3e editie 2014 - WEA Deltaland

bulletin
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Minnelijke taxatie
pagina 3
Uitgelicht: WEA Zeeland - Sport en bedrijfsleven
pagina 4
Beleggen: Privé of BV?
pagina 6
Nieuwe aanzegplicht voor werkgevers bij einde tijdelijk arbeidscontract
Nieuwe aanzegplicht
nodig, maar daar komt verandering in.
De nieuwe aanzegplicht is opgenomen
in het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid dat momenteel bij de Eerste Kamer
in behandeling is. Stemt de Eerste
Kamer in, dan moet u rekening houden
met het volgende: vanaf 1 juli moet u
een werknemer met een automatisch
eindigend tijdelijk contract van zes
maanden of langer, uiterlijk één maand
voor het einde schriftelijk informeren of
u het arbeidscontract eindigt of voortzet en zo ja, onder welke voorwaarden.
Momenteel eindigen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd altijd van
‘rechtswege’. Aanzegging is dus niet
Deze aanzegplicht geldt ook voor
opvolgende contracten van zes maan-
Werkt u veel met tijdelijke arbeidscontracten, dan moet u rekening houden
met de nieuwe aanzegplicht die naar
alle waarschijnlijkheid gaat gelden
vanaf 1 juli 2014. Door deze nieuwe
verplichting moet u voortaan de werknemer op tijd schriftelijk op de hoogte
stellen of u zijn tijdelijke contract al
dan niet gaat verlengen en onder
welke voorwaarden. Doet u dat niet,
dan is de sanctie één maandsalaris.
den of langer. Het is ook toegestaan om
al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd het einde
van de arbeidsovereenkomst aan te
zeggen.
Let op!
De aanzegplicht gaat waarschijnlijk in
op 1 juli aanstaande, maar geldt nog
niet voor de tijdelijke arbeidsovereenkomsten die binnen één maand na 1
juli 2014 eindigen. Voor de reeds afgesloten tijdelijke arbeidsovereenkomsten die aflopen op of na 1 augustus
2014 krijgt u dus al wel te maken met
de aanzegplicht.
Lees verder op volgende pagina >
bulletin
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Herinvesteringsreserve? Houd de
regels in acht
Met de herinvesteringsreserve kunt u de opbrengst van de verkoop van een
bedrijfsmiddel gebruiken voor de herinvestering in een ander bedrijfsmiddel. U
kunt zo de belastingheffing over de behaalde boekwinst bij de verkoop van het
bedrijfsmiddel uitstellen. Dat kan echter alleen als u de regels goed in acht
neemt.
Herinvesteringsvoornemen
U kunt alleen een herinvesteringsreserve vormen als u op de balansdatum het
voornemen heeft om te herinvesteren
in een bedrijfsmiddel. Kort gezegd
reserveert u de boekwinst bij verkoop
van een bedrijfsmiddel om dit vervolgens af te boeken op de investering in
een of meer andere bedrijfsmiddelen.
Deze boekwinst bestaat uit de verkoopopbrengst – verminderd met eventuele
kosten – minus de boekwaarde van het
verkochte bedrijfsmiddel.
Zolang u het voornemen tot herinvesteren heeft, mag u de reserve aanhouden. Er is echter wel één belangrijke
restrictie: de herinvesteringstermijn
bedraagt maximaal drie jaar, na het jaar
waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht. Bent u niet meer van plan om te
herinvesteren of zijn de drie jaar ver-
streken, dan moet u de herinvesteringsreserve (of het restant daarvan) alsnog
toevoegen aan de winst.
Tip:
Onder strikte voorwaarden kan de driejaarstermijn worden verlengd. Dat kan
alleen als voor de herinvestering een
langer tijdvak vereist is (gezien de aard
van de door u aan te schaffen bedrijfsmiddelen) of wanneer de herinvestering door bijzondere omstandigheden
is vertraagd.
Vervolg van pagina 1
Afboeken van de reserve
Uitzonderingen op de aanzegplicht
In de volgende gevallen geldt de aanzegplicht niet:
t De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan voor minder dan
zes maanden. De aanzegplicht geldt
ook niet bij opvolgende contracten
met een dergelijke korte duur.
t Het betreft een arbeidsovereenkomst
voor bepaalde tijd waarin geen vaste
einddatum is opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan een tijdelijke arbeidsovereenkomst om een zieke werknemer te vervangen of een overeenkomst voor de duur van een bepaald
project.
t In de arbeidsovereenkomst is een uitzendbeding opgenomen.
