Read.me 37

Zomer 2014
37
Read.me verschijnt meerdere keren per jaar en wordt
verspreid onder relaties van Furore
“De gebruikersvereniging
geeft mede vorm aan de
toekomst van het EPD”
“Door als groep onze stem
Marc van Dijk, manager van
gebruikersvereniging PSYGIS Quarant
te laten horen, krijgen we
dingen voor elkaar”
Foto: Photoworkx
Michiel Kooper,
hoofd informatiemanagement van Arkin
n Gebruikersvereniging PSYGIS Quarant onderstreept de kracht
van gezamenlijk optrekken
n “Onze teams zijn in de meest extreme vorm zelfsturend”
n VieCuri geeft slogan ‘Gewoon beter’ verder vorm met CS-EZIS
n “We hebben het proces van werken met een EPD eigenlijk omgedraaid”
n Bijzondere mensen. Bijzondere prestaties.
Bruggebouw, Bos en Lommerplein 280, Postbus 9204,
1006 AE Amsterdam, tel. (020) 346 71 71, www.furore.com
“We hebben veel slagkracht en
kunnen de ontwikkeling van
nieuwe functionaliteit sturen”
Foto: Photoworkx
Vervolg pagina 1:
Gebruikersvereniging PSYGIS Quarant
onderstreept de kracht van gezamenlijk
optrekken
Foto: Photoworkx
Onafhankelijk
Marc van Dijk, manager van gebruikersvereniging PSYGIS Quarant
Dat gebruikers van een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) gezamenlijk
optrekken om met één stem de leverancier tegemoet te treden, is niet nieuw.
Een gebruikersvereniging die invloed uitoefent op nieuw te ontwikkelen functies
ook niet. De gebruikersvereniging PSYGIS Quarant (GVPQ) wil echter zeer veel
realiseren door nauw samen te werken met de – momenteel – elf leden. Zo geeft
GVPQ mede vorm aan de toekomst van het EPD. Een gesprek met Marc van Dijk,
manager van de GVPQ, en Michiel Kooper, hoofd informatiemanagement van
Arkin, een van de eerste leden.
Ongeveer veertig GGZ-organisaties
besteedden in 2010 hun ICT voor het
primaire proces collectief aan. PSYGIS
Quarant van PinkRoccade Healthcare –
sinds kort mijnQuarant genoemd – werd
na een intensief traject geselecteerd als
standaard EPD. MijnQuarant is een speciaal voor de GGZ ontwikkelde oplossing
voor dossiervoering en logistieke ondersteuning van zorgprocessen. De zorgadministratie is een afgeleide hiervan. Een
van de overeengekomen afspraken tussen de aanbestedende GGZ-instellingen
2
en PinkRoccade Healthcare was de oprichting van een gebruikersvereniging.
Deze is begin 2012 geïnstalleerd. “De
gebruikersvereniging is eigenlijk een
doorstart van de zogenaamde G3”, zegt
Van Dijk. “De G3 bestond uit drie GGZinstellingen – Altrecht, Reinier van Arkel
Groep en Rivierduinen – die al een aantal jaar samen met PinkRoccade mijnQuarant ontwikkelen. Dit vanuit het
REPD-gedachtegoed van GGZ Nederland, waarbij REPD staat voor Referentiemodel voor een EPD voor de GGZ.”
De grootste kracht van de GVPQ is dat
leveranciers- en contractmanagement
en meedenken over de doorontwikkeling van de software gezamenlijk zijn
aan te pakken. “Daarnaast hebben we
vanzelfsprekend ook een enorme toegevoegde waarde op het vlak van inkoop”,
verduidelijkt Van Dijk. “Dit geldt niet
alleen voor de inkoop van software, maar
ook als het gaat om projectmanagement,
opleidingsmateriaal en consultancy.”
Momenteel zijn elf GGZ-instellingen
lid van de GVPQ. PinkRoccade kan ondersteuning bieden, maar de gebruikersvereniging opereert onafhankelijk. Van
Dijk: “We zijn niet gerelateerd aan de
leverancier en zijn er daarom echt voor
onze leden. Hierdoor hebben we veel
slagkracht en we kunnen de ontwikkeling van nieuwe functionaliteit sturen.
Een voorbeeld hiervan is een nieuwe
agenda in mijnQuarant, waarmee gebruikers behandelafspraken beter vooruit kunnen plannen. Ook het inpassen
van workflows voor zorgpaden in mijnQuarant is mede gerealiseerd door de
inzet van de gebruikersvereniging. Dit
laat zien dat we echt dingen voor elkaar
krijgen door als groep onze stem te laten
horen.”
Optimaal informatiemanagement
De GGZ-wereld wordt gedeeltelijk
gekenmerkt door fusies. Een noodzakelijke ontwikkeling, maar ook een ontwikkeling die resulteert in een grotere
noodzaak voor efficiënt informatiemanagement. “Mijn ervaring is dat er binnen instellingen onvoldoende kennis
aanwezig is om dit goed in te richten”,
aldus Kooper. “Evidence based werken
is echter sterk in opkomst en optimaal
informatiemanagement is daarvoor
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Foto: Photoworkx
essentieel. Was het voorheen vooral de
psychiater of andere behandelaar die de
behandeling bepaalt en patiëntenkennis
in zijn of haar hoofd heeft, nu behandelen we steeds meer op basis van vastgelegde informatie. Uiteraard blijft de
cliënt-behandelrelatie erg belangrijk,
maar om deze manier van werken te
kunnen faciliteren, is hulp nodig: van
de leverancier en van onafhankelijke
consultancypartijen. Informatiemanagement biedt intern hulp, de inhuur van
externe partijen biedt extra steun.”
Medisch-inhoudelijk
vult aan: “Verder is er de noodzaak voor
standaardisatie en het verbeteren van
gegevensuitwisseling, ingegeven door de
grotere – externe – behoefte aan effectiviteitsmetingen, onder andere geëist
door verzekeraars. Bij standaardisatie
kun je denken aan techniek, informatie,
processen – bijvoorbeeld ‘Hoe behandelen we een bepaald ziektebeeld?’ – en
de wijze van organiseren. Systeemleveranciers spelen een belangrijke rol in
het realiseren hiervan, maar een partij
als Furore ook. Zij kunnen meedenken
over het neerleggen van een blauwdruk
voor processen en organisatie en helpen bij de implementatie daarvan.” Dit
is volgens Van Dijk ook de belangrijkste
reden voor het inschakelen van Furore.
“Furore heeft een onafhankelijke, kritische blik en is niet gehinderd door eventuele beperkingen van mijnQuarant. In
onze optiek is het gezond om ook met
een andere blik naar het EPD te kijken.”
