BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
–1–
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK
PARLEMENT
PARLEMENT DE LA REGION
DE BRUXELLES-CAPITALE
GEWONE ZITTING 2014-2015
SESSION ORDINAIRE 2014-2015
1 DECEMBER 2014
1er DECEMBRE 2014
ONTWERP VAN ORDONNANTIE
PROJET D’ORDONNANCE
houdende de Middelenbegroting
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
voor het begrotingsjaar 2015
contenant le Budget des Voies et Moyens
de la Région de Bruxelles-Capitale
pour l’année budgétaire 2015
ONTWERP VAN ORDONNANTIE
PROJET D’ORDONNANCE
houdende de Algemene Uitgavenbegroting
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
voor het begrotingsjaar 2015
contenant le Budget général des Dépenses
de la Région de Bruxelles-Capitale
pour l’année budgétaire 2015
ONTWERP VAN VERORDENING
PROJET DE REGLEMENT
houdende de Middelenbegroting
van de Agglomeratie Brussel
voor het begrotingsjaar 2015
contenant le Budget des Voies et Moyens
de l’Agglomération de Bruxelles
pour l’année budgétaire 2015
ONTWERP VAN VERORDENING
PROJET DE REGLEMENT
houdende de Uitgavenbegroting
van de Agglomeratie Brussel
voor het begrotingsjaar 2015
contenant le budget des Dépenses
de l’Agglomération de Bruxelles
pour l’année budgétaire 2015
ADVIEZEN VAN
DE VASTE COMMISSIES
AVIS DES
COMMISSIONS PERMANENTES
DEEL 1
PARTIE 1
(nr. A-49/1 – 2014/2015)
(nr. A-50/1 – 2014/2015)
(nr. A-52/1 – 2014/2015)
(nr. A-53/1 – 2014/2015)
(no A-49/1 – 2014/2015)
(no A-50/1 – 2014/2015)
(n° A-52/1 – 2014/2015)
(n° A-53/1 – 2014/2015)
Zie :
Voir :
Stukken van het Parlement :
A-50/1 – (2014/2015) : Ontwerp van ordonnantie.
A-50/2 – (2014/2015) : Verslag van de commissie voor de Financiën en de
Algemene Zaken.
Documents du Parlement :
A-50/1 – (2014/2015) : Projet d'ordonnance.
A-50/2 – (2014/2015) : Rapport de la commission des Finances et des Affaires générales.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
–2–
INHOUDSTAFEL
DEEL 1
Verslag uitgebracht namens de commissie voor de
Huisvesting door mevr. Caroline DÉSIR (F) en de
heer Abdallah KANFAOUI (F)..................................
Verslag uitgebracht namens de commissie voor de
Infrastructuur door mevr. Joëlle MAISON (F)..........
Verslag uitgebracht namens de commissie voor de
Economische Zaken en de Tewerkstelling door de
heer Hamza FASSI-FIHRI (F)...................................
TABLE DES MATIÈRES
Blz.
PARTIE 1
Page
3
Rapport fait au nom de la commission du Logement
par Mme Caroline DÉSIR (F) et M. Abdallah
KANFAOUI (F).........................................................
3
61
Rapport fait au nom de la commission de l'Infrastructure par Mme Joëlle MAISON (F).............................
61
159
Rapport fait au de nom de la commission des Affaires
économiques et de l'Emploi par M. Hamza FASSIFIHRI (F)...................................................................
159
DEEL 2
PARTIE 2
Verslag uitgebracht namens de commissie voor de
Territoriale Ontwikkeling door de heer Mohamed
AZZOUZI (F)............................................................
3
Rapport fait au nom de la commission du Développement territorial par M. Mohamed AZZOUZI (F)........
3
Verslag uitgebracht namens de commissie voor Binnenlandse Zaken door de heer Jamal IKAZBAN (F).
99
Rapport fait au nom de la commission des Affaires
intérieures par M. Jamal IKAZBAN (F)....................
99
147
Rapport fait au nom de la commission de l'En­
vironnement et de l'Énergie par Mme Mahinur
OZDEMIR (F)...........................................................
147
Verslag uitgebracht namens de commissie voor
het Leefmilieu en de Energie door mevr. Mahinur
OZDEMIR (F)...........................................................
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
—3—
VERSLAG
RAPPORT
uitgebracht namens de commissie
voor de Huisvesting
fait au nom de la commission
du Logement
door mevrouw Caroline DÉSIR (F)
en de heer Abdallah KANFAOUI (F)
par Mme Caroline DÉSIR (F)
et M. Abdallah KANFAOUI (F)
Dames en Heren,
Mesdames, Messieurs,
De commissie voor de Huisvesting heeft tijdens haar
vergadering van 20 november 2014 opdracht 25 van de algemene uitgavenbegroting onderzocht.
La commission du Logement a examiné au cours de
sa réunion du 20 novembre 2014 la mission 25 du budget
général des dépenses.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteurs voor
het opstellen van het verslag.
Confiance a été faite aux rapporteurs pour la rédaction
du rapport.
Aan de werkzaamheden van de commissie hebben deelgenomen :
Vaste leden : mevr. Michèle Carthé, mevr. Caroline Désir, de heren
Hasan Koyuncu, Mohamed Ouriaghli, Olivier de Clippele, Vincent
De Wolf, Abdallah Kanfaoui, Michel Colson, mevr. Fatoumata Sidibe,
de heren Hervé Doyen, Bertin Mampaka Mankamba, Alain Maron,
mevr. Khadija Zamouri, de heren Fouad Ahidar, Arnaud Verstraete.
Plaatsvervanger : de heer Emmanuel De Bock.
Andere leden : mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Mathilde El Bakri, de
heer Fabian Maingain, mevr. Cieltje Van Achter.
Ont participé aux travaux de la commission :
Membres effectifs : Mmes Michèle Carthé, Caroline Désir, MM. Hasan
Koyuncu, Mohamed Ouriaghli, Olivier de Clippele, Vincent De Wolf,
Abdallah Kanfaoui, Michel Colson, Mme Fatoumata Sidibe, MM. Hervé
Doyen, Bertin Mampaka Mankamba, Alain Maron, Mme Khadija
Zamouri, MM. Fouad Ahidar, Arnaud Verstraete.
Membre suppléant : M. Emmanuel De Bock.
Autres membres : Mmes Françoise Bertieaux, Mathilde El Bakri,
M. Fabian Maingain, Mme Cieltje Van Achter.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
—4—
OPDRACHT 25
MISSION 25
Huisvesting en woonomgeving
Logement et habitat
I. Inleidende uiteenzetting van
Minister Céline Fremault
I. Exposé introductif de
la Ministre Céline Fremault
De Minister heeft voor de commissie de volgende uiteenzetting gehouden :
La Ministre a tenu devant la commission le discours suivant :
« Inleiding
« Introduction
Dames en heren volksvertegenwoordigers, De eerste
voorstelling van de begroting van het huisvestingsbeleid
van deze nieuwe legislatuur laat mij zowel toe om te herinneren aan de continuïteit van bepaalde beleidslijnen, maar
ook om de belangrijkste nieuwigheden die tot stand zullen
gebracht worden, aan u voor te leggen.
La première présentation du budget de la politique du
Logement de cette nouvelle législature me permet à la fois
d’évoquer la continuité de certaines politiques et également
de vous présenter les principales nouveautés qui seront développées.
Het huisvestingsbeleid dat in 2015 gevoerd wordt en
zijn begroting passen enerzijds binnen de principes bepaald
door de Gewestelijke Beleidsverklaring 2014-2019 en anderzijds binnen een context van terugkeer naar het evenwicht van de gewestelijke financiën vanaf dit jaar.
La politique du Logement menée en 2015 et son budget s’inscrivent d’une part, dans les principes définis par la
Déclaration de Politique Régionale 2014-2019 et d’autre
part, dans un contexte de retour à l’équilibre des finances
régionales dès cette année.
Sinds mijn aantreden is er trouwens iets belangrijks
gebeurd wat de opstelling van de begroting van het huisvestingsbeleid er niet gemakkelijker op gemaakt heeft : na
een beslissing van het Instituut voor Nationale Rekeningen
(INR) werden immers de gewestelijke operatoren inzake
huisvesting, namelijk de BGHM en het Woningfonds in
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geconsolideerd. Deze
beslissing heeft belangrijke gevolgen omdat ze deze twee
operatoren dwingt om een begroting in evenwicht in termen van ESR 2010 voor te leggen. Naast het feit dat de
nummers van verschillende basisallocaties soms sterk gewijzigd worden, hetgeen de lezing van de begroting 2015
er niet gemakkelijker op maakt, zult u zich er zeker bewust
van geworden zijn dat dit nieuwe voorschrift ons vooral
oplegt om de financieringswijzen inzake huisvesting te herzien. Vooral de financieringswijzen die betrekking hebben
op de productie van huisvesting in verband met de Alliantie Wonen en waarvan de 2 bovenvermelde organisaties
de voornaamste actoren zijn. De Regering herhaalde, in
het kader van haar algemene beleidsverklaring, haar engagement om 6.500 woningen te produceren. Om hierin te
slagen zal er een globalere denkoefening gevoerd worden
over de modaliteiten om de noodzakelijke begrotingsmiddelen hiertoe vrij te maken en eveneens en tezelfdertijd de
budgettaire houdbaarheid van de sector van de sociale huisvesting te garanderen. Begin 2015 wordt er een analyse in
dit verband die door deskundigen wordt uitgewerkt, aan de
Regering voorgelegd. Ik kom er verder in mijn uiteenzetting op terug.
Par ailleurs, un élément d’une importance considérable
est intervenu dès ma prise de fonction et n’a pas été de nature à faciliter l’élaboration du budget de la politique du
Logement : en effet, suite à une décision de l’Institut des
Comptes Nationaux (ICN), les opérateurs régionaux en matière de Logement, à savoir la SLRB et le Fonds du Logement en Région de Bruxelles-Capitale, ont été consolidés.
Cette décision a des conséquences importantes puisqu’elle
contraint ces deux opérateurs à présenter un budget en équilibre en termes SEC 2010. Outre le fait que les numéros des
différentes allocations de base s’en trouvent pour certaines
fortement modifiées, ce qui ne facilite pas la lecture du budget 2015, vous vous en serez certainement rendu compte,
cette nouvelle contrainte nous impose surtout de revoir les
modes de financement en matière de Logement, et en particulier ceux relatifs à la production de Logement en lien avec
l’Alliance Habitat et dont les 2 organismes susmentionnés
en sont les principaux acteurs. Le Gouvernement a réitéré,
dans le cadre de sa déclaration de politique générale, son
engagement à produire 6.500 logements. Pour y parvenir,
une réflexion plus globale sera menée quant aux modalités de dégagement des moyens budgétaires nécessaires à
cette fin tout en assurant également, dans le même temps, la
soutenabilité budgétaire du secteur du logement social. Un
travail d’analyse à cet effet, élaboré par des experts, sera
soumis au Gouvernement début 2015, j’y reviendrai dans
la suite de mon exposé.
Ondanks deze nieuwe elementen binnen de begrotingscontext, neemt het Gewest duidelijk zijn verantwoordelijk-
Malgré ces éléments neufs de contexte budgétaire, la
Région prend clairement ses responsabilités en matière de
A-50/3 – 2014/2015
—5—
A-50/3 – 2014/2015
heden inzake huisvesting op. In absolute termen situeert de
initiële begroting 2015 van de opdracht 25 betreffende het
huisvestingsbeleid zich op :
Logement. En termes absolus, le budget initial 2015 de la
mission 25 relative à la politique du Logement se situe à :
– 399.012.000 euro in vereffeningskredieten, ofwel een
stijging van 15.719.000 euro in vergelijking met de initiële begroting 2014;
– 399.012.000 euros en crédits de liquidation, soit une
hausse de 15.719.000 euros par rapport à l’initial 2014;
–464.118.000 euro in vastleggingskredieten. De aanzienlijke verminderingvan de vastleggingskredieten
(– 354.200.000 euro) is te verklaren door de vastleggingen die reeds in de loop van het jaar 2014 betreffende
het vierjarenplan 2014-2017 voor de renovatie van sociale woningen van de BGHM en hun omgeving (bedrag
van 313.185.000 euro) gedaan werden en het bouwprogramma dat aan het Woningfonds in het kader van de
Alliantie Wonen toevertrouwd werd.
–464.118.000 euros en crédits d’engagement. La
diminution importante des crédits d’engagement
(– 354.200.000 euros) s’explique par les engagements
qui ont déjà été pris au cours de l’année 2014 concernant
le plan quadriennal 2014-2017 de rénovation des logements sociaux de la SLRB et de leurs abords (montant
de 313.185.000 euros) et le programme de construction
qui a été confié au Fonds du Logement dans le cadre de
l’Alliance Habitat.
Globaal gezien vertegenwoordigt de begroting van opdracht 25, 8,4 % van de totale uitgavenbegroting van het
Gewest in vereffeningskredieten en 8,9 % in vastleggingskredieten. Dit cijfer toont de wil van de Regering aan om
van het huisvestingsbeleid een van haar prioriteiten te maken.
De façon plus globale, le budget de la mission 25 représente 8,4 % du budget total des dépenses de la Région en
crédits de liquidation et 8,9 % en crédits d’engagement. Ce
chiffre démontre la volonté du Gouvernement de faire de la
politique du Logement l’une de ses priorités.
Zonder de beste bestemming en het beste gebruik van de
beschikbare hulpmiddelen uit het oog te verliezen, zullen
deze aanzienlijke middelen en inspanningen door de Regering het Gewest in staat moeten stellen om prioriteiten en
ambitieuze doelstellingen vast te leggen om geschikte en
doeltreffende antwoorden op de belangrijkste gewestelijke
uitdagingen in verband met huisvesting te bieden.
Tout en veillant à la meilleure affectation et utilisation
des ressources disponibles, ces moyens et les efforts importants consentis par le Gouvernement devront permettre à la
Région de se fixer des priorités et des objectifs ambitieux
visant à apporter des réponses adéquates et efficaces aux
principaux défis régionaux en matière de Logement.
In dit kader zullen een reeks initiatieven verder ondersteund en zelfs versterkt worden, vooral dan voor de minderbedeelden en dit binnen de perken van de beschikbare
kredieten en in overeenstemming met de wettelijke verplichtingen van het Gewest. Dat is met name het geval voor
de volgende beleidslijnen :
Dans ce cadre, une série d’initiatives continueront à être
soutenues, voir même renforcées, en particulier pour les
personnes les plus démunies et ce, dans la limite des crédits disponibles et conformément aux obligations légales
de la Région. C’est notamment le cas pour les politiques
suivantes :
–
de
gewestelijke
solidariteitstoelage
die
op
22.437.000 euro gebracht ofwel een stijging van
2.792.000 euro;
–l’allocation régionale de solidarité qui est portée à 22.437.000 euros, soit une augmentation de
2.792.000 euros;
– de overdracht van opbrengsten naar de OVM’s door de
BGHM voor de kroostrijke gezinnen lichtjes gestegen
tot 14.335.000 euro;
– le transfert de revenus aux SISP par la SLRB pour
les familles nombreuses, légèrement augmenté à
14.335.000 euros;
– de herhuisvestingstoelagen die tot 11.340.000 euro, ofwel een stijging van 2.340.000 euro in vergelijking met
de initiële begroting 2014;
– les allocations de relogement qui passent à 11.340.000 euros, soit une augmentation de 2.340.000 euros par rapport à l’initial 2014;
– de kredieten toegekend aan de BGHM voor de renovatie van sociale woningen in het kader van de vierjarenplannen die met 1.100.000 euro in subsidies en met
1.500.000 euro in terugvorderbare voorschotten verhoogd worden, hetgeen het totaalbedrag dat voor dit beleid bestemd wordt, op meer dan 125.000.000 euro in
vereffeningskredieten brengt. Door deze verhoging kan
– les crédits octroyés à la SLRB pour la rénovation des
logements sociaux dans le cadre des quadriennaux
qui sont augmentés de 1.100.000 euros en subsides
et de 1.500.000 euros en avances récupérables, portant le montant total dévolu à cette politique à plus de
125.000.000 euros en crédits de liquidation. Cette augmentation permettra d’accélérer le rythme des projets de
A-50/3 – 2014/2015
—6—
A-50/3 – 2014/2015
het ritme van de renovatieprojecten ten behoeve van de
inwoners versneld worden. Ik kom er binnen een ogenblik op terug.
rénovation au profit des habitants. J’y reviendrai dans un
instant.
Bovendien is er de handhaving van een mechanisme
waarmee reeds tijdens de begroting 2013 begonnen werd
voor de verankering van de slagkracht van het Woningfonds : daarom werden 125.000.000 euro vastleggings- en
vereffeningskredieten gehandhaafd om, in voorkomend geval, een alternatief voor de financiële markten te hebben en
het vermogen om uit te lenen van het Woningfonds op te
krikken. Ik wil er niettemin aan herinneren dat tot op heden
dit mechanisme niet diende geactiveerd te worden.
En outre, on actera le maintien d’une modalité, initiée déjà lors du budget 2013, visant la pérennisation du
pouvoir d’action du Fonds du Logement : c’est pourquoi
125.000.000 euros de crédits d’engagement et de liquidation ont été maintenus en vue de pallier, le cas échéant, les
marchés financiers pour la levée du pouvoir d’emprunt du
Fonds du Logement. Je rappelle toutefois qu’à ce jour, il
n’a pas été nécessaire d’activer cette modalité.
Tot slot, en dit brengt mij tot de kern van mijn uiteenzetting vandaag, zullen er andere initiatieven vanaf dit jaar het
levenslicht zien om het huisvestingsbeleid daar waar nodig
nieuw leven in te blazen.
Enfin et ceci m’amène dans le coeur de mon exposé de
ce jour, d’autres initiatives verront le jour dès cette année
pour insuffler un souffle nouveau là où c’est nécessaire
dans la politique du Logement.
In concreto zal het jaar 2015 de ontwikkeling van de
5 volgende prioriteiten en hun doelstellingen mogelijk maken :
Concrètement, l’année 2015 permettra le développement des 5 priorités et de leurs objectifs suivants :
1.Ambitieuze doelstellingen inzake de productie van
sociale woningen en middelen via de Alliantie Wonen
en de renovatie van bestaande woningen
1.Des objectifs ambitieux en matière de production de
logements sociaux et moyens et de rénovation des
logements existants
De Regering heeft zich ertoe verbonden om in het kader
van de algemene beleidsverklaring via de Alliantie Wonen,
ambitieuze doelstellingen te behalen inzake de start met
de productie van publieke woningen : 6.500. Wij plannen
hierbij zowel huur- als koopwoningen, sociale woningen
en woningen voor middeninkomens. De belangrijkste uitdagingen zullen zowel betrekking hebben op het begrotingsaspect, de beschikbare gronden, als op de versnelling
van de administratieve procedures en de coördinatie van de
betrokken actoren.
Le Gouvernement s’est engagé, dans le cadre de la DPR
au travers de l’Alliance Habitat, à atteindre des objectifs
ambitieux en matière de lancement de production de logement publics : 6.500. Parmi ceux-ci, nous prévoyons tant
du locatif que de l’acquisitif, du logement social et du logement moyen. L’enjeu principal tiendra tant à l’aspect budgétaire, qu’au foncier disponible, qu’à l’accélération des
procédures administratives et à la coordination des acteurs
concernés.
In verband hiermee werd er reeds enkele weken geleden
een nieuwe Raad voor de Coördinatie van de Huisvesting
tot stand gebracht die alle betrokken actoren bijeenbrengt.
Deze Raad zal een instrument voor overleg en coördinatie tussen de openbare instellingen zijn, waarbij het eerste
doel erin bestaat om de huisvesting tot een speerpunt van
overheidsoptreden te maken. Door binnen dit coördinatieorgaan alle openbare instellingen bevoegd voor het gewestelijke huisvestingsbeleid samen te brengen, bestaat de wil
erin om de synergieën tussen actoren te versterken, beter te
coördineren wat de beschikbare gronden betreft die almaar
zeldzamer worden en zo de uitvoering van gemengde gezamenlijke projecten die met het wonen verband houden,
in het bijzonder die in verband met de productie van woningen, te faciliteren. Ik zal bovendien een oproep voor de
private actoren lanceren opdat ze aan de ontwikkeling van
het huisvestingsaanbod, vooral dan voor jongeren, gezinnen en de middenklasse, bijdragen. We moeten creatief zijn
en financieringsmodellen via met name Publiek Private Samenwerking (PPS) tot stand brengen of Europese fondsen
via de Europese Investeringsbank gebruiken.
A cet égard, un nouveau Conseil de Coordination du Logement, qui rassemble l’ensemble des acteurs concernés, a
été mis sur pied il y a quelques semaines déjà. Ce Conseil
sera un outil de concertation et de coordination entre les
organismes publics et dont le but premier est de mettre le
Logement au coeur de l’action publique. En regroupant au
sein de cet organe de coordination l’ensemble des organismes publics chargés de la politique régionale du Logement, le souhait est de renforcer les synergies entre acteurs,
de mieux se coordonner sur les fonciers disponibles qui
se font de plus en plus rares et d’ainsi faciliter la mise en
œuvre de projets communs mixtes en lien avec l’habitat,
en particulier ceux relatifs à la production de logements.
Par ailleurs, je vais lancer un appel aux acteurs privés pour
qu’ils participent au développement de l’offre de logement,
en particulier pour les jeunes, les familles et les classes
moyennes. Il faut être créatif, mettre en place des modèles
de financement via notamment des Partenariats Public Privé (PPP) ou l’utilisation des fonds européens via la Banque
Européenne d’Investissement.
A-50/3 – 2014/2015
—7—
A-50/3 – 2014/2015
Vanuit begrotingsoogpunt en in overeenstemming met
de Algemene Beleidsverklaring moet er opnieuw een evaluatie verricht worden van de begrotingsmiddelen die in het
kader van het eerste gewestelijk huisvestingsplan werden
vastgelegd om zich ervan te vergewissen dat de middelen
een effectieve realisatie van de vastgelegde doelstellingen
mogelijk maken. De resultaten van deze nieuwe evaluatie
die met de ruggensteun van deskundigen en in nauwe samenwerking met de betrokken instellingen in eerste plaats
wordt uitgewerkt, worden tegen het begin van 2015 verwacht en zullen uiteraard met de impact van de consolidatie
van de BGHM en van het Woningfonds waarover ik in het
begin van mijn uiteenzetting gesproken heb, rekening moeten houden. In afwachting neemt de Regering haar verantwoordelijkheden en maakt ze reeds middelen vrij om met
de eerste realisaties van de Alliantie Wonen een aanvang te
nemen : een bedrag van iets meer dan 3.600.000 euro wordt
voor het Woningfonds in vereffeningskredieten voorbehouden om vanaf 2015 concrete realisaties vorm te geven. Het
Fonds is belast met de ontwikkeling van 1.000 koopwoningen voor middelgrote inkomens volgens de methode Bouw/
Renovatie/Verkoop. Bovendien wordt er een budget van
250.000 euro in werkingskosten voorzien om de noodzakelijke menselijke middelen voor het Fonds vrij te maken
waardoor de doelstellingen bereikbaar zijn. Het jaar 2015
zal vooral gewijd worden aan de identificatie van beschikbare gronden en aan de voorbereiding van de bestekken en
van de start van de noodzakelijke overheidsopdrachten.
D’un point de vue budgétaire, conformément à la Déclaration de Politique Régionale, une réévaluation des moyens
budgétaires engagés dans le cadre du premier plan régional
de logement et de l’Alliance Habitat doit être menée afin de
s’assurer que les moyens permettent une réalisation effective des objectifs fixés. Les résultats de cette réévaluation,
élaborée avec l’appui d’experts et en collaboration étroite
avec les organismes concernés au premier chef, sont attendus pour le début de l’année 2015 et devront bien entendu
tenir compte de l’impact de la consolidation de la SLRB
et du Fonds du Logement dont j’ai parlé au début de mon
exposé. Dans l’attente, le Gouvernement prend ses responsabilités et dégage déjà des moyens pour lancer les premières réalisations de l’Alliance Habitat : un montant d’un
peu plus de 3.600.000 euros est ainsi affecté au Fonds du
logement en crédits de liquidation pour entreprendre dès
2015, des réalisations concrètes. Le Fonds est chargé de
développer 1.000 logements modérés acquisitifs selon la
méthode Construction/Rénovation/Vente. En outre, un budget de 250.000 euros est prévu en frais de fonctionnement
pour dégager les moyens humains nécessaires au Fonds
permettant l’atteinte des objectifs. L’année 2015 sera surtout consacrée à l’identification des fonciers disponibles, à
la préparation des cahiers des charges et du lancement des
marchés publics nécessaires.
Op het vlak van de BGHM en nog steeds in het kader van
de Alliantie Wonen, is er een bedrag van 199.454.000 euro
aan vastleggingskredieten ingeschreven. Bovendien
is er, net zoals voor het Woningfonds, een budget van
250.000 euro aan werkingskosten ingeschreven om de
noodzakelijke menselijke middelen voor de BGHM vrij te
maken waardoor de doelstellingen bereikt kunnen worden.
Ter herinnering, de BGHM moet meewerken aan de start
van de productie van 4.000 woningen op de 6.500 geplande (3.000 sociale huurwoningen en 1.000 huurwoningen
voor middeninkomens). Ten slotte wordt er een bedrag van
2.000.000 euro aan vereffeningskredieten gepland om met
de productie van 120 woningen te starten volgens de methode van de Gewestelijke Grondregie (« Community Land
Trust »). Het resterende huisvestingssaldo om de doelstelling van 6.500 te behalen, betreft, enerzijds, Citydev en,
anderzijds, de gemeenten via de Duurzame Wijkcontracten.
De begrotingskredieten die noodzakelijk zijn voor de invoering van deze 2 luiken, bevinden zich in de opdrachten
met betrekking tot Citydev en in de Wijkcontracten.
Au niveau de la SLRB, toujours dans le cadre de l’Alliance Habitat, un montant de 199.454.000 euros est inscrit en crédits d’engagement. En outre, tout comme pour le
Fonds du Logement, un budget de 250.000 euros est inscrit en frais de fonctionnement pour dégager les moyens
humains nécessaires à la SLRB permettant l’atteinte des
objectifs. Pour rappel, la SLRB devra contribuer au lancement de la production de 4.000 logements sur les 6.500 prévus (3.000 logements sociaux locatifs et 1.000 logements
moyens locatifs). Enfin, un montant de 2.000.000 d’euros
en crédits de liquidation est prévu pour lancer la production
de 120 logements selon la méthode de l’Alliance foncière
régionale (« Community Land Trust »). Le solde de logements restant pour atteindre l’objectif de 6.500 concerne
d’une part, Citydev et d’autre part, les communes via les
Contrats de Quartier Durable. Les crédits budgétaires nécessaires à la mise en place de ces 2 volets se retrouvent
dans les missions relatives à Citydev et aux Contrats de
Quartier.
Bovenop de productie van nieuwe woningen zal speciale
aandacht worden besteed aan de voortzetting en de versnelling van het onderhoud, de renovatie en het opnieuw op de
markt brengen van het bestaande openbare patrimonium :
er is reeds een budget van 313.185.000 euro in 2014 vrijgemaakt voor de geplande renovatie van sociale woningen tot
in 2017 via de vierjarenplannen.
Au-delà de la production de nouveaux logements, une
attention particulière sera portée à la poursuite et de l’accélération de l’entretien, de la rénovation et de la remise
sur le marché du patrimoine public existant : un budget de
313.185.000 euros a déjà été engagé en 2014 pour couvrir
les plans de rénovation des logements sociaux jusqu’en
2017 via les quadriennaux.
A-50/3 – 2014/2015
—8—
A-50/3 – 2014/2015
In 2015 wordt er een budget van 125.243.000 euro voorzien in vereffeningskredieten en via een fonds voor de uitbetaling van de voorbije en huidige vierjarenplannen. De
prioriteit zal uitgaan naar renovatieprojecten gericht op een
globale verbetering van de leefomgeving, wat wil zeggen
dat zowel de eigenlijke kwaliteiten van de woningen als de
bredere omgeving moeten verbeteren.
En 2015, un budget de 125.243.000 euros est prévu en
crédits de liquidation et via un fonds pour la liquidation
des quadriennaux passés et actuels. Une priorité sera donnée aux projets de rénovation qui prennent en compte une
amélioration globale du cadre de vie, c’est-à-dire une amélioration à la fois des qualités intrinsèques des logements
mais également, de façon plus large, de son environnement.
Speciale aandacht zal ook gevestigd worden op de toegankelijkheid van de huisvesting voor een meer kwetsbaar
publiek, vooral dan voor gehandicapten of kroostrijke gezinnen.
Une attention particulière sera également portée sur l’accessibilité à des publics plus fragilisés en matière de logement, notamment les personnes handicapées ou les familles
nombreuses.
2. De invoering van een veralgemeende huurtoelage
2. La mise sur pied d’une allocation-loyer généralisée
Vandaag is ondanks de geleverde inspanningen voor woningproductie het sociale-woningenbestand in het Brussels
Gewest, gezien de sterke vraag, onvoldoende. Daarom zal
tegen uiterlijk begin 2016 een veralgemeende huurtoelage
worden uitgewerkt om betaalbare woningen toegankelijker
te maken voor Brusselaars en voor de mensen die hieraan
de grootste behoefte hebben. Het is de bedoeling om eerst
het onder de voorgaande legislatuur gestarte proefproject
te evalueren, gelijkaardige buitenlandse experimenten ter
zake te analyseren en vervolgens aan de juridische, budgettaire en operationele aspecten te werken (vooral dan de
kwestie van referentiehuren en beoogd publiek) die voor
invoering van dit nieuwe beleid noodzakelijk zijn.
A l’heure actuelle et malgré les efforts qui seront pris en
matière de production de logements, le parc de logements
publics à finalité sociale en Région Bruxelloise est insuffisant compte tenu de la demande. Par conséquent et afin
de renforcer l’accessibilité des Bruxellois à des logements
abordables, et à ceux qui en ont le plus besoin en priorité,
une allocation-loyer généralisée sera développée pour début 2016 au plus tard. Il s’agira d’abord d’évaluer l’expérience-pilote lancée sous la précédente législature, d’analyser les expériences similaires étrangères en la matière et de
travailler ensuite sur les aspects juridiques, budgétaires et
opérationnelles (notamment la question des loyers de référence et des publics visés) nécessaires à la mise en œuvre
de cette nouvelle politique.
Eind december 2014 wordt een overheidsopdracht voor
diensten toegewezen om het proefproject te evalueren en
deze denkoefening te omkaderen. Er werd een budget gepland om deze opdracht tot een goed einde te brengen en
het bevindt zich, bij wijze van huurtoelage, op de BA betreffende de overdracht van inkomsten aan particulieren,
in afwachting van de toewijzing van een sociale woning.
De resultaten worden verwacht in het eerste trimester van
2015. De doelstelling bestaat erin om een ordonnantie te
kunnen voorstellen die het kader van de huurtoelage instelt
en ze uiterlijk begin 2016 van kracht te laten worden.
Un marché public de service visant à évaluer l’expérience-pilote et à encadrer ce processus de réflexion, sera
lancé fin décembre 2014. Un budget a été prévu pour mener
à bien ce marché et se trouve sur l’AB relative au transfert
de revenus aux particuliers, en attente de l’attribution d’un
logement social, en guise d’allocation-loyer. Les résultats
sont attendus pour le premier trimestre 2015. L’objectif
étant de pouvoir proposer une ordonnance instituant le
cadre de l’allocation-loyer, et de la rendre effective au début de l’année 2016 au plus tard.
Omdat het bovenvermelde proefproject naar zijn einde
loopt, zien we een vermindering van de voor dit beleid bestemde middelen in 2015. De gehandhaafde kredieten moeten dienen om tijdens de overgangsperiode de laatste door
het Gewest genomen verbintenissen in het kader van het
proefproject te honoreren.
L’expérience-pilote susmentionnée touchant à son terme,
ceci explique la diminution des crédits affectés à cette politique en 2015. Les crédits maintenus devant servir à honorer durant la période transitoire les derniers engagements
pris par la Région dans le cadre de l’expérience-pilote.
3. Een « Huisvestingsplan studenten »
3. Un « Plan logement étudiants »
De studenten zijn een belangrijk publiek voor de ontwikkeling van ons Gewest. Volgens de ramingen (1) zijn
er ongeveer 86.000 gesubsidieerde studenten ingeschreven
in een universiteit of hogeschool op het grondgebied van
Les étudiants constituent un public important pour le
développement de notre Région. Selon les estimations (1),
il y aurait environ 86.000 étudiants subsidiés inscrits dans
une université ou une haute école située sur le territoire de
(1) Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO).
(1) Agence de Développement Territorial (ADT).
A-50/3 – 2014/2015
—9—
A-50/3 – 2014/2015
het Gewest. Het is echter alom bekend dat er vandaag niet
genoeg huisvesting is om aan de behoeften van onze studenten te voldoen. Daarom wordt er tegen het begin van
2015, in overleg met de betrokken actoren, een heus huisvestingsplan voor studenten uitgewerkt dat verschillende
concrete maatregelen zal voorstellen om het aantal studentenwoningen te doen toenemen. Zo zal met name tegen
volgend academiejaar het eerste sociaal immobiliënkantoor
voor studenten worden opgericht. Hiertoe stijgen de middelen in verband met de sociale immobiliënkantoren (SIK)
met 1.518.000 euro in vergelijking met de initiële begroting
2014. Ze moeten ook dienen om de ondersteuning in zijn
geheel aan de SIK, in overeenstemming met de Algemene
Beleidsverklaring, te versterken. Ik kom er in het vervolg
van mijn uiteenzetting op terug. Parallel wordt er in 2015
met het invoeringsproces van een platform « studentenwoning » verdergegaan. De noodzakelijke in de GSV aan te
brengen hervormingen worden eveneens in samenwerking
met de Minister-President in beschouwing genomen om de
eigenaars aan te sporen om studentenwoningen te ontwikkelen.
la Région. Il est un fait reconnu qu’il n’y a aujourd’hui pas
suffisamment de logements à destination de nos étudiants.
A cet effet, un véritable « Plan logement étudiants » sera
élaboré pour le début de l’année 2015, en concertation avec
les acteurs concernés, et proposera différentes mesures
concrètes visant à augmenter le nombre de logements étudiants. Il s’agira notamment de créer la première Agence
Immobilière Sociale étudiante (AISE) pour la prochaine
rentrée académique. A cette fin, les crédits relatifs aux
AIS sont en augmentation de 1.518.000 euros par rapport
à l’initial 2014 et devront aussi servir à renforcer le soutien dans son ensemble aux AIS et ce conformément à la
Déclaration de Politique Générale, j’y reviendrai dans la
suite de mon exposé. En parallèle, le processus de mise en
place d’une plateforme « logement étudiant » continuera en
2015. Les réformes nécessaires à apporter au RRU seront
elles aussi envisagées en collaboration avec le MinistrePrésident pour inciter les propriétaires à développer des
logements étudiants.
4. Doorgedreven steun voor de Brusselaars en de jongeren in het bijzonder voor toegang tot eigendom
4.Un soutien renforcé aux Bruxellois et aux jeunes en
particulier pour l’accès à la propriété
Een studie van het BISA (2012) heeft aangetoond dat
een van de hoofdoorzaken van de exodus van de middenklasse uit Brussel, de ontoegankelijkheid van de woningen
en meer in het bijzonder de moeilijkheid om toegang te
krijgen tot eigendomsverwerving zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de jongeren. Het is niet normaal dat bepaalde
wijken, zelfs bepaalde gemeenten, waarin onze jongeren
opgegroeid zijn, voor hen totaal ontoegankelijk worden
eens ze volwassen zijn. Huisvesting is nochtans een sleutel om aantrekkelijkheid en levenskwaliteit in Brussel te
vestigen en om Brusselaars met middeninkomens, en bij
voorrang jongeren, in het Gewest te verankeren. Nu zien
we juist dat velen ons Gewest verlaten wanneer ze een
huis willen kopen. Dit is het welbekende fenomeen van de
stadsvlucht dat Brussel en de grote steden in het algemeen
treft. Ik wil concrete antwoorden bieden en ter zake verschillende plannen uitwerken om het fenomeen in vergelijking met de huidige cijfers in te dijken. Waarom ? Eerst
en vooral omdat ik het absoluut niet normaal en contraproductief vind dat Brussel in het algemeen, zelfs al is dit fenomeen sterker in bepaalde wijken en bepaalde gemeenten,
voor de middenklasse die er opgroeide, moeilijk toegankelijk geworden is. In verband hiermee kan een deel van hen
terecht het gevoel krijgen dat ze gemarginaliseerd worden
binnen het openbare huisvestingsbeleid omdat ze enerzijds
niet rijk genoeg zijn om eigenaar te kunnen worden van
een betaalbare woonst die aan hun behoeften is aangepast,
maar zich anderzijds evenmin in een sociale noodsituatie
bevinden om bij voorrang toegang te krijgen tot publieke
huisvesting. Bovendien heeft Brussel het nodig om op zijn
grondgebied een middenklasse te handhaven met een zeker
niveau van inkomen : ze is inderdaad synoniem met sociale
mix waardoor de bloei van de stad in haar geheel en solida-
Une étude de l’IBSA (2012) a démontré qu’une des
causes majeures de l’exode des classes moyennes constatée à Bruxelles est l’inaccessibilité des logements et plus
précisément la difficulté d’accéder à la propriété, en particulier pour les jeunes. Il n’est pas normal que certains
quartiers, voire certaines communes, dans lesquels nos
jeunes ont grandi, leur soient totalement inaccessibles une
fois devenus adultes. Or le logement est un outil clé pour
asseoir l’attractivité et la qualité de vie à Bruxelles et tout
particulièrement ancrer les Bruxellois à revenus moyens,
dont les jeunes en priorité, chez nous/chez eux alors que
bon nombre quittent nos frontières dès qu’il s’agit d’acquérir un bien. C’est le phénomène bien connu de l’exode
urbain qui touche Bruxelles et les grandes villes en général.
Je souhaite apporter des réponses concrètes sur différents
plans à ce phénomène afin de le voir fortement fléchir par
rapport aux chiffres actuels. Pourquoi ? Tout d’abord parce
que je ne trouve absolument pas normal et contre-productif
que Bruxelles de manière générale, même si l’on sait que
ce phénomène est plus accentué dans certains quartiers et
certaines communes, soit devenue difficilement accessible
à la classe moyenne qui y a grandi. A cet égard, une partie
de celle-ci peut avoir le sentiment légitime d’être marginalisée par rapport aux politiques publiques du logement en
étant en quelque sorte pas suffisamment riches pour pouvoir devenir propriétaires d’un habitat abordable adapté à
leurs besoins, mais pas non plus dans une situation d’urgence sociale qui leur permettrait de devenir prioritaires
dans l’accès à un logement public. Par ailleurs, Bruxelles
a besoin de maintenir une classe moyenne disposant d’un
certain niveau de revenus sur son territoire : celle-ci est
en effet synonyme de mixité sociale, permettant un épanouissement de la ville dans son ensemble et une solidarité
A-50/3 – 2014/2015
— 10 —
A-50/3 – 2014/2015
riteit ten aanzien van de minstbedeelden mogelijk is, maar
ze is ook belangrijk, dat moeten we durven erkennen, voor
de fiscale inkomsten om de financiering van de verschillende diensten voor onze inwoners en de collectieve voorzieningen, waarvan ik wil dat ze van een zekere kwaliteit
zijn, te garanderen.
envers les plus défavorisés, mais elle est aussi importante,
il faut pouvoir le reconnaître, en termes de recettes fiscales
afin d’assurer le financement des différents services à nos
habitants et des équipements collectifs que je souhaite de
qualité.
Daarom zullen, naast het globalere werk dat in het kader
van de fiscale hervorming tegen 2017 verricht zal worden
om vooral de toegang tot eigendom te versterken door aan
verschillende parameters (registratierechten, woonbonus,
enz.) te sleutelen, vanaf dit jaar ambitieuze doelstellingen
inzake toekenning van hypothecaire leningen bij het Woningfonds worden vastgelegd. Aldus wordt de toewijzing
van minstens 1.400 leningen vanaf 2015 gepland, hetzij een
toename met ongeveer 10 % in vergelijking met het voorgaande jaar. Een budget van 40.333.000 euro in vereffeningskredieten, een stijging dus met 2.574.000 euro, en van
50.015.000 euro in vastleggingskredieten werd voor de ondersteuning van dit beleid voorzien. Binnen dit kader heeft
het Gewest een gewestelijke garantie van 295.000.000 euro
geblokkeerd die zich in de mantel van de begroting 2015
van het Gewest bevindt, opdat het Woningfonds zich op
de financiële markten zou kunnen financieren en dit beleid
tot een goed einde brengen. Er zal trouwens, en ik heb daar
verleden week binnen onze commissie reeds wat over gezegd, een analyse doorgevoerd worden wat betreft de huidige leenvoorwaarden om te bepalen of deze niet gewijzigd
kunnen worden om de toegang tot eigendom, bij voorrang
voor jongeren, te versterken, door bijvoorbeeld het plafond
van het bedrag dat ontleend kan worden te verhogen, om zo
meer aan de werkelijkheid van de huizenprijzen in Brussel,
aangepast te zijn (gemiddelde aankoopprijs van een appartement in de buurt van 225.000 euro). Ook het bedrag, de
duur of het rentepercentage zouden verhoogd kunnen worden. Ik wacht op een verslag, en dit in het eerste semester
van 2015. Ten slotte wordt het onderzoek van de noodzakelijke voorwaarden om een lening in te voeren met nul
procent rente die het mogelijk moet maken om de kosten
van de aankoopakte te spreiden of te financieren, eveneens
in de loop van 2015 afgerond.
Outre le travail plus global qui sera mené dans le cadre
de la réforme fiscale à l’horizon 2017 afin notamment de
renforcer l’accès à la propriété en travaillant sur différents
paramètres (droits d’enregistrement, bonus logement, etc.),
des objectifs ambitieux seront fixés dès cette année en matière d’octrois de prêts hypothécaires auprès du Fonds du
Logement. Il sera ainsi visé l’octroi d’au moins 1.400 prêts
dès 2015, soit une augmentation d’environ 10 % par
rapport à l’année précédente. Un budget de 40.333.000
euros en crédits de liquidation, en augmentation donc de
2.574.000 euros, et de 50.015.000 euros en crédits d’engagements ont été prévus pour le soutien à cette politique.
Dans ce cadre, la Région a bloqué une garantie régionale de
295.000.000 euros qui se trouve dans le manteau du budget
2015 de la Région afin de permettre au Fonds du Logement de pouvoir se financer sur les marchés financiers et
de mener à bien cette politique. Par ailleurs et j’ai déjà pu
vous en toucher un mot la semaine dernière au sein de notre
commission, une analyse sera menée quant aux conditions
actuelles de prêt pour déterminer si celles-ci ne peuvent
pas être modifiées pour renforcer l’accès à la propriété, en
priorité pour les jeunes, en relevant par exemple le plafond
du montant qui peut être emprunté pour être plus adapté
à la réalité des prix des biens à Bruxelles (prix d’achat
moyen d’un appartement avoisinant les 225.000 euros), le
montant, la durée ou encore le taux du prêt. J’attends un
rapport, et ce au premier semestre 2015. Enfin, l’examen
des conditions nécessaires à l’instauration d’un prêt à taux
zéro destiné à permettre le financement voire l’étalement
du payement des frais d’acte d’achat sera également achevé
courant 2015.
5.Geboekte vooruitgang in verschillende prioritaire
dossiers inzake huisvesting
5.Des avancées sur différents dossiers prioritaires en
matière de logement
Er zal in 2015 grondig werk verricht worden in verband
met verschillende voor het Brussels Gewest prioritaire dossiers inzake huisvesting. Er is met name sprake :
Un travail de fond sera mené en 2015 sur différents dossiers prioritaires en matière de Logement pour la Région
bruxelloise. Il est notamment question de :
– het belangrijke dossier betreffende de fusie van de Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM’s) tot een goed
einde te brengen. De laatste erkenningen worden tegen
maart 2015 voorzien en de fusies zouden normaal gesproken 12 tot 18 maanden later afgerond moeten zijn.
Een bedrag van 400.000 euro werd in 2015 bevestigd
om de steun voor dit proces voort te zetten en voor de
consultants voor de afronding van dit proces;
– mener à bien l’important dossier relatif au processus
de fusion des Sociétés Immobilités de Service Public
(SISP). Les derniers agréments sont prévus pour mars
2015 et les fusions devraient être totalement achevées
12 à 18 mois après. Un montant de 400.000 euros a été
confirmé en 2015 pour poursuivre le soutien à ce processus et aux consultants chargés d’accompagner étroitement la bonne finalisation de celui-ci;
A-50/3 – 2014/2015
— 11 —
A-50/3 – 2014/2015
– op een daadkrachtige wijze de verwelkoming van de federale bevoegdheid over de huurovereenkomsten voor
hoofdverblijfplaats voor te bereiden opdat de nieuwe
wetgeving in de loop van 2016 effectief kan worden.
Een budget van 100.000 euro werd voorzien en zal moeten dienen voor de lancering van een overheidsopdracht
om deskundigen aan te duiden die belast worden met
de technische en juridische aspecten in verband met de
omzetting van deze bevoegdheid;
– préparer efficacement l’accueil de la compétence fédérale sur les baux de résidence principale pour que la nouvelle législation puisse être effective courant 2016. Un
budget de 100.000 euros a été prévu et devra servir au
lancement d’un marché public pour désigner des experts
chargés de préparer les aspects techniques et juridiques
en lien avec la transposition de cette compétence;
– de strijd tegen leegstaande en ongezonde woningen te
versterken met speciale aandacht voor de kwestie van
de herhuisvesting (ontwikkeling van de intergenera­
tionele transitwoningen, noodwoningen of van het type
« housing first »). Er werd in dit kader een budget van
1.000.000 euro voorzien dat moet dienen om oproepen
te lanceren voor projectbezielers die over expertise in de
verschillende sectoren beschikken. Dit lijkt mij des te
belangrijker om een koppeling te kunnen maken tussen
mijn verschillende bevoegdheden, op gewestelijk vlak
(levenskwaliteit en leefmilieu) en op gemeenschapsvlak
(sociale actie, gezinnen en de strijd tegen armoede);
– renforcer la lutte contre les logements vides et insalubres
en ayant une attention particulière à la question du relogement (développement des logements intergénérationnel, de transit, d’urgence ou de type « housing first »). Un
budget de 1.000.000 d’euros à été prévu dans ce cadre et
devra servir à lancer des appels à des porteurs de projets
disposant d’une expertise dans ces différents secteurs.
Cela me semble d’autant plus important pour mettre en
lien mes différentes compétences tant régionales (qualité de vie et environnement) que communautaires (action
sociale, familles et lutte contre la pauvreté);
– de regelgevende kaders te hervormen die de Verenigingen voor Integratie via Huisvesting regelen (goedkeuring van een besluit voorzien tegen de zomer van 2015)
waarvan het budget van 2,7 miljoen euro in 2015 gevrijwaard werd;
– réformer les cadres réglementaires régissant les Associations d’Insertion par le Logement (AIPL) (adoption d’un
arrêté prévue pour l’été 2015) dont le budget de 2,7 millions d’euros a été reconduit en 2015;
– de steun aan de Sociale Verhuurkantoren (SVK’s) versterken, waardoor het aantal woningen dat door deze
kantoren beheerd wordt, kan stijgen : de begroting
wordt gebracht op 11.639.000 euro in 2015 tegenover
10.121.000 euro in 2014. De SVK’s zijn actoren waarin
ik geloof als het aankomt op het creëren van een aanvullend antwoord op het gebrek aan aanbod binnen de
publieke huisvesting. We zullen eveneens in de loop van
2015 het besluit betreffende de SVK’s op het vlak van
verschillende parameters herzien (voornamelijk wat de
subsidiemodaliteiten betreft) waardoor ze efficiënter
moeten kunnen werken;
– renforcer le soutien aux Agences Immobilières Sociales
(AIS) afin notamment de permettre l’augmentation du
nombre de logement pris en gestion par ces dernières :
le budget est porté à 11.639.000 euros en 2015 contre
10.121.000 euros en 2014. Les AIS sont des acteurs auxquels je crois fermement en matière de réponse supplémentaire à l’insuffisance de l’offre en matière de logement public. Nous allons également revoir, au cours de
l’année 2015, l’arrêté relatif aux AIS sur différents paramètres (notamment modalités de subventionnement) et
ce, pour leur permettre de pouvoir travailler plus efficacement;
– het nieuwe beheerscontract van de BGHM uit te werken,
mits voorafgaand het bestaande geëvalueerd te hebben.
De noodzakelijke budgetten situeren zich in het kader
van de werkingsdotatie van de BGHM.
– élaborer le nouveau contrat de gestion de la SLRB en
ayant bien entendu évalué au préalable l’existant. Les
budgets nécessaires se situant dans le cadre de la dotation de fonctionnement de la SLRB.
Conclusie
Conclusion
Of het nu gaat over het tegengaan van de stadsvlucht,
de verhoging van het publieke vastgoedpark om tegemoet
te komen aan de « demografische boom », om het aanpakken van de moeilijkheden om eigendom te verwerven of
nieuwe initiatieven te ontwikkelen om de permanente stijging van de kostprijs van het vastgoed aan te kunnen, het
Gewest neemt zijn verantwoordelijkheden inzake vastgelegde doelstellingen en begrotingsvastlegging ten behoeve
Qu’il s’agisse de contrer l’exode urbain, d’augmenter le
parc public de logements en suffisance pour faire face au
« boom démographique », de rencontrer les difficultés permettant d’accéder à la propriété ou encore de développer de
nouvelles initiatives visant à faire face à la hausse constante
du coût de l’immobilier, la Région prend ses responsabilités en matière d’objectifs fixés et d’engagement budgétaire au profit de la politique du Logement. La politique du
A-50/3 – 2014/2015
— 12 —
A-50/3 – 2014/2015
van het huisvestingsbeleid. Het huisvestingsbeleid wordt
aldus op een sterke, doordachte en gecoördineerde wijze
ondersteund.
Logement se voit ainsi soutenue de façon forte, réfléchie et
coordonnée.
Er zal bovendien speciale aandacht gaan naar de kwalitatieve dimensie van de verschillende prioriteiten. Dat betekent dat er tegelijkertijd voldoende woningen tot stand
gebracht moeten worden, maar eveneens dat die woningen
vanuit energie-oogpunt performant moeten zijn in een gezonde leefomgeving. Maar ook en zonder twijfel vooral
dat de leefomgeving van de Brusselaars in het algemeen
gehandhaafd en verbeterd wordt en dat er aandacht moet
zijn voor sommige meer kwetsbare groepen op de huisvestingsmarkt.
En outre, une attention particulière sera portée au niveau
de la dimension qualitative des différentes priorités. Cela
signifie qu’il faille à la fois créer des logements en suffisance, mais veiller également à ce qu’ils soient performants, notamment du point de vue énergétique et dans un
environnement sain, mais aussi, et sans doute avant tout, de
maintenir voire améliorer le cadre de vie des Bruxellois en
général et d’avoir une attention pour certains publics plus
fragilisés sur le marché du logement.
Dit betekent dat over nieuwe huisvesting binnen een stedelijk kader en binnen een wijklogica en dus vanuit een
functionele en sociale mix gedacht moet worden. Het is
ook de bedoeling om moedige en sterke daden te stellen
zoals de « vergroening » van wijken, de aanleg van groene
ruimten daar waar men een rendabelere functie had kunnen
voorzien of waar er een tekort is. Men zal dan ook de moed
moeten hebben om tegelijkertijd scheidsrechter te spelen,
maar vooral zin moeten hebben om creatief te zijn en te
durven en de toekomst voor te bereiden : dat zijn de ambities inzake huisvesting voor het jaar 2015. ».
Cela implique de penser toute création de nouveau logement dans un ensemble urbain et dans une logique de
quartier et donc de mixité fonctionnelle et sociale. Il s’agira
aussi d’oser des gestes forts tels que la « reverdurisation »
de quartiers, la création d’espaces verts là où on aurait pu
installer une fonction plus rentable ou en pénurie. Il faudra
donc à la fois avoir le courage d’arbitrer mais surtout avoir
l’envie d’être créatif et d’oser, tout en préparant l’avenir :
telles sont les ambitions en matière de logement pour l’année 2015. ».
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Vincent De Wolf is in het algemeen ontgoocheld
door de oriënteringsnota, hoewel men zich kan verheugen
over het feit dat de Regering die oefening moet maken
dankzij de zesde staatshervorming. Voorts is de nota duidelijk en goed opgesteld. Positief is dat men 6.500 nieuwe
woningen wenst te bouwen. Dan rijst de vraag hoe het zit
met de 5.000 woningen van het vorige plan ? Hoe zal men
die betalen ? Men kan onder de indruk zijn van de aankondiging, met veel tromgeroffel, van 6.500 nieuwe woningen,
maar eerst moet er een beroep worden gedaan op deskundigen om te weten hoe ze gefinancierd zullen worden.
M. Vincent De Wolf se dit déçu, sur le plan global, de
la note d’orientation, alors que l’on peut se réjouir que le
Gouvernement doive se plier à cet exercice, grâce à la sixième réforme de l’Etat. Cette note est par ailleurs claire et
bien rédigée. Il est bien de vouloir construire 6.500 logements nouveaux, encore se demande-t-on où en est-on dans
la construction des 5.000 logements du plan précédent,
et comment on va les payer ? On peut être surpris, après
l’annonce tonitruante de la construction de ces 6.500 logements, on voit qu’on devra d’abord faire appel à des experts
pour savoir comment on va les financer.
Voorts verneemt men dat het Gewest zijn vereffeningskredieten voor opdracht 25 van de begroting met 3,74 %
verhoogt. De cijfers spreken voor zich : dat is een vrij minieme verhoging.
Par ailleurs, on apprend que la Région augmente à hauteur de 3,74 % ses crédits de liquidation pour la mission 25
du budget. Les chiffres parlent d’eux-mêmes : c’est une
augmentation assez minime.
De spreker is wel ingenomen met de huurtoelage. Er
wordt al bijna vijftien jaar van gesproken. De heer Michel
Lemaire, voormalig cdH-volksvertegenwoordiger van de
commissie, was er de stuwende kracht achter. De huurtoelage die de Regering vandaag voorstelt, lijkt zeer sterk op
wat de MR zelf tijdens haar campagne had verdedigd. In de
praktijk zal er in 2015 niets worden gedaan. Van de twee
miljoen die werd uitgetrokken voor het proefproject, werd
slechts 625.000 euro besteed. Dat bedrag wordt behouden
in 2015 en voorts verneemt men dat de Regering nog een
overheidsopdracht voor diensten zal organiseren om dat
proefproject te evalueren. Er is al veel uitgegeven aan al-
Un point qui réjouit l’intervenant est celui de l’allocation-loyer. On en parle depuis près de quinze ans, et c’est
M. Michel Lemaire, ancien député cdH de la commission, qui en était la cheville ouvrière. L’allocation-loyer
aujourd’hui proposée par le gouvernement est très proche
de ce que le MR avait lui-même défendu pendant sa campagne. Mais en réalité, rien ne va se faire en 2015. Les
deux millions de l’expérience-pilote n’ont été utilisés qu’à
concurrence de 625.000 euros, somme que l’on maintient
en 2015, et par ailleurs, on apprend que le gouvernement
va encore lancer un marché public de service pour évaluer
cette expérience-pilote. On aura déjà beaucoup dépensé en
A-50/3 – 2014/2015
— 13 —
A-50/3 – 2014/2015
lerhande studies. Hopelijk zal de huurtoelage eindelijk ingevoerd worden in 2016.
études de toutes sortes. On espère donc que l’allocationloyer sera enfin une réalité en 2016.
Alvorens zijn verschillende vragen te stellen, herinnert
de volksvertegenwoordiger eraan dat één van de voorgangers van de Minister een categorie woningen, de « geïdentificeerde woningen », had ingevoerd. Vandaag zou men
moeten weten wat er echt gebouwd is en echt bewoond
wordt. Hoever staat het dus met de opeenvolgende gewestelijke plannen, waaronder dat van 2014, dat nog door
Minister-President Simonet werd opgezet en ertoe strekte
5.000 woningen te produceren, waarvan 3.500 sociale woningen en 1.500 woningen voor de middeninkomens ?
Avant de poser ses diverses questions, le député rappelle qu’un des prédécesseurs de la ministre avait créé une
catégorie de logements appelée « logements identifiés ». Il
faudrait aujourd’hui savoir ce qui est réellement construit
et réellement habité. Quel est donc l’état d’avancement
des plans régionaux successifs, dont celui de 2004, initié
encore par le ministre-président Simonet, et qui tendait à
la production de 5.000 logements, dont 3.500 logements
sociaux et 1.500 logements moyens ?
Hoe zit het voorts met de recentste Alliantie Woonomgeving waarvan de door de vorige Regering aangekondigde
doelstellingen (Actie 1 van het eerste deel) bestonden in de
productie van 3.000 sociale huurwoningen en (Actie 2 van
het eerste deel) in de productie van 1.000 huurwoningen
voor de middeninkomens ?
Qu’en est-il, de même, de la plus jeune Alliance-Habitat
dont les objectifs annoncés par le précédent gouvernement
visaient (Action 1 du 1er volet) la production de 3.000 logements sociaux locatifs et (Action 2 du 1er volet) la production de 1.000 logements moyens locatifs ?
Hoeveel nieuwe woningen werden aldus in 2014 onder
impuls van de BGHM gebouwd ? Hoeveel woningen telt
het huidige Brusselse huurwoningenpark ?
En 2014, sous l’action de la SLRB, combien de nouveaux logements ont pu ainsi sortir de terre ? A combien se
porte dès lors, aujourd’hui, le parc locatif public bruxellois
actuel ?
De doelstelling om 6.500 nieuwe woningen te produceren tijdens de zittingsperiode 2014-2019 moet gehaald
worden via instellingen zoals de BGHM voor de productie van huurwoningen en zoals het Woningfonds voor de
productie van koopwoningen. De rekeningen van deze instellingen worden voortaan geconsolideerd met die van het
Gewest. De Minister kondigt aan dat het bijgevolg noodzakelijk is om de financieringswijzen voor de woningproductie te herzien en dat er een algemene reflectie moet worden
gehouden over het vermogen om de noodzakelijke begrotingsmiddelen uit te trekken tijdens de zittingsperiode. Wat
zal de impact van die situatie op de woningproductie in
2015 zijn ?
L’objectif de production de 6.500 nouveaux logements
sur la législature 2014-2019 doit se réaliser par le biais des
organismes que sont la SLRB, pour la production locative,
et le Fonds du Logement, pour la production acquisitive,
lesquels voient désormais leurs comptes consolidés à ceux
de la Région. La ministre annonce, en conséquence, une
nécessaire révision des modes de financement en matière
de production de logements et une réflexion plus globale
quant à la capacité de dégager les moyens budgétaires nécessaires au cours de la législature. Quel sera l’impact de
cette situation sur la production de logements en 2015 ?
Wat zal bovendien de impact zijn op de voortzetting van
het vierjarig investeringsplan 2014-2017 van de sector van
de sociale huisvesting ? Zullen de noodzakelijke vereffeningskredieten volstaan om de budgettaire vastleggingen
voor dat beleid te dekken voor de jaren tot 2017 ?
Quel sera, en outre, l’impact sur la continuation du plan
quadriennal d’investissement 2014-2017 du secteur du logement social ? Pour les années restantes, jusqu’en 2017,
les montants nécessaires en crédits de liquidation permettront-ils de couvrir les engagements budgétaires liés à cette
politique ?
Hoe is de Minister van plan de door haar aangekondigde
algemene reflectie tot een goed einde te brengen ? Is de
groep van deskundigen die zijn conclusies begin 2015 moet
voorleggen, al opgericht ? Wat zijn de doelstellingen ?
Comment la ministre escompte-t-elle mener à bien la
réflexion globale qu’elle annonce ? Le groupe d’experts
censé apporter ses conclusions, début 2015, a-t-il d’ores et
déjà été installé ? Quels sont ses objectifs ?
Om de ambitieuze doelstelling van 6.500 nieuwe woningen te halen, heeft de Minister de oprichting van een Coördinatieraad voor Huisvesting aangekondigd, waarin alle
betrokken actoren zitting zullen nemen, om onder meer de
coördinatie op het vlak van de beschikbare gronden te verbeteren en de uitvoering van woonprojecten te vergemakkelijken. Wat zal de plaats van die Raad zijn in het kader
Afin de mener à bien l’objectif ambitieux de 6.500 nouveaux logements, la ministre a annoncé la création d’un
Conseil de Coordination du Logement qui rassemblera
l’ensemble des acteurs concernés, en vue notamment de
mieux se coordonner sur les fonciers disponibles et faciliter
la mise en œuvre de projets en lien avec l’habitat. Quelle
sera la place de ce conseil dans le cadre des 10 nouveaux
A-50/3 – 2014/2015
— 14 —
A-50/3 – 2014/2015
van de aangekondigde 10 nieuwe wijken waarin de bouw
van openbare woningen prioritair zou zijn ? Hoe zullen de
plaatselijke besturen bij de Coördinatieraad worden betrokken, onder meer wat het zoeken naar beschikbare gronden
betreft ? De spreker verwijst naar het terrein van de Witte
Vrouwen, dat enkele jaren geleden een polemiek over de
cijfers had teweeggebracht.
quartiers annoncés et au sein desquels la construction de
logements publics serait prioritaire ? Quelle sera l’implication des pouvoirs locaux au sein de ce Conseil, et ce
notamment en termes de recherche de foncier disponible ?
L’orateur fait référence à la question du terrain des Dames
blanches, qui avait engendré une polémique des chiffres il
y a quelques années.
Is het mogelijk om een overzicht op te stellen van wie in
de Coördinatieraad zitting zal nemen en van wat zijn specifieke opdrachten zullen zijn, parallel met de BGHM en
het Bestuur ?
Est-il possible de dresser une esquisse de qui composera
ce Conseil et quelles seront ses missions particulières, en
parallèle à la SLRB et à l’Administration ?
De MR stelt tevreden vast dat er eindelijk wordt gedacht aan publiek-private partnerschappen in het kader van
het beleid om nieuwe woningen te bouwen … Er wordt
een oproep tot privéactoren aangekondigd. Worden dergelijke PPP’s overwogen voor huur- én koopwoningen ?
Overweegt men die oproep te beperken tot het bouwen
van nieuwe woningen of zou het mogelijk zijn dat er ook
overeenkomsten worden gesloten voor de renovatie van de
openbare woningen die thans onbewoond zijn bij gebrek
aan voldoende budgettaire of personele middelen ? Heeft
men in dat verband de reeds bekende actoren ontmoet om
samen te werken met bepaalde gemeenten in het kader van
de productie van dergelijke woningen ?
Avec satisfaction, Le MR constate enfin l’ouverture
aux Partenariats Public-Privé, dans le cadre de la politique
de construction de nouveaux logements … Un appel aux
acteurs privés est annoncé. De tels PPP sont-ils envisagés
en matière de logements locatifs mais aussi acquisitifs ?
Envisage-t-on limiter cet appel à la seule construction de
nouveaux logements ou serait-il possible que soit également conventionnée la rénovation du parc public actuellement inoccupé faute de moyens budgétaires ou humains
suffisants ? A-t-on rencontré, dans ce cadre, les acteurs déjà
connus pour travailler en collaboration avec certaines communes dans le cadre de la production de tels logements ?
Wat de productie van nieuwe woningen betreft, zou het
Woningfonds aldus worden belast met het deel « koopwoningen » (1.000 eenheden) en de BGHM met het deel
« huurwoningen » volgens een verdeelsleutel van 3.000 sociale woningen en 1.000 woningen voor de middeninkomens. De overige 1.500 woningen zouden ten laste zijn
van de organen die buiten de bevoegdheid van de Minister
vallen, zoals Citydev en de gemeenten in het kader van de
Duurzame Wijkcontracten.
En matière de production de nouveaux logements, le
Fonds du Logement serait ainsi en charge du volet « logements acquisitifs » (1.000 unités) et la SLRB du volet
« logements locatifs » selon une clé de 3.000 logements
sociaux et de 1.000 logements moyens … Les 1.500 logements restants seraient à charge des organes hors de la compétence de la ministre, que sont CityDev et les communes,
dans le cadre des Contrats de Quartier Durable …
Wat zal de planning voor het Woningfonds en de BGHM
in deze zittingsperiode zijn ? Heeft de Regering jaarlijkse
of meerjarige doelstellingen vastgesteld ?
Quelle sera la planification, pour le Fonds du Logement
et la SLRB, au cours de cette législature ? Le gouvernement
a-t-il défini des objectifs annuels ou pluriannuels ?
Wat zijn de verwachtingen inzake woningproductie in
2015, aangezien het Woningfonds zich al zou beperken tot
het identificeren van sites ? Hoe staat het met de doelstelling van 15 % sociale woningen in elke gemeente ?
Quelles sont les attentes en termes de production de
logements en 2015, dès lors que le Fonds du Logement se
limiterait déjà, quant à lui, à de l’identification de sites ?
Qu’en est-il des objectifs de 15 % de logements à finalité
sociale dans chaque commune ?
Kortom, hoe is de Minister van plan om niet te hervallen
in het scenario van het Huisvestingsplan dat op 10 jaar tijd
slechts tot 1.500 nieuwe woningen heeft geleid in plaats
van de 5.000 die in 2004 waren vooropgesteld ?
En bref, comment la ministre compte-t-elle ne pas retomber dans le scénario du Plan logement qui n’a permis,
en 10 ans, que la construction de 1.500 logements sur les
5.000 prévus en 2004 ?
Onder de prioriteiten van de oriënteringsnota staat de
invoering, op termijn, van een algemene huurtoelage, die
echter niet vóór 2016 zal worden ingevoerd. Het gaat nog
maar om een intentieverklaring. De begrotingsaanpassing
2014 maakt gewag van een onderbenutting van de middelen die oorspronkelijk waren toegewezen aan de huurtoe-
Parmi les priorités de la note d’orientation politique
figure, à terme, l’instauration d’une allocation-loyer généralisée, qui ne verra cependant pas le jour avant 2016. Il
ne s’agit encore que d’une déclaration d’intention. L’ajustement au budget 2014 fait état d’une sous-utilisation
des moyens originellement affectés à l’allocation-loyer
A-50/3 – 2014/2015
— 15 —
A-50/3 – 2014/2015
lage (625.000 euro van de 2.000.000 euro), beperkte middelen die opnieuw ingeschreven worden op de begroting
2015.
(625.000 euros sur 2.000.000 euros), moyens réduits qui se
voient prolongés au budget 2015.
Wat betreft het proefproject dat de voorganger van de
Minister heeft opgezet, hoeveel gezinnen hebben een huurtoelage gekregen ? Hoe verliep het proefproject dat de Regering in 2015 in alle rust wenst te analyseren ? Is de Minister van plan de VIHT-regeling (herhuisvestingstoelage),
die eveneens geperfectioneerd moet worden, te betrekken
bij de evaluatie van de huurtoelage ?
Quant au projet-pilote mis en place par le prédécesseur
de la ministre, combien de ménages ont-ils pu bénéficier
d’une allocation-loyer ? Comment s’est ainsi déroulé le
projet-pilote que souhaite prendre le temps d’analyser, en
2015, le gouvernement ? La ministre prévoit-elle d’inclure
à cette évaluation de l’allocation-loyer le mécanisme des
ADIL (allocation de relogement) qui connaissent également un besoin de perfectionnement ?
Hoe staat het met het opstellen van de huurroosters
waarmee de voorganger van de Minister is begonnen ?
Qu’en est-il de l’établissement des grilles de loyer amorcé par le prédécesseur de la ministre ?
Zullen de gezinnen die in 2014 een huurtoelage hebben
gekregen, die toelage blijven krijgen in 2015, aangezien
men aangekondigd heeft dat het proefproject op zijn einde
loopt ?
Les ménages ayant perçu une allocation-loyer en 2014
continueront-ils à percevoir celle-ci en 2015 dès lors qu’on
a annoncé que l’expérience-pilote toucherait à son terme ?
Hoeveel gezinnen wenst de Regering met de huurtoelage te ondersteunen ?
Quelle est l’ambition du Gouvernement en termes de
nombre de ménages qu’il souhaite soutenir par le mécanisme de l’allocation-loyer ?
In het kader van de rationalisering van de sector van de
sociale huisvesting (OVM’s) waarin het intraBrussels deel
van de zesde staatshervorming en de ordonnantie die daartoe werd aangenomen in het kader van de Huisvestingscode, voorzien, welke middelen worden op de begroting
2015 uitgetrokken om dat proces voort te zetten, wat onder
de middelen voor de ondersteuning van de OVM’s op het
vlak van studies en expertises betreft ? Welke schaalvoordelen worden onder leiding van de BGHM verwacht van
de rationalisering van de sector en van de centralisering
van bepaalde taken ? Zullen die besparingen een impact
hebben op de begroting 2015 ? Worden er bijzondere middelen uitgetrokken voor de toepassing van de ordonnantie
betreffende de verontreinigde bodems en de daaruit voortvloeiende kosten in de marge van vermogensoverdrachten
tussen de OVM’s ? Zijn er in het kader van bepaalde onderdelen kosten voor studies ten gevolge van de rationalisering vastgelegd of zal dat het geval zijn ? Wordt er een
stabilisatie van de DMBSH-regeling overwogen ? Zullen er
maatregelen moeten worden getroffen wat bijvoorbeeld de
samenvoeging of splitsing van wachtlijsten of lijsten van
mutatieaanvragen betreft ?
Dans le cadre du processus de rationalisation du secteur
du logement social (SISP) prévue par le volet intra-bruxellois de la 6e Réforme de l’Etat et de l’ordonnance votée à
cet effet dans le cadre du Code du Logement, quels sont
les moyens dégagés au budget 2015 afin de poursuivre ce
processus, et notamment quant à ceux alloués à l’appui des
SISP en termes d’études et d’expertises ? Qu’en est-il, sous
l’égide de la SLRB, des économies d’échelle attendues à la
suite de la rationalisation du secteur et de la centralisation
de certaines tâches ? Ces économies se feront-elles déjà
ressentir au budget 2015 ? Des moyens particuliers ont-ils
été prévus pour les cas de mise en œuvre de l’ordonnance
relative aux sols pollués et aux frais qui en découlent en
marge de transferts de patrimoine entre SISP ? Des frais
d’études consécutifs au processus de rationalisation ont-ils
ou devront-ils être engagés dans le cadre de certains volets
particuliers ? Ainsi, un équilibrage du dispositif SASLS
est-il envisagé ? Des dispositions devront-elles être adoptées en termes de fusion ou de scission de listes d’attente ou
de listes de demandes de mutation, par exemple ?
Kan de Minister, nog steeds in verband met de OVM’s,
preciseren hoever het staat met de aankondiging van een
herziening van de berekeningswijze van de huurprijzen ?
Binnen de BGHM zouden tien scenario’s worden bestudeerd. Verwacht men een budgettaire impact op de Gewestelijke Solidariteitsbijdrage (GSB), die daar nauw aan
verbonden is ?
Enfin, dans le domaine des SISP toujours, la ministre
peut-elle préciser où en est l’annonce d’une révision du
mode de calcul des loyers ? Dix scénarii étaient à l’étude
au sein de la SLRB. Envisage-t-on un impact budgétaire
sur l’Allocation régionale de solidarité (ARS) qui y est
étroitement lié ?
De Regering heeft de invoering van een SVK voor studenten (SVKS) aangekondigd in het kader van een « Plan
voor studentenkamers », dat ertoe strekt het aantal studen-
Le gouvernement a annoncé la création d’une AIS étudiante (AISE) dans le cadre d’un « Plan logement étudiants » visant à étendre le nombre de logements étudiants
A-50/3 – 2014/2015
— 16 —
A-50/3 – 2014/2015
tenkamers in het Brussels Gewest te verhogen. Dat voorstel werd eveneens gedaan door de MR tijdens de laatste
verkiezingscampagne. Zal de verhoging van de globale
begroting voor de OVM’s met 2,3 miljoen euro uitsluitend
dienen voor die nieuwe vorm van sociaal verhuurkantoor ?
Wat zullen de opdrachten van die SVKS zijn ? Wat zullen
zijn precieze doelstellingen zijn ? Hoe wordt het voornemen om de sector van de SVK’s te promoten en het aantal
privéwoningen die ze in beheer nemen, vertaald in de begroting, afgezien van de begrotingsstijging ?
en Région bruxelloise, une proposition également formulée
par le MR lors de la dernière campagne électorale. L’augmentation du budget global AIS de 2,3 millions d’euros
servira-elle uniquement à cette nouvelle forme d’Agence
Immobilière Sociale ? Quelles seraient les missions de cette
AISE ? Quels en seront les objectifs précis ? Outre cette
hausse budgétaire, comment ce budget traduit-il la volonté
annoncée de promouvoir le secteur des AIS et d’augmenter
le nombre de logements privés placés en gestion de cellesci ?
Wat de studentenkamers betreft, welk beleid zal ter ondersteuning van die begroting worden gevoerd om het aanbod en de kwaliteit ervan te verbeteren ? Werkt de Regering aan een label « studentenkamer » zoals al overwogen
werd ? Werkt ze aan specifieke normen ? Kan men ervan
uitgaan dat ze soepeler zullen zijn dan de normen voor een
traditionele woning ? Welke hervormingen van de GewSV
worden overwogen om de eigenaars ertoe aan te zetten studentenkamers tot stand te brengen ?
En matière de logement étudiant, quelle politique sera
menée, en appui de ce budget, en termes d’amélioration de
l’offre et de la qualité de ces logements ? Le gouvernement
travaille-t-il à un label « logement étudiant » tel que déjà
envisagé ? Travaille-t-il à une réglementation particulière
quant aux normes ? Peut-on préjuger celles-ci plus souples
que le logement traditionnel, auxquelles devraient répondre
les kots étudiants ? Quelles sont les réformes au RRU envisagées afin d’inciter les propriétaires à développer des
logements étudiants ?
Wat de bevordering van het recht op eigendom betreft,
stelt de MR het voluntarisme van de Regering vast. Ze zal
zeer aandachtig zijn voor de fiscale stimuli die de Regering
aankondigt. Wat de werking van het Woningfonds betreft,
kondigt de Minister, zoals in de gewestelijke beleidsverklaring, aan dat de criteria met betrekking tot de personen die
steun kunnen krijgen en met betrekking tot de waarde van
de goederen waarvan de aankoop zou worden ondersteund,
zullen worden verruimd. Tot slot zou het aantal steundossiers in 2015 verhoogd worden tot 1.400. Kan de Minister in dat verband informatie verstrekken over de dossiers
die in 2014 gesteund werden ? Waren de middelen op de
gewestbegroting 2014 toereikend om de doelstelling van
1.100 leningen te halen ? Zal de consolidatie van het Woningfonds met de gewestbegroting een impact hebben op
het tot nu toe gevoerde beleid ?
En termes de promotion du droit de propriété, Le MR
note le volontarisme du gouvernement et sera très attentif
au volet incitatif fiscal qu’il annonce. Quant à l’action du
Fonds du Logement, la ministre annonce, comme dans la
Déclaration de politique régionale, une étendue des critères
d’éligibilité quant aux personnes pouvant être soutenues et
quant à la valeur des biens dont l’acquisition serait soutenue. Enfin, le nombre d’aides serait porté à 1.400 en 2015.
A ce sujet, la ministre peut-elle donner des renseignements
sur les dossiers soutenus en 2014 ? Les moyens affectés
au budget régional 2014 ont-ils ainsi été suffisants pour
rencontrer l’objectif des 1.100 prêts ? La consolidation du
Fonds du Logement au budget régional aura-t-il un impact
sur la politique menée jusqu’à ce jour ?
Zal de Regering haar veto handhaven tegen elk lokaal
beleid, onder meer in het kader van de grondregieën, dat
erop gericht is de toegang tot eigendom te bevorderen ? Het
gaat om een oude strijd van de spreker : de gemeentelijke
grondregieën investeren soms in wijken waar de privésector niet wenst te investeren. In zoverre er een grendel in de
wetgeving is, die de gemeentelijke regieën verbiedt om hun
gronden te verkopen, worden ze dan vastgoedmakelaars
die moeten verhuren, opnieuw verhuren, onderhouden enz.
Dat is hun taak niet. De spreker had destijds voorgesteld
om de wetgeving zo te wijzigen dat de regieën hun gronden
kunnen verkopen en de opbrengst van de verkoop verplicht
moeten bestemmen voor andere vastgoedinvesteringen. Hij
had zelfs gedacht aan een gezamenlijke rekening tussen het
Gewest en de betrokken regie, opdat het geld niet voor iets
anders zou kunnen worden gebruikt. Dat zou veel tijdswinst
opleveren, want men zou onmiddellijk kunnen beschikken over het geld voor een nieuwe vastgoedverrichting.
Le gouvernement va-t-il maintenir son véto à toute politique locale, dans le cadre des régies foncières notamment,
en vue de promouvoir l’accès à la propriété ? Il s’agit d’un
vieux combat mené par l’intervenant : les régies foncières
communales investissent parfois dans des quartiers où le
privé ne souhaite pas s’investir. Mais dans la mesure où il y
a un verrou dans la législation, qui empêche les régies communales de revendre leur patrimoine, celles-ci deviennent
alors des agents immobiliers, qui doivent procéder à de la
location, de la relocation, des entretiens, etc., ce qui n’est
pas leur tâche. L’intervenant avait à l’époque proposé de
modifier la législation en permettant aux régies de revendre
leur patrimoine en réaffectant obligatoirement le produit de
leur vente dans d’autres opérations de réinvestissement immobilières. Il a même été imaginé un compte joint entre la
Région et la régie concernée, afin que cet argent ne puisse
pas servir à autre chose. Mais cela ferait gagner beaucoup
de temps, car on aurait tout de suite l’argent disponible
pour une nouvelle opération immobilière.
A-50/3 – 2014/2015
— 17 —
A-50/3 – 2014/2015
Tot slot stelt de MR de volgende vragen over bepaalde
specifieke punten : wat zal in 2015 de plaats zijn van het
intergenerationeel wonen in de huisvestingsprojecten die
door het Gewest worden opgezet ? Hoe staat het voorts met
de steun aan het beleid om leegstaande woningen boven
winkels en zelfs leegstaande woningen, omdat de eigenaar
niet voldoende middelen heeft om ze op de huurmarkt te
brengen, te renoveren ? Het gaat hier wel om een stimulerende en niet om een bestraffende regeling.
Enfin, sur quelques points particuliers, le MR pose les
interrogations suivantes : quelle sera, en 2015, la place du
logement intergénérationnel dans les projets de logements
initiés par la Région ? Qu’en est-il également du soutien
aux politiques visant à transformer les logements vides
au-dessus des commerces, voire des logements inoccupés
faute dans le chef du propriétaire d’avoir les ressources suffisantes à sa mise sur le marché locatif ? On parle bien ici
d’un mécanisme incitatif et non sanctionnel.
De heer Hervé Doyen dankt de minister voor de – beknopte en duidelijke – uiteenzetting van de begroting. Wat
de vorm betreft, heeft de Minister terecht benadrukt dat het
niet makkelijk is om de begroting te lezen. De BA’s zijn
immers geheel of gedeeltelijk geschrapt en/of verplaatst.
Nieuwe BA’s nemen slechts een deel van de vorige BA’s
over, maar dat stelt men pas enkele bladzijden verder vast.
Al die kleine subtiele budgettaire ingrepen maken het niet
makkelijk om de begroting en de innovaties die worden opgelegd door de Europese boekhoudkundige normen ESR
2010 te begrijpen. De spreker stelt evenwel twee vragen :
zal dat even moeilijk zijn in de toekomst of mogen we een
« vereenvoudigde » begroting 2016 verwachten ?
M. Hervé Doyen remercie la ministre pour l’exposé –
concis et clair – de son budget. Sur la forme, la ministre a
souligné, à raison, que la lecture de celui-ci n’est pas facile.
En effet, les AB supprimées, en tout ou en partie, et/ou déplacées. De nouvelles reprennent en partie seulement des
anciennes mais on ne les découvre que quelques pages plus
loin. Toutes ces petites subtilités budgétaires ne facilitent
pas la compréhension générale du budget et des nouveautés imposées par les normes comptables européennes SEC
2010. L’orateur se pose néanmoins deux questions : en sera-t-il encore de même à l’avenir ou pouvons-nous espérer
un budget 2016 plus « simplifié » ? Qui est responsable de
l’aménagement des différentes allocations dans les papiers
que nous avons consulté ?
Wat de inhoud betreft, maakt de spreker eerst een algemene opmerking die weliswaar vooral over het sociale
huisvestingsbeleid gaat, maar ook over de begroting in haar
geheel. Hij zal vervolgens de 5 prioriteiten die de Minister
heeft gesteld, één voor één overlopen.
Ensuite, sur le fond, l’orateur fera d’abord une remarque
générale visant surtout la politique du logement social
certes, mais globale à l’ensemble de son budget. Il reprendra ensuite dans l’ordre les 5 priorités que la ministre a
énoncées.
Het eerste punt dat de spreker benadrukt, is de verandering in de continuïteit. Enerzijds neemt de Minister de
verantwoordelijkheid voor de ambitieuze huisvestingsplannen van het verleden volledig op zich – het oudste plan
is nog steeds niet uitgevoerd en dat van haar voorganger
moet nog uitgevoerd worden. Anderzijds doet de Minister dat in een zeer strenge begrotingscontext, die wegens
de Europese boekhoudkundige normen strikter gecontroleerd wordt en waarin er minder marges zijn dan die van
haar voorgangers. De financiering van bijna 80 % van de
woningen van de Alliantie Woonomgeving (te weten de
5.000 woningen die door de BGHM en het Woningfonds
moeten worden gebouwd), die voortaan binnen de consolidatieperimeter valt, is een uitdaging van formaat die de
creativiteit van de Minister en de solidariteit binnen de Regering op de proef zal stellen. In het verleden diende het
Gewest dat plan met ongeveer 600 miljoen euro steunen,
maar de overige 600 miljoen euro die door de BGHM of het
Woningfonds kon worden ontleend, had geen rechtstreekse
band met de gewestelijke financiën. Vandaag is de situatie
echter anders. Welke oplossingen overweegt de Regering
om die uitdaging aan te nemen ? Het spreekt voor zich dat
de huisvestingsuitdaging in Brussel een gewestelijke prioriteit van het hoogste belang is, die bijvoorbeeld ook zou
kunnen worden aangenomen via een aangekondigde ambitieuze fiscale hervorming.
La première chose que souligne l’orateur est le changement dans une certaine forme de continuité. D’une part,
la ministre assume entièrement la responsabilité des ambitieux plans Logement du passé – le plus ancien n’étant toujours pas entièrement réalisé, et celui de son prédécesseur
n’ayant pas encore vraiment débuté. D’autre part et surtout, la ministre les assume dans un contexte budgétaire incroyablement plus restreint, plus contrôlé, plus étriqué par
les normes comptables européennes que ceux qu’avaient
à connaître ses prédécesseurs. En effet, le financement
de près de 80 % des constructions de l’Alliance Habitat
(à savoir les 5.000 logements à construire par la SLRB et
le Fonds du Logement), désormais dans le périmètre de
consolidation, est un défi de taille qui mettra à l’épreuve
la créativité de la ministre ainsi que la solidarité gouvernementale. Si en effet par le passé, la Région avait à soutenir à hauteur d’environ 600 millions d’euros ce plan, les
600 millions d’euros autres pouvant être empruntés par la
SLRB ou le Fonds étaient sans lien direct avec les finances
régionales. Or, la situation a changé aujourd’hui. Quelles
sont les pistes que le gouvernement envisage pour relever
ce défi ? Il va de soi que le défi du Logement à Bruxelles est
une priorité régionale de tout premier ordre qui pourrait par
exemple également être assumée au travers d’une réforme
fiscale ambitieuse et annoncée.
A-50/3 – 2014/2015
— 18 —
A-50/3 – 2014/2015
De cdH steunt volop een ambitieus beleid inzake sociale huisvesting, maar steunt evenzeer, zo niet meer, de
initiatieven die gericht zijn op een gezond beheer van de
overheidsgelden in die sector. Daarom vraagt de spreker
om meer toelichtingen over de algemene reflectie die de
Minister overweegt, onder meer, over de middelen die zijn
vrijgemaakt om dat beleid te ondersteunen en overal over
de houdbaarheid ervan. Kan de Minister meer informatie
verstrekken over de pas opgerichte Coördinatieraad voor
Huisvesting, die trouwens een verheugend initiatief is ? Zal
deze raad belast worden met die analyse en de herevaluatie van de begrotingsmiddelen ? Hoe zal hij samengesteld
worden ? Wat zullen zijn opdrachten zijn ? Is de raad al aan
de slag ?
Par ailleurs, si le cdH soutient pleinement une politique
du logement social ambitieuse, il soutient tout autant si pas
plus les initiatives visant à permettre une saine gestion des
deniers publics dans ce secteur. C’est pourquoi l’intervenant aimerait avoir plus de renseignements sur la réflexion
globale que la ministre envisage, notamment, à propos des
moyens dégagés pour soutenir cette politique et surtout
quant à sa soutenabilité. Peut-on avoir davantage d’informations quant au Conseil de Coordination du Logement
nouvellement créé – initiative dont on se réjouit par ailleurs ? Sera-t-il chargé de ce travail d’analyse et de réévalution des moyens budgétaires ? Comment sera-il composé ?
Quelles seront ses missions ? Son travail a-t-il déjà débuté ?
Wat de projecten voor de renovatie van het sociale woningenbestand betreft, benadrukt de Minister dat er bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de projecten
die de toegankelijkheid van die woningen voor kwetsbare
doelgroepen, bijvoorbeeld personen met een handicap of
grote gezinnen, verbeteren. Dat strookt volledig met de humane visie van de cdH. Kan de Minister meer informatie
verstrekken over de nieuwe aspecten van dat beleid op het
vlak van renovatie ?
Quant aux projets de rénovation du parc immobilier social, la ministre souligne qu’une attention particulière sera
portée sur les projets améliorant l’accessibilité de ces logements aux publics fragilisés en prenant pour exemple les
personnes handicapées ou les familles nombreuses. Cela
cadre tout à fait avec la vision humaine que défend le cdH.
La ministre peut-elle donner davantage d’informations sur
la nouveauté de ces politiques en termes de rénovation ?
Vervolgens kaart de spreker de algemene huurtoelage
aan. Als fervent voorstander van dat initiatief, dat noodzakelijk en humaan is, gelet op de eindeloze wachtlijsten in
de sociale huisvesting, maakte hij zich eerst ietwat zorgen
over het feit dat de middelen die daarvoor in 2015 worden
bestemd, afnemen. Hij betreurt dus de traagheid waarmee
de voorganger van de Minister het proefproject heeft opgezet – dat, er zij benadrukt, pas echt van start ging in juni
2014, hoewel de doelgroep uiterst beperkt was en zelfs te
beperkt ten opzichte van het geringe aantal aanvragen die
uiteindelijk werden ingediend. Ook al is het normaal en logisch dat de resultaten van dat project geëvalueerd worden,
valt het te betreuren dat zulks pas over enkele maanden
zal gebeuren. Er valt zelfs te vrezen dat die termijn, ook
al is hij logisch, in slechte aarde valt bij de bevolking. De
cdH zal bijgevolg de initiatieven steunen die ertoe strekken die toelage aan een ruimere doelgroep toe te kennen.
Men wacht met ongeduld op de conclusies van die studie
en men zal aandachtig zijn voor de follow‑up – onder meer
het opstellen van een referentierooster van de huurprijzen.
De begroting voor die toelage moet in het kader van de
begroting 2016 aanzienlijk verhoogd worden.
Venons-en maintenant à l’allocation-loyer généralisée.
En tant que fervent supporter de cette initiative, nécessaire et humaine dans le contexte d’urgence des interminables files d’attente du logement social, l’intervenant s’est
d’abord un peu inquiété de voir les moyens y étant affectés
en 2015 diminuer. Il regrette donc la lenteur avec laquelle
le prédécesseur de la ministre a mis sur pied l’expériencepilote – qui, il faut le souligner, n’a réellement débuté qu’en
juin 2014 alors même que le public-cible était extrêmement
limité – trop même au regard du peu de demandes finalement introduites. Même s’il est normal et logique que les
résultats de cette expérience soient évalués, il est regrettable qu’ils ne le soient que dans quelques mois. Il est à
craindre que même si ce délai est logique, il soit mal perçu
par la population. Le cdH soutiendra donc les initiatives
visant à concrétiser et à octroyer cette allocation à un public plus large. On attend avec impatience les résultats des
conclusions de cette étude et on sera attentif à la suite –
notamment sur la question de l’élaboration d’une grille de
référence des loyers. Il faudra bien que le budget afférent à
cette allocation soit dans le cadre du budget 2016 considérablement augmenté.
De heer Hervé Doyen is er daarentegen veel enthousiaster over dat het vraagstuk van de studentenkamers in
Brussel eindelijk wordt aangepakt. Hij stuurt allang aan op
de oprichting van een SVK voor studenten. Het verheugt
hem ten zeerste dat dit initiatief eindelijk wordt opgenomen onder de prioriteiten van het actieplan van de Minister. Anderzijds vindt de spreker het ook goed dat de sector
van de SVK’s in zijn geheel wordt ondersteund. De steeds
positieve resultaten van dat actiemiddel hebben hem altijd
overtuigd. Aangezien dat onderwerp zeer interessant is,
stelt hij er enkele vragen over. Welk deel van de voor de
M. Hervé Doyen se dit par contre nettement plus enthousiaste de voir enfin pris à bras le corps la problématique
du logement des étudiants à Bruxelles. Il appelait de ses
vœux depuis longtemps la création d’une AIS dédiée aux
étudiants. Voir cette initiative finalement inscrite dans les
lignes prioritaires du plan d’action de la ministre le réjouit
particulièrement. D’autre part, l’intervenant adhère également au fait que le secteur des AIS soit soutenu dans son
ensemble. Les résultats constamment positifs de ce moyen
d’action nous ont toujours convaincu. Cette thématique
étant particulièrement intéressante, l’orateur pose quelques
A-50/3 – 2014/2015
— 19 —
A-50/3 – 2014/2015
SVK’s bestemde begroting zal worden gebruikt voor de
oprichting van die « SVK voor studenten » ? Wat is het
aandeel van de versterkte algemene steun aan de sector van
de SVK’s ? Kan de Minister, tot slot, al enkele toelichtingen verstrekken over de hervormingen van de GewSV die
in samenwerking met de Minister-President worden overwogen ? In welke fase bevinden ze zich ? Het gaat om een
efficiënt en goedkoop actiemiddel in het kader van de studentenkamers.
questions à ce sujet. Quelle est la part du budget consacré
aux AIS qui sera dévolue à la création de cette « AIS étudiante » et quelle est la part de soutien général renforcé
au secteur des AIS ? Enfin, la ministre peut-elle déjà nous
éclairer sur les réformes du RRU envisagées en collaboration avec le Ministre-Président ? A quel stade sont-elles ? Il
s’agit d’un moyen d’action efficace et à moindre coût dans
le cadre du logement étudiant.
Wat de steun voor eigendomsverwerving betreft, is de
spreker ingenomen met de ondernomen initiatieven en
met de toenemende steun die de Minister verleent aan het
Woningfonds, dat een essentiële en eerstelijnsactor op dat
vlak is. Afgezien van de verschillende standpunten over de
beoordeling van wie de « middenklassen » of de « middeninkomens » zijn, is het een opluchting dat de voorziening
voor uitzonderlijke leningen aan het Woningfonds ten belope van 125 miljoen euro voor het derde opeenvolgende jaar
wordt behouden. Het gaat om een geruststellend signaal dat
de ontleningscapaciteit van het Woningfonds en dus indirect zijn beleid tot bevordering van eigendomsverwerving
ondersteund worden. Het verheugt de spreker dat de gewestelijke waarborg fors opgetrokken wordt, die voortaan
in totaal 295 miljoen euro voor de leningen van het Woningfonds bedraagt. Die aanzienlijke verhoging met bijna
55 miljoen euro dient immers onderstreept te worden. Het
gaat om directere ondersteuning van de ontleningscapaciteit van het Woningfonds. Voorts lijkt de doelstelling van
minstens 1.400 leningen per jaar haalbaar en de jaarlijkse
toename bevestigt onze indruk dat het doelgerichte beleid
versterkt wordt, want het is efficiënt. Aangezien de cdH het
belangrijk vindt dat de exodus van de middenklassen uit
Brussel een halt wordt toegeroepen via eigendomsverwerving, vraagt de spreker om meer uitleg over de visie van de
Minister op die kwestie.
En termes de soutien à l’accès à la propriété, l’orateur
salue les initiatives entreprises et le soutien grandissant que
la ministre accorde au Fonds du Logement – acteur essentiel et de premier plan dans cette thématique. Au-delà des
divergences de vue qui peuvent exister quant à l’appréciation de ce que représentent les « classes moyennes » ou les
« revenus moyens », on est soulagé de voir maintenue pour
la 3ème année consécutive la provision pour prêt exceptionnel au Fonds à hauteur de 125 millions d’euros. Il s’agit
d’un signal rassurant de soutien de la capacité d’emprunt
du Fonds et donc indirectement de sa politique d’accès à
la propriété. L’orateur se réjouit de voir carrément renforcée la garantie régionale, désormais d’un montant total de
295 millions d’euros, pour les prêts du Fonds. Cette augmentation conséquente de près de 55 millions d’euros est
tout de même à souligner. Il s’agit d’un outil plus direct
de soutien à la capacité d’emprunt du Fonds. Par ailleurs,
l’objectif d’au moins 1.400 prêts par an semble atteignable
et son augmentation annuelle nous conforte dans l’impression du renforcement de politiques ciblées car efficaces. Au
regard de l’importance qu’accorde le cdH au frein à mettre
à l’exode des classes moyennes en dehors de Bruxelles
via l’accès à la propriété, l’orateur souhaiterait entendre
davantage d’explications sur la vision de la ministre sur cet
aspect.
Tot slot wordt de fiscale hervorming opnieuw genoemd
als een actiemiddel bij uitstek om eigendomsverwerving te
ondersteunen. Kan de Minister de commissie al enige toelichtingen geven over de beleidskeuzes van de Regering,
bijvoorbeeld inzake woonbonus of registratierechten bijvoorbeeld, tenzij dat echt nog te voorbarig is ?
Enfin, la réforme fiscale est mentionnée à nouveau
comme un outil d’action de premier plan en matière de
soutien d’accès à la propriété. La ministre peut-elle déjà
sur ce dernier point éclairer quelque peu la commission sur
les orientations du gouvernement – en matière de bonus-logement ou de droits d’enregistrement par exemple, à moins
que cela ne soit vraiment prématuré ?
Van de diverse initiatieven die de Minister aan het eind
van haar uiteenzetting heeft vermeld, is er tot slot één dat
de aandacht van de spreker heeft getrokken, namelijk de
strijd tegen leegstaande woningen. Enkele maanden geleden heeft de cdH de voorganger van de Minister daarover
geïnterpelleerd. Is het mogelijk om details te krijgen over
de overwogen aanwending van de begroting voor « innoverende projecten » ? De kwestie van de herhuisvesting
is eveneens zeer interessant en de projecten van het type
« Housing First » lijken daar helemaal voor aangewezen.
Welke verbanden zullen er bijgevolg gelegd worden tussen huisvesting waarvoor de Minister bevoegd is, en maatschappelijke actie waarvoor ze eveneens verantwoordelijk
Enfin, parmi les initiatives diverses que cite la ministre
à la fin de son énoncé, une a plus particulièrement retenu
l’attention de l’intervenant – à savoir celle relative à la
lutte contre les logements vides. Il y a quelques mois, le
cdH interpellait le prédécesseur de la ministre à ce propos.
Est-il possible de détailler l’utilisation envisagée du budget
évoqué de « projets innovants » ? La question du relogement est également fort intéressante, et les projets du type
« Housing First » semblent tout désignés pour y remédier.
Dès lors, quels seront les liens créés en tant que Ministre du
Logement mais également responsable de l’action sociale ?
Par ailleurs, l’orateur salue tout particulièrement l’augmentation des moyens affectés à la Direction de l’Inspection
A-50/3 – 2014/2015
— 20 —
A-50/3 – 2014/2015
is ? Voorts is de spreker bijzonder tevreden over de verhoging van de middelen voor de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie, een uiterst belangrijke actor in de strijd
tegen leegstaande en ongezonde woningen.
Régionale du Logement, acteur de tout premier plan dans
la lutte contre les logements vides et insalubres.
De heer Alain Maron vindt het zeer positief dat het
huisvestingsbeleid van de voorganger van de Minister niet
wordt tenietgedaan. De verworvenheden van de laatste jaren zijn behouden. Sinds verschillende jaren doet de Regering een beroep op een groot aantal actoren en vermeerdert
ze het aantal initiatieven : men is van plan de SVK’s te versterken, het Woningfonds zal meer doelstellingen toegewezen krijgen, de Alliantie Woonomgeving wordt behouden
en men blijft openbare woningen produceren met nieuwe
begrotingsinitiatieven. De publiek-private partnerschappen mogen niet enkel de privésector ten goede komen. De
volksvertegenwoordiger is echter minder tevreden over de
ambitieuze doelstellingen voor de renovatie van de sociale
woningen. Op dat vlak is er een enorme achterstand, die
gelukkig geleidelijk wordt weggewerkt. De Ecolo-fractie
heeft er problemen mee dat deze begroting op de « middenklasse » gericht is. Iedereen moet natuurlijk geholpen
worden, maar het zijn vooral de armsten die daar behoefte aan hebben. In dat verband verbaast het Ecolo dat het
grensbedrag van de inkomens verhoogd wordt, terwijl ze
de door het BISA opgestelde definitie van middenklasse
ruimschoots overschrijden, zoals gezegd werd tijdens een
interpellatie in de commissie.
M. Alain Maron juge très positif que la politique du
logement du prédécesseur de la ministre n’ait pas été détricotée. Les acquis des années précédentes ont été préservés.
Depuis plusieurs années, le gouvernement fait appel à de
nombreux acteurs et multiplie les initiatives : on compte
renforcer les AIS, on va doter le Fonds du Logement de
davantage d’objectifs, on voit que l’Alliance Habitat est
maintenue, et on continue à créer du logement public en
prenant de nouvelles initiatives budgétaires. Par contre,
au niveau des partenariats public-privé, il ne faudrait pas
que ça ne soit gagnant que pour le secteur privé. Le député
se dit néanmoins satisfait des objectifs ambitieux pour la
rénovation des logements sociaux. Un énorme retard a été
pris à cet égard, et il est heureux qu’il se résorbe progressivement. Ce qui pose question au groupe Ecolo, c’est que
ce budget a une orientation « classe moyenne ». Certes, il
faut aider tout le monde, mais c’est surtout les plus démunis qui en ont besoin. A cet égard, Ecolo est étonné de voir
l’augmentation des plafonds de revenus, alors que ceux-ci
dépassent de loin, et cela a déjà été dit lors d’une interpellation en commission, la définition de classe moyenne établie
par l’IBSA.
Wat de woonbonus betreft, zijn de bedragen noch als
ontvangsten noch als uitgaven ingeschreven op de begroting. Men kan zich inbeelden dat ze ingeschreven zijn als
ontvangsten bij de middelen die van de federale overheid
overgedragen worden, maar zouden ze in dat geval al verrekend zijn ? Het verschil noch het bedrag wordt op deze
begroting onderscheiden. De spreker vraagt wat de woonbonus vertegenwoordigt aan ontvangsten en uitgaven op de
begroting 2015. De woonbonus moet noodzakelijkerwijze
geïntegreerd worden in het huisvestingsbeleid. Dat is niet
alleen een fiscaal beleid, maar ook een beleid dat de verwerving van eigendom bevordert. Er werd aangekondigd
dat het Gewest de woonbonus niet zou wijzigen, terwijl
hij als het ware automatisch almaar meer zal kosten, want
het verschil zal enkel toenemen. De woonbonus komt voor
50 % ten goede aan 20 % van de grootste inkomens. Wordt
die fiscale uitgave doordacht gedaan ?
En ce qui concerne la question du bonus-logement, les
montants ne figurent pas dans le budget, ni en recettes, ni en
dépenses. On peut imaginer que cela se retrouve en recettes
dans les moyens transférés du Fédéral, mais dans ce cas,
serait-il inclus déjà soldé ? On ne distingue pas le différentiel ni le montant à l’intérieur de ce budget. L’orateur voudrait savoir ce qu’il représente, en recettes et dépenses, en
2015 au niveau du budget. Le bonus-logement doit nécessairement être intégré à la politique du logement. Ce n’est
pas seulement une politique fiscale, mais cela représente
réellement une politique d’acquisition de la propriété. Il a
été annoncé que la Région ne toucherait pas au bonus-logement, alors que, d’une manière quasi mécanique, celuici va coûter de plus en plus cher, car le différentiel entre
l’ancien et le nouveau système ne va faire que s’accroître.
Et ce bonus-logement profite pour 50 % aux 20 % des plus
gros revenus. Cette dépense fiscale est-elle donc utilisée à
bon escient ?
De spreker betreurt dat er geen sprake meer is van marktregulering via de huurprijzenroosters. De voorganger van
de Minister had dat niet gedaan, want het Gewest was daar
niet bevoegd voor. Nu wel. Men heeft getracht om de hefboom van de onroerende voorheffing te activeren, maar dat
bleek niet te werken, omdat er averechtse gevolgen voor
de gemeenten konden zijn. Vandaag beschikt men evenwel
over indicatieve huurprijzenroosters. Wat is de Minister
van plan daarmee te doen ? De volksvertegenwoordiger
vindt dat die roosters openbaar moeten worden gemaakt,
want dat zal de huurprijzen doen dalen in plaats van stijgen.
L’orateur déplore que la régulation du marché, via les
grilles de loyer, soit passée à la trappe. Le prédécesseur de
la ministre ne l’avait pas fait, car la Région n’était pas compétente. Maintenant, elle l’est. On a bien essayé d’activer le
levier du précompte immobilier, mais cela est resté inopérant car il y avait potentiellement des effets pervers sur les
communes. Mais on dispose aujourd’hui des grilles indicatives de loyers. Que compte en faire la ministre ? Le député
estime qu’il faut rendre ces grilles publiques, car cela aura
tendance à tirer les loyers vers le bas plutôt que vers le haut.
A-50/3 – 2014/2015
— 21 —
A-50/3 – 2014/2015
Hoe zit het met de woningen van de gemeenten die door
het Gewest gesubsidieerd worden, en met de toepassing
van de Huisvestingscode ? Er bestaat een typologie die de
sociale, de bescheiden en de middelgrote woningen onderscheidt. De BGHM zal in het kader van de Alliantie Woonomgeving sociale en middelgrote woningen te huur stellen,
maar waarom geen bescheiden woningen ? Het verheugt
de spreker dat het Woningfonds in het segment van de bescheiden koopwoningen blijft.
Qu’en est-il des logements communaux subventionnés
par la Région et la mise en œuvre du Code du Logement ?
Il y a une typologie qui distingue les logements sociaux,
modérés et moyens. La SLRB va, dans le cadre de l’Alliance Habitat, mettre en location du logement social et
moyen, mais pourquoi pas du logement modéré ? L’orateur
se réjouit que du côté du Fonds du Logement, on reste sur
de l’acquisitif modéré.
Het bouwen van woningen is een echt probleem, zoals
de heer De Wolf benadrukte. Dat komt niet door het gebrek
aan financiële middelen, maar door het feit dat de gemeenten niet konden worden overtuigd, terreinen niet konden
worden gevonden en vergunningen niet verkregen. Op dat
gebied is nog vooruitgang nodig en de spreker looft het oprichten van de Coördinatieraad voor Huisvesting, aangezien één van de doelstellingen ervan zal zijn iedereen rond
de tafel te brengen inzake huisvestingsprojecten. Hoe staat
het daar precies mee ? Welk verband zal worden gelegd met
de overkoepelende instantie ? Is het de Coördinatieraad of
de overkoepelende instantie die het prospectiewerk zal uitvoeren ? Is het binnen de Coördinatieraad dat het dossier
van de Witte Vrouwen bijvoorbeeld eindelijk gedeblokkeerd zal worden ? In dat project moet een dichtheidsgraad
gevonden worden die aanvaardbaar is voor de buurt, maar
ook beantwoordt aan de doelstellingen die werden vooropgesteld inzake het tot stand brengen van woningen.
Sur la construction de logements, comme l’a souligné
M. De Wolf, c’est le monstre du loch Ness. Ce n’est pas
faute de moyens financiers, mais d’avoir pu convaincre
les communes, trouver des terrains, faire passer les permis, etc. Il faut continuer à avancer dans ce domaine. A
cet égard, l’intervenant salue l’avènement du Conseil de
Coordination du Logement, puisque l’un de ses objectifs
sera de mettre tout le monde autour de la table pour les
projets de logements. Qu’en est-il exactement ? Quel est
le lien qui sera fait avec l’assemblier ? Est-ce le Conseil de
coordination ou l’assemblier qui va réaliser le travail prospectif ? Est-ce au sein de ce Conseil de coordination que
l’on va enfin débloquer le dossier des Dames Blanches, par
exemple ? Il faudra dans ce projet un degré de densité qui
soit acceptable pour le voisinage, mais qui soit aussi pertinent par rapport aux objectifs que l’on se donne en matière
de création de logements.
Wat met de 15 % woningen voor sociale doeleinden die
moesten tot stand gebracht worden in elke gemeente ? Er
was sprake van het opstellen van contracten met de gemeenten, met financiële aanmoediging. Dat lijkt verdwenen te zijn uit de begroting : wat is daarmee gebeurd ?
Qu’en est-il des fameux 15 % de logements à finalité
sociale qui devaient être créés dans chaque commune ?
Il avait été question de contractualiser cela avec les communes, avec un encouragement financier. Cela semble
avoir disparu du budget : qu’est-ce devenu ?
Hoe staat het met het dossier inzake de woningen boven
handelszaken ? Een studie werd verwezenlijkt en het bestuur had zelfs de opdracht gekregen voorstellen te doen ter
zake. Wat gebeurt daarmee ?
Concernant les logements au-dessus des commerces, où
en est-on dans ce dossier ? Une étude avait été réalisée,
et l’administration avait même reçu des instructions pour
faire des propositions à cet égard. Qu’en est-il ?
Een element om woningen voort te brengen waarover de
Minister niet heeft gesproken, zijn de stedenbouwkundige
lasten. Dat wordt nergens vermeld in de doelstellingen. In
het nieuwe besluit wordt voorzien in 15 % woningen met
een sociaal doeleinde voor de nieuwe projecten. Het is waar
dat ze al te makkelijk kunnen worden ontweken. Misschien
moest de evaluatie van dat besluit plaatsvinden. Tijdens de
vorige regeerperiode had Minister-President Vervoort bevestigd dat deze stedenbouwkundige lasten moesten dienen
om huisvesting met sociale doeleinden tot stand te brengen,
en niet om geld op te brengen voor de gemeenten. Hoe staat
het daar vandaag mee ?
Un élément dont la ministre n’a pas parlé, pour générer du logement, ce sont les charges d’urbanisme. Ce n’est
indiqué nulle part en termes d’objectifs. Dans le nouvel
arrêté, il est prévu qu’il y ait dans les nouveaux projets
15 % de logements à finalité sociale. C’est vrai qu’il y a
des possibilités d’évitement trop facilement activables. Il y
aurait peut-être lieu d’évaluer cet arrêté. Lors du précédent
gouvernement, le ministre-président Vervoort avait affirmé
que ces charges d’urbanisme devaient servir à créer du logement à finalité sociale, et n’étaient pas faites pour rapporter de l’argent aux communes. Qu’en est-il aujourd’hui ?
Inzake de huurtoelage is er zeker een daling van de middelen op de aangepaste begroting en de initiële begroting
2015 voor het proefproject. Werd die maatregel al te voorzichtig berekend ? Hoeveel dossiers werden ingediend ?
Voor welk type bedragen ? Hoe werden de potentiële begunstigden verwittigd dat zij een aanvraag voor deze toe-
En ce qui concerne l’allocation-loyer, il y a certes une
diminution de moyens à l’ajusté et à l’initial 2015 sur le
projet-pilote. Est-ce que ce dispositif a été calculé de manière trop prudente ? Quel est le nombre de dossiers rentrés ? Pour quel type de montants ? Comment les bénéficiaires potentiels ont-ils été prévenus qu’ils pouvaient
A-50/3 – 2014/2015
— 22 —
A-50/3 – 2014/2015
lage konden indienen ? Het wekt verbazing dat zelfs voor
het proefproject wordt geëvalueerd, gestart wordt met een
veralgemeende huurtoelage. Eerst moet het nodige geld
gevonden worden, en dat zal veel meer zijn dan de twee
miljoen die voorzien waren in 2014.
introduire une demande pour cette allocation ? Il est étonnant qu’avant même d’avoir évalué le projet-pilote, on
se lance dans une allocation-loyer généralisée. Il faudra
d’abord trouver l’argent nécessaire, et ce sera bien plus que
les deux millions prévus en 2014.
De Minister onderbreekt het parlementslid en merkt op
dat het proefproject slechts van start gegaan is in juni 2014.
La ministre interrompt le parlementaire en lui faisant
observer que ce fameux projet-pilote n’a commencé qu’en
juin 2014.
De heer Alain Maron vraagt waar de Minister geld zal
vinden voor een veralgemeende huurtoelage ? Hij vestigt
de aandacht op het feit dat bij een te grote veralgemening
de eigenaars de eerste begunstigen zullen zijn. Een veralgemeende huurtoelage zonder omkadering van de huurprijzen
is heel riskant qua druk op een prijsstijging op de markt.
Wat de praktische modaliteiten betreft, herhaalt de volksvertegenwoordiger dat dit enorm administratief werk zal
vergen, met bedragen die de huurders of de verhuurders uiteindelijk zullen moeten terugbetalen. Het zal heel moeilijk
uitvoerbaar zijn. Waarom zou een eigenaar zijn huurprijs
verlagen om overeen te komen met de huurroosters, zodat
een huurder recht heeft op een huurtoelage ? Het beginsel en het begrip huurtoelage op zich is zeer omstreden.
De enige huurtoelage die werkelijk werkt, is het systeem
van de SVK’s, dat de veralgemeende huurtoelage in het gedrang dreigt te brengen.
M. Alain Maron demande où la ministre trouvera de
l’argent pour réaliser une allocation-loyer généralisée ? Il
attire l’attention sur le fait que si on la généralise de trop,
les premiers bénéficiaires en seront les propriétaires. Une
allocation-loyer généralisée sans encadrement des loyers,
c’est très risqué, en termes de pression à la hausse sur le
marché. Et quant aux modalités pratiques, le député répète
que cela demandera un travail administratif hallucinant,
avec des sommes que les locataires ou les bailleurs devront
rembourser in fine. Ce sera très difficile à mettre en œuvre.
Pourquoi un propriétaire diminuerait-il son loyer pour correspondre aux grilles de loyer, afin que son locataire ait
droit à une allocation-loyer ? Le principe et le concept en
soi de l’allocation-loyer est très bancal. La seule allocationloyer qui fonctionne réellement, c’est le système des AIS,
que l’allocation-loyer généralisée risque de mettre à mal.
Inzake het Woningfonds, merkt de volksvertegenwoordiger de wil om het aantal leningen te verhogen, maar ook
om de bovengrenzen op te trekken. In deze commissie werd
al gesproken over de schatkist van het Woningfonds, die de
Regering op een gegeven moment gebruikt heeft toen ze
begrotingsproblemen had. De financieringsmechanismen
van het Fonds werden dus enigszins gewijzigd : een investeringsdotatie werd gecreëerd en men is overgestapt van
een jaarlijkse begroting naar een vierjaarlijkse begroting.
Ondanks de aan het Woningfonds toegekende middelen
voor de Alliantie Woonomgeving, is deze « historische »
investeringsdotatie voor de rest zeer sterk gedaald qua vereffening. Waarom worden de vereffeningskredieten zodanig verlaagd ? Hoe gaat de Minister het Woningfonds in
staat stellen om zijn activiteiten te handhaven ? Het Fonds
leent immers geld voor 20 jaar en heeft nood aan zekerheid
op lange termijn. Men heeft de indruk dat het deze zekerheid op lange termijn gaat verliezen.
Concernant le Fonds du logement, le député voit la volonté d’augmenter le nombre de prêts, mais aussi de relever
les plafonds. On a déjà débattu dans cette commission de
la trésorerie du Fonds du Logement, dont le gouvernement
s’est servi, à un moment donné lorsqu’il a éprouvé des difficultés budgétaires. On a donc modifié quelque peu les mécanismes de financement du Fonds : on a créé une dotation
d’investissement, et on est passé d’un budget annuel à un
budget lissé sur quatre ans. Nonobstant les moyens alloués
au Fonds du Logement pour l’Alliance Habitat, pour le
reste, sur cette dotation d’investissement « historique », en
termes de liquidation, cela diminue très fortement. Pourquoi les crédits de liquidation sont-ils tellement diminués ?
Comment la ministre va-t-elle faire pour que le Fonds du
logement continue ses activités de manière pérenne ? En
effet, le Fonds prête de l’argent pour 20 ans, il a besoin
d’avoir cette sécurité à long terme. Or on a l’impression
qu’il est en train de perdre cette sécurité à long terme.
De heer Michel Colson looft de oriënteringsnota van de
Regering, die een nieuwigheid is. Het is een zeer interessante tool en de volksvertegenwoordiger vindt de uitvoering van dit principe werkelijk een goede zaak. De oriënteringsnota over huisvesting is een zeer goede nota. De
FDF-fractie kan zich daarin vinden, zowel op het vlak van
de creatie als van de renovatie van de sociale huisvesting.
De volksvertegenwoordiger vraagt dat de Minister bij het
verslag het aandeel voegt dat aan elke sector wordt toegekend : BGMH, Woningfonds, enz. De Coördinatieraad
voor Huisvesting is een goed initiatief. Het is goed de privé-actoren te behouden.
M. Michel Colson applaudit la note d’orientation du gouvernement, qui est une nouveauté. Il s’agit d’un outil très
intéressant, et le député salue vraiment la mise en œuvre de
ce principe. La note d’orientation sur le Logement est une
très bonne note. Le groupe FDF peut s’y retrouver, que ce
soit en termes de production ou de rénovation du logement
social. Le député demande que la ministre joigne au rapport
la part que l’on attribuera à chaque acteur : SLRB, Fonds
du Logement, etc. En ce qui concerne le Conseil de Coordination du Logement, il s’agit d’une bonne initiative. Il est
bien de ne pas se priver des acteurs privés.
A-50/3 – 2014/2015
— 23 —
A-50/3 – 2014/2015
Hoe staat het met het onderhoud van het bestaand patrimonium ? Is er verandering gekomen in het percentage
leegstaande sociale woningen ? Kan de Minister de cijfers
ter zake geven ? Het zal heel positief zijn als de budgettaire
inspanningen leiden tot het opnieuw te huur stellen.
Qu’en est-il de l’entretien du patrimoine existant ? Le
pourcentage de logements sociaux vides a-t-il évolué ? La
ministre peut-elle en donner les chiffres ? Si les efforts budgétaires se traduisent en termes de remise en location, ce
sera très positif.
Wat de invoering van de huurtoelage betreft, zegt de
spreker dat hij zijn mening sterk heeft bijgesteld. Voor 2003
was hij daarvan geen voorstander, vooral na het lezen van
de Dulbea-studie. Wat hem van mening heeft doen veranderen, is dat de toekenning van een sociale woning wel een
buitenkans wordt als men de enorme wachtlijst ziet. Om
die reden hebben de FDF-leden een voorstel gedaan van
omkaderde huurtoelage. Oplettendheid is echter geboden
om dit systeem onder controle te kunnen houden.
En ce qui concerne la mise en place de l’allocation-loyer,
l’orateur dit avoir beaucoup évolué à ce sujet. Avant 2003,
il n’en était pas un fervent partisan, surtout après la lecture
de l’étude Dulbéa. Mais ce qui a fait évoluer l’orateur, c’est
de considérer l’effet d’aubaine que représente aujourd’hui
l’attribution d’un logement social lorsque l’on voit la file
d’attente énorme. C’est pourquoi, les FDF ont fait une proposition d’allocation-loyer encadrée. Il faut néanmoins être
attentifs à ce que lorsqu’on ouvre un robinet, on ne pourra
peut-être pas le fermer.
De volksvertegenwoordiger heeft lof voor het huisvestingsplan voor studenten, en voor de intentie van de Regering om een SVK voor studenten op te richten. Bij het onderzoeken van de stijging van de kredieten voor de SVK’s,
zou het nuttig zijn een onderscheid te maken tussen wat
naar de oprichting van een SVK voor studenten gaat en wat
naar de bestaande SVK’s gaat. De spreker benadrukt het
zeer positieve werk dat zij verrichten.
Le député applaudit le plan logement étudiant, et la
volonté du gouvernement de créer une AIS étudiante.
Lorsqu’on examine l’augmentation des crédits pour les
AIS, il serait utile de distinguer ce qui va aller à la création
de l’AIS étudiante et ce qui va aller aux AIS existantes. A
cet égard, l’orateur souligne le travail très positif qu’elles
accomplissent.
Wat betreft de steun voor toegang tot eigendom, heeft de
FDF-fractie het Woningfonds altijd verdedigd. De volksvertegenwoordiger looft de intentie om het aantal leningen
te verhogen tot 1.400 per jaar. Zolang niet geraakt wordt
aan de kredieten, is 90 % van de begunstigden voor dergelijke leningen mensen die voldoen aan de voorwaarden
voor een sociale woning. Er zij op gewezen dat de gemiddelde prijs voor een appartement met twee kamers te Brussel ongeveer 225.000 euro bedraagt. Wat is de gemiddelde
leeftijd waarop men een lening aangaat ? Kennelijk stijgt
die te Brussel.
En ce qui concerne le soutien à l’accès à la propriété,
le groupe FDF a toujours défendu le Fonds du Logement.
Le député salue la volonté de porter le nombre de prêts à
1400 par an. Tant qu’on ne touche pas aux crédits, 90 % des
gens qui sont bénéficiaires de tels prêts sont des gens qui
sont dans les conditions du logement social. Il faut rappeler
que le prix moyen pour un appartement de deux chambres
à Bruxelles se situe dans les 225.000 euros. Quel est l’âge
moyen pour emprunter ? Il semble qu’il soit en augmentation à Bruxelles.
Inzake de doelstelling van de prioritaire dossiers, met
name de fusie van de OVM’s, bestaan er inderdaad een
reeks hinderpalen die de spreker destijds had vermeld. Hoe
is de Minister van plan de materie inzake de huurcontracten
voor woningen te onthalen, die werd overgedragen van de
federale overheid naar de Gewesten ? Als Minister belast
met bijstand aan personen, zal zij moeten tegemoetkomen
aan de oude eis van de OCMW’s, i.e. het oprichten van een
gewestelijk huurwaarborgfonds.
Par rapport à l’objectif des dossiers prioritaires, notamment la fusion des SISP, il y a effectivement une série d’embûches que l’intervenant avait déjà évoquées à l’époque.
Qu’en est-il de la manière dont la ministre compte accueillir la matière sur les baux à résidence, qui a été transférée
du Fédéral aux régions ? Il faudrait que comme ministre
de l’Aide aux Personnes, elle rencontre la vieille revendication des CPAS, qui est de mettre en œuvre un fonds de
garantie locative régional.
Volgens de heer Arnaud Verstraete is het beleid dat de
Minister ten uitvoer legt, een voortzetting van het beleid
van haar voorganger. Hij verheugt zich daarover. De Alliantie Woonomgeving zal worden voortgezet, met een begroting van bijna een miljard euro. Het tot stand brengen
van 6.500 nieuwe overheidswoningen en de 300 miljoen
euro voor de renovatie van sociale woningen zijn goed
nieuws. Maar hij zou graag meer uitleg krijgen over bijzondere punten : inzake het tot stand brengen van sociale
woningen, wordt gesproken over het versnellen van de
procedures, met name door de oprichting van een Coör-
M. Arnaud Verstraete estime que la politique mise en
œuvre par la ministre est en continuité avec celle de son
prédécesseur, et il s’en réjouit. L’Alliance Habitat va être
poursuivie, pour un budget de presque un milliard d’euros.
La création de 6.500 nouvelles constructions publiques,
ainsi que les 300 millions d’euros pour la rénovation des
logements sociaux sont autant de bonnes nouvelles. Mais
il souhaiterait plus d’explications sur certains points particuliers : au niveau de la production de logements sociaux,
il est question d’accélérer les procédures, notamment en
érigeant un conseil de coordination, et d’accélérer les pro-
A-50/3 – 2014/2015
— 24 —
A-50/3 – 2014/2015
dinatieraad, en van het versnellen van de administratieve
procedures, maar welke concrete resultaten werden al behaald ? Bestaan er al concrete verwezenlijkingen ? Wat zijn
de bouwtermijnen ? Hoeveel woningen plant de Minister te
verwezenlijken in de komende jaren en tot het einde van de
regeerperiode ? Wat is de huidige stand van zaken ? Welke
rol zal het Brussels Planningsbureau spelen op het gebied
van sociale huisvesting ? Gaat het de bouw van sociale woningen waarborgen in de 10 nieuwe zones die de Regering
heeft geselecteerd ?
cédures administratives, mais quels sont déjà les résultats
concrets ? Y a-t-il déjà eu des réalisations concrètes ? Quels
vont être les délais de construction ? Combien de logements la ministre compte-t-elle réaliser dans les prochaines
années et jusqu’à la fin de la législature ? Quel est l’état
des lieux de la situation actuelle ? Au niveau du logement
social, quel rôle va jouer le bureau du plan bruxellois ? Vat-il garantir la construction de logements sociaux dans les
10 nouvelles zones identifiées par le gouvernement ?
In Brussel hebben veel mensen geen toegang tot een
woning met hun eigen middelen, zij het aankoop of huur,
en om die reden moeten de overheden op één of andere
manier tussenkomen. Tot op heden is de vraag veel hoger
dan het aanbod : de mensen die bijstand nodig hebben – en
die er recht op hebben – zijn veel talrijker dan diegene die
men kan helpen. De meeste tools die werden ontwikkeld
tot op heden hebben geleid tot een algemene verhoging van
de huur- en koopprijzen. Wat de heer Maron heeft aangeklaagd als een pervers gevolg voor de huurtoelage geldt
volkomen voor alle systemen. De volksvertegenwoordiger
stelt vast dat de overheden op die manier meer en meer
druk uitoefenen op de prijzen, en om dat te verhelpen, de
maxima optrekken. Maar het aantal minstbedeelden daalt
daarom niet. Welke andere tools plant de Minister bijgevolg te ontwikkelen om de noden van de minstbedeelden
te vervullen ? Een van de manieren was het opstellen van
referentieroosters voor huurprijzen. De spreker schaart zich
achter de interventie van de heer Maron om te vragen dat
die referentieroosters worden opgesteld, nu het Gewest bevoegd is voor het bepalen van de huurprijzen. Dat is een
belangrijke hefboom om iets te doen aan de druk op de
huurprijzen. Welke politieke keuzes gaat de Minister ter
zake maken ?
Beaucoup de gens à Bruxelles n’ont pas accès par leurs
propres moyens à un logement, que ce soit acquisitif ou
locatif, et c’est pourquoi les autorités doivent veiller à
intervenir d’une manière ou d’une autre. Jusqu’à présent,
la demande est bien plus élevée que l’offre : les gens qui
ont besoin d’une aide – et qui y ont droit – sont bien plus
nombreux que ceux qu’il est possible d’aider. La plupart
des instruments qui ont été développés jusqu’à présent
ont mené à une augmentation générale des prix locatifs
et acquisitifs. Ce que M. Maron a dénoncé comme effet
pervers pour l’allocation-loyer vaut en fait pour tous les
mécanismes. Le député constate que les autorités mettent
ainsi de plus en plus la pression sur les prix, et pour y pallier, relèvent les plafonds. Mais le nombre de personnes
les plus précarisées ne diminue pas pour autant. Dès lors,
quels autres instruments la ministre compte-t-elle développer pour rencontrer les besoins des plus précarisés ? Une
des pistes était l’établissement de grilles de référence des
loyers. L’orateur s’associe à l’intervention de M. Maron
pour demander que l’on mette en œuvre ces grilles de référence, maintenant que la Région est compétente pour la
fixation des loyers. C’est un levier important pour agir sur
la pression des loyers. Quels seront les choix politiques que
va poser la ministre à cet égard ?
Wat met de woonbonus ? Die is vooral voordelig voor
de hogere middenklasse, maar niet voor de doelgroepen die
er het meest nood aan hebben. Waar vindt men die woonbonus in de begroting ? Welke concrete plannen bestaan
om die tool aan te passen aan de noden van de Brusselse
bevolking ?
Qu’en est-il du bonus-logement ? Celui-ci profite surtout à la classe moyenne supérieure, mais pas aux groupescibles qui en ont le plus besoin. Où retrouve-t-on ce bonuslogement dans ce budget ? Quels sont les plans concrets
pour adapter ces instruments aux besoins de la population
bruxelloise ?
De heer Mohamed Ouriaghli wijst erop dat het Woningfonds meewerkt aan de Alliantie Woonomgeving, en daarvoor 1.000 koopwoningen gaat bouwen. Hoe staat het met
dit dossier ? Werden projecten al gestart ? Zou het mogelijk
zijn een lijst daarvan te krijgen als bijlage bij het verslag ?
Inzake het Fonds is bekend dat sedert 2013 een uitzonderlijke provisie van 125.000.000 euro voorzien om de actiebekwaamheid van het Fonds te waarborgen ingeval het zou
geweerd worden op de markten. Deze provisie werd echter
nooit gebruikt. Waarom blijft die basisallocatie dan behouden ? En voor hoeveel jaren nog ? Buiten de algemene toename van de investeringsdotaties aan het Fonds, merkt men
van jaar tot jaar dat de vereffeningen geen 100 % bereiken.
Kan de Minister een grafiek verschaffen met de evolutie
van de vastleggingen en de vereffeningen van de investeringsdotaties van het Fonds op 10 jaar ? En tot slot, welke
M. Mohamed Ouriaghli rappelle que le Fonds du logement participe à l’Alliance Habitat, dans le cadre de laquelle il va construire 1.000 logements aquisitifs. Où en
est-on dans ce dossier ? Des projets ont-ils déjà été lancés ?
Serait-il possible de lister ceux-ci, en annexe au rapport ?
Par rapport au Fonds, on sait que depuis 2013 une provision exceptionnelle de 125.000.000 euros est prévue pour
garantir la capacité d’action du Fonds au cas où les marchés
lui fermeraient leurs portes. Or cette provision n’a jamais
été utilisée. Pourquoi donc maintenir cette allocation de
base ? Et pour combien d’années encore ? En dehors de
l’augmentation générale des dotations d’investissement au
Fonds, on s’aperçoit d’année en année que les liquidations
n’atteignent pas 100 %. La ministre pourrait-elle fournir
un graphique évolutif des engagements et des liquidations
des dotations d’investissement du Fonds sur 10 ans ? En-
A-50/3 – 2014/2015
— 25 —
A-50/3 – 2014/2015
gevolgen heeft de consolidatie van de rekeningen van het
Fonds met die van het Gewest ? Heeft dat een impact op het
personeel ? Gaat het aantal personeelsleden dalen, of hun
statuut en hun opdrachten evolueren ?
fin, quelles sont les conséquences de la consolidation des
comptes du Fonds avec ceux de la Région ? Le personnel
sera-t-il impacté ? Leur nombre va-t-il diminuer, leur statut
et leurs missions évoluer ?
Ook voor de BGHM is de vraag welke gevolgen de consolidatie zal hebben op de in de vorige jaren gestarte projecten op het vlak van vereffeningen ?
De même, pour la SLRB, quelles sont les conséquences
de la consolidation sur les projets entamés les années précédentes en termes de liquidations ?
Met betrekking tot de basisallocatie betreffende initiatieven en maatregelen ter bevordering van de gezondheidsen veiligheidsnormen van de Huisvestingscode, en voor het
opsporen van overtredingen, wordt opgemerkt dat weinig
middelen daaraan besteed worden. Die dalingen zijn echter
geen goede zaak. Het belang van een behoorlijke woning
moet benadrukt worden. Welke redenen staven die verlagingen ? Het ondergebruik bijvoorbeeld ? Zo ja, waarom
moet zo weinig gedaan worden met zo weinig middelen ?
En ce qui concerne l’allocation de base concernant les
initiatives et mesures de promotion des normes de salubrité
et de sécurité du Code du logement, et pour la recherche
des infractions, on remarque que peu de moyens y sont
consacrés. Or ces diminutions sont dommageables. Il faut
souligner l’importance de vivre dans un logement décent.
Quelles sont les raisons de ces diminutions ? Est-ce à cause
de leur sous-utilisation ? Si oui, pourquoi faut-il faire si peu
avec si peu de moyens ?
Mevrouw Khadija Zamouri dankt de Minister voor haar
uiteenzetting. Voor de Open Vld-fractie is huisvesting een
belangrijk beleid. De mensen aanmoedigen om hun eigen
woning te kopen is de beste manier om de mensen te emanciperen en armoede te bestrijden, maar ook de beste manier
om de uittocht uit de stad tegen te gaan. Anders vertrekken
de mensen naar de rand om een huis met tuin of terras te
zoeken. Het is dus belangrijk de middenklasse in Brussel te
houden, met name om tewerkstelling tot stand te brengen.
Mme Khadija Zamouri remercie la ministre pour son
exposé. Pour le groupe Open-Vld, le Logement est une
politique importante. Encourager les gens à acquérir leur
propre logement est le meilleur moyen pour émanciper les
gens et lutter contre la pauvreté, mais également le meilleur
moyen pour contrer l’exode urbain. Sinon les gens partent
en périphérie pour chercher une maison avec jardin ou terrasse. Donc il est important de maintenir la classe moyenne
à Bruxelles, notamment pour créer de l’emploi.
De volksvertegenwoordigster feliciteert de Minister
voor haar beleid inzake de Community Land Trust. Dat is
een innoverende en creatieve nieuwe woonvorm, die de
overheden veel meer zouden moeten bevorderen, net als
de verkoop van cascogoederen (gesloten ruwbouw), waar
de mensen zelf kunnen beslissen volgens hun budget over
de inrichting van hun woning. Volgens de Open Vld-fractie
is het veel belangrijker dat soort sociale mix te bevorderen
dan getto’s van sociale woonwijken tot stand te brengen.
Het is belangrijk dat mensen met uiteenlopende inkomstentypes samen kunnen leven, in plaats van dezelfde loontypes
op één plaats samen te brengen.
La députée félicite la ministre pour sa politique de Community Land Trust, qui est quelque chose d’innovatif et
de créatif, une nouvelle forme d’habitat que les pouvoirs
publics devraient bien davantage stimuler, de même que la
vente de biens CASCO (gros œuvre fermé), où les gens
peuvent eux-même décider, selon leur budget, de l’aménagement de leur habitat. Selon l’Open-VLD, il est bien plus
important de favoriser ce genre de mixité sociale que de
créer des ghettos de logements sociaux. Il est important que
des gens avec des types de revenus différents puissent vivre
ensemble, au lieu d’être concentrés à un endroit.
Inzake het Woningfonds en de BGHM, zal de consolidatie gevolgen hebben voor de wijze waarop hun activiteit
wordt gefinancierd, rekening houdend met het globale begrotingsevenwicht. Maar gaat de consolidatie concreet een
weerslag hebben op de investeringsprogramma’s ?
Pour ce qui concerne le Fonds du Logement et la SLRB,
la consolidation aura des effets sur la manière dont leur activité sera financée, compte tenu de l’équilibre budgétaire
global. Mais concrètement, la consolidation va-t-elle avoir
des impacts sur les programmes d’investissement ?
Het verheugt de volksvertegenwoordigster dat de Minister de uitvoering van de Alliantie Woonomgeving voortzet. Wat de leegstaande woningen betreft, werd hier vaak
gesproken over systemen om leegstand te bestrijden. Toch
zijn er nog veel te veel woningen van de overheidssector
die leegstaan. De overheid moet het goede voorbeeld geven. Als wij de privéverhuurders willen onderwerpen aan
strenge huurvoorwaarden, is het goed te beginnen met onze
eigen woningen. Zo verheugt de volksvertegenwoordigster
zich over het aantal woningen van het openbaar woningpark dat thans wordt gerenoveerd. Maar te lange leegstand
La députée se réjouit que la ministre poursuive la mise
en œuvre de l’Alliance Habitat. Concernant les logements
vides, il a beaucoup été question ici des mécanismes à
mettre en œuvre pour lutter contre les logements vides.
Or il y a encore beaucoup trop de logements du secteur
public qui sont vides. En tant que pouvoirs publics, il nous
appartient de donner le bon exemple. Si on veut soumettre
les bailleurs privés à des conditions strictes de location, il
est bon de commencer par nos propres logements. Ainsi, la
députée se réjouit de voir le nombre de logements du parc
public en rénovation aujourd’hui. Mais il faut éviter que
A-50/3 – 2014/2015
— 26 —
A-50/3 – 2014/2015
voor die woningen moet voorkomen worden : bijvoorbeeld
in de Cité Moderne in Sint-Agatha-Berchem hebben mensen hun woning moeten verlaten in 1999 omdat ze ging
gerenoveerd worden, en nu, vijftien jaar later, staan die
woningen nog altijd leeg. Dat is een schandaal ! Kan de
Minister meer zeggen over de planning voor de renovatie
van de woningen ?
ces logements restent trop longtemps vides : par exemple,
à la Cité Moderne à Berchem-Sainte-Agathe, des gens ont
dû quitter leur logement en 1999 parce que ceux-ci allaient
être mis en rénovation, et aujourd’hui, quinze ans plus tard,
ces logements sont toujours vides. C’est scandaleux ! La
ministre peut-elle en dire davantage sur les calendriers de
rénovation des logements ?
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de mensen hun
eigen woning aankopen, maar tevens moet gedacht worden
aan kroostrijke gezinnen, oudere personen, aan personen in
een rolstoel : het is niet makkelijk voor hen om een aangepaste en betaalbare woning te vinden. De veralgemeende
huurtoelage, die de Minister plant in te voeren vanaf 2016,
is een manier om die doelgroepen te helpen om een betaalbare woning te vinden. In Brussel zijn er veel kleine
eigenaars die investeren in huurwoningen. Die kleine eigenaars-verhuurders moeten aangemoedigd worden met fiscale incentives of renovatiepremies om hun huurwoningen
ter beschikking te stellen van de huurders die ze nodig hebben. Dat aanmoedigingsbeleid is veel positiever dan een
verplichte omkadering van de huurprijzen.
Il est important de faire en sorte que les gens acquièrent
leur propre habitation, mais il faut également penser aux familles nombreuses, aux personnes âgées, aux personnes en
chaise roulante : il n’est pas évident pour eux de trouver un
logement adapté et payable. L’allocation-loyer généralisée,
que la ministre compte mettre en place dès 2016, est une
manière d’aider ces groupes-cibles à trouver un logement
de manière abordable. Bruxelles connaît beaucoup de petits
propriétaires qui investissent dans des logements locatifs.
Ces petits propriétaires-bailleurs doivent être stimulés via
des encouragements fiscaux ou des primes à la rénovation,
pour pouvoir mettre leurs logements à la disposition des
locataires qui en ont besoin. Cette politique incitative est
beaucoup plus positive qu’un encadrement obligatoire des
loyers.
Mevrouw Caroline Désir dankt de Minister voor haar
oriënteringsnota. Inzake de vorm maakt zij dezelfde opmerking als de heer Doyen. De consolidatie maakt de vergelijking tussen de initiële begroting 2014 en 2015 zeer
moeilijk.
