Download pdf - Delta

NR.06
17 november
2014
onafhankelijk universiteitsblad
Karen Lancel
Online aanraken
Deltagoot
Grootste ter wereld
Remembrance
Commemorating TU's
WWII history
Leiden-Delft-Erasmus LDE
Zuid-hollandse
samenwerking
english pages
see page 28
2
Delta
TU Delft
8
Delta
nr. 6
17 november
2014
“De samenwerking tussen Leiden, Delft en Erasmus staat in de kinderschoenen. Er is nog weinig in beeld te brengen. Daarom hebben we
ervoor gekozen om samenwerking uit te beelden. Als je met roeien
een beetje snelheid wilt maken, moet je veel kracht zetten en netjes in
de maat roeien. Het bestuur van Proteus Eretes werkte graag mee. De
logo's heb ik in Photoshop ingemonteerd.”
(Fotograaf Sam Rentmeester)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft,
verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens
(hoofdredacteur) - @franknu, Katja
Wijnands - @kwijnands, Dorine
van Gorp - @dorinevangorp,
Saskia Bonger - @sbonger,
Tomas van Dijk - @tomasvd,
Connie van Uffelen - @connievanu,
Jos Wassink - @joswashere
Medewerkers aan dit nummer
Jorinde Benner, Dap Hartmann,
Auke Herrema, Job Hogewoning,
Heather Montague, Folkert van
der Meulen Bosma, Damini
Purkayastha, Molly Quell, Erik van
Rein, Boudewijn de Roode, Jimmy
Tigges
Foto’s Sam Rentmeester, Hans
Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam
Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein
1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected]
Advertenties H&J Uitgevers, 010
451 5510, [email protected]
Druk Edauw & Johannissen
Oplage 8.000
Jaargang 47
ISSN 2213-8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
Meer informatie op:
www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
Leiden, delft en
rotterdam
Karen lancel
De strategische alliantie LeidenDelft-Erasmus (LDE) moet onderzoek en onderwijs verbeteren en
de concurrentiekracht vergroten.
Een rondgang langs concrete
projecten leert dat tijdgebrek hun
grootste vijand is.
Kunstenares Karen Lancel
doet binnen de TU-vakgroep
systeemkunde onderzoek
naar hoe we online hetzelfde
gevoel van vertrouwen en
samenzijn met een ander
kunnen hebben als wanneer
we elkaar fysiek ontmoeten.
Delta
3
TU Delft
18
28
reportage
english pages
Deltagoot
WWII memorial
Bij TU-buurman Deltares legt
bouwer Ballast de laatste hand
aan de Deltagoot. Met een maximale golfhoogte van 4,5 meter
en een lengte van 300 meter, is
dit de grootste golfgoot ter wereld.
A plaque has been dedicated
to Frans van Hasselt, a TU
Delft student who made an
impassioned speech protesting
the suspension of Jewish
professors from the university.
Delta 07 verschijnt op
maandag 1 december
VERDER
Column
Kort nieuws
nieuwsinterview
nieuws
master
sport
lifestyle
achtergrond
leuk bedacht
desgevraagd
cartoon
Survival Guide
04
05
06
07
15
16
17
22
25
27
29
30
columndaphartmannpulse
Delta
Goed nieuws! Tussen 3mE en IO zal een nieuw gebouw
verrijzen met allemaal collegezalen. Uiteraard zal men de
gebruikers van die collegezalen raadplegen omtrent hun
specifieke wensen. En dan denk ik niet in de eerste plaats
aan de studenten, maar aan de docenten die daar dagelijks hun kennis overdragen op die studenten. Docenten
zullen vanaf het begin nauw bij het ontwerpproces betrokken worden, dacht ik in mijn naïviteit. Zeker toen ik werd
uitgenodigd voor een bijeenkomst om over de plannen te
discussiëren. Dat was vast en zeker naar aanleiding van
mijn vorige column.
Op die bijeenkomst werden de plannen gepresenteerd.
Het ging vooral over het aantal zalen (tien), de capaciteit
van die zalen (60-140 personen), dat het gebouw uitstraling moet hebben (transparant, licht en duurzaam), en dat
het activerend onderwijs moet faciliteren. Er was zelfs een
mindmap gemaakt. Geen idee wat dat is, maar het klinkt
indrukwekkend. De zalen moeten worden ingericht ‘volgens de beste inzichten van dit moment’. Wiens inzichten
dat precies betreft is niet helemaal duidelijk, maar men
heeft in elk geval geen docenten geraadpleegd ‘want die
hebben toch allemaal een andere mening’. Die beste inzichten van dit moment bleken vooral te bestaan uit ‘voldoende stopcontacten’ en ‘overal een krachtig wifisignaal’.
Zodat studenten tijdens college hun smartphone kunnen
opladen en hun Facebookpagina kunnen bijwerken? Hoeveel uur heeft de directeur onderwijs in zijn leven eigenlijk
gedoceerd? Als ik zijn cv bekijk, schat ik om en nabij de nul.
Als je maar kunt managen, dan is de inhoud verder irrelevant.
Dat gebouw is op papier al helemaal klaar. Het gaat Pulse
heten, want learning centre vond men te saai. En waar
staat Pulse dan voor? Ik sprak het bange vermoeden uit dat
men eerst een ‘spannende’ naam had bedacht – Pulse – en
pas daarna is gaan puzzelen van welke woorden dit het
acroniem vormt. Dat bleek inderdaad het geval. Dus dan
hebben we de P van eh…, eh…, en de U van eh…, eh…. Als
u het wel ziet, mag u het zeggen hoor. In elk geval zal de L
wel van Learning zijn, en misschien is de S van Studying en
dan de E van Education? Bijna goed. Pulse staat voor Practise Unite Learn Share Explore. Geweldig, dat onthoudt dus
helemaal niemand. Learning centre dekt keurig de lading
en is eenvoudig te onthouden. Maar ja, te saai he?
En het was nog veel erger dan ik had gevreesd. Men had
namelijk een marketingbureau opdracht gegeven om dat
allemaal uit te werken! Wáááááát??? Alsof het een reclamecampagne voor Heineken of het Rijksmuseum betrof,
werd een extern bureau ingehuurd voor de marketing van
een gebouw met collegezalen. Wat een waanzin. Dus we
vragen niet aan docenten aan welke eisen een collegezaal
moet voldoen, maar we vragen wel een marketingbureau
om het gebouw ‘te positioneren’ in de uiterst competitieve
markt van universitaire collegezaalgebouwen. Liefst met
bijbehorende mindmap. Kan degene die verantwoordelijk
is voor deze beschamende geldverspilling alsjeblieft uit zijn
functie ontheven worden? Wat een Pretentieuze Usurpatoire Lamentabile Scandaleuze Effronterie.
Dap Hartmann is
astronoom. Hij werkt als
onderzoeker bij de faculteit
Techniek, Bestuur en
Management.
TU Delft
Oras ging afgelopen week de faculteiten langs om studenten hun mening te vragen over de vaste computers op de campus. Er was ook een
online enquête. Er zijn volgens de studentenraadsfractie steeds minder
desktops voor studenten beschikbaar. Oras-voorzitter Jeroen Delfos
stapt met zijn advies naar het college van bestuur.
1 Moeten alle vaste
computers voor studenten verdwijnen?
nee
2 Een laptop is niet
zo krachtig als een
vaste computer.
nee
3 Studenten moeten tevreden zijn
met wat de TU hen
biedt.
nee
4 Kan het college
5 Op welke stelling wil je terugkomen?
“Op vraag 3. De TU wil vooruitstrevend
zijn in de faciliteiten die ze biedt. Met het
weghalen van vaste computers zien we
het tegenovergestelde. Kapotte computers worden niet meer vervangen. De
universiteit gaat ervan uit dat studenten
laptops hebben. Dat is zo, maar daarop zit
niet alle noodzakelijke software. Ook printen gaat vaak beter vanaf een desktop.
Een oplossing zou kunnen zijn dat er weer meer
vaste plekken komen. Bij Industrieel Ontwerpen zijn al computerzalen
bijgebouwd. Probleem is alleen dat daarin veel colleges worden gegeven, ook van andere faculteiten. De TU zou ook virtuele software beschikbaar kunnen stellen, vanaf haar server. Als we de enquêtes hebben geïnventariseerd, hopen we te weten wat de studenten willen.”
(Foto: Oras)
4
van bestuur om het
signaal van de studenten heen?
nee
4962
De open dagen voor
bacheloropleidingen
trokken half oktober 4900
scholieren. De TU is blij
met de belangstelling,
maar met zulke aantallen
puilen zalen uit en zijn
rijen lang. De afdeling
communication, die de
dagen organiseert, zoekt
daarom naar oplossingen.
En dat zonder al te grote
veranderingen, want de
open dagen zijn sinds dit
jaar al anders ingericht.
In het voorjaar zijn er
oriënterende dagen, in
het najaar verdiepende.
Directeur communication
Mark Lammerts denkt
eraan om simpelweg
extra dagen in te
lassen. Een maximum
aantal scholieren wil
hij niet instellen. Om
de voorlichting zo goed
mogelijk te laten zijn,
moet iedereen kunnen
komen, vindt hij. Het
aantal begeleidende
ouders kan wat hem
betreft wel naar beneden.
“Eén ouder meenemen is
goed en genoeg.”
Tweet
Bas Flipsen: “Afgelopen weken hebben ze bij Industrieel Ontwerpen aan de liften gewerkt. Je zou denken dat die verbeterd zijn,
maar de nieuwe interface en de knopjes zijn er niet mooier op geworden en de motoren draaien langzamer. De liften zijn volledig
van slag. We staan lang te wachten. Vroeger voelde je de versnelling. Nu voel je niets meer, zo traag is het geworden. Vroeger zat
je in dezelfde tijd op de derde, nu op de eerste. Ik heb het idee
dat degene die het eerste op het knopje drukt als eerste bediend
wordt. Alle slimheid is er uit gehaald. Wiens idee dit is, weet ik niet.
Mensen maken er wel grapjes over. Waarom zouden ze die motor
langzamer laten draaien? Om het energieverbruik te verlagen en
het onderhoud van de motor te verminderen? Of willen ze meer
mensen op de trap? Die knop ook: die piept als je hem indrukt. Als
je blind bent is dat wel fijn, sound feedback. We hebben een mooie
experience design afdeling die naar soorten feedback kijkt. Voelen,
kijken, luisteren, ruiken. Een geurtje zou heel fijn zijn… Dat je ruikt
dat je naar de derde verdieping gaat, een stoffige afdeling haha.”
Kort
Meer en uitgebreider nieuws
op www.delta.tudelft.nl
Ceremonie
Tijdens een groots opgezette integriteitsceremonie in de Rotterdamse Laurenskerk
legden eerstejaars studenten klinische
technologie onlangs hun bachelorsverklaring af. De opleiding van de universiteiten
van Leiden, Delft en Erasmus loopt dit jaar
voor het eerst.
delta.tudelft.nl/29052
De zelflerende looprobot Leo was een van de bezienswaardigheden op de TU Delft Research Exhibition DIG-it. Op het
evenement, afgelopen dinsdag in de TU Delft Library, presenteerden Delftse wetenschappers meer dan tachtig recente
onderzoeksprojecten, variërend van kunstmatige fotosynthese, 3D-scannen en reproductie van schilderijen, tot een
herontwerp van het toilet. (Foto: Tomas van Dijk) delta.tudelft.nl/29061
De week van...
Het was een drukke week voor
prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven
(TNW). De Nederlandse regering heeft zijn vakgebied, de quantumtechnologie, de status gegeven
van Nationaal Icoon.
Dit maakte minister Henk Kamp
op 6 november bekend tijdens de
Innovatie Conferentie in de Ridderzaal, in aanwezigheid van koning
Willem-Alexander. Hij verwacht dat
het vakgebied een grote maatschappelijke en economische impact zal
hebben en wil het daarom extra
ondersteunen. Dezelfde avond
mocht Kouwenhoven uitleg geven
bij tv-programma De Wereld Draait
Door. Volgens de hoogleraar is de
technologie nu zover dat het “eigenlijk niet zozeer de vraag is of we [een
quantumcomputer] kunnen bouwen, maar vooral wanneer.” De drie
andere technologische iconen zijn
de teelt van aardappelen op basis
van zaad in plaats van pootaardappelen (een uitvinding van het bedrijf
Solynta), de gekweekte stamcellen
van het Hubrecht Instituut waarmee
medicijnen getest kunnen worden
buiten het lichaam, en de
oplosbare naald, bioneedle,
van veearts Gijsbert van de
Wijdeven, die in zijn geheel oplost in
het lichaam.
(Foto: Marc Blommaert)
Intocht in de Laurenkerk. (Foto: Alain Gil Gonzalez)
Hoogleraar reactorfysica en TNWdecaan prof.dr.ir. Tim van der Hagen is voor een periode van vier jaar
benoemd tot lid van de Adviesraad
voor Wetenschap, Technologie en
Innovatie (AWTI).
Deze raad adviseert de regering en
het parlement over het beleid voor
wetenschap, technologie en innovatie. Nieuw in het takenpakket van de
AWTI is advisering over innovatie in
de energiesector, een taak die het
heeft overgenomen van de onlangs
opgeheven Energieraad. Van der
Hagen is verantwoordelijk voor de
portefeuille Energie.
(Foto: Marcel Krijger )
Maritiem gala
Tijdens het Maritime Awards gala op 6
november in Zaandam betrad de TU twee
maal het erepodium. Ir. Emiel Mobron
kreeg de ontwerpprijs voor zijn afstudeerwerk aan het zeilende vrachtschip Ecoliner.
De mede door de afdeling maritieme techniek ontworpen reddingboot NH1816 werd
uitgeroepen tot het beste schip.
delta.tudelft.nl/29066
Neutronenbron
De modernisering van de Delftse onderzoeksreactor wordt uitgevoerd door een
consortium van Zuid-Koreaanse bedrijven.
Onlangs vond in Seoul de ceremoniële ondertekening plaats van de aanbesteding.
De Koreanen gaan een koude neutronenbron plaatsen.
delta.tudelft.nl/29050
Negatief advies
Het college van bestuur wil de reorganisatie bij de afdeling design engineering (IO)
doorzetten, ondanks een negatief advies
van de ondernemingsraad. Deze vindt de
profielen van nieuw aan te trekken hoogleraren te ruim omschreven en de nieuwe
koers te open. De or betwijfelt of mensen
wel objectief en eerlijk op functies zijn te
plaatsen.
delta.tudelft.nl/29045
6
Delta
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Hans Stakelbeek
TU Delft
nieuwsinterview
Goudlokje in quantumland
Quantumfysicus Seth
Lloyd (MIT) was vorige
week op bezoek bij zijn
collega's van het Kavliinstituut en vertelde
daar over het Goudlokjeeffect.
Wie is Goudlokje eigenlijk?
