Groentemail #03

Groentemail #03
Beste lezers van de groentemail,
Dit voorjaar is er een om in te kaderen, althans wat de
veldwerkzaamheden betreft.
Ook bij het aanleggen van de proefvelden valt alles netjes
in zijn plooi zonder al te veel kunst- en vliegwerk.
De proeven die wij nu aanleggen moeten nuttige informatie
opleveren voor u als teler. Onze 2de grote opdracht – naast
het voeren van onderzoek - is dus het doorgeven van de
resultaten aan u, en wel op een zodanige manier dat u er
handig mee aan de slag kan.
Proefveldbezoeken,
studieavonden,
nieuwsbrieven,
persartikels en bedrijfsbegeleiding zijn hierbij onze
belangrijkste wapens, maar we zijn ons ervan bewust dat
we desondanks niet altijd in onze opzet slagen.
Daarom sleutelen wij op dit ogenblik duchtig aan een
nieuwe communicatiestrategie. Achter de schermen
wordt gebouwd aan een nieuwe website, met een
gepersonaliseerde ruimte op maat van uw interesses en
uw bedrijf. Een nieuwsbrief – eveneens op maat - brengt
via kernachtige berichten informatie tot bij u. Klinkt nogal
geheimzinnig? Afwachten maar… tot begin 2015.
Intussen kunt u genieten van de groentemail oude stijl.
Voor de mensen die hem nog via de post ontvangen: vraag
de elektronische versie aan (zie achterflap); het is het
opstapje tot de nieuwe digitale communicatie van Inagro.
Mia Demeulemeester en Greet Ghekiere
Directie
T w e e m a a n d e l i j k s e n i e u w s b r i e f | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Inhoud
Actueel 5
01_Vollegrond actueel ...................................................................................................................... 5
02_Nieuwe adviesregeling bio sinds 1 april van start ..................................................................... 6
03_Het nieuwe spuitseizoen is volop aan de gang. Bescherm het oppervlaktewater!! .................. 8
04_Ondergronds ontijzeren mee op de nieuwe Vlarem-trein .......................................................... 9
05_Oproep tot deelname geleide bestrijding wortelvlieg ................................................................ 11
06_Meld wilschade en vraag bijzondere bejaging aan! ................................................................... 12
07_Hoe zelf zilte groenten telen ....................................................................................................... 13
Resultaten uit het onderzoek 14
08_Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst .................................. 14
09_Zomerteelt kropsla - resultaten 2013 en proefaanleg 2014 ...................................................... 18
Varia 19
10_Laat je bedrijf scannen en krijg een helder zicht op je bedrijfssituatie! ................................... 19
11_Brochure Witloof en IPM beschikbaar ....................................................................................... 20
12_Volg Inagro op PlattelandsTV tijdens Tournée Provincial .......................................................... 21
13_Lever je hoeveproducten aan een West-Vlaamse school?
Neem deel aan de scholenwedstrijd ‘Ga eens… lekker lokaal’! ................................................ 22
Agenda 23
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
3
4
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Actueel
01_Vollegrond actueel
Erwt
Knolselder
De laatste erwten zijn gezaaid. De vroeg gezaaide
erwten beginnen te bloeien. Met het wegvallen van
de zaadbehandeling met het insecticide Cruiser is
het belangrijk om de aanwezigheid van bladluizen
te controleren en indien nodig te behandelen. Ook
de bladrandkever richtte dit jaar op sommige
percelen zware schade aan.
Er is al redelijk wat knolselder geplant door het
warme voorjaar. Hier is het vooral opletten voor
de wortelvlieg; bij zware druk van de eerste vlucht
wortelvlieg kunnen planten zelfs volledig uitvallen.
Wortel
De eerste struikbonen worden binnenkort gezaaid.
De zaai is volop bezig. De opkomst is over het algemeen uniform. Vanaf opkomst is het aan te raden
om de 1° vlucht van de wortelvlieg op te volgen via
gele plakvallen.
Spinazie
Spruitkool
Er wordt volop geoogst. De laatste spinazie van het
voorjaar is gezaaid. Aantasting van bietenvlieg kan
zich manifesteren. Het is een kwestie van bij de
eerste aantasting zo snel mogelijk te behandelen.
Alle spruitkolen zijn momenteel geplant.
Boon
Courgette
In plastiekserre is het volle bak productie. Mannelijke bloemen zijn tot nu toe geen probleem. Wel
de witziekte bestrijding goed opvolgen zeker in
droge en winderige periode zoals nu.
Bij de minitunnels is er bij de vroege plantingen
veel schade door hete uitwaaien van de toppen
na het stormachtig weer omstreeks 10 mei. In
bepaalde velden is het verlies dramatisch. Tunnels
die na het weekend verwijderd zijn, staan er doorgaans goed bij. De eerste mannelijke bloemen zijn
al vastgesteld dus binnen een goede week kan er
al geoogst worden.
Schade bladrandkever
Prei
Terwijl de laatste prei marktklaar wordt gemaakt,
plant men de laatste zomerprei.
Bloemkool
Algemeen is er weinig insectendruk, ook de koolvlieg komt momenteel in lage aantallen voor.
Bescherm zo snel mogelijk pas geplante kolen
tegen wildschade en vraag voor het planten reeds
bijzondere bejaging aan bij uw jager zodat de jacht
tijdig gestart kan worden.
Team vollegrondsgroenten Inagro
Bladrandkever
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
5
02_Nieuwe adviesregeling bio sinds 1 april van start
De nieuwe Vlaamse adviesregeling voor biologische landbouw is sinds 1 april effectief van
start gegaan. Door een subsidie van 50 à 75%
op het factuurbedrag wordt bedrijfsadvies voor
elke bioboer toegankelijk. Inagro en PCG maken
deel uit van de eerste lijst ‘erkende adviseurs en
erkende centra’.
De adviesregeling
Op de website van de Vlaamse overheid(1) wordt de
regeling uitgebreid toegelicht.
Per pakket is gedefinieerd wat aan bod kan of
moet komen. Binnen deze omschrijving is per
bedrijf maatwerk mogelijk zowel voor wat betreft
de inhoud als wat betreft de intensiteit van begeleiding. De teler en de bedrijfsbegeleider kunnen
dit onderling overeenkomen. Binnen deze regeling
kan een teler ook op meerdere erkende bedrijfsbegeleiders een beroep doen tot zolang hij zijn
subsidiebudget niet heeft overschreden.
Om van deze subsidieregeling gebruik te kunnen
maken, is een strikte administratieve procedure
beschreven.
