Lees het verslag van onze trainees over hun bezoek aan

1
Verslag bezoek HTTP12 aan Brussel
27 & 28 maart 2014
2
1. Inleiding
Op 27 en 28 maart 2014 vond het bezoek aan Brussel van HTTP12 plaats (de lichting van 2014
van de Informatiemanagement Trainees van PBLQ HEC). Het zijn roerige tijden geweest voor
het Europese Brussel. Alle problemen op het economische vlak zijn op het eerste oog net over
hun hoogtepunt heen. Twee jaar geleden werd er nog gesproken over het uiteenvallen van de
Unie, dat is nu zeer onwaarschijnlijk.
Toch vindt dit bezoek plaats aan de vooravond van wederom een cruciale periode voor de EU.
Op 22 mei 2014 vinden de verkiezingen plaats voor het Europees parlement: krijgen de
eurosceptici de overhand of wordt er juist nadrukkelijk voor een pro-Europese koers gekozen?
Ook op het gebied van de IT is er veel aan de hand. Roaming, de Digitale Agenda en
netneutraliteit zijn allemaal onderwerpen die de Europese revue passeren op dit moment. Met
Neelie Kroes en haar kabinetschef Constantijn van Oranje is er sterke Nederlandse wind aan het
waaien door het beleid met betrekking tot de Digitale Agenda. Voor Nederland komen er
interessante en kansrijke tijden aan. Zo zal Nederland het voorzittend land zijn van de EU in de
eerste helft van 2016. De voorbereidingen daarvoor, zowel op logistiek als inhoudelijk gebied,
zijn al volop onderweg.
In een inleidend college enkele weken geleden zijn de basics uitgelegd rondom Europese
besluitvorming en de Europese Instituties. Nu was het tijd om kennis te maken met het 'echte'
Brussel.
Tijdens het bezoek krijgen de trainees alle facetten te zien van Brussel.. Denk hierbij aan de
sociale media inzet van de Europese Raad, hoe de provincies gezamenlijk op Europees niveau
voor hun belangen opkomen, hoe de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland haar werk
verricht en hoe het er in het Europees Parlement aan toe gaat. Maar ook dat de verwarming vaak
veel te hoog staat bij de Europese instituten, de beveiligingscontroles vaak erg omslachtig zijn en
dat er op het gebied van rondleiding bij het parlement zelf nog wel het één en ander valt te
verbeteren. Het verhaal van de gouden deurknoppen en kranen blijkt echter een fabeltje. EUambtenaren werken in simpele kantoren, maken veel uren (ook ’s nachts en in het weekend) en
tonen enorme betrokkenheid in het Europa-project.
In dit document wordt kort verslag gedaan van alle bezoeken die we hebben mogen maken, van
Permanente Vertegenwoordiging tot de Europese Commissie.
Kortom, een gedenkwaardig bezoek.
3
2. Bezoek Permanente Vertegenwoordiging, Maarten Froger
In de Permanente Vertegenwoordiging (PV) zijn alle ministeries vertegenwoordigd, met
uitzondering van Algemene Zaken. De PV bestaat uit ambassadeurs, die ondersteund worden
door inhoudelijk experts van de ministeries. Op dit moment werken er ongeveer 120 ambtenaren.
De ambassadeurs werken voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. De Permanente
Vertegenwoordiging is in het Europese openbaar bestuur onderdeel van de Raad van de
Europese Unie. Elk lidstaat heeft een Permanente Vertegenwoordiger in Europa. Permanente
Vertegenwoordigers bereiden besluiten van de Raad voor door gezamenlijk overleg. Ze komen
wekelijks bijeen in de twee formaties van het Comité des Representants permanents
(COREPER) dat wetsvoorstellen van de Europese Commissie beoordeelt en probeert tot een
gezamenlijk standpunt van alle lidstaten te komen. Wanneer er geen overeenstemming is, wordt
het als discussiepunt voor de Raad geagendeerd. Het COREPER wordt ondersteund door allerlei
inhoudelijke raadswerkgroepen. Tot het ambassadeursniveau gaat de voorbereiding tot
besluitvorming informeel, daarboven is er sprake van formele standpunten.
Beleid Nederland
De Permanente Vertegenwoordiging is een belangrijke
schakel tussen het Haagse en
het Europese politieke speelveld. Enerzijds is de PV de
ogen en oren van Nederland in
Europa. Door het contact met
andere Europese lidstaten is
men in staat om het krachtenveld in kaart te brengen,
coalities te vormen en diplomatieke afwegingen te maken. Heeft het bijvoorbeeld voor Nederland zin om druk te zetten op
een bepaald onderwerp als dat heel gevoelig in Europa ligt, waardoor andere standpunten van
Nederland in verdrukking komen?