"Dat is een meisje uit een sprookje
dat in een bos een verlaten huis van
drie beren binnenwandelt. In het huis
is alles in drievoud. De ene stoel is
te groot, de andere te klein en een
derde precies goed. De ene kom pap
is te warm, de andere te koud en de
derde precies goed. En het ene bed is
te hard, een ander te hard en eentje is
precies goed. Goudlokje kiest precies
het juiste niveau van temperatuur,
zachtheid en grootte. Het sprookje
eindigt ermee dat de drie beren thuiskomen en het meisje aantreffen dat
hun pap gegeten heeft en in een van
hun bedden slaapt. Er zijn verschillende variaties in de afloop. Sommige
verhalen lopen beter af dan andere."
En wat heeft dat met quantummechanica te maken?
"Dat kwam door een artikel in de New
York Times van zeven jaar geleden.
Dat stelde dat bacteriën quantumberekeningen uitvoeren. We moesten
er eerst erg om lachen, maar het gaat
om de overdracht van energie bij fotosynthese: het omzetten van licht in
chemische energie. Licht wordt omgezet in een energiegolf die we een exciton noemen. Die golf reist door een
ingewikkeld molecuul (het fotocomplex) naar het reactiecentrum waar de
energie van meerdere fotonen wordt
opgeteld en omgezet in een chemische verbinding. Dat fotosynthetische
proces blijkt in bacteriën en met verbazende efficiëntie te verlopen. Het
artikel liet zien dat die efficiëntie het
gevolg was van goed getunede quantummechanica."
Seth Lloyd: “Sommigen zeggen dat God een ontwerpster is met een verbazende beheersing
van de quantummechanica.”
Hoe gaat dat dan?
Ruis als smeermiddel?
"Als je het fotocomplex ziet onder een
elektronenmicroscoop is het een rommeltje. Je kunt je moeilijk voorstellen
dat een energiegolf, een exciton, zich
daar doorheen kan bewegen. En toch
gebeurt dat. Met horten en stoten. Als
de golf ergens blijft steken, komt er
toch weer beweging in de zaak doordat het hele molecuul staat te schudden door de warmtebeweging. Maar
als het fotocomplex teveel staat te
schudden, dan komt de energiegolf er
ook niet meer doorheen."
"Het gaat om precies het juiste niveau
van het schudden waardoor het transport zo efficiënt verloopt. Het proces
verloopt alleen optimaal bij een bepaalde temperatuur. Net als Goudlokje alles precies op het juiste niveau
uitzoekt. Vandaar de naam."
De evolutie heeft zich dus quantummechnisch ontwikkeld?
"Dat ligt aan je interpretatie. Sommigen zeggen dat God een ontwerpster
is met een verbazende beheersing van
de quantummechanica. Anderen zullen concluderen dat ziljoenen bacteriën niet voor niks zijn gestorven."
Seth Lloyd maakt zijn verhaal over
energietransport en ruis graag duidelijk met een dans (zie Youtube).
youtu.be/_f4PuSQu6Ik
Graduate School heeft doel nog niet bereikt
Promovendi aan de TU melden
vaker dan vóór de komst van de
Graduate School dat ze achterlopen op schema. Toch geven ze het
promotieklimaat een hoger cijfer
dan drie jaar geleden, blijkt uit
onderzoek.
In totaal 667 promovendi deden mee aan een tevredenheidsonderzoek als vervolg op een nulmeting uit
2011, pal voor de lancering van de Graduate School
aan de TU. Toen gaf 32 procent aan achter te lopen
op schema. Dit jaar zegt 43 procent achter te lopen.
De meest genoemde redenen hiervoor zijn: te moeilijk (41 procent) of te druk (21 procent) onderzoek en
begeleidingskwesties (17 procent).
Opmerkelijk: de Graduate School was in 2011 juist
opgezet om de promotiesnelheid en -kwaliteit te
verhogen. Coördinator Stella van der Meulen denkt
dat er sprake is van een bewustwordingseffect.
“Mensen realiseren zich nu in het begin van hun promotieonderzoek dat ze het in vier jaar moeten afronden. Vóór de komst van de Graduate School was die
notie niet zo groot. De meesten gingen uit van vijf
jaar of langer.”
Van der Meulen vermoedt dat promovendi juist
meer op schema lopen dan voorheen. “Ik denk dat
de promotieduur aan het afnemen is, alleen kunnen
we dat nog niet met harde cijfers staven.”
Vanaf 2016 is te zien hoe lang de promotieduur is
van de eerste groep promovendi binnen de Graduate School. Van de promovendi denkt trouwens 73
procent de promotie te kunnen afronden binnen de
tijd die er voor staat. In 2011 was dat 69 procent.
Op elke faculteit is tussen de dertig en veertig procent van de promovendi niet tevreden over het
aantal experts in hun omgeving dat kan helpen met
problemen. Bijna een op de drie geeft aan niet genoeg hulp te krijgen bij het vergaren van data. Dat
is meer dan in 2011. De begeleiding zelf wordt nu op
alle vlakken als beter ervaren dan in 2011. Opvallend
is daarbij wel dat nog niet alle promovendi weten
wie hun promotor is, terwijl het de bedoeling is dat
alle promovendi tot aan hun go/no go-moment een
beoogd promotor hebben die daarna meestal de
promotor wordt.
Een op de tien promovendi (maar dat verschilt nogal
per faculteit) heeft geen dagelijks begeleider of
weet niet dat hij er een heeft. Over de hulp van de
promotor of dagelijks begeleider bij het opbouwen
van een professioneel netwerk is 31 procent niet zo
tevreden. Van der Meulen wil promovendi tijdens
een promotiedebat op 28 november bij Lijm & Cultuur vragen wat ze dan verwachten. (CvU)
Lees het volledige stuk op delta.tudelft.nl/29067
Delta
7
TU Delft
campusnieuws
Duwo richt internationaal platform op
Duwo heeft samen met
een Duitse studentenhuisvester een internationaal platform opgericht. Studenten zouden
daardoor in de toekomst
gemakkelijker een kamer
moeten kunnen vinden in
het buitenland.
Bij het platform Network Cum Laude
(NCL) kunnen zich niet alleen studentenhuisvesters als oprichters Duwo
en het Duitse International Campus
AG aansluiten. Ook universiteiten en
dienstverleners zijn welkom. Er hebben zich al Spaanse, Italiaanse en Engelse geïnteresseerden gemeld.
De samenwerking moet het vinden
van een geschikte kamer in het buitenland in de toekomst vergemakkelijken. Concrete afspraken over hoe dat
vorm moet krijgen, moeten nog gemaakt worden. De hoop is dat er door
het contact tussen studentenhuisvesters en andere belanghebbenden
nieuwe ideeën voor woonoplossingen
ontstaan. Daarnaast gaan de aangesloten partijen kennis uitwisselen.
Duwo-directeur Jan Benschop hoopt
dat hij zo bijvoorbeeld meer inzicht
krijgt in de toekomstige groei van internationale studentenuitwisseling.
“Zo kunnen we voorsorteren op de
toekomstige situatie.” Ook denkt hij
met het platform gemakkelijker te
kunnen onderzoeken of het nodig is
het kameraanbod te diversifiëren en
op welke schaal. “De ene student wil
een gemeubileerde kamer, de ander
gaat liever naar de kringloop.”
NCL heeft geen winstoogmerk. Volgens Benschop is het netwerk wel
interessant voor bedrijven die studenten willen bereiken. “We kunnen
studenten in contact brengen met
toekomstige werkgevers. Ook kunnen
we productaanbiedingen plaatsen in
een aantrekkelijke doelgroep”, zegt hij
in het persbericht.
‘De ene student wil een
gemeubileerde kamer,
de ander gaat liever
naar de kringloop’
Desgevraagd licht hij die uitspraken
toe. “Wij hebben contact met tienduizenden studenten in Europa. Als die
daarvoor toestemming geven, kunnen wij ervoor zorgen dat bedrijven
uit binnen- en buitenland hen gericht
Vorige week startten in TU-Noord voorbereidingen voor onder meer de bouw van een International Student House. (Afbeelding: Duwo)
kunnen benaderen.” Dat kan het vinden van een baan versnellen, denkt
Benschop.
Er zijn daarnaast allerlei dienstverleners van wie veel studenten graag
het bestaan willen weten, denkt Benschop. “Een buitenlandse student in
Delft wil meestal graag weten waar
je goedkoop kunt sporten, of naar de
film kan. Veel Chinese studenten spreken niet zo goed Engels. Een bijspijkercursus kan dan helpen. Er is consulting
of tutoring op allerlei terreinen denkbaar.”
Het netwerk brengt internationale
bedrijven en studenten niet met
elkaar in contact om er geld aan te
verdienen, benadrukt Benschop. Hij
wil inspelen op wat studenten nodig zouden kunnen hebben, om hen
vooruit te helpen, of dat nu direct met
huisvesting te maken heeft of niet.
“Waarom zouden wij ons niet op andere terreinen kunnen richten? Ik zie
onze taak niet zo eng.” (SB)
delta.tudelft.nl/29056
Hoeneveld wint drie zetels
Na drie jaar als zelfstandige lijst te
hebben meegedraaid in de ondernemingsraad, heeft Dick Hoeneveld nu drie zetels winst behaald bij
de or-verkiezingen.
Hoenevelds nieuwe lijst Connected komt nu met vier
zetels in de ondernemingsraad (or). Dat is ten koste
gegaan van de fractie Democratisch Beleid, die twee
van haar acht zetels moet inleveren. De grootste
fractie wordt Abva/Kabo FNV, met negen zetels. Dat
is een zetel meer dan bij de vorige verkiezingen. De
fractie CMHF/AC-HOP behoudt haar vier zetels.
De winst voor Connected is volgens Hoeneveld vooral te verklaren door het netwerk van de kandidaten.
“Mensen hebben het ons gewoon gegund, omdat
we een nieuw geluid laten horen en drie jonge kandidaten in de fractie hebben. Bovendien hebben we
ons gericht op de internationale staf en de belangenorganisaties van de TU, daar zijn we echt uniek
in.”
Hoeneveld wil zich vooral inzetten voor betere kansen ter ontwikkeling van medewerkers, met een
werkplek die het beste bij ze past. Daarnaast noemt
hij de hoge werkdruk die volgens hem een groeiend probleem is. “Uiteraard is het nodig dat er geld
wordt uitgegeven aan nieuwbouw en onderhoud of
‘Uitgaven aan gebouwen
moeten wel in balans blijven met
investeringen in mensen’
renovatie van onze bestaande gebouwen, maar dat
moet wel in balans blijven met de investeringen in
personeel, onderzoek en onderwijs. Hier gaan we
snel een punt van maken.”
De opkomst bij de or-verkiezingen was lager dan
drie jaar geleden: bijna 35,9 procent (van de 5340
kiesgerechtigden) tegenover 43,1 procent in 2011.
Desalniettemin noemt de huidige (en stoppende)
or-voorzitter Dineke Heersma dat ‘niet slecht’. “Bij
andere universiteiten was de opkomst zeventien en
twintig procent.”
Bij 3mE, Bouwkunde en de universiteitsdienst waren er tevens verkiezingen voor de lokale ondernemingsraden, de onderdeelcommissies (odc’s). Bij de
overige faculteiten waren geen verkiezingen, omdat
zich daar te weinig kandidaten hadden gemeld. Bij
Bouwkunde en de universiteitsdienst was de opkomst meer dan vijftig procent. (CvU)
Kijk op delta.tudelft.nl/29051 voor een lijst van medewerkers die in de ondernemingsraad komen.
LDE-centres:
sprint of
marathon?
De ‘strategische alliantie Leiden-Delft-Erasmus’ die de drie
Zuid-Hollandse universiteiten in 2012 aangingen, moest onderzoek en onderwijs verbeteren en de concurrentiekracht
vergroten. Ideeën voor concrete projecten moesten van
onderop ontstaan, wat in 2013 uitmondde in de oprichting
van acht gezamenlijke centra. Een rondgang langs deze acht
leert dat tijdgebrek hun grootste vijand is.
De universiteitsbladen Delta en Erasmus Magazine (Rotterdam) maken de komende maanden
een driedelige serie over LDE. Deze keer over de samenwerking tussen de wetenschappers.
N
eem een maatschappelijk
vraagstuk, zoek daarbij onderzoekers die daar vanuit verschillende expertisegebieden
tegenaan kijken, zet hen bij elkaar en voilà:
de onderzoeksprojecten schieten als paddenstoelen uit de grond. Mét in hun kielzog
nationale en Europese subsidies. Dat is in
simpele bewoordingen het idee achter de
acht onderzoekscentra die de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam in 2013
oprichtten. Dat zijn ‘Education and Learning’, ‘Metropolis and Mainport’, ‘Global
Heritage and Development’, ‘European
Research Centre for Economic and Financial Governance’, ‘Governance’, ‘Sustainability’, ‘Safety and Security’ en ‘Frugal
Innovations’.
Achter deze centra gaan honderden onderzoekers schuil, ondersteund door ‘trekkers’
met een minimale ambtelijke staf en een
paar ton euro aan seed money vanuit de
drie universiteiten. Hoe vergaat het hen en
welke lessen hebben zij tot nu toe geleerd?
Enthousiasme en inspiratie
Onderzoekers binnen de meeste centra
hebben inmiddels ervaren hoe inspirerend
het is om met collega’s uit andere vakgebieden naar hetzelfde onderwerp te kijken.
Neem Global Heritage. Het kostte meer
dan vijftig gesprekken met onderzoekers
van allerlei pluimage, maar nu is duidelijk
hoe veelomvattend het centrum is. Historici, economen, bouwkundigen, civiel
ingenieurs en vele anderen hebben zich
verdeeld over vijf onderzoeksthema’s. De
betrokkenen blijken elkaar aan te vullen,
wat enthousiasmerend werkt.
Daadkracht
Of kijk naar Education and Learning. Dat
centre heeft mensen bijeen gebracht die
elkaar nauwelijks kenden. De focus van
kabinet en universiteiten op studiesucces
en online onderwijs geeft onderzoek naar
universitair onderwijs de wind in de rug,
maar het onderling contact blijkt weldadig.
Een ander voorbeeld is het ‘European Research Centre for Economic and Financial
Governance’. Daarbinnen is iedereen ervan doordrongen dat structurele oplossingen voor de economische en financiële
crisis niet kunnen komen van individuele
onderzoeksgebieden. Integrale oplossingen zijn de formule.
De centra hebben hun eigen strategie en
tempo. Zoals een trekker zegt: de één trekt
vele sprintjes, de ander loopt de marathon.
Vrijwel allemaal kunnen de centra gro-
tere en kleinere successen op hun naam
schrijven. De meeste hebben sinds kort
een website, er zijn netwerken gebouwd,
subthema’s geformuleerd, ondersteunende
medewerkers aangesteld, workshops en
bijeenkomsten gehouden, congressen georganiseerd, onderwijsprogramma´s opgesteld en onderzoeksvoorstellen ingediend.
