02 Bijlage 1: Riolering in beweging definitef

Riool in beweging
Van normgericht naar kwaliteitsgericht rioolbeheer
Definitief
Ben Berendsen
September 2014
Hoofdstukken
blz
1
2
2.1
2.2
2.3
3
4
4
4
2.4
2.5
2.6
2.7
3
Amendement raad
Van normgericht naar kwaliteitsgericht rioolbeheer
Algemeen
Kwaliteitsgericht rioolbeheer: meten is weten
Instandhouding rioolstelsel: onderhoudsprofielen op basis van
Risicoprofiel
Eenheidsprijzen: ervaringscijfers uit de regio
Samenwerking in de afvalwaterketen
Ontkoppelen hemelwater
Risicobeheersing door risicoprofiel
Optimalisatie
Bijlage 1
Bijlage 2
4
5
5
5
5
7
Amendement gemeentelijk rioleringsplan 2013-2017 d.d. 6 nov. 2012
Werkzaamheden vanuit GRP
2
1. Amendement raad
1.1
Aanleiding
De raad heeft op 6 november 2012 het Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017
vastgesteld. Hierbij is door een amendement (bijlage 1) het college gevraagd
het maatregelen programma op basis van een optimalisatiestudie aan te passen
indien efficiënte maatregelen mogelijk zijn. Optimalisatie-richtingen zouden
kunnen zijn:
- De ingeschatte kosten voor het ontkoppelen van hemelwater vallen
mogelijk lager uit dan geraamd;
- Er zijn alternatieve (goedkopere) manieren om de waterkwaliteit van het
oppervlaktewater te verhogen;
- Nieuwe zorgplichten geven gemeenten meer beleidsvrijheid;
- Uitvoeringsmaatregelen moeten gebaseerd zijn op resultaten van metingen
en niet op theoretische modellen.
In deze notitie komen genoemde optimalisatie-richtingen aan bod.
1.2
Doel
Uitwerking geven aan de optimalisatiestudie van het afvalwatersysteem zoals
opgenomen in het amendement van de raad van de gemeente Beuningen,
waarbij kostenreductie van het rioolstelsel uitgangspunt is.
1.3
Opbouw
Hoofdstuk 2 beschrijft hoe invulling wordt gegeven aan de optimalisatie van
het afvalwater systeem. Het hoofdstuk sluit af met een risico-analyse.
In hoofdstuk 3 worden de eerste resultaten van de optimalisatie besproken en
een doorkijk naar 2015 en verder. Bijlage 2 geeft een overzicht van de
uitgevoerde werkzaamheden en besparingen.
3
2
Van normgericht rioolbeheer naar kwaliteitsgericht rioolbeheer.
2.1
Algemeen
In dit hoofdstuk geven we aan hoe we invulling geven aan de Optimalisatiestudie
Afvalwater Systeem (OAS). De OAS voeren we op meerdere sporen uit:
1. Kwaliteitsgericht rioolbeheer: meten is weten.
2. Instandhouding rioolstelsel op basis van risicoprofiel.
3. Eenheidsprijzen: ervaringscijfers uit de regio.
4. Samenwerking in de afvalwaterketen.
5. Ontkoppelen van hemelwater.
6. Alternatieve manieren om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren.
7. Nieuw zorgplicht gemeente geeft meer beleidsvrijheid.
De uitwerking van de punten 6 en 7 zijn binnen de andere sporen meegenomen.
Hieronder volgt een korte uitwerking per spoor. Het hoofdstuk sluit af met een
risicoparagraaf.
2.2
Kwaliteitsgericht rioolbeheer: meten is weten
In het vigerende Gemeentelijk Rioleringsplan zijn aanpassingen/ verbeteringen aan
het stelsel gebaseerd op theoretische modellen (normgericht). Met kwalitatief
rioolbeheer baseren we beoogde aanpassingen op resultaten van metingen en niet op
basis van theoretische modellen. Op basis van regenmeetgegevens, overstortgegevens
en gegevens van het rioolgemaal wordt berekend of het rioolstelsel het regenwater van
een bepaalde bui kan verwerken. De gevolgen van de klimaatverandering worden in
deze berekening meegenomen.
