Masterprojecten September/Oktober Specialisatie Neuropedagogiek / Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: MP01 Preventief interveniëren bij kinderen met externaliserend probleemgedrag Thema: Externaliserend probleemgedrag, neuropsychologie, psychofysiologie (hartslag/huidgeleiding), eyetracking, interventie Probleemstelling: Een groot deel van de veroordeelde criminelen is vroeg begonnen met grensoverschrijdend en agressief gedrag. Het bijsturen van dergelijk gedrag is moeilijker naarmate personen dit gedrag al langere tijd vertonen. Het is dus zaak vroeg te interveniëren. Maar ook hier geldt, voorkomen is beter dan genezen, daarom richt dit project zich op preventieve interventie. Theoretisch kader: In dit masterproject kun je meedraaien in een maatschappelijk project van de gemeente Amsterdam. Het doel van dit project is preventief interveniëren bij broertjes en zusjes van delinquenten, kinderen met ernstig schoolverzuim en kinderen die door hun gedrag opvallen/uitvallen op school, in een leeftijd van 5 tot en met 18 jaar. Zij worden gescreend op een risicovolle ontwikkeling waarbij ze agressief en-/of grensoverschrijdend gedrag laten zien. Wanneer sprake is van een risicovolle ontwikkeling zal uitgebreid neuropsychologisch onderzoek plaats vinden op de school van het kind in Amsterdam. Er wordt onder andere gekeken naar de sociale informatieverwerking, sociaal perspectief nemen en zelfregulatie. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van psychofysiologisch meetapparatuur en eye-tracking om inzicht te krijgen in neurobiologische factoren die mogelijk een rol spelen in het vormen van hun gedrag. Het uiteindelijke doel is om hierdoor inzicht te krijgen in de sterke en zwakkere kanten in hun profiel, zodat gericht maatwerk geleverd kan worden. Onderzoeksvragen: Onderzoeksgroep: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 18 jaar met externaliserend probleemgedrag. Het gaat om een groep met een hoog risico om af te glijden naar de criminaliteit. Dit betekent dat je sterk in je schoenen moet staan en affiniteit moet hebben met deze onderzoeksgroep. Onderzoeksdesign: Dataverzameling: Follow-up Studenten op dit onderzoek kunnen ervaring opdoen in de volgende onderdelen: - Vragenlijsten afnemen bij kinderen - Neuropsychologische meetinstrumenten afnemen bij kinderen - Eye-tracking en psychofysiologie afnemen bij kinderen - Ervaring opdoen in gespreksvaardigheden bij kinderen - Scoring van neuropsychologische meetinstrumenten - Invoeren van onderzoeksgegevens Aantal studenten: Begeleiding: Docent: Periode: 8 Dr. E. Platje en L. van Zonneveld, Msc Dr. E. Platje September 2014 – september 2015. Houdt er rekening mee dat je tenminste twee dagen per week beschikbaar moet zijn, en je vooral zeer flexibel inzetbaar moet zijn voor de dataverzameling. De dataverzameling vind plaats in Amsterdam. Beoordeling: E. Platje. De scriptie zal worden beoordeeld, in deze beoordeling wordt ook het persoonlijk functioneren tijdens de dataverzameling meegenomen. Specialisatie Neuropedagogiek / Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: Probleemstelling: MP02 Slaapstoornissen bij kinderen met ADHD Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de effectiviteit van lichttherapie voor chronische inslaapstoornissen bij kinderen met ADHD. Een belangrijke onderzoeksvraag daarbij is of een mogelijke verbetering van de slaapstoornis leidt tot een verbetering van cognitief functioneren en gedragsproblemen. ADHD komt voor bij circa 5% van de kinderpopulatie en wordt gekenmerkt door aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit. Inslaapproblemen komen voor bij circa eenderde van de kinderen met ADHD zonder medicamenteuze behandeling, tegenover circa 10% in de algemene kinderpopulatie. Bij kinderen die met medicatie (psychostimulantia) worden