Tekenellende Teken zijn spinachtige parasieten (8-potig) die zich ophouden in lage vegetatie, zoals struiken en grassen. Een voorbij lopende hond of kat is warmer dan zijn omgevingstemperatuur; voor de teek een signaal dat er een potentiële gastheer in de buurt is. De teek laat zich op het dier vallen en nestelt zich vervolgens in de huid om bloed te kunnen zuigen. Ook paarden worden door teken als gastheer gebruikt. Teken zijn helaas bijna niet meer uit ons dagelijkse buitenbestaan weg te denken en het is alom bekend dat mens en dier er ziek van kunnen worden. In dit document vindt u informatie over de meest voorkomende tekensoorten in Nederland en de ziektes die zij kunnen verspreiden. Ik beperk me daarbij tot de gastheren hond, kat en paard. Tot slot schrijf ik over de homeopathische mogelijkheden m.b.t. dit onderwerp. -.-.-.-.-.De belangrijkste ziektes die door teken worden overgedragen zijn Lyme, Babesiose en Ehrlichiose. De Nederlandse teek, de Ixodus ricinus of ook wel de bruine schapenteek, kan de bacterie Borrelia burgdorferi overbrengen, welke bacterie Borreliose veroorzaakt, beter bekend als de ziekte van Lyme. De Dermacentor-teek (overbrenger van Babesiose) en de Rhipicephalus-teek (overbrenger van Ehrlichiose) kwamen tot voor kort alleen voor in landen rond de Middellandse zee, echter door onze milde winters, een toegenomen reizigersverkeer en door het veelvuldig meenemen van dieren uit vakantielanden, hebben deze teken zich permanent in Nederland kunnen vestigen. De ‘werkwijze’ van deze 3 tekensoorten is hetzelfde. De teek boort zich in de huid en tijdens dit proces worden stoffen in de huid gebracht die een beet zo onopgemerkt mogelijk doen verlopen. Tevens vindt afscheiding plaats van stoffen die een immuunreactie onderdrukken en die als een ‘cement’ fungeren om de teek stevig aan de huid te laten hechten. De teek zuigt zich vervolgens vol met bloed, wat bij nimfen 3 to 4 dagen kan duren en bij volwassen teken tot 7 dagen. De algemene opvatting dat een teek minstens 24 uur aan de gast moet zijn gehecht voordat een infectie plaats vindt, gaat niet altijd op. Kortere tijden sluiten een infectie zeker niet uit. De ziekmakende bacteriën / protozoa zijn aanwezig in de maag van de teek en komen tijdens het bloedzuigen in de wond terecht. Echter de ziekmakers zijn ook aangetroffen in de speekselklieren van de teek. De teek boort d.m.v. zijn beet direct een huidcapillair aan om bloed te zuigen en injecteert zo met zijn speeksel de ziekmakers al direct in de bloedbaan. De lichte irritatie van de beet kan krabben tot gevolg hebben waarbij de teek beschadigd kan raken en waardoor bacteriën in de wond worden gebracht. Dit is ook mogelijk wanneer de teek op onvakkundige wijze verwijderd wordt; knijp je bij het verwijderen in het lijf van de teek dan kan door dit knijpen de maaginhoud van de teek in de wond worden gebracht. Eveneens kunnen geïnfecteerde uitwerpselen van de teek door krabben in huidbeschadigingen gebracht worden. Goed verwijderen van de teek is dus erg belangrijk! Ga de teek vooral niet verdoven met alcohol of andere middelen als tabak of slaolie. Verwijder de teek door deze met een speciaal pincet bij de kop te pakken en door licht draaien uit de huid te trekken. Let er op daarbij niet in het lichaam van de teek te knijpen. Lyme Van de teken in Nederland is inmiddels 10-30% geïnfecteerd met de B. burgdorferi bacterie. Symptomen Artritis (wisselende kreupelheid) Gebrek aan eetlust Sloom nierproblemen Ook kunnen symptomen aan het centrale zenuwstelsel optreden. Deze uiten zich in gedragsveranderingen zoals agressiviteit, epileptische aanvallen en andere neurologische verschijnselen. Hartproblemen Lymfeklierzwellingen Kat en Lyme Er is weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van de ziekte van Lyme bij katten. Er zijn ook maar heel weinig gevallen van de ziekte van Lyme bij de kat beschreven. Veel katten hebben antilichamen tegen Borrelia, maar ontwikkelen geen klinische verschijnselen. Het lijkt erop dat de kat in staat is een infectie te weerstaan zonder ontwikkeling van duidelijke klinische symptomen (anorexie, vermageren, myopathie of gedragswijzigingen). 