Bundel Land en Tuinbouw

DEZE THEMABIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD
LEES MEER OP
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
LAND- & TUINBOUW
September 2014
“VERSE PRODUCTEN
VAN TOPKWALITEIT”
FOTO: DIRK WOLF
Sterrenchef Gert De Mangeleer steunt het project
‘Vlaanderens Trots’ door te koken met producten van eigen bodem
DUURZAAMHEID
Samenwerking
op lange termijn
INNOVATIE
Competitief blijven in
internationaliserende markt
OPLEIDING
De landbouwer als
ondernemer
Professionele land- en tuinbouwopleidingen
Landbouw
Informatica
Nationaal Agrarisch Centrum | H. Consciencestraat 53A - 8800 Roeselare | [email protected] - 051/26.08.30 - 0475/78.45.94
Paarden
2 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
UITDAGING
De derde zondag van september is naar jaarlijkse
gewoonte een hoogdag voor de Vlaamse land- en
tuinbouw. Tientallen bedrijven openen dan hun
poorten voor het grote publiek tijdens de Dag van de
Landbouw. Griet Lemaire, directeur van het Vlaams
infocentrum land- en tuinbouw (VILT), legt uit waarom
het dit jaar een feestje in mineur dreigt te worden.
ONTDEK ONZE
CAMPAGNEWEBSITE
“Meer getuigenissen, foto’s en
video’s vindt u op onze website
www.allesoverlandbouw.be.
Ik wens u alvast veel leesplezier!”
Sophie Vanden Eynden
PROJECT MANAGER
Het onwaarschijnlijke
doorzettingsvermogen van de boer
D
e Russische handelsboycot van
land- en tuinbouwproducten
hangt als een
donkere wolk
boven de sector.
Boycot
Griet Lemaire
DIRECTEUR VILT
Zelfs een Russische
boycot kan de
fierheid en de passie van
een boer niet temperen.
Boer zijn is niet zomaar een
job, het is een manier van
leven, een manier van zijn
Door de massale persbelangstelling is de kans klein dat het je ontgaan is dat deze Russische maatregel een ramp is voor de Belgische
perentelers,maar ook voor heel wat
andere land- en tuinbouwproducten is het embargo problematisch.
En de gevolgen reiken veel verder
dan de 280 miljoen euro aan landen tuinbouwproducten die wij uitvoeren naar Rusland. De hele Europese handel is verstoord, waardoor
er overschotten ontstaan en de
prijzen ineenstorten. We kunnen
die bijkomende producten immers
niet allemaal zelf opeten en snel
nieuwe afzetmarkten vinden, is
ook geen sinecure.Deze crisis is dus
een schoolvoorbeeld van hoe een
politieke beslissing ver boven de
hoofden van de Belgische land- en
tuinbouwers een rechtstreekse en
zware impact kan hebben op hun
inkomen.
Betaalbaar voedsel
Is zo’n prijsdaling dan geen goed
nieuws voor de consument? Op
korte termijn wellicht wel, maar op
lange termijn wint niemand er bij.
De teler die geen winst maakt, legt
de boeken neer en de consument
wordt afhankelijk van het buitenland voor zijn voedselvoorziening.
Daarmee verliezen we meteen ook
onze garanties op voedselzekerheid
en -veiligheid, want laat dat nu net
de reden zijn waarom de Europese
Unie er bij zijn oprichting voor
heeft gekozen om een sterk landbouwbeleid uit te bouwen: zorgen
dat de burger voldoende, kwalitatief en betaalbaar voedsel heeft en
dat de boer een aanvaardbaar inkomen krijgt. Hoewel boeren het liever anders zouden zien, wordt dat
aanvaardbaar inkomen voor een
deel gerealiseerd via subsidies. De
overheidssteun die landbouwers
ontvangen, is echter niet vrijblijvend. Die wordt enkel uitgekeerd
wanneer ze voldoen aan strenge
normen op het vlak van milieu,dierenwelzijn en andere maatschappelijke eisen.
Voedselverspilling
Los van die subsidiebudgetten
heeft Europa ook een noodfonds
aangelegd voor onvoorziene crisissen: extreme weersomstandigheden, dier- en plantenziekten of
zoals nu, een handelsboycot. Eén
van de maatregelen die vergoed
wordt via dit noodfonds is het
niet oogsten van peren en andere
groenten en fruit. Waarom wordt
er beslist om een deel van de
oogst te laten verkommeren, net
nu voedselverspilling hoog op de
maatschappelijke agenda staat?
Ondanks de vele goedbedoelde initiatieven om de consumptie van
bijvoorbeeld peren aan te moedigen, zal het wegvallen van de Russische afzetmarkt voor een groot
overaanbod zorgen en dus voor
een scherpe prijsdaling. Bovendien
kost het plukken, bewaren, sorteren en verwerken van het fruit heel
wat geld; een kost die wellicht niet
kan worden terugverdiend. Vandaar de keuze om een deel van de
peren en appelen te laten hangen.
Dat de economische schade van
de Europees-Russische crisis niet
volledig op de telers afgeschoven
wordt, is maar normaal. Al maandenlang hebben ze geïnvesteerd
in hun product: bomen snoeien,
plantages vorstvrij houden, bestrijdingsmiddelen aankopen,... En
vooraleer er een cent verdiend kon
worden, lag de markt op apegapen.
Onwaarschijnlijk
doorzettingsvermogen
Dat deze Ruslandcrisis voor een
aantal land- en tuinbouwers de
crisis te veel zal worden, is onvermijdelijk, maar voor het overgrote
deel zal dit een tegenslag worden die ze weer te boven komen.
Onderschat namelijk nooit het
onwaarschijnlijke doorzettingsvermogen van boeren. Dat heeft
alles te maken met het feit dat boer
zijn niet zomaar een job is, het is
een manier van leven, een manier
van zijn. Meteen ook de reden
waarom de Dag van de Landbouw
geen feestdag in mineur zal worden. Ga gerust langs bij één van de
58 bedrijven die op zondag 21 september hun poorten openen en je
zal het zelf merken: zelfs een Russische boycot kan de fierheid en de
passie van een boer niet temperen!
Lukt het je niet om die dag langs te
gaan op een boerderij? Neem dan
zeker eens een kijkje op kanaal 22
van Telenet. PlattelandsTV brengt
er elke dag boeiende reportages
over land- en tuinbouw.
*MEER INFORMATIE:
WWW.DAGVANDELANDBOUW.BE
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
LAND- EN TUINBOUW
SEPTEMBER 2014
Managing Director:
Leoni Smedts
Head of Production:
Daan De Becker
Web-editor:
Annelien Alaerts
Business Developer: Nina Welvaert
Project Manager:
Sophie Vanden Eynden
Tel: +32 2 421 18 23
E-mail:
[email protected]
Redactie: Joris Hendrickx,
Shannah Jongstra, Grete Flies
Lay-out: I Graphic
E-mail: [email protected]
Print: Mediahuis
Distributie: De Standaard
Mediaplanet contactinformatie:
Tel: +32 2 421 18 20
Fax: +32 2 421 18 31
E-mail: [email protected]
D/2014/12.996/27
VOLG ONS OP:
/MediaplanetBelgium
@MediaplanetBE
Mediaplanet Belgium
Mediaplanetbe
Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige
bijlagen die zich richten op een specifiek
thema en de daarbij behorende doelgroep.
Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter
bij elkaar. Deze bijlage wordt gepubliceerd
door Mediaplanet en valt niet onder
de verantwoordelijkheid van
de redactie van De Standaard.
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 3
INSPIRATIE
Gert De Mangeleer over ‘Vlaanderens Trots’
“Topgerechten met
producten van eigen bodem”
M
et ‘Vlaanderens Trots’ zetten elk jaar
enkele partnerbedrijven van de landbouwers een deelsector van de Vlaamse
landbouw in de kijker. We mogen immers trots
zijn op het heerlijk verse voedsel dat bij ons wordt
geproduceerd.In 2015 zal de melkveehouderij in de
kijker worden gezet,want melkvee is de drager van
het platteland en melk is een product dat veel verwerkingsmogelijkheden en voordelen biedt. Gert
De Mangeleer, topchef van het driesterrenrestaurant Hertog Jan,geeft uitleg.
Hoe is uw samenwerking met
‘Vlaanderens Trots’ ontstaan?
“Ieder jaar maken we in een reportage vier
gerechtjes, waarin we de troeven van een deelsector en de veelzijdige culinaire mogelijkheden
van de producten uit die sector uitlichten. Heel
wat eenvoudige ingrediënten bieden immers
meer creatieve mogelijkheden dan men beseft.
Mijn rol is om mensen te inspireren door te
tonen wat wij er zoal mee doen.De voorbije jaren
kwamen de varkenssector en de legkippenhouderij aan bod, initiatieven waar ik regelmatig in
positieve zin op aangesproken ben.We zetten nu
al voor het derde jaar op rij een deelsector in de
kijker, dus we mogen toch spreken van een succes.”
FOTO: DIRK WOLF
Wat is de link tussen uw werk bij
Hertog Jan en ‘Vlaanderens Trots’?
Gert De Mangeleer
TOPCHEF VAN HET DRIESTERRENRESTAURANT HERTOG JAN
Het doet me steeds plezier als ik aan onze klanten kan
uitleggen dat we bepaalde ingrediënten van lokale
leveranciers hebben gekocht
“Wij hebben zelf een klein landbouwbedrijf
gekoppeld aan ons restaurant. Door zelf ter
plaatse te gaan bij de varkenskwekers en de legkippenhouderijen, herkende ik meteen de uitdagingen die leven in de sector. We zijn bovendien allemaal bezig met natuurproducten. Dat
heeft voor een groot deel te maken met gevoel
en emotie. De Vlaamse landbouwers steken hun
hart en ziel in hun werk. Ik heb enorm veel respect voor die ambacht.”
“Het boerenleven heeft me altijd geboeid en
dat maakt me extra creatief: gebruiken wat de
natuur ons biedt,back to the roots.Ik heb tijdens
dit project al meerdere mensen ontmoet die me
nieuwe invalshoeken hebben aangebracht en
mijn ogen hebben geopend voor de veelzijdigheid van hun deelsector. Groenten, kruiden en
bloemen produceren wij zelf dankzij onze eigen
tuin. Voor andere producten werken we zoveel
mogelijk samen met lokale boeren en vissers die
ik persoonlijk ken. Zij leveren kwaliteitsproducten en wij doen er iets unieks mee. Het doet me
steeds plezier als ik aan onze klanten kan uitleggen dat we bepaalde ingrediënten van lokale
leveranciers hebben gekocht.”
Wat is uw persoonlijk doel met
‘Vlaanderens Trots’?
“De filosofie die ik wil overbrengen, is dat men
meer in de buurt moet zoeken naar lokale en
biologische producten. Het hoeft niet altijd van
ver weg te komen om speciaal te zijn. Er is zoveel
moois rondom ons terwijl we het amper beseffen. Dat wil niet zeggen dat we daar extreem
in moeten zijn en alle buitenlandse kruiden of
wijnen moeten schrappen, maar het zou toch
lokaler kunnen.Als iedereen in gepaste mate zijn
bijdrage zou leveren,dan zouden we een aanzienlijke boost kunnen geven aan onze landbouwers.”
Op welke manier benadrukt de nieuwe
locatie van Hertog Jan uw
genegenheid voor de Vlaamse landbouw?
“Joachim Boudens (mede-eigenaar nvdr.) en
ikzelf hebben er steeds van gedroomd om ons
eigen restaurant te openen, met daarbij veel
respect voor de omgeving. Ons nieuwe project bevindt zich in een beschermde hoeve. We
hebben er maar liefst vier jaar aan gewerkt en
zijn sinds deze zomer open. Al van bij de start
oogsten we uit onze eigen tuin, die vervolgens
geïntegreerd is in het restaurant.Ook in de bouw
hebben we gewerkt met voornamelijk Vlaamse
ontwerpers en materialen.”
“We hebben steeds onze eigen visie nagestreefd. Op basis van ons gevoel hebben we een
unieke stijl ontwikkeld, en dat met het gebruik
van verse kwaliteitsproducten uit de regio. We
hebben daarbij nooit naar anderen gekeken.
Dit wil niet zeggen dat we niet open staan voor
inspiratie, integendeel. Zo hebben we ongetwijfeld ideeën opgedaan via ‘Vlaanderen Trots’, met
als resultaat dat we nu gerechten serveren die er
anders nooit zouden zijn geweest. Een samenwerking met lokale boeren zorgt automatisch
voor een kruisbestuiving.”
Wat zou verder kunnen helpen om
lokale landbouwers te ondersteunen?
“Veel consumenten kopen onbewust, zonder er
bij stil te staan waar een product vandaan komt.
Als we de identiteit van onze lokale producten
beter zouden benadrukken en aflijnen, dan zou
de consument bewuster keuzes kunnen maken.
Ik denk dan aan duidelijk gelabelde producten of
zelfs een ‘Vlaamse’ versafdeling in supermarkten, naar analogie met de reeds bestaande biologische afdelingen. Ik ben ervan overtuigd dat de
consument een dergelijk initiatief wel weet te
appreciëren.”
JORIS HENDRICKX
[email protected]
‘Vlaanderens Trots’ MELK wordt gelanceerd tijdens
Agriflanders. De film is er van 15 tot 18 januari 2015
doorlopend te zien op de standen van de partnerbedrijven: DLV Belgium, Agrifirm, Schippers, BNP
Paribas Fortis, Altez, Abitec, New Holland Benelux
en Denkavit. De reportages over varkensvlees en het
ei zijn te bekijken via www.vlaanderenstrots.com. Het
laatste nieuws over de nieuwe productie is te volgen
via de Facebookpagina van ‘Vlaanderens Trots’.