Anderzijds is de PV er om Nederlandse belangen te behartigen in Europa. Lobbyen bij andere
lidstaten is daar een belangrijk hulpmiddel bij. De PV heeft daarbij ook een belangrijke rol in het
uitleggen van politieke besluiten of uitspraken die in Nederland worden gedaan. De recente
oproep van Geert Wilders tot minder Marokkanen leidt er in Europa direct toe dat de PV allerlei
vragen krijgt over de Nederlandse politiek. Ook in de periode van het gedoogakkoord met
Wilders heeft Nederland een lastige positie gehad in Europa.
4
Voorzitterschap
Het voorzitterschap van de Raad verandert elk half jaar. Dit geldt ook voor COREPER en de
daaraan verbonden raadswerkgroepen. Het voorzitterschap biedt de mogelijkheid om bepaalde
accenten te leggen in de politieke agenda. De wetgevingsprocessen lopen echter langer,
waardoor de speelruimte maar heel beperkt is. Te opzichtig te werk gaan is daarbij niet goed,
omdat de verdenking van nationale belangen al snel is gemaakt. Goed voorzitterschap is neutraal
en objectief. In 2016 is Nederland weer een half jaar voorzitter van de Raad. De voorbereiding
hierop wordt op dit moment in gang gezet.
Huidig minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans heeft zijn Europees beleid gericht
op het subsidiariteitsbeginsel. Dat wil zeggen dat Europa zich zou moeten focussen op grote en
belangrijke zaken voor de EU als geheel en dat de nationale politiek besluiten moet kunnen
nemen over landelijke aangelegenheden.
5
3. Bezoek Europees Parlement, Thomas van der Valk
Het bezoek aan het Europees Parlement (EP) begint met een inleiding over de werking van het
EP. Om ook te weten komen hoe het in de praktijk werkt, zijn we hierna in gesprek gegaan met
Thomas van der Valk, beleidsadviseur van Europarlementariër Sophie in ‘t Veld van D66.
Thomas heeft de werking van het EP en de positie van D66 toegelicht, is nader ingegaan op het
parlementaire proces rondom het privacy dossier en heeft tot slot de aanstaande Europese
verkiezingen besproken.
D66 in het Europees parlement
D66 maakt binnen het EP deel uit van de Alliance of Liberals and Democrats for
Europe, ofwel de ALDE-groep. Deze groep, waar ook de VVD deel van uit maakt,
zit in het midden van het politieke spectrum. In tegenstelling tot ons nationale
parlement is er geen sprake van coalitie en oppositie. Dit maakt elke stemming
interessant, omdat er langs verschillende lijnen gestemd kan worden. Soms is dit naar
politieke affiniteit, maar soms ook naar bepaalde nationale belangen.
Een van de uitdagingen voor Europarlementariërs en hun medewerkers is hoe om te
gaan met lobbygroepen, die zowel vanuit de profit als de non-profit kant komen
aankloppen. De initiatieven van deze groepen gelden ook als een vorm van
democratische inspraak. De realiteit is dat Europarlementariërs een kleine staf
hebben en daarom slim gebruik kunnen maken van de inspanningen van
lobbygroepen met standpunten die aansluiten bij die van henzelf.
Het privacydossier
Een van de dossiers waar zowel vanuit voor- als tegenstanders veel op gelobbyd is, is
het privacydossier. Dankzij technologische ontwikkelingen worden steeds meer
gegevens over burgers vastgelegd in systemen. Zowel particulieren, bedrijven als
overheden slaan gegevens op gebruiken deze om burgers te beschermen of klanten
van dienst te zijn.
Privacywetten beschermen burgers tegen misbruik van gegevens en
identiteitsdiefstal, maar onder druk van bijv. de strijd tegen het terrorisme neigen
overheden ernaar om gegevens over burgers voor steeds meer doeleinden te willen
gebruiken.
6
Thomas vertelde dat D66 zich inzet voor de versterking van de rechtsbescherming
van burgers op het gebied van privacy. Verregaand gebruik van persoonsgegevens
raakt aan het grondrecht op de persoonlijke levenssfeer, vastgelegd in het Europees
verdrag voor de Rechten van de Mens. D66 heeft zich hard gemaakt om een brede
definitie van persoonsgegevens in de nieuwe regelgeving te krijgen. Zodat
bijvoorbeeld ook aliassen die mensen op internet gebruiken onder de bescherming
vallen. Deze zijn namelijk gemakkelijk tot personen te herleiden.