Binnen ‘Safety and Security’ zijn bijvoorbeeld twee NWO-voorstellen gehonoreerd,
over cyber security en flood security. En
op 6 november was er in Rotterdam een
conferentie over cyber crime. Ook binnen
Metropolis and Mainport wordt gewerkt
aan voorstellen richting NWO en de Europese Unie. Er zijn subthema’s gekozen als
bereikbaarheid en synergie tussen haven
en stad. Per thema komen er inhoudelijke
‘roadmaps’, die voor de komende jaren de
richting aangeven. Met de sponsoring van
een posterprijs en het geven van workshops werkt het centre aan naamsbekendheid.
Het Centre for Sustainability heeft na een
moeilijke start richting gevonden binnen
een breed gebied als duurzaamheid. Het
centre zet in op een relatief nieuw gebied,
het beheersen van materialenstromen.
Lees verder op pagina 10
Al voordat de alliantie Leiden-Delft-Erasmus bestond, werkten de drie
samen. Medical Delta is het bekendste voorbeeld. Daarnaast is er de
Casimir Research School en zijn er gemeenschappelijke opleidingen.
Ook bestaan er vele ad hoc-onderzoeksprojecten.
De acht centra bevinden zich in verschillende stadia van oprichting.
Aan het ene uiterste staat onder meer Frugal Innovations, dat concrete resultaten heeft geboekt (zie pagina 11). Aan het andere uiterste staat Governance, waarvan de toekomst onzeker is.
Metropolis and Mainport
Metropolis and Mainport
Wapenfeit: Er lopen al onderzoeksprojecten met NWO- en EU-financiering.
Uitdaging: Het centre bestaansrecht geven op een speelveld met meerdere andere centra.
Nog geen website
Global Heritage and Development
Global Heritage and Development
Wapenfeit: Er zijn meer dan tien subsidieaanvragen ingediend.
Uitdaging: Steeds duidelijk krijgen waar onderzoekers gezamenlijk optrekken en waar alleen of in andere verbanden.
www.centre-for-global-heritage-and-development.nl
European Research Centre for
Economic and Financial Governance
European Research Centre for Economic and Financial Governance
Wapenfeit: Workshops voor Europese beleidsmedewerkers en Europarlementariërs hebben de naamsbekendheid vergroot. Uitdaging: Het Europese netwerk opbouwen krijgt voorrang boven geld binnen halen. Uiteindelijk moet het daar wel van komen. www.euro-cefg.eu
Sustainability
Sustainability
Wapenfeit: Een subsidieaanvraag bij Kic Raw Materials van het European Institute of Technology is de deur uit.
Uitdaging: Onderlinge concurrentie door overlappende onderzoeksgebieden voorkomen.
www.centre-for-sustainability.nl
Education and Learning
Education and Learning
Wapenfeit: Drie modules voor professionele training kunnen in januari starten.
Uitdaging: Wetenschappers die zich extra inzetten moeten waardering krijgen van collega’s en leidinggevenden.
www.centre-for-education-and-learning.nl
Safety and Security
Safety and Security
Wapenfeit: Twee NWO-subsidies zijn binnen.
Uitdaging: het formuleren van andere thema’s dan cyber.
www.centre-for-safety-and-security.nl
Het mocht op 4 november meteen een side
event organiseren naast de bijeenkomst van het
prestigieuze UNEP International Resource Panel in Rotterdam.
ze de alliantie erbij noemen, met de volledige
namen van de universiteiten erbij. Een huisstijl
is er niet, al hebben de websites wel één uitstraling. Eentje die bewust in niets lijkt op die van
de drie instellingen.
Cultuurverschillen
Hoe inspirerend de samenwerking ook is,
gemakkelijk is ze niet altijd. Onderzoekers
spreken soms letterlijk elkaars taal niet. Daar
komt bij dat de definitie van succes nogal eens
verschilt. Waar de één zo snel mogelijk wil publiceren in een vooraanstaand internationaal
vakblad, ziet de ander een nationaal blad als
geschikter podium. Waar voor de één samenwerken met bedrijven natuurlijk is, is het voor
de ander nieuw terrein.
Er is geen handleiding ‘omgaan met Leidenaren’ nodig, grapt één van de geïnterviewden.
Maar onderzoekers moeten de verschillen respecteren en elkaar successen gunnen. Alleen
dan kunnen ze samen verder. Wat daarbij helpt,
zo is de ervaring, is dat onderzoekers echt uit
andere gebieden komen. Overlap leidt niet zelden tot onenigheid over wie wat mag doen.
De marketingafdelingen van de universiteiten
waken intussen over de imago’s van hun instellingen. Dat heeft erin geresulteerd dat de naam
LDE (voor Leiden, Delft, Erasmus) niet meer
mag worden gebruikt. Hoewel niet iedereen die
regel even strikt naleeft, is het zo voor de centra
omslachtig zichzelf te verkopen. Steeds moeten
Obstakels
Zo zijn er meer organisatorische obstakels. Tegen sommige – andere ondersteunende systemen, verschillen in regels en procedures – loopt
ieder centre op. Ook de verschillen in academische jaarindeling zijn een probleem. Dat maakt
dat veel onderzoekers ervoor terugdeinzen om
bijvoorbeeld samen een minor op te zetten.
De minor responsible innovation, de eerste
in LDE-verband, heeft dat probleem opgelost
door Rotterdamse studenten één kwartaal te
laten volgen waar Leidse en Delftse studenten
het volledige programma van twee kwartalen
doen. Niet ideaal.
Er zijn ook obstakels waar niet iedereen tegenaan zal lopen. Governance wil een gezamenlijke master. Dat moet een tweejarige multidisciplinaire topopleiding worden met de beste
onderzoekers van de drie instellingen, ingangseisen aan studenten, een eigen locatie en stages
in het buitenland. Alleen, momenteel mogen
Leiden en Rotterdam wettelijk geen tweejarige
master aanbieden. Er wordt gezocht naar een
oplossing, in de tussentijd bestaat het centre
feitelijk niet. Gezamenlijk onderzoek is er al
langer, zo redeneren de onderzoekers, daar
hebben ze (voorlopig) geen centre voor nodig.
Werk genoeg.
Tijdgebrek
Een gebrek aan tijd heeft bijna iedereen. Zelfs
als het aanvankelijke enthousiasme groot is en
de ideeën voor onderzoek en onderwijs talrijk,
dan nog is het lastig tijd te vinden. Natuurlijk
past het onderzoek voor het centre binnen het
werk dat een wetenschapper al doet, maar in de
praktijk komen er taken bij terwijl de aanstelling gelijk blijft.
De trekkers waken ervoor dat mensen niet omvallen. Ze houden administratieve rompslomp
als websites bouwen, bijeenkomsten organiseren en toekomstvisies schrijven weg bij de
inhoudelijke mensen. Want die laatste moeten
hun werk zo soepel mogelijk kunnen doen en
zo weinig mogelijk gedoe aan hun hoofd hebben. Want anders, het is al gebeurd, haken ze
af. En dan komt de toekomst van een centre,
die zwaar leunt op de ideeën van onderzoekers,
snel op losse schroeven te staan. (SB)
Dit was deel 1 van een serie over LDE. De volgende aflevering gaat over de samenwerking in het
onderwijs en verschijnt in januari 2015 in Delta
en Erasmus Magazine.
Tekst: Saskia Bonger en Erik van Rein
Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
TU Delft
11
LDE Centre for Frugal Innovation in Africa
Via kleinschaligheid naar het grote geld
Het Centre for Frugal Innovation in Africa loopt
goed en wordt vooral gedragen op de enthousiaste handen van een kleine
groep onderzoekers.
Vinden Zambianen het koken van
bonen op traditioneel houtskool
echt nodig of voldoen duurzame
en goedkopere houtpellets ook? En
lukt het om arme Afrikanen op termijn aan een goed huis te helpen
als ze bereid zijn een deel van hun
loon in een spaarfonds te stoppen?
Iva Peša struint in Zambia initiatieven af voor het Centre for Frugal
Innovation in Africa (CFIA). De
postdoc is de eerste onderzoeker
die fulltime verbonden is aan het
centrum. Peša kijkt op dit moment
welke duurzame ontwikkelingen
goed zijn voor Afrikaanse samenlevingen. “Die nieuwe producten
moeten niet alleen goedkoop zijn,
maar ook worden geaccepteerd
door de bevolking.”
Dat is het doel van Frugal Innovation, een fonkelnieuwe wetenschapstak. Frugal is een synoniem
voor spaarzaam en de wetenschapssector moet ervoor zorgen
dat bedrijven slimme apparaten
en diensten kunnen ontwikkelen
die geld opleveren en inwoners
van ontwikkelingslanden ook
écht vooruit helpen op bijvoorbeeld het gebied van armoedebestrijding of gezondheid. Peter
Knorringa, hoogleraar private
sector & development aan het Institute for Social Sciences van de
EUR, is een van de oprichters van
het CFIA. Als ‘trekker’ ziet hij toe
op de ontwikkeling van de onderzoeksgroep. Knorringa was samen
met hoogleraar management van
technische innovaties Cees van
Beers uit Delft en André Leliveld,
senior researcher aan het African
Studies Centre in Leiden, al langer bezig met frugal innovations.
“Toen wij hoorden over de strategische alliantie viel het kwartje en
zijn we om tafel gegaan. Achteraf
gezien vraag ik me af waarom we
dit niet eerder hebben gedaan.”
Tolerante houding
Aan enthousiasme geen gebrek bij
de CFIA-onderzoekers, het is de
meest voorname reden waarom
de samenwerking goed verloopt.
Dat er ‘een klik’ en ‘chemie’ is tussen de ongeveer vijftien betrokken
onderzoekers bij het relatief kleinschalige CFIA wordt vaak aangehaald als belangrijk instrument
voor de goede samenwerking. In-
Nieuwe duurzame producten voor de Afrikaanse samenleving moeten niet alleen goedkoop
zijn, maar ook worden geaccepteerd door de bevolking.
terdisciplinair onderzoek vereist
namelijk een tolerante houding
ten opzichte van andere wetenschapsdisciplines. “Je kunt geen
grote ego’s gebruiken”, zegt Caspar
van Woensel, universitair docent
burgerlijk recht en intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit
Leiden. “Je moet openstaan voor
aanvullingen op jouw vakgebied.”
Ideeën worden een paar keer per
jaar uitgewisseld tijdens brainstormsessies. Voor Van Woensel
was dat de eerste keer wel wennen. “Je praat met andere termen
en spreekt de ‘taal’ van het andere
vakgebied niet. Ik legde uit hoe intellectuele eigendomsrechten een
positieve bijdrage kunnen leveren
aan de frugal innovations en had
niet verwacht dat dit zo nieuw was
voor de medici en ingenieurs aan
tafel.”
Groot geld
Ook analfabeten kunnen de door het Frugal Innovation in Africa centre ontwikkelde voorhoofdthermometer ‘aflezen’.
De geestdrift van de onderzoekers
leidde al tot een aantal concrete
resultaten. Zo werd er een frugal
voorhoofdthermometer ontwikkeld door medisch antropologen
van het LUMC en industrieel ontwerpers uit Delft, die ervoor zorgt
dat ook analfabeten kunnen zien
wanneer iemand koorts heeft. Ook
kon er een EUR-student naar Ghana om de verkoopmogelijkheden
voor een in Delft ontworpen frugal
weerstation te verkennen.
Dit soort kleine deelprojecten
‘Achteraf gezien vraag ik me af waarom
we dit niet eerder hebben gedaan’
loopt goed, maar uiteindelijk kan
het centre alleen voortbestaan
met het binnenharken van subsidies. Tot eind 2015 kan het CFIA
nog steunen op seed money van
de stuurgroep, daarna moet het
centrum zichzelf bedruipen. Inmiddels liggen er al twee concrete
onderzoeksvoorstellen te wachten
op honorering, waarvan één bij de
grote Nederlandse wetenschapsfinancier NWO. Bij die aanvraag
bleek dat het nog moeilijk is om
ook formeel als centre te handelen. NWO verwacht namelijk één
hoofdaanvrager. Dat betekent dat
de subsidie wordt toegekend aan
één universiteit, terwijl het onderzoek daadwerkelijk steunt op
drie universiteiten. “Het zou wel
aardig zijn als je de samenwerking
formeel goed gestalte kunt geven
door onderzoeksvoorstellen ook
via het centre in te dienen”, zegt
hoogleraar Van Beers.
Niet alleen Nederland moet nog
wennen aan de nieuwe samenwerking, ook op Europees gebied
is er nog werk aan de winkel wat
betreft naamsbekendheid van
het centrum en de nieuwe wetenschapstak Frugal Innovation in
het algemeen. Lukt dat niet, dan
is de kans op het grote geld uit het
prestigieuze financieringsproject Horizon 2020 klein. De eerste
aanvraagronde is geweest, maar
die heeft het centre bewust laten
schieten. André Leliveld: “Dat
kwam simpelweg te vroeg. Je vergroot je kans op succes in Europa
door succes aan te tonen, daarom
kiezen wij eerst voor aanvragen in
Nederland. Vanuit daar bouwen
we verder.” (EvR)
‘ik wil
online
aanraken
introduceren’
Kunstenaars en ingenieurs kunnen veel van elkaar leren bij het
ontwerpen van technologie. Dat is althans de overtuiging binnen
de vakgroep systeemkunde van prof. Frances Brazier (TBM). Vandaar dat kunstenares Karen Lancel er onderzoek doet naar hoe we
online hetzelfde gevoel van vertrouwen en samenzijn met een ander kunnen hebben als wanneer we elkaar fysiek ontmoeten.
Tekst: Saskia Bonger
Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
“Kunstenaars ontwerpen ervaringen.” Dat zei Frances Brazier in 2011
in een interview met Delta. De kennis die die ervaringen opleveren, is
cruciaal voor ontwerpers van participatiesystemen, stelde de hoogleraar systeemkunde. Ervaringen ontwerpen is precies wat kunstenares
Karen Lancel doet binnen haar promotietraject bij de vakgroep van
Brazier. Door middel van performance art-projecten met namen als
E.E.G. Kiss, Saving Face, StalkShow en Tele_Trust zoekt zij de verbinding tussen het kijken naar een beeldscherm en het daadwerkelijk
aanraken van de ander.
Hoe bent u als kunstenaar en niet-ingenieur geïnteresseerd geraakt
in ict en online omgangsvormen?
“Dat ben ik al vanaf het begin van de jaren negentig. Ik doe mijn werk
als kunstenaar samen met mijn man Hermen Maat. We kennen elkaar
al heel lang. Onafhankelijk van elkaar bleken we met dezelfde dingen
bezig te zijn. Kunst loopt vaak vooruit. Als kunstenaars hebben we
het soms gemakkelijker dan technici. Wij hebben de mogelijkheid om
werkende prototypes te maken, die we kunnen gebruiken met publiek.
We hoeven geen traject door van onderzoek, patentaanvragen en productie. We kunnen intuïtiever werken.”
Wat maken jullie?