Waardevolle conclusies
Arkin was een van de eerste leden van de
GVPQ en de eerste organisatie die een
concrete consultancyvraag neerlegde bij
Furore. Kooper: “Arkin is een fusieorganisatie, met als gevolg dat ons cliëntendossier een optelsom was van dossiers
Foto: Photoworkx
Het EPD maakt een ontwikkeling door
van registratief naar een medisch-inhoudelijk behandelingsondersteunend
systeem. In dit systeem worden in toenemende mate gegevens vastgelegd die
het behandelproces ondersteunen, zoals
medicatie, de toestand van de patiënt en
de zorgworkflow, maar ook bevindingen
van de eerste lijn. Van Dijk: “Eerstelijnsindicatie is een belangrijke ontwikkeling
in het vergroten van de efficiëntie binnen de GGZ. Door de eerste persoon
die een cliënt spreekt slimme vragen te
laten stellen, is al veel belangrijke informatie te achterhalen. Hierna is efficiënt
de juiste vervolgstap te bepalen.” Kooper
“Vanzelfsprekend hebben we
ook een enorme toegevoegde
waarde op inkoopvlak”
Michiel Kooper, hoofd informatiemanagement van Arkin
Read.me nr. 37 Zomer 2014
van verschillende GGZ-instellingen.
Hierdoor bleek het soms lastig om de
juiste informatie te vinden en omvatte
het digitale dossier te veel schermen.
We hebben Furore gevraagd om struikelblokken in kaart te brengen en te komen
met aanbevelingen om ons dossier te
verbeteren.” Furore interviewde diverse
behandelaars bij Arkin en keek mee hoe
zij mijnQuarant gebruiken. De conclusies van het onderzoek waren waardevol. Zo bleken veel behandelaars nog
te werken op de manier die een oudere
Quarant-versie voorschreef en werd de
brede functionaliteit van mijnQuarant
onvoldoende benut. Samen met Furore
zijn quick wins bepaald. “Zo hebben we
handtekeningen gedigitaliseerd, zodat
de directeur deze eenvoudig en efficiënt
kan ondertekenen”, aldus Kooper. “Nu
bekijken we hoe we de EPD-gebruikers
een nieuwe manier van werken kunnen aanleren, zodat ze het maximale
halen uit de functionaliteit. Hierin zien
we een rol weggelegd voor Furore.” Van
Dijk: “Het inefficiënte gebruik van mijnQuarant komt voor bij alle leden van
de gebruikersvereniging. De kennis die
bij Arkin wordt opgedaan, is toe te passen bij andere GGZ-instellingen. Op die
manier fungeert Furore – en daarmee de
gebruikersvereniging – als een competence center voor het delen van kennis
en ervaringen.”
Kooper is ook als coördinator contractmanagement betrokken bij de GVPQ.
Dit past bij het karakter van de gebruikersvereniging, waarbij verschillende
competenties van de leden worden ingezet voor het gemeenschappelijk belang.
Van Dijk: “We zijn dan ook meer dan
een gebruikersvereniging in de traditionele zin van het woord. Leden profiteren
van het feit dat we echt invloed hebben
op nieuwe functies in het EPD van PinkRoccade Healthcare. Daarnaast leren de
leden ook van elkaars ervaringen. Wat
dat betreft breken we met de traditie van
volledig onafhankelijk van elkaar opererende GGZ-instellingen. Ik zie deze
gedachtegang als de toekomst van GGZ
in Nederland.”
3
Foto: Photoworkx
Vivium Zorggroep biedt begeleiding, verzorging, verpleging en behandeling in het
Gooi. Enige tijd terug is een grote organisatieverandering in gang gezet. De organisatie is aan het kantelen en er is een
transitie ingezet van regionaal georiënteerd naar oriëntatie op klantgroepen en
specifieke zorgbehoeften in die groepen.
“Cliëntparticipatie en zelfsturende teams
zijn speerpunten in de nieuwe organisatie”, zegt Programmamanager Ondersteunende Diensten Bert Klinkenberg. Vivium
schakelde Furore in voor de selectie van
een ECD dat de nieuwe strategie optimaal ondersteunt.
Foto: Photoworkx
De activiteiten van Vivium omvatten
woonzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg,
revalidatie en psychische zorg. De groep
heeft 4.000 medewerkers en 1.200 vrijwilligers, die actief zijn op ruim dertig
locaties. Klinkenberg: “Om de zorgkwaliteit een nieuwe impuls te geven en ons
voor te bereiden op de toekomst, zijn we
gestart met een organisatieverandering.
Onze zorgdiensten zijn ingedeeld in
4
Foto: Photoworkx
“Onze teams
zijn in de
meest extreme
vorm
zelfsturend”
Bert Klinkenberg, Programmamanager Ondersteunende Diensten bij Vivium
klantgroepen in plaats van in regio’s.
We hebben vier groepen gedefinieerd:
ouderen algemeen, Regionale Instelling
voor Begeleid Wonen, kortweg RIBW,
psychogeriatrie en geriatrische revalidatiezorg.”
agenda. “Ouderen wonen langer thuis
en krijgen daar zorg. Dit vereist een
andere aanpak en meer participatie van
de cliënt zelf. Zo moeten mensen zelf
afspraken kunnen inplannen en toegang
krijgen tot hun dossier.”
Eigen verantwoordelijkheid
Keuze voor een ECD
Vivium wilde medewerkers ook meer regie geven over hun eigen activiteiten. Dit
vanuit de achterliggende gedachte dat de
mensen die de zorg verlenen het beste
weten wat goed is voor de organisatie én
voor de cliënt. “Onze teams zijn in de
meest extreme vorm zelfsturend”, zegt
Klinkenberg. “De teams hebben hun
eigen financiën, locatie, aannamebeleid
en zijn zelf verantwoordelijk voor de financiële resultaten. Je zou het kunnen
beschouwen als een franchisestrategie.”
Cliëntparticipatie stond ook hoog op de
Het succes van zelfsturende teams en
cliëntparticipatie staat of valt met de
keuze van het juiste ECD. Vivium gebruikte al een systeem voor het elektronisch vastleggen van cliëntgegevens en
administratieve afhandeling, maar dit
systeem was verouderd. Klinkenberg:
“Zo was het proces van urenregistratie
complex en niet gebruiksvriendelijk. Dit
moest anders, want onze medewerkers
besteden hun tijd liever aan daadwerkelijke zorgverlening.” Ook heldere rapportages en juiste en tijdige signalerinRead.me nr. 37 Zomer 2014
Relatief korte tijd
Vivium ging bij de selectie van een nieuw
ECD niet over één nacht ijs. In eerste instantie formeerden Klinkenberg en zijn
team een projectgroep waarin de hele
organisatie is vertegenwoordigd: van
zorgmedewerkers en ICT tot de Raad van
Bestuur. “Tegelijkertijd stonden we voor
de uitdaging dat we in relatief korte tijd
een pakketselectie wilden doen”, zegt
Klinkenberg. “Dit is dan ook de reden
dat we de hulp van Furore hebben ingeschakeld.”
Cliëntreis
Vanzelfsprekend is een Programma van
Eisen (PvE) opgesteld, met daarin randvoorwaarden voor het te selecteren ECD.