Het eerste speerpunt van de partij met betrekking tot privacy is burgers meer controle
geven over hun eigen persoonsgegevens. Het tweede speerpunt is een systeem van
boetes voor bedrijven en overheden die zich niet aan de privacyregels houden.
Dankzij de socialisten in het EP staat er in het voorstel dat naar de Raad gaat een
boete van 5% van de jaaromzet voor organisaties die de regelgeving overtreden. Het
is nu wachten op de Raad om met een standpunt op het privacy dossier te komen.
Verkiezingen voor het Europees Parlement
Thomas vertelt desgevraagd dat hij gelooft dat D66 een goede uitgangspositie voor
de verkiezingen voor het EP heeft. Hij hoopt dat de winning mood die is ontstaan bij
de gemeenteraadsverkiezingen doorzet. Om de standpunten van D66 goed uit te
kunnen dragen is het belangrijk dat het debat op de inhoud gevoerd gaat worden.
Thomas ziet dit als een belangrijke uitdaging, omdat de discussie zich vaak beperkt
tot standpunten vóór of tégen Europa. Op de lange termijn zou Europees
lijsttrekkerschap een deel van de oplossing hiervoor kunnen zijn. Hiermee krijgt de
Europese politiek een Europees gezicht en kan het Europees belang wellicht
duidelijker gemaakt worden. D66 is hier geen tegenstander van.
7
4. Bezoek Europese Commissie, DG Communicatie: Klasja van de Ridder & Ludolf van
Hasselt
De Europese Commissie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. Alle
leden, eurocommissarissen, zijn verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
Momenteel zijn er 27 eurocommissarissen, voor elke lidstaat één. Samen vormen zij het college
van eurocommissarissen. Met Klasja en Ludolf hebben we gesproken over de algemene
ontwikkelingen binnen de EU; de relatie met Nederland; hoe andere lidstaten met de EU omgaan
en wat de mogelijkheden van beïnvloeding bij de Europese Commissie zijn.
Klasja en Ludolf openden de sessies met de veelzeggende zin dat ‘de DG Communicatie over
communicatie gaat, maar zelf niet communiceert’. Dit vanwege het feit dat de DG weinig budget
en mankracht heeft en wat betreft het communiceren naar ‘buiten’ van (inhoudelijke)
gerealiseerd beleid afhankelijk is van de EU ambtenaar die op het betreffende beleidsterrein zit.
Hoewel zij allebei schijnbaar met erg veel plezier bij de EU werken, durven ze ook op veel
punten kritisch te zijn. Zo gaat Europa vaak over de harde economie, maar heeft het minder oog
voor sociale effecten van het beleid. Bezuinigingen worden in euro’s beschreven en de
werkelozen in percentages. Dat er in Spanje, als gevolg van de crisis, nu een hele ‘verloren
generatie’ ontstaat van twintigers en dertigers die geen baan vinden, bij hun ouders moeten
blijven wonen en geen eigen gezin kunnen stichten, wordt nauwelijks benoemd. Wel is het
uitgangspunt van de EU, vrede in Europa, nu weer actueel. De annexatie door Rusland van de
Krim in de Oekraïne is nu ‘hot topic’ en binnen de EU gaat alle aandacht daarheen.
Klasja refereert vaak aan de Eurobarometer (http://ec.europa.eu/public_opinion/index_en.htm)
waarmee de publieke opinie binnen en over de EU nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Met
de verkiezingen voor de deur is het belangrijk om de burger het belang van de EU te laten inzien,
maar het is duidelijk dat de EU met een groot imagoprobleem kampt. Met de verkiezingen voor
het Europees Parlement voor de deur eindigt ook het mandaat van de huidige Commissie dit jaar
en dit heeft gevolgen voor het werk dat de Commissie doet: actuele wetgeving moet snel worden
afgerond en er worden geen nieuwe dossiers opgestart.
Een algemeen probleem is dat de gemiddelde kennis over de EU slechts beperkt is. Ook de
Nederlandse media geven óf weinig óf vaak erg kritisch gekleurde informatie over de EU. Wel
krijgen gemeenten en provincies steeds meer in de gaten dat voor hen relevante wetgeving vaak
in de EU tot stand komt. Vooral nu er met de decentralisatie steeds meer taken op gemeenten
afkomen. Zij sturen steeds meer ambtenaren naar Brussel om invloed uit te oefenen.