ALLESOVERLANDBOUW.BE
Bezoek onze website voor filmpjes over de
initiatieven van ‘Vlaanderens Trots’
4 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
INSPIRATIE
Duurzaamheid in de praktijk getest
S
Carsten Dauster
HOOFD BAYER
CROPSCIENCE BENELUX
teeds meer bedrijven actief
binnen de landbouw zetten
in op een duurzame groei
die erin slaagt om te voldoen aan de
behoefte van de huidige generaties,
zonder de behoefte van toekomstige
generaties in het gedrang te brengen. Een sterk groeiende wereldbevolking voeden, kan immers
op zijn limieten botsen. De vraag
die dan rijst, is hoe we voldoende
voedsel kunnen produceren op een
krimpende landbouwoppervlakte
zonder het milieu al te zwaar te
belasten. Carsten Dauster, Hoofd
Bayer CropScience Benelux,en Marc
Sneyders,Marketing Manager Bayer
CropScience,leggen uit.
“De enige weg vooruit is duurzame landbouw. Groei op lange
termijn kunnen we enkel bereiken door nu verantwoordelijk te
ondernemen. Economische groei
moet dus hand in hand gaan met
ecologische innovatie. Met die
visie dienen we geïntegreerde
oplossingen te ontwikkelen om
de rendementen en de kwaliteit
in de landbouw te verbeteren, met
respect voor het milieu”, opent
Dauster.
Ideeën testen in de praktijk
Marc Sneyders
MARKETING MANAGER
BAYER CROPSCIENCE
“Het is bovendien de verantwoordelijkheid van elk bedrijf
om zijn expertise te delen en zo
tot een duurzamere landbouw te
komen. Met projecten zoals ‘Hof
ten Bosch’ willen we anderen
inspireren. Het is hier dat innovatieve ideeën in de praktijk tot
leven komen, in samenwerking
met en onder het kritische oog
van echte landbouwers”, aldus
Dauster.
Sneyders gaat verder: “De steeds
groeiende kloof tussen vraag en
SAMENWERKING
Communicatie moet gebeuren op basis van feiten en
cijfers die de resultaten in de vorm van vooruitgang
weergeven. FOTO: BAYER CROPSCIENCE
aanbod rond landbouwproducten
vraagt om een duurzamere landbouw die met minder méér kan
produceren. Duurzame landbouw
moet op economisch vlak dus
eerst en vooral productief, competitief en efficiënt zijn. Pas dan kan
er worden geïnvesteerd in het ecologische en sociale aspect.”
“Hoe strenger de normen op die
twee laatste gebieden, hoe sceptischer de burger en andere stakeholders echter dreigen te worden.
Daarom is het belangrijk dat we
kennis samenbrengen en delen,
enerzijds via duurzame productie
en anderzijds via communicatie.
Daarbij moeten we terugkijken
naar de roots, en ‘Hof ten Bosch’
is daar een uitstekend voorbeeld
van.”
“We gebruiken een reëel bedrijf
dat moet overleven, en streven
daarbij naar samenwerking met
private en publieke partners op
economisch, sociaal en ecologisch
niveau. Zo verzamelen we verschillende inzichten van binnen en
buiten de sector. Bij ‘Hof ten Bosch’
werken we rond vijf thema’s:
bodem, water, biodiversiteit, geïntegreerde gewasbescherming en
nieuwe technologieën, zoals gpssystemen.”
Leren en verbeteren
“Communicatie moet daarbij
gebeuren op basis van feiten en
cijfers die de resultaten in de
vorm van vooruitgang weergeven. Duurzaamheid is immers een
werkwoord, iets dat steeds verder
evolueert. Over enkele jaren willen
we aan verschillende stakeholders
tonen waar we vandaan komen en
hoe we door de tijd heen hebben
geleerd en verbeterd. Zo zullen we
komen tot nog meer samenwerkingen.”
“We zullen er op korte termijn
dus zeker niet meer door verkopen, en dat is ook niet de bedoeling.
Wel willen we er op lange termijn,
samen met alle samenwerkende
partners, voordelen uit halen en zo
tot een gezonde, duurzame sector
komen”, besluit Sneyders.
JORIS HENDRICKX
[email protected]
VIVES
hogeschool
BIOTECHNOLOGIE
Innovatieve oplossingen voor een gezonde
en duurzame voedselproductie
· rundvee-, varkens-,
pluimvee- en kleinveeteelt
· diverse teelten
· mechanisatie
· ondernemerschap en
risicomanagement
· indiv. professionalisering
via stages, eindwerk, SBP
vives.be
www.bayercropscience.be
CAMPUS ROESELARE · Wilgenstraat 32 · tel. 051 23 23 30
bio-99,5x120.indd 1
8/09/14 16:09
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 5
EXPERTISE
Het opleidingsniveau van de gemiddelde land- en tuinbouwer is aanzienlijk gestegen. Met de toegenomen
prijsschommelingen, de vele eisen op het vlak van milieu en dierenwelzijn, consumentenverwachtingen en diverse
reglementeringen is een goed management essentieel geworden. De boer wordt dus een echte agrarische ondernemer die
creatief, duurzaam en innovatief is en inspeelt op evoluties. Stef Mertens, Market Manager land- & tuinbouw bij Crelan legt uit.
Ondernemerschap is een must voor landbouwers
D
e land- en tuinbouwer is
verplicht om meer te investeren zonder daar meteen
extra rendement uit te kunnen
halen, waardoor de marges per
eenheid zijn gedaald. “Dit leidt dikwijls tot volumeverhoging en dus
schaalvergroting in een zeer competitieve markt”, opent Mertens.
Steeds meer advies
Stef Mertens
MARKET MANAGER
LAND- & TUINBOUW BIJ CRELAN
“Door de schaalvergroting vergroot de complexiteit, en niet alle
kennis kan nog intern aanwezig
zijn. Land- en tuinbouwbedrijven
waren traditioneel familiebedrijven die grotendeels op zichzelf
functioneerden, maar nu werken
velen samen met externe adviseurs zoals boekhouders, adviesbureaus, bankiers en landbouworganisaties. De grote meerderheid
wint tegenwoordig uitgebreid
advies in vooraleer grote investe-
ringen te doen. Dat is ook normaal,
want de kapitalen gekoppeld aan
een land- of tuinbouwbedrijf, zijn
vaak gigantisch. En de terugverdientijd van die investeringen is
dikwijls lang en soms onzeker.
Weersomstandigheden, ziektes
of plagen kunnen de oogst in één
klap vernielen of evoluties op de
wereldmarkt – denk maar aan de
boycot van Europese landbouwproducten door Rusland – kunnen
scherpe prijsdalingen veroorzaken.”
