ekoland - Vwg.net

Bedrijf in beeld
De Dakakker
Thema
Vooruitblik
BioVak 2014
12
No.
12/2013
Een uitgave van
Van Westering Groep bv
Losse verkoop € 8,49
www.ekoland.nl
Culinair
bindt
klanten
De kandodaten voor de
Ekoland Innovatieprijs
biologische landbouw
Op weg
naar de
beste mest
Openingstijden:
Woensdag van 14.00 uur tot 22.00 uur
Donderdag van 10.30 uur tot 20.00 uur
EKOLAND
december | nummer 12 – 2013
18
bedrijf in beeld
Groen ondernemen op een
­stadsdak
In Rotterdam is de eerste dakmoes­
tuin van Europa aangelegd. De
aanleg werd mogelijk gemaakt door
het winnen van een prijs­v raag. Er
wordt biologisch gewerkt, maar de
producten mogen niet als biologisch
worden verkocht. Aan (internatio­
nale) belangstelling is echter geen
gebrek.
8
IN
UW
2014
L
GI
B
O
BIO
O
VATIEPR
IJS
NO
SCHE LAND
Ekoland
Innovatieprijs 2014
De tien kandidaten
Voor de Ekoland Innovatieprijs
biologische bandbouw van 2014 zijn
tien inspirerende en innovatieve
biologische bedrijven en samen­
werkingsverbanden van bedrijven
aangemeld. We stellen ze graag
aan u voor.
Inhoud
Biovak 2014
Verbonden ketens
8 Voorbeschouwing BioVak 2014
en Schema Workshops.
Ekoland Innovatieprijs
De kandidaten van 2014
9 Bedrijf in beeld
landbouw
handel & afzet
bedrijfsvoering
EKOLAND | december – 2013
Veeteelt
Maakt methaanuitstoot ­
26 bio-landbouw tot dubieuze
bezigheid?
Een bespiegeling over klimaateffec­
ten en biologische landbouw.
Energiebesparing hèt thema op
14 het Kringloopplein BioVak’14
Meer geld overhouden door energie
te besparen. De provincie Overijssel
stimuleert het.
Een goede boer is een goede
16 waarnemer
Waarnemen met ‘twaalf zintuigen’,
tijdens BioVak op het Demeterplein.
32
Groen ondernemen op een
18 stadsdak
Wie haalt even een krop sla van het
dak? En neem gelijk wat peterselie
mee!
Op weg naar de beste mest
22 Nieuw onderzoek laat zien wat er
precies met mest gebeurt.
landbouw
Texelse biomelk
economische ‘witte motor’
Thema
Voorbeschouwing
BioVak 2014
bedrijfsvoering
Culinair bindt klanten
12 Lekker koken van én op de boerderij.
Handel & afzet
Oude garde - Nieuwe garde
24 In deze rubriek brengen we ver­
leden, heden en toekomst samen.
Deel 20 - Overesch
Varkens op het Sallandse zand.
Wordt vervolgd
28 Bedrijfscontinuïteit in de
­biologische landbouw.
Deel 30 - Bedrijfsoverdracht en
fiscus: actuele ontwikkelingen
Texelse biomelk economische
32 ‘witte motor’
Biologische melk opgehaald van
Texel.
OP DE cover: de dakakker in rotterdam
FOTO: Karin Oppelland
vaste Rubrieken
Editoriaal
Landbouwberichten
Column Peter Brul
Marktberichten
Trekkers
5
6
7
28
34
3
BioVak 22 en 23 januari
Waarnemen met
‘twaalf zintuigen‘
op het Demeterplein
Doorlopend presentaties van praktijkdeskundigen
over bijen, preparaten, water, zaadgoed,
voedingskwaliteit en bodemvruchtbaarheid.
Loungen in praatcafé met de organisaties
over opleidingen, cursussen, intervisie, collegiale
toetsing, omschakelen en promotie.
Beide dagen:
Workshop: ‘Doorschakelen naar Demeter’
Programmainfo:
www.stichtingdemeter.nl
Stichting Demeter · BD-Vereniging
Warmonderhof · Stichting Grondbeheer
Met dank aan:
Estafette/Odin ·
Kraaybeekerhof · Land&Co
Natudis · Udea · Zuiver Zuivel
Louis Dolmans, Demeter graanteler van Doornik
Natuurakkers over het belang van aandachtige
waarneming: “Vogels zijn mijn gidsen. Als ik
leeuweriken zie vliegen en geelgorzen op mijn
terrein heb, dan is er een gezonde omgeving, want
die vogels leven van insecten en die komen alleen
als er een rijk bodemleven is.”
voor
woord
Koorts
December heet ook wel ‘donkere maand’ of ‘wintermaand’.
Van mij mag december de ‘koortsmaand’ heten. Volgens
­Wikipedia is koorts: een verhoging van de normale gemid­
delde kerntemperatuur van een organisme, vaak ten gevolge
van een ontsteking. Dat is precies zoals ik het voel voor onze
biologische sector en wat breder voor ons land en onze aardbol.
Er zijn verschillende ontstekingen gaande:
•D
e kerstkoorts is losgebarsten in supermarkten, we konden
al kerstbomen kopen voordat de Sint het land uit was!
•D
e BioVak-koorts kwam wat laat opzetten. De temperatuur
liep bij de organiserende partijen hoog op in de aanloop,
maar het lijkt erop dat we weer naar een fantastische Biovak
toeleven. Pablo Tittonell, de nieuwe hoogleraar Farming
­Systems Ecology aan Wageningen UR, zal een openings­
speech houden op de Biovak. Pablo tapt uit een heel ander
vaatje dan we gewend zijn vanuit de Wageningese bure­
len. Zijn motto: extensiveren in gebieden waar overvloed
is, i­ ntensiveren in gebieden waar honger heerst en overal
op ­aarde detoxificeren! De beste landbouw heeft als basis
­ecologie en natuur en combineert dit met een technologie
die deze basis ondersteunt en niet aanstuurt. In het januari
nummer meer hierover.
•D
e economiekoorts. De temperatuur wil maar niet dalen
maar als onderstroom, gaat de biologische, fairtrade en
­regionale economische groei gewoon door! Boerderijver­
koop en regionale economie zijn schoolvoorbeelden van de
­participatiesamenleving!
•D
e klimaatkoorts wil niet echt zakken. Als de oude econo­
mie weer aantrekt is het klimaat de klos. Zwart-wit gesteld:
of wij gaan minder consumeren of we worden geconsumeerd
door klimaatveranderingen!
•B
iohuis-koorts. Tja, het is weer lange tijd stil geweest rondom
het Biohuis maar de signalen die zo af en toe naar buiten ko­
men, vind ik niet goed: we durven niet zelfstandig te worden.
Dat zal toch echt wel moeten, willen we kunnen groeien zoals
wij dat willen.
Als je koorts hebt, betekent dat, dat er in je lijf gewerkt wordt
aan een oplossing. Dat is in alle heftigheid bezig. Het zal nog
wel een generatie duren, maar ik hoop van harte dat 2014 al
een jaar wordt met minder koorts voor ons allen..
Kees van Veluw
hoofdredacteur
colofon
ISSN: 0926-9142
Uitgever
Vormgeving
Advertentieacquisitie
Abonnementen
Vilarrica bv, Baarn
Van Westering Groep bv, Baarn
T 035-8873531
E [email protected]
Ekoland verschijnt 11x per jaar.
Een jaarabonnement kan elke maand
ingaan en kost € 87,49 (NL) inclusief BTW.
Het abonnement wordt ­stilzwijgend verlengd, tenzij twee maanden voor het verstrijken van het lopende abonnementsjaar
schriftelijk (kan ook via de website) wordt
opgezegd. Indien niet anders is overeen­
gekomen wordt jaarlijks een acceptgiro
ter beta­ling van het a
­ bonnementsgeld
toegezonden.
Adreswijzigingen s.v.p. vijf weken van
te­voren schriftelijk opgeven aan de
abonne­men­ten­ad­ministratie o.v.v. het
oude adres (via de adresdrager of
www.ekoland.nl, zie abonnee service).
Jaap van Westering
Aan dit nummer werkten mee
Hoofdredacteur
Dick Boschloo, Merijn Bos, Eline de
Bot, Harry de Bot, Maria van Boxtel,
Miriam van Bree, Michiel Bus, Ingrid
Cremer, Bernard Faber, Ida Hylkema,
Leen Janmaat, Gerard Oomen,
Karin Oppelland, Bert van Ruitenbeek,
Tom Saat, Geertje Schlaman,
Kees van Veluw, Kees Water
Kees van Veluw
Eindredactie
Bernard Faber
Redactie
Maria van Boxtel
Eline de Bot
Harm Brinks
Leen Janmaat
Bladmanager
Annemieke Praamstra
33ste jaargang nr 12
Redactie-adres
Postbus 696, 3740 AP Baarn
T 035-8873531
E [email protected]
Druk
Drukkerij Veldhuis Media, Raalte
www.ekoland.nl
EKOLAND | december – 2013
Abonnementen­administratie
Van Westering Groep bv
Postbus 696, 3740 AP Baarn
T 035-8873531
E [email protected]
©2013. Het geheel of gedeeltelijk overnemen
van artikelen en/of ­illustraties is uitsluitend
toegestaan na schriftelijke toestemming van de
uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt
enige verantwoor­delijkheid voor schadelijke
gevolgen die kunnen ontstaan na gebruikmaking
van gegevens uit dit blad.
Ekoland is een uitgave van
Van Westering Groep bv
@vakbladekoland
Los nummer € 8,49
Het volgende nummer van Ekoland verschijnt
op 17 januari 2014
5
Dé digitale informatiebron voor
biologische landbouw
Na noeste arbeid is de bioKennisbank gereed voor gebruik.
Deze digitale mediatheek bevat een schat aan documentatie
over biologisch onderzoek en biologische landbouw.
In totaal omvat de bank meer dan 21.000
relevante rapporten, publicaties, links,
video’s, dossiers, (wetenschappelijke) artikelen en presentaties.
Rob van Genderen, hoofdredacteur van
Groen Kennisnet en coördinator van de
bioKennisbank: “Voor Wageningen UR en
het Louis Bolk Instituut verzamelen we al
heel lang output over biologische landbouw.
In het begin was dat voor het Innovatiecentrum Biologische Landbouw. BioKennis
heeft die taak overgenomen en is dat blijven
ondersteunen.” Documentaliste Hilda van
der Pol vult aan: “In de bioKennisbank zijn
alle publicaties opgeslagen van bioKennis
zelf, rapporten, dossiers, artikelen uit Eko-
land en andere vakbladen. Kortom: je vindt
er alle documenten die over biologische
landbouw gaan of die raken aan biologische landbouw. Sinds kort trouwens ook van
organisaties uit Vlaanderen. Het waardevolle is dat alle informatie bij elkaar in één
kennisbank is verzameld en niet versnipperd
is over het hele internet.”
Wetgeving in
Brussel
10 jaar
Adopteer een Kip
De biologische wetgeving in
Brussel kan beter, daar is ook de
internationale biologische sector
het over eens. Met de Europese
Commissie wordt hier al ruim
een jaar over gediscussieerd. De
IFOAMEU pleit voor een betere
certificering en meer (internationale) controle. Ook moet er een
nieuw actieplan komen voor de
stimulering van de biologische
sector. Binnen de IFOAM EU zijn
de krachten gebundeld en wordt
vol ingezet op de organische,
geleidelijke verbetering van de
biologische wetgeving.
Het kippenklimaat in Nederland
is in tien jaar tijd volgens Bionext
sterk verbeterd. Het aantal
biologische kippen is verzeven-
Koeienvlaaien:
‘snack­bar’ voor
­weidevogels
Niet alleen burgers en de koeien
zelf, ook weidevogels zijn blij
met koeien in de wei. Uit recent
onderzoek van het Louis Bolk Instituut blijkt namelijk dat het aantal
regenwormen onder koeienvlaaien
verdrievoudigt. Ook trekken mestflatsen extra vliegen en mestkevers
aan, allemaal voedselbronnen
voor weidevogels en hun kuikens.
Weidegang speelt dus eenbelangrijke rol in de voedselvoorziening
en het behoud van weidevogels.
6
Een koe produceert 8 tot 12 mestflatsen per dag. Op 10 melkveebedrijven volgt en analyseert het
Louis Bolk Instituut het afbraakproces. Ook wordt het aantal vliegen,
kevers en wormen in, rond en
onder de koeienvlaaien geteld.
Barstensvol leven
Academie Kraaybeekerhof start
in januari 2014 met een nieuwe
éénjarige opleiding Biodynamische
Landbouw, Voeding en Voedingskwaliteit. De opleiding ‘Barstensvol
Leven’ loopt van januari tot december 2014. Ze is bedoeld voor
mensen uit de gehele keten van
de biologische (dynamische) landbouw: boeren, koks, winkeliers,
consumenten en beleidsmakers.
Voor hen die geïnteresseerd zijn in
zorg voor de vitaliteit van aarde,
dier, plant en mens.
Kosten € 2795,- incl. verblijfskosten (koffie,
thee, lunch) en inschrijfgeld (€125,-)
Meer informatie en aanmelden via www.kraaybeekerhof.nl of [email protected]
voudigd en op onderdelen wordt
de werkwijze van biologische
pluimveehouders overgenomen
door de reguliere sector. Van
de 42,8 miljoen legkippen in
Nederland leven er inmiddels
zo’n 2,1 miljoen op biologische
boerderijen. In 2003 waren dat
er slechts 300.000. Van elke tien
in ons land verkochte eieren, is er
inmiddels één biologisch.
Cursus veredeling
In februari 2014 is er weer een
aardappelveredelingscursus.
Data: 6, 13, 20, 27 februari van
1 tot 5 uur ‘s middags in Lelystad.
Informatie Edith Lammerts van Bueren
06-10919736.
Duurzame
Jonge 100
‘DJ100’
Na een discussie vorig jaar op
Twitter besloten Anne Walraven
(27) en Marjan Kloosterboer
(24) de Duurzame Jonge 100
(DJ100) op te richten. Op deze
lijst staan jonge mensen met de
meest innovatieve en inspirerende
initiatieven, ideeën en start-ups
op het gebied van duurzaamheid
in Nederland. Ze zijn innovatieve
projecten gestart, hebben een
duurzaam bedrijf opgericht,
hun baan een duurzame draai
gegeven of verduurzamen hun
eigen straat of sportvereniging.
Dagelijks inspireren zij anderen
en met hun acties – hoe klein
of groot ook – brengen ze een
duurzaam Nederland een stapje
dichterbij.
www.dj100.nl.
december – 2013 | EKOLAND
landbouwberichten
Verduurzaam je
bedrijf
In februari 2014 start een nieuwe
reeks cursussen Biologisch Ondernemen: ‘Akkerbouw en Grove
Groenteteelt’ en ‘(Melk)veehouderij’. Beide cursussen richten zich
op ondernemers die zich willen
oriënteren op verduurzaming van
hun bedrijf. De cursussen zijn
geschikt voor zowel ervaren biologische ondernemers, als boeren
voor wie biologisch nog een stap
te ver is, maar die zich wel willen
oriënteren op verduurzaming van
hun bedrijf.
Kosten €825,- excl. BTW. Informatie en aanmelden via www.biologischelandbouw.org of
[email protected].
natuurlijk gedrag vertonen.
De familie Tuenter kwam voor
deze investeringen in aanmerking
via de regeling duurzame stallen.
De klimschuilknabbelruif is 5 m
roterende borstels is dat het geen
stroom vraagt. De lengte van het
‘kunstgras’ is dusdanig dat de
geiten het niet kapot kauwen.
‘Solidair met soja’
cadmium, chroom, chroom(VI),
kwik, lood en nikkel bepalen.