8
5. Diner met tafelgast Carla Joosten (Elsevier)
“Ik voel me Europeaan. Maar dat is heel iets anders dan een burger van de EU!” Eens per week
pendelend tussen woonplaats Den Haag en werkplek Brussel is Carla Joosten, sinds 2008
Europaverslaggever voor Elsevier, het toonbeeld van een Europeaan. En daar heeft ze vrede mee.
Maar met de EU heeft Joosten eerder een soort haat-liefde verhouding: “Het is onduidelijk wat
we zijn als EU. Ik worstel ermee hoe ik het nu weer op moet schrijven, het woord lidstaat hangt
me de keel uit.”
Aandacht
Toch schrijft Joosten over de EU. Iedere dag. Ze vindt de EU heel belangrijk, maar wil wel heel
kritisch blijven, bijvoorbeeld op de steun voor Oekraïne. In dat land viert corruptie hoogtij, en
toch steekt de EU daar veel geld in. Joosten stelt daar kritische vragen bij. Op de digitale versie
van Elsevier verschijnt iedere dag een commentaar en dat neemt ze graag voor haar rekening.
Het geeft haar een mooie kans Europa onder de aandacht van het Nederlandse publiek te
brengen. Want daar leeft ‘Brussel’ naar haar mening veel te weinig: “De Europese Unie is een
bestuurslaag, dus valt het gewoon onder de redactie binnenland. De krantenredacties hebben het
door, maar Nederlandse burgers en politici voelen het niet zo.” Schrijven voor de Elsevier vindt
ze een uitdaging, omdat het altijd kort en krachtig moet. In de EU zijn de issues altijd complex
en ingewikkeld. Het is belangrijk dat begrijpelijk te maken. Volgens Joosten begint de makke al
op school: Europa staat niet op het lesprogramma in het onderwijs. En daar hebben Nederlanders
hun hele leven last van: nieuwsconsumenten vragen niet om informatie uit Brussel en
nieuwsproducenten bieden het niet. “We moeten in Nederland niet alleen opgewonden worden
van een Kamerdebat, maar ook van EU-beslissingen!
Maar als de Eurocommissarissen iets roepen wordt het niet door de Nederlandse media gecoverd.
Om de simpele reden dat we ze niet kennen.” Het probleem zit hem dus in de poppetjes, stelt de
Elsevierverslaggever. Gelukkig komen de verkiezingen er aan. Dat zorgt weer voor een beetje
leven in de brouwerij. “Het komende half jaar wordt echt een stoelendans. Altijd leuk: wat wordt
er gestemd; hoe wordt er gestemd?” Joosten hoopt dat de Nederlandse eurocommissarissen de
verkiezingen als kans aangrijpen om zichzelf wat meer te profileren. “Het is zo’n groot verschil
tussen de onze en de commissarissen in Oost-Europa. Daar zíjn ze echt iemand.”
Twijfel
Feit is dat een deel van de Nederlandse bevolking geen groot fan is van de Europese regelgeving.
Meer macht in nationale handen is een populaire uitspraak. Maar ook in Brussel zelf gaan
stemmen op die de EU in twijfel trekken, weet Joosten. “Het verdrag van Maastricht is een fout
geweest. Dat zeggen ambtenaren die hier al vijfendertig jaar zitten. Het is niet goed onderbouwd,
9
het is iets geworden dat niet klopt.” Ze draagt gelijk een voorbeeld aan: “Europa heeft de mond
vol van vergroening en gezond leven. Maar het klopt al niet meer in de stad waar het wordt
bedacht!” Joosten kijkt er zelf ook met enige scepsis naar. Ze stelt dat er in Europa een
geweldige cultuur bestaat, maar dat dat niet betekent dat we alles in Brussel moeten regelen.
Sterker nog, Joosten merkt aan den lijve dat meer aandacht voor Europees belang dan voor het
nationale vervelende bijwerkingen heeft: “Je ontdekt pas hoezeer je Nederlander bent als je in
het buitenland bent. Het is toch absurd dat ik in Brussel, de hoofdstad van Europa, geen pumps
aan kan? Je vraagt je dan toch af of de stad Brussel geen beroep op een of ander potje kan doen
om die wegen te repareren.”
