Raadsnotulen 12 maart 2014

Verslag van de
OPENBARE BESLUITRONDE POLITIEKE AVOND
van de
gemeenteraad van Nijmegen
d.d. 12 maart 2014
Aanwezig zijn:
de leden:
mw. I. Aksakal, mw. A. Arzbach, mw. H. de Baedts-El Karouni, dhr. B.K. van Berkel,
dhr. P.H.J. Boekhorst, dhr. J.A.R. Brom, mw. R.M.G. Brouwer, dhr. L.J.F.P. Busschops,
mw. S.Y.R. Claus-Witsenhuijsen, dhr. T.F.A. van Elferen, dhr. M. van der Gaag, dhr.
H.B.W. van Hees, mw. R. Helmer-Englebert, mw. J.M. Hendrix, dhr. F. Heukelom, dhr.
A.H.W. Hillen, dhr. J.W.H. van Hooft, dhr. M.J.I. Hulskorte, dhr. J.L.J. Janssen, dhr.
M. Janssen, dhr. R.A.A. Jetten, dhr. R.A.P. Klein Hemmink, dhr. H.J.A. Krijger, mw.
C.B.M. Lamers, dhr. M.J.M. van Nijnatten, dhr. M.L.H.J. Nooijen, dhr. C. van Norel, dhr.
P.R. Oomen, dhr. F.A.J. Peters, mw. A.M. van Putten, dhr. J.F. Reinhoudt, mw.
C.B.A. Teunissen, dhr. H.S. Veldman, dhr. B.J.H.M. Velthuis, dhr. N.P. Vergunst, dhr.
P. de Wit, dhr. K.W.A. Wools, dhr. M.F. Zouay, dhr. R.S. Zwart
Voorzitter:
dhr. H.M.F. Bruls
Griffier:
mw. T. Mientjes
Wethouder:
dhr. H.A.M. Beerten, dhr. L.C.M. Frings, dhr. B. Jeene, mw. J.G. Kunst, dhr. J.W.M. van
der Meer en dhr. T. Tankir
Bericht van verhindering van: dhr. P. Huliselan
Notulist:
1.
dhr. J.P.P.A. Wijnen
Opening en mededelingen
De voorzitter: De vergadering van de raad is geopend (21.30 uur). Zijn er afmeldingen? Ik zie de heer
Huliselan niet.
Dhr. Veldman: De heer Huliselan heeft nog steeds problemen met zijn rug en daarom is hij afwezig.
De voorzitter: Dat is vervelend voor hem. Verder zijn we compleet.
2.
Agendavaststelling inclusief de orde van de vergadering
De voorzitter:
U vindt op uw tafel de gewijzigde agenda voor deze besluitronde die gisteren met de laatste informatie
voor deze Politieke Avond is toegezonden. Aan deze agenda zijn de nagekomen ingekomen stukken
toegevoegd onder agendapunt 15, vanwege het feit dat de reguliere vergadercyclus door de aanstaande verkiezingen stil komt te liggen.
Ik heb wel het idee dat de nieuwe raad sneller aan de slag zou kunnen of moeten gaan dan we volgens de cycli vermoeden. We zullen het zien.
1
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Wat de orde van de vergadering betreft:
− Vanavond wordt geen spreektijdverdeling gehanteerd.
Stemt u hiermee in? Dat is het geval.
De volgende punten zijn niet in de raadskamer behandeld en voorgesteld wordt om deze als hamerstukken te behandelen: 3, 4, en 13 tot en met 15.
Stemt u daarmee in? Dat is het geval.
5.
Besluitvorming behandeladviezen van de raadskamers
De voorzitter:
Het heeft natuurlijk te maken met het eind van deze raadsperiode, maar er zijn geen behandeladviezen uit de raadskamers. Dat ik dat nog eens kan voordragen, bij dezen dan. Ik zeg het nog een keer:
er zijn geen behandeladviezen uit de raadskamers.
6.
Vaststelling van de voorstellen waarover geen spreektijd is gevraagd
De voorzitter: Over de punten 3, 4, en 13 tot en met 15 is geen spreektijd gevraagd en daarmee is
ingestemd met de voorstellen.
7.
Vragen van raadsleden aan het college
De voorzitter: Er zijn geen actuele vragen. Een aantal vragen is al in de burgerronde aan de orde
geweest.
8.
Overzicht uitvoering aanvaarde raadsmoties tot en met 29 januari 2014
De voorzitter: Zoals gebruikelijk is er een kleine wijziging ingebracht via het amendement van de heer
Van Nijnatten als plaatsvervangend voorzitter. Ik weet niet of hij daarop nog een uitgebreide toelichting wenst te geven?
Dhr. Van Nijnatten: Ik zal de spreektijd hiervoor ten volle benutten, voorzitter. Ik stel voor dat het
amendement wordt uitgedeeld.
Amendement Numerologie
e
1 indiener:
M. van Nijnatten
overwegende dat:
- het college voorstelt de moties genoemd onder beslispunt 2 af te voeren;
- de moties met de volgende nummers naar het oordeel van de gemeenteraad als nog niet afgehandeld beschouwd kunnen worden; 7, 25, 27, 37, 38, 49, 50 en 53.
Besluit beslispunt 2 als volgt te formuleren:
- De moties met de volgende volgnummers uit het voortgangsoverzicht af te voeren:
1, 2, 3, 4, 5, 8, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 28, 29, 31, 32, 33, 36, 42, 44, 46,
47, 48, 52, 56, 58, 63, 64 en 65.
Bijlage 1 bij Amendement Numerologie
7. Schoolwijzer Nijmegen met ouders.
De indiener is van mening dat de motie nog niet afgevoerd kan worden omdat de schoolwijzer niet
operationeel is. Dat is pas na de zomer het geval.
25. Groen Licht voor fietser op Oranjesingel.
Motie afvoeren ingeval de evaluatie van de cyclustijden beschikbaar is.
27. Verkeersveiligheid op de Groene Route.
2
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
De indiener is van oordeel dat eerst het resultaat van het ingang gezette onderzoek naar de raad
toegezonden moet worden alvorens de motie af te voeren.
37. Wees Waaks.
De raad heeft de veiligheidsbrief 2014 nog niet ontvangen.
38. Durf duidelijke “taal” te spreken.
De raad heeft de stadsrekening 2013 nog niet ontvangen.
49. Rapiditas structureel onder dak.
Het resultaat van het onderzoek naar de mogelijkheden van een permanente tennishal wordt nog
als een optie beschouwd.
50. Een markthal voor Nijmegen.
De aangekondigde evaluatie van de overdekte markt in het Honigpand wordt in het derde kwartaal
verwacht. De raad heeft nog geen besluit genomen over de verschillende alternatieven over de
markt en de bus door de Burchtstraat.
53. Een veilige oversteek voor Lent.
De raad ontvangt later dit jaar informatie over de(on)mogelijkheid de tijdelijke brug te behouden.
Voorzitter, ik stel voor dat degenen die zich niet herkennen in wat niet afgevoerd is, nu willen opstaan
en daar nu bezwaar tegen aantekenen en anders hoop ik dat dit amendement met algemene stemmen aanvaard wordt.
De voorzitter: Dat is uitlokking. Het ging zo goed. Ik vond het zo’n keurig amendement. Kunnen we
instemmen met het amendement en daarmee ook met het gewijzigde voorstel? Iedereen is het ermee
eens. Dank u wel.
9.
Initiatiefvoorstel ‘Ruimte tijdelijk beter bestemmen’
De voorzitter: Het is een initiatiefvoorstel van de zijde van de fractie van GroenLinks en haar geef ik
allereerst het woord. De heer Vergunst.
Dhr. Vergunst: Dank u wel, voorzitter. Voor u ligt het initiatiefvoorstel ‘Ruimte tijdelijk beter bestemmen’. Voor de duidelijkheid: het is een aangepaste versie. Het is al eerder besproken in de raadskamer. De gemeente doet al heel veel aan tijdelijk anders bestemmen. Dat vinden we heel erg goed. Dit
voorstel is daar een aanvulling op. Het is dus niet echt nieuw beleid of ander beleid, maar een aanscherping van het beleid of anders gezegd het vastleggen van het beleid, want formeel hebben wij
geen beleid op het gebied van tijdelijk anders bestemmen. Met dit initiatiefvoorstel wordt dat verankerd en wordt het aangescherpt en daarom heet het ook ‘tijdelijk beter bestemmen’.
De gemeente moet de kansen nemen die er zijn, want die ontstaan. Er ligt veel braak. Maak daar
gebruik van. Burgers en instellingen willen dat. Betrek hen ook bij dat beleid. Dat is eigenlijk de gedachte achter dit initiatiefvoorstel.
Als het gaat om de scope en het soort functies, willen we die verbreden. Die zijn nu bijvoorbeeld heel
erg gericht op de cultuur zoals in de Honigfabriek. Het is geweldig wat daar allemaal gebeurt, maar er
kan op andere terreinen nog meer gebeuren. Denk aan tijdelijke natuur, stadslandbouw, speelvoorzieningen en bijvoorbeeld het opwekken van duurzame energie.
De gemeente is goed op weg. Er gebeurt steeds meer en het gaat ook steeds beter, maar bewoners
lopen regelmatig tegen obstakels aan. Vrij recent was er in de Waalsprong een initiatief van een groep
bewoners om daar een moestuin te beginnen. Die mensen zijn bij de gemeente van het kastje naar de
muur gestuurd en het heeft heel erg lang geduurd voordat ze uiteindelijk – daar zijn we heel blij mee –
een plek hebben gekregen. Het kan dus nog beter. College, u bent op de goede weg, maar het kan
allemaal echt nog ietsje beter.
