HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS

1E JAAR - BLOK 1.4
HANDLEIDING
STAGEBEGELEIDERS
2013-2014
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere
wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de Verloskunde Academie Amsterdam en/of de Verloskunde Academie Groningen.
Colofon:
April 2014
Verloskunde Academie Amsterdam
Louwesweg 6
1066 EC Amsterdam
Tel
020 512 42 31
Fax
020 614 06 98
www.verloskunde-academie.nl
Verloskunde Academie Groningen
Dirk Huizingastraat 3-5
9713 GL Groningen
Tel
050 361 8886
Fax
050 361 9930
www.verloskunde-academie-groningen.nl
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................ 5
1. Stage opdrachten van blok 1.4 ....................................................................................... 7
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
Doorlopende stageopdracht voor de stage ................................................................................ 7
Stageopdracht 1 ......................................................................................................................... 7
Stageopdracht 2. ........................................................................................................................ 9
Stageopdracht 3 ......................................................................................................................... 9
Stage in de eerstelijns praktijk .................................................................................................. 10
“Buiten-Binnendag” ................................................................................................................... 12
Afronden van de stage ............................................................................................................. 12
2. Toetsing tijdens de stage ............................................................................................. 13
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
Toets Beroepssituaties ............................................................................................................. 14
Doel Toets Beroepssituaties .................................................................................................... 14
Procedure Toets Beroepssituaties ........................................................................................... 14
Tijdens de stage ....................................................................................................................... 15
Stappenplan beoordeling en feedback Beroepssituatie ........................................................... 15
Beoordelingsformulieren ........................................................................................................... 16
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
3
Hoofdstuk 0 - Inleiding
Inleiding
Dit is de stagehandleiding voor de begeleiding van studenten in blok 1.4 Deze handleiding is
bedoeld voor de studenten en stagebegeleiders en bouwt voort op de informatie uit de voorgaande
stagehandleidingen. In deze handleiding wordt specifiek stilgestaan bij de stageopdrachten in het
vierde en laatste studieblok van de propedeuse. Blok 1.4 vormt de afsluiting van de propedeuse.
Binnenschools
Het binnenschools programma bestaat uit casus gestuurd onderwijs (CGO) met daarbij flankerend
onderwijs in de vorm van hoorcolleges, vaardigheidslessen en werkcolleges.
Twee casussen lopen als een "rode draad" door de weken, waarin we het centrale thema
“Kraambed en daar voorbij” behandelen. De studenten halen hun informatie uit een aantal
verplichte boeken waaronder ‘Williams Obstetrics’. Verder zullen de studenten hun informatie uit
verschillende andere bronnen halen, die bestaan uit aanbevolen studieboeken, studieboeken naar
keuze, wetenschappelijke (medische) tijdschriften en wetenschappelijke databases. Een lijst met
verplichte en aanbevolen literatuur is te vinden in de studiegids. Via de site van Inholland hebben
de studenten ook op de stageplek online wetenschappelijke bronnen beschikbaar. Voor
cliëntgerichte zorg leren studenten al vroeg om zorgvragen op te lossen volgens de methodiek
klinisch redeneren. Verschillende ziektescripts worden in blok 1.4 over fysiologische symptomen in
het puerperium uitgewerkt en toegepast in cases.
Buitenschools: stage
In blok 1.4 lopen de studenten in totaal 5 weken stage.
Voor een aantal studenten geldt dat in week 2 van het blok de eerste stageweek zal zijn. De laatste
vier weken van dit blok zijn de lange stage van de propedeuse. Voor anderen geldt dat ze een
periode van vijf weken stage lopen.
Belangrijke verandering:
Invoering Toets Beroepssituaties
De toets Beroepssituaties komt in plaats van de toets Fasedoelen.
Op de website www.verloskunde-academie.nl zijn onder het tabblad stagebegeleiders een aantal
filmpjes te zien over de procedure toets Beroepssituaties en het gebruik van het KPB formulier. Het
formulier staat onder hetzelfde tabblad op de site. Formulieren kunnen digitaal worden ingevuld en
uitgeprint en ondertekend aan de student worden meegegeven.
De stage-caroussels in studiejaar 2012-2013 hebben in het teken gestaan van beoordeling van
Beroepssituaties en het geven van Feedback volgens de regels van Pendleton.