Deze stoffenkunnen potentiële
risico’s inhouden voor mens, dier
en milieu. De normen zijn per oktober 2013 als NEN-EN normen
beschikbaar.
www.nen.nl/NEN
Sporenelementen
in mest
Klimschui­l­knabbelruif
voor geiten
Met de komst van vier Europese
normen kunnen meststoffen nu
onderzocht worden op de
aanwezigheid van schadelijke
sporenelementen. De methodes
kunnen het gehalte aan arseen,
De melkgeiten van geitenboerderij Tuenter in Westerlee eten
hooi uit een klimschuilknabbelruif
en laten zich borstelen door
een schuurwand van 15 m lang!
Zo kunnen de geiten meer hun
lang en ongeveer 3 m hoog.
Bovenin de ruif kan een baal
hooi geplaatst worden. Het dier
kan erop klimmen en knabbelen
aan het hooi alsof het een struik
is. Onder de ruif is ruimte om te
schuilen. Er is haast geen verspilling van hooi door morsen.
De schuurwand is een 15 m lange baan van een soort ‘kunstgras’
dat tegen de muur is bevestigd.
De geiten kunnen zich daar lekker aan schuren. Voordeel van
de schuurwand ten opzicht van
Op de BioVak 2014 ondertekent
biologische diervoederfabrikant
‘De Eendracht’ uit Rouveen het
convenant ‘Solidair met soja’.
Projectleider Biologische sojahandelaar Green Food International
en voerproducent Van Gorp zijn
in 2012 met ‘Solidair met soja’
gestart. Het initiatief richt zich
op verdere verduurzaming van
de biologische pluimveeketen in
Nederland, door aanvullende
eisen te stellen aan soja die
verwerkt wordt in biologisch
pluimveevoer. Het gaat hierbij om
de sociale werkomstandigheden
van sojatelers en het voorkomen
van boskap ten behoeve van
sojateelt.
Column
Zorgverzekering voor klanten EkoPlaza
Gezondheidszorg is in Nederland goed geregeld, maar het is
ook ingewikkeld en de kosten lopen voortdurend op. Soli­
dariteit is een belangrijk uitgangspunt en misschien wel het
meest bindende element in de gezondheidszorg, het verdelen
van kosten over mensen die meer en minder geluk hebben
met hun gezondheid. Je hebt er geen moeite mee om solidair
te zijn met iemand die minder geluk heeft, maar hoe zit het
met levensstijl? Vaste klanten van natuurvoedingswinkels
gaan bewust om met natuur, milieu en met gezondheid. De
uitdaging is nu om solidariteit te combineren met een be­
wust gezondere levensstijl.
In het huidige stelsel is de rol van de verzekeraars veel groter
geworden. Er is nu ook meer differentiatie dan een aantal
jaren geleden, er kan gekozen worden voor meer of minder
eigen risico. Intussen lijkt zowel het verzekeringsstelsel als
de biologische sector rijp te zijn voor een eigen verzekering.
Meer dan honderdduizend Nederlanders doen wekelijks
inkopen bij EkoPlaza, enkele tienduizenden daarvan hebben
een klantenkaart. Uit onderzoek door de Universiteit van
Tilburg bleek onder andere dat de klanten van EkoPlaza een
EKOLAND | december – 2013
beduidend gezondere levensstijl hebben, met minder over­
gewicht, minder rokers, zo’n 30 procent minder gebruik van
ziekenhuiszorg en 25 procent minder medicijnengebruik.
Blijkbaar betaalt een bewust gezonde levensstijl zich uit. Als
je dit omrekent naar kostenbesparingen op nationaal niveau,
gaat het om grote cijfers. In aansluiting op het genoemde
onderzoek is er nu een zorgverzekering opgezet voor klanten
van EkoPlaza. Deze krijgen in 2014 15 procent korting op de
premie en 60 euro korting op aankopen bij EkoPlaza. Hier­
mee wordt de kostenbesparing van een gezonde levensstijl
in elk geval voor een deel beloond. Een bijkomend voordeel
van deze verzekering is waarschijnlijk dat er betere mogelijk­
heden ontstaan om vervolgonderzoek te doen en nog beter
in kaart te brengen wat de gezondheidseffecten zijn van een
gezonde levensstijl, inclusief een bewuste keuze voor biologi­
sche voeding. Het komende jaar zal de zorgverzekering nog
meer worden afgestemd op de specifieke behoeftes van de
doelgroep.
Peter Brul
Meer informatie is te vinden op de website: www.meerzorg.nl/ekoplaza
7
Voorbeschouwing
BioVak 2014
VERBONDEN KETENS
Biovak is ontstaan als een boerenbeurs. Naast het beurskarakter
voegt Biovak nog wat toe, namelijk uitwisseling van kennis en
ervaring. Heel bewust krijgen de workshops een centrale plaats
binnen het Biovak beursconcept. In vijf jaar tijd zijn vele bedrij­
ven aangehaakt en is Biovak verder doorgegroeid de keten in.
Onder de bezoekers zien we steeds meer winkeliers op zoek naar
aanbod, maar vooral ook naar contacten. Nu de schakels in de
ketens bij elkaar komen, wordt het tijd voor verdere verbinding.
Vandaar het thema ‘Verbonden Ketens’. Een weerspiegeling
van het thema is te vinden in het workshopprogramma. Voor­
afgaand aan de beurs komen de leden van het Biohuis bijeen, zij
gaan in gesprek met Pablo Tittonell. Hij spreekt over de grond­
vesten waarop het biologische bedrijf is gebouwd, namelijk agroecologie. Niet voor niets heet zijn leerstoel ‘Farming Systems
Ecology’ In het Ekoland januari nummer krijgt u hiervan alvast
een voorbeschouwing.
Het workshopprogramma loopt van samenstelling van mest
naar een gevarieerde biologische maaltijd. Ogenschijnlijk heb­
ben beide onderwerpen weinig met elkaar te maken, maar van­
uit breder biologisch perspectief is er wel degelijk een verband.
Wist u dat koeienvlaaien in de wei enorme hoeveelheden insec­
ten aantrekken en deze insecten weer op het menu staan van
diverse vogelsoorten? Hoe kunt u als ondernemer deze extra
inspanningen voor biodiversiteit het best vermarkten? Die vraag
wordt onderzocht in het project Marktontwikkeling Natuur en
Workshopprogramma
maandag 22 januari
• Seminar CBL - Flevoland
• Milieuwinst op het menu:
Concrete handvatten voor een duurzamere catering
• Opvolging: Vermogensoverdracht in de actualiteit
• Biologische Boerenmarkt: Klantenbinding
• Doorschakelen naar Demeter
• Presentatie genomineerden Ekoland Innovatieprijs
• Dierenarts en bio: Meet & Greet op de BioVak
• Bijen in nood: Hoe kunt u de bijen helpen
• Natuur uit GLB of uit de markt?
• Mestscheiding
• Vergelijking kringloopprestaties biologisch-gangbare veehouderij
• Dier en kruid over varkens
• Melkveehouderij naar 2015
• Omschakelen naar biologische akkerbouw
• Leren van positieve voorbeelden in de biologische melkveehouderij
• Bioverkoop door reguliere groentespecialisten
8
Biodiversiteit. Tijdens de workshop worden onder andere de
resultaten van het consumentenonderzoek gepresenteerd. Wat
hierop aansluit is de financieringsvraag: Hoe financier je de ver­
dere doorontwikkeling van je biologisch bedrijf? In gesprek dus
met banken en maatschappelijke organisaties die de landbouw
een groen hart toedragen. Of juist met ondernemers die via
crowdfunding de burger bij hun bedrijfsfinanciering betrekken.
Hoewel het workshop-programma nog niet rond is geven we
hieronder alvast een indruk van het aanbod. Definitieve aan­
vangsttijden, plaats en korte inhoud volgen in Ekoland 1/2014.
Daarnaast is er op de beursvloer ook veel te beleven. Zo wordt
ook dit jaar de Ekoland Innovatieprijs biologische landbouw
uitgereikt. Op de volgende pagina’s maakt u kennis met alle
kandidaten. Uit alle inzendingen worden drie kanshebbers voor
de hoofdprijs geselecteerd, die ondernemers ontmoet u in het ja­
nuarinummer. De prijs wordt uitgereikt op woensdag 22 januari
om 20.00 uur Aansluitend hierop ook de de winkeliersprijs 2013
uitgereikt. Tevens is er op 23 januari een Europees verkiezings­
debat. Kortom Biovak wordt steeds meer een ketenbeurs met een
maatschappelijke oriëntatie. Geen beurs met alleen maar strakke
pakken, maar vooral ruimte voor landbouwcultuur waar ieder
welkom is. U bent van harte uitgenodigd!
Stuurgroepleden Biovak: Maria van Boxtel | Land&Co
Leen Janmaat | Louis Bolk Instituut
Workshopprogramma
dinsdag 23 januari
• Bodemschatten: Zo haalt u meer uit uw bodem
• Webwinkel-platform, slim samenwerken met Locafora
• Proeven aan persoonlijke ontwikkeling
• Boergondisch, culinaire activiteiten op de biologische boerderij
• Boerderijeducatie met mes en vork: Koken van èn op het land
• Crowdfunding, nieuwe financiering
• Doorschakelen naar Demeter
• Bedrijfsindividualiteit
• De Nieuwe Rentmeester: Grondfondsen vernieuwd
• Boer zoekt boer: Pitch je vraag
• Social media voor je biologische boerderij: Let’s talk bio!
• Ekokeurmerk in de primaire sector
• Bomen over en voor het klimaat
• Energiebesparing op het bedrijf
• Biologisch risico management tool
• Antibiotica in de bedrijfskringloop
• Doorgroeien in de biologische sector
• Hoe onderscheid ik mij met natuur en biodiversiteit in de markt?
• Kringloop actueel
• Regels voor biologische productie, herkomst en trends
• NVLV, kookworkshop
december – 2013 | EKOLAND
Ekoland Innovatie Prijs 2014
Aanmelding van inspirerende bedrijven
2014
L
GI
Voor de Ekoland Innovatieprijs 2014 zijn tien inspirerende en innovatieve
biologische bedrijven en samenwerkingsverbanden van bedrijven aangemeld.
De jury, bestaande uit Jan van Beekhuizen, Jan Bokhorst, Jan Jonkman, Maria
van Boxtel, Geertje Schlaman en Kees van Veluw, kiest uit de aanmeldingen
drie genomineerden. De komende weken worden de genomineerden bezocht
door de jury. De Ekoland Innovatieprijs wordt feestelijk uitgereikt op woensdag
22 januari om 20.00 uur op de BioVak. Iedereen is welkom.
UW
BIO
O
VATIEPR
B
O
IN
NO
IJS
Ekoland Innovatieprijs 2014:
de kandidaten
SCHE LAND
Tekst Maria van Boxtel, Geertje Schlaman & Kees van Veluw
J
2014
O
BO
UW
GISC E LAN
H
D
N
IN
BI
ATIEPRI
S
OV
LO
EKOLAND | december – 2013
2014
SC
UW
GI
LO
Bart, Elly en zoon Frank Vosselman namen met compagnon Patrick Hoogendoorn zaadveredelings- en vermeerderingsbedrijf de Bolster over. Ze
bouwen het succesvol uit richting veredeling en vermeerdering voor de
professionele telers. Nieuwe rassen zijn voorbereid om onder biologische omstandigheden goede opbrengsten te geven. Vanuit deze visie
veredelt de Bolster gewassen zoals tomaten en pompoen, onder andere
met Family Inter Cross (FIC) variety voor de Fictor pompoen. Optimalisatie
van de zaadoogst, door investeringen in moderne schoningsapparatuur
en slimme samenwerking in de keten plus uitbesteding van zaadvermeerdering naar geschikte klimaatzones maakt de Bolster tot een internationaal vooroplopend bedrijf. Binnen het bedrijf krijgen jonge enthousiaste
mensen een plek om zich te ontwikkelen, dit zorgt tevens voor een open
en frisse houding naar de buitenwereld en een goede samenwerking met
onderzoekers en andere veredelaars om het assortiment te verbeteren.
www.bolster.nl
R
B
O
I
BIO
De Bolster, zadenteelt
en veredeling
OVATIEP
IJS
NN
HE LAND
Krispijn van den Dries,
­akkerbouw en vollegronds­
groenteteelt
Na veelkleurige wortelen ook wilde aardappelen. Op zorgboerderij
De Boerderij in Emmeloord en op het bedrijf van zijn vader Dignie van
den Dries en vennoot Peter Keij werkt jonge boer Krispijn van den Dries
aan bijzondere producten. Krispijn heeft een aantal vergeten groenten
en wilde producten mede in de markt gezet. Hij komt daarmee tegemoet
aan de behoefte van de bewuste consument aan authentieke en bijzondere smaakervaringen. Door de bijzondere kleuren en vormen kunnen
ook groothandelaren als Eosta deze producten goed in de markt zetten.
Krispijn ontwikkelde zelf een mengsel van veelkleurige aardappels, in
uitwisseling met Chileense telers, nu in de markt als Wilde Aardappelen. Ook veelkleurige wortels, bietjes en oude gewassen als pastinaak,
wortelpeterselie en aardpeer zet Krispijn op de kaart. Met zijn regionale
webwinkel bioromeo.nl en met zijn aandacht voor sociale media heeft
Krispijn flinke media-impact als jonge biologische boer.
www.bioromeo.nl www.zorgboer.nl.
9
UW
IN
JS
O
U
2014
GIS
CHE LAN
D
De Mekkerstee,
geitenhouderij,
kaasmakerij, zorg
De Mekkerstee is een biologische geitenhouderij op zeeklei in combinatie
met zorg. In de twaalf jaar sinds de oprichting is het landbouwgedeelte
gegroeid naar 650 geiten en de verwerking van 1,3 miljoen liter melk
(deels aankoop) tot kaas en ijs. De producten worden voor een belangrijk
deel in eigen winkel verkocht, maar ook via de groothandel aan kaasspeciaalzaken. Wat de Mekkerstee bijzonder maakt is een hoge kwaliteit van
veeverzorging en verwerking van de producten in combinatie met een zeer
professionele, ondernemende en slimme commerciële aanpak van de multifunctionele takken zorg, kaasmaken en verkoop. Het bedrijf kreeg de prijs
voor beste geitenkaas van Nederland, maar weet ook jaarlijks duizenden
klanten naar de winkel in Ouddorp te trekken. De zorg voor de naaste ligt
aan de basis van de Mekkerstee: er is zinvol werk voor ruim 75 zorgvragers. In de verandering van de financiering van de zorg werkt de Mekkerstee eraan dat in de landbouw en verwerking voldoende wordt verdiend om
de zorg op eenzelfde kwaliteitspeil in stand te houden. Hiermee loopt het
bedrijf van de familie den Hertog voorop in de omschakeling van dagbesteding met vergoedingen uit de zorg naar dagbesteding met bedrijfsmatig
werken. www.demekkerstee.nl
LO
J
UW
2014
GISCHE LAN
D
Natuurderij
O
ATIEPRI
BO
OV
I NN
E LANDB
UW
LO
W
2014
CH
BO
BI O
O
V A TI E P R
I
S
HE LA NDB
IS
BI
LO
10
2014
SC
JS
BIO
GI
OVATIEP
RI
N
IN
NO
P
JS
Sinds Piet Korstanje en Heleen van Elsacker in 1980 het ouderlijke
fruitbedrijf in Zeeland omschakelden naar biologisch-dynamische
teelt, ontwikkelden zij hun bedrijf voortdurend verder. Op zoek
naar een optimale grond zijn zij in 1991 verhuisd van ’s Heer
Hendriks­kinderen naar Oostkapelle, waar zij een prachtig bedrijf
met 17 hectare appels en peren hebben opgebouwd. Door te investeren in moderne koel- en sorteervoorzieningen zijn zij in staat
hun eigen fruit in optimale conditie naar de groothandel te sturen.