We willen met dit initiatiefvoorstel ook burgers actiever betrekken bij het beleid en burgers ook actiever informeren. Een andere gemeente, Arnhem, heeft dit bijvoorbeeld gedaan met behulp van een
transitiekaart. Dat is niet echt iets nieuws in de zin dat de gemeente dan helemaal nieuwe informatie
gaat verzamelen, maar daar heeft men gebruikgemaakt van bestaande informatie en die informatie is
beschikbaar gesteld. Dit past ook heel goed bij een ander initiatiefvoorstel met betrekking tot open
3
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
data. Als gemeente hebben wij heel veel gegevens, maar heel veel van die gegevens zijn van buiten
de gemeente nog moeilijk bereikbaar. Ook dat is een gedachte in dit initiatiefvoorstel.
Zoals ik al eerder zei, is dit voorstel aangepast na de bespreking in de kamer. Hier en daar zijn dingen
wat explicieter gemaakt. Het laatste beslispunt, beslispunt 5, is verdwenen. Dat had te maken met het
verbeteren van het aanzien van braakliggende terreinen. Dit punt is verdwenen op verzoek van verschillende fracties.
Tot slot wil ik Walter van der Cruijsen bedanken voor het werk aan dit initiatiefvoorstel.
De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk of er reacties zijn van andere raadsleden. Wie kan ik het woord geven? De heer Van Hees van De Nijmeegse Fractie.
Dhr. Van Hees: Even heel kort, voorzitter, ondanks het feit dat we nu geen spreektijdregeling hebben
en je zou kunnen denken: we nemen de tijd. Ik heb een paar keer overleg gehad met de initiatiefnemer, de heer Van der Cruijsen. Het voorstel is al in de kamer geweest en we hadden een aantal bezwaren. Moeten we de particuliere terreinen erbij betrekken, moeten we dit of moeten we dat? In twee
sessies zijn we daar best goed uitgekomen. Ik ben ook blij dat er iets gebeurt, want het haakt aan bij
schriftelijke vragen die ik in mei 2012 heb gesteld en dat ging ook over stadslandbouw met alles erop
en eraan. Het heeft toen vier tot vijf maanden geduurd, dacht ik, voordat het college eind van het jaar
met een notitie kwam. Daarna is er niet echt veel meer gebeurd. Ik vind dit dus een vernieuwde oproep aan het college: kom college, kom wethouder, doe er wat mee want er valt eer mee te behalen.
Na alle aanpassingen kan ik hier dus goed mee leven.
De voorzitter: Zijn er andere woordvoerders? De heer Hulskorte van de VSP.
Dhr. Hulskorte: Goedenavond.
De voorzitter: Insgelijks.
Dhr. Hulskorte: Sorry dat ik wat later ben, maar ik had dat al voorgelegd. Ik heb toch een probleem. Ik
vind het wel een goede gedachte, maar wij vragen ons af hoeveel geld hier nu eigenlijk tegenover
staat. Er wordt geen bedrag genoemd. Ik begrijp dat GroenLinks altijd met groen bezig is en dat kan
het beter doen dan zich met andere zaken bemoeien. Groen is belangrijk. Ik zou toch graag willen
weten, voorzitter, welk bedrag hiertegenover staat. Wat wil GroenLinks hieraan uitgeven? Daar wil ik
graag antwoord op.
De voorzitter: Dank u wel. De heer Van Elferen van D66.
Dhr. Van Elferen: Dank u wel, voorzitter. Volgens mij leven we in een tijd waarin flexibel bestemmen
en waarin tijdelijk bestemmen moet. Ik denk dat dit voorstel eigenlijk heel aardig aangeeft, voor zover
het college dat al niet doet, wat het college moet doen. Zelfs als het college dit nu al allemaal doet, is
het toch fijn dat we hier met elkaar formeel vaststellen dat het college het ook moet blijven doen. Wij
willen het dus graag steunen.
Dhr. Hulskorte: Mag ik de heer Van Elferen een vraag stellen?
De voorzitter: Dat mag.
Dhr. Hulskorte: U hebt het altijd over geld, hoe iets gedekt is en dat heb ik vier jaar lang gehoord.
Hebt u hier die gedachte niet? U zegt helemaal niet wat het moet gaan kosten.
Dhr. Van Elferen: Als je geen financiële paragraaf toevoegt aan je initiatiefvoorstel, dan accepteer je
dat, op het moment dat er wel geld nodig is, de wethouder terug moet naar de raad om het uit te voeren. Volgens mij is dat het risico dat de indiener aanvaardt.
Dhr. Hulskorte: Dat is natuurlijk gemakkelijk op die manier.
4
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
De voorzitter: Zijn er nog andere woordvoerders? De heer Veldman van de VVD.
Dhr. Veldman: Voorzitter, deze laatste vraag en het antwoord verbazen me wel heel erg. Ik wist niet
dat het in de laatste raadsvergadering nog een nieuwe stijl wordt dat, als we hier een besluit nemen
en het college dat niet kan uitvoeren omdat het geen geld heeft, het dan gewoon weer terugkomt naar
de raad. Als we deze stijl in de nieuwe periode gaan invoeren, dan wordt het wel een heel bijzondere
raadsperiode denk ik. Ik zou willen voorstellen dat we ons houden aan wat we gewend zijn om te
doen, namelijk dat we iets niet vaststellen als er geen financiële dekking bij is. Die zit er bij dit verhaal
niet bij en dat is de eerste reden om er niet voor te stemmen. De tweede reden is dat we in oktober
met elkaar over dit initiatiefvoorstel gesproken hebben en dat toen in de kamerbespreking geconstateerd is dat we dit allemaal al doen.
Ik ben het helemaal eens met de heer Vergunst die zegt dat, als hij mensen spreekt, hij constateert
dat die mensen in het gemeentehuis van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dat is een beeld
dat recent ook bevestigd werd in een onderzoek vanuit de provincie naar de dienstverlening van deze
gemeente aan het MKB. We staan daar op plaats 50 van de 56 gemeenten in Gelderland. Op dat vlak
valt er inderdaad wel wat te verbeteren en wordt het tijd dat we gaan doen wat nodig is, maar omdat
we qua intentie al lang bezig zijn om ruimtes die nu braak liggen op een betere of andere manier tijdelijk te bestemmen, hoeven we daarvoor niet nog weer een initiatiefvoorstel aan te nemen. Dat is papier. Het gaat niet om papier, het gaat erom dat de gemeente in de praktijk gaat doen wat nodig is en
waar dit nog niet gebeurt, moet dit dus als de wiedeweerga wel gaan gebeuren. Daar hebben we dit
initiatiefvoorstel niet bij nodig.
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordvoerders? De heer Janssen van Gewoon Nijmegen.
Dhr. Janssen: Dank u, voorzitter. Ik vind dat, als je tijdelijk verschillende bedrijven – het maakt niet uit
welke – daar laat zitten, je ze er natuurlijk niet meer uit krijgt. Als je die er dus tijdelijk in laat, hoe krijg
je ze er dan weer uit? Dat gaat dubbel zo veel geld kosten. Ik vind het een beetje een geldverspilling.
Wie moet dat geld daarvoor weer ophoesten? De gemeenschap. Dus ga zo maar door, ik vind het een
waardeloos iets.
De voorzitter: Zijn er nog andere woordvoerders? Als die er niet zijn, geef ik het woord aan wethouder Van der Meer. De wethouder.
Wethouder Van der Meer: Dank u wel. Ik zie het maar zo dat GroenLinks met dit voorstel een actievere houding wil van het college als het gaat om tijdelijk anders bestemmen. Ik denk dat we voor de
burgers wel iets beter inzichtelijk kunnen maken wat allemaal mogelijk is. Dat staat ook in het voorstel.
Het is ook wel goed om een loketfunctie te hebben voor dit soort initiatieven van onderop om dat toch
beter te stroomlijnen. De moestuin is dan inderdaad een voorbeeld van hoe het heel stroperig is gegaan. Ik zie het vooral als beleid, ook voor de extra uren die hierin zitten. De bedoeling is ook om bureaucratie te voorkomen. Je kunt het ook zo beredeneren dat het ook inverdieneffecten met zich mee
kan brengen.
Dit was het dan. Dit was mijn laatste bijdrage in deze plenaire raad. Ik ga me definitief anders bestemmen.
De voorzitter: U sprak voor uw beurt, want wie weet komt er nog een tweede termijn. Ik kijk even
rond of er nog behoefte is aan een reactie. De heer Vergunst.
Dhr. Vergunst: Dank u wel. Heel kort toch twee reacties. Allereerst nog bedankt voor de steun her en
der, maar ik zal ook ingaan op de kritische vragen.
Wat de financiën betreft. Is dit initiatiefvoorstel niet bedoeld om geld uit te gaan geven om grond te
kopen of iets dergelijks. Het gaat hier om bezit dat we al hebben en dat eigenlijk minder oplevert dan
oorspronkelijk de bedoeling was. Als je met dit initiatiefvoorstel die actievere houding van de gemeente voor elkaar krijgt en de burgers ook beter erbij betrekt, dan verdien je daar misschien ook iets mee.
Dat is ook gezegd tijdens de kamerbehandeling. Over de dekking als zodanig maken wij ons eigenlijk
helemaal geen zorgen.
5
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Dan over het andere aspect, de vraag of het nu nieuw papier is. Gelukkig niet, want we hebben allemaal een iPad en dat papier valt op zich dus wel mee. Het is het vastleggen en het verankeren van de
intenties van het beleid en op een later moment kunnen we het college er ook op aanspreken of het
dat goed heeft uitgevoerd. Dat is de gedachte achter dit initiatiefvoorstel.
De voorzitter: Zijn er nog andere woordvoerders? De heer Van Elferen.
Dhr. Van Elferen: Voorzitter, ik hoor tegenstanders van het voorstel zeggen dat het al gebeurt en ik
hoor ze daarnaast zeggen dat er geen dekking is voor nieuwe dingen. Volgens mij is het dus helemaal
in orde.
De voorzitter: Nog andere woordvoerders? De heer Hulskorte voor een korte vraag.
Dhr. Hulskorte: Dank u wel, voorzitter. Ik hoor GroenLinks voor de eerste keer zeggen dat het zich
over de dekking geen zorgen maakt. Had het dat maar eerder gedaan. In de afgelopen vier jaar zijn er
veel voorstellen van ons geweest die belangrijk waren voor de inwoners van Nijmegen, waarbij
GroenLinks zich wel zorgen over de dekking heeft gemaakt. Ik kan u niet volgen dat u zich op dit punt,
nu op het allerlaatste moment, geen zorgen erover maakt, meneer Vergunst.