“Wij ontwerpen sociale laboratoria. Ons werk gaat over hoe we communiceren en dat doen we steeds meer via machines, met computers,
tablets, smartphones. Hoe leven we met die machines? En hoe ervaar
ik jou en mezelf als ik jou via een beeldscherm ontmoet? Er is geen wederkerigheid, geen vorm van het spiegelen van elkaars gedrag, zoals
dat gebeurt in de fysieke wereld. Dat spiegelen van het gedrag van de
ander is nodig om elkaar te begrijpen en te vertrouwen. Hoe vertrouw
je je eigen waarneming van de ander via een beeldscherm? En, hoe
kun je daarvoor ontwerpen? Dat zoeken wij uit met onze projecten. We
werken met publiek en willen een gevoelige, kritische reflectie geven
op wat wij onderzoeken.”
Wat is het doel van dat onderzoek?
“We willen vormen van online aanraken en nabijheid introduceren,
die een gevoel geven van vertrouwen en samenzijn. We willen een gevoelige sociale ruimte maken via het beeldscherm.”
Een beeldscherm schept afstand. Hoe maak je daarmee een gevoelige sociale ruimte?
“Media breiden onze lichamen uit in tijd en ruimte, maar voorkomen
de aanraking. In de sociale wetenschappen en filosofie wordt beschreven hoe face-to-face connectie, lichaamstaal en aanraking basiselementen vormen om te kunnen synchroniseren en vertrouwen; en dus
essentieel zijn voor ons sociale ecosysteem. Een beeldscherm schept
afstand, én wereldwijd nabijheid. Het gaat erom hoe we via beeldschermen de gezamenlijke, ‘augmented’ sociale ruimte ervaren, in
een proces van wederkerigheid. Een sociale ruimte wordt gevoeliger
‘Hoe ervaar ik jou en
mezelf als ik jou via een
beeldscherm ontmoet?’
13
TU Delft
als je hem kunt aftasten, visueel en door aanraking.
Ik maak onder andere gebruik van de begrippen
optische visualisatie en haptische visualisatie van
Laura U. Marks. Het eerste betekent: op afstand
zien, controleren en fixeren. Het tweede betekent:
een blik die aftast en synchroniseert. De gevoeligheid zoek ik in die aftastende blik, in combinatie
met door ons ontworpen rituelen voor aanraking
en sensortechnologie. Als ict te veel de controlekant op gaat, die van surveillance, dan is er geen
haptische blik. We weten niet wie er aan de andere
kant van het scherm, of de camera, zit. De surveillance society is geen gevoelige omgeving. Voor
vertrouwen is wederkerigheid nodig en een balans
tussen de optische en de haptische blik.”
Jullie werken veel in China. Waarom juist daar?
“We waren eerder dit jaar artists in residence bij het
Tsinghua Art and Science Media Laboratory aan de
Tsinghua University Beijing. In China zijn ze heel
geïnteresseerd in ons werk. Het speelse en het toegewijde van onze projecten spreekt de mensen aan.
Ook omdat het kunst is met een pragmatisch onderdeel. Het gaat over hoe je samen leeft. Dat is in
China een groot thema. De Chinese samenleving
was en is voornamelijk collectief georganiseerd,
maar wordt steeds individualistischer. Mensen
zoeken manieren om daarmee om te gaan. We werken sowieso veel internationaal. Het gaat nu heel
snel. Vijftien jaar geleden was het nog gek wat we
deden. Nu ontstaat er steeds meer fascinatie voor
de interactie tussen lichaam, waarneming van de
sociale ruimte en technologie. Dat is interessant en
spannend, mede omdat mensen in andere culturen
anders omgaan met naar elkaar kijken en elkaar
aanraken. Wij brengen de kennis daarover bij elkaar.”
Tijdens jullie meest recente project, E.E.G. Kiss,
konden mensen met EEG-headsets op met elkaar
zoenen. Hun zoen werd via de data van hun hersenactiviteit omgezet in twee grafieken. Wat betekenen die grafieken?
“Neurologisch onderzoek naar sociaal-wederkerige
ervaringen is een nieuw domein. In E.E.G. Kiss
komen de eerdere cases samen die we hebben uitgevoerd. Ik heb inmiddels een schatkamer aan
data. Hoe breng ik die naar een wetenschappelijk
inzicht? Kloppen de aannames die ik heb gedaan?
Ik ben bezig betekenis toe te kennen. Kan ik de data
omzetten in een haptische ervaring en hoe werkt
dat dan? Gaan we bijvoorbeeld de kus imiteren
met een prothese of via een hersenimplantaat? Of
zetten we het om in geluid? De Digital Synesthesia
Group van de Universiteit van Wenen heeft ons gevraagd de kus-data om te zetten in een partituur.”
Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Waarschijnlijk gaat er
iemand heel veel geld aan
verdienen - iemand anders
dan ik’
Als het werkt, zal iedereen het willen gebruiken. Goede business.
“Ideeën van kunstenaars worden vaak verder doorontwikkeld door anderen. Het uploaden van een kus is interessant voor de industrie. Waarschijnlijk gaat er iemand heel veel geld aan verdienen, iemand anders dan ik. Ik
hoop dat ik achter de verdere uitwerking kan staan als het zover is.”
Hoe reageren mensen als hun kus als een grafiek op een beeldscherm
verschijnt?
“Dat is soms heel ontroerend. Eén vrouw zei tegen mij: ‘die data zijn een
portret van de intieme verbintenis met mijn man’. De grafieken laten een
combinatie zien van hersenactiviteit en tijd. Mijn man en ik hebben ook
zelf gekust en het publiek vervolgens gevraagd iets te zeggen over wat ze
zagen. Bij de analyse van die antwoorden hopen we erachter te komen wat
belangrijk is voor mensen. De grafieken zien er trouwens steeds heel anders uit, ze zijn uniek. En ze zeggen niets over of je relatie goed is.”
Hoe is het om als niet-ingenieur rond te lopen op de TU?
“Mijn promotor Frances Brazier en co-promotor Caroline Nevejan zeggen dat de wetenschap kunstenaars nodig heeft. Ik als kunstenaar heb ook
anderen nodig. Ik werk altijd al samen met mensen van buiten de kunst.
Interactieve kunstwerken vereisen veel kennis van technologie. Die heb
ik, maar ik programmeer niet zelf. Daarvoor werk ik vaak met technici.
De overlap is groot. Ook ik denk in modellen. Bovendien zijn we allemaal
bezig met het ontwikkelen van innovatieve technologieën en zijn we toekomstgericht. Overigens werk ik één dag in de week aan mijn promotie en
Wat is voor u de toegevoegde waarde van promoveren
op onderzoek waaraan u ook puur als kunstenaar had
kunnen werken?
“De promotie framet mijn onderzoek en brengt begrip en
focus. Ik leer werken via een wetenschappelijke methode
en leer academische taal te gebruiken. Ik kan op de TU
intuïtie en ervaring toevoegen, als onderdeel van een ontwerpmethode. Op het gebied van het ontwikkelen op ervaring en het ontwerpen voor ervaring loopt mijn kennis
vooruit.”
In jullie projecten zit ict de mens dicht op de huid. Moeten we dat wel willen? Moeten we niet juist minder ict
gebruiken in plaats van meer?
CV
Karen Lancel is één dag in de week
promovenda aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Daarnaast ontwerpt zij in Studio
LancelMaat samen met haar man
Hermen Maat performances en installaties, die functioneren als een
‘artistiek sociaal lab’ waarin het publiek deelneemt als ‘co-researcher’.
Dat deden ze onder meer in Seoul,
New York, Melbourne, London,
Istanbul, Parijs, Amsterdam en
Shanghai. Lancel deed een bacheloropleiding beeldende kunst
aan de Rietveld Academie. Daarna
deed zij een master theater en
dans aan theaterschool Dasarts.
ben ik niet in dienst van de TU. Daarnaast maak ik kunst en
geef ik les.”
Tussen 2005 en 2008 was ze hoofd
van de interactieve media-afdeling
van het Frank Mohr Institute in
Groningen. Daarna werkte ze drie
jaar binnen de onderzoeksgroep
Artistic Research, Theory and Interpretation aan de Amsterdamse
Hogeschool voor de Kunsten. Haar
meest recente project E.E.G. Kiss is
ontstaan in samenwerking met het
Participatory Systems Initiative TU
Delft, de TsingHua University Beijing, TNO, de Baltan Laboratories
& Holst Centre Eindhoven en wordt
ondersteund door de Mondriaanstichting.
“E-health is in opkomst, bijvoorbeeld in de ouderenzorg.
Sensoren op het lichaam, die informatie over dat lichaam
bijhouden in de cloud, komen er steeds meer. Is er iets mis,
dan weet je dat heel snel. Ouderen zijn vaak eenzaam, net
als kinderen die langdurig in het ziekenhuis verblijven.
Wat als je hen een digitale aanraakervaring kunt bieden?
Heel veel mensen vinden dat een fijn idee. Pas daarna komen vragen als: wat doet dat allemaal met de privacy? Wij
redeneren als volgt: die privacy intrusion is al gebeurd, de
ontwikkeling van ict is niet te stoppen. Wij kunnen eraan
bijdragen dat het iets moois wordt. Je kunt je niet aan deze
nieuwe communicatievormen onttrekken. Welke positie
je ook inneemt, je moet ermee dealen. Ik sta kritisch tegenover privacy invading ict. Juist daarom wil ik andere voorstellen doen, voor hoe het óók kan.” <<
De master
Rianne Blom
Werk aan de
wegenbouw
Onderwerp:
‘Embracing change: the road
to improvement? A study into if
and how a combination of Lean
and Agile could help coping with
complexity and uncertainty in
the front-end development of an
infrastructure project’
Eindcijfer:
9
Een belletje van AnteaGroup. De TUstudent die haar afstudeeronderzoek
heeft gedaan bij het ingenieursbureau, vertrekt naar Rijkswaterstaat
voor een traineeship, en daar heeft
de teammanager WegInfra - zelf TUalumnus civiele techniek - de balen
van. Of nee, hij is blij voor haar natuurlijk, maar dat onderzoek mag wel
onder de aandacht. Zo’n pluim – daar
doet iedere afstudeerder het toch
voor?
Kijk, er kan namelijk nogal het één en
ander veranderd worden in het projectmanagement in de civiele infrastructuur, constateerde Rianne Blom
(23). ‘Lean en agile’, moet het – en in
een toch redelijk conservatieve wereld
als de civiele, waar de leidinggevenden volgens Blom vooral op technisch
niveau denken, betekent dat een lange weg te gaan. “Inderdaad een hot
topic, vooral in de bouwwereld”, lacht
de ingenieur. Toch blijkt het in sommige takken van het ingenieursvak
nog het ei van Columbus.
“In infrastructurele projecten zitten
vaak kostenoverschrijdingen en vertragingen”, vertelt Blom. “Denk maar
aan de aanleg van de Noord-Zuidlijn,
de HSL en de Betuwelijn.” Dat is een
gegeven, lijkt het, en niemand die het
tot nu toe heeft opgelost. “Dus ik ben
eens gaan kijken wat daar nou precies de oorzaak van is. Die projecten
worden steeds groter en complexer,
en daardoor onzekerder. Dat vraagt
flexibiliteit. Het huidige projectmanagement ligt vast in gevestigde richtlijnen, gericht op het bereiken van
vooraf vastgestelde doelen. Maar de
complexiteit en onzekerheid van veel
tegenwoordige projecten maakt dit
vooraf plannen minder geschikt. Projecten moeten dus minder gefocust
zijn op het bereiken van vooraf gestelde doelen, en meer op de werkelijke
prestaties van het project.”
Lean (gericht op de productie) en agile
(op het gebied van software), dus.
‘Met betrokkenheid en afstemming,
vereenvoudiging en geen gedoe en
samenwerking beperkt door rolverdeling’, schrijft Blom in haar scriptie. Blom: “Met behulp van visueel
management bijvoorbeeld, door de
voortgang van een project in beeld te
brengen. Door elke dag met het projectteam bij elkaar te komen om door
te spreken wie waarmee bezig is en
hoe dat verloopt. Klinkt allemaal heel
vanzelfsprekend, maar in de civieltechnische wereld bestaat nog altijd
het idee dat één keer per week even
samenkomen voldoende is.”
Haar advies over de toepasbaarheid
van lean en agile om te kunnen omgaan met complexiteit en onzekerheid in projectontwikkeling, is in principe bedoeld voor alle civieltechnische
ingenieursbureaus. Antea diende als
gewillig proefkonijn. “Ze waren wel
toe aan modernisering. De dagelijkse
communicatie tussen de projectteams
is er niet gelukt, daar zaten de teams
nog niet op te wachten. Maar het
visueel management en problemen
snel rapporteren aan de leidinggevende (lean) kunnen ze meteen in de
praktijk brengen. Werknemers proberen problemen nu vaak eerst zelf op
te lossen, en vertellen na een week of
twee eens dat het niet lukt. Dat kan
heel gemakkelijk anders. Grote kans
dat Antea dat daadwerkelijk gaat
toepassen.” Dat smaakt de ingenieur
naar meer: “Het lijkt me uiteindelijk
heel leuk om advies te geven op het
gebied van management.” Maar eerst
dat traineeship. “Ik ga er een afdeling lerend maken, wat betekent dat
ze zich bezighouden met steeds beter
worden.” Het bloed kruipt waar het
niet gaan kan. (JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Van het jaar nul naar 2014: het projectmanagement in de civiele infrastructuur mag weleens een sprong door de tijd maken,
vindt civiel ingenieur Rianne Blom. Voor haar afstuderen nam ze
ingenieurs aan de hand voor een lesje modernisering.
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Thys Meekma
Specs
1.98 meter
Gewicht
85 kilo
Vastzuigende modder
Geboortejaar
1990
Een klein dipje, trotse rugbyploeg na
verlies en een heroïsch gevecht tegen de
elementen.
studie:
bouwkunde, master
bouwtechnologie
Sport:
korfbal (bij Paal Centraal)
andere sporten:
Loszittend shirt, ten
behoeve van de
bewegingsvrijheid.
Clubshirt (thuistenue)
met clublogo.
vroeger gevoetbald
Waarom korfbal?
“Het is een teamsport en een balsport, dat
spreekt mij beide aan. Toen ik een jaar of
tien was heeft mijn zus mij een keer meegenomen naar een training. Sindsdien ben ik
verliefd op die sport.”
Welk niveau?
“Eerste team, in de derde klasse.”
Sterke punten?
“Rebounden, door mijn lengte. Ik ben redelijk allround, zowel verdediger als aanvaller.
Dat moet ook eigenlijk bij korfbal.”
Zwakke punten?
“Ik kan slecht tegen mijn verlies en kan
soms balen als ik iets fout doe.”
Blessuregevoelig, lichamelijke
zwakheden?
“De afgelopen drie jaar tweemaal
mijn enkel geblesseerd, maar gelukkig beide keren volledig hersteld.”
Hoogtepunten/prijzen?
“Twee keer kampioen met het eerste, op
het veld en in de zaal. Plus de promoties die
daarbij hoorden naar de derde klasse.”
Waarom zou iemand moeten gaan korfballen?
“Korfbal is een mix van kracht, explosiviteit,
behendigheid, en zowel tactisch als technisch. Dat maakt het interessant.”
Lichte bal met een
goede grip. “Met
een gladde bal kun
je het wel vergeten
in het veld.”
