Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 LIVING LAB EEMSDELTA Energieakkoord Horizon 2020 Topsectorenbeleid GreenDeal NNL Maatschappelijk belang, Bedrijven, Kennisinstellingen, Overheden 1 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Propositie “Living Lab Eemsdelta”: naar een duurzaam, innovatief en robuust nationaal cluster Wij bieden de Minister van Economische Zaken de kans om 10 jaar lang onze regio te gebruiken voor een industrieel-wetenschappelijk experiment, waarbij maatschappelijk belang, verduurzaming, werkgelegenheid, kennisontwikkeling en innovatie, samenkomen. De minister zal hier een precedent mee scheppen, maar wel op basis van louter offensief voorwaardenscheppend beleid gericht op een belangrijk cluster binnen de topsector chemie, waarvan de resultaten op korte termijn concreet gemaakt worden, dat wetenschappelijk onderbouwd wordt, dat langjarig getoetst wordt en waarvan de opgedane kennis binnen Europa verspreid kan worden. Daarnaast bieden wij met deze propositie een directe invulling van het Nationaal Energie-akkoord en een concreet Living Lab project dat binnen Europa als voorbeeld kan dienen. Vanzelfsprekend zijn regionale partijen bereid om passend bij hun rol en verantwoordelijkheid een bijdrage in financiële zin en een bijdrage in natura (menskracht, tijd, e.d.). Inhoudsopgave Achtergrond Eemsdelta Eemsdelta: koploper regio groene- en duurzame economie (2030) Korte termijn en middellange termijn agenda Concrete realisatie – korte en middellange termijn Wat hebben we nodig om het living lab te realiseren? Bijlage 1 – Overzicht Investeringsportefeuille Eemsdelta 2 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Achtergronden Eemsdelta (1950 –heden) De Eemsdelta is vanwege de sterk ontwikkelde sectoren energie en chemie en logistiek een industriegebied van nationaal belang. In combinatie met een sterk agrarisch achterland en de kernzone Groningen-Assen vormen de industrie- en havengebieden Eemshaven en Delfzijl een belangrijke pijler voor de werkgelegenheid in Noord Nederland. Het industrieel cluster Delfzijl kent haar oorsprong eind jaren 50 van de vorige eeuw. Na de vondst van zout en aardgas in de Groningse bodem opende AKZO een zoutfabriek en vestigde Aldel zich onder de gunstige voorwaarde van een lage elektriciteitsprijs en de logistieke mogelijkheden door de directe ligging aan zee. De industrie in Delfzijl vormt inmiddels een geïntegreerd chemisch cluster rondom de verwerking van chloor voor o.a. de vezel- en kunststofindustrie; aardgas, groen gas en restglycerine voor (groene) methanol en een verwerkingsketen van aluminium. De kracht van dit industrieel cluster is het geïntegreerde karakter, waarin aanbieders en afnemers van grondstoffen direct verbonden zijn en op efficiënte wijze samenwerken (zie figuur) en een grote bijdrage leveren aan de Topsector Chemie. Het industriecluster Delfzijl levert werkgelegenheid aan 2.250 directe en 3.400 indirecte arbeidskrachten in de regio (bron: Groningen Seaports) met een hoge multiplier gezien de kapitaalintensiteit van deze industrie, en is daarmee essentieel voor de werkgelegenheid in de regio. 3 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Anno 2014 zorgen de huidige hoge tarieven voor gas en elektriciteit in Nederland, door het ontbreken van een level playing field op de Europese energiemarkt en een tot nu toe onvoldoende Europees antwoord op de Amerikaanse schaliegasrevolutie, voor een verslechterde concurrentiepositie van het industrieel cluster Delfzijl (en de Nederlandse industrie). Het voorliggend voorstel biedt hierop een beter perspectief. Dit voorstel bevat een achttal mogelijke maatregelen, die verder moeten worden uitgewerkt. Dit is de lijn waarlangs de regio de minister van Economische Zaken een voorstel doet om tot een sluitende aanpak te komen van de problematiek die voor ligt. 4 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Eemsdelta: koploper regio groene- en duurzame economie (2030) De Eemsdelta is in 2030 één van de Europese koploper regio’s voor groene economie en een duurzame energievoorziening. Het is dan tevens het belangrijkste groene haven- en industriegebied van Noord-West Europa, met de laagste relatieve CO2-footprint. De Eemshaven heeft zich daarbinnen ontwikkeld tot Energyport en datahub voor NoordwestEuropa. Delfzijl is het toonaangevend cluster waar chemie sterk is vergroend en verduurzaamd en waar reststoffenverwerking heeft geleid tot een duurzame en groene grondstoffenmarkt met een regionale en (inter)nationale afzet. (bron: Bosatlas Energie 2012 Energie in Noord Nederland) Industrieel cluster Delfzijl is een duurzaam, innovatief en robuust cluster van samenwerkende bedrijven vanuit agro- energie en chemiebedrijven, dat gekenmerkt wordt door de nauwe integratie in de keten, zowel op menselijk niveau, als op R&D en utilities. Het cluster beschikt over een uitstekende infrastructuur, waar bedrijven alle benodigde producten en diensten die niet tot de kernactiviteit van het bedrijf horen op een kosteneffectieve manier kunnen inkopen. Tot deze producten behoren elektriciteit, stoom, (groen) gas, perslucht, industriewater, etc. Tot de diensten behoren veiligheidsvoorzieningen (in- en externe veiligheid), afhandeling van en toezicht op vergunningen, industrieel onderhoud en natuurlijk ook opleiding van benodigde personeel, dus de beschikbaarheid van goede opleidingsinstituten zoals de opleiding offshore wind techniek. Dit industrieel cluster fungeert als “energiebuffer” voor zowel landzijdige als offshore geproduceerde groene elektriciteit, d.m.v. Power2Gas (en producten). Er heeft zich een sterk biorefinery cluster ontwikkeld, dat o.a. groen syngas en biomethanol produceert. De verbinding tussen het chemisch cluster en het agro-food achterland heeft vorm gekregen door ketensamenwerking tussen chemische en agrarische bedrijven. Er is een aantal toonaangevende en groene nieuwe bedrijven gevestigd. Het cluster van bedrijven (voornamelijk chemie- en industrie) heeft haar CO2-footprint met 30% gereduceerd door bovenop haar al lopende meerjarenverplichtingen (MJA en MEE) een bovenwettelijke inspanning te leveren door groene- en duurzame projecten door te voeren. Dit is ook in lijn met het Energieakkoord waarin jaarlijks 1,5% energiebesparing is belegd. 