Groentemail #03 Beste lezers van de groentemail, Dit voorjaar is er een om in te kaderen, althans wat de veldwerkzaamheden betreft. Ook bij het aanleggen van de proefvelden valt alles netjes in zijn plooi zonder al te veel kunst- en vliegwerk. De proeven die wij nu aanleggen moeten nuttige informatie opleveren voor u als teler. Onze 2de grote opdracht – naast het voeren van onderzoek - is dus het doorgeven van de resultaten aan u, en wel op een zodanige manier dat u er handig mee aan de slag kan. Proefveldbezoeken, studieavonden, nieuwsbrieven, persartikels en bedrijfsbegeleiding zijn hierbij onze belangrijkste wapens, maar we zijn ons ervan bewust dat we desondanks niet altijd in onze opzet slagen. Daarom sleutelen wij op dit ogenblik duchtig aan een nieuwe communicatiestrategie. Achter de schermen wordt gebouwd aan een nieuwe website, met een gepersonaliseerde ruimte op maat van uw interesses en uw bedrijf. Een nieuwsbrief – eveneens op maat - brengt via kernachtige berichten informatie tot bij u. Klinkt nogal geheimzinnig? Afwachten maar… tot begin 2015. Intussen kunt u genieten van de groentemail oude stijl. Voor de mensen die hem nog via de post ontvangen: vraag de elektronische versie aan (zie achterflap); het is het opstapje tot de nieuwe digitale communicatie van Inagro. Mia Demeulemeester en Greet Ghekiere Directie T w e e m a a n d e l i j k s e n i e u w s b r i e f | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Inhoud Actueel 5 01_Vollegrond actueel ...................................................................................................................... 5 02_Nieuwe adviesregeling bio sinds 1 april van start ..................................................................... 6 03_Het nieuwe spuitseizoen is volop aan de gang. Bescherm het oppervlaktewater!! .................. 8 04_Ondergronds ontijzeren mee op de nieuwe Vlarem-trein .......................................................... 9 05_Oproep tot deelname geleide bestrijding wortelvlieg ................................................................ 11 06_Meld wilschade en vraag bijzondere bejaging aan! ................................................................... 12 07_Hoe zelf zilte groenten telen ....................................................................................................... 13 Resultaten uit het onderzoek 14 08_Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst .................................. 14 09_Zomerteelt kropsla - resultaten 2013 en proefaanleg 2014 ...................................................... 18 Varia 19 10_Laat je bedrijf scannen en krijg een helder zicht op je bedrijfssituatie! ................................... 19 11_Brochure Witloof en IPM beschikbaar ....................................................................................... 20 12_Volg Inagro op PlattelandsTV tijdens Tournée Provincial .......................................................... 21 13_Lever je hoeveproducten aan een West-Vlaamse school? Neem deel aan de scholenwedstrijd ‘Ga eens… lekker lokaal’! ................................................ 22 Agenda 23 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 3 4 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Actueel 01_Vollegrond actueel Erwt Knolselder De laatste erwten zijn gezaaid. De vroeg gezaaide erwten beginnen te bloeien. Met het wegvallen van de zaadbehandeling met het insecticide Cruiser is het belangrijk om de aanwezigheid van bladluizen te controleren en indien nodig te behandelen. Ook de bladrandkever richtte dit jaar op sommige percelen zware schade aan. Er is al redelijk wat knolselder geplant door het warme voorjaar. Hier is het vooral opletten voor de wortelvlieg; bij zware druk van de eerste vlucht wortelvlieg kunnen planten zelfs volledig uitvallen. Wortel De eerste struikbonen worden binnenkort gezaaid. De zaai is volop bezig. De opkomst is over het algemeen uniform. Vanaf opkomst is het aan te raden om de 1° vlucht van de wortelvlieg op te volgen via gele plakvallen. Spinazie Spruitkool Er wordt volop geoogst. De laatste spinazie van het voorjaar is gezaaid. Aantasting van bietenvlieg kan zich manifesteren. Het is een kwestie van bij de eerste aantasting zo snel mogelijk te behandelen. Alle spruitkolen zijn momenteel geplant. Boon Courgette In plastiekserre is het volle bak productie. Mannelijke bloemen zijn tot nu toe geen probleem. Wel de witziekte bestrijding goed opvolgen zeker in droge en winderige periode zoals nu. Bij de minitunnels is er bij de vroege plantingen veel schade door hete uitwaaien van de toppen na het stormachtig weer omstreeks 10 mei. In bepaalde velden is het verlies dramatisch. Tunnels die na het weekend verwijderd zijn, staan er doorgaans goed bij. De eerste mannelijke bloemen zijn al vastgesteld dus binnen een goede week kan er al geoogst worden. Schade bladrandkever Prei Terwijl de laatste prei marktklaar wordt gemaakt, plant men de laatste zomerprei. Bloemkool Algemeen is er weinig insectendruk, ook de koolvlieg komt momenteel in lage aantallen voor. Bescherm zo snel mogelijk pas geplante kolen tegen wildschade en vraag voor het planten reeds bijzondere bejaging aan bij uw jager zodat de jacht tijdig gestart kan worden. Team vollegrondsgroenten Inagro Bladrandkever G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 5 02_Nieuwe adviesregeling bio sinds 1 april van start De nieuwe Vlaamse adviesregeling voor biologische landbouw is sinds 1 april effectief van start gegaan. Door een subsidie van 50 à 75% op het factuurbedrag wordt bedrijfsadvies voor elke bioboer toegankelijk. Inagro en PCG maken deel uit van de eerste lijst ‘erkende adviseurs en erkende centra’. De adviesregeling Op de website van de Vlaamse overheid(1) wordt de regeling uitgebreid toegelicht. Per pakket is gedefinieerd wat aan bod kan of moet komen. Binnen deze omschrijving is per bedrijf maatwerk mogelijk zowel voor wat betreft de inhoud als wat betreft de intensiteit van begeleiding. De teler en de bedrijfsbegeleider kunnen dit onderling overeenkomen. Binnen deze regeling kan een teler ook op meerdere erkende bedrijfsbegeleiders een beroep doen tot zolang hij zijn subsidiebudget niet heeft overschreden. Om van deze subsidieregeling gebruik te kunnen maken, is een strikte administratieve procedure beschreven. 