Algemeen Nijmeegs Studentenblad / december 2014 - ANS

ANS
DURFT
Algemeen Nijmeegs Studentenblad / december 2014
Vooraf Tekst: Redactie
P. 2
commentaar
December. De donkere maand. Je kunt natuurlijk binnen gaan
zitten, jezelf opsluiten met alle clichés die de kerst maken.
Met de verwarming op honderd die dikke trui met rendier/
sneeuwvlok/kerstboommotief uit de kast trekken. Snel wat chocopoeder met melk in een pan pleuren terwijl je je haast om die
klotesurprise af te krijgen.
ANS doet deze laatste maand van het jaar wat anders, durft in
te gaan tegen de standaard, en moedigt aan mensen die schijt
hebben aan het geijkte. Wil je een grote tatoeage laten zetten in
je nek? Gewoon doen. Fuck die baankansen. Een internetserie
starten waarin je de favoriete programma’s van alle aan de bank
gekleefde Nederlanders afzeikt? Wij juichen het toe.
Oké, niet alle clichés kunnen worden vermeden. Ook wij zullen
met kerst onze gezichten volproppen met kalkoen en braaf met de
familie op de bank diezelfde films kijken die het jaar ervoor, en het
jaar dáárvoor al op tv waren. Het is immers feest.
Ook konden we het niet over ons hart verkrijgen om het kerstverhaal deze editie te schrappen. Om toch enigszins bij ons
standpunt te blijven besloten we tot verhalen over zielige figuren
met kerst, de zogenaamde anti-kerst gedachte.
En ja we geven het toe, de ruige tattookoning op de voorkant lijkt
door de grijze baard ietwat op die dikke van de Noordpool. Nu
maar hopen dat ons model dit niet leest. Zóveel durven we nu ook
weer niet.
Tot volgend jaar.
De hoofdredactie
08
12
deze
ANS
08 Bloed, inkt en tranen
Tattooartiest Henk Schiffmacher wordt beschouwd als de
koning van de huidversiering in Nederland. Hij sprak met
ANS over de tatoeagetrends van nu. ‘In één keer een hele
arm vol is saai.’
12 Kerstverhalen met een randje
Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven voor ANS een
alternatief op het zoetsappige kerstverhaal. Blader snel
door voor leesvermaak van de bovenste plank. ‘Ik eet
vanavond godverdomme die fucking loempia’s.’
18 Straatklinkers
ANS trok met een studentenband de straten van Nijmegen
door,en ontdekte het straatmuzikantenleven. Rennende
vrouwen, koukleumen en dronken achtervolgingen waren
het gevolg.
22 Ongenadig oordelen
Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma staan bekend om
hun YouTube-filmpjes waarin ze stevige kritiek uiten op
Nederlandse cultuuruitingen als De Wereld Draait Door.
ANS bevroeg het duo naar de motieven voor hun kritiek.
04
05
07
16
21
25
26
28
30
31
32 18
Dubbele boodschap
Binnenstebuiten
Het Laatste Oordeel
Middenpagina
De Graadmeter
Gonzo
Enerzijds Anderzijds
Stamgasten
Colofon
Crypto
Gevonden Voorwerp
21
Tekst: Redactie/ Illustratie: Tekst:
Rens van
Vliet ANS-Online.nl
Redactie
ANS-Online.nl
P. 03
P. 3
niet
Sorry, we zitten vol
Probeer je voor één keer je egoïsme aan de kant te schuiven
en de mensheid te belonen met je inspanningen, blijkt dit
nog een uitdaging te zijn ook. Voor De Graadmeter van deze
maand wilden we niets liever dan goed doen. Na verschillende
afwijzingen van vrijwilligersorganisaties en zelfs de voedselbank - ‘we zitten vol’ – werd het ons duidelijk dat het hard
werken is om überhaupt ‘aangenomen’ te worden in vrijwilligersland, met smeekbedes als gevolg. ‘Mogen we alsje-alsjealsjeblíeft de bejaarden een middagje blij maken? Ja? Onze
eeuwige dank.’
Gelukkig hebben we de foto’s nog
Drie verdwaalde zeelui, wat vroege joggers en helaas ook de
politie mochten in levende lijve getuigen zijn van het enorme
anti-leenstelseldoek aan de Waalbrug gefabriceerd door AKKU.
In de vroege ochtend werden we opgebeld, met het gebod
‘snel te komen, want het doek moet naar beneden van de politie’. Inderdaad, oom agent hijgde de redacteur die het moment
vastlegde letterlijk in de nek. Een minuut na het klikken van de
camera moesten de roodbroeken, met spandoek, naar huis.
Klikspaan
‘Als jullie NU niet opbiechten dat jullie van de ANS zijn, ga ik
het zeggen.’ Dat niet alle docenten even blij zijn met Het Laatste
Oordeel, vinden we niet verrassend. Dat een studente dreigt
ons erbij te lappen, is een compleet nieuw level van bemoeizucht. ‘Achterbaks’, zo beschreef ze onze anonieme aanwezigheid. Je blijft zo misschien het lievelingetje van de docent, maar
door deze actie heb je haar mooi een voldoende door de neus
geboord.
ans
Eindeloos lange Kamerdebatten, wel of niet demonstreren op het Malieveld en het zoveelste reclamepraatje van
minister Bussemaker, ook ANS wordt zo langzamerhand
leenstelselmoe. Gelukkig gebeurden er ook nog genoeg
leuke dingen de afgelopen maand. Hieronder volgt een
kleine greep uit de meest vermakelijke stukken van november en lees je wat je volgende maand kunt verwachten op ANS-Online.
Pronk met je rijke geschiedenis
Om ANS onder de aandacht te brengen bij de Nijmeegse
studenten, zijn afgelopen maand nog eens de mooiste,
grappigste en meest baanbrekende artikelen uit het
verleden op de website geplaatst. Onder andere de ontroerende reportage over de campuszwervers, een artikel
over studenten die bijverdienen in de prostitutie en een
interview met rebelse muzikant Jett Rebel zijn online te
vinden.
Lamzak
De Nederlandse film Aanmodderfakker ontving begin oktober drie gouden kalveren voor beste acteur, scenario en
film. ANS interviewde afgelopen maand regisseur Michiel
ter Horn over zijn eigen studentenleven, de boodschap
van de film en zijn voorliefde voor tragikomedie. Ter Horn
zegt hierin geïnspireerd te worden door zijn omgeving:
‘Hoofdpersoon Thijs is doorgeschoten in het nietsdoen,
omdat hij door alle keuzes niet weet wat hij moet gaan
doen. Ik belicht graag de stumperds van de samenleving.’
Lijstjes, lijstjes, lijstjes
De decembermaand staat als vanouds in het teken van
lijstjes. Lijstjes van je favoriete kattenplaatjes, foute hits en
1 aprilgrappen, van werkelijk alles wordt een overzicht
gemaakt. Ook ANS zal je in december bijpraten over het
belangrijkste studentennieuws, memorabele RU-momenten en de tofste beeldreportages en illustraties van het
afgelopen jaar. ANS
Op de hoogte blijven van al het studentennieuws?
Check dan www.ans-online.nl, volg ons op Twitter
(twitter.com/ANS_Online) of like de ANS-pagina op
Facebook (facebook.com/ANSnijmegen).
Beestje moet een naam hebben Tekst: Daan van Acht/ Illustratie: Sascha Wijnhoven
P. 4
Dubbele boods
Voor een internationaler imago, wil de RU de komende jaren naar
de buitenwereld toe een herkenbaardere naam hanteren. Om
het merk Radboud nadrukkelijker te profileren, wordt Nijmegen
uit de naam gehaald. Levert de universiteit zo een deel van
haar identiteit in?
Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, benadrukte afgelopen maand het belang
van internationalisering. Het begrip zou de kwaliteit
van het onderwijs verhogen en daarnaast ‘Nederlandse studenten een internationaal perspectief leren zien’.
Ook de Radboud Universiteit lijkt internationalisering
hoog in het vaandel te hebben staan, met het stokpaardje Change Perspective als belangrijk onderdeel
van de toekomstvisie. Het uitgangspunt: de RU moet
zich de komende jaren nadrukkelijker gaan positioneren om zich staande te houden tussen het geweld van
de grote, internationale universiteiten.
Een van de aspecten uit het plan die zou moeten
bijdragen aan het internationale karakter van de RU, is
een verandering van naam. De komende jaren wil de
universiteit zich gaan presenteren als Radboud University, in tegenstelling tot de huidige naam Radboud
Universiteit Nijmegen. De universiteit zegt hiermee
een voorbeeld te willen nemen aan gerenommeerde
instellingen die niet bekendstaan om hun locatie, zoals
het Amerikaanse Harvard University. Gevaren liggen
echter op de loer. Naast de nodige onkosten, verliest
de RU juist een deel van haar identiteit.
Maak een keuze
Na in 2004 al te zijn overgestapt van Katholieke Universiteit Nijmegen naar Radboud Universiteit Nijmegen, is
de volgende doelstelling van de RU om de naam van
de universiteit internationaal aantrekkelijker te maken.
Om dit te bereiken, is volgens Gerard Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, een kortere naam essentieel. Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU,
geeft aan dat de universiteit volledig achter de nieuwe
naam staat: ‘De verkorte naam maakt het makkelijker
om te communiceren naar de buitenwereld en draagt
bij aan de naamsbekendheid van de universiteit.’
Gerritsen zegt het onnodig te vinden om
bestaande eetborden, folders en andere
items waarop de naam Radboud Universiteit Nijmegen te vinden is, direct te vervangen. Merkwaardiger is de bewuste keuze
om de huidige, volledige naam opzettelijk
te gebruiken op formele documenten,
waaronder bullen en diploma’s. De RU kiest
hiermee moedwillig voor het gebruik van
twee verschillende namen, wat onnodig
veel verwarring kan veroorzaken. Verkeert
de RU in een identiteitscrisis en kan ze
Nijmegen toch nog niet loslaten?
Nog geen Harvard
Het College van Bestuur lijkt de waarde van de stad
Nijmegen als verbindende factor te onderschatten.
Imagodeskundige Rudy van Belkom, van Imagobureau TINK!, beaamt dit: ‘De verbindende factor van
de universiteit is de locatie. De naam van de vestigingsplaats bepaalt de authenticiteit en identiteit van
de universiteit.’ Ook Mark Vlek de Coningh, voorzitter
van de Universitaire Studentenraad, benadrukt dat de
band met Nijmegen niet verloren mag gaan. ‘De stad
en de universiteit zijn onderhand zo verweven met
elkaar, dat het zonde zou zijn als Nijmegen door deze
naamsverkorting niet meer met de Radboud Universiteit geassocieerd wordt.’
Ook de eerdergenoemde vergelijking met Harvard, in
lijn met de toekomstplannen van de RU, is volgens Van
Belkom merkwaardig. ‘Harvard vormt eerder een uitzondering op de regel. De World Reputation Rankings
van de Times Higher Education worden voornamelijk
bezet door universiteiten waarin de naam van de vestigingsplaats gewoon wordt vermeld.’ De vergelijking
met befaamde internationale universiteiten is volgens
Column Manu Compen
P. 5
dschap
Van Belkom sowieso overtrokken, en hij vraagt zich af in
hoeverre een naamsverandering daadwerkelijk bijdraagt
aan de internationale positie van de RU. ‘De onderbouwing voor de naamsverandering is erg “van binnen naar
buiten” gedacht. Profileer jezelf eerst als een Harvard,
voordat je daadwerkelijk je naam erop gaat aanpassen.
Daarnaast komt de vergelijking enigszins pretentieus op
me over.’
Dan resteert er nog een belangrijke vraag: wat kost
dit grapje? Daarover is vooralsnog geen duidelijkheid.
