Rechtseconomie Rechtseconomie Mr. R.W. Holzhauer, drs. R. Teijl Inleiding Dit is de eerste aflevering van deze nieuwe rubriek. In de rechtseconomie wordt nagegaan welke effecten rechtsnormen feitelijk hebben en welk doel bij rechtsvinding en rechtstoepassing wordt nagestreefd. Rechtseconomie in deze zin is niet alleen een (kritisch) theoretische bezigheid. Er is een praktisch belang gelegen in het aangeven van oplossingen voor bepaalde juridische vraagstukken door middel van een economische analyse en waardering van gevolgen. Zo kan een bijdrage worden geleverd aan de verdere KATERN 43 1973 Rechtseconomie ontwikkeling van het geldend recht met betrekking tot uiteenlopende onderwerpen als: het juridisch vormgeven van verantwoordelijkheid c.q. aansprakelijkheid, preventie ten aanzien van schade in ruime zin (dat wil zeggen zowel in het burgerlijk als in het strafrecht), de efficiëntie in regelgeving, (de) regulering, de kwaliteit en efficiëntie in de rechtspraak e.d. Wij hebben in de laatste jaren in Nederland een groeiende belangstelling voor rechtseconomie gezien. Bij wijze van inleidingen zijn verschenen Holzhauer, R.W. en Teijl, R. e.a., Inleiding rechtseconomie, Gouda Quint, 1989; Hondius, E.H. e.a., Rechtseconomie en recht, Tjeenk Willink, 1991; Theeuwes, J. e.a. Recht en economie, Addison Wesley, 2e druk 1992; bijzonder nummer Rechtseconomie, Ars Aequi, oktober 1990. In deze rubriek zullen wij aandacht besteden aan de ontwikkelingen op het gebied van het rechtseconomisch onderzoek, aan congressen, symposia en aan onderwijs. Franchising We zien in toenemende mate het gebruik van duurovereenkomsten ('long-term contracts') om tussen juridisch onafhankelijke ondernemingen complexe structuren van wederzijdse rechten en verplichtingen vast te leggen. Op deze wijze worden economische activiteiten op elkaar afgestemd. Het is opvallend dat op deze manier een nieuwe (als het ware derde) samenwerkingsvorm ontstaat, die het midden houdt tussen enerzijds traditionele contractuele rechtsverhoudingen en anderzijds vennootschapsrechtelijke verhoudingen. De Duitse hoogleraar E. Schanze spreekt in dit verband van 'symbiotische contracten'. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de franchise-verhouding. Vergelijk het in 1988 verdedigde Groningse proefschrift van Kneppers-Heynert, E.M., Een economische en juridische analyse van franchising. Ook valt te denken aan zogenaamde 'brouwerij-contracten', 'just-in-time' leveringssystemen en 'joint-ventures'. Over franchising is onlangs een bundel opstellen verschenen onder de titel Franchising and the Law, Nomos Verlagsgesellschaft, Baden-Baden, 1991 (Joerges, C, ed.; 316 p., prijs 55 DM). Hierin worden twee onderwerpen vanuit rechtseconomisch, rechtssociologisch en systeemtheoretisch perspectief gethematiseerd. Ten eerste de vraag naar de mededingingsrechtelijke grenzen van deze economisch nuttig geachte samenwerkingsvorm. 1974 KATERN 43 Ten tweede het vinden van een balans tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen in een franchise verhouding. Bij dat laatste gaat het om het spanningsveld tussen bescherming van de franchisenemer en de inherente functionele asymmetrie in de franchise verhouding. Aansprakelij kheid Traditioneel behoort het aansprakelijkheidsrecht tot de gebieden waar rechtseconomische analyses zeer vruchtbaar zijn gebleken. In het economisch model van aansprakelijkheid worden de 'trade offs' tussen rechtvaardigheids- en doelmatigheidsoverwegingen zichtbaar gemaakt, alsmede tussen doelmatigheidsaspecten zoals (ongevallen) preventie en risicospreiding. Onlangs is voor het Amerikaanse recht nog eens betoogd dat het gebruik van het aansprakelijkheidsrecht als instrument om ongevallen te voorkomen kostbaar is. Ondanks de vele negatieve geluiden inzake overheidsregulering wordt veiligheidsregulering op dit punt als een aantrekkelijk alternatief gezien. Daarenboven zou geschillenbeslechting in de vorm van zelfregulering of arbitrage