Factsheet VKP EU2014 W erkgroep Grondstoffen Circulaire Economie Standpunten voor / van D66 • D66 ziet de toekomst in een circulaire economie met de inzet van de Cradle to Cradle en Grondstoffenrotonde uitgangspunten. En zet zich in om de transitie van de fossiel based economie naar de circulaire economie te versnellen door het inzetten van de voorbeeld functie van de overheid in inkoop, stimuleren van innovatie en de Europese vertaling. Introductie De term ‘circulaire economie’ is enorm populair geworden met het uitkomen van het eerste EllenMcArthurFoundation / McKinsey-rapport ‘Towards a circulair economy’, eind 2011. Hierin wordt uitgebreid voorgerekend dat een verstandiger/efficiënter gebruik van grondstoffen, de Europese Unie een kostenbesparing tot 500 miljard euro per jaar kan opleveren in 2025. De vervolg rapporten hebben dat o.a. vertaald naar de wereld economie. Het adagium ‘duurzaam=duur’ is hiermee voorgoed achterhaald. Het inrichten van een duurzame maatschappij volgens ecologische principes biedt een volhoudbaar perspectief met een directe economische onderbouwing voor hergebruik en recycling. De langere termijnblik op de beschikbaarheid van grondstoffen, kosten van winning en opbrengsten van hergebruik, wordt grondig doorgerekend tot een zeer positieve ‘business-case’, zowel in economische, ecologische als sociologische termen. Circulaire economie draait daarmee dus voornamelijk om materiaalgebruik en is geen ‘allesomvattende’ duurzaamheidsstrategie1. Energie dient ‘vanzelfsprekend’ duurzaam te worden opgewekt. Daarbij wordt aangenomen dat het hele ‘sluiten van cirkels’-principe in de grondstoffenketen direct impliceert dat je afval, uitstoot en andere schadelijke effecten van het weglekken van grondstoffen of impact op ecologische ketens minimaliseert of volledig inzet voor nuttige toepassing. Waarom circulair? De circulaire economie geldt als een radicale breuk met het ‘lineaire model’ waarop de huidige wereldeconomie is gebaseerd. In dit model is de laatste levensfase van een product niet ‘hergebruik’, maar ‘vernietiging’: op de vuilnishoop of in de verbrandingsoven. Dit lineaire model is onhoudbaar omdat grondstoffen beperkt voorradig zijn. Bovendien kan de natuur niet ongelimiteerd afval en schadelijke stoffen opnemen. De grenzen van het lineaire model komen dan ook steeds dichterbij; grondstoffen worden duurder en schoon water en schone lucht worden schaarser. 1 Schadelijke effecten van productieprocessen, ruimte benutting, verdringingseffecten, sociale uitbuiting, humane behandeling etc. vallen buiten het perspectief van de circulaire economie, maar zijn vanuit duurzaamheid even belangrijk. Een circulaire economie zal ik veel gevallen een gunstig effect hebben op duurzaamheid, maar dat is zeker niet gegarandeerd. -1– De onhoudbaarheid van ons lineaire systeem wordt duidelijk in de volgende getallen: • • • • • • Volgens de VN zal de wereldbevolking groeien tot 12 miljard mensen in 2100. De afgelopen 100 jaar is de wereldbevolking verviervoudigd. De gemiddelde welvaart zal op aarde verdubbelen in de komende 20 jaar. In de 20e eeuw is de welvaart 25 groter geworden. Daarmee zal ook de consumptie stijgen. KPMG verwacht in 2030 3 miljard meer middenklassenconsumenten dan in 2010. De jaarlijkse wereldwijde grondstofwinning groeit met gemiddeld 4%. Zo is de vraag naar constructiematerialen in de 20ste eeuw met een factor 34 gestegen. De jaarlijkse wereldwijde afvalberg groeit stevig door en bedroeg in 2011 12 miljard ton. Dat is gelijk aan 7.000 keer de inhoud van de Amsterdam Arena. Alle afvalbergen bij elkaar leveren voldoende grondstoffen om te voldoen aan onze huidige en toekomstige materiaalbehoefte. De jaarlijkse wereldwijde vraag naar energie is in 40 jaar verdubbeld. Naar verwachting zal de vraag de komende 20 jaar nog eens met 50% stijgen. Het natuurlijke systeem is circulair van aard en kan ontelbaar veel wezens voeden zonder dat tekorten of afvalbergen ontstaan. Het nabootsen van de natuur (biomimicry) is een van de belangrijke aspecten van de circulaire economie. Wat is de circulaire economie? De circulaire economie