5 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Het cluster verschaft 3.000 (nu 2.250 direct) mensen directe werkgelegenheid, indirect 4.500 mensen (3.400 in 2014) en er is een “Eemsdelta Human Capital Bank” opgericht. 6 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Korte termijn en middellange termijn agenda Dit voorstel verbindt de lange- met de korte termijn. Om de lange termijn doelen te realiseren is het noodzakelijk om een aantal randvoorwaarden op de korte termijn al te realiseren. Deze randvoorwaarden zijn: Een lagere energieprijs om op korte termijn concurrerende vestigingsvoorwaarden te scheppen d.m.v. een Europees level playing field Een gunstig investeringsklimaat voor de langere termijn om hierbinnen de transitie naar verduurzaming en vergroening te bewerkstellingen. Een lagere energieprijs heeft (voor de meest korte termijn) grote invloed op de concurrentiepositie van bedrijven. Energiekosten van de meeste bedrijven bedragen tot 30% tot 40% van de operationele kosten. Het verlagen van deze kosten (op de korte termijn) geeft bedrijven een gunstiger uitgangspositie voor het kunnen vergroenen en verduurzamen van hun processen en producten (langere termijn). Om een gunstiger uitgangspositie te creëren voor de bedrijven binnen het industriële cluster Delfzijl, wil de Eemsdelta-regio graag onderstaande routes verkennen. Korte termijn: 1. BSRI regeling De BSRI regeling is een regeling die (vernieuwende, strategische) investeringen én vestiging van nieuwe bedrijven ondersteunt. Het is een regeling die goedgekeurd is in Brussel. De regeling is gepubliceerd in de Staatscourant van 6 juli 2010. Afhankelijk van het gebied en soort project gaat het om projecten van grote bedrijven die minimaal € 13,5 mln. in omvang zijn of zelfs minimaal € 45 mln. Voor MKB bedrijven gelden lagere ondergrenzen: € 7,5 mln. resp. € 11,25 mln. Het voorstel is de BSRI regeling (budget is nu 0 gezet) in te zetten om financieringsvoorstellen aantrekkelijker te maken voor investeerders. Verschillende landen binnen EU, maar ook de VS zetten dit type instrumenten in om investeringen naar een bepaalde regio te bewegen. De BSRI regeling is een Europees goedgekeurde instrument, maar vanwege het ontbreken van funding kan ze momenteel niet worden ingezet. 2. Coördinatie inspecties/ aanpassen wet- en regelgeving Het is zaak om ten aanzien van de handhaving van wet- en regelgeving en de rol van inspecties te komen tot een goede afstemming (bijvoorbeeld 1 loketbenadering), waarbij de regellast voor bedrijven wordt geminimaliseerd, maar wel de beoogde effecten worden behaald. 3. Ondersteuning WKK Substantieel lagere elektriciteits- en stroomprijs voor de korte termijn of het huidige verstromingscontract van NAM omzetten naar een langjarig leveringscontract van laag calorisch gas op WKK Delesto, waarop Delesto stroom teruglevert aan NAM voor haar compressorstations. Inclusief mogelijkheid van wel/geen aandeelhouderschap en eventueel in combinatie “black start” contract. 7 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Middellange termijn: 4. Nieuwe bedrijven versterken het industriële cluster en leveren nieuwe werkgelegenheid op in de industrie. De Eemsdelta biedt een goed vestigingsklimaat. Door de verhoogde WKK-subsidie dan wel een substantieel lagere gasprijs, de inzet van de BRSI en door zekerheid te creëren ten aanzien van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de inzet van instrumenten als financieringsgarantie en afschrijving ‘at will’ is er concreet perspectief op de vestiging van een aantal nieuwe bedrijven met nieuwe business. 5. Aanleg nieuwe kabel Delfzijl – Duitsland 6. Privatisering bestaande stroomkabel TenneT. Door het deels privatiseren van het tracé Diele-Meeden-Weiwerd-Aldel kan een rechtstreekse, dedicated verbinding gelegd worden tussen het Duitse net en Nederlandse gebruikers. Lange termijn: 7. Het Living Lab stelt zich ten doel om in de periode 2014 -2024 de Eemsdelta en daarmee het industrieel cluster Delfzijl te versterken, te verduurzamen en te vernieuwen en de hierbij opgedane kennis zodanig te ontsluiten dat ook de concurrentiepositie van de Nederlandse én Europese industrie hierdoor versterkt wordt door nieuwe business en nieuwe verdienmodellen. Het lab is een (globaal) afgebakende omgeving met een eigen dynamiek. Gerichte ingrepen in die dynamiek door de deelnemende partijen worden in het Living Lab zorgvuldig gevolgd en geregistreerd, zodat een kennisdatabase ontstaat waarvan overheden en bedrijven in binnen en buitenland kunnen leren. De wetenschappelijke inbedding wordt verzorgd door de Energy Academy Europe (EAE) en de Rijksuniversiteit Groningen (middels haar programma BioBrug). EAE wil graag meewerken aan ontwikkelen van en participeren in het Living Lab. Inbreng vanuit EAE is er ondermeer vanuit de hoek van biobased economy, maatschappelijk verantwoord innoveren chemie, keten analyse en systeemintegratie, energie-economisch perspectief, gasinnovatie en proeftuinontwikkeling. Interactie met ondernemers en bestuurders zelf is wenselijk en noodzakelijk. Deze ambitie tot het verbinden van sectoren vraagt om de ontwikkeling van verbindende infrastructuur en de ontwikkeling van cascaderingconcepten van hernieuwbare grondstoffen (biomassa en reststoffen). ‘Groene revolverende’ fondsen kunnen een belangrijke rol spelen in de vertaalslag van experiment en onderzoek naar daadwerkelijke toepassing van innovaties. 8. De ministeries van EZ en Financiën stellen hun kennis en netwerken actief beschikbaar ten behoeve van het actief benaderen van banken, participatiemaatschappijen, pensioenfondsen en private en venture capitalpartijen. In het laatste hoofdstuk van dit voorstel worden bovenstaande mogelijke maatregelen nader uitgewerkt. 