Vergoeding bij niet naleven
aanzegplicht
Houdt u zich niet aan de schriftelijke
aanzegplicht, dan bent u een vergoe-
ding verschuldigd aan de werknemer
van één maandsalaris. Bent u te laat
met aanzeggen, dan bent u een vergoeding naar rato verschuldigd. Deze
vergoeding kent overigens een vervaltermijn. De werknemer zal binnen drie
maanden na de dag waarop de aanzegverplichting is ontstaan een beroep
moeten doen op het niet nakomen van
deze verplichting door de werkgever. U
betaalt geen vergoeding in geval van
faillissement, surseance van betaling of
bij toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
Let op!
Ondanks een te late of geen aanzegging eindigt de arbeidsovereenkomst
wel gewoon van rechtswege. Wordt
echter na de einddatum van de arbeidsovereenkomst doorgewerkt, dan wordt
de overeenkomst geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd en onder
dezelfde voorwaarden, maar ten hoogste voor een jaar.
Koopt u een nieuw bedrijfsmiddel, dan
moet u de reserve afboeken op de aanschafprijs van deze nieuwe investering.
Door deze afboeking kunt u dan minder afschrijven op het nieuwe bedrijfsmiddel. Daarbij geldt een boekwaardeeis. Dat wil zeggen dat bij afboeking de
boekwaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel niet lager mag worden dan de
boekwaarde van het verkochte (vervreemde) bedrijfsmiddel op het
moment van verkoop (vervreemding).
Is op het verkochte bedrijfsmiddel in
het verleden willekeurig afgeschreven,
dan moet u uitgaan van de boekwaarde
zonder rekening te houden met deze
willekeurige afschrijving.
Tip:
U moet een herinvesteringsreserve
afboeken bij aanschaf van een nieuw
bedrijfsmiddel. Dit geldt echter niet
voor een herinvesteringsreserve die is
gevormd bij de verkoop van een
bedrijfsmiddel waarop in meer dan tien
Lees verder op volgende pagina >
2
bulletin
Minnelijke taxatie van uw bedrijfspand
De waardering van een bedrijfspand is bepaald niet eenvoudig. Om discussies over een te
hoge of een te lage waardering met de Belastingdienst te voorkomen, is het mogelijk om
een minnelijke taxatie aan te vragen.
Zekerheid gewenst
Er zijn verschillende situaties denkbaar
waarbij zekerheid over de waarde van
een bedrijfspand wenselijk kan zijn. U
wilt bijvoorbeeld een door u in privé
gehouden pand inbrengen in de bv of
juist andersom. Wellicht wilt u het tot
het vermogen van de bv behorende
bedrijfspand wel overdragen aan uw
Vervolg van pagina 2
jaar wordt afgeschreven of waarop niet
wordt afgeschreven. Deze hoeft pas te
worden afgeboekt als u een bedrijfsmiddel aanschaft met eenzelfde economische functie als het verkochte
bedrijfsmiddel. Houd echter wel de
driejaarstermijn goed in de gaten!
Vervangend bedrijfsmiddel
U bent ook niet verplicht om te investeren in eenzelfde bedrijfsmiddel. Heeft u
bijvoorbeeld met de verkoop van
machines boekwinst behaald en hiervoor een herinvesteringsreserve
gevormd, dan kunt u de herinvesteringsreserve ook (deels) afboeken op
de aanschafprijs van bijvoorbeeld
nieuw kantoorinventaris. Op deze regel
bestaat een uitzondering. Afboeking
op bedrijfsmiddelen waarop niet wordt
afgeschreven (grond) of bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn langer
dan tien jaar (zoals gebouwen), kan
alleen als sprake is van eenzelfde economische functie. Gereserveerde boekwinst bij verkoop van een machine
kunt u dus niet afboeken op de aanschaf van een bedrijfspand.
zoon of dochter. In deze tijd is het ook
niet ondenkbaar dat het pand sterk in
waarde is gedaald, waardoor misschien
een afwaardering naar een lagere
bedrijfswaarde gewenst is.
In een te lage of een te hoge waardering
van een bedrijfspand schuilt een gevaar.
