DEZE THEMABIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD LEES MEER OP WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE LAND- & TUINBOUW September 2014 “VERSE PRODUCTEN VAN TOPKWALITEIT” FOTO: DIRK WOLF Sterrenchef Gert De Mangeleer steunt het project ‘Vlaanderens Trots’ door te koken met producten van eigen bodem DUURZAAMHEID Samenwerking op lange termijn INNOVATIE Competitief blijven in internationaliserende markt OPLEIDING De landbouwer als ondernemer Professionele land- en tuinbouwopleidingen Landbouw Informatica Nationaal Agrarisch Centrum | H. Consciencestraat 53A - 8800 Roeselare | [email protected] - 051/26.08.30 - 0475/78.45.94 Paarden 2 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE UITDAGING De derde zondag van september is naar jaarlijkse gewoonte een hoogdag voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Tientallen bedrijven openen dan hun poorten voor het grote publiek tijdens de Dag van de Landbouw. Griet Lemaire, directeur van het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (VILT), legt uit waarom het dit jaar een feestje in mineur dreigt te worden. ONTDEK ONZE CAMPAGNEWEBSITE “Meer getuigenissen, foto’s en video’s vindt u op onze website www.allesoverlandbouw.be. Ik wens u alvast veel leesplezier!” Sophie Vanden Eynden PROJECT MANAGER Het onwaarschijnlijke doorzettingsvermogen van de boer D e Russische handelsboycot van land- en tuinbouwproducten hangt als een donkere wolk boven de sector. Boycot Griet Lemaire DIRECTEUR VILT Zelfs een Russische boycot kan de fierheid en de passie van een boer niet temperen. Boer zijn is niet zomaar een job, het is een manier van leven, een manier van zijn Door de massale persbelangstelling is de kans klein dat het je ontgaan is dat deze Russische maatregel een ramp is voor de Belgische perentelers,maar ook voor heel wat andere land- en tuinbouwproducten is het embargo problematisch. En de gevolgen reiken veel verder dan de 280 miljoen euro aan landen tuinbouwproducten die wij uitvoeren naar Rusland. De hele Europese handel is verstoord, waardoor er overschotten ontstaan en de prijzen ineenstorten. We kunnen die bijkomende producten immers niet allemaal zelf opeten en snel nieuwe afzetmarkten vinden, is ook geen sinecure.Deze crisis is dus een schoolvoorbeeld van hoe een politieke beslissing ver boven de hoofden van de Belgische land- en tuinbouwers een rechtstreekse en zware impact kan hebben op hun inkomen. Betaalbaar voedsel Is zo’n prijsdaling dan geen goed nieuws voor de consument? Op korte termijn wellicht wel, maar op lange termijn wint niemand er bij. De teler die geen winst maakt, legt de boeken neer en de consument wordt afhankelijk van het buitenland voor zijn voedselvoorziening. Daarmee verliezen we meteen ook onze garanties op voedselzekerheid en -veiligheid, want laat dat nu net de reden zijn waarom de Europese Unie er bij zijn oprichting voor heeft gekozen om een sterk landbouwbeleid uit te bouwen: zorgen dat de burger voldoende, kwalitatief en betaalbaar voedsel heeft en dat de boer een aanvaardbaar inkomen krijgt. Hoewel boeren het liever anders zouden zien, wordt dat aanvaardbaar inkomen voor een deel gerealiseerd via subsidies. De overheidssteun die landbouwers ontvangen, is echter niet vrijblijvend. Die wordt enkel uitgekeerd wanneer ze voldoen aan strenge normen op het vlak van milieu,dierenwelzijn en andere maatschappelijke eisen. Voedselverspilling Los van die subsidiebudgetten heeft Europa ook een noodfonds aangelegd voor onvoorziene crisissen: extreme weersomstandigheden, dier- en plantenziekten of zoals nu, een handelsboycot. Eén van de maatregelen die vergoed wordt via dit noodfonds is het niet oogsten van peren en andere groenten en fruit. Waarom wordt er beslist om een deel van de oogst te laten verkommeren, net nu voedselverspilling hoog op de maatschappelijke agenda staat? Ondanks de vele goedbedoelde initiatieven om de consumptie van bijvoorbeeld peren aan te moedigen, zal het wegvallen van de Russische afzetmarkt voor een groot overaanbod zorgen en dus voor een scherpe prijsdaling. Bovendien kost het plukken, bewaren, sorteren en verwerken van het fruit heel wat geld; een kost die wellicht niet kan worden terugverdiend. Vandaar de keuze om een deel van de peren en appelen te laten hangen. Dat de economische schade van de Europees-Russische crisis niet volledig op de telers afgeschoven wordt, is maar normaal. Al maandenlang hebben ze geïnvesteerd in hun product: bomen snoeien, plantages vorstvrij houden, bestrijdingsmiddelen aankopen,... En vooraleer er een cent verdiend kon worden, lag de markt op apegapen. Onwaarschijnlijk doorzettingsvermogen Dat deze Ruslandcrisis voor een aantal land- en tuinbouwers de crisis te veel zal worden, is onvermijdelijk, maar voor het overgrote deel zal dit een tegenslag worden die ze weer te boven komen. Onderschat namelijk nooit het onwaarschijnlijke doorzettingsvermogen van boeren. Dat heeft alles te maken met het feit dat boer zijn niet zomaar een job is, het is een manier van leven, een manier van zijn. Meteen ook de reden waarom de Dag van de Landbouw geen feestdag in mineur zal worden. Ga gerust langs bij één van de 58 bedrijven die op zondag 21 september hun poorten openen en je zal het zelf merken: zelfs een Russische boycot kan de fierheid en de passie van een boer niet temperen! Lukt het je niet om die dag langs te gaan op een boerderij? Neem dan zeker eens een kijkje op kanaal 22 van Telenet. PlattelandsTV brengt er elke dag boeiende reportages over land- en tuinbouw. *MEER INFORMATIE: WWW.DAGVANDELANDBOUW.BE WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE LAND- EN TUINBOUW SEPTEMBER 2014 Managing Director: Leoni Smedts Head of Production: Daan De Becker Web-editor: Annelien Alaerts Business Developer: Nina Welvaert Project Manager: Sophie Vanden Eynden Tel: +32 2 421 18 23 E-mail: [email protected] Redactie: Joris Hendrickx, Shannah Jongstra, Grete Flies