Sokken behorend bij het
club-thuistenue.
Waarom lid van Paal Centraal?
“Het is de enige studentenkorfbalvereniging
in Delft. De combinatie tussen serieus korfballen en gezelligheid trok mij aan.”
Ergens een hekel aan?
“Ik kan heel slecht tegen onsportief gedrag.”
Bijzonderheden?
“Ik ben ervan overtuigd dat korfbal veel gemoedelijker is dan voetbal. Ik kan er slecht
tegen als mensen mijn sport in een kwaad
daglicht stellen. Een opstootje, vijf jaar geleden, werd breed uitgemeten in de pers,
terwijl dat verder nooit voorkomt.”
Schoenen met een ander soort noppen dan bij
voetbalschoenen en groter in aantal, voor een betere
grip en om goed te kunnen draaien. “Korfbal is heel
explosief. Je draait ontzettend veel met je voeten. Als je
geen goede schoenen hebt ben je er binnen een half
jaar doorheen.”
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities?
“Doorgroeien met het team, maar ook met
de hele club. Dat is overigens lastig vanwege
de hoge doorstroming bij een studentenclub.”
Het bestuur van hockeyvereniging DSHC had nog
maar net een persbericht de deur uitgedaan om ons
alvast te attenderen op het komende kampioenschap van het hoogste damesteam, of de soepel
lopende ploeg begon, na zes prachtige overwinningen, te haperen. Eerst pikte Dordrecht twee punten
af (1-1), een week later versloeg een andere directe
concurrent, Etten-Leur, de Delftse corpsploeg met
1-0. DSHC bleef weliswaar lijstaanvoerder, maar de
marges met de achtervolgers waren flink geslonken.
“We hebben een klein dipje”, verklaarde Evy Otto
luchtig het plotselinge puntenverlies. Ze erkende
dat haar ploeg de eerste helft tegen Etten-Leur ‘wat
slapjes’ speelde, “maar de tweede helft ging het
beter”. Volgens de aanvalster had haar team de
scheidsrechter niet mee. “We kregen drie gele kaarten en hij keurde een doelpunt van ons ten onrechte
af.” Overigens hield zij het volste vertrouwen in de
titelkansen. Voor de thuiswedstrijd van gisteren tegen Forescate, een vierde ploeg die op de loer ligt,
werd afgelopen week niettemin toch maar een extra
training ingelast.
Of de rugbyers van SRC Thor een extra training inlassen is vooralsnog onbekend. De TU-club promoveerde enkele jaren geleden naar de derde klasse zuidwest en begint daarin steeds hogere ogen te gooien.
Na acht wedstrijden staan de studenten tweede,
op 6 punten achterstand van koploper RC Eemland
2; een puntenverschil dat in rugbyland niet zo heel
veel voorstelt. Komende zondag (23/11) kan een slag
geslagen worden, als beide teams tegenover elkaar
staan.
De ooit zo oppermachtige dames van Thor spelen de
laatste jaren een bescheiden rol in de landelijke ereklasse. Na vijf van de zes wedstrijden in de poulefase
verkeren de ladies op de voorlaatste plaats die leidt
naar een plek in de degradatiepoule. Vorige week
zondag werd met 52-8 verloren van The Bassets.
‘Toch mogen we trots zijn op ons spel, dat nog steeds
elke wedstrijd enorm groeit!‘ liet de ploeg op Facebook monter weten.
Net als rugbyers wentelen ook veldrijders zich graag
in de modder. Die mogelijkheid doet zich voor op
zaterdag 13 december, wanneer studentenwielerclub WTOS een cross organiseert in het kader van de
Zuid-Hollandse veldritcompetitie. ‘Veldrijden staat
synoniem aan het heroïsche gevecht van mens en
fiets tegen de elementen’, laat de organisatie weten.
Men belooft: ‘vastzuigende modder, steile hellingen,
los zand, bomen die niet meegeven en zelfs sneeuw
en ijs. Vanaf 12.00 tot 15.00 uur zullen deze elementen rijkelijk aanwezig zijn in het bos achter Ikea Delft’
(wtos.nl/regiocross).
Tips? [email protected]
Wat: Storytelling Night:
Speaker of Djinns
Waar: Sport & Cultuur
Wanneer: donderdag 20
november, 20.30 uur
Toegang: Gratis
Partyprognose:
7
17
party
Spotters
Herfstmaaltijd
In rap tempo komen Sint en Piet, de Kerstman en het
einde van het jaar eraan. Maar voordat we ons op
die chaos werpen, is er de herfst. De bladeren vallen
en de dagen worden korter. Tijd om weg te kruipen
achter een goede film of een goed boek, warm en
knus, terwijl buiten de storm verder raast.
Tijd voor een maaltijd die bij die setting past.
Boeuf bourguignon voor vijf man
Nodig: stevige braadpan voor in de oven,
oven, snijplank, mes
Avonturennacht
Het klinkt als warme chocomel met rum bij een haardvuur. Storytelling Night, bij
Sport & Cultuur, weet in elk geval de spanning en mystiek te pakken. In ‘Speaker
of Djinns’ zet ‘Storyteller of the Year’ Sahand Sahebdivani, je op het puntje van je
stoel. Gratis en voor niks.
Storytelling is hot. Een beetje bedrijf giet zijn presentaties in verhaalvorm, met de luisteraar als hoofdpersoon en gelikte beelden in plaats van powerpoints om de boel te visualiseren. Ideaal om je publiek
te verleiden en te binden. Mensen willen – overprikkeld door alle hightech communicatie die vraagt
om aandacht voor tig dingen tegelijk - weer verhalen horen. Tja, dan kun je er natuurlijk donder op
zeggen dat er een culturele tegenbeweging ontstaat: slow storytelling. Met aandacht voor de tijdloze
verhalen, die de luisteraar meeslepen, en hen ze zelfs laten beleven.
Meester van dit genre is Sahand Sahebdivani (34), alumnus van de universiteit van Amsterdam, baas
van het Mezrab-storytellingcentrum in Amsterdam en internationaal befaamd om zijn verhalen. The
Dutch storytelling society riep hem dit jaar zelfs uit tot vertelambassadeur van het jaar. Dat betekent
dat de verteller het afgelopen jaar de taak had storytelling onder de aandacht te brengen van een
groot publiek. Niet gek voor zijn eigen bekendheid, ook. “Kijk, als je nooit in een gare autobus met een
band een half continent bent doorgereden om in kleine zaaltjes en kroegen te spelen, dan weet je niet
echt wat muzikant zijn is. Eigenlijk vind ik dat hetzelfde moet gelden voor vertellers. Lange dagen in de
auto, junk food eten, voor minder dan de benzinekosten spelen. Daar groei je van, als persoon en artiest. En natuurlijk helpt het om mensen bekend te maken met de edele kunst van het vertellen, jezelf
als kunstenaar in de markt te zetten en je netwerk uit te breiden”, blogt hij.
In ‘Speaker of Djinns’ mengt Sahebdivani klassieke Perzische verhalen met avonturen uit zijn eigen familie. Een illuster stel, met opiumsmokkelaars, mystici, generaals en berooide adellijken. Zelf werd hij
geboren in Teheran, maar vluchtte op driejarige leeftijd met zijn ouders naar Amsterdam. Nu kon hij
dokter worden, hoopten zijn ouders, maar met zo’n afkomst was zijn lot al lang bezegeld: Sahebdivani
werd verhalenverteller.
Waar de grens ligt tussen waarheid en legende, is een beetje gissen. De geschiedenis van zijn familie
is bizar genoeg om het meeste te geloven. Overigens is er weinig ‘slow’ aan zijn storytelling. Sahebdivani wordt bijgestaan door een bonte mix van musici uit Nederland, Sicilië, Slovenië en Hongarije. Ze
spelen een mix van Oriëntaalse, Oosterse, Europese én zigeunermuziek. Reist hij van wereldstad naar
wereldstad, nu is hij gewoon te zien bij Sport & Cultuur. Gratis en voor niks. Dat moet je eigenlijk gewoon gezien hebben. Al is het maar om je pijnlijk te beseffen dat het hoog tijd is voor je eigen, grote,
verhaalwaardige avontuur. (JB)
sc.tudelft.nl
mezrab.nl
vertellervanhetjaar.wordpress.com
Ingrediënten: 3 uien, 3 tenen knoflook, 200 gram
gerookt spek, 750 gram runderlappen of ander
stoofvlees, klontje boter, 1 eetlepel bloem, halve
liter rode wijn, halve liter runderbouillon (kan
met blokje), tijm, rozemarijn, laurier, 300 gram
champignons
Het recept is vrij simpel. Verwarm de oven voor op
160 graden. Snij het spek in kleine reepjes, snipper
de ui en snij de knoflook fijn. Snij het vlees in stukken
van 3 bij 3 centimeter of ongeveer vijftig gram en
bestrooi licht met de bloem. Alle stukken moeten
een beetje bloem op zich hebben. Zet de pan op
het vuur en bak eerst het vlees in een klontje boter
tot goudbruin. Voeg vervolgens het spek, de ui en
als laatste de knoflook toe. Bak tot de ui glazig is en
het spek een beetje bruin, en blus af met eerst de
wijn en dan de bouillon. Voeg de tijm, rozemarijn
en laurier toe. Andere kruiden kunnen
naar eigen smaak. Doe vervolgens
twee uur in de oven, voeg dan de
champignons toe en vervolgens
nog een uur in de oven. Breng
op smaak met peper zout en
serveer met brood en groente
naar keuze.
Met geslepen messen,
Job Hogewoning
Woest water
Bij TU-buurman Deltares legt bouwer Ballast de laatste hand aan de
Deltagoot. Met een maximale golfhoogte van 4,5 meter en een lengte van
bijna 300 meter, is het de grootste golfgoot ter wereld. Afgelopen maand
mocht een groep wetenschapsjournalisten alvast een kijkje nemen.
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Hans Stakelbeek
Illustratie: Stephan Timmers
Delta
19
TU Delft
De goot in cijfers
Afmetingen
Lengte - 290 meter
Breedte - 5 meter
Diepte - 9,5 meter
Golfgenerator
Slag - 7 meter
Snelheid max. - 2 meter per seconde
Vermogen hydrauliek - 1,9 megawatt
Maximale druk - 300 bar
Dooft terugkaatsende golven uit
Golfkarakteristieken
Max. Regelmatige golfhoogte - 3,3 meter
Maximale golfhoogte (top-dal) - 4,5 meter
Golfperiode - 1 tot 20 seconden
Bijzonderheden
• Drie pompen 350 liter/sec. voor
simulatie getij en opzettend
water (max 2,4 meter per uur).
• Sleep/meetwagen (1 m/s en max 1 ton
sleepkracht)
• Twee kranen op goot met ieder 12,5 ton
hefkracht
Lees verder op pagina 20
N
ee, er staat nog geen
water in. Dat is jammer voor degenen die
gehoopt hadden op
een tsunami-achtige
demonstratie. Naderhand blijkt de
lege bak juist een voordeel, omdat je
zo een veel beter beeld krijgt van de
grootte van de faciliteit en de techniek erachter. Bezoekers onderin de
goot maken selfies vanaf een plek
die straks 9,5 meter onder water
staat. Hoe cool is dat?
Golfmachine
"Zoek maar een stel laarzen uit, en
vergeet niet een jasje en een helm
mee te nemen." Inhoudelijk projectleider ir. Rob de Jong neemt tien
bezoekers mee naar de goot en ziet
er op toe dat ze volgens voorschrift
van Ballast zijn uitgerust. Even later
klost de stoet in ruime laarzen met
oranje hesjes en gele helmen door de
gang van een van de Deltares kantoren aan de Rotterdamseweg - de
vestiging van het onafhankelijk kennisinstituut over water, ondergrond
en infrastructuur.
Eenmaal buiten volgt de groep ir. De
Jong naar een witte tent aan het linker uiteinde van de betonnen Deltagoot. Tot voorzichtigheid gemaand
dalen ze behoedzaam de stalen trap
af, tot net boven de naar olie en verf
geurende machine die straks de golven moet gaan opwekken.
Aan de ene kant van de loopbrug
staan drukflessen met dikke slangen aangesloten op vier liggende
cilinders.
Aan de andere kant van de zwarte
cilinders komen glimmende zuigerstangen tevoorschijn die ieder
op een hoek van een hoog blauw
staand schot zijn bevestigd. Vanaf
de brug heb je zicht op een netwerk
van slangen, buizen en ventielen
die de cilinders straks zullen aansturen. De vier cilinders moeten
precies met elkaar in de pas lopen
om het golfschot recht te houden.
En dat is geen sinecure, want aan
de andere kant van het schot staat
straks zo'n zeven meter water. Met
een maximale snelheid van twee
meter per seconde en over een
lengte van maximaal zeven meter
zet het schot die watermassa in beweging.
De statische tegenkracht wordt
daarbij geleverd door stikstof onder
druk; de dynamische druk komt
van een 1,9 megawatt hydraulische
installatie. "We besparen energie
door de druk geleidelijk op te bouwen", vertelt De Jong, "en die dan
met ventielen over te brengen op
de cilinders. Daarbij komt aan deze
kant zoveel lucht in beweging dat
de machinekamer niet afgesloten
wordt, maar afgedekt met een soort
carport zodat de lucht kan ontsnappen. Om de klappen op te vangen is
dit deel van de goot voorzien van
een 1,8 meter dikke betonbodem
waardoor de beweging van de
bak tot minder dan een millimeter beperkt blijft."
Een ander punt van aandacht is
de afdichting: hoe houd je het
hier droog met zoveel woest water aan de andere kant van het
schot? De precieze oplossing is
een bedrijfsgeheim van de Amerikaanse firma MTS, maar het
heeft iets te maken met opgeblazen kussens van teflon die langs
de stalen wanden glijden. De
hoeken onderin zijn daarbij altijd
het moeilijkst - die geven ook in
de huidige goot in de Noordoostpolder de meeste lekkage - zodat
die in de nieuwe Deltagoot meer
zijn afgerond.
Langer en dieper
Ook in deze tijden van enorme
rekenkracht en geavanceerde
rekenmodellen blijven praktijktests nodig, al was het maar om
de rekenmodellen te valideren.
Dat is één functie van de goot.
Deltares-ecoloog drs. Minder de
Vries noemt er nog een paar voor
het testen op ware grootte: het
testen van extreme condities, het
gedrag van klei-, veen- en zandmengsels (dat is niet te berekenen), het gedrag van natuurlijke
materialen zoals gras, wilgenbos,
oesterbanken. Dat kun je niet op
kleinere schaal testen.