Het onderwerp van de stage-caroussels najaar 2013 en voorjaar 2014 is werken met de toets
Beroepssituaties.
Nieuwe en aangepaste formulieren:
 Formulier KPB
 Totaal overzicht beroepssituaties
 Tussenbeoordeling PG stage
 Eindbeoordeling PG stage
 Formulier werkafspraken
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
5
Hoofdstuk 0 - Inleiding
Deze handleiding past in de map voor stagebegeleiders. Mocht de praktijk nog niet over deze map
beschikken, dan sturen we die met alle plezier toe. Graag een bericht naar: [email protected] .
In het nu volgende gedeelte staan de stage-opdrachten die de studenten krijgen beschreven.
Daarbij staat apart beschreven wat er van de stagebegeleidende verloskundige verwacht wordt.
6
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
1. Stage opdrachten van blok 1.4
Er is voor de meeste studenten 1 korte stageweek in week 19 en een lange stage gedurende de
laatste 4 stage weken tijdens de propedeuse. Sommige studenten hebben vijf weken
aaneengesloten aan het eind van het schooljaar.
1.1 Doorlopende stageopdracht voor de stage
Tijdens het stage-onderdeel in 1.4 richt de student zich op de postnatale eerstelijns zorg in de
breedste zin van het woord. Tijdens de stage werkt ze aan de hand van opdrachten aan de
zorgverlening aan vrouwen in de postnatale periode en aan de zorg aan de pasgeborene.
In de stage wordt geoefend met de verslaglegging van gegevens die betrekking hebben op de
postnatale zorg en de registratie van de door de verloskundige verleende zorg evenals de
evaluatie van de verleende zorg.
Het blok wordt afgesloten met een vierweekse stage waarin gewerkt wordt aan alle facetten van de
verloskundige beroepsuitoefening.
Selectieve toetsing: Beroepssituaties KPB’s, Professioneel gedrag.
Van de volgende vijf beroepssituaties moeten KPB’s worden afgetekend om de propedeuse te
krijgen: het is aan de stagebegeleiders om studenten hierin te bieden.
Consult spreekuur prenataal
Partusbegeleiding ontsluitingsfase
Partusbegeleiding uitdrijvingsfase
Partusbegeleiding nageboorte tijdperk en post-placentair tijdperk.
Kraamvisite
1.2
Stageopdracht 1
Voorbereiden onderwerp werkcollege stage-opdrachten/presentatie lopende stageopdrachten.
Tijdens deze doorlopende opdracht ga je de theorie integreren in de praktijk. Je werkt in een
groepje van ± 5 studenten een onderwerp uit. Gedurende het theoriegedeelte bij het werkcollege
presentatie-stage-opdrachten verzorgt elke groep een terugrapportage. Hierbij mogen
verschillende methoden gebruikt worden. Welke methode jullie gebruiken, mogen jullie zelf
beslissen. Het kan zijn dat de docent die de terugkoppeling van de stages met de studenten doet
aparte afspraken maakt met studenten.
Enkele voorbeelden van methoden van terugkoppeling kunnen zijn;
Een debat
Een video
Een rollenspel
Een zeepkist debat
Een betoog
Een posterpresentatie
Een powerpoint of prezi presentatie,
Iets naar eigen keuze
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
7
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
Inhoudelijke voorbeelden waar je bijvoorbeeld uit zou kunnen kiezen zijn:
Een vaardigheidsinstructie (van bijv. flesvoeding, hielprik, gebruik van transcutane
bilirubinemeter………………...)
Klinische redeneren of een deel hiervan
Wat is verschil tussen theorie en praktijk op een bepaald item en waarom is het verschil er? (bij
bijv. evaluatie geleverde verloskundige zorg, de inhoud van de belinstructies in het kraambed,
verslaglegging in het kraambed , etc………………)
Hoe en wat is de samenwerking tussen verschillende disciplines in het kraambed?
Iets naar eigen keuze.