behandeld is die comorbiditeit sterker. Inslaapproblemen bij ADHD resulteren vaak in 1) extra lijdensdruk bij kind en familieleden 2) neurocognitieve achteruitgang (m.n. executief disfunctioneren zoals inhibitietekort, vermindering werkgeheugencapaciteit) wat de gedragskenmerken van ADHD kan verergeren en kan leiden tot vermindering van schoolprestaties. Inslaapproblemen bij ADHD zijn effectief te behandelen met melatonine, echter, discontinuatie met de behandeling leidt onmiddellijk tot terugval. Derhalve gebruiken steeds meer kinderen met ADHD langdurig melatonine tegen inslaapproblemen. De mogelijke langetermijn gevolgen van melatoninebehandeling bij kinderen zijn onduidelijk. Er is een grote verscheidenheid aan fysiologische aangrijpingspunten van melatonine, bijvoorbeeld op de gonadonale ontwikkeling. Andere slaapmedicatie levert bij kinderen te veel bijwerkingen op en andere nietmedicamenteuze behandelvormen (bv lichttherapie) zijn niet goed onderzocht. Is lichttherapie effectief en veilig voor chronische inslaapstoornissen bij kinderen met ADHD? Inclusiecriteria: 1) leeftijd 7-12 jaar; 2) Diagnose ADHD volgens DSM-IV (Internationale psychiatrische classificatiesysteem) 3) Diagnose Vertraagd Slaap Fase Syndroom volgens ICSD (Internationale classificatiesysteem voor slaapstoornissen). Exclusiecriteria: 1) slaapstoornissen anders dan DSPS die kunnen leiden tot chronische problemen met inslapen (bv slaap apneu, PLMD, psychofysiologische insomnie) 2) epilepsie 3) chronische pijn 4) verstandelijke beperking (IQ<70) 5) (Verdenking op) significante neuropathologie (bv genetische syndromen, niet-aangeboren hersenletsel); 6) Gebruik van melatonine. Design: experimenteel onderzoek; gerandomiseerde klinische trial met 'cross-over design'. In totaal 50 participanten (elke participant ondergaat verum (lichttherapie) en placeboconditie, in gerandomiseerde volgorde toegewezen. Tijdsduur: In totaal 6 weken. Lichttherapie sessies elke ochtend tussen 6 en 8 uur, in ieder geval zo vroeg mogelijk, gedurende 30 minuten. Van de deelnemende masterstudenten wordt verwacht dat ze bijdragen aan de dataverzameling en werving van proefpersonen. De volgende metingen vinden plaats: -Slaapritme door middel van actigrafie (kleine apparaat om pols, zoals horloge, ter registratie van lichaamsactiviteit) en logboek gedurende zes weken. -Slaapstoornissen (zoals apneu, PLMD) door middel van polysomnografie gedurende 1 nacht tijdens basisweek, in thuissituatie met ambulante slaapregistratie apparatuur (dus geen overnachting in slaaplab). -Slaapproblemen door middel van slaapvragenlijst, eenmalig tijdens basisweek (10 minuten). -Gedragsproblemen door middel van vragenlijsten ingevuld door ouders, tijdens basisweek, na eerste behandelfase, na tweede behandelfase (duur 3 maal 10 minuten). -Neurocognitief functioneren (inhibitie, werkgeheugen, volgehouden aandacht, cognitieve flexibiliteit) door middel van computertests afgenomen bij kind, tijdens basisweek, na eerste behandelfase, na tweede behandelfase (duur 3 maal 45 minuten). - Melatonine metingen: kinderen kauwen op één avond op vijf verschillende tijdstippen op een watje om speeksel te verzamelen. Dit gebeurt thuis. De watjes worden per post gestuurd naar het ziekenhuis voor analyses. (melatonine bepaling is noodzakelijk voor diagnostiek van Vertraagd Slaap Fase Syndroom). 