2014-01-16 Nr 143 Lerarenopleiding - STEM

VLAAMS PARLEMENT
₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
PASCAL SMET
VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
Vraag nr. 143
van 12 november 2013
van SABINE POLEYN
Lerarenopleiding – STEM-vakdidactiek
In het Masterplan hervorming secundair onderwijs (Vlaamse Regering. 4.06.2013) lezen we dat in de
eerste graad secundair onderwijs wetenschappen en techniek tot de basisdoelstellingen zullen horen.
In de prioritaire STEM-acties van de Vlaamse Regering, geformuleerd na de aanbevelingen van het
STEM-Platform, wordt gesteld dat die vernieuwing van STEM-didactiek nodig is. En dat een centrum
voor STEM-vakdidactiek dit tot stand kan brengen. In de concrete acties wordt niet meer ingegaan op
dit “centrum van STEM-didactiek”, maar worden enkele andere suggesties gedaan.
Op vandaag tonen verschillende studies echter aan dat er momenteel reeds wat vragen zijn rond de
kwaliteit van het vak “Technologische opvoeding”. Leerkrachten geven dikwijls het vak ‘techniek’,
zonder over specifieke competenties voor dat vak te beschikken.
Wiskunde, wetenschappen, techniek en ICT worden vandaag van elkaar gescheiden, leerplannen zijn
niet gesynchroniseerd. Dit is een gemiste kans omdat het juist essentieel is dat de STEM-componenten
mekaar aanvullen en versterken. Dit is ook een aanbeveling van het recente SECURE-onderzoek.
Er gebeurt te weinig vakdidactisch onderzoek voor STEM. De STEM-vakdidactiek is
ondervertegenwoordigd in de lerarenopleiding. Op de hoorzitting werd aangehaald dat zij gemiddeld
maar 9 tot 12 van 180 studiepunten kunnen besteden aan wereldoriëntatie. Dit is onvoldoende.
1. Zijn er plannen om het bekwaamheidsbewijs “techniek” te beperken tot wie effectief het vak
techniek heeft gevolgd? Of via EVC de gelijkwaardigheid kan aantonen?
2. Onderzoekt de minister de mogelijkheid tot integrale competenties m.b.t. wetenschappen,
techniek, wiskunde en ICT?
3. a) Wat is de stand van zaken van de oprichting van een Centrum van vakdidactiek, wat als prioriteit werd beschouwd door het STEM-platform? Werd reeds contact opgenomen met de leraren
opleiding techniek?
b) Is het VLOR-reflectie-instrument reeds publiek? Hoe wordt dit verder uitgewerkt?
c) Wat zijn de resultaten van de Onderwijsinspectie 2014 over de stand van zaken van STEM?
4. Hoe kan de lerarenopleiding worden versterkt m.b.t. wetenschappen en techniek?
5. Op welke manier zal de minister wetenschappen en techniek versterken in de basisvorming?
6. Het STEM-platform stelde voor gastdocenten rond STEM aan te spreken. Op vandaag kunnen
voordrachtgevers ingeschakeld worden in HBO-verpleegkunde, tweede en derde graad ballet
KSO, derde graad TSO en derde en vierde graad BSO.
Zal de minister voorstellen dit uit te breiden?
ANTWOORD
1. Het huidige stelsel van bekwaamheidsbewijzen voor vakken in het secundair onderwijs maakt een
indeling in ‘vereiste’, ‘voldoende geachte’ en ‘andere’ bekwaamheidsbewijzen. Als ‘vereiste’
bekwaamheidsbewijzen zijn die studiebewijzen opgelijst die een geschikte opleiding tot leraar
voor het vak garanderen. Voor het TV techniek in de eerste graad is dat de bachelor in het
onderwijs: secundair onderwijs, technisch technologische opvoeding (en de voorlopers daarvan).
Bij de eerstvolgende actualisatie van de betreffende reglementering zal ook de nieuwe benaming,
namelijk bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs techniek, opgenomen worden. Deze is
ingevoerd conform artikel 55quinquies, §3, van het decreet betreffende de herstructurering van
het hoger onderwijs in Vlaanderen. Daarmee zijn de vereiste bekwaamheidsbewijzen voor het vak
techniek beperkt tot wie het onderwijsvak techniek gevolgd heeft.
De ‘voldoende geachte’ bekwaamheidsbewijzen zijn traditioneel ruim omschreven. Het behoort
tot de bevoegdheid van de aanwervende instantie om te oordelen of een kandidaat met een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs over de nodige vakkennis beschikt om aangesteld te
kunnen worden. ‘Andere’ bekwaamheidsbewijzen vormen in principe alleen een noodoplossing en
moeten aan een minimumniveau beantwoorden. Er zijn momenteel geen plannen om ingrijpende
wijzigingen door te voeren in het stelsel van bekwaamheidsbewijzen.
2. Ik ben ervan overtuigd dat een geïntegreerde aanpak van wetenschappen en techniek (met inbegrip
van ICT) een belangrijke aspect is dat in ons onderwijs aan bod moet komen. Leerlingen moeten
weten dat onderzoek en innovatie meer en meer op een interdisciplinaire manier gebeuren.
Daarom voorziet het STEM-actieplan in meerdere acties die interdisciplinariteit bevorderen. In het
masterplan secundair onderwijs bevorderen we daarnaast de geïntegreerde aanpak door het
competentiegericht formuleren van eindtermen en het koppelen van het curriculum aan
sleutelcompetenties.