Zo moest het te selecteren pakket een
Foto: Photoworkx
Foto: Photoworkx
gen zijn essentieel voor zelfsturende
teams. De teams moeten op elk gewenst
moment weten waar ze staan en in hoeverre ze nog voldoen aan de doelstellingen. Is dat niet het geval, dan moeten de
teams tijdig kunnen bijsturen.”
zelfsturende organisatie met Rijnlandse
principes ondersteunen. Uitgangspunt
in deze principes is dat vakmanschap
centraal staat en ondersteuning faciliterend is. Klinkenberg: “Een PvE is belangrijk, maar nog belangrijker is hoe een
pakket aansluit op de zorgpraktijk. Om
‘Een PvE is belangrijk,
maar nog belangrijker is
hoe een pakket aansluit op
de zorgpraktijk’
die reden hebben we samen met Furore
een cliëntreis omschreven: een fictieve
oudere mevrouw die in de loop der tijd
in aanraking komt met alle facetten van
onze diensten. Hierbij kun je denken aan
een seniorenreis en (woon)zorg met
vervolgens revalidatie tot aan zorg bij
dementie. De omschrijving van deze
cliëntreis hebben we uitgezet bij verschillende ECD-leveranciers met de vraag hoe
hun oplossing deze reis ondersteunt.
Een goede keuze, want zo konden we de
verschillende systemen onderling goed
vergelijken en waren we er zeker van dat
het systeem aansluit op onze praktijk.”
Na een eerste selectie bleven enkele
ECD’s over. Vivium en Furore planden
referentiebezoeken naar organisaties
waar deze pakketten in gebruik zijn. Ook
dit was een intensieve projectfase, want
er gingen gemiddeld 20 tot 25 mensen
mee op referentiebezoek. Uiteindelijk
bracht de projectgroep samen met
Furore een advies uit voor de selectie van
Pluriform Zorg van Adapcare. “Bijzonder
is dat dit pakket in eerste instantie niet
honderd procent aansloot bij ons PvE”,
zegt Klinkenberg. “Maar het is wel het
systeem dat de cliëntreis perfect ondersteunt en zeer gebruikersvriendelijk is.”
De daadwerkelijke inkoop is de volgende
fase in het traject, waarna uiteraard nog
een pilot en de implementatie plaatsvindt. Hoe die fases gaan verlopen, moet
nog vorm krijgen. “Kom rond de implementatie nog maar eens praten, dan
vertellen we er graag meer over”, sluit
Klinkenberg af.
ECD-leveranciersmarkt 10 oktober 2014
Foto: Photoworkx
De middag start om 13.00 uur, waarna
iedereen vrij kan rondwandelen op de
informatiemarkt. Naast de informatiemarkt is er dit jaar ook een aparte ruimte
waar de leveranciers achter elkaar een
korte demonstratie van hun ECD geven.
De middag wordt afgesloten met een
borrel en een hapje om 16.00 uur.
Read.me nr. 37 Zomer 2014
applicatie te geven. Door de kleinschalige
opzet kunnen deelnemers op een laagdrempelige manier van gedachten wisselen met de relevante ECD-leveranciers en
hun collega-instellingen.
Foto: Photoworkx
Na een succesvolle tweede editie organiseert Furore op vrijdag 10 oktober a.s.
voor de derde keer een ECD-leveranciersmarkt. Vijftien ECD-leveranciers zijn
aanwezig om demonstraties en informatie over de ontwikkelingen van hun
U kunt zich aanmelden op
www.furore.com/evenementen/
ecd-leveranciersmarkt-2014.
5
Foto: Photoworkx
Foto: Photoworkx
VieCuri geeft slogan ‘Gewoon beter’
verder vorm met CS-EZIS
Audrey Dings-Lahaye, manager informatiezaken bij VieCuri
“In 2005 heeft binnen VieCuri een vervanging van het toenmalige ziekenhuisinformatiesysteem plaatsgevonden naar
EZIS van Chipsoft. Enkele jaren erna is
gestart met de gefaseerde invoering – dus
vakgroep voor vakgroep – van het EPD
van een andere leverancier met koppelingen naar EZIS.” Zo schetst Audrey
Dings-Lahaye, manager informatiezaken
bij VieCuri de lange geschiedenis met digitale patiëntinformatie van dit topklinisch
opleidingsziekenhuis. Momenteel zit het
ziekenhuis middenin een grootschalig
implementatietraject van het EPD van
CS-EZIS.
in de regio. VieCuri medisch centrum
heeft een verzorgingsgebied van ongeveer 280.000 inwoners. Patiënten uit
de regio’s Noord- en Midden-Limburg
en Zuidoost-Brabrant kunnen er voor
vrijwel alle specialismen terecht. Binnen
VieCuri zetten 180 medisch specialisten,
70 arts-assistenten, ruim 2.800 medewerkers en een groot aantal vrijwilligers
zich in voor een kwalitatief goede behandeling, verzorging en begeleiding van de
patiënten. De focus in de zorgverlening
ligt op de gebieden acute zorg, oncologie
en ouderen.
Razendsnelle ontwikkelingen
VieCuri (wat ‘zorg voor het leven’
betekent) is een algemeen ziekenhuis en
behoort tot de vereniging Samenwerkende Topklinische Opleiding Ziekenhuizen (STZ). Naast de twee hoofdlocaties
in Venlo en Venray, heeft VieCuri een
aantal buitenpoliklinieken in dorpen
6
De ontwikkelingen op het vlak van digitale dossiers gaan razendsnel en VieCuri
streefde naar een verdergaande integratie
tussen verschillende disciplines. Dings:
“We waren van mening dat betere samenwerking tussen verpleegkundigen en
de vakgroepen onderling mogelijk is met
een nieuw EPD. Vanwege onze positieve
ervaringen met EZIS kozen we ook voor
het EPD voor dit pakket. Kernbegrippen
hierbij zijn veiligheid, betere afstemming
en integratie.”
Best practice-dossiers
Voor fase 1 van de implementatie van
CS-EZIS selecteerde VieCuri negen vakgroepen en aanvullend het PDMS, EVS
en Apotheek. “Hiervoor nemen we de
best practice van Chipsoft af”, aldus
Dings. Op het moment dat VieCuri
Furore inschakelde, waren al belangrijke
stappen gezet. Zo was er al een plan van
aanpak en waren al diverse werkgroepen
geformeerd. Dings: “Het invoeren van
een EPD is een speciale tak van sport
en we zijn ervan overtuigd dat je hier
een specialist voor moet inschakelen.
Furore ondersteunt ons bijvoorbeeld bij
de implementatie en het testen van een
belangrijke ChipSoft-module voor ons:
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Foto: Photoworkx
CS-PDMS, oftewel Patiënt Data Management Systeem.”
ChipSoft HiX
van ChipSoft HiX (Healthcare Information X-change), de nieuwe versie van het
EPD. Dings: “We houden hier bij alles
wat we doen vanzelfsprekend al rekening
Kort nieuws
“In 2013 hebben we al het revalidatiedossier, de dossiers paramedisch en steriel en de module PREZIES ingevoerd”,
zegt Dings. “Daarnaast is veel tijd besteed
aan de voorbereidingen van de invoering
van de geïntegreerde dossiers bij de overige vakgroepen. Nu is de volgende fase
aangebroken, waarbij de daadwerkelijke
invoering op 7 november van dit jaar
centraal staat. Vanwege de impact en de
prioriteit is de invoering ondergebracht
in een organisatiebreed programma met
verschillende deelprojecten.”
Furore ondersteunt OLVG
met applicatiebeheer van
ZIS
“Het invoeren van een EPD
is een speciale tak van sport en
we zijn ervan overtuigd dat
je hier een specialist voor
moet inschakelen”
Bijna alle functioneel applicatiebeheerders van het OLVG zijn
ingezet op dit project en worden
getraind. Het huidige ZIS van
McKesson, xCare, moet al die
tijd in ‘de lucht gehouden’
worden. Sinds april jl. zijn vier
medewerkers van Furore werkzaam bij het OLVG om deze
opdracht uit te voeren.