Lay-out: I Graphic E-mail: [email protected] Print: Mediahuis Distributie: De Standaard Mediaplanet contactinformatie: Tel: +32 2 421 18 20 Fax: +32 2 421 18 31 E-mail: [email protected] D/2014/12.996/27 VOLG ONS OP: /MediaplanetBelgium @MediaplanetBE Mediaplanet Belgium Mediaplanetbe Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar. Deze bijlage wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard. WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 3 INSPIRATIE Gert De Mangeleer over ‘Vlaanderens Trots’ “Topgerechten met producten van eigen bodem” M et ‘Vlaanderens Trots’ zetten elk jaar enkele partnerbedrijven van de landbouwers een deelsector van de Vlaamse landbouw in de kijker. We mogen immers trots zijn op het heerlijk verse voedsel dat bij ons wordt geproduceerd.In 2015 zal de melkveehouderij in de kijker worden gezet,want melkvee is de drager van het platteland en melk is een product dat veel verwerkingsmogelijkheden en voordelen biedt. Gert De Mangeleer, topchef van het driesterrenrestaurant Hertog Jan,geeft uitleg. Hoe is uw samenwerking met ‘Vlaanderens Trots’ ontstaan? “Ieder jaar maken we in een reportage vier gerechtjes, waarin we de troeven van een deelsector en de veelzijdige culinaire mogelijkheden van de producten uit die sector uitlichten. Heel wat eenvoudige ingrediënten bieden immers meer creatieve mogelijkheden dan men beseft. Mijn rol is om mensen te inspireren door te tonen wat wij er zoal mee doen.De voorbije jaren kwamen de varkenssector en de legkippenhouderij aan bod, initiatieven waar ik regelmatig in positieve zin op aangesproken ben.We zetten nu al voor het derde jaar op rij een deelsector in de kijker, dus we mogen toch spreken van een succes.” FOTO: DIRK WOLF Wat is de link tussen uw werk bij Hertog Jan en ‘Vlaanderens Trots’? Gert De Mangeleer TOPCHEF VAN HET DRIESTERRENRESTAURANT HERTOG JAN Het doet me steeds plezier als ik aan onze klanten kan uitleggen dat we bepaalde ingrediënten van lokale leveranciers hebben gekocht “Wij hebben zelf een klein landbouwbedrijf gekoppeld aan ons restaurant. Door zelf ter plaatse te gaan bij de varkenskwekers en de legkippenhouderijen, herkende ik meteen de uitdagingen die leven in de sector. We zijn bovendien allemaal bezig met natuurproducten. Dat heeft voor een groot deel te maken met gevoel en emotie. De Vlaamse landbouwers steken hun hart en ziel in hun werk. Ik heb enorm veel respect voor die ambacht.” “Het boerenleven heeft me altijd geboeid en dat maakt me extra creatief: gebruiken wat de natuur ons biedt,back to the roots.Ik heb tijdens dit project al meerdere mensen ontmoet die me nieuwe invalshoeken hebben aangebracht en mijn ogen hebben geopend voor de veelzijdigheid van hun deelsector. Groenten, kruiden en bloemen produceren wij zelf dankzij onze eigen tuin. Voor andere producten werken we zoveel mogelijk samen met lokale boeren en vissers die ik persoonlijk ken. Zij leveren kwaliteitsproducten en wij doen er iets unieks mee. Het doet me steeds plezier als ik aan onze klanten kan uitleggen dat we bepaalde ingrediënten van lokale leveranciers hebben gekocht.” Wat is uw persoonlijk doel met ‘Vlaanderens Trots’? “De filosofie die ik wil overbrengen, is dat men meer in de buurt moet zoeken naar lokale en biologische producten. Het hoeft niet altijd van ver weg te komen om speciaal te zijn. Er is zoveel moois rondom ons terwijl we het amper beseffen. Dat wil niet zeggen dat we daar extreem in moeten zijn en alle buitenlandse kruiden of wijnen moeten schrappen, maar het zou toch lokaler kunnen.Als iedereen in gepaste mate zijn bijdrage zou leveren,dan zouden we een aanzienlijke boost kunnen geven aan onze landbouwers.” Op welke manier benadrukt de nieuwe locatie van Hertog Jan uw genegenheid voor de Vlaamse landbouw? “Joachim Boudens (mede-eigenaar nvdr.) en ikzelf hebben er steeds van gedroomd om ons eigen restaurant te openen, met daarbij veel respect voor de omgeving. Ons nieuwe project bevindt zich in een beschermde hoeve. We hebben er maar liefst vier jaar aan gewerkt en zijn sinds deze zomer open. Al van bij de start oogsten we uit onze eigen tuin, die vervolgens geïntegreerd is in het restaurant.Ook in de bouw hebben we gewerkt met voornamelijk Vlaamse ontwerpers en materialen.” “We hebben steeds onze eigen visie nagestreefd. Op basis van ons gevoel hebben we een unieke stijl ontwikkeld, en dat met het gebruik van verse kwaliteitsproducten uit de regio. We hebben daarbij nooit naar anderen gekeken. Dit wil niet zeggen dat we niet open staan voor inspiratie, integendeel. Zo hebben we ongetwijfeld ideeën opgedaan via ‘Vlaanderen Trots’, met als resultaat dat we nu gerechten serveren die er anders nooit zouden zijn geweest. Een samenwerking met lokale boeren zorgt automatisch voor een kruisbestuiving.” Wat zou verder kunnen helpen om lokale landbouwers te ondersteunen? “Veel consumenten kopen onbewust, zonder er bij stil te staan waar een product vandaan komt. Als we de identiteit van onze lokale producten beter zouden benadrukken en aflijnen, dan zou de consument bewuster keuzes kunnen maken. Ik denk dan aan duidelijk gelabelde producten of zelfs een ‘Vlaamse’ versafdeling in supermarkten, naar analogie met de reeds bestaande biologische afdelingen. Ik ben ervan overtuigd dat de consument een dergelijk initiatief wel weet te appreciëren.” JORIS HENDRICKX [email protected] ‘Vlaanderens Trots’ MELK wordt gelanceerd tijdens Agriflanders. De film is er van 15 tot 18 januari 2015 doorlopend te zien op de standen van de partnerbedrijven: DLV Belgium, Agrifirm, Schippers, BNP Paribas Fortis, Altez, Abitec, New Holland Benelux en Denkavit. De reportages over varkensvlees en het ei zijn te bekijken via www.vlaanderenstrots.com. Het laatste nieuws over de nieuwe productie is te volgen via de Facebookpagina van ‘Vlaanderens Trots’. ALLESOVERLANDBOUW.BE Bezoek onze website voor filmpjes over de initiatieven van ‘Vlaanderens Trots’ 4 