JAARVERSLAG 2013 Breda, 30 april 2014 1 Inhoud 1 Inleiding .................................................................................................... 3 1.1 Voorwoord ......................................................................................... 3 1.2 Stichting Elisabeth en haar werkgebied .................................................. 4 2 Koers 13-16 ............................................................................................... 6 2.1 Richting............................................................................................. 6 2.2 Inrichting .......................................................................................... 7 2.3 Koers in relatie tot meerjarenprogramma ............................................... 9 2.4 Samenwerken .................................................................................... 9 3 Continue kwaliteitsverbetering .................................................................... 11 3.1 Cliënttevredenheid en -betrokkenheid.................................................. 11 3.2 Medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid ....................................... 15 3.3 Normen voor goed bestuur................................................................. 18 4 Inspanningen en prestaties van de bedrijfsonderdelen .................................... 22 4.1 Algemeen ........................................................................................ 22 4.2 Wijkgericht ...................................................................................... 22 4.3 Zorg Thuis ....................................................................................... 25 4.4 Behandeling ..................................................................................... 27 4.5 Service & Comfort............................................................................. 28 4.6 Hotel Merlinde .................................................................................. 29 5 Feiten en cijfers ........................................................................................ 30 5.1 Exploitatie-ontwikkelingen in 2013 ...................................................... 30 5.2 FTE’s .............................................................................................. 33 5.3 Verzuim .......................................................................................... 34 5.4 Instroom en uitstroom medewerkers ................................................... 34 5.5 Samenstelling................................................................................... 35 2 1 Inleiding 1.1 Voorwoord Zoals 2012 zich aandiende als het jaar van de interne transitie, zo duidelijk externe transitie zich aan in 2013. Stichting Elisabeth was niet te vroeg met het bepalen van een nieuwe koers en organisatiestructuur. In allerlei gedaantes en op tal van ogenblikken werden de contouren van de ‘zorg nieuwe stijl’ zichtbaar. Participatie was het sleutelwoord, want de verzorgingsstaat was immers onbetaalbaar geworden. Naast de knip in de AWBZ, het scheiden van wonen en zorg, de transitie naar de Zorgverzekeringswet en de WMO werd onomstotelijk duidelijk dat er een steeds groter appel gedaan zou gaan worden op de persoon zelf en in het kielzog daarvan de mantelzorger en de vrijwilliger. Stichting Elisabeth heeft met het vaststellen van het meerjarenbeleid Koers 13-16 in 2013 de basis gelegd om de veranderingen in de komende jaren op te vangen. Deze koers en de vernieuwde organisatiestructuur anticiperen daarop. De wijkgerichte aanpak met een versterking van het gespecialiseerde aanbod thuiszorg en behandeling naast een aanbod waarvoor ouderen een eigen particuliere keuze kunnen maken, is een resultante van hetgeen zich landelijk afspeelt. Thuiszorg en behandeling worden steeds belangrijker, althans, het is hetgene waar de overheid en de verzekering nog middelen voor ter beschikking stelt. De omvang van de traditionele (intramurale) verpleging en verzorging zal krimpen en deels meer plaats maken voor particuliere diensten. Dit is een bittere pil voor alle ouderen die rekening hebben gehouden met de uitgangspunten van de voormalige verzorgingsstaat. Voor Stichting Elisabeth is het de opdracht om het aanbod zo veel mogelijk te laten aansluiten op de mogelijkheden. Je klant kennen is daarom essentieel, weten wat er in de klant omgaat en welke keuzes er gemaakt zullen worden. Keuzes die dichtbij de eigen belevingswereld van de ouderen zullen liggen. Daarom is gekozen voor een wijkgerichte aanpak waarin de sociale wijkteams een belangrijke rol gaan vervullen en waarin de medewerker verbinding maakt met alles wat de oudere bezig houdt. De positie en inzet van de thuiszorg is daarin cruciaal. Wanneer ouderen aangewezen zijn op hulp met een gespecialiseerd karakter, zoals revalidatie of verpleeghuiszorg, dan moet Stichting Elisabeth die kunnen leveren. Waar het verblijfselement van belang is, liefst zo dicht mogelijk in de eigen woonomgeving van de klant. Middels gespecialiseerde verpleging en behandeling zal Stichting Elisabeth zich onderscheiden van andere zorgaanbieders en de basis vormen voor ook een financieel gezonde organisatie. Deze koers en de inzet van de medewerkers hebben eind 2013 geleid tot het beoogde financiële resultaat, maar belangrijker is dat de zorgverzekeraars hun vertrouwen uitspraken in het beleid van Stichting Elisabeth en ze een aanzienlijk hogere productie afspraken voor de geriatrische revalidatie. De veranderingen die zich in 2013 aankondigden zijn aanleiding geweest om strategische heroverwegingen te maken. Het opknippen en verdwijnen van 3 vergoedingen die in het verleden juist voor zekerheid zorgden, leidt tot de vraag of de uitdagingen voor de toekomst alleen moeten worden aangegaan of dat juist gezocht moet worden naar versterking door samenwerking. Eind 2013 is gestart met een eerste oriëntatie die in 2014 tot meer duidelijkheid moet leiden. Zoals al gememoreerd heeft Stichting Elisabeth in financieel opzicht voldaan aan haar afspraken. Toch zal in de komende jaren sturing op zowel de inkomsten als de kosten moeten blijven plaatsvinden, zodanig dat de prijs-kwaliteitverhouding van het aanbod passend is voor de veranderende vraag. Een uitdaging die ook onzekerheid met zich mee zal brengen. Dat neemt niet weg dat Stichting Elisabeth klaar is voor de toekomst. Breda, 30 april 2014 De raad van bestuur, mr. P.H. Smittenaar drs. J.W.A. Verbaal MBA 1.2 Stichting Elisabeth en haar werkgebied Structuur Stichting Elisabeth is een enkele stichting waarin alle zorggerelateerde activiteiten plaatsvinden. In belangrijke mate zijn deze activiteiten vanuit de AWBZ en Zorgverzekeringswet gefinancierd. De organisatie levert in toenemende mate ook zorg en diensten die niet binnen de collectieve verzekeringssfeer vallen, in de vorm van servicediensten en maaltijdverstrekking aan niet-intramuraal verblijvende cliënten. Tevens exploiteert Elisabeth enkele complexen met (service)huurwoningen in de sfeer van ‘wonen met zorg’. In 2010 heeft Stichting Elisabeth de besloten vennootschap Zorg voor Vastgoed opgericht. In deze BV is de exploitatie van ‘Merlinde, hotel dat zorg draagt’ ondergebracht. Stichting Elisabeth is voor 100 procent aandeelhouder van deze BV. Stichting Elisabeth hanteert sinds 1 oktober 2012 een bestuursmodel met een tweehoofdige collegiale raad van bestuur, met als toezichthoudend orgaan de raad van toezicht. Met het vaststellen van het meerjarenbeleidsplan Koers 13-16 is de taakverdeling binnen de raad van bestuur als volgt: • de voorzitter raad van bestuur is primair verantwoordelijk voor het algemeen beleid, de ondersteunende service- en comfortdiensten alsmede de controlfuncties; • het lid raad van bestuur geeft leiding aan het intra- en extramurale werkveld behandeling, welzijn en zorg. 4 Werkgebied Het werkgebied van Stichting Elisabeth is de gemeente Breda; een werkgebied dat zich kenmerkt door stedelijke problematiek. In dit werkgebied biedt de stichting verschillende vormen van wonen, welzijn en zorg voor ouderen. De • • • • • locaties van Stichting Elisabeth zijn: Centrum (Leuvenaarstraat) De Donk (Slotlaan, Ulvenhout) Overakker (Brigidastraat) Vuchterhage (Antwerpsestraat) Westerwiek (Argusvlinder) In Breda biedt Stichting Elisabeth verpleging, verzorging, begeleiding, behandeling, revalidatie en thuiszorg. Daarnaast kunnen de Bredase inwoners op een aantal plaatsen bij Stichting Elisabeth terecht voor verblijf. Soms zonder behandeling of begeleiding, maar meestal met. De woon-zorgcentra vervullen een steeds belangrijkere functie in de wijk, als ontmoetingspunt en uitvalsbasis voor diverse (buurt)activiteiten. 5 2 Koers 13-16 Met alle veranderingen binnen Stichting Elisabeth voor ogen, een financieeleconomisch lastige periode achter ons en de maatschappelijke ontwikkelingen in de ouderenzorg voor ons, was een herbezinning op het bestaansrecht van Stichting Elisabeth als organisatie geboden. Welke taak heeft zij in Breda? Waar gaat en wil zij naartoe en wat is de stip op de horizon? Najaar 2012 is besloten om een nieuwe koers uit te zetten waarin de richting en inrichting van de stichting voor de komende jaren werd bepaald. Het plan is in het voorjaar vervat in de strategische beleidsvisie Koers 13-16. 