Beleidsstuk? Dan geen klare taal

ACHTERGROND | COMMUNICATIE
Steeds meer gemeenten communiceren alleen in
eenvoudige taal met de burger. In vaktermen: op B1niveau. Taaldeskundigen hebben hun twijfels. ‘In een
beleidsstuk werken dwingende regels belemmerend.’
BRIGIT KOOIJMAN
Beleidsstuk? Dan
geen klare taal
Stichting Lezen & Schrijven en het
Nederlands Debat Instituut reikten
tijdens verkiezingsdebatten in februari en maart in verschillende gemeenten prijzen uit aan de ‘meest
begrijpelijke spreker’: lokale politici
die in duidelijke taal hun standpunten wisten uit te leggen.
Nu hebben in Oss – waar in november raadsverkiezingen zijn – alle
politieke partijen (op één na) zich
verplicht om ook hun verkiezingsprogramma’s in begrijpelijk Nederlands op te stellen. Dat laatste is
voornamelijk te danken aan Aysegül
Demirci en Theodora Verploegen,
communicatie-adviseurs bij deze gemeente. Ze hebben de afgelopen
drie jaar met hun project ‘Klare
Taal’ de hele organisatie weten te
doordringen van het belang van
duidelijk schrijven. Voor hun inzet
werden ze onlangs benoemd tot
Ambassadeur Heldere Taal 2014,
een titel die communicatiebureau
Loo van Eck in 2012 in het leven
riep.
Alle 350 ambtenaren in Oss die weleens iets moeten schrijven wat bestemd is voor burgers, volgden een
driedaagse training ‘eenvoudig Nederlands’ door Bureau Taal uit Beusichem. De veertig meest enthousiaste
28
‘DE TERM
TRANSITIE
KREGEN
WE ER
NIET UIT’
29 augustus 2014 | Binnenlands Bestuur
deelnemers werden benoemd tot
‘taalcoach’, zij dienen als vraagbaak
voor collega’s. Iedere afdeling heeft
er minimaal één.
Verder stelden Demirci en Verploegen met behulp van Bureau Taal een
schrijfwijzer samen, met tips en
voorbeelden, do’s en don’ts (‘gebruik
geen buitenlandse woorden’) en
maakten ze allerlei leuke hulpmiddelen voor hun collega’s, zoals de
Klare Taal-kalender. Allemaal met
het doel hen eenvoudig te laten
schrijven zodra ze het woord tot de
inwoners van Oss richten. Eerst in
brieven, later ook in folders, webteksten en sinds kort zelfs in raadsen collegestukken. En in verkiezingsprogramma’s dus.
Eenvoudige taal hanteren betekent
in Oss, net als bij steeds meer andere gemeenten en overheidsinstellingen: schrijven op B1-niveau. Bureau
Taal, samenwerkingspartner van
Oss en 45 andere gemeenten, maakt
gebruik van het Europees
Referentiekader voor de Talen
(ERK) om het taalniveau van teksten vast te stellen. B1 zou het ideale niveau zijn voor het communiceren met burgers omdat teksten in
die moeilijkheidsgraad voor 95 procent van de bevolking begrijpelijk
zouden zijn.
Dubieus
Carel Jansen ziet de toename van
het schrijven op B1-niveau met lede
ADVERTENTIE
Een baan in het
sociale domein
die jou elke dag
opnieuw uitdaagt?
JA,
DIE HEBBEN
WIJ!
WWW.BMCIMPLEMENTATIE.NL/VACATURES
ogen aan. ‘Het Europees Referentiekader is ontwikkeld om de taalvaardigheid van mensen te meten, niet
de moeilijkheidsgraad van teksten’,
stelt de hoogleraar communicatieen informatiewetenschappen aan de
Rijksuniversiteit Groningen. ‘Bovendien gaat het bij het ERK over kennis
van vreemde talen, niet over het
begrijpen van je moedertaal. Wetenschappelijk gezien is deze methode
dus dubieus.’
Het zou volgens Jansen allemaal niet
zo erg zijn als het B1 goed werkte
‘Maar dat is naar mijn idee lang niet
altijd zo. Bij teksten die uitleggen
wat je moet doen, zoals handleidingen, is het voor iedereen prettig
wanneer die in eenvoudige taal zijn
gesteld. Korte zinnen, geen moeilijke
woorden. Maar in andersoortige teksten, zoals een beleidsvisiestuk, is de
kans groot dat je je doel voorbijschiet wanneer je jezelf diezelfde
dwingende regels van eenvoud oplegt. Soms kun je de complicaties
van de werkelijkheid dan geen recht
doen. Als betrokken burger wil ik
kunnen meedenken over – soms
ingewikkelde – beleidskwesties. Al te
simpele teksten kunnen dat belemmeren. Maar ook mindere vaardige
lezers zijn soms gebaat bij langere
zinnen, als de werkelijkheid achter
een tekst daarom vraagt. Onderzoek
heeft laten zien dat een vereenvoudiging van leerboeken voor het middelbaar beroepsonderwijs verkeerd
heeft uitgepakt, omdat – door de
dwang korte zinnen te schrijven –
voegwoorden ontbraken. En voegwoorden zijn een belangrijk hulpmiddel om zinnen op de juiste
manier te interpreteren. Het is dus
sterk afhankelijk van het soort tekst
of het zin heeft om eenvoudig taal
FRANK MUCKENHEIM / H.H.
ACHTERGROND
gebruik te hanteren.’
Communicatie-adviseur Aysegül
Demirci uit Oss is het daar niet mee
eens. Volgens haar zijn alle tekstsoorten in principe geschikt voor een eenvoudige weergave. ‘De kritiek dat je
teksten op die manier te veel versimpelt, hebben we in het begin ook wel
gehad, vooral intern. Zo makkelijk
kan mijn vak toch niet zijn, dachten
mensen dan. Maar we hebben uiteindelijk alle collega’s meegekregen. Dat
hoogopgeleiden zich wellicht beledigd kunnen voelen door te simpel
gestelde brieven, wegen wij niet mee.
Alle inwoners van Oss moeten alle
teksten van de gemeente kunnen begrijpen. Ook mensen als mijn ouders,
die van Turkse afkomst zijn.’
Het is heus weleens lastig, vertelt Demirci, vooral als er juridisch gevoelige
zaken bij komen kijken. ‘Voor bepaalde ingewikkelde termen is er niet altijd een alternatief. In dat geval leggen
we die uit. En als we samenwerken
met andere gemeenten, zoals bij de
transities, lukt het ook niet altijd om
onze normen voor helder schrijven te
handhaven. De term ‘transitie’ hebben
we er niet uit kunnen krijgen, bijvoorbeeld. Wij verlangen dan wel dat er
een uitleg bij komt.’ <
Binnenlands Bestuur | 29 augustus 2014
29