8 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 9 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Concrete realisatie – korte en middellange termijn Het industriële cluster in de Eemsdelta heeft ongekende ontwikkelmogelijkheden, die kunnen worden geclusterd rondom de volgende vier programmalijnen: 1. Vergroening en verduurzaming van de bestaande bedrijven De in de Eemsdelta gevestigde bedrijven hebben concrete plannen om hun productieprocessen te verduurzamen, het verbruik van grondstoffen te reduceren en te vergroenen en de mogelijkheden van recycling te vergroten en het benutten van elkaars reststromen te optimaliseren. Het betreft hier een aanzienlijke investeringsopgave (ruim 160 miljoen euro) die op korte termijn kan worden gepleegd en additionele werkgelegenheid genereerd. Zij vragen de overheid om ondersteuning bij realisatie van deze projecten (onder meer in de vorm van investeringsondersteuning, kennisontwikkeling en experimenteerruimte, aanpassing regelgeving). Het bestaande bedrijfsleven kan hierdoor een grote bijdrage leveren aan het versterken van het industriële cluster en behoud van bestaande en leveren van nieuwe bedrijvigheid op het industriepark. Het Living Lab stelt zich ten doel om in de periode 2014 -2024 de Eemsdelta en daarmee het industrieel cluster Delfzijl te versterken, te verduurzamen en te vernieuwen en de hierbij opgedane kennis zodanig te ontsluiten dat ook de concurrentiepositie van de Nederlandse én Europese industrie hierdoor versterkt wordt door nieuwe business en nieuwe verdienmodellen. Een concreet voorbeeld van een ontwikkeling om nieuwe starters aan de regio te binden op het gebied van kennis en innovatie is: Brainwierde Weiwerd: Het voormalige wierdedorp Weiwerd is ontwikkeld als een gezamenlijke “community” vestigingsplaats voor kleinschalige- en kennisintensieve bedrijvigheid die door middel van kennis of kunde toegevoegde waarde levert door een dienst of product af te zetten in haar directe omgeving maar ook daarbuiten. De Brainwierde Weiwerd functioneert daarmee als satteliet in de Eemsdelta voor kennisinstellingen en kennisintensieve bedrijven (ECN/TNO/Ingenieurs/Consultancy). 10 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Middels het Living lab wordt invulling gegeven aan: De benaming “ experimenteer regio” zoals in de Green Deal Noord Nederland is afgesproken De opgaves voor industrie zoals vermeld in het SER energieakkoord Het huidige Topsectoren beleid (zowel chemie als energie) Het Europese Horizon2020 programma, waarin crossovers en living labs als maatstaf dienen voor innovatie, kennisontwikkeling en economische groei European Energy Directive De Ontwikkelingsvisie Eemsdelta 2030 Economische Visie Eemsdelta 2030 Havenvisie 2030; Groningen Seaports SWITCH VNCI visie 20-30 Routekaart Chemie Proceswater Hergebruik afvalwaterzoutfabriek (fase 1 gerealiseerd) Op Chemiecluster Delfzijl wordt ca. 2,5 miljoen kubieke meter water per jaar gebruikt voor industriële toepassing. Veelal wordt hiervoor drinkwater gebruikt, terwijl dit in veel gevallen niet nodig is. De doelstellingen van de openbare industriewaterleiding zijn: Duurzame toepassing van ‘reststoffen’ van klanten, waarmee transportkosten en energie wordt bespaard. Zoveel mogelijk voorkomen dat drinkwater wordt toegepast voor industriële doelen waar ook een andere kwaliteit water kan volstaan. Stimuleren van ketenvorming (industriële ecologie): de uitwisseling van stromen tussen bedrijven verhoogt de mate van duurzaamheid en zorgt voor het verlagen van de logistieke kosten per bedrijf. 11 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Aanbieden van een vestigingsfactor: de industriewaterleiding werkt drempelverlagend voor nieuwe vestigers met een industriewaterbehoefte. Masterplan Utilities Eemsdelta In een gezamenlijke aanpak van gebruikers en faciliterende partijen (zoals terreinbeheerders en overheden) wordt een roadmap opgesteld voor het gemakkelijker onderling uitwisselen van utilities als stroom, gassen en vloeistoffen (verhogen organisatiegraad) en het ontwikkelen en beheren van de infrastructuur (ontwikkeling infrastructuur, hardware). Voor nadere uitwerking zie verderop. Voorgenomen Investeringen door gevestigde bedrijven zijn nader uitgewerkt in een vertrouwelijk Projectenboek (reeds toegezonden). Het bedrijfsleven in de Eemsdelta regio is bereid om te investeren in schonere en duurzame technologie, reductie van het energieverbruik, drinkwater. Het totale investeringsvolume bedraagt daarin €161 miljoen. De Stichting Eemsdelta Green speelt een belangrijke rol bij het ophalen van groene projecten bij de bedrijven en het identificeren van knelpunten om projecten daadwerkelijk in gang te zetten. Ondersteuning bij de oplossing van gesignaleerde knelpunten is gewenst en kan er zonder meer toe leiden dat het investeringsvolume van het huidige bedrijfsleven nog verder toeneemt. 2. Verbetering Utility infrastructuur Groningen Seaports, de NOM en SBE ontwikkelen samen een masterplan utilities. Er zijn in de Eemsdelta nog vele mogelijkheden bij het bestaande bedrijfsleven om utilities in gezamenlijkheid te ontwikkelen. Dit is tevens een versterking van de vestigingsvoorwaarden (aantrekkelijkheid) van de Eemsdelta. Hierbij kan gedacht worden aan het aanleggen van een restwarmte net, groene stoomproductie, (groen)stoomnet (hoge druk, middel druk, lage druk), de aanleg van een syngas net, privaat stroomnetwerk inclusief eventuele kabel naar Duitsland, stikstof, perslucht, instrumentenlucht netwerk, het benutten van geothermie en de aanleg van een buisleidingstraat. Dit soort investeringen vergt ondersteuning op het gebied van organisatie, investeringen en ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Industriële infrastructuur vormt een belangrijke drager voor de verregaand geïntegreerde industriële clusters in Eemshaven en Delfzijl. De ontwikkeling van gedeelde infrastructuur en voorzieningen draagt bij aan versterking van het cluster. In dit kader kunnen de onderstaande projecten worden genoemd. Buisleidingenstraat (http://www.buizenzone.nl) Verbinding en integratie clusters Eemshaven en Delfzijl. De Eemshaven biedt met een operationele diepgang van -15 meter NAP schaalgrootte ten opzicht van Delfzijl met een operationele diepgang van -9 meter NAP. Chemische (vloei)stoffen kunnen met Panamax size schepen worden aangevoerd naar de Eemsdelta regio. Opslag- en buffer capaciteit is beschikbaar in de Eemshaven. De stoffen worden per pijpleiding getransporteerd naar het chemiecluster in Delfzijl. Ten behoeve van de buizenzone zijn reeds verschillende studies uitgevoerd. De provincie Groningen heeft inmiddels qua ruimtelijke ordening een voorkeurstracé aangewezen. 