De analyse van deze berekening levert als resultaat maatwerk op welke aanpassingen
echt nodig zijn aan het lokale rioolstelsel. Dit leidt in veel gevallen tot
kostenvermindering, omdat uit de meetgegevens blijkt dat het rioolstelsel al
grotendeels of gedeeltelijk voldoet aan de eisen.
Om inzicht te krijgen in de werking van het rioolstelsel is het noodzakelijk metingen te
verrichten. Voor het meten van de neerslag zijn regenmeters noodzakelijk. Het
voornemen is in elk dorp een regenmeter te plaatsen. De eerste meter is reeds
geplaatst op het dak van ’t Hart te Ewijk. In Beuningen komt de tweede te staan op het
dak van het gemeentehuis.
Bij hevige regenbuien kan het rioolstelsel het water niet afvoeren door het gemaal.
Daarom zijn er overstorten waardoor overtollig water overstort op oppervlaktewater.
De hoeveelheid en de frequentie van overstorten wordt door meetapparatuur
geregistreerd. Het gemaal verpompt het afvalwater naar de RWZI.
De combinatie van regenmeetgegevens, overstortgegevens en draaiuurgegevens van
het gemaal zegt iets over de werking van het rioolstelsel. Door de gegevens te
analyseren kan bepaald worden of de afvoer- en bergingscapaciteit van het rioolstelsel
voldoende is of dat aanpassingen nodig zijn.
2.3
Instandhouding rioolstelsel: onderhoudsprofielen op basis van het risicoprofiel
Er vind een afweging plaats op basis van een risicoanalyse of de schade aan het riool
zodanig is dat een maatregel uitgevoerd moet worden. Aan de hand van de afweging
tussen techniek, kosten en overlast wordt er een onderhoudsprofiel opgesteld.
Bij de uitwerking vindt een integrale toets plaats met de beheerprogramma’s van
wegbeheer en groenbeheer.
Beuningen inspecteert regelmatig haar riool met de camera. Schadebeelden die zijn
geregistreerd worden bestudeerd en beoordeeld. Niet altijd wordt meteen ingegrepen.
4
Bepaalde schadebeelden worden bewust gevolgd en niet gerepareerd, wanneer blijkt
dat de schade bij een tweede of derde inspectie niet verergert. Natuurlijk blijven
maatregelen nodig om de instandhouding van het riool over langere termijn te
waarborgen. Zoals al aangegeven zal er meer geïnspecteerd gaan worden. Hierdoor
wordt het mogelijk schadebeelden te volgen, waardoor dure vervangings- of renovatieinvesteringen verantwoord kunnen worden uitgesteld. Naast het planmatig
inspectieprogramma zal dus lokaal aanvullend geïnspecteerd worden.
Bij de voorbereiding van het werk wordt nauwkeurig afgewogen welke maatregel
nodig is, soms kan in plaats van vervangen van de rioolbuis voor relinen gekozen
worden. Deze maatregel is veel goedkoper en zorgt bovendien voor minder overlast
voor onze inwoners.
Daarnaast onderzoeken we nog of we de levensduur van de riolering die nu op 60 jaar
staat verantwoord kunnen verlengen.
2.4
Eenheidsprijzen: ervaringscijfers uit de regio
We onderzoeken op welke wijze de eenheidsprijzen voor riool bijgesteld kunnen
worden om beter aan te sluiten aan de praktijk. De regionale tarieven zijn
waarschijnlijk wat lager, waardoor de benodigde budgeten beter kunnen worden
afgestemd op de werkelijke behoefte.