is gebaseerd op een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd. Het circulaire systeem kent twee kringlopen van materialen. Een biologische kringloop, waarin reststoffen na een cascade van verbruik veilig terugvloeien in de natuur. En een technische kringloop, waarvoor product(onderdelen) zo zijn ontworpen en vermarkt dat deze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. Hierdoor blijft de economische waarde zoveel mogelijk behouden. Het systeem is dus ecologisch en economisch gezien ‘volhoudbaar’2. Principes van de circulaire economie De belangrijkste principes van de circulaire economie zijn: • • • • Waardebehoud wordt gemaximaliseerd door eerst te kijken naar producthergebruik, vervolgens hergebruik van onderdelen en als laatste hergebruik van grondstoffen. Producten worden zo ontworpen en gemaakt dat deze aan het eind van de gebruiksfase makkelijk demontabel zijn en materiaalstromen eenvoudig gescheiden kunnen worden. Tijdens productie, gebruik en verwerking van het product worden geen schadelijke stoffen uitgestoten. De onderdelen en grondstoffen van ‘gebruiksproducten’ (zoals een lamp) worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies (bijvoorbeeld in een nieuwe lamp, maar wellicht wel in een nieuwe laptop, bijvoorbeeld). 2 Volhoudbaar, Zuid-‐Afrikaans woord voor duurzaam. -2– Februari 2014 Circulaire Economie • • • De grondstoffen van ‘verbruiksproducten’ (zoals tandpasta) zijn biologisch afbreekbaar en worden (na eventuele onttrekking van nog waardevolle grondstoffen) teruggegeven aan de natuur. Omdat de prestatie van het product de waarde bepaald, wordt het leveren van de juiste kwaliteit extreem belangrijk voor de producent. Een van de meest belangrijke succesfactoren is (cross-sectorale) ketensamenwerking gericht op het creëren van meervoudige waarde. Hierbij vermeerdert niet alleen de economische waarde van alle bedrijven in de keten, maar ook de ecologische en sociale waarde. Gesloten of open circulair systeem Een gesloten circulair systeem gaat uit van het feit dat producenten hun eigen producten terugnemen. Dit is het Cradle to Cradle (C2C) principe. Een mogelijkheid hierbij is dat deze producenten ook het eigendom van gebruiksproducten behouden, klanten betalen dan voor het gebruik ervan, niet voor het bezit. Voor vele producten zal dit moeilijker te realiseren zijn. Een open circulair systeem is dan een oplossing. Hierbij hanteren we de zelfde principes, toch komen materialen opnieuw in een open markt beschikbaar. Dit systeem sluit meer aan bij de grondstoffenrotonde. Beide systemen passen binnen het principe van de circulaire economie, maar vragen soms om een andere benadering, regelgeving en economische benadering. Achtergronden van een circulair systeem Figuur 1. CIRCULAIRE ECONOMIE -3– Februari 2014 Circulaire Economie Biologisch versus technisch Zoals Figuur 1. CIRCULAIRE ECONOMIE duidelijk weergeeft, wordt allereerst een onderscheid gemaakt tussen biologische en technische kringlopen. Materialen worden ‘Technische’ materialen genoemd wanneer deze niet in de biologische kringloop kunnen worden opgenomen. Niet persé natuur versus mens, maar voor het grootste deel van onze economie op dit moment natuurlijk wel. De focus is derhalve allereerst op de technische grondstoffen (‘nutrients’ vanuit de C2C-gedachte afval=voedsel) en het voorkomen van vermenging van deze twee cycli. De biotische kringloop was inspiratie voor deze technische kringloopgedachte. Afval bestaat niet en elke grondstof wordt optimaal hergebruikt. Biomimicry (leren van de natuur) is een term die daarom vaak wordt geassocieerd. De kracht van het concept is de vanzelfsprekendheid dat je afval, uitstoot, schade aan natuur en andere processen wil elimineren/minimaliseren vanuit economisch oogpunt: verlies aan “nutrients” die in een ander proces waardevol (kunnen) zijn. Circulair versus lineair – de volgende “industriële (r)evolutie” De cirkel wordt dan ook gebruikt om af te zetten tegen de huidige ‘lineaire’ consumptiemodel, waar ‘take- make-dispose’ het leidende business model in veel productieprocessen is: een product wordt zo