12 Living Lab Eemsdelta Green Grid Ontwikkeling openbaar netwerk voor het transport van waterstof en/of syngas binnen het Chemie Cluster Delfzijl. De ontwikkeling van het GreenGrid vindt plaats in een drietal stappen: A. Haalbaarheidsonderzoek en ontwikkeling blauwdruk. B. Realisatie van het GreenGrid en de interfaces met bedrijven. C. Verduurzaming van syngas en waterstof door innovatief gebruik van biomassa en duurzame energieproductie. Lokale opwekking Optimaliseren lokaal energieverbruik en levering (Elektriciteit en warmte (zie figuur) Vergelijking CO2 emissies 300 250 Procenten 3-2-2014 200 150 254% 100 123 % 50 100 % 0 Kolencentrale Gascentrale Delesto 13 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 3. Innovatie op het gebied van Gas/power to gas De Eemsdelta kan de nationale proeftuin voor “Power to Gas” en groen syngas worden waarbij de voordelen van de nabije windenergie en de aanvoer biomassa kunnen worden benut. Concreet spelen er ontwikkelingen op het gebied van H2 elektrolyse, Syngas, groen gas en LNG die het verdienen om te worden ondersteund, bijvoorbeeld door garantstellingen, investeringszekerheid en instrumenten als afschrijving ‘at will’ en subsidies. Ontwikkelen van samenwerking tussen agro- chemie en energiebedrijven door gebruik van gezamenlijke faciliteiten en uitwisselingen van energie en grondstoffen Omzetting van hernieuwbare grondstoffen (zoals biomassa) naar groen synthesegas door vergassing, inclusief een bufferfunctie voor synthesegas in zoutkoepels Omzetting van elektriciteit naar gas als peak shaving in het elektriciteitsnet naar bovenstaande bufferfunctie Inzet van groen synthesegas op verschillende manieren, zoals productie van groene bouwstenen zoals alcoholen, glycolen en alkenen Opwekking van groene stroom en groene stoom, etc. Nieuwe processen waarbij hernieuwbare grondstoffen (zoals biomassa) en groene methanol omgezet worden naar chemische bouwstenen zoals olefinen, azijnzuur, en groene alternatieven voor chemische bouwstenen als benzeen, tolueen en xyleen (nu nog vanuit fossiele raffinage) Nieuwe downstream processen waarbij bovengenoemde bouwstenen gecombineerd worden met het aanwezige chloor tot bv EDC (Delamine), MCA, en mogelijk groene kunststoffen. Duurzame opslag van energie. Met de ontwikkelingen rondom wind- en zonne-energie is de verwachting dat beschikbaarheid van energie zal fluctueren. Verschillende conceptuele ideeën rondom dit vraagstuk zijn uitgewerkt. Alle oplossingsrichtingen maken gebruik van de unieke beschikbaarheid van zoutcavernes en de mogelijkheid om energie terug te leveren aan de chemische industrie. Enkele oplossingsrichtingen zijn: CAES (Compressed Air and Energy System); zoutcavernes vullen met lucht onder druk, welke druk op een ander moment turbines kunnen aanjagen om stroom op te wekken. Power to Gas (P2G) in samenhang met grootschalige opslag van waterstof in zoutcavernes. 4. Acquisitie nieuwe bedrijven Tax incentives en investeringssubsidies kunnen een belangrijke rol spelen, naast een goede utilities infrastructuur, in het binnenhalen van nieuwe bedrijfsvestigingen. In de regio wordt al intensief samengewerkt met de opleidings- en kennisinstellingen om de opleidingsfaciliteiten up-to-date te hebben om voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar te hebben voor de bestaande en nieuwe bedrijven. Nieuwe bedrijven versterken het industriële cluster en leveren nieuwe werkgelegenheid inde industrie. De Eemsdelta biedt een goed vestigingsklimaat. 14 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Investeerder Omschrijving Investering BioBTX Benzeen, Tolueen en Xyleen uit biomassa (pilot is gestart in 2014) Syngas, waterstof en zuurstof uit biomassa (vergunningen traject gestart) Grondstof zonnepanelen (vergunningentraject gestart) Investeerder in BioMCN (gerealiseerd) Groen Syngas en Biomethanol uit biomassa (vergunning traject gestart) 50 Werkgelegenheid (FTE) 15 60 15 650 350 6 10 800 200 Torrgas TSM Vitol Woodspirit (miljoenen €) In Bijlage 1 zijn deze potentiële investeringen verder uitgewerkt. 15 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Wat hebben we nodig om het living lab te realiseren? Gunstiger investeringsklimaat: o Lagere energieprijs voor elektriciteit en stoom o Verruimen huidige MEP subsidie naar warmte levering aan omgeving o Beschikbaar maken investeringssubsidies zoals BSRI o Investeringszekerheid qua wet- en regelgeving o Instrumenten als garantstellingen en afschrijving ‘at will’ Wet- en regelgevingsvraagstukken/opgaven: o Wet- en regelgeving Energiesysteem 2.0 bestendig (onder andere energie balancerings- en opslag vraagstukken) o Gezamenlijk invulling geven aan het werkprogramma Zeehavens I&M en EZ. o Handhaving (ILT)/.Conflicterende wetgeving: Inzet van groene grondstoffen in de chemie wordt meermaals gefrustreerd vanwege afvalwetgeving. Zo is bekend dat glycerine als afvalstof wordt aangemerkt wat de toepassing als groene grondstof in de chemie frustreert. Wat vragen wij dan concreet om bovenstaande te realiseren? Dat wordt hieronder nader uitgewerkt. Faciliterende inzet vanuit de rijksoverheid Vanuit de betrokken overheden kan op een aantal manieren ondersteuning worden verleend om de bovengenoemde ontwikkelingen mogelijk te maken. Onderstaand worden deze uitgelegd, waarbij per maatregel ook wordt aangegeven welke ondersteuning gevraagd wordt. Concreet kan worden gedacht aan maatregelen om: Een level playing field binnen Europa te bewerkstelligen voor de kosten van energie; Private- en publieke investeringen te bevorderen; Imagocompensatie als gevolg van gaswinning; Aanleggen van gezamenlijke infrastructuur/ utilities; Regelgeving af te stemmen op elkaar. Level Playing Field Europese Industrie A) Level Playing Field energie De bedrijven in de Eemsdelta (chemie, maar ook energie intensieve industrie) ondervinden ernstige hinder als gevolg van het ontbreken van een Level-Playing Field op het gebied van energie. Nog niet alle landen binnen de EU hebben hun energievoorziening (productie) geliberaliseerd. Hierdoor hebben alle bedrijven een ernstig nadeel ten opzichte van haar concurrenten. Dit kan op de korte termijn enkel middels subsidies in balans worden gebracht. Op de (middel)lange termijn zou het Kabinet moeten streven naar Europese harmonisatie, zodat