Samen met collega’s en onderzoekers in binnen- en buitenland zijn
zij onvermoeibaar op zoek naar technieken die leiden tot een succesvolle teelt maar bovenal een hele goede vruchtkwaliteit. Daarnaast experimenteren ze ook zelf op grote schaal. Zo plantten ze
4 hectare van het nieuwe appelras Topaz op veel sterkere onderstammen dan tot dan toe gebruikelijk. Doel: een nog betere vruchtkwaliteit en de reductie van de vele uren bodembewerking. Deze
gedurfde aanplant is door veel collega’s uit binnen- en buitenland
bewonderd. Met behulp van medestanders richtten zij de stichting
Avalon op, die de grond onder het bedrijf in eigendom heeft, om
zo via schenkingen de grond ‘vrij’ te maken van kapitaalslasten en
om de grond op een verantwoorde manier te kunnen bewerken.
www.boomgaardterlinde.nl
OVATIE
RI
Boomgaard Ter Linde, fruitteelt
OG
Met zijn project ‘Moeder Natuurlijk’
zocht melkveehouder Eric Lamers uit
Vierlingsbeek naar een vernieuwende
manier om in de biologische melkveehouderij met een melkrobot de uiergezondheid op peil te houden en
het antibioticagebruik te verlagen.
Door kalveren te laten zogen bij
de koeien, ook bij de dieren met
hoge celgetallen, en de melkuitslagen consequent te bemonsteren en bemeten, kreeg Eric Lamers inzicht in het verbeteren van de
uiergezondheid. In 2,5 jaar zijn 10 koeien onderzocht.
Bij 3 dieren met een chronisch hoog celgetal bleek dat
met kalverzogen niet te genezen. De andere 7 dieren
vertoonden een betere uiergezondheid en een lager
antibioticagebruik. De te testen koe bleef ’s nachts bij
het kalf en werd overdag bij de andere koeien gelaten,
zodat ze aan het voerhek kon eten en door de robot
kon worden gemolken. De onderzoekende geest van
Eric Lamers om ook bij robotmelken kalveren bij de koe
mogelijk te maken, geeft praktisch toepasbare kennis
voor de biologische melkveehouderij.
N
IN
BI OL
Eric Lamers, met
­z oogkalveren minder
­antibiotica gebruik
­K eizersRande,
­m elkveehouderij
Natuurderij Keizersmodern biolobedrijf.
d e
Rande is een nieuw opgestart,
gisch dynamisch landbouwDe agrarische exploitatie van
uiterwaarden nabij Deventer
staat geheel ten dienste van
de ­n atuur- en landschapswaarden. Daarbij wordt gestreefd naar een
gesloten kringloop, waarbij bijvoorbeeld de granen uit de
akkerbouw en de grassen van de weidelanden gebruikt worden als
voedsel voor de veestapel, die op zijn beurt weer zorgt voor bemesting
van het gebied. Boerin Annette Harberink verzorgt met haar medewerkers een veestapel van 80 melkkoeien, die kan uitgroeien naar een
veestapel van 160 dieren. De melkkoeien grazen het grootste gedeelte
van het jaar in de hoger gelegen gebieden van de uiterwaarden. In
de lager gelegen delen grazen ossen en jongvee. Een van de diensten
die de Natuurderij levert, is het onderhoud van de vergravingen die
Rijkswaterstaat in de periode 2012-2015 uitvoert in het kader van het
nationale programma Ruimte voor de Rivier. De rivier de IJssel kan zo
bij hoogwater makkelijker en beter beheersbaar buiten haar oevers
treden in de uiterwaarden. Hiermee moet Natuurderij KeizersRande
een unieke combinatie van veehouderij, natuurbeheer en waterbeheer
renderend krijgen. Met kunst en educatie op de boerderij biedt KeizersRande ook directe verbinding met de burgers. www.keizersrande.nl
december – 2013 | EKOLAND
EkoInnoPrijs
I
LO
GI
Wim en Annie Thomassen uit Overberg (Utrecht) hebben
een biologisch bedrijf met 15.000 leghennen en 6 hectare
uitloop. Daarnaast hebben ze een kalverhouderij. De uitloop voor de leghennen is deels (circa 2 hectare) ingeplant
met een appelboomgaard en deels met een wilgenplantage. Dat levert beschutting voor de kippen, fruit voor de
verkoop en houtige biomassa. De houtchips dienen als
brandstof voor de houtkachel, waarmee het water voor de
kalverstallen wordt verwarmd. De aanleg van de wilgenplantage draagt daarnaast bij aan de verrijking van de
lokale biodiversiteit. De familie Thomassen biedt een
inspirerend voorbeeld voor
andere pluimveehouders en
zij delen hun kennis en ervaring via onderzoek naar de
2014
multifunctionele benutting
van kippenuitlopen.
w w w.bomenvoorbuiten­
kippen.nl of www.probos.
nl/kiplekkeronderdewilgen
V A TI E P R
I
UW
BO
N
IN
D
BIO
CHE LAN
OVATIE
P
JS
GIS
LO
G
IS
2014
CH
UW
IN
B
RI
BI O
LO
R
HE LAND
JS
NO
2014
SC
UW
Sinds 2012 is er één biologische boerderij waar ook waterbuffels worden gemolken, namelijk bij De Stoerderij, in 2010
kleinschalig gestart door Arjan Swinkels. Inmiddels lopen er
27 stoere waterbuffels door de weilanden van het Brabantse
Son en Breugel. De bedrijfsvoering kenmerkt zich door het
werken met een familiekudde (kalveren bij de buffelkoe),
365 dagen per jaar weidegang, vrijwel geen antibioticagebruik. Alle producten worden via eigen verkoop direct aan
de consument verkocht. Waterbuffels zijn hele bijzondere,
maar ook vriendelijke dieren, het zijn échte knuffel-buffels,
waardoor de kudde buffels dagelijks bezoekers trekt. Ondernemer Arjan Swinkels startte met weinig eigen kapitaal, maar bindt consumenten via crowdfunding.
Door gebruik te maken van de (sociale) media, dierenwelzijn centraal te zetten en
kwaliteit te leveren, verovert hij een plek met zijn Stoerderij. Momenteel wordt alle melk
als rauwe melk en roomijs aan huis verkocht, plannen voor buffel-mozarella en Goudse
kaas liggen klaar. De stierkalveren die ieder jaar worden geboren, blijven ook op de
boerderij en leven op natuurgrond waar zij het jaar rond kunnen grazen.
www.destoerderij.nl
BIO
Wim en Annie Thomassen,
­legpluimvee
OVATIEP
O
NN
IJS
De Stoerderij, waterbuffels
E LANDB
O
O
J
2014
UW
GISC E LAN
H
D
N
IN
BI
LO
ATIEPRI
De zeven telers Alex van Hootegem uit Kruiningen, André Jurrius uit Hemmen, Digni van den Dries uit Ens, Jacob Vos uit Bant,
Joost van Strien uit Ens, Kees van Beek uit Langeweg en Kees
Steendijk uit Kamperland hebben zich verenigd in het Samenwerkingsverband Onbereden Beddenteelt. Samen met een
loonwerker en onderzoekers werken ze aan een multitooltrac,
een werktuigendrager voor onbereden beddenteelt waarmee
het ook mogelijk moet zijn om te oogsten: de Almobiel. De ondernemers investeren daarmee in ‘bodemverlichting’ in plaats
van bodemverdichting. De telers zijn koplopers in de GPSgestuurde Onbereden Beddenteelt in Nederland. Naast de Almobiel lopen de individuele telers voorop in doorontwikkeling
van compostering, eigen zaadteelt en biologische veredeling.
Na omschakeling ontwikkelen de telers zo de biologische teelt
verder professioneel door.
S
OV
BO
Ontwikkeling
­Multitooltrac,
akkerbouw
GAOS, akkerbouw en kunst
GAOS, oftewel Geduldig Aandachtig Onbekommerd Samenwerken, is
het akkerbouwbedrijf waar Jos Jeuken en Ellen Krul op 50 hectare aan
huis in Swifterbant een slimme vruchtwisseling van groenten, pootgoed en
zaadteelten hebben. Daarnaast pachten zij nog 25 hectare natuurland
van Natuurmonumenten voor hun Gascoigne vleeskoeien. In 2004 startten ze met een fruitteler, een groenteteler en een melkveehouder de Hofwebwinkel, een goedlopende webwinkel waar ze een gedeelte van hun
producten verkopen in directe verbinding met de consument. Via stagiaires
van alle continenten staat GAOS in verbinding met de hele wereld. Hun
zaadvaste uien en wortelen met smaak worden verder vermeerderd via
Bingenheim. Tien jaar geleden kregen ze te horen dat ze een stuk van hun
EKOLAND | december – 2013
land moesten afstaan voor de Hanzelijn, de nieuwe treinverbinding tussen
Zwolle en de Randstad. Van deze bedreiging maakten ze slim een kans:
ze lieten de veen-ondergrond op hun akkers opbrengen en verhoogden zo
het organische stofgehalte. De bufferzone langs de spoorrails met vennen,
poelen en veel bloemen trekt insecten en vogels aan en is een plek waar
mensen tot rust komen. Bovendien staan er kunstwerken die de verbinding
met landbouw en landschap versterken: een doorkijk naar de akkers, een
ei van kistjes, een spannende vleermuizengrot, een huis voor de bijen in
NS kleuren en een overlegplek in een ‘vulkaan’. Met in het midden Station
GAOS. www.gaos.nu
11
Culinair
bindt
klanten
K
Bezoekers van biologische bedrijven zijn vaak
enthousiast en verrast als ze kennismaken met
mooie, pure producten op de biologische
boerderij. Koken met of voor deze bezoekers
zorgt voor een intensere beleving van de
smaak van biologische producten. Boerin
Tineke van den Berg krijgt voor haar kinder­
kookcafé hulp van een ‘Gouden Handenteam’
van vrijwilligers en weet: “Samen koken geeft
duurzame klantenbinding.”
Tekst Ingrid Cremer | Foto’s Ingrid Cremer & Dick Boschloo
inderen koken zelf. Bij de recente uitbreiding
van hun Stadsboerderij Almere hebben Tineke
van de Berg en Tom Saat een boerderijkeuken
gerealiseerd. “De keuken wordt multifunctioneel ge­
bruikt,” vertelt Tineke. Zojuist zijn er 60 Almeerse
Weelde-broodjes gebakken voor de gemeente Almere,
worden er kerstpakketjes samengesteld en worden er
koeken gemaakt voor de wekelijkse biologische boe­
renmarkt op het erf. Regelmatig is er gelegenheid voor
kinderen om zelf te koken. “Dit kan klein zijn, bijvoor­
beeld een verjaardagspartijtje, maar ook heel groot, met
bijvoorbeeld duizend kinderen, die op ons oogstfeest
hun eigen meel malen en pannenkoeken bakken,” ver­
telt Tineke. “Het is erg mooi als je het zelf koken erbij
kunt betrekken als je aan educatieve activiteiten doet.”
ties en particulieren in Flevoland zijn vervolgens zelf
met kinderkookcafé- activiteiten aan de slag gegaan.
Het Kinderkookcafé geeft veel voldoening, maar
vergt ook veel begeleiding en arbeid. De oplossing
van de Stadsboerderij: een ‘Gouden Handen-team’
met enthousiaste en gedreven vrijwilligers. Tineke
zet zich er voor in dat meer mensen en bedrijven de
waarde gaan inzien van de boerderijbeleving voor
kinderen. “Kinderkookcafé-activiteiten kunnen een
duurzame manier zijn van klantenbinding,” vertelt
ze. “Albert Heijn heeft bij ons al eens een Kinder­
kookcafé aangeboden aan een grote groep kinderen.
Op deze manier kunnen supermarkten, banken en
andere grote bedrijven zich op een betekenisvolle
manier onderscheiden.”
Het liefst ziet Tineke dat zoveel mogelijk kinderen
zelf kunnen ervaren hoe direct van het land geoogste
producten eruit zien en hoe leuk en lekker het is om
hier zelf iets mee te maken en dit op te eten. Samen
met het Centrum Biologische Landbouw heeft ze
daarom vanuit het project ‘Proef de Smaak van Fle­
voland’, in heel Flevoland inspiratiebijeenkomsten
georganiseerd, met een masterclass Kinderkookcafé
van Esther Boukema van ‘De Smaak te Pakken’. Ver­
schillende boerenbedrijven, ondernemers, organisa­
Ook voor volwassenen blijkt het koken en proeven
op een boerderij een intense beleving. Als openings­
activiteit van de Week van de Smaak Flevoland ge­
noten 60 gasten van een ‘Boergondisch feestmaal’ op
de biologische boerderij van de familie Van de Weerd
in de Tuin van Lelystad. Flevolandse sterrenchef
Paul van Staveren kookte het feestmaal, een heerlijk
herfstmenu met pompoenen en andere boerderijpro­
ducten. Dennis en Anja van de Weerd waren direct
enthousiast om een Boergondisch feestmaal op hun
12
december – 2013 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Culinair op de BioVak!
Neem ook deel aan de workshops op de BioVak over culinaire activiteiten
op en rondom de biologische boerderij en vindt en bindt klanten:
Woensdag 22 januari
‘Milieuwinst op het menu’, speciaal voor cateraars.
Donderdag 23 januari
‘Boerderijeducatie met mes en vork’, Koken van en op
het land met Tineke van den Berg, Stadsboerderij Almere, speciaal voor
boeren en tuinders met educatieve activiteiten.
Donderdag 23 januari
‘Boergondisch feestmaal’ , speciaal voor boeren, tuinders en
chef-koks die willen verdienen en vertellen.
Informatie over andere activiteiten en aanvangstijden volgt in Ekoland 1/2014.
boerderij te organiseren. Dennis: “Zo’n maaltijd
vinden we een hele mooie manier om nog meer men­
sen te laten zien wat er op ons bedrijf gebeurt, wat
er allemaal bij de teelten komt kijken en hoe onze
producten worden verwerkt. We hebben een druk
bedrijf en normaal gesproken neem je niet de tijd om
aan buren, burgers en buitenlui te laten zien wat je
aan het doen bent.” Beiden kijken met veel plezier te­
rug op de mooi gedekte tafels tussen de pompoenenverwerkingslijn in de schuur. “Het was erg leuk om
de reacties van de gasten te horen over ons bedrijf en
onze producten,” aldus Dennis. “En zelf waren we
erg verrast door wat chef-kok Paul van onze produc­
ten had gemaakt. Onze schorseneren hadden een lek­
kere ‘bite’ die we nog niet eerder hadden geproefd.”
Het concept van het Boergondisch feestmaal ontwik­
kelden Iris van de Graaf en Maria van Boxtel samen
met biologische boeren: rondleiding en maaltijd op
een bijzondere plek op de boerderij, gezamenlijk gas­
ten werven en boekingen innen. Dennis en Anja, en
andere boeren die Boergondische feestmalen op hun
boerderijen hebben georganiseerd, werken samen
via www.vaneigenerf.nl. Ze delen daar tips voor het
organiseren, schrijven van persberichten, het werven
van klanten en het maken van mooie menukaarten.
“Het opbouwen en afbreken heeft ons ongeveer een
EKOLAND | december – 2013
dag aan tijd gekost,” vertelt Dennis. “Het mooie is dat
een dergelijk feestmaal het leukste is in de dagelijkse
praktijk van de boerderij. Zo hadden we bijvoorbeeld
de vloer aangeveegd van de schuur waar we onze
pompoenen wassen en verpakken en waar het feest­
maal plaatsvond. Toen we de strobalen er vervolgens
hadden neergezet, als zitplaatsen voor de gasten, was
het direct weer stoffig. Maar dat hoort er natuurlijk
gewoon bij.”