6
Voor de landbouwer blijft de administratie grotendeels beperkt tot het maken van een afspraak
en het ondertekenen van een contract met
een erkende bedrijfsbegeleider of een erkend
centrum. De bedrijfsbegeleider brengt de subsidie
direct in mindering op zijn factuur.
Erkende bedrijfsbegeleiders
erkende centra
en
Om recht te hebben op de subsidie, moeten landbouwers beroep doen op erkende adviseurs. Deze
werken zelfstandig of voor een erkend advies
centrum. De erkenning is toegekend door de
Vlaamse Administratie voor Duurzame Landbouw
Ontwikkeling op basis van een erkenningsdossier en een gesprek. De erkenning werd zowel
aangevraagd per sector als per thema. Op de
website van de Vlaamse overheid(2) is de volledige
en actuele lijst van erkende adviseurs en erkende
centra raadpleegbaar.
Inagro en PCG hebben al met succes deze erkenningsprocedure doorstaan. Zij hebben elk een
eigen pakket uitgewerkt op maat van de sector
waarin zij actief zijn. Hun dienstverlening staat
borg voor een directe en wederzijdse wisselwerking tussen het praktijkonderzoek en de biologische praktijk. Voor meer informatie kan je met
hen contact opnemen:
(1)
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/20140127_websitetekst%20bioadvies_landbouwer.pdf
(2)
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/lijst-erkende-bedrijfsadviseurs-en-centra.pdf
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
In onderstaande tabel geven we een korte samenvatting:
Soort advies
Concreet
Verkennend gesprek
Omschakelings- omtrent (omschakeadvies
ling naar) biologische
landbouw
Biobedrijfsplan
Concrete doorrekening
voor de omschakeling
van het bedrijf
Voor wie
Subsidie
Gangbare landbouwers,
landbouwscholen en kandidaatbiolandbouwers
75% tot een maximaal
subsidiebedrag van
510 €
Landbouwers, landbouwscholen en
kandidaat-biolandbouwers
angbaar tot maximaal 3 jaar na
eerste aanmelding voor bio
75% tot een maximaal
subsidiebedrag van
960 €
Startersadvies
Bedrijfsbegeleiding voor
startende biologische
telers
Biologische telers in de
omschakelingsfase (nieuw
aangemeld – zolang zich een
perceel in omschakeling bevindt)
75% tot een maximaal
subsidiebedrag van
3200 €
Bedrijfsadvies
Bedrijfsbegeleiding voor
gevestigde biologische
telers
Biologische landbouwers en
landbouwscholen met biologische
activiteit
50% tot een subsidiebedrag van 4000 €
Centrum + contactpersoon
Type advies
Erkende sectoren en/of thema’s
Inagro vzw
Lieven Delanote
T 051 27 32 50
E [email protected]
Omschakelingsadvies
Groenteteelt
Afzet en marketing
Biobedrijfsplan
Akkerbouw
Bedrijfsmanagement
Startersadvies
Voederteelten
Bedrijfsadvies
Bodembeheer
Omschakelingsadvies
Glasteelten
Biobedrijfsplan
Tunnelteelten
Startersadvies
Kruiden
Bedrijfsadvies
Bodembeheer
PCG vzw
Justine Dewitte
T 09 381 86 82
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
7
03_Het nieuwe spuitseizoen is volop aan de gang.
Bescherm het oppervlaktewater!!
Tijdens de drukke veldwerkzaamheden moet er
zeker voldoende aandacht zijn voor het oppervlaktewater. Met argusogen wordt de kwaliteit
van het water door VMM en VLM opgevolgd. Niet
enkel voor nitraten, maar zeker ook voor gewasbeschermingsmiddelen (gbm). Om de huidige
gewasbeschermingsmiddelen te behouden moet
op dit vlak een tandje bijgestoken worden. Er is
een vooruitgang merkbaar, maar deze is te gering.
Daarom willen we nog enkele aandachtspunten
meegeven.
__ Vermijd drift en afspoeling.
Enkele aandachtspunten:
__ Verwerk reinigingswater en spuitoverschotten met een biozuiveringssysteem (biofilter of
fytobak) of met de sentinel.
__ Vul uw spuittoestel niet op verharde oppervlakken, maar vul op het veld, op een openbare aanzuigplaats of op een aangelegde vul- en
spoelplaats met opvang van restwater.
__ Vermijd vermorsingen bij het afmeten en
vullen van gewasbeschermingsmiddelen en
ruim eventuele vermorsingen op met absorberend materiaal.
__ Blijf aanwezig tijdens het vullen. Zo vermijd je
dat het spuittoestel overloopt.
__ Spoel de lege verpakkingen grondig en giet
het spoelwater in de spuittank.
__ Spoel ook de afsluitdoppen van de bussen.
__ Spoor lekkende spuitdoppen, filters, leidingen, verbindingen … op en herstel ze onmiddellijk.
__ Spuit nooit over grachtkanten en bermen.
__ Respecteer de opgelegde bufferzones.
8
__ Voorzie opvang voor overschotten en restwater, lozen is geen optie!!!
__ Reinig uw spuittoestel nooit op verharde
oppervlakken zonder opvang van restwater,
maar reinig op het veld, een onverhard terrein
in de buurt van het bedrijf of op een aangelegde vul- en spoelplaats op het bedrijf met
opvang van restwater.
__ Laat een ongereinigd spuittoestel niet in de
regen staan op een verhard oppervlak.
Meer info over het vermijden van puntvervuiling, over biozuiveringssystemen, over de aanleg
van een vul-en spoelplaats kan je verkrijgen bij
Inagro. Dit advies kadert binnen het ADLO demonstratieproject ‘Sensibilisering rond puntvervuiling
en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West- en Oost-Vlaanderen’ of
kortweg ‘Bioremediatie West’. Dit project wenst de
aanleg van vul- en spoelplaatsen en het gebruik
van zuiveringssystemen te stimuleren en te begeleiden. Ook de sensibilisatie omtrent puntvervuiling wordt verder gezet. Dit project is een samenwerking tussen Inagro Beitem, PCG Kruishoutem,
PCS Destelbergen en PCA Beitem - Kruishoutem.
Meer info:
Ellen Pauwelyn
T 051 27 32 90
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
04_Ondergronds ontijzeren mee op de nieuwe
Vlarem-trein
De Vlaamse Regering heeft op 4 april haar 2e
principiële goedkeuring gegeven aan de ontwerpbesluiten voor de wijzigingen van Vlarem. Dit wil
zeggen dat de laatste rechte lijn is ingezet tot
publicatie in het Belgisch Staatsblad. Daarna
kunnen installaties waarbij grondwater ondergronds ontijzerd wordt, vergund worden.
Welke zijn de wettelijke verplichtingen?