er een eerlijk speelveld binnen Europa ontstaat en bedrijven een gelijke concurrentiele positie krijgen. Wat hebben we nodig? - Het instellen van een tijdelijke WKK subsidie gedurende een periode van twee jaar. 16 Living Lab Eemsdelta - 3-2-2014 Inzet van het kabinet op het harmoniseren van de Europese regelgeving op het gebied van de kosten van energie voor grootverbruikers. B) Level-playingfield milieueisen Er zijn diverse maatregelen op milieugebied, waarbij de bedrijven in de Eemsdelta aanzienlijk strenger worden behandeld dan hun Europese concurrenten, laat staan hun niet Europese concurrenten. De Nederlandse overheid zou er op zeer korte termijn alles aan moeten doen om ook dit gelijk te trekken binnen Europa. Wat hebben we nodig? - Inzet op passend maken ILT-handhavingsbeleid, volgens de ambities van Staatssecretaris Mansveld (brief 2e Kamer 20 juni 2013 “van afval naar grondstof") - Urgente inzet op maatwerk van de toepassing van de ILT wetgeving bij bedrijven in de Eemsdelta: zeer urgent: glycerine zaak BioMCN - Inzet op harmonisatie milieuwetgeving: Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA Investeringsmaatregelen C) Investeringszekerheid Een belangrijke faciliterende randvoorwaarde is de mogelijkheid voor bedrijven om afspraken te maken over de regelgeving die voor een bepaalde installatie gaat gelden. Het komt nu voor dat bedrijven deze beslissing niet (durven) nemen vanwege een vermoeden dat de wet- en regelgeving gedurende het in werking hebben van de installatie verandert. Voorbeelden daarvan zijn producenten van biobrandstoffen die afhankelijk zijn van de bijmenging van de biobrandstoffen. Om de bedrijven investeringszekerheid te bieden zou de mogelijkheid moeten worden gecreëerd dat gedurende de afschrijvingstermijn van een installatie er geen nieuwe of andere wet- en regelgeving van toepassing kan worden verklaard op deze betreffende installatie. Dit geeft voor de investeerder lange termijn uitzicht op de verdiencapaciteit van de installatie. Dat is een belangrijke manier om (buitenlandse) investeerders weer geïnteresseerd te krijgen om in Nederland te investeren. Wat hebben we nodig? : - Toezegging van het gelijk blijven van wet- en regelgeving inz. milieu gedurende de afschrijvingsperiode gekoppeld aan de betreffende installatie. D) Investeringsgarantie De houding van banken, bij het beoordelen van kredietaanvragen, is mede als gevolg van de crisis een andere geworden. Bancaire instellingen stellen voorwaarden bij het aangaan van financieringen en werpen meer voorwaarden op bij projecten waarbij nog niet alle onzekerheden zijn weggenomen. Dit in de vorm van hogere rentepercentages, aflossingen en garantstellingen. Uit de praktijk blijkt dat het moeilijk is om het gewenste niveau van zekerheden vanuit de bank en het beschikbare niveau van zekerheden vanuit het investeringsproject met elkaar te matchen. Een onzekerheid wordt veelal gevormd door fluctuerende grondstofprijzen en verkoopprijzen. Zeker bij nieuwe groene- en duurzame projecten is er te weinig historie die naar de toekomst geëxtrapoleerd kan worden. Als gevolg hiervan maken dergelijke groene- en duurzame projecten vanuit projectfinanciering door banken minder kans. Een goede mogelijkheid om bedrijven in de Eemsdelta te ondersteunen kan plaatsvinden door het afgeven van een investeringsgarantie door de nationale overheid. Hierdoor neemt het risicoprofiel voor 17 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 bedrijven af en is het voor banken makkelijker om te financieren. Voor de overheid is er feitelijk geen sprake van “out of pocket” kosten. Dit zou diverse projecten die in de Eemsdelta op stapel staan van papieren plan op weg helpen naar daadwerkelijke realisatie. Wat hebben we nodig? - het actief aangaan en ondersteunen van garantie voor groene- en duurzame projecten. Een voorbeeld daarvan is het project Woodspirit te Delfzijl welke een investering vraagt van €5.000K. Het aangaan van een garantstelling verstevigt de businesscase waardoor de toegang voor bancaire instituten wordt vergemakkelijkt. - het aangaan van maatwerk bij het aangaan van garantstellingen ten behoeve van acquisities. - ondersteuning bij het opzetten van een revolving fund voor de Eemsdelta waarbij toekomstige groene- en duurzame businesscases uit ondersteund kunnen worden. - het benutten van de kennis en rol van de NOM en het bieden van ruimte daartoe als financieringsvehicel om projecten te realiseren. E) Afschrijven “at will” In de offshore-sector mogen ondernemingen zelf bepalen in welk tempo haar technische installaties worden afgeschreven. Het faciliteert een goed ondernemingsklimaat wanneer een dergelijke faciliteit voor industriële bedrijven beschikbaar komt. Voor de overheid heeft dit per saldo geen negatief effect, haar inkomsten komen hooguit op een ander tijdstip binnen in de vorm van omzet- en vennootschapsbelasting. Voor bedrijven maakt deze afschrijving ”at will” het mogelijk om te bepalen om zo haar afschrijving af te stemmen met haar eigen cashflow. Hierdoor komen investeringsstromen makkelijker op gang en wordt de terugverdientijd van businesscases verkort. Wat hebben we nodig? - Zo spoedig mogelijk inzet op een overleg met de bewindspersoon Financien. F) Platformsubsidies Er liggen concrete kansen om bedrijven en potentiele business-cases in de Eemsdelta gerichter te wijzen en te begeleiden naar subsidiemogelijkheden van o.a. het Rijk. Met name voor kleine- en middelgrote bedrijven is de investering in het uitzoeken van beschikbare mogelijkheden en het schrijven van adequate aanvragen te hoog. Het zou helpen wanneer er ondersteuning beschikbaar is die gezamenlijk met de bedrijven screent welke mogelijkheden er liggen en waar projecten (subsidie technisch) aan moeten voldoen, o.a. - hoe je moet aanvragen (welke taal, aantonen dat het aansluit bij het doel van de subsidie), - bij wie (provinciaal, regionaal, landelijk), - wanneer je geld mag uitgeven, - welke rapportagevoorwaarden - planning en timing van bedrijfsontwikkeling vs. subsidierondes - etc. Naast de eigen kennis van regels, subsidievoorwaarden vanuit Rijk en Provincie zou het helpen als er één partij is met het bedrijf praat. Die partij zoekt voor jou uit, vraagt aan en bemiddelt met de verleners. Fysiek