Verhaal Spannende spreeuwentijd

Spannende spreeuwentijd
Ik woon al meer dan 50 jaar in hetzelfde huis (gebouwd in 1926) maar ben pas een jaar of 30 actief
geïnteresseerd in vogels en ontwikkelde een groot zwak voor spreeuwen. Die hebben al die jaren in mijn
naaste omgeving gebroed, o.a. onder het dak van mijn buren (3 of 4 paar) en ook in 2 nestkasten in mijn
tuin. Oorspronkelijk broedden er 2 paar onder mijn dak maar vanwege 2 enorme lekkages moest tot mijn
grote spijt de loodgieter eraan te pas komen. Ik heb toen stanta pede 3 nestkasten opgehangen. In de
winter voerde ik volop en dit trok eveneens grote groepen spreeuwen naar mijn tuin. De laatste jaren is
het aantal broedgevallen bij die 2 huizen achteruitgelopen. Waren het vroeger soms zelfs 5 paar,
tegenwoordig zijn het er 2 of 3. Ook wordt er zelden meer voor een 2e maal gebroed. Vandaar dat het
ieder jaar spannender wordt of ze in het voorjaar weer zullen terugkeren en hoeveel dat er wel zullen zijn.
De hele, uitzonderlijke zachte winter van 2013/2014 heb ik geen spreeuw in mijn tuin gezien en ik maakte
mij zorgen. Lag het aan het weer of was er sprake van afname? Ik keek dus met spanning uit naar het
voorjaar.
Op 4 februari zag ik voor het eerst weer spreeuwen in mijn naaste omgeving. Het was een klein groepje
van 3 of 4 vogels die met een sneltreinvaart over mijn huis vlogen. Een kortstondig gevoel van opwinding.
Ze wáren er dus nog!
Op 26 februari (12 graden en zonnig weer) loop ik omstreeks 10 uur ; ‘s ochtends de tuin in en ja! Het
bekende gebabbel, gebrabbel en gefluit. Geen twijfel mogelijk! Ik zie ze niet maar ze zíjn er! Ook later op
de ochtend hoor ik hun vertrouwde opgewekte gezang.
Op 28 februari zitten er 2 spreeuwtjes te snoepen van de vetbollen. Dat zie ik vanuit mijn vaste plek in de
zitkamer.
De komende weken geven die spreeuwtjes vrijwel dagelijks acte de présence met een vrolijk concert
maar ze zitten verscholen in het groen en ik krijg ze niet te zien. Zal het bij een ouverture blijven of zou er
weer gebroed worden? Die vraag houdt mij dagelijks bezig.
Op 8 maart is het mooi zonnig weer (15 graden) en jawel! Daar zit er een op het hoogste puntje van het
dak, met opgezette veren en wapperende vleugels, vrolijk te kwinkeleren en te koketteren! Mijn stemming
stijgt! Dat belooft wat!
De daaropvolgende weken wordt er dagelijks gemusiceerd, maar ik weet nog steeds niet hoeveel
spreeuwen er zijn. Wél heb ik er 2 op het grasveld zien foerageren.
Op 1 april zie ik 's ochtends vanuit mijn bed een fascinerend schouwspel. In een nog kale boom, zo'n 100
meter van mij vandaan zie ik een 6-tal spreeuwtjes heen en weer vliegen. Op één moment zitten ze allen
boven in de boom en even later verspreiden ze zich weer en vliegen één voor één verschillende kanten
uit, om even later weer op hun basis terug te keren. Dit spektakel herhaalt zich telkens en lijkt een functie
te hebben, maar welke? Het eeuwige raadsel spreeuw.......
De volgende weken hoor ik vrijwel dagelijks spreeuwengezang in mijn naaste omgeving en zie er
regelmatig een op het hoogste puntje van het dak zitten. Is het telkens dezelfde spreeuw?