Aan de opdracht zijn enkele voorwaarden verbonden:
1. De keuze van het onderwerp moet binnen de leerstofomschrijving van blok 1.4 passen
2. Het moet bijdragen aan het leerrendement voor je klasgenoten
3. de uitwerking van het gekozen onderwerp is op basis van evidence based argumenten
Werkcollege presentatie stage-opdrachten
De studenten uit de basisgroep hebben zich verdeeld in 5 groepjes van 4-5-6 studenten bij
aanvang van het blok. Per basisgroep kiest elke groep een vorm van terugkoppeling zodat alle
groepjes een verschillende opdracht hebben. De groepjes maken afspraken met elkaar en
stemmen af met de docent die de bijeenkomst verzorgt rond de stages. De individuele studenten
verzamelen informatie gedurende de stageweken. Gedurende deze dagen verdiepen ze zich in het
onderwerp op hun stageplaats. Per opdracht houden 2 studenten een presentatie voor de
basisgroep. De presentatie kan afgetekend worden en levert samen met een tweede afgetekende
voldoende presentatie 1 EC op aan het einde van blok 1.4.
Voor het bijwonen van de presentaties geldt een aanwezigheidsverplichting.
Info voor de stagebegeleider;
Centraal probleem
In de opdracht van de studenten kunnen aan de orde komen:
- alle onderdelen van de eerste 8 dagen van het kraambed
- beroepsinhoudelijke kennis nodig voor beleidsbepaling gedurende het kraambed
- oriëntatie op de organisatie van de kraambedcontroles en verwerking van gegevens inclusief
onderzoeksresultaten
- maatschappelijke, psychosociale en culturele aspecten
Gevraagde activiteit van de begeleider
Op initiatief van de student de gevraagde informatie verstrekken.
Het kan voor de student heel leerzaam zijn een hielprik te observeren, eventueel in overleg met
wijkverpleegkundige. Of flesvoeding klaar te maken samen met de kraamverzorgster of
verpleegkundige.
8
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
Doel van de opdracht
Student zich laten verdiepen in de bovengenoemde onderwerpen, theoretische kennis te
integreren in de praktijk.
1.3 Stageopdracht 2.
Selectie van een casus voor buiten binnendag.
Tijdens de buitenbinnendag in week 1.4.9 gaan jullie gedurende 1,5 uur cases presenteren en
uitdiepen met elkaar.
Jullie gaan allemaal in de stage van 4 weken hiervoor een casus selecteren en grondig uitwerken.
Voorwaarden waaraan de opdracht moet voldoen;
- Het hoeft geen grote casus te zijn
- Wel zorg je dat je alle gegevens geanonimiseerd zijn
- Je de gegevens overzichtelijk meeneemt, zodat je het ook kunt presenteren en je
groepsgenoten het goed kunnen volgen. Conform de regels van het verslagleggen.
- Je neemt de casus op papier en digitaal mee.
- Er moet in de casus tenminste 1 onderdeel van klinisch redeneren betrokken zijn.
- Je moet weten wat er in de praktijk gedaan is en ergens de casus stop kunnen zetten. Zodat je
groepsgenoten het antwoord moeten bedenken.
- Zorg dat je bij de uitwerking van de casus jezelf wel het antwoord hebt opgezocht en je je
antwoord kunt onderbouwen met de theorie.
De inventarisatie van de meegenomen casus zal plaatsvinden tijdens de buitenbinnendag. Waarna
gepresenteerd zal worden.
Gevraagde activiteiten stagebegeleider;
De student de gelegenheid geven een casus uit te werken met geanonimiseerde gegevens.
En zo nodig feedback te geven indien de student hier om vraagt.
1.4 Stageopdracht 3
Evaluatie van de verleende zorg
Kwaliteitsbewaking wordt in de verloskunde steeds belangrijker. Een middel om zicht te krijgen op
de geleverde kwaliteit is een evaluatie.
Opdracht
Ga na op welke manier en op welk moment je stagepraktijk haar zorg evalueert. Hebben zij een
evaluatieformulier? Evalueren zij alleen mondeling? Gebruiken zij het formulier van het ziekenhuis?
Gebruiken zij het formulier van de KNOV? Wat doen ze met de resultaten van de evaluaties?
Wat zijn de aanbevelingen van de KNOV? En wat is daar de gedachte (en evidence) achter?
Is de praktijk ook aangesloten bij de klachtencommissie? Hoe stellen zij hun cliënten daarvan op
de hoogte?