6 Voor de landbouwer blijft de administratie grotendeels beperkt tot het maken van een afspraak en het ondertekenen van een contract met een erkende bedrijfsbegeleider of een erkend centrum. De bedrijfsbegeleider brengt de subsidie direct in mindering op zijn factuur. Erkende bedrijfsbegeleiders erkende centra en Om recht te hebben op de subsidie, moeten landbouwers beroep doen op erkende adviseurs. Deze werken zelfstandig of voor een erkend advies centrum. De erkenning is toegekend door de Vlaamse Administratie voor Duurzame Landbouw Ontwikkeling op basis van een erkenningsdossier en een gesprek. De erkenning werd zowel aangevraagd per sector als per thema. Op de website van de Vlaamse overheid(2) is de volledige en actuele lijst van erkende adviseurs en erkende centra raadpleegbaar. Inagro en PCG hebben al met succes deze erkenningsprocedure doorstaan. Zij hebben elk een eigen pakket uitgewerkt op maat van de sector waarin zij actief zijn. Hun dienstverlening staat borg voor een directe en wederzijdse wisselwerking tussen het praktijkonderzoek en de biologische praktijk. Voor meer informatie kan je met hen contact opnemen: (1) http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/20140127_websitetekst%20bioadvies_landbouwer.pdf (2) http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/lijst-erkende-bedrijfsadviseurs-en-centra.pdf G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 In onderstaande tabel geven we een korte samenvatting: Soort advies Concreet Verkennend gesprek Omschakelings- omtrent (omschakeadvies ling naar) biologische landbouw Biobedrijfsplan Concrete doorrekening voor de omschakeling van het bedrijf Voor wie Subsidie Gangbare landbouwers, landbouwscholen en kandidaatbiolandbouwers 75% tot een maximaal subsidiebedrag van 510 € Landbouwers, landbouwscholen en kandidaat-biolandbouwers angbaar tot maximaal 3 jaar na eerste aanmelding voor bio 75% tot een maximaal subsidiebedrag van 960 € Startersadvies Bedrijfsbegeleiding voor startende biologische telers Biologische telers in de omschakelingsfase (nieuw aangemeld – zolang zich een perceel in omschakeling bevindt) 75% tot een maximaal subsidiebedrag van 3200 € Bedrijfsadvies Bedrijfsbegeleiding voor gevestigde biologische telers Biologische landbouwers en landbouwscholen met biologische activiteit 50% tot een subsidiebedrag van 4000 € Centrum + contactpersoon Type advies Erkende sectoren en/of thema’s Inagro vzw Lieven Delanote T 051 27 32 50 E [email protected] Omschakelingsadvies Groenteteelt Afzet en marketing Biobedrijfsplan Akkerbouw Bedrijfsmanagement Startersadvies Voederteelten Bedrijfsadvies Bodembeheer Omschakelingsadvies Glasteelten Biobedrijfsplan Tunnelteelten Startersadvies Kruiden Bedrijfsadvies Bodembeheer PCG vzw Justine Dewitte T 09 381 86 82 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 7 03_Het nieuwe spuitseizoen is volop aan de gang. Bescherm het oppervlaktewater!! Tijdens de drukke veldwerkzaamheden moet er zeker voldoende aandacht zijn voor het oppervlaktewater. Met argusogen wordt de kwaliteit van het water door VMM en VLM opgevolgd. Niet enkel voor nitraten, maar zeker ook voor gewasbeschermingsmiddelen (gbm). Om de huidige gewasbeschermingsmiddelen te behouden moet op dit vlak een tandje bijgestoken worden. Er is een vooruitgang merkbaar, maar deze is te gering. Daarom willen we nog enkele aandachtspunten meegeven. __ Vermijd drift en afspoeling. Enkele aandachtspunten: __ Verwerk reinigingswater en spuitoverschotten met een biozuiveringssysteem (biofilter of fytobak) of met de sentinel. __ Vul uw spuittoestel niet op verharde oppervlakken, maar vul op het veld, op een openbare aanzuigplaats of op een aangelegde vul- en spoelplaats met opvang van restwater. __ Vermijd vermorsingen bij het afmeten en vullen van gewasbeschermingsmiddelen en ruim eventuele vermorsingen op met absorberend materiaal. __ Blijf aanwezig tijdens het vullen. Zo vermijd je dat het spuittoestel overloopt. __ Spoel de lege verpakkingen grondig en giet het spoelwater in de spuittank. __ Spoel ook de afsluitdoppen van de bussen. __ Spoor lekkende spuitdoppen, filters, leidingen, verbindingen … op en herstel ze onmiddellijk. __ Spuit nooit over grachtkanten en bermen. __ Respecteer de opgelegde bufferzones. 8 __ Voorzie opvang voor overschotten en restwater, lozen is geen optie!!! __ Reinig uw spuittoestel nooit op verharde oppervlakken zonder opvang van restwater, maar reinig op het veld, een onverhard terrein in de buurt van het bedrijf of op een aangelegde vul- en spoelplaats op het bedrijf met opvang van restwater. __ Laat een ongereinigd spuittoestel niet in de regen staan op een verhard oppervlak. Meer info over het vermijden van puntvervuiling, over biozuiveringssystemen, over de aanleg van een vul-en spoelplaats kan je verkrijgen bij Inagro. Dit advies kadert binnen het ADLO demonstratieproject ‘Sensibilisering rond puntvervuiling en bio-zuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West- en Oost-Vlaanderen’ of kortweg ‘Bioremediatie West’. Dit project wenst de aanleg van vul- en spoelplaatsen en het gebruik van zuiveringssystemen te stimuleren en te begeleiden. Ook de sensibilisatie omtrent puntvervuiling wordt verder gezet. Dit project is een samenwerking tussen Inagro Beitem, PCG Kruishoutem, PCS Destelbergen en PCA Beitem - Kruishoutem. Meer info: Ellen Pauwelyn T 051 27 32 90 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 