Jaardocument St. Antonius Ziekenhuis 2013

Jaardocument St. Antonius Ziekenhuis 2013
3
Voorwoord Raad van Bestuur
‘Anticiperen’ dat was het thema van 2013. Anticiperen op veranderingen in de zorg om zo te kunnen bouwen aan een toekomstbestendig
ziekenhuis. Een ziekenhuis waar kwalitatief goede en veilige zorg geboden wordt en dat ook door onze patiënten wordt herkend. Daaraan
is en wordt door alle medewerkers hard gewerkt. Onderzoek, onderwijs en innovatie is daarvoor van groot belang.
Onderdeel van dit toekomstbestendige ziekenhuis is onze nieuwe ziekenhuislocatie in Utrecht. We zijn trots dat in september 2013 deze
nieuwe locatie in gebruik is genomen. Prinses Beatrix heeft in een feestelijke ambiance op 15 november de officiële opening verricht.
De ingebruikname van dit nieuwe gebouw is gepaard gegaan met een herverdeling van zorg tussen onze locaties. Het voornaamste
voorbeeld hiervan is de concentratie van de oncologische zorg op de nieuwe locatie in Utrecht. Het gebouw faciliteert teamwork tussen
medisch specialisten die nauw met elkaar samenwerken rondom specifieke patiëntenzorg; de zorg is rondom specifieke thema’s, zoals
oncologie en beweging, geconcentreerd.
Op deze nieuwe locatie worden spoedpatiënten gezien door de huisartsen op de Huisartsenpost of door de SEH-artsen van het ziekenhuis.
Verder hebben wetenschappelijk onderzoek, innovatie en opleiding een voorname plaats binnen het nieuwe ziekenhuishuis. Daarnaast is
een geheel nieuwe polikliniek in Overvecht in gebruik genomen. Onze patiënten in Utrecht Noord kunnen zo dichtbij huis een groot deel
van de ziekenhuiszorg ontvangen.
Ook zijn er in 2013 diverse acties ondernomen om onze speerpunten (oncologie, cardiovasculaire aandoeningen en longziekten) verder
te versterken. Voor oncologische zorg is het van groot belang de gehele regionale keten van oncologische zorg goed in te richten. Het St.
Antonius Ziekenhuis en het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel hebben daarom een verdere samenwerking op dit gebied vormgegeven. Ook in
Santeon-verband hebben we in 2013 een mijlpaal bereikt voor de oncologische zorg door de kwaliteit van zorg voor patiënten met longkanker en prostaatkanker inzichtelijk te maken met behulp van uitkomstindicatoren. Op basis van onderlinge verschillen tussen de ziekenhuizen kunnen we van elkaar leren en continu verbeteringen doorvoeren. De implementatie van het Santeon-zorgpad met veertig best
practices voor de behandeling van borst-, long- en prostaatkanker is ook in 2013 gestart. Als laatste is de cardiovasculaire zorg verder
verstevigd door een meer intensievere bovenregionale samenwerking.
Met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden is een intentieovereenkomst tot fusie gesloten. Het St. Antonius en Zuwe Hofpoort werken
al nauw samen op een aantal terreinen en zijn samen beter in staat te voldoen aan de eisen die aan de ziekenhuizen gesteld worden op het
gebied van kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid. Medio 2014 zal er meer duidelijk moeten zijn over de haalbaarheid van dit voornemen
tot fusie, nadat zowel interne als externe stakeholders zijn geconsulteerd. Een belangrijke rol is weggelegd voor de verzekeraars en de
banken. Hun medewerking en steun is noodzakelijk om het een en ander te realiseren.
Dit jaar heeft ook in het teken gestaan van ‘reageren’. Een financieel gezond ziekenhuis is essentieel om verbeteringen en innovaties in
de zorg te kunnen blijven bekostigen. De meeste ziekenhuizen hebben, evenals het St. Antonius Ziekenhuis, te maken met een afname
van het aantal patiënten na vele jaren van onafgebroken groei. Voor ons ziekenhuis wordt het dan ook steeds belangrijker om te sturen
op doelmatigheid en efficiency in de dagelijkse bedrijfsvoering. Tegelijkertijd is het noodzakelijk om te blijven investeren zodat we
toekomstbestendig zijn. Om hieraan invulling te geven is het programma Antonius Financieel Gezond gestart. Zorg- en ondersteunend
management hebben hierop slagvaardig gereageerd, er zijn vele bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt en inmiddels ook geëffectueerd.
We hebben als ziekenhuis proactief gereageerd op het onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa heeft in april 2013 een
onderzoek gestart vanwege signalen van mogelijk niet correct declareren door ons ziekenhuis. Als Raad van Bestuur hebben we samen
met het Stafbestuur direct een extern onderzoek laten doen naar het gehele declaratieproces. Hoewel er geen sprake is van opzet, erkent
het St. Antonius Ziekenhuis dat het declaratiefouten heeft gemaakt. Regels zijn niet juist geïnterpreteerd of toegepast. We hebben schoon
schip gemaakt door maatregelen te nemen waarmee onjuist registreren en declareren in de toekomst wordt voorkomen. Ook betalen we
het teveel gedeclareerde bedrag, over de periode 2008-2012, terug aan de zorgverzekeraars. Van de NZa hebben we in verband hiermee
een boete van 2,5 miljoen euro gekregen. Na de publicatie van het NZa boetebesluit is een landelijke discussie op gang gekomen over de
complexiteit van de declaratiesystemen en declaratieregels. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.
In 2013 is ook veel aandacht uitgegaan naar kwaliteit en veiligheid. De interne controlemechanismen zijn versterkt om de kwaliteit van
de zorgverlening te kunnen waarborgen. Diverse interne audits op kritieke processen zijn uitgevoerd. Dit ook als voorbereiding op de
NIAZ-heraccreditatie in mei 2014. De tien VMS-thema’s maken hier een belangrijk onderdeel van uit. Er zijn opnieuw ziekenhuisbreed
verbeterinitiatieven geïmplementeerd op deze thema’s. De specifieke aandacht is uitgegaan naar het naleven van hygiënemaatregelen en
het optimaliseren van de zorgprocessen op de OK’s. Mede daardoor maakt het continu verbeteren van zorg steeds meer onderdeel uit van
4
onze cultuur. Ook zijn onze initiatieven ten aanzien van het sturen op uitkomstindicatoren voortgezet. Daarmee is de basis gelegd om ook
in de toekomst de zorg aan onze patiënten goed, en telkens beter, te kunnen leveren.
Het moge duidelijk zijn, op grond van al het voorgaande, dat 2013 een intensief jaar is geweest voor ons ziekenhuis. Veel van de extra
activiteiten hebben plaatsgevonden naast de reguliere werkzaamheden. Wij willen derhalve nadrukkelijk alle vrijwilligers, medewerkers en
medisch specialisten bedanken voor hun grote inzet en betrokkenheid zowel bij de zorgverlening aan onze patiënten, alsook bij de diverse
extra activiteiten van 2013. Hun bijzondere en professionele inzet heeft ervoor gezorgd dat de zorg voor patiënten op alle locaties van het
St. Antonius Ziekenhuis in 2013 in goede handen is geweest.
Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis
Prof. Dr. D.H. Biesma
Voorzitter Raad van Bestuur
drs W.J. Adema RA, MBA
Lid Raad van Bestuur
Ir. D.M. Schraven
Lid Raad van Bestuur
5
INHOUD
1.Verslag van de Raad van Toezicht
7
2.Verslag van de Medische Staf
12
3.P rofiel en kerncijfers van het ziekenhuis
14
3.1 Algemene identificatiegegevens
14
3.2 Kerngegevens
15
3.3 Structuur van de organisatie
16
3.4 Raad van Bestuur
16
3.5 Zorgeenheden, medisch-ondersteunende en
algemeen ondersteunende eenheden
17
3.6 Medische Staf
17
3.7 Ondernemingsraad
17
3.8 Cliëntenberaad
18
3.9 Verpleegkundige Adviesraad (VAR)
18
4. Kwaliteitsbeleid
19
5.P atiëntenzorg, onderzoek en opleiding
23
5.1 Excellente zorg
23
5.2 Wetenschappelijk onderzoek en innovatie
23
6
5.3 Antonius Academie
25
5.4 Belanghebbenden en samenwerkingspartners
26
6. P ersoneelsbeleid
29
7.Bedrijfsvoering
32
7.1 Informatiemanagement en ICT
32
7.2 Bouw, energie en milieu
32
7.3 Crisis- & Continuïteitsmanagement
33
8. Bijlagen
35
8.1 Samenstelling OR
35
8.2 Samenstelling Cliëntenberaad
36
8.3 Samenstelling VAR
37
8.4 Overzicht van medisch specialisten
37
8.5 Wetenschappelijke Publicaties 2013
42
8.6 Opleidingen
45
8.7 Santeon jaaroverzicht 2013
46
7
1. Verslag van de Raad van Toezicht
In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht verantwoording af over
zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar.
De Raad van Toezicht heeft zich afgelopen jaar gerealiseerd dat
het St. Antonius Ziekenhuis een intensief jaar achter de rug heeft.
Een jaar waarin de aandacht is uitgegaan naar het onderzoek van
de NZa, de samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en
de afname van de productie door het teruglopen van de zorgvraag.
Kwaliteit
De Raad van Toezicht geeft op een systematische wijze aandacht
aan het onderwerp kwaliteit & veiligheid. Dit onderwerp wordt
periodiek besproken in de Commissie Kwaliteit & Veiligheid. In
2013 is extra aandacht uitgegaan naar de voorbereidingen van de
NIAZ accreditatie in 2014, het vergroten van de patiëntveiligheid
op de OK en het voldoen aan de IGZ-indicatoren. Daarnaast is het
innovatieve project ‘uitkomstindicatoren’ aan de orde geweest
inclusief de eerste resultaten. Het verslag van de commissie wordt
als vast agendapunt besproken binnen de Raad van Toezichtvergadering.
Nieuwbouw Utrecht
De voorbereidingen van de verhuizing naar locatie Utrecht heeft
van de organisatie veel gevraagd. In diverse vergaderingen heeft
de Raad van Toezicht aandacht besteed aan dit onderwerp; de
voorbereiding van de verhuizing, veranderingen in de telefonie,
de financiële gevolgen van de nieuwbouw en de opening van de
nieuwe locatie zijn aan de orde geweest. De Raad van Toezicht
heeft ook een bezoek gebracht aan de toen nog in aanbouw
zijnde nieuwe locatie.
Deelname aan overleggen en werkbezoeken Raad van
Toezicht
De Raad van Toezicht heeft tevens een aantal werkbezoeken
gedaan in het ziekenhuis. Zo heeft er een werkbezoek plaatsgevonden bij het oncologiecentrum. Daarbij is het gehele zorgproces bekeken van diagnostiek tot behandeling. Specifieke
aandacht is er geweest voor de dagbehandeling en de daarbij
behorende faciliteiten. Daarnaast hebben enkele leden van de
Raad van Toezicht vergaderingen bijgewoond van de Ondernemingsraad en het Cliëntenberaad, waarin zij in gesprek gingen
over de huidige ontwikkelingen en vragen die leefden vanuit
beide organen.
Onderzoek NZa
Het onderzoek van de NZa naar onjuiste declaraties was voor het
St. Antonius Ziekenhuis een ingrijpende gebeurtenis, waarbij de
Raad van Toezicht intensief betrokken is geweest. De Raad van
Toezicht heeft een duidelijke positie ingenomen bij het presenteren van de resultaten van het geïnitieerde externe onderzoek en
bij de communicatie naar de omgeving over de uitkomsten.
Strategie en regionale samenwerking
In 2013 is de intentieovereenkomst tot fusie tussen het St. Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis ondertekend.
Er is een meerwaarde-onderzoek van start gegaan naar de potentiële fusie met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. Het meerwaarde
onderzoek bestaat uit een medisch meerwaarde-onderzoek,
due diligence onderzoek op financiën en kwaliteit, meerwaardeonderzoek naar de samenwerking met de Maartenskliniek en een
back-office onderzoek. De samenwerking met het Zuwe Hofpoort
Ziekenhuis heeft de Raad van Toezicht nauw gevolgd door de
aandacht te vestigen op de voortgang, onderlinge verhoudingen
en de inrichting van de potentiële nieuwe fusieorganisatie van
beide ziekenhuizen. Een fusie met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
is voor de Raad van Toezicht belangrijk voor de toekomstbestendigheid van het ziekenhuis maar vraagt ook om goede afwegingen in termen van draagvlak, financiën en interne beheersing.
De Raad van Toezicht is nadrukkelijk betrokken bij de in dit kader
te maken afwegingen. Daarnaast is de intensieve samenwerking
met Rivierenland Tiel besproken; ook zijn de initiatieven om de
samenwerking met de eerstelijnszorg te verbeteren gedeeld met
de Raad van Toezicht.
Samenstelling
De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit zes leden (zie
pagina 8 en 9). De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economisch, juridisch,
bestuurlijk, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheidszorg, kwaliteit en veiligheid en ervaring uit het bedrijfsleven. De
leden van de Raad van Toezicht hebben geen zakelijke binding
met het St. Antonius Ziekenhuis en zijn afkomstig uit verschillende maatschappelijke sectoren. De Raad van Toezicht kent
enkele specifieke commissies: de Remuneratiecommissie, de
Auditcommissie en de Commissie Kwaliteit en Veiligheid. Daarnaast is sprake van collegiaal toezicht vanuit de specifieke maatschappelijke achtergrond van eenieder.
8
Naam
Jaar van RvT Commissie
Hoofdfuncties
(Neven) functies
benoeming
Mr. B. Staal 2011
Remuneratie-commissieGepensioneerd
Voorzitter Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Vereniging van Banken
Lid Raad van Commissarissen Vitens
(halftime) tot 1 mei 2013 Voormalig commissaris van de Koningin Utrecht
President-commissaris ONVZ
zorgverzekeraar (laatste termijn)
voorzitter RvA Twynstra Gudde
(laatste termijn)
lid Raad van Toezicht TROS
lid Nationaal Comité 4 en 5 mei
Voorzitter Nationale Veteranendag
lid Bestuur Nationaal Restauratie Fonds (aflopend)
Voormalig lid Eerste Kamer
J.L.M. Bartelds RA2011
Auditcommissie
Gepensioneerd
Lid Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Voormalig voorzitter Raad van Bestuur Fortis N.V./S.A.
Voorzitter Bestuur Carel Nengermanfonds
Lid Raad van Toezicht Stichting
Zorgspectrum
Voorzitter Raad van Commissarissen
Stichting Beheer Onroerend Goed
Hospice Nieuwegein
Lid Bestuur van het VSB Vermogensfonds
Voorzitter Raad van Toezicht VSB
Donatiefonds
Voorzitter Bestuur R.K. Luchthaven
pastoraat Schiphol
Lid Raad van Toezicht Coöp. Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein U.A.
Ir. B.F. Dessing
2007
Remuneratiecommissie
Gepensioneerd Lid Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Voormalig: Voorzitter van de Raad van Bestuur van Zorgverzekeraar
VGZ-IZA-Trias-Univé
Lid Bestuur Prof. dr. Jaap Swieringa
Stichting
Lid Audit Committee Algemene
Rekenkamer
Lid Raad van Toezicht NOS
Voorzitter Bestuur Stichting
Benchmark GGZ
Lid Raad van Advies Deerns Groep BV
Lid Raad van Advies MC Groep Bussum
Adviseur Nationaal Register
Commissarissen en Toezichthouders
Lid Bestuur Walter Maas Huis
Lid Raad van Toezicht Ned.Ver. voor
Cardiologie
Voorzitter College Deskundigen
NHG-Praktijkaccreditering
9
Naam
Jaar van RvT Commissie
Hoofdfuncties
benoeming
Mw. Mr. M.M. Jonk 2011
Commissie Kwaliteit en
Partner CMS Derks
Veiligheid
Star Busmann
Prof. dr. R. Grol
2012
Commissie Kwaliteit en Gepensioneerd
Veiligheid
Emeritus hoogleraar
Radboud Universiteit
Nijmegen en Universiteit Maastricht
M.W.J. Hinssen2012
Auditcommissie
Gepensioneerd
Voormalig lid
Raad van Bestuur
SNS Reaal (Neven) functies
Lid Raad van Toezicht Revalidatiecentrum De Hoogstraat
Lid Raad van Commissarissen
SPF-Beheer BV
Lid Raad van Commissarissen Acta Holding
Lid Raad van Toezicht Nierstichting
Nederland
Lid Vereniging AEGON
Lid Raad van Commissarissen Leyden Academy BV
Lid Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Lid Raad van Commissarissen Gasunie
Lid Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Lid Raad van Commissarissen Pantein
Adviseur bestuur Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra ( NFU)
Voorzitter Raad van Toezicht
Stichting Meetbaar Beter
Lid selectiecommissie harkness
fellowship commonwealth fund
Voormalig directeur en nu adviseur
IQ HealthCare Nijmegen
Lid Raad van Toezicht
St. Antonius Ziekenhuis
Penningmeester Nationaal
Restauratiefonds te Hoevelaken
Lid Raad van Toezicht Woningstichting Kleine Meijerij te Den Bosch/Rosmalen
(tot 1 februari 2014)
De Raad van Toezicht heeft ook in 2013 geconstateerd dat de (neven)functies van haar leden niet leiden tot belangenverstrengeling
tussen de Raad van Toezicht en de organisatie.
Zelfevaluatie
Reglement
In het reglement van de Raad van Toezicht zijn haar taken en
verantwoordelijkheden vastgelegd. Het reglement en de statuten
van de stichting geven inhoud aan het toezicht op en het samenspel met de Raad van Bestuur, en het functioneren van de Raad
van Toezicht zelf. De werkwijze van de Raad van Toezicht week
voorheen op één punt af van de Zorgbrede Governance Code,
namelijk wat betreft de maximale zittingsduur van leden van
de Raad van Toezicht. Motivatie hiervoor is dat het St. Antonius Ziekenhuis en haar rechtsvoorgangers in tijden van fusies
het belang van continuïteit van bestuurders van groot belang
vonden. Per 2013 is dit punt vervallen. De facto houdt de Raad van
Toezicht zich nu aan de Zorgbrede Governance Code. In 2014
zullen de documenten waarin de toezichtfunctie is uitgewerkt,
waaronder het reglement, worden geactualiseerd.
De Raad van Toezicht evalueert jaarlijks zijn eigen functioneren
en de samenwerking met de Raad van Bestuur. Eens per drie jaar
wordt de evaluatie begeleid door een externe begeleider, zoals in
2013. De evaluatie in 2013 heeft op 25 maart plaatsgevonden.
Het centrale gespreksonderwerp van de evaluatie was de vertrouwensrelatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur.
De evaluatie heeft geresulteerd in een verdere optimalisatie van
de samenwerking.
Bezoldiging Raad van Toezicht
De vastgestelde bezoldiging in 2012 is in 2013 niet aangepast.
Deze bedraagt 13.000 euro voor de voorzitter en 9.000 euro voor
de leden. Dit is binnen de grenzen van de WNT.
10
Jaarverslag en jaarrekening/Overleg met externe
accountant
Het jaardocument 2012 is in aanwezigheid van de externe
accountant besproken, goedgekeurd en vastgesteld op 6 mei
2013. De management-letter van de accountant met onder
meer zijn bevindingen over het financiële beheer, de planning &
control, de administratieve gegevens en de geautomatiseerde
gegevensverwerking, is in de Auditcommissie en in de plenaire
vergadering van de Raad van Toezicht besproken.
Interne beheersing- en controlesystemen door middel van
beleidsrapportages
Per kwartaal worden beleidsrapportages opgesteld voor de Raad
van Toezicht vanuit de Raad van Bestuur. De beleidsrapportages
bevatten de volgende aspecten:
• Productie en financiën
• Kwaliteit en veiligheid
• Medisch specialistisch handelen (relatie medische staf,
cohesie en samenwerking binnen medische staf)
•Medewerkers
• Beleidsuitingen op basis van het meerjarenbeleidsplan 20122016, zoals samenwerking, fusie, nieuwbouw en verbouw
Informatiebronnen en aantallen vergaderingen
De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 2013 negen keer in
vergadering bijeen. Op een enkele vergadering na was de voltallige Raad van Toezicht bij de vergaderingen aanwezig (zie overzicht). Naast de reguliere vergaderingen heeft er ook extra informatie-uitwisseling plaatsgevonden per mail en enkele conference
calls. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft daarnaast
frequent overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Jaarplan Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht vergadert conform een jaarplan. Naast de
onderwerpen uit de Planning & Control Cyclus is in 2013 een jaarkalender gehanteerd, waarin de hoofdthema’s uit de beleidsvorming terugkomen op de vergaderingen. De onderwerpen worden
gepresenteerd door de portefeuillehouders vanuit de Raad van
Bestuur, al dan niet ondersteund door betrokken medisch specialisten en/of managers.
De onderwerpen die in de vergaderingen aan de orde kwamen
waren:
• Samenwerking met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis w.o. voorgenomen besluit tot bestuurlijke fusie, governance structuur,
medisch meerwaarde onderzoek, concept statuten van de
holding en zusterondernemingen na fusie.
• Update nieuwe locatie Utrecht.
• Leidende principes uit het meerjarenbeleidsplan 2012-2016;
• Jaarlaag investeringen.
• Afstemming werkbezoeken Raad van Toezicht.
• Management letter.
• Indicatief resultaat en balans 2012.
• Grondtransacties gemeenten.
• Evaluatierapport VRE-uitbraak.
• Overzicht kwaliteitsinitiatieven (w.o. uitkomstindicatoren).
• Update radiotherapie op locatie Utrecht.
• Productiedaling en maatregelen in het programma Financieel
Gezond.
• Onderzoek NZa.
• Accountantsverslag 2012 in aanwezigheid van de accountant
EY.
• St. Antonius Onderzoeksfonds.
• Financieel (accountantsverslag 2012, geconsolideerde jaarrekening 2012, private entiteiten en jaardocument 2012).
• Update research ontwikkelingen.
• Jaarlijks gesprek met een delegatie van het stafbestuur over
het medisch inhoudelijk beleid (onderzoek naar de samenwerking met Woerden, financiële ombuiging en het NZa
onderzoek).
• Financieel (kaderbrief inclusief toelichting financieel kader,
half jaarcijfers: concernrapportage en balansrapportage,
programma financieel gezond).
• Rapportage IGZ-indicatoren St. Antonius Ziekenhuis.
• Beleid medewerkerstevredenheid.
• Rol en positie medisch specialist 2015.
• Jaarplan en begroting 2014, private activiteiten, treasuryplan
2014.
Naast de bovengenoemde agendapunten kent de agenda ook
vaste thema’s namelijk:
•Bouw/verbouw
•ICT/logistiek
•Kwaliteit/veiligheid
•Personeelsmanagement
•Governance
•Samenwerking/Ondernemerschap
De thema’s worden flexibel geagendeerd afhankelijk van de actualiteit. Door middel van een schriftelijke adstructie worden de
actuele onderwerpen besproken.