efficiënt mogelijk gemaakt uit ruwe grondstoffen, bij voorkeur voor éénmalig gebruik en als afval weggegooid. In veel technische apparaten is zelfs eenvoudige reparatie bijna onmogelijk gemaakt, omdat de winstgevende businessmodellen stimuleren tot snelle aanschaf van een nieuw product. Repair, reuse, refurbish, remanufacture, recycle Vanuit dezelfde gedachten als bijvoorbeeld de ‘ladder van Lansink’ en Cradle-to-Cradle is het eerste doel in een circulaire economie een zo hoogwaardig mogelijk hergebruik; van het product, van de onderdelen, danwel van de grondstoffen. Hier wordt dus ook nadrukkelijk naar fabrikanten en ontwerpers gekeken en komen termen als ‘design for repair’, ‘design for disassembly’ en ‘design for recycling’ naar voren. Hoe stimuleren we producenten en ontwerpers om de gebruikte onderdelen en grondstoffen ook ná de levenscyclus van het product weer optimaal te kunnen inzetten? Economische vraagstukken Nieuwe businessmodellen Om producenten niet te dwingen, maar verleiden, worden nieuwe businessmodellen zoals ‘leasing’ gepromoot, waarin de producent verantwoordelijk blijft voor de optimale kwaliteit van product, componenten en gebruikte/terug te winnen grondstoffen binnen zijn éigen verdienmodel. De circulaire gedachte daagt daarmee ook uit tot duurzaam ontwerp van producten: langere levensduur, repareren, re-stylen, makkelijk uit elkaar te halen voor hergebruik van componenten of losse, zuivere, grondstoffen en de aandacht voor substitutie van zeldzame, toxische of onduurzame grondstoffen, door alternatieven van technische danwel biologische oorsprong. -4– Februari 2014 Circulaire Economie Beschikbaarheid, zuiverheid, kwaliteit van grondstoffen In het besef dat niet elk product terug kan naar één producent (vanwege logistiek, productieketens, transportkosten, etc), zoals de initiële Cradle-to-Cradle gedachten, daagt de circulaire economie uit tot een grondige her-analyse van productie-ketens. De kennis van stromen, specificaties en zuiverheid van gebruikte grondstoffen in productketens staat hierbij voorop; zodat uitval en afval, zowel in de keten als ná gebruik, op een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau kan worden hergebruikt (up-cycling liever dan downcycling): door de producent zélf of door een ander, met daarmee een incentive om producten zó te (her) ontwerpen dat de “restwaarde” ook in economische termen van gelijke of zelfs hogere waarde is bij gebruik in een volgend productieproces. Bovendien zal voor steeds meer grondstoffen gaan gelden dat de winning uit hergebruik en recycling simpelweg goedkoper is in termen van kosten of energiegebruik, leveringszekerheid of afhankelijkheid van geopolitieke verhoudingen, instabiele regimes of oneerlijke wereldhandel met arme landen en dubieuze tussenhandelaren. Initiatieven tot een “grondstoffen tracering” (zie D66 Duurzaam Factsheet) Internaliseren van externe kosten Met termen als LCA (Life Cycle Analyses), LCI (Life Cycle Inventories), eco-costcalculations, footprint en andere nieuwe begrippen en definities wordt gepoogd om producten en ketens scherper in beeld te brengen, ínclusief alle materialen, uitstoot, afval, schadelijke sociale en ecologische effecten. Kosten dus, die wel “op de samenleving en natuur worden afgewenteld”, maar niet in de traditionele kostprijsberekeningen van de huidige “lineaire, exclusieve economie” worden meegenomen. Steeds meer bedrijven lopen hiermee in de praktijk vóór op overheidsbeleid. Met de insteek dat deze externe kosten “nog” niet worden meegerekend in kosten (dus vooruitlopend op belasting, regelgeving of andere overheidsmaatregelen), consumenten, ngo’s of andere instituties dermate goed geïnformeerd zijn dat de “license to operate” in de publieke opinie ter discussie wordt gesteld en – naast idealisme natuurlijk – de sociale druk inmiddels al groter is dan vigerende wet- en regelgeving3. • • De sterker wordende roep om belastingdruk te verschuiven van arbeid naar grondstoffen, komt deels vanuit deze gedachte: internaliseer die externe kosten (via belastingdruk) volgens de principes van Ex’tax. Daarnaast de stimulering via