HANDLEIDING Eerder Verworven Competenties Professionele bachelor in het onderwijs lager onderwijs KHLeuven 2014-2015 VOORWOORD Onderwijs heeft tot doel iemands competenties te actualiseren, te verdiepen of te verbreden. Recente decretale regelgeving houdt bij het vastleggen van studietrajecten rekening met reeds verworven competenties. Dat erkennen van eerder verworven kwalificaties (EVK) en eerder verworven competenties (EVC) opent voor de instroom van studenten in het hoger onderwijs totaal nieuwe perspectieven. Meer op maat gesneden opleidingen zijn er een logisch gevolg van. De EVC-procedure in deze handleiding is het resultaat van ontwikkelwerk binnen de KHLeuven: - het project Volwaardig Evenwaardig in de professionele bachelor in het onderwijs – lager onderwijs1 - het project United Colours of Nursing in de opleiding verpleegkunde2 - het hogeschoolbreed BOSAO-project (Bouwen aan Schakels tussen arbeidsmarkt en onderwijs, KHLeuven 2005-2OO7) - verder ontwikkelwerk binnen de opleiding lager onderwijs KHLeuven op basis van ontwikkelingen binnen toetsbeleid en competentiegericht onderwijs De procedure is afgestemd op de decretale regelgeving en de kwaliteitscriteria van de Associatie KU Leuven. Met deze handleiding maken we je wegwijs in dit soort instroomprocedure zodat jij je vlot kan aanmelden bij de opleidingen. - Het eerste deel geeft je algemene informatie over wat eerder verworven competenties zijn, hoe ze binnen de KHLeuven worden vastgesteld en leiden tot bekwaamheidsbewijzen. Vrijstellingen, studieduurverkorting of doorstroming naar de arbeidsmarkt vloeien hieruit voort. - Voor wie competentiebewijzen wil behalen, wordt in een tweede deel aan de hand van een stappenplan, het verloop van een EVC-procedure geschetst binnen de opleiding van zijn/haar keuze. Op deze manier willen we je concreet ondersteunen in je voorbereiding op een mogelijke inschrijving voor een EVC-procedure. - Tenslotte vind je achteraan in deze handleiding een verklarende woordenlijst. Alle termen in deze kleur afgedrukt zijn daarin opgenomen. De bedoeling is dat je met al deze informatie zelfstandig aan de slag kan om je op een deelname aan een EVC-procedure binnen de KHLeuven voor te bereiden. Aarzel niet contact op te nemen met de verantwoordelijken binnen de opleidingen, mocht de uitleg niet duidelijk zijn of toch nog vragen voor jouw concrete situatie oproepen. De KHLeuven heeft een lange traditie in het omgaan met een gevarieerde instroom van studenten. Voor haar EVC-/EVK-procedure behaalde de onderwijzersopleiding van de KHLeuven in 2007 een bijzonder kwaliteitslabel. “De procedure die momenteel ontwikkeld is, kan als voorbeeld dienen voor de andere lerarenopleidingen en – bij uitbreiding – voor alle opleidingen”. Met deze bewoordingen heeft de visitatiecommissie de EVC-procedure van de KHLeuven als onderscheidend kenmerk weerhouden. We hebben ook expertise opgebouwd in het werken met verkorte opleidingsprogramma’s. We wensen je een motiverende start voor je verdere studie- en beroepsloopbaan en danken je nu reeds voor het vertrouwen dat je stelt in onze hogeschool. Kristien Carnel Opleidingshoofd BaLO Heverlee [email protected] Björn Callewaert Opleidingshoofd BaLO Diest [email protected] Mariet Vaesen Instroombegeleider EVC Diest-Heverlee [email protected] 1 2 VOLWAARDIG EVENWAARDIG – ESF project 2005 doelstelling 3 –zwaartepunt 4 en hefboomkrediet met dossiernummer 04/EPD3/4.3/012 UNITED COLOURS OF NURSING – ESF project dossiernummer 04/EQ/1.A/008 www.ucn.be KHLeuven EVC Handleiding 2014-2015 BaLO 2 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 2 INLEIDING Flexibel onderwijs leidt tot andere mogelijkheden om een opleiding te volgen 4 4 DEEL 1 : EVC IN KHLEUVEN 6 1. BESCHRIJVING 7 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Soorten EVC De competentiematrix als hulpmiddel Quickscan en instroomprofiel Assessment in een instroom-EVC Bekwaamheidsbewijs Nazorg Instromen in een flexibel studietraject in de KHLeuven 2. PRAKTISCHE ORGANISATIE 2.1 2.2 2.3 Voorwaarden voor deelname aan een instroom-EVC Tijdpad Kostprijs 3 DEONTOLOGISCHE CODE VAN EEN EVC-PROCEDURE Woordenlijst / Lijst van veel gebruikte afkortingen 7 7 8 9 10 11 11 13 13 13 13 15 18 DEEL 2: EVC KHLEUVEN BIJ DE INSTROOM NAAR DE PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS – LAGER ONDERWIJS 22 STAP 1 23 1.1 1.2 STAP 2 2.1 2.2 2.3 2.4 STAP 3 3.1 3.2 STAP 4 STAP 5 INFORMATIE Informatie over het departement lerarenopleiding Instroombegeleiding HERKENNEN VAN COMPETENTIES De competentiematrix Niveaus van competentiebeheersing Instroomprofiel Intakegesprek BEOORDELEN VAN COMPETENTIES Bekwaamheidsonderzoek Overzicht toetsvormen ERKENNEN VAN COMPETENTIES DOORSTROOM NAAR DE OPLEIDING 24 24 26 27 29 29 29 30 31 34 41 43 5.1 Start van het opleidingsprogramma 44 5.2 Opleidingsprogramma 44 INLEIDING FLEXIBEL ONDERWIJS LEIDT TOT ANDERE MOGELIJKHEDEN OM EEN OPLEIDING TE VOLGEN Heb je al één of andere opleiding gevolgd en wil je nog een andere studie aanvatten? Ben je in eerder aangevatte studies al geslaagd voor bepaalde vakken? Kon je vroeger bepaalde studies niet aanvatten, maar heb je ondertussen werkervaring verwant met een opleiding binnen de KHLeuven? Wil je in je huidige job promotie maken, maar beschik je niet over de vereiste kwalificatie? Wil je je aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt verhogen door je diplomabevoegdheid uit te breiden? Denk je eraan na een eerste opleiding een bijkomend diploma te behalen om de overstap naar de arbeidsmarkt nog even uit te stellen? Wil je van beroepsomgeving wisselen en je heroriënteren op een andere loopbaan? Heb je door beroep, vrijwilligerswerk of andere levenservaring competenties verworven die ook voor een opleiding relevant zijn? Je bent zeker niet alleen met je vragen en nieuwe ontwikkelingen in het hoger onderwijs openen mogelijkheden van flexibele opleidingsprogramma’s en gepersonaliseerde studietrajecten voor je. Aan jou om de mogelijkheden binnen het nieuwe studievoortgangsysteem te benutten3. In internationaal perspectief is bovenstaand gedachtegoed niet nieuw. Het zijn inderdaad niet langer alleen generatiestudenten die inschrijven in het hoger onderwijs. Verschillende Europese landen houden daarom in hun instroombeleid rekening met alle competenties van de kandidaten, waar die ook zijn verworven. Dat in kaart brengen van eerder verworven competenties (EVC) zoals werkervaring, vrijwilligerswerk, interesses, … en eerder verworven kwalificaties (EVK) zoals diploma’s hoger onderwijs, attesten bekrachtigd door een examen, … laat toe opleidingen op maat te organiseren. Eén ding is zeker: het studeren in het hoger onderwijs verandert hierdoor grondig! In Vlaanderen is EVC-EVK onder meer geconcretiseerd in het Decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs (21/04/2004). Het Vlaams onderwijsbeleid baant hiermee een weg om jong en oud op een individueel aangepaste manier te laten deelnemen aan één of andere vorm van hoger onderwijs. Inhouden in de opleiding worden sterker afgestemd op voorkennis, motivatie, levensstijl en specifieke noden van de studenten. Iedereen krijgt maximale ontplooiingskansen. Een erkenning van eerder verworven kwalificaties (EVK) (diploma’s, attesten bekrachtigd door een examen, …) leidt rechtstreeks tot een vrijstelling binnen de opleiding van jouw keuze. Dat betekent dat voor dat opleidingsonderdeel of een deel ervan geen examen afgelegd moet worden. Deze procedure is gratis en eerder administratief van aard. Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) daarentegen impliceert het doorlopen van een procedure die behoorlijk intensief én betalend is. In een EVC-procedure krijg je de kans met allerlei bewijsmateriaal en/of deelname aan bepaalde testen aan te tonen dat je competenties (kennis, vaardigheden, houdingen) beheerst zonder dat je hiervoor concrete studiebewijzen kan voorleggen. Het kan dan gaan over werkervaringen, opleidingen in niet erkende onderwijsinstellingen, hobby’s, levenservaring, … In geval van een positief oordeel krijg je hiervoor een bekwaamheidsbewijs. Zo’n bekwaamheidsbewijs kan binnen elke instelling van de Associatie KU Leuven leiden tot een aanpassing van je opleidingsprogramma (vrijstellingen) of zelfs tot een verkort opleidingsprogramma. Flexibele instroom op basis van erkenning van EVK-EVC is ook mogelijk aan de KHLeuven. Juridisch en organisatorisch worden de EVC- en EVK-procedure volledig van elkaar gescheiden. Toch kunnen beide voor jezelf met elkaar verweven zijn. Bijgaand schema geeft alvast een beeld van het verloop van een EVC-EVK-procedure aan de KHLeuven. 3 Lees in dit verband ook de informatie op de website van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement onderwijs. http://www.vlaanderen.be/nl/onderwijs-en-wetenschap/diplomas-engetuigschriften/erkenning-en-gelijkwaardigheid/erkenning-van-verworven-kwalificaties-evk-en-competentiesevc-het-hoger-onderwijs en de brochure Bewijs je bekwaamheid. Studievoortgang op grond van eerder verworven kwalificaties (EVK) en competenties (EVC), 2006. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 4 KANDIDAAT STUDENT PROFESSIONELE BACHELOR schoolverlater secundair onderwijs onafgewerkte studies, diploma’s, werkervaring, … Eerder verworven kwalificaties (=EVK) Eerder verworven competenties (=EVC) 1. informatie instroombegeleider EVC 2. instroombegeleiding 1. aanmelding intake op basis van zelfbeoordeling (instroomprofiel) studieadviesbureau 3. assessment 2. vergelijkbaarheidsonderzoek portfolio competentiegericht interview kennis- en vaardigheidstoetsen simulatie casustoets praktijkproef analyse van studiebewijzen 4. beslissing bekwaamheidsbewijs Vrijstellingen conform onderwijs- en examenreglement OPLEIDING standaard studietraject 180 studiepunten verkort studietraject minder dan 180 studiepunten _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 5 DEEL 1 ERKENNEN VAN EERDER VERWORVEN COMPETENTIES IN KHLEUVEN 1. Beschrijving 2. Praktische organisatie 3. Gedragscode en mogelijkheid tot beroep _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 6 1. BESCHRIJVING 1.1 Soorten EVC Ervaringsdeskundigheid kan op basis van het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs geattesteerd worden en zo niet alleen de toegang tot hoger onderwijs mogelijk maken, maar ook leiden tot studieduurverkorting of in bepaalde gevallen zelfs rechtstreeks tot diplomering. Er zijn - overeenkomstig artikel 68 uit genoemde decreet - verschillende soorten EVC mogelijk. 1.1.1 ToelatingsEVC Een bekwaamheidsonderzoek kan ook aangevraagd worden in functie van toelating tot hoger onderwijs voor kandidaten zonder diploma secundair onderwijs. Als norm gelden de eindtermen van het secundair onderwijs en specifieke toelatingsvoorwaarden voor de opleiding die je wenst te volgen. Deze kunnen verschillend zijn van opleiding tot opleiding en van instelling tot instelling. De toelatingsvoorwaarden voor de KHLeuven zijn: - 21 jaar zijn of worden in het academiejaar dat men zich inschrijft voor de opleiding; - er moet minimaal 2 jaar verlopen zijn tussen het einde van het laatste schooljaar secundair onderwijs en de aanvang van het academiejaar waarvoor men inschrijft; - slagen voor een toelatingsonderzoek. TIP Voor de toelatingsprocedure is er een aparte informatiefolder. Aanvragen voor een toelatingsprocedure richt je tot algemene instroombegeleider van de toelatingsprocedure KHLeuven. Kandidaten uit niet EER–landen wenden zich tot het International Office: [email protected] 1.1.2 InstroomEVC Een bekwaamheidsonderzoek voor screening van enkele of een groter pakket competenties in een welomschreven opleiding richt zich tot personen die competenties verworven hebben nodig in het werkveld waarvoor ze het bekwaamheidsonderzoek aanvragen doch niet beschikken over formele attesten, bewijzen, diploma’s. Het verworven bekwaamheidsbewijs kan leiden tot vrijstelling binnen het opleidingsprogramma. Hoe groter het aantal competentiebewijzen, hoe groter de verkorting van je studietraject. 