kan het bijvoorbeeld een ambtenaar (van bijv RvO) zijn die zich inleeft in de specifieke projecten van één bedrijf, daarbij de juiste 18 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 vragen stelt, zelfstandig met de subsidieverleners praat, met het juiste format terugkomt voor rapportage etc. Hierdoor neemt de administratieve last voor bedrijven enorm af en wordt de toegankelijkheid van bestaande subsidies enorm vergroot. Wat hebben we nodig? - Rijk: expert regelingen om verschillende subsidierondes/-kansen in kaart te brengen - Rijk: expert staatsteun en (overige) subsidie-technische zaken - Provincie: expert project-/ beleidsontwikkeling en kennis ruimtelijke inpassing - Subsidioloog, accountant, fiscalist - Subsidietafel: bundeling van bovenstaande kennis in loket voor Eemsdelta - Doelstelling: Effectiever inzetten op projectontwikkeling Eemsdelta met gebruik making van bestaande ondersteuningskaders. G) Besluit Regionale Subsidie Investeringsprojecten In het (recente) verleden is de BRSI van toepassing geweest in Noord-Nederland. Hierdoor kon een ondersteuningspremie worden verkregen op uitbreidingsinvesteringen van het bestaande bedrijfsleven en op de vestiging van nieuwe bedrijven. Indien deze regeling weer over een budget beschikt, kan het bij het bestaande bedrijfsleven nieuwe investeringen uitlokken. Tevens zou het een belangrijke randvoorwaardelijke ondersteuning kunnen bieden bij de acquisitie van nieuwe bedrijven in de Eemsdelta. Wat hebben we nodig? - Opstellen van steunkaders voor inzet BSRI in samenwerking met Provincie Groningen - Openstellen van regeling en nieuw budget toewijzen - De inzet van het BSRI middel door de inzet bij nieuwe acquisities Infrastructuur H) Utilities Binnen het chemiecluster is al sprake van een behoorlijke ketenintegratie: gezamenlijk te gebruiken infrastructuur in een chemiecluster is een must. Er zijn echter nog steeds aanzienlijke voordelen te behalen. Utilities zijn de basisvoorzieningen die nodig zijn voor industriële processen, zoals water, energie en industriële gassen. Voor de collectieve industrie in Delfzijl en Eemshaven vormt de beschikbaarheid van betaalbare utilities een belangrijke pijler. Om de toekomstige beschikbaarheid van concurrerende utilities in de Eemsdelta te borgen wordt een masterplan utilities ontwikkeld. Het Masterplan Utilities beoogt de toekomstige beschikbaarheid van betaalbare utilities - en daarmee het vestigingsklimaat voor industrie in de Eemsdelta - te borgen. Het doel is om gezamenlijke kaders en uitgangspunten voor de ontwikkeling van utilities uit te werken en vast te leggen. Betrokken partijen hebben de verwachting dat de kosten kunnen dalen, de milieuprestatie verbetert en de Eemsdelta aantrekkelijker wordt voor bedrijven. Om de kansen op het gebied van utilities te realiseren moet geïnvesteerd worden in de infrastructuur en moet de randvoorwaardelijke organisatie worden ontwikkeld. De rijksoverheid kan toegevoegde waarde leveren door de ontwikkeling te versnellen met financiële steun en flankerend beleid. Financiële steun bij de ontwikkeling van infrastructuur met een lange terugverdientijd brengt de realisatie en optimalisatie van 19 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 utilities dichterbij. Flankerend beleid neemt belemmeringen weg of stimuleert collectiviteit. Voorbeelden zijn: 1. Buizenzone Eemsdelta; deze kabel en leidingenstrook versterkt de verbinding tussen de industrie in Eemshaven, Delfzijl en de omliggende gebieden (o.a. Zoutcavernes voor energieopslag). Voorwaarde is dat de benodigde civieltechnische kunstwerken worden ingericht en agrarische grond wordt aangekocht. De overheid kan dit ondersteunen met financiële middelen en ondersteuning bij herverkaveling. 2. Warmte-infrastructuur; de nuttige inzet van restwarmte verhoogt de energie efficiëntie (en daarmee de concurrentiekracht) van de industrie en beperkt warmtelozing. Vanwege de relatief lage waarde van restwarmte hebben investeringen een lange terugverdientijd. De overheid kan restwarmtegebruik bevorderen door investeringssubsidies en het faciliteren van de aanleg en ontwikkeling van openbaar toegankelijke infrastructuur. 3. Syngas; syngas is een grondstof voor de chemie en een potentiele vervanger van aardgas. In Delfzijl zijn meerdere producenten en afnemers van syngas actief. Naast infrastructuur is er behoefte aan specifieke maatregelen op het gebied van regelgeving die het aansluiten op deze infrastructuur vereenvoudigen en back-up vanuit het aardgasnet mogelijk maken. 4. Het bieden van toegang tot snelle internetverbindingen. 5. Utilities -organisatie; het opzetten van een ontwikkel- en beheerorganisatie die zich richt op versterken en ontwikkelen van de gezamenlijke utilities. Een dergelijke organisatie moet op termijn zichzelf in stand houden, maar op de kortere termijn is er behoefte aan startkapitaal om de organisatie op te kunnen starten en investeringen te kunnen doen. I) Ondersteuning WKK Duitsland heeft in 2012 een wet geïmplementeerd met als doelstelling om 25% elektriciteit via WKK’s op te wekken. Deze KWKG (Combined Heat and Power Law) gebruikt politieke instrumenten om het potentieel aan CHP te vergroten. Nederland zou naar Duits voorbeeld de CHP’s kunnen ondersteunen. Wat hebben we daarin nodig? Inzet op overleg om de aanwezige WKK’s alsnog onder de SDE plus regeling te brengen. Overwegen om de gasprijs als voeding voor WKK’s voor de industrie te koppelen aan een internationale referentie, zodanig dat de resulterende energieprijs op een concurrerend internationaal niveau terecht komt. Een tegenstem van onze overheid tegen de backloading in het Europese parlement, of als dit niet wenselijk is: gelden/EUA’s die bijvoorbeeld vrijkomen doordat minder bedrijfstakken vanaf 2015 onder de Carbon Leakage status vallen, ten goede te laten komen aan de energie-intensieve industrie. Het verlenen van subsidies voor duurzame/kostenconcurrerende oplossingen anders dan gas-WKK’s op industriële multi sites. Ondersteuning vanuit de overheid van duurzame- en innovatieve projecten vanuit de industrie. Hieronder zouden met name projecten moeten vallen die in de keten verduurzaming bewerkstelligen. EemsdeltaGreen speelt als platform daarbij een belangrijke rol, maar heeft nu te