De voorzitter: Zijn er nog andere woordvoerders, want anders gaan we over tot de stemming. Uw
stemmen graag ten aanzien van het initiatiefvoorstel ‘Ruimte tijdelijk beter bestemmen’.
Met 24 stemmen voor en 14 stemmen tegen is het voorstel aanvaard.
10.
Extra inzet armoede en schulden 2014
De voorzitter: Dit was eerst als hamerstuk geagendeerd, maar de heer Nooijen wenste het alsnog te
agenderen. Ik geef hem het woord.
Dhr. Nooijen: Dank u wel, voorzitter. De reden dat wij het toch weer wilden agenderen, is omdat wij
het inhoudelijk eigenlijk volledig eens zijn met de plannen die nu zijn gepresenteerd. Sterker nog, het
lijkt een-op-een verdacht veel op het raadsinitiatiefvoorstel dat GroenLinks in november heeft geprobeerd in te dienen. We zijn blij dat met voortschrijdend inzicht ook het college heeft gezien dat het
toch wel vol zat met goede preventieve maatregelen, onder andere om dat uiteindelijk ook in de praktijk te brengen. Daar zijn we dus heel erg blij mee en dat willen we nog even uitgesproken hebben.
Waar we minder blij mee zijn, is het proces. Ik heb het tijdens de kamerronde even moeten laten bezinken, want wat is er nu gebeurd? Eind vorig jaar, ook ten tijde van de behandeling van ons initiatiefvoorstel over de schuldhulpverlening, werd er gewaarschuwd voor tekorten bij Werk en Inkomen.
Sterker nog, bij elk compromis dat we in die tijd voorstelden – desnoods maar een deel van ons initiatiefvoorstel of desnoods maar een deel van de plannen uitvoeren – bleek eigenlijk geen enkele mogelijkheid of speling te vinden te zijn om dat voor elkaar te krijgen. Er werd gewaarschuwd voor tekorten
en – werd daar toen bij gezegd – vooral bij de openeindregelingen. Toen was ook al bekend dat de
Klijnsma-gelden eraan zaten te komen. Voor ons was het dus ook een grote verrassing dat het opeens in deze periode eigenlijk allemaal wel kan en dat het financieel allemaal goed te bewerkstelligen
is.
De reden dat we het vandaag aan de orde stellen, is dat we in de kamerronde geprobeerd hebben
erachter te komen wat er nu precies is misgegaan. Hoe komt het nu dat we aan het einde van het jaar
denken dat we een groot tekort gaan krijgen en dat vervolgens zes of zeven weken later ineens blijkt
dat we miljoenen euro’s over hebben om eigenlijk alles te doen wat op ons verlanglijstje staat? Dat
laatste is heel erg goed, zeker als het gaat om minimabeleid en schuldhulpverlening. Elke maand die
wij wachten met het helpen van mensen of elke maand die wij wachten met preventief ervoor zorgen
dat mensen niet in de problemen komen, is eigenlijk alweer een maand te laat.
De voorzitter: Meneer Nooijen, ik wachtte even op een punt in uw betoog. Mevrouw Helmer wil u
interrumperen. Mevrouw Helmer.
6
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Mw. Helmer: Dank u wel, voorzitter. Het klopt dat GroenLinks een initiatiefvoorstel heeft ingediend.
Het klopt dat de Klijnsma-gelden er lagen. Ook de SP heeft toen een voorstel ingediend om de Klijnsma-gelden in te zetten voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Wat is toen toch de reden
geweest voor GroenLinks om tegen ons voorstel te stemmen, want uiteindelijk steunde dat het voorstel van GroenLinks?
Dhr. Nooijen: Dan moet u mij even vertellen welk voorstel u precies bedoelt. Bij de schuldhulpverlening hebt u met ons meegestemd.
Mw. Helmer: Ik doel op de motie die wij ingediend hebben om de Klijnsma-gelden te besteden aan
schuldhulpverlening en armoedebestrijding.
Dhr. Nooijen: Dan hebben we het over de motie aan het eind van het jaar, toch? Of klopt dat niet?
Mw. Helmer: Dat was een week voor er gestemd zou worden over uw voorstel.
Dhr. Nooijen: Inderdaad, in november. Toen werd door de wethouder gezegd dat hij die Klijnsmagelden niet kon besteden omdat er een dreigend tekort was – dat is precies het punt – op de openeindregelingen. We hebben het hier ook over de dekkingsplannen gehad en als de wethouder waarschuwt voor een tekort, dan kun je als verantwoordelijke raad niet zeggen: we gaan toch die Klijnsmagelden inzetten want wij denken dat de wethouder het misschien niet bij het juiste eind heeft. Nee, we
gaan ervan uit dat de controlemechanismen goed voorspellen wat er eventueel over of te kort is op
een programma, maar daar moeten we het debat nog over voeren vandaag. Dat blijkt gewoon niet
goed gewerkt te hebben. Als die informatievoorziening aan het einde van het jaar wel correct was
geweest, dan hadden we er ook geen moeite mee gehad, maar ongedekte cheques kun je niet uitschrijven. Op het moment dat er een tekort dreigt, kun je het geld niet gaan uitgeven.
De voorzitter: Dat was het, meneer Nooijen?
Dhr. Nooijen: Ik zie dat mevrouw Helmer nog wil reageren.
De voorzitter: Dat houd ik wel voor u in de gaten. U was aan het einde van uw betoog, begrijp ik?
Dhr. Nooijen: Nee hoor.
De voorzitter: Zou u het compact willen houden?
Dhr. Nooijen: Ik ga heel erg mijn best doen om het compact te houden. Waar het om gaat, is dat wij in
de kamerronde aan de wethouder gevraagd hebben waar dat nu is misgegaan. We kregen daar geen
helder antwoord op. Er zijn een paar redenen genoemd. Mijn vraag die ik opnieuw stel aan de wethouder is dan ook, zeker nu we twee weken verder zijn, wat de analyse is van het college, van de
wethouder, over wat er nu precies is misgegaan?
In de kamerronde zijn de volgende redenen genoemd:
a. De controlemechanismen hebben een afwijking van 5%. Ik citeer nu: “Ik ben geen rekenwonder”. Dat is als reden genoemd en daar schrok ik wel van.
b. Eigenlijk ben je met die openeindregelingen überhaupt niet in staat om goed in te schatten wat
er op het einde van het jaar komt.
c. We hadden te maken met seizoensgebonden aanvragen waardoor het soms ook moeilijk te
bepalen is.
Ik vat het nu hopelijk redelijk samen, maar ik hoop ook dat de wethouder dadelijk kan uitleggen wat
werkelijk de goede analyse is in dit verhaal.
Nu ga ik voor nu even mijn mond houden.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk of er nog andere woordvoerders zijn. De heer Brom van De Nijmeegse Fractie
7
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Dhr. Brom: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik ben het helemaal niet eens met collega Nooijen. In de
kamer is wel degelijk gezegd dat er een afwijkingsmodel kon zijn van inderdaad 5% en dat kwam ongeveer neer op het bedrag dat we hebben. Ten tweede ben ik heel erg blij met deze wethouder. We
hebben nu eindelijk iemand die voorzichtig is met de centen en die geen geld gaat uitgeven dat we
nog niet hebben of dat we misschien dreigen te kort te komen. Ik ben blij dat hij uiteindelijk geen tekorten heeft en dat we nu kunnen zeggen dat we deze financiën extra kunnen inzetten. Dus, wethouder,
voor mij zal het waarschijnlijk ook de laatste keer zijn: mijn complimenten.
De voorzitter: Als iedereen zo doorgaat, ben ik benieuwd wie ik volgende week allemaal terug mag
zien, maar dit terzijde. Dank u wel. Zijn er nog andere woordvoerders? Mevrouw Helmer van de SP.
Mw. Helmer: Dank u wel, voorzitter. In de politiek is het een en ander van belang. Vooruitzien en de
kracht van de herhaling. Ik herhaal daarom mijn compliment aan de wethouder om de Klijnsma-gelden
in te zetten als pr-gelden voor de PvdA-campagne. De SP stelde in november al voor om deze extra
gelden te besteden aan armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Dit voorstel werd afgeraden. De
wethouder verwachtte grote gaten in de begroting en die zou hij moeten dichten. Gaten die zonder de
Klijnsma-gelden ook gedicht hadden moeten worden. Daarmee was het drie maanden geleden een
politieke keuze om de Klijnsma-gelden niet in te zetten waarvoor ze bedoeld waren, namelijk groeiende armoede bestrijden. Politiek is vooruitzien. De SP zag in november al een groeiende werkloosheid
en toename van de armoede en koos er toen al voor om het extra geld in te zetten tegen de armoede.
De wethouder zag de verkiezingen aankomen en koos ervoor om de extra gelden nog even op de
plank te laten liggen en als propagandageld voor de PvdA-campagne in te zetten. Tijdens de kamerronde gaf hij minstens drie redenen om die Klijnsma-gelden nu pas in te zetten, maar wat de SP betreft waren dat toch echt drie smoesjes. Verder zijn we natuurlijk erg blij dat uiteindelijk dit plan er ligt
dat een uitvoering is van onze motie.
De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk of er nog andere woordvoerders zijn. De heer Veldman van de VVD.