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE INSPIRATIE Duurzaamheid in de praktijk getest S Carsten Dauster HOOFD BAYER CROPSCIENCE BENELUX teeds meer bedrijven actief binnen de landbouw zetten in op een duurzame groei die erin slaagt om te voldoen aan de behoefte van de huidige generaties, zonder de behoefte van toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Een sterk groeiende wereldbevolking voeden, kan immers op zijn limieten botsen. De vraag die dan rijst, is hoe we voldoende voedsel kunnen produceren op een krimpende landbouwoppervlakte zonder het milieu al te zwaar te belasten. Carsten Dauster, Hoofd Bayer CropScience Benelux,en Marc Sneyders,Marketing Manager Bayer CropScience,leggen uit. “De enige weg vooruit is duurzame landbouw. Groei op lange termijn kunnen we enkel bereiken door nu verantwoordelijk te ondernemen. Economische groei moet dus hand in hand gaan met ecologische innovatie. Met die visie dienen we geïntegreerde oplossingen te ontwikkelen om de rendementen en de kwaliteit in de landbouw te verbeteren, met respect voor het milieu”, opent Dauster. Ideeën testen in de praktijk Marc Sneyders MARKETING MANAGER BAYER CROPSCIENCE “Het is bovendien de verantwoordelijkheid van elk bedrijf om zijn expertise te delen en zo tot een duurzamere landbouw te komen. Met projecten zoals ‘Hof ten Bosch’ willen we anderen inspireren. Het is hier dat innovatieve ideeën in de praktijk tot leven komen, in samenwerking met en onder het kritische oog van echte landbouwers”, aldus Dauster. Sneyders gaat verder: “De steeds groeiende kloof tussen vraag en SAMENWERKING Communicatie moet gebeuren op basis van feiten en cijfers die de resultaten in de vorm van vooruitgang weergeven. FOTO: BAYER CROPSCIENCE aanbod rond landbouwproducten vraagt om een duurzamere landbouw die met minder méér kan produceren. Duurzame landbouw moet op economisch vlak dus eerst en vooral productief, competitief en efficiënt zijn. Pas dan kan er worden geïnvesteerd in het ecologische en sociale aspect.” “Hoe strenger de normen op die twee laatste gebieden, hoe sceptischer de burger en andere stakeholders echter dreigen te worden. Daarom is het belangrijk dat we kennis samenbrengen en delen, enerzijds via duurzame productie en anderzijds via communicatie. Daarbij moeten we terugkijken naar de roots, en ‘Hof ten Bosch’ is daar een uitstekend voorbeeld van.” “We gebruiken een reëel bedrijf dat moet overleven, en streven daarbij naar samenwerking met private en publieke partners op economisch, sociaal en ecologisch niveau. Zo verzamelen we verschillende inzichten van binnen en buiten de sector. Bij ‘Hof ten Bosch’ werken we rond vijf thema’s: bodem, water, biodiversiteit, geïntegreerde gewasbescherming en nieuwe technologieën, zoals gpssystemen.” Leren en verbeteren “Communicatie moet daarbij gebeuren op basis van feiten en cijfers die de resultaten in de vorm van vooruitgang weergeven. Duurzaamheid is immers een werkwoord, iets dat steeds verder evolueert. Over enkele jaren willen we aan verschillende stakeholders tonen waar we vandaan komen en hoe we door de tijd heen hebben geleerd en verbeterd. Zo zullen we komen tot nog meer samenwerkingen.” “We zullen er op korte termijn dus zeker niet meer door verkopen, en dat is ook niet de bedoeling. Wel willen we er op lange termijn, samen met alle samenwerkende partners, voordelen uit halen en zo tot een gezonde, duurzame sector komen”, besluit Sneyders. JORIS HENDRICKX [email protected] VIVES hogeschool BIOTECHNOLOGIE Innovatieve oplossingen voor een gezonde en duurzame voedselproductie · rundvee-, varkens-, pluimvee- en kleinveeteelt · diverse teelten · mechanisatie · ondernemerschap en risicomanagement · indiv. professionalisering via stages, eindwerk, SBP vives.be www.bayercropscience.be CAMPUS ROESELARE · Wilgenstraat 32 · tel. 051 23 23 30 bio-99,5x120.indd 1 8/09/14 16:09 WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 5 EXPERTISE Het opleidingsniveau van de gemiddelde land- en tuinbouwer is aanzienlijk gestegen. Met de toegenomen prijsschommelingen, de vele eisen op het vlak van milieu en dierenwelzijn, consumentenverwachtingen en diverse reglementeringen is een goed management essentieel geworden. De boer wordt dus een echte agrarische ondernemer die creatief, duurzaam en innovatief is en inspeelt op evoluties. Stef Mertens, Market Manager land- & tuinbouw bij Crelan legt uit. Ondernemerschap is een must voor landbouwers D e land- en tuinbouwer is verplicht om meer te investeren zonder daar meteen extra rendement uit te kunnen halen, waardoor de marges per eenheid zijn gedaald. “Dit leidt dikwijls tot volumeverhoging en dus schaalvergroting in een zeer competitieve markt”, opent Mertens. Steeds meer advies Stef Mertens MARKET MANAGER LAND- & TUINBOUW BIJ CRELAN “Door de schaalvergroting vergroot de complexiteit, en niet alle kennis kan nog intern aanwezig zijn. Land- en tuinbouwbedrijven waren traditioneel familiebedrijven die grotendeels op zichzelf functioneerden, maar nu werken velen samen met externe adviseurs zoals boekhouders, adviesbureaus, bankiers en landbouworganisaties. De grote meerderheid wint tegenwoordig uitgebreid advies in vooraleer grote investe- ringen te doen. Dat is ook normaal, want de kapitalen gekoppeld aan een land- of tuinbouwbedrijf, zijn vaak gigantisch. En de terugverdientijd van die investeringen is dikwijls lang en soms onzeker. Weersomstandigheden, ziektes of plagen kunnen de oogst in één klap vernielen of evoluties op de wereldmarkt – denk maar aan de boycot van Europese landbouwproducten door Rusland – kunnen scherpe prijsdalingen veroorzaken.” “Professionalisering en een degelijke financiële onderbouwing van de groeiplannen zijn daarom een must geworden. Banken zijn bovendien iets voorzichtiger met kredieten. Zij willen graag de groei van een onderneming ondersteunen, maar enkel op een verantwoorde manier. Het gezond verstand moet primeren. De bank kan heel wat