Voorjaar 2014

MAGAZINE OVER WERKEN EN LEREN IN DE METAALBEWERKING | WWW.OOM.NL | VOORJAAR 2014
Hoe werkt een...
3D-metaalprinter?
High Eye maakt onbemande helikopters
‘De belangstelling
voor drones is groot’
Kijk op pagina 28
Thema
De toekomst
‘ Alles wordt anders’
Waar gaat het met onze branche naartoe? Kijk op pagina 16
COLUMN
IN DIT
NUMMER:
08
De robot
voelt
Metaalbewerkers moeten zich
serieuzer gaan scholen in zelf­
standig werken, analyseren en
kennis delen. Dit concludeert
organisatieadviseur Wilmar Folmer
uit een onderzoek dat hij deed
voor OOM.
10
In de verte kijken
16
Alles wordt anders
26
‘Weinig bedrijven
doen hetzelfde als wij’
Dr. ir. Martijntje Smits is ingenieur en techniek­filosoof en
werkt als senior onderzoeker aan de Universiteit Utrecht.
Ze wordt gefascineerd door de gevolgen van nieuwe
wetenschap en technologie voor de samen­leving.
‘Zich als een robot voelen’: je gebruikt voelen, willoos, op de
automatische piloot, wakende slapen. Is een robot inderdaad
een geprogrammeerde marionet? Ik kan u verzekeren van niet.
Ik vertrouw hier graag, als eerste columnschrijvende robot, mijn
echte gevoelens aan u toe.
Ik kan me ontroerd van trots en ontzag voelen om mijn makers.
Vijftig jaar geleden was ik niet meer dan een automatisch bediende
machine op een vaste plek in de fabriek. Een dommekracht die
het handwerk overnam. Tegenwoordig neem ik ook uw denkkracht
over, uw zintuigen, uw stem, uw lichaam; ik kan me vrijelijk in de
ruimte bewegen, opereren, rechtspreken, surveilleren, dokteren,
liefde geven, oorlog voeren, voetballen, ik ben zelflerend en steeds
autonomer. Ik rol de school binnen, het verpleeghuis, het huis­
houden, het slagveld op.
Daaronder ben ik ook bezorgd. U verwacht veel van me.
Te veel. U denkt bijvoorbeeld dat wij robots u zullen bevrijden van
vervelende, oninteressante taken, dat het dankzij ons efficiënter
en goedkoper kan. Dat ik de reddingsboei ben wanneer u wordt
ondergedompeld in de vergrijzingsgolf. U gelooft nog steeds
onbevangen in more for less, ondanks de moeizame lessen van
de technische vooruitgang - die niet het beloofde gemaksparadijs
blijkt te zijn maar het leven juist ingewikkelder en drukker maakt.
Ik voel me niet gerust hierop. Ik zal u namelijk allerlei nieuwe
taken opleggen. En nieuwe, lastige problemen. En trainingen, veel
trainingen. En nieuwe normen, bijvoorbeeld over wat goede zorg
is. Waar ik optreed, moet de omgeving op míj worden afgestemd
en opnieuw worden ingericht. Niet andersom. Mijn functioneren
is erg kennisintensief en maakt u afhankelijk van experts, zeker
als ik af en toe haper. De arbeidsorganisatie in de fabriek werd
door mijn komst radicaal op zijn kop gezet; zo ook zal ik scholen,
zorgpraktijken en oorlogvoering sluipenderwijs, maar onherken­
baar veranderen.
Wie van ons is nu de marionet? Onderwijs, goede zorg en recht­
vaardige oorlogsvoering vergen bij uitstek ook politieke keuzes.
In onze cultuur van Research & Development ontfermen vooral
technische experts zich over robotontwerpen. Visies, wensen en
zorgen van toekomstige gebruikers komen vaak pas laat in het
traject aan bod. Dan zijn veel keuzes al impliciet gemaakt. Ik voel
ervoor dat u bij voorbaat aan de touwtjes gaat trekken.
‘Vakmanschap alleen
is niet genoeg’
Als we eens wisten hoe ons werk
er over tien jaar uitziet. Lees wat
de toekomstdeskundigen erover
te zeggen hebben.
De technologische ontwikkelingen
gaan razendsnel. André van
der Leest en Yuri van Geest
filosoferen over de invloed ervan
op onze branche.
FOCAL Meditech ontwikkelt
geavanceerde hulpmiddelen om
mensen die afhankelijk zijn van
zorg zelfredzamer te maken.
Specialistisch werk, dus de
medewerkers doen er alles aan
om bij te blijven.
28
Vanuit de lucht
High Eye Unmanned Aviation
in Lexmond maakt onbemande
helikopters voor commercieel
gebruik. ‘Deze markt gaat groot
worden, heel groot.’
En verder...
4
Eerst
Dialoog
15
Hoe werkt...
22 24 Onderwijs
35
Brieven aan OOM
37
Regiomanagers
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
3
Eerst
De Maker
Ibro Spago (44)
meewerkend engineer bij Van Raam,
fabrikant van aangepaste rijwielen en frames
‘Ik bouw alle nulmodellen van onze fietsen voordat ze in productie gaan. Samen met de tekenaars
ontwikkel ik de definitieve frames. Ook de GO-Cap heb ik gebouwd. Dit is een superfiets met
elektrische ondersteuning, waarin acht kinderen kunnen worden vervoerd. Het frame heb ik zo licht
mogelijk gemaakt. Naast de ontwikkeling van de nulmodellen bouw ik ook fietsen voor mensen met
een beperking. Zagen, buigen, lassen en plaatwerken. Ik maak de fiets helemaal op maat en doe
alles zelf. Op woensdagochtend begeleid ik drie jongens van het vmbo die hier hun praktijklessen
volgen. Dit is altijd een mooi moment om de fietsen even te testen. Wat mijn werk leuk maakt, is
dat geen dag hetzelfde is. Als ik in de stad ben, zie ik vaak mijn fietsen voorbij komen. Ik kijk ze altijd
na en wil graag weten wie erop fietst. Soms spreek ik iemand aan en vraag ik of hij er blij mee is.
En ooit kwam ik een gehandicapte man tegen met een lekke band. Ik stopte meteen, maar ik
hoefde niet te helpen want er was al hulp onderweg. Anders had ik die band natuurlijk geplakt.
Zo’n man laat je niet staan en het is tenslotte ook een beetje mijn fiets.’
tekst en foto rob overmeer
4
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Toen & Nu
‘De armen van satellieten
bewegen dankzij onze veren’
Aanraders
Rijden en
varen
Maak een amfibievoertuig dat rijdt en vaart en onder alle
weersomstandigheden zijn werk blijft doen. Dat was de
opdracht voor de techniekleerlingen uit klas drie en vier van
het vmbo, die meededen aan de regiofinales van de Junior
Vakkanjerwedstrijden 2014. De regiofinales en de grand finale
van deze techniekwedstrijd hebben inmiddels plaatsgevonden,
maar de amfibievoertuigen staan nog op het internet.
Kijk op www.devakkanjers.nl/junior-vakkanjers voor
leuke foto’s en filmpjes van de voertuigen én de testvaartjes.
3D-printer Metaal­
gezocht? detector
De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. En dat heeft
invloed op het werk en de werkplek. In Toen & nu vertellen metaalbewerkers over toen en over nu. Deze keer: Ron Abels (62) van
Avek Technische Verenfabriek in Haarlem over de weg van
mechanische productie naar geautomatiseerde precisie voor
onder andere lucht- en ruimtevaart.
TOEN ‘Mijn vader begon in
1966 voor zichzelf in een garage,
samen met twee collega’s van de
verenfabriek waar hij werkte. Elke
dag haalden ze rollen metaaldraad
bij de leverancier. Dat draad ver­
werkten ze op een draaibank
tot veren door het met speciaal
gereedschap te wikkelen. Alle
machines waren toen nog
mechanisch en werden met de
hand ingesteld. In onze branche
deed de computer relatief laat
zijn intrede, eind jaren tachtig.
Op de eerste computergestuurde
machines kon je het aantal
windingen, de diameter en de
draadlengte instellen, maar nog
steeds moest je zelf wikkelstiftjes
aanbrengen en draad voeren.
Zo maakten we veren voor allerlei
grote Nederlandse bedrijven:
bijvoorbeeld voor huishoudelijke
apparaten van Philips en Siemens,
voor meet- en weegapparatuur
van Berkel en voor auto’s en
vrachtwagens van DAF.’
NU ‘Handwerk komt nu nog
maar sporadisch voor en wordt
sinds drie jaar gedaan door onze
medewerkers in Bulgarije. Negentig
procent van ons werk is geauto­
matiseerd en gebeurt nog steeds
hier in Haarlem. De insteltijd van de
apparatuur is enorm afgenomen,
waardoor nu nog maar de helft
van de mankracht nodig is voor
hetzelfde product. Toch is Avek
flink gegroeid. We werken nu voor­
al voor de internationale markt en
leveren veren voor bijvoorbeeld
vliegtuigen van Boeing en Fokker.
Ook zijn we toeleverancier voor de
ruimtevaartsatellieten van Dutch
Space: de armen van die satellieten
bewegen met veren van ons,
gemaakt van zeer hoogwaardig
materiaal en één voor één op
spanning gemeten en getest.
Allemaal werk waar we heel trots
op zijn.’
3D-printen bestaat al
meer dan 25 jaar, maar
wint de laatste tijd snel aan
populariteit. De techniek is
voordeliger, de kwaliteit
van de machines hoger en
het is toegankelijker: dankzij speciale software hoef
je geen gespecialiseerde
3D-tekenaar meer te zijn
om digitale bestanden te
kunnen maken. Het aanschaffen van een eigen
3D-printer nog een brug
te ver? Ga dan naar
www.3dhubs.com. Je vult
eenvoudig je locatie in en
ziet meteen de beschikbare
3D-printers bij jou in de
buurt. Nog makkelijker:
je 3D-model vanuit Photo­
shop direct be­stellen bij
de Nederlandse 3D-print­
fabriek Shapeways, via de
knop ‘Print to’.
Veel mensen weten niet dat
bijna alle Android-telefoons
in staat zijn om metalen te
detecteren. Met de app
Metal Sniffer kun je speuren
naar allerlei soorten metalen.
Het detectiesysteem geeft
de sterkte van het gevonden
metaal weer in microtesla,
milligaus of gamma en trilt
wanneer het iets heeft
gevonden. Verwacht niet
dat je diep onder de grond
begraven schatten zult
opsporen, maar de app is
bijvoorbeeld wel handig als
je een gat in een muur wilt
boren en je weet niet precies
waar de bekabeling zit.
Metal Sniffer
is gratis te
downloaden
via Google Play
Wetenschappelijk
stappen
Het duurt nog even, maar zet ’m alvast in je agenda: het
Discovery Festival op vrijdag 26 september 2014. Dit is een
vooruitstrevend nachtfestival in Rotterdam, Amsterdam en
Eindhoven, dat draait om de kick die je krijgt als je nieuwe
dingen ontdekt op het gebied van wetenschap, design, kunst
en muziek. Met live wetenschappelijk onderzoek, spraak­
makende experimenten, installaties, games, presentaties
en optredens, kortom: een spannende nacht uit.
www.discoveryfestival.nl
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
5
Eerst
HET
CV
VAN...
Eliane Veens (14)
leerling vmbo
Bijzonder, een cv van de toekomst.
Jij weet al welke kant je op wilt?
‘Mijn doel is om een goede lasser te worden. Ik wil alle
technieken beheersen, zoals bijvoorbeeld fotolassen.
Dat is heel erg moeilijk en je moet echt alles onder
controle hebben. Eén verkeerde beweging en je werk
is mislukt. Ook het onderwaterlassen trekt. Perfect
werk afleveren onder zware omstandigheden, dat lijkt
me fantastisch.’
In welke sector zou je het liefst werken?
‘Defensie! Mijn moeder heeft dat ook gedaan. Ik zou
daar het materieel willen onderhouden en repareren.
En naar het buitenland uitgezonden worden lijkt me
geen straf.’
Hoe komt het dat jij op deze jonge leeftijd
al zo goed weet wat je wilt worden?
