Sociale media voor de wethouder

Sociale media voor de wethouder
Kees Telder
Er is inmiddels een grote keuze uit sociale mediakanalen die je als wethouder kunt
gebruiken of waaraan je kunt deelnemen. Welke keuzes maak je, met welk doel,
wanneer gebruik je het (en wanneer niet)? Doe je dat als wethouder of als
privépersoon? In dit hoofdstuk neem ik je graag mee in alle aspecten rondom sociale
media: de risico’s en dilemma’s, maar uiteraard ook de kansen en mogelijkheden.
Omgaan met (sociale) media moet je leren en enige oriëntatie is dus op zijn plaats.
Maar, de vraag is inmiddels niet meer of je sociale media moet gebruiken, maar hoe
goed doe je het? De keuzes die je maakt hangen natuurlijk af van je rol en functie,
maar ook van je ambities. Als wethouder ben je lokaal politicus, ik richt mij dus met
name op inwoners, bedrijven en instellingen in mijn eigen gemeente en regio.
Daarnaast volg ik enkele landelijke politieke en journalistieke en internationale
tweeps.
De wethouder
Verdiep je ook in de do’s & don’ts van sociale media. Als wethouder bevind je je
onder een glazen stolp en iedereen, zowel vriend als vijand, leest mee. Een fout
(bericht) is snel gemaakt, lastig corrigeerbaar en binnen enkele seconden over de
hele wereld leesbaar en zo goed als onuitwisbaar. Je mindset is belangrijk, evenals
consistentie en continuïteit. Eén tweet, of één foto plaatsen op Facebook levert geen
publiek op. Succesvol gebruik maken van sociale media begint met luisteren, niet
met zenden. Oriënteer je op de diverse media via collega’s en huisgenoten en praat
er over met de afdeling communicatie, maar vooral ook binnen het college. Wie
gebruikt wat, waarvoor en wanneer? Vraag jezelf ook af of je bereid bent om tijd en
energie te steken in het lezen/luisteren en het gebruik van diverse media.
Wanneer de tekst hierboven je al enigszins aan het denken heeft gezet, dien je je
vervolgens af te vragen voor wie je het doet. Wie is je doelgroep (of heb je er
meerdere?)? De keuze voor een specifiek medium bepaalt grotendeels welke
doelgroep je bereikt. Wanneer je voldoende geluisterd hebt en begint te zenden,
moeten je boodschappen (tekst of plaatjes) een toegevoegde waarde hebben voor je
doelgroep.
Wat ga je zenden?
De diversiteit aan kanalen, maar ook de grote verscheidenheid aan boodschappen
die je hebt te vertellen maken dat je keuzes moet maken. Het ‘klassieke’ interview of
opiniestuk in de papieren krant is zenden pur sang. Hooguit komt er als reactie nog
een ingezonden brief die een week later geplaatst wordt, wanneer iedereen al
vergeten is waar jouw stuk over ging. Niet alleen het uitdragen van (voorgenomen)
beleid, maar ook iets willen vinden van actuele zaken buiten de gemeente (of zelfs
op mondiaal niveau) na een natuurramp, oorlogsgeweld of anderszins kunnen
onderdeel uitmaken van je persoonlijke boodschappen aan je inwoners, volgers en
digitale vrienden. Ook het politiek kleur bekennen bij Haagse besluitvorming kan
een onderdeel zijn van je eigen strategie om mensen in en buiten je directe
omgeving te bereiken en te laten weten wat je vindt.
Bedenk wel dat het niet allemaal ‘vrienden’ zijn die je volgen en dat de consequentie
van zenden is dat er gereageerd kan worden. Bij sociale media is dit over het
algemeen niet na een week, maar binnen enkele minuten! Het gebruik van sociale
media draagt tevens bij aan je imago, immers binnen zeer korte tijd heb je, al of niet
gewenst, er een zee aan bekenden bij, waarvan een groot deel voor jou onbekend
zijn.
Het publiek
Je hebt niet van het een op het andere moment een (groot) publiek. Enerzijds moet je
dit verdienen (onder andere door de hierboven reeds genoemde meerwaarde voor je
doelgroep), anderzijds groeit het door de aard van je functie en gaat het niet om wie
je bent, maar wat je bent. Wel is inmiddels bekend, dat het zenden van positieve
berichten een grotere waardering kent en een groter publiek oplevert dan mopperige,
negatieve en zeurderige berichtgeving. Na een oriënterende fase, een periode van
‘luisteren’, keuzes en doelgroep- en strategiebepaling kun je aan de slag. In de
praktijk zijn op dit moment Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook de meest
gebruikte sociale mediakanalen. Instagram is een beetje een buitenbeentje vanwege
de aard van het kanaal. Primair maak en bewerk je er foto’s mee en je kunt er
eventueel een korte boodschap aan toevoegen. Voor dit hoofdstuk beperk ik mij bij
de voorbeelden tot het gebruik van Twitter, LinkedIn en Facebook.