Dhr. Veldman: Voorzitter, dank u wel. De VVD-fractie zal dit voorstel steunen en ik zal niet meedoen
aan het wedstrijdje ver plassen tussen GroenLinks en de SP over wie er nu het eerst geroepen heeft
dat dit geld misschien wel uitgegeven zou kunnen worden, want dan zou ik moeten zeggen dat de
VVD al sinds 2010 in onze verbetervoorstellen op de begroting gepleit heeft voor meer geld voor
schuldhulpverlening. We moesten dat maar niet doen. Ondanks dat we het voorstel zullen steunen,
want inhoudelijk vinden we het een goed idee, wil ik hier wel een procesmatig puntje neerleggen. Wat
ik zorgelijk vind, is hoe we hier als raad met besluitvorming omgaan. Het is opmerkelijk dat we nu een
besluit nemen over een deel van het geld waarvan in de jaarrekening eigenlijk integraal moet worden
afgewogen wat we daarmee doen. Ik vind dat niet deugen. We hebben hier in dit huis het goede gebruik dat we integraal een afweging maken van wat wij doen met overschotten op programma’s. Nu
wordt er een voorschot genomen op een programma. We zullen voorstemmen omdat wij al vier jaar
lang ervoor pleiten om meer geld uit te trekken voor schuldhulpverlening, maar het voorstel verdient
zeker geen schoonheidsprijs. Dit is niet hoe wij hier in deze stad moeten omgaan met gelden die
overblijven in enig jaar. Het verdient een integrale afweging.
Dank u wel.
De voorzitter: Dan geef ik het woord aan wethouder Tankir.
Wethouder Tankir: Voorzitter, dank u wel. We hebben in de kamerronde hierover gesproken. Om het
stap voor stap nog preciezer uit te leggen, heb ik eerlijk gezegd niets anders te vertellen want er valt
ook niet zo veel te vertellen. Wij hebben het hier over een budget van 16 miljoen euro dat wij uitgeven
in het kader van het minimabeleid. Er worden door onze financiële mensen prognoses gemaakt volgens een bepaalde systematiek zoals dat bij heel veel zaken hier gebeurt. Bij de Voorjaarsnota 2013
is een prognose gemaakt dat we, als het zo doorgaat, aan het einde van het jaar 800.000 euro te kort
zouden komen op het minimabeleid. In de Najaarsnota 2013 is gemeld dat we waarschijnlijk
200.000 euro te kort zouden kunnen komen, ook als wij de Klijnsma-middelen zouden inzetten voor de
tekorten. Rond die tijd kwam ook het initiatiefvoorstel van GroenLinks en op dat moment waren wij
8
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
nog steeds in de veronderstelling dat er een licht tekort zou zijn bij het minimabeleid, inclusief de
Klijnsma-gelden. Wij hebben vanuit het college de raad per brief van 17 december geïnformeerd over
het verwachte tekort op het product armoedebestrijding. Dat was dus op 17 december en toen was
nog steeds niet bekend dat wij een overschot zouden hebben. Pas begin januari is duidelijk geworden
dat het geprognosticeerde tekort meevalt. Ondertussen hadden wij hier met de raad over het initiatiefvoorstel van GroenLinks gesproken. Ik heb toen aangegeven dat ik inhoudelijk vind dat we iets moeten doen aan schuldhulpverlening en dat ik een analyse zou laten maken en daarbij de punten van
GroenLinks zou meenemen en dat ik met een voorstel zou komen. Toen in januari bekend werd dat
het budget niet verliep zoals wij verwacht hadden en gelet op de toezegging aan de raad om op korte
termijn met voorstellen te komen voor de risicogroepen, heb ik het college voorgesteld om het geld dat
nog over was van het vorig jaar te besteden aan schuldverlening omdat dit ook de wens van deze
raad is en omdat daarvoor een breed draagvlak is.
Dat is het gehele verhaal. Ik was zelf natuurlijk ook verbaasd dat die prognose opeens anders was. Ik
heb daarover hier intern ook vragen gesteld hoe dat kan. De deskundigen zeggen daarover – daarom
zei ik ook dat ik geen rekenwonder ben – dat op een budget van 16 miljoen euro dit soort schommelingen zeker niet abnormaal is. Zeker gelet op deze vorm van uitgaven met openeindregelingen en
aanvragen die op bepaalde momenten in enorme hoeveelheden binnenkomen. Wij zitten liever meer
aan de veilige kant met onze prognoses in plaats van dat we meer risico’s nemen. Het is niet meer
dan dit.
De voorzitter: Dank u wel. Deze beantwoording lijkt me helder. Kort nog, de heer Nooijen.
Dhr. Nooijen: Ik ben blij dat het geld inderdaad op de goede plek is terechtgekomen. Ik heb in het
antwoord van de wethouder, voorzitter, eigenlijk niet gehoord wat er nu precies is misgegaan. Ik heb
wel gehoord dat de controlemechanismes, die blijkbaar inherent zijn aan het systeem dat gebruikt
wordt, ervoor zorgen dat openeindregelingen een risico inhouden, dat dus blijkbaar niet altijd even
goed bekend is waar het heen gaat met het budget. Wat is nu de primaire reden? Als ik u goed begrijp, is de primaire reden dat de controlemechanismes die de openeindregelingen voorspellen aan
het eind van het jaar, niet goed hebben gewerkt. Dat zou dus nog mijn vraag zijn.
Mijn tweede vraag is welke lering de wethouder hieruit heeft getrokken om ervoor te zorgen dat dit in
de toekomst niet meer gebeurt en er dus voor te zorgen dat we aan het einde van het jaar wel een
goed beeld hebben van wat er wel en wat niet besteed is zodat we het geld ook onmiddellijk kunnen
inzetten op het moment dat het nodig is. Drie maanden ertussen laten zitten, is best lang zoals ik zojuist al heb uitgelegd en dat willen we voorkomen.
Dhr. Brom: Voorzitter?
De voorzitter: Een vraag van de heer Brom.
Dhr. Brom: Ik heb een vraag aan de heer Nooijen, als dat nog mag? Hier wordt de vraag gesteld aan
deze wethouder, maar de andere wethouder van uw partij, die ik zeer waardeer, heeft binnen het
Wmo-beleid ook aardig wat geld overgehouden. Daar is die vraag niet gesteld en dat is ook een
openeindregeling. Waarom wordt die vraag wel aan deze wethouder gesteld en niet aan de andere
wethouder? Daar is namelijk veel meer geld overgebleven. Gelukkig, trouwens.
Dhr. Nooijen: Waarom die vraag daar niet gesteld is, dat weet ik niet. Dat is niet mijn eigen programma, moet ik eerlijk toegeven. Het is mij opgevallen dat we best goede dingen hadden kunnen doen in
die periode van het jaar en dat dit op geen enkele manier is gelukt omdat die dreigende tekorten
steeds werden genoemd terwijl we best al goed beleid hadden kunnen maken in november vorig jaar.
Beter te vroeg dan te laat denk ik dan. Dat is de afweging geweest die mijn fractie heeft gemaakt op
dit punt. We maken de afwegingen per punt en niet over alle programma’s heen.
De voorzitter: Het is helder.
Dhr. Hulskorte: Voorzitter.
9
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
De voorzitter: Heel kort. We gaan niet een debat hierover voeren.
Dhr. Hulskorte: Ik heb hierover nog niets gezegd, maar ik heb een kleine vraag aan de wethouder als
het mag.
De voorzitter: De heer Hulskorte.
Dhr. Hulskorte: Wethouder, bent u het met mij eens dat er steeds meer mensen in de schuldhulpverlening komen? Bent u het met mij erover eens dat, als dit kabinet van de PvdA en de VVD dat gesteund wordt door D66 andere beslissingen had genomen, er niet zo veel mensen in de schuldhulpverlening waren gekomen en dat er nu in de toekomst nog meer daarin terecht zullen komen?
De voorzitter: Meneer Hulskorte, nu heb ik toch op 6 januari vond ik zelf een goede nieuwjaarstoespraak gehouden over landelijke politiek en gemeenteraadsverkiezingen. Dat u nu juist dat omdraait.
Zijn er nog meer vragen?
Dhr. Hulskorte: Als ik daarop mag antwoorden? Ik had liever gehad dat alle ministers thuis waren
gebleven. Die komen in het land vertellen hoe het moet, terwijl zij de beslissingen hebben genomen.
Daarbij komt dat er aanstaande maandag een groot debat is waar wij erg op tegen zijn en ik hoop dat
ik de steun krijg van de gehele oppositie.
De voorzitter: Meneer Hulskorte, het is voldoende. Ik kijk of er voor de tweede termijn nog andere
woordvoerders zijn. Zo niet, dan geef ik tot slot de wethouder nog even het woord.
Wethouder Tankir: Voorzitter, de heer Nooijen gaat uit van de veronderstelling dat er iets is misgegaan. Er is niets misgegaan. Het is de normale gang van zaken dat wij met prognoses werken en dat
die prognoses – daarom heet het ook prognose – soms anders uitpakken. Ik heb geprobeerd om uw
vraag te beantwoorden, maar u gaat ervan uit dat er iets is misgegaan en in mijn ogen is er niets misgegaan. Dit soort dingen komen zeker voor.
Ik kan de heer Hulskorte adviseren om erover na te denken om misschien in de landelijke politiek te
gaan.
De voorzitter: Nee, nu gaat het helemaal fout. In zoverre ik daar zelf mee ben begonnen: mea culpa.
Ik heb gehoord dat er in ieder geval unaniem steun is voor het voorstel, zover erover gesproken is en
ik neem aan dat dit ook voor de anderen geldt. Ik constateer dus dat het voorstel in ieder geval unaniem is aangenomen. Bij dezen. Dank u wel.
11.
Economische Innovatie Agenda
De voorzitter: Wie kan ik hierover het woord geven? De heer Busschops van De Nijmeegse Fractie.
Dhr. Busschops: Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Vrij naar Einstein. Afgelopen
week is de Innovation Union Scoreboard 2014 uitgebracht. Dat is de index van de Europese Unie
waarin ze aangeeft hoe het staat met de innovatie in de landen van Europa. Nederland is helaas gezakt naar de zesde plek. Ze geeft aan dat we het op een aantal fronten goed doen, op een aantal
fronten minder en dat er grote regionale verschillen zijn. Twee weken geleden kwam de Financial
Times en die legde haarfijn bloot waar die regionale verschillen nu zitten. Daarin stond dat na Londen
en Helsinki, Eindhoven toch wel een mooi voorbeeld was. Ik zou nu heel lang over Eindhoven kunnen
praten, maar we zitten hier in Nijmegen en daar ga ik dus even op door.