“Professionalisering en een
degelijke financiële onderbouwing
van de groeiplannen zijn daarom
een must geworden. Banken zijn
bovendien iets voorzichtiger met
kredieten. Zij willen graag de groei
van een onderneming ondersteunen, maar enkel op een verantwoorde manier. Het gezond verstand moet primeren. De bank kan
heel wat advies verlenen en een
partner zijn die alle belang heeft
bij een duurzaam scenario”, aldus
Mertens.
Overnames
“Het merendeel van de familiale
landbouwbedrijven wordt uiteindelijk overgenomen door de kinderen. Daarbij is een goede voorbereiding essentieel. De overlater en de
overnemer moeten elkaar goed verstaan, overleg plegen en financieel
een correcte regeling treffen, zeker
wanneer er meerdere kinderen
zijn. Een juiste waardebepaling is
dan weer enkel mogelijk wanneer
het cijferwerk goed is gedaan”, gaat
Mertens verder. “Helaas -schatten
starters het financiële plaatje soms
iets te rooskleurig in en dit kan
leiden tot liquiditeitsproblemen.
Om dat te vermijden moeten ze
voldoende bedrijfskapitaal voor-
zien en rekening houden met alle
bijkomende kosten. De bank heeft
hiervoor aangepaste formules.
Een goed businessplan is daarom
belangrijk, zeker voor jonge landbouwers die willen groeien of zich
heroriënteren.”
“Men mag dus niet te weinig,
maar ook niet te veel lenen. Men
vertrekt best van het strategische
doel van de onderneming,en investeert niet zomaar om te groeien
zonder plan. Er is een visie nodig
die uitgaat van de eigen mogelijkheden (grond, kapitaal, arbeid en
management). Een financiële partner die de sector met zijn nuances
en uitdagingen kent, kan daarbij
helpen in goede en minder goede
tijden”, besluit Mertens.
JORIS HENDRICKX
[email protected]
Bouw mee aan de 100% Belgische
en coöperatieve bank...
...met meer dan 75 jaar ervaring in de landbouw.
Bankieren met gezond verstand
6 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
INSPIRATIE
Fruit veredelen, of het verbeteren van het ras om
een hogere kwaliteit te bereiken, is iets wat
wereldwijd niet op elke straathoek gebeurt. Hoe wordt
fruit precies veredeld en wat zijn de focuspunten van
bedrijven die zich met veredeling bezighouden?
Van zaadje tot appel
in je koelkastlaatje:
het veredelingsproces van A tot Z
START
Ieder jaar worden er kruisingen gemaakt
waaruit uiteindelijk zo’n 35.000 zaadjes ontstaan. Elk zaadje heeft unieke kenmerken.
ENKELE WEKEN
De zaadjes worden opgekweekt tot kleine
plantjes en intensief getest op resistentie en
tolerantie tegen ziekten en plagen,waardoor
uiteindelijk slechts 10.000 plantjes overblijven. Deze plantjes worden grootgebracht,
geënt en in een testboomgaard geplant
waarna het fruit beoordeeld kan worden.
Appels
en peren
veredelen
F
ruitveredelingsbedrijven rijzen
niet als champignons uit de
grond. Zo’n zestal grote ondernemingen sieren de aardbol op
dit moment, waarvan eentje op
eigen bodem. In Rillaar om precies te zijn.
Better3fruit werd in 2000 opgericht door
boomkweker Johan Nicolaï en professor
in de fruitteelt (KU Leuven) Wannes Keulemans.
Het veredelen van een appel of peer
gebeurt niet van vandaag op morgen.
Er wordt begonnen met 35.000 geteelde
zaadjes om twintig jaar later één of twee
nieuwe appel- of peersoorten in de winkel
te kunnen leggen. Een langdurig proces
met een hoog kostenplaatje. Maar het
heeft zo zijn voordelen.
Gouden appels op zilveren schalen
Appels en peren veredelen leidt tot nieuw
fruit met een verbeterde kwaliteit. Er
wordt onder meer met kleur, smaak en
textuur geëxperimenteerd tot de perfecte
combinatie bereikt is. De gezondheidsaspecten van de vruchten worden vandaag ook veel belangrijker; zo’n 40% van
de veredeling is gericht op resistentie en
tolerantie van fruit tegen ziekten en plagen. Daardoor moet de fruitteler minder
sproeistoffen gebruiken.
Bepaalde parameters, zoals schade aan
de schil, worden via veredeling ook tot
een minimum herleid worden, wat een
kleinere uitval betekent. Een economisch
voordeel dus voor de producent en de
consument krijgt een kwaliteitsvolle en
gezonde appel die beter is voor het milieu.
Ook voor de handelaar kan zo’n nieuw
fruitras voordelen opleveren: dat van de
exclusiviteit. Hij kan rechten krijgen op
een eigen gekweekte appelsoort om zo
directe concurrentie tegen te gaan. Vei-
3 JAAR
De vruchten worden herhaaldelijk stuk
voor stuk getest op kwaliteit en resistentie.
Enkele parameters die onderzocht worden
zijn smaak, kleur, uitzicht, bewaartijd en
suikergehalte. De appelen en peren die de
tests niet doorstaan worden geëlimineerd.
Dit gebeurt drie jaar lang waarna alleen de
allerbeste (een 100-tal) worden vermeerderd
om naar fruit op meerdere bomen te kijken.
8 JAAR
ling- en teeltorganisaties proberen op
deze manier hun telers te beschermen.
Peren zien
De sector heeft wel een paar uitdagingen
te overwinnen. Omdat het proces zoveel
tijd in beslag neemt, is het moeilijk toekomstige trends in te schatten. Sommigen
zijn consistent, zoals de schaalvergroting
en de vraag naar minder sproeistoffen.
Andere trends, bijvoorbeeld in smaak, textuur en kleur, kunnen twintig jaar later
alweer veranderd zijn. Een tweede uitdaging is de quarantaineregel. Elke plant die
buiten de Europese Unie vervoerd wordt,
moet verplicht in quarantaine. Een derde
punt waar de sector een uitdaging in
ondervindt, is het zoeken van geschikte
partners in het buitenland. Kennis van de
lokale markt is hiervoor vereist.
KANZI en GREENSTAR
Twee appelsoorten die dit jaar weer in de
rekken liggen van Better3fruit zijn KANZI
en GREENSTAR. KANZI is een in België
ontwikkelde en geteelde appel, speciaal
geselecteerd op zijn rode kleur en zoetzure smaak. GREENSTAR is een groene
variant die niet alleen fris en knapperig is,
maar ook nog een unieke kwaliteit bezit:
hij wordt namelijk niet bruin wanneer je
hem in stukken snijdt.
Het is duidelijk dat het proces om
enkele nieuwe appels en peren in de
supermarkt te krijgen, van lange duur is.
Gezien de voordelen voor zowel consument, verkoper als producent, is het zijn
tijd en geld wel waard. Eventjes door de
zure appel heen bijten dus!