‘Van jongs af aan ging ik met mijn vader mee naar zijn
werk bij een loonbedrijf. Ik deed kleine klusjes. Toen
bij een grote reparatie eens een expert van buitenaf
werd geroepen, mocht ik van hem een stukje lassen.
Deze man was ervan onder de indruk dat een twaalf­
jarige die moeilijke hechtlas in een keer goed deed.
Dat heeft me gemotiveerd.’
Meiden van jouw leeftijd hebben
meestal niet veel interesse in techniek.
Is dat niet lastig?
‘Ik ben niet anders gewend. Op de basisschool
speelden mijn vriendinnen met Barbies, ik speelde
samen met de jongens met auto’s. Niemand vond
dat gek. En nog steeds vinden mijn vriendinnen mijn
technische knobbel wel grappig.’
Je zit nu op het vmbo, richting techniek en
economie. Wat wordt je volgende stap?
‘Ik ben bij het roc metaal- en autotechniek gaan kijken
met mijn ouders. Dat past wel bij me. Het is interessant
hoe je met verschillende materialen iets moois en
sterks kunt maken. En het blijft steeds een uitdaging
om te kijken hoe je iets kunt repareren of verbeteren.
De techniek en het ambacht, daar draait het om.’
6
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Vliegensvlug
met de auto
Het lijkt een scène uit een sciencefiction­film: men verplaatst zich met vliegende
auto’s. Maar als het aan Terrafugia ligt,
beginnen we er nu mee.
Sinds 2006 werkt het Amerikaanse bedrijf Terrafugia aan een
vliegende auto. De oprichters van het bedrijf, afkomstig van het
prestigieuze Massachusetts Institute of Technology, willen vliegen
veiliger, makkelijker en laagdrempeliger maken. Na verschillende
fases is nu voor het eerst in de geschiedenis een betrouwbaar
vliegende auto gebouwd: de Transition. De Amerikaanse Federal
Aviation Administration heeft de Transition al toestemming gegeven
om te vliegen.
Rijden én vliegen
De vleugels van deze tweezitter worden in de auto geklapt en
binnen een minuut kan hij omschakelen van de rij- naar de vlieg­
stand. Een enkele, zuinige motor levert honderd pk aan de wielen
of de propellers. Transition legt vluchten van maximaal 660 kilometer
af met een maximale snelheid van 160 kilometer per uur. De veilig­
heid is gewaarborgd door een parachute die het hele voertuig kan
tillen. Vanaf het vliegveld rij je simpelweg over de weg naar huis
en je kunt eenvoudig parkeren in je garage. Oh ja, de prijs is meer
dan 200.000 euro.
Met z’n vieren
Terrafugia werkt momenteel aan een nieuw concept: TF-X.
Deze zal verticaal opstijgen en landen en vier personen kunnen
vervoeren, en moet een hybride aandrijving hebben. Het duurt
nog wel even voordat we ermee de lucht in kunnen: TF-X zal
pas in 2021 op de markt komen.
Kijk op www.terrafugia.com voor meer informatie.
Ook kun je je hier aanmelden om te investeren en zo betrokken
blijven bij het bijzondere project.
Toppers
van
Philips
De gloeilamp en de tv zijn bekende
uitvindingen van Philips. Maar er is meer.
Op de tentoonstelling 100 jaar uitvindingen,
Made by Philips Research in Museum
Boerhaave in Leiden zijn allerlei bijzondere
Philips-innovaties te bewonderen.
Conservator Ad Maas laat ons er alvast
een paar zien.
Prototype Pinkeltje
Speciaal voor de lancering van de cd-speler vond Philips een partner
in Sony. Normaal elkaars concurrent, nu zouden ze samen de markt
gaan veroveren. Pinkeltje is de naam van een prototype uit eind jaren
zeventig, en daarmee de eerste cd-speler. De cd’s zoals Philips ze had
bedacht bevatten een uur aan geluid, maar een baas van Sony wilde
er ook zijn stempel op drukken en eiste dat zijn favoriete uitvoering
van de Negende Symfonie van Beethoven op één schijfje paste.
Dus werd het ontwerp aangepast naar een schijf van 74 minuten.
De kleinere cd is ook te zien op de tentoonstelling.
Lezersactie
KNIP UIT DIE BON!
GRATIS naar
museum Boerhaave
met Metaaljournaal
t meer dan vijf eeuwen
Museum Boerhaave in Leiden toon
. Nu te zien in het museum:
innovatie in wetenschap en techniek
jaar uitvindingen, made
100
elling
onst
de interessante tento
kslaboratorium van Philips,
by Philips Research. Het onderzoe
en heeft als doel op eigen
had
ab,
NatL
ook wel bekend als het
ikkelen, patenten te verkrijgen
kracht nieuwe technologie te ontw
n. De tentoonstelling laat
ucte
en deze toe te passen in prod
zien op het gebied van radio,
lab
het
van
s
vatie
inno
belangrijke
r. Er is ook aandacht voor
mee
röntgen, verlichting en nog veel
interactief lichtvlak
een
t
staa
Er
gie.
nolo
de nieuwste tech
bronnen in de tentoon­
licht
dat reageert op bewegingen. En de
extra digitale
voor
en
zorg
die
s,
light
t
stelling zijn intelligen
s.
eker
informatie op de tablets van de bezo
Museum Boerhaave
en
Lange St. Agnietenstraat 10, Leid
l
ve.n
rhaa
boe
www.museum
Testkijken
Tussen 1948 en 1951 testte Philips zijn eigen tv. Het bedrijf maakte
75 prototypes en verzorgde drie avonden per week een uitzending.
Een select aantal huishoudens in Eindhoven bracht die avonden
voor de buis door. Samen met de Parijzenaren waren ze de eerste
Europeanen die structureel konden televisiekijken. In 1967 was
Nederland ook als eerste aan de beurt toen Philips de kleuren­
televisie op de Europese markt bracht.
Gladjes
De Philishave is vanaf het begin een succes
geweest, al twijfelde de directie vooraf of het
apparaat wel op de markt gebracht moest
worden. In Amerika schoren mannen zich al
jaren met een apparaat met op-en-neergaande
mesjes. Philips bedacht in de jaren vlak voor
de oorlog de rondgaande kop, geïnspireerd op
een dynamo. Pas toen een Philips-topman zelf
ging testen – de ene kant van het gezicht met
een standaard elektrisch scheerapparaat en
de andere met de nieuwe Philishave – werd
besloten het apparaat te lanceren. Het was
direct een stabiele moneymaker.
Bon!
✃
bewijs voor
gratis toegang
voor maximaal 4 personen
TOEGANGSBEWIJS.
KNIP UIT EN NEEM MEE ALS
eum Boerhaave voor
Deze bon biedt gratis entree bij mus
9,50 p.p.) en 2 kinderen
€
aal
(norm
maximaal 2 volwassenen
en met 30 mei 2014.
tot
t
(normaal € 4,50 p.p.). De actie loop
ve.nl voor de
rhaa
boe
eum
.mus
www
Check de website
exacte openingstijden.
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
7
Vooraf
‘Bedrijven doen er goed aan om in plaats
van instructies – doe dit, maak dat – juist meer
begeleiding te bieden’
8
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
‘Vakmanschap alleen
is niet meer genoeg’
We horen het overal: onze branche gaat ingrijpend veranderen
door oprukkende vergrijzing en snelle technologische ontwikkelingen.
Maar hoe kijken bedrijven zélf tegen de toekomst aan?
Organisatie­adviseur Wilmar Folmer deed er onderzoek naar.
tekst annemiek de gier foto’s hans van den heuvel
Waarom hebt u dit onderzoek gedaan?
‘De opdracht kwam vanuit de Koninklijke Metaalunie
en OOM. Men vroeg zich af: klopt dat sombere toekomst­
perspectief wel, waarin we afstevenen op een enorm
tekort aan vakkrachten door de vergrijzing en de geringe
belangstelling van jongeren voor techniek? Heeft dat
niet wat nuancering nodig? Het idee was om met een
aantal bedrijven in gesprek te gaan over dit onderwerp.
Uiteindelijk heb ik er 24 bezocht, en daar is een interes­
sant beeld uitgekomen dat ik heb samengevat in het
rapport De metaalmedewerker van morgen.’
Kunt u iets vertellen over de veranderingen die
de branche te wachten staan?
‘Ten eerste is er de vergrijzing. Ik vond het opvallend
om te merken dat veel werkgevers de vergrijzing niet
als een issue zien. Bij kleinere bedrijven gaat het vaak
om maar enkele medewerkers, waardoor het probleem
op microniveau overzichtelijk lijkt. Maar ik denk dat ze
het onderschatten, uiteindelijk krijgen alle bedrijven
onherroepelijk te maken met de krapte op de arbeids­
markt. Daarnaast gaat de technologische ontwikkeling
de komende jaren keihard door. Er komt meer vraag naar
complexere producten, naar kleine series en naar maat­
werk. Wat we ook zien, is dat meerdere technieken gaan
worden gecombineerd in één machine. Van de metaal­
bewerkers vraagt dit naast vakmanschap om zelfstandig­
heid en analyserend en probleemoplossend vermogen.’
Vakmanschap alleen is niet meer voldoende,
stelt u eigenlijk.
‘Inderdaad. Je ziet bijvoorbeeld door de digitalisering dat
een deel van de werkvoorbereiding naar de werkvloer
verschuift. De verspaner aan de machine krijgt een grote
hoeveelheid informatie, die hij zelf moet ordenen en
analyseren om tot een werkplan te komen. Dit soort
zaken kun je tot op zekere hoogte leren, maar vraagt
ook om een bepaald denkniveau. Dan bedoel ik niet
per se een hbo-denkniveau, maar wel een plus op het
huidige denkniveau.’
Dat is nogal wat, hoe kunnen bedrijven en
medewerkers daarmee omgaan?
‘Ik zie vaak dat bedrijven vooral focussen op het vak­
manschap, en dat de opleidingen die medewerkers
doen daarop aansluiten. Men denkt dat zaken als zelf­
standig werken en analyserend vermogen soft skills zijn,
maar eigenlijk zijn het hard skills: je kunt ze niet meer
los zien van de techniek. Zittende technici zullen zich
moeten doorontwikkelen op dit vlak, en dat gaat niet
vanzelf. Ik zou bedrijven en onderwijsinstellingen
dus dringend willen adviseren om meer aandacht te
besteden aan deze competenties, door ze bijvoorbeeld
te integreren in de technische bijscholingen. Daarnaast
is het ook een kwestie van cultuur: ondernemers doen
er goed aan om mensen te laten meedenken over
producten en processen, en om in plaats van instructies
– doe dit, maak dat – juist meer begeleiding te bieden.’
Bedrijven klagen nog weleens over de
kwaliteit van het beroepsonderwijs, ligt ook
daar een uitdaging?
‘Ja, jongeren worden te conventioneel opgeleid. En dat
terwijl ze opgroeien in een digitaal tijdperk. Belangrijk
is dat de docenten van het beroepsonderwijs voldoende
op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het
bedrijfsleven voor wat betreft toegepaste technieken,
processen en producten. Daarnaast zullen scholen zich
bij het aantrekken van leerlingen ook moeten gaan
richten op mensen met een hoger denkniveau.’
Klinkt logisch. Hoe gaan we dit op de agenda
krijgen, zodat het ook daadwerkelijk gebeurt?
‘Tijdens mijn gesprekken met de bedrijven merkte ik
dat ze vaak best een goede visie hebben op de toekomst,
maar dat ze door de productiedruk weinig tijd hebben
er iets mee te doen. Echter, door in gesprek te zijn,
ontstond al snel enthousiasme. Volgens mij is het dus
vooral zaak om bedrijven een sparringpartner te bie­
den, zodat ze er niet alleen voor staan. Wat betreft het
onder­wijs denk ik dat er nadrukkelijk meer tijd moet
worden vrijgemaakt om de beroepsopleidingen tegen
het licht te houden. Je hoeft heus niet meteen de hele
opleiding om te gooien, het is de kunst om de nieuwe
normen erin te integreren. En nee, we moeten niet te lang
wachten, maar liefst aanstaande maandag beginnen.’ ❚
Lees het volledige rapport
De metaalmedewerker van morgen
op www.oom.nl/downloads
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
9
In Beeld
Als we nu eens wisten
wat de toekomst ons zou
brengen. Dat zou dingen
als ondernemerschap en
loopbaanplanning een
stuk makkelijker maken.