2.1 Richting Ontwikkelingen in de (ouderen)zorg De komende jaren neemt het aantal ouderen steeds verder toe. De vraag naar zorg zal steeds harder groeien en dreigt onbetaalbaar te worden. Om ervoor te zorgen dat de zorg betaalbaar blijft zal de zorg anders ingericht moeten worden. Enerzijds zal van de ouderen en hun maatschappelijk netwerk worden verwacht dat er meer zelf geregeld gaat worden. Anderzijds zal meer zelf moeten worden betaald voor de oudedagsvoorzieningen en zorgverlening. De verwachting is dat de toekomstige ouderen een betere financiële positie zullen hebben en dat er een grotere behoefte zal zijn aan eigen regie en keuzevrijheid aangaande de te leveren zorg. Transitie van de AWBZ in een nieuw zorgstelsel geeft globaal aan dat: • de geriatrische revalidatiezorg is overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet; • begeleiding en welzijn in 2015 worden overgeheveld naar de WMO; • verpleging en verzorging thuis naar de Zorgverzekeringswet gaan; • er nadrukkelijk wordt ingezet op de zelfredzaamheid van de burger en de inzet van zijn netwerk; • het scheiden van wonen en zorg inmiddels plaatsvindt voor ZZP1 tot en met ZZP3. In 2015 geldt hetzelfde voor ZZP4; • er een nieuwe wet langdurige zorg komt in 2015 waarin de verschuiving van verzorging naar verpleging opgenomen is. De vertrouwde AWBZ verdwijnt daarmee en valt uiteen in verschillende segmenten. Stichting Elisabeth anticipeert op de nieuwe regelgeving door haar organisatie anders in te richten en haar medewerkers te stimuleren om ambassadeur te zijn. Hiermee wil Stichting Elisabeth aantrekkelijk zijn voor iedereen die zorg en diensten voor ouderen wil inkopen. Zij streeft naar meerjarenafspraken met zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeente en wil in alles een betrouwbare partner zijn in de samenwerking. Stichting Elisabeth wil een krachtige speler zijn, die open staat voor ontwikkelingen en vernieuwingen die de zorg en de organisatie kunnen versterken. Missie en visie Als gevolg van de veranderingen in de ouderenzorg heeft Stichting Elisabeth haar missie en visie aangescherpt. Zij wil voor haar klanten, financiers en collegazorgaanbieders dé ouderenorganisatie in Breda zijn, waar kwalitatief hoogwaardige 6 zorg en behandeling wordt geboden en waar ruimte is voor individuele wensen. In de aangepaste missie wordt, uitgaande van een klantgerichte benadering, ook de extramurale en bedrijfsmatige kant meegenomen. De missie is als volgt geformuleerd: Stichting Elisabeth ondersteunt ouderen en hun netwerk om binnen de eigen mogelijkheden op eigen wijze de regie en autonomie, de betekenis en levensvreugde in hun eigen leven te versterken, te herstellen of te behouden. Dit doet zij door het bieden van individueel toegesneden, geïntegreerde woon-, zorg-, welzijns- en behandelfaciliteiten voor ouderen en hun netwerk in een veilige, sfeervolle en stimulerende leefomgeving. Dat betekent voor klanten het handhaven van hun autonomie en ruimte om hun eigen onafhankelijke leven in te vullen en maatschappelijk te blijven participeren. Stichting Elisabeth richt haar pijlen de komende drie jaar op: • een stevige verankering in de wijk, gericht op externe samenwerking met eerstelijnaanbieders, mantelzorgers, vrijwilligers en de gemeente én interne samenwerking met thuiszorg en behandeling; • het vervullen van een wijkgerichte kernfunctie op het gebied van welzijn; • de verdere ontwikkeling van een gespecialiseerde intramurale zorg en behandeling, zo dicht mogelijk bij de klant; • de groei en professionalisering van de thuiszorg, zodat deze kan fungeren als spin in het web van zorg(aanbieders); • de doorontwikkeling van de multidisciplinaire samenwerking en behandeling, zowel intramuraal als voor de eerstelijn; • een uitgebalanceerd aanbod geriatrische revalidatiezorg, zowel klinisch, poliklinisch als dagbehandeling; • een breed palet aan additionele servicediensten dat gericht is op de individuele wens en comfort van de klant; • het realiseren van een jaarlijks rendement van 2 procent om daarmee risico’s en nieuwe investeringen in de bedrijfsvoering op te vangen; • een kwalitatieve verbeterslag in de ICT met het oog op een kwalitatieve verbetering van de ondersteunende processen voor de medewerker en de klant; • een structureel aantoonbaar beleid ten aanzien van innovatie en kwaliteitsverbetering. 2.2 Inrichting Profilering van de kernprocessen Uitgaande van de uitgezette koers is vastgesteld op welke wijze Stichting Elisabeth haar organisatie het beste kan inrichten om zodoende invloed uit te kunnen oefenen op de (ontwikkeling van) zorg- en dienstverlening. De managementstructuur van de stichting wordt gevormd door een viertal organisatieonderdelen (gebaseerd op het kernassortiment) die anticiperen op de veranderingen in het zorgproces en de 7 hulpvraag van de klant. Ze vormen tevens de inkomstenbronnen. Een vijfde organisatieonderdeel is ondersteunend aan deze gekozen indeling. In de eerste plaats zet Stichting Elisabeth zich in voor een stevig fundament in de wijk, waarin verbinding gemaakt wordt met andere zorgaanbieders en stakeholders en waarin Zorg Thuis als tweede pijler van het kernassortiment zal blijven doorgroeien. Het behandelaanbod zal als derde pijler verder ontwikkeld worden. Dit geldt zowel voor de geriatrische revalidatie als voor de eerstelijn en de intramurale vraag. Als vierde element in het kernassortiment zal het aanbod van service- en comfortdiensten aan particulieren als apart organisatieonderdeel worden weggezet. Stichting Elisabeth verwacht een toename van de vraag en wil haar aanbod op een modulaire wijze aanbieden waarbij de wens en vraag van de klant als uitgangspunt geldt. De organisatieonderdelen waarin zorgverlening, behandeling en overige diensten worden georganiseerd, worden ondersteund door een professioneel servicebedrijf, waarin alle ondersteunende processen samenkomen en op elkaar worden afgestemd. Nieuwe managementstructuur Uitvloeisel van de Koers 13-16 is dat gekozen is voor een smallere tactische managementtop en een investering op de controlfuncties. Op operationeel niveau is de managementformatie ingekrompen, mede vanuit de visie dat er meer ruimte moet zijn voor initiatief en eigen verantwoordelijkheid op de werkvloer. Dit moet leiden tot een slagvaardiger management op de juiste schaal in relatie tot de omvang en het ambitieniveau van de organisatie. De managementverantwoordelijkheden zijn in de gehele organisatie van Elisabeth uniform geregeld. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden in 8 rolprofielen en taak-functieomschrijvingen helder en duidelijk omschreven en geactualiseerd. Jaarlijks worden middels gesprekken de resultaten getoetst aan de doelen en verwachtingen. De verandering in de inrichting van de organisatie moet ertoe leiden dat de beste zorg wordt geleverd en het hoogste rendement op de dienstverlening wordt gehaald. Om in deelfacetten van de organisatie te kunnen investeren, zullen keuzes gemaakt moeten worden om elders binnen de organisatie scherper te sturen op efficiëntie, doelmatigheid en kostenbeheersing. Zo is er in 2013 al een aantal trajecten gestart waarin geïnvesteerd wordt in de ICT. De uitgezette koers zal leiden tot een operationeel en financieel gezonde organisatie waar kwalitatief hoogwaardige ouderenzorg wordt verleend en waarbinnen men voortdurend op zoek is naar ontwikkeling en innovatie. 2.3 Koers in relatie tot meerjarenprogramma In 2013 is gestart met de implementatie van de Koers in het meerjarenprogramma. In het meerjarenbeleid worden twee periodes van elk twee jaar onderscheiden. Eind 2014 wordt de tweede periode nader aangescherpt en geactualiseerd op basis van de inmiddels bereikte resultaten en de uitkomsten van de lopende maatschappelijke en politieke discussies aangaande de (stelsel)-wijzigingen in de ouderenzorg. Koers 1316 is leidend in de bedrijfsvoering 2013-2016. 2.4 Samenwerken Stichting Elisabeth werkt al tientallen jaren samen met vele maatschappelijke en zakelijke dienstverleners, zodat zij in het belang van haar cliënten zo eenvoudig mogelijk verbindingen kan leggen en vragen die de stichting niet zelf kan oplossen, toch adequaat en zonder veel omhaal en kosten kunnen worden beantwoord. Het volgende schema geeft hiervan een impressie. 9 Onder invloed van de omvangrijke veranderingen in het stelsel van de ouderenzorg zijn in het najaar verkenningen gestart tussen diverse zorgorganisaties in de regio Breda om te bezien of een verdergaande samenwerking wenselijk en mogelijk is. Beoogd doel van deze samenwerking is om vanuit het perspectief van de klant van morgen een kwalitatief verantwoorde vorm van ouderenzorg op de langere tijd te garanderen. Stichting Elisabeth is vanuit de beleidslijnen geschetst in Koers 13-16 nadrukkelijk betrokken bij deze verkenningen. In de loop van 2014 zal blijken tot welke strategische stappen deze verkenningen zullen leiden. 10 3 Continue kwaliteitsverbetering 3.1 Cliënttevredenheid en -betrokkenheid Cliënttevredenheid Stichting Elisabeth hecht waarde aan de mening van en de waardering door haar cliënten, klanten en gasten. Om deze waardering te kunnen monitoren, worden verschillende instrumenten ingezet. Binnen het primaire zorgproces wordt iedere 26 weken op individueel cliëntniveau geëvalueerd hoe de zorgverlening ervaren wordt. Waar nodig wordt de zorgverlening bijgesteld. Op basis van de speerpunten uit het laatst gehouden cliëntervaringsonderzoek is een monitorende exit-enquête samengesteld voor de producten langdurende zorg, revalidatiezorg en thuiszorg. Deze enquête wordt drie tot vijf weken na ontslag/vertrek van de cliënt afgenomen. Daarnaast wordt eens per twee jaar in de even jaren de CQ-i organisatiebreed afgenomen. Voor de poliklinisch werkende disciplines wordt de klantervaring gemeten met de voor de beroepsgroep geldende CQ-i. Uitkomsten van het CQonderzoek zijn ook vertaald naar de vier kernwaarden van Stichting Elisabeth. Cliëntbetrokkenheid De autoriteit worden op het gebied van ouderenzorg in Groot Breda kan niet zonder alles te weten van het gebied en van (potentiële) cliënten. Om wat voor soort mensen gaat het, wat zijn de socio-demografische ontwikkelingen, wat er speelt onder de ouderen? Het opbouwen en activeren van deze kennis is een voorwaarde voor het realiseren van deze ambitie. Om dit te bereiken heeft Stichting Elisabeth de cliënt betrokken bij de beleidsdagen en is er een project gestart om inzicht te krijgen in de cliënt. Het project cliëntkennis kent twee componenten. De kwantitatieve kennis van het verzorgingsgebied geeft inzicht in de socio-demografische ontwikkelingen binnen Breda, het aantal ouderen binnen het gebied en het type ouderen. De kwalitatieve component geeft een integraal beeld van de klant: wat drijft deze specifieke ouderen, wat vinden zij belangrijk en waar liggen ze ′s nachts van wakker. Stichting Elisabeth streeft naar een permanente dialoog met de cliënt. Daarom heeft zij in het najaar van 2013 twee focusgroepen georganiseerd met vijftien cliënten. Ook verrichtten medewerkers van Elisabeth dertig diepte-interviews met cliënten en mantelzorgers. Thema's in deze gesprekken waren: ouder worden, behoeften en verwachtingen ten aanzien van ouderenzorg en Stichting Elisabeth. Deze informatie gebruikt Elisabeth om haar dienstverlening te verbeteren en steeds beter af te stemmen op de behoeften van haar cliënten. Ondertussen zijn de jaarlijkse metingen onverminderd doorgezet. 