uitgebreid antwoord

Bezoekadres
Stationsplein 7
1012 AB Amsterdam
Postbus 2181
1000 CD Amsterdam
Telefoon 020 556 5080
Fax 020 556 5708
www.amsterdam.nl/metro
Datum
Kenmerk
Behandeld door
E-mail
Onderwerp
10 april 2014
SCOM/OVG/00693
Richard Koenders, Dienst Metro.
Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling.
[email protected]
[email protected]
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
Tijdens informatiebijeenkomsten op 3, 4 en 10 maart 2014 zijn aan buurtbewoners,
ondernemers en andere belangstellenden de voorlopige ontwerpen van de twee
woongebouwen boven de toekomstige metrotoegangen van Noord/Zuidlijn station De
Pijp gepresenteerd.
De bijeenkomsten vonden plaats op uitnodiging van Edwin Oostmeijer
Projectontwikkeling BV en werden georganiseerd in samenwerking met Dienst Metro
(waar het project Noord/Zuidlijn onder valt) en Stadsdeel Zuid.
Bij de bijeenkomst waren van deze organisaties aanwezig:
Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling BV
Era Contour (aannemer)
Benthem Crouwel Architecten
Dienst Metro/ Noord/Zuidlijn
Dienst Metro/ Noord/Zuidlijn
Dienst Metro/ Noord/Zuidlijn
Stadsdeel Zuid
Stadsdeel Zuid
Edwin Oostmeijer
Wim Bongers
Anja Blechen
Kees Kaptein
Richard Koenders
Sacha van Anraat
Gerard Lebbink
Saskia Huft
projectontwikkelaar
projectontwikkelaar aannemer
architect
omgevingsmanager
communicatieadviseur
communicatieadviseur
beleidsadviseur
manager omgeving Rode Loper
Ferdinand Bolstraat
adviseur programma omgeving
Noord/Zuidlijn
De bewoners van 1000 adressen in de omgeving van de toekomstige metrotoegangen
zijn per brief uitgenodigd. Op de bijeenkomsten waren 31 bewoners van 22 adressen.
Organisatie en bouwopdracht
1. Welke rol hebben deze organisaties bij de totstandkoming van de ontwerpen
woongebouwen?
• Stadsdeel Zuid: opsteller van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPVE)
waarin de stedenbouwkundige randvoorwaarden aan de nieuwbouw boven de
metrotoegangen zijn vastgelegd. Zie vraag 15 en 24 voor de toelichting.
• Dienst Metro: heeft voor deze bouwopgave namens de gemeente Amsterdam een
bouwenvelopovereenkomst afgesloten met Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling.
Daarnaast heeft Dienst Metro twee aannemers gecontracteerd in verband met de
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 2 van 10
•
•
•
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
ruw- en afbouw van het metrostation De Pijp. Dit vraagt doorlopende afstemming
om te borgen dat de woongebouwen qua constructie en planning in de pas blijven
lopen met de bouw van het station.
Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling BV: ontwikkeling van de woongebouwen.
Benthem Crouwel Architecten: ontwerp van de woongebouwen en de
Noord/Zuidlijn.
Era Contour: ontwikkelend aannemer, bouwer van de twee woongebouwen.
2. Hoe luidt de exacte opdracht van de gemeente aan de ontwikkelaar?
De gemeente Amsterdam heeft een “bouwenvelopovereenkomst” afgesloten met
ontwikkelaar Edwin Oostmeijer ten behoeve van de ontwikkeling van vastgoed boven
beide toegangen van station De Pijp. Hierin staan concrete afspraken over onder meer
2
het bouwprogramma (waaronder de m bruto vloeroppervlakte op beide locaties),
financiën, BLVC (bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie), planning en
bouwvolgorde tussen ruw- en afbouw Noord/Zuidlijn en de ontwikkelaar. Daarnaast
bevat de overeenkomst diverse bijlagen, waaronder: het Stedebouwkundig Programma
van Eisen (zie vraag 15), de kadastrale kaarten van beide locaties, model
erfpachtbevestigingen en tekeningen en berekeningen van de civiele
ruwbouwconstructies bij toegangen noord (Albert Cuypstraat) en zuid (Ceintuurbaan).