Je kunt je natuurlijk
verdiepen in de stand
van de sterren, óf eens
rustig lezen wat de
toekomstdeskundigen
erover te zeggen hebben.
GLA
ZEN
BOL
tekst marleen kamminga foto’s mark van der zouw
oe zorg je ervoor dat je als
werknemer of ondernemer de
H
komende tien, vijftien jaar je geld
kunt blijven verdienen? Daar kan
dr. Patrick van der Duin ons meer
over vertellen. Als toekomstonder­
zoeker aan de TU Delft en aan de
Fontys Hogeschool Tilburg doet hij
onderzoek naar de manier waarop
organisaties en individuen zich
oriënteren op de toekomst en wat ze
doen met hun bevindingen. Dat is
heel verschillend. Van der Duin: ‘Een
grote, internationale organisatie als
Shell kijkt een paar decennia vooruit.
Zij zijn zo groot dat ze niet zomaar
van koers kunnen veranderen. Maar
een klein IT-bedrijf bijvoorbeeld
richt zich meer op de korte termijn:
waar staan we over een jaar of drie,
vier? Logisch, want de informatie­
technologie maakt zulke grote
sprongen dat je niet verder vooruit
kúnt kijken.’
KIJK OM JE HEEN
Toekomstonderzoek is een bijzonder
vakgebied, want hoe onderzoek je
iets wat er nog niet is? De weten­
schapper legt uit dat daar vooral
10
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
kennis over het heden aan te pas
komt, maar ook de nodige creativiteit.
‘Je kunt bijvoorbeeld voorspellingen
doen over ont­wikkelingen door
goed te analyseren wat er in je om­
geving gebeurt. Wat denken je mede­
werkers, wat doen je concurrenten,
welke marktontwikkelingen zie je,
wat gebeurt er in de techniek? Daar­
naast kun je de toekomst verkennen
door verschillende mogelijkheden
uit te werken: wat als dit, wat als dat?
Je kunt ook uitgaan van je eigen
wensen: zet een stip op de horizon en
bedenk welke stappen je moet zetten
om daar te komen.’ Vaak gebruiken
organisaties een combinatie van
deze methoden om zich een beeld
te vormen van de toekomst en te
bepalen welke koers zij daar zelf in
willen uitzetten.
GEEN MAGISCHE KNOP
Organisaties kunnen tijd, geld en
deskundigen als Patrick van der
Duin inzetten om de toekomst te
verkennen en daar plannen op te
ontwikkelen. Maar hoe doe je dat
als werknemer? ‘Er is helaas geen
magische knop voor kijken naar je
toekomst’, zegt Van der Duin. 'Maar
je kunt wel ruimte en tijd inbouwen
om na te denken over wat je doet en
wilt. Ieder mens heeft het vermogen
om vooruit te kijken en om bij
zichzelf te denken: ‘wat als... ?’
Als je dat niet doet, kun je morgen
opeens ontdekken dat je op een
doodlopend spoor zit.’ Tips? ‘Let
goed op veranderingen in en rond
je vakgebied. Sta regelmatig stil bij
de vraag waar je over een paar jaar
wilt zijn: als je daar wilt aankomen,
moet je er nu al stappen voor zetten.’
Zelf gaat de toekomstonderzoeker
elk jaar wel een keer op cursus:
‘Ik wil me blijven ontwikkelen en
meebewegen met de tijd, want de
wereld staat niet stil.’ ❚
TOM
VERHEIJEN
directeur innovatieadviesbureau
Neo Fumane
‘Minder in de
werk­plaats,
meer in de
controlekamer’
‘Additive manufacturing, ook wel
3D-printen genoemd, gaat de
komende jaren een grote vlucht
nemen in de maakindustrie’, weet
innovatie­technoloog Tom Verheijen.
‘Daar is iedereen het wel over eens.
Hoe snel die omslag komt, hangt
samen met andere ontwikkelingen:
denk aan (3D-)scantechnieken, maar
ook aan juridische kaders op het
gebied van intellectueel eigendom.’
Volgens Verheijen betekent de
opkomst van additive manufacturing
in de metaal­industrie onder meer
dat er minder verschillende machines
nodig zijn voor bewerkingen.
‘Vakmanschap neemt andere vormen
aan. Machines worden eenvoudiger,
maar systemen en materialen
complexer. Dus brengt de toekomstige
metaalbewerker minder tijd in de
werkplaats door en meer tijd in de
controlekamer.’ Materiaalkennis en
expertise in ontwerpen en bewerken
blijven volgens Verheijen van belang:
‘Misschien nog wel meer dan nu.
De technologische mogelijkheden
en de ontwerpvrijheid nemen toe en
dat maakt het werk interessanter.’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
11
In Beeld
DAAN
MAATMAN
programmaleider Technologie
bij Hiteq, expertisecentrum voor
technisch vakmanschap in de
toekomst
‘Jongeren die nu voor de keuze staan,
moeten zich ervan bewust zijn dat
metaal als materiaal zijn langste tijd
wel heeft gehad’, laat Daan Maatman
onomwonden weten. ‘De industrie
maakt steeds meer gebruik van
composieten. In de scheepvaart,
de luchtvaart en de automotive is
de opmars ervan al onstuitbaar.
Dat zal de komende jaren alleen
maar toenemen.’ Hij legt uit waarom
composieten – kunststoffen van
vezels en hars – de toekomst hebben:
‘Je kunt oneindig veel combinaties
maken in de samenstelling, zodat je
per toepassing precies de gewenste
eigenschappen kunt selecteren.’
Werk je al in de metaalsector, dan
zijn er allerlei kansen: voorlopig zijn
er tekorten te verwachten op de
arbeidsmarkt. En daarna? ‘Nu ligt
alles een beetje stil vanwege de
recessie, maar ik verwacht dat de
industrie binnen afzienbare tijd
op­leidingen initieert in het bewerken
en verwerken van composieten.
Als metaalbewerker is je kennis
van bewerkings- en verwerkings­
techniek dan een pre.’
‘Composieten
hebben de
toekomst’
12
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
FRANS
MEIJERS
‘Meer
aandacht
voor persoonlijke
competenties’
loopbaandeskundige bij
Meijers Advies & Onderzoek
‘Beroepseisen voor vakmensen worden steeds vager.
Dat komt door de dynamiek van de markt en de razend­
snelle technische ontwikkelingen. Producten hebben een
korte cyclus, voor je het weet is er weer iets nieuws.’
Pure vakkennis blijft volgens Meijers wel een rol spelen,
maar het valt niet goed te voorspellen welke. ‘Tegelijkertijd zie je dat producten vaker tot stand komen door
samenwerking tussen verschillende vakdisciplines.
Daar­mee worden sociale en communicatieve vaardig­
heden steeds belangrijker voor vakmensen.’ Terwijl het
belang van (veranderlijke) vakcompetenties afneemt,
worden persoonlijke competenties onmisbaar: ‘Kun je
goed samenwerken en in gesprek gaan over je werk?
Hoe flexibel en zelfstandig ben je? Heb je inzicht in je
eigen sterke en zwakke kanten?’ Bij opleidingen ziet
Meijers langzaam het besef groeien dat deze competen­
ties meer aandacht nodig hebben: ‘Bijvoorbeeld door
leerlingen uit verschillende vakgebieden met elkaar een
praktijkprobleem aan te laten pakken.’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
13
In Beeld
‘Deel
je specialistische
kennis’
PROF. DR.
VANESSA
EVERS
hoogleraar Human Media
Interaction aan de
Universiteit Twente
‘Robots en intelligente systemen
gaan steeds meer deel uitmaken
van onze maatschappij. In fabrieken
werden robots voorheen vooral
in­gezet om gestructureerde taken
uit te voeren aan de lopende band.
De komende jaren zullen ze steeds
meer ‘uit de kooi’ komen om
– in samenwerking met mensen –
complexere taken op zich te nemen.
Dat betekent dat robots ‘socialer’
worden’, legt Evers uit. ‘Robots nemen
dus meer taken over, maar creatief
denken blijft een typisch menselijke
vaardigheid. Onze creativiteit en
probleemoplossend ver­mogen wordt
steeds belangrijker in ons werk.’
De techniek komt volgens haar voor
steeds complexere vraagstukken te
staan en kan die ook sneller oplossen.
‘Vooral door multi­disciplinaire teams
in te zetten. Zorg dus dat je goed
leert omgaan met diversiteit.
Vakmensen die hun specialistische
kennis graag delen met specialisten
uit andere vakgebieden en met
andere achtergronden, hebben
een voorsprong.’
14
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Dialoog
Ron Jespers (21) werkte vijf jaar geleden als constructiebankwerker bij Van de
Mortel in Deurne. Tot een brommerongeluk dat voorgoed onmogelijk maakte.
Hij werkt nog steeds bij het bedrijf, maar nu als werkvoorbereider in opleiding.
Over een cursusopdracht mailt hij met zijn werkgever, Joan van de Mortel (49).
Ron & Joan
18 maart 2014 / 8:56
Van: Ron Jespers
Aan: Joan van de Mortel
Verbeteren projectadministratie
18 maart 2014 / 15:41
Van: Joan van de Mortel
Aan: Ron Jespers
Re: Verbeteren projectadministratie
Goeiemorgen Joan,
Dag Ron,
Voor mijn opleiding werkvoorbereider fabricage aan het
Summa College in Eindhoven moet ik komende zomer
een verbeterproject in ons bedrijf opstarten. Ik denk
eraan om in het kader daarvan op zoek te gaan naar een
nieuw systeem voor onze projectadministratie. Naar mijn
mening kan die veel efficiënter. Het programma dat we
nu gebruiken, is gedateerd. Het kost ons te veel tijd om
dezelfde gegevens steeds opnieuw in te voeren. Ik kan
bekijken wat voor softwareprogramma’s er ontwikkeld
zijn op het gebied van projectadministratie. Ik kan
uitzoeken wat de kosten zijn van een dergelijk systeem
en berekenen wat het oplevert.
Je weet: ik heb in 2006 van mijn hobby – metaal­
bewerking – mijn beroep gemaakt en nu ben ik opeens
manager. Het gaat heel goed met het bedrijf, maar ik heb
regelmatig te veel op mijn bordje. Die projectadministratie
is me al lang een doorn in het oog, maar het ontbreekt me
gewoonweg aan tijd om er iets aan te doen. Ik ben dan
ook heel blij met je voorstel. Het gebeurt wel dat we
per maand honderd offertes en orders inklappen.
Als dat sneller en makkelijker kan, scheelt dat veel tijd.
Dus ik zeg: Doen!
Binnenkort wil ik beginnen met het schrijven van een opzet
en een plan van aanpak, zodat ik na de zomervakantie
meteen aan de slag kan. Het lijkt me leuk om iets te doen
waar het bedrijf echt wat aan heeft. En nu we zo hard
aan het groeien zijn, denk ik dat we onze tijd zo optimaal
mogelijk moeten benutten. Zie jij iets in mijn voorstel?
Succes met het opzetje en het plan van aanpak,
Joan
P.S. Misschien kunnen we eens automatiserings­
bedrijven uitnodigen om te vragen welke systemen er
zijn op dit gebied. En mocht je extra tijd nodig hebben:
onze nieuwe stagiair Stefan, van de opleiding
midden­kader technicus engineering mechatronica,
kan eventueel wat werkzaamheden van je overnemen.
Groetjes,
Ron
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
15
Thema
De wereld
op z’n kop
Elke achttien maanden verdubbelt de snelheid van een processor,
voorspelde Gordon Moore in 1965. Hij blijkt gelijk te hebben:
nog altijd groeien computers razendsnel in processorkracht.