JORIS HENDRICKX
[email protected]
Drie jaar lang wordt er weer getest. Dezelfde
parameters worden onder de loep genomen en nu kijkt men ook onder meer naar
opbrengst en uniformiteit. Zo blijven er uiteindelijk maar een paar over.
12 JAAR
De goede exemplaren worden naar buiten
gebracht waarna mensen uit binnen- en buitenland uit de hele sector uitgenodigd worden om de selectie te beoordelen. Ze geven
hun feedback waardoor het veredelingsbedrijf een zicht heeft op wat aan zal slaan bij
de consument.
15 JAAR
Van de 35.000 pitjes die vijftien jaar geleden
uit kruisingen ontstonden, schieten er nu
nog een tweetal over. Hierna wordt er op
zoek gegaan naar partners uit Europa,de Verenigde Staten of zelfs uit het zuidelijke halfrond om de vruchten te vermarkten. Deze
partners krijgen het exclusieve recht om
bomen te planten en het fruit te verkopen, in
ruil betalen ze licentierechten aan het Belgische veredelingsbedrijf.
20 - 25 JAAR
De appels en peren worden uiteindelijk
verdeeld en verkocht in de supermarkt. Het
vinden van een partner, aanplanten van de
boomgaarden en het verdelen over de supermarkten neemt nog eens vijf tot tien jaar in
beslag.
FOTO’S: VEILING HASPENGOUW
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 7
“De consument mag
chauvinistischer zijn”
de vraag hiernaar kleiner. Bovendien biedt
Polen, het grootste appelproducerende land
van Europa, ook vooral Jonagold aan. Sinds
de Russische boycot is er dus sprake van een
enorm overaanbod.”
Hoe speelt de sector hierop in?
Filip Vanaken
ALGEMEEN DIRECTEUR
VEILING HASPENGOUW
In Haspengouw zetten we
in op innovatie. Zo hebben
we geïnvesteerd in het vinden van
een nieuwe appelvariëteit die
internationaal competitief is
2
014 belooft een recordjaar te worden voor de Belgische appel- en
perenteelt, met een verwachtte
volumestijging van 35% bij de
appelen en 25% bij de peren.
De Russische boycot zorgt echter voor een
onverwachte uitdaging. We vragen Filip
Vanaken, Algemeen Directeur van Veiling
Haspengouw, hoe de sector op lange termijn
inspeelt op wijzigingen in de markt.
Welke uitdagingen stellen zich
voor de Belgische teelt?
LEVENSLOOP
De verschillende fases tijdens het
groeiproces van de appel in beeld.
FOTO’S: BETTER3FRUIT
“Het Belgische hardfruit bestaat voor de
helft uit appelen en de helft uit peren. 95%
van die peren zijn Conference-peren. Deze
hebben het afgelopen decennium goed
gescoord in de markt, voornamelijk met de
export naar Rusland. Dat hield echter een
risico in, omdat de Russische markt niet stabiel is. De appelteelt bestaat voor 65 à 70% uit
Jonagold-appelen. Dat is een populaire varieteit in België, maar op de Europese markt is
“In Haspengouw zetten we in op
innovatie. Zo hebben we geïnvesteerd in het
vinden van een nieuwe variëteit die internationaal competitief is. We hebben ons in de
eerste fase gefocust op appelen, omdat we de
problemen met Jonagold al langer voelden
aankomen. We moesten een vervanger vinden die lekker, smaakvol en onderscheidend
is, en die we op voldoende grote schaal kunnen produceren om over heel West-Europa te
kunnen verdelen. Zo zijn we uitgekomen bij
Kanzi. Deze appel haalt een goed rendement,
bewaart goed en heeft een goede kwaliteitsverhouding. Van 100 appelen aan een boom
zullen er 70 à 80 van topkwaliteit zijn.”
“Vervolgens hebben we in heel Europa
smaaktesten gedaan en vastgesteld dat driekwart van de consumenten bij gelijke prijzen
zou kiezen voor een Kanzi. Het is een appel
in het topsegment die in België is ontwikkeld
en gekruist.Bovendien wordt de wereldwijde
marketing en productie vanuit België georganiseerd. Indien de consument zou willen
kiezen voor een échte Belgische appel, dan
komt hij bij Kanzi uit. We werken nu aan een
gelijkaardige innovatie voor de perenmarkt.
Een nieuwe peer, de Cepuna(cov), zal voor
meer diversificatie zorgen en de West-Europese vraag beter beantwoorden.”
Wat is het idee daarachter?
“De basisdoelstelling was het creëren
van betere afspraken en een betere samenwerking tussen de veiling en telers. De teler
zal de vruchten telen en plukken, en de veiling zal ze vervolgens koelen, sorteren en
verkopen. Door het fruit bij de veiling te sorteren,zorgen we ervoor dat de kwaliteit altijd
dezelfde is. In het verleden was er een teveel
aan diversiteit in de Jonagold, waardoor
de kwaliteit en verkoop achteruit gingen.
Daarom zijn we teruggekeerd naar drie types
die herkenbaar zijn voor de consument.”
“Er is nood aan meer van zulke herkenbare
concepten voor appelen en peren die voldoen
aan de vraag van de consument, de teler en
de retailwereld in West-Europa. Dat vraagt
een aanzienlijke tijdsinvestering, want het
duurt jaren voordat een jonge boom ook
effectief vruchten levert die kunnen worden
verkocht.”
Wat maakt Haspengouw verder zo
sterk als fruitstreek?
“Het is een erg vruchtbare streek die bekend
staat voor zijn professionaliteit, voedselveiligheid, transparantie, duurzaamheid en
goede sociale omkadering.We mogen terecht
fier zijn, want Haspengouw is de meest competitieve van alle Europese fruitregio’s. Er is
intussen ook afgerekend met de oude taboes
rond tewerkstelling en gewasbescherming.
De uitstekende kwaliteit van het fruit is
het resultaat van jarenlang vakmanschap,
wetenschappelijk onderzoek, milieuvriendelijke teelt en innovatie.”
“Ook moedigen we de telers aan om hagelnetten te plaatsen om zo te streven naar
een constante optimale kwaliteit. Dit is een
zeer belangrijk gegeven voor een vrucht die
op één maand wordt geplukt, maar wel het
hele jaar door moet worden geleverd. In die
context hebben de Haspengouwse telers
zwaar geïnvesteerd in gekoelde stockagefaciliteiten die het fruit het hele jaar door vers
houden, zonder bewaarmiddelen te moeten
gebruiken.”
Is de aard van de Belgische
fruitsector veranderd?
“De fruitteelt bestaat voor het overgrote
deel uit familiebedrijven, maar ze zijn wel
groter en professioneler geworden. Enkel zo
kunnen ze competitief blijven binnen een
steeds internationaler wordende markt. De
rol van de veiling wordt daarmee nog belangrijker, want die bewaart een overzicht en
kan inspelen op langetermijntrends zoals
we hebben gedaan met de investering in de
Kanzi-appel.”