11 Cliëntvertrouwenspersoon De cliëntvertrouwenspersoon bemiddelt in klachten van cliënten of hun familie. Wanneer de cliënt een klacht ervaart kan hij of zij deze bespreken met de contactverzorgende. Soms ervaart de cliënt dat de klacht niet gehoord wordt of wil de cliënt de klacht niet rechtstreeks met de contactverzorgende bespreken. Dan kan men zich wenden tot de cliëntvertrouwenspersoon. In een gesprek met de cliënt of familie wordt besloten of, en zo ja hoe, de klacht wordt bemiddeld in de organisatie. Soms besluit de cliënt of familie een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De klachtencommissie past hoor en wederhoor toe en adviseert de organisatie hoe te handelen in het oplossen van de klacht. In 2013 zijn 26 meldingen behandeld door de cliëntvertrouwenspersoon. Het aantal meldingen is daarmee gelijk aan 2012. Een melder kan meerdere klachten hebben; bij deze 26 meldingen gaat het om 36 klachten. Klachten worden zowel gemeld door cliënten als door personen uit het cliëntsysteem van de cliënt. In de meeste gevallen is dit de contactpersoon van de cliënt, maar het komt ook voor dat een andere zorgmedewerker de melding maakt namens de cliënt. De meldingen komen van cliënten van de verschillende locaties, als ook van de dagcentra en Elisabeth Zorg Thuis. De meeste meldingen komen van de locatie Centrum, wellicht doordat dit de grootste locatie is. Wanneer we het aantal meldingen van klachten per locatie vergelijken met het aantal bedden, is het percentage meldingen van locatie Centrum echter gemiddeld. Het grootste deel van de klachten ligt op het terrein van communicatie en relatie. Een klacht over communicatie gaat vaak samen met een klacht over de zorgverlening. Daarnaast zijn er in 2013 ook meldingen binnengekomen die vallen onder aanbodvoorzieningen. Dit zijn niet altijd klachten, maar ook vragen of onduidelijkheden over het aanbod van Stichting Elisabeth. De klachten zijn besproken met de betreffende zorgverleners of teammanagers van de betreffende afdeling. Er worden afspraken gemaakt ter verbetering van de zorgverlening. Daarnaast zijn bestaande afspraken tussen afdelingen onderling onder de loep genomen om klachten te voorkomen. Bij drie meldingen kon of wilde Stichting Elisabeth niet tegenmoet komen aan het oplossen van de klacht omdat dit niet in het vermogen van de organisatie lag. In één casus was de vraag van de cliënt volgens de organisatie niet gegrond en daarom wilde de organisatie hier niet aan tegenmoet komen. Achttien melders zijn tevreden over de bereikte resultaten en 25 melders zijn tevreden over de bemiddeling door de cliëntvertrouwenspersoon. Zes weken na afhandeling van de klacht wordt de melder gebeld om de bemiddeling te evalueren. Klachtencommissie voor cliënten Indien een klacht niet kan worden opgelost door de cliëntvertrouwenspersoon of indien de cliënt geen bemiddeling van de cliëntenvertrouwenspersoon wenst, dan kan de cliënt ook terecht bij de klachtencommissie. De klachtencommissie van Stichting Elisabeth is een onafhankelijke commissie, bestaande uit externe personen, die tot taak heeft klachten van cliënten neutraal te behandelen. 12 De klachtencommissie komt twee keer per jaar bijeen om samen met de cliëntvertrouwenspersoon en de raad van bestuur het beleid rond klachtenbehandeling en -bemiddeling te bespreken. In dat overleg worden ook de periodieke rapportages over de bemiddelingen door de cliëntvertrouwens-persoon besproken. In 2013 zijn drie klachten bij de commissie ter behandeling ingediend, waarvan één klacht gegrond en één klacht niet-ontvankelijk is verklaard. Eén klacht is niet in behandeling genomen, omdat de klagende partij zich niet heeft gemeld. Stichting Elisabeth is aangesloten bij de regionale klachtencommissie zorginstellingen Breda e.o. voor de behandeling van klachten in het kader van de wet Bopz (Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) en WKCZ (Wet klachtrecht cliënten zorgsector). Deze commissie heeft in 2013 voor Stichting Elisabeth geen klachten behandeld. Verantwoorde Zorg Het kwaliteitskader is per 2012 gericht op het leveren van goede zorg. Het kwaliteitskader beschrijft goede zorg als volgt: dit is zorg van hoog niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig, veilig en cliëntgericht verleend wordt. Tevens is de zorg afgestemd op de indicatie en de reële behoefte van de cliënt. De cliënt ontvangt zorg- en dienstverlening volgens wettelijke vereisten, beroepscodes, landelijke door beroepsgroepen geautoriseerde richtlijnen, professionele standaarden en handreikingen. Deze zijn gebaseerd op de laatste inzichten (indien mogelijk ‘evidence based’) en conform de afspraken en werkwijzen die binnen de organisatie gelden. Cliënttevredenheid, ook onderdeel van verantwoorde zorg, is eerder besproken in deze paragraaf. Zorgen moet je doen, niet maken. - Miriam Wilmot (Adviseur verbetermanagement) Uitgaande van de normen voor verantwoorde zorg zijn diverse metingen uitgevoerd om de organisatie te toetsen aan landelijke benchmark-gegevens. Wat de stichtingbrede kaders voor verantwoorde zorg betreft, wordt over de volle breedte 100% gescoord. Dit betekent dat de organisatorische kaders ingericht en geborgd zijn zoals t.a.v. de beschikbaarheid van artsen en verpleegkundigen, het uitvoeren van in- en externe audits en het beleid t.a.v. klachten en (bijna) foutmeldingen. Aangaande de meer inhoudelijke aspecten van de normen is geparticipeerd in de meting ‘goede zorg 2013’. Afgezet tegen de landelijke benchmark-gegevens constateert Elisabeth een gevarieerd beeld. Zo is de signalering van diverse risico’s rondom zorgproblemen bij cliënten in de dagelijkse uitvoering van de zorg nog onvoldoende afgezet tegen de landelijke cijfers. Mede in relatie tot de HKZkwaliteitsaudit is hiervoor een plan van aanpak opgesteld om dit te verbeteren. Daarentegen worden de gesignaleerde risico’s wel goed opgepakt en wordt hierbij juist bovengemiddeld gescoord. 13 Wat enkele specifieke onderwerpen betreft is in de laatste meting gesignaleerd dat het aantal valincidenten is afgenomen, maar daarentegen incidenten rondom medicijngebruik is toegenomen. Probleemgedrag bij cliënten is het afgelopen jaar significant afgenomen. Het gebruik van antipsychotica en de toepassing van vrijheidbeperkende maatregelen zijn gelijk gebleven ten opzichte van de meting in het voorgaande jaar en liggen ongeveer in de lijn met de landelijke benchmark. Cliëntenraad De cliënten van Stichting Elisabeth worden op alle locaties vertegenwoordigd in een lokaal cliëntenplatform. Ieder lokaal cliëntenplatform draagt een lid aan voor deelname aan de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft als taak om, binnen het kader van de doelstellingen van de stichting, de gemeenschappelijke belangen van de cliënten te behartigen op het gebied van beleidsaspecten. Goede zorg kan alleen in samenspraak met cliënten. - Marty Lucas (lid cliëntenraad) De cliëntenraad heeft in 2013 twee maal advies uitgebracht: • Positief advies m.b.t. het toetreden van een nieuw lid tot de raad van toezicht • Positief advies m.b.t. Koers 13-16 Daarnaast heeft de cliëntenraad schriftelijk gereageerd op het jaarverslag 2012. Om de cliëntenraad meer bekendheid te geven binnen de organisatie heeft de voorzitter samen met een lid van de cliëntenraad een interview gegeven voor Elisabeth TV en het Elisablad. Daarnaast heeft de ambtelijk secretaris een informatiefolder laten maken die begin 2014 zal worden opgenomen in het zorgleefplan, de introductiemap voor medewerkers, de map voor nieuwe cliënten en de folderrekken op alle locaties. Onderwerpen die in de loop van 2013 aan de orde zijn gekomen: Transitie AWBZ/WMO Koers 13-16 Spiegelrapportages/ tevredenheidsonderzoeken HKZ-audit Aanpassing reglement cliëntenraad Jaarverslag 2012 Jaarrekening 2012 Begroting 2014 Kadernota 2014 De speerpunten van de cliëntenraad waren palliatieve zorg en aandacht en welbevinden van cliënten. Alle vergaderingen vonden plaats in een open en positieve dialoog met de raad van bestuur van Stichting Elisabeth. 14 3.2 Medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid Medewerkerstevredenheid In 2013 heeft er geen medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Het laatste onderzoek dateert van het najaar 2011. In het voorjaar van 2014 is besloten om deel te nemen aan het medewerkerstevredenheidsonderzoek van ActiZ: MedewerkerMonitor. Gezien de ingrijpende wijzigingen in de organisatiestructuur in 2012 is dit de juiste tijd om te onderzoeken welke weerslag deze hebben gehad op de medewerkers. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad is intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van het beleidskader Koers 13-16. Vooruitlopend op het formele traject heeft de OR op gezette tijden uitvoerig met de raad van bestuur over concepten van de beleidsvisie Koers 13-16 van gedachten gewisseld. Deze werkwijze is efficiënt en effectief gebleken. Opmerkingen en standpunten konden in een vroegtijdig stadium worden meegenomen. De algemene indruk van de OR is dat Koers 13–16 verfrissend, helder en duidelijk is geschreven. De beleidsvisie is herkenbaar, sluit aan op landelijke ontwikkelingen en de gevolgen voor Elisabeth worden goed weergegeven. Daarbij past de kanttekening dat de OR zich terdege bewust is van de effecten van Koers 13–16 op de organisatie en de medewerkers. De OR heeft aangegeven dat er een uitgewerkt communicatieplan en een sociaal plan moest worden vastgesteld, voordat de Koers werd ingevoerd. Het communicatieplan geeft duidelijkheid over wat er wanneer gebeurt. Het sociaal plan, dat in samenspraak met de OR tot stand is gekomen, bevat maatregelen en voorzieningen die de mogelijke nadelige rechtspositionele gevolgen van de Koers voor de betrokken medewerkers zoveel mogelijk opvangen. Veranderingen in de organisatie kunnen er namelijk toe leiden dat iemand bijvoorbeeld een andere baan krijgt aangeboden. Het is dan belangrijk dat hiervoor heldere afspraken zijn gemaakt. In het sociaal plan is een begeleidingscommissie opgenomen. Bij de invulling hiervan heeft de OR een actieve bijdrage geleverd in de vorm van het benoemen van een lid en tevens heeft de OR in samenspraak met de raad van bestuur de voorzitter geselecteerd. Ook heeft de OR geparticipeerd in het opstellen van het reglement van deze begeleidingscommissie. Na de aanstelling van tactisch managers in mei 2013 en de vorming van een nieuw managementteam heeft de OR op 10 juni 2013 een adviesaanvraag ‘plaatsingsprocedure operationeel management’ ontvangen. Over deze adviesaanvraag is enkele malen met de WOR-bestuurder gesproken en gecorrespondeerd. Op basis van deze communicatie is de plaatsingsprocedure aangescherpt en zijn de bijbehorende bijlagen op hoofdlijnen aangescherpt. Per 1 september zijn de operationeel managers benoemd. 