Organisatie
De Raad van Toezicht kent een Remuneratiecommissie en een
Auditcommissie en een commissie Kwaliteit en Veiligheid.
De Remuneratiecommissie fungeert als selectie- en benoemingscommissie en doet voorstellen inzake de bezoldiging van
de leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. De
conclusies en aanbevelingen worden in de plenaire vergaderingen
van de Raad van Toezicht behandeld. De Remuneratiecommissie
is in 2013 niet gewijzigd en bestond uit de volgende leden van de
Raad van Toezicht: de heer Mr. B. Staal en de heer ir. B.F. Dessing.
De Remuneratiecommissie heeft in 2013 na het aangekondigde
vertrek van de heer F.A.M. Spijkers het nieuwe bestuurslid de heer
W.J. Adema geworven en aangesteld. De heer Adema zal per 1
maart 2014 in dienst treden.
De Auditcommissie ziet toe op het financieel-economisch beleid
(financiële informatieverschaffing, begroting, jaarrekening,
belangrijke investeringen en leningen, systeem van risicobeheersing en –controle, keuze van de accountant) en adviseert de Raad
11
van Toezicht hierin. De Auditcommissie kwam acht keer bijeen.
De conclusies en aanbevelingen zijn vervolgens in de plenaire
vergaderingen van de Raad van Bestuur behandeld aan de hand
van het verslag van de commissie. De Auditcommissie is in 2013
niet gewijzigd en bestond uit de volgende leden: de heer J.L.M
Bartelds, lid Raad van Toezicht, de heer M.W.J. Hinssen, lid Raad
van Toezicht. De Auditcommissie vergaderde in aanwezigheid van
de heer F.A.M. Spijkers, lid Raad van Bestuur en de heer J.P.J. van
den Broek, manager Financiën en Informatievoorziening. Waar
nodig nam tevens de externe accountant deel aan de vergadering.
Dankwoord
De commissie Kwaliteit en Veiligheid houdt toezicht op de
kwaliteit en veiligheid. De leden van de Raad van Toezicht in
de commissie waren mevrouw M.M. Jonk, de heer R. Grol. De
commissie vergadert in aanwezigheid van de heer D.M. Schraven,
lid Raad van Bestuur, de heer E. Scholten medisch manager
KVV en mevrouw L. Pijnenborg, manager Kwaliteit, Veiligheid &
Verantwoording.
De Raad van Toezicht heeft het jaardocument 2013 goedgekeurd
op 19 mei 2014.
De medewerkers, Raad van Bestuur en de Medische Staf hebben
in het afgelopen jaar veel energie en inzet getoond. De contacten
met de adviesorganen Ondernemingsraad, Cliëntenberaad en
Stafbestuur zijn constructief geweest. De Raad van Toezicht wil
graag zijn erkentelijkheid uitspreken naar de Raad van Bestuur,
Medische Staf, alle medewerkers en vrijwilligers van het ziekenhuis voor de door hen getoonde inzet. Daarnaast spreekt de Raad
van Toezicht zijn vertrouwen uit over de koers van de Raad van
Bestuur.
De Raad van Toezicht heeft goedkeuring gegeven aan de (neven)
functies van de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van
Toezicht heeft geconstateerd dat van belangenverstrengeling
geen sprake is.
Vooruitblik
De Raad van Toezicht heeft voor 2014 een aantal te agenderen
onderwerpen benoemd: de samenwerking in de regio en in het
bijzonder met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, de positie medisch
specialist per 2015, de radiotherapie op locatie Utrecht en meer
in het algemeen de kwaliteit van de kerntaken patiëntenzorg,
onderwijs en onderzoek.
Namens de Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis,
Mr. B. Staal
Voorzitter
12
2. Verslag van de Medische Staf
Het jaar 2013 is voor de Medische Staf van het St. Antonius
Ziekenhuis een dynamisch jaar geweest. Hieronder worden de
belangrijkste ontwikkelingen vanuit de Medische Staf toegelicht.
Topreferente zorg en onderzoek
In 2012 heeft VWS een onderzoek uitgevoerd naar de financiering van academische zorg. Hierbij heeft VWS zich ook georiënteerd op topreferente zorg en onderzoek buiten de UMC’s.
Als gevolg hiervan is door VWS het Experiment Topzorg gestart
waarin het St. Antonius Ziekenhuis, het Elisabeth Ziekenhuis en
het Oogziekenhuis voor een periode van vier jaar financiering
krijgen voor topreferente zorg en onderzoek. Voor ons is in totaal
12,7 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het Hartcentrum
en het Longcentrum. Vanuit beide domeinen wordt gewerkt aan
een aanvraag, waarin wordt aangegeven aan welke zorg en onderzoek dit zal worden besteed.
Op basis van de resultaten van dit experiment wordt na vier jaar
besloten hoe en of structureel deze financiering voor topklinische
ziekenhuizen beschikbaar wordt gesteld.
Verhuizing naar nieuwbouwlocatie Utrecht
In september is de nieuwbouwlocatie in Utrecht geopend. De
verhuizing en de opening van het nieuwe ziekenhuis heeft onder
grote belangstelling plaatsgevonden en is goed verlopen. Een
belangrijke mijlpaal waar we als ziekenhuis trots op mogen zijn!
Vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg en herkenbaarheid van
het oncologisch profiel van de locatie Utrecht is de oncologische
zorg binnen één multidisciplinaire poli gerealiseerd.
Samenwerking Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Begin 2013 is de intentieovereenkomst tot fusie tussen het St.
Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis ondertekend. In 2013 is vervolgens een meerwaardeonderzoek uitgevoerd op o.a. medisch inhoudelijke gronden en doelmatigheid. Er
zijn verschillende scenario’s opgesteld die in 2014 met de maatschappen/vakgroepen besproken worden. In 2014 zal verdere
besluitvorming over de samenwerking met Woerden plaatsvinden.
Bij de interstitiële longziekte is een ZonMW-subsidie verkregen
voor de toepassing van rituximab. Daarnaast is een netwerk op het
gebied van interstitiële longziekten opgericht door ons ziekenhuis; het Martini Ziekenhuis Groningen was de eerste ‘satelliet’, al
snel gevolgd door het Haaglanden Ziekenhuis.
In 2013 is veel medisch wetenschappelijk onderzoek verricht
in het ziekenhuis. Belangrijke studies waren onder andere de
Santeon-CAP-studie en de Woest-studie. De Santeon-CAP-studie
is de eerste officiële Santeon studie die definitief antwoord moet
gaan geven op de vraag of adjuvante therapie met corticosteroïden bij een ziekenhuispatiënt met community-acquired pneumonie moet worden opgenomen in richtlijnen. De WOEST-studie
is een eerste studie naar de veiligheid van het weglaten van aspirine in de antitrombotische behandeling van patiënten die orale
antistolling gebruiken en coronaire stenting moeten ondergaan.
Deze studie heeft geresulteerd in een publicatie in het toonaangevende tijdschrift The Lancet en wordt onder andere gesubsidieerd vanuit het St. Antonius Onderzoeksfonds.
Uitkomstindicatoren van zorg
Om het resultaat van onze medische zorg inzichtelijk te maken
voor patiënten en om de zorg verder te kunnen verbeteren wordt
door de Medische Staf gewerkt aan het bepalen van uitkomstindicatoren van de door de maatschappen benoemde speerpunten.
Een tiental maatschappen en vakgroepen is in 2013 actief
betrokken bij projecten om uitkomstindicatoren te bepalen, via
Meetbaar Beter, Santeon (Zorg voor Uitkomst) of via het interne
project Uitkomstindicatoren. In 2014 zal dit verder uitgebreid
worden. Aan alle maatschappen en vakgroepen is gevraagd om
vanaf 2014 de voortgang bij te houden ten aanzien van het
bepalen van uitkomstindicatoren, de meetresultaten en de verbeteracties. Deze verbetercyclus, gericht op het verbeteren van
de uitkomsten van zorg, zal vast onderwerp van gesprek zijn in
de jaarplangesprekken met de maatschappen en de kwartaalgesprekken met de eenheden.
Kwaliteitscriteria 2013
In 2013 zijn voor de maatschappen en vakgroepen kwaliteitscriteria geformuleerd waarop intern werd toegezien door de
commissie kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria hadden ook
consequenties voor het variabele deel van het honorarium van
vrijgevestigde specialisten. Voor het jaar 2013 waren de volgende
vier kwaliteitscriteria vastgesteld:
• Deelname aan IFMS (100%);
• De aanwezigheid van een actieve complicatieregistratie of
equivalent daarvan, bespreking en analyse;
• Een aangewezen kwaliteitscoördinator per maatschap/
vakgroep, met aantoonbaar beleid op onder andere hygiëne;
• De borging van aanbevelingen uit de kwaliteitsvisitatie binnen
de maatschap/vakgroep.
13
De commissie (bestaande uit een delegatie van de Raad van
Bestuur, Stafbestuur en de Stafmaatschap) heeft met groot
genoegen gezien dat een grote meerderheid van de maatschappen/vakgroepen de kwaliteitscriteria goed hebben uitgewerkt.
Dankwoord
Hierbij willen wij graag alle medisch specialisten en medewerkers
bedanken voor hun inspanningen in 2013, maar bovenal voor
het realiseren van de goede zorg voor en behandeling van onze
patiënten.
Onderzoek NZa
In april 2013 is de NZa een onderzoek gestart bij het St. Antonius
Ziekenhuis over het mogelijk onjuist declareren van zorg. Hoewel
er geen sprake was van opzet, heeft het ziekenhuis en de medische staf erkent dat er declaratiefouten zijn gemaakt en is intern
schoon schip gemaakt. Duidelijk werd wel dat de onjuiste declaraties voor een deel een sectorprobleem zijn. Onduidelijkheid in de
regelgeving, niet of laat beantwoorden van vragen door de NZa en
DBC-Onderhoud spelen hierin ook een rol. Desondanks heeft dit
uiteindelijk geresulteerd in een boete van 2,5 miljoen euro. Het
teveel gedeclareerde bedrag wordt terugbetaald, dit geldt ook
voor het honorariumdeel van de vrijgevestigde specialisten die dit
bedrag als een collectief terugbetalen.
Samenstelling
De Medische Staf wordt vertegenwoordigd door het bestuur van
de Medische Staf. De bestuurssamenstelling met de verdeling van
functies was ultimo 2013 als volgt:
• R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur
• L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i.
• P.M.N.Y.H. Go, chirurg
• M.F.J. Stolk, MDL-arts
• B.J.M. Vlaminckx, medisch microbioloog
• V.H.M. Deneer, ziekenhuisapotheker
De functie van adviseur werd vervuld door mw. N.J. Polman. Het
secretariaat werd in 2013 gevoerd door mw. C.A.E. van Schaik.
Vooruitblik: de positie medisch specialist na 2015
Vanaf 2015 zal er in de ziekenhuiszorg nog maar één tarief
gelden voor elke zorgprestatie. In dat ene integrale tarief zitten
alle kosten die het ziekenhuis maakt, dus ook het honorarium van
de medisch specialist. Wij zullen ons moeten voorbereiden op
deze verandering en een passend model moeten vinden voor het
ziekenhuis. Daarom ontwikkelen we momenteel samen met de
Raad van Bestuur een visie over de positie van de vrijgevestigde
medisch specialist in het St. Antonius Ziekenhuis na 2015. Samen
met onze Medische Staf zullen verschillende scenario’s worden
verkend en worden besproken. Een toekomstbestendige relatie
tussen het ziekenhuis en de Medische Staf met gelijkgerichte
belangen is het doel. Hierbij is ook de verbondenheid binnen de
Medische Staf en het gevoel deel uit te maken van het collectief
belangrijk én nodig (cohesie Medische Staf).
Namens het bestuur van de Medische Staf
R.J. Snijder,
Voorzitter bestuur Medische Staf
14
3. Profiel en kerncijfers van het ziekenhuis
3.1 Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon
Adres
Postcode
Plaats
Telefoonnummer
Identificatienummer(s) NZa
Nummer Kamer van Koophandel
E-mailadres
Internetpagina
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
Koekoekslaan 1
3435 CM
Nieuwegein
088 – 320 3000
010-0901
41177415
[email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Door de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) worden vanaf 1 januari 2006 academische, algemene, categorale ziekenhuizen en
zelfstandige behandelcentra instellingen voor medisch specialistische zorg (IMSZ) genoemd. Het St. Antonius Ziekenhuis is een IMSZ:
alle voorkomende zorg wordt geleverd.
15
3.2 Kerngegevens
Nadere kerngegevens
201320122011
Spoedeisende Hulp
7x24 uur beschikbaar (locaties Nieuwegein en Utrecht)
ja
ja
ja
Capaciteit
Aantal feitelijk beschikbare bedden (klinisch en dag/deeltijdbeh.) op 31 dec.,
798
848
848
waarvan feitelijk beschikbare PAAZ- en PACZ-bedden
37
37
37
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst excl. Med. Spec.
4.773
4.912
4.958
Aantal fte personeelsleden in loondienst excl. Med. Spec.
3.589
3.583
3.490
Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep)
301
274
291
Aantal fte Med. Spec. (loondienst + inhuur + vrij beroep)
273
n.b.
260
16
3.3 Structuur van de organisatie
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft per 16 september 2013 twee ziekenhuislocaties, te weten in Nieuwegein en Utrecht.
Daarnaast beschikt het St. Antonius Ziekenhuis over verschillende buitenpoliklinieken, waaronder Polikliniek Utrecht Overvecht, Polikliniek
Houten en St. Antonius Spatadercentrum De Meern.
3.4 Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis bestaat uit drie bestuursleden met elk een eigen aandachtsgebied dat op hoofdlijnen
te verdelen is naar (1) strategie en externe contacten, (2) patiëntenzorg en kwaliteit en veiligheid en (3) financiën, vastgoed en ICT. In
het reglement voor de Raad van Bestuur zijn de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur geëxpliciteerd. Kernelementen zijn de
verhouding tot de Raad van Toezicht, verantwoording, taakverdeling, functioneren, besluitvorming en (het niet aanwezig zijn van) belangenverstrengeling. In onderstaande tabel zijn alleen de (neven) functies opgenomen welke niet uit hoofde van de hoofdfunctie worden
vervuld.
Prof. dr. D.H. Biesma Voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis
Ir. F.A.M. Spijkers
Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Ir. D.M. Schraven Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis
Hoogleraar Interne Geneeskunde van UMC Utrecht
Bestuurslid van St. Antonius Onderzoeksfonds
Lid Raad van Toezicht Julius Gezondheidscentrum
Leidsche Rijn.
Voorzitter Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V.
Lid Raad van Toezicht Utrecht Centrum voor de Kunsten (UCK)
Lid Raad van Toezicht Hospice Nieuwegein
Lid Bestuur Okura Executive Circle
Lid Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V.
Lid Raad van Toezicht Stichting Meetbaar Beter
17
3.5 Zorgeenheden, medisch-ondersteunende en algemeen ondersteunende
eenheden
Op tactisch niveau functioneren zorgeenheden, medisch-ondersteunende eenheden en algemeen ondersteunende eenheden.
De zorgeenheden worden aangestuurd door een managementteam, in het algemeen bestaande uit een manager Zorg en
Bedrijfsvoering en een medisch manager.
In 2013 is de organisatie bestuurd vanuit een aantal hoofdprincipes, namelijk:
• Oriëntatie op de patiënt staat centraal. De organisatie is
gericht op meerwaarde van de kwaliteit van en afstemming
tussen zorgprocessen.
• De Medische Staf en Ondernemingsraad zijn nauw betrokken
bij het beleid en de besturing van het ziekenhuis.
• De leiding van de zorgeenheden draagt integrale managementverantwoordelijkheid en is daarbij verantwoordelijk voor
en geeft sturing aan zowel zorginhoudelijke als bedrijfsvoeringaspecten. De zorgeenheden en medisch ondersteunende
eenheden worden aangestuurd door een manager Zorg &
Bedrijfsvoering en medisch manager.
• De organisatie wordt in beginsel gekenmerkt door een ‘platte’
organisatiestructuur, met drie echelons: Raad van Bestuur,
management en medewerkers.
• Binnen de zorgeenheden en medisch ondersteunende
eenheden blijven specialismen geclusterd op grond van de
volgende criteria: de mate van multidisciplinaire samenwerking, de samenhang in processen, omvang in termen van
budget en aantal fte, het aantal specialismen binnen een
eenheid.
• Uitgangspunt in de besturing is decentrale verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de (zorg)eenheden. De leiding van
de (zorg)eenheden is resultaatverantwoordelijk. Onder resultaatverantwoordelijk wordt daarbij verstaan het realiseren van
(jaarlijks) overeengekomen doelstellingen op het gebied van
marketing/groei, kwaliteit en veiligheid, patiëntlogistiek en
service, productie en financiën en personeel.
De besturingsinstrumenten die worden gebruikt zijn:
• Een gezamenlijke Planning en Control cyclus van de Raad van
Bestuur en het Stafbestuur (beleidskader, jaarplan en begroting), kwartaalgesprekken met (zorg)eenheden en het jaardocument.
• De maandelijkse concernrapportage, met maandelijkse
verantwoordingsinformatie over kwaliteit en logistiek,
productie en financiën, personele ontwikkelingen en ontwikkelingen ten opzichte van verwijzers, zorgverzekeraars etc.
• Ontwikkeling van het kwaliteitsdashboard voor maatschappen/vakgroepen. Dit nieuwe dashboard gaat vanaf 2014
gebruikt worden in de jaargesprekken van de maatschappen
en vakgroepen en de kwartaalgesprekken van de eenheden
met de Raad van Bestuur.
3.6 Medische Staf
Alle (medisch) specialisten, die werkzaam zijn in het ziekenhuis,
zijn lid van de Vereniging Medische Staf. Naast een Stafbestuur
is er sprake van een Stafraad, waarin gemandateerde afgevaardigden per maatschap of vakgroep zitting hebben. De Stafraad
komt maandelijks bijeen. De Algemene Ledenvergadering komt
daarnaast tenminste één maal per jaar bijeen. Verder zijn de vrijgevestigde medische specialisten verenigd in de Stafmaatschap.
Een groot aantal medisch specialisten verleent actieve medewerking aan diverse commissies en werkgroepen. Ook zijn medisch
specialisten actief als medisch manager op tactisch niveau of als
medisch coördinator op operationeel niveau.
3.7 Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad (OR) bestaat uit 19 leden en kent drie
vaste commissies, te weten: algemeen beleid, sociaal- en zorgbeleid, financieel beleid en beleid op het gebied van bouw en
logistiek. De Ondernemingsraad geeft invulling aan zijn medezeggenschapstaak vanuit de visie dat er een balans moet zijn tussen
het medewerkersbelang en het bedrijfsbelang, waardoor een
zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van zorg, dienst en product
wordt bereikt. De Ondernemingsraad functioneert op strategisch
niveau als gesprekspartner van de Raad van Bestuur. De Ondernemingsraad bevordert het belang van de medewerkers en van de
organisatie (werkklimaat), arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.
In 2013 heeft de Ondernemingsraad, naast de reguliere voorgenomen besluiten, actief deelgenomen aan verschillende projecten werkgroepen in het kader van de voorbereiding en verhuizing
naar de nieuwbouw in Utrecht. Deze groepen hielden zich bezig
met de bouw en inrichting van het nieuwe ziekenhuis, maar ook
met de zorgstructuur en zorgprocessen. Er is ook meegedacht
met de voorbereidingen als het gaat om scholing en teambuilding.
Daarnaast was er een commissie die zich bezighield met
het herplaatsen van medewerkers. Tot slot heeft de Ondernemingsraad meegedacht in de commissies die het afscheid van
de oude gebouwen en de opening van het nieuwe ziekenhuis
organiseerden. Na de verhuizing heeft deOndernemingsraad
op beide locaties werkbezoeken afgelegd op die afdelingen die
als gevolg van de verhuizing met veel veranderingen te maken
hadden.
De Ondernemingsraad heeft zich constructief opgesteld ten
aanzien van de bezuinigingen middels actieve deelname aan de
informatiebijeenkomsten voor de medewerkers, deelname aan
het Programma St. Antonius Financieel Gezond, de vacaturecommissie en de herplaatsingscommissie.
Tenslotte is de Ondernemingsraad vroegtijdig door de Raad
van Bestuur geïnformeerd over het meerwaardeonderzoek ten
aanzien van de eventuele samenwerking met het Zuwe Hofpoort
Ziekenhuis in Woerden. De Ondernemingsraad heeft, onder
opschortende voorwaarde, een akkoord gegeven op een eventuele fusie.
18
n 2014 zal verder worden gekeken naar modellen van cliëntenraden van andere ziekenhuizen en zal gekeken worden in overleg
tussen het ziekenhuis en het Cliëntenberaad welk model hierin de
voorkeur heeft.
Er is in het najaar een aantal keren overleg geweest tussen de
dagelijks besturen van de ondernemingsraden van het St. Antonius Ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis.
In december heeft er een gezamenlijke ontmoeting met een
informatief karakter plaatsgevonden tussen de beide voltallige
ondernemingsraden.
3.6 Verpleegkundige Adviesraad (VAR)
In 2013 is een aantal onderwerpen uitgebreid besproken:
• Programma Antonius Financieel Gezond
• Samenwerking met Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
• Onderzoek NZa
• Verhuizing naar de locatie Utrecht
De Verpleegkundige Adviesraad initieert projecten en geeft
advies aan de Raad van Bestuur over beleidszaken die betrekking hebben op de verpleegkundige professie. Sinds 1 april 2012
heeft de Verpleegkundige Adviesraad een Dagelijks Bestuur (DB).
Het Dagelijks Bestuur vergadert elke twee weken; het complete
bestuur één keer per maand.
De Ondernemingsraad heeft ook diverse instemmingsaanvragen
en adviezen uitgebracht op voorgenomen besluiten en heeft
bijgedragen aan een besluitvorming die goed aansluit bij de organisatie (zie het overzicht in de bijlagen).
3.5 Cliëntenberaad
In 2013 heeft de Verpleegkundige Adviesraad een aantal
adviezen gegeven over een aantal onderwerpen. Naar aanleiding
van het advies van de Verpleegkundige Adviesraad is besloten
om de tolkentelefoon volledig te vergoeden. Daarnaast is advies
gegeven over hygiënesancties, ‘vlinderen’ van verpleegkundigen
over verschillende afdelingen, inzet warmtejassen (kleding
uitgifte automaat), en kledingvoorschriften.
Het Cliëntenberaad heeft als doel de ontwikkelingen van het St.
Antonius Ziekenhuis te beïnvloeden vanuit het patiëntenperspectief. Het is een advies- en medezeggenschapsorgaan van de
Raad van Bestuur. Het Cliëntenberaad behartigt de gemeenschappelijke belangen van patiënten. Daarbij richt het Cliëntenberaad
zich vooral op de aspecten van de zorg zoals patiënten die direct
ervaren. Bijvoorbeeld: kwaliteit van zorg, bejegening, positie van
de patiënt, toegankelijkheid, veiligheid, tijd en aandacht voor
patiënten, privacy, beleid inzake klachten en klachtenbehandeling.