Wim Dijkstra zei in de regioraadvergadering, toen het ging over economie en innovatie, dat we ervoor
moeten oppassen dat we als Arnhem en Nijmegen niet twee kleine provinciestadjes worden. Dus we
hebben elkaar heel hard nodig als we op het economisch vlak iets willen doen. We zien dat ook terug
in deze nota. Wat onze fractie betreft, dat hebben we ook in eerdere bijdragen gezegd, zouden we dat
ook iets verder mogen doen door ook te kijken naar de grotere andere regio’s in Nederland die daarbij
ook hun sporen hebben verdiend zoals Wageningen, Oss en Eindhoven zoals in de nota van de wet10
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
houder staat. We kunnen ons goed vinden in het verhaal dat aansluit bij het topsectorenbeleid, maar
innovatie is iets dat steeds breder en steeds verder gaat. De wethouder schrijft het ook in zijn notitie:
kijk ook naar het aantrekkelijk wonen en het leefklimaat; kijk naar duurzaamheid; kijk naar bereikbaarheid. Heel veel dingen hangen dus hiermee samen. Ik heb een motie ingediend met de titel waarmee
ik mijn verhaal begon ‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg’. Het is een oproep aan
onszelf. Wat ik eigenlijk wil doen, is nog een keer de discussie rondom het TIP in herinnering brengen.
Het TIP was ook een innovatieve manier om economische innovatie in onze stad te krijgen. Sportclubs, bedrijven, onderwijsinstellingen, gezondheidszorginstellingen wilden gezamenlijk aan de slag
om ook die cross-overs, het hele gedachtengoed dat in deze nota staat, te verwezenlijken in onze
stad. Wat wij hebben gedaan, is heel lang met elkaar discussiëren – misschien wel te lang – waardoor
het initiatief niet is ontkiemd. Dat is doodzonde. Vandaar ook de oproep in mijn motie aan onszelf om
in gesprek te gaan met die economische raad om dat verhaal van innovatie ook te doorleven, door op
bezoek te gaan bij bijvoorbeeld MercaChem en Giralis of bijvoorbeeld de ‘best practices’ in andere
steden of regio’s te bekijken of misschien wel eens in gesprek gaan met onze Nijmeegse professor
Gert-Jan Hospers die gepromoveerd is op slimme steden en slimme regio’s. Dat zou ons misschien
kunnen helpen om dit gehele verhaal van innovatie te doorleven en als raad ook actief onze rol te
pakken.
Daar wil ik het graag bij laten, voorzitter. Dank u wel.
Motie
Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.
e
1 indiener:
Busschops (De Nijmeegse Fractie)
Constaterende dat:
• de economische ontwikkeling van onze stad een gezamenlijke opgave is van overheid, ondernemers, onderwijs en onderzoek;
• de Economische Innovatie Agenda een gezamenlijk en gedragen product is van de Economische Raad Nijmegen;
• er een stevige ambitie en dito doelen zijn geformuleerd om in 2020 in Nijmegen 10.000 extra
arbeidsplaatsen te creëren;
• de reikwijdte van de Economische Innovatie Agenda verder gaat dan alleen het beleidsterrein
economie, maar ook inzet op duurzaamheid, bereikbaarheid, aantrekkelijk woon- en werkklimaat en dienstverlening;
• er in de periode 2014-2017 ten minste 1 miljoen euro aan gemeentelijke middelen moet worden vrijgemaakt;
• de gemeenteraad via de jaarrekening wordt geïnformeerd over de voortgang en de resultaten
van de gestelde kwantitatieve en kwalitatieve doelen.
Roept de gemeenteraad op:
1. in de uitwerking van de Economische Innovatie Agenda een actieve rol te pakken door te werken aan kennisverbreding en verdieping door onder andere jaarlijks:
• in gesprek te gaan met de leden van de Economische Raad Nijmegen;
• op bezoek te gaan bij innovatieve bedrijven en kennisinstellingen;
• op excursie te gaan en kennis te nemen van ‘best practices’ uit andere steden, zoals
Eindhoven, Oss en Wageningen;
2. de griffie opdracht te geven om voor de nieuwe gemeenteraad een programma uit te werken.
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordvoerders? Mevrouw Teunissen van het CDA.
Mw. Teunissen: Dank u wel, voorzitter. In vervolg op het verhaal van de heer Busschops hebben wij
op 1 februari 2010 een notitie aangeboden hier in deze raad en wellicht herinnert u zich in ieder geval
de titel nog. De titel luidde: Van Havanna naar Boston aan de Waal in vijf jaar. Het is bijna gelukt,
hoewel ...
Het voorstel is in ieder geval omgezet in beleid. Dat is wat ik duidelijk teruglees in dit stuk. Dat is op
zich ook niet heel vreemd omdat een aantal mensen dat u heeft geadviseerd, toentertijd ook onze
fractie heeft geadviseerd bij het schrijven van het stuk Van Havanna naar Boston. Zo werkt dat nu
eenmaal in de politiek. Gerealiseerd binnen vijf jaar is redelijk ambitieus, maar na twaalf jaar ben ik
dat wel gewend. Nu nog de uitvoering. Volgens mij is dit ook duidelijk gezegd in de commissie, in de
11
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
kamer, en ik hoop dat die uitvoering nu daadwerkelijk binnen vijf jaar gaat plaatsvinden. Ik wens de
nieuwe raadsleden daarmee dan ook heel veel succes. Ik ben heel benieuwd hoe Boston aan de
Waal er uiteindelijk uit komt te zien.
De voorzitter: Ik kijk of er nog meer woordvoerders zijn. De heer Reinhoudt van GroenLinks.
Dhr. Reinhoudt: Dank u wel, voorzitter. Als je door je oogharen heen naar het stuk kijkt, dan zie je dat
de stap gezet wordt van ‘we regelen het wel in het stadhuis’ naar: we regelen dat samen met de stad,
samen met de bedrijven en de innovatieve organisaties die we hebben in de stad. Wij vinden dat als
GroenLinks een uitstekende ontwikkeling en we gaan dan ook van harte voor dit stuk stemmen.
De voorzitter: Mevrouw Lamers van D66.
Mw. Lamers: Dank u wel, voorzitter. In navolging eigenlijk van de heer Reinhoudt: economie wordt
niet gemaakt in het stadhuis, maar in de stad. Dat ademt het stuk ook aan alle kanten uit. D66 is heel
blij dat er de afgelopen vier jaar heel veel verbindingen zijn gemaakt in de stad en de regio. Men heeft
volgens mij zeker niet stil gezeten. Wat we wel zien, is dat netwerken bouwen tijd kost en ik denk dat
we op de goede weg zijn. Het is goed dat de overheid het initiatief neemt om samenwerking te stimuleren. Ik vind het ook heel belangrijk dat er focus gekozen is en we daarop inzetten waar we als Nijmegen goed in zijn: elkaar versterken maar inderdaad ook die verantwoordelijkheid nemen en dus niet
alleen maar als overheid maar ook juist in de stad. Onderwijs, overheid, ondernemers, onderzoekers
kunnen gezamenlijk immers meer dan dat ze afzonderlijk kunnen.
Ik ben heel erg blij dat de wethouder in de kamer de toezegging heeft gedaan om de raad meer mee
te nemen in het economisch beleid. De wethouder heeft zelfs toegezegd om alvast een bijeenkomst in
de steigers te zetten voor de nieuwe raad om inderdaad meer met de economie meegenomen te worden door met partners te spreken.
Ik had het in de kamerronde gedaan, maar ik kan het niet beter bedenken, volgens mij moet ik afsluiten met de titel van het document: Schouders eronder en elkaar versterken.
De voorzitter: Dank u wel. De heer Janssen van de PvdA.
Dhr. Janssen: Dank u wel, voorzitter. We hebben dit voorstel een paar weken geleden uitvoerig behandeld in de kamer. De enige kritiek die ik toen op het voorstel had, was dat de wethouder wel erg
laat was. Zo vlak voor zijn verscheiden, maar dat is een beetje een verkeerd woord, vlak voor zijn
vertrek uit dit huis dan nog met dit voorstel komen, vond ik toen een beetje laat. Voor de rest heb ik
toen namens mijn fractie uitsluitend mijn waardering uitgesproken voor dit onderwerp en we zullen het
voorstel dan ook van harte steunen.
De voorzitter: De heer Van Hooft van de SP.
Dhr. Van Hooft: Ik ben dan toch wel iets kritischer. Er gebeurt hier een wonder. Op zich is het mooi
als er in Nijmegen wonderen gebeuren. Wij steken 250.000 euro in een dergelijk initiatief. Een baan
kost 50.000 euro dus steken we er eigenlijk 5 banen in en er komen 1500 banen per jaar uit. Dus 1
baan erin steken en er komen 300 banen uit. Ik heb nog nooit zo’n grote banenmachine gezien. Dit
zou echt uniek zijn als wij met zo weinig investering zo veel resultaat kunnen behalen. Ik zou het bijna
een wonder willen noemen en de heer Bruls zou het misschien een godswonder noemen.
Ik zou natuurlijk wel gek zijn om een dergelijk initiatief niet te steunen, want als je de banen voor zo
weinig geld in de schoot geworpen krijgt, dan moet je wel helemaal gek zijn als je dat niet gaat steunen. Wij gaan dit dus steunen. Ik wil er echter nog wel een voorwaarde aan verbinden, namelijk dat wij
volgend jaar even fatsoenlijk wetenschappelijk onderzoeken wat dit nu heeft opgeleverd. Ik ken namelijk nogal wat onderzoeken uit het verleden over allerlei economische investeringen van gemeenten, in
het bijzonder ook met vormen van acquisitie om bedrijven naar de stad te trekken. Uit die onderzoeken is altijd gebleken dat gemeenten die daar heel veel geld en middelen in staken, absoluut niet
beter presteerden dan gemeenten die daar heel weinig aan deden. Er was geen enkele correlatie
tussen de hoeveelheid geld en inspanning die een gemeente besteedt aan het binnenhalen van bedrijven en het uiteindelijke resultaat.
