Standaardovereenkomst Ergotherapie 2015-2016 (pdf)

Standaardovereenkomst Ergotherapie 2015-2016
ZORGINHOUDELIJK DEEL
Artikel 1 Definities
a. Ergotherapeut: De paramedisch zorgverlener, die rechtsgeldig
de titel ergotherapeut voert conform artikel 34 van de Wet op
de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
b. Digitale handtekening: Elektronische handtekening die
dezelfde rechtsgevolgen heeft als een handgeschreven handtekening mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 3:15a,
lid 2 BW.
c. Kwaliteitsregister Paramedici: Register voor paramedische
beroepsgroepen, gevestigd te Utrecht.
d. Verwijzing: Schriftelijke, dan wel via digitale wijze verzonden,
gerichte en gedateerde verwijzing naar een ergotherapeut om
de verzekerde door een ergotherapeut te laten behandelen.
Artikel 2 Zorgverlening
2.1 Ergotherapie
De ergotherapeut verleent aan verzekerden van Achmea de zorg
waarop de verzekerden, bij of krachtens de Zorgverzekeringswet,
met inachtneming van hun polis aanspraak hebben. Dit geldt
mede ten aanzien van de zorg waarop de aanvullend verzekerde
op grond van zijn polisvoorwaarden van zijn aanvullende
verzekering aanspraak heeft.
Voor zover niet anders is overeengekomen, verleent de
ergotherapeut de zorg aan verzekerden persoonlijk, voor
eigen risico en voor eigen verantwoordelijkheid met de bij de
omstandigheden passende zorgvuldigheid.
2.2 Toestemming (thuis)behandeling
De ergotherapeut behoeft geen toestemming voor de (thuis)behandeling aan te vragen bij Achmea. Met het bestaan
van een indicatie voor de behandeling zoals vermeld in de
Zorgverzekeringswet en de hierop gebaseerde regelgeving en
blijkend uit een verwijzing van de behandelend arts, wordt de
toestemming geacht door Achmea te zijn gegeven.
2.3 Verwijzing
De ergotherapeut dient te beschikken over een verwijzing welke
is uitgeschreven door een huisarts of een medisch specialist.
Indien in de overeenkomst Directe toegang overeengekomen is
en wordt voldaan aan artikel 3 Directe toegang, is het declareren
van de behandeling zonder verwijzing toegestaan.
2.3.1
De aanvang van de behandeling moet binnen twee maanden na
de verwijzingsdatum plaatsvinden. De verwijzing is maximaal
een jaar geldig na aanvang van de behandeling.
2.3.2
Een verwijzing moet minimaal de volgende gegevens bevatten:
1. persoonsgegevens van de verzekerde;
2. medische diagnose gesteld en ingevuld door arts;
3. (digitale) handtekening, datum en naam van de arts;
2.3.3
Wijzigingen van de verwijzing op deze maken de verwijzing
ongeldig, tenzij de zorgaanbieder/ergotherapeut na contact met
de verwijzer een aanpassing aanbrengt en deze aanpassing van
de verwijzing duidelijk, inzichtelijk en controleerbaar in het
patiëntendossier aantekent.
2.3.4
Indien de verwijzer een maximum aantal zittingen of een
maximale periode voor de behandeling heeft gegeven of
indien de verwijzer een bepaald soort behandeling heeft
voorgeschreven, is dit bindend, rekening houdend met wet- en
regelgeving. Afwijking hiervan is uitsluitend mogelijk na overleg
met verwijzer waarbij of een nieuwe verwijzing moet worden
uitgeschreven of schriftelijke documentatie van de afwijking in
het dossier moet worden opgenomen.
2.4 Verbijzondering Kinderergotherapie
Kinderergotherapie is ergotherapie aan verzekerden tot 18 jaar,
geleverd door een ergotherapeut welke voldoet aan onderstaande voorwaarde:
• Voor het in rekening brengen van de verbijzonderde
ergotherapeutische zorg, te weten: kinderergotherapie
geldt dat de uitvoering door een daarvoor gekwalificeerde
en geregistreerde ergotherapeut dient plaats te vinden.
De contractant dient op het persoonlijk deel van de
Standaardovereenkomst Ergotherapie aan te geven dat
de ergotherapeut(en) die deze zorg verleent/verlenen, de
KETP-Nederland audit heeft/hebben behaald en staat/staan
ingeschreven in het voorlopig erkende openbare register van
Ergotherapie Nederland - KETP en daarmee voldoen aan de
kwaliteitseisen. Het registratienummer en auditcertificaat
dient bij Achmea bekend te zijn.