1.2 De competentiematrix als hulpmiddel Competenties ontwikkel je niet alleen door scholing. Zoals in de inleiding al vermeld, leer je heel wat door te werken, vrijwilligerswerk op te nemen, actief betrokken te zijn in organisaties, hobby’s, zelfstudie, … . Om deze verworven competenties te kunnen erkennen, moeten ze echter eerst herkend worden. Volgens het Decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs (2004) moet een EVCprocedure vertrekken van het beroepsprofiel van de betrokken sector. Zo’n beroepsprofiel brengt namelijk in kaart wat een gemiddelde beroepsbeoefenaar (leraar, boekhouder, laborant, maatschappelijk werker, verpleegkundige) in een reële werksituatie doet. Deze beroepsprofielen dienen als basis voor het ontwikkelen van een competentiematrix. In dergelijke matrix staan alle competenties beschreven die je nodig hebt om startbekwaam te worden in het beroep van je keuze. De competentiematrixen van de KHLeuven-opleidingen zijn gebaseerd op onderstaande structuur. - In de kern van de opleiding situeren we enerzijds persoonsgerichte competenties die te maken hebben met de professionele identiteit (typische houdingen en algemene competenties) nodig om het beroep waarvoor je kiest optimaal uit te voeren. Anderzijds schuiven we daar ook een aantal houdingen naar voor die gestimuleerd en nagestreefd worden in elke opleiding van de KHLeuven (leren, bezieling, initiatief/ondernemingszin, samenwerken, respect). - Daarnaast vind je competenties terug die voortvloeien uit de rollen die iemand opneemt in het werkveld: rollen die verwijzen naar een specifieke deskundigheid en rollen die te maken hebben met het lid zijn van een ruimere organisatie. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 7 In de matrix zijn per competentie indicatoren geformuleerd. Deze beschrijven concrete handelingen of concrete situaties die iets zeggen over de mate waarin een competentie beheerst wordt in een werkcontext. Om competenties zichtbaar te maken is die beroepsspecifieke invulling nodig. Ze maakt duidelijk wat iemand doet als hij een bepaalde competentie beheerst. Matrix noch indicatoren hebben de pretentie alles te inventariseren. De opsomming van indicatoren is exemplarisch bedoeld en is bijgevolg zeker niet volledig. Ze willen gedrag, vaardigheden en houdingen bespreekbaar maken in een taal die voor iedereen dezelfde is. Aan de hand van de indicatoren kan je nagaan op welk niveau je een competentie beheerst. Voor elke competentie wordt binnen de KHLeuven immers een onderscheid gemaakt tussen vier niveaus. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wijze waarop kennis, inzicht, taaktoepassing, leerhouding, reflectievermogen, attitudes … op de vier niveaus worden ingevuld. Interpretatie van de vier niveaus van competentiebeheersing BOSAO Niveau 1 Elementair niveau Notie hebben van, verkennen Niveau 2 Doorgroeiniveau Basisbeginselen beheersen, verdiepen Eerste notie, oriëntatie, exploratie Noodzakelijke basiskennis, erover gelezen, erover gehoord Verdieping en verbreding Weten wat en hoe Inzien waarom en waartoe Doelgericht, planmatig onderbouwd Kan alternatieven vergelijken, gegevens gebruiken in een nieuwe context Bewust van eigen sterktes Reflectief en zwaktes Inleidend Volgens anderen voorgeschreven protocollen of modellen Nog geen ervaring Openheid voor Bezit belangrijkste referentiekaders Beheersing in (ver)eenvoudig(d)e, voorspelbare, gestructureerde situaties Beheersing in matig complexe, afgebakende welomschreven situaties Duidelijke omschrijving van taakuitvoering (gestuurd of onder begeleiding) Uitvoering vergt nog ondersteuning en expliciete begeleiding in systematische studietrajecten Volgen omdat het moet Zekere mate van zelfstandigheid mits nodige ondersteuning (begeleid) Een duwtje in de rug, een ondersteunende hand is nodig. 1.3 Doen wat verwacht wordt Niveau 3 Integratieniveau Beheersen op geïntegreerd niveau (afstuderenden en beginnende leraar) Gevorderde (transfer) toepassing Bezit meer gedetailleerde kennis Bewust van bredere sociale en maatschappelijke context Waarom, wat, wanneer en hoe gebruiken Genuanceerd, adequaat, gepland, terugkoppelend Niveau 4 Professioneel niveau Beheersen op niveau van een ervaren leraar Spontane inzet en initiatief, flexibel Doorgedreven kennis Ervaren, expert Manifesteert inventiviteit en originaliteit in probleemoplossend gedrag Onafhankelijk en zelfkritisch leerder Intervisie Beheersing in complexe Beheersing in hoog en diverse situaties complexe, sterk variërende, minder voorkomende of onverwachte situaties Zelfsturend leren (onder Structuren creëren die supervisie of zelfstandig). nodig zijn om taken tot Toch blijven er nog enkele uitvoering te brengen. punten die bijkomend leerervaring en begeleiding vragen, via aangepaste praktijkopdrachten. Verantwoord, bewust van persoonlijke verantwoordelijkheid (Wetenschappelijk) verantwoord, kwaliteitsbewakend Quickscan en instroomprofiel Om uit te maken of het doorlopen van een EVC-procedure iets voor jou is, vragen we je een zelfbeoordeling te maken op het formulier (instroomprofiel) dat de instroombegeleider je geeft. Met behulp van de competentiematrix kan je analyseren op welk niveau je de competenties beheerst waarvoor je een bekwaamheidsbewijs wil verwerven. Uit het instroomprofiel dat hieruit ontstaat, krijg je voor de opleiding waarvoor je wil inschrijven, een duidelijk beeld van de competenties die je reeds voldoende beheerst om door te stromen naar de arbeidsmarkt en deze waarvoor je nog bijkomende vorming moet krijgen. Dit mag je ervaren als een belangrijke meerwaarde van een EVC-procedure: ze geeft je nog voor je gestart bent in een opleiding een kijk op je sterktes en zwaktes. Zo kan je je eigen slaagkansen en (studie)loopbaanperspectieven beter inschatten. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 8 Mits betalen van de vaste administratiekost (zie verder), kan je dit instroomprofiel in een intakegesprek voorleggen aan de instroombegeleider. In dit gesprek zal hij/zij je helpen bepalen of verder deelnemen aan een EVC-procedure zinvol is en voor welke toetsvormen je best intekent. Dit gesprek is bedoeld als begeleidingsgesprek en biedt je het voordeel inzicht te verwerven in je mogelijkheden en in de opleiding waarvoor je wil inschrijven. 1.4 Assessment in een instroom-EVC Waar het erkennen van verworven kwalificaties (EVK) gebeurt op basis van analyse van documenten (diploma’s en andere studiebewijzen), wordt ervaringsdeskundigheid bepaald op basis van assessment. Beweegredenen om deel te nemen aan een bijkomend EVC-assessment kunnen zijn: - voor jezelf uitmaken wat je competentieniveau is - een bekwaamheidsbewijs behalen dat dan op zijn beurt kan leiden tot een programmaaanpassing – lees studieduurverkorting - op basis van EVC of in een beperkt aantal gevallen tot doorstroming naar de arbeidsmarkt. De KHLeuven stelt hoge eisen aan de kwaliteit van die toetsing. Binnen de EVC-procedure is geopteerd voor een divers palet: een mix van assessmentvormen moet toelaten uitspraak over competentiebeheersing te staven vanuit meerdere hoeken. Met onderstaande informatie willen we je duidelijk maken hoe die verschillende toetsen worden georganiseerd en met welke onderliggende bedoeling. Om de objectiviteit van de beoordeling te garanderen en beïnvloeding in de vervolgopleiding te vermijden, gebeurt het in kaart brengen van eerder verworven competenties door een onafhankelijke beoordelingscommissie. De assessoren zijn zorgvuldig geselecteerd en hebben bovendien een training gekregen om zich naar behoren van deze taak te kunnen kwijten. OVERZICHT ASSESSMENTINSTRUMENTARIUM EVC-PROCEDURE KHLEUVEN Je bepaalt in principe zelf aan welke van de georganiseerde assessmentvormen je deelneemt. Soms kan een assessor je bijkomende EVC-toetsen aanraden. In onderstaand overzicht vatten we samen welke assessmentvormen gecombineerd moeten worden met het oog op betrouwbaarheid en validiteit. Assessmentvorm Portfolio en competentiegericht interview Bedoeling en doelgroep Aan de hand van een verzameling van ‘bewijsmateriaal’, ingebracht door de kandidaat, wordt de beheersing van competenties nagegaan. In een instroomprocedure is deze toetsvorm weinig zinvol voor pas afgestudeerden hoger onderwijs. Werk- en of levenservaring worden immers bevraagd. Beide toetsvormen zijn gelinkt: wie een portfolio indient, legt ook het competentiegericht interview af. Vaardigheids- en kennistoetsen Aan de hand van vragen of een demonstratie worden beroepsgerichte kennis, vakgerichte kennis of vaardigheden getoetst. Kandidaten die menen (inhoudelijk) expert te zijn op bepaalde domeinen uit de opleiding, maar hier geen formeel studiebewijs van kunnen voorleggen, komen in aanmerking voor deze vorm van beheersingsproeven. Bij een instroom-EVC kan je afzonderlijk intekenen op elk van deze toetsen. Simulatie Aan de hand van een nagebootste realistische werkomgeving worden competenties getoetst. Deelname aan de portfolio is een noodzakelijke voorwaarde. Praktijkproef Aan de hand van een steekproef van de te verrichten taken en competenties in een bepaalde functie wordt in een praktijksituatie de beheersing van competenties nagegaan. Deelnemen aan deze toetsvorm heeft pas zin als je relevante praktijkervaring kan inbrengen. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 9 Deelname aan de portfolio is een noodzakelijke voorwaarde. Overall-toets Aan de hand van een multidisciplinaire probleemsituatie, die vooraf ter beschikking wordt gesteld, worden probleemoplossende vaardigheden en het toepassen van nieuwe kennis nagegaan. Kandidaten moeten vertrouwd zijn met het werkveld van de opleiding die ze willen volgen. Alle kandidaten die deelnemen aan de toets, dienen een portfolio in en leggen ook het competentiegericht interview af. Casustoets Aan de hand van een probleem of gevalsbeschrijving(en) ontleend aan de beroepspraktijk, wordt probleemoplossend vermogen en het toepassen van kennis nagegaan. Deelname aan de portfolio is een noodzakelijke voorwaarde. TIPS Wie voor een beperkt aantal competenties ervaringsdeskundigheid wil aantonen, doet er goed aan eerst grondig de studietabel en eventueel de bijhorende ECTS-informatie te raadplegen: www.khleuven.be. Zo kan je voor jezelf afwegen wanneer deelname aan bepaalde assessmentvormen zinvol is of niet. Let wel: - toetsen afleggen voor opleidingsonderdelen waarop je automatisch via de EVK-procedure wordt vrijgesteld is onnodig - wie niet deelneemt aan de EVC-assessments kan naderhand geen aanspraak maken op aangepaste studietrajecten. 1.5 Bekwaamheidsbewijs De onafhankelijke beoordelingscommissie samengesteld uit alle assessoren onder voorzitterschap van het (adjunct-) departementshoofd of het opleidingshoofd beslist op basis van de resultaten van het bekwaamheidsonderzoek over je competentiebeheersing. De KHLeuven bewaakt dat die beslissing kwalitatief onderbouwd is. De assessoren vormen zich eerst individueel en daarna gezamenlijk per assessmentinstrument een oordeel. Er wordt ook steeds een vergelijking gemaakt tussen je zelfbeoordeling en het oordeel van de assessoren. Daarna vindt een grondige bespreking plaats van al de resultaten. Het EVC-oordeel op de toetsen waaraan je hebt deelgenomen wordt beschreven in termen van de beheersingsniveaus uit de competentiematrix: - niveau 1: notie hebben van - niveau 2: basisbeginselen beheersen - niveau 3: beheersen op geïntegreerd niveau - niveau 4: beheersen op niveau van een professional. Indien nodig kan de commissie je vragen bijkomend bewijsmateriaal aan te leveren, maar je kan hiervoor ook zelf toestemming vragen aan de voorzitter van de onafhankelijke beoordelingscommissie als je assessoren meent te kunnen overtuigen van je competentiebeheersing na afloop van de toets. Dit moet dan wel voor de deliberatiedatum. Je wordt na afloop op de hoogte gebracht van de beslissing van de onafhankelijke beoordelingscommissie. De assessmentresultaten worden door de beoordelingscommissie namens de Associatie KU Leuven omgezet in een EVC-bekwaamheidsbewijs. Daarmee kan een opleiding je bijkomende vrijstellingen verlenen los van deze die je reeds hebt verworven op basis van kwalificaties (EVK). Het bekwaamheidsbewijs blijft in principe onbeperkt geldig; na vijf jaar kan de hogeschool wel een actualiseringsprogramma opleggen. Dat de beslissing ook nog wordt bekrachtigd door de Associatie KU Leuven wil zeggen het bewijs geldt in alle instellingen binnen de Associatie KU Leuven. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 10 1.6 Nazorg Bij het uitreiken van de bekwaamheidsattesten voorziet de assessmentcommissie ook kansen tot feedback op de toetsresultaten in zoverre die nog niet gegeven zijn aansluitend bij de assessments zelf. Als je dit wenst, wordt de beslissing van de beoordelingscommissie in een adviesgesprek met de instroombegeleider en/of assessoren toegelicht of krijg je ondersteuning bij de oriëntatie naar de opleiding waarvoor jij je wil inschrijven. Het bespreken van je resultaten en het krijgen van suggesties voor het optimaliseren van je leerproces kunnen helpen bij deze beslissing. Het geeft je bovendien een duidelijk beeld van de verder te ontwikkelen competenties voor je start met de opleiding. Zoals verder beschreven in de deontologische code, verloopt EVC met groot respect voor de privacy van de kandidaten. Je bepaalt zelf of en hoe je de EVC-informatie doorspeelt aan de lectoren van de opleiding: geen enkele informatie over je resultaten in de EVC-procedure mag immers worden meegedeeld aan lectoren tenzij je daar zelf je toestemming voor geeft. Je EVCdossier komt dus niet in handen van de opleidingsverantwoordelijken! Dit neemt niet weg dat je in het startgesprek met je studietrajectbegeleider het efficiënt aanpakken van je persoonlijk ontwikkelingsplan bevordert, als je zelf een aantal essentiële gegevens over je competentiebeheersing en studie- en levensloopbaan aankaart. 1.7 Instromen in een flexibel studietraject in de KHLeuven Bij competentiegericht opleiden staan begrippen als zelfverantwoordelijkheid, individuele leerroutes en ontwikkeling van leerpotentieel centraal. EVC-procedures hebben met andere woorden weinig zin als studenten geen mogelijkheden krijgen individuele leerroutes te volgen. Competentiegericht opleiden moet dus gekaderd worden binnen de flexibilisering van de opleiding. Een bekwaamheidsbewijs op basis van een EVC-procedure heeft slechts effect als je je ermee tot een hogeschool of universiteit binnen de Associatie KU Leuven wendt met de vraag vrijgesteld te worden voor een (deel van een) opleidingsonderdeel. Is dat een opleiding buiten de KHLeuven, dan betaal je het volledige inschrijvingsgeld, opteer je voor de KHLeuven, dan wordt een korting toegekend (zie verder). 1.7.1 Instromen in modeltrajecten in dagopleiding De vrijstellingsverantwoordelijke van de opleiding zal je opleidingsprogramma samenstellen rekening houdend met die voorgelegde competentiebewijzen. Elke opleiding maakt met andere woorden duidelijk hoe ze de link legt tussen de competentiebeheersing uit de EVC-procedure en de instroom in de opleiding. Dat resulteert in een opleidingsprogramma dat bestaat uit x-aantal opleidingsonderdelen per opleidingsprogramma vergelijkbaar met de vroegere ‘vakken’. Elk opleidingsonderdeel wordt gerealiseerd in een aantal studiepunten. Volgens Europese normen staat een studiepunt gelijk aan vijfentwintig tot dertig uren studieactiviteit (college volgen, opdrachten uitvoeren, leerstof verwerken, examens voorbereiden en afleggen, ….). Als je de beheersing van een beperkt aantal competenties hebt laten toetsen, kom je in aanmerking voor vrijstellingen binnen het modeltraject; daarmee breng je het studiepakket van 180 studiepunten in vermindering. 1.7.2 Instromen in modeltrajecten in alternatieve opleidingsorganisaties (flexibele trajecten) De KHLeuven voorziet voor een aantal opleidingen een aangepast studentenstatuut voor een aangepast studietraject: heb je voor een groot aantal competenties een bekwaamheidsbewijs verzameld, dan stroom je door naar een flexibel studietraject met een aparte, meer op zelfsturing gebaseerde opleiding. Voor meer informatie over deze alternatieve trajecten kan je terecht op de website of bij de opleidingscoördinator: [email protected] Je beslist uiterlijk veertien dagen na het toekennen van je studietraject of je de toegekende vrijstellingen/vervangtaken opneemt. Mondelinge afspraken die rechtstreeks met lectoren _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 11 gebeuren, hebben nooit geldigheidswaarde. Je bevestigt je keuze door je ISP goed te keuren en door te sturen via KULoket. TIP De overheid voorziet een aantal mogelijkheden om de combinatie van studeren en werken toe te laten. Voor meer informatie over deze flexibilisering in het hoger onderwijs neem je best contact op met: Sociale Dienst van de KU Leuven Naamsestraat 80, 3000 LEUVEN 016 32 44 28 of met de verantwoordelijke van de studentendienst _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 12 2. PRAKTISCHE ORGANISATIE 2.1 Voorwaarden voor deelname aan een instroom-EVC De EVC-procedure zoals hierboven beschreven geldt niet voor iedereen. De ingebrachte ervaringsdeskundigheid moet beantwoorden aan bepaalde kenmerken: - actueel, - relevant, - voldoende in omvang, - variatie, - in context, … 2.2 Tijdpad Je kan je aanvraag tot erkenning van EVC het hele jaar door richten aan elke opleiding binnen de KHLeuven. De assessmentprocedure zelf wordt binnen de (flexibele) opleiding lager onderwijs echter slechts één keer per jaar georganiseerd. Wie zich buiten deze periode aanmeldt, moet dus ofwel een jaar wachten ofwel zonder EVC-bekwaamheidsbewijzen instromen in de opleiding van zijn keuze. 2.3 Informatie: website-informatie het hele jaar rond instroombegeleiding vanaf maart tot eind september in het departement/de opleiding van je keuze Aanmelding en intake: vanaf maart tot begin september Inschrijving EVC-procedure: tot begin september Inschrijving in de opleiding: tot de herfstvakantie (semester 1) tot half februari (semester 2) Kostprijs Door de erkenning van je eerder verworven competenties krijg je toegang tot flexibele studietrajecten met verkorting of aanpassing van de normale studietijd . Dit verklaart waarom je bij inschrijving voor een EVC-procedure conform de decretale regelgeving binnen de Associatie KU Leuven onderstaande kosten betaalt. Aandacht Deze prijzen voor 2014-2015 zijn richtinggevend onder voorbehoud van VLOR-regelgeving en reglementering binnen de Associatie KU Leuven. Voor een EVC-procedure wordt volgens decretale regelgeving een vaste administratieve kost van 55 euro aangerekend. Deze betaal je met een overschrijving vanaf het moment dat je beslist om na de informatieronde ook een intakegesprek te hebben met de EVC-instroombegeleider om je eventueel op een verdere deelname aan het EVC-assessment te oriënteren. De kostprijs van je toetsdeelname verschilt al naargelang de door jou geselecteerde EVC-toetsen: - Kostprijs per enkelvoudige toets: 50 euro (vb. eenvoudig portfolio (voor beperkt aantal taakvelden), kennistoetsen, vaardigheidstoetsen, casustoets). - Kostprijs voor een complexe toets: 150 euro (vb. uitgebreid portfolio voor meerdere taakvelden). De bijdrage voor het bekwaamheidsonderzoek mag volgens het reglement van de associatie maximum 590 euro bedragen. Binnen de Associatie KU Leuven wordt dit bedrag berekend op basis van het aantal toetsen en de complexiteit van het assessment waaraan je deelneemt. Het EVC-assessment start pas na betaling van de onkosten. Wie om bepaalde redenen van overmacht niet deelneemt aan een assessment krijgt het betrokken bedrag teruggestort. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 13 Een student die zich naderhand inschrijft voor een opleiding op grond van een EVC-beoordeling, wordt 20% van de hoger beschreven bedragen terugbetaald onder de vorm van een reductie op het studiegeld voor de opleiding. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 14 3 DEONTOLOGISCHE CODE VAN EEN EVC- PROCEDURE Aan de begeleiding van kandidaten in een EVC-procedure is een bepaalde deontologie verbonden4. Het hele proces houdt immers in dat je je open en kwetsbaar kan en mag opstellen. Privacy en zelfverantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten in de EVC-procedure: een deontologische code geeft daarom noodzakelijke richtlijnen over: - de professionele relatie tussen de deelnemer aan de EVC-procedure en de instroombegeleider/assessor, - de informatie-uitwisseling, - de persoonlijke levenssfeer van de deelnemer, - de mogelijkheid tot het aantekenen van beroep. TIP De hieronder beschreven deontologische code maakt deel uit van het onderwijs- en examenreglement van de KHLeuven en is dus bindend. Je doet er goed aan deze ‘technische’ informatie ook even door te nemen, zodat je je rechten en plichten binnen het verloop van de EVC-procedure kent. artikel 1 Professionele relatie deelnemer en instroombegeleider/assessor: de assessor behoudt in zijn/haar opdracht de nodige professionele afstand tot de deelnemer §1 De instroombegeleider/assessor vermengt geen professionele en niet-professionele rollen die elkaar zodanig kunnen beïnvloeden, dat hij/zij niet meer in staat is een professionele afstand tot de deelnemer te bewaren of dat de belangen van de betrokken partijen worden geschaad. §2 De instroombegeleider/assessor garandeert objectiviteit en neutraliteit doorheen de volledige EVC-procedure. Volgende criteria dienen objectiviteit en neutraliteit te garanderen. - De instroombegeleider/assessor beperkt zich tot de feiten die hem door de deelnemer en door relevante derden gemeld worden en/of door hemzelf geobserveerd worden. - De instroombegeleider/assessor is onpartijdig. - De instroombegeleider/assessor onderneemt alle mogelijke stappen om storende elementen en/of elementen die de observatie en rapportering kunnen beïnvloeden, weg te nemen. §3 De instroombegeleider/assessor verbindt er zich toe de kwaliteit van het assessment te garanderen op basis van verkregen en relevante informatie en deze op een omzichtige en voldoende genuanceerde wijze tot een geobjectiveerd en coherent geheel te verwerken. Hij/zij gebruikt daarbij slechts die elementen die nodig zijn om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. §4 De uitspraken van de instroombegeleiders/assessoren beperken zich tot die domeinen waarin zij bevoegd zijn. §5 De deelname aan de EVC-procedure gebeurt op basis van vrijwilligheid en betekent een akkoord ten opzichte van alle stappen binnen het bekwaamheidsonderzoek. Indien een kandidaat niet deel wenst te nemen aan de EVC-procedure kan hij/zij de opleiding starten, maar dan dient hij/zij het volledige opleidingsprogramma te volgen – uiteraard met uitzondering van de vrijstellingen verworven op basis van EVK. 4 De deontologische code van de KHLeuven werd in 2003 ontwikkeld door de initiële lerarenopleiding lager onderwijs in het kader van een door de overheid gesubsidieerd DIVA-pilootproject EVC en United Colours of Nursing _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 15 artikel 2 Informatie-uitwisseling tussen deelnemer en instroombegeleider/assessor §1 De deelnemer aan de EVC-procedure verbindt er zich toe de vereiste informatie tijdig en correct te verstrekken die de instroombegeleider/assessor nodig heeft om zijn/haar professionele handelen te waarborgen. §2 De instroombegeleider informeert de deelnemer over de doelstellingen, het proces, de methode, de deontologische code, de tijdsinvestering en de kosten van de EVC-procedure. §3 De instroombegeleider/assessor verbindt er zich toe de deelnemers op objectieve en anonieme wijze feedback te geven aan het einde van de EVC-procedure. §4 De deelnemer heeft, op aanvraag, het recht om alle informatie over de resultaten van interviews, tests en praktische proeven in te kijken. Om praktische redenen verloopt die inzage op door de hogeschool georganiseerde momenten na het uitreiken van het EVCbekwaamheidsbewijs. §5 Tijdens het bekwaamheidsonderzoek kan een deelnemer de toelating vragen om bijkomend bewijsmateriaal in te brengen om beoordelaars alsnog te overtuigen van het beheersen van bepaalde competenties. §6 De deelnemers betalen een financiële bijdrage voor administratieve kosten, materialen en afname van het assessment. Dit is slechts een deel van de reële kostprijs van de EVCprocedure. artikel 3 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer §1 De instroombegeleider/assessor gaat een vertrouwensrelatie aan met de deelnemer. Vanuit het respect voor de persoon van de deelnemer is de instroombegeleider/assessor verplicht tot geheimhouding van hetgeen hij/zij uit hoofde van de uitoefening van zijn/haar functie verneemt. Deze