3. Waarom is er maar één projectontwikkelaar gevraagd voor het bouwplan?
De ontwikkeling van vastgoed op deze locaties boven de toegangen van het
metrostation is een bijzondere opgave. Na een marktverkenning bleek dat Edwin
Oostmeijer goed overweg kan met projecten in een complexe omgeving en dat hij een
veel oog heeft voor de architectonische vormgeving en de detaillering / materialisatie
van zijn gebouwen. Verder was in 2011 en 2012 de animo voor projectontwikkeling in
Amsterdam door de economische crisis zeer laag, zowel bij commerciële
projectontwikkelaars als ook bij woningbouwverenigingen. Edwin Oostmeijer was toch
bereid om de uitdaging aan te gaan. Tot slot speelde mee dat Edwin Oostmeijer bekend
was met Benthem Crouwel Architecten, de architect van de Noord/Zuidlijn. Dit komt de
samenwerking ten goede bij het borgen van de aansluiting tussen vormgeving van de
metrotoegangen en de woongebouwen.
4. Wat heeft de projectontwikkelaar betaald voor de bouwenvelop?
De bouwovereenkomst tussen de gemeente en Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling is
een privaatrechterlijke overeenkomst die de gemeente niet openbaar maakt.
Ontwerpen
5. Wat is de status van de ontwerpen van de woongebouwen?
Tijdens de informatiebijeenkomsten heeft Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling BV een
voorlopig ontwerp voor de gevels van de woongebouwen aan de straatzijde
gepresenteerd. Van de gevels aan de achterzijde van de gebouwen is een globaal
beeld geschetst. In de komende periode wordt het ontwerp uitgewerkt naar een definitief
ontwerp. De opmerkingen en suggesties die tijdens de bijeenkomsten zijn gemaakt
worden daarbij door de projectontwikkelaar in overweging genomen.
De verwachting is dat de vergunningen (vraag 19) niet eerder dan eind mei 2014
kunnen worden aangevraagd. Afhankelijk van eventuele wijzigingen in de ontwerpen,
kan dit later worden. Zie ook vragen 14 en 20.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 3 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
6. Is er in het ontwerp rekening gehouden met de gevolgen qua
lichtinval/schaduwwerking voor de omliggende panden?
Bij het ontwerp van de woongebouwen is zoveel mogelijk getracht om negatieve
gevolgen qua lichtinval/schaduwwerking voor de omliggende bebouwing te voorkomen.
Hiertoe zijn zonnestudies verricht.
7. Komen er balkons aan de achterzijdes van het gebouw?
Nee, er komen geen balkons aan de achterzijde van het gebouw.
8. Komt er een dakterras? Wat betekent dit qua geluid en zicht/inkijk?
Ja, er komt een dakterras. Het Bouwbesluit schrijft voor dat ieder appartement over een
buitenruimte beschikt. Dit dakterras is niet zichtbaar vanaf maaiveld. Regels om
eventuele (geluid)overlast te voorkomen worden vastgelegd in de splitsingsakte van de
appartementen. De ontwikkelaar draagt hiervoor zorg.
9. Kunnen de hoogte en het volume van het gebouw nog aangepast worden?
Hoe heilig zijn oppervlakte/m²?
Daar zijn nog aanpassingen in mogelijk en zoals aangegeven (vraag 5) worden die ook
in overweging genomen. De ontwikkeling moet uiteindelijk echter ook technisch (in
2
relatie tot de bouw van het metrostation) en financieel (uit te geven m voor Edwin
Oostmeijer) haalbaar zijn binnen het kader van de afgesloten
bouwenvelopovereenkomst (zie vraag 2).
10. Kan het trappenhuis smaller worden uitgevoerd?
Nee, dit is niet mogelijk. Het Bouwbesluit is hierin dwingend, evenals de eisen van de
brandweer waar het gaat om vluchtwegen. Edwin Oostmeijer onderzoekt op dit moment
wel of de positie van de trappenhuizen meer binnen de bebouwing kan worden
opgenomen.