De Verpleegkundige Adviesraad is actief betrokken geweest bij
diverse projecten, zoals het project rondom het aanspreekgedrag en het hygiënespel ‘ Wie is de mol?’ . De Verpleegkundige
Adviesraad heeft een onderzoek geïnitieerd naar de werkdruk en
het verloop van verpleegkundigen. Ook zijn themabijeenkomsten
georganiseerd over ‘Ongewenst Gedrag’, ‘Verpleegkundig café’ en
‘Kijk op Kwaliteit’. Tot slot is met succes de Dag van de Verpleging
georganiseerd (‘ Leef!’). Tijdens deze dag hebben leden van de
Raad van Bestuur en managers meegewerkt op de afdelingen.
Leden van het Cliëntenberaad zijn benoemd per vergadering.
Dat maakt het mogelijk om aanwezig te zijn als expert voor een
bepaald thema. De praktijk heeft inmiddels uitgewezen dat er
een compacte kern van dragers is die experts uitnodigen in de
werkbijeenkomsten om gezamenlijk het advies op te stellen.
Deze experts zijn ervaringsdeskundigen, patiëntenorganisaties en
kennisinstituten.
Het Cliëntenberaad is een groot voorstander van co-productie.
Het Cliëntenberaad zet zich graag in om vroegtijdig betrokken te
zijn bij de ontwikkeling van visies en/of projecten. Zo maakt deze
wijze van participatie dat de visie van het Cliëntenberaad vroegtijdig wordt ingebed en daarmee is het formele advies in feite
een bekrachtiging van datgene wat gezamenlijk is ontwikkeld.
In 2013 is deze aanpak verder in praktijk gebracht. Bij nieuwe
onderwerpen die dicht bij de expertise en thema’s van het Cliëntenberaad liggen, zoals gezamenlijke besluitvorming en informed
consent, is het Cliëntenberaad in de vroege fasen van het project
betrokken. Het Cliëntenberaad heeft in 2013 advies uitgebracht
over de nieuwbouw in Utrecht en de samenwerking met het Zuwe
Hofpoort Ziekenhuis.
I
19
4. Kwaliteitsbeleid
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft in haar Visiedocument Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording 2012-2014 vijf prioriteiten
gesteld. Achtereenvolgens worden deze prioriteiten besproken
en wordt aangegeven wat bereikt is in 2013. Het jaar 2013 heeft
in ieder geval ook in het teken gestaan van de voorbereidingen
voor de NIAZ-accreditatie, die in mei 2014 zal plaatsvinden.
Prioriteit 1: Proactief sturen op kwaliteit, gericht op
uitkomsten van zorg
Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet in
ieder geval zijn dat eenheden en vakgroepen in gezamenlijkheid
op jaarbasis een ‘scan’ uitvoeren van de kwaliteitsprioriteiten, en
een geïntegreerd plan ontwikkelen hoe deze aan te pakken. Hierin
heeft een set van uitkomstindicatoren waarop gefocust gaat
worden een centrale plaats.”
In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht:
• In navolging op het succes van het project Meetbaar Beter
is in samenwerking met andere Santeon Ziekenhuizen het
project Zorg voor Uitkomst opgezet, waarin uitkomstindicatoren op het gebied van long- en prostaatcarcinoom ontwikkeld zijn.
• Intern zijn zes maatschappen aan de slag gegaan met het
ontwikkelen dan wel selecteren van eigen uitkomstindicatoren met de methodiek als eerst ontwikkeld voor Meetbaar
Beter op basis van het value based healthcare gedachtegoed
van Porter.
• Zowel eenheden als maatschappen/vakgroepen hebben een
kwaliteitsdashboard ontwikkeld, met daarin veel ruimte voor
uitkomstindicatoren. Dit nieuwe dashboard gaat vanaf 2014
gebruikt worden in de jaargesprekken van de maatschappen
en vakgroepen en de kwartaalgesprekken van de eenheden
met de Raad van Bestuur.
• Veel indicatoren, zoals IGZ-indicatoren, DICA-indicatoren, en
indicatoren rond de 10 VMS-thema’s kunnen inmiddels automatisch uit het EPD gehaald worden, waardoor sturen op deze
indicatoren vereenvoudigd is.
matiseerd. Bij 88% van de IGZ-indicatoren scoort het St. Antonius
Ziekenhuis in 2013 op of beter dan het landelijk gemiddelde 1.
De IGZ-indicatoren zijn verdeeld in 6 hoofdgroepen, te weten:
• Operatief proces
• Verpleegkunde Indicatoren
• Oncologische indicatoren
• Hart en vaten
•Infecties
• Overige indicatoren
Bij de hoofdgroepen Operatief Proces, Oncologische indicatoren,
Hart en Vaten en Overige indicatoren zijn de scores van het St.
Antonius Ziekenhuis over het algemeen beter dan het landelijk
gemiddelde. Wat betreft de hoofdgroep Verpleegkundige Indicatoren, met name op het gebied van decubitus en ondervoeding
kan het St. Antonius Ziekenhuis nog verder verbeteren. In 20122013 is hier middels het Programma Excellente Zorg door de
verpleegkundigen veel energie in gestoken. In 2014 zal dit thema
blijvend aandacht houden.
Wat betreft het onderwerp Infecties registreert het St. Antonius Ziekenhuis bij vijf aandoeningen via de Registratiemodule
van PREZIES 2. Het betreft de registraties voor Thoraxchirurgie,
Algemene Chirurgie (mamma chirurgie), en Gynaecologie (abdominale uterusextirpatie). Bij de meeste ingrepen is over de jaren
een positieve tendens te bespeuren. Dit hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de geïmplementeerde ‘POWI-bundel’: het niet
preoperatief ontharen, antibioticaprofylaxe 15 – 60 minuten voor
de ingreep, perioperatieve normothermie en het hygiëneprotocol.
Activiteiten zoals de in gang gezette scholing van OK personeel,
de introductie van een luchtbeheersplan op de OK, frequente
metingen van luchtkwaliteit en het regelmatig uitvoeren van
audits op de OK, met terugkoppeling van bevindingen, dragen bij
aan het behalen van de POWI-doelstelling uit het VMS veiligheidsprogramma (www.vmszorg.nl).
Prioriteit 2: Inzicht en sturen op ziekenhuisbrede risico’s
De IGZ-kwaliteitsindicatoren functioneren als signalen op grond
waarvan men een indruk kan krijgen van de geleverde kwaliteit en
veiligheid van de zorg. Het sinds 2003 jaarlijks rapporteren van
de indicatoren maakt de zorg transparanter; een ontwikkeling die
het St. Antonius Ziekenhuis van harte toejuicht. Hiermee wordt
de maatschappelijk gewenste openheid aan de patiënt geboden.
Naast deze externe verantwoording is met name het stimuleren
van interne kwaliteitsverbetering een belangrijk doel.
Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet
zijn dat de risicogebieden worden geïdentificeerd, dat hiervoor
krachtige indicatoren worden ontwikkeld, meldings- en rapportageprocedures worden vastgesteld, afspraken over interventies
duidelijk zijn, en waar nodig verantwoording kan worden afgelegd
aan patiënten en toezichthouders.”
In 2012-2013 is vanuit de afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording in samenwerking met de ICT-afdeling een enorme slag
gemaakt in het automatisch uit het EPD halen van kwaliteitsindicatoren. Inmiddels is de kwaliteitsrapportage van het St. Antonius
Ziekenhuis rond IGZ-indicatoren voor veel onderdelen geauto-
Risicomanagement algemeen
Bij prospectief risico-inventarisaties ligt de nadruk op wat er in
de toekomst mis kan gaan. Bij retrospectief risico-inventarisaties
ligt de nadruk op het analyseren van reeds gemelde incidenten.
In 2013 zijn er in het ziekenhuis elf prospectieve risico-inventa-
In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht:
20
risaties uitgevoerd. De belangrijkste was een inventarisatie die
is uitgevoerd naar risico’s in de verhuizingprocessen. Dit heeft
geleid tot een aantal bijstellingen in de gemaakte plannen.
De retrospectieve inventarisaties hebben in veel gevallen tot
verbeteringen geleid in navolging op klachten, incidenten, claims,
onderzoek naar sterfte en calamiteiten (zie toelichting). Het identificeren van risicogebieden inclusief rapportages, zoals in het
visiedocument is gesteld, zal in 2014 verder vorm krijgen.
VMS-veiligheidsprogramma
Vier van de elf VMS-thema’s bevinden zich in fase 5 ‘Doelstelling gerealiseerd’, te weten de thema’s vitaal bedreigde patiënt,
kwetsbare ouderen, verwisseling en pijn. Dit betekent dat het
St. Antonius Ziekenhuis op die thema’s in staat is om een PlanDo-Check-Act (PDCA)-cyclus te doorlopen en dat de doelstelling gerealiseerd is. De overige thema’s bevinden zich in fase 4
‘Geïmplementeerd en meetbaar’, omdat de thema’s op alle relevante afdelingen geïmplementeerd zijn en ook gemeten worden
middels steekproeven, handmatige of automatische tellingen
(zie figuur). De moeilijkheidsgraad van de implementatie van
deze thema’s heeft te maken met de beschikbaarheid van de
benodigde, vaak complexe, ICT-toepassingen om real time data te
kunnen genereren.
Figuur 1: Fases van Implementatie VMS-thema’s
• bloedproducten 2% (1%)
• overig 38% (36%)
Klachten
Voor het indienen van klachten biedt het ziekenhuis twee mogelijkheden: bemiddeling via de klachtenfunctionaris en behandeling door de klachtencommissie voor patiënten.
Klachtenbemiddeling
In 2013 hebben de klachtenfunctionarissen in totaal 1091
klachten in bemiddeling genomen, bestaande uit 1302 deelklachten. In vergelijking met 2012 (respectievelijk 818 klachten
en 966 deelklachten) is het aantal klachten met 33% gestegen.
In 2011-2012 was er nauwelijks sprake van een stijging (7%). De
verhouding tussen het aantal klachten en het aantal deelklachten
(een klacht kan meerdere deelklachten hebben) is niet veranderd.
De klachtentoename heeft deels te maken met de verhuizing
die in september 2013 plaatsvond. Verder is er ook sprake van
een landelijke tendens, waarin patiënten eerder geneigd zijn hun
klachten te uiten. Tenslotte is het denkbaar dat de toegenomen
bekendheid in huis van de klachtafhandeling door de klachtenfunctionaris geleid heeft tot het vaker doorverwijzen van een
klacht naar ‘centraal’ in plaats van een decentrale afhandeling
zonder bemiddeling van een klachtenfunctionaris.
Soort (deel) klachten
Methodisch/technisch
Relationeel
Voorlichting
Organisatorisch
Financieel Overig
Totaal
Fase van implementatie VMS
POWI
Ernstige sepsis
Lijnsepsis
Vitaal bedreigde patient
Medicatieveiligheid
High Risk medicatie
Kwetsbare ouderen
Nierinsufficiëntie
2012
n
%
24726%
20621%
15315%
32233%
35
4%
3-%
966 2013
n
298
248
170
506
66
14
1302
%
23%
19%
13%
39%
5%
1%
Tabel 1a soort deelklachten bemiddeling 2012-2013
Verwisseling
Pijn
Acute Coronaire Syndromen
Veilige zorg kinderen
0
1
2
3
4
5
De mate van implementatie is in vijf fasen weergegeven:
Fase 1: Nog niet actief
Fase 2: Pilotfase
Fase 3: Implementatie op alle relevante afdelingen
Fase 4: Geïmplementeerd en meetbaar
Fase 5: Doelstelling gerealiseerd
Incidenten
In 2013 zijn er 4606 incidenten gemeld via het Veilig-Incident
Melden-systeem. In 2012 was dit aantal vergelijkbaar. De aard van
de meldingen is als volgt verdeeld (tussen haakjes % in 2012):
• behandeling, verzorging 22% (21%)
• medicatie/transfusie 31% (33%)
• valincidenten 7% (9%)
Qua type medewerker wordt er net als in 2012 het meest
geklaagd over specialisten, arts-assistenten en verpleegkundigen.
Het aantal klachten is bij deze groep wel gestegen (respectievelijk
4%, 19% en 10%), maar binnen totale groep van type medewerkers wordt erin 2013 minder over voorgenoemde groepen
geklaagd. Het aantal klachten dat betrekking heeft op de administratief assistenten die werkzaam zijn op de poli’s is het meest
toegenomen.
In 2013 gaven patiënten met een klacht vaker aan dat zij een
klacht indienen om ‘herhaling te voorkomen’ en wat betreft
‘afspraak regelen’ (ten opzichte van 2012 een toename van 34%
en 62%). Daarnaast zijn twee stijgingen opvallend, die beide
betrekking lijken te hebben op een zekere verzakelijking van het
doel van de klacht. Het betreft de doelen ‘correctie beklaagde’, en
‘correctie rekening’ (respectievelijke stijging van 124% en 69%).
Patiënten zijn over het algemeen tevreden over de klachtafhandeling door de klachtenfunctionarissen; in 2012 en 2013 respectievelijk 92% en 91%. Vele bemiddelingen hebben bijgedragen
21
aan of geleid tot maatregelen of oplossingen ten behoeve van
de individuele klager, bijvoorbeeld oplossen van onduidelijkheid
rondom behandelbeleid, bemiddeling bij maken van poliafspraken
en planning van operaties.
Klachtenbehandeling
De Klachtencommissie bestaat uit acht leden, waarvan vier
interne en vier externe leden. Daarnaast zijn er twee plaatsvervangend interne leden en twee plaatsvervangend externe leden
aangesteld. Deze samenstelling met betrokkenheid van externe
experts tezamen met de werkwijze volgens het klachtenreglement borgen de onafhankelijkheid en kwaliteit van het werk
van de commissie. De Klachtencommissie heeft in 2013 18
nieuwe klachten (bestaande uit 46 deelklachten) in behandeling
genomen. In 2013 heeft de klachtencommissie 16 uitspraken
gedaan (bestaande uit 38 deelklachten), waaronder 5 klachten die
in 2012 werden ingediend. In 2013 werd de klachtenprocedure
sneller doorlopen. De klachtencommissie had dit jaar gemiddeld
vier maanden nodig om tot een uitspraak te komen en voldeed
daarmee aan de in het klachtenreglement gestelde termijn. Ten
opzichte van voorgaande jaren wordt een klacht minder vaak
gegrond verklaard, maar er wordt wel vaker een advies uitgebracht. De adviezen van de Klachtencommissie waren o.a.:
• Er op toe te zien dat een maatschap aandacht besteedt aan
het verbeteren van voorlichting aan de patiënt over de rol van
zijn ‘eigen’ arts tijdens een opname.
• Advies om een protocol te herzien en de daarin gemaakte
afspraken te borgen met een betrokken tertiair verwijzingscentrum.
• Advies bij een klacht over het maken van vervolgafspraken
bij verschillende poliafdelingen om de werkprocessen tussen
afdelingen kritischer te doorlopen.
• Advies extra aandacht te schenken aan de voorlichting van
patiënten die meerdere keren te maken krijgen met een
contactonderzoek vanwege infectiepreventie.
Prioriteit 3: Werken aan gedrag, doen wat is afgesproken
Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet
zijn dat wordt gekomen tot een pragmatische set gedragen
normen, waar ook naar gehandeld wordt en waar men elkaar op
aanspreekt, onafhankelijk van hiërarchie.”
De Kerngroep ‘Hygiëne, gewoon doen!’ is in september 2012
ingesteld om met voorstellen te komen om elkaar aanspreken op
onveilige situaties en de naleving van de kleding- en hygiënemaatregelen te verbeteren. Er zijn in 2012-2013 vele maatregelen getroffen. Zo hebben er periodiek onaangekondigde
hygiënechecks plaatsgevonden, hebben er door het hele ziekenhuis ‘aanspreek-posters’ van medisch specialisten gehangen en is
er een enquête gehouden over aanspreken en aanspreekbaar zijn.
Met het spel ‘Wie is de Mol?’ werden op ludieke wijze de hygiëneen kledingvoorschriften onder de aandacht gebracht en werd
iedereen gestimuleerd om medewerkers aan te spreken als zij
zich niet aan deze voorschriften voldeden.
Aantal nieuwe klachten ingediend bij de Klachtencommissie Aantal nieuw ingediende deelklachten bij de Klachtencommissie
Aantal door de Klachtencommissie in behandeling genomen klachten Aantal door de Klachtencommissie in behandeling genomen deelklachten Aantal klachtzaken nog niet afgerond Aantal deelklachten nog niet afgerond Aantal deelklachten dat gegrond/ gedeeltelijk gegrond is verklaard
Aantal klachtzaken waarbij de Klachtencommissie advies heeft uitgebracht Hoorzittingen
Ingetrokken klachten Gemiddelde doorlooptijd in maanden
Tabel 1b Klachtenbehandeling Klachtencommissie resultaten 2013
Aantal 2013
Aantal 2012
Aantal 2011
18
14
19
46
37
40
16
14
15
38
35
36
6
5
8
17
15
15
11 14
15
(waarvan 2 (waarvan 5
(waarvan 5
gedeeltelijk gedeeltelijk
gedeeltelijk
gegrond)
gegrond) gegrond)
30% 40% 42 %
7
4
3
(bestaande uit (bestaande uit
(bestaande uit
8 adviezen) 7 adviezen)
3 adviezen)
22 1
1
3
1
4
5
5
22
De methodiek die in de hygiënecampagne is toegepast, is eind
2013 verder verfijnd om het ‘werken aan gedrag, doen wat is
afgesproken’ op de OK verder te bevorderen.
Verder heeft eind 2013 een enquête plaatsgevonden onder artsen
en medewerkers over de aanspreekcultuur.
Bestuur en eenheden, waarbij eenheden de ambitie en bijbehorende plannen neerleggen en opvolgen”
In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht:
Gezamenlijk jaarplan Kwaliteit & Veiligheid
Prioriteit 4: Betere processen en transparantie bij claims
en calamiteiten
Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet
zijn dat er in de eerste plaats betere procedures worden opgesteld, ten tweede dat er een grotere mate van patiënttevredenheid is voor de afhandeling en ten derde dat de claimbedragen
gaan dalen.”
De zorgeenheden hebben in 2013 voor het eerst een gezamenlijk
jaarplan Kwaliteit & Veiligheid opgesteld. Uitgangspunt hierbij is
dat veel kwaliteitsonderwerpen eenheidsoverstijgend zijn, en dat
een gezamenlijke aanpak de geïntegreerde kwaliteit van zorg zal
verbeteren.
In 2013 zijn de volgende activiteiten verricht:
Het jaarplan van de ondersteunende afdeling Kwaliteit, Veiligheid
& Verantwoording is volledig op het jaarplan van de eenheden
afgestemd.
Claims
NIAZ
In 2013 vond maandelijks overleg plaats met de verzekeraar over
de lopende claims. Tevens werden de claims besproken met de
Raad van Bestuur waarbij gekeken werd naar mogelijkheden voor
differentiatie in aanpak en versnelling van lopende claims. Dit
had onder andere tot resultaat dat een aantal langlopende claims
versneld kon worden afgerond, wat ook door patiënten erg werd
gewaardeerd. Omdat het ziekenhuis nog zichtbaarder wil zijn
richting patiënten bij de afhandeling van claims en eigen toegespitste procedures hiervoor wil opzetten, is na een uitgebreide
benchmark besloten om per 2014 over te stappen naar een
nieuwe verzekeraar, Centramed.
Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen
voor de NIAZ-heraccreditatie in mei 2014. Er is een NIAZ-taskforce ingesteld om huidige lacunes ten behoeve van het behalen
van de NIAZ accreditatie verder op te pakken. Eind 2013 is het
zelfevaluatierapport dankzij de inzet van vele medewerkers
geschreven en aan het NIAZ gestuurd. Naast het huidige ziekenhuisbrede NIAZ-accreditatiebewijs beschikken diverse afdelingen
ook over een eigen specifiek certificeringbewijs.
In 2013 kwamen in totaal 125 nieuwe claims binnen. Van dit
totaal hadden 82 claims betrekking op zaakschades en simpele
letselschades. Deze werden door het ziekenhuis zelf afgehandeld
en daarvoor werd door het ziekenhuis in totaal een bedrag van
€ 15.916 uitgekeerd. Daarnaast werden in 2013 in totaal
43 nieuwe claims aangemeld bij de verzekeraar MediRisk .
Dit betrof in alle gevallen letselschades.
Calamiteiten
In 2013 zijn elf potentiële calamiteiten aan de Inspectie gemeld
en volgens de calamiteitenprocedure opgepakt en onderzocht.
Verder hebben er nog acht interne onderzoeken plaatsgevonden die niet aan de definitie van een calamiteit voldeden,
maar waarbij artsen, verpleegkundigen of patiënten toch nader
onderzoek wensten om de kwaliteit van zorg te verbeteren. De
onderzoeken vonden plaats volgens de SIRE-methodiek. In 2013
zijn er twee permanente externe leden aan het onafhankelijke
onderzoeksteam toegevoegd, te weten P. Speelman, internist, en
W.A.H. Nugteren, chirurg. Vrijwel alle verbetermaatregelen die
door de onderzoekers zijn voorgesteld zijn inmiddels uitgevoerd
en geborgd.
Prioriteit 5: Bestuurlijke en organisatorische borging van
kwaliteitsbeleid
Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet
zijn dat er een afdoende kwaliteitsdialoog is tussen Raad van
Interne audits
Er zijn in totaal negen interne audits uitgevoerd. Door de grootschalige verhuizing naar de nieuwe locatie Utrecht is dit aantal
lager dan voorgaande jaren. Naast het thema patiëntveiligheid
en hygiëne worden de verbeterpunten vanuit het actieplan van
de NIAZ-heraccreditatie meegenomen in de uitvoering van de
interne audit. Er zijn 52 interne auditoren inclusief 7 medisch
specialisten. De auditoren hebben vier keer per jaar overleg om
ervaringen uit te wisselen, kennis te verbreden en de voortgang
van de planning te bespreken. De verbetermaatregelen voortkomend uit de interne audits staan op het vernieuwde dashboard
kwaliteit & veiligheid.
Documentbeheersysteem (doQu)
Het eerste half jaar van 2013 heeft in het teken gestaan van een
adequate inrichting van doQu. Na de zomer heeft een drietal
afdelingen en een aantal medisch specialisten doQu getest. Na
een positieve pilot zal doQu in de eerste helft van 2014 operationeel zijn, nadat alle documentbeheerders zijn geschoold.
Scholing
Vanuit de afdeling KVV is in 2013 scholing gegeven over kwaliteit en patiëntveiligheid, omgaan met klachten, de rol van de
klachtenfunctionaris en wet en regelgeving zoals BIG en WGBO,
jurisprudentie en tuchtrecht. De scholingen zijn gegeven aan
(leerling-)verpleegkundigen, leidinggevenden, arts-assistenten
en medisch specialisten. In 2014 worden deze scholingen gecontinueerd.