3. a) Ik voorzie niet in de oprichting van een Centrum van vakdidactiek voor STEM.
Het platform heeft met de naar voren geschoven prioriteiten in eerste instantie een versterking
van de STEM -didactiek voor ogen. De STEM -stuurgroep heeft in de acties - zoals
gecommuniceerd tijdens de persconferentie in september - ingezet op een brede waaier aan
acties om de STEM -didactiek te versterken. Afspraken met de lerarenopleidingen zijn daar
een essentieel onderdeel van. Volgende acties zijn voorzien:
-
een reflectie-instrument (door de VLOR ontwikkeld) om leraren te laten reflecteren over
hun didactische praktijk. Het reflectieproces wordt ondersteund door actueel STEM didactisch onderzoek en inspirerende praktijkvoorbeelden. De lerarenopleiding was
betrokken bij de ontwikkeling van het reflectie-instrument.
-
het opnemen van een thema rond STEM bij de oproepen binnen het innovatiefonds
lerarenopleiding. Bedoeling is om de lerarenopleidingen te stimuleren om de STEM didactiek in het basis- en secundair onderwijs te verbeteren. In het basisonderwijs ligt de
focus op de didaktiek voor techniek en in het secundair onderwijs op een meer
geïntegreerde aanpak van wetenschappen en techniek.
-
het toevoegen aan de beheersovereenkomsten van de expertisenetwerken en het regionaal
netwerk lerarenopleidingen van een extra clausule om acties op te zetten ter verbetering
van STEM -didactiek. De expertisenetwerken ontwikkelen daarbij ook een
leergemeenschap en een netwerk tussen STEM -leerkrachten binnen en buiten de school.
Ze betrekken hierbij bestaande netwerken zoals lerarenverenigingen en andere netwerken
voor leraren, bestaande relevante steunpunten, de expertisecellen wetenschapscommunicatie, internationale onderzoeksinitiatieven, e.d.m. De expertisenetwerken
fungeren samen als een soort expertisecentrum voor vakdidactiek STEM. Hierbij wordt
extra geïnvesteerd in de professionalisering van zittende en toekomstige leraren in het
basisonderwijs door wetenschappelijke onderbouwing van de didaktiek voor STEM en
voor techniek in het bijzonder.
-
de didactische vernieuwingen zullen ook verspreid worden via de Congressen Leraars
Wetenschappen (jaarlijks) en Congressen Leraars Wiskunde (tweejaarlijks)
b) Neen, dat is nog niet publiek. Er worden nog enkele aanpassingen gedaan aan het instrument.
Vanaf het voorjaar van 2014 wordt het reflectie-instrument in gebruik genomen.
Communicatie hierrond zal worden voorzien.
c) De resultaten zullen gepubliceerd worden in de ‘Onderwijsspiegel’ 2014. Ik wil hier dan ook
niet op vooruit lopen.
4. De acties vermeld onder 3a hebben ook expliciet tot doel alle lerarenopleidingen te versterken
door ze mee verantwoordelijk te maken en een voortrekkersrol te laten spelen bij de vernieuwing
van wetenschappen en techniek.
De vrijwilligers die voorzien worden om thematische lessen in verband met STEM te geven,
kunnen ook ingezet worden binnen de lerarenopleiding. Binnen de werkgroepen in het kader van
de beleidsevaluatie van de lerarenopleiding wordt ook gewerkt aan het versterken ervan, met
aandacht voor vakdidactiek.
5. Een eerste stap is dat wetenschappen en technologie duidelijk uitgebouwd en ook een duidelijke
plaats krijgen in het basiscurriculum. Wetenschappen en techniek zijn sleutelcompetenties die tot
het basispakket horen van alle leerlingen. Zo hebben we dat ook opgenomen in het masterplan SO.
Daarom heb ik in de derde graad van het lager onderwijs gekozen om Wereldoriëntatie te
vervangen door een afzonderlijk leergebied voor enerzijds Wetenschappen en Techniek en
anderzijds Maatschappelijke vorming. Dergelijke opsplitsing maakt duidelijk dat deze inhouden
een belangrijke plaats in het curriculum innemen.
De maatregel laat bovendien toe om bijzondere leermeesters (specifiek opgeleid in de didactiek
van Wetenschappen en techniek, en van Maatschappelijke vorming) te voorzien. We onderzoeken
ook of de opsplitsing leidt tot consistente gehelen van ontwikkelingsdoelen/eindtermen en of er
een aanpassing van de ontwikkelingsdoelen/eindtermen noodzakelijk is Tot slot kan de maatregel
nascholingsorganisaties en lerarenopleidingen ertoe aanzetten om extra aandacht te besteden aan
deze inhouden.
6. Het is niet de bedoeling deze gastlesgevers in te schakelen binnen het systeem van de
schoolexterne voordrachtgevers. Het betreft in de STEM -context vrijwilligers die thematische
(occasionele) lessen geven over specifieke onderwerpen waarover onderzoek gedaan wordt of
waarin bedrijven zich hebben gespecialiseerd enz. Dat is ook nu al mogelijk.
Door actief op zoek te gaan naar deze vrijwilligers en het aanbod gesystematiseerd kenbaar te
maken, willen we scholen op ruimere schaal stimuleren hiervan gebruik te maken.