3 Groepsgewijs en individueel. In de eerste fase wordt een literatuurstudie gedaan en een vraagstelling geformuleerd. De student zoekt zelfstandig literatuur bij de gekozen vraagstelling, leest deze literatuur kritisch en maakt op basis daarvan een inleiding. In de tweede fase verzamelt de student data, verwerkt die in de database en schrijft de methoden sectie van de scriptie. In de derde fase vindt de dataanalyse plaats en de interpretatie van de uitkomsten en worden de resultatensectie en Discussie geschreven. Kristiaan van der Heijden September/oktober 2014 – juli 2015 De eindbeoordeling vindt plaats op basis van de werkwijze, mate van zelfstandigheid, onderzoeksvaardigheden en de kwaliteit van de scriptie, volgens een standaard beoordelingsformulier van de opleiding. Theoretisch kader: Onderzoeksvragen: Onderzoeksgroep: Onderzoeksdesign: Dataverzameling: Aantal studenten: Begeleiding: Docent: Periode: Beoordeling: Specialisatie Neuropedagogiek Masterproject (nr): Titel masterproject: MP03 Een Goed Begin_1 Thema: Aan de afdeling Orthopedagogiek is een onderzoek gestart naar ouderschap bij jonge moeders en de ontwikkeling van baby’s en peuters. In dit onderzoek worden jonge moeders tijdens de zwangerschap en na de geboorte gevolgd tot hun kind 2,5 jaar oud is. Daarnaast wordt de effectiviteit van een interventie (Een Goed Begin) onderzocht. Dit masterproject heeft betrekking op het coderen van interviews die tijdens de 4e meting van dit onderzoek bij moeders worden afgenomen. Theoretisch kader: Dit onderzoek richt zich op een hoog risico populatie (HR) van zwangere vrouwen die hun eerste kind krijgen, waarvan de helft ondersteuning krijgt tijdens de zwangerschap en opvoeding in de vorm van coaching. Tevens wordt er gebruik gemaakt van een controlegroep uit een reguliere populatie (LR). Het onderzoek kan in belangrijke mate bijdragen aan de vergroting van kennis en inzichten in de biologische, psychologische en sociale (gezins-) factoren die van invloed zijn op de normale en problematische ontwikkeling bij jonge kinderen. Onderzoeksvragen: Het masterproject richt zich op het 4e meetmoment, waarbij vooral moeder-kind interacties en de sociale ontwikkeling van het kind in kaart worden gebracht. Onderzoeksvragen kunnen toegespitst worden op reflectief functioneren in relatie tot de emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling van het kind, maar kunnen ook gebruikt worden in combinatie met andere data die in dit onderzoek verzameld worden. Vergelijkingen zijn mogelijk tussen kinderen uit de hoog risico populatie (HR controle vs HR interventie) en tussen de hoog en laag risicogroep. In overleg wordt ook de mogelijkheid aangeboden om data van meerdere meetmomenten mee te nemen. Onderzoeksdesign: Randomized Control Trial (RCT) Dataverzameling: Dataverzameling zal bestaan uit het coderen van interviews op reflectief functioneren. Deze interviews spelen een belangrijke rol bij de effectiviteitsmeting van de interventie. Nauwkeurigheid en een serieuze werkhouding zijn daarom van belang! Eventuele extra taken binnen het project kunnen zijn: het uitschrijven van interviews of andere administratieve taken. Belangrijk: er mag pas worden gestart met het coderen van de interviews na een intensieve training en bij een voldoende score op de betrouwbaarheidsset. Training vindt plaats van november t/m januari. Aanwezigheid is verplicht. Na de training kan het coderen grotendeels flexibel worden ingedeeld. Aantal studenten: Begeleiding: 4 Het project wordt gestart met twee plenaire bijeenkomsten over het project en een intensieve training in het coderen. Training zal plaatsvinden in nov/dec/jan. Aanwezigheid bij de bijeenkomsten en trainingsdagen is verplicht. Docent: Periode: Beoordeling: Mw. Hanneke Smaling Half sept/begin nov 2014 t/m augustus 2015 (uitloop mogelijk t/m half september 2015) Naast de scriptie zal ook het persoonlijk functioneren tijdens de dataverzameling worden beoordeeld. Specialisatie Neuropedagogiek / Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: MP04 Effect van oudertraining en leerkrachttraining op executieve functies, sociale cognitie en bètaleren bij kinderen in het basisonderwijs Neuropsychologie, interventie Meerdere mogelijk, zelf in te vullen. De functies die de regulatie van gedrag