Foto: Photoworkx
mee. Wel kijken we graag de kat uit de
boom en wachten we met de ingrijpende
migratie naar HiX tot een aantal andere ziekenhuizen dit heeft gedaan. Dat
past ook bij onze filosofie dat we niet de
eerste hoeven te zijn. Voorlopig zijn we
echter wel even zoet met de implementatie van CS-EZIS voor onze vakgroepen.
We brengen eerst het huis op orde en
kijken dan verder.”
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Dings verwacht veel van CS-EZIS.
“Daarmee behoort in ieder geval het
zoeken naar en transporteren van papieren dossiers tot het verleden. Daarnaast
– en dat is eigenlijk het belangrijkste
voordeel – zal dit ondersteuning bieden
aan een betere samenwerking tussen de
verschillende disciplines en de foutkansen in de registraties verminderen. Zo
geven we nog meer vorm aan onze slogan
‘Gewoon beter’.”
Er zijn nog een paar uitdagingen
voor het beheer van xCare in de
komende periode. Er komt een
minor en een major release van
xCare. Ook is er een major release
van Clinical Assistant als gevolg
van wijzigingen in het landelijk
bevolkingsonderzoek naar darmkanker. En daarnaast moet er nog
een uitrol van Windows 7 onder
Citrix worden uitgevoerd.
Bron: website OLVG
Foto: Photoworkx
Voor de toekomst staat onder andere de
ingebruikname van een patiëntenportaal
op de agenda. Hiermee wil VieCuri de
interactie tussen ziekenhuis en patiënt
een impuls geven. Bijkomende uitdaging
voor Dings en haar team is de lancering
Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam
heeft Furore gevraagd hen te
ondersteunen bij het functioneel
applicatiebeheer van hun huidige
ziekenhuisinformatiesysteem.
Het OLVG stapt in oktober 2015
over op een nieuw ZIS, namelijk
Epic.
7
“We hebben het proces
van werken met een EPD
eigenlijk omgedraaid”
we die informatie in het EPD konden
zetten, met als doel zowel het patiëntendossier als de DSCA-registratie te vullen
door gegevens eenmalig invoeren. Om
dat te bereiken, hebben we het proces
moeten omdraaien: eerst de benodigde
gegevens in de DSCA-registratie invoeren en vervolgens die data omzetten naar
bruikbare informatie voor de werkvloer.”
Foto: Photoworkx
Optimaal overzicht
Bert Bonsing, oncologisch chirurg bij LUMC
Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gebruikt al enige tijd een EPD. Dit
heeft het ziekenhuis veel opgeleverd. Toch zou het volgens oncologisch chirurg Bert
Bonsing mogelijk moeten zijn om chirurgen en andere zorgverleners beter te ondersteunen in hun werk. Samen met Furore startte hij een project op voor integratie van
het bestaande zorgpad voor patiënten met darmkanker en de verplichte kwaliteitsregistratie voor de Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA). Bonsing: “Door middel van
deze registratie wordt gekeken hoe de kwaliteit van de kankerzorg is te verbeteren. Dit
project ondersteunt chirurgen in dit streven.”
Van oudsher voeren behandelaars eerst
het consult in het EPD in. Daarna worden diverse onderdelen van het zorgpad geordend, en ten slotte wordt data
handmatig geëxtraheerd voor registraties. Deze werkwijze brengt het meerdere
keren invoeren van dezelfde gegevens
op verschillende plaatsen met zich mee.
Hierdoor gaan tijd en energie verloren,
maar het resultaat is ook suboptimaal.
“Het patiëntendossier bevatte niet alle
informatie, het zorgpad werd slechts
deels gebruikt en de DSCA-registratie
8
was incompleet. Het was duidelijk dat
een andere manier van werken in het
EPD nodig was”, zegt Bonsing.
In kaart gebracht
Om op de juiste manier te kunnen integreren, is eerst in kaart gebracht waar
in het zorgproces informatie beschikbaar
komt. Bonsing: “Hierbij kun je denken
aan de verschillende fasen van het zorgpad dat een darmkankerpatiënt doorloopt: diagnostiek, behandeling en follow-up. Daarna hebben we gekeken hoe
De ervaring is dat het EPD veel kan,
maar dat het overzicht over alle functionaliteiten verloren is gegaan. De aanpak van Bonsing resulteert in een makkelijker werkwijze. “Op het moment dat
de DSCA-module wordt opgeroepen,
krijgt de behandelaar in één scherm
alle fasen van de behandeling van een
darmkankerpatiënt te zien. Het openen
van tabbladen roept zorgpadordening,
DSCA-registratie of registratie van andere gegevens op. Bij openen van een tabblad krijg je alleen de in te vullen velden
te zien. Dit verlaagt de drempel en complexiteit voor registratie verregaand. De
beloning is, dat als je de module volgt, je
gegevens maar één keer hoeft in te vullen
en de patiënt altijd het volledige zorgpad
doorloopt. Dit is efficiënt en zorgt voor
geborgde kwaliteit.”
“De behandelaar krijgt alleen
de velden te zien die hij of zij
moet invullen”
Tekentafel
In tegenstelling tot de algemene EPDgedachte heeft dit project ontwikkeling voor het hele ziekenhuis niet als
uitgangspunt. Bonsing: “Er is bewust
voor gekozen om ons te richten op deze
patiëntgroep om het project ook behapbaar te houden. We bekijken graag eerst
hoe deze aanpak in de praktijk werkt,
voordat het binnen LUMC wordt uitgerold voor de andere zorgpaden. Iets kan
op de tekentafel een goed systeem lijken,
maar de echte voordelen blijken pas als
je er daadwerkelijk mee gaat werken.”
Vertaalslag
Furore heeft in dit project een regiefunctie. Of zoals Bonsing het omschrijft:
Read.me nr. 37 Zomer 2014
een essentiële bijdrage. Achter de schermen wordt hard gewerkt om dit project
succesvol te maken.”
Foto: Photoworkx
“We kunnen chirurgen beter
ondersteunen in hun werk”
Foto: Photoworkx
“Furore zorgt ervoor dat ik mijn huiswerk doe en de juiste gegevens aanlever
zodat zij de module kunnen bouwen.
Een andere belangrijke rol van Furore
is om de vertaalslag te maken van onze
ideeën naar de juiste techniek. Hierin
levert ook onze interne beheerafdeling
Na de uitrol van deel 1 van de module
in maart 2014 – van diagnose tot en met
behandelplan – volgen snel de resterende delen. Volgens Bonsing blijkt uit dit
project eens te meer dat ICT bij uitstek
geschikt is om artsen en chirurgen te
helpen bij ingewikkelde zorgprocessen
en de registratie daarvan. “Wil je echter
mensen overtuigen om gebruik te maken van technische mogelijkheden, dan
moet je ze verleiden. Dus is het zaak te
zorgen voor overzicht en prettig gebruik.
Met dit traject hebben we op dat vlak
grote stappen gezet.”