Mme Caroline Désir remercie la ministre pour sa note
d’orientation. Sur la forme, elle fera la même remarque que
M. Doyen. La consolidation rend très difficile la comparaison entre l’initial 2014 et 2015.
Inzake de doelstelling om sociale woningen en woningen voor de middenklasse tot stand te brengen, uit de PSfractie haar gehele tevredenheid. Op die prioriteit mag niet
besnoeid worden. De volksvertegenwoordigster wijst erop
dat 45.000 gezinnen wachten op een sociale woning. De
procedures voor de bouw van overheidswoningen blijven
nog te lang en te zwaar, terwijl mensen op een wachtlijst
staan. De PS-fractie looft de wens van de Minister om deze
Coördinatieraad voor Huisvesting in het leven te roepen.
Sur l’objectif de production de logements sociaux et de
logements moyens, le groupe PS marque son entière satisfaction. Il ne faut pas rogner sur cette priorité. La députée
rappelle que 45.000 ménages sont en attente d’un logement social. Les procédures restent encore trop longues
et trop lourdes pour la construction de logements publics,
alors que les gens sont dans l’attente. Le groupe PS salue
la volonté de la ministre de mettre en place ce Conseil de
Coordination du Logement.
Hoe staat het concreet met het huisvestingsplan en met
de Alliantie Woonomgeving ? Hoeveel woningen zijn thans
voltooid ? Wat gaat nog in 2015 verwezenlijkt worden ?
Wat met de projecten die na Pasen 2014 werden gestart
door de voorganger van de Minister ? Worden die woningen afgewerkt ?
Pour ce qui concerne le plan logement et l’Alliance Habitat, où en est-on concrètement ? Combien de logements
sont-ils aujourd’hui terminés ? Que va-t-on réaliser encore
en 2015 ? Qu’en est-il des projets lancés après Pâques de
cette année par le prédécesseur de la ministre ? Ces logements vont-ils être achevés ?
Met betrekking tot het huisvestingsplan voor studenten, is de PS-fractie het eens met de wens van de Minister.
Brussel telt 86.000 studenten : hoe kan men er voor zorgen
dat zij een woning vinden ? Hoe gaat dat beleid verwezenlijkt worden ? Wat wordt nog gepland, naast de SVK’s
voor studenten ? Moet het bedrag voor die SVK’s worden
afgetrokken van het globaal bedrag dat begroot werd voor
de SVK’s ? Wat overigens met de innoverende projecten ?
De Minister had steun aan de sector van de SVK’s aangekondigd : welk aandeel van de begroting wordt gewijd
aan steun voor de klassieke SVK’s ? En welke maatregelen
worden genomen ter ondersteuning ?
Concernant le plan logement étudiant, le groupe PS
rejoint la volonté de la ministre. Il y a 86.000 étudiants à
Bruxelles : comment peut-on faire pour que ces étudiants
trouvent à se loger ? Comment cette politique va-t-elle se
concrétiser ? A part l’AIS étudiante, qu’y a-t-il d’autre de
prévu ? Le montant pour l’AISE doit-il être soustrait du
montant global budgétisé pour les AIS ? Qu’en est-il par
ailleurs des projets innovants ? La ministre avait annoncé
un soutien au secteur des AIS : quelle est la part du budget
consacré au soutien des AIS classiques ? Et quelles sont ces
mesures de soutien ?
A-50/3 – 2014/2015
— 27 —
A-50/3 – 2014/2015
Mevrouw Fatoumata Sidibe verheugt zich over de vaststelling dat de toelage voor herhuisvesting meer personen
ten goede komt, onder andere personen die slachtoffer zijn
van echtelijk geweld, en dat voortaan de personen die afkomstig zijn uit transitwoningen ze kunnen ontvangen.
Hoeveel personen kunnen een beroep doen op deze toelage ?
Mme Fatoumata Sidibe se réjouit de constater que l’allocation de relogement touche davantage de personnes, dont
les personnes victimes de violence conjugale, et que dorénavant, les personnes issues de logements de transit pourront en bénéficier. Combien de personnes cette allocation
de relogement concerne-t-elle ?
Voor vrouwen in situaties met echtelijk geweld, heerst
er een schaarste aan opvangplaatsen. De termijnen voor het
verlaten van de opvangtehuizen worden steeds langer. Welke oplossingen kunnen worden onderzocht om het aantal de
opvangplaatsen te verhogen ? Kan gedacht worden aan het
toekennen van prioriteitspunten voor de toegang tot sociale
huisvesting ? Bestaat er bijvoorbeeld samenwerking tussen
de SVK’s en de opvanghuizen ? Wat gebeurt er in feite ? In
januari 2014 werd bijvoorbeeld een geheim toevluchtsoord
voor geslagen vrouwen opgericht. Wordt gepland andere
soortgelijke huizen te openen ?
Pour les femmes qui sont dans des situations de violence conjugale, on est confronté à une pénurie de places
d’accueil. Les délais dans lesquels les femmes quittent
les maisons d’accueil deviennent de plus en plus longs.
Quelles pistes pourraient être examinées afin d’augmenter les places d’accueil ? Est-il question d’accorder des
points de priorité pour l’accès au logement social ? Y a-t-il,
par exemple, des partenariats entre les AIS et les maisons
d’accueil ? Que se passe-t-il dans les faits ? Par exemple,
un refuge secret pour des femmes battues avait été créé en
janvier 2014. Est-il envisagé l’ouverture d’autres maisons
d’accueil de ce type ?
Welk aanbod aan transitwoningen wordt thans voorgesteld door de gemeenten, de OCMW’s of de verenigingssector ? Inzake nieuwe woonvormen (samenwonen, intergenerationeel wonen, enz.), is er een proces aan de gang in
overleg met de federale overheid om de sociale rechten te
individualiseren ? Wordt voorzien in een label voor solidair
wonen ?
Quelle est l’offre de logements de transit proposée aujourd’hui par les communes, les CPAS ou le secteur associatif ? Concernant les nouvelles formes d’habitat (habitat communautaire, intergénérationnel, etc.), y a-t-il un
processus en cours, en concertation avec le Fédéral, pour
l’individualisation des droits sociaux ? Y a-t-il une labellisation prévue pour l’habitat solidaire ?
Mevrouw Michèle Carthé herinnert eraan dat de huurtoelage een onderwerp is dat sedert tien jaar wordt besproken in deze commissie. De PS-fractie had de perverse gevolgen benadrukt die een veralgemeende huurtoelage kan
veroorzaken. De Dulbea-studie had die perverse gevolgen
benadrukt, en gesteld dat ten minste een voorafgaande omkadering van de huurprijzen nodig was. De heer Maron
heeft in zijn interventie gesproken over roosters voor de
huurprijzen. Tijdens de voorgaande legislatuur werd dit afgeremd door het feit dat het Gewest niet bevoegd was inzake het bepalen van de huurprijzen. Is de Minister van plan
de huurprijzen te omkaderen door middel van dat rooster,
nu men deze bevoegdheid heeft ?
Mme Michèle Carthé rappelle que l’allocation-loyer est
un sujet qui a été abordé depuis plus de dix ans dans cette
commission. Le groupe PS avait souligné à cet égard les
effets pervers que pouvait engendrer une allocation-loyer
généralisée. L’étude de Dulbéa avait souligné ces effets
pervers. Il fallait au moins un encadrement des loyers préalable. M. Maron a parlé dans son intervention des grilles de
loyers. Le frein qui s’est alors présenté, sous la précédente
législature, était le fait que la Région n’avait pas de compétence en matière de fixation des loyers. Maintenant que
l’on a cette compétence, la ministre compte-t-elle encadrer
les loyers au moyen de cette grille ?
Bij het zien van de enorme bedragen die voorzien zijn
voor de studie van het proefproject, dat 1.000 gezinnen betreft, vindt de spreekster dat onredelijk hoog ten opzichte
van het bedrag van de studie die bestemd is om de gevolgen van de regionalisatie te onderzoeken. Moeten er niet
meer middelen worden besteed aan het onderzoek van de
impact van de regionalisatie ? Daardoor wordt het mogelijk
werkelijk doeltreffend op te treden tegen de stijging van de
huurprijzen, die, wat men ook moge zeggen, verontrustend
is in het Brussels Gewest.
Lorsque l’on constate les montants énormes prévus pour
l’étude du projet-pilote, qui concerne 1.000 ménages, l’oratrice estime que c’est disproportionné par rapport au montant de l’étude destinée à étudier les impacts de la régionalisation. Ne faudrait-il pas mettre davantage de moyens sur
l’impact de la régionalisation ? Celle-ci permettrait d’être
vraiment efficace pour lutter contre l’augmentation des
loyers, qui, quoiqu’on en dise, est inquiétante en Région
bruxelloise.
Met betrekking tot de bouw van sociale woningen in
het kader van het huisvestingsplan en de Alliantie Woonomgeving, toonde de heer De Wolf zich ironisch over de
« geïdentificeerde » woningen van mevrouw Dupuis. De
spreekster merkt echter op dat verscheidene gemeen-
En ce qui concerne la construction de logements sociaux
dans le cadre du plan logement et de l’Alliance Habitat,
M. De Wolf a ironisé sur les logements « identifiés » de
Mme Dupuis. Mais l’oratrice fait observer que plusieurs
communes ont mis un frein important à l’identification de
A-50/3 – 2014/2015
— 28 —
A-50/3 – 2014/2015
ten de identificatie van die te bouwen sociale woningen
strek belemmerd hebben. Nu ziet het ernaar uit, volgens
wat de voorganger van de Minister had aangekondigd,
dat 2.454 woningen eind 2014 kunnen worden afgewerkt,
waaronder 1.865 sociale woningen en 589 woningen voor
de middenklasse, wat niet verwaarloosbaar is. Bevestigt de
Minister die cijfers ? De PS-fractie is zeer blij met de oprichting van de Coördinatieraad voor Huisvesting, die gaat
werken aan het vastgoed, en gaat bekijken waar die sociale
en middelgrote woningen kunnen worden gebouwd. Is het
mogelijk meer informatie te verkrijgen over deze Coördinatieraad ? Is hij al bijeengekomen ? Wie zal er deel van
uitmaken ? Hoe gaat hij werken ?
ces logements sociaux à construire. Mais il semble, selon
ce qu’avait annoncé le prédécesseur de la ministre, que
2.454 logements pourraient être terminés fin 2014, dont
1.865 sociaux et 589 moyens, ce qui n’est pas négligeable.
La ministre confirme-t-elle ces chiffres ? Le groupe PS est
ravi de la création du Conseil de Coordination du Logement, qui va travailler sur le foncier, et permettre d’identifier les endroits où ces logements sociaux et moyens
pourraient être construits. Est-il possible d’obtenir plus
d’informations sur ce conseil de coordination ? S’est-il déjà
réuni ? Qui va le composer ? Comment va-t-il fonctionner ?
Inzake het Woningfonds, wijst de spreekster erop dat
een gebouw met huurwoningen van het Fonds een jaar lang
leeg bleef staan : het ging over een honderdtal nieuwe woningen die onbewoond bleven, wat jammer is. Men heeft
gemerkt dat de procedure voor de selectie van kandidaathuurders zeer zwaar was en moest worden herzien, ook
voor de kandidaat-kopers, zodat ze start voor het einde van
de werken. Wat gebeurt daarmee momenteel ?
Concernant le Fonds du Logement, l’oratrice rappelle
qu’un bâtiment de logements locatifs du Fonds est resté
vide pendant un an : il s’agissait d’une centaine de logements neufs restés inoccupés, ce qui est regrettable. On
s’est aperçu que la procédure de sélection des candidatslocataires était très lourde et qu’il fallait revoir cette procédure, également pour les candidats-acheteurs, afin qu’elle
démarre avant la fin des travaux. Qu’en est-il aujourd’hui ?
De heer Fouad Ahidar schaart zich achter de interventie
van de andere sprekers, maar wenst drie punten te benadrukken.
M. Fouad Ahidar s’inscrit dans l’intervention des autres
orateurs mais souhaite insister sur trois points.
Vooreerst inzake de huurtoelage, betreurt de spreker dat
dit systeem niet voor 2016 wordt ingevoerd. Hij verheugt
zich echter over het feit dat het eindelijk concreet wordt
aangekondigd. Eerst moeten er lessen getrokken worden
uit het proefproject dat werd opgestart door de voorganger
van de Minister.
D’abord, concernant l’allocation-loyer, l’orateur regrette
que ce dispositif ne se mette pas en place avant 2016. Mais
il se réjouit qu’il soit enfin annoncé concrètement. Il faudra d’abord tirer des enseignements de l’expérience-pilote
entamée par le prédécesseur de la ministre.
De spreker verheugt zich over de voortzetting van het
programma voor het bouwen van sociale woningen, voor
de 45.000 gezinnen die soms al tien jaar wachten.
L’intervenant se réjouit de la poursuite du programme
de construction de logements sociaux, en regard des
45.000 ménages qui sont en attente depuis parfois dix ans.
Inzake het huisvestingsplan voor studenten tot slot, is
het belangrijk dat alle studenten in Brussel een behoorlijke
woning vinden. De volksvertegenwoordiger betreurt daarentegen dat het conformiteitsattest werd afgeschaft. Dat
bestond voorheen en was de enige manier om een controle
uit te voeren, met name op het vlak van de brandveiligheid,
voor kleine woningen die te huur worden gegeven aan studenten. De spreker vraagt de Minister deze conformiteitsattesten opnieuw in te voeren.
Enfin, concernant le plan logement étudiant, il est important que tous les étudiants à Bruxelles trouvent à se
loger de manière convenable. Par contre, le député regrette
qu’on ait supprimé l’attestation de conformité, qui existait
auparavant et qui était la seule manière de contrôler, particulièrement sur le plan de la sécurité incendie, ces petits
logements donnés en location aux étudiants. L’intervenant
demande à la ministre de rétablir ces attestations de conformité.
De heer Bertin Mampaka Mankamba merkt op dat het
de eerste keer is dat een lid van deze commissie Minister voor Huisvesting wordt, en dat dit zich laat voelen in
de voorstelling. Hier ziet men een nieuwe impuls. Inzake
de huurtoelage heeft het proefproject plaatsgevonden. De
conclusies ervan moeten zeer nauwlettend gevolgd worden. De volksvertegenwoordiger zegt dat hij gerustgesteld
wordt door de cijfers die de Minister geeft in zijn begroting, zowel degene met betrekking tot het Woningfonds
als degene inzake de SVK’s. De Minister heeft gelijk de
voorkeur te geven aan de SVK’s : niet alleen moeten er
M. Bertin Mampaka Mankamba fait observer que c’est
la première fois qu’un membre de cette commission devient ministre du Logement, et cela se ressent dans la présentation. On voit ici une nouvelle impulsion. Pour ce qui
concerne l’allocation-loyer, l’expérience-pilote a eu lieu, et
il faudra être attentif aux conclusions de celle-ci. Le député
se dit très rassuré par les chiffres donnés par la ministre
dans son budget, que ce soit ceux concernant le Fonds du
Logement ou encore ceux concernant les AIS. La ministre
a raison de favoriser les AIS : il ne faut pas seulement
construire des logements sociaux, mais aussi développer
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 29 —
sociale woningen gebouwd worden, maar tevens moeten
er initiatieven genomen worden om het privéwoningpark
sociaal te maken. De problematiek van de huisvesting voor
studenten werd eveneens aangepakt en beantwoordt aan
een reële behoefte. Oplossingen voor de minst gegoeden
werden gevonden. Daarover mag men zich verheugen. De
inschakeling via huisvesting is bijzonder interessant.
des initiatives de socialisation du parc privé. La problématique du logement étudiant a aussi été prise à bras le corps,
et répond à un besoin réel. Des solutions pour les plus précarisés ont été trouvées et on s’en réjouit. L’insertion par le
logement est particulièrement intéressante à cet égard.
Mevrouw Mathilde El Bakri komt terug op de problematiek van de sociale huisvesting : meer in het algemeen
wordt opgemerkt dat 200.000 personen moeite hebben om
zich te huisvesten in Brussel. Het precieze aantal aanvragen
voor een sociale woning bedraagt 44.432 gezinnen in 2013,
wat staat voor meer dan 100.000 personen, terwijl er anderzijds slechts 39.250 bewoonbare sociale woningen bestaan
(volgens de cijfers van de BGHM voor 2013). Hoe kan
men dan spreken van ambitieuze doelstellingen, als men
een dergelijke kloof tussen deze twee werkelijkheden ziet ?
Mme Mathilde El Bakri revient sur la problématique
du logement social : plus largement, on observe que
200.000 personnes à Bruxelles ont du mal à se loger. Le
chiffre exact du nombre de demandeurs d’un logement social s’élève, en 2013, à 44.432 ménages, ce qui représente
plus de 100.000 personnes, alors que, d’autre part, il n’y a
que 39.250 logements sociaux habitables (selon les chiffres
de la SLRB de 2013). Comment peut-on parler, dès lors,
d’« objectifs ambitieux », lorsque l’on considère un tel hiatus entre ces deux réalités ?
Als gesproken wordt over maatregelen die moeten genomen worden om toegang te geven tot eigendom, merkt
de volksvertegenwoordigster op dat de meerderheid van de
Brusselaars huurders zijn. 20 % van de armste gezinnen besteedt meer dan 40 % van hun inkomen aan huisvesting. En
men weet dat de gemiddelde huurprijs 690 euro per maand
bedraagt. We verkeren in een sociale noodtoestand. Als de
bouw van 6.500 overheidswoningen wordt stopgezet, moet
er op zijn minst een cijferplan bestaan om die doelstellingen jaar na jaar te halen. De meeste leningen die worden
toegekend door het Woningfonds, raken overigens niet aan
de oudste. Op welke doelgroep richt men zich precies ?
Lorsque l’on parle de mesures à prendre pour donner
accès à la propriété, la députée fait observer que la majorité
des Bruxellois sont des locataires. 20 % des ménages les
plus pauvres consacrent plus de 40 % de leurs revenus à
se loger. Et on sait que le loyer moyen est de 690 euros
par mois. On est dans une situation d’urgence sociale. Si
on s’arrête à la construction de 6.500 logements publics, la
moindre des choses est d’avoir un plan chiffré, année par
année, pour atteindre ces objectifs. Par ailleurs, la majorité
des prêts accordés par le Fonds du Logement ne touchent
pas les plus pérennisés. Quel public veut-on cibler exactement ?
Publiek-private samenwerking lijkt niet de oplossing
voor de PVDA, want de private Brusselse huurmarkt heeft
niet de ambitie te voldoen aan de noden van de Brusselaars : men moet afstappen van de logica om alles in te
zetten op de private sector en de overheidssector moet opnieuw de vastgoedsector in handen nemen.
En ce qui concerne les partenariats public-privé, le PTB
estime que ceux-ci ne semblent pas être une solution, car
le marché privé locatif bruxellois n’a pas l’ambition de
répondre aux besoins des Bruxellois : il faut sortir de la logique du « tout au privé » et que le secteur public reprenne
la main sur le secteur immobilier.
*
* *
*
* *
Minister Céline Fremault antwoordt op de gestelde vragen.
La ministre Céline Fremault répond aux questions qui
lui sont posées.
Inzake het tot stand brengen van 6.500 woningen, staat
de Alliantie Woonomgeving voor 1,2 miljard euro : de Regering heeft reeds de helft van het budget vrijgemaakt, dat
zal worden vereffend over verscheidene jaren vanaf 2014.
De andere helft moet gebeuren met leningen, maar ingevolge de consolidatie is dat niet meer mogelijk. Bijgevolg
is er werk aan de gang dat ons duidelijkheid gaat geven
over de oplossingen daarvoor.
En ce qui concerne la production des 6.500 logements,
l’Alliance Habitat représente 1,2 milliard d’euros : le gouvernement a déjà dégagé la moitié du budget, qui va être
liquidé sur plusieurs années à partir de 2014. L’autre moitié
devra se faire à partir d’emprunts, mais suite à la consolidation, ce n’est plus possible, donc il y a un travail en cours
qui va nous éclairer sur les solutions à apporter.
Er zijn dus 1.500 woningen die worden betaald door de
budgetten van Minister-President Rudi Vervoort, die niet
bedreigd worden door consolidatie, aangezien het gaat over
Citydev en de wijkcontracten. De andere 5.120 woningen
worden betaald door de begroting voor opdracht 25 :
Il y a donc 1.500 logements qui sont pris en charge par
les budgets du Ministre-Président Rudi Vervoort, non menacés par la consolidation, puisqu’il s’agit de Citydev et
des contrats de quartiers. Les autres 5.120 logements seront
pris en charge par le budget de la mission 25 :
A-50/3 – 2014/2015
— 30 —
A-50/3 – 2014/2015
– 120 door de Community Land Trust;
– 120 par le Community Land Trust;
– 4.000 door de BGHM;
– 4.000 par la SLRB;
– 1.000 door het Woningfonds.
– 1.000 par le Fonds du Logement.
De voorziene begroting bedraagt 640 miljoen euro, gespreid over drie jaar. Men beschikt over de helft voor de financiering van de 5.000 woningen, ten laste van de BGHM
en het Woningfonds. Hoe gaat de andere helft gevonden
worden ? Om die reden komen de experts tot vijf werkwijzen :
Le budget prévu est de 640 millions d’euros, avec un
phasage sur trois ans. On dispose de la moitié pour le financement des 5.000 logements, à charge de la SLRB et du
Fonds du Logement. Comment va-t-on trouver l’autre moitié ? C’est la raison pour laquelle les experts sont en train
de dégager cinq pistes :
– optimalisatie van de ontvangsten van de verkoop van
woningen van de vorige plannen;
– optimalisation des recettes des ventes des logements des
plans antérieurs;
– heffing uit de schatkist zonder het netto te financieren
saldo te raken via deelname in gedeconsolideerde filialen;
– prélèvement dans la trésorerie sans affecter le solde net à
financer via des participations dans des filiales déconsolidées;
– lening zonder de gewestelijke schuldcapaciteit van het
Gewest te verslechteren via gedeconsolideerde entiteiten;
– emprunt sans dégrader la capacité d’endettement régionale via des entités déconsolidées;
– OVM’s en Citydev;
– SISP et Citidev;
– instellen van PPP’s of financiering via de EIB – waar
de Minister al een ontmoeting mee gehad heeft begin
september : zij werken reeds met het Vlaamse en het
Waalse Gewest, maar hebben nog nooit met het Brussels
Gewest gewerkt.
– mise en place de PPP ou modes de financement via la
BEI – que la ministre a déjà rencontré début septembre :
ils travaillent déjà avec les régions flamande et wallonne, mais n’ont encore jamais travaillé avec la Région
bruxelloise.
Vervolgens moet van de Regering verkregen worden dat
de nieuwe ontvangsten gebruikt worden voor het huisvestingsbeleid. Er bestaan dus oplossingen en er liggen verschillende werkwijzes op tafel. De financiële analyse die
aan de gang is bij de BGHM en het Woningfonds, met de
steun van experts, gaat ons meer duidelijkheid geven in
2015. De experten die werden aangewezen zijn PWC voor
de BGHM en KPMG voor het Woningfonds. Het Rekenhof
heeft niet gewezen op enig probleem ter zake.
Il faudra alors obtenir du gouvernement que les recettes
nouvelles soient affectées à la politique du Logement.
Les solutions existent donc, il y a plusieurs pistes sur la
table. L’analyse financière en cours auprès de la SLRB et
du Fonds du Logement, appuyée par des experts, va nous
éclairer en 2015. Les experts désignés sont PWC pour le
SLRB et KPMG pour le Fonds du Logement. La Cour des
Comptes n’a rien relevé comme problème dans ce cadre.
Wat blijft er over van het roemruchte huisvestingsplan
2004-2009 ? De cijfers die mevrouw Carthé heeft gegeven
zijn niet juist. Momenteel gaat het over 1.400 woningen
die werden opgeleverd, en de uitvoering van de anderen
bevindt zich in verschillende fases. De Minister beschikt
over een gedetailleerd verslag dat zij belooft bij het verslag
te voegen (cf. Bijlage nr. 1). Het gaat over de lijst van de
opgeleverde werven, de werven die aan de gang zijn, die
starten, de stand van de opdrachten, stedenbouwkundige
vergunningen, enz.
Que reste-t-il de ce fameux plan logement 2004-2009 ?
Les chiffres donnés par Mme Carthé ne sont pas exacts.
Aujourd’hui, il s’agit de 1.400 logements livrés, et les
autres en sont à différents stades d’avancement. La ministre
dispose d’un rapport détaillé qu’elle s’engage à mettre en
annexe au rapport (cf. Annexe n° 1). Il s’agit de la liste des
chantiers réceptionnés, des chantiers en cours, en démarrage, de l’état des lieux des marchés, des permis d’urbanisme, etc.
De Coördinatieraad voor Huisvesting is een echte tool
voor overleg en coördinatie. Door de actoren zelf te ontmoeten, door vragen en informatie uit te wisselen, heeft
men gemerkt dat het ontbreekt aan een plaats voor overleg
waar de projecten die aan de gang zijn, kunnen worden besproken : wie is bouwheer, voor wat, wie doet wat, in welk
En ce qui concerne le Conseil de Coordination du Logement, il s’agit d’un véritable outil de concertation et de
coordination. En rencontrant les acteurs eux-mêmes, en
échangeant les questions et les informations, on s’est aperçu qu’il manquait un espace de concertation où on pouvait
discuter des projets en cours : qui est maître d’ouvrage de
A-50/3 – 2014/2015
— 31 —
A-50/3 – 2014/2015
tempo, enz. Door die actoren samen te brengen, komt er
synergie op gang en kunnen gemengde woonprojecten tot
stand worden gebracht. Dat wil niet zeggen dat de actoren
hun eigen projecten niet kunnen uitvoeren. De Coördinatieraad neemt zeker niet de plaats in van de besluitvormingsinstanties. Het doel van die Raad is dat ieder zijn specificiteit
behoudt, met betrekking tot de budgettaire verplichtingen,
het tekort aan woningen, maar dat men kwalitatieve projecten kan ontwikkelen. De Raad zal er tevens over waken dat
private actoren betrokken worden en aanvullend werken
met de bestaande tools, en met de overkoepelende instantie. Over die laatste krijgen de commissieleden later meer
bijzonderheden. De ordonnantie werd immers onlangs aangenomen in eerste lezing, en wordt eind dit jaar voorgelegd
aan het Parlement door het kabinet-Vervoort.
quoi, qui fait quoi à quel rythme, etc. En regroupant ces acteurs, on peut ainsi mettre en place des synergies et favoriser la mise en place de projets mixtes en lien avec l’Habitat.
Cela ne veut pas dire que les acteurs ne peuvent pas mener
leurs propres projets. Le conseil de coordination ne se substitue absolument pas aux organes de décision. L’objectif de
ce conseil est que chacun conserve sa spécificité, par rapport aux contraintes budgétaires, par rapport à la rareté du
foncier, mais qu’on puisse développer des projets de qualité. Il veillera également à associer les acteurs privés, et
travaillera en complémentarité avec les outils existants, et
avec l’assemblier. Par rapport à l’assemblier, les membres
de la commission auront plus de détails ultérieurement. En
effet, l’ordonnance vient d’être adoptée en première lecture, et sera déposée à la fin de l’année au Parlement par le
cabinet Vervoort.
De Minister verduidelijkt dat men niet de rol van de
overkoepelende instantie gaat overnemen : er bestaat een
opdracht voor planning, een rol inzake het doorgeven
van projecten inzake huisvesting, en vandaag woont het
kabinet Vervoort reeds de vergaderingen van de Coördinatieraad voor Huisvesting bij. Zo worden reeds vele inlichtingen doorgegeven. De Raad is reeds een eerste keer
samengekomen, en heeft het vastgoed en de evolutie ervan
al onderzocht, evenals de verbetering van de procedures,
de partnerschappen, de vooruitgang en de kwaliteit van de
projecten. Een typeproject dat wordt onderzocht binnen
deze Raad is precies dat van de Witte Vrouwen.
La ministre précise qu’il n’y a pas de substitution au rôle
dévolu à l’assemblier : il y a une mission de planification,
un rôle de transmission avec les projets en matière de logement, et aujourd’hui déjà, le cabinet Vervoort assiste aux
réunions du Conseil de Coordination du Logement. Ainsi, il
y a déjà toute une transmission d’informations qui s’opère
déjà. Le conseil s’est déjà réuni une première fois, et s’est
déjà penché sur le foncier et son évolution, sur l’amélioration des procédures, les partenariats, l’avancement et la
qualité des projets. Un type de projet qui est examiné au
sein de ce Conseil de Coordination est précisément celui
des Dames Blanches.
Inzake de publiek-private partnerschappen, zegt de Minister open te staan voor verschillende modaliteiten, zowel
voor de bouw, de aankoop, de huur of de renovatie : zij
heeft reeds contact opgenomen met enkele private actoren,
zoals Athénor, Eaglestone, de bank Degroof, die heeft gewerkt aan een project van het sociaal vastgoedkantoor van
Evere … Die partners hebben interesse. Het gaat erover te
bekijken met de Coördinatieraad voor Huisvesting wanneer
dit soort partnerschap in één of ander project geboden is.
En ce qui concerne les partenariats public-privé, la
ministre se dit ouverte à plusieurs modalités, tant pour la
construction, l’acquisitif, le locatif, voire la rénovation :
elle a déjà contacté certains acteurs privés comme Athénor,
Eaglestone, la banque Degroof, qui a travaillé sur un projet
d’agence immobilière sociale à Evere … Ces partenaires
sont intéressés, il s’agit de voir, avec le Conseil de Coordination du Logement, quand ce genre de partenariat pourrait
s’imposer dans l’un ou l’autre projet.
Inzake de doelstelling van 15 % woningen met sociaal
doeleinde, dateren de laatste cijfers van te lang geleden.
Eind 2011 haalde men 14 % over het geheel van het Gewest, maar met veel ongelijkheden tussen de gemeenten.
De Minister zal bij het verslag een gedetailleerde lijst bezorgen (cf. Bijlage nr. 2). Die lijst zal in de toekomst worden bijgewerkt.
Concernant l’objectif de 15 % de logements à finalité
sociale, les derniers chiffres datent d’il y a déjà trop longtemps. On en était, fin 2011, à 14 % sur l’ensemble de la
Région, mais avec de fortes disparités entre les communes.
La ministre fournira au rapport une liste détaillée (cf. Annexe n° 2). Une actualisation de cette liste sera prévue dans
la futur.
De huurtoelage laat al jaren op zich wachten. Om die
maatregel in te voeren is een ordonnantie nodig die coherent is, niet enkel op juridisch, maar tevens op budgettair
vlak, en zulks naast wat reeds gedaan werd inzake de roosters voor huurprijzen en voor de VIHT. Het proefproject
is slechts in juni van dit jaar gestart. Het zal ten minste tot
eind dit jaar duren. Het richt zich tot kandidaat-huurders
die ingeschreven zijn op de lijsten voor een woning, met
woonplaats in het Gewest, die veertien prioriteitspunten
hebben, en moet het verschil dekken tussen hun huurprijs
en het derde van hun maandelijks inkomen plus kindergeld.
En ce qui concerne l’allocation-loyer, cela fait des années qu’on attend. Il faut, pour mettre en place ce dispositif, une ordonnance qui tienne la route, non seulement
au point de vue juridique, mais également au point de vue
budgétaire, et cela en parallèle avec ce qui a été déjà fait
sur les grilles de loyer et sur les ADIL. L’expérience-pilote
n’a démarré qu’en juin de cette année. Elle se prolongera
au moins jusqu’à la fin de cette année-ci. Elle s’adresse à
des candidats-locataires inscrits sur des listes de logement,
domiciliés dans la Région, qui disposent de quatorze points
de priorité, et doit couvrir la différence entre leur loyer et
A-50/3 – 2014/2015
— 32 —
A-50/3 – 2014/2015
Thans is de lijst van de begunstigden bekend; hij wordt
sedert 1 april 2014 maandelijks bekendgemaakt door de
BGHM. De lijst wordt vergeleken met de gekende gegevens inzake andere toelagen. In juni 2014 werd aan bijna
1.000 kandidaat-huurders een gepersonaliseerd formulier
ter zake gestuurd, met de vraag de nodige controlegegevens
in te vullen. Een aantal formulieren werd niet opgehaald,
andere werden niet ingevuld, veel kandidaten voldeden
niet aan de voorwaarden, maar voor sommige dossiers kon
onmiddellijk een premie worden toegekend die vanaf de
maand december om de drie maanden zal worden uitgekeerd. Momenteel bevinden we ons in de eindfase, maar de
cijfers zijn nog niet compleet. De BGHM gaat verder met
een maandelijkse bijwerking van de gegevens. Op grond
van het onderzoek van de gegevens werd een enquête gestuurd aan 357 kandidaat-huurders die geen andere premie
ontvangen volgens de gegevens, zij zullen in de maand
december een gepersonaliseerde aanvraag krijgen. Vanaf
2015 wordt die cyclus om de drie maanden georganiseerd,
naar raming telkens voor 180 kandidaat-huurders. Nu is het
nog voorbarig om te zeggen of het proefproject tot bevredigende resultaten leidt. Maar op basis van bepaalde indicatoren, wat het bestuur nu al kan doen, kan men nagaan of
de maatregelen verbeterd kunnen worden. Deze analyse is
nu aan de gang. De middelen voor 2015 moeten voldoen
aan de vraag volgend op dit proefproject en de studie financieren over de uitgebreide huurtoelage die de Regering
in 2016 wil invoeren. Zodra de resultaten bekend zijn, zal
de Minister die in de commissie toelichten. Men zal daar
de nodige lessen uit trekken en kijken of men ruim genoeg
gemikt heeft. Vandaag is het te vroeg voor een evaluatie.
le tiers de leur revenu mensuel majoré de l’allocation familiale. Aujourd’hui, la liste des bénéficiaires est connue
et publiée mensuellement depuis le 1er avril 2014 par la
SLRB. La liste est comparée avec les données connues
en matière d’autres allocations. On a envoyé en juin 2014
à un peu moins de 1.000 candidats-locataires un formulaire personnalisé, demandant de compléter les données
de contrôle nécessaire. Un certain nombre de formulaires
n’ont pas été recherchés, d’autres n’ont pas été complétés,
beaucoup de candidats ne remplissaient pas les conditions,
mais certains dossiers ont été immédiatement éligibles pour
la prime, qui sera payée dès le mois de décembre tous les
trois mois. Aujourd’hui, on est dans une phase de finalisation, mais les chiffres ne sont pas encore complets. La
SLRB continue mensuellement à fournir une actualisation
des données. De cette analyse des données court une enquête à 357 candidats-locataires, et ceux qui n’obtiennent
pas d’autres primes, d’après les données, recevront une au
mois de décembre une demande personnalisée. A partir de
2015, ce cycle sera organisé tous les trois mois, et on estime qu’il s’agira à chaque fois de 180 candidats-locataires.
Aujourd’hui, il est prématuré de dire si l’expérience-pilote
donne des résultats satisfaisants. Mais sur la base de certains indicateurs, ce que l’administration est déjà en capacité de faire, c’est de voir où on peut améliorer le dispositif.
Cette analyse est en ce moment en cours. Les budgets prévus en 2015 permettront d’une part de répondre à la demande résultant de cette expérience-pilote, et d’autre part
de réaliser l’étude sur l’allocation-loyer généralisée que le
gouvernement compte mettre en œuvre en 2016. Dès que
les résultats seront connus, la ministre les présentera à la
commission. On en tirera les leçons, on verra si le spectre a
été assez large. Mais il est trop tôt aujourd’hui pour donner
une évaluation.
De leningen bij het Woningfonds vormen in 2014 in totaal 700 leningen. Tegen het einde van het jaar zullen er
iets minder dan 1.000 toegekend zijn. De middelen zijn dus
voldoende.
En ce qui concerne les prêts au Fonds du Logement, à
l’heure actuelle, 700 prêts ont été accordés en 2014, et il est
prévu d’ici la fin de l’année d’en accorder un peu moins de
1.000. Les budgets sont donc tout à fait suffisants.
Wat de studenten-SVK betreft, dit wordt momenteel
onderzocht : nu gaat men na wat de juridische en budgettaire hinderpalen zijn. Er komt een proefproject voor het
volgende academiejaar. In 2014 bedroeg het budget voor
dit beleid 40.000 euro. Een soortgelijk budget is in 2015
uitgetrokken voor de studiefase. Op basis van de eerste fase
komt er een budget afhankelijk van het aantal woningen
dat geëvalueerd zal worden. Op basis van deze denkpistes
zal een algemeen plan opgesteld worden met verschillende
maatregelen en waarom niet een studentenlabel ?
En ce qui concerne l’AIS étudiante, elle en est, en ce
moment, à la phase d’étude : on est en train d’identifier
quels sont les obstacles juridiques et budgétaires. Une expérience-pilote est prévue pour la prochaine rentrée académique. En 2014, le budget prévu pour cette politique était
de 40.000 euros. Un budget similaire est prévu en 2015
pour la phase d’étude. En fonction de la première phase,
il y aura un budget dépendant du nombre de logements qui
sera évalué. Sur la base de toutes ces réflexions, un plan
global sera élaboré avec différentes mesures, et pourquoi
pas un label étudiant …
Hoe staat het met de doorverkoop van woningen door
de grondregieën ? De beperking van de mogelijkheid van
doorverkoop was de intentie om een aantal woningen in de
publieke sfeer te houden. Het voorstel van de heer De Wolf
verdient onderzocht te worden, gelet op de dwingende toestand en de reële vraag vanuit de gemeenten.
Qu’en est-il de la revente de logements par les régies
communales ? La limitation de la possibilité de revente
était une volonté de maintenir un certain nombre de logements dans la sphère publique. La suggestion de M. De
Wolf mérite d’être étudiée, compte tenu d’un impératif et
de la réelle demande des communes.
A-50/3 – 2014/2015
— 33 —
A-50/3 – 2014/2015
In verband met de herziening van de berekeningswijze
voor de sociale huurprijzen en de impact ervan op de gewestelijke solidariteitstoelage, dient gezegd te worden dat
dit niet opgenomen is in de algemene beleidsverklaring,
maar er wordt allang over gedebatteerd. Er is een noodzaak,
gelet op het deficit van een aantal maatschappijen, met als
gevolg een stijgende begroting voor de gewestelijke solidariteitstoelage : het gaat om meer dan twee miljoen euro in
2015. Wat verantwoordt een herziening, volgens de Minister, van de berekening van de huurprijs ? Anderzijds beantwoordt het onroerend gedeelte van de berekening niet meer
aan de werkelijkheid, omdat de berekening van de huurprijs gebeurt op basis van een verouderde kostprijs voor
een groot deel van de woningen en de berekening is soms
zelfs oneerlijk wanneer de kostprijs heel hoog is, in het bijzonder voor de huurders die in nieuwe woningen wonen en
die daardoor gepenaliseerd worden. De manoeuvreerruimte
voor de OVM’s is overigens te beperkt om een correcte bijdrage van de huurdersgezinnen te vragen. Ten derde hangt
het bedrag van de verminderingen toegekend per kind ten
laste en personen met een handicap af van het niveau van
de huurprijs en niet van een forfait. De gezinnen krijgen
dus maar een deel van de verminderingen die formeel toegekend moeten worden, wat niet eerlijk is. Ten vierde werken de huidige limieten (bodemprijzen, plafonds) niet goed
en wordt het mattheuseffect voor sommige personen vergroot. Daarom moet men de berekening van de huurprijzen
herzien, met het oog op meer duidelijkheid in een complex
systeem dat oneerlijk kan zijn, ongeacht of het gaat om de
OVM’s of om de huurders. De begrotingsimpact op de solidariteitstoelage zou onderzocht moeten worden, want deze
herziening mag niet als gevolg hebben dat de huurlasten
aanzienlijk stijgen voor de armste huurders. De denkoefening kan daarentegen veel zin hebben voor de huurders die
onder het stelsel van de huurovereenkomst met onbepaalde
duur vallen, aangezien zij een sociale woning kunnen krijgen en toch een hoog inkomen kunnen hebben. Het is dus
een complexe zaak, maar het is geen taboe.
Concernant la révision du mode de calcul des loyers
sociaux et son impact sur l’allocation régionale de solidarité, c’est quelque chose qui n’est pas repris dans la déclaration de politique générale, mais qui fait débat depuis
longtemps, et qui est nécessaire vu l’état déficitaire d’un
certain nombre de sociétés, avec pour conséquence un budget croissant pour la subvention régionale de solidarité : il
s’agit de plus de deux millions d’euros en 2015. Qu’est-ce
qui justifie une révision, aux yeux de la ministre, du calcul
du loyer ? D’une part, la partie immobilière du calcul ne
correspond plus à la réalité, vu que le calcul du loyer se
base sur un prix de revient obsolète pour une bonne part
des logements, voire inéquitable lorsque le prix de revient
est très élevé, notamment pour les locataires qui occupent
de nouveaux logements et qui sont pénalisés de ce fait. Par
ailleurs, les marges de manœuvre laissées aux SISP ne permettent pas de garantir une juste part contributive des ménages locataires. Troisièmement, le montant des réductions
accordées pour enfant à charge et personnes handicapées
dépend du niveau de loyer et non d’un forfait. : par conséquent, les familles ne touchent qu’une partie des réductions
formellement dues, ce qui n’est pas équitable. Quatrièmement, les limites actuelles (planchers, plafonds) dysfonctionnent, accentuant des effets d’aubaine pour certains
locataires. Voilà pourquoi il faut revoir le calcul des loyers,
pour rendre plus de clarté à un système qui est complexe et
qui peut être inéquitable, que ce soit pour les SISP comme
pour les locataires. L’impact budgétaire sur l’allocation de
solidarité devrait être étudié, car il convient d’admettre que
cette révision ne pourra pas avoir pour effet d’accroître les
charges locatives de façon conséquente pour les locataires
les plus démunis. Par contre, la réflexion prendra tout son
sens pour les locataires qui bénéficient du régime du bail
à durée indéterminée, puisque ceux-ci peuvent bénéficier
d’un logement social tout en ayant des revenus plus élevés.
C’est donc une question complexe, mais qui n’est pas un
tabou.
Wat de fusie van de OVM’s betreft, is er een allocatie
van 400.000 euro die de uitgaven financiert voor de opdracht van de expertise die aan de gang is. Het team van
consultants begeleidt de OVM’s. In deze procedure geeft
de BGHM ook subsidies aan de OVM’s voor de taken die
zij moeten uitvoeren.
En ce qui concerne la fusion des SISP, il y a une allocation de 400.000 euros qui finance les dépenses liées à la
mission d’expertise en cours. L’équipe de consultants en
place accompagne les SISP. Dans le processus, la SLRB
subsidie aussi les SISP pour les tâches qui leur incombent.
Hoe staat het met de stroomlijning van bepaalde taken ?
De vermindering met de helft van het aantal OVM’s zal
niet noodzakelijk leiden tot een stroomlijning van de opdrachten die de BGHM moet uitvoeren. Het aantal huurders zal immers niet dalen, integendeel, gelet op het stijgend aantal kandidaten. Er kan dus geen verband gelegd
worden tussen de procedure voor de fusie van de OVM’s
en de taken die toekomen aan hun toezichthoudende overheid via de BGHM. Zal er een schaalvoordeel ontstaan in
2015 ? Zal er een impact zijn op de wachtlijsten ? Neen, er
zal geen impact zijn op de wachtlijsten ten aanzien van de
kandidaat-huurders. In 2015 is het te vroeg om na te gaan
of er schaalvoordelen zullen zijn, ook al zijn er bepaalde
Qu’en est-il de la rationalisation de certaines tâches ? La
réduction par deux du nombre de SISP n’induira pas nécessairement une rationalisation des missions qui incombent à
la SLRB, considérant que le nombre de locataires ne diminuera pas, au contraire, au vu du nombre croissant de candidats. Il n’y a donc pas de lien à établir entre le processus
de fusion des SISP et les tâches propres à leur autorité de
tutelle via la SLRB. Y aura-t-il des économies d’échelle qui
vont se ressentir en 2015 ? Y aura-t-il un impact sur les
listes d’attente ? Non, il n’y aura pas d’impact sur les listes
d’attente vis-à-vis des candidats-locataires. En 2015, il est
trop tôt pour voir s’il y aura des économies d’échelle, bien
que certaines SISP les plus avancées dans leur processus de
A-50/3 – 2014/2015
— 34 —
A-50/3 – 2014/2015
OVM’s die al verder staan in hun fusie, met een operationele fusie eind 2015. Zij zouden reeds voordeel kunnen
halen uit de fusie, maar vandaag is het nog voorbarig om
daar een uitspraak over te doen.
fusion, avec une fusion opérationnelle fin 2015, pourraient
déjà faire état des bénéfices tirés de la fusion, mais c’est un
peu prématuré à ce stade-ci.
Voor de overheidsopdrachten voor de hergroepering van
de human resources en de informaticaresources, hebben
wij nu een uitgelezen moment om dit te bekijken in het kader van de heronderhandeling van het beheerscontract van
de BGHM.
En ce qui concerne les marchés publics de regroupement
des ressources humaines et des ressources informatiques,
c’est le moment de pouvoir l’envisager dans le cadre de la
renégociation du contrat de gestion de la SLRB.
De staat van vooruitgang van de fusies ziet er als volgt
uit : de OVM’s moeten in drie stappen werken :
L’état d’avancement des fusions est le suivant : les SISP
doivent s’inscrire un processus qui prévoit trois trains :
– In de eerste stap hebben 5 OVM’s zich ingeschreven,
en op de vraag van 4 van hen is ingegaan : het gaat om
Anderlecht, Schaarbeek, Vorst, Sint-Gillis en Habitation
Moderne.
– Dans le premier train, 5 SISP se sont inscrites, dont 4
ont vu leur demande acceptée : il s’agit d’Anderlecht,
Schaerbeek, Forest, Saint-Gilles, l’Habitation moderne.
– 5 OVM’s hebben een positief antwoord gekregen in de
tweede stap : Laken, Molenbeek, Evere, Assam en de
« Home bruxellois ».
– 5 SISP on vu leur demande d’inscription au deuxième
train acceptée : Laeken, Molenbeek, Evere, Assam et le
Home bruxellois.
– 8 OVM’s zullen deel uitmaken van de derde stap als
gefuseerde entiteiten : indiening van het dossier op
9 december 2014 : Sorelo/Lorebru, Logis/Floréal en
5 coöperatieven : Etterbeek/Koekelberg, Oudergem/
Sint-Pieters-Woluwe/Ville et Forêt, Ukkel/Elsene, Jette/
Ganshoren, Sint-Joost doet het nu nog op zijn eentje.
– 8 SISP devront rejoindre le troisième train en tant qu’entités fusionnées : dépôt de dossier le 9 décembre 2014 :
Sorelo/Lorebru, Logis/Floréal, et 5 coopératives : Etterbeek/Koekelberg, Auderghem/Woluwé-St-Pierre/Ville
& Forêt, Uccle/Ixelles, Jette/Ganshoren, Saint-Josse est
actuellement toujours seule.
Voor het Woningfonds zal een grondige analyse gemaakt
moeten worden van de nodige wijzigingen om het aantal
kredieten te verhogen. Vandaag hebben wij iets minder dan
duizend kredieten voor 2014. De analyse is aan de gang en
er zal rekening gehouden worden met verschillende parameters : het plafond van de geleende bedragen, het tarief,
de duur van het krediet … De wijzigingen van de voorgaande jaren gingen in de goede richting, maar een evaluatie is nodig om de impact ervan na te gaan. Het lijkt
erop dat er maar een beperkte impact geweest is voor de
inkomens hoger dan 40.000 euro. De parameters moeten
eventueel gewijzigd kunnen worden.
En ce qui concerne le Fonds du Logement, il faudra faire
une analyse profonde des modifications à apporter pour
augmenter le nombre de crédits. On en est aujourd’hui à
un peu moins de mille prévus pour 2014. L’analyse est en
cours, et permettra de jouer sur plusieurs paramètres : le
plafond des montants empruntés, le taux, la durée de crédit … Les modifications qui ont été apportées les années
antérieures allaient dans le bon sens, mais il faudrait les
évaluer pour voir l’impact qu’elles ont eu – mais il semble
qu’elles aient eu peu d’impact pour des revenus supérieurs
à 40.000 euros – et pour les modifier le cas échéant.
Wat de structuur van de begroting betreft, heeft het bestuur bevoegd voor de begroting beslist om deze wijziging
door te voeren. In 2015 kan deze structuur herzien worden,
ofwel in 2016. Er is voorrang gegeven aan een technische
organisatie, met BA’s die conform een geconsolideerde entiteit zijn. De afschaffing van de vroegere BA’s wordt enkel mogelijk nadat het uitstaande bedrag vereffend is. In
principe wordt de lezing ervan eenvoudiger, aangezien de
nieuwe BA’s de oude zullen vervangen. Men zou de resultaten van deze vereenvoudiging volgend jaar moeten zien.
En ce qui concerne la structure du budget, l’administration du budget a décidé de cette modification. En cours
d’année 2015, cette structure pourrait être revue, voire en
2016. Une priorité a été donnée à une organisation technique, avec des AB conformes à une entité consolidée. La
suppression des anciennes AB ne sera possible qu’après
avoir soldé leurs encours. En principe, la lecture en sera
simplifiée, puisque les nouvelles AB remplaceront les anciennes. On devrait voir les résultats de cette simplification
l’an prochain.
Wat de GSV betreft, is het niet de bevoegdheid van de
Minister om daar een uitspraak over te doen. Er zijn een
aantal actoren, voornamelijk private actoren, die ijveren
voor een herziening van de normen van de GSV voor de
huisvesting, met name in de richting van een vermindering
Concernant le RRU, il n’appartient pas à la ministre de
s’exprimer sur ce sujet. Il y a un certain nombre d’acteurs,
essentiellement privés, qui militent pour une révision des
normes du RRU en matière de logement, notamment à la
baisse pour ce qui est des surfaces minimales. L’objectif est
A-50/3 – 2014/2015
— 35 —
A-50/3 – 2014/2015
voor de minimale oppervlaktes. De doelstelling is de verkoop. Men moet bepaalde ijkpunten behouden : een woning
moet kwaliteitsvol en conform de menselijke waardigheid
zijn, en de bewoonbaarheidsnormen moeten conform de
GSV blijven, alsook met de Huisvestingscode en de nieuwe
wetgeving op de huurovereenkomsten.
celui de la vente. Il faut garder certaines balises : un logement doit rester de qualité, et respecter la dignité humaine,
et par ailleurs, les normes d’habitabilité doivent rester cohérentes entre le RRU, le Code du Logement et la nouvelle
législation sur le bail.
Wat de fiscale hervorming, de woonbonus en de registratierechten betreft, gaat het om een fiscale hervorming
die vooral betrekking zal hebben op het vastgoed met een
dubbele doelstelling : enerzijds een begrotingsdoelstelling,
maar anderzijds ook een doelstelling met het oog op de verbeteringen van de voorwaarden van het welzijn. Het is een
kans om de fiscale bepalingen aan te passen aan de sociaaleconomische werkelijkheid : laag percentage eigenaars
(minder dan 42 % in Brussel tegen 68 % in Wallonië en
73 % in Vlaanderen), belangrijk fenomeen van eenoudergezinnen met een toenemende verarming. Vandaag moet
het Brusselse fiscale beleid bijdragen tot de vereenvoudiging van de toegang tot de huisvesting, zonder de huurder
te treffen, tot de bestrijding van de stadsvlucht van gezinnen met een gemiddelde inkomen en tot een hogere productie van nieuwe woningen. Het is evident dat de woonbonus
en de registratierechten twee fundamentele elementen van
de fiscale hervorming zijn.
En ce qui concerne la réforme fiscale, le bonus-logement
et les droits d’enregistrement, il s’agit d’une réforme fiscale
qui sera avant tout immobilière, avec un double objectif :
d’une part un objectif budgétaire, mais également d’autre
part un objectif d’amélioration des conditions de bien-être.
C’est une opportunité d’adapter le dispositif fiscal aux
réalités socio-économiques : faible taux de propriétaires
(moins de 42 % à Bruxelles contre 68 % en Wallonie et
73 % en Flandre), phénomène de monoparentalité accentué, avec une paupérisation croissante. Aujourd’hui, la
politique fiscale bruxelloise doit contribuer à faciliter l’accès au logement, sans pénaliser le locataire, à lutter contre
l’exode urbain des familles à revenus moyens, et à intensifier la production de nouveaux logements. Il est évident que
le bonus-logement et les droits d’enregistrement sont deux
éléments fondamentaux de la réforme fiscale.
De aftrekbaarheid heeft reeds heel wat pennen in beweging gebracht : de maatregel wordt behouden en het tijdsbestek zal de gelegenheid vormen om een grondige evaluatie te maken. In Brussel heeft het men over een begroting
van 120 miljoen euro tot 140 miljoen euro naargelang de
bron. Daaronder valt ook de jongste versie van de woonbonus die het voorwerp heeft uitgemaakt van een wijziging
door de wetgever ingevolge de bijzondere wet van 2014 en
het vorige stelsel, aangezien de federale overheid de nodige
wijzigingen aangebracht had met het oog op de komende
regionalisering. Het gaat om een universeel fiscaal voordeel dat de bevolking tamelijk beperkt gebruikt in vergelijking met rijkere mensen. Iedereen heeft er recht op maar
het kan tot een mattheuseffect leiden, terwijl het de bedoeling is om de toegang tot de eigendom te verbeteren. Er is
een team van deskundigen samengesteld en hun werk zou
tegen eind maart moeten leiden tot een verslag dat grondig
besproken zal worden. Men moet zich vragen stellen over
de duur van het fiscale voordeel dat berekend wordt op de
duur van de hypothecaire lening. Waarom wordt de woonbonus beperkt tot de aankopen die enkel met de lening gefinancierd worden ? Heeft de belastingplichtige het recht
om in aanmerking te komen voor het fiscale voordeel op
herhaalde manier of moet men zich beperken tot een « oneshot » voor de eerste aankoop ?
La déductibilité a déjà fait couler beaucoup d’encre : la
mesure est maintenue, et le laps de temps va être mis à
profit pour l’évaluer en profondeur. A Bruxelles, on parle
d’un budget de l’ordre de 120 millions d’euros à 140 millions d’euros selon les sources. Cela comprend la dernière
version du bonus-logement qui a fait l’objet d’une modification du législateur suite à la loi spéciale de 2014 et au
régime antérieur, puisque le Fédéral avait pris soin d’apporter des modifications dans l’optique de la future régionalisation. C’est un avantage fiscal universel, que la population utilise relativement peu par rapport aux personnes
plus aisées. Tout le monde y a droit, mais cela peut être de
nature à engendrer des effets d’aubaine alors que l’objectif
est d’accroître l’accès à la propriété. Un groupe d’experts
a été désigné, et leur travail devrait aboutir, dans les alentours de la fin du mois de mars, à un rapport qui sera présenté et largement discuté. Il faut s’interroger sur la durée
de l’avantage fiscal, qui se calque sur la durée de l’emprunt
hypothécaire. Pourquoi limite-t-on le bonus-logement aux
achats qui sont uniquement financés par l’emprunt ? Le
contribuable a-t-il le droit de bénéficier de l’avantage fiscal
de manière répétée, ou faut-il faire un « one-shot » sur le
premier achat ?
De registratierechten vormen een belangrijke financiële
bron voor het Gewest. Er zijn al inspanningen geleverd :
is dat genoeg ? Beantwoordt dat aan de doelstelling om
de Brusselse stadsvlucht te verminderen ? Moet men die
rechten spreiden in de tijd ? Men moet oog hebben voor de
kwestie van de meeneembaarheid. In ieder geval moet men
de deskundigen aan het werk laten.
Les droits d’enregistrement sont une ressource financière essentielle pour la Région. Il y a déjà eu des efforts :
est-ce suffisant ? Est-ce que cela répond à l’objectif d’endiguer l’exode bruxellois ? Doit on prévoir un étalement dans
le temps de ces droits ? La question de la portabilité est
aussi importante. De toute façon, il faut laisser les experts
travailler.
A-50/3 – 2014/2015
— 36 —
A-50/3 – 2014/2015
De 140 miljoen euro van de woonbonus is inbegrepen in
de overdracht van bevoegdheden, maar komen als dusdanig
niet voor in de uitgavenbegroting, omdat het gaat om een
belastingvermindering op de PB : het gaat om een winstderving die gecompenseerd wordt door de financieringswet
via een specifieke dotatie in de vorm van ontvangsten. De
details staan op bladzijde 140 van de toelichting over de
berekeningswijze.
Les 140 millions d’euros du bonus-logement sont inclus
dans les transferts de compétence, mais n’apparaissent pas
comme tels dans le budget des dépenses car il s’agit d’une
réduction d’impôt à l’IPP : c’est un manque à gagner compensé par la loi de financement via une dotation spécifique
en recettes. Les détails se trouvent à la page 140 de l’exposé des motifs sur le mode de calcul.
Wat de renovatie van de sociale woningen betreft, vindt
het de Minister belangrijk dat de termijnen gerespecteerd
worden en indien nodig versneld worden. Daarom heeft zij
ervoor gezorgd om de middelen voor dit beleid met 2,6 miljoen euro te verhogen. Zij zal erop toezien dat dit beleid
gericht wordt op de meest achtergestelde bevolkingsgroepen, omdat het van essentieel belang is dat de overheid het
voorbeeld toont. Zij verbindt er zich toe om als bijlage bij
het verslag het vierjarenprogramma voor de renovatie van
de sociale woningen te voegen : het perspectief, de planning, de bedragen, de leegstaande woningen … (cf. Bijlage
nr. 3).
En ce qui concerne la rénovation des logements sociaux,
la ministre juge important de respecter les délais, de les
accélérer si possible. C’est pourquoi elle a veillé à augmenter de 2,6 millions d’euros les budgets dévolus à cette
politique. Elle veillera à ce que cette politique touche les
populations les plus fragilisées, car il est indispensable que
les pouvoirs publics montrent l’exemple. Elle s’engage à
fournir en annexe au rapport le quadriennal de rénovation
des logements sociaux : la perspective, le planning, les
montants, les inoccupés … (cf. Annexe n° 3).
In verband met de referentieroosters voor de huurprijzen, is er geen sprake van om dit soort huurprijzen te reguleren, met uitzondering van de huurtoelage. Het probleem
van de roosters is de moeilijkheid om die toe te passen :
ofwel zijn er onvoldoende criteria en is het oneerlijk, ofwel
zijn er te veel criteria en kunnen die niet toegepast worden. Daarom zal men het experiment met de roosters niet
publiek maken. Het spreekt vanzelf dat als men een uitgebreide huurtoelage zou invoeren, deze roosters opnieuw ter
discussie gesteld zullen worden.
Concernant les grilles de référence des loyers, il n’est
pas question de mettre en œuvre une régulation des loyers
de ce type, sauf pour ce qui concerne l’allocation-loyer.
Les problème des grilles est la difficulté de les mettre en
œuvre : soit il n’y a pas assez de critères et c’est injuste, soit
il y en a trop et c’est impossible à mettre en œuvre. C’est la
raison pour laquelle on ne rendra pas publique l’expérience
qui a été faite sur les grilles. Il est évident que lorsqu’on
mettra en place une allocation-loyer généralisée, ces grilles
reviendront dans la discussion.
Wat de definities van het BISA betreft, heeft de Minister
al uitgelegd wat zij daarvan dacht tijdens haar antwoord op
de interpellatie van de heer Maron tijdens de vergadering
van 13 november 2014. De Minister meent dat de overheid
ook de mensen moet helpen die boven de door het BISA
bepaalde mediaan zitten en die ook moeilijkheden ondervinden om in Brussel een woning te vinden, zoals mevrouw
Zamouri terecht opgemerkt heeft.
En ce qui concerne les définitions de l’IBSA, la ministre
a déjà expliqué ce qu’elle en pensait lors de sa réponse à
l’interpellation de M. Maron, qui a eu lieu lors de la réunion du 13 novembre dernier. La ministre estime que les
pouvoirs publics doivent aussi aider les gens qui se situent
au-delà de la classe médiane identifiée par l’IBSA, et
qui éprouvent aussi des difficultés à se loger à Bruxelles,
comme l’a très justement fait observer Mme Zamouri.
Over de typologie van de woningen wordt samengewerkt met het bestuur. Hoe staat het met de verdeling vastgesteld door Alliantie Woonomgeving ? De aan de gang
zijnde begrotingsanalyse zal moeten bepalen of die verdeling opportuun is en niet herzien zal moeten worden in het
licht van de begrotingsmiddelen.
Concernant la typologie des logements, le travail est en
cours avec l’administration. Qu’en est-il de la répartition
fixée par l’Alliance Habitat ? L’analyse budgétaire en cours
devra déterminer si celle-ci est opportune et s’il ne devra
pas être revue en tenant compte des moyens budgétaires
Wat de contractualisering met de gemeenten betreft,
hield de laatste schijf van de ordonnantie, te weten 30 miljoen, tijdens de vorige zittingsperiode, rekening voor de
gemeenten met het feit dat zij 15 % woningen met sociale
doelstelling op hun grondgebied hadden. Vandaag zal de in
2017 geplande fiscale hervorming ongetwijfeld gevolgen
hebben voor de financieringswijze van de lokale besturen.
De Minister zal er blijven op toezien dat het aspect van
openbare huisvesting meegenomen wordt in deze denkoefening.
En ce qui concerne la contractualisation avec les communes, sous l’ancienne législature, la dernière tranche
de l’ordonnance, à savoir 30 millions d’euros, prenait en
compte pour les communes le fait d’avoir 15 % de logements à finalité sociale sur leur territoire. Aujourd’hui, la
réforme fiscale prévue en 2017 va sans doute également
avoir un impact sur le mode de financement des pouvoirs
locaux. La ministre restera attentive à ce que l’aspect logement public soit pris en compte dans cette réflexion.
A-50/3 – 2014/2015
— 37 —
A-50/3 – 2014/2015
Voor de woningen boven de handelszaken heeft haar
voorganger een studie laten uitvoeren. Vandaag moet men
zich buigen over de conclusies. Een belangrijk element is
de regionalisering van de huurovereenkomst, ook van de
handelshuurovereenkomst. Daardoor zal het werk vergemakkelijkt worden, omdat het naast elkaar bestaan van
verschillende huurovereenkomsten problemen deed rijzen.
Wanneer men de regionalisering concreet gestalte zal geven, zal men voor ogen moeten houden dat er een problematiek bestaat van de lege woningen boven de handelszaken.
Concernant les logements au-dessus des commerces,
une étude a été réalisée par son prédécesseur. Il faut maintenant se pencher sur ses conclusions. Un élément important est celui de la régionalisation du bail, y compris du bail
commercial. Cela va faciliter le travail, car la coexistence
des différents baux posait problème. Il faudra être attentif, lorsque l’on travaillera à la régionalisation, de garder
à l’esprit la problématique des logements vides au-dessus
des commerces.
Voor de stedenbouwkundige lasten is het duidelijk dat
de nieuwe wetgeving geëvalueerd moet worden met het
oog op een eventuele verbetering.
En ce qui concerne les charges d’urbanisme, il est clair
que la nouvelle législation doit être évaluée en vue d’une
éventuelle amélioration.
Voor de leningen van het Woningfonds wordt de regeling over vier jaar behouden. De dotatie is niet verminderd : in 2014 bedraagt de dotatie 37.760.000 euro en
40.219.000 euro in 2015. Er is overigens een daling van
de rentevoet.
Pour ce qui est des prêts du Fonds du Logement, le système sur quatre ans est maintenu. La dotation n’a pas diminué : en 2014, elle est d’un montant de 37.760.000 euros,
et de 40.219.000 euros en 2015. Il y a eu par ailleurs une
baisse du taux d’intérêt.
Voor de SVK’s is er immers een toename van de begrotingsmiddelen : men gaat van 10.121.000 euro naar
11.639.000 euro. De toename van de middelen zal de mogelijkheid bieden om de bestaande SVK’s op duidelijke en
duurzame wijze te versterken : de Minister heeft dat uitgelegd in de interpellatie tijdens de jongste vergadering.
De SVK’s zullen de kans krijgen om hun subsidies uit te
geven binnen twaalf maanden na de eerste vereffening van
de subsidies. Men zal proberen om de termijnen voor de
vereffening van de eerste schijf te verminderen. Men zal de
drempels herzien : het zal niet meer om vijftig woningen
maar om tien woningen gaan. Tot slot zal men het onderscheid afschaffen tussen de periode vóór en de periode na
1 oktober 2006, wat een verouderd systeem was. De Minister zal de FEDSVK blijven financieren om permanent
contact te blijven hebben met de sector.
En ce qui concerne les AIS, il y a en effet une augmentation du budget : on passe de 10.121.000 euros à
11.639.000 euros. L’augmentation du budget va permettre
de renforcer les AIS existantes de manière perceptible et
durable : la ministre l’a expliqué dans l’interpellation
qu’elle a développée lors de la dernière séance. On va permettre aux AIS de pouvoir dépenser leurs subsides endéans
les douze mois à partir de la première liquidation des subsides. On va essayer de réduire les délais de liquidation de
la première tranche. On va réviser les paliers pour qu’ils
ne soient plus de cinquante logements mais de dix logements. Et enfin, on va supprimer la distinction entre avant
et après le 1er octobre 2006, qui devenait obsolète. Enfin,
la ministre va continuer à financer la FEDAIS afin d’avoir
un contact permanent avec le secteur.
De Minister verbindt er zich toe om bij het verslag de
lijst te voegen van de 22 erkende SVK’s met hun subsidies
(cf. Bijlage nr. 4).
La ministre s’engage à mettre en annexe au rapport la
liste des 22 AIS agréées avec leur subventionnement (cf.
Annexe n° 4).
De kwestie van het gewestelijke huurwaarborgfonds
maakt deel uit van de elementen in de overheidsopdracht
van de gevraagde deskundige om de wet op de huurovereenkomsten om te zetten. Deze overheidsopdracht zal eind
dit jaar uitgeschreven worden.
En ce qui concerne la question sur le fonds de garantie
locative régionale, elle fait partie des éléments repris dans
le marché public de l’expert sollicité pour transposer la loi
sur le bail. Ce marché public sera lancé à la fin de l’année.
Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de
heer Verstraete over de stijging van de huurprijzen en van
de verkoopprijzen als gevolg van de overheidssteun, herinnert de Minister eraan dat men deze vrees in deze commissie vaak geuit heeft, maar wetenschappelijk is er niets
bewezen. Men voorziet in ijkpunten in het kader van bepaalde openbare beleidskeuzes, met name de referent voor
de maximumhuurprijzen in het kader van de huurtoelage en
de maximumverkoopprijzen van de woningen van Citydev.
Pour répondre aux inquiétudes de M. Verstraete sur
l’augmentation des prix à la location et à la vente résultant du soutien public, la ministre rappelle qu’on a souvent
évoqué ces craintes dans cette commission, mais que rien
n’est vraiment démontré scientifiquement. On prévoit des
balises, dans le cadre de certaines politiques publiques, notamment le référent pour les loyers maxima dans le cadre
de l’allocation-loyer, et les prix maxima de vente des logements Citydev.
A-50/3 – 2014/2015
— 38 —
A-50/3 – 2014/2015
Hoe kan men de doelstellingen voor de sociale huisvesting halen en wat zijn de verwachte resultaten ? De
doelstellingen zijn duidelijk, te weten 6.500 openbare woningen aanbieden tegen het einde van de zittingsperiode.
Iedereen is het erover eens dat er voorwaarden moeten
zijn, met name op het vlak van begroting, en wat betreft
de grondeigenaars is een coördinatie van actoren vereist.
De Minister heeft de hand aan de ploeg geslagen en heeft
een begrotingsanalyse na de consolidatie gemaakt : er zijn
deskundigen aangesteld voor elk van de actoren en de Coördinatieraad is opgericht, de coördinator krijgt een fundamentele rol en er is een ontmoeting geweest met de private
actoren. Op die manier is een fasering in de tijd mogelijk.
Die zal in evenwicht gebracht moeten worden en op die
manier zullen de doelstellingen gehaald kunnen worden.
Concernant les logements sociaux, comment atteindre
les objectifs et quels sont les résultats projetés ? Les objectifs sont clairs, c’est de lancer la production des 6.500 logements publics d’ici la fin de la législature. Tout le monde
s’accorde pour dire qu’il faut des conditions nécessaires,
notamment budgétaires et au niveau des fonciers, une coordination des acteurs. La ministre s’y est attelée avec une
analyse budgétaire suite à la consolidation : des experts ont
été désignés pour chacun des acteurs, on a mis en place le
conseil de coordination, l’assemblier aura un rôle fondamental, et les acteurs privés ont été rencontrés. Cela permet
d’avoir un phasage dans le temps qui devrait être équilibré
et qui permettra d’atteindre les objectifs.
De uitzonderlijke provisie van het Woningfonds van
125 miljoen euro ter compensatie van de markt is niet gebruikt, omdat het Fonds geen financiering heeft moeten
zoeken op de markten sinds 2013 dankzij zijn schatkistmiddelen. Het is de bedoeling om deze uitzonderlijke provisie
in de tijd te behouden, niets verantwoordt de verdwijning
ervan in de huidige stand van zaken. Men moet voorzichtig
blijven wat de kwestie van de consolidatie betreft.
La provision exceptionnelle du Fonds du Logement de
125 millions d’euros pour compenser le marché n’a pas été
utilisée, car le Fonds n’a pas dû aller se financer sur les
marchés depuis 2013 grâce à sa trésorerie, et l’intention est
de maintenir cette provision exceptionnelle dans le temps,
rien ne justifie sa disparition à ce stade. Il faut d’ailleurs
rester prudent face à la question de la consolidation.
In verband met de leegstaande en ongezonde woningen
bevestigt de Minister dat de begrotingsmiddelen verminderen : niet omdat men niets wil doen in deze sector, wel
integendeel, maar omdat verschillende basisallocaties de
daling van de kredieten verantwoorden. Er was de BA over
de inschakeling van deskundigen, maar artikel 8 van de
voormalige Code gaf de mogelijkheid aan de Gewestelijke
Huisvestingsinspectie om de mening van een deskundige
over uitzonderlijke toestanden te vragen : dat is echter nooit
toegepast omdat het moeilijk is een lijst van deskundigen
op te stellen. Men heeft deze BA dus geschrapt, maar niet
het bedrag dat overgedragen is naar de uitgaven van de Gewestelijke Huisvestingsinspectie.
En ce qui concerne les logements vides et insalubres,
la ministre confirme qu’il y a une diminution budgétaire :
ce n’est pas lié à une volonté de ne pas travailler sur ce
secteur, bien au contraire, mais il y a différentes allocations
de base qui justifient la baisse des crédits. Il y avait l’AB
sur le recours à des experts, l’article 8 de l’ancien Code
permettait à la DIRL de demander l’avis d’un expert sur des
situations exceptionnelles : mais cela n’a jamais été appliqué, en raison de la difficulté d’établir une liste d’experts.
On a donc supprimé cette AB, mais pas le montant, qui a
été transféré dans les dépenses de la DIRL.
Wat betreft de maatregelen ter bevordering van de gezondheids- en veiligheidsnormen, heeft de Gewestelijke
Huisvestingsinspectie de wens geuit om deze BA te gebruiken voor andere kosten, zoals de vertaalkosten, de kosten
voor juridische raadplegingen … Het opschrift van deze
BA zal op termijn gewijzigd worden in « specifieke noden
van de Gewestelijke Huisvestingsinspectie ». Het is dus
een kwestie van nomenclatuur.
En ce qui concerne les mesures de promotion des normes
de salubrité et de sécurité, la DIRL a émis le souhait d’utiliser cette AB pour d’autres frais, comme les frais de traduction, de consultation juridique … La diminution de cette
AB à terme va être modifiée en « besoins spécifiques de
la DIRL ». C’est donc une question de nomenclature qui
s’opère.
Voor het onderzoek en de vaststelling van overtredingen
van de normen van de Huisvestingscode, wordt de vermindering van deze BA verklaard door het feit dat tijdens het
onderzoek door de cel « leegstaande woningen » de toegang tot de bronnen meestal niet tegen betaling is. Men
heeft ook het aantal personeelsleden uitgebreid.
Pour la recherche et les constatations des infractions aux
normes du Code du Logement, la diminution de cette AB
s’explique par le fait que lors des recherches réalisées par la
cellule « logements inoccupés », les accès aux sources sont
la plupart du temps non-payants. Par ailleurs, on a renforcé
les effectifs.
De projecten van Alliantie Woonomgeving werden geselecteerd tijdens de vorige zittingsperiode. De meeste
projecten die vandaag ingediend zijn, worden onderzocht
om na te gaan of ze passen in het kader van de Alliantie.
En ce qui concerne les projets de l’Alliance Habitat,
ceux-ci ont été sélectionnés déjà sous l’ancienne législature. La plupart des projets rentrés sont actuellement en
cours d’examen, pour voir s’ils sont retenus dans le cadre
A-50/3 – 2014/2015
— 39 —
A-50/3 – 2014/2015
Vandaag wordt het team van de BGHM uitgebreid om een
versnelde behandeling van de dossiers mogelijk te maken.
de l’Alliance. Aujourd’hui, on est en train de renforcer
l’équipe de la SLRB pour permettre l’accélération du traitement des dossiers.
Wat de VHIT’s betreft, gaat het over toelagen voor verhuizing van maximum 800 euro of 1.040 euro voor een gezin met kinderen, gevolgd door een huurtoelage gedurende
vijf jaar. Deze financiële steun is bestemd voor mensen die
verhuizen als gevolg van een ongezondverklaring of voor
daklozen. De stijging van het krediet wordt verklaard door
de overdracht van de VIHT’s naar de allocatie voor herhuisvesting en door het aanbieden van deze steun aan daklozen.
Zowat 4.500 personen komen daarvoor in aanmerking.
Concernant les ADIL, il s’agit d’allocations de déménagement de maximum 800 euros ou 1.040 euros pour un ménage avec enfants, suivies d’une allocation-loyer pendant
cinq ans. Cette aide financière est destinée aux personnes
qui déménagent à cause d’une insalubrité ou aux sansabris. L’augmentation du crédit s’explique par le passage
de l’ADIL à l’allocation de relogement et l’ouverture de
cette aide aux sans-abris. Cela concerne 4.500 personnes
qui en bénéficient.
Het aantal transitwoningen in Brussel is niet bekend,
maar de Minister heeft drie weken geleden naar de verschillende gemeenten en OCMW’s geschreven om dit soort
inlichting op te vragen. Dat is geen bemoeienis maar wel
een streven naar correcte informatie.
Concernant le nombre de logements de transit à
Bruxelles, cette information n’est pas connue, mais la ministre a écrit il y a trois semaines aux différentes communes
et CPAS pour essayer d’obtenir ce genre de renseignement.
Ce n’est pas de l’intrusion, mais une volonté de vouloir disposer d’une bonne information.
Wat het partnergeweld betreft, wordt er momenteel nagedacht over de prioriteiten. Men rekent op een stijging van
het aantal transitwoningen. Er zouden andere denkpistes
onderzocht kunnen worden. De gezamenlijke portefeuille
van huisvesting en sociale actie zal het voor de Minister
mogelijk maken om interessante samenwerkingsverbanden
te creëren.
En ce qui concerne les violences conjugales, il y a des
réflexions qui sont faites en ce moment au niveau des points
de priorité. On compte sur une augmentation du nombre de
logements de transit. Il y a d’autres pistes qui pourraient
être étudiées. Le portefeuille conjoint du logement et de
l’action sociale permettra à la ministre de créer des synergies intéressantes.
Wat betreft het leegstaande gebouw van het Woningfonds waarover mevrouw Carthé het gehad heeft, zal de
Minister contact opnemen met het Fonds om na te gaan wat
er nu juist van aan is.
En ce qui concerne le bâtiment vide du Fonds du Logement évoqué par Mme Carthé, la ministre prendra contact
avec le Fonds pour voir ce qu’il en est exactement.
Wat het conformiteitsattest betreft waarnaar de heer
Ahidar verwezen heeft, herinnert de Minister eraan dat
deze maatregel vroeger bestond voor de kleine woningen
en de gemeubileerde woningen : het ging over een attest afgegeven na een verklaring op erewoord van de verhuurder,
wat niet altijd betrouwbaar was. Er werd ook een conformiteitsattest afgegeven op vrijwillige basis, wat een zeer
matig succes was, alsook een attest voor de controle van de
conformiteit afgegeven na een verbod van verhuring. De
eerste twee instrumenten zijn in 2013 opgegeven, omdat
het niet werkte; enkel het derde document bestaat nog.
Concernant l’attestation de conformité à laquelle faisait
allusion M. Ahidar, la ministre rappelle que ce dispositif
existait auparavant pour les petits logements et les logements meublés : c’était une attestation délivrée suite à une
déclaration sur l’honneur du bailleur, ce qui n’était pas toujours fiable. Il y avait également un certificat de conformité
délivré sur base volontaire, qui marchait très moyennement, et une attestation de contrôle de conformité délivrée
après interdiction de location. Les deux premiers outils ont
été abandonnés en 2013, car ça ne fonctionnait pas; seul le
troisième document a été maintenu.
Als antwoord op mevrouw El Bakri, herinnert de Minister eraan dat de 39.000 woningen die te berde gebracht
zijn enkel en alleen sociale woningen zijn : daarbij komen
nog de woningen van de gemeenten, van de OCMW’s, de
woningen van Citydev, de door de SVK’s beheerde woningen, de door het Woningfonds beheerde woningen, alsook
de CLT-maatregelen. De 6.500 woningen vormen een ambitieuze doelstelling, maar het is inderdaad nooit genoeg.
Daarom moet men de private sector ertoe aanzetten om
betaalbare woningen aan te bieden, bijvoorbeeld via de
stedenbouwkundige lasten, de fiscaliteit, de uitbreiding van
Par rapport à l’intervention de Mme El Bakri, la ministre
rappelle que les 39.000 logements évoqués ne représentent
que les logements sociaux : il faut y ajouter les logements
des communes, des CPAS, ceux produits par Citydev, les
logements gérés par les AIS, par le Fonds du Logement,
ainsi que le dispositif CLT. Les 6.500 logements sont en
effet un objectif ambitieux, mais effectivement, cela ne suffit jamais. C’est pourquoi il faut vraiment pousser le secteur
privé à créer des logements abordables, par exemple à travers les charges d’urbanisme, la fiscalité, l’augmentation
du parc des AIS, l’allocation-loyer … Il n’y a pas une seule
A-50/3 – 2014/2015
— 40 —
A-50/3 – 2014/2015
het bestand van de SVK’s, de huurtoelage … Er is niet één
enkele mirakeloplossing, maar er is nood aan een resem
maatregelen en men moet een evenwicht zoeken in wat bestaat.
recette miracle, mais il y a un faisceau d’actions qui doivent
être menées, et il convient d’équilibrer ce qui existe.
III. Bespreking van de programma’s
en activiteiten
III. Discussion des programmes
et activités
Programma 001 : Ondersteuning van het algemeen beleid
Programme 001 : Support de la politique générale
De heer Alain Maron heeft vragen bij BA 25.001.08.
10.1211 : het gaat over 100.000 euro voor een studie voor
de voorbereiding van de juridische omzetting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de wet op de huurovereenkomsten : omvat deze studie de problematiek van de wet
op de handelshuurovereenkomsten, de studentenhuurovereenkomsten … Zal het geheel van de bevoegdheid onder de
loep genomen worden ? Wordt rekening gehouden met het
evenwicht van de rechten van huurder en eigenaar ?
M. Alain Maron s’interroge sur l’AB 25.001.08.10.1211 :
il s’agit de 100.000 euros pour lancer une étude pour la
préparation de la transposition juridique en Région de
Bruxelles-Capitale de la loi sur le bail : cette étude comprend-elle la problématique de la loi sur les baux commerciaux, sur le bail étudiant, … l’ensemble de la compétence
sera-t-elle étudiée ? Va-t-on tenir compte de l’équilibre des
droits entre locataire et propriétaire ?
De Minister antwoordt bevestigend. Men werkt nu aan
het bestek voor deze studie. Men zal een denkoefening
moeten opzetten over alle grote lijnen, in het bijzonder over
de nieuwe vormen van wonen. Er is een zeer precieze studie in dat verband nodig.
La ministre répond par l’affirmative. On est en train de
rédiger le cahier des charges de cette étude. Il s’agira de
mener une réflexion sur tous les grands axes, et notamment
sur les nouvelles formes d’habitat. Il faut une étude très
précise à cet égard.
De heer Vincent De Wolf maakt zich zorgen bij
BA 25.001.08.06.1211 over het feit dat er niets meer staat
voor de reizen van de Minister in Europa.
M.
Vincent
De
Wolf
s’inquiète,
à
l’AB 25.001.08.06.1211, sur le fait qu’il n’y a plus rien de
prévu pour les voyages de la ministre en Europe.
De Minister antwoordt dat zulks verband hield met de
deelneming van de Ministers bevoegd voor Huisvesting
van de landen van de Europese Unie aan ontmoetingen.
In 2015 staat er geen vergadering gepland. Het is dus niet
nodig om meer middelen in deze allocatie in te schrijven.
La ministre répond que c’était lié à la participation des
ministres du Logement des pays de l’Union européenne à
des rencontres. En 2015, il n’y a plus de réunion prévue,
donc inutile de mettre davantage de moyens dans cette allocation.
Programma 002 : Ondersteuning van instellingen, verenigingen en ondergeschikte besturen
Programme 002 : Soutien aux organismes, associations
ou pouvoirs subordonnés
De heer Arnaud Verstraete heeft vragen bij
BA 25.002.27.01.4322 : 100.000 euro wordt ingeschreven
voor de observatoria van de huisvesting : waarom wordt dit
behouden, waartoe dient dat ? Wat is de meerwaarde ? De
spreker dacht dat alles overgenomen zou worden door het
Brussels Planningsbureau.
M.
Arnaud
Verstraete
s’interroge
sur
l’AB 25.002.27.01.4322 : 100.000 euros sont mis au budget pour les observatoires du logement : pourquoi est-ce
maintenu, à quoi cela sert-il ? Quelle est la plus-value ?
L’orateur pensait que tout serait repris par le bureau du plan
bruxellois.
Mevrouw Fatoumata Sidibe sluit aan bij deze vraag over
de gemeentelijke observatoria : hoeveel zijn er ? Wat is hun
nut ?
Mme Fatoumata Sidibe s’associe à cette question sur les
observatoires communaux : combien y en a-t-il ? Quel est
leur intérêt ?
De heer Vincent De Wolf heeft vragen bij
BA 25.002.34.01.3300. Het gaat om een subsidie aan de
verenigingen : in de aanpassing zijn deze middelen verdubbeld. Hoeveel erkende verenigingen bestaan er ? Kan men
een overzicht geven van de in 2014 toegekende middelen,
M.
Vincent
De
Wolf
s’interroge
sur
l’AB 25.002.34.01.3300. Il s’agit d’une subvention aux
associations : à l’ajusté, on a doublé ces moyens. Combien
y a-t-il d’associations reconnues ? Peut-on faire le relevé
des moyens alloués en 2014, et pour quels bénéficiaires ?
A-50/3 – 2014/2015
— 41 —
A-50/3 – 2014/2015
en aan wie ? Gelet op de 495.000 euro in de aanpassing,
waarom vindt men in de initiële begroting 2015 opnieuw
een bedrag van 240.000 euro ?
Au vu des 495.000 euros de l’ajusté, pourquoi revient-on à
l’initial 2015 à un montant de 240.000 euros ?
De Minister antwoordt op de vraag over de observatoria
voor de huisvesting in de gemeenten : er bestaan er in Anderlecht, Evere, Molenbeek en Ukkel. Het is de bedoeling
om projecten uit te voeren die stof leveren voor de denkoefening inzake huisvesting, informatie, steun aan de bevolking, overzicht van de leegstaande woningen, strijd tegen
huisjesmelkers … Deze observatoria doen verschillende
zaken : in Anderlecht wordt een overzicht gemaakt van de
ongezonde woningen, alsook van de problemen op het vlak
van huisvesting die de inwoners hebben, de invoering van
een aanvraag voor een sociale woning, de coördinatie van
transitwoningen … In Evere, wordt een screening van het
lokale woningbestand gemaakt, wordt de strijd gevoerd tegen de leegstaande woningen …; in Molenbeek wordt de
strijd gevoerd tegen de leegstaande woningen, de ongezonde woningen, de huisjesmelkers … en in Ukkel wordt
de problematiek van de huisvesting op gemeentelijk schaal
op geïntegreerde wijze aangepakt, wordt de informatie gecentraliseerd, wordt een volledige stand van zaken van de
sociale huisvesting in kaart gebracht, worden de verkoopen verhuurprijzen opgevolgd.
La ministre répond sur la question des observatoires
communaux du Logement : il en existe à Anderlecht, Evere,
Molenbeek et Uccle. Il s’agit de mettre en œuvre des projets
qui alimentent la réflexion en matière de logement, information, aide à la population, relevé des immeubles vides,
lutte contre les marchands de sommeil … Ces observatoires
font des chose différentes : à Anderlecht, il s’agit de faire
le relevé des logements insalubres, gérer les problèmes de
logement rencontrés par les habitants, l’introduction d’une
demande de logement social, coordonner les logements de
transit … A Evere, il s’agit de faire le screening du bâti
local, lutter contre les logements vides …; à Molenbeek,
il s’agit de la lutte contre les logements à l’abandon, la
lutte contre l’insalubrité, la lutte contre les marchands de
sommeil … et à Uccle, on fait une approche intégrée de
la problématique du logement à l’échelle communale, de
la centralisation de l’information, la réalisation d’un état
des lieux exhaustif et cartographiable du logement local, le
suivi des prix de vente et de location.
De Minister wil een evaluatie van al deze observatoria
maken en zal oordelen over de noodzaak om de gevoerde
projecten voort te zetten. Er is een groot verschil met het
gewestelijk observatorium, dat instaat voor de aankoop en
de verkoop van woningen. Maar men moet de zaken vooruithelpen en deze subsidies doen evolueren. Men kan de
begunstigden uitbreiden, maar ook enkel behouden wat
pertinent is.
La ministre souhaite opérer une évaluation de tous ces
observatoires, et appréciera la pertinence de continuer les
projets menés. C’est très différent de l’observatoire régional qui s’occupe de l’achat et de la vente de logements.
Mais il faut faire bouger les choses et faire évoluer ces
subsides. On peut étendre les bénéficiaires, mais aussi ne
retenir que ce qui est vraiment pertinent.
De subsidies aan de private verenigingen zijn vaak gebruikt door de voorganger van de Minister. Het gaat met
name om de Union des locataires des Marolles, de stadswinkel, de ULB, de Union des locataires de Saint-Gilles, de
BBROW, de BSHV, enz. De Minister zal bij het verslag een
lijst laten voegen met de subsidies (cf. Bijlage nr. 5). Het
is echter duidelijk dat men alles zal moeten stroomlijnen.
En ce qui concerne les subsides aux associations privées,
cela a été beaucoup utilisé par son prédécesseur. Il s’agissait notamment de l’Union des locataires des Marolles, du
centre urbain, de l’ULB, de l’Union des locataires de SaintGilles, du RBDH, de la FEBUL, etc. La ministre fournira la
liste au rapport avec les subventions (cf. Annexe n° 5). Mais
il est clair qu’il va falloir rationnaliser tout cela.
Programma 003 : Specifieke initiatieven op het vlak van
de Huisvestingscode
Programme 003 : Initiatives spécifiques dans le domaine
du Code du logement
De heer Alain Maron heeft vragen bij
BA 25.003.08.03.1211, waar men een vermindering van de
kosten vaststelt : waarom ?
M. Alain Maron s’interroge sur l’AB 25.003.08.03.1211
où on observe une réduction des frais : quelle en est la raison ?
De Minister legt uit dat zij al geantwoord heeft tijdens
de algemene bespreking : de vermindering van deze BA
wordt verklaard door het feit dat bij het onderzoek dat de
cel « leegstaande woningen » uitgevoerd heeft, de toegang
tot de bronnen meestal niet tegen betaling is.
La ministre explique qu’elle a déjà répondu dans le
cadre de la discussion générale : la diminution de cette AB
s’explique par le fait que lors des recherches réalisées par la
cellule « logements inoccupés », les accès aux sources sont
la plupart du temps non-payants.
A-50/3 – 2014/2015
— 42 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Vincent De Wolf heeft vragen bij
BA 25.003.15.01.4140 over Citydev : waarom staat er niets
in deze BA ?
M.
Vincent
De
Wolf
s’interroge
sur
l’AB 25.003.15.01.4140 concernant Citydev : pourquoi n’y
a-t-il rien de prévu à cette AB ?
De Minister antwoordt dat het gaat om de werkingskosten waarmee een gedelegeerde opdracht toevertrouwd
wordt aan Citydev in het kader van het huisvestingsbeleid,
via de nieuwe Coördinatieraad. Er zijn drie onderdelen :
de reconversie van kantoren in woningen, de ontwikkeling
van projecten voor de bouw van woningen in het kader van
de PPS en de ontwikkeling van projecten voor de productie
van gemengde openbare woningen, in samenwerking met
andere organen die overleg zullen plegen met de Coördinatieraad. Het gaat om een nieuwe basisallocatie, maar het
was een « one-shot » in 2014.
La ministre répond qu’il s’agit de frais de fonctionnement qui permettent de confier une mission déléguée à Citydev dans le cadre de la politique du Logement, à travers
le nouveau conseil de coordination. Il y a trois volets : la reconversion de bureaux en logements, le développement de
projets de construction de logements dans le cadre de PPP
et le développement de projets de production de logement
public mixtes, en partenariat avec d’autres organismes, qui
vont se concerter avec le conseil de coordination. Il s’agit
d’une nouvelle allocation de base, mais qui a été « one
shot » en 2014.
Programma 004 : Toepassing van het openbaar beheersrecht van woningen
Programme 004 : Mise en œuvre du droit de gestion
publique des logements
De heer Arnaud Verstraete heeft vragen bij
BA 25.004.17.0188 met een bedrag van 500.000 euro :
wordt dit bedrag gebruikt ?
M.
Arnaud
Verstraete
s’interroge
sur
l’AB 25.004.17.0188 d’un montant de 500.000 euros : ce
montant est-il utilisé ?
De heer Vincent De Wolf sluit zich aan bij deze vraag en
vraagt wat het aantal dossiers is inzake openbaar beheersrecht.
M. Vincent De Wolf s’associe à cette question en demandant quel est le nombre de dossiers de droit de gestion
publique mis en œuvre.
De Minister antwoordt dat er geen enkele aanvraag voor
gebruik van dit fonds noch in 2014 noch tijdens de vorige
legislatuur binnengekomen is. In deze fase is de procedure
te omslachtig. Men moet de zaak opnieuw bekijken. Het
gaat om variabele kredieten (E en F).
La ministre répond qu’aucune demande d’utilisation de
ce fonds n’a été faite ni en 2014, ni lors de la législature
précédente. A ce stade, la procédure est trop lourde, il va
falloir repenser la question. Il s’agit de crédits variables (E
et F).
Programma 005 : Ondersteuning van de instellingen
belast met de uitvoering van het sociale huisvestingsbeleid
Programme 005 : Soutien aux organismes chargés de
l’exécution de la politique du logement social
De heer Arnaud Verstraete heeft vragen bij
BA 25.005.15.05.4140 voor de sociale cohesie. Waarom
verminderen deze bedragen ? In de oriënteringsnota stond
een ander bedrag.
M.
Arnaud
Verstraete
s’interroge
sur
l’AB 25.005.15.05.4140 concernant la cohésion sociale,
pourquoi ces montants sont-ils en diminution ? Dans la
note d’orientation, un autre montant avait été inscrit.
De Minister legt uit dat er geen vermindering is, maar
dat deze BA gekoppeld moet worden aan een andere, na
consolidering : het gaat om BA 25.005.19.05.3122 voor
een bedrag van 372.000 euro : men krijgt dus wel degelijk
1.525.000 euro + 372.000 euro = 1.897.000 euro, dat is het
cijfer aangekondigd in de oriënteringsnota.
La ministre explique qu’il n’y a pas de diminution, mais
il faut mettre cette AB en lien avec une autre, après consolidation : il s’agit de l’AB 25.005.19.05.3122, d’un montant
de 372.000 euros : on obtient donc bien de 1.525.000 euros
+ 372.000 euros = 1.897.000 euros, qui est le chiffre annoncé dans la note d’orientation.
BA 25.005.19.05.3122 staat niet in het begrotingsdocument. Er zal een erratum gepubliceerd worden.
L’AB 25.005.19.05.3122 ne figure pas dans le document
budgétaire. Un erratum sera publié.
De Minister voegt er ook aan toe dat een technisch
amendement ingediend zal worden op de begroting van
de BGHM om tegemoet te komen aan een opmerking van
La ministre ajoute également qu’un amendement technique sera déposé au budget de la SLRB afin de répondre
à une erreur relevée par la Cour des comptes : deux allo-
A-50/3 – 2014/2015
— 43 —
A-50/3 – 2014/2015
het Rekenhof dat een vergissing vastgesteld heeft : er werden twee allocaties met elkaar verwisseld (terugvorderbare
voorschotten en gebruik van reserves).
cations ont été inversées (avances remboursables et utilisation de réserves).
De heer Vincent De Wolf heeft vragen bij
BA 25.005.15.02.4140 over de dotatie aan de BGHM voor
een bedrag van 7.112.000 euro : bevat dit bedrag ook de
extra 250.000 euro ter financiering van de werkingskosten
en het personeel dat noodzakelijk is voor de uitvoering van
de 6.500 woningen ?
M.
Vincent
De
Wolf
s’interroge
sur
l’AB 25.005.15.02.4140 concernant la dotation à la SLRB,
pour un montant de 7.112.000 euros : est-ce que cela comprend les 250.000 euros supplémentaires couvrant les frais
de fonctionnement et de personnel nécessaires à la mise en
œuvre des 6.500 logements ?
De Minister antwoordt ontkennend. Het gaat om een andere basisallocatie.
La ministre répond par la négative, il s’agit d’une autre
allocation de base.
De heer Vincent De Wolf heeft vragen bij
BA 25.005.15.03.4140 over de DMBSH (Dienst voor
Maatschappelijke Begeleiding van de Sociale Huurders) :
als gevolg van de stroomlijning van de sector van de
OVM’s en de hergroepering van voormalige begunstigden
van dit programma, zou er een onevenwicht kunnen ontstaan. Is de Minister van plan dit op te lossen ? Hoe ? Kan
de Minister aan de commissie een prognose bezorgen van
de personeelsleden van de DMBSH volgens de 16 hergroeperingen van de OVM’s ?
M. De Wolf s’interroge sur l’AB 25.005.15.03.4140
concernant le SASLS (service d’accompagnement social
des locataires sociaux) : en raison de la rationalisation du
secteur des SISP et du regroupement d’anciens bénéficiaires de ce dispositif, un déséquilibre pourrait apparaître.
La ministre envisage-t-elle de le résoudre ? Comment ? La
ministre peut-elle adresser à la commission une projection
des effectifs SASLS selon les 16 regroupements de SISP ?
De Minister antwoordt dat het nog vroeg is om daar nu
over te spreken, aangezien de procedure voor de fusie van
de OVM’s nog niet afgewerkt is. Er bestaat nog geen prognose. De Regering zal de kwestie bestuderen.
La ministre répond qu’il est un peu tôt pour en parler
actuellement, étant donné qu’on n’a pas encore finalisé le
processus de fusion des SISP. On n’a pas encore de projection à cet égard. Le gouvernement va étudier cette question.
Programma 006 : Bevordering van de privé-eigendom
Programme 006 : Promotion de la propriété privée
Dit programma lokt geen enkele commentaar uit.
Ce programme ne suscite aucun commentaire.
Programma 007 : Beleid ten guste van de gezinnen
Programme 007 : Politique en faveur des ménages
De heer Alain Maron stelt zich vragen over
BA 25.007.16.01.6141 : de kredieten dalen terwijl er veel
op het spel staat : waarom is er slechts 114.000 euro aan
vereffeningskredieten tegenover 50 miljoen euro aan vastleggingen ? Aangezien de zaken gespreid worden over vier
jaar, zou men logischerwijze 12,5 miljoen euro moeten zien
staan. Een en ander wordt normaal geregeld bij het besluit
tot steun aan het Woningfonds; wil de Minister dat wijzigen ? Wat is de impact op de thesaurie van het Fonds ?
M. Alain Maron s’interroge l’AB 25.007.16.01.6141 : il
s’agit de crédits réduits alors qu’il existe un engagement
important : pourquoi n’a-t-on que 114.000 euros en crédits
de liquidation sur les 50 millions d’euros en engagement ?
Puisque c’est lissé sur quatre ans, il faudrait logiquement y
retrouver 12,5 millions d’euros. C’est normalement réglé
par l’arrêté de subventionnement au Fonds du logement : la
ministre compte-t-elle le modifier ? Quel est l’impact sur la
trésorerie du Fonds ?
De Minister antwoordt dat men deze BA moet linken
aan BA 25.007.20.01.5111.
La ministre répond qu’il faut mettre cette AB en liaison
avec l’AB 25.007.20.01.5111.
De heer Alain Maron heeft goed begrepen dat men deze
twee BA’s moet linken, maar vraagt waaruit die laatste BA
bestaat ?
M. Alain Maron a bien compris qu’il fallait mettre ces
deux AB en liaison, mais demande de quoi cette dernière
AB est composée.
De Minister antwoordt dat de thesaurie van het Fonds
nu deel uitmaakt van de gewestelijke perimeter. De investeringsdotatie aan het Fonds dekt het verschil tussen het
percentage op de kapitaalmarkten en het toekennings-
La ministre répond que la trésorerie du Fonds fait à
présent partie du périmètre régional. La dotation d’investissement au Fonds couvre le différentiel entre le taux du
marché des capitaux et le taux d’octroi des prêts aux parti-
A-50/3 – 2014/2015
— 44 —
A-50/3 – 2014/2015
percentage van de leningen aan de particulieren. Van die
1.400 leningen zijn er 100 die worden gefinancierd door dat
deel van de thesaurie dat afkomstig is van de vervroegde
terugbetalingen van de leners.
culiers. De ces 1.400 prêts, il y en a 100 qui sont financés
par la partie de la trésorerie qui provient des remboursements anticipés des emprunteurs.
De heer Alain Maron vraagt of de Minister het systeem
van investeringsdotatie aan het Woningfonds wil veranderen.
M. Alain Maron demande si la ministre compte changer le système de dotation d’investissement au Fonds du
logement.
De Minister ontkent dat : er verandert niets.
La ministre répond par la négative : ce sera toujours la
même chose.
De heer Arnaud Verstraete heeft vragen over de verantwoording van BA 25.007.16.03.6141. Volgens hem staat
er een fout in de vertaling van de verantwoording : in het
Nederlands, spreekt men over « koopwoningen voor middeninkomens » terwijl men in het Frans spreekt over « logements modérés acquisitifs », hetgeen niet hetzelfde is.
Hoe liggen de zaken ?
M. Arnaud Verstraete s’interroge sur la justification de
l’AB 25.007.16.03.6141. Il semble qu’il y ait une faute de
traduction dans la justification : en néerlandais, on parle de
« koopwoningen voor middeninkomens » alors qu’en français, on parle de « logements modérés acquisitifs », ce qui
n’est pas la même chose. Qu’en est-il ?
De Minister zegt dat de juiste vertaling van « logements
modérés acquisitifs » in het Nederlands « bescheiden koopwoningen » is.
La ministre répond que la bonne traduction en néerlandais, pour « logements modérés acquisitifs », est « bescheiden koopwoningen ».
Programma 008 : Beleid ten gunste van de minstbedeelden
Programme 008 : Politique en faveur des plus démunis
Mevrouw Fatoumata Sidibe stelt zich vragen over
BA 25.008.34.02.3300 en BA 25.008.35.02.5210 : er is in
de verantwoordingen sprake van « partnerschappen met
andere publieke actoren ». Kan de Minister meer toelichtingen geven ?
Mme Fatoumata Sidibe s’interroge sur les deux
AB 25.008.34.02.3300 et 25.008.35.02.5210 : il est question dans les justifications, de « partenariats avec d’autres
acteurs publics » : la ministre peut-elle donner plus d’éclaircissements ?
De heer Arnaud Verstraete stelt zich vragen over
BA 25.008.31.04.3432 betreffende de huurtoelage : waarom is het bedrag van 2 miljoen euro voor 2014 teruggebracht tot 625.000 euro in 2015 ?
M.
Arnaud
Verstraete
s’interroge
sur
l’AB 25.008.31.04.3432 concernant l’allocation-loyer :
pourquoi les 2 millions d’euros de 2014 ont-ils été ramenés
à 625.000 euros en 2015 ?
De Minister verwijst naar de uitleg die zij gegeven heeft
tijdens de algemene bespreking van het proefproject.
La ministre renvoie à l’explication qu’elle a donnée dans
le cadre de la discussion générale sur l’expérience-pilote.
De heer Alain Maron stelt zich vragen over de stijging
van de subsidie voor de SVK’s, die slechts 1,5 miljoen euro
bedraagt, terwijl in de oriënteringsnota sprake is van een
stijging van 2,340 miljoen euro. Quid ?
M. Alain Maron s’interroge sur l’augmentation du subside pour les AIS, qui n’est que de 1,5 million d’euros,
alors que la note d’orientation parle d’une augmentation de
2,340 millions d’euros. Qu’en est-il ?
De Minister zegt dat het over 1,5 miljoen euro gaat : dat
cijfer is exact, in tegenstelling tot de tekst van de oriëntatienota, die verkeerd is. Dat bedrag omvat zowel de stijging
voor de bestaande SVK’s als voor de oprichting van de
SVK voor de studenten.
La ministre confirme qu’il s’agit d’1,5 million d’euros : ce chiffre est exact, contrairement au texte de la note
d’orientation, qui est erroné. Ce montant comprend à la fois
l’augmentation pour les AIS existantes et la constitution de
l’AIS étudiante.
Op de vraag van mevrouw Sidibe, antwoordt de Minister dat ze zich ertoe verbindt om de lijst van erkende VIH’s
als bijlage bij het verslag te geven (cf. Bijlage nr. 6).
Par ailleurs, pour répondre à la question de Mme Sidibe,
la ministre s’engage à mettre en annexe au rapport la liste
des AIPL agréées (cf. Annexe n° 6).
De heer Alain Maron stelt zich nog vragen over
BA 25.008.35.02.5210 : los van de Community Land Trust,
M.
Alain
Maron
s’interroge
encore
sur
l’AB 25.008.35.02.5210 : outre le Community Land Trust,
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 45 —
de transitwoningen en de Housing First, rijst de vraag hoe
de Minister die beleidsmaatregelen gaat afstemmen op de
bevoegdheden die zij uitoefent in de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie ?
les logements de transit et le Housing First, comment la
ministre fait-elle l’articulation de ces politiques avec les
compétences qu’elle exerce en Commission Communautaire Commune ?
De Minister heeft in de commissie van het PFB uitgelegd dat zij, begin volgend jaar, een oproep tot projecten
betreffende Housing First zal doen. Men zal, afhankelijk
van de projecten die binnenkomen, zien of men een beroep
doet op deze begroting of op de gemeenschapsbegroting.
Het is dus een beetje te vroeg om vandaag te antwoorden.
La ministre a expliqué en commission du PFB qu’elle
va faire au début de l’année prochaine un appel à projets
concernant le Housing First. On verra en fonction des
projets rentrés si on fait appel à ce budget-ci ou au budget
communautaire. Il est donc un peu prématuré de répondre
aujourd’hui.
De heer Alain Maron wijst erop dat het niet nodig zou
mogen zijn dat men wordt verplicht om bij een OCMW aan
te kloppen om in aanmerking te komen voor het Housing
First-project, vooral in het kader van het huisvestingsbeleid.
M. Alain Maron signale qu’il ne faudrait pas que l’on
soit obligé de passer par un CPAS pour pouvoir rentrer un
projet de Housing First, singulièrement dans le cadre de la
politique du logement.
De Minister zegt dat de verenigingen in dit verband niet
buitenspel zullen worden gezet.
La ministre confirme que les associations ne seront pas
mises de côté à cet égard.
IV. Stemming
IV. Vote
De commissie brengt, met 10 stemmen tegen 3, bij
2 onthoudingen, een gunstig advies uit aan de commissie
voor de Financiën over opdracht 25 (Huisvesting en woonomgeving).
Par 10 voix contre 3 et 2 abstentions, la commission
émet un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 25 (Logement et habitat).
De rapporteurs,
Les rapporteurs,
Caroline DÉSIR
Abdallah KANFAOUI
De Voorzitter,
Fouad AHIDAR
Caroline DÉSIR
Abdallah KANFAOUI
Le Président,
Fouad AHIDAR
A-50/3 – 2014/2015
Bijlagen
Annexes
Bijlage 1
Het Gewestelijk Huisvestingsplan
Stand van zaken 26 november 2014
Annexe 1
Le Plan régional du Logement
État des lieux 26 novembre 2014
1. Opgeleverde bouwwerken
13 bewoonde en/of opgeleverde projecten
1. Chantiers réceptionnés
13 chantiers sont occupés et/ou réceptionnés
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
LAHAYE
Jette
0
0
65
0
LAHAYE
Jette
0
0
65
0
KWEEPEER Berchem 30000
COGNASSIERBerchem 30000
STIENON
Jette
75
5
0
0
STIENON
Jette
75
5
0
0
STOKKEL
S-L-W 637300
STOCKEL
W-S-L 637300
MODELWIJK
Laken
142
0
0
0
CITE MODELE Laeken 142000
METTEWIEMolenbeek58000
METTEWIEMolenbeek58000
VERSAILLES N-O-H 50800
VERSAILLES N-O-H 50800
ERNOTTE
Elsene
226
6
83
1
ERNOTTE
Ixelles
226
6
83
1
LENNIK
Anderlecht
115
9
76
0
LENNIK
Anderlecht
115
9
76
0
HEERLIJKHEID
Haren
25
0
0
0
SEIGNEURIE Haren 25000
HORZEL
Ukkel 313322
BOURDON
Uccle 313322
BEHEER/
Berchem
75
0
0
0
DENDERMONDE
GERANCE/
Berchem
75
0
0
0
TERMONDE
MODELWIJK
Laken
68
0
0
0
BIS
CITE MODELE
Laeken
68
0
0
0
BIS
SW SW MWMW
PBMPBM
LS LS LMLM
PMRPMR
95838286 3
TOTAAL SW
TOTAL LS
A-50/3 – 2014/2015
— 46 —
TOTAAL MW
TOTAL LM
996289
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
1.285
TYPE
TYPE
VO
RP
DO
RD
65
65
30
30
80
80
100
100
142
142
58
58
58
58
316
316
200
200
25
25
68
68
75
EPB
29/01/2009
01/2010
PEB
29/01/2009
01/2010
EPB
24/04/2009niet toegekend
PEB
24/04/2009 pas accordée
EPB
23/12/2010
06/09/2012
PEB
23/12/2010
06/09/2012
EPB
18/04/2011niet toegekend
PEB
18/04/2011 pas accordée
EPB
30/04/2014
30/04/2015
PEB
30/04/2014 30/04/2015
EPB
04/2008
04/2009
PEB
04/2008
04/2009
Lage energie 08/2009 04/12/2010
Basse Energie 08/2009 04/12/2010
Lage energie
31/11/2011
niet toegekend
Basse Energie
31/11/2011
pas accordée
Lage energie
02/12/2011
niet toegekend
Basse Energie
02/12/2011
pas accordée
Lage energie
14/02/2012
06/02/2013
Basse Energie14/02/2012 06/02/2013
Lage energie 26/09/2013 09/2014
Basse Energie26/09/2013 09/2014
Lage energie
06/07/2012
niet toegekend
75
Basse Energie
06/07/2012
pas accordée
68
Lage energie
30/04/2014
30/05/2015
68
Basse Energie
30/04/2014
30/05/2015
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 47 —
2. Lopen bouwwerken / in opstart
Er lopen 7 bouwwerken
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
2. Chantier en cours / en démarrage
7 chantiers sont en cours
SW PBM
LS PMR
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
GAUCHERET
Schaarbeek
25000
GAUCHERET
Schaerbeek
25000
GEMEENTE
Sint-Joost
5
0
0
0
COMMUNE
Saint-Josse
5
0
0
0
PLANTEN
Schaarbeek
14100
PLANTES
Schaerbeek
14100
HUIDEVETTERS
Brussel4000
TANNEURS
Bruxelles
4000
MOENSBERG
Ukkel42200
MOENSBERG
Uccle42200
REYERS
Schaarbeek
79500
REYERS
Schaerbeek
79500
PLUIMBrussel8000
PLUME
Bruxelles
8000
SW
LS
SW PBM
LS PMR
MW
LM
TYPE
TYPE
VO
RP
25Lage energie
10/2014
25
Basse énergie
10/2014
5
Lage energie
10/2014
5
Basse énergie
10/2014
15Lage energie
01/2015
15
Basse énergie
01/2015
4Lage energie
10/2015
4Basse énergie
10/2015
44 Passief
25/05/2015
44 Passif
25/05/2015
84 Passief
12/11/2015
84 Passif
12/11/2015
8 Passief
10/09/2015
8 Passif
10/09/2015
MW PBM
LM PMR
177
800
TOTAAL SW
TOTAL LS
TOTAAL MW
TOTAL LM
1850
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
185
3. Stadium – Opdracht voor werken
1 dossier is in voorbereiding voor de keuze van een aannemer
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
3. Stade – Marché de travaux
1 dossier est en cours de préparation pour le choix d’un entrepreneur
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
LAVOISIER
Molenbeek
450440
LAVOISIER
Molenbeek
450440
SW
LS
450440
SW PBM
LS PMR
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
TOTAAL MW
TOTAL LM
4544
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
89
MW PBM
LM PMR
TYPE
TYPE
VO
RP
89Lage energie
2016
89Basse énergie
2016
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 48 —
4. Stadium – Stedenbouwkundige vergunning
5 dossiers zijn in het stadium van
de stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
4. Stade – Permis d’urbanisme
5 dossiers sont au stade du permis d’urbanisme
ou d’un permis de lotir
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
BREL S-L-W835200
BREL W-S-L835200
OLIESLAGERIJ
Vorst
27
2
30
1
HUILERIES
Forest 272301
ZINNIKBrussel6000
SOIGNIES
Bruxelles
6000
ITTERBEEK
Anderlecht
34200
ITTERBEEK
Anderlecht
34200
AARTS- W-Bosvoorde
0 0563
HERTOGEN Z
ARCHIDUCS S
W-Boitsfort
0 0563
SW
LS
15091064
SW PBM
LS PMR
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
TOTAAL MW
TOTAL LM
159110
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
269
MW PBM
LM PMR
TYPE
TYPE
VO
RP
108Lage energie
2016
108
Basse énergie
2016
60
Passief
augustus 2016
60 Passifaout 2016
6 Passief /
6 Passif /
36 Passief /
36 Passif /
59 Passief
01/07/2018
59
Passif01/07/2018
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 49 —
5. Stadium – Toegekende opdracht voor diensten
12 dossiers verkeren in het stadium
van de toegekende opdracht voor diensten
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
5. Stade – Marchés de services attribués
12 dossiers sont au stade du marché
de services attribué
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
TYPE
TYPE
VO
RP
CANDRIES
Molenbeek
25100 26 Passief
januari 2018
CANDRIES
Molenbeek
25100 26 Passif
janvier 2018
GILISQUET
Schaarbeek
9100 10 Passief
December 2017
GILISQUET
Schaerbeek
9100 10 Passif
Décembre 2017
LEMAIRE
Molenbeek
29200 31 Passief
januari 2018
LEMAIRE
Molenbeek
29200 31 Passif
janvier 2018
HOMBORCHVELD
Ukkel
66/76
400 70/80 Passief 2019
HOMBORCHVELD
Uccle
66/76
400 70/80 Passif 2019
MARBOTIN
Schaarbeek
9000 9 Passief
januari 2018
MARBOTIN
Schaerbeek
9000 9 Passif
janvier 2018
STILTEUkkel14100 15 Passief
januari 2018
SILENCEUccle14100 15 Passif
janvier 2018
MODELWIJK 18
Laken
21
3
0
0
24
Passief
Februari 2018
CITE MODELE 18
Laeken
21
3
0
0
24
Passif
Février 2018
RAAF
Schaarbeek
10000 10 Passief
december 2017
CORBEAU
Schaerbeek
10000 10 Passif
décembre 2017
ARTEMISEvere 0 0955 100 Passief
September 2018
ARTEMISEvere 0 0955 100 Passif
Septembre 2018
TROS
Vorst
28
10
0
0
38
Passief
September 2018
GRAPPE
Forest
28
10
0
0
38
Passif
Septembre 2018
LEGER
Evere
26
0
0
0
26
Passief
Juni 2018
LEGER
Evere
26
0
0
0
26
Passif
Juin 2018
NEEP
Koekelberg
23
2
0
0
25
Passief
Juni 2018
NEEP
Koekelberg
23
2
0
0
25
Passif
Juin 2018
SW
LS
SW PBM
LS PMR
260/27024
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
95
TOTAAL MW
TOTAL LM
284/294100
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
384/394
MW PBM
LM PMR
5
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 50 —
6. Stadium – Opdracht voor diensten waarvoor de aanstelling loopt
5 dossiers verkeren in het stadium
van de opdracht voor diensten waarvoor de aanstelling loopt
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
6. Stade – Marchés de services en cours d’attribution
5 dossiers sont au stade du marché de services
en cours d’attribution
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
TYPE
TYPE
VO
RP
JACQUET
Schaarbeek
2
0
0
0
2
Lage energie
/
JACQUET
Schaerbeek
2
0
0
0
2
Basse énergie
/
STRIJDROS
Evere
42
3
29
1
75
Passief
/
DESTRIER
Evere 423291 75 Passif
/
ERASMUS
Anderlecht
199
11
0
0
210
Passief
/
ERASMUS
Anderlecht
199
11
0
0
210
Passif
/
VOLTA III
Elsene
23
2
0
0
25
Passief
juni 2018
VOLTA III
Ixelles
23
2
0
0
25
Passif
juin 2018
LENNIK NOORD
Anderlecht
0 0162 18 Passief 2018
LENNIK NORD
Anderlecht
0 0162 18 Passif 2018
SW
LS
266 16
SW PBM
LS PMR
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
45
TOTAAL MW
TOTAL LM
28248
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
330
MW PBM
LM PMR
3
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 51 —
7. Stadium – Opdracht voor diensten in voorbereiding
en waarvan de haalbaarheidsstudie loopt
14 dossiers verkeren in het stadium van een opdracht
voor diensten in voorbereiding en waarvan de haalbaarheidsstudie loopt
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
7. Stade – Marchés de services en préparation
et étude de faisabilité
14 dossiers sont en marché de services
en préparation et en cours d’étude de faisabilité
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
TYPE
TYPE
VO
RP
NINOVE
Molenbeek
107/130
107/130
Passief /
NINOVE
Molenbeek
107/130
107/130
Passif /
AVIJL
Ukkel
25
0
24
0
49
Passief
/
AVIJL
Uccle
25
0
24
0
49
Passif
/
RAUTER
Anderlecht
19100 20 Passief 2019
RAUTER
Anderlecht
19100 20 Passif 2019
DEMEY
Oudergem
154
900 163 Passief 2019
DEMEY
Auderghem
154
900 163 Passif 2019
LOOFBrussel27100 28 Passief 2019
VERDURE
Bruxelles
27100 28 Passif 2019
AARTS-
W-Bosvoorde
0 0382 40 Passief /
HERTOGEN N
ARCHIDUCS N
W-Boitsfort
0 0382 40 Passif
/
KWARTEL W-Bosvoorde
564141 75 Passief /
CAILLES W-Boitsfort
564141 75 Passif
/
KWARTEL REGIE
W-Bosvoorde
0 0282 30 Passief /
CAILLES REGIE
W-Boitsfort
0 0282 30 Passif
/
GERFAULTS
W-Bosvoorde
0 0252 27 Passief /
GERFAULTS
W-Boitsfort
0 0252 27 Passif
/
ACTIVITEIT
S-L-W7140 12 Passief /
ACTIVITE
W-S-L7140 12 Passif /
HAPEtterbeek
7140 12 Passief /
HAPEtterbeek
7140 12 Passif /
VELDKAPEL
S-L-W173300 50 Passief /
CHAPELLE
W-S-L173300 50 Passif
/
AUX CHAMPS
FIERLANTVorst 0 0170 17 Passief /
FIERLANT
Forest 0 0170 17 Passif
/
ALBERTVorst 4100 5 Passief 2019
ALBERTForest 4100 5 Passif 2019
SW
LS
SW PBM
LS PMR
MW
LM
MW PBM
LM PMR
423/44621 184
TOTAAL SW
TOTAL LS
TOTAAL MW
TOTAL LM
444/467191
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
635/658
7
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 52 —
8. Stadium – Opdrachten in wachtstand
4 dossiers verkeren in wachtstand
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
8. Stade – Marchés en attente
4 dossiers sont en attente
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
SCHOLS
Molenbeek
23200
SCHOLS
Molenbeek
23200
WITTE VROUWEN
S-P-W 3882019410
DAMES BLANCHES
W-S-P 3882019410
SINT-DENIJS
Vorst
7
1
3
0
SAINT-DENIS
Forest 7130
VAN OVERBEEK
Ganshoren
755382
VAN OVERBEEK
Ganshoren
755382
SW
LS
4932823512
SW PBM
LS PMR
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
25
25
612
612
11
11
120
120
TYPE
TYPE
Passief
Passif
Passief
Passif
Passief
Passif
Passief
Passif
VO
RP
/
/
/
/
/
/
/
/
MW PBM
LM PMR
TOTAAL MW
TOTAL LM
521247
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
768
9. Stadium – GOMB
4 dossiers verlopen in samenwerking met de GOMB
en vorderen volgens de interne GOMB-procedures
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
SW PBM
LS PMR
9 Stade – SDRB
4 dossiers sont en collaboration avec la SDRB
et avancent suivant les procédures internes de la SDRB
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
NAVEZBrussel38200
NAVEZ
Bruxelles
38200
PASSER
Anderlecht
0 0654
COMPAS
Anderlecht
0 0654
GRYSON
Anderlecht
70400
GRYSON
Anderlecht
70400
TIVOLILaken129700
TIVOLILaeken
129700
SW
LS
237 13
SW PBM
LS PMR
TOTAAL SW
TOTAL LS
MW
LM
65
TOTAAL MW
TOTAL LM
25069
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
319
MW PBM
LM PMR
4
40
40
69
69
74
74
136
136
TYPE
TYPE
Passief
Passif
Passief
Passif
Passief
Passif
Passief
Passif
VO
RP
/
/
/
/
/
/
/
/
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 53 —
10. Stadium – Opgegeven projecten
3 dossiers werden opgegeven
PROJECT
PROJET
GEMEENTE
COMMUNE
SW
LS
10. Stade – Projets abandonnés
3 dossiers sont abandonnés
SW PBM
LS PMR
MW
LM
MW PBM
LM PMR
TOTAAL WON
TOTAL LOG
VO
RP
DE SWAEF
Anderlecht
70023093 /
DE SWAEF
Anderlecht
70023093 /
ROSENDAEL
Vorst
500 0 050 /
ROSENDAEL
Forest
500 0 050 /
SCHWEITZER
Berchem
4444/
SCHWEITZER
Berchem
4444/
SW
LS
SW PBM
LS PMR
MW
LM
MW PBM
LM PMR
4932823512
TOTAAL SW
TOTAL LS
TOTAAL MW
TOTAL LM
521247
TOTAAL WONINGEN
TOTAL LOGEMENTS
768
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 54 —
Bijlage 2
Woningen in publiek beheer en
met sociaal oogmerk gemeente per gemeente
Annexe 2
Logements à gestion publique et
finalité sociale commune par commune
Het aandeel aan openbare woningen binnen het woningenbestand deed
zich op 31 december 2011 als volgt voor (laatst beschikbare cijfers) :
L’emprise publique sur le parc de logements se présentait comme suite
en date du 31 décembre 2011 (derniers chiffres disponibles) :
Gemeente
Aandeel openbare woningen
in het woningenbestand
Anderlecht Oudergem
Berchem Brussel
Etterbeek Evere
Vorst
Ganshoren
Elsene
Jette
Koekelberg
Molenbeek
Sint-Gillis
Sint-Joost Schaarbeek
Ukkel
Watermaal-Bosvoorde
Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe
Gewest 18,39 %
8,13 %
14,36 %
22,82 %
10,22 %
19,18 %
12,04 %
18,53 %
7,36 %
13,48 %
15,81 %
20,82 %
12,56 %
17,16 %
9,35 %
6,24 %
19,84 %
13,10 %
6,28 %
14,11 %
Commune Emprise publique sur
le parc de logements
Anderlecht Auderghem Berchem Bruxelles
Etterbeek Evere
Forest
Ganshoren
Ixelles
Jette
Koekelberg
Molenbeek
Saint-Gilles
Saint-Josse Schaerbeek
Uccle
Watermael-Boitsfort Woluwe-Saint-Lambert
Woluwe-Saint-Pierre Région 18,39 %
8,13 %
14,36 %
22,82 %
10,22 %
19,18 %
12,04 %
18,53 %
7,36 %
13,48 %
15,81 %
20,82 %
12,56 %
17,16 %
9,35 %
6,24 %
19,84 %
13,10 %
6,28 %
14,11 %
Voor de berekening het aandeel van de openbare woningen binnen het
woningenbestand worden volgende composanten in acht genomen :
Pour le calcul de l’emprise publique, les composante suivantes sont
prises en compte :
– de sociale woningen;
– les logements sociaux;
– de woningen van lokale overheden;
– les logements des pouvoirs publics locaux;
– de woningen van de SVK’s;
– les logements des AIS;
– de huurwoningen van het Woningsfonds;
– les logements de l’aide locative du Fonds du logement;
– de woningen die aangekocht werden middels een lening van het Woningsfonds;
– les logements acquis grâce aux prêts du Fonds du logement;
– de woningen geproduceerd door de GOMB.
– les logements produits par la SDRB.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 55 —
Bijlage 3
Vierjarenplan 2014-2017
Geselecteerde projecten
Annexe 3
Plan Quadriennal 2014-2017
Projets sélectionnés
160 Mi
85 Mi
Niet
Nieuwe
Nieuwe
gedekte
projecten
projecten
SALDO
–––
160 Mi
85 Mi
Nouveaux
Nouveaux
SOLDE
projets
projets
non couvert
Naam
–
Nom
2330 –Villas de Ganshoren
2160 – Foyer Laekenois
2229 – Home Famillial Bruxellois 2210 – LOREBRU
2430 – Foyer Koekelbergeois
2100 – SORELO
2140 – Foyer Bruxellois
2190 – Foyers Collectifs
2020 – Foyer Anderlechtois
2620 – SUL
2580 – Foyer Schaerbeekois
2040 – HLS Auderghem
2170 – ASSAM
2560 – Foyer Saint-Gillois
2700 – Habitation Moderne
2705 – Locataires Réunis
2570 – HBM Saint-Josse
2400 – Foyer Ixellois
2310 – Foyer Forestois
2410 – Foyer Jettois
2690 – Kapelleveld
2225 – Germinal
2270 – Foyer Etterbeekois
2050 – Cité Moderne
2060 – Floréal
2070 – Le Logis
2500 – Logement Molenbeekois
2650 – Ville et Forêt
2224 – Cobralo
2227 – Messidor
2710 – CHS Woluwé-St-Pierre
2300 – Ieder Zijn Huis
2320 – Le Home
Région Bxl-Capitale
Aantal woningen
–
Nb Logements
1.292
3.012
546
1.407
507
1.158
2.725
440
3.659
997
2.229
764
1.207
1.058
1.796
280
797
1.461
910
1.255
742
788
979
757
716
1.045
3.380
438
554
340
678
1.097
278
37.239
Rangschikking (*)
–
Classification (*)
Bedrag 135 %
Bedrag 135 %
Bedrag 135 %
–––
Montant 135 %
Montant 135 %
Montant 135 %
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
88,29 %
87,72 %
84,33 %
82,09 %
81,57 %
76,56 %
76,02 %
74,61 %
74,23 %
73,89 %
73,55 %
73,43 %
71,12 %
69,76 %
65,61 %
60,74 %
58,30 %
57,36 %
56,93 %
56,79 %
53,97 %
52,59 %
51,93 %
51,21 %
50,06 %
47,67 %
47,15 %
43,87 %
37,99 %
37,82 %
37,73 %
37,06 %
22,58 %
7.950.555,00 €
12.941.271,25 €
3.922.230,58 €
5.896.714,32 €
3.847.500,00 €
4.728.356,04 €
12.770.960,02 €
411.750,00 €
16.883.721,00 €
3.857.831,56 €
9.233.497,60 €
3.239.999,26 €
4.885.263,00 €
6.291.085,08 €
9.217.084,50 €
1.280.280,90 €
2.795.850,00 €
5.256.900,00 €
1.147.500,00 €
6.250.250,00 €
4.049.611,20 €
3.064.500,00 €
0,00 €
3.176.550,00 €
4.448.522,96 €
3.994.644,90 €
9.342.173,08 €
2.989.575,00 €
1.341.404,56 €
0,00 €
1.872.424,08 €
3.053.660,52 €
0,00 €
100 %
160.141.666,41 €
3,47 %
8,09 %
1,47 %
3,78 %
1,36 %
3,11 %
7,32 %
1,18 %
9,83 %
2,68 % 5,99 %
2,05 %
3,24 %
2,84 %
4,82 %
0,75 %
2,14 %
3,92 %
2,44 %
3,37 %
1,99 %
2,12 %
2,63 %
2,03 %
1,92 %
2,81 %
9,08 %
1,18 %
1,49 %
0,91 %
1,82 %
2,95 %
0,75 %
(*)Rangschikking : stand van zaken volgens het gemiddelde van de 4 onderstaande criteria :
1. Percentage aangewezen projectindieners.
2. Percentage door de BGHM goedgekeurde voorontwerpen.
3. Percentage door de BGHM goedgekeurde toewijzingen.
4. Percentage ordonnanceringen (verfeffeningskredieten).
1.515.000,00 €
5.356.181,00 €
810.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2.689.715,00 €
0,00 €
11.340.000,00 €
0,00 €
3.231.832,50 €
0,00 €
1.700.000,00 €
0,00 €
5.677.452,00 €
0,00 €
0,00 €
15.881.326,14 €
6.980.850,00 €
3.843.855,00 €
0,00 €
0,00 €
10.693.628,84 €
0,00 €
2.782.303,34 €
0,00 €
7.134.393,52 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
5.224.500,00 €
0,00 €
0,00 €
8.139.266,10 €
27.538.259,69 €
8.940.457,50 €
12.995.439,66 €
4.974.210,00 €
4.228.675,00 €
20.979.746,92 €
67.500,00 €
53.801.527,10 €
23.824.461,00 €
8.509.863,48 €
1.998.000,00 €
6.485.717,00 €
449.550,00 €
23.071.149,00 €
326.355,02 €
9.920.961,00 €
22.052.250,00 €
6.063.000,00 €
6.608.750,00 €
0,00 €
37.994.373,00 €
18.399.579,90 €
9.838.971,06 €
11.098.108,87 €
2.110.955,98 €
23.065.460,10 €
2.226.150,00 €
3.772.897,66 €
0,00 €
6.291.000,00 €
5.120.322,54 €
0,00 €
84.861.037,34 € 370.892.957,58 €
(*)Classification : il s’agit du taux d’avancement global des sociétés, calculé sur la base de la moyenne des 4 taux suivants :
1. Le taux de désignation de l’auteur de projet.
2. Le taux d’avant-projet approuvé par la SLRB.
3. Le taux d’adjudications approuvées par la SLRB.
4. Le taux d’ordonnancement (crédits liquidés).
A-50/3 – 2014/2015
— 56 —
Bijlage 4
Lijst van de 22 erkende SVK’s :
Basisallocatie : 25.008.34.01.33.00
(Werkingssubsidies voor
de Sociale verhuurkantoren)
SWB
–
AIS
A-50/3 – 2014/2015
Annexe 4
Liste des 22 AIS agréées :
Allocation de base : 25.008.34.01.33.00
(Subventions de fonctionnement
aux Agences immobilières sociales)
Aantal woningen Toegekende subsidie
op 30/09/2013
en 2014 en €
––
Nbre de logements Subside octroyé
au 30/09/2013
en 2014 en €
Sociaal Verhuurkantoor Brussel / Agence Immobilière Sociale à Bruxelles
296
Agence Immobilière Sociale Quartiers
181
Sociaal Verhuurkantoor Ukkel / Agence Immobilière Sociale Uccloise
117
Sociaal Verhuurkantoor Schaarbeek / Agence Immobilière Sociale Schaerbeekoise
192
Sociaal Verhuurkantoor Jette / Agence Immobilière Sociale de Jette
124
Sociaal Verhuurkantoor Baita / Agence Immobilière sociale Baita
186
Agence Immobilière Sociale Habitat et Rénovation
175
Agence Immobilière Sociale Hector Denis
178
Sociaal Verhuurkantoor Iris / Agence Immobilière Sociale Iris
172
Sociaal Verhuurkantoor De Nieuwe 150 / Agence Immobilière Sociale Le Nouveau 150
94
Agence Immobilière Sociale Les 3 Pommiers
112
Agence Immobilière Sociale Logement Pour Tous
370
Sociaal Verhuurkantoor van Sint-Joost-Ten-Noode /
Agence Immobilière Sociale de Saint-Josse-Ten-Noode (AISSJ)
247
Sociaal Verhuurkantoor (Th.Verhaegen) / Agence Immobilière Sociale Saint-Gilloise (Th.Verhaegen)101
Agence Immobilière Sociale Ozanam
110
Sociaal Verhuurkantoor Mais / Agence Immobilière Sociale Mais
157
Sociaal Verhuurkantoor van Sint-Lambrechts-Woluwe /
Agence Immobilière Sociale de Woluwe-Saint-Lambert
217
Agence Immobilière Sociale Comme Chez Toi
83
Sociaal Verhuurkantoor Le Relais (Sint-Pieters-Woluwe) /
Agence Immobilière Sociale Le Relais (Woluwe-Saint-Pierre)
168
Sociaal Verhuurkantoor Delta / Agence Immobilière Sociale Delta
93
Sociaal Verhuurkantoor van Etterbeek / Agence Immobilière Sociale d’Etterbeek
85
Sociaal Verhuurkantoor Vorst / Agence Immobilière Sociale Forest
43
682.843,49
463.344,97
307.734,13
519.644,15
312.061,44
504.387,74
428.349,79
517.443,41
437.621,09
286.187,31
252.858,65
977.254,60
597.814,49
286.000,58
336.014,30
470.234,73
520.704,90
248.933,01
468.485,07
300.762,93
272.095,74
143.769,52
3.5019.334.546,04
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 57 —
Bijlage 5
Lijst van de gesubsidieerde verenigingen
in het kader van de Basisallocatie : 25.002.34.01.33.00
(Werkingssubsidies voor private verenigingen
die zich bezighouden met de promotie en
de inrichting van het sociale huisvestingsbeleid
of die er door studie, propaganda,
geïntegreerde actie of het partnership
met andere overheidsactoren aan bijdragen)
Annexe 5
Liste des associations subsidiées dans le cadre
de l’Allocation de base : 25.002.34.01.33.00
(Subventions de fonctionnement aux associations
privées qui s’occupent de la promotion et
de l’aménagement de la politique sociale
du logement ou qui y contribuent par l’étude,
la propagande, l’action intégrée ou
le partenariat avec d’autres acteurs publics)
Vereniging
Voorwerp van de subsidie
–
–
Association
Objet de la subvention
Agence Alter
Agence Alter
Steun bij de opstelling, de vervaardiging en de verspreiding van papieren en webuitgaven van « Alter Echos ».
Soutien dans la rédaction, la fabrication et la diffusion des éditions web et papier de
« Alter Echos ».
Unie van de Huurders van de Marollen
Union des Locataires Marollienne
Tenlasteneming van de kosten in verband met de brandverzekering van de Gesù
in 2013
Prise en charge des frais relatifs à l’assurance incendie du Gesù en 2013.
Dienst voor Maatschappelijke Begeleiding van
Sociale Huurders (DMBSH.)
Service d’accompagnement social aux
locataires sociaux (SASLS.)
Specifieke financiering van een halftijdse sociaal assistent voor de continuïteit van
het partnershipproject SMES-B/SASLS
Financement spécifique d’un assistant social à mi-temps pour la continuité du projet
de partenariat SMES-B/SASLS
Stadswinkel
Ondersteuning bij de verspreiding over algemene informatie over huisvesting en
specifiek over de verschillende vormen van steun bij huisvesting waarvan de gezinnen in het Brussels Gewest kunnen genieten
Soutien dans la diffusion d une information générale sur le logement et plus spécifiquement sur les différentes formes d aides au logement dont peuvent bénéficier les
ménages en Région bruxelloise
Centre urbain
Toegekend
bedrag in €
–
Montant
octroyé en €
10.000,00
10.000,00
2.299,47
2.299,47
25.625,00
25.625,00
60.000,00
60.000,00
Fédération Bruxelloise de l’Union pour
le Logement (FéBUL)
Fédération Bruxelloise de l’Union
pour le Logement (FéBUL)
Steun voor de transit-herhuisvesting van een gezin dat uit de Gésù in Schaarbeek
werd gezet, in een woning van de ASIS.
Soutien pour le relogement transit d’une famille expulsée du Gésù à Schaerbeek
dans un logement de l’ASIS.
Brik
Alles voor Stadstudenten
Ondersteuning van de vereniging voor de realisatie van een « online compendium
voor de kotbaas ».
19.800,00
Université Libre de Bruxelles (ULB)
Université Libre de Bruxelles (ULB)
Steun aan de organisatie van het colloquium « Bruxelles, une ville de la connaissance » (Brussel, kennisstad)
Soutien à l’organisation du colloque « Bruxelles, une ville de la connaissance »
3.000,00
3.000,00
Unie van Huurders van Sint-Gillis
Union des Locataires de Saint-Gilles
Financiële steun voor het contract voor een halftijdse betrekking.
Appui financier pour contractualiser un emploi à 1/2 temps.