15 Hierna is het tactisch en operationeel management aan de slag gegaan met de teams en de verdere inrichting van de organisatie. De uitwerking hiervan wordt zichtbaar in de jaarplannen 2014 van de verschillende bedrijfsonderdelen. In de overlegvergadering van 10 december 2013 is dan ook uitvoerig van gedachten gewisseld over de te verwachten thema’s voor 2014. De OR stelt zich ook komend jaar weer proactief en constructief op om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan een goed functionerend Elisabeth en de OR zal zijn verantwoordelijkheden nemen ten aanzien van de medewerkers. Vanuit de WOR hebben de OR en de bestuurder hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een actieve OR kijkt door een telescoop en pakt zo nu een dan een microscoop. - Carina Edelbroek, (lid OR) De OR heeft in 2013 te maken gehad met negen adviesaanvragen en vijf instemmingsaanvragen. Daarnaast heeft de OR tweemaal ongevraagd advies uitgebracht. De • • • • • • • • • OR heeft een positief advies uitgesproken over de volgende punten: Koers 13–16 Sociaal Plan Begeleidingscommissie sociaal plan Reglement begeleidingscommissie sociaal plan Communicatieplan Plaatsingsprocedure operationeel managers 13-wekendienstrooster Rapport risicoanalyse Stichting Elisabeth 2013 Adviesaanvraag informatiebeleidsplan De OR heeft ingestemd met onderstaande aanvragen: • Aanpassing werktijden medewerkers en spreek–, kijk- en luisterverbinding Vuchterhage • Pilot wijziging diensttijden pantry- en keukenmedewerkers Overakker • Medewerkertevredenheidsonderzoek ActiZ • Organisatiescan Human Capital Care • Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) Tweemaal heeft de OR ongevraagd geadviseerd. In beide gevallen is dit advies overgenomen: • Regeling verlofmandje en verlofwijzer • Interne memo Grutmolen en Claverbladt 16 Klachtencommissie medewerkers en vrijwilligers De klachtencommissie is in 1993 opgericht en werkzaam voor de totale stichting. Samen met de vertrouwenspersonen zorgt de klachtencommissie voor een correcte uitvoering van de klachtenregeling medewerkers en vrijwilligers. Bij de klachtencommissie zijn dit jaar geen klachten binnengekomen. Wel is merkbaar dat onzekerheid over de ontwikkelingen en de eigen positie van de medewerker als een rode draad door alles heen loopt. Er wordt veel over gesproken op afdelingen en locaties en het vergt de nodige tijd. In het benaderen van de vertrouwenspersonen is sprake van een dalende tendens. De vertrouwenspersonen zijn het verslagjaar maar vier keer benaderd en dit is beduidend minder dan in andere jaren. Het afgelopen jaar is er veel veranderd binnen de organisatie. De vraag rijst waarom medewerkers juist in deze turbulente tijd geen beroep doen op de vertrouwenspersonen. De voltallige commissie is in 2013 tweemaal in vergadering bijeen geweest. De vier kwesties waarvoor de vertrouwenspersonen zijn benaderd in 2013 hadden allen te maken met werkomstandigheden en/of bejegening. Dit betrof zowel de relatie tussen medewerkers en teamleidinggevenden als ook met een cliënt. De kwesties en vragen die als opgelost worden gekwalificeerd, hebben het door de melder beoogde doel niet altijd naar wens kunnen bereiken. Desondanks kunnen deze kwesties en vragen voor de vertrouwenspersoon als afgehandeld worden beschouwd. Daar waar de aard van de kwesties en vragen het nodig maakte, is met toestemming van de melder contact met derden opgenomen waarbij op volledige medewerking gerekend kon worden aan de melder en de vertrouwenspersoon. Medewerkersbetrokkenheid Ruim 70 procent van de beleving van een organisatie komt tot stand door houding en gedrag van de medewerkers. Het is dan ook van essentieel belang dat de medewerkers ook daadwerkelijk betrokken zijn bij de doelstellingen en de ontwikkeling van de organisatie. Het gaat immers niet alleen om kennis, maar vooral ook om de zingeving: 'het in lijn brengen van belofte en bewijs: waarmaken wat Stichting Elisabeth belooft aan haar klanten’. De medewerkers van Stichting Elisabeth zijn, middels diverse sessies, acties en activiteiten, actief betrokken bij onder andere het ontwikkelen van toekomstvisie gezamenlijk met het management, interviews met betrekking tot klantdialoog en onderzoek inzake marketingcommunicatie. Daarnaast is er een constante dialoog van het bestuur middels de 'ambassadeursbijeenkomsten'. Met een grote groep medewerkers, vrijwilligers en leden van de cliëntenraad wordt met grote regelmaat 'intervisie'-overleg gehouden over de stappen die gemaakt worden vanuit het bestuur, maar er wordt ook gediscussieerd over de dagelijkse gang van zaken op de diverse locaties en in de wijken. Zo wordt 17 de dialoog in stand gehouden en wordt er wederzijds begrip en betrokkenheid gecreëerd. 3.3 Normen voor goed bestuur Raad van toezicht De leden van de raad zijn voor een periode van vier jaar benoemd. Deze periode kan voor de zittende leden tweemaal verlengd worden. Dat is één keer meer dan vermeld in de Zorgbrede Governance Code. Destijds is op basis van de ontwikkeling van gewenste deskundigheid en ervaring voor deze statutair vastgelegde maximale zittingsduur gekozen. In de vergadering van 20 februari 2013 zijn echter gewijzigde statuten goedgekeurd. In de gewijzigde statuten is opgenomen dat de maximale zittingstermijn teruggebracht wordt tot een benoeming voor vier jaar met de mogelijkheid tot eenmalige herbenoeming, wederom voor een periode van vier jaar. Hiermee zijn de statuten wel in lijn met de Governance Code. Eveneens is statutair de onafhankelijkheid van de leden van de raad nog nadrukkelijker vastgelegd. Ook al zijn zij op voordracht benoemd, zij handelen zonder last of ruggespraak. Voordrachtsrechten zijn statutair toegekend aan ondernemingsraad en cliëntenraad. Ook zijn in de statuten uitsluitingsgronden voor benoeming opgenomen die de onafhankelijkheid moeten waarborgen. Dezelfde gronden kunnen tevens aanleiding zijn tot beëindiging van het lidmaatschap, als tijdens de zittingsperiode alsnog hiervan wordt afgeweken. De raad van toezicht houdt nadrukkelijk toezicht op de naleving hiervan. In de vacature voor het lid van de raad belast met juridische zaken werd voorzien door de benoeming van mevrouw mr. A.J.H.W. Coppelmans. Per ultimo 2013 zijn de heren K. den Heijer en F. Saes volgens het opgestelde rooster afgetreden als lid. Daarvoor is één vacature opgesteld voor een lid met een medische achtergrond. Met de invulling van deze vacature zal de effectieve sterkte van de raad, overeenkomstig eerder gemaakte afspraken, op zeven personen uitkomen. De raad vergaderde in het verslagjaar zeven maal regulier, daarnaast werd één extra vergadering belegd die in het teken van het meerjarenbeleidsplan Koers 13-16 stond. Bij alle vergaderingen was de raad van bestuur aanwezig. De financieeleconomische onderwerpen werden voorbereid door de financiële commissie van de raad. In de vergaderingen werd aandacht besteed aan diverse onderwerpen die in dit jaarverslag worden beschreven. Bijzondere aandacht ging uit naar die voorstellen van de raad van bestuur, waarvoor op basis van de statuten goedkeuring aan de raad van toezicht werd gevraagd, zoals: • De wijziging van de statuten • Het meerjarenbeleidsdocument Koers 13-16 • De goedkeuring van het jaardocument en de jaarrekening 2012 • De behandeling en goedkeuring van de begroting voor 2014 18 Naast de bespreking van de onderwerpen die verbonden zijn aan de statutaire taken, fungeerde de raad als klankbord voor de raad van bestuur bij belangrijke (beleids)onderwerpen die spelen in de organisatie en die verder in dit document zijn beschreven. Dit gebeurde doorgaans aan de hand van de periodieke voortgangsrapportages, opgesteld door de raad van bestuur. De daarvoor aangewezen leden van de raad onderhielden contact met de OR en de cliëntenraad door het bijwonen van enkele van de overlegvergaderingen. Het overleg over de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de stichting en de interne controle en beheersingssystemen, vindt plaats in dezelfde context als hierboven vermeld. In het belang van een goede informatie-uitwisseling en de bestuurlijke eenheid binnen de stichting, onderhouden de voorzitter van de raad van toezicht en de raad van bestuur regelmatig informeel contact. Tevens stemmen zij telkens enkele weken voor de vergadering van de raad van toezicht de agenda af. Kwaliteitsmanagementsysteem Zoals eerder beschreven is kwaliteit een belangrijk onderdeel van de integrale taak van de leidinggevende. Deze koers heeft gevolgen voor de inrichting van het kwaliteitsmanagementsysteem. Het is de verantwoordelijkheid van het tactisch management en de opdracht aan het operationeel management om de processen zo ‘lean’ mogelijk in te richten waarbij voldaan wordt aan de gekozen normenkaders. De visie op kwaliteit is daarbij ‘altijd klantgericht zijn tegen een passende kostprijs’. Na de aanstelling van het operationeel management zijn de interne processen binnen de teams geëvalueerd en worden zij gedurende 2014 bijgesteld. De onderdelen van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn geadresseerd in de portefeuilles van de verschillende tactisch managers. Deze decentralisatie is noodzakelijk geweest om de taken en verantwoordelijkheden die hieraan gekoppeld zijn ook in betreffende lijn te kunnen plaatsen. Ter voorbereiding op de driejaarlijkse HKZ-audit is de aandacht mede uitgegaan naar de implementatie van een - voor de stichting nieuw - normenkader: HKZ VVT 2010. De onderwerpen veiligheid en risico’s staan, naast kwaliteit van zorg, centraal in dit schema. De middelen, procedures/protocollen en formulieren zijn aangepast. Om gezamenlijk de veiligheid te kunnen bieden en de risico’s te kunnen dragen was ook een verandering in de ‘mindset’ van de medewerkers noodzakelijk. In de module veiligheid is eveneens de meldcode huiselijk geweld in 2013 geïmplementeerd. Het instrumentarium is opgesteld in samenspraak met medewerkers uit de zorg en het steunpunt huiselijk geweld Breda. Laatstgenoemde heeft ook de scholing verzorgd voor de groep aandachtvelders. De aandachtvelder is het aanspreekpunt binnen het team aangaande de meldcode. Volgend jaar wordt de e-learningmodule gereleased, waarna iedere medewerker getoetst en geschoold is over de meldcode. 