04_Ondergronds ontijzeren mee op de nieuwe Vlarem-trein De Vlaamse Regering heeft op 4 april haar 2e principiële goedkeuring gegeven aan de ontwerpbesluiten voor de wijzigingen van Vlarem. Dit wil zeggen dat de laatste rechte lijn is ingezet tot publicatie in het Belgisch Staatsblad. Daarna kunnen installaties waarbij grondwater ondergronds ontijzerd wordt, vergund worden. Welke zijn de wettelijke verplichtingen? Om een installatie ‘ondergronds ontijzeren’ conform de Vlaremwetgeving te kunnen uitbaten moet deze in eerste instantie opgenomen zijn in de milieuvergunning van uw bedrijf. Dit wil zeggen dat – naast een vergunning voor het oppompen van het grondwater – ook een vergunning moet aangevraagd worden voor het ‘Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning met inbegrip van terugpompingen van belucht grondwater in dezelfde freatische watervoerende laag voor ondergrondse beluchting’ (rubriek 53.12 van Vlarem I). Om deze rubriek op te nemen in de milieuvergunning van uw bedrijf moet een klasse 2-procedure doorlopen worden (tot een netto opgepompt debiet kleiner of gelijk aan 30.000 m³ per jaar). Vlarem (rubriek 5.53.6.4 van Vlarem II) legt ook een aantal wettelijke verplichtingen op om een installatie ‘ondergronds ontijzeren’ te kunnen uitbaten. Deze zijn o.a.: __ Specifieke staalname en analyse van het grondwater vooraleer met de exploitatie gestart wordt __ Halfjaarlijkse monstername en analyse van het grondwater na opstart van de exploitatie Daarnaast moet ook éénduidig kunnen geregistreerd worden hoeveel grondwater per put wordt opgepompt en hoeveel grondwater er per put wordt terug gestuurd. Hoe werkt het systeem? De techniek van ondergronds ontijzeren is gebaseerd op het injecteren van met zuurstof aangereikt grondwater. Door deze extra zuurstof wordt het ijzer neergeslagen onder vaste vorm in de ondergrond waardoor het niet meer wordt opgepompt. Ook mangaan wordt op deze manier uit het grondwater neergeslagen. In onderstaande figuur staat schematisch weergegeven hoe het principe van ondergronds ontijzeren werkt. G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 9 Om ondergronds te kunnen ontijzeren, zijn er altijd minimaal twee filterputten nodig. Deze filterputten zijn aangelegd in dezelfde watervoerende laag. Bij de opstart wordt er grondwater opgepompt uit één put (bv. put 1). Na passage over de beluchtingsunit wordt het beluchte grondwater geïnjecteerd in de andere put (hier put 2). Na ongeveer een week wordt alles omgedraaid. Dan wordt er grondwater opgepompt uit put 2. Dit grondwater wordt na extra beluchten geïnjecteerd in put 1. Na nogmaals ongeveer een week is het systeem klaar voor gebruik. Eénmaal in productie wordt nog altijd een deel van het opgepompte grondwater na beluchten terug geïnjecteerd in de andere filterput. Na bv. een week wordt alles terug omgedraaid (pompen uit put 2 en injecteren in put 1). Ondergronds ontijzeren is maatwerk. De firma die deze techniek installeert zal voorafgaandelijk op basis van de samenstelling van het grondwater en de ondergrond beslissen of deze techniek mogelijk is ter hoogte van uw bedrijf. Ook de hoeveelheid grondwater die er moet geïnjecteerd worden en de frequentie van wisselen tussen de verschillende pompputten wisselt van locatie tot locatie. De praktijk bevestigt de theorie Deze installatie draait sinds 2011 proef op een varkensbedrijf in West-Vlaanderen. Bij de start werden ijzergehaltes in het grondwater gemeten van 24 (put 1) tot 29 (put 2) mg ijzer /l. Na ingebruikname van de techniek van ondergronds ontijzeren wordt geen ijzerdruk meer waargenomen! Tot tevredenheid van de gebruiker. Grafiek: resultaten gemeten ijzerdruk voor en na installatie techniek ondergronds ontijzeren Verstopt naar verloop van de tijd de boorput niet? Deze techniek wordt in het buitenland al toegepast sinds de jaren ’80. Ervaring leert er dat het dichtslibben van de boorput mee valt. Ijzeroxides zetten zich namelijk vooral af in de niet doorlatende poriën in de bodem. Maar toch is het niet uitgesloten dat na jaren werking nieuwe boorputten moeten aangelegd worden. Een aandachtpunt bij de keuze van de locatie van de putten (en eventuele voorziene bebouwing/verharding). 10 Meer info: Dominique Huits T 051 27 33 88 E [email protected] Anne-Sophie Vandevoorde T 051 27 33 98 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 05_Oproep tot deelname geleide bestrijding wortelvlieg Zoals de vorige jaren gaan we dit jaar terug van start met de geleide bestrijding van de wortelvlieg. Het systeem is immers erg succesvol. Het doel van geleide bestrijding is te behandelen op het juiste moment en enkel wanneer het nodig is. beslist of een bespuiting nodig is. U telt zelf wekelijks het aantal wortelvliegen per val en geeft dit aan ons door op de manier die u verkiest: e-mail, fax, sms, webapplicatie www.wortelvlieg.tales.be …. Het systeem wordt reeds meer dan vijftien jaar met succes toegepast in de praktijk. In 2013 namen 130 worteltelers deel aan het systeem op meer dan 300 velden met een totale oppervlakte van ongeveer 1000 ha. 49 telers passen het systeem op vandaag volledig zelfstandig toe. Voor meer informatie, zie ook de folder www.inagro.be > publicaties, klik vervolgens op brochures. Onder de afdeling Tuinbouw Openlucht vindt u de folder. Omdat de aanwezigheid en het tijdstip van aanwezigheid van de wortelvlieg sterk veldgebonden is, kan men geen algemeen waarschuwingssysteem per regio gebruiken. Elk perceel moet daarom apart worden opgevolgd. Per perceel worden plakvallen geplaatst op de meest geschikte plaats en zoveel als nodig is. Soms is het mogelijk 1 set plakvallen te verdelen over 2 velden. Aan de hand van het aantal vliegen per val per week en de vastgestelde drempelwaarden wordt Indien u lid bent van een telersvereniging krijgt u een belangrijk percentage terugbetaald. Meer info: Bart Declercq T 051 27 33 