Fédération Bruxelloise de l’Union
pour le Logement
Fédération Bruxelloise de l’Union pour le Logement
Steun voor de transit herhuisvesting van uit Gésu uitgezette gezinnen – huurlasten
3.000,00
Soutien pour le relogement transit de familles expulsées du Gésu – charges locatives
3.000,00
Brusselse Bond voor het Recht
op Wonen (BBROW)
Rassemblement Bruxellois pour
le Droit à l’Habitat (RBDH)
Tussenkomst in de kosten in verband met de indiening van een cessie voor een
leegstaande woning
Intervention dans les frais liés à l’introduction d’une action en cession pour un
immeuble inoccupé
Fédération Bruxelloise de l’Union pour
le Logement (FéBUL)
Fédération Bruxelloise de l’Union pour
le Logement (FéBUL)
Financiering van het verschil in huur en lasten voor 3 maanden van 3 woningen in
het kader van de herhuisvesting van gezinnen in het Woningfonds
12.154,50
Financement du différentiel locatif et des charges pour 3 mois de 3 logements dans
le cadre du relogement de familles au Fonds du logement
12.154,50
3.000,00
3.000,00
12.500,00
12.500,00
4.500,00
4.500,00
A-50/3 – 2014/2015
— 58 —
A-50/3 – 2014/2015
Vereniging
Voorwerp van de subsidie
–
–
Association
Objet de la subvention
Fédération Bruxelloise de l’Union
pour le Logement (FéBUL)
Fédération Bruxelloise de l’Union
pour le Logement (FéBUL)
Unie van de Huurders van de Marollen
Union des Locataires Marollienne
Unie van huurders van Sint-Gillis
Union des Locataires de Saint-Gilles
Financiering van de werken voor het terug in goede staat brengen van 3 woningen
die door het Woningfonds in het kader van de herhuisvestingsopdracht « uitzetting
uit Gésù » ter beschikking gesteld worden
Financement des travaux de remise en état de 3 logements mis à disposition par le
Fonds du logement dans le cadre de la mission de relogement « expulsion du Gésù »
Steun in het kader van het vierseizoenenplan – herhuisvesting en zelfredzaam maken van gezinnen op de dool: project Woningfonds
Soutien dans le cadre du plan 4 saisons – relogement et autonomisation des familles
en errance : projet Fonds du logement
Steun in het kader van het vierseizoenenplan – herhuisvesting en zelfredzaam maken van gezinnen op de dool : project van het Woningfonds
Soutien dans le cadre du plan 4 saisons – relogement et autonomisation des familles
en errance : projet Fonds du logement
Toegekend
bedrag in €
–
Montant
octroyé en €
6.081,35
6.081,35
24.000,00
24.000,00
26.000,00
26.000,00
211.960,32
A-50/3 – 2014/2015
Bijlage 6
Lijst van de 41 erkende Verenigingen die
ijveren voor de Integratie via Huisvesting :
Basisallocatie : 25.008.34.02.33.00
(Werkingssubsidies voor de instellingen en
groepen die zich met het sociaal woningbeleid
bezighouden of er via geïntegreerde actie
of door partnerships met
andere overheidsactoren toe bijdragen)
Vereniging
A-50/3 – 2014/2015
— 59 —
Toegekende subsidie in 2014 in €
Annexe 6
Liste des 41 Associations œuvrant à l’Insertion
par le Logement (AIPL) agréées :
Allocation de base : 25.008.34.02.33.00
(Subventions de fonctionnement aux organismes et
groupements qui s’occupent de la politique sociale
du logement ou qui y contribuent par
l’action intégrée ou par le partenariat
avec d’autres acteurs publics)
Association
Subside octroyé en 2014 en €
Association des Locataires de Molenbeek et Koekelberg
61.880,00
Cafa82.080,92
Ciré125.453,06
Convivence157.413,06
Centrum Ambulante Diensten – deelwerking De Boei
39.927,59
Fédération Bruxelloise de l’Union pour le Logement
175.889,92
Habitat et Rénovation
100.233,98
Habiter Bruxelles
89.624,22
La Rue
55.113,29
Le Projet Lama
79.864,37
Rassemblement Bruxellois pour le Droit à l’Habitat (RBDH) 176.201,21
L’Atelier des Droits Sociaux
72.531,13
Source16.669,00
Syndicat des Locataires de Logements Sociaux
231.885,68
Union des Locataires d’Anderlecht / Cureghem
112.361,35
Union des Locataires de Forest
100.761,67
Union des Locataires Marollienne
117.548,74
Union des Locataires de Saint-Gilles
45.277,27
Union des Locataires de Schaerbeek
15.788,73
Union des Locataires Quartier Nord
91.243,36
La Vague
21.892,79
L’autre Lieu
14.474,62
Fédération des Locataires du Foyer Laekenois
47.044,67
Buurthuis Bonnevie
58.211,89
Comité de la Samaritaine
51.825,44
Le Cairn
58.665,36
Compagnons Dépanneurs
20.000,00
Convivium43.582,52
Lhiving34.579,42
Fami-Home84.218,35
Samenlevingsopbouw Brussel
56.015,14
Cap Habitat
37.058,87
Une Maison en plus
19.096,84
L’ÎLot34.579,42
Livingstones55.000,00
1 Toit 2 Ages
27.096,84
La Maison Rue Verte
25.000,00
Habitat et Humanisme
14.000,00
Abbeyfield Belgium
40.000,00
Vivre Chez Soi
subsidieaanvraag niet ingediend
Infirmiers de Rue
subsidieaanvraag niet ingediend
Association des Locataires de Molenbeek et Koekelberg
61.880,00
Cafa82.080,92
Ciré125.453,06
Convivence157.413,06
Centrum Ambulante Diensten – deelwerking De Boei
39.927,59
Fédération Bruxelloise de l’Union pour le Logement
175.889,92
Habitat et Rénovation
100.233,98
Habiter Bruxelles
89.624,22
La Rue
55.113,29
Le Projet Lama
79.864,37
Rassemblement Bruxellois pour le Droit à l’Habitat (RBDH) 176.201,21
L’Atelier des Droits Sociaux
72.531,13
Source16.669,00
Syndicat des Locataires de Logements Sociaux
231.885,68
Union des Locataires d’Anderlecht / Cureghem
112.361,35
Union des Locataires de Forest
100.761,67
Union des Locataires Marollienne
117.548,74
Union des Locataires de Saint-Gilles
45.277,27
Union des Locataires de Schaerbeek
15.788,73
Union des Locataires Quartier Nord
91.243,36
La Vague
21.892,79
L’autre Lieu
14.474,62
Fédération des Locataires du Foyer Laekenois
47.044,67
Buurthuis Bonnevie
58.211,89
Comité de la Samaritaine
51.825,44
Le Cairn
58.665,36
Compagnons Dépanneurs
20.000,00
Convivium43.582,52
Lhiving34.579,42
Fami-Home84.218,35
Samenlevingsopbouw Brussel
56.015,14
Cap Habitat
37.058,87
Une Maison en plus
19.096,84
L’ÎLot34.579,42
Livingstones55.000,00
1 Toit 2 Ages
27.096,84
La Maison Rue Verte
25.000,00
Habitat et Humanisme
14.000,00
Abbeyfield Belgium
40.000,00
Vivre Chez Soi
demande de subsides pas introduite
Infirmiers de Rue
demande de subsides pas introduite
2.690.090,7
2.690.090,7
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 61 —
VERSLAG
RAPPORT
uitgebracht namens de Commissie
voor de Infrastructuur
fait au nom de la Commission
de l’Infrastructure
mevr. Joëlle MAISON (F)
Mme Joëlle MAISON (F)
Dames en Heren,
Mesdames, Messieurs,
De Commissie voor de Infrastructuur, belast met de
Openbare Werken en de Mobiliteit heeft tijdens haar vergaderingen van 19 en 24 november 2014 de opdrachten 17,
18, 19 en 20 van de algemene uitgavenbegroting 2014 onderzocht.
La commission de l’Infrastructure, chargée des travaux
publics et de la Mobilité, a examiné au cours de ses réunions des 19 et 24 novembre 2014 les missions 17, 18, 19
et 20 du budget général des dépenses 2014.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het
opstellen van het verslag.
Confiance a été faite à la rapporteuse pour la rédaction
du rapport.
Aan de werkzaamheden van de commissie hebben deelgenomen :
Ont participé aux travaux de la commission :
Vaste leden : de heer Ridouane Chahid, mevr. Nadia El Yousfi,
mevr. Simone Susskind, de heren Sevket Temiz, Boris Dilliès, Willem
Draps, mevr. Anne-Charlotte d’Ursel, de heer Marc Loewenstein,
mevr. Joëlle Maison, de heren Hervé Doyen, Pierre Kompany, mevr. Céline
Delforge, mevr. Carla Dejonghe.de heren Paul Delva, Bruno De Lille.
Membres effectifs : M. Ridouane Chahid, Mmes Nadia El Yousfi,
Simone Susskind, MM. Sevket Temiz, Boris Dilliès, Willem Draps,
Mme Anne-Charlotte d’Ursel, M. Marc Loewenstein, Mme Joëlle
Maison, MM. Hervé Doyen, Pierre Kompany, Mmes Céline Delforge,
Carla Dejonghe.MM. Paul Delva, Bruno De Lille.
Plaatsvervangers : de heren Jamal Ikazban, Fabian Maingain,
mevr. Annemie Maes.
Membres suppléants : MM. Jamal Ikazban, Fabian Maingain,
Mme Annemie Maes.
Andere leden : M. Youssef Handichi, mevr. Cieltje Van Achter.
Autres membres : M. Youssef Handichi, Mme Cieltje Van Achter.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 62 —
OPDRACHT 17
MISSION 17
PROGRAMMA 7
PROGRAMME 7
Verkeersveiligheid
Sécurité routière
I. Inleidende uiteenzetting van
staatssecretaris Bianca Debaets
I. Exposé introductif du
Secrétaire d’Etat Bianca Debaets
De staatssecretaris heeft voor de commissie de volgende
uiteenzetting gehouden :
Le Secrétaire d’Etat a tenu devant la commission le discours suivant :
« In het eerste semester van 2014 zien we in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een daling van het aantal doden
in het verkeer ten opzichte van 2013 : in de eerste helft
van 2014 telden we 9 doden minder ter plaatse. Maar we
hebben wel een stijging van het aantal letselongevallen en
gewonden : er zijn 10,4 % meer letselongevallen (+ 177)
en 9,5 % gewonden (+ 194) waarvan een significant stijgend aandeel fietsers. (De cijfers kunt u terugvinden in de
verkeersveiligheidsbarometer van het BIVV). Over de hele
periode 2004-2013 zien we dat het aantal letselongevallen
en het aantal doden ter plaatse, niet significant gedaald is,
maar ook niet gestegen.
« Au cours du premier semestre 2014, nous constatons
une diminution du nombre d’accidents mortels en Région
de Bruxelles-Capitale en comparaison avec 2013 : au cours
de la première moitié de 2014, nous avons observé une
diminution de 9 morts sur place. Mais nous remarquons
cependant une augmentation du nombre d’accidents avec
lésions corporelles et de blessés : une augmentation de
10,4 % pour les accidents avec lésions corporelles (+ 177)
et de 9,5 % pour les blessés (+ 194) dont une part croissante de cyclistes. (Vous pouvez retrouver les chiffres dans
le baromètre de sécurité routière de l’IBSR). Pour toute la
période 2004-2013, on constate que le nombre d’accidents
avec lésions corporelles et le nombre de décès intervenus
sur place n’a pas diminué de manière significative, mais n’a
pas non plus augmenté.
Ons doel is, zoals u weet, om het aantal doden (binnen de 30 dagen na het ongeval) en zwaargewonden met
50 % verminderen tegen 2020. Dat vindt u ook terug in
het Verkeersveiligheidsplan 2011-2020. Maar aan het huidige tempo halen we dat niet. Ik zal er alles aan doen om
deze doelstellingen te proberen halen binnen de gestelde
termijn. Dit betekent dat een aantal maatregelen zullen
moeten verscherpen. Ik denk aan acties en sensibilisering
naar bepaalde doelgroepen toe die vaker in ongevallen
zijn betrokken dan andere weggebruikers, zoals 55 plussers, jonge bestuurders, fietsers, voetgangers en motorrijders. Daarbij kunnen we de regionalisering van een aantal
bevoegdheden door de 6de staatshervorming als hefboom
gebruiken om een verkeersveiligheids-beleid te voeren dat
rekening houdt met de specificiteit van de verkeersmix van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Eén van de factoren is
de pendelaar die zorgt voor verkeerspieken op weekdagen,
maar het zijn ook de Brusselaars zelf die nog vaak kiezen
voor de auto om zich te verplaatsen in Brussel.
Notre objectif, comme vous le savez, est de réduire le
nombre de décès (dans les 30 jours après l’accident) et de
blessés graves de 50 % d’ici 2020. Vous pouvez également
retrouver cet objectif dans le plan de sécurité routière 20112020. Nous ne l’atteindrons pas si nous poursuivons notre
action au rythme actuel. Je mettrai tout en œuvre pour tenter d’atteindre ces objectifs dans les délais impartis. Cela
signifie qu’un certain nombre de mesures devront être renforcées. Je pense ici aux actions et à la sensibilisation auprès
de certains groupes-cibles qui sont plus souvent impliqués
dans les accidents que d’autres usagers comme les plus de
55 ans, les jeunes conducteurs, les cyclistes, les piétons et
les motocyclistes. Nous pouvons ainsi utiliser comme levier la régionalisation d’un certain nombre de compétences
induites par la sixième réforme de l’Etat afin de mener une
politique de sécurité routière qui tienne compte des spécificités de la mixité de circulation en Région de Bruxelles-Capitale. L’un des facteurs étant le navetteur qui provoque des
encombrements de circulation durant les jours de semaine,
mais cette spécificité est également créée par les Bruxellois
eux-mêmes qui choisissent encore trop souvent la voiture
pour se déplacer dans Bruxelles.
Historisch is de stagnering van het aantal en van de ernst
van verkeersongevallen in ons gewest zowel te wijten aan
een niet geïntegreerd verkeersveiligheidsbeleid, als aan de
eerder lage prioriteit die verkeersveiligheid vroeger had.
En dat houden we goed voor ogen bij het uitwerken van het
toekomstig verkeersveiligheidsbeleid.
D’un point de vue historique, la stagnation du nombre
d’accidents de la route et de leur gravité dans notre région
est due à la fois à une politique de sécurité routière non
intégrée ainsi qu’à la priorité relativement faible accordée
jusqu’à présent à la sécurité routière. Nous tenons compte
de ces facteurs pour élaborer la future politique de sécurité
routière.
A-50/3 – 2014/2015
— 63 —
A-50/3 – 2014/2015
Elk slachtoffer in het verkeer is er één te veel. Om de
doelstellingen van het verkeersveiligheidsplan te halen is
het dus noodzakelijk om met alle betrokken partijen nog
beter samen te werken en om de coherentie te bewaken.
Zowel voor de politiediensten, de gerechtelijke overheden,
de gemeenten, de gewestelijke overheden, de rijscholen als
voor alle andere actoren die zich met verkeersveiligheid inlaten, is er een taak weggelegd om de verkeerveiligheid te
verhogen. Dialoog met elk van de betrokken instanties zal
dus centraal staan in mijn aanpak van de verkeersveiligheid. Elke speler moet worden uitgenodigd en aangespoord
om zich samen te scharen achter de doelstellingen van het
verkeersveiligheidsplan. Ik som er een aantal op :
Chaque victime de la route est une victime de trop. Afin
d’atteindre les objectifs du plan de sécurité routière, il est
dès lors nécessaire d’encore mieux collaborer avec toutes
les parties concernées et de veiller à la cohérence de notre
action. Le renforcement de la sécurité routière est la mission
à la fois des services de police, des autorités juridiques, des
communes, des autorités régionales, des auto-écoles et de
tous les autres acteurs s’occupant de la sécurité routière. Le
dialogue avec chacune des instances concernées occupera
donc une place centrale dans mon approche de la sécurité
routière. Chaque acteur doit être invité et encouragé à soutenir les objectifs du plan de sécurité routière. Permettezmoi d’en énumérer un certain nombre d’entre eux :
– de snelheid verlagen;
– la réduction des vitesses;
– de gordeldracht, het correct gebruik van kinderstoeltjes
en de gordel bij kinderen, en het gebruik van de fietshelm verhogen;
– le port de la ceinture, l’utilisation correcte des sièges enfants et de la ceinture chez les enfants, et l’augmentation
du port du casque vélo;
– het rijden onder invloed drastisch verminderen;
– la réduction drastique des cas de conduite sous influence;
– het waarderen en het stimuleren van voorzichtig en anticiperend gedrag en het terugdringen van gevaarlijk en
onaangepast gedrag;
– la valorisation et la stimulation d’une conduite prudente
et anticipative et la réduction d’une conduite dangereuse
et inadaptée;
– het beschermen van kwetsbare weggebruikers (voetgangers, fietsers, bromfietsers en motorrijders);
– la protection des usagers vulnérables (piétons, cyclistes,
cyclomotoristes et motocyclistes);
– de wegen en straten intrinsiek veiliger maken;
– le renforcement de la sécurité intrinsèque des voiries et
des routes;
– de handhaving versterken;
– le renforcement de toute la procédure de répression;
– de kennis van ongevallen met slachtoffers en hun omstandigheden verbeteren om doelgerichter en efficiënter
actie te ondernemen;
– l’amélioration des connaissances relatives aux accidents
impliquant des victimes et à leurs circonstances afin
d’entreprendre une action plus ciblée et plus efficace;
– de verkeersveiligheid verankeren in de cultuur en in de
administratieve en beleidsstructuur.
– l’ancrage de la sécurité routière dans la culture et la
structure administrative et de gestion.
Alleen repressie kan niet leiden tot een verhoogde verkeersveiligheid. Ik wil een beleid voeren langs verschillende sporen, met een belangrijke rol voor preventie en
sensibilisering. Daarbij gaat mijn aandacht vooral uit naar
de actieve weggebruikers, zoals voetgangers en fietsers
(zeker gezien de aanzienlijke stijging in ongevallen van
de laatste groep). Zij moeten zich op een veilige manier in
ons gewest kunnen bewegen en letterlijk de nodige ruimte
krijgen. Ook andersvaliden moeten hun plaats kunnen innemen in het verkeer. Daarvoor zijn vaak infrastructurele
ingrepen nodig, maar een constructief overleg en concrete
afspraken met de collega, bevoegd voor mobiliteit en infrastructuur zullen ervoor zorgen dat we op dat vlak de nodige
gecoördineerde acties kunnen nemen.
La répression ne peut conduire à elle seule à une amélioration de la sécurité routière. J’entends mener une politique
sur plusieurs fronts, en accordant un rôle important à la
prévention et à la sensibilisation. Mon attention se concentrera surtout sur les usagers actifs tels que les piétons et
les cyclistes (d’autant plus vu la croissance très importante
du nombre d’accidents de ce dernier groupe). Ils doivent
pouvoir se déplacer en toute sécurité dans notre région et
bénéficier de l’espace nécessaire au sens propre. Les personnes handicapées doivent, elles aussi, pouvoir trouver
leur place dans le trafic. D’où la nécessité fréquente de procéder à des interventions au niveau de l’infrastructure. Une
concertation constructive et des accords concrets avec mon
collègue en charge de la mobilité et de l’infrastructure nous
permettront de pouvoir prendre les actions coordonnées
nécessaires sur ce plan.
A-50/3 – 2014/2015
— 64 —
A-50/3 – 2014/2015
De 6e staatshervorming biedt een aantal opportuniteiten.
Daarnaast gaat mijn bezorgdheid op korte termijn vooral
uit naar het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening naar de burger en de ondernemingen toe. Daarom
zal een permanent overleg met de federale overheid en de
drie gewesten noodzakelijk zijn. Het is mijn intentie om dit
overleg op termijn een structureel karakter te geven. Ons
gewest heeft immers niet de mogelijkheden om op elk domein de nodige expertise of middelen ter beschikking te
hebben voor het opzetten van bijvoorbeeld eigen toepassingen, homologaties …
La sixième réforme de l’Etat offre un certain nombre
d’opportunités. En outre, mes préoccupations à court terme
se portent surtout vers la préservation de la continuité du
service offert aux citoyens et aux entreprises. C’est la raison pour laquelle une concertation permanente est nécessaires avec les autorités fédérales et les trois régions. Mon
intention est de conférer à terme un caractère structurel à
cette concertation. Notre région n’a, en effet, pas la possibilité de disposer de l’expertise ou des moyens nécessaires
dans chaque domaine pour la conception d’applications
propres, d’homologations, etc.
Naast de overdacht van bevoegdheden zal het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ook recht hebben op een deel van
de ontvangsten die onder de (penale) geldboetes vallen in
het verkeer, van de sommen tegen betaling met eventueel
verval van de strafvordering en van de geldsommen, beschreven in artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering (minnelijke schikkingen).
Outre le transfert de compétences, la Région de BruxellesCapitale aura également droit à une partie des recettes des
amendes pénales en matière de circulation routière, des
ordres de paiement et des sommes dont le paiement éteint
l’action publique, tels que décrits à l’article 216bis du Code
d’instruction criminelle (transactions).
Concreet gaat het over 7 overtredingen waarvan de controle en de geïnde boetes een bevoegdheid wordt van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest :
Il s’agit concrètement de 7 infractions pour lesquelles
le contrôle et les amendes perçues deviennent une compétence de la Région de Bruxelles-Capitale :
– de snelheidsbeperkingen (behalve op autosnelwegen);
– les limitations de vitesse (sauf sur les autoroutes);
– het plaatsen, de technische eisen en de controle op de
verkeerstekens;
– le placement, les exigences techniques et le contrôle de
la signalisation routière;
– de technische controle;
– le contrôle technique;
– de maximum toegelaten massa;
– la masse maximale autorisée;
– de massa over de assen;
– la masse par essieux;
– de ladingzekering;
– la sûreté de chargement;
– de afmeting en signalisatie van de lading.
– les dimensions et la signalisation du chargement.
De geïnde boetes worden gestort in het Verkeersveiligheidsfonds. Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal
het organiek begrotingsfonds « Verkeersveiligheidsfonds »
opgericht worden, van waaruit we initiatieven voor verkeersveiligheid zullen financieren.
Les amendes perçues seront versées dans le fonds de
sécurité routière. En Région de Bruxelles-Capitale, il
sera procédé à la création du fonds budgétaire organique
« Fonds de Sécurité Routière » qui permettra de financer les
initiatives relatives à la sécurité routière.
Voor 2015 zal mijn beleid vooral gericht zijn op twee
thema’s :
En 2015, ma politique se concentrera principalement
autour de deux thèmes :
We blijven achter de doelstellingen van het verkeersveiligheidsplan 2011-2020 staan, maar we zullen jaarlijks veel
beter opvolgen hoe en waar we vooruitgang maken.
Nous continuerons à poursuivre les objectifs du plan de
sécurité routière 2011-2020, mais nous suivrons également
de plus près chaque année la manière dont nous pouvons
progresser et les domaines dans lesquels cette progression
peut avoir lieu.
We implementeren de nieuwe bevoegdheden van de
6e staatshervorming op leest van ons gewest. Dit betekent
dat er op korte termijn een aantal wetgevende initiatieven
moeten genomen worden (bijvoorbeeld het oprichten van
het organiek fonds).
Nous mettrons en œuvre les nouvelles compétences de
la 6ème réforme de l’Etat en fonction de notre région. Cela
signifie qu’à court terme, un certain nombre d’initiatives
législatives devront être prises (par exemple la création du
fonds organique).
A-50/3 – 2014/2015
— 65 —
A-50/3 – 2014/2015
Naast wetgevende initiatieven en aanpassingen in de
Wegcode (voorbeeld het aanpassen van de plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens), wil ik ook nog een aantal
andere initiatieven nemen. Enkele voorbeelden van geplande initiatieven die zich inschrijven in de context van het
verkeersveiligheidsplan waarvan de doelstellingen hierboven reeds werden aangehaald :
Outre les initiatives législatives et les adaptations dans le
Code de la route (par exemple l’adaptation des conditions
de placement de la signalisation routière), je souhaite également prendre un certain nombre d’autres initiatives. Voici
plusieurs exemples d’initiatives planifiées s’inscrivant dans
le contexte du plan de sécurité routière dont les objectifs
ont déjà été décrits ci-avant :
Op vlak van infrastructuur moeten we de studie over
ongevalsgevoelige zones afronden. Meten is weten : een
permanente monitoring van de verkeersongevallen, onder
andere op basis van de ongevallenstatistieken van de politiediensten en in samenwerking met het BIVV is noodzakelijk. Het opstellen van een vademecum over het aanleggen
van verkeersveilige verkeersinfrastructuur kan een meerwaarde betekenen voor de wegbeheerders (= de gemeentes en het gewest). We starten ook een werkgroep om de
wetgeving rond verkeerstekens te herbekijken en het aantal borden te verminderen. Dat zorgt letterlijk voor meer
ruimte voor de voetgangers en meer duidelijkheid voor de
bestuurders.
Sur le plan de l’infrastructure, nous devons clôturer
l’étude sur les zones susceptibles d’impliquer un accident. Mesurer, c’est savoir : un monitoring permanent des
accidents de la route, notamment sur base des statistiques
d’accidents des services de police et en collaboration avec
l’IBSR est nécessaire. La rédaction d’un vade-mecum sur
l’aménagement d’une infrastructure routière permettant
d’améliorer la sécurité routière peut représenter une plusvalue pour les gestionnaires de voirie (les communes et la
région). Nous lancerons également un groupe de travail
afin de réexaminer la législation autour de la signalisation
routière et de réduire le nombre de panneaux. Nous pourrons ainsi créer littéralement plus d’espace pour les piétons
et plus de clarté pour les conducteurs.
Op het vlak van opleiding en sensibilisering denk ik
vooral aan het ontwikkelen van cursussen/acties voor doelgroepen (rijvaardigheidscursus 55-plussers, voetgangersen fietsbrevetten, info besturen bromfiets voor 16-jarigen
enz.), in samenwerking met de rijscholen, de fietsersbond,
ProVelo, de VSGB, de voetgangers-beweging en motorverenigingen (MAG, Fedemot, enz.) omdat deze weggebruikers meer betrokken zijn in ongevallen dan de andere. In
samenwerking met bevoorrechte partners (politie/VSGB)
moeten sensibiliseringscampagnes worden uitgewerkt en
worden uitgevoerd (BOB, snelheid, GSM, zichtbaarheid
voetgangers/fietsers …). Een eerste aanzet tot een hervorming van de rijopleiding en de examinering in samenwerking met de andere gewesten en de sector zal de verkeersveiligheid ook ten goede komen.
En ce qui concerne la formation et la sensibilisation, je
pense surtout au développement de cours/d’actions à l’attention des groupes-cibles (cours d’aptitude à la conduite
pour les plus de 55 ans, brevets de piétons et de cyclistes,
infos pour la conduite d’un cyclomoteur pour les jeunes de
16 ans etc.), en collaboration avec les auto-écoles, le fietsersbond, ProVelo, l’AVCB, les associations de cyclistes
et les associations de motocyclistes (MAG, Fedemot, etc.)
parce que ces usagers sont davantage impliqués dans des
accidents que les autres. En collaboration avec les partenaires privilégiés (police/AVCB), il convient d’élaborer
et de mettre en œuvre des campagnes de sensibilisation
(BOB, vitesse, GSM, visibilité des piétons/cyclistes etc.).
L’amorce d’une réforme de la formation à la conduite et
de l’examen de conduite, en collaboration avec les autres
régions et le secteur, sera également bénéfique pour la sécurité routière.
Op vlak van handhaving moeten we een studie doen over
de mogelijkheden om trajectcontrole op bepaalde verkeersassen in te voeren. Het verderzetten van de samenwerking
met de politiediensten (uitlenen van semi-vaste onbemande
camera type Lidar) is een ander belangrijk gegeven. Andere
actiepunten zijn de verdere uitrol en evaluatie van de bestaande onbemande « vaste » flitspalen en het implementeren van ANPR-technieken (automatische nummerplaatherkenning om bij verkeersinbreuken de handhaving sneller
en efficiënter te laten verlopen).
Sur le plan de la répression, nous devons réaliser une
étude sur les possibilités d’introduire un contrôle de trajet
sur certains axes de circulation. La poursuite de la collaboration avec les services de police (location de caméras automatiques semi-fixes de type Lidar) est une autre donnée
importante. D’autres points d’action sont la poursuite du
déploiement et l’évaluation des radars fixes automatiques
existants et l’implémentation des techniques LAPI (lecture
automatisée de plaques d’immatriculation afin d’accélérer
toute la procédure de répression et améliorer l’efficacité de
celle-ci pour les infractions de roulage).
Tot slot wil ik nog eens benadrukken dat samenwerking
tussen alle actoren essentieel is. Enkel als iedereen een bijdrage levert kunnen we mensenlevens redden. ».
Je souhaite enfin souligner une nouvelle fois l’importance de la collaboration entre tous les acteurs. Nous ne
pourrons sauver des vies que si chacun participe à cet effort. ».
A-50/3 – 2014/2015
— 66 —
A-50/3 – 2014/2015
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Bruno De Lille vindt dit een belangrijke materie. Het aantal verkeersdoden moet immers elk jaar omlaag.
Op dit vlak zijn de cijfers voor het Brussels Gewest eerder
laag, maar ze variëren nog van jaar tot jaar, zonder herkenbare oorzaak. Om die reden moet de zaken op lange termijn
beschouwd worden.
M. Bruno De Lille estime qu’il s’agit d’une matière importante. Il est en effet nécessaire de diminuer le nombre
de morts sur la route chaque année. A cet égard, les chiffres
pour la Région bruxelloise sont plutôt bas, mais ils fluctuent encore d’année en année, sans qu’il y ait de cause
identifiable. C’est pourquoi il faut voir les choses à long
terme.
De volksvertegenwoordiger verheugt zich over het feit
dat de Staatssecretaris verwijst naar het verkeersveiligheidsplan, dat is iets dat bestaat en een verbintenis vormt
tussen de verschillende actoren : de gemeenten, de parketten, de politie, de diensten van de gouverneur, enz. Met de
zesde staatshervorming moeten sommige zaken zeker bijgewerkt worden, maar er bestaat al een formele verbintenis, en dat is een goed vertrekpunt.
Le député se réjouit que la secrétaire d’État renvoie au
plan de sécurité routière, qui est quelque chose qui existe,
et qui constitue un engagement entre les différents acteurs :
les communes, les parquets, la police, les services du gouverneur, etc. Avec la sixième réforme de l’État, il faudra
certainement réactualiser certaines choses, mais un engagement a déjà été formalisé. C’est un bon point de départ.
De spreker is het eens met de prioriteiten die de Staatssecretaris aankondigt. Een ervan betreft de campagnes tegen
rijden onder invloed (alcohol, enz.), één van de grootste
oorzaken voor ongevallen. Tevens is het belangrijk een
algemene daling van de snelheid op de wegen na te streven. Het is geweten dat het aantal verkeersdoden daardoor
meteen daalt, maar het gaat ergens in tegen de doelstellingen van de Regering, die het verkeer op sommige assen
wil bevorderen : het is tegenstrijdig enerzijds te willen dat
er grote infrastructuurwerken komen die de snelheid van
de auto’s in de hand werken, en anderzijds maatregelen te
nemen om de snelheid van die auto’s te verlagen. Die kwestie moet onderzocht worden met uw collega die bevoegd is
voor de openbare wegen.
L’intervenant s’inscrit dans les priorités annoncées par
la secrétaire d’État L’une d’elles concerne les campagnes
de lutte contre la conduite sous influence (alcool, etc.), qui
est une des plus grandes causes d’accidents. Il est également important de vouloir une diminution globale de la
vitesse automobile. On sait que cela aura directement un
impact positif sur la diminution du nombre de tués; mais
cela va quelque part à l’encontre des objectifs du Gouvernement qui veut favoriser le flux automobile sur certains
axes : il est paradoxal de vouloir d’une part des grands travaux d’infrastructure qui vont favoriser la rapidité des voitures, et d’autre part, prendre des mesures pour diminuer
la vitesse de celles-ci. Il faudra étudier cette question avec
votre collègue compétent pour les voiries.
De spreker acht de uitlatingen van de Staatssecretaris
over het dragen van een fietshelm heel positief : persoonlijk
is de volksvertegenwoordiger overtuigd dat het dragen van
een fietshelm moet bevorderd worden voor sommige personen zoals kinderen, maar men mag niet in de val lopen om
het dragen van een fietshelm op te leggen voor iedereen. In
sommige Amerikaanse steden heeft men immers gemerkt
dat het aantal fietsers sterk gedaald is waar het dragen van
een helm verplicht werd, omdat de mensen dat weigerden.
Daarnaast weet men dat de automobilisten de neiging hebben om zich veel minder voorzichtig te gedragen ten aanzien van fietsers met een helm dan ten aanzien van gewone
fietsers, die er meer kwetsbaar uitzien.
L’orateur juge très positif le discours de la secrétaire
d’État sur le port du casque à vélo : à titre personnel, le député se dit convaincu qu’il faut favoriser le port du casque
a vélo pour certaines personnes comme les enfants, mais
il ne faudrait pas tomber dans le piège d’imposer à tous
le port du casque à vélo, car on a vu dans certaines villes
américaines où le port du casque a été rendu obligatoire,
on a assisté à une forte diminution du nombre de cyclistes,
car les gens refusaient de porter ce casque. Par ailleurs, on
sait que les automobilistes ont tendance à se comporter de
façon beaucoup moins prudente vis-à-vis de cyclistes casqués que vis-à-vis de cyclistes ordinaires, d’apparence plus
vulnérable.
Het grote voordeel van de zesde staatshervorming is dat
wij voortaan alle middelen hebben om een echt beleid te
voeren inzake verkeersveiligheid. Sommige vragen blijven
echter bestaan : hoe gaat die transfer concreet plaatsvinden ? Zal het geld voor dat beleid volledig van de federale
overheid komen of zal er een soort solidariteitsbijdrage komen ? En zo ja, zullen extra middelen ingezet worden door
het Gewest ?
Le grand avantage de la sixième réforme de l’État est
que nous avons désormais tous les outils en main pour
mener une véritable politique de sécurité routière. Mais
certaines questions se posent encore : comment va se passer concrètement le transfert ? L’argent pour mener cette
politique viendra-t-il entièrement du Fédéral ou y aura-t-il
une sorte de ponction de solidarité ? Et si oui, y aura-t-il des
moyens complémentaires mis par la Région ?
Volgens de Groen-fractie is de splitsing van het BIVV
geen goede zaak, want binnen het federale BIVV bevond
La scission de l’IBSR n’est pas une bonne chose selon
le groupe Groen, car il y avait beaucoup d’expertise au sein
A-50/3 – 2014/2015
— 67 —
A-50/3 – 2014/2015
zich veel expertise, en het feit dat het instituut gesplitst
wordt in drie kleine gewestelijke instituten gaat veel meer
kosten en dreigt tegelijk de doeltreffendheid te verminderen. Komt er een overgangsperiode ? Dreigt er op enig moment een gebrek aan expertise te rijzen ? Komt er overleg
met de andere machtsniveaus ? Op welke manier ? Wat met
de controles ? Wanneer begint Brussel zelf met zijn eigen
controles ? Hoe wordt dat geregeld met de politiezones ?
de l’IBSR fédéral, et le fait de scinder l’institut en trois
petits instituts régionaux va coûter beaucoup plus cher tout
en risquant d’affaiblir le niveau d’efficacité. Y aura-t-il une
période de transition ? Risque-t-on à un certain moment
de subir un certain manque d’expertise ? Y aura-t-il une
concertation avec les autres niveaux de pouvoir ? De quelle
manière ? Qu’en est-il des contrôles ? Quand Bruxelles
commencera-t-elle à effectuer elle-même ses propres
contrôles ? Comment cela se mettra-t-il en place avec les
zones de police ?
Inzake de knelpunten in Brussel tot slot, verheugt het
de volksvertegenwoordiger te horen dat de Staatssecretaris
het probleem gaat onderzoeken op grond van de studie die
werd besteld door de vorige Regering. Hoe gaat dat echter
concreet gebeuren ? Is overleg gepland met de Minister die
bevoegd is voor de openbare wegen ? Is er een bijzondere
begroting ?
Enfin, en ce qui concerne les points noirs à Bruxelles,
le député se réjouit d’entendre que la secrétaire d’État va
étudier le problème à partir de l’étude qui avait été commandée par le gouvernement précédent. Mais comment
cela va-t-il se faire concrètement ? Est-il prévu une concertation avec le ministre compétent pour les voiries ? Y a-t-il
un budget particulier ?
Mevrouw Joëlle Maison benadrukt de relevantie van
de voorstellen van de Staatssecretaris. Er bestaan immers
twee risicogroepen, op het vlak van de verkeersveiligheid :
enerzijds de jongeren, en anderzijds de 55-plussers. De rijbekwaamheid van die laatsten moet geëvalueerd worden.
Persoonlijk is de volksvertegenwoordigster nog altijd voorstander van preventie als dat mogelijk is, maar hier is een
krachtdadiger aanpak nodig, want men kan zich afvragen
wie van de 55-plussers vrijwillig naar een autoschool zal
gaan om zijn rijbekwaamheid te evalueren. Waarom zouden mensen vanaf een bepaalde leeftijd niet onderworpen
worden aan bepaalde controles zoals die op de reflexen,
het gehoor of het zicht, eerder dan aan een nieuwe rijtest.
Dat zou een gedurfde maatregel zijn, maar bijdragen tot het
verlagen van het aantal ongevallen.
Mme Joëlle Maison souligne la pertinence des propositions de la secrétaire d’État. Il existe en effet deux groupes
à risque, dans le domaine de la sécurité routière : ce sont
d’une part les jeunes, et d’autre part les plus de 55 ans.
Pour ces derniers, il faudrait pouvoir évaluer leur aptitude à conduire après cet âge. Personnellement, la députée favorise toujours la prévention quand il y a moyen de
le faire, mais ici il va falloir être plus volontariste, car on
peut se demander qui, parmi les plus de 55 ans, va aller
volontairement dans une auto-école pour évaluer ses aptitudes à la conduite ? Dans quelle mesure ne soumettraiton pas les personnes, à partir d’un certain âge, non pas à
repasser le permis de conduire, mais à certains contrôles,
comme le contrôle des réflexes, le contrôle de l’ouïe, ou
encore le contrôle de la vue ? Ce serait une mesure un peu
audacieuse, mais qui contribuerait à diminuer le nombre
d’accidents.
Zou inzake de jongeren in het kader van het verkeersveiligheidsplan niet kunnen nagedacht worden over meer
systematische controles ‘s avonds, in de buurt van de
nachtclubs, waar jongeren zich vermaken ? Het gaat hier
over een preventieve controle op de personen die achter het
stuur willen gaan zitten. Men heeft immers altijd de neiging zijn auto te nemen, zelfs als men een beetje gedronken
heeft, maar het is waar dat de reflexen sterk vertraagd zijn.
En ce qui concerne les jeunes, ne pourrait-on pas envisager, dans le cadre du plan sécurité routière, un contrôle
plus systématique le soir, près des boîtes de nuit, là où les
jeunes s’amusent ? L’idée est de contrôler les personnes
qui comptent prendre le volant, à titre préventif. En effet,
on est toujours tenté de prendre sa voiture même lors qu’on
a un peu bu, mais il est vrai que les réflexes sont fortement
diminués.
Tot slot vraagt zij zich af welke maatregelen de Regering plant te nemen om te voorkomen dat vrachtwagens de
secundaire wegen gebruiken ? Hoe zal men te werk gaan ?
Enfin, quelles sont les mesures que le Gouvernement
compte prendre pour empêcher les poids-lourds d’emprunter les voies secondaires ? Comment procédera-t-on ?
Mevrouw Céline Delforge heeft vragen over de radars :
meer denkwerk is nodig over vaste en mobiele radars. Enerzijds merkt men op inzake de vaste radars dat vele automobilisten die snel rijden vertragen bij het naderen van een
radar, en vervolgens opnieuw versnellen. Welk nut heeft
dat ? En anderzijds, met betrekking tot mobiele radars, wat
met de moderne technologie voor het opsporen van radars
zoals de « coyote » ? Is het normaal, of wettelijk, de mobiele radars te vermijden ?
Madame Céline Delforge s’interroge sur les radars : il
faudrait réfléchir à l’avantage des radars fixes et mobiles.
D’une part, à propos des radars fixes, on observe que beaucoup d’automobilistes qui roulent vite, freinent à l’approche
d’un radar, et réaccélèrent ensuite. Quel est l’intérêt ? Et
d’autre part, concernant les radars mobiles, qu’en-est-il des
technologies modernes de détection des radars comme le
« coyote » ? Est-il normal, voire légal, d’éviter les radars
mobiles ?
A-50/3 – 2014/2015
— 68 —
A-50/3 – 2014/2015
De volksvertegenwoordigster verheugt zich over de
campagnes voor autostoelen en veiligheidsgordels voor
kinderen, en zij is het eens met de interventie van de heer
De Lille over het dragen van een fietshelm, en over de aanleg van de openbare weg. De volksvertegenwoordigster
schaart zich achter de uitlatingen van mevrouw Maison inzake de bestrijding van drugs en alcohol achter het stuur.
Maar wat met de legale drugs, zoals antidepressiva, die
even gevaarlijk zijn als de andere drugs ?
La députée se réjouit des campagnes pour les sièges enfants et la ceinture de sécurité pour les enfants, et elle s’associe à l’intervention de M. De Lille sur le port du casque à
vélo, et sur l’aménagement de la voie publique. La députée
s’associe aux propos de Mme Maison sur la lutte contre la
drogue et l’alcool au volant. Mais qu’en-est-il des drogues
légales, comme les antidépresseurs, qui sont tout aussi dangereux que les autres drogues ?
Met betrekking tot het doelpubliek, de jongeren en
55-plussers, is het waar dat de leeftijd van 55 willekeurig
is, maar bestaan er alternatieven voor die personen ? Dat
is een zeer ruim debat : sommige personen vertonen reeds
problemen vanaf 45 jaar, terwijl anderen kunnen autorijden
na de leeftijd van 80. Hoe kunnen die personen aanvaarden
dat ze niet langer kunnen rijden, zonder daarom beperkt te
zijn in hun vrijheid om zich te verplaatsen ?
En ce qui concerne les publics-cibles que sont les jeunes
et les plus de 55 ans, il est vrai que cet âge de 55 ans est arbitraire, mais y-a-t-il des alternatives pour ces personnes ?
Il s’agit d’un très large débat : certaines personnes, dès
55 ans, présentent déjà des déficiences, alors que d’autres
peuvent conduire au-delà de 80 ans. Comment ces gens
peuvent-ils accepter de ne plus pouvoir conduire, sans pour
autant se voir restreints dans leur liberté de se déplacer ?
De spreekster kondigt aan dat de Ecolo-fractie zich zal
onthouden inzake dit deel van de begroting.
L’oratrice annonce que le groupe Ecolo s’abstiendra
pour cette partie du budget.
De heer Paul Delva vindt verkeersveiligheid een prioriteit in een stad als Brussel, om verscheidene redenen :
enerzijds de toenemende bevolkingsdichtheid, anderzijds
de grote dagelijkse verkeersstromen, gelet op het indrukwekkend aantal pendelaars die de stad binnenrijden, maar
ook de wijziging in de verkeersmiddelen : men moedigt de
mensen aan zich eerder per fiets of te voet te verplaatsen
dan met de auto.
M. Paul Delva estime que la sécurité routière est une
priorité dans une ville comme Bruxelles, pour plusieurs
raisons : d’une part, la densité et la population croissante,
d’autre part, les grands flux de voitures, chaque jour, vu le
nombre impressionnant de navetteurs qui entrent en ville,
mais aussi les changements de modes de circulation : on
encourage les gens à passer de la voiture au vélo et à la
marche à pied.
De zesde staatshervorming is een enorme kans voor
Brussel, vooral op het vlak van verkeersveiligheid. De opsplitsing van het BIVV in drie gewestelijke entiteiten is
weliswaar niet het beste idee en we zullen ervoor moeten
zorgen dat Brussel voldoende knowhow in huis houdt om
de techniciteit van de uitdagingen waarmee het geconfronteerd wordt, te kunnen aannemen.
La sixième réforme de l’État est une énorme opportunité pour Bruxelles, surtout en matière de sécurité routière.
Certes, la scission de l’IBSR en trois entités régionales
n’est pas la meilleure des idées, et nous devrons veiller à ce
que Bruxelles garde suffisamment d’expertise pour rencontrer la technicité des défis qui lui sont posés.
Een thema dat de spreker al heeft kunnen verdedigen in
het Vlaams Parlement is het verkrijgen van het rijbewijs op
school. Vandaag hebben jongeren de kans om hun rijexamen op school te kunnen voorbereiden en er hun rijbewijs
te halen. Dat is des te belangrijker in Brussel, aangezien
veel jongeren onvoldoende middelen hebben om het rijexamen af te leggen. Zijn er middelen om dat beleid in Brussel
aan te moedigen ?
Un thème que l’orateur a déjà eu l’occasion de défendre
au Parlement flamand est l’obtention du permis de conduire
à l’école. Aujourd’hui, les jeunes ont la chance de pouvoir
préparer leur examen de conduite à l’école, et d’y obtenir
leur permis. Cela est d’autant plus important à Bruxelles
que beaucoup de jeunes sont démunis face à l’examen de
conduite. Y a-t-il des moyens pour encourager cette politique à Bruxelles ?
Het is nuttig om instrumenten in te voeren die de snelheid op de weg in het algemeen verlagen, maar wat zijn de
termijnen voor de invoering ervan ?
Il est utile de mettre en place des instruments pour diminuer globalement la vitesse sur la route, mais quels sont les
délais prévus pour la mise en place de ces instruments ?
De volksvertegenwoordiger heeft vragen over het shoppinggedrag van de kandidaten voor een rijbewijs, die het
gunstigste Gewest zullen kiezen om hun rijexamen af te
leggen : bestaat er daadwerkelijk een risico van dumping ?
Kan het worden becijferd ?
Le député s’interroge sur le comportement de « shopping » des candidats au permis de conduire, qui choisiront la région la plus favorable pour passer leur examen
de conduite : un risque de dumping existe-t-il réellement ?
Peut-on le chiffrer ?
A-50/3 – 2014/2015
— 69 —
A-50/3 – 2014/2015
Hoewel mevrouw Maison sprak van de « nachtelijke
knelpunten », zou men zich, tot slot, ook moeten interesseren voor de omgevingen van de scholen op bepaalde
momenten. Men leert kinderen met de fiets naar school
te gaan. Dat is een goede zaak. Bijgevolg stelt men vast
dat er in de omgeving van scholen veel jonge fietsers zijn.
Daarom moet de verkeersveiligheid van de scholen op die
specifieke momenten worden verhoogd. Het is nodig om
daartoe samen te werken met de lokale overheden.
Enfin, alors que Mme Maison parlait des « points noirs
de la nuit », il faudrait aussi s’intéresser aux alentours des
écoles à certains moments spécifiques. On apprend aux
enfants, et c’est une bonne chose, à aller à l’école en vélo.
En conséquence, on observe une concentration de jeunes
cyclistes près des écoles. C’est pourquoi il faut davantage
renforcer la sécurité routière aux alentours des écoles à ces
moments sensibles. Il est nécessaire de travailler main dans
la main avec les autorités locales pour ce faire.
Mevrouw Annemie Maes wenst een reeks gedetailleerdere vragen over deze begroting te stellen. Het gaat om een
totaalbedrag van meer dan 9 miljoen euro. Het gaat zeker
om een verdeelsleutel die ervoor zorgt dat er zoveel middelen aan Brussel worden toegekend. Hoe zal dat echter in
de toekomst zijn ? Is er al dan niet een bedrag dat van jaar
tot jaar zal worden behouden ?
Mme Annemie Maes souhaite poser une série de questions plus détaillées sur ce budget. Celui-ci est d’un montant total de plus de 9 millions d’euros. Il s’agit sûrement
d’une clé de répartition qui fait que tant de moyens sont
alloués à Bruxelles. Mais qu’en sera-t-il à l’avenir ? Est-ce
un montant qui sera maintenu d’année en année ou pas ?
Het bedrag in de allocatie « uitgaven van alle aard voor
studies, diensten, aankoop van niet-duurzaam materieel,
promotie en sensibilisering … » (BA 17.007.08.01.1211)
is 5 miljoen euro. Over welke projecten en initiatieven gaat
het precies ? Waarop is de raming van 5 miljoen euro gebaseerd ? Dat is immers een grote hap in de totale begroting.
Le montant prévu au titre de « dépenses de toutes natures pour études, services, achat de matériel non-durable,
promotion et sensibilisation … » (AB 17.007.08.01.1211)
se monte à 5 millions d’euros. De quels projets et initiatives s’agit-il exactement ? Sur quoi est basée l’estimation
de 5 millions d’euros ? C’est en effet une grande partie du
budget total.
Wat de investeringen (BA 17.007.11.01.7311) betreft,
wordt een voorlopig bedrag van 2 miljoen euro per jaar
toegekend voor de aankoop van materieel en instrumenten
voor alle technische controles op de weg en voor de installatie van snelheidsradars. Hoe werden die bedragen vroeger betaald ? Was het niet het BIVV zelf dat die bedragen
uitgaf ? Is dat recurrent ? Waarom gaat het om variabele
kredieten ? Betekent zulks dat er geen enkele aankoop meer
zal gebeuren in 2015 ?
En
ce
qui
concerne
les
investissements
(AB 17.007.11.01.7311), un montant provisoire de 2 millions d’euros par an est alloué pour l’achat de matériel et
d’instruments servant à tous les contrôles techniques routiers, ainsi que pour l’installation de radars de vitesse. Comment ces montants étaient-ils payés auparavant ? N’était-ce
pas l’IBSR lui-même qui dépensait ces montants ? Est-ce
récurrent ? Pourquoi s’agit-il de crédits variables ? Cela
signifie-t-il qu’il n’y aura aucun achat effectué en 2015 ?
Wat betreft de werkingssubsidie aan het BIVV
(BA 17.007.34.01.3300), staat in de verantwoording dat
« de geïnde bijdragen de kosten niet dekken. Het Gewest
dient ofwel zelf een laboratorium of controle-instantie aan
te duiden of een akkoord te sluiten met het BIVV voor het
voortzetten van zijn CAV-activiteiten. Het kredietbedrag
werd op 72.000 euro gesteld. ». Wat is daarvan aan ? Zal de
Regering zelf haar eigen laboratorium oprichten of kiezen
voor samenwerking met het BIVV ? Zullen die instrumenten per Gewest gehomologeerd worden ? Komt er een soort
van permanent overleg met de overige Gewesten ?
Concernant la subvention de fonctionnement à l’IBSR
(AB 17.007.34.01.3300), la justification dit que « les montants perçus ne couvrent pas les frais; la Région devra désigner elle-même un laboratoire ou une instance de contrôle
ou conclure un accord avec l’IBSR pour la poursuite de ses
activités CAV; le montant du crédit prévu est de 72.000 euros. ». Qu’en est-il ? Le gouvernement va-t-il établir luimême son propre laboratoire ou opter pour une collaboration avec l’IBSR ? Ces instruments seront-ils homologués
par région ? Est-il prévu une sorte de concertation permanente avec les autres régions ?
Wat betreft het vaststellen van de rijgeschiktheid van bestuurders of kandidaat-bestuurders met verminderde functionele vaardigheid (BA 17.007.34.02.3300), zal men voor
een bedrag van 112.000 euro eveneens opteren voor een
partnerschap met het BIVV ?
En ce qui concerne l’appréciation de l’aptitude à
conduire des conducteurs ou des candidats-conducteurs
souffrant d’une diminution des aptitudes fonctionnelles
(AB 17.007.34.02.3300), va-t-on, pour un montant de
112.000 euros, opter également pour un partenariat avec
l’IBSR ?
Wat de fietsers betreft, stelt men vast dat het aantal ongevallen toeneemt. Dat is zeker te wijten aan het toenemende
succes van de fiets. Er zou evenwel een specifieke analyse
van de oorzaken van die ongevallen moeten worden uitge-
Concernant les cyclistes, on observe une augmentation
des accidents mettant en cause des cyclistes, ce qui est
sûrement à mettre en parallèle avec le succès grandissant
du vélo. Mais il faudrait réaliser une analyse spécifique sur
A-50/3 – 2014/2015
— 70 —
A-50/3 – 2014/2015
voerd. Zijn ze te wijten aan de slechte staat van de weg ?
Of aan het feit dat de wielen van de fietsen in de tramrails
terechtkomen ? Of doet het gebruik van de fietspaden die
samenvallen met de eigen banen van de bussen een probleem rijzen ? Of gaat het om de portieren van de auto’s die
geopend worden, enz. ? Het is interessant om de oorzaken
van de ongevallen grondiger te bestuderen.
les causes de ces accidents. Ceux-ci sont-ils dus au mauvais état de la voirie ? Ou au fait que les roues de vélos
glissent dans les rails de tram ? Ou est-ce l’usage des pistes
cyclables conjointes aux sites propres des bus qui pose problème ? Ou est-ce dû aux portières des automobilistes qui
s’ouvrent, etc. Il est intéressant d’étudier les causes d’accidents de manière plus spécifique.
Hoe staat het met het vademecum over de veiligheid van
de infrastructuren ? Het is logisch om dat vademecum op
te stellen in samenwerking met de Minister die bevoegd
is voor de wegen. Het is niet nodig om het warm water
opnieuw uit te vinden, want er bestaan al heel wat teksten
over die aangelegenheid. Is het de bedoeling om die tekst
een regelgevende waarde te geven ? Dat stelt de kwestie
van de bestraffing aan de orde : men kan alles doen wat
men kan om infrastructuur aan te leggen, maar als er geen
bestraffing is om die infrastructuur te doen eerbiedigen,
wordt al het werk nutteloos.
Qu’en est-il du vade-mecum sur la sécurité des infrastructures ? Il est logique de l’établir en collaboration avec
le ministre compétent pour les voiries. Il n’est pas nécessaire de réinventer l’eau chaude, car il existe déjà de nombreux textes en la matière. L’intention est-elle de donner à
ce texte une valeur réglementaire ? Ceci pose la question de
la répression : on peut faire tout ce qu’on peut pour créer
une infrastructure, s’il n’y a pas de répression pour faire
respecter cette infrastructure, tout le travail devient inutile.
In verband met de opmerking van de heer Delva over het
halen van het rijbewijs op school voor jongeren tijdens het
laatste jaar van het secundair onderwijs, pleit de spreekster
ervoor dat jongeren tegelijk een cursus verkeersveiligheid
krijgen, waaraan het halen van het fietsdiploma zou kunnen
worden gekoppeld. Het is nodig om die jongeren een goed
signaal te geven : het gaat er niet alleen om het halen van
het rijbewijs te bevorderen, maar vooral om hen bewust te
maken van verkeersveiligheid.
Concernant la réflexion de M. Delva sur l’obtention du
permis de conduire à l’école pour les jeunes en dernière année du secondaire, l’intervenante plaide pour qu’en même
temps, ces jeunes reçoivent un cours de sécurité routière,
auquel on pourrait également lier l’obtention du brevet
cycliste. Il est nécessaire de donner un bon signal à ces
jeunes : il ne s’agit pas seulement de promouvoir l’obtention du permis de conduire, mais surtout de sensibiliser aux
aspects de sécurité routière.
De heer Sevket Temiz stelt een reeks vragen over
de investeringen in materieel en radars. Wat de uitgaven van alle aard met betrekking tot de homologatie
van instrumenten voor technische controle langs de wegen (BA 17.007.08.03.1211) betreft, is een bedrag van
120.000 euro ingeschreven. Hoeveel materiaal zal er worden aangekocht ? Hoeveel vaste en mobiele radars zijn er
thans operationeel in het BHG ?
M. Sevket Temiz pose une série de questions concernant les investissements en matériel et radars. Au niveau
des dépenses de toute nature pour l’homologation d’instruments pour le contrôle technique le long des routes
(AB 17.007.08.03.1211), un montant de 120.000 euros est
prévu. Quelle est la quantité de matériel prévue ? Combien
y a t-il des radars fixes et mobiles actuellement opérationnels en RBC ?
Wat de investeringen (BA 17.007.11.01.7311) betreft,
is een voorlopig bedrag van 2 miljoen euro ingeschreven.
Welke doelstellingen worden met het installeren van snelheidsradars en automatische camera’s tijdens deze zittingsperiode nagestreefd ? Is het, in het kader van de verkeersveiligheid in de omgeving van de scholen, de bedoeling om
radars op de gemeentewegen te installeren ? Zo ja, werden
de gemeenten daarover geraadpleegd ? Wat is de gemiddelde kostprijs van een vaste radar en een automatische
camera ? Zijn de camera’s in de automatische radars gefinancierd door de federale overheid ? Zal dat altijd het geval
zijn in de toekomst ?
En investissements, à l’AB 17.007.11.01.7311, un montant provisoire de 2 millions d’euros est prévu. Quels sont
les objectifs de déploiement de radars de vitesse et de caméras automatiques pour cette législature ? Dans le cadre de la
sécurité autour des écoles, l’intention est-elle de mettre des
radars sur les voiries communales ? Si oui, les communes
ont-elles été consultées ? Quel est le coût moyen d’un radar
fixe et d’une caméra automatique ? Les caméras montées
dans ces radars automatiques ont été financées par le Fédéral. Est-ce que ce sera toujours le cas à l’avenir ?
Wat de ontvangsten betreft, is het de bedoeling om een
fonds op te richten. Hoe zullen de ontvangsten worden aangewend ? Zal men van dat fonds gebruik kunnen maken om
bepaalde werken ter aanvulling van de grote gewestelijke
werken te herbekijken, bijvoorbeeld voor het onderhoud
van de tunnels ?
Concernant les recettes, l’intention est de créer un fonds.
Quelle sera l’application de ces recettes ? Pourra-t-on profiter de ce fonds pour reconsidérer certains travaux, complémentairement aux grands travaux régionaux, par exemple
pour la maintenance des tunnels ?
A-50/3 – 2014/2015
— 71 —
A-50/3 – 2014/2015
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel merkt op dat ten
gevolge van de zesde staatshervorming het fonds voor
verkeersveiligheid is verdeeld over de Gewesten. Er zit
87 miljoen euro in. Welk deel zal Brussel krijgen ? Is dat
deel al ingeschreven op de begroting ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel fait observer que suite à la
sixième réforme de l’État, le fonds de sécurité routière a été
redistribué aux régions, à hauteur de 87 millions d’euros.
Quelle est la proportion qui va revenir à Bruxelles ? Est-ce
déjà repris dans ce budget ?
Wat de verkeersborden betreft, waarom zou men op bepaalde kruispunten waar zulks mogelijk is, het rechts afslaan, zoals het geval is voor de fietsers, niet veralgemenen
voor de wagens ?
En matière de signalisation, pourquoi, à certains carrefours qui le permettent, ne généraliserait-on pas le tourneà-droite, comme c’est la cas pour les cyclistes, mais également pour les voitures ?
Wat de verkeersveiligheidscampagnes betreft, zal men
gecoördineerde campagnes met de overige Gewesten blijven voeren of zal men enkel kleine campagnes voeren op
het Brussels grondgebied ?
En ce qui concerne les campagnes de sécurité routière,
va-t-on continuer à faire des campagnes coordonnées avec
les autres régions, ou fera-t-on uniquement des petites campagnes rien que sur le territoire de Bruxelles ?
Er bestaan tot slot voetgangersoversteekplaatsen met
een sterkere verlichting : is de Staatssecretaris van plan om
die uit te breiden ?
Enfin, il existe des passages piétons avec un éclairage
renforcé : la secrétaire d’État compte t-elle les multiplier ?
De heer Marc Loewenstein herinnert eraan dat de zesde
staatshervorming nieuwe bevoegdheden geeft aan het Gewest op het vlak van verkeersveiligheid, onder andere in
het kader van de rijopleiding en de examens voor het behalen van het rijbewijs. Deze regionalisering verhindert niet
dat de inwoners hun rijbewijs in een ander Gewest kunnen
halen (de kennis en de vaardigheden blijven een federale
bevoegdheid). Komt er in dit geval overleg om te voorkomen dat er dumping ontstaat tussen de Gewesten ?
M. Marc Loewenstein rappelle que la 6ème réforme de
l’État apporte de nouvelles compétences à la Région en
matière de sécurité routière, notamment dans le cadre de
l’écolage et des examens de permis de conduire. Cette
régionalisation n’empêche pas les habitants de passer leur
permis dans une autre région que la leur (la détermination
des connaissances et aptitudes reste de compétence fédérale). Dans ce cas, une concertation sera-t-elle prévue pour
éviter les effets de dumping entre régions ?
De volksvertegenwoordiger is het overigens eens met
mevrouw Maes over het vademecum over een « veilige
infrastructuur » met de regels en de gedragscodes op het
vlak van correcte en veilige aanleg van de openbare weg.
Het Gewest heeft reeds regels via zijn GSV en bijlagen
uitgevaardigd. Zo bestaan er reeds dragers met de regels
en gedragscodes op het vlak van de aanleg. Hoe ziet hun
toekomst eruit ? Zal dit alles samengevoegd worden op een
en dezelfde drager ?
Par ailleurs, le député rejoint la question de Mme Maes
sur le vade-mecum « infrastructure sûre » rassemblant
les règles et bonnes pratiques en matière d’aménagement
correct et sûr de la voie publique. La Région dispose déjà
d’une réglementation via son RRU et ses annexes. Ainsi, il
existe déjà des supports reprenant les règles et bonnes pratiques en matière d’aménagement. Quid de leur devenir ?
Le tout sera-t-il fusionné sur un seul et même support ?
Mevrouw Cieltje Van Achter heeft vragen bij de investeringsallocatie met een jaarbedrag van 2 miljoen euro :
worden de installaties voor trajectcontrole in deze post opgenomen ? Of gaat het hier enkel om de aankoop van flitstoestellen ? Wat is de kostprijs voor deze installaties voor
trajectcontrole ? Wat is de termijn voor de aankoop en de
plaatsing van dit soort materieel ?
Mme Cieltje Van Achter s’interroge sur l’allocation
d’investissement, comportant un montant annuel de 2 millions d’euros : les installations de contrôle de trajet sont-elle
reprises sur ce poste ? Ou est-ce uniquement pour l’achat
de radars ? Quel est le coût de ces installations de contrôle
de trajet ? Quel est le délai d’acquisition et de placement de
ce genre de matériel ?
Voor mevrouw Carla Dejonghe is verkeersveiligheid
een nieuwe bevoegdheid, maar zij wijst erop dat er blijkbaar nog steeds enige onduidelijkheid bestaat over de afbakening van de bevoegdheid zelf. Dat was merkbaar toen de
bevoegde Staatssecretaris een extra stedelijke component
aan de rijopleiding wou toevoegen en toen teruggefloten
werd door de examinatoren. De precieze bewoording in de
wetgeving zou onduidelijkheid scheppen.
Pour Mme Carla Dejonghe, la sécurité routière est une
nouvelle compétence mais, manifestement, il subsiste toujours une certaine confusion quant à la délimitation de la
compétence elle-même. On l’a bien vu quand la secrétaire
d’État compétente a souhaité ajouter une composante urbaine supplémentaire au permis de conduire, mais qu’elle a
été rappelée à l’ordre par les examinateurs. Le libellé précis
de la législation créerait de la confusion.
De spreker meent dat er inderdaad werk op de plank ligt
om de verkeersveiligheid in Brussel te verhogen, maar ook
L’oratrice pense qu’il y a effectivement fort à faire pour
améliorer la sécurité routière à Bruxelles, mais également
A-50/3 – 2014/2015
— 72 —
A-50/3 – 2014/2015
dat dit een moeilijke bevoegdheid wordt omdat heel wat
bevoegdheden elkaar hier raken. Het gaat over aspecten
van ruimtelijke ordening, mobiliteit, onderwijs, enz.
que cette compétence est complexe parce qu’elle est au
croisement de nombreuses autres compétences. Il s’agit
d’aspects liés à l’urbanisme, à la mobilité, à l’enseignement, etc.
Het is belangrijk dat er gewerkt wordt met doelgroepen
zoals de motorrijders bij wie men heel wat ongevallen betreurt. Voor de motorrijders, zoals de heer De Lille gezegd
heeft voor de fietsers, bestaat er geen soortgelijk probleem
met het dragen van de helm. Men moet werken met de organisaties in het veld. De opstelling van het vademecum zal
daar ook rekening mee houden. Voor de motorrijders is de
meest gevaarlijke periode de lente wanneer de motorrijders
opnieuw beginnen rond te rijden vanaf de eerste zonnestralen : op dat moment gebeuren de meeste ongevallen.
Il est important de travailler avec des groupes-cibles,
comme par exemple les motocyclistes, pour lesquels on
peut également déplorer un grand nombre d’accidents. Il
n’existe pas pour les motards, comme M. De Lille l’a soulevé pour les cyclistes, de problèmes similaires pour le port
du casque. Il est important de travailler avec les organisations sur le terrain. L’élaboration du vade-mecum devra
aussi en tenir compte. Pour les motards, la période la plus
dangereuse est celle du printemps, lorsque les motards recommencent à circuler dès les premiers rayons de soleil :
c’est à ce moment-là qu’il y a le plus d’accidents.
De Open VLD-fractie heeft altijd gepleit voor de toegankelijkheid van de openbare weg voor personen met een
handicap, want als de infrastructuur toegankelijk is voor
de personen met een handicap is die ook toegankelijk voor
iedereen. De Open VLD-fractie kijkt dan ook uit naar de
beleidsopties voor de komende jaren.
Le groupe Open-VLD a également toujours plaidé pour
l’accessibilité des voiries aux personnes handicapées, car
si une infrastructure est accessible aux personnes handicapées, elle le sera pour tout le monde. Nous attendons donc
avec impatience les options politiques qui seront prises
pour les prochaines années.
De heer Hervé Doyen meent dat de verkeersveiligheid
zeer belangrijk is. In een land zoals Denemarken is het percentage van het aantal doden op de weg tweemaal lager
dan in België. Waarom ? De volksvertegenwoordiger heeft
empirische vaststellingen gedaan : het gedrag op de weg
is helemaal niet hetzelfde in Denemarken als in België. In
andere landen zijn er duidelijke normen, maar bij ons vervaagt de norm soms. In België heeft het gerecht vaak de
neiging om het overrijden van een kind op de weg gewoon
als een ongeval te beschouwen. Dat is niet overal het geval.
Wanneer in Denemarken een buschauffeur bijvoorbeeld
een fietser raakt, wordt zijn rijbewijs onmiddellijk afgenomen ongeacht of hij in fout is of niet. Dat is niet noodzakelijk een goed idee dat in België moet toegepast worden. De
norm is inderdaad iets dat op natuurlijke wijze van toepassing moet worden. Maar bij ons wordt met deze norm niet
altijd rekening gehouden. Wanneer men aan het stuur zit
heeft men altijd een gevaarlijk object in handen en men is
zich daar vaak niet van bewust.
M. Hervé Doyen estime que la sécurité routière représente un enjeu très important. Par exemple, dans un pays
comme le Danemark, le taux de mortalité sur la route est
deux fois moindre qu’ici en Belgique. Quelle en est la raison ? Le député a fait des constats empiriques : les comportements ne sont pas les mêmes sur la route au Danemark
ou en Belgique. Dans d’autres pays, il y a des normes bien
établies, mais chez nous il y a parfois un estompement de
la norme. Ici, en Belgique, les pouvoirs judiciaires ont souvent tendance à considérer qu’écraser un enfant sur la route
n’est qu’un accident. Mais ce n’est pas partout ainsi. Au
Danemark, si par exemple un chauffeur de bus touche un
vélo, la première chose que font les autorités est de lui retirer le permis de conduire, qu’il soit en tort ou non. Ce n’est
pas nécessairement une bonne idée à appliquer comme telle
en Belgique. En effet, la norme est quelque chose qui doit
s’imposer à tous de manière naturelle. Mais chez nous,
cette norme n’est pas toujours intégrée. On a toujours,
lorsque l’on conduit, un objet dangereux entre les mains, et
souvent sans en être conscient.
De volksvertegenwoordiger heeft de indruk dat het gedrag van de weggebruikers in Brussel niet verbetert. Natuurlijk is er nood aan bepaalde wegeninfrastructuur zoals
snelheidsremmers enz. maar hij wijst erop dat deze zaken
in Denemarken niet bestaan : er wordt rekening gehouden
met de norm en het gerecht criminaliseert daar bepaald gedrag. Anderzijds en dat is een cultureel feit, blijft er nog
altijd een « mythe van de wagen » bestaan als sociaal succes, als symbool van viriliteit, enz. Men koppelt het sociaal
statuut gemakkelijk aan het merk van de auto van iemand.
Dat heeft verschrikkelijke gevolgen bij de jongeren.
Le député a l’impression que le comportement des usagers à Bruxelles ne s’améliore pas. Bien sûr, il est nécessaire
de faire des aménagements routiers comme des casse-vitesse etc., mais il faut remarquer que ce genre d’aménagement n’existe pas au Danemark : la norme est intégrée, et
le monde judiciaire, là-bas, a criminalisé certains comportements. D’autre part, et c’est culturel, il persiste toujours
un « mythe de la bagnole » comme réussite sociale, comme
symbole de virilité etc. On associe facilement le statut social à la marque de voiture de quelqu’un. Et cela fait des
ravages auprès des jeunes.
De norm vindt ook ingang via de feiten : in de Verenigde
Staten, net na de dood van James Dean, heeft de President
La norme s’induit aussi pas des faits : par exemple, aux
États-Unis dans les années soixante, et cela juste après la
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 73 —
van de Verenigde Staten in de jaren 60 een nationale campagne voor verkeersveiligheid opgezet, die geleid heeft tot
een ongeziene golf van repressie van bepaald gedrag op de
weg. Daarom is het ginder ondenkbaar dat men te snel rijdt
of crimineel gedrag in de wagen vertoont. Ook hier moet
stroomopwaarts en stroomafwaarts nagedacht worden over
het opleggen van een bepaalde norm van verkeersveiligheid.
mort de James Dean, le président des États-Unis a lancé
un chantier national de sécurité routière, qui a mené à une
vague de répression sans précédent des comportements routiers. C’est la raison pour laquelle il est impensable là-bas
de faire des excès de vitesse ou d’avoir des comportements
criminels en voiture. Il faudra nécessairement réfléchir ici,
en amont et en aval, sur l’établissement d’une norme de
sécurité routière.
De heer Youssef Handichi reageert op kwestie van de
Deense buschauffeur : rijdt die man acht uur per dag met
een pauze van slechts twintig minuten ? Het is niet omdat er
een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangt, te weten
het gevaar dat zijn rijbewijs ingetrokken wordt, dat hem dat
een hogere concentratie zal bezorgen. De druk die uitgaat
van de werkgever voor de verhoging van de rijsnelheid is
net wat het gevaar op ongevallen verhoogt.
M. Youssef Handichi réagit sur la question du chauffeur
de bus danois : est-ce qu’il roule, lui, huit heures par jour
avec un break de seulement vingt minutes ? Ce n’est pas le
fait d’avoir une épée de Damoclès au-dessus de la tête, à
savoir un risque de retrait du permis de conduire, qui va le
rendre plus attentif. Il faut savoir que la pression mise par
l’employeur sur l’augmentation de la vitesse commerciale
est précisément ce qui augmente le risque d’accidents.
De heer Hervé Doyen preciseert dat hij slechts een voorbeeld gegeven heeft. Het is niet dat wat hij wou aantonen.
M. Hervé Doyen précise qu’il ne faisait que donner un
exemple. Là n’était pas son propos.
*
* *
*
* *
Staatssecretaris Bianca Debaets antwoordt op de vragen
die haar gesteld zijn. In verband met de vragen van de heer
Bruno De Lille over de preventiecampagne over alcohol
en rijden, is het de bedoeling om het bestaand beleid voort
te zetten, bijvoorbeeld door de Responsible Young Drivers
te steunen. Alcohol en rijden is vooral een probleem voor
de mensen ouder dan vijfendertig jaar die drinken tijdens
zakendiners, waar niet op een glas meer of minder gekeken
wordt. Voor de jongsten is het probleem vooral het gebruik
van drugs en de Staatssecretaris neemt akte van de suggestie om zich te concentreren op cafés en nightclubs.
La secrétaire d’État Bianca Debaets répond aux questions qui lui ont été posées. Par rapport aux questions de
M. Bruno de Lille concernant les campagnes de prévention
contre l’alcool au volant, il s’agit de continuer les politiques
existantes, par exemple en soutenant les Responsible Young
Drivers. Nous savons que l’alcool au volant est surtout un
problème pour les personnes de plus de trente-cinq ans, qui
boivent lors de repas d’affaires, les fameux « lunches bien
arrosés ». Pour les plus jeunes, le problème est surtout celui
des drogues, et la secrétaire d’État note la suggestion de
viser les cafés et clubs de nuit.
Wat betreft het dragen van de helm op de fiets, is het niet
de bedoeling van de Regering om dat verplicht te maken
maar wel om bepaalde doelgroepen zoals kinderen die naar
school gaan met de fiets, te sensibiliseren.
En ce qui concerne le port du casque à vélo, il n’entre
pas dans les intentions du Gouvernement de le rendre obligatoire, mais bien d’y sensibiliser certains groupes-cibles,
comme les enfants qui vont à l’école en vélo.
De algemene gemiddelde snelheid zou inderdaad moeten verminderen omdat snelheid een van de voornaamste
oorzaken van ongevallen is. Daarom wil de Regering de
trajectcontroles invoeren, op plaatsen die nog bepaald
moeten worden : de trajectcontroles worden beter aanvaard
door de bevolking dan flitspalen, omdat zulks als billijker
ervaren wordt aangezien de snelheid tussen twee punten
berekend wordt. De Regering zal zich daar op toeleggen.
La vitesse moyenne globale devrait en effet diminuer,
car la vitesse est une des principales causes d’accident.
C’est la raison pour laquelle le Gouvernement veut instaurer les contrôles de trajets, à des endroits qu’il faudra encore
déterminer : les contrôles de trajets sont mieux acceptés par
la population que les radars fixes, car c’est ressenti comme
plus équitable, puisque la vitesse est calculée entre deux
points. Le gouvernement y travaillera.
In verband met het BIVV, stelt de Staatssecretaris de
mensen gerust : men zal natuurlijk blijven samenwerken
met het BIVV, met name voor de homologatie van radars
en voor andere noodzakelijke technische instrumenten.
Voor de BOB-campagnes, vanaf 1 december tot eind januari, blijft men samen met het BIVV werken.
Pour ce qui est de l’IBSR, la secrétaire d’État veut rassurer : certes, on continuera à travailler avec l’IBSR, notamment pour l’homologation de radars et pour d’autres instruments techniques nécessaires. Pour les campagnes BOB,
qui commencent le 1er décembre et s’achèvent fin janvier,
on continuera à travailler de concert avec l’IBSR.
Het verkeersveiligheidsfonds wordt gespijsd door boetes. Indien een overtreding wordt vastgesteld op het Brus-
Concernant le fonds de sécurité routière, celui-ci est alimenté par les amendes. Si on constate une infraction sur
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 74 —
sels grondgebied, gaat de opbrengst van de boete naar het
Brussels fonds. Zoals werd verduidelijkt in de inleidende
uiteenzetting, bestaan er zeven van die overtredingen. De
inkomsten zijn eveneens afkomstig van de instellingen die
controleopdrachten uitoefenen, die homologaties verrichten, of die betrekking hebben op uitzonderlijke transporten, in samenwerking met diensten van de Minister voor
Mobiliteit.
le territoire bruxellois, le montant de l’amende ira alimenter le fonds bruxellois. Ces infractions sont au nombre de
sept, comme il a été précisé dans l’exposé introductif. Les
recettes proviennent également d’institutions qui exercent
des missions de contrôle, qui réalisent les homologations,
ou qui concernent les transports exceptionnels, en collaboration avec les services du ministre de la Mobilité.
De studie om de ongevalsgevoelige zones in kaart brengen bestaat uit vier fases :
L’étude afin d’identifier les zones sujettes aux accidents,
comporte 4 phases :
1)verzamelen van de gegevens en statistische ongevallenanalyse;
1)récolte des données et analyse des statistiques d’accidents;
2)analyse van de problemen met de verkeersveiligheid;
2)analyse des problèmes de sécurité routière;
3)opstellen van een verslag met voorstellen voor oplossingen ter verbetering van de verkeersveiligheid;
3)rédaction d’un rapport comportant des propositions de
solutions pour améliorer la sécurité routière;
4)opstellen van een eindverslag.
4)rédaction d’un rapport final.
Thans is de derde fase aan de gang.
On se trouve actuellement dans la troisième phase.
Met betrekking tot de vragen van mevrouw Maison over
de acties ten aanzien van 55-plussers, is het niet de bedoeling wat dan ook op te leggen. Niettemin wordt aan de hand
van de ongevallencijfers een stijging van het aantal ongevallen vastgesteld in die leeftijdsgroep. De tests zijn niet
verplicht, maar zullen op vrijwillige basis gebeuren : de
mensen worden aangemoedigd om deze tests uit te voeren.
Concernant les questions de Mme Maison sur les actions
envers les plus de cinquante-cinq ans, il ne s’agit pas d’imposer quoi que ce soit. Mais on constate, chiffres d’accidents à l’appui, une augmentation des nombres d’accidents
dans cette tranche d’âge. Les tests ne seront pas obligatoires, mais se feront sur base volontaire : on incitera les
gens à réaliser ces tests.
Inzake het weren van vrachtwagens moet Minister Pascal Smet ondervraagd worden.
Quant à la question de la dissuasion des poids-lourds, il
faudra interroger le ministre Pascal Smet à cet égard.
Op de vragen van mevrouw Delforge inzake controle
van de trajecten, zegt de Staatssecretaris voorstander te zijn
van dit soort meting van de snelheid tussen twee punten,
zoals bijvoorbeeld in tunnels. Bovendien worden eveneens
mobiele radars ter beschikking van de politiezones gesteld.
Par rapport aux questions de Mme Delforge concernant
le contrôle des trajets, la secrétaire d’État se dit favorable à
ce genre de mesure de la vitesse entre deux points, comme
par exemple dans les tunnels, mais par ailleurs on mettra
également des radars mobiles à la disposition des zones de
police.
Met betrekking tot de acties inzake het dragen van een
veiligheidsgordel voor kinderen, is thans een campagne
aan de gang. Men stelt immers vast dat zelfs ouders die zelf
een gordel dragen niet altijd kijken of hun kinderen er een
dragen, wat onrustwekkend is.
Concernant les actions pour le port de la ceinture des
enfants, une campagne est actuellement en cours. En effet,
on constate que même les parents qui portent eux-mêmes
la ceinture ne regardent pas toujours si leurs enfants en
portent une, ce qui est préoccupant.
Met betrekking tot de vragen van de heer Delva en mevrouw Maes over het behalen van een rijbewijs op school,
is het duidelijk dat dit project zal worden uitgevoerd in de
scholen, maar dat het examen een test zal bevatten die verband houdt met de Brusselse context. Vastgesteld wordt dat
in sommige steden zoals Brussel, de jongeren de neiging
hebben om het rijexamen uit te stellen. Als hun de kans gegeven wordt te studeren voor hun theoretisch rijbewijs op
school, maar zij hun examen slechts jaren daarna afleggen,
verliest men zijn tijd, want de kennis zal vergeten zijn. De
Par rapport aux questions de M. Delva et de Mme Maes
sur l’obtention du permis de conduire à l’école, il est
clair que ce projet sera implémenté dans les écoles, mais
que l’examen comportera une épreuve liée au contexte
bruxellois. On constate que dans certaines villes comme
Bruxelles, les jeunes ont tendance à reporter l’examen de
conduite. Si on leur donne l’opportunité d’étudier leur permis théorique à l’école, mais qu’ils ne passent leur examen
que plusieurs années après, on aura perdu son temps, car
les notions auront été oubliées. Le gouvernement étudiera
A-50/3 – 2014/2015
— 75 —
A-50/3 – 2014/2015
Regering zal het project rijbewijs op school evalueren en er
de gepaste conclusies uit trekken.
le projet du permis de conduire à l’école et en tirera les
conclusions appropriées.
Met betrekking tot de « shopping » van de kandidaten
voor een rijbewijs, moet er samenwerking komen tussen de
drie Gewesten. De staatshervorming biedt de kandidaten de
mogelijkheid te kiezen in welk examencentrum zij het examen afleggen, in gelijk welk Gewest. Overleg moet echter
ingesteld worden om « shopping » tussen de verschillende
Gewesten te voorkomen. Het Brussels Gewest zou een pioniersrol moeten kunnen vervullen door een innoverende
aanpak inzake het rijexamen uit te werken. De Staatssecretaris wenst nog altijd de risicoperceptietest in te voeren tijdens het examen. Maar het klopt dat men moet voorkomen
dat er te grote verschillen ontstaan tussen de Gewesten.
En ce qui concerne le « comportement de shopping » des
candidats au permis de conduire, il faut qu’une coopération
entre les trois Régions soit instaurée. La Réforme de l’État
permet aux candidats de choisir dans quel centre ils passeront l’examen, quelle que soit la Région. Mais il faut une
concertation afin d’éviter le « shopping » entre les différentes Régions. Il faudrait que la Région bruxelloise puisse
jouer le rôle de pionnier en développant une approche innovante de l’examen du permis de conduire. La secrétaire
d’État souhaite toujours instaurer ce test de perception du
risque, au cours de l’examen. Mais il est vrai qu’il faut éviter de trop grandes différences entre les régions.
Wat de vraag van mevrouw Maes over de uitgaven betreft in basisallocatie 17.007.08.01.1211, is het zo dat het
bedrag van 5,044 miljoen euro bepaalde initiatieven mogelijk zal maken, zoals de samenwerking met de politiezones, de sensibilisering op het vlak van verkeersveiligheid,
de publicatie, de studies, de contracten voor de beveiliging
van zones, verbonden met de cartografie … De Staatssecretaris verbindt er zich toe om deze basisallocatie te detailleren in een bijlage bij het verslag (cf. Bijlage nr. 8).
En ce qui concerne la question de Mme Maes sur les
dépenses, à l’allocation de base 17.007.08.01.1211, les
5,044 millions d’euros vont permettre certaines initiatives,
comme la collaboration avec les zones de police, la sensibilisation en matière de sécurité routière, les publications,
les études, les contrats de sécurisation de zones, liés à la
cartographie … La secrétaire d’État s’engage à mettre le
détail de cette allocation de base en annexe au rapport (cf.
Annexe n° 8).
Voor de flitspalen is twee miljoen uitgetrokken voor de
aankoop van materieel en controle-instrumenten. Het gaat
om vaste flitspalen en onbemande camera’s. Vandaag beschikt het Gewest over 34 onbemande camera’s. Wanneer
men een flitspaal op een gemeentelijke weg plaatst, is men
wettelijk verplicht de gemeenten te raadplegen.
En ce qui concerne les radars, un montant de deux millions est prévu pour l’achat de matériel et d’instruments
de contrôle. Il s’agit des radars fixes et des caméras automatiques. Il y a aujourd’hui 34 caméras automatiques en
Région bruxelloise. Lorsqu’on installe un radar sur une
voirie communale, on est obligé de par la loi de consulter
les communes.
In verband met de beoordeling van de rijgeschiktheid
zijn de Gewesten voortaan bevoegd. Deze bevoegdheid
werd voorheen uitgeoefend door het departement CARA
binnen het BIVV. Er is een overeenkomst gesloten tussen
het Brussels Gewest en het BIVV om deze opdracht voort
te zetten, omdat het gewestbestuur nog niet over het noodzakelijke materieel beschikt. Dat kan gaan van een persoon
met een handicap, om zijn voertuig te controleren, tot mensen die een alcoholprobleem gehad hebben. In Brussel worden er 322 dossiers van dit genre behandeld.
Concernant l’appréciation de l’aptitude à conduire, les
Régions sont à présent compétentes en cette matière. Cette
compétence était exercée auparavant par le département
CARA au sein de l’IBSR. Une convention a été conclue
entre la Région de Bruxelles-Capitale et l’IBSR pour que
cette mission soit poursuivie, vu que l’administration régionale ne dispose pas encore du matériel nécessaire. Cela
peut aller d’une personne handicapée, pour contrôler son
véhicule, à des gens qui ont eu un problème d’alcool. A
Bruxelles, il y a 322 dossiers de ce genre qui sont traités.
De heer Bruno De Lille heeft nog twee vragen. Enerzijds vraagt hij in verband met de zwarte punten of er specifieke middelen bestaan in het departement beheerd door
de Staatssecretaris of is dat bij de heer Smet ? Wie beslist
er ? Een tweede vraag gaat over de bevoegdheid voor de
snelheidscontroles : welke termijnen zijn er noodzakelijk
voor de uitvoering van deze bevoegdheid ?
M. Bruno De Lille voudrait encore poser deux questions. D’une part, en ce qui concerne les points noirs, y at-il un budget spécifique dans le département géré par la
secrétaire d’État ou est-ce chez M. Smet ? Qui décide ? En
ce qui concerne la compétence sur les contrôles de vitesse :
quels seront les délais nécessaires pour la mise en œuvre de
cette compétence?
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vraagt hoe het staat
met de gecoördineerde campagnes : komt er een coördinatie voor andere preventiecampagnes van de BOB-campagnes ? Hoe staat het met het « rechts afslaan » ? In verband
met het federale fonds voor verkeersveiligheid, vraagt de
Mme Anne-Charlotte d’Ursel demande ce qu’il en est
des campagnes coordonnées : est-il prévu une coordination
pour d’autres campagnes de prévention que les campagnes
Bob ? Qu’en est-il également des « tourne-à-droite » ? Et
au sujet du fonds de sécurité routière fédéral, quelle est la
A-50/3 – 2014/2015
— 76 —
A-50/3 – 2014/2015
spreekster hoe de 87 miljoen euro verdeeld worden. Is er
daarmee rekening gehouden in deze begroting ?
répartition des 87 millions d’euros ? En a-t-on tenu compte
dans ce budget-ci ?
De heer Boris Dilliès stelt een vraag over de autokeuring, een aangelegenheid die een gewestelijke bevoegdheid
geworden is. Vandaag weet men dat een inwoner van Brussel zijn voertuig kan laten keuren in het buurgewest als dat
gemakkelijker is : wordt dat nog mogelijk in de toekomst ?
Of moet hij zijn voertuig exclusief laten keuren in zijn eigen Gewest ?
M. Boris Dilliès pose une question concernant le contrôle
technique, matière qui a été régionalisée. On sait qu’aujourd’hui, quelqu’un qui habite Bruxelles peut passer son
contrôle technique dans la région voisine pour des raisons
de facilité : en aura-t-il toujours la possibilité à l’avenir ?
Ou devra-t-il passer son contrôle technique exclusivement
dans sa propre région ?
De heer Marc Loewenstein heeft vragen bij
BA 17.007.11.01.7311 met een bedrag van twee miljoen :
de 34 flitspalen waarover de Staatssecretaris het gehad
heeft, bestaan die al ? Wat gaat men doen met die twee
miljoen ? Wat zijn de doelstellingen ? Deze flitspalen zullen op gewestwegen maar ook op gemeentewegen geplaatst
worden : welk overleg komt er met de gemeenten ?
M.
Marc
Loewenstein
s’interroge
sur
l’AB 17.007.11.01.7311 d’un montant de deux millions :
les 34 radars dont la secrétaire d’État a parlé sont-ils ceux
qui existent déjà ? Qu’est-il de prévu de faire avec ces
deux millions ? Quels sont les objectifs ? Ces radars seront
placés sur des voiries régionales mais aussi communales :
quelles sont les concertations prévues avec les communes ?
De Staatssecretaris antwoordt aan de heer De Lille dat
er vier fases zullen zijn voor de identificatie van zwarte
punten, zoals zij reeds uitgelegd heeft. Het gaat voornamelijk om de bevoegdheid van de Minister voor mobiliteit en
openbare werken, maar 25 % van het budget van het fonds
voor verkeersveiligheid zal samen beheerd worden door
Minister Smet en de Staatssecretaris voor de wegenwerken die betrekking hebben op de verkeersveiligheid. Zo zal
men aandacht besteden aan de omgeving rond de scholen.
La secrétaire d’État répond à M. De Lille qu’il y aura
quatre phases pour la désignation des points noirs, comme
elle l’a déjà expliqué. Il s’agit essentiellement d’une compétence du ministre de la mobilité et des travaux publics,
mais 25 % du budget du fonds de sécurité routière sera géré
conjointement entre le ministre Smet et la secrétaire d’État
pour des aménagements de voirie qui concernent la sécurité
routière. Par exemple, on visera la proximité des écoles.
In verband met de termijn voor de uitvoering van de
controles, zegt zij dat die controles op 1 januari 2015 nog
steeds door de politiezones zal worden uitgevoerd, maar als
de inbreuk op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt vastgesteld, dan gaan de boetes naar
ons gewest.
Concernant le délai de mise en œuvre des contrôles, au
1er janvier 2015 les contrôles seront toujours effectués par
les zones de police, mais si l’infraction fait l’objet d’un
constat sur le territoire de Région de Bruxelles-Capitale,
les amendes vont à la Région.
Wat de vraag van mevrouw d’Ursel betreft, wordt er inderdaad overleg gepleegd met de overige twee gewesten en
met de federale overheid voor bepaalde campagnes, voor
de homologatie van de radars, voor de rijbewijzen enz. De
Staatssecretaris bevestigt dat hij wil samenwerken met alle
actoren, te weten de overige gewesten, maar ook de gemeenten.
Par rapport à la question de Mme d’Ursel, on est certes
en concertation avec les deux autres régions et avec le
Fédéral pour certaines campagnes, pour l’homologation
des radars, pour les permis de conduire, etc. La secrétaire
d’État affirme vouloir collaborer avec tous les acteurs, que
ce soient les autres régions mais également les communes.
Wat het « rechts afslaan » voor fietsers betreft, is de federale regering nog bevoegd om de regels te wijzigen.
Concernant le « tourne-à-droite » pour les vélos, le changement des règles appartient encore au Fédéral.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel merkt op dat het
« rechts afslaan » in Canada zeer goed werkt voor wagens
en bussen, die aldus niet hoeven te wachten voor de rode
lichten, en dat die regeling zeer goed gecoördineerd is met
het voetgangersverkeer.
Mme Anne-Charlotte d’Ursel fait remarquer qu’au Canada, les « tourne-à-droite » fonctionnent très bien pour les
voitures et les bus afin d’éviter les feux rouges, et c’est bien
coordonné avec la circulation des piétons.
De heer Bruno De Lille merkt op dat toen die maatregel
tijdens de vorige zittingsperiode werd ingevoerd voor de
fietsers, de MR dat gevaarlijk vond. Nu zou die maatregel
moeten worden ingevoerd voor de wagens. Dat is niet coherent.
M. Bruno De Lille fait observer que lorsqu’on avait
introduit cette mesure pour les vélos lors de la précédente
législature, le MR trouvait cela dangereux, et maintenant, il
faudrait l’introduire pour les voitures : c’est incohérent.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 77 —
Staatssecretaris Bianca Debaets antwoordt op de vraag
over het vademecum : er zijn vandaag verschillende teksten. Dat komt de transparantie niet altijd ten goede. De
Regering is van plan om een enkel document op te stellen
voor wat de verkeersveiligheidsaspecten betreft. Natuurlijk
zal er overleg met de gemeenten worden gepleegd. Binnen
de Vereniging van de Stad en de Gemeenten zal een werkgroep daaraan werken.
La secrétaire d’État Bianca Debaets répond à la question
concernant le vade-mecum : il y a aujourd’hui plusieurs
textes, ce qui n’est pas toujours très transparent. Le Gouvernement a l’intention de faire un seul document pour ce
qui concerne les aspects de la sécurité routière. Les communes seront bien entendu concertées. Un groupe de travail y travaillera au sein de l’Association de la Ville et des
Communes.
De twee miljoen aan investeringen dient voor de aankoop van radars, maar ook van materiaal voor trajectcontroles. De radars zullen zowel op de gewest- als op de gemeentewegen worden geplaatst. De wet legt in ieder geval
op dat de gemeenten geraadpleegd worden.
Les deux millions d’euros d’investissement sont prévus
pour l’achat de radars, mais aussi du matériel de contrôle de
trajets, etc. Ces radars seront placés à la fois sur les voiries
régionales et sur les voiries communales. La loi oblige de
toute façon à ce que les communes soient concertées.
Wat de vraag van de heer Dilliès over de technische controle betreft, zal men altijd kunnen kiezen in welk Gewest
men zijn wagen wil laten keuren en waar men het rijexamen wil afleggen.
Concernant la question de M. Dilliès sur le contrôle technique, on pourra toujours choisir la région où on veut faire
examiner sa voiture, comme pour l’examen de conduite.
III. Stemming
III. Vote
Met 10 stemmen tegen 3 bij 2 onthoudingen, brengt de
commissie bij de commissie voor de Financiën een gunstig
advies uit over opdracht 17, programma 7, verkeersveiligheid.
La commission émet, par 10 voix contre 3 et 2 abstentions, un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 17, programme 7 : sécurité routière.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 17 (PARTIM)
MISSION 17 (PARTIM)
PROGRAMMA’S 1, 2, 3, 4, 5 en 6
PROGRAMMES 1, 2, 3, 4, 5 et 4
Mobiliteit
Mobilité
I. Uiteenzetting van de heer Pascal Smet,
Minister van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering, belast met
Openbare Werken en Vervoer
I. Exposé de M. Pascal Smet,
Ministre du Gouvernement de
la Région de Bruxelles-Capitale
chargé des Travaux publics et des Transports
De minister heeft voor de commissie de volgende uiteenzetting gehouden :
Le Ministre a tenu devant la commission le discours suivant :
« De aanpassing van de begroting 2014 is een beperkte oefening geworden. Samen met de administratie werd
een actualisatie gemaakt van de lopende dossiers, wat een
aanpassing van de betaalkalenders met zich meebrengt.
Hierdoor kon ook onderbenutting uit de begroting worden
geschrapt. Een aantal kredietherverdelingen die in de loop
van 2014 werden verricht (zowel door de vorige als door de
huidige minister) worden hier technisch verwerkt.
« L’adaptation du budget 2014 est devenu un exercice
restreint. Une actualisation des dossiers en cours a été réalisée avec l’aide de l’administration, ce qui entraîne une
adaptation des calendriers de paiements. Ceci a permis de
supprimer aussi une partie de la sous-utilisation du budget.
Une série de redistributions de crédits qui ont été effectuées
dans le courant de l’année 2014 (aussi bien par le ministre
précédent que par le ministre actuel) sont traitées ici d’un
point de vue technique.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 78 —
Opdracht 17
Mission 17
Deze opdracht omvat de ontwikkeling en promotie van
het mobiliteitsbeleid.
Cette mission comporte le développement et la promotion de la politique de mobilité.
Naast de aanpassing op basis van de uitvoeringscijfers
en goedgekeurde herverdelingsbesluiten die in de loop van
het jaar zijn doorgevoerd, is de belangrijkste wijziging hier
de premies aan particulieren ter vermindering van het privé-vervoer die stijgen met 250.000 euro.
Outre l’ajustement sur la base des chiffres d’exécution
et les arrêtés de redistribution approuvés qui ont été mis
en œuvre dans le courant de l’année, la modification principale ici concerne les primes aux particuliers en vue de
réduire les transports avec véhicule privé, qui augmentent
de 250.000 euros.
Opdracht 18
Mission 18
Deze opdracht omvat de uitbouw en het beheer van het
openbaar vervoernetwerk.
Cette mission comporte l’élaboration et la gestion du
réseau des transports en commun.
De uitgaven zijn eveneens aangepast op basis van de uitvoeringscijfers en herverdelingsbesluiten die in de loop van
het jaar zijn doorgevoerd.
Les dépenses ont également été adaptées sur la base des
chiffres d’exécution et les arrêtés de redistribution qui ont
été mis en œuvre dans le courant de l’année.
Op de basisallocatie voor investeringswerken met betrekking tot metro en premetro voorzie ik 6 miljoen euro
extra vastleggingskrediet als voor de eerste fase van het
« MCN safe net ».
Sur l’allocation de base pour les travaux d’investissement relatifs au métro et au prémetro, je prévois 6 millions
supplémentaires en crédit d’engagement ainsi que pour la
première phase du réseau « MCN safe net ».
Gelet op de vertraging voor investeringswerken ter verbetering van het bovengronds tram- en busnet (AVANTI)
kan het vastleggings- en vereffeningskrediet dalen.
Compte tenu du retard pour les travaux d’investissement
en vue de l’amélioration du réseau en surface des trams et
des bus (AVANTI), les crédits d’engagement et de liquidation peuvent baisser.
MIVB
STIB
De basisdotatie van de MIVB wordt aangepast in functie van een herverdeling tussen de werkingsdotatie en de
investeringsdotatie. De dotaties voor dienstverlening en
veiligheid stijgt met 51.000 euro voor financiering van de
uitbreiding van het NOCTIS-aanbod.
La dotation de base de la STIB est adaptée en fonction
d’une redistribution entre la dotation de fonctionnement et
la dotation d’investissement. Les dotations pour la prestation de services et la sécurité augmentent de 51.000 euros
pour le financement de l’extension de l’offre de NOCTIS.
De investeringsdotatie stijgt met ruim 12 %
(+ 25.405.000 euro) ten opzichte van de begrotingsopmaak
2014.
La dotation d’investissement augmente de plus de 12 %
(+ 25.405.000 euros) vis-à-vis de l’élaboration budgétaire
2014.
Voor de rest geen wijzigingen.
Pour le reste, pas de modification.
Opdracht 19
Mission 19
Deze opdracht omvat de bouw, het beheer en onderhoud
van de gewestwegen, weginfrastructuur en -uitrusting.
Cette mission comprend la construction, la gestion et
l’entretien des voiries régionales, de l’infrastructure routière et de l’équipement routier.
Ook hier voornamelijk aanpassingen op basis van een
actualisatie van de reële uitvoering.
Ici aussi cela concerne principalement des adaptations
sur la base d’une actualisation de l’exécution réelle.
Nieuw is de dotatie aan het centrum voor informatica
van het Brussels gewest in het kader van de ondersteuning
Ce qu’il y a de nouveau c’est la dotation au Centre
d’Informatique de la Région Bruxelloise dans le cadre du
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 79 —
van de applicatie OSIRIS. Hiervoor is 300.000 euro voorzien.
soutien de l’application OSIRIS. A cet effet, 300.000 euros
sont prévus.
De vastleggingskredieten voor de wegen dalen met
5,5 miljoen euro op basis van de uitvoeringspercentages,
maar zullen fors toenemen in 2015. Ik verwijs daarbij graag
naar mijn toelichting bij de begrotingsopmaak 2015.
Les crédits d’engagement pour les voiries diminuent de
5,5 millions d’euros sur la base des pourcentages d’exécution mais augmenteront fortement en 2015. A cet égard,
je me réfère à mes explications relatives à la confection
budgétaire 2015.
Opdracht 20
Mission 20
Deze opdracht omvat de ontwikkeling van het bezoldigd
personenvervoer, met uitsluiting van het openbaar vervoer.
Cette mission comporte le développement du transport
rémunéré de personnes, à l’exception des transports en
commun.
De uitgaven zijn aangepast op basis van de uitvoeringscijfers en herverdelingsbesluiten die in de loop van het jaar
zijn doorgevoerd. Geen grote wijzigingen.
Les dépenses ont été adaptées sur la base des chiffres
d’exécution et des arrêtés de redistribution qui ont été mis
en œuvre dans le courant de l’année. Pas de modification
importante.
*
* *
*
* *
De opmaak van de begroting 2015 is een bijzondere
evenwichtsoefening geworden tussen het bewaken van een
budgettair evenwicht enerzijds en toch voldoende ruimte
zoeken om te blijven investeren anderzijds.
La confection du budget 2015 est devenue un exercice
d’équilibre particulier entre le maintien d’un équilibre budgétaire d’une part et la recherche malgré tout de suffisamment de marge pour continuer à investir d’autre part.
Dat wil zeggen dat ik solidair heb mee geholpen aan het
wegwerken van het tekort. Dit heb ik gedaan door in mijn
kredieten de historische onderbenutting weg te werken, een
inspanning te leveren op subsidies, studie- en communicatiekosten en op de werkingskosten.
Cela veut dire que j’ai contribué de façon solidaire à
l’élimination du déficit. J’y suis parvenu en éliminant la
sous-utilisation historique dans mes crédits, en fournissant
un effort sur les subsides, les frais d’étude et de communication et les frais de fonctionnement.
Om uitvoering te kunnen geven aan de investeringen –
zoals voorzien in het regeerakkoord – werden dan weer
heel wat extra middelen ingeschreven.
Afin de pouvoir réaliser les investissements – tels que
prévus dans l’accord gouvernemental – beaucoup de
moyens supplémentaires ont à nouveau été inscrits.
Voor het eerst is er ook een duidelijke impact in de begroting zichtbaar wat de zesde staatshervorming betreft.
Daarover later meer.
Pour la première fois, l’on peut observer un impact clair
dans le budget en ce qui concerne la sixième réforme de
l’État. Mais nous y reviendrons plus loin.
In mijn oriëntatienota geef ik de voornaamste krijtlijnen
weer voor het beleid in deze legislatuur. We blijven investeren in het openbaar vervoer, parkeerbeleid, taxi’s, wegen,
fietspaden, bruggen, tunnels … kortom in een leefbare stad
waarin het goed vertoeven is. Voor minder doen we het
niet. We gaan dat doen op basis van goed overleg, maar
ook op basis van realistische dossiers.
Dans ma note d’orientation, j’ai repris les principales
lignes directrices pour la politique dans cette législature.
Nous continuons à investir dans les transports en commun,
dans la politique de stationnement, les taxis, les voiries, les
pistes cyclables, les ponts, les tunnels … bref dans une ville
vivable où il fait bon vivre. Tels sont les objectifs que l’on
s’est fixés et auxquels on souhaite parvenir à tout prix. Nous
allons mettre ceux-ci en œuvre sur la base d’une bonne
concertation mais aussi sur la base de dossiers réalistes.
Een deel daarvan is al vertaald in de voorliggende begroting. De kredieten waarover ik beschik zijn terug te vinden in de opdrachten 17 tot 20.
Une partie de ces objectifs a déjà été traduite dans le
budget à l’examen. Les crédits dont je dispose se trouvent
dans les missions 17 à 20.
Globaal stijgen in 2015 ten opzichte van 2014 mijn vastleggingskredieten met ruim 80 miljoen euro en mijn veref-
De façon globale, mes crédits d’engagement augmentent de plus de 80 millions d’euros en 2015 par rapport à
A-50/3 – 2014/2015
— 80 —
A-50/3 – 2014/2015
feningskredieten met 52 miljoen euro. Ik geef hierbij even
per opdracht de belangrijkste punten weer.
2014 et mes crédits de liquidation de 52 millions d’euros.
Je reprends ci-dessous les points principaux par mission.
Opdracht 17
Mission 17
Opdracht 17 omvat de ontwikkeling en de promotie van
het mobiliteitsbudget. Nieuw is de creatie van een nieuw
programma 007 « beheer, ontwikkeling en promotie van
de bevoegdheden inzake verkeer en verkeersveiligheid die
in het kader van de zesde staatshervorming aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden overgedragen ». Dit
programma wordt op één basisallocatie na opgevolgd door
collega Debaets die de bevoegdheid verkeersveiligheid in
haar bevoegdheidspakket heeft. De uitgaven van dit programma worden gefinancierd vanuit het nieuwe fonds voor
de verkeersveiligheid.
La mission 17 comprend le développement et la promotion du budget de la mobilité. Ce qu’il y a de nouveau
c’est la création d’un nouveau programme 007 « gestion,
développement et promotion des compétences en matière
de trafic et de sécurité routière qui ont été transférées à la
Région de Bruxelles-Capitale dans le cadre de la sixième
réforme de l’Etat ». Ce programme est suivi, à une allocation de base de près, par la collègue Debaets qui possède la
compétence en matière de sécurité routière dans ses attributions. Les dépenses de ce programme sont financées par
le nouveau fonds pour la sécurité routière.
De uitgaven met betrekking tot het uitzonderlijk en
ADR-vervoer én rijgeschiktheid ADR vallen wel binnen
mijn bevoegdheden. Hiervoor voorzie ik 528.000 euro.
Les dépenses relatives au transport exceptionnel et ADR
et l’aptitude à la conduite ADR relèvent de mes compétences. Pour celles-ci, je prévois un budget de 528.000 euros.
Zoals al vermeld in mijn inleiding heb ik de kredieten
grotendeels aangepast op basis van de reële behoeften. Dat
betekent dat sommige basisallocaties dalen, andere stijgen.
Zo stijgen de premies aan particulieren ter vermindering
van het gebruik van het privé-vervoer (de zogenaamde
bruxxel’air premie) met 250.000 euro tot 750.000 euro.
Ook in 2014 is reeds via een herverdeling van kredieten
een gelijkaardig krediet voorzien.
Comme il a déjà été mentionné dans mon introduction,
j’ai adapté les crédits en grande partie sur la base des besoins réels. Cela signifie que certaines allocations de base
baissent et que d’autres augmentent. Ainsi, les primes aux
particuliers en vue de la réduction de l’usage du véhicule
privé (ladite prime Bruxell’air) augmentent de 250.000 euros pour atteindre 750.000 euros. En 2014 aussi, un crédit
semblable a déjà été prévu au moyen d’une redistribution
des crédits.
De begroting van het gewestelijk parkeeragentschap is
vanaf 2015 in evenwicht zonder een extra dotatie vanuit het
Gewest. Deze dotatie verdwijnt dan ook. We zullen erover
waken dat de gemeenten tijdig en correct de doofstortingen
naar het agentschap doen.
Le budget de l’agence régionale de stationnement est en
équilibre depuis 2015 sans dotation supplémentaire de la
part de la Région. Cette dotation disparaîtra aussi. Nous
veillerons à ce que les communes effectuent à temps et correctement les transferts vers l’agence.
In uitvoering van het politiek akkoord van 21 januari
2011 tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot hervorming van de
verkeersbelastingen worden de nodige middelen voorzien
voor de implementatie van Viapass. In de loop van 2015
zullen de eerste aanwervingen hiervoor gebeuren zodat in
de nodige opleiding kan worden voorzien.
En exécution de l’accord politique du 21 janvier 2011
entre la Région flamande, la Région wallonne et la Région
de Bruxelles-Capitale en vue de la réforme des taxes de
circulation, les moyens nécessaires sont prévus pour l’implémentation de Viapass. Dans le courant de 2015, les
premiers recrutements auront lieu à cette fin afin que l’on
puisse prévoir les formations nécessaires.
Opdracht 18
Mission 18
Deze opdracht omvat de uitgaven voor de uitbouw en
het beheer van het openbaar vervoernetwerk.
Cette mission comporte les dépenses pour l’élaboration
et la gestion du réseau des transports en commun.
Op de uitgaven voor onderhouds- en vernieuwingswerken met betrekking tot de bouwwerken en uitrusting voor
metro en premetro wordt niet ingekort. Ook in 2015 zal
ik hiervoor 5 miljoen euro voorzien. Wat de investeringen
zelf betreft voorzie ik een forse verhoging van 55,6 miljoen
euro naar 71 miljoen euro in (+ 15 miljoen euro). Een eerste
Les dépenses pour les travaux d’entretien et de rénovation relatifs aux travaux de construction et l’équipement du
métro et du prémétro ne sont pas revues à la baisse. En
2015 je prévoirai 5 millions d’euros à cet effet. En ce qui
concerne les investissements eux-mêmes, je prévois une
forte augmentation de 55,6 millions d’euros à 71 millions
A-50/3 – 2014/2015
— 81 —
A-50/3 – 2014/2015
aanzet of verdere uitbouw wordt gegeven aan de projecten
tram 9, 71 en 94.
d’euros (+ 15 millions d’euros). Une première impulsion
ou la poursuite de l’élaboration est donnée aux projets des
trams 9, 71 et 94.
De uitgaven voor investeringswerken ter verbetering
van het bovengronds tram- en busnet (Avanti) dalen heel
lichtjes van 18,8 miljoen euro naar 18 miljoen euro. Dit op
basis van de geactualiseerde uitvoeringskalender. Bovendien zijn de te voorziene uitgaven vaak onderhevig aan het
al dan niet tijdig bekomen van de nodige vergunningen. Dit
is een aandachtspunt dat we meenemen.
Les dépenses pour les travaux d’investissements en vue
de l’amélioration du réseau de surface tram et bus (Avanti)
qui étaient de 18,8 millions d’euros, baissent très légèrement pour atteindre 18 millions d’euros. Ceci sur la base
du calendrier d’exécution actualisé. En outre, les dépenses
à prévoir sont souvent soumises à l’obtention ponctuelle ou
non des permis nécessaires. Ceci constitue un point auquel
nous prêtons attention.
Om uitvoering te kunnen geven aan artikel 73.7 van het
beheerscontract 2013-2017 met de MIVB zijn de nodige
middelen ingeschreven. Ik heb de opdracht gegeven om
alle investeringen met betrekking tot de MIVB voortaan
strikter op te volgen, zodat we sneller op de bal kunnen
spelen en in de toekomst over accurate en actuele cijfers te
kunnen beschikken.
Afin de pouvoir donner exécution à l’article 73.7 du
contrat de gestion 2013-2017 avec la STIB, les moyens
nécessaires ont été inscrits. J’ai donné l’ordre de suivre désormais plus strictement tous les investissements relatifs à
la STIB, pour que nous puissions anticiper les événements
plus rapidement et qu’à l’avenir nous puissions disposer de
chiffres précis et actuels.
Komen we bij de MIVB zelf. Conform de formule van
het beheerscontract bedraagt de basisdotatie aan de MIVB
274.557.000 euro. In het kader van de begrotingsbesprekingen werd aan de MIVB (net als aan alle andere openbare
instellingen) gevraagd om een bijkomende inspanning te
leveren ten belope van 3.810.000 euro. Dit is eigenlijk geen
echte bijkomende besparing daar er al een loonprovisie van
ruim 4 miljoen euro was voorzien voor de indexering van
de lonen in 2015, die niet zal moeten worden aangewend.
Venons-en à présent à la STIB elle-même. Conformément à la formule du contrat de gestion, la dotation de base
à la STIB s’élève à 274.557.000 euros. Dans le cadre des
discussions budgétaires, il a été demandé à la STIB (tout
comme aux autres organismes publics) de fournir un effort
supplémentaire à hauteur de 3.810.000 euros. Il ne s’agit
en fait pas d’une économie supplémentaire à proprement
parler étant donné qu’une provision salariale de plus de
4 millions d’euros était déjà prévue pour l’indexation des
salaires en 2015, laquelle ne devra pas être utilisée.
De dotatie ter verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en van de veiligheid stijgt van 30,914 miljoen
euro naar 60,056 miljoen euro. We honoreren hiermee het
groeipad zoals voorzien.
La dotation en vue de l’amélioration de la qualité des
services et de la sécurité passe de 30,914 millions d’euros à
60,056 millions d’euros. Nous honorons ainsi le chemin de
croissance tel que prévu.
In 2014 bedraagt de effectieve dotatie voor de MIVB in
functie van de jaarlijkse evaluatie, de zogenaamde bonus/
malus 5.593.237,30 euro. In 2015 voorzie ik een voldoende
grote buffer door 6 miljoen euro in te schrijven.
En 2014 la dotation effective pour la STIB en fonction de l’évaluation annuelle, ledit bonus/malus s’élève à
5.593.237,30 euros. En 2015 je prévois un grand tampon en
inscrivant un montant de 6 millions d’euros.
De dotatie voor vervuilingspieken stijgt tot 415.000 euro.
La dotation pour les pics de pollution vient s’établir à
415.000 euros.
De federale middelen in het kader van het veiligheidsfonds staan op een centrale provisie ingeschreven bij de
minister-president. De verdeling van deze provisie zal (net
zoals in 2014 ) gebeuren in de loop van 2015.
Les moyens fédéraux dans le cadre du fonds de sécurité
sont inscrits dans une provision centrale auprès du ministreprésident. La ventilation de cette provision (tout comme en
2014) sera effectuée dans le courant de l’année 2015.
Komen we bij de investeringsdotatie van de MIVB.
Deze stijgt ten opzichte van de initiële begroting 2014 met
16,066 miljoen euro. Men kan dus bezwaarlijk zeggen dat
MIVB zwaar moet besparen …
Examinons à présent la dotation d’investissement de la
STIB. Celle-ci augmente de 16,066 millions d’euros par
rapport au budget initial pour 2014. L’on peut donc difficilement affirmer que la STIB doit réaliser de lourdes économies …
Bovendien is in deze cijfers nog geen rekening gehouden met Beliris. De verdeling daarvan is onderwerp van
een aparte besluitvorming. De modaliteiten, noch de hoog-
De plus, ces chiffres ne tiennent pas encore compte de
Beliris. La ventilation de ce budget fait l’objet d’une décision séparée. Ni les modalités, ni le montant du crédit
A-50/3 – 2014/2015
— 82 —
A-50/3 – 2014/2015
te van het krediet waren gekend op het moment van de
afronding van de begrotingsopmaak. Kortom, we blijven
investeren. Ondertussen wordt het investeringsplan permanent gemonitord en bijgestuurd daar waar nodig.
n’étaient connus au moment de finaliser la confection budgétaire. Bref, nous continuons à investir. Entre-temps, le
plan d’investissement est surveillé en permanence et ajusté
là où cela s’avère nécessaire.
Ten slotte stijgt de dotatie als tussenkomst voor de voorkeurtarieven met 1,111 miljoen euro.
Et enfin, la dotation à titre d’intervention pour les tarifs
préférentiels augmente de 1,111 million d’euros.
Opdracht 19
Mission 19
Deze opdracht omvat de bouw, het beheer en onderhoud
van de gewestwegen, wegeninfrastructuur en -uitrusting.
Cette mission comprend la construction, la gestion et
l’entretien des voiries régionales, de l’infrastructure routière et de l’équipement routier.
Een dotatie van 300.000 euro aan het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest wordt voorzien in het
kader van de ondersteuning van de ontwikkeling van de applicatie OSIRIS.
Une dotation de 300.000 euros au Centre d’Informatique
de la Région de Bruxelles-Capitale est prévue dans le cadre
du soutien de l’évolution de l’application OSIRIS.
De vermogensuitgaven dalen lichtjes. Het krediet kent
een historische onderbenutting en het lijkt me beter om de
middelen effectief in te zetten voor echte investeringen in
plaats van het krediet verloren te laten gaan op het einde
van het jaar.
Les dépenses de patrimoine baissent légèrement. Le crédit connaît une sous-utilisation historique et il me semble
plus judicieux d’affecter efficacement les moyens à des investissements réels plutôt que de voir le crédit se volatiliser
à la fin de l’année.
Ik voorzie 50.000 euro extra voor het onderhoud en levering van klein materieel voor de Regie der Wegen. Zeker
wat de winterdienst betreft wil ik geen risico’s nemen.
Je prévois 50.000 euros supplémentaires pour l’entretien
et la livraison de petit matériel pour la Régie des Voiries. Je
ne souhaite surtout pas prendre de risque en ce qui concerne
le service d’hiver.
Ook voor het normaal onderhoud van de wegen en hun
omgeving voorzie ik een stijging van ruim 1 miljoen euro.
Dit moet toelaten om nog beter het onderhoud te verrichten van tunnels, openbare verlichting, bermen, voetpaden,
fietspaden, enz.
Pour l’entretien normal des voiries et leur environnement, je prévois une augmentation de plus d’1 million
d’euros. Cette augmentation doit permettre d’effectuer
encore mieux l’entretien des tunnels, de l’éclairage public,
des bermes, trottoirs, pistes cyclables, etc.
Komen we bij het groot artikel betreffende de investeringen inzake wegen en bouwwerken. Ook hier voorzie
ik een forse opstap van 15 miljoen euro. Deze kredieten –
55,2 miljoen euro in totaal – worden ingezet voor de moderniserings- en (her)aanleg van wegen, pleinen en bruggen, fietspaden en diens meer. In het fysieke programma is
de afbraak van het Reyersviaduct en de voorlopige heraanleg voorzien. Eveneens ingeschreven is de heraanleg van
de wegen in het kader van tramlijn 9.
Penchons-nous à présent sur le plus grand article concernant les investissements en matière de voiries et de travaux
de construction. Ici aussi je prévois une forte augmentation
de 15 millions d’euros. Ces crédits – 55,2 millions au total
– sont injectés dans la modernisation et l’aménagement/
le réaménagement des voiries, places et ponts, pistes cyclables et autres. Dans le programme physique, la démolition du viaduc Reyers et le réaménagement provisoire sont
prévus. Le réaménagement des voiries dans le cadre de la
ligne de tram 9 a également été inscrit.
Daarnaast voorzie ik nog middelen voor de aanleg van
(gewestelijke) fietsroutes en fietspaden (onder andere kleine ring)
Par ailleurs, je prévois encore des moyens pour le réaménagement des routes cyclistes (régionales) et des pistes
cyclables (notamment petite ceinture).
We starten ook met het dossier Ninoofsepoort, het Schumanplein alsook de Picardbrug en Graaf van Vlaanderenbrug.
Nous allons aussi débuter le dossier Porte de Ninove, la
place Schuman ainsi que le pont Picard et le pont Comte
de Flandre.
Zoals daarstraks al vermeld onder opdracht 17 komt in
het kader van de zesde staatshervorming de bevoegdheid
verkeersveiligheid over. In uitvoering daarvan wordt een
Comme il a déjà été mentionné à la mission 17, la compétence relative à la sécurité routière dans le cadre de la
sixième réforme de l’État est transférée. En exécution de
A-50/3 – 2014/2015
— 83 —
A-50/3 – 2014/2015
budget van 2 miljoen euro voorzien voor werken inzake
wegen in het kader van verkeersveiligheid. Het is een budget dat ik in nauw overleg met collega Debaets zal opvolgen. Het zal mogelijk zijn om met relatief kleine ingrepen
de verkeersveiligheid te verhogen.
celle-ci, un budget de 2 millions d’euros est prévu pour
les travaux de voiries dans le cadre de la sécurité routière.
C’est un budget que je suivrai en étroite concertation avec
ma collègue Debaets. Il sera possible d’augmenter la sécurité routière à l’aide d’interventions relativement petites.
Tenslotte nog een woordje over de tunnelveiligheid. De
veroudering van de tunnels vergt belangrijke investeringen
om de veiligheid te verhogen en te blijven garanderen. Ik
volg het voorstel van mijn administratie om het vastleggingskrediet te verhogen met 14,192 miljoen euro.
Et enfin encore un mot concernant la sécurité des tunnels. La dégradation des tunnels demande des investissements importants pour augmenter et continuer à garantir la
sécurité. Je suis la proposition de mon administration d’augmenter le crédit d’engagement de 14,192 millions d’euros.
Opdracht 20
Mission 20
Dit programma omvat de ontwikkeling van het bezoldigd personenvervoer, met uitsluiting van het openbaar
vervoer.
Ce programme comprend le développement du transport rémunéré des personnes à l’exception des transports
en commun.
De kredieten voor juridische uitgaven stijgen met
35.000 euro. Dit om een nieuw raamcontract vast te kunnen
leggen en om controles uit te kunnen voeren.
Les crédits pour les dépenses juridiques augmentent
de 35.000 euros. Ceci afin de pouvoir fixer un nouveau
contrat-cadre et de pouvoir effectuer les contrôles.
Inzake studies en communicatie voor de promotie van
taxi’s wordt 1 miljoen euro voorzien. Dit is een daling ten
opzichte van 2014 ten gevolge van de afgesproken besparingen. De werkingssubsidies ter promotie van het taxigebruik stijgen daarentegen, net als de subsidies aan de gemeenten voor de taxicheques.
En ce qui concerne les études et la communication pour
la promotion des taxis, 1 million d’euros ont été prévus. Il
s’agit d’une baisse par rapport à 2014 suite aux économies
convenues. Les subsides de fonctionnement en vue de promouvoir l’utilisation du taxi quant à eux augmentent, tout
comme les subsides aux communes pour les chèques-taxis.
De kredieten voor de uitrusting van de taxi’s met een
digitale taximeter kennen, zo blijkt uit analyse van de uitvoeringscijfers, voorlopig weinig succes. We gaan kijken
welke maatregelen we daar desgevallend nog kunnen of
moeten nemen.
Les crédits pour l’équipement des taxis munis d’un taximètre digital connaissent, d’après ce qu’il ressort d’une
analyse des chiffres d’exécution, peu de succès pour l’instant. Nous allons examiner quelles mesures nous pouvons
ou devons encore prendre à ce niveau-là le cas échéant.
Ik heb onlangs contacten gehad met tal van taxichauffeurs. Ik heb hen de mogelijkheid willen geven om bij te
dragen tot het opstellen van een nieuw taxiplan. Ik wens
immers in 2015 een nieuw taxiplan op te stellen om de
sector van de klassieke taxi’s te moderniseren. Naast de
klassieke sector, zijn er ook de car-sharing en de ridesharing : men moet deze initiatieven reglementeren, maar
ook steunen. Wat in de begroting staat is dus niet definitief.
Er is nood aan een coherent plan, men moet de verschillende actoren ontmoeten, zoals de hotels en de klanten, de
particuliere operatoren zoals Uber, enz. Ik doe een oproep
tot de commissie, over de grenzen heen van meerderheid
en oppositie, om samen aan een taxiplan te werken. Dat is
in het belang van het Gewest en zijn internationale imago.
Het is nodig om iets te doen voor de sector, maar men moet
rekening houden met de chauffeurs.
J’ai rencontré dernièrement beaucoup de chauffeurs de
taxis. J’ai voulu leur laisser la possibilité de contribuer à
l’élaboration d’un nouveau plan taxi. En effet, je veux, en
2015, établir un nouveau plan taxi pour moderniser le secteur des taxis classiques. A coté du secteur classique, il y
le car-sharing et le ride-sharing : il faut réglementer ces
initiatives, mais aussi les soutenir. Donc, ce qu’il y a dans
ce budget n’est pas définitif. Il faut un plan cohérent, il faut
rencontrer les différents acteurs, comme les hôtels et les
clients, les opérateurs privés comme Uber, etc. Je voudrais
faire un appel à la commission, majorité et opposition réunies, afin de travailler ensemble sur un plan taxi. Ceci dans
l’intérêt de la Région et de son image internationale. Et s’il
est nécessaire de faire quelque chose pour le secteur, il faudra également tenir compte des chauffeurs.
Slot
Conclusion
Geachte leden van deze commissie. We staan voor vijf
jaar hard werken. Ik hoop dat jullie allen mee de schouders
zetten achter ons project. We hebben de ambitie om Brussel
Honorables membres de cette commission. Cinq ans
de dur labeur nous attendent. J’espère que vous allez tous
épauler notre projet. Nous avons l’ambition de continuer à
A-50/3 – 2014/2015
— 84 —
A-50/3 – 2014/2015
verder uit te bouwen tot een stad waar iedereen zich 100 %
thuis voelt. Het is noodzakelijk om een nieuw evenwicht
te vinden in de openbare ruimte voor alle gebruikers. Ik
ben niet tegen de wagen. Iedereen gebruikt de wagen op
een bepaald moment, als chauffeur of als passagier. Ik wil
liever het verkeer vlotter laten verlopen, want dat is minder verontreinigend. Maar Brussel geeft nog altijd te veel
plaats aan de wagens. Er moeten meer fietsers in Brussel
komen. Daarom is het nodig de openbare ruimte te delen,
aangezien de functie van de stad erin bestaat een ontmoetingsplaats te zijn. Het is ook de bedoeling om goed samen
te werken met Minister-President Rudi Vervoort alsook met
de diensten stedenbouw. Het gaat om een groot stedelijk
project dat door de Regering in haar geheel gesteund wordt.
Een stad waar iedereen slim mobiel kan zijn. Een plaats
waar het aangenaam vertoeven is op leuke en mooie pleintjes waar we elkaar kunnen ontmoeten, samen dromen en
simpelweg gelukkig zijn. ».
transformer Bruxelles en une ville où tout le monde se sent
chez soi à 100 %. Il est nécessaire de rééquilibrer l’espace
public, en faveur de tous les usagers. Je ne suis pas opposé
à la voiture. En effet, tout le monde utilise la voiture, à un
moment où un autre, que ce soit comme conducteur ou
comme passager. Je préfère favoriser la fluidité du trafic,
car c’est moins polluant. Mais Bruxelles donne encore trop
de place aux voitures. Il est vrai qu’il faut davantage de
cyclistes à Bruxellois. C’est pourquoi il est nécessaire de
partager l’espace public, puisque la fonction de la ville est
de se rencontrer les uns les autres. L’idée est également de
bien collaborer avec le ministre-président Rudi Vervoort,
ainsi qu’avec les services de l’urbanisme. Il s’agit d’un
grand projet urbain porté par le Gouvernement dans son
entièreté. Une ville où tout le monde peut se déplacer de
façon intelligente. Un endroit où il fait bon vivre agrémenté
de jolies petites places où nous pouvons nous rencontrer,
partager nos rêves et simplement être heureux. ».
De Minister kondigt als primeur voor de leden van de
commissie aan dat de luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines op zijn verzoek de promotiebonnen Uber voor België
ongeldig zal verklaren.
Par ailleurs le ministre annonce, en priorité pour les
membres de la commission, qu’à sa demande, la société
aérienne Brussels Airlines va invalider les bons de promotion Uber pour la Belgique.
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Marc Loewenstein herinnert eraan dat het gewestelijk verplaatsingsplan IRIS 2, dat op 9 september
2010 goedgekeurd is, de verschillende vervoerswijzen
fragmenteert : wagens, fietsen,voetgangers, openbaar vervoer, goederen, enz. Deze benadering is nuttig in een eerste
fase om goed na te gaan wat op het spel staat en om de doelstellingen te bepalen, maar het model stoot op zijn grenzen wanneer men operationeel begint te werken. Wanneer
men de sectorale informatie van de strategische kaarten van
IRIS 2 begint te vergelijken, stelt men vast dat er praktische
incoherenties rijzen, omdat dezelfde wegen als prioritair
bestempeld worden voor een groot aantal vervoerswijzen
terwijl zij te weinig capaciteit hebben om ze allemaal op
een comfortabele manier op te vangen. Zo wordt het werk
van de projectontwikkelaars en de operatoren in het veld
sterk bemoeilijkt. Zij kunnen zich niet op een efficiënte
manier exclusief richten op een welbepaalde as, aangezien
heel de mobiliteit van een wijk opnieuw bekeken wordt
wanneer voor een bepaalde vervoerswijze boven een andere gekozen wordt.
M. Marc Loewenstein rappelle que le plan régional de
déplacement IRIS 2, approuvé le 9 septembre 2010, développe une approche fragmentant les différents modes de
déplacement : voitures, vélos, piétons, transport public,
marchandises, etc. Cette approche, utile dans un premier
temps pour bien cerner conceptuellement les grands enjeux et objectifs qu’on souhaite se fixer, atteint ses limites
lorsque l’on passe à l’opérationnel. Lorsque l’on fait l’exercice de croisement des informations sectorielles des cartes
stratégiques d’IRIS 2, on se rend compte que l’on se heurte
à des incohérences pratiques, les mêmes voies étant pointées comme prioritaires pour un grand nombre de modes
alors que leur gabarit est incapable de les accueillir tous de
manière confortable. Ceci complexifie considérablement
le travail des concepteurs de projets et des opérateurs de
terrain, qui ne peuvent pas se contenter de travailler efficacement sur un axe bien défini, puisque c’est la mobilité de
tout un quartier qui est revue lorsqu’un mode de déplacement est choisi plutôt qu’un autre.
De oriëntatienota lijkt verder te gaan in deze sterk opgedeelde benadering van de mobiliteit. De nota streeft strategische doelstellingen na voor elk van de vervoerswijzen,
maar elk apart. De oriëntatienota wijst erop dat men een
gewestelijk mobiliteitsplan tegen eind 2016 wil opstellen
en de betrokken actoren daarbij wil betrekken (met name
de gemeenten). Het is echter noodzakelijk dat dit plan verder gaat dan het plan IRIS 2 en de mobiliteit transversaal
benadert, geïntegreerd wordt met het gewestelijk ontwik-
La note d’orientation semble poursuivre cette approche
très sectorisée de la mobilité. Elle développe des objectifs stratégiques pour chacun des modes de déplacements,
mais individuellement. La note d’orientation cite la volonté
d’« élaborer un Plan Régional de Mobilité pour fin 2016
en veillant à impliquer les acteurs concernés (notamment
les communes) ». Or il est indispensable que ce nouveau
plan aille plus loin que le plan IRIS 2 en développant une
approche transversale de la mobilité, intégrée avec la poli-
A-50/3 – 2014/2015
— 85 —
A-50/3 – 2014/2015
kelingsbeleid en duidelijke operationele doelstellingen nastreeft.
tique de développement territorial de la Région et qui vise
des objectifs opérationnels clairs.
De volksvertegenwoordiger vraagt de Minister te preciseren welke methode overwogen wordt voor het opstellen
van dit plan. Wordt dit plan nu al opgesteld ? Wat is het
deel van de begroting dat naar het plan gaat ? Hoe kan men
garanderen dat dit nieuwe plan een echte meerwaarde zal
betekenen vergeleken met IRIS 2 op het vlak van transversaliteit en operationaliteit ?
Le député demande au ministre de préciser quelle est
la démarche méthodologique envisagée pour élaborer ce
PRM. Celui-ci est-il déjà en cours d’élaboration ? Quelle
est la part du budget qui lui est allouée ? Comment garantir
que ce nouveau Plan apportera une réelle plus-value par
rapport à IRIS 2 en termes de transversalité et d’opérationnalité ?
In de oriëntatienota wordt het idee geopperd om terug
te grijpen naar het project om een ordonnantie op te stellen
met betrekking tot het rechtsstelsel van de openbare weg
(privatieve bezetting, onderhoud, rechten en plichten van
de omwonenden, statuut van de trottoirs …) : kan de Minister daar meer over zeggen ? Wat is er in het verleden al
gebeurd en wat is de kalender ?
Dans la note d’orientation est évoquée l’idée de reprendre le projet de rédaction d’une ordonnance relative
au régime juridique de la voirie (occupations privatives,
entretien, droits et obligations des riverains, statut des trottoirs …) : le ministre peut-il en dire davantage sur ce dossier ? Qu’est-ce qui a déjà été réalisé par le passé et quel est
l’agenda prévu ?
Wat het parkeren betreft, wordt een stijging van de ontvangsten afkomstig van de gemeenten vastgesteld : van
1,4 miljoen euro naar 2,1 miljoen euro : kan de Minister
voor 2014 preciseren welke gemeenten welk bedrag hebben betaald ? Wat zijn voor 2015 de verwachte ontvangsten
van het Gewest voor elk van de 19 gemeenten ?
En matière de stationnement, on note une augmentation
des recettes en provenance des communes, de 1,4 millions
d’euros à 2,1 millions d’euros : le ministre peut-il préciser,
pour 2014, quelles communes ont payé quel montant ? Et
pour 2015, quelles sont les projections de recettes à percevoir par la Région pour chacune des 19 communes ?
Er wordt eveneens een toename van de personeelskosten
van het Parkeeragentschap vastgesteld : 900.000 euro bij de
aanpassing 2014 tegenover 3 miljoen euro op de initiële begroting 2015. Met hoeveel en welke nieuwe aanwervingen
komt dat overeen ? Wat is er nieuw ten opzichte van 2014
in zoverre men afstevent op een uitstel van de uitvoering
van het plan ?
On note également une augmentation des frais de personnel de l’Agence de Stationnement : 900.000 euros à
l’ajustement 2014 contre 3 millions d’euros à l’initial 2015.
A combien et à quels engagements nouveaux cela correspond-t-il ? Qu’y a-t-il de nouveau par rapport à 2014 dans
la mesure où on se dirige vers un report de la mise en œuvre
du plan ?
Tot slot, stelt men een toename van de werkingsuitgaven
vast : 1,8 miljoen euro bij de aanpassing 2014 tegenover
4,4 miljoen euro op de initiële begroting 2015. Wat verantwoordt die forse stijging ? Kan de Minister de uitsplitsing
van die uitgaven als bijlage bij het verslag voegen ?
Enfin, on note une augmentation des dépenses de fonctionnement : 1,8 million d’euros à l’ajustement 2014 contre
4,4 millions d’euros à l’initial 2015. Qu’est-ce qui justifie
cette importante augmentation ? Le ministre peut-il communiquer en annexe la ventilation de ces dépenses ?
De oriëntatienota bevat verschillende doelstellingen om
het openbaar vervoer in en rond Brussel te verbeteren. Naast
onder meer de verhoging van de frequenties, de vernieuwing van het materieel of nog de geïntegreerde tarifering,
spreekt de Minister van samenwerking met de Vlaamse en
Waalse gewestelijke operator (De Lijn en TEC), alsook
van het doortrekken van lijnen tot buiten Brussel. Eén dossier, dat van de verlenging van lijn 62 naar de luchthaven,
springt in het oog. Dat is belangrijk, maar hoe zit het met
de andere lijnen die in de gewestelijke beleidsverklaring
en verder in de nota zijn opgenomen, bijvoorbeeld lijn 94,
de verbinding van tram 9 met de Heizel en het nieuwe stadion of nog de verlenging van tramlijn 4 tot het station van
Ruisbroek ? Is lijn 62 de prioriteit van de Regering ? Zijn
die 3 andere verlengingen bijkomstig ? In welke zin zullen
de besprekingen met het Vlaams Gewest worden gevoerd ?
Wordt er enkel gefocust op de verlenging van lijn 62 naar
de luchthaven of zullen de 4 en zelfs meer lijnen ook besproken worden ?
La note d’orientation reprend divers objectifs pour
améliorer les transports publics à Bruxelles et autour de
Bruxelles. Outre notamment le renforcement des fréquences, le renouvellement du matériel ou encore la tarification intégrée, le ministre évoque la collaboration avec
les opérateurs régionaux flamands et wallons (De Lijn et
Tec), ainsi que la prolongement de lignes hors de Bruxelles.
On note principalement un dossier, celui du prolongement
de la ligne 62 vers l’aéroport. C’est important mais qu’en
est-il des autres lignes reprises dans la DPR et reprises
plus loin dans la note, par exemple la ligne 94, la liaison
du tram 9 vers le Heysel et le nouveau stade ou encore le
prolongement du tram 4 vers la gare de Ruisbroek ? Fautil considérer que la ligne 62 est la priorité du gouvernement ? Ces 3 autres prolongements sont-ils accessoires ?
Dans quel sens sont menées les discussions avec la Région
flamande ? Y a-t-il un focus uniquement sur le prolongement du 62 vers l’aéroport ou les discussions couvrent les
4 lignes, voire davantage ?
A-50/3 – 2014/2015
— 86 —
A-50/3 – 2014/2015
Wat de strijd tegen geluidshinder betreft, spreekt de Minister in zijn oriënteringsnota en in de gewestelijke beleidsverklaring van de toepassing van het algemeen verbod op
quads vanaf eind 2014. Is die termijn haalbaar ?
En matière de lutte contre le bruit, le ministre évoque
dans sa note d’orientation et dans la DPR la mise en œuvre
de l’interdiction générale des quads dès la fin de l’année
2014. Est-on prêt pour respecter ce délai ?
Voorts wordt gepreciseerd dat er oplossingen moeten
worden gevonden voor de geluidshinder die wordt voortgebracht door het rollend materieel van de MIVB : de nota
spreekt van de trams, maar de spreker vestigt ook de aandacht op de bussen en meer bepaald op de gelede bussen,
die weliswaar de dienstverlening aan de reizigers verbeteren, maar op bepaalde plaatsen, bovenop de geluidshinder,
trillingen veroorzaken met soms zeer onaangename gevolgen voor de eigenaars of bewoners van woningen. Daarmee
moet rekening worden gehouden bij het uitstippelen van
het traject en men mag niet enkel focussen op de reissnelheid van de bussen.
Par ailleurs, il est précisé qu’il y a lieu de chercher des
solutions aux nuisances sonores engendrées par le matériel
roulant de la STIB : la note évoque les trams, mais l’orateur
insiste également sur les bus et, plus particulièrement, le
développement des bus à accordéon qui, même s’ils améliorent la qualité du service pour les usagers, génèrent par
endroits, outre les nuisances sonores, des problèmes de
vibrations avec parfois des conséquences très désagréables
pour les propriétaires ou occupants de certaines habitations. Il est important d’en tenir compte lors de la définition
des parcours et ne pas se focaliser uniquement sur la vitesse
commerciale des bus.
De oriënteringsnota voorziet onder meer in een aantal
initiatieven opdat de Brusselse taxi’s cliënten aan de luchthaven Brussel-Nationaal kunnen ophalen. Die vraag is niet
nieuw. Kan de Minister preciseren welke stappen er al zijn
gedaan en welke plannen hij al heeft gesmeed om dat doel
te bereiken ?
La note d’orientation prévoit notamment la prise d’initiatives pour permettre aux taxis bruxellois le chargement de
clients à l’aéroport de Bruxelles-National. Cette demande
n’est pas neuve. Le ministre peut-il préciser quelles sont les
démarches déjà entreprises et, si cela a déjà été planifié, ce
qu’il projette de faire pour atteindre cet objectif ?
Onlangs was er in de commissie een debat over de digitale applicaties die door sommigen worden gebruikt. Er
werd echter niet gesproken van wat het Gewest doet om
de Brusselse taxi’s met een dergelijke applicatie uit te rusten. Wordt er een project uitgevoerd, desgevallend met het
CIBG, of worden de telefooncentrales daarin volledig vrijgelaten ?
Il y a eu récemment en commission un débat sur les
applications numériques utilisées par certains, sans pour
autant s’attarder sur ce que la Région fait pour doter les
taxis bruxellois d’une telle application. Un projet est-il en
cours de réalisation, le cas échéant avec le CIRB, ou la
liberté d’aller dans ce sens est laissée aux centrales téléphoniques ?
De heer Youssef Handichi benadrukt dat de begroting uitgaat van een toename van het aantal reizigers met
1,5 % : het is duidelijk dat het gebrek aan investeringen bij
de MIVB afhangt van die prognoses, terwijl in de overige
jaren sinds 2008 telkens een toename van het aantal reizigers met 6 % werd vooropgesteld. Het is dus duidelijk dat
er een constante daling van het aantal reizigers is. Het is
niet door de prijzen te verhogen en het aanbod en de investeringen te verminderen dat men meer reizigers zal lokken.