10
6. Bezoek Europese Commissie, Kabinet Neelie Kroes, Prins Constantijn van Oranje
In het moderne Berlaymont-gebouw, aan de Wetstraat en het Schumanplein, ontvangt Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn van Oranje groep HTTP-12. Hij vertegenwoordigt het
kabinet Kroes als kabinetschef. Het is even wennen om gevoel te krijgen bij deze rol van de
prins, omdat we hem tot nu toe alleen kennen als telg van de Koninklijke familie.
We spreken met Constantijn onder andere over de Digitale agenda in de EU, de rol van
Nederland en de andere lidstaten op het gebied van ICT en digitalisering.
De EC richt zich op beïnvloeding van het ICT-beleid in de lidstaten. Dit beïnvloeden gebeurt
bijvoorbeeld door middel van onderzoeksbudgetten. Er zijn een aantal krachten die ertoe leiden
dat de Europese regelgeving stagneert. De Europese Raad heeft te weinig expertise met
betrekking tot ICT en de integratie hiervan binnen de lidstaten. Er is sprake van het zogenoemde
“silo-denken”. Aan het einde van deze kabinetsperiode zijn de lidstaten aan zet, zij moeten
invulling en kleur geven aan het Europese beleid. Constantijn stelt dat in de lidstaten ook te
weinig expertise is om het digitale beleid volgens Europese maatstaven vorm te geven. Ook hier
is sprake van silo-denken.
11
Nederland is volgens Constantijn pionier op het gebied van
netneutraliteit, maar is meer afwachtend op het gebied van open internet
in verband met veiligheidsregelgeving. Daarnaast kan Nederland vanuit
de ervaringspositie een sterke rol spelen en een rationaliteit inbrengen in
de Commissie als het gaat over deze netneutraliteit, maar ook over
snelheid en kwaliteit van het internet. Nederland is middenmoter op het
gebied van e-government. Constantijn spreekt over het vraagstuk EPD.
Het proces had meer “google-achtig” ingericht moeten worden, namelijk
al testende een dienst ontwikkelen in plaats van de top-down aansturing
die is gehanteerd.
De discussie richt zich ook op eID, waar Nederland de komende jaren een aantal stappen moet
gaan zetten. Als interessante modellen wijst Constantijn op Oostenrijk, Estland en Finland. deze
landen beschikken alle over een landelijke en veilige infrastructuur voor eID. Het gebruik van
deze infrastructuur is echter nog beperkt.
Constantijn spreekt over de rol van de industrie. Er moet volgens hem gewerkt worden aan de
contractuele sfeer tussen industrie en lidstaten. Zodat beide meer kunnen profiteren van de
mogelijkheden op het gebied van ICT. Nu willen politici enkel meer regels instellen om de
veiligheid te garanderen. De heilige graal is vertrouwen. Constantijn spreekt tevens met veel
passie en betrokkenheid over de recente voorstellen van een Nederlandse bank, die het
commercieel gebruik van klantgegevens wilde introduceren.
Het kabinet Kroes is zeer actief met de inzet van sociale media voor de eigen communicatie.
Constantijn geeft aan dat er meer risico’s genomen mogen worden. Neelie Kroes twittert
regelmatig ad hoc en dat is niet verkeerd. Het brengt namelijk snel kwesties, zoals het
twitterverbod in Turkije, onder de publieke aandacht. Daarnaast hebben Twitter berichten een
zeer korte doorlooptijd, dus fouten zijn snel uit beeld.
Constantijn geeft ons de volgende uitdagingen mee voor de toekomst:
1.
2.
3.
4.
Veiligheid en data: 4G is veel veiliger.
De industriële kant: investeren in de maakindustrie.
Infrastructuur: glasvezel is snel, maar nog onbetaalbaar op het moment.
ICT vaardigheden en equiperen van ICT’ers: meer aandacht voor ICT in onderwijs.
12
7. Bezoek Huis van de Nederlandse Provincies, Rob van Eijkeren
Lobbykantoor
Het HNP is in 2000 opgericht en kan worden gezien als een lobbykantoor van de Nederlandse
provincies in Europa. De bijdrage van de provinciale agenda's aan de Europese agenda staat
daarbij centraal. Rob van Eijkeren gaf aan dat het belangrijk is dat je niet alleen iets te halen hebt
in Europa, maar ook iets te brengen hebt.
Samenstelling
Het HNP heeft 21 personeelsleden, waarvan 4 stafleden en 17 leden uit de Nederlandse
provincies. Deze laatste leden besteden éénderde van hun tijd aan de gezamenlijke profilering
van de Nederlandse provincies in Europa en tweederde van hun tijd aan inzet voor hun eigen
provincie. Het HNP kent 13 bestuurders: 1 uit elke provincie en iemand van het Inter Provinciaal
Overleg (IPO).