Dus toen de Deltagoot bij
Marknesse uit 1980 vervangen
moest worden, besloot Deltares
de nieuwe goot dichterbij de andere laboratoria onder te brengen en ook te vergroten. Hoofd
afdeling waterbouwkundige
constructies dr.ir. Marcel van
Gent rekent voor dat de nieuwe
Deltagoot 85 procent van de golven op de Nederlandse kust op
ware grootte kan opwekken (bij
de bestaande goot was dat zestig
procent). Dat gaat dan over een
'significante golfhoogte' (top-dal)
van 2,2 meter en een maximale
golfhoogte van 4,5 meter. Nog
hogere golven zijn toenemend
zeldzaam en lopen tot monsterhoogte van negen meter. Die
vijftien procent buitenbeentjes
moeten dus op schaal 1:2 getest
worden. Dat is gebruikelijk - waterbouwkundigen weten hoe
ze onder meer massa, kracht en
Delta
21
TU Delft
Het testen van extreme
condities kun je niet op
kleinere schaal testen
druk van het experiment moeten
omrekenen naar werkelijke waarden - maar vooral bij natuurlijke
materialen ongewenst.
De grootte en ook de lengte van de
goot zijn opgeschaald met het oog
op testen van zachte zeeweringen.
Het populaire 'bouwen met de natuur' vereist tests van natuurlijke
materialen zoals wilgenbossen en
oesterbanken en gaat ook gepaard
met flauw oplopende hellingen,
wat zich vertaalt in een grotere
lengte van de goot.
Groot en duur
De keuze om de goot naast de deur
aan te leggen in de slappe Delftse
bodem betekende wel dat er negenhonderd heipalen nodig waren
voor de fundering, waaronder ook
trekpalen, om te voorkomen dat
de bak op zou drijven. Verder is er
22 duizend kubieke meter beton
gestort met 1.850 ton wapening.
Totale bouwkosten: zo'n 25 miljoen euro.
Van Gent benadrukt de samenhang van de onderzoeksfaciliteiten op het Deltares terrein. De goot
is geschikt voor onderzoek aan
tweedimensionale doorsnedes.
De bassins in de naastliggende hal
zijn geschikt voor 3D-onderzoek,
zei het op kleinere schaal. In het
Delta-bassin (50 bij 50 meter, 1
meter diep) klotsen golven heen
en weer door een schaalmodel van
de haven van Costa Rica. Men wil
weten hoe het aangewonnen land
het best beschermd kan worden en
heeft daarvoor behalve de haven
ook de zeebodem gemodelleerd.
In het naastgelegen Pacific bassin bouwt men een model van de
nieuwe zeesluis van IJmuiden.
Metingen hier met zout en zoet
water moeten duidelijk maken
welke krachten er werken op de
sluisdeuren en op de te schutten
zeeschepen. Ook die zijn op schaal
1:30 vervaardigd.
Opdrachtgevers
Deltares zal de resultaten van de
proeven die hier tussen november
en januari plaatsvinden via Rijkswaterstaat aanleveren aan de aannemerscombinaties die op dit project van 850 miljoen tenderen.
De overheid is met veertig procent
nog steeds de grootste opdracht-
gever van het kennisinstituut.
Daarnaast komen opdrachten van
provinciale en gemeentelijke overheden, waterschappen en ingenieursbureaus. Dertig procent van
de omzet verkrijgt Deltares van
buitenlandse opdrachtgevers.
Als voorbeeld van het type experiment dat in de nieuwe goot gaat
lopen noemt ecoloog De Vries het
experiment dat hij eerder heeft
uitgevoerd in de Deltagoot bij
Marknesse. Daarbij werden graspollen uit een dijk gestoken en in
de golfgoot aangebracht om de
golfbestendigheid te beproeven.
Met acht weken de tijd om te bouwen en af te breken en één tot twee
weken metingen zijn dit grote en
dure proeven (kosten tussen 1 en
1,5 miljoen euro). Maar, zegt De
Vries opgewekt, het kan ook een
boel geld schelen als blijkt dat de
dijk niet versterkt hoeft te worden,
of bestand is tegen overslag (water
dat over de dijk stroomt).
Op het droge
De groep loopt met projectleider
ir. De Jong over een betonnen
baan naar de andere kant van de
goot. De baan is sterk genoeg om
vrachtwagens met zand en stenen
te dragen. Want die zijn nodig om
de experimenten in te richten. Onder de baan ligt in een bassin 9,2
duizend kubieke meter drinkwater
opgeslagen dat voor proeven in de
naastgelegen goot gepompt wordt.
Aangekomen bij een steigertrap bij
het proefnemingsgebouw zegt De
Jong: "Een of twee mensen mogen
wel naar de bodem afdalen." Even
later staat iedereen beneden. Dit
ondiepe gedeelte is waar de metingen plaats zullen vinden. Het
gedeelte hierachter dat eindigt op
een wand met gestapelde rotsblokken is bedoeld om golven uit te
laten lopen. De bezoekers maken
foto's van zichzelf en elkaar. Leuk
voor later. Want half november
staat de goot onder water voor
tests, zodat de grootste goot ter
wereld volgend jaar april feestelijk
geopend kan gaan worden.
Bekijk een test bij de oude Deltagoot in Marknesse:
youtu.be/t_p32yrLfcw
22
Delta
TU Delft
‘3D-printen gaat niet
alles overnemen.
Het wordt op dit
moment erg
gehypet’
Hebben de kinderen een stukje Lego nodig? Dan print je er even een. Volgens
3D-print-evangelisten, zoals Peter Troxler (zie kader) kan dat over een tijdje.
Ze voorzien een nieuwe industriële revolutie. Volgens hoogleraar biomedical
enigineering Paul Breedveld is het een grote hype. IO'ers Jouke Verlinden en Zjenja
Doubrovski denken dat we schoenen gaan printen. Op 24 en 25 november geven
de onderzoekers lezingen tijdens de week van het 3D printen in de TU Library.
Prof.dr.ir. Paul Breedveld (afdeling biomedical engineering bij 3mE),
ontwikkelt flexibele chirurgische instrumenten voor sleutelgatoperaties. Hij vertelt wat de 3D-printtechnologie betekent.
assen in naven kunt printen met voldoende nauwkeurige passingen.”
“Vierduizend jaar geleden bedacht de mens de draaibank. We zijn
gewend geraakt om daar ronde objecten mee te maken. Buizen zijn
rond, en assen, tandwielen en cilinders ook. 3D-printers zijn veel
minder geschikt voor deze vormen. Ze maken bewegingen langs
drie assen en volgen daarmee het cartesisch systeem. Je kunt daarmee slechts bij benadering ronde vormen printen. Op microschaal
maak je blokjes."
“Dat cartesische systeem is slechts het eerste probleem. Op het
moment dat bepaalde printvloeistoffen stollen, ontstaan er vervormingen. Vaak trekken dunwandige structuren krom tijdens het
droogproces. Veel kunststoffen worden bovendien na een tijdje bros
en dunne kanalen groeien tijdens het printproces soms dicht. Hoewel het een veelbelovende techniek is, zijn er met 3D-printers veel
dingen die je niet kunt maken. De huidige 3D-printtechnologie is
al redelijk geoptimaliseerd. Wij werken in Delft met machines die
top of the bill zijn en toch lopen we in de fijn-fabricage tegen allerlei
grenzen aan.”
Medische instrumenten
"Toch gebruiken we steeds vaker 3D-printers bij het fabriceren van
medische instrumenten, bijvoorbeeld om handgrepen op maat te
maken. Daar kan het zeer geschikt voor zijn. Een aantal jaren geleden hebben we ook geprobeerd om er een heel instrument mee te
maken omdat het een zeer complexe 3D-vorm had. Een model op
grote schaal werkte uitstekend, maar op de werkelijke schaal ontstonden er problemen, onder meer doordat je op microschaal geen
Krom
Hype
“3D-printtechniek is een nieuwe maaktechnologie die zeker een
plekje krijgt. Ik ben enthousiast en kritisch tegelijk. Misschien kun
je stellen dat er al een revolutie heeft plaatsgevonden; de techniek
wordt gebruikt bij het maken van prothesen, zoals kunstheupen en
23
Tekst: Tomas van Dijk
-knieën. En je kunt er modellen mee maken op grote schaal en
kunstwerken. Daar is het fantastisch voor. Maar 3D-printen gaat
niet alles overnemen. Het wordt op dit moment heel erg gehypet.
Computergestuurd frezen was een tijdje geleden ook in. Die
technologie heeft nu een plek gekregen te midden van alle andere fabricagetechnologieën.”
Lego
“Of we straks thuis een legostukje kunnen printen? Daar ben ik
niet zeker van. Lego wordt gemaakt met ontzettend hoge nauwkeurigheden. Ik heb wel eens een cardankoppeling van Lego vergeleken met een koppeling van metaal die wij in een instrument
gebruikten. Die van Lego was nauwkeuriger. Je moet niet verwachten dat je thuis een printer krijgt die dat kan evenaren voor
dezelfde kostprijs. Ik geloof niet in een wereldwijde revolutie van
de 3D printer. Maar wel in een veelbelovende nieuwe maaktechnologie die andere dingen mogelijk zal maken dan waaraan we
nu gewend zijn.”
Industrieel ontwerpers dr.ir. Jouke Verlinden en ir. Zjenja Doubrovski onderzoeken welke nieuwe mogelijkheden 3D-printtechnologie en digitaal ontwerpen bieden aan ontwerpers.
Verlinden: “De verwachtingen van 3D-printen zijn heel hoog. De
meest gestelde vraag is; wanneer krijgt iedereen een 3D-printer
in huis? Maar dat is niet de goede vraag. Je moet je afvragen waar
behoefte aan is. In de ruimte ben je met een 3D-printer echt geholpen als je bepaalde onderdelen nodig hebt. En in Lapland of
Ghana is het handig om moertjes of boutjes te kunnen printen.
Maar in Nederland springen we gewoon op de fiets en rijden we
naar de Gamma.”
Op maat
Doubrovski: “De techniek is ook handig om producten mee op
maat te maken. Neem nu schoenen. Er zijn natuurlijk al maten,
maar dat kan veel nauwkeuriger. Ik stel me zo voor dat als je in
de toekomst in een schoenwinkel komt, een scanner je voeten
opneemt en dat je schoenen vervolgens worden geprint met nylonachtige kunststof.”
Hype curve
Doubrovski: “Wordt 3D-printen gehypet? Absoluut. En dat is
helemaal niet erg. Dat gebeurt met elke belangrijke techniek.
Volgens de beroemde hypecurve van adviesbureau Gartner zit
3D-printen voor consumenten nu op de piek van de hype. 3Dprinten in het bedrijfsleven is net voorbij de top.”
Verlinden: “Vooral large scale printing is een hype; het idee dat
grote voorwerpen zoals huizen en auto’s geprint zullen worden
met 3D-printers op robotarmen. De bestaande bouwtechnieken leveren veel robuustere constructies op. Vooral kunstenaars
experimenteren large scale printing. Het gaat hen deels om de
schoonheid van de beweging.”
fab labs
Verlinden: “Maar er zit zeker muziek in 3D printen. Wereldwijd
heb je talloze Fab Labs; plekken waar men met open source software werkt aan het verbeteren van 3D-printtechnologie en waar
nieuwe materialen worden ontwikkeld. Wood fill is hier een
voorbeeld van. Het is een mix van hout en kunststof; heel interessant spul. Door de temperatuur van de spuitmondjes te variëren
kun je het materiaal verschillende kleuren geven.”
Multifunctioneel
Doubrovski: “Je kunt met 3D printers plaatselijk structuren an-
‘Het is belangrijk dat studenten
met deze technologie in aanraking
komen. Ze moeten ervaren dat er
van alles mis kan gaan’
ders maken, bijvoorbeeld door het aanbrengen van kleine openingen en uitstulpingen of het mixen van materialen. Een en
hetzelfde onderdeel gedraagt zich daardoor op verschillende
plekken anders. Daar waar je van oudsher verschillende onderdelen en productieprocessen nodig zou hebben om iets te maken
–bijvoorbeeld een autostoel – kun je met 3D-printtechnologie af
met een enkel proces en onderdeel. Wij kijken wat deze technologie betekent voor ontwerpers. Onze ontwerpprogramma’s zijn
ontworpen voor het spuitgieten. Er is geen enkel computerprogramma dat om kan gaan met een onderdeel dat verschillende
eigenschappen heeft; dat zich afhankelijk van zijn structuur of
materiaalmix zowel stijf als elastisch kan gedragen.”
misgaan
Verlinden: “Het is belangrijk dat studenten met deze technologie in aanraking komen. Ze moeten ervaren dat er van alles mis
kan gaan. Tal van instellingen zijn van belang bij het printen; de
dichtheid van het materiaal, de temperatuur, de printsnelheid en
de hoek waaronder wordt geprint. Bij stereolithografie maken we
voorwerpen door epoxy laagje voor laagje uit te harden met een
ultraviolet laser. Twee op de drie keer gaat het mis. Er breekt iets
af, of het voorwerp wordt niet helemaal geprint. Je print niet zomaar even iets uit.”
3D-Printweek, 24 t/m 28 november 2014 in de TU Delft Library
met lezingen en workshops op verschillende niveaus. Ook zullen
er demonstraties gegeven worden met meerdere printers. Een tentoonstelling van 3D objecten laat zien wat er allemaal op 3D-printgebied op de TU Delft gebeurt.
Peter Troxler
3D- printers worden net zo gewoon als koffiezetapparaten. Het
is de toekomstvisie van 3D-printgoeroe Peter Troxler van de
Hogeschool van Rotterdam. Hij geeft op 24 november de openingslezing tijdens de week van het 3D-printen. Hij voorziet de
komende decennia revolutionaire veranderingen. “Ingenieurs
en ontwerpers krijgen te maken met een nieuwe werkomgeving
en met nieuwe eisen die aan hun werk worden gesteld”, aldus
Troxler. “3D-printen zorgt voor nieuwe vrijheid op het gebied
van technologie en ontwerpen. Open design, ofwel ontwerp op
basis van open source, roept het beeld op van de ontwerper als
iemand die een gedeeld ontwerpproces coördineert. Maar door
kleinschalige productie kunnen snelheid en efficiëntie zwaar
onder druk komen te staan. Verder vindt er een democratisering
van de productiemiddelen plaats: zoals blogs een bedreiging
vormen voor journalisten en Instagram voor professionele fotografen, zo kunnen handige ontwerptools en 3D-printers het
beroep van de ontwerper in de verdrukking brengen.”
24
KLAAR VOOR EEN
DAGJE DEFENSIE?
TECH TALENT EVENT
2 DECEMBER 2014 | VLIEGBASIS EINDHOVEN
ONTDEK JE MOGELIJKHEDEN ALS TECHNISCHE HBO / WO’ER
MELD JE AAN OP WERKENBIJDEFENSIE.NL/TECHTALENT
TECHNICUS
BIJ DEFENSIE
141112 DEFENSIE_EventEindhoven_208x280.indd 1
12-11-14 11:29
Delta
leuk bedacht
Wereldwijd gebruiken tal van
onderzoeksgroepen het Delftse
numerieke golfmodel Swash (simulating waves till shore) om uit
te rekenen hoe golven tegen de
kust aan beuken of tot wat voor
geklotst ze gaan leiden in havens.
Het programma is de opvolger van
Swan (simulating waves nearshore) dat deels ontwikkeld is met
geld van de Amerikaanse marine.