weinig capaciteit om die rol in te 20 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 vullen. Wij vragen op hierop specifieke overheidsondersteuning te laten plaatsvinden om projecten te genereren en te kunnen ondersteunen bij de individuele bedrijven. Regelgeving/ Overige maatregelen J) Regelgeving/Overige maatregelen Bedrijven hebben in de regel te maken met meerdere inspecties op het terrein van weten regelgeving (arbo, veiligheid, milieu etc.). De afstemming (van de inzet op de bedrijven) tussen deze inspecties is een belangrijk aspect die bedrijven veel energie en tijd bespaart. Tevens is het van belang om kritische door te nemen welke regelgeving nog functioneel is voor een bedrijf. Toezicht houden op is alleen efficiënt als de betreffende regelgeving ook daadwerkelijk van meerwaarde is. Wat hebben we hierin nodig? - Afstemming op de inzet van de inspecties richting bedrijven. - Afstemming van de geldende wet- en regelgeving op het niveau van bedrijven. Het doel daarbij is om tegenstrijdige of overbodige wet- en regelgeving te laten afnemen. 21 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Bijlage 1 – Overzicht Investeringsportefeuille Eemsdelta Woodspirit Project: Derde generatie biobrandstof project: Middels torrefactie en vergassing biomassa omzetten naar syngas en vervolgens biomethanol. (min 400 kton/jaar). Deze combinatie van innovatieve proces technologie en van deze grootte is nog nooit full scale gerealiseerd. Totale investering €800 miljoen. Ner300 subsidie €199 miljoen (EIB) toegezegd in december 2012. Hiermee heeft NL grootste bedrag uit Ner300 binnen gehaald. Vergunningentraject loopt, zit midden in de Enginering fase. Partners: Siemens, BioMCN, Andritz Group(Oostenrijkse partij) Rol project binnen cluster: Spil in de vergroening van het gehele chemisch cluster. Groen syngas kan zowel binnen het bestaande chemisch cluster gebruikt worden als vervanging grijs, kan dienen als CO2 buffer (CO2 hergebruik om biomethanol te maken) en plant kan dienen als Power to Gas/Products buffer. Levert een substantiële bijdrage aan de duurzame energieproductie opgave. Nodig: Partners krijgen financiering niet rond. Er wordt gesproken met meerdere grote fuel bedrijven. Om gebruik te kunnen maken van NER300 subsidie moeten bankgaranties aangeleverd worden. Verzoek aan Rijk (min EZ en Financien) om garant te staan is meerdere malen afgewezen. Opties: Rijk kan garant staan voor voorschotten van EIB 5 februari a.s. is er een afspraak tussen consortium en Bert de Vries (min. EZ) om over voortgang te praten. Torrgas/ Power to -Gas/-Product installatie. Project: Torrgas bouwt middelgrote vergassingsinstallatie o.b.v. schone biomassa op het chemiepark. Het betreft een installatie van 15 MW waar hoogwaardig syngas geproduceerd wordt op basis van houtpellets. Deze schaalgrootte past bij de huidige 22 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 beschikbaarheid van pellets, en is bedoeld als demonstratie van techniek t.b.v. grootschalige uitrol in bijv. Woodspirit-project. Totale investering is € 20 miljoen. Waddenfonds subsidie à € 6,4 miljoen. De verwachte (nieuwe) werkgelegenheid is 1015 FTE Potentiele projectpartners: Torrgas, A. Hak, Gasunie, Eneco Hoe versterkt het chemiecluster: Er is gekozen voor het chemiecluster Delfzijl omdat de afzetmogelijkheden voor het hoogwaardige syngas divers zijn. Er wordt in eerste instantie met BioMCN proeven gedraaid voor het maken van groene Methanol met het Syngas, zodat met opgedane ervaringen het project Woodspirit succesvol geïmplementeerd kan worden. Dit project doorloopt reeds de vergunningenprocedure. Realisatie gepland eind 2015. Project: Torrgas neemt het initiatief om naast de vergassingsinstallatie een elektrolyse demonstratie installatie (10 MWe) te realiseren. De vergassingsinstallatie draait namelijk efficiënter als er zuiver zuurstof (O2) kan worden gebruikt. O2 heeft extra voordeel op het chemiecluster om meerdere verbrandingsprocessen efficiënter te maken (Torrgas, evt. Woodspirit, EEW, Eneco, Ensartech) en er komt H2 beschikbaar. H2 is een basis voor vergroening van chemische processen of voor de ontwikkeling/ lostrekken nieuwe chemische producten. Deze extra investering levert additioneel voordeel op. Het chemiecluster onderscheidt zich doordat de route biomassa torrefactie - vergassing diverse (groene) producten oplevert. Wanneer elektrolyse gevoed wordt d.m.v. duurzame energie is er een groene keten ontwikkeld: - Syngas (ter vervanging van uit aardgas geproduceerd Syngas) O2 ter verbetering rendement verbrandings- en vergassingsinstallaties H2 als grondstof voor chemie, opslag, combi met CO 2 experiment. Er ontstaat een Power-to-gas / power-to-product keten. Dit cluster kan ook door ontwikkelen voor productie bio-LNG. Er kan gebruik worden gemaakt van de aanwezige elektriciteitsinfrastructuur voor elektrolyse. Dit vergroot het adaptatie vermogen van duurzame energie en voorkomt onbalans in het elektriciteitsnet. Investering: € 10-15 miljoen(Beoogde)Partners: Gasunie, Siemens, Stedin. Uitbreiden met kennis uit Duitsland. Werkgelegenheid: nog eens 10-15 FTE. Belangrijke kennisopbouw rondom thema's, vergassing, elektrolyse, power-to-gas en power-to-products. Hoe versterkt het chemiecluster: Vormen van consortium en uitbouwen van een H2 en O2 infrastructuur voor afname in industrie is belangrijke vergroener en vestigingsvoorwaarde. Drager voor green grid infrastructuur. Balanceringsoptie voor duurzame energie, start power to gas infrastructuur en belangrijker: power-to-product infrastructuur. Nodig: Equity TSM Project: Productie van (fase 1) 8.000 ton Silicium van zeer hoge kwaliteit (9N), grondstof ten behoeven van zonnepanelen (komt overeen met productie van 600MW panelen). Dit 23 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 gebeurt in een continue productie middels reactoren. Het betreft een investering van € 650 miljoen. De fabriek biedt werkgelegenheid aan 300 FTE. Aandeelhouders TSM zijn: DSM, Provincie Limburg, Centrotherm en Technip (technologieën - Duitse partijen). Rol binnen cluster Op het chemiecluster Delfzijl zijn voordelen te behalen door beschikbaarheid zoutzuur, chloor, waterstof en synergie met beschikbare elektriciteitsinfrastructuur en verwerkingscapaciteit