De Belastingdienst kan zich dan op het
standpunt stellen dat sprake is van onzakelijk handelen. Dat kan leiden tot diverse correcties en naheffingen, eventueel
met boetes. Om discussies met de
Belastingdienst te voorkomen over de
waardering van het bedrijfspand, kan
een minnelijke taxatie uitkomst bieden.
Minnelijke taxatie
Bij een minnelijke taxatie zullen een
taxateur van de Belastingdienst en een
door uzelf aangewezen taxateur gezamenlijk de waarde van het pand bepalen. In de volgende gevallen kunt u een
gezamenlijke (minnelijke) taxatie aanvragen:
t Er vindt een overdracht of overgang
van een pand plaats of heeft plaatsgevonden tussen u en een gelieerde
partij (bijvoorbeeld uw bv).
t U verschilt van inzicht met de
Belastingdienst over de waarde van
een pand of er kan een verschil van
inzicht ontstaan.
t De gezamenlijke taxatie wordt namens alle belanghebbenden gedaan.
Let op!
Bent u van plan het pand te verkopen
aan derden of geldt bij het bepalen van
de belasting een vaste waarde (bijvoor-
beeld de WOZ-waarde) voor het pand,
dan kunt u hiervoor geen minnelijke
taxatie aanvragen.
Open kaart
Het is van groot belang dat bij een minnelijke taxatie beide partijen volledig
open kaart spelen. De in overleg tussen
u en de Belastingdienst uiteindelijk
vastgestelde waarde van het bedrijfspand wordt namelijk vastgelegd in een
voor beide partijen bindende vaststellingsovereenkomst. U krijgt zekerheid
en kunt hieraan vertrouwen ontlenen,
maar u bent ook gebonden aan de
vaststellingsovereenkomst. Het is dan
ook van groot belang dat vooraf het
doel van een minnelijke taxatie – voor
zowel u als de Belastingdienst – helder
is. Zorg er ook voor dat u alle relevante
omstandigheden uitwisselt met de
Belastingdienst, anders loopt u het risico dat u aan de minnelijke taxatie toch
geen vertrouwen kunt ontlenen. Denk
bijvoorbeeld aan een eventuele verpachte staat, achterstallig onderhoud,
bestemmingswijzigingen en recente
investeringen.
Let op!
De uitkomst van een minnelijke taxatie
biedt zekerheid, maar u bent er ook aan
gebonden. Zijn niet alle doelen en
omstandigheden goed in kaart
gebracht, dan kunt u geen vertrouwen
ontlenen aan de vastgestelde waarde
van het bedrijfspand. Bij een achteraf te
hoge of te lage waardering moet u alsnog rekening houden met fiscale consequenties.
3
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Sport en bedrijfsleven: Twee
werelden komen samen
Een hardloper en een accountant hebben eigenlijk niets met elkaar te maken.
Tenzij die accountant ook sponsor is van één van Zeelands topsporters. Sinds
2009 wordt atleet Tim Pleijte ondersteund door accountantskantoor WEA Zeeland.
De combinatie toont hoe sport en bedrijfsleven elkaar kunnen verbinden.
Johan Mathijssen, belastingadviseur bij
WEA Zeeland te Middelburg, sponsorde
uit maatschappelijke betrokkenheid en
zakelijk oogpunt al diverse sportteams
en sporters in de regio. Hobbymatig
wielrent en fitnesst hij en toen hij in
2009 bij sportfysiotherapeut Anton
Engels op de behandeltafel lag, stelde
deze hem een vraag: “Heb je interesse
om Tim Pleijte te sponsoren?” Tim: “Toen
ging het allemaal heel snel. Na een
prettig en open gesprek waren we er
uit en kwamen we een driejarig sponsorcontract overeen. Ik verslijt acht á
negen paar schoenen en reis veel voor
de diverse lopen in Nederland en soms
daar buiten. Dankzij een sponsor als
WEA blijft het allemaal betaalbaar.” “En
wij krijgen er een voorbeeldige atleet
voor terug.” vult Johan aan. “Hij houdt
ons goed op de hoogte van aankomende wedstrijden, zijn resultaten en
als hij in de krant of op televisie komt,
stuurt hij me direct een linkje of foto.”