2.5 Verbijzondering Kinderergotherapie bij beschikbaarheid
EVC procedure
Op het moment dat de EVC (Ervaringscertificaat)-procedure ter
beschikking is, komt de voorwaarde onder artikel 2.4 te vervallen
en dient men voor het in rekening brengen van verbijzonderde
ergotherapeutische zorg, te weten: kinderergotherapie de EVC
procedure met goed gevolgd te hebben doorlopen en dient men
in het bezit te zijn van het ervaringscertificaat. De contractant
dient op het persoonlijk deel van de Standaardovereenkomst
Ergotherapie aan te geven dat de ergotherapeut(en) die deze zorg
verleent/verlenen, de EVC procedure positief hebben doorlopen,
in het bezit zijn van een Ervaringscertificaat en ingeschreven
staan in het deelregister van Ergotherapie Nederland. Het
registratienummer en ervaringscertificaat dient bij Achmea
bekend te zijn.
2.5.1
Voor ergotherapeuten die op het moment dat de EVC procedure
ter beschikking komt, de KETP-Nederland audit behaald
heeft en staan geregistreerd in het door de beroepsvereniging
Ergotherapie Nederland voorlopig erkende openbare register
KETP (zoals beschreven onder artikel 2.4) geldt:
• Op het moment dat de EVC procedure beschikbaar is, dienen
de ergotherapeuten geregistreerd in het KETP register binnen
een jaar (nadat de EVC procedure beschikbaar is) de EVCprocedure op te starten. De EVC-procedure dient binnen
1,5 jaar (nadat de EVC procedure beschikbaar is) met een
positieve uitslag te zijn afgerond. Het Ervaringscertificaat
dient per mail aan Achmea te worden verstrekt.
Indien de procedure niet binnen 1 jaar is opgestart en/of binnen
1,5 jaar positief is afgerond dan vervalt per direct het recht om
het tarief kinderergotherapie in rekening te brengen.
2.6
Gedurende de behandelperiode aan verzekerde met de
verbijzonderde ergotherapeutische zorg wordt aan diezelfde
verzekerde geen andere ergotherapeutische zorg verleend,
behoudens op uitdrukkelijke verwijzing van de behandelend
arts, vermelding in het screeningsverslag en voorafgaande
toestemming van Achmea.
De ergotherapeuten dienen aan de volgende voorwaarden te
voldoen:
• Interdisciplinaire behandeling is mogelijk wanneer voor
de behandelde patiënt een centraal behandeldossier wordt
gebruikt. In het patiëntendossier wordt duidelijk herleidbaar
en controleerbaar vermeld waarom gekozen is voor een
interdisciplinaire behandeling. De behandelingen vinden
niet op dezelfde dag plaats.
• Indien de arts expliciet verbijzonderde ergotherapie
voorschrijft, dient bij een eventuele wijziging de behandelend
arts hiervan op de hoogte gesteld te worden.
2.7 Ergotherapie op school
Het geven van Ergotherapie op school is toegestaan indien
wordt voldaan aan de hieronder beschreven voorwaarden en dit
is overeengekomen in de overeenkomst.
2.7.1
Onder Ergotherapie op scholen wordt verstaan; zorg waarop
de verzekerde krachtens de Zorgverzekeringswet of volgens
de polisvoorwaarden, aanspraak heeft, geleverd door ergo­
therapeuten in een school of in een praktijkruimte binnen de
school. De zorg die geleverd wordt, heeft geen directe relatie met
het onderwijsproces.
2.7.2
De ergotherapeut is een geregistreerd kinderergotherapeut
(volgens art. 2.4) of is voornemens zich in 2014 te registeren als
kinderergotherapeut zoals omschreven in art. 2.4.
2.7.3
Ergotherapie op school is alleen toegestaan indien de ergo­
therapeut handelt naar de vigerende ”Richtlijn voor Ergotherapie
binnen een onderwijssetting” van Ergotherapie Nederland (te
raadplegen via website van Ergotherapie Nederland:
www.ergotherapie.nl) en zich daarmee bewust bekwaam verklaart
binnen de situatie waarin het kind op school wordt behandeld.