Woordvoerder Gerritsen zegt geen weet te hebben van
de precieze kosten voor de naamswijziging en de profilering van het merk Radboud, aangezien de naamsverandering verschillende onderdelen van de universiteit aangaat,
waaronder het Radboud Sportcentrum en de Radboud
Docenten Academie. Wel ziet Gerritsen de eventuele
kosten van de naamsverandering als investering in de
toekomst, al kunnen hier sterke vraagtekens bij worden
gezet. Geld en aandacht kunnen beter worden gestoken
in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. ANS
Binnenstebuiten
Ongeveer vier maanden geleden gebeurde het. Even terug had ik de vriendin van mijn huisgenoot horen huilen
en nu klopte hij op de deur.
‘Kom binnen man. Wat is er gebeurd?’, vraag ik terwijl ik
gauw mijn muziek zachter draai. Aan zijn blik lees ik niets
af. Hij is een van mijn beste vrienden sinds de middelbare school, maar de jongen in wiens ogen ik betekenis
zoek, ken ik niet. Die vriend is relaxed, bedeesd, van
niets onder de indruk. Deze jongen kijkt alsof hij water
ziet branden. Hij doet de deur dicht en pakt een kruk
onder mijn bureau vandaan. Zijn ogen dwalen eerst
langs me heen, zoekend naar woorden, maar daarna
kijkt hij me resoluut aan en vertelt hij met bevende stem:
‘Ze was toch naar de dokter voor een echo omdat
ze last van haar buik had?’ Het woord ‘echo’ doet
onderbuikgevoelens in me opwellen. ‘Ze kwamen een
kloppend hartje tegen.’
In Darmstadt (Duitsland) verschijnen op hetzelfde moment op het computerscherm van een natuurkundige de
eerste schimmen van een komeet. Uit de pixelachtige
foto’s is nog niets van de vorm van de komeet op te maken, maar het feit dat er überhaupt een beeld is, doet op
het gezicht van de enthousiaste wetenschapper al een
glimlach verschijnen. De ruimtesonde Rosetta die door
hem en zijn team in 2004 is gelanceerd, zal later dit jaar
eindelijk aankomen. Met uitzinnige precisie is de sonde
zo gelanceerd dat zij door drie keer langs aarde en een
keer langs Mars te razen, van deze planeten exact de
juiste richting en snelheid meekreeg om bij de komeet te
raken. 14 november zal Rosetta haar landertje ‘Philae’
loslaten. Met harpoenen moet Philae zich ankeren op
Churyumov–Gerasimenko om niet op te stuiteren en zo
te ontsnappen aan het zwakke zwaartekrachtveld. De
dagen gaan op de komeet sneller voorbij dan waar ze
vandaan komt en het is er onaangenaam koud, maar ze
zal desondanks haar sensoren activeren en op onderzoek uit gaan.
Tegen de tijd dat u dit leest, zijn Philae en het meisje
hoogstwaarschijnlijk op hun pootjes terecht gekomen.
Aan dit soort wonderlijk complexe processen is onzekerheid immers inherent. Als natuurkunde-romanticus en
ruimtevaartsympathisant, zou ík als ik mijn huisgenoot
was in ieder geval wel een paar meisjesnamen kunnen
bedenken. Maar ja, mijn soort maakt nou eenmaal niet
zo snel kindertjes.
Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl
P. 6
ansjes
Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro voor
studenten en 10 euro voor externen. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar:
[email protected]
Gezocht: schoonmaakhulp in Nijmegen-Oost voor 2 uur/week
à 12,50/uur.
Dag in overleg, bij voorkeur woensdagochtend.
Ervaring gewenst. Telefoon 06-21 21 37 41 tussen 17.00- 20.00
uur.
Wil jij graag jezelf ontwikkelen in een inspirerende omgeving?
Meld je dan voor vrijdag 19 december aan voor het Groei!weekend (30 januari – 1 februari): een weekend boordevol
trainingen en gezelligheid! www.groeiweekend.nl.
Tekst: Saskia Verheijden/ Foto:
Bastiaan
Laatste
oordeel
Leef,
woon,Buurman
werk, feest...
met
ANS
P.P.77
het
laat
ste
oor
deel
Studie:
Geschiedenis
College:
Europa, 11 november, 8.45-10.30,
SP 1
Docent:
Prof. dr. P.A. Stephenson
Uitstraling:
Charmante Brit
Publiek:
Vergevingsgezinde historici
Inhoud:
Sarcastische humor
Eindcijfer:
6,5
Duffe opsommingen of ultiem entertainment?
Iedere maand verschanst ANS zich in de
collegebanken om een genadeloos oordeel
te vellen over het onderwijs aan de RU.
Paul Stephenson komt 10 minuten te laat de collegezaal binnen gestormd.
Met een charmant Brits accent vertelt hij dat hij niet wist waar het college
plaats zou vinden. Het is duidelijk dat Stephenson het college maar onzin
vindt: ‘Ik ben gevraagd jullie iets te vertellen over Europa in de Middeleeuwen, terwijl dat toen nog niet bestond. We hebben het hier over een
cultureel concept, niet een geografische aanduiding. Dit is sowieso een ongeorganiseerd vak, daarom zal het volgend jaar niet meer op deze manier
gegeven worden.’
Na wat gepruts met het licht begint Stephenson met tegenzin aan zijn college. De dia’s staan propvol tekst en de historici in spe beginnen dan ook
als een malle met het overtypen van de slides. De lappen tekst worden
afgewisseld met talloze kaarten van Europa na de val van het Romeinse rijk.
Wanneer hij eenmaal begonnen is, lijkt de eerdere tegenzin als sneeuw
voor de zon verdwenen. Enthousiast vertelt hij in razendsnel tempo over het
Byzantijnse rijk, wie daar aan de macht was en hoe het rijk werd verdeeld.
Stephenson weet deze droge geschiedenis toch interessant te houden door
het hoge gehalte aan sarcastische humor en zelfspot.
Het college gaat erg snel en af en toe is hij moeilijk te volgen. Omdat hij
geen microfoon gebruikt is het moeilijk om bij de les te blijven. De aanwezigen lijken echter prima hun aandacht bij het college te kunnen houden.
Wie met een vraag zit, heeft pech: omdat hij te laat was, weigert Stephenson
vragen te beantwoorden tijdens het college. Antwoorden kunnen studenten
in de pauze krijgen.
Wanneer het tijd is om even bij te komen, belooft hij zijn studenten om ze
na de pauze niet meer met kaarten, maar met fundamentele rechten te vervelen. Dit blijkt allesbehalve saai en vervelend; hij spreekt uitgebreid over
slaven en castraties. Deze destijds geaccepteerde praktijken legt Stephenson naast hedendaagse ‘Europese’ normen, zoals vrijheid en gelijkheid.
Ondanks de late aankomst en aanvankelijke aversie van de docent voor de
cursus, zijn de studenten enthousiast; het college eindigt met een daverend
applaus.
Het Laatste Oordeel der Studenten
‘Wie hangt nou niet aan de lippen van een man met een Brits accent?, zegt
een van de studenten. Hoewel Stephenson tijdens het college meerdere keren aangeeft dat het college niet van grote betekenis voor de cursus is, zijn
de studenten het daar niet mee eens. ‘De behandelde stof is wel degelijk
relevant en interessant.’ Het blijkt niet de eerste keer dat Stephenson te laat
is, hij komt vaak niet eens opdagen: ‘Dit was na meerdere geplande colleges
de eerste keer dat hij aanwezig was.’ De studenten lijken het niet erg te vinden: ‘Het duurde lang voordat we eindelijk college van hem hadden, maar
dan heb je ook wat.’ ANS
Interview Henk Schiffmacher Tekst: Marit Willemsen /Foto’s: Elise Talsma
P. 8
Bloed, Inkt
en tranen
Henk Schiffmacher, ook wel Hanky Panky genoemd, staat bekend als de
tattookoning van Nederland. Zijn obsessie voor het verzamelen en
zetten van de plakplaatjes gaat ver. ‘De tatoeage is de moeder van
de fucking kunst.’
Het is druk in de tattooshop aan de Ceintuurbaan in Amsterdam. De één wil met Henk Schiffmacher op de foto, de ander
wil iets blijvends in een andere vorm: een tatoeage. Achterin
de zaak klinkt het zoemen van een naald, Schiffmacher legt
net de laatste hand aan een tatoeage op de buik van een jongen die met verbeten gezicht voor hem op tafel ligt. ‘Ik kom
er zo aan jongens’, roept hij, en gaat vervolgens geconcentreerd verder met zijn werk.
Schiffmacher is een waar fenomeen in de Nederlandse,
maar ook in de internationale tattoowereld. Zo hielp hij een
indrukwekkend lijstje bekende mensen aan een plakplaatje.
Onder andere Kurt Cobain, The Red Hot Chilli Peppers,
Herman Brood en Lady Gaga werden door hem met de naald
bewerkt. Schiffmacher is niet alleen tatoeëerder, maar ook
schrijver, schilder, wereldreiziger, verzamelaar en paljas. Dat
hij een echte collectioneur is, blijkt uit alles om hem heen:
de kasten vol boeken, de vele Maria- en Jezusbeelden, de
vitrines met bizarre objecten en zelfs een enkele schedel.
Terwijl de klant zijn gloednieuwe lichaamskunst in de spiegel
bewondert, gaat Schiffmacher aan tafel zitten, die voor de
helft bestaat uit een doodskist. Hij vertelt in duidelijke taal
over tattoo als absolute kunstvorm en de onbezonnenheid
van het tatoeëren. ‘Het wilde aspect van de tattoo, dat is waar
ik van hou.’
Poor man’s Rembrandt
‘Toen ik pas begon, kwamen er vooral hoeren en zeelui. Dat
waren geweldige klanten’, lacht Schiffmacher terwijl hij aan
zijn koffie lurkt. Als ik bij een of andere mooie prostituee een
tatoeage zette, werd de deur platgelopen, want dat zagen
veel mensen. Dan kwam iemand binnen met de opmerking:
“Ik heb een hele mooie panter gezien”, dan wist ik wel waar
hij geweest was.’
Schiffmacher begon zijn carrière eigenlijk als kunstschilder,
etaleur en fotograaf, maar koesterde een steeds groter wordende obsessie voor de tattoo. Hij reisde de hele wereld af
en verzamelde alles wat met de geschiedenis van tatoeëren
te maken had. Gek genoeg kreeg hij zelf pas na zijn twintig-
ste zijn eerste tatoeage. ‘Ik voelde me een beetje een non in
een hoerenhuis, dus moest ik eraan geloven’, grijnst Schiffmacher terwijl hij zijn mouw opstroopt en zijn eerste tattoo
laat zien: een ramskop op zijn bovenarm. ‘Deze komt uit het
biologieboek van mijn vader.’ Het bleef niet bij één afbeelding en bij terugkomst in Amsterdam opende Schiffmacher
zijn goedlopende shop en vergaarde zijn faam.
‘Een tatoeage hoort
primitief te zijn.’
Voor Schiffmacher is de tattoo meer dan een versiering op
het lijf, het is kunst. Dat dit in de maatschappij nog niet altijd
zo wordt opgevat, kan hem kwaad maken. ‘Een volslagen
idioot die geen enkele kijk op de zaken heeft bepaalt wat
kunst is, namelijk de belasting’, zegt Schiffmacher geagiteerd.