Om een installatie ‘ondergronds ontijzeren’
conform de Vlaremwetgeving te kunnen uitbaten
moet deze in eerste instantie opgenomen zijn in
de milieuvergunning van uw bedrijf. Dit wil zeggen
dat – naast een vergunning voor het oppompen
van het grondwater – ook een vergunning moet
aangevraagd worden voor het ‘Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning met
inbegrip van terugpompingen van belucht grondwater in dezelfde freatische watervoerende laag
voor ondergrondse beluchting’ (rubriek 53.12 van
Vlarem I). Om deze rubriek op te nemen in de
milieuvergunning van uw bedrijf moet een klasse
2-procedure doorlopen worden (tot een netto
opgepompt debiet kleiner of gelijk aan 30.000 m³
per jaar).
Vlarem (rubriek 5.53.6.4 van Vlarem II) legt ook
een aantal wettelijke verplichtingen op om een
installatie ‘ondergronds ontijzeren’ te kunnen
uitbaten. Deze zijn o.a.:
__ Specifieke staalname en analyse van het
grondwater vooraleer met de exploitatie
gestart wordt
__ Halfjaarlijkse monstername en analyse van
het grondwater na opstart van de exploitatie
Daarnaast moet ook éénduidig kunnen geregistreerd worden hoeveel grondwater per put wordt
opgepompt en hoeveel grondwater er per put
wordt terug gestuurd.
Hoe werkt het systeem?
De techniek van ondergronds ontijzeren is gebaseerd op het injecteren van met zuurstof aangereikt grondwater. Door deze extra zuurstof wordt
het ijzer neergeslagen onder vaste vorm in de
ondergrond waardoor het niet meer wordt opgepompt. Ook mangaan wordt op deze manier uit het
grondwater neergeslagen.
In onderstaande figuur staat schematisch weergegeven hoe het principe van ondergronds
ontijzeren werkt.
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
9
Om ondergronds te kunnen ontijzeren, zijn er
altijd minimaal twee filterputten nodig. Deze
filterputten zijn aangelegd in dezelfde watervoerende laag. Bij de opstart wordt er grondwater
opgepompt uit één put (bv. put 1). Na passage
over de beluchtingsunit wordt het beluchte grondwater geïnjecteerd in de andere put (hier put 2).
Na ongeveer een week wordt alles omgedraaid.
Dan wordt er grondwater opgepompt uit put 2. Dit
grondwater wordt na extra beluchten geïnjecteerd
in put 1. Na nogmaals ongeveer een week is het
systeem klaar voor gebruik.
Eénmaal in productie wordt nog altijd een deel van
het opgepompte grondwater na beluchten terug
geïnjecteerd in de andere filterput. Na bv. een
week wordt alles terug omgedraaid (pompen uit
put 2 en injecteren in put 1).
Ondergronds ontijzeren is maatwerk. De firma die
deze techniek installeert zal voorafgaandelijk op
basis van de samenstelling van het grondwater en
de ondergrond beslissen of deze techniek mogelijk is ter hoogte van uw bedrijf. Ook de hoeveelheid grondwater die er moet geïnjecteerd worden
en de frequentie van wisselen tussen de verschillende pompputten wisselt van locatie tot locatie.
De praktijk bevestigt de theorie
Deze installatie draait sinds 2011 proef op een
varkensbedrijf in West-Vlaanderen.
Bij de start werden ijzergehaltes in het grondwater
gemeten van 24 (put 1) tot 29 (put 2) mg ijzer /l. Na
ingebruikname van de techniek van ondergronds
ontijzeren wordt geen ijzerdruk meer waargenomen! Tot tevredenheid van de gebruiker.
Grafiek: resultaten gemeten ijzerdruk voor en na installatie techniek ondergronds ontijzeren
Verstopt naar verloop van de tijd de
boorput niet?
Deze techniek wordt in het buitenland al toegepast sinds de jaren ’80. Ervaring leert er dat het
dichtslibben van de boorput mee valt. Ijzeroxides
zetten zich namelijk vooral af in de niet doorlatende poriën in de bodem. Maar toch is het niet
uitgesloten dat na jaren werking nieuwe boorputten moeten aangelegd worden. Een aandachtpunt bij de keuze van de locatie van de putten (en
eventuele voorziene bebouwing/verharding).
10
Meer info:
Dominique Huits
T 051 27 33 88
E [email protected]
Anne-Sophie Vandevoorde
T 051 27 33 98
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
05_Oproep tot deelname geleide bestrijding
wortelvlieg
Zoals de vorige jaren gaan we dit jaar terug van
start met de geleide bestrijding van de wortelvlieg.
Het systeem is immers erg succesvol.
Het doel van geleide bestrijding is te behandelen
op het juiste moment en enkel wanneer het nodig
is.
beslist of een bespuiting nodig is. U telt zelf wekelijks het aantal wortelvliegen per val en geeft dit
aan ons door op de manier die u verkiest: e-mail,
fax, sms, webapplicatie www.wortelvlieg.tales.be
….
Het systeem wordt reeds meer dan vijftien jaar met
succes toegepast in de praktijk. In 2013 namen
130 worteltelers deel aan het systeem op meer
dan 300 velden met een totale oppervlakte van
ongeveer 1000 ha. 49 telers passen het systeem
op vandaag volledig zelfstandig toe.
Voor meer informatie, zie ook de folder
www.inagro.be > publicaties, klik vervolgens op
brochures. Onder de afdeling Tuinbouw Openlucht
vindt u de folder.
Omdat de aanwezigheid en het tijdstip van aanwezigheid van de wortelvlieg sterk veldgebonden is,
kan men geen algemeen waarschuwingssysteem
per regio gebruiken. Elk perceel moet daarom
apart worden opgevolgd.
Per perceel worden plakvallen geplaatst op de
meest geschikte plaats en zoveel als nodig is.
Soms is het mogelijk 1 set plakvallen te verdelen
over 2 velden.
Aan de hand van het aantal vliegen per val per
week en de vastgestelde drempelwaarden wordt
Indien u lid bent van een telersvereniging krijgt u
een belangrijk percentage terugbetaald.
Meer info:
Bart Declercq
T 051 27 33 15
M 0496 54 99 76
E [email protected]
Hilde Dehaene
M 0478 56 53 42
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
11
06_Meld wilschade en vraag bijzondere bejaging
aan!
Meld schade aan je gewassen via
de enquête van Boerenbond
Schade door in het wild levende dieren (houtduiven, konijnen, hazen, ganzen allerhande, …)
doet zich meer en meer voor in onze teelten. Om de
overheid te kunnen bewegen nieuwe maatregelen
te nemen, zijn concrete cijfers nodig. Daarom
vragen wij iedere teler die in het laatste jaar wildschade had deze enquête in te vullen. Zo kunnen
we het probleem in kaart brengen en preciseren
welke diersoorten er voor overlast zorgen, waar in
Vlaanderen en op welke gewassen. Aan alle telers
die de enquête invullen hartelijk dank! Via http://
oud.boerenbond.be/Voor-leden/Themas/Natuur-/
schade-enquete vind je het formulier.