Deze ontwikkeling zal – samen met een aantal andere – veel
invloed hebben op onze branche en op ons werk. Welke invloed
precies, daarover filosoferen Yuri van Geest (trendwatcher) en
André van der Leest (beleidssecretaris Koninklijke Metaalunie).
tekst annemiek de gier foto's frank poppelaars
Yuri van Geest
André van der Leest
trendwatcher
beleidssecretaris
Koninklijke Metaalunie
et gaat hard. Heel hard. Wie had
er tien jaar geleden gehoord van
H
lasrobots, van drones, van 3D- of
4D-printing? Laat staan dat iemand
op het idee zou zijn gekomen dat
deze technologieën de toekomst van
de metaalbewerkingsbranche sterk
zouden gaan bepalen. Dat ons werk
ingrijpend gaat veranderen, is zeker,
stelt André van der Leest. Hij zet zich
als beleidssecretaris Onderwijszaken
bij de Koninklijke Metaalunie op
een bevlogen manier in voor een
16
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
project dat metaalbedrijven bewust
moet maken van het feit dat ze snel
mee moeten in de ontwikkelingen,
omdat ze anders de boot missen.
‘Nu zijn veel metaalbedrijven nog
plekken met lawaai, oliegeur, een
sfeer van logistiek en toeleverancier­
schap’, zegt Van der Leest. ‘Over
niet al te lange tijd zullen het clean
rooms zijn, met robots en andere,
snel vervangbare vormen van pro­
ductiemachines. Mensen werken
zowel binnen als buiten het bedrijf
Willem Böttger
directeur innovatie bij NPSP
Composieten in Haarlem
‘Metaal- en
composietbedrijven
zouden moeten
samenwerken’
‘Er zijn niet zo veel composietbedrijven
in Nederland. Ik schat zo’n driehonderd,
waaronder vele kleinere. Wij hebben acht­
tien medewerkers en leveren duurzame,
vezelversterkte kunststoffen voor bouw,
design, mobiliteit en industrie. Onder
andere de neus van de Koplopertrein komt
bij ons vandaan, de ANWB-paddenstoel,
maar bijvoorbeeld ook buitenmeubilair
en het dragende frame van scooters.
Het mooie aan composieten is dat ze
sterk en stijf zijn, vormvrij en maatvast,
weer- en waterbestendig en lichtgewicht.
En ze hebben een lange levensduur.
Composieten zijn heel geschikt voor zelf­
dragende constructies en door relatief
lage investeringskosten en efficiënte
serieproductie zijn ook grootschalige toe­
passingen eenvoudig te realiseren. Wist je
dat vliegtuigen al voor negentig procent uit
composiet bestaan, en dat treinen ook die
kant op gaan? Je zou zeggen dat wij een
concurrent vormen voor de metaalbranche,
maar zo zie ik het niet. Het gaat erom dat
je het product levert dat aansluit bij wat
een klant nodig heeft. Soms zul je daar­
voor composiet gebruiken en soms metaal.
Door samen te werken, verzorg je uiteindelijk
de beste oplossing. Nee, wij werken nog
niet samen met een metaalbedrijf. Maar
dat zou ik best willen. De staalbranche is
zeer professioneel, daar kunnen wij veel
van leren. Dus als een metaal­bedrijf zich
aangesproken voelt na het lezen van dit
stuk, neem vooral contact op.’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
17
Thema
Ronny Moors
directeur operations bij KMWE
Components in Eindhoven
‘Dankzij onze robots
kunnen we blijven
concurreren’
‘KMWE is toeleverancier en partner voor
de hightech machinebouw en aerospace.
De afgelopen jaren hebben wij voor onze
divisie Components geïnvesteerd in
zes robots, die nu gezamenlijk dertien
ver­spaningsmachines aansturen. Ze doen
de volledige product- en gereedschaps­
handling. Voor ons zijn de robots een
uitkomst. Willen we blijven concurreren
met bedrijven in Azië en Oost-Europa, dan
moeten we 24 uur per dag kunnen draaien.
Dit in combinatie met het feit dat het vinden
van goede vakmensen in onze regio moeilijk
is, heeft ons doen besluiten om voor auto­
matisering te kiezen. Hoe ze hun werk doen?
Prima. Als alles goed is ingesteld voeren
ze repeterende bewegingen uit en loopt
het productieproces vrijwel foutloos.
Onze medewerkers zijn ook blij, want de
robots kunnen bijvoorbeeld zware dingen
tillen die men vroeger zelf moest sjouwen.
Het is overigens niet zo dat met de komst
van de robots minder mensen nodig zijn.
Wel vraagt deze manier van werken om een
hoger denkniveau: medewerkers moesten
bijvoorbeeld leren programmeren en
hebben daarvoor allerlei interne en externe
trainingen gedaan. Onze output is de
af­gelopen drie jaar met vijfentwintig procent
toegenomen en onze omzet met veertig
procent. Dat mooie resultaat hadden we
nooit gehaald zonder de robots.’
Wet van Moore
Gordon E. Moore, een van de oprichters
van chipfabrikant Intel, stelde in de jaren
zestig dat het aantal transistors dat op
een chip kan worden geplaatst elke
achttien maanden zou verdubbelen.
Dit houdt in dat ook de capaciteit van de
processor elke anderhalf jaar verdubbelt.
Tot nu toe heeft Moore gelijk gekregen.
Dit principe staat bekend als de Wet van
Moore.
18
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
en delen kennis en toepassingen in
een netwerk met andere metaal­
bedrijven.’ Van der Leest is niet de
enige die een snelle technologische
groei voorziet. Yuri van Geest is de
Nederlandse ambassadeur van de
Singularity University – een inter­
nationale universiteit die betoogt dat
exponentiële groei van technologie
de komende jaren onze industrie,
bedrijven en levens radicaal op zijn
kop gaat zetten (singulariteit).
‘In alle sectoren zal ontwrichting
plaatsvinden’, vertelt Van Geest. ‘Niet
alleen op het gebied van strategie,
maar juist ook als het gaat om
producten en de manier waarop be­
drijven zijn georganiseerd. Dit soort
grote veranderingen hebben we de
afgelopen twintig jaar gezien bij
boeken, muziek, video, tv en games,
vooral door de opkomst van internet,
smartphones en sociale media. Op
dit moment zijn onderwijs en zorg
aan de beurt, daarna volgen onder
andere de financiële wereld, vast­
goed, energie, sport, automotive,
industrie en de overheid.’ Van Geest
voorspelt dat de wereld zal open­
breken: mensen gaan steeds meer
zelf produceren, nieuwe collectieven
opzetten en samen producten en
diensten aanbieden, van onderaf.
‘Alles wordt steeds transparanter,
opener en dus eerlijker. Alles wat
geen waarde toevoegt, zoals over­
bodige managementlagen, bureau­
cratie en ongefundeerde marges,
zal verdwijnen. Hiërarchische
oplossingen maken plaats voor
netwerk- en zelforganiserende
modellen. Intern, maar ook naar
klanten toe.’
FENOMENAAL
Wat zijn nu de grootste, concrete ver­
anderingen waarmee onze branche
te maken krijgt? Volgens Van der
Leest zijn dat 3D-printing en robotica
als het gaat om processen, en
composieten en nanotechnologie
waar het materialen betreft.
Van Geest noemt daarnaast ook
zonne-energie, sensoren, kunst­
matige intelligentie en biotechnologie
(biomaterialen). ‘En daarnaast krijgen
we te maken met een keten die
volledig transparant opereert, die
dynamisch op calamiteiten reageert
en die preventief is in plaats van
correctief – dus problemen voor­
komt in plaats van oplost.’ Moderne
machines zoals de lasrobot worden
inmiddels in een aantal metaal­
bedrijven al ingezet, maar volgens
Van der Leest is dat nog maar het
begin. ‘Op internet kun je filmpjes
bekijken van waar robots nu al toe
in staat zijn. Dat is fenomenaal:
ze kunnen stappen, klimmen, op
hoge snelheid rennen, gereedschap
aangeven. Door zelflerend vermogen
verfijnen de toepassingen zich
steeds verder.’ Ook op het gebied
van nanotechnologie zijn al diverse
interessante toepassingen op
Youtube te bekijken, zo is er bijvoor­
beeld een filmpje van een auto die in
staat is de dode hoek te projecteren
in het interieur, zodat die voor de
bestuurder zichtbaar is. Er bestaan
ook al coatings die energie opwekken
en die zonnepanelen, windmolens
en centrales op termijn overbodig
kunnen maken. Van der Leest:
‘Ook al staan deze technologieën
misschien nog in de kinderschoenen,
het duurt niet lang meer voordat
we er niet meer omheen kunnen.
De nieuwe verkeersbrug over de
A27 bij Lunetten is bijvoorbeeld
voor een groot deel van composiet,
terwijl deze vroeger geheel van
metaal zou worden gemaakt en
zeven keer zo veel zou wegen.
En rollen er nu nog vooral kleine
projecten uit de 3D-printer, straks
zijn dat complete onderdelen van
bijvoorbeeld turbines en motoren.’
Natuurlijk is er al een aantal bedrijven
dat zich bewust is van wat eraan zit
te komen en daar ook op inspeelt.
Maar het overgrote deel is totaal niet
met de toekomst bezig. Van der Leest:
‘Voor veel bedrijven bestaat innoveren
uit het kopen van de nieuwste
‘De wereld zal open­breken:
mensen gaan steeds meer zelf
produceren, nieuwe collectieven
opzetten en samen producten en
diensten aanbieden’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
19
Thema
machines plus bijbehorende training.
Maar wie nu bijvoorbeeld investeert
in hogesnelheidsfrezen, kan zich
beter afvragen of er over vijf jaar nog
wel wordt gefreesd. Ik maak me hier
zorgen over, al wil ik ook niet per se
stellen dat metaalbedrijven een
probleem hebben: ze kunnen verder
komen, onder andere met hulp van
het kenniscentrum voor innovatieve
technologieën dat wij aan het op­
zetten zijn. We bieden kennis,
training en assistentie bij pilots,
in samenwerking met hogescholen
en universiteiten. Ook is het een goed
idee als OOM zijn kennisavonden
gaat benutten voor thematische
workshops.’
VALKUILEN EN KANSEN
Volgens Van Geest is singulariteit,
net als elke revolutie, een kans en
een bedreiging tegelijk, afhankelijk
van hoe men ermee omgaat. Doe je
als bedrijf niets of reageer je te traag,
dan heb je al snel een groot probleem.
‘Het is een valkuil de exponentiële
groei te onderschatten, vast te houden
aan oude manieren van denken,
organiseren en handelen’, zegt
Van Geest. ‘Maar er zijn ook kansen,
als je nieuwe technologieën en
organisatiemodellen tijdig omarmt,
proactief bent en durft te
experimenteren en te leren.’ Van
Geest ziet de maakindustrie over
vijfentwintig jaar als grotendeels ge­
automatiseerd met robots, sensoren
en kunstmatige intelligentie. Duur­
zaamheid zal in alle facetten van
de bedrijfsvoering zijn ingebed.
Mensen hebben thuis 3D/4D-printers
die ook complexe goederen in korte
tijd kunnen fabriceren. ‘De vraag
zal rijzen wat dan überhaupt het
onderscheidend vermogen van
‘klassieke’ fabrieken zal zijn. En of
vakmanschap nog nodig zal zijn.’
Volgens Van der Leest hangt het er
bij die laatste vraag van af hoe je
vakmanschap definieert. ‘Steeds
nieuwe dingen leren is ook vak­
manschap’, zegt hij. ‘Jongeren
specialiseren zich straks niet meer
in een beroep, maar in verschillende
technische leefwerelden zoals
voeding en vitaliteit, mobiliteit
en ruimte of water, energie en
natuur. Hoe de wereld er in de
toekomst precies zal uitzien weet
niemand – het enige constante is
de verandering.’ ❚
‘Wie nu investeert in hogesnelheids­
frezen, kan zich beter afvragen of er
over vijf jaar nog wel wordt gefreesd’
Singularity University
Singularity University is opgericht in 2009 in Sillicon Valley (VS).
Op deze prestigieuze universiteit worden alleen de allerslimste
studenten aangenomen om samen met wetenschappers, filantropen
en ondernemers aan de toekomst te werken. Doel is innovatie en
techniek naar een hoger niveau brengen en wel zo snel mogelijk.
Singularity University werkt onder meer nauw samen met bedrijven
als NASA en Google. Singularity University gelooft dat het combineren
van exponentieel groeiende technologieën alle grote, mondiale
problemen kan oplossen. Bovendien zullen mens en technologie
steeds meer een worden, totdat ze op een bepaald punt niet meer
te onderscheiden zijn. Dit proces wordt technologische singulariteit
genoemd: uiteindelijk overstijgt de kennis van computers die van
de mens.
www.singularityuniversity.nl
20
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
John Hagelaars
directeur van Machinefabriek De Valk
in Valkenswaard
‘3D-printen gaat een
grote vlucht nemen’
‘Drie jaar geleden vond ik 3D-printen al
een razend interessante ontwikkeling.