advies verlenen en een partner zijn die alle belang heeft bij een duurzaam scenario”, aldus Mertens. Overnames “Het merendeel van de familiale landbouwbedrijven wordt uiteindelijk overgenomen door de kinderen. Daarbij is een goede voorbereiding essentieel. De overlater en de overnemer moeten elkaar goed verstaan, overleg plegen en financieel een correcte regeling treffen, zeker wanneer er meerdere kinderen zijn. Een juiste waardebepaling is dan weer enkel mogelijk wanneer het cijferwerk goed is gedaan”, gaat Mertens verder. “Helaas -schatten starters het financiële plaatje soms iets te rooskleurig in en dit kan leiden tot liquiditeitsproblemen. Om dat te vermijden moeten ze voldoende bedrijfskapitaal voor- zien en rekening houden met alle bijkomende kosten. De bank heeft hiervoor aangepaste formules. Een goed businessplan is daarom belangrijk, zeker voor jonge landbouwers die willen groeien of zich heroriënteren.” “Men mag dus niet te weinig, maar ook niet te veel lenen. Men vertrekt best van het strategische doel van de onderneming,en investeert niet zomaar om te groeien zonder plan. Er is een visie nodig die uitgaat van de eigen mogelijkheden (grond, kapitaal, arbeid en management). Een financiële partner die de sector met zijn nuances en uitdagingen kent, kan daarbij helpen in goede en minder goede tijden”, besluit Mertens. JORIS HENDRICKX [email protected] Bouw mee aan de 100% Belgische en coöperatieve bank... ...met meer dan 75 jaar ervaring in de landbouw. Bankieren met gezond verstand 6 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE INSPIRATIE Fruit veredelen, of het verbeteren van het ras om een hogere kwaliteit te bereiken, is iets wat wereldwijd niet op elke straathoek gebeurt. Hoe wordt fruit precies veredeld en wat zijn de focuspunten van bedrijven die zich met veredeling bezighouden? Van zaadje tot appel in je koelkastlaatje: het veredelingsproces van A tot Z START Ieder jaar worden er kruisingen gemaakt waaruit uiteindelijk zo’n 35.000 zaadjes ontstaan. Elk zaadje heeft unieke kenmerken. ENKELE WEKEN De zaadjes worden opgekweekt tot kleine plantjes en intensief getest op resistentie en tolerantie tegen ziekten en plagen,waardoor uiteindelijk slechts 10.000 plantjes overblijven. Deze plantjes worden grootgebracht, geënt en in een testboomgaard geplant waarna het fruit beoordeeld kan worden. Appels en peren veredelen F ruitveredelingsbedrijven rijzen niet als champignons uit de grond. Zo’n zestal grote ondernemingen sieren de aardbol op dit moment, waarvan eentje op eigen bodem. In Rillaar om precies te zijn. Better3fruit werd in 2000 opgericht door boomkweker Johan Nicolaï en professor in de fruitteelt (KU Leuven) Wannes Keulemans. Het veredelen van een appel of peer gebeurt niet van vandaag op morgen. Er wordt begonnen met 35.000 geteelde zaadjes om twintig jaar later één of twee nieuwe appel- of peersoorten in de winkel te kunnen leggen. Een langdurig proces met een hoog kostenplaatje. Maar het heeft zo zijn voordelen. Gouden appels op zilveren schalen Appels en peren veredelen leidt tot nieuw fruit met een verbeterde kwaliteit. Er wordt onder meer met kleur, smaak en textuur geëxperimenteerd tot de perfecte combinatie bereikt is. De gezondheidsaspecten van de vruchten worden vandaag ook veel belangrijker; zo’n 40% van de veredeling is gericht op resistentie en tolerantie van fruit tegen ziekten en plagen. Daardoor moet de fruitteler minder sproeistoffen gebruiken. Bepaalde parameters, zoals schade aan de schil, worden via veredeling ook tot een minimum herleid worden, wat een kleinere uitval betekent. Een economisch voordeel dus voor de producent en de consument krijgt een kwaliteitsvolle en gezonde appel die beter is voor het milieu. Ook voor de handelaar kan zo’n nieuw fruitras voordelen opleveren: dat van de exclusiviteit. Hij kan rechten krijgen op een eigen gekweekte appelsoort om zo directe concurrentie tegen te gaan. Vei- 3 JAAR De vruchten worden herhaaldelijk stuk voor stuk getest op kwaliteit en resistentie. Enkele parameters die onderzocht worden zijn smaak, kleur, uitzicht, bewaartijd en suikergehalte. De appelen en peren die de tests niet doorstaan worden geëlimineerd. Dit gebeurt drie jaar lang waarna alleen de allerbeste (een 100-tal) worden vermeerderd om naar fruit op meerdere bomen te kijken. 8 JAAR ling- en teeltorganisaties proberen op deze manier hun telers te beschermen. Peren zien De sector heeft wel een paar uitdagingen te overwinnen. Omdat het proces zoveel tijd in beslag neemt, is het moeilijk toekomstige trends in te schatten. Sommigen zijn consistent, zoals de schaalvergroting en de vraag naar minder sproeistoffen. Andere trends, bijvoorbeeld in smaak, textuur en kleur, kunnen twintig jaar later alweer veranderd zijn. Een tweede uitdaging is de quarantaineregel. Elke plant die buiten de Europese Unie vervoerd wordt, moet verplicht in quarantaine. Een derde punt waar de sector een uitdaging in ondervindt, is het zoeken van geschikte partners in het buitenland. Kennis van de lokale markt is hiervoor vereist. KANZI en GREENSTAR Twee appelsoorten die dit jaar weer in de rekken liggen van Better3fruit zijn KANZI en GREENSTAR. KANZI is een in België ontwikkelde en geteelde appel, speciaal geselecteerd op zijn rode kleur en zoetzure smaak. GREENSTAR is een groene variant die niet alleen fris en knapperig is, maar ook nog een unieke kwaliteit bezit: hij wordt namelijk niet bruin wanneer je hem in stukken snijdt. Het is duidelijk dat het proces om enkele nieuwe appels en peren in de supermarkt te krijgen, van lange duur is. Gezien de voordelen voor zowel consument, verkoper als producent, is het zijn tijd en geld wel waard. Eventjes door de zure appel heen bijten dus! JORIS HENDRICKX [email protected] Drie jaar lang wordt er weer getest. Dezelfde parameters worden onder de loep genomen en nu kijkt men ook onder meer naar opbrengst en uniformiteit. Zo blijven er uiteindelijk maar een paar over. 12 JAAR De goede exemplaren worden naar buiten gebracht waarna mensen uit binnen- en buitenland uit de hele sector uitgenodigd worden om de selectie te beoordelen. Ze geven hun feedback waardoor het veredelingsbedrijf een zicht heeft op wat aan zal slaan bij de consument. 