Terugverwijsbeleid Cardiologie ZGT/MST naar de eerste lijn

Terugverwijsbeleid Cardiologie ZGT/MST naar de eerste lijn
Datum:
08-05-2014
Inleiding
Patiënten met cardiale aandoeningen worden veelal behandeld en begeleid in een samenwerking
tussen cardiologen en huisartsen.
Bepaalde categorieën van patiënten hoeven maar een beperkte periode onder controle te blijven
van de cardioloog, andere patiënten blijven levenslang onder controle van de cardioloog.
Om inzichtelijker te maken wanneer een patiënt qua zorg weer geheel wordt overgedragen aan zijn
of haar huisarts vindt u onderstaand een leidraad, uiteraard kan naar behoefte van de patiënt en/of
zijn aandoening hiervan worden afgeweken.
Controles door Cardioloog
Na acuut coronair syndroom met ongecompliceerd beloop

1 á 2 jaar. Gedurende deze periode zal de secundaire preventie worden geoptimaliseerd
volgens de geldende richtlijnen van de NVVC/ESC en zal hartrevalidatie plaatsvinden.
Daarna terug verwijzing huisarts.
Na interventie PCI/CABG met ongecompliceerd beloop

1 á 2 jaar. Gedurende deze periode zal de secundaire preventie worden geoptimaliseerd
volgens de geldende richtlijnen van de NVVC/ESC en zal hartrevalidatie plaatsvinden.
Daarna terug verwijzing huisarts.
Na klep en aorta chirurgie

Levenslang controle door cardioloog.
Atriumfibrilleren

Zolang ritme controle wordt nagestreefd met behulp van medicatie, zodra AF wordt
geaccepteerd en permanent wordt en goed ingesteld is op rate control wordt de patiënt
terug verwezen naar de huisarts.
Opm: Patiënten die een NOAC gebruiken zullen afhankelijk zijn van een cardioloog voor het
voorschrijven hiervan, zolang het de huisartsen niet wordt toegestaan om dit te mogen
voorschrijven.
Pagina 1 van 2
Overleg cardiologen - FEA - THOON
Na succesvolle ablatie (AF/Re-Entry)

Terugverwijzing huisarts na ongeveer 0.5 tot 1 jaar.
Na implantatie van IED (internal electral device)

Zolang dit aanwezig is (vaak levenslang) controle door cardioloog.
Verder worden patiënten voor onbepaalde tijd onder controle van de cardioloog gehouden met:

Matige of ernstige klep afwijkingen.

Symptomatisch hartfalen NYHA III of IV of recidiverende exacerbaties.

Slechte LV functie zonder symptomen.

Potentieel levens bedreigende ventriculaire ritmestoornissen.

Sommige gen dragers (Kanaal dysfuncties, Bindweefsel aandoeningen, Cardio myopathieën
etc.) al dan niet met symptomen.

Patiënten met beperkte cardio-psychische draagkracht.

Harttransplantatie.

Vrijwel alle congenitale aandoeningen (gecorrigeerd of ongecorrigeerd).

Pulmonale hypertensie.

Patiënten die participeren in een onderzoek: voor de duur van het onderzoek.
Alle overige patiënten worden zo spoedig mogelijk na het diagnostisch en/of behandelingstraject
terug verwezen naar hun eigen huisarts.
In overleg met patiënt en huisarts kunnen de controles en/of behandeling worden gestaakt indien
de levenssituatie van de patiënt dit niet zinvol meer laat zijn.
Pagina 2 van 2
Overleg cardiologen - FEA - THOON