19 De overstap naar het nieuwe schema was groot, maar is niet te groot gebleken. Het HKZ-certificaat is opnieuw voor drie jaar behaald. Wel werden er drie tekortkomingen geconstateerd, te weten: • de medicatieveiligheid • de PDCA-cyclus die op verschillende momenten niet rond wordt gemaakt • het inventariseren van persoonlijke gezondheidsrisico’s bij de individuele cliënt Afgelopen jaar zijn er 162 procedures intern geëvalueerd en is het KICK-handboek compleet geüpdatet. Het Til- en Transferhandboek is geheel gereviseerd. Er zijn 62 interne audits uitgevoerd en 23 Prisma-onderzoeken. Het effect van de maatregelen wordt getoetst in de audit van 2014. Gastvrijheid Gastvrijheid staat binnen Stichting Elisabeth centraal als thema om de externe en interne dienstverlening (verder) te optimaliseren. Respect is daarom een belangrijke pijler binnen de stichting en neemt binnen de kernwaarden Toewijding, Respect, Aandacht en Passie een prominente plaats in. De kernwaarden bepalen het gedrag en zijn leidend in het handelen. Het is de taak van Stichting Elisabeth om de cliënt daadwerkelijk een thuis te geven. Een thuis is niet enkel een dak boven het hoofd en een bord op tafel, maar een plek waar de cliënt zich veilig en vertrouwd voelt en kan genieten van wat het leven te bieden heeft. Dit geeft het ultieme thuisgevoel. Het denken en werken vanuit deze gedachte en de onderliggende kernwaarden vraagt nog steeds om continue aandacht in het dagelijks werk. Roze Loper Gastvrijheid en sociale acceptatie moet er zijn voor iedereen. Vanuit deze gedachte heeft Stichting Elisabeth eind 2012 besloten om de veiligheid, het respect en de tolerantie ten aanzien van een specifieke groep, de ‘roze ouderen’, vorm te geven en uit te dragen. Daarom werd in 2013 deelgenomen aan het project de Roze Loper. De Roze Loper is bestemd voor zorginstellingen met een klimaat waarin lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders zich veilig en prettig voelen. De resultaatgebieden van het traject de Roze Loper liggen binnen de kernwaarden respect en aandacht. Dit betekent aandacht hebben voor seksualiteit, intimiteit en voor seksuele diversiteit onder zowel cliënten als medewerkers. Inmiddels heeft Stichting Elisabeth als eerste in Breda het Roze Loper-certificaat behaald. Dit geeft aan dat de stichting zich inzet voor gelijke behandeling ongeacht de seksuele geaardheid en bijdraagt aan een positief woon– en werkklimaat waarbinnen aandacht is voor seksuele geaardheid. In 2013 waren er mooie ontwikkelingen te zien en horen met betrekking tot het roze thema en gastvrijheid in het algemeen. Er heerst een vriendelijke en gastvrije sfeer, medewerkers spreken met respect over de cliënten en er wordt met veel enthousiasme vorm gegeven aan het roze thema. 20 In november 2013 kwam dit ook naar voren in de opvolgingsaudit van de Roze Loper door KIWA, met daarbij de kanttekening dat er nog steeds verbeteringen te behalen zijn. Ik was een keer bij een cliënt die echt op hete kolen zat, toen we wat langer bleven’. Ik vroeg: 'Verwacht u bezoek?’ Toen bleek dat zij een vriendin had, die in de slaapkamer zat. 'Ze mag er wel bij zitten', zei ik. 'Maar het is wel mijn vriendin, hoor. Vind u dat niet erg?', vroeg die vrouw. Toen bleek dat altijd als wij langskwamen, zij in die kamer verstopt had gezeten. - Ellen van Heusen (Senior Verzorgende IG, Elisabeth Zorg Thuis) 21 4. Inspanningen en prestaties van de bedrijfsonderdelen 4.1 Algemeen Mede onder invloed van de maatschappelijke veranderingen in de ouderenzorg en de daarmee veranderende financieringsstromen – het uiteenvallen van de AWBZ - is in het kader van Koers 13-16 de inrichting van de organisatie veranderd. De focus is daarom de komende transitiejaren gericht op een viertal segmenten die in de transitie herkend worden. De wijkgerichte aanpak, de behandeling, de zorg aan huis en de private service- en comfortdiensten. Dit is als het ware de organisatorische achterkant. Voor de klant is de voorkant van belang waarin hij Stichting Elisabeth herkent als aanbieder van een breed en samenhangend aanbod van maatwerkmogelijkheden op zijn persoonlijke vraag. Vanuit deze organisatorische achterkant geeft Stichting Elisabeth een beeld van de activiteiten van de vier segmenten zoals die zijn ondergebracht in de bedrijfsonderdelen. Een positieve ontwikkeling in het najaar 2013 is de pilot met het Elektronisch Cliëntdossier (ECD). De pilot ECD is een proef om digitaal te gaan werken in plaats van met de huidige papieren. Een aandachtspunt hierbij is natuurlijk de borging van de vertrouwelijkheid van gegevens. Met het ECD is het voor de cliënt en mantelzorger ook mogelijk om het eigen dossier in te zien. Bij positieve resultaten van de pilot zal het ECD in de loop van 2014 per afdeling worden ingevoerd. Naast het ECD gaan de artsen ook starten met het elektronisch voorschrijven van medicatie. Dat wordt in Nederland verplicht. Een van de redenen hiervoor is het voorkomen van onnodige fouten door onduidelijk schrijven. Op het moment dat het ECD definitief is ingevoerd zal voor zowel de cliënt als de mantelzorger ook de mogelijkheid komen om via een beveiligde internetverbinding bijvoorbeeld afspraken in te zien. 4.2 Wijkgericht Uit praktische overwegingen kent de organisatie vooralsnog twee bedrijfsonderdelen voor het segment Wijkgericht Wonen, Welzijn en Zorg. Eén gericht op het centrum en de andere gericht op de andere wijken en dorpen van de gemeente Breda. Hieronder ressorteren de intramurale locaties. Voor het algemeen beleid staan voor dit segment staan twee thema’s centraal. In de eerste plaats de verdere integratie van de locaties in de wijken en dorpen. Immers in het kader van ‘Scheiden van Wonen & Zorg’ zal het traditionele verzorgingshuis verdwijnen. Steeds meer ouderen zullen in de wijken zelfstandig wonen, waarbij zij nog wel ondersteuning nodig hebben. In samenwerking met de buurt- en dorpsraden en de sociale wijkteams zullen de locaties voor deze ouderen een steeds belangrijkere rol kunnen spelen. Gezien de afbouw van buurt- en gemeenschapshuizen is met de gemeente Breda nagedacht over het concept ‘buurthuis van de toekomst’ waarin de locaties betrokken worden. 22 Het scheiden van wonen en zorg en de afbouw van de lagere ZZP-indicaties betekent voorts voor met name Vuchterhage en Overakker dat keuzes voor de toekomst moeten worden gemaakt. Deze locaties waren vooral gericht op de ouderen met een lichtere zorgvraag. Deze doelgroep verdwijnt en dat zal de komende jaren gepaard gaan met afbouw van intramurale (verzorgingshuis)capaciteit. Overakker richt zich al op een speciale doelgroep ouderen met visuele beperkingen; kan deze functie uitgebreid worden? Voor Vuchterhage liggen er plannen voor de ombouw naar zwaardere zorg, met inlevering van een deel van de capaciteit. Vuchterhage In Elisabeth Vuchterhage is een goede samenwerking met de wijk ontstaan. De bibliotheek heeft hier zijn intrek genomen met een haal- en brengpunt. Daarnaast heeft de wijkagent iedere donderdag spreekuur in Elisabeth Vuchterhage. Ook heeft het wijkinformatiepunt er inmiddels zijn plek gevonden en is er samenwerking met een tandarts. De fysio- en ergotherapeuten hebben in 2013 een oefenruimte op de begane grond in gebruik genomen. Tenslotte is Elisabeth Vuchterhage nog beter in staat de wijkfunctie te vervullen door de introductie van het wijkrestaurant/brasserie. In de afgelopen jaren waren in samenspraak met de eigenaar van het aangrenzende winkelcentrum en de gemeente plannen in ontwikkeling die zouden kunnen leiden tot een nieuwbouw van Vuchterhage. Onder invloed van de teruggang in vraag naar winkelruimte zijn deze plannen ingetrokken. De hiervoor geschetste toekomstvraag zal dus in een ander perspectief beantwoord moeten worden. Centrum Na ruim vijf jaar slopen en bouwen was in april 2013 de officiële opening van het nieuwe complex Elisabeth Centrum. Bij de opening was ook burgemeester Van der Velden aanwezig. Tijdens de opening is de wensboom onthuld die Rotary Breda-West aan Stichting Elisabeth geschonken heeft. In de wensboom kunnen kaartjes worden gehangen met daarop de wens van een cliënt. In 2013 is het al gelukt om een aantal wensen in vervulling te laten gaan. Een kleine wens kan voor iemand een grote betekenis hebben. Soms zijn ze zo klein, dat we zelf vaak niet stilstaan bij de waarde van zo’n (soms persoonlijke) wens. Zo hing er onlangs een wens van een cliënt die nog nooit een baby in haar armen had gehad. Een wens die heel snel te realiseren is zonder dat dit ook maar enige moeite kost. De dankbaarheid in iemands gezicht is dan je grootste beloning. - Tjerry van der Meer (Medewerker Activiteitenbegeleiding) De boulevard van Elisabeth Centrum heeft op donderdag een marktfunctie. De groenteboer en de bakker staan met kramen op de boulevard. 23 In juli is tevens het afasiecentrum geopend. Het aanbod van het afasiecentrum is inmiddels uitgebreid van twee dagdelen naar twee hele dagen. In het afasiecentrum werken onze cliënten aan hun gespreksvaardigheden, leren ze omgaan met een ondersteunend communicatiehulpmiddel. Ook leren ze weer stapsgewijs te e-mailen en te surfen op internet. Het is fijn om te merken dat onze cliënten met veel plezier komen en dat we ze ondanks hun vaak ernstige taalproblemen toch kunnen helpen hun plaats in de maatschappij weer in te nemen Zoals een van onze cliënten vaak zegt aan het eind van de dag: Goed hier, heel goed! - Nancy Schuurman (Logopediste) Ten slotte is Elisabeth Centrum partner geworden in de wijk en is er ook een locatie van ‘de geheugenwinkel’ geopend. Overakker Elisabeth Overakker specialiseert zich als een thuis voor ouderen met visuele beperkingen. De samenwerking met Koninklijke Visio, het expertisecentrum voor slechtziende en blinde ouderen, heeft steeds meer gestalte gekregen in het afgelopen jaar. Elisabeth Overakker houdt zich bezig met de verdere ontwikkelingen met betrekking tot slechtziende en blinde ouderen. Er is een open dag geweest over de wijze waarop de zorg in Overakker is gericht op slechtzienden. De Donk In 2014 introduceert Stichting Elisabeth de loyaliteitspas voor haar cliënten en Elisabeth De Donk mocht hem in 2013 als eerste testen. Met deze pas kunnen cliënten en bezoekers overal in het gebouw betalen en wordt contant geld overbodig. De loyaliteitspas staat voor veiligheid en eenvoud. De pas werd op Elisabeth De Donk dan ook positief ontvangen. Elisabeth De Donk was als locatie aangewezen om mee te werken aan een eerste pilot voor de introductie in 2014 van het Elektronisch Cliëntdossier. In de Pilot heb ik kennis gemaakt het ECD. We hebben de verschillen tussen het ECD ONS en onze huidige werkwijze hebben we onderzocht en beoordeeld. Met het ECD is het voor alle betrokkenen inzichtelijk hoe het met een cliënt gaat en doordat iedereen eenduidig werkt kunnen we ook efficiënter werken. Het is een flinke klus, maar ik verwacht dat, als we er allemaal open voor staan en het samen aanpakken, we er na afloop ons voordeel mee kunnen doen. Ik ben er van overtuigd dat we met het ECD tijdwinst kunnen halen ten gunste van de bewoners! - Anne Mary Vermeer (Verzorgende IG, De Donk) Van oudsher heeft De Donk een sterke relatie met de gemeenschap van Ulvenhout. Stichting Elisabeth oriënteert zich op uitbreiding van die samenwerkingsverbanden. 