11. Waarom is er nog geen ontwerp van de achterzijden van de woongebouwen?
Bij het ontwerpen lag de focus tot nu toe op de voorzijde van de woongebouwen en de
afstemming hierover met Dienst Ruimtelijke Ordening, Bureau Monumentenzorg en
Archeologie, Commissie voor Welstand en Monumenten en Stadsdeel Zuid. De
ontwerpen voor de achterzijden van de woongebouwen worden nu verder uitgewerkt.
12. Hoe gaat de schacht (één per toegang) van de rook- en warmteafvoer er uit
zien? Hoe hoog wordt deze? Wat is de maximaal toegestane hoogte volgens het
bestemmingsplan?
De maximaal toegestane hoogte van de schacht is op grond van het bestemmingsplan
25 meter. Hoe hoog deze echt moet worden hangt van een aantal factoren af:
a) hoe de kadastrale uitsplitsing wordt vormgegeven tussen station en woongebouwen;
b) wet en regelgeving in relatie tot de belendende panden en de noodzakelijke
hoogteverschillen tussen de aanzuiging en de uitstoot van lucht.
Dienst Metro en Edwin Oostmeijer willen de hoogte van de schacht binnen die kaders
minimaliseren. De vormgeving van de schacht is afhankelijk van het lopende onderzoek
van Edwin Oostmeijer naar de trappenhuizen. In het voorontwerp is de schacht
geïntegreerd in het gebouw (behoudens de noodzakelijke meters die uitsteken boven de
e
3 laag), maar wanneer de trappenhuizen meer in de bebouwing worden opgenomen
komen de schachten in het zicht. Dienst Metro zal het ontwerp van de schacht dan
bespreken met de direct belanghebbenden.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 4 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
13. Het gebouw past niet in het beeld en de stijl van De Pijp: teveel glas, te
weinig speels, te weinig details, lelijk, het zijn net wachttorens, te hoog, arrogant,
bruut. Er zou een karakteristiek gebouw, dat aansluit bij de buurt, worden
teruggebouwd.
In het 'Stedenbouwkundig Programma van Eisen Toegangsgebouwen station
Ceintuurbaan' (SPVE, zie vraag 15) is het karakteristiek, in de betekenis van
historiserend, terugbouwen geen randvoorwaarde voor de nieuwbouw.
In het SPVE wordt onder meer aangegeven: 'Ook van een gebouw dat contrasteert met
zijn omgeving mag worden verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving
niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een positieve bijdrage levert aan de
kwaliteit van de omgeving en de te verwachten ontwikkelingen daarvan.' (pagina 40,
SPVE).
Voor de volledigheid verwijzen wij u naar de ''Nota van Beantwoording op mondelinge
en schriftelijke reacties op het concept (Stede)bouwkundig Programma van Eisen
toegangsgebouwen Noord/Zuidlijn station Ceintuurbaan' (december 2005). In die
inspraakronde zijn vergelijkbare reacties door insprekers geuit. De Nota van
Beantwoording gaat op deze reacties in.
14. Is er ruimte voor wijzigingen in het ontwerp: meer details, meer baksteen
verwerken, erkers, raamstijlen, spiegels? Wees creatief met licht. Wit pleisteren,
spiegels, (melk-)glas in trappenhuis, smaller trappenhuis
Ja, die ruimte is er. Het is ook de ontwerpstap die Edwin Oostmeijer zal maken bij
overgang van voorontwerp naar definitief ontwerp. In het vooroverleg met Welstand is
eveneens gebleken dat detaillering en materialisatie een verdiepingsslag vragen in
relatie tot het SPVE. Edwin Oostmeijer is bij zijn nadere uitwerking uiteraard wel
afhankelijk van wat er binnen de technische randvoorwaarden van de Noord/Zuidlijn, de
regelgeving van het Bouwbesluit en de eisen van de brandweer wel of niet mogelijk is.
Zie ook vragen 5 en 20.
Toetsing bouwplannen
15. Aan welk kader of programma worden de plannen voor de woongebouwen
getoetst?