De beheerstrategie is voornamelijk gebaseerd op inputnormen en gemiddelde
landelijke eenheidsprijzen. Er vindt een maatregeltoets plaats aan de hand van
inspectiebeelden. Daarbij wordt ook gekeken naar afstemming met aanverwante
disciplines zoals wegbeheer. Wanneer het project verder wordt uitgewerkt en er een
specifieke kostenraming wordt opgesteld, blijkt vaak dat de rioolkosten lager uitvallen.
Gezamenlijk met de regio (zie ook 2.5) stellen we de hoogte van de gemiddelde
eenheidsprijs voor een onderhoudsmaatregel vast. Dit doen we door nacalculatie van
recente rioolvervangings- c.q. renovatieprojecten in de regio.
2.5
Samenwerking in de afvalwaterketen
Aan de landelijke opgave vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) moet
invulling gegeven worden aan kostenbeheersing, kwaliteitsverbetering en
kwetsbaarheidsvermindering in de afvalwaterketen. Dit moet leiden tot een nationale
besparing van 380 miljoen. Regionaal werkten we op dit gebied samen met de
gemeenten Druten, Heumen, Wijchen en het Waterschap Rivierenland (BDHW2). Op
basis van een advies van de visitatiecommissie onder voorzitterschap van Karla Peijs
breidt het cluster uit met de gemeenten Nijmegen, Groesbeek, Millingen en Ubbergen.
Per 1 januari zal dit cluster (regio Nijmegen) gaan werken. Door deze schaalvergroting
is het aannemelijk dat bezuinigingen door samen te werken ook worden gerealiseerd.
2.6
Ontkoppelen van hemelwater
Op het moment dat vaststaat in welke straat het riool vervangen moet worden, wordt
waar mogelijk gelijktijdig een “blauwe ader” aangelegd. Dit betekent dat in de
rioolsleuf naast een vuilwaterafvoer tevens een regenwaterriool wordt gelegd met een
rechtstreekse afvoer naar het oppervlaktewater.
De straat en de voorkant van het dak van de aanliggende woningen worden dan
aangesloten op het regenwaterriool. De kosten voor afkoppelen zijn hierop gebaseerd.
Daarnaast dient het rendement van een maatregel in evenwicht te zijn met de te
maken kosten. Op bedrijventerrein Schoenaker ontkoppelen we het dakoppervlak
bijvoorbeeld niet, omdat de kosten door interne verbouwingen te hoog oplopen. Het
milieurendement kan elders binnen de gemeente goedkoper worden gerealiseerd.
5
2.7
Risicobeheersing door risicoprofiel
Uit de inspecties van de riolering komt het schadebeeld naar voren. De ernst van de
schade aan het riool wordt vastgesteld.
Als geconcludeerd wordt dat een maatregel noodzakelijk is, wordt bepaald welke
maatregel het best kan worden uitgevoerd. De soort maatregel is afhankelijk van
verschillende factoren. Is er kans op instorten van de leiding? Is er een kans op
disfunctioneren van het riool of het rioolstelsel? Is er imagoschade?
Zo speelt de ligging van het riool in relatie tot de functie van de bovengrond een
belangrijke rol. Ontstaat er schade in panden bij het disfunctioneren van een riool?
Komt er verontreinigd water op straat? Zijn panden niet bereikbaar door
regenwateroverlast? Is er een bodemverontreiniging ontstaan door weglekkend
rioolwater? Op basis van het risicoprofiel kan verantwoord voor een maatregel worden
gekozen.
6
3.
Optimalisatie
In 2015 verwerken we de uitkomsten uit de ingezette onderzoeken programma
riolering.
Resultaten 2014
Door volgens de nieuwe beheerstrategie te werken hebben we in 2014 een besparing
bereikt van ruim 2 miljoen euro. In bijlage 2 wordt hier per onderdeel uit de
verschillende GRP’s op ingegaan. Bij de begrotingsbehandeling van 2015 worden deze
besparingen meegenomen.
