Andreas Kettmann - Gents Orgelcentrum

ORGELRECITAL
door
Andreas Kettmann (Bremen - Duitsland)
DONDERDAG 10 JULI 2014 om 20uur
_________________________________
Levensbeschrijving
-----------------------
De Duitse organist Andreas Kettmann werd in 1961 in Cloppenburg -in Noord-Duitsland- geboren. Tussen
1981 en 1988 studeerde hij Kerkmuziek te Bremen bij o.m. Günter Berger, Rainer Munze, Gebhard Kaiser,
Erich Ehlers en Roland Stangier. Vanaf 1988 volgde hij verdere studies voor klavier, zang en compositie aan
het Peter-Cornelius Konservatorium te Mainz. Daarna vervolmaakte hij zich door het volgen van
meestercursussen voor o.a. klavier bij Hans Leygraf en orgel bij Günter Kaunzinger, Daniel Roth, Odille Pierre,
Naji Hakim en Almut Rössler. Voor orgelimprovisatie nam hij deel aan de Altenberger Meisterkurse en
tenslotte studeerde hij privaat bij David Pizarro en Fréderic Blanc.
Sinds 1992 is Andreas Kettmann cantor-organist in Bremen-Blumenthal. Verder geeft hij piano- en
orgelrecitals en voerde daarbij in het verleden het integrale werk van Widor en Franck uit.
P R O G R A M M A
1. Preludium en Fuga in h BWV 544
Johann Sebastian Bach
(1685-1750)
Overgeleverd in een zorgvuldig autograaf (waarvan een facsimile is verschenen), zijn het Preludium en Fuga in
h klein indrukwekkende composities en behoren ze tot Bachs rijpste orgelwerken. Expressiviteit en gedegen
constructie gaan hier hand in hand.
Het Preludium is ongewoon rijk van thematiek. Twee hoofdthema’s worden hierin tegenover elkaar gesteld;
het ene majestatisch en lyrisch, het andere meer ritmisch en opgewekt. De Fuga vloeit rustig als een kalme
rivier. Zij groeit geleidelijk en vormt een grote climax tot aan het einde.
2. Mi Sheberach (uit Suite ‘Unum’
)
Andreas Kettmann
(1961)
MI Sheberach is het tweede deel uit de vijfdelige Symfonische Suite “Unum”. Ze werd geschreven in opdracht
van de “Deutsch Evangelische Kirchentag 2009” die dat jaar in Bremen (Noord-Duitsland) werd gehouden.
Het hoofdthema van de Suite, dat als een rode draad door heel het stuk loopt, is gebaseerd op het Latijnse
(gregoriaanse) Credo in unum Deum.
In het tweede deel wordt echter een vrij thema (een soort neventhema) in de Joodse modus
Mi Sheberach (vandaar de naam van het tweede deel) gelinkt aan het hoofdthema.
Het eveneens Latijnse (gregoriaanse) Patrem omnipotentem doet dienst als inspiratiebron voor het vrije
thema.
3. Passacaglia en Fuga op B.A.C.H. op. 150
Sigfrid Karg-Elert
(1877-1933)
Karg-Elert behoort in zekere zin tot de impressionistische school maar werd ook sterk beïnvloed door Richard
Wagner. Een belangrijke verdienste van hem was dat hij het harmoniumspel op hoger peil trachtte te brengen
en schreef tal van werken voor het ‘kunstharmonium’. Net zoals Max Reger, in wiens schaduw hij bleef
werken, componeerde Karg-Elert ook enkele zeer indrukwekkende orgelwerken waaronder de Passacaglia en
Fuga op B.A.C.H. In dat werk mag men beweren dat hij de romantiek tot in zijn uiterste consequenties heeft
beleefd en tot zijn verste grenzen heeft doorgevoerd. Het is dan ook werkelijk hét werk dat de orgelromantiek
afsluit , én het is tegelijk Karg-Elerts muzikaal testament.
4. Kanon in D
Robert Schumann
(1810-1856)
Oorspronkelijk gecomponeerd voor pedaal-klavier, hebben de Kanons -evenals de zes Skizzen- voor orgel van
Robert Schumann zich omzeggens nooit een vaste plaats weten te veroveren in de gehele literatuur voor het
koninklijk instrument. Wellicht daarom verschijnen ze ook niet zo vaak op het concertrepertoire. Dus goed dat
ze wel eens geprogrammeerd worden. Het zal de toehoorder zeker niet ontgaan dat we hier toch te doen
hebben met klaviermuziek, maar de toevoeging van een pedaalklavier aan het handklavier verraadt meer de
karakteristieken van een orgelwerk.
5. Intermezzo op B.A.C.H.
Andreas Kettmann
Bij het ter perse gaan van dit programma (medio juni 2014) was het deze avond geprogrammeerde
Intermezzo op B.A.C.H. nog niet gecomponeerd. Het is nu aan u, beste luisteraar, om uit te maken wat voor
toonspraak, wat voor kleur, wat voor inhoud de componist aan dit stuk heeft trachten te geven.
Oordeel zelf maar!
6. Klokkene I Vestervig
Sverre Eftestol
(1952)
Maestoso-Andante-Allegro
Net zoals het het geval is met de orgelkunst, besteedt Denemarken veel aandacht aan de cultuur rondom de
beiaard. Zo liet de Deense overheid in het verleden meerdere mobiele beiaarden bouwen, bestemd voor de
gebouwen van haar Staatskerk en met de bedoeling composities voor orgel en beiaard uit te voeren.
Zo een compositie is Klokkerne I Vestervig van Sverre Eftestol, een werk dat in 2010 speciaal is gecomponeerd
voor de mobiele beiaard en het grote Marcussenorgel (met vier manualen, pedaal en 51 registers) van de Dom
te Vestervig. Domorganist Ivar Maeland stond in voor de creatie van de orgelpartij.
AK+EDG
* * * * * * * * *