Wat is uw eindboodschap?
“Ik raad de consumenten aan om wat
chauvinistischer te zijn. Kanzi is het Belgische alternatief voor Pink Lady en Jazz.
Zowel naar smaak als uitzicht moet Kanzi
niet onderdoen, integendeel zelfs. Aan de
telers hebben we de raad gegeven om dit jaar
enkel het beste fruit te plukken.We verwachten immers een topoogst. De kwaliteit is veel
beter dan andere jaren, en daardoor kunnen
we selectiever zijn.”
JORIS HENDRICKX
[email protected]
8 · WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE
EXPERTPANEL
Wat zijn de huidige
uitdagingen op het vlak van
land- en tuinbouw in de provincie?
Welke initiatieven neemt
de provincie om de sector
te stimuleren?
Inge Moors
GEDEPUTEERDE PROVINCIE
LIMBURG
Enerzijds kunnen we specifiek voor de
Limburgse landbouwers enkele marktuitdagingen opnoemen zoals de herschikking
van de zuivelmarkt na het verdwijnen van
de melkquota volgend jaar of de fruit- en
varkenssector die erg te lijden hebben
onder het Rusland-embargo. Anderzijds
zijn er een aantal wetgevende veranderingen - denk maar aan de Europese
vergroening, de opmaak van het nieuwe
Mestactieplan en de nieuwe Instandhoudingsdoelstellingen - die een grote impact
zullen hebben op de landbouw in onze provincie.
Net als de andere Vlaamse provincies bouwen wij een stimulerend beleid uit. Dat is
voornamelijk gericht op de economische
veerkracht van de sector. Wij zetten sterk in
op kennisoverdracht en innovatie, maar we
willen de landbouwers ook stimuleren om
hun financiële bedrijfsrisico’s te spreiden.
Centraal daarin staan ook de verschillende
landbouwverbredingsinitiatieven, waarvan
de hoeve- en streekproducten de bekendste
zijn. Tot slot vervult de land- en tuinbouw
een belangrijke rol in ons plattelandsbeleid.
In Limburg zijn meer dan 20.000 jobs direct
of indirect afhankelijk van de land- en tuinbouw. De sector is dan ook een cruciale actor
en motor voor de economie. We moeten
ervoor zorgen dat de concurrentiepositie van
de primaire sector behouden blijft en verder
verstevigd kan worden. Dat kan niet enkel
met een sterk landbouwbeleid, maar ook
het economisch en ruimtelijk beleid moeten
erop afgestemd zijn. De land- en tuinbouw
moet de kansen en ruimte krijgen die ze
nodig heeft om het verwachtingspatroon
van de samenleving te kunnen invullen.
Ludwig Caluwé
GEDEPUTEERDE PROVINCIE
ANTWERPEN
Landbouw is slechts één schakel in de hele
voedingsketen. Landbouw, leveranciers, verwerkende bedrijven, handel en distributie
vormen samen het agrocomplex.We moeten
dit agrocomplex niet alleen rendabel houden, maar er tegelijkertijd ook voor zorgen
dat er voldoende ruimte en kennis is voor
intensivering en specialisatie. Een bijkomende uitdaging ligt in de creatie en behoud
van maatschappelijk draagvlak. We zien
steeds minder rechtstreeks contact tussen
consument en landbouw. Daarom is het van
groot belang dat we blijven werken aan het
imago van de land- en tuinbouwsector.
Onze praktijkcentra zijn dagelijks bezig
met het verzamelen en verspreiden van
kennis naar de landbouwers. We bekijken
de voor- en nadelen van verschillende huisvestingssystemen, doen onderzoek naar
antibioticagebruik en zoeken besparingsmogelijkheden op het gebied van water en energie. Onze resultaten zorgen er mee voor dat
melkvee- en pluimveehouders op een rendabele manier een gezond en smaakvol product
kunnen maken. Daarnaast ondersteunen we
de sector in zijn zoektocht naar kwalitatieve
ruimte en verbredende activiteiten.
In de toekomst zal het belang van cross-sectorale samenwerking met publieke actoren,
andere bedrijven en netwerkorganisaties
toenemen. Ook innovatie blijft een belangrijk
aandachtspunt, want dit kan nieuwe markten openen. Denk maar aan de mogelijkheden
rond mestverwerking en de productie van
groene energie. Met andere woorden: innovatie zorgt ook voor een duurzamere productie.
Daarnaast zal de spreiding van bedrijfsactiviteiten toenemen.Momenteel is al één op de vijf
landbouwers binnen onze provincie bezig met
verbredende activiteiten, zoals natuurbeheer,
hoeveverkoop of plattelandseducatie.
In onze dichtbevolkte provincie hebben
landbouwers veel buren. Dit biedt kansen,
maar vermindert ook de groeimogelijkheden
van individuele bedrijven. Het verzoenen
van boeren en buren is alvast één van onze
uitdagingen. Ook de open ruimte voor landbouw vrijwaren, houdt ons bezig.
De uitdagingen voor landbouw rond
voedselzekerheid, klimaat, energie, bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit zijn belangrijk voor het praktijkgericht onderzoek in
onze provincie. Kennis overdragen staat
hierbij centraal.
De bedrijven uit het netwerk ‘Boeren met
Klasse’ verwelkomen jaarlijks zo’n 22.500
bezoekers van alle leeftijden. Door het opmaken van landschapsplannen worden bedrijven mooi geïntegreerd in het landschap. We
promoten ook graag onze streekproducten
bv. tijdens de Dag van de Aardbei.
Onze praktijkcentra bouwen kennis op
over duurzame en biologische teelttechnieken van o.a. witloof, aardbeien en kleinfruit.
Via infovergaderingen, demonstraties, websites en nieuwsbrieven wordt hun kennis
ontsloten.
We bouwen verder aan een innovatief en
multifunctioneel ondernemerschap in
Vlaams-Brabant. Door de promotie van
korte keten, zoals hoeveverkoop of boerenmarkten, kunnen nieuwe kansen gecreëerd
worden. Met het landbouwloket willen we
gemeenten ondersteunen. Op het gebied van
bv. ruimtelijke ordening, vergunningen, erosie en bacterievuur is het van belang dat provincie en gemeente samenwerken. Met het
praktijkonderzoek willen we verder inspelen
op de noden en kansen van de sector en het
platteland via proefprojecten.
Een leefbare en maatschappelijk gedragen
landbouw vraagt om een visie en doordachte
keuzes voor elk bedrijf.In alle sectoren - en in
het bijzonder in de sierteelt - is er een snelle
uitstroom van kleine bedrijven. Ruimte vinden voor grotere toekomstgerichte bedrijven enerzijds en kansen bieden op vlak
van verbreding, korte keten, stadsgerichte
landbouw anderzijds zijn uitdagingen. Ook
de vergroeningsmaatregelen en de instandhoudingsdoelstellingen voor natuur vragen
om een heroriëntatie.