24 Bavel Het dorp Bavel behoort vanouds tot het verzorgingsgebied van De Donk. Met het inkrimpen van de welzijnsactiviteiten van de stichting WIJ in het dorp is deze taak vanuit de Donk overgenomen en is tegelijk een steunpunt gecreëerd voor Elisabeth Zorg Thuis in Bavel. Dit steunpunt is gevestigd in gebouw De Vore gelegen naast het Sociaal Cultureel Centrum ’t Klooster, aan het dorpsplein van Bavel. In 2013 is samenwerking gezocht met het bestuur van cultureel centrum ’t Klooster. Samen met ’t Klooster wil Stichting Elisabeth een zo aantrekkelijk mogelijk aanbod van activiteiten neerzetten voor de inwoners van Bavel. In het voorjaar van 2014 zal dit leiden tot de verhuizing van de dagbesteding en de thuiszorg naar ‘t Klooster. Daarnaast wordt samenwerkt met de KBO en andere welzijnsorganisaties in het buurthuis om elkaar te versterken. Westerwiek In de Bredase wijken Westerpark en Tuinzigt zorgde de sluiting van buurthuis ‘de Meidoorn’ voor bezorgdheid onder de bewoners. Elisabeth Westerwiek speelde hier goed op in. Een aantal verenigingen maakt thans gebruik van deze locatie. Onder meer samen met De Zonnebloem organiseert Stichting Elisabeth een aantal activiteiten per jaar op deze locatie voor wijkbewoners. Hierdoor ontstaat er steeds grotere uitwisseling met de wijken Westerpark en Tuinzigt. Doel is dat Elisabeth Westerwiek het buurthuis van de toekomst wordt. Ook al oogt het gebouw nog steeds zeer ‘bij de tijd’, onderhoud is nodig. In 2013 is daarom gestart met de testfase van een nieuw zorgoproepsysteem in Westerwiek. In 2014 wordt dit project verder uitgerold. 4.3 Zorg Thuis Elisabeth Zorg Thuis is een relatief jonge thuiszorgorganisatie die zich voortdurend ontwikkelt. Een ontwikkeling die zich niet laat leiden door enerzijds de vraag van de klant en anderzijds de brede maatschappelijke ontwikkelingen. De plaats van de thuiszorg en de spilfunctie van de wijkzuster op het speelveld van het sociale en medische domein is daarin cruciaal. De kennis en kunde van de medewerkers, gekoppeld aan een duidelijke visie en boodschap, uit zich middels de inzet en organisatie van kleine zelfstandige teams met een duidelijke structuur en veel ruimte voor eigen verantwoordelijkheid. De teams van Elisabeth Zorg Thuis zijn in 2013 van start gegaan met de training Eigen Regie. Het doel van deze training is om zorgvragers en hun omgeving aan te spreken op hun eigen kracht en te ondersteunen in het opzetten van een sociaal netwerk. Voor medewerkers is dit zeker ook een kanteling, er moet nu vanuit een andere optiek naar de zorg en zorgvrager gekeken worden. Niet meer zorgen voor, maar zorgen dát de cliënt door middel van eigen regie een zo groot mogelijke zelfstandigheid en zelfredzaamheid organiseert. 25 Binnen ons team zijn we druk bezig met de kanteling. Ik merk dat het een mentaliteitsverandering vraagt, zowel van ons als van onze cliënten en de mantelzorg. Elke verandering kost tijd en moeite. Sommige cliënten begrijpen het goed en doen hun best om zelf de zorg te organiseren, soms met hulp van ons. Anderen vinden het moeilijk om de verandering te accepteren. In die gevallen proberen we met extra aandacht deze cliënten toch te doen beseffen dat het een noodzakelijke verandering is. - Tania Cunha (Verpleegkundige Elisabeth Zorg Thuis) Naast de scholing Eigen Regie hebben ook vier verpleegkundigen de leergangen Verbinden en Veranderen in Breda gevolgd. Deze leergangen zijn er op gericht om alle disciplines van vrijwilligers, zorg en welzijn bijeen te brengen en te leren van elkaars competenties. Naast de teammanager is de nieuwe zorgcoach gestart. De rol van de zorgcoach is gericht op het stimuleren, ondersteunen en beïnvloeden van zelfstandige teams bij het ontwikkelen van teamzelfstandigheid, professionalisering van de medewerkers en de inhoudelijke verdieping van het primaire proces binnen Elisabeth Zorg Thuis. Door blijvende groei is in juni opnieuw een team van start gegaan. Centrum heeft nu twee teams, wat het totaal van teams op negen brengt. Deze ontwikkeling heeft er mede voor gezorgd dat de aansturing van team Valkenhove gewijzigd is. De teammanager van Merlinde is nu ook de teammanager van Valkenhove. In het landelijke beleid is de functie van wijkverpleegkundige weer terug in beeld. Deze discipline is met vijf nieuwe wijkverpleegkundigen versterkt. Twee verpleegkundigen hebben eind 2013 bijna hun opleiding wijkverpleegkundige afgerond en één verpleegkundige zal dit eind 2014 doen. Ook hebben de verpleegkundigen van het team Merlinde de afdeling orthopedie van het Amphia bezocht om de samenwerking te intensiveren. Tevens namen ze deel aan de informatiebijeenkomst over ‘Rapid Recovery’. Sinds het voorjaar 2013 verzorgt het team van Merlinde naast Zorg Thuis-gasten, ook intramurale GRZ-revalidatiegasten die in Merlinde verblijven. Er wordt samengewerkt met de teammanager van de behandelaars en de specialist ouderengeneeskunde van de revalidatieafdeling Elisabeth. In het najaar is Stichting Elisabeth in gesprek gegaan met revalidatiecentrum Revant om de mogelijkheden te bespreken voor verdere samenwerking. Het gaat om het verblijf van (long)revalidanten die zich in Merlinde voorbereiden op terugkeer naar de thuissituatie, na de klinische revalidatie van negen weken in Revant. Deze gasten revalideren poliklinisch en zullen circa drie weken in Merlinde verblijven. Verwacht wordt dat deze samenwerking in het voorjaar van 2014 zal starten. In 2013 heeft het thuiszorgteam circa 440 gasten met zorg mogen verwelkomen in Merlinde. Met Koers 13-16 als rode draad zijn in het najaar de vergezichten getekend en beschreven voor Elisabeth Zorg Thuis en nadrukkelijk wordt nu de verbinding gezocht met de andere bedrijfsonderdelen om te komen tot een duidelijk 26 samenhangend pakket van service-, welzijn- en zorgdiensten. Hierbij gaan we uit van de vraag van de cliënt, zodat deze zich gehoord en ondersteund voelt. 4.4 Behandeling Stichting Elisabeth wil voor haar klanten, financiers en collega-zorgaanbieders dé ouderenorganisatie in Breda zijn waar kwalitatief hoogwaardige zorg en behandeling wordt geboden en waar ruimte wordt geboden voor individuele wensen. Mede vanuit dit perspectief en de veranderingen in de ouderenzorg is het bedrijfsonderdeel Behandeling geformeerd. Naast de specialistenouderenzorg en de paramedische functies is de verpleegafdeling revalidatie hiervan een onderdeel. De complexiteit van de zorgvraag voor de intramurale ouderenzorg neemt toe en er is meer sprake van behandeling onder verantwoordelijkheid van de specialist ouderengeneeskunde. Voor de inhoud van het aanbod binnen ouderenzorgorganisaties betekent dit een verschuiving van verzorging naar verpleging met behandeling. Inhoudelijk verschuift het accent meer naar thuiszorg en behandeling, zonder de care voor verpleeghuiscliënten uit het oog te verliezen, alsmede de individuele wens en het comfort voor de klant. Met het bedrijfsonderdeel Behandeling speelt Stichting Elisabeth in op de toenemende vraag naar Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ), de toename van de complexheid van de intramurale behandelvraag (op basis van een indicatie voor ZZPbehandeling 5 en hoger) en ontwikkeling van meer eerstelijns multidisciplinaire behandelfuncties. Momenteel biedt Stichting Elisabeth vrijwel alleen klinische GRZ. In de toekomst wordt ingezet op een breder aanbod, waarin een ambulant aanbod ontwikkeld zal worden. De GRZ en (para)medische behandeling wordt uitgevoerd op de locatie Centrum en in zorghotel Merlinde. Stichting Elisabeth is ervan overtuigd dat horizontale samenwerking in de GRZ en verticale samenwerking in de keten essentieel is om het zorgaanbod kwalitatief te verbeteren. In 2013 zijn initiatieven genomen om dit in 2014 te realiseren. In 2013 is Stichting Elisabeth haar productieafspraken voor de Geriatrische Revalidatiezorg volledig nagekomen. Dit heeft geleid tot een hogere productieafspraak voor 2014, waarbij meer accent wordt gelegd op de revalidant met een neurologisch probleem. Stichting Elisabeth meent, dat de koppeling tussen de zorg van de eerste- en tweedelijn voor de groter wordende groep kwetsbare ouderen van toegevoegde waarde is voor klant en hulpverlener. Het gaat om snellere en adequatere diagnostiek en behandeling en een snelle en eenvoudige manier van doorverwijzen naar medebehandelaars gericht op de persoonlijke situatie van de klant. Met het oog op samenwerking met de eerstelijn staat het onderdeel behandeling open voor samenwerking met andere zorgaanbieders. Versterking van de interne en externe samenwerking met en tussen diverse zorg- en welzijnspartners en tevens een betere bereikbaarheid is een belangrijk beleidselement in Koers 13-16. Stichting Elisabeth wil zich nadrukkelijk manifesteren als initiator van deze ontwikkeling en nodigt 27 partners uit om actief mee te denken en te participeren in deze ontwikkeling. Het spreekt voor zich dat deze uitnodiging ook van toepassing is op beleidsmakers en financiers/verzekeraars. Er zijn in 2013 eerste stappen gezet om het eerstelijnsaanbod verder te ontwikkelen en uit te breiden en zo veel mogelijk decentraal uit te voeren op locaties. Speerpunt in deze ontwikkeling is de multidisciplinaire behandelfunctie. Van hieruit wordt de verbinding gezocht met het reguliere eerstelijnsaanbod van huisartsen en paramedici (met name voor de enkelvoudige behandelingen). Samenwerking met hen op locaties komt ten goede aan de klant, omdat de behandeling in de buurt van de woonsituatie plaatsvindt. De doelstelling om ten behoeve van de signalering en behandeling van de kwetsbare oudere in de wijk verbinding te maken met eerstelijnaanbieders is uit oogpunt van organisatie en marktstrategie een leidend principe. De huisarts en het ziekenhuis vormen samen de belangrijkste schakel om vanuit het multidisciplinaire aanbod in contact te komen met de klant. De betekenis en de invloed van de specialist ouderengeneeskunde neemt in de komende jaren toe onder invloed van de veranderende zorgvraag, die complexer van aard wordt en waarin sprake is van medische eindverantwoordelijkheid. Het karakter van de organisatie wijzigt daarmee op onderdelen waardoor het multidisciplinaire behandelaanbod steeds meer op de voorgrond treedt. 