23
5. Patiëntenzorg, onderzoek en opleiding
5.1 Excellente zorg
Het St. Antonius Ziekenhuis is drie jaar geleden gestart met het
programma Excellente Zorg (EZ) , een programma dat gericht is
op het vergroten van de verpleegkundige excellentie. De basis
voor het programma zijn de 8 kenmerken van EZ (werken met
vakbekwame collega’s, goede relaties met artsen, autonomie van
de verpleegkundigen, support door het afdelingshoofd, zeggenschap van de verpleegkundigen over de beroepsuitoefening,
scholingsmogelijkheden, voldoende personeel en patiëntgerichte
cultuur). Als aan deze kenmerken is voldaan ontvangen patiënten
de beste zorg, geleverd door verpleegkundigen die hun werk met
plezier uitvoeren volgens de daarvoor geldende richtlijnen en de
laatste stand van de wetenschap. Aangeboden in een omgeving
die ingericht is op de noden en wensen van de patiënt en ingebed
in een omgeving van gedrevenheid en passie om iets dat goed is
nog verder te verbeteren.
De belangrijkste pijlers van het programma EZ zijn de projectgroep Verpleegkundige Professionaliteit, die zich vooral
bezighoudt met de inhoudelijke beroepsontwikkeling en de
projectgroep Het Productieve Verpleegteam, die zich richt op de
organisatie van de zorginhoudelijke processen.
Binnen genoemde projecten zijn de onderwerpen ter hand
genomen.
Project Verpleegkundige Professionaliteit:
• E-learning modules: ontwikkeling format voor verplichte
e-learning modules voor de verpleegafdelingen.
• Intercollegiale toetsing en basiskwaliteit: ontwikkeling kaders
voor praktische/ intercollegiale toetsing van de voorbehouden
en risicovolle handelingen.
• Evidence Based Practice: scholing en begeleiding van een
aantal afdelingen in het werken met Evidence Based Practice.
• Verpleegsensitieve indicatoren: focus op verhogen van registratie van en interventie op verpleegsensitieve indicatoren.
• Effectieve Dialoog met artsen: ontwikkelen van een methode
van multidisciplinaire intervisie op de IC.
• SBARR methode toepassen in de praktijk: scholing van
verpleegkundigen in het toepassen van de SBARR methode
(situatie, behandeling, analyse, respons, repeteer).
• Verpleegkundige Scriptieprijs: organisatie van de prijs voor
beste verpleegkundige scriptie in het St. Antonius Ziekenhuis.
• Concrete vertaling van kenmerken van Excellente Zorg naar de
jaarplannen 2014.
Project Het Productieve Verpleegteam:
• Nieuwe locatie Utrecht: organisatie van teambuildingssessies
voor de nieuwe teams in Utrecht, routespel voor medewerkers om de toekomstige nieuwe werkplek en procedures te
leren kennen. Daarnaast met behulp van de methode van het
Productieve Verpleegteam de belangrijkste processen op de
nieuwe afdeling in kaart brengen en hier teamafspraken over
maken.
• Kennisdeling middels symposium/kennismarkt en trainingen
5S methodiek : organisatie van symposia waarin afdelingen
elkaar laten kennismaken met hun best practice en trainen van
medewerkers uit de zorg en ondersteunende diensten in de
5S methodiek.
• Implementatie verbeterborden en afsprakenborden op
verpleegafdelingen: opstarten bordbesprekingen op de
afdelingen, aan de hand van verbeter- en afsprakenborden
waarop wordt vastgelegd welke problemen verpleegkundigen
in hun werk ervaren en hoe deze structureel opgelost kunnen
worden.
• Toolbox Excellente Zorg: ontwikkelen van een toolbox voor
niet-PV afdelingen waardoor zij met beperkte begeleiding
zelfstandig een aantal lean tools kunnen toepassen op de
afdeling.
• Digitaal bezoekersbord: ontwikkeling van een digitaal bezoekersbord voor enkele pilotafdelingen, waarop bezoekers bij
binnenkomst direct kunnen zien op welke kamer patiënten
liggen en verpleegkundigen minder gestoord worden in hun
werk.
5.2 Wetenschappelijk onderzoek en
innovatie
Ruimte voor en begeleiding van klinisch wetenschappelijk onderzoek is van groot belang voor volwaardige opleidingen en een
innovatief klimaat binnen een ziekenhuis. Gezien de aard en
grootte van de patiëntenpopulatie is het St. Antonius Ziekenhuis
bij uitstek geschikt voor het deelnemen aan grootschalige (multicentre) onderzoeken.
Afdeling Research en Development (R&D)
Het St. Antonius Ziekenhuis beschikt over een afdeling R&D met
een goede infrastructuur die het klinisch wetenschappelijk onder-
24
zoek ondersteunt en stimuleert. De afdeling R&D beschikt over
eigen epidemiologische en statistische expertise.
De afdeling R&D organiseert verschillende activiteiten en evenementen om wetenschappelijk onderzoek binnen het St. Antonius
Ziekenhuis te stimuleren. Eens per jaar wordt samen met de
arts-assistentenvereniging de ‘St. Antonius Wetenschapsavond’
georganiseerd. Tijdens deze avond wordt een prijs uitgereikt
voor de meest succesvolle studie en presentatie. Tevens krijgt
de verpleegkundige met de beste scriptie een prijs. De winnaars
van 2013 waren Sebastiaan Velthuis met zijn studie ‘diagnostiek
van pulmonale arterioveneuze malformaties die zorgen voor een
rechts-links shunt van bloed’ en Corijna Reede (verpleegkundige
van de afdeling A2) voor haar scriptie ‘Wil de HBO-verpleegkundige opstaan?’.
Om naast medisch specialistisch onderzoek ook verpleegkundig
onderzoek te stimuleren is in het kader van Excellente Zorg en
Evidence-Based Practice een Verpleegkundig Onderzoekers
Platform opgericht. Binnen het platform delen verpleegkundigen
kennis en ervaring.
Een andere activiteit is het aanbieden van onderwijs aan onderzoekers. In 2013 heeft de afdeling R&D samen met de Antonius
Academie GCP (Good Clinical Practice) trainingen en een cursus
Wetenschappelijk Engels georganiseerd. De drie GCP trainingen
zijn samen met Roche verzorgd. In totaal hebben 55 personen
deelgenomen. Daarnaast is een GCP-light training ontwikkeld voor
het introductieprogramma van arts-assistenten. Bij deze training (gestart in juni 2013) ligt het accent op het inclusietraject
en de veiligheid van de patiënt die participeert in wetenschappelijk onderzoek. Ruim 100 arts-assistenten hebben de training
gevolgd.
Financieren van onderzoek
De overheid en zorgverzekeraars stellen steeds minder financiële
middelen ter beschikking en dit zal in de toekomst niet verbeteren. Dat betekent dat het St. Antonius Ziekenhuis steeds meer
gericht zal meedingen naar onderzoeksgelden vanuit de overheid en onderzoek meer met private middelen moet financieren.
Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat de Stichting St. Antonius
Onderzoeksfonds is opgericht, waarmee de werving van middelen
beter is georganiseerd.
Onderzoeksfonds
In 2013 zijn dertig projecten ter beoordeling voorgelegd aan de
Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van het Onderzoeksfonds.
Op een goed bezochte avond werden de beste elf voorstellen
door de onderzoekers gepresenteerd. De WAR selecteerde hieruit
de 10 projecten die voor in totaal 332.806 euro zijn ondersteund.
Bij toekenning van de subsidie, financiert het Onderzoeksfonds
2/3 en de betreffende maatschap 1/3. Daarnaast heeft het
Onderzoeksfonds in 2013 ongeveer 2 miljoen aan giften opgehaald.
Overige gelden
In 2013 is een aantal belangrijke ZonMW subsidies toegekend.
In het ZonMW programma ‘Goed Gebruik Geneesmiddelen’ is
de volgende subsidie toegekend: Rituximab in life threatening
immune mediated inflammatory lung diseases: a potential life
saving intervention.
Daarnaast zijn 2 projecten toegekend in het kader van voorwaardelijke toelating tot het verzekerde pakket:
• Behandeling van patiënten met therapie-refractaire ziekte
van Crohn met autologe stamceltransplantatie (in samenwerking met UMCU);
• Transluminale endoscopische step-up benadering bij patiënten met geïnfecteerde pancreasnecrose. (St. Antonius
Ziekenhuis is deelnemend centrum).
Innovatiefonds
Binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een Innovatiefonds beschikbaar om innovatieve initiatieven binnen de Medische Staf te
stimuleren. De commissie Geneeskundige Innovatie adviseert de
Raad van Bestuur en het Stafbestuur welke ingediende innovatievragen in aanmerking zouden moeten komen voor de beschikbare middelen van het innovatiefonds. Bij de beoordeling van de
aanvragen wordt gekeken naar de volgende criteria:
• relatie met de zorgportfolio van het ziekenhuis en de gekozen
focusgebieden;
• het innovatieve karakter van de aanvraag;
• de meerwaarde voor de patiënt.
In 2013 zijn drie aanvragen gehonoreerd:
• A. Kummer (Pathologie): Het opzetten van DNA sequencing
technologie waarbij gebruik gemaakt wordt van next-generation sequencing (NGS) apparatuur;
• Vijverberg, Van Melick, Van Strijen en Bollen (Urologie): Het
verbeteren van prostaatdiagnostiek d.m.v. een combinatie van
multiparametrische MRI beelden, en
• K.G. Auw Yang (Orthopedie): De implementatie van Chrondocelect in 2013.
Toetsen van het onderzoek
De afdeling R&D ondersteunt onderzoekers ook bij het toetsen
van hun onderzoek in het kader van de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Onderzoek is WMO-plichtig
als er sprake is van medisch-wetenschappelijk onderzoek en als
personen aan handelingen worden onderworpen of hen gedragsregels worden opgelegd. Onderzoek van het St. Antonius Ziekenhuis dat WMO-plichtig is wordt ingediend bij de onafhankelijke
Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO).
In de VCMO werken het St. Antonius Ziekenhuis, het Onze Lieve
Vrouwe Gasthuis te Amsterdam, het Meander Medisch Centrum te
Amersfoort-Baarn-Soest en het Diakonessenhuis te Utrecht-Zeist
samen. In 2013 heeft de VCMO 49 nieuwe studies in behandeling
genomen, waarvan 26 studies waren ingediend door onderzoekers vanuit het St. Antonius Ziekenhuis.
Het doen van wetenschappelijk onderzoek maakt steeds meer
deel uit van onze cultuur. Het aantal ingediende zelfgeïnitieerde
25
studies is in 2013 met 9% toegenomen. Om de kwaliteit te
borgen van de zelfgeïnitieerde mensgebonden onderzoeken,
heeft de afdeling R&D in 2012 een intern systeem opgezet
om dit te monitoren. In 2013 zijn 21 studies gecontroleerd. Het
monitoringsysteem is aangescherpt naar aanleiding van een
inspectie door IGZ. De IGZ heeft een zelfgeïnitieerde studie van
de afdeling Kindergeneeskunde geïnspecteerd. Naar aanleiding
van deze inspectie is een volledige beschrijving van de taakverdeling bij onderzoek gemaakt. Bij zelfgeïnitieerd onderzoek kunnen
taakverdeling/verantwoordelijkheden afwijken van de taakverdeling zoals die in de GCP richtlijnen is vastgelegd.
5.3 Antonius Academie
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft als topklinisch opleidingsziekenhuis een eigen academie. De Antonius Academie heeft een
groot opleidingsaanbod en biedt vele mogelijkheden voor professionals om (verder) te leren en zich te ontwikkelen. De Academie
beschikt daartoe over een afdeling medische opleidingen, een
afdeling verpleegkundige opleidingen en het Kennis en Informatiecentrum.
De afdeling verpleegkundige opleidingen verzorgt (gespecialiseerde) opleidingen voor verpleegkundig, medisch ondersteunend en diagnostisch personeel voor zowel in huis als daarbuiten.
Daarnaast verzorgt en ondersteunt de Academie opleidingen en
trainingen in het kader van persoonlijke ontwikkeling en leiderschap. Tot slot richt de Antonius Academie zich op onderwijsinnovatie en wetenschappelijk onderzoek.
Een aantal centrale thema’s geldt voor de gehele Academie. Zo
zijn ‘Onderwijsvernieuwing’ en opleidingsvisitaties onderwerpen
die actueel zijn voor alle medische en verpleegkundige opleidingen die door de Academie worden georganiseerd of ondersteund. In onderstaande wordt het onderscheid tussen medische
en verpleegkundige opleidingen slechts daar gemaakt waar dat
wezenlijk verschillend is.
Onderwijsvernieuwing / Modernisering
Het innovatieproject ‘Modernisering Medisch en Verpleegkundig
Onderwijs’ is in 2013 verder geïmplementeerd. In het nieuwe
curriculum van de opleidingen vormen de CanMeds-competenties de eindtermen van de opleiding. Daarnaast zijn de structuur
en de inhoud van de nieuwe verpleegkundige opleidingen bepaald
door twaalf thema’s die de beroepspraktijk van de verpleegkundige kenmerken. Deze bijstelling van het curriculum draagt sterk
bij aan een krachtiger invulling van competentiegericht onderwijs
(en leren) en een meer open en flexibele structuur van het curriculum.
Voor wat betreft de medische vervolgopleidingen heeft de
Centrale Opleidingscommissie (COC) een actieplan in werking
gezet, waarbij de focus werd gelegd op drie thema’s:
Lokale Opleidingsplannen
In 2013 zijn alle Lokale Opleidingsplannen (LOPs) geactualiseerd.
Aan alle opleidingsplannen is een beschrijving toegevoegd van de
specifieke opleidingstaken en verplichtingen van de leden van de
opleidingsgroep. Daarnaast is aan alle LOPs een hoofdstuk Kwaliteitszorg toegevoegd, en is voor de opleidingen die het betreft
het LOP aangepast aan de opleidingssituatie op de nieuwe locatie
in Utrecht.
Professionalisering opleiders en opleidingsgroepen
Uit de STZ-visitatie in april 2013 kwam naar voren dat nog niet
voldaan is aan de eis dat minimaal tachtig procent van de opleidende staf Teach-the-Teacher geschoold is. Daarom is ingezet op
het organiseren van extra scholing, waardoor ultimo 2013 ruim
negentig procent minimaal de basistraining had gevolgd.
De commissie Docentprofessionalisering, die door de COC is
ingesteld, heeft zich in 2013 georiënteerd op het nieuwe opleidersprofiel en het landelijke cursusaanbod op didactisch gebied.
Daarmee wordt een vervolgprogramma ontwikkeld dat wordt
afgestemd op de specifieke behoefte van de verschillende opleidingsgroepen in het St. Antonius Ziekenhuis.
Kwaliteitszorg
De COC heeft een integraal kwaliteitszorgsysteem vastgesteld
voor alle medische vervolgopleidingen in het St. Antonius Ziekenhuis. Bij alle opleidingen is inmiddels een PDCA-cyclus geïmplementeerd, die een continue kwaliteitsimpuls genereert en die
de COC zal monitoren. In 2013 zijn in dat kader drie reguliere
proefvisitaties uitgevoerd, waarvan de resultaten in de COC zijn
besproken. Daarnaast is bij alle opleidingen in 2013 de D-RECT
vragenlijst afgenomen om het opleidingsklimaat te meten.
De COC van het St. Antonius Ziekenhuis fungeert als overlegorgaan conform het Kaderbesluit CCMS van 11 mei 2009, ingegaan
op 1 januari 2011. Kerntaken van de COC zijn het bewaken van de
kwaliteit van de opleidingen en het opleidingsklimaat, het ondersteunen bij opleidingsvisitaties, het bevorderen van kennisuitwisseling en het bemiddelen bij geschillen tussen aios en opleiders.
26
Opleidingsvisitaties
Overige thema’s
STZ-visitatie
Initiële opleiding Geneeskunde
Op 25 april 2013 vond de STZ-hervisitatie van het ziekenhuis
plaats. Dankzij een gedegen voorbereiding is de visitatie voorspoedig verlopen. De commissie was onder andere zeer positief
over het stimulerende onderzoeks- en leerklimaat en de ambities
van het ziekenhuis en de IC, inclusief de leerunit aldaar.
Het STZ-lidmaatschap van het St. Antonius Ziekenhuis is voor 5
jaar verlengd.
In het St. Antonius Ziekenhuis verzorgen vrijwel alle specialismen
een opleiding voor co-assistenten.
Zij kunnen in het eerste jaar via Studentencoördinatie geplaatst
worden voor een verpleegkundige stage. In het derde, vierde en
vijfde jaar van de opleiding kunnen zij veel van de benodigde
co-schappen voor hun opleiding tot basisarts in het St. Antonius
Ziekenhuis volgen. Voor studenten van de Universiteit Utrecht
zijn hiervoor vaste jaarplaatsen gereserveerd bij Dermatologie,
Gynaecologie, Heelkunde, Interne Geneeskunde, Kindergeneeskunde, KNO, Neurologie en Psychiatrie. Daarnaast zijn er voor
geneeskundestudenten in het zesde jaar legio mogelijkheden
voor keuze-stages. In totaal hebben in 2013 ruim 500 studenten
Geneeskunde een co-schap in het St. Antonius Ziekenhuis
gevolgd.
Proefvisitatie verpleegkundig specialist
OOR Utrecht
Dit jaar heeft de eerste proefvisitatie vanuit de Registratiecommissie specialismen verpleegkundigen plaatsgevonden in het
ziekenhuis. Deze visitatie had een tweeledig doel: deskundigheidsbevordering voor de leden van de visitatiecommissie enerzijds (zij zijn door P. Breslau begeleid), en anderzijds voor het
ziekenhuis vaststellen in hoeverre er nu wordt voldaan aan de
criteria van het Algemeen Besluit Specialismen Verpleegkunde.
De proefvisitatie is goed verlopen. Het belangrijkste verbeterpunt betreft de praktijkcomponent, waarbij helderheid moet
komen over de verschillende verantwoordelijkheden en centrale
werkafspraken hierover. Deze aandachtspunten worden in 2014
opgepakt.
De Onderwijs- en Opleidingsregio (OOR) Utrecht speelt een
belangrijke rol bij de verdeling van opleidingscapaciteit en regionale afspraken op het gebied van kwaliteit en strategie. De
voorzitter van de RvB van het St. Antonius Ziekenhuis is vicevoorzitter van de bestuursvergadering van de OOR Utrecht. Deze
vergadering wordt voorbereid door het leerhuismanagersoverleg.
Het hoofd Medische Opleidingen van de St. Antonius Academie is
lid van dit overleg.
Belangrijkste aandachtspunten van de visitatiecommissie waren
het volgen van de Teach-the-teacher cursus door alle opleiders,
en minimaal 80% van de opleidende maatschappen. Naar aanleiding hiervan is overigens onmiddellijk actie ondernomen, zie
verder onder ‘medische opleidingen’.
Medische vervolgopleidingen
Ultimo 2013 zijn 25 medische vervolgopleidingen (inclusief de
bèta-beroepen en Spoedeisende Geneeskunde) in het St. Antonius Ziekenhuis erkend voor de opleiding. Gezamenlijk zijn zij
verantwoordelijk voor gemiddeld 149 FTE aios.
Van de volgende opleidingen is de tussentijdse rapportage in
2013 akkoord bevonden door de RGS: Interne Geneeskunde,
Kindergeneeskunde, KNO en MDL.
De Klinische Chemie en Klinische Fysica zijn in 2013 door de
betreffende Wetenschappelijke Verenigingen opnieuw erkend
voor de opleiding.
Erkenningen
In 2013 zijn 6 opleidingen door de RGS gevisiteerd. Voor Anesthesiologie, Cardiothoracale Chirurgie, Longgeneeskunde en
Pathologie is de opleiding opnieuw voor een periode van 5 jaar
erkend. Voor Gynaecologie en Nucleaire Geneeskunde is de uitslag
van de visitatie nog niet bekend. P. Bruins en D.J.F. Nieuwenhuijs
zijn in 2013 nieuw erkend als resp. opleider en plaatsvervangend
opleider Anesthesiologie. Dhr. M.F. Verhagen is nieuw erkend als
plaatsvervangend opleider Spoedeisende Geneeskunde.
Kennis en Informatiecentrum
Het KIC verzorgt de wetenschappelijke informatievoorziening
voor alle professionals binnen het ziekenhuis. Dat doet zij door
beschikbaar stellen van een (digitale) collectie relevante vakliteratuur. Hier bovenop leveren de informatiespecialisten van het KIC
inhoudelijke ondersteuning door het uitvoeren van en adviseren
bij literatuuronderzoek ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en zorg.
EBP-project
Binnen het programma Excellente Zorg is in 2013 het project
Evidence Based Practice (EBP) opgestart. Naar voorbeeld van het
AMC, worden verpleegkundigen geschoold om te leren denken en
handelen volgens de EBP-methode, en daarmee wetenschap en
zorg dichterbij elkaar te brengen.
De informatiespecialisten van het KIC zijn actief in de adviesgroep EBP. De informatiespecialisten hebben ruime ervaring in
het zoeken naar evidence binnen het medische domein, en gaan
diezelfde rol nu spelen in het verpleegkundig domein.
5.4 Belanghebbenden en samenwerkingspartners
Het St. Antonius Ziekenhuis kent een groot aantal stakeholders en
samenwerkingspartners, die in vijf groepen zijn in te delen:
• andere zorgaanbieders (waaronder verwijzers)
• andere instanties en bedrijven
27
•patiënten(organisaties)
•zorgverzekeraars
• overheid en (zijn) inspecties (gemeentelijk, provinciaal en
landelijk)
In deze paragraaf geven wij hieronder een overzicht van de
belangrijkste samenwerkingsrelaties van het St. Antonius
Ziekenhuis met andere zorgaanbieders.
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Sinds enige tijd zijn de Raden van Bestuur en de Stafbesturen van
het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis met
elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor een intensievere
samenwerking. Beide ziekenhuizen hebben de ambitie om de
kwaliteit van de zorg in de regio beter en efficiënter te organiseren. Deze samenwerking moet leiden tot een verbetering van
de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg.