chemisch afval. Door vestiging op het chemieterrein wordt stevige relatie gelegd met bestaande bedrijven (m.n. Akzo). Nodig: Het bestaande plan van TSM (Chemelot te Geleen) moet worden omgebouwd. Daarvoor moet er worden geïnvesteerd in het re-engineeren van de fabriek. Kosten korte termijn bedragen € 1 miljoen. Belangrijkste is bevestiging van de synergievoordelen met bestaande industrie. Een ander belangrijk punt is het kunnen verkrijgen van gunstig elektriciteitstarief. TSM vraagt veel energie. De zoektocht naar investeerders voor de € 650 miljoen wordt eveneens voortgezet. Door eerdere (bijna) financial close zijn hiervoor contacten. (in het verlengde) Alinement/Veendam Project: Afnemer van silicium (wavers) is Alinement. Fabriek voor het produceren van nieuwe generatie zonnecellen en assembleren van cellen in panelen. Geavanceerd productieproces zorgt voor hoger rendement van panelen en hogere opbrengst per m2. Alinement is in keuzeproces ver: Veendam is gewenste locatie. Alinement zoekt investeerders om te komen tot financial close. Betreft productie van 80MW/piek zonnepanelen (fase 1). Groeimodel om te komen tot hogere productie, 500 MW/piek. Initiële investering geschat op € 50 miljoen. Biedt werkgelegenheid voor (fase 1) 150 medewerkers. Rol binnen cluster: Alinement versterkt een silicium cluster Delfzijl/ Noord-Oost Groningen. Nodig: opleiden en beschikbaar krijgen kwalitatief goed geschoolde operators (vapro A/B). Inzetten van middelen uit bijvoorbeeld Sectorplannen. Zoetwaterfabriek Eemshaven Project: North Water (Evides/wil industriecluster Delfzijl en Eemshaven voorzien van proceswater. Nu wordt drinkwater gebruikt. Proceswater kan geput worden uit productieprocessen (bv. condensaat Akzo) of gewonnen worden uit oppervlakte water (Damsterdiep/ Eemskanaal). Proceswater is vestigingsvoorwaarde voor nieuwe industrieën, en verduurzaamt bestaande industrie. Tevens is er nog geen back-up geregeld wanneer drinkwatervoorziening onderbroken wordt, of onttrekking (droogte) überhaupt niet mogelijk is. Het aanleggen van benodigde infrastructuur is nodig: Proceswaternetwerk Oosterhorn en leiding Damsterdiep/ Eemshaven. 24 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Geschatte kosten van infrastructuur voor de Eemshaven is € 11-13 miljoen. Er is een onrendabele top van € 4 miljoen bij een beoogde afnemer in de Eemshaven (datacentrum). Nodig: equity LNG-terminal LNG (Liquified Natural Gas) is de toekomstige brandstof voor scheepvaart, treinen en (zwaar)wegverkeer. Door strengere uitstoot-normen wordt LNG gezien als serieus alternatief voor de huidige maritieme brandstoffen zoals stookolie en diesel.. Het is noodzakelijk om een passende LNG-infrastructuur te ontwikkelen. Dit kan door middel van small en mid scale LNG terminals, bunkerfaciliteiten en tankstations. Tevens biedt te realiseren infrastructuur de mogelijkheid voor productie Bio-LNG (bv. uit initiatieven Torrgas/Electrolyse fabriek/Woodspirit). Geschatte kosten terminal 50 mln. Projectpartners; Gasunie, GdF SUEZ LNG Solutions, Koninklijke Sjouke Dijkstra/MUG en BAM. De opslagfaciliteiten van o.a. Vopak kunnen gebruikt worden voor LNG-opslag. Rol binnen cluster: Aanleg LNG-terminal versterkt de afzetmogelijkheden van groen/syngas (bv. uit initiatief Torrgas, elektrolysefabriek, Woodspirit) naar Bio-LNG. Concentratie van beschikbaarheid LNG jaagt de ombouw/ nieuwbouw van schepen aan. Nodig: Aanleg infra doorbreekt kip-ei problematiek. Eerste jaren onrendabele top van ongeveer €4 miljoen In het verlengde –LNG Kalibratie & meet Faciliteit Voorstel van VSL (onderdeel van TNO) om een meet en kalibratie faciliteit voor Small Scal LNG te ontwikkelen. LNG is een commodity en wordt verhandeld op de wereld markt, de kwaliteit en de samenstelling van het gecomprimeerde aardgas is altijd een belangrijk onderwerp bij (door) verkoop downstream. VSL wil in samenwerking met een aantal partners een gaskwaliteit meet station ontwikkelen. Er zijn drie locaties in beeld: 1. Eemshaven te verbinden aan de Terminal, 2. Entrance. 3. DNV- GL of een combinatie van die drie. Totale investering €4.5 miljoen. Rol binnen cluster: versterking groen/syngas/LNG activiteiten. Unieke kennisontwikkeling en borging in de regio, middels samenwerking Energy Academy Europe. Nodig: equity/subsidie ChemCom Industries BV Project: Bezig met project G2G (Glycerine naar glycolen).Bij uitstek een “groen” project waarbij glycerine (bijproduct biodiesel productie) wordt omgezet naar glycolen (bijvoorbeeld PET).Zijn bezig om financiering van fase 1 rond te krijgen. Banken geven aan geïnteresseerd te zijn, maar pas in fase 2 te willen meedoen. 25 Living Lab Eemsdelta 3-2-2014 Nodig: De staat kan dit soort “groene” projecten mogelijk maken door het afgeven van garanties. BioBTX BVProject: Demofabriek, Benzeen, Tolueen en Xyleen uit biomassa. Uniek. Pilot schaal fabriek reeds draaiend, zijn nu bezig om uit BioBTX PET te maken. Totale investering €50 miljoen Nodig: Equity, idem Chemcom. Banken zeer geïnteresseerd, maar willen nu nog niet instappen. Zeolyst - uitbreiding Project: Zeolyst is JV (bestaat nu 25 jaar) tussen PQ (investeringsbedrijf Carlisle) en CRI (waar Shell hoofdaandeelhouder is). Zeolyst Delfzijl is nu bezig met uitbreiding 11A (circa € 30 miljoen investering), begin maart start de productie. Zeolieten zijn nog steeds een groeimarkt: Vergroenen van productieprocessen, bv methanol naar olefinen, syngas etc. en potentiele NOX reductie vrachtwagens. De investering waar nu door de board een besluit over moet worden genomen is 11B (circa € 30 miljoen). Hierbij is de keuze tussen Kansas en Delfzijl. Men kiest er voor om de uitbreidingen in kleine stappen te doen, ook al is dat relatief duurder. Nodig: Keuze tussen US en NL kan positief beïnvloed worden door de financieringskosten zo laag mogelijk te maken d.m.v. BSRIregeling. AKZO uitbreiding(en) Akzo heeft aangegeven voor ten minste €40 miljoen te willen investeren over 10 jaar in optimalisatie van processen van warmte-wisseling zoutfabrieken tot ombouw bestaande zoutfabrieken. PPG uitbreiding Moederbedrijf PPG kijkt naar uitbreiding binnen concern, Finland, Turkije, Oost Europa en Delfzijl dingen mee. Het gaat om een investering van ongeveer €30 miljoen. 26
© Copyright 2024 ExpyDoc