Momenteel zijn de houtduiven weer erg actief
waardoor de telers erg veel energie steken in
het verjagen ervan. Bescherm zo snel mogelijk
preventief uw planten want eens de duiven het
koolveld gevonden hebben, wordt het moeilijker
om hen terug te verjagen.
Om geen pikschade aan de kolen te hebben, kan
je het gewas afdekken met vogelnetten. Andere
middelen zoals het gekende veldkanon en de
diverse alternatieve vogelafweersystemen (scarey
mans, geluidssystemen met roofvogelgeluiden
of imitatieroofvogels) hebben een eerder tijdelijk
effect omdat de duiven snel wennen aan allerlei
verjagingstechnieken. Het afschrikeffect kan
soms verlengd worden door de afweermiddelen
regelmatig te verplaatsen of door af te wisselen
met traditionele vogelverschrikkers, linten,
plastic zakjes, fietsen, oude auto’s, … De Agrilaser
waarbij houtduiven verschrikt worden door een
groen laserlicht geeft vrij goede resultaten. Het
nadeel is wel de manuele bediening waardoor het
niet geschikt is voor verderaf gelegen percelen.
12
De meeste afweermiddelen werken echter wel
beter in combinatie met bejaging. De gewone
jacht op houtduif is open van 15 september tot en
met 28 of 29 februari maar houtduiven kunnen ook
buiten de normale jachtperiode steeds bejaagd
worden onder de vorm van bijzondere bejaging.
Bijzondere bejaging op houtduif kan je voor een
periode van 3 maand aanvragen zodat je maar 1
keer per teelt de formulieren moet invullen. Vraag
dus op tijd aan uw jager dat hij bijzondere bejaging
op houtduif aanvraagt bij ANB (Agentschap voor
Natuur en Bos). Zo kan hij bij de eerste schade aan
de kolen direct ingrijpen en gaat er geen kostbare
tijd verloren.
Informatie
Bijkomende informatie over bijzondere bejaging
kan je vinden op de website van Inagro: typ bij de
zoekrubriek (rechts bovenaan op de homepagina)
‘formulier bijzondere bejaging’ in. Een brochure
over de alternatieve vogelafweermiddelen (kostprijs, leverancier, voor- en nadelen) kan je vinden
op de homepagina onder de rubriek publicaties >
tuinbouw. Je kan de brochure en de documenten
voor de bijzondere bejaging eveneens gratis
aanvragen bij Sabien Pollet.
Meer info:
Sabien Pollet
T 051 27 33 04
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
07_Hoe zelf zilte groenten telen
De aanvoer van zilte groenten is nog voor een
groot stuk afhankelijk van wildsnij en import uit
het buitenland. Het commercieel telen in eigen
land zou meer zekerheid geven naar kwaliteit en
de duurzaamheid vergroten. Inagro stelde een
teeltbrochure voor zeekraal op die beginnende
telers op weg kan helpen.
De teelt van zeeaster bleek na twee jaar onderzoek in een kassysteem niet rendabel. De groente
was te gevoelig voor ziekten en plagen, bleek veel
te snel op te schieten en had door het warme
klimaat te dunne bladeren om op vlak van kwaliteit te concurreren met planten afkomstig uit de
buitenteelt.
In Vlaanderen zijn zilte groenten zoals zeekraal en
zeeaster nog weinig gekend. Door het optreden
van deze groenten in vele kookprogramma’s
krijgen echter meer en meer Vlamingen de smaak
te pakken.
Zeekraal is voorlopig economisch gezien de meest
aantrekkelijke zilte groente. In West-Vlaanderen
zijn de gronden die van nature uit geschikt zijn
voor zilte gewassen eerder beperkt en een extra
verzilting van gronden die nog geschikt zijn voor
andere teelten is niet echt aan te raden. Ook onder
afdekking is een teelt in volle grond af te raden.
Het benodigde zout blijft nadien nog lang in de
bodem en beperkt de keuze van mogelijke volgteelten.
In de winkelrekken is de overgrote meerderheid
afkomstig van wildsnij uit Nederland en Frankrijk.
Er zijn echter al enkele Zeeuwse telers die zich
hebben toegelegd op deze aparte teelt.
Buiten het seizoen (mei-september) is de handel
afhankelijk van invoer vanuit niet-Europese
landen, vnl. Mexico en Israël. De duurzaamheid van goederen wordt echter steeds belangrijker. Hierdoor werd het interessanter om binnen
West-Europa de mogelijkheden van deze teelt
buiten het normale teeltseizoen te onderzoeken.
Dit onderzoek gebeurde de laatste jaren in het
project AquaVlan in samenwerking met Universiteit Wageningen (PRI). Zij onderzochten de teelt
in open lucht, om de reeds bestaande telers in
Zeeland te ondersteunen. Inagro legde zich toe op
de teelt onder afdekking.
In Inagro werden reeds de eerste stappen gezet
om de zeekraalteelt los te koppelen van de grond
om zo de behoefte aan bodemverzilting weg te
nemen. Om dit eenjarig gewas langer te kunnen
doortelen in herfst en winter, lijkt de temperatuur
de doorslaggevend factor te zijn: aanhouden van
een voldoende hoge kastemperatuur (> 15°C) is
dan nodig.
Dit project liep begin dit jaar ten einde. Er
werden enkele teeltbrochures opgesteld met de
belangrijkste conclusies uit het onderzoek. Deze
brochures zijn terug te vinden op de website van
Inagro.
Meer info of proefveldverslagen?
An Decombel
T 051 27 32 75
E [email protected]
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
13
Resultaten uit het onderzoek
08_Beperkte bijbemesting volstaat voor goede
biologische prei-opbrengst
MAP4 legt aan de groentetelers een aantal nieuwe
normen en maatregelen inzake bemesting op.
Deze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en ‘best practices’ in de gangbare teelt en
zijn niet zondermeer toepasbaar in de biologische
landbouw. Dit blijkt uit deze proefopzet die Inagro
uitvoerde in biologische herfstprei.
Achtergrond
Bij stikstofbehoeftige groenten of groenten met
een lange groeiduur opteren biologische telers
vaak voor een basisbemesting onder de vorm van
stalmest. De fosfornormen in MAP4 (55 kg/ha
vanaf 2015) worden echter beperkend voor de
maximale hoeveelheid stikstof die onder de vorm
van stalmest kan worden toegediend. Groencompost in combinatie met drijfmest of organische
korrelmeststoffen bieden mogelijk meer ruimte.