en emotie regelen, de executieve functies (EF) zijn volop in ontwikkeling op de kinderleeftijd. De ontwikkeling van de executieve functies is van belang voor het sociale functioneren en voor het (bèta)leren op school en daarmee ook medebepalend voor het risico op mogelijke problemen op sociaal vlak of in het leren. Ouders en leerkrachten hebben, met hun opvoeding en de manier van onderwijs geven, invloed op de ontwikkeling van de EF en sociale cognitie. In een cursus krijgen ouders en leerkrachten informatie over de ontwikkeling van EF, sociale cognitie en bètaleren op de kinderleeftijd. Daarnaast krijgen ze oefeningen om deze vaardigheden met de kinderen te oefenen. Het effect van deze training op de ontwikkeling van de kinderen wordt geëvalueerd. Dit project is onderdeel van een aantal lopende aio projecten waarvoor subsidie is gegeven door de overheid, met als overkoepelende doelstelling de bevordering van bètavaardigheden bij basisschoolleerlingen. Het onderzoek in Leiden maakt deel uit van het landelijke initiatief Talentenkracht. Talentenkracht is een onderzoeksprogramma van zeven universiteiten. In dit programma wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van talent bij jonge kinderen binnen het domein van Wetenschap & Techniek (W&T). Wij doen in Leiden vooral onderzoek naar de relatie tussen het talent voor Wetenschap en Techniek bij jonge kinderen in relatie tot exploratie, sociale cognitie en executieve functies in het brein (www.talentenkracht.nl) Er zijn meerdere vraagstellingen mogelijk. Iedere student kan zelf in overleg binnen het onderzoek een eigen onderzoeksvraag bedenken en beantwoorden. Deze kan bijvoorbeeld gericht zijn op de interventie (hoeft niet) zoals: Heeft de interventie effect? Welk eigenschappen van kind en ouder zijn belangrijk om succes van de cursus te voorspellen? Maar kan ook gericht zijn op de relaties tussen de verschillende neurocognitieve bouwstenen (zowel crosssectioneel als longitudinaal) Kinderen in de basisschoolleeftijd (4 t/m 8 jaar) Pre test- Post test design. EF, sociale cognitie, gedrag, bètavaardigheden en interactie tussen ouderkind en leerkracht-leerlingen wordt gemeten voorafgaand aan de cursus(sen). Na de training wordt gekeken naar het effect bij de kinderen en de ouders. Dit effect wordt vergeleken met een controlegroep. Binnen de controlegroep kan ook onderzoek gedaan worden naar de ‘normale’ ontwikkeling los van de interventie. De studenten die voor dit onderzoek kiezen krijgen de unieke gelegenheid om ervaring op te doen - in de afname van o.a. neuropsychologische taken en vragenlijsten op scholen en bij de ouders thuis - in het observeren en scoren van ouder-kind en leerkracht-leerling interacties. - in het ondersteunen van een deel van de trainingsessies die meestal ’s avonds/einde van de dag gegeven worden op school. - het in kaart brengen van ouder- en leerkracht eigenschappen. - verwerken en invoeren van de testafnamen. - de resultaten analyseren en rapporteren in artikelvorm. 6 studenten in Oktober 2014 Prof.dr.H. Swaab, Tim Ziermans, Andrea Spruijt en Marielle Dekker Start vanaf November Bij bepaalde praktische onderdelen van het onderzoek, zoals het verzamelen van de gegevens, moet je goed kunnen samenwerken. Voor de dataverzameling vindt een training plaats die iedere student met goed gevolg moet afronden. Van de student wordt ook verwacht dat hij/zij in de periode december 2013 – januari 2014 drie dagen per week beschikbaar is voor het testen van kinderen op locatie (Maassluis). Iedere student zal voor de scriptie zelf in overleg een eigen onderzoeksvraag bedenken en beantwoorden en dus individueel de gegevens analyseren en een verslag schrijven. Tenslotte wordt van de studenten verwacht dat ze een powerpoint presentatie van maximaal 15 minuten houden over de resultaten van hun