Voor de begroting 2015 betekent dit:
 Industrieterrein Schoenaker
€ 700.000
 Ombouwen van gescheiden stelsel naar
Verbeterd gescheiden stelsel
€ 140.000
 Afkoppelen
€ 520.000
 Subsidie
€ 740.000
 Opsporen foutaansluitingen
€ 37.000
---------------€ 2.157.000
Bij het vaststellen van het riooltarief 2015 worden deze vrijvallende budgetten
verwerkt.
Eerste resultaten in Ewijk
In Ewijk staat op het dak van de MFA ’t Hart de regenmeter. Vanaf 2013 zijn alle buien
digitaal geregistreerd. Interessant zijn de buien die zodanig hevig zijn dat de
overstorten gaan werken. Dit is 6x voor gekomen. De metingen van de overstorten
geven het tijdstip, de duur en de hoeveelheid van het overstortende afvalwater weer.
De klachten die binnen komen over de gevolgen van hevige regenbuien worden
geregistreerd. Voor Ewijk zijn naar aanleiding van de regenbuien in 2014 geen
klachten ontvangen.
De eerste metingen geven al een indruk van de hydraulische kwaliteit van het stelsel.
Enkele aanpassingen zullen noodzakelijk blijven. Hier wordt de komende tijd nader op
gestudeerd.
Resultaten 2015 e.v.
De implementatie van het kwalitatief rioolbeheer levert een besparing op die
vergaande gevolgen kan hebben voor het GRP 2013-2017. Zodra de implementatie is
uitgevoerd wordt het programma van de GRP herzien en daarmee de gevolgen voor de
investeringsplannen en de rioolheffing.
Regionaal zijn we eind 2014/begin 2015 gereed met het samenstellen van de
eenheidsprijzen en het samenstellen van de onderhoudsprofielen. Daarna verwerkt
elke gemeente de uitkomsten in het rioolbeheersysteem. Voor de begroting 2016
kunnen deze resultaten worden meegenomen.
7
Bijlage 1
8
Bijlage 2 Werkzaamheden vanuit GRP
1. Werkzaamheden vanuit GRP 2008-2012
Industrieterrein Schoenaker: Afkoppelen van gebouwen en het creëren van voorzieningen
om het hemelwater op te vangen. (spoor 5)
De ambities voor het afkoppelen van hemelwater bij de bedrijven hebben we
bijgesteld.
Bij nieuwe bedrijven en bestaande bedrijven die gaan uitbreiden moeten de nodige
voorzieningen aanbrengen voor het afvoeren van hemelwater en afvalwater. Het
scheiden van afvoersystemen van bestaande bedrijven is erg kostbaar omdat dat
gepaard gaat met een verbouwing van inpandig verwerkte leidingen. De ambitie voor
het afkoppelen op het industrieterrein richt zich daarom niet meer op bestaande
bedrijven maar alleen op uitbreidingen van bestaande bedrijven.
De voorziening voor deze werkzaamheden vallen vrij. Dit is een bedrag van € 700.000
Industrieterrein Schoenaker: Ombouwen van een Gescheiden Stelsel naar een Verbeterd
Gescheiden Stelsel.(spoor 2,5,6)
De ombouw van het gescheiden stelsel (GS) naar het verbeterd gescheiden stelsel
(VGS) wordt gecombineerd uitgevoerd met de reconstructie van de Goudwerf. Deze
reconstructie heeft als gevolg bestemmingsplan procedures (Duijghuizen) vertraging
opgelopen. De uitvoering vind in 2014 plaats. De kosten zijn geraamd op € 280.000.
Door integraal te werken in de openbare ruimte heeft het werk een voordeel
opgeleverd van € 140.000 .
Weurt: Ombouwen rioolstelsel in de Metaalweg van een Gescheiden Stelsel naar een
Verbeterd Gescheiden Stelsel.(spoor 5)
Dit project is afgerond en in 2012 afgerekend.