Betrokkenheid
instellingen
bij
Europese
Het HNP gaat in een zo vroeg
mogelijk stadium in gesprek met
de Europese Commissie. Er is
echter geen rechtstreekse toegang
tot de Raad. Wel nemen
provinciale experts zitting in
raadswerkgroepen. De samenwerking met de Permanente
Vertegenwoordiging is daarentegen wel weer sterk en neemt
zelfs toe, aldus Rob van Eijkeren.
Het Comité van de regio's is het enige officiële adviesorgaan namens regio's/provincies. Veel
van 17 personeelsleden van het HNP ondersteunen en adviseren dit Comité.
Belang
Rob van Eijkeren gaf in zijn verhaal het belang aan van het HNP in Europa. Hij lichtte toe dat
van de Nederlandse export een aanzienlijk deel, 70%, naar de Europese landen gaat. Om het
Midden- en Kleinbedrijf (MKB), wat neerkomt op 90% van de Nederlandse bedrijven, te
stimuleren is er een Europese investeringsbank die leningen verstrekt. Het HNP stimuleert het
dat MKB'ers financiering in Europa vinden. De regionale banken die daarin een rol in spelen,
zoals de Rabobank en de ING, communiceren dat op dit moment nog onvoldoende, aldus Rob
van Eijkeren.
13
Rol ICT
Tot slot wordt stilgestaan bij de rol van ICT in het voorgaande verhaal. Rob van Eijkeren gaf aan
dat bijvoorbeeld de Europese 'Digitale Agenda' gebruikt kan worden om regio's leefbaar te
houden en daarmee demografische ontwikkelingen te compenseren.
14
8. Social Media en de Raad van de Europese Unie, in gesprek met Alexandra Ekkelenkamp
“De social media dienst van
@EUCouncilPressis
een
dwerg
vergeleken met regeringen van de VS
of
Frankrijk
#beperktemiddelen
#creatiefzijn”
Alexandra is werkzaam bij de
persdienst van de Raad en geeft ons
een toelichting over het gebruik van
social media in de Raad. Want ook de
Europese Raad van Ministers gaat
met zijn tijd mee en is te vinden op
sociale media, zowel op Facebook als
Twitter. Daarnaast heeft de voorzitter
van de Europese Raad, Herman van
Rompuy, zijn eigen accounts. Op
Twitter staat vooral nieuws, op
Facebook wordt juist meer de
menselijke kant belicht. Op deze
manier probeert de Raad de burger
meer te betrekken bij de Raad. Het is
echter moeilijk om de burger te
bereiken. Volgers zijn vooral politici,
studenten, goede doelen…maar waar
is de burger?
“Twitter is #nieuws, Facebook vooral
#emotie.
@euhvr
en
@EUCouncilPress spelen hier op in”
De burger wordt nog niet echt
betrokken. Er wordt vooral veel gezonden, maar de reacties kunnen niet worden geanalyseerd
omdat daar geen personeel of capaciteit voor is. Daardoor is het slechts beperkt mogelijk om de
tweets en Facebookberichten van Europese burgers te volgen en te beantwoorden. Als burgers
vragen stellen op de Twitteraccount of op de Facebookpagina, dan proberen zij die te
beantwoorden. Maar als er op andere sites of op andere plekken vragen worden gesteld of kritiek
wordt geuit, dan doet de persdienst daar niets mee. Het ontbreekt ze aan capaciteit en sommige
dingen moet je ook gewoon laten lopen.
15
De Raad is een bijzonder belangrijk instituut dat de regeringsleiders samenbrengt. Zij hebben
ook vaak ontmoetingen met andere wereldleiders en ze waren er bijvoorbeeld bij toen de EU de
Nobelprijs won. De communicatie hierover gebeurt vaak via video’s die de persdienst verspreidt.
Met de beperkte middelen die zij hebben wordt creatief omgegaan.
Als er een tweet uit moet worden gezonden, dan is het vooral zaak om dat snel te doen. Twitter is
namelijk een razendsnel medium dat geen geduld kan opbrengen voor overleggen en
afstemming. Daarom is het de persvoorlichter die akkoord moet geven voor Twitterteksten maar
dat kan heel snel gaan. Op die manier weten ze bij de Raad de nieuwe sociale media snel in te
zetten. Dit brengt wel risico’s met zich mee, een tweet is voor je het weet verder verspreid en
daardoor niet meer eenvoudig terug te halen. Toch is er voor gekozen wel mee te doen met deze
trend.
