Jaardocument St. Antonius Ziekenhuis 2013 3 Voorwoord Raad van Bestuur ‘Anticiperen’ dat was het thema van 2013. Anticiperen op veranderingen in de zorg om zo te kunnen bouwen aan een toekomstbestendig ziekenhuis. Een ziekenhuis waar kwalitatief goede en veilige zorg geboden wordt en dat ook door onze patiënten wordt herkend. Daaraan is en wordt door alle medewerkers hard gewerkt. Onderzoek, onderwijs en innovatie is daarvoor van groot belang. Onderdeel van dit toekomstbestendige ziekenhuis is onze nieuwe ziekenhuislocatie in Utrecht. We zijn trots dat in september 2013 deze nieuwe locatie in gebruik is genomen. Prinses Beatrix heeft in een feestelijke ambiance op 15 november de officiële opening verricht. De ingebruikname van dit nieuwe gebouw is gepaard gegaan met een herverdeling van zorg tussen onze locaties. Het voornaamste voorbeeld hiervan is de concentratie van de oncologische zorg op de nieuwe locatie in Utrecht. Het gebouw faciliteert teamwork tussen medisch specialisten die nauw met elkaar samenwerken rondom specifieke patiëntenzorg; de zorg is rondom specifieke thema’s, zoals oncologie en beweging, geconcentreerd. Op deze nieuwe locatie worden spoedpatiënten gezien door de huisartsen op de Huisartsenpost of door de SEH-artsen van het ziekenhuis. Verder hebben wetenschappelijk onderzoek, innovatie en opleiding een voorname plaats binnen het nieuwe ziekenhuishuis. Daarnaast is een geheel nieuwe polikliniek in Overvecht in gebruik genomen. Onze patiënten in Utrecht Noord kunnen zo dichtbij huis een groot deel van de ziekenhuiszorg ontvangen. Ook zijn er in 2013 diverse acties ondernomen om onze speerpunten (oncologie, cardiovasculaire aandoeningen en longziekten) verder te versterken. Voor oncologische zorg is het van groot belang de gehele regionale keten van oncologische zorg goed in te richten. Het St. Antonius Ziekenhuis en het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel hebben daarom een verdere samenwerking op dit gebied vormgegeven. Ook in Santeon-verband hebben we in 2013 een mijlpaal bereikt voor de oncologische zorg door de kwaliteit van zorg voor patiënten met longkanker en prostaatkanker inzichtelijk te maken met behulp van uitkomstindicatoren. Op basis van onderlinge verschillen tussen de ziekenhuizen kunnen we van elkaar leren en continu verbeteringen doorvoeren. De implementatie van het Santeon-zorgpad met veertig best practices voor de behandeling van borst-, long- en prostaatkanker is ook in 2013 gestart. Als laatste is de cardiovasculaire zorg verder verstevigd door een meer intensievere bovenregionale samenwerking. Met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden is een intentieovereenkomst tot fusie gesloten. Het St. Antonius en Zuwe Hofpoort werken al nauw samen op een aantal terreinen en zijn samen beter in staat te voldoen aan de eisen die aan de ziekenhuizen gesteld worden op het gebied van kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid. Medio 2014 zal er meer duidelijk moeten zijn over de haalbaarheid van dit voornemen tot fusie, nadat zowel interne als externe stakeholders zijn geconsulteerd. Een belangrijke rol is weggelegd voor de verzekeraars en de banken. Hun medewerking en steun is noodzakelijk om het een en ander te realiseren. Dit jaar heeft ook in het teken gestaan van ‘reageren’. Een financieel gezond ziekenhuis is essentieel om verbeteringen en innovaties in de zorg te kunnen blijven bekostigen. De meeste ziekenhuizen hebben, evenals het St. Antonius Ziekenhuis, te maken met een afname van het aantal patiënten na vele jaren van onafgebroken groei. Voor ons ziekenhuis wordt het dan ook steeds belangrijker om te sturen op doelmatigheid en efficiency in de dagelijkse bedrijfsvoering. Tegelijkertijd is het noodzakelijk om te blijven investeren zodat we toekomstbestendig zijn. Om hieraan invulling te geven is het programma Antonius Financieel Gezond gestart. Zorg- en ondersteunend management hebben hierop slagvaardig gereageerd, er zijn vele bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt en inmiddels ook geëffectueerd. We hebben als ziekenhuis proactief gereageerd op het onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa heeft in april 2013 een onderzoek gestart vanwege signalen van mogelijk niet correct declareren door ons ziekenhuis. Als Raad van Bestuur hebben we samen met het Stafbestuur direct een extern onderzoek laten doen naar het gehele declaratieproces. Hoewel er geen sprake is van opzet, erkent het St. Antonius Ziekenhuis dat het declaratiefouten heeft gemaakt. Regels zijn niet juist geïnterpreteerd of toegepast. We hebben schoon schip gemaakt door maatregelen te nemen waarmee onjuist registreren en declareren in de toekomst wordt voorkomen. Ook betalen we het teveel gedeclareerde bedrag, over de periode 2008-2012, terug aan de zorgverzekeraars. Van de NZa hebben we in verband hiermee een boete van 2,5 miljoen euro gekregen. Na de publicatie van het NZa boetebesluit is een landelijke discussie op gang gekomen over de complexiteit van de declaratiesystemen en declaratieregels. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. In 2013 is ook veel aandacht uitgegaan naar kwaliteit en veiligheid. De interne controlemechanismen zijn versterkt om de kwaliteit van de zorgverlening te kunnen waarborgen. Diverse interne audits op kritieke processen zijn uitgevoerd. Dit ook als voorbereiding op de NIAZ-heraccreditatie in mei 2014. De tien VMS-thema’s maken hier een belangrijk onderdeel van uit. Er zijn opnieuw ziekenhuisbreed verbeterinitiatieven geïmplementeerd op deze thema’s. De specifieke aandacht is uitgegaan naar het naleven van hygiënemaatregelen en het optimaliseren van de zorgprocessen op de OK’s. Mede daardoor maakt het continu verbeteren van zorg steeds meer onderdeel uit van 4 onze cultuur. Ook zijn onze initiatieven ten aanzien van het sturen op uitkomstindicatoren voortgezet. Daarmee is de basis gelegd om ook in de toekomst de zorg aan onze patiënten goed, en telkens beter, te kunnen leveren. Het moge duidelijk zijn, op grond van al het voorgaande, dat 2013 een intensief jaar is geweest voor ons ziekenhuis. Veel van de extra activiteiten hebben plaatsgevonden naast de reguliere werkzaamheden. Wij willen derhalve nadrukkelijk alle vrijwilligers, medewerkers en medisch specialisten bedanken voor hun grote inzet en betrokkenheid zowel bij de zorgverlening aan onze patiënten, alsook bij de diverse extra activiteiten van 2013. Hun bijzondere en professionele inzet heeft ervoor gezorgd dat de zorg voor patiënten op alle locaties van het St. Antonius Ziekenhuis in 2013 in goede handen is geweest. Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Prof. Dr. D.H. Biesma Voorzitter Raad van Bestuur drs W.J. Adema RA, MBA Lid Raad van Bestuur Ir. D.M. Schraven Lid Raad van Bestuur 5 INHOUD 1.Verslag van de Raad van Toezicht 7 2.Verslag van de Medische Staf 12 3.P rofiel en kerncijfers van het ziekenhuis 14 3.1 Algemene identificatiegegevens 14 3.2 Kerngegevens 15 3.3 Structuur van de organisatie 16 3.4 Raad van Bestuur 16 3.5 Zorgeenheden, medisch-ondersteunende en algemeen ondersteunende eenheden 17 3.6 Medische Staf 17 3.7 Ondernemingsraad 17 3.8 Cliëntenberaad 18 3.9 Verpleegkundige Adviesraad (VAR) 18 4. Kwaliteitsbeleid 19 5.P atiëntenzorg, onderzoek en opleiding 23 5.1 Excellente zorg 23 5.2 Wetenschappelijk onderzoek en innovatie 23 6 5.3 Antonius Academie 25 5.4 Belanghebbenden en samenwerkingspartners 26 6. P ersoneelsbeleid 29 7.Bedrijfsvoering 32 7.1 Informatiemanagement en ICT 32 7.2 Bouw, energie en milieu 32 7.3 Crisis- & Continuïteitsmanagement 33 8. Bijlagen 35 8.1 Samenstelling OR 35 8.2 Samenstelling Cliëntenberaad 36 8.3 Samenstelling VAR 37 8.4 Overzicht van medisch specialisten 37 8.5 Wetenschappelijke Publicaties 2013 42 8.6 Opleidingen 45 8.7 Santeon jaaroverzicht 2013 46 7 1. Verslag van de Raad van Toezicht In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht verantwoording af over zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar. De Raad van Toezicht heeft zich afgelopen jaar gerealiseerd dat het St. Antonius Ziekenhuis een intensief jaar achter de rug heeft. Een jaar waarin de aandacht is uitgegaan naar het onderzoek van de NZa, de samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en de afname van de productie door het teruglopen van de zorgvraag. Kwaliteit De Raad van Toezicht geeft op een systematische wijze aandacht aan het onderwerp kwaliteit & veiligheid. Dit onderwerp wordt periodiek besproken in de Commissie Kwaliteit & Veiligheid. In 2013 is extra aandacht uitgegaan naar de voorbereidingen van de NIAZ accreditatie in 2014, het vergroten van de patiëntveiligheid op de OK en het voldoen aan de IGZ-indicatoren. Daarnaast is het innovatieve project ‘uitkomstindicatoren’ aan de orde geweest inclusief de eerste resultaten. Het verslag van de commissie wordt als vast agendapunt besproken binnen de Raad van Toezichtvergadering. Nieuwbouw Utrecht De voorbereidingen van de verhuizing naar locatie Utrecht heeft van de organisatie veel gevraagd. In diverse vergaderingen heeft de Raad van Toezicht aandacht besteed aan dit onderwerp; de voorbereiding van de verhuizing, veranderingen in de telefonie, de financiële gevolgen van de nieuwbouw en de opening van de nieuwe locatie zijn aan de orde geweest. De Raad van Toezicht heeft ook een bezoek gebracht aan de toen nog in aanbouw zijnde nieuwe locatie. Deelname aan overleggen en werkbezoeken Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft tevens een aantal werkbezoeken gedaan in het ziekenhuis. Zo heeft er een werkbezoek plaatsgevonden bij het oncologiecentrum. Daarbij is het gehele zorgproces bekeken van diagnostiek tot behandeling. Specifieke aandacht is er geweest voor de dagbehandeling en de daarbij behorende faciliteiten. Daarnaast hebben enkele leden van de Raad van Toezicht vergaderingen bijgewoond van de Ondernemingsraad en het Cliëntenberaad, waarin zij in gesprek gingen over de huidige ontwikkelingen en vragen die leefden vanuit beide organen. Onderzoek NZa Het onderzoek van de NZa naar onjuiste declaraties was voor het St. Antonius Ziekenhuis een ingrijpende gebeurtenis, waarbij de Raad van Toezicht intensief betrokken is geweest. De Raad van Toezicht heeft een duidelijke positie ingenomen bij het presenteren van de resultaten van het geïnitieerde externe onderzoek en bij de communicatie naar de omgeving over de uitkomsten. Strategie en regionale samenwerking In 2013 is de intentieovereenkomst tot fusie tussen het St. Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis ondertekend. Er is een meerwaarde-onderzoek van start gegaan naar de potentiële fusie met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. Het meerwaarde onderzoek bestaat uit een medisch meerwaarde-onderzoek, due diligence onderzoek op financiën en kwaliteit, meerwaardeonderzoek naar de samenwerking met de Maartenskliniek en een back-office onderzoek. De samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis heeft de Raad van Toezicht nauw gevolgd door de aandacht te vestigen op de voortgang, onderlinge verhoudingen en de inrichting van de potentiële nieuwe fusieorganisatie van beide ziekenhuizen. Een fusie met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis is voor de Raad van Toezicht belangrijk voor de toekomstbestendigheid van het ziekenhuis maar vraagt ook om goede afwegingen in termen van draagvlak, financiën en interne beheersing. De Raad van Toezicht is nadrukkelijk betrokken bij de in dit kader te maken afwegingen. Daarnaast is de intensieve samenwerking met Rivierenland Tiel besproken; ook zijn de initiatieven om de samenwerking met de eerstelijnszorg te verbeteren gedeeld met de Raad van Toezicht. Samenstelling De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit zes leden (zie pagina 8 en 9). De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economisch, juridisch, bestuurlijk, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheidszorg, kwaliteit en veiligheid en ervaring uit het bedrijfsleven. De leden van de Raad van Toezicht hebben geen zakelijke binding met het St. Antonius Ziekenhuis en zijn afkomstig uit verschillende maatschappelijke sectoren. De Raad van Toezicht kent enkele specifieke commissies: de Remuneratiecommissie, de Auditcommissie en de Commissie Kwaliteit en Veiligheid. Daarnaast is sprake van collegiaal toezicht vanuit de specifieke maatschappelijke achtergrond van eenieder. 8 Naam Jaar van RvT Commissie Hoofdfuncties (Neven) functies benoeming Mr. B. Staal 2011 Remuneratie-commissieGepensioneerd Voorzitter Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Vereniging van Banken Lid Raad van Commissarissen Vitens (halftime) tot 1 mei 2013 Voormalig commissaris van de Koningin Utrecht President-commissaris ONVZ zorgverzekeraar (laatste termijn) voorzitter RvA Twynstra Gudde (laatste termijn) lid Raad van Toezicht TROS lid Nationaal Comité 4 en 5 mei Voorzitter Nationale Veteranendag lid Bestuur Nationaal Restauratie Fonds (aflopend) Voormalig lid Eerste Kamer J.L.M. Bartelds RA2011 Auditcommissie Gepensioneerd Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Voormalig voorzitter Raad van Bestuur Fortis N.V./S.A. Voorzitter Bestuur Carel Nengermanfonds Lid Raad van Toezicht Stichting Zorgspectrum Voorzitter Raad van Commissarissen Stichting Beheer Onroerend Goed Hospice Nieuwegein Lid Bestuur van het VSB Vermogensfonds Voorzitter Raad van Toezicht VSB Donatiefonds Voorzitter Bestuur R.K. Luchthaven pastoraat Schiphol Lid Raad van Toezicht Coöp. Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein U.A. Ir. B.F. Dessing 2007 Remuneratiecommissie Gepensioneerd Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Voormalig: Voorzitter van de Raad van Bestuur van Zorgverzekeraar VGZ-IZA-Trias-Univé Lid Bestuur Prof. dr. Jaap Swieringa Stichting Lid Audit Committee Algemene Rekenkamer Lid Raad van Toezicht NOS Voorzitter Bestuur Stichting Benchmark GGZ Lid Raad van Advies Deerns Groep BV Lid Raad van Advies MC Groep Bussum Adviseur Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders Lid Bestuur Walter Maas Huis Lid Raad van Toezicht Ned.Ver. voor Cardiologie Voorzitter College Deskundigen NHG-Praktijkaccreditering 9 Naam Jaar van RvT Commissie Hoofdfuncties benoeming Mw. Mr. M.M. Jonk 2011 Commissie Kwaliteit en Partner CMS Derks Veiligheid Star Busmann Prof. dr. R. Grol 2012 Commissie Kwaliteit en Gepensioneerd Veiligheid Emeritus hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit Maastricht M.W.J. Hinssen2012 Auditcommissie Gepensioneerd Voormalig lid Raad van Bestuur SNS Reaal (Neven) functies Lid Raad van Toezicht Revalidatiecentrum De Hoogstraat Lid Raad van Commissarissen SPF-Beheer BV Lid Raad van Commissarissen Acta Holding Lid Raad van Toezicht Nierstichting Nederland Lid Vereniging AEGON Lid Raad van Commissarissen Leyden Academy BV Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Commissarissen Gasunie Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Commissarissen Pantein Adviseur bestuur Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra ( NFU) Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Meetbaar Beter Lid selectiecommissie harkness fellowship commonwealth fund Voormalig directeur en nu adviseur IQ HealthCare Nijmegen Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Penningmeester Nationaal Restauratiefonds te Hoevelaken Lid Raad van Toezicht Woningstichting Kleine Meijerij te Den Bosch/Rosmalen (tot 1 februari 2014) De Raad van Toezicht heeft ook in 2013 geconstateerd dat de (neven)functies van haar leden niet leiden tot belangenverstrengeling tussen de Raad van Toezicht en de organisatie. Zelfevaluatie Reglement In het reglement van de Raad van Toezicht zijn haar taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Het reglement en de statuten van de stichting geven inhoud aan het toezicht op en het samenspel met de Raad van Bestuur, en het functioneren van de Raad van Toezicht zelf. De werkwijze van de Raad van Toezicht week voorheen op één punt af van de Zorgbrede Governance Code, namelijk wat betreft de maximale zittingsduur van leden van de Raad van Toezicht. Motivatie hiervoor is dat het St. Antonius Ziekenhuis en haar rechtsvoorgangers in tijden van fusies het belang van continuïteit van bestuurders van groot belang vonden. Per 2013 is dit punt vervallen. De facto houdt de Raad van Toezicht zich nu aan de Zorgbrede Governance Code. In 2014 zullen de documenten waarin de toezichtfunctie is uitgewerkt, waaronder het reglement, worden geactualiseerd. De Raad van Toezicht evalueert jaarlijks zijn eigen functioneren en de samenwerking met de Raad van Bestuur. Eens per drie jaar wordt de evaluatie begeleid door een externe begeleider, zoals in 2013. De evaluatie in 2013 heeft op 25 maart plaatsgevonden. Het centrale gespreksonderwerp van de evaluatie was de vertrouwensrelatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. De evaluatie heeft geresulteerd in een verdere optimalisatie van de samenwerking. Bezoldiging Raad van Toezicht De vastgestelde bezoldiging in 2012 is in 2013 niet aangepast. Deze bedraagt 13.000 euro voor de voorzitter en 9.000 euro voor de leden. Dit is binnen de grenzen van de WNT. 10 Jaarverslag en jaarrekening/Overleg met externe accountant Het jaardocument 2012 is in aanwezigheid van de externe accountant besproken, goedgekeurd en vastgesteld op 6 mei 2013. De management-letter van de accountant met onder meer zijn bevindingen over het financiële beheer, de planning & control, de administratieve gegevens en de geautomatiseerde gegevensverwerking, is in de Auditcommissie en in de plenaire vergadering van de Raad van Toezicht besproken. Interne beheersing- en controlesystemen door middel van beleidsrapportages Per kwartaal worden beleidsrapportages opgesteld voor de Raad van Toezicht vanuit de Raad van Bestuur. De beleidsrapportages bevatten de volgende aspecten: • Productie en financiën • Kwaliteit en veiligheid • Medisch specialistisch handelen (relatie medische staf, cohesie en samenwerking binnen medische staf) •Medewerkers • Beleidsuitingen op basis van het meerjarenbeleidsplan 20122016, zoals samenwerking, fusie, nieuwbouw en verbouw Informatiebronnen en aantallen vergaderingen De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 2013 negen keer in vergadering bijeen. Op een enkele vergadering na was de voltallige Raad van Toezicht bij de vergaderingen aanwezig (zie overzicht). Naast de reguliere vergaderingen heeft er ook extra informatie-uitwisseling plaatsgevonden per mail en enkele conference calls. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft daarnaast frequent overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur. Jaarplan Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergadert conform een jaarplan. Naast de onderwerpen uit de Planning & Control Cyclus is in 2013 een jaarkalender gehanteerd, waarin de hoofdthema’s uit de beleidsvorming terugkomen op de vergaderingen. De onderwerpen worden gepresenteerd door de portefeuillehouders vanuit de Raad van Bestuur, al dan niet ondersteund door betrokken medisch specialisten en/of managers. De onderwerpen die in de vergaderingen aan de orde kwamen waren: • Samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis w.o. voorgenomen besluit tot bestuurlijke fusie, governance structuur, medisch meerwaarde onderzoek, concept statuten van de holding en zusterondernemingen na fusie. • Update nieuwe locatie Utrecht. • Leidende principes uit het meerjarenbeleidsplan 2012-2016; • Jaarlaag investeringen. • Afstemming werkbezoeken Raad van Toezicht. • Management letter. • Indicatief resultaat en balans 2012. • Grondtransacties gemeenten. • Evaluatierapport VRE-uitbraak. • Overzicht kwaliteitsinitiatieven (w.o. uitkomstindicatoren). • Update radiotherapie op locatie Utrecht. • Productiedaling en maatregelen in het programma Financieel Gezond. • Onderzoek NZa. • Accountantsverslag 2012 in aanwezigheid van de accountant EY. • St. Antonius Onderzoeksfonds. • Financieel (accountantsverslag 2012, geconsolideerde jaarrekening 2012, private entiteiten en jaardocument 2012). • Update research ontwikkelingen. • Jaarlijks gesprek met een delegatie van het stafbestuur over het medisch inhoudelijk beleid (onderzoek naar de samenwerking met Woerden, financiële ombuiging en het NZa onderzoek). • Financieel (kaderbrief inclusief toelichting financieel kader, half jaarcijfers: concernrapportage en balansrapportage, programma financieel gezond). • Rapportage IGZ-indicatoren St. Antonius Ziekenhuis. • Beleid medewerkerstevredenheid. • Rol en positie medisch specialist 2015. • Jaarplan en begroting 2014, private activiteiten, treasuryplan 2014. Naast de bovengenoemde agendapunten kent de agenda ook vaste thema’s namelijk: •Bouw/verbouw •ICT/logistiek •Kwaliteit/veiligheid •Personeelsmanagement •Governance •Samenwerking/Ondernemerschap De thema’s worden flexibel geagendeerd afhankelijk van de actualiteit. Door middel van een schriftelijke adstructie worden de actuele onderwerpen besproken. Organisatie De Raad van Toezicht kent een Remuneratiecommissie en een Auditcommissie en een commissie Kwaliteit en Veiligheid. De Remuneratiecommissie fungeert als selectie- en benoemingscommissie en doet voorstellen inzake de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. De conclusies en aanbevelingen worden in de plenaire vergaderingen van de Raad van Toezicht behandeld. De Remuneratiecommissie is in 2013 niet gewijzigd en bestond uit de volgende leden van de Raad van Toezicht: de heer Mr. B. Staal en de heer ir. B.F. Dessing. De Remuneratiecommissie heeft in 2013 na het aangekondigde vertrek van de heer F.A.M. Spijkers het nieuwe bestuurslid de heer W.J. Adema geworven en aangesteld. De heer Adema zal per 1 maart 2014 in dienst treden. De Auditcommissie ziet toe op het financieel-economisch beleid (financiële informatieverschaffing, begroting, jaarrekening, belangrijke investeringen en leningen, systeem van risicobeheersing en –controle, keuze van de accountant) en adviseert de Raad 11 van Toezicht hierin. De Auditcommissie kwam acht keer bijeen. De conclusies en aanbevelingen zijn vervolgens in de plenaire vergaderingen van de Raad van Bestuur behandeld aan de hand van het verslag van de commissie. De Auditcommissie is in 2013 niet gewijzigd en bestond uit de volgende leden: de heer J.L.M Bartelds, lid Raad van Toezicht, de heer M.W.J. Hinssen, lid Raad van Toezicht. De Auditcommissie vergaderde in aanwezigheid van de heer F.A.M. Spijkers, lid Raad van Bestuur en de heer J.P.J. van den Broek, manager Financiën en Informatievoorziening. Waar nodig nam tevens de externe accountant deel aan de vergadering. Dankwoord De commissie Kwaliteit en Veiligheid houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid. De leden van de Raad van Toezicht in de commissie waren mevrouw M.M. Jonk, de heer R. Grol. De commissie vergadert in aanwezigheid van de heer D.M. Schraven, lid Raad van Bestuur, de heer E. Scholten medisch manager KVV en mevrouw L. Pijnenborg, manager Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording. De Raad van Toezicht heeft het jaardocument 2013 goedgekeurd op 19 mei 2014. De medewerkers, Raad van Bestuur en de Medische Staf hebben in het afgelopen jaar veel energie en inzet getoond. De contacten met de adviesorganen Ondernemingsraad, Cliëntenberaad en Stafbestuur zijn constructief geweest. De Raad van Toezicht wil graag zijn erkentelijkheid uitspreken naar de Raad van Bestuur, Medische Staf, alle medewerkers en vrijwilligers van het ziekenhuis voor de door hen getoonde inzet. Daarnaast spreekt de Raad van Toezicht zijn vertrouwen uit over de koers van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft goedkeuring gegeven aan de (neven) functies van de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat van belangenverstrengeling geen sprake is. Vooruitblik De Raad van Toezicht heeft voor 2014 een aantal te agenderen onderwerpen benoemd: de samenwerking in de regio en in het bijzonder met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, de positie medisch specialist per 2015, de radiotherapie op locatie Utrecht en meer in het algemeen de kwaliteit van de kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Namens de Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis, Mr. B. Staal Voorzitter 12 2. Verslag van de Medische Staf Het jaar 2013 is voor de Medische Staf van het St. Antonius Ziekenhuis een dynamisch jaar geweest. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen vanuit de Medische Staf toegelicht. Topreferente zorg en onderzoek In 2012 heeft VWS een onderzoek uitgevoerd naar de financiering van academische zorg. Hierbij heeft VWS zich ook georiënteerd op topreferente zorg en onderzoek buiten de UMC’s. Als gevolg hiervan is door VWS het Experiment Topzorg gestart waarin het St. Antonius Ziekenhuis, het Elisabeth Ziekenhuis en het Oogziekenhuis voor een periode van vier jaar financiering krijgen voor topreferente zorg en onderzoek. Voor ons is in totaal 12,7 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het Hartcentrum en het Longcentrum. Vanuit beide domeinen wordt gewerkt aan een aanvraag, waarin wordt aangegeven aan welke zorg en onderzoek dit zal worden besteed. Op basis van de resultaten van dit experiment wordt na vier jaar besloten hoe en of structureel deze financiering voor topklinische ziekenhuizen beschikbaar wordt gesteld. Verhuizing naar nieuwbouwlocatie Utrecht In september is de nieuwbouwlocatie in Utrecht geopend. De verhuizing en de opening van het nieuwe ziekenhuis heeft onder grote belangstelling plaatsgevonden en is goed verlopen. Een belangrijke mijlpaal waar we als ziekenhuis trots op mogen zijn! Vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg en herkenbaarheid van het oncologisch profiel van de locatie Utrecht is de oncologische zorg binnen één multidisciplinaire poli gerealiseerd. Samenwerking Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Begin 2013 is de intentieovereenkomst tot fusie tussen het St. Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis ondertekend. In 2013 is vervolgens een meerwaardeonderzoek uitgevoerd op o.a. medisch inhoudelijke gronden en doelmatigheid. Er zijn verschillende scenario’s opgesteld die in 2014 met de maatschappen/vakgroepen besproken worden. In 2014 zal verdere besluitvorming over de samenwerking met Woerden plaatsvinden. Bij de interstitiële longziekte is een ZonMW-subsidie verkregen voor de toepassing van rituximab. Daarnaast is een netwerk op het gebied van interstitiële longziekten opgericht door ons ziekenhuis; het Martini Ziekenhuis Groningen was de eerste ‘satelliet’, al snel gevolgd door het Haaglanden Ziekenhuis. In 2013 is veel medisch wetenschappelijk onderzoek verricht in het ziekenhuis. Belangrijke studies waren onder andere de Santeon-CAP-studie en de Woest-studie. De Santeon-CAP-studie is de eerste officiële Santeon studie die definitief antwoord moet gaan geven op de vraag of adjuvante therapie met corticosteroïden bij een ziekenhuispatiënt met community-acquired pneumonie moet worden opgenomen in richtlijnen. De WOEST-studie is een eerste studie naar de veiligheid van het weglaten van aspirine in de antitrombotische behandeling van patiënten die orale antistolling gebruiken en coronaire stenting moeten ondergaan. Deze studie heeft geresulteerd in een publicatie in het toonaangevende tijdschrift The Lancet en wordt onder andere gesubsidieerd vanuit het St. Antonius Onderzoeksfonds. Uitkomstindicatoren van zorg Om het resultaat van onze medische zorg inzichtelijk te maken voor patiënten en om de zorg verder te kunnen verbeteren wordt door de Medische Staf gewerkt aan het bepalen van uitkomstindicatoren van de door de maatschappen benoemde speerpunten. Een tiental maatschappen en vakgroepen is in 2013 actief betrokken bij projecten om uitkomstindicatoren te bepalen, via Meetbaar Beter, Santeon (Zorg voor Uitkomst) of via het interne project Uitkomstindicatoren. In 2014 zal dit verder uitgebreid worden. Aan alle maatschappen en vakgroepen is gevraagd om vanaf 2014 de voortgang bij te houden ten aanzien van het bepalen van uitkomstindicatoren, de meetresultaten en de verbeteracties. Deze verbetercyclus, gericht op het verbeteren van de uitkomsten van zorg, zal vast onderwerp van gesprek zijn in de jaarplangesprekken met de maatschappen en de kwartaalgesprekken met de eenheden. Kwaliteitscriteria 2013 In 2013 zijn voor de maatschappen en vakgroepen kwaliteitscriteria geformuleerd waarop intern werd toegezien door de commissie kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria hadden ook consequenties voor het variabele deel van het honorarium van vrijgevestigde specialisten. Voor het jaar 2013 waren de volgende vier kwaliteitscriteria vastgesteld: • Deelname aan IFMS (100%); • De aanwezigheid van een actieve complicatieregistratie of equivalent daarvan, bespreking en analyse; • Een aangewezen kwaliteitscoördinator per maatschap/ vakgroep, met aantoonbaar beleid op onder andere hygiëne; • De borging van aanbevelingen uit de kwaliteitsvisitatie binnen de maatschap/vakgroep. 13 De commissie (bestaande uit een delegatie van de Raad van Bestuur, Stafbestuur en de Stafmaatschap) heeft met groot genoegen gezien dat een grote meerderheid van de maatschappen/vakgroepen de kwaliteitscriteria goed hebben uitgewerkt. Dankwoord Hierbij willen wij graag alle medisch specialisten en medewerkers bedanken voor hun inspanningen in 2013, maar bovenal voor het realiseren van de goede zorg voor en behandeling van onze patiënten. Onderzoek NZa In april 2013 is de NZa een onderzoek gestart bij het St. Antonius Ziekenhuis over het mogelijk onjuist declareren van zorg. Hoewel er geen sprake was van opzet, heeft het ziekenhuis en de medische staf erkent dat er declaratiefouten zijn gemaakt en is intern schoon schip gemaakt. Duidelijk werd wel dat de onjuiste declaraties voor een deel een sectorprobleem zijn. Onduidelijkheid in de regelgeving, niet of laat beantwoorden van vragen door de NZa en DBC-Onderhoud spelen hierin ook een rol. Desondanks heeft dit uiteindelijk geresulteerd in een boete van 2,5 miljoen euro. Het teveel gedeclareerde bedrag wordt terugbetaald, dit geldt ook voor het honorariumdeel van de vrijgevestigde specialisten die dit bedrag als een collectief terugbetalen. Samenstelling De Medische Staf wordt vertegenwoordigd door het bestuur van de Medische Staf. De bestuurssamenstelling met de verdeling van functies was ultimo 2013 als volgt: • R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur • L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i. • P.M.N.Y.H. Go, chirurg • M.F.J. Stolk, MDL-arts • B.J.M. Vlaminckx, medisch microbioloog • V.H.M. Deneer, ziekenhuisapotheker De functie van adviseur werd vervuld door mw. N.J. Polman. Het secretariaat werd in 2013 gevoerd door mw. C.A.E. van Schaik. Vooruitblik: de positie medisch specialist na 2015 Vanaf 2015 zal er in de ziekenhuiszorg nog maar één tarief gelden voor elke zorgprestatie. In dat ene integrale tarief zitten alle kosten die het ziekenhuis maakt, dus ook het honorarium van de medisch specialist. Wij zullen ons moeten voorbereiden op deze verandering en een passend model moeten vinden voor het ziekenhuis. Daarom ontwikkelen we momenteel samen met de Raad van Bestuur een visie over de positie van de vrijgevestigde medisch specialist in het St. Antonius Ziekenhuis na 2015. Samen met onze Medische Staf zullen verschillende scenario’s worden verkend en worden besproken. Een toekomstbestendige relatie tussen het ziekenhuis en de Medische Staf met gelijkgerichte belangen is het doel. Hierbij is ook de verbondenheid binnen de Medische Staf en het gevoel deel uit te maken van het collectief belangrijk én nodig (cohesie Medische Staf). Namens het bestuur van de Medische Staf R.J. Snijder, Voorzitter bestuur Medische Staf 14 3. Profiel en kerncijfers van het ziekenhuis 3.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer(s) NZa Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina Stichting St. Antonius Ziekenhuis Koekoekslaan 1 3435 CM Nieuwegein 088 – 320 3000 010-0901 41177415 [email protected] www.antoniusziekenhuis.nl Door de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) worden vanaf 1 januari 2006 academische, algemene, categorale ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra instellingen voor medisch specialistische zorg (IMSZ) genoemd. Het St. Antonius Ziekenhuis is een IMSZ: alle voorkomende zorg wordt geleverd. 15 3.2 Kerngegevens Nadere kerngegevens 201320122011 Spoedeisende Hulp 7x24 uur beschikbaar (locaties Nieuwegein en Utrecht) ja ja ja Capaciteit Aantal feitelijk beschikbare bedden (klinisch en dag/deeltijdbeh.) op 31 dec., 798 848 848 waarvan feitelijk beschikbare PAAZ- en PACZ-bedden 37 37 37 Personeel Aantal personeelsleden in loondienst excl. Med. Spec. 4.773 4.912 4.958 Aantal fte personeelsleden in loondienst excl. Med. Spec. 3.589 3.583 3.490 Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) 301 274 291 Aantal fte Med. Spec. (loondienst + inhuur + vrij beroep) 273 n.b. 260 16 3.3 Structuur van de organisatie Het St. Antonius Ziekenhuis heeft per 16 september 2013 twee ziekenhuislocaties, te weten in Nieuwegein en Utrecht. Daarnaast beschikt het St. Antonius Ziekenhuis over verschillende buitenpoliklinieken, waaronder Polikliniek Utrecht Overvecht, Polikliniek Houten en St. Antonius Spatadercentrum De Meern. 3.4 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis bestaat uit drie bestuursleden met elk een eigen aandachtsgebied dat op hoofdlijnen te verdelen is naar (1) strategie en externe contacten, (2) patiëntenzorg en kwaliteit en veiligheid en (3) financiën, vastgoed en ICT. In het reglement voor de Raad van Bestuur zijn de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur geëxpliciteerd. Kernelementen zijn de verhouding tot de Raad van Toezicht, verantwoording, taakverdeling, functioneren, besluitvorming en (het niet aanwezig zijn van) belangenverstrengeling. In onderstaande tabel zijn alleen de (neven) functies opgenomen welke niet uit hoofde van de hoofdfunctie worden vervuld. Prof. dr. D.H. Biesma Voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Ir. F.A.M. Spijkers Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Ir. D.M. Schraven Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Hoogleraar Interne Geneeskunde van UMC Utrecht Bestuurslid van St. Antonius Onderzoeksfonds Lid Raad van Toezicht Julius Gezondheidscentrum Leidsche Rijn. Voorzitter Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V. Lid Raad van Toezicht Utrecht Centrum voor de Kunsten (UCK) Lid Raad van Toezicht Hospice Nieuwegein Lid Bestuur Okura Executive Circle Lid Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V. Lid Raad van Toezicht Stichting Meetbaar Beter 17 3.5 Zorgeenheden, medisch-ondersteunende en algemeen ondersteunende eenheden Op tactisch niveau functioneren zorgeenheden, medisch-ondersteunende eenheden en algemeen ondersteunende eenheden. De zorgeenheden worden aangestuurd door een managementteam, in het algemeen bestaande uit een manager Zorg en Bedrijfsvoering en een medisch manager. In 2013 is de organisatie bestuurd vanuit een aantal hoofdprincipes, namelijk: • Oriëntatie op de patiënt staat centraal. De organisatie is gericht op meerwaarde van de kwaliteit van en afstemming tussen zorgprocessen. • De Medische Staf en Ondernemingsraad zijn nauw betrokken bij het beleid en de besturing van het ziekenhuis. • De leiding van de zorgeenheden draagt integrale managementverantwoordelijkheid en is daarbij verantwoordelijk voor en geeft sturing aan zowel zorginhoudelijke als bedrijfsvoeringaspecten. De zorgeenheden en medisch ondersteunende eenheden worden aangestuurd door een manager Zorg & Bedrijfsvoering en medisch manager. • De organisatie wordt in beginsel gekenmerkt door een ‘platte’ organisatiestructuur, met drie echelons: Raad van Bestuur, management en medewerkers. • Binnen de zorgeenheden en medisch ondersteunende eenheden blijven specialismen geclusterd op grond van de volgende criteria: de mate van multidisciplinaire samenwerking, de samenhang in processen, omvang in termen van budget en aantal fte, het aantal specialismen binnen een eenheid. • Uitgangspunt in de besturing is decentrale verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de (zorg)eenheden. De leiding van de (zorg)eenheden is resultaatverantwoordelijk. Onder resultaatverantwoordelijk wordt daarbij verstaan het realiseren van (jaarlijks) overeengekomen doelstellingen op het gebied van marketing/groei, kwaliteit en veiligheid, patiëntlogistiek en service, productie en financiën en personeel. De besturingsinstrumenten die worden gebruikt zijn: • Een gezamenlijke Planning en Control cyclus van de Raad van Bestuur en het Stafbestuur (beleidskader, jaarplan en begroting), kwartaalgesprekken met (zorg)eenheden en het jaardocument. • De maandelijkse concernrapportage, met maandelijkse verantwoordingsinformatie over kwaliteit en logistiek, productie en financiën, personele ontwikkelingen en ontwikkelingen ten opzichte van verwijzers, zorgverzekeraars etc. • Ontwikkeling van het kwaliteitsdashboard voor maatschappen/vakgroepen. Dit nieuwe dashboard gaat vanaf 2014 gebruikt worden in de jaargesprekken van de maatschappen en vakgroepen en de kwartaalgesprekken van de eenheden met de Raad van Bestuur. 3.6 Medische Staf Alle (medisch) specialisten, die werkzaam zijn in het ziekenhuis, zijn lid van de Vereniging Medische Staf. Naast een Stafbestuur is er sprake van een Stafraad, waarin gemandateerde afgevaardigden per maatschap of vakgroep zitting hebben. De Stafraad komt maandelijks bijeen. De Algemene Ledenvergadering komt daarnaast tenminste één maal per jaar bijeen. Verder zijn de vrijgevestigde medische specialisten verenigd in de Stafmaatschap. Een groot aantal medisch specialisten verleent actieve medewerking aan diverse commissies en werkgroepen. Ook zijn medisch specialisten actief als medisch manager op tactisch niveau of als medisch coördinator op operationeel niveau. 3.7 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) bestaat uit 19 leden en kent drie vaste commissies, te weten: algemeen beleid, sociaal- en zorgbeleid, financieel beleid en beleid op het gebied van bouw en logistiek. De Ondernemingsraad geeft invulling aan zijn medezeggenschapstaak vanuit de visie dat er een balans moet zijn tussen het medewerkersbelang en het bedrijfsbelang, waardoor een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van zorg, dienst en product wordt bereikt. De Ondernemingsraad functioneert op strategisch niveau als gesprekspartner van de Raad van Bestuur. De Ondernemingsraad bevordert het belang van de medewerkers en van de organisatie (werkklimaat), arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. In 2013 heeft de Ondernemingsraad, naast de reguliere voorgenomen besluiten, actief deelgenomen aan verschillende projecten werkgroepen in het kader van de voorbereiding en verhuizing naar de nieuwbouw in Utrecht. Deze groepen hielden zich bezig met de bouw en inrichting van het nieuwe ziekenhuis, maar ook met de zorgstructuur en zorgprocessen. Er is ook meegedacht met de voorbereidingen als het gaat om scholing en teambuilding. Daarnaast was er een commissie die zich bezighield met het herplaatsen van medewerkers. Tot slot heeft de Ondernemingsraad meegedacht in de commissies die het afscheid van de oude gebouwen en de opening van het nieuwe ziekenhuis organiseerden. Na de verhuizing heeft deOndernemingsraad op beide locaties werkbezoeken afgelegd op die afdelingen die als gevolg van de verhuizing met veel veranderingen te maken hadden. De Ondernemingsraad heeft zich constructief opgesteld ten aanzien van de bezuinigingen middels actieve deelname aan de informatiebijeenkomsten voor de medewerkers, deelname aan het Programma St. Antonius Financieel Gezond, de vacaturecommissie en de herplaatsingscommissie. Tenslotte is de Ondernemingsraad vroegtijdig door de Raad van Bestuur geïnformeerd over het meerwaardeonderzoek ten aanzien van de eventuele samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. De Ondernemingsraad heeft, onder opschortende voorwaarde, een akkoord gegeven op een eventuele fusie. 