Tekst 3 Hoe laat vertrekt de trein naar Brussel?

Tekst 3 Hoe laat vertrekt de trein naar Brussel?
2 dames + 2 mannen :
- dame 1 (Anita)
- dame 2 (Mariëtje)
- man 1 (Johan)
- man 2 (Marc)
Achtergrondgeluiden waaruit blijkt dat we in een café zijn: drie keer die geluiden:
begin – midden in de tekst – einde van de tekst
Johan - Ge waart goed begaaid gisteren.
Marc - Zwijg stil jong. Mijne kop weet nog niet goed op welk lijf ’m staat.
Johan - Daar zullen we direct ’s een pilleke voor vragen, sè. Anita, nog een
pilleke tegen de koppijn.
Anita - Direct Johan. Waar blijven die nu toch? Seffens zit dat hier stampvol.
Twee pillekes of één?
Johan - Zeg Anita, wat een vraag. Twee, graag.
Mariëtje - Ik heb ook koppijn.
Marc - Geef Mariëtje iets van mij.
Anita - Koffieke, Mariëtje?
Mariëtje - Zijde zot? Wilt ge mijn systeem verrineweren, of wat?
Marc - Niet te geloven wat die allemaal naar binnen kapt. En zeggen dat
Smeets verkocht is. Konings heeft daar een goeie zaak aan gedaan. Met
volk gelijk die ouw is den omzet verzekerd.
Johan - Verwacht gij iemand?
Anita - De muzikanten. Die hadden hier al een uur moeten zijn.
Marc - Zeker verloren gereden.
Anita - Effe bellen kan toch ook. Alleman heeft tegenwoordig toch een gsm.
Daarbij, die man is gisteren zijn installatie al komen zetten. En zagen
over den trap en dat er geen lift is en dat hij niet op het podium mag
staan. Dat wordt betaald om zich te amuseren en dan is het nog niet
goed.
Mariëtje - Ne gsm. Dat zou ik ook moeten hebben. Maar dat zijn toch zo’n klein
knopkes. En als ge ’m verliest, zijt ge uw gans geheugen kwijt. ’t Is
toch waar hè, madame. Pas op hé, mijn geheugen is nog heel goed. Ik
weet op de klok af als het tijd is voor mijn pilleke.
Anita - Laat de klanten gerust, Mariëtte.
Mariëtje - Ik doe toch niks. Lesbische trut.
Marc - Muzikanten? Is ’t vandaag muziek?
Anita - Gelijk elke dinsdag en zondag.
Marc - Hoe? Is ’t vandaag speeldag? Dju, ik dacht dat het dag ervoor was.
Johan - Ja jong, ge waart heel goed begaaid gisteren.
Anita - Ge moet niet veel zeggen gij. En ik zeg het u nog ene keer. Dat moet
gedaan zijn met blowen op de wcs. Ik wil hier genen ambras met de
flikken.
Johan - Dat ben ik zeker niet geweest. Ik blow al heel lang niet meer.
Marc - Wat is heel lang?
Johan - Van juist voor Pasen.
Marc - Allez. Wie komt er vandaag spelen?
Anita - De affiche hangt daar al een week. Gij ziet ook niks, hé?
Marc
Anita
Johan
Marc
Anita
Johan
Marc
Johan
Anita
Johan
- Duo Paula en Willy. Niet direct een jong groepeke. Wat spelen die?
Toch gene Vlaamse Muziek, zeker?
- Ik heb ze nog niet gehoord, maar ze schijnen heel goed te zijn.
- Dat zangereske ziet er niet slecht uit. Maar ik hoop dat die kale kan
zingen, want van zijne kop moet ’m het niet hebben.
- Gij zijt toch ne vriendelijk mens gij. En hoe meer pillekes, hoe
gezelliger.
- Als het u niet aanstaat, hoeft ge niet te komen. En dan houdt ge deze
keer uw poten misschien thuis.
- Het was ook een ferm zangeres. Met heel veel talent.
- Allez jong, die kon toch echt niet zingen.
- Met heel veel talent. Een groter talent heb ik zelden gezien.
Met zoveel talent moet ge toch niet kunnen zingen? Een geiler bakkes
heb ik nooit gezien.
- Ge zijt soms echt ne schoft, weet ge dat?
- Allez, tot seffens. Ik ga mij wassen en strijken.