Seminar Medical Intelligence
UMC Utrecht, LUMC en Furore organiseren samen een seminar over Medical
Intelligence. Het seminar vindt plaats
op vrijdag 12 september 2014 bij UMC
Utrecht.
Het seminar behandelt de rol van MI
binnen:
■Research
ICT: in klinisch-wetenschappelijk onderzoek;
■Clinical decision support: beslisondersteuning voor arts en verpleegkundige;
■Externe verantwoording: aanlevering
aan externe registraties;
■Stuurinformatie & datakwaliteit: het
verbeteren van zorgprocessen.
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Sprekers zijn onder meer Jan Hazelzet
van Erasmus MC, Robert Veen van UMC
Utrecht, Bert Bonsing van LUMC, Ernst
de Bel van Radboudumc, Jon Schaefer
van MediQuest, Eline Slagboom van
LUMC en Stevie Tan van VUmc.
Daarnaast zijn er ook live demonstraties
zoals TraIT, DSCA-registratie en Gaston.
Het seminar richt zich op EPD-managers
en projectleiders van academische en
topklinische ziekenhuizen, alsmede BIen datamanagers van alle ziekenhuizen.
U kunt zich aanmelden op:
www.furore.com/evenementen/
seminar-medical-intelligence.
Kort nieuws
Furore levert bijdrage aan
kwaliteit Nederlandse
hiv-zorg
SHM, opgericht in 2001, komt
voort uit het succesvolle ATHENAproject (Aids Therapy Evaluation
in the Netherlands). De oprichting is ingegeven door de introductie van de zogenaamde combinatietherapie. Deze therapie is
vanaf 1996 grootschalig aangeboden aan mensen met hiv. De
toenmalige minister van Volksgezondheid stelde hiv-remmers versneld beschikbaar omdat de angst
bestond dat patiënten resistent
zouden worden. De organisatie
achter ATHENA onderzocht daarom tussen 1998 en 2001 de effecten van versnelde beschikbaarheid
onder 3.600 hiv-positieven.
Het ATHENA-onderzoek was een
groot succes: minder mensen
kregen aids en stierven aan aids.
Ook bleek reguliere behandeling
met combinatietherapie kosteneffectief. Om die reden is ervoor
gekozen om het onderzoek voort
te zetten en uit te breiden naar alle
hiv-patiënten. Dit leidde tot de oprichting van SHM. De belangrijkste taak van deze stichting is om
samen met hiv-behandelcentra de
hiv-zorg in Nederland te verbeteren. SHM schakelde Furore in voor
diverse deelprojecten. Een daarvan
is onderzoek naar mogelijke innovatie in de manier waarop data
wordt verzameld en ingevoerd en
hoe gegevens voor rapportages en
wetenschappelijk onderzoek worden verwerkt. Daarnaast onderzoekt Furore hoe de HL7-koppelingen met hiv-behandelcentra
ten behoeve van elektronische
aanlevering van laboratoriumuitslagen zijn te versnellen.
9
Bron: Ken Kubin
Van 4 tot en met 9 mei vond in Phoenix
in de VS een reguliere ‘Working Group
Meeting’ (WGM) van HL7 International plaats. Kern van dergelijke WGM’s
zijn de thematische werkgroepbijeenkomsten, waarin de HL7-standaard
wordt verfijnd en uitgebouwd. Zo’n 400
deelnemers, voor 80 procent afkomstig
uit de VS zelf, stemmen over wijzigingen
in de verschillende versies van de standaard.
De nieuwe HL7-standaard FHIR drukte
een stempel op de conferentie. FHIR bevindt zich momenteel in een bèta-fase
(Draft Standard for Trial Use, DSTU),
maar was nu al ‘talk of the town’. Er vonden zo’n 85 FHIR-gerelateerde vergaderingen plaats in het conferentiecentrum.
Namens Furore waren Ewout Kramer,
een van de drie geestelijk vaders van de
standaard, en Rien Wertheim aanwezig.
De bijeenkomst begon met een FHIR‘connectathon’, een bijeenkomst waarin
ontwikkelaars van medische applicaties
de standaard uitproberen door daadwerkelijk gegevens uit te wisselen. De connectathon was de grootste tot nu toe:
meer dan 50 deelnemers van over de hele
wereld participeerden. Zij stortten zich
onder andere op het fenomeen van vragenlijsten (‘questionnaires’): hoe kun je
in FHIR lege en ingevulde vragenlijsten
uitwisselen tussen health-applicaties?
Bron: Rien Wertheim
FHIR op de HL7 International Work Group Meeting
in Phoenix
De ontwikkelaars maken daarbij gebruik
van referentie-implementaties en open
source tooling, waaronder de .NET FHIRserver van Furore, ‘Spark’ (http://fhir.
furore.com/spark).
release vindt plaats in maart 2015. Dan
zullen nieuwe gegevenstypen (onder andere afspraken en verwijzingen) beschikbaar komen en zal aandacht worden
besteed aan autorisatie en beveiliging.
De HL7-werkgroepen zijn inmiddels
druk doende hun themagebieden (denk
aan financial management, patient administration, orders and observation) te
beschrijven in de FHIR-standaard. Aardig
te vermelden is dat de modellering van
FHIR-profielen voortaan zal plaatsvinden
in ‘Forge’, de modelleeromgeving van Furore (http://fhir.furore.com/forge).
Na de bijeenkomst in Phoenix reisde
Ewout Kramer door naar de SIIM-conferentie in Long Beach, waar ontwikkelaars
uit de beeldverwerking en radiologie in
weer een connectathon de verbinding
legden tussen twee werelden: FHIR en
DICOM.
In Phoenix werden ook de paaltjes gezet
voor de verdere ontwikkeling van de
FHIR-standaard. De volgende DSTU-
Bij Furore is het FHIR-team inmiddels
versterkt. Zes mannen en één vrouw
houden zich nu bij Furore bezig met het
geven van trainingen en advies, en het
ontwikkelen van de tools.
FHIR Developer Days in Amsterdam
Furore is gastheer van een nieuw verschijnsel in de HL7-wereld: de FHIR Developer Days.
Van 24 tot en met 26 november 2014
staat het kantoor van Furore in het teken
van FHIR. Ontwikkelaars, informatieanalisten, architecten en adviseurs uit de
zorg-ICT dompelen zich dan onder in de
standaard. Er zijn trainingen op diverse
10
niveaus, een connectathon en een
hackathon, en netwerkmogelijkheden.
Het gehele FHIR-core team – Grahame
Grieve, Lloyd McKenzie en Ewout
Kramer – is de volle drie dagen aanwezig.
Andere bijdragen zijn van René Spronk
(HL7 University), Claude Nanjo, Martijn
Harthoorn, Hans Vonkeman, en Mirjam
Baltus. Het volledige programma staat
hiernaast.
Read.me nr. 37 Zomer 2014
PROGRAM
ys
nd software
Wed. only)
oject leaexperience
nfrastructure
dge of the aporm should
published
m,
Monday 24th
9:30 – 10:30
10:30 – 13:00
13:00 – 13:45
13:45 – 15:15 Q3
Connectathon
15:30 – 17:00 Q4
Connectathon
Tuesday 25th
8:30 – 9:00
9:00 – 10:30 Q1
Connectathon
Connectathon
Connectathon
11:00 – 12:30 Q2
Connectathon
13:00 – 13:45
13:45 – 15:15 Q3
Connectathon
15:30 – 17:00 Q4
Connectathon
Wednesday 26th
8:30 – 9:00
9:00 – 10:30 Q1
rdam
reoffices)
ree-day
cludes:
11:00 – 12:30 Q2
13:00 – 13:45
13:45 – 15:15 Q3
ening
n Tuesday
dnesday
€350,-.