15 M 0496 54 99 76 E [email protected] Hilde Dehaene M 0478 56 53 42 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 11 06_Meld wilschade en vraag bijzondere bejaging aan! Meld schade aan je gewassen via de enquête van Boerenbond Schade door in het wild levende dieren (houtduiven, konijnen, hazen, ganzen allerhande, …) doet zich meer en meer voor in onze teelten. Om de overheid te kunnen bewegen nieuwe maatregelen te nemen, zijn concrete cijfers nodig. Daarom vragen wij iedere teler die in het laatste jaar wildschade had deze enquête in te vullen. Zo kunnen we het probleem in kaart brengen en preciseren welke diersoorten er voor overlast zorgen, waar in Vlaanderen en op welke gewassen. Aan alle telers die de enquête invullen hartelijk dank! Via http:// oud.boerenbond.be/Voor-leden/Themas/Natuur-/ schade-enquete vind je het formulier. Momenteel zijn de houtduiven weer erg actief waardoor de telers erg veel energie steken in het verjagen ervan. Bescherm zo snel mogelijk preventief uw planten want eens de duiven het koolveld gevonden hebben, wordt het moeilijker om hen terug te verjagen. Om geen pikschade aan de kolen te hebben, kan je het gewas afdekken met vogelnetten. Andere middelen zoals het gekende veldkanon en de diverse alternatieve vogelafweersystemen (scarey mans, geluidssystemen met roofvogelgeluiden of imitatieroofvogels) hebben een eerder tijdelijk effect omdat de duiven snel wennen aan allerlei verjagingstechnieken. Het afschrikeffect kan soms verlengd worden door de afweermiddelen regelmatig te verplaatsen of door af te wisselen met traditionele vogelverschrikkers, linten, plastic zakjes, fietsen, oude auto’s, … De Agrilaser waarbij houtduiven verschrikt worden door een groen laserlicht geeft vrij goede resultaten. Het nadeel is wel de manuele bediening waardoor het niet geschikt is voor verderaf gelegen percelen. 12 De meeste afweermiddelen werken echter wel beter in combinatie met bejaging. De gewone jacht op houtduif is open van 15 september tot en met 28 of 29 februari maar houtduiven kunnen ook buiten de normale jachtperiode steeds bejaagd worden onder de vorm van bijzondere bejaging. Bijzondere bejaging op houtduif kan je voor een periode van 3 maand aanvragen zodat je maar 1 keer per teelt de formulieren moet invullen. Vraag dus op tijd aan uw jager dat hij bijzondere bejaging op houtduif aanvraagt bij ANB (Agentschap voor Natuur en Bos). Zo kan hij bij de eerste schade aan de kolen direct ingrijpen en gaat er geen kostbare tijd verloren. Informatie Bijkomende informatie over bijzondere bejaging kan je vinden op de website van Inagro: typ bij de zoekrubriek (rechts bovenaan op de homepagina) ‘formulier bijzondere bejaging’ in. Een brochure over de alternatieve vogelafweermiddelen (kostprijs, leverancier, voor- en nadelen) kan je vinden op de homepagina onder de rubriek publicaties > tuinbouw. Je kan de brochure en de documenten voor de bijzondere bejaging eveneens gratis aanvragen bij Sabien Pollet. Meer info: Sabien Pollet T 051 27 33 04 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 07_Hoe zelf zilte groenten telen De aanvoer van zilte groenten is nog voor een groot stuk afhankelijk van wildsnij en import uit het buitenland. Het commercieel telen in eigen land zou meer zekerheid geven naar kwaliteit en de duurzaamheid vergroten. Inagro stelde een teeltbrochure voor zeekraal op die beginnende telers op weg kan helpen. De teelt van zeeaster bleek na twee jaar onderzoek in een kassysteem niet rendabel. De groente was te gevoelig voor ziekten en plagen, bleek veel te snel op te schieten en had door het warme klimaat te dunne bladeren om op vlak van kwaliteit te concurreren met planten afkomstig uit de buitenteelt. In Vlaanderen zijn zilte groenten zoals zeekraal en zeeaster nog weinig gekend. Door het optreden van deze groenten in vele kookprogramma’s krijgen echter meer en meer Vlamingen de smaak te pakken. Zeekraal is voorlopig economisch gezien de meest aantrekkelijke zilte groente. In West-Vlaanderen zijn de gronden die van nature uit geschikt zijn voor zilte gewassen eerder beperkt en een extra verzilting van gronden die nog geschikt zijn voor andere teelten is niet echt aan te raden. Ook onder afdekking is een teelt in volle grond af te raden. Het benodigde zout blijft nadien nog lang in de bodem en beperkt de keuze van mogelijke volgteelten. In de winkelrekken is de overgrote meerderheid afkomstig van wildsnij uit Nederland en Frankrijk. Er zijn echter al enkele Zeeuwse telers die zich hebben toegelegd op deze aparte teelt. Buiten het seizoen (mei-september) is de handel afhankelijk van invoer vanuit niet-Europese landen, vnl. Mexico en Israël. De duurzaamheid van goederen wordt echter steeds belangrijker. Hierdoor werd het interessanter om binnen West-Europa de mogelijkheden van deze teelt buiten het normale teeltseizoen te onderzoeken. Dit onderzoek gebeurde de laatste jaren in het project AquaVlan in samenwerking met Universiteit Wageningen (PRI). Zij onderzochten de teelt in open lucht, om de reeds bestaande telers in Zeeland te ondersteunen. Inagro legde zich toe op de teelt onder afdekking. In Inagro werden reeds de eerste stappen gezet om de zeekraalteelt los te koppelen van de grond om zo de behoefte aan bodemverzilting weg te nemen. Om dit eenjarig gewas langer te kunnen doortelen in herfst en winter, lijkt de temperatuur de doorslaggevend factor te zijn: aanhouden van een voldoende hoge kastemperatuur (> 15°C) is dan nodig. Dit project liep begin dit jaar ten einde. Er werden enkele teeltbrochures opgesteld met de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. Deze brochures zijn terug te vinden op de website van Inagro. Meer info of proefveldverslagen? An Decombel T 051 27 32 75 E [email protected] G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 13 Resultaten uit het onderzoek 08_Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst MAP4 legt aan de groentetelers een aantal nieuwe normen en maatregelen inzake bemesting op. Deze zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en ‘best practices’ in de gangbare teelt en zijn niet zondermeer toepasbaar in de biologische landbouw. Dit blijkt uit deze proefopzet die Inagro uitvoerde in biologische herfstprei. Achtergrond Bij stikstofbehoeftige groenten of groenten met een lange groeiduur opteren biologische telers vaak voor een basisbemesting onder de vorm van stalmest. De fosfornormen in MAP4 (55 kg/ha vanaf 2015) worden echter beperkend voor de maximale hoeveelheid stikstof die onder de vorm van stalmest kan worden toegediend. Groencompost in combinatie met drijfmest of organische korrelmeststoffen bieden mogelijk meer ruimte. Een nieuwe trend die vooral in Nederland opgang vindt, is tenslotte het gebruik van ‘maaimeststoffen’. Hierbij brengt men een snede grasklaver of luzerne rechtstreeks op een andere akker als meststof. Biologische telers moeten vanaf 2013 ook voldoen aan de verplichte stikstofadvisering voor groenten uit groep 1 of 2. Tussentijdse staalname als basis voor bijbemesting met organische korrelmeststoffen is ook in de biologische landbouw zinvol. De streefwaardes die de gangbare praktijkcentra hanteren, worden evenwel als hoog ervaren voor biologische productie. Proefopzet In het kader van het ADLO-demonstratieproject “Organische bemesting en MAP4 doorheen de biologische sector” nam de afdeling Biologische Productie van Inagro de proef op de som in een teelt van biologische herfstprei. De voorteelt op het betreffende perceel was een éénjarige grasklaverweide die in het voorjaar werd ondergeploegd. 14 In een eerste groep objecten is uitgegaan van een basisbemesting van 25 ton/ha stalmest (objecten 1 tot 3) of 30 ton/ha groencompost (objecten 4 tot 6). Elke basisbemesting werd bijbemest volgens drie regimes: geen bijbemesting, bijbemesting volgens KNS-advies en bijbemesting volgens KNS-advies op biologische productie afgestemd (eigen inschatting Inagro – afdeling biologische productie). In een derde groep objecten (7 tot 9) gingen we aan de slag met het concept ‘maaimeststoffen’. Bij deze objecten werd de hoeveelheid toegediende grasklaver gevarieerd en werd nadien geen bijbemesting meer toegediend. In object 8 werd de voorjaarssnede gemaaid, gehakseld en ondergewerkt. Het betrof een dikke snede. De totaal ondergewerkte massa vers materiaal kwam overeen met 51,8 ton per hectare. In object 9 werd nog eens een extra snede toegevoegd. Hierdoor werd in dit object in totaal 103,6 ton per hectare vers materiaal ondergewerkt. In object 7 werd de grasklaver gemaaid en afgevoerd zonder enige andere bemesting. Teeltverloop Op 25 mei werd op het volledige perceel een snede grasklaver gemaaid en afgevoerd. Begin juni werd de resterende grasklaverzode ondergewerkt onder goede omstandigheden. In object 8 en 9 werd eveneens de toegediende grasklaver ingefreesd op dat moment. Stalmest en compost werd op 6 juni toegediend en het volledige perceel werd twee dagen later geploegd. Onder normale omstandigheden doen we dit liever 2 à 3 weken eerder zodat het organisch materiaal al meer is voorverteerd bij het ploegen. Op 8 juni werd de prei (ras Krypton) geplant in vlakvelds geponste gaten. De onkruidbestrijding gebeurde mechanisch. Augustus was droog en op 21 en 22 augustus werd twee keer beregend. Vanaf oktober was het erg nat. De proef werd in twee delen geoogst. De eerste helft werd geoogst op 24 oktober, de tweede helft werd twee weken later geoogst op 11 november voor levering aan de industrie. G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Stikstofverloop en bijbemesting tijdens het groeiseizoen Op 7 mei werd een eerste stikstofmonster gestoken voor advies. Op dat moment stond er nog een snede grasklaver op het perceel. De gemeten stikstofvoorraad was 13 kg NO3-/ha in de laag 0-90 cm. Het bemestingsadvies bedroeg 256 kg werkzame N/ha verdeeld over twee fracties (155 en 101 kg N/ha). De gerealiseerde basisbemesting in deze proef blijft ruim onder het advies voor de eerste fractie. Tabel 1: toegediende hoeveelheid stikstof voor de verschillende proefobjecten Object Bemesting BIJBEMESTING BEMESTING TOTAAL Advies KNS Toegediend kg N tot/ha kg N eff/ha kg NO3-/ha kg N/ha 1 Stalmest 25 ton/ha 73 - 138 48 2 Stalmest 25 ton/ha + KNS 68 80 218 124 3 Stalmest 25 ton/ha + KNS-bio 79 40 178 84 4 Compost 35 ton/ha 67 - 399 40 5 Compost 35 ton/ha + KNS 39 80 479 112 6 Compost 35 ton/ha + KNS-bio 61 40 439 76 7 Grasklaverzode - onbemest 55 - - 8 Grasklaver enkele snede (52 ton/ha) 29 - 194 117 9 Grasklaver dubbele snede (104 ton/ha) 0 - 389 233 N/ha. Het aangepaste bio-advies werd op 40 kg N/ ha ingeschat. Op 19 augustus werd de bijbemesting toegediend onder de vorm van DCM 11-0-3. Zes weken na planten (31 juli) werd per veldje een individueel bodemmonster gestoken en geanalyseerd. In object 7 (onbemest) is op dat moment 170 kg NO3-/ha beschikbaar in de laag 0-60 cm (Tabel 2). Dit wijst op een belangrijke stikstofnalevering uit de ondergeploegde grasklaverzode. Ook de objecten met stalmest en compost hebben een gelijkaardige stikstofvoorraad in de laag 0-60 cm. De objecten met een basisbemesting maaimeststoffen hebben op dat moment een significant hogere stikstofbeschikbaarheid (ruim 230 kg NO3-/ha in de laag 0-60 cm). Begin september is het effect van de bemesting nog steeds beperkt zichtbaar in de bodemstikstofvoorraad. Het onbemeste referentieobject heeft op 17 september 80 kg NO3-/ha in de laag 0-60 cm beschikbaar. Dit is naar gangbare normen laag. De stikstofbeschikbaarheid in de laag 0-60 cm is voor object 4 (enkel compost) en object 1 (stalmest) gemiddeld net iets lager. Op basis van deze staalname werd de bijbemesting bepaald. Er werd gemiddeld 75 kg werkzame stikstof geadviseerd in de objecten met een basisbemesting