lagere belastingdruk op arbeid van de “inclusieve economie”, waarin iedereen meedoet. Kansen op de arbeidsmarkt De focus op re-use, repair, re-furbisch, lokale logistiek en verschuiving van belastingdruk geeft hiermee bovendien sociale kansen met het terugbrengen van technisch/fysieke beroepen op de (lokale) arbeidsmarkt. Kansen voor Europa, Nederland en de Regio’s. 3 Mogelijk moeten we naar het introduceren van nieuwe economische begrippen zoals: ‘hoogste-‐waarde-‐ toevoegende-‐toepassing’ of ‘langst-‐bruikbare-‐toepassing’. Om de economische effecten van degradatie van grondstofwaarde te duiden en verdienmodellen te kunnen ontwikkelen. Zelfs is het denkbaar dat er op deze degradatie, via belastingen sturing kan worden gegeven aan het ‘zo lang mogelijk in de keten houden’. -5– Februari 2014 Circulaire Economie Het is niet toevallig dat de circulaire gedachte in Europa met zoveel enthousiasme wordt ontvangen. Europa is relatief arm aan natuurlijke grondstoffen en mijnbouw-industrie, terwijl de dichte bevolking en hoge welvaart in Europa veel stevige beperkingen oplegt wanneer mogelijke grondstofwinning moet concurreren met gezondheid, leefbaarheid en welbevinden van mens en natuur. Geo-politieke verhoudingen Het besef dat schaarste aan natuurlijke grondstoffen wereldwijd tot toenemende spanning zal leiden wordt inmiddels breed onderkend in politiek en internationale verhoudingen. Na China spannen steeds meer landen zich in om – bijvoorbeeld in Afrika of op de Noordpool – invloed te organiseren of claimen, zodat toekomstige grondstoffenbronnen voor de interne behoefte worden veiliggesteld. Na olie en zeldzame metalen, zullen voedsel, water en toekomstig schaarse grondstoffen tot conflicten leiden: fosfor en textiel al op korte termijn. Urban mining, economisch waardevol Het tekort aan natuurlijke grondstofbronnen in Europa heeft zijn tegenhanger in de overvloedige aanwezigheid van gebruikte materialen in hoogwaardige producten, gebouwen en afval die onze welvarende consumptiemaatschappij naar Europa bracht en brengt. De term ‘Urban mining’, het ‘delven’ van deze materialen ten behoeve van recycling en hergebruik is niet nieuw, wél nieuw is de economische onderbouwing van o.a. McKinsey, IMSA en TNO en de praktische insteek van de Circulaire economie-gedachte die een visie geeft met handvatten om bestaande economische systemen en productieprocessen ‘om te buigen’, zonder verlies van bestaande know-how en kapitaal. Logistiek, distributie, grondstoffenrotonde Historisch gezien heeft Nederland in élk tijdgewricht en economische systeem een sleutelrol gespeeld op gebied van logistiek en transport. In een circulaire economie is dit niet anders: slechts de herkomst, inhoud en richting van product- en grondstof- en afvalstromen zal veranderen. Nederland – en Rotterdam in het bijzonder – zijn perfect uitgerust om nú haar plek als rotonde in de nieuwe circulaire economie te claimen. Recycling-, raffinage- en agro-industrie Naast logistiek, heeft Nederland immers een koploperspositie in andere relevante industrieën: in recycling en agro-industrie lopen Nederlandse bedrijven voorop, raffinage en olie-industrie zijn al hard bezig om toekomstige omschakeling van fossiele naar biologische olie mogelijk te maken. Planologie en ruimtelijke ordening Op planologische schaal geeft dit kansen en uitdagingen, waar Nederlandse planologen op zullen moeten inzetten. Herkenning en erkenning van toekomstige logistieke stromen tússen bedrijven en regio’s geeft nieuwe samenwerkingsvormen, aantrekkelijker vestigingslocaties en grote economische kansen. Kansen voor bedrijven (bron: MVO Nederland) Het principe van een circulaire economie wordt snel populairder bij ondernemers en beleidsmakers. Vooral bij diegenen die zich bezig houden met supply chain management, innovatie en onderzoek, productie, verkoop en marketing of logistiek en afvalverwerking. -6– Februari 2014 Circulaire Economie Hoewel de circulaire economie uiteindelijk alle economische sectoren zal raken, is het principe allereerst interessant voor primaire spelers in de maakindustrie. En dan vooral voor productketens