Chef-kok Paul van Staveren was direct te porren
voor dit culinaire avontuur op de boerderij. “Mijn
ogen zijn echt open gegaan toen ik op de boerderij
van Dennis en Anja kwam,” vertelt Paul. “Pompoe­
nen kennen we allemaal wel. Maar de manier waarop
Dennis en Anja mooie biologische pompoenen met
een hoge voedingswaarde telen, heeft heel veel in­
druk op mij gemaakt. En ook de pastinaken, schor­
seneren, aardappelen en uien die ze telen. Een hun
geloof in hun eigen producten, de kennis die ze ervan
hebben en het doorzettingsvermogen dat ik heb ge­
zien. En de boer die je direct kunt aanspreken en die
veel te vertellen heeft. Als je daarbij tegelijkertijd die
producten kunt proeven geeft dat een hele bijzondere
meerwaarde.” Paul vergelijkt het met het proeven
van wijn. “Als je een wijn proeft op een Frans chateau
en ziet hoe wijn wordt gemaakt, smaakt de wijn het
allerbest. Een beleving die je bijblijft als je de wijn
vervolgens in je restaurant gebruikt en je het verhaal
erover vertelt aan je gasten. Het leukste moment van
het feestmaal vond Paul dan ook de aankomst van de
gasten op de boerderij. Voor de gelegenheid was de
boerderij uitgebreid met een kleine omheining met
daarin een aantal polderhoenen van het buurbedrijf
de Polderhoenderhof. “De boerderij leefde! Heerlijk
hoe de bezoekers er lekker konden rondsnuffelen en
genieten van wat er allemaal gebeurde.”
Ingrid Cremer werkt bij het Centrum voor Biologische Landbouw Flevoland,
dat dit jaar 25 jaar bestaat.
De boeren delen hun ervaringen uit het project ‘Proef de Smaak van Flevoland’
en uit het Praktijknetwerk Boergondisch, culinaire activiteiten op de biologische
boerderij.
13
De provincie Overijssel investeert fors in een sterke regionale economie en
duurzame landbouw is een belangrijke pijler binnen dit beleid. Avestura
organiseert voor BioVak´14 het Kringloopplein waarin de ambities van de
provincie voor het voetlicht worden gebracht. Eén van de speerpunten op
het plein is energie. Tekst Ida Hylkema | Foto’s Michiel Bus
Energiebesparing
onderdeel van
Kringloopplein BioVak’14
Meer geld overhouden door energie te besparen
De provincie Overijssel stimuleert het
Energiebesparing hèt
thema op Kringloopplein
BioVak’14
T
heo Rietkerk is gedeputeerde Eco­
nomie, Energie en Innovatie van de
provincie Overijssel. De provincie
heeft de ambitie om in 2020 twintig pro­
cent van de energie uit biomassa, wind,
zon en bodem te halen. “Ondernemers in
de agrarische sector zie ik als belangrijke
partners. Er is in de sector veel biomassa
aanwezig die nog niet optimaal wordt benut.
Denk bijvoorbeeld aan mest, overtollig gras,
14
snoeihout en dergelijke. Voor een individu­
eel bedrijf is het niet altijd rendabel om dit
te verwerken, maar als je het samen doet,
kan het interessant worden. De logistiek van
aanbod tot afzet is vaak nog een lastig punt.”
De provincie heeft een subsidieregeling voor
haalbaarheidsonderzoek waarbij biomassa
gezamenlijk wordt ingezameld en verwerkt
tot energie. “Ook samenwerkende agrarische
ondernemers met een goed project komen
december – 2013 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Energiescan
hier voor in aanmerking”, zegt Rietkerk.
Energie milieuvriendelijk produceren is be­
langrijk, maar dat geldt ook voor energie
besparen. Daarom legt de provincie ook hier
nadruk op in het programma Nieuwe Ener­
gie. Zo is het mogelijk om een energiescan
uit te laten voeren in combinatie met een
geld-terug-actie. Rietkerk: “Zo’n scan maakt
je bewust van wat je aan energie gebruikt en
waar je kunt besparen. Soms kun je met vrij
simpele maatregelen al veel energie bespa­
ren. Bijvoorbeeld door bewuster om te gaan
met verlichting. Daarnaast wordt er op een
melkveebedrijf veel warmte geproduceerd
die je kunt hergebruiken.”
De uitkomsten van de energiescan ver­
baasde melkveehouder Jan Pieter van
Tilburg uit Hellum. Samen met collegamelkveehouders heeft hij in een studie­
groep van MEI een energiescan laten
uitvoeren. “De gegevens van mijn bedrijf
klopten redelijk met de verwachtingen,
maar er waren ook bedrijven die duidelijk
boven het gemiddelde zaten. Door die
bedrijven door te meten, kwam het lek
boven tafel”, vertelt hij. “Door soms sim­
pele ingrepen is veel energie te besparen.
Vaak heb je er als ondernemer geen erg in
dat een apparaat of situatie veel energie
verbruikt. Bovendien lijkt het in eerste
instantie weinig, maar door dagelijkse
herhaling wordt het vanzelf veel.” Zelf liet
hij een lichtplan voor zijn melkveebedrijf
maken. “Hoeveel lampen heb je nodig en
waar hang je ze op, ook met het oog op
lichtemissie. Het blijkt bijvoorbeeld dat
TL-bakken van acht jaar en ouder veel
meer stroom verbruiken dan we denken.
Die kun je beter vervangen. Het gaat
erom om met zo weinig mogelijk stroom
je stal zo goed mogelijk te verlichten.”
Ook een voorkoeler bespaart veel energie,
weet Van Tilburg. Zelf wist hij dankzij
een extra vat te realiseren dat de melk
met een temperatuur van 13,7 graden de
melktank instroomt. “Dat scheelt nogal
wat.” Bij de bouw van zijn nieuwe stal let
hij ook goed op energiebesparende maat­
EKOLAND | december – 2013
Praktijkvoorbeelden
Meetapparatuur aanbrengen
Energieverbruik doormeten
regelen. “In bestaande stallen is niet veel
te veranderen, maar bij nieuwbouw wel.
Bijvoorbeeld als het gaat om de plaats van
de melkpomp en de melktank. Hoe min­
der leiding je nodig hebt, des te minder je
iedere dag ook hoeft door te spoelen en
dat is weer energiezuiniger.” Van Tilburg
zit in een studiegroep die gericht is op
energiebesparing. Via die groep kwam
hij in aanraking met het Eco200-systeem,
waarbij de warmte van de melk wordt
gebruikt voor de verwarming van water
en van de woning. “In combinatie met
energiebesparing en zonnepanelen op
het dak proberen we energieneutraal te
worden”, zegt hij. “Het leuke van zo’n stu­
diegroep is dat je elkaar stimuleert en op
ideeën kunt brengen. Er is meer mogelijk
in energieland dan we denken.”
Rob Jacobs van L’orèl Consultancy be­
geleidt de studiegroep van MEI. Jacobs
brengt het energieverbruik van een be­
drijf in kaart en zet dat af tegen de opti­
male situatie. Vrijwel altijd is wel ergens
een besparing mogelijk, maar het is aan
de ondernemer om te bepalen of de inves­
tering de moeite waard is. “Je moet altijd
kijken naar het kosten-baten plaatje”, stelt
hij. Jacobs benoemt vijf thema’s aan waar
een melkveehouder energie kan bespa­
ren: het melkproces, de reiniging van de
melkleidingen, de koeling van de melk, de
verlichting van de stal en de waterzuive­
ring. Vaak is de besparing een combinatie
van oplossingen. Bij het reinigen van de
leidingen is bijvoorbeeld energie te be­
sparen door de leidingen zo kort mogelijk
te houden en door ze te isoleren. Ook
op het gebied van verlichting is veel te
winnen. Er is veel geld te verdienen met
energiebesparing, is de stellige overtui­
ging van Jacobs. “Energiebesparing is in
principe voor een bedrijf veel lucratiever
dan zonnepanelen plaatsen. Het is al­
leen erg moeizaam om mensen daarvan
te overtuigen. Zonnepanelen zijn sexy,
energiebesparing niet. Het zit niet tussen
de oren. Maar als je naar de portemonnee
kijkt, dan moet je altijd eerst besparen.
Daarnaast kan er maar een beperkte
hoeveelheid zonnepanelen op het dak
geplaatst worden vanwege het dak en de
capaciteit van de stroomaansluiting.”
Net als Van Tilburg hecht de adviseur
grote waarde aan de studiegroep. “Ik
kan wel van alles vertellen, maar in een
studiegroep stimuleren de boeren elkaar
veel meer. Ze leren van elkaars ervaring
en dat geeft een boost. Een studiegroep
werkt daarom veel beter en de deelne­
mers realiseren meer energiebesparing
dan wanneer je je richt op één bedrijf.”
Op het Kringloopplein BioVak’14 krijgen
bezoekers een concreet aanbod om hun
kringloop verder te sluiten.
Meer informatie: www.biovak.nl.
Ga voor meer informatie over financiële bijdragen vanuit
Overijssel naar www.overijssel.nl/nieuweenergie/subsidieregelingen. Verhalen van energiepioniers in Overijssel zijn te vinden
op www.overijsselheeftnieuweenergie.nl.
15
Foto Frederique Bosch
Waarnemen met ‘twaalf zintuigen’,
tijdens BioVak op het Demeterplein
Louis Dolmans
Voor de goede waarnemer,
een gele kwikstaart tussen
het graan. Deze vogel
komt op insecten af en vind
je snel in niet bespoten
percelen.
Een goede boer is een
goede waarnemer
Het Demeterplein op de BioVak van Stichting Demeter, de BD-Vereniging,
Warmonderhof en Stichting Grondbeheer staat op 22 en 23 januari in
het teken van het waarnemen. Op het plein zijn doorlopend presentaties
over bijen, preparaten, water, zaadgoed, voedingskwaliteit en
bodemvruchtbaarheid, allemaal gerelateerd aan aandachtig waarnemen.
Tekst Bert van Ruitenbeek | Foto Merijn Bos
16
december – 2013 | EKOLAND
landbouw
A
an de hand van onderschei­
dende kenmerken van de
biodynamische landbouw is
te ervaren hoe je een ‘levende land­
bouwcultuur’ ontwikkelt en hoe je
daarmee de kwaliteit van het bedrijf
verbetert. Louis Dolmans is Demeter
gecertificeerd graanteler van Door­
nik Natuurakkers in Bemmel. Hij
kan fantastisch praten over de kunst
van het waarnemen en formuleert het
zo: “Je kunt producten alleen maar
gezond maken als je aansluit bij de
keten van de natuur. Vogels zijn voor
mij de gidsen Als ik leeuweriken in
de lucht zie vliegen en geelgorzen op
mijn terrein heb, dan is er een gezonde
omgeving want die vogels leven van
insecten en die insecten komen alleen
maar als er een rijk bodemleven is.
Je moet die samenhangen ontdek­
ken door met de grond bezig te zijn
en dat jaar na jaar, stap voor stap te
verbeteren. Dat is mijn doel.”
Hoe meer je hebt gekeken, hoe
meer je gaat zien. “Het menselijk
lichaam is afgestemd op de natuur
en je moet dus natuurlijk voedsel
maken, dan komt die gezondheid
vanzelf. Naarmate je gezonder eet,
heb je meer weerstand en minder
antibiotica nodig. Dat zijn dingen
waarvan wetenschappers zeggen,
dat moet je nog maar eens zien te
bewijzen, maar wij van uit de bio­
dynamische landbouw zien in de
praktijk dat het werkt en dan klopt
het. Biodynamisch boer kun je al­
leen zijn als je een uitstekend waar­
nemer bent. Waarnemen betekent
elke keer weer meer details zien. En
het leuke ervan is, naarmate je meer
kennis hebt en meer hebt gekeken,
ga je nog meer zien. Vanaf mijn ze­
vende neem ik bewust vogels waar
en elke keer zie ik meer dingen of
hoor ik nieuwe geluidjes. Wij heb­
ben van de granen van onze akkers
ons biodynamische broodje Door­
nik geproduceerd met de plaatselij­
ke bakker. Als ik dat eet, heb ik het
idee dat ik op mijn akker sta, daar
zit beleving achter.”
Bert van Ruitenbeek is directeur en coördinator
Demeter-promotie bij st Demeter
EKOLAND | december – 2013
De aard van het bedrijf
Een bezoeker vertelde op een gemengd bedrijf dat ze het beeld kreeg van iemand die een kind op
de arm draagt. “Omhullend dragen”, noemde ze als activiteit. Ze verwees daarmee naar de kantine
met behaaglijk gestuukte leemwanden, de zorgvuldigheid waarmee steeds weer een deel van de
mest van de heuvelstal naar de mesthoop gebracht werd, het koolzaad dat voor de eigen biodiesel
verbouwd werd. Dat had voor haar allemaal een gebaar van verzorgen en ondersteunen. Met haar
uitspraak bracht ze de tuinder van het bedrijf op het idee zich meer op de bestaande klanten van
het groenteabonnement te richten. “Daar is meer mee te bereiken dan steeds op zoek te zijn naar
nieuwe,” opperde hij. Als je zo iets van het wezen van het bedrijf kunt waarnemen, kun je er begrip
van krijgen waarom sommige dingen makkelijk gaan en andere moeizaam. Dat zit in de aard, de
individualiteit van het bedrijf.” Tijdens de excursies bedrijfsindividualiteit van de BD-Vereniging vragen we gericht naar zulke beelden en naar werkwoorden die een activiteit uitdrukken. Dan merk je
dat je de eigenheid van een bedrijf waar kunt nemen. De vraag ‘wat wil hier ontstaan en op welke
manier ontstaat dat?’, is een belangrijk aanknopingspunt in de biodynamische landbouw. Je werkt
niet alleen met en vanuit het leven zelf, je zoekt ook aansluiting bij het individuele van een plek en een
constellatie van mensen. Elke tweede donderdag van de maand zijn we op een bedrijf in Nederland
of Vlaanderen te gast met dit onderzoek.
Luc Ambagts BD-Vereniging
De twaalf zintuigen van Rudolf Steiner.
In 2014 is het 90 jaar geleden dat een heel bijzonder waarnemer, genaamd Rudolf Steiner, zijn
landbouwcursus gaf. Zijn waarnemingen zijn nog steeds levend en actueel. De twaalf zintuigen
die Rudolf Steiner onderscheidt, zijn van waarde om op een veelzijdige manier de wereld om ons
heen te leren kennen. Reuk, smaak, zien en horen zijn bekend en vertrouwd. Maar ook bijvoorbeeld
beweging, evenwicht, tast kunnen als zintuig worden ingezet. Je eigen lichaam, je fysieke omgeving
en je niet fysieke of geestelijke wereld vormen samen de gehele wereld. Voor elk van die drie ‘werelddelen’ zijn vier zintuigen beschikbaar waarmee je ze kunt leren kennen. Zo werken we er mee in
onze opleidingen en deze nemen we als leidraad voor de kennismaking met BD-landbouw. In afwisseling met Derk Klein Bramel zal ik op het plein demonstraties geven over hoe je via aandachtige
waarneming aan bodemvruchtbaarheid kan werken.
Ruud Hendrikx, Warmonderhof
Bewust waarnemen is de sleutel tot vernieuwing
Vernieuwing en ontwikkeling passen bij de biodynamische landbouw, waar vaak juist vanuit een
scherpe waarneming iemand iets heel anders gaat doen, dat blijkt te kloppen en te werken. Je kunt
ontelbare keren langs iets lopen, zonder het daadwerkelijk op te merken. Waarneming begint dus bij
interesse en nieuwsgierigheid. Een goede waarnemer vraagt zich van alles af. Wat valt op aan grasland? Is het alleen gras? In welke fase van de plantcyclus? Maar daarnaast is kennis nodig. Zonder
begrippen is moeilijk te duiden wat er te zien is. Ik hoorde laatst iemand die bezig is met “zelfzaaiend
grasland”. Zo’n begrip is net een duw tegen een tuimelaar, het zet allerlei eerdere kennis en begrippen in beweging. Is het wel zo normaal wat we nu normaal vinden? In de huidige praktijk zaait het
gras zich niet of nauwelijks uit, want het wordt steeds gemaaid. Kun je de vitaliteit van de graszode
versterken door stroken gras ongemaaid te laten bloeien zodat het zichzelf uitzaait? Hiervoor is nog
meer waarneming en experiment nodig. De uitwisseling over wat een ander interesseert en heeft
waargenomen raakt voor mij de kern van wat een landbouwcultuur levend en vernieuwend houdt.
Een combinatie van kennis en waarnemingsvermogen is nodig voor de ontwikkeling en borging van
de waarden achter een kwaliteitskeurmerk als Demeter.