4.5 Service & Comfort Koers 13-16 en de daaruit volgende nieuwe inrichting van de ondersteunende diensten in het nieuwe bedrijfsonderdeel Service & Comfort, heeft voor veel medewerkers tot verandering geleid. In dit bedrijfsonderdeel zijn vooralsnog – onder leiding van een tactisch manager - zowel het segment service- en comfortdiensten ondergebracht als de centrale ondersteunende functies aan het primaire proces. Nieuwe leidinggevenden, veranderende ideeën en andere werkplekken gaven nieuwe impulsen. Veel aandacht en energie is uitgegaan naar het maken van nieuwe afspraken over samenwerking, verbinden en communicatie. Naast al deze inspanningen zijn de volgende concrete resultaten geboekt: • het inrichtingsplan Service & Comfort is vastgesteld en ingevoerd • leidinggevenden zijn geworven en aangesteld • het contractbeheer conform het inkoopbeleid is geïmplementeerd • de pilot spreek-, kijk- en luisterverbinding met succes afgerond • in het kader van de herinrichting van de begane grond van Elisabeth Centrum is de afdeling HRM verhuisd en waarbij een deel van de boulevard beschikbaar is gekomen voor cliëntgebonden activiteiten • de nieuwbouw van het serviceflatcomplex De Tweesprong in Oosterhout was eind 2013 nagenoeg gereed • de RI&E is uitgevoerd • het ICT-meerjarenbeleidsplan is opgesteld. Naast deze interne gerichtheid is er veel tijd gestoken in het beter leren kennen van de klanten. Door middel van interviews, groepsgesprekken en marketingonderzoeken 28 is kennis vergaard over verschillende groepen klanten, van huurders tot gasten van Merlinde. Het is niet alleen gebleven bij het verzamelen van informatie; daar waar mogelijk zijn wensen van klanten direct omgezet in verbeteracties. Alhoewel de stichting nog niet voldoende in staat is om de tevredenheid van haar klanten te meten, stimuleren de positieve signalen die zij krijgt, zowel vanuit de interne organisatie als vanuit de afnemers van haar diensten en producten, haar tot het doorgaan op de ingeslagen weg. Stichting Elisabeth heeft als doel om het leven van haar klanten zo veel en goed mogelijk te veraangenamen en de overige bedrijfsonderdelen te ondersteunen, zodat hun processen soepel kunnen verlopen. 4.6 Hotel Merlinde Zorghotel Merlinde heeft het afgelopen jaar wederom een flinke groei doorgemaakt en de kosten zijn verder gestabiliseerd. Vanaf juli 2013 is Merlinde door een wijziging in zijn bestemmingsplan ook toegankelijk voor reguliere hotelgasten, na een voorzichtige start is dit voor Merlinde een serieuze nieuwe doelgroep waar ook voor 2014 veel van wordt verwacht. In oktober is Hotel Merlinde tweede geworden op de landelijke verkiezing voor het beste leerbedrijf horeca van Nederland. Deze prijs garandeert de aanwas van nieuwe en goede stagiaires en leerlingen. Hierdoor kan Hotel Merlinde met een beperkt aantal vaste krachten toch hoge kwaliteit en service blijven bieden aan haar gasten. Voor 2014 is als doel gesteld om zwarte cijfers te realiseren. Daarbij liggen de eerste successen in het verschiet: de samenwerking met longrevalidatie van Revant en de cateringovereenkomst met kliniek Medinova. Deze successen en de verwachte toename aan reguliere gasten geven vertrouwen dat Hotel Merlinde dit resultaat gaan behalen. 29 5 Feiten en cijfers In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van het jaar 2013 in feiten en cijfers. Na een toelichting op de ontwikkeling van het exploitatieresultaat met daaraan toegevoegd enkele gegevens die uit oogpunt van de regelgeving m.b.t. de jaarverslaglegging vermeld moeten worden, volgt een opsomming van personeelsgerelateerde gegevens. Tot slot is een overzicht opgenomen van de samenstelling van de raad van bestuur en de raad van toezicht alsmede onder andere de medezeggenschapsorganen per ultimo 2013. 5.1 Exploitatie-ontwikkelingen in 2013 De exploitatie over het jaar 2013 is met een positief resultaat van € 1.247.627 afgesloten. Dit is de geconsolideerde exploitatie met inbegrip van de exploitatie van Zorg voor Vastgoed BV (zorghotel Merlinde). Onderstaand treft u een samenvatting aan van de opbouw van het exploitatieresultaat en de gerealiseerde omzetten per type dienstverlening. Voor een volledig beeld van de exploitatie en de balanspositie wordt verwezen naar de jaarrekening die te vinden is op de website www.elisabethbreda.nl. Samenvatting Exploitatieresultaat BEDRIJFSOPBRENGSTEN Wettelijk budget aanvaardbare kosten Overige bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten x1000 43.294 3.378 46.672 BEDRIJFSLASTEN Lonen, Sociale lasten en overige personeelskosten Overige materiele kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen Afschrijvingen Totaal bedrijfslasten 30.009 5.673 1.715 693 -/- 121 3.480 41.449 5.223 -/- 3.723 -/- 252 1.248 BEDRIJFSRESULTAAT Financiële lasten Resultaat deelneming Merlinde POSITIEF EXPLOITATIERESULTAAT AWBZ De bedrijfsopbrengsten in de langdurige, AWBZ-gefinancierde zorg bedroegen in het verslagjaar € 39.487.733 inclusief een bedrag van € 5.310.992 aan kapitaallasten dat via de nacalculatie werd vergoed. Het intramurale aandeel in de bedrijfsopbrengsten 2013 bedroeg € 28.126.312, waarbij de omzetbijdrage van de cliënten met een LG- indicatie of een ZG visindicatie in het verslagjaar aanzienlijk toenam. Extramuraal werd over 2013 met € 4.547.138 nagenoeg dezelfde omzet bereikt als in het vorig boekjaar. 30 De omzetbijdrage van de dagbestedingscomponent bleef met € 1.497.455 stabiel, terwijl de opbrengst van het product Volledig Pakket Thuis met € 5.836 aan de bescheiden kant bleef. ZVW 2013 was voor de Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) een overgangsjaar. Deze zorg werd op DBC-producten geregistreerd en gedeclareerd maar de financiering ervan gebeurde voor het laatste jaar op basis van het AWBZ-zorgzwaartepakket 9a. Vanaf 2014 zal de GRZ op basis van DBC’s bekostigd worden. In het overgangsjaar werd op GRZ een bedrijfsopbrengst van € 3.898.888 (inclusief NHC) gerealiseerd, waarmee de opbrengst over 2012 (€ 3.186.227) is verbeterd. Daarnaast is op bescheiden schaal paramedische en eerstelijnszorg verleend. De financiële waarde daarvan bedroeg € 263.947, hetgeen vergelijkbaar is met vorige boekjaren. WMO In 2013 leverde Stichting Elisabeth geen zorg of diensten ingevolge de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De hervorming van de langdurige zorg impliceert dat onderdelen van de huidige AWBZ vanaf 2015 overgeheveld gaan worden naar de WMO. De stichting is op lokaal niveau betrokken bij deze transitie en spant zich daarbij in om ook na de transitie binnen de WMO de bestaande zorg en dienstverlening voor haar cliënten beschikbaar te stellen. Private zorg Stichting Elisabeth levert nagenoeg uitsluitend zorg die gecontracteerd wordt bij zorgkantoren, zorgverzekeraars en, in de toekomst, gemeenten. De waarde van private bedrijfsopbrengsten is zeer beperkt. Uiteindelijk werd in het verslagjaar een omzet van € 180.519 behaald op de inzet van persoonsgebonden budgetten. Vastgoed Op de locatie Elisabeth Centrum verhuurt de stichting 85 serviceappartementen in complex Haagstate en 56 appartementen in complex Tolbrugstate. Daarnaast verhuurt de organisatie 20 aanleunwoningen in complex Markhof in Ulvenhout (locatie De Donk) en op verschillende locaties kantoor- en winkelruimte. In 2013 werden de ten doel gestelde bezettingsgraden bereikt, complex Tolbrugstate uitgezonderd. De totale inkomsten uit verhuur en service bedroegen € 1.673.088. Begin 2014 neemt Stichting Elisabeth 55 serviceappartementen in complex De Tweesprong Oosterhout in exploitatie van Green Development BV, met als doel die appartementen vervolgens te verhuren aan in Oosterhout en omgeving wonende senioren. 31 AWBZ - intramuraal AWBZ - extramuraal AWBZ - dagbesteding ZVW - GRZ paramedische en 1elijns zorg Privaat - PGB Vastgoed - inkomsten uit huur Risicoparagraaf Iedere organisatie heeft in de bedrijfsvoering zekere risico’s. In het exploitatiejaar 2013 ging de aandacht met name uit naar de risico’s op het gebied van het vastgoed. Met de introductie van de Nominale Huisvestingscomponent zal uiteindelijk in 2018 de organisatie volledig risicodragend zijn voor de kapitaallasten van al het vastgoed. Wat zij reeds nu al is voor de exploitatie van de serviceflatcomplexen. Onder invloed van de landelijke beleid voor het scheiden van wonen en zorg en de daarmee samenhangende afbouw van verzorgingshuiscapaciteit nemen de risico’s hierop nog verder toe. In dat kader is een nadere oriëntatie op het strategisch vastgoedbeleid gaande. Op basis van een uitgevoerde analyse is vastgesteld dat per ultimo 2013 de opbrengsten (bedrijfswaarde) uit het vastgoed hoger waren dan de boekwaarde van de gebouwen en er derhalve in 2013 nog geen aanleiding was voor afwaardering van het vastgoed (impairment). Naast dit risico spelen natuurlijk ook nog de onzekerheden aangaande de effecten van de stelselwijzigingen in de ouderenzorg in het algemeen. Daarbij moet oog zijn voor de negatieve elementen zoals aangekondigde budgetkortingen bij overgang van AWBZ naar WMO en WLZ maar ook voor weer nieuwe kansen zoals ten aanzien van de versterking van de functie van wijkverpleegkundige. Samenvatting Balans per 31 december 2013 ACTIVA Vaste Activa Voorraden Onderhanden werk DBC´s Vorderingen AWBZ bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal activa x1000 89.041 11 179 4.760 1.549 317 95.857 32 PASSIVA Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kort lopende schulden Totaal passiva x1000 12.424 2.736 68.864 11.883 95.857 Resultaat- , current ratio en solvabiliteit Vorig jaar 3,1% 0,36 0,12 0,24 Resultaatratio: AWBZ-gefinancierde