2 Paard en Lyme Bij het paard zien we in een wat latere fase wisselende kreupelheid en stijfheid aan meerdere benen, niet al te hoge koorts, gevoelige spieren, dikke gewrichten, sloomheid of gedragsveranderingen. Een mogelijke verklaring voor de grote variatie in verschijnselen is dat de ziekte van Lyme kan voorkomen in combinatie met bijvoorbeeld Ehrlichiose. Ook zijn er binnen de groep Borrelia burgdorferi weer verschillende types die verschillende symptomen veroorzaken. Babesia De verschillende Babesia soorten behoren tot de protozoa (eencellige parasieten). De protozoa leven en vermenigvuldigen zich in de rode bloedcellen. De ziekte kan ook via de placenta worden overgedragen van teef op pup. Teken die nog geen Babesia bij zich dragen kunnen drager worden van deze parasiet wanneer zij zich voeden op een met Babesia geïnfecteerde hond. Slechts bij één Babesia soort (Babesia gibsoni) is beschreven dat de ziekte via bijtwonden van hond op hond kan worden overgedragen. Symptomen De ziekte gaat niet altijd gepaard met symptomen. De incubatietijd is 10-21 dagen. Geïnfecteerde rode bloedcellen gaan antigenen van de parasiet op hun membraan dragen waardoor ze worden opgeruimd door het immuunsysteem van de hond zelf. Tevens tasten de parasieten de rode bloedcellen ook direct aan. Doordat er rode bloedcellen worden afgebroken kan er bloedarmoede (anemie) ontstaan. De rode bloedcellen zijn verantwoordelijk voor het transport van zuurstof naar de verschillende organen en bij afbraak van deze rode bloedcellen krijgen de verschillende organen te weinig zuurstof. Hierdoor kan onder andere nier- en leverfalen ontstaan. Ook kunnen de bloedplaatjes (die verantwoordelijk zijn voor de bloedstolling) worden aangetast, maar dit leidt zelden tot verschijnselen. De verschijnselen bij honden kunnen uiteenlopen van mild tot zeer ernstig. Er kunnen vage verschijnselen zijn zoals sufheid, braken, niet willen eten, koorts, een verhoogde hartfrequentie en een verhoogde ademfrequentie. De slijmvliezen kunnen bleek zijn en soms geel door leverfalen. De verschillende organen kunnen minder goed gaan functioneren wat kan leiden tot de dood. Kat en Babesiose Meldingen van Babesiose bij de kat vinden tot op heden voornamelijk plaats in Zuid-Afrika en de V.S. en weinig in Europa. Katten met babesiose die gemeld zijn vertonen lusteloosheid, geen eetlust, zwakheid en diarree. Koorts en geelzucht komen weinig voor. Paard en Babesiose De aandoening wordt bij paarden veroorzaakt door de bloedparasieten Babesia caballi en Theileria equi. Deze parasieten bevinden zich in de rode 3 bloedcellen. In het eerste stadium, na een incubatie periode van 5 tot 21 dagen, vertonen geïnfecteerde paarden hoge koorts, ernstige bloedarmoede, benauwdheid, gele slijmvliezen en vochtophoping. In de weken erna kan er sprake zijn van gewichtsverlies, wisselende koorts, wisselende eetlust en verminderd presteren. Ehrlichiose Ehrlichiose is een ziekte die wordt veroorzaakt door parasieten die in bepaalde witte bloedcellen leven. Ehrlichiose is een sluipende ziekte. De eerste symptomen volgen 5 tot 20 dagen na besmetting en kunnen zijn: koorts, rillingen, gebrek aan eetlust, neerslachtigheid en bloedarmoede. De verschijnselen lijken erg op die van Babesiose en andere Spaanse ziekten. Soms komt het ook voor dat Ehrlichiose in combinatie met Lyme gezien wordt of met