stalmest. In de objecten met compost lag het advies gemiddeld iets lager (55 kg werkzame stikstof). Zowel bij de objecten stalmest als bij de objecten compost is een licht effect van de bijbemesting waarneembaar in de stikstofbeschikbaarheid (zowel in de laag 0-30 cm als in de laag 0-60 cm). Ook bij de objecten met een enkele of een dubbele snede maaimeststof is een dosiseffect zichtbaar. Deze adviezen liggen fors lager dan de tweede fractie die bij de staalname vóór de teelt werd geadviseerd. De objecten ‘advies KNS’ (respectievelijk object 2 en 5) werden bijbemest met 80 kg G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 15 Tabel 2: stikstofverloop tijdens het groeiseizoen Nr. Bemesting kg NO3-N/ha 31/jul 17/sep 3/dec 0-30 cm 0-60 cm 0-30 cm 0-60 cm 0-30 0-60 cm cm 0-90 cm 1 Stalmest 25 ton/ha 87 c 148 c 21 b 65 c 25 45 66 b 2 Stalmest 25 ton/ha + 80 EN 92 c 154 c 57 a 115 abc 27 50 80 ab 3 Stalmest 25 ton/ha + 40 EN 81 c 153 c 40 ab 100 bc 29 48 78 ab 4 Compot 35 ton/ha 94 c 156 c 28 b 75 c 21 43 70 b 5 Compost 35 ton/ha + 80 EN 118 bc 188 bc 60 a 132 ab 29 54 86 ab 6 Compost 35 ton/ha + 40 EN 99 c 168 c 40 ab 96 bc 24 41 69 b 7 Maaimeststof: gras afgevoerd 103 c 170 c 22 b 80 bc 19 36 65 b 8 Maaimeststof: gras ingewerkt 146 ab 235 ab 28 b 102 bc 25 47 87 ab 9 Maaimeststof: + extra snede 167 a 268 a 42 ab 161 a 26 49 97 a VC% 23,23 18,97 38,09 P-waarde <0,001** <0,001** 0,004** 32,74 20,91 20,44 17,6 0,014* ns ns 0,029* Gewasontwikkeling en opbrengst De prei groeide het hele seizoen goed. De verschillen tussen de objecten waren beperkt. De objecten waar stalmest werd uitgereden toonden van in het begin een iets vollere gewasstand. Dit hield aan tot bij de oogst. Dit is in tegenstelling tot de nitraatbeschikbaarheid die telkens net iets lager leek bij de objecten met stalmest. Er is echter geen verschil tussen de hogere (volgens advies KNS) en de intermediaire bijbemesting (KNS-bio). De objecten met maaimeststoffen (object 8 en 9) halen een iets hogere opbrengst dan het onbemeste object (object 7) maar kunnen de opbrengst van het object met stalmest net niet evenaren. In het ‘onbemeste’ object (object 7) werd een erg hoge opbrengst (44,9 ton/ha) gerealiseerd. Hoewel niet significant, zien we zowel bij de stalmestobjecten als bij de objecten met groencompost een opbrengstverhoging van 1 à 2 ton/ha bij de objecten waar werd bijbemest. 16 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Tabel 3: gewasontwikkeling en opbrengst en kwaliteit Nr. Bemesting Stand Marktb. opbr. Stukgewicht Sleet 27/sep kg/ha g 24/okt 1 Staalmest 25 ton/ha 7,3 ab 46502 393 6,3 b 2 Staalmest 25 ton/ha + 80 EN 7,5 ab 47935 399 6,9 ab 3 Staalmest 25 ton/ha + 40 EN 7,6 ab 47866 407 6,9 ab 4 Compost 35 ton/ha 6,8 b 43886 375 6,9 ab 5 Compost 35 ton/ha + 80 EN 7,1 ab 44033 379 7,1 a 6 Compost 35 ton/ha + 40 EN 7,5 ab 45933 376 7,1 a 7 Maaimeststof: gras afgevoerd 7,4 ab 44882 372 6,8 ab 8 Maaimeststof: gras ingewerkt 8,1 a 45107 375 6,4 b 9 Maaimeststof: + extra snede 7,0 ab 45674 378 6,5 ab Gemiddelde 7,4 45758 284 6,8 Restnitraat Besluit Het nitraatresidu situeert zich begin december in de buurt van de 90 kg NO3-/ha in de laag 0-90 cm. Uit de resultaten van het restnitraat blijkt echter een zeer sterke invloed van het oogstmoment op het nitraatresidu. Om praktische redenen werd immers de eerst helft van de proef geoogst 24 oktober. Twee weken later (12 november) werd de andere helft geoogst. Het nitraatresidu in het deel dat eerst geoogst werd, was gemiddeld over alle objecten 95 kg NO3-/ha. Het deel van de proef dat twee weken later werd geoogst had een gemiddeld nitraatresidu van 61 kg NO3-/ha en bleef hiermee wel onder de norm van 90 kg NO3-/ha. Een doordachte bemesting op basis van dierlijke mest of maaimeststoffen in combinatie met een beperkte bijbemesting maken een goede preiopbrengst mogelijk in de biologische teelt. Het referentieobject 7 en de objecten met enkel stalmest of compost resulteren in het laagste restnitraat (65 à 70 kg NO3-/ha). Bijbemesting volgens KNS-advies zorgt voor een lichte verhoging van het restnitraat met een overschrijding van de norm voor de veldjes die eind oktober reeds werden geoogst. Dit is ook het geval voor de objecten met maaimeststoffen. Het object met een dubbele dosis grasklaver overschrijdt als enige de norm van 90 kg NO3-/ha. Uit de proef blijkt de sterke bijdrage inzake stikstoflevering en bodemvruchtbaarheid van een 1-jarige grasklaver in een groenteteelt rotatie. Het onbemeste object, waar enkel een grasklaverzode werd ondergewerkt, realiseerde een zeer goede opbrengst prei (45 ton/ha). Bemesting met stalmest leverde gemiddeld een iets hogere opbrengst. Dit was niet het geval met groencompost. Bemesting met grasklaver van goede kwaliteit biedt mogelijkheden ter vervanging van een basisbemesting met stalmest. Een bodemstaalname 6 weken na planten levert nuttige informatie voor een gerichte bijbemesting. Een kleine bijbemesting resulteerde in deze proef in een gemiddelde opbrengsttoename van 1 à 2 ton marktbare prei per hectare en remt mogelijk sleet enigszins af. Het standaard KNS-advies lijkt hierbij echter te hoog met meer kans op een te hoog nitraatresidu tot gevolg. Annelies Beeckman, Johan Rapol Lieven Delanote G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 17 09_Zomerteelt kropsla - resultaten 2013 en proefaanleg 2014 Cosmopolia beste keuze in zomer 2013 In de zomer van 2013 bleek Cosmopolia, net als in 2012, de beste keuze te zijn voor de zomerteelt. Een hoog kropgewicht werd gecombineerd met goede kropeigenschappen en een sterke tolerantie tegen fysiologische gebreken. Adantia en Nisava hadden vergelijkbare goede kropeigenschappen, maar vielen beiden wat tegen naar aantasting door smet. Het nieuwe ras SV0536LB had een wat laag kropgewicht en had van alle rassen de meeste aantasting door rand. Ook naar veldvulling viel dit ras wat