ANS DURFT Algemeen Nijmeegs Studentenblad / december 2014 Vooraf Tekst: Redactie P. 2 commentaar December. De donkere maand. Je kunt natuurlijk binnen gaan zitten, jezelf opsluiten met alle clichés die de kerst maken. Met de verwarming op honderd die dikke trui met rendier/ sneeuwvlok/kerstboommotief uit de kast trekken. Snel wat chocopoeder met melk in een pan pleuren terwijl je je haast om die klotesurprise af te krijgen. ANS doet deze laatste maand van het jaar wat anders, durft in te gaan tegen de standaard, en moedigt aan mensen die schijt hebben aan het geijkte. Wil je een grote tatoeage laten zetten in je nek? Gewoon doen. Fuck die baankansen. Een internetserie starten waarin je de favoriete programma’s van alle aan de bank gekleefde Nederlanders afzeikt? Wij juichen het toe. Oké, niet alle clichés kunnen worden vermeden. Ook wij zullen met kerst onze gezichten volproppen met kalkoen en braaf met de familie op de bank diezelfde films kijken die het jaar ervoor, en het jaar dáárvoor al op tv waren. Het is immers feest. Ook konden we het niet over ons hart verkrijgen om het kerstverhaal deze editie te schrappen. Om toch enigszins bij ons standpunt te blijven besloten we tot verhalen over zielige figuren met kerst, de zogenaamde anti-kerst gedachte. En ja we geven het toe, de ruige tattookoning op de voorkant lijkt door de grijze baard ietwat op die dikke van de Noordpool. Nu maar hopen dat ons model dit niet leest. Zóveel durven we nu ook weer niet. Tot volgend jaar. De hoofdredactie 08 12 deze ANS 08 Bloed, inkt en tranen Tattooartiest Henk Schiffmacher wordt beschouwd als de koning van de huidversiering in Nederland. Hij sprak met ANS over de tatoeagetrends van nu. ‘In één keer een hele arm vol is saai.’ 12 Kerstverhalen met een randje Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven voor ANS een alternatief op het zoetsappige kerstverhaal. Blader snel door voor leesvermaak van de bovenste plank. ‘Ik eet vanavond godverdomme die fucking loempia’s.’ 18 Straatklinkers ANS trok met een studentenband de straten van Nijmegen door,en ontdekte het straatmuzikantenleven. Rennende vrouwen, koukleumen en dronken achtervolgingen waren het gevolg. 22 Ongenadig oordelen Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma staan bekend om hun YouTube-filmpjes waarin ze stevige kritiek uiten op Nederlandse cultuuruitingen als De Wereld Draait Door. ANS bevroeg het duo naar de motieven voor hun kritiek. 04 05 07 16 21 25 26 28 30 31 32 18 Dubbele boodschap Binnenstebuiten Het Laatste Oordeel Middenpagina De Graadmeter Gonzo Enerzijds Anderzijds Stamgasten Colofon Crypto Gevonden Voorwerp 21 Tekst: Redactie/ Illustratie: Tekst: Rens van Vliet ANS-Online.nl Redactie ANS-Online.nl P. 03 P. 3 niet Sorry, we zitten vol Probeer je voor één keer je egoïsme aan de kant te schuiven en de mensheid te belonen met je inspanningen, blijkt dit nog een uitdaging te zijn ook. Voor De Graadmeter van deze maand wilden we niets liever dan goed doen. Na verschillende afwijzingen van vrijwilligersorganisaties en zelfs de voedselbank - ‘we zitten vol’ – werd het ons duidelijk dat het hard werken is om überhaupt ‘aangenomen’ te worden in vrijwilligersland, met smeekbedes als gevolg. ‘Mogen we alsje-alsjealsjeblíeft de bejaarden een middagje blij maken? Ja? Onze eeuwige dank.’ Gelukkig hebben we de foto’s nog Drie verdwaalde zeelui, wat vroege joggers en helaas ook de politie mochten in levende lijve getuigen zijn van het enorme anti-leenstelseldoek aan de Waalbrug gefabriceerd door AKKU. In de vroege ochtend werden we opgebeld, met het gebod ‘snel te komen, want het doek moet naar beneden van de politie’. Inderdaad, oom agent hijgde de redacteur die het moment vastlegde letterlijk in de nek. Een minuut na het klikken van de camera moesten de roodbroeken, met spandoek, naar huis. Klikspaan ‘Als jullie NU niet opbiechten dat jullie van de ANS zijn, ga ik het zeggen.’ Dat niet alle docenten even blij zijn met Het Laatste Oordeel, vinden we niet verrassend. Dat een studente dreigt ons erbij te lappen, is een compleet nieuw level van bemoeizucht. ‘Achterbaks’, zo beschreef ze onze anonieme aanwezigheid. Je blijft zo misschien het lievelingetje van de docent, maar door deze actie heb je haar mooi een voldoende door de neus geboord. ans Eindeloos lange Kamerdebatten, wel of niet demonstreren op het Malieveld en het zoveelste reclamepraatje van minister Bussemaker, ook ANS wordt zo langzamerhand leenstelselmoe. Gelukkig gebeurden er ook nog genoeg leuke dingen de afgelopen maand. Hieronder volgt een kleine greep uit de meest vermakelijke stukken van november en lees je wat je volgende maand kunt verwachten op ANS-Online. Pronk met je rijke geschiedenis Om ANS onder de aandacht te brengen bij de Nijmeegse studenten, zijn afgelopen maand nog eens de mooiste, grappigste en meest baanbrekende artikelen uit het verleden op de website geplaatst. Onder andere de ontroerende reportage over de campuszwervers, een artikel over studenten die bijverdienen in de prostitutie en een interview met rebelse muzikant Jett Rebel zijn online te vinden. Lamzak De Nederlandse film Aanmodderfakker ontving begin oktober drie gouden kalveren voor beste acteur, scenario en film. ANS interviewde afgelopen maand regisseur Michiel ter Horn over zijn eigen studentenleven, de boodschap van de film en zijn voorliefde voor tragikomedie. Ter Horn zegt hierin geïnspireerd te worden door zijn omgeving: ‘Hoofdpersoon Thijs is doorgeschoten in het nietsdoen, omdat hij door alle keuzes niet weet wat hij moet gaan doen. Ik belicht graag de stumperds van de samenleving.’ Lijstjes, lijstjes, lijstjes De decembermaand staat als vanouds in het teken van lijstjes. Lijstjes van je favoriete kattenplaatjes, foute hits en 1 aprilgrappen, van werkelijk alles wordt een overzicht gemaakt. Ook ANS zal je in december bijpraten over het belangrijkste studentennieuws, memorabele RU-momenten en de tofste beeldreportages en illustraties van het afgelopen jaar. ANS Op de hoogte blijven van al het studentennieuws? Check dan www.ans-online.nl, volg ons op Twitter (twitter.com/ANS_Online) of like de ANS-pagina op Facebook (facebook.com/ANSnijmegen). Beestje moet een naam hebben Tekst: Daan van Acht/ Illustratie: Sascha Wijnhoven P. 4 Dubbele boods Voor een internationaler imago, wil de RU de komende jaren naar de buitenwereld toe een herkenbaardere naam hanteren. Om het merk Radboud nadrukkelijker te profileren, wordt Nijmegen uit de naam gehaald. Levert de universiteit zo een deel van haar identiteit in? Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, benadrukte afgelopen maand het belang van internationalisering. Het begrip zou de kwaliteit van het onderwijs verhogen en daarnaast ‘Nederlandse studenten een internationaal perspectief leren zien’. Ook de Radboud Universiteit lijkt internationalisering hoog in het vaandel te hebben staan, met het stokpaardje Change Perspective als belangrijk onderdeel van de toekomstvisie. Het uitgangspunt: de RU moet zich de komende jaren nadrukkelijker gaan positioneren om zich staande te houden tussen het geweld van de grote, internationale universiteiten. Een van de aspecten uit het plan die zou moeten bijdragen aan het internationale karakter van de RU, is een verandering van naam. De komende jaren wil de universiteit zich gaan presenteren als Radboud University, in tegenstelling tot de huidige naam Radboud Universiteit Nijmegen. De universiteit zegt hiermee een voorbeeld te willen nemen aan gerenommeerde instellingen die niet bekendstaan om hun locatie, zoals het Amerikaanse Harvard University. Gevaren liggen echter op de loer. Naast de nodige onkosten, verliest de RU juist een deel van haar identiteit. Maak een keuze Na in 2004 al te zijn overgestapt van Katholieke Universiteit Nijmegen naar Radboud Universiteit Nijmegen, is de volgende doelstelling van de RU om de naam van de universiteit internationaal aantrekkelijker te maken. Om dit te bereiken, is volgens Gerard Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, een kortere naam essentieel. Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU, geeft aan dat de universiteit volledig achter de nieuwe naam staat: ‘De verkorte naam maakt het makkelijker om te communiceren naar de buitenwereld en draagt bij aan de naamsbekendheid van de universiteit.’ Gerritsen zegt het onnodig te vinden om bestaande eetborden, folders en andere items waarop de naam Radboud Universiteit Nijmegen te vinden is, direct te vervangen. Merkwaardiger is de bewuste keuze om de huidige, volledige naam opzettelijk te gebruiken op formele documenten, waaronder bullen en diploma’s. De RU kiest hiermee moedwillig voor het gebruik van twee verschillende namen, wat onnodig veel verwarring kan veroorzaken. Verkeert de RU in een identiteitscrisis en kan ze Nijmegen toch nog niet loslaten? Nog geen Harvard Het College van Bestuur lijkt de waarde van de stad Nijmegen als verbindende factor te onderschatten. Imagodeskundige Rudy van Belkom, van Imagobureau TINK!, beaamt dit: ‘De verbindende factor van de universiteit is de locatie. De naam van de vestigingsplaats bepaalt de authenticiteit en identiteit van de universiteit.’ Ook Mark Vlek de Coningh, voorzitter van de Universitaire Studentenraad, benadrukt dat de band met Nijmegen niet verloren mag gaan. ‘De stad en de universiteit zijn onderhand zo verweven met elkaar, dat het zonde zou zijn als Nijmegen door deze naamsverkorting niet meer met de Radboud Universiteit geassocieerd wordt.’ Ook de eerdergenoemde vergelijking met Harvard, in lijn met de toekomstplannen van de RU, is volgens Van Belkom merkwaardig. ‘Harvard vormt eerder een uitzondering op de regel. De World Reputation Rankings van de Times Higher Education worden voornamelijk bezet door universiteiten waarin de naam van de vestigingsplaats gewoon wordt vermeld.’ De vergelijking met befaamde internationale universiteiten is volgens Column Manu Compen P. 5 dschap Van Belkom sowieso overtrokken, en hij vraagt zich af in hoeverre een naamsverandering daadwerkelijk bijdraagt aan de internationale positie van de RU. ‘De onderbouwing voor de naamsverandering is erg “van binnen naar buiten” gedacht. Profileer jezelf eerst als een Harvard, voordat je daadwerkelijk je naam erop gaat aanpassen. Daarnaast komt de vergelijking enigszins pretentieus op me over.’ Dan resteert er nog een belangrijke vraag: wat kost dit grapje? Daarover is vooralsnog geen duidelijkheid. Woordvoerder Gerritsen zegt geen weet te hebben van de precieze kosten voor de naamswijziging en de profilering van het merk Radboud, aangezien de naamsverandering verschillende onderdelen van de universiteit aangaat, waaronder het Radboud Sportcentrum en de Radboud Docenten Academie. Wel ziet Gerritsen de eventuele kosten van de naamsverandering als investering in de toekomst, al kunnen hier sterke vraagtekens bij worden gezet. Geld en aandacht kunnen beter worden gestoken in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. ANS Binnenstebuiten Ongeveer vier maanden geleden gebeurde het. Even terug had ik de vriendin van mijn huisgenoot horen huilen en nu klopte hij op de deur. ‘Kom binnen man. Wat is er gebeurd?’, vraag ik terwijl ik gauw mijn muziek zachter draai. Aan zijn blik lees ik niets af. Hij is een van mijn beste vrienden sinds de middelbare school, maar de jongen in wiens ogen ik betekenis zoek, ken ik niet. Die vriend is relaxed, bedeesd, van niets onder de indruk. Deze jongen kijkt alsof hij water ziet branden. Hij doet de deur dicht en pakt een kruk onder mijn bureau vandaan. Zijn ogen dwalen eerst langs me heen, zoekend naar woorden, maar daarna kijkt hij me resoluut aan en vertelt hij met bevende stem: ‘Ze was toch naar de dokter voor een echo omdat ze last van haar buik had?’ Het woord ‘echo’ doet onderbuikgevoelens in me opwellen. ‘Ze kwamen een kloppend hartje tegen.’ In Darmstadt (Duitsland) verschijnen op hetzelfde moment op het computerscherm van een natuurkundige de eerste schimmen van een komeet. Uit de pixelachtige foto’s is nog niets van de vorm van de komeet op te maken, maar het feit dat er überhaupt een beeld is, doet op het gezicht van de enthousiaste wetenschapper al een glimlach verschijnen. De ruimtesonde Rosetta die door hem en zijn team in 2004 is gelanceerd, zal later dit jaar eindelijk aankomen. Met uitzinnige precisie is de sonde zo gelanceerd dat zij door drie keer langs aarde en een keer langs Mars te razen, van deze planeten exact de juiste richting en snelheid meekreeg om bij de komeet te raken. 14 november zal Rosetta haar landertje ‘Philae’ loslaten. Met harpoenen moet Philae zich ankeren op Churyumov–Gerasimenko om niet op te stuiteren en zo te ontsnappen aan het zwakke zwaartekrachtveld. De dagen gaan op de komeet sneller voorbij dan waar ze vandaan komt en het is er onaangenaam koud, maar ze zal desondanks haar sensoren activeren en op onderzoek uit gaan. Tegen de tijd dat u dit leest, zijn Philae en het meisje hoogstwaarschijnlijk op hun pootjes terecht gekomen. Aan dit soort wonderlijk complexe processen is onzekerheid immers inherent. Als natuurkunde-romanticus en ruimtevaartsympathisant, zou ík als ik mijn huisgenoot was in ieder geval wel een paar meisjesnamen kunnen bedenken. Maar ja, mijn soort maakt nou eenmaal niet zo snel kindertjes. Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 6 ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro voor studenten en 10 euro voor externen. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar: [email protected] Gezocht: schoonmaakhulp in Nijmegen-Oost voor 2 uur/week à 12,50/uur. Dag in overleg, bij voorkeur woensdagochtend. Ervaring gewenst. Telefoon 06-21 21 37 41 tussen 17.00- 20.00 uur. Wil jij graag jezelf ontwikkelen in een inspirerende omgeving? Meld je dan voor vrijdag 19 december aan voor het Groei!weekend (30 januari – 1 februari): een weekend boordevol trainingen en gezelligheid! www.groeiweekend.nl. Tekst: Saskia Verheijden/ Foto: Bastiaan Laatste oordeel Leef, woon,Buurman werk, feest... met ANS P.P.77 het laat ste oor deel Studie: Geschiedenis College: Europa, 11 november, 8.45-10.30, SP 1 Docent: Prof. dr. P.A. Stephenson Uitstraling: Charmante Brit Publiek: Vergevingsgezinde historici Inhoud: Sarcastische humor Eindcijfer: 6,5 Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. Paul Stephenson komt 10 minuten te laat de collegezaal binnen gestormd. Met een charmant Brits accent vertelt hij dat hij niet wist waar het college plaats zou vinden. Het is duidelijk dat Stephenson het college maar onzin vindt: ‘Ik ben gevraagd jullie iets te vertellen over Europa in de Middeleeuwen, terwijl dat toen nog niet bestond. We hebben het hier over een cultureel concept, niet een geografische aanduiding. Dit is sowieso een ongeorganiseerd vak, daarom zal het volgend jaar niet meer op deze manier gegeven worden.’ Na wat gepruts met het licht begint Stephenson met tegenzin aan zijn college. De dia’s staan propvol tekst en de historici in spe beginnen dan ook als een malle met het overtypen van de slides. De lappen tekst worden afgewisseld met talloze kaarten van Europa na de val van het Romeinse rijk. Wanneer hij eenmaal begonnen is, lijkt de eerdere tegenzin als sneeuw voor de zon verdwenen. Enthousiast vertelt hij in razendsnel tempo over het Byzantijnse rijk, wie daar aan de macht was en hoe het rijk werd verdeeld. Stephenson weet deze droge geschiedenis toch interessant te houden door het hoge gehalte aan sarcastische humor en zelfspot. Het college gaat erg snel en af en toe is hij moeilijk te volgen. Omdat hij geen microfoon gebruikt is het moeilijk om bij de les te blijven. De aanwezigen lijken echter prima hun aandacht bij het college te kunnen houden. Wie met een vraag zit, heeft pech: omdat hij te laat was, weigert Stephenson vragen te beantwoorden tijdens het college. Antwoorden kunnen studenten in de pauze krijgen. Wanneer het tijd is om even bij te komen, belooft hij zijn studenten om ze na de pauze niet meer met kaarten, maar met fundamentele rechten te vervelen. Dit blijkt allesbehalve saai en vervelend; hij spreekt uitgebreid over slaven en castraties. Deze destijds geaccepteerde praktijken legt Stephenson naast hedendaagse ‘Europese’ normen, zoals vrijheid en gelijkheid. Ondanks de late aankomst en aanvankelijke aversie van de docent voor de cursus, zijn de studenten enthousiast; het college eindigt met een daverend applaus. Het Laatste Oordeel der Studenten ‘Wie hangt nou niet aan de lippen van een man met een Brits accent?, zegt een van de studenten. Hoewel Stephenson tijdens het college meerdere keren aangeeft dat het college niet van grote betekenis voor de cursus is, zijn de studenten het daar niet mee eens. ‘De behandelde stof is wel degelijk relevant en interessant.’ Het blijkt niet de eerste keer dat Stephenson te laat is, hij komt vaak niet eens opdagen: ‘Dit was na meerdere geplande colleges de eerste keer dat hij aanwezig was.’ De studenten lijken het niet erg te vinden: ‘Het duurde lang voordat we eindelijk college van hem hadden, maar dan heb je ook wat.’ ANS Interview Henk Schiffmacher Tekst: Marit Willemsen /Foto’s: Elise Talsma P. 8 Bloed, Inkt en tranen Henk Schiffmacher, ook wel Hanky Panky genoemd, staat bekend als de tattookoning van Nederland. Zijn obsessie voor het verzamelen en zetten van de plakplaatjes gaat ver. ‘De tatoeage is de moeder van de fucking kunst.’ Het is druk in de tattooshop aan de Ceintuurbaan in Amsterdam. De één wil met Henk Schiffmacher op de foto, de ander wil iets blijvends in een andere vorm: een tatoeage. Achterin de zaak klinkt het zoemen van een naald, Schiffmacher legt net de laatste hand aan een tatoeage op de buik van een jongen die met verbeten gezicht voor hem op tafel ligt. ‘Ik kom er zo aan jongens’, roept hij, en gaat vervolgens geconcentreerd verder met zijn werk. Schiffmacher is een waar fenomeen in de Nederlandse, maar ook in de internationale tattoowereld. Zo hielp hij een indrukwekkend lijstje bekende mensen aan een plakplaatje. Onder andere Kurt Cobain, The Red Hot Chilli Peppers, Herman Brood en Lady Gaga werden door hem met de naald bewerkt. Schiffmacher is niet alleen tatoeëerder, maar ook schrijver, schilder, wereldreiziger, verzamelaar en paljas. Dat hij een echte collectioneur is, blijkt uit alles om hem heen: de kasten vol boeken, de vele Maria- en Jezusbeelden, de vitrines met bizarre objecten en zelfs een enkele schedel. Terwijl de klant zijn gloednieuwe lichaamskunst in de spiegel bewondert, gaat Schiffmacher aan tafel zitten, die voor de helft bestaat uit een doodskist. Hij vertelt in duidelijke taal over tattoo als absolute kunstvorm en de onbezonnenheid van het tatoeëren. ‘Het wilde aspect van de tattoo, dat is waar ik van hou.’ Poor man’s Rembrandt ‘Toen ik pas begon, kwamen er vooral hoeren en zeelui. Dat waren geweldige klanten’, lacht Schiffmacher terwijl hij aan zijn koffie lurkt. Als ik bij een of andere mooie prostituee een tatoeage zette, werd de deur platgelopen, want dat zagen veel mensen. Dan kwam iemand binnen met de opmerking: “Ik heb een hele mooie panter gezien”, dan wist ik wel waar hij geweest was.’ Schiffmacher begon zijn carrière eigenlijk als kunstschilder, etaleur en fotograaf, maar koesterde een steeds groter wordende obsessie voor de tattoo. Hij reisde de hele wereld af en verzamelde alles wat met de geschiedenis van tatoeëren te maken had. Gek genoeg kreeg hij zelf pas na zijn twintig- ste zijn eerste tatoeage. ‘Ik voelde me een beetje een non in een hoerenhuis, dus moest ik eraan geloven’, grijnst Schiffmacher terwijl hij zijn mouw opstroopt en zijn eerste tattoo laat zien: een ramskop op zijn bovenarm. ‘Deze komt uit het biologieboek van mijn vader.’ Het bleef niet bij één afbeelding en bij terugkomst in Amsterdam opende Schiffmacher zijn goedlopende shop en vergaarde zijn faam. ‘Een tatoeage hoort primitief te zijn.’ Voor Schiffmacher is de tattoo meer dan een versiering op het lijf, het is kunst. Dat dit in de maatschappij nog niet altijd zo wordt opgevat, kan hem kwaad maken. ‘Een volslagen idioot die geen enkele kijk op de zaken heeft bepaalt wat kunst is, namelijk de belasting’, zegt Schiffmacher geagiteerd. ‘Wanneer iets niet verhandelbaar is, wordt het niet als kunst gezien. Een mural, iets dat op een muur geschilderd is, is hier ook een voorbeeld van.’ De passie spat van de tattookoning af wanneer hij spreekt over zijn werk. ‘De tatoeage is een primitieve vorm van kunst, je komt het in de allervroegste stadia van de mensheid tegen. Ik wil graag opstaan voor wat ik the poor man’s Rembrandt of de moeder van de fucking kunst noem. De loopgravenkunst uit de Eerste Wereldoorlog wordt ook niet behandeld als zijnde kunst. Terwijl je iets volkomen met je hart maakt, iets voor je meisje dat thuis zit en waar je aan denkt terwijl de bommen je om de oren vliegen. Iets dat je maakt met bloed en met tranen. En dat zou het dan verliezen van een of andere kwast die een gerenommeerd product op een doek smeert of gooit met verf? Daar geloof ik niet in.’ Het is vooral de primitieve vorm die Schiffmacher aantrekkelijk vindt in de tattookunst, niet zozeer het verfijnde werk met veel kleuren. ‘Die zogeheten new school is niet echt geschikt, een tattoo hoort primitief ’, vindt hij. ‘Ik vind Interview Leef, woon,Henk werk,Schiffmacher feest... met ANS 10 P.P.10 het zelf heel leuk om oude, dood gewaande tradities weer nieuw leven in te blazen. Zo hebben wij Nederlandse tattooartiesten de Maori-stijl succesvol geherintroduceerd in de wereld. Al hielp het natuurlijk wel dat die Robbie Williams binnen kwam sjokken en een grote Maori-tatoeage liet zetten. Dankzij zulke rolmodellen kan een bepaalde tatoeage heel hard gaan.’ Niet langer voor zeelui Dat de tattoo inmiddels zijn zeelui-imago is ontstegen, mag duidelijk zijn. Iets dat Schiffmacher aan de ene kant toejuicht. ‘Als je op straat kijkt, ziet de hele fuck-zooi er bijna hetzelfde uit, op een enkeling na. Af en toe springt er iemand tussenuit en een tatoeage is een mogelijkheid om dat te doen, want er zijn grote verschillen in wat je kunt laten zetten.’ Volgens de tattookunstenaar zijn er helaas ook nadelen te noemen aan de veralgemenisering van de tatoeage. ‘Natuurlijk is er ook een hele grote mainstreamgolf in met dezelfde rotzooi die iedereen al heeft. We hebben hier in Nederland iets van 1800 tatoeëerders, toen ik begon waren het er vijf. Van die 1800 produceren 1750 een klodder bagger waar je niet goed van wordt’, roept hij kwaad terwijl hij een klant helpt die wil betalen. ‘Door ANS-Online.nl Leef, woon, werk, feest... met ANS 11 P.P.11 de grote hoeveelheid is er een wildgroei ontstaan. Vergunningen voor winkels worden uitgedeeld door de GGD, maar deze zijn niet gebaseerd op iemands werkervaring of wat hij kan. De juffrouw komt binnen, ziet een sterilisator, een tattoomachine en tegeltjes aan de muur en zegt: “dat is goedgekeurd, u mag gaan tatoeëren”. Mensen verwarren die toestemming met een diploma van kunnen. Een afbeelding kan niet diep genoeg gestoken zijn of juist te diep, waardoor een prachtig portret van een baby in een plak metworst verandert.’ Een oplossing voor dit probleem is niet zomaar gevonden, al heeft Schiffmacher wel wat ideeën. ‘Ik ben ervoor een soort gilde op te zetten, waarin statussen van leerling en meester worden aangehouden en het vak wordt aangeleerd. Helaas moet dit wel een heel onafhankelijk apparaat zijn en het soort mensen dat zich bezighoudt met tatoeëren is niet het soort dat zich makkelijk laat organiseren’, lacht hij. Een daad van onbezonnenheid Getekend, is de titel van het laatste boek van Schiffmacher, waarin de verhalen achter elke tattoo op zijn lijf een plaats hebben. Dat iedere tatoeage een verhaal kent, mag volgens Schiffmacher niet verward worden met een zogenaamde ‘betekenis’ achter een tattoo. ‘Ik ben een collectioneur. Iemand die gedurende zijn leven links en rechts iets oppikt. Zo ga je bijvoorbeeld naar Shanghai en laat je daar met een zootje mensen een tatoeage zetten. De volgende keer gebeurt dat weer heel ergens anders. Een beetje zoals de zeeman dat deed. Het zetten van een tatoeage heeft iets onverantwoords, iets wilds, een aspect waar ik ontzettend van hou.’ Beredeneerde en zogenaamd bedachte tattoos leiden volgens de tattooartiest tot niks. ‘Dat is iets voor dameskappers die hier komen en meteen hun hele arm vol willen. Dat vind ik ontzettend saai. Geef mij maar een gozer met een anker, of iemand die het lef heeft de naam van zijn meisje er op te zetten. Iedereen weet: tattoos last longer than romances, en hij zet het er dan toch op. Dat is een daad van onbezonnenheid.’ ‘Meteen een hele arm vol is ontzettend saai.’ Niet te veel nadenken, gewoon doen, is Schiffmachers devies. ‘Als je lang gaat nadenken is er geen enkele reden in deze samenleving om je te laten tatoeëren, niet één. Het is niet zo dat je bij een totem of een stam hoort, of het nodig hebt om van meisje, vrouw te wor- den. Dan kom je bij schimmige redenen als: dat is mijn sterrenbeeld, of daar hecht ik waarde aan. Sommige mensen komen binnen en willen de naam van vader of moeder in het Tibetaans hebben of in het Chinees. Dan denken ze ook nog dat ik dat allemaal schrijf en spreek’, lacht Schiffmacher. Een tattoo uit liefde of enorme pijn is volgens hem een ander verhaal. ‘De pijn omzetten in fysieke pijn heeft daar alles mee te maken. Je hebt wat extra’s nodig om je verdriet te verwerken en door de pijn heb je wat anders om over na te denken. Mijn vader zei vroeger altijd als ik jankend thuis kwam: “Hier heb je wat om over te janken” en gaf me een klap voor mijn harses.’ ‘In deze samenleving is er geen enkele reden voor een tatoeage.’ Spijt is wat de koe schijt Spijt heeft Schiffmacher van geen enkele tatoeage. Slechts één naam liet hij zwart maken. ‘Om mijn kinderen niet te verwarren’, meent hij. Tatoeages laten weg laseren, vindt hij ronduit dom. ‘Door de laser gaat het pigment rondzwerven in je lichaam, daar zou meer onderzoek naar gedaan moeten worden.’ Met wroeging over een tattoo hoef je bij Schiffmacher dan ook niet aan te komen. ‘Spijt is wat de koe schijt. Een stukje avontuur hoort bij degene die een tattoo neemt. Iemand die een paar tatoeages heeft zal, laat ik het heel overdreven zeggen, sneller het risico tot onbeschermde seks nemen dan iemand zonder tattoos. Er zit iets wilds aan. Altijd maar dat berekende en dat verantwoorde, dat is strontvervelend. Je wilt toch weleens tegen alles in gaan en iets doen dat helemaal nergens op slaat? Iets doen dat onverantwoord is, al is het maar één keer. Schiffmacher grijnst tot zijn gouden tanden zichtbaar worden in zijn mond. ‘Althans, dat wil ik wel.’ De tattooartiest is vaak genoeg ‘onverantwoord’ geweest, hij bedrukte als het ware zijn hele levensverhaal op zijn lichaam. ‘Eigenlijk vormen de tatoeages de kerfstok van mijn bestaan’, legt hij uit. De kunstenaar is zelfs zo blij met sommige tatoeages, dat hij deze graag na zijn dood als pronkstukken toe zou willen voegen aan zijn grote verzameling. Het conserveren van lichaamsdelen na zijn overlijden lijkt hem totaal niet te choqueren. Schiffmacher bekijkt aandachtig zijn rijk versierde hand: ‘Ja, dit zou ik wel willen houden.’ ANS Kerstverhalen Illustraties: Rens van Vliet P. 12 NIemand zei dat het l Besneeuwde daken, knapperende haartvuren en huisdieren die eindigen als kerstmaaltijd: Rond deze tijd krijg je genoeg clichématigheid voor je kiezen. Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven ieder voor ANS een verhaal over een kutkerst. Junior trok de enorme trui van zijn moeder nog iets verder omhoog om er goed bij te kunnen.‘Vooral links,’ zei ze, haar gezicht een klein beetje vertrokken. Op tafel lagen zoals iedere zaterdagmiddag twee tubes verzachtende crème, een washandje, een flesje zeep zonder parfum en een kommetje lauw water. ‘Is het erg?’, vroeg ze toen Junior de eerste plooi omhoog tilde. Zijn moeder was al 27,8 kilo afgevallen, maar Junior telde nog altijd vier rollen tussen de rand van haar bh en het elastiek van haar spijkerbroek. Hij keek naar de plekken waar de huid door het schuren rood was uitgeslagen en schudde zijn hoofd. Het was in ieder geval niet erger dan de zaterdag daarvoor. Vandaag, Eerste Kerstdag, zat de familie Mijntjes precies op de helft van het programma. Wendy en de cameraploeg waren vorige week al geweest om te doen alsof het Eerste Kerstdag was. Juniors moeder had toen dezelfde trui aan. Een rood, gehaakt exemplaar met een hert erop ter grootte van een verkeersbord. Op de plek van de neus een grote dot pluizige wol. Zoals iedere draaidag sprak Wendy eerst met alle familieleden apart. Junior was als laatste aan de beurt, na zijn oudere zus Franceska. Op de vraag hoe het ging op school, antwoordde Junior dat hij blij was met de kerstvakantie. Wendy had hem meewarig aangekeken, haar wenkbrauwen hoog opgetrokken. ‘Wat zeggen de kinderen op jouw school dan tegen jou?’ Het zitvlak van de bank deukte door Juniors gewicht zo erg in, dat het leek alsof Wendy op een heuveltje zat en ieder moment in zijn schoot kon rollen. ‘Weet ik veel. Dikke, bolle, vreetschuur, dat soort dingen.’ Wendy had een schrikgeluidje gemaakt en haar hand op zijn elleboog gelegd. Daarna zei ze dat dat heel erg gemeen was en dat hij zich daar maar niet te veel van aan moest trekken. Ze gaf de cameraman een knikje en was toen opgestaan. ‘Maar het is toch zo?’, zei Junior na een kort moment stilte. ‘Ik ben toch ook heel dik.’ Wendy keek niet op van haar telefoon en de cameraman had zijn schouders opgehaald, tegen niemand in het bijzonder. Na de interviews zette iemand van het productieteam een laptop op tafel met een boodschap van personal trainer Marek. Hij sprak de familie Mijntjes toe vanuit een aprés-skilounge in Hinterglemm, zoals altijd gekleed in een singlet en een joggingbroek. Zijn gespierde, mokkabruine armen glommen, Junior zag de aders lopen. ‘De weg naar succes gaat nooit vanzelf omhoog,’ had Marek ANS-Online.nl P. 13 leuk zou worden grijzend gezegd, ‘niemand zei dat het leuk zou worden, zet ‘m op.’ Toen het filmpje was afgelopen, bleek Wendy al naar huis. Tijdens de draaidag had het dagmenu voor de kerstdagen nog wel oké geleken, maar nu het daadwerkelijk Eerste Kerstdag was, zag Junior zijn moeder vertwijfeld met drie kilo groenten en vier piepkleine stukjes kalkoenfilet in de keuken staan. Toen ze met schorre stem vroeg of iemand haar wilde helpen met het snijden van de komkommers, barstte Franceska in snikken uit. Ze stormde zo goed en zo kwaad als ze kon de trap op en gooide de deur van haar kamer met een klap dicht. ‘Met Kerst mag ik toch wel één keer gewoon eten wat ik lekker vind,’ riep ze. Daarna wierp ze zich snikkend op het bed. Het vervaarlijke gekraak van de verstevigde lattenbodem was tot in de woonkamer hoorbaar. Junior zag zijn moeder kijken naar de uitgestalde paprika’s, wortels en uien op het aanrecht. Hij hoorde haar ademhalen, lucht die van diep kwam en die naar verre uiteindes moest. Zijn vader staarde al een tijdje naar de deur van de koelkast waarop een foto van Marek was geplakt. Hij stak zijn duimen omhoog en knipoogde in de camera. ‘It’s never too late for change’, stond eronder. Franceska kwam pas weer naar beneden toen het eten was opgediend. Ze snikte nog steeds en bij het inademen maakte het slijm in haar keel een knetterend geluid, waar Junior half van moest kokhalzen. Juniors moeder had twee grote adventskransen met kaarsen op tafel gezet. Ze stonden er verloren bij. Het pakje servetten met kerstthema lag ongeopend op een hoek van de tafel. Junior keek naar de rest van zijn gezin. Naar de vier paar worstige handen op tafel, de plaat met walmende wortels, de kom met sla-zonder-dressing. Niemand at. Niemand stelde voor om te gaan eten. Met een snelheid die hij niet van hem gewend was, klapte Juniors vader ineens met zijn platte hand op tafel. Daarna zat hij weer stil, alsof hij zelf schrok van het geluid. ‘Kom, we gaan,’ zei hij na een korte pauze. ‘Waarheen?’ vroeg Junior, maar zijn vraag bleef onbeantwoord. Zijn moeder en Franceska leken zich niets af te vragen en liepen doelbewust achter elkaar de gang in richting kapstok. ‘Die bij de snelweg is wel open, denk ik,’ zei Franceska toen ze de oprit afreden. Junior keek haar vragend aan. Ze hield haar telefoon vlak voor zijn gezicht, Junior zag een tabblad van ‘goeievraag.nl’ openstaan, waarop stond dat de meeste McDonalds-filialen op Eerste Kerstdag geopend waren van 11.00 tot 22.00. Zowel de snelweg als de drive-through waren uitgestorven. Junior drukte zijn oor tegen het raam zodat hij precies langs het hoofd van zijn vader kon kijken. Op de parkeerplaats stond één auto. De bestuurder stond tegen de motorkap geleund en rookte een sigaret, zijn McFlurry op de motorkap. Juniors vroeg niet, gaf met monotone stem de bestelling door ervan uitgaande dat niemand in die weken tijd zijn voorkeuren had veranderd. Daarna reden ze traag door. Junior keek naar zijn zus, haar handen gevouwen op haar buik, haar ogen groot en verwachtingsvol. Hij dacht aan de keer dat hij naar haar kamer was gegaan omdat hij een nietmachine nodig had. In een van de bureaulaatje had hij lege papiertjes gevonden, Snickers, Mars, Milky Ways. Het was alsof ze zelfs de verpakking schoongelikt had, nergens was meer een splintertje chocola te vinden.In het afhaalloket zaten vier jongens verveeld te kaarten. Ze schrokken toen de auto van de familie Mijntjes onder hun raam verscheen, deden gauw hun petjes op. Toen zijn vader de laatste zak had aangenomen, stak de jongen van de McDonalds zijn hoofd wat verder uit het raampje. ‘Bent u niet die…,’ ‘Nee, dat ben ik niet,’ onderbrak Juniors vader hem stuurs. Hij draaide zich om, de auto schudde, en gaf de twee laatste zakken door aan Franceska. ‘Vrolijk Kerstfeest,’ zei hij knipogend, maar Franceska hoorde hem al niet meer. ANS Lotte Lentes is redacteur bij literair tijdschrift Das Magazin en maakt deel uit van het schrijversduo Arts en Lentes. In 2014 werd ze tweede bij de schrijverswedstrijd WriteNow. Kerstverhalen P. 14 Sheng dan jie I De ruiten van de enige afhaalchinees in de stad die geopend is op kerstavond zijn beslagen. Buiten zoemt de uitbundige kerstversiering en op het voorste raam staat met spuitsneeuw Happy Christmans! geschreven. Als ik de deur achter me sluit, knikt een kale meneer met een leesbril me toe. Hij staat tegen het grote aquarium met de goudvissen geleund. Het echtpaar dat tegenover hem op de bank zit volgt aandachtig mijn bewegingen. ‘Ik hoop dat je veel tijd hebt’, zegt hij als ik hem voorbij loop richting de balie. Voor mij pakt een man een witte tas aan en loopt de zaak uit. ‘Heel veel tijd’, sist de aquariumman tegen de man die met de witte tas weer naar de deur loopt. De vrouw van het echtpaar op de bank lacht schamper. II ‘Een singlemenu met mihoen is drie euro extra’, zegt de mevrouw achter de balie terwijl ze het bonnetje schrijft. ‘Mihoen dlie eulo extla’, zegt de man van het echtpaar op de bank. Er klinkt gelach. Ik schaam me. ‘Ik sta hier al uren’, zegt de man die tegen het aquarium staat. ‘Ja, wij ook’, zegt de vrouw van het echtpaar op het bankje. ‘Het is echt verschrikkelijk. Ik vind dit helemaal niet gezellig.’ ‘Uren’, zegt de aquariumman, terwijl hij over zijn schouder naar de balie kijkt. Iets meer naar links op het bankje zit een vrouw met lang blond haar. Ze knikt serieus, als een nieuwslezer die een correspondent in oorlogsgebied aan de lijn heeft. Aan de tafel zit een man met natte krulletjes. Ik schuif aan. III Als ik zit, zwaait de deur open en stapt een man in een gewatteerde jas binnen. Buiten knipperen de alarmlichten van zijn auto. ‘Ik had gebeld’, zegt de man. Hij noemt de gerechten. Meteen daarna schuift het luik open en wordt er een wit pak de balie opgeschoven. ‘Manmanmanman’, zegt de man die tegen het aquarium staat. ‘Mevrouw’, roept de blonde vrouw. ‘Ik zit hier nu al een uur te wachten op drie loempia’s en steeds komen er mensen binnen die telefonisch iets besteld hebben.’ ‘Die hebben telefonisch besteld’, zegt de mevrouw achter de balie. ‘Dit kan zo niet langer!’, roept de aquariumman, zijn stem slaat over. De mevrouw achter de balie schreeuwt iets door het luik de keuken in. Iemand schreeuwt iets terug. Daarna gaat het luik weer dicht. IV Steeds opnieuw komt er iemand binnen. Steeds opnieuw is de eerstvolgende witte tas voor de beller. De man met de krulletjes loopt naar de balie en weer schreeuwt de vrouw wat door het luik. De man met de krulletjes schuift bij het echtpaar en de blonde vrouw op de bank. ‘Dichter bij de balie zitten maakt niet dat het sneller gaat, hoor’, zegt de aquariumman. De bank lacht luid. De mevrouw achter de balie toont geen reactie. De lichtjes in de kerstboom op de balie veranderen van knipperritme. V ‘Ik vind dat we gewoon moeten gaan’, zegt de aquariumman op gedempte toon, nadat er weer een beller met een witte zak is vertrokken. ‘Dat ze maar stikken in hun Chinees.’ De man van het echtpaar kijkt op zijn horloge. ‘We hadden de kinderen beloofd dat we om zeven uur konden eten’, zegt de man. ‘Dat valt nu helemaal in het water’, zegt zijn echtgenote. Ze bijt op haar lip. ‘Helemaal in het water.’ ‘Ja’, sist de man met de natte krullen. ‘Laten we gaan. Dan halen we gewoon shoarma.’ ‘Ja!’, roept de aquariumman. ‘Muiten!’, roept de man met de natte krullen. Het echtpaar kijkt elkaar even aan. ‘Zullen we het gewoon doen?’, zegt de man. Even zie ik een twinkeling in zijn ogen. ‘Niks ervan’, zegt de blonde mevrouw. ‘Niemand gaat hier muiten. Ik blijf hier en eet vanavond godverdomme die fucking loempia’s. Al is het ’t laatste dat ik doe.’ De man van het echtpaar schraapt even zijn keel. ‘Prima’, zegt de aquariumman. ‘Prima. Sommigen verpesten het voor de rest. Dat gebeurt ook met kerst.’ ANS-Online.nl Leef, woon, werk, feest... met ANS 15 P.P.15 te knopen, sla mijn sjaal weer om mijn nek. Ik vraag me af hoe laat het is. Ik gooi mijn tas op mijn rug en loop richting de deur. ‘Mevrouw’, zegt de mevrouw. ‘Wat gaat u nu doen?’ ‘Weet ik niet’, zeg ik. ‘Naar huis.’ ‘Wat gaat u dan eten?’ ‘Een boterham, denk ik.’ ‘O’, zegt de vrouw. ‘Ja’, zeg ik. VIII ‘Mevrouw?’, roept de balievrouw in de deuropening als ik mijn fiets van het slot aan het halen ben. Ik kijk op. Ze wenkt me. ‘Wat?’, zeg ik. Ze wenkt nog eens. Ik draai mijn slot weer dicht. IX VII Achterin de keuken zitten drie koks en een stel kinderen aan tafel. Er zoemt wat tl-licht en de koelingen ruisen. De vrouw trekt een stoel van de tafel en wijst ernaar. ‘Eet je mee?’ Ik kijk naar de stoel. Een van de koks pakt een bord van een stapel en legt er bestek op. ‘Het is alleen geen Hollandse chinees’, zegt de vrouw. De koks beginnen te lachen. Ik schuif aan. Op tafel staan rijst, vlees en groente. Er wordt een biertje naar mijn bord geschoven. Een van de koks wuift naar me. ‘Geen singlemenu, geen kerstdiner, maar wel nog dit’, zegt hij. ‘Met ons.’ Ik schuif aan en we eten en de mevrouw van de balie en de koks en de kinderen praten en lachen en ik kan ze niet verstaan, maar ik lach evengoed mee. De ramen zijn beslagen, ik heb een dikke keel, zo fijn vind ik het, dus ik lach alleen maar, ik lach, want soms is dat het enige wat je moet doen tijdens zo iets vreselijks als kerst. Gewoon even je mond dichthouden en lachen. Gewoon lachen. ANS ‘Mevrouw?’, zegt de vrouw van de balie. Ze staat voor me. Ik schrik op. ‘Huh?’, zeg ik. ‘Mevrouw, we zijn uw singlemenu vergeten.’ ‘O’, zeg ik. ‘Sorry, heel dom. Het was heel druk. De keuken is al schoon. Ik had niet opgelet.’ ‘O’, zeg ik nog een keer. ‘Ja’, zegt ze. Ze geeft me mijn geld terug. Ik sta op en begin mijn jas dicht Hanneke Hendrix is schrijver en hoorspelmaker. Ze schreef onder andere voor literair festival Wintertuin, maar verscheen ook op de Zwarte Cross. In 2014 kwam haar tweede roman uit, De dyslectische-hartenclub. ‘Jij had net zo goed zo’n beller kunnen zijn’, zegt ze. Niemand zegt meer wat. VI En dan ben ik de enige die nog over is in de zaak. Ik glimlach naar de mevrouw achter de balie. Ze glimlacht terug. Daarna is het lang stil. Ik wil niet opstaan om te vragen hoe lang het nog duurt. Ondertussen is er ook al een hele tijd geen beller meer binnengekomen. Misschien zijn ze voor een hele grote familie aan het koken. Dat kan best. Het is immers kerst. Dan eten grote families samen en sommige grote families eten dan Chinees. Dat is helemaal niet raar. Net zoals het niet raar is dat ik singlemenu zeven met mihoen eet op kerstavond. www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16 kerstballen Ans deze maand P. 17 Deze ‘geboorte van Jezus’ wordt u aangeboden door de ballen van Carolus Magnus. Vanaf de tafel met de klok mee: M.N. Kiestra, C.A. Vijn, L.C. van Klamthout, L.G.F. Bossers, D.J.W.C. Walraven, F.G.J Arntz, A.B. Janssen Met je gitaar de straat op Tekst: Bas Dikmans en Annemarie Verschragen/ Illustratie: Sanne Reckman P. 18 Straatkli Vluchtende vrouwen en stijve tepels, een kleine greep van wat je tegenkomt als je in Nijmegen straatmuziek maakt. ANS volgt de studentenband Lippu en ontdekt zo het straatmuzikantenleven in Nijmegen. ‘Tering, het is koud’, roept Ruutger Lenzen (26), zanger van de studentenband Lippu. In het centrum van Nijmegen, op de kruising tussen de Marikenstraat en de Burchtstraat, maakt de band zich klaar voor een middag straatmuziek. Op zaterdag is het primetime in Nijmegen, de straatmuzikanten variëren van studenten die een zakcentje willen bijverdienen tot een accordeonist van middelbare leeftijd uit Macedonië. Vandaag is het echter een grauwe vrijdag en op twee verkleumde vioolmuzikanten op Plein ’44 na is het rustig in de stad. Zelfs het welbekende tamboerijnvrouwtje is thuis gebleven. Met de donkere dagen op komst gaat ANS op zoek naar de doorgewinterde straatmuzikanten in Nijmegen. Hoe ervaren zij het spelen op straat en worden ze gewaardeerd door het Nijmeegse publiek? Met Lippu neemt ANS de proef op de som. Hoe klinkt onze binnenstad? Na een serenade is het bushokje binnen 10 seconden leeg. Vluchtende vrouwen Lippu is een vijfkoppige Nijmeegse studentenband, bestaande uit bassist Anton de Hoog (23), gitaristen Sebastian Tiesmeyer (24) en Ralf Kooken (19), drummer Tuur van den Eijnde (20) en frontman Lenzen. De groep maakt energieke nederpop met teksten die variëren van zoetsappig vrolijk tot superserieus. Bij de Marikenstraat wordt het bandlogo op de grond gelegd en begint het inspelen. De kou heeft duidelijk effect op de muzikanten. ‘Ik krijg er stijve tepels van’, roept Lenzen terwijl hij in zijn handen wrijft. Het plan wordt opgevat om bij de overvolle bushalte van de Burchtstraat een serenade te brengen aan wachtende vrouwen. ‘Ik wil je hebbe, hebbe’, zingt Lenzen. Dit is geen succes: binnen 10 seconden is het bushokje leeg. De 2 meter lange zanger blijkt iets te imposant voor de gemiddelde buspassagier. Ondanks de vluchtende vrouwen is het gewoon toegestaan om bij de bushalte te spelen. ‘Een paar jaar geleden moest je bij het politiebureau een vergunning aanvragen om op straat te spelen, dat is nu niet meer nodig’, vertelt doorgewinterd straatmuzikant Jaron Tripp (30). Elke week speelt hij de hang, een soort steeldrum. Muziek maken is zijn beroep, naast gewone optredens verdient hij vooral geld door het spelen en het verkopen van cd’s op straat. Het feit dat je geen vergunning nodig hebt, betekent echter niet dat je overal kunt spelen. Je mag bijvoorbeeld niet langer dan een half uur op dezelfde plek of bij de ingang van een winkel vertoeven. Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, benadrukt dat deze regels bedoeld zijn om overlast te beperken, maar hij is wel blij met de muzikanten. ‘Straatmuziek hoort bij een stad van onze grootte, het geeft kleur en levendigheid aan het centrum.’ Tripp staat wel bij een winkel, desondanks krijgt hij veel positieve reacties en ligt er minimaal 50 euro in de koffer voor hem. Lippu trekt zich dan ook niet zoveel aan van de regels en begeeft zich, in de hoop om nog wat geld te verdienen, naar de grootste winkelstraat. Hang naar echtheid Volgens Vincent Meelberg, universitair docent Algemene Cultuurwetenschappen, is de interesse voor straatmuziek niet vreemd: ‘We hebben in onze samenleving een hang naar echtheid, je hoort tijdens het winkelen vooral ingeblikte muziek uit de radio. Straatmuziek is dan een welkome afleiding.’ In de Broerstraat blijven inderdaad veel mensen staan kijken, opvallend genoeg vooral pubermeisjes. ‘Ik merk dat vooral meiden tussen 15 en 22 jaar en vrouwen in de menopauze blijven staan,’ zegt Lenzen verwonderd. Als de muzikanten het inkers nummer Wil ze me nou wel of wil ze me nou niet zingen, roept een meisje grappend: ‘Natuurlijk willen wij mannen die zulke muziek maken.’ Door de afwezigheid van Floris Gravendaal (33) heeft Lippu alle ruimte in de Broerstraat. Hij laat hier elke zaterdag klassiekers als Malle Babbe uit zijn draaiorgel klinken en beaamt dat hij veel waardering krijgt van het winkelend publiek. ‘Doordat steeds meer mensen online winkelen of alleen een pinpas bij zich hebben, wordt het wel steeds moeilijker om rond te komen’, zegt hij enigszins teleurgesteld. Helaas moet ook de band concluderen dat de mensen de hand op de knip houden. De inkomsten in het centrum: 0 euro. Pianoplezier De recentelijk verschenen piano op het station biedt een goede mogelijkheid om warm en droog te jammen. Volgens Meelberg is deze plek ideaal: ‘Mensen voelen hier minder gêne om te luisteren, omdat ze toch staan te wachten en niet het gevoel hebben dat ze geld moeten geven.’ Het publiek bestaat hier dan niet alleen uit ANS-Online.nl P. 19 meiden, maar varieert van dansende dronkenlappen tot chagrijnige conducteurs, die het ook niet kunnen laten om met de heupen te wiegen. De band wordt een halfuur lang gevolgd door aangeschoten mannen. Lenzen leeft op door de enthousiaste reacties van het publiek: ‘Het is geweldig om te zien wat onze muziek met mensen doet, op straat sta je veel dichter bij het publiek.’ Dat ze al een halfuur worden gevolgd door twee aangeschoten mannen werkt bij de band vooral op de lachspieren. Om de dag compleet te maken springt bij het laatste nummer iemand vanuit het publiek naast de zanger en begint luidkeels mee te zingen. Op het einde van de dag houdt Lenzen semi trots een euro omhoog, ‘de interactie met het publiek is het belangrijkst, nu maar hopen dat dit likes oplevert.’ ANS Universitaire Studentenraad Gezamenlijke vergaderingen Tijdens de gezamenlijke vergaderingen op maandag 27 oktober met de Ondernemingsraad en op 3 november met de Ondernemingsraad (OR) en het College van Bestuur, is er onder andere vergaderd over het concept van het Strategisch Plan van de RU voor de periode 2015-2020, verhuizingen van faculteiten en de diefstallen op de campus. Ook is er een presentatie gegeven over wetenschappelijke integriteit door prof.dr. J.W.A. Smit, voorzitter van de adviesraad Wetenschappelijke Integriteit. Actie tegen diefstallen Omdat er de afgelopen weken meerdere malen diefstallen werden gemeld op de campus, heeft de Universitaire Studentenraad (USR) actie ondernomen om dit tegen te gaan. De USR heeft studenten die hun persoonlijke eigendommen achterlaten zonder toezicht bewust gemaakt van de risico’s door te flyeren. Bij de ingangen van bibliotheken en studieruimten zijn posters opgehangen om de mensen op de campus er op te wijzen dat er risico’s verbonden zijn aan het achterlaten van de eigendommen als laptops, tablets en telefoons. Naast goed opletten, zijn er ook andere maatregelen die studenten zelf kunnen nemen, zoals het aanschaffen van een laptopslot. In de bibliotheken van FNWI zijn deze sloten zelfs te leen. Verder zijn er ook in de FNWI en in de UB laptopkluisjes geplaatst, waarin een stopcontact zit. Op deze manier zijn de mobiele apparaten veilig opgeborgen en kunnen ze tegelijkertijd opladen. Tenslotte is het mogelijk om beveiligingssoftware te installeren op de apparaten, dat gebruikers alarmeert wanneer nodig. Deze software is gemakkelijk online te bestellen, bijvoorbeeld via VirtuaLock of via Surfspot (korting voor RUstudenten) of Prey Project (open source). Strategisch Plan In overleg met onder andere de Ondernemingsraad en de USR heeft het College van Bestuur besloten het Strategisch Plan te herschrijven. Het College heeft de input meegenomen in dit herschreven plan en het concept daarvan is inmiddels ook besproken door de USR en OR. Verhuizingen op de faculteiten In verband met de verbouwing van de campus, zullen sommige faculteiten gaan verhuizen. De Faculteit der Sociale Wetenschappen was hier tijdens de tentamenweken al mee bezig, maar dit was niet juist gecommuniceerd naar de studenten. Volgens het College van Bestuur is de communicatie naar studenten vooral een verantwoordelijkheid van de faculteiten zelf, maar het college zal bij de faculteiten ook onder de aandacht brengen dat zij ervoor moeten zorgen dat verhuizingen zoveel mogelijk in college- en tentamenluwe periodes moeten plaatsvinden. Website: www.numedezeggenschap.nl, Twitter: @NUMedezeggensch, Facebook: www.facebook.com/NUmedezeggenschap, E-mail: [email protected]. (Advertentie) Tekst: Kim Saris en Marit Willemsen/ Foto’s: Marit Willemsen/ Illustraties: Joost Dekkers De Graadmeter P. 21 De graadmeter In het studentenleven zijn de mogelijkheden niet te overzien. Waar kun je het beste wildkamperen, wat is het hipste kapsel en hoe scoor je het snelst een bedpartner? In De Graadmeter onderzoekt ANS elke maand de opties. Deze keer: Warme weldoenerij in de wintermaanden Wat: Naastenliefde Effect: Schouderklopjes Voldoening: Held van de wijk Wat: Liken en sharen Effect: Vriendenafhankelijk Voldoening: Nul komma nul Wat: Bejaarden behagen Effect: Oma lacht Voldoening: Nu kan ik sterven ‘Jullie zijn zeker van de kerk? Wij hoeven niks.’ De buurt rondgaan om vriendelijk lachend hulp aan te bieden, wekt in eerste instantie argwaan. Zodra het panel aankondigt voor nop de stoep te vegen, het gras te maaien of het glas weg te brengen, zwaaien de voordeuren echter wagenwijd open. Helaas wordt de hulp niet vaak geaccepteerd, al blijven de uitnodigingen voor koffie binnenstromen. Door de vele complimenten en schouderklopjes voor het geweldige aanbod alleen al waan je je een heuse superheld. Bovendien groeit niet alleen je ego, maar ook de band met de buren. Een tochtje naar de glasbak levert zelfs een telefoonnummer op van een buurman die graag eens de fietsen van de helpers ‘een beurt’ zou willen geven. Facebook is niet alleen de plek waar je dat leuke meisje eindelijk in bikini kunt zien of de hele wereld meedeelt hoe je hebt ontbeten. Goede doelen slaan je online om de oren met foto’s van toegetakelde zeehonden en zieke Afrikaanse kinderen, klaar om gedeeld en geliked worden. Het panel besluit te ‘helpen’ en binnen enkele seconden staat de tijdlijn vol met rotzooi, van anti-plofkip-reclame tot Bond tegen vloeken-slogans. Hoe filantropisch dit ook klinkt, de gemiddelde Facebookvriend negeert je welwillende boodschap totaal. Likes blijven uit, de enkeling die reageert vraagt zich af of het Facebookaccount van het panellid gehackt is. Met deze methode ben je eerder een schreeuwende stoorfactor dan een ware weldoener. Het opzoeken van opa en/of oma wordt vaak als heuse goede daad beschouwd. Naast je eigen opoe zijn er verzorgingstehuizen vol oudjes die verlegen zitten om een beetje aandacht. Vandaag mag het panel koffie schenken en kletsen. De grijsaarden zijn als kleine kinderen zo blij met de aandacht van personen jonger dan tachtig en zuigen vrolijk op hun bokkenpootjes. Wie plaatsneemt tussen de scootmobielen en rolstoelen, wordt al snel bestookt met vragen. De ouderen kunnen hun vieze moppen en nostalgisch gebral kwijt, terwijl jij karmapunten scoort. Ondanks dat er bijna geen klap is uitgevoerd, wordt een panellid aan het eind van de middag aan de mouw getrokken: ‘Kom je nog eens terug?’ ANS Kijk voor meer manieren om je barmhartigheid op te krikken op bit.ly/warmeweldoenerij Interview De snijtafel Tekst: Anne van Veen/ Foto: Elise Talsma P. 22 ongenadig oordelen ANS-Online.nl P. 23 Koefnoen, Nielson en zelfs Kinderen voor Kinderen zijn niet veilig voor het oordeel van De snijtafel, een internetvideoserie waarin Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma onderdelen uit de populaire cultuur met de grond gelijk maken. ‘De heersende cultuur is gewoon niet zo intelligent.’ ‘Het is allemaal flauwekul, vers van de pers, flauwekul van nu!’, zegt Kasper C. Jansen tegen Michiel Lieuwma terwijl ze in een nonchalante houding achter hun bureau zitten. ‘Dat had Matthijs van Nieuwkerk moeten zeggen, in plaats van de opening dat hij vandaag een belangrijk gesprek gaat hebben over een belangrijk onderwerp.’ Met deze conclusie wordt de aflevering afgesloten en is er weer een onderdeel van de populaire cultuur met de grond gelijk gemaakt. In een simpele video van ongeveer 20 minuten neemt het duo Carice van Houten en Halina Reijn tijdens de presentatie van hun boek Antiglamour in De Wereld Draait Door onder de loep. Het tweetal legt de vinger precies op de zere plek en met onderbouwde meningen wordt het fragment soms op een komische manier zin voor zin bekritiseerd. Jansen en Lieuwma noemen dit concept De snijtafel, een internetvideoserie waarvan iedere maand op YouTube een aflevering verschijnt. Hierin houdt het duo de kijkers een spiegel voor. Sinds vier maanden werken ze voor De Correspondent, een dagelijks medium dat inzichten biedt in hedendaagse onderwerpen, en worden er steeds meer onderdelen van de populaire Nederlandse cultuur terechtgewezen. ANS ondervroeg Jansen en Lieuwma over de beweegredenen achter het starten van deze zure serie en hun kijk op de hedendaagse populaire cultuur. Het duo houdt de kijkers een spiegel voor. Gewoon kut In eerste instantie lijken Jansen en Lieuwma lichtelijk verlegen, maar zodra ze over hun project kunnen vertellen, komt het enthousiasme dat ook te zien is in de afleveringen naar voren. Het tweetal is goed op elkaar afgestemd en de mannen vullen elkaar perfect aan. Lieuwma steekt van wal door te vertellen dat hij van kinds af aan al stevige kritiek had op de liedjes, bands en films die toen populair waren. ‘Toen ik nog een tiener was, kon ik deze kritiek niet goed verwoorden. Ik vond alles gewoon kut. Ik had veel minachting voor de Nederlandse cultuur en dacht dat deze niet meer te redden was. Tegenwoordig heb ik door meer kennis en financiële middelen betere toegang tot bepaalde literatuur of toneelgezelschappen en ben ik bepaalde aspecten van de cultuur meer gaan waarderen. Frustraties ontstaan omdat een groot publiek hier geen kennis mee maakt, maar door het starten van deze serie krijgen de goede onderdelen een beetje meer ruimte.’ Jansen luistert geduldig naar het verhaal van zijn collega en denkt lang na voordat hij zijn verhaal formuleert. Hij kiest zijn woorden zorgvuldiger dan Lieuwma, maar het tweetal heeft nagenoeg dezelfde mening: ‘Deze rommel is niet specifiek voor de Nederlandse cultuur. De heersende cultuur, datgene waar de mensen van houden, is nooit echt intelligent, omdat mensen gewoon niet heel slim zijn.’ ‘We behandelen geen nummers van Frans Bauer, iedereen weet wat dat is.’ Het tweetal behandelt niet alle populaire cultuur in hun programma. Een belangrijk onderscheid dat Jansen en Lieuwma maken, is dat ze alleen onderdelen bespreken die iets anders zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Lieuwma: ‘We behandelen bijvoorbeeld geen nummers van Frans Bauer, want we weten gewoon wat dat is’. Lieuwma doet veel moeite zijn uitleg voort te zetten zonder het woord dom te gebruiken, maar wanneer Jansen terecht vermeldt ‘ja, dat is gewoon dom’, stemt Lieuwma hier uiteindelijk mee in: ‘Oké, het is dom, maar dan is er nog niks aan de hand, want de pretentie van deze liedjes staat in balans met de prestatie. Waar wij ons aan storen is cultuur die zich voordoet als hoge kunst, maar eigenlijk van hetzelfde niveau is als die van Frans Bauer, het gaat totaal om je anders voor doen dan je bent.’ Daarnaast heeft het tweetal de voorkeur voor onderwerpen die de kenmerken populair, elitair en problematisch combineren. Lieuwma: ‘Koefnoen is hier Interview De Snijtafel P. 24 een goed voorbeeld van. Koefnoen noemt zichzelf goede satire, terwijl het in mijn ogen een soort André van Duinhumor is. Hiermee wil ik absoluut Van Duin niet minachten, ik vind hem een bekwaam vakman. Problematisch is alleen dat Koefnoen doet alsof het linkse elitaire Van Kooten en de Bie-satire maakt, terwijl het eigenlijk onderbroekenlol is. Mensen worden zo voor de gek gehouden en dat maakt het voor ons interessant.’ Optimisten Zowel Jansen als Lieuwma hebben een taalgerelateerde studie gevolgd en zijn nog steeds werkzaam in dit gebied. Door deze achtergrond zijn ze beiden in staat zinnen op een juiste manier te ontleden en hier dan een onderbouwd oordeel over te vellen. Ook al kunnen de afleveringen vooraf lijken op gezeur, na afloop bemerk je altijd een kern van waarheid in de gemaakte conclusie. Het doel dat het tweetal met hun serie voor ogen hebben is het blootleggen van de heersende cultuur in Nederland. Lieuwma: ‘De slechte delen moeten worden weggefilterd, zodat de goede cultuur zichtbaar wordt.’ Volgens Jansen moet populaire cultuur te allen tijde op de hak worden genomen, om aan te tonen dat er altijd wel iets aan mankeert: ‘Ik denk dat elke cultuur zijn blinde vlekken heeft, zijn drogredenen en zijn pathologie. Het is aan de intellectuelen, satirici, cabaretiers en schrijvers om dit aan te tonen en dat proberen we met De snijtafel ook enigszins te doen.’ Jansen vindt zichzelf ondanks alles optimistisch: ‘We noemen het beestje bij de naam en hopen dat genoeg mensen naar ons luisteren, zodat er iets kan veranderen. Ik heb niet de naïviteit om te denken dat dit lukt, maar dat is wel de insteek.’ Het duo krijgt steeds meer bekendheid en kan zelf ook bijna tot de populaire cultuur worden gerekend. Lieuwma: ‘Deze cultuur is natuurlijk niet ronduit slecht, het is prima mogelijk voor goede producten om door te breken.’ Voorbeelden van goede producten die de heren geven zijn South Park, Pixar, maar ook Hans Teeuwen en Jiskefet worden genoemd. Jansen: ‘We zijn populair als je kijkt naar wat we doen, maar vergeleken met bijvoorbeeld Nielson, stelt dit niet veel voor.’ ‘We willen niet in het rijtje grappenmakers worden geplaatst.’ Het tweetal vertelt dat ze uitnodigingen van meerdere media hebben afgewezen, omdat ze bang zijn voor te veel bemoeienis. ‘Dan zouden we worden waar we ons juist aan ergeren.’ Door bijvoorbeeld bij BNN te gast te zijn, zou De snijtafel in één klap bekend kunnen worden, maar daar draait het bij de heren niet om. Deze media-aandacht blijken ze, kijkend naar de views van de YouTube-filmpjes, Column Lotte Coenen P. 25 ook niet nodig te hebben. Het lukt het tweetal via de huidige weg ook aardig om de massa te bereiken en hun opvattingen te delen. Foute etiketten Jansen en Lieuwma worden regelmatig bij evenementen uitgenodigd om de gasten tussen de serieuze optredens door even aan het lachen te maken. ‘Dit vinden wij een grote belediging’, aldus Jansen. Hij vertelt dat ze beiden absoluut niet in het rijtje van grappenmakers geplaatst willen worden. Lieuwma: ‘Ondanks dat dit niet ons doel van de serie is, kan ik begrijpen dat De snijtafel grappige onderdelen bevat. Dit komische aspect komt vanzelf, omdat het vermakelijk is om keer op keer aan te tonen dat iets niet klopt. De aflevering waarin we het tvprogramma Nederland van boven behandelen, is hier een goed voorbeeld van. Tijdens deze bespreking constateren we een aantal keer dat er helemaal niet van boven wordt gefilmd, wat een melige sfeer oplevert.’ Jansen knikt eenstemmig en vult dit aan door te vertellen dat humor wel een middel is: ‘Kritiek wordt beter verteerbaar als die gepaard gaat met humor.’ Naast het humoristische aspect zijn de heren het vaker oneens met de benamingen die worden gekoppeld aan De snijtafel. ‘Onze afleveringen worden soms analyses genoemd, terwijl dat zou duiden op het geven van feiten. Het is eigenlijk stuitend dat wanneer we in Nederland een goed onderbouwde mening horen, we dit direct koppelen aan feiten’, vertelt Jansen licht verontwaardigd. Dit is niet de enige verkeerde benaming van het tweetal, zo komt Jansen vlot met het volgende foute etiket: een cynisch duo. ‘Ik ben het er absoluut niet mee eens dat we cynisch worden genoemd. Mij is ooit verteld dat De Wereld Draait Door van een laag niveau is, omdat het programma voor een groot publiek moet zijn. Kijk, dat vind ik nou cynisch.’ Lieuwma deelt deze mening en vertelt fanatiek: ‘Wij zeggen juist dat een populair programma niet van lage kwaliteit hoeft te zijn. We nemen de onderwerpen die we bespreken erg serieus door er goed naar te kijken en dan een oordeel te vellen. Dat er dan niks van overblijft is wel een vorm van cynisme te noemen, maar we starten vanuit betrokkenheid. Ik neem bijvoorbeeld BLØF zodanig serieus, dat we hun liedteksten behandelen en vertellen dat deze uit onzin bestaan. Eigenlijk vind ik dat best sympathiek van mezelf.’ ANS Gonzo De man voor het ziekenhuis steekt zijn laatste sigaret op. De vergane blonde lokken, het grauwe gezicht en zijn bibberende handen verraden zijn toestand. Hij lacht en zegt: ‘Ach, het kan zomaar over zijn’. Ik glimlach uit medelijden en vlucht snel het ziekenhuis in. Niet veel later waan ik me in een soort doolhof waar ik word achtervolgd door vlagen van vreugde en verdriet. Op de afdeling Radiologie wacht ik op mijn beurt. Zenuwachtig blader ik door een tijdschrift waarin de lentemode van 2012 voorbij komt. De oude vrouw naast me maakt een sudoku. Ze tikt zenuwachtig met haar pen. Het valt me op dat ze allang niet meer bezig is met het vinden van de oplossing, want daar voor is het allang te laat. Twintig minuten later galmt een zware stem door de wachtkamer. “Mevrouw Coenen, komt u maar’ roept een verstrooide man in zijn witte lange jas en groene Crocs. Hij geeft me een stevige hand en wijst me naar de kleedkamer. In het tussenkamertje met opzwepende muziek en een kleine spiegel trek ik mijn schoenen en broek uit. Ik wacht geduldig op de arts die de deur voor me moet openen. Ondertussen vraag ik me af hoeveel mensen nog even snel in de spiegel kijken voordat ze op de röntgenfoto gaan. Op dat moment zwaait de deur open. In mijn meest charmante ondergoed stap ik ongemakkelijk de ruimte in. Een te vrolijke assistente geeft aan dat ik in een soort foetushouding onder de machine mag gaan liggen. Ze huppelt van het röntgenapparaat naar de computer en gaat naast de arts zitten. Achter het glas bestuderen ze samen de foto’s. Er gaat een duim omhoog. ‘Tot volgende week’, roept de arts. Ik mag me weer gaan aankleden. Op de weg terug naar de uitgang passeer ik een huilend stel van mijn leeftijd. De jongen heeft zijn armen stevig om zijn kale meisje. Een golf van misselijkheid komt omhoog. Ik weet niet hoe snel ik het ziekenhuis uit moet gaan. Eindelijk buiten blaast de koude ruwe wind door mijn te dunne jas. De rokende man met zijn vergane blonde lokken is verdwenen. Zijn sigaret ligt uitgebrand voor het ziekenhuis. Ik bel mijn huisgenoot, koop een fles wijn en een stuk camembert. We besluiten flink te genieten van het leven. Morgen kan het zomaar over zijn. Enerzijds Anderzijds Tekst: Annemarie Verschragen en Bas van Woerkum/ Illustraties: Anders Hoendervanger P. 26 enerzijds Zelf vuurwerk afsteken wordt, als het aan de voorstanders van een particulier verbod ligt, in heel Nederland verboden. De burgemeester van Hilversum nam vorig jaar al het drastische besluit om vuurwerk in het centrum te verbieden en ook Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, liet doorschemeren geen traan te laten om een particulier vuurwerkverbod. Het is echter een diepgewortelde traditie om met Oud en Nieuw met een glas champagne naar buiten te rennen en de eerste knallen mee te maken die het nieuwe jaar inluiden. Tegenstanders van het verbod hameren daarom op het belang van voorlichting en het terugdringen van illegaal vuurwerk. Zij proberen de huidige situatie te behouden door zich te verenigen in initiatieven zoals Vuurwerktraditie. Naar aanleiding van negentigduizend meldingen van vandalisme, letsel en angst voor vuurwerk werd vorig jaar de afsteektijd al teruggebracht van 10 uur ‘s ochtends naar 6 uur ’s avonds. Blijft het hierbij of moet particulier vuurwerk volledig worden afgeschaft? Nick van der Veen, voorzitter Vuurwerktraditie en initiator van het Online Nederlands Vuurwerkmuseum ‘Nederland heeft een rijke vuurwerkgeschiedenis. Het behoort tot onze identiteit, dat schaf je niet af. Op die manier stimuleer je de smokkel van illegaal vuurwerk en het maken van eigen vuurwerk, zoals dat in de jaren zeventig ook gebeurde toen zwaar vuurwerk werd verboden. Ik geloof daarom niet in een verbod als oplossing. ‘De overheid moet meer inzetten op diplomatie. De grootste ellendeknallers, illegaal vuurwerk zoals cobra’s, komen uit het buitenland. De regering moet strengere afspraken maken om de toevoer van dit soort vuurwerk te stoppen. Dit kan op Europees niveau aangepakt worden. ‘Bovendien moet de voorlichting beter, zodat mensen veiliger omgaan met vuurwerk. De overheid zou moeten toezien op het gebruik van vuurwerkbrillen in plaats van enkel te focussen op voorlichting over illegaal vuurwerk. De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de overheid en scholen, ook ouders en verzorgers spelen hierin een rol. Zij sturen vaak kinderen van 10 jaar met een vuurwerktasje de straat op zonder te weten wat daar in zit. Dit is niet alleen een taak van de overheid, maar van de hele maatschappij. Ik sta open voor goede oplossingen maar word een beetje moe van bijvoorbeeld GroenLinks, dat probeert zieltjes te winnen zonder met feiten op tafel te komen. Zij zouden moeten focussen op voorlichting en het aanpakken van illegaal vuurwerk, dat biedt een meer structurele oplossing. ‘Vuurwerkshows, een veelgehoord alternatief, zou de traditie om zeep helpen. Niet iedereen wil ’s nachts met zijn kinderen naar een plek waar al urenlang gefeest en gedronken wordt. Een groot deel van de bevolking zal dan afhaken, terwijl maar een kleine groep de overlast veroorzaakt. Zij denken echter nu al boven de wet te staan, dus zullen zich van een verbod ook niets aantrekken. We moeten dan ook niet meteen naar het zwaarste middel, een vuurwerkverbod, grijpen. Dit gaat ongetwijfeld het bestaande probleem niet oplossen.’ anderzijds ANS-Online.nl P. 27 De stelling van deze maand: particulier vuurwerk moet worden verboden Arno Bonte, oprichter Meldpunt Vuurwerkoverlast en raadslid GroenLinks Rotterdam ‘De vuurwerktraditie heeft de afgelopen jaren steeds meer schade en overlast veroorzaakt. Hierdoor is Oud en Nieuw voor steeds minder mensen een feest. Jaarlijks gaan er ongeveer honderd mensen met een oog of hand minder het nieuwe jaar in. Inmiddels durven veel mensen de straat niet op vanwege onveilige situaties, zijn er veel klachten over geluidsoverlast en schieten huisdieren dagenlang in de stress. ‘Oplossingen als voorlichting, die de afgelopen jaren zijn voorgesteld door fanaten als Vuurwerktraditie, leiden niet tot verbetering. Postbus 51-spotjes bestaan al langer, maar de schade is juist toegenomen. Het verbieden van particulier vuurwerk is uiteindelijk de enige oplossing. Voorbeelden uit het buitenland, zoals Sydney en New York, tonen aan dat er in het begin veel verzet is, maar uiteindelijk vindt iedereen het fijn de buren weer een gelukkig nieuwjaar te wensen zonder het risico van een vuurpijl in je nek. De groep die illegaal vuurwerk afsteekt zal klein zijn en daardoor is het voor de politie relatief makkelijk om op te treden. ‘In de ideale situatie organiseert iedere gemeente een professionele vuurwerkshow. Op deze manier heb je niet de nadelen en ongelukken die met particulier vuurwerk gepaard gaan. Vuurwerkshows kunnen daarbij ook een stuk spectaculairder zijn, zoals je in Sydney ziet. Het mes snijdt dan aan twee kanten: voor een dergelijke show zijn mensen nodig. Vuurwerkfanaten zouden na een kleine cursus pyrotechniek mee kunnen helpen, terwijl de rest veilig kan toekijken. ‘Tot nu toe heeft de overheid het niet aangedurfd maatregelen tegen de overlast te nemen, omdat de 15 procent fanatieke vuurwerkafstekers flink van zich laat horen. Je ziet echter dat de meerderheid van de Nederlanders naar een situatie wil waarin vuurwerk niet meer door amateurs maar door professionals wordt afgestoken. Het wordt tijd om de traditie te hervormen.’ ANS Stamgasten Tekst: Saskia Verheijden en Dennis van der Pligt/ Foto’s: Ilja van Hoek/ Illustratie: Josse Blase P. 28 Stamgasten De ‘MM-Crew’ met de zeven deelnemers aan de quiz (voorste twee rijen) achteraan beginnen met de klok mee: Sam, Kevin, Levi, Joost, Esther, Mirthe en Rian Lallende disputen, vage figuren aan de bar of uitbundige dansers, elke kroeg heeft zijn eigen publiek. ANS duikt iedere maand de vaste stek van een groep studenten in, velt haar oordeel over het café en test de kennis van de trouwe gasten. Deze maand: de Meter Maandag-Crew (MM-Crew) in Café De Fuik. ‘Het was een mooie avond. Mirthe en ik zaten op de bank en hadden zin om te zuipen, dus hielden we onze pyjama aan, en gingen we naar De Fuik. Daar was het Meter Maandag,’ vertelt Levi (22) tweedejaars Pabostudent. ‘Uiteindelijk gingen we met steeds meer vrienden, sinds vorig jaar zijn we hier wekelijks.’ Nadat Joost (20) en Kevin (20), derdejaars Psychologie, en Mirthe (20) tweedejaars Taalwetenschappen binnenkomen, klinken de klanken van het Meter Maandag-groepslied: Een variant van ‘olé, olé, olé’ met zo nu en dan de tekst ‘Meter Maandag’ toegevoegd. Een groot deel van de MM-Crew kent elkaar via de studie Psychologie, hier en daar zijn er losse vrienden aangeschoven.’ zegt Esther (20), derdejaars Psychologie. Het gaat er net zo hecht aan toe als bij een dispuut. Dat De Fuik blij is met deze vriendengroep, blijkt wel uit het feit dat de vrienden gratis petten met de tekst ‘MM-Crew’ hebben gekregen. Ook hebben ze hun eigen feest mogen geven; een Meter Maandag met een Disneythema. Dit was niet de enige keer dat de groep een twist aan de Meter Maandag gaf. Esther: ‘Vorig jaar besloten we als Zwarte Pieten te gaan. We kochten met z’n drieën een potje schmink en schoensmeer. Zelf deden we de schmink op, maar de rest hebben we met schoensmeer beschilderd.’ Naast deze practical joke kende de groep ook minder georganiseerde avonturen. Rian (21), tweedejaars Toegepaste Psychologie: ‘Toen ik iemand zijn krukken aan wilde geven, was ik zo zat dat ik zelf door mijn enkels ging.’ ‘Wat een goede avond was dat, ik heb erg gelachen,’ concludeert Levi het brekebeen-verhaal. Een andere, grote prestatie werd geleverd door Sam (20), eerstejaars Psychologie. Anderhalve maand lang sloot hij iedere Meter Maandag af boven de wc, ‘wel een teken dat de avond is geslaagd,’ lacht Sam. Inmiddels zijn de dames en heren zodanig in De Fuik geïntegreerd, dat ze er meterlange bierglashouders met hun eigen namen hebben. Hoe de nacht zich ook went of keert, niemand kan de MM-Crew ervan beschuldigen dat ze niet genoeg meters maken. ANS ANS-Online.nl P. 29 16 meter bier in De Fuik. Na twee vragen dus nog steeds geen biertje. kroegpraat Naast Meter Maandag kent Café De Fuik bijvoorbeeld ook ‘Winnen Woensdag’ en ‘de Hollandse Avond’ op zondag. De kroeg geniet daarom een grote bekendheid, die zich uit in de enorme drukte die er heerst. Omdat het vroeg op de avond is, worden de vrienden van de MMCrew voorlopig nog niet platgedrukt in het overvolle café. Wat ze hierheen lokt? ‘De geur van bier’, aldus Sam, ‘je ruikt De Fuik al als je langsloopt’. De pubquiz Hoe snel adte de wereldrecordhouder 1 liter bier? Sam: ‘Bier adten gaat wel echt snel!’ Rian: ‘Ik denk 3,5 seconde.’ Esther: ‘Sneller, er zijn mensen die niet hoeven te slikken.’ Joost: ‘Dan gaan we voor 2,5 seconde.’ Het huidige wereldrecord staat op naam van Steven Petrosino uit Amerika. Hij dronk 1 liter bier in 1,3 seconden. Probeer daar maar eens aan te tippen. Het record is bijna twee keer zo snel dan het gegeven antwoord. Helaas geen biertje. Hoe groot is de grootste bierfles ooit gemaakt? Joost: ‘Heel groot! Hoe groot was het World Trade Center?’ Kevin: ‘Je kunt het zo groot maken als je wilt, ik zou zeggen 300 liter.’ Sam: ‘Nee joh, ik denk 3 liter.’ Joost: ‘What the fuck, 3 liter staat gewoon hier in de kast! Ik denk 92 liter.’ Levi: ‘Zullen we 442 liter doen?’ Ze hadden beter naar Joost moeten luisteren, hij zat namelijk het dichtstbij. De inhoud van de grootste bierfles was ‘slechts’ 35,5 liter. Dit staat gelijk aan ongeveer Hoe hoog is het hoogst gemeten alcoholpromillage ooit? Sam: ‘Met 0,2 promille mag je nog autorijden.’ Rian: ‘Een vriendin van me had zo veel gedronken dat ze ’s ochtends nog een promillage van 2,5 had.’ Kevin: ‘Sommige bonken kunnen echt heel veel zuipen, survival of the fittest heet dat.’ Rian: ‘Ik denk dat het echt wel rond de 4 zit hoor.’ Mirte: ‘Nee, rond de 6. Laten we voor 6,4 promille gaan.’ Een Pool bleek in 1993 een alcoholpromillage van maar liefst 7,2 te hebben. Normaal verkeer je met een alcoholpromillage tussen de 3,5 en 4,5 in acuut levensgevaar. Pas drie dagen later was zijn alcoholpromillage gedaald tot slechts 2,9. Waarom heten sommige bieren ook wel pils? Esther: ‘Dat wordt toch gemaakt in een dorpje dat Pilsen heet?’ Sam: ‘Ja, Pilsen is een plaats in Duitsland toch?’ Jammer, Sam slaat de plank mis, Pilsen is toch echt een stad in Tsjechië. Omdat het anders een heel sneue bedoeling wordt, verdienen ze toch hun eerste biertje voor het goede antwoord van Esther. Wanneer werd het eerste biertje gedronken? Kevin: ‘Asterix en Obelix, die zaten echt al aan de pils hoor.’ Sam: ‘Vikingen hadden vroeger ook al bier. Voor het jaar nul konden ze genoeg.’ Esther: ‘Zullen we de geboorte van Jezus doen? Toen dronken ze in ieder geval al wijn. Dus 2014 jaar.’ Jezus veranderde water in wijn, maar was niet de eerste die bier brouwde. Dit gebeurde reeds 7000 jaar geleden in het huidige Iran. Helaas geen punten. De Afrekening Van bier weet de vriendengroep weinig, behalve dan hoe ze het weg moeten krijgen. De MM-crew is groot en gezellig genoeg om eigenhandig de sfeer te maken in de kleine Fuik. Hierom belanden ze toch nog op een eindscore van twee biertjes. Colofon P. 30 29e jaargang Hoofdredactie Evy van der Aa en Marit Willemsen Redactie Daan van Acht, Anne van Veen, Saskia Verheijden, Annemarie Verschragen Medewerkers Bas Dikmans, Dennis van der Pligt, Kim Saris, Tijs Sikma, Bas van Woerkum Illustraties Josse Blase, Joost Dekkers, Carmen Groenefelt, Anders Hoendervanger, Sanne Reckman, Rens van Vliet, Sascha Wijnhoven Foto’s Francesca Asscher, Bastaan Buurman, Ilja van Hoek, Elise Talsma, Marit Willemsen Voorpagina Elise Talsma Columnisten Lotte Coenen en Manu Compen Eindredactie Anders Hoendervanger, Michiel van Lokven, Ronald Peeters, Tom Plaum, Erik van Rein Cecile Vermaas, Mickey Steijaert, Yurre Wieken Crypto Cecile Vermaas Ontwerp Marloes de Laat en Roel Vaessen Lay-out Marit Willemsen Dagelijks bestuur Cecile Vermaas (voorzitter), Jules Hameleers (secretaris), Michiel van Lokven (penningmeester) Druk MediaCenter Rotterdam Uitgave, abonnementen en advertentie-acquisitie Stichting MultiMedia: [email protected] Redactieadres Heyendaalseweg 141 6525 AJ Nijmegen Tel 06-36428931 Mail [email protected] Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door: Ans deze maand Crypto P.P.31 31 CRYPTO alleen sinterklaas bespreken is pure discriminatie. Put daarom voor deze crypto inspiratie uit alle mogelijke feestdagen. Knallen maar. 1 2 4 3 5 6 8 7 9 11 10 6 12 13 14 16 15 17 18 6 19 20 Horizontaal: 4. De kern doet niezen (9), 5. Maakt u laag en plat (5), 8. De inspanning knalt eruit (8), 9. Braad een hoen van basisch poeder (7), 10. Een karaats piratengebral (3), 11. O, zoete aanmaak mag geen alfa (6), 12. Kalium brandt je kont weg (5), 16. De eerste parkeert, reist en gaat naar binnen (5), 18. De meest ronde vrucht (8), 19. Liefde is ondoordringbaar (4), 20. Ga naar de eerste hulp, girl (6). Verticaal: 1. Pump it, sukkel (7), 2. Alleen een geregistreerd handelsmerk doet je welzijn goed (4), 3. Lieve, Duitse, ronde prop (7), 6. Wie zoet is, moet erin huilen (6), 7. De boomader staat recht voor hem (7), 13. Het zoemt met moeite tussen de Engelse kunst (6), 14. Frans de bullebak (6), 15. Bij de Romeinen kwam 500 hard aan (5), 16. Twee aan twee rijdt het niet door Gelderland (5), 17. De kip wordt namelijk afgekort (6). ANTWOORDEN VAN DE november-CRYPTO Horizontaal: 3. Belasting, 5. Wisselen, 7. Kapitaal, 10. Munt, 14. Gulden, 15. Rijk, 16. Euro, 17. Economie, 18. Salaris, 20. Dollar, 21. Rente. Verticaal: 1. Pinpas, 2. Ruilmiddel, 3. 4. Cent, 6. Sparen, 8. Gratis, 9. Beurs, 11. Armoede, 12. Prijs, 13. Koers, 19. Cash De winnaar van de vorige crypto is Lieke Verheijen . Deze maand geeft ANS een paar heerlijke speciaalbiertjes weg, gebrouwen door Katjelam uit Nijmegen. Van deze experimentele brouwerij kun je bijzondere smaken verwachten. Wil jij in het nieuwe jaar genieten van een speciaal biertje? Mail dan voor 10 december je oplossingen naar [email protected]. www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32 Tekst: Daan van Acht en Tijs Sikma Foto: Bastiaan Buurman Wie: Anouk (22), vierdejaars Communicatiewetenschappen en voorzitter van studentenroeivereniging Phocas Voorwerp: Phocas-bestuursjas Wat is er zo bijzonder aan dit vieze vod? ‘Dit jasje symboliseert mijn functie binnen het bestuur en aan het einde van mijn bestuursjaar naai ik mijn naam in de voering. Het voorzittersjasje heeft maat XL, de belangrijkste functie staat garant voor de grootste maat. Ik verzuip er helemaal in. Bij alle Nederlandse studentenroeiverenigingen is het heel normaal dat het bestuur zo’n kapotgetrokken en weer in elkaar genaaide jas draagt.’ Hoe komt de jas zo smerig? ‘Hij heeft inmiddels al negen jaar geen wasmachine gezien en ruikt daarom zo sterk naar bier. Onze constitutieborrels gaan er nogal heftig aan toe, vandaar ook de scheuren. Je mag de jas alleen zelf naaien en dit niet uitbesteden. Zulke tradities vind ik mooi. De jasjes worden om de vijftien jaar vernieuwd, al pleit ik ervoor om ze langer te behouden. Ik vond laatst op zolder een heel oude bestuursjas, eigenlijk zouden we die weer moeten gaan dragen.’ Vanwaar deze traditie? ‘De gewoonte om deze jasjes te dragen is lang geleden komen overwaaien uit Engeland. Leden droegen het om warm te blijven terwijl ze naar de start roeiden. Pas later zijn ze gaan dienen als officiële kleding voor het bestuur.’ Schaam je je niet om in die gele lap officiële gelegenheden bij te wonen? ‘Nee, ik draag hem met trots. Bij de rectoraatsoverdracht stonden we in de kerk met zeshonderd man. Iedereen was in pak en wij stonden daar in die gele jasjes. Bas Kortmann, de toenmalige rector, zei vlak van te voren dat hij het juist ontzettend mooi vond als we de jasjes zouden dragen. Een aantal mensen klaagden wel over de bierlucht.’ Wat is het heftigste dat deze jas heeft meegemaakt? ‘Tijdens onze constitutieborrel had een andere roeivereniging alle ramen en deuren uit de borrelruimte van het botenhuis gejat en ze in het water gegooid. Omdat we wisten dat er spullen gestolen zouden worden, zijn we van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig geweest om van alles uit het huis te halen. Dat mocht niet baten. Uiteindelijk moesten we, bij gebrek aan ramen en deuren, beneden in het botengedeelte tussen de muizen slapen.’ ANS
© Copyright 2024 ExpyDoc