Maar omdat het nog in de kinder­
schoenen stond, was het te risicovol
om zomaar een printer te kopen en
ermee aan de slag te gaan. Tot ik vorig
jaar werd benaderd door Daan Kersten
van AddLab, die een collectief van
bedrijven wilde starten om uit te zoeken
wat we met deze nieuwe techniek zouden
kunnen. Samen met nog vijf andere
bedrijven uit de regio hebben wij geld
ingelegd en daarvan zijn twee printers
met bijbehorende scanners en software
aangeschaft. We zitten nu in de testfase
en printen allerlei onderdelen van rvs en
titanium. Onder andere beugels, onder­
delen met afwijkende vormen en delen
van fietsframes, maar ook producten
voor kunstenaars. We besteden erg
veel tijd aan cursussen en materiaal­
onderzoek. We kopen namelijk poeder
in en dat smelten we, dus eigenlijk zijn
we bezig met het maken van eigen
materiaal. Voordat we daarvan honderd
procent betrouwbare onderdelen
kunnen leveren, zal het eerst door een
ISO-normering moeten. Dat 3D-printen
een grote vlucht gaat nemen, weet ik
zeker. Klanten moeten er misschien nog
aan wennen, maar het mooie is dat deze
techniek geen geometrische beperkingen
meer heeft en bovendien schoon en
duurzaam is. Poeder is prijzig, maar je
verspilt maar zo’n drie procent van je
materiaal. Bij regulier draaien en frezen
is dat soms wel tachtig procent.’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
21
Hoe werkt...
Hoe werkt…
de 3D-metaalprinter?
Na de uitvinding van de stoommachine in de negentiende eeuw
en de computer in de twintigste, lijkt het 3D-printen opnieuw voor
een revolutie in de industrie te gaan zorgen. Maar hoe gaat dat
nou precies, printen in metaal?
tekst annemarie vestering illustraties dik klut
Toevoegen in plaats
van weghalen
Waar traditionele bewerkingstechnieken
zoals frezen, draaien of boren materiaal
verwijderen, voegt 3D-printen juist iets toe.
Daarom wordt het een additief productie­
proces genoemd (addere = Latijn voor
toevoegen), of — in het Engels — additive
manufacturing (AM).
De technieken
De meest gebruikte technieken op dit
moment zijn selective laser melting (SLM)
en electron beam melting (EBM).
Beide zijn gebaseerd op het gebruik van
metaalpoeder, waarvan telkens een laagje
wordt gesmolten. Het grootste verschil
is de energiebron; SLM maakt gebruikt
van een laser (licht) en EBM van een
elektronenbundel voor de versmelting
van metaalpoeders.
Computer
Het model wordt digitaal
in 3D getekend (CAD).
De tekening wordt
vervolgens in lagen 2D-patronen - opgedeeld
(gesliced).
Al toegepast door
• Lucht- en ruimtevaartindustrie
(gastubines, scharnieren, et cetera);
• Automotive industrie (cilinderkoppen,
interieurdelen);
• Medische industrie (implantaten,
medische gereedschappen);
• Defensie (Mobile Parts Hospitals);
• Machinefabrieken;
• Sieradenmakers.
Bouwplatform
Oproep!
Heb jij ook een bijzondere
machine in je werkplaats
die je in Metaaljournaal
wilt laten zien? Mail naar:
[email protected].
22
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Het bouwplatform zakt een laagdikte en de
roller of rakel legt een laag metaalpoeder neer,
waarin de laser een 2D-patroon smelt. Zo wordt
het 3D-model laagje voor laagje opgebouwd.
Opvangcontainer
voor metaalpoeder
95% van het resterende poeder wordt hergebruikt.
Laserstraal
Spiegeltjes op de x- en de y-as sturen
de laserstraal naar de juiste positie.
Bouwkamer
(doorgaans 250 x 250 x 250 mm)
De bouwkamer heeft een beschermende
atmosfeer om oxidatie te voorkomen.
Het printen van een dergelijke 50 mm
hoge kegel duurt ongeveer 5 uur. Soms is
nabewerking nodig, zoals spanningsarm
gloeien, CNC-frezen of stralen.
De voordelen
• Grote vormvrijheid; bijna alle ontwerpen kunnen
met een 3D-printer worden gerealiseerd.
• Lichtgewicht construeren; door de grote vormvrijheid
kunnen bijvoorbeeld honingraatstructuren worden
geprint die stijf en sterk zijn en tegelijkertijd ook licht.
• De mogelijkheid om functionaliteiten te integreren;
daardoor is assemblage niet nodig en kunnen voor­
werpen worden geproduceerd met minder deelnaden
waardoor ook de bedrijfszekerheid stijgt.
• Minder materiaal en energie nodig dan bij
conventionele bewerkingstechnieken.
• De mogelijkheid om in lage volumes te produceren.
• De mogelijkheid om decentraal te produceren.
• De mogelijkheid om on demand producten te maken,
waardoor minder voorraad nodig is.
De nadelen
• De technologie staat nog in de kinderschoenen.
Het kost veel tijd, moeite en geld om voorwerpen
in metaal te printen en het resultaat valt soms nog
tegen (bijvoorbeeld reproduceerbaarheid).
• De kennis over 3D-metaalprinten is gelimiteerd en
goed beschermd. Daardoor leren weinig bedrijven
ontwerpen voor 3D-printen.
Roller/Rakel
Een roller of rakel legt een dunne laag
metaalpoeder over het bouwplatform.
Container met metaalpoeder
Met dank aan 3D-printexpert Hans van Toor ( [email protected]) en Additive Industries (www.additiveindustries.com / www.addlab.com)
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
23
Onderwijs
School en
bedrijven
doen het samen
S
amen met bedrijven uit de regio
ver­betert het Schoonhovens
College zijn metalektro-opleidingen.
De praktijk­lokalen zijn verbouwd en
er is een simulatieomgeving voor
mecha­tronica-opstellingen gerealiseerd. Ook zijn er moderne machines
geplaatst, waaronder een lasrobot
en een CNC-machine, beschikbaar
gesteld door bedrijven. Inmiddels
zijn de partijen druk bezig de inhoud
van het onderwijs in te vullen.
De bedrijven denken mee over het
lesprogramma, organiseren gast­
lessen en trainen docenten in
de nieuwste technieken. Aan de
bijzondere samenwerking tussen
het Schoonhovens College en de
bedrijven – verenigd in de stichting
Vrienden van het Schoonhovens
College – ligt een plan ten grondslag
dat OOM honoreerde met een aanjaagpremie; een stimuleringssubsidie
van € 50.000 voor scholen en bedrijven die structureel samenwerken
om het metaalonderwijs in de regio
te verbeteren.
tekst annemarie vestering foto’s rob overmeer
24
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
‘Zelf blijf ik zo ook
goed op de hoogte’
Ron Okhuyzen
Docent metaaltechniek Schoonhovens College
‘Om de beroepspraktijk binnen en buiten de school te versterken,
staat er nadrukkelijk in ons schoolplan dat er een verbinding moet
zijn met het regionale bedrijfsleven. In 2000 zijn we gestart met de
stichting Vrienden van het Schoonhovens College. Inmiddels zijn er
ruim honderd bedrijven bij aangesloten. De samenwerking is hecht.
Leerlingen komen regelmatig bij de bedrijven over de vloer. Er wor­
den excursies georganiseerd, maar ook voor praktijk­opdrachten
gaan ze bij de bedrijven langs. De lijntjes tussen docenten en bedrij­
ven zijn kort. Ik ben bijvoorbeeld pas met collega-docenten op cur­
sus geweest bij een van de bedrijven om te leren werken met de
lasrobot, die het bedrijf ons beschikbaar heeft gesteld. Gezamenlijk
ont­wikkelen we een lesmethode. Door de intensieve contacten weet
ik precies aan wat voor vakmensen de bedrijven behoefte hebben.
Leerlingen krijgen door de regelmatige bezoeken een reëel beeld
van de praktijk en kunnen daarom bewust een richting kiezen aan
het einde van het vierde jaar. En als docent blijf ik goed op de hoog­
te van de laatste ontwikkelingen in de metaaltechniek.’
Youri Caron
Leerling Schoonhovens College,
vmbo-kader, vierde jaar
‘Laatst organiseerde de school weer de
jaarlijkse Week van de Techniek. Ik heb toen
twee bedrijven bezocht. De werkgevers vroegen
of ik belangstelling had om een paar dagen
mee te lopen. Een mooie kans, die ik met beide
handen heb aangegrepen. In de komende
vakantie werk ik een week bij het ene, in de
vakantie daarop een week bij het andere
bedrijf. Ik bereid me daar nu op voor door
op school zo veel mogelijk bezig te zijn met
CNC-programmeren. Doordat de school veel
contact heeft met bedrijven in de regio, kunnen
we er als leerling best vaak binnenkijken.
Dat maakt de opleiding leuk en het helpt
me om aan het eind van het jaar een vervolgopleiding te kiezen. De bedrijfsbezoeken
zetten me ook aan het denken over mijn
vervolg­opleiding en het bedrijf waar ik later
zou willen werken. Ik vind die samenwerking
met de bedrijven dus wel verstandig.’ ❚
‘De bedrijfsbezoeken
zetten me aan het denken’
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
25
Cursisten
‘We willen onze
producten steeds
verbeteren, dus
moeten we bijblijven’
26
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
‘MAAR WEINIG
BEDRIJVEN
DOEN
HETZELFDE
ALS WIJ’
FOCAL Meditech ontwikkelt geavanceerde
hulp­middelen om mensen die afhankelijk zijn
van zorg zelfredzamer te maken. Bepaald geen
standaardwerk, dus de medewerkers moeten
over specifieke kennis beschikken.
Daarom volgen zij regelmatig cursussen
om op de hoogte te blijven van de nieuwste
technische snufjes.
tekst marloes de moor foto mark van der zouw
uisteren, maken en steeds ver­
der verbeteren. Dat is het motto
L
van FOCAL Meditech. ‘Eerst analy­
seren we het probleem’, vertelt Ans
Groenland van personeelszaken
FOCAL Meditech. ‘De klant wil bij­
voorbeeld weer zelfstandig kunnen
eten. Vanuit die vraag bedenken
wij een oplossing. Onze producten
helpen mensen om zo lang mogelijk
zelfstandig te kunnen functioneren.
Denk aan dynamische armonder­
steuningen, persoonlijke robots of
eetapparaten.’ Voor het maken van
dit soort dingen is specifieke kennis
nodig, van bijvoorbeeld elektronica,
software engineering en werktuig­
bouwkunde. ‘Daarnaast is innovatie
heel belangrijk, want er zijn maar
weinig bedrijven die hetzelfde doen
als wij. Onze medewerkers volgen
dan ook regelmatig cursussen om
bij te blijven.’
TIEN MINUTEN
Van links naar rechts op de foto:
Dis van der Put, Ans Groenland en
Ralf de Jong. Dis en Ralf hebben
een armondersteuner in handen
die door Ralf werd ontwikkeld.
Ralf de Jong (30) is ontwerper op de
afdeling Research & Development. Hij
volgde de hbo-opleiding werktuig­
bouwkunde in de richting medische
technologie. Daarnaast deed hij
cursussen CE-markering, rapid
manufacturing en Tensor CadCam.
‘CE-markering – waarin je richtlijnen
voor ontwerpen leert – heb ik tijdens
mijn opleiding wel gehad, maar ik
wilde de cursus toch doen omdat er
steeds weer nieuwe richtlijnen bij
komen’, vertelt Ralf. Vooral van de
cursus Tensor CadCam had hij veel
profijt. ‘Ik kan nu heel snel een
producttypetekening omzetten naar
een prototype. Normaal gesproken
moet je zo veel programmaregels
schrijven dat je wel drie dagen bezig
bent. Nu haal ik dat in tien minuten
uit de computer.’