15 JAAR Van de 35.000 pitjes die vijftien jaar geleden uit kruisingen ontstonden, schieten er nu nog een tweetal over. Hierna wordt er op zoek gegaan naar partners uit Europa,de Verenigde Staten of zelfs uit het zuidelijke halfrond om de vruchten te vermarkten. Deze partners krijgen het exclusieve recht om bomen te planten en het fruit te verkopen, in ruil betalen ze licentierechten aan het Belgische veredelingsbedrijf. 20 - 25 JAAR De appels en peren worden uiteindelijk verdeeld en verkocht in de supermarkt. Het vinden van een partner, aanplanten van de boomgaarden en het verdelen over de supermarkten neemt nog eens vijf tot tien jaar in beslag. FOTO’S: VEILING HASPENGOUW WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 7 “De consument mag chauvinistischer zijn” de vraag hiernaar kleiner. Bovendien biedt Polen, het grootste appelproducerende land van Europa, ook vooral Jonagold aan. Sinds de Russische boycot is er dus sprake van een enorm overaanbod.” Hoe speelt de sector hierop in? Filip Vanaken ALGEMEEN DIRECTEUR VEILING HASPENGOUW In Haspengouw zetten we in op innovatie. Zo hebben we geïnvesteerd in het vinden van een nieuwe appelvariëteit die internationaal competitief is 2 014 belooft een recordjaar te worden voor de Belgische appel- en perenteelt, met een verwachtte volumestijging van 35% bij de appelen en 25% bij de peren. De Russische boycot zorgt echter voor een onverwachte uitdaging. We vragen Filip Vanaken, Algemeen Directeur van Veiling Haspengouw, hoe de sector op lange termijn inspeelt op wijzigingen in de markt. Welke uitdagingen stellen zich voor de Belgische teelt? LEVENSLOOP De verschillende fases tijdens het groeiproces van de appel in beeld. FOTO’S: BETTER3FRUIT “Het Belgische hardfruit bestaat voor de helft uit appelen en de helft uit peren. 95% van die peren zijn Conference-peren. Deze hebben het afgelopen decennium goed gescoord in de markt, voornamelijk met de export naar Rusland. Dat hield echter een risico in, omdat de Russische markt niet stabiel is. De appelteelt bestaat voor 65 à 70% uit Jonagold-appelen. Dat is een populaire varieteit in België, maar op de Europese markt is “In Haspengouw zetten we in op innovatie. Zo hebben we geïnvesteerd in het vinden van een nieuwe variëteit die internationaal competitief is. We hebben ons in de eerste fase gefocust op appelen, omdat we de problemen met Jonagold al langer voelden aankomen. We moesten een vervanger vinden die lekker, smaakvol en onderscheidend is, en die we op voldoende grote schaal kunnen produceren om over heel West-Europa te kunnen verdelen. Zo zijn we uitgekomen bij Kanzi. Deze appel haalt een goed rendement, bewaart goed en heeft een goede kwaliteitsverhouding. Van 100 appelen aan een boom zullen er 70 à 80 van topkwaliteit zijn.” “Vervolgens hebben we in heel Europa smaaktesten gedaan en vastgesteld dat driekwart van de consumenten bij gelijke prijzen zou kiezen voor een Kanzi. Het is een appel in het topsegment die in België is ontwikkeld en gekruist.Bovendien wordt de wereldwijde marketing en productie vanuit België georganiseerd. Indien de consument zou willen kiezen voor een échte Belgische appel, dan komt hij bij Kanzi uit. We werken nu aan een gelijkaardige innovatie voor de perenmarkt. Een nieuwe peer, de Cepuna(cov), zal voor meer diversificatie zorgen en de West-Europese vraag beter beantwoorden.” Wat is het idee daarachter? “De basisdoelstelling was het creëren van betere afspraken en een betere samenwerking tussen de veiling en telers. De teler zal de vruchten telen en plukken, en de veiling zal ze vervolgens koelen, sorteren en verkopen. Door het fruit bij de veiling te sorteren,zorgen we ervoor dat de kwaliteit altijd dezelfde is. In het verleden was er een teveel aan diversiteit in de Jonagold, waardoor de kwaliteit en verkoop achteruit gingen. Daarom zijn we teruggekeerd naar drie types die herkenbaar zijn voor de consument.” “Er is nood aan meer van zulke herkenbare concepten voor appelen en peren die voldoen aan de vraag van de consument, de teler en de retailwereld in West-Europa. Dat vraagt een aanzienlijke tijdsinvestering, want het duurt jaren voordat een jonge boom ook effectief vruchten levert die kunnen worden verkocht.” Wat maakt Haspengouw verder zo sterk als fruitstreek? “Het is een erg vruchtbare streek die bekend staat voor zijn professionaliteit, voedselveiligheid, transparantie, duurzaamheid en goede sociale omkadering.We mogen terecht fier zijn, want Haspengouw is de meest competitieve van alle Europese fruitregio’s. Er is intussen ook afgerekend met de oude taboes rond tewerkstelling en gewasbescherming. De uitstekende kwaliteit van het fruit is het resultaat van jarenlang vakmanschap, wetenschappelijk onderzoek, milieuvriendelijke teelt en innovatie.” “Ook moedigen we de telers aan om hagelnetten te plaatsen om zo te streven naar een constante optimale kwaliteit. Dit is een zeer belangrijk gegeven voor een vrucht die op één maand wordt geplukt, maar wel het hele jaar door moet worden geleverd. In die context hebben de Haspengouwse telers zwaar geïnvesteerd in gekoelde stockagefaciliteiten die het fruit het hele jaar door vers houden, zonder bewaarmiddelen te moeten gebruiken.” Is de aard van de Belgische fruitsector veranderd? “De fruitteelt bestaat voor het overgrote deel uit familiebedrijven, maar ze zijn wel groter en professioneler geworden. Enkel zo kunnen ze competitief blijven binnen een steeds internationaler wordende markt. De rol van de veiling wordt daarmee nog belangrijker, want die bewaart een overzicht en kan inspelen op langetermijntrends zoals we hebben gedaan met de investering in de Kanzi-appel.” Wat is uw