Duurzame land- en tuinbouw versterken door
stimuleren van goede praktijken.Ruimte voor
de ontwikkeling bevorderen door het opmaken van adviezen en het uitvoeren van het
beleidsplan Glastuinbouw. Praktijkgericht
onderzoek organiseren, educatieve netwerken uitbouwen en het sectorimago ondersteunen vormen de kerntaken. In uitvoering
van het Vlaamse plattelandsbeleidsplan
neemt de Provincie een regierol op. Nieuwe
initiatieven opzetten op vlak van omgevingskwaliteit en duurzame lokale voedselproductie.
De land- en tuinbouwer is niet enkel producent van voedsel, maar evenzeer van goederen en diensten [food, feed, flower, forest,
fiber, fuel, fun, farmacy,…]. De maatschappelijke dienstverlening zal een centralere rol
spelen. Door als sector te innoveren en door
specialisatie, landbouwverbreding, teelt- en
productdifferentiatie en het benutten van
nieuwe afzetmarkten neemt het economisch belang van het agrocomplex toe. Een
stadsgerichte landbouw kan hierbij link vormen tussen stad en platteland.
Uniek binnen Vlaanderen is dat in onze provincie twee derde van het grondgebied in
gebruik is door landbouw, vaak een intensieve landbouw. Een goede bodemzorg en
een gepaste bemesting, goed voor gewas en
milieu, blijft een uitdaging. De veehouderij
is een zeer belangrijke deelsector in de WestVlaamse landbouw. Rendabel én duurzaam
produceren staan hoog op de agenda. Voorts
streven we naar een goede relatie met alle
gebruikers van de open ruimte: bewoners,
recreanten, natuurontwikkeling,… Wederzijds respect is een sleutelwoord.
De provincie heeft met Inagro een slagkrachtig instituut voor onderzoek en advies
in land- en tuinbouw. Van hieruit ondersteunen we boeren en tuinders, zowel in
de klassieke activiteiten als bij innovatie.
Nieuw is dat we op 28 november een eerste
varkensevent organiseren. Deze en andere
acties moeten de varkenshouders helpen in
een duurzame productie. We focussen ons
ook op cleantechtechnieken (of ‘schone’
technieken), goed voor landbouw en goed
voor (nieuwe) bedrijvigheid.
De landbouw is de motor van het agrocomplex, die goed is voor 10% van de WestVlaamse economie. Een toekomstgerichte
landbouw is belangrijk voor onze voeding én
voor het economisch weefsel.Hiernaast leveren boeren en tuinders ook veel maatschappelijke diensten (landschap, waterbeheer…).
Landbouw moet de ruimte krijgen die de sector nodig heeft, functioneren in verbinding
met de volledige agroketen en verbonden
zijn met de brede maatschappij.
Monique Swinnen
GEDEPUTEERDE PROVINCIE
VLAAMS-BRABANT
Alexander Vercamer
GEDEPUTEERDE PROVINCIE
OOST–VLAANDEREN
Bart Naeyaert
GEDEPUTEERDE PROVINCIE
WEST-VLAANDEREN
Wat is de toekomstvisie
van de provincie?
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 9
NIEUWS
“Veevoedersector is zich bewust
van maatschappelijke uitdagingen”
de diervoeders dit varkentje gaat
wassen, vertelt Yvan Dejaegher,
directeur-generaal van de beroepsvereniging BEMEFA.
Yvan Dejaegher
DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE
BEROEPSVERENIGING BEMEFA
E
ten is een basisbehoefte voor mens én
dier. Daarom werken
ook diervoederfabrikanten zich uit de naad
om een uitgebalanceerd aanbod
aan diervoeders te garanderen. Zij
worden daarbij geconfronteerd
met heel wat uitdagingen op vlak
van milieu,duurzaamheid en voedselveiligheid. Hoe de sector van
Waar de veevoedersector, ook
wel mengvoedersector genoemd,
tot zo’n 15 jaar geleden een nobele
onbekende was voor het brede
publiek, bracht de dioxinecrisis
daar plotsklaps verandering in. De
mengvoederfabrikanten kwamen
in het oog van de storm te staan.
Als geen ander besefte de sector dat
het zijn lot zelf in handen moest
nemen en sinds dan is er niet
aflatend werk geleverd voor meer
traceerbaarheid en absolute voedselveiligheid. Het resultaat mag er
zijn: vanuit heel Europa wordt met
lovende woorden gesproken over
de weg die de Belgische veevoedersector heeft afgelegd.
Toch zijn de uitdagingen voor de
mengvoederfabrikanten niet van
de baan. “We zien dat de oorsprong
van de grondstoffen die wij gebrui-
ken voor onze voeders, zich verplaatst van West-Europa en de VS
naar Oost-Europa”, zegt Dejaegher.
“Maar daar hanteren ze helaas niet
dezelfde standaarden voor voedselveiligheid. Dat vraagt dat wij
onze leveranciers de nodige regels
opleggen om risico’s uit te sluiten.
Zo worden alle aangevoerde producten grondig geanalyseerd. Op
termijn willen we die nieuwe leveranciers even veilig als ons laten
werken door middel van een certificatie- en controlesysteem.”
Insecten als veevoeder?
Naast voedselveiligheid is duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt voor de mengvoedersector. “Op dat vlak moeten we
op verschillende paarden tegelijk
wedden”, legt Yvan Dejaegher uit.
“Eerst en vooral willen we met
meer lokaal geteelde eiwitten gaan
werken. Momenteel is Europa voor
75 procent afhankelijk van het
buitenland voor de aanvoer van
eiwitrijke grondstoffen. We streven ernaar dit percentage sterk te
verlagen door hier meer eiwitten
te telen. Zo lopen er in Vlaanderen
volop proeven om soja te telen.
Maar omdat dit een werk van lange
adem is, willen we de geïmporteerde grondstoffen onderwerpen
aan controle zodat we er zeker van
zijn dat we enkel nog maatschappelijk verantwoorde soja aankopen. Een derde piste bestaat erin
om insecten in te zetten als duurzame alternatieve grondstof voor
mengvoeder omdat ze rijk zijn aan
eiwitten. Maar ook dit project staat
nog in de kinderschoenen.”
Internationale voetafdruk
Omdat duurzaamheid en milieu
hand in hand gaan, is het verkleinen van de ecologische voetafdruk
een bijkomend werkpunt voor de
mengvoedersector. “We werken
momenteel aan een uniforme
methode om de voetafdruk van
de internationale mengvoeder-
productie te berekenen. Eens die
klaar is, willen we alle gegevens
ter beschikking stellen van elke
schakel in de keten. In een ander
project zijn we de best beschikbare
technieken om de uitstoot van gassen, fijn stof en ammoniak terug
te dringen, aan het oplijsten zodat
de sector hiermee aan de slag kan”,
vertelt Dejaegher. Tot slot plaatst
ook de steeds strenger wordende
mestwetgeving de mengvoedersector voor uitdagingen. “Eigenlijk
is het simpel: wat een dier eet,heeft
in grote mate invloed op hetgeen
via de mest wordt uitgescheiden.