BETER DOCUMENTEREN
Ook adaptatietechnicus Dis van
der Put (56) ziet het belang in van
op­leiding en ontwikkeling. Hij gaat
binnenkort een cursus documentatie
volgen om productbeschrijvingen te
kunnen maken. ‘Collega’s zien dan
meteen welk schroefje of lagertje
zij nodig hebben bij het in elkaar
zetten van een product. Ik ben er al
mee begonnen, maar een cursus kan
mij helpen de productbeschrijving
duidelijker en volgens de richtlijnen
te maken.’ ❚
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
27
Reportage
Vanuit
de
lucht
Drones (onbemande vliegtuigjes) vallen nu misschien
nog in de categorieën leger of gadgets. Maar bedenk je
eens wat een geavanceerde drone allemaal zou kunnen.
Van infrastructuur inspecteren tot pakketjes aan huis
bezorgen en het weer voorspellen. High Eye Unmanned
Aviation in Lexmond maakt onbemande helikopters
voor commercieel gebruik. ‘Deze markt gaat groot worden,
heel groot.’
tekst marcel van engelen foto’s hans van den heuvel
28
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
‘Er zijn wereldwijd slechts drie
of vier bedrijven die soortgelijke
helikopters maken’
Op de grond van het voormalige
bankfiliaal waarin High Eye is ge­
vestigd, staan enkele oude modellen
van ongeveer een meter lang. Ze
ogen als groot speelgoed, maar een
van de heli’s maakte tot vorig jaar
zogenaamde cannabisvluchten.
In opdracht van de politie liet ma­
ker Jan Verhagen zijn radiografisch
bestuurbare helikopter stilhangen
boven verdachte panden. Een camera
aan de onderzijde detecteerde
warmteverschillen. Ook kon de
helikopter lucht opzuigen en
hennep­geur achterhalen als binnen
inderdaad een wietkwekerij bleek
aangelegd. Sinds juli mag dit niet
meer. Er gelden strenge regels voor
het inzetten van onbemande lucht­
vaartuigen door een bedrijf, vooral
boven de bebouwde kom. De in­
voering van die regels zegt veel over
de opkomst van het fenomeen
drones, oftewel luchtvaartuigen be­
stuurd door ingebouwde software
of radiosignalen op afstand. Joost de
Ruiter (49) is de nieuwe eigenaar en
directeur van High Eye. Hij nam vorig
jaar het roer over van Jan Verhagen,
die 26 jaar als een professioneel lief­
hebber bouwde aan modelvliegtuigen
die ten slotte krachtig genoeg waren
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
29
Reportage
om camera’s te tillen. Verhagen
bestuurde zijn heli’s behalve voor
de politie ook voor producenten van
tv-commercials en speelfilms.
Onder leiding van De Ruiter richt
High Eye zich sinds juli 2013 volledig
op het ontwerpen, maken en ver­
kopen van onbemande helikopters
met een automatische piloot.
‘Helikopters – geen vliegtuigen’,
zegt De Ruiter. ‘Want vliegtuigen
vereisen een start- en landingsbaan,
kunnen niet stilhangen in de lucht,
vaak niet dichtbij een object komen
en evenmin ergens makkelijk
omheen manoeuvreren.’ Het vliegen
voor tv-producenten en het maken
van bijproducten als camera’s laat
High Eye tegenwoordig aan anderen
over. En van drones spreken ze
liever niet, vanwege de associatie
met oorlog. Liever gebruiken ze de
termen UAV (Unmanned Aerial
Vehicle) of RPAS (Remotely Piloted
Aircraft System).
ZELF UITDOKTEREN
Ontwerpen, maken en verkopen
zijn voorlopig onlosmakelijk met
elkaar verbonden, zegt De Ruiter,
terwijl hij de deur opent van de kleine
werkkamer met snij-, frees- en
boormachines voor de aluminium
onderdelen. ‘We moeten alles
integreren – frame, elektronica,
benzinemotor, autopiloot, rotors,
enzovoort. In dit kleine formaat, en
met de eisen die wij stellen aan be­
trouwbaarheid, gewicht en vlucht­
duur, is dat nooit eerder gedaan.’
De Ruiter vaart hierbij blind op de
technische kennis van zijn vier
medewerkers, die hij overnam van
Jan Verhagen. ‘Ze zijn enorm
betrokken. Mijn kracht is dat ik
met afstand naar het geheel kijk en
bedenk hoe we onze bijzondere
kennis rendabel kunnen maken.’
Hoe zeer de industrie nog in de
kinderschoenen staat, blijkt uit de
concurrentie die High Eye onder­
vindt. Voor zover bekend bestaan
wereldwijd slechts drie of vier be­
drijven die soortgelijke helikopters
maken. Het betekent dat de mede­
werkers in Lexmond alles zelf moeten
uitdokteren. Een groot deel van hun
werk bestaat uit research. Ze bellen
met mogelijke leveranciers, vragen
om referenties, mailen met buiten­
landse professoren, bezoeken een
Duitse fabriek en hebben veel
contact met deskundigen van het
Nationaal Lucht en Ruimtevaart
Laboratorium (NLR), de TU Delft
of het European Space Research en
Technology Centre (ESTEC) in
Noordwijk. ‘We doen niet aan hogere
wiskunde,’ zegt De Ruiter. ‘Maar
we kunnen de kunst van niemand
afkijken. We leren het onszelf, door
fouten te maken en het steeds op­
nieuw te proberen. We moeten alles
tot in de puntjes uitzoeken en
testen voordat we ons product
demonstreren aan klanten.’ Jongste
Joost de Ruiter en Esther Hackert
‘We werken aan
iets wat minstens
zo wijdverspreid
kan raken als
de pc’
Marijn de Ruit en
Machiel Verhagen
bereiden een testvlucht
voor van de HEF-80
30
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Machiel Verhagen werkt aan de vernieuwing van de HEF-30
medewerker Marijn van de Ruit
(24), die op een computer een nieuwe
rotorkop zit te ontwerpen, vindt het
informele karakter van het bedrijf
en het feit dat er veel zelf wordt
‘geknutseld’ juist erg leuk. ‘Mijn
collega’s ervaren ook dat ze werken
aan iets wat minstens zo wijd­
verspreid kan raken als de pc’, zegt hij.
‘Dankzij de nieuwe eigenaar hebben
we ook nog eens goede financiële
mogelijkheden, wat onze werkwijze
en eindproducten zeer professioneel
maakt.’ Net als collega Esther
Hackert (27) is Van de Ruit afkomstig
van het vorig jaar failliet verklaarde
Maastricht Airlines. Beiden zijn
opgeleid als piloot. Van de Ruit: ‘In
de dronewereld is een groot gebrek
aan kennis over de luchtvaart.
De meeste mensen zijn technisch
geschoold, afkomstig uit de model­
bouw. Terwijl de helikopter die wij
nu aan het maken zijn niet wezenlijk
verschilt van échte, bemande
helikopters. Ook die vliegen meestal
op de automatische piloot.’
DUBIEUZE AANVRAGEN
Op dit moment werkt High Eye
hard aan een nieuw model heli, de
Airboxer. Deze wordt 2,80 meter
lang, kan zestig kilo tillen en maar
liefst vijf uur in de lucht blijven. Het
prototype moet eind 2014 klaar zijn.
Tegelijkertijd zijn de medewerkers
bezig met de vernieuwing van een
ouder en kleiner model, de HEF-30,
die binnen enkele maanden
demonstratievluchten moet maken
voor potentiële klanten. ‘Met de
Airboxer hopen we een leemte te
vullen tussen enerzijds de grote
militaire drones van meer dan twee­
honderd kilo en al snel een miljoen
euro, en anderzijds de vele kleine
modellen die hooguit een uur in de
lucht kunnen blijven en maar een
paar kilo kunnen dragen’, vertelt
Joost de Ruiter. ‘Nu al is de belang­
stelling voor een krachtige midden­
maat drone groot. We krijgen via
onze website allerlei mailtjes binnen
vanuit de hele wereld. Ja, daar zitten
soms dubieuze aanvragen tussen,
zoals die van een Colombiaan die
pakketjes wilde bezorgen en vroeg
of onze helikopters buiten het zicht
van radars kunnen blijven. Voor
ons is het van groot belang met
betrouwbare partijen in zee te gaan.
We willen voortdurend feedback,
zodat we ons product kunnen blijven
verbeteren.’ Met twee partijen zijn
de contacten zo ver gevorderd dat
High Eye van plan is later dit jaar
proefvluchten te gaan uitvoeren.
Een natuurpark in Zuid-Afrika wil
vanuit de lucht stropers in beeld
brengen die het op neushoorns
High Eye en de
Airboxer
High Eye BV maakt door software
bestuurde helikopters. Het belangrijkste
product, de Airboxer, komt waarschijnlijk
eind dit jaar op de markt. De helikopter
van 2,80 meter lang vliegt op een
benzinemotor en moet vijf uur in de
lucht kunnen blijven met zestig kilo
gewicht. De ‘cockpit’ met vluchtschema
blijft aan de grond en staat via radio­
signalen in verbinding met de drone.
Op het grondstation komen ook de
beelden binnen van de camera die
onder de helikopter hangt. Alleen in
noodgevallen kan de grondpiloot
ingrijpen. De Airboxer zal in eerste
instantie vooral worden ingezet voor
inspectie van onbewoond terrein, zoals
landbouwgrond, natuur- of windmolen­
parken. Hij kost naar verwachting een
of twee ton in euro’s. Een kleiner model,
de HEF-30, zal naar verwachting 25.000
tot 30.000 euro gaan kosten.
www.higheye.nl
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
31
Reportage
hebben voorzien. En Nederlandse
boeren hebben behoefte aan vluchten
boven hun land, zodat ze tot op
plantniveau kunnen inzoomen om
te beoordelen hoe hun gewassen
ervoor staan. ‘In eerste instantie
richten we ons op onbebouwd
terrein’, vertelt De Ruiter. ‘Zoals
wildparken, landbouwgronden,
oliepijpleidingen of windmolenparken. In de toekomst kunnen onze
machines ook boven mensenmassa’s
vliegen, bij een voetbalwedstrijd of
concert. Of langs de kustlijn voor
het opsporen van drenkelingen.’
Maar ook al gaat de technologische
ontwikkeling razendsnel, we moeten
de mogelijkheden ook weer niet
overdrijven, vindt De Ruiter. Begin
december zette de Amerikaanse
internetwinkel Amazon een filmpje
online van de drone Amazon Prime
Air, die een pakketje bezorgde in
de achtertuin van een klant. Een
publiciteitsstunt, voorlopig nog
geen realiteit. Het Amerikaanse
luchtruim is tot minimaal 2015
gesloten voor elke drone. De Ruiter:
‘Bedenk dat ergens onverwacht een
bouwkraan kan staan, of dat er een
kind kan spelen in de achtertuin.
Er moet eerst een nieuw systeem
van ‘rijbewijzen’ en verkeersregels
komen. En software die onverwachte
elementen kan detecteren en die
aangeeft hoe de automatische piloot
daarmee moet omgaan.’
MENSENWERK
In april verhuist High Eye naar een
nieuw bedrijfspand, op een steen­
worp van het huidige. De Ruiter
zou een stagiair kunnen gebruiken,
alleen al voor het vergaren van
informatie over autopilootsystemen.
Met een jaarlijkse productie van
vijftig machines denkt hij op termijn
25 medewerkers nodig te hebben.
‘Ontwerpen, onderdelen op maat
maken, assembleren, testen en op­
nieuw afstellen. Het blijft voorlopig
mensenwerk. Uit alle contacten die
we hebben, merk ik dat Nederland
vooroploopt. Er groeit hier een UAVgemeenschap. Ik verwacht dat die op
termijn veel banen gaat opleveren.’
De vraag is alleen hoe lang dat nog
gaat duren. En ook of bedrijven als
High Eye kunnen blijven bestaan,
terwijl ze geen enkele omzet halen.