Johan Matthijssen: “Wij ondersteunen
sporters in hun talentontwikkeling”
Sport in bedrijf
Sportsponsoring sluit aan op Johans
visie: sport is goed voor de mens en de
jeugd beweegt te weinig. Sport is
beweging en met die dynamiek associeert WEA zich graag. Ruim 80% van
WEA’s sponsorbudget gaat daarom
naar sporters en sportteams. “Wij kunnen sporters niet coachen, maar wel
ondersteunen in hun talentontwikkeling. Daarom investeren we ook in
Stichting Zeeland Sport en Leisure. Zij
hebben als geen ander de kennis en
Tim Pleijte startte pas op 19 jarige leeftijd met hardlopen. Toen hij een jaar
later met vrienden meeging naar een
training van Atletiekvereniging Dynamica ging het snel. Waar leeftijdsgenoten in de weekends kozen voor uitgaan,
zorgde Tim dat hij topfit was voor de
vele wedstrijden door het hele land.
Getraind door top-atlete Anjolie EngelsWisse haalde Tim alles eruit en bereikte
hij de Zeeuwse top en de Nederlandse
subtop op korte afstanden als de 10
kilometer. “Als je vaak in het nieuws
komt, ben je aantrekkelijk voor een
sponsor”, beredeneerde Anjolies echtgenoot en hij ging voor Tim op zoek.
4
bulletin
ciplines kunnen voordeel hebben van
elkaars kennis. Hockey kan bijvoorbeeld
weer leren van de looptechnieken van
een atleet als Tim.”
het netwerk om met name de jeugd te
stimuleren tot sporten en daarbij verbinden zij sport en bedrijfsleven. Wij
kiezen zelf welk deel van ons budget
we op welke activiteit inzetten. Een
goed voorbeeld is tennistoernooi
Challenger Zeeland. Dit biedt ons een
prachtige gelegenheid om klanten uit
te nodigen en eens informeel te spreken. De sfeer bij zo een evenement
spreekt iedere zakenpartner aan.”
Tim Pleijte: “Het bedrijfsleven toont
betrokkenheid en creeërt naamsbekendheid, de sporter krijgt ondersteuning en hoeft alleen met zijn sport
bezig te zijn!”
Vergroting synergie
Tim geeft een andere invulling aan
talentontwikkeling. Voor het derde jaar
op rij is hij sportambassadeur van zijn
woongemeente Veere. “Met clinics en
demonstraties op basisscholen voor
kinderen én hun ouders laat ik zien hoe
leuk sporten is. Kinderen vinden het
geweldig om eens samen met hun
vader of moeder te sporten en omdat
ze me kennen vanuit de media spreekt
het nog meer aan. Sporttalenten met
vragen weten mij inmiddels ook te vinden.” “En daar valt nog veel winst te
halen” vult Johan aan. “Diverse sportdi-
Johan ziet ook onbenutte mogelijkheden voor meer synergie tussen bedrijfsleven en de sportwereld. “Veel bedrijven denken in geldelijke ondersteuning, maar waarom geen materialen of
diensten bieden? Sponsoring in natura
is voor ondernemers soms makkelijker
dan in geld en je kunt de waarde laten
variëren. Het ontlast de sporter die zich
zodoende beter op zijn sport kan richten.” Tim is het daar roerend mee eens
en heeft daar ervaring mee.
Medesponsor Koole Sport zorgt voor
kleding en schoenen en daarnaast
schept Tims werkgever – het Zeeuws
Radio Therapeutisch Instituut in
Vlissingen – ook mogelijkheden. “Ik
werk voornamelijk ’s middags zodat ik ’s
ochtends en ’s avonds kan trainen. Van
mijn woonplaats Zoutelande loop ik
naar Vlissingen, neem daar een douche
voor ik aan de slag ga en ’s avonds na
mijn werk train ik weer op de baan of ga
ik lopend naar huis.”
Sportieve sponsoring
“Mijn focus heb ik verlegd van korte
afstanden naar halve en hele marathons en trails” zegt Tim, en ook daar
loopt hij regelmatig in de prijzen én
publiciteit. Johan: “Klanten en zakenpartners spreken me er ook op aan als
ze het WEA-logo op Tims shirt weer
hebben gezien in de krant of op televisie. Dat is de commerciële spin-off van
het sponsoren.”
Beide heren zijn zeer tevreden over de
samenwerking en wanneer het contract afloopt, gaan ze zeker weer rond
de tafel om te kijken of verdere sponsoring past. “Als Tims succes leidt tot
sponsoraanbiedingen van grotere partijen waar WEA niet meer bij past, dan
staan we daar sportief tegenover. “
aldus Johan. “Groeien en hogerop
komen is tenslotte het resultaat van de
talentontwikkeling die wij ondersteunen.”