De bouwplannen worden getoetst aan het Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn (zie vraag
16), de ruimtelijke onderbouwing (zie vraag 17) die bij de aanvraag van de
omgevingsvergunningen wordt geleverd en het Stedenbouwkundig Programma van
Eisen 'Toegangsgebouwen station Ceintuurbaan' (SPVE).
Welstand toetst daarbij aan ‘redelijke eisen van Welstand’ en neemt hierbij het
bestemmingsplan, het SPVE en het karakter van De Pijp als uitgangspunten.
Het SPVE is in de periode januari 2004 - maart 2006 opgesteld in opdracht van
Stadsdeel Zuid met het doel om de gewenste inpassing van de nieuwbouw maximaal te
verzekeren. Het gaat hierbij om beeldkwaliteit, aansluiting op de bestaande bebouwing
en openbare ruimte en de functies in de bovenbouw. Het SPVE omvat een beschrijving
van de opdracht en van de locaties, het juridisch-planologisch kader, randvoorwaarden
van het metrostation, welstandscriteria en de stedenbouwkundige eisen. In maart 2006
is het SPVE vastgesteld door de stadsdeelraad Amsterdam Zuid; in oktober 2010 door
de Gemeenteraad van Amsterdam. De ontwikkelaar kreeg het SPVE als
randvoorwaarde voor het te ontwikkelen bouwplan mee. Zie ook vraag 24.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 5 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
16. Welke bestemmingsplan geldt hier en wanneer is dat vastgesteld?
De Noord/Zuidlijn is een grootstedelijk project. Op beide locaties van de toekomstige
metrotoegangen en bovengelegen woongebouwen is het Bestemmingsplan
Noord/Zuidlijn van toepassing. Dit bestemmingsplan is op 2 september 1998 vastgesteld
door de Gemeenteraad van Amsterdam en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland op 20 april 1999.
Link naar Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn:
http://www.zuid.amsterdam.nl/wonen_en/bouwen/bestemmingsplannen-0/39_noordzuid_lijn/
Voor het pand Ferdinand Bolstraat 63 (onderdeel van woongebouw Noord) geldt het
Bestemmingsplan De Pijp (2005):
http://www.zuid.amsterdam.nl/wonen_en/bouwen/bestemmingsplannen0/48_de_pijp_2005/
17. Wordt het bestemmingsplan herzien of gewijzigd om dit plan te kunnen
realiseren?
Er kan een omgevingsvergunning verleend worden aan Edwin Oostmeijer om te
bouwen in afwijking van het geldende bestemmingsplan. Dit dient dan bij
vergunningverlening gemotiveerd te worden op grond van een goede Ruimtelijke
Onderbouwing. Bij een ruimtelijke onderbouwing worden onder andere milieu- en
omgevingsaspecten beschouwd, waaronder de stedenbouwkundige kwaliteit en
inpassing in de omgeving. Bureau Monumenten en Archeologie geeft voor zo’n
onderbouwing een advies ten aanzien van de cultuurhistorische aspecten. Planschade
komt eveneens aan de orde in de ruimtelijke onderbouwing.
Specifiek voor de bouw van de woongebouwen is een aanpassing van het
bestemmingsplan niet noodzakelijk. Gemeenten zijn wel gehouden om periodiek
bestemmingsplannen te herzien en daar mede de gerealiseerde bouwplannen in
afwijking van het bestemmingsplan (op grond van een goede ruimtelijke onderbouwing)
in te verwerken.
18. Wat is de overweging geweest in 1998 bij het vaststellen van het
bestemmingsplan. Waarom 19 meter?
De hoogte van 19 meter (17 meter maximale bouwhoogte plus een vrijstelling van 2
meter ten behoeve van de functie “wonen”) uit het in 1998 vastgestelde
Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn (zie vraag 16) is zeer waarschijnlijk voortgekomen uit
het feit dat voor de inpandige toegangen van het metrostation relatief hoge ruimtes (ca.