‘Wanneer iets niet verhandelbaar is, wordt het niet als kunst
gezien. Een mural, iets dat op een muur geschilderd is, is hier
ook een voorbeeld van.’ De passie spat van de tattookoning
af wanneer hij spreekt over zijn werk. ‘De tatoeage is een
primitieve vorm van kunst, je komt het in de allervroegste stadia van de mensheid tegen. Ik wil graag opstaan voor wat ik
the poor man’s Rembrandt of de moeder van de fucking kunst
noem. De loopgravenkunst uit de Eerste Wereldoorlog wordt
ook niet behandeld als zijnde kunst. Terwijl je iets volkomen
met je hart maakt, iets voor je meisje dat thuis zit en waar je
aan denkt terwijl de bommen je om de oren vliegen. Iets dat
je maakt met bloed en met tranen. En dat zou het dan verliezen van een of andere kwast die een gerenommeerd product
op een doek smeert of gooit met verf? Daar geloof ik niet
in.’
Het is vooral de primitieve vorm die Schiffmacher aantrekkelijk vindt in de tattookunst, niet zozeer het verfijnde
werk met veel kleuren. ‘Die zogeheten new school is niet
echt geschikt, een tattoo hoort primitief ’, vindt hij. ‘Ik vind
Interview
Leef,
woon,Henk
werk,Schiffmacher
feest... met ANS
10
P.P.10
het zelf heel leuk om oude, dood gewaande tradities
weer nieuw leven in te blazen. Zo hebben wij Nederlandse tattooartiesten de Maori-stijl succesvol geherintroduceerd in de wereld. Al hielp het natuurlijk wel dat
die Robbie Williams binnen kwam sjokken en een grote
Maori-tatoeage liet zetten. Dankzij zulke rolmodellen kan
een bepaalde tatoeage heel hard gaan.’
Niet langer voor zeelui
Dat de tattoo inmiddels zijn zeelui-imago is ontstegen,
mag duidelijk zijn. Iets dat Schiffmacher aan de ene kant
toejuicht. ‘Als je op straat kijkt, ziet de hele fuck-zooi er
bijna hetzelfde uit, op een enkeling na. Af en toe springt
er iemand tussenuit en een tatoeage is een mogelijkheid
om dat te doen, want er zijn grote verschillen in wat je
kunt laten zetten.’
Volgens de tattookunstenaar zijn er helaas ook nadelen
te noemen aan de veralgemenisering van de tatoeage.
‘Natuurlijk is er ook een hele grote mainstreamgolf in
met dezelfde rotzooi die iedereen al heeft. We hebben
hier in Nederland iets van 1800 tatoeëerders, toen ik
begon waren het er vijf. Van die 1800 produceren 1750
een klodder bagger waar je niet goed van wordt’, roept
hij kwaad terwijl hij een klant helpt die wil betalen. ‘Door
ANS-Online.nl
Leef, woon, werk, feest...
met ANS
11
P.P.11
de grote hoeveelheid is er een wildgroei ontstaan.
Vergunningen voor winkels worden uitgedeeld door
de GGD, maar deze zijn niet gebaseerd op iemands
werkervaring of wat hij kan. De juffrouw komt binnen,
ziet een sterilisator, een tattoomachine en tegeltjes
aan de muur en zegt: “dat is goedgekeurd, u mag
gaan tatoeëren”. Mensen verwarren die toestemming
met een diploma van kunnen. Een afbeelding kan niet
diep genoeg gestoken zijn of juist te diep, waardoor
een prachtig portret van een baby in een plak metworst verandert.’ Een oplossing voor dit probleem is
niet zomaar gevonden, al heeft Schiffmacher wel wat
ideeën. ‘Ik ben ervoor een soort gilde op te zetten,
waarin statussen van leerling en meester worden
aangehouden en het vak wordt aangeleerd. Helaas
moet dit wel een heel onafhankelijk apparaat zijn en
het soort mensen dat zich bezighoudt met tatoeëren
is niet het soort dat zich makkelijk laat organiseren’,
lacht hij.
Een daad van onbezonnenheid
Getekend, is de titel van het laatste boek van Schiffmacher, waarin de verhalen achter elke tattoo op zijn
lijf een plaats hebben. Dat iedere tatoeage een verhaal
kent, mag volgens Schiffmacher niet verward worden
met een zogenaamde ‘betekenis’ achter een tattoo. ‘Ik
ben een collectioneur. Iemand die gedurende zijn leven
links en rechts iets oppikt. Zo ga je bijvoorbeeld naar
Shanghai en laat je daar met een zootje mensen een
tatoeage zetten. De volgende keer gebeurt dat weer
heel ergens anders. Een beetje zoals de zeeman dat
deed. Het zetten van een tatoeage heeft iets onverantwoords, iets wilds, een aspect waar ik ontzettend van
hou.’ Beredeneerde en zogenaamd bedachte tattoos
leiden volgens de tattooartiest tot niks. ‘Dat is iets voor
dameskappers die hier komen en meteen hun hele arm
vol willen. Dat vind ik ontzettend saai. Geef mij maar
een gozer met een anker, of iemand die het lef heeft de
naam van zijn meisje er op te zetten. Iedereen weet: tattoos last longer than romances, en hij zet het er dan toch
op. Dat is een daad van onbezonnenheid.’
‘Meteen een hele arm vol
is ontzettend saai.’
Niet te veel nadenken, gewoon doen, is Schiffmachers
devies. ‘Als je lang gaat nadenken is er geen enkele
reden in deze samenleving om je te laten tatoeëren,
niet één. Het is niet zo dat je bij een totem of een stam
hoort, of het nodig hebt om van meisje, vrouw te wor-
den. Dan kom je bij schimmige redenen als: dat is mijn
sterrenbeeld, of daar hecht ik waarde aan. Sommige
mensen komen binnen en willen de naam van vader
of moeder in het Tibetaans hebben of in het Chinees.
Dan denken ze ook nog dat ik dat allemaal schrijf en
spreek’, lacht Schiffmacher.
Een tattoo uit liefde of enorme pijn is volgens hem een
ander verhaal. ‘De pijn omzetten in fysieke pijn heeft
daar alles mee te maken. Je hebt wat extra’s nodig om
je verdriet te verwerken en door de pijn heb je wat
anders om over na te denken. Mijn vader zei vroeger
altijd als ik jankend thuis kwam: “Hier heb je wat om
over te janken” en gaf me een klap voor mijn harses.’
‘In deze samenleving is er
geen enkele reden voor
een tatoeage.’
Spijt is wat de koe schijt
Spijt heeft Schiffmacher van geen enkele tatoeage.
Slechts één naam liet hij zwart maken. ‘Om mijn kinderen niet te verwarren’, meent hij. Tatoeages laten weg
laseren, vindt hij ronduit dom. ‘Door de laser gaat het
pigment rondzwerven in je lichaam, daar zou meer
onderzoek naar gedaan moeten worden.’
Met wroeging over een tattoo hoef je bij Schiffmacher
dan ook niet aan te komen. ‘Spijt is wat de koe schijt.
Een stukje avontuur hoort bij degene die een tattoo
neemt. Iemand die een paar tatoeages heeft zal, laat ik
het heel overdreven zeggen, sneller het risico tot onbeschermde seks nemen dan iemand zonder tattoos.
Er zit iets wilds aan. Altijd maar dat berekende en
dat verantwoorde, dat is strontvervelend. Je wilt toch
weleens tegen alles in gaan en iets doen dat helemaal
nergens op slaat? Iets doen dat onverantwoord is, al is
het maar één keer. Schiffmacher grijnst tot zijn gouden tanden zichtbaar worden in zijn mond. ‘Althans,
dat wil ik wel.’
De tattooartiest is vaak genoeg ‘onverantwoord’
geweest, hij bedrukte als het ware zijn hele levensverhaal op zijn lichaam. ‘Eigenlijk vormen de tatoeages de kerfstok van mijn bestaan’, legt hij uit. De
kunstenaar is zelfs zo blij met sommige tatoeages,
dat hij deze graag na zijn dood als pronkstukken toe
zou willen voegen aan zijn grote verzameling. Het
conserveren van lichaamsdelen na zijn overlijden lijkt
hem totaal niet te choqueren. Schiffmacher bekijkt
aandachtig zijn rijk versierde hand: ‘Ja, dit zou ik wel
willen houden.’ ANS
Kerstverhalen Illustraties: Rens van Vliet
P. 12
NIemand zei dat het l
Besneeuwde daken, knapperende haartvuren en huisdieren die eindigen als
kerstmaaltijd: Rond deze tijd krijg je genoeg clichématigheid voor je kiezen.
Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven ieder voor ANS een verhaal over een kutkerst.
Junior trok de enorme trui van zijn moeder nog iets verder
omhoog om er goed bij te kunnen.‘Vooral links,’ zei ze, haar
gezicht een klein beetje vertrokken. Op tafel lagen zoals
iedere zaterdagmiddag twee tubes verzachtende crème, een
washandje, een flesje zeep zonder parfum en een kommetje
lauw water. ‘Is het erg?’, vroeg ze toen Junior de eerste plooi
omhoog tilde. Zijn moeder was al 27,8 kilo afgevallen, maar
Junior telde nog altijd vier rollen tussen de rand van haar bh
en het elastiek van haar spijkerbroek. Hij keek naar de plekken waar de huid door het schuren rood was uitgeslagen en
schudde zijn hoofd. Het was in ieder geval niet erger dan de
zaterdag daarvoor.
Vandaag, Eerste Kerstdag, zat de familie Mijntjes precies op
de helft van het programma. Wendy en de cameraploeg waren
vorige week al geweest om te doen alsof het Eerste Kerstdag
was. Juniors moeder had toen dezelfde trui aan. Een rood,
gehaakt exemplaar met een hert erop ter grootte van een verkeersbord. Op de plek van de neus een grote dot pluizige wol.
Zoals iedere draaidag sprak Wendy eerst met alle familieleden
apart. Junior was als laatste aan de beurt, na zijn oudere zus
Franceska. Op de vraag hoe het ging op school, antwoordde
Junior dat hij blij was met de kerstvakantie. Wendy had hem
meewarig aangekeken, haar wenkbrauwen hoog opgetrokken.
‘Wat zeggen de kinderen op jouw school dan tegen jou?’ Het
zitvlak van de bank deukte door Juniors gewicht zo erg in, dat
het leek alsof Wendy op een heuveltje zat en ieder moment in
zijn schoot kon rollen. ‘Weet ik veel. Dikke, bolle, vreetschuur,
dat soort dingen.’ Wendy had een schrikgeluidje gemaakt en
haar hand op zijn elleboog gelegd. Daarna zei ze dat dat heel
erg gemeen was en dat hij zich daar maar niet te veel van aan
moest trekken. Ze gaf de cameraman een knikje en was toen
opgestaan. ‘Maar het is toch zo?’, zei Junior na een kort moment
stilte. ‘Ik ben toch ook heel dik.’ Wendy keek niet op van haar telefoon en de cameraman had zijn schouders opgehaald, tegen
niemand in het bijzonder.
Na de interviews zette iemand van het productieteam een
laptop op tafel met een boodschap van personal trainer Marek.
Hij sprak de familie Mijntjes toe vanuit een aprés-skilounge in
Hinterglemm, zoals altijd gekleed in een singlet en een joggingbroek. Zijn gespierde, mokkabruine armen glommen, Junior
zag de aders lopen.
‘De weg naar succes gaat nooit vanzelf omhoog,’ had Marek
ANS-Online.nl
P. 13
leuk zou worden
grijzend gezegd, ‘niemand zei dat het leuk zou worden, zet ‘m op.’
Toen het filmpje was afgelopen, bleek Wendy al naar huis.