Een nieuwe trend die vooral in Nederland opgang
vindt, is tenslotte het gebruik van ‘maaimeststoffen’. Hierbij brengt men een snede grasklaver
of luzerne rechtstreeks op een andere akker als
meststof.
Biologische telers moeten vanaf 2013 ook voldoen
aan de verplichte stikstofadvisering voor groenten
uit groep 1 of 2. Tussentijdse staalname als basis
voor bijbemesting met organische korrelmeststoffen is ook in de biologische landbouw zinvol.
De streefwaardes die de gangbare praktijkcentra
hanteren, worden evenwel als hoog ervaren voor
biologische productie.
Proefopzet
In het kader van het ADLO-demonstratieproject
“Organische bemesting en MAP4 doorheen de
biologische sector” nam de afdeling Biologische
Productie van Inagro de proef op de som in een
teelt van biologische herfstprei. De voorteelt op
het betreffende perceel was een éénjarige grasklaverweide die in het voorjaar werd ondergeploegd.
14
In een eerste groep objecten is uitgegaan van een
basisbemesting van 25 ton/ha stalmest (objecten
1 tot 3) of 30 ton/ha groencompost (objecten 4 tot
6). Elke basisbemesting werd bijbemest volgens
drie regimes: geen bijbemesting, bijbemesting
volgens KNS-advies en bijbemesting volgens
KNS-advies op biologische productie afgestemd
(eigen inschatting Inagro – afdeling biologische
productie). In een derde groep objecten (7 tot 9)
gingen we aan de slag met het concept ‘maaimeststoffen’. Bij deze objecten werd de hoeveelheid toegediende grasklaver gevarieerd en werd
nadien geen bijbemesting meer toegediend. In
object 8 werd de voorjaarssnede gemaaid, gehakseld en ondergewerkt. Het betrof een dikke snede.
De totaal ondergewerkte massa vers materiaal
kwam overeen met 51,8 ton per hectare. In object
9 werd nog eens een extra snede toegevoegd.
Hierdoor werd in dit object in totaal 103,6 ton per
hectare vers materiaal ondergewerkt. In object 7
werd de grasklaver gemaaid en afgevoerd zonder
enige andere bemesting.
Teeltverloop
Op 25 mei werd op het volledige perceel een snede
grasklaver gemaaid en afgevoerd. Begin juni werd
de resterende grasklaverzode ondergewerkt
onder goede omstandigheden. In object 8 en 9 werd
eveneens de toegediende grasklaver ingefreesd
op dat moment. Stalmest en compost werd op 6
juni toegediend en het volledige perceel werd twee
dagen later geploegd. Onder normale omstandigheden doen we dit liever 2 à 3 weken eerder zodat
het organisch materiaal al meer is voorverteerd bij
het ploegen. Op 8 juni werd de prei (ras Krypton)
geplant in vlakvelds geponste gaten. De onkruidbestrijding gebeurde mechanisch. Augustus was
droog en op 21 en 22 augustus werd twee keer
beregend. Vanaf oktober was het erg nat. De proef
werd in twee delen geoogst. De eerste helft werd
geoogst op 24 oktober, de tweede helft werd twee
weken later geoogst op 11 november voor levering
aan de industrie.
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Stikstofverloop en bijbemesting
tijdens het groeiseizoen
Op 7 mei werd een eerste stikstofmonster
gestoken voor advies. Op dat moment stond er nog
een snede grasklaver op het perceel. De gemeten
stikstofvoorraad was 13 kg NO3-/ha in de laag 0-90
cm.
Het bemestingsadvies bedroeg 256 kg werkzame
N/ha verdeeld over twee fracties (155 en 101 kg
N/ha). De gerealiseerde basisbemesting in deze
proef blijft ruim onder het advies voor de eerste
fractie.
Tabel 1: toegediende hoeveelheid stikstof voor de verschillende proefobjecten
Object
Bemesting
BIJBEMESTING
BEMESTING TOTAAL
Advies KNS
Toegediend
kg N tot/ha
kg N eff/ha
kg NO3-/ha
kg N/ha
1
Stalmest 25 ton/ha
73
-
138
48
2
Stalmest 25 ton/ha + KNS
68
80
218
124
3
Stalmest 25 ton/ha + KNS-bio
79
40
178
84
4
Compost 35 ton/ha
67
-
399
40
5
Compost 35 ton/ha + KNS
39
80
479
112
6
Compost 35 ton/ha + KNS-bio
61
40
439
76
7
Grasklaverzode - onbemest
55
-
-
8
Grasklaver enkele snede (52 ton/ha)
29
-
194
117
9
Grasklaver dubbele snede (104 ton/ha)
0
-
389
233
N/ha. Het aangepaste bio-advies werd op 40 kg N/
ha ingeschat. Op 19 augustus werd de bijbemesting toegediend onder de vorm van DCM 11-0-3.
Zes weken na planten (31 juli) werd per veldje een
individueel bodemmonster gestoken en geanalyseerd. In object 7 (onbemest) is op dat moment
170 kg NO3-/ha beschikbaar in de laag 0-60 cm
(Tabel 2). Dit wijst op een belangrijke stikstofnalevering uit de ondergeploegde grasklaverzode.
Ook de objecten met stalmest en compost hebben
een gelijkaardige stikstofvoorraad in de laag 0-60
cm. De objecten met een basisbemesting maaimeststoffen hebben op dat moment een significant hogere stikstofbeschikbaarheid (ruim 230 kg
NO3-/ha in de laag 0-60 cm).
Begin september is het effect van de bemesting
nog steeds beperkt zichtbaar in de bodemstikstofvoorraad. Het onbemeste referentieobject heeft
op 17 september 80 kg NO3-/ha in de laag 0-60 cm
beschikbaar. Dit is naar gangbare normen laag.
De stikstofbeschikbaarheid in de laag 0-60 cm is
voor object 4 (enkel compost) en object 1 (stalmest) gemiddeld net iets lager.
Op basis van deze staalname werd de bijbemesting bepaald. Er werd gemiddeld 75 kg werkzame
stikstof geadviseerd in de objecten met een basisbemesting stalmest. In de objecten met compost
lag het advies gemiddeld iets lager (55 kg werkzame stikstof).
Zowel bij de objecten stalmest als bij de objecten
compost is een licht effect van de bijbemesting
waarneembaar in de stikstofbeschikbaarheid
(zowel in de laag 0-30 cm als in de laag 0-60 cm).
Ook bij de objecten met een enkele of een dubbele
snede maaimeststof is een dosiseffect zichtbaar.