5 meter) nodig zijn én dat de eisen in het Bouwbesluit ten aanzien van de minimale
verdiepingshoogte van een appartement strenger zijn geworden. Vier bouwlagen met
ca. 0,3 meter dikke vloeren tussen de verdiepingen leiden tot een totale hoogte van het
gebouw van ca. 17,5 meter. De wens om nog enige speling te houden voor het
uiteindelijke ontwerp kan ertoe geleid hebben om de maximale bouwhoogte op 17 meter
te bepalen zodat met de 2 meter vrijstelling een maximale hoogte van 19 meter kan
worden gerealiseerd.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 6 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
Vergunningen en inspraak
19. Welke vergunningen worden aangevraagd en waar?
De gebouwen liggen binnen de grenzen van het Groot Stedelijk Project Noord/Zuidlijn,
daarom worden de twee benodigde Omgevingsvergunningen aangevraagd bij
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, locatie Amsterdam.
De hoeken van de woongebouwen bij de Albert Cuypstraat/Ferdinand Bolstraat en
Ceintuurbaan/Ferdinand Bolstraat reiken 2,5 meter hoger dan het geldende
bestemmingsplan toestaat. Vanwege deze afwijkende hoogte en de strijdigheid van het
bouwplan op locatie Noord waar gronden (deels) zijn aangewezen voor ‘Gemengde
doeleinden’ nader aangeduid als ‘winkellint’ en ‘tuinen’, wordt een uitgebreide procedure
Omgevingsvergunning gevolgd met een beslistermijn van 26 weken.
Indien binnen de wettelijke termijn van 6 weken geen beroep wordt aangetekend tegen
de verleende vergunning, leidt dit tot een onherroepelijke vergunning begin 2015.
De bouwplannen worden getoetst aan het Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn (vraag 16),
de ruimtelijke onderbouwing die bij de aanvraag van de omgevingsvergunningen wordt
geleverd (vraag 17) en het SPVE (vraag 15).
De verwachting is dat de vergunningen niet eerder dan eind mei 2014 kunnen worden
aangevraagd. Afhankelijk van eventuele wijzigingen in de ontwerpen, kan dit later
worden (zie vraag 5).
20. Welke invloed hebben buurtbewoners en -ondernemers nog op deze
ontwerpen?
Er liggen nu voorlopige ontwerpen voor de voorzijde van de twee woongebouwen van
de projectontwikkelaar binnen de randvoorwaarden van het SPVE (vraag 15). Het
ontwerp voor de achterzijden van de woongebouwen moet nog worden uitgewerkt.
Binnen de uitwerking van de gepresenteerde voorlopige ontwerpen naar een definitief
ontwerp is er ruimte voor wijzigingen in materialen/ kleuren.
Edwin Oostmeijer doet op dit moment verder onderzoek naar de ontwerpen. De
opmerkingen en suggesties die tijdens de informatiebijeenkomsten zijn gedaan,
neemt hij hierbij in overweging. Hij is daarbij gebonden aan technische beperkingen van
de onderliggende constructie van het metrostation en de aansluiting daarop, de strenge
eisen die de brandweer aan het bouwplan stelt en de regelgeving van
het Bouwbesluit. Al met al een complexe exercitie die meer tijd vraagt. We
kunnen daarom nu nog geen nieuwe informatiebijeenkomst plannen.
Naar verwachting kunnen we over een aantal weken de uitkomst of tussenstand van dit
onderzoek met u delen. U ontvangt hiervoor een uitnodiging van ons. Voorafgaand aan
dit moment worden met de directe buren van de woongebouwen afspraken gemaakt
voor een huisbezoek. Zodat we de specifieke situatie en gevolgen voor deze bewoners
ter plekke kunnen bekijken en bespreken. Zie ook vragen 5 en 14.