18 n 2014 zal verder worden gekeken naar modellen van cliëntenraden van andere ziekenhuizen en zal gekeken worden in overleg tussen het ziekenhuis en het Cliëntenberaad welk model hierin de voorkeur heeft. Er is in het najaar een aantal keren overleg geweest tussen de dagelijks besturen van de ondernemingsraden van het St. Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. In december heeft er een gezamenlijke ontmoeting met een informatief karakter plaatsgevonden tussen de beide voltallige ondernemingsraden. 3.6 Verpleegkundige Adviesraad (VAR) In 2013 is een aantal onderwerpen uitgebreid besproken: • Programma Antonius Financieel Gezond • Samenwerking met Zuwe Hofpoort Ziekenhuis • Onderzoek NZa • Verhuizing naar de locatie Utrecht De Verpleegkundige Adviesraad initieert projecten en geeft advies aan de Raad van Bestuur over beleidszaken die betrekking hebben op de verpleegkundige professie. Sinds 1 april 2012 heeft de Verpleegkundige Adviesraad een Dagelijks Bestuur (DB). Het Dagelijks Bestuur vergadert elke twee weken; het complete bestuur één keer per maand. De Ondernemingsraad heeft ook diverse instemmingsaanvragen en adviezen uitgebracht op voorgenomen besluiten en heeft bijgedragen aan een besluitvorming die goed aansluit bij de organisatie (zie het overzicht in de bijlagen). 3.5 Cliëntenberaad In 2013 heeft de Verpleegkundige Adviesraad een aantal adviezen gegeven over een aantal onderwerpen. Naar aanleiding van het advies van de Verpleegkundige Adviesraad is besloten om de tolkentelefoon volledig te vergoeden. Daarnaast is advies gegeven over hygiënesancties, ‘vlinderen’ van verpleegkundigen over verschillende afdelingen, inzet warmtejassen (kleding uitgifte automaat), en kledingvoorschriften. Het Cliëntenberaad heeft als doel de ontwikkelingen van het St. Antonius Ziekenhuis te beïnvloeden vanuit het patiëntenperspectief. Het is een advies- en medezeggenschapsorgaan van de Raad van Bestuur. Het Cliëntenberaad behartigt de gemeenschappelijke belangen van patiënten. Daarbij richt het Cliëntenberaad zich vooral op de aspecten van de zorg zoals patiënten die direct ervaren. Bijvoorbeeld: kwaliteit van zorg, bejegening, positie van de patiënt, toegankelijkheid, veiligheid, tijd en aandacht voor patiënten, privacy, beleid inzake klachten en klachtenbehandeling. De Verpleegkundige Adviesraad is actief betrokken geweest bij diverse projecten, zoals het project rondom het aanspreekgedrag en het hygiënespel ‘ Wie is de mol?’ . De Verpleegkundige Adviesraad heeft een onderzoek geïnitieerd naar de werkdruk en het verloop van verpleegkundigen. Ook zijn themabijeenkomsten georganiseerd over ‘Ongewenst Gedrag’, ‘Verpleegkundig café’ en ‘Kijk op Kwaliteit’. Tot slot is met succes de Dag van de Verpleging georganiseerd (‘ Leef!’). Tijdens deze dag hebben leden van de Raad van Bestuur en managers meegewerkt op de afdelingen. Leden van het Cliëntenberaad zijn benoemd per vergadering. Dat maakt het mogelijk om aanwezig te zijn als expert voor een bepaald thema. De praktijk heeft inmiddels uitgewezen dat er een compacte kern van dragers is die experts uitnodigen in de werkbijeenkomsten om gezamenlijk het advies op te stellen. Deze experts zijn ervaringsdeskundigen, patiëntenorganisaties en kennisinstituten. Het Cliëntenberaad is een groot voorstander van co-productie. Het Cliëntenberaad zet zich graag in om vroegtijdig betrokken te zijn bij de ontwikkeling van visies en/of projecten. Zo maakt deze wijze van participatie dat de visie van het Cliëntenberaad vroegtijdig wordt ingebed en daarmee is het formele advies in feite een bekrachtiging van datgene wat gezamenlijk is ontwikkeld. In 2013 is deze aanpak verder in praktijk gebracht. Bij nieuwe onderwerpen die dicht bij de expertise en thema’s van het Cliëntenberaad liggen, zoals gezamenlijke besluitvorming en informed consent, is het Cliëntenberaad in de vroege fasen van het project betrokken. Het Cliëntenberaad heeft in 2013 advies uitgebracht over de nieuwbouw in Utrecht en de samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. I 19 4. Kwaliteitsbeleid Het St. Antonius Ziekenhuis heeft in haar Visiedocument Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording 2012-2014 vijf prioriteiten gesteld. Achtereenvolgens worden deze prioriteiten besproken en wordt aangegeven wat bereikt is in 2013. Het jaar 2013 heeft in ieder geval ook in het teken gestaan van de voorbereidingen voor de NIAZ-accreditatie, die in mei 2014 zal plaatsvinden. Prioriteit 1: Proactief sturen op kwaliteit, gericht op uitkomsten van zorg Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet in ieder geval zijn dat eenheden en vakgroepen in gezamenlijkheid op jaarbasis een ‘scan’ uitvoeren van de kwaliteitsprioriteiten, en een geïntegreerd plan ontwikkelen hoe deze aan te pakken. Hierin heeft een set van uitkomstindicatoren waarop gefocust gaat worden een centrale plaats.” In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht: • In navolging op het succes van het project Meetbaar Beter is in samenwerking met andere Santeon Ziekenhuizen het project Zorg voor Uitkomst opgezet, waarin uitkomstindicatoren op het gebied van long- en prostaatcarcinoom ontwikkeld zijn. • Intern zijn zes maatschappen aan de slag gegaan met het ontwikkelen dan wel selecteren van eigen uitkomstindicatoren met de methodiek als eerst ontwikkeld voor Meetbaar Beter op basis van het value based healthcare gedachtegoed van Porter. • Zowel eenheden als maatschappen/vakgroepen hebben een kwaliteitsdashboard ontwikkeld, met daarin veel ruimte voor uitkomstindicatoren. Dit nieuwe dashboard gaat vanaf 2014 gebruikt worden in de jaargesprekken van de maatschappen en vakgroepen en de kwartaalgesprekken van de eenheden met de Raad van Bestuur. • Veel indicatoren, zoals IGZ-indicatoren, DICA-indicatoren, en indicatoren rond de 10 VMS-thema’s kunnen inmiddels automatisch uit het EPD gehaald worden, waardoor sturen op deze indicatoren vereenvoudigd is. matiseerd. Bij 88% van de IGZ-indicatoren scoort het St. Antonius Ziekenhuis in 2013 op of beter dan het landelijk gemiddelde 1. De IGZ-indicatoren zijn verdeeld in 6 hoofdgroepen, te weten: • Operatief proces • Verpleegkunde Indicatoren • Oncologische indicatoren • Hart en vaten •Infecties • Overige indicatoren Bij de hoofdgroepen Operatief Proces, Oncologische indicatoren, Hart en Vaten en Overige indicatoren zijn de scores van het St. Antonius Ziekenhuis over het algemeen beter dan het landelijk gemiddelde. Wat betreft de hoofdgroep Verpleegkundige Indicatoren, met name op het gebied van decubitus en ondervoeding kan het St. Antonius Ziekenhuis nog verder verbeteren. In 20122013 is hier middels het Programma Excellente Zorg door de verpleegkundigen veel energie in gestoken. In 2014 zal dit thema blijvend aandacht houden. Wat betreft het onderwerp Infecties registreert het St. Antonius Ziekenhuis bij vijf aandoeningen via de Registratiemodule van PREZIES 2. Het betreft de registraties voor Thoraxchirurgie, Algemene Chirurgie (mamma chirurgie), en Gynaecologie (abdominale uterusextirpatie). Bij de meeste ingrepen is over de jaren een positieve tendens te bespeuren. Dit hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de geïmplementeerde ‘POWI-bundel’: het niet preoperatief ontharen, antibioticaprofylaxe 15 – 60 minuten voor de ingreep, perioperatieve normothermie en het hygiëneprotocol. Activiteiten zoals de in gang gezette scholing van OK personeel, de introductie van een luchtbeheersplan op de OK, frequente metingen van luchtkwaliteit en het regelmatig uitvoeren van audits op de OK, met terugkoppeling van bevindingen, dragen bij aan het behalen van de POWI-doelstelling uit het VMS veiligheidsprogramma (www.vmszorg.nl). Prioriteit 2: Inzicht en sturen op ziekenhuisbrede risico’s De IGZ-kwaliteitsindicatoren functioneren als signalen op grond waarvan men een indruk kan krijgen van de geleverde kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het sinds 2003 jaarlijks rapporteren van de indicatoren maakt de zorg transparanter; een ontwikkeling die het St. Antonius Ziekenhuis van harte toejuicht. Hiermee wordt de maatschappelijk gewenste openheid aan de patiënt geboden. Naast deze externe verantwoording is met name het stimuleren van interne kwaliteitsverbetering een belangrijk doel. Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat de risicogebieden worden geïdentificeerd, dat hiervoor krachtige indicatoren worden ontwikkeld, meldings- en rapportageprocedures worden vastgesteld, afspraken over interventies duidelijk zijn, en waar nodig verantwoording kan worden afgelegd aan patiënten en toezichthouders.” In 2012-2013 is vanuit de afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording in samenwerking met de ICT-afdeling een enorme slag gemaakt in het automatisch uit het EPD halen van kwaliteitsindicatoren. Inmiddels is de kwaliteitsrapportage van het St. Antonius Ziekenhuis rond IGZ-indicatoren voor veel onderdelen geauto- Risicomanagement algemeen Bij prospectief risico-inventarisaties ligt de nadruk op wat er in de toekomst mis kan gaan. Bij retrospectief risico-inventarisaties ligt de nadruk op het analyseren van reeds gemelde incidenten. In 2013 zijn er in het ziekenhuis elf prospectieve risico-inventa- In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht: 20 risaties uitgevoerd. De belangrijkste was een inventarisatie die is uitgevoerd naar risico’s in de verhuizingprocessen. Dit heeft geleid tot een aantal bijstellingen in de gemaakte plannen. De retrospectieve inventarisaties hebben in veel gevallen tot verbeteringen geleid in navolging op klachten, incidenten, claims, onderzoek naar sterfte en calamiteiten (zie toelichting). Het identificeren van risicogebieden inclusief rapportages, zoals in het visiedocument is gesteld, zal in 2014 verder vorm krijgen. VMS-veiligheidsprogramma Vier van de elf VMS-thema’s bevinden zich in fase 5 ‘Doelstelling gerealiseerd’, te weten de thema’s vitaal bedreigde patiënt, kwetsbare ouderen, verwisseling en pijn. Dit betekent dat het St. Antonius Ziekenhuis op die thema’s in staat is om een PlanDo-Check-Act (PDCA)-cyclus te doorlopen en dat de doelstelling gerealiseerd is. De overige thema’s bevinden zich in fase 4 ‘Geïmplementeerd en meetbaar’, omdat de thema’s op alle relevante afdelingen geïmplementeerd zijn en ook gemeten worden middels steekproeven, handmatige of automatische tellingen (zie figuur). De moeilijkheidsgraad van de implementatie van deze thema’s heeft te maken met de beschikbaarheid van de benodigde, vaak complexe, ICT-toepassingen om real time data te kunnen genereren. Figuur 1: Fases van Implementatie VMS-thema’s • bloedproducten 2% (1%) • overig 38% (36%) Klachten Voor het indienen van klachten biedt het ziekenhuis twee mogelijkheden: bemiddeling via de klachtenfunctionaris en behandeling door de klachtencommissie voor patiënten. Klachtenbemiddeling In 2013 hebben de klachtenfunctionarissen in totaal 1091 klachten in bemiddeling genomen, bestaande uit 1302 deelklachten. In vergelijking met 2012 (respectievelijk 818 klachten en 966 deelklachten) is het aantal klachten met 33% gestegen. In 2011-2012 was er nauwelijks sprake van een stijging (7%). De verhouding tussen het aantal klachten en het aantal deelklachten (een klacht kan meerdere deelklachten hebben) is niet veranderd. De klachtentoename heeft deels te maken met de verhuizing die in september 2013 plaatsvond. Verder is er ook sprake van een landelijke tendens, waarin patiënten eerder geneigd zijn hun klachten te uiten. Tenslotte is het denkbaar dat de toegenomen bekendheid in huis van de klachtafhandeling door de klachtenfunctionaris geleid heeft tot het vaker doorverwijzen van een klacht naar ‘centraal’ in plaats van een decentrale afhandeling zonder bemiddeling van een klachtenfunctionaris. Soort (deel) klachten Methodisch/technisch Relationeel Voorlichting Organisatorisch Financieel Overig Totaal Fase van implementatie VMS POWI Ernstige sepsis Lijnsepsis Vitaal bedreigde patient Medicatieveiligheid High Risk medicatie Kwetsbare ouderen Nierinsufficiëntie 2012 n % 24726% 20621% 15315% 32233% 35 4% 3-% 966 2013 n 298 248 170 506 66 14 1302 % 23% 19% 13% 39% 5% 1% Tabel 1a soort deelklachten bemiddeling 2012-2013 Verwisseling Pijn Acute Coronaire Syndromen Veilige zorg kinderen 0 1 2 3 4 5 De mate van implementatie is in vijf fasen weergegeven: Fase 1: Nog niet actief Fase 2: Pilotfase Fase 3: Implementatie op alle relevante afdelingen Fase 4: Geïmplementeerd en meetbaar Fase 5: Doelstelling gerealiseerd Incidenten In 2013 zijn er 4606 incidenten gemeld via het Veilig-Incident Melden-systeem. In 2012 was dit aantal vergelijkbaar. De aard van de meldingen is als volgt verdeeld (tussen haakjes % in 2012): • behandeling, verzorging 22% (21%) • medicatie/transfusie 31% (33%) • valincidenten 7% (9%) Qua type medewerker wordt er net als in 2012 het meest geklaagd over specialisten, arts-assistenten en verpleegkundigen. Het aantal klachten is bij deze groep wel gestegen (respectievelijk 4%, 19% en 10%), maar binnen totale groep van type medewerkers wordt erin 2013 minder over voorgenoemde groepen geklaagd. Het aantal klachten dat betrekking heeft op de administratief assistenten die werkzaam zijn op de poli’s is het meest toegenomen. In 2013 gaven patiënten met een klacht vaker aan dat zij een klacht indienen om ‘herhaling te voorkomen’ en wat betreft ‘afspraak regelen’ (ten opzichte van 2012 een toename van 34% en 62%). Daarnaast zijn twee stijgingen opvallend, die beide betrekking lijken te hebben op een zekere verzakelijking van het doel van de klacht. Het betreft de doelen ‘correctie beklaagde’, en ‘correctie rekening’ (respectievelijke stijging van 124% en 69%). Patiënten zijn over het algemeen tevreden over de klachtafhandeling door de klachtenfunctionarissen; in 2012 en 2013 respectievelijk 92% en 91%. Vele bemiddelingen hebben bijgedragen 21 aan of geleid tot maatregelen of oplossingen ten behoeve van de individuele klager, bijvoorbeeld oplossen van onduidelijkheid rondom behandelbeleid, bemiddeling bij maken van poliafspraken en planning van operaties. Klachtenbehandeling De Klachtencommissie bestaat uit acht leden, waarvan vier interne en vier externe leden. Daarnaast zijn er twee plaatsvervangend interne leden en twee plaatsvervangend externe leden aangesteld. Deze samenstelling met betrokkenheid van externe experts tezamen met de werkwijze volgens het klachtenreglement borgen de onafhankelijkheid en kwaliteit van het werk van de commissie. De Klachtencommissie heeft in 2013 18 nieuwe klachten (bestaande uit 46 deelklachten) in behandeling genomen. In 2013 heeft de klachtencommissie 16 uitspraken gedaan (bestaande uit 38 deelklachten), waaronder 5 klachten die in 2012 werden ingediend. In 2013 werd de klachtenprocedure sneller doorlopen. De klachtencommissie had dit jaar gemiddeld vier maanden nodig om tot een uitspraak te komen en voldeed daarmee aan de in het klachtenreglement gestelde termijn. Ten opzichte van voorgaande jaren wordt een klacht minder vaak gegrond verklaard, maar er wordt wel vaker een advies uitgebracht. De adviezen van de Klachtencommissie waren o.a.: • Er op toe te zien dat een maatschap aandacht besteedt aan het verbeteren van voorlichting aan de patiënt over de rol van zijn ‘eigen’ arts tijdens een opname. • Advies om een protocol te herzien en de daarin gemaakte afspraken te borgen met een betrokken tertiair verwijzingscentrum. • Advies bij een klacht over het maken van vervolgafspraken bij verschillende poliafdelingen om de werkprocessen tussen afdelingen kritischer te doorlopen. • Advies extra aandacht te schenken aan de voorlichting van patiënten die meerdere keren te maken krijgen met een contactonderzoek vanwege infectiepreventie. Prioriteit 3: Werken aan gedrag, doen wat is afgesproken Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat wordt gekomen tot een pragmatische set gedragen normen, waar ook naar gehandeld wordt en waar men elkaar op aanspreekt, onafhankelijk van hiërarchie.” De Kerngroep ‘Hygiëne, gewoon doen!’ is in september 2012 ingesteld om met voorstellen te komen om elkaar aanspreken op onveilige situaties en de naleving van de kleding- en hygiënemaatregelen te verbeteren. Er zijn in 2012-2013 vele maatregelen getroffen. Zo hebben er periodiek onaangekondigde hygiënechecks plaatsgevonden, hebben er door het hele ziekenhuis ‘aanspreek-posters’ van medisch specialisten gehangen en is er een enquête gehouden over aanspreken en aanspreekbaar zijn. Met het spel ‘Wie is de Mol?’ werden op ludieke wijze de hygiëneen kledingvoorschriften onder de aandacht gebracht en werd iedereen gestimuleerd om medewerkers aan te spreken als zij zich niet aan deze voorschriften voldeden. Aantal nieuwe klachten ingediend bij de Klachtencommissie Aantal nieuw ingediende deelklachten bij de Klachtencommissie Aantal door de Klachtencommissie in behandeling genomen klachten Aantal door de Klachtencommissie in behandeling genomen deelklachten Aantal klachtzaken nog niet afgerond Aantal deelklachten nog niet afgerond Aantal deelklachten dat gegrond/ gedeeltelijk gegrond is verklaard Aantal klachtzaken waarbij de Klachtencommissie advies heeft uitgebracht Hoorzittingen Ingetrokken klachten Gemiddelde doorlooptijd in maanden Tabel 1b Klachtenbehandeling Klachtencommissie resultaten 2013 Aantal 2013 Aantal 2012 Aantal 2011 18 14 19 46 37 40 16 14 15 38 35 36 6 5 8 17 15 15 11 14 15 (waarvan 2 (waarvan 5 (waarvan 5 gedeeltelijk gedeeltelijk gedeeltelijk gegrond) gegrond) gegrond) 30% 40% 42 % 7 4 3 (bestaande uit (bestaande uit (bestaande uit 8 adviezen) 7 adviezen) 3 adviezen) 22 1 1 3 1 4 5 5 22 De methodiek die in de hygiënecampagne is toegepast, is eind 2013 verder verfijnd om het ‘werken aan gedrag, doen wat is afgesproken’ op de OK verder te bevorderen. Verder heeft eind 2013 een enquête plaatsgevonden onder artsen en medewerkers over de aanspreekcultuur. Bestuur en eenheden, waarbij eenheden de ambitie en bijbehorende plannen neerleggen en opvolgen” In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht: Gezamenlijk jaarplan Kwaliteit & Veiligheid Prioriteit 4: Betere processen en transparantie bij claims en calamiteiten Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat er in de eerste plaats betere procedures worden opgesteld, ten tweede dat er een grotere mate van patiënttevredenheid is voor de afhandeling en ten derde dat de claimbedragen gaan dalen.” De zorgeenheden hebben in 2013 voor het eerst een gezamenlijk jaarplan Kwaliteit & Veiligheid opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat veel kwaliteitsonderwerpen eenheidsoverstijgend zijn, en dat een gezamenlijke aanpak de geïntegreerde kwaliteit van zorg zal verbeteren. In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht: Het jaarplan van de ondersteunende afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording is volledig op het jaarplan van de eenheden afgestemd. Claims NIAZ In 2013 vond maandelijks overleg plaats met de verzekeraar over de lopende claims. Tevens werden de claims besproken met de Raad van Bestuur waarbij gekeken werd naar mogelijkheden voor differentiatie in aanpak en versnelling van lopende claims. Dit had onder andere tot resultaat dat een aantal langlopende claims versneld kon worden afgerond, wat ook door patiënten erg werd gewaardeerd. Omdat het ziekenhuis nog zichtbaarder wil zijn richting patiënten bij de afhandeling van claims en eigen toegespitste procedures hiervoor wil opzetten, is na een uitgebreide benchmark besloten om per 2014 over te stappen naar een nieuwe verzekeraar, Centramed. Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen voor de NIAZ-heraccreditatie in mei 2014. Er is een NIAZ-taskforce ingesteld om huidige lacunes ten behoeve van het behalen van de NIAZ accreditatie verder op te pakken. Eind 2013 is het zelfevaluatierapport dankzij de inzet van vele medewerkers geschreven en aan het NIAZ gestuurd. Naast het huidige ziekenhuisbrede NIAZ-accreditatiebewijs beschikken diverse afdelingen ook over een eigen specifiek certificeringbewijs. In 2013 kwamen in totaal 125 nieuwe claims binnen. Van dit totaal hadden 82 claims betrekking op zaakschades en simpele letselschades. Deze werden door het ziekenhuis zelf afgehandeld en daarvoor werd door het ziekenhuis in totaal een bedrag van € 15.916 uitgekeerd. Daarnaast werden in 2013 in totaal 43 nieuwe claims aangemeld bij de verzekeraar MediRisk . Dit betrof in alle gevallen letselschades. Calamiteiten In 2013 zijn elf potentiële calamiteiten aan de Inspectie gemeld en volgens de calamiteitenprocedure opgepakt en onderzocht. Verder hebben er nog acht interne onderzoeken plaatsgevonden die niet aan de definitie van een calamiteit voldeden, maar waarbij artsen, verpleegkundigen of patiënten toch nader onderzoek wensten om de kwaliteit van zorg te verbeteren. De onderzoeken vonden plaats volgens de SIRE-methodiek. In 2013 zijn er twee permanente externe leden aan het onafhankelijke onderzoeksteam toegevoegd, te weten P. Speelman, internist, en W.A.H. Nugteren, chirurg. Vrijwel alle verbetermaatregelen die door de onderzoekers zijn voorgesteld zijn inmiddels uitgevoerd en geborgd. Prioriteit 5: Bestuurlijke en organisatorische borging van kwaliteitsbeleid Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat er een afdoende kwaliteitsdialoog is tussen Raad van Interne audits Er zijn in totaal negen interne audits uitgevoerd. Door de grootschalige verhuizing naar de nieuwe locatie Utrecht is dit aantal lager dan voorgaande jaren. Naast het thema patiëntveiligheid en hygiëne worden de verbeterpunten vanuit het actieplan van de NIAZ-heraccreditatie meegenomen in de uitvoering van de interne audit. Er zijn 52 interne auditoren inclusief 7 medisch specialisten. De auditoren hebben vier keer per jaar overleg om ervaringen uit te wisselen, kennis te verbreden en de voortgang van de planning te bespreken. De verbetermaatregelen voortkomend uit de interne audits staan op het vernieuwde dashboard kwaliteit & veiligheid. Documentbeheersysteem (doQu) Het eerste half jaar van 2013 heeft in het teken gestaan van een adequate inrichting van doQu. Na de zomer heeft een drietal afdelingen en een aantal medisch specialisten doQu getest. Na een positieve pilot zal doQu in de eerste helft van 2014 operationeel zijn, nadat alle documentbeheerders zijn geschoold. Scholing Vanuit de afdeling KVV is in 2013 scholing gegeven over kwaliteit en patiëntveiligheid, omgaan met klachten, de rol van de klachtenfunctionaris en wet en regelgeving zoals BIG en WGBO, jurisprudentie en tuchtrecht. De scholingen zijn gegeven aan (leerling-)verpleegkundigen, leidinggevenden, arts-assistenten en medisch specialisten. In 2014 worden deze scholingen gecontinueerd. 23 5. Patiëntenzorg, onderzoek en opleiding 5.1 Excellente zorg Het St. Antonius Ziekenhuis is drie jaar geleden gestart met het programma Excellente Zorg (EZ) , een programma dat gericht is op het vergroten van de verpleegkundige excellentie. De basis voor het programma zijn de 8 kenmerken van EZ (werken met vakbekwame collega’s, goede relaties met artsen, autonomie van de verpleegkundigen, support door het afdelingshoofd, zeggenschap van de verpleegkundigen over de beroepsuitoefening, scholingsmogelijkheden, voldoende personeel en patiëntgerichte cultuur). Als aan deze kenmerken is voldaan ontvangen patiënten de beste zorg, geleverd door verpleegkundigen die hun werk met plezier uitvoeren volgens de daarvoor geldende richtlijnen en de laatste stand van de wetenschap. Aangeboden in een omgeving die ingericht is op de noden en wensen van de patiënt en ingebed in een omgeving van gedrevenheid en passie om iets dat goed is nog verder te verbeteren. De belangrijkste pijlers van het programma EZ zijn de projectgroep Verpleegkundige Professionaliteit, die zich vooral bezighoudt met de inhoudelijke beroepsontwikkeling en de projectgroep Het Productieve Verpleegteam, die zich richt op de organisatie van de zorginhoudelijke processen. Binnen genoemde projecten zijn de onderwerpen ter hand genomen. Project Verpleegkundige Professionaliteit: • E-learning modules: ontwikkeling format voor verplichte e-learning modules voor de verpleegafdelingen. • Intercollegiale toetsing en basiskwaliteit: ontwikkeling kaders voor praktische/ intercollegiale toetsing van de voorbehouden en risicovolle handelingen. • Evidence Based Practice: scholing en begeleiding van een aantal afdelingen in het werken met Evidence Based Practice. • Verpleegsensitieve indicatoren: focus op verhogen van registratie van en interventie op verpleegsensitieve indicatoren. • Effectieve Dialoog met artsen: ontwikkelen van een methode van multidisciplinaire intervisie op de IC. • SBARR methode toepassen in de praktijk: scholing van verpleegkundigen in het toepassen van de SBARR methode (situatie, behandeling, analyse, respons, repeteer). • Verpleegkundige Scriptieprijs: organisatie van de prijs voor beste verpleegkundige scriptie in het St. Antonius Ziekenhuis. • Concrete vertaling van kenmerken van Excellente Zorg naar de jaarplannen 2014. Project Het Productieve Verpleegteam: • Nieuwe locatie Utrecht: organisatie van teambuildingssessies voor de nieuwe teams in Utrecht, routespel voor medewerkers om de toekomstige nieuwe werkplek en procedures te leren kennen. Daarnaast met behulp van de methode van het Productieve Verpleegteam de belangrijkste processen op de nieuwe afdeling in kaart brengen en hier teamafspraken over maken. • Kennisdeling middels symposium/kennismarkt en trainingen 5S methodiek : organisatie van symposia waarin afdelingen elkaar laten kennismaken met hun best practice en trainen van medewerkers uit de zorg en ondersteunende diensten in de 5S methodiek. • Implementatie verbeterborden en afsprakenborden op verpleegafdelingen: opstarten bordbesprekingen op de afdelingen, aan de hand van verbeter- en afsprakenborden waarop wordt vastgelegd welke problemen verpleegkundigen in hun werk ervaren en hoe deze structureel opgelost kunnen worden. • Toolbox Excellente Zorg: ontwikkelen van een toolbox voor niet-PV afdelingen waardoor zij met beperkte begeleiding zelfstandig een aantal lean tools kunnen toepassen op de afdeling. • Digitaal bezoekersbord: ontwikkeling van een digitaal bezoekersbord voor enkele pilotafdelingen, waarop bezoekers bij binnenkomst direct kunnen zien op welke kamer patiënten liggen en verpleegkundigen minder gestoord worden in hun werk. 5.2 Wetenschappelijk onderzoek en innovatie Ruimte voor en begeleiding van klinisch wetenschappelijk onderzoek is van groot belang voor volwaardige opleidingen en een innovatief klimaat binnen een ziekenhuis. Gezien de aard en grootte van de patiëntenpopulatie is het St. Antonius Ziekenhuis bij uitstek geschikt voor het deelnemen aan grootschalige (multicentre) onderzoeken. Afdeling Research en Development (R&D) Het St. Antonius Ziekenhuis beschikt over een afdeling R&D met een goede infrastructuur die het klinisch wetenschappelijk onder- 24 zoek ondersteunt en stimuleert. De afdeling R&D beschikt over eigen epidemiologische en statistische expertise. De afdeling R&D organiseert verschillende activiteiten en evenementen om wetenschappelijk onderzoek binnen het St. Antonius Ziekenhuis te stimuleren. Eens per jaar wordt samen met de arts-assistentenvereniging de ‘St. Antonius Wetenschapsavond’ georganiseerd. Tijdens deze avond wordt een prijs uitgereikt voor de meest succesvolle studie en presentatie. Tevens krijgt de verpleegkundige met de beste scriptie een prijs. De winnaars van 2013 waren Sebastiaan Velthuis met zijn studie ‘diagnostiek van pulmonale arterioveneuze malformaties die zorgen voor een rechts-links shunt van bloed’ en Corijna Reede (verpleegkundige van de afdeling A2) voor haar scriptie ‘Wil de HBO-verpleegkundige opstaan?’. Om naast medisch specialistisch onderzoek ook verpleegkundig onderzoek te stimuleren is in het kader van Excellente Zorg en Evidence-Based Practice een Verpleegkundig Onderzoekers Platform opgericht. Binnen het platform delen verpleegkundigen kennis en ervaring. Een andere activiteit is het aanbieden van onderwijs aan onderzoekers. In 2013 heeft de afdeling R&D samen met de Antonius Academie GCP (Good Clinical Practice) trainingen en een cursus Wetenschappelijk Engels georganiseerd. De drie GCP trainingen zijn samen met Roche verzorgd. In totaal hebben 55 personen deelgenomen. Daarnaast is een GCP-light training ontwikkeld voor het introductieprogramma van arts-assistenten. Bij deze training (gestart in juni 2013) ligt het accent op het inclusietraject en de veiligheid van de patiënt die participeert in wetenschappelijk onderzoek. Ruim 100 arts-assistenten hebben de training gevolgd. Financieren van onderzoek De overheid en zorgverzekeraars stellen steeds minder financiële middelen ter beschikking en dit zal in de toekomst niet verbeteren. Dat betekent dat het St. Antonius Ziekenhuis steeds meer gericht zal meedingen naar onderzoeksgelden vanuit de overheid en onderzoek meer met private middelen moet financieren. Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat de Stichting St. Antonius Onderzoeksfonds is opgericht, waarmee de werving van middelen beter is georganiseerd. Onderzoeksfonds In 2013 zijn dertig projecten ter beoordeling voorgelegd aan de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van het Onderzoeksfonds. Op een goed bezochte avond werden de beste elf voorstellen door de onderzoekers gepresenteerd. De WAR selecteerde hieruit de 10 projecten die voor in totaal 332.806 euro zijn ondersteund. Bij toekenning van de subsidie, financiert het Onderzoeksfonds 2/3 en de betreffende maatschap 1/3. Daarnaast heeft het Onderzoeksfonds in 2013 ongeveer 2 miljoen aan giften opgehaald. Overige gelden In 2013 is een aantal belangrijke ZonMW subsidies toegekend. In het ZonMW programma ‘Goed Gebruik Geneesmiddelen’ is de volgende subsidie toegekend: Rituximab in life threatening immune mediated inflammatory lung diseases: a potential life saving intervention. Daarnaast zijn 2 projecten toegekend in het kader van voorwaardelijke toelating tot het verzekerde pakket: • Behandeling van patiënten met therapie-refractaire ziekte van Crohn met autologe stamceltransplantatie (in samenwerking met UMCU); • Transluminale endoscopische step-up benadering bij patiënten met geïnfecteerde pancreasnecrose. (St. Antonius Ziekenhuis is deelnemend centrum). Innovatiefonds Binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een Innovatiefonds beschikbaar om innovatieve initiatieven binnen de Medische Staf te stimuleren. De commissie Geneeskundige Innovatie adviseert de Raad van Bestuur en het Stafbestuur welke ingediende innovatievragen in aanmerking zouden moeten komen voor de beschikbare middelen van het innovatiefonds. Bij de beoordeling van de aanvragen wordt gekeken naar de volgende criteria: • relatie met de zorgportfolio van het ziekenhuis en de gekozen focusgebieden; • het innovatieve karakter van de aanvraag; • de meerwaarde voor de patiënt. In 2013 zijn drie aanvragen gehonoreerd: • A. Kummer (Pathologie): Het opzetten van DNA sequencing technologie waarbij gebruik gemaakt wordt van next-generation sequencing (NGS) apparatuur; • Vijverberg, Van Melick, Van Strijen en Bollen (Urologie): Het verbeteren van prostaatdiagnostiek d.m.v. een combinatie van multiparametrische MRI beelden, en • K.G. Auw Yang (Orthopedie): De implementatie van Chrondocelect in 2013. Toetsen van het onderzoek De afdeling R&D ondersteunt onderzoekers ook bij het toetsen van hun onderzoek in het kader van de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Onderzoek is WMO-plichtig als er sprake is van medisch-wetenschappelijk onderzoek en als personen aan handelingen worden onderworpen of hen gedragsregels worden opgelegd. Onderzoek van het St. Antonius Ziekenhuis dat WMO-plichtig is wordt ingediend bij de onafhankelijke Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO). In de VCMO werken het St. Antonius Ziekenhuis, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam, het Meander Medisch Centrum te Amersfoort-Baarn-Soest en het Diakonessenhuis te Utrecht-Zeist samen. In 2013 heeft de VCMO 49 nieuwe studies in behandeling genomen, waarvan 26 studies waren ingediend door onderzoekers vanuit het St. Antonius Ziekenhuis. Het doen van wetenschappelijk onderzoek maakt steeds meer deel uit van onze cultuur. Het aantal ingediende zelfgeïnitieerde 25 studies is in 2013 met 9% toegenomen. Om de kwaliteit te borgen van de zelfgeïnitieerde mensgebonden onderzoeken, heeft de afdeling R&D in 2012 een intern systeem opgezet om dit te monitoren. In 2013 zijn 21 studies gecontroleerd. Het monitoringsysteem is aangescherpt naar aanleiding van een inspectie door IGZ. De IGZ heeft een zelfgeïnitieerde studie van de afdeling Kindergeneeskunde geïnspecteerd. Naar aanleiding van deze inspectie is een volledige beschrijving van de taakverdeling bij onderzoek gemaakt. Bij zelfgeïnitieerd onderzoek kunnen taakverdeling/verantwoordelijkheden afwijken van de taakverdeling zoals die in de GCP richtlijnen is vastgelegd. 5.3 Antonius Academie Het St. Antonius Ziekenhuis heeft als topklinisch opleidingsziekenhuis een eigen academie. De Antonius Academie heeft een groot opleidingsaanbod en biedt vele mogelijkheden voor professionals om (verder) te leren en zich te ontwikkelen. De Academie beschikt daartoe over een afdeling medische opleidingen, een afdeling verpleegkundige opleidingen en het Kennis en Informatiecentrum. De afdeling verpleegkundige opleidingen verzorgt (gespecialiseerde) opleidingen voor verpleegkundig, medisch ondersteunend en diagnostisch personeel voor zowel in huis als daarbuiten. Daarnaast verzorgt en ondersteunt de Academie opleidingen en trainingen in het kader van persoonlijke ontwikkeling en leiderschap. Tot slot richt de Antonius Academie zich op onderwijsinnovatie en wetenschappelijk onderzoek. Een aantal centrale thema’s geldt voor de gehele Academie. Zo zijn ‘Onderwijsvernieuwing’ en opleidingsvisitaties onderwerpen die actueel zijn voor alle medische en verpleegkundige opleidingen die door de Academie worden georganiseerd of ondersteund. In onderstaande wordt het onderscheid tussen medische en verpleegkundige opleidingen slechts daar gemaakt waar dat wezenlijk verschillend is. Onderwijsvernieuwing / Modernisering Het innovatieproject ‘Modernisering Medisch en Verpleegkundig Onderwijs’ is in 2013 verder geïmplementeerd. In het nieuwe curriculum van de opleidingen vormen de CanMeds-competenties de eindtermen van de opleiding. Daarnaast zijn de structuur en de inhoud van de nieuwe verpleegkundige opleidingen bepaald door twaalf thema’s die de beroepspraktijk van de verpleegkundige kenmerken. Deze bijstelling van het curriculum draagt sterk bij aan een krachtiger invulling van competentiegericht onderwijs (en leren) en een meer open en flexibele structuur van het curriculum. Voor wat betreft de medische vervolgopleidingen heeft de Centrale Opleidingscommissie (COC) een actieplan in werking gezet, waarbij de focus werd gelegd op drie thema’s: Lokale Opleidingsplannen In 2013 zijn alle Lokale Opleidingsplannen (LOPs) geactualiseerd. Aan alle opleidingsplannen is een beschrijving toegevoegd van de specifieke opleidingstaken en verplichtingen van de leden van de opleidingsgroep. Daarnaast is aan alle LOPs een hoofdstuk Kwaliteitszorg toegevoegd, en is voor de opleidingen die het betreft het LOP aangepast aan de opleidingssituatie op de nieuwe locatie in Utrecht. Professionalisering opleiders en opleidingsgroepen Uit de STZ-visitatie in april 2013 kwam naar voren dat nog niet voldaan is aan de eis dat minimaal tachtig procent van de opleidende staf Teach-the-Teacher geschoold is. Daarom is ingezet op het organiseren van extra scholing, waardoor ultimo 2013 ruim negentig procent minimaal de basistraining had gevolgd. De commissie Docentprofessionalisering, die door de COC is ingesteld, heeft zich in 2013 georiënteerd op het nieuwe opleidersprofiel en het landelijke cursusaanbod op didactisch gebied. Daarmee wordt een vervolgprogramma ontwikkeld dat wordt afgestemd op de specifieke behoefte van de verschillende opleidingsgroepen in het St. Antonius Ziekenhuis. Kwaliteitszorg De COC heeft een integraal kwaliteitszorgsysteem vastgesteld voor alle medische vervolgopleidingen in het St. Antonius Ziekenhuis. Bij alle opleidingen is inmiddels een PDCA-cyclus geïmplementeerd, die een continue kwaliteitsimpuls genereert en die de COC zal monitoren. In 2013 zijn in dat kader drie reguliere proefvisitaties uitgevoerd, waarvan de resultaten in de COC zijn besproken. Daarnaast is bij alle opleidingen in 2013 de D-RECT vragenlijst afgenomen om het opleidingsklimaat te meten. De COC van het St. Antonius Ziekenhuis fungeert als overlegorgaan conform het Kaderbesluit CCMS van 11 mei 2009, ingegaan op 1 januari 2011. Kerntaken van de COC zijn het bewaken van de kwaliteit van de opleidingen en het opleidingsklimaat, het ondersteunen bij opleidingsvisitaties, het bevorderen van kennisuitwisseling en het bemiddelen bij geschillen tussen aios en opleiders. 26 Opleidingsvisitaties Overige thema’s STZ-visitatie Initiële opleiding Geneeskunde Op 25 april 2013 vond de STZ-hervisitatie van het ziekenhuis plaats. Dankzij een gedegen voorbereiding is de visitatie voorspoedig verlopen. De commissie was onder andere zeer positief over het stimulerende onderzoeks- en leerklimaat en de ambities van het ziekenhuis en de IC, inclusief de leerunit aldaar. Het STZ-lidmaatschap van het St. Antonius Ziekenhuis is voor 5 jaar verlengd. In het St. Antonius Ziekenhuis verzorgen vrijwel alle specialismen een opleiding voor co-assistenten. Zij kunnen in het eerste jaar via Studentencoördinatie geplaatst worden voor een verpleegkundige stage. In het derde, vierde en vijfde jaar van de opleiding kunnen zij veel van de benodigde co-schappen voor hun opleiding tot basisarts in het St. Antonius Ziekenhuis volgen. Voor studenten van de Universiteit Utrecht zijn hiervoor vaste jaarplaatsen gereserveerd bij Dermatologie, Gynaecologie, Heelkunde, Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde, KNO, Neurologie en Psychiatrie. Daarnaast zijn er voor geneeskundestudenten in het zesde jaar legio mogelijkheden voor keuze-stages. In totaal hebben in 2013 ruim 500 studenten Geneeskunde een co-schap in het St. Antonius Ziekenhuis gevolgd. Proefvisitatie verpleegkundig specialist OOR Utrecht Dit jaar heeft de eerste proefvisitatie vanuit de Registratiecommissie specialismen verpleegkundigen plaatsgevonden in het ziekenhuis. Deze visitatie had een tweeledig doel: deskundigheidsbevordering voor de leden van de visitatiecommissie enerzijds (zij zijn door P. Breslau begeleid), en anderzijds voor het ziekenhuis vaststellen in hoeverre er nu wordt voldaan aan de criteria van het Algemeen Besluit Specialismen Verpleegkunde. De proefvisitatie is goed verlopen. Het belangrijkste verbeterpunt betreft de praktijkcomponent, waarbij helderheid moet komen over de verschillende verantwoordelijkheden en centrale werkafspraken hierover. Deze aandachtspunten worden in 2014 opgepakt. De Onderwijs- en Opleidingsregio (OOR) Utrecht speelt een belangrijke rol bij de verdeling van opleidingscapaciteit en regionale afspraken op het gebied van kwaliteit en strategie. De voorzitter van de RvB van het St. Antonius Ziekenhuis is vicevoorzitter van de bestuursvergadering van de OOR Utrecht. Deze vergadering wordt voorbereid door het leerhuismanagersoverleg. Het hoofd Medische Opleidingen van de St. Antonius Academie is lid van dit overleg. Belangrijkste aandachtspunten van de visitatiecommissie waren het volgen van de Teach-the-teacher cursus door alle opleiders, en minimaal 80% van de opleidende maatschappen. Naar aanleiding hiervan is overigens onmiddellijk actie ondernomen, zie verder onder ‘medische opleidingen’. Medische vervolgopleidingen Ultimo 2013 zijn 25 medische vervolgopleidingen (inclusief de bèta-beroepen en Spoedeisende Geneeskunde) in het St. Antonius Ziekenhuis erkend voor de opleiding. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor gemiddeld 149 FTE aios. Van de volgende opleidingen is de tussentijdse rapportage in 2013 akkoord bevonden door de RGS: Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde, KNO en MDL. De Klinische Chemie en Klinische Fysica zijn in 2013 door de betreffende Wetenschappelijke Verenigingen opnieuw erkend voor de opleiding. Erkenningen In 2013 zijn 6 opleidingen door de RGS gevisiteerd. Voor Anesthesiologie, Cardiothoracale Chirurgie, Longgeneeskunde en Pathologie is de opleiding opnieuw voor een periode van 5 jaar erkend. Voor Gynaecologie en Nucleaire Geneeskunde is de uitslag van de visitatie nog niet bekend. P. Bruins en D.J.F. Nieuwenhuijs zijn in 2013 nieuw erkend als resp. opleider en plaatsvervangend opleider Anesthesiologie. Dhr. M.F. Verhagen is nieuw erkend als plaatsvervangend opleider Spoedeisende Geneeskunde. Kennis en Informatiecentrum Het KIC verzorgt de wetenschappelijke informatievoorziening voor alle professionals binnen het ziekenhuis. Dat doet zij door beschikbaar stellen van een (digitale) collectie relevante vakliteratuur. Hier bovenop leveren de informatiespecialisten van het KIC inhoudelijke ondersteuning door het uitvoeren van en adviseren bij literatuuronderzoek ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en zorg. EBP-project Binnen het programma Excellente Zorg is in 2013 het project Evidence Based Practice (EBP) opgestart. Naar voorbeeld van het AMC, worden verpleegkundigen geschoold om te leren denken en handelen volgens de EBP-methode, en daarmee wetenschap en zorg dichterbij elkaar te brengen. De informatiespecialisten van het KIC zijn actief in de adviesgroep EBP. De informatiespecialisten hebben ruime ervaring in het zoeken naar evidence binnen het medische domein, en gaan diezelfde rol nu spelen in het verpleegkundig domein. 5.4 Belanghebbenden en samenwerkingspartners Het St. Antonius Ziekenhuis kent een groot aantal stakeholders en samenwerkingspartners, die in vijf groepen zijn in te delen: • andere zorgaanbieders (waaronder verwijzers) • andere instanties en bedrijven 27 •patiënten(organisaties) •zorgverzekeraars • overheid en (zijn) inspecties (gemeentelijk, provinciaal en landelijk) In deze paragraaf geven wij hieronder een overzicht van de belangrijkste samenwerkingsrelaties van het St. Antonius Ziekenhuis met andere zorgaanbieders. Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Sinds enige tijd zijn de Raden van Bestuur en de Stafbesturen van het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor een intensievere samenwerking. Beide ziekenhuizen hebben de ambitie om de kwaliteit van de zorg in de regio beter en efficiënter te organiseren. Deze samenwerking moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Begin juli 2012 heeft het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis zich unaniem uitgesproken voor een samenwerking met het St. Antonius Ziekenhuis als strategische partner. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is regionale samenwerking van waarde voor behoud en uitbreiding van de topreferente zorg op onder meer cardiothoracaal, vasculair en oncologisch gebied. In 2013 hebben beide ziekenhuizen een intentieverklaring tot fusie ondertekend en is een medisch meerwaarde-onderzoek gestart. van de samenwerking is o.a. op het gebied van kwaliteitsbevorderende maatregelen, het ontwikkelen van gezamenlijke onderwijs- en opleidingsprogramma’s, gezamenlijke investeringen in de ICT-ontwikkeling, vergroten inkoopkracht en verkoopkracht, benutten voordelen op het gebied van HRM en gezamenlijke strategie huisvesting. Samenwerking op kwaliteit is de primaire medisch inhoudelijke drager van het Santeon-verband. In 2013 heeft St. Antonius Ziekenhuis intensief geparticipeerd in verschillende initiatieven. In 2013 zijn op de onderwerpen kwaliteit, onderzoek en werkgeverschap resultaten geboekt die op verschillende plaatsen in het jaardocument worden genoemd, waaronder de Santeonzorgpaden en de uitkomst-indicatoren (zie kwaliteitsbeleid). Een ander voorbeeld is de farmadatabase voor de ‘beste’ farmacotherapie die in 2013 door de ziekenhuisapothekers van het Martini Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis in de basis is opgezet. Anoniem worden alle recepten, diagnoses en behandeluitkomsten van patiënten vastgelegd met als doel dat alle Santeon ziekenhuizen dit gaan doen waardoor gegevens kunnen worden vergeleken. Uitgebreide informatie is te vinden in de bijlage en op www.santeon.nl. Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ) Eind 2013 is de keuze gemaakt om meerdere scenario’s waarin vergaande concentratie wordt vormgegeven uit te werken. Iedere locatie heeft in deze scenario’s een eigen profiel. Chronische zorg blijft – als uitgangspunt – dicht bij de patiënt door op alle locaties poliklinische zorg aan te bieden; meer specifieke zorg wordt geconcentreerd. Het meerwaarde-onderzoek wordt in nauwe samenwerking tussen de Medische Staf en de Raad van Bestuur uitgevoerd. Vanuit de Medische Staf van het ziekenhuis is daarbij een aantal aandachtspunten naar voren gebracht. Toename van de omvang van de maatschappen bij fusie vraagt om een bezinning op de organisatie en besturing van een maatschap. Ziekenhuis Rivierenland Tiel In de periode maart tot en met juli 2012 heeft een intensivering van de gesprekken plaatsgevonden over de strategische samenwerking tussen het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis Rivierenland. Dit heeft ertoe geleid dat eind 2012 een samenwerkingsovereenkomst tussen beide ziekenhuizen is getekend. Beide huizen zien elkaar als ‘preferred partner’ waarmee in eerste instantie wordt gesproken indien een concrete mogelijkheid tot samenwerking zich aandient. In 2013 is gewerkt aan deze samenwerking op specialismenniveau. Santeon Ziekenhuizen Het St. Antonius Ziekenhuis vormt met vijf andere topklinische ziekenhuizen in Nederland de landelijke ziekenhuisketen Santeon. Met deze ziekenhuizen delen wij de ambitie om topzorg te leveren in een gastvrije, mensgerichte omgeving. De doelstelling Met 27 andere opleidingsziekenhuizen in Nederland werkt het St. Antonius Ziekenhuis samen in de Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ). Kern van het samenwerkingsverband van deze ‘Teaching Hospitals’ vormen de medisch specialistische opleidingen en de topklinische en topreferente functies. De STZ-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor: • het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg, topklinische behandeling en topreferente zorg • onderwijs en opleidingen in brede zin • toegepast wetenschappelijk onderzoek •zorginnovatie. In april 2013 is het St. Antonius Ziekenhuis opnieuw gevisiteerd door de STZ. Deze visitatie is gezamenlijk voorbereid met de Medische Staf, de Antonius Academie, de Centrale Opleidings Commissie, R&D en de Raad van Bestuur. De accreditatie heeft het St. Antonius Ziekenhuis positief afgesloten met de volgende opmerkingen: 28 • Niet alle opleiders en plaatsvervangend opleiders hebben de Teach the Teacher cursus gevolgd. • Niet 80% van de leden van niet opleidende vakgroepen heeft de Teach the Teacher opleiding gevolgd. Daarnaast zijn de volgende adviezen gemaakt: • Opleiden meenemen in de missie en visie van het ziekenhuis. • De Antonius Academie en de afdeling R&D onder een noemer laten vallen qua organisatie. Zowel de zwaarwegende adviezen als de opmerkingen zijn per direct ingevuld. Huisartsenposten Op de locaties Nieuwegein, Utrecht en op de polikliniek Houten is een huisartsenpost van Primair gevestigd. Op de locaties Nieuwegein en Utrecht wordt met de lokale huisartsen gewerkt aan de inhoudelijke samenwerking ten behoeve van integratie van de spoedzorg. de nieuwe locatie in Utrecht. Ketenafspraken met zorggroepen Met verschillende zorggroepen in het verzorgingsgebied van het St. Antonius Ziekenhuis zijn ketenafspraken gemaakt voor samenwerking op het gebied van diabetes mellitus en/ of COPD. Het betreft Stichting Multidisciplinaire Zorg Houten, de Coöperatie Stadsmaatschap Utrecht, Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, Stichting Ketenzorg Kanaleneiland, Stichting Gezondheidscentra Utrecht en Ketenzorg NU. In verschillende eerstelijns centra worden voor diabetes en COPD casuïstiekbesprekingen met specialisten en eerstelijns zorgverleners georganiseerd. Deze vinden plaats in Houten, in Nieuwegein en in Utrecht. Leidsche Rijn Julius Gezondheidszorgcentra Het St. Antonius Ziekenhuis is een van de oprichtende partijen geweest voor de eerstelijns gezondheidscentra. Op inhoudelijke zorgprojecten wordt met elkaar samengewerkt. Polikliniek Houten en Polikliniek Utrecht Overvecht AlNatal Op de locaties Houten en Utrecht Overvecht kan de patiënt onder één dak terecht voor reguliere en acute huisartsenzorg, diagnostiek en tweedelijns poliklinische zorg. Het St. Antonius Ziekenhuis verzorgt de poliklinische zorg inclusief diagnostiek in samenwerking met Saltro. Daarnaast werkt het St. Antonius Ziekenhuis vanuit deze centra nauw samen met de eerste lijn: in Houten met de Stichting Houtense Huisartsen, in Overvecht met de Overvecht Stichting Overvecht Gezond. Daarnaast is er samenwerking met de huisartsen van Primair. Met deze partners wordt samengewerkt aan inhoudelijke afstemming. Uitgangspunt hierbij is het realiseren van zorg op de juiste plek. In Houten onder andere door het organiseren van casuïstiekbespreking en in Overvecht door de start met de pilot ‘wijkspecialisme’ waarbij er per specialisme een contactpersoon is voor de huisartsen. St. Antonius Alnatal is in 2005 ontstaan toen een verloskundigenpraktijk in Nieuwegein en de gynaecologen van het St. Antonius Ziekenhuis besloten de zorg voor zwangeren voor, tijdens en na de bevalling anders aan te pakken. Door op één locatie in het St. Antonius Ziekenhuis nauw samen te werken, met elkaar en de specialisten van het St. Antonius Ziekenhuis, konden de zorg rond zwangerschap, geboorte en gezin naar een hoger plan worden getild. Drijfveer van Alnatal is het steeds weer verbeteren van deze zorg. Behalve dat AlNatal eigen verloskundigen in huis heeft wordt ook intensief samengewerkt met andere verloskundigenpraktijken. In juli 2013 is de polikliniek Utrecht Overvecht geopend als onderdeel van het transmurale centrum bij verpleeghuis Tamarinde van Careyn. In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van Polikliniek Houten naar het nieuwe pand; Transmuraal Centrum Houten. Medisch Coördinatie Centrum Het Medisch Coördinatie Centrum St. Antonius Ziekenhuis (MCC) is het overlegorgaan voor samenwerking en afstemming met huisartsen. In het MCC zijn de huisartsenverenigingen uit het verzorgingsgebied en de Medische Staf vertegenwoordigd. Het aandachtsgebied van het MCC is het verbeteren van de relatie en samenwerking tussen huisartsen en specialisten in het ziekenhuis. Initiatieven op het gebied van Transmurale zorg worden met het MCC afgestemd. In 2013 betrof het onder andere het vaststellen van de serviceformule waarin het St. Antonius Ziekenhuis servicenormen benoemt, de opzet van het reguliere verwijzersonderzoek en de communicatie naar huisartsen rondom de verhuizing naar Saltro In 2012 is een intentieovereenkomst getekend tussen Saltro en het St. Antonius Ziekenhuis met als doel de ketenzorg rondom diagnostiek efficiënter te organiseren om zo de kwaliteit van zorg en service naar patiënten te verbeteren. In 2013 zijn nadere afspraken gemaakt om hier invulling aan te geven. Transmurale Apotheek De Transmurale Apotheek St. Antonius Beheer BV is een openbare apotheek op de begane grond van het St. Antonius Ziekenhuis (doorgaans de ‘Antonius Apotheek’ genoemd). Voor de uitvoering van de transmurale apotheek is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen gezondheidszorgcentrum de Roerdomp en het St. Antonius Ziekenhuis. De apotheek fungeert als schakelpunt tussen de intra- en extramurale zorg. Daarnaast is de Antonius Apotheek dienstapotheek voor de regio Nieuwegein, IJsselstein, Vianen en Lopik. 29 6. Personeelsbeleid Algemeen personeelsbeleid Vitale, vakbekwame en gemotiveerde medewerkers zijn belangrijk voor het St. Antonius Ziekenhuis om patiënten excellente zorg te kunnen bieden of daarbij te kunnen ondersteunen. Toenemend komt daarbij het accent te liggen op het nemen van eigen regie en verantwoordelijkheid. Leidinggevenden worden gestimuleerd in de ontwikkeling van hun leidinggevende rol ter ondersteuning van de medewerkers, gericht op het realiseren van de doelen van de organisatie. Hieronder worden het beleid, de inspanningen en de prestaties per aandachtsveld weergegeven: In 2014 zal daarnaast de focus meer komen te liggen op de interne arbeidsmarkt. O.a. door een meer flexibele inzet van personeel vanuit de flexibele schil worden steeds meer vacatures vervuld door interne medewerkers. Dit leidt tot meer beweging en mobiliteit op de interne arbeidsmarkt. Doelstellingen hierbij zijn: • Vergroten van de effectiviteit en kwaliteit van de werving. • Het verminderen van kosten van de inzet van flexibel personeel. • Vergroten van de mobiliteit van de interne medewerker door het aanbieden van een online mobiliteitsplatform. Verzuim Arbeidsmarkt Het St. Antonius Ziekenhuis opereert momenteel op een ruime arbeidsmarkt. Dit als gevolg van een terugloop in de productie, minder uitstroom van personeel en meer aanbod van personeel op de arbeidsmarkt. Voor het ziekenhuis betekent dit concreet dat er minder vacatures te vervullen zijn, terwijl er een groter aanbod van sollicitanten is. Dit vraagt om een kwalitatief hoogstaande werving en selectieprocedure, waarbij door o.a. meer doelgroepgericht werven het aantal sollicitanten beheersbaar wordt gehouden en de kwaliteit van de sollicitanten wordt verhoogd. Het bestaande beleid is geactualiseerd en omgezet in een plan van aanpak waarin met name de taakverdeling en de verschillende rollen verder zijn geëxpliciteerd. Dit heeft er toe geleid dat er een scheiding is aangebracht in de ondersteuning van de casemanagers in het 1e jaar en 2e jaar verzuim. Doelstelling is gericht op terugdringing van het langdurig verzuim en beperking van de instroom WGA. Er zijn diverse trainingen gegeven over de visie op verzuim, wetgeving ( Wet Verbetering Poortwachter), gesprekstechnieken en het gebruik van de database. St. Antonius Ziekenhuis is sinds juli 2010 eigen risicodrager in het kader van de WGA, wat betekent dat er rechtstreeks invloed uitgeoefend kan worden op beheersing van de schadelast door instroom in de WGA te beperken. Het verzuim is gedaald van 4,2% in 2012 naar 4,0% in 2013. Met name het langdurig verzuim liet een sterke daling zien, te weten 1,2% in 2012 naar 0,6% in 2013. Het verzuim in het eerste jaar liet een stijging zien. De focus op het langdurig verzuim in het 2e jaar leidt daarmee tot het gewenste resultaat. Voor het komende jaar zullen deze ervaringen meegenomen worden in een verdergaande heroriëntatie op de ondersteuning van het casemanagement in het eerste verzuimjaar, om op deze wijze te komen tot een verdere verlaging van het verzuim. De meldingsfrequentie bleef gelijk, te weten 1,2 meldingen gemiddeld per medewerker. Inspanningen en prestaties waren in 2013: • 90% van de vacatures worden centraal via Antonius@Work afgehandeld wat leidt tot schaalvoordelen, snellere doorlooptijden, meer grip op de kwaliteit van instroom en input van data voor HR-analytics. • Een professionele website voor externe sollicitanten met informatie over het St. Antonius Ziekenhuis als werkgever, vacatures, stage opdrachten en opleidingen (www.werkenbijantonius.nl). • Antonius@Work als coördinatiepunt voor stage opdrachten en vakantiewerk met gerichte promotie activiteiten richting deze toekomstige doelgroep. • Profilering als ziekenhuis bij verschillende doelgroepen door het opbouwen van talentpools en inzet van selectiemiddelen. • Certificering als Top Employer door het onderzoeksbureau CRF, als onderdeel van het St. Antonius Ziekenhuis als aantrekkelijke werkgever. Instroom WGA In 2012 zijn er 12 medewerkers ingestroomd in de WGA, waarvan 50% volledig en 50% gedeeltelijk. In 2013 is de instroom gehalveerd naar 6, waarvan 67% volledig en 33% gedeeltelijk. Actualisatie en het opnieuw onder de aandacht brengen van het herplaatsingsbeleid heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. In 2012 werden er 5 loonsancties opgelegd in verband met onvoldoende re-integratie-inspanningen. Dit aantal bleef in 2013 gelijk. Als grote werkgever worden er extra inspanningen verwacht van het St. Antonius Ziekenhuis. Gezondheid en Vitaliteit Doelstelling is om de focus te verleggen van ziekte en verzuim naar gezondheid. Managers en leidinggevenden worden gestimuleerd hun rol te nemen. Duidelijk is dat in eenheden waar de focus hierop gericht is, een daling van het verzuim waarneembaar 30 is. Deze voorbeelden worden gebruikt voor de verbreding in het gehele ziekenhuis. De commissie Gezondheid en Vitaliteit ondersteunt de uitvoering van het beleid. Het onderwerp gezondheid en vitaliteit staat op de agenda en is meer dan voorheen onderwerp van gesprek. Risico Inventarisatie en Evaluatie Het ziekenhuis voldoet aan de wettelijke verplichting iedere vijf jaar voor alle afdelingen een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uit te voeren. Daarmee wordt bijgedragen aan de veiligheid van medewerkers. In de tweede helft van 2011 en de eerste helft van 2012 is bij alle afdelingen de risico-inventarisatie uitgevoerd. Deze RI&E is per eenheid ge-audit. Managers hebben hierdoor stuurinformatie en afdelingen gebruiken elkaars ervaringen om gezamenlijk op te trekken. In september is een deel van het ziekenhuis naar de nieuwe locatie in Utrecht verhuisd. Dat betekent voor een groot aantal eenheden dat een actualisatie van de bestaande RI&E nodig is. Een Plan van Aanpak is hiervoor gemaakt en wordt in 2014 verder uitgewerkt. HR meetbaar maken P&O heeft in 2013 veel tijd geïnvesteerd in het opzetten van een afdeling HR Analytics. Hier ligt de verantwoordelijkheid om de managementinformatie met betrekking tot het personeel te professionaliseren en het menselijk kapitaal inzichtelijk te maken. Voor het ziekenhuis zal dit resulteren in een HR Dashboard en cijfermatige ondersteuning van het HR beleid. Naar verwachting worden in 2014 hier de vruchten van geplukt. MTO-light • In 2013 is twee keer een MTO-Light gehouden om de effecten van de verbeterpunten van de eenheden te monitoren en om tussentijds bij te sturen; • De uitkomsten hiervan lieten in het begin van het jaar nog positieve effecten van de verbeteracties zien. Later zijn verslechteringen te zien als het gaat om bijvoorbeeld de ervaren werkdruk, verminderd werkplezier en bevlogenheid en een hogere beleving van vermoeidheid en herstelbehoefte. De resultaten zijn gepresenteerd en besproken met de RvB, OR, en de managers. De medewerkers zijn geïnformeerd over de grote lijnen. De managers gaan hun verbeterplannen evalueren en waar nodig bijstellen of nieuwe verbeterplannen opstellen. medische fout, agressie, bedrijfsongeval, (mislukte) reanimatie, privé incident, arbeidsconflict/werkgerelateerde stress. Klachtencommissie voor medewerkers In 2013 kwamen bij de commissie 6 klachten en 3 meldingen binnen. Voor de registratie wordt onderscheid gemaakt tussen klachten en meldingen. De aanduiding ‘melding’ wordt gehanteerd als het contact met de klager niet tot een inhoudelijke actie van de commissie leidt. Bij 2 klachten werd de formele behandelingsprocedure gevolgd en een advies aan de Raad van Bestuur uitgebracht. Bij 4 klachten kon worden bemiddeld. De 3 in 2013 ontvangen meldingen betroffen het St. Antonius Ziekenhuis als ziekenhuis en als werkgever. De 2 klachten betroffen seksuele intimidatie en een conflict met de leidinggevende(n). De 4 klachten waarin bemiddeld kon worden waren divers. Zij zijn alle naar tevredenheid opgelost. Van de 2 behandelde