Weurt: Vervanging duiker in de Weth. Broekmanstraat, en afkoppelen drainage
tenniscomplex. (spoor 2,7)
Voor dit project is uitgebreid onderzoek gedaan naar de technische staat van de
duikers. Daarnaast zijn diverse varianten onderzocht om de afvoer van het water
vanuit het noorden van Weurt naar het zuiden te brengen. De studie heeft geleid tot
de keuze om slechts een deel van de duiker te vervangen. Het zuidelijk deel vanaf de
kruising van de Weth. Broekmanstraat met de Sportlaan wordt een nieuwe duiker
gelegd midden in de weg van de Weth. Broekmanstraat, Heereveldtstraat en de
Houtweg. Evenwijdig aan de Van Heemstraweg wordt vanaf de duiker de watergang
verlegd en opgewaardeerd. Dit wordt betrokken bij het project aanpassing Van
Heemstraweg – Postkantoorstraat.
De werkzaamheden zijn in 2014/2015 gepland.
Weurt: Aanpassen riolering Jonkerstraat(spoor 7)
In Weurt lag een overstort op het kruispunt Jonkerstraat-Van Heemstraweg en loosde
op een droge sloot. Uit het oogpunt van volksgezondheid en milieu is dit
onverantwoord. Op basis van optimalisatie studies zijn de onderstaande projecten tot
stand gekomen.
Het riool in de Jonkerstraat moet worden vergroot om het overstortende water naar de
zuidkant van Weurt te krijgen. Op de hoek Heereveldtstraat- Jonkerstraat is de
bestaande overstort aangepast. Het riool in de Heereveldtstraat-Bevrijdingsstraat is
9
verruimd om voldoende afvoer- bergingscapaciteit te hebben. Het riool in de
Scharsestraat verkeerde in een slechte staat. Door het riool te relinen zijn de kosten
gedrukt.
De aanpassing van de riolering ten behoeve van de Kloosterhof is in voorbereiding en
wordt in 2015 uitgevoerd.
Het aanpassen van de riolering in de Kerkstraat die in een zeer slechte staat was, is in
2014 vervangen. Vooralsnog verwachten we een besparing ten opzichte van de
oorspronkelijke raming.
Beuningen: Verplaatsen van de overstort in de Gewelf(spoor 7)
Dit is in 2013 uitgevoerd gelijktijdig met het aanpassen van de riolering in Olden
Tempel. De afrekening vind plaats met de eindoplevering van Olden Tempel.
Beuningen: Afkoppelen voor de basisinspanning/subsidies (spoor 5)
In het GRP 2008-2012 zijn in het maatregelenpakket twee bedragen opgenomen om
de basisinspanning te halen voor het afkoppelen. Voor de te verrichten
werkzaamheden in de straat is een bedrag op genomen van € 860.000. Voor het
aansluiten van de woningen en de werkzaamheden op particulier terrein en het
stimuleren van het afkoppelen is toen een bedrag gereserveerd van € 740.000.
De werkzaamheden voor de basisinspanning zijn op een slimme wijze van werken
uitgevoerd. Door de combinatie met het herinrichten van de straten in Olden Tempel
en het vergroten van rioolleidingen ten behoeve van het verplaatsen van een overstort
hoefde een groot deel van het budget voor het afkoppelen niet aangesproken te
worden. Dit levert een besparing op van € 520.000.
De regentonactie in 2011 en 2012 heeft 43 bewoners gestimuleerd om een regenton te
kopen. De gemeente gaf als bijdrage uit de subsidiepot de btw terug aan de koper van
de regenton. Het afkoppelen van particuliere woningen in het buitengebied is in het
project zelf meegenomen. Het betekent dat de krediet vrij valt tot een bedrag van
€ 740.000.
Beuningen: Programma meten (spoor 1)
Dit wordt uitgevoerd in 2014/2015 in de bergbezinkbassins gelijktijdig met het
vervangen van de electro/mechanische installatie. Hier komt de benodigde
meetapparatuur te hangen.