M. Youssef Handichi souligne que le budget prévoit une
augmentation de 1,5 % de voyageurs : on voit bien que le
manque d’investissement à la STIB est fonction de ces prévisions, alors que les autres années, depuis 2008, on prévoyait une augmentation chaque fois de 6 % de voyageurs.
On voit donc bien qu’il y a une baisse continue des usagers, et ce n’est pas en augmentant les prix et en diminuant
l’offre et les investissements que l’on va amener davantage
d’usagers.
Mevrouw Joëlle Maison dankt de Regering voor het geleverde werk en voor het enthousiasme waarvan Minister
Smet getuigt. Een eerste vraag gaat over de vrachtwagens :
afgezien van de strategische acties voor het goederenvervoer in Brussel, vraagt ze welke maatregelen de Regering
van plan is te nemen om zware vrachtwagens te ontmoedigen gebruik te maken van secundaire wegen ?
Mme Joëlle Maison remercie le Gouvernement pour le
travail effectué, ainsi que pour l’enthousiasme dont fait
preuve le ministre Smet. Une première question concerne
les poids-lourds : au-delà des actions stratégiques liées au
transport de marchandises à Bruxelles, quelles mesures le
Gouvernement compte-t-il prendre pour dissuader les véhicules de gros gabarit d’emprunter les voiries secondaires ?
Wat de metro (blz. 309 van de oriënteringsnota) betreft,
is er sprake van studies aan te vatten voor het tracé van de
toekomstige metro in Ukkel : hoe zal de Regering overleg
plegen, onder meer met de gemeente Ukkel ?
Pour ce qui concerne le métro (p. 309 de la note d’orientation), il est question d’entamer des études pour le tracé
du futur métro à Uccle : comment le Gouvernement va-til procéder en termes de concertation, notamment avec la
commune d’Uccle ?
Mevrouw Cieltje Van Achter zegt dat ze heel verbaasd
was toen ze kennis nam van het onderdeel mobiliteit van
Mme Cieltje Van Achter se dit fortement étonnée
lorsqu’elle a pris connaissance du volet mobilité de la
A-50/3 – 2014/2015
— 87 —
A-50/3 – 2014/2015
de algemene beleidsverklaring : er was sprake van wandelen op de centrumlanen, fietsen op de kleine ring, de metro
(een goed project), het aanmoedigen van de NMBS … en
ten laatste kon gelezen worden dat de Regering niets heeft
tegen auto’s. Vervolgens kwam de oriëntatienota, waarin
de ambities van de Regering voor de komende vijf jaar
omstandig werden beschreven. Nu stelt de Minister ons
zijn begroting voor, waarbij hij verwittigt dat hij nog niet
precies bepaald heeft wat hij ermee gaat doen. De voornaamste vraag is dus : wat gaat de Minister doen met zijn
begroting ? Zijn er cijferdoelstellingen ? Termijnen ? Gaat
dat besproken worden binnen deze commissie ? Op welk
moment ?
déclaration de politique générale : il était question de se
promener sur les boulevards du centre, de faire du vélo
sur la petite ceinture, du métro (ce qui est un bon projet),
d’encourager la SNCB … et enfin on y apprenait que le
gouvernement n’était pas anti-voiture, point final. Ensuite
est venue la note d’orientation, détaillant les ambitions du
gouvernement pour les cinq ans à venir. Maintenant, le
ministre nous présente son budget, en prévenant qu’il n’a
pas encore déterminé exactement ce qu’il va en faire. La
question principale est donc : que va faire le ministre avec
son budget ? Y a-t-il des objectifs chiffrés ? Des délais ?
Va-t-on en discuter au sein de cette commission ? A quel
moment ?
De heer Ridouane Chahid vindt dat een mobiliteitsproject vanaf het begin moet worden besproken met de
diensten voor ruimtelijke ordening. Het is duidelijk dat alternatieven voor auto’s de leidraad moeten zijn van elke
ruimtelijke inrichting. Soms is daar niet de ruimte voor. Om
die reden is het nodig de openbare ruimte te verdelen tussen
de verschillende vervoerswijzen.
M. Ridouane Chahid estime qu’un projet de mobilité
doit être discuté depuis son commencement avec les services de l’aménagement du territoire. Il est clair que l’alternative à la voiture doit être la ligne conductrice de tout
aménagement du territoire. Parfois, l’espace ne le permet
pas. C’est pourquoi il est nécessaire de réaliser un partage
de l’espace public entre les différentes modes de transport.
Wordt het aandeel dat Beliris gaat betalen reeds opgenomen in de investeringsbegroting ? Het grote probleem
bij de MIVB is dat altijd zeer hoge begrotingen worden
ingeschreven, die zelden volledig worden vereffend : gemiddeld wordt slechts 35 % van de investeringsbegroting
vereffend.
Dans le budget des investissements, la part que va
prendre en charge Beliris est-elle déjà reprise ? Le gros
problème à la STIB, c’est qu’on inscrit toujours des budgets très élevés, mais qui sont rarement liquidés dans leur
entièreté : en moyenne, seulement 35 % du budget d’investissement est liquidé.
Wat de voorkeurtarieven betreft, vraagt hij zich af of het
voor 2015 ingeschreven bedrag reeds rekening houdt met
de hervorming die de Minister heeft aangekondigd ?
En ce qui concerne les tarifs préférentiels, le montant
inscrit en 2015 tient-il déjà compte de la réforme annoncée
par le ministre ?
Inzake het Parkeeragentschap, gaat de Minister de voorziene dotatie schrappen in 2015. Is dat niet te optimistisch ?
Is het zeker dat het agentschap dat bedrag niet nodig zal
hebben ?
Concernant l’agence de stationnement, le ministre va
supprimer en 2015 la dotation prévue. N’est-ce pas trop
optimiste ? Est-on sûrs que l’agence n’aura pas besoin de
ce montant ?
Mevrouw Céline Delforge begint de grote lijnen van het
door deze Regering verdedigde beleidsproject te zien. Er
bestaat een kloof tussen de mensen die voor productiviteit
zijn en de anderen : aan de ene kant staan degenen die denken dat de hulpbronnen onbeperkt zijn, aan de andere kant
degenen die denken dat beter gewerkt moet worden met
de beschikbare middelen. Terwijl de Minister vindt dat de
openbare weg moet verdeeld worden tussen de vervoerswijzen, gaat het niet zozeer over het verdelen, maar over
het verdubbelen van de openbare ruimte. Men moet graven
om de auto’s en de metro te begraven. Zo wordt plaats gemaakt voor iedereen, dat is wel mooi maar er is wel degelijk een begroting, en ze heeft beperkingen.
Mme Céline Delforge commence à cerner les contours
du projet politique défendu par ce gouvernement. Il existe
un clivage productivistes/anti-productivistes : d’une part,
ceux qui pensent que les ressources sont illimitées, et
d’autre part ceux qui pensent qu’il faut travailler avec ce
que l’on a pour arriver à mieux. En effet, alors que le ministre estime qu’il faut partager la voirie entre les modes de
transports, il ne s’agit pas tellement de partage, mais bien
d’un doublement de l’espace public : il s’agit de creuser
pour enterrer les voitures, pour enterrer le métro. On fait de
la place à tout le monde, c’est bien beau, mais le budget est
là et bien là : il n’est pas illimité.
Brussel is een stad met meer en meer mobiliteitsproblemen. Een enkele indicator is het aantal motorvoertuigen bij
de gezinnen : men stelt vast dat tussen 35 % en 40 % van de
Brusselse gezinnen geen auto hebben. Een auto kost de gemeenschap immers enorm veel, op het vlak van vervuiling,
volksgezondheid, enz. Het zijn echter de gezinnen met het
kleinste inkomen die geen auto hebben. Die mensen beta-
Bruxelles est une ville où il y a de plus en plus de problèmes de mobilité. Ne prenons qu’un seul indicateur, celui
de taux de motorisation des ménages : on constate qu’entre
35 % et 40 % des ménages Bruxellois ne disposent pas de
voiture. En effet, une voiture a un coût collectif énorme, en
termes de pollution, de santé publique, etc. Or ce sont les
ménages qui ont le moins de revenus qui ne disposent pas
A-50/3 – 2014/2015
— 88 —
A-50/3 – 2014/2015
len ook belastingen, men zou ook aan hen moeten denken
als men spreekt over mobiliteitsbeleid. In de andere steden
met een vergelijkbare omvang is het percentage gezinnen
met een auto kleiner.
de voiture. Ces gens paient aussi leurs impôts, il faudrait
aussi s’en préoccuper lorsqu’on parle d’une politique de
mobilité. Dans les autres villes de taille comparable, il y a
un taux de motorisation plus faible.
De nieuwigheid is dat men zich niet afvraagt hoe het gebruik van de auto te verminderen. Het probleem is dat al het
geld wordt opgeslorpt door infrastructuurwerken, zonder te
denken aan de economie. Waarom wordt mobiliteit niet beschouwd als een economische hefboom ? Volgens de principes van Keynes, moet noodzakelijk geld teruggaan naar
de economie als de overheden investeren. Hier is dat niet
het geval : als een tunnel gebouwd wordt, wie gaat dan de
werken uitvoeren ? Zeker niet de Brusselse bedrijven! Dat
geeft dus geen extra werk aan de Brusselaars. Overigens is
het een « one shot » : als de tunnel gebouwd is, is het geld
weg. Daarentegen als uitbatingsuitgaven gedaan worden,
wordt het geld geïnvesteerd in jobs, door de bestuurders te
betalen, enz.
Ce qui est nouveau, c’est qu’on ne se demande plus
comment réduire l’usage de la voiture. Le problème est
qu’on engloutit tout l’argent en travaux d’infrastructure
sans se préoccuper de l’économie. Pourquoi n’envisage-ton pas la mobilité comme levier économique ? Selon les
principes du Keynesianisme, lorsque les pouvoirs publics
investissent, il faut nécessairement un retour sur le plan
économique. Ici il n’y en a pas : lorsque l’on construit un
tunnel, qui va réaliser les travaux ? Certainement pas les
entreprises Bruxelloises ! Il n’y aura donc pas d’emplois
supplémentaires pour les Bruxellois. Et par ailleurs, c’est
du « one shot » : quand le tunnel est construit, l’argent est
parti. Par contre, lorsque l’on fait des dépenses d’exploitation, on investit l’argent dans des emplois, en payant des
conducteurs, etc.
Waarom hebben de Brusselaars meer auto’s dan in vergelijkbare steden ? Hier kunnen de automobilisten zich verplaatsen : zo veel te meer infrastructuur, zo veel te meer
wagens er zullen zijn. Laat ons een voorbeeld nemen : tijdens het weekend rijden de voertuigen van de MIVB heel
weinig, wat de mensen aanmoedigt om een auto te kopen
om zich te verplaatsen buiten de spitsuren. Men kiest dus
voor een verdubbeling van de openbare ruimte door tunnels
te graven, en men wil hetzelfde doen voor de luchtwegen.
Waar staan in de begroting de kredieten voor de renovatie
van de Leopold II-tunnel ? Men heeft zelfs de middelen
niet meer om het bestaande te onderhouden of te beveiligen, en men graaft reeds nieuwe tunnels. Dat is een vlucht
naar voren. Al het geld moet eerder besteed worden aan
lichte werken, en niet enkel voor de woon-werktrajecten.
Het openbaarvervoersnet wordt steeds verder uitgewerkt
met lijnen die van buiten de stad naar het centrum van de
stad gaan en omgekeerd, terwijl men zelfs geen performant
net binnen Brussel kan uitwerken.
Pourquoi les Bruxellois ont-ils plus de voitures que
dans des villes comparables ? Car ici, les automobilistes
savent se déplacer : plus il y a de l’infrastructure, plus il
y aura de voitures. Prenons un exemple : le week-end, les
fréquences de la STIB sont indigentes, ce qui encourage les
gens à s’acheter une voiture, pour se déplacer en-dehors
des heures de pointe. Donc on fait le choix de doubler l’espace public en creusant des tunnels, et on veut même faire
de l’aérien. Où se trouvent donc au budget les crédits pour
la rénovation du tunnel Léopold II ? On n’a même plus les
moyens ni d’entretenir ni de sécuriser l’existant, que l’on
creuse déjà de nouveaux tunnels. C’est la fuite en avant. Au
contraire, il faut mettre le paquet sur du léger, et pas seulement sur les trajets domicile-travail. On continue à orienter
le réseau de transports en commun en établissant des lignes
radiales, qui vont de l’extérieur vers l’intérieur de la ville et
vice-versa, alors qu’on ne sait même pas élaborer un réseau
intrabruxellois performant.
Door tunnels te bouwen, gaat men de begroting voor
langere tijd bezwaren. Men heeft echter de indruk dat het
loze beloftes zijn. De spreekster heeft enkele doelgerichte
vragen.
En créant des tunnels, on va plomber le budget pour
longtemps. On a vraiment l’impression de « raser gratis ».
L’oratrice pose quelques questions précises.
– Waar gaat het geld naartoe ? Als de MIVB 3,8 miljoen
euro moet besparen, zal dat gebeuren op de loonmassa :
is dat een voorafbeelding van de indexsprong waartoe de
federale Regering heeft beslist ? In alle andere gedeelten
van de gewestelijke begroting, wordt die indexsprong
niet verrekend. Waarom maakt de MIVB een uitzondering ?
– Vers où va l’argent ? Si la STIB doit réaliser 3,8 millions
d’euros d’économies, elle va le prendre sur la masse salariale : est-ce une préfiguration du saut d’index décidé
par le Gouvernement fédéral ? Or dans toutes les autres
parties du budget régional, on n’intègre pas ce saut d’index. Pourquoi la STIB fait-elle exception ?
– Is het mogelijk dat men het bovengrondse naar de achtergrond schuift om het ondergrondse te financieren ?
– Est-il possible que l’on sous-réalise ce qui est en surface
afin de financer le sous-sol ?
– Wat Beliris betreft, is er niets concreets : is dat manna
verzekerd ? Er is geen zekerheid over de aangekondigde
– Pour ce qui est de Beliris, on ne sait rien de concret :
cette manne est-elle assurée ? On n’a pas de certitudes
A-50/3 – 2014/2015
— 89 —
A-50/3 – 2014/2015
bedragen, maar men heeft het wel over tunnels hier en
een metro daar. Dat is onzin !
quant aux montants annoncés, que l’on annonce déjà des
tunnels par-ci, du métro par-là : ce n’est pas sérieux !
– De volksvertegenwoordigster begrijpt dat er geen tram
zal komen naar Thurn&Taxis. Wat zal men dan wel
doen ? Zal een bus dus genoeg zijn ? En waarom geen
metro als men het daar toch over heeft ? Men is ook niet
klaar voor een tram 71 naar het Centraal Station. Het is
duidelijk wat er naar de achtergrond zal verdwijnen : het
bovengrondse netwerk.
– La députée apprend que l’on fera pas de tram vers Tour
& Taxis. Que fera t-on alors ? Un bus devrait suffire ?
Et pourquoi pas du métro tant qu’on y est ? On n’est
pas près non plus de voir passer un tram 71 à la gare
centrale. On voit bien que ce qui passera au second plan,
c’est le réseau de surface.
– En hoe staat het met de samenwerking met de NMBS ?
De bediening van de werkgelegenheidspolen is niet het
enige dat telt; er zijn ook mensen die in de stad wonen en
die verplaatsingen doen die niets te maken hebben met
de verplaatsingen naar het werk.
– Qu’en-est-il des collaborations avec la SNCB ? Il n’y a
pas que la desserte des pôles d’emploi qui compte, mais
il y a aussi des gens qui habitent dans cette ville, et qui
doivent se déplacer pour autre chose que des déplacements domicile-travail.
– Quid met de overdracht van geld om het PULSAR-project te financieren ?
– Enfin, qu’en-est-il des transferts de fonds pour financer
Pulsar ?
Mevrouw Carla Dejonghe zegt dat, enkele weken geleden, de Minister-President en zijn Vlaamse collega aankondigden dat de uitbreiding van de Ring en de aanleg van
de tramlijnen van de Lijn tot in Brussel, uitgewerkt zullen
worden in werkgroepen. De Open Vld-fractie is daar erg
blij mee. Samenwerking met Vlaanderen is immers één
van de belangrijkste factoren om het mobiliteitsprobleem
in Brussel én Vlaams-Brabant deftig aan te kunnen pakken.
Open Vld blijft ervoor pleiten dat er ook met de centrumsteden een vast overleg zou komen. Veel van hun mobiliteit
is immers afgestemd op de nabijheid en economische interactie met ons Gewest. Die economische wisselwerking
heeft gevolgen voor Brussel.
Mme Carla Dejonghe rappelle qu’il y a quelques semaines, le ministre-président et son collègue flamand ont
annoncé que l’élargissement du Ring et l’aménagement des
lignes de tram de De Lijn jusqu’à Bruxelles seront élaborés
dans le cadre de groupes de travail. Le groupe Open-VLD
en est ravi. La coopération avec la Flandre est, en effet, un
des principaux facteurs pour permettre de résoudre convenablement le problème de la mobilité à Bruxelles et dans
le Brabant flamand. L’Open-VLD continue également de
plaider en faveur d’une concertation permanente avec les
centres urbains. En effet, leur mobilité est en grande partie
adaptée en fonction de la proximité et de l’interaction économique avec notre Région. Cette interaction économique
a des conséquences pour Bruxelles.
Het is met die aankondiging in het achterhoofd dat de
spreekster deze begroting wil bekijken. Voor de Open Vldfractie zijn er twee essentiële elementen voor het mobiliteitsbeleid in de komende jaren :
C’est avec cette annonce à l’esprit que l’intervenante
examinera le présent budget. Pour le groupe Open-VLD,
deux éléments sont essentiels pour la politique de la mobilité des prochaines années :
– ten eerste overleg en samenwerking met de andere Gewesten;
– premièrement, la concertation et la coopération avec les
autres Régions;
– ten tweede de uitbreiding van het Brusselse metronetwerk.
– deuxièmement, l’extension du réseau de métro bruxellois.
Beiden moeten vanaf deze zittingsperiode effectief uitgevoerd worden. Maar er zijn ook nog een aantal andere
ingrijpende veranderingen, zoals PULSAR. Al die plannen
die zo netjes opgesomd staan in het regeerakkoord gaan
veel kosten. Het is daarom ook interessant om te zien op
welke manier en wanneer al die grote investeringen hun
volle impact zullen hebben op de begroting. Is het mogelijk
om daar globaal al een beeld van te krijgen ?
Ces deux éléments doivent effectivement être mis en
œuvre à partir de cette législature. Mais il y a également
plusieurs autres changements importants, tels que Pulsar.
Tous ces projets soigneusement énumérés dans l’accord de
gouvernement auront un coût important. C’est pourquoi il
est également intéressant de voir comment et quand tous
ces grands investissements impacteront pleinement le budget. Est-il possible d’avoir déjà une vue globale de la question ?
In de toelichting heeft de Minister duidelijk gezegd
dat er nog geen rekening werd gehouden met Beliris. Er
is sprake van « aparte besluitvorming ». Er zijn daarover
Dans son exposé, le ministre a dit clairement qu’on
n’avait pas encore tenu compte de Beliris. Il est question
d’un « processus décisionnel distinct ». Ces derniers temps,
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 90 —
de laatste tijd een aantal ballonnetjes opgelaten. Voor de
Open Vld-fractie is het duidelijk dat het overgrote deel van
de Belirismiddelen naar de uitbouw van de metro moeten
gaan. Dat leek ook zo afgesproken. Brussel heeft die investeringscapaciteit ook nodig de komende jaren. Dus wil de
spreekster de Minister graag vragen naar een stand van zaken van deze regeling ? Hoe staat de Regering daar tegenover ? Zal de Minister zich sterk maken opdat die middelen
naar de metro-uitbreiding gaan ?
plusieurs ballons d’essai ont été lancés à ce sujet. Pour le
groupe Open-VLD, il est évident que la majeure partie des
moyens de Beliris doit être affectée à l’extension du métro.
Tel semblait aussi être l’accord. Bruxelles a également besoin de cette capacité d’investissement les prochaines années. Le ministre peut-il dès lors faire un point de la situation concernant cet arrangement ? Quelle est la position du
gouvernement à cet égard ? Le ministre plaidera-t-il pour
que ces moyens soient affectés à l’extension du métro ?
Wat de begroting van de MIVB betreft, kan men deze
week in de pers lezen dat er geen stijging van de gewone
abonnementen komt, noch van de meerrittenkaarten. Werd
er dan een verkeerde inschatting gemaakt van de inkomsten ?
Pour ce qui est du budget de la STIB, cette semaine, on
a lu dans la presse que ni les abonnements ordinaires ni
les cartes à voyages multiples n’augmenteront. A-t-on donc
mal estimé les recettes ?
*
* *
*
* *
De heer Willem Draps wijst erop dat op het geheel van
de gewestbegroting de opdrachten betreffende de mobiliteit de belangrijkste blijven, omdat die alleen al betrekking
hebben op meer dan een vierde van de gewestbegroting.
Hoewel dit beleid 25 % van de begroting vertegenwoordigt, worden aan dit beleid maar 20 bladzijden op de
600 bladzijden gewijd in de oriëntatienota. Daarom blijft
de volksvertegenwoordiger op zijn honger door de manier
waarop de doelstellingen beschreven worden.
M. Willem Draps fait observer que sur l’ensemble du
budget régional, les missions concernant la mobilité restent
les plus importantes, car elles concernent à elles seules
plus du quart du budget régional. Néanmoins, alors que
ces politiques représentent 25 % du budget, elles ne représentent que 20 pages sur les 600 pages que comporte la
note d’orientation. C’est pourquoi le député reste sur sa
faim concernant la manière dont les objectifs sont décrits.
Het gaat om een materie waarover heel wat eensgezindheid bestaat en met weinig ideologische tegenstellingen :
iedereen is voorstander van een toename van het openbaar
vervoer, de beperking van de plaats van de auto in de stad,
de verhoging van het veiligheidsgevoel, de betere toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit en het
respect voor het leefmilieu. De MR-fractie is het echter niet
eens met de manier om deze doelstellingen te bereiken, en
verzet zich vooral tegen wat mevrouw Delforge beweert.
Voor de MR-fractie is het belangrijk, alvorens maatregelen te nemen om de plaats van de wagen te beperken, eerst
een alternatief aanbod van openbaar vervoer te creëren. Er
moet openbare ruimte vrijgemaakt worden voor het lokale
verkeer, de voetgangers, de fietsers en voor een andere esthetische aanpak van onze pleinen en straten. Wanneer men
de postkaarten van 100 jaar geleden bekijkt, ervaart men
een zekere rust die men vandaag opnieuw zou willen beleven. Men ziet dat de stad sterk veranderd is : het aandeel
van de wagen is enorm gestegen, net als de demografie.
De ruimte is vandaag beperkt tot de gebouwenrijen. Maar
de MR-fractie wil geen brutaal verbod op de wagen. Men
moet zich overal met de wagen kunnen verplaatsen, al was
het maar om een groot voorwerp aan de deur te kunnen
afzetten. De handel moet ook kunnen leveren. Dat zijn verplichtingen waar men niet onderuit kan.
Il s’agit d’une matière assez consensuelle, peu marquée
idéologiquement : tout le monde est partisan d’une augmentation de la part des transports en commun, tout le monde
convient qu’il faut diminuer la place de la voiture en ville,
qu’il faut augmenter le sentiment de sécurité, qu’il faut plus
d’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite et qu’il
faut respecter l’environnement. Le groupe MR marque
cependant sa divergence sur la manière de parvenir à ces
objectifs, et singulièrement en contradiction avec ce qu’a
affirmé Mme Delforge. Pour le MR, il est important, préalablement à toute mesure visant à restreindre l’automobile, de créer d’abord une offre de transports en commun
alternative. Il est clair qu’il faut libérer de l’espace public
pour laisser la voirie à la circulation locale, aux piétons,
aux cyclistes, ainsi qu’à la requalification esthétique de nos
places et rues. Quand on regarde les cartes postales d’il y
a 100 ans, il s’en dégage une certaine quiétude, que l’on
aimerait retrouver de nos jours. On voit que la ville a beaucoup évolué : la part de la voiture a énormément augmenté,
de même que la démographie. L’espace est aujourd’hui
réduit aux alignements des immeubles. Mais le MR ne veut
pas de mesure brutale d’interdiction de la voiture. Il faut
pouvoir se déplacer partout en voiture, ne fût-ce que pour
déposer un objet encombrant devant sa porte. Le commerce
doit également être livré. Ce sont des contraintes auxquelles
on ne peut se soustraire.
Steden van dezelfde omvang als Brussel hebben een
aantal grote lanen aangelegd om de verkeersstromen te
kanaliseren, omdat het vandaag de enige manier is om de
Des villes de même importance que Bruxelles ont réalisé une série de voies métropolitaines pour canaliser les
flux de circulation, car c’est le seul moyen aujourd’hui de
A-50/3 – 2014/2015
— 91 —
A-50/3 – 2014/2015
lokale wegen te beschermen. Nemen wij als voorbeeld Kopenhagen : Denemarken is het land waar een auto het meest
kost. In België is het omgekeerd. Maar in Denemarken bestaan er geen bedrijfswagens en de autofiscaliteit bedraagt
bijna 100 %. Het percentage auto-eigenaars in Kopenhagen
is veel lager dan in Brussel. Maar de enige oplossing die
men gevonden heeft om de mobiliteit in deze stad te verbeteren, was de aanleg van een gigantisch geautomatiseerd
metronetwerk. In Brussel grijpt men eindelijk terug naar
de metro, want het is de enige mogelijkheid om de stad
te ontlasten. Vroeger was er in Brussel een groep, waarvan de spreker deel uitmaakte, die voorgezeten werd door
Guy Cudell en die gekant was tegen de vervanging van de
tramlijnen op de kleine ring door echte metrolijnen. 30 jaar
later stelt men echter vast dat indien de kleine ring niet omgebouwd was tot een metro, er vandaag enorme problemen
voor het openbaar vervoer gerezen zouden zijn. De spreker
geeft toe dat hij een vergissing gemaakt heeft. Vandaag is
er geen enkel ander alternatief dan de aanleg van een echt
metronet, op dezelfde manier als in Madrid waar 80 km
metrotunnels op enkele jaren tijd aangelegd zijn. In Brussel heeft men jaren nodig gehad om de juiste beslissing te
nemen en de spreker stelt Ecolo verantwoordelijk voor de
toestand waarin wij ons vandaag bevinden.
protéger les voiries locales. Prenons l’exemple de la ville
de Copenhague : le Danemark est le pays où il est le plus
coûteux d’acheter une voiture. En Belgique, c’est l’inverse.
Mais au Danemark, il n’y a aucune voiture de société, et la
fiscalité automobile est de presque 100 %. Le taux de propriétaires de voiture à Copenhague est bien plus faible qu’à
Bruxelles. Mais la seule solution que l’on a trouvée pour
redonner de la mobilité dans cette ville, a été de construire
un méga-réseau de métro automatisé. Ici à Bruxelles, on
en revient enfin au métro, qui est la seule possibilité de
désengorger cette ville. À Bruxelles, à l’époque, il y avait
un groupe, dont faisait partie l’intervenant, présidé par Guy
Cudell, et qui était opposé à la conversion en métro lourd
des lignes de tram sur la petite ceinture. Or, 30 ans après,
on se rend compte que si la petite ceinture n’avait pas été
convertie en métro, il y aurait aujourd’hui d’énormes problèmes de congestion des transports en commun. L’orateur
admet qu’il avait fait une erreur. Aujourd’hui, il n’y a pas
d’autre alternative que de créer un vrai réseau de métro, de
la même manière que ce qu’on a fait à Madrid, où 80 km de
tunnels de métro ont été construits en quelques années. À
Bruxelles, on a mis des années avant de prendre la décision
qu’il fallait, et l’intervenant rend Ecolo responsable de la
situation dans laquelle on vit actuellement.
Vandaag wil de Regering een dynamisch beleid voeren
en worden er enkele richtpunten op het vlak van infrastructuur vastgelegd. Men hoopt de werken voor de metro
Noord in 2019 te kunnen starten : maar is dat realistisch ?
Er is weinig hoop voor een evolutie van het net op korte
termijn. Dat alles komt voort uit het feit dat de Brusselse
Regering in 2004 de historische vergissing gemaakt heeft
om de uitbreiding van de metro stop te zetten. Sinds de
aanleg van de Noord-Zuidverbinding, heeft men het Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuidverbinding
gehad en daarna de bijzondere studiedienst van de MIVB
die alle mogelijke expertise op het vlak van metrowerken
verenigde. Deze instelling is uitgehold. Wat blijft er over
van deze bijzondere studiedienst na 10 jaar lethargie ?
Aujourd’hui, le gouvernement veut mener une politique
volontariste, et pose certains jalons en matière d’infrastructures. On envisage le début des travaux pour le métro nord
en 2019 : mais est-ce réaliste ? Cela nous laisse bien peu
d’espoir pour une évolution du réseau à court terme. Tout
cela résulte du fait qu’en 2004, le gouvernement bruxellois a commis l’erreur historique d’arrêter l’extension du
métro. Depuis la construction de la jonction Nord-Midi, il y
a eu à Bruxelles l’Office National de la Jonction Nord-Midi
auquel a succédé le service spécial d’études de la STIB, qui
regroupait en son sein toute l’expertise possible en matière
de construction de métro. Cette institution a été émasculée et mise en veilleuse. Que reste t-il de ce service spécial
d’études, après 10 ans de léthargie ?
Men zal zeker 10 jaar nodig hebben om de metro naar
Schaarbeek aan te leggen, wat de uitvoering ervan uitstelt
tot 2025-2028. Om van het Noordstation naar Bordet te
gaan zal men ten minste vijf jaar bouwwerken moeten plannen. Naar het zuiden zal men studies starten. Er zal heel
wat water naar de zee vloeien alvorens er een metro naar
Ukkel is. Niet vóór 2040. Dat is het gevolg van de lange
duur van de procedure en de mogelijkheid om naar de Raad
van State te stappen op elk moment van de procedure. In
de XIXe eeuw was alles op een jaar of twee geklonken. In
april 1834 heeft het Parlement de wet op de spoorwegen
goedgekeurd en dertien maanden later, in mei 1835, werd
de eerste spoorlijn tussen Brussel en Mechelen ingehuldigd. Vandaag stelt men vast dat een kleine verlenging, te
weten die van de 94, waarover geen discussie bestaat, zes
jaar gepalaber vereist om tot de afgifte van de vergunning
te komen. Men vreest dat er nog enkele maanden vereist
zijn om de werken te starten. Hetzelfde geldt voor tram 9 :
On mettra certainement 10 ans pour construire le métro
vers Schaerbeek, ce qui en reporte la mise en service entre
2025 et 2028. Pour aller de la Gare du Nord à Bordet, il faudra nécessairement au moins cinq ans de chantier. Et vers
le sud, on va se lancer dans des études. Mais il va s’écouler
une période fort longue avant d’avoir un métro vers Uccle.
On ne le verra pas avant 2040. Cela est dû à la longueur de
la procédure, et la possibilité de faire des recours au Conseil
d’État à chaque moment de la procédure. Au XIXème siècle,
tout se faisait en un an ou deux : en avril 1834, le Parlement
a voté la loi sur les chemins de fer, et treize mois après, en
mai 1835, on inaugurait la première ligne de chemin de fer
entre Bruxelles et Malines. Or aujourd’hui, quand on voit
qu’un tout petit prolongement, celui du 94, qui est un dossier hyper-consensuel, nécessite six ans de palabres pour
en arriver à la délivrance du permis, on craint qu’il faille
encore quelques mois avant de commencer les travaux. Il
en va de même pour le tram 9 : le permis a enfin été délivré,
A-50/3 – 2014/2015
— 92 —
A-50/3 – 2014/2015
de vergunning is eindelijk afgegeven maar de werken zijn
nog altijd niet begonnen. Men spreekt daar nu al tien jaar
over.
mais les travaux n’ont toujours pas commencé. Or cela fait
dix ans qu’on en parle.
De woorden die de Minister in zijn oriëntatienota gebruikt spreken voor zich : men verneemt dat de Regering de
tram 71 wil « realiseren » en het traject via de Koningsstraat
wil « bestuderen ». De spreker durft te wedden dat binnen
vijf jaar, op het einde van de zittingsperiode, er geen meter
spoor aangelegd zal zijn op het traject van de toekomstige
tram 71. Voor Meiser zegt de Minister dat hij het project wil
« initiëren ». Tussen het Noordstation en Thurn & Taxis,
doet de Minister niet meer dan een tramlijn « voorzien ».
Alles is in nevelen gehuld. De spreker heeft twijfels bij de
wil van de Regering in dat verband. Het minste dat men
kan zeggen is dat een zwak beleid bij gebrek aan begrotingsmiddelen gewoon voortgezet wordt. Er komt niet de
minste inhuldiging. De laatste keer dat men een verlenging
ingehuldigd heeft, was toen de heer Hasquin Minister was
en een metroproject in de steigers gezet had.
Le vocabulaire utilisé par le ministre dans sa note
d’orientation est parlant : on apprend que le gouvernement
veut « réaliser » le tram 71 et « étudier » le trajet via la
rue Royale. L’orateur prend le pari que dans cinq ans, à la
fin de la législature, il n’y aura pas un seul mètre de voie
posée sur le trajet du futur tram 71. A Meiser, le ministre
parle d’« initier » le projet. Entre la gare du Nord et Tour
& Taxis, le ministre ce contente de « prévoir » une ligne
de tram. On est là dans les limbes. L’orateur se dit dubitatif quant au volontarisme du gouvernement sur ce sujetlà. Le moins que l’on puisse dire, c’est que l’on assiste à
la continuité d’une politique émasculée faute de moyens
budgétaires, et qui se traduit par l’absence de la moindre
inauguration. La dernière fois que l’on a inauguré un prolongement, c’était un projet de métro qui avait été initié à
l’époque où M. Hasquin était ministre.
De spreker wenst dat men een einde maakt aan de ubueske toestand aan Churchill tussen tram 3 en tram 7. De meest
logische oplossing, zoals de Minister terecht gezegd heeft,
is de uitvoering van de eindhalte van de 7 en de 3 aan het
Albertstation. Niets staat eraan in de weg dat het Albertstation zeer snel aangelegd wordt, wat mogelijk zou moeten
zijn binnen twee jaar.
L’orateur souhaite qu’on mette fin à la situation
Ubuesque à Churchill entre le tram 3 et le tram 7. La solution la plus logique, comme l’a bien vu le ministre, est de
réaliser le terminus du 7 et du 3 à la station Albert. Rien
n’empêche d’aménager la station Albert très rapidement, ce
qui pourrait se faire dans les deux ans.
Zal ons Gewest overigens uitgesloten worden van de
financiering van 300 miljard euro die de Europese Commissie zopas aangekondigd heeft ? De Brusselse Regering
moet erop toezien dat zij haar deel van de koek krijgt. Volgens de geruchten zou men geld vragen voor Pulsar. De
spreker vindt dat het beter zou zijn te zeggen dat Brussel
nood heeft aan Europese financiering voor de aanleg van
een echt metronet, voor de hoofdstad van Europa ! Thans is
Brussel één van de steden met de meeste files. Als men van
de hoofdstad van Europa een meer mobiele stad wil maken,
moet men er nu van profiteren. Europa zou de aanleg van
Europese wijken, zoals het Schumanplein, moeten financieren. Onze Europese wijk heeft een imagoprobleem, en
wel op een catastrofale wijze. Maar als er geen wil is, gebeurt er weinig. Het verkeersplein Schuman zit nog altijd in
het slop. De spreker hoopt dat de Regering iets zal kunnen
realiseren. De spreker wijst op de houding van mevrouw
Onkelinx, die verantwoordelijk is voor de mislukking van
dit project door haar gekibbel met de architect. Als men
van de autosnelweg van Luik komt, zou men rechtstreeks
moeten kunnen rijden naar de Wetstraat in de tunnel zonder
opnieuw bovengronds te komen. Dat zou pas een ambitieus
project zijn.
Par ailleurs, notre Région sera-t-elle exclue des 300 milliards d’euros de financement que la Commission Européenne vient de lancer ? Le Gouvernement bruxellois doit
être vigilant pour défendre sa part de gâteau. On envisagerait, d’après les rumeurs qui courent, de demander de
l’argent pour Pulsar. L’orateur trouve qu’il serait plus judicieux de dire que Bruxelles a besoin d’un financement
européen pour construire un vrai réseau de métro, pour la
capitale de l’Europe ! Actuellement, Bruxelles est une des
villes les plus embouteillées. Si on veut faire de la capitale de l’Europe une ville plus mobile, il faut en profiter
maintenant. Il faudrait que l’Europe finance l’aménagement des quartiers européens, comme la Place Schuman.
Notre quartier Européen est en déficit d’image, et cela de
manière catastrophique. Mais faute de volontarisme, peu de
choses se font. Le rond-point Schuman est toujours en rade.
L’orateur espère que le Gouvernement arrivera à en faire
quelque chose. Il pointe l’attitude de Mme Onkelinx, qui a
fait de ce projet un échec, en se disputant avec l’architecte.
Il faudrait qu’en venant de l’autoroute de Liège, on puisse
accéder directement à la rue de la Loi en tunnel sans revenir
en surface. Voilà un projet qui aurait été ambitieux.
In verband met het Mobiriscentrum, stelt de volksvertegenwoordiger aan de commissie voor, naar aloude traditie in het begin van de zittingsperiode, om ter plaatse te
gaan kijken. Dat is zeer interessant : vandaag zijn er meer
dan 500 kruispunten met verkeerslichten in Brussel. Maar
slechts een dertigtal daarvan zouden met dit centrum ver-
Concernant le centre Mobiris, le député suggère à la
commission, comme il est tradition en début de législature,
d’aller le visiter. C’est très intéressant : il y aujourd’hui plus
de 500 carrefours avec feux à Bruxelles. Or une trentaine
seulement de ces carrefours à feux seraient connectés à
ce centre ? Qu’en est-il exactement ? On dispose là d’un
A-50/3 – 2014/2015
— 93 —
A-50/3 – 2014/2015
bonden zijn ? Hoe staat het daar nu mee ? Men beschikt
over een performant instrument maar men zou veel beter
kunnen doen. De borden met wisselende boodschappen
die boven elke ingang van de tunnel hangen, tonen bijvoorbeeld boodschappen die niet ter zake doen : wanneer
er een boodschap verschijnt dat er een file is, staat men al
in de file, wat is het nut daarvan ? De spreker vindt het
positief dat het sluitingsuur van de tunnels voor onderhoud
verschoven is van 22 naar 24 uur. Maar men zou ook de
verkeerslichten op de omleidingsweg moeten aanpassen,
omdat tijdens de sluiting van de tunnels de werking van
deze lichten dezelfde blijft als overdag. Maar in Brussel
verplaatst men zich ‘s nachts niet op dezelfde manier als
overdag. De penibele situaties worden steeds op dezelfde
plaatsen waargenomen : aan de Wetstraat is er een permanente file tussen 17 uur en 20 uur. Daar moet dringend iets
aan gedaan worden.
outil performant, mais on pourrait faire beaucoup mieux.
Par exemple, les panneaux à messages variables, placés audessus de chaque entrée de tunnel, délivrent des messages
qui ne sont pas pertinents : quand le message indique qu’il
y a une file, on s’y trouve déjà coincé, alors à quoi cela sertil ? L’intervenant juge positif que le ministre ait fait reporter l’heure de la fermeture des tunnels pour maintenance
de 22 à 24 heures. Mais il faudrait aussi veiller à adapter
les feux sur l’itinéraire de contournement, car pendant la
fermeture des tunnels, le fonctionnement des feux reste le
même qu’en plein jour. Or on ne se déplace pas à Bruxelles
de nuit comme on le fait de jour. Les situations dégradées
sont toujours observées aux mêmes endroits : à la rue de la
Loi, on constate un embouteillage permanent entre 17 h et
20 h. Il y a là quelque chose d’urgent à faire.
In verband met de gewestelijke fietsroutes, stelt de Minister een goede vraag als hij de relevantie van de voortzetting van dit beleid wil onderzoeken. In 2004 was de
doelstelling de afwerking van de gewestelijke fietsroutes
in 2009. Vandaag, vijf jaar na deze termijn, is het project
nog altijd niet afgewerkt. Deze fietsroutes zijn vandaag een
echte zoektocht : eerst heeft men de fietspaden met verf
op de weg aangeduid en vandaag heeft men een wirwar
van kleine borden, wat natuurlijk plezier doet aan de fabrikanten van borden, maar dat is allemaal weinig efficiënt.
Dat is niet wat de fietsers van een fietsroute verwachten.
Waarom wil men dan een fietspad aanleggen op de kleine
ring ? Wat de fietsers interesseert, zijn veilige fietspaden
die zonder onderbreking op elkaar aansluiten. De Regering
stelt overigens niets voor op het vlak van parkeerplaatsen
voor tweewielers. Als men het gebruik van de fiets wil bevorderen, zouden de fietsers hun fiets veilig moeten kunnen
parkeren aan fietsstallingen. Men zou ook zijn fiets moeten
kunnen beschermen tegen het slechte weer. In Berlijn, staat
wel aan iedere paal op straat een fiets vastgebonden, maar
dat is niet ideaal.
Quant aux itinéraires cyclables régionaux (ICR), le ministre pose une bonne question en examinant la pertinence
de continuer cette politique d’ICR. En 2004 l’objectif était
de terminer les ICR en 2009. Aujourd’hui, cinq ans après
cette échéance, ce n’est toujours pas terminé. Ces ICR sont
aujourd’hui un véritable « jeu de piste » : on a d’abord commencé par marquer les pistes cyclables à la peinture sur la
voirie, et maintenant on a une forêt de petits panneaux, qui
fait peut-être plaisir aux fabricants de panneaux, mais qui
se révèlent fort peu efficaces. Ce n’est pas cela qu’attendent
les cyclistes d’un ICR. Alors pourquoi vouloir faire une
piste cyclable sur la petite ceinture ? Ce qui intéresse les
cyclistes, ce sont des pistes cyclables sécurisées, qui soient
en continuité l’une avec l’autre, sans hiatus. Par ailleurs,
le gouvernement ne propose rien en termes de parkings
pour les deux-roues. Or, si on veut promouvoir le vélo, les
cyclistes devraient pouvoir garer leur vélo en toute sécurité sur des arceaux. Il faudrait aussi que l’on puisse garer
son vélo à l’abri des intempéries. À Berlin, il n’y a plus un
seul poteau en rue qui ne serve à attacher un vélo, mais on
reconnaîtra que ce n’est pas l’idéal.
Wat het taxibeleid betreft, zegt men al jaren hetzelfde :
alle taxi’s moeten vanaf 1 januari 2016 uitgerust zijn met
een digitale taximeter voor elektronische betaling. Deze
doelstelling is eigenlijk al achterhaald. De spreker is ervan
overtuigd dat de inertie van de sector ertoe zal leiden dat
het materiaal wel aan boord zal zijn, maar zeker niet zal
werken!
En ce qui concerne le politique des taxis, on dit la même
chose depuis plusieurs années : tout les taxis doivent, pour
le premier janvier 2016, être équipés d’un taximètre numérique devant permettre le paiement électronique. Cet objectif est un peu éculé. L’orateur est persuadé que l’inertie du
secteur va faire que le matériel sera certes embarqué, mais
ne fonctionnera pas !
In verband met de voorbeelddossiers die de Minister
verdedigt, worden de afwerking van het Madouplein en de
afwerking van het Rogierplein vermeld : dat is de evidentie zelve ! De afbraak van het Reyersviaduct wordt goed
onthaald door de spreker, maar deze problematiek mag niet
losgekoppeld worden van de problematiek aan het Meiserplein : welke kalender zal de Minister voorstellen voor de
aanleg van deze tunnel onder het Meiserplein ? Met welke
middelen ? Het is van essentieel belang om tegelijk de problemen aan het Meiserplein, de Reyerslaan en de Brand
Withlocklaan te regelen binnen de komende vijf jaar. An-
Au niveau des dossiers-phares défendus par le ministre,
il s’agit de terminer la place Madou et la place Rogier :
c’est l’évidence même ! En ce qui concerne la démolition
du viaduc Reyers, l’intervenant peut rejoindre l’objectif, mais il ne faudrait pas séparer cette problématique de
celle de la place Meiser : quel calendrier le ministre va-t-il
proposer pour la construction de ce tunnel sous la place
Meiser ? Avec quel budget ? Il est essentiel de régler à la
fois les problèmes de la place Meiser, du boulevard Reyers
et du boulevard Brand Withlock, et cela dans les cinq ans
à venir. Autre dossier-phare : l’aménagement du tronçon
A-50/3 – 2014/2015
— 94 —
A-50/3 – 2014/2015
der voorbeelddossier : de aanleg van het gedeelte « Naamse
poort – Louiza » : over wat gaat het, wanneer men weet
dat de Regering het idee laten varen heeft om de rijstroken
voor het autoverkeer aan de Guldenvlieslaan te overdekken ? Hoe denkt de Minister de situatie te verbeteren tussen
Louiza en de Naamse poort ?
« Namur – Louise » : de quoi s’agit-il, lorsque l’on sait que
le gouvernement a abandonné l’idée de recouvrir les trémies automobiles de l’avenue de la Toison d’Or ? En quoi
le ministre compte-t-il améliorer ce qui existe entre Louise
et la porte de Namur ?
Wat de reissnelheid van de MIVB-voertuigen betreft,
meent de spreker dat steeds opnieuw hetzelfde refrein gezongen wordt : wanneer een programma maar weinig resultaten oplevert, verandert men de naam maar doet men
wel hetzelfde : zo is het reissnelheidsprogramma VICOM
het programma AVANTI geworden. Men zou beter spreken
over « RALANTI » omdat de reissnelheid in de feiten altijd
maar langer duurt : men geeft de indruk dat men investeert
in de afstandsbediening van de verkeerslichten, maar het
bestuur zorgt er wel voor dat dat niet werkt.
Enfin, concernant la vitesse commerciale des véhicules
de la STIB, l’orateur estime que c’est de bonne guerre :
lorsqu’un programme ne donne que très peu de résultats,
on change de nom mais pour faire la même chose : ainsi,
le programme VICOM, est devenu le programme AVANTI. Mais il faudrait plutôt dire « RALANTI », car dans les
faits, la vitesse commerciale ne fait que diminuer : on a
l’impression qu’on investit dans la télécommande des feux,
mais que l’administration fait en sorte que cela ne fonctionne pas.
De heer Jamal Ikazban wijst erop dat de mogelijkheid om elektronisch te betalen in een taxi al lang bestaat.
Waarom noemt men deze sector « bezoldigd personenvervoer » alsof als de rest gratis is ? Dat verbetert het imago
van de taxi’s niet. De taxisector heeft problemen, vooral
met een operator die de regels niet respecteert, zoals Uber.
In Frankrijk zijn er Uber-chauffeurs die zich laten betalen
op rekeningen in het buitenland om belastingen te ontwijken. De volksvertegenwoordiger onderstreept dat de snelle
en efficiënte interventie van de Minister om Uber een halt
toe te roepen in de promotiecampagne van Brussels Airlines resultaten opgeleverd heeft. Uber is natuurlijk wel een
probleem. Men kan wel de sector evalueren, zoals men elk
beleid evalueert, maar het is niet eerlijk om het probleem
met Uber te willen oplossen door een evaluatie te maken.
Maar het is misschien wel in de strijd tegen Uber dat men
zich zal kunnen verzoenen met de taxisector die dringend
nood heeft aan respect en steun van de toezichthoudende
overheid. De sector heeft die steun nodig om zich te moderniseren. De taxi vormt een onontbeerlijke aanvulling op het
beleid inzake openbaar vervoer. De taxisector is een bron
van werkgelegenheid. Het is ook de eerste ambassadeur in
het Brussels Gewest : het imago van het Gewest wordt eerst
en vooral bepaald door de taxisector.
M. Jamal Ikazban fait observer que la possibilité de
payer électroniquement dans un taxi existe déjà depuis
long­temps. Pourquoi appeler ce secteur « transport rémunéré de personnes » comme si tout le reste était gratuit ?
Cela n’améliore pas l’image des taxis. Le secteur des taxis
éprouve des difficultés, surtout avec un opérateur qui ne
respecte pas les règles, comme Uber. En France, il y a des
chauffeurs Uber qui se font payer sur des comptes à l’étranger, afin d’éviter l’impôt. Le député souligne que l’intervention rapide et efficace du ministre pour contrer Uber dans la
campagne de promotion de Brussels Airlines a payé. Uber
est certes un problème. S’il est vrai qu’on peut faire l’évaluation du secteur, comme on peut évaluer toute politique,
ce n’est pas honnête de vouloir régler le problème d’Uber
en faisant une évaluation. Mais c’est peut-être en luttant
contre Uber que l’on pourra se réconcilier avec le secteur
des taxis, qui a un besoin urgent de respect et de soutien de
son pouvoir de tutelle, et qui en a besoin pour se moderniser. Le taxi représente un complément indispensable à la
politique de transports publics. Le secteur taxi est un réservoir d’emplois. C’est aussi le premier ambassadeur de la
Région de Bruxelles-Capitale : l’image de la Région passe
en premier lieu par le secteur taxi.
Hoe staat het bijvoorbeeld met het oppikken van klanten
aan de luchthaven ? De voorganger van de Minister ging dit
probleem oplossen, maar dat is niet gebeurd : mag men nog
een oplossing verwachten ? Het systeem Collecto werkt
overigens zeer goed en heeft bijgedragen tot de democratisering van de toegankelijkheid van de taxi’s voor het ruime
publiek.
Par exemple, qu’en est-il du problème de la prise en
charge de clients à l’aéroport ? Le prédécesseur du ministre
devait régler le problème, mais cela n’a pas été fait : peuton encore espérer une solution ? Par ailleurs, le système
Collecto fonctionne très bien, et a contribué à la démocratisation de l’accessibilité des taxis au grand public.
De spreker meent dat de Minister voor een grote uitdaging staat. Het is waar dat de taxisector rechten en plichten
heeft. Men mag niet vergeten dat het werk van de taxichauffeurs moeilijk is. Men moet eerst en vooral het probleem van de representativiteit van de taxisector regelen.
Een kleine organisatie die de meerderheid van de sector
niet vertegenwoordigt en die staakt met vijf voertuigen, is
in staat om de kleine ring te blokkeren. Dat is niet normaal.
L’intervenant estime que le ministre se trouve devant un
beau défi. Il est vrai que le secteur taxi a des droits et des
devoirs. Il ne faut pas oublier que le travail des chauffeurs
de taxi est pénible. Il est nécessaire de régler tout d’abord
le problème de la représentativité du secteur de taxis. En
effet, lorsque qu’on a une petite organisation, qui ne représente pas la majorité du secteur, qui fait la grève, avec cinq
voitures, elle est capable de bloquer la petite ceinture. Ce
A-50/3 – 2014/2015
— 95 —
A-50/3 – 2014/2015
De volksvertegenwoordiger beëindigt zijn uiteenzetting
door te herhalen dat de strijd tegen Uber de gelegenheid
vormt om zich te verzoenen met de sector.
n’est pas normal. Le député termine son exposé en répétant
que combattre Uber, c’est avoir l’occasion de se réconcilier
avec le secteur.
De heer Bruno De Lille zegt ten behoeve van de heer
Draps het volgende : in Kopenhagen heeft men brede
fietspaden aangelegd omdat, in die stad, de fietsers 40 %
van de woon-werkverplaatsingen uitmaken. De parkeerplaatsen zijn er ook erg duur. Willen we dat voor Brussel ?
Groen is niet tegen de metro, maar die moet komen daar
waar geen concurrentie is met de andere vervoerwijzen.
M. Bruno De Lille souhaite réagir à l’intervention de
M. Draps : à Copenhague, il faut voir aussi les larges pistes
cyclables qui ont été construites, car dans cette ville, les
cyclistes représentent 40 % des déplacement domicile-travail. Il faut également tenir compte du fait que les places
de parkings sont très chères. Est-ce cela que l’on veut pour
Bruxelles ? Groen n’est pas contre le métro. Mais il faut
le faire là où il n’est pas en concurrence avec les autres
modes.
Groen is blij dat de sfeer in de ministerraad zo goed is.
Dat zou natuurlijk ook kunnen komen omdat de minister
veranderd is en misschien een beetje te gemakkelijk geworden is. Als we kijken naar zijn standpunt over de gemeenten, de vlotheid waarmee hij projecten als Schuman, de
tram naar T&T, het parkeerplan enz. in de koelkast steekt,
dan denk ik dat zijn eigen moeder hem niet meer zou herkennen. Hij zegt constant « Smet is veranderd » maar of dat
het een verandering ten goede is, zal nog moeten blijken.
Nu lijkt het alsof de minister de handpop van « Vervoort en
Vanhengel » geworden is, onze Brusselse Statler en Waldorf.
Groen se réjouit qu’il y ait une bonne ambiance au
conseil des ministres. Peut-être est-ce parce que, comme
il le dit lui même, le ministre a changé ? Il est évidemment aussi possible qu’il soit devenu trop conciliant. Si
on regarde sa position sur les communes, l’aisance avec
laquelle il met au frigo des projets tels que Schuman, le
tram vers Tour & Taxis, le plan de stationnement, etc., on se
dit que sa propre mère ne le reconnaîtrait pas. Le ministre
dit constamment que « Smet a changé », mais est-ce pour
un mieux ? Cela reste encore à voir. Aujourd’hui, on dirait
qu’il est devenu la marionnette de « Vervoort et Vanhengel », nos Statler et Waldorf bruxellois.
Nochtans heeft de Regering nooit meer middelen in
handen gehad om een echt gewestelijk mobiliteitsbeleid te
kunnen voeren : de vorige regering heeft zich namelijk niet
beperkt tot zagen en vaststellen dat de gemeenten te veel
macht hebben, ze heeft gezorgd voor een mobiliteitsordonnantie die de gemeenten verplicht de lijnen te volgen die
het Gewest uitzet. Maar men zal dan wel een mobiliteitsbeleid moeten voeren.
L’orateur estime que le gouvernement n’a jamais eu
autant de moyens à sa disposition pour pouvoir mener une
vraie politique de mobilité régionale : en effet, le gouvernement précédent ne s’est pas contenté de scier les côtes et de
constater que les communes ont trop de pouvoir, il a adopté
une ordonnance « mobilité » qui oblige les communes à
suivre les lignes tracées par la Région.
Dat gebeurt nu niet in Brussel. Men is wel bezig over investeringen in bruggen en pleinen en tunnels, over de grote
projecten, maar de spreker zegt dat je geen leefbare stad
maakt met enkel spektakelstukken maar dat de inrichting
en de veiligheid van de woonwijken en -straten even en
misschien zelfs belangrijker is. Anders werken we alleen
voor de toeristen … Voorts verliest de regering uit het oog
dat zulks een betere mobiliteit moet opleveren en de kwestie dus niet los van de mobiliteitsdoelstellingen kan gezien
worden.
Il faudra donc bien mener une politique de mobilité.
C’est ce qui manque aujourd’hui à Bruxelles. Par contre,
lorsque le ministre parle d’investissements dans des ponts,
des places et des tunnels, tous ces grands projets, l’intervenant signale qu’on ne rend pas une ville vivable rien
qu’avec des ouvrages spectaculaires, et qu’à cet égard,
l’aménagement et la sécurité des quartiers et des rues sont
aussi, voire même peut-être plus importants. Sinon, nous
travaillons uniquement pour les touristes. Par ailleurs, le
gouvernement perd manifestement l’objectif de vue qui
consiste à améliorer la mobilité, et qu’on ne peut envisager
ces questions indépendamment des objectifs de mobilité.
De minister is niet tegen de auto en zegt dat er moet herverdeeld worden, maar de voorbeelden van herverdeling
die we zien doen alvast niet denken dat de actieve weggebruikers en het openbaar vervoer nu plots op rozen zitten.
Maar de doelstelling van – 20 % autodruk krijgt u maar
moeilijk gezegd, dat was al in de regeerverklaring zo en
dat horen we nu opnieuw. Nog even ter herinnering : die
– 20 % is er om ervoor te zorgen dat iedereen zich vlotter
kan verplaatsen : mensen die geen auto nodig hebben of er
niet over beschikken en ook zij die geen ander alternatief
L’orateur a entendu le ministre affirmer qu’il n’était pas
opposé à la voiture et qu’il était favorable à une nouvelle
répartition. Mais les exemples de nouvelle répartition que
nous avons sous les yeux ne donnent pas à penser que,
maintenant, les usagers actifs et les transports en commun
sont tout à coup sur un lit de roses. Le ministre semble
avoir du mal à parler de l’objectif de 20 % de réduction
de la pression automobile. On l’a vu lors de la déclaration
gouvernementale et on le voit de nouveau aujourd’hui.
Pour rappel : cette réduction de 20 % est là pour permettre
A-50/3 – 2014/2015
— 96 —
A-50/3 – 2014/2015
hebben. Geen keuzes maken betekent dat we met zijn allen
vastzitten in een gigantische file en dat we de levenskwaliteit van onze bewoners en de economische aantrekkelijkheid van ons Gewest enorm schaden. De spreker wil van
de minister horen hoe zijn plannen passen in die evolutie.
à tout le monde de se déplacer plus facilement : les personnes qui n’ont pas besoin ou ne disposent pas d’une voiture, mais aussi celles qui n’ont pas d’autre choix. Ne pas
choisir, c’est comme si nous étions tous coincés dans un
embouteillage monstre et cela revient à porter sérieusement
atteinte à la qualité de vie de nos habitants et à l’attractivité
économique de notre Région. L’intervenant souhaite donc
que le ministre explique comment ses projets cadrent avec
cette évolution.
Voorts zegt de spreker dan men werk ging maken van
de voorbereiding van het Iris 3-plan. Meten is weten. De
vorige jaren heeft de vorige regering ter zake een inhaalbeweging moeten doen. Er moet evenwel nog veel gemeten
worden alvorens men een nieuw beslissend mobiliteitsplan
kan opstellen. Dat is noodzakelijk om de gemeenten de nodige bakens te geven maar ook om de toestand na 2018 aan
te pakken. Ook daar heeft de vorige regering structureel
gedacht door de administratie de middelen te geven om een
groot deel van de simulaties zelf te kunnen uitvoeren, aan
de hand van het digitaal verkeersmodel dat ze heeft ontwikkeld. De heer De Lille moedigt de minister aan om het te
gebruiken en aldus zijn toekomstvisie op de mobiliteit in
Brussel bekend te maken, in de hoop dat die niet te veel
verandert onder invloed van zijn nieuwe partners.
En outre, il était en fait prévu de travailler à la préparation du plan Iris 3 à partir de 2015. Mesurer, c’est savoir;
ces dernières années en effet, le gouvernement précédent a
dû réaliser une opération de rattrapage en la matière. Mais
beaucoup de choses doivent encore être mesurées pour permettre d’élaborer à nouveau un plan de mobilité décisif.
Cela s’impose afin de donner les repères nécessaires aux
communes, mais aussi afin de s’attaquer à la situation après
2018. Là aussi, le gouvernement précédent avait pensé de
façon structurelle en donnant à l’administration les moyens
de pouvoir réaliser elle-même une grande partie des simulations à l’aide du modèle de trafic informatisé qu’elle a
développé. M. De Lille encourage le ministre à l’utiliser, et
à montrer ainsi sa vision d’avenir pour la mobilité bruxelloise, en espérant que celle-ci n’ait pas trop changé sous
l’influence de ses nouveaux partenaires.
Verder betreurt Groen dat men geen meerjarenplanning te zien zal krijgen. De minister probeert ons voor te
zijn door te verwijzen naar de korte periode sinds de regeerverklaring maar eigenlijk is dat quatsch natuurlijk :
in het regeerakkoord stond een hele lijst met werken die
gaan gebeuren of liever verder uitgevoerd worden, minister Vanhengel heeft verklaard dat de investeringstabel rond
het openbaar vervoer onverminderd van kracht blijft en in
de begroting verwijst men naar een aantal grote projecten.
Veel marge is er daarnaast niet. De administratie is al lang
bezig met de planning en opvolging van deze projecten
dus er is eigenlijk geen enkele reden waarom u die meerjarenplanning nu niet zou kunnen presenteren. Men vraagt
eigenlijk een blanco cheque voor een zeer groot bedrag terwijl de onbekenden eigenlijk minimaal zijn. Dat is dan ook
niet erg eerlijk, men moet het parlement respecteren.
Ensuite, Groen déplore l’absence de planification pluriannuelle. Le ministre tente de devancer les questions des
parlementaires en faisant référence au peu de temps qui
s’est écoulé depuis la déclaration gouvernementale, mais
ce sont évidemment des balivernes : l’accord de gouvernement contenait toute une liste de travaux qui seront réalisés, ou plutôt, poursuivis : le ministre Vanhengel a déclaré
que le tableau d’investissements en matière de transports
en commun est maintenu dans son intégralité et, dans ce
budget, il est fait référence à plusieurs grands projets. Il
n’y a, en outre, guère de marge. L’administration œuvre
depuis longtemps déjà à la planification et au suivi de ces
projets, il n’y a donc aucune raison que cette planification
pluriannuelle ne puisse être présentée maintenant. En fait,
le ministre demande un chèque en blanc d’un montant très
conséquent, alors que les inconnues sont réellement minimes. Ce n’est dès lors pas très honnête, il faut respecter
le Parlement.
De spreker wil het in dat verband even over het taxibeleid hebben. Dat is inderdaad een kwetsbare maar ook een
moeilijke sector gebleken waar inderdaad nog werk aan is.
Nu is het natuurlijk nog maar de vraag of u echt luistert en
wil samenwerken. De manier waarop de minister over de
Brusselse taxisector spreekt, maakt de spreker op dat vlak
nogal bang. De minister kondigt namelijk aan dat hij met
de gewone chauffeurs zal praten om tot een doorbraak te
komen. En hoopt hij echt dat er daardoor geen problemen
meer zullen zijn ? Dat is als zeggen in het ministerie dat
we geen vakbonden of georganiseerd personeelsoverleg
meer nodig hebben omdat we enkele ambtenaren kennen
en dus wel weten wat goed is voor hen. Dat is op zoek gaan
À cet égard, l’orateur s’arrête un instant sur la politique
des taxis. En effet, ce secteur s’est révélé non seulement
vulnérable mais aussi difficile, un secteur où il reste du
travail. Maintenant, la question est bien sûr de savoir si le
ministre écoute vraiment et s’il souhaite collaborer. Sur ce
point, la façon du ministre de parler du secteur des taxis
bruxellois fait assez peur. En effet, lorsqu’il annonce qu’il
s’entretiendra avec les simples chauffeurs afin de parvenir à débloquer la situation, espère-t-il vraiment que cela
résoudra tous les problèmes ? C’est comme de dire qu’au
ministère, on n’a plus besoin de syndicats ou de concertation organisée avec le personnel parce qu’on connaît
quelques fonctionnaires et qu’on sait donc bien ce qui est
A-50/3 – 2014/2015
— 97 —
A-50/3 – 2014/2015
naar het conflict. Natuurlijk moeten de gewone chauffeurs
gehoord worden maar zonder hun vakverenigingen en de
bedrijven en hun verantwoordelijken overleggen, lijkt me
problematisch.
bon pour eux. Au contraire, cela revient juste à chercher
l’affrontement. Il va sans dire que les simples chauffeurs
doivent être entendus, mais il semble problématique de se
concerter sans leurs associations professionnelles et sans
les entreprises et leurs responsables.
En dan het parkeerbeleid. En daar wordt het tijd dat u
uw verantwoordelijkheid opneemt want dat lijkt u vandaag
niet te doen. U ligt inderdaad aan de basis van het parkeerbeleid met de ordonnantie van 2008-2009. Die ordonnantie
zal geen schoonheidsprijs winnen maar de vorige regering
heeft er hard mee gewerkt : er zijn uitvoeringsbesluiten gemaakt, er is een parkeerplan dat ook past in de totaalvisie
van Iris 2, er is een parkeeragentschap, er zijn mensen aangeworven … en dat allemaal binnen de timing die door de
ordonnantie voorzien was. Het is dan ook erg onrespectvol naar uw regeringscollega’s en naar uw voorgangster
mevrouw Grouwels toe, die bij mijn weten nog altijd deel
uitmaakt van de coalitie waar u ook inzit, als u doet uitschijnen dat er niets gebeurd is. Onrespectvol en gewoon
fout. U gebruikt dit voorwendsel echter om alles opnieuw
in vraag te stellen : u geeft de indruk aan de gemeenten
dat alles nog open ligt, u stelt zelfs uw eigen ordonnantie
opnieuw ter discussie! Waarom eigenlijk ? Brussel wordt
er niet beter van van die discussie opnieuw te voeren. Of
bent u ook op dit vlak veranderd en wil u terugkrabbelen ?
Als we zien hoe u de stad brussel op het vlak van parkeren
aan het mismeesteren bent, zouden we dat bijna beginnen
vrezen. De verkiezingsbeloftes lijken wel heel erg veraf als
we u nu horen.
En ce qui concerne la politique du stationnement, il est
temps que le ministre assume ses responsabilités, ce qu’il
ne semble pas faire aujourd’hui. En effet, le ministre Smet
est à l’origine de la politique du stationnement, avec l’ordonnance de 2008-2009. Cette ordonnance ne gagnera pas
un prix de beauté, mais le précédent gouvernement y a travaillé dur : des arrêtés d’exécution ont été rédigés, il y a un
plan de stationnement qui s’inscrit également dans la vision
globale d’Iris 2, il y a une Agence du stationnement, des
gens ont été engagés … Et tout ça dans les délais prévus par
l’ordonnance. Le ministre manque dès lors fameusement
de respect à l’égard de ses collègues du gouvernement et
de son prédécesseur, Mme Grouwels – laquelle, d’ailleurs,
fait toujours partie de la coalition dont le ministre est également membre –, quand il laisse entendre qu’il ne s’est
rien passé. C’est irrespectueux et tout bonnement faux.
Or, on utilise ce prétexte pour tout remettre en question :
on donne l’impression aux communes que tout est encore
possible, le ministre remet même sa propre ordonnance en
cause ! Pourquoi, en fait ? Bruxelles n’a aucun avantage à
ce que l’on ait de nouveau cette discussion. La ministre at-il changé sur ce plan également, souhaite-t-il faire marche
arrière ? Quand on voit comment on maltraite la ville de
Bruxelles sur le plan du stationnement, on en viendrait
presque à le craindre.
Bon, misschien wordt er straks een en ander duidelijker
maar tot nu kunnen we niet zeggen dat het een verandering
ten goede is die we zien. Eerder een vlinder die terug rups
wordt.
Jusqu’à présent, on ne peut pas dire que ce changement
que nous voyons soit pour un mieux. C’est plutôt un papillon qui redevient chenille.
De heer Pierre Kompany is blij met de komst van tram 9
in Jette en Ganshoren. De Minister had gezegd dat hij zou
samenwerken met de gemeenten. In Jette is dat gebeurd
maar hoe staat het met Ganshoren ? Aan de Eeuwfeest­
square was men bijvoorbeeld van plan om een klein park
aan te leggen. Komt dat park er ? De Eeuwfeestsquare bevindt zich overigens maar op een steenworp van het zwembad van Ganshoren : men zou het verkeer tussen dit park
en het zwembad moeten vergemakkelijken voor de gebruikers. Dat zou een « win-win »-situatie zijn. De spreker wil
niet terugkomen op de halte « EXPO » die heel wat kwaad
bloed gezet heeft bij de omwonenden.
M. Pierre Kompany se réjouit de l’arrivée du tram 9 à
Jette et Ganshoren. Le ministre avait dit qu’il travaillerait
main dans la main avec les communes. A Jette, cela été fait,
mais qu’en est-il à Ganshoren ? Par exemple, au square
du Centenaire, il avait été prévu de réaliser un petit parc.
Celui-ci va-t-il être réalisé ? Par ailleurs, la place du Centenaire n’est qu’à un jet de pierre de la piscine de Ganshoren :
il faudrait que la circulation soit facilitée entre ce parc et
la piscine pour les usagers. Ce projet serait « win-win ».
L’orateur ne reviendra pas sur la halte « EXPO », qui a
fâché beaucoup de riverains.
De spreker herinnert er overigens aan dat Minister Grouwels het idee gehad heeft van alternerend eenrichtingsverkeer voor de bussen op de Keizer Karellaan, wat tot heel
wat ongevallen geleid heeft. Misschien zijn de mentaliteiten nog niet klaar voor dit soort concept ? Wat denkt de
Minister daarvan ?
Par ailleurs, l’intervenant rappelle que la ministre
Grouwels avait imaginé des sens uniques alternés pour
les bus sur l’avenue Charles Quint, ce qui a causé énormément d’accidents. Peut-être les mentalités ne sont-elles
pas encore prêtes pour ce genre de concept ? Qu’en pense
le ministre ?
In de taxisector zijn er ongeveer 3.000 chauffeurs, wat er
dus een belangrijke sector van maakt. Men heeft inderdaad
Enfin, concernant le secteur de taxis, il y a environ
3.000 chauffeurs, ce qui constitue un secteur très important.
A-50/3 – 2014/2015
— 98 —
A-50/3 – 2014/2015
gezegd dat dit een moeilijk beroep is. De chauffeurs maken
zich veel zorgen over Uber en zijn zelfs boos omdat, volgens hen, de overheid hen in de steek laat. Men moet echter
toegeven dat het Uber-systeem veel aantrekkelijker is voor
de jongeren. Men moet iets doen in dat verband.
Il s’agit d’un métier dur, on l’a dit. Les chauffeurs sont très
inquiets par rapport à Uber, et même en colère, car selon
eux, l’autorité a laissé faire. Or, il faut le reconnaître, ce
système Uber est beaucoup plus attirant pour les jeunes. Il
est nécessaire de faire quelque chose à cet égard.
De heer Paul Delva is tevreden met de grote lijnen in
de oriëntatienota van de Minister. De CD&V-fractie is verheugd over de continuïteit met de vorige Regering. Wij
weten immers dat de uitdagingen op het vlak van mobiliteit enorm zijn. De ontwikkeling van het metronet is zeer
positief. Men moet ook denken aan de fietsers en de voetgangers want het is belangrijk om de plaats van de wagen te
verminderen. Voor de rest zal de volksvertegenwoordiger
preciezere vragen stellen bij de opdrachten.
M. Paul Delva se réjouit des grandes lignes de la note
d’orientation du ministre. Le CD&V se réjouit de la continuité qui est menée avec l’ancien gouvernement. Nous
savons en effet que les défis au point de vue de la mobilité
sont gigantesques. Le développement du réseau de métro
est quelque chose de très positif. Il est important également
de prendre en considération les cyclistes et les piétons, car
il est important de diminuer la place de la voiture. Pour le
reste, le député reviendra avec des questions ponctuelles
dans l’ensemble des missions.
De heer Hervé Doyen is het niet eens met de heer Draps
over het feit dat het mobiliteitsbeleid weinig ideologische
tegenstellingen bevat. Voor het Brussels Gewest is de spreker blij dat men vandaag een enthousiaste Minister heeft.
Zoals collega Delforge onderstreept heeft, mag men de stad
niet benaderen met het idee dat er « een beetje voor iedereen » moet zijn. Integendeel, inzake mobiliteit moet men
radicale keuzes durven maken : men moet duidelijke keuzes
durven maken. Minister Smet zegt zelf dat hij veranderd is,
maar men kan toch betreuren dat hij iets minder radicaal
dan vroeger geworden is. Men moet in Brussel rekening
durven houden met de werkelijke situatie : enerzijds, zoals
mevrouw Delforge gezegd heeft, beschikt bijna de helft van
de inwoners niet over gemotoriseerd vervoer : en het zijn
niet de rijksten die geen wagen hebben. Die mensen hebben
geen andere keuze dan het openbaar vervoer te nemen. De
mobiliteit in de stad garanderen, is een sociaal minimum
garanderen dat bestaat uit een recht voor de mensen om
zich te kunnen verplaatsen. Het openbaar vervoer is overigens een lijdensweg geworden. Wanneer men vandaag de
tram op de Noord-Zuidas neemt, moet men soms twee of
drie trams laten passeren om plaats te hebben. De reizigers
zitten er als sardientjes in een blik. Het is soms lastig om
het openbaar vervoer te nemen. Dat is zorgwekkend.
M. Hervé Doyen n’a pas le même sentiment que M.
Draps sur le fait que la politique de mobilité soit dénuée de
toute approche idéologique. Pour la Région de BruxellesCapitale, l’orateur se réjouit d’avoir aujourd’hui d’un ministre enthousiaste. Comme sa collègue, Mme Delforge, l’a
souligné, il ne faudrait pas défendre une approche de la ville
qui soit du style « il en faut un peu pour tout le monde ».
Au contraire, il y a un certaine radicalité à avoir en matière
de mobilité : il faut en effet faire des choix clairs. Or, si
le ministre Smet dit lui-même « avoir changé », on peut
déplorer qu’il soit devenu un peu moins radical qu’auparavant. Il y a en réalité, dans la situation de Bruxelles, toute
une série de flux tendus : d’une part, Mme Delforge l’a évoqué, presque la moitié des habitants de cette ville ne sont
pas motorisés : et ce ne sont pas les plus riches qui n’ont
pas de voiture. Ces gens n’ont pas d’autre choix que de
prendre les transport en commun. Assurer la mobilité dans
la ville, c’est assurer un minimum social, qui consiste en un
droit pour les gens à se déplacer. Par ailleurs, on a atteint un
certain stade de pénibilité dans les transports en commun :
lorsqu’on prend le tram aujourd’hui sur l’axe nord-sud, on
doit parfois laisser passer deux ou trois trams pour avoir
de la place. Les gens sont serrés comme des sardines, c’est
donc parfois pénible de prendre les transport en commun,
ce qui est interpellant.
Voorts wordt er hard gewerkt voor de wijken van het
centrum, maar de wijken van de eerste of tweede kroon
worden soms verwaarloosd. Niet alleen de mensen die
naar de bioscoop of naar Winterpret gaan, moeten worden
vervoerd. Het MIVB-net mag niet langer een net zijn dat
op het centrum is gericht, maar moet voor alle Brusselaars
dienen. De MIVB moet niet alleen voorrang geven aan de
pendelaars voor hun woon-werkverplaatsingen, maar men
mag niet vergeten dat er 1,2 miljoen Brusselaars zijn die
zich moeten verplaatsen om hun boodschappen te doen,
hun kinderen naar school of de crèche te brengen, enz.
Par ailleurs, on travaille fort sur les quartiers du centre,
mais on néglige parfois les quartiers de première ou de
deuxième couronne. Il n’y a pas que les gens qui vont au
cinéma ou qui vont aux Plaisirs d’hiver qu’il faut transporter. Le réseau de la STIB doit cesser d’être un réseau
de rabattement, mais doit rouler pour tous les Bruxellois.
La STIB ne doit pas seulement donner la priorité aux navetteurs pour leurs déplacements domicile-travail, mais il
ne faut pas oublier qu’il y a 1,2 million de Bruxellois qui
doivent se déplacer pour faire leurs courses, aller conduire
leurs enfants à l’école ou à la crèche, etc.
Wanneer men weet dat Brussel dermate ondergefinancierd is, waarom wil men er dan zo veel tunnels aanleggen
dat de stad op een gruyèrekaas begint te lijken ? Dat is een
kwestie van beleidskeuzes.
Quand on sait que Bruxelles est à ce point sous-financée, pourquoi vouloir en faire un gruyère percé de tunnels ?
C’est une question de choix politiques.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 99 —
Wat tram 9 betreft, heeft de Minister de Regering in
2009 verlaten, hoewel het dossier bijna klaar was. Vijf jaar
later wordt er een beroep ingediend tegen de vergunning
die pas is afgegeven : het begin van de werken is nog niet in
zicht. In dit geval is het geen kwestie van financiële middelen, maar het probleem om beslissingen te nemen dat inherent is aan Brussel : er moeten zoveel actoren (gemeenten,
nutsbedrijven, enz.) rond de tafel worden gebracht dat het
nagenoeg onmogelijk wordt.
En ce qui concerne le tram 9, le ministre a quitté le gouvernement en 2009, alors que le dossier était quasiment
prêt, et cinq ans plus tard, on vient à peine de délivrer le
permis qu’ un recours vient d’être déposé : on n’est pas
près de voir le début des travaux. Et dans ce cas-ci, ce n’est
pas une question de moyens financiers, mais c’est la difficulté inhérente à Bruxelles de prendre des décisions : y a
tellement d’acteurs à mettre autour de la table, communes,
impétrants, etc., que cela devient impossible.
Wat Beliris betreft, vindt de spreker het niet democratisch dat dergelijke begrotingen niet worden onderworpen
aan enige parlementaire controle, waar dan ook. Noch in
het Brussels Gewest noch op federaal niveau wordt een
parlementair debat over het gebruik van de Beliris-kredieten gevoerd. Daarom pleit de spreker ervoor dat de Beliriskredieten kunnen worden geïntegreerd in de gewestbegroting en door het Parlement kunnen worden besproken.
En ce qui concerne Beliris, l’orateur trouve anti-démocratique que des budgets pareils ne fassent l’objet d’aucun
contrôle parlementaire, en quelque lieu que ce soit. Il n’y
a pas le moindre débat parlementaire, ni en Région bruxelloise, ni au Fédéral, sur l’utilisation des crédits de Beliris.
Cest pourquoi l’orateur plaide pour que les crédits de Beliris puissent être intégrés dans le budget régional et faire
l’objet d’un débat parlementaire.
De spreker zal later terugkomen op de verbreding van
de ring : wat is het verband tussen dit dossier en het nieuwe
stadion ? Hoe staat het met de Leopold II-tunnel ? Zal die
gesloten worden ? Zal die ooit gerenoveerd worden ? Zo ja,
met welke middelen ? Men is gehouden aan beleidsdoelen,
die van Iris 2 : zijn die echt achterhaald ?
L’orateur reviendra plus tard sur la question de l’élargissement du Ring : quel est le lien entre ce dossier et celui du
nouveau Stade ? Qu’en est il du tunnel Léopold II ? Va-ton le fermer ? Va-t-on le rénover un jour ? Et si oui, avec
quels moyens ? On est tenu par des objectifs politiques,
ceux d’Iris 2 : ceux-ci sont-ils vraiment dépassés ?
*
* *
*
* *
Minister Pascal Smet herhaalt dat de Regering een beleidsvisie op de stad verdedigt waarvoor ze met deze commissie, meerderheid en oppositie samen, wil samenwerken
in de komende vier en een half jaar. Hij herhaalt dat hij
veranderd is : in dat verband citeert hij een zin van Jean
Jaurès : « Le courage, c’est aller à l’idéal et comprendre
le réel. ». De realiteit in deze stad is immers gewijzigd.
De Minister herinnert zich dat hij tien jaar geleden aan het
Poelaertplein door een Brusselaar werd afgesnauwd met
de volgende woorden : « ga terug naar Vlaanderen met
je fiets »! Tien jaar geleden kon men zich niet voorstellen dat er vandaag zoveel fietsers in Brussel zouden zijn.
Hetzelfde geldt voor de omvorming van de hoofdwegen
tot voetgangerszones. Vandaag voert de stad Brussel een
nieuw mobiliteitsplan voor de Vijfhoek in samenwerking
met het Gewest in. Vandaag kan men op de vingers van één
hand het aantal mensen tellen die zich verzetten tegen de
afbraak van het Reyers-viaduct. Veertig jaar geleden was
Brussel aanhanger van het modernisme in het teken van
« koning auto ». Vandaag legt men vooral de nadruk op
de levenskwaliteit en wordt het evenwicht in de openbare
ruimte hersteld.
Le ministre Pascal Smet répète que le Gouvernement
défend une vision politique de la ville à laquelle il veut travailler main dans la main avec cette commission, majorité
et opposition confondues, et ceci pendant les quatre ans et
demi à venir. Le ministre répète qu’il a évolué : à cet égard,
il cite une phrase de Jean Jaurès : « Le courage, c’est aller
à l’idéal et comprendre le réel ». Or, le réel de cette ville
a changé. Il y a dix ans, le ministre se rappelle s’être fait
enguirlandé place Poelaert par un Bruxellois qui lui a dit :
« retourne en Flandre avec ton vélo » ! Comment imaginer
il y a dix ans qu’il y aurait autant de cyclistes à Bruxelles
aujourd’hui ? Il en va de même pour la piétonnisation des
grands axes. Aujourd’hui, la ville de Bruxelles met en place
un nouveau plan de mobilité pour le Pentagone, en collaboration avec la Région. Pour ce qui concerne le viaduc
Reyers, on peut compter aujourd’hui sur les doigts de la
main les gens qui s’opposent à la démolition de cet ouvrage.
Il y a 40 ans, Bruxelles était entré dans le modernisme, avec
le « tout à la voiture ». Aujourd’hui, on met d’abord en
avant la qualité de vie, on rééquilibre l’espace public.
Deze Regering heeft keuzes gemaakt. De Minister herhaalt dat hij niet gekant is tegen de wagen : iedereen gebruikt op een of andere dag de wagen, al was het maar als
passagier en iedereen rijdt soms met de fiets. Men heeft de
kans om het gedrag van de mensen te veranderen. Wat de
mobiliteit betreft, is er een belangrijk principe : hoe meer
plaats men voor de wagen maakt, hoe meer wagens er in de
Ce Gouvernement a fait des choix. Le ministre répète
qu’il n’est pas opposé à la voiture : tout le monde utilise un
jour ou l’autre la voiture, ne fût-ce que comme passager,
et tout le monde utilise, de temps en temps, un vélo. On a
la chance de pouvoir changer le comportement des gens.
En mobilité, il y a un principe important : plus on fait de
la place à la voiture, et plus on aura de voitures dans les
A-50/3 – 2014/2015
— 100 —
A-50/3 – 2014/2015
straten zullen zijn. Dat axioma geldt eveneens voor voetgangers en fietsers. Daarover bestaat vandaag een zekere
consensus.
rues. Mais cet axiome est valable également pour les piétons et les vélos. Aujourd’hui il y a un certain consensus en
la matière.
Als reactie op het bezwaar van de heer Draps vraagt de
Minister of er alternatieven moeten komen of dat eerst de
plaats van de auto moet worden verminderd. Dat is een
beetje het debat van de kip en het ei : de twee moeten in
zekere mate tegelijk worden gedaan.
Pour répondre à l’objection de M. Draps, faut-il d’abord
prévoir des alternatives ou faut-il d’abord diminuer la place
de la voiture ? C’est un peu le débat de l’œuf et de la poule :
il faut un peu faire les deux en même temps.
Wat de betrekkingen tussen het Gewest en gemeenten
betreft, blijft de Minister een fervent regionalist. Nadat hij
de ronde van de gemeenten heeft gedaan, weet hij dat het
nog zal gebeuren dat het Gewest niet akkoord gaat met de
visie van de gemeenten : ook daar zullen keuzes moeten
worden gemaakt. Wat de doelstellingen van het Iris 2-plan
betreft, zou het naïef zijn om te beweren dat alle doelstellingen van Iris 2 in 2018 zullen worden gehaald. Dat zal
de Minister echter niet beletten een nieuw mobiliteitsplan
op te stellen, dat ditmaal verordenend zal zijn. Is dat het
essentiële van de actie van de Regering ? Neen : er moeten natuurlijk plannen worden gemaakt, maar tegelijkertijd
moeten er zeer concrete acties worden gevoerd. De Minister heeft de concrete projecten die uitgevoerd moeten worden, zeer duidelijk aangegeven en er de financiële middelen
voor uitgetrokken. Met Beliris en de nieuwe federale Minister, die mobiliteit als haar prioriteit beschouwt, zal men
extra middelen hebben.
Pour ce qui concerne les relations entre la Région et les
communes, le ministre reste un fervent régionaliste, mais
ayant fait le tour des communes, il sait qu’il arrivera encore que la Région ne soit pas d’accord avec la vision des
communes : là encore, il faudra faire des choix. Concernant les objectifs du plan Iris 2, ce serait naïf de prétendre
que tous les objectifs d’Iris 2 seront atteints en 2018. Mais
cela n’empêchera pas le ministre de réaliser un nouveau
plan de mobilité, qui, cette fois, sera réglementaire. Est-ce
cela l’essentiel de l’action du Gouvernement ? Non. Il faut
certes faire des plans, mais en même temps, il faut mener
des actions très concrètes. Le gouvernement a désigné très
clairement les projets concrets à réaliser, et leur a donné
des moyens financiers. Avec Beliris et le nouveau ministre
fédéral, qui a dit que la mobilité était sa priorité, on aura des
moyens supplémentaires.
De Regering heeft ervoor gekozen de schachten van de
Guldenvlieslaan niet te overdekken, want er zijn andere
prioriteiten. Als nieuwe Minister heeft hij zich ertoe verbonden eerst een analyse uit te voeren in samenwerking
met het bestuur en de MIVB. In maart 2015 zal er eerste
aanpassing van de begroting gebeuren. Dat is nieuw. Deze
Regering heeft inderdaad concrete plannen : tram 71, de lijn
naar Tour & Taxis, de heraanleg van de Guldenvlieslaan …
Vandaag vraagt de Minister zich af of hij al dan niet een
meerjarenplan voor openbare werken zal opstellen : als hij
zijn plannen voor 90 % uitvoert, zullen nog veel mensen
zich blindstaren op de 10 % die niet is uitgevoerd. In Brussel duurt het heel lang om iets te realiseren. In dat verband
is het mobiliteitsplan in de Vijfhoek een voorbeeld. Brussel
is de enige stad in Europa die niet over telegeleiding naar
de parkeerruimten beschikt. Dat moet veranderen.
Le gouvernement a choisi de renoncer au recouvrement
des trémies de l’avenue de la Toison d’Or, car il y a d’autres
priorités. Comme nouveau ministre, il s’est engagé à faire
tout d’abord une analyse, en collaboration avec l’administration et avec la STIB. Un premier ajustement du budget sera effectué en mars 2015, ce qui est une nouveauté.
Certes, ce gouvernement a des projets concrets : le tram 71,
la ligne vers Tour & Taxis, le réaménagement de l’avenue
de la Toison d’Or … Aujourd’hui, le ministre se demande
s’il va ou non réaliser un plan pluriannuel des travaux publics : s’il réalise son plan à 90 %, il y aura encore des
gens pour se braquer sur les 10 % qui n’ont pas été réalisés.
A Bruxelles, cela prend beaucoup de temps pour réaliser
quelque chose. A cet égard, le plan de mobilité dans le Pentagone est exemplatif. Pour ce qui est du téléjalonnement
des parkings, on est encore la seule ville en Europe qui n’en
dispose pas. Il faudra y remédier.
De Regering heeft beslist om in het openbaar vervoer
te investeren. Tussen 2004 en 2009 heeft men eindelijk de
beslissing genomen om de Noord-Zuidlijn om te schakelen
naar de metro. Ecolo en Groen waren daartegen. Dat heeft
tijd gekost. Men heeft veel tijd verloren en het zal lang duren voordat men een metro in Schaarbeek heeft. De heer
Draps spreekt van tien jaar, maar hopelijk zal het minder
lang duren : men zal trachten de werkmethode te veranderen om de metro binnen een termijn van minder dan tien
jaar aan te leggen. In dat verband zal er een « mijnheer metro Noord-Zuid », een soort van grote coördinator tussen
de MIVB, Brussel mobiliteit, Beliris en de gemeenten, enz.
Le gouvernement a décidé d’investir dans les transports
en commun. Entre 2004 et 2009, on a enfin pris la décision
de convertir la ligne nord-midi en métro. Ecolo et Groen
étaient contre. Cela a pris du temps. On a perdu beaucoup
de temps, et on n’aura pas de métro à Schaerbeek avant
longtemps. M. Draps parle de dix ans, mais on espère que
ce sera plus court : on va essayer de changer la méthode de
travail pour réaliser le métro avant les dix ans. A cet égard,
on va nommer un « Monsieur Métro nord-sud », une sorte
de grand coordinateur, entre la STIB, Bruxelles Mobilité,
Beliris, les communes etc. Avant 2019, il faut commencer
à construire le tunnel entre la gare du Nord et Bordet. Le
A-50/3 – 2014/2015
— 101 —
A-50/3 – 2014/2015
worden aangesteld. Vóór 2019 moet men beginnen met de
aanleg van de tunnel tussen het Noordstation en Bordet.
De metro zal dus van Bordet tot aan het Albertstation gaan.
Daarom moeten de werken aan de tunnel naar het noorden
en de werken aan de Grondwettunnel, tussen het Zuidstation en Anneessens tegelijk worden uitgevoerd.
métro ira donc de Bordet jusqu’à la station Albert. C’est
pourquoi il faudra mener en parallèle les travaux du tunnel
vers le nord et ceux du tunnel Constitution, entre la gare du
Midi et Anneessens.
Tegen het einde van de zittingsperiode moet er ook een
beslissing zijn over het tracé van de toekomstige metro in
Ukkel. Men zal ook moeten nadenken over eventuele uitbreidingen naar Groot-Bijgaarden en misschien ook over
de mogelijkheid om metrolijnen onder de grote ring aan te
leggen.
Pour la fin de la législature, il faut également qu’on ait
décidé du tracé du futur métro à Uccle. Il faudra réfléchir
aussi à d’éventuelles extensions vers Groot-Bijgaarden, et
peut-être aussi à la possibilité de « métroïfier » la grande
ceinture.
Wat Pulsar betreft, zal men moeten nagaan hoe de capaciteit van de metro kan worden verhoogd. Er worden grote
vorderingen in dit dossier gemaakt.
Pour ce qui est de Pulsar, il faut voir comment augmenter la capacité du métro, et on avance à grands pas dans ce
dossier.
Wat de trams betreft, is het zeer duidelijk. Enerzijds zal
er tram 9 zijn : in Jette hebben de burgemeester en Minister
hun verantwoordelijkheid op zich genomen. Ze getuigen
echt van politieke moed, aangezien de hele zaal tegen de
tram protesteerde toen het project aan de inwoners moest
worden voorgesteld. De werken aan tram 9 zullen beginnen in de zomer 2015. Eerst zijn de nutsbedrijven aan de
beurt. Met de Stad Brussel is de bespreking begonnen om
de verlenging om tramlijn 9 vanaf de Dikke Beuk tot de
NEO-site, waar verschillende tramlijnen zullen aankomen,
te bestuderen. Er zal dus binnenkort worden beslist over het
parcours van de toekomstige tram 9 tussen de Dikke Beuk
en de Heizel. De Minister heeft goed nieuws voor Ganshoren : het kleine Eeuwfeestpark waarnaar de heer Kompany
heeft verwezen, zal in 2016 worden aangelegd. In Elsene
zou men voor tram 71 hetzelfde type inrichtingen moeten
aanleggen, want het gaat om een meerwaarde voor de herinrichting van de openbare ruimte.
Pour les trams, c’est très clair. D’une part, il y aura le
tram 9 : à Jette, le bourgmestre et le ministre ont pris leurs
responsabilités. C’était vraiment du courage politique,
quand on pense que toute la salle était remontée contre
le tram, lorsqu’il a fallu présenter le projet aux habitants.
Pour le tram 9, on commencera les travaux à l’été 2015, en
commençant par les impétrants. Avec la Ville de Bruxelles,
on a entamé la discussion pour étudier le prolongement du
tram 9 depuis l’Arbre Ballon jusqu’au site de NEO, où plusieurs lignes de trams aboutiront. On ne tardera donc pas a
décider du parcours du futur tram 9 entre l’Arbre Ballon et
le Heysel. Pour Ganshoren, le ministre a une bonne nouvelle : on réalisera en 2016 le petit parc du Centenaire auquel a fait allusion M. Kompany. A Ixelles, avec le tram 71
il faudra faire le même genre d’aménagements, car c’est
réellement une plus-value en termes de requalification de
l’espace public.
Wat tram 94 betreft, moet de verlenging tegelijk met de
uitbreiding van het Woluwe shopping centre worden uitgevoerd. Men zal eveneens onverwijld het parcours van
tram 94 na Roodebeek moeten bestuderen : naar Marcel
Thiry en/of Zaventem. Men wacht op de indiening van een
beroep bij de Raad van State tegen de stedenbouwkundige
vergunning. Men zou er toch aan moeten denken om grote
werken van algemeen belang die worden uitgevoerd op het
grondgebied van het Brussels Gewest en waarvoor men de
steun van een grote meerderheid van de actoren heeft, door
het Parlement zou moeten worden goedgekeurd in de vorm
van een ordonnantie, opdat die projecten kracht van wet
krijgen en niet langer voortdurend worden aangevallen met
administratieve beroepen. Daarover moet een reflectie worden gehouden.
En ce qui concerne le tram 94, il faudra mener la réalisation de ce prolongement en parallèle avec l’extension
du Woluwe shopping centre. Et on devrait également étudier sans tarder le parcours du tram 94 après Roodebeek :
vers Marcel Thiry et/ou Zaventem. On attend l’introduction d’un recours au Conseil d’État contre le permis d’urbanisme. Il faudrait quand même mener une réflexion sur le
fait que lors qu’on a de grands travaux d’intérêt général sur
le territoire de la Région bruxelloise, pour lesquels on a le
soutien d’une grande majorité d’acteurs, il faudrait pouvoir
venir devant le Parlement et voter une ordonnance, afin que
ces projets bénéficient d’une force légale, et ne soient pas
attaqués à tout bout de champ par des recours administratifs. Il faudrait vraiment mener un débat réflectif à ce sujet.
De Regering heeft beslist om tram 71 aan te leggen van
Delta tot de Naamsepoort. Er blijven knelpunten bestaan :
de Fraiteurbrug bijvoorbeeld zal zeker voor een probleem
zorgen. Dat is ook het geval voor de Elsensesteenweg, aangezien die niet zeer breed is. De Minister heeft al met de
gemeente Elsene afgesproken om alle betrokken inwoners
En ce qui concerne le tram 71, le gouvernement a décidé
de le réaliser, de Delta à la Porte de Namur. Mais il subsiste certains points noirs : le pont Fraiteur, par exemple,
posera certainement un problème. La chaussée d’Ixelles
également, étant donné qu’elle n’est pas très large. Le ministre a d’ores et déjà convenu avec la commune d’Ixelles
A-50/3 – 2014/2015
— 102 —
A-50/3 – 2014/2015
te ontmoeten, ook degenen die aan de kant van de Generaal Jacqueslaan wonen. Er is veel verzet, omdat de werken in Brussel blijven aanslepen, wat de winkeliers angst
aanjaagt. Er zijn ook andere angsten, waardoor het soms
nodig is om een dossier ab initio over te doen om het vertrouwensklimaat te herstellen. Tram 71 zal dienen voor de
herinrichting van de openbare ruimte op het hele parcours,
waardoor het Gewest bepaalde investeringen zal kunnen
doen. De Minister geeft daarentegen toe dat een eindstation
aan de Naamsepoort geen mobiliteitsoplossing is. Daarom
zal men trachten die lijn via het Paleizenplein te verbinden
met de bestaande tramlijn op de Koningsstraat, waar Fortis
zijn maatschappelijke zetel aan het renoveren is. Men zal
met Fortis onderhandelen over de aanleg van een soort van
plein dat een comfortabele voetgangersverbinding zal hebben met het centraal station via de Ravensteingalerij. Dat
dossier is zeer gevoelig en zit muurvast. Er zijn al enkele
opties die in dialoog met de gemeente genomen.
de rencontrer tous les habitants concernés, y compris ceux
qui habitent du côté du boulevard Général Jacques. Il y a
beaucoup d’opposition qui vient du fait que les chantiers
sont interminables à Bruxelles, ce qui fait peur aux commerçants. Il y a également d’autres peurs, qui font qu’il est
parfois nécessaire de recommencer un dossier ab initio afin
de restaurer le climat. Le tram 71 devra servir à requalifier l’espace public sur tout son parcours, ce qui permettra
à la Région de faire certains investissements. Par contre,
le ministre reconnaît qu’un terminus à la porte de Namur
n’est pas une solution de mobilité. C’est la raison pour laquelle on va essayer de connecter cette ligne, via la Place
des Palais, à la ligne de tram existante sur la rue Royale,
là où FORTIS est en train de rénover son siège social. On
négociera avec FORTIS le fait d’aménager une sorte de
place, avec une bonne connexion piétonne confortable vers
la gare centrale, via la galerie Ravenstein. Ce dossier est
hypersensible, hyper-bloqué. Il y a déjà certaines options
qui ont été prises en dialogue avec la commune.
Wat de tramlijnen naar Vlaanderen betreft, zouden er
binnenkort onderhandelingen worden opgestart met het
Vlaams Gewest, onder meer over tram 62 naar Zaventem.
Aan de andere kant van de lijn stelt men zich de vraag waar
die tram heen moet gaan : naar het Noordstation ? Naar Jette ? Dat moet nog bepaald worden. Er zijn nog twee andere
intergewestelijke tramlijnen gepland : de « ringtram » die
de luchthaven en Jette via Vilvoorde zou verbinden, en de
tram naar Willebroek. In de komende maanden zal er een
nieuw richtplan voor de bussen moeten worden opgesteld.
Dat belooft heftige discussies.
En ce qui concerne les lignes de trams vers la Flandre,
des négociations devraient bientôt démarrer avec la Région
Flamande, notamment sur le tram 62 vers Zaventem. De
l’autre côté de la ligne se pose la question de savoir où ce
tram doit aller : à la gare du Nord ? A Jette ? Il faudra encore le déterminer. Il y a encore deux autres lignes de tram
interrégionales prévues : le « ringtram » qui relia l’aéroport et Jette via Vilvorde, ainsi que le tram vers Willebroek.
Pour ce qui est du plan directeur bus, il faudra en réaliser un
nouveau dans les prochains mois, ce qui promet beaucoup
de discussions.
De Minister herhaalt dat de begrotingsmiddelen voor
openbaar vervoer zijn toegenomen. Wat Beliris betreft,
moet men nagaan wat de prioriteiten voor het Brussels Gewest zijn : die kredieten zijn noodzakelijk om te investeren
in grootschalige projecten.
Le ministre répète que les budgets ont augmenté pour les
transports en commun. Pour ce qui est de Beliris, il faudra
voir quelles sont les priorités pour la Région bruxelloise :
ces crédits sont nécessaires pour investir dans des projets
de grande envergure.
Ook in het fietsbeleid moeten er keuzen worden gemaakt. Het Gewest heeft ervoor gekozen om in de fiets te
investeren. Het eerste fietsplan strekte ertoe een sneeuwbaleffect teweeg te brengen. Dat is gelukt. Het was de bedoeling om de openbare ruimte voor de fietsers te heroveren. De methode heeft vandaag haar nut bewezen. Er is een
enorm potentieel, maar men moet weten dat 3 Brusselaars
op 5 geen fiets hebben. Het zal dus noodzakelijk zijn om te
investeren in degelijke fietsinfrastructuur : men moet verder gaan dan het beleid van de GFR’s met echte fietspaden
die gescheiden zijn van het autoverkeer en de voetgangers.
Daartoe moet bovengrondse oppervlakte ten nadele van de
parkeerplaatsen worden gebruikt. Dat verlies aan parkeerplaatsen moet dus worden gecompenseerd : ook daar zijn
er enorme mogelijkheden, bijvoorbeeld de parkeerruimten
van de supermarkten. Er zullen ook meer parkeerinfrastructuren voor de fietsers aangelegd moeten worden : aan het
Beursstation bijvoorbeeld zal men een grote fietsenstalling
aanleggen. De ingang daarvan wordt al bestudeerd. Er zullen dus fietspaden moeten worden aangelegd die verbonden
worden met de bestaande GFR’s. Auto’s, parkeerplaatsen,
En ce qui concerne la politique cyclable, il faudra aussi
faire des choix. La Région a choisi d’investir pour le vélo.
Le premier plan vélo voulait créer un effet boule de neige,
ce qui est réussi. Le but était de reconquérir l’espace public
pour les cyclistes. La méthode arrive aujourd’hui au bout
de sa logique. Il y a un potentiel énorme, mais il faut savoir
que 3 Bruxellois sur 5 n’ont pas de vélo. Il sera donc nécessaire d’investir dans une infrastructure cyclable digne de ce
nom : il faudra aller plus loin que la politique des ICR, en réalisant de véritables pistes cyclables séparées de la circulation des voitures et des piétons. Pour cela, il faudra prendre
de la surface au détriment du stationnement. Il faudra donc
compenser la perte de ces places de stationnement : là aussi, il y a d’énormes potentialités, par exemple dans des parkings des supermarchés. Il faudra également réaliser plus
d’infrastructures de stationnement pour les cyclistes : à la
station Bourse, par exemple, on va créer une grande remise
pour vélos. L’entrée de cette remise est déjà à l’étude. Il
faudra donc réaliser des pistes cyclables en connexion avec
les ICR existants. Si on veut mettre sur la même voirie les
voitures, le stationnement, les pistes cyclables, les trottoirs,
A-50/3 – 2014/2015
— 103 —
A-50/3 – 2014/2015
fietspaden, trottoirs en eigen banen voor bussen is veel te
veel voor één weg. Er moeten dus keuzen worden gemaakt
en de wegen moeten een bepaalde bestemming krijgen.
voire des bandes de bus, c’est beaucoup trop. Il faudra faire
des choix, voire spécialiser les voiries.
Wat de taxi betreft, spelen er veel actoren : de telefooncentrales, de exploitanten, de kleine bedrijven, de chauffeurs, Uber en de andere digitale concurrenten, de vakbonden, enz. Er zijn veel te veel actoren. De problemen
waarmee de Regering tot nu toe geconfronteerd werd, zijn
niet nieuw. De taxi moet beschouwd worden als een instrument ter aanvulling van het openbaar vervoer. Men moet
het probleem met Uber zien als een kans om de taxisector
te ondersteunen. Het is inderdaad zo dat taxi’s de eerste
ambassadeurs van het Gewest zijn. De Regering zal het juridisch dossier met betrekking tot Uber bestuderen en handelen. Men moet echter duidelijk zijn : men kan de nieuwe
technologieën niet tegenhouden. Men zal ze moeten reglementeren en legaliseren en de elementen van oneerlijke
concurrentie wegwerken. Er is een nieuw plan voor de taxisector nodig. Zodra de Minister dat plan heeft afgewerkt,
zal hij het voorleggen aan de commissie. Het zal dienen om
de sector te ondersteunen en aan te moedigen.
Pour ce qui est du taxi, il y a beaucoup d’acteurs à considérer; les centraux téléphoniques, les exploitants, les petites sociétés, les chauffeurs, Uber et les autres concurrents
numériques, les syndicats … il y a beaucoup trop d’acteurs.
Les problèmes auxquels le Gouvernement a été confronté
jusqu’ici existent toujours. Le taxi doit être compris comme
un outil complémentaire aux transports en commun. Il faut
se saisir du problème avec Uber comme d’une opportunité
pour soutenir le secteur taxi. Il est vrai que les taxis sont les
premiers ambassadeurs de la Région. Le gouvernement va
se pencher sur le dossier juridique qui a été demandé pour
Uber, et on va agir. Mais il faut être clair : on ne pourra pas
arrêter les nouvelles technologies. Il faudra les réglementer, les légaliser et supprimer les éléments de concurrence
déloyale. Sur le secteur taxi, il faudra un nouveau plan. Dès
que le ministre aura finalisé ce plan, il le présentera à la
commission. Ce sera pour soutenir et encourager le secteur.
In antwoord op verschillende specifiekere vragen legt de
Minister uit dat de Leopold II-tunnel moet worden gerenoveerd : de Regering bestudeert op dit moment de manier
waarop.
Pour répondre aux différentes questions plus ponctuelles, le ministre explique que le tunnel Léopold II doit
être rénové : le gouvernement étudie en ce moment la manière de le faire.
Het verbaast de heer Willem Draps dat men nog in de
studiefase zit. Was de renovatie niet dringend ?
M. Willem Draps s’étonne qu’on en soit encore à la
phase d’étude : n’y avait-il pas urgence à le rénover ?
De Minister antwoordt dat het probleem moet worden
bestudeerd : de Europese richtlijn is nog niet van toepassing, want het gaat wel degelijk om een stadstunnel. Het
dossier moet dus fatsoenlijk worden voorbereid en daarna
zal een werkgroep met de betrokken gemeenten worden
opgericht. Op dit ogenblik is er geen enkel publiek-privaat
partnerschap gepland. Eerst moet men weten wat men gaat
doen, maar men vertrekt niet van een onbeschreven blad.
Le ministre répond qu’il faudra étudier la question : la
directive européenne n’est pas encore d’application, car il
s’agit bien d’un tunnel urbain. Il faut donc préparer convenablement le dossier, puis on mettra en place un groupe
de travail avec les communes concernées. Il n’y a aucun
Partenariat Public-Privé de prévu pour le moment. Il faut
d’abord voir ce que l’on va faire, mais on ne repart pas de
zéro.
De onderhandelingen met de NMBS zullen later besproken worden.
Pour ce qui est des négociations avec la SNCB, on en
reparlera ultérieurement.
Voor de Ninoofsepoort zal er een wijzigingsvergunning
nodig zijn. In de huidige situatie snijdt de tram het park
in tweeën. Dat is geen ideale situatie. Er wordt nagedacht
over de beste manier om de tramsporen aan te leggen. Men
tracht er ook een project voor sociale woningen bij te betrekken. In de praktijk zal men binnenkort beginnen met
het slopen van de hangars.
En ce qui concerne la porte de Ninove, un permis modificatif sera nécessaire. Dans la situation actuelle, le tram
coupe le parc en deux, ce qui n’est pas l’idéal. On réfléchit à la meilleure manière d’implanter les voies du tram.
On cherche aussi à inclure un projet de logement sociaux.
Mais dans les faits, on commencera bientôt à démolir les
hangars.
Wat het Madouplein, heeft men te maken met een « tijdelijke » situatie die al 5 jaar aansleept. Begin 2015 moeten
er keuzen worden gemaakt. Het zal nog enige tijd duren
voordat de werken aan het Rogierplein worden aangevat :
de luifel wordt gebouwd.
Pour ce qui concerne la place Madou, on a une situation
« temporaire » qui dure déjà depuis 5 ans. Il faudra faire
des choix au début de 2015. Pour la place Rogier, cela prendra encore quelque temps avant de terminer les travaux :
l’auvent est en cours de construction.
Hoe staat het met het Meiserplein ? Het afgesproken
tijdschema wordt behouden. Vanaf maart 2015 wordt eerst
Qu’en est-il de la place Meiser ? On garde le calendrier convenu. A partir de mars 2015, on enlève d’abord
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 104 —
het asbest van het Reyersviaduct verwijderd. Vervolgens
wordt het Reyersviaduct afgebroken in 2016. In 2017 zal
men de Reyerslaan voorlopig aanleggen. In 2018 zal men
beginnen met het aanleggen van de Meisertunnel. Er moet
dringend een richtplan Meiser-Reyers-Brand Whitlock
worden opgesteld.
l’amiante du viaduc Reyers, puis en 2016, on démolira le
viaduc Reyers. En 2017 on réalisera un aménagement provisoire du boulevard Reyers, et en 2018, on commencera à
construire le tunnel Meiser. Il est impératif de réaliser un
plan directeur Meiser-Reyers-Brand Withlock.
Wat de Naamsepoort betreft, moet men weten dat de
komst van NEO een bedreiging vormt voor de handelaars
van de Elsensesteenweg, maar ook van de handelaars van
de Nieuwstraat, van de Gulden Vlieslaan of de Waterloolaan. Het is dus nodig de openbare ruimte opnieuw aan te
leggen om de plekken aantrekkelijker te maken. Thans bestaat er een luxe markt op de Gulden Vlieslaan en de Waterloolaan, maar men heeft geen zin om daar te wandelen omdat de plek vreselijk is, voornamelijk door het standbeeld
van de man van Atlantis! Er bestaan al twee ondergrondse
parkings op die plek. Strategische keuzes moeten gemaakt
worden en een projectoproep is nodig. De Regering wenst
die heraanleg van gevel tot gevel uit te voeren. Dat moest
106 miljoen euro kosten, wat veel te duur was. Dat zou tien
jaar ellende vereist hebben en daarom heeft de Regering
het idee van de overdekking laten vallen. Maar het probleem van de Gulden Vlieslaan tussen het Louizaplein en
de Naamsepoort gaat stevig aangepakt worden : het is een
mooi project. Dat zou een plek moeten worden waar jongeren wandelen, dromen, met plezier een glaasje drinken en
gewoon genieten van de stad, in een goed heraangelegde
openbare ruimte. Dromen is nodig in onze maatschappij,
maar dromen wordt in de kiem gesmoord. Het belangrijkste
is dat de mensen niet bang thuis blijven zitten, maar buiten
komen om mekaar te ontmoeten in de openbare ruimte.
Pour ce qui concerne la porte de Namur, il faut savoir
que l’arrivée de NEO constitue une menace pour les commerçants de la chaussée d’Ixelles, mais aussi pour ceux de
la rue Neuve, de l’avenue de la Toison d’Or ou du boulevard de Waterloo. Il est donc nécessaire de réaménager
l’espace public et de rehausser la qualité de ces endroits.
Aujourd’hui, à l’avenue de la Toison d’Or et au boulevard
de Waterloo, il y a un marché de luxe. Mais on n’a pas
envie de s’y promener, tant l’endroit est horrible, principalement avec cette statue de l’homme de l’Atlantide ! Il y a
déjà deux parkings souterrains à cet endroit. Il faudra réaliser des choix stratégiques, et réaliser un appel à projets.
La volonté du gouvernement est de faire ce réaménagement
de façade à façade. Le recouvrement aurait dû coûter 106
millions, ce qui était beaucoup trop cher. On aurait été partis pour dix ans de galère. C’est pourquoi le gouvernement
a abandonné l’idée du recouvrement. Mais on va prendre
le problème de l’avenue de la Toison d’Or entre la place
Louise et la Porte de Namur à bras le corps : c’est un beau
projet. Cela devra devenir un endroit où les jeunes se promènent, rêvent, aiment prendre un verre et apprécier simplement la ville, dans un espace public bien réaménagé.
Dans notre société il faut pouvoir rêver. Or on tue le rêve.
L’important, c’est que les gens ne restent pas chez eux dans
la peur, mais qu’il sortent de chez eux pour se retrouver sur
l’espace public.
Inzake de Ring, is de Regering van een optimalisatie.
Daarover zijn gesprekken aan de gang met Vlaanderen.
Een Ring met vlot verkeer rond Brussel is nodig, om te
voorkomen dat de auto’s de stad binnenrijden. Het is echter
geen goede zaak de ontsluitingswegen, zoals de E40 of de
A12, te verbreden. De uitritten moeten behoorlijk heraangelegd worden en rekening moet gehouden worden met de
ontwikkeling van het toekomstige stadion.
Pour ce qui concerne le Ring, le Gouvernement est pour
l’optimalisation du Ring. On en discute avec la Flandre.
Il faut un ring fluide autour de Bruxelles, pour éviter que
les voitures n’entrent en ville. Mais il ne faut pas non plus
élargir les autoroutes radiales, comme la E40 ou l’A12. Il
faut que les sorties soient réaménagées correctement, et que
l’on tienne compte du développement du futur Stade.
Er zijn veel precieze vragen, en de Minister zal alle antwoorden bij het verslag voegen.
Il y a beaucoup de questions précises. Le ministre transmettra toutes les réponses en annexe au rapport.
*
* *
*
* *
Mevrouw Céline Delforge heeft niets gehoord betreffende de financiering van de metro.
Mme Céline Delforge n’a rien entendu concernant le
financement du métro.
De Minister antwoordt dat tot nog toe niets definitief is,
en dat nog besprekingen gevoerd moeten worden met Beliris. De Minister legt de laatste hand aan het begrotingsdossier met de MIVB. Het is duidelijk dat de metro behoorlijk
moet gefinancierd worden.
Le ministre répond que rien n’est encore définitif pour le
moment. Il faut encore mener des pourparlers avec Beliris.
Le ministre est en train de finaliser le dossier budgétaire
avec la STIB. Il est clair que le métro devra être financé
comme il se doit.
A-50/3 – 2014/2015
— 105 —
A-50/3 – 2014/2015
Mevrouw Céline Delforge is niet tevreden met het antwoord van de Minister. Minister Vanhengel heeft verontrustende verklaringen gedaan, door te zeggen dat enkel
de tunnel naar het noorden de gehele herfinanciering van
Brussel in beslag gaat nemen. De spreekster eist van de
Minister een vollediger antwoord. En wat is het financieel
plan inzake Pulsar, gelet op het feit dat de financieringen
van Beliris onzeker zijn, volgens de pers.
Mme Céline Delforge n’est pas satisfaite de la réponse
du ministre. Le ministre Vanhengel a fait des déclarations
angoissantes, en disant que rien que de creuser le tunnel vers le Nord, on va absorber tout le refinancement de
Bruxelles. L’intervenante exige du ministre une réponse
plus complète. Pour ce qui est de Pulsar, quel est le plan
financier prévu, étant donné que les financements de Beliris
seront incertains, d’après ce que la presse en dit ?
De Minister antwoordt dat wat hem betreft, het gaat om
een totale begroting van 1,4 miljard euro. Het is waar dat de
tunnel tussen het Noordstation en Bordet een groot deel van
de financiering gaat opslorpen. Het geld wordt trouwens
betaald in verscheidene jaren. De Minister zal met zijn collega’s Vervoort en Vanhengel, een planning van de betalingen bijhouden zodat er meer duidelijkheid is bij de eerste
aanpassing 2015. Dit project voor een metro tussen Albert
en Bordet is werkelijk een prioriteit van de Regering.
Le ministre répond qu’en ce qui le concerne, il s’agit
d’un budget d’1,4 milliard d’euros au total. Il est vrai que
le tunnel entre la gare du Nord et Bordet va absorber une
grande partie du financement. L’argent sera d’ailleurs versé en plusieurs années. Le ministre va, avec ses collègues
Vervoort et Vanhengel, tenir un échéancier de paiements
afin qu’au premier ajustement 2015, on y voie plus clair.
Ce projet de métro entre Albert et Bordet est vraiment une
priorité du Gouvernement.
Mevrouw Céline Delforge hoopt dat er nog geld zal zijn
om andere maatregelen te financieren dan diegene inzake
de metro.
Mme Céline Delforge espère qu’il y aura encore de
l’argent pour financer d’autres politiques que celles du
métro.
De Minister verzekert dat dat het geval is. Zijn begroting
stijgt trouwens.
Le ministre le lui assure. Son budget est d’ailleurs en
augmentation.
Mevrouw Céline Delforge vraagt voorts uitleg over de
3,6 miljoen euro die wordt gezocht in de loonmassa van de
MIVB. Waarom wordt deze uitzondering gemaakt voor de
MIVB ?
Mme Céline Delforge demande en outre ce qu’il en est
des 3,6 millions d’euros que l’on va chercher dans la masse
salariale de la STIB. Pourquoi a-t-on cette « exception stibienne » ?
De Minister antwoordt dat de MIVB keuzes moet maken, en een raad van bestuur heeft die beslissingen neemt.
Le ministre répond que c’est à la STIB de choisir. Elle a
un conseil d’administration qui prend les décisions.
De heer Jamal Ikazban komt terug op het dossier inzake
de taxi’s : hij hoopt dat niet meer gepland wordt de regelgeving te wijzigen, enkel om Uber te behagen. Kan de Minister verzekeren dat Uber illegaal is en blijft ?
M. Jamal Ikazban revient sur le dossier des taxis : il
espère qu’on ne prévoie pas de changer la réglementation
uniquement pour faire plaisir à Uber. Est-ce que le ministre
peut assurer qu’Uber est et restera illégal ?
Inzake tram 9 vindt de spreker dat moed nodig is voor
sommige gemeenten om keuzes te maken : bijvoorbeeld
toen gekozen werd om Villo ten uitvoer te leggen in sommige gemeentes, of toen de Stad Brussel heeft gekozen
om zijn voetgangersplan in te voeren. Met betrekking tot
tram 71 is een twijfelachtig spel aan de gang. Samenwerking tussen het Gewest en de gemeenten is nodig. De MIVB
had een informatiestand opgesteld in het station Naamse
Poort. Ter zake betreurt de spreker dat deze campagne in
volle verkiezingsperiode plaatsvond, en na een overlegproces. Indien de MIVB dergelijke campagnes wil voeren, zou
ze dat moeten doen bij het begin van het project, zodat de
mensen het kunnen goedkeuren, om een kakofonie te voorkomen.
Concernant le tram 9, l’intervenant estime qu’il faut
du courage à certaines communes pour poser des choix :
par exemple, lorsqu’on a choisi d’implémenter Villo dans
certaines communes, ou quand la Ville de Bruxelles a
choisi de mettre en place son piétonnier. Pour ce qui est du
tram 71, on assiste ici à un jeu de dupes. On a besoin d’une
collaboration entre la Région et les communes. La STIB
avait mis un stand d’information dans la station Porte de
Namur. A cet égard, l’orateur regrette que cette campagne
ait été faite en pleine campagne électorale, et au terme d’un
processus de concertation. Si la STIB veut mener des campagnes comme cela, elle devrait le faire en début de projet,
pour faire adhérer les gens à son projet et pour éviter ainsi
les cacophonies.
De heer Willem Draps komt terug op de metrolijn tussen Albert en Bordet. Hij looft de minister om zijn intentie
daarvan een persoonlijke uitdaging te maken. Dit dossier
moet echter bijna vanaf de start herbekeken worden en de
spreker vreest dat bij de MIVB niet meer de technische
M. Willem Draps revient sur la ligne de métro entre
Albert et Bordet : il félicite le ministre de vouloir en faire
un challenge personnel. Mais il faudra reprendre ce dossier
quasi à zéro. Et l’orateur craint qu’on ne retrouve plus à la
STIB les capacités techniques de traiter ce genre de dossier.
A-50/3 – 2014/2015
— 106 —
A-50/3 – 2014/2015
vaardigheden bestaan om dit soort dossier te behandelen.
Hoe gaat de Minister te werk gaan ? Gaat hij het uitbesteden aan de privésector ? Mobiel Brussel moet interne
experts hebben om daaraan te werken, is dat het geval ?
Comment le ministre va-t-il procéder ? Va-t-il le sous-traiter au privé ? Il faut que Bruxelles Mobilité ait des experts
en son sein pour y travailler. Est-ce le cas?
De Minister antwoordt dat hij een ontmoeting heeft gehad met Mobiel Brussel. Het is nodig anders te werken dan
tot nog toe. Iedereen moet samenwerken aan hetzelfde project. Het is werkelijk nodig project management teams op
te richten die samenwerken. Bijgevolg zal de Regering een
opdracht geven aan een onafhankelijk team : in dat team
zullen mensen van de administratie, experts van Beliris,
van de MIVB, enzovoort samenwerken. Bij een dergelijk
project rijst het gevaar dat er een conflict rijst tussen verscheidene instanties.
Le ministre répond qu’il a rencontré Bruxelles Mobilité.
Il y a une nécessité de travailler autrement que ce que l’on
a fait jusqu’à présent. Il faut que tout le monde travaille de
concert sur un même projet. Il faut vraiment monter des
équipes de project management, qui travaillent ensemble.
Ainsi, le gouvernement donnera une mission déléguée à
une équipe indépendante : il y aura dans cette équipe des
gens de l’administration, des experts de Beliris, de la STIB
etc. Le danger, dans un tel projet, c’est que naisse un conflit
entre plusieurs instances.
Volgens de heer Willem Draps beseft men momenteel
dat de mensen niet langer in staat zijn een concreet project uit te voeren. De vergunning is afgeleverd, de financiële middelen zijn voorhanden, maar de mensen weten niet
meer hoe de zaak aan te pakken.
M. Willem Draps estime qu’aujourd’hui on se rend
compte que les gens ne savent plus mener un projet concret.
On se retrouve avec un permis délivré, les moyens financiers sont là, mais les gens ne savent plus comment il faut
faire.
Hoe staat het met het project van de 300 miljard euro
van het buitengewoon herstelplan van commissievoorzitter Jean-Claude Juncker ? Hopelijk krijgt Brussel daar een
deeltje van ?
Concernant le projet des 300 milliards d’euros du plan
extraordinaire de relance du président de la Commission
Jean-Claude Juncker, qu’en est-il ? On espère qu’il y en
aura un peu pour Bruxelles ?
De Minister antwoordt dat de Europese Commissie elk
Gewest gevraagd heeft zijn dossiers door te geven. Maar er
rijzen vele vragen : zullen die financiële middelen bijvoorbeeld bestemd zijn voor de consolidatiezone ? De bijzondere voorwaarden zijn niet bekend. Hoe gaat de Commissie
dat alles beheren ? Er is nog niets bekend. Voorzichtigheid
is dus geboden, en het is nog een beetje te vroeg.
Le ministre répond que la Commission européenne
a demandé à chaque Région de transmettre ses dossiers.
Mais il y a beaucoup de questions qui se posent : est-ce
que, par exemple, ces moyens financiers tomberont dans le
périmètre de consolidation ? On ne connaît pas les conditions particulières. Comment la Commission va-t-elle gérer
tout ça ? On n’en sait encore rien. Il faut donc être prudent.
C’est encore un peu prématuré.
De heer Willem Draps vindt dat een stevige aanpak werkelijk nodig is voor dit soort dossier. Wat trouwens met de
toekomst van het Schumanrondpunt ?
M. Willem Draps estime qu’il faut vraiment mettre le
pied dans la porte dans ce genre de dossier. Qu’en est-il par
ailleurs de l’avenir du rond-point Schuman ?
De Minister antwoordt dat voor dit dossier eerst de
mobiliteitsstromen moeten onderzocht worden. Het is zeker dat er geen geld zal zijn om de Kortenbergtunnel te
verwezenlijken. Maar zodra men op de hoogte is van de
verkeersstromen, kan iets gedaan worden. Vooreerst zal de
ruimte tussen de ingang van de Wet- en Berlaymonttunnel
tot aan Karel de Groote heringericht worden. Vervolgens
wordt de andere kant van de tunnelingang, aan de zijde van
het Justus Lipsiusgebouw, voorlopig heraangelegd. Daarna
wordt het Schumanplein aangepakt. Men gaat niet noodzakelijk het project van de architect volgen die de wedstrijd
gewonnen had. Er zijn problemen geweest, niet enkel een
misverstand met de architect. Het dossier is geëvolueerd :
er werden bijvoorbeeld stabiliteitsproblemen ontdekt. Men
wil echter komen tot een kwalitatieve heraanleg van de
openbare ruimte, met minder auto’s.
Le ministre répond que pour ce dossier, il convient
d’étudier d’abord les flux de mobilité. Il est certain qu’on
n’aura pas l’argent pour réaliser le tunnel Cortenbergh.
Mais dès qu’on aura pris connaissance des flux de circulation, on pourra faire quelque chose. On réaménagera tout
d’abord l’espace situé entre la trémie du tunnel Loi et le
Berlaymont jusqu’au Charlemagne. Ensuite, on réaménagera de manière provisoire l’autre côté de la trémie, du côté
du Juste Lipse. Ensuite on s’attaquera à la place Schuman.
On ne va pas forcément suivre le projet de l’architecte qui
avait remporté le concours. Il y a eu des problèmes, et pas
seulement de mésentente avec l’architecte. Le dossier a
évolué : on a découvert par exemple des problèmes de stabilité. Mais ce que l’on veut, c’est un réaménagement qualitatif de l’espace public, avec moins de voitures.
De heer Willem Draps antwoordt dat daarmee niets duidelijk wordt gemaakt. En wat met de ontradingsparkings in
M. Willem Draps rétorque qu’il n’y a là rien de précis.
Et qu’en est-il des parkings de persuasion en périphérie ?
A-50/3 – 2014/2015
— 107 —
A-50/3 – 2014/2015
de rand ? Tijdens de zittingsperiode 2004-2009 bestond er
een parkeerplan. Maar sindsdien, vijf jaar later, stelt men
vast dat geen enkele parkeerplaats werd verwezenlijkt, integendeel.
Il y a eu, pendant la législature 2004-2009, un plan parking. Mais depuis lors, cinq ans après, on constate que la
moindre place de parking n’a pas été réalisée, au contraire.
De Minister antwoordt dat de Regering tijdens deze
zittingsperiode plant 10.000 extra parkeerplaatsen te verwezenlijken op parkings in de rand. De Regering wil dat
uitvoeren.
Le ministre répond que le Gouvernement a prévu au
cours de cette législature la construction de 10.000 places
de parking supplémentaires sur ces parkings périphériques.
Le Gouvernement a la volonté de les réaliser.
De heer Willem Draps geeft het voorbeeld van de Duitse
stad München, waar de parkings over de gehele metropolitaanse zone werden verspreid, en dat werd gefinancierd
door de privésector.
M. Willem Draps donne l’exemple de la ville allemande
de Munich, où l’on a disséminé les parkings sur l’ensemble
de la zone métropolitaine, et cela a été financé par le privé.
De Minister onthoudt het voorstel. Wat het Albertproject betreft, werd alles gedaan om de werken twee jaar te
vervroegen, om de voorlopige terminus van lijn 3 en de definitieve terminus van 7 daar mogelijk te maken. Maar dat
is niet makkelijk : voor een wijziging van de tunnelingang
op de Albertlaan zijn zware werken vereist, waarvoor een
stedenbouwkundige vergunning nodig is.
Le ministre retient la suggestion. Par ailleurs, en ce qui
concerne le projet Albert, tout a été fait pour avancer les
travaux de deux ans, pour y permettre le terminus provisoire du 3 et le terminus définitif du 7. Mais ce n’est pas si
facile : si on veut modifier la trémie avenue Albert, il faudra
des travaux lourds, nécessitant un permis d’urbanisme.
De heer Marc Loewenstein vraagt welke methodologie
de Minister wenst te volgen voor de uitvoering van zijn
nieuw gewestelijk mobiliteitsplan. De spreker vraagt overigens hoe het staat met het verbod op quads, en met het
ophalen van klanten door de taxi’s in de luchthaven ?
M. Marc Loewenstein demande quelle méthodologie
le ministre compte suivre pour réaliser son nouveau plan
régional de mobilité. L’intervenant demande par ailleurs ce
qu’il en est de l’interdiction des quads, et du chargement
des clients par les taxis à l’aéroport ?
De Minister antwoordt dat hij nog geen methode heeft
bepaald voor het nieuwe GMP. Voor de quads moeten eerst
gemeenteverordeningen aangenomen worden. Er is slechts
één gemeente, te weten Ukkel, die nog niet in orde is, en
men moet bekijken wat daar fout gaat. Het dossier voor het
ophalen van klanten door de taxi’s in de luchthaven ligt op
de tafel van de Regering. Dat is een dossier dat moet geregeld worden in overleg met het Vlaams Gewest. Iedereen
in Brussel is er voorstander van, maar het probleem ligt bij
Vlaanderen, met name in de gemeente Zaventem.
Le ministre répond qu’il n’a pas encore arrêté la méthode
pour le nouveau PRM. Pour les quads, il faudra prendre
d’abord des règlements communaux. Il n’y a qu’une seule
commune, à savoir Uccle, qui n’est pas encore en ordre.
Il faudra voir où cela coince. Pour ce qui est du dossier
du chargement des clients par les taxis à l’aéroport, c’est
sur la table du Gouvernement. C’est un dossier qui doit
se régler en concertation avec la Région flamande. Tout
le monde à Bruxelles y est favorable, mais le problème se
situe en Flandre, et particulièrement dans la commune de
Zaventem.
De heer Marc Loewenstein heeft vragen over de verloning van de GECO’s : vorig jaar had het Rekenhof een
opmerking gemaakt, over het feit dat hun wedde voor december slechts betaald werd door Actiris in januari van het
volgende jaar, wat niet normaal is. Dat is de reden waarom
Actiris zijn begroting 2014 heeft moeten verhogen om de
GECO’s in december te betalen. Wat met de GECO’s die
worden aangeworven bij de MIVB ?
M. Marc Loewenstein s’interroge sur la rémunération
des ACS : la Cour des comptes avait fait une remarque à ce
sujet l’an dernier en observant que le salaire de décembre
des ACS par Actiris était payé en janvier de l’année suivante, ce qui n’est pas normal. C’est la raison pour laquelle
Actiris a dû augmenter son budget 2014 afin de payer ses
ACS en décembre. Qu’en est-il pour les ACS qui sont engagés à la STIB ?
De Minister zal informatie inwinnen en het antwoord
later geven.
Le ministre s’informera et fournira la réponse ultérieurement.
De heer Ridouane Chahid komt terug op de kwestie van
de financiering van de metro : kan niet gedacht worden aan
een interventie van de EIB ?
M. Ridouane Chahid revient sur la question du financement du métro : ne pourrait-on pas imaginer une intervention de la BEI ?
Nu het metrotraject naar het Noorden vastligt, moet de
heraanleg van de bovengrondse openbare ruimte niet ver-
Par ailleurs, maintenant qu’on a décidé du tracé du métro
vers le Nord, il ne faudrait pas négliger le réaménagement
A-50/3 – 2014/2015
— 108 —
A-50/3 – 2014/2015
waarloosd worden, om de druk op de lokale openbare wegen te verlagen. Hoe staat het trouwens met het Parkeeragentschap ?
de l’espace public en surface, afin d’apaiser les pressions
sur la voirie locale. Par ailleurs, qu’en est-il de l’Agence de
stationnement ?
De Minister antwoordt dat hij dat antwoord per afzonderlijke gemeente zal geven (cf. Bijlage nr. 4).
Le ministre répond qu’il fournira cette réponse commune par commune (cf. Annexe n° 4).
Het verheugt de heer Ridouane Chahid dat er binnenkort een nieuw busplan komt. Maar wat met het tramplan,
waarvan de laatste versie al dateert van 2005 ? Moet dat
tramplan niet eveneens aangenomen worden, om de overstapproblemen die thans rijzen op te lossen ?
M. Ridouane Chahid se réjouit qu’il y ait prochainement
un nouveau plan directeur bus. Mais qu’en est-il du plan
tram, dont la dernière mouture date déjà de 2005 ? Ne faudrait-il pas également adapter ce plan tram, afin de résoudre
les problèmes de rupture de charge qui se posent toujours
actuellement ?
Tot slot, wijst de spreker op de administratieve traagheid
van de mobiliteitswerken. Alles is niet de fout van het Gewest. Men moet kijken naar de gemeenten : als een bepaald
gewestelijk project een prioriteit is voor de gemeente, zal
ze het dossier activeren. Maar indien dat niet zo is, gaat zij
het afremmen. Om die reden zijn bakens nodig en moeten
de verhaalmogelijkheden zo veel mogelijk beperkt worden.
Enfin, l’orateur pointe la lenteur administrative des travaux de mobilité. Tout n’est pas de la faute de la Région.
Il faut voir dans les communes : si tel projet régional est
une priorité pour la commune, elle activera le dossier. Mais
à l’inverse, si ce projet n’entre pas dans les priorités de la
commune, elle freinera. C’est pourquoi il faut des balises,
et limiter dans la mesure du possible les possibilités de
recours.
De heer Bruno De Lille is niet tevreden met de antwoorden van de Minister betreffende Iris 2 : Als men luistert
naar de Minister, heeft zijn voorganger niets gedaan. Heeft
de Minister zicht op zijn eigen projecten ? Welke weerslag
zullen de door de Minister verdedigde projecten hebben
op het verlagen van de autodruk ? De spreker betreurt dat
de Minister de doos van Pandora openmaakt, inzake het
delen van de openbare weg ten voordele van de auto. Die
keuze wordt opnieuw mogelijk. Persoonlijk gaat de spreker
niet mee in deze logica. De ring gaat bijvoorbeeld verbreed
worden en tezelfdertijd bevestigt de Minister dat hij geen
opstoppingen wil. Maar het is juist door de ring te verbreden dat men opstoppingen gaat krijgen. Men kan toch geen
fles bier van 33 cl in een glas van 25 cl gieten ! Men kan
Brussel niet verbreden, net zoals men kiest om de ring te
verbreden. De Minister wil een aantal ambitieuze projecten verwezenlijken, maar als cijferdetails worden gevraagd,
krijgt men niets. Dat is niet normaal. Minister Vanhengel
zegt verontrustende zaken, te weten dat al het geld van de
herfinanciering van Brussel zal opgebruikt worden door de
metro, ten koste van andere beleidsmaatregelen. Met de
antwoorden die de heer Smet geeft, is er nog meer reden
tot ongerustheid.
M. Bruno De Lille n’est pas satisfait des réponses du
ministre concernant Iris 2 : à entendre le ministre, son prédécesseur n’a rien fait. Le ministre a-t-il une vue sur ses
propres projets ? Quels impacts les projets que défend le
ministre auront-ils en termes de diminution de la pression
automobile ? L’orateur déplore que le ministre ouvre la
boîte de Pandore du partage de la voirie en faveur de la
voiture. Cela redevient un choix possible. Personnellement,
l’intervenant ne rentre pas dans cette logique. Par exemple,
on va élargir le Ring, et en même temps, le ministre affirme
qu’il ne veut pas d’embouteillages. Mais c’est justement
en élargissant le Ring que l’on va créer des embouteillages. On ne peut quand même pas mettre une bouteille
de bière de 33 cl dans un verre de 25 cl ! On ne peut pas
élargir Bruxelles comme on choisirait d’élargir le Ring. Le
ministre veut réaliser une série de projets ambitieux, mais
lorsqu’on demande des détails chiffrés, on n’a plus rien.
Ce n’est pas normal. Le ministre Vanhengel dit des choses
inquiétantes, à savoir que tout l’argent du refinancement de
Bruxelles sera absorbé par le métro, eu détriment d’autres
politiques. Avec les réponses que donne M. Smet, il y a de
quoi s’inquiéter encore plus.
De Minister licht toe dat inzake de ring, nooit gesproken
is van verbreding, maar wel van optimalisatie. Over dat begrip was iedereen het eens, met inbegrip van Groen.
Le ministre explique que pour ce qui concerne le Ring,
on n’a jamais parlé d’élargissement, mais bien d’optimalisation. Sur ce concept, tout le monde était d’accord, y compris Groen.
De heer Bruno De Lille protesteert tegen dat antwoord :
die discussie heeft al plaatsgevonden in Vlaanderen, waar
men zogezegd niet verbreedt, maar optimaliseert. Dat is
schandalig ! Groen is nooit voor de verbreding van de ring
geweest.
M. Bruno De Lille s’insurge contre cette réponse : on a
déjà eu cette discussion en Flandre, où soit-disant on n’élargit pas mais on « optimalise ». C’est scandaleux ! Groen
n’a jamais été favorable à l’élargissement du Ring.
A-50/3 – 2014/2015
— 109 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Ridouane Chahid bevestigt dat Groen uiteindelijk heeft toegegeven dat het voorstander was van de optimalisatie van de ring.
M. Ridouane Chahid confirme que Groen a fini par reconnaître qu’il était favorable à l’optimalisation du Ring.
Na een forse gedachtewisseling tussen de commissieleden, verklaart Minister Smet dat hij altijd duidelijk
voorstander is geweest van de optimalisatie van de ring.
De groene partij heeft getekend voor deze optie. Die optimalisatie zal in het voordeel van de Brusselaars zijn, want
bij opstoppingen op de ring, verkiezen de automobilisten
Brussel te doorkruisen om hun bestemming te bereiken,
wat niet wenselijk is. Daarom is de Regering voorstander
van een optimalisatie van de ring. Dat zal gebeuren ten
koste van Vlaams grondgebied, maar ten voordele van de
Brusselaars. Groen en Ecolo verdedigen een dogmatische
visie. Eén van de uitdagingen van de optimalisatie, bestaat
erin eveneens het GEN voor fietsers te verwezenlijken.
Après un échange de vue musclé entre les membres de
la commission, le ministre Smet déclare avoir été toujours
clairement partisan de l’optimalisation du Ring. Le parti
Groen a signé pour cette option. Cette optimalisation sera
à l’avantage des Bruxellois, car s’il y a des embouteillages sur le Ring, les automobilistes préféreront traverser
Bruxelles pour rejoindre leur destination, ce qui n’est pas
souhaitable. C’est pourquoi le Gouvernement est partisan
d’une optimalisation du Ring. Et cela se fera au détriment
du territoire de la Flandre, mais au profit des Bruxellois.