Petra Derkzen, coördinator certificering Demeter
Doorlopende presentaties op het Demeterplein
Op beide beursdagen zijn er elk uur demonstraties. Het schema wordt nog bekend gemaakt via
de websites en op de beursvloer. Daarnaast is er een loungeruimte voor uitwisseling en vragen
aan de organisaties over opleidingen, cursussen, intervisie, collegiale toetsing, omschakelen en
gebruik promotiematerialen in winkels en dergelijke. Bezoekers aan het plein kunnen meedoen aan
een prijsvraag, die wordt rondgedeeld met het programmaboekje. De prijzen bestaan uit Demeter
voedselpakketten, die staan uitgestald op het plein.
17
Wie haalt even een krop sla van het dak?
En neem gelijk wat peterselie mee!
Groen ondernemen
op een stadsdak
In Rotterdam is de eerste dakmoestuin van Europa aangelegd. De Dakakker
bedruipt zichzelf en moet de komende jaren zelfs een kleine winst gaan op­leveren. De aanleg werd mogelijk gemaakt door het winnen van een prijs­vraag.
Er wordt biologisch gewerkt, maar de producten mogen niet als biologisch
worden verkocht. Aan (internationale) belangstelling is echter geen gebrek.
Tekst Bernard Faber | Foto’s Karin Oppelland
18
december – 2013 | EKOLAND
Bedrijf in beeld
“I
n het gebouw waar wij voorheen zaten, hadden we
al de mogelijkheid onderzocht om iets groens met
het platte dak te doen”, vertelt Wouter Bauman
van het Milieucentrum Rotterdam (MCR). “Toen we in
2011 verhuisden naar het Schieblock ontdekten we dat
een medehuurder, architectenbureau Zus, hetzelfde idee
had.” Zus deed mee aan een prijsvraag in het kader van
de Architectuurbiënnale. “En toen was het bingo”, aldus
Bauman, “Zus won de hoofdprijs van ruim 4 miljoen euro.
Met dat geld kon de Dakakker als eerste dakmoestuin
van Europa daadwerkelijk worden gerealiseerd.” De tuin
is aangelegd door Binder Groenprojecten. Het toegepaste
dakmoestuinsysteem is ontwikkeld door OptiGroen.
Optigroen is een internationale franchiseformule, die
40 jaar geleden is ontstaan in Duitsland. In Nederland
voorziet Optigroen jaarlijks zo’n 200.000 m2 dak van
een groendak of daktuin, wereldwijd gaat het om zo’n
2 miljoen m2 Het meest voorkomend zijn sedumdaken,
maar Optigroen levert ook parkdaken waar struiken
en zelfs bomen op kunnen groeien. Groene daken heb­
ben als voordelen een koelende werking en ze bescher­
men de onderliggende dakbedekking waardoor die tot
tweemaal langer meegaat, verder dragen groene daken
bij aan biodiversiteit en de regulatie van regenwater. De
terugverdientijd van een groen dak bedraagt circa 8 jaar.
Optigroen was betrokken bij het initiatief van de eer­
ste dakmoestuin in New York, de Brooklyn Grange.
“We hebben meegewerkt aan de ontwikkeling en aan­
leg van een daksysteem voor een commerciële daktuin
voor het verbouwen van groenten”, vertelt directeur
Henk Vlijm van Optigroen. “De Brooklyn Grange
Farmers beheren intussen drie grote dakmoestuinen,
waar ze biologische groenten en fruit telen voor lo­
kale restaurants en consumenten.” Op basis van de
ervaringen in New York ontwikkelde Optigroen het
dakmoestuinsysteem. Het systeem bestaat uit vijf ver­
schillende lagen, waarmee onder andere de afwatering
van regenwater wordt gereguleerd en wordt voorko­
men dat plantwortels in de onderliggende dakbedek­
king en constructie door kunnen dringen. De toplaag
“Voor de
Dakakker
is zoveel
belang­
stelling dat
het rond­
leiden van
groepen
een com­
mer­­ciële
activiteit
is ge­­
worden.”
Substraatteelt
Een principe van biologische landbouw is dat gewassen in de
aarde wortelen, dus niet in geïsoleerde teeltbedden of kokosmatten. Volgens de huidige interpretaties die Skal hanteert, is
substraatteelt alleen acceptabel indien de plant en natuurlijk substraat (potgrondmengsel) als geheel worden verkocht. Zo zijn
er kruiden in pot wel biologisch gecertificeerd, terwijl tomaten
afkomstig van planten die in substraat groeien niet als biologisch
worden aangemerkt. Komende jaren gaat de EU commissie zich
beraden over nieuwe regels over dit aspect waarbij ook biologische stadslandbouw mogelijk een plek gaat krijgen.
EKOLAND | december – 2013
19
“En toen
was het bingo.”
groen
staldak
Speciaal voor boeren
werkt Optigroen momenteel aan een hele
nieuwe toepassing
van zijn groendaken.
Volgend jaar komt het
bedrijf op de markt met
een met gras begroeid
weidedak en een ‘gewoon’ groen staldak.
Het weidedak is speciaal bedoeld voor het
op natuurlijke wijze
inpassen van een stal
in het landschap.
Beide daken hebben
als extra voordelen
dat ze door hun koelende werking helpen
om warmtestress bij
dieren te voorkomen
en dat ze gebruikt kunnen worden voor het
hergebruik van stal- en
spoelwater. Dat water
verdwijnt anders in de
gierput en dat kost elke
dag geld. Daarnaast
kunnen in het groene
daksysteem zonnepanelen worden geïntegreerd.
20
van substraat is het dikst en bestaat uit een mengsel
van lavabims, leisteen, zand en klei en compost. “Het
product is zo samengesteld dat het goed zaaibaar is en
dat planten er goed in kunnen wortelen,” aldus Vlijm.
Optigroen heeft onderzocht of het mogelijk is om het
dalkmoestuinsysteem of een dakmoestuin biologisch
te certificeren. “In de praktijk werken we op een biolo­
gische manier, ook het substraat bestaat uit natuurlijke
materialen, helaas is biologische certificering hier ech­
ter niet mogelijk omdat we niet voldoen aan de eis dat
biologische groenten in de volle grond moeten worden
geteeld. Teelt in substraat, hoe natuurlijk die ook is, is
niet toegestaan.” Opvallend genoeg werd in Amerika
al in 2008 een dakmoestuin biologisch gecertificeerd
(Uncommon Ground in Chicago), inmiddels zijn er
tientallen biologische dakmoestuinen in de VS. Na­
tuurvoedingswinkelketen Whole Foods opent binnen­
kort in Brooklyn (NY City) een nieuwe winkel met op
het dak een groentekas van bijna 2.000 m2. In de kas
moet straks een groot deel van de biologische groen­
ten worden verbouwd voor de groenteafdeling van de
winkel. Verser kan niet, terwijl door de beperking van
transport de ecologische ‘footprint’ van groenten én
winkel een stuk positiever wordt. Misschien geeft de
nieuwe regelgeving voor biologisch, waar momenteel
over wordt gesteggeld in Brussel, straks nieuwe moge­
lijkheden.
Bedrijfsgegevens
De Dakakker
Grondsoort: natuurlijke substraatmix van Optigroen
(dikte van de bedden 20-40 cm)
Arbeid: 8 uur/week plus in het seizoen 15 vrijwilligers
ieder 4 uur/week
Teelten: 32 soorten groenten, 27 soorten kruiden,
17 soorten bloemen in een roulatieteelt van
6 blokken (v.a. 2014)
Veestapel: 2-3 bijenvolken
Afzet: 5 restaurants in de buurt,
via winkel aan buurtbewoners
Mest: koemestkorrels (5kg/are); kalkammonsalpeter
(2 kg/are); Ekomix 3 (5 kg/are)
Mede dankzij de Dakakker in Rotterdam groeit ook
hier de belangstelling voor dakmoestuinen. Vlijm:
“Wij werken momenteel aan de ontwikkeling van een
december – 2013 | EKOLAND
Bedrijf in beeld
dakmoestuin van 5.000 m2 in Brussel. In Duitsland
zijn al enkele kleinere tuinen, waaronder een bes­
sendak, waar verse jam wordt gemaakt. In Nederland
zijn we in gesprek met verschillende partijen waaron­
der een restaurantketen. Die partijen willen aan hun
klant kunnen vertellen dat ze de kruiden vers van
het dak plukken. Zo kunnen ze zich onderscheiden.”
Ondanks de groei voorziet Vlijm dat de dakmoes­
tuin een nicheactiviteit blijft. “Vanwege het gewicht
is maar een beperkt aantal daken geschikt. Het gaat
vooral om het beïnvloeden van de mindsetting.”
Voor de tuin in Rotterdam is zoveel belangstelling
dat het rondleiden van groepen een commerciële acti­
viteit is geworden. “Volgende week komt er een groep
uit Denemarken die in Kopenhagen een daktuin wil
starten”, vertelt Bauman, die voor het MCR de tuin
beheert, “afgelopen jaar kwam er zelfs een groep uit
Vietnam.” Bauman besteed circa 8 uur per week aan
de Dakakker. Hij wordt gesteund door een groep
van circa 15 vrijwilligers. “Elke vrijdagochtend gaan
we het dak op om te oogsten en bestellingen klaar te
maken en de tuin te onderhouden,” vertelt Bauman.
“In de dagen daarvoor heb ik via de mail al een be­
stellijstje doorgestuurd naar een vijftal chefkoks van
restaurants in de buurt. De vrijwilligers brengen ook
de bestellingen weg. De rest van de groenten verko­
pen we op vrijdag in een winkeltje hier in het pand,
aan mensen die hier werken en mensen uit de buurt.”
Andere activiteiten die meehelpen om de exploitatie
sluitend te krijgen zijn de verhuur van het glazen
EKOLAND | december – 2013
‘Natuurvoedingswinkelketen
Whole
Foods
opent in
Brooklyn
(NYC) een
winkel met
op het
dak een
groentekas
van bijna
2.000 m2.’
dakpaviljoen als vergaderruimte en een populair
educatieprogramma voor kinderen. Dat heet op z’n
Rotterdams ‘?¿Dakennie?¿’ (dat kan niet). Eén van
de activiteiten uit het programma is het maken van
zaadbommen die de kinderen dan tussen school en
huis mogen droppen. Een soort guerilla gardening.
Met 30 groepen zit het programma voor heel 2014 al
stijf volgeboekt. Als nieuwe activiteiten denkt Bau­
man aan het verhuren van het dak als locatie voor
foto- en filmshoots en yogalessen. Gevraagd naar wat
nu de commercieel interessantste tuinbouwproduc­
ten zegt Bauman zonder aarzelen: “Eetbare bloemen.
Daar hoef je niet zo heel veel voor te doen terwijl een
bakje bloemen bijvoorbeeld weggaat voor vijf euro.
Het is een product dat supervers moet zijn en dat
je dus niet gemakkelijk kunt aanvoeren van buiten
de stad. De bloemen verleppen dan snel.” Populaire
bloemen zijn oostindische kers, goudsbloem, rucola
en courgette. Van de kruiden lopen verveine en de
zeven (!) verschillende soorten munt het hardst. Met
alle hiervoor genoemde activiteiten kan de Dakakker
zichzelf nu al bedruipen, maar Bauman denkt dat een
kleine winst ook mogelijk moet zijn. “En dan hoop ik
dat we in de toekomst een ondernemer kunnen vin­
den die de tuin wil exploiteren, bijvoorbeeld in een
combinatie met een restaurant.” Zo wordt duurzaam
ondernemen langzamerhand overal mogelijk, zelfs op
een oud dak midden in de grote stad.
Meer informatie: www.dakakkers.nl
www.brooklyngrangefarm.com/ourproducts
www.facebook.com/WholeFoodsBrooklyn
www.optigroen.nl/index.html
21
Ghulam Mustafa Shah en Ghullam Abbas Shah, beiden uit Pakistan, kregen een beurs om
bij een ‘gerenommeerde universiteit in het buitenland’ te promoveren. Zij wilden onderzoeken
wat er in en met vaste mest gebeurt vanaf de productie door dieren tot de opname
van stikstof door planten. Via internet vonden ze Egbert Lantinga van de leerstoelgroep
Farming System Ecology in Wageningen. Tekst Gerard Oomen | Foto’s Leen janmaat
nieuw onderzoek laat zien wat er precies met mest gebeurt
Op weg naar
de beste mest
I
nmiddels zijn de twee onderzoekers gepromoveerd tot
doctor in de landbouwwetenschappen. Hun bevin­
dingen zijn niet alleen interessant voor wetenschap­
pers, maar ook voor boeren in Pakistan en Nederland.
De proeven werden uitgevoerd in de hellingstal van het
biologische proef- en leerbedrijf Droevendaal in Wage­
ningen met jonge stieren. De dieren werden goed gevoerd
en ze groeiden ongeveer 1.3 kg per dag. Elke dag werd per
100 kg lichaamsgewicht 1 kg gehakseld stro ingestrooid.
In enkele proeven werd ook klei (zeoliet), lavameel of
zand uit de bouwvoor ingestrooid. De dieren mengden
de mest en trapten deze geleidelijk naar beneden. Elke
dag werd de mest die van de helling kwam, opgevangen
en op verschillende manieren bewaard: een deel werd
gecomposteerd, een ander deel werd buiten in weer en
wind op een hoop gezet, een ander deel werd onder een
afdak op een hoop gezet en weer een ander deel werd
gefermenteerd c.q. als maïs ingekuild. Later werd de mest
gebruikt in bemestingsproeven met gras en maïs als test­
gewas op de zandgrond van Droevendaal. Daarbij werd
ook gekeken in hoeverre de ammoniakemissie beperkt
werd door lavameel toe te voegen en door te beregenen.
Op allerlei momenten en plekken werd de emissie van
22
koolzuurgas, ammoniak, methaan en lachgas gemeten.
Om het overzichtelijk te houden zal ik alleen resultaten
bespreken, die voor de praktijk interessant zijn.
Verliezen in de stal. Wanneer alleen stro werd inge­
strooid, ging 16% van de N in de uitgescheiden mest
verloren voordat deze afgevoerd werd. Door grond,
lavameel of klei toe te voegen werd het verlies beperkt
tot 6%. De ammoniakemissie viel erg mee en het me­
rendeel van de verdwenen stikstof was als inerte stik­
stofgas verloren gegaan.
Verliezen tijdens bewaring. Van mest op een hoop
gezet ging 35% van de stikstof verloren ,wanneer al­
leen stro was toegevoegd en 20% wanneer behalve stro
ook grond was toegevoegd. In andere proeven werd de
vaste mest gecomposteerd of ingekuild en gefermen­
teerd. Bij composteren ging, afhankelijk van het sei­
zoen en de duur, 20-60% van de organische stof ver­
loren en uit de gefermenteerde mest 10 tot 20%. Van
de stikstof ging bij composteren 33 -45% verloren en
bij fermentatie slechts 6 tot 10%. Na fermentatie bleef
meer minerale N , organische N en lignine over, ook al
Op
grasland
werd na
fermen­
tatie drie
keer meer
extra gras
geprodu­
ceerd
dan na
com­pos­
tering van
de mest.’
december – 2013 | EKOLAND
landbouw
waren de gehalten van de laatste twee in de droge stof
lager dan die na composteren. De combinatie zand
toevoegen en fermenteren is niet onderzocht.
Verliezen bij het uitrijden. In de proef met maïs werd
de mest snel ingewerkt. Bij proeven op grasland werd
duidelijk dat de vervluchtiging te beperken was door
te beregenen : 5 mm en 10 mm water gaven een reduc­
tie van respectievelijk 65 en 92%. Het toevoegen van
lavameel (en dus waarschijnlijk ook van grond) gaf
een reductie van een kleine 50%. Door zowel lavameel
als 10 mm water toe te voegen werd de emissie tot na­
genoeg 0 teruggebracht. De absolute vervluchtiging is
niet gemeten.