.com/devdays
Connectathon
17:00 – 17:30
Doors close at 21:00
17:00 – 17:30
Doors close at 18:00
plein 280,
p://bit.ly/
Connectathon
Educational Track
Opening Plenary
Getting started with FHIR
Lunch
FHIR API for Java programmers
(Claude Nanjo)
FHIR Search for client-developers
(Mirjam Baltus and Claude Nanjo)
Debriefing
Pizza-party
Educational Track
Educational Track
Update session
Profileandvalidation
(Grahame Grieve)
Authoringprofiles
(Hans Vonkeman)
lunch
FHIR Documents
(Lloyd McKenzie)
Terminology, value-sets,
codesystems (Lloyd McKenzie)
Debriefing
Cocktail party
Educational Track
Open space
FHIR API for .Net programmers (Mirjam Baltus)
FHIR Search for server developers (Martijn Harthoorn)
Open space
Security in FHIR with OAuth
(Grahame Grieve)
Open space
FHIR and DICOM
(Ewout Kramer)
Educational Track
Connectathon Educational Track
Update session
Connectathon
Route from CCDA to
FHIR architecture overview
FHIR (Grahame Grieve)
for non-programmers
Connectathon
(René Spronk)
Rolling out FHIR - architecture and Open space
Connectathon
implementation considerations
(Lloyd McKenzie)
lunch
Connectathon - results & demonstrations
15:30 - 16:30 Q4
keynote Grahame on the future of FHIR
16:30 – 18:00
Group photo and drinks
Thursday 27th
9:30 – 17:00
Read.me nr. 37 Zomer 2014
HL7 ‘Application Implementation Design’ user group meeting
This user group meeting (held at the same location) is a related, but separate,
event. The user group meeting aims to provide a platform for the exchange of best
practices and implementation experiences of both FHIR servers as well as clients.
See http://bit.ly/1iDW6ZG for detailed agenda and registration.
11
Vijf vragen aan... René Spronk
Wat is je achtergrond en wat doe je
op dit moment?
“Mijn passie is het geven van cursussen op het gebied van ICT-standaarden
rondom gegevensuitwisseling in de zorg,
zoals HL7, IHE en DICOM. Het aanvoelen van een groep cursusdeelnemers, het
meehelpen om de kwartjes te laten vallen, en het mensen in staat stellen iets
met hun nieuw verworven kennis te
doen, daarom draait het in dit vak. Van
origine ben ik informaticus met specialisatie medische techniek, iets wat zeker
helpt bij het overdragen van deze soms
schijnbaar droge materie. Door uit ervaring in de zorgsector te putten kan ik de
diverse standaarden concreet maken en
verluchtigen.”
“De uitwisseling van gegevens tussen
zorgpartijen. In de jaren tachtig stond
de uitwisseling van gegevens binnen één
zorginstelling centraal, nu vindt er een
schaalvergroting plaats. ICT-standaarden zijn volgend – zij ontstaan als reactie
op ontwikkelingen in de maatschappij.
Partijen die nu al bezig zijn met internationale uitwisseling van zorggegevens
zijn te vroeg – eerst maar eens de uitwisselingsproblematiek binnen de diverse
landen oplossen.”
Wat zou iedere zorginstelling en
ZorgICT-leverancier moeten
weten over FHIR?
“FHIR is een nieuwe HL7-standaard
voor gegevensuitwisseling, die functionaliteit biedt die in andere standaarden
niet aanwezig is, met name voor apps en
cloudgebaseerde applicaties.”
Wat zijn uw verwachtingen ten
aanzien van FHIR?
“FHIR bezit de functionaliteit die ook
in de andere HL7-standaarden zoals
HL7 versie 2 en CDA zit, maar er is geen
directe noodzaak de bestaande koppelingen te migreren naar FHIR. FHIR zal
12
Foto: Photoworkx
Wat zijn naar uw mening de
belangrijkste trends in uw sector?
René Spronk, Trainer bij Ringholm, IHE Academy en HL7 University
om die reden naast de gebruikelijk HL7standaarden worden toegepast, in haar
eigen niche. De niche voor FHIR (met
name apps) wordt zienderogen groter,
en door haar implementatiegerichtheid
zien we steeds meer toepassingen.”
U komt regelmatig in andere
landen om trainingen te geven of te
organiseren. Wat kan Nederland van
andere landen leren op het gebied
van ZorgICT?
“Diverse buurlanden lopen op Nederland vooruit daar waar het gaat om deel-
aspecten van ZorgICT, en andere lopen
soms ver achter. Eén van mijn stokpaardjes is het beschikbaar hebben van betrouwbare, vanuit ZorgICT-toepassingen
benaderbare, basisregisters voor zorgverleners en zorgorganisaties; beide zijn in
Nederland niet goed geregeld. Voor de
patiënt hebben we het BSN-register, wat
voor een zeer groot deel voldoet als basisregistratie – al kan het nog beter op het
gebied van nieuwgeborenen. Dit soort
registers lijkt triviaal, maar ze hebben
een directe impact op de betrouwbaarheid van de gegevens, en daarmee op de
kwaliteit van de geleverde zorg.”
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Lisa Maenner, consultant bij Nordic
Foto: Photoworkx
Lisa Maennner is namens Furore in
maart jl. gestart bij Radboudumc. “Ik
werk bij Nordic Consulting in Madison, Wisconsin. Nordic is de grootste Epic-only adviesbureau in de Verenigde Staten. Voordat ik adviseur
werd heb ik ongeveer 3 jaar gewerkt bij
Epic Systems. Ik heb de laatste jaren
een paar verschillende projecten gedaan als adviseur in Texas, Arizona en
Louisiana. Ik vind de projecten na een
Epic-implementatie het meest interessant en leuk om te doen. Als een ziekenhuis al met Epic werkt, leer je meer over
wat de gebruiker precies wil en heb je
meer invloed op het optimaliseren van
het systeem. Nordic vroeg mij of ik geïnteresseerd was in het versterken van het
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Epic-team in Nederland en ik heb gelijk
ja gezegd. Ik heb met veel plezier met
het team samengewerkt; zowel het delen
van mijn kennis als het werken met hun
systeem was heel leerzaam. Gelukkig kon
ik direct overleggen met de chirurgen
en de anesthesisten over de problemen
waar ze tegen aanliepen en de mogelijke
oplossingen hiervoor. Mijn grootste
uitdaging was de taal van de software en
de verschillen in de Nederlandse zorg.
Hoewel de meeste mensen hier goed
Engels spreken, kan het soms tricky zijn
om te navigeren in het systeem zonder
kennis van de Nederlandse taal (hoewel
het ook wel weer een goede manier is om
te leren!). Ik heb geprobeerd om zoveel
mogelijk Nederlandse cultuur op te snuiven, inclusief op de fiets naar mijn werk
gaan. Ik heb veel verschillende steden
Foto: Photoworkx
Foto: Photoworkx
Nieuwe aanvuling Epic-team
Furore
bezocht en nieuwe mensen ontmoet,
zoals bijvoorbeeld tijdens een familiediner bij mijn collega Esther. Ik vond
het een geweldige ervaring om aan dit
project mee te mogen werken.”