tegen. Rassenproef 2014 De rassenproef werd dit jaar gezaaid op 15 mei. Alle rassen van 2013 liggen terug in proef met uitzondering van SV0536LB. Het gaat hier om de rassen Espirando (E01B.3683) van het zaadhuis Enza; Alexandria, Cosmopolia, Millennia, Zendria en RZ 42-131 van het zaadhuis Rijk Zwaan en Movito en Nisava van het zaadhuis Syngenta. Geen nieuwe rassen werden aangeboden voor deze teeltperiode. In de volgende groentemails zal u op de hoogte worden gehouden van de resultaten van deze proef. Millennia behaalde in deze rassenproef het slechtste resultaat. Het had het laagste kropgewicht en vertoonde een slechte veldvulling en bakvulling. Ook vertoonde het de meeste droogrand en smet en werd er een kleine aantasting van rand waargenomen. Dit alles maakte dit een niet aan te raden ras voor deze periode. Het volledig verslag is terug te vinden op www.inagro.be. 18 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Varia 10_Laat je bedrijf scannen en krijg een helder zicht op je bedrijfssituatie! Graag maken we ook even ruimte om een zeer interessant aanbod in de kijker te plaatsen. Binnen het project ‘Uitzicht door inzicht’ legt het Innovatiesteunpunt door middel van een bedrijfsscan de sterke en minder sterke punten van uw bedrijf en bedrijfsmanagement bloot en bekijkt samen met u welke de mogelijke verbeterpunten zijn. De scan is een ideaal instrument om uw bedrijfsvoering eens kritisch onder de loep te nemen. Ze is toegankelijk voor álle land- en tuinbouwers en de eerste 200 scans zijn bovendien gratis! Het overwegen zeker waard. Meer info vindt u via www.innovatiesteunpunt.be/ uitzicht-door-inzicht. Uitzicht door inzicht is een initiatief van Boerenbond, SBB en Boeren op een Kruispunt vzw. G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 19 11_Brochure Witloof en IPM beschikbaar Vanaf 1 januari 2014 is elke Europese land- en tuinbouwer verplicht om de principes van geïntegreerde gewasbescherming of “IPM” op zijn bedrijf toe te passen. Omdat de witloofteelt dermate specifiek is en voor de verschillende teeltfasen andere regels gelden, verspreiden Inagro en NPW met steun van de Vlaamse Overheid een brochure ‘witloof en IPM’. In de brochure wordt verduidelijkt op welke wijze je als witloofteler kan voldoen aan de IPM-regelgeving. De brochure bestaat uit nuttige tips voor een doelmatige gewasbescherming en tegelijkertijd een minimale belasting van het leefmilieu. De verschillende stadia van witloof komen aan bod: de wortelteelt, de bewaring en de forcerie. Bij elk stadium vind je als witloofteler de specifieke aandachtspunten en worden de meeste onkruiden, ziekten en plagen beschreven. De IPM-checklist is als apart document bij de brochure gevoegd. De teelt van witloof wordt ook voor IPM opgesplitst in verschillende delen. Voor de witloofwortelteelt moet je voldoen aan de checklist van de vollegrondsgroenten. Deze checklist geldt tot en met de behandeling van de wortels voor ze in de koelcel worden geplaatst. Vanaf de koeling en bewaring van de wortels over de forcerie tot de oogst van het witloof moet je voldoen aan de checklist van de beschutte teelten. In de checklist staat puntje per puntje besproken welke mogelijkheden een witloofteler heeft om hieraan te voldoen. Naast deze bespreking staan er ook verwijzingen in de checklist naar bijkomende informatie in de brochure. U kunt de brochure gratis aanvragen: E [email protected] T 051 27 32 91 Tania De Marez 20 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 12_Volg Inagro op PlattelandsTV tijdens Tournée Provincial Vanaf 18 mei 2014 is Inagro te zien in Tournée Provincial, een gloednieuwe vaste rubriek op PlattelandsTV. Het hele jaar door worden reportages in herhaling uitgezonden. Er volgen interessante reportages over de proeftuin, innovatief bemesten, erosie, nieuwe dienstverlening, … enz . Kortom, de reportages geven de kijker een mooi overzicht van wat Inagro en de provincie WestVlaanderen allemaal doen voor een innovatieve en duurzame landbouw en platteland! Ben je nu al nieuwsgierig? Bekijk alvast de trailer van Tournée Provinciale op www.vimeo.com/inagro. PlattelandsTV is een themazender die volledig in het teken staat van de Vlaamse land- en tuinbouw. In de nieuwe rubriek Tournée Provincial informeren de provincies over hun initiatieven en inspanningen op het vlak van land- en tuinbouw en platteland. Elke twee weken stelt een andere provincie haar initiatieven voor. Tijdens de eerste aflevering op zondag 18 mei beet de Provincie Antwerpen de spits af. Programmatie: ◊ Kanaal 22 van Telenet digital TV ◊ Zondagmiddag om 12u30 gedurende 2 weken in herhaling ◊ De uitzendingen zijn ook te bekijken via de regionale zender Focus TV en WTV en op www.plattelandstv.be. West-Vlaanderen komt voor de eerste keer aan bod bij de start van de Bioweek op zondag 8 juni. In deze aflevering zoomt Inagro in op haar onderzoek en diensten voor de biologische sector. G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 21 13_Lever je hoeveproducten aan een West-Vlaamse school? Neem deel aan de scholenwedstrijd ‘Ga eens… lekker lokaal’! Onder het motto ‘Ga eens... lekker lokaal’ promoot Inagro, het gebruik van lokale hoeveproducten op school. Scholenwedstrijd Inagro wil de jonge generatie vertrouwd maken met het gebruik van lokale, duurzame en gezonde voeding, rechtstreeks van de boerderij. Scholen kunnen deelnemen aan de wedstrijd ‘Ga eens… lekker lokaal’. Initiatieven waarbij scholen met hoeveproducten, afkomstig van een lokale boer, aan de slag gaan maken kans op leuke prijzen. Alle West-Vlaamse scholen kunnen deelnemen. Er zijn twee wedstrijdcategorieën: enerzijds de scholen die al hoeveproducten gebruiken en anderzijds de scholen die een leuk idee hebben om in de toekomst met hoeveproducten aan de slag te gaan. Initiatieven waarbij scholen werken met hoeveproducten rechtstreeks afkomstig van de lokale boer komen