Groen et Ecolo défendent une vision dogmatique. Un des
enjeux de l’optimalisation, c’est de réaliser également le
RER cyclable.
Inzake de borden met wisselende boodschappen,
waarover de heer Draps sprak, merkt de Minister op dat
de technologische evolutie steeds belangrijker wordt. De
« connective cars » komen op de weg. Er zullen zelfs geen
borden met wisselende boodschappen meer nodig zijn,
want alle gegevens zullen opgenomen zijn in de GPS. We
staan aan het begin van data management.
En ce qui concerne les panneaux à messages variables,
évoqués par M. Draps, le ministre signale que l’on s’oriente
de plus en plus vers évolution technologique. Aujourd’hui,
les « connective cars » vont débarquer. On n’aura même
plus besoin de panneaux à messages variables, car toutes
les données seront intégrées sur le GPS. On en est au début
du data management.
Inzake de financiering van metro, bevestigt de Minister
de uitlatingen van zijn collega Guy Vanhengel : het is waar
dat al het geld van Beliris naar mobiliteit zal gaan, en een
groot deel daarvan naar de metro. En dat is een goede zaak!
Groen en Ecolo zijn ten gronde tegen de metro om dogmatische redenen. Hij is ervan overtuigd dat de metro moet
verwezenlijkt worden, naar Schaarbeek en naar elders. De
Minister is ervan overtuigd dat de lijn Bordet-Albert een
prioriteit moet zijn. Op een dag komt er ook een metro in
Ukkel, en op de grote ring. Misschien moet ook gedacht
worden aan een uitbreiding naar Groot-Bijgaarden.
En ce qui concerne le financement du métro, le ministre
confirme les propos de son collègue Guy Vanhengel : il est
vrai que tout l’argent de Beliris ira vers la mobilité, dont une
grande partie vers le métro. Et c’est tant mieux ! Groen et
Ecolo sont foncièrement opposés au métro pour des raisons
dogmatiques. Il est convaincu qu’il faut réaliser le métro,
que ce soit vers Schaerbeek comme ailleurs. Le ministre
est convaincu qu’il faut mettre la priorité sur cette ligne
Bordet-Albert. A Uccle, ainsi que sur la grande ceinture, on
aura également du métro un jour. Peut-être faudra-t-il aussi
envisager une extension à Groot-Bijgaarden.
De heer Bruno De Lille zegt dat zijn partij niet gekant
is tegen de metro. Het is waar dat met een debiet van
6.000 personen per uur de metro een noodzaak wordt. De
groenen willen echter in de eerste plaats dat de mensen zich
op de meest doeltreffende wijze verplaatsen. Groen is geen
voorstander van metro’s overal. Wat de ring betreft, moet
de Minister het document van de Vlaamse administratie en
de Brusselse administratie opnieuw lezen : wat nodig is,
is het aantal auto’s op de ring te verminderen, en de enige
oplossing daarvoor is een kilometerheffing op de gehele
GEN-zone. Dat staat in de studies, en dat is geheel niet
dogmatisch.
M. Bruno De Lille affirme que son parti n’est pas opposé
au métro. Il est vrai qu’à partir d’un débit de 6.000 personnes à l’heure, c’est le métro qui s’impose mais les Verts
veulent avant tout que les gens se déplacent de la manière
la plus efficiente. Groen n’est pas partisan du métro partout.
En ce qui concerne le Ring, que le ministre relise le document de l’administration flamande et de l’administration
bruxelloise : ce qu’il faut, c’est diminuer le nombre de voitures sur le Ring, et la seule solution pour y parvenir, c’est
de réaliser une taxe kilométrique sur l’ensemble de la zone
RER. Voilà ce qui se trouve dans les études. Et ce n’est pas
du tout dogmatique.
De heer Paul Delva wenst te reageren op hetgeen gezegd is over de vorige Regering, en in het bijzonder over
Minister Grouwels. Het spreekt vanzelf dat elke Minister
zijn eigen stijl heeft en dat een nieuwe Minister zijn stempel wil drukken op zijn nieuwe projecten. Er zij echter op
gewezen dat men, bij het lezen van de oriëntatienota, vaststelt dat de basisfilosofie van het mobiliteitsbeleid tijdens
de vorige zittingsperiodes strikt dezelfde is gebleven, met
M. Paul Delva souhaite réagir sur ce qui a été dit concernant le précédent gouvernement, et en particulier sur la
ministre Grouwels. Il va de soi que chaque ministre a son
propre style, et qu’un nouveau ministre veut imprimer sa
marque sur ses nouveaux projets. Mais il faut bien observer, à la lecture de la note d’orientation, que la philosophie
de base de la politique de mobilité, sous les précédentes
législatures, est restée strictement la même, dans une cer-
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 110 —
een zekere continuïteit. Er zijn uiteraard nieuwe projecten
op touw gezet, wat een goede zaak is, maar het heeft geen
zin om constant kritiek te geven op hetgeen in het verleden
is gebeurd. Mevrouw Grouwels heeft die continuïteit onderschreven. Minister Smet zegt dat sommige dossiers vertraging hebben opgelopen, maar dat probleem is inherent
aan de procedures. Dezelfde kritiek is trouwens al geleverd
in 2009, over de projecten van de vorige zittingsperiode.
Men kan alleen maar hopen dat de procedures tijdens deze
zittingsperiode sneller zullen verlopen. De spreker pleit dus
voor meer respect voor het beleid dat tijdens de vorige zittingsperiode is gevoerd.
taine continuité. Bien sûr, de nouveaux projets ont été initiés, ce qui est heureux. Mais il ne sert à rien de sans cesse
critiquer ce qui a été fait par le passé. Mme Grouwels s’est
inscrite dans cette continuité. Lorsque le ministre Smet dit
que certains dossiers ont traîné, c’est un problème inhérent
aux procédures. On a d’ailleurs entendu la même critique
en 2009, concernant les projets de la législature précédente.
On ne peut qu’espérer que les procédures seront plus rapides sous cette législature-ci. L’orateur plaide donc pour
que l’on parle avec respect de la politique qui a été menée
lors de la précédente législature.
*
* *
*
* *
III. Bespreking van de programma’s
en activiteiten
III. Discussion des programmes
et des activités
OPDRACHT 17
MISSION 17
Mobiliteit
Mobilité
Programma 001 – Ondersteuning van het algemeen beleid
Programme 001 : Support de politique générale
Mevrouw Joëlle Maison vraagt, in verband met
BA 17.001.08.01.1211, waarom er 100.000 euro minder is
ingeschreven in de juridische uitgaven voor de dienstencontracten met advocaten ? In de verantwoording is sprake
van een onderbenutting maar ook van afgesproken besparingen. Op wat ?
Mme Joëlle Maison demande, à l’AB 17.001.08.01.1211,
pourquoi il y a 100.000 euros en moins dans les dépenses
juridiques liées aux contrats de service avec les avocats ?
La justification fait état d’une « sous-utilisation » mais aussi d’« économies convenues ». Sur quoi ?
De minister zegt dat men in de begroting naar besparingen heeft gezocht. In bijna alle BA’s, zullen er onderbenuttingen zijn, hier en daar besparingen. In deze BA gaat het
over onderbenutting.
Le ministre répond qu’on a cherché des économies dans
le budget. Dans presque toutes les AB, il y aura de la sousutilisation, et de temps en temps des économies. Sur cette
AB, cela concerne de la sous-utilisation.
De heer Willem Draps heeft vragen over
BA 17.001.08.08.1211 betreffende de werkingsuitgaven
van de raadgevende commissies inzake mobiliteit. De spreker veronderstelt dat het gaat over de Koninklijke Commissie voor Mobiliteit, die alsmaar vaker wordt gevraagd
om advies uit te brengen. De begroting daalt evenwel :
waarom ?
M. Willem Draps s’interroge sur l’AB 17.001.08.08.1211
concernant les dépenses de fonctionnement des commissions consultatives de mobilité. L’orateur suppose qu’il
s’agit de la Commission Régionale de Mobilité, laquelle
est amenée à remettre des avis de plus en plus fréquents.
Or, son budget est en diminution : quelle en est la raison?
De Minister zegt dat de bedragen zijn aangepast om beter overeen te stemmen met de werkelijkheid. De Minister
hoopt dat hij de werking van die commissie kan optimaliseren.
Le Ministre répond que les montants sont réajustés pour
correspondre à la réalité. Le Ministre compte optimaliser le
fonctionnement de cette commission.
De heer Paul Delva heeft vragen over
BA 17.001.08.07.1211, die fors daalt : van 7.200.000 euro
naar 5.700.000 euro aan vereffeningen. Wat verklaart die
daling ? In de verantwoording is sprake van afgesproken
besparingen en van het wegwerken van de historische onderbenutting, wat een verklaring zou kunnen zijn voor de
M. Paul Delva s’interroge sur les AB 17.001.08.07.1211
qui est en forte diminution : de 7.200.000 euros à
5.700.000 euros en liquidation. Quelle est la logique de
cette diminution? La justification fait état d’économies
convenues et de l’élimination de la sous-utilisation historique, ce qui pourrait expliquer la faible diminution des
A-50/3 – 2014/2015
— 111 —
A-50/3 – 2014/2015
geringe daling van de vastleggingskredieten, maar hoe liggen de zaken met de vereffeningskredieten ?
crédits d’engagement, mais qu’en est-il pour les crédits de
liquidation ?
Mevr. Carla Dejonghe wijst op de verschillende uitgaven in het kader van dataverzameling, de gemeentelijke
mobiliteitsplannen, enz. Er is hier sprake van een historische onderbenutting. Er komen regelmatig onderbenuttingen voor in deze begroting. Werden er hier in het verleden
verkeerde inschattingen gemaakt van de financiële impact
of gaat het hier over zaken die nooit werden uitgevoerd. En
zo ja, over wat spreken we hier dan ?
Mme Carla Dejonghe signale que cette AB concerne les
différentes dépenses dans le cadre du recueil de données,
des plans de mobilités communaux, etc. Il est question
d’une sous-utilisation historique. On observe régulièrement
des sous-utilisations dans ce budget. A-t-on mal estimé
l’impact financier dans le passé, ou s’agit-il de projets qui
n’ont jamais été mis en œuvre ? Et dans l’affirmative, de
quoi parle-t-on ici ?
Mevrouw Joëlle Maison sluit zich aan bij die vraag.
Mme Joëlle Maison s’associe également à cette question.
De Minister zegt dat men, wat dit begrotingsartikel betreft, tussen 2010 en 2013, heeft vastgesteld dat de vastleggingen goed werden uitgevoerd. Wat de betaling betreft,
ligt de gebruikersgraad van de kredieten tussen 67,19 % en
99,52 %. De betalingen zijn immers rechtstreeks gekoppeld
aan de voortgang van de opdrachten, waarvan sommige
vertraging hebben opgelopen. Voor 2014, verwachten we
een geringer gebruik van de kredieten, wat logisch is in een
jaar waarin een nieuwe Regering aantreedt.
Le ministre répond que sur cet article budgétaire, entre
2010 et 2013, on constate une bonne exécution de crédits
d’engagement. Au niveau des paiements, le taux d’utilisation des crédits varie entre 67,19 % et 99,52 %. Les paiements sont en effet étroitement liés à l’avancement des
marchés, dont certains ont connu des retards. Pour 2014,
nous nous attendons à une utilisation moindre des crédits,
ce qui est habituel dans l’année de mise en place d’un nouveau gouvernement.
Mevrouw Cieltje Van Achter heeft vragen over de grote
bedragen in die BA : welke studies liggen ter tafel ? Kan
men de lijst bij het verslag voegen ?
Mme Cieltje Van Achter s’interroge sur les montants importants qui se trouvent à cette AB : quelles sont les études
qui sont sur la table ? Peut-on les mettre au rapport ?
De Minister zegt dat hij op dit ogenblik de lijst van hetgeen op stapel staat voor 2015 nog niet kan meedelen, maar
hij zal bij het verslag een overzicht voegen van het gebruik
van dat krediet in 2014 (cf. Bijlage nr. 1).
Le Ministre répond qu’il n’est pas encore en mesure de
donner la liste de ce qui se fera en 2015, mais il accepte de
mettre en annexe au rapport l’utilisation qui a été faite de ce
crédit en 2014 (cf. Annexe n° 1).
De heer Paul Delva wijst er in verband met
BA 17.001.08.09.1211 op dat er geen enkel bedrag is
opgenomen, noch voor 2014 noch voor 2015, terwijl
BA 17.001.08.12.1211, met exact hetzelfde opschrift, wel
van middelen wordt voorzien. Hoe komt dat ?
M. Paul Delva signale, à l’AB 17.001.08.09.1211,
qu’aucun montant ne figure, tant en 2014 qu’en 2015,
alors que l’AB 17.001.08.12.1211, qui porte exactement le
même libellé, est dotée de moyens : quelle en est la raison ?
De Minister zegt dat BA 17.001.08.09.1211 zal verdwijnen en in de volgende begroting niet meer zal voorkomen.
Le Ministre répond que l’AB 17.001.08.09.1211 est en
extinction : elle ne figurera plus lors du prochain budget.
De heer Paul Delva heeft ook nog vragen over
BA 17.001.08.10.1211 dat geen enkel bedrag aan vastleggingen bevat. In de verantwoording is sprake van het feit
dat de Minister een uniform beleid willen voeren. Wat betekent dat ?
M. Paul Delva s’interroge en outre sur
l’AB 17.001.08.10.1211, aucun crédit ne figure en engagement, la justification fait état du fait que le Ministre veut
une « politique uniforme » : qu’est ce que ça signifie?
De Minister zegt dat, tijdens de vorige zittingsperiode,
de mobiliteitskredieten verdeeld werden tussen de heer De
Lille en mevrouw Grouwels. Vandaag is er maar één Minister belast met mobiliteit. De bestaande BA’s moeten dus
alleen maar worden vereffend.
Le Ministre répond que lors de la précédente législature,
les crédits de mobilité étaient répartis entre M. De Lille
et Mme Grouwels. Aujourd’hui, il n’y a plus qu’un seul
Ministre chargé de la Mobilité. Il faut donc juste liquider
les AB existantes.
Mevrouw Carla Dejonghe sluit zich aan bij de vraag
betreffende de twee basisallocatie (BA 17.001.08.10.11 en
BA 17.001.08.12. 1211) voor de promotie en communicatie
onder meer van het BUV, zullen samen gevoegd worden
Mme Carla Dejonghe s’associe à cette question concernant les deux allocations de base (AB 17.001.08.10.11 et
AB 17.001.08.12.1211) pour la promotion et la communication de l’AED, notamment, qui seront fusionnées « dès
A-50/3 – 2014/2015
— 112 —
A-50/3 – 2014/2015
« van zodra mogelijk ». Wanneer zal dat zijn ? En zal dat
dan een globale minderuitgave betekenen ?.
que possible ». Quand au juste ? Et cela impliquera-t-il dès
lors une diminution globale des dépenses ?
De Minister antwoordt dat de vastleggingskredieten al
samengevoegd voor en vanaf 2015 werden. Er rest op de
oude basisallocatie enkel nog een betaalkrediet om de lopende dossiers uit te kunnen betalen. Van zodra de laatste
betaling hierop is gebeurd kan de eerste basisallocatie worden geschrapt.
Le Ministre répond que les crédits d’engagement ont
déjà été fusionnés pour et à partir de 2015. Sur l’ancienne
allocation de base, il ne reste plus qu’un crédit de paiement
afin de pouvoir payer les dossiers en cours. Dès que le dernier paiement aura été effectué, la première allocation de
base pourra être supprimée.
De heer Bruno De Lille heeft vragen over
BA 17.001.27.01.4352 : het gaat over de werkingssubsidies
voor de politiezones in het kader van het strategisch mobiliteitsbeleid. Er is geen enkel bedrag te bespeuren in deze
BA, die oorspronkelijk moest dienen om de fietsbrigades
te promoten.
M.
Bruno
De
Lille
s’interroge
sur
l’AB 17.001.27.01.4352 : il s’agit des subsides de fonctionnement aux zones de police dans le cadre de la politique
de mobilité stratégique. Plus aucun montant n’est repris à
cette AB, qui servait à l’origine à promouvoir les brigades
cyclistes.
Mevrouw Joëlle Maison sluit zich aan bij die vraag betreffende de afschaffing van de werkingssubsidies voor de
6 politiezones (19.000 euro); voor 2013 en voor 2014 is
geen enkel bedrag gevraagd. Geen enkel in de 6 zones ? De
korpsleiding werd toch correct geïnformeerd ?
Mme Joëlle Maison s’associe à cette question concernant la suppression des subventions de fonctionnement
aux 6 zones de police (90.000 euros); aucune somme n’a
été demandée en 2013 ou 2014. Aucune des 6 zones ? Les
chefs de corps étaient-ils correctement informés ?
De Minister zegt dat dat geld niet werd gebruikt. Het
dient dus tot niets om bedragen in deze BA in te schrijven.
Het gaat trouwens over materiaal dat de politie aan zijn personeel moet terugbetalen. Het Gewest hoeft niet de fietsen
van de politiemannen te betalen.
Le Ministre répond que ces montants n’étaient pas utilisés. Cela ne sert donc à rien de mettre de l’argent à cette
AB. Il s’agit par ailleurs de matériel que la police doit payer
à son personnel. Ce n’est pas à la Région d’aller payer des
vélos aux policiers.
De heer Hervé Doyen heeft vragen over
BA 17.001.08.12.1211, die slaat op de uitgaven voor de
promotie van en de communicatie over projecten en werken. De volksvertegenwoordiger komt terug op de communicatie rond tram 71. Het is jammer dat de MIVB niet
hetzelfde gedaan heeft voor de andere projecten. De bevolking is bang van de communicatie dan van het project dat
werkelijk zal worden uitgevoerd.
M. Hervé Doyen s’interroge sur l’AB 17.001.08.12.1211
qui représente les dépenses pour la promotion et la communication des projets de travaux. Le député en revient à la
communication qui a été faite sur le tram 71. Il est dommage que la STIB n’ait pas fait la même chose pour les
autres projets. Les gens ont plus peur de la communication qui a été faite que du projet qui sera réellement mis
en place.
De Minister is het eens met de woorden van de heer
Doyen. Voor grote werven is goede communicatie en goede uitleg aan de mensen nodig. Hetzelfde moet gebeuren
voor de metro van Noord naar Zuid. De campagne inzake
tram 71 vond in een geheel andere context plaats. Het is
de bedoeling dat er meer burgerparticipatie komt. Er staan
trouwens andere posten inzake communicatie in de andere
mobiliteitsopdrachten.
Le Ministre marque son accord avec les propos de
M. Doyen. Pour les grands chantiers, il est nécessaire de
bien communiquer, de bien les expliquer aux gens. On doit
faire de même pour le métro nord-sud. La campagne du
tram 71 s’est faite dans un autre contexte, le projet n’était
pas encore bien ficelé, et cela a eu un effet inverse. L’idée
est d’avoir davantage de participation citoyenne. Il y a par
ailleurs d’autres postes en communication dans les autres
missions de mobilité.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vraagt of bij deze opdracht de kredieten vermeld zijn voor het plaatsen van barrières aan de ingang van tunnels, wat een eis van Europa
was. Tijdens de vorige legislatuur werd daarover gesproken, die barrières waren bestemd om de tunnels af te sluiten
voor het verkeer bij een ongeval. Hoe staat het daarmee ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel demande si c’est à cette
mission-ci que l’on trouve les crédits pour l’installation de
barrières à l’entrée des tunnels, qui était une exigence européenne : on en avait parlé lors de la précédente législature,
ces barrières étaient destinées à fermer les tunnels à la circulation en cas d’accident. Qu’en est-il ?
De Minister antwoordt dat hij de uitleg als bijlage zal
toevoegen (cf. Bijlage nr. 2).
Le Ministre répond qu’il donnera une explication en
annexe au rapport (cf. Annexe n° 2).
A-50/3 – 2014/2015
— 113 —
A-50/3 – 2014/2015
Programma 002 : Ondersteuning aan derden voor de
bevordering van mobiliteit en burgerparticipatie
Programme 002 : Soutien aux tiers pour la promotion
de la mobilité et de la participation citoyenne
De
heer
Paul
Delva
heeft
vragen
bij
BA 17.002.34.01.3300, i.e. de subsidies aan verenigingen
die werken aan de promotie van het openbaar vervoer. Deze
subsidies worden viermaal hoger in vastleggingskredieten.
Waarom zijn ze zo hoog ?
M. Paul Delva s’interroge sur l’AB 17.002.34.01.3300,
qui représentent les subventions aux associations qui
œuvrent dans le domaine de la promotion des transports en
commun. Ces subventions quadruplent en crédits d’engagement. Pourquoi ces crédits sont-ils si élevés ?
De Minister antwoordt dat het gaat over een vastlegging
voor de vijf komende jaar. De vastleggingskredieten blijven constant. De Regering gaat dat beleid evalueren om
een effectief bedrag vast te leggen de komende jaren.
Le Ministre répond qu’il s’agit d’un engagement sur la
période des cinq ans qui viennent. Les crédits de liquidation restent constants. Le gouvernement va évaluer cette
politique afin d’engager un montant effectif les prochaines
années.
De heer Bruno De Lille vraagt, over dezelfde BA, waarom de vereffeningskredieten dalen. Houdt dat in dat de Regering al beslist heeft sommige verenigingen niet langer te
subsidiëren ?
M. Bruno De Lille demande, à cette même AB, pourquoi les crédits de liquidation sont en baisse. Est-ce que
cela signifie que le gouvernement a déjà décidé de ne plus
subsidier certaines associations ?
Mevrouw Joëlle Maison sluit zich aan bij die vraag :
men merkt dat dit krediet daalt met 238.000 euro. Vier
verenigingen hadden een erkenning gekregen voor 5 jaar.
Welke keuzes maakt de Minister voor de komende 5 jaar ?
Waarom daalt het krediet ?
Mme Joëlle Maison s’associe à cette question : on observe que le crédit baisse de 238.000 euros. Quatre associations avaient reçu une agréation pour 5 ans. Quels sont les
choix du Ministre pour les 5 années à venir ? Pourquoi le
crédit baisse-t-il ?
De Minister antwoordt dat deze BA een uitvoeringspercentage van 86,73 % heeft, wat overeenkomt met het
bedrag van de vereffeningskredieten, of in een daling ter
belope daarvan. In principe worden de verenigingen die
subsidies kregen tijdens de vorige legislatuur nog altijd gesubsidieerd in 2015.
Le Ministre répond que cette AB a un taux d’exécution
de 86,73 %, ce qui correspond au fait que le montant des
crédits de liquidation soit en baisse à due concurrence. En
principe, les associations qui ont été subsidiées lors de la
précédente législature le seront encore en 2015.
De heer Marc Loewenstein merkt op dat deze BA betrekking heeft op 4 verenigingen, die 1,288 miljoen euro
zouden gedeeld hebben in 2014 : is dat wel juist ? Quid
met de subsidies die werden toegekend in het kader van
de « Toolbox Mobiliteit » ? Valt dat eveneens onder deze
BA ? Zo ja, kan de Minister preciseren welke verenigingen/
wijkcomités/projecten (met de betrokken gemeente) werden gesubsidieerd in 2014 ?
M. Marc Loewenstein signale que cette AB vise 4 associations qui se seraient partagé 1,288 millions d’euros
en 2014 : est-ce bien exact ? Quid des subsides octroyés
dans le cadre du « Toolbox Mobilité » ? Est-ce que ça entre
également dans cette AB ? Dans l’affirmative, le ministre
pourrait-il préciser quels associations/comités de quartier/
projets (en précisant la commune concernée) ont été subsidiés en 2014 ?
De Minister antwoordt dat een twintigtal verenigingen
subsidies hebben genoten uit deze BA. Zij beogen steun
voor acties ter bevordering van stappen, fietsen, carsharing, de omkadering van de schoolvervoerplannen, enz.
Het project « Toolbox Mobiliteit » behoort tot een opdracht
onder BA 17.001.08.07.1211 die in 2012 van start ging,
teneinde een facilitator aan te wijzen voor de ondersteuning
van projecten door de wijkcomités. Die laatste hebben geen
enkele subsidie ontvangen.
Le ministre répond qu’une vingtaine d’associations
ont bénéficié en 2014 de subventions à partir de cette AB.
Celles-ci visent à soutenir des actions destinées à promouvoir la marche, l’utilisation du vélo, le covoiturage, à assurer l’encadrement des plans de déplacement scolaires, etc.
Le projet « Toolbox Mobilité » relève d’un marché imputé
à l’AB 17.001.08.07.1211 démarré en 2012, dont l’objet
était la désignation d’un facilitateur pour soutenir l’élaboration des projets par les comités de quartier. Ces derniers
n’ont bénéficié d’aucune subvention.
Mevrouw Cieltje Van Achter vraagt of de Minister al beleidskeuzes heeft gemaakt voor de subsidiëring van deze
verenigingen.
Mme Cieltje Van Achter demande si le ministre a déjà
effectué certains choix politiques dans la subsidiation de
ces associations.
De heer Willem Draps merkt op dat de kredieten die vermeld zijn bij deze BA slechts naar drie of vier verenigingen
M. Willem Draps fait observer que les crédits repris
à cette AB ne profitent qu’à trois ou quatre associations
A-50/3 – 2014/2015
— 114 —
A-50/3 – 2014/2015
gaan, onder andere Cyclo, de Fietsersbond, GRACQ en
Provélo : dat lijkt sterk op een rente, of zelfs op een politiek
akkoord tussen kameraden. Het lijkt wel op een besloten
club. De volksvertegenwoordiger wenst een herevaluatie
van deze BA om te zien of het nog een meerwaarde heeft
geld te geven aan dergelijke verenigingen.
que sont Cyclo, le Fietserbond, GRACQ et Provélo : cela
ressemble fort à une situation de rente, voire même à un
accord politique entre copains. Cela a tout l’air d’un club
fermé. Le député souhaite qu’on réévalue cette AB pour
voir s’il y a encore une plus-value à donner de l’argent à de
telles associations.
De Minister is het daarmee eens, en zal dat beleid evalueren. Het is duidelijk dat volgend jaar een aantal projecten
niet meer op dezelfde wijze gesubsidieerd zullen worden.
Le Ministre en convient, et évaluera cette politique. Il
est clair que l’année prochaine, un certain nombre de projets ne seront plus subsidiés de la même manière.
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij
BA 17.001.31.01.3440, betreffende de Brussel’Air premie,
waar wordt uitgelegd dat, gelet op het succes van deze premie, de kredieten werden verhoogd met 250.000 euro. Was
er geen sprake van de afschaffing van voornoemde premie ? Het bestuur had aangetoond dat de weerslag op de
gedragswijziging van de begunstigden miniem was. De vorige Regering wilde deze premie afschaffen en iets anders
in de plaats doen. Wat is daarvan aan ?
M.
Bruno
De
Lille
s’interroge
sur
l’AB 17.001.31.01.3440, relative à la prime Bruxell’Air, où
il est expliqué que, vu le succès de cette prime, les crédits
ont été augmentés de 250.000 euros. N’était-il pas question
de supprimer la prime Bruxell’Air ? L’administration avait
démontré que son impact sur le changement de comportement des bénéficiaires était minime. Le précédent gouvernement avait l’intention de supprimer cette prime et de
faire quelque chose d’autre. Qu’en est-il ?
Minister Smet antwoordt dat een evaluatie van dat beleid
nodig is. In afwachting daarvan bestaat deze basisallocatie
nog altijd, en het krediet moest zelfs verhoogd worden. In
2013 werden 890 Brussel’Air premies toegekend. Dit jaar
komen we aan 378 aanvragen voor de periode van januari
tot juni.
Le Ministre Smet répond qu’il va falloir évaluer cette
politique. En attendant, cette allocation de base existe toujours, et on a même dû augmenter les crédits. En 2013,
890 primes Bruxell’air ont été octroyées. Cette année, on
est à 378 demandes pour la période janvier-juin.
De heer Willem Draps vindt, net als de heer De Lille,
dat het beter is de buitenkans waartoe voornoemde premies
leiden af te schaffen.
M. Willem Draps estime, comme M. De Lille, qu’il vaudrait mieux supprimer l’effet d’aubaine que constituent les
primes Bruxell’Air.
De heer Marc Loewenstein heeft vragen bij
BA 17.002.27.01.4322, waar een bedrag van 700.000 euro
is voorzien voor subsidies aan de gemeenten in het kader
van acties inzake mobiliteit. In 2014, bij de aanpassing,
was voorzien in een bedrag van 1,050 miljoen euro. Kan
de Minister de opsplitsing van deze subsidies tussen de gemeenten als bijlage verschaffen ?
M.
Marc
Loewenstein
s’interroge
sur
l’AB 17.002.27.01.4322, où un montant de 700.000 euros
est prévu pour subsidier les communes dans le cadre d’actions en matière de mobilité. En 2014, à l’ajustement, un
montant de 1,050 million d’euros était prévu. Le ministre
peut-il préciser en annexe la ventilation de ces subventions
entre communes ?
De Minister antwoordt dat er op de initiële begroting
130.000 euro was uitgetrokken. Dat bedrag werd verlaagd
tot 1.050.000 euro bij de aanpassing om rekening te houden
met de verwachte onderbenutting wegens de administratieve rompslomp die de invoering van subsidieaanvragen met
zich meebrengt voor de gemeenten. Die financiële steun is
bestemd voor de mobiliteitscontracten, de wegmarkering
en stallingen voor fietsen, de schoolrijen te voet, het mobiliteitsdorp enz. De realiteit verschilt van gemeente tot
gemeente. Dat betekent dat ze niet allemaal op dezelfde
manier betrokken zijn bij de verschillende subsidies die
het Gewest ter beschikking stelt. De verdeling voor 2014
zal als bijlage bij het verslag worden gevoegd (cf. Bijlage
nr. 3).
Le ministre répond que le budget initial 2014 prévoyait
un montant de 1.300.000 euros, ramené à 1.050.000 euros
à l’ajustement. Cette diminution visait à tenir compte d’une
sous-utilisation anticipée en raison de la charge administrative que représente, pour les communes, l’introduction
de dossiers de demande de subvention. Ces aides financières concernent différents sujets : contrats de mobilité,
marquage et stationnement vélos, rangs scolaires à pied,
village de la mobilité, etc. La réalité de terrain varie d’une
commune à l’autre, ce qui implique qu’elles ne soient pas
toutes concernées de la même manière par les différentes
subventions proposées par la Région. La répartition pour
2014 sera fournie en annexe au rapport (cf. Annexe n° 3).
Op de vraag van mevrouw Maison over de strategische
acties in het kader van het beleid om het gebruik van zware
vrachtwagens in het stadscentrum en op de secundaire wegen te ontmoedigen, antwoordt de Minister dat de tellingen
Pour répondre à la question de Mme Maison sur les
actions stratégiques prévues dans le cadre de la politique
de dissuasion de l’usage des poids lourds de grand gabarit au centre-ville et sur le réseau de voiries secondaire,
A-50/3 – 2014/2015
— 115 —
A-50/3 – 2014/2015
van het verkeer aantonen dat de vrachtwagens goed zijn
voor 6 % van het verkeer dat de stad binnenrijdt en slechts
voor 1 % van het verkeer op de plaatselijke wegen. De bestelwagens zijn goed voor 8 % van het verkeer dat de stad
binnenrijdt en nog voor 7 % van het verkeer op de plaatselijke wegen. Er werd niet gekozen voor de invoering van
een toegangsverbod voor vrachtwagens, want dat zou niet
alleen zorgen voor een groter aantal bestelwagens die meer
hinder dan één enkele vrachtwagen teweegbrengen, maar
ook voor grote problemen bij de toepassing en controle.
Het is de bedoeling om de chauffeurs beter te geleiden naar
hun eindbestemming langs de snelste en optimale weg, teneinde de levenskwaliteit in de stad niet aan te tasten. Voor
het stadscentrum werken het Gewest en de Stad Brussel
samen om het gebruik van het stedelijk distributiecentrum,
dat sinds september operationeel in het TIR is, aan te moedigen. Het moet onder meer een aangepaste en duurzame
oplossing bieden voor de leveringen in de Vijfhoek, die
minder bereikbaar zal worden voor de vrachtwagens door
de projecten om de voetgangerszones uit te breiden.
le ministre répond que les chiffres de comptages de trafic
montrent que les poids lourds représentent 6 % du trafic
en entrée de ville et seulement 1 % du trafic sur les voiries
locales. Les camionnettes représentent quant à elles 8 % du
trafic en entrée de ville et encore 7 % du trafic sur les voiries locales. La mise en place d’une interdiction d’accès des
poids lourds n’a pas été retenue car, outre un report vers un
plus grand nombre de camionnettes générant plus de nuisances qu’un seul poids lourd, elle poserait des difficultés
importantes de mise en œuvre et de contrôle. L’objectif
est de mieux guider les chauffeurs jusqu’à leur destination
finale via l’itinéraire le plus rapide et le plus optimal pour
préserver la qualité de vie en ville. Pour le centre-ville,
la Région et la ville de Bruxelles travaillent main dans la
main pour encourager le recours au centre de distribution
urbaine en activité depuis septembre au Centre TIR. Il doit
permettre notamment de donner une réponse adaptée et durable pour les livraisons dans le Pentagone où l’accès des
camions sera rendu moins aisé par les projets d’extension
du piétonnier envisagés.
Het strategisch plan voor het goederenvervoer in het
BHG dient om de bewegingen van de voertuigen die goederen in en naar het Gewest vervoeren, te verminderen
en te optimaliseren door de stromen te groeperen en voor
lange afstanden de modal shift van de weg naar het water
en het spoor en voor de trajecten binnen de agglomeratie
naar milieuvriendelijkere voertuigen te stimuleren. Er zij
op gewezen dat een vrachtwagen tot twintigmaal de inhoud
van een bestelwagen kan vervoeren. De vervanging van
een vrachtwagen door een bestelwagen is dus geen mobiliteits- noch milieuwinst. Het is dus niet de bedoeling om
het aantal vrachtwagens uit principe te verminderen, maar
ervoor te zorgen dat de gekozen vervoersmodus zo efficiënt
mogelijk is (gevulde voertuigen en optimale rondritten),
wat het aantal vrachtwagens de facto beperkt.
L’objectif du plan stratégique pour le transport de marchandises en RBC est de réduire et d’optimiser les mouvements des véhicules transportant des marchandises dans et
vers la région, en groupant les flux et en suscitant le report
modal de la route vers la voie d’eau et le rail pour de longues distances et vers des véhicules plus respectueux de
l’environnement pour les trajets dans l’agglomération. Il
faut savoir qu’un camion peut transporter jusqu’à vingt
fois le contenu d’une camionnette. Le remplacement d‘un
camion par des camionnettes ne représenterait donc pas un
gain de mobilité ni environnemental. L’objectif n’est donc
pas de limiter par principe le nombre de camions mais de
faire en sorte que le mode de transport choisi soit le plus
efficace (véhicules remplis et tournées optimisées), ce qui
limite de facto le nombre de poids lourds.
Die doelstellingen worden nagestreefd met een reeks
acties waaronder de oprichting van een structuur voor stedelijke distributie, die ertoe strekt de goederenstromen te
groeperen en milieuvriendelijker te vervoeren. Dat zou uiteindelijk leiden tot een verlaging van het aantal vrachtwagens in de stad.
Ces objectifs sont déclinés à travers une série d’actions
dont la mise en place d’une structure de distribution urbaine qui vise à grouper les flux de marchandises et à les
transporter de manière plus propre. Cela devrait conduire
in fine à une réduction du nombre de poids lourds en ville.
Programma 003 : Ontwikkeling van een gewestelijk
parkeerbeleid
Programme 003 : Développement d’une politique régionale en matière de stationnement
De heer Bruno De Lille heeft vragen over de werkingsdotatie voor het Gewestelijk Parkeeragentschap. De
250.000 euro die vorig jaar werd gestort, is geschrapt. Zal
het Agentschap over voldoende middelen beschikken om te
blijven functioneren ? Zullen de gemeenten betalen wat ze
verschuldigd zijn ? Het Rekenhof schat dat de gemeenten
5 miljoen euro aan het Parkeeragentschap moeten. Wat zal
het Agentschap met die middelen doen ? Zal het bijvoorbeeld fietsboxen installeren ?
M. Bruno De Lille s’interroge sur la dotation de fonctionnement à l’Agence régionale de Stationnement. Les
250.000 euros qui avaient été versés l’an dernier ont été supprimés. Est-ce que l’Agence disposera d’assez de moyens
pour continuer à fonctionner ? Les communes vont-elles
payer ce qu’elles doivent ? La Cour des comptes a estimé
que les communes doivent 5 millions d’euros à l’agence de
stationnement. Que va faire l’Agence des moyens que fourniront les communes ? Va-t-elle réaliser les boxes vélos,
par exemple ?
A-50/3 – 2014/2015
— 116 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Willem Draps wijst erop dat veel gemeenten
de termijnen om toe te treden tot het systeem van het Parkeeragentschap hebben opgeschoven. Welke waarborgen
heeft men dan dat het Agentschap ontvangsten zal innen
in 2015 ? Met welk personeel zal het Agentschap werken ?
Kan men er zeker van zijn dat het Agentschap middelen uit
de gemeentelijke thesaurieën zal krijgen ?
M. Willem Draps signale que beaucoup de communes
ont reporté les échéances pour entrer dans le système de
l’Agence de stationnement. Dans ces conditions, quelles
garanties a-t-on que l’Agence percevra des recettes en
2015 ? Avec quel personnel cette Agence va-t-elle fonctionner ? A-t-on l’assurance que l’Agence sera alimentée
par les trésoreries communales ?
De heer Marc Loewenstein merkt op dat de ontvangsten
afkomstig van de gemeenten stijgen : van 1,4 miljoen euro
naar 2,1 miljoen euro : kan de Minister voor 2014 preciseren welke gemeenten welk bedrag hebben betaald ? Wat
zijn voor 2015 de prognoses voor de ontvangsten die het
Gewest in elk van de 19 gemeenten zal innen ? Wat de
personeelskosten betreft, stelt hij 900.000 euro bij de aanpassing 2014 vast tegenover 3 miljoen euro op de initiële
begroting 2015. Met hoeveel en met welke nieuwe aanwervingen komt dat overeen ? Wat is er veranderd ten opzichte
van 2014 in zoverre men op een uitstel van de uitvoering
van het plan afstevent ? Wat de verhoging van de werkingsuitgaven betreft, staat er 1,8 miljoen euro ingeschreven op
de aangepaste begroting 2014 tegenover 4,4 miljoen euro
op de initiële begroting 2015. Wat verantwoordt zo’n forse
stijging ? Kan de Minister de uitsplitsing van die uitgaven
als bijlage bij het verslag voegen ? Kan de Minister voorts
als bijlage meedelen welke gemeenten tot nu toe zijn toegetreden tot het Parkeeragentschap en welke prerogatieven
ze er respectievelijk aan afstaan ?
M. Marc Loewenstein observe qu’il y a une augmentation des recettes en provenance des communes, de 1,4 millions d’euros à 2,1 millions d’euros : le ministre peut-il
préciser, pour 2014, quelles communes ont payé quel montant ? Pour 2015, quelles sont les projections de recettes à
percevoir par la Région pour chacune des 19 communes ?
En ce qui concerne l’augmentation des frais de personnel, on constate 900.000 euros à l’ajustement 2014 contre
3 millions d’euros à l’initial 2015. A combien et à quels
engagements nouveaux cela correspond-il ? Qu’y a-t-il de
nouveau par rapport à 2014 dans la mesure où on se dirige
vers un report de la mise en œuvre du plan ? Pour ce qui est
de l’augmentation des dépenses de fonctionnement, il y a
1,8 million d’euros à l’ajustement 2014 contre 4,4 millions
d’euros à l’initial 2015. Qu’est-ce qui justifie cette importante augmentation ? Le ministre peut-il communiquer
en annexe la ventilation de ces dépenses ? Par ailleurs, le
ministre peut-il indiquer en annexe quelles sont, à ce jour,
les communes qui ont adhéré à l’agence de stationnement
et quelles sont les prérogatives qu’elles ont respectivement
choisi de lui céder ?
De Minister legt uit dat de 15 % die de gemeenten moeten betalen, het aandeel van de gewestwegen in het geheel
van de Brusselse wegen weergeeft. De 15 % winst uit het
beheer van het parkeren op de weg is te danken aan het
feit dat het Gewest het beheer van zijn gewestwegen heeft
« overgedragen » aan de gemeenten en het geld van dat
beheer dus niet int. De Minister verwijst naar artikel 7 van
het besluit volgens hetwelk de gemeente, na aftrek van de
kosten en in het geval van een nettowinst, 15 % van die
winst overdraagt aan het Agentschap. De ontvangsten na
aftrek van de kosten leveren het nettosaldo op. Elk kwartaal
stort de gemeente een provisie van 15 % van de winst aan
het Agentschap. Het overzicht met alle berekeningen om
die 15 % vast te stellen zal aan het Agentschap voorgelegd
worden gedurende het eerste trimester van het volgende
jaar en het bedrag van een eventuele regularisatie zal gestort worden tijdens de maand die volgt. Indien na controle
door het Agentschap blijkt dat de provisie te hoog geraamd
is, zal het Agentschap het verschil terugbetalen aan de gemeente. Indien na controle door het Agentschap blijkt dat
de provisie te laag geraamd is, zal de gemeente het verschil
terugbetalen aan het Agentschap.
Le ministre explique que les 15 % que doivent payer les
communes représentent la proportion de voiries régionales
par rapport à l’ensemble des voiries à Bruxelles. Les 15 %
des bénéfices issus de la gestion du Stationnement en voirie
proviennent du fait que la Région a « cédé » la gestion de
ses voiries régionales aux communes et donc ne perçoit pas
d’argent de cette gestion. Le ministre renvoie à l’article 7
de l’arrêté, qui dit qu’après déduction des coûts et dans
l’hypothèse d’un bénéfice net éventuel, la commune transfère 15 % de ce bénéfice à l’Agence. Les Recettes moins les
coûts donnent le solde net. Chaque trimestre, la commune
verse une provision de 15 % des bénéfices à l’Agence. Le
relevé de tous les calculs effectués pour établir ces 15 %
sera transmis à l’Agence durant le premier trimestre de
l’année suivante et le montant d’une éventuelle régularisation sera versé le mois qui suit. Si après le contrôle par
l’Agence, il apparaît que la provision a été surestimée,
l’Agence remboursera la différence à la commune. Si après
le contrôle par l’Agence, il apparaît que la provision a été
sous-estimée, la commune versera la différence à l’Agence.
De betalingsmodaliteiten zijn bepaald in het Regeringsbesluit van 29 november 2012 dat in werking trad in april
2013. Sindsdien zijn de gemeenten gehouden de nodige trimesteriële stortingen te doen. Het Parkeeragentschap heeft
Les modalités de paiement sont fixées dans l’arrêté du
gouvernement du 29 novembre 2012, qui est entré en vigueur en avril 2013. Depuis lors, les communes sont tenues
d’effectuer les versements trimestriels nécessaires. En avril
A-50/3 – 2014/2015
— 117 —
A-50/3 – 2014/2015
alle gemeenten een herinning gestuurd in april 2014 met
betrekking tot de storting van de eerste trimester.
2014, l’Agence de stationnement a envoyé à toutes les
communes un rappel concernant le versement du premier
trimestre.
Waar gaat het geld naartoe en hoe wordt het gebruikt ? Het
antwoord staat in de begroting van het Parkeeragentschap,
waarbij de Minister opmerkt dat een opmerking van het
Rekenhof niet correct is : de ontvangsten uit de gemeenten
vormen het bedrag van basisallocatie 02.002.03.04.4822
voor een bedrag van 2.133.000 euro, dat is het bedrag van
de storting van 15 % door de gemeenten die zelf hun parkeerbeleid voeren, en van basisallocatie 02.003.03.01.1611
voor een bedrag van 4.265.786,66 euro, dat zijn de ontvangsten geïnd in de gemeenten die hun activiteiten overgedragen hebben naar het Agentschap. In totaal gaat het
dus wel degelijk om 6,4 miljoen euro.
Où va l’argent, et comment sera-t-il utilisé ? Cette réponse se trouve dans le budget de l’Agence de stationnement, où, par ailleurs, le ministre note qu’une remarque
faite par la Cour des comptes n’est pas correcte : en effet,
les recettes en provenance des communes représentent la
somme des deux allocations de base 02.002.03.04.4822,
pour un montant de 2.133.000 euros, qui représente le versement des 15 % par les communes qui gèrent elles-mêmes
leur stationnement, et de l’AB 02.003.03.01.1611, pour un
montant de 4.265.786,66 euros, qui représente les recettes
perçues dans les communes qui ont transféré leurs activités
à l’Agence. Au total cela représente donc bien 6,4 millions
d’euros.
De heer Willem Draps vraagt of dat al operationeel is.
M. Willem Draps demande si c’est déjà opérationnel.
De Minister antwoordt dat er enkel administratief personeel is, en nog een operationeel personeel. Eerst moet
de formatie van het Parkeeragentschap uitgebreid worden.
Le Ministre répond qu’il n’y a qu’un personnel administratif, et pas encore de personnel opérationnel. Il va d’abord
falloir élargir le cadre du personnel de l’Agence de stationnement.
Op de vragen van de heer Loewenstein, antwoordt de
Minister dat hij nu de oprichting van een werkgroep gevraagd heeft, met de gemeenten, het kabinet, het Agentschap, de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Mobiel Brussel om
technische oplossingen te zoeken voor de moeilijkheden
die rijzen bij de uitvoering van het gewestelijk parkeerplan.
De werkgroep is al tweemaal bijeengekomen en werkt zeer
goed. Daarnaast werkt Mobiel Brussel aan een overeenkomst voor de overdracht van de gewestelijke aandelen aan
de gemeenten die wensen deel te nemen aan het kapitaal
van het Parkeeragentschap en de invoering van een procedure voor de benoeming van de gemeentelijke leden van de
raad van bestuur. Ook de voorbereidingen voor de opmaak
van een beheersovereenkomst met het Parkeeragentschap
zijn gestart.
En réponse aux questions de M. Loewenstein, le ministre explique qu’actuellement, il a demandé la mise sur
pied d’un groupe de travail réunissant les communes, le
cabinet, l’Agence, l’AVCB (Association de la Ville et des
Communes Bruxelloises) et Bruxelles Mobilité afin de
trouver des solutions techniques aux difficultés soulevées
par l’application du Plan Régional du Stationnement. Il
s’est déjà réuni deux fois et fonctionne très bien. En parallèle, Bruxelles Mobilité travaille sur une convention de cession des parts régionales aux communes qui désirent participer au capital de l’Agence de Stationnement et à la mise
en place d’une procédure pour la nomination des membres
communaux au Conseil d’Administration. Les travaux préparatoires pour la rédaction d’un contrat de gestion avec
l’Agence de stationnement ont déjà démarré.
De ontvangsten en de aanwervingen gaan als bijlage bij
het verslag (cf. Bijlage nr. 4).
Pour ce qui concerne les recettes et les engagements de
personnel, elles figureront en annexe au rapport (cf. Annexe
n° 4).
Er is geen uitstel in de uitvoering van het gewestelijk
parkeerbeleidsplan. De enige uitstel die op die moment
is gegeven is de drie maand extra met betrekking tot de
PACS. Tegen 16 december maken we stand van zaken op
en bekijken we hoe we verder het plan kunnen uitvoeren
en welke aanpassingen er parrallel moeten gebeuren. De
mogelijke wijzigingen aan de ordonnantie en regeringsbesluiten betekenen geenszins dat er iets on hold wordt gezet.
We werken aan pragmatische en technische oplossingen
om de zaken te laten vooruitgaan en het plan uit te voeren.
Het uitstel van de uitvoering van het plan zal geen invloed
hebben op het aantal personeelsleden.
Il n’y a aucun report dans la mise en œuvre du plan
régional de stationnement. Le seul report consenti actuellement, ce sont les trois mois de plus concernant les PACS.
Pour le 16 décembre, nous ferons un point de la situation et
examinerons comment nous poursuivrons la mise en œuvre
du plan et quelle adaptations il y a lieu de réaliser en parallèle. Les éventuelles modifications à l’ordonnance et aux
arrêtés du gouvernement ne signifient aucunement qu’on
suspende temporairement quoi que ce soit. Nous œuvrons à
des solutions pragmatiques et techniques afin de faire avancer les choses et de mettre le plan en œuvre. Le report de
la mise en œuvre du plan n’aura pas d’impact sur l’effectif
du personnel.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 118 —
De werkingskosten bedragen 272.000 euro in de aanpassing 2014 en 476.000 euro in de initiële begroting 2015.
En ce qui concerne les frais de fonctionnement,
pour l’ajustement 2014, ils sont de 272.000 euros et de
476.000 euros à l’initial 2015.
Nog geen enkele gemeente neemt deel aan het kapitaal
van het Agentschap. Berchem en Jette zijn wel kandidaat.
Berchem zal waarschijnlijk als eerste toetreden voor eind
2014.
Il n’y a encore aucune commune qui participe au capital
de l’Agence. Berchem et Jette sont par contre candidates.
Berchem y adhérera probablement la première et ce avant
fin 2014.
Wat de gedelegeerde opdrachten betreft :
Pour les missions déléguées :
–Uitvoering van het gemeentelijk parkeeractieplan :
Ganshoren, Vorst, Evere en Sint-Jans-Molenbeek in de
wachtkamer.
– Réalisation du Plan d’Action Communal de Stationnement : Ganshoren, Forest, Evere et en attente Molenbeek-Saint-Jean.
– Controle en inning op de weg : Berchem, Sint-Joost-tenNode, Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek in de wachtkamer.
– Contrôle et perception sur voirie : Berchem, Saint-Josseten-Noode, Koekelberg et en attente Molenbeek-SaintJean.
– Controle op de weg : Evere, Schaarbeek, Elsene en SintJans-Molenbeek in de wachtkamer.
– Contrôle sur voirie : Evere, Schaerbeek, Ixelles et en
attente Molenbeek-Saint-Jean.
Programma 004 : Steun aan het Centrum voor Mobiliteitsbeheer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
(Mobiris)
Programme 004 : Soutien au Centre de gestion de la
mobilité de la Région de Bruxelles-Capitale (MOBIRIS)
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij activiteit 8,
waar het werkingskrediet vermindert : waarom daar besparen ? De vastleggingskredieten blijven hoog. Quid ?
M. Bruno De Lille s’interroge sur l’activité 8, où on voit
le crédit de fonctionnement en diminution : pourquoi réaliser des économies à ce niveau-là ? Par ailleurs, les crédits
d’engagement restent élevés. Qu’en est-il ?
De Minister antwoordt dat de vereffeningen goed zijn
voor 71 % van de vastleggingen van voorgaande jaren. De
Minister heeft dezelfde vastleggingskredieten ingeschreven om hetzelfde te realiseren.
Le Ministre répond que les liquidations représentent
71 % des engagements des années précédentes. Par ailleurs, en crédits d’engagement, le ministre a mis les mêmes
montants, pour réaliser la même chose.
De heer Willem Draps vraagt waarmee deze kredieten
overeenstemmen, aangezien het om een soort dispatching
gaat. Waar staan de werkingskosten voor ? Het gaat dus niet
om personeelskosten ? Hoe staat het met de investeringskosten, wanneer men weet dat dit centrum onlangs gerenoveerd is. Waarom zoveel kredieten behouden ? Gaat het om
onderhoudscontracten met computerfirma’s ? Quid ?
M. Willem Draps demande à quoi correspondent ces
crédits, puisqu’il s’agit d’une sorte de dispatching. Que
représentent les frais de fonctionnement ? Ce sont pas les
frais de personnel ? Et qu’en est-il des frais d’investissement, quand on sait que ce centre a été renouvelé récemment. Pourquoi donc y maintenir de tels crédits ? S’agit-il
de contrats de maintenance avec des firmes informatiques ?
Qu’en est-il ?
De Minister antwoordt dat het gaat om de exploitatie
van de permanentie van het centrum voor mobiliteit. Het
gaat om een private firma die instaat voor de permanentie
op dit centrum 24 uur op 24, aangezien de ambtenaren enkel overdag aan het werk zijn. Dat is in zekere zin de prijs
voor outsourcing.
Le Ministre répond qu’il s’agit de l’exploitation de la
permanence du centre de mobilité. Il s’agit d’une firme privée qui assure la permanence de ce centre 24 heures sur
24, étant donné que les fonctionnaires ne travaillent qu’en
journée. C’est en quelque sorte le prix de l’outsourcing.
Programma 005 : Materiële en financiële hulp aan de
scholen in het kader van de mobiliteit
Programme 005 : Aides matérielles et financières aux
écoles dans le cadre de la mobilité
Mevrouw Joëlle Maison vraagt hoever het staat met
de vervoerplannen van de scholen. De kredieten zouden,
Mme Joëlle Maison demande ce qu’il en est du plan de
déplacement scolaire. Les crédits devraient être rétablis et
A-50/3 – 2014/2015
— 119 —
volgens de oriëntatienota, op gelijke basis moeten worden
vastgesteld en opgesplitst voor de drie netten. De vervoerplannen worden evenwel vooral opgesteld door de lagere
scholen en het is vooral in het gemeentelijk onderwijs en
in het vrije net dat men de meeste leerlingen telt. Zou men
niet meer middelen moeten geven aan de instanties met de
meeste leerlingen en opteren voor een verdeling per leerling ?
De Minister zegt dat hij daarover zal nadenken.
A-50/3 – 2014/2015
répartis, selon la note d’orientation de manière égale pour
les trois réseaux. Or, les plans de déplacement sont surtout utilisés par les écoles primaires, et c’est surtout dans
l’enseignement communal et dans l’enseignement libre que
l’on retrouve le plus d’élèves. Ne faudrait-il pas octroyer
plus de moyens là où il y a le plus d’élèves, et envisager une
répartition proportionnelle au nombre d’élèves ?
Le Ministre répond qu’il y réfléchira.
Programma 006 : Intergewestelijk project kilometerheffing vrachtwagens – uitvoering van het samenwerkingsakkoord tussen de drie Gewesten betreffende de invoering van de kilometerheffing op het
grondgebied van de drie Gewesten
Programme 006 : Projet interrégional, tarification kilométrique, poids lourds, mise en œuvre de l’accord de
coopération entre les trois Régions relatif à l’instauration de la tarification kilométrique sur le territoire
des trois Régions
Mevrouw Carla Dejonghe heeft vragen over de werkingssubsidie aan VIAPASS (BA 17.006.19.01.3122). Kan
de Minister zeggen hoe die begrotingspost in de loop van
de volgende jaren zal evolueren ?
Mme Carla Dejonghe s’interroge sur la subvention de
fonctionnement VIAPASS – (AB 17.006.19.01.3122) – Le
ministre peut-il dire comment ce poste budgétaire évoluera
au cours des prochaines années ?
De heer Marc Loewenstein sluit zich aan bij die vraag :
er wordt een werkingssubsidie van 115.000 euro voorzien
voor VIAPASS. In de aangepaste begroting 2014 was al
een bedrag van 50.000 euro opgenomen. Kan de Minister
zeggen waarvoor dat geld is gebruikt en waarvoor het zal
worden gebruikt ?
M. Marc Loewenstein s’incrit dans la même question :
une subvention de fonctionnement de 115.000 euros est
prévue pour VIAPASS. Un montant de 50.000 euros était
déjà prévu au budget 2014 ajusté. Le Ministre peut-il préciser à quoi a été et sera utilisé cet argent ?
De minister verklaart dat de ingeschreven midden voorzien zijn voor de opvolging van het PPS-contract rekeningrijden. Deze taken staan opgesomd in artikel 19 van het
door het parlement goedgekeurde samenwerkingsakkoord
voor de invoering van kilometerheffing. De hoogte van
het bedrag is gebaseerd op het door de RVB van Viapass
(samengesteld uit vertegenwoordigers van de gewesten)
goedgekeurde budget voor 2014 en 2015. Hierop wordt de
in artikel 36 voorziene verdeelsleutel tussen de gewesten
toegepast (6 % ten laste van het Brussels Gewest). De uitgaven voor 2014 zijn lager dan in 2015 omdat Viapass pas
gedeeltelijk operationeel werd in de tweede helft van 2014.
Diverse aanwervingen moeten nog gebeuren in 2015. In de
toekomst gaan de 3 gewesten uit van een personeelsbezetting van zo’n 12 VTE bij Viapass.
Le Ministre explique que les moyens inscrits ont été
prévus pour assurer le suivi du contrat PPP pour la tarification à l’usage. Ces tâches sont énumérées à l’article 19 de
l’accord de coopération approuvé par le Parlement en vue
de l’introduction du système de prélèvement kilométrique.
Le montant est basé sur le budget 2014 et 2015 approuvé
par le CA de Viapass (qui se compose de représentants
des Régions). On y applique la clé de répartition entre les
Régions prévue à l’article 36 (6 % à charge de la Région
bruxelloise). Les dépenses pour 2014 sont moins élevées
qu’en 2015 parce que Viapass n’est devenu partiellement
opérationnel qu’au second semestre 2014. Divers recrutements doivent encore avoir lieu en 2015. À l’avenir, les
trois Régions se basent sur un effectif d’environ 12 ETP
pour Viapass.
De heer Marc Loewenstein vraagt of er geen fout staat
in allocatie 17.006.22.01.8041 : er staat 116.000 euro in
de aanpassing 2014, maar dat bedrag is teruggebracht tot
0 euro in de initiële begroting. Kan de Minister een opsplitsing geven van de participatie van de verschillende overheidsbedrijven in het kapitaal van VIAPASS ?
M. Marc Loewenstein demande s’il n’y a pas une erreur
à l’article 17.006.22.01.8041 : on observe 166.000 euros à
ajusté 2014 et on a mis ce montant à zéro à l’initial. Le
ministre peut-il préciser la ventilation de la participation
des différentes entreprises publiques dans le capital de
VIAPASS ?
De minister antwoordt dat het samenwerkingsakkoord,
dat werd goedgekeurd door het parlement per ordonnantie,
bepaald in Afdeling 1 (Oprichting van Viapass), artikel 18
(oprichting, rechtsvorm en maatschappelijk kapitaal),
paragraaf 4, voorziet dat « Enkel de gewesten lid van de
vereniging zijn. Het kapitaal van de vereniging bedraagt
Le ministre répond qu’à la Section 1re (Constitution de
Viapass), article 18 (Constitution, forme juridique et capital social), paragraphe 4, l’accord de coopération, qui a été
approuvé par voie d’ordonnance par le Parlement, prévoit
que « seules les Régions sont membres de l’association. Le
capital de l’association s’élève à 498.000 euros. Ce mon-
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 120 —
498.000 euro. Dit bedrag wordt bij oprichting volledig volgestort, elk voor één derde, door het Vlaamse Gewest, door
het Waalse Gewest en door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. » Kortom, elk Gewest betaalde 166.000 euro.
tant est entièrement libéré au moment de la constitution
de Viapass, par la Région flamande, la Région wallonne
et la Région de Bruxelles-Capitale; chaque entité y contribuant pour un tiers. ». En résumé, chaque Région a versé
166.000 euros.
De heer Willem Draps heeft eveneens vragen over activiteit 22, die niet terugkerend is, aangezien het gaat over
een kapitaalsparticipatie. Dat dossier maakt de afschaffing
van het eurovignet mogelijk. Men heeft dat trouwens in de
drie landen van de Benelux willen doen, maar de Nederlanders zaten niet op dezelfde lijn. Wanneer zal er hier een
regeling komen die de mogelijkheid biedt om af te stappen
van het eurovignet ?
M. Willem Draps s’interroge également sur l’activité 22
qui est non-récurrente, puisque cela consiste en une participation dans le capital. C’est un dossier qui permet la
suppression de l’euro-vignette. On aurait d’ailleurs voulu
le faire au niveau des trois pays du Benelux, mais les Hollandais n’ont pas suivi. Quand aurons-nous ici un système
qui permettra d’abandonner l’euro-vignette ?
De Minister zegt dat hij geen helderziende is. Er zal
nog personeel te dien einde moeten worden aangeworven.
Vandaag zijn er 12 voltijds-equivalenten aan de slag. Men
overweegt nog aanwervingen. De Minister zal een update
van dat dossier vragen.
Le Ministre répond qu’il ne sait pas lire dans les astres.
Il faudra encore engager du personnel à cet égard. Il y a
aujourd’hui douze équivalents temps plein. On envisage
encore d’engager. Le ministre va demander une actualisation de ce dossier.
De heer Hervé Doyen wil weten wat de Regering gaat
doen wat betreft de kilometerheffing voor de particulieren.
De volksvertegenwoordiger herinnert eraan dat men de resultaten van dat proefproject tijdens de vorige zittingsperiode heeft ontvangen en dat iedereen zich handig uit de zaak
gedraaid heeft.
M. Hervé Doyen demande quelle est la volonté du gouvernement de poursuivre la taxation au kilomètre sur la voiture individuelle ? Le député rappelle qu’on avait reçu les
résultats de cette expérience-pilote pendant la période électorale, et que tout le monde avait retiré son épingle du jeu.
De Minister zegt dat de conclusies van het proefproject
nog niet gevalideerd zijn. De Minister heeft nog altijd geen
officieel dossier ontvangen. Normaal gezien wordt dat experiment voortgezet, maar Wallonië heeft nu al gezegd dat
er problemen rijzen met dat beleid. Het is dus nog te vroeg
om zich nu al daarover uit te spreken.
Le ministre répond qu’au contraire, les conclusions de
cette expérience-pilote n’ont pas encore été validées. Le
ministre n’a pas encore reçu le dossier officiellement. Normalement, l’expérience va se poursuivre, mais la Wallonie a déjà annoncé qu’elle avait des problèmes avec cette
politique. Il est donc prématuré de se prononcer pour le
moment.
De resultaten lijken evenwel bemoedigend. De Minister
zegt dat hij niet gekant is tegen die maatregel.
Les résultats paraissent encourageants. Le ministre ne se
dit pas opposé à cette politique.
IV. Stemming
IV. Vote
De commissie voor de Infrastructuur brengt, met
10 stemmen tegen 5, gunstig advies uit bij de commissie voor de Financiën wat betreft opdracht 17, programma’s 001 tot 006.
Par 10 voix contre 5, la commission de l’Infrastructure
émet un avis positif à la commission des Finances pour ce
qui concerne la mission 17, programmes 001 à 006.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 18
MISSION 18
Uitbouw en beheer van
het openbaar vervoernetwerk
Construction et gestion du réseau
des transports en commun
De heer Paul Delva heeft vragen over het totaalbedrag
van opdracht 18. De bedragen die in de begroting zijn ingeschreven, verschillen van de cijfers die in het rapport van
M. Paul Delva s’interroge sur le total de la mission 18.
Les montants inscrits au budget sont différents de ceux qui
se trouvent dans le rapport de la Cour des comptes. En ce
A-50/3 – 2014/2015
— 121 —
A-50/3 – 2014/2015
het Rekenhof staan. Het Rekenhof heeft in zijn rapport het
verschil aan vereffeningskredieten tussen 2014 en 2015 geraamd op 39,2 miljoen euro, terwijl er in het begrotingsstuk
een verschil staat van 38,4 miljoen euro. Quid ?
qui concerne la différence entre 2014 et 2015 en crédits
de liquidation, la Cour des comptes, dans son rapport, a
estimé cette différence à 39,2 millions d’euros, alors que
dans le document budgétaire, on observe une différence de
38,4 millions d’euros. Qu’en est-il ?
De Minister zegt dat het gaat over een kapitaalsparticipatie; er is geen tegenstrijdigheid.
Le Ministre répond qu’il s’agit d’un capital participation, il n’y a aucune contradiction.
Programma 001 – Ondersteuning van het algemeen beleid
Programme 001 – Support de la politique générale
Dit programma lokt geen enkele commentaar uit.
Ce programme ne suscite aucun commentaire.
Programma 002 – Ontwikkeling en beheer van de infrastructuur van het openbaar vervoer evenals het
aanbrengen van kunstwerken
Programme 002 – Développement et gestion de l’infrastructure des transports publics ainsi que l’insertion
d’oeuvres d’art
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel heeft vragen over activiteit 9, « onderhoudswerken », waarin slechts één BA
(18.002.09.04.1410) staat : waar vindt men het programma
voor de plaatsing van veiligheidspoortjes ? En wat met de
cijfers voor het naar buiten gaan ? Hoever staat het trouwens met de renovatie van de metrostations ? Wat zal er in
2015 worden ondernomen ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel s’interroge sur l’activité 9
intitulée « Travaux d’entretien », et qui ne comporte qu’une
AB (18.002.09.01.1410) : où en est le programme d’installation des portillons de sécurité ? Qu’en est-il des chiffres
du pointage à la sortie ? Par ailleurs, qu’en est-il de la rénovation des stations de métro ? Que va-t-on faire en 2015 ?
De Minister zegt dat het renovatieprogramma zal worden opgenomen in de update van de dossiers. Een en ander
zal volgend jaar worden vastgelegd.
Le ministre répond que ce programme de rénovation
sera repris dans l’actualisation des dossiers. Ce sera déterminé l’an prochain.
De heer Bruno De Lille zegt dat activiteit 9 geen betrekking heeft op de renovatieprojecten. Gaat het niet eerder
over het onderhoud ? Wordt de renovatie van de stations
voortgezet ?
M. Bruno De Lille fait observer que l’activité 9 ne
concerne pas les projets de rénovation. Ne s’agit-il pas
plutôt de l’entretien ? Va-t-on poursuivre la rénovation des
stations ?
De Minister zegt dat de uitgaven voor de metrostations
in activiteit 11 zijn opgenomen, onder de investeringen :
onderhoud, ruwbouw, herstellingen in de stations, enzovoort. Die bedragen stijgen met 15,5 miljoen euro. Op die
plaats vinden ook de investeringskredieten voor tram 9.
Le ministre confirme que c’est à l’activité 11, concernant les investissements, que l’on va retrouver les dépenses
pour les stations de métro : l’entretien, le gros-œuvre, la
réparation des stations, etc. Ces montants sont en augmentation de 15,5 millions d’euros. C’est là également qu’on
trouvera les crédits d’investissement pour le tram 9.
Mevrouw Carla Dejonghe vraagt meer uitleg over
BA 18.002.11.01.7341 (Uitgaven voor investeringswerken
met betrekking tot de bouwwerken en uitrustingen voor
metro en premetro). Lopen de zaken volgens schema wat
betreft de aanleg van tramlijnen 9, 71 en 94 ? In verband
met BA 18.002.11.02.7341 (Avanti), zegt de spreekster dat
we allemaal weten dat de reissnelheid van de bovengrondse
voertuigen van de MIVB al jaren een delicaat punt is, en
dat de toestand nog verergert. Hoe is de toestand de jongste
jaren geëvolueerd ? Omvatten die uitgaven de splitsing van
de lijnen teneinde de totale snelheid te verhogen ? Hoe zit
het met de uitbouw van de zogenaamde chronolijnen ?
Mme Carla Dejonghe demande des explications concernant l’AB 18.002.11.01.7341 (Dépenses pour travaux
d’investissements des ouvrages et équipements métro et
prémétro). Sommes-nous dans les temps ce qui concerne
l’aménagement des lignes de tram 9, 71 et 94 ? En ce qui
concerne l’AB 18.002.11.02.7341 (Avanti), nous savons
que la vitesse commerciale des véhicules de surface de la
STIB est un point délicat depuis des années déjà, et qu’elle
se dégrade. Comment a-t-elle évolué ces dernières années ?
Et ces dépenses comprennent-elles la scission de lignes en
vue d’augmenter la vitesse globale ? Qu’en est-il également du développement des lignes chrono ?
A-50/3 – 2014/2015
— 122 —
A-50/3 – 2014/2015
De minister antwoordt dat er naar een investeringsritme
wordt gezocht zonder pieken en dalen om de impact beheersbaar te houden. Bovendien kunnen deze investeringen
nog toegewezen worden naar verschillende mogelijke begrotingen (Gewest, BELIRIS, …).
Le ministre répond qu’il tente de trouver un rythme
d’investissement plus ou moins constant afin que l’impact
reste gérable. En outre, ces investissements peuvent encore
être affectés à différents budgets potentiels (Région, BELIRIS, …).
Tram 9 en 94 zullen gerealiseerd worden zoals voorzien
in het regeerakkoord. De nodige voorbereidingen zijn op
schema. Tram 71 wordt opgestart.
Les lignes de tram 9 et 94 seront réalisées comme prévu
dans l’accord de gouvernement. On est dans les temps pour
les préparatifs nécessaires. La ligne de tram 71 sera lancée.
Wat lijn 94 betreft, zegt de spreker dat er in de begrotingen van de MIVB enkele studies opgenomen zijn voor
2015; de werken zijn gepland voor 2016 en 2017.
Pour la ligne 94, dans les budgets de la STIB, quelques
études sont prévues en 2015 et les travaux en 2016 et 2017.
Voor tram 9 is de MIVB van plan om in 2015 de werken
aan de banen te realiseren in de interventiezone voor de wegenwerken (kant AZ) om de uitvoering van de bouwplaats
zo goed mogelijk te coördineren.
Pour le Tram 9, en 2015 la STIB a prévu de réaliser le
travaux de voies dans la zone d’intervention des travaux de
voirie (côté AZ) afin de coordonner aux mieux les exécutions de chantier.
De commerciële snelheid van de lijnen staat onder druk
van de congestie daar waar deze lijnen niet in eigen bedding
kunnen rijden. Het opsplitsen van lijnen is niet voorzien
als principe omdat deze een overstap noodzakelijk maken.
Zoals u weet wordt er gewerkt aan de nieuwe richtplannen
bus (2015) en spoornet (2016), waarin de CHRONO-lijnen
worden opgenomen.
La vitesse commerciale des lignes est sous pression à
cause de la congestion aux endroits où ces lignes ne peuvent
pas circuler en site propre. En principe, la scission de lignes
n’est pas prévue, car elle impose une rupture de charge.
Comme vous le savez, on travaille aux nouveaux plans directeurs bus (2015) et réseau ferré (2016), qui intègrent les
lignes CHRONO.
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij het programma
Avanti : de bedragen verminderen een beetje. Gelet op de
slechte reissnelheid van het bovengronds openbaar vervoer
zou men kunnen denken dat deze post zou stijgen. Quid ?
M. Bruno De Lille s’interroge sur le programme Avanti :
les montants diminuent quelque peu. Vu la faiblesse de la
vitesse commerciale du transport en commun de surface,
on pourrait penser que ce poste serait en augmentation.
Qu’en est-il ?
De Minister antwoordt dat het programma Avanti onderbenut is : men zit nu aan 64 % van de vastleggingskredieten
en 70 % van de vereffeningskredieten.
Le ministre répond que le programme Avanti est particulièrement sous-utilisé : on est à 64 % des crédits d’engagement et 70 % des crédits de liquidation.
De heer Willem Draps steekt de draak met het programma Avanti dat alleen maar voor vertraging zorgt. Men kan
moeilijk beweren dat men een dynamisch beleid voert en
tegelijk zeggen dat de kredieten onderbenut zijn. Voor heel
wat projecten is er geen stedenbouwkundige vergunning
vereist. De volksvertegenwoordiger betreurt dat dit programma niet opnieuw gestart wordt. De uitrusting wordt
soms geïnstalleerd maar niet gebruikt, zoals het geval is
met de afstandsbediening van de verkeerslichten : er heerst
een soort taboe alsof men het autoverkeer niet wil verstoren.
M. Willem Draps ironise sur le programme « Avanti »
qui ne va faire que ralentir. On peut difficilement prétendre
avoir une politique volontariste, et affirmer en même temps
que les crédits sont sous-utilisés. Il y a beaucoup de projets
qui ne nécessitent pas de permis d’urbanisme. Le député regrette que ce programme ne soit pas relancé. L’équipement
est parfois installé mais pas utilisé, comme par exemple les
commandes à distance des feux : il y a une sorte de tabou,
comme si on ne voulait pas déranger le trafic automobile.
De Minister zegt dat hij zich bewust is van het probleem.
Hij zal proberen daar iets aan te doen.
Le ministre se dit conscient qu’il y a un problème. Il va
essayer d’y remédier.
De heer Bruno De Lille vraagt of het fiasco van het programma Avanti ook niet het gevolg is van het feit dat de
gemeenten koudwatervrees hebben.
M. Bruno De Lille demande si l’insuccès de ce programme Avanti n’est pas aussi dû au fait que les communes
sont particulièrement réticentes.
De heer Willem Draps is het daarmee eens : dat kan het
geval zijn. Bepaalde gemeenten willen wel veranderingen,
maar zorgen ervoor dat ze die kunnen uitstellen.
M. Willem Draps en convient : cela peut exister. Certaines communes veulent bien des aménagements mais
s’arrangent pour les reporter.
A-50/3 – 2014/2015
— 123 —
A-50/3 – 2014/2015
De volksvertegenwoordiger vindt het raar dat in dezelfde BA de middelen ondergebracht worden voor de verlenging van de tramlijn als de middelen voor het onderhoud
van de metrostations. De Minister kondigt aan dat er drie
stations gerenoveerd moeten worden : Beurs, Bockstael en
Montgomery. Voor Montgomery heeft Mobiel Brussel drie
of vier jaar geleden een enorm renovatieproject voor het
station voorgelegd. Het project heeft tot heel wat heisa in
de wijk geleid en terecht. Men is daarentegen in deze studie
vergeten om de ondergrondse eindhalte van de trams 39 en
44 zo in te richten dat er een oplossing zou zijn voor de
lus die de trams maken langs de straten G. en J. Martin.
Voor de uitbreiding van dat gedeelte is er inderdaad een
stedenbouwkundige vergunning vereist. Maar sinds het
dossier voor overleg voorgelegd is, is het nooit meer op tafel gekomen. Er gebeurt niets meer. Dit station moet echter
wel gerenoveerd worden. Maar men heeft de indruk dat het
bestuur ingedommeld is.
Le député trouve étrange que ce soit à la même AB que
l’on retrouve les moyens pour le prolongement des lignes
de tram ainsi que pour l’entretien des stations de métro. Le
ministre annonce qu’il y a 3 stations à rénover : Bourse,
Bockstael et Montgomery. Concernant Montgomery,
Bruxelles Mobilité est venu il y a trois ou quatre ans avec
un projet de rénovation pharaonique de la station. Ce projet
a suscité une levée de boucliers dans le quartier, et à raison.
Par contre, on a oublié dans cette étude d’aménager le terminus souterrain des trams 39 et 44 de manière à trouver
une solution à la boucle qu’effectuent les trams par les rues
G. et J. Martin. Pour élargir la trémie, en effet, il faut un
permis d’urbanisme. Mais depuis que ce dossier est passé
en concertation, il n’est plus jamais réapparu. Plus rien ne
se passe. Or, cette station a bien besoin de rénovation. Mais
on dirait que l’administration est tombée en léthargie.
Mevrouw Cieltje Van Achter heeft vragen bij activiteit 11 : in de oriëntatienota zegt de Minister dat hij alle
stations met een lift wilt uitrusten. De volksvertegenwoordiger vindt het ongelooflijk dat dit nog altijd niet overal
het geval is. Wat is de kalender voor de installatie van deze
liften ?
Mme Cieltje Van Achter s’interroge à l’activité 11 : dans
la note d’orientation, le ministre dit vouloir équiper toutes
les stations d’un ascenseur. La députée trouve incroyable
que ce ne soit toujours pas le cas partout. Quel est le calendrier prévu pour l’installation de ces ascenseurs ?
De Minister bevestigt dat in principe alle stations tegen
2019 uitgerust moeten zijn, maar hij weet wel dat hij dat
ieder jaar opnieuw zegt. De MIVB krijgt overigens specifieke kredieten daarvoor.
Le ministre confirme qu’en principe, toutes les stations
devraient être équipées pour 2019, mais il est conscient
qu’il dit ça chaque année. La STIB reçoit par ailleurs des
crédits spécifiques pour cela.
De heer Marc Loewenstein vraagt hoe het staat met de
investeringen voor de toegankelijkheid voor personen met
beperkte mobiliteit : welke stations zijn echt toegankelijk ?
M. Marc Loewenstein demande ce qu’il en est des investissements pour l’accessibilité aux PMR : quelles sont les
stations vraiment accessibles ?
De Minister verbindt er zich toe die uitleg als bijlage bij
het verslag te voegen (cf. Bijlage nr. 5).
Le ministre s’engage à fournir cette explication en annexe au rapport (cf. Annexe n° 5).
Mevrouw Céline Delforge merkt op dat de kredieten
voor activiteit 8 dalen. Volgens de verantwoording zou dat
te maken hebben met een onderbenutting van de kredieten
en met besparingsmaatregelen.
Mme Céline Delforge fait observer qu’à l’activité 8, les
crédits sont en diminution, ce qui serait lié, d’après la justification, à une sous-utilisation des crédits et à des mesures
d’économie.
De Minister antwoordt dat het om een stopzin gaat. Het
is duidelijk dat onderbenutting van de kredieten neerkomt
op besparingen.
Le ministre répond qu’il s’agit d’une phrase « passe-partout ». Il est clair que sous-utiliser des crédits, c’est réaliser
des économies.
Mevrouw Céline Delforge merkt op dat de kredieten
voor activiteit 9 met 20 % stijgen : waarom ?
Mme Céline Delforge remarque qu’à l’activité 9, les crédits sont en augmentation de 20 % : pourquoi augmente-ton ces crédits ?
De Minister antwoordt dat het enkel gaat over de facturen die moeten worden betaald.
Le ministre répond qu’il s’agit uniquement de factures
qui tombent et qu’il faut payer.
Wanneer mevrouw Céline Delforge de verantwoording
van BA 18.002.11.01.7341 leest, is ze bang dat de Minister
eveneens afziet van de trams 9, 71 en 94. Bij de aangepaste
begroting wordt geld gerecupereerd voor Pulsar en voor de
Mme Céline Delforge a eu peur, en lisant la justification de l’AB 18.002.11.01.7341, que le ministre n’enterre
également les trams 9, 71 et 94. A l’ajusté, on récupère de
l’argent pour Pulsar ainsi que pour le tunnel Constitution et
A-50/3 – 2014/2015
— 124 —
A-50/3 – 2014/2015
Grondwettunnel en de initiële begroting 2015 wordt opgetrokken : waarom worden die kredieten verhoogd ? Waarvoor ?
on augmente l’initial 2015 : pourquoi ces crédits sont-ils en
augmentation et pour quoi faire ?
De Minister antwoordt dat er een fout in de verantwoording is. De ontwikkeling van de tramprojecten 9, 71 en 94
moet zich elders bevinden. Het gaat in deze BA om het onderhoud en de herstelling van de stations en over de waterdichtheid ervan : het gaat hoofdzakelijk over de stations
Beurs en De Brouckère. Het gaat eveneens over de herstelling van de roltrappen, de aankoop van nieuwe roltrappen,
stockopdrachten voor de vervanging van de elektronische
uitrustingen, de vernieuwing van de lokettenzaal van het
Noordstation, de vernieuwing van de stations, de nooduitgangen in de stations Roodebeek, Troon, enz. Op het Rogierplein gaat het om de luifel. Er is ook geld uitgetrokken
voor de studie van de Noord-Zuidmetro. De Montgomeryschacht zal 250.000 euro kosten. In totaal is er 71 miljoen
euro ingeschreven, waarvan 29 miljoen euro voor stockopdrachten.
Le ministre répond qu’il y a une erreur dans la justification. Le développement des projets des trams 9, 71 et
94 doit se trouver ailleurs. Il s’agit, à cette AB, de l’entretien et de la réparation des stations, ainsi que de leur étanchéité : il s’agit principalement des stations Bourse et De
Brouckère. Il s’agit également de la réparation des escalators, de l’achat de nouveaux escalators, de marchés-stocks
pour le remplacement des équipements électroniques, du
renouvellement de la salle des guichets de la gare du Nord,
du renouvellement des stations, des sorties de secours aux
stations Roodebeek, Trône, etc. A Rogier, il s’agit de l’auvent. Il y a aussi de l’argent prévu pour l’étude du métro
Nord-Sud. La trémie Montgomery coûtera 250.000 euros.
Au total, il y en aura pour 71 millions d’euros, dont 29 millions d’euros en marchés-stocks.
Mevrouw Céline Delforge trekt daar dus de conclusie
uit dat de activiteiten 9 en 11 moeten worden opgeteld om
te weten hoeveel het kost om het openbaar vervoer ondergronds te brengen.
Mme Céline Delforge en tire donc comme conclusion
qu’il faut additionner les activités 9 et 11 pour voir ce que
nous coûtent les frais d’enterrement des transports en commun.
De heer Willem Draps vindt de structuur van de begroting bizar : men behoudt oude BA’s, wat niet echt duidelijk
is, vooral wanneer men een daadkrachtig beleid aankondigt : wat bijvoorbeeld activiteit 11 betreft, kan men geen
verschil merken tussen wat tussen het groot onderhoud en
wat onder de bouw van nieuwe werken valt. Daartoe zou er
een nieuwe BA moeten komen.
M. Willem Draps estime que la structure du budget est
bizarre : on maintient d’anciennes AB, ce qui n’est vraiment pas clair, surtout quand on annonce une politique
volontariste : en l’occurrence, à l’activité 11, on ne sait pas
faire la différence entre ce qui relève du gros entretien et
la construction de nouveaux ouvrages. Il faudrait pour cela
une nouvelle AB.
De Minister antwoordt dat het hier gaat over een Europese structuur. Het is waar dat ze zeer ingewikkeld en
niet erg duidelijk is, maar dat zal verbeteren in de komende
jaren.
Le ministre rappelle qu’il s’agit ici d’une structure européenne. Il est vrai qu’elle est fort compliquée et pas très
lisible, mais cela ira mieux dans les prochaines années.
Mevrouw Céline Delforge heeft vragen over het uitstel,
naar 2015, van het Troonproject zoals het in de oriëntatienota is overgenomen : wat is de precieze stand van zaken ?
Mme Céline Delforge s’interroge sur le report à 2015 du
projet Couronne, tel que c’est repris dans la note d’orientation : qu’en est-il exactement ?
De Minister antwoordt dat de werken voor een deel van
de Kroonlaan niet op tijd konden worden gegund. Ze worden dus uitgesteld.
Le ministre répond que pour une partie de l’avenue de
la Couronne, les travaux n’ont pas pu être adjugés à temps.
Ces travaux sont donc reportés.
Mevrouw Céline Delforge merkt op dat de vereffeningskredieten dalen. Houden de vergunningen een en ander tegen ? Kan de Minister ons een overzicht van de projecten
onder activiteit 16 geven ?
Mme Céline Delforge fait observer qu’il y a une diminution budgétaire en crédits de liquidation. S’agit-il des permis qui bloquent ? Par ailleurs, le ministre peut-il donner
un aperçu des projets repris à l’activité 16 ?
De Minister antwoordt dat de Kroonlaan een erfenis is
van de vorige Regering.
Le ministre répond qu’il s’agit, pour l’avenue de la Couronne, d’un héritage du travail de l’ancien gouvernement.
De heer Hervé Doyen wenst terug te komen op de uitleg
die tot nog toe werd gegeven.
M. Hervé Doyen souhaite rebondir sur les explications
qui ont été données jusqu’à présent.
A-50/3 – 2014/2015
— 125 —
A-50/3 – 2014/2015
Wordt een evaluatie van het beleid inzake de hekjes gepland ? Vastgesteld wordt dat vaak iemand het veiligheidssysteem in gang zet, wat tot gevolg heeft dat de hekjes een
hele dag openblijven; ook woont men soms gewelddadige
scènes bij aan de hekjes, omdat sommige personen vlak
na iemand anders willen binnen geraken, enkel om niet te
moeten betalen. Tot slot, ontstaat er werkelijk gedrang aan
de hekjes als stromen mensen van de roltrappen komen.
De volksvertegenwoordiger heeft de indruk dat dit systeem
niet werkt; het is nodig het te evalueren.
Par rapport aux portillons, est-il prévu de faire une
évaluation de cette politique ? On constate que souvent,
quelqu’un actionne le dispositif de sécurité, ce qui a pour
conséquence que les portillons restent ouverts toute la
journée; on assiste aussi parfois à des scènes de violence
à l’entrée des portillons, du fait de certaines personnes qui
veulent forcer le passage derrière quelqu’un, uniquement
pour ne pas devoir payer. Et enfin, quand on a des marées
humaines qui remontent des escalators, ça se bouscule vraiment aux portillons, au sens propre. Le député a l’impression que ce système ne marche pas. Il est nécessaire de
l’évaluer.
Inzake Beliris, pleit de volksvertegenwoordiger nog
voor de integratie van de begrotingen van Beliris in de gewestbegroting.
En ce qui concerne Beliris, le député plaide encore pour
l’intégration des budgets de Beliris dans le budget régional.
Inzake de opmerkingen van de heer Draps, bevestigt de
spreker, als burgemeester dat regelmatig projecten worden ingediend door de MIVB, en vervolgens komt er geen
nieuws meer. Als er te weinig personeel is, gebeuren zo’n
dingen.
Par rapport aux remarques de M. Draps, l’orateur, en
tant que bourgmestre, confirme que régulièrement, des projets sont proposés par la STIB, puis on n’en a plus de nouvelles. Quand il y a trop peu de personnel, on en arrive à ça.
En wat is precies vastgelegd inzake tram 71 ? Is het de
bedoeling studies te verrichten ?
Concernant le tram 71, quelle est la nature des engagements ? S’agit-il de faire des études ?
Inzake de hekjes antwoordt de Minister dat het gaat over
een beslissing die hij zelf heeft genomen toen hij verantwoordelijk was tussen 2004 en 2009. Dat gebeurde in het
kader van fraudebestrijding. Er was sprake van prikken bij
het binnenkomen, maar ook bij het verlaten van de stations.
In andere steden werkt dat zeer goed. Men zal zien wat kan
gedaan worden om de bestaande toestand te verbeteren.
Het hoort echter bij de Brusselse mentaliteit een sport te
maken van vlak na iemand anders binnen te gaan om niet
te betalen. Dat is niet correct. Een evaluatie zal gevraagd
worden aan de MIVB.
Le ministre répond, concernant les portillons, qu’il s’agit
d’une décision que lui-même a prise lorsqu’il était aux affaires entre 2004 et 2009. C’est dans le cadre de la lutte
contre la fraude. Il était question de pointer sa carte seulement en entrant, mais également en sortant des stations.
Dans d’autres villes, cela fonctionne très bien. On verra ce
qu’on peut faire pour améliorer la situation existante. Mais
c’est dans la mentalité bruxelloise qu’il devient un sport
d’entrer juste derrière quelqu’un pour ne pas payer. Ce
n’est pas correct. Une évaluation sera demandée à la STIB.
Inzake de suggestie over Beliris, gaat de Minister akkoord. Het is belangrijk dat de federale staat zegt wat ze
wil financieren, maar de Minister denkt dat de gewestadministratie ook moet betrokken worden en zelfs moet opgenomen worden in de administratie van Beliris.
Pour la suggestion sur Beliris, le ministre est bien
d’accord. Il est important que l’Etat fédéral dise ce qu’il
veut financer, mais le ministre pense que l’administration
régionale doit aussi être impliquée et même intégrée dans
l’administration de Beliris.
Wat het gewestelijk personeel betreft, doet zich ook een
tekort voelen voor het volgen van de werven.
En ce qui concerne le personnel régional, un manque
de personnel se fait également ressentir pour le suivi des
chantiers.
Tram 71 kan worden teruggevonden in begrotingsartikel 19.002.01.7311 : het gaat over 65.000 euro voor studies.
Pour le tram 71, on le retrouve à l’article budgétaire 19.002.01.7311 : il s’agit de 65.000 euros pour des
études.
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij activiteit 34 :
waarom dalen deze bedragen ? Wat is de verantwoording
daarvoor ?
M. Bruno De Lille s’interroge sur l’activité 34 : pourquoi ces montants sont-ils en diminution ? Quelle en est la
justification ?
De minister antwoordt dat de voorgaande jaren telkens
250.000 euro voorzien werd op deze basisallocatie. Voor
2014 werd deze verhoogd naar 350.000 euro en werd
Le ministre répond que, les années précédentes, on a
chaque fois prévu 250.000 euros pour cette allocation de
base. Pour 2014, ce montant a été porté à 350.000 euros, et
A-50/3 – 2014/2015
— 126 —
A-50/3 – 2014/2015
BA 19.002.34.01.33.00 verminderd met 100.000 euro tot
100.000 euro. Dit om rekening te houden met de verwachte
beperking in vast te leggen uitgaven ten gevolge van de
verkiezingen (regeringsleden vorige legislatuur mochten
maar de helft van het bedrag vastleggen in de eerste helft
van 2014). Met name Bruksellive (juli) en vzw Bontebella
(Musikometro in september) konden daardoor verzekerd
worden van een subsidie in 2014.
l’AB 19.002.34.01.33.00 a été réduite de 100.000 euros et
ramenée à 100.000 euros. Ceci afin de tenir compte de la
limitation attendue des dépenses à engager suite aux élections (les membres du gouvernement de l’ancienne législature n’ont pu engager que la moitié de ce montant au cours
du premier semestre 2014). De ce fait, Bruksellive (juillet) et l’asbl Bontebella (Musikometro en septembre) ont
notamment pu être assurés de bénéficier d’une subvention
en 2014.
250.000 euro is dus voldoende om de verwachte aanvragen/uitgaven te dekken.
Pour couvrir les demandes/dépenses
250.000 euros sont donc suffisants.
De heer Willem Draps heeft vragen bij
BA 18.002.11.99.7311, inzake de verhoging van de commerciële snelheid : de kredieten werden herleid tot nul : wat
is de reden daarvoor ?
M. Willem Draps s’interroge sur l’AB 18.002.11.99.7311,
concernant l’amélioration de la vitesse commerciale : on a
ramené les crédits à zéro : quelle en est la raison ?
De Minister antwoordt dat het gaat om een uitdovende
BA.
attendues,
Le ministre répond qu’il s’agit d’AB en extinction.
De heer Willem Draps merkt op dat BA 18.002.11.99.7311,
betreffende de aankoop en de plaatsing van kunstwerken in
de infrastructuur, gebruikt werd door één van zijn voorgangers om het beruchte standbeeld van de man van Atlantis te
financieren, waarover de Minister zo te keer gaat.
M.
Willem
Draps
fait
observer
que
l’AB 18.002.11.99.7311, relative à l’acquisition et à l’installation d’oeuvres d’art dans les infrastructures, est ce
qui avait servi à un de ses prédécesseurs pour financer la
fameuse statue de l’homme de l’Atlantide, tant décriée par
le ministre.
De heer Marc Loewenstein heeft vragen bij activiteit 34,
BA 18.002.34.01.3300 : er was een bedrag van 350.000 euro
ingeschreven in 2014, een bedrag van 250.000 euro is ingeschreven in 2015 voor de subsidiëring van de verenigingen
en organismes die een bijdrage leveren tot de bevordering
van het openbaar vervoer. Kan de Minister voor 2013, 2014
en 2015 preciseren welke verenigingen gesubsidieerd zijn
of gesubsidieerd zullen worden (indien dat reeds gekend is)
en ten belope van welk bedrag ?
M. Marc Loewenstein s’interroge, à l’activité 34, sur
l’AB 18.002.34.01.3300 : un montant de 350.000 euros
était prévu en 2014, un montant de 250.000 euros est prévu en 2015 pour subsidier des associations et organismes
contribuant à la promotion du transport en commun. Le ministre peut-il préciser, pour les années 2013, 2014 et 2015,
quelles associations ont été ou seront subsidiées (si c’est
déjà connu) et à concurrence de quel montant ?
De Minister zal het antwoord bij het verslag voegen (cf.
Bijlage nr. 6).
Le ministre fournira cette réponse en annexe au rapport
(cf. Annexe n° 6).
De heer Marc Loewenstein heeft vragen bij de versterking van de samenwerking met het Vlaams en het Waals
Gewest : naast lijn 62, welke andere intergewestelijke
tramlijnen zitten er in de pipeline ?
M. Marc Loewenstein s’interroge sur le renforcement de
la collaboration avec la Région flamande et la Région wallonne : outre la ligne 62, quels sont les autres lignes de tram
interrégionales prévues ?
De Minister antwoordt dat het Brussels regeerakkoord
2014-2019 de volgende lijnen vermeldt :
Le ministre répond que du côté bruxellois, l’Accord de
Gouvernement 2014-2019 mentionne les lignes suivantes :
– De uitvoering van de verlenging van tramlijn 62 vanaf
de gewestgrens naar de luchthaven.
– La réalisation du prolongement de la ligne de tram 62
depuis la frontière régionale vers l’aéroport
– De voortzetting van de besprekingen met het Vlaams
Gewest voor de lijnen 62, 94, de Heizelvlakte en de verbinding naar het Ruisbroekstation.
– La poursuite des discussions avec la Région flamande
pour les lignes 62, 94, le plateau du Heysel et pour la
liaison vers la gare de Ruisbroeck.
Het regeerakkoord vermeldt eveneens dat de Regering
ook zal ijveren voor de verbetering van de samenwerking
tussen de verschillende gewestelijke operatoren (MIVB,
L’Accord de Gouvernement mentionne également que
« le Gouvernement s’attachera également à améliorer la
collaboration entre les différents opérateurs régionaux
A-50/3 – 2014/2015
— 127 —
A-50/3 – 2014/2015
TEC en De Lijn) met het oog op de tariefintegratie en de
verbetering van het algemene vervoersaanbod op het Brussels grondgebied op basis van de volgende principes :
(STIB, TEC et De Lijn) pour intégrer les tarifs et optimaliser l’offre de transport globale sur le territoire bruxellois
sur la base des principes suivants :
– De projecten moeten een effectieve modal shift van de
weg naar het openbaar vervoer mogelijk maken.
– Les projets devront permettre un report modal effectif de
la route vers les transports publics.
– De bediening van de metropolitane polen (toeristische
belangen, werkgelegenheid …) wordt nagestreefd zonder afbreuk te doen aan de lokale bediening.
– La desserte des pôles d’intérêt métropolitains (intérêts
touristiques, d’emploi …) sera recherchée sans préjudice de la desserte locale.
– De verbetering van de gecoördineerde informatie tussen
de verschillende vervoersoperatoren en de financieringsmiddelen.
– L’amélioration de l’information coordonnée entre les
différents opérateurs de transport et les moyens de la
financer.
– Het principe van de wederkerigheid, krachtens hetwelk
de MIVB uitgebreid kan worden buiten de grenzen van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zal voortgezet worden, in het bijzonder de verlenging van lijn 62 naar de
luchthaven Brussel-Nationaal.
– Le principe de réciprocité, permettant l’extension du
réseau STIB en dehors des frontières de la Région de
Bruxelles-Capitale sera poursuivi, et principalement le
prolongement de la ligne 62 vers l’aéroport de BruxellesNational. ».
Aan Vlaamse zijde zetten De Lijn en de Vlaamse overheid de studie over « Brabantnet » voort dat voorziet in 3
intergewestelijke tramlijnen :
Côté flamand, De Lijn et les autorités flamandes poursuivent l’étude du « Brabantnet » qui prévoit 3 lignes de
tram interrégionales :
1. Sneltram Willebroek – Brussel Noord
1. Sneltram Willebroeck – Bruxelles Nord
2. Luchthaventram Brussel Noord – Brussel luchthaven
2. Luchthaventram Bruxelles Nord – Bruxelles Aéroport
3. Ringtram Jette – Vilvoorde – Brussel luchthaven
3. Ringtram Jette – Vilvorde – Bruxelles Aéroport
Dit project zit in de fase van het openbaar onderzoek. De
wederzijdse afstemming van de projecten van De Lijn met
de MIVB-lijnen, alsook de technische operationele en financiële kwesties met betrekking tot deze lijnen binnen het
Brussels Gewest maken het voorwerp uit van besprekingen
tussen de MIVB en De Lijn. Aan Waalse zijde bestaat er
geen project voor een intergewestelijke tramlijn. De werkgroepen Brussel-Vlaanderen zullen zich buigen over deze
tramlijnen.
Ce projet est au stade de l’enquête publique actuellement. L’articulation des projets de De Lijn avec les lignes
de la STIB, ainsi que les questions techniques, opérationnelles et financières relatives à la circulation de ces lignes
à l’intérieur de la Région bruxelloise font l’objet de discussions entre la STIB et De Lijn. Du côté wallon, il n’y a
pas de projet de ligne de tram interrégionale. Les groupes
de travail Bruxelles-Flandre vont se pencher sur ces lignes
de tram.
Programma 003 – Beleid van partnership met de MIVB
Programme 003 – Politique de partenariat avec la STIB
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vraagt hoe het staat
met de dotatie voor de verontreinigingspieken ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel demande ce qu’il en est de
la dotation pour les pics de pollution ?
De Minister antwoordt dat de BA niet verandert, omdat
men hoopt dat er geen klimaatverandering komt.
Le ministre répond qu’il n’y a pas de changement de
l’AB, vu qu’on espère qu’il n’y aura pas non plus de changement climatique.
In verband met activiteit 31 heeft mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vragen over de voorkeurtarieven. Die BA
stijgt met 1 miljoen euro : waarom ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel s’interroge, à l’activité 31
sur les tarifs préférentiels. Cette AB augmente d’un million
d’euros : sur quelle base se fait cette augmentation ?
De heer Ridouane Chahid stelt dezelfde vraag : houdt
het ingeschreven bedrag al rekening met de nieuwe formule voor de berekening van die dotatie, zoals aangegeven in
de beheersovereenkomst ?
M. Ridouane Chahid s’associe à cette question : est-ce
que le montant prévu tient déjà compte de la nouvelle formule de calcul de cette dotation comme indiqué dans le
contrat de gestion ?
A-50/3 – 2014/2015
— 128 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Bruno De Lille stelt eveneens dezelfde vraag :
vorig jaar had men een forfaitair bedrag vastgelegd. Vandaag wordt dat verhoogd. Hoe is de verhoging dit jaar berekend ?
M. Bruno De Lille s’inscrit également dans la même
question : l’année passée, on avait décidé d’un montant
forfaitaire qui est aujourd’hui en augmentation. Comment
a-t-on calculé cette augmentation cette année-ci?
De Minister antwoordt dat de formule uit de beheersovereenkomst is toegepast. In 2013 werd de dotatie « Voorkeurtarieven » vastgesteld op een forfaitair bedrag van
58,5 miljoen euro. In 2014 is de dotatie vastgesteld op het
geïndexeerde bedrag van 2013. Vanaf 2015 moest de compenserende dotatie worden verhoogd volgens een kliksysteem dat geactiveerd werd vanaf 3 %. Aangezien, enerzijds,
men pas begin 2016 zal weten hoeveel vervoerbewijzen in
2015 verkocht zullen zijn, en, anderzijds, het Gewest de
studie tot vaststelling van het gemiddelde gebruik van de
abonnementen van elke categorie nog niet heeft uitgevoerd, kan het bedrag van de compenserende dotatie 2015,
zoals bepaald in de beheersovereenkomst, nog niet worden
berekend.
Le ministre répond qu’il s’agit de l’application de la
formule qui se trouve dans le contrat de gestion. Sachant
qu’en 2013, la dotation « Tarifs préférentiels » a été fixée
à un montant forfaitaire de 58,5 millions d’euros, et qu’en
2014, la dotation est resté figée au montant de 2013 indexé.
A partir de 2015, la dotation compensatoire devait évoluer
à la hausse, selon un système de cliquets activés à partir de
3 %. Néanmoins, étant donné que, d’une part, les quantités de titres vendus en 2015 ne seront connus qu’au début
de l’année 2016 et que, d’autre part, la Région n’a à ce
jour pas encore réalisé l’étude visant à déterminer l’usage
moyen des abonnements de chaque catégorie, le montant
de la dotation compensatoire 2015 tel que défini dans le
contrat de gestion ne peut être calculé à ce jour.
Voor 2015 zal bijgevolg een vast bedrag gelijk aan het
geïndexeerde bedrag van 2014 worden ingeschreven, dat
eventueel in 2016 zal worden aangepast wanneer de parameters bekend zijn en de formule van de beheersovereenkomst kan worden toegepast.
Il est donc prévu de conserver pour 2015 un montant toujours fixe identique à celui de 2014 indexé, à ajuster le cas
échéant en 2016, lorsque la connaissance des paramètres
permettra d’appliquer la formule du contrat de gestion.
Mevrouw Céline Delforge heeft vragen over de dotatie
aan de MIVB : er is om een extra inspanning gevraagd die
zou moeten komen van de veelbesproken indexsprong van
de federale Regering. De volksvertegenwoordigster heeft
nog steeds geen antwoord op haar vraag gekregen. Voorts
voorziet de begroting van de MIVB in een stijging met 2 %
van haar ontvangsten : waarom ? De spreekster heeft een
ontvangst uit het vervoer van PBM’s vastgesteld : zou er
12 miljoen euro worden overgedragen door de federale
overheid ?
Mme Céline Delforge s’interroge sur la dotation à la
STIB : un effort supplémentaire a été demandé et devrait
provenir du fameux saut d’index du gouvernement fédéral.
La députée n’a toujours pas reçu de réponse à cette question. Par ailleurs, le budget de la STIB prévoit une augmentation de 2 % de ses recettes : quelle en est la raison ?
L’oratrice a remarqué l’apparition d’une recette liée au
transport des PMR : 12 millions d’euros seraient transférés
par le Fédéral ?
De Minister merkt op dat de Regering intussen de beslissing van de raad van bestuur van de MIVB om de tarieven
te verhogen heeft verworpen. De MIVB zal haar begrotingscontrole moeten uitvoeren en er bij de begrotingsaanpassing rekening mee moeten houden dat er misschien niet
genoeg geld op de begroting zal zijn.
Le ministre fait observer qu’entretemps, le gouvernement a invalidé la décision du CA de la STIB d’augmenter
les tarifs. Ce sera à la STIB d’effectuer son contrôle budgétaire, et à l’ajusté, de prendre en compte le fait qu’il n’y
aura peut-être pas assez d’argent au budget.
De aanpassing van de tarieven zoals voorgesteld door de
regering aan de Raad van Bestuur van de MIVB, betekent
een stijging van de netto-omzet met 2,27 miljoen euro (op
basis van de verkoop 2014). Dit is 2,38 miljoen euro minder dan het voorstel van de MIVB.
L’adaptation des tarifs que le gouvernement a proposée
au conseil d’administration de la STIB implique une augmentation de 2,27 millions d’euros du chiffre d’affaires net
(sur la base des ventes 2014), soit 2,38 millions d’euros de
moins que la proposition de la STIB.
Mevrouw Cieltje Van Achter vraagt waarom de kredieten voor veiligheid verdubbeld zijn ?
Mme Cieltje Van Achter s’interroge sur les crédits en
matière de sécurité : le budget a doublé, quelle en est la
raison ?
Mevrouw Carla Dejonghe stelt dezelfde vraag over
BA 18.003.15.02.4140 (Verbetering kwaliteit dienstverlening en veiligheid). De cijfers tonen aan dat de investeringen in veiligheid toch beginnen renderen. We zouden wel
graag wat meer toelichting krijgen bij wat er op het terrein
Mme Carla Dejonghe s’associe à la question, à propos
de l’AB 18.003.15.02.4140 (Amélioration de la qualité
du service et de la sécurité). Les chiffres montrent que les
investissements dans la sécurité commencent à être rentables. L’intervenante voudrait toutefois davantage d’expli-
A-50/3 – 2014/2015
— 129 —
A-50/3 – 2014/2015
zal veranderen met die extra toelage ? Komt er meer personeel bij op het terrein ? Hoe en vooral waar zal dat ingezet
worden etc. ?
cations : qu’est-ce qui changera sur le terrain grâce à cette
subvention supplémentaire ? Y aura-t-il davantage de personnel sur le terrain ? Comment et, surtout, où ce personnel
sera-t-il déployé, etc. ?
De minister antwoordt dat om de stabiliteit van de veiligheid te waarborgen en te voldoen aan de beslissingen in
verband met de versterking van de politiemanschappen die
ingezet worden voor de beveiliging van het openbaar vervoer, stelt de Regering voor om de toewijzingen die reeds
vroeger vastgesteld waren te behouden voor 2015.
Le ministre répond qu’afin de garantir la stabilité et la
sécurité et de respecter les décisions relatives au déploiement de renforts policiers en vue de sécuriser les transports
en commun, le gouvernement propose de maintenir en
2015 les moyens attribués précédemment.
De heer Marc Loewenstein sluit zich aan bij het debat
over BA 18.003.15.02.4140, waar men een stijging merkt
met 29,142 miljoen euro (van 30,914 miljoen euro in 2014
naar 60,056 miljoen euro in 2015). Dat betreft de verhoging
van de kwaliteit van de dienstverlening en de veiligheid :
kan de Minister de verschillende projecten (of types projecten) preciseren die vermeld worden onder deze BA ?
M. Marc Loewenstein s’inscrit dans le débat de
l’AB 18.003.15.02.4140, où on note une augmentation
de 29,142 millions d’euros (on passe de 30,914 millions
d’euros en 2014 à 60,056 millions d’euros en 2015). Cela
concerne l’amélioration de la qualité du service et de la
sécurité : le ministre peut-il préciser les différents projets
(ou types de projets) repris dans cette AB ?
De Minister antwoordt dat deze dotatie de bedragen bevat die voorzien zijn in het beheerscontract van de MIVB
in artikel 68.2 (Financiering van het extra aanbod), 68.4
(Financiering van het aanbod bij evenementen) en 68.5 (Financiering van het aanbod voor de bijzondere opdracht inzake openbare vervoerdienst op verzoek van personen met
een handicap en tijdelijke versterkingen). Overeenkomstig
artikel 68.6 van het beheerscontract (Financiering van de
veiligheid van de reizigers en het personeel (beveiliging))
wordt voorzien in een dotatie van 8.658.000 euro in 2014
en 8.176.000 euro in 2015, maar ten laste van de federale
begroting, wat dus niet teruggevonden kan worden in de
uitgaven bij opdracht 18.003.15.02
Le ministre répond que cette dotation reprend les
montants prévus au contrat de gestion de la STIB aux articles 68.2 (Financement de l’offre complémentaire), 68.4
(Financement de l’offre événementielle) et 68.5 (Financement de l’offre pour mission particulière de service public
de transport à la demande des personnes handicapées et
des renforcements provisoires). Conformément à l’article 68.6 du contrat de gestion (Financement de la sécurité
des voyageurs et du personnel (sûreté)), une dotation de
8.658.000 euros est prévue en 2014 et de 8.176.000 euros
en 2015 mais à charge du budget fédéral et ne se retrouve
donc pas dans les dépenses de la mission 18.
Er is geen merkelijke schommeling voor de artikelen
68.4 en 68.5.
Il n’y a pas de variation significative pour les articles 68.4
et 68.5.
Voor artikel 68.2 in 2014 dekt de dotatie voornamelijk de
verlenging van maatregelen die werden ingevoerd in 2013,
ter verbetering van de frequentie en het gebruik van het
rollend materieel met grote capaciteit op het netwerk. Bij
wijze van voorbeeld kunnen we gewag maken van de verhoging van de passagefrequentie tijdens de schoolvakanties
op 10 tramlijnen of de verlenging van tramlijn 51 en 81, de
vervanging van T2000 en T7700 door T3000 op lijn 92 of
op lijn 7, waar T3000 geleidelijk aan vervangen worden
door T4000, de verhoging van de passagefrequentie van de
metro tijdens de grote schoolvakantie, of nog de komst van
nieuwe bussen met de stijging van de frequentie en de capaciteit van het rollend materieel die daaruit voortvloeien.
Pour l’article 68.2 en 2014, la dotation couvre principalement la prolongation des mesures introduites en 2013, des
mesures visant l’amélioration des fréquences ainsi que des
mesures d’utilisation de matériel roulant à grande capacité
sur le réseau. A titre d’exemples, nous pouvons mentionner
le renforcement des fréquences de passage pendant les vacances scolaires sur 10 lignes de trams ou le prolongement
des lignes de tram 51 et 81, le remplacement de T2000 et
T7700 par des T3000 sur la ligne 92 ou sur la ligne 7 où
les T3000 sont progressivement remplacées par des T4000,
l’augmentation des fréquences de passage du métro pendant les grandes vacances scolaires ou encore l’arrivée des
nouveaux bus avec les augmentations de fréquence et de
capacité du matériel roulant qui en découlent.
Voor 2015 bestaat zij uit de annualisering van de maatregelen die werden ingevoerd in 2013 en 2014, fase 1 van
het richtplan voor bussen en maatregelen ter verbetering
van de frequentie of de capaciteit van het rollend materieel. Voor de bussen kan men bijvoorbeeld de stijging van
de passagefrequentie tijdens spitsuren op 8 buslijnen, het
einde van het uitbaten van minibussen en de uitbating van
Pour 2015, elle est composée de l’annualisation des
mesures introduites en 2013 et 2014, de la phase I du plan
directeur bus et de mesures visant à l’amélioration de fréquence ou de la capacité du matériel roulant. Pour le bus,
on peut notamment citer les augmentations de fréquence de
passage en pointe sur 8 lignes de bus, la fin de l’exploitation
en midibus et l’exploitation de 5 lignes supplémentaires en
A-50/3 – 2014/2015
— 130 —
A-50/3 – 2014/2015
5 extra lijnen met gelede bussen vermelden. Het tramnetwerk ‘s avonds zal gewijzigd worden en de laatste T3000
van de huidige bestelling zullen aankomen om de T2000 en
de T7700 op lijn 94 te vervangen. De passagefrequentie tijdens de schoolvakantie zal verhoogd worden voor de twee
vervoerwijzen.
bus articulés. Le réseau de soirée tram sera modifié et les
derniers T3000 de la commande actuelle arriveront pour
remplacer des T2000 et des T7700 sur la ligne 94. Les fréquences de passage pendant les vacances scolaires seront
augmentées sur les deux modes.
De heer Bruno De Lille heeft ook vragen bij activiteit 15
betreffende de werkingssubsidies aan de MIVB. Men heeft
een budgettaire inspanning gevraagd aan de MIVB, door
het niet indexeren van de weddes voorop te stellen. Houdt
dat in dat de in het beheerscontract bepaalde bedragen niet
betaald zullen worden ? Minister Vanhengel had evenwel
gezegd dat het Gewest geen besparing moest doen, aangezien zijn begroting in evenwicht is. Wat is dan de reden
voor deze maatregel ? Waarom wordt beslist het volledige
bedrag niet aan de MIVB te betalen ?
M. Bruno De Lille s’interroge aussi sur l’activité 15
concernant les subventions de fonctionnement à la STIB.
On a demandé un effort budgétaire à la STIB, en disant que
les salaires ne seraient pas indexés. Cela signifie-t-il qu’on
ne verse pas les montants prévus au contrat de gestion ?
Pourtant, le ministre Vanhengel avait dit que la Région ne
devrait pas faire d’économie, puisque son budget est en
équilibre. Quelle est donc la raison de cette mesure ? Pourquoi est-il décidé de ne pas verser le montant complet à la
STIB ?
De Minister merkt op dat alle pararegionale instellingen
deze budgettaire inspanning hebben moeten leveren. Het
verschil is hier dat de MIVB beslist heeft de lonen niet te
indexeren. Dat is een keuze van de raad van bestuur. Indien
dat beslist wordt in de raad van bestuur en indien deze raad
beslist dat er geen indexsprong komt, moet hij voorzien in
het geld. De MIVB beschikt echter over ruime marges.
Le ministre fait observer que toutes les institutions pararégionales ont dû réaliser cet effort budgétaire. Il y a ici une
différence, c’est que la STIB a décidé de ne pas indexer les
salaires de ses employés. C’est un choix du CA. Si le CA
décide de ne pas faire un saut d’index, c’est à eux de prévoir l’argent. Mais la STIB dispose de marges importantes.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
in 2007 : 195.000 euro,
in 2008 : 33 miljoen euro,
in 2009 : 10 miljoen euro,
in 2010 : 18 miljoen euro,
in 2011 : 34 miljoen euro,
in 2012 : 72 miljoen euro,
in 2013 : 46 miljoen euro,
in 2014 : bijna 60 miljoen euro
en 2007 : 195.000 euros,
en 2008 : 33 millions d’euros,
en 2009 : 10 millions d’euros,
en 2010 : 18 millions d’euros,
en 2011 : 34 millions d’euros,
en 2012 : 72 millions d’euros,
en 2013 : 46 millions d’euros,
en 2014 : près de 60 millions d’euros.
De heer Bruno De Lille wijst erop dat deze marges besparingen betekenen. Voor 2007 was er geen crisis : toen de
Minister aan de macht was tussen 2004 en 2009 heeft hij
mooie jaren gekend. Het bedrag van de besparing van dit
jaar is ongeveer hetzelfde als vorig jaar.
M. Bruno De Lille fait observer que ces marges représentent des économies. Avant 2007, ce n’était pas la crise :
le ministre, quand il était aux affaires, entre 2004 et 2009,
a bénéficié de belles années. Or le montant de l’économie
réalisée cette année est quasiment le même que celui de
l’année passée.
De heer Willem Draps heeft vragen bij activiteit 16 waar
men de grootste middelen vindt : als men daarbij de bedragen van Beliris voegt, krijgt de MIVB een hoog investeringsbedrag. Vindt men daar de uitbreiding van de lijnen 9
en 94 ?
M. Willem Draps s’interroge sur l’activité 16, où se
trouvent les inscriptions budgétaires les plus importantes :
si on ajoute les montants de Beliris, cela va donner à la
STIB un volant d’investissement important. Est-ce là que
se retrouvent les extensions des lignes 9 et 94 ?
De Minister antwoordt dat men in programma 2 de
tramlijnen terugvindt. Het gaat hier om de overdracht van
kapitaal aan de MIVB. Men maakt een algemene analyse
om dat alles te verduidelijken. In maart 2015 zal men exact
weten wat men met deze middelen zal financieren.
Le ministre répond que c’est au programme 2 que l’on
retrouve les lignes de trams. Il s’agit ici de transfert en
capitaux à la STIB. On fait une analyse globale pour clarifier tout cela. En mars 2015, on saura exactement ce qu’on
financera sur ce budget.
De heer Marc Loewenstein stelt in BA 18.003.16.01.6140
een stijging met 16,066 miljoen euro vast (van 205,025 miljoen euro in 2014 naar 221,091 miljoen euro in 2015). Het
gaat om investeringen buiten Beliris. Kan de Minister de
M. Marc Loewenstein note, à l’AB 18.003.16.01.6140,
une augmentation de 16,066 millions d’euros (on passe
de 205,025 millions d’euros en 2014 à 221,091 millions
d’euros en 2015). Cela concerne les investissements hors
A-50/3 – 2014/2015
— 131 —
A-50/3 – 2014/2015
verschillende projecten (of soorten projecten) preciseren
die in deze BA opgenomen zijn ?
Beliris : le ministre peut-il préciser les différents projets (ou
types de projets) repris dans cette AB ?
De Minister antwoordt dat de stijging vooral het gevolg
is van de toepassing van artikel 67 van de beheersovereenkomst. In dit artikel wordt bepaald dat de werkingsdotatie verminderd wordt op basis van besparingen waartoe de
MIVB zich verbindt. Er wordt ook bepaald dat deze besparing bij de investeringsdotatie gevoegd wordt.
Le ministre répond que l’augmentation est due principalement à l’application de l’article 67 du contrat de gestion. Il est prévu dans cet article de diminuer la dotation de fonctionnement sur la base d’économies que la STIB s’engage
à réaliser, et il est également prévu que cette économie soit
ajoutée à la dotation d’investissement.
Zoals elk jaar bestaat het investeringsplan van de MIVB
in 2015 voornamelijk uit volgende elementen :
Comme chaque année le plan d’investissement de la
STIB est principalement composé en 2015 des éléments
suivants :
– Aankoop van rollend materieel (8 %).
– Achat de matériel roulant (8 %).
– Bouw/renovatie/aankoop van gebouwen (35 %).
– Construction/rénovation/achat de bâtiment (35 %).
– Groot onderhoud van het rollend materieel bus, tram en
metro (6 %).
– Grande révision du matériel roulant bus, tram et métro
(6 %).
– Uitbreiding, vernieuwing en aanpassing van het VICOMprogramma voor het spoornet (24 %), uitrustingen voor
het netwerk (lokalisatie, signalisatie, veiligheid), uitrustingen voor verkoop, informatie en computeruitrusting
(27 %).
–Extension, renouvellement et adaptation VICOM du
réseau ferroviaire (24 %) Equipements du réseau (localisation, signalisation, sécurité), équipements de vente,
d’information et équipements informatiques (27 %).
In verband met de strijd tegen de geluidshinder en de
trillingen veroorzaakt door het rollend materieel van de
MIVB, in het bijzonder van de trams en accordeonbussen, zegt de Minister dat de MIVB voorspellende studies
uitvoert en dagelijks preventieve maatregelen neemt om
vooruit te lopen op dergelijke problemen of om dergelijke
problemen op te lossen. De MIVB laat een effectenstudie
op het vlak van de akoestiek en de trillingen uitvoeren door
een onafhankelijk en gespecialiseerd studiebureau voor
elk groot project voor vernieuwing en uitbreiding van het
net. Deze studie onderzoekt de trillingen en akoestische
gevolgen in de omgeving en gaat na hoe golven voortgezet kunnen worden tussen het nieuwe spoor en de funderingen van de huizen van de omwonenden. Op basis van
deze metingen en gegevens over geluid en de dynamische
gegevens van het rollend materieel van de MIVB, kan het
studiebureau voorspellen welke geluidshinder en welke
trillingshinder verwacht kunnen worden bij de exploitatie
van deze sporen. Deze voorspellende waarden worden vergeleken met de drempels in de milieuovereenkomst voor
geluidshinder en trillingshinder die getekend is tussen de
MIVB en het BIM in 2004. Indien het criterium overschreden wordt, wordt voorgesteld om een antitrillingssysteem
te plaatsen (zoals antitrillingstapijten, demping onder het
spoor, zwevende plaat). Er kan ook voorgesteld worden om
akoestische isolatie of akoestische demping te plaatsen om
de hinder te beperken. Men komt tegemoet aan de aanbevelingen bij de vernieuwing of de uitbreiding van het net.
Concernant la lutte contre le bruit et les vibrations causées par les le matériel roulant STIB, notamment les trams
et bus accordéons, le ministre explique que la STIB réalise
des études prédictives et met en œuvre quotidiennement des
mesures préventives afin de gérer anticipativement ou de
façon curative les problèmes de bruits et vibrations causés
par le transport urbain ferroviaire. La STIB fait effectuer
une étude d’incidence acoustique et vibratoire par un bureau d’étude indépendant et spécialisé avant tout important
projet de renouvellement ou d’extension du réseau. Cette
étude effectue un constat vibratoire et acoustique des lieux
et des mesures de transmissibilité du sol entre nouveau rail
et fondations des maisons des riverains. Sur la base de ces
mesures et des données sur le bruit et les efforts dynamiques
du matériel roulant de la STIB, le bureau d’étude peut prédire les niveaux de bruits et vibratoires attendus lors de la
nouvelle exploitation des voies. Ces valeurs prédictives
sont confrontées aux seuils définis dans la convention environnementale « bruit et vibrations » signée entre la STIB et
l’IBGE en 2004. S’il existe un dépassement du critère, il y
a alors préconisation d’un système anti-vibration (e.g. tapis
antivibratoires, semelles sous patin rail, rails encapsulés,
dalle flottante) ou d’isolation et atténuation acoustique pour
réduire les nuisances et répondre aux recommandations
lors du renouvellement ou extension du réseau.
Om de geluidshinder en de trillingshinder van het stedelijk vervoer langs het spoor te beperken, wordt er ook een
programma voor technische maatregelen voorgesteld. Het
Afin de pallier les nuisances sonores et vibratoires du
transport urbain ferroviaire, un programme d’interventions
techniques est également mis en place. L’entretien, la répa-
A-50/3 – 2014/2015
— 132 —
A-50/3 – 2014/2015
onderhoud, de herstelling en de vervanging van elementen
die de oorzaak zijn van geluids- en trillingshinder, worden
dagelijks uitgevoerd of toch zo snel mogelijk om deze hinder te verminderen of te beperken. Die ingrepen kunnen
zowel op het rollend materieel (bijvoorbeeld herprofilering
van de wielen van de trams en metro) alsook de wegeninfrastructuur (bijvoorbeeld opvulling van de hartstukken,
kromme rails, slijpen van de bovenkant van de rails om
golfslijtage te voorkomen, smeren van de bochten). Dat
onderhoud draagt bij tot het verminderen van de contacten
tussen de rail en het wiel, die de grootste bron van geluidshinder en trillingen door het stedelijk spoorverkeer zijn.
ration, et le remplacement des éléments qui sont sources
de bruits et de vibrations, sont effectués quotidiennement
ou le plus rapidement possible pour atténuer ou limiter
l’émergence de ces nuisances. Ces interventions peuvent
s’appliquer tant sur le matériel roulant (par exemple reprofilage des roues des trams et métro) que sur des éléments
d’infrastructure de voies (par exemple rechargement des
cœurs, rails courbes, meulage de la table de roulement des
rails pour éviter l’usure ondulatoire, graissage des courbes).
Cette maintenance contribue à la réduction des contacts
rail/roue qui sont la source la plus importante de bruit et de
vibrations causés par le transport ferroviaire urbain.
De bestekken voor de aankoop van nieuwe bussen en
trams en de evaluaties van de offertes van de constructeurs
houden rekening met de beste industriële prestaties inzake
geluidshinder en trillingen.
Les cahiers de charges pour l’achat de nouveaux bus
et trams, et les évaluations des offres de constructeurs
prennent en compte les meilleures prestations industrielles
au niveau du bruit et des vibrations.
In antwoord op de vragen van mevrouw Maison over
de uitbreiding van de metro naar Ukkel, over de manier
waarop de Regering de gemeente Ukkel zal betrekken bij
de keuze van het tracé en over de vooropgezette timing,
antwoordt de Minister dat de reflectie over de keuze van het
tracé rekening moet houden met de bediening van de bevolking en de activiteitspolen, de verbinding met het openbaarvervoersnet (verbinding met het spoornet, herstructurering
van het bovengronds net …), de vraag naar mobiliteit, de
mogelijkheid om stations in de openbare ruimte te bouwen,
beperkingen in verband met de werken, de kosten en de realisatie van de infrastructuur en de exploitatie, opbrengsten
(ontvangsten, tijdswinst voor de gebruikers, milieuwinst,
enz.). Bijgevolg dient er eerst een sociaaleconomische strategische studie te worden uitgevoerd die de belangrijkste
mogelijke tracés vergelijkt.
Pour répondre aux questions de Mme Maison sur l’extension métro vers Uccle, sur la manière dont le gouvernement impliquera la commune d’Uccle dans le processus du
choix du tracé, et sur le timing prévu, le ministre répond
que la réflexion sur le choix du tracé doit intégrer des questions de desserte de la population et des pôles d’activité, de
connexion du réseau de transport public (connexion avec le
réseau ferroviaire, restructuration du réseau de surface, …),
de demande de mobilité, de possibilité d’implantation des
stations dans l’espace public, de contrainte en termes de
chantier, de coûts et contraintes de réalisation de l’infrastructure et de l’exploitation, de bénéfices (recettes, temps
gagné par les usagers, gains environnementaux, etc.), …
Ainsi, il importe de commencer par une étude stratégique
socio-économique qui compare les principales options de
tracés.
Het bestuur van Brussel Mobiliteit beschikt over de
noodzakelijke instrumenten voor die analyses (multimodaal verplaatsingsmodel, methodologie voor sociaaleconomische analyse om de verschillende varianten van infrastructuurprojecten te vergelijken). Deze studie kan worden
uitgevoerd door Mobiliteit Brussel (Directie Strategie – Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer) in partnerschap met de MIVB in het kader van een opdracht voor
studies (van ongeveer 200.000 euro). Om de behoeften zo
goed mogelijk te onderkennen en te analyseren, is het wenselijk dat de actoren van stedenbouw, ruimtelijke ordening
en de gemeenten op zijn minst indirect betrokken worden
bij de studie en analyse van de mogelijke tracés.
L’administration de Bruxelles-Mobilité dispose en interne des outils nécessaires à la réalisation de ces analyses
(modèle multimodal de déplacement, méthodologie d’analyse socio-économique pour comparer différentes variantes
de projet d’infrastructures). Cette étude peut être menée
par Bruxelles-Mobilité (Direction Stratégie – Direction des
Infrastructures de Transport Public), en partenariat avec la
STIB dans le cadre d’un marché d’études (de l’ordre de
200.000 euros). Afin de percevoir et analyser au mieux les
besoins, il est souhaitable qu’au minimum les acteurs de
l’urbanisme, de l’aménagement du territoire et les communes soient indirectement associés à la démarche d’étude
et d’analyse des variantes de tracés.
Mevrouw Carla Dejonghe stelt zich ook die vraag : in de
verantwoording staat dat er nog geen rekening is gehouden
met Beliris. Er is sprake van een « afzonderlijke besluitvorming ». De laatste tijd zijn daarover verschillende proefballonnetjes opgelaten. Voor de Open Vld-fractie spreekt het
voor zich dat het grootste deel van de middelen van Beliris
moet worden bestemd voor de uitbreiding van de metro.
Dat lijkt ook zo te staan in het akkoord. We hebben eveneens nood aan die investeringscapaciteit in de komende jaren. Ze vraagt bijgevolg om een overzicht van de situatie.
Mme Carla Dejonghe s’associe à la question : dans la
justification, on dit qu’il n’a pas encore été tenu compte de
Beliris. Il est question d’une « prise de décision séparée ».
Ces derniers temps, plusieurs ballons d’essai ont été lancés
à ce sujet. Pour le groupe Open-Vld, il est évident que la
majeure partie des moyens de Beliris doit être affectée à
l’extension du métro. Tel semblait aussi être l’accord. Nous
avons également besoin de cette capacité d’investissement
les prochaines années. Le ministre peut-il faire un point
de la situation concernant cet arrangement ? Quelle est la
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 133 —
Wat is het standpunt van de Regering ? Pleit de Minister
ervoor dat die middelen worden bestemd voor de uitbreiding van de metro ?
position du gouvernement à cet égard ? Le ministre plaidera-t-il pour que ces moyens soient affectés à l’extension
du métro ?
De Minister antwoordt dat Beliris al bepaalde studies
voor de metro Bordet-Albert financiert. Daarom rekent het
Gewest voor de toekomstige financieringen op de bijdragen van Beliris. Voor de investeringen in die grote werken
is men op zoek naar een constant en geleidelijk tempo. Er
zijn studies over de fasering aan de gang en het is nog te
vroeg om iets over de plannings te zeggen. Er wordt voor
deze grote werken, waaronder PULSAR, naar een investeringsritme gezocht zonder pieken en dalen om de impact
beheersbaar te houden. Bovendien kunnen deze investeringen nog toegewezen worden naar verschillende mogelijke
begrotingen. De studies hiervoor lopen nog en het is dus te
vroeg om hierover uitspraken te doen.
Le ministre répond que BELIRIS finance déjà certaines
études pour le métro Bordet-Albert. Aussi, pour les financements futurs, la Région compte sur des contributions de
BELIRIS. Pour les investissements de ces grands travaux,
on est à la recherche d’un rythme continu et graduel. Des
études de phasage sont en cours et donc c’est trop tôt pour
s’avancer sur des plannings. Pour ces grands travaux, notamment PULSAR, on tente de trouver un rythme d’investissement plus ou moins constant afin que l’impact reste
gérable. En outre, ces investissements peuvent encore être
affectés à différents budgets potentiels. Les études en la
matière sont toujours en cours et il est trop tôt pour se prononcer sur le sujet.
Stemming
Vote
Met 10 stemmen tegen 5 brengt de commissie voor de
Infrastructuur bij de commissie voor de Financiën een gunstig advies uit over opdracht 18.
Par 10 voix contre 5, la commission de l’Infrastructure
émet un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 18.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 19
MISSION 19
Bouw, beheer en onderhoud
van de gewestwegen, gewestinfrastructuur
en -uitrusting
Construction, gestion et entretien
des voiries régionales et des infrastructures
et équipements routiers
De heer Marc Loewenstein vraagt hoe het staat met het
ontwerp van ordonnantie betreffende de organisatie van de
openbare weg.
M. Marc Loewenstein demande ce qu’il en est du projet
d’ordonnance relative à l’organisation des voiries.
De Minister antwoordt dat zijn oriëntatienota (blz. 321
van de bijlage bij de algemene toelichting bij de begroting)
het volgende zegt : « we blazen het project nieuw leven in
voor het opstellen van een ordonnantie teneinde een juridisch kader te scheppen voor de openbare weg, met inbegrip van de recht op particuliere bezetting van de wegen,
de aanleg van wegen en het onderhoud ervan, de rechten en
plichten van de omwonenden, de status van de trottoirs ».
Le ministre répond que sa note d’orientation (p. 321
de l’annexe à l’exposé général du budget) prévoit de « reprendre le projet de rédaction d’une ordonnance relative
au régime juridique de la voirie afin de régir, notamment,
les autorisations d’occupations privatives de la voirie, la
construction de la voirie et son entretien, les droits et obligations de riveraineté, le statut des trottoirs ».
In het verleden werd binnen het bestuur reeds gewerkt
aan een ordonnantie betreffende de werven op de openbare
weg. Zij kunnen gebruikt worden als basis voor de verdere
uitwerking van een ontwerp van ordonnantie betreffende
werken op de openbare weg. De begroting 2015 voorziet
in een extra bedrag (25.000 euro) voor latere juridische begeleiding.
Par le passé, des travaux en vue de l’élaboration d’une
ordonnance relative aux chantiers en voirie ont déjà été
entrepris au sein de l’administration. Ceux-ci peuvent être
utilisés comme base pour la poursuite de l’élaboration
d’un projet d’ordonnance relative aux chantiers en voirie. Le budget 2015 prévoit un montant supplémentaire
(25.000 euros) pour l’accompagnement juridique ultérieur.
Het recht inzake openbare wegen is een complexe juridische materie. Het is dus nodig dat de voorbereiding van een
ontwerp van ordonnantie gebeurt met de nodige aandacht
Le droit des voiries publiques est une matière juridique
complexe. Il est donc nécessaire que la préparation d’un
projet d’ordonnance soit réalisée avec l’attention et l’ac-
A-50/3 – 2014/2015
— 134 —
A-50/3 – 2014/2015
en juridische begeleiding. De materie is ook heel ruim. Verder wordt onderzocht met welke methode deze ordonnantie
zal worden uitgewerkt (per prioritair thema of als geheel).
Aangezien het gaat over een ruime en complexe materie, is
het momenteel niet mogelijk een timing of een vaste planning mee te delen.
compagnement juridique nécessaires. Cette matière est
également très vaste. Il sera encore examiné avec quelle
méthode l’élaboration d’une proposition d’ordonnance sera
effectuée (par thème prioritaire ou de façon globale). Dès
lors qu’il s’agit d’une matière vaste et complexe, il n’est
pas possible pour l’instant de communiquer un timing ou
un planning fixe.
Programma 001 – Ondersteuning van het algemeen beleid
Programme 001 – Support de la politique générale
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij activiteit 7 : het
gaat over presentiegeld voor de leden van de commissie
voor coördinatie van werven : waarom worden deze bedragen vermeld in variabele kredieten ?
M. Bruno De Lille s’interroge sur l’activité 7 : il s’agit
des jetons de présence pour les membres de la commission
de coordination des chantiers : pourquoi ces montants sontils en crédits variables ?
De Minister antwoordt dat dat afhankelijk is van de dossiers.
Le ministre répond que cela dépend des dossiers.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel heeft in de oriëntatienota gelezen dat de Minister van plan is steun te geven voor
elektrische fietsen, wat beter beantwoordt aan de Brusselse
topografie. Hoe staat het daar precies mee ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel a lu dans la note d’orientation que le ministre compte apporter un soutien aux vélos électriques, ce qui correspond mieux à la topographie
bruxelloise. Qu’en est-il exactement ?
De Minister antwoordt dat men zeker geen premie zal
geven voor de aankoop van een elektrische fiets. Fietspaden zullen worden aangepast. Men verwacht een terugval
van de markt voor elektrische fietsen. Dan zal onderhandeld worden met Decaux voor de elektrische « villos »,
maar dat zal geld kosten en de Regering zal de haalbaarheid
daarvan onderzoeken.
Le ministre répond qu’on ne donnera certainement pas
de prime à l’achat d’un vélo électrique. Il y aura des pistes
cyclables qui seront aménagées. Concernant le marché des
vélos électriques, on attend que celui-ci diminue. On négociera alors avec Decaux pour des « villos » électriques,
mais cela aura un prix et le gouvernement en étudiera la
faisabilité.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vraagt of de Minister
van plan is verkeerslichten waarop de wachttijd wordt aangegeven te promoten.
Mme Anne-Charlotte d’Ursel demande si le ministre
compte promouvoir les feux de signalisation avec indication de la durée d’attente.
De Minister bevestigt dat : dat is een zeer goed systeem.
Le ministre le confirme : il s’agit d’un très bon système.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel vraagt hoe de Minister het actieplan ter bestrijding van het lawaai van moto’s
wil ten uitvoer leggen.
Mme Anne-Charlotte d’Ursel demande comment le ministre compte mettre en oeuvre le plan d’action pour lutter
contre le bruit des motos.
De Minister vindt dat er meer blauw op de fiets en op de
kleine scooters op straat moet, om de geluidshinder aan te
pakken.
Le ministre estime qu’il faut davantage de policiers à
vélo et sur des petits scooters en rue, pour lutter contre les
nuisances sonores.
Programma 002 - Ontwikkeling en beheer van de infrastructuur van het wegvervoer evenals het aanbrengen van kunstwerken
Programme 002 – Développement et gestion de l’infrastructure des transports routiers ainsi que l’insertion
d’oeuvres d’art
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij activiteit 9,
BA 19.002.09.01.1410 : het gaat om contracten voor het
onderhoud van de wegen, in het bijzonder het ruimen van
sneeuw, het herstellen van fietspaden op de gewestwegen,
het onderhoud van de bermen en aanplantingen, het onderhoud van de tunnels en van de openbare verlichting. Deze
kredieten dienen vooral voor het onderhoud van de gewest-
M. Bruno De Lille s’interroge, à l’activité 9, sur
l’AB 19.002.09.01.1410 : il s’agit des contrats pour l’entretien des voiries, en particulier l’évacuation de la neige,
la réfection des pistes cyclables sur les voies régionales,
les entretiens des bermes et des plantations, les entretiens
des tunnels et l’entretien de l’éclairage public. Ces crédits
servent surtout à l’entretien des voies régionales et rien
A-50/3 – 2014/2015
— 135 —
wegen en er wordt niets gedaan in de gemeenten. Zou men
ook niet kunnen zorgen voor het onderhoud van de fietspaden op de gemeentewegen ?
De Minister neemt nota van het voorstel.
A-50/3 – 2014/2015
n’est fait dans les communes. Ne pourrait-on pas également
réaliser l’entretien des pistes cyclables qui passent sur les
voies communales ?
Le ministre prend note de la suggestion.
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij het programma
Fix My Street waar de bedragen dezelfde blijven.
M. Bruno De Lille s’interroge sur le programme Fix
My Street, où il constate que les montants sont restés identiques.
De heer Marc Loewenstein is het eens met deze vraag
over BA 19.002.08.04.1211 : deze BA heeft vooral betrekking op de site en applicatie Fix My Street. Kan de Minister
de gebruiksstatistieken voor Fix My Street sinds de oprichting ervan bezorgen ? Hoeveel incidenten zijn er gerapporteerd ? Welk soort ? Graag een opsplitsing per maand,
gemeente en soort weg (gemeentelijk/gewestelijk). Zal de
Regering zorgen voor een uitbreiding van dit platform ?
Kunnen er nieuwe soorten incidenten gerapporteerd worden door de omwonenden (die niet evenveel soorten incidenten kunnen rapporteren als de overheid) ? Zo ja, welke
en binnen welke termijn ?