Het is goed om te zien dat de Raad de burger probeert te bereiken via sociale media. Het blijft
echter lastig de burger warm te laten lopen voor de Raad, de interesse lijkt vooralsnog laag.
16
9. Europese Commissie, DG CNECT: EU cloud strategie, Tjabbe Bos
Het laatste bezoek was bij Tjabbe Bos van DG CONNECT, het Directoraat Generaal van de
Europese Commissie voor “Communications Networks, Content & Technology”. Hij is
werkzaam bij de Unit Software & Services.
Hij heeft de EU cloud strategy geplaatst in de context van EU-activiteiten die al onderwerp
waren van eerdere werkbezoeken. De cloud strategy maakt deel uit van de ‘Digitale Agenda’, die
centraal stond in het gesprek met Constantijn van Oranje, Kabinetschef van EU-commissaris
Neelie Kroes. De ‘Digitale Agenda’ is één van de kerninitiatieven van ‘Europa 2020’, de
groeistrategie van de EU, dat in het werkbezoek aan DG Communicatie werd besproken.
Cloud Computing
Tjabbe Bos is goed
bekend is met het
PBLQ HEC Talenten
Trainee
Programma
door zijn werk bij het
Ministerie van Binnenlandse
Zaken
en
Koninkrijksrelaties.
Gezien de interdisciplinaire studie- en
werkachtergrond van
de trainees nam hij ze
kort mee in het
algemene onderwerp
van cloud computing:
de kenmerken, service
& development models en de voordelen van cloud computing. Ook al is de cloud technisch niet
nieuw, de beschikbaarheid van breedbandinternet en de ontwikkeling van virtualisatietechnieken
maken innovatie en nieuwe dienstverlening mogelijk.
Europese Cloud Computing Strategy
Naast de potentiële cumulatieve impact van cloud computing op de Europese economie van
2015-2020 bespreekt hij de barrières voor het gebruik van cloud computing. Hierbij is vooral te
denken aan de gefragmenteerde markt, het gebrek aan transparantie en zorgen over veiligheid en
confidentialiteit.
17
Zoals al bij het werkbezoek aan het Europese Parlement duidelijk is geworden, is er op dit
moment nog geen sprake van een vrije digitale markt in Europa. De huidige privacywetgeving in
Europa is via een EU-richtlijn geregeld. Dit betekent dat iedere lidstaat de richtlijn heeft omgezet
in nationale wetgeving, waardoor aanbieders van digitale diensten met 28 verschillende
raamwerken worden geconfronteerd. Om hier verandering in te brengen loopt op dit moment een
Europees wetgevingstraject.
Het gebrek aan transparantie over wat zich op de markt afspeelt wordt bijvoorbeeld duidelijk
door het gebrek aan regels over de consequenties bij faillissement van dienstenaanbieders en het
geregeld centraal staan van het thema ‘inbreuk op de privacy’. Hetzelfde geldt voor de
contractuele voorwaarden van bedrijven die in het buitenland zijn gezeteld. De zorgen van
(potentiële) gebruikers van cloud diensten nemen op dit moment toe vanwege de aandacht voor
datalekken en afluisterpraktijken.
Na een korte toelichting op de drie key actions van de cloud strategy – “Safe and Fair Contract
Terms and Conditions”, “Cutting through the jungle of Standards” en “Establishing a European
Cloud Partnership” ging Tjabbe Bos in op de behaalde resultaten. Zo is bijvoorbeeld bij de
‘European Telecommunications Standards Institute (ETSI)’ sinds december 2013 een overzicht
met standaarden beschikbaar en bij de ‘European Union Agency for Network and Information
Security (ENSIA)’ sinds februari 2014 een lijst met ´Cloud Computing Certification Schemes´.
In het kader van publiek-private samenwerking heeft de stuurgroep van het ´European Cloud
Partnership (ECP)´, waarvan ook de Nederlandse Rijks-CIO Dion Kotteman lid is, het Trusted
Cloud Europe-voorstel ontwikkeld, waarover nu een publieke consultatie plaatsvindt.
Cloud Computing in de publieke sector
Cloud computing wordt in de publieke sector tot nu toe beperkt ingezet. Naast de algemene
barrières speelt ook de terughoudendere cultuur in deze sector een rol. Ook is cloud computing,
diensten met variabele kosten, niet altijd in te passen in de bestaande inkoopraamwerken (capital
investment). Tjabbe Bos lichtte tot slot toe welke lidstaten van de EU een strategie hebben
ontwikkeld ten aanzien van cloud computing en hij sprak over verschillende manieren waarop
cloud computing ingezet kan worden in de publieke sector. Tot slot gaf hij aan dat Nederland op
dit gebied als ‘middenmoter’ is te typeren in internationaal opzicht.