Tijdens de draaidag had het dagmenu voor de kerstdagen nog
wel oké geleken, maar nu het daadwerkelijk Eerste Kerstdag was,
zag Junior zijn moeder vertwijfeld met drie kilo groenten en vier
piepkleine stukjes kalkoenfilet in de keuken staan. Toen ze met
schorre stem vroeg of iemand haar wilde helpen met het snijden
van de komkommers, barstte Franceska in snikken uit. Ze stormde
zo goed en zo kwaad als ze kon de trap op en gooide de deur van
haar kamer met een klap dicht. ‘Met Kerst mag ik toch wel één
keer gewoon eten wat ik lekker vind,’ riep ze. Daarna wierp ze zich
snikkend op het bed. Het vervaarlijke gekraak van de verstevigde
lattenbodem was tot in de woonkamer hoorbaar.
Junior zag zijn moeder kijken naar de uitgestalde paprika’s, wortels
en uien op het aanrecht. Hij hoorde haar ademhalen, lucht die van
diep kwam en die naar verre uiteindes moest. Zijn vader staarde al
een tijdje naar de deur van de koelkast waarop een foto van Marek
was geplakt. Hij stak zijn duimen omhoog en knipoogde in de
camera. ‘It’s never too late for change’, stond eronder.
Franceska kwam pas weer naar beneden toen het eten was
opgediend. Ze snikte nog steeds en bij het inademen maakte het
slijm in haar keel een knetterend geluid, waar Junior half van moest
kokhalzen.
Juniors moeder had twee grote adventskransen met kaarsen op tafel gezet. Ze stonden er verloren bij. Het pakje servetten met kerstthema lag ongeopend op een hoek van de tafel. Junior keek naar
de rest van zijn gezin. Naar de vier paar worstige handen op tafel,
de plaat met walmende wortels, de kom met sla-zonder-dressing.
Niemand at. Niemand stelde voor om te gaan eten. Met een snelheid die hij niet van hem gewend was, klapte Juniors vader ineens
met zijn platte hand op tafel. Daarna zat hij weer stil, alsof hij zelf
schrok van het geluid. ‘Kom, we gaan,’ zei hij na een korte pauze.
‘Waarheen?’ vroeg Junior, maar zijn vraag bleef onbeantwoord.
Zijn moeder en Franceska leken zich niets af te vragen en liepen
doelbewust achter elkaar de gang in richting kapstok.
‘Die bij de snelweg is wel open, denk ik,’ zei Franceska toen ze de
oprit afreden. Junior keek haar vragend aan. Ze hield haar telefoon
vlak voor zijn gezicht, Junior zag een tabblad van ‘goeievraag.nl’
openstaan, waarop stond dat de meeste McDonalds-filialen op
Eerste Kerstdag geopend waren van 11.00 tot 22.00. Zowel de snelweg als de drive-through waren uitgestorven. Junior drukte zijn oor
tegen het raam zodat hij precies langs het hoofd van zijn vader kon
kijken. Op de parkeerplaats stond één auto. De bestuurder stond
tegen de motorkap geleund en rookte een sigaret, zijn McFlurry
op de motorkap. Juniors vroeg niet, gaf met monotone stem de
bestelling door ervan uitgaande dat niemand in die weken tijd zijn
voorkeuren had veranderd. Daarna reden ze traag door.
Junior keek naar zijn zus, haar handen gevouwen op haar buik,
haar ogen groot en verwachtingsvol. Hij dacht aan de keer dat hij
naar haar kamer was gegaan omdat hij een nietmachine nodig
had. In een van de bureaulaatje had hij lege papiertjes gevonden,
Snickers, Mars, Milky Ways. Het was alsof ze zelfs de verpakking
schoongelikt had, nergens was meer een splintertje chocola te
vinden.In het afhaalloket zaten vier jongens verveeld te kaarten.
Ze schrokken toen de auto van de familie Mijntjes onder hun raam
verscheen, deden gauw hun petjes op. Toen zijn vader de laatste
zak had aangenomen, stak de jongen van de McDonalds zijn hoofd
wat verder uit het raampje. ‘Bent u niet die…,’ ‘Nee, dat ben ik niet,’
onderbrak Juniors vader hem stuurs. Hij draaide zich om, de auto
schudde, en gaf de twee laatste zakken door aan Franceska.
‘Vrolijk Kerstfeest,’ zei hij knipogend, maar Franceska hoorde hem
al niet meer. ANS
Lotte Lentes is redacteur bij literair tijdschrift Das Magazin en
maakt deel uit van het schrijversduo Arts en Lentes. In 2014
werd ze tweede bij de schrijverswedstrijd WriteNow.
Kerstverhalen
P. 14
Sheng dan jie
I
De ruiten van de enige afhaalchinees in de stad die
geopend is op kerstavond zijn beslagen. Buiten zoemt de
uitbundige kerstversiering en op het voorste raam staat met
spuitsneeuw Happy Christmans! geschreven. Als ik de deur
achter me sluit, knikt een kale meneer met een leesbril me
toe. Hij staat tegen het grote aquarium met de goudvissen
geleund. Het echtpaar dat tegenover hem op de bank zit
volgt aandachtig mijn bewegingen.
‘Ik hoop dat je veel tijd hebt’, zegt hij als ik hem voorbij loop
richting de balie.
Voor mij pakt een man een witte tas aan en loopt de zaak uit.
‘Heel veel tijd’, sist de aquariumman tegen de man die met
de witte tas weer naar de deur loopt. De vrouw van het echtpaar op de bank lacht schamper.
II
‘Een singlemenu met mihoen is drie euro extra’, zegt de
mevrouw achter de balie terwijl ze het bonnetje schrijft.
‘Mihoen dlie eulo extla’, zegt de man van het echtpaar op de
bank. Er klinkt gelach.
Ik schaam me.
‘Ik sta hier al uren’, zegt de man die tegen het aquarium
staat.
‘Ja, wij ook’, zegt de vrouw van het echtpaar op het bankje.
‘Het is echt verschrikkelijk. Ik vind dit helemaal niet gezellig.’
‘Uren’, zegt de aquariumman, terwijl hij over zijn schouder
naar de balie kijkt. Iets meer naar links op het bankje zit
een vrouw met lang blond haar. Ze knikt serieus, als een
nieuwslezer die een correspondent in oorlogsgebied aan
de lijn heeft. Aan de tafel zit een man met natte krulletjes. Ik
schuif aan.
III
Als ik zit, zwaait de deur open en stapt een man in een
gewatteerde jas binnen. Buiten knipperen de alarmlichten
van zijn auto.
‘Ik had gebeld’, zegt de man. Hij noemt de gerechten. Meteen daarna schuift het luik open en wordt er een wit pak de
balie opgeschoven.
‘Manmanmanman’, zegt de man die tegen het aquarium
staat.
‘Mevrouw’, roept de blonde vrouw. ‘Ik zit hier nu al een uur
te wachten op drie loempia’s en steeds komen er mensen
binnen die telefonisch iets besteld hebben.’
‘Die hebben telefonisch besteld’, zegt de mevrouw achter de balie.
‘Dit kan zo niet langer!’, roept de aquariumman, zijn stem
slaat over. De mevrouw achter de balie schreeuwt iets
door het luik de keuken in. Iemand schreeuwt iets terug.
Daarna gaat het luik weer dicht.
IV
Steeds opnieuw komt er iemand binnen. Steeds opnieuw
is de eerstvolgende witte tas voor de beller. De man met
de krulletjes loopt naar de balie en weer schreeuwt de
vrouw wat door het luik. De man met de krulletjes schuift
bij het echtpaar en de blonde vrouw op de bank.
‘Dichter bij de balie zitten maakt niet dat het sneller gaat,
hoor’, zegt de aquariumman.
De bank lacht luid.
De mevrouw achter de balie toont geen reactie.
De lichtjes in de kerstboom op de balie veranderen van
knipperritme.
V
‘Ik vind dat we gewoon moeten gaan’, zegt de aquariumman op gedempte toon, nadat er weer een beller met
een witte zak is vertrokken. ‘Dat ze maar stikken in hun
Chinees.’
De man van het echtpaar kijkt op zijn horloge.
‘We hadden de kinderen beloofd dat we om zeven uur
konden eten’, zegt de man.
‘Dat valt nu helemaal in het water’, zegt zijn echtgenote.
Ze bijt op haar lip. ‘Helemaal in het water.’
‘Ja’, sist de man met de natte krullen. ‘Laten we gaan. Dan
halen we gewoon shoarma.’
‘Ja!’, roept de aquariumman.
‘Muiten!’, roept de man met de natte krullen.
Het echtpaar kijkt elkaar even aan.
‘Zullen we het gewoon doen?’, zegt de man. Even zie ik
een twinkeling in zijn ogen.
‘Niks ervan’, zegt de blonde mevrouw. ‘Niemand gaat
hier muiten. Ik blijf hier en eet vanavond godverdomme
die fucking loempia’s. Al is het ’t laatste dat ik doe.’
De man van het echtpaar schraapt even zijn keel.
‘Prima’, zegt de aquariumman. ‘Prima. Sommigen verpesten het voor de rest. Dat gebeurt ook met kerst.’
ANS-Online.nl
Leef, woon, werk, feest...
met ANS
15
P.P.15
te knopen, sla mijn sjaal weer om mijn nek. Ik vraag me af
hoe laat het is. Ik gooi mijn tas op mijn rug en loop richting
de deur.
‘Mevrouw’, zegt de mevrouw. ‘Wat gaat u nu doen?’
‘Weet ik niet’, zeg ik. ‘Naar huis.’
‘Wat gaat u dan eten?’
‘Een boterham, denk ik.’
‘O’, zegt de vrouw.
‘Ja’, zeg ik.
VIII
‘Mevrouw?’, roept de balievrouw in de deuropening als ik
mijn fiets van het slot aan het halen ben.
Ik kijk op. Ze wenkt me.
‘Wat?’, zeg ik.
Ze wenkt nog eens. Ik draai mijn slot weer dicht.
IX
VII
Achterin de keuken zitten drie koks en een stel kinderen aan
tafel. Er zoemt wat tl-licht en de koelingen ruisen. De vrouw
trekt een stoel van de tafel en wijst ernaar.
‘Eet je mee?’
Ik kijk naar de stoel. Een van de koks pakt een bord van een
stapel en legt er bestek op.
‘Het is alleen geen Hollandse chinees’, zegt de vrouw.
De koks beginnen te lachen. Ik schuif aan. Op tafel staan rijst,
vlees en groente. Er wordt een biertje naar mijn bord geschoven. Een van de koks wuift naar me.
‘Geen singlemenu, geen kerstdiner, maar wel nog dit’, zegt
hij. ‘Met ons.’
Ik schuif aan en we eten en de mevrouw van de balie en
de koks en de kinderen praten en lachen en ik kan ze niet
verstaan, maar ik lach evengoed mee. De ramen zijn beslagen, ik heb een dikke keel, zo fijn vind ik het, dus ik lach
alleen maar, ik lach, want soms is dat het enige wat je moet
doen tijdens zo iets vreselijks als kerst. Gewoon even je mond
dichthouden en lachen. Gewoon lachen. ANS
‘Mevrouw?’, zegt de vrouw van de balie. Ze staat voor me. Ik
schrik op.
‘Huh?’, zeg ik.
‘Mevrouw, we zijn uw singlemenu vergeten.’
‘O’, zeg ik.
‘Sorry, heel dom. Het was heel druk. De keuken is al schoon.
Ik had niet opgelet.’
‘O’, zeg ik nog een keer.
‘Ja’, zegt ze.
Ze geeft me mijn geld terug. Ik sta op en begin mijn jas dicht
Hanneke Hendrix is schrijver en hoorspelmaker. Ze schreef
onder andere voor literair festival Wintertuin, maar verscheen
ook op de Zwarte Cross. In 2014 kwam haar tweede roman uit,
De dyslectische-hartenclub.
‘Jij had net zo goed zo’n beller kunnen zijn’, zegt ze.
Niemand zegt meer wat.