Deze adviezen liggen fors lager dan de tweede
fractie die bij de staalname vóór de teelt werd
geadviseerd. De objecten ‘advies KNS’ (respectievelijk object 2 en 5) werden bijbemest met 80 kg
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
15
Tabel 2: stikstofverloop tijdens het groeiseizoen
Nr. Bemesting
kg NO3-N/ha
31/jul
17/sep
3/dec
0-30 cm
0-60 cm
0-30 cm
0-60 cm
0-30 0-60
cm
cm
0-90 cm
1
Stalmest 25 ton/ha
87
c
148
c
21
b
65
c
25
45
66
b
2
Stalmest 25 ton/ha + 80 EN
92
c
154
c
57
a
115
abc
27
50
80
ab
3
Stalmest 25 ton/ha + 40 EN
81
c
153
c
40
ab
100
bc
29
48
78
ab
4
Compot 35 ton/ha
94
c
156
c
28
b
75
c
21
43
70
b
5
Compost 35 ton/ha + 80 EN
118
bc
188
bc
60
a
132
ab
29
54
86
ab
6
Compost 35 ton/ha + 40 EN
99
c
168
c
40
ab
96
bc
24
41
69
b
7
Maaimeststof: gras afgevoerd 103
c
170
c
22
b
80
bc
19
36
65
b
8
Maaimeststof: gras ingewerkt 146 ab
235 ab
28
b
102
bc
25
47
87
ab
9
Maaimeststof: + extra snede
167 a
268 a
42
ab
161
a
26
49
97
a
VC%
23,23
18,97
38,09
P-waarde
<0,001**
<0,001** 0,004**
32,74
20,91 20,44 17,6
0,014*
ns
ns
0,029*
Gewasontwikkeling en opbrengst
De prei groeide het hele seizoen goed. De
verschillen tussen de objecten waren beperkt. De
objecten waar stalmest werd uitgereden toonden
van in het begin een iets vollere gewasstand. Dit
hield aan tot bij de oogst. Dit is in tegenstelling
tot de nitraatbeschikbaarheid die telkens net iets
lager leek bij de objecten met stalmest.
Er is echter geen verschil tussen de hogere
(volgens advies KNS) en de intermediaire bijbemesting (KNS-bio).
De objecten met maaimeststoffen (object 8 en 9)
halen een iets hogere opbrengst dan het onbemeste object (object 7) maar kunnen de opbrengst
van het object met stalmest net niet evenaren.
In het ‘onbemeste’ object (object 7) werd een
erg hoge opbrengst (44,9 ton/ha) gerealiseerd.
Hoewel niet significant, zien we zowel bij de stalmestobjecten als bij de objecten met groencompost een opbrengstverhoging van 1 à 2 ton/ha bij
de objecten waar werd bijbemest.
16
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Tabel 3: gewasontwikkeling en opbrengst en kwaliteit
Nr.
Bemesting
Stand
Marktb.
opbr.
Stukgewicht
Sleet
27/sep
kg/ha
g
24/okt
1
Staalmest 25 ton/ha
7,3
ab
46502
393
6,3
b
2
Staalmest 25 ton/ha + 80 EN
7,5
ab
47935
399
6,9
ab
3
Staalmest 25 ton/ha + 40 EN
7,6
ab
47866
407
6,9
ab
4
Compost 35 ton/ha
6,8
b
43886
375
6,9
ab
5
Compost 35 ton/ha + 80 EN
7,1
ab
44033
379
7,1
a
6
Compost 35 ton/ha + 40 EN
7,5
ab
45933
376
7,1
a
7
Maaimeststof: gras afgevoerd
7,4
ab
44882
372
6,8
ab
8
Maaimeststof: gras ingewerkt
8,1
a
45107
375
6,4
b
9
Maaimeststof: + extra snede
7,0
ab
45674
378
6,5
ab
Gemiddelde
7,4
45758
284
6,8
Restnitraat
Besluit
Het nitraatresidu situeert zich begin december in
de buurt van de 90 kg NO3-/ha in de laag 0-90 cm.
Uit de resultaten van het restnitraat blijkt echter
een zeer sterke invloed van het oogstmoment op
het nitraatresidu. Om praktische redenen werd
immers de eerst helft van de proef geoogst 24
oktober. Twee weken later (12 november) werd de
andere helft geoogst. Het nitraatresidu in het deel
dat eerst geoogst werd, was gemiddeld over alle
objecten 95 kg NO3-/ha. Het deel van de proef dat
twee weken later werd geoogst had een gemiddeld
nitraatresidu van 61 kg NO3-/ha en bleef hiermee
wel onder de norm van 90 kg NO3-/ha.
Een doordachte bemesting op basis van dierlijke
mest of maaimeststoffen in combinatie met een
beperkte bijbemesting maken een goede preiopbrengst mogelijk in de biologische teelt.
Het referentieobject 7 en de objecten met enkel
stalmest of compost resulteren in het laagste
restnitraat (65 à 70 kg NO3-/ha). Bijbemesting
volgens KNS-advies zorgt voor een lichte verhoging van het restnitraat met een overschrijding
van de norm voor de veldjes die eind oktober
reeds werden geoogst. Dit is ook het geval voor
de objecten met maaimeststoffen. Het object met
een dubbele dosis grasklaver overschrijdt als
enige de norm van 90 kg NO3-/ha.
Uit de proef blijkt de sterke bijdrage inzake stikstoflevering en bodemvruchtbaarheid van een
1-jarige grasklaver in een groenteteelt rotatie.
Het onbemeste object, waar enkel een grasklaverzode werd ondergewerkt, realiseerde een
zeer goede opbrengst prei (45 ton/ha). Bemesting
met stalmest leverde gemiddeld een iets hogere
opbrengst. Dit was niet het geval met groencompost. Bemesting met grasklaver van goede kwaliteit biedt mogelijkheden ter vervanging van een
basisbemesting met stalmest.
Een bodemstaalname 6 weken na planten levert
nuttige informatie voor een gerichte bijbemesting.
Een kleine bijbemesting resulteerde in deze proef
in een gemiddelde opbrengsttoename van 1 à 2
ton marktbare prei per hectare en remt mogelijk
sleet enigszins af. Het standaard KNS-advies lijkt
hierbij echter te hoog met meer kans op een te
hoog nitraatresidu tot gevolg.
Annelies Beeckman, Johan Rapol
Lieven Delanote
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
17
09_Zomerteelt kropsla - resultaten 2013 en
proefaanleg 2014
Cosmopolia beste keuze in zomer
2013
In de zomer van 2013 bleek Cosmopolia, net als
in 2012, de beste keuze te zijn voor de zomerteelt.