onderzoek. Deelname aan dit project vergt een betrokken, actieve en zelfstandige inzet. Thema Probleemstelling: Theoretisch kader: Onderzoeksvragen: Onderzoeksgroep: Onderzoeksdesign: Dataverzameling: Aantal studenten: Begeleiding: Periode: Beoordeling: Specialisatie Neuropedagogiek / Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: MP05 Voorspellers van kwaliteit van leven bij studenten met autisme Thema: autisme, neuropsychologie, psychofysiologie (hartslag/huidgeleiding), stressregulatie, emotieregulatie, kwaliteit van leven, studiesucces Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Jonge, hoogfunctionerende volwassenen met een autismespectrumstoornis hebben vaak een gemiddelde tot hoge intelligentie, maar ervaren problemen in het alledaags functioneren, welke belemmerend kunnen zijn voor hun kwaliteit van leven en de mate van studiesucces. De organisatie Stumass (www.stumass.nl) biedt in Nederland beschermd wonen aan voor jonge, hoogfunctionerende volwassenen met autisme die een HBO- of WO studie volgen. Om de neuropsychologische ontwikkeling en de kwaliteit van leven van deze studenten te volgen, is Stumass een samenwerking aangegaan met de universiteit van Leiden. Probleemstelling: Theoretisch kader: De studententijd is een turbulente periode, waarin jongvolwassenen vaak voor het eerst voor zichzelf moeten leren zorgen en zelfstandig een studie moeten voltooien. Wij denken dat zelfregulatie (het vermogen om je gedrag aan te kunnen passen aan verschillende en veranderende omgevingen) een belangrijke rol speelt in dit proces. In de huidige studie willen wij daarom onderzoeken in hoeverre studenten met autisme afwijkingen vertonen in neuropsychologische eigenschappen die ten grondslag liggen aan een goede zelfregulatie. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in hoeverre deze eigenschappen de studievoortgang en kwaliteit van leven kunnen voorspellen. Onderzoeksvragen: Er zijn meerdere vraagstellingen mogelijk. De student kan zelf in overleg een onderzoeksvraag opstellen. Deze kan bijvoorbeeld gericht zijn op een specifiek onderdeel van het neuropsychologisch functioneren zoals executieve functies, emotieregulatie of sociale competenties, maar ook op psychofysiologisch functioneren of op sociale aandacht (eyetracking). Onderzoeksgroep: Onderzoeksdesign: Dataverzameling: Studenten met en zonder autisme van 18 tot 28 jaar Follow-up case-control studie De studenten die voor dit onderzoek kiezen krijgen de unieke gelegenheid om ervaring op te doen met: Het afnemen van verschillende neuropsychologische taken, fysiologische experimenten (hartslag/huidgeleiding), eyetracking en vragenlijsten. Werken met jongvolwassen studenten met autisme Het scoren en invoeren van onderzoekgegevens Aantal studenten: Begeleiding: 2 Tim Ziermans en Renee Dijkhuis Docent: Tim Ziermans Periode: Start vanaf September Beoordeling: Bij bepaalde praktische onderdelen van het onderzoek, zoals het verzamelen van de gegevens, moet je goed kunnen samenwerken. Voor de dataverzameling vindt een training plaats die iedere student met goed gevolg moet afronden. Van de student wordt ook verwacht dat hij/zij in de periode november 2014 – januari 2015 minsten twee dagen per week beschikbaar is voor het testen van studenten op locatie. Iedere student zal voor de scriptie zelf in overleg een eigen onderzoeksvraag bedenken en beantwoorden en dus individueel de gegevens analyseren en een verslag schrijven. Deelname aan dit project vergt een betrokken, actieve en zelfstandige inzet. Specialisatie Neuropedagogiek/Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: MP06 Genderverschillen in klinische profielen van autisme spectrum stoornissen Thema Diagnostiek, ASS, empathie, copingsstrategieën Probleemstelling: Meerdere mogelijk, in overleg Theoretisch kader: Vanuit zowel de praktijk