5
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Beleggen in privé of in de bv?
Wanneer uw bv winstgevend is en er voldoende overtollige liquide middelen
aanwezig zijn, zou u met dit extra geld kunnen gaan beleggen. Naast vragen of
u dit al dan niet wenst en waar u dan zoal in zou moeten beleggen, staat nog een
belangrijke vraag centraal. Beleggen in privé of in de bv? Beide opties kennen
andere fiscale gevolgen.
Beleggen in privé
Lenen van de bv
Wilt u de overtollige liquide middelen
in de bv gebruiken om te gaan beleggen in privé, dan zult u deze eerst aan
uzelf moeten uitkeren. Dat gaat middels een dividenduitkering. Over deze
dividenduitkering betaalt u het aanmerkelijk belang-tarief in box 2.
Normaal gesproken is dit tarief 25%,
maar in 2014 geldt een lager tarief van
22% voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger is dan
€ 250.000 (bij fiscaal partnerschap: €
500.000). Over het meerdere is wel het
normale 25%-tarief van toepassing. Met
de resterende 78% (2014) dan wel 75%,
oftewel het netto dividend, kunt u vervolgens in privé gaan beleggen.
Dan is er nog een derde optie en dat is
lenen van de bv om met dit geld vervolgens in privé te gaan beleggen. Het
aanmerkelijk belang-tarief speelt dan
niet. Zorg er wel voor dat u leent tegen
zakelijke condities! De rente op de
lening die u moet betalen aan de bv is
bij u niet aftrekbaar en bij de bv wel
belast in de vennootschapsbelasting.
De schuld die u heeft op uw bv valt –
net als de waarde van de beleggingen
– voor u in box 3. Of dit een aantrekkelijke optie is, hangt wederom voor een
deel af van het rendement. Alleen als
het rendement op de beleggingen
hoger is dan de rente die u moet betalen aan de bv, kan deze keuze voordelig
zijn.
Let op!
Keer nooit zomaar dividend aan uzelf
uit. Er is namelijk een aantal zaken waar
u rekening mee moet houden, zoals
een uitkeringstoets die vooraf moet
plaatsvinden.
De waarde van uw beleggingen moet u
aangeven in box 3. Jaarlijks bent u dus
ook nog 1,2% vermogensrendementsheffing verschuldigd, voor zover uw
vermogen uitkomt boven het in deze
box geldende heffingsvrij vermogen.
Belegt u in zogeheten groene beleggingen, dan geldt in box 3 een extra
vrijstelling en heeft u recht op een extra
heffingskorting.
Beleggen in de bv
Belegt u in de bv, dan heeft u in eerste
instantie niets te maken met het aan-
6
merkelijk belang-tarief. Het geld blijft
immers in de bv. U houdt dus meer over
om te beleggen. Daar staat tegenover
dat de bv wel jaarlijks vennootschapsbelasting verschuldigd is over de
behaalde rendementen met de beleggingen. Bovendien is ook nog sprake
van een latente aanmerkelijk belangclaim van 25%. Beleggingsverliezen zijn
in de bv in principe aftrekbaar.
Jubileum
Omslagpunt
Zo op het eerste gezicht lijkt beleggen
in de bv voordeliger. Toch is dat niet
altijd het geval. Hoe hoger het rendement, hoe aantrekkelijker beleggen in
privé wordt. In box 3 geldt namelijk
een fictief rendement, terwijl in de bv
het daadwerkelijke rendement belast
wordt. Bij lage of negatieve rendementen is beleggen in de bv gunstiger,
omdat verliezen op beleggingen in de
vennootschapsbelasting normaal gesproken fiscaal aftrekbaar zijn.
Deze keer kunnen we melding
maken van één jubileum.
Op dinsdag 1 juli 2014 was
mevrouw J. Kok-van de Gruiter 12½
jaar werkzaam bij WEA Zuid-West.
Wij feliciteren onze collega hiermee
van harte en wensen haar nog vele
goede WEA-jaren toe!
bulletin
Invulling EFA binnen vergroening
EFA staat voor ‘Ecologisch aandachtsgebied’. Heeft u bouwland en bent u niet
vrijgesteld voor de vergroeningseisen? Dan moet u vanaf 2015 EFA aanleggen
om uw volledige vergroeningspremie te kunnen ontvangen. Onlangs zijn enkele
belangrijke wijzigingen aangekondigd rondom de invulling van de EFA.
