in 2013
-
Investigation into limitation. In 2013, M.R. Hebly, LLM and Prof. S.D. Lindenberg, LLM, of Erasmus
University Rotterdam were commissioned by the IAS to conduct research into limitation, with
particular regard to how judges take the viewpoints of the Supreme Court into consideration in their
assessment of limitation defence. They also looked at whether the recommendations of the IAS’s
Hijma commission with respect to simplifying the assessment procedure, had been adopted by the
lower courts. This, they found, was only seldom the case. There is no general tendency to extend the
statutory period of limitation.
-
Asbestosis. In 2013, a working group composed of officers of the Ministry of Social Affairs and
Employment (SZW), SVB and IAS, supported by the lung specialists association NVALT, continued
preparations for opening up the IAS to asbestosis victims. It is expected that this group of victims will
be able to apply to the IAS for financial compensation and, if possible, damages from the employer,
by 1 April 2014.
44
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS (IAS)
Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met
de ziekte mesothelioom of asbestose. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen
(ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding.
Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en
werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars
en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS:
www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon
Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers
Redactie
Simone Aarendonk
Derk Morreau
Machiel van der Woude
Druk en vormgeving
Elan Strategie & Creatie BV
Mei 2014
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2013: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op
31 december 2013. Bron: Sociale Verzekeringsbank, L. van Eekelen, maart 2014
Instituut
Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau:
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
Telefoon: 070 - 349 97 54
Fax: 070 - 349 97 96
e-mail: [email protected]
Uitvoering:
Bredewater 6
Postbus 684
2700 AR Zoetermeer
Telefoon: 079 750 71 50
Email: [email protected]
Verslag over 2013