M. Marc Loewenstein s’associe à cette question concernant l’AB 19.002.08.04.1211 : Cette AB vise notamment
le site et l’application Fix My Street. Le ministre peut-il
communiquer les statistiques d’utilisation de Fix My Street
depuis sa création ? Combien d’incidents ont été introduits ? Quels types ? Peut-on donner une ventilation par
mois, commune et type de voirie (communale/régionale).
Par ailleurs, le Gouvernement va-t-il planifier une extension de cette plateforme ? De nouveaux types d’incidents
pourront-ils être signalés par les riverains (qui ne peuvent
pas entrer autant de types d’incident que peuvent le faire
les pouvoirs publics) ? Si oui, lesquels et dans quel délai ?
De Minister meent dat Fix My Street een goed idee is
van zijn voorganger. Er wordt een evaluatie voorbereid.
De Minister verbindt er zich toe om bij het verslag de gevraagde statistieken te voegen (cf. Bijlage nr. 7). De uitbreiding van het platform zou onder andere kunnen voorzien in
andere categorieën van incidenten of de medewerking van
andere partners.
Le ministre estime que Fix My Street est une très bonne
idée mise en œuvre par son prédécesseur. Une évaluation est en préparation. Le ministre s’engage à fournir en
annexe au rapport les statistiques demandées (cf. Annexe
n° 7). Quant aux développements futurs, l’extension de la
plate-forme pourrait prévoir entre autres, d’autres catégories d’incidents ou l’intégration d’autres partenaires.
De heer Bruno De Lille heeft vragen bij activiteit 11,
BA 19.002.11.01.7311 waar grote bedragen op het spel
staan. Wat zijn de middelen voor de fietsinfrastructuur ? De
verantwoording geeft een opsomming van projecten : gaat
het om die voor 2015 of om de projecten voor de ganse zittingsperiode ? Is de lijst in dat geval volledig ?
M. Bruno De Lille s’interroge, à l’activité 11, sur
l’AB 19.002.11.01.7311 où de grandes sommes sont en jeu.
Quels sont les budgets pour l’infrastructure cyclable ? La
justification liste une énumération de projets : s’agit-il de
ceux pour 2015 ou s’agit-il de projets pour toute la législature ? Et dans ce cas, la liste est-elle exhaustive ?
De Minister bevestigt dat de lijst niet volledig is. Het
gaat om projecten die over de ganse zittingsperiode uitgevoerd zullen worden.
Le ministre confirme qu’il ne s’agit pas d’une liste
exhaustive. Mais ce sont des projets à réaliser sur toute la
législature.
De heer Bruno De Lille vraagt of men een fietsersbrug
aan Sainctelette zal bouwen. Beschikt de Minister over een
lijst van knelpunten voor fietsers ? Is hij van plan de palen in het geel en het blauw te schilderen zoals mevrouw
Grouwels ?
M. Bruno De Lille demande si on construira une passerelle vélo à Sainctelette. Le ministre dispose-t-il de la liste
des points noirs cyclistes ? Compte-t-il peindre les poteaux
en jaune et bleu comme Mme Grouwels ?
De Minister antwoordt dat er geen sprake van is om de
kleur van de palen te veranderen. Voor de fietspaden gaat
het om specifieke stockopdrachten. De lijst met de knelpunten voor de fietsers is niet limitatief.
Le ministre répond qu’il ne s’agit pas de toucher à la
couleur des poteaux. Pour les pistes cyclables, il s’agira
de contrats-stocks spécifiques. Concernant les points noirs
pour les cyclistes, la liste n’est pas limitative.
De heer Marc Loewenstein stelt eveneens specifieke
vragen over die BA : op de aangepaste begroting wordt
een daling van 2,589 miljoen euro voor de investeringen
in de wegen vastgesteld met als verantwoording « bedrag
gewijzigd op basis van wat er is uitgevoerd ». Op de initiële
begroting 2015 is er een significante verhoging met 12 mil-
M. Marc Loewenstein pose également des questions
précises à cette AB : A l’ajustement, on constate une diminution de 2,589 millions d’euros pour les investissements
en voiries avec comme justification : « montant modifié sur
base de ce qui a été réalisé ». A l’initial 2015, il y a une augmentation significative de 12 millions d’euros au même ar-
A-50/3 – 2014/2015
— 136 —
A-50/3 – 2014/2015
joen euro in hetzelfde artikel ten opzichte van de initiële
begroting 2014. Die verhoging dient onder meer voor de
heraanleg voor het Reyersviaduct. Welke projecten zijn afgeblazen in 2014 en waarom ? Zijn die projecten stopgezet
of gewoonweg uitgesteld ? Kan de Minister als bijlage details verstrekken over de bestemming van die 47,218 miljoen euro voor 2015 en daarbij het bedrag opsplitsen per
project en in verband met de GFR’s preciseren welk bedrag
overeenkomt met welke GFR ? Voorts heeft hij een kleine
vraag over een meer plaatselijke aangelegenheid : hoe staat
het met de plannen voor de heraanleg van de Albertlaan
(die vandaag voorlopig heraangelegd is) ? Wordt een deel
van die 47 miljoen euro daarvoor gebruikt ?
ticle par rapport à l’initial 2014, cette augmentation couvre
notamment le réaménagement du viaduc Reyers. Qu’est-ce
qui est passé à la trappe en 2014 et pourquoi ? S’agit-il
d’un abandon ou d’un simple report ? Le ministre peut-il
détailler en annexe ce que recouvre plus précisément ces
47,218 millions d’euros pour 2015 en ventilant ce montant
par projets et en précisant, pour ce qui concerne les ICR,
quel montant correspond à quel ICR ? Par ailleurs, petite
question plus localiste : quid du projet de réaménagement
de l’avenue Albert (aujourd’hui en réaménagement provisoire), est-ce qu’il entre dans ces 47 millions d’euros ?
De Minister antwoordt dat in de regeringsbeslissing van
24 april 2014 betreffende de Bouw van de nieuwe KleinEilandbrug te Anderlecht de regering beslist om de aanbesteding van de Klein-eiland brug pas toe te laten nadat een
werkgroep zich heeft verzekerd, dat de wijzigingen verenigbaar zijn met de doelstellingen van het Kanaalplan. Het
project werd bijgevolg vertraagd en staat momenteel pas
terug in het programma in 2016. In de C kredieten kwam
hierdoor dus een budget van 7.585.000 euro vrij, daarvan
is er 2.589.000 euro gebruikt voor herverdelingen en de
rest werd in de eerste aanpassing verlaagd. De daling in
B kredieten van 2.589.000 euro is dus ten gevolge van die
herverdelingen.
Le ministre répond que dans sa décision du 24 avril 2014
concernant la construction du nouveau Pont de la PetiteÎle à Anderlecht, le gouvernement a décidé de n’autoriser
l’adjudication du Pont de la Petite-Île que quand un groupe
de travail se sera assuré que les modifications sont compatibles avec les objectifs du plan Canal. Le projet a, par
conséquent, pris du retard et actuellement, il ne figure à
nouveau au programme qu’en 2016. Dès lors, un budget de
7.585.000 euros a donc été dégagé dans les crédits C, dont
2.589.000 euros sont affectés à de nouvelles ventilations et
le reste a été revu à la baisse dans le premier ajustement. La
diminution de 2.589.000 euros des crédits B est donc une
conséquence de ces nouvelles ventilations.
Wat betreft de GFR (ICR) deze zijn opgenomen in het
budget van 12 miljoen euro dat we voorzien voor aanleg
fietsinfrastructuur. Dit budget stijgt ten opzicht van vorig
jaar. We plannen onder andere GFR Ukkel aan te leggen
in 2015. Bijkomend wordt met dit budget fietssnelwegen
aangelegd, onder andere op de kleine ring.
Concernant les ICR, ils sont inclus dans le budget de
12 millions d’euros que le gouvernement prévoit pour
l’aménagement d’infrastructures cyclables. Ce budget est
en augmentation par rapport à l’année dernière. Le gouvernement prévoit notamment d’aménager l’ICR Uccle en
2015. En outre, avec ce budget on aménagera des voies
rapides pour les cyclistes, notamment sur la petite ceinture.
Er werd in de Albertlaan voor een test een voorlopige
markering aangebracht, in 2015 is er voorzien om een stedenbouwkundige vergunning te vragen om deze test om te
zetten naar een definitieve toestand en dus het aanbrengen
van definitieve markering. Hiervoor is slechts een klein
budget nodig en kan worden uitgevoerd via de STOCKMarkeringen. Voorlopig zijn er geen plannen om de laan
van gevel tot gevel te vernieuwen. Ik laat evenwel onderzoeken of de aanleg van een gescheiden fietspad niet meer
aangewezen is.
Avenue Albert, on a apposé un marquage provisoire
dans le cadre d’un test. Il est prévu de demander un permis
d’urbanisme en 2015 afin de convertir ce test et de pérenniser la situation en apposant, donc, un marquage définitif.
Seul un petit budget est nécessaire pour ce projet, qui peut
être mis en œuvre via les marquages STOCK. Pour l’instant, il n’y a aucun projet de réaménager l’avenue de façade
à façade. Mais le ministre fera examiner s’il n’est pas plus
indiqué d’aménager une piste cyclable séparée.
De heer Hervé Doyen merkt in verband met het Osirissysteem op dat dat computersysteem zeer positief is, maar
voor veel werk zorgt in de gemeenten. Dat heeft enorme
gevolgen voor het personeel in de gemeenten, die daarvoor
niet gesubsidieerd worden. Er moet soms zelfs extra personeel worden aangeworven enkel en alleen om te voldoen
aan bepalingen die door het Gewest worden opgelegd.
M. Hervé Doyen fait remarquer, à propos du système
Osiris, que ce système informatique est très positif, mais
qu’il occasionne beaucoup de travail dans les communes :
cela impacte de manière énorme le personnel dans les communes, lesquelles ne sont pas subsidiées pour cela. Il faut
même parfois engager du personnel supplémentaire, uniquement pour répondre à des dispositions qui sont imposées par la Région.
Wat de investeringen betreft, vindt men geen enkel spoor
van de herwaardering van de openbare ruimte op het tracé
van tram 94. Waar in de begroting staat dat ?
Concernant les actions d’investissement, on ne voit aucune trace de la revalidation de l’espace urbain sur le tracé
du tram 94. Où cela se trouve-t-il dans le budget ?
A-50/3 – 2014/2015
— 137 —
A-50/3 – 2014/2015
In verband met het experiment met het fietspad in de
Wetstraat dat enkele maanden heeft geduurd, is de Minister
van plan om een rijstrook van de Wetstraat te reserveren
voor fietsers ?
Concernant l’essai de piste cyclable qui a été fait sur la
rue de la Loi pendant quelques mois, le ministre compte-t-il
dédicacer une bande de la rue de la Loi aux cyclistes ?
De Minister antwoordt dat die reflectie deel uitmaakt
van het project dat hij van plan is uit te voeren met betrekking tot de fietspaden : men zal nagaan of er een strook van
de Wet- of Belliardstraat moet worden ingepalmd dan wel
moet worden ingegrepen op een parallelweg.
Le ministre répond que cette réflexion fait partie du projet qu’il compte mettre en oeuvre sur les pistes cyclables :
on verra s’il faut prendre une bande sur la rue de la Loi ou
sur la rue Belliard, ou s’il faudra impacter une autre voirie
parallèle.
Op de begroting van de MIVB en van Mobiel Brussel
zijn middelen ingeschreven voor de heraanleg van de weg
op het tracé van de toekomstige tram 94.
Pour le réaménagement de la voirie sur le tracé du futur
tram 94, de l’argent est prévu dans les budgets de la STIB
et de Bruxelles Mobilité.
De heer Willem Draps sluit zich aan bij de vraag over
BA 19.002.11.01.7311, waar bedragen voorzien zijn voor
de heraanleg van de openbare weg in het kader van de aanleg van tramlijn 9. De Minister heeft geantwoord aan de
heer Doyen dat de kosten voor de aanleg van de openbare
ruimte met betrekking tot tram 94 opgenomen waren in de
begroting van de MIVB. In dit geval, voor tram 9, zijn deze
bedragen opgenomen bij deze BA van opdracht 19. De
volksvertegenwoordiger haalt het voorbeeld van de Franse
werkwijze aan : als daar een nieuwe tramlijn wordt aangelegd, wordt de openbare weg van gevel tot gevel heraangelegd. In Frankrijk gaat het over één enkele begroting, één
enkel krediet, één enkele operator. Eén enkel project voor
één enkele begroting. Dat gebeurt via een systeem van gedelegeerde opdrachten. Hier verdeelt men het deel van de
spoorwegen over opdracht 18 en het deel voor de wegen
over opdracht 19. Kunnen we niet te werk gaan zoals in
Frankrijk ?
M. Willem Draps s’inscrit dans la question sur
l’AB 19.002.11.01.7311, où des montants sont prévus
pour le réaménagement des voiries dans le cadre de l’aménagement de la ligne de tram 9. Le ministre a répondu à
M. Doyen que les frais d’aménagement de l’espace public
relatif au tram 94 étaient repris au budget de la STIB. Ici,
pour le tram 9, ces montants sont repris à cette AB de la
mission 19. Le député cite en exemple le concept français :
lorsqu’en France on aménage une nouvelle ligne de tram,
on réaménage la voirie de façade à façade. En France, il
s’agit d’un seul budget, un seul crédit, un seul opérateur.
On a une unicité de projet, une unicité de budget. Cela se
fait par un système de missions déléguées. Ici, on éclate
la partie ferroviaire sur la mission 18 et la partie routière
sur la mission 19. N’y a t-il pas moyen de faire comme en
France ?
De Minister antwoordt dat dit bij ons niet mogelijk is,
want Europa legt een analytische begroting op zoals die
hier wordt voorgesteld. Bij de BA waarvan de heer Draps
spreekt, gaat het over de renovatie van de openbare weg,
met uitzondering van het gedeelte voor de tram : daarvoor
gelden precieze classificaties.
Le ministre répond que chez nous, ce n’est pas possible,
car l’Europe impose un budget analytique comme il en est
présenté ici. A l’AB dont parle M. Draps, il s’agit de la
rénovation de la voirie à l’exception de la partie concernant
le tram : c’est lié à des classifications précises.
Mevrouw Céline Delforge heeft vragen bij de bedragen
die in de begroting zijn ingeschreven voor de veiligheid
van de wegtunnels : de vastleggingskredieten stijgen aanzienlijk, om welke reden ?
Mme Céline Delforge s’interroge sur les montants mis
au budget pour la sécurité des tunnels routiers : il y a une
belle augmentation en crédits d’engagement : quelle en est
la raison ?
De Minister antwoordt dat het gaat over de renovatie van
tunnels, maar de Leopold II-tunnel valt niet onder deze BA.
Deze BA betreft voornamelijk de tunnel van de Hallepoort.
Het is een raming die gemaakt werd door de administratie.
Veiligheid in de tunnels is zeer belangrijk. Hijzelf heeft in
2004 een programma gelanceerd voor het onderhoud van
de tunnels in Brussel. Mevrouw Grouwels heeft dat beleid
voortgezet.
Le ministre répond qu’il s’agit de la rénovation des tunnels, mais le tunnel Léopold II n’est pas compris dans cette
AB. Celle-ci concerne essentiellement le tunnel de la porte
de Hal. Il s’agit d’une estimation faite par l’administration.
La sécurité dans les tunnels est quelque chose d’important.
C’est lui-même qui, en 2004, avait lancé un programme
d’entretien des tunnels à Bruxelles. Mme Grouwels a continué cette politique.
De heer Marc Loewenstein bevestigt de uitlatingen van
de heer Doyen over Osiris, en over de last dat dit vertegenwoordigt voor de gemeenten. In het algemeen, legt de
ordonnantie inzake mobiliteit de gemeenten zware admi-
M. Marc Loewenstein confirme les propos de M. Doyen
sur Osiris, et sur la charge que cela représente pour les communes. D’une manière générale, l’ordonnance mobilité impose aux communes de grosses lourdeurs administratives.
A-50/3 – 2014/2015
— 138 —
A-50/3 – 2014/2015
nistratieve lasten op. Als bijvoorbeeld nieuwe asfalt moet
gelegd worden op een gemeenteweg, moeten dwarsdoorsnedes gegeven worden, wat veel werk vereist. Is de Minister van plan dat beleid te evalueren ?
Par exemple, lorsqu’on veut réasphalter une voirie communale, on doit fournir des coupes transversales, ce qui est
fastidieux. Le ministre compte-t-il évaluer cette politique ?
De Minister onthoudt de opmerking en zal er rekening
mee houden.
Le ministre retient la remarque et en tiendra compte.
De heer Willem Draps heeft vragen over de regie der wegen, waar twee BA’s zijn voorzien, één voor het onderhoud
en de levering van klein materieel (BA 19.002.08.03.1211),
en het andere voor de aankoop van materieel en werktuigen
(BA 19.002.11.03.7422). Die BA’s waren met veel moeite
verminderd. Het ging over het ruimen van sneeuw, klein
onderhoud, enz. De rest werd uitbesteed. De regie der wegen is overigens een instelling die gaat verdwijnen. Waarom geeft men dan meer middelen aan deze BA’s ? Hoeveel
personeel werkt bij die regie ? Wat is de opdracht heden ten
dage ? Op welke plaatsen vindt de activiteit ervan plaats ?
M. Willem Draps s’interroge sur la régie des routes, où
deux AB sont prévues, l’une pour l’entretien et les fournitures
de petit matériel (AB 19.002.08.03.1211), et l’autre pour
l’achat de matériel et d’outillage (AB 19.002.11.03.7422).
Ces AB avaient été réduites à peau de chagrin. Il s’agissait
du déneigement, du petit entretien, etc. Le reste était externalisé. La régie des routes est d’ailleurs une institution en
voie d’extinction. Pourquoi dès lors met-on davantage de
moyens à ces AB ? Quel est l’effectif de cette régie des
routes ? Quel est aujourd’hui son rôle, sa mission ? Sur
quels sites déploie-t-elle son activité ?
De Minister gaat daar op een later moment, nadat een
evaluatie is kunnen gebeuren, op antwoorden.
Le ministre répond qu’il fournira une explication ultérieurement, après qu’une évaluation ait eu lieu.
De heer Willem Draps heeft vragen over de heraanleg
van het Schumanplein : de Regering verschaft kredieten
voor een project waarvan afgestapt werd volgens de Minister. Om welke reden ?
M. Willem Draps s’interroge sur le réaménagement du
rond-point Schuman : le gouvernement met des crédits
pour un projet qui, d’après les dires du ministre, a été abandonné. Quel en est la raison ?
De Minister antwoordt dat vanaf volgend jaar werken
zullen beginnen voor de renovatie van de openbare weg, te
weten het deel tussen de tunnelingang en het Berlay­mont­
gebouw.
Le ministre répond que dès l’année prochaine, on va
commencer les travaux de rénovation de la voirie sur la
partie situé entre la trémie du tunnel et le Berlaymont.
De heer Willem Draps vraagt daarnaast of er genoeg
kredieten zijn bij deze BA om de Reyersviaduct af te breken, en om de asbest ervan weg te halen ?
M. Willem Draps demande par ailleurs s’il y a assez de
crédits à cette AB pour démolir le viaduc Reyers, ainsi que
pour le désamiantage de celui-ci ?
De Minister antwoordt bevestigend.
Le ministre répond par l’affirmative.
Mevrouw Cieltje Van Achter heeft vragen bij activiteit 11, over de optimalisering van de verkeerslichten. Is
het de bedoeling om groene golven te creëren ? In de oriëntatienota staat te lezen dat de Minister van plan is om zich
te beperken tot vijftien moeilijke kruispunten wat betreft
de regeling van de verkeerslichten. Gaat men zich enkel tot
die 15 kruispunten beperken ?
Mme Cieltje Van Achter s’interroge, à l’activité 11, sur
l’optimalisation des feux de signalisation : s’agit-il de créer
des « phases vertes ». La note d’orientation fait état de ce
que le ministre compte se limiter à quinze carrefours difficiles pour la régulation des feux. Va-t-on se limiter uniquement à 15 carrefours ?
De Minister antwoordt dat men prioriteit zal geven
voor deze vijftien kruispunten. Maar er zijn er natuurlijk
nog vele andere. De fasering van de verkeerslichten moet
verbeterd worden naargelang de omstandigheden. Er zullen tests uitgevoerd worden bijvoorbeeld op het kruispunt
Jacques/Buyl.
Le ministre répond qu’il s’agira de se pencher prioritairement sur ces quinze carrefours. Mais il y en a bien sûr
quantité d’autres. Les phases de feux doivent être améliorées en fonction des circonstances. Des tests seront menés,
par exemple au carrefour Jacques/Buyl.
De heer Marc Loewenstein heeft vragen bij
BA 19.002.11.06.7311 (Werken in het kader van verkeersveiligheid). Het gaat om een overgedragen bevoegdheid. Er
wordt een krediet van 2 miljoen euro in de begroting ingeschreven. Kan de Minister preciseren voor welke projecten
het gebruikt zal worden ?
M.
Marc
Loewenstein
s’interroge
sur
l’AB 19.002.11.06.7311 (Travaux liés à la sécurité routière). Il s’agit d’une compétence transférée. Un montant de
2 millions d’euros est inscrit au budget. Le ministre peut-il
préciser comment et à quels projets il sera utilisé ?
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 139 —
De Minister antwoordt dat hij daarover een protocol
heeft afgesloten met mevrouw Debaets, het gaat over relatief kleine infrastructurele ingrepen die de verkeersveiligheid kunnen verhogen. Dit past in het kader van een toekomstig programma verkeersveiligheidsingrepen. Het kan
dan gaan om snel in te grijpen op een klacht van een burger.
Le ministre répond avoir conclu un protocole avec
Mme Debaets à ce sujet : il s’agit de travaux d’infrastructure relativement modestes qui sont susceptibles d’améliorer la sécurité routière. Cela s’inscrit dans le cadre d’un
futur programme d’interventions de sécurité routière. Il
peut s’agir d’intervenir rapidement en réponse à la plainte
d’un citoyen.
Stemming
Vote
Met 10 stemmen tegen 5 brengt de commissie voor Infrastructuur een gunstig advies uit aan de commissie voor
de Financiën wat betreft opdracht 19.
Par 10 voix contre 5 la commission de l’Infrastructure
émet un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 19.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 20
MISSION 20
Ontwikkeling van het
bezoldigd personenvervoer,
met uitsluiting van het openbaar vervoer
Développement des transports
rémunérés des personnes,
à l’exclusion des transports en commun
Programma 001 – Ondersteuning van het algemeen beleid
Dit programma lokt geen opmerkingen uit.
Programme 001 – Support de la politique générale
Ce programme ne suscite aucun commentaire.
Programma 002 – Ondersteuning van taxidiensten
en diensten voor het verhuren van voertuigen met
chauffeur
Programme 002 – Soutien des services de taxi et de location des voitures avec chauffeurs
Mevrouw Céline Delforge wenst meer uitleg over de
kredieten voor Collecto. Wat is het reële bedrag voor Collecto in activiteit 8, in de initiële begroting 2015 en in de
aanpassing 2014 ?
Mme Céline Delforge souhaite plus de précisions sur
des crédits alloués à Collecto. Quelle est la somme réelle
pour Collecto dans l’activité 8, à l’initial 2015 comme à
l’ajusté 2014 ?
De Minister antwoordt dat de subsidies voor Collecto
behouden zijn. De subsidies staan in BA 20.002.08.01.1211
en bedragen 1 miljoen euro. In de aanpassing 2014 bedroeg
dit bedrag 800.000 euro. Voorheen stonden in deze basis­
allocatie de taalcursussen voor de taxichauffeurs enz. Dat
staat allemaal elders.
Le ministre répond que l’on a maintenu les subsides
pour le système Collecto. Les subsides se trouvent à
l’AB 20.002.08.01.1211, et s’élèvent à 1 million d’euros. A
l’ajusté 2014, ce montant était de 800.000 euros. Il y avait
aussi auparavant, à cette AB, des cours de langues pour les
chauffeurs de taxi etc. Tout cela se trouvera ailleurs.
De heer Marc Loewenstein laat ook zijn stem horen in
de discussie over deze BA 20.002.08.01.1211, die betrekking heeft op de opleidingen, studies en bevordering van de
taxi … Men stelt een vermindering met 438.000 euro vast
tussen de initiële begroting 2014 (1,438 miljoen euro) en de
initiële begroting 2015 (1 miljoen euro), en daarbij wordt
nog geen rekening gehouden met het feit dat het bedrag met
150.000 euro verhoogd is in de aanpassing 2014. Kan de
Minister dit verschil van meer dan een half miljoen tussen
2014 en 2015 uitleggen ?
M. Marc Loewenstein s’inscrit dans la discussion sur
cette AB 20.002.08.01.1211, qui concerne les cours, formations, études et promotion du taxi … On note une diminution de 438.000 euros entre l’initial 2014 (1,438 millions
d’euros) et l’initial 2015 (1 million d’euros), et ce, sans
compter que le montant avait été augmenté de 150.000 euros à l’ajustement 2014. Le ministre peut-il expliquer cette
différence de plus d’un demi-million entre 2014 et 2015 ?
A-50/3 – 2014/2015
— 140 —
A-50/3 – 2014/2015
Mevrouw Joëlle Maison stelt dezelfde vraag en vraagt
zich af welke beleidsmaatregelen op die begroting zullen
verdwijnen.
Mme Joëlle Maison s’associe à la question, en demandant quelles sont les politiques qui passeront à la trappe sur
ce budget.
De Minister antwoordt dat de daling samenhangt met de
besparingen op de subsidies die de Regering in het algemeen toepast. De Regering is van oordeel dat de begroting
niet zal volstaan voor de financiering van alle reglementaire verplichtingen inzake de opleiding of de subsidiëring
voor Collecto. Bij de begrotingsaanpassing zal de situatie
worden geëvalueerd en zal men ervoor zorgen dat die verplichtingen worden nagekomen.
Le ministre répond que la diminution relève des économies sur les subsides appliquées par le gouvernement de
manière générale. Le gouvernement estime que le budget
ne suffira pas à financer tous les obligations réglementaires
sur la formation ou la subvention pour Collecto. Lors de
l’ajustement budgétaire, on évaluera la situation et on fera
en sorte que ces obligations soient remplies.
De heer Willem Draps heeft vragen over de patrimoniale
uitgaven in activiteit 11. Gaat het hier om de beruchte taximeters die elektronische betalingen aanvaarden ? Wat de
identificatiekaarten van de chauffeurs betreft, wijst de spreker erop dat wanneer iemand in een taxi stapt, waar ook ter
wereld, hij de identificatiekaart van de chauffeur met zijn
foto kan zien waarop het stempel van het gemeentehuis dat
zijn officiële erkenning bevestigt, duidelijk staat. In Brussel
kwam er een golf van protest toen men datzelfde systeem
wilde invoeren. Aangezien de inspectiedienst ‘s avonds en
in het weekend niet werkt, kan men er donder op zeggen
dat een groot aantal chauffeurs die rijden, niet bekend zijn
bij deze diensten. Als de taxi’s niet de plaats hebben die
hun vandaag toekomt, is dat omdat de Brusselaars geen
vertrouwen hebben in sommige chauffeurs. De volksvertegenwoordiger vraagt wat de plannen van de Minister in dat
verband zijn. Wat is hij van plan te doen met dat krediet ?
M. Willem Draps s’interroge sur les dépenses patrimoniales, à l’activité 11. S’agit-il ici des fameux taximètres
permettant d’accepter les paiements électroniques ?
Concernant les cartes d’identification des chauffeurs, l’orateur rappelle que dans tous les taxis du monde, lorsque
quelqu’un monte dans un taxi, il peut voir la plaque identifiant le chauffeur, avec sa photo, et qui montre bien le
cachet de la mairie attestant de son agrément officiel. A
Bruxelles, cela a été la levée de boucliers lors que l’on a
voulu imposer le même système. Le service d’inspection
étant inexistant le soir et le week-end, il est fort à parier
qu’un nombre important de chauffeurs qui roulent soient
inconnus des services. Si le taxi n’a pas la place qu’il devrait avoir aujourd’hui, c’est parce que les Bruxellois n’ont
pas confiance en certains chauffeurs. Le député voudrait
savoir quelles sont les intentions du ministre à cet égard ?
Que compte-t-il faire sur ce crédit ?
De Minister antwoordt dat er een nieuw taxiplan zal
worden opgesteld. De Regering zal evalueren hoeveel ze in
die sector zal moeten investeren. Er zijn al kredieten ingeschreven, maar die moeten wellicht verhoogd worden. De
Minister neemt akte van de opmerkingen van de spreker.
Le ministre répond qu’on va rédiger un nouveau plan
taxi. Le gouvernement évaluera combien il devra investir
dans ce secteur. Il y a déjà des crédits inscrits, mais ceux-ci
devront sans doute être augmentés. Le ministre prend note
des remarques de l’intervenant.
De heer Marc Loewenstein heeft vragen over activiteit
39, meer bepaald BA 20.002.39.01.5112 met betrekking
tot de kredieten voor de installatie van de nieuwe digitale taximeters. Er wordt een daling met 150.000 euro ten
opzichte van de initiële begroting 2014 vastgesteld (van
350.000 euro naar 200.000 euro). De kredieten waren al
verminderd met 45.000 euro bij de aanpassing 2014. Wat
verantwoordt die daling ? Hoeveel digitale taximeters zullen er in totaal in de Brusselse taxi’s geïnstalleerd worden ?
Hoeveel taximeters zijn er al geïnstalleerd ? Hoeveel moeten er nog tegen 1 januari 2016 worden geïnstalleerd, de
uiterste datum waarop ze geïnstalleerd moeten zijn ? Wat
is het bedrag van de tegemoetkoming van het Gewest voor
de aankoop van de digitale taximeters ten opzichte van de
prijs die de taxichauffeurs betalen ? Gaat het wel degelijk
om een steun van 1.000 euro + een korting van 375 euro
op de gewestelijke belasting, die aldus dienen om de helft
van de aankoop van hun digitale taximeter te dekken
(± 2.500 euro) ? De bedragen op de begroting zijn tweemaal verlaagd : bij de aanpassing 2014 en op de initiële
begroting 2015 ten opzichte van het vorige jaar. Waarom
zijn de bedragen niet behouden om de tegemoetkoming van
M. Marc Loewenstein s’interroge, à l’activité 39, sur
l’AB 20.002.39.01.5112, qui concerne les crédits pour
l’installation des nouveaux taximètres digitaux. On note
une diminution de 150.000 euros par rapport à l’initial
2014 (350.000 euros à 200.000 euros), une diminution de
45.000 euros avait déjà été opérée à l’ajustement 2014.
Qu’est-ce qui justifie une telle diminution ? Quel est le
nombre total de taximètres digitaux qui devront équiper les
taxis bruxellois ? Combien de taximètres ont-ils déjà été
installés, combien doivent encore l’être d’ici le 1er janvier
2016, date limite à laquelle ils doivent être installés ? Quel
est le montant de l’intervention de la Région sur l’acquisition du taximètre digital par rapport à celui payé par les
taximen ? S’agit-il bien d’une aide de 1.000 euros + une
réduction de 375 euros de la taxe régionale, aide couvrant
ainsi la moitié de l’achat d’un taximètre digital (± 2.500 euros) ? Les montants inscrits au budget ont été diminués à
deux reprises : à l’ajustement 2014 et à l’initial 2015 par
rapport à l’année précédente. Pourquoi les montants n’ontils pas été maintenus afin d’augmenter l’intervention de
la Région ? Par ailleurs, si on prend la subvention régionale pour 2014 et 2015, à savoir 505.000 euros, et que l’on
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 141 —
het Gewest te verhogen ? Als men de gewestelijke subsidie
voor 2014 en 2015, namelijk 505.000 euro, verdeeld door
1.000 euro, zal men slecht 505 taxi’s uitrusten. Wat gebeurt
er dan met de overige 700 Brusselse taxi’s ? Oorspronkelijk
zou er steun zijn ingeschreven op de begroting om de taxi’s
te helpen bij de aankoop van kredietkaartlezers. Is die steun
geschrapt ten gunste van de digitale taximeter of elders of
op een ander moment begroot ?
divise par 1.000 euros, on n’équipera que 505 taxis. Quid
des quelque 700 autres taxis bruxellois ? Il semblerait que,
initialement, une aide était prévue pour aider les taxis dans
l’achat de lecteurs de cartes de crédit. Est-ce que cette aide
a disparu au bénéfice du taximètre digital ou est-elle prévue
ailleurs ou à un autre moment ?
De Minister antwoordt dat de verlaging te maken heeft
met de onderbenutting van die subsidie in 2014 : in 2014
waren er 9 subsidieaanvragen voor 15 taximeters. Er zullen
ongeveer 13.000 taximeters in de taxi’s geïnstalleerd moeten worden. Ze moeten allemaal hun taximeter geïnstalleerd
hebben tegen 1 januari 2016, met of zonder subsidie. In het
huidige besluit staat duidelijk dat de subsidie beschikbaar
is tot uitputting van de daartoe bestemde begroting.
Le ministre répond que la diminution relève de la sousutilisation dans l’année 2014 de cette subvention : en 2014
il y a eu 9 demandes de subventions pour 15 taximètres.
Or, environ 1.300 taximètres devront équiper les taxis. Ils
doivent tous avoir installé leur taximètre pour le 1er janvier
2016, avec ou sans subvention. Il est bien précisé dans l’arrêté actuel que la subvention est disponible jusqu’à épuisement du budget alloué à cette fin.
De digitale taximeter met alle benodigdheden kost ongeveer 2.500 euro. Het gaat immers om een subsidie van
1.000 euro in 2014 en een korting op de gewestelijke belasting 2014. In 2015 daalt dat bedrag tot 750 euro. Anderzijds
kunnen de exploitanten de aankoop van de digitale taximeter in hun kostennota’s boeken. In het huidige besluit is
geen subsidie opgenomen voor elke digitale taximeter die
beantwoordt aan de regelgeving. Geen enkele steun wordt
gepland voor de installatie van een kredietkaartlezer.
Le taximètre digital avec tout le nécessaire coûte environ 2.500 euros. Il s’agit en effet d’une subvention d’un
montant de 1.000 euros en 2014, plus réduction de la taxe
régionale 2014. En 2015, ce montant descend à 750 euros.
D’autre part, les exploitants peuvent mettre dans leurs notes
de frais l’achat du taximètre digital. Dans l’arrêté actuel,
il n’y a pas une subvention pour chaque taximètre digital
répondant à la réglementation. Aucune aide n’est prévue
pour l’installation du lecteur de cartes de crédit.
De Minister is echter van plan de subsidie voor de taximeters te herzien, evenals de aanvraag voor kredietkaartlezers, in het nieuwe taxiplan dat moet worden goedgekeurd
door de Regering in het begin van volgend jaar. De Minister sluit niet uit dat de Regering die taximeters gratis ter beschikking van de bestuurders zal stellen. Dat is een subsidie
van 100 %, maar het nut ervan moet onderzocht worden.
Mais il entre dans l’intention du ministre de revoir la
subvention pour les taximètres ainsi que la demande pour
les lecteurs de cartes de crédit dans le nouveau plan taxi
qui devrait être approuvé par le gouvernement au début de
l’année prochaine. Le ministre n’exclut pas que le gouvernement mette ces taximètres gratuitement à la disposition
des chauffeurs. C’est un subside de 100 %. Mais il faudra
en examiner la pertinence.
De heer Willem Draps merkt op dat nog moet worden
nagegaan of dit materieel zal onderhouden worden na
plaatsing.
M. Willem Draps fait observer qu’il faudra encore vérifier si ce matériel sera entretenu après placement.
De Marc Loewenstein vraagt of dat bedrag van
1.350 euro wel degelijk het bedrag is dat de taxibestuurders
hebben ontvangen voor hun taximeter in het verleden ?
M. Marc Loewenstein demande si ce montant de
1.350 euros est bien ce que les taximen ont reçu pour leur
taximètre dans le passé ?
De Minister bevestigt dat.
Le ministre le lui confirme.
De heer Marc Loewenstein raamt dat voor het verschaffen van een taximeter aan 1.000 taxichauffeurs de overheden 2,5 miljoen euro zal kosten.
M. Marc Loewenstein estime que si on veut fournir un
taximètre à 1.000 chauffeurs de taxi, cela coûtera 2,5 millions d’euros aux pouvoirs publics.
De Minister is zich daarvan bewust : maar dat hangt ook
af van wat men zal vragen als wederdienst aan de uitbaters.
Misschien moet geld elders gezocht worden. Bijvoorbeeld
als de suggestie van de heer De Lille wordt gevolgd, zou
men reeds 750.000 euro winnen door de Brussel’Air-premie af te schaffen.
Le ministre en est bien conscient: mais cela dépend aussi
de ce que l’on demandera en retour aux exploitants. Il faudra peut-être chercher de l’argent ailleurs. Par exemple,
si on suit la suggestion de M. De Lille, on gagnerait déjà
750.000 euros en supprimant la prime Bruxell’Air.
A-50/3 – 2014/2015
— 142 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Willem Draps merkt op dat wij wel de enige
stad in Europa zouden zijn die de taxichauffeurs die taximeter cadeau geven. Gaat dat geen problemen geven in
een context zonder concurrentie ? En is men overigens van
plan iets terug te betalen aan degenen die al een taximeter
hebben betaald en geplaatst ? Indien de digitale taximeters
volledig gesubsidieerd worden, is het alsof de Minister van
Financiën de kassa van alle restaurants in het land zou betalen. Dat houdt geen steek.
M. Willem Draps fait observer que nous serions bien la
seule ville en Europe à offrir ce taximètre gratuitement aux
chauffeurs de taxi. Or, dans un contexte de non-concurrence, est-ce que cela ne va pas poser de problèmes ? Et par
ailleurs, compte-t-on rembourser quelque chose à ceux qui
l’ont déjà payé et installé ? Si on subsidie à 100 % les taximètres digitaux, c’est comme si le ministre des Finances
venait financer la caisse enregistreuse de tous les restaurateurs du pays. C’est inconséquent.
De Minister antwoordt dat het gaat over de rentabiliteit
van de taxisector.
Le ministre répond qu’il s’agit d’un enjeu concernant la
rentabilité du secteur des taxis.
De heer Jamal Ikazban merkt op dat in Vlaanderen een
subsidie of een fiscaal voordeel gegeven wordt.
M. Jamal Ikazban fait remarquer qu’en Flandre, il y a
soit un subside, soit un avantage fiscal.
De heer Willem Draps vraagt zich af of men een idee
heeft van de rentabiliteit van deze sector ?
M. Willem Draps demande si on a une idée de la rentabilité de ce secteur ?
De heer Pierre Kompany vindt dat men nooit mag vergelijken. Taxibestuurders hebben enorme moeilijkheden. De
taximeters kosten 2.500 euro, maar hoeveel verdient een
taxibestuurder na een werkdag van 12 uur ? Daarover moet
nagedacht worden.
M. Pierre Kompany estime que comparaison n’est jamais raison. Les taximen sont confrontés à d’énormes difficultés. Les taximètres coûtent 2.500 euros. Mais combien
touche un chauffeur de taxi après sa journée de travail de
12 heures ? Il faut y réfléchir.
De heer Paul Delva vraagt of men zeker is dat de digitale taximeters wel degelijk op 1 januari 2016 in elke auto
geplaatst zullen worden.
M. Paul Delva demande si on est sûr que les taximètres
digitaux seront bien installés au 1er janvier 2016 dans
chaque voiture.
De heer Bruno De Lille bevestigt dat dat vanaf 1 januari
2016 werkelijkheid moet worden : het gaat over een Europese richtlijn.
M. Bruno De Lille confirme qu’il faudra qu’au 1er janvier 2016, ce soit une réalité : il s’agit d’une directive européenne.
De heer Willem Draps herinnert zich dat de Minister een
afdak wilde plaatsen voor de taxi’s in het Zuidstation : hoe
staat het daarmee ? Waar is dat opgenomen in deze begroting ?
M. Willem Draps se rappelle que le ministre voulait
créer un auvent pour les taxis à la gare du Midi : où en eston ? Où est-ce repris dans ce budget ?
De Minister antwoordt dat Beliris daarvoor ging betalen. Dat is beslist toen hij nog Minister was, en plots was
dat niet langer een prioriteit van de vorige Regering. In het
Zuidstation zijn er echter nog investeringen op korte termijn die moeten gebeuren. Maar het afdak is iets dat op
middellange termijn moet gepland worden.
Le ministre répond que c’était Beliris qui avait en charge
cette dépense. Celle-ci avait été décidée à l’époque où il
était encore ministre, et puis tout à coup, ça n’a plus été une
priorité du gouvernement précédent. Or, à la Gare du Midi
il y a encore des investissements à court terme à effectuer.
Mais l’auvent est quelque chose qu’il faut prévoir à moyen
terme.
De heer Willem Draps vindt het niet coherent in de oriëntatienota bij de begroting te zetten dat de Regering een
afdak wil verwezenlijken, en dat niet in de begroting te
kunnen terugvinden.
M. Willem Draps juge inconséquent de mettre dans la
note d’orientation du budget que le gouvernement veut réaliser un auvent, et ne pas le retrouver dans le budget.
Mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel stelt de Minister vragen over de elektrische taxi’s : de bestuurders zouden oplaadpalen willen. Wat plant de Minister daarvoor te doen ?
Mme Anne-Charlotte d’Ursel questionne le ministre
sur la question des taxis électriques : les chauffeurs souhaitaient des bornes de rechargement. Que compte faire le
ministre à ce sujet ?
De Minister antwoordt dat dat zal gebeuren tijdens deze
legislatuur, maar nog niet in 2015. Daarover moet een studie gemaakt worden.
Le ministre répond que cela se fera au cours de cette législature, mais pas encore en 2015. Cela devra faire l’objet
d’une étude.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 143 —
Stemming
Vote
De commissie voor de Infrastructuur brengt met 10 stemmen tegen 5 een gunstig advies uit bij de commissie voor
de Financiën met betrekking tot Opdracht 20.
Par 10 voix contre 5, la commission de l’Infrastructure
émet un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 20.
De Rapporteur,
De Voorzitter,
La Rapporteuse,
Le Président,
Boris DILLIÈS
Joëlle MAISON
Boris DILLIÈS
Joëlle MAISON
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 144 —
Bijlage 1
Annexe 1
BA 17.001.08.07.1211:
AB 17.001.08.07.1211
Wat de eigenlijke studies zelf betreft, staan hieronder de belangrijkste
begrotingsvastleggingen voor de jaren 2013 en 2014 (sommige studies
zijn reeds beëindigd) :
En termes d’études proprement dites, voici les principaux engagements budgétaires pour les années 2013 et 2014 (certaines études étant
terminées) :
– observatorium voor de Mobiliteit (thematische dossiers);
– verkennende studie Mobil2040;
– analyse van de specialisatie van het wegennet (prioritering op basis
van verplaatsingswijzen en verkeersstromen);
– bijwerking van de gegevens over het wegennet van het BHG voor het
multimodaal model voor verplaatsingen in de stad;
– methodologie voor de sociaaleconomische analyse van de infrastructuurprojecten voor het openbaar vervoer;
– richtschema van het zuidstation;
– mobiliteitsstudie van de zone Delta;
–microverkeerssimulaties;
– studie over de prijszetting van lichte voertuigen;
– intergewestelijke studie over de prijszetting van zware voertuigen;
– identificatie en opwaardering van de voetwegen (Trage wegen);
– toegankelijkheidsplan van het wegennet en de openbare ruimte (inventariseren van de staat van de infrastructuur voor voetgangers, aanbevelingen formuleren voor het onderhoud ervan en vaststellen van een
netwerk voor voetgangers);
– potentieel om 40 km wegen en 10 openbare ruimten in het BHG verkeersvrij te maken;
– studie over het economische potentieel van het gebruik van de fiets;
– observatorium voor de Fiets (tellingen en analyse);
– Bypad (audit van het fietsbeleid) en actieplan Fiets voor verschillende
gemeenten;
– Gewestelijke Bypad (audit van het fietsbeleid);
– statistieken over de ongevalsgegevens (BIVV);
– analyse van gegevens (DirCo);
– bijwerking van het vademecum van personen met beperkte mobiliteit
+ uitwerken van een methodologie voor de bedrijfsdistributieplannen
(OCW).
– observatoire de la Mobilité (cahiers thématiques);
– étude prospective Mobil2040;
– analyse de la spécialisation du réseau de voiries (hiérarchisation en
fonction des modes de déplacements et des flux);
– mise à jour des données relatives au réseau de voiries de la RBC pour
le modèle multimodal des déplacements;
– méthodologie d’analyse socio-économique des projets d’infrastructures de transport public;
– schéma Directeur de la zone gare du Midi;
– étude de mobilité relative à la zone Delta;
– microsimulations de trafic;
– étude sur la tarification des véhicules légers;
– étude interrégionale sur la tarification des véhicules lourds;
– identification et valorisation des cheminements piétons (Trage wegen);
– plan d’accessibilité des voiries et de l’espace public (recensement de
l’état de l’infrastructure piétonne, recommandations pour l’entretien et
détermination d’un réseau piéton);
Naast de studies kan deze basisallocatie ook worden aangewend voor
de financiering van :
– talrijke bewustmakingsacties voor duurzame mobiliteit (week van de
mobiliteit, Bike Experience, toolbox Mobiliteit, enz.);
– instrumenten en diensten voor voetgangers/fietsers (stadsplannen voor
de actieve verplaatsingsmodi, fietspunten, platform gestolen fietsen,
enz.) en scholen/bedrijven (toegankelijkheidsfiches);
– informatiemateriaal (brochures, voorlichtingscampagnes over luchtverontreinigingspieken, campagnes inzake verkeersveiligheid);
– de uitvoering van Europese projecten (proefproject centrum stedelijke
distributie);
– de bijwerking en het onderhoud van de software voor het modelleren
van de verkeersstromen;
– de organisatie van colloquia en opleidingen.
– potentiel de piétonnisation de 40 km de voirie et 10 places publiques
en RBC;
– étude relative au potentiel économique de l’utilisation du vélo;
– observatoire du vélo (comptages et analyse);
– Bypad (audit politique cyclable) et plan d’action vélo pour plusieurs
communes;
– Bypad (audit politique cyclable) régional;
– statistiques relatives aux données d’accidents (IBSR);
– analyse de données d’accidents (DIRCO);
– mise à jour du vademecum des personnes à mobilité réduite + élaboration d’une méthodologie pour les plans de livraison d’entreprise
(CRR).
A côté d’études, cette allocation permet également de financer :
– de nombreuses actions de sensibilisation à la mobilité durable (Semaine de la Mobilité, Bike Experience, Toolbox Mobilité, etc.);
– des outils et services à destination des piétons / cyclistes (carte modes
actifs, points vélo, plate-forme vélos volés, etc.) et des écoles/entreprises (fiches d’accessibilité);
– des supports de communication (brochures, campagnes pics de pollution, campagnes sécurité routière);
– la mise en œuvre de projets européens (projet pilote de centre de distribution urbaine);
– la mise à jour et maintenance des logiciels de modélisation des déplacements;
– l’organisation de colloques et formations.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 145 —
Bijlage 2
Annexe 2
Maatregelen voor de fysieke sluiting
van de toegang tot de tunnels
Dispositifs de fermeture physique
des accès des tunnels
Etat des lieux du projet :
Stand van zaken van het project :
Leopold II-tunnel en Belliard-tunnel: Aanmaak van de uitrusting om
de toegang fysiek te sluiten — Aanmaak van de uitrusting van de dynamische verkeersborden, van een herkenningssysteem voor buitenmaatse
voertuigen en van videobewaking.
Tunnels Léopold II et Belliard : Réalisation d’équipements de fermeture physique des accès – Réalisation d’équipements de pré-signalisation
dynamique, de détection de véhicules hors gabarit et de vidéosurveillance.
SD nr. 1 Fase 1 : Uitvoeringsstudie voor de Belliard-tunnel en de Leopold
II-tunnel: afgerond.
OS N°1 Phase 1 : Etude d’exécution pour les tunnels Belliard et Léopold
II : terminée.
SD nr. 2 Fase 2 : Uitvoering van de werken aan dynamische verkeerslichten in de Belliardtunnel zonder stedenbouwkundige vergunning,
netwerken en toezicht op de uitrusting.
OS N°2 Phase 2 : Exécution des travaux de signalisation dynamique dans
le tunnel Belliard sans permis d’urbanisme, réseaux et supervision
des équipements.
Déjà réalisé :
Reeds uitgevoerd :
– ophangen van de gegevens- en voedingskabels aan het plafond van de
tunnel voor de bewegwijzering met kruis/pijl;
– bestelling van de bewegwijzering met kruis/pijl en ontvangst en oplevering van die apparatuur.
– placement des câbles d’alimentation et data au plafond du tunnel pour
la signalisation croix/flèche;
– fourniture de la signalisation croix/flèche et réception de ces équipements.
En cours :
Nog lopende :
– aanbrengen van de gegevens-, voedings- en VL-kabels tussen de verdeelkasten van de Belliard-tunnel;
– plaatsing van de bewegwijzering met kruis/pijl;
– ontwikkeling van het toezicht;
– aanmaak en plaatsing van de verdeelkasten en -borden in de tunnel en
in de technische lokalen;
– ingebruikname van de installatie: maart 2015.
– placement des câbles data, alimentation et FO entre les armoires divisionnaires du tunnel Belliard;
– placement de la signalisation croix/flèche;
– développent de la supervision;
– fabrication et placement des armoires et tableaux divisionnaire dans le
tunnel et les locaux techniques;
– mise en service de l’installation : mars 2015.
SD nr. 3 Fase 3 : Uitvoering van de werkzaamheden aan de Belliardtunnel met stedenbouwkundige vergunning (datum van de aanvraag :
Midden februari 2015).
OS N°3 Phase 3 : Exécution des travaux dans le tunnel Belliard avec permis d’urbanisme (date de la commande : mi-février 2015).
Die werkzaamheden hebben betrekking op de levering en de plaatsing van automatische barelen, van VMS, van een herkenningssysteem
dat de voertuigafmetingen detecteert en van de bewakingscamera’s voor
de Belliard-tunnel.
Ces travaux comprennent la fourniture et l’installation des barrières
automatique, des PMV, un système de détection de gabarit des véhicules
et des caméras de surveillance pour le tunnel Belliard.
Aandachtspunt: de stedenbouwkundige diensten (BSO) en de KCML
geven groen licht voor de plaatsing van sluitingsbarelen aan de tunnelingangen, mits :
Point d’attention : Les services d’urbanisme (BDU) et la CRMS ne
voient pas d’objection à l’installation de barrières de fermeture aux entrées des tunnels, à condition de :
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
er geen dynamische route-informatiepanelen worden geplaatst;
de voorkeur wordt gegeven aan afsluiting door middel van rolluiken;
dubbel gebruik van signalisatielichten wordt tegengegaan;
de bedieningsapparaten ondergronds worden geplaatst;
er een eenvormige aanpak is, in het algemeen.
Om deze kwestie te deblokkeren, brengen wij momenteel wijzigingen
aan in het aanvraagdossier voor de stedenbouwkundige vergunning, teneinde tegemoet te komen aan de verwachtingen van de stedenbouwkundige diensten en de KCML, meer bepaald door hetzelfde type dynamische
route-informatiepanelen te gebruiken dat de stedenbouwkundige eerder al
hebben aanvaard in het kader van het project voor het afstandsbeheer van
parkeerruimte.
Termijn voor de uitvoering van deze werkzaamheden: eind september
2015.
SD nr. 3 Fase 4 : Uitvoering van de werkzaamheden aan de Leopold IItunnel, de Rogier-tunnel en de Kruidtuin-tunnel met stedenbouwkundige vergunning (datum van de bestelling midden februari 2015).
ne pas installer des panneaux à messages variable;
privilégier les clôtures rabattables;
éviter les doubles emploi des feux de signalisation;
enterrer les boîtes de commande;
de manière plus générale, uniformiser.
Pour débloquer ce point, nous sommes en train d’adapter le dossier de
demande de PU pour répondre aux attentes des services de l’urbanisme et
la CRMS, notamment par l’ utilisation du même type de PMV déjà accepté
par les services de l’urbanisme dans le cadre du projet de téléjalonnement
des parkings.
Délai pour l’exécution de ces travaux : fin septembre 2015.
OS N°3 Phase 4 : Exécution des travaux dans le tunnel Léopold II, tunnel
Rogier et Tunnel Botanique avec permis d’urbanisme (date de la commande mi-février 2015).
A-50/3 – 2014/2015
— 146 —
Die werkzaamheden hebben betrekking op de levering en de plaatsing
van automatische barelen, van dynamische route-informatiepanelen, van
een herkenningssysteem dat de voertuigafmetingen detecteert en van de
bewakingscamera’s, het aanleggen van het datanetwerk en van het voedingsnet voor alle apparatuur van het project en de uitoefening van het
toezicht op die apparatuur voor de Leopold II-tunnel, de Rogier-tunnel en
de Kruidtuin-tunnel.
Termijn voor de uitvoering van die werkzaamheden : eind oktober
2015.
A-50/3 – 2014/2015
Ces travaux comprennent la fourniture et l’installation des barrières
automatique, des PMV, un système de détection de gabarit des véhicules
et des caméras de surveillance, la réalisation du réseau data et alimentation
de tous les équipements du projet et la réalisation de la supervision de ces
équipements pour le tunnel Léopold II, tunnel Rogier et tunnel Botanique.
Délai pour l’exécution de ces travaux : fin octobre 2015.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 147 —
Bijlage 3
Annexe 3
AB 17.002.27.01.4322 :
Subsidies aan de gemeenten in het kader
van mobiliteitsacties
AB 17.002.27.01.4322 :
Subsides aux communes dans le cadre d’actions
en matière de mobilité
De verdeling voor 2014 is de volgende (afgeronde bedragen) :
La répartition pour 2014 est la suivante (montants arrondis) :
Stad Brussel
117.000,00 EUR
Schaarbeek88.000,00 EUR
Etterbeek37.000,00 EUR
Elsene77.000,00 EUR
St.-Gillis28.000,00 EUR
Anderlecht46.500,00 EUR
St-Jans Molenbeek
15.000,00 EUR
Koekelberg3.000,00 EUR
St-Agatha Berchem
14.000,00 EUR
Ganshoren22.500,00 EUR
Jette33.000,00 EUR
Evere48.500,00 EUR
St-Pieters Woluwe
10.000,00 EUR
Oudergem26.000,00 EUR
Watermaal-Bosvoorde28.500,00 EUR
Ukkel22.000,00 EUR
Vorst23.000,00 EUR
St-Lambrechts Woluwe
16.000,00 EUR
St-Joost-ten-Node30.000,00 EUR
Bruxelles-Ville 117.000,00 EUR
Schaerbeek88.000,00 EUR
Etterbeek37.000,00 EUR
Ixelles77.000,00 EUR
Saint-Gilles28.000,00 EUR
Anderlecht46.500,00 EUR
Molenbeek-St-Jean15.000,00 EUR
Koekelberg3.000,00 EUR
Berchem-Ste-Agathe14.000,00 EUR
Ganshoren22.500,00 EUR
Jette
33.000,00 EUR
Evere48.500,00 EUR
Woluwe-St-Pierre10.000,00 EUR
Auderghem26.000,00 EUR
Watermael-Boitsfort 28.500,00 EUR
Uccle22.000,00 EUR
Forest23.000,00 EUR
Woluwe-St-Lambert16.000,00 EUR
St-Josse-ten-Noode30.000,00 EUR
Totaal685.000,00 EUR
Total685.000,00 EUR
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 148 —
Bijlage 4
Annexe 4
PARKEERAGENTSCHAP
Verhoging van de inkomsten
afkomstig van de gemeenten
PARKEERAGENTSCHAP
Augmentation des recettes
en provenance des communes
Voor 2014 : welke gemeentes hebben welk bedrag betaald ?
Pour 2014 : quelles communes ont payé quel montant ?
1ste kwartaal
2de kwartaal
3de kwartaal
4de kwartaal
––––
1er trimestre
2e trimestre
3e trimestre
4e trimestre
Anderlecht
Ouderghem/Auderghem
Sint-Agatha-Berchem
Berchem
Negatief saldo/Solde négatif
Invordering van de schuldvordering bij Q-park lopend
(inspectie en inning door het Agentschap)
Récupération de la créance auprès de Q-park en cours
(contrôle et perception par l’Agence)
Brussel-Stad/Bruxelles-Ville
Etterbeek
Evere
Vorst/Forest
Ganshoren
€ 36.500,28
€ 1.972,45
€ 473,80
Elsene/Ixelles
€ 27.000,00
Jette
€ 10.000,00
Koekelberg
€ 81.000,00
€ 81.000,00
€ 54.000,00
Q-park, probleem met DIV/ Q-park, problème avec DIV
Sint-Jans-Molenbeek/Molenbeek-Saint-Jean
Sint-Gillis/Saint-Gilles
Sint-Joost-ten-Node/Saint-Josse
Schaarbeek/Schaerbeek
€ 48.616,50
Ukkel/Uccle
Watermaal-Bosvoorde/Watermael-Boitsfort
€ 100.000,00
€ 50.000,00
€ 4.157,98
Sint-Lambrechts-Woluwe/Woluwe-Saint-Lambert
Sint-Pieters-Woluwe/Woluwe-Saint-Pierre
Totaal/Total
Totaal/Total : 505.691,47 €
€ 10.970,46
€ 237.719,02 € 82.972,45 € 131.000,00 € 54.000,00
A-50/3 – 2014/2015
Verwachte inkomsten te innen door het Gewest voor elk van de 19 gemeenten voor 2015 :
Projections de recettes à percevoir par la Région pour chacune des 19
communes pour 2015 :
Percentage van de
inkomsten
(15% netto of
100% bruto)
Anderlecht – 15 %
Ouderghem – 15 %
Sint-Agatha Berchem – 10 0%
Brussel-Stad – 15 %
Etterbeek – 15 %
Evere – 15 %
Vorst – 15 %
Ganshoren – 15 %
Elsene – 15 %
Jette – 15 %
Koekelberg – 15 %
Sint-Jans-Molenbeek – 100 %
Sint-Gillis – 15 %
Sint-Joost-ten-Node – 15 %
Schaarbeek – 15 %
Ukkel – 15 %
Watermaal-Bosvoorde – 15 %
Sint-Lambrechts-Woluwe – 15 %
Sint-Pieters-Woluwe – 15 %
A-50/3 – 2014/2015
— 149 —
Pourcentage des
recettes
(15% nettes ou
100% brutes)
15 %
15 %
100 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
100 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
€ 200.000,00
€ 0,00
€ 310.052,00
€ 500.000,00
€ 500.000,00
€ 5.000,00
€ 77.000,00
€ 5.000,00
€ 366.000,00
€ 40.000,00
€ 149.960,30
€ 3.439.774,36
€ 200.000,00
€ 45.892,92
€ 100.000,00
€ 200.000,00
€ 16.631,92
€ 200.000,00
€ 43.881,00
Anderlecht – 15 %
Auderghem – 15 %
Berchem/Saint-Agathe – 10 0%
Bruxelles-Ville – 15 %
Etterbeek – 15 %
Evere – 15 %
Forest – 15 %
Ganshoren – 15 %
Ixelles – 15 %
Jette – 15 %
Koekelberg – 15 %
Molenbeek-Saint-Jean – 100 %
Saint-Gilles – 15 %
Saint-Josse – 15 %
Schaerbeek – 15 %
Uccle – 15 %
Watermael-Boitsfort – 15 %
Woluwe-Saint-Lambert – 15 %
Woluwe-Saint-Pierre – 15 %
15 %
15 %
100 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
100 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
15 %
€ 200.000,00
€ 0,00
€ 310.052,00
€ 500.000,00
€ 500.000,00
€ 5.000,00
€ 77.000,00
€ 5.000,00
€ 366.000,00
€ 40.000,00
€ 149.960,30
€ 3.439.774,36
€ 200.000,00
€ 45.892,92
€ 100.000,00
€ 200.000,00
€ 16.631,92
€ 200.000,00
€ 43.881,00
Totaal
€ 6.399.192,50
Total
€ 6.399.192,50
Verhoging van de personeelskosten :
Augmentation des frais de personnel :
Welk bedrag en welke nieuwe aanwervingen worden bedoeld ?
A combien et quels engagements nouveaux cela correspond-t-il ?
Aangepaste begroting 2014
A5
€ 120.000,00
A4+
€ 110.000,00
4 A1
€ 220.000,00
4 B
€ 160.000,00
5 C
€ 190.000,00
2 D
€ 72.000,00
2 A3
8 A1
IR
4 B
6 C
24 D
Totaal
€ 872.000,00
Initieel 2015
€ 120.000,00
€ 110.000,00
€ 220.000,00
€ 160.000,00
€ 190.000,00
€ 72.000,00
€ 192.000,00
€ 440.000,00
€ 71.000,00
€ 160.000,00
€ 228.000,00
€ 864.000,00
€ 2.827.000,00
Budget ajusté 2014
A5
€ 120.000,00
A4+
€ 110.000,00
4 A1
€ 220.000,00
4 B
€ 160.000,00
5 C
€ 190.000,00
2 D
€ 72.000,00
2 A3
8 A1
IR
4 B
6 C
24 D
Totaal
€ 872.000,00
Initial 2015
€ 120.000,00
€ 110.000,00
€ 220.000,00
€ 160.000,00
€ 190.000,00
€ 72.000,00
€ 192.000,00
€ 440.000,00
€ 71.000,00
€ 160.000,00
€ 228.000,00
€ 864.000,00
€ 2.827.000,00
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
2011 DEMEY
DELTA 1 + 2
OSSEGHEM
AUMALE
2012 EDDY MERCKX
JOSEPHINE CHARLOTTE
KRUIDTUIN 1 + 2 : Koningsstraat
BIZET
KONING BOUDEWIJN
HERMANN-DEBROUX
DIAMANT
2013 BOCKSTAEL
GEORGES HENRI
CERIA
XR
XR
NF
1.516.569,11
1.602.624,99
864.285,49
345.746,84
235.613,00
2.325.711,66
914.675,71
552.896,58
621.126,42
0,00
2.501.705,08
Stock RR
900.665,28
1.335.451,37
293.368,30
62.729,51
40.724,16
0,00
645.407,06
61.813,62
95.578,30
1.350.673,31
1.201.897,39
5.332.780,07
2011
2010
447.634,38
13.822.793,45
999.960,49
100.394,34
0,00
1.100.354,83
206.917,44
206.917,44
678.341,02
15.808.406,74
6.307.690,08
2.387.917,91
343.574,92
2.731.492,83
6.465.404,80
6.465.404,80
1.906.857,70
17.411.445,41
2011
1.483.160,02
954.112,73
Stock 1324
Stock 1324
1.152.743,39
Stock RR
Stock RR
118.735,93
476.619,31
67.953,87
3.199.668,04
100.700,36
1.674.326,69
2012
9.228.020,34
1.018.122,75
59.871,04
910.588,71
1.988.582,50
124.546,96
124.546,96
6.767.171,49
6.767.171,49
485.947,57
18.594.268,86
2012
226.139,97
659.327,96
Stock RR
1.182.976,88
-107.763,94
128.959,39
161.321,15
Stock 1324
54.145,08
107.557,69
25.781,32
17.925,33
2.088.677,52
1.678.296,26
6.112.940,27
2014
12.738.180,54
371.516,88
169.757,25
0,00
541.274,13
0,00
0,00
1.704.735,70
0,00
1.704.735,70
649.646,00
30.921,70
1.288.046,12
0,00
132.649,02
2013
7.495.879,10
441.302,03
688.479,29
0,00
1.129.781,32
0,00
0,00
1.885.276,83
5.045.935,27
6.931.212,10
338.557,52
0,00
519.265,31
15.322.747,89
5.045.935,27
2014
11.030.202,56
2013
Stock RR
700.000,00
0,00
0,00
0,00
2015
24.003.541,47
1.500.000,00
1.500.000,00
0,00
17.000.000,00
17.000.000,00
100.000,00
0,00
100.000,00
200.000,00
17.000.000,00
25.803.541,47
2015
250.000,00
1.100.000,00
1.000.000,00
4.167.943,81
2016
23.267.943,81
4.000.000,00
3.000.000,00
7.000.000,00
0,00
150.000,00
3.000.000,00
27.417.943,81
2016
250.000,00
250.000,00
250.000,00
3.000.000,00
2017
30.250.000,00
1.500.000,00
0,00
1.500.000,00
0,00
100.000,00
0,00
31.850.000,00
2017
100.000,00
250.000,00
250.000,00
2.500.000,00
2018
38.600.000,00
0,00
100.000,00
38.700.000,00
2018
— 150 —
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
XR
XR
NF
NF
XR
NF
NF
NF
5.332.780,06
VARIA (openbare diensten, CSS )
STOCK GC Liftschachten
STOCK GRACHTEN roltrappen-liften
STOCK LIFTEN -studies
2010 KUNSTWET +kabelnetwerk naar Schu
KRUIDTUIN Financietoren
ZWARTE VIJVERS
IJZER-HOUBA-VEEWEIDE
TOMBERG
MADOU commerciële gang
2008-2009
totaal 5
totaal 4
BELIRIS av 11
totaal 3
Detail planning deel 5
5 STATIONSVERNIEUWING + LIFTEN
NOORDSTATION + eindpunt Rogier
ZUID toegang Fonsny
varia (dec, rev, honoraria )
4 ROGIER-ZUID-NOORD AS
STUDIES stations
STATION WERKEN
3 CENTRAAL STATION
BELIRIS av 11
totaal 2
2 ROGIER
Station ROGIER ATRIUM
ROGIER LUIFEL
totaal 1
NF
XR
AT
BHG
BELIRIS av 11
2010
Begrotingsplanning van de vernieuwingen van de stations met inbegrip van de installatie van liften voor PBM
1 STUDIES stations
Algemeen totaal (1 - 5)
Meerjarenprogramma
11 november 2014
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
Bijlage 5
i
P
i
i
i
i
2015 DE BROUCKERE EO
POELAERTlift deuren
ALMA
TROON
CLEMENCEAU
ROODEBEEK nieuwe toegang shoppi
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
2017 BOILEAU (750 000 € )
RIBEAUCOURT (750 000 €)
St Gillis Voorplein
THIEFFRY (750 000 €)
MONTGOMERY
STUYVENBERGH (750 000)
JACQUES BREL
HORTA (750 000 € )
2018 ALBERT
BEEKKANT
PETILLON
SIMONIS INTERMODAAL POOL
XR
XR
XR
XR
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
NF
NF
NF
NF
XR
NF
XR
XR/AT
AT
XR
XR
XR
NF
NF
XR
XR
XR
X
XR
NF
NF
XR
XR
NF
NF
NF
NF
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
659.327,96
Stock RR
1.182.976,88
407.181,94
2.029.436,16
889.553,35
Stock RR
Stock 1324
Comdata\03_WK\BUDGET\Programma stations en liften
Stock 1324
Stock 1324
1.152.743,39
Stock RR
Stock RR
Stock RR
1.439.077,20
via gemeente
0,00
Stock 1381
973.926,12
57.337,15
161.321,15
Stock 1324
5.000.000,00
Stock liften
5.000.000,00
750.000,00
5.000.000,00
2.800.000,00
Stock liften
4.200.000,00
553.541,47
Stock 1381
5.500.000,00
2.000.000,00
2.400.000,00
2.000.000,00
Stock RR
4.000.000,00
1.000.000,00
3.500.000,00
20.000.000,00
2.000.000,00
5.000.000,00
Beschikbaar op het net
Stock 1381
Stock 1381
Stock 1381
Stock 1381
20.000.000,00
Stock RR
Stock RR
Stock 1381
3.500.000,00
2.000.000,00
1.000.000,00
850.000,00
1.000.000,00
3.000.000,00
— 151 —
Disponible sur le réseau
i
i
i
i
i
i
2016 ROODEBEEK nieuwe toegang shopp
SIMONIS kleine ring + EO
Hallepoort + Munthof
ANNEESSENS
PARK 1-2-3
JACQUES BREL
i
P
P
P
P
P
P
2014 VANDERVELDE
BOCKSTAEL kaaien
GRAAF VAN VLAANDEREN 2
SCHUMAN
MADOU LIFTEN
LOUIZA
SIMONIS Eindpunt
BEURS (+winkels)
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
2013 BOCKSTAEL
GEORGES HENRI
CERIA
SIMONIS station tram lift+toegang
MERODE
GRIBAUMONT
MADOU LIFTEN
BEAULIEU
KRUIDTUIN 1 + 2 : Koningsstraat
BIZET
KONING BOUDEWIJN
HERMANN-DEBROUX
DIAMANT
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
P
2011 DEMEY
DELTA 1 + 2
OSSEGHEM
AUMALE
2012 EDDY MERCKX
JOSEPHINE CHARLOTTE
BOTANIQUE 1 + 2 : Rue Royale
BIZET
ROI BAUDOUIN
HERMAN-DEBROUX
DIAMANT
2013 BOCKSTAEL
GEORGES HENRI
CERIA
XR
XR
NF
864.285,49
345.746,84
235.613,00
2.325.711,66
914.675,71
552.896,58
621.126,42
0,00
2.501.705,08
Stock RR
900.665,28
1.335.451,37
293.368,30
62.729,51
40.724,16
0,00
645.407,06
61.813,62
95.578,30
1.350.673,31
1.201.897,39
5.332.780,07
2011
2010
447.634,38
13.822.793,45
999.960,49
100.394,34
0,00
1.100.354,83
206.917,44
206.917,44
678.341,02
15.808.406,74
6.307.690,08
2.387.917,91
343.574,92
2.731.492,83
6.465.404,80
6.465.404,80
1.906.857,70
17.411.445,41
2011
1.483.160,02
954.112,73
Stock 1324
Stock 1324
1.152.743,39
Stock RR
Stock RR
118.735,93
476.619,31
67.953,87
3.199.668,04
100.700,36
1.674.326,69
2012
9.228.020,34
1.018.122,75
59.871,04
910.588,71
1.988.582,50
124.546,96
124.546,96
6.767.171,49
6.767.171,49
485.947,57
18.594.268,86
2012
226.139,97
659.327,96
Stock RR
1.182.976,88
-107.763,94
128.959,39
161.321,15
Stock 1324
54.145,08
107.557,69
25.781,32
17.925,33
2.088.677,52
1.678.296,26
6.112.940,27
2014
12.738.180,54
371.516,88
169.757,25
0,00
541.274,13
0,00
0,00
1.704.735,70
0,00
1.704.735,70
649.646,00
30.921,70
1.288.046,12
0,00
132.649,02
2013
7.495.879,10
441.302,03
688.479,29
0,00
1.129.781,32
0,00
0,00
1.885.276,83
5.045.935,27
6.931.212,10
338.557,52
0,00
5.045.935,27
519.265,31
15.322.747,89
2014
11.030.202,56
2013
Stock RR
700.000,00
0,00
0,00
0,00
2015
24.003.541,47
1.500.000,00
1.500.000,00
0,00
17.000.000,00
17.000.000,00
100.000,00
0,00
100.000,00
200.000,00
17.000.000,00
25.803.541,47
2015
250.000,00
1.100.000,00
1.000.000,00
4.167.943,81
2016
23.267.943,81
4.000.000,00
3.000.000,00
7.000.000,00
0,00
150.000,00
3.000.000,00
27.417.943,81
2016
250.000,00
250.000,00
250.000,00
3.000.000,00
2017
30.250.000,00
1.500.000,00
0,00
1.500.000,00
0,00
100.000,00
0,00
31.850.000,00
2017
100.000,00
250.000,00
250.000,00
2.500.000,00
2018
38.600.000,00
0,00
100.000,00
38.700.000,00
2018
— 152 —
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
XR
XR
NF
NF
XR
NF
NF
NF
1.516.569,11
1.602.624,99
5.332.780,06
DIVERS (services publics, CSS)
STOCK GC Cages d'ascenseurs
STOCK FOSSES escalators-ascenseurs
STOCK ASCENSEURS - études
2010 ARTS-LOI +réseau câbles vers Schum
BOTANIQUE Tour des Finances
ETANGS-NOIRS
YSER-HOUBA-VEEWEYDE
TOMBERG
MADOU couloir commercial
2008-2009
Détail planning partie 5
NF
XR
AT
total 5
total 4
BELIRIS av 11
total 3
5 RENOVATION STATION + ASCENSEUR
GARE DU NORD + terminus Rogier
MIDI accès Fonsny
divers (dec, rev, honoraires )
4 AXE ROGIER-MIDI-NORD
ETUDES
STATION TRAVAUX
3 GARE CENTRALE
BELIRIS av 11
total 2
2 ROGIER
Station ROGIER ATRIUM
ROGIER AUVENT
total 1
BELIRIS av 11
RBC
2010
Programmation budgétaire des rénovations des stations y compris l'installation d'ascenseurs pour PMR
1 ETUDES stations
Total général (1 - 5)
Programme pluriannuel
11 novembre 2014
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
Annexe 5
P
P
P
P
P
P
i
P
i
i
i
i
2014 VANDERVELDE
BOCKSTAEL quais
COMTE DE FLANDRE 2
SCHUMAN
MADOU ASCENSEURS
LOUISE
2015 DE BROUCKERE EO
POELAERT ascenseur portes
ALMA
TRONE
CLEMENCEAU
ROODEBEEK nouvel accès shopping
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
2017 BOILEAU (750 000 € )
RIBEAUCOURT (750 000 €)
Parvis de St Gilles
THIEFFRY (750 000 €)
MONTGOMERY
STUYVENBERGH (750 000)
JACQUES BREL
HORTA (750 000 € )
2018 ALBERT
BEEKKANT
PETILLON
SIMONIS POLE INTERMODAL
XR
XR
XR
XR
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
NF
NF
NF
NF
XR
NF
XR
XR/AT
AT
XR
XR
XR
NF
NF
XR
XR
XR
X
XR
NF
NF
XR
XR
NF
NF
NF
NF
NF
NF
NF
NF
XR
XR
XR
659.327,96
Stock RR
1.182.976,88
407.181,94
2.029.436,16
889.553,35
Stock RR
Stock 1324
Comdata\03_WK\BUDGET\Programma stations en liften
Stock 1324
Stock 1324
1.152.743,39
Stock RR
Stock RR
Stock RR
1.439.077,20
via commune
0,00
Stock 1381
973.926,12
57.337,15
161.321,15
Stock 1324
Stock 1381
5.500.000,00
2.000.000,00
2.400.000,00
2.000.000,00
Stock RR
5.000.000,00
3.000.000,00
Stock ascenseurs
5.000.000,00
750.000,00
5.000.000,00
2.800.000,00
1.000.000,00
Stock ascenseurs
4.200.000,00
850.000,00
553.541,47
4.000.000,00
1.000.000,00
3.500.000,00
20.000.000,00
2.000.000,00
5.000.000,00
Beschikbaar op het net
Stock 1381
Stock 1381
Stock 1381
Stock 1381
20.000.000,00
Stock RR
Stock RR
Stock 1381
3.500.000,00
2.000.000,00
1.000.000,00
— 153 —
Disponible sur le réseau
i
i
i
i
i
i
2016 ROODEBEEK nouvel accès shopping
SIMONIS petite ceinture + EO
Porte de Hal + H des Monnaies
ANNEESSENS
PARC 1-2-3
JACQUES BREL
i
P
P
P
P
P
P
P
P
2013 BOCKSTAEL
GEORGES HENRI
CERIA
SIMONIS station tram ascenseur + a
MERODE
GRIBAUMONT
MADOU ASCENSEURS
BEAULIEU
SIMONIS Terminus
BOURSE (+ commerces)
P
P
P
P
P
BOTANIQUE 1 + 2 : Rue Royale
BIZET
ROI BAUDOUIN
HERMAN-DEBROUX
DIAMANT
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 154 —
Bijlage 6
18.002.34.01.33.00
Annexe 6
18.002.34.01.33.00
Werkingssubisidies aan verenigingen en organismes die een bijdrage
leveren tot de bevordering van het openbaar vervoer of die werkzaam zijn
op het gebied van de organisatie, de coördinatie, de artistieke integratie,
de aanleg en het beheer van de openbare vervoersinfrastructuur, alsook
van de organisatie van activiteiten met het oog op de sensibilisering en de
promotie van de uitvoering van werken voor het openbaar vervoer.
Subventions de fonctionnement aux associations et organismes qui
contribuent à la promotion du transport en commun ou qui sont actifs
dans le domaine de l’organisation, la coordination, l’intégration artistique,
l’aménagement et la gestion de l’infrastructure des transports publics,
ainse que de l’organisation d’activités pour la sensibilisation et la promotion de l’exécution de travaux pour le transport en commun.
De volgende verenigingen zullen een subsidie ontvangen in 2015 :
Les associations suivantes recevront un subside en 2015 :
Zal afhangen van de ingediende aanvragen.
Dépendra des dossiers introduits.
De volgende verenigingen ontvingen/
ontvangen een subsidie in 2014 :
Bedrag
Les associations suivantes ont reçu/
recevront un subside en 2014 :
Montant
Amazone15.000
Brusselse museumraad 10.000
Zinneke15.000
Brussels Jazz Marathon vzw
15.000
Bontebella vzw
45.000
Brussels by Water vzw 50.000
Bruksellive vzw 15.000
Radicom8.500
CIVA10.200
Diogenes5.000
Nocturne ULB vzw
?
Couleur Café
?
Amazone15.000
Conseil Bruxellois des Musées
10.000
Zinneke15.000
Brussels Jazz Marathon asbl 15.000
Bontebella asbl – Musikometro 45.000
Brussels by Water asbl 50.000
Bruksellive asbl 15.000
Radicom8.500
CIVA10.200
Diogenes5.000
Nocturne ULB asbl?
Couleur Café ?
De volgende verenigingen ontvingen
een subsidie in 2013 :
Les associations suivantes ont reçu
un subside en 2013 :
HUB – EHSAL Brusselse museumraad Vzw KWA! Trein Tram Bus vzw
Brussels Jazz Marathon vzw Bontebella vzw Brussels by Water vzw Bruksellive vzw Nocturne ULB vzw Diogenes
70.000
10.000
4.200
14.500
15.000
45.000
50.000
15.000
6.000
11.000
HUB – EHSAL 70.000
Conseil Bruxellois des Musées
10.000
Asbl KWA! 4.200
Trein Tram Bus asbl 14.500
Brussels Jazz Marathon asbl 15.000
Bontebella asbl 45.000
Brussels by Water asbl 50.000
Bruksellive asbl 15.000
Nocturne ULB asbl 6.000
Diogenes11.000
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 155 —
Bijlage 7
Annexe 7
FIX MY STREET
FIX MY STREET
Statistieken
Les statistiques
– Gebruiksstatistieken :
– Statistiques d’utilisation :
± 4.500 visites par mois (= + 30 % par rapport à 2013)
2.700 citoyens différents ont encodé un incident
± 4.500 bezoeken per maand (= + 30 % ten opzichte van 2013)
2.700 verschillende burgers hebben een incident gemeld.
– Het totale aantal gemelde incidenten sinds 13.02.2013 (startdatum van
de applicatie Fix My Street) beliep op 19.11.2014 : 19.841,
– Le nombre total d’incidents signalés depuis le 13/02/2013 (démarrage
de l’application Fix My Street) au 19/11/2014 s’élève à 19.841,
Waarvan : – gewestwegen (4.560) : 23 %
– gemeentelijk wegennet (15.279) : 77 %
Dont : – voiries régionales (4.560) : 23 %
– voiries communales (15.279) : 77%
– Het totale aantal gemelde incidenten per maand (met uitsplitsing over
gemeentelijk wegennet versus gewestwegen) voor de periode van
03/2013 tot en met 08/2014.
– Nombre total d’incidents signalés par mois (avec ventilation voiries
communales et voiries régionales) pour la période du 03/2013 au
08/2014.
regionale wegen
Wat betreft de gewestwegen :
– Verdeling van de meldingen per locatie
gemeentelijke wegen
En ce qui concerne les voiries régionales uniquement :
– Répartition des signalements par localisation
voetpad
50 %
rijweg
41 %
fietspad
6%
groene ruimte 2 %
brug of tunnel 1 %
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 156 —
– Verdeling van de meldingen per type van incident
– Répartition des signalements par type d’incidents
wegdek39%
bewegwijzering 22 %
verlichting
15 %
stadsmeubilair/
paaltjes
13 %
sluikstort/hinderlijke
voorwerpen
4%
waterafvoer
4%
Toekomstige ontwikkelingen
Het FMS-platform zou kunnen worden uitgebreid door :
beplanting
3%
fonteinen
0%
Les développements futurs
L’extension de la plateforme FMS pourrait prévoir e.a. :
– de opname van andere categorieën incidenten
– de opname van andere partners.
– d’autres catégories d’incidents
– l’intégration d’autres partenaires.
Dit vergt een functionele analyse, te valideren door de staatssecretaris
die is belast met het informaticabeleid.
Ceci devra faire l’objet d’une analyse fonctionnelle, à faire valider par
la Secrétaire d’Etat en charge de l’ICT.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 157 —
Bijlage 8
Annexe 8
BA 17.007.08.01.1211
AB 17.007.08.01.1211
– Samenwerking met de politiezones inzake verkeersveiligheid
– Sensibilisering en verkeersopvoeding (campagnes, vorming, raadgeving, publicaties, …)
– Studies en dienstencontracten in verband met beveiliging van zones
met een hoge concentratie aan verkeersongevallen
– Diverse studies (automatisering controle-sanctie, trajectcontrole, …).
– Lessen, vorming, in kader voorbereiding van examens (chauffeurs,
raadgevers inzake veiligheid, examinatoren, instructoren, …).
– Vastlegging en vereffening van de uitstaande vastleggingen eind 2014
van de Federale Staat waarvan de rechten en plichten door het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest ingevolge de zesde staatshervorming worden
overgenomen.
– Informatica mbt de automatische herkenningssystemen voor het lezen
van nummerplaten (ANPR)
– Het connecteren van verschillende informaticadatabanken enz.
– La collaboration avec les zones de police en matière de sécurité routière
– La sensibilisation et la formation en matière de sécurité routière (campagnes, formation, consultation, publications, etc.).
– Les études et les contrats de service concernant la sécurisation des
zones à haut risque d’accidents.
– Toute une série d’études (automatisation du contrôle/sanction, contrôle
du trajet, etc.).
– Cours, formation, dans le cadre de la préparation des examens
(conducteurs, conseillers en sécurité, examinateurs, instructeurs, etc.).
– Engagement et liquidation des engagements restant à liquider fin 2014
en provenance de l’Etat fédéral dont les droits et obligations seront
repris par la Région de Bruxelles-Capitale suite à la sixième réforme
de l’Etat.
– L’informatique concernant les systèmes de lecture automatisée des
plaques d’immatriculation (LAPI)
– La connexion des différentes bases de données informatiques etc.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 159 —
VERSLAG
RAPPORT
uitgebracht namens de commissie
voor de Economische Zaken
en de Tewerkstelling
fait au nom de la commission
des Affaires économiques
et de l’Emploi
door de heer Hamza FASSI-FIHRI (F)
par M. Hamza FASSI-FIHRI (F)
Dames en Heren,
Mesdames, Messieurs,
De commissie voor de Economische Zaken en de Tewerkstelling, belast met het Economisch Beleid, het Werkgelegenheidsbeleid en de Beroepsopleiding, heeft tijdens
haar vergaderingen van 20 en 26 november 2014 de opdrachten 3 (partim), 12, 13 en 16 van de algemene uitgavenbegroting onderzocht.
La commission des Affaires économiques et de l’Emploi, chargée de la Politique économique, de la Politique
de l’emploi et de la Formation professionnelle, a examiné
au cours de ses réunions du 20 et 26 novembre 2014 les
missions 3 (partim), 12, 13 et 16 du budget général des
dépenses.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het
opstellen van het verslag.
Confiance a été faite au rapporteur pour la rédaction du
rapport.
Aan de werkzaamheden van de commissie hebben deelgenomen :
Ont participé aux travaux de la commission :
Vaste leden : mevr. Isabelle Emmery, de heren Amet Gjanaj, Emin
Özkara, Julien Uyttendaele, mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Marion
Lemesre, mevr. Jacqueline Rousseaux, de heren Eric Bott, Bernard
Clerfayt, Hamza Fassi-Fihri, mevr. Mahinur Ozdemir, mevr. Isabelle
Durant, de heer Stefan Cornelis, mevr. Elke Roex, de heer Bruno De Lille.
Membres effectifs : Mme Isabelle Emmery, MM. Amet Gjanaj, Emin
Özkara, Julien Uyttendaele, Mmes Françoise Bertieaux, Marion Lemesre,
Jacqueline Rousseaux, MM. Eric Bott, Bernard Clerfayt, M. Hamza FassiFihri, Mme Mahinur Ozdemir, Mme Isabelle Durant, M. Stefan Cornelis,
Mme Elke Roex, M. Bruno De Lille.
Plaatsvervangers : De heer Michel Colson, mevr. Zoé Genot, de heer
Paul Delva.
Membres suppléants : M. Michel Colson, Mme Zoé Genot, M. Paul
Delva.
Andere leden : De heer Bertin Mampaka Mankamba, mevr. Caroline
Persoons, mevr. Cieltje Van Achter, de heren Johan Van den Driessche,
Michaël Verbauwhede.
Autres membres : M. Bertin Mampaka Mankamba, Mme Caroline
Persoons, Mme Cieltje Van Achter, MM. Johan Van den Driessche,
Michaël Verbauwhede.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 160 —
OPDRACHT 3
MISSION 3
Gemeenschappelijke initiatieven
van de Regering van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest (partim)
(AB 03.002.21.01.8111, AB 03.002.34.01.3300
en programma 3)
Initiatives communes du
Gouvernement de la Région
de Bruxelles-Capitale (partim)
(AB 03.002.21.01.8111, AB 03.002.34.01.3300
et programme 3)
I. Inleidende uiteenzetting van
Minister-President Rudi Vervoort
I. Exposé introductif du
Ministre-Président Rudi Vervoort
De Minister-President heeft voor de commissie de volgende uiteenzetting gehouden :
Le Ministre-Président a tenu devant la commission le
discours suivant :
« Vandaag zal ik een aantal allocaties belichten die opgenomen zijn onder opdracht 3 met betrekking tot de gezamenlijke initiatieven van de Regering.
« Il me revient de présenter certaines allocations reprises
en mission 3 concernant les initiatives conjointes du Gouvernement.
Een van die allocaties is gewijd aan de « Strategie
2025 ». Hiervoor zetten we de middelen in die vroeger
bestemd waren voor het Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei (omgedoopt tot New Deal). Deze zijn met
100.000 euro verhoogd.
C’est le cas de la « Stratégie 2025 », pour laquelle les
moyens historiquement prévus dans le cadre du Pacte de
croissance urbaine durable (rebaptisé New Deal) sont également augmentés de 100.000 euros.
De « Strategie 2025 » strekt ertoe de Brusselse economie
een nieuwe dynamiek te geven en legt met het oog hierop
doelstellingen vast binnen een drieledig tijdskader : projecten gespreid over tien jaar, waaraan deadlines gekoppeld
worden binnen het kader van deze legislatuur en waarvoor
we jaarlijks de prioritaire doelstellingen bepalen.
L’objectif de la « Stratégie 2025 » est de redynamiser
l’économie bruxelloise en se donnant des objectifs dans
une triple temporalité : des projets sur 10 ans, avec des
échéances à l’échelle de la législature, et une priorisation
annuelle des objectifs.
De strategie in het vooruitzicht van 2025 is opgebouwd
rond twee grote pijlers : een pijler Economie-Werk en een
pijler Werk-Opleiding. Er staan in dit verband ruim 45 grote beleidswerven op stapel die we samen met de sociale
partners gaan uitvoeren en waarbij we zullen streven naar
een wisselwerking tussen de bevoegdheden Economie/
Werk/Opleiding/Onderwijs.
La stratégie à l’horizon 2025 est structurée en deux axes
majeurs : un axe Economie-Emploi et un axe Emploi-Formation. Dans ce cadre, ce sont plus de 45 grand chantiers
qui seront mis en œuvre avec les partenaires sociaux, dans
une logique croisée entre les compétences Economie/Emploi/Formation/Enseignement.
De prioriteiten voor dit jaar werden vastgelegd tijdens
een Sociale Top bij het begin van het parlementaire jaar.
Zij omvatten meer bepaald de invoering van een inschakelingscontract, de uitwerking van een reglementair kader
voor de stages, de evaluatie en heroriëntering van het GECO-beleid en van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu, de rationalisering van de opdrachten van de verschillende economische beleidsinstellingen en de goedkeuring van
een Small Business Act ter ondersteuning van de KMO’s
en ZKO’s.
Les priorités de cette année ont été déterminées lors
d’un sommet social en début d’année parlementaire. On y
retrouve notamment la mise en place d’un contrat d’insertion, l’établissement d’un cadre réglementaires relatifs aux
stages, l’évaluation et la réorientation du dispositif ACS et
de l’Alliance Emploi-Environnement, la rationalisation des
missions des différents organismes actifs en matière d’économie ou encore, l’adoption d’un « Small Business Act »
afin de soutenir les PME et TPE.
Deze beleidswerven zullen samen met de sociale partners jaarlijks worden opgevolgd in het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC), het gewestelijk
orgaan voor driepartijenoverleg. Dit comité zal worden uitgebreid met de gemeen-schapsoverheden, wanneer meerdere bevoegdheidsdomeinen doorkruist worden.
Le suivi annuel avec les partenaires sociaux de ces chantiers se tiendra au sein du Comité bruxellois de Concertation
économique et sociale (CBCES), l’organe de concertation
tripartite de la Région. Celui-ci sera élargi aux pouvoirs
communautaires lorsque les chantiers traverseront plusieurs champs de compétence.
A-50/3 – 2014/2015
— 161 —
A-50/3 – 2014/2015
Voor het overleg en de nauwkeurige en regelmatige monitoring is er nood aan ondersteuning, zowel voor de sociale partners als voor de administraties die belast zijn met de
opvolging ervan.
Cette concertation et ce monitoring précis et régulier nécessiteront un soutien, tant aux partenaires sociaux qu’aux
administration en charge du suivi.
Verder zal overeenkomstig het tweede deel van het
Cigogne III Plan, dat tijdens de vorige legislatuur goedgekeurd is door de Federatie Wallonië-Brussel en waarin
bepaald is om tegen 2018 te zorgen voor 1.636 bijkomende
plaatsen, 1.500.000 euro extra middelen worden uitgetrokken om de omkadering van de nieuwe plaatsen in de
kinderdagverblijven op het grondgebied van het Gewest te
ondersteunen.
Par ailleurs, en application du volet 2 Plan Cigogne III
adopté par la Fédération Wallonie-Bruxelles lors de la législature précédente, lequel prévoit 1.636 places supplémentaires à l’horizon 2018, 1.500.000 euros supplémentaires
sont prévus pour soutenir l’encadrement des nouvelles
places dans les structures d’accueil de la petite enfance sur
le territoire de la Région.
Aansluitend op de door de COCOF uitgeschreven oproepen tot het indienen van infrastructuurprojecten, zullen er dus 90 extra GECO’s gefinancierd worden om de in
2015 gecreëerde plaatsen te omkaderen. Dit alles gebeurt
met inachtneming van de verdeelsleutel tussen de VGC en
de COCOF.
Conjointement aux appels à projets lancés par la COCOF en matière d’infrastructure, c’est donc 90 ACS supplémentaires qui seront financé pour l’encadrement des
places créés en 2015, dans le respect de la clé de répartition
VGC/COCOF.
Tot slot blijven de middelen om de filmsector in het
Brussels Gewest te ondersteunen behouden.
Enfin, les moyens sont par ailleurs conservés pour soutenir le secteur cinématographique en Région bruxelloise.
Bruxellimage/Wallimage
Bruxellimage/Wallimage
Het gemengd investeringsfonds Wallimage/Bruxellimage, dat voor de ene helft door het Brussels Gewest en voor
de andere helft door het Waals Gewest gefinancierd wordt,
bestaat inmiddels zes jaar.
Le fonds d’investissement mixte Wallimage/Bruxellimage, financé à parts égales entre la Région bruxelloise et
la Région wallonne fête ses 6 ans d’existence.
Ter herinnering : dit fonds ondersteunt de productie van
film- en audiovisuele projecten door te voorzien in een totale inbreng van maximaal 300.000 euro per project. Sinds
zijn ontstaan heeft het fonds zich geëngageerd voor de coproductie van 72 projecten, waarvan 15 tijdens het afgelopen seizoen (juni 2013-juni 2014). Dit zijn er twee meer
dan in het vorige seizoen.
Pour rappel, ce fonds intervient dans la production de
projets cinématographiques et audiovisuels pour une participation totale de maximum 300.000 euros par projet.
Jusqu’à présent, ce fonds s’est engagé dans la coproduction
de 72 projets depuis sa création dont 15 pour cette dernière
saison (juin 2013-juin 2014), soit deux projets de plus que
lors de la précédente saison.
Onder deze projecten bevinden zich negen langspeelfilms en twee fictiereeksen bestemd voor televisie. Er zit
tevens een documentaire bij, ook bestemd voor televisie.
Tot slot valt nog op te merken dat er vier Nederlandstalige
projecten bij zijn en één Engelstalig.
Il est à signaler que 9 de ces projets sont des longs métrages et deux sont des séries de fiction destinées à la télévision. Il y a également une œuvre de documentaire destinée
à la télévision. Enfin, 4 de ces projets sont en langue néerlandaise originale et 1 en anglais.
De thans aangekondigde economische return is nog
steeds bemoedigend. Zo bedraagt de verhouding tussen het
bedrag dat het Gewest investeert en dat van de herinvesteringen in Brussel en meer bepaald in de tewerkstelling van
vaklieden, dit jaar meer dan 585 %. Dit is een toename met
70 % in vergelijking met vorig jaar.
Les retours économiques annoncés à ce jour sont toujours encourageants puisque le ratio entre le montant investi par la Région et celui des réinvestissements sur Bruxelles
et notamment l’emploi de professionnels dépasse les 585 %
pour cette année ce qui est une augmentation de 70 % par
rapport à l’an dernier.
De in 2013-2014 ingevoerde kredietverleningsformule
zal dit jaar behouden blijven.
La formule d’octroi de crédit qui a été mise en place en
2013-2014 sera poursuivie cette année.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 162 —
Subsidies aan verenigingen
Subventions à des associations
Meerdere vzw’s ontvangen subsidies in het kader van
deze basisallocatie. Zo krijgt VisitBrussels een toelage voor
het beheer van het Brussels Bureau van Bruxellimage. In
het kader van de Brusselse New Deal en van het internationale luik hiervan zal tevens een budget bestemd worden
voor de verenigingen die actief zijn in de sector van de internationale ontwikkeling en het toerisme.».
Plusieurs ASBL bénéficient de subsides dans le cadre de
cette AB. VisitBrussels est dotée d’une subvention dans le
cadre de la bonne tenue du bureau bruxellois de Bruxellimage. Un budget sera également dévolu aux associations
actives dans le secteur du développement international et
du tourisme dans le cadre du New Deal bruxellois et de son
volet international. ».
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
Mevrouw Marion Lemesre geeft uiting aan haar scepticisme over het gemengd fonds « Bruxellimage-Wallimage ». Zij verduidelijkt dat de audiovisuele sector zich
voldoende heeft uitgesproken voor een uitsluitend Brussels
Fonds. Niet uit gebrek aan solidariteit met de twee andere
Gewesten, maar omdat Brussel een volwaardige rol moet
spelen in zijn audiovisuele sector en financiering moet aantrekken die afkomstig zijn uit de « tax shelters ». Tegenwoordig hebben de maatschappijen de neiging om zich te
verplaatsen naar Wallonië, aangetrokken door de subsidies
van Wallimage. De zes jaar geleden ingestelde gemengde
lijn is beter dan niets, maar het is tijd om wat verder te
gaan. Zij hoopt dat het gaat over een overgangsjaar.
Mme Marion Lemesre fait part de son scepticisme à propos du fonds mixte « Bruxellimage-Wallimage ». Elle précise que le secteur audiovisuel s’est suffisamment exprimé
pour l’instauration d’un fonds exclusivement bruxellois. Il
ne s’agit pas de se désolidariser des deux autres Régions,
mais il est nécessaire que Bruxelles existe à part entière au
niveau de son secteur audiovisuel et d’attirer les financements issus du « tax shelter ». Actuellement, les sociétés
ont tendance à se délocaliser en Wallonie, attirées par les
subsides de Wallimage. La ligne mixte instaurée il y a six
ans est mieux que rien, mais le temps est venu d’aller un
pas plus loin. Elle espère qu’il s’agit d’une année de transition.
Volgens de volksvertegenwoordigster moet het audiovisueel centrum op de Reyerslaan een prioriteit worden. De
wijk moet worden ontwikkeld en daarbij moet voorkomen
worden dat het audiovisueel centrum wordt verdund door
huisvestingsprojecten. Bovendien verschaft de cultuurindustrie een enorme return on investment.
Selon la députée, le pôle audiovisuel au boulevard
Reyers doit devenir une priorité. Le quartier doit être développé en évitant de diluer le pôle audiovisuel dans des
projets de logement. Le secteur en question est un important pourvoyeur d’emplois. En outre, l’industrie culturelle
procure d’énormes retours sur investissement.
Er is sprake van de opname van het « Bruxellimage
fonds » in het departement Toerisme, wat niet wenselijk is.
Zo zou de sector benaderd worden via een van zijn minder
belangrijke facetten, gelet op het potentieel ervan.
On parle d’inclure le fonds « Bruxellimage » dans le
département du Tourisme, ce qui n’est pas souhaitable. Ce
serait aborder le secteur via l’une de ses facettes marginales
par rapport à son potentiel.
Tot slot vraagt het commissielid in welke sector de extra
Geco’s worden aangeworven.
Enfin, la commissaire demande dans quel secteur seront
embauchés les nonante ACS supplémentaires.
De Minister-President antwoordt dat die aanwervingen
zullen plaatsvinden in de kinderdagverblijven.
Le ministre-président répond d’emblée que ces engagements auront lieu dans les crèches.
Mevrouw Isabelle Durant sluit zich aan bij mevrouw
Lemesre, als kenner van de Europese film, met dat verschil
dat huisvesting voor haar niet onverenigbaar is met audiovisuele activiteiten in het toekomstige mediacentrum op
de Reyerslaan. Zij betreurt eveneens dat het beheer van de
audiovisuele sector administratief wordt ondergebracht bij
het departement Toerisme en het Imago van Brussel. Dat is
niet hetzelfde vakgebied.
Mme Isabelle Durant rejoint Mme Lemesre, en fine
connaisseuse du cinéma européen, à la différence qu’il
n’est pas incompatible à ses yeux de mêler du logement et
des activités audiovisuelles dans la future cité des médias
au boulevard Reyers. Elle regrette également que la gestion
du secteur audiovisuel soit administrativement intégrée au
département du Tourisme et de l’Image de Bruxelles. Ce
n’est pas le même métier.
De heer Hamza Fassi-Fihri vindt steun aan de productie
met « Bruxellimage » een goede zaak. Zolang wij niet de
middelen hebben in Brussel, is het overigens positief inter-
M. Hamza Fassi-Fihri indique qu’il est opportun de soutenir la production avec « Bruxellimage ». D’ailleurs, tant
que nous n’avons pas les moyens à Bruxelles, il est positif
A-50/3 – 2014/2015
— 163 —
A-50/3 – 2014/2015
venties te kunnen krijgen van Wallimage en erbij te horen.
Zo kan een verdubbeling van de werkingskosten voorkomen worden.
que Wallimage puisse intervenir et y être accolé. Cela permet d’éviter un dédoublement des frais de fonctionnement.
Inzake de steun aan de bedrijven die actief zijn in de sector van de culturele en creatieve industrie kan men zich verheugen over de vorming van het bedrijfscluster « Screen »,
maar de volksvertegenwoordiger betreurt ten sterkste dat
het Gewest geen aandeelhouder is in het « Start fonds », net
als het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap.
Quant au soutien aux entreprises actives dans le secteur
des industries culturelles et créatives, si l’on peut se réjouir
de la constitution du cluster d’entreprises « Screen », le député regrette amèrement que la Région ne soit pas actionnaire du fonds « Start », à l’instar de la Région wallonne et
de la Communauté française.
De heer Stefan Cornelis acht het net als zijn collega’s
nodig een specifiek fonds op te richten voor de Brusselse
filmindustrie. Wallimage stelt vaak als voorwaarde voor
subsidies dat een deel van de productie in Wallonië moet
plaatsvinden. Een Brussels fonds zou meer autonomie verschaffen aan de Brusselse bedrijven.
M. Stefan Cornelis rejoint ses collègues sur la nécessité
de créer un fonds spécifique pour l’industrie bruxelloise
du cinéma. La distribution de subsides par Wallimage est
souvent conditionnée à une localisation d’une partie la production en Wallonie. Un fonds bruxellois offrirait ainsi plus
d’autonomie aux entreprises bruxelloises.
Ook de heer Johan Van den Driessche benadrukt dat
de filmindustrie zich niet beperkt tot promotie van het
imago van Brussel. Aangezien er al initiatieven bestaan,
voorkomt meewerken aan bestaande projecten dat hetzelfde werk tweemaal wordt gedaan. Hij vraagt eveneens
de lijst van de verenigingen die subsidies ontvangen door
BA 03.002.34.01.3300.
M. Johan Van den Driessche souligne lui aussi que l’industrie du cinéma ne se résume pas à la promotion de l’image
de Bruxelles. Comme il existe déjà des initiatives, collaborer aux projets existants évite que le même travail soit réalisé deux fois. Il demande également la liste des associations
bénéficiaires de subsides par l’AB 03.002.34.01.3300.
Mevrouw Jacqueline Rousseaux betreurt dat steeds meer
producenten uitwijken naar Wallonië, terwijl de audiovisuele sector een van de weinige activiteiten is die een expansie kennen en Brussel op dat vlak een enorme knowhow
had. Een bekend voorbeeld daarvan was de animatiestudio
« Belvision », waardoor België Europees leader kon worden op het vlak van de tekenfilm in de jaren ‘50. Brussel
was de « Europese Hollywood van de tekenfilm ». Vandaag
de dag vertrekken de tekenaars en specialisten van dat genre naar Frankrijk en Brussel heeft zijn dominantie verloren.
Er moet een relance komen van de tekenfilm in Brussel.
Mme Jacqueline Rousseaux déplore que de plus en plus
de producteurs filent vers la Wallonie, alors que le secteur
audiovisuel soit l’une des rares activités en expansion et
que Bruxelles avait en ce domaine un énorme savoir-faire.
Un exemple connu était le studio d’animation « Belvision », qui a permis à la Belgique d’être le leader européen
du dessin animé dans les années 50. Bruxelles était « le
Hollywood européen du dessin animé ». Aujourd’hui, les
dessinateurs et spécialistes de ce genre partent en France et
Bruxelles a perdu sa prépondérance. Il faudrait relancer le
secteur du dessin animé à Bruxelles.
De heer Bernard Clerfayt is overtuigd dat de toekomstige mediapool een goede zaak is. Men denke maar aan de
intenties van de nationale televisie-operatoren om te vertrekken. Dat zou een ramp geweest zijn voor ons Gewest,
met name wegens het aanzienlijk aantal onderaannemers
die in de omgeving gevestigd zijn. Hij wenst dat het project
zo vlug mogelijk vordert. Soms nemen de zaken meer tijd
in beslag dan gepland, en de tijd speelt in ons nadeel.
M. Bernard Clerfayt est convaincu du bien-fondé du
futur pôle des médias. Il faut se rappeler les velléités de
départ des opérateurs nationaux de télévision. C’eût été
une catastrophe pour notre région, eu égard notamment au
nombre important de sous-traitants qui sont basés dans les
alentours. Il souhaite que le projet avance le plus vite possible. Les choses prennent parfois plus de temps que prévu
et le temps joue contre nous.
Hij vraagt of men beschikt over betrouwbare indicatoren
over de audiovisuele sector in Brussel, over het aantal jobs
en het zakencijfer voor ons Gewest. In tegenstelling tot de
nostalgie waaraan mevrouw Rousseaux uiting gaf over een
roemrucht voorbeeld uit het verleden, betreurt hij niet dat
de sector veranderingen ondergaat, voor zover het totaal
aantal jobs behouden blijft.
Il demande si l’on dispose d’indicateurs fiables sur le
secteur audiovisuel à Bruxelles, sur le nombre d’emplois
et le chiffre d’affaire qu’il représente dans notre Région.
À l’inverse de la nostalgie exprimée par Mme Rousseaux,
portant sur un exemple glorieux du passé, il ne regrette pas
que le secteur se transforme, pour autant que le niveau global d’emploi se maintienne.
De volksvertegenwoordiger vraagt ook verduidelijkingen over de strategie 2025; een debat ter zake zou niet nutteloos zijn.
Le député demande également des précisions sur la stratégie 2025. Un débat sur ce sujet ne serait pas inutile.
A-50/3 – 2014/2015
— 164 —
A-50/3 – 2014/2015
Tot slot brengt het nieuws van de dag, de voorstelling
van het Europees herstelplan voor het Europees Parlement,
hem ertoe de heer Vervoort te ondervragen over het ontwerp van investeringsplan van de Europese Commissie.
Hoe neemt het Gewest daaraan deel ? Een herstelplan dat
enkel geldt op Europees niveau is niet mogelijk; het zal
berusten op een som van lokale en regionale projecten.
Hoe kan men privé-investeringen op gang brengen via de
bedrijven en de privépersonen die, in tegenstelling tot de
overheden, beschikken over aanzienlijke financiële middelen ?
Enfin, l’actualité du jour, la présentation du plan de relance européen devant le Parlement européen, conduit à interroger M. Vervoort sur le projet de plan d’investissement
de la Commission européenne. Quelle est la participation
de la Région à ce propos ? Il ne peut y avoir de plan de
relance qu’au niveau européen, mais il s’appuiera sur une
somme de projets locaux et régionaux. Comment mobiliser
les investissements privés via les entreprises et les particuliers qui, à l’inverse des pouvoirs publics, disposent de
moyens financiers importants ?
De Minister-President antwoordt meteen dat een aantal
projecten die voldoen aan de voorwaarden voor Europese
investering aan de Europese Commissie werden voorgelegd. De echte vraag is hoe privé-investeringen op gang te
brengen. De bedragen die vermeld worden voor de overheid zijn mager, aangezien het gaat over nauwelijks 10 miljard euro. Indien de privébedragen worden geïnvesteerd in
de vorm van klassieke leningen, gaat het enige interessante
debat over de rentevoeten en die maatregelen verbeteren de
huidige budgettaire toestand niet, of heel weinig. Het gaat
dus niet over een echt herstelplan. Het heeft weinig belang
of de middelen komen van Europa of van de privésector als
dat geen soelaas biedt voor de overheidsfinanciën, temeer
omdat de twee andere Gewesten van het land problemen
hebben met de herkwalificatie van hun schuld.
Le ministre-président répond d’emblée qu’un certain
nombre de projets éligibles au plan d’investissement européen ont été soumis à la Commission européenne. La réelle
question est de savoir comment mobiliser les investissements privés. Les montants évoqués au niveau public sont
maigres, puisque l’on parle d’à peine 20 milliards d’euros.
Si les montants privés sont investis sous la forme de prêts
classiques, le seul débat intéressant portera sur les taux
d’intérêt et ces mesures n’amélioreront pas, ou seulement à
la marge, la situation budgétaire actuelle. Il ne s’agit donc
pas d’un réel plan de relance. Peu importe que les fonds
proviennent de l’Europe ou du secteur privé si cela ne soulage pas les finances publiques, d’autant plus que les deux
autres régions du pays ont des problèmes de requalification
de leur dette.
De projecten voor de mediapool vorderen, vooral voor
de VRT, die al architectuurprojecten heeft ontvangen na het
lanceren van een wedstrijd. Hij preciseert dat het vervolg
van de evenementen zal plaatsvinden met de coördinatie
van alle actoren van de zone. Daar krijgt de vermenging
van de functies een plaats.
Les projets pour le pôle des médias avancent, surtout
pour la VRT, qui a déjà reçu des projets architecturaux après
lancement d’un concours. Il précise que la suite des événements se déroulera avec la coordination de l’ensemble des
acteurs de la zone. La mixité des fonctions y trouvera sa
place.
De Minister-President bevestigt dat het denkwerk aan de
gang is betreffende Bruxellimage-Wallimage. Daarentegen
verdedigt hij de integratie van deze maatregel in het beleid
inzake Toerisme, met het oog op schaalbesparingen en een
ruimere blik voor de as toerisme, die anders beperkt zou
zijn.
Le Ministre-Président confirme que la réflexion est en
cours concernant Bruxellimage-Wallimage. Par contre, il
défend l’intégration de cette mesure dans la politique du
Tourisme, pour réaliser des économies d’échelle et octroyer
un spectre plus large au pôle tourisme, qui sinon serait limité.
Enkel de statistieken van de FOD Economie en het
BISA over de capaciteiten tot evaluatie van de stroom bedrijven van de audiovisuele sector zijn beschikbaar. Spijtig
genoeg zijn zij niet precies genoeg om de weerslag van de
maatregelen te evalueren. Daarentegen werd berekend dat
het hefboomeffect positief is inzake de in Brussel gedane
overheidsinvesteringen.
Seules les statistiques du SPF Economie et de l’IBSA
sur les capacités d’évaluation des flux d’entreprises du secteur audiovisuel sont disponibles. Malheureusement, elles
ne sont pas assez affinées pour évaluer les retombées des
politiques. Par contre, au niveau des investissements publics réalisés à Bruxelles, il a été calculé que l’effet levier
est positif.
Sedert dit jaar is de GIMB aandeelhouder van het « Start
Fonds », voor anderhalf miljoen euro. 250 ondernemers
hebben reeds een beroep gedaan op Start voor financiële
steun.
La SRIB est actionnaire du fonds « Start » depuis cette
année, à hauteur d’un million et de demi d’euros. 250 entrepreneurs ont déjà sollicité Start pour une intervention
financière.
De lijst van de films die een subsidie hebben ontvangen
van Bruxellimage is beschikbaar en wordt als bijlage bij
het verslag gevoegd (cf. Bijlage nr. 3.1). Daarnaast is de
La liste des films ayant reçu un subside de la part de
Bruxellimage est disponible et sera transmise en annexe au
rapport (cf. Annexe n° 3.1). D’autre part, le ministre-pré-
A-50/3 – 2014/2015
— 165 —
A-50/3 – 2014/2015
Minister-President bereid om de « strategie 2025 » voor te
stellen aan de commissieleden tijdens het eerste semester
van 2015.
sident est disposé à présenter aux commissaires la « stratégie 2025 », au cours du premier semestre 2015.
Mevrouw Marion Lemesre preciseert dat zij niet gekant
is tegen het mengen van functies in de Reyerswijk, maar
dat een compensatie moet gegeven worden voor de vierkante meters die verloren gaan ten koste van de audiovisuele sector, die de economische motor van deze zone moet
worden.
Mme Marion Lemesre précise qu’elle n’est pas opposée à une mixité des fonctions dans le quartier Reyers mais
qu’il faudra néanmoins compenser les m² perdus au détriment du secteur audiovisuel, qui doit être le moteur économique de cette zone.
In een recent memorandum heeft de vereniging van
dienstverleners en de technische industrie van film en de
audiovisuele sector van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sterke kritiek geuit op het gemengd fonds. Daarin
wordt gewag gemaakt van een spiraal van massale delokalisatie van onze kmo’s buiten Brussel, die vanaf 2001 in
gang gezet werd met de creatie van het Wallimage Fonds
(5,5 miljoen euro), en nog verergerd werd in 2012 met de
oprichting van « ScreenFlanders » (5 miljoen euro). Thans
krijgt de sector te maken met de gevolgen van het gebrek
aan een aantrekkelijk en concurrentieel Brussels audiovisueel investeringsfonds.
Dans un récent mémorandum, l’association des prestataires de services et de l’industrie technique du cinéma
et de l’audiovisuel de la Région de Bruxelles-Capitale a
vivement critiqué le fonds mixte. Il évoque une spirale de
délocalisation massive de nos PME hors de Bruxelles, enclenchée dès 2001 avec la création du fonds « Wallimage »
(5,5 millions d’euros), et amplifiée en 2012 avec celle de
« ScreenFlanders » (5 millions d’euros). Le secteur accuserait aujourd’hui les conséquences de l’absence d’un fonds
d’investissement audiovisuel bruxellois attractif et compétitif.
Zelfs de gevolgen van het « Tax Shelter » laten zich niet
voelen voor onze kmo’s. Naar het voorbeeld van een markt
die wordt overgeheveld naar buiten ons Gewest, slagen de
zeer performante audiovisuele investeringsfondsen van
onze buurgewesten erin te zorgen voor positieve gevolgen
van meer dan 400 %, door de middelen van de fiscale en
culturele loketten rechtstreeks op hun grondgebied te capteren (CCA/VAF). Zo komt het Brussels Gewest tot een
tekort van 36 miljoen euro in het marktaandeel in vergelijking tot de andere twee Gewesten.
Même les effets du « Tax Shelter » ne sont pas au rendezvous pour nos PME. Car, à l’instar d’un marché siphonné
hors de notre région, les très performants fonds d’investissement audiovisuels régionaux voisins réussissent à
s’assurer des retombées structurantes de plus de 400 %,
en captant directement sur leurs territoires les ressources
des guichets fiscaux (Tax Shelter) et culturels (CCA/VAF).
C’est ainsi que la Région bruxelloise accuse un déficit de
part de marché de 36 millions d’euros par rapport aux deux
autres régions.
Het systeem van de « gemengde lijn » met gelijke investering met het Waals Gewest waarvoor in 2009 werd gekozen bij de oprichting van Bruxellimage, blijkt niet in staat
dit structureel tekort in het marktaandeel weg te werken,
omdat onze investering meteen wordt geneutraliseerd door
die van het andere Gewest. Bij de concurrentie van de twee
andere Belgische Gewesten komt nog die van de regionale
fondsen van de andere Europese landen.
Le système de la « ligne mixte » à parité d’investissement avec la Région wallonne retenu en 2009 lors de la
création de Bruxellimage, s’avère quant à lui incapable de
résorber ce déficit structurel de part de marché, du fait de
la neutralisation directe de notre investissement par celui
de l’autre région. A la concurrence des deux autres régions
belges s’ajoutent celles des fonds régionaux des autres pays
européens.
Enkel de herfinanciering van het Bruxellimage fonds
op een niveau dat kan concurreren met dat van de twee
andere Gewesten, ten belope van 5 miljoen euro in plaats
van 1,5 miljoen euro, in combinatie met een doeltreffend
beheer van een autonome « coproductie lijn » binnen de
« Screen » structuur, kan onze kmo’s toegang geven tot een
markt waarvan zij momenteel uitgesloten worden.
Seul le refinancement du fonds Bruxellimage à un niveau compétitif par rapport à celui des deux autres régions,
à hauteur de 5 millions d’euros au lieu de 1,5 million d’euros, couplé à une gestion efficace d’une « ligne de coproduction » autonome au sein de la structure « Screen », pourrait rendre à nos PME l’accès à un marché duquel elles sont
aujourd’hui exclues.
Mevrouw Lemesre stelt vast dat de sector harde woorden
spreekt. Het is duidelijk wat op het spel staat : 5.000 jobs en
de huidige winstderving voor Brussel bedraagt 36 miljoen
euro.
Mme Lemesre constate que le secteur a des mots durs.
Les enjeux sont bien cernés : 5.000 emplois sont concernés
et le manque à gagner actuel pour Bruxelles est de 36 millions d’euros.
Mevrouw Isabelle Durant merkt op dat het belangrijk
is niet alleen aandacht te besteden aan de grote bedrijven
Mme Isabelle Durant soulève l’intérêt de ne pas être
uniquement attentif aux grandes entreprises du secteur
A-50/3 – 2014/2015
— 166 —
A-50/3 – 2014/2015
van de audiovisuele sector, maar ook aan de talrijke kmo’s
die werken aan videospellen, synthesebeelden of nieuwe
technologie ter zake. Dat zijn goudklompjes die te weinig
gefinancierd en ondersteund worden, en niet genoeg in netwerken worden geplaatst.
audiovisuel mais aussi aux nombreuses PME actives dans
les jeux vidéo, les images de synthèses ou les nouvelles
technologies de ce créneau. Il y a là des pépites qui sont
sous-financées, trop peu mises en réseau et insuffisamment
soutenues.
Tot slot acht zij het goed dat een kleine Brusselse delegatie aanwezig is op het filmfestival in Cannes. Dat is de
ideale plek om contacten te leggen en te netwerken in de
wereld van het beeld, wat Wallimage trouwens doet.
Ensuite, elle juge opportune la présence d’une petite
délégation bruxelloise au festival de Cannes. C’est le lieu
idéal pour nouer des contacts et entretenir son réseau dans
le monde de l’image, ce que fait d’ailleurs Wallimage.
De heer Hamza Fassi-Fihri hoort dat overwogen wordt
een Brussels fonds op te richten. Zonder extra middelen
loont dat echter niet de moeite. In dat geval kan men beter in een gemengd fonds blijven. Het verheugt hem dat de
GIMB gaat deelnemen aan het « Start Fonds » en wenst te
weten welk bedrag de GIMB investeert. Hij hoopt dat Start
zich niet beperkt tot de modesector, want het audiovisuele
is ook heel belangrijk.
M. Hamza Fassi-Fihri entend que la création d’un fonds
bruxellois est envisagée. Néanmoins, sans moyens supplémentaires, cela n’en vaut pas la peine et autant rester dans
un fonds mixte en pareille hypothèse. Il se réjouit de l’entrée de la SRIB dans le fonds « Start » et souhaite connaître
le montant investi par celle-ci. Il appelle à ce que Start ne
se limite pas au secteur de la mode, l’audiovisuel étant également très important.
Mevrouw Jacqueline Rousseaux preciseert dat inzake
return on investment, gewag gemaakt wordt van 400 %.
De vorige Ministers spraken zelfs van hogere cijfers. Deze
sector moet absoluut ontwikkeld worden. Brussel heeft
geen grondstoffen, maar wel grijze cellen in overvloed. Zij
voegt daaraan toe dat een inzet van 1,5 miljoen euro onvoldoende in voor Bruxellimage. Dat bedrag wordt geplaatst
naast Wallimage, dat veel aanzienlijker financiële middelen
heeft en de Brussselse bedrijven naar Wallonië trekt. Het is
dus belangrijk te weten welke invloed Brussel heeft bij het
beheer van dit fonds.
Mme Jacqueline Rousseaux précise qu’en matière de
retour sur investissement, le chiffre de 400 % est évoqué.
Les ministres précédents parlaient même de chiffres plus
importants. C’est un secteur qu’il faut absolument développer. Malgré l’absence de matière première à Bruxelles,
nous avons de la matière grise à revendre. Elle ajoute que
la mise d’1,5 million d’euros pour Bruxellimage est insuffisante. Cette somme est accolée à Wallimage qui, disposant de moyens financiers bien plus importants, aspire les
entreprises bruxelloises en Wallonie. Il est donc important
de connaître l’influence de Bruxelles dans la gestion de ce
fonds.
De Minister-President licht toe dat het gaat over een
gemengd fonds met gelijke delen. Er bestaat geen aanzuigingseffect en de gevolgen zijn zelfs positiever voor Brussel. De laatste ernstige studie ter zake dateert van 2010;
men moet toegeven dat deze cijfers moeten worden bijgewerkt. Vertegenwoordigers van Bruxellimage zijn aanwezig op het festival van Cannes met het Brussels Film Office. De lijst met de projecten die gefinancierd worden door
het Start Fonds is overigens op zijn website gepubliceerd
(www.start-invest.be).
Le ministre-président explique qu’il s’agit d’un fonds
mixte à parts égales. L’effet d’aspirateur est inexistant et
les retombées sont même plus positives pour Bruxelles.
La dernière étude sérieuse sur le sujet date de 2010; il faut
admettre que ces chiffres devraient être actualisés. Des
représentants de Bruxellimage sont présents au festival de
Cannes avec le Brussels Film Office. La liste de projets
financés par le fonds Start est par ailleurs publiée sur son
site (www.start-invest.be).
III. Bespreking van de programma’s
en de activiteiten
III. Discussion des programmes
et activités
Programma 2 : specifieke initiatieven
Programme 2 : initiatives spécifiques
De heer Bruno De Lille vraagt of het gemengd fonds
dat bestaat op Franstalig niveau, dat gefinancierd wordt
door de BA « Kredietverlening aan overheidsbedrijven in
het kader van cinematografische projecten » zou kunnen
worden opgericht op Vlaams niveau. Projecten aantrekken
naar België, en niet concurrentie tussen de Gewesten, is
van belang.
M. Bruno De Lille demande si le fonds mixte qui existe
au niveau francophone, financé par l’AB « Octroi de crédits aux entreprises publiques dans le cadre de projets cinématographiques » pourrait être mis en place au niveau flamand. L’intérêt est d’attirer les projets en Belgique et non
de se concurrencer entre régions.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 167 —
De Minister-President heeft daartegen geen enkel bezwaar.
Le ministre-président n’a aucune objection à cet égard.
De heer Bruno De Lille vraagt een lijst van de verenigingen die een subsidie ontvangen ter uitvoering van activiteit 34 en uitleg over de daling inzake deze post.
M. Bruno De Lille demande une liste des associations
qui reçoivent un subside en exécution de l’activité 34 et des
explications sur la baisse de ce poste.
De Minister-President zegt dat hij de lijst als bijlage zal
toevoegen (cf. Bijlage nr. 3.2). De daling inzake deze post
vloeit voort uit de algemene vermindering van de uitgaven.
Le Ministre-président indique qu’il joindra la liste en
annexe (cf. Annexe n° 3.2). La diminution de ce poste est
consécutive à la réduction généralisée des dépenses.
Programma 003 : « New Deal »
Programme 003 : « New Deal »
Inzake de « small business act » en de follow-up en
ondersteuning van de kmo’s en zko’s, benadrukt de heer
Bruno De Lille de nood aan begeleiding van de bedrijven,
eenmaal zij opgericht zijn. De focus ligt teveel op de oprichting en niet op de begeleiding, die doeltreffender zou
kunnen zijn. Hij verbaast zich over de afwezigheid van een
vereffeningskrediet in de allocatie betreffende het competentiecentrum – industriële beroepen.
Quant au « small business act » et au suivi et soutien
des PME et TPE, M. Bruno De Lille insiste sur la nécessité
d’accompagner les entreprises une fois qu’elles sont créées.
On se focalise trop sur la création et non sur l’accompagnement, qui pourrait être plus efficace. Il s’étonne par ailleurs
de l’absence de crédit de liquidation dans l’allocation relative au pôle de compétence et des métiers de l’industrie.
De Minister-President antwoordt hem dat het project
nog in de beginfase verkeert en dat geen enkele factuur zal
vereffend worden voor 2016. Hij neemt de gelegenheid te
baat om te verduidelijken dat de grond werd aangekocht en
dat de overeenkomst met Beliris en de privé-investeerder
ter zake al ondertekend werd.
Le Ministre-président lui répond que le projet en est à
ses prémices et qu’aucune facture ne sera liquidée avant
2017. Il en profite pour préciser que le terrain a été acquis et
que la convention avec Beliris et l’investisseur privé passée
à cet effet est déjà signée.
De heer Bernard Clerfayt vraagt wat het aandeel van Beliris is in dit project.
M. Bernard Clerfayt demande quelle est la part de Beliris dans ce projet.
De heer Bruno De Lille stelt vast dat activiteit 15 verwijst naar het « plan Cicogne » van de Franse Gemeenschap. Geldt de verdeelregel 80/20 niet in dit geval, om ook
middelen toe te kennen aan de Nederlandstaligen ?
M. Bruno De Lille constate que l’activité 15 renvoie au
« plan Cigogne » de la Communauté française. La règle de
répartition 80/20 n’est-elle pas en vigueur en l’espèce, pour
octroyer aussi des moyens aux néerlandophones ?
De Minister-President antwoordt bevestigend. Hij zal
ook de verdeling van de investeringen voor de bouw van
het competentiecentrum als bijlage bij het verslag voegen
(cf. Bijlage nr. 3.3).
Le ministre-président répond par l’affirmative. D’autre
part, il transmettra en annexe au rapport la répartition des
investissements pour la construction du pôle de compétence (cf. Annexe n° 3.3).
IV. Stemming
IV. Vote
De commissie brengt met 10 stemmen tegen 2, bij 2 onthoudingen, een gunstig advies uit bij de commissie voor de
Financiën wat opdracht 3 (partim) betreft.
La commission émet, par 10 voix contre 2 et 2 abstentions, un avis favorable à la commission des Finances pour
ce qui concerne la mission 3 (partim).
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 168 —
OPDRACHT 12
MISSION 12
Ondersteuning van economie en landbouw
(uitgezonderd programma 3)
Soutien à l’économie et à l’agriculture
(à l’exception du programme 3)
I. Inleidende uiteenzetting van
Minister Didier Gosuin
I. Exposé introductif du
Ministre Didier Gosuin
De Minister heeft voor de commissie de volgende uiteenzetting gehouden :
Le Ministre a tenu devant la commission le discours suivant :
« In zijn hoofdlijn Economie-Tewerkstelling, heeft de
Gewestelijke Beleidsverklaring als doelstelling van Brussel de Belgische en Europese hoofdstad te maken van het
ondernemerschap ten dienste van de Brusselaars. Dit is een
ambitieuze doelstelling rekening houdend met de economische paradox waar Brussel aan lijdt. Het beleid van economisch dynamisme moet er allereerst voor zorgen meer
Brusselaars aan het werk te krijgen, wat in verband staat
met de alliantie opleiding-tewerkstelling.
« Dans son axe Economie-Emploi, la déclaration de politique régionale fixe pour objectif de faire de Bruxelles la
capitale belge et européenne de l’esprit d’entreprendre au
service des Bruxellois, objectif ambitieux si nous prenons
en compte le paradoxe économique dont souffre Bruxelles.
La politique de dynamisme économique doit en premier
lieu permettre d’augmenter le nombre de Bruxellois à l’emploi, en lien avec l’alliance formation-emploi.
Brussel is een pool van economische ontwikkeling geworden waar men niet omheen kan, met zijn zeer dynamische en banen scheppende economie. Laten we niettemin
niet vergeten dat Brussel met socio-economische ongelijkheid op zijn grondgebied kampt : verergering van de werkloosheid, stijging van de armoede, insluiting van kansarme
sociale groepen in zones waar armoede heerst.
En effet, Bruxelles est devenue un pôle de développement économique incontournable avec une économie très
dynamique et créatrice d’emplois. Toutefois, n’oublions
pas que Bruxelles est confrontée à une augmentation importante de disparités socioéconomiques sur son territoire :
aggravation du chômage, accroissement de la pauvreté,
confinement de groupes sociaux défavorisés dans des zones
de pauvreté.
Op het vlak van de cijfers staat Brussel voor 20 % van
het nationale BBP. Het heeft een verhouding BBP/inwoner
dat tot de hoogste van Europa behoort, en heeft de hoogste
oprichtingsgraad van ondernemingen van het land. Daarentegen bedraagt de werkloosheidsgraad ongeveer 20 %
van de actieve bevolking, in het bijzonder bij jongeren. In
oktober 2014 telde men één werkloze jongere op de drie.
En termes de chiffres, Bruxelles représente 20 % du PIB
national, elle a un rapport PIB/habitant parmi les plus élevés d’Europe et elle représente le taux de création d’entreprises le plus important du pays. Par contre, son taux de
chômage représente environ 20 % de la population active,
en particulier chez les jeunes. En octobre 2014, on recensait
un jeune sur trois au chômage.
Dit is onverteerbaar. We moeten uitdagingen aangaan en
trachten daarin te slagen. We moeten inspelen op de uitdagingen waar Brussel mee te maken krijgt.
C’est intolérable. Nous devons oser prendre des défis et
tenter de les réussir. Nous devons répondre aux multiples
défis auxquels Bruxelles est confrontée.
Binnen deze context heeft de Regering verschillende
prioriteiten voor 2015 onderscheiden, die ertoe gebracht
hebben dat de begroting voor missie 12 door een lichte
stijging wordt gekenmerkt in vergelijking met de begroting
van 2014. Deze stijging bedraagt meer bepaald + 5,76 %
voor vereffeningskredieten en + 5,6 % voor vastleggingskredieten.
Dans ce contexte, le gouvernement a distingué plusieurs
priorités pour 2015 qui ont amené le budget pour la mission 12 à présenter une légère augmentation par rapport au
budget initial 2014. Pour être plus précis, cette augmentation est de + 5,76 % en crédits de liquidation et de + 5,6 %
en crédits d’engagement.
A-50/3 – 2014/2015
— 169 —
A-50/3 – 2014/2015
Voor 2015 heeft de Regering de nadruk gelegd op 4 grote prioriteiten :
Pour 2015, le Gouvernement a mis l’accent sur 4 grandes
priorités :
1. De steunmaatregelen aan bedrijven heroriënteren teneinde het scheppen van banen die toegankelijk zijn
voor de Brusselaars, te vergemakkelijken
1. Réorienter les aides aux entreprises en vue de favoriser
la création d’emplois accessibles aux Bruxellois
De steunmaatregelen voor economische expansie behouden hun budget in 2015. Zo voorziet de begroting
in 19.662.000 euro voor vereffeningskredieten en in
25.030.000 euro voor vastleggingskredieten. We komen
dus aan een stijging van 4 % aan vereffeningskredieten en
van 0,84 % aan vastleggingskredieten in vergelijking met
2014.
Les aides à l’expansion économique voient leur budget maintenu en 2015. Ainsi, le budget 2015 prévoit
19.662.000 euros en crédits de liquidation et 25.030.000 euros en crédits d’engagement. Nous avons donc une augmentation de 4 % en crédits de liquidation et 0,84 % en
crédits d’engagement par rapport à 2014.
Het Gewest wil de opstart en de uitbouw van ondernemingen aanmoedigen via de toekenning van subsidies zoals geregeld bij de organieke ordonnantie van 13 december
2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie. Die steunmaatregelen zijn als volgt :
La Région veut encourager la création et le développement des entreprises via l’octroi des subsides réglés par
l’ordonnance organique du 13 décembre 2007 relatives aux
aides à l’expansion économique. Ces aides sont les suivantes :
– de externe opleiding;
– la formation externe;
– het mentorschap (omkadering en overdracht van kennis);
– le tutorat (encadrement et transmission du savoir);
– de aanwerving verbonden aan specifieke bedrijfsprojecten;
– le recrutement lié à des projets spécifiques d’entreprises;
– de aanwerving ten gunste van vzw’s actief in de begeleiding van KMO’s;
– le recrutement en faveur d’ASBL actives dans l’accompagnement des PME;
–kinderopvang;
– l’accueil de la petite enfance;
– beroep doen op studies en diensten van externe consultants;
– le recours aux études et aux services de conseils externes;
– ter beschikking stellen van werkgereedschap;
– la mise à disposition d’outillage;
– de vooractiviteit van kandidaat-ondernemers;
– la pré-activité pour candidats entrepreneurs;
– de werken op de openbare weg;
– les travaux sur la voie publique;
– les investissements généraux;
– de specifieke investeringen (bescherming van het milieu, energiebesparing, stedenbouwkundige integratie,
aanpassing aan de normen, veiligheid, …);
– les investissements spécifiques (protection de l’environnement, économies d’énergies, intégration urbaine,
adaptation aux normes, sécurité, …).
De Regering zal overgaan tot een volledige herziening
van de steunmaatregelen aan ondernemingen door die te
heroriënteren om zo te focussen op de KMO’s en de ZKO’s
waar het aandeel Brusselaars het hoogste is. Op basis van
deze evaluatie zal de Regering focussen op de stijging van
de middelen gewijd aan de financiering van KMO’s en
ZKO’s in de vorm van steunpakket voor het ondernemerschap. Deze volledige her­zie­ning zal stoelen op de evaluatie van de begunstigden en de Administratie en zal ernaar
Le gouvernement procédera à une remise à plat des
aides aux entreprises en les réorientant pour cibler les
PME et les TPE dont le taux de travailleurs bruxellois est
le plus important. Sur la base de cette évaluation, le Gouvernement ciblera également l’accroissement des moyens
consacrés au financement des TPE et PME sous forme de
package entrepreneurial de soutien. Cette remise à plat en
profondeur se basera sur l’évaluation des bénéficiaires et
de l’administration et visera à intégrer les objectifs repris
A-50/3 – 2014/2015
— 170 —
A-50/3 – 2014/2015
streven de bovenvermelde doelstellingen op te nemen. De
herziening zal volledig worden ingebouwd in de uitwerking van de begroting 2016.
ci-dessus. Elle devrait être pleinement intégrée dans l’élaboration du budget 2016.
Een ander belangrijk element betreft de opname van de
middelen die in verband staan met de oprichting van een
Zone van Economische Uitbouw in de Stad (ZEUS) in de
begroting 2015. De doelstelling bestaat erin de vestiging en
de uitbouw van ondernemingen te stimuleren en de aanwerving van werklozen die in de wijken van de zone verblijven, te bevorderen. Daarvoor bedragen zowel de vereffeningskredieten als de vastleggingskredieten 550 000 euro.
Un autre élément important concerne l’intégration dans
le budget 2015 des moyens liés au lancement de la zone
économique et urbaine stimulée (ZEUS). L’objectif est de
stimuler l’implantation et le développement d’entreprises
et d’y favoriser l’engagement des chômeurs résidant dans
les quartiers repris dans la zone. Pour ceci, les montants
sont de 550.000 euros tant en crédits de liquidation qu’en
crédits d’engagement.
2.Steun verlenen aan economische actoren of initiatieven
2.Fournir un soutien aux acteurs ou initiatives économiques
Op basis van de beslissing van de Regering kent Brussel
Economie en Tewerkstelling facultatieve subsidies toe aan
Instellingen van Openbaar Nut, verenigingen of ondernemingen die bedoeld zijn projecten van economisch belang
te financieren :
Sur la base des décisions du gouvernement, Bruxelles
Economie et Emploi octroie des subsides facultatifs à des
organismes d’intérêt public, des associations ou des entreprises destinés à financer des projets d’intérêt économique.
Les montants prévus pour 2015 s’inscrivent dans la continuité à l’initial de 2014 afin de rencontrer les objectifs suivants :
– stimulering van het ondernemerschap;
– la stimulation de l’esprit d’entreprise;
–de aanmoediging van begeleidingsprogramma’s van
KMO’s;
– l’encouragement des programmes d’accompagnement
des PME;
– hulpmaatregelen voor de oprichting en de werking van
onthaalstructuren voor ondernemingen;
– les aides à la création et au fonctionnement de structures
d’accueil pour entreprises;
– de financiering van voorzieningen in de technische en
beroepsscholen.
– le financement d’équipements dans les écoles techniques
ou professionnelles.
De Regering zal de ZKO’ en de KMO’s optimaal ondersteunen. Zij scheppen banen en welvaart en zijn het
echte economische weefsel van ons Gewest. Daarvoor zal
de Regering een « Small Business Act », in de vorm van
een charter en na overleg met de sociale partners, aannemen. Die zal ervoor zorgen dat de Brusselse realiteit wordt
« omhelsd », door, met name de relaties tussen de openbare diensten en de KMO’s/ZKO’s te verbeteren teneinde
tot een administratie te komen die « business-friendly » is.
Die administratie zal de steun aan het ondernemerschap, de
toegang tot financiering, een gepersonaliseerde begeleiding
van kandidaat-ondernemers versterken, en zal een stimulerende omgeving bieden voor de uitbouw van KMO’s.
Le gouvernement soutiendra de manière optimale les
TPE et PME, véritable tissu économique créateur de richesses et d’emplois pour notre Région. Pour cela, le Gouvernement adoptera, en 2015, sous forme de charte et au
terme d’une concertation avec les partenaires sociaux, un
Small Business Act. Ce dernier permettra d’embrasser les
réalités bruxelloises en, améliorant, notamment les relations entre pouvoirs publics et les PME/TPE en vue d’avoir
une administration « business-friendly ». Elle apportera un
renforcement du soutien à l’entrepreneuriat, l’accès au financement, l’accompagnement personnalisé des candidats
entrepreneurs et offrira un environnement plus incitatif
pour le développement des PME.