in aanmerking. Dit kunnen eenmalige, tijdelijke of permanente acties zijn. op school dat eind juni zal plaatsvinden. Hierbij wordt een hoevedessert voor de hele school voorzien. Jeugdauteur Tine Mortier, bekend van o.a. ‘Zoeperman’, ‘Mare en de dingen’ en ‘Bruin!’’, fleurt dit event op met een literaire ode aan lokaal lekkers. De winnaar uit de tweede categorie met het beste idee om met hoeveproducten aan de slag te gaan, ontvangt een waardebon van 250 euro tijdens het event eind juni. Hiermee kunnen ze hun idee ook effectief realiseren. Voor alle deelnemende scholen wordt een leuke attentie voorzien (tot einde voorraad). Ook jij als hoeveproducent kan inschrijven Inschrijven door scholen, ouders of hoeveproducenten kan tot 26 mei 2014, via www.onthaalopdeboerderij.be. Hier vind je ook het wedstrijdreglement met uitgebreide informatie. Prijzenpot De winnende school uit de eerste categorie, die reeds met hoeveproducten werken, wordt in de bloemetjes gezet tijdens een feestelijk slotevent Meer info: Helena Vandekerckhove T 051 27 32 25 E [email protected] WEDSTRIJD Ga eens... LEKKER LOKAAL en... kies voor hoeveproducten op school WIN een waardebon van € 250 een jeugdauteur op school heerlijk hoevedessert voor de hele school leuke attentie Een realisatie van 22 Meer weten: zie ommezijde of www.onthaalopdeboerderij.be G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Agenda proefveldbezoek koolzaad __ Wat: Proefveldbezoek met toelichting van resultaten actuele koolzaadrassen, vijanden van koolzaad en toepassing van zwavelbemesting. __ Waar: Proefveld zware polder, Heerweg Meetkerke - Zuienkerke __ Wanneer: woensdag 28 mei 2014 om 19u30 __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Proefveldbezoek koolzaad Studiedag demonstratieprojecten duurzame bemesting __ Wat: Studiedag waarop de resultaten worden voorgesteld van tien demonstratieprojecten met “duurzame bemesting” als gemeenschappelijke noemer. __ Waar: ILVO Plant, Caritasstraat 21, 9090 Melle __ Wanneer: dinsdag 3 juni 2014 van 9u15 tot 16u __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Studiedag demonstratieprojecten duurzame bemesting Bioweek 7-15 juni __ Wat: Tijdens de bioweek van 7 tot 15 juni zetten heel wat biologische bedrijven hun deuren open voor het brede publiek. Dertien bedrijven zijn ambassadeur en dragen de campagne. Zij tonen bio in al zijn facetten, klein en groot en van teelt tot winkel. Het verhaal van deze dertien ambassadeurs en een volledig overzicht van de activiteiten tijdens de bioweek vindt u op de website. __ Meer info op de website: www.bioweek.be G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 23 Proefveldbezoek courgette __ Wat: Op het programma staat o.a. een bezoek aan de minitunnels en aan de rassenproef verse markt vroege teelt in plastiekserre, toelichting van de resultaten van onderzoek naar courgettevirussen en het effect van meerjaarige bloemenranden op vruchtvorming courgette en bijenpopulatie. __ Waar: Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem __ Wanneer: vrijdag 20 juni 2014 om 15u __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Proefveldbezoek courgette Professionele open velddag proefbedrijf biologische landbouw __ Wat: De open velddag op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro is een vaste en jaarlijkse afspraak voor biologische akkerbouwers en groententelers, boeren met interesse voor bio en betrokken stakeholders. Tijdens een rondgang door het veld maken we een tussentijdse balans op van de diverse veldproeven en van de bedrijfsvoering op het proefbedrijf. Rassenkeuze in granen en aardappelen, insectenbeheersing in groenten, meerjarige bloemenranden, bemesting in kolen en vlinderbloemige groenbemesters zijn actuele thema’s. Traditioneel sluiten we af met een demonstratie mechanische onkruidbestrijding. Terrateck (NoordFrankrijk) ontwikkelde een werktuigendrager specifiek voor schoffelwerk. Vanhoucke Machinebouw heeft zijn wiedhark voor onkruidbestrijding in de rij op meerdere punten aangepast. __ Waar: Proefbedrijf Biologische Landbouw, Gabriëlstraat 11, 8800 Rumbeke-Beitem __ Wanneer: woensdag 25 juni 2014 van 10u30 tot 16u45 __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Professionele Open Velddag 24 G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 Demo aardappeldrempeltjes __ Wat: Demodag met rondgang langs de proefvelden van het VTI Poperinge en met demonstratie van de drempelmachines in de praktijkhal van de Schipvaarthoeve. __ Waar: Avowest, Schipvaartweg 10, 8970 Poperinge __ Wanneer: dinsdag 1 en woensdag 2 juli 2014 __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Demo aardappeldrempeltjes Themadag bodem en bemesting __ Wat: Jaarlijkse opendeurdag voor het hele gezin met talloze demonstraties en kinderanimatie. __ Waar: Inagro, Ieperseweg 87, Rumbeke-Beitem __ Wanneer: zondag 31 augustus 2014 van 14u tot 18u __ Meer info op de website: www.Inagro.be > Agenda > Themadag bodem en bemesting G r o e n t e m a i l | j a a r g a n g 1 1 n r. 0 3 | m e i 2 0 1 4 25 Krijg je de Groentemail liever in jouw mailbox? Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Groentemail elektronisch’, naar [email protected]. Vermeld het volledig adres, waarop je de Groentemail, per post, toegestuurd krijgt. Inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem T 051 27 32 00 _ F 051 24 00 20 E [email protected] _ www.inagro.be Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in enige vorm of wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inagro vzw is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik van de gegevens uit deze opgave. Uw naam en adres zijn opgenomen in een adresbestand dat enkel gebruikt wordt binnen de werking van Inagro vzw (wet van 8/12/1992). Indien uw adres onjuist of niet meer relevant is, kan u de verbetering of de verwijdering ervan vragen.
© Copyright 2025 ExpyDoc