Om kustlandingsoperaties beter te
plannen waren de Amerikanen op
zoek naar een geschikt golfvoorspellingsmodel voor ondiepe kustwateren, zo vertelden prof.dr. Jurjen Battjes en dr. Leo Holthuijsen
van de sectie vloeistofmechanica
(CiTG) aan Delta in 2002.
Swash werkt goed, maar een supercomputer heeft er nog een
behoorlijk kluif aan om een berekening uit te voeren met het
programma. Die van Sara (Stichting Academisch Rekencentrum
Amsterdam) is er gauw dagen mee
zoet.
De missing link
Dat moet veel sneller kunnen, bedacht de Braziliaanse student João
Dobrochinski, die dit najaar de
Delftse master ports & waterways
Delta bericht regelmatig over innovatieve
ideeën. Maar wat is daar een paar jaar
later van terechtgekomen? Hoe staat het
bijvoorbeeld met het numerieke golfmodel Swash?
afrondde. In opdracht van ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV
nam hij Swash onder de loep. Hij
ontdekte dat het model voor berekeningen in havens op enkele punten versimpeld kan worden omdat
het er relatief diep is. “Met mijn
aanpassing kunnen berekeningen
in havens vijftien maal sneller
uitgevoerd worden”, zegt Dobrochinski, die een 9,5 kreeg voor zijn
afstudeerwerk.
De Braziliaan ontdekte nog iets;
een missing link. Golfslag en golfhoogte zeggen niet meteen iets
over de krachten die een schip te
verduren krijgt. De deining van
een schip in een haven is van groot
belang; als je die kent, dan kun je
de krachten op de trossen berekenen, met een computerprogramma dat Harbert heet. En zo kun je
uiteindelijk bepalen of een schip
veilig kan aanmeren. Dobrochinski
ontwikkelde een programma
waarmee de link wordt gelegd
tussen Swash en Harbert.
Druk
Volgende week keert Dobrochinski terug naar Brazilië,
samen met zijn vriendin Carolina Piccoli, die dezelfde master
volgde en een 8,5 kreeg. Piccoli
deed onderzoek naar simulaties
van scheepvaart bij haveningangen. Ze ontdekte dat een computerprogramma, dat ontwikkeld is
voor de logistiek in fabrieken en
pakhuizen, ook handig is om het
verkeer bij havens te stroomlijnen
en efficiëntere havens te ontwerpen.
Tot zijn vertrek heeft Dobrochinski
het druk. Behalve de TU en RoyalhaskoningDHV wil ook Deltares
dat hij komt vertellen over zijn
onderzoek. En mogelijk gaat de
jonge ingenieur nog bij Shell langs
om te vertellen wat zijn bevindingen kunnen betekenen voor het
aanmeren van olietankers. (TvD)
Te makkelijk
Huiswerk, ik zag er echt het nut niet
van in. Ik deed het ook niet. Leren was
iets wat mensen deden die graag een
hoger cijfer wilden dan een 6. Om je
toetsen te halen, volstond het om gewoon de avond ervoor je boek even
open te slaan. Ik was gewaarschuwd:
hier valt nog mee weg te komen op de
middelbare school, maar op de universiteit loop je geheid tegen de lamp.
Ik ben tegen de lantaarnpaal gelopen, en dat was nodig ook. College
was een soort slaap-uurtje, als ik al
ging. Huiswerk? Boeien. Vervolgens
staan de eerste tentamens voor de
deur; toch maar eens een boek open
slaan, de eindexamens lukten ook in
een maandje. Met de eerste pagina
verdween alle hoop al als sneeuw voor
de zon. Lezen ging met het tempo van
een tweejarige die de Max Havelaar
probeert te trotseren.
Elke tentamenweek begon ik weer een
week eerder en elke tentamenweek
was het nog lang niet genoeg. Naast
de standaard vakken stapelden de hertentamens zich op en belandde ik hopeloos in een soort vicieuze cirkel. Hoe
kon íémand hier aan voldoen? Wisten
ze wel wat ze van een arm studentje
verwachtten? Waar was de docent die
laatste week voor de tentamens om
mij uit te leggen waar het over gaat?
Waarom is er niet meer tijd?
Het kwartje viel, uiteindelijk. Er bleek
een soort geheime truc te zijn waardoor alles op zijn plaats valt. Het heet
een vak volgen, en het is wat het
grootste gedeelte van de studenten
wél naar hun P had geleid. Het is niet
moeilijk, het is compleet voor je uitgekiend! Je gaat een paar uurtjes per
week naar colleges, je leest even die
pagina’s door, maakt die tien sommetjes en that is it. Zodra dan die
tentamens voor de deur staan wandel
je even een samenvatting door en ga
je een paar dagen met oefenopgaven
aan de slag. Je moet wel echt een pedante en blinde idioot zijn om te denken dat je het zelf beter weet dan een
instituut dat al tientallen jaren figuren
als jijzelf probeert de maatschappij in
te duwen. Ahum.
columnboudewijnderoode
Het idee
25
TU Delft
26
Advertenties
Een perfect proefschrift.
Grote & kleine oplage
Paperback & harde omslag
Opmaak, druk & afwerking
Kleur & zwart/wit
Service & dichtbij
www.druktanheck.nl • 015-2142981 • [email protected]
te
Te huur
ingezonden Brief
20 duizend
Met verbazing las ik dat het college
van bestuur de 20 duizendste student die zich voor dit studiejaar heeft
ingeschreven, in het zonnetje heeft
gezet. Je zou juist het enthousiasme
van de éérste student die zich inschrijft moeten belonen. Maar nee,
we honoreren degene die pas op de
valreep voor de TU Delft kiest. Elders
uitgeloot, afgewezen, of gewoon
een trage beslisser? Evenzogoed,
welkom op de TU Delft en geniet van
de taart!
Dap Hartmann is astronoom. Hij
werkt als onderzoeker bij de faculteit
Techniek, Bestuur en Management.
variation
huur sudoku
te huur
Kantoor- , praktijk- en atelierruimte
te huur in centrum delft voor startende
en jonge bedrijven
Molslaan 121
2611 RK Delft
015 21 32 568
[email protected]
www.s-k-b.nl
015 -Bedrijven
213 25 68
Stichting Kleinschalige
015 - 213 25 68
s-k-b.nl s-k-b.nl
The solution of this calculodoku will be published
in next Delta.
© 2014 www.sudoku-variations.com
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle aan den IJssel
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain
the digits 1 through 9 exactly once. In this CalculoDoku, there are twelve
further items to solve.
There are six items, highlighted in pink, dark blue and yellow, wherein the
numbers in boxes A and B must be added together to obtain the number in
box C:
E [email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
There also are six items, highlighted in light blue, green and gold, wherein
the number in box E must be subtracted from the number in box D to equal
box F:
Delta
Magazine
Lees ‘m
online
www.delta.tudelft.nl
Solution Delta Sudoku 5
desgevraagd
Stelling
Het was een zware tegenslag toen op 31 oktober het experimentele
ruimtevaartuig SpaceShip Two van Virgin Galactic tijdens een proefvlucht
verongelukte.
Kort nadat het onder het moederschip
vandaan kwam en de stuwraket had
ontstoken, brak het toestel in stukken.
Een testpiloot kwam om het leven, de
ander raakte zwaar gewond. “Ik zag
het op internet, zoals dat gaat tegenwoordig”, zegt prof.dr.ir. Pieter Visser,
hoogleraar astrodynamica en ruimtemissies bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “Eerst denk je: wat een ramp
en een tegenslag ook voor de ontwikkelaars. Later bedacht ik me dat het pionieren in de ruimtevaart eigenlijk lang
goed is gegaan.”
In de beginjaren van de luchtvaart vielen de pioniers bij bosjes uit de lucht,
na de Tweede Wereldoorlog kwamen
veel testpiloten om bij de ontwikkeling
van supersone luchtvaart en daarna
van de ruimtevaart. Lees ‘The Right
Stuff’ over die wilde beginjaren of herinner je de brand in de capsule van de
Apollo 1 of de crashes van de spaceshuttles Challenger en Columbia. Ontwikkelingen in de lucht- en ruimtevaart
hebben veel levens geëist en eigenlijk is
de ontwikkeling van het spaceship tot
nu toe opvallend veilig verlopen.
Visser denkt desgevraagd niet dat dit
ongeluk het einde betekent van de
toeristische ruimtevaart. “Kijk hoeveel
mensen zich melden als je enkeltjes
Mars aanbiedt. Er zijn zat vrijwilligers
voor dat soort avonturen te vinden, dus
ook voor een sprong in de ruimte.”
Een van hen is student luchtvaart- en
ruimtevaarttechniek Nout (‘AstroNout’) van Zon. Hij volgt de ontwik-
‘Kijk hoeveel mensen
zich melden als
je enkeltjes Mars
aanbiedt’
kelingen op de voet. In 2012 won hij
tijdens een studentencompetitie een
ticket naar de ruimte. Hij zal een van
de eerste passagiers zijn aan boord van
ruimteschip Lynx van het bedrijf XCOR
Space Expeditions, dat mede is opgezet
door oud L&R-decaan Ben Droste. “Of
ik geschrokken ben? Ja natuurlijk. Het
is vreselijk wat er gebeurd is. Een van
de piloten, Michael Alsbury, is omgekomen en de andere is gewond geraakt.
27
TU Delft
Die mannen zetten hun leven op het
spel om de ruimte toegankelijk te maken voor het grote publiek.”
Een nobel streven vindt Van Zon dat.
“Uiteindelijk is het de bedoeling dat
ook mensen die niet rijk zijn via de
ruimte kunnen reizen. Ik denk dat dat
de wereld positief zal beïnvloeden. Als
mensen de aarde van buitenaf zien,
worden ze zich meer bewust van hun
verantwoordelijkheid om er duurzaam
mee om te gaan. Dat hoor je astronauten altijd zeggen. En daar geloof ik wel
in.”
Over zijn eigen vlucht maakt Van Zon
zich geen zorgen. “Beide bedrijven hebben veiligheid op nummer één staan.
Ik weet zeker dat als XCOR Space Expeditions zegt dat ze klaar is voor ruimtereizen met toeristen, dat het dan veilig
is. Ze laten de datum van hun eerste
vlucht niet afhangen van eventuele
contracten.”
Oorspronkelijk stond Van Zons vlucht
gepland voor 2014. Dat is verschoven
naar 2016. “Mogelijk wordt het nog
wat later. Dat maakt me niet zoveel uit.
Ik ben al lang blij dat ik deze ruimtereis
gewonnen heb.” (JW/TvD)
‘Een langetermijnplanning
dient slechts om de schijn
van controle op ons leven te
wekken’
Bart Bolsterlee
Biomechanisch ingenieur
“Het is een menselijke eigenschap om controle te willen hebben over wat er gebeurt in ons
leven en veel mensen plannen
daarom ver vooruit. Desalniettemin is de invloed van onverwachte en onvoorspelbare gebeurtenissen doorgaans zo groot
dat het eigenlijk niet mogelijk is
om met een bruikbare nauwkeurigheid langetermijnvoorspellingen te doen. Had jij tien jaar
geleden kunnen voorspellen
waar je nu staat in het leven? Ik
in ieder geval niet en ik ben daar
ook blij mee. Toch maken veel
mensen gedetailleerde plannen
voor de lange termijn en ik ben
van mening dat dit slechts dient
om de illusie van controle te wekken. Als we accepteren dat we in
een wereld leven waar onzekere
factoren een grote rol hebben
op ons dagelijks bestaan en we
daarmee kunnen omgaan, is een
langetermijnplanning onnodig.
Lang vooruit plannen kan zelfs
negatieve gevolgen hebben, omdat het de ogen kan sluiten voor
goede kansen die zich gaandeweg voordoen.” (TvD)
Strip: Auke Herrema
Delta
28
Delta
Text: Damini Purkayastha
Photo: Hans Stakelbeek
TU Delft
A plaque and a play
- remembering TU’s World War II days
English pages
Time has come to say
goodbye to the Bike and Lab
Of series on page 32. We
hope you've enjoyed reading
those two series as much
as we've enjoyed writing
them, but the time has
come to replace them with
something else. See the new
articles starting in 2015.
The plaque to commemorate Frans van Hasselt’s speech. (Translation: On November 23, 1940, hundreds of of students gathered in this
building, formerly belonging to the Technical University of Delft, to protest against the suspension of Jewish students by the Nazis. After
a speech by Frans van Hasselt, they spontaneously decided to go on strike. It was the first large strike in Holland against the German
occupation which lasted from 1940-1945.)
On September 2, 2014
Nini Jonker and Raya Faludi, the duo
for the memorial, learnt
at Oostplantsoen, Delft, responsible
when they read ‘Loyaliteit in Vera small gathering of
drukking’ (‘Loyalty in Tribulation’). A
book by historian Onno Sinke, it repeople watched as a
creates life in TU Delft during World
plaque was unveiled. The War II.
plaque commemorates Who was Frans van
a day 74 years ago:
Hasselt?
1940, all Jewish personnel were
November 23, 1940. The Insuspended
from Dutch universities.
day Frans van Hasselt, a Among them was a professor named
Jitta, who was very popular
student at TU Delft, gave Joseph
with the students. On November 23,
the speech that inspired hundreds of students gathered in
building to pay tribute to Jitta,
the first student strike in the
but he wasn’t even allowed to give a
the Netherlands against last lecture. That’s when charismatic
27-year-old Frans van Hasselt, presithe Nazis.
dent of the study association of Civil
The Faculty of Civil Engineering at
the time, today the building has
been refurbished as houses. However, the staircase and foyer remain
largely untouched, owing to their
historical importance. A fact that
Engineering, stood on the staircase
and spoke out against the suspension. While he didn’t encourage
students to go on strike, his words
were a call to action for students
present there. Over the next two
days they spread the word and, on
Though there's a hall named after him,
not many students know his role in the
resistance
November 25, the first student strike
took place.
“He made his speech right here, at
this staircase. To us it felt like such
a shame that there was nothing to
mark its significance,” said Jonker.
As residents of the building, she
and Faludi decided to do something
about it. They approached Sinke and
the monuments committee, eventually deciding on a commemorative
plaque. Delft-based masons Schols
en Hart donated the inscribed tablet
that was laid into the wall.
While the unveiling was attended by
the Mayor of Delft, due to miscommunications no one from the university could be present. However, this
was not first commemorative event
held in Van Hasselt’s name. “When
the book launched in 2012, a Frans
van Hasselt lecture was held, but,
nothing since. A similar protest took
place in Leiden at the time and every
year someone is ele cted to hold the
Cleveringa chair (the name of the
professor who protested) and there
are a series of lectures in the Netherlands and abroad to ensure that people continue to learn from the past,”
said Sinke.
Though there is a hall named after
Van Hasselt, not many students
know his role in the resistance, or
Delta
the fact that he was arrested in 1941
and sent to a concentration camp in
1942. Hasselt died at the age of 29.
Loyalty and Tribulation
The idea for the book came about
when former students who had been
around during the war realised that
current students had no idea about
the university’s history. The university
and the club of former members of
the Delftsch Studenten Corps, a student association in Delft, approached
Sinke in 2010. He then began his research, spending hours in university
archives, with diaries, photographs
and records and interviewing as many
people as possible. “The tricky part
was trying to grasp the emotion.