21. Is formele inspraak nog mogelijk en zo ja hoe / wanneer?
Inspraak is mogelijk via Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied vanaf het moment dat
de omgevingsvergunningen zijn aangevraagd. De vergunningen worden niet eerder dan
eind mei 2014 aangevraagd. U krijgt van ons bericht op het moment dat de
vergunningen zijn aangevraagd.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 7 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
Communicatie over het project
22. Waarom is er niet eerder gecommuniceerd?
Wij kunnen ons voorstellen dat sommige bewoners en belangstellenden zich tijdens de
informatiebijeenkomsten overvallen voelden door de ontwerpen. Bewoners hebben in de
loop van de jaren vragen gesteld over de gebouwen en lange tijd was er geen informatie
en moesten we u het antwoord schuldig blijven. Het had mogelijk niet tot een andere
uitkomst of ontwerpen geleid, maar achteraf gezien hadden we u vanaf het moment dat
de ontwikkelaar aan de slag ging (vanaf 2013) over de stappen en de voortgang moeten
informeren. We kunnen dat nu helaas niet meer ongedaan maken. Onze insteek is om u
bij het vervolg van dit traject beter op de hoogte te houden.
23. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat bewoners/ondernemers deze
informatie over de woongebouwen krijgen?
In de jaren na de vaststelling van het SPVE (vraag 15), tussen 2006 en 2010, was er
geen concrete voortgang in de ontwikkeling van de woongebouwen. De verklaring
hiervoor is dat de prioriteiten, mede door de gebeurtenissen bij station Vijzelgracht in
2008, lange tijd niet bij de toegangen van Noord/Zuidlijn station De Pijp en de
daarboven gelegen woongebouwen lagen, maar bij andere locaties en andere
onderwerpen.
In oktober 2010 heeft de Noord/Zuidlijn het project opgepakt en het SPVE laten
vaststellen door de Gemeenteraad van Amsterdam. In de periode 2011-2012 lag de
focus vooral op de zogenoemde ruwbouw van metrostation De Pijp, waarbij onder
andere de technische en functionele aansluiting en raakvlakken tussen de
metrotoegangen en de woongebouwen zijn uitgewerkt. Na een eerste vingeroefening
door Benthem Crouwel Architecten, is in de zomer van 2012 door de gemeente (i.c.
Dienst Metro) de bouwenvelopovereenkomst gesloten met Edwin Oostmeijer
Projectontwikkeling BV. Edwin Oostmeijer heeft het ontwerp vanaf 2013 verder
doorontwikkeld waarbij eind 2013 de studies en adviezen van Dienst Ruimtelijke
Ordening, Bureau Monumentenzorg en Archeologie, Commissie voor Welstand en
Monumenten en Stadsdeel Zuid zijn gebundeld. Dit heeft geleid tot de voorontwerpen
die tijdens de informatiebijeenkomsten zijn gepresenteerd.
We hebben ervoor gekozen om, voordat we de ontwerpen aan de buurt presenteerden,
eerst te toetsen of het technisch haalbaar was in relatie tot de ruwbouw van het station
én bij de hierboven genoemde gemeentelijke instanties en de Commissie voor Welstand
en Monumenten te toetsen of er draagvlak was voor het plan.
24. De gemeente heeft in het verleden toezeggingen gedaan over inspraak door
bewoners op het ontwerp van de gebouwen. Waarom is hier niets mee gedaan?
We hebben navraag gedaan bij in dit proces betrokken (oud-)medewerkers van
Stadsdeel Zuid (voorheen: Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid) en Dienst Metro (voorheen:
projectbureau Noord/Zuidlijn). Zij zijn van mening dat er geen toezeggingen zijn gedaan
over inspraak door bewoners/ondernemers op de totstandkoming van de ontwerpen van
de woongebouwen die in maart aan u zijn gepresenteerd. Deze toezeggingen kunnen
we ook niet terugvinden in verslagen van het overleg tussen de Bewonersvereniging
Ferdinand Bolstraat en de Noord/Zuidlijn tussen mei 2004 en maart 2010.
In maart 2005 was er mogelijkheid tot inspraak, namelijk op het 'Concept
Stedenbouwkundig Programma van Eisen Toegangsgebouwen station Ceintuurbaan'.