Wat is EFA?
Onder EFA vallen bijvoorbeeld akkerranden, landschapselementen, vanggewassen en enkele eiwitgewassen.
Het aanleggen van EFA is o.a. bedoeld
om de biodiversiteit te verbeteren.
Invulling en wegingsfactoren
Voor de invulling van de EFA-verplichting kunt u kiezen uit 3 mogelijkheden:
tHet akkerbouw-randenpakket.
tInvulling vanuit de algemene lijst.
tCertificering
Bij de invulling van de EFA wordt
gewerkt met wegingsfactoren. De
wegingsfactor houdt in dat de EFAoppervlakte waarmee geteld mag worden hoger of lager is dan de werkelijke
oppervlakte. Heeft u bijvoorbeeld op
een perceelsoppervlakte van 2 ha EFA
aangelegd met een wegingsfactor van
1,5, dan mag u 3,0 ha als EFA tellen. Is
de wegingsfactor 0,3, dan mag u 0,6 ha
als EFA tellen.
De beheerde akkerrand kunt u eventueel aanvullen met:
tAangrenzende sloot (wegingsfactor 2,
maximaal 6 meter breed).
tEiwitgewassen (wegingsfactor 0,7,
luzerne, rode klaver en rolklaver,
esparcette, lupinen en veldbonen).
tVanggewassen (wegingsfactor 0,3,
mag op ieder perceel en na ieder
gewas, vanggewas na eiwitgewas telt
niet als EFA).
tLandschapelemenenten met een
overeenkomst
Agrarisch
Natuurbeheer (ABN) (wegingsfactor
1,5, op of aansluitend aan bouwland).
Algemene lijst
Heeft u geen beheerde akkerranden
dan kunt u de EFA invullen met:
tOnbeheerde akkerranden (wegingsfactor 1,0, 1-20 meter breed).
tEiwithoudende gewassen (zelfde als
bij akkerbouw-randenpakket).
tVangewassen na vlas of hennep
(wegingsfactor 0,3).
tWilgenhakhout (wegingsfactor 0,3).
Akkerbouw-randenpakket.
De basis van dit pakket is een akkerrand
waarvoor u een beheersovereenkomst
afsluit voor 5-7 jaar. Dit kan een ABNovereenkomst zijn, maar mogelijk dat
er ook andere overeenkomsten beschikbaar komen.
De akkerranden moeten minimaal 3 en
maximaal 20 meter breed zijn. Er geldt
een wegingsfactor van 1,5. U moet
minimaal 30% van uw EFA-areaal inrichten met akkerranden.
Er worden geen eisen gesteld aan het
gewas wat u op de akkerrand teelt. U
mag de akkerrand ook berijden en
bewerken, maar u mag het gewas niet
oogsten.
Certificering
Er komt een mogelijkheid om de vergroening in te vullen middels een duurzaamheidscertificaat. Op dit moment is
er nog geen certificeringssysteem die
hieraan voldoet. Wel wordt gewerkt aan
het certificaat ‘Veldleeuwerik’. Het is
nog onduidelijk of dit al voor 2015 gaat
slagen. Mogelijk dat u pas vanaf 2016
hiervoor kunt kiezen.
Praktische invulling
Gezien de mogelijkheden en de
wegingsfactoren lijkt het akkerbouwrandenpakket in eerste instantie het
meest aantrekkelijk. Dit is wel afhankelijk van de eisen die aan de beheerovereenkomst worden gesteld. Hieronder
staat een mogelijke invulling verder
uitgewerkt.
Voorbeeld
Stel u heeft een akkerbouwbedrijf
met 100 ha landbouwgrond en u
kiest voor het akkerbouw-randenpakket. U moet 5 ha EFA aanleggen
(5%). Hiervan moet minimaal 30%
worden ingevuld met beheerde
akkerranden, dat is 5 ha x 30% = 1,5
ha EFA. Voor deze akkerranden geldt
een wegingsfactor van 1,5. Dus er
moet daadwerkelijk 1 ha akkerrand
worden aangelegd. Naast de akkerranden moet nog 5-1,5 = 3,5 ha EFA
worden aangelegd. Dit kan met
vanggewassen. De wegingsfactor is
0,3. U moet dus 11,7 ha aan vanggewassen telen. Dit kan op alle percelen worden geteeld. Teelt u een van
de genoemde eiwitgewassen, dan
telt het vanggewas dat hierna wordt
geteeld niet als EFA, maar het eiwitgewas zelf wel.