resultaten Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) Solvabiliteit (totaal eigen vermogen/balanstotaal) Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal opbrengsten) Verslagjaar 4,4% 0,58 0,13 0,26 Financiële verslaglegging Qua verslaglegging is een grote inspanning geleverd om de planning- & controlcyclus te verbeteren op het gebied van periodiciteit en de inhoudelijke kwaliteit van de rapportages. Maand- en kwartaalrapportages worden volgens een steeds strakker tijdschema opgeleverd waardoor deze steeds belangrijker worden als hulpmiddel in de sturing van de organisatie. De vraagstukken rond waardering van vastgoed spelen ook bij Stichting Elisabeth een grote rol. Door de overheidsmaatregelen rondom de lagere intramurale AWBZindicaties ZZP 1-2-3 en vanaf 2016 mogelijk ook ZZP 4 ontstaan hierin risico’s. Stichting Elisabeth heeft deze tijdig in beeld gebracht en hierop geanticipeerd door onder meer diversificatie, met als voorbeeld de ontwikkeling van zorgverlening aan ouderen met visuele beperkingen (ZG-VIS). In het meerjarenperspectief Koers 13-16 zijn deze risico’s meegenomen. Informatie over financiële instrumenten Door Stichting Elisabeth worden geen financieringsconstructies toegepast die kunnen leiden tot buitengewone financiële risico’s. De lange termijnrisico’s in relatie tot bedrijfsvoering en de daaruit voortvloeiende prestatie-indicatoren zijn vanuit het in 2012 geconsolideerde financieringsarrangement in kaart gebracht en worden meegenomen in de meerjarenprognoses. Periodiek vindt monitoring plaats en worden raad van bestuur en raad van toezicht hierover geïnformeerd. 5.2 FTE’s Als uitvloeisel van het meerjarenbeleidsplan Koers 13-16 zijn er in de loop van 2013 veranderingen doorgevoerd in de opbouw van de organisatie. Derhalve zijn er belangrijke verschuivingen in de registratie van het aantal fte’s per bedrijfsonderdeel te constateren in onderstaande tabel tussen januari en december. Januari Raad van bestuur Cliëntenraad Ondernemingsraad Stafbureau Financial control Social control Wijkgerichte Contract FTE 6,67 Overig FTE 0,00 0,72 December Pnil FTE’s 6,67 Contract FTE 2,00 Overig FTE 0,00 0,00 0,00 0,72 0,07 0,72 0,00 0,00 0,07 0,72 2,94 1,89 0,19 0,00 3,13 1,89 4,22 2,89 0,19 0,00 4,41 2,89 4,89 146,40 0,00 9,88 4,89 160,87 7,25 144,45 0,75 10,93 4,59 Totaal 33 Pnil FTE’s Totaal 2,00 4,76 8 160,14 WWZ Centrum Januari Wijkgerichte WWZ Wijken Elisabeth Zorg Thuis Comfort Services December Contract FTE 134,89 Overig FTE 5,61 Pnil FTE’s 2,02 Totaal Overig FTE 9,47 Pnil FTE’s 2,90 Totaal 142,51 Contract FTE 130,33 66,27 2,84 10,04 79,16 78,69 8,37 14,63 101,68 10,33 101,56 0,64 10,50 0,53 10,98 112,60 9,51 111,31 3,06 14,55 142,70 12,57 125,86 5.3 Verzuim Het verzuimpercentage van 2013 bedraagt 6,7 procent. Dit is een stijging van 1,1 procent ten opzichte van 2012. Aan een stijging van 1,1% van het verzuimpercentage liggen altijd meerdere oorzaken ten grondslag. Naast een toename van het langdurig verzuim is er sprake van een toename in het frequent, kort verzuim. De negatieve ontwikkeling van het ziekteverzuim was aanleiding tot een grondige analyse van de stijging in 2013. In december 2013 heeft Stichting Elisabeth haar arbodienst opdracht gegeven om een organisatiescan uit te voeren. Met de bevindingen en aanbevelingen uit dit onderzoek worden actieplannen voor korte- en middellange termijn opgesteld met als doel een daling van het ziekteverzuim te bewerkstelligen. Anderzijds wil de stichting investeren in preventie van verzuim. Dit wil zij realiseren door middel van beleid dat specifiek is gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Een plan van aanpak voor ‘vitaal ondernemen’ moet in het voorjaar 2014 worden vastgesteld. 5.4 Instroom en uitstroom medewerkers Stichting Elisabeth heeft in het algemeen (nog) geen moeite om aan geschikt personeel te komen. Wel wordt het steeds lastiger om goed geschoolde verpleegkundigen en verzorgenden IG te werven. In 2012 waren er nog een aantal doorlopende vacatures (o.a. voor specialist ouderenzorg en de verzorgende IG bij Elisabeth Zorg Thuis). In de loop van 2013 zijn deze doorlopende vacatures echter afgesloten omdat ze ófwel ingevuld zijn ófwel de vacatureruimte niet meer beschikbaar was. In 2013 zijn er 64 vacatures gemeld, waarvan er zeven vervallen zijn. Van de 57 ingevulde vacatures zijn er vijf intern ingevuld en is er één ingevuld door een flexmedewerker. De overige vacatures zijn extern ingevuld en nog vier vacatures waren niet ingevuld na de jaarwisseling. Uit onderstaande tabel blijkt dat de instroom hoger is dan de uitstroom. Dit betekent dat er meer mensen in dienst zijn gekomen in 2013, dan er uit dienst zijn gegaan. Verloop Instroom Doorstroom Uitstroom Aantal personeelsleden 158 4 136 Aantal FTE 72,2 2,33 56,22 34 Nulurencontract 54 61 5.5 Samenstelling Raad van bestuur Naam Bestuursfunctie Nevenfuncties mr. P.H. Smittenaar voorzitter raad van bestuur • voorzitter vme Residentie ‘Leemstraat’ • lid raad van advies Betrokken Ondernemers Breda • lid ActiZ-adviescommissie ‘Vastgoed’ drs. J.W.A. Verbaal MBA lid raad van bestuur • vicevoorzitter raad van toezicht Stichting Kompaan en De Bocht te Tilburg • bestuurslid Stichting Vrienden Kompaan en De Bocht te Tilburg • Bestuurslid Stichting Vrienden van de Tolbrug Raad van toezicht Naam Aandachtsgebied Human resource Beleid Nevenfuncties Dhr. C.J. den Heijer Directeur/adviseur EnergYC Consultancy Bouwzaken • Lid regiobestuur TVVL • Lid regiobestuur NVTG Mr. E.F. Kiepe Gepensioneerd Cliëntenbelangen Dhr. A.A.P.M. van Baal partner senior adviseur MZ Services • Lid gemeenteraad Goirle • Lid Commissie Welzijn gemeente Goirle Einde huidige zittingstermijn 01-01-2015, niet meer herbenoembaar (lid sinds 19-052003) 01-01-2014, niet meer herbenoembaar (lid sinds 25-032003) • Lid Overleg Ouderenbeleid Breda • Lid ledenraad RABO 01-01-2017, niet meer herbenoembaar (lid sinds 01-012005) Dhr. N.G.M. van Os Lid College van Bestuur NHTV Internationaal hoger onderwijs Breda Financieeleconomische zaken Drs. G.A.F. Saes Huisarts Geneeskunde • Bestuurslid VVV • Lid raad van advies Betrokken ondernemers Breda 01-01-2017, niet meer herbenoembaar • Voorzitter van de Huisartsenpost ( HAP) • Lid Stichting HDS West Brabant 01-01-2014, niet meer herbenoembaar 35 (lid sinds 01-012005) (lid sinds 19-052003) Dhr. C.M.G. Raaijmakers Voorzitter Raad van Bestuur Heliomare Voorzitter / organisatiezaken Revalidatie: • Lid raad van toezicht Stichting ‘Meedoen mogelijk maken’ • Lid auditcommissie Stichting ‘Meedoen mogelijk maken’ 01-01-2016, twee keer herbenoembaar (lid sinds 23-022010) Wonen en Dagbesteding: • Lid directiewerkgroep 60 VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) Drs. J.P.G.M. Renard Senior consultant Ilfa Financiën Nieuwbouw Mw. mr. A.J.H.W. Coppelmans Advocaat, tevens partner De Voort Advocaten/ Mediators Juridische zaken Overige nevenfuncties: • Lid Bestuur St. Administratiekantoor VIR E-care Solutions B.V. • Lid Coördinatiecommissie Wijk aan Zee • Lid bestuurlijk overleg Zorggroep IJmond • Penningmeester bestuur Stichting Museum Kennemerland • Bestuurslid Stichting Nu Jij! • Raad van Advies Medimate Holding B.V. • Aanklager bij de hippische sportbond (KNHS) • Lid Raad van Toezicht Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg (tot 01/09/2013) 01-01-2016, één keer herbenoembaar (lid sinds 14-112007) 01-01-2017, één keer herbenoembaar (lid sinds 20-022013) De Ondernemingsraad Naam Rol OR • De heer H Teunissen (voorzitter) Kiesgroep Elisabeth Centrum • Mevrouw N. Polling • Vacature • De heer P. Koks Kiesgroep Elisabeth Overakker • Mevrouw R. Rasenberg Kiesgroep Elisabeth Vuchterhage • De heer M. Martinez Kiesgroep Elisabeth Westerwiek • Mevrouw I. Brekelmans Kiesgroep Elisabeth Zorg Thuis • Mevrouw N. Meeuwissen • Mevrouw M. Wilmot Kiesgroep Steunstructuur/Overige • De heer W. Jansen • Mevrouw C. Edelbroek • Mevrouw N. Struys Kiesgroep vrije kiesgroep (niet locatie- of onderdeelgebonden) • De heer G. Nooijens Ambtelijk secretaris 36 Cliëntenraad In de zomer van 2013 is afscheid genomen van mevrouw L. van der Made. Per september kon de Cliëntenraad worden aangevuld met mevrouw E. van der Wal. Per 1 juni 2013 wordt de cliëntenraad ondersteund door een ambtelijk secretaris. In november is besloten de functie van voorzitter los te koppelen van de locatievertegenwoordiging om hem in staat te stellen zich volledig te richten op netwerken. In 2013 heeft zich dat gericht op de transitie ABWZ/WMO en heeft dit geresulteerd in deelname aan de inspiratietafel van de gemeente Breda. De heer Vermeulen is tevens voorzitter van het stedelijk overleg cliëntenraden zorginstellingen. Per 31 december 2013 was de cliëntenraad als volgt samengesteld: Naam Rol Cliëntenraad De heer F. Vermeulen Onafhankelijk voorzitter De heer N. Snijers Vicevoorzitter en vertegenwoordigt Vuchterhage Mevrouw R. Knipscheer Lid en vertegenwoordigt De Donk Mevrouw E. Van de Wijnkel Lid en vertegenwoordigt Zorg Thuis Mevrouw E. Van der Wal Lid en vertegenwoordigt Centrum Mevrouw M. Lucas Lid en vertegenwoordigt Westerwiek Samenstelling klachtencommissie voor cliënten Per 31 december 2013 was de klachtencommissie voor cliënten als volgt samengesteld: Naam Rol klachtencommissie cliënten De heer D.H.J. (Dimitri) Kochx Voorzitter De heer C. (Chiel) Willegers Lid Mevrouw A.W.Q.M. (Arian) van Hoof Lid Mevrouw G. Cornelissen Lid Vacature 37 Klachtencommissie medewerkers en vrijwilligers De samenstelling van de commissie is dit jaar gewijzigd. Op 31 december 2013 bestaat de commissie uit de volgende personen: Naam Mevrouw T. Lambrechts Rol klachtencommissie medewerkers en vrijwilligers voorzitter (Elisabeth) Mevrouw J. van den Hoever vice-voorzitter (Elisabeth) Mevrouw M. Wilmot lid (Elisabeth) Mevrouw J. Lems lid (Elisabeth) Mevrouw I. Boschman lid (Elisabeth) De heer H. Schepers plv. lid (Elisabeth) De heer H. Meeuwissen plv. lid (Elisabeth) Mevrouw N. Struys plv. lid (Vuchterhage) Mevrouw W. Rosdorff plv. lid (Westerwiek) Mevrouw I. Brekelmans plv. lid (Overakker/ Elisabeth Zorg Thuis) Vertrouwenspersoon voor cliënten Naam Locatie Mevrouw B. Engwegen Voor alle cliënten van Stichting Elisabeth Vertrouwenspersonen voor medewerkers Naam Locatie Mevrouw R. Hereijgers Elisabeth De heer L. Braspenning Elisabeth Mevrouw M. Nelemans Overakker De heer H. Huibers Vuchterhage Mevrouw A. Schoenmakers Westerwiek Mevrouw H. Aartsen De Donk 38
© Copyright 2024 ExpyDoc