VI
En dan ben ik de enige die nog over is in de zaak. Ik glimlach
naar de mevrouw achter de balie. Ze glimlacht terug. Daarna
is het lang stil.
Ik wil niet opstaan om te vragen hoe lang het nog duurt.
Ondertussen is er ook al een hele tijd geen beller meer binnengekomen. Misschien zijn ze voor een hele grote familie
aan het koken. Dat kan best. Het is immers kerst. Dan eten
grote families samen en sommige grote families eten dan
Chinees. Dat is helemaal niet raar. Net zoals het niet raar is
dat ik singlemenu zeven met mihoen eet op kerstavond.
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon
P. 16
kerstballen
Ans deze maand
P. 17
Deze ‘geboorte van Jezus’ wordt
u aangeboden door de ballen
van Carolus Magnus.
Vanaf de tafel met de klok mee: M.N. Kiestra, C.A.
Vijn, L.C. van Klamthout, L.G.F. Bossers,
D.J.W.C. Walraven, F.G.J Arntz, A.B. Janssen
Met je gitaar de straat op Tekst: Bas Dikmans en Annemarie Verschragen/ Illustratie: Sanne Reckman
P. 18
Straatkli
Vluchtende vrouwen en stijve tepels, een kleine greep van wat je tegenkomt als je in Nijmegen straatmuziek maakt. ANS volgt de studentenband Lippu en ontdekt zo het straatmuzikantenleven in
Nijmegen.
‘Tering, het is koud’, roept Ruutger Lenzen (26), zanger van de studentenband Lippu. In het centrum van
Nijmegen, op de kruising tussen de Marikenstraat en
de Burchtstraat, maakt de band zich klaar voor een
middag straatmuziek. Op zaterdag is het primetime in
Nijmegen, de straatmuzikanten variëren van studenten
die een zakcentje willen bijverdienen tot een accordeonist van middelbare leeftijd uit Macedonië. Vandaag is
het echter een grauwe vrijdag en op twee verkleumde
vioolmuzikanten op Plein ’44 na is het rustig in de
stad. Zelfs het welbekende tamboerijnvrouwtje is thuis
gebleven. Met de donkere dagen op komst gaat ANS
op zoek naar de doorgewinterde straatmuzikanten in
Nijmegen. Hoe ervaren zij het spelen op straat en worden ze gewaardeerd door het Nijmeegse publiek? Met
Lippu neemt ANS de proef op de som. Hoe klinkt onze
binnenstad?
Na een serenade is het bushokje binnen 10 seconden
leeg.
Vluchtende vrouwen
Lippu is een vijfkoppige Nijmeegse studentenband,
bestaande uit bassist Anton de Hoog (23), gitaristen
Sebastian Tiesmeyer (24) en Ralf Kooken (19), drummer
Tuur van den Eijnde (20) en frontman Lenzen. De groep
maakt energieke nederpop met teksten die variëren
van zoetsappig vrolijk tot superserieus. Bij de Marikenstraat wordt het bandlogo op de grond gelegd en
begint het inspelen. De kou heeft duidelijk effect op de
muzikanten. ‘Ik krijg er stijve tepels van’, roept Lenzen
terwijl hij in zijn handen wrijft. Het plan wordt opgevat
om bij de overvolle bushalte van de Burchtstraat een
serenade te brengen aan wachtende vrouwen. ‘Ik wil je
hebbe, hebbe’, zingt Lenzen. Dit is geen succes: binnen
10 seconden is het bushokje leeg. De 2 meter lange
zanger blijkt iets te imposant voor de gemiddelde
buspassagier.
Ondanks de vluchtende vrouwen is het gewoon toegestaan om bij de bushalte te spelen. ‘Een paar jaar
geleden moest je bij het politiebureau een vergunning
aanvragen om op straat te spelen, dat is nu niet meer
nodig’, vertelt doorgewinterd straatmuzikant Jaron Tripp
(30). Elke week speelt hij de hang, een soort steeldrum.
Muziek maken is zijn beroep, naast gewone optredens
verdient hij vooral geld door het spelen en het verkopen van cd’s op straat. Het feit dat je geen vergunning
nodig hebt, betekent echter niet dat je overal kunt
spelen. Je mag bijvoorbeeld niet langer dan een half
uur op dezelfde plek of bij de ingang van een winkel
vertoeven. Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen,
benadrukt dat deze regels bedoeld zijn om overlast
te beperken, maar hij is wel blij met de muzikanten.
‘Straatmuziek hoort bij een stad van onze grootte, het
geeft kleur en levendigheid aan het centrum.’ Tripp
staat wel bij een winkel, desondanks krijgt hij veel positieve reacties en ligt er minimaal 50 euro in de koffer
voor hem. Lippu trekt zich dan ook niet zoveel aan van
de regels en begeeft zich, in de hoop om nog wat geld
te verdienen, naar de grootste winkelstraat.
Hang naar echtheid
Volgens Vincent Meelberg, universitair docent Algemene Cultuurwetenschappen, is de interesse voor straatmuziek niet vreemd: ‘We hebben in onze samenleving
een hang naar echtheid, je hoort tijdens het winkelen
vooral ingeblikte muziek uit de radio. Straatmuziek is
dan een welkome afleiding.’ In de Broerstraat blijven
inderdaad veel mensen staan kijken, opvallend genoeg
vooral pubermeisjes. ‘Ik merk dat vooral meiden tussen 15 en 22 jaar en vrouwen in de menopauze blijven
staan,’ zegt Lenzen verwonderd. Als de muzikanten het
inkers
nummer Wil ze me nou wel of wil ze me nou niet zingen,
roept een meisje grappend: ‘Natuurlijk willen wij mannen
die zulke muziek maken.’
Door de afwezigheid van Floris Gravendaal (33) heeft
Lippu alle ruimte in de Broerstraat. Hij laat hier elke
zaterdag klassiekers als Malle Babbe uit zijn draaiorgel
klinken en beaamt dat hij veel waardering krijgt van het
winkelend publiek. ‘Doordat steeds meer mensen online
winkelen of alleen een pinpas bij zich hebben, wordt het
wel steeds moeilijker om rond te komen’, zegt hij enigszins teleurgesteld. Helaas moet ook de band concluderen
dat de mensen de hand op de knip houden. De inkomsten in het centrum: 0 euro.
Pianoplezier
De recentelijk verschenen piano op het station biedt
een goede mogelijkheid om warm en droog te jammen.
Volgens Meelberg is deze plek ideaal: ‘Mensen voelen
hier minder gêne om te luisteren, omdat ze toch staan te
wachten en niet het gevoel hebben dat ze geld moeten geven.’ Het publiek bestaat hier dan niet alleen uit
ANS-Online.nl
P. 19
meiden, maar varieert van dansende dronkenlappen tot
chagrijnige conducteurs, die het ook niet kunnen laten
om met de heupen te wiegen.
De band wordt een halfuur
lang gevolgd door
aangeschoten mannen.
Lenzen leeft op door de enthousiaste reacties van het
publiek: ‘Het is geweldig om te zien wat onze muziek met
mensen doet, op straat sta je veel dichter bij het publiek.’
Dat ze al een halfuur worden gevolgd door twee aangeschoten mannen werkt bij de band vooral op de lachspieren. Om de dag compleet te maken springt bij het laatste
nummer iemand vanuit het publiek naast de zanger en
begint luidkeels mee te zingen. Op het einde van de dag
houdt Lenzen semi trots een euro omhoog, ‘de interactie
met het publiek is het belangrijkst, nu maar hopen dat dit
likes oplevert.’ ANS
Universitaire Studentenraad
Gezamenlijke vergaderingen
Tijdens de gezamenlijke vergaderingen op maandag 27 oktober met de
Ondernemingsraad en op 3 november
met de Ondernemingsraad (OR) en
het College van Bestuur, is er onder
andere vergaderd over het concept van
het Strategisch Plan van de RU voor
de periode 2015-2020, verhuizingen
van faculteiten en de diefstallen op de
campus. Ook is er een presentatie gegeven over wetenschappelijke integriteit door prof.dr. J.W.A. Smit, voorzitter
van de adviesraad Wetenschappelijke
Integriteit.
Actie tegen diefstallen
Omdat er de afgelopen weken meerdere malen diefstallen werden
gemeld op de campus, heeft de Universitaire Studentenraad
(USR) actie ondernomen om dit tegen te gaan. De USR heeft
studenten die hun persoonlijke eigendommen achterlaten
zonder toezicht bewust gemaakt van de risico’s door te flyeren.
Bij de ingangen van bibliotheken en studieruimten zijn posters
opgehangen om de mensen op de campus er op te wijzen dat er
risico’s verbonden zijn aan het achterlaten van de eigendommen
als laptops, tablets en telefoons.
Naast goed opletten, zijn er ook andere maatregelen die
studenten zelf kunnen nemen, zoals het aanschaffen van een
laptopslot. In de bibliotheken van FNWI zijn deze sloten zelfs te
leen. Verder zijn er ook in de FNWI en in de UB laptopkluisjes
geplaatst, waarin een stopcontact zit. Op deze manier zijn de
mobiele apparaten veilig opgeborgen en kunnen ze tegelijkertijd
opladen. Tenslotte is het mogelijk om beveiligingssoftware te
installeren op de apparaten, dat gebruikers alarmeert wanneer
nodig. Deze software is gemakkelijk online te bestellen,
bijvoorbeeld via VirtuaLock of via Surfspot (korting voor RUstudenten) of Prey Project (open source).
Strategisch Plan
In overleg met onder andere de
Ondernemingsraad en de USR heeft
het College van Bestuur besloten het
Strategisch Plan te herschrijven. Het
College heeft de input meegenomen
in dit herschreven plan en het concept
daarvan is inmiddels ook besproken
door de USR en OR.
Verhuizingen op de faculteiten
In verband met de verbouwing van de
campus, zullen sommige faculteiten
gaan verhuizen. De Faculteit der Sociale Wetenschappen was hier tijdens
de tentamenweken al mee bezig, maar
dit was niet juist gecommuniceerd
naar de studenten. Volgens het College
van Bestuur is de communicatie naar
studenten vooral een verantwoordelijkheid van de faculteiten zelf, maar het
college zal bij de faculteiten ook onder
de aandacht brengen dat zij ervoor
moeten zorgen dat verhuizingen zoveel
mogelijk in college- en tentamenluwe
periodes moeten plaatsvinden.
Website: www.numedezeggenschap.nl,
Twitter: @NUMedezeggensch, Facebook:
www.facebook.com/NUmedezeggenschap,
E-mail: [email protected].
(Advertentie)
Tekst: Kim Saris en Marit Willemsen/ Foto’s: Marit Willemsen/ Illustraties: Joost Dekkers De Graadmeter
P. 21
De graadmeter
In het studentenleven zijn de mogelijkheden niet te overzien. Waar kun je
het beste wildkamperen, wat is het hipste kapsel en hoe scoor je het snelst
een bedpartner? In De Graadmeter onderzoekt ANS elke maand de opties.
Deze keer: Warme weldoenerij in de wintermaanden
Wat: Naastenliefde
Effect: Schouderklopjes
Voldoening: Held van de wijk
Wat: Liken en sharen
Effect: Vriendenafhankelijk
Voldoening: Nul komma nul
Wat: Bejaarden behagen
Effect: Oma lacht
Voldoening: Nu kan ik sterven
‘Jullie zijn zeker van de
kerk? Wij hoeven niks.’