Benutting van resterende stikstof in de grond. De
bemestingsproeven met maïs werden uitgevoerd op
een vruchtbare zandgrond . Er werd steeds bemest met
170 kg N/ha en de mest werd meteen na het uitrijden
ondergewerkt. Vlak na de bloei bracht de maïs zonder
verder bemest te zijn 11.200 kg ds op, bij bemesting
met verse mest 14.400 kg ds , na composteren 13.600
kg ds/ha, na fermentatie 16.400 kg ds en na bewaring
op een vaste, maar niet al te grote hoop 15.500 kg ds.
Van de gefermenteerde mest werd de meeste N opge­
nomen (20% van N in uitgescheiden mest) en van de
gecomposteerde mest het minste (8%). Deze getallen
zijn niet absoluut, want bij ander onderzoek is geble­
ken dat de benutting in het eerste jaar na toediening
ook afhangt van de samenstelling van het bodemleven
en dat die weer afhangt van de bemestingsgeschiede­
nis. In elk geval werd van alle soorten vaste mest de
meeste stikstof en koolstof toegevoegd aan de ‘oude
kracht’, d.w.z. dat deze in de komende jaren beetje bij
beetje vrij zal komen. Op grasland werd na fermen­
tatie drie keer meer extra gras geproduceerd dan na
compostering (vergeleken met onbemest grasland).
Wanneer alleen stro werd ingestrooid, ging
in de stal al 16% van de N in de uitgescheiden
mest verloren.
Van hellingstal naar potstal. In Nederland zijn meer
potstallen dan hellingstallen. De resultaten kunnen
vertaald worden naar het beheer van een potstal. Op
de meeste bedrijven wordt potstalmest meer gefer­
menteerd dan gecomposteerd. De processen in de bo­
venste laag mest in een potstal zijn vergelijkbaar met
die in mest in een hellingstal, onderin in een potstal
fermenteert de mest. Gewoonlijk wordt in de winter
de stal een keer leeg gehaald. De mest wordt dan op
grote hopen gezet en binnen in die hoop zal een groot
deel van de mest verder fermenteren. In de praktijk
zijn de stikstofverliezen verder terug te brengen door
lavameel (drie pond per koe) of grond (drie kilo per
koe) in te strooien. Dit is in een potstal niet zo gemak­
kelijk te doen, bovendien is lavameel op dit moment
EKOLAND | december – 2013
duur. Verder wordt het verlies beperkt door de hoop
op te zetten op een dunne laag stro om het vocht op
te vangen dat uit de hoop geperst wordt en door de
hoop netjes af te werken en strak te bedekken met
plastic. Om vervluchtiging van ammoniak te beperken
kan de mest het beste meteen na het uitrijden inge­
werkt worden. Dat moet dan wel op een moment dat
daarna nog een gewas of winterharde groenbemester
geteeld wordt, want anders gaat de gespaarde stikstof
alsnog verloren door uitspoeling. Wanneer de mest
oppervlakkig uitgereden wordt op grasland of een
gras(klaver)ondervrucht, kan dat het beste gebeuren
bij regenachtig weer of op een koele, windstille avond,
wanneer ’s nachts dauw verwacht wordt. Meteen be­
regenen is nog beter, maar het gaat dan wel om grote
hoeveelheden water (1 mm is 10 kuub/ha)
Maar composteren was toch beter? De bevindingen
lijken haaks te staan op die van het onderzoek door
FIBL in Zwitserland. De conclusie daar was dat stel­
selmatig gebruik van gecomposteerde mest tot een be­
tere bodemstructuur leidt en tot een hoger organisch
stofgehalte dan bij gebruik van mest die op een hoop
gezet is.*| Die conclusie is ongetwijfeld juist, wanneer
je de hoeveelheid mest baseert op de behoefte van het
gewas. Toch is er een kanttekening bij die conclusie
te maken. Ze gaven de velden gelijke hoeveelheden N,
P en K. Zij betrokken de mestsoorten van bestaande
bedrijven en berekenden de hoeveelheden benodigde
mest op basis van de gehalten in de mest. Zo hielden
ze geen rekening met alle processen en verliezen tij­
dens de bewaring en kregen de proefveldjes via mest­
compost meer stabielere organische stof toegediend.
Bij compostering gaat het niet alleen om de stikstof.
Er zijn redenen om de voorkeur te geven aan compos­
teren van mest: doden van onkruidzaden, doden van
ziektekiemen voor plant, dier en mens, verbetering
van hanteerbaarheid en, binnen de BD, de mogelijk­
heid om preparaten toe te dienen. Sommige gewassen
verdragen bovendien geen mest die weinig verteerd is.
Mestcompost is een prima meststof, maar het blijft de
vraag of de inherente stikstofverliezen bij het compos­
teren van mest (ca 50%) op een zelfvoorzienend bedrijf
of binnen een zelfvoorzienende biologische landbouw
voldoende gecompenseerd kunnen worden door meer
klaver te telen.
*| www.fibl.org/fileadmin/documents/shop/1089-dok.pdf
23
Varkens op het Sallandse zand
Gemengd bedrijf
Overesch
OUDE
GARDE
nieuwe
garde
Rick
Je kan als boer
niet teveel risico
nemen.
R ick Overesch
Varkenshouder Jan Overesch uit het Sallandse Raalte heeft een missie. En dat is niet alleen
het houden van biologische varkens in een zo gesloten mogelijke bedrijfsvoering, maar
ook het onderwijzen van zoveel mogelijk (mogelijke) consumenten. Zijn vrouw Mariet en
zoon Rick delen deze missie en daarom heeft het bedrijf een uitkijkplaats boven de stal
van waaruit de varkens in hun hokken bekeken kunnen worden. Jan zelf geeft waar nodig
lezingen en heeft het bedrijf al voor menig cameraploeg, die de biologische varkenshouderij
wil vastleggen, geopend. Tekst & foto’s | Eline de Bot
D
e akkerbouw- en groenteteelttak van het ge­
mengde bedrijf dat Jan (65) en Mariet (59) in
1974 overnamen van de ouders van Jan is sinds
1994 al biologisch. Jan: “We schakelden om uit idealisme
maar over biologische varkenshouderij was nog weinig
informatie beschikbaar. Maar toen we eenmaal een deel
van ons bedrijf biologisch hadden, wilden we dat ook
voor de varkens, dus die zijn in 2003 omgeschakeld.
Behalve grasland, groente en aardappels telen we 79
ha diverse granen waarvan ongeveer de helft naar de
varkens gaat en de rest naar Biobakker Ahaus. De sa­
menwerking met deze bakker past ons goed. Hij gaat
voor kwaliteit en wil graag inspraak in de rassen die
we telen. In ruil daarvoor krijgen we een eerlijke prijs
van hem.”
Sector laten groeien “Omdat de productie van bi­
ologische varkensvlees voor veel mensen nog een
onbekend gebeuren is, bieden we via onze open stal
24
Elke maand wordt
een bedrijf belicht
dat rond overname
zit. Het verhaal
van de ‘oude’
ondernemer komt
aan bod, die een
nieuwe fase begint
van zijn of haar
leven. Ook spreken
we met de nieuwe
ondernemer(s) voor
wie een spannende
periode aanbreekt.
Welke plannen heeft
hij/zij met het bedrijf
en hoe kijkt de ondernemer naar de
toekomst? In deze
rubriek brengen we
verleden, heden en
toekomst samen.
mensen de mogelijkheid om een kijkje te nemen.
We geven gemiddeld elke week een rondleiding, en
vooral in de zomer en het weekend hebben we veel
aanloop van fietsers en toeristen. Uiteindelijk geloof
ik dat deze voorlichting helpt om de klantenkring
van de gehele sector te laten groeien. Als boer zie ik
het als mijn taak om de consument enthousiast te
maken voor bio.”
Natuurbeheer “Het is heel bevredigend dat het lukt
om succesvol een biologisch bedrijf te runnen, en
dat het dus niet nodig is om afhankelijk te zijn van
chemicaliën. Behalve varkens en 22 zoogkoeien heb­
ben we ook tien bosvarkens die op een landgoed
leven. Daar wroeten ze de grond om zodat zaden
en kiemen aan de oppervlakte komen die zich daar
verder kunnen ontwikkelen. Het landgoed is erg en­
thousiast over onze samenwerking en geven aan dat
de biodiversiteit enorm toeneemt door de varkens.
december – 2013 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Gemengd bedrijf van Jan,
Mariet en Rick Overesch
- 108 ha zandgrond waarvan 15 ha grasland, 12 ha groenteteelt (spitskool, broccoli,
suikermaïs en pompoen voor de groothandel), 2 ha aardappels en 79 ha graan
waaronder tarwe, gerst, rogge, spelt en
­emmertarwe. Het graan gaat gedeeltelijk
naar Biobakker Ahaus.
- De varkenshouderij omvat 115 zeugen,
800 vlees­varkenplaatsen en 10 bosvarkens.
De varkens worden afgezet aan de Groene
Weg en via de boerderijwinkel .
- Het vlees van de 22 brandrode zoogkoeien
wordt aan huis verkocht.
- 1 fulltime arbeidskracht, en in het weekend
en de v­ akantie zijn er 7 scholieren of vutters
aan het werk in de groenteteelt.
- Het bedrijf heeft een bezoekerscentrum en
een ­boerderijwinkel.
veresch
O
t
e
i
r
a
M
n
Jan e
Dat is heel mooi. Gelukkig zijn Rick en onze werkne­
mer Rudy ook enthousiast over natuurbeheer. Samen
zetten we ons in voor onder meer groenstroken, bloe­
menranden, vruchtbomen en singels op ons bedrijf.
Zulke elementen komen echt de sfeer op je bedrijf ten
goede. Ook over andere zaken communiceren we veel
en we komen altijd wel tot goede gezamenlijke beslis­
singen. Mijn levensmotto, welke ik ook aan Rick hoop
te hebben doorgegeven, is dat je als boer de grond te
leen hebt van je kinderen en dat je de boel een tijdje
mag besturen. Richt je bedrijfsvoering dus duurzaam
in. Maar de schoorsteen moet natuurlijk ook roken. Ik
geloof in een groene economie, en in werk doen dat je
leuk vindt.”
Rick deed de gangbare MAS en HAS en wist al lang
dat hij zijn ouderlijk bedrijf wilde overnemen. “Toen
we de varkens omschakelden naar biologisch, zijn
we op diverse bedrijven gaan kijken om ideeën op te
doen. Uit al die informatie hebben we datgene wat bij
ons past op ons bedrijf toegepast. Wat er kenmerkend
is voor ons bedrijf? We hebben veel dichte vloeren en
werken met mestschuiven en stro. Hierdoor wordt de
gier en vaste mest gescheiden en hebben we een flink
aandeel potstalmest, wat het goed doet op onze akkers.
De verhoudingen van de gier zijn goed, maar met vaste
varkensmest heb je meestal een probleem met het te
hoge fosfaatgehalte. Om dit te verbeteren hebben we
het mengvoederbedrijf gevraagd voer te mengen met
minder fosfaat. Dit is een experiment. Er is tegenwoor­
dig geen proefbedrijf meer voor biologische varkens­
EKOLAND | december – 2013
Jan
Mijn levensmotto is dat je als boer de
grond te leen hebt van je kinderen.
houderij, dan moet je dus zelf gaan uitproberen. Maar
wel voorzichtig natuurlijk. Je kan als boer niet teveel
risico nemen met je dieren.”
Gesloten bedrijfsvoering “We willen een zoveel
mogelijk gesloten bedrijf voeren. Zo gebruiken we al
onze mest zelf, of ruilen dit met andere boeren bij wie
we op onze beurt graan mogen telen. In de toekomst
hoop ik dat we nog meer land kunnen krijgen om var­
kensvoer op te telen. Het is zaak om contact te krijgen
met mensen die hun grond duurzaam bewerkt willen
hebben, zoals landgoederen. De strijd om grond met
de gangbare melkveehouders en loonwerkers gaan
we waarschijnlijk toch niet winnen als het alleen om
pachtprijs gaat, want die betalen een hogere prijs om­
dat zij de grond gebruiken als mestplaatsing. Gelukkig
zijn er ook verpachters die verder kijken dan alleen de
pachtopbrengst. Zij gunnen een biologische onderne­
mer graag het gebruik van de grond.
Ik bewonder mijn vader dat hij met weinig is begon­
nen, en nu een mooi en succesvol bedrijf heeft. Ook zet
hij zich erg in om biologisch op de kaart te zetten, en
om samen te werken met natuurorganisaties. Hij staat
heel actief in het biologische ondernemerschap.”
25
Een bespiegeling over klimaateffecten
en biologische landbouw
Maakt methaanuitstoot
bio-landbouw tot
dubieuze bezigheid?
In discussies over klimaat en landbouw gaat het
al snel over methaan. Herkauwers produceren
met hun spijsvertering methaan en dat is funest
voor de opwarming van de aarde, zo stellen
klimaatwetenschappers. Ekoland duikt in het moeras
van de methaanproblematiek
Tekst Tom Saat | foto Dick Boschloo
M
ethaan (CH4) is een veel sterker broeikasgas
dan CO2 en dus is in de landbouw grootste
winst te behalen in de beteugeling van het
klimaatprobleem. Als dit waar is, is biologische land­
bouw, op zijn zachtst gezegd, een dubieuze bezigheid.
Met hun omzetting van ruwvoer in mest vormen her­
kauwers immers de basis van de biologische landbouw.
Op het Ministerie van Economische Zaken weet men
het wel: al jaren worden campagnes om kippenvlees te
26
promoten gesubsidieerd. Niet zozeer omdat ‘kip het
meest veelzijdige stukje vlees’ is, maar omdat de pro­
ductie van kippenvlees de minste klimaatbelasting zou
opleveren. Men neme een kuiken, stopt er graan in, en
binnen een paar weken ligt er kip op je bordje. Niks
geen methaanuitstoot, maar wel een hoge voerefficiën­
tie; een prima productieproces dus. Om het verder te
optimaliseren, kun je dan de kip er nog tussenuit halen
en het proces nabootsen in het laboratorium: het Ei van
Columbus is gelegd. Een technocratisch juweeltje, als
je landbouw en voeding als een lineair productieproces
wilt zien. Bij de biologische boer begint er dan toch
iets te knagen. Allereerst omdat je in de biologische
landbouw niet in lineaire, maar in circulaire proces­
sen moet denken. Met alleen kip en kippenmest kun
je immers geen (landbouwkundig zelfstandig) bedrijf
rondzetten. Graan telen en het land weer met kippenmest
bemesten is een eindig verhaal, omdat het de bodem
verarmt. Om de bodemvruchtbaarheid duurzaam te
garanderen is organische stof en dus ruwvoeromzetting
december – 2013 | EKOLAND
Veeteelt
nodig. En omdat wereldwijd ook nog eens 60 % van de
landbouwgrond alleen geschikt is voor de teelt van gras,
wat alleen koeien in humane voeding kunnen omzetten,
zijn die het juweeltje van de agro-ecologie.
land. Toch wordt in het klimaatbeleid methaan una­
niem aangewezen als grotere boosdoener dan CO2 als
het gaat om opwarming van de aarde. Sommige on­
derzoekers veronderstellen dat hier politieke drijfve­
ren achter zitten. In een rapport van de Amerikaanse
National Research Council 3| stellen onderzoekers dat
door methaan zo naar voren te schuiven, er op papier
sneller klimaatresultaat te behalen is, met maatregelen
die bovendien minder ingrijpend zijn voor de indu­
striële economische ontwikkeling.