People usually stick to the facts when
they talk to you and I really wanted to
understand what it meant to be a student then.”
Unfortunately for international students, the book is only available in
Dutch and Sinke says there are no
plans for a translation at the moment.
However, Bauke Steenhuisen, an Assistant Professor at the Faculty of TBM
is working on a play based on Sinke’s
book. Scheduled for May 2015, the
play will also be in Dutch. “But, we are
planning to have some kind of subtitles or programme with translated
dialogues,” said Steenhuisen.
TU Delft & WWII - The play
The play, ‘Getekend’, will be a joint
production between different faculties and a theatre troupe. A professional playwright has been commissioned to write a script. “Our play is not
just about Frans van Hasselt, but looks
at other issues as well, the conflicts of
the time, the morality of being an engineer and the choices one makes as
TU Delft
an engineer for instance.” explained
Steenhuisen. The play will also deal
with the Loyalty Agreement that students of Dutch universities had to sign
with the Nazis. “This damaged the
This was not
necessarily a proud
moment historically
relationship between students and
professors at the time. This was not
necessarily a proud moment historically and there are areas people were
uncomfortable with being brought up
again.”
However, the idea is not to make the
play a history lesson. “We will recreate student life at the time. There will
even be romance and ball dancing,
29
and some lancing as well,” said Steenhuisen. Their decision to keep the play
in Dutch stems from a desire to be inclusive to the elder generation. “There
are a lot of people outside the university, an older generation, to whom
this story would have resonance. We
didn’t want to alienate them. But, we
are looking into how we can ensure
that the international students are not
left out either,” he said.
Meanwhile, the organisers are looking
for help. Floris van der Gronden, the
chairman of production of the play,
has asked anyone interested in acting
to write to them at:
[email protected].
Droning on can be fun
In October, Belgian
student Alec Momont
graduated with a perfect
score from the Faculty
of Design Engineering.
And no wonder, given
that his thesis project can
potentially increase the
chance of survival after
a cardiac arrest from 8%
to 80%. “I’m only the 5th
person in 45 years to get
a score of 10 at IDE,” he
says.
Momont’s project involved creating
a prototype of an unmanned, autonomous drone that can deliver a
defibrillator wherever it’s needed.
Made together with the Living Tomorrow innovation platform, the drone
can provide feedback to emergency
services and give the people on site in-
‘I wanted to use
drone technology in
a positive way’
structions on how to treat the patient.
At 4 kgs, with an additional capacity
to carry 4 kgs, the drone can fly at 100
km/h and uses the caller’s GPS signal
to track them down.
“I have always been fascinated with
flight, from foldable planes at the age
of 6, RC places at 12 to acquiring a
gliding license at 18. I felt that flight is
a very special thing and that it can be
used in ways previously unimaginable,
especially with the emergence of autopilots such as the Lisa/S developed
at the TU Delft. I wanted to use drone
technology in a positive way, and not
just for pizza deliveries,” he said.
This led to a design for a new type of
drone, one that could accommodate
a medical toolbox. He started with
the defibrillator given the fact that
800,000 people suffer from a cardiac
arrest in the EU each year but only 8%
survive. The time taken by response
units (around 10 minutes) is usually
the cause for fatalities. With the drone, the defibrillator reaches patients
within a 12 km2 zone within a minute.
“It is one of the most urgent medical
devices available that can be operated
by laypeople,” he said, adding that
future applications could also include
other medical devices.
He has discussed the possibility of real
world application of the project with
Ambulance services Amsterdam &
UZ Gent and says they have all been
very positive. It wasn’t smooth sailing
during the project though. For one,
Momont had to have multiple knee
surgeries during his graduation work.
Working with drones was also tricky
as the slightest mistake in the prototyping phase could lead to a crash and
therefore set one back by a couple of
weeks. “Which is something that happened to me,” he said. (DP)
30
Delta
Text: Damini Purkayastha
Photo: Hans Stakelbeek
TU Delft
delft survival guide
Surviving the hunt
In October, TU Delta and DutchNews.nl offered to conduct a
scavenger hunt of sorts. We
asked readers to tell us about
ingredients and food items
they have a tough time locating
in the Netherlands and we offered to hunt them down. From
vanilla essence to soft corn
tortillas, the shortlist was fairly
global. Here’s a look at some of
the items we managed to track
down, and where.
Vanilla Essence and Baking
Soda
We found both on a small shelf of baking goods at Dille & Kamille. Their
Vanilla Essence is extracted from
special pods in Madagascar. A 60ml
bottle costs €4.95. Their Baking Soda
is a product of UK-based company Doves Farm and 200 grams costs €2.95.
“These ingredients are really popular,
so we usually try and ensure that they
are always available in the shop,” said
Maria Van Der Velde, who works at the
Delft outlet of Dille & Kamille.
Evaporated Milk and
Double Cream
At Thomas Greens, a British expat shop
in The Hague, you can find a whole
range of Carnation milk products.
Including, as requested, Evaporated
Milk. A 410g tin of Light Evaporated
Milk costs €2.90 and regular Evaporated Milk costs €2.65. Elmlea Double
Cream costs €3. And, you can order
them online. “These things are always
in stock. Our teas and baking products
are really popular as we have brands
you can’t otherwise find here,” says
Amanda Verbaan, owner of the shop.
While they also have clotted cream for
Dille & Kamille stocks a number of baking items.
sale, you can find Clotted Cream, bottled by The Devon Cream Company, at
the dairy section in most Jumbo supermarkets.
Various colas
Jumbo has a foreign beers section that
sometimes orders Root Beer. Keep
an eye out for those. Meanwhile, we
tracked down A&W Cream Soda at 3D
Delft, the Minimarkt at Voorstraat. “A
lot of our customers are American, so
I thought it would be nice for them to
have some drinks from their home. We
also have Cherry Pepsi, Vanilla Coke
and two or three kinds of Mountain
Dew,” says Aman Noori, the owner.
corn tortillas
This may seem unlikely, but Xenox sells
a range of Mexican food products,
including Corn Tortillas. A packet of
8 Corn Tortillas costs €0.99. They
also have a range of products from
Belgium-based food makers Poco Loco
that specialise in Mexican snack foods.
Albert Heijn also has Corn Tortillas on
sale, made by a company called Casa
Fiesta. A packet of 8 tortillas costs
€2.29. If they’re not available at your
local AH, you can even order them. We
also found Old El Paso Corn Tortillas
at Kelly’s Expat Shop, a packet of 8 for
€3.95.
Cream of Tartar
We found this at some of the expat
shops, but Dutch company Fun Cakes
also sells 100g boxes of Cream of Tartar (€5.90) and Tartaric Acid (€4.30).
Their website has a nifty map option
that lets you find the retailers closest
‘A lot of our customers are American, so I thought
it would be nice for them to have some drinks
from their home’
to you. Alternatively, you can order
these online at kookpunt.nl. This website is a trove of otherwise-evasive cooking ingredients!
Sauteed Shrimp Paste
Ppoph.Luondo.nl is a speciality website
with a whole range of Fillipino goods
and food items. We came across the
website while following the request
of a Delta writer for Dagupan Sauteed
Shrimp Paste. You can order it online
for €2.75 for 230g. They also have
Tuyo, dried fish, 10 pieces for €3.
Extras
Besides their range of products from
US and the UK, Kelly’s Expat Shop
in The Hague now has things from
Mexico, Australia, Canada, Italy and
Ireland among others. We found Kraft
Vegemite in their online shop, €4.50
for 220g. They also sell Atora Suet,
250 g for €2.25. Tim Tams (chocolate,
caramel, white, double) around €4.25
for 200g.
Delta
31
TU Delft
SCIENCE
Contempt safety rules widespread
Carbon networks
Dr. Marieke Kluin finds that
two thirds of the chemical
companies handling dangerous substances are negligent of safety regulations
or unwilling to comply with
them.
Kluin herself was not overly surprised by this outcome of her survey.
"From studies in the US and Denmark we know the outcome there
is comparable", she said. Her real
interest is how the processes of law
enforcement have an influence on
regulatory compliance and how
compliance of chemical companies
with safety regulations may be improved.
Kluin studied criminology at the
Erasmus University before joining
TU Delft’s section of safety and
security science at the Faculty Technology, Policy and Management.
During her PhD research she joined
safety inspectors on 19 different
inspections of 15 companies in
the Rotterdam Rijnmond region
between November 2009 and December 2012.
In the same period two major
events occurred within the chemical
industry in the region: Chemie-Pack
at Moerdijk burned down (January
5 2011) and storage company
Odfjell was closed after public
outrage and under pressure of
inspection agencies following the
revelation of hundreds of previously
SHORT
The fire at Chemie-Pack (January 5, 2011) underlined the importance of inspections.
(Photo:ANP/Koen van Weel)
unreported incidents at the plant.
Both cases stress the need for better
compliance with safety regulations.
As do the figures. For the fifteen
corporations under study, the inspectors had registered 2,215 violations from 1999 to 2011. Most of
them were environmental violations
(1,916) and 299 were related to occupational health and risk.
Kluin creates four categories for those fifteen companies: social responsible (4), unfortunate (1), careless
(6) and malicious (4). Careless corporations can be seen as ignorant
or irresponsible while the malicious
corporations can be viewed as purposive and calculating.
In the Netherlands, the inspections
are a joint effort of three agencies:
Environmental Authority (Bevoegd
Gezag Wabo), Occupational Safety
and Health Agency (Inspectie SZW)
and Safety Region (Veiligheidsregio). Combined inspections may
seem heavy-handed, but Kluin says
it works well in practice since the
inspectors often split up and work in
parallel - each on their own field of
expertise.
Kluin expects that new European
regulations called Seveso III may
improve companies' compliance by
introducing more openness. Seveso
III requires the results of inspections
to be published on an open-access
website. The Dutch initiative Risico
Kaart, an inventory of risks as a
geographical information system,
may be considered as a step in that
direction.
Such a databases exposes industrial activities to media, citizens
and environmental groups. Public
awareness may put extra pressure
on the industry to clean up their act
than formal inspections do, said
Kluin. (JW)
delta.tudelft.nl/29059
Big data on tap
Patterns in data on drinking water consumption can be used to save energy and to detect leakages, said Dr. Martijn Bakker in his
PhD thesis.
Human behaviour is pretty predictable finds Dr. Martijn
Bakker who did his PhD research in the Department of
Water Management at the Faculty of Civil Engineering
and Geo Sciences. His analysis of datasets covering six
years of water demand in six different areas in the Netherlands (varying between 2,400 to 950,000 inhabitants)
showed that water demand can be forecasted, pretty
precisely, 24 hours (at 15 minute intervals) in advance.
Easily produced carbon nano networks may
make fuel cells less expensive, said PhD
student Emanuela Negro in the Faculty of
Applied Sciences (AS).
Fuel cells that convert hydrogen (or other
gases) and oxygen directly into electricity
are the paragon of efficient clean technology. Their efficiency mounts to 60% (90%
if the heat is used as well) and the only
waste is pure water. Yet, the electrodes for
the electrochemical reactions are still in
development since they need to combine a
number of properties that are hard to combine. A new material called carbon nano
networks (CNNs) seems to offer promising
properties.
"We compared it to the performance of
carbon nanotubes containing platinum
nanoparticles and we compared how well
it works with non-platinum catalysts",
said Emanuela Negro - a chemical engineer from Turin with a degree from KTH in
Stockholm as well. The real advantage of
carbon nano networks may be their easy
manufacture. Dr. Ger Koper and Dr. Krishna
Kowlgi in Professor Jan van Esch's group for
advanced soft matter (at AS) developed a
technology in which metal nanoparticles in
a soap-like coating are finely dispersed in
an emulsion of water and oil. When placed
in an oven (at about 700 degrees Celsius in
The mean error was between 1.5 - 5.1%. Adding weather
information improved the forecasts slightly, because at
warm evenings there is additional demand from people
spraying their lawns.
In a sense, the analysis of historic data sets is just a warm
up. The revolution will really get going once smart water
meters are widely deployed. In the meantime, water companies may benefit from monitoring social media, said
Bakker, since people will complain more easily on Facebook or Twitter about drinking water failures than contact
their water provider.
delta.tudelft.nl/28987
an inert atmosphere) carbon rod-like nanostructures start forming at the nanoparticles. Negro found that nano networks can
be directly grown on carbon paper - a very
common and cheap base material for electrodes in fuel cells.
Under the electron microscope it looks like
the smooth long carbon fibers from the
carbon paper have suddenly grown spines.
On this high surface area, catalysts (such as
platinum) where gas conversion takes place
can be deposited. Even though carbon
nano networks do not improve the performance of fuel cells, they may make them
less expensive and more durable.
delta.tudelft.nl/29055
Contents
International
28
A plaque and
a play
29
Droning on can
be fun
The bike of
Text: Heather Montague
Photo: Hans Stakelbeek
30
Surviving
the hunt
Iman Mohammed
W
ith its snow white color
and pink saddles bags,
Iman Mohammed’s citybike is sure to stand
out in the crowd. Aside from the colors, Mohammed says that her bike
is unique because it has both gears
and pedal brakes. She was attracted
to its super feminine look and ease of
riding.
Originally from Ghana, Mohammed
moved to the Netherlands around
three years ago. She explains that cycling in her home country is quite different from here. “For one thing, there are no bike paths and the roads are
bumpy and uneven, hence one can
expect quite a rough ride,” she says.
She adds that there are not so many
females who cycle there. “It seems to
be frowned upon for a lady to ride a
bike and it is seen as unladylike,” she
says. In addition she notes that for
some reason cycling also seems to be
tied to status, saying “The rich and
middle class would probably never be
caught dead on a bike!”
In contrast, Mohammed feels that cycling in the Netherlands is a wonderful, empowering experience. “I feel
independent when I am on my bike,”
she says. “I shop, go to work and use
my bike for sports and recreation purposes as well. Without my bike, I believe my life in the Netherlands would
have been much more difficult.”
The bike also gives Mohammed a
sense of security. “Whenever I am riding home after a late night out,” she
says, “it feels safe knowing that I can
ride away on my bike without worrying about being attacked - highly
unlikely, I know, in Delft but it’s still
comforting to know that I can quickly
cycle home.”
Mohammed, who also has a deep fear
of dogs, said that cycling helps her
overcome her fear. “I know, it’s strange,” she explains, “but somehow every time I see a dog and I am walking,
I freeze and have to take a different
route.” However on her bike she easily rides by them. “I suppose the idea
of moving with fast speed on the bike
and having in hand a heavy, strong
metallic transport mode boosts my
confidence and reduces my fear.”
See www.delta.tudelft.nl
for the translation ofpage 12:
‘I want to introduce online touching’
Name:
Iman “Immy” Mohammed
(Ghana, PhD candidate in
Multi-Actor Systems Department)
Price:
350 Euros
Brand:
Cumberland
Striking Feature:
Bright white color