De buurt rondgaan om
vriendelijk lachend
hulp aan te bieden,
wekt in eerste instantie
argwaan. Zodra het
panel aankondigt voor
nop de stoep te vegen,
het gras te maaien of
het glas weg te brengen, zwaaien
de voordeuren echter wagenwijd
open. Helaas wordt de hulp niet
vaak geaccepteerd, al blijven de
uitnodigingen voor koffie binnenstromen. Door de vele complimenten en schouderklopjes voor het
geweldige aanbod alleen al waan
je je een heuse superheld. Bovendien groeit niet alleen je ego, maar
ook de band met de buren. Een
tochtje naar de glasbak levert zelfs
een telefoonnummer op van een
buurman die graag eens de fietsen
van de helpers ‘een beurt’ zou willen geven.
Facebook is niet alleen
de plek waar je dat
leuke meisje eindelijk
in bikini kunt zien of de
hele wereld meedeelt
hoe je hebt ontbeten.
Goede doelen slaan je
online om de oren met
foto’s van toegetakelde
zeehonden en zieke
Afrikaanse kinderen, klaar om gedeeld en geliked worden. Het panel
besluit te ‘helpen’ en binnen enkele
seconden staat de tijdlijn vol met
rotzooi, van anti-plofkip-reclame
tot Bond tegen vloeken-slogans.
Hoe filantropisch dit ook klinkt,
de gemiddelde Facebookvriend
negeert je welwillende boodschap
totaal. Likes blijven uit, de enkeling
die reageert vraagt zich af of het
Facebookaccount van het panellid
gehackt is. Met deze methode ben
je eerder een schreeuwende stoorfactor dan een ware weldoener.
Het opzoeken van opa
en/of oma wordt vaak als
heuse goede daad beschouwd. Naast je eigen
opoe zijn er verzorgingstehuizen vol oudjes die
verlegen zitten om een
beetje aandacht. Vandaag
mag het panel koffie
schenken en kletsen. De
grijsaarden zijn als kleine kinderen
zo blij met de aandacht van personen jonger dan tachtig en zuigen
vrolijk op hun bokkenpootjes. Wie
plaatsneemt tussen de scootmobielen en rolstoelen, wordt al snel
bestookt met vragen. De ouderen
kunnen hun vieze moppen en
nostalgisch gebral kwijt, terwijl jij
karmapunten scoort. Ondanks dat
er bijna geen klap is uitgevoerd,
wordt een panellid aan het eind van
de middag aan de mouw getrokken: ‘Kom je nog eens terug?’ ANS
Kijk voor meer manieren om je
barmhartigheid op te krikken op
bit.ly/warmeweldoenerij
Interview De snijtafel Tekst: Anne van Veen/ Foto: Elise Talsma
P. 22
ongenadig
oordelen
ANS-Online.nl
P. 23
Koefnoen, Nielson en zelfs Kinderen voor Kinderen zijn niet veilig
voor het oordeel van De snijtafel, een internetvideoserie waarin Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma onderdelen uit de populaire cultuur met de grond gelijk maken. ‘De heersende cultuur is gewoon
niet zo intelligent.’
‘Het is allemaal flauwekul, vers van de pers, flauwekul
van nu!’, zegt Kasper C. Jansen tegen Michiel Lieuwma
terwijl ze in een nonchalante houding achter hun bureau
zitten. ‘Dat had Matthijs van Nieuwkerk moeten zeggen,
in plaats van de opening dat hij vandaag een belangrijk
gesprek gaat hebben over een belangrijk onderwerp.’
Met deze conclusie wordt de aflevering afgesloten en is
er weer een onderdeel van de populaire cultuur met de
grond gelijk gemaakt. In een simpele video van ongeveer 20 minuten neemt het duo Carice van Houten en
Halina Reijn tijdens de presentatie van hun boek Antiglamour in De Wereld Draait Door onder de loep. Het
tweetal legt de vinger precies op de zere plek en met
onderbouwde meningen wordt het fragment soms op
een komische manier zin voor zin bekritiseerd. Jansen en Lieuwma noemen dit concept De snijtafel, een
internetvideoserie waarvan iedere maand op YouTube
een aflevering verschijnt. Hierin houdt het duo de kijkers
een spiegel voor. Sinds vier maanden werken ze voor De
Correspondent, een dagelijks medium dat inzichten biedt
in hedendaagse onderwerpen, en worden er steeds
meer onderdelen van de populaire Nederlandse cultuur
terechtgewezen. ANS ondervroeg Jansen en Lieuwma
over de beweegredenen achter het starten van deze zure
serie en hun kijk op de hedendaagse populaire cultuur.
Het duo houdt de kijkers
een spiegel voor.
Gewoon kut
In eerste instantie lijken Jansen en Lieuwma lichtelijk verlegen, maar zodra ze over hun project kunnen vertellen,
komt het enthousiasme dat ook te zien is in de afleveringen naar voren. Het tweetal is goed op elkaar afgestemd en de mannen vullen elkaar perfect aan. Lieuwma
steekt van wal door te vertellen dat hij van kinds af aan al
stevige kritiek had op de liedjes, bands en films die toen
populair waren. ‘Toen ik nog een tiener was, kon ik deze
kritiek niet goed verwoorden. Ik vond alles gewoon kut.
Ik had veel minachting voor de Nederlandse cultuur en
dacht dat deze niet meer te redden was. Tegenwoordig
heb ik door meer kennis en financiële middelen betere
toegang tot bepaalde literatuur of toneelgezelschappen
en ben ik bepaalde aspecten van de cultuur meer gaan
waarderen. Frustraties ontstaan omdat een groot publiek
hier geen kennis mee maakt, maar door het starten van
deze serie krijgen de goede onderdelen een beetje
meer ruimte.’ Jansen luistert geduldig naar het verhaal
van zijn collega en denkt lang na voordat hij zijn verhaal formuleert. Hij kiest zijn woorden zorgvuldiger dan
Lieuwma, maar het tweetal heeft nagenoeg dezelfde mening: ‘Deze rommel is niet specifiek voor de Nederlandse
cultuur. De heersende cultuur, datgene waar de mensen
van houden, is nooit echt intelligent, omdat mensen gewoon niet heel slim zijn.’
‘We behandelen geen
nummers van Frans Bauer,
iedereen weet wat dat is.’
Het tweetal behandelt niet alle populaire cultuur in hun
programma. Een belangrijk onderscheid dat Jansen en
Lieuwma maken, is dat ze alleen onderdelen bespreken
die iets anders zijn dan ze op het eerste gezicht lijken.
Lieuwma: ‘We behandelen bijvoorbeeld geen nummers van Frans Bauer, want we weten gewoon wat dat
is’. Lieuwma doet veel moeite zijn uitleg voort te zetten
zonder het woord dom te gebruiken, maar wanneer
Jansen terecht vermeldt ‘ja, dat is gewoon dom’, stemt
Lieuwma hier uiteindelijk mee in: ‘Oké, het is dom,
maar dan is er nog niks aan de hand, want de pretentie
van deze liedjes staat in balans met de prestatie. Waar
wij ons aan storen is cultuur die zich voordoet als hoge
kunst, maar eigenlijk van hetzelfde niveau is als die van
Frans Bauer, het gaat totaal om je anders voor doen dan
je bent.’ Daarnaast heeft het tweetal de voorkeur voor
onderwerpen die de kenmerken populair, elitair en
problematisch combineren. Lieuwma: ‘Koefnoen is hier
Interview De Snijtafel
P. 24
een goed voorbeeld van. Koefnoen noemt zichzelf goede
satire, terwijl het in mijn ogen een soort André van Duinhumor is. Hiermee wil ik absoluut Van Duin niet minachten,
ik vind hem een bekwaam vakman. Problematisch is alleen
dat Koefnoen doet alsof het linkse elitaire Van Kooten en
de Bie-satire maakt, terwijl het eigenlijk onderbroekenlol
is. Mensen worden zo voor de gek gehouden en dat maakt
het voor ons interessant.’
Optimisten
Zowel Jansen als Lieuwma hebben een taalgerelateerde
studie gevolgd en zijn nog steeds werkzaam in dit gebied.
Door deze achtergrond zijn ze beiden in staat zinnen op
een juiste manier te ontleden en hier dan een onderbouwd
oordeel over te vellen. Ook al kunnen de afleveringen
vooraf lijken op gezeur, na afloop bemerk je altijd een
kern van waarheid in de gemaakte conclusie. Het doel dat
het tweetal met hun serie voor ogen hebben is het blootleggen van de heersende cultuur in Nederland. Lieuwma:
‘De slechte delen moeten worden weggefilterd, zodat de
goede cultuur zichtbaar wordt.’ Volgens Jansen moet populaire cultuur te allen tijde op de hak worden genomen, om
aan te tonen dat er altijd wel iets aan mankeert: ‘Ik denk
dat elke cultuur zijn blinde vlekken heeft, zijn drogredenen
en zijn pathologie. Het is aan de intellectuelen, satirici, cabaretiers en schrijvers om dit aan te tonen en dat proberen
we met De snijtafel ook enigszins te doen.’
Jansen vindt zichzelf ondanks alles optimistisch: ‘We noemen het beestje bij de naam en hopen dat genoeg mensen
naar ons luisteren, zodat er iets kan veranderen. Ik heb
niet de naïviteit om te denken dat dit lukt, maar dat is wel
de insteek.’ Het duo krijgt steeds meer bekendheid en kan
zelf ook bijna tot de populaire cultuur worden gerekend.
Lieuwma: ‘Deze cultuur is natuurlijk niet ronduit slecht,
het is prima mogelijk voor goede producten om door te
breken.’ Voorbeelden van goede producten die de heren
geven zijn South Park, Pixar, maar ook Hans Teeuwen en
Jiskefet worden genoemd. Jansen: ‘We zijn populair als je
kijkt naar wat we doen, maar vergeleken met bijvoorbeeld
Nielson, stelt dit niet veel voor.’
‘We willen niet in het rijtje
grappenmakers worden
geplaatst.’
Het tweetal vertelt dat ze uitnodigingen van meerdere
media hebben afgewezen, omdat ze bang zijn voor te veel
bemoeienis. ‘Dan zouden we worden waar we ons juist
aan ergeren.’ Door bijvoorbeeld bij BNN te gast te zijn,
zou De snijtafel in één klap bekend kunnen worden, maar
daar draait het bij de heren niet om. Deze media-aandacht
blijken ze, kijkend naar de views van de YouTube-filmpjes,
Column Lotte Coenen
P. 25
ook niet nodig te hebben. Het lukt het tweetal via de huidige
weg ook aardig om de massa te bereiken en hun opvattingen
te delen.
Foute etiketten
Jansen en Lieuwma worden regelmatig bij evenementen uitgenodigd om de gasten tussen de serieuze optredens door even
aan het lachen te maken. ‘Dit vinden wij een grote belediging’,
aldus Jansen. Hij vertelt dat ze beiden absoluut niet in het
rijtje van grappenmakers geplaatst willen worden. Lieuwma:
‘Ondanks dat dit niet ons doel van de serie is, kan ik begrijpen dat De snijtafel grappige onderdelen bevat. Dit komische
aspect komt vanzelf, omdat het vermakelijk is om keer op keer
aan te tonen dat iets niet klopt. De aflevering waarin we het tvprogramma Nederland van boven behandelen, is hier een goed
voorbeeld van. Tijdens deze bespreking constateren we een
aantal keer dat er helemaal niet van boven wordt gefilmd, wat
een melige sfeer oplevert.’ Jansen knikt eenstemmig en vult
dit aan door te vertellen dat humor wel een middel is: ‘Kritiek
wordt beter verteerbaar als die gepaard gaat met humor.’
Naast het humoristische aspect zijn de heren het vaker oneens
met de benamingen die worden gekoppeld aan De snijtafel.