Babesiose. Symptomen Gezwollen lymfeklieren, pijnlijke spieren en gewrichten, bloed in de urine, bloedingen (bijvoorbeeld in de neus), ernstige rug- of nekpijn en oogproblemen (uitscheiding, infecties). Ook neurologische afwijkingen als toevallen of moeilijk lopen komen voor, evenals problemen met de ademhaling of met het hart. Ehrlichiose heeft, wanneer de hond niet behandeld wordt, vaak een dodelijke afloop of krijgt een chronisch verloop. Ook na een behandeling blijft de ziekte soms chronisch aanwezig. Er ontstaat dan een zeker evenwicht tussen de ziekteverwekker en het immuunsysteem van de hond. De hond is niet echt ziek, maar ook niet fit. Hij is de oude niet meer. De ziekte kan opnieuw opkomen als de hond om de een of andere reden onder druk staat of een periode van verminderde weerstand doormaakt, bijvoorbeeld doordat er andere ziekten bijkomen (met name Babesiose) of door medicijngebruik (Prednison is bijvoorbeeld erg schadelijk). Kat en Ehrlichiose Bij de kat lijkt een soortgelijk ziektebeeld voor te komen, maar er zijn nog geen Ehrlichia soorten gevonden. Paard en Ehrlichiose Equine ehrlichiose geeft een ziektebeeld met koorts, slecht eten, sloomheid, spierpijn, vocht onder de buik en dikke achterbenen. De paarden willen soms niet lopen, en kunnen atactisch zijn. In het bloed is een lichte bloedarmoede te zien, evenals een tekort aan bloedplaatjes en een tekort aan granulocyten (soort witte bloedcellen). Paarden jonger dan 3 jaar worden minder ziek van deze infectie dan oudere paarden. 4 De vraag blijft… Waarom wordt niet ieder dier ziek door de beet van een teek terwijl toch zo’n 85% van alle teken met Lyme besmet blijkt te zijn. Een groot aantal dieren heeft meerdere soms vele tekenbeten aantoonbaar in hun biografie en toch ontwikkelen velen van hen geen ziekte. Hier speelt de aanleg een bepalende rol en deze aanleg bepaalt of een dier naar aanleiding van een tekenbeet al dan niet de ziekte van Lyme, Babesiose of Ehrlichiose met al de daarbij horende klachten ontwikkelt. Ziek worden van een infectie kan in feite alleen als er een zwakte of aanleg in het afweersysteem van het dier geraakt wordt. Er is dus sprake van een zekere gevoeligheid in het dier die hem aantrekkelijk maakt voor teken en/of andere parasieten. Door middel van klassieke homeopathie is te werken aan deze gevoeligheid; je maakt het dier in feite minder gevoelig voor externe prikkels. Of anders gezegd: je zorgt voor een optimale weerstand. In feite dus omgekeerd aan wat teken- en vlooiendruppels doen. Hiermee komen bepaalde gifstoffen via de huid de bloedbaan binnen van het behandelde dier (hond of kat) waarna de teken/vlooien overlijden. Wanneer u dus al een gevoelig dier hebt, dan loopt u het risico dat het dier ook gevoelig op de teken- of vlooiendruppels reageert. Het dier kan sloom worden, niet willen eten of soms nog erger. Vaak ziet men ook dat deze overreactie zich opbouwt; telkens wanneer het dier behandeld wordt met deze druppels is een sterkere reactie waarneembaar. Het dier wordt in feite steeds minder weerbaar waardoor de parasieten steeds meer de overhand kunnen nemen. Heeft u een dier waarbij de diagnose Lyme, Babesiose of Ehrlichiose is gesteld of bestaat er het vermoeden van het bestaan van deze ziektes dan kunt u met uw dier ook hiervoor naar een klassiek homeopaat. Ik zal dan voorschrijven op het beeld wat het dier laat zien waarbij ik uiteraard ook de ontstaansgeschiedenis meeneem in de behandeling, in dit geval de gevoeligheid van het dier en de (vermoedelijke) tekenbeet. Dus niet alleen preventief maar ook nadat het tekenkwaad is geschied, is een dier goed te helpen met klassieke homeopathie. Wilt u meer weten over dit onderwerp, bel of mail dan naar: 0547-260559 / [email protected] 5
© Copyright 2024 ExpyDoc