verplichting blijft na beëindiging van de professionele contacten bestaan. §2 De instroombegeleider/assessor respecteert de psychische en lichamelijke integriteit van de deelnemer en dringt niet verder door in het privé-leven van de deelnemer dan noodzakelijk is voor het doel van zijn/haar beroepsmatig handelen. §3 De instroombegeleider/assessor geeft zich rekenschap van en houdt rekening met de individuele en culturele verschillen als gevolg van etniciteit, geslacht, seksuele voorkeur, handicap, leeftijd, religie, taal of sociaal-economische status teneinde discriminaties terzake te weren. §4 Geen enkele informatie die verzameld is binnen het kader van de EVC-procedure, zal aan personen die geen deel uitmaken van deze overeenkomst, worden doorgegeven tenzij de deelnemer hier uitdrukkelijk zijn/haar toestemming voor geeft. §5 De voorzitter van de onafhankelijke beoordelingscommissie bewaakt dat alle leden van de beoordelingscommissie de vertrouwelijkheid van gegevens respecteren. §6 Persoonlijke gegevens moeten in principe verkregen worden van de deelnemer zelf. Als de beoordelingscommissie het noodzakelijk acht persoonlijke gegevens in te winnen bij derden, dient de deelnemer hierover vooraf te worden geïnformeerd en zijn toestemming te verlenen. Dit moet gebeuren door ondertekening van een verklaring waarvan de deelnemer de draagwijdte duidelijk kan begrijpen en die minimum volgende vermeldingen bevat: identiteit van de persoon bij wie men gegevens opvraagt, identiteit van de organisaties of personen, aard van de gegevens, redenen voor opvragen van de gegevens en de periode waarin de toestemming zal worden gebruikt. Ingeval in een portfolio uitdrukkelijk naar een referentiepersoon wordt verwezen, geldt dit als toestemming van de deelnemer. §7 Enkel die gegevens zullen worden geregistreerd die relevant zijn voor het onderbouwen van het advies en die noodzakelijk zijn voor de dienstdoelstellingen van de instroombegeleider/assessor. In geval de resultaten worden verwerkt voor onderzoek of beleidsaanbevelingen, zal dit volstrekt anoniem gebeuren. §8 De deelnemer heeft een inzagerecht in de over hem/haar verzamelde gegevens. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 16 §9 De persoonlijke gegevens (het aanmeldingsdossier en portfolio) worden tijdens de procedure bewaard op een afgeschermde plaats. De gegevens worden verwerkt op een wijze die de deelnemer kan begrijpen, al dan niet mits toelichting. § 10 De onafhankelijke beoordelingscommissie verbindt zich ertoe dossiers met persoonsgegevens slechts bij te houden zolang de deelnemer het wenst (zie artikel 3 § 11) of zolang dat nodig is voor de concrete opdracht. § 11 De deelnemer kan zijn toestemming intrekken om gegevens die tot de persoonlijke levenssfeer behoren op te vragen en te gebruiken. § 12 De onafhankelijke beoordelingscommissie is ertoe gehouden de in het dossier van de deelnemer bijgehouden gegevens te corrigeren wanneer de deelnemer daartoe een gemotiveerd verzoek indient. § 13 Het portfolio is en blijft eigendom van de deelnemer. artikel 4 Mogelijkheid tot beroep § 14 Beslissingen inzake het EVC-bekwaamheidsbewijs die het resultaat zijn van een materiële vergissing kunnen binnen de zeven dagen na de bekendmaking worden rechtgezet op verzoek van de EVC-kandidaat of ambtshalve door een lid van de beoordelingscommissie. § 15 Wie het niet eens is met de uitslag van de procedure kan met een aangetekend schrijven bezwaar aantekenen bij de voorzitter van de onafhankelijke beoordelingscommissie (zie specifiek deel van de handleiding). § 16 Bezwaar aantekenen is een recht waarvan elke deelnemer - conform het onderwijs- en examenreglement van de KHLeuven - gebruik kan maken uiterlijk tot zeven kalenderdagen na het uitreiken van het bekwaamheidsbewijs. § 17 De beroepsprocedure verloopt gelijkaardig aan de algemeen gehanteerde beroepsprocedure van de hogeschool, beschreven in het examenreglement van de KHLeuven. Bij inhoudelijke betwistingen vraagt de deliberatiecommissie na onderzoek zo nodig bijkomend assessment of bewijsmateriaal in een meer authentieke leercontext. In functie van de nieuwe informatie wordt de eindbeslissing zo nodig bijgestuurd. §18 Het aantekenen van bezwaar kan enkel tegen de beslissing vermeld op het bekwaamheidsbewijs. De vertaling van deze bekwaamheidsbewijzen naar een verkort opleidingsprogramma is de verantwoordelijkheid van de opleiding en valt hierbuiten. Deze beroepsprocedure maakt deel uit van het onderwijs- en examenreglement. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 17 WOORDENLIJST / VEEL GEBRUIKTE AFKORTINGEN Associatie In een associatie werkt één universiteit samen met één of meerdere hogescholen op vlak van organisatie van onderwijs- en studieactiviteiten, onderzoek, dienstverlening, kwaliteitszorg en het gebruik van infrastructuur. De KHLeuven behoort tot de Associatie KU Leuven. De associatie treedt in de EVC-procedure op als validerende instantie. Assessment Letterlijk vertaald uit het Engels is assessment een synoniem van beoordeling. In Nederland en Vlaanderen wordt de term vaak gebruikt als synoniem voor authentieke beoordeling ( complexe en uit de beroepspraktijk afgeleide probleemsituatie). ‘Vaststellen’ of ‘testen’ van verworven competenties aan de hand van diverse beoordelingsinstrumenten (portfolio, pen- en papiertesten, praktijkproeven, …); deze beoordelingsprocedure peilt naast de klassieke kennistoetsen ook naar vaardigheden en attitudes. Assessmentcenter Een beoordelingscentrum waarin alle mogelijke evaluatiemethoden worden gehanteerd (testen, interviews, praktijkopdrachten, gedragsobservaties, …). Assessor Een getrainde beoordelaar die een assessment afneemt. Er wordt in de procedure een onderscheid gemaakt tussen: - opleidingsassessor: een beoordelaar uit het opleidingsinstituut - vakassessor: een beoordelaar uit het opleidingsinstituut verantwoordelijk voor het beoordelen van de inhoudelijke en didactische deskundigheid van een bepaald leergebied/opleidingsonderdeel - veldassessor: een beoordelaar uit het werkveld die een assessment afneemt. Bachelor De graad van bachelor wordt behaald na een studie van ten minste 180 studiepunten. georganiseerd door hogescholen (bv. KHLeuven die in het kader van een associatie samenwerken met een universiteit (bv. KU Leuven). Bekwaamheidsbewijs/ bewijs van bekwaamheid (decreet) Het bewijs dat attesteert dat iemand op grond van EVC’s of EVK’s de competenties heeft verworven eigen aan: - het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of - het masterniveau. Bekwaamheidsonderzoek Kandidaten hoger onderwijs kunnen hun eerder verworven competenties laten evalueren. In het kader van een professionele bacheloropleiding wordt nagegaan of de competentie waarover deze persoon denkt te beschikking, overeenstemt met competenties van het niveau van bachelor in het professioneel onderwijs of een welomschreven opleiding/opleidingsonderdeel, cluster van opleidingsonderdelen of een deel van opleidingsonderdeel. Beroepsprofiel Brengt in kaart wat de gemiddelde, ervaren beroepsbeoefenaar (leraar, boekhouder, laborant, verpleger, maatschappelijk werker, …) in een werksituatie doet. Betrouwbaarheid De mate waarin een toetsinstrument consequent en consistent is en bij een nieuwe meting gelijkaardige uitkomsten garandeert. Dit wil zeggen dat toevalligheidfactoren zoveel mogelijk uitgeschakeld worden in de beoordelingen. Beoordelingscommissie/Onafhankelijke beoordelingscommissie Een onafhankelijke beoordelingscommissie zal het aangeleverde bewijsmateriaal van de EVC-procedure beoordelen conform de richtlijnen verstrekt door de validerende instantie _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 18 van de Associatie KU Leuven. Met ‘onafhankelijk’ bedoelen we dat de beoordelingscommissie enerzijds bestaat uit lectoren die vertrouwd zijn met de onderwijzersopleiding, maar geen lesopdracht hebben in de eigenlijke opleiding (opleidingsassessoren) en anderzijds uit ervaren leerkrachten uit het werkveld (veldassessoren). De commissie vertaalt de uitslag van de EVC-procedure naar een EVCcertificaat. Bewijslast, bewijsmateriaal Om tot erkenning van verworven competenties te kunnen overgaan, moet een deelnemer aantonen over welke kennis, vaardigheden en attitudes hij beschikt. Getuigschriften, werkstukken, uitslagen van kennis- en vaardigheidstoetsen, … komen daarvoor in aanmerking, maar ook getuigenissen en ervaringen. Competentie Een competentie is een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes – vaak gekoppeld aan iemands persoonlijkheid – waardoor iemand in staat is om effectieve, kwaliteitsvolle prestaties te leveren gericht op een bepaalde functie / rol. Die prestaties zijn zichtbaar in concrete handelingen verbonden met een bepaalde context. (Raad van Bestuur, Associatie KU Leuven, 2004) Competentiematrix In een competentiematrix staan alle competenties beschreven die de opleiding haar studenten wil bijbrengen om ze startbekwaam te maken. Competentiegericht interview Interview afgenomen door 2 beoordelaars (assessoren) om vragen te stellen over het portfolio. Je zal concrete ervaringen moeten voorstellen, uitleggen welke taak je hierin opnam en welk resultaat je bereikte. Hiermee worden competenties getoetst voornamelijk op vlak van plannings- en reflectieve vaardigheden. ECTS-fiches (modulewijzers, curriculumtoelichtingen) ECTS (European Credit Transfer System) is het systeem waarmee credits (studiepunten) worden toegekend. In Europees verband is afgesproken dat een studiejaar 60 en een semester 30 studiepunten kent. Elk studiepunt stemt overeen met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven studiebelasting (onderwijs-, leer-, en evaluatieactiviteiten). EVC Rond de interpretatie van de afkorting is verwarring ontstaan omdat in literatuur en beleidsteksten de ‘E’ gaandeweg een andere betekenis gekregen heeft. In deze publicatie staat de afkorting voor Erkenning van Verworven Competenties. Het kan hierbij gaan zowel over elders als eerder verworven competenties. Deze erkenning kan gebeuren onder de vorm van certificering, toelating tot de opleiding, vrijstelling van bepaalde opleidingsonderdelen of uitstapregelingen of toelating tot de beroepsuitoefening. Decretaal wordt in de versie van het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs onderstaande omschrijving gehanteerd. EVC (decreet flexibilisering 2004, art. 2) Een eerder verworven competentie is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd. EVK (decreet flexibilisering 2004, art. 2) Een eerder verworven kwalificatie is elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel studietraject, al dan niet binnen het onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en de opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden. Flexibilisering Flexibilisering heeft betrekking op veel aspecten van het hoger onderwijs: de toegang, de leeromgeving, het curriculum en de organisatie van het onderwijs. GPB Het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid (vroeger D-diploma) leidt op tot leraar secundair onderwijs groep 3. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 19 Indicatoren De startbekwaamheid van een leerkracht wordt uitgedrukt in te verwerven competenties waarvan wordt aangenomen dat ze goede voorspellers zijn voor het succesvol uitoefenen van het beroep. De vertaling van de beoogde competenties in vormen van gedrag leent zich voor concrete observatie en beoordeling. Instroombegeleider Persoon die onafhankelijk van de opleiding kandidaat-studenten informeert over mogelijkheden om ervaringsdeskundigheid te laten erkennen en de betrokkenen ook oriënteert op de af te leggen toetsen. Intakegesprek Gesprek waarin informatie wordt verzameld die als basis kan dienen voor het deelnemen aan een EVC-procedure. Jaarprogramma (onderwijs- en examenreglement KHLeuven 2006-2007) Gestructureerde eenheid van het onderwijsaanbod binnen één academiejaar waarvoor een student zich inschrijft. Kennistoetsen Meten van het aanwezige kennisniveau op relevante opleidingsonderdelen. Modeltraject Studietraject dat bestaat uit een voor een opleiding opgesteld opleidingsprogramma waarbij met opname van verplichte en keuzemogelijkheden wordt verduidelijkt hoe een student binnen een vooropgestelde duur het aan de opleiding verbonden diploma kan behalen. Opleidingsonderdeel (decreet flexibilisering 2004) Een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Een opleidingsonderdeel omvat tenminste drie gehele studiepunten en leidt tot een afzonderlijk beoordelingscijfer bij beraadslaging. Overall-toets Een toetsvorm waarin wordt aangegeven in welke mate de studenten de kennis die ze verworven hebben, kunnen toepassen in nieuw aangeboden situaties. Er worden nieuwe – multidisciplinair samengestelde- probleemsituaties voorgelegd die geïnterpreteerd en opgelost moeten worden. Paarsgewijze beoordeling Om de betrouwbaarheid van de beoordelaars te verhogen, worden bepaalde toetsen beoordeeld door twee assessoren Portfolio Persoonlijk archief dat een overzicht geeft van wat een persoon aan competenties in huis heeft. Het bevat een verzameling aan ‘bewijsstukken’ van alle relevante kennis, vaardigheden, attitudes en ervaringen die de deelnemer voorafgaand aan de opleiding heeft opgebouwd. Die ervaringen worden ondergebracht in categorieën en vertaald naar competenties die voor de uitoefening van het beroep noodzakelijk zijn. Of dit op school, op het werk of thuis gebeurd is, in België of in een ander land maakt daarbij geen verschil. Standaardstudietraject (onderwijs- en examenreglement KHLeuven, 2006) Het studietraject van een student(e) dat precies overeenstemt met het vooropgestelde opleidingsprogramma en binnen de vooropgestelde duur door de betrokken student(e) wordt afgewerkt. Startbekwaamheid Het beroepsprofiel geeft de kern weer van het beroep en omschrijft de beroepsactiviteiten van de ervaren beroepsbeoefenaar. Startbekwaamheid daarentegen geeft een omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes van de beginnende beroepsbeoefenaar. Studiegeld Het bedrag te betalen door de student voor deelname aan onderwijsleeractiviteiten en /of examens. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 20 Studieprogramma Verplichte en keuzeopleidingsonderdelen die elke opleiding over de semesters programmeert. Studiepunt (decreet flexibilisering 2004, art. 2) Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale term die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Studietrajectbegeleider Persoon die binnen de opleiding verantwoordelijk is voor het omzetten van het opleidingsprogramma in een jaarprogramma voor de individuele student op basis van eerder verworven kwalificaties en/of competenties en ook advies geeft bij de opvolging ervan. Vaardigheidstesten Vaststelling van het beheersingsniveau van niet-cognitieve vaardigheden. Validerende instantie (decreet flexibilisering 2004) Het orgaan waar een kandidaat het bekwaamheidsonderzoek aanvraagt en dat het bewijs van bekwaamheid toekent. Enkel associatiebesturen of instellingen die onder het toezicht van associatiebesturen vallen, mogen optreden als validerende instantie. Validiteit De mate waarin een toetsinstrument meet wat het zegt te meten en beoordelingen doelmatig en geldig zijn. Flexibel studietraject Het traject van een student(e) waarbij de betrokkene tot studieduurverkorting komt op basis van vrijstelling. Deze worden toegewezen voor delen van en/of opleidingsonderdelen op basis van elders verworven kwalificaties en/of competenties. Vrijstelling (decreet flexibilisering 2004, art. 2) De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel daarvan, examen af te leggen op grond van een creditbewijs, een ander studiebewijs of een bekwaamheidsbewijs. Voor dit opleidingsonderdeel of deel ervan wordt geen examencijfer in rekening gebracht bij het oordelen over het slagen over een jaarprogramma of een gehele opleiding en evenmin voor het toekennen van een graad van verdienste. Zij-instromers Deze term verwijst naar kandidaten met een diploma hoger onderwijs dat niet tot hetzelfde studiegebied behoort als waar ze zich voor wensen in te schrijven. Zij komen in aanmerking voor een verkorst studietraject. _________________________________________________________________________________________ KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 21 DEEL 2 EVC KHLEUVEN BIJ DE INSTROOM NAAR DE PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS De voorliggende EVC-procedure van de professionele bachelor in onderwijs - lager onderwijs kwam tot stand binnen het project Volwaardig Evenwaardig met steun van ESF en hefboomkrediet (project 2005 ESF doelstelling 3 – zwaartepunt 4 en hefboomkrediet – dossiernummer 04/ EPD 3/4–3/012. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 22 STAP 1. INFORMATIE KANDIDAAT Secundair onderwijs Hoger onderwijs EVK EVC informatie en oriëntatie herkennen van competenties beoordelen van competenties erkennen van competenties nazorg Toegekende vrijstellingen binnen KHLeuven OPLEIDING Doelstelling stap 1 Verantwoordelijke in de opleiding Inzicht verwerven in de Instroombegeleider mogelijkheden van EVC en/ of achterhalen of EVC iets is voor jou KHLeuven Hulpmiddelen Handleiding EVC KHLeuven Website KHLeuven Instroomprofiel, competentiematrix EVC-handleiding 2014-2015 BaLO Activiteiten Informatiegesprek 23 1.1 Informatie over het departement lerarenopleiding Departementshoofd: Adjunct-departementshoofd: Opleidingshoofd Diest: Opleidingshoofd Heverlee: Adressen: Wim Bergen Jan Vanderghote Björn Callewaert Kristien Carnel campus Heverlee Hertogstraat 178 B-3001 Heverlee 32 –0- 16/375600 campus Clenardus Weerstandplein 2 B-3290 Diest 32 –0-13/350690 TIP Het departement lerarenopleiding van de KHLeuven is gesloten van 14 juli tot en met 10 augustus 2014. Alle mailadressen vermeld in deze handleiding zijn in die periode niet bereikbaar. 1.2 Instroombegeleiding Nog voor de eigenlijke EVC-procedure start kan je informatie inwinnen over de verkorte lerarenopleiding Bachelor in het Lager Onderwijs (FLLLEX) alsook over mogelijke vrijstellingen op basis van eerder of elders verworven kwalificaties (EVK-procedure). STAP 1: informatieverstrekking omtrent de flexibele trajecten BaLO De instroombegeleider verschaft informatie over de organisatie en studietabel van de flexibele opleidingstrajecten: avond-, weekend- en vakantieonderwijs (in Heverlee) en dagonderwijs (in Diest). Heverlee: Mevr. Katrin Ceulemans [email protected] of 016/375677. Op het instroombureau FLLLEX te Heverlee kan je terecht in de nieuwbouw van het departement lerarenopleiding (Hertogstraat 178, Heverlee): permanentie dinsdag en donderdag van 09.00 uur tot 15.30 uur tot 4 juli en vanaf 19 augustus. Maak steeds vooraf een afspraak. Diest: Mevr. Marieke.Vandersmissen [email protected] De instroombegeleider FLLLEX in de afdeling te Diest ontvangt jou op afspraak via mail of telefoon (016/375400). STAP 2: erkenning van eerder of elders verworven kwalificaties: EVK Op basis van de ingewonnen informatie beslis je al dan niet om je eerder behaalde certificaten en diploma’s te benutten voor het aanvragen van studieduurverkorting bij de EVKinstroombegeleider. De EVK-aanvraag met het oog op vrijstellingen gebeurt digitaal aan de hand van een formulier dat je kan aanvragen bij de EVK-instroombegeleider. Voor niet vermelde certificaten of attesten kan je altijd een persoonlijk gelijkwaardigheidsonderzoek aanvragen. Heverlee: Mevr. Mariet Vaesen [email protected] of 016/375679. Op het instroombureau EVK te Heverlee kan je terecht in de nieuwbouw van het departement lerarenopleiding (Hertogstraat 178, Heverlee): permanentie op dinsdag en donderdag van 09.00 tot 15.30u tot 4 juli en vanaf 19 augustus. Maak steeds vooraf een afspraak. Diest: Mevr. Marieke Vandersmissen [email protected] of 016/375400 De EVK-instroombegeleider in de afdeling te Diest ontvangt jou op afspraak via mail of telefoon. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 24 STAP 3: oriëntering op toetsdeelname aan de hand van een intake-gesprek: EVC Naast de EVK-vrijstellingen kan de kandidaat EVC-vrijstellingen verwerven door middel van een EVC-toetsdeelname. Dit is geen verplichting. Als je interesse hebt voor een EVC-procedure, vraag je informatie bij de EVC-instroombegeleider. Heverlee en Diest: Mevr. Mariet Vaesen [email protected] De inschrijving voor de EVC-procedure gebeurt met behulp van het inschrijvingsformulier in bijlage. Dit kan op elke infodag of op afspraak. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 25 STAP 2. HERKENNEN VAN COMPETENTIES KANDIDAAT Secundair onderwijs Hoger onderwijs EVC EVK informatie en oriëntatie aanmelding: herkennen van competenties beoordelen van competenties erkennen van competenties nazorg Toegekende vrijstellingen binnen KHLeuven OPLEIDING Doelstelling stap 2 Achterhalen welke competenties vereist zijn voor een leraar lager onderwijs Verantwoordelijke in Hulpmiddelen de opleiding Instroombegeleider Instroomprofiel Opleidingshoofd Activiteiten Invullen instroomprofiel Competentiematrix Intakegesprek Voor jezelf nagaan in welke mate je deze competenties reeds beheerst Inschrijving voor EVC-procedure Beslissen aan welke assessmentvormen je deelneemt KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 26 2.1 De competentiematrix Voor leerkrachten zijn in Vlaanderen sedert 1998 de zogenaamde basiscompetenties van kracht5. Deze geven aan welke competenties een leerkracht nodig heeft in de diverse beroepscontexten waarin hij functioneert. DUIDING VAN HET OPLEIDINGSPROFIEL Basis van het leraar zijn, is binnen het opleidingsprofiel van de KHLeuven de professionele identiteit van de leraar. Deze vertaalt zich in een aantal professionele houdingen die zijn competent handelen aansturen. Die houdingen vormen als het ware het waardekader dat elke leraar in zijn handelen inspireert6. De stam van de boomstructuur die het opleidingsprofiel visualiseert, vindt zijn wortels in de zogenaamde KHLeuven identiteit (bezieling, respect, samenwerken, leren en zin voor initiatief) en in de decretale beroepshoudingen (beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit). De opleiding voegt hier zelf nog ‘creatieve gerichtheid’ aan toe. De ‘stam van de leraar’ of wat een goed leraar typeert draagt alles. Hij blijkt in de praktijk echter niet zo gemakkelijk te vatten. Men spreekt over een goed leraar vaak in termen van ‘hij heeft het of hij heeft het niet’. De leraar lager onderwijs blijft een polyvalente leerkracht die in zijn denken, willen en doen moeilijk van elkaar te onderscheiden competenties vertoont. Dit geeft meteen aan dat we in het beroepsprofiel voor leraren wel een aantal domeinen kunnen onderscheiden, maar dat die niet van elkaar kunnen gescheiden worden. Een leraar is tegelijk opvoeder, begeleider, lid van een team, taalleraar, ... en geëngageerd ten aanzien van de samenleving. Vier verantwoordelijkheden Het decretaal beroepsprofiel en de basiscompetenties zijn geordend omwille van de functionaliteit en de overzichtelijkheid. Die samenhang verwijst naar de drie niveaus waarop een leraar verantwoordelijkheid opneemt ten aanzien van de lerende, de school en onderwijsgemeenschap en de maatschappij. Volgens ons onderzoek blijkt het globaal functioneren van een leraar zich in de perceptie van leerkrachten te vertakken in vier verantwoordelijkheden: - samen school maken - binnen een (klas)groep functioneren - kwaliteit borgen - onderwijs ontwikkelen. Deze domeinen sluiten eigenlijk nauw aan bij de onderwijsvisie van onze hogeschool en bij de verruimde professionaliteitsvisie die de basiscompetenties ondersteunt. Daarin krijgt de leraar wel autonomie, empowerment, maar vanuit een perspectief om samen met collega’s school te maken. We gaan inderdaad uit van een participatief opleidingsmodel waarbij de leden van de organisatie elk in hun functie, met hun competentieprofiel, vanuit een gedragen visie in onderlinge afstemming de zorg voor de lerende op zich nemen. De kerntaken van opvoeden en lesgeven zijn in een eigentijdse wijze van schoolvoeren immers gedeelde verantwoordelijkheden en niet louter opdrachten voor de individuele leraar. In het tweede verantwoordelijkheidsgeheel ‘binnen de klasgroep functioneren’ als opvoeder en als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen situeren zich de interacties tussen leerlingen en leraar, de kern van het leraarschap. Uit de laatste twee clusters aan verantwoordelijkheden merken we dat een leraar niet zomaar een uitvoerder is van wat anderen voorschrijven. Hij is erop gericht zelf de kwaliteit en het effect van zijn handelen te versterken en dit niet zomaar aan het schoolbestuur over te laten. Als lid van een school als lerende organisatie is hij zelfs mee verantwoordelijkheid voor de toekomstige ontwikkeling van het onderwijs. We achten het onze maatschappelijke en morele plicht als opleidingsinstituut om deze innovatieve taak op ons te nemen door te anticiperen op 5 De geactualiseerde versie van de decretaal voorgeschreven beroepsprofielen en de afgeleide basiscompetenties vind je op: www. ond.vlaanderen.be/dvo 6 Omwille van een vlot taalgebruik spreken we over de leraar in termen van hij/zijn/hem waarmee eveneens zij/haar wordt bedoeld. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 27 onderwijsontwikkelingen en onderwijsvernieuwing te stimuleren. Ontwikkelingsperspectief is dus sterker dan vroeger ingebouwd in ons opleidingsprofiel. Hiermee onderschrijven we het belang van veranderingsbekwaamheid van onze afgestudeerden en kiezen we duidelijk voor een emancipatorisch concept van beroeps-voorbereiding. Binnen de opleiding professionele bachelor in het onderwijs - lager onderwijs van de KHLeuven wordt het beroepsprofiel als volgt gevisualiseerd: Voor elk van de leraarscompetenties die voortvloeien uit dit profiel zijn binnen de KHLeuven indicatoren geformuleerd om het groeiproces naar volwaardig leraarschap in kaart te brengen7. 7 Carnel, K. & Bogaerts, I., Competentiematrix bachelor in onderwijs: lager onderwijs. Leuven, Acco, 2008 KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 28 2.2 Niveaus van competentiebeheersing De competenties van de beoordelingsstandaard voor de EVC-procedure zijn normgerelateerd volgens een standaard die verwijst naar vier beheersingsniveaus. Dit is reeds verduidelijkt in deel 1 van deze handleiding. De competentieontwikkeling vertoont een zekere groeilijn gaande van meer leerkrachtgericht met sturing van buitenaf naar meer kindgericht met zelfsturing. 2.3 Instroomprofiel Diegene die best je eigen mogelijkheden en beperkingen in kaart kan brengen, ben jijzelf. Als voorbereiding op het doorlopen van een EVC-procedure vragen we je een zelfbeoordeling in te vullen waaruit de mate blijkt waarin je de competenties beheerst eigen aan een leerkracht lager onderwijs. Je gebruikt daartoe het instroomprofiel (zie bijlage). 2.4 Intakegesprek Met je ingevuld instroomprofiel stap je naar de EVC-instroombegeleider voor een intakegesprek. Vanaf dit moment wordt de procedure betalend, want voor deze stap in de procedure wordt binnen de Associatie KU Leuven een decretaal voorgeschreven vaste administratieve kost van euro aangerekend (zie deel 1). De instroombegeleider zal op basis van dit profiel met jou bepalen of verdere deelname aan de EVC-procedure zinvol is. Je krijgt in dit gesprek ook beter zicht op de curriculumopbouw of de opleidingsonderdelen die verbonden zijn aan de competenties waarvoor je je ervaringsdeskundigheid wil laten onderzoeken. Datum voor het intakegesprek met de EVC-instroombegeleider volgt best zo snel mogelijk na de informatieronde: - als je ervaringsdeskundigheid wil aantonen voor een beperkt aantal competenties en wil doorstromen naar de reguliere opleiding: bij voorkeur voor 10 augustus; - als je ervaringsdeskundigheid wil aantonen als zij-instromer voor meerdere competenties en wil doorstromen naar verkorte opleidingsprogramma’s: voor 20 augustus. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 29 STAP 3. BEOORDELEN VAN COMPETENTIES KANDIDAAT Secundair onderwijs Hoger onderwijs EVK EVC informatie en oriëntatie herkennen van competenties bekwaamheidsonderzoek: beoordelen competenties erkennen van competenties nazorg Toegekende vrijstellingen binnen KHLeuven OPLEIDING Doelstelling stap 3 Aantonen van je competentiebeheersing Verantwoordelijke in de opleiding Instroombegeleider Beoordelaars (assessoren) KHLeuven Hulpmiddelen Handleiding EVC Activiteiten Voorbereiding op deelname aan toetsen Sjabloon portfolio EVC-handleiding 2014-2015 Samenstellen en indienen van portfolio BaLO 30 3.1. Bekwaamheidsonderzoek Als je op basis van je zelfbeoordeling en het intakegesprek beslist om de EVC- procedure te starten, schrijf je je in bij de EVC-instroombegeleider. Een combinatie van assessmentvormen zal je competentiebeheersing moeten aantonen. Mits betaling kan het bekwaamheidsonderzoek starten. Bijgaand overzicht (zie volgende bladzijde) kan je helpen om duidelijkheid te krijgen aan welke assessmentvormen je moet deelnemen als je voor bepaalde competentieclusters je beheersingsniveau wil aantonen. De toetsen worden in de opleiding professionele bachelor van de KHLeuven op twee wijzen georganiseerd: - voor wie slechts een beperkt aantal competenties laat assesseren en doorstroomt naar de reguliere driejarige opleiding sluit het assessment van de EVC-procedure aan bij de examens van de tweede zittijd. Inhoud, data en organisatie worden je meegedeeld door de instroombegeleider - voor wie als zij-instromer in aanmerking komt voor een flexibel studietraject, is een aparte toetsorganisatie voorzien. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 31 Algemene bachelorcompetenties Algemene lerarencompetenties • • • Instroom Casustoets RZL (+ beperkt portfolio en CI) Kennistoets wiskunde Kennistoets Frans Kennistoets Leren en ontwikkelen stimuleren instroom Cluster: • Beperkt portfolio en CI • Simulatie • Vaardigheidstoets Skillslab Agogische vaardigheden Doorstroom • • • Specifieke lerarencompetenties • • • • • • uitstroom Kennistoets Leren en ontwikkelen doorstroom Casustoets Zorg Algemene Lerarencompetenties (+ beperkt portfolio en CI) Casustoets Onderwijs Ontwikkelen doorstroom (+ beperkt portfolio en CI) • Casustoets Functioneren in een schoolorganisatiecultuur (+ beperkt portfolio en CI) • Casustoets Onderwijs Ontwikkelen uitstroom (+ beperkt portfolio en CI) Kennistoets taalvaardigheid Nederlands Kennistoets WO Kennistoets godsdienst Casustoets Zorg Specifieke Lerarencompetenties (+ beperkt portfolio en CI) Cluster: - praktijkproef (1 les) - beperkt portfolio + CI (dienstenstaat aangewezen) Cluster: - vaardigheidstoets lesontwerp aanvankelijke leerprocessen - beperkt portfolio + CI (dienstenstaat aangewezen) • • • • Vaardigheidstoest lesontwerp (+ beperkt portfolio + CI): - Nederlands - WO - godsdienst - Frans - wiskunde - muziek - beeld - drama - beweging Cluster: - praktijkproef (meedraaien in een school gedurende meerdere dagen) (media en schrift integreren!) - portfolio + CI - lesontwerp (dienstenstaat vereist) Casustoets Leerprocessen begeleiden met oog op secundair onderwijs Actieonderzoek Leerprocessen onderzoeken Opmerking: Bij een beperkt portfolio worden de te bewijzen competenties vastgelegd in samenspraak met de instroombegeleider. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 33 3.2 Overzicht toetsvormen PORTFOLIO EN COMPETENTIEGERICHT INTERVIEW Doelgroep Kandidaten die instromen in de driejarige reguliere opleiding Je kiest de competenties waarvoor je ervaringsdeskundigheid wil aantonen in overleg met de instroombegeleider. Daarvoor verzamel je het nodige bewijsmateriaal. Wie meent ook competentiebeheersing te kunnen aantonen voor de competenties van het opleidingsonderdeel ‘Leraar worden’ maakt vooral duidelijk in welke mate reflectievaardigheden verworven zijn en competenties die betrekking hebben op het omgaan met verschillen, het agogisch-expressief functioneren, het beheersen van een professioneel denkkader en met een aantal generieke studievaardigheden. Kandidaten die als zij-instromer instappen in de flexibele opleidingstrajecten Portfolio en competentiegericht interview zijn aan te bevelen aan ieder die praktijkervaring heeft in het onderwijs of vertrouwd is met de school als organisatie, maar nog geen diploma met pedagogische bekwaamheid verworven heeft. Wie dienstenstaat binnen het (lager) onderwijs kan voorleggen, doet er goed aan om deel te nemen aan dit assessment omdat erkenning van ervaringsdeskundigheid kan leiden tot vrijstelling binnen algemene en specifieke lerarencompetenties en stage binnen het opleidingsprogramma van de KHLeuven. Als bewijsmateriaal zorg je best ook voor een aanbevelingsbrief van je huidige werkgever of voor een verslag van je laatste functioneringsgesprek. Inhoud In een portfolio verzamel je bewijsmateriaal dat aantoont dat je competenties uit het profiel van een leraar beheerst. In de portfolio-opdracht wordt je uitgelegd hoe je hiervoor te werk gaat. Met een portfolio worden onder andere volgende elementen getoetst: - je competentiebeheersing voor de taakvelden uit het beroepsprofiel, waarvan je meet/wil aantonen dat je die elders/eerder verworven hebt je teamgerichtheid, - je reflecterende, innoverende ingesteldheid, - je inzicht in eigen handelen, - je opvatting over de sector, hoe je tegenover het beroep staat, welke beroepshouding je vertoont, - je relevante beroepservaring (dienstenstaat), - je bereidheid tot leren. Aan een portfolio is binnen deze procedure altijd een competentiegericht interview gekoppeld. In dit interview zullen twee assessoren, die je portfolio onafhankelijk van elkaar grondig hebben doorgenomen, je verder bevragen over de competenties die je denkt te bezitten, je vragen elementen uit je portfolio toe te lichten, ... Ervaring wijst uit dat een portfolio-opdracht voor pas-afgestudeerden secundair en hoger onderwijs niet erg zinvol is. Uiteindelijk zal je beoordeeld worden op zowel het portfolio als op het interview. In de beoordelingscommissie EVC zullen alle resultaten samengelegd worden. In het portfolio en het competentiegericht interview wordt je bewijsmateriaal en je ervaring getoetst aan de hand van volgende criteria: authenticiteit: ze vormen een bewijs van je eigen presteren (niet van collega's, een team als geheel, de organisatie waar je in werkte, ...). Toon daarom telkens aan wat je eigen bijdrage was: - actualiteit: ze weerspiegelen je huidige competentieniveau (hoe functioneer je nu en niet tientallen jaren geleden. Als je voorbeelden uit een langer verleden geeft, toon dan aan dat je dit nu nog steeds doet); - relevantie: ze komen overeen met de competenties uit de opleiding die je wil laten onderzoeken; - kwantiteit: ze verwijzen naar (een) voldoende (lange periode van) activiteiten (m.a.w. het gaat niet om eenmalige, korte activiteiten waar je een bepaalde competentie in toonde, maar dergelijke activiteiten komen herhaaldelijk voor); - variatie in contexten: ze tonen aan dat je de competentie in verschillende contexten beheerst. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 34 Verloop Bij het samenstellen van je portfolio gebruik je de voorgestructureerde opdrachtbladen die je krijgt bij inschrijving voor deze toets. Je maakt de verbinding tussen de 'bewijsstukken' die je aanbrengt en de competentiebeheersing op je instroomprofiel. De bewijsstukken kunnen bijvoorbeeld zijn: eigen werkstukken, aanbevelingsbrieven, foto's, videomateriaal, getuigenissen, tewerkstellingsattesten, evaluaties van werkgevers, opleidingscertificaten die niet verbonden zijn aan een EVK, … Data Het portfolio wordt in tweevoud (origineel en kopie) minstens vijf werkdagen voor het geplande competentiegericht interview bezorgd aan de instroombegeleider EVC (onthaal DLO, Hertogstraat 178, 3001 Heverlee) en uiterlijk op 13 september 2014. Het competentiegericht interview wordt ingericht eind september 2014. Dit kan in Diest of in Heverlee. De locatie wordt bepaald in overleg met de jou, de EVC-instroombegeleider en de betrokken assessoren. Het originele portfolio krijg je na de beoordelingscommissie terug bezorgd. CASUSTOETSEN CASUSTOETS FUNCTIONEREN IN EEN SCHOOLORGANISATIECULTUUR Doelgroep Om aan de casustoets Functioneren in een schoolorganisatiecultuur deel te nemen heb je best voeling met een lagere school als organisatie. Als je deelneemt, laat je met het portfolio en competentiegericht interview ook de competenties van het taakveld: de leraar als lid van een ondewijsorganisatie toetsen. Inhoud De casustoets Functioneren in een schoolorganisatiecultuur peilt naar opgedane kennis en visie op basis van eigen opgedane ervaringen. Voor de casus(sen) gaan we uit van een concrete schoolsituatie waarin je geconfronteerd wordt met een aantal deelproblemen, die je kan tegenkomen wanneer je als leerkracht in een lagere school aan de slag gaat. De manier waarop je deze deelproblemen aanpakt, de vragen die je stelt en de mogelijke oplossingen die je aanreikt, geven ons een beeld van je competenties binnen het eerder opgesomde taakveld. Verloop De informatie over en de documentatie bij de casussen krijg je één week voor de toetsdag doorgestuurd via e-mail. Je neemt de informatie door, vult ze eventueel aan, bespreekt ze met mensen uit het werkveld in functie van mogelijke probleemstellingen die eruit voortvloeien. De concrete vragen krijg je pas op het moment van de toets. Je mag de informatie en de zelf verzamelde informatie meebrengen en gebruiken tijdens de toets. Tijdsinvestering Reken voor deze casustoets op minimum een vijftal uren voor de voorbereiding van de toets met behulp van het jou toegestuurd casusmateriaal. Voor het oplossen van de vragen op het toetsmoment zelf krijg je 3 uur. In een reflectiegesprek dat daarop volgt, krijg je minstens een half uur de tijd om je antwoorden toe te lichten aan twee onafhankelijke assessoren. Resultaat De aard, de opbouw en de verantwoording van de beslissingen en voorstellen primeren in evaluatie. Positieve evaluatie op niveau drie kan leiden tot vrijstelling binnen het taakveld de leraar als lid van de onderwijsorganisatie. CASUSTOETS ONDERWIJS ONTWIKKELEN Doelgroep Om hieraan deel te nemen heb je best voeling met de lagere school enerzijds en integrale kwaliteitszorg in het algemeen anderzijds. Als je deelneemt, laat je met het portfolio en competentiegericht interview ook een beperkt aantal competenties (gerelateerd aan onderwijs ontwikkelen) toetsen. Inhoud Je werkt geïntegreerde onderwijsleeractiviteiten uit omtrent een opgegeven onderwerp en stelt een plan voor om integrerend werken op dit vlak kwaliteitsvol te verbeteren op schoolniveau. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 35 Verloop Je krijgt een week op voorhand via mail de precieze opdracht om je op het assessment voor te bereiden. Je mag allerlei bronnen en informatie raadplegen en meebrengen. Op het toetsmoment zelf werk je enkele onderwijsactiviteiten in grote lijnen uit en stel je een kwaliteitsplan op. Hiervoor wordt een drietal uren voorzien. Resultaat De aard, de opbouw en de verantwoording van de onderwijsleeractiviteiten en van de aanpak op schoolniveau primeren in de evaluatie. Positieve evaluatie op niveau drie kan leiden tot vrijstelling binnen de getoetste taakvelden. CASUSTOETS ZORG Doelgroep Om hieraan deel te nemen heb je best voeling met een lagere school. Als je deelneemt, laat je met het portfolio en competentiegericht interview ook een beperkt aantal competenties (gerelateerd aan (leer)zorg toetsen. Inhoud De casustoets leerzorg peilt naar de opgedane kennis en visie op basis van de opgedane ervaringen. Voor de casussen gaan we uit van een concrete schoolsituatie waarin je geconfronteerd wordt met een aantal deelproblemen, die je kan tegenkomen wanneer je als leerkracht in een lagere school aan de slag gaat.8 De manier waarop je deze deelproblemen aanpakt, de vragen die je stelt en de mogelijke oplossingen die je aanreikt, geven ons een beeld van je competenties binnen de eerder opgesomde taakvelden en kunnen dus ook binnen die velden leiden tot vrijstellingen. Verloop De informatie over en de documentatie bij de casussen krijg je één week voor de toetsdag doorgestuurd via e-mail. Je neemt de informatie door, vult ze eventueel aan, bespreekt ze met mensen uit het werkveld in functie van mogelijke probleemstellingen die eruit voortvloeien. De concrete vragen krijg je pas op het moment van de toets. Je mag de informatie en de zelf verzamelde informatie meebrengen en gebruiken tijdens de toets. Tijdsinvestering Reken voor de casustoets zorg op minimum een vijftal uren voor de voorbereiding van de toets met behulp van het jou toegestuurd casusmateriaal. Voor het oplossen van de vragen op het toetsmoment zelf krijg je 3 uur. In een reflectiegesprek dat daarop volg, krijg je minstens een half uur de tijd om je antwoorden toe te lichten aan twee onafhankelijke assessoren. Resultaat De aard, de opbouw en de verantwoording van de beslissingen en voorstellen primeren in evaluatie. Positieve evaluatie op niveau drie kan leiden tot vrijstelling in de eerder opgesomde taakvelden. CASUSTOETS LEERPROCESSEN BEGELEIDEN MET OOG OP SECUNDAIR ONDERWIJS Doelgroep Wie reeds een stevige achtergrond en inzichten heeft rond begeleiden van leerlingen van lager naar secundair onderwijs. Dat kan vanuit het lesgeven in een derde graad, vanuit ervaring met de jongsten in het secundair onderwijs, vanuit werkervaring op een CLB, … De toets verloopt steeds in combinatie met een portfolio en competentiegericht interview voor een beperkt aantal competenties. Inhoud Jaarplanning bijwerken met het oog op faciliteren van de overgang van lager naar secundair onderwijs. 8 Omwille van de betrouwbaarheid van de toets geven we de bronnen waarop we ons gebaseerd hebben niet vrij voor de deliberatie van de EVC-procedure. De bronnen kunnen bekend gemaakt worden na dit moment. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 36 Verloop Bij de toets krijg je een deels uitgewerkte jaarplanning voor het faciliteren van de overgang van lager naar secundair onderwijs. Op basis van eigen kennis en inzichten en een aantal opmerkingen/vragen van de directie, doe je suggesties voor optimalisering en verdere uitwerking van de gegeven jaarplanning. Je verantwoordt je suggesties vanuit je achtergrondkennis rond kinderen begeleiden van lager naar secundair onderwijs. Tijdsinvestering 3 uur Resultaat De aard, de opbouw en de verantwoording van de beslissingen en voorstellen primeren in evaluatie. Positieve evaluatie op niveau drie kan leiden tot vrijstelling in de getoetste taakvelden. ACTIEONDERZOEK LEERPROCESSEN ONDERZOEKEN Doelgroep Wie al een sterke ervaring heeft met begeleiden en stimuleren van leer- en denkprocessen en daarbij ook een goede achtergrond heeft rond onderzoek en in het bijzonder actieonderzoek. De toets verloopt steeds in combinatie met een portfolio en competentiegericht interview voor een beperkt aantal competenties. Inhoud Uitwerking actieonderzoeksplan rond leerprocessen stimuleren Verloop Je krijgt vooraf een tekst rond een specifieke methode voor het stimuleren van leer- en denkprocessen. Je neemt die tekst grondig door en zoekt eventueel bijkomende info. Op de toetsdag zelf, krijg je een afgebakend onderzoeksonderwerp in verband met diezelfde specifieke vorm van denkstimulering. Je maakt een onderzoeksplan op met gerichte onderzoeksvragen, gekoppeld aan te nemen acties, methode van dataverzameling bij verschillende acties en eventueel waar je tussenstappen kan inbouwen als de voorziene stap te groot blijkt te zijn. Tijdsinvestering 6 uur vooraf: doornemen tekstmateriaal en eventueel bijkomende literatuur 4 uur toets Resultaat De aard, de opbouw en de verantwoording van de beslissingen en voorstellen primeren in evaluatie. Positieve evaluatie op niveau drie kan leiden tot vrijstelling in de getoetste taakvelden. COMPETENTIEGERICHT LEVENSBESCHOUWING INTERVIEW EN CASUSTOETS RELIGIE, ZINGEVING EN Doelgroep Kandidaten die in het bezit zijn van een minimum diploma hoger onderwijs, maar hun attest niet aan een Katholieke instelling hebben behaald, komen in aanmerking voor een competentiegericht interview in combinatie met een casustoets om een bewijs van bekwaamheid te behalen voor het opleidingsonderdeel religie, zingeving en levensbeschouwing. Resultaat Met het bewijs van bekwaamheid voor de getoetste competenties kan beslist worden het opleidingsonderdeel RZL vrij te stellen. VAARDIGHEIDSTOETS: LESONTWERP Doelgroep Voor iedereen die meent de competenties van de taakvelden de leraar als zorgverstrekker en de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen te beheersen. De toetsen verlopen steeds in combinatie met een portfolio en competentiegericht interview voor een beperkt aantal competenties (hoofdzakelijk gerelateerd aan functioneren in een klasgroep). KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 37 Inhoud Volgende aspecten worden vooral nagegaan: - je deskundigheid in het begeleiden en beoordelen van leerlingen: vakdidactische en leerpsychologische competentie - planning van les(cyclus), inzicht in didactische aanpak, organisatie - creatief – clichédoorbrekend werken - vermogen tot overdragen van informatie - vermogen tot reflectie en tot het nemen van initiatief Je kan deelnemen aan de opdracht voor maximum twee leergebieden uit de lagere school te kiezen uit: - beeldopvoeding - bewegingsopvoeding: dit is enkel zinvol als je ervaring hebt als trainer van een jeugdclub of als monitor. Wie lesbevoegdheid heeft voor bewegingsopvoeding lagere school, heeft een EVK voor het opleidingsonderdeel waarin deze competentie vervat is en hoeft dus ook niet aan deze toets deel te nemen - drama: dit is enkel zinvol als je ervaring hebt met drama met kinderen/jongeren. - Frans - godsdienst - muziek (in combinatie met deze toets worden ook zang en (ritmische) begeleiding getoetst) - Nederlands - wereldoriëntatie - wiskunde Daarnaast kan je ook deelnemen aan deze opdracht i.f.v. bekwaamheidsbewijzen voor competenties uit de stage Leerprocessen begeleiden - aanvankelijke leerprocessen. Verloop De concrete lesonderwerpen krijg je bij de start van de toets. Je krijgt in bepaalde gevallen ook een pakket met documenten (bv. leerplan, handleidingen, werkboeken, …). Voor het schriftelijk gedeelte van de toets krijg je twee en een half uur. Aansluitend krijg je de kans om je lesontwerp mondeling toe te lichten aan een assessor gedurende maximaal dertig minuten. Voorbereiding Je kan zelf basisprincipes en concrete lessen opzoeken in leerplannen, handleidingen en handboeken vakdidactiek zodat je een (vak)didactische visie aanscherpt conform de decretale eindtermen van het basisonderwijs. Resultaat Als je overwegend beheersingsniveau twee tot drie behaalt op deze toetsen, krijg je voor het betrokken leergebied een bewijs van bekwaamheid voor één of meerdere van onderstaande taakvelden. Die bekwaamheidsbewijzen kan je aanbieden bij het aanvragen van vrijstellingen voor het begeleiden van leerprocessen in leergebieden van de lagere school waarin de genoemde competenties aan bod komen. SIMULATIE Doelgroep Kandidaten met een diploma hoger onderwijs zonder onderwijsbevoegdheid hebben soms ervaring met het lesgeven aan een andere doelgroep dan leerlingen lager onderwijs. Zij kunnen hun elementaire onderwijskwaliteiten aantonen. Deelname aan deze toets gebeurt in combinatie met een portfolio en competentiegericht interview voor de competenties uit taakveld opvoeder en begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen en de vaardigheidstoets skillslab agogische vaardigheden. Inhoud Je mag zelf een lesonderwerp kiezen zodat je les aansluit bij je talenten en interesses. Je werkt de les nauwgezet uit en geeft deze in een setting van een kleine groep volwassenen. Twee assessoren komen deze les observeren en vervolgens beoordelen. Voorbereiding Je kan je met behulp van handboeken (vak)didactiek richten op het activerend, eigentijds lesgeven. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 38 Verloop Je werkt de les nauwgezet uit en geeft deze dan in een setting van minstens vijf volwassenen. Na afloop kan je jouw aanpak toelichten en verantwoorden in een gesprek met twee assessoren. Resultaat Positieve beoordeling (beheersingsniveau één à twee) leidt tot competentiebewijzen binnen de getoetste taakvelden. PRAKTIJKPROEF OP WERKPLEK LAGERE SCHOOL Doelgroep Kandidaten met een diploma hoger onderwijs met onderwijsbevoegdheid met ervaring in het lesgeven aan kinderen van het lager onderwijs. Ze kunnen hun onderwijskwaliteiten aantonen en hiermee vrijstelling behalen voor stage. Een dienstenstaat van minstens één jaar voor stage op doorstroomniveau en van minimum drie jaar voor stages op uitstroomniveau is sterk aanbevolen. Deze toetsing gebeurt steeds in combinatie met een portfolio en een competentiegericht interview voor de competenties uit taakvelden die in de stage(s) aan bod komen. Op uitstroomniveau is deelname aan minimum één vaardigheidstoets lesontwerp ook verplicht. Inhoud De praktijkproef kan bestaan uit het voorbereiden en geven van een les in de lagere school tot het meedraaien in een klas en schoolteam van een lagere school gedurende meerdere dagen. Voorbereiden en geven van een les: je maakt minstens één lesvoorbereiding WO of wiskunde. Op het moment van het assessment ga je deze les realiseren in een klas in de lagere school. Twee assessoren komen deze les observeren en vervolgens beoordelen. Meedraaien in een klas en schoolteam van een lagere school gedurende meerdere dagen: in samenspraak met de instroombegeleider wordt een programma samengesteld dat een steekproef vormt voor de taken van een leerkracht lager onderwijs binnen de taakvelden die in de stage(s) aan bod komen. Je wordt hierbij begeleid door een mentor. Verloop Je kan de voorbereidingen maken met behulp van handboeken en vakdidactiek. Je werkt jouw les(sen) en taken nauwgezet uit. Op de dag(en) van het assessment ga je de les(sen) en taken realiseren. Na afloop kan je jouw aanpak toelichten, verantwoorden en erover reflecteren met de betrokken assessoren. Resultaat Positieve beoordeling (niveau twee à drie) leidt tot competentiebewijzen voor de getoetste taakvelden. VAARDIGHEIDSTOETS SKILLSLAB AGOGISCHE VAARDIGHEDEN Doelgroep Deze toets is vooral zinvol als je geen diploma met onderwijsbevoegdheid hebt, maar toch denkt de competenties uit het taakveld opvoeder te beheersen. De toets loopt in combinatie met een portfolio en competentiegericht interview waarin je dezelfde competenties laat toetsen. Deelname aan deze toets heeft enkel zin in combinatie met de simulatietoets! Inhoud Reflectie op professionele houdingen, sociaal-agogische vaardigheden op klasniveau (opbouwen van een relatie met kinderen als individu of als groep), klasmanagementvaardigheden en inzichten in groepsdynamiek. Dit gebeurt aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden en videofragmenten die je tijdens de toets bekijkt, analyseert en becommentarieert in gesprek met twee assessoren. Resultaat Beheersingsniveau twee op deze toets leidt tot een bewijs van bekwaamheid voor competenties uit taakveld opvoeder. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 39 KENNISTOETSEN KENNISTOETS WISKUNDE Doelgroep Voor iedereen die zichzelf situeert op niveau één à twee wat betreft het beheersen van de basiskennis wiskunde van de lagere school. Inhoud Schriftelijke toets die peilt naar de basiskennis rekenen lagere school, hoofdzakelijk niveau zesde leerjaar. De toets bestaat uit vijf onderdelen: getallenkennis, bewerkingen (hoofdrekenen en cijferen), metend rekenen, meetkunde en toepassingen. Voorbereiding Er is een voorbereidingspakket digitaal verkrijgbaar bij de instroombegeleider. In dit voorbereidingspakket lees je ook een uitgebreide toelichting over het verloop van de toets. Resultaat De toets kan een bekwaamheidsbewijs opleveren voor de competentie basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar kinderen, specifiek voor het leergebied wiskunde. KENNISTOETS TAALVAARDIGHEID FRANS Doelgroep Voor iedereen die zichzelf situeert op ERK-niveau B1+ voor leesvaardigheden en schrijfvaardigheden en niveau B2 voor luistervaardigheden en mondelinge taalvaardigheid. Meer informatie over deze ERK-niveaus vind je in een extra toelichtingsbundel bij de kennistoets taalvaardigheid Frans die je kan bekomen bij de instroombegeleider. Inhoud Het gaat om een schriftelijke en mondelinge toets die peilt naar de kennis van woordenschat, grammatica en naar het beheersingsniveau van de communicatieve vaardigheden (spreken, lezen, schrijven, luisteren) op niveau B1+/B2 van het ERK. Meer informatie over de inhoud van deze toets vind je in de extra toelichtingsbundel die je kan bekomen bij de instroombegeleider. Voorbereiding op EVC kennistoets taalvaardigheid Frans In de extra toelichtingsbundel kan je meer informatie vinden over welke bronnen je kan raadplegen bij het voorbereiden op deze toets. Resultaat De toets kan een bekwaamheidsbewijs opleveren voor de competentie basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar kinderen, specifiek voor het leergebied Frans. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 40 STAP 4. ERKENNEN VAN COMPETENTIES KANDIDAAT Secundair onderwijs Hoger onderwijs EVK EVC informatie en oriëntatie herkennen van competenties beoordelen van competenties erkennen van competenties nazorg Toegekende vrijstellingen binnen KHLeuven OPLEIDING Doelstelling stap 4 Formele erkenning krijgen voor je competenties Verantwoordelijke in de opleiding Instroombegeleider / Hulpmiddelen Activiteiten Feedback op toetsresultaten Beoordelaars (assessoren) Uitreiking bekwaamheidsbewijs Onafhankelijke beoordelingscommissie KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 41 De assessmentresultaten kunnen afhankelijk van je resultaten door de onafhankelijke beoordelingscommissie namens de Associatie KU Leuven omgezet worden in een EVCbekwaamheidsbewijs. Voorzitters onafhankelijke beoordelingscommissie: Jan Vanderghote, adjunct-departementshoofd Departement Lerarenopleiding KHLeuven Kristien Carnel, opleidingshoofd professionele bachelor in het onderwijs - lager onderwijs campus Heverlee Secretaris: Mariet Vaesen, EVC-instroombegeleider Diest-Heverlee professionele bachelor in het onderwijs - lager onderwijs. Deze commissie komt samen eind september of begin oktober. Kort daarna worden de EVCattesten uitgereikt. De concrete data worden later meegedeeld door de instroombegeleider. Indienen van bezwaar tegen de uitspraak van de beoordelingscommissie is uiterlijk tot zeven kalenderdagen na uitreiking van het bekwaamheidsbewijs met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van de onafhankelijke beoordelingscommissie: Dhr. Jan Vanderghote, Adjunct-departementshoofd KHLeuven Lerarenopleiding Hertogstraat 178 3001 Heverlee. In bepaalde omstandigheden kunnen andere toetsvormen dan in de EVC-procedure aangesproken worden om het bezwaar gestalte te geven dan in de EVC-procedure: werken met videomateriaal of beoordelen van praktijklessen. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 42 STAP 5. DOORSTROOM NAAR DE OPLEIDING KANDIDAAT Secundair onderwijs Hoger onderwijs EVK EVC informatie en oriëntatie herkennen van competenties beoordelen van competenties erkennen van competenties nazorg Toegekende vrijstellingen in KHLeuven OPLEIDING Doelstelling stap 5 Overstap maken naar een optimaal studietraject in de opleiding Verantwoordelijke in Hulpmiddelen de opleiding VrijstellingsStudietabellen verantwoordelijke van de opleiding Activiteiten Inschrijven in de opleiding Bekwaamheidsattesten en/of EVK-aanvraag indienen Vrijstellingen verkrijgen Instroombegeleider voor de getoetste competenties Opleidingshoofd Studieadvies als hulp bij het bepalen van het te volgen studietraject KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 43 5.1 Start van het opleidingsprogramma Op basis van de bekwaamheidsbewijzen en de EVK’s stellen opleidingsverantwoordelijken je persoonlijk programma samen. - De reguliere opleidingen in Diest en Heverlee starten op 15 september 2014. - Het flexibel traject in avond-, weekend- en vakantieonderwijs in Heverlee heeft een startdag op zaterdag 13 september 2014. - Voor informatie over de opstart van de verkorte lerarenopleiding in Diest (dagonderwijs), kan je terecht bij Marieke Vandersmissen ([email protected]). 5.2 Opleidingsprogramma professionele bachelor in onderwijs – lager onderwijs Met het bekwaamheidsbewijs EVC - al dan niet in combinatie met EVK – stelt de opleidingsverantwoordelijke jouw persoonlijk studietraject samen. Je beslist uiterlijk 8 oktober 2014 of je dit flexibel studietraject accepteert. In principe wordt vertrokken van een opleidingsprogramma van 180 studiepunten (overeenkomend met drie opleidingfasen). Op basis van je EVK-dossier en je EVCbekwaamheidsbewijzen wordt dit programma verkort. De opleiding adviseert vanuit ervaring met studiebelasting - 120 tot 180 studiepunten: jaarprogramma spreiden over drie jaar - tussen 67 en 120 studiepunten: jaarprogramma spreiden over een tweejarig studietraject - maximum 67 studiepunten: éénjarig voltijds studietraject - minder dan 50 studiepunten: werkplekleren (enkel in Heverlee). Het onderwijs- en examenreglement van de KHLeuven voorziet de mogelijkheid tot een eigen studiespreiding. De instroombegeleider adviseert je om een zo gunstig mogelijk studietraject uit te zetten rekening houdend met je competentiebeheersing, je leerstijl, je persoonlijke leef- en werksituatie. 5.2.1 Studieduurverkorting binnen de driejarige reguliere opleiding In overleg met de instroombegeleider kan je beslissen om in de ‘vrijgekomen’ opleidingstijd al opleidingsonderdelen van een volgend opleidingsjaar op te nemen. Instroombegeleiders binnen driejarige reguliere opleiding: - [email protected] voor Diest - [email protected] voor Heverlee 5.2.2 Verkorte opleidingsprogramma’s voor zij-instromers (flexibele trajecten) De verkorte opleidingsprogramma’s professionele bachelor in onderwijs – lager onderwijs bestaan in twee vormen: aansluitend bij de driejarige reguliere opleiding onder de vorm van dagonderwijs in Diest; in een aparte opleidingsorganisatie onder de vorm van avond-, weekend- en vakantieonderwijs in Heverlee (FLLLEX). Het gaat hier om een studietraject van 120 studiepunten in principe voor kandidaten die al een bachelor- of masterdiploma hebben behaald. Dit traject kan op basis van eerder verworven competenties/kwalificaties nog worden ingekort. Wie omwille van werk- of privé-situatie zijn studies anders wil spreiden, kan zijn studieduur in overleg met de studietrajectbegeleider ook anders schikken. Hieronder volgen een aantal algemene regels die gehanteerd worden bij het opstellen van de studietrajecten. EVK: - kandidaten met een diploma professionele bachelor in onderwijs-kleuteronderwijs komen terecht in een éénjarig (voltijds) traject. kandidaten met een diploma professionele bachelor in onderwijs-secundair onderwijs of SLO (vroegere ALO of GPB, altijd in combinatie met een diploma hoger onderwijs) komen terecht in een traject van minimum anderhald jaar. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 44 - - kandidaten met een diploma hoger onderwijs zonder leraarsdiploma komen rechtstreeks terecht in het tweejarig traject. In uitzonderlijke gevallen is een éénjarig traject mogelijk op basis van bijkomende EVC’s. voor kandidaten met een diploma secundair onderwijs, al dan niet in combinatie met een SLO of relevante onderwijservaring, wijst EVC uit of studieduurverkorting (tweejarig traject) in aanmerking komt. EVC: Voor de vertaling van het EVC-bekwaamheidsbewijs naar een eigen studietraject is de indeling in het overzicht van toetsvormen in paragraaf 3.1 richtinggevend. Zo zullen bijvoorbeeld toetsen die zich situeren bij de algemene bachelorcompetenties op instroomniveau leiden tot bekwaamheidsbewijzen die aanleiding geven tot vrijstellingen binnen de algemene bachelorcompetenties op instroomniveau. effectieve, geïnformeerde en reflecterende leerkrachten die in staat zijn geëngageerd, autonoom maar coöperatief hun functioneren in het werkveld van de lagere school KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 45 Overzicht van belangrijke data 2014-2015 EVC procedure (te Heverlee georganiseerd voor kandidaten Diest/Heverlee): toetsdagen tussen 20 en 28 september 2014 EVC-beraadslaging: nog nader te bepalen eind september of begin oktober 2014 Uitreiking EVC-attest: nog nader te bepalen eind september of begin oktober 2014 Start opleiding FLLLEX: zaterdag 13/09/2014 vanaf 9u tot 17u Voor kandidaten die doorstromen naar de reguliere opleiding Data van beheersingsproeven vallen samen met de examens van de tweede zittijd van de standaardstudietrajecten. Voor kandidaten die als zij-instromer doorstromen naar het verkort programma - Portfolio: 13 september 2014 is de uiterste datum van indienen van portfolio. - Competentiegericht interview bij portfolio: tussen 20 en 28 september 2014. Deze momenten zijn nog te bepalen. - Data beheersingsproeven (exacte toetsregeling is nog onder voorbehoud): in de loop van september 2014. KHLeuven EVC-handleiding 2014-2015 BaLO 46
© Copyright 2024 ExpyDoc