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
9
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
Vraag of je het kwaliteitsjaarverslag mag inzien van de praktijk. Wat staat erin het
kwaliteitsjaarverslag over evaluatie van de zorg en klachten genoteerd? Gebruikt de praktijk het
KNOV evaluatieformulier?
Hoe zou jij zelf de evaluatie van de zorg met een cliënt willen aanpakken. Overleg met je
stagebegeleider of jij het gesprek rondom evaluatie van de zorg een keer mag voeren. Overleg
eerst met je stagebegeleider hoe je dit zal aanpakken.
Gevraagd resultaat
Je gaat in gesprek met de stagebegeleider rondom evaluatie van de zorg. Je kunt zelf met een
plan komen hoe jij de evaluatie van de zorg zal willen uitvoeren. Indien mogelijk voer je een
cliënten gesprek.
Gevraagde activiteit van de begeleider
Op initiatief van de student de gevraagde informatie verstrekken. Het kan hierbij gaan om lokale
protocollen, kwaliteitsjaarverslag, maar ook werkafspraken, al dan niet op papier, binnen de
praktijk.
1.5 Stage in de eerstelijns praktijk
De stagebegeleider
Tijdens deze vierweekse stage hebben studenten ruim de gelegenheid te werken aan het behalen
van de KPB’s en verrichtingen. Studenten dienen twee KPB’s te laten aftekenen per week stage.
.
Gevraagde activiteit van de begeleider
Naast het ruimte bieden aan studenten om te oefenen binnen de beroepssituaties is het belangrijk
dat er voldoende gelegenheid wordt gecreëerd voor de student om hun activiteiten naar aanleiding
van leerdoelen te laten beoordelen.
De student
Tijdens deze stage heeft de student ruim de gelegenheid te werken aan het werken aan de
beroepssituaties en het laten aftekenen van de KPB’s.
De student is in het bezit van een vaardigheidspaspoort.
Het vaardigheidspaspoort is voor de student een onderdeel van het portfolio. Dit omvat de
verrichtingenlijst en de aftekenlijst baringen. In het vaardighedenpaspoort worden aan het eind van
de propedeuse alle vaardigheden afgetekend die in het vaardigheidsonderwijs binnenschools zijn
behaald. De student neemt het vaardighedenpaspoort mee naar de stage. De door de student
tijdens de stage behaalde verrichtingen worden door de stagebegeleider afgetekend. Per stage vult
de student een verrichtingenlijst in, deze wordt ondertekend door de stagebegeleidende
verloskundige. Per baring vult de student een regel in op de aftekenlijst baringen die dan ook weer
per baring wordt afgetekend door de verloskundige.
10
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
Wanneer mag een verrichting afgetekend worden op de verrichtingenlijst?
Baring: deze telt mee in onderstaand geval.
- Elke partus die door een student is begeleid, waarbij het de intentie was dat deze met een
vaginale spontane geboorte zou eindigen.
- Tevens is de partus afgetekend op de baringenlijst.
Dit betekent concreet
I. Een vaginale baring, waarvan de uitdrijving, het nageboortetijdperk en postplacentaire tijdperk
door de student zijn begeleid.
II. Dit ongeacht of deze baring geëindigd is in een vaginale kunstverlossing en/of een manuele
placentaverwijdering.
III. Bij een vaginale kunstverlossing die voldoet aan het criterium A en B hoeft het hoofdje niet te
zijn “aangepakt” door de student om mee te tellen.
IV. Een stuitbevalling waarvan een substantieel gedeelte van de ontsluiting en/of uitdrijving door de
student is begeleid en die geëindigd is in een Sectio Caesarea telt mee als stuitbevalling.
Wanneer telt een handeling mee.
Alle handelingen die de student helemaal of grotendeels heeft geoefend / verricht.
Als de stagebegeleider heeft moeten bijsturen wordt de verrichting wel 'geteld'. De student mag
vragen vergeten te stellen, een antwoord niet weten, het beleid niet weten of bijvoorbeeld de
placenta niet geboren kunnen laten worden. Het meetellen van de verrichting heeft dus niets te
maken met het voldoende uitvoeren van de verrichting maar wel met het oefenen van alle
aspecten van de verrichting. Het kan heel belangrijk en leerzaam zijn eerst een (aantal) controle(s)
te kijken en te luisteren. Deze handelingen worden dan niet bijgeschreven.