eindboodschap? “Ik raad de consumenten aan om wat chauvinistischer te zijn. Kanzi is het Belgische alternatief voor Pink Lady en Jazz. Zowel naar smaak als uitzicht moet Kanzi niet onderdoen, integendeel zelfs. Aan de telers hebben we de raad gegeven om dit jaar enkel het beste fruit te plukken.We verwachten immers een topoogst. De kwaliteit is veel beter dan andere jaren, en daardoor kunnen we selectiever zijn.” JORIS HENDRICKX [email protected] 8 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE EXPERTPANEL Wat zijn de huidige uitdagingen op het vlak van land- en tuinbouw in de provincie? Welke initiatieven neemt de provincie om de sector te stimuleren? Inge Moors GEDEPUTEERDE PROVINCIE LIMBURG Enerzijds kunnen we specifiek voor de Limburgse landbouwers enkele marktuitdagingen opnoemen zoals de herschikking van de zuivelmarkt na het verdwijnen van de melkquota volgend jaar of de fruit- en varkenssector die erg te lijden hebben onder het Rusland-embargo. Anderzijds zijn er een aantal wetgevende veranderingen - denk maar aan de Europese vergroening, de opmaak van het nieuwe Mestactieplan en de nieuwe Instandhoudingsdoelstellingen - die een grote impact zullen hebben op de landbouw in onze provincie. Net als de andere Vlaamse provincies bouwen wij een stimulerend beleid uit. Dat is voornamelijk gericht op de economische veerkracht van de sector. Wij zetten sterk in op kennisoverdracht en innovatie, maar we willen de landbouwers ook stimuleren om hun financiële bedrijfsrisico’s te spreiden. Centraal daarin staan ook de verschillende landbouwverbredingsinitiatieven, waarvan de hoeve- en streekproducten de bekendste zijn. Tot slot vervult de land- en tuinbouw een belangrijke rol in ons plattelandsbeleid. In Limburg zijn meer dan 20.000 jobs direct of indirect afhankelijk van de land- en tuinbouw. De sector is dan ook een cruciale actor en motor voor de economie. We moeten ervoor zorgen dat de concurrentiepositie van de primaire sector behouden blijft en verder verstevigd kan worden. Dat kan niet enkel met een sterk landbouwbeleid, maar ook het economisch en ruimtelijk beleid moeten erop afgestemd zijn. De land- en tuinbouw moet de kansen en ruimte krijgen die ze nodig heeft om het verwachtingspatroon van de samenleving te kunnen invullen. Ludwig Caluwé GEDEPUTEERDE PROVINCIE ANTWERPEN Landbouw is slechts één schakel in de hele voedingsketen. Landbouw, leveranciers, verwerkende bedrijven, handel en distributie vormen samen het agrocomplex.We moeten dit agrocomplex niet alleen rendabel houden, maar er tegelijkertijd ook voor zorgen dat er voldoende ruimte en kennis is voor intensivering en specialisatie. Een bijkomende uitdaging ligt in de creatie en behoud van maatschappelijk draagvlak. We zien steeds minder rechtstreeks contact tussen consument en landbouw. Daarom is het van groot belang dat we blijven werken aan het imago van de land- en tuinbouwsector. Onze praktijkcentra zijn dagelijks bezig met het verzamelen en verspreiden van kennis naar de landbouwers. We bekijken de voor- en nadelen van verschillende huisvestingssystemen, doen onderzoek naar antibioticagebruik en zoeken besparingsmogelijkheden op het gebied van water en energie. Onze resultaten zorgen er mee voor dat melkvee- en pluimveehouders op een rendabele manier een gezond en smaakvol product kunnen maken. Daarnaast ondersteunen we de sector in zijn zoektocht naar kwalitatieve ruimte en verbredende activiteiten. In de toekomst zal het belang van cross-sectorale samenwerking met publieke actoren, andere bedrijven en netwerkorganisaties toenemen. Ook innovatie blijft een belangrijk aandachtspunt, want dit kan nieuwe markten openen. Denk maar aan de mogelijkheden rond mestverwerking en de productie van groene energie. Met andere woorden: innovatie zorgt ook voor een duurzamere productie. Daarnaast zal de spreiding van bedrijfsactiviteiten toenemen.Momenteel is al één op de vijf landbouwers binnen onze provincie bezig met verbredende activiteiten, zoals natuurbeheer, hoeveverkoop of plattelandseducatie. In onze dichtbevolkte provincie hebben landbouwers veel buren. Dit biedt kansen, maar vermindert ook de groeimogelijkheden van individuele bedrijven. Het verzoenen van boeren en buren is alvast één van onze uitdagingen. Ook de open ruimte voor landbouw vrijwaren, houdt ons bezig. De uitdagingen voor landbouw rond voedselzekerheid, klimaat, energie, bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit zijn belangrijk voor het praktijkgericht onderzoek in onze provincie. Kennis overdragen staat hierbij centraal. De bedrijven uit het netwerk ‘Boeren met Klasse’ verwelkomen jaarlijks zo’n 22.500 bezoekers van alle leeftijden. Door het opmaken van landschapsplannen worden bedrijven mooi geïntegreerd in het landschap. We promoten ook graag onze streekproducten bv. tijdens de Dag van de Aardbei. Onze praktijkcentra bouwen kennis op over duurzame en biologische teelttechnieken van o.a. witloof, aardbeien en kleinfruit. Via infovergaderingen, demonstraties, websites en nieuwsbrieven wordt hun kennis ontsloten. We bouwen verder aan een innovatief en multifunctioneel ondernemerschap in Vlaams-Brabant. Door de promotie van korte keten, zoals hoeveverkoop of boerenmarkten, kunnen nieuwe kansen gecreëerd worden. Met het landbouwloket willen we gemeenten ondersteunen. Op het gebied van bv. ruimtelijke ordening, vergunningen, erosie en bacterievuur is het van belang dat provincie en gemeente samenwerken. Met het praktijkonderzoek willen we verder inspelen op de noden en kansen van de sector en het platteland via proefprojecten. Een leefbare en maatschappelijk gedragen landbouw vraagt om een visie en doordachte keuzes voor elk bedrijf.In alle sectoren - en in het bijzonder in de sierteelt - is er een snelle uitstroom van kleine bedrijven. Ruimte vinden voor grotere toekomstgerichte bedrijven enerzijds en kansen bieden op vlak van verbreding, korte keten, stadsgerichte landbouw anderzijds