Als wethouder is het belangrijk dat de inwoners van je gemeente een beeld krijgen
van wie je bent, wat je doet en, een gebleken meerwaarde, in het laten weten wat je
bezighoudt. Dit laatste kunnen ook zaken zijn die niet direct met je functie te maken
hebben. Door je publiek te informeren waar je op een bepaald moment bent, met
wie en waarom krijgen ze een indruk van je werkzaamheden en laat je een beeld
van jezelf achter. Zowel op Twitter als op Facebook kun je deze boodschappen
vergezeld laten gaan van een foto. Inwoners en andere belangstellenden waarderen
het om bijna ‘real time’ mee te kunnen genieten van een opening, een braderie of
een belangrijke bijeenkomst waar ze niet zelf bij kunnen zijn. Bedenk wel dat alleen
maar foto’s van ceremoniële zaken ook een bepaald beeld achterlaten (de
‘lintjesknipper’). Wees je er bij het maken en plaatsen van foto’s ook van bewust dat
het niet altijd gepast en/of gewenst is om mensen op de foto te zetten, niet in de
laatste plaats (eigen) gezinsleden en kinderen. Dit kan later mogelijk negatieve
reacties en gevolgen hebben.
Naast Twitter en Facebook als 'gespreks'-media en visuele zichtbaarheid is er ook
nog de zakelijke applicatie LinkedIn. Over het algemeen wordt LinkedIn gebruikt om
een netwerk op te bouwen vanuit je functie of werkgebied. Dit netwerk is minder
geschikt voor snelle publicaties. Het netwerk dat je opbouwt in deze applicatie is niet
alleen goed en nuttig voor sollicitatiedoeleinden, maar tijdens je werk ook om
inhoudelijke vragen uit te zetten en contacten te 'gebruiken' op zoek naar kennis en
vaardigheden. Ook kunnen anderen zien wie jij in je netwerk hebt waardoor het web
letterlijk soms gesloten wordt en zinvolle contacten gebruikt kunnen worden om
ideeën te ventileren of in contact te komen met anderen. Hou je cv wel actueel,
plaats niet dezelfde campingfoto die je op Facebook gebruikt als profielfoto en kijk
regelmatig of er berichten zijn. Heb je wel een profiel, maar gebruik je het niet, dan
ben je niet meer interessant en verdwijn je uit zicht.
Bij de start van het gebruik van sociale media lijken alle contacten welkom, maar
maak vanaf het begin duidelijke keuzes en houd je daar aan. Vanuit mijn
persoonlijke ervaring houd ik Facebook met name privé (met enkele uitzonderingen),
Twitter en LinkedIn gebruik ik zakelijk. Dit maakt een en ander ook duidelijk voor je
doelgroep(en). Mensen die je volgen vanwege je mooie natuurfoto's zijn (vaak) niet
geïnteresseerd in je politieke mening of je statements over de internationale
rechtsorde. Dit geldt natuurlijk ook omgekeerd. Een landelijk politicus die ik volg en
die voor 80% persoonlijke of humorvolle zaken communiceert brengt voor mij teveel
ruis en is niet meer interessant om te volgen.
Discussie en beeldvorming
Het lijkt er nu op dat je voortdurend op je hoede moet zijn, maar het omgaan met
sociale media went en het gebruik ervan heeft ook veel positieve kanten. Door het
plaatsen van foto's, maar ook het bekijken van andermans foto's leer je ongemerkt
mensen kennen en herkennen op bijeenkomsten in je werkveld. Soms word je
aangesproken op gedane uitspraken op Twitter of een ander sociaal platform. Het
positieve is in ieder geval dat je op zo'n moment het gesprek aan kunt gaan. Zelf ga
ik geen discussie aan via sociale media. Enerzijds niet omdat 140 tekens per
spreekbeurt gewoon te weinig is (de belangrijke nuances), anderzijds omdat ik dan
veel meer tijd besteed aan sociale media dan ik wil. Dit laatste is natuurlijk voor
iedereen een eigen keus. Een Twitterspreekuur op een vast moment in de week (en
ondersteund door je communicatieadviseur) van jou persoonlijk of misschien het
hele college kan een boeiende conversatie met inwoners en anderen opleveren.
Denk er eens over na.