klachten is er één door de klachtencommissie gegrond en één ongegrond verklaard. In het advies van de Raad van Bestuur werd in één zaak het standpunt en de adviezen van de commissie volledig overgenomen, in de andere gedeeltelijk. Over de klachten en meldingen had de klachtencommissie in 2013 in totaal 20 gesprekken/contacten met een gezamenlijke tijdsduur van 18,25 uur. Vertrouwenspersonen In 2013 heeft een wisseling van vertrouwenspersoon plaatsgevonden. Juul Langejans is per 1 januari 2013 gestopt als vertrouwenspersoon en Margreet van Gelder heeft deze functie per 1 april op zich genomen. Hiermee is het aantal weer teruggebracht tot twee vertrouwenspersonen. Als gevolg van de verhuizing naar locatie Utrecht is er lange tijd sprake van gebrekkige bereikbaarheid doordat het telefoonnetwerk niet optimaal functioneert en door de wijziging van telefoonnummer. Dit heeft effect op het benaderen en inschakelen van de vertrouwenspersoon. In 2013 is door 21 medewerkers gebruik gemaakt van de diensten van de vertrouwenspersoon. Het aantal contactmomenten is gemiddeld 3,2 en daarmee iets meer dan in 2012. Daarnaast is er mailwisseling, overleg en administratie. TOP-team ‘TOP’ staat voor Trauma Opvang Personeel. Het TOP-team bestaat uit een doorsnede van het ziekenhuispersoneel en biedt hulp na een schokkende of traumatische gebeurtenis. Leden van het team zijn speciaal voor deze taak getraind. Naast individuele begeleiding geeft het TOP-team ook voorlichting en klinische lessen over het meemaken van een traumatische gebeurtenis, o.a. aan VAR, aiossen, studenten, Avond-, Nacht- en Weekendhoofden, Mortuarium en Alnatal. In 2013 zijn 10 nieuwe incidenten bij het TOPteam gemeld. Iets minder dan voorgaande jaren. Naar aanleiding van de meldingen zijn 13 individuele gesprekken gevoerd. De incidenten betroffen: traumatische ervaringen op de werkvloer, In 2 gevallen is er sprake van klachten van seksuele intimidatie. Bij de overige klachten gaat het hoofdzakelijk om intimidatie in de verhouding tussen medewerker en leidinggevende: de medewerker voelt zich onheus bejegend en geïntimideerd. Een aantal keren is dit gekoppeld aan ziek- en herstelmelding en re-integratie. In andere gevallen is er sprake van beschuldiging van plotseling niet meer goed functioneren. Ook bejegening door collega’s, intimidatie op de werkvloer en de wijze van oplossen van arbeidsconflicten scoort hoog. Bij het overgrote deel van de meldingen speelt de manier van communiceren een grote rol. Hierdoor voelt men zich niet 31 gehoord en/of begrepen, alleen te staan in de kwestie of bedreigd in het voortbestaan van de baan. Incidenten met medewerkers In 2013 zijn 137 meldingen van prikaccidenten geweest en er zijn 19 bedrijfsongevallen geregistreerd. De gemelde bedrijfsongevallen worden beoordeeld en wanneer nodig wordt een onderzoek ingesteld. Er zijn verschillende plaatsen waar incidenten gemeld kunnen worden. Er zijn aanwijzingen dat niet alle bedrijfsongevallen gemeld worden. Daarop wordt in 2014 verdere actie ondernomen middels de invoering van één veiligheidsmanagementsysteem waarin incidenten gemeld kunnen worden. Utrecht locaties voor veel op leeftijd gekomen vrijwilligers een natuurlijk moment bleek om te stoppen met hun vrijwilligersactiviteiten. Cijfers op het gebied van P&O In- en uitstroom Uitstroom (excl. oproepkrachten.) Instroom (excl. oproepkrachten.) FTE 370,9 281,5 Verzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Verzuim totaal personeel in loondienst FTE 4,0 Vacatures Totaal personeel Patiëntgebonden functies Totaal aantal Moeilijk vervul- vacatures per bare vacatures 31 december per 31 december 34 0 23 0 Excellent werkgeverschap Het St. Antonius Ziekenhuis is in 2013 voor de zesde keer op rij uitgeroepen tot Top Employer. Dat is iets om trots op te zijn. Excellent werkgeverschap is een belangrijk thema, waar continu invulling aan wordt gegeven. Dat het St. Antonius Ziekenhuis opnieuw dit keurmerk mag voeren is een goed teken. Het St. Antonius Ziekenhuis scoort met name hoog op de secundaire arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden. Dat is niet toevallig. De ambitie van het St. Antonius Ziekenhuis - gastvrij topziekenhuis met een passie voor excellentie – vraagt om betrokken, vitale en gemotiveerde medewerkers. Vrijwilligers Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een bloeiende vrijwilligersorganisatie. De maatschappelijke waardering komt mede tot uitdrukking in het werk dat vele vrijwilligers met plezier in het St. Antonius Ziekenhuis verrichten. In totaal zijn er binnen het ziekenhuis ± 500 vrijwilligers actief waarvan 2/3 op locatie Nieuwegein en 1/3 op locatie Utrecht Leidsche Rijn. Voor de nieuwe locatie in Utrecht is in het voorjaar van 2013 een wervingscampagne opgezet om te kunnen voldoen aan het verzoek van de verpleegafdelingen om gastvrouwen en -heren in te zetten. Middels speeddaten zijn hierbij zo’n 80 nieuwe vrijwilligers binnengehaald. Dat was nodig omdat de sluiting van beide De vrijwilligers zijn actief in diverse organisatieonderdelen op beide locaties, zoals de patiëntenvervoersdienst, gastvrouw- en heer functies op verpleegafdelingen, bij de Servicepunten, op de poliklinieken en bij de Spoedeisende Hulp. Vanuit de Unie voor Vrijwilligers (UVV) afdeling Nieuwegein zijn ook zo’n 50 vrijwilligers actief ten behoeve van gastvrouwfuncties, bloemenverzorging en kinderopvang. Daarnaast zijn bij de dienst geestelijke verzorging in de weekenden ook nog ruim 70 vrijwilligers actief ten behoeve van vieringen en kerkdiensten. Met elkaar vormen vrijwilligers een onmisbare schakel in de keten van de dienstverlening. De werkzaamheden die de vrijwilligers verrichten zijn een zeer welkome aanvulling op het werk van de beroepskrachten. Voor alle vrijwilligers die activiteiten verrichten binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een vrijwilligersbeleid van kracht hetgeen o.a. betekent dat vrijwilligers geregistreerd staan, een identificatiepas dragen, gevaccineerd zijn en behandeld worden als medewerkers. Het vrijwilligerswerk is organisatorisch ondergebracht bij Zorg & Ondersteuning. De centrale coördinatie is in handen van beroepskrachten en er vindt structureel afstemming plaats met leidinggevenden van de bedrijfsonderdelen waar vrijwilligers worden ingezet. Zorg & Ondersteuning draagt zorg voor de uitvoering van het vrijwilligersbeleid; dat impliceert adequate informatievoorziening over de organisatie, het volgen van ontwikkelingen middels themabesprekingen en aandacht voor de individuele vrijwilliger waarbij het attentiebeleid wordt gevolgd. Voor 2014 is de wens om in Utrecht een kinderspeelplaats te realiseren voor kinderen van polikliniekbezoekers alsmede het faciliteren van digitale tijdschriften en boeken (reinigbare E-readers) ter vervanging van de klassieke bibliotheek voor patiënten. 32 7. Bedrijfsvoering 7.1 Informatiemanagement en ICT De eenheid Informatiemanagement en ICT (I&I) heeft in 2013 een grote inspanning geleverd bij de verhuizing naar de nieuwbouw in Utrecht. Door de gezamenlijke inzet en in goede samenwerking met andere eenheden is deze operatie zeer succesvol verlopen. Onder het motto ‘Voortdurend onderweg naar beter’ is in 2013 een groot aantal verbeteringen doorgevoerd om de eenheid verder te professionaliseren, onder andere op het gebied van het beheer van applicaties en de ICT-inrichting hieromheen. Belangrijke ICT-processen zijn opnieuw ingericht. Ontwikkelingen eenheid I&I De eenheid bestaat uit de volgende afdelingen: CIO Office, Beheer Zorgapplicaties, Business Intelligence, ICT Advies & Innovatie, ICT Productontwikkeling, ICT Beheer en ICT Services en Managementondersteuning. In het kader van de noodzakelijk (personele) besparingen in 2013 is de flexibele schil van de afdeling ICT Productontwikkeling grotendeels afgebouwd. ICT-governance en projecten Goede afstemming tussen vraag en aanbod rond informatievoorziening vereist een volwassen vraagkant en dito aanbodkant. Hierbij zijn een duidelijke visie, strategie en sterke coördinatie van veranderingen nodig. Transparante besluitvorming en het vasthouden aan gemaakte keuzes is essentieel. Binnen de overlegstructuren die vanuit het CIO Office zijn opgezet is de dialoog hierover verder geïntensiveerd. Ten behoeve van de prioritering zijn wegingsfactoren vastgesteld en toegepast. Om de beschikbare resources optimaal in te kunnen zetten is de eenheid I&I gestart met een integrale capaciteitsplanning over de verschillende afdelingen heen. In 2013 heeft een aantal grote ICT-projecten plaatsgevonden die ook een doorloop kennen naar 2014: • Implementatie ERP; selectie en implementatie van een geïntegreerd systeem voor financiën, logistiek, inkoop en projectadministratie. • UltraGenda; vervanging van het afsprakensysteem. • EVS; implementatie van een nieuw apotheek informatiesysteem, voorschrijfsysteem, toedieningsregistratie en een cytostaticasysteem. • Werkplek 2.0; onderzoek naar- en inrichting van de nieuwe PC-infrastructuur en ‘werkplek van de toekomst’. Eind 2013 zijn een businesscase en masterplan voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Na besluitvorming wordt gestart met het uitzetten en voorbereiden van een transitieroute naar een geïntegreerd ZIS/EPD (suite). Informatiebeveiliging De betrouwbaarheid van de informatievoorziening moet gewaar- borgd zijn. Uitgebreide en continue aandacht voor de beveiliging van de opslag, verwerking en uitwisseling van informatie is daarom vereist. Een gestructureerde aanpak van informatiebeveiliging is noodzakelijk en moet door iedereen als vanzelfsprekend worden gezien. In dit kader is het Informatiebeveiligingsbeleid geactualiseerd en opnieuw vastgesteld door de Raad van Bestuur. 7.2 Bouw, energie en milieu Nieuwbouwlocatie Utrecht De voltooiing van de nieuwbouwlocatie Utrecht was een belangrijk speerpunt voor de bouw in 2013. Op 16 september 2013 is het ziekenhuis officieel in gebruik genomen. Daaraan voorafgaand heeft een strak geregisseerd inrichtings- en verhuisprogramma plaatsgevonden. De bouw is financieel binnen de gestelde kaders voltooid. Parallel aan dit nieuwbouwproject liep de afstoting van de bestaande gebouwen van de locaties Oudenrijn en Overvecht en de uitvoering van het Masterplan Huisvesting voor de locatie Nieuwegein. Locatie Nieuwegein Op locatie Nieuwegein is een herinrichtingsplan uitgewerkt voor de afdelingen Opname, Nazorg, Pre-Operatieve Screening (POS) en Verpleegkundige Intake (VPI). Eind maart 2013 is het laboratorium voor Nucleaire Geneeskunde opgeleverd. Het nieuwe research lab voldoet hiermee aan de C-GMP voorwaarden. Om voor de korte- en middellange termijn binnen het ziekenhuis ruimte te creëren voor patiëntgebonden functies bleek het onvermijdelijk om kantoorfuncties extern te plaatsen. Deze externe huisvesting is gevonden in het gebouw Weverstede aan de Zuidstedeweg, op korte afstand van het ziekenhuisgebouw in Nieuwegein. Op vleugel Zuid 1 van het ziekenhuisgebouw zijn noodzakelijke aanpassingen gedaan om de managers bedrijfsvoering zorgeenheden, inclusief secretariaten en beleidsmedewerkers, de afdelingen KVV, Z&O en een deel van de Pathologie te huisvesten. In 2013 is gestart met de uitbreiding en renovatie van de Spoedeisende Hulp en Huisartsenpost. De indeling voorziet in een intensief samen gebruiken van een groot deel van de ruimten met de huisartsen. 33 Poliklinieken De Meern, Overvecht en Houten Energie Kaakchirurgie is verhuisd van de polikliniek in De Meern naar het nieuwe ziekenhuis in Utrecht. De ruimte in De Meern is aangepast ten behoeve van het Spatadercentrum. In juli 2013 is op locatie Zorgcentrum Tamarinde aan de Neckardreef in Utrecht de polikliniek Utrecht Overvecht in gebruik genomen. In de polikliniek zijn voor een groot aantal specialismen spreekkamers en behandelkamers gerealiseerd, met daarnaast ruimten voor audiometrie, longfunctie, echo en röntgen met een centrale balie en wachtruimte. In 2013 is aan het Spoor in Houten gewerkt aan de nieuwbouw van de St. Antonius Polikliniek Houten en Huisartsenpost Houten. In het nieuwe gebouw zijn spreek-, onderzoek- en behandelkamers aanwezig waar de verschillende specialismen vanaf het voorjaar 2014 gebruik van zullen maken. Het energieverbruik wordt nauwlettend gevolgd. Aan de hand van dagelijkse meetwaarden uit het gebouwbeheersysteem en maandelijkse rapportages op basis van meterstandenopname en factuurgegevens vindt analyse op het energieverbruik plaats. In 2013 is proactief ingezet op aanvullende energiebesparende maatregelen. Bij nieuwbouw en verbouwingen zijn nieuwe verlichtingstechnieken en energiezuinige verlichtingsarmaturen toegepast. Het optimaliseren en toepassen van nieuwe technieken heeft desondanks geleid tot een daling van het energieverbruik met 4,6%. Milieu Het beleid inzake milieu is een integraal onderdeel van het ondernemersbeleid en zal tenminste voldoen aan wettelijke normen en voorschriften. Hierbij is een duidelijke relatie met de energievoorziening en mogelijke alternatieven voor energieopwekking en opslag van warmte en koude in de bodem. Het streven is om de belasting van het milieu te beheren en waar mogelijk te verminderen. In de vigerende vergunning Wet Milieubeheer (WM) voor de locatie Nieuwegein zijn voorschriften opgenomen voor het in werking hebben van een ziekenhuis. Hierop worden (periodiek) controles uitgevoerd door de gemeente, waar mogelijk in combinatie en samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO). De in de voorschriften opgenomen eisen ten aanzien van keuringen, metingen en/ of registraties, alsook relevant onderhoud en inspecties zijn in 2013 volledig uitgevoerd. Voor locatie Utrecht heeft het ziekenhuis een definitieve vergunning WM en WVO voor ‘het oprichten en in werking hebben van een algemeen ziekenhuis aan de Soestwetering te Utrecht’. Conform in de vergunning opgenomen voorschriften is in 2013 gewerkt aan het opstellen van relevante aanvullende onderzoeken en rapportages ter opvolging van de voorschriften na ingebruikname. Binnen het Milieu Platform Zorg (MPZ) scoort het St. Antonius Ziekenhuis energietechnisch gezien zeer goed. Dit is deels te danken aan de optimalisatie van de WKO-installatie, waardoor de bronnen en de energiebehoefte goed op elkaar zijn afgestemd. Dit leidt tot een aanzienlijke daling van de inkoopwarmte. Ten aanzien van de Wet Milieubeheer zijn de brandstofinstallaties voor de noodstroomaggregaten verbeterd en aanvullende voorzieningen getroffen voor de bulkopslag medische gassen en tussenopslag gevaarlijke stoffen. Voor de WVO zijn controles uitgevoerd op afvalstoffen in het water met als conclusie dat ruim wordt voldaan aan de gestelde eisen. Techniek In 2013 is een meerjaren onderhoud-exploitatiebegroting opgesteld voor de nieuwe locatie in Utrecht. Naast de exploitatiebegroting is een investeringsbegroting opgesteld. Op locatie Nieuwegein is het meerjarenonderhoudsplan voor 2013 op hoofdlijnen uitgevoerd, waaronder de vervanging van dakbedekking en luchtbehandelinginstallaties. Commissie Veiligheid & Milieu De Raad van Bestuur heeft op 12 oktober 2010 de Intentieverklaring Veiligheid & Milieu vastgesteld en met hetzelfde besluit de adviescommissie Veiligheid & Milieu ingesteld. De commissie heeft ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van het beleid een (meerjaren)plan opgesteld, waarover aan de Raad van Bestuur wordt gerapporteerd. Milieu en veiligheid zijn componenten van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Dit houdt in dat een organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Door bewuste keuzes te maken en zo een balans te bereiken tussen People, Planet en Profit. Maar ook groei en innovatie te realiseren. MVO wordt zichtbaar door een integrale visie op ondernemerschap, waaruit blijkt dat de onderneming waarde creëert op economisch, ecologisch en sociaal gebied. Een visie die verankerd is in alle bedrijfsprocessen. 7.3 Crisis- & Continuïteitsmanagement Bij ’Crisis- en Continuïteitsmanagement’ zijn in 2013 de fysieke veiligheidsaandachtsgebieden geïntegreerd die vanuit de portefeuille Veiligheid van de Raad van Bestuur zijn belegd bij eenheid Faciliteiten & Services. Bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverlening (BHV) is bij wet vastgelegd in de Arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving, en verplicht de organisatie zich voor te bereiden op restrisico’s. Dit zijn de risico’s die overblijven nadat de uitkomsten van de Risico Inventarisatie & -Evaluatie zijn uitgevoerd. Naast een stelsel van preventieve maatregelen onderhoudt het St. Antonius Ziekenhuis een uitgebreide BHV organisatie die 24/7 paraat staat om bij incidenten op te treden. 34 BHV Opleidingen en inzet In 2013 hebben 340 BHV’ers de nascholing gevolgd. Het totaal aantal BHV’ers is op 1 januari 2014 440. Het aantal plaatsvervangende Hoofden BHV ligt op 30. In 2013 heeft de BHV-organisatie 132 keer opgetreden. Hiervan zijn 69 ongevalmeldingen, 62 brandmeldingen en 1 uitvalspanning met inzet BHV. Er heeft zich 1 kleine brand voorgedaan, maar er is geen noodzaak van ontruiming van patiënten en/of medewerkers geweest. Faciliteiten & Services heeft gedurende de ‘Routespeldagen’ in september 2013 inhuizingstrainingen veilig gebouwgebruik verzorgd voor alle medewerkers van locatie Utrecht. Opleiden-Trainen-Oefenen Rampenopvang In februari 2013 vond de eerste integrale rampoefening plaats. In 2013 hebben vier cursisten deelgenomen aan de Hospital-MIMS opleiding en zes cursisten aan de Advanced Hazmat Life Support. Het ziekenhuis nam deel aan de overlegstructuren Regionaal Crisiscoördinatorenoverleg, ROAZ, het Projectteam- en de Stuurgroep OTO van het Traumacentrum Midden-Nederland. Rampenopvang De Rampenopvang is de wettelijke verplichting om als zorginstelling optimale zorg te verlenen aan slachtoffers van calamiteiten en rampen, ondanks een disbalans tussen slachtofferaanbod en opvangcapaciteit. Als onderdeel werkt het St. Antonius Ziekenhuis nauw samen met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio van de Veiligheidsregio Utrecht. Met hulp van stimuleringsgelden van het ministerie van VWS, wordt op basis van een jaarplan vorm gegeven aan het Opleiden-Trainen-Oefenen traject. (Zorg)continuïteit Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt dat de zorgsector zich beter moet voorbereiden op rampen- en crisissituaties. Aan het normelement ‘Continuïteit kritieke voorzieningen/noodplannen’ is de prioriteit ’hoog’ toegekend. Gedurende 2011-2012 is het Continuïteitsplan ontwikkeld. Op basis van het Continuïteitsplan en de resultaten van de BIA zijn in 2013 op afdelingsniveau maatregelen genomen om de veiligheid en zorgcontinuïteit in geval van een continuïteitsbedreigende calamiteit te waarborgen. Ontruimingsoefeningen / Instructies continuïteit In 2013 zijn er in totaal 65 ontruimingsoefeningen gehouden, op de locaties Nieuwegein en Utrecht (inclusief voormalige locaties Overvecht en Oudenrijn). Er zijn acht inzetoefeningen georganiseerd in samenwerking met Falck, gericht op het trainen van de BHV-ploeg. Twee hoogrisico-afdelingen zijn beoefend in continuïteitsbedreigende scenario’s, de overige hoog-risico afdelingen worden uitgevoerd in kwartaal 1 en 2 van 2014. Op locatie Nieuwegein hebben drie afdelingen gedurende de ontruimingsoefening, instructie gekregen in continuïteitsbedreigende scenario’s. 35 8. Bijlagen 8.1 Samenstelling OR De Ondernemingsraad bestaat uit 18 leden. Deze leden zijn gekozen door en uit de kiesgroepen Zorg, Algemeen Ondersteunend en Medisch Ondersteunend. Kiesgroep Zorg Onder de kiesgroep Zorg vallen medewerkers van de volgende zorgeenheden: Hart-Long, Vrouw & Kind, Geneeskunde, Heelkunde, OK-IC-centrum en Hersenen. Omdat de zetel voor de kiesgroep Medische Dienst niet wordt ingevuld, gaat deze ook naar de kiesgroep Zorg. Leden: Veronique Cooymans (waarnemend voorzitter), Hanneke Dijk, Christa Hoogendoorn, Maria Karidas, Corry Krommert, Gert Muis (voorzitter), Marijke Roozenboom, Mariska Sandman, Hans Scheepmaker, Fried Strik (secretaris) Kiesgroep Algemeen Ondersteunend Onder de kiesgroep Algemeen Ondersteunend vallen medewerkers van Vastgoed & Techniek, Faciliteiten & Services, Inkoop, Informatie & Communicatie Technologie, Financiën & Informatievoorziening, Personeel & Organisatie, Marketing & Communicatie, Antonius Academie en de Bestuursstaf. Leden: Cees Blaauw, Freek van Ee, Riné Eggenhuizen, Jeannette de Jeu, Florinda Kraayeveld Kiesgroep Medisch Ondersteunend Onder de kiesgroep Medisch Ondersteunend vallen medewerkers van de volgende eenheden: Paramedische Behandeling & Revalidatie, Medische Microbiologie & Immunologie, Pathologie, Klinische Chemie, Klinische Farmacie, Klinische Fysica, Nucleaire Geneeskunde, Beeldvormende Technieken (= Nieuwegein), Radiologie (= Oudenrijn) en Geestelijke Verzorging. Leden: Ria Duijveman (waarnemend secretaris), Dennie Pinas, Carla v.d. Wal Dagelijks bestuur en commissies Het dagelijks bestuur bestaat uit Gert Muis (voorzitter), Veronique Cooymans (waarnemend voorzitter), Fried Strik (secretaris) en Ria Duijveman (waarnemend secretaris) en komt elke week bijeen. De Ondernemingsraad heeft drie vaste commissies: • Commissie Algemeen Beleid: deze commissie richt zich vooral op strategische hoofdlijnen, reorganisaties en integraties en beleid op het gebied van organisatieontwikkeling. De commissie bestaat uit 7 leden (vanaf 1 september 2013 uit 6 leden): Cees Blaauw, Riné Eggenhuizen, Maria Karidas, Florinda Kraayeveld, Gert Muis, Dennie Pinas, Hans Scheepmaker. • Commissie Sociaal en Zorg Beleid: deze commissie houdt zich bezig met alles wat te maken heeft met sociale aspecten van het organisatiebeleid. Onderwerpen zijn onder andere: sociale effecten van reorganisaties, arbeidsvoorwaarden, toepassing CAO, ARBO en Milieu. Verder houdt de commissie zich bezig met zaken die betrekking hebben op het integratieproces van de zorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als het samengaan van zorgafdelingen van de twee ziekenhuizen. De commissie bestaat uit 6 leden: Veronique Cooymans, Hanneke Dijk, Corry Krommert, Marijke Roozenboom, Mariska Sandman, Carla v.d. Wal. • Commissie Financieel, Bouw en Logistiek Beleid: aandachtsgebieden voor deze commissie zijn onder andere: jaarbegroting, financiële aspecten van projecten, kosten/batenanalyses, financiering van gebouwen, DBC, nieuwbouw Utrecht, verbouw Nieuwegein en het logistiek proces bij de nieuwbouw/verbouw. De commissie bestaat uit 5 leden: Ria Duijveman, Freek van Ee, Christa Hoogendoorn, Jeannette de Jeu, Fried Strik. De leden van de Ondernemingsraad hebben allen zitting in één van deze commissies, in iedere commissie zit een lid van het dagelijks bestuur. Deze commissies komen voorafgaand aan de overlegvergadering en de ondernemingsraadsvergadering bijeen om de onderwerpen/stukken voor te bereiden. Daarnaast is er nog een werkgroep Communicatie. De werkgroep houdt zich bezig met de (verbetering van) de communicatie naar de medewerkers. Ook is de werkgroep verantwoordelijk voor de OR-bulletins. De werkgroep bestaat uit 4 OR-leden en het ambtelijk secretariaat: Veronique Cooymans, Florinda Kraaijeveld, Marijke Roozenboom, Fried Strik, Mieke van Hoorn, Naomi van Wimersma Greidanus. Ambtelijk secretariaat Het ambtelijk secretariaat van de Ondernemingsraad wordt bemenst door Mieke van Hoorn, Naomi van Wimersma Greidanus, tot 1 mei 2013 Petra Vogt en van 1 mei 2013 t/m 1 november 2013 Sandra van Vliet. Petra Vogt vertrekt per 30 april 2013. Per 1 mei 2013 komt Sandra van Vliet als re-integrant het secretariaat versterken. Vanaf 1 november 2013 keert Sandra van Vliet terug naar haar oorspronkelijke werkplek. Voorgenomen besluiten De Ondernemingsraad heeft in 2013 aandacht besteed aan de volgende voorgenomen besluiten en aandachtspunten. De OR stemt met deze voorgenomen besluiten in dan wel geeft een positief advies, tenzij anders vermeld. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad een aantal ongevraagde adviezen gegeven en een initiatiefvoorstel gedaan. Instemmingsaanvragen (‘zaken die het personeel aangaan’): •werkkostenregeling • wijziging loonlijnen • omgaan met Social Media 36 • vrouwelijke vertrouwenspersoon • geactualiseerd herplaatsingsbeleid • uitvoering en financiering PLB • hygiëne sancties • wijziging werktijden poli gynaecologie •parkeerbeleid • wijziging regeling studiekosten en verlof en regeling kwaliteitsregister •WGA-verzekering • aanwijzen brugdag 2014 Adviesaanvragen (‘zaken die de organisatie aangaan’): • Antonius Behandelcentrum • investeringskader 2012-2016 • organisatiestructuur PB&R • scopenreiniging Oudenrijn • afspraakplanning (UltraGenda) • positionering Oogheelkunde in Tamarinde • reorganisatie herinrichting zorg fase 3 • concept intentieverklaring Antonius-Hofpoort Ziekenhuis • Planning & Control Cyclus 2013 • reorganisatie herinrichting fase 3 secretariaten zorgeenheden (addendum) •colonscreening • M&C budget voor nieuwbouw • poli-indeling Leidsche Rijn en openstaande punten verpleegafdelingen Leidsche Rijn • reorganisatie herinrichting zorg (medisch) ondersteunende eenheden fase 4 • formatie ziekenhuisapotheker t.b.v. farmadatabase • lange termijn ICT-strategie • sedatie MDL • reorganisatie (medisch) ondersteunende diensten fase 4 onderdeel F&S • invoering EPD • jaardocument 2012 • project TMD en telecombeleid • samenwerking maatschap Pathologie en afd. Pathologie AZN-J.Bosch-Rijnstate • aanpassing huisvesting afd. Pathologie • budget P&O 2013-2015 • investeringen Gynaecologie scopiecentrum Leidsche Rijn • overgang deel secretariaat Cardiologie • projectgroep Teambuilding • vervangingsinvestering hemocytometer KCL • reorganisatie Huisartsenpost Houten • procedure zelfverwijzers niet-spoedeisende zorg • kamerindeling tweede verdieping nieuwbouw Utrecht • autologe SCT’s MDL • business case UltraGenda • overheveling ordermanagement radiologie naar UltraGenda •portfolio-indeling • reorganisatie Psychiatrie & Psychologie • Programma St. Antonius Financieel Gezond • stabiliseren Business Intelligence Omgeving • aanschaf PET CT t.b.v. Leidsche Rijn • additionele formatie SEH t.b.v. acute opvang • afhechten ZIGT 1 P&O en kwaliteit en update TWIN • efficiëntere roostering roomservice • inzet flexibele poli’s Utrecht (nieuwbouw) •opnameplein • overheveling donatiecoördinator van KVV naar OK/IC • personele gevolgen Da Vinci • plaatsing Da Vinci Robot •SportsClinic • verhuur derden nieuwbouw •ZIGT-kwaliteit • positionering verpleegkundig specialist en physician assistent • reorganisatie preoperatieve zorg Heelkunde OK/IC • aanscherpen verpleegkundige inzet kliniek 2e helft 2013 • Computer On Wheels • registratie richtlijnen • tijdslijnen en communicatie 2014 besparingen • implementatie ERP-systeem • tarifering/budgettering telefonie • modernisering ziektewet • administratie zelf geïnitieerd onderzoek • lichte en matige sedatie bij endoscopie • overgang deel secretariaat Cardiologie en daaraan gekoppeld reorganisatie Ambulante Zorg eenheid Harten • procedure verkoop zorg i.h.k.v. WDS • reorganisatie AlNatal • reorganisatie Antonius Academie • reorganisatie I&I BI-team • reorganisatie Klinische Farmacie • reorganisatie OK/IC • samenwerkingsovereenkomst Altrecht Senior • Welkom bij Antonius (deelproject ‘basisvoorzieningen en vragenlijstmodule webportaal’) • interne postdistributie • wijziging procuratieregeling •verzekeringen • uitrol toedieningsregistratie bloedproducten; • nieuw documentbeheersysteem (doQu). Ongevraagde adviezen/initiatiefvoorstel • aanbevelingen beleidskader 2014 • ongevraagd advies avondspreekuren • reactie op kaders voor beleid 2014 • ongevraagd advies besparingsideeën • initiatiefvoorstel salarisadministratie 8.2 Samenstelling Cliëntenberaad Kerstin Hogenbirk, voorzitter Anita Kamminga, coördinatie en ondersteuning. Dhr. J.H.M. de Beer Mevr. C. Boersma Mevr. W. Collée Dhr. C.N. de Graaff Mevr. M.Th. Heideman-v.Boven Dhr. H.G.M. Holl 37 Dhr. A.P. Köpping Mevr. L. Loon van-Duindam Dhr. H.A. te Nuijl Dhr. W. Ruberg Mevr. Mr. R. Runia Dhr. C.J. Sanders Dhr. W. Sluis Dhr. G.A.A.J. Stoop Mevr. S. Udo Mevr. A. Vass 8.3 Samenstelling VAR Annelies Loth-Stevens Hilde Griffijn Jacomijn van de Werf Marieke van Velthuizen Alie Meyvogel (Ambtelijk secretaris tot september 2014, contract helaas niet verlengd) Sandra van Vliet (tijdelijk ambtelijk secretaris september en oktober, herplaatst elders in organisatie) Jessica Bloemendal (mei gestopt met de VAR) Sjanine van Dijk (juli gestopt met de VAR) Remco Verbruggge (oktober gestopt met de VAR) Sinds december nieuw lid Elke van Beek. 8.4 Overzicht van medisch specialisten Overzicht van medisch specialisten per 31 december 2013 Algemene Chirurgie mw. dr. D. Boerma** dr. P.M.N.Y.H. Go dr. E.R. Hammacher dr. E.J. Hazebroek dr. R. Koelemij R.H.W. van de Mortel dr. H.D.W.M. van de Pavoordt dr. B. van Ramshorst M.J.M. Segers mw. dr. A.B. Smits E.B.M. Theunissen dr. J.P.P.M. de Vries A.J.M. van Wieringen* dr. M.J. Wiezer dr. J. Wille dr. Ph. Wittich Anesthesiologie E.J.M. Andriessen mw. O.W.H.M. Borchert L.J. Bras dr. P. Bruins dr. H.P.A. van Dongen S.P.M. van Egeraat W.J. Hofsté L.J. Hoogenboom dr. M. van Iterson A.J.W.J. van der Lely A.L. Liem dr. D.J.F. Nieuwenhuijs P.G. Noordzij H.J.A. Nijhuis C.J. Pronk L.P. Reusen S. Rigter E. Scholten L. Timmerman mw. E.A. Vlot dr. R.M.J. Wesselink J.W. Wirds Cardiologie E.T. Bal dr. J.M. ten Berg dr. L.V.A. Boersma F.D. Eefting dr. J. van der Heyden dr. W. Jaarsma E.G. Mast dr. M.C. Post dr. B.J.W.M. Rensing dr. M.J. Suttorp dr. E.F.D. Wever M.C.E.F. Wijffels Tj.A.R. van Lier** mw. dr. M.A.M. Stofmeel-Schweizer** R.M. van Tooren ** Cardiothoracale Chirurgie E.J. Daeter dr. R.H. Heijmen F.N. Hofman P. Klein T.L. de Kroon dr. W.J. Morshuis dr. B.P. Van Putte U. Sonker Dermatologie mw. dr. A.Y. Goedkoop S. Koppen mw. B.U.G.A. Meijer mw. dr. K.A.B.M. Pruissen-Peeters dr. P.H.A. Steegmans dr. R.A. Tupker 38 Gynaecologie dr. E. van Beek mw. A.M. Bouwmeester dr. G.C.M. Graziosi dr. A.M. van Heusden M.E. Kars J.G. Lange mw. J.N. van der Leij mw. dr. W.M. Monincx dr. G.J.E. Oosterhuis mw. dr. L.S.M. Ribbert dr. J.H. Schagen van Leeuwen H.W.R. Schreuder* dr. H.S. The S. Veersema mw. M.M.A. Vernooij Prof. dr. R.H.M. Verheijen* Inwendige Ziekten Internisten: mw. dr. M.J. Agterof dr. W.J.W. Bos dr. I.A. Eland mw. N.M. van Es** dr. A.B.M. Geers C.B. Hunting dr. W.T. Jellema dr. P.C. de Jong dr. H.R. Koene mw. dr. M. Los mw. A.H. Pijlman mw. dr. M. Söhne dr. G.E.M.G. Storms dr. H.H. Vincent mw. J.M.I. Vos mw. dr. I.M.M.J. Wakelkamp O. de Weerdt Internist-intensivisten: mw. dr. H.S. Moeniralam A.J. Meinders Maag-darm-leverartsen: A. Al-toma M.C.J.M. Becx dr. N. van Lelyveld N. Mahmmod P.J. van der Schaar P.H.G.M. Stadhouders dr. M.F.J. Stolk J. Tenthof van Noorden dr. R. Timmer dr. R.C. Verdonk dr. B.L.A.M. Weusten Reumatologen: dr. E.J. ter Borg A. Herman mw. dr. Y.A. de Man mw. S.A. Vreugdenhil Kaakchirurgie dr. J.P.A. van den Bergh L. Dubois* J.W.F.H. Frenken mw. C.T.M. Geraedts F.W. Huisman dr. S.A. Zijderveld Bijzondere tandheelkunde: Prof. dr. M.S. Cune* A.J.G. Francois* mw. dr. M.E. Geertman* mw. M.E. van Leer* H.P. Volkers* R.F. van Vuren* Kindergeneeskunde W.A.F. Balemans mw. M. ten Berge-Kuipers mw. H.E. Blokland-Loggers mw. M. van Dongen-Baal mw. J.K. ten Haaf mw. dr. J. Heidema mw. J.L.A.M. van Hillegersberg-Schilder mw. J.J.G. Hoorweg-Nijman mw. I.M.A. Lukkassen mw. E.D.M. Post dr. J.A. Schipper T.J. van Veen mw. A.M. Vlieger mw. dr. M. van der Vorst mw. H. van Wieringen mw. D.H.H. Fandri Klinische Chemie mw. dr. I.M. Dijkstra dr. C.M. Hackeng dr. D. van Loon dr. ir H.J.T. Ruven Klinische Farmacie mw. dr. V.H.M. Deneer A. van Dijk dr. E.M.W. van de Garde mw. prof. dr. C.A.J. Knibbe mw. dr. M.Y.M. Peeters M.M. Tjoeng E.H.H. Wiltink 39 Poliklinisch/transmuraal apothekers Neurologie mw. M. Meijs* mw. K.I. Oostrom* Mw. E.H. Brilstra* dr. S.T.F.M. Frequin dr. P.H.E. Hilkens dr. J.I. Hoff dr. E.L.J. Hoogervorst mw. dr. M.F.G. van der Meulen H.M. Schippers W.J. Schonewille H.P. Siegers mw. dr. L.L. Teunissen dr. O.J.M. Vogels dr. P.H. Wessels KNO heelkunde Nucleaire Geneeskunde dr. M.P. Copper F.J.M. Disch W.P. Godefroy L. Hakim D. Kupperman L.C. Prins mw. dr. M.M.C. van Buul J.C. Fanggiday mw. dr. R.G.M. Keijsers dr. J. Lavalaye Klinische Fysica ir. J.B.A. Habraken* ir. P.B. de Munck dr. L. Romijn dr. ir. C.F.P. van Swol Klinische Genetica Longziekten mw. F.T. van Beek Prof. dr. J.C. Grutters mw. S.W.A. van Haarlem mw. dr. G.J.M. Herder mw. D.A. van Kessel mw. B.A.H.A. van Mackelenbergh dr. J.J. Mager dr. J.D. Oudijk dr. H.J. Reesink dr. F.M.N.H. Schramel R.J. Snijder dr. M. Veltkamp J. van der Zeijden Oogheelkunde J.H.G.M. Bistervels J.M. Hillenius C.A.G.M. Vester mw. K. Wiertz-Arts mw. S.R.S. Debrabandere mw. A.M.P. Muradin-Toolens M. van Tilborg Orthopedie dr. K.G. Auw Yang dr. M. van Dijk L.N. Marting M.J.G.M. Speth dr. M.R. Veen R.N. Wessel J.A.C. Zijl Medische Microbiologie dr. R.J.A. Diepersloot dr. B.M. de Jongh dr. M. Tersmette dr. B.J.M. Vlaminckx dr. G.P. Voorn Sportgeneeskunde: H.K. van der Kolk* D.E. Sluijs* Mw. G. van der Slagmolen* Pathologie Immunologie mw. dr. A.M.E. Claessen* dr. A.J. van Houte* Neurochirurgie dr. P.H.J.M. Elsenburg W.B.M. Slooff* dr. P.C. de Bruin dr. K.C. Kuijpers dr. J.A. Kummer mw. dr. A.M. van Leeuwen dr. M.F.M. van Oosterhout dr. C.A. Seldenrijk Plastische Chirurgie Klinische Neurofysiologie dr. E.H.J.F. Boezeman mw. dr. S.C. Tromp W.B. Van den Berg mw. A. Braakenburg dr. A.B. Mink van der Molen M.B. Stubenitsky dr. E.D.H. Zonnevylle 40 Psychiatrie mw. G.A.M. Roelfs mw. N.D. Schiemanck J.C.A.M. van Trier K.W.H. Gisolf mw. E.F.H. van der Linden A.R. Meijer dr. H.H.E. van Melick J.E. Nuininga* M.G. Onaca mw. S. van Selm* dr. J.R. Spermon* dr. P.L.M. Vijverberg Psychologie Overigen mw. E.D. van den Assem mw. A.E. Boersma mw. M. Brouwer mw. S.E.M. Evelein-Oomen mw. C.E. Flik mw. I.L. Hendriks R.T.M. Leenen* mw. N. Plandsoen mw. L.M. Silberbusch mw. M.S. Storm van Leeuwen-Kassens mw. N. van der Veer mw. E.G.H.M. Blommerde J. de Waard, verpleeghuisarts* J. van Loevesijn, arts-seksuoloog* P.W. van Leeuwen, hospice arts* mw. L.M.T. Breteler Dr. J.M.Th. van Griensven mw. J.M. Hegeman H. Koers S.J.G.P. Aller, SEH-arts Mw. A. de Jong, SEH-arts H.M. van Oyen, SEH-arts N.J. Plantenga, SEH-arts Mw. A. Schmidt, SEH-arts M.F. Verhagen, SEH-arts Mw. L. Vermeer, SEH-arts Mw. M.E. Vreeburg, SEH-arts Mw. M.W.P. Zaanen-Bink, SEH-arts Radiologie, locatie Nieuwegein T.L. Bollen dr. H.W. van Es dr. J.P.M. van Heesewijk D.A.F. van den Heuvel M. van Leersum dr. M.J.L. van Strijen dr. J.A. Vos dr. J. Zapletal Radiologie, locatie Utrecht P.T.M. Appelman F.A. Breuking J.P. Gelissen H.W. Kooiman Radiotherapie mw. M Albregts* mw. L. van de Bunt* Revalidatie H.G.A. Hacking mw. dr. P.E.C.A. Passier F.J. Slim mw. M. Verhoef* Urologie dr. J.J.H. Beck* mw. K. van Dalen* W.C. du Fossé* A.A.G.M. Giesbers * Buitengewone stafleden **SPIDMA Toehoorders dr. ir. J.M.T. Bakker, afdeling experimentele cardiologie, Academisch Medisch Centrum te Amsterdam 41 Toegetreden tot de maatschap of in dienst van St. Antonius Ziekenhuis Per 1 oktober 2012 (benoemd 4 april 2013 met terugwerkende kracht) De heer W.C. du Fossé, uroloog* De heer J.E. Nuininga, uroloog* Mevrouw dr. E.H. Brilstra* 0,0 fte aanstelling Per 1 januari 2013 De heer dr. R.C. Verdonk, maag-darm-leverarts Mevrouw E.A. Vlot, anesthesioloog De heer P. Klein, cardio-thoracaal chirurg De heer H.W.R. Schreuder, gynaecologisch oncoloog De heer J.C. Fanggiday, nucleair geneeskundige 0,9 fte 1,0 fte 1,0 fte 0,1 fte 1,0 fte Per 1 maart 2013 De heer dr. B.P. van Putte, cardio-thoracaal chirurg 1,0 fte Per 1 april 2013 De heer dr. M. Veltkamp, longarts 1,0 fte De heer A. Herman, reumatoloog 1,0 fte Per 1 juni 2013 De heer W.B. van den Berg, plastisch chirurg 1,0 fte De heer dr. R.J. A. Diepersloot, arts-microbioloog 0,5 fte Per 1 juli 2013 De heer L. Dubois, kaakchirurg* 0,3 fte Mevrouw G. vander Slagmolen, sportarts* 0,2 fte Mevrouw dr. P.E.C.A. Passier, revalidatie-arts 0,85 fte Per 1 september 2013 mw. dr. I.M. Dijkstra, klinisch chemicus 0,5 fte Uit dienst Per 1 januari 2013 De heer dr. H.W. Mauser, neuroloog Per 1 maart 2013 De heer A. Yilmaz, cardio-thoracaal chirurg De heer J. Poell, anesthesioloog Per 1 mei 2013 Mevrouw A.E. Langezaal-Flohil, revalidatiearts De heer R.H.H. Lanting, psychiater Per 12 september 2013 De heer F.A.M. Vernooij, psycholoog Per 1 oktober 2013 J.A. Kaan, arts-microbioloog R. Bergshoeff, cardioloog H. Roozendaal, cardioloog 42 8.5 Wetenschappelijke Publicaties 2013 High impact studies waaraan St. Antonius heeft meegewerkt (IF >20) 1. Broderick JP, Palesch YY, Demchuk AM, Yeatts SD, Khatri P, Hill MD, Jauch EC, Jovin TG, Yan B, Silver FL, von Kummer R, Molina CA, Demaerschalk BM, Budzik R, Clark WM, Zaidat OO, Malisch TW, Goyal M, Schonewille WJ, Mazighi M, Engelter ST, Anderson C, Spilker J, Carrozzella J, Ryckborst KJ, Janis LS, Martin RH, Foster LD and Tomsick TA. Endovascular therapy after intravenous t-PA versus t-PA alone for stroke. New England Journal of Medicine 2013; 368(10):893-903. 2. Buikhuisen WA, Burgers JA, Vincent AD, Korse CM, van Klaveren RJ, Schramel FMNH, Pavlakis N, Nowak AK, Custers FLJ, Schouwink JH, Gans SJM, Groen HJM, Strankinga WFM and Baas P. Thalidomide versus active supportive care for maintenance in patients with malignant mesothelioma after first-line chemotherapy (NVALT 5): an open-label, multicentre, randomised phase 3 study. Lancet Oncology 2013; 14(6):543-551. 3. Ceelie I, de Wildt SN, van Dijk M, van den Berg MM, van den Bosch GE, Duivenvoorden HJ, de Leeuw TG, Mathot R, Knibbe CA and Tibboel D. Effect of intravenous paracetamol on postoperative morphine requirements in neonates and infants undergoing major noncardiac surgery: a randomized controlled trial. JAMA 2013; 309(2):149-154. 4. Gasparini M, Proclemer A, Klersy C, Kloppe A, Lunati M, Ferrer JB, Hersi A, Gulaj M, Wijfels MC, Santi E, Manotta L and Arenal A. Effect of long-detection interval vs standard-detection interval for implantable cardioverter-defibrillators on antitachycardia pacing and shock delivery: the ADVANCE III randomized clinical trial. JAMA 2013; 309(18):1903-1911. 5. Labrie J, Berghmans BL, Fischer K, Milani AL, van der Wijk I, Smalbraak DJ, Vollebregt A, Schellart RP, Graziosi GC, van der Ploeg JM, Brouns JF, Tiersma ES, Groenendijk AG, Scholten P, Mol BW, Blokhuis EE, Adriaanse AH, Schram A, Roovers JP, Lagro-Janssen AL and van der Vaart CH. Surgery versus physiotherapy for stress urinary incontinence. New England Journal of Medicine 2013; 369(12):1124-1133. 6. Montalescot G, Bolognese L, Dudek D, Goldstein P, Hamm C, Tanguay JF, ten Berg JM, Miller DL, Costigan TM, Goedicke J, Silvain J, Angioli P, Legutko J, Niethammer M, Motovska Z, Jakubowski JA, Cayla G, Visconti LO, Vicaut E, Widimsky P and ACCOAST Investigators. Pretreatment with prasugrel in non-ST-segment elevation acute coronary syndromes. New England Journal of Medicine 2013; 369(11):999-1010. 7. Pulido T, Adzerikho I, Channick RN, Delcroix M, Galie N, Ghofrani HA, Jansa P, Jing ZC, Le Brun FO, Mehta S, Mittelholzer CM, Perchenet L, Sastry BK, Sitbon O, Souza R, Torbicki A, Zeng X, Rubin LJ, Simonneau G, SERAPHIN Investigators, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Snijder RJ. Macitentan and morbidity and mortality in pulmonary arterial hypertension. New England Journal of Medicine 2013; 369(9):809-818. Kengetallen publicaties 2013 Totaal aantal publicaties in 2013 : 551 Peer reviewed = 346 (waarvan 45 epub ahead of print) Dissertaties = 9 Abstracts = 104 Overig = 92 Dissertaties 1. Beck JJH. Sexual abuse evaluation in urological practice. 2013; 2. Barlo NP. Prognostic biomarkers in idiopathic pulmonary fibrosis. 2013; 3. de Jong-Pleij EAP. Ultrasonography of the fetal face in the second and third trimester of pregnancy. 2013; 4. Diepstraten J. The influence of morbid obesity on the pharmacokinetics and pharmacodynamics of drugs in adolescents and adults : focus on Propofol and Nadroparin. 