Tekenellende Teken zijn spinachtige parasieten (8

Tekenellende
Teken zijn spinachtige parasieten (8-potig) die zich ophouden in lage
vegetatie, zoals struiken en grassen. Een voorbij lopende hond of kat is
warmer dan zijn omgevingstemperatuur; voor de teek een signaal dat er een
potentiële gastheer in de buurt is. De teek laat zich op het dier vallen en
nestelt zich vervolgens in de huid om bloed te kunnen zuigen. Ook paarden
worden door teken als gastheer gebruikt.
Teken zijn helaas bijna niet meer uit ons dagelijkse buitenbestaan weg te
denken en het is alom bekend dat mens en dier er ziek van kunnen worden.
In dit document vindt u informatie over de meest voorkomende tekensoorten
in Nederland en de ziektes die zij kunnen verspreiden. Ik beperk me daarbij
tot de gastheren hond, kat en paard.
Tot slot schrijf ik over de homeopathische mogelijkheden m.b.t. dit
onderwerp.
-.-.-.-.-.De belangrijkste ziektes die door teken worden overgedragen zijn Lyme,
Babesiose en Ehrlichiose.
De Nederlandse teek, de Ixodus ricinus of ook wel de bruine schapenteek,
kan de bacterie Borrelia burgdorferi overbrengen, welke bacterie Borreliose
veroorzaakt, beter bekend als de ziekte van Lyme.
De Dermacentor-teek (overbrenger van Babesiose) en de Rhipicephalus-teek
(overbrenger van Ehrlichiose) kwamen tot voor kort alleen voor in landen
rond de Middellandse zee, echter door onze milde winters, een toegenomen
reizigersverkeer en door het veelvuldig meenemen van dieren uit
vakantielanden, hebben deze teken zich permanent in Nederland kunnen
vestigen.
De ‘werkwijze’ van deze 3 tekensoorten is hetzelfde.
De teek boort zich in de huid en tijdens dit proces worden stoffen in de huid
gebracht die een beet zo onopgemerkt mogelijk doen verlopen. Tevens vindt
afscheiding plaats van stoffen die een immuunreactie onderdrukken en die
als een ‘cement’ fungeren om de teek stevig aan de huid te laten hechten.
De teek zuigt zich vervolgens vol met bloed, wat bij nimfen 3 to 4 dagen kan
duren en bij volwassen teken tot 7 dagen.
De algemene opvatting dat een teek minstens 24 uur aan de gast moet zijn
gehecht voordat een infectie plaats vindt, gaat niet altijd op. Kortere tijden
sluiten een infectie zeker niet uit.
De ziekmakende bacteriën / protozoa zijn aanwezig in de maag van de teek
en komen tijdens het bloedzuigen in de wond terecht. Echter de ziekmakers
zijn ook aangetroffen in de speekselklieren van de teek. De teek boort d.m.v.
zijn beet direct een huidcapillair aan om bloed te zuigen en injecteert zo met
zijn speeksel de ziekmakers al direct in de bloedbaan.
De lichte irritatie van de beet kan krabben tot gevolg hebben waarbij de
teek beschadigd kan raken en waardoor bacteriën in de wond worden
gebracht. Dit is ook mogelijk wanneer de teek op onvakkundige wijze
verwijderd wordt; knijp je bij het verwijderen in het lijf van de teek dan kan
door dit knijpen de maaginhoud van de teek in de wond worden gebracht.
Eveneens kunnen geïnfecteerde uitwerpselen van de teek door krabben in
huidbeschadigingen gebracht worden.
Goed verwijderen van de teek is dus erg belangrijk!
Ga de teek vooral niet verdoven met alcohol of andere middelen als tabak
of slaolie. Verwijder de teek door deze met een speciaal pincet bij de kop te
pakken en door licht draaien uit de huid te trekken. Let er op daarbij niet in
het lichaam van de teek te knijpen.
Lyme
Van de teken in Nederland is inmiddels 10-30% geïnfecteerd met de B.
burgdorferi bacterie.
Symptomen
Artritis (wisselende kreupelheid)
Gebrek aan eetlust
Sloom
nierproblemen
Ook kunnen symptomen aan het centrale zenuwstelsel optreden. Deze uiten
zich in gedragsveranderingen zoals agressiviteit, epileptische aanvallen en
andere neurologische verschijnselen.