12
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Ik zou kunnen zeggen: ik geloof niet in wonderen en dan steun ik het niet. Ik wil dit voorstel echter het
voordeel van de twijfel geven, maar dan wil ik volgend jaar ook zien of er dan ook geleverd is en dan
fatsoenlijk wetenschappelijk onderbouwd. Met name ook omdat het verleden altijd heeft aangetoond
dat het in de praktijk zo niet werkt.
Dus voorlopig gaan we ervoor.
De voorzitter: Nog andere woordvoerders? De heer Veldman van de VVD.
Dhr. Veldman: Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat ik me kan aansluiten bij alle opmerkingen die gemaakt zijn dat het goed is dat dit verhaal er ligt en dat dit verhaal dat er nu ligt ook is wat we moeten
doen, namelijk samenwerken in de stad want we maken het niet alleen vanuit het stadhuis hier. Het
stadhuis, het college, de gemeenteraad, de ambtenaren maken geen banen. Dat doen we met elkaar
in de stad. In die zin is het een goed verhaal dat er ligt en zullen we het verhaal ook steunen. Ik ben
het geheel eens met de opmerking vanuit de Partij van de Arbeid, van de heer Janssen, dat het wel
jammer is dat dit stuk er zo laat ligt. Op hoofdlijnen zijn de conclusies die je uit dit verhaal kunt trekken
– hoe moeten we dat samen met elkaar doen – ook al de conclusies van de conferentie die er in 2011
was. Het heeft dus drie jaar geduurd om het op papier te krijgen en met elkaar afspraken te maken
over hoe we dat gaan doen. Daar mist de heer Van Hooft een deel van zijn verhaal, want het is niet
alleen de 250.000 euro van de gemeente zelf, het is juist de samenwerking met partners, ook andere
partners leggen geld in. Met dat gemeenschappelijke geld kun je een aantal meters maken. Ik ben het
inderdaad met de heer Van Hooft van de SP erover eens dat we natuurlijk moeten gaan meten, de
thermometer erin, wat het ons uiteindelijk oplevert. Ik denk dat dit ons meer gaat opleveren dan het
geld stoppen in een gratis openbaar vervoerspas voor 65+’ers. Ik denk dat dit meer gaat opleveren
voor de stad. Wat dat betreft is het zeer goed om dit voorstel te steunen. Er zit echter een addertje
onder het gras bij dit voorstel, namelijk dat we voor vier jaar afspraken maken met de partners. Er is in
dit huis echter maar voor één jaar geld geregeld. Blijkbaar gaan we het ook met dit voorstel zo doen –
indachtig wat D66 zojuist bij een eerder agendapunt zei – dat, als het dan financieel niet klopt of het
niet kan, de wethouder dan weer terugkomt bij de raad en zegt: ik kan dit niet uitvoeren. We hebben
nog een raadsvergadering te gaan, dus als dit voorstel vanavond wordt aangenomen, dan zou het
zomaar kunnen gebeuren dat de heer Jeene over twee weken hier weer terug is om te zeggen: u hebt
een voorstel aangenomen, beste gemeenteraad, maar ik kan de vierjarige afspraken met de partners
niet maken want ik heb maar voor een jaar geld. Voorzitter, dit had het college natuurlijk gewoon moeten regelen. Als je voor vier jaar afspraken maakt, dan moet je ervoor zorgen dat je ook in je eigen
begroting het geld voor vier jaar geregeld hebt, net zo goed als we dat doen met meerjarige subsidieafspraken met partners in de stad. Ook dat zit in de begroting voor die jaren waarover we afspraken
hebben gemaakt. Dit is dus wel een vlekje waarvan ik zeg: dit is jammer, dit had niet gehoeven, dit
had u gewoon in uw begroting moeten regelen.
Dank u wel.
Dhr. Van Hooft: Voorzitter?
De voorzitter: De heer Van Hooft.
Dhr. Van Hooft: Mag ik iets aan de heer Veldman vragen? U wilt nu voor vier jaar geld, maar u vindt
ook dat het geëvalueerd moet worden. Welk doel dient die evaluatie als u toch al voor vier jaar dat
geld wilt weggeven? Ik zou dan toch zeggen: laten we dat nu voor een jaar doen, kijken hoe het gaat
en als het goed gaat, dan plakken we er nog wel een jaartje aan vast. Anders moeten we er nog een
keer opnieuw over nadenken.
Dhr. Veldman: Mijn fractie doet het dus precies andersom. Wij gaan ervan uit dat dit een goed verhaal
is en hadden dus graag gezien dat er voor vier jaar geld gereserveerd zou zijn. Als je dan halverwege
de rit erachter komt dat het toch niet de route is die we moeten hebben, valt er geld vrij waarmee je
iets anders kunt doen in plaats van het probleem waar u tegenaan loopt als je er na twee jaar achter
komt dat het werkt. U hebt dan namelijk geen geld en dan moet u alsnog op zoek gaan naar geld. Dat
is nu exact het verschil tussen de SP en de VVD. Wij denken vooruit en u handelt ad hoc.
13
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Dhr. Van Hooft: U snapt er heel weinig van. Als het werkt, dan hou je heel veel geld over en dan kun
je dus nog veel meer van dit soort initiatieven steunen. Ik begrijp dat uw boekhouding niet verdergaat
dan uw portemonnee.
De voorzitter: Ik probeer het ook te volgen. Zijn er nog andere woordvoerders? De heer Hulskorte
van de VSP.
Dhr. Hulskorte: Ik wil een kleine opmerking maken. De Verenigde Senioren Partij geeft toch liever het
geld uit aan gratis vervoer voor 65+'ers, meneer van de VVD.
De voorzitter: Als er verder geen woordvoerders zijn, dan geef ik het woord aan wethouder Jeene.
Wethouder Jeene: Voorzitter, dank u wel. Ik ben blij met de brede steun die dit idee krijgt om feitelijk
te constateren dat we eraan gaan werken dat banenmachines hier niet in de kelder of op het dak
staan, maar samen met elkaar door de stad worden gemaakt. Dat is ook precies de acceleratie die u
daarin wilt zien. Niet de oude acquisitie dat iemand zit te bellen en kijkt welk bedrijf hiernaartoe wil,
maar juist al die netwerken – al die duizenden mensen die daar zitten, ook internationaal – in te zetten
om die banen te krijgen, want die banen hebben we met elkaar zo hard nodig. Daarbij moeten we ook
inzetten op kennis, inzetten op innovatie en – naar een essay van mevrouw Van Senten dat zij op
verzoek van de Economische Raad geschreven heeft – echt kiezen voor gezondheid en onderwijs.
Juist het maken van die keuze is wat zeer veel waardering krijgt in die economische kringen, ook in de
Industriële Kring voor Nijmegen en omgeving, ook in de ECN en de club van bedrijventerreinen. We
moeten die keuze maken en daar dan voor gaan.
Ik heb inderdaad in de kamerronde toegezegd om een bijeenkomst te organiseren voor de raad waarin ook gesproken kan worden met leden van de ERN, maar ook bijvoorbeeld met de NFIA, dat is de
Nederlandse internationale club die ook op acquisitie zit en ook op wat in Gelderland eraan gebeurt. Ik
ga dat ook graag doen. In aansluiting op wat de heer Van Hooft zegt, zal ik ook – zoals is toegezegd
en zoals ook in het stuk staat – jaarlijks evalueren wat hier dan precies uitkomt, hoewel dat ook buitengewoon ingewikkeld is natuurlijk, want waar haal je nu precies die banen binnen? Maar we proberen dat zo goed mogelijk te doen.
Dhr. Van Hooft: Volgens mij kun je dat met een statistiek doen over de hele breedte van hoe wij het
doen ten opzichte van de rest van Nederland in het verleden en nu.
Wethouder Jeene: Dat kan. Het is zo ingewikkeld omdat, als we kiezen voor gezondheid en onderwijs, we het dan niet alleen hebben over bijvoorbeeld handen aan het bed, maar ook over wat je in de
industrie – in die takken van sport – daar nog bij krijgt. Dat maakt het iets ingewikkelder. We proberen
om daar een zo goed mogelijke analyse van te maken.
Dat was mijn reactie, voorzitter.
De voorzitter: Ik kijk even of er nog behoefte is aan een tweede ronde, want anders gaan we stemmen over de motie en over het voorstel. Zullen we dat doen?
Dan is allereerst de motie in stemming, ingediend door de heer Busschops namens De Nijmeegse
Fractie met als titel ‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.’ Uw stemmen graag.
Met 15 stemmen voor en 23 stemmen tegen is de motie verworpen.
Dat brengt met bij de economische innovatieagenda. Had iedereen zich positief verklaard? Volgens
mij wel of toch niet? Volgens mij was iedereen het ermee eens. Dan kunnen we het voorstel ook als
unaniem aanvaard beschouwen. Dank u wel.
12.
Motie: Stevenskerk bereikbaar
De voorzitter: Dit betreft een aangekondigde motie naar aanleiding van een collegevoorstel over vergunningen met betrekking tot de omgeving van de St. Stevenskerk. Zoals gebruikelijk geef ik de indie14
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
ner het woord, in dit geval de heer Van Hees van De Nijmeegse Fractie. Daarna kunnen de andere
fracties daarop kort reageren. De heer Van Hees.
Dhr. Van Hees: Voorzitter, of het mijn laatste raadsvergadering is, weet ik niet, dat zal de tijd wel leren. Het is wel een van de laatste raadsvergaderingen in traditionele zin. We krijgen er nog een, maar
ik weet niet of daar nog voorstellen komen. Ik ga er dus bijna van uit dat dit het laatste debatstuk is en
dan zal het ook misschien de laatste motie van deze periode zijn die wordt ingediend.
Ik ga er niet al te veel over zeggen want we hebben daar ontzettend vaak en veel over gesproken,
twee, drie jaar geleden al en laatst weer een keer. We hebben er schriftelijke vragen over gesteld.