uit het oogpunt van kosteneffectiviteit gunstiger kunnen zijn voor wat betreft het vaststellen en toedelen van aansprakelijkheid. Voorts is het aansprakelijkheidsrecht een kostbare manier om slachtoffers schadeloos te stellen. Vergoeding van slachtoffers kan beter door een systeem van 'first party' verzekeringen worden geregeld. In een themanummer van de Journal of Economie Perspectives, Vol. 5, nr. 3, 1991 wordt deze problematiek uitgewerkt op de gebieden van medische, produkt-, beroeps- en milieuaansprakelijkheid. In een afzonderlijke bijdrage komt de verzekeringscrisis aan de orde. Over de invloed van verzekering op aansprakelijkheid is in 1990 ook een pré-advies uitgebracht door de Vereniging voor Burgerlijk Recht, van de hand van de Belgische rechtseconomen R. Van den Bergh en M. Faure. Ook zij verdedigen daarin onder meer dat slachtoffers zich veelal beter kunnen verzekeren (door een schadeverzekering) dan daders (door een aansprakelijkheidsverzekering). De Leidse bundel artikelen Dilemma's van aansprakelijkheid, Tjeenk Willink, 1991, bevat vanuit de rechtseconomie bezien een aantal interessante bijdragen. Nieuwenhuis werkt aan de hand van het milieurecht en het Kalimijnen-arrest het thema belangenafweging nader uit. Vanuit een rechteconomisch gezichtspunt is het Rechtseconomie noodzakelijk om alle betrokken belangen mee te wegen. In een economisch ingevulde zorgvuldigheidstoets worden alle verwachte schadeposten verdisconteerd. Juist in het milieurecht, waar schade in het algemeen gespreid optreedt (in tijd en naar getroffenen) stelt dit de rechter bij zijn oordeel over aansprakelijkheid en over omvang van de schadevergoeding voor bijzondere problemen. Men kan overigens van mening verschillen of de uitspraak van de Hoge Raad als voorbeeld van zo'n ruime oriëntatie kan worden opgevat, zoals Hol in zijn bijdrage aangeeft. Hierin bespreekt hij vanuit filosofisch perspectief de beperkingen die aan doelmatigheidsoverwegingen in het aansprakelijkheidsrecht moeten worden gesteld. In dezelfde bundel gaat Franken onder meer in op de vraag in hoeverre de wijze van strafbaarstelling van computercriminaliteit beheerders van computersystemen aanspoort tot zorgvuldig(er) gedrag. Informatiebescherming Over het belang van informatiebescherming is een aantal publicaties verschenen. Zo leverden in 1991 Mackaay en Quaedvlieg een bijdrage op de internationale conferentie Information Law towards the 21 st Century te Amsterdam; heeft de Journal of Economie Perspectives hieraan een themanummer gewijd (Vol. 5, nr. 1) en verscheen Teijl, R. en Holzhauer, R.W., Toenemende complexiteit in het intellectuele eigendoms- recht, Gouda Quint, Arnhem. Inzet van de discussie is in hoeverre er gehoor moet worden gegeven aan de roep om juridische bescherming van informatie. Vanuit de rechtseconomie wordt gewezen op de keerzijde van de roep om bescherming in de vorm van een absoluut recht en op voorhanden zijnde niet-juridische alternatieven om exclusiviteit te bereiken. Bibliografie Recentelijk zijn twee uitstekende literatuuroverzichten verschenen. Allereerst geeft E. Mackaay in Verschuivingen in de rechtseconomie, NJB, 24 oktober 1991 een uitgebreid overzicht van de ontwikkelingen binnen de rechtseconomie met literatuurverwijzingen. Hierin besteedt hij ook aandacht aan de ontwikkelingen in Nederland en België. Daarnaast is verschenen de Bibliography of Law & Economics, B. Bouckaert and G. de Geest (eds.), Kluwer Academie Publishers, Dordrecht/Boston, ca. 663 p. Deze omvangrijke bibliografie is gerubriceerd naar rechtsgebied. Daarenboven zijn de titels en vindplaatsen van niet-Engelstalige Europese literatuur apart per land vermeld. Met ingang van 1991 vermeldt ook de Journal of Economie Literature publicaties op het terrein van de rechtseconomie (rubriek K). Bij raadpleging van deze bron moet men wel bedenken dat de meeste Amerikaanse Law Journals hierin niet worden opgenomen. KATERN 43 1975
© Copyright 2024 ExpyDoc