De volgende handelingen ‘tellen’ als:
Anamnese:
Alleen als de student de hele anamnese heeft afgenomen. Dus de: algemene anamnese, de
familie anamnese, de obstetrische anamnese en als je de menstruele cyclus hebt uitgevraagd.
Herhaalcontrole:
Als de student het gesprek (voor een belangrijk deel) heeft gevoerd, en als de student alle
verloskundige handelingen heeft verricht die aan de orde zijn geweest bij de controle.
Nacontrole:
Als de student het gesprek (voor een belangrijk deel) heeft gevoerd, en als de student alle
verloskundige handelingen heeft verricht die aan de orde zijn geweest bij de controle.
Kraamvisites:
Als de student het gesprek en de controles bij moeder en kind voor een belangrijk deel heeft
gevoerd.
Gevraagde activiteit van de begeleider
Het is belangrijk dat er voldoende gelegenheid wordt gecreëerd voor de student om de
verrichtingen te behalen.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
11
Hoofdstuk 1 - Stage opdrachten van blok 1.4
1.6 “Buiten-Binnendag”
Op de maandag van stageweek 1.4.9 hebben de studenten een ‘buiten-binnendag’.Tijdens deze
terugkomdag krijgen de studenten de gelegenheid om met elkaar uit te wisselen hoe zij er voor
staan wat betreft het behalen van KPB’s en het laten aftekenen van verrichtingen. Verder zullen zij
aan de gang gaan met eigen ingebrachte casuïstiek en zullen zij de kennis die is opgedaan met
het uitvoeren van de stage-opdrachten uitwisselen. Daarnaast krijgen zij op deze dag informatie
over de Hoofdfase.
Voorbereiding studenten
Als voorbereiding op deze buiten-binnendag bekijken studenten hoe het gaat met het behalen van
de KPB’s. Ze maken de balans op.
Daarnaast neemt de student de uitwerking van stageopdracht 2 mee naar school, zodat hij/zij het
kan presenteren. De stagebegeleider geeft de student de gelegenheid een casus uit te werken met
geanonimiseerde gegeven en feedback te geven indien de student hier om vraagt.
Inhoud / activiteiten
Het programma, rooster van deze buiten-binnendag wordt per locatie op tijd bekend gemaakt.
Gevraagde activiteit van de begeleider
In overleg met de stagebegeleider kiest de student een casus uit die interessant is om in te
brengen op de buiten-binnendag. Het is handig dat de student zoveel mogelijk gegevens van deze
casus heeft, dus bijvoorbeeld een (anonieme) uitdraai van de cliëntgegevens en het partusverslag.
De studenten zullen dus op de maandag van stageweek 1.4.9 niet aanwezig zijn op de praktijk.
1.7 Afronden van de stage
Aan het eind van de stage (een van de laatste stagedagen) rondt de student, samen met haar
begeleider de stage af. De verrichtingenlijst en het vaardighedenpaspoort worden afgetekend. De
beoordeling professioneel gedrag wordt samen doorgesproken. Vervolgens wordt er samen
gekeken naar de afspraken die op voorhand zijn gemaakt en die zijn bijgesteld in de tussentijdse
evaluatie. Ook wordt op de eindbeoordeling stage het aantal dagen aan- en afwezig genoteerd.
12
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
Hoofdstuk 2 - Toetsing tijdens de stage
2. Toetsing tijdens de stage
Inleiding toetsing
In het curriculum van de opleiding tot verloskundige vindt een groot deel van de toetsing in de
beroepspraktijk plaats. In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt op welke wijze de toetsing
plaatsvindt, wat er precies getoetst wordt, door wie en welke rol je daar zelf in hebt. Zorg dat je op
Blackboard en in de studiegids kijkt naar alle verwijzingen in onderstaand stuk zodat je goed op de
hoogte bent van wat er bedoeld wordt.
Welke stages zijn er in de propedeuse van de opleiding?
In de propedeuse lopen studenten 11 weken stage. In de onderstaande tabel laat zien welke
stages en stageperioden onderscheiden worden.