7
WEA Nieuwsbrief juli 2014 nummer 3
Colofon
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
WEA Bulletin is een periodieke uitgave van WEA
Accountants & Adviseurs. WEA is lid van het SRA en
deze uitgave is in samenwerking met het SRA tot
stand gekomen.
De verschijningsfrequentie is vier keer per jaar en
wordt gezonden aan cliënten en relaties.
Website: www.wea.nl
1. Ook opdrachtgever verantwoordelijk voor juiste VAR-aanvraag
Per 1 januari 2015 wordt een opdrachtgever medeverantwoordelijk voor de
juistheid van de VAR-aanvraag (Verklaring Arbeidsrelatie) van de zzp’er. Nu
loopt u als opdrachtgever nagenoeg geen risico als u werkt met een zzp’er die
in het bezit is van een onterechte VAR-Wuo (winst uit onderneming). Daar
komt verandering in. Per 1 januari aanstaande staat namelijk de invoering van
de VAR-webmodule gepland. De huidige aanvraagprocedure vervalt dan. De
aanvrager ziet direct – na het invullen van een aantal vragen – hoe de
Belastingdienst de ingevoerde gegevens over de arbeidsrelatie met een
opdrachtgever beoordeelt.
Blijken er onjuistheden in de antwoorden te zitten waardoor sprake is van een
onjuiste VAR-aanvraag, dan kan de Belastingdienst u als opdrachtgever aanspreken op de gebleken onjuistheden. Dat kan mogelijk leiden tot naheffingen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen, al dan niet in combinatie met een boete. U bent echter alleen medeverantwoordelijk voor
bepaalde antwoorden die zijn gegeven en die niet (meer) sporen met de feitelijke werksituatie van de door u ingehuurde zzp’er.
Het is niet de bedoeling dat u als bonafide opdrachtgever extra belemmeringen ondervindt van de VAR-webmodule. Hoe een en ander er straks gaat uitzien, wordt binnenkort duidelijk.
2. Investeringsaftrek met terugwerkende kracht
Investeert u in bedrijfsmiddelen, dan heeft u mogelijk recht op investeringsaftrek. Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (wanneer u voor meer dan
€ 2.300 aan bedrijfsmiddelen investeert) komt u wellicht ook in aanmerking
voor de energie-investeringsaftrek (EIA) of de milieu-investeringsaftrek (MIA)
wanneer u investeert in bepaalde energiebesparende of milieuvriendelijke
bedrijfsmiddelen. Wilt u in aanmerking komen voor de investeringsaftrek en
voldoet u aan alle voorwaarden, dan moet u hierom verzoeken in de aangifte
inkomstenbelasting (bij winst uit onderneming) of in de aangifte vennootschapsbelasting.
Redactie:
WEA Groep, Shyla Jopse
Postbus 30, 4460 AA GOES
Tel. 0113 74 50 70
e-mail [email protected]
Eindredactie:
Henk Kramer Communicatie, Goes
Maatschap WEA Noord-Holland
MIDDENMEER: Tel. 0227 51 33 33
e-mail [email protected]
UITGEEST: Tel. 0251 36 19 60
e-mail [email protected]
WEA Randstad B.V.
HOOFDDORP: Tel. 023 561 10 41
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Midden-Holland
GOUDA: Tel. 0182 51 11 33
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Naaldwijk
Tel. 0174 63 02 41
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Deltaland
BRIELLE
DRUTEN
GROOT - AMMERS
KESTEREN
MIDDELHARNIS
OUD – BEIJERLAND
Tel. 088 133 73 00
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Zuid-West
GOES: Tel. 0113 25 63 00
ZIERIKZEE: Tel. 0111 45 37 00
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Zeeland
MIDDELBURG: Tel. 0118 65 63 65
OOSTBURG: Tel. 0117 45 29 59
HULST: Tel. 0114 38 29 30
e-mail [email protected]
Maatschap WEA Roosendaal
Tel. 0165 56 82 22
e-mail [email protected]
8
bulletin