Zie toelichting hieronder.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 8 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
In de periode januari 2004 - maart 2006 is het Stedenbouwkundig Programma van
Eisen 'Toegangsgebouwen station Ceintuurbaan' (SPVE) opgesteld in opdracht van
Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid met het doel om de gewenste inpassing van de
nieuwbouw maximaal te verzekeren (zie ook vraag 15). Het door architect Hans
Ruijssenaars opgestelde concept SPVE is in de eerste helft 2005 aan de buurt en
belangstellenden gepresenteerd. Belangstellenden hebben het SPVE kunnen bekijken
op internet, bij de tentoonstelling in het Wijkservicepunt De Pijp aan de Ceintuurbaan
(van 8 t/m 24 maart 2005) en daarna in het stadsdeelkantoor Karel du Jardinstraat (2930 maart 2005). Het schetsboek van architect Hans Ruijssenaars, een boekje met de
randvoorwaarden en het concept SPVE lagen op de tentoonstelling ter inzage. De
voorstellen van Hans Ruijssenaars werden door middel van panelen en een videofilm
visueel tentoongesteld. Belangstellenden hebben hun reactie kunnen geven door het
invullen van een reactieformulier bij een bezoek aan de tentoonstelling en op internet.
De tentoonstelling heeft 110 bezoekers getrokken en er zijn 37 reactieformulieren
ingevuld.
De 'Nota van Beantwoording op mondelinge en schriftelijke reacties op het concept
(Stede)bouwkundig Programma van Eisen toegangsgebouwen Noord/Zuidlijn station
Ceintuurbaan' (december 2005) is een samenvatting van de in het kader van het
inspraaktraject ontvangen reacties op het SPVE en de reactie van het Dagelijks Bestuur
van Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid daarop. Naar aanleiding van de reacties van het
inspraaktraject en de behandeling in de commissie ROW en Commissie Welstand en
Monumenten is het concept SPVE aangepast. Het gewijzigde SPVE is in maart 2006
vastgesteld door de stadsdeelraad De Pijp en in oktober 2010 door de Gemeenteraad
Amsterdam. De ontwikkelaar kreeg het SPVE mee als randvoorwaarde voor het te
ontwikkelen bouwplan.
25. Er is toegezegd dat we uit meerdere ontwerpen mochten kiezen.
Ook hierover hebben we navraag gedaan bij in dit proces betrokken (oud-)medewerkers
van Stadsdeel Zuid en Dienst Metro (voorheen: projectbureau Noord/Zuidlijn). Zij geven
aan dat er geen toezeggingen zijn gedaan over het kiezen uit meerdere ontwerpen. Na
de vaststelling van het SPVE was het uitgangspunt om één ontwikkelaar aan te trekken
voor uitvoering van dit bouwplan. De ontwikkelaar bepaalt de invulling van de ontwerpen
en de bouwplannen worden getoetst aan het Bestemmingsplan Noord/Zuidlijn, de
ruimtelijke onderbouwing die bij de aanvraag van de omgevingsvergunningen wordt
geleverd en het SPVE (zie ook vraag 15).
Overige vragen
26. Wanneer start de bouw van de woongebouwen?
Volgens de huidige planning start de bouw in de zomer van 2015.
Rond september 2015: start ruwbouw en de buitengevels van de woongebouwen. Vanaf
voorjaar 2016 worden de gebouwen van binnenuit afgebouwd. De huidige planning is
dat de woningen eind 2016 bewoonbaar zijn.
27. Heeft de bouw van de woongebouwen gevolgen voor (de bewoners van) de
naastgelegen panden? Geeft het veel overlast?
Na voltooiing van de ruwbouw van station De Pijp eind dit jaar neemt de
afbouwaannemer van Dienst Metro (VIA Noord/Zuidlijn) de huidige werkterreinen van de
ruwbouwaannemer (Max Bögl) op beide locaties over en gebruikt deze tot medio 2015.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 9 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
Vervolgens zal Edwin Oostmeijer deze terreinen ca. een half jaar ter beschikking krijgen
om de ruwbouw van de woongebouwen, inclusief de gevels, te realiseren. Hiervoor
zullen steigerconstructies noodzakelijk zijn. In de tweede fase van de bouw van de
woongebouwen draait het om de interne afbouw en heeft Edwin Oostmeijer een
beperkter werkterrein ter beschikking voor de aan- en afvoer van bouwmaterialen.
