VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 143 van 12 november 2013 van SABINE POLEYN Lerarenopleiding – STEM-vakdidactiek In het Masterplan hervorming secundair onderwijs (Vlaamse Regering. 4.06.2013) lezen we dat in de eerste graad secundair onderwijs wetenschappen en techniek tot de basisdoelstellingen zullen horen. In de prioritaire STEM-acties van de Vlaamse Regering, geformuleerd na de aanbevelingen van het STEM-Platform, wordt gesteld dat die vernieuwing van STEM-didactiek nodig is. En dat een centrum voor STEM-vakdidactiek dit tot stand kan brengen. In de concrete acties wordt niet meer ingegaan op dit “centrum van STEM-didactiek”, maar worden enkele andere suggesties gedaan. Op vandaag tonen verschillende studies echter aan dat er momenteel reeds wat vragen zijn rond de kwaliteit van het vak “Technologische opvoeding”. Leerkrachten geven dikwijls het vak ‘techniek’, zonder over specifieke competenties voor dat vak te beschikken. Wiskunde, wetenschappen, techniek en ICT worden vandaag van elkaar gescheiden, leerplannen zijn niet gesynchroniseerd. Dit is een gemiste kans omdat het juist essentieel is dat de STEM-componenten mekaar aanvullen en versterken. Dit is ook een aanbeveling van het recente SECURE-onderzoek. Er gebeurt te weinig vakdidactisch onderzoek voor STEM. De STEM-vakdidactiek is ondervertegenwoordigd in de lerarenopleiding. Op de hoorzitting werd aangehaald dat zij gemiddeld maar 9 tot 12 van 180 studiepunten kunnen besteden aan wereldoriëntatie. Dit is onvoldoende. 1. Zijn er plannen om het bekwaamheidsbewijs “techniek” te beperken tot wie effectief het vak techniek heeft gevolgd? Of via EVC de gelijkwaardigheid kan aantonen? 2. Onderzoekt de minister de mogelijkheid tot integrale competenties m.b.t. wetenschappen, techniek, wiskunde en ICT? 3. a) Wat is de stand van zaken van de oprichting van een Centrum van vakdidactiek, wat als prioriteit werd beschouwd door het STEM-platform? Werd reeds contact opgenomen met de leraren opleiding techniek? b) Is het VLOR-reflectie-instrument reeds publiek? Hoe wordt dit verder uitgewerkt? c) Wat zijn de resultaten van de Onderwijsinspectie 2014 over de stand van zaken van STEM? 4. Hoe kan de lerarenopleiding worden versterkt m.b.t. wetenschappen en techniek? 5. Op welke manier zal de minister wetenschappen en techniek versterken in de basisvorming? 6. Het STEM-platform stelde voor gastdocenten rond STEM aan te spreken. Op vandaag kunnen voordrachtgevers ingeschakeld worden in HBO-verpleegkunde, tweede en derde graad ballet KSO, derde graad TSO en derde en vierde graad BSO. Zal de minister voorstellen dit uit te breiden? ANTWOORD 1. Het huidige stelsel van bekwaamheidsbewijzen voor vakken in het secundair onderwijs maakt een indeling in ‘vereiste’, ‘voldoende geachte’ en ‘andere’ bekwaamheidsbewijzen. Als ‘vereiste’ bekwaamheidsbewijzen zijn die studiebewijzen opgelijst die een geschikte opleiding tot leraar voor het vak garanderen. Voor het TV techniek in de eerste graad is dat de bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, technisch technologische opvoeding (en de voorlopers daarvan). Bij de eerstvolgende actualisatie van de betreffende reglementering zal ook de nieuwe benaming, namelijk bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs techniek, opgenomen worden. Deze is ingevoerd conform artikel 55quinquies, §3, van het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Daarmee zijn de vereiste bekwaamheidsbewijzen voor het vak techniek beperkt tot wie het onderwijsvak techniek gevolgd heeft. De ‘voldoende geachte’ bekwaamheidsbewijzen zijn traditioneel ruim omschreven. Het behoort tot de bevoegdheid van de aanwervende instantie om te oordelen of een kandidaat met een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs over de nodige vakkennis beschikt om aangesteld te kunnen worden. ‘Andere’ bekwaamheidsbewijzen vormen in principe alleen een noodoplossing en moeten aan een minimumniveau beantwoorden. Er zijn momenteel geen plannen om ingrijpende wijzigingen door te voeren in het stelsel van bekwaamheidsbewijzen. 2. Ik ben ervan overtuigd dat een geïntegreerde aanpak van wetenschappen en techniek (met inbegrip van ICT) een belangrijke aspect is dat in ons onderwijs aan bod moet komen. Leerlingen moeten weten dat onderzoek en innovatie meer en meer op een interdisciplinaire manier gebeuren. Daarom voorziet het STEM-actieplan in meerdere acties die interdisciplinariteit bevorderen. In het masterplan secundair onderwijs bevorderen we daarnaast de geïntegreerde aanpak door het competentiegericht formuleren van eindtermen en het koppelen van het curriculum aan sleutelcompetenties. 