Hartproblemen
Lymfeklierzwellingen
Kat en Lyme
Er is weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van de ziekte van Lyme
bij katten. Er zijn ook maar heel weinig gevallen van de ziekte van Lyme bij de
kat beschreven. Veel katten hebben antilichamen tegen Borrelia, maar
ontwikkelen geen klinische verschijnselen. Het lijkt erop dat de kat in staat is
een infectie te weerstaan zonder ontwikkeling van duidelijke klinische
symptomen (anorexie, vermageren, myopathie of gedragswijzigingen).
2 Paard en Lyme
Bij het paard zien we in een wat latere fase wisselende kreupelheid en
stijfheid aan meerdere benen, niet al te hoge koorts, gevoelige spieren, dikke
gewrichten, sloomheid of gedragsveranderingen. Een mogelijke verklaring
voor de grote variatie in verschijnselen is dat de ziekte van Lyme kan
voorkomen in combinatie met bijvoorbeeld Ehrlichiose. Ook zijn er binnen de
groep Borrelia burgdorferi weer verschillende types die verschillende
symptomen veroorzaken.
Babesia
De verschillende Babesia soorten behoren tot de protozoa (eencellige
parasieten). De protozoa leven en vermenigvuldigen zich in de rode
bloedcellen. De ziekte kan ook via de placenta worden overgedragen van
teef op pup. Teken die nog geen Babesia bij zich dragen kunnen drager
worden van deze parasiet wanneer zij zich voeden op een met Babesia
geïnfecteerde hond. Slechts bij één Babesia soort (Babesia gibsoni) is
beschreven dat de ziekte via bijtwonden van hond op hond kan worden
overgedragen.
Symptomen
De ziekte gaat niet altijd gepaard met symptomen. De incubatietijd is 10-21
dagen. Geïnfecteerde rode bloedcellen gaan antigenen van de parasiet op
hun membraan dragen waardoor ze worden opgeruimd door het
immuunsysteem van de hond zelf. Tevens tasten de parasieten de rode
bloedcellen ook direct aan. Doordat er rode bloedcellen worden
afgebroken kan er bloedarmoede (anemie) ontstaan. De rode bloedcellen
zijn verantwoordelijk voor het transport van zuurstof naar de verschillende
organen en bij afbraak van deze rode bloedcellen krijgen de verschillende
organen te weinig zuurstof. Hierdoor kan onder andere nier- en leverfalen
ontstaan. Ook kunnen de bloedplaatjes (die verantwoordelijk zijn voor de
bloedstolling) worden aangetast, maar dit leidt zelden tot verschijnselen.
De verschijnselen bij honden kunnen uiteenlopen van mild tot zeer ernstig. Er
kunnen vage verschijnselen zijn zoals sufheid, braken, niet willen eten, koorts,
een verhoogde hartfrequentie en een verhoogde ademfrequentie. De
slijmvliezen kunnen bleek zijn en soms geel door leverfalen. De verschillende
organen kunnen minder goed gaan functioneren wat kan leiden tot de
dood.
Kat en Babesiose
Meldingen van Babesiose bij de kat vinden tot op heden voornamelijk plaats
in Zuid-Afrika en de V.S. en weinig in Europa. Katten met babesiose die
gemeld zijn vertonen lusteloosheid, geen eetlust, zwakheid en diarree. Koorts
en geelzucht komen weinig voor.
Paard en Babesiose
De aandoening wordt bij paarden veroorzaakt door de bloedparasieten
Babesia caballi en Theileria equi. Deze parasieten bevinden zich in de rode
3 bloedcellen. In het eerste stadium, na een incubatie periode van 5 tot 21
dagen, vertonen geïnfecteerde paarden hoge koorts, ernstige
bloedarmoede, benauwdheid, gele slijmvliezen en vochtophoping. In de
weken erna kan er sprake zijn van gewichtsverlies, wisselende koorts,
wisselende eetlust en verminderd presteren.
Ehrlichiose
Ehrlichiose is een ziekte die wordt veroorzaakt door parasieten die in
bepaalde witte bloedcellen leven.
Ehrlichiose is een sluipende ziekte. De eerste symptomen volgen 5 tot 20
dagen na besmetting en kunnen zijn: koorts, rillingen, gebrek aan eetlust,
neerslachtigheid en bloedarmoede. De verschijnselen lijken erg op die van
Babesiose en andere Spaanse ziekten. Soms komt het ook voor dat
Ehrlichiose in combinatie met Lyme gezien wordt of met Babesiose.