zijn uitdagingen. Ook de vergroeningsmaatregelen en de instandhoudingsdoelstellingen voor natuur vragen om een heroriëntatie. Duurzame land- en tuinbouw versterken door stimuleren van goede praktijken.Ruimte voor de ontwikkeling bevorderen door het opmaken van adviezen en het uitvoeren van het beleidsplan Glastuinbouw. Praktijkgericht onderzoek organiseren, educatieve netwerken uitbouwen en het sectorimago ondersteunen vormen de kerntaken. In uitvoering van het Vlaamse plattelandsbeleidsplan neemt de Provincie een regierol op. Nieuwe initiatieven opzetten op vlak van omgevingskwaliteit en duurzame lokale voedselproductie. De land- en tuinbouwer is niet enkel producent van voedsel, maar evenzeer van goederen en diensten [food, feed, flower, forest, fiber, fuel, fun, farmacy,…]. De maatschappelijke dienstverlening zal een centralere rol spelen. Door als sector te innoveren en door specialisatie, landbouwverbreding, teelt- en productdifferentiatie en het benutten van nieuwe afzetmarkten neemt het economisch belang van het agrocomplex toe. Een stadsgerichte landbouw kan hierbij link vormen tussen stad en platteland. Uniek binnen Vlaanderen is dat in onze provincie twee derde van het grondgebied in gebruik is door landbouw, vaak een intensieve landbouw. Een goede bodemzorg en een gepaste bemesting, goed voor gewas en milieu, blijft een uitdaging. De veehouderij is een zeer belangrijke deelsector in de WestVlaamse landbouw. Rendabel én duurzaam produceren staan hoog op de agenda. Voorts streven we naar een goede relatie met alle gebruikers van de open ruimte: bewoners, recreanten, natuurontwikkeling,… Wederzijds respect is een sleutelwoord. De provincie heeft met Inagro een slagkrachtig instituut voor onderzoek en advies in land- en tuinbouw. Van hieruit ondersteunen we boeren en tuinders, zowel in de klassieke activiteiten als bij innovatie. Nieuw is dat we op 28 november een eerste varkensevent organiseren. Deze en andere acties moeten de varkenshouders helpen in een duurzame productie. We focussen ons ook op cleantechtechnieken (of ‘schone’ technieken), goed voor landbouw en goed voor (nieuwe) bedrijvigheid. De landbouw is de motor van het agrocomplex, die goed is voor 10% van de WestVlaamse economie. Een toekomstgerichte landbouw is belangrijk voor onze voeding én voor het economisch weefsel.Hiernaast leveren boeren en tuinders ook veel maatschappelijke diensten (landschap, waterbeheer…). Landbouw moet de ruimte krijgen die de sector nodig heeft, functioneren in verbinding met de volledige agroketen en verbonden zijn met de brede maatschappij. Monique Swinnen GEDEPUTEERDE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Alexander Vercamer GEDEPUTEERDE PROVINCIE OOST–VLAANDEREN Bart Naeyaert GEDEPUTEERDE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Wat is de toekomstvisie van de provincie? WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 9 NIEUWS “Veevoedersector is zich bewust van maatschappelijke uitdagingen” de diervoeders dit varkentje gaat wassen, vertelt Yvan Dejaegher, directeur-generaal van de beroepsvereniging BEMEFA. Yvan Dejaegher DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE BEROEPSVERENIGING BEMEFA E ten is een basisbehoefte voor mens én dier. Daarom werken ook diervoederfabrikanten zich uit de naad om een uitgebalanceerd aanbod aan diervoeders te garanderen. Zij worden daarbij geconfronteerd met heel wat uitdagingen op vlak van milieu,duurzaamheid en voedselveiligheid. Hoe de sector van Waar de veevoedersector, ook wel mengvoedersector genoemd, tot zo’n 15 jaar geleden een nobele onbekende was voor het brede publiek, bracht de dioxinecrisis daar plotsklaps verandering in. De mengvoederfabrikanten kwamen in het oog van de storm te staan. Als geen ander besefte de sector dat het zijn lot zelf in handen moest nemen en sinds dan is er niet aflatend werk geleverd voor meer traceerbaarheid en absolute voedselveiligheid. Het resultaat mag er zijn: vanuit heel Europa wordt met lovende woorden gesproken over de weg die de Belgische veevoedersector heeft afgelegd. Toch zijn de uitdagingen voor de mengvoederfabrikanten niet van de baan. “We zien dat de oorsprong van de grondstoffen die wij gebrui- ken voor onze voeders, zich verplaatst van West-Europa en de VS naar Oost-Europa”, zegt Dejaegher. “Maar daar hanteren ze helaas niet dezelfde standaarden voor voedselveiligheid. Dat vraagt dat wij onze leveranciers de nodige regels opleggen om risico’s uit te sluiten. Zo worden alle aangevoerde producten grondig geanalyseerd. Op termijn willen we die nieuwe leveranciers even veilig als ons laten werken door middel van een certificatie- en controlesysteem.” Insecten als veevoeder? Naast voedselveiligheid is duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt voor de mengvoedersector. “Op dat vlak moeten we op verschillende paarden tegelijk wedden”, legt Yvan Dejaegher uit. “Eerst en vooral willen we met meer lokaal geteelde eiwitten gaan werken. Momenteel is Europa voor 75 procent afhankelijk van het buitenland voor de aanvoer van eiwitrijke grondstoffen. We streven ernaar dit percentage sterk te verlagen door hier meer eiwitten te telen. Zo lopen er in Vlaanderen volop proeven om soja te telen. Maar omdat dit een werk van lange adem is, willen we de geïmporteerde grondstoffen onderwerpen aan controle zodat we er zeker van zijn dat we enkel nog maatschappelijk verantwoorde soja aankopen. Een derde piste bestaat erin om insecten in te zetten als duurzame alternatieve grondstof voor mengvoeder omdat ze rijk zijn aan eiwitten. Maar ook dit project staat nog in de kinderschoenen.” Internationale voetafdruk Omdat duurzaamheid en milieu hand in hand gaan, is het verkleinen van de ecologische voetafdruk een bijkomend werkpunt voor de mengvoedersector. “We werken momenteel aan een uniforme methode om de voetafdruk van de internationale mengvoeder- productie te berekenen. Eens die klaar is, willen we alle