Door collegiale afstemming kan er een eenduidig en consistent beeld ontstaan van
het college. Uiteraard moet je binnen de afgesproken kaders vooral jezelf blijven en
niet proberen om de objectieve nieuwszender te imiteren. Je publiek volgt jou, het
nieuwsbericht zelf lezen ze elders. Berichten kunnen altijd reacties en/of vragen
oproepen, zowel van inwoners als van organisaties. Ben je een beetje interessant
vanwege recente calamiteiten in je gemeente, scherpe persoonlijke meningen of
politieke reuring, weet dan dat je ook snel volgers zult krijgen vanuit een brede
journalistieke (zelfs landelijke) hoek. Wees je dus altijd bewust van je publiek.
Twitter en Facebook kunnen hiermee ook middelen zijn om landelijk nieuws lokaal
te maken en er je eigen invulling of kleur aan te geven.
Aandachtsgebied
Als wethouder heb je een baan met een breed aandachtsgebied. Hierboven beschreef
ik al de collegiale afstemming in het college. Ook afstemming met je fractie in de
gemeenteraad, lokale afdeling van je partij en dergelijke zijn van belang. Ben je ook
lokaal of anderszins actief als voetbaltrainer, bestuurslid of iets dergelijks, zorg dan
ook hier voor goede afstemming en het voorkomen van (de schijn van)
belangenverstrengeling. Naast je dagelijkse inhoudelijke werk, kunnen er vanuit een
rol als locoburgemeester ook uitingen van je verwacht worden bij calamiteiten.
Tegenwoordige is het gebruik van sociale media opgenomen in de draaiboeken,
maar blijf bedenken dat foto's van rampplekken of plaats delict sneller via sociale
media verspreidt worden dan via de reguliere media. Monitor dus ook goed, ook bij
gezellige maar grootschalige evenementen.
Het gebruik
Durf te vragen (#dtv), is een veel gebruikte hashtag op Twitter om vragen te stellen.
Als wethouder kun je hier gericht gebruik van maken wanneer je een snelle - maar
zeker geen statistisch onderbouwde - opiniepeiling wil doen over bepaalde
onderwerpen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het innemen van een stelling en vraag
wat 'men' er van vindt, opper een idee voor een nieuw evenement of
verkeerssituatie. Het kan een goed meningsvormend instrument zijn en je krijgt vaak
meer en interessantere reacties dan je denkt. Maak op deze wijze gebruik van de
kennis en ervaring in je publiek/netwerk. Je zult zien dat vooral mensen, instellingen
en ondernemers die met jouw portefeuille van doen hebben je volgen of een
vriendschapsverzoek doen. Ook dit is inwonerparticipatie.
Het retweeten van berichten op Twitter of het delen van boodschappen op Facebook
maakt deel uit van jouw bekendheid binnen deze media. Het laat enerzijds zien wat
jij interessant (of leuk of amusant) vindt, anderzijds worden jou en door jou gedeelde
berichten weer door anderen gedeeld. In een beetje digitaal netwerk betekent dit dat
zo'n bericht binnen enkele minuten bij honderden of zelfs duizenden mensen
bekend is of kan zijn. Ga boodschappen of uitingen van je eigen gemeenten niet
overtypen en zelf communiceren, maar deel deze vanuit het oorspronkelijke
gemeentelijke account. Dit maakt het gemeenteaccount bekender en de boodschap
blijft origineel.
Ook op LinkedIn verschijnen interessante newsfeeds met rapporten, innovaties en
aankondigingen. Hou het in de gaten en vind regelmatig ook ergens iets van.
Context
In de andere hoofdstukken van dit boek krijg je een beeld van het gebruik van sociale
media door ambtelijke organisaties, andere bestuurders en (externe) deskundigen.
Alles bij elkaar is het gebruik van sociale media complex maar leuk. Burgemeester
Michael Sijbom schrijft het ook in zijn deel: de IMFF-strategie. Informeren,
mobiliseren, feedback en fun. Maak wel heldere keuzes, ook tussen privé en zakelijk.
Het dagelijks leven van de wethouder is al een 24/7 aangelegenheid en houd
vrienden en familie los van zakelijke kennissen en aangelegenheden.
Over Kees
Kees Telder (50) was werkzaam als (psychiatrisch)
verpleegkundige, informaticus en consultant. Op dit
moment voor zijn tweede periode wethouder voor D66,
nu in de gemeente Doetinchem (56.000 inwoners). Hij
gebruikt sociale media al vanaf de beginperiode.
Allereerst privé (Hyves, later Facebook), later zakelijk
vanuit het internationale bedrijfsleven (LinkedIn, Twitter)
meer als relatienetwerk en marketing middel. Sinds 2008
ook actief als politicus op diverse sociale media.
@Keetel
nl.LinkedIn.com/in/keestelder