Stageperiode
Blok 1.1
Stages
e
1 week 1 lijns praktijk
e
1 week 1 lijns praktijk
Blok 1.2
1 week 1 lijns praktijk
Inclusief 1 dagdeel echostage
e
e
Blok 1.3
Blok 1.4
1 week 1 lijns praktijk (5 dagen)
e
2 weken 1 lijns praktijk
e
1 week 1 lijns praktijk
e
4 weken 1 lijns praktijk
In periode 1.4 richt de student zich op de postnatale eerstelijns zorg in de breedste zin van het
woord. Tijdens de stage werkt ze aan de hand van opdrachten aan de zorgverlening aan vrouwen
in de postnatale periode en aan de zorg aan de pasgeborene.
In de stage wordt geoefend met de verslaglegging van gegevens die betrekking hebben op de
postnatale zorg en de registratie van de door de verloskundige verleende zorg evenals de
evaluatie van de verleende zorg.
Het blok wordt afgesloten met een vierweekse stage waarin gewerkt wordt aan alle facetten van de
verloskundige beroepsuitoefening.
Selectieve toetsing: Beroepssituaties, professioneel gedrag 1.3 en 1.4.
Van de volgende vijf beroepssituaties moeten KPB’s worden afgetekend om de propedeuse te
krijgen:
Consult spreekuur nataal
Partusbegeleiding: ontsluitingsfase
Partusbegeleiding: uitdrijvingsfase
Partusbegeleiding: nagboortetijdperk en postplacentair tijdperk.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
13
Hoofdstuk 2 - Toetsing tijdens de stage
2.1 Toets Beroepssituaties
In Blok 1.3 en 1.4 gaan studenten tijdens de stages zichzelf laten beoordelen op hun vorderingen
in de praktijk. In Blok 1.2 krijgen zij informatie hiervoor d.m.v. een hoorcollege om in blok 1.3
effectief aan de slag te gaan met korte praktijk beoordelingen (KPB) noodzakelijk voor het behalen
van de EC’s.
In de toets Beroepssituaties laat de student, in steeds wisselende context, de competenties en
1
deelcompetenties zien die in de stage moeten worden getoetst . De beroepssituaties geven
inzicht in het beroep van verloskundige en vormen een afgebakende toets situatie. Voor de 1e lijns
e
setting zijn elf beroepssituaties onderscheiden, voor de 2 lijns setting zeven. (zie Toetsmatrix in de
studiegids)
2.2 Doel Toets Beroepssituaties
Het doel van de toets Beroepssituaties is:
1. Borging van het eindniveau, door middel van valide toetsing tijdens de stage
2. Stimuleren van feedback op de competentie-ontwikkeling
2.3 Procedure Toets Beroepssituaties
Bij de beoordeling van een beroepssituatie wordt gebruik gemaakt van het formulier Korte
Praktijkbeoordeling Beroepssituatie (KPB). (Dit formulier vind je op Blackboard/ formulieren/
Voor de niveau-aanduiding is gekozen voor het gebruik van Levels. De Levels passen bij de fase
van de opleiding waarin de (gemiddelde) student verkeert en geven de mate van zelfstandigheid
2
aan . Level II beschrijft het beginniveau stage. Op level IV (eindniveau stage) toont de student aan
dat zij over de competenties beschikt om als verloskundige binnen haar beroepsdomein te
functioneren. Studenten werken aan de hand van Beroepssituaties op Level 2 en 3 naar dit
eindniveau toe.
In de Toetsmatrix staat beschreven wanneer de gemiddelde student een bepaald level moet
hebben behaald: de KPB score is dan ‘op level’. Studenten kunnen beneden verwachting
functioneren, de KPB score is dan ‘onder level’. De KPB score kan ook ‘boven level’ zijn: de
student functioneert dan op een hoger level dan op dat moment wordt verwacht. In de eindfase van
de opleiding kan dit betekenen dat deze studenten op level V functioneren: dat is voorbij het
eindniveau van de opleiding.