‘Onze afleveringen worden soms analyses genoemd, terwijl
dat zou duiden op het geven van feiten. Het is eigenlijk stuitend dat wanneer we in Nederland een goed onderbouwde
mening horen, we dit direct koppelen aan feiten’, vertelt Jansen
licht verontwaardigd. Dit is niet de enige verkeerde benaming
van het tweetal, zo komt Jansen vlot met het volgende foute etiket: een cynisch duo. ‘Ik ben het er absoluut niet mee eens dat
we cynisch worden genoemd. Mij is ooit verteld dat De Wereld
Draait Door van een laag niveau is, omdat het programma
voor een groot publiek moet zijn. Kijk, dat vind ik nou cynisch.’
Lieuwma deelt deze mening en vertelt fanatiek: ‘Wij zeggen
juist dat een populair programma niet van lage kwaliteit hoeft
te zijn. We nemen de onderwerpen die we bespreken erg
serieus door er goed naar te kijken en dan een oordeel te vellen. Dat er dan niks van overblijft is wel een vorm van cynisme
te noemen, maar we starten vanuit betrokkenheid. Ik neem
bijvoorbeeld BLØF zodanig serieus, dat we hun liedteksten
behandelen en vertellen dat deze uit onzin bestaan. Eigenlijk
vind ik dat best sympathiek van mezelf.’ ANS
Gonzo
De man voor het ziekenhuis steekt zijn laatste sigaret
op. De vergane blonde lokken, het grauwe gezicht en
zijn bibberende handen verraden zijn toestand. Hij lacht
en zegt: ‘Ach, het kan zomaar over zijn’. Ik glimlach uit
medelijden en vlucht snel het ziekenhuis in. Niet veel
later waan ik me in een soort doolhof waar ik word achtervolgd door vlagen van vreugde en verdriet.
Op de afdeling Radiologie wacht ik op mijn beurt. Zenuwachtig blader ik door een tijdschrift waarin de lentemode van 2012 voorbij komt. De oude vrouw naast me
maakt een sudoku. Ze tikt zenuwachtig met haar pen.
Het valt me op dat ze allang niet meer bezig is met het
vinden van de oplossing, want daar voor is het allang te
laat. Twintig minuten later galmt een zware stem door de
wachtkamer. “Mevrouw Coenen, komt u maar’ roept een
verstrooide man in zijn witte lange jas en groene Crocs.
Hij geeft me een stevige hand en wijst me naar de
kleedkamer. In het tussenkamertje met opzwepende
muziek en een kleine spiegel trek ik mijn schoenen en
broek uit. Ik wacht geduldig op de arts die de deur voor
me moet openen. Ondertussen vraag ik me af hoeveel
mensen nog even snel in de spiegel kijken voordat ze
op de röntgenfoto gaan. Op dat moment zwaait de deur
open. In mijn meest charmante ondergoed stap ik ongemakkelijk de ruimte in.
Een te vrolijke assistente geeft aan dat ik in een soort
foetushouding onder de machine mag gaan liggen. Ze
huppelt van het röntgenapparaat naar de computer en
gaat naast de arts zitten. Achter het glas bestuderen
ze samen de foto’s. Er gaat een duim omhoog. ‘Tot
volgende week’, roept de arts. Ik mag me weer gaan
aankleden. Op de weg terug naar de uitgang passeer ik
een huilend stel van mijn leeftijd. De jongen heeft zijn
armen stevig om zijn kale meisje. Een golf van misselijkheid komt omhoog. Ik weet niet hoe snel ik het
ziekenhuis uit moet gaan.
Eindelijk buiten blaast de koude ruwe wind door mijn
te dunne jas. De rokende man met zijn vergane blonde
lokken is verdwenen. Zijn sigaret ligt uitgebrand voor het
ziekenhuis. Ik bel mijn huisgenoot, koop een fles wijn en
een stuk camembert. We besluiten flink te genieten van
het leven. Morgen kan het zomaar over zijn.
Enerzijds Anderzijds Tekst: Annemarie Verschragen en Bas van Woerkum/ Illustraties: Anders Hoendervanger
P. 26
enerzijds
Zelf vuurwerk afsteken wordt, als het aan de voorstanders van een
particulier verbod ligt, in heel Nederland verboden. De burgemeester van Hilversum nam vorig jaar al het drastische besluit om
vuurwerk in het centrum te verbieden en ook Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, liet doorschemeren geen traan te laten
om een particulier vuurwerkverbod. Het is echter een diepgewortelde traditie om met Oud en Nieuw met een glas champagne
naar buiten te rennen en de eerste knallen mee te maken die het
nieuwe jaar inluiden. Tegenstanders van het verbod hameren
daarom op het belang van voorlichting en het terugdringen van
illegaal vuurwerk. Zij proberen de huidige situatie te behouden
door zich te verenigen in initiatieven zoals Vuurwerktraditie. Naar
aanleiding van negentigduizend meldingen van vandalisme, letsel
en angst voor vuurwerk werd vorig jaar de afsteektijd al teruggebracht van 10 uur ‘s ochtends naar 6 uur ’s avonds. Blijft het
hierbij of moet particulier vuurwerk volledig worden afgeschaft?
Nick van der Veen, voorzitter Vuurwerktraditie en initiator van het Online Nederlands Vuurwerkmuseum
‘Nederland heeft een rijke vuurwerkgeschiedenis. Het
behoort tot onze identiteit, dat schaf je niet af. Op die manier stimuleer je de smokkel van illegaal vuurwerk en het
maken van eigen vuurwerk, zoals dat in de jaren zeventig
ook gebeurde toen zwaar vuurwerk werd verboden. Ik
geloof daarom niet in een verbod als oplossing.
‘De overheid moet meer inzetten op diplomatie. De
grootste ellendeknallers, illegaal vuurwerk zoals cobra’s,
komen uit het buitenland. De regering moet strengere
afspraken maken om de toevoer van dit soort vuurwerk te
stoppen. Dit kan op Europees niveau aangepakt worden.
‘Bovendien moet de voorlichting beter, zodat mensen
veiliger omgaan met vuurwerk. De overheid zou moeten
toezien op het gebruik van vuurwerkbrillen in plaats van
enkel te focussen op voorlichting over illegaal vuurwerk.
De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de overheid en scholen, ook ouders en verzorgers spelen hierin
een rol. Zij sturen vaak kinderen van 10 jaar met een
vuurwerktasje de straat op zonder te weten wat daar in zit.
Dit is niet alleen een taak van de overheid, maar van de
hele maatschappij. Ik sta open voor goede oplossingen
maar word een beetje moe van bijvoorbeeld GroenLinks,
dat probeert zieltjes te winnen zonder met feiten op tafel
te komen. Zij zouden moeten focussen op voorlichting en
het aanpakken van illegaal vuurwerk, dat biedt een meer
structurele oplossing.
‘Vuurwerkshows, een veelgehoord alternatief, zou de
traditie om zeep helpen. Niet iedereen wil ’s nachts met
zijn kinderen naar een plek waar al urenlang gefeest en
gedronken wordt. Een groot deel van de bevolking zal
dan afhaken, terwijl maar een kleine groep de overlast
veroorzaakt. Zij denken echter nu al boven de wet te
staan, dus zullen zich van een verbod ook niets aantrekken. We moeten dan ook niet meteen naar het zwaarste
middel, een vuurwerkverbod, grijpen. Dit gaat ongetwijfeld het bestaande probleem niet oplossen.’
anderzijds
ANS-Online.nl
P. 27
De stelling van deze maand:
particulier
vuurwerk moet
worden verboden
Arno Bonte, oprichter Meldpunt Vuurwerkoverlast
en raadslid GroenLinks Rotterdam
‘De vuurwerktraditie heeft de afgelopen jaren steeds
meer schade en overlast veroorzaakt. Hierdoor is Oud
en Nieuw voor steeds minder mensen een feest. Jaarlijks
gaan er ongeveer honderd mensen met een oog of hand
minder het nieuwe jaar in. Inmiddels durven veel mensen
de straat niet op vanwege onveilige situaties, zijn er veel
klachten over geluidsoverlast en schieten huisdieren
dagenlang in de stress.
‘Oplossingen als voorlichting, die de afgelopen jaren zijn
voorgesteld door fanaten als Vuurwerktraditie, leiden niet
tot verbetering. Postbus 51-spotjes bestaan al langer,
maar de schade is juist toegenomen. Het verbieden van
particulier vuurwerk is uiteindelijk de enige oplossing.
Voorbeelden uit het buitenland, zoals Sydney en New
York, tonen aan dat er in het begin veel verzet is, maar
uiteindelijk vindt iedereen het fijn de buren weer een
gelukkig nieuwjaar te wensen zonder het risico van een
vuurpijl in je nek. De groep die illegaal vuurwerk afsteekt
zal klein zijn en daardoor is het voor de politie relatief
makkelijk om op te treden.
‘In de ideale situatie organiseert iedere gemeente een
professionele vuurwerkshow. Op deze manier heb je niet
de nadelen en ongelukken die met particulier vuurwerk
gepaard gaan. Vuurwerkshows kunnen daarbij ook een
stuk spectaculairder zijn, zoals je in Sydney ziet. Het mes
snijdt dan aan twee kanten: voor een dergelijke show zijn
mensen nodig. Vuurwerkfanaten zouden na een kleine
cursus pyrotechniek mee kunnen helpen, terwijl de rest
veilig kan toekijken.
‘Tot nu toe heeft de overheid het niet aangedurfd maatregelen tegen de overlast te nemen, omdat de 15 procent
fanatieke vuurwerkafstekers flink van zich laat horen. Je
ziet echter dat de meerderheid van de Nederlanders
naar een situatie wil waarin vuurwerk niet meer door
amateurs maar door professionals wordt afgestoken. Het
wordt tijd om de traditie te hervormen.’ ANS
Stamgasten Tekst: Saskia Verheijden en Dennis van der Pligt/ Foto’s: Ilja van Hoek/ Illustratie: Josse Blase
P. 28
Stamgasten
De ‘MM-Crew’ met de zeven deelnemers aan de quiz (voorste twee rijen) achteraan beginnen met de klok mee: Sam, Kevin,
Levi, Joost, Esther, Mirthe en Rian
Lallende disputen, vage figuren aan de bar of uitbundige dansers, elke kroeg
heeft zijn eigen publiek. ANS duikt iedere maand de vaste stek van een groep
studenten in, velt haar oordeel over het café en test de kennis van de trouwe
gasten. Deze maand: de Meter Maandag-Crew (MM-Crew) in Café De Fuik.
‘Het was een mooie avond. Mirthe en ik zaten op de bank
en hadden zin om te zuipen, dus hielden we onze pyjama
aan, en gingen we naar De Fuik. Daar was het Meter
Maandag,’ vertelt Levi (22) tweedejaars Pabostudent. ‘Uiteindelijk gingen we met steeds meer vrienden, sinds vorig jaar zijn we hier wekelijks.’ Nadat Joost (20) en Kevin
(20), derdejaars Psychologie, en Mirthe (20) tweedejaars
Taalwetenschappen binnenkomen, klinken de klanken van
het Meter Maandag-groepslied: Een variant van ‘olé, olé,
olé’ met zo nu en dan de tekst ‘Meter Maandag’ toegevoegd. Een groot deel van de MM-Crew kent elkaar via
de studie Psychologie, hier en daar zijn er losse vrienden
aangeschoven.’ zegt Esther (20), derdejaars Psychologie.
Het gaat er net zo hecht aan toe als bij een dispuut. Dat
De Fuik blij is met deze vriendengroep, blijkt wel uit het
feit dat de vrienden gratis petten met de tekst ‘MM-Crew’
hebben gekregen. Ook hebben ze hun eigen feest mogen
geven; een Meter Maandag met een Disneythema.