Begin juli 2012 heeft het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis zich unaniem
uitgesproken voor een samenwerking met het St. Antonius
Ziekenhuis als strategische partner. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is regionale samenwerking van waarde voor behoud
en uitbreiding van de topreferente zorg op onder meer cardiothoracaal, vasculair en oncologisch gebied. In 2013 hebben beide
ziekenhuizen een intentieverklaring tot fusie ondertekend en is
een medisch meerwaarde-onderzoek gestart.
van de samenwerking is o.a. op het gebied van kwaliteitsbevorderende maatregelen, het ontwikkelen van gezamenlijke onderwijs- en opleidingsprogramma’s, gezamenlijke investeringen in
de ICT-ontwikkeling, vergroten inkoopkracht en verkoopkracht,
benutten voordelen op het gebied van HRM en gezamenlijke
strategie huisvesting. Samenwerking op kwaliteit is de primaire
medisch inhoudelijke drager van het Santeon-verband. In 2013
heeft St. Antonius Ziekenhuis intensief geparticipeerd in verschillende initiatieven. In 2013 zijn op de onderwerpen kwaliteit,
onderzoek en werkgeverschap resultaten geboekt die op verschillende plaatsen in het jaardocument worden genoemd, waaronder
de Santeonzorgpaden en de uitkomst-indicatoren (zie kwaliteitsbeleid). Een ander voorbeeld is de farmadatabase voor de ‘beste’
farmacotherapie die in 2013 door de ziekenhuisapothekers van
het Martini Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis in de basis is
opgezet. Anoniem worden alle recepten, diagnoses en behandeluitkomsten van patiënten vastgelegd met als doel dat alle Santeon
ziekenhuizen dit gaan doen waardoor gegevens kunnen worden
vergeleken. Uitgebreide informatie is te vinden in de bijlage en op
www.santeon.nl.
Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen
(STZ)
Eind 2013 is de keuze gemaakt om meerdere scenario’s waarin
vergaande concentratie wordt vormgegeven uit te werken. Iedere
locatie heeft in deze scenario’s een eigen profiel. Chronische zorg
blijft – als uitgangspunt – dicht bij de patiënt door op alle locaties poliklinische zorg aan te bieden; meer specifieke zorg wordt
geconcentreerd.
Het meerwaarde-onderzoek wordt in nauwe samenwerking
tussen de Medische Staf en de Raad van Bestuur uitgevoerd.
Vanuit de Medische Staf van het ziekenhuis is daarbij een aantal
aandachtspunten naar voren gebracht. Toename van de omvang
van de maatschappen bij fusie vraagt om een bezinning op de
organisatie en besturing van een maatschap.
Ziekenhuis Rivierenland Tiel
In de periode maart tot en met juli 2012 heeft een intensivering van de gesprekken plaatsgevonden over de strategische
samenwerking tussen het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis
Rivierenland. Dit heeft ertoe geleid dat eind 2012 een samenwerkingsovereenkomst tussen beide ziekenhuizen is getekend.
Beide huizen zien elkaar als ‘preferred partner’ waarmee in eerste
instantie wordt gesproken indien een concrete mogelijkheid tot
samenwerking zich aandient. In 2013 is gewerkt aan deze samenwerking op specialismenniveau.
Santeon Ziekenhuizen
Het St. Antonius Ziekenhuis vormt met vijf andere topklinische
ziekenhuizen in Nederland de landelijke ziekenhuisketen Santeon.
Met deze ziekenhuizen delen wij de ambitie om topzorg te
leveren in een gastvrije, mensgerichte omgeving. De doelstelling
Met 27 andere opleidingsziekenhuizen in Nederland werkt het
St. Antonius Ziekenhuis samen in de Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ). Kern van het
samenwerkingsverband van deze ‘Teaching Hospitals’ vormen de
medisch specialistische opleidingen en de topklinische en topreferente functies. De STZ-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijk
verantwoordelijk voor:
• het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg, topklinische
behandeling en topreferente zorg
• onderwijs en opleidingen in brede zin
• toegepast wetenschappelijk onderzoek
•zorginnovatie.
In april 2013 is het St. Antonius Ziekenhuis opnieuw gevisiteerd
door de STZ. Deze visitatie is gezamenlijk voorbereid met de
Medische Staf, de Antonius Academie, de Centrale Opleidings
Commissie, R&D en de Raad van Bestuur. De accreditatie heeft
het St. Antonius Ziekenhuis positief afgesloten met de volgende
opmerkingen:
28
• Niet alle opleiders en plaatsvervangend opleiders hebben de
Teach the Teacher cursus gevolgd.
• Niet 80% van de leden van niet opleidende vakgroepen heeft
de Teach the Teacher opleiding gevolgd.
Daarnaast zijn de volgende adviezen gemaakt:
• Opleiden meenemen in de missie en visie van het ziekenhuis.
• De Antonius Academie en de afdeling R&D onder een noemer
laten vallen qua organisatie.
Zowel de zwaarwegende adviezen als de opmerkingen zijn per
direct ingevuld.
Huisartsenposten
Op de locaties Nieuwegein, Utrecht en op de polikliniek Houten is
een huisartsenpost van Primair gevestigd.
Op de locaties Nieuwegein en Utrecht wordt met de lokale huisartsen gewerkt aan de inhoudelijke samenwerking ten behoeve
van integratie van de spoedzorg.
de nieuwe locatie in Utrecht.
Ketenafspraken met zorggroepen
Met verschillende zorggroepen in het verzorgingsgebied van
het St. Antonius Ziekenhuis zijn ketenafspraken gemaakt voor
samenwerking op het gebied van diabetes mellitus en/ of COPD.
Het betreft Stichting Multidisciplinaire Zorg Houten, de Coöperatie Stadsmaatschap Utrecht, Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, Stichting Ketenzorg Kanaleneiland, Stichting Gezondheidscentra Utrecht en Ketenzorg NU.
In verschillende eerstelijns centra worden voor diabetes en COPD
casuïstiekbesprekingen met specialisten en eerstelijns zorgverleners georganiseerd. Deze vinden plaats in Houten, in Nieuwegein
en in Utrecht.
Leidsche Rijn Julius Gezondheidszorgcentra
Het St. Antonius Ziekenhuis is een van de oprichtende partijen
geweest voor de eerstelijns gezondheidscentra. Op inhoudelijke
zorgprojecten wordt met elkaar samengewerkt.
Polikliniek Houten en Polikliniek Utrecht Overvecht
AlNatal
Op de locaties Houten en Utrecht Overvecht kan de patiënt onder
één dak terecht voor reguliere en acute huisartsenzorg, diagnostiek en tweedelijns poliklinische zorg. Het St. Antonius Ziekenhuis
verzorgt de poliklinische zorg inclusief diagnostiek in samenwerking met Saltro. Daarnaast werkt het St. Antonius Ziekenhuis
vanuit deze centra nauw samen met de eerste lijn: in Houten met
de Stichting Houtense Huisartsen, in Overvecht met de Overvecht
Stichting Overvecht Gezond. Daarnaast is er samenwerking met
de huisartsen van Primair.
Met deze partners wordt samengewerkt aan inhoudelijke afstemming. Uitgangspunt hierbij is het realiseren van zorg op de juiste
plek. In Houten onder andere door het organiseren van casuïstiekbespreking en in Overvecht door de start met de pilot ‘wijkspecialisme’ waarbij er per specialisme een contactpersoon is voor de
huisartsen.
St. Antonius Alnatal is in 2005 ontstaan toen een verloskundigenpraktijk in Nieuwegein en de gynaecologen van het St. Antonius
Ziekenhuis besloten de zorg voor zwangeren voor, tijdens en na
de bevalling anders aan te pakken. Door op één locatie in het St.
Antonius Ziekenhuis nauw samen te werken, met elkaar en de
specialisten van het St. Antonius Ziekenhuis, konden de zorg rond
zwangerschap, geboorte en gezin naar een hoger plan worden
getild. Drijfveer van Alnatal is het steeds weer verbeteren van
deze zorg.
Behalve dat AlNatal eigen verloskundigen in huis heeft wordt ook
intensief samengewerkt met andere verloskundigenpraktijken.
In juli 2013 is de polikliniek Utrecht Overvecht geopend als onderdeel van het transmurale centrum bij verpleeghuis Tamarinde van
Careyn.
In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van
Polikliniek Houten naar het nieuwe pand; Transmuraal Centrum
Houten.
Medisch Coördinatie Centrum
Het Medisch Coördinatie Centrum St. Antonius Ziekenhuis (MCC)
is het overlegorgaan voor samenwerking en afstemming met
huisartsen. In het MCC zijn de huisartsenverenigingen uit het
verzorgingsgebied en de Medische Staf vertegenwoordigd. Het
aandachtsgebied van het MCC is het verbeteren van de relatie en
samenwerking tussen huisartsen en specialisten in het ziekenhuis.
Initiatieven op het gebied van Transmurale zorg worden met het
MCC afgestemd. In 2013 betrof het onder andere het vaststellen
van de serviceformule waarin het St. Antonius Ziekenhuis servicenormen benoemt, de opzet van het reguliere verwijzersonderzoek
en de communicatie naar huisartsen rondom de verhuizing naar
Saltro
In 2012 is een intentieovereenkomst getekend tussen Saltro en
het St. Antonius Ziekenhuis met als doel de ketenzorg rondom
diagnostiek efficiënter te organiseren om zo de kwaliteit van zorg
en service naar patiënten te verbeteren. In 2013 zijn nadere
afspraken gemaakt om hier invulling aan te geven.
Transmurale Apotheek
De Transmurale Apotheek St. Antonius Beheer BV is een openbare
apotheek op de begane grond van het St. Antonius Ziekenhuis
(doorgaans de ‘Antonius Apotheek’ genoemd). Voor de uitvoering
van de transmurale apotheek is een samenwerkingsovereenkomst
getekend tussen gezondheidszorgcentrum de Roerdomp en het
St. Antonius Ziekenhuis.
De apotheek fungeert als schakelpunt tussen de intra- en extramurale zorg. Daarnaast is de Antonius Apotheek dienstapotheek
voor de regio Nieuwegein, IJsselstein, Vianen en Lopik.
29
6. Personeelsbeleid
Algemeen personeelsbeleid
Vitale, vakbekwame en gemotiveerde medewerkers zijn belangrijk voor het St. Antonius Ziekenhuis om patiënten excellente zorg
te kunnen bieden of daarbij te kunnen ondersteunen. Toenemend
komt daarbij het accent te liggen op het nemen van eigen regie
en verantwoordelijkheid. Leidinggevenden worden gestimuleerd
in de ontwikkeling van hun leidinggevende rol ter ondersteuning
van de medewerkers, gericht op het realiseren van de doelen van
de organisatie. Hieronder worden het beleid, de inspanningen en
de prestaties per aandachtsveld weergegeven:
In 2014 zal daarnaast de focus meer komen te liggen op de
interne arbeidsmarkt. O.a. door een meer flexibele inzet van
personeel vanuit de flexibele schil worden steeds meer vacatures
vervuld door interne medewerkers. Dit leidt tot meer beweging en
mobiliteit op de interne arbeidsmarkt. Doelstellingen hierbij zijn:
• Vergroten van de effectiviteit en kwaliteit van de werving.
• Het verminderen van kosten van de inzet van flexibel personeel.
• Vergroten van de mobiliteit van de interne medewerker door
het aanbieden van een online mobiliteitsplatform.
Verzuim
Arbeidsmarkt
Het St. Antonius Ziekenhuis opereert momenteel op een ruime
arbeidsmarkt. Dit als gevolg van een terugloop in de productie,
minder uitstroom van personeel en meer aanbod van personeel
op de arbeidsmarkt. Voor het ziekenhuis betekent dit concreet dat
er minder vacatures te vervullen zijn, terwijl er een groter aanbod
van sollicitanten is. Dit vraagt om een kwalitatief hoogstaande
werving en selectieprocedure, waarbij door o.a. meer doelgroepgericht werven het aantal sollicitanten beheersbaar wordt
gehouden en de kwaliteit van de sollicitanten wordt verhoogd.
Het bestaande beleid is geactualiseerd en omgezet in een plan
van aanpak waarin met name de taakverdeling en de verschillende rollen verder zijn geëxpliciteerd. Dit heeft er toe geleid
dat er een scheiding is aangebracht in de ondersteuning van de
casemanagers in het 1e jaar en 2e jaar verzuim. Doelstelling is
gericht op terugdringing van het langdurig verzuim en beperking
van de instroom WGA. Er zijn diverse trainingen gegeven over de
visie op verzuim, wetgeving ( Wet Verbetering Poortwachter),
gesprekstechnieken en het gebruik van de database. St. Antonius
Ziekenhuis is sinds juli 2010 eigen risicodrager in het kader van
de WGA, wat betekent dat er rechtstreeks invloed uitgeoefend
kan worden op beheersing van de schadelast door instroom in de
WGA te beperken.
Het verzuim is gedaald van 4,2% in 2012 naar 4,0% in 2013. Met
name het langdurig verzuim liet een sterke daling zien, te weten
1,2% in 2012 naar 0,6% in 2013. Het verzuim in het eerste jaar
liet een stijging zien. De focus op het langdurig verzuim in het 2e
jaar leidt daarmee tot het gewenste resultaat. Voor het komende
jaar zullen deze ervaringen meegenomen worden in een verdergaande heroriëntatie op de ondersteuning van het casemanagement in het eerste verzuimjaar, om op deze wijze te komen tot
een verdere verlaging van het verzuim. De meldingsfrequentie
bleef gelijk, te weten 1,2 meldingen gemiddeld per medewerker.
Inspanningen en prestaties waren in 2013:
• 90% van de vacatures worden centraal via Antonius@Work
afgehandeld wat leidt tot schaalvoordelen, snellere doorlooptijden, meer grip op de kwaliteit van instroom en input van
data voor HR-analytics.
• Een professionele website voor externe sollicitanten met
informatie over het St. Antonius Ziekenhuis als werkgever,
vacatures, stage opdrachten en opleidingen (www.werkenbijantonius.nl).
• Antonius@Work als coördinatiepunt voor stage opdrachten
en vakantiewerk met gerichte promotie activiteiten richting
deze toekomstige doelgroep.
• Profilering als ziekenhuis bij verschillende doelgroepen door
het opbouwen van talentpools en inzet van selectiemiddelen.
• Certificering als Top Employer door het onderzoeksbureau
CRF, als onderdeel van het St. Antonius Ziekenhuis als aantrekkelijke werkgever.
Instroom WGA
In 2012 zijn er 12 medewerkers ingestroomd in de WGA, waarvan
50% volledig en 50% gedeeltelijk. In 2013 is de instroom
gehalveerd naar 6, waarvan 67% volledig en 33% gedeeltelijk.
Actualisatie en het opnieuw onder de aandacht brengen van
het herplaatsingsbeleid heeft hieraan een belangrijke bijdrage
geleverd. In 2012 werden er 5 loonsancties opgelegd in verband
met onvoldoende re-integratie-inspanningen. Dit aantal bleef in
2013 gelijk. Als grote werkgever worden er extra inspanningen
verwacht van het St. Antonius Ziekenhuis.
Gezondheid en Vitaliteit
Doelstelling is om de focus te verleggen van ziekte en verzuim
naar gezondheid. Managers en leidinggevenden worden gestimuleerd hun rol te nemen. Duidelijk is dat in eenheden waar de
focus hierop gericht is, een daling van het verzuim waarneembaar
30
is. Deze voorbeelden worden gebruikt voor de verbreding in het
gehele ziekenhuis. De commissie Gezondheid en Vitaliteit ondersteunt de uitvoering van het beleid. Het onderwerp gezondheid
en vitaliteit staat op de agenda en is meer dan voorheen onderwerp van gesprek.
Risico Inventarisatie en Evaluatie
Het ziekenhuis voldoet aan de wettelijke verplichting iedere vijf
jaar voor alle afdelingen een Risico Inventarisatie en Evaluatie
(RI&E) uit te voeren. Daarmee wordt bijgedragen aan de veiligheid
van medewerkers. In de tweede helft van 2011 en de eerste helft
van 2012 is bij alle afdelingen de risico-inventarisatie uitgevoerd.
Deze RI&E is per eenheid ge-audit. Managers hebben hierdoor
stuurinformatie en afdelingen gebruiken elkaars ervaringen
om gezamenlijk op te trekken. In september is een deel van het
ziekenhuis naar de nieuwe locatie in Utrecht verhuisd. Dat betekent voor een groot aantal eenheden dat een actualisatie van de
bestaande RI&E nodig is. Een Plan van Aanpak is hiervoor gemaakt
en wordt in 2014 verder uitgewerkt.
HR meetbaar maken
P&O heeft in 2013 veel tijd geïnvesteerd in het opzetten van
een afdeling HR Analytics. Hier ligt de verantwoordelijkheid om
de managementinformatie met betrekking tot het personeel te
professionaliseren en het menselijk kapitaal inzichtelijk te maken.
Voor het ziekenhuis zal dit resulteren in een HR Dashboard en
cijfermatige ondersteuning van het HR beleid. Naar verwachting
worden in 2014 hier de vruchten van geplukt.
MTO-light
•
In 2013 is twee keer een MTO-Light gehouden om de
effecten van de verbeterpunten van de eenheden te monitoren en om tussentijds bij te sturen;
• De uitkomsten hiervan lieten in het begin van het jaar nog
positieve effecten van de verbeteracties zien. Later zijn
verslechteringen te zien als het gaat om bijvoorbeeld de
ervaren werkdruk, verminderd werkplezier en bevlogenheid
en een hogere beleving van vermoeidheid en herstelbehoefte.
De resultaten zijn gepresenteerd en besproken met de RvB, OR,
en de managers. De medewerkers zijn geïnformeerd over de
grote lijnen. De managers gaan hun verbeterplannen evalueren en
waar nodig bijstellen of nieuwe verbeterplannen opstellen.
medische fout, agressie, bedrijfsongeval, (mislukte) reanimatie,
privé incident, arbeidsconflict/werkgerelateerde stress.
Klachtencommissie voor medewerkers
In 2013 kwamen bij de commissie 6 klachten en 3 meldingen
binnen. Voor de registratie wordt onderscheid gemaakt tussen
klachten en meldingen. De aanduiding ‘melding’ wordt gehanteerd als het contact met de klager niet tot een inhoudelijke actie
van de commissie leidt.
Bij 2 klachten werd de formele behandelingsprocedure gevolgd
en een advies aan de Raad van Bestuur uitgebracht. Bij 4 klachten
kon worden bemiddeld.
De 3 in 2013 ontvangen meldingen betroffen het St. Antonius Ziekenhuis als ziekenhuis en als werkgever. De 2 klachten
betroffen seksuele intimidatie en een conflict met de leidinggevende(n). De 4 klachten waarin bemiddeld kon worden waren
divers. Zij zijn alle naar tevredenheid opgelost. Van de 2 behandelde klachten is er één door de klachtencommissie gegrond en
één ongegrond verklaard. In het advies van de Raad van Bestuur
werd in één zaak het standpunt en de adviezen van de commissie
volledig overgenomen, in de andere gedeeltelijk. Over de klachten
en meldingen had de klachtencommissie in 2013 in totaal 20
gesprekken/contacten met een gezamenlijke tijdsduur van 18,25
uur.
Vertrouwenspersonen
In 2013 heeft een wisseling van vertrouwenspersoon plaatsgevonden. Juul Langejans is per 1 januari 2013 gestopt als vertrouwenspersoon en Margreet van Gelder heeft deze functie per 1
april op zich genomen. Hiermee is het aantal weer teruggebracht
tot twee vertrouwenspersonen.
Als gevolg van de verhuizing naar locatie Utrecht is er lange tijd
sprake van gebrekkige bereikbaarheid doordat het telefoonnetwerk niet optimaal functioneert en door de wijziging van telefoonnummer. Dit heeft effect op het benaderen en inschakelen
van de vertrouwenspersoon.
In 2013 is door 21 medewerkers gebruik gemaakt van de diensten van de vertrouwenspersoon. Het aantal contactmomenten is
gemiddeld 3,2 en daarmee iets meer dan in 2012. Daarnaast is er
mailwisseling, overleg en administratie.
TOP-team
‘TOP’ staat voor Trauma Opvang Personeel. Het TOP-team bestaat
uit een doorsnede van het ziekenhuispersoneel en biedt hulp na
een schokkende of traumatische gebeurtenis. Leden van het team
zijn speciaal voor deze taak getraind. Naast individuele begeleiding geeft het TOP-team ook voorlichting en klinische lessen over
het meemaken van een traumatische gebeurtenis, o.a. aan VAR,
aiossen, studenten, Avond-, Nacht- en Weekendhoofden, Mortuarium en Alnatal. In 2013 zijn 10 nieuwe incidenten bij het TOPteam gemeld. Iets minder dan voorgaande jaren. Naar aanleiding
van de meldingen zijn 13 individuele gesprekken gevoerd. De
incidenten betroffen: traumatische ervaringen op de werkvloer,
In 2 gevallen is er sprake van klachten van seksuele intimidatie.
Bij de overige klachten gaat het hoofdzakelijk om intimidatie
in de verhouding tussen medewerker en leidinggevende: de
medewerker voelt zich onheus bejegend en geïntimideerd. Een
aantal keren is dit gekoppeld aan ziek- en herstelmelding en
re-integratie. In andere gevallen is er sprake van beschuldiging
van plotseling niet meer goed functioneren. Ook bejegening door
collega’s, intimidatie op de werkvloer en de wijze van oplossen
van arbeidsconflicten scoort hoog.
Bij het overgrote deel van de meldingen speelt de manier van
communiceren een grote rol. Hierdoor voelt men zich niet
31
gehoord en/of begrepen, alleen te staan in de kwestie of bedreigd
in het voortbestaan van de baan.
Incidenten met medewerkers
In 2013 zijn 137 meldingen van prikaccidenten geweest en er zijn
19 bedrijfsongevallen geregistreerd. De gemelde bedrijfsongevallen worden beoordeeld en wanneer nodig wordt een onderzoek
ingesteld. Er zijn verschillende plaatsen waar incidenten gemeld
kunnen worden. Er zijn aanwijzingen dat niet alle bedrijfsongevallen gemeld worden.
Daarop wordt in 2014 verdere actie ondernomen middels de
invoering van één veiligheidsmanagementsysteem waarin incidenten gemeld kunnen worden.
Utrecht locaties voor veel op leeftijd gekomen vrijwilligers een
natuurlijk moment bleek om te stoppen met hun vrijwilligersactiviteiten.
Cijfers op het gebied van P&O
In- en uitstroom
Uitstroom (excl. oproepkrachten.)
Instroom (excl. oproepkrachten.)
FTE
370,9
281,5
Verzuim (exclusief zwangerschapsverlof)
Verzuim totaal personeel in loondienst
FTE
4,0
Vacatures
Totaal personeel
Patiëntgebonden functies
Totaal aantal Moeilijk vervul-
vacatures per bare vacatures
31 december per 31 december
34
0
23 0
Excellent werkgeverschap
Het St. Antonius Ziekenhuis is in 2013 voor de zesde keer op
rij uitgeroepen tot Top Employer. Dat is iets om trots op te zijn.
Excellent werkgeverschap is een belangrijk thema, waar continu
invulling aan wordt gegeven. Dat het St. Antonius Ziekenhuis
opnieuw dit keurmerk mag voeren is een goed teken. Het St.
Antonius Ziekenhuis scoort met name hoog op de secundaire
arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden. Dat is niet
toevallig. De ambitie van het St. Antonius Ziekenhuis - gastvrij topziekenhuis met een passie voor excellentie – vraagt om
betrokken, vitale en gemotiveerde medewerkers.