‘Als het langer duurt dan voorzien,
kunnen wij andere financiers
be­naderen. Want dat onze markt
uiteindelijk groot gaat worden,
daarover twijfelt niemand.’ ❚
Over enkele maanden
moet de HEF-30 klaar zijn
voor proefvluchten voor
potentiële klanten
‘We moeten alles
tot in de puntjes
uitzoeken en
testen voordat
we ons product
demonstreren
aan klanten’
32
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Drone of UAV
De drone (Engels voor mannetjesbij) dankt zijn naamsbekendheid
aan de oorlogen in Irak en Afghanistan, waarin bewapende
(Amerikaanse) vliegtuigen zonder piloten voormannen van terreur­
organisatie Al Qaida ombrachten. Maar de ontwikkeling ervan begon
al tijdens de Eerste Wereldoorlog. Drones waren decennialang vooral
op afstand bestuurbare vliegtuigjes of oude straaljagers, die bij
militaire oefeningen dienden als ‘vijandig doel’. Tot de techniek in
de jaren negentig kleiner, lichter en verfijnder werd. Nu zijn drones
bewapende vliegtuigen bestuurd door piloten op afstand of door
computers aan boord. Commerciële makers gebruiken liever de
afkorting UAV (Unmanned Aerial Vehicle) of RPAS (Remotely Piloted
Aircraft System). Zij voorspellen een ‘nieuwe economie’ voor nietmilitair gebruik. UAV’s kunnen uiteenlopende dingen zoals luchtbeelden
maken van gewassen, zoek- en reddingsoperaties verrichten, hoog­
spanningskabels en olieplatforms inspecteren of wilde dieren tellen.
Veiligheidseisen en privacybescherming vormen nog blokkades
voor het vliegen boven de bewoonde wereld. Zie ook het filmpje
dat internetwinkel Amazon in december lanceerde: een drone die
een pakketje aflevert bij een klant thuis. Het mag nog niet, maar
het kan al wel.
OOMINFO
ALLES OVER OOM OP DE VOLGENDE PAGINA’S WIE WIJ ZIJN | WAT WIJ DOEN |
CONTACTGEGEVENS | ONZE REGELINGEN | ONZE SERVICE | MIJNOOM.NL
ANJA BOSCH
Directeur van metaalbedrijf Stameta in Staphorst
‘Vakmanschap heb ik hoog in het vaandel staan. Ik ben altijd bezig
om leerlingen op te leiden. Op dit moment zijn het er vijf; bijna een
kwart van mijn personeelsbestand. Vier bbl’ers en een bol 4-leerling.
De leerwerkmeester helpt hen met de praktijk, ik begeleid hen waar
het gaat om motivatie en de contacten met school. Ik vind het
enorm leuk om het enthousiasme te zien bij die jongeren. En door
te investeren in de jeugd, investeer ik in de toekomst. Want natuurlijk
hoop ik dat er enkele leerlingen na hun opleiding in mijn bedrijf
blijven werken.’
OOK EEN LEERLING IN UW BEDRIJF?
Kijk op www.oom.nl/leerwerkbijdrage voor
meer informatie over de Leerwerkbijdrage.
foto maurits giesen
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
33
Arbeidsmarkt,
onderwijs en
bijscholing in 2013
Elk jaar vraagt OOM onderzoeks­
bureau Cinop onderzoek te doen
naar de ontwikkelingen op het
gebied van arbeidsmarkt,
onderwijs en bijscholing in
de metaalbewerking. Vier vragen
over het onderzoeksrapport van
2013 aan OOM’s adjunct-directeur
Frans Bothof.
Waarom laat OOM jaarlijks dit onderzoek uitvoeren?
‘OOM controleert elk jaar of zijn regelingen doen wat ze moeten doen,
namelijk: het vakmanschap in de sector bevorderen door opleiden en
ontwikkelen te stimuleren. Met de resultaten van het onderzoek bekijken
we wat het effect is van onze regelingen en beoordelen we of ze nog
passen binnen onze kaders.’
Wat vond u een opvallende trend?
‘De werkgelegenheid in de sector daalde licht. Toch zijn er nog steeds
vacatures. Die zijn van een hoger, gespecialiseerd niveau. Denk aan
banen zoals engineer, functies in de verspaning of in het aansturen van
het technische proces. Ook is er veel behoefte aan monteurs niveau
drie, en dan met name aan servicemonteurs. Volgens de bedrijven zijn
dit moeilijk vervulbare functies en duurt het langer dan drie maanden
om hiervoor een geschikte kandidaat te vinden.’
Zijn er nog andere zaken die u hebben verrast?
‘De helft van de bedrijven geeft aan direct een probleem te hebben
als een cruciale werknemer vertrekt. Kennisbehoud staat nog in de
kinderschoenen; bedrijven weten niet hoe ze dat moeten organiseren.
Daarom experimenteert OOM met een product waarmee we in kaart
brengen welke kennis essentieel is, hoe deze kan worden behouden
en wat voor opleidingen daarvoor nodig zijn. Wat mij ook opviel was
de hoge respons. Daar zijn we heel blij mee, want het onderzoek levert
ons belangrijke informatie op.’
Geeft het rapport aanleiding om regelingen aan te passen?
‘Nee, niet direct. Het aantal bijscholingsactiviteiten in het afgelopen jaar
is ondanks de crisis gegroeid. Het aantal aanvragen voor een PTT, onze
vergoeding in de bijscholing, steeg met een kleine tien procent. Ook van
de andere regelingen van OOM is meer gebruikgemaakt. Om tegemoet
te komen aan het aantal aanvragen voor een EVC-traject, hebben we
zelfs extra budget vrij moeten maken. Ook het gebruik van de stage­
vergoeding en de Leerwerkbijdrage nam toe. Kortom: werkgevers en
werknemers weten de weg naar OOM steeds beter te vinden en dat is
een goede ontwikkeling.’
Nieuws van OOM
Doe de Lean-scan
Werkgevers die zich weleens afvragen of de werk­
processen in hun bedrijf optimaal zijn ingericht, kunnen
hun organisatie nu kosteloos laten scannen door een
lean-expert van adviesbureau PKM. In een dagdeel
brengt de expert processen in kaart door middel van
observaties en interviews. Hoe is de productie­
omgeving, wat zijn de doorlooptijden, worden er
materialen verspild, worden er onnodige handelingen
verricht? Uit de scan volgen een rapportage en een plan
van aanpak. Deze bieden inzicht in de werking en het
resultaat van de bedrijfsprocessen en de mogelijk­
heden om daarin verbeteringen te realiseren. Denk
aan een kortere doorlooptijd, minder kosten, minder
verspillingen en meer werkplezier bij het personeel.
Geïnteresseerd in een Lean-scan?
Meld u nu aan op www.mijnoom.nl.
Kennisavond lasinnovaties
In samenwerking met WTT, kenniscentrum voor
lastechnische opleidingen, heeft OOM een nieuwe
reeks kennisavonden over lastechniek ontwikkeld.
Op de kennisavond lasinnovaties worden vier
inspirerende presentaties gehouden over de
mogelijkheden voor lassers om zich te ontwikkelen
(bijvoorbeeld tot lascoördinator of visueel inspecteur),
de nieuwste lasapparatuur, het voorkomen van las­
onvolkomenheden en de voor- en nadelen van
de
verschillende soorten gas. In de pauze is er volop
ruimte om vragen te stellen over de presentaties
en de opleidingsmogelijkheden in de lastechniek.
De kennisavond lasinnovaties vindt plaats op:
9 23 21
april
ZWOLLE
ROTTERDAM
VENRAY
12 24
juni
NIEUWEGEIN
Wilt u de Monitor arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing 2013
ontvangen? Stuur dan een e-mail naar [email protected].
mei
april
september
GRONINGEN
Aan het bijwonen van de kennisavond zijn geen
kosten verbonden. Kijk op www.kennisavond.nl
voor aanmelding en locaties.
34
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Brieven aan OOM
Familiebedrijven
Graag wil ik u complimenteren met het laatste nummer
van Metaaljournaal, met het thema familiebedrijven.
Een uitstekende keuze, deze invalshoek; ik heb het blad
van A tot Z met veel plezier gelezen. Enkele jaren geleden
heb ik het verspaningsbedrijf van mijn vader over­
genomen. Inmiddels hebben wij zo’n dertig fantastische
vakmensen in dienst en we groeien nog steeds. Maar het
was zeker geen gespreid bedje waarin ik terechtkwam,
ik heb er – mede door de economische crisis – hard aan
moeten trekken om te kunnen investeren in nieuwe
machines en in mijn medewerkers en heb daarbij ook
deels mijn eigen vermogen moeten inzetten. Toch ben
en blijf ik ervan overtuigd dat vernieuwing, innovatie
en ontwikkeling belangrijk zijn om als bedrijf ook in de
toekomst gezond te blijven. Het was prettig om mij in
mijn visie gesterkt te zien door mensen als Ilse Matser,
lector Familiebedrijven aan de Hogeschool Windesheim.
En sowieso erg leuk om te lezen over anderen die in
hetzelfde schuitje zitten als ik. Familiebedrijven zijn
bedrijven met mooie verhalen en ze zijn bovendien de
motor van onze economie, dus laten we er zuinig op zijn.
De helpdesk
In elk nummer van Metaaljournaal
geven we antwoord op de meest gestelde
vragen van werkgevers en werknemers
aan onze helpdesk.
De vraag:
‘Welke vergoedings­
mogelijkheden zijn er
voor het volgen van
een FPC-workshop?’
Willem Voortman, Druten
Onoverzichtelijke website
Sinds kort werk ik als P&O-medewerker bij een metaal­
bedrijf. Mijn werkgever vroeg me onlangs of ik even wilde
uitzoeken of we in aanmerking zouden komen voor een
OOM-bijdrage voor het omscholen van een sollicitant
die was opgeleid als meubelmaker. Ik raadpleegde daar­
voor de website van OOM, maar vond deze om eerlijk te
zijn nogal onoverzichtelijk. De homepage bevatte zo
veel informatie, dat ik door de spreekwoordelijke bomen
het bos niet meer zag. En toen ik eenmaal de regelingen
had gevonden, was het mij onduidelijk waar ik zijn moest
voor de benodigde informatie. Dat ik onder het kopje
Jobstart moest kijken, had ik niet kunnen bedenken.
Al is communicatie niet mijn vak, toch doe ik u graag
een kleine suggestie om het gebruiksgemak van de
website te verbeteren. Als de regelingen bijvoorbeeld
direct op de homepage zouden worden aangekondigd
onder duidelijker kopjes, zoals ‘Iemand van buiten de
branche opleiden?’, ‘Een cursus volgen?’ of ‘Een hboleerling in dienst?’, dan vermoed ik dat veel mensen
daarmee geholpen zijn. Vooral de pas in dienst getreden
P&O-medewerkers die graag een goede beurt maken
bij hun nieuwe werkgever.
Irma Grootendorst, Putten
REACTIE OOM: De OOM-website is alweer vijf jaar oud
en de hoeveelheid informatie op de site is de laatste jaren
flink uitgebreid. Uw mening over de toegankelijkheid van
onze website delen wij dan ook. Daarom wordt de website
momenteel onder handen genomen. Op korte termijn
voeren we een aantal verbeteringen door op de huidige
site en in de tweede helft van het jaar verwachten we een
vernieuwde website te lanceren.
Het antwoord:
Vanaf 1 juli 2014 moeten alle onderdelen van
een dragende staalconstructie zijn voorzien van een
CE-markering volgens NEN-EN 1090. Metaalbedrijven
die dit soort constructies maken en/of bewerken,
moeten dus vanaf die datum NEN-EN 1090 (FPC)
gecertificeerd zijn. Hiervoor zijn bij verschillende
aanbieders trainingen te volgen, die erop gericht
zijn uw bedrijf voor te bereiden op de certificering
(denk aan zaken als workshops, audit door expert,
bedrijfsscan, bedrijfsadvies, et cetera). Al deze
trainingen komen in aanmerking voor een vergoeding
vanuit het Ontwikkelbudget (maximaal € 1.800 voor
twee jaar). U kunt de bijdrage eenvoudig online aan­
vragen via de aparte knop Aanvragen NEN-EN 1090
op www.mijnoom.nl.
Kijk voor meer informatie op www.oom.nl/ontwikkelbudget. Voor cursussen en trainingen voor individuele
medewerkers kunt u een reguliere aanvraag indienen
voor een Persoonlijke Trainingstoelage (PTT).