3. De missies van de verschillende instellingen stroomlijnen die actief op het vlak van de economie
3.Rationaliser les missions des différents organismes
actifs en matière d’économie
Zoals voorzien in de Gewestelijke Beleidsverklaring,
zal er worden overgegaan tot een maximale rationalisering
van missies en structuren van instellingen. De doelstelling
bestaat erin de economische actoren en burgers een vereenvoudigde en toegankelijke tool ter beschikking te stellen
Comme le prévoit la DPR, une rationalisation maximale
des missions et des structures des différents organismes
sera opérée. L’objectif est de mettre à la disposition des
acteurs économiques et des citoyens un outil simplifié et
accessible, misant sur les synergies entre les outils de sou-
A-50/3 – 2014/2015
— 171 —
A-50/3 – 2014/2015
die op synergieën mikt tussen hulpmiddelen voor economische ontwikkeling, de financiële actoren en opleidingsactoren inbegrepen. Deze optimaliseringsaanpak zal uiteraard
worden doorgevoerd in overleg met alle Brusselse openbare en privésectoren.
tien au développement économique, y compris les acteurs
financiers et de formation. Cette démarche d’optimalisation
sera, bien entendu, opérée en concertation avec l’ensemble
des acteurs publics et privés bruxellois.
Een maatregel die al door de vorige Regering werd genomen, is de verwezenlijking van het Huis voor het Ondernemerschap. Die zal, vanaf januari 2015, Impulse Brussel,
Atrium, Innoviris en RIB in één gebouw samenbrengen.
Une mesure déjà prise par le Gouvernement précédent
est la réalisation de la « maison de l’entreprenariat ». Celleci regroupera, à partir de janvier 2015, Impulse.brussels,
Atrium, Innoviris et RIB dans un bâtiment unique.
Betreffende de dotatie van Gewestelijke instellingen van
openbaar nut actief op economisch vlak, dient te worden
opgemerkt dat :
De manière plus précise concernant la dotation des organismes d’intérêts public régionaux actifs en matières d’économie, est à noter que :
– De doelstellingen en financieringswijze voor Citydev en
Impulse.brussels geregeld worden door beheerscontracten.
– Pour Citydev et Impulse.brussels, les objectifs et les
modes de financement sont réglés par des contrats de
gestion.
– De dotatie van de Economische en Sociale Raad voor
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) wordt
gekenmerkt door een stijging van 257.000 euro teneinde
rekening te houden met de missies die verband houden
met de Gewestelijke Beleidsverklaring en het Observatorium voor de prijzen van openbare aanbestedingen.
– La dotation du Conseil économique et social de la Région de Bruxelles-Capitale (CESRBC) présente, quant
à lui, une augmentation de 257.000 euros afin de tenir
compte de ses missions en lien avec la DPR et l’Observatoire des prix des marchés publics.
– Tenslotte blijft de handelssector, een uiterst belangrijke
pijler van de Brusselse economie, niet achter aangezien het budget van Atrium voor 2015 het mogelijk zal
maken efficiënt te handelen over het hele gewestelijke
grondgebied.
– Enfin, le secteur du commerce, pilier primordial de
l’économie bruxelloise, n’est pas en reste puisque le
budget 2015 d’Atrium lui permettra d’agir efficacement
sur l’ensemble du territoire régional.
4.De nieuwe bevoegdheden ten gevolge van de zesde
staatshervorming inzetten
4.Mettre en œuvre les nouvelles compétences suite à la
6e réforme de l’Etat
Het laatste punt dat moet worden beklemtoond, is dat
de zesde staatshervorming gevolgen heeft op de « economische » materies, waarvan de begrotingsimpact vermeld
staat in Missie 12.
Le dernier point à souligner est que la 6e réforme de
l’Etat a des conséquences sur les matières « économie »
dont les impacts budgétaires sont repris en mission 12.
Zo wil de Regering voor 2015 de nieuwe bevoegdheid
« toegang tot het beroep » uitvoeren. Niettegenstaande is
het nu moeilijk te bepalen wat de exacte impact zal zijn
op het Gewest. De exacte kosten en inkomsten van deze
bevoegdheid zijn nog niet gekend.
Ainsi, pour 2015, le gouvernement entend donc mettre
en œuvre la nouvelle compétence « accès à la profession ».
Cependant, il est difficile de déterminer, à l’heure actuelle,
l’impact exact qu’elle représentera pour la Région. En effet, les coûts et les recettes exactes de cette nouvelle compétence ne sont pas encore connus.
Daarnaast zijn er, sinds de regionalisering, nog de inkomenscompensatievergoedingen voor zelfstandigen die het
slachtoffer zijn van overlast ten gevolge van werken op het
openbare domein. Het budget 2015 voorziet in een budget
van 380.000 euro, naast het bestaande gewestelijke budget. Het gaat hier om een mooie inspanning vanwege ons
wetende dat de federale overdracht, volgens de Bijzondere
financieringswet, slechts 58.000 euro bedraagt.
A cela s’ajoute, suite à la régionalisation, les indemnités
compensatoires de pertes de revenus pour les indépendants
victimes de nuisances suite à des travaux sur le domaine
public. Le budget 2015 prévoit à côté du dispositif régional
existant un budget de 380.000 euros. Il s’agit d’un bel effort de notre part quand on sait que le transfert fédéral n’est
que de 58.000 euros selon la loi spéciale de financement.
Tot slot wil de Regering zich efficiënt toeleggen op de
bepaalde prioriteiten teneinde nieuwe kansen te scheppen
En conclusion, le gouvernement veut se concentrer avec
efficacité sur les priorités définies afin de créer de nou-
A-50/3 – 2014/2015
— 172 —
A-50/3 – 2014/2015
voor de Brusselaars. Om er te geraken is een budgettaire
herziening noodzakelijk om zich ervan te vergewissen dat
elke euro op de best mogelijke manier zou worden uitgegeven en dat maakt het mogelijk de prioriteiten te verwezenlijken die bepaald zijn in het Regeerakkoord.
velles opportunités pour les Bruxellois. Et pour y arriver,
une mise à plat budgétaire est nécessaire afin de s’assurer
que chaque euro est dépensé de la meilleure manière qui
soit et permet de réaliser les priorités définies dans l’accord
de gouvernement.
2015 zal een jaar worden van evaluatie en optimalisering van het systeem en de instrumenten.
2015 sera donc une année d’évaluation et d’optimisation
des outils et dispositifs.
Laten we echter niet vergeten dat deze doeltreffende instrumenten moeten worden uitgevoerd zodanig dat ze de
Brusselaars ten goede komen. We kunnen niet één van de
meest dynamische economieën blijven hebben terwijl het
werkloosheidscijfer rampzalig is. We moeten een duurzaam beheer tot stand brengen dat voornamelijk in het belang van onze inwoners tot stand wordt gebracht. Onze wil
bestaat er dus in een « Gewestelijk Brussels project » uit
te tekenen rond duidelijke prioriteiten en rond een nieuwe
ambitie. Brussel zit vol troeven en heeft de sleutels in handen om zijn toekomst veilig te stellen. Maar dit moet ten
voordele van de Brusselaars gebeuren ».
Cependant, n’oublions pas que ces outils performants
doivent être mis en œuvre pour profiter avant tout aux
Bruxellois. Nous ne pouvons pas continuer à avoir une
des économies les plus dynamiques tout en ayant un taux
de chômage désastreux. Nous devons mettre en place une
gestion durable pensée prioritairement dans l’intérêt de nos
habitants. Notre volonté est donc de dessiner un « projet
régional bruxellois » autour de priorités claires et d’une
ambition nouvelle. Bruxelles est pleine d’atouts et a les clés
en main pour réussir son avenir. Mais cette réussite doit se
faire avec et au profit des Bruxellois».
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Bruno De Lille geeft toe dat economie altijd
een delicate materie geweest is. De Regering heeft evenwel
meer troeven in handen dan ze denkt. Naast de grote bedrijven, die elk Gewest met fiscale maatregelen tracht aan te
trekken, – en het Brussels Gewest heeft niets te winnen bij
fiscale concurrentie –, zou ons Gewest de kaart moeten spelen van het dichte net van KMO’s, zijn grootste troef. Brussel heeft immers een zeer hoge graad van oprichting van
bedrijven, maar ook een hoge graad van faillissementen.
M. Bruno De Lille concède que l’économie a toujours
été une matière délicate à gérer. Toutefois, le gouvernement
a probablement plus d’atouts en mains qu’il ne pourrait le
penser. A coté des grandes entreprises, que chaque région
cherche à attirer sur son territoire par des mesures fiscales,
et la Région bruxelloise n’a sans doute rien à gagner d’une
concurrence fiscale, notre Région devrait s’appuyer sur son
tissu dense de PME, qui constitue sa plus grande force.
Bruxelles compte en effet un très fort taux de création d’entreprises, mais aussi un grand taux de faillite.
Een van de eerste werven voor de Minister is ongetwijfeld de toenadering van de verschillende overheidsdiensten belast met de steun aan de economie die vandaag in
een ingewikkelde verhouding samenwerken en niet altijd
dezelfde lijn volgen. Ideaal zou zijn dat een ondernemer
zich kan richten tot één loket en op voorhand weet hoe zijn
aanvraag om publieke steun behandeld zal worden. Ook de
fiscaliteit van de 19 Brusselse gemeenten is nog te versnipperd. De Minister van financiën Vanhengel heeft trouwens
meegedeeld dat hij de gemeentelijke fiscaliteit wil harmoniseren, met het oog op meer duidelijkheid en een grotere
aantrekkelijkheid van het Gewest.
L’un des premiers chantiers auxquels le ministre devra
sans doute travailler est le rapprochement des divers organismes publics chargé du soutien à l’économie, qui cohabitent aujourd’hui dans une certaine complexité et qui ne
suivent pas tous la même ligne de conduite. Idéalement, un
entrepreneur doit pouvoir s’adresser à un guichet unique et
prévoir quel traitement sera réservé à sa demande d’aide
publique. De même, la fiscalité des 19 communes bruxelloises est encore trop éparse. Le ministre des Finances Vanhengel a d’ailleurs fait part de sa volonté d’harmoniser la
fiscalité communale, pour parvenir à davantage de lisibilité
et renforcer l’attractivité de notre Région.
De volksvertegenwoordiger spoort de Minister aan om
de overheidssteun aan een bedrijf na de start van de activiteiten niet te verwaarlozen. Al te vaak wordt een ondernemer in de steek gelaten na de start van zijn bedrijf, wat
heel wat faillissementen verklaart, terwijl de eerste vijf jaar
van een bedrijf cruciaal zijn voor een overleving op lange
termijn.
Le député enjoint le ministre à ne pas négliger le soutien
public d’une entreprise après le démarrage de ses activités.
Trop souvent, un entrepreneur est laissé pour compte après
le démarrage de son entreprise, ce qui explique de nombreuses faillites, alors que les cinq premières années d’une
entreprise sont cruciales pour sa pérennité.
In dezelfde optiek wordt een ondernemer die mislukt in
onze maatschappij vaak met pek en veren overladen. Een
Dans le même ordre d’idées, un entrepreneur qui échoue
est souvent stigmatisé dans notre société et même pratique-
A-50/3 – 2014/2015
— 173 —
A-50/3 – 2014/2015
mislukking blijft hem lang achtervolgen. Men moet af van
die vingerwijzing en inspiratie opdoen bij het ondernemingsklimaat in de VS waar een mislukking eerder als een
verrijkende ervaring beschouwd wordt. Het Gewest moet
de volgende poging om een bedrijf te starten begeleiden.
ment désavoué. Un échec le poursuit longtemps. Il faudrait
se débarrasser de cette culpabilité et s’inspirer du climat
d’affaires qui règne aux États-Unis, où un échec est plutôt
considéré comme une expérience enrichissante. La Région
doit pouvoir accompagner la tentative suivante de création
d’entreprise.
De heer De Lille adviseert de Minister ook om de nodige
aandacht te besteden aan de creatieve industrie in de cinema, de videogames of de mode. Het gaat om dynamische
sectoren in Brussel die een specifiek steunbeleid verdienen.
Zij vereisen geen grote overheidsinvesteringen, omdat het
gaat om intellectuele knowhow, en zij creëren vooral jobs
voor Brusselaars.
M. De Lille conseille également au ministre de consacrer toute l’attention voulue aux industries créatives, qui
sont actives dans le cinéma, mais aussi dans le jeu vidéo
ou la mode. Ce sont là des secteurs particulièrement dynamiques à Bruxelles, qui méritent une politique spécifique
de soutien. Elles ne nécessitent généralement pas de grands
investissements publics, car elles s’appuient sur un savoirfaire intellectuel et permettent de mettre à l’emploi des
Bruxellois principalement.
Men zou ook het Brusselse fabrieksmerk meer in de
verf moeten zetten, zoals in Londen waar met succes een
label « Made in London » bestaat. Een toenemend aantal
kopers hechten belang aan het feit dat het product in hun
stad of regio gemaakt is. Het is goed de lokale productie
te bevorderen eerder dan die in een ver land waar het loon
ondermaats is.
Enfin, il faudrait porter sur un piédestal la marque de
fabrique bruxelloise, à l’instar de l’exemple de Londres, où
se développe avec succès un label « Made in London ». Un
nombre croissant d’acheteurs accordent de l’importance
au fait que le produit acheté soit fabriqué dans leur ville
ou dans leur région. Il est bon de favoriser la production
locale plutôt qu’une production lointaine dans des pays où
le salaire est misérable.
Mevrouw Jacqueline Rousseaux steekt niet onder stoelen of banken dat zij zich zorgen maakt over de bescheidenheid en voorzichtigheid van de Minister die aankondigt
dat hij volgend jaar eerst een evaluatie wil maken van de
overheidssteun, alvorens te denken aan hervormingen vanaf 2016. Waarom zo lang analyses maken, als men weet dat
heel wat analyses gemaakt zijn tijdens de vorige zittingsperiode en men de continuïteit van het publieke initiatief
moet vrijwaren ?
Mme Jacqueline Rousseaux ne cache pas son inquiétude
devant la modestie et la prudence affichées par le ministre,
qui annonce vouloir commencer par évaluer l’ensemble
des aides publiques l’année prochaine avant d’envisager
des réformes à partir de 2016. Pourquoi consacrer un temps
si long à l’analyse, quand on sait que nombreuses analyses
ont été menées sous la législature précédente et qu’il faut
préserver la continuité de l’action publique ?
De Minister heeft in zijn uiteenzetting gezegd dat de
steun voor de economische expansie onderschat is in het
verleden, wat verklaart waarom de kredieten stijgen. Hoe
groot was die beoordelingsfout ? Welk soort bedrijven
krijgt het meest van die subsidies ? De spreker wenst ook
het percentage te kennen van de aanvragen om overheidssteun die geweigerd worden wegens onvoldoende begrotingsmiddelen, terwijl de criteria voor het verkrijgen van
steun in orde waren.
Le ministre a déclaré dans son exposé que les aides à
l’expansion économique ont été sous-évaluées par le passé,
ce qui explique que les crédits soient en hausse. De quelle
ampleur était cette erreur d’appréciation ? Quels types
d’entreprise bénéficie le plus de ces subventions ? L’oratrice souhaite d’autre part connaître le pourcentage des
demandes d’aides publiques qui ont dû être refusées pour
cause d’insuffisance des enveloppes budgétaires, alors que
les critères d’obtention des aides étaient remplis.
Mevrouw Rousseaux is niet overtuigd door de maatregelen in de zone ZEUS die de gewestelijke steun in de
kanaalzone moeten uitbreiden. De Brusselse bedrijven lijden nog altijd onder de koudwatervrees van de banken om
kredieten toe te kennen en zij moeten de garantie van het
Gewest hebben. De steun voor de economische expansie
moet dus het instrument bij uitstek van de gewestregering
vormen, eerder dan een vrijzone, waarvan de eerste resultaten niet hoopgevend zijn.
Mme Rousseaux n’est pas convaincue par le dispositif
de la zone ZEUS, qui vise à renforcer les aides régionales
dans la zone du canal. Les entreprises bruxelloises souffrent
toutes de la frilosité des banques à leur accorder des crédits
et doivent s’appuyer sur la garantie de la Région. C’est
donc les aides à l’expansion économique qui doivent être
l’instrument de prédilection du gouvernement régional plutôt qu’une zone franche, dont les premiers résultats ne sont
d’ailleurs pas concluants.
De Minister is overigens van plan om de overheidsorganen samen te brengen in een huis voor het ondernemerschap. Deze hervorming heeft enkel zin als daarmee
Le ministre a par ailleurs pour intention de regrouper des
organismes publiques dans une « maison de l’entrepreneuriat ». Cette réforme n’a d’intérêt que si elle permet de réa-
A-50/3 – 2014/2015
— 174 —
A-50/3 – 2014/2015
schaalvoordelen bereikt worden en de werkingskosten van
deze diensten verminderd worden. Men dient zeker te voorkomen dat een koepel gecreëerd wordt die een overlapping
vormt met de bestaande structuren. Kan de Minister meer
uitleg geven over zijn plannen ?
liser des économies d’échelles et de diminuer les coûts de
fonctionnement de ces organismes. Il faut éviter à tout prix
de constituer une coupole qui formerait un double emploi
avec les structures déjà existantes. Le ministre pourrait-il
apporter plus de précisions quant à ses intentions ?
De volksvertegenwoordigster raadt ook aan de Minister
aan om de steun voor de economische expansie niet meer
in drie schijven uit te betalen, want dat maakt het niet alleen
moeilijker voor de bedrijven die het water aan de lippen
hebben, maar ook voor het gewestbestuur.
La députée recommande également au ministre de ne
plus diviser en trois tranches de paiement le règlement des
aides à l’expansion économique, ce qui complique la vie
des entreprises bénéficiaires, qui sont souvent au bord de
l’asphyxie, mais aussi celle de l’administration régionale.
De Minister zegt dat hij nog geen exacte raming heeft
van de kosten en de ontvangsten verbonden aan de regels
voor de toegang tot het beroep. Dat is een nieuwe bevoegdheid die door de federale overheid overgedragen is. Het verbaast mevrouw Rousseaux dat zoveel tijd nodig is om een
raming te krijgen in een materie die niet zo uitgebreid is.
Bovendien beschikt de Regering over cijfers van het federale bestuur. Zij raadt de Minister ook aan om de voorwaarden voor de afgifte van de vergunningen voor de toegang
tot het beroep te versoepelen en de dossiers snel genoeg te
behandelen. Het mag niet zijn dat deze procedures een rem
vormen voor wie een eigen activiteit wil opstarten.
Le ministre dit ne pas encore avoir une estimation exacte
des coûts et des recettes liées aux règles d’accès à la profession, compétence nouvellement héritée de l’État fédéral.
Mme Rousseaux s’étonne qu’il faille tant de temps pour
obtenir cette estimation dans une matière qui n’est pas si
touffue. De plus, le gouvernement dispose quand même des
chiffres de l’administration fédérale. Elle recommande en
outre au ministre d’assouplir les conditions de délivrance
des autorisations d’accès à la profession et de se montrer
rapide dans le traitement des dossiers. Il ne faudrait pas que
ces procédures freinent celui qui veut lancer sa propre activité.
Het Participatiefonds is nog maar pas een bevoegdheid
van het Gewest geworden en de GIMB stelt al voor om een
nieuwe structuur « Brupart » in het leven te roepen. Wat is
de noodzaak daarvan aangezien het Waarborgfonds al bestaat ? De GIMB wil een reeks nieuwe structuren binnen de
instelling zelf oprichten, wat haar werking ondoorzichtiger
maakt.
Le Fonds de participation vient à peine d’être régionalisé que la SRIB suggère déjà de créer une nouvelle structure
appelée « Brupart ». Quelle en est la nécessité alors que le
Fonds de garantie existe déjà ? La SRIB a le chic de créer
une série de nouvelles structures en son sein, ce qui opacifie
son fonctionnement.
De spreekster vraagt terloops aan de Minister om er
in het bijzonder op te letten dat de middelen voor de regionalisering van het Waarborgfonds, in uitvoering van de
staatshervorming, in verhouding zouden staan tot het aantal
te behandelen dossiers en niet tot het percentage inwoners
van het Rijk.
Soit dit en passant, l’oratrice demande au ministre d’être
particulièrement attentif à ce que la proportion des budgets
alloués en exécution de la réforme de l’État pour la régionalisation du Fonds de participation soit proportionnelle
au nombre de dossiers à traiter et non pas au pourcentage
d’habitants du royaume.
Men kan zich eerlijk en oprecht verheugen over de sterke stijging van de compensatievergoedingen voor de werken aan de openbare weg ten gunste van de handelaars. De
begroting voorziet in 380.000 euro op die post, terwijl de
federale Staat slechts 58.000 euro overdraagt naar Brussel.
Deze steun zal welkom zijn voor de zelfstandigen met een
etalage en voor de vrije beroepen die sterk lijden onder de
werken op de openbare weg, vooral omdat Brussel een stad
is waar de bouwplaatsen zich opstapelen zonder echte coördinatie.
On peut se réjouir sincèrement de la forte hausse des
indemnités compensatoires pour travaux sur la voirie qui
seront versées aux commerçants. Le budget prévoit d’attribuer 380.000 euros à ce poste, alors que l’État fédéral ne
transfère que 58.000 euros à Bruxelles. Ces aides seront les
bienvenues pour les indépendants disposant d’une vitrine
et pour les professions libérales, qui souffrent terriblement
des travaux en voirie, d’autant plus que Bruxelles est une
ville où se multiplient les chantiers sans réelle coordination.
Mevrouw Rousseaux stelt tevreden vast dat de dotatie
aan de Economische en Sociale Raad zal stijgen om tegemoet te komen aan de indexering van de lonen. Dat is een
goede maatregel en zij vraagt de Minister meer aandacht te
besteden aan de adviezen van de raad, om het bestaan van
dit adviesorgaan zo veel mogelijk te verantwoorden.
Enfin, Mme Rousseaux relève avec satisfaction que la
dotation au Conseil économique et social sera en hausse
pour répondre à l’indexation de salaires. C’est une mesure
judicieuse et elle appelle le ministre à être plus attentif aux
avis du conseil, afin de justifier pleinement l’existence de
cet organe consultatif.
A-50/3 – 2014/2015
— 175 —
A-50/3 – 2014/2015
Mevrouw Isabelle Emmery stelt vast dat de Minister veel
belang hecht aan de fameuze Brusselse paradox, te weten
een stad waar veel rijkdom geproduceerd wordt maar die
een groot aantal armen telt. De steun aan de economische
expansie zal dus geëvalueerd worden alvorens hervormd
te worden om deze ongelijkheid te bestrijden. Zij moet bij
voorrang verleend worden aan bedrijven die aanwerven in
de achtergestelde wijken. Dat is een bijzonder gepast initiatief, vooral voor de Brusselse jeugd.
Mme Isabelle Emmery relève que le ministre accorde
une place prépondérante au fameux paradoxe bruxellois,
qui voit dans le même temps une ville produire beaucoup de
richesses et compter une grand part de population pauvre.
Les aides à l’expansion économique seront donc évaluées
avant d’être refaçonnées pour combattre ces inégalités et
être attribuées en priorité aux entreprises qui embauchent
dans les quartiers les plus défavorisés. C’est une initiative
particulièrement salutaire, surtout pour la jeunesse bruxelloise.
De Minister is amper blijven stilstaan bij het mattheuseffect, de keerzijde van de medaille bij elk subsidiebeleid.
De steun voor de economische expansie is bijzonder kwetsbaar. Hoe denkt de Minister daar iets aan te doen ?
Le ministre ne s’est guère attardé sur les effets d’aubaine, qui sont le revers de toute politique de subsides. Les
aides à l’expansion économique y sont particulièrement
vulnérables. Comment le ministre entend-il y faire face ?
De volksvertegenwoordigster meent te begrijpen dat een
allocatie bestemd is voor een huurovereenkomst om het
toekomstige huis voor het ondernemerschap te huisvesten.
Het zou een plaats moeten vinden in de voormalige kantoren van Siemens aan de steenweg op Charleroi. Nochtans
verwijst een allocatie naar de aankoop van een gebouw
voor dit huis. Quid ?
La députée croit comprendre qu’une allocation du budget est consacrée à un bail pour héberger la future « maison de l’entrepreneuriat », qui devrait être installée dans
les anciens bureaux de Siemens à la chaussée de Charleroi.
Pourtant, une autre allocation fait référence à l’achat d’un
immeuble pour cette maison. Qu’en est-il ?
Kan de Minister meer uitleg geven over de waarschijnlijke goedkeuring van Brusselse regels voor de toegang tot
het beroep ?
Le ministre pourrait apporter plus d’éclaircissement sur
l’adoption probable de règles bruxelloises à propos de l’accès aux professions ?
Het agentschap Atrium onderhoudt een intensieve dialoog met de handelaars die aanvoeren dat een van hun
grootste problemen het vinden van lokalen is die aangepast
zijn aan hun handelszaak. Welke rol kan Atrium bij deze
zoektocht spelen ? Anderzijds is het niet altijd gemakkelijk
om handelszaken te vinden die voldoen aan de verwachtingen van de consumenten in een bepaalde wijk. Kan Atrium
daar zo ver in meegaan ?
L’agence Atrium entretient un dialogue approfondi avec
les commerçants, lesquels ont avancé que l’une de principales difficultés qu’ils rencontrent est de trouver des locaux
adaptés à leur commerce. Quel rôle peut jouer Atrium dans
cette recherche ? D’autre part, il n’est pas toujours facile
de trouver des commerces qui répondent aux attentes des
consommateurs dans un quartier déterminé. Atrium peut-il
également intervenir jusqu’à ce point ?
Een allocatie steunt de oprichting van crèches in bedrijven. Hoeveel plaatsen worden aldus gecreëerd volgend
jaar ? In 2014 zijn de kredieten in deze allocatie niet helemaal uitgegeven. Hoe kan men deze initiatieven stimuleren ?
Une allocation soutient la création de crèches en entreprise. Combien de places seront concernées l’an prochain ?
En 2014, les crédits inscrits dans cette allocation n’ont pas
été complètement dépensés. Comment stimuler ces initiatives ?
De vergoedingen voor de handelaars in geval van werken op de openbare weg zullen stijgen tot 380.000 euro en
de bijdragen tot de kaskredieten betaald aan deze handelaars stijgen met 400 %. Het lijkt moeilijk om toegang te
krijgen tot deze kredieten en de volksvertegenwoordiger
beveelt aan om de procedure te versoepelen. De werken op
de openbare weg zijn trouwens een noodzaak en zijn niet
zomaar iets waarmee het Gewest gewoon graag mee uitpakt, in tegenstelling tot wat mevrouw Rousseaux beweert.
Enfin, les indemnités versées aux commerçants en cas
de travaux en voirie passeront à 380.000 euros et les contributions aux crédits de caisse versés à ces commerçants sont
en augmentation de 400 %. Il semble difficile de pouvoir
accéder à ces crédits et la députée recommande dès lors
d’assouplir la procédure. Les travaux sur la voie publique
sont d’ailleurs une nécessité et non pas une coquetterie de
la Région, contrairement à ce qu’en a dit Mme Rousseaux.
Mevrouw Isabelle Durant is het eens met de Minister dat
aankondigingseffecten hier niet gepast zijn. Als men echter
te voorzichtig en bescheiden blijft, bestaat het gevaar dat
de Minister niet verder raakt dan de bestaande maatregelen.
Zou de Minister niet ambitieus genoeg zijn ? De nieuwe
economische situatie verplicht ons evenwel te zoeken naar
Mme Isabelle Durant rejoint le ministre quand il estime
que les effets d’annonce ne sont pas de mise. Cependant,
à trop rester dans la prudence et la modestie, le ministre
semble être confiné dans la gestion des mesures existantes.
Cela dénoterait-il un manque d’ambition de sa part ? La
nouvelle donne économique impose pourtant de se tourner
A-50/3 – 2014/2015
— 176 —
A-50/3 – 2014/2015
een creatievere economie, een kringloopeconomie en een
deeleconomie. De alliantie leefmilieu-werkgelegenheid
lijkt al te verwateren. De Minister moet opletten voor een
te traditionele aanpak van de economie en moet steun verlenen aan de nieuwe economie. Elk bedrijf dat opstart zou
moeten kijken naar zijn creativiteit.
résolument vers une économie plus créative, circulaire et
collaborative. L’alliance Emploi-Environnement semble
déjà être en cours de dilution. Le ministre doit se garder
d’une gestion trop traditionnelle de l’économie et doit insuffler son soutien à la nouvelle économie. Chaque entreprise qui lance ses activités devrait s’assurer de sa créativité.
Net als mevrouw Rousseaux, meent mevrouw Durant
dat de oprichting van nieuwe structuren binnen de GIMB
haar nut moet bewijzen. Misschien is deze maatschappij
onvoldoende gecontroleerd door de vorige Ministers, in die
mate zelfs dat men de indruk krijgt dat het om een persoonlijke speeltuin van een partner van de meerderheid gaat. De
Regering mag echter geen schrik hebben om een kritische
blik te werpen op deze maatschappij.
Tout comme Mme Rousseaux, Mme Durant estime que
la création de nouvelles structures au sein de la SRIB doit
démontrer son utilité. Peut-être cette société a-t-elle été
insuffisamment contrôlée par les ministres précédents, à tel
point qu’on semblerait croire à une « chasse gardée » d’un
partenaire de la majorité. Pourtant, le gouvernement ne doit
pas craindre de jeter un œil critique sur cette société.
Men heeft het reeds gehad over het kritische rapport van
het Rekenhof over de boekhouding van het BAO. Het probleem van het boekhoudkundig beheer is nogal zorgwekkend als men weet dat dit agentschap de bedrijven moet
steunen, met name bij het beheer van hun boekhouding, en
hun beheer moet verbeteren. Wat zal de Minister doen om
dit soort ontsporingen in de toekomst te voorkomen ?
On a déjà évoqué le rapport très critique de la Cour des
comptes à l’égard des livres comptables de l’ABE. Ce problème de gestion comptable est assez préoccupant quand
on sait que cette agence doit soutenir les entreprises, notamment dans la tenue de leurs livres et améliorer leur gestion. Que fera le ministre pour éviter ce genre de dérapage
à l’avenir ?
Kan de Minister meer zeggen over de installatie van de
toekomstige multimediapool aan de Reyerslaan en de rol
van het BAO in deze nieuwe structuur ? Mevrouw Durant
wil ook meer informatie over de maatregelen voor de begeleiding bij het overlaten van een bedrijf en de steun aan de
platformen voor crowdfunding en microkredieten.
Le ministre pourrait-il en dire plus sur l’installation du
futur pôle multimédia au boulevard Reyers et sur le rôle
que l’ABE jouera dans cette nouvelle structure ? De même,
Mme Durant aimerait recevoir plus d’information au sujet
des mesures accompagnant la transmission d’entreprise
et le soutien aux plates-formes de « crowdfunding » et au
micro-crédit.
De handel zal veel meer subsidies krijgen voor de werken op de openbare weg, wat verantwoord is. Kan men
overwegen om handelsagentschappen op te richten naar het
voorbeeld van de SVK’s om het soort handelszaken mee
te kunnen bepalen die in leegstaande ruimten komen. Zo
zou men het uitzicht van de handelsassen beter in de hand
hebben. Mevrouw Durant wenst terloops dat het Gewest
ophoudt met de vestiging van winkelcomplexen te steunen
want die doden de kleine handelszaken.
Le commerce verra les subsides pour travaux sur la voirie augmenter fortement, ce qui est une mesure justifiée.
Pourrait-on envisager par ailleurs de créer des agences de
commerce, sur le modèle des AIS, pour tenter d’influencer le type de commerce qui s’implante dans les espaces
vides et façonner de façon plus dirigiste l’aspect des axes
commerciaux ? Mme Durant glisse en passant qu’elle souhaiterait que la Région cesse de soutenir l’implantation de
grands centres commerciaux, qui tueront les petits commerces.
Zij wijst er tot slot op dat de allocaties voor de steun aan
het ondernemerschap een audit van het ondernemerschap
omvatten. Welke projecten staan hier in de steigers ?
Elle relève enfin que les allocations relatives au soutien
à entrepreneuriat incluent un audit de la créativité. Quels
sont les projets prévus à cet égard ?
De heer Hamza Fassi-Fihri verklaart eerst dat de creatie van jobs natuurlijk de zaak van de bedrijven is, maar
de overheid moet klaarstaan om een gunstig economisch
klimaat te creëren met het oog op de toename van het bruto
binnenlands product en de daarbijhorende extra jobs. De
gewestelijke middelen kunnen rechtstreeks gebruikt worden als steun voor de economie. Hoe bekijkt de Minister
zijn rol ten aanzien van de bedrijfswereld ?
M. Fassi-Fihri déclare en préambule que la création
d’emplois est bien entendu l’affaire des entreprises, mais
que les pouvoirs publics doivent se tenir comme en embuscade et doivent pouvoir créer un climat économique favorable à la croissance du produit intérieur brut et du nombre
d’emplois à la clé. Les fonds régionaux peuvent être utilisés directement pour soutenir l’économie. Comment donc
le ministre perçoit-il son rôle par rapport au monde de
l’entreprise ?
A-50/3 – 2014/2015
— 177 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Fassi-Fihri kan de oriëntatienota van de Minister alleen maar goedkeuren, want hij wil de gewestelijke
middelen vooral naar de KMO’s brengen. Die vormen het
vitaalste deel van de Brusselse economie. De Minister wil
terecht een maximale return on investment voor de steun
van het Gewest en de steun richten op de innoverende economische sectoren en de sectoren die zoveel mogelijk niet
delokaliseerbare jobs opleveren.
M. Fassi-Fihri ne peut qu’approuver la note d’orientation produite par le ministre en ce qu’il entend consacrer
les moyens budgétaires de la Région avant tout vers les
PME, qui constituent le tissu le plus vivace de l’économie
bruxelloise. A bon droit, le ministre souhaite également obtenir un retour sur investissement maximum pour les aides
octroyées par la Région et cibler ces aides sur les secteurs
économiques innovants et ceux qui offrent le plus d’emplois non délocalisables.
De spreker gelooft vast in het programma ZEUS, dat van
groot belang is voor de wijken aan het kanaal. Men moet
dit programma een kans geven, omdat het voldoet aan de
behoeften van tal van personen van vreemde oorsprong in
die wijken. De middelen voor deze zone zouden echter wel
als staatssteun beschouwd kunnen worden door Europa, net
zoals de steun voor de economische expansie. Is het om die
vrees dat de Regering beslist heeft om de overheidssteun
opnieuw te evalueren ?
L’orateur croit fermement dans le dispositif de la ZEUS,
qui est d’une grande importance pour les quartiers abordant
le canal. Il faut donner une chance à cette mesure de sortir
ces effets, car elle subviendra aux besoins de nombreuses
personnes d’origine étrangère dans ces quartiers. Les
fonds attribués à cette zone pourraient certes être qualifiés
d’aides d’État par les instances européennes, tout comme
les aides à l’expansion économique. Est-ce cette crainte qui
a amené le gouvernement à réévaluer le dispositif des aides
publiques ?
Met welke indicatoren zal de Regering de effecten van
de overheidssteun op de Brusselse werkgelegenheid eva­
lueren ? Zij lijkt in ieder geval niet veel meetinstrumenten
te hebben. De begrotingsstukken bevatten ook een nieuw
interessant project, de « smart retail city », dat nog niet
helemaal duidelijk is. Kan de Minister daar meer over zeggen ? Wordt deze maatregel gekoppeld aan de begeleiding
naar de digitale overstap ? Komt er ook steun voor de aanwezigheid op het internet ? Wat zijn de projecten van de
Minister in de digitale competitiviteitspool die een plaats
zou moeten krijgen aan de Reyerslaan ?
A l’aide de quels indicateurs le gouvernement évaluera-t-il l’influence des aides publiques sur l’emploi bruxellois ? Il semble en tout cas plutôt démuni d’instruments de
mesure. Les documents budgétaires comptent également
un autre nouveau projet intéressant, le « smart retail city »,
encore dénué de contours définis. Le ministre pourrait-il
en dire davantage ? Cette mesure sera-t-elle en lien avec
l’accompagnement vers la transition numérique ? Cela inclura-t-il une aide pour fonder une présence des commerces
sur internet ? Quels sont les projets du ministre dans le pôle
de compétitivité numérique, qui devrait s’installer au boulevard Reyers ?
Tijdens de vorige zittingsperiode heeft het Gewest
steun gegeven aan een platform voor de coördinatie van
de bedrijven die actief zijn in de sector van de culturele en
creatieve industrieën. Wordt die financiering voortgezet ?
Wordt de cluster « screen » van het BAO een prioriteit voor
de Minister ?
Sous la législature précédente, une plate-forme visant à
coordonner les entreprises actives dans les industries culturelles et créatives avait été soutenu par la Région. Ce financement sera-t-il poursuivi ? Le cluster « screen » de l’ABE
sera-t-il une priorité pour le ministre ?
Wat wordt de verdeling van de middelen voor de Brusselse projecten vanuit het EFRO in het kader van de programmatie 2014-2020 ?
Quelle sera la répartition des ressources attribuées aux
projets bruxellois par le FEDER en application de sa programmation 2014-2020 ?
De « small business act » zou een uniek referentiekader
moeten vormen voor de start van een bedrijf. Dit streven
naar harmonisering gaat in de goede richting en men zou
publieke spelers in dit domein bij elkaar moeten brengen,
te beginnen met de lokale-economieloketten en de activiteitencoöperaties.
Enfin, le « small business act » devrait constituer un
cadre de référence unique pour le lancement d’une entreprise. Ce souci d’harmonisation va dans le bon sens et il
faudrait rassembler les acteurs publics actifs dans cette
matière, à commencer par les guichets d’économie locales
et les coopératives d’activité.
De heer Stefan Cornelis feliciteert de Minister voor de
stijging van de middelen voor economie met 7 % die hij in
de wacht heeft kunnen slepen. Hij steunt de krachtlijnen
van zijn beleid. Men heeft soms de indruk dat het Gewest
een grote subsidiemachine is, maar het beschikt over veel
andere instrumenten. Daarom is het onderbrengen van de
M. Stefan Cornelis félicite le ministre pour la hausse de
7 % du budget de l’économie qu’il est parvenu à obtenir et
soutient les orientations générales de sa politique. On peut
parfois avoir l’impression que la Région est une grande machine à subsides, mais elle dispose de nombreux autres instruments. C’est pourquoi le rassemblement des organismes
A-50/3 – 2014/2015
— 178 —
A-50/3 – 2014/2015
organen die actief zijn in de economie, in één enkel huis
voor het ondernemerschap een lovenswaardig initiatief.
actifs dans l’économie au sein d’une maison de l’entrepreneuriat est une initiative à saluer.
Zoals de heer De Lille onderstreept heeft, moeten de
ondernemers kunnen mislukken zonder vrees dat zij in de
toekomst hun subsidies om die reden verliezen.
Tout comme le souligne M. De Lille, les entrepreneurs
doivent pouvoir échouer dans leurs projets et ne pas craindre
de perdre leurs subsides à l’avenir pour cette raison.
Het valt te begrijpen dat de Minister de overheidssteun
wil kanaliseren naar een verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de Brusselaars, maar men kan zich de vraag
stellen of de steun voor de economische expansie het beste
instrument is om de jongerenwerkloosheid aan te pakken.
Het eerste doel van het economisch beleid is de levensvatbaarheid en de rentabiliteit van de Brusselse ondernemingen. De toevoeging van strenge voorwaarden voor de aanwerving kan die doelstelling in gevaar brengen. Volgens de
heer Cornelis zou de fiscaliteit een beter instrument zijn.
On peut comprendre que le ministre veuille orienter les
aides publiques vers une amélioration du taux d’emploi des
Bruxellois, mais on peut s’interroger si les aides à l’expansion économique sont le meilleur instrument de résorption
du chômage des jeunes. Le but premier de la politique de
l’économie est bien d’assurer la viabilité et la rentabilité
des entreprises bruxelloises. L’adjonction de conditions
strictes d’embauche pourrait mettre cet objectif en péril.
Selon M. Cornelis, la fiscalité pourrait être un outil plus
approprié pour ce faire.
Mevrouw Marion Lemesre erkent dat economie een
moeilijk te beheren domein is voor een Minister. In andere
landen durft men zelfs die portefeuille vergelijken met een
ministerie van de loze praat. Volgens de Franse Minister
voor economie Macron zijn de voornaamste kwalen van de
Franse economie het corporatisme, het wantrouwen en de
complexiteit. Deze analyse kan natuurlijk ook in Brussel
gemaakt worden. Daarbij komt nog de concurrentie tussen
de overheden onderling. Wij denken in dat verband aan de
verschillende overheidsfondsen ter ondersteuning van de
cinemasector.
Mme Lemesre reconnaît que l’économie est une compétence difficile à gérer pour un ministre. Dans d’autres pays,
on n’hésite pas à comparer ce portefeuille à un ministère de
la parole. Selon le ministre français de l’Économie, M. Macron, les principaux maux de l’économie française sont le
corporatisme, la défiance et la complexité. Cette analyse
se vérifie bien sûr à Bruxelles aussi. A ces obstacles, il
convient encore d’ajouter la concurrence que les pouvoirs
publics se livrent entre eux. On peut penser à cet égard aux
différents fonds publics pour soutenir l’industrie cinématographique.
Voordat de heer Gosuin minister werd, wees hij erop dat
de sociale uitdaging in Brussel bestond in het feit dat de
maatregelen voor een economische relance ongetwijfeld
jobs in Brussel creëren maar dat daarmee de jongerenwerkloosheid niet opgelost wordt. Nu staat de heer Gosuin aan
het roer en kan hij proberen om dit gegeven te veranderen.
Avant de devenir ministre de l’économie, M. Gosuin
avançait que le défi social de Bruxelles réside dans le fait
que les mesures de relance économique créent sans doute
des emplois à Bruxelles mais ne parviennent pas à résorber
le chômage des jeunes. A présent, M. Gosuin est aux commandes pour tenter de changer de paradigme.
Een bewijs voor de corporatistische reflex is het verzet
tegen het platform Uber in Brussel dat natuurlijk concurrentie vormt voor de Brusselse taxi’s, maar ook een onderdeel vormt van de digitale economie die iedereen fantastisch vindt. De politici moeten niet zo terughoudend staan
tegenover die nieuwe initiatieven.
Une preuve des résistances dues au corporatisme est
fournie par les réticences à l’installation de la plate-forme
« Uber » à Bruxelles, qui entre certes en concurrence avec
les taxis bruxellois, mais qui est également une expression
de l’économie numérique, louée par tous. Les représentants
politiques devraient être moins frileux envers ces nouvelles
initiatives.
De middelen van de GOMB nemen toe, gedeeltelijk als
gevolg van het nieuwe initiatief van de vrijzone. Mevrouw
Lemesre is het niet eens met de invoering van een vrijzone
in een klein gebied als het Brussels Gewest, vooral omdat
dit soort maatregelen tot een mattheuseffect leidt. Het is
het geheel van het economisch weefsel van het Gewest dat
op de sukkel is en de gemeenten die als rijk beschouwd
worden, moeten ook geholpen worden. Hoe staat het met
ZEUS ? Weet men al welke bedrijven in dat verband steun
gevraagd zouden hebben ? Bestaat er een verband tussen
ZEUS en het kanaalplan dat de Minister-President voorgesteld heeft ? Sommige bedrijven aan het kanaal hebben zich
al sceptisch betoond ten aanzien van ZEUS en hebben ermee gedreigd hun activiteiten te verplaatsen. Ook hier ziet
Les ressources de la SDRB sont en augmentation, en
partie à cause du nouveau dispositif de zone franche. Mme
Lemesre désapprouve la création d’une zone franche dans
un territoire aussi exigu que celui de la Région bruxelloise,
d’autant plus que ce genre de mesures alimente inévitablement des effets d’aubaine. C’est l’ensemble du tissu économique de la Région qui est à la peine et les communes
considérées comme riches doivent également être aidées.
Où en est l’élaboration de la ZEUS ? Les entreprises qui
auraient déjà sollicité des aides à ce titre sont-elles identifiées ? Existe-t-il un rapport entre la ZEUS et le plan canal
présenté par le ministre-président ? Certaines entreprises
installées aux abords du canal ont en tous cas déjà exprimé
leur scepticisme à l’égard de la ZEUS et ont menacé de
A-50/3 – 2014/2015
— 179 —
A-50/3 – 2014/2015
men het wantrouwen van de bedrijfswereld ten aanzien van
de politieke wereld.
déplacer leurs activités : ici encore, on observe un exemple
de la défiance des milieux économiques vis-à-vis du monde
politique.
Waarom zou de GOMB zich niet installeren in het huis
voor het ondernemerschap ? Gaat het om een soort privilege ?
Pour quelle raison la SDRB ne s’installera-t-elle pas
dans la maison de l’entrepreneuriat ? S’agit-il d’une forme
de privilège ?
Het BAO kondigt maatregelen aan om de innoverende
groei te steunen. Kan de Minister daar meer over zeggen ?
L’ABE annonce des mesures de soutien à la croissance
innovante. Le ministre pourrait-il apporter plus de précisions à ce sujet ?
De vereffeningsgraad van de steun voor de economische
expansie wordt niet beter in 2014. Dat is een vaag gehoord
verwijt : die steun zou sneller toegekend moeten worden.
Le taux de liquidation des aides à l’expansion économique ne s’améliore pas en 2014. C’est un reproche souvent entendu : il faudrait que ces aides mettent moins de
temps à sortir du fût de canon.
Wat is het standpunt van de Minister over de bedrijvencentra die overrompeld worden door kandidaat-ondernemers die willen starten met een vangnet ? Ook hier blijft de
Minister voorzichtig in zijn verklaringen.
Quelle est la position du ministre à l’égard des centres
d’entreprises, qui sont pris d’assaut par les candidats entrepreneurs qui désirent s’élancer tout en ayant un parachute ?
Ici également, le ministre est resté prudent dans ses déclarations.
Het agentschap Atrium werkt nog altijd op empirische
wijze zoals in het begin. De voorgangers van de Minister
hebben geen wettelijk statuut willen geven aan het agentschap, maar dat is volgens mevrouw Lemesre wel nodig.
Atrium heeft nood aan een grondige herstructurering en
vernieuwde aandacht van de politieke wereld. De spreker is
voorstander van de afschaffing van de lokale antennes van
Atrium en de invoering van vijf intragewestelijke zones.
De volksvertegenwoordiger beveelt aan de Minister aan
om de politieke controle op de overheidsuitgaven te versterken, de opdrachten van Atrium opnieuw te definiëren
en de rolverdeling tussen Atrium, de lokale besturen en de
handelaarsverenigingen opnieuw te bekijken. Volgens mevrouw Lemesre is de eerste opdracht van Atrium handelszaken te vinden die zich in de lege ruimtes kunnen vestigen
en de kleine ondernemers en ambachtslui te helpen om een
geschikte ruimte te vinden. In het verleden zijn er voor duizenden euro’s aan middelen van het EFRO verloren gegaan
omdat Atrium een puinhoop is.
L’agence Atrium est toujours marquée par l’empirisme
qu’elle connaît depuis ses débuts. Les prédécesseurs du
ministre n’ont pas voulu attribuer un cadre légal à cette
agence, mais cela semble nécessaire aux yeux de Mme
Lemesre. Atrium requiert une restructuration en profondeur et une reprise en main par les responsables politiques.
L’oratrice se déclare favorable à la dissolution des antennes
locales d’Atrium et à la création de cinq zones intrarégionales. La députée recommande au ministre de renforcer le
contrôle politique sur les dépenses publiques, de procéder
à une nouvelle définition des missions d’Atrium et de la
répartition des rôles entre Atrium, les pouvoirs locaux et
les associations de commerçants. Selon Mme Lemesre, le
premier métier d’Atrium est de chercher les enseignes qui
s’installeront dans les locaux vacants et d’aider les petits
commerçants et les artisans à leur trouver des locaux appropriés. Par le passé, des moyens en provenance du FEDER
ont été perdus par milliers d’euros à cause de la gabegie qui
règne chez Atrium.
De heer Bernard Clerfayt is het eens met de Minister die
orde op zaken wil stellen onder de actoren die actief zijn in
de economie en het aantal openbare operatoren wil beperken. Brussel dat nochtans maar een miljoen inwoners telt
heeft de slechte gewoonte aangenomen om de structuren
altijd maar uit te breiden.
M. Bernard Clerfayt approuve la volonté du ministre de
rationaliser les acteurs publics actifs dans l’économie et de
réduire le nombre d’opérateurs publics. Bruxelles, qui ne
compte pourtant qu’un bon million d’habitants, a pris la
mauvaise habitude de multiplier les structures.
Onder de bevoegdheden die na de staatshervorming aan
het Gewest overgedragen zijn, hebben de vergoedingen
voor de werken op de openbare weg een schitterende start
genomen met een comfortabel budget. Een andere nieuwe
bevoegdheid is de toegang tot het beroep. Hier mag de Minister niet aarzelen om de procedures voor de toekenning
van vergunningen sterk te vereenvoudigen. Men moet af-
Parmi les compétences dévolues à la Région à la suite
de la réforme de l’État, les indemnités pour travaux sur la
voirie connaissent un départ retentissant avec un budget
confortable. Une autre nouvelle compétence est l’accès à la
profession. En cette matière, le ministre ne doit pas hésiter
à simplifier considérablement les procédures d’octroi des
autorisations. Il faut se départir d’une longue tradition de
A-50/3 – 2014/2015
— 180 —
A-50/3 – 2014/2015
stappen van een lange traditie van bescherming van beroepen, omdat deze vormen van afscherming de werkgelegenheid van de zelfstandigen in het gedrang brengen.
protection des métiers, qui sont autant de cloisonnements
qui entravent l’emploi des indépendants.
De nieuwe initiatieven van ZEUS krijgen geen applaus
van de heer Clerfayt die onderstreept dat uit de ervaring in
het buitenland blijkt dat zulks geen succes is. De ordonnantie van 30 januari 2014 moet nochtans uitgevoerd worden.
De volksvertegenwoordiger vraagt de Minister dus om die
maatregelen zo snel mogelijk uit te voeren en zich te concentreren op de echte effecten voor de werkgelegenheid.
Le nouveau dispositif de la ZEUS n’a pas les faveurs
de M. Clerfayt, qui souligne que les expériences menées à
l’étranger n’ont pas été concluantes. Il faut pourtant mettre
en œuvre l’ordonnance du 30 janvier 2014. Le député engage donc le ministre à mettre ce dispositif en exécution le
plus rapidement possible et être fixé sur les réelles retombées sur l’emploi.
De spreker wijst er overigens op dat de Minister enerzijds de toekenning van overheidssteun meer afhankelijk
wil maken van het aantal Brusselaars dat aan werk geholpen wordt, en anderzijds een zakenklimaat wil behouden
dat gunstig is voor de economische ontwikkeling door de
administratieve rompslomp zo veel mogelijk te beperken.
Is dat geen tegenstelling ? Wordt het mogelijk om het leven
van de ondernemers te vergemakkelijken en hen tegelijk
een return on investment op te leggen in de vorm van een
verplichting om meer Brusselaars aan werk te helpen ?
L’orateur observe par ailleurs que le ministre souhaite
d’une part lier davantage l’attribution des aides publiques
au taux de mise à l’emploi des Bruxellois et d’autre part
entretenir un climat d’affaire propice au développement
économique, en réduisant autant que possible les pesanteurs administratives. N’y a-t-il pas là une contradiction ?
Sera-ce possible de faciliter la vie des entrepreneurs tout en
leur imposant un retour sur investissement, sous la forme
d’une mise à l’emploi de plus de Bruxellois ?
De oriëntatienota van de Minister bepaalt tot slot dat de
opdrachten van Atrium bepaald moeten worden in overleg
met de lokale besturen. Men moet er wel op toezien dat het
Gewest ook aan deze discussies deelneemt, wanneer men
weet dat bepaalde handelswijken gelegen zijn aan wegen
beheerd door het Gewest.
Enfin, la note d’orientation du ministre dispose que les
missions d’Atrium devront être identifiées en concertation
avec les pouvoirs locaux. Il faudrait cependant veiller à ce
que la Région participe aussi à ces discussions, quand on
sait que des quartiers commerçants sont notamment situés
dans des voiries gérées par la Région.
De Minister onderstreept dat de Brusselse economie
gekenmerkt wordt door zowel een hoge graad van creatie
van bedrijven als een hoge graad van faillissementen. De
economische groei is de essentiële parameter in dit beleid
en een gewestminister heeft maar een minimale invloed op
de groei. De Europese relanceplannen en de fiscaliteit zijn
veel bepalender voor de economische conjunctuur.
Le ministre souligne tout d’abord que l’économie
bruxelloise se caractérise à la fois par un taux de création
d’entreprises très haut, intimement lié à un fort taux de
faillites. La croissance économique est le paramètre essentiel au cœur de cette politique et un ministre régional n’a
qu’une emprise très réduite sur la croissance. Les plans de
relance européens et la fiscalité sont des leviers plus déterminants sur la conjoncture économique.
Om de middelen van het Gewest zo goed mogelijk te
besteden, zal de Minister eerst iets doen aan de mattheuseffecten. Men moet bijvoorbeeld geen steun geven aan personen die sowieso een investering zouden doen of zich in
een handelsgalerij zouden vestigen, ook zonder de steun
van het Gewest.
Pour affecter au mieux les moyens dont dispose la
Région, le ministre s’attachera tout d’abord à contrer les
effets d’aubaine. Par exemple, il ne faut plus venir en aide
à des personnes qui réaliseraient un investissement de toute
façon ou qui s’installeraient dans une galerie commerçante,
même sans l’aide de la Région.
Het Gewest moet eerst en vooral steun geven aan de
bedrijven die werkgelegenheid creëren, bij voorkeur voor
jobs die beantwoorden aan het profiel van de meeste Brusselse werkzoekenden. Maar dat mag niet het enige criterium voor de toekenning van steun zijn. Een start-up moet
ook in aanmerking komen, ook al zijn de werknemers er
hoog opgeleid en is het risico groot dat dit bedrijf over kop
gaat of overgenomen wordt na enkele jaren. Het economische leven is onvoorspelbaar en de Regering moet dat aanvaarden want Brussel is geen eiland.
La Région doit soutenir en priorité les entreprises porteuses et créatrices d’emplois, de préférence pour des
emplois correspondant au profil majoritaire des demandeurs d’emploi bruxellois. Mais ce ne peut être le seul
critère d’attribution des aides. Une « start-up » doit aussi
pouvoir prétendre à des aides, même si les personnes qui
y travaillent présentent un profil hautement qualifié et que
le risque est assez grand que cette entreprise fasse faillite
ou soit rachetée après quelques années. La vie économique
présente cette volatilité et le gouvernement doit l’accepter
car Bruxelles n’est pas une île.
A-50/3 – 2014/2015
— 181 —
A-50/3 – 2014/2015
Het Gewest moet op innovatie mikken die niet enkel van
technologische aard is, maar ook berust op de creativiteit
van de bestaande bedrijven. Het moet ook de projecten
steunen die het imago van Brussel bevorderen, in het bijzonder die in het kader van het economisch onderzoek ook
al worden daar weinig mensen te werk gesteld.
La Région doit miser sur l’innovation, qui n’est pas seulement d’ordre technologique, mais qui repose aussi sur
la créativité des entreprises existantes. Elle veillera aussi
à soutenir des projets valorisant l’image de Bruxelles, notamment ceux qui sont issus de la recherche universitaire,
même s’ils emploient peu de personnes.
De KMO’s zullen ondersteund blijven worden in hun
eerste jaren activiteit, zo zegt de Minister aan de heer De
Lille. Naast de hervorming van de steun aan de expansie in
2015, denkt de Minister eraan om de raad voor economische coördinatie te hervormen.
Les PME continueront à être soutenues jusque dans leurs
premières années d’activité, précise le ministre en réponse
à M. De Lille. Outre la refonte des aides à l’expansion en
2015, le ministre prévoit de réformer le Conseil de coordination économique.
ZEUS heeft het principeakkoord van de Europese Commissie gekregen dat pas in september aan het Gewest bezorgd is. De ordonnantie van 30 januari 2014 heeft dus nog
geen gevolgen en de Minister werkt aan de uitvoeringsbesluiten. De Minister verwijst voor de rest naar het antwoord
dat hij onlangs gegeven heeft op een interpellatie van mevrouw d’Ursel.
Le dispositif de la ZEUS a fait l’objet d’une autorisation
de principe de la Commission européenne, qui a été transmise à la Région seulement en septembre. L’ordonnance
du 30 janvier 2014 ne sort donc pas encore ses effets et le
ministre travaille à ces arrêtés d’application. Au surplus, le
ministre se réfère à la réponse qu’il a récemment apportée
à une interpellation de Mme d’Ursel.
Zoals de heer De Lille terecht opgemerkt heeft, moet de
beeldvorming rond mislukking veranderen en dat geldt ook
voor de maatregelen die de Regering zal moeten nemen.
De Minister zal er geen moeite mee hebben om de mislukking toe te geven van een maatregel die hij ingevoerd heeft.
Daarom wil hij nu nog niet weigerachtig staan tegenover
ZEUS, dat trouwens uitgevoerd moet worden omdat het
een democratische beslissing geweest is.
Comme l’indiquait judicieusement M. De Lille, il faut
changer la perception de l’échec et cela s’applique aussi
aux mesures que prendra le gouvernement régional. Le ministre n’aura aucune difficulté à admettre l’échec d’une mesure qu’il aura tentée. C’est pourquoi il refuse d’être hostile
a priori au dispositif de la ZEUS, qui doit d’ailleurs être
mis en œuvre puisqu’il est né d’une volonté démocratique.
De Minister bevestigt aan mevrouw Rousseaux dat een
grondige analyse van het instrumentarium aan steunmaatregelen in het kader van de economische expansie geen
tijdverlies is, omdat de uitvoering van de bestaande maatregelen daarmee niet verlamd wordt, gelet op het principe
van de continuïteit van de openbare dienstverlening. Anderzijds is het niet juist te beweren dat alle steun in drie
schijven betaald wordt. Alles hangt af van de omvang van
de bedragen en deze procedure wordt vereist door de regels
inzake financiële controle, waarvan de correcte uitvoering
door het Rekenhof gegarandeerd wordt.
Le ministre affirme à Mme Rousseaux qu’une analyse
en profondeur de l’arsenal des aides à l’expansion économique n’est pas une perte de temps, car cela ne paralyse
pas l’application des dispositions existantes, en vertu du
principe de continuité de l’action publique. D’autre part,
il est inexact de prétendre que toutes les aides se paient en
trois tranches. Cela dépend de l’ampleur des montants et
cette procédure est exigée par les règles de contrôle financier, dont la bonne exécution est garantie par la Cour des
comptes.
De cijfers over de goedgekeurde steunaanvragen zal als
bijlage bij het verslag gevoegd worden. Voor de steun voor
consultancy en aanwerving zijn er bijvoorbeeld 1.627 dossiers ingediend, 1.427 dossiers aanvaard en 288 verworpen.
Het percentage weigeringen is dus tamelijk laag.
Les chiffres d’acceptation des demandes d’aide seront
versés en annexe au rapport. A titre d’exemple, en matière
d’aides à la consultance et au recrutement, 1.627 dossiers
ont été introduits, 1.427 dossiers ont été acceptés et 288 ont
été refusés. Le taux de refus est donc assez réduit.
De actie voor de rationalisering van de economische
operatoren gaat volgend jaar van start en beoogt schaalbesparingen om nieuwe begrotingsmiddelen vrij te maken.
Le mouvement de rationalisation des opérateurs économiques débutera l’année prochaine et a pour objectif de
réaliser des économies d’échelle, en vue de dégager des
moyens budgétaires nouveaux.
« Brupart » is een filiaal van de GIMB, want de financieringswet van 16 januari 1989 legt dat op. Dat gezegd
zijnde, geeft de Minister geen ongelijk aan degenen die
zeggen dat de GIMB veel weg heeft van een melkwegstelsel en hij zal de vertegenwoordigers ervan precieze informatie vragen om ter zake meer duidelijkheid te krijgen. De
« Brupart » est une filiale de la SRIB car la loi de financement du 16 janvier 1989 l’impose. Cela étant dit, le
ministre ne donne pas tort à ceux qui affirment que la SRIB
s’apparente à une galaxie et il réclamera à ses représentants des informations précises afin d’y voir plus clair. La
société n’échappera pas au mouvement d’optimalisation
A-50/3 – 2014/2015
— 182 —
A-50/3 – 2014/2015
maatschappij zal niet ontsnappen aan de actie met het oog
op de optimalisatie van de middelen. De GIMB moet evenwel beschouwd worden als een goed instrument voor de
ondersteuning van de kmo’s. « Brupart » wordt geherkapitaliseerd over acht jaar. De begroting bevat daartoe een
allocatie van 1.038.000 euro, als aanvulling op de dotatie
van 2.500.000 euro die het federaal vereffeningsfonds tot
2022 zal storten.
des moyens. La SRIB doit néanmoins être regardée comme
un bon instrument de soutien aux PME. « Brupart » sera
recapitalisée en huit ans. Le budget contient à ce titre une
allocation d’1.038.000 euros, en complément de la dotation de 2.500.000 euros que versera chaque année jusqu’en
2022 le fonds fédéral en liquidation.
De recente buitengewone sociale topontmoeting heeft
gepoogd een nieuwe impuls te geven aan het sociaal overleg. Dat overleg kan goed geacht worden in Brussel, wetend
dat meer dan 70 % van de adviezen van de Raad gevolgd
worden door de overheden en dat elke beleidsbeslissing die
afwijkt van een advies van een adviesorgaan moet gemotiveerd worden. De Minister wil niettemin benadrukken dat
de politieke vertegenwoordigers het laatste woord moeten
krijgen en dat het standpunt van een adviesorgaan niet automatisch moet bekrachtigd worden.
Le récent sommet social extraordinaire s’est attaché à
donner un nouvel élan à la concertation sociale. On peut
estimer que cette concertation est d’une bonne tenue
à Bruxelles, quand on sait que plus de 70 % des avis du
Conseil sont suivis par les pouvoirs publics et que toute décision politique qui diverge d’un avis d’un organe consultatif doit être motivée. Le ministre tient toutefois à souligner
que le dernier mot doit revenir aux représentants politiques
et que le point de vue d’un organe consultatif ne doit pas
d’office être entériné.
Het toekomstige huis voor ondernemerschap, op de
Charleroisesteenweg, werd al aangekocht en zal vier overheidsinstanties huisvesten. De GOMB kan niet worden
overgebracht naar dit huis, want de ruimtes zijn te klein.
La future maison de l’entrepreneuriat, située chaussée
de Charleroi, a déjà été achetée et elle accueillera quatre
organismes publics. La SDRB ne pourrait être transférée
dans la maison car les locaux sont trop petits.
De federale bepalingen die van toepassing zijn inzake
toegang tot het beroep blijven uiteraard van kracht tijdens
het analysewerk dat de Minister zal verrichten. Hij zal pogen te komen tot meer eenvoudige procedures. Ontwerpen
van wetteksten worden binnenkort ingediend bij het Parlement, na advies van de Economische en Sociale Raad.
De Minister beschikt nog altijd niet over precieze cijfers
vanwege het federaal bestuur ter zake.
Les dispositions fédérales applicables en matière d’accès à la profession continueront bien entendu à s’appliquer
durant le travail d’analyse que le ministre entreprendra. Ce
dernier cherchera à parvenir à plus de simplicité dans les
procédures. Des projets de textes légaux seront prochainement déposés au parlement après avoir recueilli l’avis du
Comité économique et social. Le ministre ne dispose toujours pas de chiffres détaillés de la part de l’administration
fédérale se rapportant à cette matière.
Hij weet trouwens net zo min welke gevolgen de maatregelen tot verlaging van de sociale bijdragen zullen hebben
op de Brusselse werkgelegenheid. De RSZ begint pas aan
een gedetailleerd analyserooster met het gigantisch geheel
van gegevens in zijn bezit. Dat biedt de mogelijkheid te begrijpen waarom de tenuitvoerlegging van de staatshervorming zeer geleidelijk gebeurt en waarom tal van bedragen
die in de begroting vermeld worden slechts ramingen zijn.
D’ailleurs, il ignore également quels sont les effets des
mesures de réduction de cotisations sociales sur l’emploi
bruxellois. L’ONSS commence seulement à se doter d’une
grille d’analyse affinée de l’ensemble gigantesque de données qui sont en sa possession. Ceci permet de comprendre
pourquoi la mise en œuvre de la réforme de l’État s’effectue très progressivement et pourquoi de nombreux montants qui figurent au budget ne sont que des estimations.
De analyse van de weerslag van steun voor economische
expansie op de opvang van jonge kinderen wordt als bijlage
bij het verslag gevoegd.
L’analyse d’impact des aides à l’expansion économique
sur l’accueil de la petite enfance sera jointe en annexe au
rapport.
De structurele hervormingen met betrekking tot het
BAO om het toezicht op de boekhouding ervan te versterken zullen in ieder geval van toepassing zijn voor de uitwerking van de rekeningen in 2015. Het Agentschap heeft
een persoon aangeworven om de betrouwbaarheid van de
boekhoudkundige gegevens te controleren. De Minister
heeft een gedetailleerde uiteenzetting van deze maatregelen
gegeven op 23 oktober 2014, als antwoord op interpellaties
van de heer De Wolf en de heer de Patoul.
Les réformes structurelles qui porteront sur l’ABE afin
de renforcer le contrôle sur sa comptabilité seront d’application en tout cas pour l’élaboration des comptes en 2015.
Une personne a été engagée par l’agence pour contrôler la
fiabilité des données comptables. Le ministre a apporté un
exposé détaillé de ces mesures le 23 octobre dernier, en
réponse à des interpellations de M. De Wolf et de M. de
Patoul.
A-50/3 – 2014/2015
— 183 —
A-50/3 – 2014/2015
Crowdfunding (participatieve financiering) is een nieuwe financieringsvorm in volle bloei. Er bestaan al twee
Brusselse fondsen : « Look and find », en « Beta Group ».
Aan andere projecten wordt gewerkt. Het Gewest zal informatie blijven verspreiden over « crowdfunding ». Voorts
wijst de Minister nog op het feit dat de enkele tientallen
miljoen euro van de begroting voor economie uiteindelijk
weinig voorstellen en dat zij moeten besteed worden aan de
projecten die dat het meest nodig hebben.
Le « crowdfunding » (financement participatif) est une
nouvelle forme de financement en pleine expansion. Deux
fonds bruxellois existent déjà : « Look and find » et le fonds
« Beta Group ». D’autres projets sont encore en gestation.
Ce sont des placements à risque encore méconnus du public. La Région continuera à diffuser des informations au
sujet des « crowdfunding ». Le ministre rappelle ici encore
que les quelques dizaines de millions d’euros du budget de
l’économie sont somme toute peu de chose et qu’il est nécessaire de les affecter aux projets qui en ont le plus besoin.
De projectoproep voor het verkrijgen van middelen van
het EFRO werd in juli 2014 afgesloten, onder leiding van
de Minister-President. Het economisch onderdeel van deze
oproep vertegenwoordigt een derde van de projecten, i.e.
ongeveer 70 miljoen euro. De Minister verbergt niet dat,
naar zijn mening, de criteria van deze projectoproep veel te
ruim werden bepaald en dat vele in aanmerking komende
projecten moeten worden opgeofferd. Slechts een vierde
ervan zal gefinancierd worden, aangezien het gaat over een
strikt omschreven begroting. In de toekomst pleit de Minister voor een strengere preselectie aan de hand van meer
beperkende criteria.
L’appel à projets lancé pour l’obtention des ressources
du FEDER a été clôturé en juillet dernier, sous la houlette
du ministre-président. Le volet économique de cet appel
représente un tiers des projets, soit environ 70 millions
d’euros. Le ministre ne cache pas qu’à ses yeux, les critères de cet appel à projets ont été trop largement définis et
qu’il faudra sacrifier de nombreux projets éligibles. Seul un
quart d’entre eux sera financé puisqu’il s’agit d’un budget
strictement défini. A l’avenir, le ministre préconise une présélection plus rigoureuse à l’aide de critères plus restrictifs.
De Minister deelt het standpunt van mevrouw Lemesre
inzake Atrium. Dat Agentschap moet als rol hebben de hindernissen te vinden voor de goede werking voor de handel,
te beginnen met netheid en veiligheid, maar niet toezicht
te houden op het werk dat verricht wordt door bekwame
instanties. Atrium moet tevens de handelswijken dynamischer maken, en daartoe worden binnenkort projectoproepen « Open soon » gestart. De Minister werkt aan een
ontwerp van beheerscontract met Atrium, dat er nog geen
ondertekend heeft.
Le ministre partage le point de vue de Mme Lemesre
quant à Atrium. Le rôle de cette agence doit être d’identifier
les obstacles au bon fonctionnement du commerce, à commencer par la propreté et la sécurité, mais pas de surveiller le travail réalisé par les organismes compétents. Atrium
doit également dynamiser les quartiers commerçants et
c’est dans cette optique que des appels à projets « Open
soon » seront prochainement lancés. Le ministre élabore
un projet de contrat de gestion avec Atrium, qui n’en a pas
encore signé.
De Minister voegt toe ten behoeve van de heer Fassi-Fihri
dat de financiering van het platform « Screen » stijgt van
75.000 euro naar 100.000 euro (BA 12.007.15.04.4160).
Le ministre ajoute à l’intention de M. Fassi-Fihri que
la plate-forme « Screen » voit son financement passer de
75.000 euros à 100.000 euros (AB 12.007.15.04.4160).
De vergoedingen voor handelaars ter compensatie
voor het ongemak door werken volgen thans nog de regels die werden opgesteld door de federale wetgever. Zij
worden voorzien van 388.000 euro, want het bedrag van
58.000 euro waarop de federale administratie die begroting
had geraamd, werd onderschat volgens de Minister. Die allocatie kan aanzienlijk variëren van jaar tot jaar. In 2014
bijvoorbeeld hebben de werken in de Theodore Verhaegenstraat vele subsidies verantwoord. Het is dus mogelijk
dat deze allocatie achteraf wordt aangepast. De Minister
voegt daaraan toe dat het gewestelijk vergoedingssysteem
niet toepasbaar is en slechts voorzien is van 20.000 euro.
Aanvragers moeten in ieder geval aantonen dat de werf hun
handel sterk verstoort.
Les indemnités versées aux commerçants pour compenser les désagréments issus de travaux en voirie obéissent
aujourd’hui encore aux règles édictées par le législateur
fédéral. Elles sont pourvues de 388.000 euros car le montant de 58.000 euros auquel l’administration fédérale avait
estimé ce budget a été sous-évalué selon le ministre. Cette
allocation peut varier considérablement d’année en année.
Par exemple, en 2014, les travaux dans la rue Théodore
Verhaegen ont justifié de nombreux subsides. Il est donc
possible que cette allocation soit ajustée ultérieurement. Le
ministre ajoute que le dispositif régional d’indemnisation
est quant à lui inapplicable et n’est doté que de 20.000 euros. Le demandeur devra en tout cas établir que le chantier
perturbe gravement son commerce.
Het centrum voor de media zou een « cluster » moeten
omvatten voor de bedrijven. Dat is vermeld bij de projecten
die aanspraak maken op EFRO-financiering. De Minister
wijst erop dat de inrichting ervan gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de Minister-President.
Le pôle consacré aux médias devrait comporter un
« cluster » d’entreprises. Il figure parmi les projets prétendant à un financement du FEDER. Le ministre rappelle
que cet aménagement est conduit sous la responsabilité du
ministre-président.
A-50/3 – 2014/2015
— 184 —
A-50/3 – 2014/2015
De maatregelen ter bevordering van het doorgeven van
bedrijven vormen een van de aspecten van de toekomstige
fiscale hervorming. Het is voorbarig dat vandaag te bespreken.
Les mesures favorisant la transmission d’entreprise sont
un des aspects de la future réforme fiscale. Il est prématuré
d’en discuter aujourd’hui.
Er bestaat reeds overheidssteun voor elektronische
handel, die al te vrijgevig wordt toegekend volgens de
Minister, voor investeringen die dat niet verantwoorden.
Tegenwoordig gebeurt 10 % à 12 % van de aankopen elektronisch. Deze sector is dus in volle ontwikkeling. Ons Gewest heeft onmiskenbaar een concurrentieprobleem in deze
sector, te beginnen met de logistieke centra, waarvan geen
enkel op ons grondgebied gelegen is. De gewestregering
is niet in staat om dat tekort te verhelpen, maar kan hulp
bieden aan de Brusselse handelszaken, die hun dienstverlening aan de klanten moeten verbeteren om te overleven
ten opzichte van de elektronische handel. Het beroep van
verkoper wordt ongetwijfeld veeleisender in de toekomst.
Il existe déjà des aides publiques versées au commerce
électronique et elles sont trop généreusement accordées selon le ministre, pour des investissements qui ne le justifient
pas. Actuellement, 10 % à 12 % des achats s’effectuent par
voie électronique. C’est donc un secteur en plein développement. On ne peut nier que notre Région souffre d’un problème de compétitivité dans ce secteur, à commencer par
les centres de logistique, dont aucun n’est situé sur notre
territoire. Le gouvernement régional n’est pas en mesure
de redresser ce déficit, mais il peut venir en aide aux commerces bruxellois, qui doivent améliorer leur service aux
clients pour assurer leur survie face au commerce électronique. Le métier de vendeur sera sans doute plus exigeant
à l’avenir.
Mevrouw Emmery vroeg hoe de toekenning van geweststeun kan gebonden zijn aan voorwaarden inzake
aanwerving. De Minister antwoordt dat aan de betrokken
bedrijven wellicht gaat worden voorgesteld een samenwerkingsakkoord te sluiten met Actiris om de werkaanbiedingen aan hen door te geven. Men kan echter niet zover gaan
gedeeltelijke terugbetaling van de steun te vragen als het
betrokken bedrijf geen Brusselaar aanwerft.
Mme Emmery demandait comment l’octroi des aides
régionales pourra être lié à des conditions d’embauche. Le
ministre répond que les entreprises concernées se verront
probablement proposer de signer une convention de collaboration avec Actiris et d’étoffer les offres d’emplois de
l’office. On ne pourrait cependant aller jusqu’à exiger un
remboursement partiel de l’aide quand ladite entreprise
n’engage pas un Bruxellois.
Mevrouw Durant heeft de Minister een beheerder van
het bestaande genoemd. De Minister betwist dat niet. Als
hij zorgt voor een grondig onderzoek van de maatregelen,
is dat evenwel om de toekomst beter voor te bereiden.
Mme Durant a qualifié le ministre de gestionnaire de
l’existant, ce que ce dernier ne conteste pas. Mais, s’il
veille à une remise à plat des politiques, c’est pour mieux
préparer le futur.
Inzake de « small business act », verduidelijkt de Minister dat het systeem van steun voor economische expansie
niet de meest hinderlijke complexiteit vormt voor de bedrijven. Zij klagen vooral over de verplichtingen van de
federale wetgeving, de milieuregels, maar ook de strenge
regels inzake monumenten en landschappen.
Evoquant le « small business act », le ministre précise
que le dispositif des aides à l’expansion économique ne
constitue pas la complexité la plus embarrassante pour les
entreprises. Celles-ci se plaignent surtout des contraintes
de la législation fiscale, des règles environnementales mais
aussi des rigueurs des règles relatives aux monuments et
sites.
Tot slot verduidelijkt de Minister aan de heer De Lille
dat het Brussels label een van de verwezenlijkingen van de
vorige Regering is. De verspreiding van dit label moet dus
voortgezet worden.
Enfin, le ministre précise à M. De Lille que le label
bruxellois a été l’une des réalisations du gouvernement précédent. Il reste donc à poursuivre la diffusion de ce label.
Mevrouw Isabelle Durant antwoordt aan de Minister dat
de economische groei zeker niet bepaald wordt door ons
Gewest, maar zij benadrukt dat de uitwerking van de Europese maatregelen ook gebeurt onder impuls van de Staten
en de gewesten. De toekenning van de Europese fondsen
kan onderworpen worden aan een strengere voorafgaande
selectie, maar mag niet zover gaan dat de geestdrift van
de ondernemers inzake het lanceren van een projectoproep
geheel gedoofd wordt.
Mme Isabelle Durant répond au ministre que la croissance économique n’est certes pas déterminée par notre
Région, mais elle souligne que l’élaboration des politiques
européennes se fait aussi sous l’impulsion des États et des
régions. L’attribution des fonds européens pourrait en effet
être l’objet d’une sélection préalable plus draconienne,
mais il ne faudrait pas aller jusqu’à étouffer l’enthousiasme
des entrepreneurs lié au lancement d’un appel à projets.
A-50/3 – 2014/2015
— 185 —
Elke beleidsbeslissing leidt tot buitenkansen, niet enkel
subsidies. De Regering moet daar voortdurend aandacht
aan besteden. De volksvertegenwoordigster is overigens
van mening dat de Regering niet alleen moet communiceren over « crowdfunding » om het bekend te maken, maar
zou moeten overwegen het een juridisch statuut en eventueel een gewestelijk platform te geven.
Voor wanneer zou het beheerscontract gepand zijn ?
A-50/3 – 2014/2015
Ce que l’on appelle les effets d’aubaine sont inhérents
à toute décision politique et pas seulement aux subsides.
Le gouvernement doit y rester attentif en permanence. Par
ailleurs, la députée est d’avis que le gouvernement ne doit
pas seulement communiquer au sujet du « crowdfunding »
pour le faire connaître, mais qu’il devrait envisager de lui
conférer un statut juridique et éventuellement une plateforme régionale.
Pour quand serait prévu le contrat de gestion d’Atrium ?
De minister antwoordt dat het beheerscontract in het
1ste semester 2015 gesloten zou worden.
Le ministre répond que la conclusion de ce contrat est
prévue pour le 1er semestre 2015.
De heer Hamza Fassi-Fihri vindt dat bescheidenheid bij
het erkennen van de beperktheid van zijn mogelijkheden
en financiële middelen het Gewest niet mag beletten daadkrachtig te blijven. De heer Fassi-Fihri erkent met mevrouw
Durant de omvang van de buitenkansen en is niet bang om
de maatregelen waartoe in het verleden werd beslist, op
initiatief van de vroegere Ministers Cerexhe en Fremault,
grondig te analyseren.
M. Hamza Fassi-Fihri estime que la modestie qui conduit
à reconnaître la limitation de ses possibilités et de ses
moyens financiers ne doit pas empêcher la Région de rester volontariste. M. Fassi-Fihri reconnaît avec Mme Durant
l’ampleur des effets d’aubaine et ne craint pas d’analyser
en profondeur toutes les politiques décidées par le passé, à
l’initiative des anciens ministres Cerexhe et Fremault.
De overheidssteun voor personen die starten met elektronische handel kan eveneens worden toegekend aan de
traditionele handelaars die nog niet aanwezig zijn op het
internet, om ze bewust te maken van het belang van dergelijke aanwezigheid. De stad Parijs organiseert trouwens
vergaderingen ten behoeve van de handelaars, die pogen
aan te tonen hoe internet hun marktaandeel bedreigt.
Les aides publiques versées aux personnes qui se lancent
dans le commerce électronique pourraient également être
accordées aux commerçants traditionnels qui ne sont pas
encore présents sur internet, afin de les sensibiliser à l’intérêt d’une présence sur la toile. La ville de Paris organise
d’ailleurs des réunions à l’attention des commerçants, qui
cherchent à leur démontrer comment internet attaque leurs
parts de marché.
De spreker herhaalt zijn vraag inzake de eventuele
voortzetting van de financiering van het platform van de
culturele en creatieve industrie.
L’orateur réitère sa question relative à la poursuite
éventuelle du financement de la plate-forme des industries
culturelles et créatives.
De Minister beschikt niet over die informatie en zal dat
nagaan bij zijn diensten.
Le ministre ne dispose pas de cette information. Il vérifiera auprès de ses services.
De heer Hamza Fassi-Fihri bevestigt dat de sector van de
culturele en creatieve industrie zich trouwens niet beperkt
tot de modesector, die niet alle subsidies mag binnenrijven.
De GIMB is deelgenoot geworden in het kapitaal van het
« Start Fonds », dat zich toelegt op jonge culturele en creatieve bedrijven.
M. Hamza Fassi-Fihri affirme que le secteur des industries culturelles et créatives ne se résume d’ailleurs pas au
secteur de la mode, qui ne peut rafler tous les subsides. La
SRIB est entrée dans le capital du fonds « Start », spécialisé
dans les jeunes entreprises culturelles et créatives.
Mevrouw Marion Lemesre is blij te Minister te horen
zeggen dat hij het klimaat voor zaken wil bevorderen in
Brussel, maar vestigt zijn aandacht op het feit dat daarvoor
transversale maatregelen vereist zijn. De Minister voor de
economie moet ter zake een soort waakhond zijn. Mevrouw
Lemesre maakt bijvoorbeeld gewag van de kwalijke gevolgen van het BWLKE (Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) voor het economisch klimaat
in Brussel.
Mme Marion Lemesre se réjouit d’entendre le ministre déclarer qu’il veut promouvoir le climat d’affaires
à Bruxelles, mais elle attire son attention sur le fait que
cela exige une transversalité des politiques. Le ministre de
l’économie doit être à cet égard une sorte de vigie. Mme
Lemesre évoque par exemple les méfaits du COBRACE
(Code bruxellois de l’air, du climat et de la maîtrise de
l’énergie) sur le climat économique à Bruxelles.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 186 —
III. Bespreking van de programma’s
en de activiteiten
III. Discussion des programmes
et activités
Programma 2 : Logistieke, financiële en fiscale steun
aan ondernemingen
Programme 2 : Aides logistiques, financières et fiscales
aux entreprises
De heer Bruno De Lille wijst op een bij te sturen tegenstrijdigheid in BA 12.002.31.02.3431. Het Franse opschrift
bevat een verwijzing naar de wet van 3 december 2005,
terwijl het Nederlandse opschrift verwijst naar een wet van
5 december 2005. De eerste datum (wet van 3 december
2005) is de juiste.
M. Bruno De Lille indique une discordance à corriger
à l’AB 12.002.31.02.3431. L’intitulé français contient une
référence à la loi du 3 décembre 2005, alors que l’intitulé
néerlandais vise une loi du 5 décembre 2005. C’est la première date (loi du 3 décembre 2005) qui est correcte.
De Minister bevestigt dat.
Le ministre le confirme.
De heer Hamza Fassi-Fihri vraagt, met betrekking tot
dezelfde allocatie, wat de toewijzingscriteria zijn voor die
vergoedingen.
M. Hamza Fassi-Fihri demande, à propos de la même
allocation, quels sont les critères d’attribution de ces indemnités.
De Minister verzoekt de volksvertegenwoordiger om de
wet van 3 december 2005 te lezen.
Le ministre prie le député de consulter à cet effet la loi
du 3 décembre 2005.
De heer Johan Van den Driessche zou meer informatie
willen over de werkingstoelagen aan privé-vzw’s om de ondernemersgeest aan te wakkeren (BA 12.002.34.04.3300).
Zou hij de lijst kunnen krijgen van de begunstigde verenigingen ?
M. Johan Van den Driessche souhaiterait obtenir plus
d’information au sujet des subventions de fonctionnement
aux ASBL privées pour encourager l’esprit d’entreprise
(AB 12.002.34.04.3300). Pourrait-il disposer de la liste des
associations bénéficiaires ?
De Minister zal als bijlage de lijst voegen voor het begrotingsjaar 2013.
Le ministre joindra en annexe la liste portant sur l’exercice 2013.
De heer Bruno De Lille is verbaasd over het opmerkelijke verschil van de bedragen voor de vastleggingen en de
vereffeningen in BA 12.002.38.09.3132 (steun voor rekrutering aan KMO).
M. Bruno De Lille s’étonne de la différence notable
des montants inscrits en engagements et en liquidations à
l’AB 12.002.38.09.3132 (aides au recrutement des PME).
De Minister zegt dat de cijfers door het bestuur zijn bezorgd, op basis van het aantal ingediende aanvragen en lopende dossiers.
Le ministre se borne à constater qu’il s’agit des chiffres
transmis par l’administration, en fonction du nombre de
demandes introduites et des dossiers en cours.
De heer Amet Gjanaj vraagt, over dezelfde allocatie,
hoeveel ondernemingen die steun genieten. Hoeveel aanwervingen waren mogelijk dankzij die steun en voor welke
profielen van werknemers ?
M. Amet Gjanaj demande, au sujet de la même allocation, combien d’entreprises ont bénéficié de ces aides.
Combien de recrutements ont été rendus possibles grâce à
elles et pour quels profils de travailleurs ?
De Minister zal het antwoord als bijlage bij het verslag
voegen. Voor meer details, verwijst hij naar het jaarverslag
over de toepassing van de ordonnantie van 13 december
2007.
Le ministre apportera cette réponse en annexe au rapport. Pour plus de détail, il renvoie au rapport annuel sur
l’application de l’ordonnance du 13 décembre 2007.
Programma 4 : Ondersteuning van de technische en beroepsscholen
Programme 4 : Soutien aux écoles techniques et professionnelles
De heer Johan Van den Driessche vraagt, wat activiteit 35 betreft, welke verenigingen namens een school een
steunaanvraag hebben ingediend.
M. Johan Van den Driessche demande, pour ce qui
concerne l’activité 35, quelles associations ont introduit
une demande d’aide au nom d’une école.
A-50/3 – 2014/2015
— 187 —
A-50/3 – 2014/2015
De Minister zegt dat geen enkel project in 2014 werd
gesubsidieerd en dat de verantwoording van de BA op dat
punt moet worden bijgestuurd. Hij zal als bijlage de lijst
van de begunstigde scholen en verenigingen voor 2013 bezorgen.
Le ministre indique qu’aucun projet n’a été subsidié en
2014 et qu’il y a d’ailleurs lieu de corriger le justificatif de
l’AB sur ce point. Il fournira en annexe la liste des écoles et
associations bénéficiaires en 2013.
Programma 6 : Ondersteuning van de door de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest (GOMB) ontplooide economische activiteiten
Programme 6 : Support des activités économiques développées par la Société de Développement pour la
Région de Bruxelles-Capitale (SDRB)
De heer Julien Uyttendaele vraagt waarom de ordonnanceringskredieten van BA 12.006.16.02.6141 tot 0 zijn
herleid.
M. Julien Uyttendaele demande pourquoi les crédits
d’ordonnancement de l’AB 12.006.16.02.6141 sont réduits
à néant.
De Minister zegt dat deze kredieten uitdoven. De allocatie bevat geen nieuwe vastleggingen meer.
Le ministre répond que ces crédits sont en extinction.
Cette allocation ne contient plus de nouveaux engagements.
De heer Julien Uyttendaele wil ook de reden kennen voor de stijging met 91 % van de ordonnanceringskredieten en met 30 % van de vastleggingskredieten in
BA 12.006.20.02.5111. De vastleggingskredieten zijn trouwens gestegen met 360 % in de aanpassing 2014. Waaraan
zullen die hoge bedragen, behalve aan de aankoop van het
Huis van het Ondernemerschap, worden besteed ?
M. Julien Uyttendaele désire aussi savoir ce qui explique
la hausse de 91 % des crédits d’ordonnancement et de 30 %
des crédits d’engagement de l’AB 12.006.20.02.5111. Les
crédits d’engagement ont d’ailleurs augmenté de 360 % à
l’ajustement 2014. Outre l’acquisition de la maison de l’entrepreneuriat, à quoi seront consacrés des montants aussi
importants ?
De Minister zegt dat die investeringsdotatie drie miljoen euro vertegenwoordigt. De steun aan het vastgoedpark slorpt 902.500 euro op, evenals een bonus van
330.000 euro. Anderhalf miljoen euro gaat naar Huis van
het Ondernemerschap.
Le ministre explique que la dotation d’investissement
représente trois millions d’euros. Le soutien à la performance du parc immobilier absorbe 902.500 euros ainsi
qu’un bonus de 330.000 euros. Un million et demi d’euros
seront affectés à la maison de l’entrepreneuriat.
De heer Johan Van den Driessche vraagt naar het aandeel van het Gewest in het kapitaal van de GOMB. En
welke juridische entiteit heeft de aandelen van het Gewest
in handen ?
M. Johan Van den Driessche demande quelle est la part
de la Région dans le capital de la SDRB et quelle entité
juridique détient les actions de la Région.
De Minister zal deze informatie als bijlage bij het verslag voegen.
Le ministre joindra ces informations en annexe au rapport.
Programma 7 : Ondersteuning van de door het Brusselse Agentschap voor de Onderneming (BAO) ontplooide activiteiten
Programme 7 : Support des activités développées par
l’Agence bruxelloise pour l’Entreprise (ABE)
De heer Bruno De Lille betreurt dat de middelen toegekend aan de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu tot 0
zijn herleid. Waarom ?
M. Bruno De Lille observe avec dépit que les moyens
attribué à l’alliance Emploi-Environnement ont été réduits
à zéro. Pourquoi ?
De Minister zegt dat deze uitgaven zijn overgebracht
naar de opdrachten die onder de Minister van leefmilieu
vallen. Hij voegt er meteen aan toe dat hij niet overtuigd is
door de studies waartoe op die basis opdracht is gegeven.
De doelstellingen van dit project zijn niet verwezenlijkt.
Minister Fremault zal nauwkeurigere doelstellingen bepalen en proberen om de ondernemingen meer bij de zaken
te betrekken en via die weg producten en diensten te genereren.
Le ministre explique que ces dépenses ont été transférées dans les missions attribuées à la ministre de l’Environnement. Il ajoute sans détour qu’il n’est pas convaincu par
les études commandées jusqu’ici sur cette base. Ce projet
n’a pas atteint ses objectifs. La ministre Fremault y assignera des objectifs plus précis et cherchera à y impliquer
davantage les entreprises, en vue de créer des produits et
des services par ce biais.
A-50/3 – 2014/2015
— 188 —
A-50/3 – 2014/2015
De heer Bruno De Lille keurt deze overdracht af. De
alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu is vooral een maatregel voor de opleiding van de Brusselaars voor banen in
de sector van het leefmilieu, in het bijzonder in de bouwindustrie en de watersector.
M. Bruno De Lille n’approuve pas ce transfert. L’alliance Emploi-Environnement est avant tout une mesure de
formation des Bruxellois aux emplois liés à l’environnement, en particulier dans la construction et l’eau.
Mevrouw Elke Roex zegt dat deze alliantie tot op heden
geen enkele job heeft opgeleverd. Zij heeft een schriftelijke
vraag gesteld over die kwestie.
Mme Elke Roex rétorque que cette alliance n’a engendré aucun emploi jusqu’à présent. Elle a posé une question
écrite sur ce sujet.
De heer Bruno De Lille is daar niet van overtuigd. De
bouwsector biedt mooie kansen op een baan.
M. Bruno De Lille n’en est pas convaincu. La construction offre de belles opportunités d’emplois.
De heer Hamza Fassi-Fihri vraagt of de middelen die
door de vroegere Minister Fremault zijn toegekend aan een
discussieplatform geleid door het BAO, om het vrouwelijke ondernemerschap te bevorderen, volgend jaar zullen
blijven toegekend worden.
M. Hamza Fassi-Fihri demande si les fonds attribués par
l’ancienne ministre Fremault à une plate-forme de réflexion
dirigée par l’ABE, visant à promouvoir l’entrepreneuriat au
féminin, continueront à être accordés l’an prochain.
De heer Julien Uyttendaele zegt dat de Minister meer
aanwervingen bij het Agentschap heeft aangekondigd, gezien de wrange opmerkingen van het Rekenhof. Zijn deze
personen reeds aan het werk ?
M. Julien Uyttendaele rappelle que le ministre a annoncé l’engagement de personnel supplémentaire à l’Agence,
eu égard aux observations acerbes de la Cour des comptes.
Ces personnes sont-elles déjà à l’œuvre ?
De Minister bevestigt dat : de beheerscontroleur is al aan
de slag en zijn loon is in de begroting verrekend. Ten behoeve van de Heer Fassi-Fihri, verzekert hij dat hij het aantal taken van het Agentschap wil verminderen. Het voormelde platform maakt analyses en houdt denkoefeningen.
Dat moet in de initiatieven worden opgenomen, met behulp
van de eigen middelen. Na de lancering van de initiatieven,
moet men die aan een evaluatie onderwerpen en ze kunnen integreren. Men gaat niet langer alle initiatieven van
de gewestelijke semi-overheidsorganen financieren en de
uitgaven voor nieuwe maatregelen dragen. De organen zullen keuzes moeten maken wanneer zij financiering willen.
Le ministre répond que oui : le contrôleur de gestion a
déjà débuté son travail et son salaire est compris dans le
budget. A M. Fassi-Fihri, il affirme qu’il veut réduire les
missions déléguées à l’Agence. Cette dernière est maintenant saisie des analyses et des réflexions de cette plateforme. Il lui revient de l’intégrer dans ses actions, à l’aide
de ses propres moyens. Après le temps du lancement des
initiatives, il faut savoir passer à celui de l’évaluation et de
l’éventuelle intégration. On ne conçoit plus de poursuivre
le financement de toutes les initiatives menées par les para­
régionaux tout en y ajoutant les dépenses relatives à de
nouvelles mesures. Les organismes devront effectuer des
choix quand ils solliciteront des financements.
Programma 11 : Ondersteuning van de door de Brusselse Gewestelijke Investeringsmaatschappij (GIMB)
ontplooide activiteiten
Programme 11 : Support des activités développées par
la Société régionale d’Investissement de Bruxelles
(SRIB)
De heer Amet Gjanaj vraagt of de subsidie voor « BruPart » alleen de toekenning van krediet aan de kleine ondernemingen beoogt.
M. Amet Gjanaj demande si la subvention à « BruPart »
a seulement pour but l’octroi de crédit aux petites entreprises.
De Minister herhaalt wat hij tegen mevrouw Rousseaux
heeft gezegd. Deze subsidie is conform een beslissing die
op 8 mei 2014 is genomen door de vorige Regering, krachtens artikel 30 van de bijzondere wet van 6 januari 2014
houdende hervorming van de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. De allocatie bevat een voorschot
van 75 %, ofwel 778.500 euro, en een saldo van 25 %, ofwel 259.500 euro. Deze middelen werden vroeger door het
Gewest toegewezen aan het Participatiefonds voor de begeleiding van middenstandsverenigingen.
Le ministre répète ce qu’il a répondu à Mme Rousseaux.
Cette subvention est conforme à une décision prise le 8 mai
2014 par le gouvernement précédent, en application de l’article 30 de la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme
du financement des Communautés et des Régions. L’allocation contient une avance de 75 %, soit 778.500 euros, et
un solde de 25 %, soit 259.500 euros. Ces moyens étaient
accordés auparavant par la Région au Fonds de participation, pour les missions d’accompagnement des groupements de classes moyennes.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 189 —
Programma 14 : Financiering van de bedrijvencentra
en de lokale-economieloketten
Programme 14 : Financement des centres d’entreprises
et des guichets d’économie locale
Mevrouw Marion Lemesre vraagt of de Minister van
plan is om een ontwerp van ordonnantie op te stellen ter
vervanging van de ordonnantie van 12 februari 2009 betreffende de erkenning en de subsidiering van de bedrijvencentra en de lokale-economieloketten, waarvoor geen
uitvoeringsbesluiten zijn genomen en die dus duidelijk ontoepasbaar is.
Mme Marion Lemesre demande si le ministre a l’intention d’écrire un projet d’ordonnance pour remplacer l’ordonnance du 12 février 2009 relative à la reconnaissance
et à la subsidiation des centres d’entreprises et des guichets
d’économie locale, dépourvue d’arrêtés d’exécution et manifestement inapplicable.
De Minister geeft toe dat deze ordonnantie ernstige
manco’s vertoont. Het is echter geen prioriteit, want deze
instanties werken al jaren goed zonder werkelijk wettelijk
kader. Hij heeft nog geen standpunt over het onderwerp ingenomen.
Le ministre reconnaît que cette ordonnance souffre de
graves défauts. Ce n’est cependant pas une priorité, car
ces organismes fonctionnent bien sans cadre légal effectif
depuis des années. Il n’a pas encore de position arrêtée sur
le sujet.
IV. Stemming
IV. Vote
De commissie brengt, met 8 stemmen tegen 2, gunstig
advies uit bij de commissie voor financiën wat opdracht 12
betreft.
La commission émet, par 8 voix contre 2, un avis favorable à la commission des Finances pour ce qui concerne
la mission 12.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 13
MISSION 13
Promotie van de buitenlandse handel,
aantrekken van buitenlandse investeringen
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
internationalisering van de bedrijven
Promotion du commerce extérieur,
attraction des investissements étrangers
en Région de Bruxelles-Capitale
et internalisation des entreprises
I. Inleidende uiteenzetting van
Staatssecretaris Cécile Jogogne
I. Exposé introductif de
la Secrétaire d’État Cécile Jodogne
De staatssecretaris heeft voor de commissie de volgende
uiteenzetting gehouden :
La Secrétaire d’État a tenu devant la commission le discours suivant :
« De begroting 2015 voor buitenlandse handel kent een
lichte stijging (+ 8 %) vergeleken met de initiële begroting 2014. Deze stijging is voornamelijk te danken aan de
substantiële toename van de financiële steunmaatregelen
voor export toegekend aan bedrijven enerzijds (+ 30 %),
en de subsidies toegekend aan sectorale organisaties voor
activiteiten ter bevordering van de buitenlandse handel anderzijds (+ 50 %). Deze verhogingen worden echter grotendeels gecompenseerd door de besparingen die op andere
begrotingsposten werden gerealiseerd.
« Le budget 2015 consacré au commerce extérieur est
en légère augmentation (+ 8 %) par rapport au budget initial 2014. Cette augmentation bénéficie principalement
d’une part aux incitants financiers à l’exportation accordés
aux entreprises (+ 30 %), et d’autre part des subventions
accordées aux organisations sectorielles pour les activités
de promotion du commerce extérieur (+ 50 %). Ces augmentations sont cependant en grande partie compensées
par les économies qui ont été réalisées sur d’autres postes
de dépenses.
De belangrijkste verhoging heeft dus betrekking op de
subsidies die aan privébedrijven zullen worden toegekend
voor de uitvoering van initiatieven ter bevordering van hun
export. Deze financiële steunmaatregelen staan ter beschikking van Brusselse bedrijven die een deel van hun kosten
willen laten dekken. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor
La principale augmentation concerne donc les subventions qui seront accordées aux entreprises privées pour la
réalisation d’initiatives de promotion de leurs exportations.
Ces incitants financiers sont disponibles pour les entreprises bruxelloises en vue de couvrir une partie de leurs
frais liés, par exemple, à la réalisation de supports infor-
A-50/3 – 2014/2015
— 190 —
A-50/3 – 2014/2015
de realisatie van promotionele informatiedragers voor buitenlandse klanten, voor de handelsprospectie op markten
buiten de Europese Unie, voor de deelname aan buitenlandse beurzen, voor de voorbereiding van antwoorden
op marktbevragingen voor opdrachten buiten de Europese
Unie, of nog voor de opening van vertegenwoordigingskantoren buiten de Europese Unie.
matifs de promotion à destination de clients étrangers, à la
prospection commerciale de marchés situés hors de l’Union
européenne, à la participation à des foires à l’étranger, à la
préparation de réponses à des appels d’offres pour des marchés hors de l’Union européenne, ou encore à l’ouverture
de bureaux de représentation hors de l’Union européenne.
Op basis van het steeds groeiend aantal ingediende dossiers is het noodzakelijk gebleken over te gaan tot een verhoging van deze kredieten zodat de zichtbaarheid en de
activiteiten van onze bedrijven in het buitenland op een
dynamische wijze ondersteund kan worden.
Sur la base du nombre toujours croissant de dossiers
introduits, il est apparu nécessaire de procéder à une augmentation de ces crédits, afin de pouvoir soutenir de manière dynamique la visibilité et l’activité de nos entreprises
à l’étranger.
De andere belangrijke verhoging heeft betrekking op de
subsidies aan sectorale organisaties actief in de promotie
van buitenlandse handel in hun eigen expertisedomein.
Brussel Invest & Export zal nieuwe samenwerkingsstrategieën opstellen met overheidsbedrijven of privébedrijven
die het imago en de activiteiten van de Brussels bedrijven
internationaal kunnen promoten in welbepaalde sectoren.
In 2015 voorziet Brussels Invest & Export een samenwerking met VisitBrussels, BEDI, MAD (Centrum voor Mode
en Design), AGORIA, Wallonie Bruxelles Image (WBI) en
haar Nederlandstalige tegenhanger het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), « Wallonie Bruxelles Musique » (WBM),
« Wallonie Bruxelles Image » (WBImages), Belgian Finance Club, Centrum voor Groenten en Fruit, l’Association
des éditeurs de Belgique (ADEB).
L’autre augmentation importante concerne les subventions aux organisations sectorielles actives dans la promotion du commerce extérieur dans leur domaine d’expertise.
Bruxelles Invest & Export élaborera ainsi de nouvelles stratégies de coopération avec les organismes publics ou privés actifs dans la promotion de l’image et des activités des
entreprises bruxelloises à l’international dans des secteurs
bien précis. Pour 2015, Bruxelles Invest & Export prévoit
notamment de collaborer avec Visit Brussels, BECI, MAD
(Centre de la Mode et du Design), AGORIA, Wallonie
Bruxelles Image (WBI) et son pendant néerlandophone le
« Vlaams Audiovisueel Fonds » (VAF), Wallonie Bruxelles
Musique (WBM), Wallonie Bruxelles Image (WBImages),
le Belgian Finance Club, le Centre des Fruits et Légumes et
l’Association des éditeurs de Belgique (ADEB).
Deze verhoging wordt ook gerechtvaardigd doordat bepaalde activiteiten van het actieplan « Export » naar deze
begrotingspost overgedragen worden. Promotieactiviteiten
die BIE in het verleden immers organiseerde met bepaalde
instellingen in het kader van haar actieplan « Export »,
worden voortaan op autonome wijze ingepland door deze
instellingen gezien hun kennis over hun eigen activiteiten.
De begroting voor deze acties vindt men dus terug in deze
subsidies.
Cette augmentation se justifie également par le transfert de certaines activités du plan d’actions Export vers ce
poste budgétaire. En effet, des activités de promotion qui
étaient organisées dans le passé par le BIE avec certaines
de ces organisations dans le cadre de ce plan d’action, sont
maintenant mises en place de manière autonome par ces
organismes, au vu de la connaissance aiguë qui est la leur
dans leur domaine d’activité propre. Le budget affecté à ces
actions se retrouve donc à présent dans ces subventions.
De begroting voor de promotie van buitenlandse handel
ter financiering van het jaarlijks actieplan « Export » van
BIE blijft onveranderd, ondanks de verschuiving van een
aantal uitgaven naar subsidies aan private instellingen die
ik reeds vernoemd heb. Hierdoor konden nieuwe middelen
worden vrijgemaakt voor de organisatie van 94 acties. In
2014 werden slechts 88 acties uitgevoerd. Er worden onder andere 6 nieuwe acties specifiek voor de toerismesector voorzien. Ter illustratie : de belangrijkste soorten acties
zijn de organisatie van economische zendingen en het ter
beschikking stellen van stand voor Brusselse bedrijven op
internationale beurzen (CEBIT, ArabHealth, MEDICA,
Mipim, …) Rekening houdend met de kost van dergelijke
stands, zouden de meeste Brusselse bedrijven namelijk niet
op deze beurzen kunnen staan zonder een collectieve stand.
Le budget de promotion de la politique du commerce
extérieur, qui finance le plan d’action export annuel du
BIE, reste stable, et ce malgré le glissement de certaines dépenses vers les subventions aux organismes privés évoqués
ci-avant. Cela a d’ailleurs permis de dégager de nouveaux
moyens pour l’organisation de 94 actions, alors que 88 actions avaient été réalisées en 2014. 6 nouvelles actions spécifiques au secteur du tourisme sont notamment prévues.
A titre d’exemple, les principaux types d’actions organisés
sont bien sur l’organisation de missions économiques, mais
également la mise à disposition de stands pour les entreprises bruxelloises sur des foires internationales (CEBIT,
« Arab Health », MEDICA, Mipim …). En effet, compte
tenu du coût que représentent de tels stands, la plupart des
entreprises bruxelloises ne pourraient pas prendre place sur
ces foires en dehors du stand collectif.
In dit opzicht moet er ook onderstreept worden dat de
theoretische verhoging die men kan aflezen uit de cijfers
A cet égard, il convient également de souligner que
l’augmentation théorique que l’on peut lire dans les chiffres
A-50/3 – 2014/2015
— 191 —
A-50/3 – 2014/2015
van deze begrotingspost ten opzichte van de begroting
2014 in werkelijkheid veroorzaakt wordt door de verschuiving van uitgaven voor informatieseminaries en andere
promotie-initiatieven in Brussel naar deze begrotingspost.
Het gaat dan voornamelijk om initiatieven die betrekking
hebben op de organisatie van ontmoetingen tussen Brusselse bedrijven en buitenlandse prospecten.
afférant à ce poste budgétaire, par rapport au budget 2014,
représente en réalité le glissement vers ce poste budgétaire
des dépenses liées aux séminaires d’information et aux
autres initiatives de promotion se déroulant à Bruxelles, et
qui concernent principalement l’organisation de rencontres
d’entreprises bruxelloises avec des prospects étrangers.
De dotatie aan het Federaal Agentschap voor Buitenlandse Handel werd neerwaarts herzien. Ik benadruk echter dat
deze verlaging enkel werd besloten op basis van realisaties
in de afgelopen drie jaar en dus niets te maken heeft met de
beslissingen die de Raad van Bestuur van de het Federaal
Agentschap van Buitenlandse Handel de afgelopen weken
heeft genomen omtrent de prinselijke zendingen. Deze dotatie zal bijgevolg verminderd worden aangezien een ander
gewest besloten heeft om de dotatie aan dit Agentschap te
verminderen. Wij hebben geen andere keuze dan ons aan
te passen aan deze beslissing. Enkel op die manier kan de
verdeelsleutel vastgelegd in de samenwerkingsakkoorden
worden nageleefd. De vrijgemaakte kredieten zullen worden overgedragen naar de begroting ter promotie van de
buitenlandse handel, met name om nieuwe economische
missies te kunnen organiseren.
La dotation à l’Agence fédérale pour le Commerce extérieur a été revue à la baisse. Soulignons néanmoins que
cette baisse a uniquement été décidée sur base des réalisations des trois dernières années et n’est donc en rien liée
aux décisions qui ont été prises ces dernières semaines
par le conseil d’administration de l’Agence fédérale du
Commerce extérieur concernant les missions princières.
Par conséquent, cette dotation sera revue à la baisse, vu
la décision prise par une autre région de baisser la dotation qu’elle réserve pour cette même agence, et sur laquelle
nous n’avons d’autre choix que de nous aligner pour respecter la clé de répartition convenue dans les accords de
coopération. Les crédits ainsi dégagés seront transférés au
budget de la promotion du commerce extérieur, notamment
en vue de permettre l’organisation de nouvelles missions
économiques.
De kredieten voor de reiskosten van de Minister belast
met Buitenlandse Handel en haar kabinetsleden, ter financiering van de verplaatsingen in het kader van prinselijke
zendingen en andere ministeriële bezoeken, bijvoorbeeld
op handelsbeurzen, blijven echter onveranderd.
Les crédits liés aux frais de voyage de la ministre chargée du commerce extérieur et des membres de son cabinet,
qui financent les déplacements dans le cadre des missions
princières et des autres visites ministérielles, par exemple
sur des foires commerciales, restent quant à eux inchangés.
De begroting voor specifieke opleidingen in Buitenlandse Handel ten behoeve van werkzoekenden (BYEP en IEA)
blijven onveranderd, met uitzondering van een lichte verhoging doordat de lonen van de verschillende opleidingscoaches geïndexeerd worden.
Le budget consacré aux formations spécifiques au commerce extérieur à destination des demandeurs d’emploi
(BYEP et AIE) est également stable, si ce n’est la légère
augmentation due à l’indexation des salaires des différents
coaches impliqués dans ces formations.
De uitgaven met betrekking tot het netwerk van economische en handelsattachés zijn ook redelijk stabiel. De
36 economische en handelsvertegenwoordigingen van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd in 30 landen verspreid over de vijf continenten. Dit netwerk is het
visitekaartje van het Brussels Gewest in het buitenland. De
inspanningen om dit netwerk te optimaliseren en de ontmoeting tussen de attachés en de bedrijven aan te moedigen
zullen worden verdergezet onder meer door de organisatie
van seminaries bij de terugkomst van attachés en tijdens
contact days, waar bedrijven de attachés uit eenzelfde geografische zone kunnen ontmoeten. De bedoeling is om per
jaar ongeveer 800 ontmoetingen te organiseren tussen de
attachés en de Brussels bedrijven en de bijgaande logistieke kosten op zich nemen.
Les dépenses liées au réseau des attachés économiques
et commerciaux sont relativement stable également. Les
36 représentations économiques et commerciales de la Région de Bruxelles-Capitale sont implantées dans 30 pays
répartis sur les cinq continents. Ce réseau est la carte de
visite de la Région bruxelloise à l’étranger. Les efforts pour
optimiser ce réseau et favoriser la rencontre entre les attachés et les entreprises seront poursuivis par le biais notamment de l’organisation de séminaires au retour des attachés
et de « contact days », lors desquels les entreprises peuvent
rencontrer les attachés d’une même zone géographique.
L’objectif est d’organiser environ 800 rencontres par an
entre les attachés et les entreprises bruxelloises et prendre
en charge les frais logistiques y afférant.
De kredieten die specifiek worden toegekend voor de
uitvoering van het actieplan Invest 2015 van BIE worden
daarentegen verlaagd met 6 %, zodat ze beter overeenstemmen met het uitvoeringspercentage van de voorgaande
jaren. Een reeks communicatietools wordt ontwikkeld en
regelmatig geactualiseerd in het kader van dit actieplan In-
Les crédits alloués spécifiquement à la réalisation du
plan d’action Invest 2015 du BIE sont quant à eux en
baisse de 6 %, afin de correspondre d’avantage aux taux
de réalisation constatés les années précédentes. Une série
d’outils de communication sont développés et régulièrement mis à jour dans le cadre de ce plan d’action Invest,
A-50/3 – 2014/2015
— 192 —
A-50/3 – 2014/2015
vest, waarvan www.investinbrussel.com de belangrijkste
tool is. Begin 2015 zal een nieuwe versie van deze website
online worden geplaatst. De prospectie van investeerders
maakt eveneens deel uit van de aanpak om buitenlandse
investeerders aan te trekken. Deze prospectie wordt hetzij
rechtstreeks door leden van de cel Invest in Brussels gevoerd, ofwel door de economische en handelsattachés op
markten ofwel door consultants die hiertoe gemandateerd
worden door Invest in Brussels.
dont le principal est le site www.investinbrussels.com. Une
nouvelle version de ce site sera mise en ligne dès début
2015. Prospecter les investisseurs fait également partie de
la démarche d’attraction d’investisseurs étrangers. Cette
prospection est menée soit directement par les membres de
la cellule « Invest in Brussels », depuis Bruxelles, soit sur
les marchés via les attachés économiques et commerciaux
ou des consultants spécifiquement mandatés par Invest in
Brussels.
De werkingsuitgaven van BIE om Brusselse bedrijven
te sensibiliseren voor de internationalisering alsook de activiteiten en de hulpmiddelen van Brussels Invest & Export
blijven onveranderd.»
Enfin, les dépenses de fonctionnement du BIE consacrées à la sensibilisation des entreprises bruxelloises à l’internationalisation, ainsi qu’aux activités et soutiens mis en
place par Bruxelles Invest & Export, restent identiques. ».
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Julien Uyttendaele gaat volledig akkoord met de
bij opdracht 13 vermelde bedragen, die afgestemd zijn op
de nieuwe ambities van het regeerakkoord. Hij wijst op een
aanzienlijke verhoging van de investeringsuitgaven voor
kantoren die toebehoren aan de federale overheid. Waarom
betaalt het Gewest een groot deel van die investeringen ?
Welk aandeel van die federale investeringen valt ten laste
van ons Gewest ? Wat met de kosten voor gezamenlijke
projecten, zoals de prinselijke missies ?
M. Julien Uyttendaele approuve pleinement les montants inscrits à la mission 13, qui sont en adéquation avec
les nouvelles ambitions portées par l’accord du gouvernement. Il observe une hausse significative des dépenses
d’investissement pour des bureaux appartenant à l’État
fédéral. Pourquoi la Région participe-t-elle davantage à ces
investissements ? Quelle proportion de ces investissements
fédéraux incombe à notre Région ? Qu’en est-il des frais
liés aux actes menés conjointement comme les missions
princières ?
Een Belgische handelsmissie naar Israël werd onlangs
voor onbepaalde tijd uitgesteld wegens de woelige politieke context. Is die missie gewoon geannuleerd, of is ze
slechts tijdelijk uitgesteld ? Naar welke andere bestemmingen zijn handelsmissies gepland in de toekomst ?
Une mission commerciale belge en Israël a récemment
été reportée sine die en raison du contexte politique houleux. S’agit-il d’une annulation pure et simple ou d’un
report temporaire ? Quelles sont les autres destinations prévues pour des missions commerciales futures ?
De heer Bruno De Lille vindt dat het aan de hand van de
uiteenzetting die de Staatssecretaris zojuist heeft gegeven
niet mogelijk is te zien welke gedragslijn de Regering ter
zake aanneemt. Een duidelijke lijn voor de steun aan de
buitenlandse handel is nodig, wegens de beperkte middelen
van het Gewest. Nu heerst de indruk dat de Staatssecretaris
zich laat leiden door wat er in het verleden gebeurd is, zonder een grondige analyse van het beleid ter zake. Daarvoor
zal zij moeten beginnen met te bepalen hoe financiële steun
aan export een succes kan worden.
M. Bruno De Lille estime que l’exposé que vient de
donner la secrétaire d’État ne lui permet pas de distinguer
la ligne de conduite du gouvernement en matière de commerce extérieur. Il est impératif que notre Région mène son
soutien au commerce extérieur selon une ligne claire, en
raison de ces moyens limités. Or, on a l’impression que
la secrétaire d’État se laisse porter par les actes du passé
sans procéder à une remise à plat généralisée de cette politique. A cette fin, elle devrait commencer par déterminer
comment des aides financière à l’exportation peuvent être
considérées comme un succès.
Mevrouw Françoise Bertieaux betreurt bitter dat de buitenlandse handel het verwaarloosde deel van het Brussels
beleid blijft. Zij had enige hoop behouden toen ze mevrouw
Jodogne deze portefeuille zag aannemen, maar moet vaststellen dat het Gewest terugplooit op zichzelf. Zij herinnert
zich dat de Minister-President absoluut niets heeft gezegd
over buitenlandse handel bij zijn toespraak in het begin van
het jaar. Wordt dit beleid dan vergeten door de Regering ?
Brussel is een internationale hoofdstad, maar geeft vreselijk de indruk op zichzelf gericht te zijn. Gelet op het dicht-
Mme Françoise Bertieaux regrette amèrement que le
commerce extérieur reste le parent pauvre de la politique
bruxelloise. Elle avait gardé un certain espoir en voyant
arriver Mme Jodogne à ce portefeuille, mais elle doit
constater que la Région se racrapote sur elle-même. Elle
se souvient que, dans son discours de rentrée, le ministreprésident n’avait absolument rien dit sur le commerce extérieur. S’agit-il dès lors d’une politique oubliée du gouvernement ? Bruxelles est certes une capitale internationale,
mais elle donne terriblement l’impression d’être tournée
A-50/3 – 2014/2015
— 193 —
A-50/3 – 2014/2015
bevolkte en beperkte grondgebied van het Gewest, zou het
een naar buiten gericht beleid moeten voeren.
sur elle-même. Or, vu son territoire dense et réduit, la Région devrait mener une politique globalement orientée vers
l’extérieur.
Ons Gewest is trouwens redelijk afwezig uit de diplomatieke en commerciële betrekkingen; zij worden verwaarloosd door de Regering. Men moet zeggen dat zelfs het gewestparlement binnen zijn muren opgesloten blijft.
Notre Région est d’ailleurs assez absente des relations
diplomatiques et commerciales; elles sont négligées par le
Gouvernement. Il faut dire que même le parlement régional
reste cloisonné dans ses murs.
Mevrouw Bertieaux vraagt dan ook aan mevrouw
Jodogne hoe zij haar opdracht ziet, ten opzichte van een
Minister-President die verankerd is in zijn 19 gemeenten ?
Is zij van plan zich te richten op sommige niches en sommige sectoren ? Wil zij zich beperken tot sommige delen
van de wereld, of heeft zij de intentie de begrotingsmiddelen te versnipperen in alle richtingen ?
Mme Bertieaux demande dès lors à Mme Jodogne
comment celle-ci conçoit sa mission face à un ministreprésident ancré dans ses 19 communes ? Compte-t-elle
s’orienter vers certaines niches et certain secteurs ? Veutt-elle s’attarder dans certaines parties du monde ou sera-telle tentée par un saupoudrage des moyens budgétaires et
par la dispersion tous azimuts ?
De heer Paul Delva merkt op dat de kredieten die ingeschreven zijn bij opdracht 13 stijgen met 8 % ten opzichte
van de begroting van het jaar 2014, wat hem zeer verheugt.
Brussel heeft er alle belang bij zijn beleid op het vlak van
buitenlandse handel te ontwikkelen. Hij verbaast zich echter over de oriëntatienota die de Staatssecretaris heeft opgesteld en waarin zoveel landen als prioritaire bestemmingen
worden aangegeven, terwijl onze middelen nog redelijk
gering zijn, ondanks de stijging ervan. Soms wordt zelfs
gesproken van hele continenten; moet dat niet beperkt worden ? Is dat niet te ambitieus ?
M. Paul Delva observe que les crédits inscrits à la mission 13 augmentent de 8 % par rapport au budget de l’année
2014, ce qu’il salue avec enthousiasme. Bruxelles a tout
intérêt à développer sa politique de commerce extérieur. Il
s’étonne néanmoins que la note d’orientation rédigée par
la Secrétaire d’État cite autant de pays comme destinations prioritaires, alors que nos moyens sont encore assez
maigres, malgré leur hausse. Parfois, ce sont même des
continents qui sont cités. Ne faudrait-il donc pas se restreindre ? N’est-on pas trop ambitieux ?
Naar aanleiding van de vraag van de heer Uyttendaele
betreffende programma 2, vraagt de volksvertegenwoordiger of de verdeelsleutel voor de kosten betreffende de
gebouwen die eigendom zijn van de federale Staat nog
altijd dezelfde is of bepaald wordt per afzonderlijk geval.
Tot slot heeft een BA van programma 3 als titel « subsidie
aan privébedrijven ». Het kan enigszins verbazen dat de
verantwoording preciseert dat het gaat over subsidies aan
instellingen. Wie zijn de begunstigden van die uitgaven ?
En écho à la question de M. Uyttendaele relative au programme 2, le député demande si la clé de répartition des
frais portant sur des bâtiments appartenant à l’État fédéral
est toujours la même ou si elle est déterminé au cas par cas.
Enfin, une AB du programme 3 est intitulée « subvention
aux entreprises privées ». De façon un peu surprenante, la
justification précise qu’il s’agit de subventions octroyées
à des organismes. Qui sont donc les bénéficiaires de ces
dépenses ?
Mevrouw Mahinur Ozdemir verheugt zich over de stijging van de kredieten voor opdracht 13, wat de Brusselse
bedrijven zeker zal aanmoedigen.
Mme Mahinur Ozdemir se réjouit de la hausse des crédits affectés à la mission 13, ce qui ne manquera pas d’encourager les entreprises bruxelloises.
Dit werkgebied wordt nog altijd gekenmerkt door het
onvermogen van de Brusselaars om een betrouwbaar statistisch beeld te krijgen van hun buitenlandse handel, en dus
om de gevolgen van ons netwerk van economische en handelsattachés te kunnen analyseren. De vroegere Minister,
Benoît Cerexhe, heeft jarenlang moeten vechten tegen de
tegenkanting van de andere Gewesten inzake een hervorming van de meetparameters die gebruikt worden door het
Nationaal Instituut voor de Rekeningen. Hoe staat het daar
nu mee ? Welke stappen is de Staatssecretaris van plan te
ondernemen in dit dossier ?
Cette matière est encore et toujours caractérisée par
l’incapacité des Bruxellois à avoir une image statistique
fiable de leur commerce extérieur et donc à pouvoir analyser les effets de notre réseau d’attaché économique et
commerciale. L’ancien ministre Cerexhe s’est heurté des
années durant à l’opposition des autres Régions à réformer
les paramètres de mesure utilisés par l’Institut des Comptes
nationaux. Où en est-on à présent ? Quelles démarches la
secrétaire d’État entreprendra-t-elle dans ce dossier ?
De bedrijven die deelnemen aan de prinselijke missies
spreken vaak van een duidelijk succes. Niettemin heeft het
Vlaams Gewest onlangs aangekondigd dat het het aantal
prinselijke missies wil beperken tot vier of twee per jaar.
Les entreprises participant aux missions princières
témoignent fréquemment d’un succès avéré. Pourtant, la
Région flamande a annoncé il y a peu vouloir réduire le
nombre des missions princières de quatre à deux par an.
A-50/3 – 2014/2015
— 194 —
A-50/3 – 2014/2015
Op een recente interpellatie van mevrouw Julie de Groote,
heeft de Staatssecretaris geantwoord dat zij van plan is de
deelname van ons Gewest aan die opdrachten niet te herleiden en dezelfde frequentie als de vorige jaren aan te houden. Niettemin moet vandaag de dag vastgesteld worden
dat de gewestelijke dotatie aan het federaal Agentschap
voor Buitenlandse Handel daalt met 21 %. Om welke reden ? Welke missies wil het Agentschap dan behouden voor
het jaar 2015 ?
En réponse à une interpellation récente de Madame Julie
de Groote, la Secrétaire d’État a assuré qu’elle entendait
maintenir le cap des années précédentes et ne pas réduire
la participation de notre Région à ces missions. Pourtant,
il faut bien constater aujourd’hui que la dotation régionale
à l’Agence fédérale du commerce extérieure est en baisse
de 21 %. Pour quelle raison ? Quelles sont dès lors les missions que l’agence veut maintenir pour l’année 2015 ?
Het uitstel van de missie naar Israël heeft reeds commentaar uitgelokt. Wat is het standpunt van de Staatssecretaris ter zake ?
Le report de la mission en Israël a déjà fait l’objet de
commentaires. Quelle est la position de la Secrétaire d’État
à cet égard ?
De spreekster ziet met spijt dat de kredieten voor het
aantrekken van buitenlandse investeringen dalen met 5 %.
Waarom gebeurt dat, wetend dat die investeringen bijdragen tot het versnellen van de technologische ontwikkeling ? Volgens de Staatssecretaris is die verlaging beter afgestemd op het percentage van de uitvoering, wat niettemin
niet tot uiting komt in de aangepaste begroting 2014. Wat
zijn trouwens de belangrijkste buitenlandse investeringen
in ons Gewest ?
L’oratrice regrette d’observer que les crédits alloués à
l’attraction d’investissements étrangers diminuent de 5 %.
Pourquoi ce retrait, quand on sait que ces investissements
contribuent à accélérer le développement technologique ?
La Secrétaire d’État a expliqué que la diminution de ces
crédits devrait mieux correspondre aux taux de réalisation,
ce qui n’apparaît pourtant pas dans le budget ajusté 2014.
Quels sont d’ailleurs les principaux investissements étrangers dans notre Région ?
Mevrouw Elke Roex benadrukt dat het aantrekken van
buitenlandse investeringen naar ons Gewest en de internationalisatie van onze bedrijven een belangrijke hefboom
kunnen vormen voor de Brusselse tewerkstelling. Dankzij
de buitenlandse handel, kunnen vele van onze jonge werkzoekenden aan het werk gesteld worden. « Brussels Invest
& Export » organiseert trouwens twee sensibiliseringsopleidingen inzake buitenlandse handel : de ene ten behoeve
van werkzoekenden met een diploma van het hoger onderwijs; de andere voor werkzoekenden die beschikken over
een bachelor- of een masterdiploma. Het merendeel van
de Brusselse werkzoekenden is echter veel te weinig geschoold, en beschikt dus niet over die diploma’s. Biedt de
buitenlandse handel ook voor hen vooruitzichten, of worden zij gewoon aan de kant gelaten ?
Mme Elke Roex souligne que l’attrait des investissements étranger dans notre Région et l’internationalisation
de nos entreprises peuvent être un levier puissant pour
l’emploi bruxellois. Grâce au commerce extérieur, nombre
de nos jeunes chômeurs pourraient être mis à l’emploi.
« Bruxelles Invest et Export » organise d’ailleurs deux formations de sensibilisation au commerce extérieur : l’une
à destination des demandeurs d’emploi titulaires d’un diplôme de l’enseignement supérieur, l’autre pour les demandeurs d’emploi disposant d’un baccalauréat ou d’une maîtrise. Toutefois, la grande majorité des chômeurs bruxellois
est infraqualifié et ne dispose donc pas de ces diplômes.
Y a-t-il une perspective pour eux aussi dans le commerce
extérieur ou sont-ils simplement laissés de côté ?
En wanneer de Regering tracht buitenlandse bedrijven
aan te trekken naar Brussel, waakt zij er dan over dat de
bedrijven die zich komen vestigen bij ons werknemers zoeken die beantwoorden aan de profielen van onze werkzoekenden ?
Dans le même ordre d’idée, quand le Gouvernement
cherche à attirer à Bruxelles des entreprises étrangères,
veille-t-il à ce que les entreprises qui viendraient s’établir
chez nous recherchent des employés correspondant aux
profils de nos demandeurs de l’emploi ?
Tot slot verbaast het mevrouw Roex dat de oriënteringsnota geen gewag maakt van de economische sectoren met
hoge tewerkstellingsmogelijkheden, zoals toerisme of gezondheid. Is tewerkstelling dan een bijkomstige bekommernis voor de Staatssecretaris ?
Enfin, Mme Roex s’étonne que la note d’orientation
ne fasse aucune mention des secteurs économiques à fort
potentiel d’emploi, comme le tourisme ou la santé. Cette
préoccupation de l’emploi est-elle donc secondaire pour la
secrétaire d’État ?
Mevrouw Marion Lemesre neemt akte van het feit dat de
Regering haar missies meer wenst te richten naar buiten de
Europese Unie, met name naar Afrika, de BRICS-landen,
en een aantal leden van de Unie voor de Middellandse Zee.
De toetreding van onze bedrijven tot nieuwe markten die
aanzienlijke mogelijkheden en groeipercentages kennen,
moet duidelijk ondersteund worden. Dat gezegd zijnde is
Mme Marion Lemesre prend acte de ce que le gouvernement souhaite orienter davantage de missions vers l’exportation en dehors de l’UE en ciblant, plus particulièrement, l’Afrique, les pays BRICS et un certain nombre de
membres de l’Union pour la Méditerranée. Il est évident
qu’il faut soutenir l’accession de nos entreprises à des nouveaux marchés qui bénéficient de potentialités et de taux de
A-50/3 – 2014/2015
— 195 —
A-50/3 – 2014/2015
de aangekondigde zone zeer ruim, het aantal landen zeer
hoog en de toegang tot de markten onderworpen aan zeer
uiteenlopende voorwaarden. De vraag rijst dus welke landen precies bedoeld worden door de Regering, welke vraag
uitgaat van de bedrijven, maar ook welke middelen worden
toegespitst op de meest beloftevolle niches. Wij kunnen
ons niet veroorloven de middelen te versnipperen. Kan de
Staatssecretaris dus verduidelijken wat zij verstaat onder
« landen van het Afrikaanse continent », en onder mediterraanse zone ? Welke markten met grote mogelijkheden
worden bedoeld en voor welk type handelsdiensten ?
croissance importants. Ceci étant, le périmètre annoncé est
très large, les pays fort nombreux et les accès aux marchés
soumis à des conditions extrêmement variées. Il se pose
donc la question de la précision des pays qui sont visés par
le gouvernement, des demandes fortes qui émanent des
entreprises mais aussi de l’impératif de concentration des
moyens sur les niches porteuses. Nous ne pouvons pas nous
permettre de faire de l’émiettement des budgets. La secrétaire d’État pourrait-elle donc préciser ce qu’elle entend
par « pays du continent africain » et par la zone méditerranéenne? Quels sont les marchés à haut potentiel visés et
pour quel type de services marchands ?
In het actieplan 2014 voor buitenlandse handel was er
sprake van de zogenaamde landen met een « sterke groei »,
dat wil zeggen Maleisië, Singapore, Saoedi-Arabië, Qatar,
Rusland en Kazachstan. Gelet op de kwetsbaarheid van
de democratische beginselen in sommige van die Staten,
vraagt mevrouw Lemesre daarentegen de Staatssecretaris
zich eerder toe te spitsen op de opgeschorte missie naar
Israël, temeer daar deze missie enkele bedrijven moest bijeenbrengen, met name bedrijven die werken in de biomedische sector, wat diplomatieke misverstanden zou moeten
voorkomen.
Dans le plan d’action 2014 du commerce extérieur
étaient visés des pays dits à « forte croissance » que sont la
Malaisie, Singapour, l’Arabie saoudite, le Qatar, la Russie
et le Kazakhstan. Au vu de la fragilité des principes démocratiques dans certains de ces États, Mme Lemesre engage
au contraire la secrétaire d’État à se concentrer plutôt sur
la mission suspendue en Israël, d’autant plus que cette mission devrait rassembler seulement des entreprises, en particulier celles qui sont actives dans le secteur biomédical, ce
qui devrait éviter les malentendus diplomatiques.
Mevrouw Lemesre heeft ook vragen bij de systematische evaluatie van de missies naar het buitenland en over
de resultaten die zij opleveren. Zij wenst te beschikken
over een boordtabel die opgesteld werd door de diensten
van Brussels Invest & Export, om op lange termijn te kunnen beoordelen of de inspanningen op het veld de moeite
waren. Bij gebrek aan gegevens, zijn soms vier of vijf parlementaire vragen nodig om enkele stukken te zien inzake
de follow-up van de dossiers. Zo is bijvoorbeeld niet het
minste resultaat bekend inzake de missie naar Thailand, die
heeft plaatsgevonden in maart 2013.
Mme Lemesre s’interroge également sur l’évaluation
systématique des missions effectuées à l’étranger et sur les
résultats qu’elles livrent. Elle appelle de ses vœux un tableau de bord alimenté par les services de Bruxelles Invest
& Export, afin d’apprécier à terme si les efforts mobilisés
sur le terrain valaient la peine. Or, en l’absence de données,
il faut parfois quatre ou cinq questions parlementaires pour
connaître quelques bribes sur le suivi des dossiers. On ne
connaît ainsi toujours pas le moindre résultat de la mission
en Thaïlande qui a eu lieu en mars 2013.
Voor 2015 is Brussels Invest & Export van plan samen
te werken met een aantal openbare partners, zoals Visit
Brussels en MAD (Centrum voor Mode en Design), maar
ook de banden aan te halen met een veertigtal kamers van
koophandel die subsidies genieten. Mevrouw Lemesre is
het eens met die bundeling van de inspanningen, die bijdraagt tot het bevorderen van de internationale handel van
onze bedrijven. Dat gezegd zijnde, zijn de meeste van die
partnerschappen geen nieuwigheden, en passen zij dus in
een logica van het behouden van verworvenheden. Wordt
een systematische evaluatie van het voorgaande gepland ?
Pour 2015, Bruxelles Invest & Export entend coopérer
avec un certain nombre de partenaires publics, dont Visit
Brussels et le MAD (Maison de la mode et du design),
mais aussi renforcer ses liens avec une quarantaine de
chambres de commerce qui bénéficient de subventions.
Mme Lemesre souscrit à cette fédération des efforts qui
contribuent à la promotion du commerce international de
nos entreprises. Ceci dit, la plupart de ces partenariats ne
sont pas des nouveautés et ils s’inscrivent dans une logique
de pérennisation de l’acquis. Une évaluation systématique
de ces passerelles est-elle prévue ?
De volksvertegenwoordigster verbaast zich over het feit
dat het GIMB niet vermeld wordt bij de partners van de
strategische doelstelling voor de coördinatie van internationale acties. Het programma voor de premies « ExportBru »
van de GIMB kreeg aanvankelijk echter een hoog basiskapitaal van 10 miljoen euro, dat wil zeggen een beetje minder dan het totaal van de kredieten voor buitenlandse handel. Gaat het over een vergetelheid in de oriënteringsnota ?
La députée s’étonne d’ailleurs que la SRIB ne figure pas
parmi les partenaires de l’objectif stratégique de coordination des actions internationales. Or, le programme des
primes « ExportBru » de la SRIB a été doté à l’origine d’un
plantureux capital de base de 10 millions d’euros, soit un
peu moins que le total des enveloppes du commerce extérieur. S’agit-il d’un oubli de la note d’orientation ?
A-50/3 – 2014/2015
— 196 —
A-50/3 – 2014/2015
De Brusselse Regering is overigens van plan de tools
die buitenlandse investeringen in het Brussels Gewest aanmoedigen, te versterken. Mevrouw Lemesre is het eens met
die strategische doelstelling, die tegelijk prospectie maar
ook informatie van de buitenlandse economische actoren
vereist. Daartoe werd voorzien in een aantal maatregelen,
zoals het versterken van de samenwerking met Atrium en
Citydev om de projectdragers te begeleiden. De begroting
voorziet echter niet in de aanwerving van extra personeel
bij de zetel van Brussels Invest & Export, terwijl de nood
aan meer personeel om de kwalitatieve en kwantitatieve
follow-up van de buitenlandse actoren behoorlijk te vervullen niet meer moet aangetoond worden. De behoefte is
zodanig groot dat Brussels Invest & Export momenteel zijn
gebrek aan menselijke middelen gedeeltelijk compenseert
met personeel dat gedetacheerd is van het BAO, wat wel
een aantal administratieve problemen geeft.
Par ailleurs, le gouvernement entend renforcer les outils qui favorisent les investissements étrangers en Région
bruxelloise. Mme Lemesre souscrit à cet objectif stratégique, qui nécessite à la fois des actions de prospection
mais aussi d’information des acteurs économiques étrangers. Un certain nombre de mesures ont été prévues à cet
effet, dont le renforcement des synergies avec ATRIUM et
CityDev pour accompagner les porteurs de projet. Toutefois, le budget ne prévoit pas de recrutement de personnel
complémentaire au siège de Bruxelles Invest & Export,
alors pourtant la nécessité d’étoffer le cadre pour répondre
correctement au suivi qualitatif et quantitatif des acteurs
étrangers n’est plus à démontrer. Ce besoin est tel qu’aujourd’hui, Brussels Invest & Export compense en partie son
manque de ressources humaines avec du personnel détaché
de l’ABE, ce qui n’est pas sans poser un certain nombre de
problèmes administratifs.
Vorig jaar had de vroegere Minister aangekondigd dat
het aantal bedrijven dat begeleiding krijgt van Brussels Invest & Export met ten minste 3 % moest verhoogd worden.
Is een nieuwe verhoging gepland in 2015 ? Zo ja, welke
middelen en welke tools worden daartoe ter beschikking
gesteld van de personeelsleden ? En wat wordt gepland om
het behouden en het uitbreiden van de buitenlandse projecten in het Brussels Gewest te bevorderen ?
L’an dernier, l’ancienne ministre avait annoncé l’objectif d’augmenter d’au moins 3 % le nombre d’entreprises
qui bénéficient d’un accompagnement par Bruxelles Invest
& Export. Une nouvelle augmentation est-elle prévue en
2015 ? Le cas échéant, quels moyens et quels outils seront
mis à disposition des agents pour y parvenir ? De même,
qu’est-il prévu pour favoriser le maintien et l’expansion
des projets étrangers en Région bruxelloise ?
Kan de Staatssecretaris tot slot meer zeggen over de hervormingen die doorgevoerd zullen worden naar aanleiding
van het vertrek met pensioen van een aantal economische
en handelsattachés ? Komt er een algemene herevaluatie
van de posten, naast de gewone vervanging van de personeelsleden ? Zo bijvoorbeeld werd de post in Genève
gesloten, terwijl Zwitserland een van onze belangrijkste economische partners is, en toch bestaat er nog altijd
een vertegenwoordiging in Havana. Mevrouw Lemesre
verwacht van deze Regering dat zij de moed heeft om de
middelen toe te spitsen op de markten waar onze bedrijven
concurrentieel zijn.