Vrijwilligers
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een bloeiende vrijwilligersorganisatie. De maatschappelijke waardering komt mede tot uitdrukking in het werk dat vele vrijwilligers met plezier in het St. Antonius Ziekenhuis verrichten. In totaal zijn er binnen het ziekenhuis
± 500 vrijwilligers actief waarvan 2/3 op locatie Nieuwegein en
1/3 op locatie Utrecht Leidsche Rijn.
Voor de nieuwe locatie in Utrecht is in het voorjaar van 2013
een wervingscampagne opgezet om te kunnen voldoen aan het
verzoek van de verpleegafdelingen om gastvrouwen en -heren in
te zetten. Middels speeddaten zijn hierbij zo’n 80 nieuwe vrijwilligers binnengehaald. Dat was nodig omdat de sluiting van beide
De vrijwilligers zijn actief in diverse organisatieonderdelen op
beide locaties, zoals de patiëntenvervoersdienst, gastvrouw- en
heer functies op verpleegafdelingen, bij de Servicepunten, op de
poliklinieken en bij de Spoedeisende Hulp. Vanuit de Unie voor
Vrijwilligers (UVV) afdeling Nieuwegein zijn ook zo’n 50 vrijwilligers actief ten behoeve van gastvrouwfuncties, bloemenverzorging en kinderopvang. Daarnaast zijn bij de dienst geestelijke
verzorging in de weekenden ook nog ruim 70 vrijwilligers actief
ten behoeve van vieringen en kerkdiensten.
Met elkaar vormen vrijwilligers een onmisbare schakel in de keten
van de dienstverlening. De werkzaamheden die de vrijwilligers
verrichten zijn een zeer welkome aanvulling op het werk van de
beroepskrachten. Voor alle vrijwilligers die activiteiten verrichten
binnen het St. Antonius Ziekenhuis is een vrijwilligersbeleid van
kracht hetgeen o.a. betekent dat vrijwilligers geregistreerd staan,
een identificatiepas dragen, gevaccineerd zijn en behandeld
worden als medewerkers.
Het vrijwilligerswerk is organisatorisch ondergebracht bij Zorg &
Ondersteuning. De centrale coördinatie is in handen van beroepskrachten en er vindt structureel afstemming plaats met leidinggevenden van de bedrijfsonderdelen waar vrijwilligers worden
ingezet. Zorg & Ondersteuning draagt zorg voor de uitvoering van
het vrijwilligersbeleid; dat impliceert adequate informatievoorziening over de organisatie, het volgen van ontwikkelingen middels
themabesprekingen en aandacht voor de individuele vrijwilliger
waarbij het attentiebeleid wordt gevolgd. Voor 2014 is de wens
om in Utrecht een kinderspeelplaats te realiseren voor kinderen
van polikliniekbezoekers alsmede het faciliteren van digitale tijdschriften en boeken (reinigbare E-readers) ter vervanging van de
klassieke bibliotheek voor patiënten.
32
7. Bedrijfsvoering
7.1 Informatiemanagement en ICT
De eenheid Informatiemanagement en ICT (I&I) heeft in 2013 een
grote inspanning geleverd bij de verhuizing naar de nieuwbouw in
Utrecht. Door de gezamenlijke inzet en in goede samenwerking
met andere eenheden is deze operatie zeer succesvol verlopen.
Onder het motto ‘Voortdurend onderweg naar beter’ is in 2013
een groot aantal verbeteringen doorgevoerd om de eenheid
verder te professionaliseren, onder andere op het gebied van het
beheer van applicaties en de ICT-inrichting hieromheen. Belangrijke ICT-processen zijn opnieuw ingericht.
Ontwikkelingen eenheid I&I
De eenheid bestaat uit de volgende afdelingen: CIO Office, Beheer
Zorgapplicaties, Business Intelligence, ICT Advies & Innovatie,
ICT Productontwikkeling, ICT Beheer en ICT Services en Managementondersteuning. In het kader van de noodzakelijk (personele)
besparingen in 2013 is de flexibele schil van de afdeling ICT
Productontwikkeling grotendeels afgebouwd.
ICT-governance en projecten
Goede afstemming tussen vraag en aanbod rond informatievoorziening vereist een volwassen vraagkant en dito aanbodkant.
Hierbij zijn een duidelijke visie, strategie en sterke coördinatie
van veranderingen nodig. Transparante besluitvorming en het
vasthouden aan gemaakte keuzes is essentieel. Binnen de overlegstructuren die vanuit het CIO Office zijn opgezet is de dialoog
hierover verder geïntensiveerd. Ten behoeve van de prioritering
zijn wegingsfactoren vastgesteld en toegepast. Om de beschikbare resources optimaal in te kunnen zetten is de eenheid I&I
gestart met een integrale capaciteitsplanning over de verschillende afdelingen heen.
In 2013 heeft een aantal grote ICT-projecten plaatsgevonden die
ook een doorloop kennen naar 2014:
• Implementatie ERP; selectie en implementatie van een
geïntegreerd systeem voor financiën, logistiek, inkoop en
projectadministratie.
• UltraGenda; vervanging van het afsprakensysteem.
• EVS; implementatie van een nieuw apotheek informatiesysteem, voorschrijfsysteem, toedieningsregistratie en een cytostaticasysteem.
• Werkplek 2.0; onderzoek naar- en inrichting van de nieuwe
PC-infrastructuur en ‘werkplek van de toekomst’.
Eind 2013 zijn een businesscase en masterplan voorgelegd aan
de Raad van Bestuur. Na besluitvorming wordt gestart met het
uitzetten en voorbereiden van een transitieroute naar een geïntegreerd ZIS/EPD (suite).
Informatiebeveiliging
De betrouwbaarheid van de informatievoorziening moet gewaar-
borgd zijn. Uitgebreide en continue aandacht voor de beveiliging van de opslag, verwerking en uitwisseling van informatie is
daarom vereist. Een gestructureerde aanpak van informatiebeveiliging is noodzakelijk en moet door iedereen als vanzelfsprekend
worden gezien. In dit kader is het Informatiebeveiligingsbeleid
geactualiseerd en opnieuw vastgesteld door de Raad van Bestuur.
7.2 Bouw, energie en milieu
Nieuwbouwlocatie Utrecht
De voltooiing van de nieuwbouwlocatie Utrecht was een belangrijk speerpunt voor de bouw in 2013. Op 16 september 2013
is het ziekenhuis officieel in gebruik genomen. Daaraan voorafgaand heeft een strak geregisseerd inrichtings- en verhuisprogramma plaatsgevonden. De bouw is financieel binnen de
gestelde kaders voltooid. Parallel aan dit nieuwbouwproject liep
de afstoting van de bestaande gebouwen van de locaties Oudenrijn en Overvecht en de uitvoering van het Masterplan Huisvesting
voor de locatie Nieuwegein.
Locatie Nieuwegein
Op locatie Nieuwegein is een herinrichtingsplan uitgewerkt voor
de afdelingen Opname, Nazorg, Pre-Operatieve Screening (POS)
en Verpleegkundige Intake (VPI). Eind maart 2013 is het laboratorium voor Nucleaire Geneeskunde opgeleverd. Het nieuwe
research lab voldoet hiermee aan de C-GMP voorwaarden. Om
voor de korte- en middellange termijn binnen het ziekenhuis
ruimte te creëren voor patiëntgebonden functies bleek het
onvermijdelijk om kantoorfuncties extern te plaatsen. Deze
externe huisvesting is gevonden in het gebouw Weverstede aan
de Zuidstedeweg, op korte afstand van het ziekenhuisgebouw
in Nieuwegein. Op vleugel Zuid 1 van het ziekenhuisgebouw zijn
noodzakelijke aanpassingen gedaan om de managers bedrijfsvoering zorgeenheden, inclusief secretariaten en beleidsmedewerkers, de afdelingen KVV, Z&O en een deel van de Pathologie te
huisvesten. In 2013 is gestart met de uitbreiding en renovatie van
de Spoedeisende Hulp en Huisartsenpost. De indeling voorziet in
een intensief samen gebruiken van een groot deel van de ruimten
met de huisartsen.
33
Poliklinieken De Meern, Overvecht en Houten
Energie
Kaakchirurgie is verhuisd van de polikliniek in De Meern naar het
nieuwe ziekenhuis in Utrecht. De ruimte in De Meern is aangepast
ten behoeve van het Spatadercentrum. In juli 2013 is op locatie
Zorgcentrum Tamarinde aan de Neckardreef in Utrecht de polikliniek Utrecht Overvecht in gebruik genomen. In de polikliniek zijn
voor een groot aantal specialismen spreekkamers en behandelkamers gerealiseerd, met daarnaast ruimten voor audiometrie, longfunctie, echo en röntgen met een centrale balie en wachtruimte.
In 2013 is aan het Spoor in Houten gewerkt aan de nieuwbouw
van de St. Antonius Polikliniek Houten en Huisartsenpost Houten.
In het nieuwe gebouw zijn spreek-, onderzoek- en behandelkamers aanwezig waar de verschillende specialismen vanaf het
voorjaar 2014 gebruik van zullen maken.
Het energieverbruik wordt nauwlettend gevolgd. Aan de hand
van dagelijkse meetwaarden uit het gebouwbeheersysteem en
maandelijkse rapportages op basis van meterstandenopname
en factuurgegevens vindt analyse op het energieverbruik plaats.
In 2013 is proactief ingezet op aanvullende energiebesparende
maatregelen. Bij nieuwbouw en verbouwingen zijn nieuwe
verlichtingstechnieken en energiezuinige verlichtingsarmaturen
toegepast. Het optimaliseren en toepassen van nieuwe technieken heeft desondanks geleid tot een daling van het energieverbruik met 4,6%.
Milieu
Het beleid inzake milieu is een integraal onderdeel van het ondernemersbeleid en zal tenminste voldoen aan wettelijke normen
en voorschriften. Hierbij is een duidelijke relatie met de energievoorziening en mogelijke alternatieven voor energieopwekking
en opslag van warmte en koude in de bodem. Het streven is om de
belasting van het milieu te beheren en waar mogelijk te verminderen.
In de vigerende vergunning Wet Milieubeheer (WM) voor de
locatie Nieuwegein zijn voorschriften opgenomen voor het in
werking hebben van een ziekenhuis. Hierop worden (periodiek)
controles uitgevoerd door de gemeente, waar mogelijk in combinatie en samenwerking met het Hoogheemraadschap De Stichtse
Rijnlanden in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO). De in de voorschriften opgenomen eisen
ten aanzien van keuringen, metingen en/ of registraties, alsook
relevant onderhoud en inspecties zijn in 2013 volledig uitgevoerd. Voor locatie Utrecht heeft het ziekenhuis een definitieve
vergunning WM en WVO voor ‘het oprichten en in werking hebben
van een algemeen ziekenhuis aan de Soestwetering te Utrecht’.
Conform in de vergunning opgenomen voorschriften is in 2013
gewerkt aan het opstellen van relevante aanvullende onderzoeken
en rapportages ter opvolging van de voorschriften na ingebruikname.
Binnen het Milieu Platform Zorg (MPZ) scoort het St. Antonius
Ziekenhuis energietechnisch gezien zeer goed. Dit is deels te
danken aan de optimalisatie van de WKO-installatie, waardoor
de bronnen en de energiebehoefte goed op elkaar zijn afgestemd. Dit leidt tot een aanzienlijke daling van de inkoopwarmte.
Ten aanzien van de Wet Milieubeheer zijn de brandstofinstallaties voor de noodstroomaggregaten verbeterd en aanvullende
voorzieningen getroffen voor de bulkopslag medische gassen
en tussenopslag gevaarlijke stoffen. Voor de WVO zijn controles
uitgevoerd op afvalstoffen in het water met als conclusie dat ruim
wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Techniek
In 2013 is een meerjaren onderhoud-exploitatiebegroting
opgesteld voor de nieuwe locatie in Utrecht. Naast de exploitatiebegroting is een investeringsbegroting opgesteld. Op locatie
Nieuwegein is het meerjarenonderhoudsplan voor 2013 op
hoofdlijnen uitgevoerd, waaronder de vervanging van dakbedekking en luchtbehandelinginstallaties.
Commissie Veiligheid & Milieu
De Raad van Bestuur heeft op 12 oktober 2010 de Intentieverklaring Veiligheid & Milieu vastgesteld en met hetzelfde besluit
de adviescommissie Veiligheid & Milieu ingesteld. De commissie
heeft ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van het
beleid een (meerjaren)plan opgesteld, waarover aan de Raad van
Bestuur wordt gerapporteerd. Milieu en veiligheid zijn componenten van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).
Dit houdt in dat een organisatie verantwoordelijkheid neemt voor
de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Door
bewuste keuzes te maken en zo een balans te bereiken tussen
People, Planet en Profit. Maar ook groei en innovatie te realiseren.
MVO wordt zichtbaar door een integrale visie op ondernemerschap, waaruit blijkt dat de onderneming waarde creëert op
economisch, ecologisch en sociaal gebied. Een visie die verankerd
is in alle bedrijfsprocessen.
7.3 Crisis- & Continuïteitsmanagement
Bij ’Crisis- en Continuïteitsmanagement’ zijn in 2013 de fysieke
veiligheidsaandachtsgebieden geïntegreerd die vanuit de portefeuille Veiligheid van de Raad van Bestuur zijn belegd bij eenheid
Faciliteiten & Services.
Bedrijfshulpverlening
Bedrijfshulpverlening (BHV) is bij wet vastgelegd in de Arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving, en verplicht de organisatie zich voor te bereiden op restrisico’s. Dit zijn de risico’s die
overblijven nadat de uitkomsten van de Risico Inventarisatie &
-Evaluatie zijn uitgevoerd. Naast een stelsel van preventieve
maatregelen onderhoudt het St. Antonius Ziekenhuis een uitgebreide BHV organisatie die 24/7 paraat staat om bij incidenten op
te treden.
34
BHV Opleidingen en inzet
In 2013 hebben 340 BHV’ers de nascholing gevolgd. Het totaal
aantal BHV’ers is op 1 januari 2014 440. Het aantal plaatsvervangende Hoofden BHV ligt op 30.
In 2013 heeft de BHV-organisatie 132 keer opgetreden. Hiervan
zijn 69 ongevalmeldingen, 62 brandmeldingen en 1 uitvalspanning met inzet BHV. Er heeft zich 1 kleine brand voorgedaan,
maar er is geen noodzaak van ontruiming van patiënten en/of
medewerkers geweest. Faciliteiten & Services heeft gedurende
de ‘Routespeldagen’ in september 2013 inhuizingstrainingen
veilig gebouwgebruik verzorgd voor alle medewerkers van locatie
Utrecht.
Opleiden-Trainen-Oefenen Rampenopvang
In februari 2013 vond de eerste integrale rampoefening plaats. In
2013 hebben vier cursisten deelgenomen aan de Hospital-MIMS
opleiding en zes cursisten aan de Advanced Hazmat Life Support.
Het ziekenhuis nam deel aan de overlegstructuren Regionaal
Crisiscoördinatorenoverleg, ROAZ, het Projectteam- en de Stuurgroep OTO van het Traumacentrum Midden-Nederland.
Rampenopvang
De Rampenopvang is de wettelijke verplichting om als zorginstelling optimale zorg te verlenen aan slachtoffers van calamiteiten
en rampen, ondanks een disbalans tussen slachtofferaanbod en
opvangcapaciteit. Als onderdeel werkt het St. Antonius Ziekenhuis
nauw samen met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in
de Regio van de Veiligheidsregio Utrecht. Met hulp van stimuleringsgelden van het ministerie van VWS, wordt op basis van een
jaarplan vorm gegeven aan het Opleiden-Trainen-Oefenen traject.
(Zorg)continuïteit
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt
dat de zorgsector zich beter moet voorbereiden op rampen- en
crisissituaties. Aan het normelement ‘Continuïteit kritieke voorzieningen/noodplannen’ is de prioriteit ’hoog’ toegekend. Gedurende 2011-2012 is het Continuïteitsplan ontwikkeld. Op basis
van het Continuïteitsplan en de resultaten van de BIA zijn in 2013
op afdelingsniveau maatregelen genomen om de veiligheid en
zorgcontinuïteit in geval van een continuïteitsbedreigende calamiteit te waarborgen.
Ontruimingsoefeningen / Instructies continuïteit
In 2013 zijn er in totaal 65 ontruimingsoefeningen gehouden, op
de locaties Nieuwegein en Utrecht (inclusief voormalige locaties
Overvecht en Oudenrijn). Er zijn acht inzetoefeningen georganiseerd in samenwerking met Falck, gericht op het trainen van de
BHV-ploeg. Twee hoogrisico-afdelingen zijn beoefend in continuïteitsbedreigende scenario’s, de overige hoog-risico afdelingen
worden uitgevoerd in kwartaal 1 en 2 van 2014. Op locatie Nieuwegein hebben drie afdelingen gedurende de ontruimingsoefening, instructie gekregen in continuïteitsbedreigende scenario’s.
35
8. Bijlagen
8.1 Samenstelling OR
De Ondernemingsraad bestaat uit 18 leden. Deze leden zijn
gekozen door en uit de kiesgroepen Zorg, Algemeen Ondersteunend en Medisch Ondersteunend.
Kiesgroep Zorg
Onder de kiesgroep Zorg vallen medewerkers van de volgende
zorgeenheden: Hart-Long, Vrouw & Kind, Geneeskunde, Heelkunde, OK-IC-centrum en Hersenen. Omdat de zetel voor de kiesgroep Medische Dienst niet wordt ingevuld, gaat deze ook naar de
kiesgroep Zorg.
Leden: Veronique Cooymans (waarnemend voorzitter), Hanneke
Dijk, Christa Hoogendoorn, Maria Karidas, Corry Krommert, Gert
Muis (voorzitter), Marijke Roozenboom, Mariska Sandman, Hans
Scheepmaker, Fried Strik (secretaris)
Kiesgroep Algemeen Ondersteunend
Onder de kiesgroep Algemeen Ondersteunend vallen medewerkers van Vastgoed & Techniek, Faciliteiten & Services, Inkoop,
Informatie & Communicatie Technologie, Financiën & Informatievoorziening, Personeel & Organisatie, Marketing & Communicatie,
Antonius Academie en de Bestuursstaf.
Leden: Cees Blaauw, Freek van Ee, Riné Eggenhuizen, Jeannette
de Jeu, Florinda Kraayeveld
Kiesgroep Medisch Ondersteunend
Onder de kiesgroep Medisch Ondersteunend vallen medewerkers van de volgende eenheden: Paramedische Behandeling &
Revalidatie, Medische Microbiologie & Immunologie, Pathologie,
Klinische Chemie, Klinische Farmacie, Klinische Fysica, Nucleaire Geneeskunde, Beeldvormende Technieken (= Nieuwegein),
Radiologie (= Oudenrijn) en Geestelijke Verzorging.
Leden: Ria Duijveman (waarnemend secretaris), Dennie Pinas,
Carla v.d. Wal
Dagelijks bestuur en commissies
Het dagelijks bestuur bestaat uit Gert Muis (voorzitter), Veronique
Cooymans (waarnemend voorzitter), Fried Strik (secretaris) en Ria
Duijveman (waarnemend secretaris) en komt elke week bijeen.
De Ondernemingsraad heeft drie vaste commissies:
• Commissie Algemeen Beleid: deze commissie richt zich vooral
op strategische hoofdlijnen, reorganisaties en integraties en
beleid op het gebied van organisatieontwikkeling.
De commissie bestaat uit 7 leden (vanaf 1 september 2013
uit 6 leden): Cees Blaauw, Riné Eggenhuizen, Maria Karidas,
Florinda Kraayeveld, Gert Muis, Dennie Pinas, Hans Scheepmaker.
• Commissie Sociaal en Zorg Beleid: deze commissie houdt zich
bezig met alles wat te maken heeft met sociale aspecten van
het organisatiebeleid. Onderwerpen zijn onder andere: sociale
effecten van reorganisaties, arbeidsvoorwaarden, toepassing
CAO, ARBO en Milieu. Verder houdt de commissie zich bezig
met zaken die betrekking hebben op het integratieproces
van de zorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als het
samengaan van zorgafdelingen van de twee ziekenhuizen.
De commissie bestaat uit 6 leden: Veronique Cooymans,
Hanneke Dijk, Corry Krommert, Marijke Roozenboom, Mariska
Sandman, Carla v.d. Wal.
• Commissie Financieel, Bouw en Logistiek Beleid: aandachtsgebieden voor deze commissie zijn onder andere: jaarbegroting, financiële aspecten van projecten, kosten/batenanalyses, financiering van gebouwen, DBC, nieuwbouw Utrecht,
verbouw Nieuwegein en het logistiek proces bij de nieuwbouw/verbouw.
De commissie bestaat uit 5 leden: Ria Duijveman, Freek van
Ee, Christa Hoogendoorn, Jeannette de Jeu, Fried Strik.
De leden van de Ondernemingsraad hebben allen zitting in één
van deze commissies, in iedere commissie zit een lid van het
dagelijks bestuur. Deze commissies komen voorafgaand aan de
overlegvergadering en de ondernemingsraadsvergadering bijeen
om de onderwerpen/stukken voor te bereiden.
Daarnaast is er nog een werkgroep Communicatie. De werkgroep
houdt zich bezig met de (verbetering van) de communicatie naar
de medewerkers. Ook is de werkgroep verantwoordelijk voor de
OR-bulletins.
De werkgroep bestaat uit 4 OR-leden en het ambtelijk secretariaat: Veronique Cooymans, Florinda Kraaijeveld, Marijke
Roozenboom, Fried Strik, Mieke van Hoorn, Naomi van Wimersma
Greidanus.
Ambtelijk secretariaat
Het ambtelijk secretariaat van de Ondernemingsraad wordt
bemenst door Mieke van Hoorn, Naomi van Wimersma Greidanus,
tot 1 mei 2013 Petra Vogt en van 1 mei 2013 t/m 1 november
2013 Sandra van Vliet. Petra Vogt vertrekt per 30 april 2013. Per 1
mei 2013 komt Sandra van Vliet als re-integrant het secretariaat
versterken. Vanaf 1 november 2013 keert Sandra van Vliet terug
naar haar oorspronkelijke werkplek.
Voorgenomen besluiten
De Ondernemingsraad heeft in 2013 aandacht besteed aan de
volgende voorgenomen besluiten en aandachtspunten. De OR
stemt met deze voorgenomen besluiten in dan wel geeft een
positief advies, tenzij anders vermeld. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad een aantal ongevraagde adviezen gegeven en een
initiatiefvoorstel gedaan.