2013; 5. Geuzebroek GSC. Modulation of atrial fibrillation. 2013; 6. Janssen PF. Ureteral injuries during Laparoscopic Hysterectomy. 2013; 7. Remmelts HHF. Immunomodulation in community-acquired pneumonia. 2013; 8. Segarceanu EM. Late cardiovascular and neurological complications in Hodgkin lymphoma survivors. 2013; 9. Hofman-Maas KW. Clinical studies in non-small cell lung cancer stage III. 2013; Peer reviewed highlights (Impact Factor >4.000 ) 1. Alvarez Herrero L, Curvers WL, van Vilsteren FG, Wolfsen H, Ragunath K, Wong Kee Song LM, Mallant-Hent RC, van Oijen A, Scholten P, Schoon EJ, Schenk EB, Weusten BL and Bergman JG. Validation of the Prague C&M classification of Barrett’s esophagus in clinical practice. Endoscopy 2013; 45(11):876882. 2. Banks PA, Bollen TL, Dervenis C, Gooszen HG, Johnson CD, Sarr MG, Tsiotos GG and =Acute Pancreatitis Classification Working Group. Classification of acute pancreatitis - 2012: revision of the Atlanta classification and definitions by international consensus. Gut 2013; 62(1):102-111. 3. Bijron JG, Seldenrijk CA, Zweemer RP, Lange JG, Verheijen RH and van Diest PJ. Fallopian tube intraluminal tumor spread from noninvasive precursor lesions: a novel metastatic route in early pelvic carcinogenesis. American Journal of Surgical Pathology 2013; 37(8):1123-1130. 4. Braam A, de Haan SN, Vorselaars A, Rijkers G, Grutters J, van den Elshout F and Korenromp I. Influence of repeated maximal exercise testing on biomarkers and fatigue in sarcoidosis. Brain, Behavior, and Immunity 2013; 33:57-64. 5. Brill MJ, Houwink AP, Schmidt S, van Dongen EP, Hazebroek EJ, van Ramshorst B, Deneer VH, Mouton JW and Knibbe CA. Reduced subcutaneous tissue distribution of cefazolin in morbidly obese versus non-obese patients determined using clinical microdialysis. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2013; [Epub ahead of print] 6. Dewilde WJ, Oirbans T, Verheugt FW, Kelder JC, de Smet BJ, Herrman JP, Adriaenssens T, Vrolix M, Heestermans AA, Vis 43 MM, Tijsen JG, van ‘t Hof AW, ten Berg JM for the WOEST study investigators. Use of clopidogrel with or without aspirin in patients taking oral anticoagulant therapy and undergoing percutaneous coronary intervention: an open-label, randomised, controlled trial. Lancet 2013; 381(9872):1107-1115. 7. Dey T, Backus BE, Romijn RL, Wieczorek H and Verzijlbergen JF. Low-dose single acquisition rest 99mTc/stress 201Tl myocardial perfusion SPECT protocol: phantom studies and clinical validation. European Journal of Nuclear Medicine and Molecular Imaging 2013; [Epub ahead of print] 8. Diepstraten J, Chidambaran V, Sadhasivam S, Blusse van OudAlblas HJ, Inge T, van Ramshorst B, van Dongen EP, Vinks AA and Knibbe CA. An integrated population pharmacokinetic meta-analysis of propofol in morbidly obese and nonobese adults, adolescents, and children. CPT: Pharmacometrics & Systems Pharmacology 2013; 2:e73. 9. Fazeli Farsani S, van der Aa MP, van der Vorst MM, Knibbe CA and de Boer A. Global trends in the incidence and prevalence of type 2 diabetes in children and adolescents: a systematic review and evaluation of methodological approaches. Diabetologia 2013; 56(7):1471-1488. 10.Frakking FN, Rottier WC, Dorigo-Zetsma JW, van Hattem JM, van Hees BC, Kluytmans JA, Lutgens S, Prins JM, Thijsen SF, Verbon A, Vlaminckx BJ, Cohen Stuart JW, Leverstein-van Hall and Bonten MJ. Appropriateness of empirical treatment and outcome in bacteremia caused by extended-spectrumβ-lactamase-producing bacteria. Antimicrobial Agents & Chemotherapy 2013; 57(7):3092-3099. 11.Gerritse FL, Meulenbeld HJ, Roodhart JML, van der Velden AMT, Blaisse RJB, Smilde TJ, Erjavec Z, de Wit R and Los M. Analysis of docetaxel therapy in elderly (≥70 years) castration resistant prostate cancer patients enrolled in the Netherlands Prostate Study. European Journal of Cancer 2013; 49(15):3176-3183. 12.Ince I, Knibbe CAJ, Danhof M and de Wildt SN. Developmental changes in the expression and function of cytochrome P450 3A isoforms: evidence from in vitro and in vivo investigations. Clinical Pharmacokinetics 2013; 52(5):333-345. 13.Janse JA, Pattij TOS, Eijkemans MJC, Broekmans FJ, Veersema S and Schreuder HWR. Learning curve of hysteroscopic placement of tubal sterilization microinserts in 15 gynecologists in the Netherlands. Fertility & Sterility 2013; 100(3):755-760. e1. 14.Keijsers RG, van den Heuvel DA and Grutters JC. Imaging the inflammatory activity of sarcoidosis. European Respiratory Journal 2013; 41(3):743-751. 15.Lacle MM and van Oosterhout MFM. An unusual presentation of malignant pleural mesothelioma. Journal of Thoracic Oncology 2013; 8(7):e63-e64. 16.Mulder AA, Wijffels MC, Wever EF and Boersma LV. Early recurrence of atrial fibrillation as a predictor for 1-year efficacy after successful phased RF pulmonary vein isolation: Evaluation of complaints and multiple Holter recordings. International Journal of Cardiology 2013; 165(1):56-60. 17. Remmelts HH, Spoorenberg SM, Oosterheert JJ, Bos WJ, de Groot MC and van de Garde EM. The role of vitamin D supple- mentation in the risk of developing pneumonia: three independent case-control studies. Thorax 2013; 68(11):990-996. 18.Roos D, Dijksman LM, Tijssen JG, Gouma DJ, Gerhards MF and Oudemans-van Straaten HM. Systematic review of perioperative selective decontamination of the digestive tract in elective gastrointestinal surgery. British Journal of Surgery 2013; 100(12):1579-1588. 19.Schaap J, de Groot JA, Nieman K, Meijboom WB, Boekholdt SM, Post MC, van der Heyden JA, de Kroon TL, Rensing BJ, Moons KG and Verzijlbergen JF. Non-invasive decision making in stable angina-The response. Heart 2013; 99(15):11361137. 20.Schaap J, de Groot JA, Nieman K, Meijboom WB, Boekholdt SM, Post MC, van der Heyden JA, de Kroon TL, Rensing BJ, Moons KG and Verzijlbergen JF. Hybrid myocardial perfusion SPECT/CT coronary angiography and invasive coronary angiography in patients with stable angina pectoris lead to similar treatment decisions. Heart 2013; 99(3):188-194. 21.Smits AJ, Kummer JA, de Bruin PC, Bol M, van den Tweel JG, Seldenrijk CA, Willems SM, Offerhaus GJ, de Weger RA, van Diest PJ and Vink A. The estimation of tumor cell percentage for molecular testing by pathologists is not accurate. Modern Pathology 2013; [Epub ahead of print] 22.Trietsch F, Snijder RJ, Kloosterziel C and van den Heuvel DA. Pulmonary artery embolization for refractory hypoxemia caused by invasive mucinous adenocarcinoma. Journal of Thoracic Oncology 2013; 8(2):e15-e16. 23.van der Schaar PJ, Dijksman JF, Broekhuizen-de Gast, Shimizu J, van Lelyveld N, Zou H, Iordanov V, Wanke C and Siersema PD. A novel ingestible electronic drug delivery and monitoring device. Gastrointestinal Endoscopy 2013; 78(3):520-528. 24.van Vilsteren FG, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Schrijnders D, Sondermeijer CM, Bisschops R, Esteban JM, Meining A, Neuhaus H, Parra-Blanco A, Pech O, Ragunath K, Rembacken B, Schenk BE, Visser M, Kate FJ, Meijer SL, Reitsma JB, Weusten BL, Schoon EJ and Bergman JJ. Predictive factors for initial treatment response after circumferential radiofrequency ablation for Barrett’s esophagus with early neoplasia: a prospective multicenter study. Endoscopy 2013; 45(7):516-525. 25.van Werkum MH, Swaans MJ, van Es HW, Rensing B and van Heesewijk JPM. Case 190: papillary fibroelastoma of the pulmonary valve. Radiology 2013; 266(2):680-684. 26.Velthuis S, Buscarini E, van Gent MW, Gazzaniga P, Manfredi G, Danesino C, Schonewille WJ, Westermann CJ, Snijder RJ, Mager JJ and Post MC. Grade of pulmonary right-to-left shunt on contrast echocardiography and cerebral complications; a striking association. Chest 2013; 144(2):542-548. 27.Velthuis S, Vorselaars VM, van Gent MW, Westermann CJ, Snijder RJ, Mager JJ and Post MC. The Role of Transthoracic Contrast Echocardiography in the Clinical Diagnosis of Hereditary Haemorrhagic Telangiectasia. Chest 2013; 144(6):18761882. 28.Vorselaars AD, Hijdra D, van Moorsel CH, Claessen AM and Grutters JC. Antinuclear antibodies do not predict antiinfliximab antibody induction in sarcoidosis. Journal of the American Academy of Dermatology 2013; 69(2):312-314. 44 29.Vorselaars AD, Wuyts WA, Vorselaars VM, Zanen P, Deneer VH, Veltkamp M, Thomeer M, van Moorsel CH and Grutters JC. Methotrexate versus azathioprine in second line therapy of sarcoidosis. Chest 2013; 144(3):805-813. 30.Vorselaars ADM, Verwoerd A, van Moorsel CHM, Keijsers RGM, Rijkers GT and Grutters JC. Prediction of relapse after discontinuation of infliximab therapy in severe sarcoidosis. European Respiratory Journal 2013; [Epub ahead of print] 45 8.6 Opleidingen Initiële verpleegkundige opleidingen: Verpleegkundige niveau 4 Theorie en praktijkopleiding Verpleegkundige niveau 5 Praktijkopleiding OperatieassistentPraktijkopleiding AnesthesiemedewerkerPraktijkopleiding Verpleegkundige Vervolgopleidingen Acute Zorg Intensive Care Medium Care Cardiac Care/ Cardiothoracale chirurgie Spoedeisende Hulp Theorie en praktijkopleiding Theorie en praktijkopleiding Theorie en praktijkopleiding Theorie en praktijkopleiding Verpleegkundige Vervolgopleidingen Chronische Zorg StomazorgTheorie IncontinentieTheorie MammacareTheorie Endoscopie (long en maag-darm-lever) Theorie Diabetes (kinderen) Theorie ReumaTheorie Astma/COPD/ Pulmonologie Theorie Verpleegkundig Endoscopist Theorie Medische Vervolgopleidingen Opleiding (MSRC) Anesthesiologie Cardiologie Cardiothoracale Chirurgie Dermatologie Obstetrie en Gynaecologie Heelkunde Interne Geneeskunde Kindergeneeskunde Keel- Neus- Oorheelkunde Longziekten en Tuberculose Medische Microbiologie Maag- Darm- Leverziekten Neurologie/KNF Nucleaire Geneeskunde Orthopedie Pathologie Plastische Chirurgie Psychiatrie Radiologie Revalidatiegeneeskunde Spoedeisende Geneeskunde Urologie Opleiding (niet-MSRC) Klinische Chemie Klinische Fysica & Instr. Ziekenhuisapotheker GZ-psycholoog Medische Immunologie Gastro-intestinale Chirurgie Vaatchirurgie Interventieradiologie Klinische Farmacologie groep ziekenhuisapotheker Klinische Farmacologie groep overigen Verpleegkundig Alle reanimatietrainingen (ALS, BLS, PALS en PBLS) Training werkbegeleiding Coachend leidinggeven Bijscholing Dermatologie Bijscholing Oncologie, Bewegen, Beschouwend en Snijdend Bijscholing H2/F2/H3 ALERT training voor de eenheid Geneeskunde Beheer en ontwikkelen leerportaal en e-learning Medisch In 2013 heeft de afdeling Medische Opleidingen de volgende onderwijsbijeenkomsten georganiseerd Naam aantal keer Discipline-overstijgend onderwijs 9 Cursus wetenschappelijke posters maken 2 Cursus ICH-GCP 4 SPSS basiscursus 3 In samenwerking met Kennis en Informatiecentrum: RefWorks beginners 4 RefWorks gevorderden 1 Goed zoeken voor een CAT in PubMed 1 Daarnaast verzorgt de afdeling maandelijks het introductie onderwijsprogramma voor A(N)IOS en is voor 2 groepen AIOS 6 keer per jaar Balint-intervisie aangeboden. 46 8.7 Santeon jaaroverzicht 2013 Het St. Antonius Ziekenhuis vormt met vijf andere topklinische ziekenhuizen in Nederland de landelijke ziekenhuisketen Santeon. Met deze ziekenhuizen delen wij de ambitie om topzorg te leveren in een gastvrije, mensgerichte omgeving. Onze medische professionals kijken bij elkaar in de keuken om van elkaar te leren. We delen kennis en ervaring en werken aan gezamenlijke kwaliteitsprojecten. Hierbij worden behandelingen en resultaten systematisch met elkaar vergeleken, waardoor de onderlinge variatie wordt teruggebracht en de kwaliteit in alle Santeon ziekenhuizen aantoonbaar beter wordt. Het belang van de patiënt staat hierbij centraal. Onderstaand een overzicht van de resultaten in 2013. Complexe oncologische ketenzorg Voor borst-, prostaat- en longkanker zijn door de zes Santeon ziekenhuizen best practices geformuleerd, oftewel ‘het beste van de zes’. Teams van specialisten, verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen oncologie en kwaliteitsadviseurs hebben hieraan bijgedragen door samen kritisch te kijken naar de zorgpaden, te delen waar ze trots op zijn, vraagstukken te bespreken en best practices met elkaar te delen. Dit proces heeft geleid tot De Plus van Santeon, welke vervolgens is besproken met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) en huisartsen. De best practices zijn vervolgens in alle Santeon ziekenhuizen geïmplementeerd. Eind 2013 zijn we gestart met het formuleren van best practices voor het zorgpad darmkanker. Santeon Farmadatabase De Santeon Farmadatabase is een database, waarin medicatiegegevens van de zes ziekenhuizen bijeen worden gebracht. Het Martini Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis zijn de initiatiefnemers en de trekkers van dit project. Zij hebben inmiddels de database live; in 2014 volgen de andere vier Santeon ziekenhuizen. Door de medicatie bij behandeling en de uitkomst hiervan tussen de ziekenhuizen te vergelijken, is de best practice te achterhalen. Zo kan op het gebied van farmacotherapie voordeel te boeken zijn. Een voorbeeld is de monitoring van de inzet van antibiotica en de vergelijking van behandeling van lagere luchtweginfecties. Tevens is de database zeer goed inzetbaar voor onderzoek. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS), universiteiten en de farmaceutische industrie zijn dan ook geïnteresseerd in het initiatief. Santeon Clinical Rules Clinical Rules zijn beslisregels gevat in een Decision Support System (Gaston), ter ondersteuning van het voorschrijven en het gebruik van medicatie. Doel is de patiënt(medicatie)veiligheid te bevorderen. Het systeem is ontwikkeld in het Catharina Ziekenhuis, in samenwerking met de TU Eindhoven. De eerste beslisregels zijn inmiddels getoetst, aangescherpt en tevens geïmplementeerd in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en het Medisch Spectrum Twente. De andere ziekenhuizen volgen na bewezen succes en evaluatie van de ervaringen tot nu toe. Zorgconcept Gynaecologie ‘minimale invasieve zorg’ Zorg voor Uitkomst: uitkomstindicatoren long- en prostaatkanker In het programma Zorg voor Uitkomst zijn op wetenschappelijke wijze compacte sets met - voor de patiënt relevante - uitkomstindicatoren ontwikkeld voor longkanker en prostaatkanker. Uitkomstindicatoren zeggen iets over het resultaat van behandelingen voor de patiënt: bijvoorbeeld overleving, risico’s op complicaties en kwaliteit van leven. Santeon is een voorloper in de ontwikkeling van dergelijke indicatoren. De bestaande indicatoren zijn meestal gericht op zorgprocessen (aantal operaties) of de organisatie (het al dan niet hebben van bepaalde faciliteiten). De resultaten van het Catharina Ziekenhuis, het St. Antonius Ziekenhuis en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis op de uitkomstindicatoren zijn op basis van gegevens uit 2008-2011 berekend en geanalyseerd. Eind 2013 is een en ander gevat in het Uitkomstenboek 2013 en op het symposium van 7 februari 2014 zijn de indicatoren en resultaten openbaar gemaakt. Medisch Spectrum Twente, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Martini Ziekenhuis gaan in 2014 meedoen om zo te komen tot een Santeon-breed uitkomstenboek kanker. De Santeon ziekenhuizen stellen de opgedane kennis en ervaring ook beschikbaar aan andere ziekenhuizen, beroepsverenigingen en patiëntenorganisaties en gaan graag in interactie verder met de doorontwikkeling van de indicatoren. De gynaecologen van de Santeon ziekenhuizen werken met elkaar aan het uniformeren en implementeren van de best practices voor ‘minimale invasieve (benigne) gynaecologische zorg’. Zij hebben werkbezoeken bij elkaar afgelegd, werkwijzen en protocollen afgestemd, gezamenlijke inkoop van apparatuur en sets gerealiseerd en de bedrijfsleiders en POK-verpleegkundigen met elkaar in contact gebracht. Dat heeft geresulteerd in een Santeon zorgpad Benigne Gynaecologie, waarin de best practices zijn gedefinieerd, zodat in de zes ziekenhuizen deze specifieke behandelingen op vergelijkbare wijze en met vergelijkbare kwaliteit worden aangeboden. In 2014 wordt deze werkwijze in alle zes ziekenhuizen verder geïmplementeerd. Santeon Wetenschapsdag Jaarlijks kiest Santeon het beste onderzoek van jonge onderzoekers dat in de Santeon ziekenhuizen plaatsvindt. Dit jaar werd de Wetenschapsdag gehouden op vrijdag 4 oktober in het Martini Ziekenhuis in Groningen. De Santeon Wetenschapsprijs 2013 is gewonnen door Jorik Reimerink, arts-assistent op de afdeling Chirurgie van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam. Belangrijkste criterium voor de selectie van het winnende onderzoek is de wetenschappelijke kwaliteit. Er is hiervoor gekeken naar de studieopzet (design, populatie), meetinstrumenten, analyse van data en interpretatie van data. Andere criteria zijn de wijze van presenteren en de klinische relevantie van het onderzoek. Naast de Santeon Wetenschapsprijs is er ook een Posterprijs uitgereikt. Zestien onderzoeken uit de Santeon ziekenhuizen werden gepresenteerd op een poster. 47 Zo ontstaat dialoog tussen de onderzoekers uit de verschillende huizen en worden onderzoeken steeds vaker verbreed naar meerdere ziekenhuizen. Dat heeft als grote voordeel dat de aanwezige kennis en capaciteiten gebundeld worden. Onderzoek verricht in meerdere ziekenhuizen wint ook aan relevantie en impact door de grotere aantallen en geografische spreiding. Excellent werkgeverschap; duurzame inzetbaarheid medisch specialisten Het hebben en houden van kwalitatief hoogwaardige professionals is voor Santeon een speerpunt. In het licht van de huidige maatschappelijke discussie over het functioneren van specialisten, vakgroepen en medische staven, krijgt het vorig jaar gestarte focusproject ‘duurzame inzetbaarheid medisch specialisten’ nog meer belang. De best practices zijn geïnventariseerd voor wat betreft het werven en selecteren van artsen, het coachen, ontwikkelen en binden van artsen in en aan het ziekenhuis en het duurzaam inzetten van artsen gedurende de verschillende levensfasen. Dit heeft inmiddels geresulteerd in een gezamenlijk artikel in Medisch Contact en een Santeon-breed gesprek met de Inspectie voor Volksgezondheid over het sturen op functioneren in de ziekenhuizen. Platform Verpleegkunde Doel is om te komen tot een kennisnetwerk tussen verpleegkundigen van de zes ziekenhuizen. Hiermee geven we invulling aan de belangrijke positie van verpleegkundigen binnen het ziekenhuis en stimuleren we verpleegkundigen om - in lijn met excellente zorg - regie te nemen over verpleegkundige ontwikkelingen binnen de Santeon ziekenhuizen. Het komende jaar wordt het platform verder verstevigd en uitgebreid. In 2013 zijn de voorbereidingen gestart voor een verpleegkundig congres in 2014, waar kennisdeling en leren van elkaar centraal staan. Al 5 jaar Topwerkgever De zes ziekenhuizen van Santeon zijn voor de vijfde achtereenvolgende keer uitgeroepen tot Topwerkgever. Het internationale onderzoeksbureau CRF heeft de namen van de Nederlandse bedrijven en instellingen bekend gemaakt die zich ‘Top Employers 2013’ mogen noemen. In 2013 zijn 54 bedrijven gecertificeerd als Top Employer Nederland 2013 en 9 organisaties als Top Employer Cure & Care. Het keurmerk is weggelegd voor organisaties met uitstekende arbeidsvoorwaarden, scholingsmogelijkheden en carrièrevooruitzichten. Doelmatige bedrijfsvoering met het oog op kwaliteit Binnen Santeon maken we graag gezamenlijke afspraken met onze leveranciers als dit leidt tot kwaliteitsverbetering van de zorg of een meer effectieve besteding van onze middelen. In 2013 zijn drie grote inkoopprojecten succesvol afgerond: • De klinisch chemische laboratoria van vijf van de zes Santeon ziekenhuizen hebben een meerjarig contact gesloten met Roche. • Voor de knie- en heupimplantaten (orthopedie) zijn met drie leveranciers Santeon contracten afgesloten. • Ten behoeve van de samenwerkende gynaecologen is een contract afgesloten voor het gebruik van de Truclear en de inkoop van de materialen. In 2013 is gezamenlijk binnen Santeon een inkoopbesparing van 5.000.000 euro gerealiseerd.
© Copyright 2024 ExpyDoc