Artikel 3 Directe toegang
Onder directe toegankelijkheid wordt verstaan dat de verzekerde
zich op eigen initiatief, zonder voorafgaand medisch overleg en/of
advies, tot de ergotherapeut wendt.
3.1
Om direct toegankelijk te zijn als contractant dienen u en al uw
medewerkers aan de volgende voorwaarden te voldoen:
1. Indien de contractant directe toegang wil leveren dan dient
dit tijdens de contractering te worden aangegeven op de
overeenkomst (persoonlijk deel).
2. Achmea vermeldt op haar websites voor verzekerden welke
zorgaanbieders direct toegankelijk zijn.
3. De ergotherapeut heeft een door de Ergotherapie Nederland
erkende scholing op het gebied van directe toegang gevolgd;
4. De ergotherapeut dient te beschikken over samenwerkings­
afspraken met zorgverleners die een overeenkomst
met Achmea hebben. Dit om bij eventuele benodigde
verbijzonderingen, niet in de praktijk aanwezig, adequaat
intercollegiaal te kunnen doorverwijzen. Tevens dient men
binnen deze samenwerkingsafspraken een intercollegiale
doorverwijzing binnen vier dagen na ontvangst te
accepteren;
5. De ergotherapeut heeft afspraken gemaakt met de
huisartsen in zijn werkgebied over de terugkoppeling bij
het signaleren van rode vlaggen en evaluaties. Daarbij
houdt de ergotherapeut rekening met het feit dat voor deze
terugkoppeling de toestemming van de patiënt is vereist;
6. De direct toegankelijke ergotherapeut verplicht zich om
acute patiënten, indien nodig, binnen 48 uur gezien te
hebben (één en ander ter beoordeling aan de ergotherapeut).
Bij niet acute aandoeningen zal de ergotherapeut binnen vijf
werkdagen de screening uitgevoerd hebben;
7. Toetsing van patiëntendossiers vanuit directe toegankelijkheid
maken integraal onderdeel uit van een materiële controle.
8. De contractant is verplicht de prestatie screening bij de
zorgverzekeraar te declareren en kan deze niet in rekening
brengen bij verzekerde of om niet leveren;
9. De ergotherapeut zal zich onthouden van het op enigerlei
wijze van het op persoonlijke wijze benaderen van aspirantpatiënten. De ergotherapeut mag de Screening niet inzetten
als middel waarbij patiënten worden geworven voor
ergotherapie. De Screening moet te allen tijde voortvloeien
uit de hulpvraag van de patiënt.
3.2 Uitsluitingen voor directe toegang
1. Indien de zorgverlener paramedische zorg zoals omschreven
is in artikel 2.6 besluit zorgverzekering verleent, in een
instelling waar verzekerden van Achmea verblijven of zijn
opgenomen dan is Directe toegang niet toegestaan.
Artikel 4Eisen ten aanzien van de kwaliteit van
de zorg
4.1 Kwaliteitsregister
De contractant/ergotherapeut alsmede zijn eventuele
praktijkmedewerkers dien(t)(en) als kwaliteitsgeregistreerde
ingeschreven staan in het Kwaliteitsregister Paramedici.
4.2 Wettelijke- en kwaliteitseisen, beroepsnormen en standaarden
De ergotherapeut neemt bij de zorgverlening de eisen in acht
die voortvloeien uit de voor de beroepsgroep geldende wet- en
regelgeving. Daarnaast handelt de ergotherapeut conform
de voor de beroepsgroep van ergotherapeuten erkende
professionele standaarden alsmede conform de normen die
volgens de stand van wetenschap en de gangbare opvattingen
binnen de beroepsgroep gelden. Achmea zal hierop nazien en
let hierbij onder meer op naleving van de wettelijke eisen en
normen die gesteld worden aan:
- informatievoorziening aan de patiënt;
- klachtafhandeling;
- verslaglegging;
- eisen aan de praktijkvoering, praktijkruimte en praktijklocatie;
- zorgweigering en zorgbeëindiging.
4.3 Deskundigheid
De ergotherapeut draagt er zorg voor dat hij en zijn eventuele
praktijkmedewerkers (blijven) beschikken over de kennis en
kunde, die voor een goede verlening van de zorg noodzakelijk
is en zij laten zich daarbij leiden door een afweging tussen de
kwaliteit van de behandeling, de belangen van de patiënt en de
kosten.