Een hoog kropgewicht werd gecombineerd met
goede kropeigenschappen en een sterke tolerantie tegen fysiologische gebreken.
Adantia en Nisava hadden vergelijkbare goede
kropeigenschappen, maar vielen beiden wat tegen
naar aantasting door smet.
Het nieuwe ras SV0536LB had een wat laag kropgewicht en had van alle rassen de meeste aantasting door rand. Ook naar veldvulling viel dit ras
wat tegen.
Rassenproef 2014
De rassenproef werd dit jaar gezaaid op 15 mei.
Alle rassen van 2013 liggen terug in proef met
uitzondering van SV0536LB.
Het gaat hier om de rassen Espirando (E01B.3683)
van het zaadhuis Enza; Alexandria, Cosmopolia,
Millennia, Zendria en RZ 42-131 van het zaadhuis
Rijk Zwaan en Movito en Nisava van het zaadhuis
Syngenta. Geen nieuwe rassen werden aangeboden voor deze teeltperiode.
In de volgende groentemails zal u op de hoogte
worden gehouden van de resultaten van deze
proef.
Millennia behaalde in deze rassenproef het
slechtste resultaat. Het had het laagste kropgewicht en vertoonde een slechte veldvulling en
bakvulling. Ook vertoonde het de meeste droogrand en smet en werd er een kleine aantasting van
rand waargenomen. Dit alles maakte dit een niet
aan te raden ras voor deze periode.
Het volledig verslag is terug te vinden op
www.inagro.be.
18
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Varia
10_Laat je bedrijf scannen en krijg een helder
zicht op je bedrijfssituatie!
Graag maken we ook even ruimte om een zeer
interessant aanbod in de kijker te plaatsen. Binnen
het project ‘Uitzicht door inzicht’ legt het Innovatiesteunpunt door middel van een bedrijfsscan de
sterke en minder sterke punten van uw bedrijf en
bedrijfsmanagement bloot en bekijkt samen met
u welke de mogelijke verbeterpunten zijn. De scan
is een ideaal instrument om uw bedrijfsvoering
eens kritisch onder de loep te nemen.
Ze is toegankelijk voor álle land- en tuinbouwers
en de eerste 200 scans zijn bovendien gratis! Het
overwegen zeker waard.
Meer info vindt u via www.innovatiesteunpunt.be/
uitzicht-door-inzicht.
Uitzicht door inzicht is een initiatief van
Boerenbond, SBB en Boeren op een Kruispunt
vzw.
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
19
11_Brochure Witloof en IPM beschikbaar
Vanaf 1 januari 2014 is elke Europese land- en
tuinbouwer verplicht om de principes van geïntegreerde gewasbescherming of “IPM” op zijn bedrijf
toe te passen. Omdat de witloofteelt dermate
specifiek is en voor de verschillende teeltfasen
andere regels gelden, verspreiden Inagro en NPW
met steun van de Vlaamse Overheid een brochure
‘witloof en IPM’.
In de brochure wordt verduidelijkt op welke wijze
je als witloofteler kan voldoen aan de IPM-regelgeving. De brochure bestaat uit nuttige tips voor
een doelmatige gewasbescherming en tegelijkertijd een minimale belasting van het leefmilieu.
De verschillende stadia van witloof komen aan
bod: de wortelteelt, de bewaring en de forcerie.
Bij elk stadium vind je als witloofteler de specifieke aandachtspunten en worden de meeste
onkruiden, ziekten en plagen beschreven.
De IPM-checklist is als apart document bij de
brochure gevoegd. De teelt van witloof wordt
ook voor IPM opgesplitst in verschillende delen.
Voor de witloofwortelteelt moet je voldoen aan
de checklist van de vollegrondsgroenten. Deze
checklist geldt tot en met de behandeling van de
wortels voor ze in de koelcel worden geplaatst.
Vanaf de koeling en bewaring van de wortels over
de forcerie tot de oogst van het witloof moet je
voldoen aan de checklist van de beschutte teelten.
In de checklist staat puntje per puntje besproken
welke mogelijkheden een witloofteler heeft om
hieraan te voldoen. Naast deze bespreking staan
er ook verwijzingen in de checklist naar bijkomende informatie in de brochure.
U kunt de brochure gratis aanvragen:
E [email protected]
T 051 27 32 91
Tania De Marez
20
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
12_Volg Inagro op PlattelandsTV tijdens
Tournée Provincial
Vanaf 18 mei 2014 is Inagro te zien in Tournée
Provincial, een gloednieuwe vaste rubriek op PlattelandsTV.
Het hele jaar door worden reportages in herhaling
uitgezonden. Er volgen interessante reportages
over de proeftuin, innovatief bemesten, erosie,
nieuwe dienstverlening, … enz .
Kortom, de reportages geven de kijker een mooi
overzicht van wat Inagro en de provincie WestVlaanderen allemaal doen voor een innovatieve en
duurzame landbouw en platteland!
Ben je nu al nieuwsgierig?
Bekijk alvast de trailer van Tournée Provinciale op
www.vimeo.com/inagro.
PlattelandsTV is een themazender die volledig
in het teken staat van de Vlaamse land- en tuinbouw. In de nieuwe rubriek Tournée Provincial
informeren de provincies over hun initiatieven en
inspanningen op het vlak van land- en tuinbouw
en platteland.
Elke twee weken stelt een andere provincie haar
initiatieven voor. Tijdens de eerste aflevering op
zondag 18 mei beet de Provincie Antwerpen de
spits af.
Programmatie:
◊ Kanaal 22 van Telenet digital TV
◊ Zondagmiddag om 12u30 gedurende 2
weken in herhaling
◊ De uitzendingen zijn ook te bekijken via
de regionale zender Focus TV en WTV
en op www.plattelandstv.be.
West-Vlaanderen komt voor de eerste keer aan
bod bij de start van de Bioweek op zondag 8 juni.
In deze aflevering zoomt Inagro in op haar onderzoek en diensten voor de biologische sector.
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
21
13_Lever je hoeveproducten aan een West-Vlaamse
school? Neem deel aan de scholenwedstrijd ‘Ga
eens… lekker lokaal’!
Onder het motto ‘Ga eens... lekker lokaal’ promoot
Inagro, het gebruik van lokale hoeveproducten op
school.
Scholenwedstrijd
Inagro wil de jonge generatie vertrouwd maken
met het gebruik van lokale, duurzame en gezonde
voeding, rechtstreeks van de boerderij. Scholen
kunnen deelnemen aan de wedstrijd ‘Ga eens…
lekker lokaal’. Initiatieven waarbij scholen met
hoeveproducten, afkomstig van een lokale boer,
aan de slag gaan maken kans op leuke prijzen.