18
10. Ten slotte
Zo hebben we eind maart een bezoek gebracht aan een roerig Brussel. De economische crisis
heeft sporen nagelaten, zowel economisch als politiek, waar populisme en anti-Europa partijen
furore maken. Op veel beleidsterreinen wordt de EU daarentegen een grote speler, denk aan
cybercrime, digitale agenda: zaken die enkel op supranationaal niveau kunnen worden
georganiseerd.
Wij hebben deze twee dagen enkele hoofdpersonen mogen spreken. Dit leverde veel nieuwe
inzichten op en bijschaving van onze kennis van de EU. De Permanente Vertegenwoordiging is
de schakel tussen Nederlands en Europees beleid, waaruit blijkt dat Brussel wel beleid maakt
voor de lidstaten, maar dat de lidstaten hier toch echt een eigen inbreng en stem bij hebben. De
belangen van Nederlandse partijen worden ook behartigd en van een democratic deficit is geen
sprake nu we Thomas van der Valk hebben mogen aanhoren. Sterker nog, Rob van Eijkeren
vertelde over het sterke geluid dat het Huis van de Nederlandse Provinciën laat horen namens de
Nederlandse regio’s.
Echter, in alle discussies klinkt zorg door over de toekomst van de Europese Unie. De publieke
opinie, als deze al wordt gevormd door het tekort aan aandacht, kantelt van pro- Europa naar
anti- Europa. Dit komt mede door een imagoprobleem, zo wisten Klasja van de Ridder en Ludolf
van Hasselt ons te vertellen. Wellicht dat de Oekraïne-crisis het imago van de bezuinigende en
asociale unie kan omkeren naar de Unie als Nobelprijswinnaar. Soms kan een politieke crisis de
mensen eraan herinneren dat we in een ongekend lange periode van vrede leven, toch zomaar een
van de hoofddoelen bij de oprichting van de EGKS.
Dat de EU meer in het nieuws moet komen, positief dan wel negatief beaamde Carla Joosten die
het opvallend vindt dat Nederland weinig prominente bestuurders in Brussel plaatst, wat een
goede profilering tegenwerkt. Dit is geenszins het geval bij de Europese Commissie, waar Neelie
Kroes en haar Kabinetschef niet bepaald lichtgewichten zijn. Constantijn gaf echter aan dat
Nederland zijn pioniersrol op een aantal dossiers niet ten volle weet te benutten en nog veel kan
leren van andere lidstaten. In de nabije toekomst zal de EU mogelijk een grotere rol gaan spelen,
mede doordat bepaalde ontwikkelingen nu eenmaal niet binnen de landsgrenzen zijn te managen.
De politieke discussie gaat in Nederland erg over meer of minder Europa. Volgens Constantijn
zou de focus moeten liggen op een beter Europa. Het bezoek heeft duidelijk gemaakt dat ICT
daar een belangrijke rol bij speelt. Volgens Alexandra Ekkelenkamp kan er een verbeterslag
plaatsvinden op het gebied van social media, en dan met name de financiële slagkracht. De
interactie met de burger zal verhoogd moeten worden, zeker als er Europese strategieën worden
ontworpen om de EU 2020-proof te laten zijn. De diversiteit van de nationale wetgevingen staan
volgens Tjabbe Bos een eenduidige EU- cloudstrategie in de weg. Hier schuilt dan ook een grote
uitdaging voor de lidstaten, met name binnen de publieke sector op het gebied van
informatiemanagement.
19
Zonder twijfel zal de traineegroep HTTP-12 te maken krijgen met het Europese beleid, in de
vorming dan wel in de uitwerking. Een nadere kennismaking met ‘Brussel’ en de instanties die
hieronder vallen was dan ook een zeer nuttige en leuke ervaring. Het is positief een gezicht te
hebben bij deze instanties en na kennismaking ook meer begrip voor de werkzaamheden. Nu we
goed op de hoogte zijn van de belangenbehartiging, beleidsvorming, besluitvorming,
communicatie met de lidstaten en vertegenwoordiging in Europa kunnen we wellicht over 10
jaar eenzelfde foto maken in een der Brusselse EU instituten!
Via deze weg nogmaals dank namens HTTP-12 aan de organisatoren en alle sprekers!