gegevens ter beschikking stellen van elke schakel in de keten. In een ander project zijn we de best beschikbare technieken om de uitstoot van gassen, fijn stof en ammoniak terug te dringen, aan het oplijsten zodat de sector hiermee aan de slag kan”, vertelt Dejaegher. Tot slot plaatst ook de steeds strenger wordende mestwetgeving de mengvoedersector voor uitdagingen. “Eigenlijk is het simpel: wat een dier eet,heeft in grote mate invloed op hetgeen via de mest wordt uitgescheiden. Om de hoeveelheid fosfor en stikstof in het milieu te verminderen, moeten we er dus voor zorgen dat deze mineralen in mindere mate aanwezig zijn in het voeder van de dieren. De eerste resultaten in dit kader worden weldra verwacht”, luidt het bij BEMEFA. GRETE FLIES [email protected] WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 11 INSPIRATIE “Landbouwer moet zich blijven onderwijzen” N ieuwe ontwikkelingen op vlak van milieu, beleid en technologie zijn slechts enkele uitdagingen die door iedereen in de landbouwsector vandaag het hoofd geboden moeten worden. Gelukkig zijn er in Vlaanderen heel wat opleidingen waar de nodige kennis opgedaan kan worden. Aan het woord: Geert Clarebout, directeur van het Nationaal Agrarisch Centrum (NAC vzw). Geert Clarebout DIRECTEUR NATIONAAL AGRARISCH CENTRUM De land- of tuinbouwer wordt een ondernemer die een manier zoekt om duurzaam te produceren met aandacht voor allerhande verplichtingen op vlak van milieu en andere doelstellingen “Het leiden van een rendabel agrarisch bedrijf, en daarmee het realiseren van een aanvaardbaar inkomen, heeft vandaag heel wat voeten in de aarde, veel meer dan vroeger. De fysieke arbeid op landen tuinbouwbedrijven is dan wel afgenomen, de zorgen en onzekerheden zijn evenredig gestegen. Een landbouwer heeft vandaag meer kennis en competentie nodig als hij het hoofd boven water wil houden.” “Onze vrije markteconomie doet de prijzen schommelen, terwijl de kosten voor een land- of tuinbouwbedrijf steeds toenemen. Investeringen worden groter en de landbouwer krijgt strengere milieueisen op zich afgevuurd. Daarnaast is het Europees landbouwbeleid ook nog eens aangepast. Het is belangrijk om als land- of tuinbouwer op de hoogte te zijn van alle mogelijkheden, risico’s en uitdagingen voor je onderneming. Je hebt als het ware kennis van alle verschillende gebieden nodig om bij te blijven.” Strategie en planning “Je moet vandaag niet enkel de nieuwe technieken handhaven, maar ook kennis hebben van de rendabiliteit van je bedrijf én je bedrijf weten te beheren op het vlak van investeringen, strategie en innovatie. Daarnaast moet je voortdurend je kennis vernieuwen rond nieuwe wetgeving en administratie. Bedrijfsstrategie en doordachte planning komen veel meer aan bod dan vroeger. De land- of tuinbouwer wordt een ondernemer die een manier zoekt om duurzaam te produceren met aandacht voor allerhande verplichtingen op vlak van milieu en andere doelstellingen.” “In Vlaanderen kan je als starter, of reeds actieve land- of tuinbouwer, op verschillende plaatsen opleidingen volgen over allerlei uiteenlopende onderwerpen. Door jezelf te vormen, ben je in staat om betere beslissingen te nemen voor de verdere uitbouw van je bedrijf. Daarnaast biedt een opleiding ook de kans om in contact te komen met andere land- en tuinbouwers waar gedachten mee gewisseld kunnen worden. Met andere woorden: je kan levenslang leren.” SHANNAH JONGSTRA [email protected] Bart Sys STUDENT STARTERSCURSUS BEDRIJFSLEIDING EN -OVERNAME “Je ouders kunnen je niet alles leren” A anvankelijk had Bart Sys (32 jaar) niet de ambitie om het landbouwbedrijf van zijn ouders over te nemen. Hij sloeg een andere weg in, maar bedacht zich even later en schreef zich in aan het Nationaal Agrarisch Centrum (NAC) voor de starterscursus bedrijfsleiding en -overname. “Ik heb het bedrijf van mijn ouders nooit losgelaten. Tijdens mijn baan als projectleider heb ik hen altijd geholpen met hun landbouwbedrijf. Toen er voor het eerst gesproken werd over een overname weigerde ik - ik wilde mijn eigen kant op gaan. Ondertussen sta ik al acht jaar als projectleider op een bouwwerf, waar ik al veel miserie heb mogen oplossen (lacht). Ik besloot dan toch om het bedrijf van mijn ouders, gespecialiseerd in melkkoeien, varkens en akkerbouw, over te nemen.” “Een overname is eerst en vooral niet mogelijk zonder dat je de starterscursus doorlopen hebt. Niet alleen heb je kennis nodig, maar met een dergelijk attest krijg je ook toegang tot financiële steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).” Blik verruimen “Vooral de specialisatiecursus vond ik interessant. Ik koos voor de combinatie ‘rundvee en akkerbouw’, waar ik informatie kreeg over zaken zoals het rantsoen van de koeien, mestopslag en gewasbescherming. Je hebt altijd wel wat Zonder opleiding is het leiden van een land- of tuinbouwbedrijf vaak onbegonnen werk informatie mee van thuis, maar je ouders kunnen je niet alles leren. Een opleiding verruimt je blik en brengt je kennis bij over nieuwe technieken.” “Voor mij was de informatie over de wijzigende wetgeving en het veranderde Europees beleid een grote meerwaarde. Daarnaast vond ik de lessen in het kader van een overname ook belangrijk. Dit zijn onderwerpen die in de nabije toekomst erg van pas zullen komen.” Niet blijven stilstaan “Later wil ik nog andere cursussen volgen om bij te blijven. Een mens mag nooit stilstaan, je moet altijd kennis blijven opdoen. Dat kan ook niet anders als landbouwer. Zeker nu we een wereldmarkt hebben. Hoe groter de markt,hoe moeilijker te vatten.” “Ik raad iedereen aan zichzelf te blijven onderwijzen. Zonder opleiding is het leiden van een land- of tuinbouwbedrijf vaak onbegonnen werk. Ook mijn vader had mijn lessen wetgeving gerust mogen bijwonen.” (lacht) SHANNAH JONGSTRA [email protected] ALLESOVERLANDBOUW.BE Bezoek onze website voor meer informatie over de verschillende opleidingen.
© Copyright 2024 ExpyDoc