Waar gaat het over? Het gaat over de honderd vrijwilligers die 100.000 euro per jaar kunnen verdienen die de Stevenskerk minimaal nodig heeft om overeind te blijven. Ik kan alleen maar zeggen dat
alle argumenten in de motie zelf staan. De vergunningen worden absoluut niet gebruikt door de vrijwilligers maar door de medewerkers van de manifestaties. Het is ook nog een misverstand dat, als er
activiteiten georganiseerd worden, in verband met bereikbaarheid meerdere vergunningen noodzakelijk zijn. Al die activiteiten zijn noodzakelijk om de kerk exploitabel te houden en de kerk moet bereikbaar zijn, zoals ik al zei. Er wordt dan wel gezegd – en dat is het punt – dat je dan door roadbarriers
moet en dat dit met alle andere instellingen die genoemd worden niet het geval is omdat die buiten de
roadbarriers staan. Je kunt er dan wel door, maar dan moet je het melden. Maar je moet het 48 uur
van tevoren melden. Het is vervelend dat, als er een dirigent en een orkest uit België komen of iets
dergelijks, je dan 48 uur van tevoren de nummerborden moet weten. Dat werkt niet.
Het staat allemaal in de motie. Het college heeft wel geantwoord, de laatste keer in een brief. Je hebt
twee RVV-vergunningen. Er zou nog eentje bij kunnen op grond van de hardheidsclausule. Dat kunnen we doen. Ze hebben in het verleden servicevergunningen gehad. Die zijn al teruggebracht naar
vijf. Ik heb daarover gesproken. Met vier zouden ze krap aan uit kunnen. Dat betekent niet dat die
vergunningen altijd gebruikt worden maar alleen als ze nodig zijn. Voor de rest liggen ze gewoon in
een kast daar. Een bij die twee vergunningen erbij, dan zit je op drie en ik wil toch graag op vier uitkomen voor de kerk, niet voor mezelf. Ik vind het eigenlijk banaal dat we hiervoor een motie moeten
indienen en dat het niet gewoon geregeld kan worden. Het schijnt niet anders te kunnen. Daar wil ik
het bij laten.
Motie
Stevenskerk bereikbaar
e
1 indiener:
B. van Hees (De Nijmeegse Fractie)
Inleiding:
Op schriftelijke vragen van De Nijmeegse Fractie over de parkeertarieven voor de Stichting Stevenskerk d.d. 6 november 2013 heeft het college op 17 december 2013 geantwoord dat zij de verhoging
van het speciale zakelijke tarief voor de drie vergunningen niet ongedaan kan maken. Dit gezien de
tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen. Bij de bespreking van dat antwoord in
de kamer van 15 januari 2014 zegde de wethouder toe, op aandringen van de fracties, nog eens te
willen kijken wat de mogelijkheden zijn.
Op 25 januari 2014 ontving de raad een brief van het college waarin zij aangeeft om diverse redenen
niet mee te kunnen werken aan handhaving van het verlaagde tarief of om onder een ander regime de
drie zakelijke vergunningen tegen het oude tarief te continueren. Wel geeft het college aan dat via de
hardheidsclausule naast de twee bestaande RVV-ontheffingen een derde op naam verstrekt kan worden. Daarnaast geeft het college enkele andere alternatieven aan. Het bestuur van de Stichting Stevenskerk heeft in het verleden al aangegeven waarom deze alternatieven niet werkbaar zijn. Hierna
zetten we nog enkele zaken op een rij.
Argumenten:
• de Stevenskerk is een culturele ANBI, een stichting zonder winstoogmerk;
• de kerk ligt binnen het roadbarrier gebied en is daardoor moeilijk bereikbaar;
• meer dan honderd vrijwilligers generen door hun inzet meer dan 100.000 euro per jaar nodig voor
onderhoud van de kerk, een rijksmonument dat niet gesubsidieerd wordt;
• de vergunningen worden absoluut niet gebruikt door de vrijwilligers, maar door de medewerkers
aan de manifestaties zoals orkesten, gezelschappen, presentaties et cetera;
• als er activiteiten georganiseerd worden, zoals het optreden van een orkest, dan zijn er in verband
met de bereikbaarheid meerdere vergunningen noodzakelijk;
15
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
•
buiten deze activiteiten om zal het merendeel van de vergunningen niet gebruikt worden, de omgeving van de kerk wordt dus niet onnodig visueel aangetast;
• al deze activiteiten zijn noodzakelijk om de kerk exploitabel te houden;
• de kerk moet bereikbaar zijn, melden aan de roadbarrier werkt niet, de kentekens moeten immers
48 uur van te voren bekend gemaakt worden;
Verder overwegende dat:
• de stichting in het verleden kon beschikken over zeven vergunningen en dat daarbij nooit problemen opgetreden zijn:
• zij twee jaar geleden teruggegaan is naar vijf vergunningen;
• volgens de ervaringsgegevens vier vergunningen het minimum is om op een redelijke wijze te
kunnen garanderen dat alle activiteiten doorgang kunnen vinden mede gezien de moeilijke toegankelijkheid door de roadbarriers, (Lindenberg, LUX, Schouwburg en Vereeniging hebben hier
geen last van);
• de verhoging van het gereduceerde tarief van de zakelijke vergunningen per 1 januari 2014 neerkomt op een verhoging van 360 euro naar 4356 euro op jaarbasis;
• dat hierdoor omgerekend de jaarlijkse bijdrage van twaalf Steveniers rechtstreeks in de gemeentekas verdwijnt;
• dat de Stichting Stevenskerk niet gesubsidieerd wordt door de gemeente Nijmegen maar wel een
belangrijke plaats inneemt in het culturele leven van onze stad;
• voor onderhoud en behoud van de kerk gelden nodig zijn die door verhuur voor culturele activiteiten door de inzet van vrijwilligers bijeengebracht worden;
• dat hiervoor een ondersteuning in de vorm van parkeerfaciliteiten als een minimale bijdrage van
de gemeente Nijmegen op zijn plaats is;
• het college voor de verlening van RVV-vergunningen op naam de hardheidsclausule kan toepassen.
Verzoekt het college:
• vier RVV-vergunningen op naam af te geven voor de Stichting Stevenskerk.
De voorzitter: Ik kijk of er reacties zijn. De heer Peters van de VVD.
Dhr. Peters: Dank u wel, voorzitter. Als we het over de St. Stevenskerk hebben, dan hebben we het
natuurlijk over een al eeuwenlang bestaand icoon. Het hoeft waarschijnlijk geen betoog dat zo’n icoon
bewaard moet worden en dat die ook goed moet blijven draaien. Vroeger ging dat op een iets andere
manier dan tegenwoordig, maar evengoed moet die blijven bestaan en is het een beschermingswaardig object. Van belang is dan of deze motie het juiste middel is om te bereiken de kerk overeind te
houden en de bezoekers daar in voldoende mate te krijgen, dat die daar ook willen komen en dat iedereen daarnaartoe kan. De vraag is dan ook aan de wethouder of deze motie ook juridisch kan omdat het alleen maar de Stichting Stevenskerk betreft. Er zijn natuurlijk veel meer organisaties en instellingen in hetzelfde gebied, die daar dan geen gebruik van zouden kunnen maken. Van belang voor de
Stichting Stevenskerk is dus het aantrekkelijk en toegankelijk houden voor bezoekers, maar ik zei al
dat dit voor meerdere instanties geldt en dat geldt met name voor alle ondernemers in het centrum.
Daar moeten we wat aan doen en als het aan de VVD ligt, willen we daar ook aan wat doen. Het aantrekkelijk maken van het gehele centrum en daarmee dus ook het exploitabel houden van de St. Stevenskerk kunnen we doen door bijvoorbeeld het betaald avondparkeren af te schaffen of door het
gratis parkeren op alle zondagen toe te staan of misschien wel beter te investeren in de binnenstad.
Dat zijn belangrijke maatregelen die we willen nemen waar in ieder geval geen juridisch probleem
mee is. Deze maatregelen dragen namelijk ook substantieel bij aan een aantrekkelijke binnenstad met
meer bezoekers die ook de St. Stevenskerk zullen gaan bezoeken en waarbij ook de St. Stevenskerk
bereikbaar zal zijn.
Voorzitter, er moet me dan toch iets van het hart en ik ga even terug naar de recente historie om de
motie van de heer Van Hees in het juiste perspectief te plaatsen. Was het niet juist De Nijmeegse
Fractie die tegen het gratis parkeren op zondag was? Ik refereer aan onze motie op 2 oktober 2013.
16
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
De voorzitter: Meneer Peters, u hebt natuurlijk de vrijheid over uw eigen woorden, maar het gaat hier
echt over een motie, over een onderwerp. Ik herhaal niet de woorden die de heer Van Hees zelf aan
het eind van zijn betoog daaraan wijdde, maar zou u zich daarop willen concentreren?
Dhr. Peters: Voorzitter, ik wil de motie dan ook in het juiste perspectief plaatsen. Ik kom terug bij
3 oktober 2012. Toen was het juist …
De voorzitter: Dan wel heel kort, want goede perspectieven duren niet te lang.
Dhr. Peters: De historische beschouwing van De Nijmeegse Fractie is gelukkig heel kort. Ik hoef dus
geen eeuwen te beschouwen. Ik ga wel terug naar 3 oktober 2012, want het was toen de heer Van
Hees persoonlijk die toen nog onder de Stadspartij Nijmegen Nu! tegen ons voorstel van de afschaffing van betaald avondparkeren was. Voorzitter, juist om de St. Stevenskerk overeind en financieel
gezond te houden, moeten we de gehele binnenstad aantrekkelijk maken en houden en dat betekent
afschaffen van betaald parkeren, invoeren van gratis parkeren op zondagen en investeren in de gehele binnenstad. Op 19 maart zullen we zien of ook de Nijmeegse kiezer wil dat we doen wat nodig is.
Tot zover.
De voorzitter: Ik had al even het idee dat er een relatie zou worden gelegd. De heer Janssen van
Gewoon Nijmegen.