Edwin heeft vanuit de BLVC-paragraaf* uit de bouwenvelopovereenkomst de
verplichting om overlast door de bouw te minimaliseren. Over de exacte uitwerking van
de logistiek en werkterreinen wordt momenteel overleg gevoerd tussen de
afbouwaannemer, project Rode Loper en Edwin Oostmeijer.
* BLVC staat voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie
28. Waarom moeten er woningen boven de toegang komen? Waarom komen er
geen fietsparkeerplekken?
Volgens het bestemmingsplan rust op beide locaties de bestemming S2+W4:
ondergrondse stationsgebouwen waarboven woningen en in- en uitgangen behorende
bij ondergrondse stations. De tweede en hogere bouwlagen van het woongebouw bij de
Ceintuurbaan mogen tevens gebruikt worden ten behoeve van kantoor met baliefunctie.
De Dienst Metro en Stadsdeel Zuid begrijpen de problematiek van het tekort aan
fietsenstallingen in (dit deel van) de stad. Los van bovenvermelde bestemmingen op de
locaties van de toegangsgebouwen is in het verleden daarom ook bekeken
of ondergrondse ruimtes in het metrostation gebruikt zouden kunnen worden voor het
realiseren van fietsenstallingen. De capaciteit van de beschikbare ondergrondse
ruimte biedt echter geen soelaas. Bovendien zou een combinatie van een fietsenstalling
met woningen/ kantoor met baliefunctie boven de stationstoegangen evenmin haalbaar
zijn gezien de problematiek m.b.t. zaken als lay-out van toegangen/trappenhuizen/liften,
brandveiligheid etc.
29. Waar laten de bewoners van de toekomstige woongebouwen én de
metroreizigers hun fietsen?
Bewoners: toegangsgebouw Noord heeft (op het dak) een ruimte om fietsen inpandig te
stallen. Toegang Zuid heeft deze ruimte niet.
Metroreizigers: Stadsdeel Zuid/ project Rode Loper zoekt op dit moment naar
oplossingen voor het fietsparkeren rondom station De Pijp.
Zie het Plan van Aanpak Fietsparkeren Stadsdeel Zuid:
http://www.zuid.amsterdam.nl/wonen_en/parkeren_en_verkeer/fietsen/
30. Hoe gaan jullie om met planschade?
In de Ruimtelijke Onderbouwing (vraag 17) zal aandacht worden besteed aan het
aspect planschade, schade ten gevolge van de afwijking van het bouwplan ten opzichte
van het betreffende Bestemmingsplan. Dienst Metro zal samen met de ontwikkelaar een
adviseur inschakelen om de mogelijke planschade in beeld te brengen. In geval van
planschade zal met de eigenaren van de betreffende panden nader worden overlegd.
31. Is de (open) balustrade bij de metrotoegang wel veilig? Waarom zijn de
toegangen niet dicht uitgevoerd, bijvoorbeeld met glas?
De balustrades worden uiteraard veilig uitgevoerd en wijken qua ontwerp en vormgeving
niet of nauwelijks af van de andere open stijgpunten bij de metrostations in de
binnenstad (Centraal Station, Rokin, Vijzelgracht en Europaplein). Op de andere
stations zijn de stijgpunten geheel open. Hier is in feite sprake van een overkapping.
10 april 2014
Kenmerk SCOM/OVG/00693
Pagina 10 van 10
Gemeente Amsterdam
Dienst Metro
Ontwerpen woongebouwen boven metrotoegangen Noord/Zuidlijn station De Pijp
Reacties op vragen en opmerkingen informatiebijeenkomsten maart 2014
In het gevelvlak van de toegangen worden ook de nachtafsluitingen opgenomen. Dit
leidt ertoe dat een deel van de balustrades inderdaad dicht wordt uitgevoerd (waarbij
glas een overweging is). Aan het ontwerp van de nachtafsluiting, gedeeltelijk dichte
gevelvlak en balustrade wordt momenteel nog door de afbouwaannemer gewerkt.
32. Van wie is de grond waarop de woongebouwen komen te staan?
De grond wordt in erfpacht uitgegeven en blijft dus eigendom van de gemeente.