Symptomen
Gezwollen lymfeklieren, pijnlijke spieren en gewrichten, bloed in de urine,
bloedingen (bijvoorbeeld in de neus), ernstige rug- of nekpijn en
oogproblemen (uitscheiding, infecties). Ook neurologische afwijkingen als
toevallen of moeilijk lopen komen voor, evenals problemen met de
ademhaling of met het hart.
Ehrlichiose heeft, wanneer de hond niet behandeld wordt, vaak een
dodelijke afloop of krijgt een chronisch verloop. Ook na een behandeling
blijft de ziekte soms chronisch aanwezig. Er ontstaat dan een zeker evenwicht
tussen de ziekteverwekker en het immuunsysteem van de hond. De hond is
niet echt ziek, maar ook niet fit. Hij is de oude niet meer. De ziekte kan
opnieuw opkomen als de hond om de een of andere reden onder druk staat
of een periode van verminderde weerstand doormaakt, bijvoorbeeld
doordat er andere ziekten bijkomen (met name Babesiose) of door
medicijngebruik (Prednison is bijvoorbeeld erg schadelijk).
Kat en Ehrlichiose
Bij de kat lijkt een soortgelijk ziektebeeld voor te komen, maar er zijn nog geen
Ehrlichia soorten gevonden.
Paard en Ehrlichiose
Equine ehrlichiose geeft een ziektebeeld met koorts, slecht eten, sloomheid,
spierpijn, vocht onder de buik en dikke achterbenen. De paarden willen soms
niet lopen, en kunnen atactisch zijn. In het bloed is een lichte bloedarmoede
te zien, evenals een tekort aan bloedplaatjes en een tekort aan granulocyten
(soort witte bloedcellen). Paarden jonger dan 3 jaar worden minder ziek van
deze infectie dan oudere paarden.
4 De vraag blijft…
Waarom wordt niet ieder dier ziek door de beet van een teek terwijl toch zo’n
85% van alle teken met Lyme besmet blijkt te zijn. Een groot aantal dieren
heeft meerdere soms vele tekenbeten aantoonbaar in hun biografie en toch
ontwikkelen velen van hen geen ziekte. Hier speelt de aanleg een
bepalende rol en deze aanleg bepaalt of een dier naar aanleiding van een
tekenbeet al dan niet de ziekte van Lyme, Babesiose of Ehrlichiose met al de
daarbij horende klachten ontwikkelt. Ziek worden van een infectie kan in feite
alleen als er een zwakte of aanleg in het afweersysteem van het dier geraakt
wordt. Er is dus sprake van een zekere gevoeligheid in het dier die hem
aantrekkelijk maakt voor teken en/of andere parasieten.
Door middel van klassieke homeopathie is te werken aan deze gevoeligheid;
je maakt het dier in feite minder gevoelig voor externe prikkels. Of anders
gezegd: je zorgt voor een optimale weerstand.
In feite dus omgekeerd aan wat teken- en vlooiendruppels doen. Hiermee
komen bepaalde gifstoffen via de huid de bloedbaan binnen van het
behandelde dier (hond of kat) waarna de teken/vlooien overlijden.
Wanneer u dus al een gevoelig dier hebt, dan loopt u het risico dat het dier
ook gevoelig op de teken- of vlooiendruppels reageert. Het dier kan sloom
worden, niet willen eten of soms nog erger. Vaak ziet men ook dat deze
overreactie zich opbouwt; telkens wanneer het dier behandeld wordt met
deze druppels is een sterkere reactie waarneembaar. Het dier wordt in feite
steeds minder weerbaar waardoor de parasieten steeds meer de overhand
kunnen nemen.
Heeft u een dier waarbij de diagnose Lyme, Babesiose of Ehrlichiose is gesteld
of bestaat er het vermoeden van het bestaan van deze ziektes dan kunt u
met uw dier ook hiervoor naar een klassiek homeopaat. Ik zal dan
voorschrijven op het beeld wat het dier laat zien waarbij ik uiteraard ook de
ontstaansgeschiedenis meeneem in de behandeling, in dit geval de
gevoeligheid van het dier en de (vermoedelijke) tekenbeet.
Dus niet alleen preventief maar ook nadat het tekenkwaad is geschied, is
een dier goed te helpen met klassieke homeopathie.
Wilt u meer weten over dit onderwerp, bel of mail dan naar:
0547-260559 / [email protected]
5