Alle West-Vlaamse scholen kunnen deelnemen.
Er zijn twee wedstrijdcategorieën: enerzijds de
scholen die al hoeveproducten gebruiken en
anderzijds de scholen die een leuk idee hebben
om in de toekomst met hoeveproducten aan de
slag te gaan. Initiatieven waarbij scholen werken
met hoeveproducten rechtstreeks afkomstig van
de lokale boer komen in aanmerking. Dit kunnen
eenmalige, tijdelijke of permanente acties zijn.
op school dat eind juni zal plaatsvinden. Hierbij
wordt een hoevedessert voor de hele school voorzien. Jeugdauteur Tine Mortier, bekend van o.a.
‘Zoeperman’, ‘Mare en de dingen’ en ‘Bruin!’’,
fleurt dit event op met een literaire ode aan lokaal
lekkers.
De winnaar uit de tweede categorie met het beste
idee om met hoeveproducten aan de slag te gaan,
ontvangt een waardebon van 250 euro tijdens het
event eind juni. Hiermee kunnen ze hun idee ook
effectief realiseren.
Voor alle deelnemende scholen wordt een leuke
attentie voorzien (tot einde voorraad).
Ook jij als hoeveproducent kan
inschrijven
Inschrijven door scholen, ouders of hoeveproducenten kan tot 26 mei 2014, via
www.onthaalopdeboerderij.be. Hier vind je ook het
wedstrijdreglement met uitgebreide informatie.
Prijzenpot
De winnende school uit de eerste categorie, die
reeds met hoeveproducten werken, wordt in de
bloemetjes gezet tijdens een feestelijk slotevent
Meer info:
Helena Vandekerckhove
T 051 27 32 25
E [email protected]
WEDSTRIJD
Ga eens...
LEKKER LOKAAL
en...
kies voor
hoeveproducten
op school
WIN
een waardebon van € 250
een jeugdauteur op school
heerlijk hoevedessert
voor de hele school
leuke attentie
Een realisatie van
22
Meer weten: zie ommezijde of www.onthaalopdeboerderij.be
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Agenda
proefveldbezoek koolzaad
__ Wat: Proefveldbezoek met toelichting van resultaten actuele koolzaadrassen, vijanden
van koolzaad en toepassing van zwavelbemesting.
__ Waar: Proefveld zware polder, Heerweg Meetkerke - Zuienkerke
__ Wanneer: woensdag 28 mei 2014 om 19u30
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Proefveldbezoek koolzaad
Studiedag demonstratieprojecten duurzame
bemesting
__ Wat: Studiedag waarop de resultaten worden voorgesteld van tien demonstratieprojecten
met “duurzame bemesting” als gemeenschappelijke noemer.
__ Waar: ILVO Plant, Caritasstraat 21, 9090 Melle
__ Wanneer: dinsdag 3 juni 2014 van 9u15 tot 16u
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda >
Studiedag demonstratieprojecten duurzame bemesting
Bioweek 7-15 juni
__ Wat: Tijdens de bioweek van 7 tot 15 juni zetten heel wat
biologische bedrijven hun deuren open voor het brede
publiek. Dertien bedrijven zijn ambassadeur en dragen de
campagne. Zij tonen bio in al zijn facetten, klein en groot en
van teelt tot winkel. Het verhaal van deze dertien ambassadeurs en een volledig overzicht van de activiteiten tijdens
de bioweek vindt u op de website.
__ Meer info op de website: www.bioweek.be
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
23
Proefveldbezoek courgette
__ Wat: Op het programma staat o.a. een bezoek aan de minitunnels en aan de rassenproef
verse markt vroege teelt in plastiekserre, toelichting van de resultaten van onderzoek
naar courgettevirussen en het effect van meerjaarige bloemenranden op vruchtvorming
courgette en bijenpopulatie.
__ Waar: Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem
__ Wanneer: vrijdag 20 juni 2014 om 15u
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Proefveldbezoek courgette
Professionele open velddag proefbedrijf
biologische landbouw
__ Wat: De open velddag op het proefbedrijf biologische
landbouw van Inagro is een vaste en jaarlijkse afspraak
voor biologische akkerbouwers en groententelers, boeren
met interesse voor bio en betrokken stakeholders.
Tijdens een rondgang door het veld maken we een
tussentijdse balans op van de diverse veldproeven en van
de bedrijfsvoering op het proefbedrijf. Rassenkeuze in
granen en aardappelen, insectenbeheersing in groenten,
meerjarige bloemenranden, bemesting in kolen en
vlinderbloemige groenbemesters zijn actuele thema’s.
Traditioneel sluiten we af met een demonstratie
mechanische onkruidbestrijding. Terrateck (NoordFrankrijk) ontwikkelde een werktuigendrager specifiek voor schoffelwerk. Vanhoucke
Machinebouw heeft zijn wiedhark voor onkruidbestrijding in de rij op meerdere punten
aangepast.
__ Waar: Proefbedrijf Biologische Landbouw, Gabriëlstraat 11, 8800 Rumbeke-Beitem
__ Wanneer: woensdag 25 juni 2014 van 10u30 tot 16u45
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Professionele Open Velddag
24
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
Demo aardappeldrempeltjes
__ Wat: Demodag met rondgang langs de proefvelden van het VTI Poperinge en met
demonstratie van de drempelmachines in de praktijkhal van de Schipvaarthoeve.
__ Waar: Avowest, Schipvaartweg 10, 8970 Poperinge
__ Wanneer: dinsdag 1 en woensdag 2 juli 2014
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Demo aardappeldrempeltjes
Themadag bodem en bemesting
__ Wat: Jaarlijkse opendeurdag voor het hele gezin met talloze demonstraties en
kinderanimatie.
__ Waar: Inagro, Ieperseweg 87, Rumbeke-Beitem
__ Wanneer: zondag 31 augustus 2014 van 14u tot 18u
__ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Themadag bodem en bemesting
G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4
25
Krijg je de
Groentemail liever in
jouw mailbox?
Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Groentemail elektronisch’, naar
[email protected]. Vermeld het volledig adres, waarop je de Groentemail,
per post, toegestuurd krijgt.
Inagro vzw
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke-Beitem
T 051 27 32 00 _ F 051 24 00 20
E [email protected]
_
www.inagro.be
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in enige vorm of wijze, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inagro vzw is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik van de gegevens uit deze opgave.
Uw naam en adres zijn opgenomen in een adresbestand dat enkel gebruikt wordt binnen de werking van
Inagro vzw (wet van 8/12/1992). Indien uw adres onjuist of niet meer relevant is, kan u de verbetering of de
verwijdering ervan vragen.