1
Competenties in toets Beroepssituaties getoetst: 1.Zorg 2.Management 3.Wetenschap/EBM 5.Maatschappij 7.Bijdrage
leveren aan competentie-ontwikkeling anderen. In toets Professioneel Gedrag Stage: 6.Beroepsbeoefenaar
2
Mulder H, ten Cate O, Daalder R, Berkvens J. Building a competency-based workplace curriculum around entrustable
professional activities: The case of physician assistant training. Medical Teacher. 2010: 453-459
14
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
Hoofdstuk 2 - Toetsing tijdens de stage
2.4 Tijdens de stage







Wat: De student moet vanaf blok 1.4 per stageweek twee keer een beroepssituatie laten
beoordelen. waarom: geeft inzicht in competentie-ontwikkeling
Wat: Er worden per stageweek minimaal één en maximaal vier beroepssituaties
beoordeeld
waarom: om de betrouwbaarheid van de toets te borgen
Wat: De student start in 1.2 met het laten beoordelen van de beroepssituatie: prenataal
consult Waarom: Oefenen met het laten beoordelen op de stage.
Wat: Er wordt telkens één beroepssituatie beoordeeld, bijvoorbeeld een prenataal consult
waarom: geeft de mogelijkheid tot specifieke feedback op het KPB
Wat: Er wordt vooraf afgesproken wanneer de beroepssituatie wordt beoordeeld,
bijvoorbeeld ‘spreekuur vandaag vierde consult’
waarom: om te zorgen dat de beoordelingsmomenten steekproefsgewijs gekozen worden
Wat: De student geeft aan op welk Level zij de beroepssituatie wil laten beoordelen
waarom: de student heeft een overzicht Beroepssituaties bijgehouden en weet hoe ver zij
is
Wat: Een student heeft tijdens een stage éénmalig de mogelijkheid dezelfde
beroepssituatie te herkansen wanneer het gewenste level niet is behaald.
waarom: om de betrouwbaarheid van de toets te borgen
De student heeft een Overzichtsformulier Beroepssituaties ( dit formulier vind je op Blackboard)
waarop zij bijhoudt welke beroepssituaties zij op welk level heeft behaald. De student moet per
semester een aantal beroepssituaties op het in de Toetsmatrix beschreven level behalen.
Om de EC voor de beroepssituaties te kunnen verzilveren moet de student:
Het Level volgens de Toetsmatrix hebben behaald
2.5 Stappenplan beoordeling en feedback Beroepssituatie
1. Bereid de Beroepssituatie (KPB) voor
- Inventariseer samen met je stagebegeleider je aandachtspunten
- overleg met je stagebegeleider op welk gedrag zij focust
- kom plaats en tijd overeen
2.
Je voert de beroepssituatie zoveel mogelijk zonder inmenging uit
3. De stagebegeleider vult tijdens de observatie het KPB-formulier in
4. Bereid het feedbackgesprek voor
5. Voer het feedbackgesprek met je stagebegeleider
- gebruik de ik vorm
- gebruik Pendleton regels
- spreek nieuwe KPB af om voortgang/ontwikkeling te bewaken
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders
15
Hoofdstuk 0 -
Regels van het Pendleton in het feedback-gesprek
1. Benoem zelf wat er goed ging
2. De stagebegeleider benoemt wat zij goed vond
3. Benoem zelf wat er de volgende keer
beter kan en op welke wijze
4. De stagebegeleider benoemt de delen die beter kunnen
en hoe dit kan
5. Je benoemt hooguit drie goede en
drie verbeterpunten
Je wordt in alle blokken op je professioneel gedrag in de stage beoordeeld op het formulier
Eindbeoordeling PG stage. Professioneel gedrag wordt immers als belangrijk criterium van een
competente verloskundige (in opleiding) gezien. Om je EC voor professioneel gedrag te verzilveren
moet je naast een voldoende voor je professioneel gedrag hebben voldoen aan de volgende
voorwaarden:
a. Voldaan hebben aan de aanwezigheidsplicht stage (100% aanwezigheid) en
b. Twee beroepssituaties per stageweek laten beoordelen.
2.6 Beoordelingsformulieren
De onderstaande beoordelingsformulieren zijn van belang.
a. Tussenbeoordeling stage
b. Eindbeoordeling stage
c. Verrichtingenlijst
d. Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie
e. Totaallijst verrichtingen
f. Voorbeelden aandachtpunten professioneel gedrag in stages
Je kunt de formulieren downloaden via onderstaande link.
http://www.verloskunde-academie.nl/Stagebegeleiders/detail/Handleidingen
16
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen 1E JAAR - BLOK 1.4 handleiding stagebegeleiders