Maar hoe zit het met methaanproductie van die
koeien? Is dat de smet op het blazoen? Het IPCC
(Intergovernmental Panel on Climate Change) is de
instantie die het klimaatonderzoek coördineert en
resultaten naar buiten brengt. Het IPCC heeft ervoor
gekozen om alle broeikasgassen in CO2 equivalenten
uit te drukken. Methaan heeft een hoger vermogen
om de warmte-uitstraling van de aarde te blokkeren,
(Global Warmth Potential, GWP), maar daarentegen
een veel kortere levensduur. De GWP is eenvoudig in
een laboratorium vast te stellen. De levensduur bepa­
len is veel lastiger. Methaan is zeer reactief in de at­
mosfeer en de methaanbronnen zijn divers. Dit maakt
de levensduurschatting zeer onzeker. Het IPCC1| en
onderzoekers van het Max Planck Instituut 2| schat­
ten die onzekerheid op maar liefst 35-65 %! Omdat
het IPCC naar de politiek toch met harde cijfers wil
(moet) komen, heeft zij toch een vaste levensduur voor
methaan gekozen, om omrekening naar CO2 equiva­
lent mogelijk te maken. Op dit uiterst onzekere getal
is onder andere de klimaatmeetlat gebaseerd waarmee
Om de bodemvruchtbaarheid
duurzaam te garanderen is
ruwvoeromzetting nodig.
het CLM en recentelijk ook het Bolk Instituut de land­
bouw analyseert op haar klimaatbestendigheid.
Dit is niet het enige drijfzand onder de klimaatbere­
keningen. Er bestaat een fundamenteel verschil tussen
CO2- en CH4-emissie: een toenemende emissie van
CO2 leidt tot een blijvend verhoogde concentratie in de
atmosfeer omdat het chemisch een eindproduct is dat
niet meer verandert. Methaan echter is een chemisch
instabiel product en wordt in de atmosfeer actief
afgebroken. Naarmate er meer methaan wordt gepro­
duceerd wordt er ook meer afgebroken en ontstaat een
evenwichtssituatie . Bij een hogere methaanproduc­
tie neemt ook de omzetting van methaan toe, zodat
toename van methaan niet leidt tot een cumulatief
opwarmingseffect. Dat is een essentieel verschil met
CO2, en dat maakt het gemakshalve omrekenen van
methaan naar CO2 tot een kapitale fout in klimaatbe­
rekeningen, die bij voorbeeld uitmondt in de bespot­
telijke rekensom die de veehouderij een even groot
klimaateffect toedicht als het totale verkeer in Neder­
EKOLAND | december – 2013
Methaan molecuul
Er bestaat een
fundamenteel
verschil tussen
CO2- en CH4emissie.’
Bovenstaande kennis zet de methaandiscussie in een
heel ander daglicht. Methaan komt overal voor waar
intensieve organische omzettingen plaats vinden. Het
komt vrij bij de winning van fossiele energie, in moe­
rasvorming en bij de spijsvertering van herkauwers.
In eerdere fases van het aardeleven is er een enorme
hoeveelheid koolstof door het plantenleven vastgelegd.
En ook bij die omzetting werd methaan geproduceerd,
wat nu bij de winning van die energie (schaliegas!) in
de atmosfeer komt. Methaan heeft op de korte termijn
zeker een klimaateffect. Om de methaanproductie te
beperken zouden we koeien kunnen gaan vervangen
door varkens en kippen. Vanuit klimaatoogpunt is dat
echter het paard achter de wagen spannen: we hebben
de koe juist nodig om het probleem op te lossen. De
kern van het klimaatprobleem is immers dat we de
koolstof, die gedurende miljarden jaren in de aarde is
vastgelegd, in korte tijd verbranden en in de atmosfeer
brengen. Je zou dus maatregelen moeten treffen om
koolstof duurzaam in de aarde vast te leggen. De koe
is één van de middelen die we daar toe kunnen inzet­
ten. Daarbij is het wel van belang dat we de koe ook
als ruwvoervreter voeren. Daarbij komt inderdaad
methaan vrij als bijverschijnsel van de humuspro­
ductie in de koeienmest. Maar die humusproductie
leidt tot duurzame vastlegging van koolstof in de bo­
dem. Ik zou de biologische koeienboeren dus willen
aanmoedigen hun koeien vooral ruwvoer te blijven
voeren. Koeien hebben altijd methaan geproduceerd
en zullen dat (hoop ik) altijd blijven doen. Methaan
is een hele kleine speler in het klimaatverhaal, die je
in samenhang met de rest moet zien. Het denken in
samenhangen is een sterk punt van biologische land­
bouw. Dat betekent dat er ook voor bio-boeren een
klimaat opgave ligt. De focus moet daarbij niet bij
methaan liggen, maar bij het vinden van alternatieven
voor het verbruik van fossiele energie. Daar ligt de
uitdaging.
Tom Saat is stadsboer op stadslandgoed De Kemphaan bij Almere
Bronnen:
1|
Wigley, TML, 1998 : The Kyoto Protocol: CO2, CH4 and climate implications. Geophysical esearch
Letters 25, 2285-2288
2| Hein R., P.J. Crutzen and M. heimann (1997) : An inverse modeling approach to investigate the global
amospheric methane cycle, Global Biochem. Cycles 11(1), 43-76
3| National Research Council, 2009 : Stabilization Targets for Atmospheric greenhouse gas Concentrations
(geciteerd van http://www.nap.edu/catalog/12877.html)
4 Intergovernmental Panel on Climate Change: Climate Change 2007
5 FAO : Livestock’s Long Shadow; Livestock’s role in climate change and air pollution
27
Deel 30
Wordt
vervolgd
Bedrijfscontinuïteit in de
biologische landbouw
Bedrijfsoverdracht
en fiscus:
actuele
ontwikkelingen
Bepaal zelf de koers en begin op tijd, dan
heb je fiscaal de ruimste mogelijkheden
om fiscaal gunstig over te dragen. Er zijn
actuele ontwikkelingen in de regelgeving
rond vermogensoverdracht, onder andere
betreffende verkeerswaarde, agrarische waarde
en bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Op de BioVak
2014 gaan we in de workshops en bij de
Landgildetafel graag in op verschillende vragen
rondom bedrijfsopvolging. Kom ook!
Tekst Maria van Boxtel | foto’s Dick Boschloo
28
D
e waarde van een landbouwbe­
drijf bij overdracht, ook de belas­
tingdienst vindt er uiteraard wat
van. Als agrarische ondernemer heb je
tenslotte vaak veel vermogen in grond en
gebouwen. Ons belastingsysteem maakt
een uitzondering voor de landbouw en be­
last de waardeverandering van agrarische
grond voor de boer of tuinder niet, zolang
het in gebruik blijft als landbouwgrond.
Zo houdt ons belastingsysteem rekening
met de voortzetting van familiebedrijven.
Deze uitzondering heet de landbouwvrijstel­
ling. Naast de landbouwvrijstelling zijn er
nog andere mechanismen die overdracht
van agrarische bedrijven versoepelen. Zo
kun je bijvoorbeeld rekenen met de lagere
agrarische waarde van grond en gebouwen
of met de hogere verkeerswaarde. Let hier
goed op en maak een bewuste keuze, ook als
je boekhouder of accountant de verkeers­
december – 2013 | EKOLAND
bedrijfsvoering
Over de
bedrijfs­
opvolgings­
faciliteit
wordt
momen­teel
een discussie
gevoerd.
waarde als een ‘goed idee want zo is het toch
meer waard’ in de boeken zet. Als onderpand
voor een banklening mag het dan makkelijk
zijn om op papier veel waarde te hebben,
de opvolging kun je er juist veel moeilijker
mee maken.
CSA-conferentie
In december 2013 organiseren Nederlandse
CSA-telers de jaarlijkse CSA conferentie, dit jaar
in Venlo. Op de CSA conferentie wisselen telers,
klanten en betrokkenen ervaringen en kennis uit.
Onderwerpen zijn: mechanisatie (werkdrukverlaging op bedrijven met veel kleine teelten), leden
vinden, pensioen en arbeidsongeschiktheid op
kleine bedrijven. Op de tweede dag van de conferentie kun je kiezen voor rondleidingen op CSAbedrijven en bij bijzondere telers in de regio. Kijk
op www.csa-netwerk.be en www.Bdvereniging.
nl voor precieze data en programma of meld je
direct aan bij Jan Jaap Scholten van tuinderij De
Nieuwe Akker via [email protected].
EKOLAND | december – 2013
Over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit
wordt momenteel een discussie gevoerd.
In de landbouw wordt de bedrijfsopvol­
gingsfaciliteit vaak en ruim toegepast.
Volgens de jongste regels is het eerste mil­
joen ondernemingsvermogen vrijgesteld
van successierecht bij vererving en vrijge­
steld van schenkingsrecht. Het vermogen
daarboven wordt voor 83% vrijgesteld. En
dan kan de belasting die wel moet worden
betaald, tien jaar worden vooruitgescho­
ven. Deze bedrijfsopvolgingsfacilitieit
kwam sterk onder vuur te liggen na een
uitspraak van de rechtbank in Breda, die
oordeelden dat belastingregels die ver­
schil maken tussen ondernemingsvermo­
gen en privévermogen in tegenspraak zijn
met het gelijkheidsbeginsel zoals vastge­
legd in internationale verdragen. Het ver­
schil dat de fiscus maakt tussen bedrijven
en privépersonen moet binnen acceptabe­
le grenzen blijven. De advocaat-generaal
van de Hoge Raad, Robert IJzerman, is
het hiermee eens en stelt dat de fiscale
voordelen van bedrijfsopvolging ook
moeten worden toegekend aan erfgena­
men die een ander vermogen dan het be­
drijfsvermogen erven. De Hoge Raad doet
in april 2014 uitspraak: er zijn nog niet
direct gevolgen voor bedrijfsopvolgers,
maar belastingdeskundigen verwachten
wel aanpassingen in de regelingen die het
ministerie van Financiën hiervoor han­
teert. Op de BioVak 2014 gaan we graag
in op verschillende vragen rondom be­
drijfsopvolging in de workshops en bij de
Landgildetafel op het BD/Demeter plein.
Je kunt zelf je vraag voor een boerderij of
opvolging pitchen in de workshop ‘Boer
zoekt boer’! Geef je op via opvolging@
landco.nl voor jouw eigen pitch. Of kijk
in het inhoudelijke programma in de vol­
gende Ekoland voor meer informatie.
Tips voor een juiste waardebepaling.
André Olden, NVM-makelaar en taxa­
teur bij LTO Vastgoed, groeide op een
bio­logisch bedrijf op. Zijn tips voor taxa­
tie, waardebepaling en notarissen deelt
hij graag:
• Vraag bij taxatie van grond en gebou­
wen een taxateur die gespecialiseerd is
Zo kun je bijvoorbeeld
rekenen met de lagere
agrarische waarde van
grond en gebouwen
of met de hogere
verkeerswaarde.
in landelijk en agrarisch vastgoed. Deze
zijn geregistreerd in het register Lande­
lijk Vastgoed van VastgoedCert.
• Verwacht u groot verschil tussen de
marktwaarde en de waarde in het eco­
nomische verkeer bij agrarische bestem­
ming? Organiseer dan twee taxateurs,
één namens het bedrijf en één namens
de belastingdienst. Zij doen een zoge­
naamde gezamenlijke taxatie die recht
doet aan beide ‘belangen’ en dus meestal
lager is dan alleen de marktwaarde.
• Laat uw grond en gebouwen bij een no­
tariskantoor passeren met ervaring in
het agrarische vastgoed. Deze notaris
kent de bijzondere vragen van land­
bouw rond (erf)pacht, huur, agrarische
rechtsvormen en fiscale aspecten zoals
vrijstelling overdrachtsbelasting.
Maria van Boxtel is partner in Land & Co.
- Zoek je mensen of een biologische boerderij of ondernemers
voor een tak erbij? Kijk op www.landgilde.nl Sluit je op facebook aan bij de groep ‘bioboeren land en co’ voor directe
uitwisseling onder jongeren.
- Zoek je grond? Kijk dan ook eens op www.groenegronden.nl
Wil je grondstoffen (voer, mest, stro) of grond uitwisselen? www.
bionext.nl en klik op ‘Bio-Bank’ Of biologisch uitgangsmateriaal?
www.biodatabase.nl
Bedrijfsopvolging
op de BioVak
Tijdens de BioVak zijn er verschillende workshops
over bedrijfs­opvolging
• Actuele informatie over vermogensoverdracht
van agrarische bedrijven. Verkeerswaarde of
agrarische waarde, hoe ga je ermee om? Met
slimme tips!
• G rondfondsen: de nieuwste informatie over
aankoop van grond met grondfondsen. Hoe
kom je ervoor in aanmerking en werkt het al?
• Boer zoekt boer: stel je eigen vraag! Zoek je een
boerderij om op te volgen? Zoek je opvolging?
Stel je eigen vraag in deze workshop en ontmoet andere ondernemers die opvolging hopen
te vinden. Leer ook alles over de werking van
Landgilde.nl
Kijk op www.biovak.nl of in het Ekoland nummer
van januari voor de datum en precieze aanvangstijden van deze workshops.
29
Gangbare ham als bio verkocht
De geloofwaardigheid van varkensslachter
Vion in Boxtel is in het geding gekomen na de
ontdekking dat het bedrijf in 2012 elf ton regulier
varkensvlees bij dochteronderneming Encebe
heeft verwerkt tot biologische ham. Deze ham is
niet meer op de markt.
De overtreding van de biologische wetgeving wordt door Skal onderzocht om vast te
stellen of het inderdaad om een eenmalige
overtreding gaat. Encebe Vleeswaren met
onmiddellijke ingang onder verscherpt toezicht geplaatst. Dat toezicht zal nog het hele
jaar 2014 duren. Ook Albert Heyn, Jumbo
en Plus, die het ‘omgekatte’ vlees hebben
Meer Skal nieuws
Skal heeft begin december op
verzoek van Duitse afnemers het
geitenkaasbedrijf Hekking uit Mariënheem gecontroleerd. Tijdens
de inspectie bleek dat gangbare en biologische geitenmelk
waren gemengd. Analyse van
de kazen (schaap, geit) bracht
ook een voor bio niet-toegestaan
conserveermiddel aan het
licht. Het bio-certificaat werd
ingetrokken en de kaas mag
niet meer als biologisch verkocht
worden. Het bedrijf moet haar
afnemers in binnen- en buitenland
informeren over de decertificering en verkochte kazen moeten
teruggehaald worden. Voor het
Sallandse familiebedrijf zijn de
gevolgen enorm.
Milde biologische
extracten
Interessant voor producenten van
natuurlijke of biologische producten is de milde extractietechnologie van Phytonext. Die maakt het
mogelijk biologische extracten
te produceren. Bij reguliere
extractietechnologieën (zoals
met hexaan) is dit niet mogelijk,
30
verkocht, gaan de
zaak onderzoeken.
Het Skal-tuchtgerecht zal oordelen
over een gepaste sanctie. Vion, dat alleen in
Boxtel al meer dan 15.000 varkens per dag
slacht (regulier én biologisch), heeft mogelijk problemen met het scheiden van de
omdat hexaan een chemisch oplosmiddel is en sporen achterlaat
in grondstof en extract. Daardoor
konden extracten van biologische
grondstoffen tot nu toe niet als
biologisch worden aangeduid.
Dit is één van de conclusies na
het behandelen van de natuur-
lijke zoetstof stevia met Phytonext
extractie. Er is sprake van een
mijlpaal, want tot op heden was
het nog niet gelukt om natuurlijke,
biologische, clean label stevia
zoetstoffen te produceren.
Meer informatie: [email protected].
Biologische speciaalzaak duurder
Uit een onderzoek van de
Consumentbond blijkt dat 150
hardlopende bioproducten in de
supermarkt bij biologische winkels over het algemeen duurder
verschillende vleesstromen. Bij een eerdere
soortgelijke affaire heeft Vion al aangegeven dat aparte slachthuizen in de toekomst
niet uit te sluiten zijn.
Zij analyseerden het patroon van
vluchtige stoffen van de koffie en
vergeleken die met andere koffieFoto: voedselbank
zijn. “Dit is een weinig opzienbarend feit,” stelt Van den Idsert
van Bionext. “Alle hardlopers
in de supermarkt (gangbaar of
bio) zijn in de regel duurder bij
de speciaalzaak, en dus ook bij
biologische winkels.” Toch neemt
de vraag naar gezonde biologische producten snel toe, evenals
de behoefte aan betrouwbaar
advies. De omzetstijging in de
biologische winkels komt dit jaar
waarschijnlijk boven de 10% uit.