Om de hoeveelheid fosfor en stikstof in het milieu te verminderen,
moeten we er dus voor zorgen dat
deze mineralen in mindere mate
aanwezig zijn in het voeder van de
dieren. De eerste resultaten in dit
kader worden weldra verwacht”,
luidt het bij BEMEFA.
GRETE FLIES
[email protected]
WWW.ALLESOVERLANDBOUW.BE · 11
INSPIRATIE
“Landbouwer moet zich blijven onderwijzen”
N
ieuwe ontwikkelingen op
vlak van milieu, beleid en
technologie zijn slechts
enkele uitdagingen die door iedereen in de landbouwsector vandaag
het hoofd geboden moeten worden.
Gelukkig zijn er in Vlaanderen heel
wat opleidingen waar de nodige
kennis opgedaan kan worden. Aan
het woord: Geert Clarebout, directeur van het Nationaal Agrarisch
Centrum (NAC vzw).
Geert Clarebout
DIRECTEUR NATIONAAL AGRARISCH CENTRUM
De land- of tuinbouwer wordt een ondernemer
die een manier zoekt om duurzaam te produceren
met aandacht voor allerhande verplichtingen op vlak van
milieu en andere doelstellingen
“Het leiden van een rendabel
agrarisch bedrijf, en daarmee het
realiseren van een aanvaardbaar
inkomen, heeft vandaag heel wat
voeten in de aarde, veel meer dan
vroeger. De fysieke arbeid op landen tuinbouwbedrijven is dan wel
afgenomen, de zorgen en onzekerheden zijn evenredig gestegen.
Een landbouwer heeft vandaag
meer kennis en competentie
nodig als hij het hoofd boven
water wil houden.”
“Onze vrije markteconomie doet
de prijzen schommelen, terwijl de
kosten voor een land- of tuinbouwbedrijf steeds toenemen. Investeringen worden groter en de landbouwer krijgt strengere milieueisen op zich afgevuurd. Daarnaast is
het Europees landbouwbeleid ook
nog eens aangepast. Het is belangrijk om als land- of tuinbouwer op
de hoogte te zijn van alle mogelijkheden, risico’s en uitdagingen voor
je onderneming. Je hebt als het
ware kennis van alle verschillende
gebieden nodig om bij te blijven.”
Strategie en planning
“Je moet vandaag niet enkel de
nieuwe technieken handhaven,
maar ook kennis hebben van de
rendabiliteit van je bedrijf én je
bedrijf weten te beheren op het
vlak van investeringen, strategie
en innovatie. Daarnaast moet je
voortdurend je kennis vernieuwen rond nieuwe wetgeving en
administratie. Bedrijfsstrategie
en doordachte planning komen
veel meer aan bod dan vroeger.
De land- of tuinbouwer wordt een
ondernemer die een manier zoekt
om duurzaam te produceren met
aandacht voor allerhande verplichtingen op vlak van milieu en
andere doelstellingen.”
“In Vlaanderen kan je als starter, of reeds actieve land- of tuinbouwer, op verschillende plaatsen
opleidingen volgen over allerlei
uiteenlopende onderwerpen. Door
jezelf te vormen, ben je in staat om
betere beslissingen te nemen voor
de verdere uitbouw van je bedrijf.
Daarnaast biedt een opleiding ook
de kans om in contact te komen
met andere land- en tuinbouwers
waar gedachten mee gewisseld
kunnen worden. Met andere woorden: je kan levenslang leren.”
SHANNAH JONGSTRA
[email protected]
Bart Sys
STUDENT STARTERSCURSUS
BEDRIJFSLEIDING EN -OVERNAME
“Je ouders kunnen je niet alles leren”
A
anvankelijk had Bart Sys
(32 jaar) niet de ambitie om
het landbouwbedrijf van
zijn ouders over te nemen. Hij sloeg
een andere weg in, maar bedacht
zich even later en schreef zich in
aan het Nationaal Agrarisch Centrum (NAC) voor de starterscursus
bedrijfsleiding en -overname.
“Ik heb het bedrijf van mijn
ouders nooit losgelaten. Tijdens
mijn baan als projectleider heb ik
hen altijd geholpen met hun landbouwbedrijf. Toen er voor het eerst
gesproken werd over een overname
weigerde ik - ik wilde mijn eigen
kant op gaan. Ondertussen sta ik
al acht jaar als projectleider op een
bouwwerf, waar ik al veel miserie
heb mogen oplossen (lacht). Ik
besloot dan toch om het bedrijf
van mijn ouders, gespecialiseerd
in melkkoeien, varkens en akkerbouw, over te nemen.”
“Een overname is eerst en vooral
niet mogelijk zonder dat je de starterscursus doorlopen hebt. Niet
alleen heb je kennis nodig, maar
met een dergelijk attest krijg je
ook toegang tot financiële steun
van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).”
Blik verruimen
“Vooral de specialisatiecursus
vond ik interessant. Ik koos voor
de combinatie ‘rundvee en akkerbouw’, waar ik informatie kreeg
over zaken zoals het rantsoen van
de koeien, mestopslag en gewasbescherming. Je hebt altijd wel wat
Zonder
opleiding is
het leiden van een
land- of
tuinbouwbedrijf
vaak onbegonnen
werk
informatie mee van thuis, maar je
ouders kunnen je niet alles leren.
Een opleiding verruimt je blik en
brengt je kennis bij over nieuwe
technieken.”
“Voor mij was de informatie over
de wijzigende wetgeving en het
veranderde Europees beleid een
grote meerwaarde. Daarnaast vond
ik de lessen in het kader van een
overname ook belangrijk. Dit zijn
onderwerpen die in de nabije toekomst erg van pas zullen komen.”
Niet blijven stilstaan
“Later wil ik nog andere cursussen
volgen om bij te blijven. Een mens
mag nooit stilstaan, je moet altijd
kennis blijven opdoen. Dat kan ook
niet anders als landbouwer. Zeker
nu we een wereldmarkt hebben.
Hoe groter de markt,hoe moeilijker
te vatten.”
“Ik raad iedereen aan zichzelf te
blijven onderwijzen. Zonder opleiding is het leiden van een land- of
tuinbouwbedrijf vaak onbegonnen
werk. Ook mijn vader had mijn lessen wetgeving gerust mogen bijwonen.” (lacht)
SHANNAH JONGSTRA
[email protected]
ALLESOVERLANDBOUW.BE
Bezoek onze website voor
meer informatie over de
verschillende opleidingen.