Dhr. Janssen: Dank u, voorzitter. Ik zie hier het woord vergunningen staan. Ik hoop dat die vergunningen – De Nijmeegse Fractie heeft nu vier zetels – niet voor die vier zetels zijn, want dan zou ik me
schamen.
De voorzitter: Mevrouw Van Putten van D66.
Mw. Van Putten: Dank u, voorzitter. Voor mij is dit het laatste onderwerp in deze raadsperiode en ik
denk voor u ook. Mijn eerste onderwerp ging in 2002 over de gemeentelijke bijdrage onderwijs in allochtone levende talen. Dat was destijds een voorstel van wethouder Bruls, nu onze voorzitter. Het
kan verkeren.
Met betrekking tot de motie. Ook D66 heeft waardering voor de inzet van vrijwilligers voor het behoud
van de St. Stevenskerk, maar wij willen ook het historisch karakter van het voormalig kerkhof zichtbaar houden. De wethouder heeft al drie plekken aan drie vergunningen geholpen. Wat D66 betreft
heeft hij de maximale rek van de bestaande afspraken met betrekking tot parkeren gezocht, gevonden
en gebruikt.
Dank u.
De voorzitter: Dank u wel. De heer Van Norel van de SP.
Dhr. Van Norel: Dank u wel, voorzitter. Ik hou het wat korter. Ik ga hier niet de gehele verkeers- en
mobiliteitsparagraaf uit ons verkiezingsprogramma naar voren halen. Dat lijkt me ook niet aan de orde
bij deze motie. De motie is duidelijk en helder uitgelegd en we zullen haar zeker steunen. Het is inderdaad belachelijk dat we dat hier met een motie moeten inbrengen. Het is een soort kruideniersmentaliteit die op dit punt eigenlijk niet past. We zullen haar dus van harte steunen.
De voorzitter: Ik kijk of er nog andere woordvoerders zijn. Dat is niet het geval. Dan geef ik het woord
aan wethouder Beerten.
Wethouder Beerten: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen het kort te houden. We hebben er regelmatig over gesproken en ik heb in de kamerronde ook heel duidelijk aangegeven dat we ons wat het
college betreft aan de regels proberen te houden over waarvoor de verschillende vergunningen beschikbaar zijn en dat we hierbij moeten oppassen voor precedentwerking. We hebben het maximaal
opgerekt. We hadden in het vorige voorstel gezegd twee RVV-ontheffingen, want – mevrouw van Putten verwijst daar terecht naar – we hebben juist geprobeerd om rondom de St. Stevenskerk het aantal
auto’s te verminderen. Er is een beperkt aantal plekken. Daar moeten ook nog bewoners parkeren.
17
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
Als je daar nog meer RVV-ontheffingen afgeeft, dan kan het voorkomen dat bewoners ook geen plek
meer hebben, maar dan komt er ook te veel blik om de toren heen te staan. Een ander belangrijk punt
is dat ook de hulpdiensten een weg moeten kunnen vinden indien dat nodig is. Ik heb het dan over
ambulances, de brandweer en de politie.
We hebben gekeken of er ruimte is voor een derde vergunning. Na overleg met de brandweer en de
hulpdiensten hebben we gezien dat dit allemaal net kan. Daar wil het college het bij laten en meer
vinden wij niet verantwoord. Daarom wijzen wij de motie af.
De voorzitter: Zullen we gaan stemmen? De heer Van Hees toch nog?
Dhr. Van Hees: Voorzitter, ik heb me zojuist een beetje ingehouden en ik zal het ook niet te lang maken, maar de VVD is wel erg krentenkakkerig bezig, als ik dat woord mag gebruiken. Het is niet het
juiste middel, zegt u. Geef mij en de Stichting Stevenskerk dan eens het andere middel dat gebruikt
moet worden. U hebt het over alle organisaties in dat gebied. Binnen het roadbarriergebied – daar
gaat het over – zijn er niet meer organisaties die daar last van hebben. De andere organisaties liggen
allemaal buiten het roadbarriergebied. Afschaffen van het avondparkeren heeft hier ook niets mee te
maken, want het is binnen het roadbarriergebied en daar parkeer je normaal gesproken niet. Daar
heeft de wethouder het over gehad. Dan over de laatste flauwekul over het tegen de motie stemmen.
Dat is heel duidelijk. Het staat nu in ons programma dat wij niet voor het avondparkeren zijn en ook
niet voor het gratis parkeren op zondag. Waarom hebben wij tegengestemd? Omdat u geen goede
dekking had. Wel een dekking via uw alternatieve begroting, maar daar hebt u links en rechts wel wat
meer geld weggesleept waar wij het niet mee eens zijn, dus daarom waren wij toen tegen.
Ik kan met de wethouder wel weer in debat gaan over hulpdiensten die er denk ik wel langs kunnen,
maar goed, u zult het nagevraagd hebben. Nogmaals, zoals ik al gezegd heb, er staan daar niet continu de gehele dag vier auto’s of zo. Het is alleen nodig op die momenten dat er dingen te doen zijn.
Het vreemde is dat die vergunningen een groot deel van de tijd in de kast liggen en dat ze niet gebruikt worden, maar je kunt niet anders want je zit met die roadbarriers. Nogmaals, als je er doorheen
wilt, dan moet je 48 uur van tevoren de zaken opgeven.
Het is mijn laatste poging. De mensen die tegenstemmen moeten het maar aan de Stevenskerkorganisatie gaan uitleggen, denk ik, of hier.
De voorzitter: Nog even kort de heer Peters.
Dhr. Peters: Voorzitter, heel kort inderdaad. De heer Van Hees vraagt aan ons wat wij dan voor de St.
Stevenskerk zouden willen doen. Ik verwijs hem naar ons voorstel waarin wij de gelden voor het Besiendershuis wilden inzetten voor de St. Stevenskerk en dat is volgens mij de structurele dekking die
heel erg concreet is. De heer Van Hees was volgens mij in dat geval ook tegen.
Dhr. Van Hees: Het gaat niet om gelden, het gaat om auto’s die daar moeten staan. Dat is iets anders
dan geld geven. Fijn dat u geld geeft.
De voorzitter: Zijn er nog andere woordvoerders of zullen we overgaan tot stemming? Ik kijk nog
even naar de wethouder. Hij heeft geen behoefte aan een reactie.
Dan is deze motie in stemming, de motie ‘Stevenskerk bereikbaar’. Uw stemmen graag.
Met 12 stemmen voor en 26 stemmen tegen is de motie verworpen.
23.
Sluiting
De voorzitter: Ik moet u melden dat er geen borrel is. U weet dat ik dan een oproep pleeg te doen om
naar een andere lokaliteit te gaan, maar als u naar huis wilt gaan, dan kan dat ook.
Er zijn mensen die mij in de loop van de afgelopen dagen hebben gevraagd: ga je – of gaat u – nu
stichtelijke woorden spreken? Ik heb toen gezegd dat ik dat het liefste de gehele dag doe, maar dat ik
dacht dat dit niet altijd op prijs werd gesteld, hoewel ik nu begrijp dat de heer Van Hooft daar op zit te
wachten zoals ik zojuist van hem hoorde.
18
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014
We gaan natuurlijk over twee weken op een ordentelijke wijze afscheid nemen van de raad zoals we
hier zitten. We maken daar dan ook een mooie avond van, daar ben ik helemaal gerust op. Ik meende
bij sommigen van u toch wel te horen dat er al enige weemoed doorklonk. Ik kan me dat natuurlijk
best voorstellen. Sommigen van u weten zeker dat ze niet terug zullen keren na de verkiezingen. U,
meneer Janssen, weet dat zeker? Ik begrijp dat u reageerde op mijn eerdere opmerking over de
weemoed. Sommigen weten zeker dat ze niet terug zullen komen omdat ze simpelweg geen kandidaat meer zijn voor de gemeenteraad. Anderen moeten nog wat bang zijn en beven of het gaat lukken
volgende week woensdag en er zullen ook raadsleden zijn die zo zelfverzekerd zijn dat ze denken dat
ze er zeker in komen. Wee, wee aan hen, zeg ik maar zo, want de politiek is zeer verrassend. Zeker
met de volatiele kiezers die we tegenwoordig hebben, kan het alle kanten op gaan.
Hoe het ook zij, ik denk dat we terug kunnen kijken op een meer dan boeiende periode. Ilse De Lange
en Waylon gaan ons met een countryliedje vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. Ze zullen ongetwijfeld weer een eervolle tiende plaats in de voorronde halen – Anouk beschouw ik toch als
een uitzondering – en het liedje heet ‘Calm After The Storm’. Nu wil ik niet zeggen dat de afgelopen
raadsperiode kalm was en ik wil ook niet suggereren dat de vorige raadsperiode alleen maar een
storm was, maar ik meen wel dat ik mag zeggen dat ik in de beperkte tijd die ik tot dusver met u heb
doorgemaakt wel heb gemerkt dat u een constructieve raad bent die er ook af en toe vlot op kan gaan.
We hebben het vandaag wat bescheiden gedaan. We hebben natuurlijk ook wat stormachtige momenten meegemaakt. Voor degenen die met weemoed deze zaal nu gaan verlaten: denk aan de goede momenten terug en hoe fijn het is om samen met collega’s, met 39 mensen, de stad te mogen
besturen in wat toch het belangrijkste politieke orgaan van de gemeente is. Ik wens degenen die er
nog vol tegenaan gaan de komende zeven dagen, zes zo u wilt, uiteraard nog heel veel succes. Ik
reken op heel mooie folders bij mij in de brievenbus en veel rozen. De heer Zwart komt die persoonlijk
langs brengen. Veel succes en dan zien we elkaar ongetwijfeld volgende week woensdagavond.
Voor degenen voor wie het echt de allerlaatste keer is: de vergadering is nu gesloten.
De vergadering is gesloten (23.20 uur).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijmegen
d.d. 26 maart 2014
De voorzitter,
De raadsgriffier,
drs. H.M.F. Bruls
drs. M.M.V. Mientjes
19
Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 12 maart 2014