Instemmingsaanvragen (‘zaken die het personeel aangaan’):
•werkkostenregeling
• wijziging loonlijnen
• omgaan met Social Media
36
• vrouwelijke vertrouwenspersoon
• geactualiseerd herplaatsingsbeleid
• uitvoering en financiering PLB
• hygiëne sancties
• wijziging werktijden poli gynaecologie
•parkeerbeleid
• wijziging regeling studiekosten en verlof en regeling kwaliteitsregister
•WGA-verzekering
• aanwijzen brugdag 2014
Adviesaanvragen (‘zaken die de organisatie aangaan’):
• Antonius Behandelcentrum
• investeringskader 2012-2016
• organisatiestructuur PB&R
• scopenreiniging Oudenrijn
• afspraakplanning (UltraGenda)
• positionering Oogheelkunde in Tamarinde
• reorganisatie herinrichting zorg fase 3
• concept intentieverklaring Antonius-Hofpoort Ziekenhuis
• Planning & Control Cyclus 2013
• reorganisatie herinrichting fase 3 secretariaten zorgeenheden
(addendum)
•colonscreening
• M&C budget voor nieuwbouw
• poli-indeling Leidsche Rijn en openstaande punten verpleegafdelingen Leidsche Rijn
• reorganisatie herinrichting zorg (medisch) ondersteunende
eenheden fase 4
• formatie ziekenhuisapotheker t.b.v. farmadatabase
• lange termijn ICT-strategie
• sedatie MDL
• reorganisatie (medisch) ondersteunende diensten fase 4
onderdeel F&S
• invoering EPD
• jaardocument 2012
• project TMD en telecombeleid
• samenwerking maatschap Pathologie en afd. Pathologie
AZN-J.Bosch-Rijnstate
• aanpassing huisvesting afd. Pathologie
• budget P&O 2013-2015
• investeringen Gynaecologie scopiecentrum Leidsche Rijn
• overgang deel secretariaat Cardiologie
• projectgroep Teambuilding
• vervangingsinvestering hemocytometer KCL
• reorganisatie Huisartsenpost Houten
• procedure zelfverwijzers niet-spoedeisende zorg
• kamerindeling tweede verdieping nieuwbouw Utrecht
• autologe SCT’s MDL
• business case UltraGenda
• overheveling ordermanagement radiologie naar UltraGenda
•portfolio-indeling
• reorganisatie Psychiatrie & Psychologie
• Programma St. Antonius Financieel Gezond
• stabiliseren Business Intelligence Omgeving
• aanschaf PET CT t.b.v. Leidsche Rijn
• additionele formatie SEH t.b.v. acute opvang
• afhechten ZIGT 1 P&O en kwaliteit en update TWIN
• efficiëntere roostering roomservice
• inzet flexibele poli’s Utrecht (nieuwbouw)
•opnameplein
• overheveling donatiecoördinator van KVV naar OK/IC
• personele gevolgen Da Vinci
• plaatsing Da Vinci Robot
•SportsClinic
• verhuur derden nieuwbouw
•ZIGT-kwaliteit
• positionering verpleegkundig specialist en physician assistent
• reorganisatie preoperatieve zorg Heelkunde OK/IC
• aanscherpen verpleegkundige inzet kliniek 2e helft 2013
• Computer On Wheels
• registratie richtlijnen
• tijdslijnen en communicatie 2014 besparingen
• implementatie ERP-systeem
• tarifering/budgettering telefonie
• modernisering ziektewet
• administratie zelf geïnitieerd onderzoek
• lichte en matige sedatie bij endoscopie
• overgang deel secretariaat Cardiologie en daaraan gekoppeld
reorganisatie Ambulante Zorg eenheid Harten
• procedure verkoop zorg i.h.k.v. WDS
• reorganisatie AlNatal
• reorganisatie Antonius Academie
• reorganisatie I&I BI-team
• reorganisatie Klinische Farmacie
• reorganisatie OK/IC
• samenwerkingsovereenkomst Altrecht Senior
• Welkom bij Antonius (deelproject ‘basisvoorzieningen en
vragenlijstmodule webportaal’)
• interne postdistributie
• wijziging procuratieregeling
•verzekeringen
• uitrol toedieningsregistratie bloedproducten;
• nieuw documentbeheersysteem (doQu).
Ongevraagde adviezen/initiatiefvoorstel
• aanbevelingen beleidskader 2014
• ongevraagd advies avondspreekuren
• reactie op kaders voor beleid 2014
• ongevraagd advies besparingsideeën
• initiatiefvoorstel salarisadministratie
8.2 Samenstelling Cliëntenberaad
Kerstin Hogenbirk, voorzitter
Anita Kamminga, coördinatie en ondersteuning.
Dhr. J.H.M. de Beer
Mevr. C. Boersma
Mevr. W. Collée
Dhr. C.N. de Graaff
Mevr. M.Th. Heideman-v.Boven
Dhr. H.G.M. Holl
37
Dhr. A.P. Köpping
Mevr. L. Loon van-Duindam
Dhr. H.A. te Nuijl
Dhr. W. Ruberg
Mevr. Mr. R. Runia
Dhr. C.J. Sanders
Dhr. W. Sluis
Dhr. G.A.A.J. Stoop
Mevr. S. Udo
Mevr. A. Vass
8.3 Samenstelling VAR
Annelies Loth-Stevens
Hilde Griffijn
Jacomijn van de Werf
Marieke van Velthuizen
Alie Meyvogel (Ambtelijk secretaris tot september 2014, contract
helaas niet verlengd)
Sandra van Vliet (tijdelijk ambtelijk secretaris september en
oktober, herplaatst elders in organisatie)
Jessica Bloemendal (mei gestopt met de VAR)
Sjanine van Dijk (juli gestopt met de VAR)
Remco Verbruggge (oktober gestopt met de VAR)
Sinds december nieuw lid Elke van Beek.
8.4 Overzicht van medisch
specialisten
Overzicht van medisch specialisten per 31 december 2013
Algemene Chirurgie
mw. dr. D. Boerma**
dr. P.M.N.Y.H. Go
dr. E.R. Hammacher
dr. E.J. Hazebroek
dr. R. Koelemij
R.H.W. van de Mortel
dr. H.D.W.M. van de Pavoordt
dr. B. van Ramshorst
M.J.M. Segers
mw. dr. A.B. Smits
E.B.M. Theunissen
dr. J.P.P.M. de Vries
A.J.M. van Wieringen*
dr. M.J. Wiezer
dr. J. Wille
dr. Ph. Wittich
Anesthesiologie
E.J.M. Andriessen
mw. O.W.H.M. Borchert
L.J. Bras
dr. P. Bruins
dr. H.P.A. van Dongen
S.P.M. van Egeraat
W.J. Hofsté
L.J. Hoogenboom
dr. M. van Iterson
A.J.W.J. van der Lely
A.L. Liem
dr. D.J.F. Nieuwenhuijs
P.G. Noordzij
H.J.A. Nijhuis
C.J. Pronk
L.P. Reusen
S. Rigter
E. Scholten
L. Timmerman
mw. E.A. Vlot
dr. R.M.J. Wesselink
J.W. Wirds
Cardiologie
E.T. Bal
dr. J.M. ten Berg
dr. L.V.A. Boersma
F.D. Eefting
dr. J. van der Heyden
dr. W. Jaarsma
E.G. Mast
dr. M.C. Post
dr. B.J.W.M. Rensing
dr. M.J. Suttorp
dr. E.F.D. Wever
M.C.E.F. Wijffels
Tj.A.R. van Lier**
mw. dr. M.A.M. Stofmeel-Schweizer**
R.M. van Tooren **
Cardiothoracale Chirurgie
E.J. Daeter
dr. R.H. Heijmen
F.N. Hofman
P. Klein
T.L. de Kroon
dr. W.J. Morshuis
dr. B.P. Van Putte
U. Sonker
Dermatologie
mw. dr. A.Y. Goedkoop
S. Koppen
mw. B.U.G.A. Meijer
mw. dr. K.A.B.M. Pruissen-Peeters
dr. P.H.A. Steegmans
dr. R.A. Tupker
38
Gynaecologie
dr. E. van Beek
mw. A.M. Bouwmeester
dr. G.C.M. Graziosi
dr. A.M. van Heusden
M.E. Kars
J.G. Lange
mw. J.N. van der Leij
mw. dr. W.M. Monincx
dr. G.J.E. Oosterhuis
mw. dr. L.S.M. Ribbert
dr. J.H. Schagen van Leeuwen
H.W.R. Schreuder*
dr. H.S. The
S. Veersema
mw. M.M.A. Vernooij
Prof. dr. R.H.M. Verheijen*
Inwendige Ziekten
Internisten:
mw. dr. M.J. Agterof
dr. W.J.W. Bos
dr. I.A. Eland
mw. N.M. van Es**
dr. A.B.M. Geers
C.B. Hunting
dr. W.T. Jellema
dr. P.C. de Jong
dr. H.R. Koene
mw. dr. M. Los
mw. A.H. Pijlman
mw. dr. M. Söhne
dr. G.E.M.G. Storms
dr. H.H. Vincent
mw. J.M.I. Vos
mw. dr. I.M.M.J. Wakelkamp
O. de Weerdt
Internist-intensivisten:
mw. dr. H.S. Moeniralam
A.J. Meinders
Maag-darm-leverartsen:
A. Al-toma
M.C.J.M. Becx
dr. N. van Lelyveld
N. Mahmmod
P.J. van der Schaar
P.H.G.M. Stadhouders
dr. M.F.J. Stolk
J. Tenthof van Noorden
dr. R. Timmer
dr. R.C. Verdonk
dr. B.L.A.M. Weusten
Reumatologen:
dr. E.J. ter Borg
A. Herman
mw. dr. Y.A. de Man
mw. S.A. Vreugdenhil
Kaakchirurgie
dr. J.P.A. van den Bergh
L. Dubois*
J.W.F.H. Frenken
mw. C.T.M. Geraedts
F.W. Huisman
dr. S.A. Zijderveld
Bijzondere tandheelkunde:
Prof. dr. M.S. Cune*
A.J.G. Francois*
mw. dr. M.E. Geertman*
mw. M.E. van Leer*
H.P. Volkers*
R.F. van Vuren*
Kindergeneeskunde
W.A.F. Balemans
mw. M. ten Berge-Kuipers
mw. H.E. Blokland-Loggers
mw. M. van Dongen-Baal
mw. J.K. ten Haaf
mw. dr. J. Heidema
mw. J.L.A.M. van Hillegersberg-Schilder
mw. J.J.G. Hoorweg-Nijman
mw. I.M.A. Lukkassen
mw. E.D.M. Post
dr. J.A. Schipper
T.J. van Veen
mw. A.M. Vlieger
mw. dr. M. van der Vorst
mw. H. van Wieringen
mw. D.H.H. Fandri
Klinische Chemie
mw. dr. I.M. Dijkstra
dr. C.M. Hackeng
dr. D. van Loon
dr. ir H.J.T. Ruven
Klinische Farmacie
mw. dr. V.H.M. Deneer
A. van Dijk
dr. E.M.W. van de Garde
mw. prof. dr. C.A.J. Knibbe
mw. dr. M.Y.M. Peeters
M.M. Tjoeng
E.H.H. Wiltink
39
Poliklinisch/transmuraal apothekers
Neurologie
mw. M. Meijs*
mw. K.I. Oostrom*
Mw. E.H. Brilstra*
dr. S.T.F.M. Frequin
dr. P.H.E. Hilkens
dr. J.I. Hoff
dr. E.L.J. Hoogervorst
mw. dr. M.F.G. van der Meulen
H.M. Schippers
W.J. Schonewille
H.P. Siegers
mw. dr. L.L. Teunissen
dr. O.J.M. Vogels
dr. P.H. Wessels
KNO heelkunde
Nucleaire Geneeskunde
dr. M.P. Copper
F.J.M. Disch
W.P. Godefroy
L. Hakim
D. Kupperman
L.C. Prins
mw. dr. M.M.C. van Buul
J.C. Fanggiday
mw. dr. R.G.M. Keijsers
dr. J. Lavalaye
Klinische Fysica
ir. J.B.A. Habraken*
ir. P.B. de Munck
dr. L. Romijn
dr. ir. C.F.P. van Swol
Klinische Genetica
Longziekten
mw. F.T. van Beek
Prof. dr. J.C. Grutters
mw. S.W.A. van Haarlem
mw. dr. G.J.M. Herder
mw. D.A. van Kessel
mw. B.A.H.A. van Mackelenbergh
dr. J.J. Mager
dr. J.D. Oudijk
dr. H.J. Reesink
dr. F.M.N.H. Schramel
R.J. Snijder
dr. M. Veltkamp
J. van der Zeijden
Oogheelkunde
J.H.G.M. Bistervels
J.M. Hillenius
C.A.G.M. Vester
mw. K. Wiertz-Arts
mw. S.R.S. Debrabandere
mw. A.M.P. Muradin-Toolens
M. van Tilborg
Orthopedie
dr. K.G. Auw Yang
dr. M. van Dijk
L.N. Marting
M.J.G.M. Speth
dr. M.R. Veen
R.N. Wessel
J.A.C. Zijl
Medische Microbiologie
dr. R.J.A. Diepersloot
dr. B.M. de Jongh
dr. M. Tersmette
dr. B.J.M. Vlaminckx
dr. G.P. Voorn
Sportgeneeskunde:
H.K. van der Kolk*
D.E. Sluijs*
Mw. G. van der Slagmolen*
Pathologie
Immunologie
mw. dr. A.M.E. Claessen*
dr. A.J. van Houte*
Neurochirurgie
dr. P.H.J.M. Elsenburg
W.B.M. Slooff*
dr. P.C. de Bruin
dr. K.C. Kuijpers
dr. J.A. Kummer
mw. dr. A.M. van Leeuwen
dr. M.F.M. van Oosterhout
dr. C.A. Seldenrijk
Plastische Chirurgie
Klinische Neurofysiologie
dr. E.H.J.F. Boezeman
mw. dr. S.C. Tromp
W.B. Van den Berg
mw. A. Braakenburg
dr. A.B. Mink van der Molen
M.B. Stubenitsky
dr. E.D.H. Zonnevylle
40
Psychiatrie
mw. G.A.M. Roelfs
mw. N.D. Schiemanck
J.C.A.M. van Trier
K.W.H. Gisolf
mw. E.F.H. van der Linden
A.R. Meijer
dr. H.H.E. van Melick
J.E. Nuininga*
M.G. Onaca
mw. S. van Selm*
dr. J.R. Spermon*
dr. P.L.M. Vijverberg
Psychologie
Overigen
mw. E.D. van den Assem
mw. A.E. Boersma
mw. M. Brouwer
mw. S.E.M. Evelein-Oomen
mw. C.E. Flik
mw. I.L. Hendriks
R.T.M. Leenen*
mw. N. Plandsoen
mw. L.M. Silberbusch
mw. M.S. Storm van Leeuwen-Kassens
mw. N. van der Veer
mw. E.G.H.M. Blommerde
J. de Waard, verpleeghuisarts*
J. van Loevesijn, arts-seksuoloog*
P.W. van Leeuwen, hospice arts*
mw. L.M.T. Breteler
Dr. J.M.Th. van Griensven
mw. J.M. Hegeman
H. Koers
S.J.G.P. Aller, SEH-arts
Mw. A. de Jong, SEH-arts
H.M. van Oyen, SEH-arts
N.J. Plantenga, SEH-arts
Mw. A. Schmidt, SEH-arts
M.F. Verhagen, SEH-arts
Mw. L. Vermeer, SEH-arts
Mw. M.E. Vreeburg, SEH-arts
Mw. M.W.P. Zaanen-Bink, SEH-arts
Radiologie, locatie Nieuwegein
T.L. Bollen
dr. H.W. van Es
dr. J.P.M. van Heesewijk
D.A.F. van den Heuvel
M. van Leersum
dr. M.J.L. van Strijen
dr. J.A. Vos
dr. J. Zapletal
Radiologie, locatie Utrecht
P.T.M. Appelman
F.A. Breuking
J.P. Gelissen
H.W. Kooiman
Radiotherapie
mw. M Albregts*
mw. L. van de Bunt*
Revalidatie
H.G.A. Hacking
mw. dr. P.E.C.A. Passier
F.J. Slim
mw. M. Verhoef*
Urologie
dr. J.J.H. Beck*
mw. K. van Dalen*
W.C. du Fossé*
A.A.G.M. Giesbers
* Buitengewone stafleden
**SPIDMA
Toehoorders
dr. ir. J.M.T. Bakker,
afdeling experimentele cardiologie,
Academisch Medisch Centrum te Amsterdam
41
Toegetreden tot de maatschap of in dienst van St. Antonius Ziekenhuis
Per 1 oktober 2012 (benoemd 4 april 2013 met terugwerkende kracht)
De heer W.C. du Fossé, uroloog*
De heer J.E. Nuininga, uroloog*
Mevrouw dr. E.H. Brilstra* 0,0 fte aanstelling
Per 1 januari 2013
De heer dr. R.C. Verdonk, maag-darm-leverarts Mevrouw E.A. Vlot, anesthesioloog
De heer P. Klein, cardio-thoracaal chirurg
De heer H.W.R. Schreuder, gynaecologisch oncoloog
De heer J.C. Fanggiday, nucleair geneeskundige 0,9 fte
1,0 fte
1,0 fte
0,1 fte
1,0 fte
Per 1 maart 2013
De heer dr. B.P. van Putte, cardio-thoracaal chirurg 1,0 fte
Per 1 april 2013
De heer dr. M. Veltkamp, longarts 1,0 fte
De heer A. Herman, reumatoloog 1,0 fte
Per 1 juni 2013
De heer W.B. van den Berg, plastisch chirurg 1,0 fte
De heer dr. R.J. A. Diepersloot, arts-microbioloog 0,5 fte
Per 1 juli 2013
De heer L. Dubois, kaakchirurg* 0,3 fte
Mevrouw G. vander Slagmolen, sportarts* 0,2 fte
Mevrouw dr. P.E.C.A. Passier, revalidatie-arts 0,85 fte
Per 1 september 2013
mw. dr. I.M. Dijkstra, klinisch chemicus 0,5 fte
Uit dienst
Per 1 januari 2013
De heer dr. H.W. Mauser, neuroloog
Per 1 maart 2013
De heer A. Yilmaz, cardio-thoracaal chirurg
De heer J. Poell, anesthesioloog
Per 1 mei 2013
Mevrouw A.E. Langezaal-Flohil, revalidatiearts
De heer R.H.H. Lanting, psychiater
Per 12 september 2013
De heer F.A.M. Vernooij, psycholoog
Per 1 oktober 2013
J.A. Kaan, arts-microbioloog
R. Bergshoeff, cardioloog
H. Roozendaal, cardioloog
42
8.5 Wetenschappelijke Publicaties
2013
High impact studies waaraan St. Antonius heeft meegewerkt (IF
>20)
1. Broderick JP, Palesch YY, Demchuk AM, Yeatts SD, Khatri P,
Hill MD, Jauch EC, Jovin TG, Yan B, Silver FL, von Kummer R,
Molina CA, Demaerschalk BM, Budzik R, Clark WM, Zaidat OO,
Malisch TW, Goyal M, Schonewille WJ, Mazighi M, Engelter
ST, Anderson C, Spilker J, Carrozzella J, Ryckborst KJ, Janis LS,
Martin RH, Foster LD and Tomsick TA. Endovascular therapy
after intravenous t-PA versus t-PA alone for stroke. New
England Journal of Medicine 2013; 368(10):893-903.
2. Buikhuisen WA, Burgers JA, Vincent AD, Korse CM, van
Klaveren RJ, Schramel FMNH, Pavlakis N, Nowak AK, Custers
FLJ, Schouwink JH, Gans SJM, Groen HJM, Strankinga WFM
and Baas P. Thalidomide versus active supportive care for
maintenance in patients with malignant mesothelioma after
first-line chemotherapy (NVALT 5): an open-label, multicentre, randomised phase 3 study. Lancet Oncology 2013;
14(6):543-551.
3. Ceelie I, de Wildt SN, van Dijk M, van den Berg MM, van
den Bosch GE, Duivenvoorden HJ, de Leeuw TG, Mathot R,
Knibbe CA and Tibboel D. Effect of intravenous paracetamol
on postoperative morphine requirements in neonates and
infants undergoing major noncardiac surgery: a randomized
controlled trial. JAMA 2013; 309(2):149-154.
4. Gasparini M, Proclemer A, Klersy C, Kloppe A, Lunati M, Ferrer
JB, Hersi A, Gulaj M, Wijfels MC, Santi E, Manotta L and Arenal
A. Effect of long-detection interval vs standard-detection
interval for implantable cardioverter-defibrillators on antitachycardia pacing and shock delivery: the ADVANCE III randomized clinical trial. JAMA 2013; 309(18):1903-1911.
5. Labrie J, Berghmans BL, Fischer K, Milani AL, van der Wijk I,
Smalbraak DJ, Vollebregt A, Schellart RP, Graziosi GC, van der
Ploeg JM, Brouns JF, Tiersma ES, Groenendijk AG, Scholten
P, Mol BW, Blokhuis EE, Adriaanse AH, Schram A, Roovers
JP, Lagro-Janssen AL and van der Vaart CH. Surgery versus
physiotherapy for stress urinary incontinence. New England
Journal of Medicine 2013; 369(12):1124-1133.
6. Montalescot G, Bolognese L, Dudek D, Goldstein P, Hamm C,
Tanguay JF, ten Berg JM, Miller DL, Costigan TM, Goedicke
J, Silvain J, Angioli P, Legutko J, Niethammer M, Motovska
Z, Jakubowski JA, Cayla G, Visconti LO, Vicaut E, Widimsky P
and ACCOAST Investigators. Pretreatment with prasugrel in
non-ST-segment elevation acute coronary syndromes. New
England Journal of Medicine 2013; 369(11):999-1010.
7. Pulido T, Adzerikho I, Channick RN, Delcroix M, Galie N,
Ghofrani HA, Jansa P, Jing ZC, Le Brun FO, Mehta S, Mittelholzer CM, Perchenet L, Sastry BK, Sitbon O, Souza R, Torbicki
A, Zeng X, Rubin LJ, Simonneau G, SERAPHIN Investigators,
Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Snijder RJ.
Macitentan and morbidity and mortality in pulmonary arterial hypertension. New England Journal of Medicine 2013;
369(9):809-818.
Kengetallen publicaties 2013
Totaal aantal publicaties in 2013 : 551
Peer reviewed = 346 (waarvan 45 epub ahead of print)
Dissertaties = 9
Abstracts = 104
Overig = 92
Dissertaties
1. Beck JJH. Sexual abuse evaluation in urological practice. 2013;
2. Barlo NP. Prognostic biomarkers in idiopathic pulmonary
fibrosis. 2013;
3. de Jong-Pleij EAP. Ultrasonography of the fetal face in the
second and third trimester of pregnancy. 2013;
4. Diepstraten J. The influence of morbid obesity on the pharmacokinetics and pharmacodynamics of drugs in adolescents
and adults : focus on Propofol and Nadroparin. 2013;
5. Geuzebroek GSC. Modulation of atrial fibrillation. 2013;
6. Janssen PF. Ureteral injuries during Laparoscopic Hysterectomy. 2013;
7. Remmelts HHF. Immunomodulation in community-acquired
pneumonia. 2013;
8. Segarceanu EM. Late cardiovascular and neurological complications in Hodgkin lymphoma survivors. 2013;
9. Hofman-Maas KW. Clinical studies in non-small cell lung
cancer stage III. 2013;
Peer reviewed highlights (Impact Factor >4.000 )
1. Alvarez Herrero L, Curvers WL, van Vilsteren FG, Wolfsen H,
Ragunath K, Wong Kee Song LM, Mallant-Hent RC, van Oijen A,
Scholten P, Schoon EJ, Schenk EB, Weusten BL and Bergman
JG. Validation of the Prague C&M classification of Barrett’s
esophagus in clinical practice. Endoscopy 2013; 45(11):876882.