Kort nieuws
Furore sponsort
stage MIK-student
Rinke Riezebos
Furore sponsort de stage van
tweedejaars Master MIK-student
Rinke Riezebos. Als student aan
de Universiteit van Amsterdam en
de Universiteit van Toronto doet
hij onderzoek naar het bepalen
van de kwaliteit van medische
apps voor mobiele apparaten. De
afgelopen jaren is er een enorme
wildgroei ontstaan aan gezondheid gerelateerde applicaties. De
kwaliteit van deze apps wordt niet
gegarandeerd, terwijl ze wel vrij
verkrijgbaar zijn in de app-stores. Rinke is bijna klaar met zijn
stage en hoopt dan antwoord te
kunnen geven op de vraag hoe je
makkelijk en snel de kwaliteit van
gezondheids-apps kan bepalen.
Op www.furore.com/blog houdt
Rinke een blog bij over zijn avonturen in Canada en de voortgang
van zijn onderzoek.
twitter.com/RinkeRiezebos
Furore is regelmatig aanwezig bij
activiteiten van de studie Medische Informatiekunde aan het
AMC, zoals een netwerkborrel en
opening van het academisch jaar.
Daarnaast geven we ook gastcolleges en sponsoren we de studenten op verschillende manieren.
Deze opleiding sluit goed aan bij
het werkveld van Furore. Er lopen
op dit moment drie MIK-studenten stage bij Furore. Zij schrijven
hun thesis op basis van deze stage.
13
Bijzondere mensen. Bijzondere prestaties. Aart Bos
Een ‘bijzondere prestatie’. Zo omschrijven wij soms het werk dat wij voor onze
opdrachtgevers leveren. We streven naar
kwaliteit en dagen onszelf voortdurend
uit om nog beter te presteren, ook als
het even tegenzit. Tegelijkertijd realiseren
we ons dat er mensen zijn die bijzondere prestaties leveren van een totaal ander kaliber. Aart Bos nam eind 2012 de
beslissing om na een carrière van vijftien
jaar te stoppen bij BoerCroon – voorheen Boer & Croon – en zich in te gaan
zetten voor het internationale initiatief
voor vrede en verbondenheid MasterPeace. Veel mensen zullen zich afvragen waarom hij de stap heeft gezet van
een zeer zakelijke omgeving naar een
non-profitorganisatie. Aart vertelt over
zijn beweegredenen, de uitdagingen van
nieuwe typen NGO’s en het belang van
het werk van MasterPeace.
Na diverse lijnfuncties te hebben bekleed
in het bedrijfsleven, begon Aart in 1997
bij BoerCroon. Hij zette onder andere
de werkmaatschappij Nextstrategy op.
“Samen met Microsoft heb ik met een
team van collega’s bijvoorbeeld Het
Nieuwe Werken in Nederland geïntro-
“Intuïtief was ik
toe aan de
volgende stap”
duceerd. Nu is dit voor veel organisaties
gemeengoed, maar destijds nog niet. Het
internet was sterk in opkomst en opende
deuren richting een nieuwe manier van
plaats- en tijdonafhankelijk werken.
Hierin zagen we grote kansen en we hebben daarop ingespeeld. Een zeer interessante en leerzame tijd.”
Iets bijdragen
Bron: Aart Bos
In de laatste jaren bij BoerCroon was
Aart zelfs partner bij dit 450 medewerkers tellende bedrijf. Toch kriebelde er
iets. Aart: “Ik heb me afgevraagd hoe ik
met mijn gegeven en opgebouwde talenten de maximale bijdrage kan leveren aan iets goeds, en dat is een mooie
zoektocht geworden. Bij BoerCroon heb
ik mooie dingen gedaan, maar intuïtief
was ik toe aan een volgende stap. Het
klinkt ideëel, maar ik zie het als een missie in het leven om iets bij te dragen en
niet alleen maar te onttrekken. Om die
reden besloot ik mijn partnerschap bij
BoerCroon niet te verlengen.”
Aart ontmoette Ilco van der Linde, die
met Dance4Life door middel van muziek wereldwijd jongeren betrekt bij de
strijd tegen hiv/aids. “Ilco is een bevlogen sociaal-ondernemer die heel goed
gebruikmaakt van moderne technologie
en communicatiemiddelen zoals social
media”, zegt Aart. “Op die manier weet
14
hij wereldwijd mensen te informeren en
te mobiliseren. Een aanpak die mij aanspreekt en waar ik gezien mijn ervaring
veel van weet.” Ilco vertelde Aart over
het in 2011 gestarte MasterPeace. Aart:
“Dit is een wereldwijd initiatief dat mensen oproept om hun talenten en energie
in te zetten om te bouwen aan vrede en
saamhorigheid. Met als doel een meer
duurzame wereld met minder gewapende conflicten. Door lokale initiatieven op het gebied van muziek en kunst
te ondersteunen met kennis en menskracht – en dus niet met geld – brengt
MasterPeace mensen bij elkaar en bouwt
het aan sociale cohesie.” Aart was onder
de indruk van de doelstellingen en aanpak van MasterPeace en besloot zich aan
te sluiten bij de organisatie.
Nieuw type NGO
MasterPeace is duidelijk een nieuw type
NGO (non-gouvernementele organisatie). “Ik wilde altijd al werken voor
een goed doel, maar de ervaring is dat
NGO’s vaak bureaucratisch zijn en afhankelijkheid creëren”, stelt Aart. “Op
het moment dat je subsidies toekent,
help je mensen niet verder. Dat doe je
pas als je ze zelf stappen laat ondernemen om een beter leven te krijgen. Met
dat in het achterhoofd is MasterPeace
opgericht en in die visie kan ik me heel
Read.me nr. 37 Zomer 2014
Bron: Aart Bos
goed vinden.” MasterPeace onderscheidt
zich ook van traditionele NGO’s door
zijn multichannel communicatie. Aart:
“Ons succes is sterk te danken aan het
feit dat we inspelen op innovatie en creatie en gebruikmaken van de kracht van
social media. Ook bloggen mensen van
over de hele wereld op onze website. Alleen door alle kanalen te benutten, is de
doelstelling van 400.000 peacemakers –
mensen die zich verbonden hebben aan
ons initiatief – in 2020 te halen.”
Voormalig kindsoldaten
nu via MasterPeace inzetten voor vrede.
Moses in Oeganda leidt nu bijvoorbeeld
maar liefst dertig clubjes. Fantastisch om
te zien dat iemand die zo’n heftig leven
heeft gehad nu een positief doel heeft.
Een ander aansprekend voorbeeld is
Masut in Kabul. Hij heeft het initiatief
genomen om op de universiteit vredesgesprekken op poten te zetten met jongeren van rivaliserende stammen. En
in Bangladesh is een initiatief voor een
bootrace tussen twee dorpen die een
conflict hebben over verontreiniging van
een rivier.”