als de wetenschap komt er steeds meer bewijs voor een ander klinisch profiel van vrouwen met autisme spectrum stoornissen (ASS). Zo lijkt het erop dat meisjes/vrouwen met ASS meer sociaal gedrag vertonen en minder repetitieve gedragingen dan jongens/mannen met ASS. Door hun minder ‘mannelijke’ uitingsvorm en door oppervlakkige compensatie-strategieën bestaat het risico dat vrouwen met ASS minder snel gediagnosticeerd worden of dat hun problemen binnen de context van een andere stoornis worden verklaard (angst, depressie). Er is dan ook behoefte aan meer kennis over de verschillen in klinische profielen tussen vrouwen en mannen met ASD. Binnen dit project wordt samengewerkt met Centrum Autisme en Altrecht. Onderzoeksvragen: Binnen het project zijn verschillende vraagstellingen mogelijk. Zo kan er bijvoorbeeld worden gekeken naar verschillen in profielen tussen mannen en vrouwen met ASS op de drie kerngebieden (sociale interactie, communicatie en stereotype gedragspatronen) of naar onderliggende factoren, waaronder empathie. Eventueel kan ook worden gekeken naar mogelijke gender bias in de diagnostiek van ASS. Onderzoeksgroep: Volwassen mannen en vrouwen met ASS Onderzoeksdesign: Afhankelijk van onderzoeksvraag Dataverzameling: Studenten hebben de gelegenheid bij te dragen aan kennis omtrent genderverschillen in ASS, waardoor het onderzoek een grote maatschappelijke component heeft. Gezien de diversiteit aan mogelijkheden binnen het project kan dataverzameling zich richten op vragenlijsten, neuropsychologische testen, fysiologie of eye-tracking. Aantal studenten: Max. 8 studenten Begeleiding: Maandelijkse groepsbijeenkomsten en individuele begeleiding Tijdstip: In overleg Docent: Dr. Mieke Ketelaars Periode: Start vanaf oktober Beoordeling: Individuele beoordeling Specialisatie Ontwikkelingsstoornissen Masterproject (nr): Titel masterproject: MP07 Evaluatie van zeer intensieve zorg voor mensen met een VB en moeilijk verstaanbaar gedrag Thema Evaluatie onderzoek in de gehandicaptenzorg naar de effectiviteit van het begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod in relatie tot de kwaliteit van leven voor cliënten met een ZZP 6 en ZZP 7 met behandeling en verblijf binnen Ipse/ Bruggen. Probleemstelling: Wat is het effect van de geboden behandeling/begeleiding op de kwaliteit van leven van de cliënten. Theoretisch kader: Er is een groep cliënten met zeer moeilijk gedrag die zeer individueel en op maat ondersteuning en begeleiding krijgen. Soms met positieve resultaten, soms blijft het zoeken naar een werkende aanpak. Ook als het beter gaat met de cliënt, weten behandelaren vaak nauwelijks wat die verandering heeft bewerkstelligd. Er zijn verschillende methoden en begeleidingsmethodieken, over het algemeen wordt gebruik gemaakt van meerdere methodieken, de keuze is afhankelijk van de problematiek, maar lijkt vaak ook afhankelijk van de betrokken behandelaar. Er is geen evidence based methodiek voor de behandeling van deze cliënten, maar ook practice-based is nauwelijks onderzoek beschikbaar. Dit jaar beginnen we met de dataverzameling, dat betekent dat een groep cliënten op verschillende locaties met verschillende instrumenten gevolgd wordt. Onderzoeksvragen: • • • • Onderzoeksgroep: Wat zijn de kenmerken van nieuw opgenomen cliënten met een ZZP 6 of ZZP 7 bij Ipse de Bruggen? Welk begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod biedt Ipse de Bruggen aan cliënten met een ZZP 6 of ZZP 7 en wat bepaalt de keuze binnen dit aanbod? Wat zijn de uitkomsten van het geboden begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod in relatie tot de kwaliteit van leven (Schalock en Verdugo, 2002) van de cliënten met een ZZP 6 of ZZP 7? Welke aspecten van het begeleidings-, ondersteunings- en behandelaanbod zijn het meest effectief. • Cliënten met