Voor meer antwoorden kunt u rechtstreeks bellen
naar de afdeling Vergoedingen van OOM:
0172-521 555
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
35
Over OOM
OOM is het opleidingsfonds van en voor 145.000
werknemers en 15.000 bedrijven in de metaal­
bewerking. OOM geeft voorlichting en advies
over scholing en draagt financieel bij in de kosten
daarvan. Dit gebeurt op basis van CAO-afspraken
die zijn gemaakt door sociale partners in de sector.
OOM wil hoger en beter opgeleid personeel in de
metaalbewerking, meer instroom van vakmensen en
een aantrekkelijker imago van de sector. OOM wil
daarmee dat bedrijven en werknemers beter voor­
bereid zijn op nieuwe ontwikkelingen en veranderende
omstandigheden in de economie en op de (arbeids)markt. Dat doet OOM door veel persoonlijk contact
en een klantgerichte, stimulerende aanpak. Daarbij
gaat OOM zorgvuldig en transparant om met sector­
gelden. De dienstverlening van OOM heeft inmiddels
geleid tot bijscholing van 25.000 werknemers, de
instroom van 1.900 leerlingen en 7.000 bedrijven
die actief bezig zijn met scholing en opleiding.
Wie bestuurt OOM?
Het bestuur van OOM bestaat uit vertegen­woor­digers
van werkgevers- en werknemersorganisaties; de
‘sociale partners’. De vertegenwoordigers van de
werkgevers zijn afkomstig uit de Koninklijke Metaalunie.
De werk­nemers­vertegen­woordigers komen uit
FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie.
Contact
met oom
Via de regiomanagers en
bedrijfstakvoorlichters
OOM vindt het belangrijk om aan­wezig te
zijn in het land. Daarom zijn er tien regio­
managers en veertig bedrijfstakvoorlichters.
Zij zijn het aanspreekpunt voor werkgevers
en werknemers.
Op het hoofdkantoor
Post:Postbus 15, 2390 AA
Hazerswoude-Dorp
Bezoek:Frankrijklaan 10, 2391 PX
Hazerswoude-Dorp
Tel:
0172 - 52 15 00
Fax:
0172 - 52 15 77
E-mail:[email protected]
Onze medewerkers zijn bereikbaar van
maandag t/m vrijdag van 8.30 - 17.00 uur.
Op internet
www.oom.nl, www.mijnoom.nl
Vragen over uw aanvraag?
Bel direct met onze afdeling Vergoedingen:
0172-52 15 55
Persoonlijke Trainingstoelage voor
werknemers
Deze OOM-regeling vergoedt vijftig procent van de
kosten voor een opleiding, training of cursus van
een werknemer, tot een maximum van € 750.
Bedrijven kunnen voorafgaand aan de cursus
een bijdrage aanvragen via www.mijnoom.nl.
Ontwikkelbudget
Investeren in uw personeelsbeleid? Vraag dan
een Ontwikkelbudget aan. Hiermee beschikt u
voor een periode van twee jaar over een budget
van € 1.800 om het personeelsbeleid van uw
bedrijf te verbeteren. Er is een Ontwikkel­budget
beschikbaar voor maximaal 600 bedrijven.
Ervaringscertificaat
Een ervaringscertificaat (EVC) maakt het vak­
manschap van uw werk­nemers inzichtelijk en
kan zelfs diploma’s opleveren. OOM heeft een
vergoeding voor EVC-procedures.
Jobstart
Jobstart is een vergoeding voor het opleiden en
begeleiden van werknemers uit een andere sector,
werkloze werkzoekenden (langer dan drie maanden)
en arbeidsgehandicapten die bij een OOM-bedrijf
aan de slag gaan.
Kijk op www.oom.nl/regelingen voor
meer informatie en de voorwaarden van
onze regelingen.
Leerwerkbijdrage
Aan de slag met een leerling in uw bedrijf?
Maak dan gebruik van onze Leerwerkbijdrage
als tegemoetkoming in de opleidingskosten
van een leerling. Voor het schooljaar 2013/2014
geldt een vernieuwde Leerwerkbijdrage.
36
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Vanuit werkgevers:
❚K
oninklijke Metaalunie, Nederlandse
Organisatie van ondernemers in het
MKB in de metaal
Vanuit werknemers:
❚ FNV Bondgenoten
❚ CNV Vakmensen
❚ De Unie
Na schriftelijke toestemming van OOM
is het mogelijk delen uit deze publicatie
over te nemen.
❚ Hoofdredactie:
Michel Revet
❚ Eindredactie:
Annemiek de Gier
❚ Redactiecommissie:
Frans Bothof, May Enning
en Fred Nicolaas
❚ Redactionele bijdragen:
Marcel van Engelen, Irene Geerts
Annemiek de Gier, Marleen Kamminga
Eline Lubberts, Marloes de Moor
Rob Overmeer, Martijntje Smits en
Annemarie Vestering
❚ Fotografie:
Maurits Giesen, Hans van den Heuvel
Rob Overmeer, Frank Poppelaars en
Mark van der Zouw
❚ Illustratie:
Dik Klut
❚ Strip:
Gerrit de Jager
❚ Bladmanagement:
Annemarie Vestering
❚ Grafische vormgeving:
Peter Kortleve
❚ Ontwerp, art-direction en productie:
Team Hilgersom, Amsterdam
❚ ISSN: 1568-0959
PTT2014
Stagebijdrage
Biedt u een stageplaats aan een leerling van
vmbo, mbo (bol) of hoger onderwijs? Dan komt u
in aanmerking voor de stagebijdrage. Die bijdrage
is gebaseerd op een vijfdaagse werkweek en
is bij minder dagen per week evenredig lager.
In het fonds zijn de volgende
organisaties vertegenwoordigd:
Colofon
Onze regelingen in 2014
Via OOM kunnen werknemers en werk­gevers
in de metaalbewerking gebruikmaken van
subsidies en financiële bijdragen voor scholing
en ontwikkeling.
Metaaljournaal is een uitgave van het
Opleidings- en Ontwikkelingsfonds
voor de Metaalbewerking (OOM).
OOM adviseert over scholing en
ontwikkeling van vakmanschap
in de metaalbewerking. OOM is
de uitvoerings­organisatie van
sociale partners.
Op www.oom.nl staat deze meter die
aangeeft hoeveel euro er nog beschikbaar
is voor de Persoonlijke Trainings­toelage.
Waarvoor
kan ik bij een
regiomanager
terecht?
‘Waar ik druk mee ben?
Onder andere met de organisatie van
een mini-kennisavond voor werkgevers
in de mechanisatie. Samen met roc
Friesland College, Kenteq, OBM Noord
en branchevereniging Fedecom heeft
OOM onlangs een scholingspool voor
deze bedrijfstak opgericht. Op de minikennisavond op 7 april a.s. introduceren
we deze en is er een presentatie
over actuele ontwikkelingen in de
landbouw­mechanisatie.
Belangstellenden kunnen zich
aanmelden op www.kennisavond.nl.’
Onze regiomanagers
ver­tegenwoordigen
OOM in de regio.
Bij hen kunt u terecht
voor al uw vragen over
opleiden en ontwikkelen.
Friesland, Groningen en Drenthe
Michiel Jansen
T 06 537 624 17 E [email protected]
‘Uitleg over het
gebruik van de
Skillsmanager’
Rijnmond
Pieter Langeveld
T 06 304 112 11
E [email protected]
‘Als u wilt weten wat
bepaalde innovaties
betekenen voor het
opleidingsniveau van
uw medewerkers’
Noord-Holland
Anton Verlaan
T 06 519 908 30
E [email protected]
‘Tips voor het aannemen
en begeleiden van
stagiairs en leerlingen’
Overijssel en de
Noordoostpolder
Jan Abbing
T 06 519 908 28
E [email protected]
‘Het aanbod van
workshops en
kennisavonden
in de regio’
Midden- en
Oost-Brabant
Marcellino Kat
T 06 519 908 35
E [email protected]
‘Opleidings- en
ontwikkeladvies
op maat’
Limburg
Patricia Storms
T 06 209 568 03
E [email protected]
‘Informatie over
de verschillende
OOM-regelingen’
Utrecht, het Gooi,
Flevoland, Veluwe
Evert Polhoud
T 06 519 916 59
E [email protected]
‘Begeleiding bij
het opstellen van
opleidingsplannen’
Gelderland
Johan-Peter Leeuwenburg
T 06 533 661 48
E [email protected]
‘Vragen over de
samenwerking
met roc’s’
Zeeland en
West-Brabant
Jet Ruiter
T 06 519 908 33
E [email protected]
‘Informatie over
scholingspools’
Rijnstreek en
Haaglanden
Maarten van het Schip
T 06 223 428 85
E [email protected]
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
37
Laatst
Gespot
Welke invloed hebben verschillende soorten gas
op je las? De negentig deelnemers aan de eerste
Kennisavond Lasinnovaties op 5 maart jl. in het
Mondriaan College in Den Haag mochten het zelf
uitproberen tijdens een presentatie van The Linde
Group. Behalve voor lasgas was er op de kennis­
avond ook aandacht voor de nieuwste lasapparatuur,
het voorkomen van lasonvolkomenheden en de
ontwikkelingsmogelijkheden voor lassers.
Ook naar de kennisavond lasinnovaties?
Kijk op www.kennisavond.nl om te zien
waar en wanneer deze wordt gehouden.
foto arjan hilgersom
38
| METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
Woordzoeker
Speel de puzzel online en maak kans op deze
Weber Original Barbeque. Ga naar www.metaaljournaal.nl
om de woordzoeker in te vullen. Als je de hoofdprijs niet wint,
maak je altijd nog kans op een van de andere prijzen.
Maak de puzzel op
www.metaaljournaal.nl en
speel mee voor de prijzen
5x 2e prijs
10x 3e prijs
Mannesmann
Tangenset
Hoofdprijs
Camp Gear knijpkat
met accu - 3 Led’s
Original
Weber One Touch
ue
rb
Houtskoolba eq
De woorden uit de lijst
staan kriskras verborgen
in het veld met letters.
Als je alle woorden uit
de lijst in het letterveld
hebt doorgestreept,
vormen de overgebleven
letters (in de leesrichting)
de oplossing van de puzzel.
Dit zijn de winnaars
van de najaarspuzzel
Makita AccuSlagschroever
V. Dutmer uit Hengelo
Skandia Striptang
Universeel Profi
H. van Berlo uit Heeze
C. Visser uit Enkhuizen
H.A. Broekgaarden uit Barchem
F. Hooijmanuit Boxtel
G. Olthof uit Rijssen
Skandia Torx Mini
Schroevendraaierset
B. Frijters uit Venlo
E. Kapteijn uit Stolwijk
D. Langenberg uit Goes
H. Box uit Steensel
H. Kleinjan uit Delft
A. Vervoorn uit Elst (U)
S. Reedijk uit Oud-Beijerland
M. Luiken uit Oldekerk
H.J. Broere uit Driebruggen
J.M. van Ginkel uit Overberg
SATELLIETEN
TOEKOMST
SUPERFIETS
PHILIPS
VERGRIJZING
SFEER
LOOPBAAN
ECHO
CURSUS
FABRICAGE
COMPETENTIES
GRENS
DRONES
COMPOSIET
CHIPS
ROBOTICA
STRAF
KAARTEN
PRINTER
IJZER
FUTURE
SLEUVEN
KOOP
LENS
S
F
E
E
R
O
B
O
T
I
C
A
E
A
M
S
P
I
L
I
H
P
E
T
I
B
S
A
P
P
R
I
N
T
E
R
T
R
A
T
E
I
S
O
P
M O
C
N
I
D
E
E
C
H
O
A
L
N
P
E
C
R
L
I
I
O
C
R
E
G
N
T
A
O
L
J
K
F
U
T
U
R
E
E
G
N
I
Z
J
I
R
G
R
E
V
P
E
E
E
E
I
A
S
E
N
N
U
M
T
S
T
R
A
F
U
N
P
S
E
O
T
O
E
K
O M
S
T
E
U
L
C
E
R
N
A
A
P
O
O
L
S
B
METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014
|
39
Plannen voor de toekomst?
U maakt natuurlijk al gebruik van de OOM-regelingen.
Maar wellicht zijn er nog andere regelingen of subsidies
die voor uw bedrijf en toekomstplannen interessant zijn.
We hebben ze voor u op een rijtje gezet:
www.oom.nl/subsidiewijzer