Enfin, la secrétaire d’Etat pourrait-elle être plus diserte
sur les réformes qui seront opérées dans la foulée du départ
à la pension d’un certain nombre d’attachés économiques
et commerciaux ? Une réévaluation générale des postes audelà de la simple rotation des effectifs sera-t-elle menée?
A titre d’exemple, l’antenne de Genève a été fermée alors
que la Suisse compte parmi nos principaux partenaires
économiques, or, il existe toujours une représentation à La
Havane. Mme Lemesre attend de ce gouvernement qu’il ait
le courage de recentrer les moyens sur les marchés où nos
entreprises sont compétitives.
De heer Johan Van den Driessche hoopt dat de Staatssecretaris de nodige energie zal steken in het aantrekken
van buitenlandse investeringen en in het steunen van export, want die twee beleidsvlakken zijn essentieel voor de
Brusselse economie. Hij betreurt dat de oriënteringsnota zo
bondig is en wenst meer duidelijkheid, vooreerst inzake de
markten waar prospectie zal gevoerd worden, vervolgens
over de producten en de Brusselse activiteitssectoren die
bevorderd worden. Welke soorten buitenlandse bedrijven
zal de Staatssecretaris pogen aan te trekken naar Brussel,
en vanuit welke landen en welke activiteitssectoren ? En
wat zijn tot slot de doelstellingen op het vlak van volume
en het aantal jobs ?
M. Johan Van den Driessche espère que la secrétaire
d’État mettra toute l’énergie requise dans l’attraction des
investissements étrangers et dans le soutien à l’exportation,
tant ces deux politiques sont essentielles pour l’économie
bruxelloise. Il déplore que la note d’orientation soit si lapidaire. Il voudrait davantage de précision, d’abord quant
aux marchés qui seront prospectés. Ensuite, quels produits
et quels secteurs d’activités bruxellois seront-ils promus ?
Quels types d’entreprises étrangères la secrétaire d’État
tentera-t-elle d’attirer à Bruxelles, et en provenance de
quels pays et de quels secteurs d’activité ? Enfin, quels sont
ses objectifs en termes de volumes et de nombre d’emploi ?
Mevrouw Isabelle Durant vindt dat het succes van de
Brusselse KMO’s te danken is aan de internationale uitstraling van Brussel, meer dan aan de provinciale geest die
in het Gewest heerst. Zij voegt daaraan toe dat de oriënteringsnota niet duidelijk zegt welke economische sectoren
Mme Isabelle Durant considère que le succès des
PME bruxelloises est dû au rayonnement international de
Bruxelles plus qu’à l’esprit provincial qui règne dans la
Région. Elle ajoute que la note d’orientation n’identifie pas
clairement les secteurs économiques et les pays qui feront
A-50/3 – 2014/2015
— 197 —
A-50/3 – 2014/2015
en landen de Regering op het oog heeft. Zal de actie van de
Regering trouwens steunen op de talloze immigranten die
de Brusselse bevolking telt ?
l’objet des soins du gouvernement. Par ailleurs, l’action
gouvernementale s’appuiera-t-elle sur les nombreux immigrés que compte la population bruxelloise ?
De keuze van de bestemming van de economische missies moet worden ingegeven door economische beschouwingen, maar ook door het type politiek regime dat er
heerst. Waarom wordt zo weinig belang gehecht aan de
landen van de Europese Unie ? Mevrouw Durant voegt
daaraan toe dat een missie naar Israël haar noch nu noch in
het verleden, een goed idee lijkt.
Le choix des pays qui seront les destinations des missions économiques doit être guidé par des considérations
économiques, mais aussi par le type de régime politique qui
y est instauré. Pourquoi, dans cette perspective, accorder si
peu d’importance aux pays de l’Union européenne ? Mme
Durant ajoute qu’une mission en Israël ne lui semble pas
plus opportune à l’heure actuelle que par le passé.
De exportsteun voor Brusselse bedrijven is vaak zeer
belangrijk voor die bedrijven, onder andere om deel te nemen aan buitenlandse beurzen. De volksvertegenwoordigster vindt dat de kredieten voor die steun redelijk mager
uitvallen. Tot slot benadrukt mevrouw Durant de nood aan
een afstemming van dit beleid op de andere beleidsvlakken.
Ter zake heeft zij een voorstel van ordonnantie ingediend
teneinde buitenlandse handel te coördineren met ontwikkelingssamenwerking. Handel mag geen instrument worden
voor ecologische of sociale afbraak in het buitenland.
Les aides à l’exportation allouées aux entreprises
bruxelloises sont souvent d’un intérêt majeur pour cellesci, entre autres pour prendre part à des foires étrangères. La
députée estime que les crédits prévus pour ces aides sont
assez chétifs. Enfin, Mme Durant souligne la nécessité de
mener cette politique en cohérence avec les autres. A cet
égard, elle a déposé une proposition d’ordonnance en vue
de coordonner le commerce extérieur et la coopération au
développement. Le commerce ne peut être un instrument
de destruction environnementale ou sociale à l’étranger.
De heer Stefan Cornelis feliciteert de Staatssecretaris,
omdat zij erin geslaagd is de middelen voor opdracht 13
te verhogen met 8 % in deze moeilijke tijden. Volgens de
oriën­teringsnota werd de planning verbeterd ten opzichte
van de vorige jaren. De heer Cornelis zet aan tot een nauwere samenwerking met de andere twee Belgische Gewesten, die baat kunnen hebben bij de symbolische kracht
waarover Brussel beschikt. Het spijt hem dat de prinselijke
zendingen naar het buitenland worden verminderd.
M. Stefan Cornelis félicite la secrétaire d’État d’être parvenue à accroître les fonds de la mission 13 de 8 % en des
temps difficiles. La note d’orientation indique que la planification s’est aussi améliorée par rapport aux années précédentes. M. Cornelis incite à renforcer les synergies avec
l’action des deux autres Régions belges, ce qui peut être
avantagé par la force symbolique dont dispose Bruxelles.
Il se désole donc de voir réduites les missions princières à
l’étranger.
Op wie slaat de daling van de kredieten ten gunste van
niet-statutair personeel in het netwerk van de economische
en handelsattachés ? Gaat het over de attachés zelf of over
assistenten ?
Qui est concerné par la baisse des crédits en faveur du
personnel non statutaire, dans le réseau des attachés économiques et commerciaux ? S’agit-il des attachés eux-mêmes
ou d’assistants ?
De Staatssecretaris zegt dat zij op dit ogenblik bescheidenheid aan de dag wil leggen. Ze is nog maar drie maanden aan de slag en ze wil niet beweren dat ze in die tijd
kan antwoorden op alle vragen die haar gesteld zijn. Haar
antwoorden zullen trouwens relatief voorzichtig zijn, omdat ze over haar standpunt overleg moet plegen met de Regering en met het gewestelijk bestuur. Zij zegt dat de algemene stijging van de begroting voor de buitenlandse handel
ongetwijfeld het belangrijkste punt is om te onthouden.
La secrétaire d’État déclare d’emblée qu’elle souhaite
faire preuve de modestie à l’heure qu’il est. Après 3 mois
de fonction, elle ne prétend pas pouvoir répondre dans
le détail à toutes les questions qui lui ont été posées. Ses
réponses seront d’ailleurs relativement prudentes, car sa
position doit être concertée avec le gouvernement et l’administration régionale. Elle affirme que la hausse globale
du budget affecté au commerce extérieur est sans doute le
point principal à retenir.
« Brussels Invest & Export » had inderdaad een handelsmissie gepland naar Israël, in december 2013, zonder
ministeriële vertegenwoordiging. Alleen economisch attachés en bedrijven mochten eraan deelnemen. Gelet op de
onzekerheid rond die missie, hebben alleen twee Brusselse
bedrijven gezegd dat ze mee wilden gaan. Die reis is uiteindelijk afgelast en uitgesteld; er is voorts niets gepland
voor 2015, aangezien er geen vragen vanwege de bedrijven
zijn. Een economische missie mag niet alleen een symbolische waarde hebben. Het Brussels Gewest zal hoe dan ook
niet op eigen houtje handelen. De Staatssecretaris kan dus
« Bruxelles Invest et Export » avait en effet programmé
une mission commerciale en Israël au mois de décembre
2014, sans représentation ministérielle. Seuls devaient y
participer des attachés économiques et des entreprises. Or,
devant les incertitudes qui pesaient sur cette mission, seul
deux entreprises bruxelloises ont maintenu leur intention
de participer à la mission. Celle-ci a finalement été annulée
et reportée sine die; une telle mission n’étant en tout cas pas
prévue pour l’année 2015, à défaut de demande du monde
de l’entreprise. Une mission économique ne peut être envisagée seulement pour le symbole. La Région bruxelloise
A-50/3 – 2014/2015
— 198 —
A-50/3 – 2014/2015
geen enkele precieze datum meedelen voor een mogelijke
nieuwe missie naar Israël.
ne jouera en tout cas pas cavalier seul. La secrétaire d’État
ne peut donc annoncer aucune date précise pour une éventuelle reprise d’une mission en Israël.
De begrotingsallocaties voor de huurkosten van gebouwen die toebehoren aan de federale Staat zijn het gevolg
van een eis van de federale Staat dat de Gewesten die een
deel van die gebouwen gebruiken (meestal ambassades) financieel bijdragen in de kosten ervan. De verdeling van die
kosten tussen de federale Staat en de Gewesten moet nog
worden vastgelegd in een akkoord, maar die kosten zullen
waarschijnlijk worden verdeeld naargelang de gebruikte
oppervlakte.
Les allocations budgétaires portant sur les frais de location d’immeubles appartenant à l’État fédéral sont issues
d’une exigence de l’État que les Régions qui occupent une
partie de ces bâtiments (généralement des ambassades)
fournissent une participation financière au frais de gestion
de ceux-ci. La répartition de ces frais entre l’État fédéral et
les Régions doit encore être précisée dans un accord, le plus
probable étant que les frais soient répartis en fonction de la
surface occupée.
Mevrouw Lemesre vroeg om becijferde resultaten van
de financiële steun van het Gewest en een nauwgezette
evaluatie van het gevoerde beleid. Men moet weten dat de
inschatting van de gevolgen van het beleid inzake buitenlandse handel een bijzonder complexe zaak is. De Staatssecretaris moet bijgevolg haar prioriteiten meestal vastleggen op grond van tendensen. Zij verzekert in elk geval dat
de cijfers voor de buitenlandse handel voor het eerste trimester van 2014 stijgen, wat haar vreugdevol stemt. Het is
trouwens moeilijk om evaluaties inzake economische missies te maken, aangezien de bedrijven zelf de tijd nemen
om hun commerciële gegevens aan de Brusselse Regering
door te spelen of aarzelen om dat te doen om vertrouwelijkheidsredenen.
Mme Lemesre réclamait des résultats chiffrés des soutiens financiers prodigués par la Région et une évaluation
rigoureuse des politiques menées. Il faut savoir que l’estimation des retombées de la politique du commerce extérieur est particulièrement complexe. La plupart du temps,
la secrétaire d’État doit dès lors fonder ses priorités sur
des tendances. Elle assure en tout cas que les chiffres du
commerce extérieur pour le premier trimestre 2014 sont en
hausse, ce dont elle se réjouit. Il est d’ailleurs difficile d’alimenter les évaluations des missions économiques, car les
entreprises prennent assez rarement le temps de transmettre
leurs données commerciales au gouvernement bruxellois
ou rechignent à les transmettre pour des raisons de confidentialité.
De Belgische statistieken inzake buitenlandse handel
zijn voor ons Gewest een al oud zeer. Als men weet dat, volgens de statistieken voor de jaren 1995-2011, zowat 45 %
van de Brusselse export slaat op diensten, dan begrijpt men
dat de cijfers van het Nationaal Instituut voor de Rekeningen, volgens hetwelk Brussel slechts zou staan voor 2,5 %
van de Belgische export, niet kloppen. De Staatssecretaris
hoopt dat de toetreding van de drie Gewesten tot de raad
van bestuur van die instelling een en ander zal veranderen
en dat de statistieken over de export van diensten jaarlijks
zullen worden opgesteld.
Les statistiques belges relatives au commerce extérieur
sont un problème déjà ancien pour notre Région. Quand
on sait que, d’après des statistiques s’étalant sur les années
1995 à 2011, 45 % des exportations bruxelloise concernent
des services, on comprend que les chiffres de l’Institut des
Comptes nationaux, qui avancent que Bruxelles ne représente que 2,5 % des exportations belges, sont faussés. La
secrétaire d’État espère que l’entrée des trois Régions dans
le conseil d’administration de cet institut pourra changer
les choses et que les statistiques sur l’exportation de services deviendront annuelles.
De steun voor export die aan de Brusselse bedrijven tot
op heden is toegekend gebeurt volgens het principe « first
come first served ». Mevrouw Cécile Jodogne wil dat chronologische criterium afvlakken en de subsidies toewijzen
afhankelijk van het land van bestemming en van de sectoren waarop de nadruk wordt gelegd, na een economische
missie bijvoorbeeld, in de verlenging van de contacten die
ter plaatse zijn gelegd.
Les aides à l’exportation octroyées aux entreprises
bruxelloises sont jusqu’à présent distribuées selon le principe du premier arrivé, premier servi. Mme Jodogne entend
tempérer ce critère chronologique pour spécialiser les subsides en fonction des pays de destination et des secteurs sur
lesquels l’accent est mis, après une mission économique
par exemple, dans la foulée des contacts noués sur place.
De Staatssecretaris zegt vervolgens dat ze nog een andere hervorming zal doorvoeren : het toespitsen van het werk
van de economische en handelsattachés op geografische
gebieden en minder op economische sectoren. De attachés
zullen zich meer moeten richten op de buurlanden van het
land waar ze geposteerd zijn en in die landen oog hebben
voor de groeisectoren.
La secrétaire d’État précise ensuite qu’elle suivra une
autre piste de réforme : le centrage du travail des attachés
économiques et commerciaux en fonction de zones géographiques et moins en fonction de secteurs économiques. Les
attachés devront investiguer davantage dans les pays environnants celui où ils sont en poste et prospecter les secteurs
en pointe dans ces pays.
A-50/3 – 2014/2015
— 199 —
A-50/3 – 2014/2015
Het is ontegensprekelijk een feit dat de diensten beter
moeten worden gesteund inzake export. De Brusselse bedrijven hebben een geweldig potentieel inzake recht, inzake arbitrage en op het vlak van geneesmiddelen, architectuur en bouwtechnologie. Wij beschikken over knowhow
die andere landen interesseert, zeker de groeilanden.
Il est incontestable que les services doivent être mieux
soutenus à l’exportation. Les entreprises bruxelloises présentent un potentiel fameux dans le droit, dans l’arbitrage,
dans les secteurs de la médecine et dans celui de l’architecture et des technologies de la construction. Nous disposons
d’un savoir-faire qui intéresse les pays étrangers, en particulier les pays émergents.
De Staatssecretaris keurt, net zoals het Waals Gewest,
de unilaterale Vlaamse beslissing af om het aantal prinselijke missies terug te brengen van 4 naar 2 per jaar. Wegens
de eis om de kosten proportioneel te verdelen, dwingt de
vermindering, met de helft, van de Vlaamse dotatie aan het
federaal Agentschap voor Buitenlandse Handel de Brusselaars en Walen ertoe om hetzelfde te doen. Het uitgespaarde
geld zal evenwel niet verloren gaan en zal worden gebruikt
voor andere initiatieven inzake steun voor buitenlandse
handel.
La secrétaire d’État désapprouve, tout comme la Région
wallonne, la décision flamande unilatérale de faire passer le nombre de missions princières de quatre à deux par
an. Cependant, en raison de l’exigence de répartition proportionnelle des frais, la diminution de moitié de la dotation flamande à l’agence fédérale du commerce extérieur
contraint les Bruxellois et les Wallons à faire de même.
Cela dit, l’argent économisé ne sera pas perdu et sera alloué
à d’autres actions de soutien du commerce extérieur.
De keuze van de landen die worden bezocht in het kader
van economische missies berust op economische indicatoren. Die keuzes gebeuren meestal in samenspraak met het
Waals Gewest en met het Vlaams Gewest, wat verklaart dat
ons Gewest soms moet deelnemen aan zendingen in economische sectoren die a priori minder interessant zijn voor
de Brusselse ondernemingen. De Staatssecretaris heeft hoe
dan ook het belang van menselijke contacten tijdens die
zendingen begrepen en weet ook hoe men die moet onderhouden. Het is niet voldoende om geld aan de bedrijven
te geven; er moet een persoonlijke betrokkenheid zijn, of
dat nu gebeurt via handelsattachés of via de aanwezigheid
ter plaatse van de Staatssecretaris zelf. Om die reden, maar
verzekert ze dat ze vol enthousiasme zal deelnemen aan de
economische zendingen van ons Gewest.
Le choix des pays visités lors de missions économiques
obéit à des indicateurs économiques. Ces choix sont généralement effectués en partenariat avec la Région wallonne
et la Région flamande, ce qui explique que notre Région
doive parfois participer à des missions dans des secteurs
économiques a priori moins intéressants pour les entreprises bruxelloises. En tout cas, la secrétaire d’État a d’ores
et déjà compris l’importance des contacts humains noués
lors de ces missions et de la façon dont on les entretient.
Il ne suffit pas de verser de l’argent aux entreprises; il faut
s’impliquer en personne, que ce soit par l’intermédiaire
des attachés commerciaux ou de la présence sur place de la
Secrétaire d’État elle-même. Pour cette raison, elle assure
qu’elle sera présente avec enthousiasme aux missions économiques entreprises par notre Région.
De opleidingen van werkzoekenden voor jobs op het
vlak van de buitenlandse handel, waarover mevrouw Roex
heeft gesproken, hebben groot succes. Zowat 70 % van de
personen die zich hebben ingeschreven, heeft heel snel een
baan gevonden. De directrice van « Bruxelles-Formation »
wil die opleidingen dan ook voortzetten. Het lijkt evenwel
moeilijk om personeel te vinden die houder is van een diploma van hoger middelbaar onderwijs.
Les formations de demandeurs d’emploi aux emplois
du commerce extérieur, évoquées par Mme Roex, remportent un succès manifeste. Environ 70 % des personnes
qui y étaient inscrites ont d’emblée trouvé un d’emploi.
La directrice de « Bruxelles-Formation » entend donc les
poursuivre. Néanmoins, il paraît difficile d’y accueillir des
personnes qui ne sont pas titulaires d’un diplôme du secondaire supérieur.
Mevrouw Françoise Bertieaux hoort dat de Staatssecretaris verkiest te zaaien op een veld dat al bewerkt werd,
eerder dan zich te wagen aan nieuwe maatregelen. Dat is
ongetwijfeld een wijze strategie wegens onze beperkte
financiële middelen. De volksvertegenwoordigster heeft
nog een mild oordeel voor de actie van de Staatssecretaris, aangezien zij pas van start gaat. Zij heeft in ieder geval begrepen dat het nodig is te investeren in de kwaliteit
van de handelscontacten. Dat is precies het verwijt dat kan
gemaakt worden aan de Minister-President, die dit aspect
verwaarloost.
Mme Françoise Bertieaux entend que la secrétaire d’État
préfère semer sur un terrain déjà labouré plutôt que d’entreprendre et de se risquer à de nouvelles mesures. C’est
sans doute une stratégie sage, en raison de nos moyens
financiers réduits. La députée juge encore avec indulgence
l’action de la secrétaire d’État puisqu’elle débute. Celle-ci
a en tout cas compris la nécessité d’investir dans la qualité
des contacts commerciaux. C’est précisément le reproche
qui peut être adressé au ministre-président, qui néglige cet
aspect.
A-50/3 – 2014/2015
— 200 —
A-50/3 – 2014/2015
III. Bespreking van de programma’s
en de activiteiten
III. Discussion des programmes
et activités
Programma 2 : Netwerk van economische en handels­
attachés
Programme 2 : Réseau des attachés économiques et
commerciaux
De heer Stefan Cornelis vraagt hoeveel al dan niet statutaire attachés het Gewest bekostigt. Deze allocatie kent
een lichte daling.
M. Stefan Cornelis demande combien d’attachés, statutaires ou non, la Région entretient-elle. Cette allocation est
en légère baisse.
De Staatssecretaris antwoordt dat er enkel een daling is
inzake het lokaal personeel, en dat het aantal door ons Gewest betaalde attachés stabiel blijft. Het Gewest stelt 36 attachés rechtstreeks te werk, maar sommige vertegenwoordigingen die gefinancierd worden door het AWEX of door
FIT werken eveneens voor Brussel.
La secrétaire d’État répond que seul le personnel local
diminue et que le nombre d’attachés payés par notre Région est stable. La Région emploie directement 36 attachés
mais certaines représentations financées par l’AWEX ou
par FIT sont également prestataires pour Bruxelles.
De heer Paul Delva herhaalt zijn vraag over de verdeelsleutel van de renovatiekosten voor federale gebouwen in
het buitenland.
M. Paul Delva réitère sa question sur la clé de répartition
des frais de rénovation de bâtiments fédéraux à l’étranger.
De Staatssecretaris legt uit dat de federale overheid in
het algemeen vraagt huur te betalen. In dit geval gaat het
over uitzonderlijke kosten met betrekking tot de ambassade
in Londen en in Peking. Die uitgaven worden bestemd voor
lokalen die gebruikt worden door de vertegenwoordiger
van ons Gewest.
La secrétaire d’État explique que l’État fédéral demande
généralement le paiement de loyers. En l’espèce, il s’agit de
frais exceptionnels portant sur les ambassades de Londres
et de Pékin. Ces dépenses seront affectées aux locaux occupés par le représentant de notre Région.
Programma 3 : Acties en opdrachten ter bevordering
van buitenlandse handel
Programme 3 : Actions et missions de promotion du
commerce extérieur
De heer Bruno De Lille merkt een sterke stijging van
de allocatie betreffende subsidies aan private bedrijven.
Waarom is dat zo ? Hoe worden de begunstigde bedrijven
geselecteerd ? Hoe worden de gevolgen van die steun ingeschat ?
M. Bruno De Lille relève une forte hausse de l’allocation
portant sur les subventions aux entreprises privées. Pourquoi ? Comment sont sélectionnées les entreprises bénéficiaires ? Comment les effets de ces aides sont-ils estimés ?
Inzake dezelfde allocatie, herhaalt mevrouw Isabelle
Durant dat de bedragen die worden toegekend aan de bedrijven onvoldoende zijn om deel te nemen aan de grote
handelsbeurzen. Met deze subsidies kan men een miniem
kleine stand huren op de bekende beurzen. De volksvertegenwoordigster wenst dat het Gewest de subsidies in de
prioritaire economische sectoren verhoogt.
Au sujet de la même allocation, Mme Isabelle Durant
répète que les montants octroyés aux entreprises sont insuffisants pour participer aux grandes foires commerciales.
Ces subsides permettent tout juste de louer un minuscule
stand dans des foires renommées. La députée souhaite que
la Région accroisse la subsidiation dans les secteurs économiques prioritaires.
Mevrouw Mahinur Ozdemir vraagt hoeveel stagiaires
deelnemen aan de opleidingen betreffende beroepen inzake
buitenlandse handel, en hoe die personen gevolgd worden.
Mme Mahinur Ozdemir demande combien de stagiaires
participent aux formations relatives aux métiers du commerce extérieur et comment ces personnes sont suivies.
De heer Johan Van den Driessche wenst eveneens te
weten wat het profiel is van die werkzoekenden en welke
stages hun worden voorgesteld.
M. Johan Van den Driessche voudrait également savoir
quel est le profil de ces demandeurs d’emploi et quels sont
les stages qui leur sont proposés.
De Staatssecretaris antwoordt dat de financiële steun
momenteel wordt toegekend volgens een reglementaire
grondslag, maar dat het goed zal zijn ze toe te spitsen op
bepaalde sectoren. Het agentschap « Brussels Invest &
Export » is zelf aanwezig op vele beurzen, wat Brusselse
La secrétaire d’Etat répond que les aides financières
sont à ce jour accordées selon une base réglementaire,
mais qu’il serait bon de les concentrer sur certains secteurs.
L’agence « Bruxelles Invest et Export » est présente ellemême dans de nombreuses foires, ce qui permet d’héberger
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 201 —
bedrijven een plaats geeft met minder kosten. Niettemin
moeten de bedrijven die van start willen gaan met export
alleszins zelf ook investeren.
des entreprises bruxelloises à moindres coûts. Cela étant,
des entreprises qui veulent se lancer dans l’exportation par
ce biais doivent de toute façon avoir une mise d’investissement propre.
Sedert 2005 hebben 270 personen dankzij Actiris een
opleiding gekregen inzake buitenlandse handel, om te beginnen via cursussen in Brussel, daarna via een stage in een
bedrijf, meestal in het buitenland.
Depuis 2005, 270 personnes ont été formées grâce à
Actiris au commerce extérieur, d’abord au moyen de cours
donnés à Bruxelles, puis par un stage en entreprise, la plupart du temps à l’étranger.
Programma 5 : Informatie over de markten en sensibilisering voor internationalisatie
Programme 5 : Information sur les marchés et sensibilisation à l’internationalisation
De heer Johan Van den Driessche wil meer uitleg over
de verantwoording van de allocatie over de werkingsuitgaven. Er is sprake van organisatie van een evenement met de
titel « Brussels Best Exporters » in 2015, en over een stabilisatie van de middelen die worden toegekend voor deze
BA. Houdt dat in dat moet worden afgestapt van andere
initiatieven ?
M. Johan Van den Driessche voudrait davantage d’explication au sujet du justificatif de l’allocation sur les dépenses
de fonctionnement. Il y est question de l’organisation en
2015 d’un événement intitulé « Brussels Best Exporters »
et d’une stabilisation des fonds attribués à cette AB. Cela
signifie-t-il que d’autres initiatives doivent être abandonnées ?
De Staatssecretaris licht toe dat het uitwerken van prijzen niet nieuw is en dat het merendeel van de uitgaven gaat
naar de publicatie van informatiebrochures, die niet allemaal elk jaar opnieuw moeten gepubliceerd worden. Vandaar de stabilisatie van deze allocatie.
La secrétaire d’État explique que cette remise des prix
n’est pas neuve et que l’essentiel de ces dépenses vont à la
publication de brochures d’information, qui ne doivent pas
toutes connaître un nouveau tirage chaque année. D’où la
stabilisation de cette allocation.
IV. Stemming
IV. Vote
De commissie brengt, met 9 stemmen tegen 4, gunstig
advies uit bij de commissie voor de Financiën met betrekking tot opdracht 13.
La commission émet, par 9 voix contre 4, un avis favorable à la commission des Finances pour ce qui concerne
la mission 13.
*
* *
*
* *
OPDRACHT 16
MISSION 16
Ondersteuning en bemiddeling
bij arbeidsaanbod en -vraag
Assistance et médiation dans
l’offre et la demande d’emplois
I. Inleidende uiteenzetting van
Minister Didier Gosuin
I. Exposé introductif du
Ministre Didier Gosuin
De minister heeft voor de commissie de volgende uiteenzetting gehouden :
Le Ministre a tenu devant la commission le discours suivant :
« Sedert haar oprichting 25 jaar geleden is Brussel erin
geslaagd een onmiskenbare economische ontwikkelingspool te worden. Onze zeer dynamische economie wordt
trouwens gekenmerkt, enerzijds, door het feit dat Brussel
dé belangrijkste Belgische stad is qua aantal opgerichte
ondernemingen en, anderzijds, door een tewerkstellings-
« Depuis sa création il y a 25 ans, Bruxelles a réussi à
devenir un pôle de développement économique incontournable. Notre économie très dynamique est d’ailleurs caractérisée, d’une part, par le fait qu’elle est la première ville
belge en termes de taux de création d’entreprises et, d’autre
part, par un taux d’emplois de 16 %, soit 715 000 emplois.
A-50/3 – 2014/2015
— 202 —
A-50/3 – 2014/2015
graad van 16 %, hetzij 715.000 jobs. Brussel is nochtans
ook bekend voor zijn hoge werkloosheidsgraad, vooral bij
de jongeren.
Pourtant, Bruxelles est aussi connue pour son taux de chômage élevé, en particulier chez les jeunes.
De Regering is dus van plan een ambitieus tewerkstellingsbeleid te voeren. Daarbij beschikt ze over nieuwe
hefbomen dankzij de zesde Staatshervorming. Onze doelstelling : de paradox van de Brusselse economie omkeren
door deze dynamische economie en de voordelen voor de
tewerkstelling van de Brusselaars maximaal te benutten.
Le Gouvernement entend donc mettre en œuvre une
politique de l’emploi ambitieuse. D’autant plus qu’elle
dispose de nouveaux leviers grâce à la sixième réforme de
l’Etat. Notre objectif est d’inverser le paradoxe de l’économie bruxelloise en tirant profit de cette économie dynamique et en en maximisant les bénéfices pour l’emploi des
Bruxellois.
Om dit beleid goed te kunnen voeren is het van primordiaal belang proactief samen te werken. Daarom heeft de
regering, in het kader van de Buitengewone Sociale Top
en van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité,
de basis gelegd voor een sterk en permanent sociaal overleg. Dit overleg maakt het mogelijk zich te buigen over de
sociaaleconomische prioriteiten van de Strategie 2025 en
over de maatregelen die moeten genomen worden tijdens
het eerste jaar van de legislatuur. Ze zal natuurlijk ook een
balans en een evaluatie maken van de genomen acties aan
de hand van duidelijke indicatoren.
Pour mener à bien cette politique, il est primordial de
s’inscrire dans une dynamique de collaboration proactive.
Et pour cela, dans le cadre du sommet social extraordinaire
et du Comité bruxellois de Concertation économique et
sociale, le gouvernement a jeté les bases d’une concertation sociale forte et permanente. Cette concertation a permis de se pencher sur les priorités socio-économiques de la
Stratégie 2025 ainsi que sur les mesures à mettre en œuvre
pour cette première année de législature. Bien entendu, elle
s’attachera également à tirer un bilan et l’évaluation des
actions menées grâce à des indicateurs précis.
De begroting 2015 weerspiegelt de prioriteiten die werden vastgelegd tijdens de Sociale Top, aangezien, zonder de Staatshervorming, de initiële begroting 2015 van
opdracht 16 een globale stijging vertoont van meer dan
21 miljoen euro ten opzichte van de initiële begroting 2014,
die bijna integraal naar de versterking van Actiris gaat.
Le budget 2015 reflète les priorités identifiées lors du
sommet social, puisque, hors réforme de l’Etat, le budget
initial 2015 de la mission 16 présente une augmentation
globale de plus de 21 millions d’euros par rapport au budget initial 2014, qui va quasi en totalité en renforcement du
travail d’Actiris.
Als we de Staatshervorming erbij nemen, vertoont de
initiële begroting 2015 van opdracht 16 een globale stijging van meer dan 500 miljoen euro ten opzichte van 2014.
Si l’on inclut la réforme de l’Etat, le budget initial 2015
de la mission 16 présente une augmentation globale de plus
de 500 millions d’euros par rapport à 2014.
A.Context
A.Contexte
Hoewel ons beleid de lijnen van het vorige beleid volgt,
zal 2015 gekenmerkt worden door de Jongerengarantie en
de verankering van de nieuw verworven bevoegdheden ingevolge de 6e Staatshervorming.
Bien que notre politique s’inscrive dans le continuum
de ce qui a été mis en place précédemment, l’année 2015
sera marquée par l’ancrage des compétences nouvellement
acquises, suite à la 6e Réforme de l’Etat ainsi que par la
garantie pour la jeunesse.
Maar voor we ons buigen over de tewerkstellingsprioriteiten voor het komende jaar, zal ik u de sociaaleconomische situatie in Brussel beschrijven.
Mais avant de nous pencher sur les priorités emploi pour
l’année à venir, je vous établirai un état des lieux de la situation socio-économique à Bruxelles.
Zoals eerder vermeld, lijdt ons Gewest onder een belangrijke economische paradox. Het is dus noodzakelijk de
economie en de tewerkstelling in Brussel nieuw leven in te
blazen. Hoewel de jeugdwerkloosheid gedaald is ten opzichte van 2013, bedraagt deze nog altijd 31,1 % in oktober
2014, hetzij een daling van 2,2 punten ten opzichte van vorig jaar. Deze werkloosheidsgraad vertaalt zich in de vaststelling dat een te groot aantal jongeren de schoolbanken
verlaat zonder de nodige kwalificaties om te beantwoorden
aan de noden op de arbeidsmarkt.
Comme dit précédemment, notre région souffre d’un
paradoxe économique important. Il est donc nécessaire de
donner un nouveau souffle à l’économie et à l’emploi des
Bruxellois. En effet, bien que le taux de chômage des jeunes
soit en baisse par rapport à 2013, il reste tout de même de
31,1 % en octobre 2014 soit une baisse 2,2 points par rapport à l’année passée. Ce taux s’explique par la constatation qu’un trop grand nombre de nos jeunes terminent leur
parcours scolaire sans les qualifications nécessaires pour
répondre aux besoins du marché de l’emploi.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 203 —
De economische en sociale gevolgen zijn bekend : een
hele generatie die zich opgeofferd voelt. Er moet dus actie
worden ondernomen en opnieuw hoop gegeven worden aan
de Brusselse jeugd.
Les conséquences économiques et sociales sont
connues : une génération entière se considère comme sacrifiée. Il est donc nécessaire d’agir et de redonner espoir à la
jeunesse bruxelloise.
In Brussel zijn het echter niet alleen de jongeren die het
moeilijk hebben. We mogen onze inspanningen dus niet
verzwakken. We moeten de Brusselse economie tot ontplooiing brengen en onze inspanningen afstemmen op het
Brussels menselijk kapitaal.
Cependant, les jeunes ne sont pas les seuls en difficultés à Bruxelles. Nous ne pouvons dès lors pas relâcher nos
efforts. Nous devons déployer l’économie bruxelloise et
recentrer nos efforts sur le capital humain bruxellois.
B.De prioriteiten inzake tewerkstelling voor 2015
B.Les priorités emploi pour 2015
In navolging van deze vaststellingen heeft de regering
verschillende belangrijke pijlers geïdentificeerd, waarvan
de belangrijkste de invoering van de Jongerengarantie op
1 januari is.
Suite à ces différents constats, le gouvernement a dégagé
plusieurs grands axes prioritaires. Le plus important étant
la mise en place de la garantie pour la jeunesse au 1er janvier prochain.
Gevolgd door :
Suivront ensuite :
– de verschillende acties met betrekking tot Actiris;
– les différentes actions concernant Actiris;
– meer ondersteuning van de sociale economie;
– un soutien accru à l’économie sociale;
– de nieuwe overgedragen bevoegdheden ingevolge de
6e Staatshervorming;
– les nouvelles compétences transférées suite à la 6e réforme de l’Etat;
– met een bijzondere focus op de dienstencheques.
– avec un focus particuliers sur les titres-services.
1. De jongerengarantie
1. La garantie pour la jeunesse
Van de prioritaire projecten is de jongerengarantie dé
prioriteit voor het eerste jaar van de legislatuur. Deze Garantie is heel belangrijk gezien de huidige toestand in Brussels. Eind oktober was bijna één op drie jongeren werkloos.
Er waren ongeveer 40.000 werkzoekenden die minder dan
een jaar ingeschreven waren. Er is dus geen twijfel over de
economische en sociale gevolgen voor ons Gewest als we
niets ondernemen.
Parmi ces projets prioritaires, la garantie pour la jeunesse est la priorité pour cette première année de législature. Cette garantie prend toute son importance au regard
de l’actualité bruxelloise. En effet, fin octobre, on comptait près d’un jeune sur trois au chômage. Et, ceux inscrits
depuis moins d’un an s’élevaient, quant à eux, à un peu
plus de 40.000. Il n’y a donc aucun doute quant aux conséquences économiques et sociales pour notre Région si on
ne fait rien.
Concreet betekent dit dat er zich ieder jaar gemiddeld
12.000 jongeren inschrijven bij Actiris op het einde van hun
studies. 6.000 onder hen vinden een job binnen de 6 maanden na hun inschrijving. De 6.000 anderen hebben nood
aan een geïndividualiseerde oplossing. En het is daar dat
de Jongerengarantie tussenkomt. Om die 6.000 jongeren te
helpen zijn de doelstellingen van de Algemene Beleidsverklaring duidelijk : 3.000 opleidingen, 2.000 stageplaatsen,
1.000 jobs.
Concrètement, en moyenne, 12.000 jeunes s’inscrivent
chaque année chez Actiris à la fin de leurs études. Parmi
eux, 6.000 trouvent un emploi dans les 6 mois qui suivent
leur inscription. Les 6.000 autres ont besoin d’une solution personnalisée. C’est là que la garantie pour la jeunesse
intervient. Pour aider ces 6.000 jeunes, les objectifs de la
déclaration de politique générale sont clairs : 3.000 formations, 2.000 stages, 1.000 emplois seront mis en place.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 204 —
Voor Actiris werden twee grote krachtlijnen bepaald om
deze doelstellingen te bereiken :
Pour Actiris, deux grandes orientations ont été prises
pour remplir ces objectifs :
1.De reorganisatie en de versterking van de diensten en
activiteiten met het oog op een vermeerdering, ontwikkeling en de verbetering van de specifieke begeleiding
van jongeren
1. La réorganisation et le renforcement des services et des
activités en vue d’augmenter, de développer et d’améliorer l’accompagnement spécifique des jeunes.
2.Een verhoogd aanbod van diensten op het vlak van stages, jobs en opleidingen.
2.L’augmentation de l’offre de services en matière de
stages, d’emplois et de formation.
De maatregelen zullen volledig operationeel zijn vanaf
januari 2015. Meer in het bijzonder zal Actiris :
Les mesures seront pleinement opérationnelles à partir
de janvier 2015. Et plus précisément, Actiris :
1.zorgen voor een intensieve en bijzondere begeleiding
van elke jongere;
1. assurera un accompagnement intensif et spécifique de
chaque jeune;
2. een versterkt aanbod aan oplossingen voorstellen :
2. proposera offre de solutions renforcées :
– het scheppen van jongerenbanen met 120 startbaanovereenkomsten bij de instellingen van openbaar nut. – la création d’ « emplois jeunes » avec 120 contrats
premier emploi dans un organisme d’intérêt public;
– een vermeerdering van het aantal stages in het buitenland;
– une augmentation de l’offre de stages à l’étranger;
– een vermeerdering van het aantal beroepsopleidingen.
– une augmentation de l’offre de formation professionnelle;
– in 2015 zal 3 miljoen euro worden uitgetrokken voor
de bestelling van opleidingen bij Bruxelles Formation en de VDAB-Brussel (in toepassing van de zesde
staatshervorming);
– en 2015, 3 millions d’euros seront affectés à la commande de formation à Bruxelles Formation et au
VDAB-Brussel (en application de la VIe réforme de
l’Etat);
3. zal zijn dienst Youth Guarantee versterken met 10 extra
« job coaches ». Deze zullen instaan voor :
3. renforcera son service « Youth Garantee » avec 10 « job
coachs » supplémentaires. Ceux-ci permettront :
– het beheer van het stage-aanbod;
– la gestion des offres de stage;
– de selectie van de jongeren die in aanmerking komen
voor gesubsidieerde jongerenbanen;
– la gestion de la sélection des jeunes pour les emplois
jeunes subventionnés;
– de overgang naar de arbeidsmarkt via een intensieve
begeleiding na de werkstages.
– la transition vers le marché du travail via un coaching
renforcé à l’issue des stages/emplois.
Voor deze 3 doelstellingen werd een aanzienlijke inspanning geleverd in het kader van de begroting 2015 aangezien ongeveer 11 miljoen euro werd uitgetrokken voor de
ondersteuning en versterking van de opdrachten van Actiris en zijn partners en daarnaast nog eens 7,3 miljoen voor
« Bruxelles-Formation ».
Pour ces trois objectifs, un effort considérable dans le
cadre du budget 2015 a été fait puisque les budgets prévoient près de 11 millions d’euros pour soutenir et renforcer les missions d’Actiris et ses partenaires, auxquels
s’ajoutent 7,3 millions d’euros pour Bruxelles-Formation.
Bovendien zal voorgesteld worden om de middelen voor
de Jongerengarantie en de geregionaliseerde activering van
de werklozen en het GESCO-stelsel te bundelen, opdat ze
naar een duurzame baan kunnen leiden. Daarom zal de regering begin 2015, zoals voorzien in de gewestelijke beleidsverklaring, overgaan tot een evaluatie van het GESCO-stelsel. In deze context is de begroting gestabiliseerd in
afwachting van de resultaten van deze analyse.
De plus, et dans l’objectif d’être un tremplin vers un
emploi durable, il sera proposé de créer une synergie entre
les moyens de la garantie pour la jeunesse, ceux de l’activation des chômeurs régionalisée et le dispositif ACS. Pour
cela, et tel que prévu dans la DPR, le Gouvernement va
procéder à une évaluation du dispositif ACS en 2015. Dans
ce contexte, le budget est stabilisé, en attente des résultats
de cette analyse.
A-50/3 – 2014/2015
— 205 —
A-50/3 – 2014/2015
2. De verschillende acties met betrekking tot Actiris
2. Les différentes actions concernant Actiris
Een andere belangrijk element voor Actiris is dat de
richtsnoeren van de beheersovereenkomst 2013-2017
worden behouden. De begroting mikt op de voortzetting,
versterking en ontwikkeling van de begeleiding van werkzoekenden in de ruime zin van het woord. 7 miljoen euro
extra brengt de algemene dotatie van Actiris op meer dan
67 miljoen euro.
Un autre élément-clé concernant Actiris est l’assurance
de la pérennisation des orientations du contrat de gestion
2013-2017. Le budget alloué vise à soutenir la poursuite,
le renforcement et le développement de l’accompagnement
au sens large des chercheurs d’emploi. Plus de 7 millions
d’euros seront apportés en supplément portant la dotation
générale d’Actiris à plus de 67 millions d’euros.
Van deze verhoging wordt 3 miljoen euro besteed aan
investeringen in de informatica van Actiris. Deze investeringen worden als een must gezien door alle actoren en
partners om de dienstverlening aan bedrijven en werkzoekenden aanzienlijk te verbeteren.
Dans cette augmentation, plus de 3 millions d’euros sont
consacrés aux investissements informatiques d’Actiris.
Ceci s’explique par la nécessité d’augmenter les moyens
afin d’améliorer significativement le service aux entreprises et aux chercheurs d’emplois. Nécessité identifiée par
l’ensemble des acteurs et partenaires.
Naast deze 3 miljoen euro wordt bovendien 1,8 miljoen
euro extra uitgetrokken voor de voorbereiding van de verhuizing naar een ander gebouw, waar Actiris zal gehuisvest
worden samen met Bruxelles-Formation en de VDABBrussel.
En plus de ces 3 millions d’euros, 1,8 million d’euros
supplémentaires sont également consacrés à la préparation du déménagement vers un bâtiment commun avec
Bruxelles-Formation et le VDAB-Brussel.
Er zijn nog andere taken van Actiris die kaderen in opdracht 16. Zo voorziet de begroting 2015, wat betreft het
taalonderricht van de werkzoekenden, eveneens het behoud
van middelen. De regering zal bijgevolg de instrumenten
voor taalopleiding verder ontwikkelen en ondersteunen. De
taalcheques zullen echter het voorwerp uitmaken van een
algemene evaluatie, teneinde de efficiëntie ervan te verbeteren.
D’autres tâches d’Actiris entrent également en ligne
de compte dans le cadre de la mission 16. Ainsi, en ce
qui concerne l’apprentissage des langues des chercheurs
d’emplois, le budget 2015 prévoit également un maintien
des moyens. Le Gouvernement s’engage donc à soutenir
et poursuivre le déploiement des instruments de formation
linguistique. Cependant, le dispositif des chèques langues
fera l’objet d’une évaluation globale afin de viser plus d’efficacité.
Wat de mogelijke partnerschappen betreft vertrouwt Actiris, als organisator, de uitvoering van een deel van de taken toe aan operatoren. Dat vertegenwoordigt een globaal
budget van 15 miljoen euro, wat een stabilisering inhoudt
ten opzichte van 2014.
Du point de vue des partenariats possibles, Actiris, en
tant que régisseur, confie l’exécution d’une partie de ses
missions à des opérateurs. Cela représente un budget global
de 15 millions d’euros. Ce qui marque une stabilisation par
rapport à 2014.
Tot slot worden de middelen voor de steun voor kinderopvang bevestigd in 2015. Hetzelfde geldt voor de middelen voor de strijd tegen discriminatie, de promotie van
diversiteit en het ontwikkelen van nieuwe aangepaste maatregelen.
Enfin, le soutien à l’accueil de la petite enfance voit ses
moyens confirmés en 2015. C’est également le cas pour
les moyens concernant la lutte contre la discrimination, la
promotion de la diversité et le déploiement des nouvelles
mesures adaptées.
3. Meer ondersteuning van de sociale economie
3. Un soutien accru à l’économie sociale
Naast het luik Actiris voorziet opdracht 16 eveneens een
belangrijk luik voor ondersteuning van de sociale economie, waarbij rekening gehouden wordt met de overdracht
van bevoegdheden in het kader van de 6e Staatshervorming.
Dit luik is nodig want de sociale economie biedt perspectieven op werk aan personen die over het algemeen moeite
hebben om een job te vinden. We denken dan vooral aan
langdurig werklozen, personen die financiële maatschappelijke hulp genieten, enz. door :
A côté du volet Actiris, la mission 16 prévoit également
un volet important pour le soutien au secteur de l’économie
sociale prenant en compte le transfert de compétences de
la 6e réforme de l’Etat, qui est un volet nécessaire puisque
l’économie sociale permet d’offrir des perspectives de travail à des personnes qui éprouvent généralement des difficultés à trouver un emploi. On pense notamment aux chômeurs de longue durée, aux personnes bénéficiant de l’aide
sociale financière, etc. :
A-50/3 – 2014/2015
— 206 —
A-50/3 – 2014/2015
1.Een duurzame job te verzekeren aan laaggeschoolde
werkzoekenden.
1. La Région assurera un emploi durable à des demandeurs
d’emploi peu qualifiés.
2.Aan dezelfde personen een beroepservaring aan te bieden die bijdraagt tot een grotere inzetbaarheid op de
werkvloer. Hier denken we dan meer bepaald aan een
doorstromingsjob.
2. Elle offrira à ces mêmes personnes une expérience professionnelle contribuant à accroître leur employabilité.
Pensons notamment à un emploi de transition professionnelle.
3. Een beroepsopleiding mogelijk te maken voor personen
die in sociale moeilijkheden verkeren.
3.Elle permettra une formation professionnelle pour les
personnes en difficulté sociale.
Op financieel vlak wordt de ondersteuning van de Regering versterkt door de middelen die worden overgedragen
in het kader van de zesde staatshervorming. Deze middelen
bedragen 1.585.000 euro en werden tot hiertoe besteed aan
de uitvoering van het Samenwerkingsakkoord van 30 mei
2005 betreffende de meerwaardeneconomie tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, de
Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Duitstalige gemeenschap.
Au niveau financier, le support du Gouvernement se
voit également renforcer par les moyens transférés dans le
cadre de la 6e réforme de l’Etat. Ces moyens s’élèvent à
1.585.000 euros jusqu’alors affectés à l’exécution de l’accord de coopération du 30 mai 2005 relatif à l’économie
plurielle entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région
wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone.
De regering is dus van plan de steun die ze al meerdere
jaren biedt aan de sector van de sociale economie verder te
zetten en nog te versterken via drie soorten tussenkomst :
Le Gouvernement entend donc poursuivre et intensifier
le soutien qu’il apporte depuis de nombreuses années au
secteur de l’économie sociale grâce à trois types d’intervention :
1.De structurele ondersteuning van de PIOW’s en IO’s in
het kader van de ordonnantie die specifiek hun goedkeuring en financiering regelt.
1.Le soutien structurel aux initiatives locales de développement de l’emploi (ILDE) et aux entreprises d’insertion (EI). Et ce, dans le cadre de l’ordonnance qui régit
spécifiquement leur agrément et leur financement.
Op begrotingsvlak wordt 1.000.000 euro uitgetrokken
voor de versterking van de steun aan de PIOW’s en de
IO’s. Dit bedrag zal hen een correctere financiering kunnen aanbieden dan de financiering die voortvloeit uit de
strikte toepassing van de criteria in de reglementering.
Au niveau budgétaire, 1.000.000 d’euros sont affectés à
son renforcement. Ce montant permettra de pouvoir les
financer à un niveau plus proche que celui qui découle
d’une stricte application des critères définis dans la réglementation.
2. Naast de PIOW’s en IO’s neemt de regering ook andere
initiatieven op het vlak van de sociale economie. Zo is
het Gewest, ingevolge de zesde staatshervorming, voortaan verantwoordelijk voor het beheer van de activeringsmaatregel die erin bestaat een verhoogde tegemoetkoming toe te kennen aan de OCMW’s, enkel in geval
van tewerkstelling in een initiatief van sociale economie bij toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke
wet over de OCMW’s. Het budget dat aan de maatregel
wordt toegekend bedraagt 18.540.000 euro.
2.Outre les ILDE et EI, d’autres initiatives dans le domaine de l’économie sociale sont prise en charge par
le gouvernement. Parmi celle-ci, et suite à la sixième
réforme de l’Etat, la Région est désormais en charge
de gérer la mesure d’activation qui consiste à octroyer
une subvention majorée aux CPAS, uniquement en cas
de mise au travail au sein d’une initiative d’économie
sociale, en application de l’article 60, § 7, de la loi organique sur les CPAS. Le budget alloué à la mesure est de
18.540.000 euros.
3. Een ander deel van de overgedragen federale middelen,
hetzij 374.000 euro, wordt uitgetrokken voor een nieuwe
maatregel. Dit houdt verband met de toepassing van artikel 7 en 9 van de ordonnantie van 26 april 2012 betreffende de sociale economie die de financiering mogelijk
maakt van nieuwe projecten als PIOW of IO via een projectoproep.
3.Une autre partie des moyens fédéraux, soit 374.000 euros est affecté à une nouvelle mesure. Cette volonté est en
lien avec l’application des articles 7 et 9 de l’ordonnance
du 26 avril 2012 en matière d’économie sociale. Celle-ci
prévoit de permettre le financement de nouveaux projets
en tant qu’ILDE ou EI via un système d’appel à projets.
Andere initiatieven van sociale economie vallen onder
een specifieke basisallocatie via facultatieve subsidies.
Het gaat hoofdzakelijk over de financiering van fede-
D’autres initiatives sont prises en charge par une allocation de base spécifique via des subsides facultatifs.
Il s’agit principalement du financement de fédérations
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 207 —
raties die de sociale economie, de financiering van activiteitencoöperaties en BRUSOC vertegenwoordigen, in
het kader van de toepassing van artikel 13, § 1, van de
ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de mogelijkheid een lening te verkrijgen aan bijzondere voorwaarden bij de Gewestelijke Investeringsmaatschappij van
Brussel.
représentant le secteur de l’économie sociale, du financement des coopératives d’activités et de BRUSOC dans
le cadre de l’application de l’article 13, § 1er, de l’ordonnance du 18 mars 2004 relatif à la possibilité d’obtenir
un prêt à des conditions particulières auprès de la Société Régionale d’Investissement de Bruxelles.
4. Zesde staatshervorming : nieuwe bevoegdheden
4.6e réforme de l’Etat : les nouvelles compétences
Ten slotte zal ik deze toelichting afsluiten met de zesde
staatshervorming die de Brusselse Regering ertoe brengt
bevoegd te worden voor een hele reeks nieuwe missies.
Nieuwe bevoegdheden die vanaf nu kaderen in missie 16.
Enfin, je terminerai cet exposé par l’impact de la 6e réforme de l’Etat qui amène le Gouvernement bruxellois à
être compétent sur toute une série de nouvelles missions.
Nouvelles compétences qui s’inscrivent dorénavant dans le
cadre de la mission 16.
Onder die bevoegdheden vindt men de bevoegdheden
die betrekking hebben op de doelgroepen, terug.
Parmi celles-ci, nous retrouvons celle concernant les
groupes-cibles.
De GBV voorziet in het afstemmen van het doelgroepenbeleid op de activeringsmaatregelen. Dit is te verklaren
door het feit dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een
specifieke sociale situatie kent die in het begeleidings- en
activeringssysteem moet worden omgezet. Deze doelgroepen moeten met andere woorden opgespoord worden en op
de middelen, die in de toekomst beschikbaar zullen zijn,
worden afgestemd.
La DPR prévoit de recentrer la politique des groupescibles sur les mesures d’activation. Ceci s’explique par le
fait que la Région bruxelloise connaît une situation sociale
spécifique qui doit être transposée dans les dispositifs d’accompagnement et d’activation. Autrement dit, ces groupescibles doivent être identifiés et mis en adéquation avec les
moyens qui seront disponibles à l’avenir.
Op het budgettaire vlak is het doelgroepenbeleid één
van de voornaamste beleidsvormen van het gewestelijke
tewerkstellingsbeleid. Dit beleid zal gezamenlijk door Actiris, Brussel Economie en Tewerkstelling en de RVA, de
RSZ en RSZ-PPO worden uitgevoerd. Deze laatste blijven
de enige administratieve en technische operatoren.
Au niveau budgétaire, la politique des groupes-cibles est
une des plus importantes des politiques de l’emploi régionales. Cette politique sera mise en œuvre conjointement
par Actiris, Bruxelles Economie et Emploi et par l’ONEM,
l’ONSS et l’ONSS-APL. Ces derniers demeurent les seuls
opérateurs administratifs et techniques.
Zo zullen de middelen die toegewezen worden aan de
verlaging van de RSZ-bijdragen en RSZ-PPO-bijdragen,
in 2015, 213.667.153 euro bedragen. De middelen die
aan de activeringsmaatregelen worden toegewezen zullen
28.675.000 euro bedragen.
Ainsi, les moyens affectés à l’octroi des réductions
ONSS et ONSS-APL s’élèveront à 213.677.153 euros en
2015. Ceux affectés aux mesures d’activation se chiffreront, quant à eux, à 28.675.000 euros
Het Gewest zal het betaald educatief verlof moeten beheren en hervormen. Dit is een systeem dat ernaar streeft
de permanente opleiding van mensen met een baan aan te
moedigen. Op budgettair vlak bedraagt de terugbetaling
aan privéondernemingen van het betaald educatief verlof,
toegekend aan hun personeel, in 2015, 18.749.000 euro.
La Région aura également à gérer et réformer le système
du congé-éducation payé. Système qui vise à encourager la
formation permanente des personnes en emploi. Du point
de vue budgétaire, le remboursement aux entreprises privées des congés-éducation payés accordés à leur personnel
se monte à 18.749.000 euros en 2015.
5. De dienstencheques
5. Les titres-services
Een ander groot dossier dat onlangs in de handen van het
Gewest is terecht gekomen, zijn de dienstencheques. Dat is
een gevoelig dossier, daar sinds de regionalisering van de
maatregel van de dienstencheques het Brussels Gewest op
korte termijn belangrijke beslissingen moet nemen.
Un autre grand dossier nouvellement dans les mains de
la Région se situe dans les Titres-Services. Dossier sensible
car suite à la régionalisation de la mesure des Titres-Services, la Région de Bruxelles-Capitale doit prendre des
décisions importantes et à très court terme.
A-50/3 – 2014/2015
A-50/3 – 2014/2015
— 208 —
Als we het niet doen, lopen we het risico de duurzaamheid en de leefbaarheid van dit systeem in gevaar
te brengen. Dit is te verklaren door de onzekerheden die
betrekking hebben op de overdracht van middelen en hun
overeenstemming met de reële uitgaven. Deze uitdaging is
in Brussel nog groter dan elders, daar het Brussel het enige
Gewest is dat te maken krijgt met een lichte stijging van het
aantal gebruikers en het aantal uitgegeven dienstencheques.
De totale begroting bedraagt 206.745.000 euro.
En effet, si nous ne le faisons pas, nous risquons de
mettre en danger la pérennité et la viabilité budgétaire de ce
dispositif. Ceci s’explique par des incertitudes relatives aux
transferts de moyens et leur adéquation avec les dépenses
réelles. Ce défi est plus grand encore à Bruxelles qu’ailleurs, car la Région bruxelloise est la seule qui connaisse un
léger accroissement du nombre d’utilisateurs et du nombre
de titres-services émis.
Le budget total se monte à 206.745.000 euros.
C.Besluit
C.Conclusion
Betreffende de tewerkstelling voegen we de daad bij het
woord. Het bewijs : we hebben een budget vrijgemaakt om
de werkloosheid efficiënt te bestrijden. Dit zal tijd in beslag
nemen en de eerste resultaten zullen niet onmiddellijk voelbaar zijn. We moeten op lange termijn werken.
Concernant l’emploi, le gouvernement joint donc les
actes à la parole. La preuve : nous avons dégagé un budget
important pour lutter efficacement contre le chômage. Cela
prendra du temps et les premiers résultats ne se feront pas
sentir immédiatement. Nous devons travailler sur du long
terme.
Een weliswaar veelbetekenend budget, maar wellicht
niet voldoende.
Un budget important, certes mais sans doute pas suffisant.
Ik besluit door de aandacht te vestigen op het feit dat de
overdracht van nieuwe bevoegdheden de regio’s weliswaar
meer hefbomen geeft.
Car je conclurai en attirant votre attention sur le fait que
le transfert de nouvelles compétences confère aux Régions
davantage de leviers pour agir sur la situation de l’emploi,
certes.
Maar de ontginning van het nieuwe toepassingsgebied
loopt echter het risico beperkt te worden door het gebrek
aan budgettaire en menselijke middelen overdragen door
de federale overheid. De uitdaging zal er de komende jaren
in bestaan beter te doen met minder. ».
Cependant, l’exploitation du nouveau champ d’action
risque d’être limitée par l’insuffisance des moyens budgétaires et humains transférés du fédéral. Le défi pour ces
prochaines années sera donc de faire mieux avec moins. ».
II. Algemene bespreking
II. Discussion générale
De heer Bruno De Lille heeft de minister horen zeggen
dat het budget is gestegen en dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest één van de enige gewesten is waar dat gebeurt.
De stijging komt er echter vooral door de extra middelen
die overkomen van de andere niveaus.
M. Bruno De Lille a entendu le ministre déclarer que le
budget a augmenté et que la Région de Bruxelles-Capitale
est une des seules Régions où cela se produit. Toutefois,
l’augmentation est surtout due aux moyens supplémentaires transférés des autres niveaux.
In de toekomst zal men meer moeten doen met minder,
zei de minister. Dat is zorgwekkend, omdat de uitdagingen
wellicht nog een hele tijd zullen blijven bestaan. Ook de
vergelijking met de andere gewesten kan gevaarlijk zijn,
omdat de inspanningen die de voorbije jaren bijvoorbeeld
in Vlaanderen zijn geleverd, toch wel indrukwekkender
zijn dan die welke in Brussel zijn gedaan.
À l’avenir, il faudra faire plus avec moins, a déclaré
le ministre. C’est inquiétant, car les défis persisteront
sans doute encore un bon moment. La comparaison avec
les autres Régions peut également être dangereuse, car
les efforts consentis ces dernières années en Flandre, par
exemple, sont tout de même plus impressionnants que ceux
fournis à Bruxelles.
Er moet gezorgd worden voor resultaten. De analyse is
al verschillende keren gemaakt, de arbeidsmarktsituatie
blijft problematisch in Brussel, het werkloosheidscijfer
blijft heel hoog met 110.000 werklozen in Brussel, waarvan
meer dan 50 % al meer dan twee jaar werkloos is, en met
meer dan 14.000 werklozen jonger dan 25 jaar. De vooruitzichten zien er op dit moment overigens niet erg mooi uit.
Il faut obtenir des résultats. L’analyse a déjà été faite
plusieurs fois, la situation du marché de l’emploi reste
problématique à Bruxelles, le chômage reste très élevé
à Bruxelles, avec 110.000 chômeurs, dont plus de 50 %
sont sans emploi depuis plus de deux ans déjà, et plus de
14.000 chômeurs de moins de 25 ans. En outre, les perspectives ne sont pas très réjouissantes actuellement. La tâche
A-50/3 – 2014/2015
— 209 —
A-50/3 – 2014/2015
De opdracht voor de Brusselse Regering, en Actiris in het
bijzonder, is dan ook erg groot.
du gouvernement bruxellois, et d’Actiris en particulier, et
dès lors considérable.
In de begeleidende tekst staan mooie intenties zoals de
aanpak van de jongerenwerkloosheid, de vorming en de begeleiding verbeteren via partnerschappen, het behoud van
de sociale economie in Brussel, … Wanneer er echter naar
de cijfers wordt gekeken stelt men vast dat aan één van
de kernproblemen, namelijk de begeleiding van de werkzoekenden, niet veel blijkt te veranderen. In de Regeringsverklaring stond dat deze regering het belangrijk vindt dat
er meer begeleiding komt van de werkzoekenden, maar
dat dit zou moeten gebeuren met middelen van Actiris. De
noden van Actiris zijn zeer groot en de vraag is dan ook
welke inspanningen zullen worden opgeofferd. In sommige
wijken van Brussel zijn er meer dan 300 werkzoekenden
per begeleider, dan is het duidelijk dat hieromtrent nog
grote inspanningen moeten worden geleverd. Wanneer dan
wordt aangekondigd dat jongeren intensiever begeleid zullen worden, betekent dit dat de begeleiding van de andere
werkzoekenden zal afnemen. Dat is problematisch wanneer
men weet dat hoe beperkter de begeleiding is, hoe kleiner
de kans op werk is. De jongerenwerkloosheid moet worden
opgelost, maar als dit gebeurt door een verschuiving binnen
de groep van werkzoekenden, is men verkeerd bezig. Het
kan immers niet zo zijn dat de extra middelen niet gebruikt
worden om meer mensen aan het werk te zetten, maar enkel
om een andere groep mensen aan het werk te zetten. Dat is
het probleem van de doelgroepenaanpak, structureel verandert er niets. Er moet opnieuw worden gekeken hoe het
aantal begeleiders in het algemeen kan worden verhoogd.
Zo kan men dan proberen om de algemene werkloosheid
naar beneden te krijgen.
Dans le texte d’accompagnement, on lit de belles intentions telles que la lutte contre le chômage des jeunes,
l’amélioration de la formation et de l’accompagnement
via des partenariats, le maintien de l’économie sociale à
Bruxelles, … Toutefois, quand on regarde les chiffres, on
constate qu’un des problèmes essentiels, à savoir l’accompagnement des demandeurs d’emploi, n’évolue guère. La
déclaration gouvernementale mentionnait que ce gouvernement estimait important de renforcer l’accompagnement
des demandeurs d’emploi, mais que cela devrait être réalisé
avec des moyens d’Actiris. Les besoins d’Actiris sont très
importants et la question est dès lors de savoir quels efforts
seront sacrifiés. Dans certains quartiers de Bruxelles, on
compte plus de 300 demandeurs d’emploi par accompagnateur, il est donc évident qu’on devra encore consentir d’importants efforts à cet égard. Aussi, quand on annonce une
intensification de l’accompagnement des jeunes, cela veut
dire que l’accompagnement des autres demandeurs d’emploi diminuera. C’est problématique quand on sait que plus
l’accompagnement est limité, moins on a de chances de
trouver du travail. Il faut résoudre le chômage des jeunes,
mais si on atteint cet objectif via un glissement au sein du
groupe des demandeurs d’emploi, on fait fausse route. En
effet, les moyens supplémentaires doivent être utilisés pour
mettre davantage de personnes à l’emploi, pas uniquement
pour accroître l’emploi d’une autre catégorie de personnes.
C’est le problème avec l’approche des groupes cibles :
structurellement, rien ne change. Il faut à nouveau regarder
comment augmenter le nombre d’accompagnateurs de manière générale. De la sorte, on pourra alors tenter de faire
baisser le chômage global.
Mevrouw Marion Lemesre merkt op dat de begroting
voor het tewerkstellingsbeleid dit jaar een enorme stijging
kent, die voornamelijk verantwoord wordt door de transfer
van bevoegdheden en dientengevolge, van middelen van
de federale overheid, voor bijna 500 miljoen euro (onder
andere 230 miljoen euro als verlaging van de RSZ-lasten,
205 miljoen euro voor de dienstencheques en 18 miljoen
euro voor de personen onder « artikel 60 »). Als men zich
echter baseert op de begrotingscahiers, buiten de zesde
staatshervorming, gaat het over een bedrag van ongeveer
21 miljoen euro, dat in werkelijkheid het totaal van de extra middelen voor de beleidsmaatregelen vormt, te weten
een jaarlijkse stijging met ongeveer 7 %. Het Gewest doet
natuurlijk een onbetwistbare inspanning, maar in het juiste
perspectief zijn de aangewende middelen maar gering voor
de grote pijler van de Brusselse vernieuwing die de Minister-President beloofd heeft.
Mme Marion Lemesre observe que la politique de l’emploi connaît cette année une hausse vertigineuse de son
budget, essentiellement justifiée par les transferts de compétences et, partant, les budgets en provenance du niveau
fédéral pour près de 500 millions d’euros (entre autres
230 millions d’euros au titre des réductions de charges de
l’ONSS, 205 millions d’euros pour les titres-services et
18 millions d’euros pour les personnes sous « article 60 »).
Toutefois, si l’on se base sur les cahiers budgétaires, hors
sixième réforme de l’État, c’est un montant d’environ
21 millions d’euros qui constitue en réalité le total des
moyens complémentaires alloués aux politiques, soit une
progression annuelle d’environ 7 %. Certes, l’effort régional est incontestable mais, remis en perspective, les moyens
mobilisés sont faibles pour le « grand pilier du renouveau
bruxellois » promis par le Ministre-Président.
Na deze inleiding, wenst de volksvertegenwoordigster
meer verduidelijkingen over de overdracht van de federale
bevoegdheden. Ons Gewest moet het hoofd bieden aan de
overheveling, de opvang en de integratie van nieuwe personeelsleden binnen de gewestelijke overheidsdiensten, maar
ook aan de behoefte inzake infrastructuur, aan de delicate
A la suite de ce préambule, la députée souhaite obtenir
davantage de précisions sur la réappropriation des compétences fédérales. Notre Région doit faire face au défi
du transfert, de l’accueil et de l’intégration de nouveaux
agents au sein des services publics régionaux, mais aussi
aux besoins en infrastructures, à la délicate cession des dos-
A-50/3 – 2014/2015
— 210 —
A-50/3 – 2014/2015
overdracht van de dossiers, het doorgeven van knowhow of
het instellen van procedures voor het gemengd beheer van
materies. Kan de Minister daarom de grote verrichtingen
schetsen die aan de gang zijn of die op komst zijn binnen
zijn diensten ? Hoeveel personeelsleden moesten worden
ondergebracht bij het Brussels Gewest en welke zijn de
overeenkomstige algemene behoeften die moeten gedekt
worden ?
siers, à la transmission du savoir-faire ou, encore, à la mise
sur pied de procédures pour la gestion mixte de matières.
Dès lors, le ministre pourrait-il esquisser les grandes opérations en cours ou à venir au sein de ses services ? Combien
d’agents devraient être rapatriés en Région bruxelloise et,
partant, quels sont les besoins généraux à couvrir ?
Blijkbaar zou het beleid inzake doelgroepen geen belangrijke middelen moeten vereisen op het vlak van personeel en informatica, aangezien de RVA en de RSZ de enige
administratieve en technische operatoren blijven. Kennelijk is de situatie verschillend voor de dienstencheques,
aangezien het Gewest belangrijke middelen zou moeten
inzetten voor die nieuwe verantwoordelijkheden, met inbegrip van het technische niveau, met de toegang tot talrijke
databanken. Behoudens vergissing van onzentwege, maakt
de begroting gewag van 7 miljoen euro personeelskosten
van Actiris ingevolge de zesde staatshervorming. Zou die
belangrijke som niet in de eerste plaats moeten aangewend
worden voor de aanwerving van begeleiders, gelet op het
reeds zeer hoge aantal werkzoekenden per tewerkstellingsconsulent ?
Il semblerait que la gestion de la politique des groupes
cibles ne devrait pas nécessiter d’importants moyens humains et informatiques, puisque l’ONEM et l’ONSS demeurent les seuls opérateurs administratifs et techniques.
Or, la situation serait différente pour les titres-services
puisque la Région devrait engager des moyens importants
pour assurer ses nouvelles responsabilités, y compris au
niveau technique avec l’accès à de nombreuses banques de
donnés. Sauf erreur de notre part, le budget fait mention
de 7 millions d’euros de frais de personnel d’Actiris, suite
à la sixième réforme de l’État. Cette somme importante
ne devrait-elle pas être affectée avant tout au recrutement
d’accompagnateurs, étant donné le ratio déjà fort élevé de
chômeurs par conseiller-emploi ?
De regeerverklaring stelde dat de evaluatie van de GECO’s ten laatste begin 2015 moest afgerond zijn. Wat met
de termijnen voor de andere reeds vermelde dossiers ? Is de
Minister van plan de studies en evaluaties die hij zal bestellen systematisch door te geven aan het Parlement voor het
goede verloop van de debatten ?
La déclaration gouvernementale stipulait que l’évaluation des ACS « devra être clôturée au plus tard au début
de l’année 2015 ». Qu’en est-il des échéances prévues pour
les autres gros dossiers déjà évoqués ? Le ministre entendil communiquer systématiquement au parlement les études
et les évaluations qu’il commandera, pour la bonne tenue
des débats ?
Mevrouw Lemesre stelt dat de triptiek « Onderwijs –
opleiding – tewerkstelling » onbetwistbaar de leidraad is
voor het tewerkstellingsbeleid in deze regeerperiode. In
het meerderheidsakkoord werd ter zake voorzien in het
sluiten van een samenwerkingsakkoord met de twee Gemeenschappen, dat de uitbouw van alternerende opleiding
beoogt. Vindt deze verbintenis weerklank in de begroting ?
Tevens werd gewag gemaakt van een ambitieus opleidingsplan voor zeer laag geschoolden, waarvan één van
de voornaamste leidraden betrekking had op alternerende
opleidingsprojecten, in samenwerking met de bedrijven
van Brussel en de rand. In de oriëntatienota wordt echter
nergens gewag gemaakt van dit project.
Mme Lemesre avance que le triptyque « Enseignement –
Formation – Emploi » est incontestablement le fil conducteur de la politique de l’Emploi pour cette législature. A
cet égard, l’accord de majorité a prévu la conclusion d’un
accord de coopération avec les deux Communautés, qui viserait le développement de la formation en alternance. Cet
engagement trouve-il un écho dans le budget ? Il avait également été fait mention d’un ambitieux plan de formation
pour les infra-qualifiés dont un des axes principaux concernerait les projets de formation en alternance en partenariat
avec les entreprises de Bruxelles et de la périphérie. Or, on
ne trouve nulle trace de ce projet dans la note d’orientation.
In overleg met de FGC, heeft de Regering zich ertoe
verbonden te streven naar een substantiële verhoging van
het aanbod inzake beroepsopleiding, zodat tegen 2019
minimum 20.000 personen begeleid zullen worden door
Bruxelles-Formation. Mevrouw Lemesre blijft denken
dat dat een beetje weinig is gelet op de behoeften. Grosso
modo komt dat slechts overeen met ongeveer 20 % van het
totale aantal Brusselse werklozen.
En accord avec la COCOF, le gouvernement s’est engagé à poursuivre une augmentation substantielle de l’offre
de formation professionnelle de manière à atteindre, d’ici
2019, au minimum 20.000 personnes accompagnées par
Bruxelles-Formation. Mme Lemesre persiste à penser que
c’est là un but trop faible face aux besoins. Il correspond
grosso modo à une couverture de seulement 20 % du total
des chômeurs bruxellois.
Anderzijds zou het platform voor het aanleren van talen,
Brulingua, toegankelijk moeten worden voor alle Brusselaars, en niet enkel voor de werkzoekenden. Welke doel-
D’autre part, la plate-forme d’apprentissage des langues
Brulingua. Devrait devenir accessible à tous les Bruxellois
et pas seulement aux demandeurs d’emplois. Quels sont
A-50/3 – 2014/2015
— 211 —
A-50/3 – 2014/2015
stellingen worden nagestreefd op het vlak van gebruikers
in 2015 ? De uitbreiding van deze portaalsite zou echter
afhankelijk zijn van de strategische mogelijkheden van de
Regering. Wat betekent dat precies ? De voorganger van de
Minister, mevrouw Fremault, leek te zeggen dat het probleem eerder van juridische aard was.
les objectifs escomptés en termes d’utilisateurs en 2015 ?
L’extension de ce portail serait toutefois conditionnée
aux possibilités stratégiques du gouvernement. Que cela
signifie-t-il exactement ? Le prédécesseur du ministre,
Mme Fremault, semblait dire que le problème était davantage de nature juridique.
Mevrouw Lemesre vraagt daarenboven als bijlage bij
het verslag, de lijst van elke begrotingsenveloppe die werd
toegekend voor de jongerenwaarborg, teneinde een gedetailleerd overzicht te hebben van de verbintenissen.
Mme Lemesre demande en outre à obtenir, en annexe
au rapport, la liste de chacune des enveloppes du budget
alloué à la garantie pour la jeunesse, afin d’avoir un panorama détaillé de ces engagements.
Inzake de onderdelen van die waarborg, vraagt de
spreekster in de eerste plaats meer details over de bestellingen inzake opleiding die zullen worden verricht door Actiris bij Bruxelles-Formation en bij de VDAB. Over welke
vakken en sectoren gaat het precies ? In de oriëntatienota
wordt bijvoorbeeld gewag gemaakt van 50 nieuwe opleidingen in informatica in 2015. Daarnaast heeft de Regering
beslist jaarlijks een beroep te doen op 50 jaarstages in bedrijven in het buitenland. Gaat het over jobs in de overheids- of in de privésector ? Worden maatregelen gepland
om de overgangsstages te verbeteren, die betaald worden
door de federale overheid ? Welke dekking wordt beoogd
binnen de twaalf komende maanden ? De Minister heeft
onlangs gesproken over 654 begunstigden sedert 2013.
A propos des volets de cette garantie, l’oratrice réclame
tout d’abord plus de détails sur les commandes de formation qui seront effectuées par Actiris auprès de BruxellesFormation et du VDAB. Quels seront les métiers et les
secteurs spécifiquement visés ? La note d’orientation cite
ainsi le chiffre de 50 nouvelles formations en informatique
prévues en 2015. Le gouvernement a par ailleurs résolu de
mobiliser annuellement 50 places annuelles de stages en
entreprise à l’étranger. S’agit-il d’emplois publics ou privés ? Des mesures sont-elles prévues pour améliorer le recours aux stages de transition, payés sur la cassette du pouvoir fédéral ? Quelle est la couverture escomptée endéans
les douze prochains mois ? Le ministre a récemment cité le
bilan de 654 bénéficiaires depuis 2013.
Het derde onderdeel van de jongerenwaarborg is het jobaanbod voor jonge werkzoekenden. De begrotingscahiers
bepalen onverhuld dat de inschakelingscontracten niet
vóór 2016 het licht zullen zien. Wat werd gepland voor de
jobaanbiedingen buiten de inschakelingscontracten en de
eerste jobcontracten binnen de ION’s ? Kiest de Regering
enkel voor gesubsidieerde jobs of steunt ze ook op de privésector ?
Le troisième volet de la garantie pour la jeunesse est
l’offre d’un emploi aux jeunes chômeurs. Les cahiers budgétaires établissent sans ambages que les contrats d’insertion ne verront pas le jour avant l’horizon 2016. Qu’estil prévu pour les offres d’emplois hors du périmètre des
contrats d’insertion et des contrats « premier emploi » au
sein des OIP ? Le gouvernement fait-il seulement le choix
des emplois subsidiés ou s’appuiera-t-il aussi sur le secteur
privé ?
Tijdens de laatste legislatuur, was een beweging in gang
gezet om zoveel mogelijk bijeen te brengen met het oog
op schaalbesparingen. Steunt deze ontwerpbegroting het
voortzetten daarvan ?
Lors de la dernière législature, il avait été initié un mouvement visant à rassembler dans la mesure du possible les
opérateurs locaux de l’emploi et de la formation professionnelle sous un même toit, dans les « maisons de l’emploi ».
Cet objectif n’est pas dénué d’intérêt en tant que guichet
unique mais aussi pour des économies d’échelles. Ce projet
de budget soutient-il la poursuite de l’exercice ?
De computerhardware die Actiris gebruikt, vereist een
omvangrijke updating, en de investeringen ter zake worden door de directeur-generaal van Actiris geraamd op vijf
miljoen euro per jaar, gedurende drie jaar. De directeur-generaal kloeg overigens over onderfinanciering ten opzichte
van de VDAB en Forem. De uitgaven die daarvoor gepland
zijn in de begroting bedragen slechts drie miljoen euro, wat
impliceert dat sommige investeringen moeten uitgesteld
worden. Welke ?
Le matériel informatique utilisé par Actiris requiert une
mise à jour de grande ampleur et des investissements estimés à cet égard par le directeur général de l’Office à cinq
millions d’euros par an, pendant trois années, qui dénonçait d’ailleurs un sous-financement par rapport au VDAB
et au Forem. Or, les dépenses prévues à ce titre au budget
sont de trois millions d’euros seulement, ce qui implique
qu’il faudrait repousser certains investissements. Lesquels
seront retardés ?
Tot slot, merkt mevrouw Lemesre op dat de Regering
een overzicht wil opstellen van alle bestaande initiatieven
op het vlak van de sociale economie, om zich te kunnen
vergewissen van het correct gebruik van de toegekende
Enfin, Mme Lemesre observe que le gouvernement veut
établir un cadastre de toutes les initiatives existantes en
matière d’économie sociale, afin de pouvoir s’assurer de la
correcte utilisation des moyens publics octroyés. S’agit-il
A-50/3 – 2014/2015
— 212 —
A-50/3 – 2014/2015
overheidsmiddelen. Gaat het over een reactie op het consultancyverslag dat enkele jaren geleden werd opgesteld
over de algemene organisatie van de sector ? Wanneer moet
die stand van zaken klaar zijn ? Kunnen de parlementsleden
er een kopie van krijgen ?
d’une réponse au rapport de consultance qui avait été émis
il y a quelques années de cela sur l’organisation générale
du secteur ? Quand cet état des lieux devrait-il être dressé ?
Les parlementaires pourraient-ils en obtenir une copie ?
Mevrouw Isabelle Emmery is tevreden dat de begroting voor tewerkstelling overeenstemt met de ambities
van het Gewest, nu het de uitdaging moet opnemen van
het integreren van de vroegere federale bevoegdheden in
een sombere economische context. In absolute cijfers zijn
de bedragen meer dan verdubbeld; zonder de transfers die
voortvloeien uit de hervorming van de Belgische Staat mee
te rekenen, stijgen ze met 21 miljoen euro, wat aanzienlijk
is. De volksvertegenwoordigster is bijzonder tevreden met
de bestemming van 9 miljoen euro voor de jongerenwaarborg, waarvan 3 miljoen bestemd is voor opleidingen. De
PS-fractie is tevreden met het toekennen van de kredieten
door de Minister en is zelfs onder de indruk van de omvang
van sommige investeringen.
Mme Isabelle Emmery considère avec satisfaction que
le budget consacré à l’Emploi est à la hauteur des ambitions
de la Région, alors qu’il faut affronter le défi de l’absorption des anciennes compétences fédérales, dans un contexte
de morosité économique. En chiffres absolus, les montants
ont plus que doublé et, sans compter les transferts liés à
la réforme de l’État belge, ils augmentent de 21 millions
d’euros, ce qui est notable. La députée apprécie particulièrement l’affectation de 9 millions d’euros au dispositif
de la garantie pour la jeunesse, dont 3 millions d’euros
devraient aller à des commandes de formation. Le groupe
PS est satisfait par l’attribution des crédits par le ministre
et est même impressionné par l’ampleur de certains investissements.
Evenwel kan betreurd worden dat sommige verantwoordingen voor allocaties zo bondig zijn, terwijl het nochtans
gaat over nieuwe allocaties die rijkelijk bedeeld worden.
De volksvertegenwoordigster zou willen dat de Minister
verder uitweidt over zijn projecten.
On peut cependant regretter que certains justificatifs
d’allocation soient si succincts, alors pourtant qu’il s’agit
parfois de nouvelles allocations richement dotées. La députée voudrait que le ministre étaye davantage ses projets.
De heer Paul Delva meent dat de Regering, zo blijkt
uit het Regeerakkoord, een ambitieuze politiek wil voeren
inzake tewerkstelling. Dat is terecht omdat de werkloosheidcijfers in het gewest veel te hoog liggen, zeker bij de
jongeren, waarvan 31 % werkloos is. Er worden veel bijkomende middelen vrijgemaakt voor Actiris, voor het jongerenwaarborgplan en voor sociale economie.
M. Paul Delva estime, au vu de l’accord de gouvernement, que le gouvernement entend mener une politique ambitieuse en matière d’emploi. À juste titre, car les chiffres
du chômage sont beaucoup trop élevés dans la Région, certainement parmi les jeunes, dont 31 % sont sans emploi.
D’importants moyens supplémentaires sont dégagés pour
Actiris, pour le plan « Garantie Jeunesse » et pour l’économie sociale.
Met het jongerenwaarborgplan wil de minister jongeren
aan een baan helpen via stages en opleidingen. Dat is prima
en dat ambitieuze project moet dan ook gerealiseerd worden.
Avec le plan « Garantie Jeunesse », le ministre entend
aider les jeunes à trouver un emploi via des stages et des
formations. C’est très bien, et cet ambitieux projet doit
donc être réalisé.
Een tewerkstellingspolitiek staat echter nooit op zichzelf. Het is geprangd tussen meerdere beleidsdomeinen, in
het bijzonder onderwijs en vorming aan de ene kant en het
economische beleid aan de andere kant. Het economische
beleid heeft de minister in handen. Het beleidsdomein onderwijs en opleiding is echter in handen van de gemeenschappen.
Cependant, une politique de l’emploi n’est jamais isolée. Elle est au confluent de plusieurs domaines politiques,
en particulier l’enseignement et la formation d’une part, et
la politique économique d’autre part. La politique économique relève de la compétence du ministre. Par contre, la
politique de l’enseignement et de la formation relève des
Communautés.
Men zit met een Brussel-paradox, er zijn in Brussel veel
laaggeschoolde mensen terwijl er veel jobs voor hooggeschoolde mensen zijn. Een studie van het Brussels instituut
voor Statistiek en Analyse en het Observatorium voor de
Werkgelegenheid toont aan dat het aantal jobs voor hooggeschoolden in het gewest zal blijven stijgen. Tegelijk weet
men dat het aantal jobs voor laaggeschoolden in Brussel
fundamenteel niet zal verhogen. Dus is de beste tewerkstellingspolitiek op lange termijn de scholingsgraad van de
jongeren verhogen. Heeft de minister een bepaalde poli-
Bruxelles connaît un paradoxe : il y a de nombreuses
personnes peu qualifiées et de nombreux emplois hautement qualifiés à Bruxelles. Une étude de l’Institut
bruxellois de statistique et d’analyse et de l’Observatoire
de l’emploi montre que le nombre d’emplois hautement
qualifiés continuera d’augmenter dans la Région. Dans le
même temps, on sait que le nombre d’emplois peu qualifiés n’augmentera pas fondamentalement à Bruxelles. La
meilleure politique de l’emploi consiste donc à augmenter le niveau de formation des jeunes sur le long terme. Le
A-50/3 – 2014/2015
— 213 —
A-50/3 – 2014/2015
tiek voor ogen waarmee hij, meer dan vandaag het geval is,
structurele contacten wil leggen met de onderwijsministers
van de gemeenschappen ? De uitval, zowel in het Franstalig
als in het Nederlandstalig onderwijs, ligt in Brussel hoger
dan in de rest van het land. Dat heeft te maken met sociale
achterstelling, armoedegraad, en vele andere elementen.
Het oplossen van de jongerenwerkloosheid op veel langere
termijn situeert zich echter in het onderwijs. De minister
is daarvoor evenwel afhankelijk van andere beleidsverantwoordelijken, maar kan wel een belangrijke rol spelen als
coördinator en motivator. Heeft de minister een aantal projecten terzake klaar ?
ministre a-t-il à l’esprit une politique spécifique sur la base
de laquelle il entend, plus que ce n’est le cas aujourd’hui,
établir des contacts structurels avec les ministres de l’enseignement des Communautés ? Le décrochage, tant dans
l’enseignement francophone que néerlandophone, est plus
élevé à Bruxelles que dans le reste du pays. C’est dû à la
discrimination sociale, au niveau de pauvreté et à de nombreux autres éléments. À beaucoup plus longue échéance,
la solution au chômage des jeunes se situe toutefois dans
l’enseignement. Or, si le ministre dépend d’autres responsables politiques à cet égard, il peut toutefois jouer un rôle
important en tant que coordinateur et aiguillon. Le ministre
a-t-il des projets prêts en la matière ?
Mevrouw Zoé Genot merkt op met enige verbazing dat
de voorkeuren van de Minister, die doorschemeren in zijn
oriënteringsnota, niet altijd overeenkomen met de verbintenissen die de Regering heeft genomen tijdens haar recente
ontmoeting met de sociale partners. Tevens zij opgemerkt
dat de begroting op het eerste zicht een zeer sterke stijging
kent, wat een heuglijk feit zou kunnen zijn, indien het Rekenhof dit enthousiasme niet had gebroken door te stellen
dat de uitgavenkredieten dalen, bij een constant beleid, met
1,8 miljoen euro vastleggingen en met 2,4 miljoen euro
vereffeningen.
Mme Zoé Genot remarque avec un certain étonnement
que les inclinations du ministre, qui transparaissent dans
sa note d’orientation, ne correspondent pas toujours aux
engagements pris avec les partenaires sociaux durant la
rencontre récente que le gouvernement a eue avec eux. On
relèvera également que le budget affiche de prime abord
une très forte hausse, ce qui pourrait être réjouissant, si la
Cour des comptes n’avait pas brisé cet enthousiasme en
affirmant que les crédits d’émission baissent, à politique
constante, de 1,8 million d’euros en engagements et de
2,4 millions d’euros en liquidations.
Blijkbaar zou het aantal begunstigden van het zogenaamde « artikel 60 van de wet op de OCMW’s » niet
mogen toenemen. Gaat de Minister de gedragslijn van de
vroegere Staatssecretaris voor Sociale Integratie, mevrouw
Maggie De Block, volgen, die eerst had verzekerd dat ze
de minstbedeelden aan het werk wilde helpen dankzij deze
maatregel, en daarna de financiering ervan streng beperkt
had ?
Il semble que le nombre de bénéficiaires du mécanisme
dit « article 60 de la loi sur les CPAS » ne devrait pas
croître. Le ministre poursuivrait-il la ligne de conduite de
l’ancienne secrétaire d’État fédérale à l’Intégration sociale,
Mme Maggie De Block, qui avait d’abord assuré vouloir
remettre les plus démunis au travail grâce à ce dispositif,
avant de se raviser et de restreindre avec parcimonie ce
financement ?
En wat met de GECO’s ? De Minister heeft verzekerd
dat hij het financieringsniveau van deze personeelsleden
zou voortzetten, maar hij preciseert elders dat de financiële middelen worden hertoegewezen voor tewerkstelling,
voor opleiding en voor jonge kinderen. In welke proportie ? Komen er transfers van personeelsleden naar andere
verenigingen ?
De même, qu’en sera-t-il des ACS ? Le ministre a assuré
qu’il poursuivrait le niveau de financement de ces agents,
mais il précise par ailleurs que les moyens budgétaires
seront réalloués à l’emploi, à la formation et à la petite
enfance. Dans quelle proportion ? Y aura-t-il des transferts
d’agents vers d’autres associations ?
De dienstencheques vormen een zware uitgave. Natuurlijk bieden zij de mogelijkheid personen die weinig geschoold zijn werk te geven, maar ze kosten de gemeenschap
veel geld. De contracten die worden voorgesteld door sommige werkgevers van dit circuit laten evenwel te wensen
over. Sommigen zijn zelfs ronduit sjacheraars, die het ene
faillissement na het andere kennen en enkel contracten per
dag of per week voorstellen. De Minister moet waken over
de kwaliteit van de jobs die het Gewest zal subsidiëren. De
maatregel vereist trouwens een algemene herziening.
Les titres-services constituent une lourde dépense. Ils
permettent certes de placer des personnes peu qualifiées,
mais ils coûtent beaucoup à la collectivité. Or, l’intérêt des
contrats proposés par certains employeurs de ce circuit
laisse à désirer. Certains sont même des margoulins, qui
cumulent les faillites et ne proposent que des contrats à la
journée ou à la semaine. Il faut que le ministre veille à la
qualité des emplois que la Région subsidiera. Le dispositif
devrait d’ailleurs être revu en général.
De vermindering van sociale bijdragen zou een instrument moeten vormen voor activering, wat mevrouw Genot
alleen maar kan goedkeuren. Het is echter nodig nog verder
te gaan en dit voordeel te onderwerpen aan de verplichting om zich te wenden tot Actiris in geval van aanwer-
La réduction des cotisations sociales devrait être un instrument d’activation, ce que Mme Genot ne peut qu’approuver. Il faudrait cependant aller encore plus loin et conditionner cet avantage à l’obligation de s’adresser à Actiris en
cas de recrutement, tout comme c’est le cas pour les aides
A-50/3 – 2014/2015
— 214 —
A-50/3 – 2014/2015
ving, net als voor de financiële hulp die het Gewest betaalt.
Mevrouw Genot spreekt hier over de verminderde bijdrage
voor uitzendbureaus. Dat is bijna een puur verlies, want die
bureaus betalen ze niet door aan hun eindklanten. Ook hier
gaat het erom te waken over de kwaliteit van het contract
dat wordt voorgelegd aan de werknemer.
financières versées par la Région. Mme Genot évoque ici
les réductions de cotisation accordée à des agences de travail intérimaire, presque en pure perte, car ces agences ne
les ristournaient pas à leurs clients finaux. Ici également, il
s’agit de veiller à la qualité du contrat soumis au travailleur.
Op grond van het nieuwe systeem van de jongerenwaarborg zegt de Minister de bijna 12.000 jonge werklozen van
ons Gewest te willen volgen. Wordt de begeleiding van
de andere werklozen daardoor verzwakt ? Daarnaast moet
erop gewezen worden dat het gaat over een systeem dat afkomstig is van het Europees niveau. Zou de Europese Unie
niet geneigd zijn het te laten vallen, gelet op het gebrek aan
enthousiasme van andere lidstaten ? Wat zou het Gewest in
dat geval doen, als het niet meer gestijfd werd door Europese middelen ?
En application du nouveau dispositif de la « garantie
pour la jeunesse », le ministre dit vouloir suivre de près
les quelque 12.000 jeunes chômeurs de notre Région. L’accompagnement des autres chômeurs en sera-t-il affaibli ? Il
faut d’ailleurs rappeler qu’il s’agit d’un dispositif d’émanation européenne. Face au peu d’engouement montré par
d’autres États membres, l’Union ne serait-elle pas tentée de
l’abandonner ? Dans cette hypothèse, que ferait la Région
si elle n’était plus alimentée par les fonds européens ?
Tot slot, heeft de Minister onlangs in de plenaire vergadering gezegd dat hij niet de Minister zal zijn van de
uitsluiting, wat mevrouw Genot plezier heeft gedaan. Hij
heeft echter in de oriëntatienota niet uitgewerkt op welke
wijze hij de nieuwe bevoegdheid inzake de controle van
de beschikbaarheid van de werklozen ten uitvoer gaat leggen. Kan hij daarover meer zeggen ? In ieder geval lijkt het
erop dat de frequentie van de controles gaat dalen, want
de middelen die worden overgeheveld voor de transfer van
deze bevoegdheid zullen niet volstaan om die frequentie te
behouden.
Enfin, le ministre a affirmé dernièrement en séance plénière qu’il ne serait pas « le ministre de l’exclusion », ce qui
a fait vibrer Mme Genot. Cependant, il n’a pas développé
dans la note d’orientation la façon dont il comptait mettre
en œuvre la compétence nouvelle du contrôle de la disponibilité des chômeurs. Pourrait-il en dire plus ? Il semble en
tout cas que la fréquence des contrôles devrait baisser, car
les fonds transmis en exécution du transfert de compétence
ne suffiront pas à maintenir la cadence.
Mevrouw Elke Roex zegt te pleiten voor een beleid waar
meer wordt ingezet op intensieve persoonlijke begeleiding
van werkzoekenden en meer specifiek voor bepaalde doelgroepen. Het is dan ook positief dat deze regering met de
vrijgemaakte beleidsruimte specifiek inzet op deze opdracht. Ook de alliantie Tewerkstelling-Opleiding is positief daar opleiding een sleutel kan zijn naar tewerkstelling
toe. De samenwerking tussen de opleidingssector en de onderwijssector is dus cruciaal.
Mme Elke Roex déclare plaider pour une politique davantage ciblée sur un accompagnement personnel intensif
des demandeurs d’emploi, et plus spécifiquement de certains groupes cibles. Aussi est-il positif qu’avec la marge
politique libérée, ce gouvernement s’attelle spécifiquement
à cette tâche. L’Alliance emploi-formation est également
positive, car la formation peut être une clé pour l’emploi.
La collaboration entre le secteur de la formation et le secteur de l’enseignement est donc cruciale.
Het is ook belangrijk dat de bestaande maatregelen effectiever zouden worden. Het is daarom positief dat de regering een aantal van die maatregelen wil doorlichten en
stroomlijnen, zoals bijvoorbeeld het GECO-beleid. Er zal
nog meer werk zijn wanneer alle bevoegdheden overgekomen zijn van het federale niveau. Dat zal kansen bieden,
maar men zal andere keuzes moeten durven maken zodat
de middelen geheroriënteerd worden naar de Brusselse
context en de specifieke prioriteiten. Dit geldt dan bijvoorbeeld voor de middelen voor de Sociale Economie, voor de
dienstencheques en voor de RSZ-kortingen. Er zijn grote
noden en de middelen zijn beperkt, daarom is het noodzakelijk om de efficiëntie en de kwaliteitsopvolging van de
tewerkstellinginstrumenten te bekijken, te ontwikkelen en
te ontplooien. De oriëntatienota van de minister blijft over
die keuzes nogal vaag. Gaat de minister kiezen voor continuïteit ? Dat valt niet echt uit de oriëntatienota af te leiden.
Van de RSZ-kortingen wordt wel gezegd dat men deze wil
afbouwen ten voordele van activeringsmaatregelen, het-
Il est également important d’accroître l’efficacité des mesures existantes. C’est pourquoi il est positif que le gouvernement souhaite analyser et rationaliser un certain nombre
de ces mesures, comme par exemple la politique des ACS.
Il y aura encore plus de travail quand toutes les compétences auront été transférées du fédéral. Cela créera des
opportunités, mais il faudra oser faire d’autre choix de manière à orienter les moyens en fonction du contexte bruxellois et des priorités spécifiques. Cela vaut par exemple pour
les moyens alloués à l’économie sociale, pour les titres-services et pour les réductions de charges ONSS. Les besoins
sont importants et les moyens limités, c’est pourquoi il est
nécessaire d’examiner, de développer et de déployer l’efficacité et le suivi qualitatif des instruments pour l’emploi.
La note d’orientation du ministre reste assez vague sur
ces choix. Le ministre optera-t-il pour la continuité ? La
note d’orientation ne permet pas vraiment de le déduire.
Sur les réductions de charges ONSS, par contre, il est dit
qu’on souhaite les supprimer au profit de mesures d’activa-
A-50/3 – 2014/2015
— 215 —
A-50/3 – 2014/2015
geen positief is omdat enkel op die manier de Brusselaars
bereikt kunnen worden. Het activeringsbeleid is immers
plaatsgebonden, daar waar het RSZ-beleid werkplaatsgebonden is. De oriëntatienota blijft vaag over het hoe, over
welke doelgroepen, over het wat en over het wanneer. Men
kan ook niet afleiden wat daarin de bedoelingen van de regering zijn inzake koppeling met de sociale economie-initiatieven. In het beleid rond de tewerkstellinginstrumenten
en de activeringsinstrumenten is het nochtans belangrijk
deze te koppelen aan trajecten binnen de sociale economie
waar ook opleiding en begeleiding voorzien zijn en waar de
kans op doorstroming groot is.
tion, ce qui est positif parce qu’on ne pourra atteindre les
Bruxellois que de cette manière. La politique d’activation
est en effet liée au territoire, alors que la politique ONSS
est liée au lieu de travail. La note d’orientation reste vague
sur la manière, les groupes cibles, l’objet et le calendrier.
Impossible également d’en déduire quels sont les objectifs
du gouvernement en termes de liaison avec les initiatives
d’économie sociale. Dans la politique relative aux instruments pour l’emploi et aux instruments d’activation, il est
pourtant important de lier ceux-ci à des parcours au sein de
l’économie sociale qui prévoient également de la formation et de l’accompagnement et qui offrent d’importantes
chances d’évolution vers l’emploi normal.
Wanneer er wordt gekeken hoeveel budget er als gevolg
van de staatshervorming wordt overgeheveld naar Brussel,
hoeveel de federale dotatie Arbeidsmarkt is, gaat het over
557 miljoen euro. Wanneer men het verschil maakt tussen
het vroegere budget en het nieuwe budget komt men aan
een bedrag van 528 miljoen euro. Vanwaar dat verschil van
29 miljoen euro ?
Si on regarde quel budget est transféré à Bruxelles suite à
la réforme de l’État, quelle est la dotation fédérale « marché
de l’emploi », on voit qu’il s’agit de 557 millions d’euros.
Quand on calcule la différence entre l’ancien et le nouveau
budget, on obtient un montant de 528 millions d’euros.
D’où vient cette différence de 29 millions d’euros ?
Met betrekking tot de alliantie Opleiding-Werk stelt zich
echter de vraag of de middelen zullen volstaan om een intensieve begeleiding aan te bieden aan de werkzoekenden.
Concernant l’alliance Formation-Emploi, se pose toutefois la question de savoir si les moyens seront suffisants
pour proposer un accompagnement intensif aux demandeurs d’emploi.
Werkgelegenheid moet een van de speerpunten worden
van deze regering. Deze regering zal daarop worden afgerekend. In de oriëntatienota van de minister toont hij die
ambitie. Wanneer men de begroting nakijkt, zijn er twee
echte grote budgetverhogingen, namelijk voor het jongerengarantieplan met 8 miljoen euro en voor een extra dotatie
voor Actiris voor extra begeleiders en een performanter informaticasysteem.
L’emploi doit être un des fers de lance de ce gouvernement. C’est sur ce plan que ce gouvernement sera jugé.
Dans sa note d’orientation, le ministre exprime cette ambition. À examiner le budget, il y a vraiment deux grandes
majorations budgétaires, à savoir une augmentation de
8 millions d’euros pour le plan « Garantie Jeunesse » et une
dotation majorée à Actiris pour des accompagnateurs supplémentaires et un système informatique plus performant.
Een begeleiding kan slechts performant zijn wanneer er
voldoende personeel is om deze begeleiding te verzorgen.
De Europese doelstelling is één begeleider per 60 werkzoekenden. We zijn van dit doel nog ver verwijderd aangezien
er nu, afhankelijk van de berekeningswijze, één begeleider
per 250 of per 400 werkzoekenden is. Naar doelgroepen
toe zijn deze cijfers soms nog veel schrijnender. Die inzet
moet er echt wel komen. Heeft de minister voor zichzelf
dienaangaande een streefdoel voor ogen ?
Un accompagnement ne peut être performant que s’il y
a suffisamment de personnel pour assurer cet accompagnement. L’objectif européen est d’un accompagnateur pour
60 demandeurs d’emploi. Nous sommes encore loin de
cet objectif étant donné qu’actuellement, selon les modalités de calcul, on compte un accompagnateur pour 250 ou
pour 400 demandeurs d’emploi. Selon les groupes cibles,
ces chiffres sont parfois encore nettement plus navrants.
On doit vraiment faire cet effort. Le ministre se fixe-t-il un
objectif en la matière ?
Wat betreft de informatisering van Actiris weet men dat
er duidelijk problemen zijn met de databank van de werkzoekenden. Zo worden werkzoekenden voor verkeerde beroepen opgeroepen, wordt er geen echt profiel van de werkzoekenden opgemaakt en is de matching van de databank
met de vacatures niet altijd correct. Ook hier moet een grote
stap vooruit worden gezet en hadden we de plannen van de
minister hieromtrent graag gekend.
Concernant l’informatisation d’Actiris, on sait qu’il y
a clairement des problèmes avec la base de données des
demandeurs d’emploi. Ainsi, les demandeurs d’emploi sont
convoqués pour des emplois qui ne leur conviennent pas,
on n’établit pas de véritable profil des demandeurs d’emploi et le recoupement de la base de données et des offres
d’emploi n’est pas toujours correct. Ici aussi, il faut faire un
grand pas en avant, et nous aimerions connaître les projets
du ministre à cet égard.
De heer Hamza Fassi-Fihri looft de ambitie van de Regering, die tot uiting komt in een verhoging met 21 miljoen
M. Hamza Fassi-Fihri salue l’ambition du gouvernement, qui se traduit par une hausse de 21 millions d’euros
A-50/3 – 2014/2015
— 216 —
A-50/3 – 2014/2015
euro van de uitgaven die bestemd zijn voor tewerkstelling. In de oriëntatienota wordt gewag gemaakt van twee
grote nieuwigheden : de overgedragen bevoegdheden en de
nieuwe oriëntatie van het beleid inzake GECO’s. Voor het
overige wordt het beleid uit het verleden uitgediept, met
name voor de toenadering met het beleid inzake beroepsopleiding. Dat verheugt de heer Fassi-Fihri ten zeerste.
des dépenses affectées à l’Emploi. On relève deux nouveautés principales dans la note d’orientation : les compétences transférées et la nouvelle orientation de la politique
des ACS. Pour le reste, la politique du passé est approfondie, en particulier pour le rapprochement avec la politique
de la Formation professionnelle. M. Fassi-Fihri en est ravi.
Volgens de oriëntatienota zullen de verminderde sociale bijdragen minder gaan naar doelgroepen dan naar een
algemeen activeringsbeleid, dat immers meer Brusselaars
ten goede zal moeten komen. Deze koerswijziging vereist
uiteraard een aanpassingstermijn, aangezien aanzienlijke
sommen reeds werden vastgelegd ten gunste van deze doelgroepen. Binnen welke termijnen wordt dat geld geleidelijk
aan gerecupereerd, om te worden gebruikt voor een activeringsbeleid ?
La note d’orientation précise que les réductions de cotisation sociale iront moins vers des groupes de personnes
ciblées que vers une politique générale d’activation, qui
devrait en effet profiter à plus de Bruxellois. Ce changement de paradigme réclamera bien sûr un temps d’adaptation, puisque des sommes considérables sont déjà engagées
en faveur de ces groupes-cibles. A quelles échéances cet
argent sera-t-il progressivement récupéré, pour être injecté
dans une politique d’activation ?
De Minister had onlangs gezegd dat hij nog niet beschikte over precieze cijfers van de federale Regering inzake de bedragen van de verminderde sociale bijdrage. Maar
de oriëntatienota geeft gedetailleerde cijfers. Vanwaar komen zij ?
Le ministre avait dit il y a peu qu’il ne disposait pas
encore de chiffres précis en provenance du gouvernement
fédéral au sujet des montants concernés par les réductions
de cotisation sociale. On constate aujourd’hui que la note
d’orientation cite des chiffres détaillés. D’où proviennentils ?
Dat brengt de volksvertegenwoordiger bij de dienstencheques. De Minister heeft bevestigd dat hij de aankoopprijs van de dienstencheque en de fiscale aftrekbaarheid
zou behouden. Hij heeft echter andere cijfers vermeld inzake het gebruik van de cheques dan die waarover de heer
Fassi-Fihri beschikt. De Minister verklaart dat de aankoop
van de dienstencheques stijgt, maar de RVA kondigt aan dat
de aankoop stabiel blijft. Zouden de kopers dienstencheques in voorraad houden ?
Le député en arrive aux titres-services. Le ministre a affirmé qu’il préserverait le prix d’achat du titre et sa déductibilité fiscale. Il a néanmoins fait état de chiffres d’utilisation
des titres différents de ceux dont dispose M. Fassi-Fihri.
Alors que le ministre déclare que les achats de titres sont
en hausse, l’ONEM annonce au contraire un tassement. Y
aurait-il une thésaurisation de titres par les acheteurs ?
De oriëntatienota verschaft geen uitleg over de wijze
waarop de heroriëntering van het beleid inzake de GECO’s
zal gebeuren. Het is al bekend dat de gesubsidieerde jobs
niet bedreigd zijn en men kent het type persoon en de sectoren die de toekomstige subsidiëring zullen genieten, maar
wat met de evaluatie van het bestaande systeem ?
La note d’orientation ne fournit pas d’explication au
sujet de la manière dont la réorientation de la politique des
ACS devrait s’opérer. On sait déjà que les emplois subsidiés ne sont pas menacés et l’on connaît les types de personnes et les secteurs visés par les subsidiations futures,
mais qu’en est-il de l’évaluation du dispositif existant ?
De heer Fassi-Fihri schaart zich achter de felicitaties aan
de Minister voor de middelen die gewijd worden aan de
jongerenwaarborg. Dat schijnt goed gestart te zijn.
M. Fassi-Fihri se joint aux félicitations adressées au
ministre pour les fonds consacrés à la garantie pour la jeunesse. Le mouvement semble bien lancé.
De operator Actiris zal een extra dotatie van 7 miljoen
euro krijgen, terwijl hij al een verhoging van de middelen
had gekend met 6,5 miljoen euro in 2014. Deze middelen
zijn welkom. Het regeerakkoord voorziet dat dit geld besteed zal worden aan informaticahardware en de dienstverlening aan de werkgevers, terwijl de aanwerving van
begeleiders van de werkzoekenden betaald moet worden
door Actiris, met eigen middelen, onder andere via een
herorganisatie van de werkwinkels en de opleidingshuizen,
de gedecentraliseerde Actiris-kantoren. Houdt de begroting
rekening met die verdeling ? De komst van extra begeleiders in de bijkantoren kan overigens moeilijk blijken in
L’opérateur Actiris percevra un supplément de dotation
de sept millions d’euros, alors qu’il avait déjà vu ses ressources augmentées de 6,5 millions en 2014. Ces moyens
seront bienvenus. L’accord de gouvernement prévoit de
consacrer cet argent au matériel informatique et au service
des employeurs, alors que le recrutement d’accompagnateurs des demandeurs d’emploi devrait être payé par Actiris
sur ses fonds propres, entre autres au moyen d’une réorganisation des « maisons de l’emploi et de la formation »,
les antennes décentralisées d’Actiris. Le budget respectet-il cette répartition ? L’arrivée d’accompagnateurs supplémentaires dans les antennes pourrait d’ailleurs s’avérer
A-50/3 – 2014/2015
— 217 —
A-50/3 – 2014/2015
sommige ervan, die welke al voldoende personeel hebben.
Moeten die kantoren gerenoveerd of vergroot worden ?
difficile dans certaines d’entre elles, celles qui sont déjà à
saturation. Faudra-t-il rénover ou agrandir ces antennes ?
De inkomstenbegroting van Actiris bevat een bedrag
van 16 miljoen euro, dat overeenkomt met de verkoop van
het gebouw aan de Anspachlaan. Er staat echter geen enkele uitgave in de begroting om de huur te betalen die de
operator voortaan zal moeten neertellen, op deze plaats of
elders. Quid ?
Le budget des recettes d’Actiris comporte une somme de
16 millions d’euros correspondant à la vente de l’immeuble
sis au boulevard Anspach. Or, aucune dépense n’apparaît
au budget pour payer le loyer que devra dorénavant débourser l’opérateur, que ce soit dans ces lieux ou ailleurs. Qu’en
est-il ?
Het stelt de volksvertegenwoordiger gerust dat de Minister doorgaat met het ondersteunen van de sociale economie, met extra middelen bovendien. Hoe staat het overigens met de uitvoering van de ordonnantie van 26 april
2012, die nog altijd niet van kracht is. De uitwerking van
de uitvoeringsbesluiten ter zake werd opgeschort wegens
de terughoudendheid van de betrokken sector.
Le député est soulagé que le ministre persiste à soutenir
l’économie sociale, avec des fonds supplémentaires de surcroît. Où en est d’ailleurs la mise en œuvre de l’ordonnance
du 26 avril 2012, qui n’est toujours pas entrée en vigueur et
dont l’élaboration des arrêtés d’exécution a été suspendue à
cause des réticences du secteur concerné ?
De heer Fassi-Fihri herhaalt dat discriminatie bij de
aanwerving een groot deel van de Brusselse werkloosheid
verklaart. De Minister zal dezelfde lijn volgen als zijn voorgangers en zich baseren op de bestaande diversiteitsplannen, teneinde er criteria in op te nemen inzake het aantal
aan te werven personen in bepaalde wijken. De spreker zal
met belangstelling wachten op de gevolgen van die maatregel, maar hij twijfelt of dat wel mogelijk is. Hoe kan men
rassendiscriminatie aanpakken op geografische basis, en
niet op persoonlijke basis ? Bovendien kan gevreesd worden dat de toevoeging van een nieuwe eis in de diversiteitsplannen de ondernemers afstoot, terwijl weinige van hen
tot op heden een dergelijk plan hebben aangenomen, met
toepassing van het diversiteitscharter. Hoe zal de Minister
zich vergewissen van de nuttige gevolgen van die tools, en
de draagwijdte ervan nog uitbreiden ?
M. Fassi-Fihri répète que la discrimination à l’embauche
explique une bonne part du chômage bruxellois. Le ministre
s’inscrira dans la lignée de ses prédécesseurs et s’appuiera
sur les plans de diversité existants, en vue d’y inscrire des
critères quantifiés de recrutement dans des quartiers déterminés. L’orateur attendra avec intérêt les effets de cette mesure, mais il doute justement de la possibilité d’en apprécier
les incidences. Comment s’attaquer à une discrimination
raciale sur une base géographique, et non personnelle ? En
outre, on peut craindre que l’ajout d’une nouvelle exigence
dans les plans de diversité ne repousse les patrons d’entreprise, alors que peu d’entre eux ont souscrit jusqu’à présent
un tel plan, en application de la « charte de la diversité ».
Comment le ministre s’assurera-t-il de l’effet utile de ces
outils, voire d’en élargir la portée ?
De heer Fassi-Fihri hoopt nog altijd dat een beroep kan
gedaan worden op de overheidsopdrachten als middel om
discriminatie bij de aanwerving te bestrijden, ondanks de
juridische hinderpalen die zouden kunnen rijzen.
M. Fassi-Fihri ne désespère pas de pouvoir avoir recours
aux marchés publics comme moyen de lutte contre la discrimination à l’embauche, malgré les obstacles juridiques
que l’on pourrait brandir.
Tot slot, is bekend dat kunstenaars meestal moeite hebben om werk te vinden en dat zij zich slecht aanpassen aan
de klassieke begeleidingsmethodes. Om die reden had Actiris, enkele tijd geleden, proefprojecten opgezet. Worden
zij voortgezet ?
Enfin, on sait que les artistes peinent pour la plupart à
trouver du travail et qu’ils s’accommodent mal des circuits
classiques d’accompagnement. C’est pourquoi Actiris avait
mené il y a quelque temps des expériences pilotes. Serontelles poursuivies ?
De heer Michaël Verbauwhede zegt dat de balans van de
strijd van het Gewest tegen de werkloosheid bedroevend is.
Het Gewest telt 118.000 werklozen, dat wil zeggen 21 %
van de actieve bevolking; dat percentage stijgt tot 31 % bij
de jongeren. De weg die men al 25 jaar volgt heeft dus geen
enkel succes opgeleverd. Bedrijven subsidiëren en werklozen dwingen om zich te activeren door om het even welke
job te aanvaarden levert geen enkele baan op. De sociale
bijdragen terugschroeven ondermijnt de sociale zekerheid.
De stages die aan de werkzoekenden worden voorgesteld,
zijn soms onzekere banen. En dan spreken we nog niet over
degenen die uitgesloten worden van werkloosheidssteun en
die we niet in de werkloosheidsstatistieken terugvinden. En
M. Michaël Verbauwhede considère que le bilan de
l’action de la Région dans la lutte contre le chômage est
affligeant. Celle-ci compte 118.000 chômeurs, soit un taux
de 21 % de la population active, qui grimpe à 31 % chez les
jeunes. La voie suivie depuis 25 ans n’a donc livré aucun
résultat. Subsidier des entreprises et forcer les chômeurs à
s’activer en acceptant n’importe quel emploi ne crée aucun
emploi. Réduire les cotisations sociales appauvrit la sécurité sociale. Les stages proposés aux demandeurs d’emploi
sont souvent des emplois précaires. Et c’est sans compter
les personnes exclues du chômage, qui ne sont pas inclus
dans les statistiques du chômage. Le ministre se montre
d’ailleurs cynique de saluer la baisse prochaine des chiffres
A-50/3 – 2014/2015
— 218 —
A-50/3 – 2014/2015
de Minister getuigt voorts van cynisme wanneer hij zich
verheugt over de komende daling van de werkloosheidscijfers ten gevolge van de maatregelen van de vorige federale
Regering van de heer Di Rupo.
du chômage à cause des mesures d’exclusion décidée par
l’ancien gouvernement fédéral de M. Di Rupo.
Het probleem van de werkloosheid vindt zijn oorsprong
in het aanbod van jobs en niet in de vraag. Dat blijkt uit het
feit dat het aantal werkzoekenden met een hoger diploma
blijft stijgen. Er zijn niet genoeg banen.
Le problème du chômage trouve ses racines dans l’offre
d’emplois et non dans la demande, comme le montre le fait
que le nombre de chômeurs titulaires d’un diplôme supérieur continue de croître. Il n’y a pas assez d’emplois.
De volksvertegenwoordiger is geschokt door de woorden van de Minister in verband met de zogezegde luiheid
van de jonge werklozen. Hoe zal hij, in dat kader, de beschikbaarheid van de werkzoekenden controleren ?
Le député a été choqué par les propos du ministre à
l’égard de la prétendue paresse des jeunes chômeurs. Dans
cette perspective, comment contrôlera-t-il la disponibilité
des demandeurs d’emploi ?
De spreker wikt zijn woorden niet en heeft kritiek op de
stages die rijkelijk door het Gewest worden gesubsidieerd
in het kader van de jongerenwaarborg; het gaat hoofdzakelijk over stages in de distributiesector, de horeca en de
reinigingssector, dat wil zeggen sectoren waar de werkzoekende niet noodzakelijkerwijs moet worden opgeleid. Het
Gewest subsidieert dus indirect die economische sectoren.
Zal de Minister de federale maatregelen ter vermindering
van de sociale bijdragen blijven onderschrijven, ondanks
de betwistbare impact ervan ?
M. Verbauwhede ne mâche pas ses mots quand il critique les stages grassement subsidiés par la Région dans le
cadre de la garantie pour la jeunesse, essentiellement dans
la distribution, l’horeca et le nettoyage, c’est-à-dire des
secteurs où la formation du demandeur d’emploi n’est pas
nécessaire. La Région subsidie donc indirectement ces secteurs économiques. D’autre part, le ministre poursuivra-t-il
les mesures fédérales de réduction de cotisations sociales,
en dépit de leur effet discutable ?
De federale maatregelen tot uitsluiting van werkloosheidssteun zullen de personen in kwestie naar de OCMW’s
doen stromen. Zullen de middelen voor de zogenaamde
« artikel 60 »-maatregel voldoende zijn om die stroom op
te vangen ?
Les mesures fédérales d’exclusion des allocations de
chômage conduiront les personnes visées à affluer vers les
CPAS. Les fonds affectés au dispositif dit « article 60 » suffiront-ils donc face à cette vague ?
Er wordt vijf miljoen euro vastgelegd voor werkgevers
teneinde jongeren een baan te verschaffen. In welke mate
zullen die vergoedingen de jongerenwerkloosheid verminderen ?
Cinq millions d’euros sont engagés à destination d’employeurs pour mettre des jeunes à l’emploi. Dans quelle
mesure ces indemnités parviendront-elles à résorber le chômage des jeunes ?
Er zij voorts op gewezen dat het probleem van de discriminatie bij aanwerving niet in de jongste algemeenbeleidsverklaring ter sprake komt. In de begroting wordt op
dit ogenblik een magere som van 750.000 euro opgenomen
voor sensibiliseringsinitiatieven. Moeten we daar niet heftig tegen ageren ? De Minister wil de Brusselaars de waarheid vertellen, maar die laatste weten dat er de komende
vijf jaar niets zal veranderen …
Enfin, on notera que la discrimination à l’embauche est
une question qui était absente de la dernière déclaration de
politique générale. A présent, le budget prévoit une somme
assez maigre de 750.000 euros destinées à des actions de
sensibilisation. Ne faudrait-il pas envisager de sévir contre
ce fléau ? Puisque le ministre tient à dire la vérité aux
Bruxellois, autant que ceux-ci sachent que rien ne changera
durant les cinq ans à venir.
Mevrouw Cieltje Van Achter stelt dat de cijfers zijn zoals
verwacht, en dat er geen voldoende middelen worden gegeven aan Actiris voor de begeleiding van de werkzoekenden.
Tekenend is het feit dat de minister geen cijfers geeft over
het aantal arbeidsconsulenten bij Actiris en over het aantal
werkzoekenden waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
Mme Cieltje Van Achter déclare que les chiffres sont tels
qu’on s’y attendait et qu’on ne donne pas suffisamment de
moyens à Actiris pour l’accompagnement des demandeurs
d’emploi. Il est significatif que le ministre ne donne aucun
chiffre sur le nombre de conseillers emploi d’Actiris et sur
le nombre de demandeurs d’emploi dont ils ont la responsabilité.
De minister geeft aan dat er 10 extra mensen zullen worden ingezet voor de dienst Jongeren. Wellicht zal er dus een
verschuiving zijn binnen Actiris naar deze dienst. Er is nog
niet geweten hoeveel arbeidsconsulenten er zullen overblij-
Le ministre signale que 10 personnes supplémentaires
seront engagées pour le service Jeunes. Sans doute y aurat-il donc au sein d’Actiris un glissement vers ce service. On
ne sait pas encore combien de conseillers emploi il restera
A-50/3 – 2014/2015
— 219 —
A-50/3 – 2014/2015
ven voor de 100.000 andere werkzoekenden. Het Europees
gemiddelde is één arbeidsconsulent per 60 werkzoekenden.
pour les 100.000 autres demandeurs d’emploi. La moyenne
européenne est d’un conseiller emploi pour 60 demandeurs
d’emploi.
Wat betreft de opleidingen en de stages werden
6.000 maatregelen vooropgestelde. Dit is echter een zeer
dirigistische aanpak. Het was wellicht beter geweest Actiris
de middelen te geven om de maatregelen te nemen die zij
nodig acht en een doelstelling voorop te stellen qua daling
van de jongerenwerkloosheid. Wanneer dan blijkt dat er
50 nieuwe opleidingen voorzien zijn in de IT-sector terwijl
er 3.000 werden vooropgesteld, kan men zich afvragen hoe
men aan die 3.000 opleidingen zal geraken. Graag een antwoord van de minister hieromtrent.
En ce qui concerne les formations et les stages,
6.000 mesures ont été prévues. Cette approche est toutefois
très dirigiste. Il aurait sans doute mieux valu donner à Actiris les moyens de prendre les mesures qu’il juge nécessaires
et fixer un objectif en termes de diminution du chômage des
jeunes. Quand il s’avère que 50 nouvelles formations ont
été prévues dans le secteur des TI alors que l’objectif était
de 3.000, on peut se demander comment on atteindra ces
3.000 formations. Je saurais gré au ministre de me donner
une réponse à ce sujet.
Met betrekking tot het activeringsbeleid, zijn de aangehaalde 28 miljoen euro maatregelen die genomen werden
op het federale niveau en die overgeheveld worden of is dit
een eerste verschuiving die door de minister wordt doorgevoerd ? Hoe moet men dit activeringsbeleid begrijpen ?
Is het de bedoeling het doelgroepenbeleid af te bouwen en
in te zetten op activering ? En op welke wijze, door Actiris meer middelen te geven voor begeleiding of door een
verschuiving naar andere activeringmaatregelen zoals een
bijdrage die de vakbonden of de RVA kleven op de werkzoekenden wanneer deze wordt aangesteld ?
S’agissant de la politique d’activation, les 28 millions
d’euros cités constituent-ils des mesures qui ont été prises
au niveau fédéral et qui sont transférées, ou s’agit-il d’un
premier glissement opéré par le ministre ? Comment faut-il
comprendre cette politique d’activation ? L’objectif est-il
de supprimer la politique des groupes cibles et de miser
sur l’activation ? Et de quelle façon ? En accordant davantage de moyens à Actiris pour l’accompagnement ou par un
glissement vers d’autres mesures d’activation, comme une
cotisation versée par les syndicats ou l’ONEm aux demandeurs d’emploi quand ceux-ci sont engagés ?
Met betrekking tot de controle en de sanctionering heeft
de minister aangegeven dat een nieuwe dienst zal worden
ingericht. Hierover valt niets te lezen in de oriëntatienota.
Waar kan deze maatregel teruggevonden worden in de begroting ?
En matière de contrôle et de sanction, le ministre a déclaré qu’un nouveau service sera créé. La note d’orientation ne dit rien à ce sujet. Où cette mesure figure-t-elle dans
le budget ?
De heer Stefan Cornelis meent dat de minister voor een
van de moeilijkste opdrachten van deze regering staat, namelijk het structureel en duurzaam laten dalen van de Brusselse werkloosheid.
M. Stefan Cornelis estime que le ministre doit relever
un des défis les plus difficiles de ce gouvernement, à savoir
opérer une diminution structurelle et durable du chômage
bruxellois.
De Brusselse context en de reeds besproken tewerkstellingsparadox wordt raak geschetst in de studie van het
BISA en het Observatorium van de Werkgelegenheid, opgenomen in de oriëntatienota. Dit is al decennia de uitdaging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Le contexte bruxellois et le paradoxe de l’emploi déjà
évoqué sont très justement définis dans l’étude de l’IBSA
et de l’Observatoire de l’emploi, qui a été intégrée dans
la note d’orientation. La Région de Bruxelles-Capitale est
confrontée à ce défi depuis plusieurs décennies déjà.
Het is alvast lovenswaardig dat het budget, zowel voor
als na de zesde staatshervorming, verhoogd is. Hiermee
heeft de minister het grootste bevoegdheidspakket in budgettaire termen van deze Regering. Met het beleid van de
minister kan, hopelijk, ervoor gezorgd worden dat de dalende solidariteitstussenkomst voor het gewest over 10 jaar
kan gecompenseerd wordt door een stijging in het aandeel
van de personenbelasting. Daarvoor zullen duidelijk enkele
principes voor ogen moeten worden gehouden en moet een
proactief beleid worden gevoerd waarbij ten volle verantwoordelijkheid wordt opgenomen.
On peut déjà se féliciter que le budget, avant comme
après la sixième réforme de l’État, augmente. Le ministre
exerce de la sorte les compétences les plus importantes de
ce gouvernement en termes budgétaires. Espérons que la
politique du ministre permettra de compenser sur dix ans
la diminution de l’intervention de solidarité accordée à la
Région par une augmentation de la part de l’impôt des personnes physiques. Pour cela, il faudra évidemment garder
quelques principes à l’esprit et mener une politique proactive impliquant qu’on prenne pleinement ses responsabilités.
De investering in het ICT-systeem van Actiris was
broodnodig, want zoals reeds aangegeven is de mismatching tussen sommige werkaanbiedingen en werkzoeken-
L’investissement dans le système TIC d’Actiris était
indispensable, car comme on l’a déjà dit, la disparité entre
certaines offres d’emploi et les demandeurs d’emploi est
A-50/3 – 2014/2015
— 220 —
A-50/3 – 2014/2015
den soms hallucinerend. Soms wordt op een honderdtal
doorgestuurde werkzoekenden slechts een correcte werkzoekende doorgestuurd. Daar is overduidelijk nog ruimte
voor een betere efficiëntie.
parfois hallucinante. Parfois, sur une centaine de demandeurs d’emploi envoyés à un employeur, un seul convient.
Il y a très clairement encore de la marge pour améliorer
l’efficacité.
Ook de samenwerking met de andere gewesten moet
voor ogen worden gehouden. Hierbij denkt men aan de arbeidsmobiliteit voor de werkzoekenden, maar ook aan de
vorming en de as Tewerkstelling-Opleiding. Het is dan ook
positief dat de minister heeft aangegeven, gelet op het hoge
aantal laaggeschoolde werkzoekenden, het instrument van
de dienstencheques duurzaam te willen verankeren in het
politiek beleid van het Gewest.
Il convient de garder également à l’esprit la coopération
avec les autres Régions. À cet égard, on pense à la mobilité des demandeurs d’emploi, mais aussi à la formation et
à l’Alliance emploi-formation. Aussi est-il positif que le
ministre ait exprimé sa volonté d’ancrer durablement l’instrument des titres-services dans la politique de la Région,
vu le grand nombre de demandeurs d’emploi peu qualifiés.
Het Gewest mag geen Calimero-gedrag aannemen, maar
moet volop haar verantwoordelijkheid opnemen en werken
om deze opdracht tot een goed einde te brengen.
La Région ne doit pas jouer les Calimero, mais doit
prendre pleinement ses responsabilités et s’efforcer de mener à bien cette mission.
Mevrouw Françoise Bertieaux neemt akte van de belofte van de Minister om de regeling van de dienstencheques voort te zetten. Maar zullen die nog even aantrekkelijk
blijven ? Wij kunnen hier verwijzen naar de hervorming
van die regeling in Wallonië, waar de fiscale aftrekbaarheid gewijzigd is, waardoor ze veel te duur zijn geworden.
In het regeerakkoord is voorts sprake van het sluiten van
samenwerkingsakkoorden met de Gemeenschappen wat
betreft het deeltijds leren/werken en het onderwijs voor sociale promotie. Dat zijn veelbelovende berichten maar in
de oriëntatienota staan slechts enkele lijnen over de samenwerking die men moet uitbouwen inzake beroepsopleiding.
Zou het kunnen dat de Minister die strijd al heeft opgegeven ?
Mme Françoise Bertieaux prend acte de l’engagement
du ministre à pérenniser le dispositif des titres-services.
Mais l’attrait en sera-t-il préservé ? On peut évoquer ici la
réforme wallonne de ces titres, qui en a tant altéré la déductibilité fiscale, qu’ils sont devenus trop chers. Par ailleurs,
l’accord de gouvernement prévoit la conclusion d’accords
de coopération avec les Communautés à propos de l’enseignement en alternance et de l’enseignement de promotion sociale. Or, après ces annonces prometteuses, la note
d’orientation n’accorde que quelques lignes aux synergies
à développer dans la formation professionnelle. Le ministre
aurait-il déjà délaissé ce combat ?
De minister onderstreept eerst en vooral dat de strijd
tegen de werkloosheid in Brussel een grote uitdaging is.
Die ministeriële portefeuille bevat valstrikken. De Minister
hoopt dat hij niet slechter zal doen dan zijn voorgangers.
Dat begint met de grenzen van zijn mogelijkheden te kennen en dat aan de Brusselaars te zeggen. Een gewestelijke
minister heeft weinig impact op het aantal banen, veel minder dan de maatregelen waartoe op Europees vlak is beslist
wat de economische heropleving betreft. De jonge werklozen zullen grote inspanningen moeten leveren om zich te
specialiseren en ze zullen zich geen illusies mogen maken.
Le ministre commence par souligner l’ampleur du défi
qu’est la lutte contre le chômage à Bruxelles. Ce portefeuille ministériel comporte des pièges. Le ministre se
contente d’espérer ne pas faire moins bien que ses prédécesseurs. Cela commence par reconnaître les limites de son
action et de le dire aux Bruxellois. Un ministre régional
n’a que peu d’emprise sur le nombre d’emplois, bien moins
que les politiques de relance économique décidée au niveau
européen. En ce sens, les jeunes chômeurs devront fournir
de gros efforts pour parfaire leurs qualifications et ne pas se
bercer d’illusions.
Men moet toegeven dat de toestand van de werkgelegenheid in Brussel niet rooskleurig is. Slechts 37 % van de
715.000 bestaande banen in het Gewest is in handen van
Brusselaars. Dat percentage moet stijgen door de beroepsopleiding te versterken, want dat is de grootste zwakte van
de Brusselse werklozen. Zowat 60 % van de 111.000 werkzoekenden heeft geen enkel diploma. Het Gewest telt
77.000 werklozen die een vergoeding krijgen. De personen
die uitgesloten worden van werkloosheidssteun zijn wel degelijk opgenomen in de 111.000 werkloze werkzoekenden,
in tegenstelling tot wat de heer Verbauwhede beweerde.
Il faut admettre que l’état de l’emploi à Bruxelles n’est
pas flamboyant. Seulement 47 % des 715.000 emplois existant dans la Région sont occupés par des Bruxellois. Il faut
augmenter ce taux, en renforçant la formation professionnelle, qui est la principale faiblesse des chômeurs bruxellois. Soixante pour cent des 111.000 demandeurs d’emplois
inoccupés sont dépourvus de qualification et de diplôme.
La Région compte 77.000 chômeurs indemnisés. Les personnes exclues du bénéfice du chômage sont bien comptabilisées dans les 111.000 demandeurs d’emploi inoccupés,
contrairement à ce qu’alléguait M. Verbauwhede.
De Minister is bereid om studies aan de parlementsleden
te bezorgen, voor zover die laatste ze objectief en construc-
Le ministre est prêt à communiquer des études aux parlementaires, pour autant que ceux-ci les manient avec ob-
A-50/3 – 2014/2015
— 221 —
A-50/3 – 2014/2015
tief benaderen. Hij zegt dat hij nieuwe initiatieven zal nemen, in alle bescheidenheid en met de nodige voorzichtigheid, gelet op het mislukken van de beleidsmaatregelen in
het verleden. Hij zal die maatregelen bijsturen als dat nodig
mocht blijken. Er is geen universele en vanzelfsprekende
oplossing; het wordt een werk met vallen en opstaan.
jectivité et un esprit constructif. Il avertit qu’il tentera avec
modestie et prudence de nouvelles actions, vu l’échec des
politiques pratiquées par le passé. Il ajustera ces mesures si
cela s’avère nécessaire. Il n’existe pas de mesure universelle et évidente; il faudra procéder par essais.
De Minister wil zich vooral bezighouden met de jongeren zodra ze de school verlaten, gedurende de 36 maanden
waarop de waarborg voor de jongeren betrekking heeft. Hij
zegt dat, en daarmee herhaalt hij de woorden van de Minister-President tijdens de algemeenbeleidsverklaring, dat
de Regering zich ertoe verbindt om die waarborg te blijven
financieren tot 2019, zelfs als de Europese Unie die maatregel zou laten varen, maar op voorwaarde dat de resultaten
van het experiment positief uitvallen. Voor de rest is de Minister optimistisch, omdat die maatregel overal in Europa
vruchten afwerpt.
Le ministre cherche avant tout à prendre en main les
jeunes dès qu’ils sortent de l’école, durant les 36 mois que
couvre la garantie pour les jeunes. Il affirme, en reprenant
les mots du ministre-président lors de la déclaration de politique générale, que le gouvernement s’engage à préserver
le financement de cette garantie jusqu’en 2019, même si
l’Union européenne devait abandonner ce dispositif, mais à
condition que les résultats de cette expérience soient positifs. Du reste, le ministre se veut confiant, car les retombées
semblent fructueuses partout en Europe.
Om te komen tot een betere beroepsopleiding, moeten alle ter zake bevoegde openbare organen in Brussel
hun krachten bundelen. Actiris moet samenwerken met
« Bruxelles-Formation » en de VDAB. Onderwijs is evenwel een zaak van de Gemeenschappen. De gewestelijke
Regering heeft de bevoegde ministers meermaals ontmoet
in verband met het Brussels onderwijs, tijdens de vergaderingen van het Brussels comité van de uitgebreide
Economische en Sociale Raad. De Minister stelt mevrouw
Bertieaux dus gerust : hij is die kwestie niet vergeten.
Pour parvenir à un meilleur niveau de formation professionnelle, il faudrait que tous les organismes publics
compétents à Bruxelles unissent leurs forces. Actiris doit
agir de concert avec « Bruxelles-Formation » et le VDAB.
L’enseignement est toutefois l’affaire des Communautés.
Le gouvernement régional a rencontré à plusieurs reprises
les ministres compétents au sujet de l’enseignement bruxellois, lors de réunions du « Comité bruxellois du Conseil
économique et social élargi ». Le ministre assure donc à
Mme Bertieaux qu’il n’a pas oublié cette matière.
De staatshervorming heeft de gewestelijke begroting gestijfd met aanzienlijke middelen afkomstig van de federale
Staat, maar men zou niet uit het oog mogen verliezen dat
die middelen de Brusselse werkloosheid niet hebben teruggeschroefd. Die overgedragen middelen komen weinig aan
bod in de oriëntatienota omdat het Gewest die bevoegdheden pas vanaf januari 2015 zal uitoefenen. Er hebben heel
regelmatig voorbereidende vergaderingen plaats met de
RVA en de RSZ. Het is de bedoeling om de kostprijs van
de overgedragen maatregelen zo goed mogelijk te bepalen,
maar ook om na te gaan in welke mate die maatregelen
progressief de activeringen eerder dan de doelgroepen ten
goede kunnen komen. De overgedragen miljoenen kunnen
niet van de ene dag op de andere naar andere uitgavenposten worden overgebracht, gelet op de engagementen die de
Staat over verschillende jaren is aangegaan. Gelet op de
veroudering van de begunstigde personen, zullen bepaalde
uitgaven stijgen. De armslag is dus beperkt en de toekomstige hervormingen zullen pas na verloop van tijd effect
sorteren.
La réforme de l’État a déversé dans le budget régional
des moyens considérables en provenance de l’État fédéral,
mais il ne faudrait pas perdre de vue que ces ressources
n’ont pas amoindri jusqu’ici le taux de chômage bruxellois. Ces instruments transférés trouvent peu d’écho dans
la note d’orientation, car la Région exercera ces compétences à partir de janvier 2015 seulement. Les réunions
préparatoires avec l’ONEM et l’ONSS sont néanmoins
très régulières. Il s’agit principalement d’estimer au mieux
le coût des mesures transférées, mais aussi de déterminer
dans quelle proportion ces mesures pourront progressivement bénéficier à des activations plutôt qu’à des groupescibles. Les millions transférés ne pourront basculer du jour
au lendemain vers d’autres postes de dépense, en raison des
engagements pris par l’État sur plusieurs années. De plus,
étant donné le vieillissement des personnes bénéficiaires,
certaines de ces dépenses iront en augmentant. Les marges
de manœuvre sont donc restreintes et les futures réformes
réclameront du temps avant de sortir leurs effets.
De Minister van Financiën, de heer Vanhengel, zegt dat
de uitgaven voor de in het kader van de staatshervorming
overgedragen bevoegdheden kunnen geraamd worden op
600.575.000 euro, terwijl de uitgaven 530.575.000 euro
bedragen, wat betekent dat het Gewest een verschil van
70.000.000 euro zal moeten dragen. Die ramingen zijn
moeilijk op te stellen. Zelfs de RVA ondervindt problemen
om exacte voorafbeeldingen op te stellen. De Minister
Le ministre des Finances Vanhengel estime que les
dépenses se rapportant aux matières transférées par la réforme de l’État s’élèvent à 600.575.000 euros, tandis que
les recettes correspondantes sont de 530.575.000 euros, ce
qui signifie que la Région devrait supporter un différentiel
de 70 millions d’euros. Ces estimations sont délicates à
opérer. Même l’ONSS peine à fournir des préfigurations
pointues. Le ministre exhorte donc les députés à ne pas lui
A-50/3 – 201