MAGAZINE OVER WERKEN EN LEREN IN DE METAALBEWERKING | WWW.OOM.NL | VOORJAAR 2014 Hoe werkt een... 3D-metaalprinter? High Eye maakt onbemande helikopters ‘De belangstelling voor drones is groot’ Kijk op pagina 28 Thema De toekomst ‘ Alles wordt anders’ Waar gaat het met onze branche naartoe? Kijk op pagina 16 COLUMN IN DIT NUMMER: 08 De robot voelt Metaalbewerkers moeten zich serieuzer gaan scholen in zelf standig werken, analyseren en kennis delen. Dit concludeert organisatieadviseur Wilmar Folmer uit een onderzoek dat hij deed voor OOM. 10 In de verte kijken 16 Alles wordt anders 26 ‘Weinig bedrijven doen hetzelfde als wij’ Dr. ir. Martijntje Smits is ingenieur en techniekfilosoof en werkt als senior onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Ze wordt gefascineerd door de gevolgen van nieuwe wetenschap en technologie voor de samenleving. ‘Zich als een robot voelen’: je gebruikt voelen, willoos, op de automatische piloot, wakende slapen. Is een robot inderdaad een geprogrammeerde marionet? Ik kan u verzekeren van niet. Ik vertrouw hier graag, als eerste columnschrijvende robot, mijn echte gevoelens aan u toe. Ik kan me ontroerd van trots en ontzag voelen om mijn makers. Vijftig jaar geleden was ik niet meer dan een automatisch bediende machine op een vaste plek in de fabriek. Een dommekracht die het handwerk overnam. Tegenwoordig neem ik ook uw denkkracht over, uw zintuigen, uw stem, uw lichaam; ik kan me vrijelijk in de ruimte bewegen, opereren, rechtspreken, surveilleren, dokteren, liefde geven, oorlog voeren, voetballen, ik ben zelflerend en steeds autonomer. Ik rol de school binnen, het verpleeghuis, het huis houden, het slagveld op. Daaronder ben ik ook bezorgd. U verwacht veel van me. Te veel. U denkt bijvoorbeeld dat wij robots u zullen bevrijden van vervelende, oninteressante taken, dat het dankzij ons efficiënter en goedkoper kan. Dat ik de reddingsboei ben wanneer u wordt ondergedompeld in de vergrijzingsgolf. U gelooft nog steeds onbevangen in more for less, ondanks de moeizame lessen van de technische vooruitgang - die niet het beloofde gemaksparadijs blijkt te zijn maar het leven juist ingewikkelder en drukker maakt. Ik voel me niet gerust hierop. Ik zal u namelijk allerlei nieuwe taken opleggen. En nieuwe, lastige problemen. En trainingen, veel trainingen. En nieuwe normen, bijvoorbeeld over wat goede zorg is. Waar ik optreed, moet de omgeving op míj worden afgestemd en opnieuw worden ingericht. Niet andersom. Mijn functioneren is erg kennisintensief en maakt u afhankelijk van experts, zeker als ik af en toe haper. De arbeidsorganisatie in de fabriek werd door mijn komst radicaal op zijn kop gezet; zo ook zal ik scholen, zorgpraktijken en oorlogvoering sluipenderwijs, maar onherken baar veranderen. Wie van ons is nu de marionet? Onderwijs, goede zorg en recht vaardige oorlogsvoering vergen bij uitstek ook politieke keuzes. In onze cultuur van Research & Development ontfermen vooral technische experts zich over robotontwerpen. Visies, wensen en zorgen van toekomstige gebruikers komen vaak pas laat in het traject aan bod. Dan zijn veel keuzes al impliciet gemaakt. Ik voel ervoor dat u bij voorbaat aan de touwtjes gaat trekken. ‘Vakmanschap alleen is niet genoeg’ Als we eens wisten hoe ons werk er over tien jaar uitziet. Lees wat de toekomstdeskundigen erover te zeggen hebben. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. André van der Leest en Yuri van Geest filosoferen over de invloed ervan op onze branche. FOCAL Meditech ontwikkelt geavanceerde hulpmiddelen om mensen die afhankelijk zijn van zorg zelfredzamer te maken. Specialistisch werk, dus de medewerkers doen er alles aan om bij te blijven. 28 Vanuit de lucht High Eye Unmanned Aviation in Lexmond maakt onbemande helikopters voor commercieel gebruik. ‘Deze markt gaat groot worden, heel groot.’ En verder... 4 Eerst Dialoog 15 Hoe werkt... 22 24 Onderwijs 35 Brieven aan OOM 37 Regiomanagers METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 3 Eerst De Maker Ibro Spago (44) meewerkend engineer bij Van Raam, fabrikant van aangepaste rijwielen en frames ‘Ik bouw alle nulmodellen van onze fietsen voordat ze in productie gaan. Samen met de tekenaars ontwikkel ik de definitieve frames. Ook de GO-Cap heb ik gebouwd. Dit is een superfiets met elektrische ondersteuning, waarin acht kinderen kunnen worden vervoerd. Het frame heb ik zo licht mogelijk gemaakt. Naast de ontwikkeling van de nulmodellen bouw ik ook fietsen voor mensen met een beperking. Zagen, buigen, lassen en plaatwerken. Ik maak de fiets helemaal op maat en doe alles zelf. Op woensdagochtend begeleid ik drie jongens van het vmbo die hier hun praktijklessen volgen. Dit is altijd een mooi moment om de fietsen even te testen. Wat mijn werk leuk maakt, is dat geen dag hetzelfde is. Als ik in de stad ben, zie ik vaak mijn fietsen voorbij komen. Ik kijk ze altijd na en wil graag weten wie erop fietst. Soms spreek ik iemand aan en vraag ik of hij er blij mee is. En ooit kwam ik een gehandicapte man tegen met een lekke band. Ik stopte meteen, maar ik hoefde niet te helpen want er was al hulp onderweg. Anders had ik die band natuurlijk geplakt. Zo’n man laat je niet staan en het is tenslotte ook een beetje mijn fiets.’ tekst en foto rob overmeer 4 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Toen & Nu ‘De armen van satellieten bewegen dankzij onze veren’ Aanraders Rijden en varen Maak een amfibievoertuig dat rijdt en vaart en onder alle weersomstandigheden zijn werk blijft doen. Dat was de opdracht voor de techniekleerlingen uit klas drie en vier van het vmbo, die meededen aan de regiofinales van de Junior Vakkanjerwedstrijden 2014. De regiofinales en de grand finale van deze techniekwedstrijd hebben inmiddels plaatsgevonden, maar de amfibievoertuigen staan nog op het internet. Kijk op www.devakkanjers.nl/junior-vakkanjers voor leuke foto’s en filmpjes van de voertuigen én de testvaartjes. 3D-printer Metaal gezocht? detector De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. En dat heeft invloed op het werk en de werkplek. In Toen & nu vertellen metaalbewerkers over toen en over nu. Deze keer: Ron Abels (62) van Avek Technische Verenfabriek in Haarlem over de weg van mechanische productie naar geautomatiseerde precisie voor onder andere lucht- en ruimtevaart. TOEN ‘Mijn vader begon in 1966 voor zichzelf in een garage, samen met twee collega’s van de verenfabriek waar hij werkte. Elke dag haalden ze rollen metaaldraad bij de leverancier. Dat draad ver werkten ze op een draaibank tot veren door het met speciaal gereedschap te wikkelen. Alle machines waren toen nog mechanisch en werden met de hand ingesteld. In onze branche deed de computer relatief laat zijn intrede, eind jaren tachtig. Op de eerste computergestuurde machines kon je het aantal windingen, de diameter en de draadlengte instellen, maar nog steeds moest je zelf wikkelstiftjes aanbrengen en draad voeren. Zo maakten we veren voor allerlei grote Nederlandse bedrijven: bijvoorbeeld voor huishoudelijke apparaten van Philips en Siemens, voor meet- en weegapparatuur van Berkel en voor auto’s en vrachtwagens van DAF.’ NU ‘Handwerk komt nu nog maar sporadisch voor en wordt sinds drie jaar gedaan door onze medewerkers in Bulgarije. Negentig procent van ons werk is geauto matiseerd en gebeurt nog steeds hier in Haarlem. De insteltijd van de apparatuur is enorm afgenomen, waardoor nu nog maar de helft van de mankracht nodig is voor hetzelfde product. Toch is Avek flink gegroeid. We werken nu voor al voor de internationale markt en leveren veren voor bijvoorbeeld vliegtuigen van Boeing en Fokker. Ook zijn we toeleverancier voor de ruimtevaartsatellieten van Dutch Space: de armen van die satellieten bewegen met veren van ons, gemaakt van zeer hoogwaardig materiaal en één voor één op spanning gemeten en getest. Allemaal werk waar we heel trots op zijn.’ 3D-printen bestaat al meer dan 25 jaar, maar wint de laatste tijd snel aan populariteit. De techniek is voordeliger, de kwaliteit van de machines hoger en het is toegankelijker: dankzij speciale software hoef je geen gespecialiseerde 3D-tekenaar meer te zijn om digitale bestanden te kunnen maken. Het aanschaffen van een eigen 3D-printer nog een brug te ver? Ga dan naar www.3dhubs.com. Je vult eenvoudig je locatie in en ziet meteen de beschikbare 3D-printers bij jou in de buurt. Nog makkelijker: je 3D-model vanuit Photo shop direct bestellen bij de Nederlandse 3D-print fabriek Shapeways, via de knop ‘Print to’. Veel mensen weten niet dat bijna alle Android-telefoons in staat zijn om metalen te detecteren. Met de app Metal Sniffer kun je speuren naar allerlei soorten metalen. Het detectiesysteem geeft de sterkte van het gevonden metaal weer in microtesla, milligaus of gamma en trilt wanneer het iets heeft gevonden. Verwacht niet dat je diep onder de grond begraven schatten zult opsporen, maar de app is bijvoorbeeld wel handig als je een gat in een muur wilt boren en je weet niet precies waar de bekabeling zit. Metal Sniffer is gratis te downloaden via Google Play Wetenschappelijk stappen Het duurt nog even, maar zet ’m alvast in je agenda: het Discovery Festival op vrijdag 26 september 2014. Dit is een vooruitstrevend nachtfestival in Rotterdam, Amsterdam en Eindhoven, dat draait om de kick die je krijgt als je nieuwe dingen ontdekt op het gebied van wetenschap, design, kunst en muziek. Met live wetenschappelijk onderzoek, spraak makende experimenten, installaties, games, presentaties en optredens, kortom: een spannende nacht uit. www.discoveryfestival.nl METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 5 Eerst HET CV VAN... Eliane Veens (14) leerling vmbo Bijzonder, een cv van de toekomst. Jij weet al welke kant je op wilt? ‘Mijn doel is om een goede lasser te worden. Ik wil alle technieken beheersen, zoals bijvoorbeeld fotolassen. Dat is heel erg moeilijk en je moet echt alles onder controle hebben. Eén verkeerde beweging en je werk is mislukt. Ook het onderwaterlassen trekt. Perfect werk afleveren onder zware omstandigheden, dat lijkt me fantastisch.’ In welke sector zou je het liefst werken? ‘Defensie! Mijn moeder heeft dat ook gedaan. Ik zou daar het materieel willen onderhouden en repareren. En naar het buitenland uitgezonden worden lijkt me geen straf.’ Hoe komt het dat jij op deze jonge leeftijd al zo goed weet wat je wilt worden? ‘Van jongs af aan ging ik met mijn vader mee naar zijn werk bij een loonbedrijf. Ik deed kleine klusjes. Toen bij een grote reparatie eens een expert van buitenaf werd geroepen, mocht ik van hem een stukje lassen. Deze man was ervan onder de indruk dat een twaalf jarige die moeilijke hechtlas in een keer goed deed. Dat heeft me gemotiveerd.’ Meiden van jouw leeftijd hebben meestal niet veel interesse in techniek. Is dat niet lastig? ‘Ik ben niet anders gewend. Op de basisschool speelden mijn vriendinnen met Barbies, ik speelde samen met de jongens met auto’s. Niemand vond dat gek. En nog steeds vinden mijn vriendinnen mijn technische knobbel wel grappig.’ Je zit nu op het vmbo, richting techniek en economie. Wat wordt je volgende stap? ‘Ik ben bij het roc metaal- en autotechniek gaan kijken met mijn ouders. Dat past wel bij me. Het is interessant hoe je met verschillende materialen iets moois en sterks kunt maken. En het blijft steeds een uitdaging om te kijken hoe je iets kunt repareren of verbeteren. De techniek en het ambacht, daar draait het om.’ 6 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Vliegensvlug met de auto Het lijkt een scène uit een sciencefictionfilm: men verplaatst zich met vliegende auto’s. Maar als het aan Terrafugia ligt, beginnen we er nu mee. Sinds 2006 werkt het Amerikaanse bedrijf Terrafugia aan een vliegende auto. De oprichters van het bedrijf, afkomstig van het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology, willen vliegen veiliger, makkelijker en laagdrempeliger maken. Na verschillende fases is nu voor het eerst in de geschiedenis een betrouwbaar vliegende auto gebouwd: de Transition. De Amerikaanse Federal Aviation Administration heeft de Transition al toestemming gegeven om te vliegen. Rijden én vliegen De vleugels van deze tweezitter worden in de auto geklapt en binnen een minuut kan hij omschakelen van de rij- naar de vlieg stand. Een enkele, zuinige motor levert honderd pk aan de wielen of de propellers. Transition legt vluchten van maximaal 660 kilometer af met een maximale snelheid van 160 kilometer per uur. De veilig heid is gewaarborgd door een parachute die het hele voertuig kan tillen. Vanaf het vliegveld rij je simpelweg over de weg naar huis en je kunt eenvoudig parkeren in je garage. Oh ja, de prijs is meer dan 200.000 euro. Met z’n vieren Terrafugia werkt momenteel aan een nieuw concept: TF-X. Deze zal verticaal opstijgen en landen en vier personen kunnen vervoeren, en moet een hybride aandrijving hebben. Het duurt nog wel even voordat we ermee de lucht in kunnen: TF-X zal pas in 2021 op de markt komen. Kijk op www.terrafugia.com voor meer informatie. Ook kun je je hier aanmelden om te investeren en zo betrokken blijven bij het bijzondere project. Toppers van Philips De gloeilamp en de tv zijn bekende uitvindingen van Philips. Maar er is meer. Op de tentoonstelling 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research in Museum Boerhaave in Leiden zijn allerlei bijzondere Philips-innovaties te bewonderen. Conservator Ad Maas laat ons er alvast een paar zien. Prototype Pinkeltje Speciaal voor de lancering van de cd-speler vond Philips een partner in Sony. Normaal elkaars concurrent, nu zouden ze samen de markt gaan veroveren. Pinkeltje is de naam van een prototype uit eind jaren zeventig, en daarmee de eerste cd-speler. De cd’s zoals Philips ze had bedacht bevatten een uur aan geluid, maar een baas van Sony wilde er ook zijn stempel op drukken en eiste dat zijn favoriete uitvoering van de Negende Symfonie van Beethoven op één schijfje paste. Dus werd het ontwerp aangepast naar een schijf van 74 minuten. De kleinere cd is ook te zien op de tentoonstelling. Lezersactie KNIP UIT DIE BON! GRATIS naar museum Boerhaave met Metaaljournaal t meer dan vijf eeuwen Museum Boerhaave in Leiden toon . Nu te zien in het museum: innovatie in wetenschap en techniek jaar uitvindingen, made 100 elling onst de interessante tento kslaboratorium van Philips, by Philips Research. Het onderzoe en heeft als doel op eigen had ab, NatL ook wel bekend als het ikkelen, patenten te verkrijgen kracht nieuwe technologie te ontw n. De tentoonstelling laat ucte en deze toe te passen in prod zien op het gebied van radio, lab het van s vatie inno belangrijke r. Er is ook aandacht voor mee röntgen, verlichting en nog veel interactief lichtvlak een t staa Er gie. nolo de nieuwste tech bronnen in de tentoon licht dat reageert op bewegingen. En de extra digitale voor en zorg die s, light t stelling zijn intelligen s. eker informatie op de tablets van de bezo Museum Boerhaave en Lange St. Agnietenstraat 10, Leid l ve.n rhaa boe www.museum Testkijken Tussen 1948 en 1951 testte Philips zijn eigen tv. Het bedrijf maakte 75 prototypes en verzorgde drie avonden per week een uitzending. Een select aantal huishoudens in Eindhoven bracht die avonden voor de buis door. Samen met de Parijzenaren waren ze de eerste Europeanen die structureel konden televisiekijken. In 1967 was Nederland ook als eerste aan de beurt toen Philips de kleuren televisie op de Europese markt bracht. Gladjes De Philishave is vanaf het begin een succes geweest, al twijfelde de directie vooraf of het apparaat wel op de markt gebracht moest worden. In Amerika schoren mannen zich al jaren met een apparaat met op-en-neergaande mesjes. Philips bedacht in de jaren vlak voor de oorlog de rondgaande kop, geïnspireerd op een dynamo. Pas toen een Philips-topman zelf ging testen – de ene kant van het gezicht met een standaard elektrisch scheerapparaat en de andere met de nieuwe Philishave – werd besloten het apparaat te lanceren. Het was direct een stabiele moneymaker. Bon! ✃ bewijs voor gratis toegang voor maximaal 4 personen TOEGANGSBEWIJS. KNIP UIT EN NEEM MEE ALS eum Boerhaave voor Deze bon biedt gratis entree bij mus 9,50 p.p.) en 2 kinderen € aal (norm maximaal 2 volwassenen en met 30 mei 2014. tot t (normaal € 4,50 p.p.). De actie loop ve.nl voor de rhaa boe eum .mus www Check de website exacte openingstijden. METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 7 Vooraf ‘Bedrijven doen er goed aan om in plaats van instructies – doe dit, maak dat – juist meer begeleiding te bieden’ 8 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 ‘Vakmanschap alleen is niet meer genoeg’ We horen het overal: onze branche gaat ingrijpend veranderen door oprukkende vergrijzing en snelle technologische ontwikkelingen. Maar hoe kijken bedrijven zélf tegen de toekomst aan? Organisatieadviseur Wilmar Folmer deed er onderzoek naar. tekst annemiek de gier foto’s hans van den heuvel Waarom hebt u dit onderzoek gedaan? ‘De opdracht kwam vanuit de Koninklijke Metaalunie en OOM. Men vroeg zich af: klopt dat sombere toekomst perspectief wel, waarin we afstevenen op een enorm tekort aan vakkrachten door de vergrijzing en de geringe belangstelling van jongeren voor techniek? Heeft dat niet wat nuancering nodig? Het idee was om met een aantal bedrijven in gesprek te gaan over dit onderwerp. Uiteindelijk heb ik er 24 bezocht, en daar is een interes sant beeld uitgekomen dat ik heb samengevat in het rapport De metaalmedewerker van morgen.’ Kunt u iets vertellen over de veranderingen die de branche te wachten staan? ‘Ten eerste is er de vergrijzing. Ik vond het opvallend om te merken dat veel werkgevers de vergrijzing niet als een issue zien. Bij kleinere bedrijven gaat het vaak om maar enkele medewerkers, waardoor het probleem op microniveau overzichtelijk lijkt. Maar ik denk dat ze het onderschatten, uiteindelijk krijgen alle bedrijven onherroepelijk te maken met de krapte op de arbeids markt. Daarnaast gaat de technologische ontwikkeling de komende jaren keihard door. Er komt meer vraag naar complexere producten, naar kleine series en naar maat werk. Wat we ook zien, is dat meerdere technieken gaan worden gecombineerd in één machine. Van de metaal bewerkers vraagt dit naast vakmanschap om zelfstandig heid en analyserend en probleemoplossend vermogen.’ Vakmanschap alleen is niet meer voldoende, stelt u eigenlijk. ‘Inderdaad. Je ziet bijvoorbeeld door de digitalisering dat een deel van de werkvoorbereiding naar de werkvloer verschuift. De verspaner aan de machine krijgt een grote hoeveelheid informatie, die hij zelf moet ordenen en analyseren om tot een werkplan te komen. Dit soort zaken kun je tot op zekere hoogte leren, maar vraagt ook om een bepaald denkniveau. Dan bedoel ik niet per se een hbo-denkniveau, maar wel een plus op het huidige denkniveau.’ Dat is nogal wat, hoe kunnen bedrijven en medewerkers daarmee omgaan? ‘Ik zie vaak dat bedrijven vooral focussen op het vak manschap, en dat de opleidingen die medewerkers doen daarop aansluiten. Men denkt dat zaken als zelf standig werken en analyserend vermogen soft skills zijn, maar eigenlijk zijn het hard skills: je kunt ze niet meer los zien van de techniek. Zittende technici zullen zich moeten doorontwikkelen op dit vlak, en dat gaat niet vanzelf. Ik zou bedrijven en onderwijsinstellingen dus dringend willen adviseren om meer aandacht te besteden aan deze competenties, door ze bijvoorbeeld te integreren in de technische bijscholingen. Daarnaast is het ook een kwestie van cultuur: ondernemers doen er goed aan om mensen te laten meedenken over producten en processen, en om in plaats van instructies – doe dit, maak dat – juist meer begeleiding te bieden.’ Bedrijven klagen nog weleens over de kwaliteit van het beroepsonderwijs, ligt ook daar een uitdaging? ‘Ja, jongeren worden te conventioneel opgeleid. En dat terwijl ze opgroeien in een digitaal tijdperk. Belangrijk is dat de docenten van het beroepsonderwijs voldoende op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het bedrijfsleven voor wat betreft toegepaste technieken, processen en producten. Daarnaast zullen scholen zich bij het aantrekken van leerlingen ook moeten gaan richten op mensen met een hoger denkniveau.’ Klinkt logisch. Hoe gaan we dit op de agenda krijgen, zodat het ook daadwerkelijk gebeurt? ‘Tijdens mijn gesprekken met de bedrijven merkte ik dat ze vaak best een goede visie hebben op de toekomst, maar dat ze door de productiedruk weinig tijd hebben er iets mee te doen. Echter, door in gesprek te zijn, ontstond al snel enthousiasme. Volgens mij is het dus vooral zaak om bedrijven een sparringpartner te bie den, zodat ze er niet alleen voor staan. Wat betreft het onderwijs denk ik dat er nadrukkelijk meer tijd moet worden vrijgemaakt om de beroepsopleidingen tegen het licht te houden. Je hoeft heus niet meteen de hele opleiding om te gooien, het is de kunst om de nieuwe normen erin te integreren. En nee, we moeten niet te lang wachten, maar liefst aanstaande maandag beginnen.’ ❚ Lees het volledige rapport De metaalmedewerker van morgen op www.oom.nl/downloads METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 9 In Beeld Als we nu eens wisten wat de toekomst ons zou brengen. Dat zou dingen als ondernemerschap en loopbaanplanning een stuk makkelijker maken. Je kunt je natuurlijk verdiepen in de stand van de sterren, óf eens rustig lezen wat de toekomstdeskundigen erover te zeggen hebben. GLA ZEN BOL tekst marleen kamminga foto’s mark van der zouw oe zorg je ervoor dat je als werknemer of ondernemer de H komende tien, vijftien jaar je geld kunt blijven verdienen? Daar kan dr. Patrick van der Duin ons meer over vertellen. Als toekomstonder zoeker aan de TU Delft en aan de Fontys Hogeschool Tilburg doet hij onderzoek naar de manier waarop organisaties en individuen zich oriënteren op de toekomst en wat ze doen met hun bevindingen. Dat is heel verschillend. Van der Duin: ‘Een grote, internationale organisatie als Shell kijkt een paar decennia vooruit. Zij zijn zo groot dat ze niet zomaar van koers kunnen veranderen. Maar een klein IT-bedrijf bijvoorbeeld richt zich meer op de korte termijn: waar staan we over een jaar of drie, vier? Logisch, want de informatie technologie maakt zulke grote sprongen dat je niet verder vooruit kúnt kijken.’ KIJK OM JE HEEN Toekomstonderzoek is een bijzonder vakgebied, want hoe onderzoek je iets wat er nog niet is? De weten schapper legt uit dat daar vooral 10 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 kennis over het heden aan te pas komt, maar ook de nodige creativiteit. ‘Je kunt bijvoorbeeld voorspellingen doen over ontwikkelingen door goed te analyseren wat er in je om geving gebeurt. Wat denken je mede werkers, wat doen je concurrenten, welke marktontwikkelingen zie je, wat gebeurt er in de techniek? Daar naast kun je de toekomst verkennen door verschillende mogelijkheden uit te werken: wat als dit, wat als dat? Je kunt ook uitgaan van je eigen wensen: zet een stip op de horizon en bedenk welke stappen je moet zetten om daar te komen.’ Vaak gebruiken organisaties een combinatie van deze methoden om zich een beeld te vormen van de toekomst en te bepalen welke koers zij daar zelf in willen uitzetten. GEEN MAGISCHE KNOP Organisaties kunnen tijd, geld en deskundigen als Patrick van der Duin inzetten om de toekomst te verkennen en daar plannen op te ontwikkelen. Maar hoe doe je dat als werknemer? ‘Er is helaas geen magische knop voor kijken naar je toekomst’, zegt Van der Duin. 'Maar je kunt wel ruimte en tijd inbouwen om na te denken over wat je doet en wilt. Ieder mens heeft het vermogen om vooruit te kijken en om bij zichzelf te denken: ‘wat als... ?’ Als je dat niet doet, kun je morgen opeens ontdekken dat je op een doodlopend spoor zit.’ Tips? ‘Let goed op veranderingen in en rond je vakgebied. Sta regelmatig stil bij de vraag waar je over een paar jaar wilt zijn: als je daar wilt aankomen, moet je er nu al stappen voor zetten.’ Zelf gaat de toekomstonderzoeker elk jaar wel een keer op cursus: ‘Ik wil me blijven ontwikkelen en meebewegen met de tijd, want de wereld staat niet stil.’ ❚ TOM VERHEIJEN directeur innovatieadviesbureau Neo Fumane ‘Minder in de werkplaats, meer in de controlekamer’ ‘Additive manufacturing, ook wel 3D-printen genoemd, gaat de komende jaren een grote vlucht nemen in de maakindustrie’, weet innovatietechnoloog Tom Verheijen. ‘Daar is iedereen het wel over eens. Hoe snel die omslag komt, hangt samen met andere ontwikkelingen: denk aan (3D-)scantechnieken, maar ook aan juridische kaders op het gebied van intellectueel eigendom.’ Volgens Verheijen betekent de opkomst van additive manufacturing in de metaalindustrie onder meer dat er minder verschillende machines nodig zijn voor bewerkingen. ‘Vakmanschap neemt andere vormen aan. Machines worden eenvoudiger, maar systemen en materialen complexer. Dus brengt de toekomstige metaalbewerker minder tijd in de werkplaats door en meer tijd in de controlekamer.’ Materiaalkennis en expertise in ontwerpen en bewerken blijven volgens Verheijen van belang: ‘Misschien nog wel meer dan nu. De technologische mogelijkheden en de ontwerpvrijheid nemen toe en dat maakt het werk interessanter.’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 11 In Beeld DAAN MAATMAN programmaleider Technologie bij Hiteq, expertisecentrum voor technisch vakmanschap in de toekomst ‘Jongeren die nu voor de keuze staan, moeten zich ervan bewust zijn dat metaal als materiaal zijn langste tijd wel heeft gehad’, laat Daan Maatman onomwonden weten. ‘De industrie maakt steeds meer gebruik van composieten. In de scheepvaart, de luchtvaart en de automotive is de opmars ervan al onstuitbaar. Dat zal de komende jaren alleen maar toenemen.’ Hij legt uit waarom composieten – kunststoffen van vezels en hars – de toekomst hebben: ‘Je kunt oneindig veel combinaties maken in de samenstelling, zodat je per toepassing precies de gewenste eigenschappen kunt selecteren.’ Werk je al in de metaalsector, dan zijn er allerlei kansen: voorlopig zijn er tekorten te verwachten op de arbeidsmarkt. En daarna? ‘Nu ligt alles een beetje stil vanwege de recessie, maar ik verwacht dat de industrie binnen afzienbare tijd opleidingen initieert in het bewerken en verwerken van composieten. Als metaalbewerker is je kennis van bewerkings- en verwerkings techniek dan een pre.’ ‘Composieten hebben de toekomst’ 12 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 FRANS MEIJERS ‘Meer aandacht voor persoonlijke competenties’ loopbaandeskundige bij Meijers Advies & Onderzoek ‘Beroepseisen voor vakmensen worden steeds vager. Dat komt door de dynamiek van de markt en de razend snelle technische ontwikkelingen. Producten hebben een korte cyclus, voor je het weet is er weer iets nieuws.’ Pure vakkennis blijft volgens Meijers wel een rol spelen, maar het valt niet goed te voorspellen welke. ‘Tegelijkertijd zie je dat producten vaker tot stand komen door samenwerking tussen verschillende vakdisciplines. Daarmee worden sociale en communicatieve vaardig heden steeds belangrijker voor vakmensen.’ Terwijl het belang van (veranderlijke) vakcompetenties afneemt, worden persoonlijke competenties onmisbaar: ‘Kun je goed samenwerken en in gesprek gaan over je werk? Hoe flexibel en zelfstandig ben je? Heb je inzicht in je eigen sterke en zwakke kanten?’ Bij opleidingen ziet Meijers langzaam het besef groeien dat deze competen ties meer aandacht nodig hebben: ‘Bijvoorbeeld door leerlingen uit verschillende vakgebieden met elkaar een praktijkprobleem aan te laten pakken.’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 13 In Beeld ‘Deel je specialistische kennis’ PROF. DR. VANESSA EVERS hoogleraar Human Media Interaction aan de Universiteit Twente ‘Robots en intelligente systemen gaan steeds meer deel uitmaken van onze maatschappij. In fabrieken werden robots voorheen vooral ingezet om gestructureerde taken uit te voeren aan de lopende band. De komende jaren zullen ze steeds meer ‘uit de kooi’ komen om – in samenwerking met mensen – complexere taken op zich te nemen. Dat betekent dat robots ‘socialer’ worden’, legt Evers uit. ‘Robots nemen dus meer taken over, maar creatief denken blijft een typisch menselijke vaardigheid. Onze creativiteit en probleemoplossend vermogen wordt steeds belangrijker in ons werk.’ De techniek komt volgens haar voor steeds complexere vraagstukken te staan en kan die ook sneller oplossen. ‘Vooral door multidisciplinaire teams in te zetten. Zorg dus dat je goed leert omgaan met diversiteit. Vakmensen die hun specialistische kennis graag delen met specialisten uit andere vakgebieden en met andere achtergronden, hebben een voorsprong.’ 14 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Dialoog Ron Jespers (21) werkte vijf jaar geleden als constructiebankwerker bij Van de Mortel in Deurne. Tot een brommerongeluk dat voorgoed onmogelijk maakte. Hij werkt nog steeds bij het bedrijf, maar nu als werkvoorbereider in opleiding. Over een cursusopdracht mailt hij met zijn werkgever, Joan van de Mortel (49). Ron & Joan 18 maart 2014 / 8:56 Van: Ron Jespers Aan: Joan van de Mortel Verbeteren projectadministratie 18 maart 2014 / 15:41 Van: Joan van de Mortel Aan: Ron Jespers Re: Verbeteren projectadministratie Goeiemorgen Joan, Dag Ron, Voor mijn opleiding werkvoorbereider fabricage aan het Summa College in Eindhoven moet ik komende zomer een verbeterproject in ons bedrijf opstarten. Ik denk eraan om in het kader daarvan op zoek te gaan naar een nieuw systeem voor onze projectadministratie. Naar mijn mening kan die veel efficiënter. Het programma dat we nu gebruiken, is gedateerd. Het kost ons te veel tijd om dezelfde gegevens steeds opnieuw in te voeren. Ik kan bekijken wat voor softwareprogramma’s er ontwikkeld zijn op het gebied van projectadministratie. Ik kan uitzoeken wat de kosten zijn van een dergelijk systeem en berekenen wat het oplevert. Je weet: ik heb in 2006 van mijn hobby – metaal bewerking – mijn beroep gemaakt en nu ben ik opeens manager. Het gaat heel goed met het bedrijf, maar ik heb regelmatig te veel op mijn bordje. Die projectadministratie is me al lang een doorn in het oog, maar het ontbreekt me gewoonweg aan tijd om er iets aan te doen. Ik ben dan ook heel blij met je voorstel. Het gebeurt wel dat we per maand honderd offertes en orders inklappen. Als dat sneller en makkelijker kan, scheelt dat veel tijd. Dus ik zeg: Doen! Binnenkort wil ik beginnen met het schrijven van een opzet en een plan van aanpak, zodat ik na de zomervakantie meteen aan de slag kan. Het lijkt me leuk om iets te doen waar het bedrijf echt wat aan heeft. En nu we zo hard aan het groeien zijn, denk ik dat we onze tijd zo optimaal mogelijk moeten benutten. Zie jij iets in mijn voorstel? Succes met het opzetje en het plan van aanpak, Joan P.S. Misschien kunnen we eens automatiserings bedrijven uitnodigen om te vragen welke systemen er zijn op dit gebied. En mocht je extra tijd nodig hebben: onze nieuwe stagiair Stefan, van de opleiding middenkader technicus engineering mechatronica, kan eventueel wat werkzaamheden van je overnemen. Groetjes, Ron METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 15 Thema De wereld op z’n kop Elke achttien maanden verdubbelt de snelheid van een processor, voorspelde Gordon Moore in 1965. Hij blijkt gelijk te hebben: nog altijd groeien computers razendsnel in processorkracht. Deze ontwikkeling zal – samen met een aantal andere – veel invloed hebben op onze branche en op ons werk. Welke invloed precies, daarover filosoferen Yuri van Geest (trendwatcher) en André van der Leest (beleidssecretaris Koninklijke Metaalunie). tekst annemiek de gier foto's frank poppelaars Yuri van Geest André van der Leest trendwatcher beleidssecretaris Koninklijke Metaalunie et gaat hard. Heel hard. Wie had er tien jaar geleden gehoord van H lasrobots, van drones, van 3D- of 4D-printing? Laat staan dat iemand op het idee zou zijn gekomen dat deze technologieën de toekomst van de metaalbewerkingsbranche sterk zouden gaan bepalen. Dat ons werk ingrijpend gaat veranderen, is zeker, stelt André van der Leest. Hij zet zich als beleidssecretaris Onderwijszaken bij de Koninklijke Metaalunie op een bevlogen manier in voor een 16 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 project dat metaalbedrijven bewust moet maken van het feit dat ze snel mee moeten in de ontwikkelingen, omdat ze anders de boot missen. ‘Nu zijn veel metaalbedrijven nog plekken met lawaai, oliegeur, een sfeer van logistiek en toeleverancier schap’, zegt Van der Leest. ‘Over niet al te lange tijd zullen het clean rooms zijn, met robots en andere, snel vervangbare vormen van pro ductiemachines. Mensen werken zowel binnen als buiten het bedrijf Willem Böttger directeur innovatie bij NPSP Composieten in Haarlem ‘Metaal- en composietbedrijven zouden moeten samenwerken’ ‘Er zijn niet zo veel composietbedrijven in Nederland. Ik schat zo’n driehonderd, waaronder vele kleinere. Wij hebben acht tien medewerkers en leveren duurzame, vezelversterkte kunststoffen voor bouw, design, mobiliteit en industrie. Onder andere de neus van de Koplopertrein komt bij ons vandaan, de ANWB-paddenstoel, maar bijvoorbeeld ook buitenmeubilair en het dragende frame van scooters. Het mooie aan composieten is dat ze sterk en stijf zijn, vormvrij en maatvast, weer- en waterbestendig en lichtgewicht. En ze hebben een lange levensduur. Composieten zijn heel geschikt voor zelf dragende constructies en door relatief lage investeringskosten en efficiënte serieproductie zijn ook grootschalige toe passingen eenvoudig te realiseren. Wist je dat vliegtuigen al voor negentig procent uit composiet bestaan, en dat treinen ook die kant op gaan? Je zou zeggen dat wij een concurrent vormen voor de metaalbranche, maar zo zie ik het niet. Het gaat erom dat je het product levert dat aansluit bij wat een klant nodig heeft. Soms zul je daar voor composiet gebruiken en soms metaal. Door samen te werken, verzorg je uiteindelijk de beste oplossing. Nee, wij werken nog niet samen met een metaalbedrijf. Maar dat zou ik best willen. De staalbranche is zeer professioneel, daar kunnen wij veel van leren. Dus als een metaalbedrijf zich aangesproken voelt na het lezen van dit stuk, neem vooral contact op.’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 17 Thema Ronny Moors directeur operations bij KMWE Components in Eindhoven ‘Dankzij onze robots kunnen we blijven concurreren’ ‘KMWE is toeleverancier en partner voor de hightech machinebouw en aerospace. De afgelopen jaren hebben wij voor onze divisie Components geïnvesteerd in zes robots, die nu gezamenlijk dertien verspaningsmachines aansturen. Ze doen de volledige product- en gereedschaps handling. Voor ons zijn de robots een uitkomst. Willen we blijven concurreren met bedrijven in Azië en Oost-Europa, dan moeten we 24 uur per dag kunnen draaien. Dit in combinatie met het feit dat het vinden van goede vakmensen in onze regio moeilijk is, heeft ons doen besluiten om voor auto matisering te kiezen. Hoe ze hun werk doen? Prima. Als alles goed is ingesteld voeren ze repeterende bewegingen uit en loopt het productieproces vrijwel foutloos. Onze medewerkers zijn ook blij, want de robots kunnen bijvoorbeeld zware dingen tillen die men vroeger zelf moest sjouwen. Het is overigens niet zo dat met de komst van de robots minder mensen nodig zijn. Wel vraagt deze manier van werken om een hoger denkniveau: medewerkers moesten bijvoorbeeld leren programmeren en hebben daarvoor allerlei interne en externe trainingen gedaan. Onze output is de afgelopen drie jaar met vijfentwintig procent toegenomen en onze omzet met veertig procent. Dat mooie resultaat hadden we nooit gehaald zonder de robots.’ Wet van Moore Gordon E. Moore, een van de oprichters van chipfabrikant Intel, stelde in de jaren zestig dat het aantal transistors dat op een chip kan worden geplaatst elke achttien maanden zou verdubbelen. Dit houdt in dat ook de capaciteit van de processor elke anderhalf jaar verdubbelt. Tot nu toe heeft Moore gelijk gekregen. Dit principe staat bekend als de Wet van Moore. 18 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 en delen kennis en toepassingen in een netwerk met andere metaal bedrijven.’ Van der Leest is niet de enige die een snelle technologische groei voorziet. Yuri van Geest is de Nederlandse ambassadeur van de Singularity University – een inter nationale universiteit die betoogt dat exponentiële groei van technologie de komende jaren onze industrie, bedrijven en levens radicaal op zijn kop gaat zetten (singulariteit). ‘In alle sectoren zal ontwrichting plaatsvinden’, vertelt Van Geest. ‘Niet alleen op het gebied van strategie, maar juist ook als het gaat om producten en de manier waarop be drijven zijn georganiseerd. Dit soort grote veranderingen hebben we de afgelopen twintig jaar gezien bij boeken, muziek, video, tv en games, vooral door de opkomst van internet, smartphones en sociale media. Op dit moment zijn onderwijs en zorg aan de beurt, daarna volgen onder andere de financiële wereld, vast goed, energie, sport, automotive, industrie en de overheid.’ Van Geest voorspelt dat de wereld zal open breken: mensen gaan steeds meer zelf produceren, nieuwe collectieven opzetten en samen producten en diensten aanbieden, van onderaf. ‘Alles wordt steeds transparanter, opener en dus eerlijker. Alles wat geen waarde toevoegt, zoals over bodige managementlagen, bureau cratie en ongefundeerde marges, zal verdwijnen. Hiërarchische oplossingen maken plaats voor netwerk- en zelforganiserende modellen. Intern, maar ook naar klanten toe.’ FENOMENAAL Wat zijn nu de grootste, concrete ver anderingen waarmee onze branche te maken krijgt? Volgens Van der Leest zijn dat 3D-printing en robotica als het gaat om processen, en composieten en nanotechnologie waar het materialen betreft. Van Geest noemt daarnaast ook zonne-energie, sensoren, kunst matige intelligentie en biotechnologie (biomaterialen). ‘En daarnaast krijgen we te maken met een keten die volledig transparant opereert, die dynamisch op calamiteiten reageert en die preventief is in plaats van correctief – dus problemen voor komt in plaats van oplost.’ Moderne machines zoals de lasrobot worden inmiddels in een aantal metaal bedrijven al ingezet, maar volgens Van der Leest is dat nog maar het begin. ‘Op internet kun je filmpjes bekijken van waar robots nu al toe in staat zijn. Dat is fenomenaal: ze kunnen stappen, klimmen, op hoge snelheid rennen, gereedschap aangeven. Door zelflerend vermogen verfijnen de toepassingen zich steeds verder.’ Ook op het gebied van nanotechnologie zijn al diverse interessante toepassingen op Youtube te bekijken, zo is er bijvoor beeld een filmpje van een auto die in staat is de dode hoek te projecteren in het interieur, zodat die voor de bestuurder zichtbaar is. Er bestaan ook al coatings die energie opwekken en die zonnepanelen, windmolens en centrales op termijn overbodig kunnen maken. Van der Leest: ‘Ook al staan deze technologieën misschien nog in de kinderschoenen, het duurt niet lang meer voordat we er niet meer omheen kunnen. De nieuwe verkeersbrug over de A27 bij Lunetten is bijvoorbeeld voor een groot deel van composiet, terwijl deze vroeger geheel van metaal zou worden gemaakt en zeven keer zo veel zou wegen. En rollen er nu nog vooral kleine projecten uit de 3D-printer, straks zijn dat complete onderdelen van bijvoorbeeld turbines en motoren.’ Natuurlijk is er al een aantal bedrijven dat zich bewust is van wat eraan zit te komen en daar ook op inspeelt. Maar het overgrote deel is totaal niet met de toekomst bezig. Van der Leest: ‘Voor veel bedrijven bestaat innoveren uit het kopen van de nieuwste ‘De wereld zal openbreken: mensen gaan steeds meer zelf produceren, nieuwe collectieven opzetten en samen producten en diensten aanbieden’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 19 Thema machines plus bijbehorende training. Maar wie nu bijvoorbeeld investeert in hogesnelheidsfrezen, kan zich beter afvragen of er over vijf jaar nog wel wordt gefreesd. Ik maak me hier zorgen over, al wil ik ook niet per se stellen dat metaalbedrijven een probleem hebben: ze kunnen verder komen, onder andere met hulp van het kenniscentrum voor innovatieve technologieën dat wij aan het op zetten zijn. We bieden kennis, training en assistentie bij pilots, in samenwerking met hogescholen en universiteiten. Ook is het een goed idee als OOM zijn kennisavonden gaat benutten voor thematische workshops.’ VALKUILEN EN KANSEN Volgens Van Geest is singulariteit, net als elke revolutie, een kans en een bedreiging tegelijk, afhankelijk van hoe men ermee omgaat. Doe je als bedrijf niets of reageer je te traag, dan heb je al snel een groot probleem. ‘Het is een valkuil de exponentiële groei te onderschatten, vast te houden aan oude manieren van denken, organiseren en handelen’, zegt Van Geest. ‘Maar er zijn ook kansen, als je nieuwe technologieën en organisatiemodellen tijdig omarmt, proactief bent en durft te experimenteren en te leren.’ Van Geest ziet de maakindustrie over vijfentwintig jaar als grotendeels ge automatiseerd met robots, sensoren en kunstmatige intelligentie. Duur zaamheid zal in alle facetten van de bedrijfsvoering zijn ingebed. Mensen hebben thuis 3D/4D-printers die ook complexe goederen in korte tijd kunnen fabriceren. ‘De vraag zal rijzen wat dan überhaupt het onderscheidend vermogen van ‘klassieke’ fabrieken zal zijn. En of vakmanschap nog nodig zal zijn.’ Volgens Van der Leest hangt het er bij die laatste vraag van af hoe je vakmanschap definieert. ‘Steeds nieuwe dingen leren is ook vak manschap’, zegt hij. ‘Jongeren specialiseren zich straks niet meer in een beroep, maar in verschillende technische leefwerelden zoals voeding en vitaliteit, mobiliteit en ruimte of water, energie en natuur. Hoe de wereld er in de toekomst precies zal uitzien weet niemand – het enige constante is de verandering.’ ❚ ‘Wie nu investeert in hogesnelheids frezen, kan zich beter afvragen of er over vijf jaar nog wel wordt gefreesd’ Singularity University Singularity University is opgericht in 2009 in Sillicon Valley (VS). Op deze prestigieuze universiteit worden alleen de allerslimste studenten aangenomen om samen met wetenschappers, filantropen en ondernemers aan de toekomst te werken. Doel is innovatie en techniek naar een hoger niveau brengen en wel zo snel mogelijk. Singularity University werkt onder meer nauw samen met bedrijven als NASA en Google. Singularity University gelooft dat het combineren van exponentieel groeiende technologieën alle grote, mondiale problemen kan oplossen. Bovendien zullen mens en technologie steeds meer een worden, totdat ze op een bepaald punt niet meer te onderscheiden zijn. Dit proces wordt technologische singulariteit genoemd: uiteindelijk overstijgt de kennis van computers die van de mens. www.singularityuniversity.nl 20 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 John Hagelaars directeur van Machinefabriek De Valk in Valkenswaard ‘3D-printen gaat een grote vlucht nemen’ ‘Drie jaar geleden vond ik 3D-printen al een razend interessante ontwikkeling. Maar omdat het nog in de kinder schoenen stond, was het te risicovol om zomaar een printer te kopen en ermee aan de slag te gaan. Tot ik vorig jaar werd benaderd door Daan Kersten van AddLab, die een collectief van bedrijven wilde starten om uit te zoeken wat we met deze nieuwe techniek zouden kunnen. Samen met nog vijf andere bedrijven uit de regio hebben wij geld ingelegd en daarvan zijn twee printers met bijbehorende scanners en software aangeschaft. We zitten nu in de testfase en printen allerlei onderdelen van rvs en titanium. Onder andere beugels, onder delen met afwijkende vormen en delen van fietsframes, maar ook producten voor kunstenaars. We besteden erg veel tijd aan cursussen en materiaal onderzoek. We kopen namelijk poeder in en dat smelten we, dus eigenlijk zijn we bezig met het maken van eigen materiaal. Voordat we daarvan honderd procent betrouwbare onderdelen kunnen leveren, zal het eerst door een ISO-normering moeten. Dat 3D-printen een grote vlucht gaat nemen, weet ik zeker. Klanten moeten er misschien nog aan wennen, maar het mooie is dat deze techniek geen geometrische beperkingen meer heeft en bovendien schoon en duurzaam is. Poeder is prijzig, maar je verspilt maar zo’n drie procent van je materiaal. Bij regulier draaien en frezen is dat soms wel tachtig procent.’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 21 Hoe werkt... Hoe werkt… de 3D-metaalprinter? Na de uitvinding van de stoommachine in de negentiende eeuw en de computer in de twintigste, lijkt het 3D-printen opnieuw voor een revolutie in de industrie te gaan zorgen. Maar hoe gaat dat nou precies, printen in metaal? tekst annemarie vestering illustraties dik klut Toevoegen in plaats van weghalen Waar traditionele bewerkingstechnieken zoals frezen, draaien of boren materiaal verwijderen, voegt 3D-printen juist iets toe. Daarom wordt het een additief productie proces genoemd (addere = Latijn voor toevoegen), of — in het Engels — additive manufacturing (AM). De technieken De meest gebruikte technieken op dit moment zijn selective laser melting (SLM) en electron beam melting (EBM). Beide zijn gebaseerd op het gebruik van metaalpoeder, waarvan telkens een laagje wordt gesmolten. Het grootste verschil is de energiebron; SLM maakt gebruikt van een laser (licht) en EBM van een elektronenbundel voor de versmelting van metaalpoeders. Computer Het model wordt digitaal in 3D getekend (CAD). De tekening wordt vervolgens in lagen 2D-patronen - opgedeeld (gesliced). Al toegepast door • Lucht- en ruimtevaartindustrie (gastubines, scharnieren, et cetera); • Automotive industrie (cilinderkoppen, interieurdelen); • Medische industrie (implantaten, medische gereedschappen); • Defensie (Mobile Parts Hospitals); • Machinefabrieken; • Sieradenmakers. Bouwplatform Oproep! Heb jij ook een bijzondere machine in je werkplaats die je in Metaaljournaal wilt laten zien? Mail naar: [email protected]. 22 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Het bouwplatform zakt een laagdikte en de roller of rakel legt een laag metaalpoeder neer, waarin de laser een 2D-patroon smelt. Zo wordt het 3D-model laagje voor laagje opgebouwd. Opvangcontainer voor metaalpoeder 95% van het resterende poeder wordt hergebruikt. Laserstraal Spiegeltjes op de x- en de y-as sturen de laserstraal naar de juiste positie. Bouwkamer (doorgaans 250 x 250 x 250 mm) De bouwkamer heeft een beschermende atmosfeer om oxidatie te voorkomen. Het printen van een dergelijke 50 mm hoge kegel duurt ongeveer 5 uur. Soms is nabewerking nodig, zoals spanningsarm gloeien, CNC-frezen of stralen. De voordelen • Grote vormvrijheid; bijna alle ontwerpen kunnen met een 3D-printer worden gerealiseerd. • Lichtgewicht construeren; door de grote vormvrijheid kunnen bijvoorbeeld honingraatstructuren worden geprint die stijf en sterk zijn en tegelijkertijd ook licht. • De mogelijkheid om functionaliteiten te integreren; daardoor is assemblage niet nodig en kunnen voor werpen worden geproduceerd met minder deelnaden waardoor ook de bedrijfszekerheid stijgt. • Minder materiaal en energie nodig dan bij conventionele bewerkingstechnieken. • De mogelijkheid om in lage volumes te produceren. • De mogelijkheid om decentraal te produceren. • De mogelijkheid om on demand producten te maken, waardoor minder voorraad nodig is. De nadelen • De technologie staat nog in de kinderschoenen. Het kost veel tijd, moeite en geld om voorwerpen in metaal te printen en het resultaat valt soms nog tegen (bijvoorbeeld reproduceerbaarheid). • De kennis over 3D-metaalprinten is gelimiteerd en goed beschermd. Daardoor leren weinig bedrijven ontwerpen voor 3D-printen. Roller/Rakel Een roller of rakel legt een dunne laag metaalpoeder over het bouwplatform. Container met metaalpoeder Met dank aan 3D-printexpert Hans van Toor ( [email protected]) en Additive Industries (www.additiveindustries.com / www.addlab.com) METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 23 Onderwijs School en bedrijven doen het samen S amen met bedrijven uit de regio verbetert het Schoonhovens College zijn metalektro-opleidingen. De praktijklokalen zijn verbouwd en er is een simulatieomgeving voor mechatronica-opstellingen gerealiseerd. Ook zijn er moderne machines geplaatst, waaronder een lasrobot en een CNC-machine, beschikbaar gesteld door bedrijven. Inmiddels zijn de partijen druk bezig de inhoud van het onderwijs in te vullen. De bedrijven denken mee over het lesprogramma, organiseren gast lessen en trainen docenten in de nieuwste technieken. Aan de bijzondere samenwerking tussen het Schoonhovens College en de bedrijven – verenigd in de stichting Vrienden van het Schoonhovens College – ligt een plan ten grondslag dat OOM honoreerde met een aanjaagpremie; een stimuleringssubsidie van € 50.000 voor scholen en bedrijven die structureel samenwerken om het metaalonderwijs in de regio te verbeteren. tekst annemarie vestering foto’s rob overmeer 24 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 ‘Zelf blijf ik zo ook goed op de hoogte’ Ron Okhuyzen Docent metaaltechniek Schoonhovens College ‘Om de beroepspraktijk binnen en buiten de school te versterken, staat er nadrukkelijk in ons schoolplan dat er een verbinding moet zijn met het regionale bedrijfsleven. In 2000 zijn we gestart met de stichting Vrienden van het Schoonhovens College. Inmiddels zijn er ruim honderd bedrijven bij aangesloten. De samenwerking is hecht. Leerlingen komen regelmatig bij de bedrijven over de vloer. Er wor den excursies georganiseerd, maar ook voor praktijkopdrachten gaan ze bij de bedrijven langs. De lijntjes tussen docenten en bedrij ven zijn kort. Ik ben bijvoorbeeld pas met collega-docenten op cur sus geweest bij een van de bedrijven om te leren werken met de lasrobot, die het bedrijf ons beschikbaar heeft gesteld. Gezamenlijk ontwikkelen we een lesmethode. Door de intensieve contacten weet ik precies aan wat voor vakmensen de bedrijven behoefte hebben. Leerlingen krijgen door de regelmatige bezoeken een reëel beeld van de praktijk en kunnen daarom bewust een richting kiezen aan het einde van het vierde jaar. En als docent blijf ik goed op de hoog te van de laatste ontwikkelingen in de metaaltechniek.’ Youri Caron Leerling Schoonhovens College, vmbo-kader, vierde jaar ‘Laatst organiseerde de school weer de jaarlijkse Week van de Techniek. Ik heb toen twee bedrijven bezocht. De werkgevers vroegen of ik belangstelling had om een paar dagen mee te lopen. Een mooie kans, die ik met beide handen heb aangegrepen. In de komende vakantie werk ik een week bij het ene, in de vakantie daarop een week bij het andere bedrijf. Ik bereid me daar nu op voor door op school zo veel mogelijk bezig te zijn met CNC-programmeren. Doordat de school veel contact heeft met bedrijven in de regio, kunnen we er als leerling best vaak binnenkijken. Dat maakt de opleiding leuk en het helpt me om aan het eind van het jaar een vervolgopleiding te kiezen. De bedrijfsbezoeken zetten me ook aan het denken over mijn vervolgopleiding en het bedrijf waar ik later zou willen werken. Ik vind die samenwerking met de bedrijven dus wel verstandig.’ ❚ ‘De bedrijfsbezoeken zetten me aan het denken’ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 25 Cursisten ‘We willen onze producten steeds verbeteren, dus moeten we bijblijven’ 26 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 ‘MAAR WEINIG BEDRIJVEN DOEN HETZELFDE ALS WIJ’ FOCAL Meditech ontwikkelt geavanceerde hulpmiddelen om mensen die afhankelijk zijn van zorg zelfredzamer te maken. Bepaald geen standaardwerk, dus de medewerkers moeten over specifieke kennis beschikken. Daarom volgen zij regelmatig cursussen om op de hoogte te blijven van de nieuwste technische snufjes. tekst marloes de moor foto mark van der zouw uisteren, maken en steeds ver der verbeteren. Dat is het motto L van FOCAL Meditech. ‘Eerst analy seren we het probleem’, vertelt Ans Groenland van personeelszaken FOCAL Meditech. ‘De klant wil bij voorbeeld weer zelfstandig kunnen eten. Vanuit die vraag bedenken wij een oplossing. Onze producten helpen mensen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren. Denk aan dynamische armonder steuningen, persoonlijke robots of eetapparaten.’ Voor het maken van dit soort dingen is specifieke kennis nodig, van bijvoorbeeld elektronica, software engineering en werktuig bouwkunde. ‘Daarnaast is innovatie heel belangrijk, want er zijn maar weinig bedrijven die hetzelfde doen als wij. Onze medewerkers volgen dan ook regelmatig cursussen om bij te blijven.’ TIEN MINUTEN Van links naar rechts op de foto: Dis van der Put, Ans Groenland en Ralf de Jong. Dis en Ralf hebben een armondersteuner in handen die door Ralf werd ontwikkeld. Ralf de Jong (30) is ontwerper op de afdeling Research & Development. Hij volgde de hbo-opleiding werktuig bouwkunde in de richting medische technologie. Daarnaast deed hij cursussen CE-markering, rapid manufacturing en Tensor CadCam. ‘CE-markering – waarin je richtlijnen voor ontwerpen leert – heb ik tijdens mijn opleiding wel gehad, maar ik wilde de cursus toch doen omdat er steeds weer nieuwe richtlijnen bij komen’, vertelt Ralf. Vooral van de cursus Tensor CadCam had hij veel profijt. ‘Ik kan nu heel snel een producttypetekening omzetten naar een prototype. Normaal gesproken moet je zo veel programmaregels schrijven dat je wel drie dagen bezig bent. Nu haal ik dat in tien minuten uit de computer.’ BETER DOCUMENTEREN Ook adaptatietechnicus Dis van der Put (56) ziet het belang in van opleiding en ontwikkeling. Hij gaat binnenkort een cursus documentatie volgen om productbeschrijvingen te kunnen maken. ‘Collega’s zien dan meteen welk schroefje of lagertje zij nodig hebben bij het in elkaar zetten van een product. Ik ben er al mee begonnen, maar een cursus kan mij helpen de productbeschrijving duidelijker en volgens de richtlijnen te maken.’ ❚ METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 27 Reportage Vanuit de lucht Drones (onbemande vliegtuigjes) vallen nu misschien nog in de categorieën leger of gadgets. Maar bedenk je eens wat een geavanceerde drone allemaal zou kunnen. Van infrastructuur inspecteren tot pakketjes aan huis bezorgen en het weer voorspellen. High Eye Unmanned Aviation in Lexmond maakt onbemande helikopters voor commercieel gebruik. ‘Deze markt gaat groot worden, heel groot.’ tekst marcel van engelen foto’s hans van den heuvel 28 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 ‘Er zijn wereldwijd slechts drie of vier bedrijven die soortgelijke helikopters maken’ Op de grond van het voormalige bankfiliaal waarin High Eye is ge vestigd, staan enkele oude modellen van ongeveer een meter lang. Ze ogen als groot speelgoed, maar een van de heli’s maakte tot vorig jaar zogenaamde cannabisvluchten. In opdracht van de politie liet ma ker Jan Verhagen zijn radiografisch bestuurbare helikopter stilhangen boven verdachte panden. Een camera aan de onderzijde detecteerde warmteverschillen. Ook kon de helikopter lucht opzuigen en hennepgeur achterhalen als binnen inderdaad een wietkwekerij bleek aangelegd. Sinds juli mag dit niet meer. Er gelden strenge regels voor het inzetten van onbemande lucht vaartuigen door een bedrijf, vooral boven de bebouwde kom. De in voering van die regels zegt veel over de opkomst van het fenomeen drones, oftewel luchtvaartuigen be stuurd door ingebouwde software of radiosignalen op afstand. Joost de Ruiter (49) is de nieuwe eigenaar en directeur van High Eye. Hij nam vorig jaar het roer over van Jan Verhagen, die 26 jaar als een professioneel lief hebber bouwde aan modelvliegtuigen die ten slotte krachtig genoeg waren METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 29 Reportage om camera’s te tillen. Verhagen bestuurde zijn heli’s behalve voor de politie ook voor producenten van tv-commercials en speelfilms. Onder leiding van De Ruiter richt High Eye zich sinds juli 2013 volledig op het ontwerpen, maken en ver kopen van onbemande helikopters met een automatische piloot. ‘Helikopters – geen vliegtuigen’, zegt De Ruiter. ‘Want vliegtuigen vereisen een start- en landingsbaan, kunnen niet stilhangen in de lucht, vaak niet dichtbij een object komen en evenmin ergens makkelijk omheen manoeuvreren.’ Het vliegen voor tv-producenten en het maken van bijproducten als camera’s laat High Eye tegenwoordig aan anderen over. En van drones spreken ze liever niet, vanwege de associatie met oorlog. Liever gebruiken ze de termen UAV (Unmanned Aerial Vehicle) of RPAS (Remotely Piloted Aircraft System). ZELF UITDOKTEREN Ontwerpen, maken en verkopen zijn voorlopig onlosmakelijk met elkaar verbonden, zegt De Ruiter, terwijl hij de deur opent van de kleine werkkamer met snij-, frees- en boormachines voor de aluminium onderdelen. ‘We moeten alles integreren – frame, elektronica, benzinemotor, autopiloot, rotors, enzovoort. In dit kleine formaat, en met de eisen die wij stellen aan be trouwbaarheid, gewicht en vlucht duur, is dat nooit eerder gedaan.’ De Ruiter vaart hierbij blind op de technische kennis van zijn vier medewerkers, die hij overnam van Jan Verhagen. ‘Ze zijn enorm betrokken. Mijn kracht is dat ik met afstand naar het geheel kijk en bedenk hoe we onze bijzondere kennis rendabel kunnen maken.’ Hoe zeer de industrie nog in de kinderschoenen staat, blijkt uit de concurrentie die High Eye onder vindt. Voor zover bekend bestaan wereldwijd slechts drie of vier be drijven die soortgelijke helikopters maken. Het betekent dat de mede werkers in Lexmond alles zelf moeten uitdokteren. Een groot deel van hun werk bestaat uit research. Ze bellen met mogelijke leveranciers, vragen om referenties, mailen met buiten landse professoren, bezoeken een Duitse fabriek en hebben veel contact met deskundigen van het Nationaal Lucht en Ruimtevaart Laboratorium (NLR), de TU Delft of het European Space Research en Technology Centre (ESTEC) in Noordwijk. ‘We doen niet aan hogere wiskunde,’ zegt De Ruiter. ‘Maar we kunnen de kunst van niemand afkijken. We leren het onszelf, door fouten te maken en het steeds op nieuw te proberen. We moeten alles tot in de puntjes uitzoeken en testen voordat we ons product demonstreren aan klanten.’ Jongste Joost de Ruiter en Esther Hackert ‘We werken aan iets wat minstens zo wijdverspreid kan raken als de pc’ Marijn de Ruit en Machiel Verhagen bereiden een testvlucht voor van de HEF-80 30 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Machiel Verhagen werkt aan de vernieuwing van de HEF-30 medewerker Marijn van de Ruit (24), die op een computer een nieuwe rotorkop zit te ontwerpen, vindt het informele karakter van het bedrijf en het feit dat er veel zelf wordt ‘geknutseld’ juist erg leuk. ‘Mijn collega’s ervaren ook dat ze werken aan iets wat minstens zo wijd verspreid kan raken als de pc’, zegt hij. ‘Dankzij de nieuwe eigenaar hebben we ook nog eens goede financiële mogelijkheden, wat onze werkwijze en eindproducten zeer professioneel maakt.’ Net als collega Esther Hackert (27) is Van de Ruit afkomstig van het vorig jaar failliet verklaarde Maastricht Airlines. Beiden zijn opgeleid als piloot. Van de Ruit: ‘In de dronewereld is een groot gebrek aan kennis over de luchtvaart. De meeste mensen zijn technisch geschoold, afkomstig uit de model bouw. Terwijl de helikopter die wij nu aan het maken zijn niet wezenlijk verschilt van échte, bemande helikopters. Ook die vliegen meestal op de automatische piloot.’ DUBIEUZE AANVRAGEN Op dit moment werkt High Eye hard aan een nieuw model heli, de Airboxer. Deze wordt 2,80 meter lang, kan zestig kilo tillen en maar liefst vijf uur in de lucht blijven. Het prototype moet eind 2014 klaar zijn. Tegelijkertijd zijn de medewerkers bezig met de vernieuwing van een ouder en kleiner model, de HEF-30, die binnen enkele maanden demonstratievluchten moet maken voor potentiële klanten. ‘Met de Airboxer hopen we een leemte te vullen tussen enerzijds de grote militaire drones van meer dan twee honderd kilo en al snel een miljoen euro, en anderzijds de vele kleine modellen die hooguit een uur in de lucht kunnen blijven en maar een paar kilo kunnen dragen’, vertelt Joost de Ruiter. ‘Nu al is de belang stelling voor een krachtige midden maat drone groot. We krijgen via onze website allerlei mailtjes binnen vanuit de hele wereld. Ja, daar zitten soms dubieuze aanvragen tussen, zoals die van een Colombiaan die pakketjes wilde bezorgen en vroeg of onze helikopters buiten het zicht van radars kunnen blijven. Voor ons is het van groot belang met betrouwbare partijen in zee te gaan. We willen voortdurend feedback, zodat we ons product kunnen blijven verbeteren.’ Met twee partijen zijn de contacten zo ver gevorderd dat High Eye van plan is later dit jaar proefvluchten te gaan uitvoeren. Een natuurpark in Zuid-Afrika wil vanuit de lucht stropers in beeld brengen die het op neushoorns High Eye en de Airboxer High Eye BV maakt door software bestuurde helikopters. Het belangrijkste product, de Airboxer, komt waarschijnlijk eind dit jaar op de markt. De helikopter van 2,80 meter lang vliegt op een benzinemotor en moet vijf uur in de lucht kunnen blijven met zestig kilo gewicht. De ‘cockpit’ met vluchtschema blijft aan de grond en staat via radio signalen in verbinding met de drone. Op het grondstation komen ook de beelden binnen van de camera die onder de helikopter hangt. Alleen in noodgevallen kan de grondpiloot ingrijpen. De Airboxer zal in eerste instantie vooral worden ingezet voor inspectie van onbewoond terrein, zoals landbouwgrond, natuur- of windmolen parken. Hij kost naar verwachting een of twee ton in euro’s. Een kleiner model, de HEF-30, zal naar verwachting 25.000 tot 30.000 euro gaan kosten. www.higheye.nl METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 31 Reportage hebben voorzien. En Nederlandse boeren hebben behoefte aan vluchten boven hun land, zodat ze tot op plantniveau kunnen inzoomen om te beoordelen hoe hun gewassen ervoor staan. ‘In eerste instantie richten we ons op onbebouwd terrein’, vertelt De Ruiter. ‘Zoals wildparken, landbouwgronden, oliepijpleidingen of windmolenparken. In de toekomst kunnen onze machines ook boven mensenmassa’s vliegen, bij een voetbalwedstrijd of concert. Of langs de kustlijn voor het opsporen van drenkelingen.’ Maar ook al gaat de technologische ontwikkeling razendsnel, we moeten de mogelijkheden ook weer niet overdrijven, vindt De Ruiter. Begin december zette de Amerikaanse internetwinkel Amazon een filmpje online van de drone Amazon Prime Air, die een pakketje bezorgde in de achtertuin van een klant. Een publiciteitsstunt, voorlopig nog geen realiteit. Het Amerikaanse luchtruim is tot minimaal 2015 gesloten voor elke drone. De Ruiter: ‘Bedenk dat ergens onverwacht een bouwkraan kan staan, of dat er een kind kan spelen in de achtertuin. Er moet eerst een nieuw systeem van ‘rijbewijzen’ en verkeersregels komen. En software die onverwachte elementen kan detecteren en die aangeeft hoe de automatische piloot daarmee moet omgaan.’ MENSENWERK In april verhuist High Eye naar een nieuw bedrijfspand, op een steen worp van het huidige. De Ruiter zou een stagiair kunnen gebruiken, alleen al voor het vergaren van informatie over autopilootsystemen. Met een jaarlijkse productie van vijftig machines denkt hij op termijn 25 medewerkers nodig te hebben. ‘Ontwerpen, onderdelen op maat maken, assembleren, testen en op nieuw afstellen. Het blijft voorlopig mensenwerk. Uit alle contacten die we hebben, merk ik dat Nederland vooroploopt. Er groeit hier een UAVgemeenschap. Ik verwacht dat die op termijn veel banen gaat opleveren.’ De vraag is alleen hoe lang dat nog gaat duren. En ook of bedrijven als High Eye kunnen blijven bestaan, terwijl ze geen enkele omzet halen. ‘Als het langer duurt dan voorzien, kunnen wij andere financiers benaderen. Want dat onze markt uiteindelijk groot gaat worden, daarover twijfelt niemand.’ ❚ Over enkele maanden moet de HEF-30 klaar zijn voor proefvluchten voor potentiële klanten ‘We moeten alles tot in de puntjes uitzoeken en testen voordat we ons product demonstreren aan klanten’ 32 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Drone of UAV De drone (Engels voor mannetjesbij) dankt zijn naamsbekendheid aan de oorlogen in Irak en Afghanistan, waarin bewapende (Amerikaanse) vliegtuigen zonder piloten voormannen van terreur organisatie Al Qaida ombrachten. Maar de ontwikkeling ervan begon al tijdens de Eerste Wereldoorlog. Drones waren decennialang vooral op afstand bestuurbare vliegtuigjes of oude straaljagers, die bij militaire oefeningen dienden als ‘vijandig doel’. Tot de techniek in de jaren negentig kleiner, lichter en verfijnder werd. Nu zijn drones bewapende vliegtuigen bestuurd door piloten op afstand of door computers aan boord. Commerciële makers gebruiken liever de afkorting UAV (Unmanned Aerial Vehicle) of RPAS (Remotely Piloted Aircraft System). Zij voorspellen een ‘nieuwe economie’ voor nietmilitair gebruik. UAV’s kunnen uiteenlopende dingen zoals luchtbeelden maken van gewassen, zoek- en reddingsoperaties verrichten, hoog spanningskabels en olieplatforms inspecteren of wilde dieren tellen. Veiligheidseisen en privacybescherming vormen nog blokkades voor het vliegen boven de bewoonde wereld. Zie ook het filmpje dat internetwinkel Amazon in december lanceerde: een drone die een pakketje aflevert bij een klant thuis. Het mag nog niet, maar het kan al wel. OOMINFO ALLES OVER OOM OP DE VOLGENDE PAGINA’S WIE WIJ ZIJN | WAT WIJ DOEN | CONTACTGEGEVENS | ONZE REGELINGEN | ONZE SERVICE | MIJNOOM.NL ANJA BOSCH Directeur van metaalbedrijf Stameta in Staphorst ‘Vakmanschap heb ik hoog in het vaandel staan. Ik ben altijd bezig om leerlingen op te leiden. Op dit moment zijn het er vijf; bijna een kwart van mijn personeelsbestand. Vier bbl’ers en een bol 4-leerling. De leerwerkmeester helpt hen met de praktijk, ik begeleid hen waar het gaat om motivatie en de contacten met school. Ik vind het enorm leuk om het enthousiasme te zien bij die jongeren. En door te investeren in de jeugd, investeer ik in de toekomst. Want natuurlijk hoop ik dat er enkele leerlingen na hun opleiding in mijn bedrijf blijven werken.’ OOK EEN LEERLING IN UW BEDRIJF? Kijk op www.oom.nl/leerwerkbijdrage voor meer informatie over de Leerwerkbijdrage. foto maurits giesen METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 33 Arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing in 2013 Elk jaar vraagt OOM onderzoeks bureau Cinop onderzoek te doen naar de ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing in de metaalbewerking. Vier vragen over het onderzoeksrapport van 2013 aan OOM’s adjunct-directeur Frans Bothof. Waarom laat OOM jaarlijks dit onderzoek uitvoeren? ‘OOM controleert elk jaar of zijn regelingen doen wat ze moeten doen, namelijk: het vakmanschap in de sector bevorderen door opleiden en ontwikkelen te stimuleren. Met de resultaten van het onderzoek bekijken we wat het effect is van onze regelingen en beoordelen we of ze nog passen binnen onze kaders.’ Wat vond u een opvallende trend? ‘De werkgelegenheid in de sector daalde licht. Toch zijn er nog steeds vacatures. Die zijn van een hoger, gespecialiseerd niveau. Denk aan banen zoals engineer, functies in de verspaning of in het aansturen van het technische proces. Ook is er veel behoefte aan monteurs niveau drie, en dan met name aan servicemonteurs. Volgens de bedrijven zijn dit moeilijk vervulbare functies en duurt het langer dan drie maanden om hiervoor een geschikte kandidaat te vinden.’ Zijn er nog andere zaken die u hebben verrast? ‘De helft van de bedrijven geeft aan direct een probleem te hebben als een cruciale werknemer vertrekt. Kennisbehoud staat nog in de kinderschoenen; bedrijven weten niet hoe ze dat moeten organiseren. Daarom experimenteert OOM met een product waarmee we in kaart brengen welke kennis essentieel is, hoe deze kan worden behouden en wat voor opleidingen daarvoor nodig zijn. Wat mij ook opviel was de hoge respons. Daar zijn we heel blij mee, want het onderzoek levert ons belangrijke informatie op.’ Geeft het rapport aanleiding om regelingen aan te passen? ‘Nee, niet direct. Het aantal bijscholingsactiviteiten in het afgelopen jaar is ondanks de crisis gegroeid. Het aantal aanvragen voor een PTT, onze vergoeding in de bijscholing, steeg met een kleine tien procent. Ook van de andere regelingen van OOM is meer gebruikgemaakt. Om tegemoet te komen aan het aantal aanvragen voor een EVC-traject, hebben we zelfs extra budget vrij moeten maken. Ook het gebruik van de stage vergoeding en de Leerwerkbijdrage nam toe. Kortom: werkgevers en werknemers weten de weg naar OOM steeds beter te vinden en dat is een goede ontwikkeling.’ Nieuws van OOM Doe de Lean-scan Werkgevers die zich weleens afvragen of de werk processen in hun bedrijf optimaal zijn ingericht, kunnen hun organisatie nu kosteloos laten scannen door een lean-expert van adviesbureau PKM. In een dagdeel brengt de expert processen in kaart door middel van observaties en interviews. Hoe is de productie omgeving, wat zijn de doorlooptijden, worden er materialen verspild, worden er onnodige handelingen verricht? Uit de scan volgen een rapportage en een plan van aanpak. Deze bieden inzicht in de werking en het resultaat van de bedrijfsprocessen en de mogelijk heden om daarin verbeteringen te realiseren. Denk aan een kortere doorlooptijd, minder kosten, minder verspillingen en meer werkplezier bij het personeel. Geïnteresseerd in een Lean-scan? Meld u nu aan op www.mijnoom.nl. Kennisavond lasinnovaties In samenwerking met WTT, kenniscentrum voor lastechnische opleidingen, heeft OOM een nieuwe reeks kennisavonden over lastechniek ontwikkeld. Op de kennisavond lasinnovaties worden vier inspirerende presentaties gehouden over de mogelijkheden voor lassers om zich te ontwikkelen (bijvoorbeeld tot lascoördinator of visueel inspecteur), de nieuwste lasapparatuur, het voorkomen van las onvolkomenheden en de voor- en nadelen van de verschillende soorten gas. In de pauze is er volop ruimte om vragen te stellen over de presentaties en de opleidingsmogelijkheden in de lastechniek. De kennisavond lasinnovaties vindt plaats op: 9 23 21 april ZWOLLE ROTTERDAM VENRAY 12 24 juni NIEUWEGEIN Wilt u de Monitor arbeidsmarkt, onderwijs en bijscholing 2013 ontvangen? Stuur dan een e-mail naar [email protected]. mei april september GRONINGEN Aan het bijwonen van de kennisavond zijn geen kosten verbonden. Kijk op www.kennisavond.nl voor aanmelding en locaties. 34 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Brieven aan OOM Familiebedrijven Graag wil ik u complimenteren met het laatste nummer van Metaaljournaal, met het thema familiebedrijven. Een uitstekende keuze, deze invalshoek; ik heb het blad van A tot Z met veel plezier gelezen. Enkele jaren geleden heb ik het verspaningsbedrijf van mijn vader over genomen. Inmiddels hebben wij zo’n dertig fantastische vakmensen in dienst en we groeien nog steeds. Maar het was zeker geen gespreid bedje waarin ik terechtkwam, ik heb er – mede door de economische crisis – hard aan moeten trekken om te kunnen investeren in nieuwe machines en in mijn medewerkers en heb daarbij ook deels mijn eigen vermogen moeten inzetten. Toch ben en blijf ik ervan overtuigd dat vernieuwing, innovatie en ontwikkeling belangrijk zijn om als bedrijf ook in de toekomst gezond te blijven. Het was prettig om mij in mijn visie gesterkt te zien door mensen als Ilse Matser, lector Familiebedrijven aan de Hogeschool Windesheim. En sowieso erg leuk om te lezen over anderen die in hetzelfde schuitje zitten als ik. Familiebedrijven zijn bedrijven met mooie verhalen en ze zijn bovendien de motor van onze economie, dus laten we er zuinig op zijn. De helpdesk In elk nummer van Metaaljournaal geven we antwoord op de meest gestelde vragen van werkgevers en werknemers aan onze helpdesk. De vraag: ‘Welke vergoedings mogelijkheden zijn er voor het volgen van een FPC-workshop?’ Willem Voortman, Druten Onoverzichtelijke website Sinds kort werk ik als P&O-medewerker bij een metaal bedrijf. Mijn werkgever vroeg me onlangs of ik even wilde uitzoeken of we in aanmerking zouden komen voor een OOM-bijdrage voor het omscholen van een sollicitant die was opgeleid als meubelmaker. Ik raadpleegde daar voor de website van OOM, maar vond deze om eerlijk te zijn nogal onoverzichtelijk. De homepage bevatte zo veel informatie, dat ik door de spreekwoordelijke bomen het bos niet meer zag. En toen ik eenmaal de regelingen had gevonden, was het mij onduidelijk waar ik zijn moest voor de benodigde informatie. Dat ik onder het kopje Jobstart moest kijken, had ik niet kunnen bedenken. Al is communicatie niet mijn vak, toch doe ik u graag een kleine suggestie om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. Als de regelingen bijvoorbeeld direct op de homepage zouden worden aangekondigd onder duidelijker kopjes, zoals ‘Iemand van buiten de branche opleiden?’, ‘Een cursus volgen?’ of ‘Een hboleerling in dienst?’, dan vermoed ik dat veel mensen daarmee geholpen zijn. Vooral de pas in dienst getreden P&O-medewerkers die graag een goede beurt maken bij hun nieuwe werkgever. Irma Grootendorst, Putten REACTIE OOM: De OOM-website is alweer vijf jaar oud en de hoeveelheid informatie op de site is de laatste jaren flink uitgebreid. Uw mening over de toegankelijkheid van onze website delen wij dan ook. Daarom wordt de website momenteel onder handen genomen. Op korte termijn voeren we een aantal verbeteringen door op de huidige site en in de tweede helft van het jaar verwachten we een vernieuwde website te lanceren. Het antwoord: Vanaf 1 juli 2014 moeten alle onderdelen van een dragende staalconstructie zijn voorzien van een CE-markering volgens NEN-EN 1090. Metaalbedrijven die dit soort constructies maken en/of bewerken, moeten dus vanaf die datum NEN-EN 1090 (FPC) gecertificeerd zijn. Hiervoor zijn bij verschillende aanbieders trainingen te volgen, die erop gericht zijn uw bedrijf voor te bereiden op de certificering (denk aan zaken als workshops, audit door expert, bedrijfsscan, bedrijfsadvies, et cetera). Al deze trainingen komen in aanmerking voor een vergoeding vanuit het Ontwikkelbudget (maximaal € 1.800 voor twee jaar). U kunt de bijdrage eenvoudig online aan vragen via de aparte knop Aanvragen NEN-EN 1090 op www.mijnoom.nl. Kijk voor meer informatie op www.oom.nl/ontwikkelbudget. Voor cursussen en trainingen voor individuele medewerkers kunt u een reguliere aanvraag indienen voor een Persoonlijke Trainingstoelage (PTT). Voor meer antwoorden kunt u rechtstreeks bellen naar de afdeling Vergoedingen van OOM: 0172-521 555 METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 35 Over OOM OOM is het opleidingsfonds van en voor 145.000 werknemers en 15.000 bedrijven in de metaal bewerking. OOM geeft voorlichting en advies over scholing en draagt financieel bij in de kosten daarvan. Dit gebeurt op basis van CAO-afspraken die zijn gemaakt door sociale partners in de sector. OOM wil hoger en beter opgeleid personeel in de metaalbewerking, meer instroom van vakmensen en een aantrekkelijker imago van de sector. OOM wil daarmee dat bedrijven en werknemers beter voor bereid zijn op nieuwe ontwikkelingen en veranderende omstandigheden in de economie en op de (arbeids)markt. Dat doet OOM door veel persoonlijk contact en een klantgerichte, stimulerende aanpak. Daarbij gaat OOM zorgvuldig en transparant om met sector gelden. De dienstverlening van OOM heeft inmiddels geleid tot bijscholing van 25.000 werknemers, de instroom van 1.900 leerlingen en 7.000 bedrijven die actief bezig zijn met scholing en opleiding. Wie bestuurt OOM? Het bestuur van OOM bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties; de ‘sociale partners’. De vertegenwoordigers van de werkgevers zijn afkomstig uit de Koninklijke Metaalunie. De werknemersvertegenwoordigers komen uit FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie. Contact met oom Via de regiomanagers en bedrijfstakvoorlichters OOM vindt het belangrijk om aanwezig te zijn in het land. Daarom zijn er tien regio managers en veertig bedrijfstakvoorlichters. Zij zijn het aanspreekpunt voor werkgevers en werknemers. Op het hoofdkantoor Post:Postbus 15, 2390 AA Hazerswoude-Dorp Bezoek:Frankrijklaan 10, 2391 PX Hazerswoude-Dorp Tel: 0172 - 52 15 00 Fax: 0172 - 52 15 77 E-mail:[email protected] Onze medewerkers zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 - 17.00 uur. Op internet www.oom.nl, www.mijnoom.nl Vragen over uw aanvraag? Bel direct met onze afdeling Vergoedingen: 0172-52 15 55 Persoonlijke Trainingstoelage voor werknemers Deze OOM-regeling vergoedt vijftig procent van de kosten voor een opleiding, training of cursus van een werknemer, tot een maximum van € 750. Bedrijven kunnen voorafgaand aan de cursus een bijdrage aanvragen via www.mijnoom.nl. Ontwikkelbudget Investeren in uw personeelsbeleid? Vraag dan een Ontwikkelbudget aan. Hiermee beschikt u voor een periode van twee jaar over een budget van € 1.800 om het personeelsbeleid van uw bedrijf te verbeteren. Er is een Ontwikkelbudget beschikbaar voor maximaal 600 bedrijven. Ervaringscertificaat Een ervaringscertificaat (EVC) maakt het vak manschap van uw werknemers inzichtelijk en kan zelfs diploma’s opleveren. OOM heeft een vergoeding voor EVC-procedures. Jobstart Jobstart is een vergoeding voor het opleiden en begeleiden van werknemers uit een andere sector, werkloze werkzoekenden (langer dan drie maanden) en arbeidsgehandicapten die bij een OOM-bedrijf aan de slag gaan. Kijk op www.oom.nl/regelingen voor meer informatie en de voorwaarden van onze regelingen. Leerwerkbijdrage Aan de slag met een leerling in uw bedrijf? Maak dan gebruik van onze Leerwerkbijdrage als tegemoetkoming in de opleidingskosten van een leerling. Voor het schooljaar 2013/2014 geldt een vernieuwde Leerwerkbijdrage. 36 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Vanuit werkgevers: ❚K oninklijke Metaalunie, Nederlandse Organisatie van ondernemers in het MKB in de metaal Vanuit werknemers: ❚ FNV Bondgenoten ❚ CNV Vakmensen ❚ De Unie Na schriftelijke toestemming van OOM is het mogelijk delen uit deze publicatie over te nemen. ❚ Hoofdredactie: Michel Revet ❚ Eindredactie: Annemiek de Gier ❚ Redactiecommissie: Frans Bothof, May Enning en Fred Nicolaas ❚ Redactionele bijdragen: Marcel van Engelen, Irene Geerts Annemiek de Gier, Marleen Kamminga Eline Lubberts, Marloes de Moor Rob Overmeer, Martijntje Smits en Annemarie Vestering ❚ Fotografie: Maurits Giesen, Hans van den Heuvel Rob Overmeer, Frank Poppelaars en Mark van der Zouw ❚ Illustratie: Dik Klut ❚ Strip: Gerrit de Jager ❚ Bladmanagement: Annemarie Vestering ❚ Grafische vormgeving: Peter Kortleve ❚ Ontwerp, art-direction en productie: Team Hilgersom, Amsterdam ❚ ISSN: 1568-0959 PTT2014 Stagebijdrage Biedt u een stageplaats aan een leerling van vmbo, mbo (bol) of hoger onderwijs? Dan komt u in aanmerking voor de stagebijdrage. Die bijdrage is gebaseerd op een vijfdaagse werkweek en is bij minder dagen per week evenredig lager. In het fonds zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Colofon Onze regelingen in 2014 Via OOM kunnen werknemers en werkgevers in de metaalbewerking gebruikmaken van subsidies en financiële bijdragen voor scholing en ontwikkeling. Metaaljournaal is een uitgave van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking (OOM). OOM adviseert over scholing en ontwikkeling van vakmanschap in de metaalbewerking. OOM is de uitvoeringsorganisatie van sociale partners. Op www.oom.nl staat deze meter die aangeeft hoeveel euro er nog beschikbaar is voor de Persoonlijke Trainingstoelage. Waarvoor kan ik bij een regiomanager terecht? ‘Waar ik druk mee ben? Onder andere met de organisatie van een mini-kennisavond voor werkgevers in de mechanisatie. Samen met roc Friesland College, Kenteq, OBM Noord en branchevereniging Fedecom heeft OOM onlangs een scholingspool voor deze bedrijfstak opgericht. Op de minikennisavond op 7 april a.s. introduceren we deze en is er een presentatie over actuele ontwikkelingen in de landbouwmechanisatie. Belangstellenden kunnen zich aanmelden op www.kennisavond.nl.’ Onze regiomanagers vertegenwoordigen OOM in de regio. Bij hen kunt u terecht voor al uw vragen over opleiden en ontwikkelen. Friesland, Groningen en Drenthe Michiel Jansen T 06 537 624 17 E [email protected] ‘Uitleg over het gebruik van de Skillsmanager’ Rijnmond Pieter Langeveld T 06 304 112 11 E [email protected] ‘Als u wilt weten wat bepaalde innovaties betekenen voor het opleidingsniveau van uw medewerkers’ Noord-Holland Anton Verlaan T 06 519 908 30 E [email protected] ‘Tips voor het aannemen en begeleiden van stagiairs en leerlingen’ Overijssel en de Noordoostpolder Jan Abbing T 06 519 908 28 E [email protected] ‘Het aanbod van workshops en kennisavonden in de regio’ Midden- en Oost-Brabant Marcellino Kat T 06 519 908 35 E [email protected] ‘Opleidings- en ontwikkeladvies op maat’ Limburg Patricia Storms T 06 209 568 03 E [email protected] ‘Informatie over de verschillende OOM-regelingen’ Utrecht, het Gooi, Flevoland, Veluwe Evert Polhoud T 06 519 916 59 E [email protected] ‘Begeleiding bij het opstellen van opleidingsplannen’ Gelderland Johan-Peter Leeuwenburg T 06 533 661 48 E [email protected] ‘Vragen over de samenwerking met roc’s’ Zeeland en West-Brabant Jet Ruiter T 06 519 908 33 E [email protected] ‘Informatie over scholingspools’ Rijnstreek en Haaglanden Maarten van het Schip T 06 223 428 85 E [email protected] METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 37 Laatst Gespot Welke invloed hebben verschillende soorten gas op je las? De negentig deelnemers aan de eerste Kennisavond Lasinnovaties op 5 maart jl. in het Mondriaan College in Den Haag mochten het zelf uitproberen tijdens een presentatie van The Linde Group. Behalve voor lasgas was er op de kennis avond ook aandacht voor de nieuwste lasapparatuur, het voorkomen van lasonvolkomenheden en de ontwikkelingsmogelijkheden voor lassers. Ook naar de kennisavond lasinnovaties? Kijk op www.kennisavond.nl om te zien waar en wanneer deze wordt gehouden. foto arjan hilgersom 38 | METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 Woordzoeker Speel de puzzel online en maak kans op deze Weber Original Barbeque. Ga naar www.metaaljournaal.nl om de woordzoeker in te vullen. Als je de hoofdprijs niet wint, maak je altijd nog kans op een van de andere prijzen. Maak de puzzel op www.metaaljournaal.nl en speel mee voor de prijzen 5x 2e prijs 10x 3e prijs Mannesmann Tangenset Hoofdprijs Camp Gear knijpkat met accu - 3 Led’s Original Weber One Touch ue rb Houtskoolba eq De woorden uit de lijst staan kriskras verborgen in het veld met letters. Als je alle woorden uit de lijst in het letterveld hebt doorgestreept, vormen de overgebleven letters (in de leesrichting) de oplossing van de puzzel. Dit zijn de winnaars van de najaarspuzzel Makita AccuSlagschroever V. Dutmer uit Hengelo Skandia Striptang Universeel Profi H. van Berlo uit Heeze C. Visser uit Enkhuizen H.A. Broekgaarden uit Barchem F. Hooijmanuit Boxtel G. Olthof uit Rijssen Skandia Torx Mini Schroevendraaierset B. Frijters uit Venlo E. Kapteijn uit Stolwijk D. Langenberg uit Goes H. Box uit Steensel H. Kleinjan uit Delft A. Vervoorn uit Elst (U) S. Reedijk uit Oud-Beijerland M. Luiken uit Oldekerk H.J. Broere uit Driebruggen J.M. van Ginkel uit Overberg SATELLIETEN TOEKOMST SUPERFIETS PHILIPS VERGRIJZING SFEER LOOPBAAN ECHO CURSUS FABRICAGE COMPETENTIES GRENS DRONES COMPOSIET CHIPS ROBOTICA STRAF KAARTEN PRINTER IJZER FUTURE SLEUVEN KOOP LENS S F E E R O B O T I C A E A M S P I L I H P E T I B S A P P R I N T E R T R A T E I S O P M O C N I D E E C H O A L N P E C R L I I O C R E G N T A O L J K F U T U R E E G N I Z J I R G R E V P E E E E I A S E N N U M T S T R A F U N P S E O T O E K O M S T E U L C E R N A A P O O L S B METAALJOURNAAL VOORJAAR 2014 | 39 Plannen voor de toekomst? U maakt natuurlijk al gebruik van de OOM-regelingen. Maar wellicht zijn er nog andere regelingen of subsidies die voor uw bedrijf en toekomstplannen interessant zijn. We hebben ze voor u op een rijtje gezet: www.oom.nl/subsidiewijzer
© Copyright 2024 ExpyDoc