Internationale Dag van de Vrede
Uiteraard heeft MasterPeace budget
nodig om activiteiten te kunnen ontplooien. De organisatie is echter niet
afhankelijk van overheidssubsidie.
Bron: Aart Bos
Momenteel is MasterPeace met 62
vrijwilligersclubs in 45 landen vertegenwoordigd. Muziek, kunst , sport en
dialoog brengen mensen bij elkaar die
tegenover elkaar staan. “Dit zijn universele uitingen, die culturen en landgren-
“MasterPeace brengt
mensen bij elkaar en bouwt
aan sociale cohesie”
zen overstijgen”, zegt Aart. “Onze kernwaarde is positivity: we kijken wat ons
bindt en niet wat ons scheidt. Bovendien
is het altijd mogelijk om muziek te maken, ook als je geen geld hebt. Je stem
kan niemand je afnemen.” Veel van de
initiatiefnemers zijn zelf betrokken geweest bij conflicten. Aart vervolgt: “Zij
zijn mogelijk de nieuwe Nelson Mandela’s. Mandela had ook overtuigingen
en onzekerheden toen hij rond de twintig jaar was. In ieder van ons schuilt een
kleine Nelson. Het is aan jou en mij om
keuzes te maken. Initiatiefnemers zijn
soms voormalig kindsoldaten, die zich
Read.me nr. 37 Zomer 2014
“Subsidie maakt namelijk afhankelijk”,
zegt Aart stellig. “Het geld komt dan ook
van zogenaamde Founding Partners en
Shareholders 4 Peace. Dit zijn bedrijven
die hun naam verbinden aan ons initiatief en waar we samen mee optrekken.
Je kunt hierbij denken aan Ziggo, maar
ook uitgeverij Thieme Meulenhoff. We
zoeken naar partners die onze visie en
doelen delen.” Aart is nu druk bezig met
de voorbereidingen voor een groot concert, dat op de Internationale Dag van
de Vrede – 21 september 2014 – plaatsvindt in Amsterdam. “Tijdens dit concert treden muzikanten uit landen die
een conflict met elkaar hebben samen
op; bijvoorbeeld een Chinese met een
Tibetaanse artiest. Zo onderstrepen we
ons doel om bruggen te bouwen tussen
landen of groepen mensen.”
Goed gevoel
Dat Aart het goede werk van MasterPeace na aan het hart ligt is duidelijk.
Welke voldoening haalt hij uit MasterPeace? “Natuurlijk doe ik dit omdat ik
me hier zelf goed bij voel. Het economisch kapitaal dat ik ontvang is natuurlijk veel minder dan bij Boer & Croon,
maar het sociale kapitaal wat ik terugkrijg is enorm. In het eerste jaar bij
MasterPeace heb ik weer meer geleerd
dan in de jaren daarvoor.”
Tot slot: hoe ziet Aart de toekomst van
MasterPeace? “2014 staat in het teken
van de verdere uitbouw van de organisatie. We willen in nog meer regio’s en
conflictgebieden aanwezig zijn en de
naamsbekendheid van de organisatie
verder vergroten. Dit doen we onder andere met ambassadeurs, zoals Roel van
Velzen. MasterPeace wordt een essentiële
schakel tussen civil society, bedrijfsleven
en lokale organisaties. Bruggenbouwers
blijven hartstikke nodig. Dat bewijzen
actuele ontwikkelingen in Oekraïne;
Syrië, Cairo, Centraal-Afrika en ga zo
maar door.”
Meer weten over het werk
van MasterPeace of een bijdrage
leveren aan dit vredesinitiatief?
Kijk op www.masterpeace2014.nl.
Verder is iedereen van harte uitgenodigd voor een prachtig en inspirerend concert op 21 september.
15
Maak kennis met
Naam: Michiel Vuurboom
Leeftijd: 34 jaar
Opleiding: Informatica/Artificial Intelligence
Functie: Technisch Specialist
Michiel Vuurboom
Waaraan werk je nu?
“Aan verschillende projecten, maar allemaal op het gebied van systeemintegratie en
data. De meeste tijd besteed ik aan ‘medical intelligence’-projecten in het UMCU
en LUMC. In samenwerking met beide ziekenhuizen hebben we een architectuur
ontworpen om data uit het EPD en talloze andere applicaties te verzamelen en te
integreren en zo bruikbaar te maken voor wetenschappelijk onderzoek. Hierbij zijn talloze
uitdagingen: data die voor de zorg geregistreerd wordt, is niet zonder meer bruikbaar
voor onderzoek, sommige bronsystemen zijn slecht of helemaal niet gedocumenteerd,
de hoeveelheid data zorgt voor technische uitdagingen, de eindgebruikers (meestal
onderzoekers) hebben allerlei verschillende wensen, et cetera.
In deze projecten heb ik verschillende rollen: architectuurontwerp, data modelleren,
teamleden aansturen, technische implementaties, technisch advies. Daarnaast doe
ik nog wat kleinere projecten op het gebied van koppelingen tussen verschillende
ziekenhuisapplicaties.”
Vrije tijd
Uniek aan Furore
“Bij Furore heb ik de mogelijkheden
gekregen om te groeien. Door het vertrouwen in mijn kunnen, heb ik steeds
nieuwe en uitdagende projecten kunnen
doen waarbij ik altijd weer iets nieuws
geleerd heb. Groei is voor mij belangrijk.
Daarnaast kan ik heel flexibel mijn tijd
verdelen over mijn klanten en projecten en kan ik gelukkig grotendeels mijn
eigen werk regelen. Hierdoor zit ik eigenlijk nooit zonder een klus. En die vrijheid
vind ik ook heerlijk.”
Favoriete project
“Een project is voor mij leuk als ik iets nieuws kan
doen, kan pionieren, technische uitdagingen tegenkom
en dan een hele tevreden klant heb aan het einde van
de rit. In mijn huidige Medical Intelligence opdrachten kom ik dat allemaal tegen. We zijn er nog steeds
aan het pionieren, zowel technisch als organisatorisch.
Omdat we iets nieuws doen, staan we steeds voor
allerlei keuzes: welke techniek gaan we gebruiken,
welke tooling is handig, hoe gaan we modelleren, et
cetera. Maar omdat we natuurlijk ook een resultaatverplichting hebben, is er altijd een spanningsveld tussen
de mooiste oplossing en de pragmatische aanpak met
sneller resultaat. Als je dan een tevreden klant hebt
en je bent zelf tevreden met de gekozen oplossing, dan
is je project echt geslaagd.”
Foto: Fotoshoot
“Wat ik binnen mijn werk niet altijd kwijt kan,
is mijn creatieve kant. Bij Furore kan ik gelukkig
parttime werken, waardoor ik tijd heb voor mijn
vele hobby’s: allerlei (elektro)technische projectjes, computergames ontwerpen en maken, muziek
maken, filmmontage en visual effects, lezen, oude
gameconsoles verzamelen. En daarbij nog een gezin
met twee kinderen: ik verveel me dus nooit.”
Passie
“Binnen mijn werk is de techniek
toch mijn passie. Ik wil precies weten hoe iets werkt en waarom. Het
oplossen van op het oog onmogelijke
technische problemen geeft altijd
een kick. De tevreden klant geeft
daar nog wat extra glans aan.”
Reacties op Read.me kunt
u sturen naar
[email protected]