Ewijk: Vervanging van de riolering(spoor 1,7)
Het budget is doorgeschoven naar het GRP 2013-2017.
In de planning van het GRP 2013-2017 zijn de werkzaamheden gepland in 2015. Bij
de overstorten zijn meetinstrumenten geplaatst om de overstortende hoeveelheid
afvalwater te kunnen meten. Daarnaast is een regenmeter geplaatst op de MFA. Op
basis van de uitkomsten van de metingen worden de berekeningen opnieuw
uitgevoerd. Dat leidt tot de aanpassing van het plan.
Ewijk/Winssen: drukriool bouwkundig en elektromechanisch renoveren(spoor 2)
Dit project is in uitvoering. De verwachting is dat eind 2014 de oplevering plaatsvindt.
2.
2.1
Werkzaamheden vanuit GRP 2013-2017
Onderzoeken
Samenwerking regio (spoor 4): De regio heeft een coördinator aangesteld. De kosten
10
voor het coördineren van het gedeelte voor Beuningen en de regionale onderzoeken
worden hiermee gedekt.
Incidentenplan(spoor 4): Dit is een éénmalig onderzoek en wordt regionaal opgezet
door gemeente Wijchen. Hiervoor vind er afstemming plaats met de veiligheidsregio.
Grondwater(spoor 2,4): Dit wordt regionaal opgezet door gemeente West Maas en
Waal. In 2014 is het plan klaar. In 2014 worden alle grondwatermeetpunten
gecontroleerd en/of bedrijfsklaar gemaakt. Daarna worden de meetloggers geplaatst
en operationeel gemaakt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het bestaande
programma H2gO van het Waterschap om de gegevens in te lezen. Vanuit dit
programma kan de vraag naar grondwaterstandsgegevens beantwoord worden.
Hemelwater(spoor 4): Om de capaciteit van het rioolstelsel te kunnen toetsen moet
o.a. inzicht verkregen worden in de hoeveelheid regen die gevallen is. Lokaal kan de
regenval zeer verschillen. Daarom is het gewenst per plaatst ten behoeve van het
regenonderzoek een regenmeter te hebben. In Ewijk op het gebouw ’t Hart is de eerste
regenmeter geplaatst. De tweede komt op het dak van het gemeentehuis te staan.
Afvalwater(spoor 4): Op diverse overstorten is meetapparatuur geplaatst om de
overstorthoeveelheden te meten. Gestart is in Ewijk. In 2014 wordt de meetapparatuur
voor de overstorten in Beuningen geplaatst. Op basis van regenmeetgegevens en
overstortgegevens in combinatie met gegevens van het gemaal wordt het
basisrioleringsplan doorgerekend.
2.2
Investeringen/Maatregelen
Foutaansluitingen(spoor 4,5): In 2013 stond het pilotproject onderzoek
foutaansluitingen gepland. Dit onderzoek is uitgevoerd. Het pilotproject is zeer positief
verlopen. Het overgrote deel van het krediet blijft over, te weten € 37.000.
Oppervlaktewater kwantitatief optimaliseren(spoor 7):
In 2013 is gestart met het optimaliseren van het oppervlaktewater. Dit wordt in
2014/2015 afgerond. Het betreft twee projecten die we samen met het Waterschap
opzetten en waarvan de totale kosten worden gedeeld.
Het project Ewijk wordt door Beuningen getrokken. Als gevolg van de ontwikkeling in
Den Elt moet de afvoercapaciteit van de watergangen worden vergroot. Hiervoor
moeten gronden aangekocht worden.
In Weurt, door het Waterschap begeleid, moet een wateropgave worden ingevuld om
bij hevige regenval het water te kunnen bergen. Ten noorden van de ARN en ten
westen van de RWZI wordt het snoepbos daarvoor opgeofferd. Dit bos komt terug op
het ARN-park nabij de scouting.
11