Dit was niet de enige keer dat de groep een twist aan
de Meter Maandag gaf. Esther: ‘Vorig jaar besloten we
als Zwarte Pieten te gaan. We kochten met z’n drieën
een potje schmink en schoensmeer. Zelf deden we de
schmink op, maar de rest hebben we met schoensmeer
beschilderd.’ Naast deze practical joke kende de groep
ook minder georganiseerde avonturen. Rian (21), tweedejaars Toegepaste Psychologie: ‘Toen ik iemand zijn
krukken aan wilde geven, was ik zo zat dat ik zelf door
mijn enkels ging.’ ‘Wat een goede avond was dat, ik heb
erg gelachen,’ concludeert Levi het brekebeen-verhaal.
Een andere, grote prestatie werd geleverd door Sam (20),
eerstejaars Psychologie. Anderhalve maand lang sloot hij
iedere Meter Maandag af boven de wc, ‘wel een teken
dat de avond is geslaagd,’ lacht Sam. Inmiddels zijn de
dames en heren zodanig in De Fuik geïntegreerd, dat ze
er meterlange bierglashouders met hun eigen namen
hebben. Hoe de nacht zich ook went of keert, niemand
kan de MM-Crew ervan beschuldigen dat ze niet genoeg
meters maken. ANS
ANS-Online.nl
P. 29
16 meter bier in De Fuik. Na twee vragen dus nog steeds
geen biertje.
kroegpraat
Naast Meter Maandag kent Café De
Fuik bijvoorbeeld ook
‘Winnen Woensdag’ en
‘de Hollandse Avond’
op zondag. De kroeg
geniet daarom een
grote bekendheid, die
zich uit in de enorme
drukte die er heerst.
Omdat het vroeg op
de avond is, worden de
vrienden van de MMCrew voorlopig nog
niet platgedrukt in het
overvolle café. Wat ze
hierheen lokt? ‘De geur
van bier’, aldus Sam, ‘je
ruikt De Fuik al als je
langsloopt’.
De pubquiz
Hoe snel adte de wereldrecordhouder 1 liter
bier?
Sam: ‘Bier adten gaat wel echt snel!’
Rian: ‘Ik denk 3,5 seconde.’
Esther: ‘Sneller, er zijn mensen die niet hoeven te slikken.’
Joost: ‘Dan gaan we voor 2,5 seconde.’
Het huidige wereldrecord staat op naam van Steven
Petrosino uit Amerika. Hij dronk 1 liter bier in 1,3 seconden. Probeer daar maar eens aan te tippen. Het record
is bijna twee keer zo snel dan het gegeven antwoord.
Helaas geen biertje.
Hoe groot is de grootste bierfles ooit gemaakt?
Joost: ‘Heel groot! Hoe groot was het World Trade Center?’ Kevin: ‘Je kunt het zo groot maken als je wilt, ik zou
zeggen 300 liter.’
Sam: ‘Nee joh, ik denk 3 liter.’
Joost: ‘What the fuck, 3 liter staat gewoon hier in de
kast! Ik denk 92 liter.’
Levi: ‘Zullen we 442 liter doen?’
Ze hadden beter naar Joost moeten luisteren, hij zat
namelijk het dichtstbij. De inhoud van de grootste bierfles was ‘slechts’ 35,5 liter. Dit staat gelijk aan ongeveer
Hoe hoog is het hoogst gemeten alcoholpromillage
ooit?
Sam: ‘Met 0,2 promille mag je nog autorijden.’
Rian: ‘Een vriendin van me had zo veel gedronken dat ze
’s ochtends nog een promillage van 2,5 had.’
Kevin: ‘Sommige bonken kunnen echt heel veel zuipen,
survival of the fittest heet dat.’
Rian: ‘Ik denk dat het echt wel rond de 4 zit hoor.’
Mirte: ‘Nee, rond de 6. Laten we voor 6,4 promille gaan.’
Een Pool bleek in 1993 een alcoholpromillage van maar
liefst 7,2 te hebben. Normaal verkeer je met een alcoholpromillage tussen de 3,5 en 4,5 in acuut levensgevaar. Pas
drie dagen later was zijn alcoholpromillage gedaald tot
slechts 2,9.
Waarom heten sommige bieren ook wel pils? Esther: ‘Dat wordt toch gemaakt in een dorpje dat Pilsen
heet?’ Sam: ‘Ja, Pilsen is een plaats in Duitsland toch?’
Jammer, Sam slaat de plank mis, Pilsen is toch echt een
stad in Tsjechië. Omdat het anders een heel sneue bedoeling wordt, verdienen ze toch hun eerste biertje voor het
goede antwoord van Esther.
Wanneer werd het eerste biertje gedronken? Kevin: ‘Asterix en Obelix, die zaten echt al aan de pils
hoor.’
Sam: ‘Vikingen hadden vroeger ook al bier. Voor het jaar
nul konden ze genoeg.’
Esther: ‘Zullen we de geboorte van Jezus doen? Toen
dronken ze in ieder geval al wijn. Dus 2014 jaar.’
Jezus veranderde water in wijn, maar was niet de eerste
die bier brouwde. Dit gebeurde reeds 7000 jaar geleden
in het huidige Iran. Helaas geen punten.
De Afrekening
Van bier weet de vriendengroep weinig, behalve dan hoe
ze het weg moeten krijgen. De MM-crew is groot en gezellig
genoeg om eigenhandig de sfeer te maken in de kleine Fuik.
Hierom belanden ze toch nog op een eindscore van twee
biertjes.
Colofon
P. 30
29e jaargang
Hoofdredactie Evy van der Aa en Marit Willemsen
Redactie Daan van Acht, Anne van Veen, Saskia
Verheijden, Annemarie Verschragen
Medewerkers Bas Dikmans, Dennis van der Pligt,
Kim Saris, Tijs Sikma, Bas van Woerkum
Illustraties Josse Blase, Joost Dekkers, Carmen
Groenefelt, Anders Hoendervanger,
Sanne Reckman, Rens van Vliet, Sascha Wijnhoven
Foto’s Francesca Asscher, Bastaan Buurman, Ilja
van Hoek, Elise Talsma, Marit Willemsen
Voorpagina Elise Talsma
Columnisten Lotte Coenen en Manu Compen
Eindredactie Anders Hoendervanger, Michiel van
Lokven, Ronald Peeters, Tom Plaum, Erik van Rein
Cecile Vermaas, Mickey Steijaert, Yurre Wieken
Crypto Cecile Vermaas
Ontwerp Marloes de Laat en Roel Vaessen
Lay-out Marit Willemsen
Dagelijks bestuur Cecile Vermaas (voorzitter),
Jules Hameleers (secretaris), Michiel van Lokven
(penningmeester)
Druk MediaCenter Rotterdam
Uitgave, abonnementen en advertentie-acquisitie Stichting MultiMedia:
[email protected]
Redactieadres
Heyendaalseweg 141
6525 AJ Nijmegen
Tel 06-36428931
Mail [email protected]
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid.
Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
Ans deze maand
Crypto
P.P.31
31
CRYPTO
alleen sinterklaas bespreken is pure discriminatie. Put daarom voor deze crypto inspiratie uit
alle mogelijke feestdagen. Knallen maar.
1
2
4
3
5
6
8
7
9
11
10
6
12
13
14
16
15
17
18
6
19
20
Horizontaal:
4. De kern doet niezen (9), 5. Maakt u laag en plat (5), 8. De inspanning knalt eruit (8), 9. Braad een hoen van
basisch poeder (7), 10. Een karaats piratengebral (3), 11. O, zoete aanmaak mag geen alfa (6), 12. Kalium brandt
je kont weg (5), 16. De eerste parkeert, reist en gaat naar binnen (5), 18. De meest ronde vrucht (8), 19. Liefde is
ondoordringbaar (4), 20. Ga naar de eerste hulp, girl (6).
Verticaal:
1. Pump it, sukkel (7), 2. Alleen een geregistreerd handelsmerk doet je welzijn goed (4), 3. Lieve, Duitse, ronde
prop (7), 6. Wie zoet is, moet erin huilen (6), 7. De boomader staat recht voor hem (7), 13. Het zoemt met moeite tussen de Engelse kunst (6), 14. Frans de bullebak (6), 15. Bij de Romeinen kwam 500 hard aan (5), 16. Twee aan twee
rijdt het niet door Gelderland (5), 17. De kip wordt namelijk afgekort (6).
ANTWOORDEN VAN DE november-CRYPTO
Horizontaal:
3. Belasting, 5. Wisselen, 7. Kapitaal, 10. Munt, 14. Gulden, 15. Rijk, 16. Euro, 17. Economie,
18. Salaris, 20. Dollar, 21. Rente.
Verticaal:
1. Pinpas, 2. Ruilmiddel, 3. 4. Cent, 6. Sparen, 8. Gratis, 9. Beurs, 11. Armoede,
12. Prijs, 13. Koers, 19. Cash
De winnaar van de vorige crypto is Lieke Verheijen . Deze maand geeft ANS een paar heerlijke
speciaalbiertjes weg, gebrouwen door Katjelam uit Nijmegen. Van deze experimentele brouwerij kun
je bijzondere smaken verwachten. Wil jij in het nieuwe jaar genieten van een speciaal biertje? Mail dan
voor 10 december je oplossingen naar [email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon
P. 32
Tekst: Daan van Acht en Tijs Sikma
Foto: Bastiaan Buurman
Wie: Anouk (22), vierdejaars Communicatiewetenschappen
en voorzitter van studentenroeivereniging Phocas
Voorwerp: Phocas-bestuursjas
Wat is er zo bijzonder aan dit vieze vod?
‘Dit jasje symboliseert mijn functie binnen het bestuur en aan het
einde van mijn bestuursjaar naai ik mijn naam in de voering. Het
voorzittersjasje heeft maat XL, de belangrijkste functie staat garant
voor de grootste maat. Ik verzuip er helemaal in. Bij alle Nederlandse
studentenroeiverenigingen is het heel normaal dat het bestuur zo’n
kapotgetrokken en weer in elkaar genaaide jas draagt.’
Hoe komt de jas zo smerig?
‘Hij heeft inmiddels al negen jaar geen wasmachine gezien en ruikt
daarom zo sterk naar bier. Onze constitutieborrels gaan er nogal
heftig aan toe, vandaar ook de scheuren. Je mag de jas alleen zelf
naaien en dit niet uitbesteden. Zulke tradities vind ik mooi. De jasjes
worden om de vijftien jaar vernieuwd, al pleit ik ervoor om ze langer
te behouden. Ik vond laatst op zolder een heel oude bestuursjas,
eigenlijk zouden we die weer moeten gaan dragen.’
Vanwaar deze traditie?
‘De gewoonte om deze jasjes te dragen is lang geleden komen
overwaaien uit Engeland. Leden droegen het om warm te blijven
terwijl ze naar de start roeiden. Pas later zijn ze gaan dienen als
officiële kleding voor het bestuur.’
Schaam je je niet om in die gele lap officiële gelegenheden
bij te wonen?
‘Nee, ik draag hem met trots. Bij de rectoraatsoverdracht stonden
we in de kerk met zeshonderd man. Iedereen was in pak en wij
stonden daar in die gele jasjes. Bas Kortmann, de toenmalige
rector, zei vlak van te voren dat hij het juist ontzettend mooi vond
als we de jasjes zouden dragen. Een aantal mensen klaagden wel
over de bierlucht.’
Wat is het heftigste dat deze jas heeft meegemaakt?
‘Tijdens onze constitutieborrel had een andere roeivereniging alle
ramen en deuren uit de borrelruimte van het botenhuis gejat en
ze in het water gegooid. Omdat we wisten dat er spullen gestolen
zouden worden, zijn we van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat
bezig geweest om van alles uit het huis te halen. Dat mocht niet
baten. Uiteindelijk moesten we, bij gebrek aan ramen en deuren,
beneden in het botengedeelte tussen de muizen slapen.’ ANS