3. a) Ik voorzie niet in de oprichting van een Centrum van vakdidactiek voor STEM. Het platform heeft met de naar voren geschoven prioriteiten in eerste instantie een versterking van de STEM -didactiek voor ogen. De STEM -stuurgroep heeft in de acties - zoals gecommuniceerd tijdens de persconferentie in september - ingezet op een brede waaier aan acties om de STEM -didactiek te versterken. Afspraken met de lerarenopleidingen zijn daar een essentieel onderdeel van. Volgende acties zijn voorzien: - een reflectie-instrument (door de VLOR ontwikkeld) om leraren te laten reflecteren over hun didactische praktijk. Het reflectieproces wordt ondersteund door actueel STEM didactisch onderzoek en inspirerende praktijkvoorbeelden. De lerarenopleiding was betrokken bij de ontwikkeling van het reflectie-instrument. - het opnemen van een thema rond STEM bij de oproepen binnen het innovatiefonds lerarenopleiding. Bedoeling is om de lerarenopleidingen te stimuleren om de STEM didactiek in het basis- en secundair onderwijs te verbeteren. In het basisonderwijs ligt de focus op de didaktiek voor techniek en in het secundair onderwijs op een meer geïntegreerde aanpak van wetenschappen en techniek. - het toevoegen aan de beheersovereenkomsten van de expertisenetwerken en het regionaal netwerk lerarenopleidingen van een extra clausule om acties op te zetten ter verbetering van STEM -didactiek. De expertisenetwerken ontwikkelen daarbij ook een leergemeenschap en een netwerk tussen STEM -leerkrachten binnen en buiten de school. Ze betrekken hierbij bestaande netwerken zoals lerarenverenigingen en andere netwerken voor leraren, bestaande relevante steunpunten, de expertisecellen wetenschapscommunicatie, internationale onderzoeksinitiatieven, e.d.m. De expertisenetwerken fungeren samen als een soort expertisecentrum voor vakdidactiek STEM. Hierbij wordt extra geïnvesteerd in de professionalisering van zittende en toekomstige leraren in het basisonderwijs door wetenschappelijke onderbouwing van de didaktiek voor STEM en voor techniek in het bijzonder. - de didactische vernieuwingen zullen ook verspreid worden via de Congressen Leraars Wetenschappen (jaarlijks) en Congressen Leraars Wiskunde (tweejaarlijks) b) Neen, dat is nog niet publiek. Er worden nog enkele aanpassingen gedaan aan het instrument. Vanaf het voorjaar van 2014 wordt het reflectie-instrument in gebruik genomen. Communicatie hierrond zal worden voorzien. c) De resultaten zullen gepubliceerd worden in de ‘Onderwijsspiegel’ 2014. Ik wil hier dan ook niet op vooruit lopen. 4. De acties vermeld onder 3a hebben ook expliciet tot doel alle lerarenopleidingen te versterken door ze mee verantwoordelijk te maken en een voortrekkersrol te laten spelen bij de vernieuwing van wetenschappen en techniek. De vrijwilligers die voorzien worden om thematische lessen in verband met STEM te geven, kunnen ook ingezet worden binnen de lerarenopleiding. Binnen de werkgroepen in het kader van de beleidsevaluatie van de lerarenopleiding wordt ook gewerkt aan het versterken ervan, met aandacht voor vakdidactiek. 5. Een eerste stap is dat wetenschappen en technologie duidelijk uitgebouwd en ook een duidelijke plaats krijgen in het basiscurriculum. Wetenschappen en techniek zijn sleutelcompetenties die tot het basispakket horen van alle leerlingen. Zo hebben we dat ook opgenomen in het masterplan SO. Daarom heb ik in de derde graad van het lager onderwijs gekozen om Wereldoriëntatie te vervangen door een afzonderlijk leergebied voor enerzijds Wetenschappen en Techniek en anderzijds Maatschappelijke vorming. Dergelijke opsplitsing maakt duidelijk dat deze inhouden een belangrijke plaats in het curriculum innemen. De maatregel laat bovendien toe om bijzondere leermeesters (specifiek opgeleid in de didactiek van Wetenschappen en techniek, en van Maatschappelijke vorming) te voorzien. We onderzoeken ook of de opsplitsing leidt tot consistente gehelen van ontwikkelingsdoelen/eindtermen en of er een aanpassing van de ontwikkelingsdoelen/eindtermen noodzakelijk is Tot slot kan de maatregel nascholingsorganisaties en lerarenopleidingen ertoe aanzetten om extra aandacht te besteden aan deze inhouden. 6. Het is niet de bedoeling deze gastlesgevers in te schakelen binnen het systeem van de schoolexterne voordrachtgevers. Het betreft in de STEM -context vrijwilligers die thematische (occasionele) lessen geven over specifieke onderwerpen waarover onderzoek gedaan wordt of waarin bedrijven zich hebben gespecialiseerd enz. Dat is ook nu al mogelijk. Door actief op zoek te gaan naar deze vrijwilligers en het aanbod gesystematiseerd kenbaar te maken, willen we scholen op ruimere schaal stimuleren hiervan gebruik te maken.
© Copyright 2024 ExpyDoc