Aantoonbaar
zuivere koffie
Biologische koffie is voor de
consument niet van gewone koffie
te onderscheiden. Maar die koffie
is wel duurder, en dat is verleidelijk voor fraudeurs. Wageningse
onderzoekers hebben nu een test
ontwikkeld die biologische koffie
van reguliere kan onderscheiden.
soorten. De test biedt de mogelijkheid snel en efficiënt frauduleuze
praktijken aan te tonen, zodat de
consument erop kan vertrouwen
zuivere koffie te drinken.
Label voor uitbuiters
Als consumenten geen wijs meer
worden uit alle goede keurmerken, dan moeten er maar negatieve labels komen. P+- columniste
Marleen Janssen Groesbeek acht
de tijd rijp voor een logo voor
uitbuiters, zeker in een tijd dat de
stormloop op de superdiscounts
zoals Primark alleen maar groter
te worden. Wat haar betreft
mogen de onvervalste boycot-stickers weer voor de dag komen bij
kleding, schoenen, eten en elekdecember – 2013 | EKOLAND
marktberichten
tronica waar andere mensen voor
uitgebuit worden. Zoals destijds
bij de Outspan sinaasappelen
uit Zuid-Afrika, toen de Apartheid nog bestond! Vijftigplussers
herinneren zich nog de poster uit
1973 met het als een sinaasappel
uitgeperste hoofd van een zwarte
werknemer.
De column staat in P+ van december..
Prijs Rabobank
Biologische Landbouw, coördinator van de Week van de Smaak
Flevoland.
De prijs wordt jaarlijks uitgereikt
als stimulans van duurzame
innovaties in Flevoland. In de
Week van de Smaak wordt gezonde en eerlijke voeding onder
de aandacht gebracht van een
breed publiek. De nadruk ligt
op ambachtelijke, natuurzuivere,
duurzame, streek- en seizoensgebonden producten.
binnenloopt, zodat grote en kleine
winkels evenveel kans maken. De
winnende winkel wordt bekend
gemaakt op woensdag 22 januari
tijdens de BioVak in Zwolle.
Stemmen via www.bionext.nl
Bio-garantieprijs
bijna 10% hoger
Stem op je favoriete
biowinkel!
Het streekproductenfestival
‘Week van de Smaak Flevoland’
is aan de haal gegaan met de
Rabobank Award 2013-2014. In
Schouwburg Almere overhandigde juryvoorzitter en bankdirecteur
Rob Donker de prijs (€ 1.000)
aan Ingrid Cremer van Centrum
Tot 20 januari 2014 kunnen
klanten stemmen op hun favoriete
biowinkel, en wat die winkel zo
speciaal maakt. De leukste
inzendingen worden beloond met
gratis boodschappen ter waarde
van 50 euro. De publieksverkiezing is een initiatief van de
Biowinkelvereniging en Bionext.
Zij is bedoeld als steun in de rug
voor de winkeliers. Bij het tellen
van de stemmen wordt rekening
gehouden met het aantal klanten
dat wekelijks bij een winkel naar
Na plofkip nu
‘Zaanse Flopkip’
FrieslandCampina heeft op
2 december bekend gemaakt dat
de biologische garantieprijs voor
december op 51,50 euro ligt.
Gemiddeld betaalde FrieslandCampina de biologische melkboeren in 2013 een garantieprijs
van 46,58 euro. Dat is 9,86%
hoger dan in 2012. Bron: Biojournaal
‘Zaanse Flopkip’ is de winnende
naam die Wakker Dier heeft uitgekozen voor de duurzamere Kip
van Morgen die Albert Heijn in
het schap gaat leggen. Via een
advertentie in NRC had de actiegroep het publiek opgeroepen
een passende naam te verzinnen
voor het product. Wakker Dier
vindt dat de duurzamere kip,
waar AH en andere supermarkten mee komen, weinig voorstelt.
Ze voert vooral actie tegen Albert
Heijn en Jumbo om te bereiken
dat kip met één ster Beter Leven
de basis wordt van het kipassortiment in de supermarkt.
Biohuis update
Ledenvergadering
met openbare
lezing van Pablo
Tittonell
Op woensdag 22 januari om
10.00 uur houdt het Biohuis een
algemene ledenvergadering
in Zwolle. Hier wordt verslag
gedaan van de resultaten
van het afgelopen jaar. Ook
wordt er een nieuwe voorzitter
gekozen. Dit gedeelte is alleen
toegankelijk voor leden. Na de
koffiepauze is iedereen welkom
en zal Pablo Tittonell een lezing
houden.
Het Biohuis nodigt alle biologische boeren en tuinders uit
om op 22 januari om 11.30 op
EKOLAND | december – 2013
de Biovak in Zwolle naar deze
lezing te komen. Sinds 2012
is Pablo Tittonell hoogleraar
biologische landbouwsystemen
in Wageningen. Hij heeft veel
ideeën over de toekomstige
ontwikkeling van de biologische
landbouw. Het Biohuis vindt het
belangrijk dat iedereen kennis
kan maken met zijn inspirerende
benadering.
Na afloop is er een lunch,
voorafgaand aan de opening
van de Biovak om 14.00 uur. De
lezing is gratis; de kosten van de
lunch zijn voor eigen rekening.
Wanneer u aansluitend naar de
Biovak wilt, moet u zelf zorgen
voor een toegangskaart.
Kijk voor meer informatie op www.biohuis.org
Biohuis druk met
‘Brussel’
De Europese Commissie is voortvarend bezig met een complete
herziening van de Europese regels
voor de biologische landbouw.
Om daar goed op in te spelen
vindt er nu wekelijks en soms
zelfs dagelijks overleg plaats
met onze Europese collega’s. De
Brusselse beleidsmakers willen de
regels eenvoudiger en principiëler
maken. Het is een behoorlijke
uitdaging om aan de beleidsmakers duidelijk te maken hoe de
biologische praktijk in elkaar zit,
en waarom bepaalde regels soms
wat ingewikkelder moeten zijn om
recht te doen aan de praktijk.
Bovendien wil de Europese
Commissie al begin 2014 een
aantal specifieke voorschriften
aanpassen. Het gaat om het
inperken van bepaalde meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen (bijlagen I en II). Een
voorbeeld: nu zijn alle nuttige
micro-organismen toegestaan
als de algemene wetgeving ze
toestaat. De Commissie wil voor
bio alleen nog een beperkte,
op soortnaam gestelde lijst.
Voor elk nuttig organisme dat
nu niet op die lijst staat, zal dan
een jarenlange toelatingsprocedure nodig zijn en dan nog is
er geen zekerheid. Het Biohuis
doet er alles aan om dit te
voorkomen.
31
Biologische melk opgehaald van Texel
Texelse biomelk
economische
‘witte motor’
Mede dankzij het doorzettingsvermogen van melkveehouders Ineke Hin en Marcel Drenth
startte Eko Holland Melk op Maat deze herfst met het ophalen van biologische melk
op Texel. Na 14 jaar gaat er zo weer verse melk met een biologische melkprijs van het
eiland. Met deze stap nemen de mogelijkheden voor omschakeling naar de biologische
melkveehouderij sterk toe. Het initiatief sluit goed aan bij de duurzaamheidwensen van
Texel en het Waddenfonds. Tekst en foto’s Kees Water
H
et is voor veehouders Ineke Hin en Marcel
Drenth geweldig jaar geworden. “Afgelopen
voorjaar hebben we de boerderij en het erf
kunnen kopen”. Tot nu toe huurden ze het bedrijf.
Bovendien bouwden ze een nieuwe, duurzame melk­
veestal met een emissiearme vloer en een dikke laag
strooisel van riet uit een nabijgelegen natuurgebied.
Via het project ‘Witte motor voor Texel’ ondersteunde
het Waddenfonds de bouw van deze duurzame stal.
Ineke is blij met de steun: “Indirect steunt het Wad­
denfonds zo ook het biologisch beheer van het be­
drijf voor de langere termijn. Het gaat allemaal heel
voorspoedig.” Maar er schuilt een lang verhaal van
vallen en opstaan achter deze ontwikkeling, waarbij
veel doorzettingsvermogen nodig was en vasthouden
aan de keuze voor biologisch. Ineke nam het bedrijf
in 2000 van haar vader over. “Dijkmanshuizen” was
een relatief klein melkveebedrijfje, nabij het gelijkna­
mige natuurgebied. Het ligt mooi, net achter de Wad­
dendijk. “Het moet een biologisch bedrijf worden”,
kondigde Ineke direct al aan. Ook al werd er door
de melkfabriek toen nog geen biologisch melk vanaf
Texel opgehaald.
32
“Het
moet een
biologisch
bedrijf
worden”
Begin deze eeuw zagen meer Texelse melkveebedrij­
ven perspectief in omschakeling naar de biologische
landbouw. Deze groep boeren heeft veelvuldig en
intensief geprobeerd om het transportprobleem van
biologische melk op te lossen. Friesland Campina
leek bereid, maar gaf aan dat er minimaal 1,3 miljoen
kg melk/jaar opgehaald moet worden. Dat bleek bij
aanvang onhaalbaar. Ook is getracht om de melk, al
dan niet in loonverwerking, op Texel te verwerken tot
kaas. Kaasmaker Wezenspyk had hierin zeker interes­
se, maar kon zelf niet voor de afzet garant staan. Ineke
Hin, inmiddels samen met Marcel Drenth, meldde
haar land aan bij Skal en werkte biologisch. Het vee
bleef echter gangbaar omdat de melk gangbaar werd
afgezet. Daarmee liepen de veehouders jarenlang de
meerprijs van ca 8 cent per kg voor biologische melk
mis. In de zomer van 2012 maakte Ineke en Marcel
plannen voor een nieuwe stal, vanwege de beperkte
capaciteit van de oude stal. De bedrijfsadviseur (te­
vens auteur van dit artikel, red.) viel onverwacht even
binnen voor een kop koffie en was enthousiast over de
nieuwe bouwplannen. Ineke gaf aan dat ze overwoog
om te stoppen met de biologische bedrijfsvoering.
december – 2013 | EKOLAND
handel & afzet
Dijkmanshuizen houdt op 18 janua­ri
een open dag. Bezoekers zijn welkom vanaf 11.00 uur. Adres: Ottensaat 5, 1792 CC Oudeschild Texel.
Wat is er te zien? O.a. een nieuwe
ligboxenstal met emissie­arme vloer
en mestscheiding in dunne en dikke
fractie. De stal heeft een zaagtanddakconstructie met zonne­p anelen.
De boerderij ligt vlakbij natuurgebied Dijkmanshuizen, met veel weide­
vogels. De veerdienst TESO vaart elk
uur tussen Den Helder en Texel.
Met de bouw van de stal zouden de jaarkosten sterk
toenemen en daarom was er meer omzet nodig. Texel
is in het algemeen gevoelig voor droogte en dat geldt
ook voor Dijkmanshuizen. Dat gaat ten kosten van de
graslandproductie. Ze hadden nu al regelmatig een
ruwvoertekort en dat zou alleen maar erger worden.
Ze zag ook geen perspectief dat ze haar melk biolo­
gisch kon afzetten. Stoppen met biologisch was gezien
de omstandigheden een logische keuze, hoewel het
niet bij de visie van Ineke en Marcel paste. Ze hadden
zichzelf daarom twee zakelijke voorwaarden gesteld:
we blijven biologisch als we genoeg biologisch ruw­
voer op Texel kunnen vinden en de melk als biologi­
sche melk kunnen afzetten.
Na overleg met twee andere Texelse biologische boe­
ren, bleek dat die allebei ruim in hun ruwvoerpositie
zaten, onder andere vanwege de pacht van uitgebreide
natuurterreinen. Ze bleken bereid om hun overschot
aan ruwvoer met voorrang aan Ineke en Marcel te
verkopen. Daarmee hebben deze de komende jaren de
zekerheid dat er voldoende biologisch ruwvoer voor
hun bedrijf beschikbaar is. Een mooi voorbeeld van
nabuurzorg. De tweede voorwaarde bleek wat lastiger.
Afzet van biologische melk via hun eigen coöperatie
FrieslandCampina was ook nu niet mogelijk, noch
stonden andere afnemers te springen. Toch is contact
EKOLAND | december – 2013
gelegd met Eko Holland Melk op Maat, deze afnemer
heeft een ruime vraag naar biologische melk en wilde
de Texelse melk graag aankopen. De extra transport­
kosten vormden de belangrijkste hobbel. Doordat
Eko Holland met de Texelse melk zijn route in de Kop
van Noord Holland echter efficiënter kan inrichten
en doordat Dijkmanshuizen bereid is een deel van de
extra transportkosten voor zijn rekening te nemen,
kan de biologische melk nu wel van het eiland worden
opgehaald.
In de nieuwe stal op Dijkmanshuizen wordt de mest
gescheiden in een dunne en dikke fractie. De vaste
mest is strorijk en is vooral bedoeld voor de percelen,
waar de weidevogels er goed van kunnen profiteren.
Een zaagtanddak geeft de stal een apart karakter,
maar ook veel dakoppervlak zonnepanelen voor de
eigen energievoorziening. In de nieuwe stal is het
een stuk efficiënter en plezieriger werken. Het vee is
inmiddels aangemeld bij Skal, zodat de melk vanaf
2014 biologisch kan worden verkocht. Ineke en Mar­
cel hopen nu op meer Texelse melkveehouders met
belangstelling v oor een biologische bedrijfsvoering,
zodat met meer melkvolume de extra transportkosten
‘verdund’ kunnen worden.
Kees Water is bedrijfsadviseur bij Ekopart en werkzaam
voor het project Biologisch Ondernemen Noord-Holland
33
Trekkers
TE KOOP: 2 Petrus silo’s van
elk 50 ton tarwe met ringen,
sluiskast, ventilator en 1 uithaalvijzel. Tel. 06 22508462.
Aangeboden voor tuinderij 5 ha
lichte zavelgrond,eventueel met
woonhuis en bedrijfsgebouwen,
meerdere opties bespreekbaar.
skal waardig. telf nr 0610329852.
Biologische boeren opgelet!
Speel alvast in op 2015. Vanaf
1 mei 2014 prima biologische
pinkenweide beschikbaar,
We zijn SKAL gecertificeerd en er
is dageljks toezicht.
Roel Couperus tel: 06-10634210
Te Koop: Elec Wiedbed
0615027104
Advertentietekst per e-mail, sturen naar:
[email protected]
www.ekoland.nl
Biologische Voeders
+31 (0) 485-589944 • [email protected]
www.reudink-bio.eu
VAN GORP
BIOLOGISCHE VOEDERS BV
he voeders
c
is
g
lo
io
b
in
t
s
li
ia
c
e
p
s
De
€ 87,49 - Tijdschrift abonnement, € 49,99 - iPad abonnement
De biologische voeders worden apart
geproduceerd in onze fabriek te Schalkwijk
en zijn leverbaar in de gehele BENELUX
Informatie: Tel. 0416-315770 - Fax 0416-315779
Zomerdijkweg 2 - 5145 PK Waalwijk NL
[email protected] - www.van-gorp.com
Ontwikkelaarsvooreen
sterkenlevendigplatteland
•Beleidsadvisering
landbouw
•Versterkingverbrede
activiteiten
•Omschakelingnaar
biologischondernemen
Helmer Wieringa: 06 – 53 44 77 70
Taco IJzerman: 06 – 13 10 26 98
Maria van Boxtel: 06 – 53 59 31 88
www.landco.nl
Vleeswaren van st. Hendrick
Echt biologisch, echt lekker
Vlees zoals het
hoort te smaken
Henk van Oers staat al sinds 1981
garant voor puur vlees en smaakvolle vleeswaren. Een vakman
en pionier die geen concessies
doet. Die al jaren duurzaam en
biologisch werkt, zelfs al vóór het
duurzaam en biologisch heette.
Omdat hij weet dat vlees op die
manier lekkerder smaakt en omdat hij alleen voor het beste gaat.
Het verse vlees en de smaakvolle
vleeswaren van Henk van Oers
hebben een goede naam en verdienen ook een goede naam:
St. Hendrick.