met een middellange levensduur (2-8 jaar). Producenten van ingewikkelde producten met waardevolle grondstoffen erin, zoals elektronica en metaalproducten, zijn er al volop mee bezig. Maar ook in bijvoorbeeld de textiel- en kledingindustrie ontstaan steeds meer initiatieven. De chemische sector richt zich steeds meer op biobased alternatieven als vervanging voor fossiele grondstoffen en de afvalverwerkende industrie herpositioneert zich als grondstofleverancier. Ook bedrijven in de (zakelijke) dienstverlening kunnen profiteren van de circulaire economie: de financiering en logistiek van de spullen die zij gebruiken, biedt kansen op omzetgroei. Daarnaast kunnen zij flinke besparingen realiseren door circulaire principes als uitgangspunt te nemen in het inkoopbeleid. Kansen: • • • • Door hechte (crosssectorale) samenwerkingsverbanden worden bedrijven veel beter bestand tegen de toenemende volatiliteit in de markt zoals sterk fluctuerende grondstoffenprijzen en afnemende leveringszekerheid. Het behoud van waarde door toepassing van circulaire principes kan binnen de EU volgens adviesbureau McKinsey elk jaar € 500 miljard opleveren. Het toepassen van circulaire principes biedt flinke groeikansen voor het aantal banen in de logistieke sector en (de)montage. Van verkoop naar ‘uitleen’ is de ultieme vorm van klantenbinding. Hechte klantrelaties en nieuwe commerciële vormen geven producenten en leveranciers waardevolle informatie over de klant. Risico’s: • • • • De circulaire economie vergt een radicale aanpassing van de productie, gebruik en verwerking van producten. Bedrijven zullen zowel bedrijfsprocessen als –modellen stevig moeten veranderen, zonder garantie op succes. Daarvoor is (persoonlijk) leiderschap, kennis, tijd, geld, draagvlak en samenwerking nodig. Het is nog geen bedrijf gelukt om daadwerkelijk alle grondstoffen van een product zonder kwaliteitsverlies terug te brengen in de keten. Sommige producten zijn wel gemaakt om hergebruikt te worden, maar het blijkt financieel en logistiek gezien (nog) lastig om de producten terug te halen na de gebruiksfase (omgekeerde distributie). De circulaire economie kan consumenten de motivatie ontnemen om zuinig om te gaan met hun spullen. Als de producten veel energie gebruiken, kapot gaan of gestolen worden, krijgen ze immers toch een nieuw exemplaar. Een te nauwe focus op de benodigde technische innovatie leidt de aandacht en middelen af waar deze echt nodig zijn; bij de sociale innovatie. Nieuwe samenwerkingsvormen, beloningsstructuren en verdienmodellen zijn de werkelijke kernaspecten van de circulaire economie. Regionale sterkte benutten Diverse Nederlandse regio’s profileren zich op diverse gebieden. De vertaalslag voor deze regio’s naar een circulaire economie biedt nieuwe kansen. Zo is regio Rotterdam met haar industrie, logistiek en haven een voor de hand liggende regio waar de grondstoffenrotonde fysiek inhoud kan krijgen. Ook regio Amsterdam met haven, Schiphol en Aalsmeer bied dit. -7– Februari 2014 Circulaire Economie De Wageningen regio kan haar sterkte op het gebied van biotechnologie en biobased economie uitbuiten en regio Delft kan kennis van materialen, ontwerpen en recycling verder ontwikkelen om de hoogste mogelijk waarde uit grondstoffen te halen. In regio Eindhoven kan met men Hightech Systemen en Materials kringlopen sluiten en direct speciale grondstoffen uitwisselen. Links / Bronnen (o.a.) • • • • • • EMF/McKinsey – ‘Towards a circular economy’, deel 1, 2 en 3 + managementsum IMSA – ‘Unleashing the power of a circular Economy’, in NL context TNO – ‘Kansen voor de circulaire economie in Nederland’ www.duurzaamgrondstoffenbeheer.nl http://www.mvonederland.nl/ http://www.circle-economy.com/ Contactgegevens van de opstellers Deze checklist is opgesteld door de werkgroep Grondstoffen die valt onder de landelijke thema-afdeling D66 Duurzaam. Contactgegevens opstellers: Remko Zuidema (voorzitter werkgroep, [email protected]), Indra te Ronde (secretaris werkgroep, [email protected]) Auteurs: - Gertjan Eg Jan-Willem Kanters -8– Februari 2014 Circulaire Economie
© Copyright 2024 ExpyDoc