VAK: HANDVAARDIGHEID HAVO 4/5 2014/2016 Theorie Periode Leerstof Praktijk Weging Omschrijving weging 4.1 KON Klassieke oudheid, blz. 7- 17 KON Samenvatting over blz. 18 - 29 KON Middeleeuwen, blz. 30- 40 BB Algemeen, blz. 7- 19 BB Voorstelling, blz. 44- 59 0.4 Kunst = illusie Werken naar de waarneming boetseren 0.6 4.2 KON Renaissance en Manierisme, blz 41- 51 KON Barok, Rococo, blz. 52 – 58 BB Grafiek, blz. 126- 131 BB Ruimte, blz. 91- 102 0.4 Kunst = een ambacht Haken / solderen / hout 0.6 4.3 KON Neo-classicisme blz. 59 – 63 KON Romantiek – Realisme blz. 64 - 72 BB Vorm blz. 78- 90 BB Kleur : 60 - 71 0.4 Kunst = associëren Thema opdracht 0.6 4.4 KON Impressionisme, Pointillisme, Post Impressionisme, Symbolisme ,Arts en Crafts,Jugendstil, Art Deco KON blz. 73- 88 KON Expressionisme blz. 89 – 94 BB Compositie blz. 104-109 BB Grafische vormgeving blz. 132-134 0.4 Kunst = een visie ontwikkelen Stereotypes, het beeldende proces van de kunstenaar 0.6 5.1 KON Kubisme, Futurisme, De Stijl, Constructivisme, Functionalisme, Bauhaus blz. 95- 115 BB Kleur en licht, BB blz. 60- 77 BB Materiaal en technieken BB. Blz. 110- 125 0.4 Kunst = Waarnemen (Model / portret)boetseren (was) 0.6 5.2 KON Dada, Surrealisme, Nw. Zakelijkheid, Magisch realisme, Abstract Expressionisme blz. 116- 131 BB Materialen, BB blz. 135-151 0.4 Kunst = Abstract 0.6 5.3 KON Pop Art, Nouveaux Realisme, Fotorealisme, OpArt, Architectuur na ’45 Conceptuele kunst, Arte Povera, Neoexpressionisme, Graffiti, Post modernisme, Toegepaste vormgeving, Mode, Nieuwe Media, Hedendaagse Kunst, Zappend door de Kunstgeschiedenis blz. 132- 165 BB Architectuur blz. 164- 175 BB Toegepaste vormgeving blz. 176- 184 BB Stromingen blz. 20- 43 Examenvoorbereiding 0.4 Kunst = Interpretatie Naar de meesters in relatie met het examenthema 0.6 Inleiding Het vak Tekenen bevat theorie- en praktijklessen. De theorie bestaat uit kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing. Als studiehulp bij de geschiedenis en de beschouwing gebruiken we het boek “Kunst op Niveau”, in het overzicht afgekort als KoN en het boek Beeldende Begrippen, afgekort als BB. De praktijklessen zijn gericht op het aanleren van (basis) beeldende vaardigheden (de verschillende deelgebieden die van belang zijn voor het analyseren en produceren van ‘kunst’) als hantvatten tot versterking van de eigen beeldtaal. De praktijklessen zijn opgebouwd vanuit de verschillende opvattingen waar kunst over kan gaan. Aangeduid met Kunst= …. Toetsing Theorie: De leerstof wordt getoetst d.m.v. open en gesloten vragen. Praktijk: Het praktisch werk van elke periode wordt beoordeeld en van een cijfer voorzien. Weging Weging overgangcijfers: Theorie: de leerstof wordt getoetst d.m.v. open vragen. Praktijk: het praktisch werk van elke periode wordt geoordeeld en van een cijfer voorzien. H4: EOV= T4.1(4)+P4.1(6)+T4.2(4)+P4.2(6)+T4.3(4)+P4.3(6)+T4.4(4)+P4.4(6)/4 H5: EOV=T5.1(4)+P5.1(6)+T5.2(4)+P5.2(6)+T5.3(4)+P5.3(6)/3 Weging (de formule voor de berekening eindcijfer schoolexamen): SE = 4.1 t/m 4.1 : 4 + 5.1 t/m 5.3 : 3 x 2 : 10 Handelingsdeel Praktische opdracht Overig Regels en afspraken: De leerling heeft bij de theorielessen altijd de boeken KON. en BB mee en ook een schrift. Daarbij draagt hij er zelf zorg voor om zijn huiswerk in te leveren en om gemist werk in te halen bij ziekte. Wanneer een leerling zijn praktijkwerk niet binnen de lessen af krijgt, zal hij deze in eigen tijd of tijdens BZ uren moeten maken. Herkansen kan alleen als je de opdracht, die je krijgt van de docent, voldoende hebt afgesloten.
© Copyright 2024 ExpyDoc