een ZZP 6 en 7 die nieuw worden opgenomen binnen Ipse/De Bruggen of verhuizen binnen Ipse/De Bruggen Onderzoeksdesign: Multiple N=1 studies met meerdere meetmomenten over 5 jaar. Deze groep gaat de eerste metingen doen. Dataverzameling: Testafnames bij cliënten, observaties, dossieronderzoek, interviews met begeleiders, ouders, gedragswetenschappers en cliënten omtrent behandeling en satisfactie met als doel de individuele ontwikkeling en zorgbehoefte in kaart te brengen en het behandelaanbod. Aantal studenten: Begeleiding: 8 Bij de dataverzameling zal er begeleiding zijn door de verantwoordelijke gedragswetenschapper. Affiniteit en bij voorkeur ervaring met de betreffende groep is voorwaardelijk. De thesisbegeleiding zal op de universiteit plaatsvinden. Tijdstip: Docent: Periode: In overleg Yvette Dijkxhoorn Oktober tot juni, vanaf januari dataverzameling binnen Ipse/de Bruggen, verschillende locaties. Hiervoor moet de student twee dagen per week beschikbaar zijn. Een combinatie met een klinische stage op locatie is bespreekbaar. Beoordeling: Zowel het proces als het eindproduct zal individueel worden beoordeeld. Specialisatie Neuropedagogiek en Ontwikkelingsstoornissen Nummer masterproject: Titel masterproject: MP17 Thema masterproject: Probleemstelling: Autisme, neuropsychologie, psychofysiologie (hartslag/huidgeleiding), eyetracking. Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Theoretisch kader: Mensen met autismespectrumstoornissen ondervinden ernstige problemen in het sociale functioneren waardoor hun ontwikkeling op vele domeinen van het functioneren ernstig wordt bedreigd. De adolescentieperiode en transitie van kind naar volwassenen is vaak turbulent en uitdagend, omdat het dagelijks leven toenemend complexer wordt en er meer eisen worden gesteld door de buitenwereld. Ook is de adolescentie een periode van veel dynamiek in hersenontwikkeling en puberteitshormonen die mede-beinvloeden hoe iemand met deze uitdagingen om kan gaan. Wij denken dat door problemen in het reguleren van emoties en het inschatten en aanvoelen van anderen de weg naar onafhankelijk en zelfstandig functioneren voor mensen met autisme extra onder druk kan komen te staan. Het doel van de huidige studie is te onderzoeken in hoeverre adolescenten en jong volwassenen met autisme verstoringen hebben in: - de regulatie van emotie en arousal zoals zichtbaar is in huidgeleiding- en hartslag-responsen op sociale prikkels (filmclips van leeftijdsgenoten) - sociale aandacht, waarbij we met eyetracking meten waar op gelet wordt in sociale situaties - cognitieve vaardigheden die nodig zijn om je emoties te beheersen en sturen - het herkennen en labelen van eigen emoties Emotieregulatie en empathie bij adolescenten en jong volwassenen met autisme Hiermee hopen we vragen te kunnen beantwoorden zoals b.v.: • In hoeverre hebben adolescenten met ASD moeite met het reguleren van hun eigen emoties, en wat is mogelijk de bijdrage van executieve functies en taal functies hieraan? • In hoeverre is het kunnen ervaren & reguleren (van emotionele arousal) alswel labelen van eigen emoties belangrijk voor het kunnen richten op de emoties van anderen (eyetracking) en deze te begrijpen? Onderzoeksgroep: Adolescenten en jong volwassenen met autisme van 14 tot 25 jaar Onderzoeksvragen: Meerdere mogelijk, zelf in te vullen Dataverzameling: De studenten die voor dit onderzoek kiezen krijgen de unieke gelegenheid om ervaring op te doen met: Het afnemen van verschillende neuropsychologische taken, fysiologische experimenten (hartslag/huidgeleiding), eyetracking en vragenlijsten. Werken met jongeren met en zonder autisme Het analyseren van hartslag, huidgeleiding, eyetracking Docent: Sophie van Rijn, met mede begeleiding van Gieke Buur Periode Start vanaf September Aantal studenten: 2
© Copyright 2025 ExpyDoc