2. Banks PA, Bollen TL, Dervenis C, Gooszen HG, Johnson CD, Sarr
MG, Tsiotos GG and =Acute Pancreatitis Classification Working
Group. Classification of acute pancreatitis - 2012: revision
of the Atlanta classification and definitions by international
consensus. Gut 2013; 62(1):102-111.
3. Bijron JG, Seldenrijk CA, Zweemer RP, Lange JG, Verheijen
RH and van Diest PJ. Fallopian tube intraluminal tumor spread
from noninvasive precursor lesions: a novel metastatic route
in early pelvic carcinogenesis. American Journal of Surgical
Pathology 2013; 37(8):1123-1130.
4. Braam A, de Haan SN, Vorselaars A, Rijkers G, Grutters J, van
den Elshout F and Korenromp I. Influence of repeated maximal
exercise testing on biomarkers and fatigue in sarcoidosis.
Brain, Behavior, and Immunity 2013; 33:57-64.
5. Brill MJ, Houwink AP, Schmidt S, van Dongen EP, Hazebroek
EJ, van Ramshorst B, Deneer VH, Mouton JW and Knibbe CA.
Reduced subcutaneous tissue distribution of cefazolin in
morbidly obese versus non-obese patients determined using
clinical microdialysis. Journal of Antimicrobial Chemotherapy
2013; [Epub ahead of print]
6. Dewilde WJ, Oirbans T, Verheugt FW, Kelder JC, de Smet BJ,
Herrman JP, Adriaenssens T, Vrolix M, Heestermans AA, Vis
43
MM, Tijsen JG, van ‘t Hof AW, ten Berg JM for the WOEST
study investigators. Use of clopidogrel with or without aspirin
in patients taking oral anticoagulant therapy and undergoing
percutaneous coronary intervention: an open-label, randomised, controlled trial. Lancet 2013; 381(9872):1107-1115.
7. Dey T, Backus BE, Romijn RL, Wieczorek H and Verzijlbergen
JF. Low-dose single acquisition rest 99mTc/stress 201Tl
myocardial perfusion SPECT protocol: phantom studies and
clinical validation. European Journal of Nuclear Medicine and
Molecular Imaging 2013; [Epub ahead of print]
8. Diepstraten J, Chidambaran V, Sadhasivam S, Blusse van OudAlblas HJ, Inge T, van Ramshorst B, van Dongen EP, Vinks AA
and Knibbe CA. An integrated population pharmacokinetic
meta-analysis of propofol in morbidly obese and nonobese
adults, adolescents, and children. CPT: Pharmacometrics &
Systems Pharmacology 2013; 2:e73.
9. Fazeli Farsani S, van der Aa MP, van der Vorst MM, Knibbe CA
and de Boer A. Global trends in the incidence and prevalence
of type 2 diabetes in children and adolescents: a systematic
review and evaluation of methodological approaches. Diabetologia 2013; 56(7):1471-1488.
10.Frakking FN, Rottier WC, Dorigo-Zetsma JW, van Hattem JM,
van Hees BC, Kluytmans JA, Lutgens S, Prins JM, Thijsen SF,
Verbon A, Vlaminckx BJ, Cohen Stuart JW, Leverstein-van
Hall and Bonten MJ. Appropriateness of empirical treatment
and outcome in bacteremia caused by extended-spectrumβ-lactamase-producing bacteria. Antimicrobial Agents &
Chemotherapy 2013; 57(7):3092-3099.
11.Gerritse FL, Meulenbeld HJ, Roodhart JML, van der Velden
AMT, Blaisse RJB, Smilde TJ, Erjavec Z, de Wit R and Los M.
Analysis of docetaxel therapy in elderly (≥70 years) castration
resistant prostate cancer patients enrolled in the Netherlands Prostate Study. European Journal of Cancer 2013;
49(15):3176-3183.
12.Ince I, Knibbe CAJ, Danhof M and de Wildt SN. Developmental
changes in the expression and function of cytochrome P450
3A isoforms: evidence from in vitro and in vivo investigations.
Clinical Pharmacokinetics 2013; 52(5):333-345.
13.Janse JA, Pattij TOS, Eijkemans MJC, Broekmans FJ, Veersema
S and Schreuder HWR. Learning curve of hysteroscopic placement of tubal sterilization microinserts in 15 gynecologists in
the Netherlands. Fertility & Sterility 2013; 100(3):755-760.
e1.
14.Keijsers RG, van den Heuvel DA and Grutters JC. Imaging the
inflammatory activity of sarcoidosis. European Respiratory
Journal 2013; 41(3):743-751.
15.Lacle MM and van Oosterhout MFM. An unusual presentation
of malignant pleural mesothelioma. Journal of Thoracic Oncology 2013; 8(7):e63-e64.
16.Mulder AA, Wijffels MC, Wever EF and Boersma LV. Early
recurrence of atrial fibrillation as a predictor for 1-year efficacy after successful phased RF pulmonary vein isolation:
Evaluation of complaints and multiple Holter recordings. International Journal of Cardiology 2013; 165(1):56-60.
17. Remmelts HH, Spoorenberg SM, Oosterheert JJ, Bos WJ, de
Groot MC and van de Garde EM. The role of vitamin D supple-
mentation in the risk of developing pneumonia: three independent case-control studies. Thorax 2013; 68(11):990-996.
18.Roos D, Dijksman LM, Tijssen JG, Gouma DJ, Gerhards MF and
Oudemans-van Straaten HM. Systematic review of perioperative selective decontamination of the digestive tract in elective gastrointestinal surgery. British Journal of Surgery 2013;
100(12):1579-1588.
19.Schaap J, de Groot JA, Nieman K, Meijboom WB, Boekholdt
SM, Post MC, van der Heyden JA, de Kroon TL, Rensing BJ,
Moons KG and Verzijlbergen JF. Non-invasive decision making
in stable angina-The response. Heart 2013; 99(15):11361137.
20.Schaap J, de Groot JA, Nieman K, Meijboom WB, Boekholdt
SM, Post MC, van der Heyden JA, de Kroon TL, Rensing BJ,
Moons KG and Verzijlbergen JF. Hybrid myocardial perfusion
SPECT/CT coronary angiography and invasive coronary angiography in patients with stable angina pectoris lead to similar
treatment decisions. Heart 2013; 99(3):188-194.
21.Smits AJ, Kummer JA, de Bruin PC, Bol M, van den Tweel JG,
Seldenrijk CA, Willems SM, Offerhaus GJ, de Weger RA, van
Diest PJ and Vink A. The estimation of tumor cell percentage
for molecular testing by pathologists is not accurate. Modern
Pathology 2013; [Epub ahead of print]
22.Trietsch F, Snijder RJ, Kloosterziel C and van den Heuvel DA.
Pulmonary artery embolization for refractory hypoxemia
caused by invasive mucinous adenocarcinoma. Journal of
Thoracic Oncology 2013; 8(2):e15-e16.
23.van der Schaar PJ, Dijksman JF, Broekhuizen-de Gast, Shimizu
J, van Lelyveld N, Zou H, Iordanov V, Wanke C and Siersema
PD. A novel ingestible electronic drug delivery and monitoring
device. Gastrointestinal Endoscopy 2013; 78(3):520-528.
24.van Vilsteren FG, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Schrijnders
D, Sondermeijer CM, Bisschops R, Esteban JM, Meining A,
Neuhaus H, Parra-Blanco A, Pech O, Ragunath K, Rembacken B,
Schenk BE, Visser M, Kate FJ, Meijer SL, Reitsma JB, Weusten
BL, Schoon EJ and Bergman JJ. Predictive factors for initial
treatment response after circumferential radiofrequency
ablation for Barrett’s esophagus with early neoplasia: a prospective multicenter study. Endoscopy 2013; 45(7):516-525.
25.van Werkum MH, Swaans MJ, van Es HW, Rensing B and van
Heesewijk JPM. Case 190: papillary fibroelastoma of the
pulmonary valve. Radiology 2013; 266(2):680-684.
26.Velthuis S, Buscarini E, van Gent MW, Gazzaniga P, Manfredi
G, Danesino C, Schonewille WJ, Westermann CJ, Snijder RJ,
Mager JJ and Post MC. Grade of pulmonary right-to-left shunt
on contrast echocardiography and cerebral complications; a
striking association. Chest 2013; 144(2):542-548.
27.Velthuis S, Vorselaars VM, van Gent MW, Westermann CJ,
Snijder RJ, Mager JJ and Post MC. The Role of Transthoracic
Contrast Echocardiography in the Clinical Diagnosis of Hereditary Haemorrhagic Telangiectasia. Chest 2013; 144(6):18761882.
28.Vorselaars AD, Hijdra D, van Moorsel CH, Claessen AM and
Grutters JC. Antinuclear antibodies do not predict antiinfliximab antibody induction in sarcoidosis. Journal of the
American Academy of Dermatology 2013; 69(2):312-314.
44
29.Vorselaars AD, Wuyts WA, Vorselaars VM, Zanen P, Deneer VH,
Veltkamp M, Thomeer M, van Moorsel CH and Grutters JC.
Methotrexate versus azathioprine in second line therapy of
sarcoidosis. Chest 2013; 144(3):805-813.
30.Vorselaars ADM, Verwoerd A, van Moorsel CHM, Keijsers RGM,
Rijkers GT and Grutters JC. Prediction of relapse after discontinuation of infliximab therapy in severe sarcoidosis. European
Respiratory Journal 2013; [Epub ahead of print]
45
8.6 Opleidingen
Initiële verpleegkundige opleidingen:
Verpleegkundige niveau 4
Theorie en
praktijkopleiding
Verpleegkundige niveau 5
Praktijkopleiding
OperatieassistentPraktijkopleiding
AnesthesiemedewerkerPraktijkopleiding
Verpleegkundige Vervolgopleidingen Acute Zorg
Intensive Care
Medium Care
Cardiac Care/ Cardiothoracale chirurgie
Spoedeisende Hulp
Theorie en
praktijkopleiding
Theorie en
praktijkopleiding
Theorie en
praktijkopleiding
Theorie en
praktijkopleiding
Verpleegkundige Vervolgopleidingen Chronische Zorg
StomazorgTheorie
IncontinentieTheorie
MammacareTheorie
Endoscopie (long en maag-darm-lever)
Theorie
Diabetes (kinderen)
Theorie
ReumaTheorie
Astma/COPD/ Pulmonologie
Theorie
Verpleegkundig Endoscopist
Theorie
Medische Vervolgopleidingen
Opleiding (MSRC)
Anesthesiologie
Cardiologie
Cardiothoracale Chirurgie
Dermatologie
Obstetrie en Gynaecologie
Heelkunde
Interne Geneeskunde
Kindergeneeskunde
Keel- Neus- Oorheelkunde
Longziekten en Tuberculose
Medische Microbiologie
Maag- Darm- Leverziekten
Neurologie/KNF
Nucleaire Geneeskunde
Orthopedie
Pathologie
Plastische Chirurgie
Psychiatrie
Radiologie
Revalidatiegeneeskunde
Spoedeisende Geneeskunde
Urologie
Opleiding (niet-MSRC)
Klinische Chemie
Klinische Fysica & Instr.
Ziekenhuisapotheker
GZ-psycholoog
Medische Immunologie
Gastro-intestinale Chirurgie
Vaatchirurgie
Interventieradiologie
Klinische Farmacologie groep ziekenhuisapotheker
Klinische Farmacologie groep overigen
Verpleegkundig
Alle reanimatietrainingen (ALS, BLS, PALS en PBLS)
Training werkbegeleiding
Coachend leidinggeven
Bijscholing Dermatologie
Bijscholing Oncologie, Bewegen, Beschouwend en Snijdend
Bijscholing H2/F2/H3
ALERT training voor de eenheid Geneeskunde
Beheer en ontwikkelen leerportaal en e-learning
Medisch
In 2013 heeft de afdeling Medische Opleidingen de volgende
onderwijsbijeenkomsten georganiseerd
Naam aantal keer
Discipline-overstijgend onderwijs
9
Cursus wetenschappelijke posters maken
2
Cursus ICH-GCP
4
SPSS basiscursus
3
In samenwerking met Kennis en Informatiecentrum:
RefWorks beginners
4
RefWorks gevorderden
1
Goed zoeken voor een CAT in PubMed
1
Daarnaast verzorgt de afdeling maandelijks het introductie onderwijsprogramma voor A(N)IOS en is voor 2 groepen AIOS 6 keer per
jaar Balint-intervisie aangeboden.
46
8.7 Santeon jaaroverzicht 2013
Het St. Antonius Ziekenhuis vormt met vijf andere topklinische
ziekenhuizen in Nederland de landelijke ziekenhuisketen Santeon.
Met deze ziekenhuizen delen wij de ambitie om topzorg te
leveren in een gastvrije, mensgerichte omgeving. Onze medische
professionals kijken bij elkaar in de keuken om van elkaar te leren.
We delen kennis en ervaring en werken aan gezamenlijke kwaliteitsprojecten. Hierbij worden behandelingen en resultaten systematisch met elkaar vergeleken, waardoor de onderlinge variatie
wordt teruggebracht en de kwaliteit in alle Santeon ziekenhuizen
aantoonbaar beter wordt. Het belang van de patiënt staat hierbij
centraal. Onderstaand een overzicht van de resultaten in 2013.
Complexe oncologische ketenzorg
Voor borst-, prostaat- en longkanker zijn door de zes Santeon
ziekenhuizen best practices geformuleerd, oftewel ‘het beste
van de zes’. Teams van specialisten, verpleegkundig specialisten,
verpleegkundigen oncologie en kwaliteitsadviseurs hebben
hieraan bijgedragen door samen kritisch te kijken naar de zorgpaden, te delen waar ze trots op zijn, vraagstukken te bespreken
en best practices met elkaar te delen. Dit proces heeft geleid
tot De Plus van Santeon, welke vervolgens is besproken met de
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK)
en huisartsen. De best practices zijn vervolgens in alle Santeon
ziekenhuizen geïmplementeerd. Eind 2013 zijn we gestart met
het formuleren van best practices voor het zorgpad darmkanker.
Santeon Farmadatabase
De Santeon Farmadatabase is een database, waarin medicatiegegevens van de zes ziekenhuizen bijeen worden gebracht. Het
Martini Ziekenhuis en St. Antonius Ziekenhuis zijn de initiatiefnemers en de trekkers van dit project. Zij hebben inmiddels de database live; in 2014 volgen de andere vier Santeon ziekenhuizen.
Door de medicatie bij behandeling en de uitkomst hiervan tussen
de ziekenhuizen te vergelijken, is de best practice te achterhalen.
Zo kan op het gebied van farmacotherapie voordeel te boeken
zijn. Een voorbeeld is de monitoring van de inzet van antibiotica
en de vergelijking van behandeling van lagere luchtweginfecties.
Tevens is de database zeer goed inzetbaar voor onderzoek. Het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS), universiteiten en de farmaceutische industrie zijn dan ook geïnteresseerd
in het initiatief.
Santeon Clinical Rules
Clinical Rules zijn beslisregels gevat in een Decision Support
System (Gaston), ter ondersteuning van het voorschrijven en het
gebruik van medicatie. Doel is de patiënt(medicatie)veiligheid te
bevorderen. Het systeem is ontwikkeld in het Catharina Ziekenhuis, in samenwerking met de TU Eindhoven. De eerste beslisregels zijn inmiddels getoetst, aangescherpt en tevens geïmplementeerd in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en het Medisch
Spectrum Twente. De andere ziekenhuizen volgen na bewezen
succes en evaluatie van de ervaringen tot nu toe.
Zorgconcept Gynaecologie ‘minimale invasieve zorg’
Zorg voor Uitkomst: uitkomstindicatoren long- en
prostaatkanker
In het programma Zorg voor Uitkomst zijn op wetenschappelijke
wijze compacte sets met - voor de patiënt relevante - uitkomstindicatoren ontwikkeld voor longkanker en prostaatkanker. Uitkomstindicatoren zeggen iets over het resultaat van behandelingen
voor de patiënt: bijvoorbeeld overleving, risico’s op complicaties
en kwaliteit van leven. Santeon is een voorloper in de ontwikkeling
van dergelijke indicatoren. De bestaande indicatoren zijn meestal
gericht op zorgprocessen (aantal operaties) of de organisatie (het
al dan niet hebben van bepaalde faciliteiten).
De resultaten van het Catharina Ziekenhuis, het St. Antonius
Ziekenhuis en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis op de uitkomstindicatoren zijn op basis van gegevens uit 2008-2011 berekend
en geanalyseerd. Eind 2013 is een en ander gevat in het Uitkomstenboek 2013 en op het symposium van 7 februari 2014 zijn de
indicatoren en resultaten openbaar gemaakt. Medisch Spectrum
Twente, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Martini Ziekenhuis
gaan in 2014 meedoen om zo te komen tot een Santeon-breed
uitkomstenboek kanker. De Santeon ziekenhuizen stellen de
opgedane kennis en ervaring ook beschikbaar aan andere ziekenhuizen, beroepsverenigingen en patiëntenorganisaties en gaan
graag in interactie verder met de doorontwikkeling van de indicatoren.
De gynaecologen van de Santeon ziekenhuizen werken met elkaar
aan het uniformeren en implementeren van de best practices
voor ‘minimale invasieve (benigne) gynaecologische zorg’. Zij
hebben werkbezoeken bij elkaar afgelegd, werkwijzen en protocollen afgestemd, gezamenlijke inkoop van apparatuur en sets
gerealiseerd en de bedrijfsleiders en POK-verpleegkundigen
met elkaar in contact gebracht. Dat heeft geresulteerd in een
Santeon zorgpad Benigne Gynaecologie, waarin de best practices
zijn gedefinieerd, zodat in de zes ziekenhuizen deze specifieke
behandelingen op vergelijkbare wijze en met vergelijkbare kwaliteit worden aangeboden. In 2014 wordt deze werkwijze in alle zes
ziekenhuizen verder geïmplementeerd.
Santeon Wetenschapsdag
Jaarlijks kiest Santeon het beste onderzoek van jonge onderzoekers dat in de Santeon ziekenhuizen plaatsvindt. Dit jaar
werd de Wetenschapsdag gehouden op vrijdag 4 oktober in het
Martini Ziekenhuis in Groningen. De Santeon Wetenschapsprijs
2013 is gewonnen door Jorik Reimerink, arts-assistent op de
afdeling Chirurgie van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG)
in Amsterdam. Belangrijkste criterium voor de selectie van het
winnende onderzoek is de wetenschappelijke kwaliteit. Er is
hiervoor gekeken naar de studieopzet (design, populatie), meetinstrumenten, analyse van data en interpretatie van data. Andere
criteria zijn de wijze van presenteren en de klinische relevantie
van het onderzoek. Naast de Santeon Wetenschapsprijs is er ook
een Posterprijs uitgereikt. Zestien onderzoeken uit de Santeon
ziekenhuizen werden gepresenteerd op een poster.
47
Zo ontstaat dialoog tussen de onderzoekers uit de verschillende
huizen en worden onderzoeken steeds vaker verbreed naar meerdere ziekenhuizen. Dat heeft als grote voordeel dat de aanwezige
kennis en capaciteiten gebundeld worden. Onderzoek verricht in
meerdere ziekenhuizen wint ook aan relevantie en impact door de
grotere aantallen en geografische spreiding.
Excellent werkgeverschap; duurzame inzetbaarheid
medisch specialisten
Het hebben en houden van kwalitatief hoogwaardige professionals is voor Santeon een speerpunt. In het licht van de
huidige maatschappelijke discussie over het functioneren van
specialisten, vakgroepen en medische staven, krijgt het vorig
jaar gestarte focusproject ‘duurzame inzetbaarheid medisch
specialisten’ nog meer belang. De best practices zijn geïnventariseerd voor wat betreft het werven en selecteren van artsen,
het coachen, ontwikkelen en binden van artsen in en aan het
ziekenhuis en het duurzaam inzetten van artsen gedurende de
verschillende levensfasen. Dit heeft inmiddels geresulteerd in
een gezamenlijk artikel in Medisch Contact en een Santeon-breed
gesprek met de Inspectie voor Volksgezondheid over het sturen
op functioneren in de ziekenhuizen.
Platform Verpleegkunde
Doel is om te komen tot een kennisnetwerk tussen verpleegkundigen van de zes ziekenhuizen. Hiermee geven we invulling aan
de belangrijke positie van verpleegkundigen binnen het ziekenhuis en stimuleren we verpleegkundigen om - in lijn met excellente zorg - regie te nemen over verpleegkundige ontwikkelingen
binnen de Santeon ziekenhuizen. Het komende jaar wordt het
platform verder verstevigd en uitgebreid. In 2013 zijn de voorbereidingen gestart voor een verpleegkundig congres in 2014, waar
kennisdeling en leren van elkaar centraal staan.
Al 5 jaar Topwerkgever
De zes ziekenhuizen van Santeon zijn voor de vijfde achtereenvolgende keer uitgeroepen tot Topwerkgever. Het internationale
onderzoeksbureau CRF heeft de namen van de Nederlandse
bedrijven en instellingen bekend gemaakt die zich ‘Top Employers
2013’ mogen noemen. In 2013 zijn 54 bedrijven gecertificeerd
als Top Employer Nederland 2013 en 9 organisaties als Top
Employer Cure & Care. Het keurmerk is weggelegd voor organisaties met uitstekende arbeidsvoorwaarden, scholingsmogelijkheden en carrièrevooruitzichten.
Doelmatige bedrijfsvoering met het oog op kwaliteit
Binnen Santeon maken we graag gezamenlijke afspraken met
onze leveranciers als dit leidt tot kwaliteitsverbetering van de
zorg of een meer effectieve besteding van onze middelen.
In 2013 zijn drie grote inkoopprojecten succesvol afgerond:
• De klinisch chemische laboratoria van vijf van de zes Santeon
ziekenhuizen hebben een meerjarig contact gesloten met
Roche.
• Voor de knie- en heupimplantaten (orthopedie) zijn met drie
leveranciers Santeon contracten afgesloten.
• Ten behoeve van de samenwerkende gynaecologen is een
contract afgesloten voor het gebruik van de Truclear en de
inkoop van de materialen.
In 2013 is gezamenlijk binnen Santeon een inkoopbesparing van
5.000.000 euro gerealiseerd.