Op die vraag krijg ik een antwoord als er op 20 april een paartje bij de vertrouwde gleuf tussen de
dakpannen zit. Eén verdwijnt naar binnen en de andere vliegt weg in N.O. richting, waar op een afstand
van zo'n 4/500 meter een groot weiland ligt. Kort daarop verschijnt er nóg een spreeuwtje op de punt van
het dak en verdwijnt naar de voorkant van het huis, waar zich ook al jaren een nest bevindt. Er is dus naar
alle waarschijnlijkheid sprake van 2 broedpaartjes! Alhoewel dat minder is dan vorige jaren en er géén
belangstelling wordt getoond voor de nestkasten in mijn tuin ben ik toch dik tevreden. Het belooft weer
eens een spannende tijd te worden.
De 2 paar spreeuwtjes die broeden onder de pannen van het dak zal ik voortaan aanduiden met nr. 1 en
nr. 2. Paar nr, 1 broedt dicht bij de schoorsteen, die zij als dakterras/aanlooproute gebruiken. Ik heb goed
zicht op het nest. Nr. 2 broedt hoger, aan de voorkant van het huis. Ik kan nr.2 eveneens zien af- en
aanvliegen maar heb geen zicht op het nestgat, ze verdwijnen uit zicht achter het dak als ze het nest
induiken.
Maar misschien moet ik eerst even iets vertellen over míjn aandeel. Ik hanteer de JBFM- oftewel Jan
Boeren Fluitjes Methode. Dat wil zeggen dat ik op onregelmatige tijden mijn waarnemingen doe, zittend of
lopend in de achtertuin. Ik sla soms een dag over als het slecht weer is. Ik kijk en luister en maak wat
losse notities. In de periode van 7 tot 19 april was ik uitgeschakeld vanwege een onwillig been.
Na 20 april wordt er niet meer gezongen in de buurt van het nest. Wel hoor ik ze alarm slaan als er onraad
is
Het is voortdurend gunstig weer en de omstandigheden zitten mee. Aangezien ik géén nestkast met
camera heb is het gissen wat er zich daar binnen afspeelt. Vanaf 22 april wordt er met grote regelmaat afen aangevlogen en gevoerd. Er zijn nogal wat kauwtjes die de spreeuwen in de weg zitten. Ook zij maken
graag gebruik van de schoorsteen als dakterras/uitkijkpunt en dat weerhoudt spreeuw nr.1 er regelmatig
van zijn nest in te gaan, want dit ligt in het verlengde van dit dakterras. Nr. 2 nestelt aan de geheel stijle
zijde van het dak aan de voorkant van het huis en lijkt minder hinder van die kauwtjes te ondervinden.
Naarmate de dagen vorderen valt mij op dat kauwen de spreeuwtjes behoorlijk vaak lastig vallen met
(schijn?)aanvallen en posten op strategische punten. Als de spreeuwtjes vanaf het weiland met prooi
komen aangevlogen (zo te zien vaak insecten en emelten) vliegen ze richting nest maar remmen dan af
en maken eerst een grote bocht. Ze landen dan in de top van de dichtsbijzijnde bomen (een berk en een
conifeer) of op de hoogste punt van een van onze daken teneinde de omgeving te verkennen. Als de
kust veilig is duiken ze het nest in. Even later komen ze met een krassend geluid weer te voorschijn en
vliegen dan met grote snelheid linea recta opnieuw naar hun foerageergebied. En dat gaat zo de hele dag
door.
Op 7 mei is het weer raak met die kauwtjes. Op de hoek van het dakterras zit pontificaal een kauwtje en
spreeuw nr. 1 zit met een snavel vol voer te wachten boven op de dakkapel. Op de punt van míjn dak zit
nr. 2, óók met voer. Ze wachten geduldig maar de kauw blijft op zijn post. Een derde spreeuw verschijnt
op het strijdtoneel, het is de partner van nr. 1. Ze lijken samen te spannen tegen die vijand. De kauw blijft
echter op zijn post en schuift zelfs dichter naar het nest toe. Daarop nemen beide ouders vlak naast
elkaar plaats bovenop de dakpan waaronder zich het nest bevindt. Als 2 vastberaden schildwachten
houden ze de wacht. Het duurt nog even en dan geeft de kauw het op en meteen verdwijnen de
spreeuwen in de nestopening om hun jongen te voeren want daar draait alles om.
Op 8 mei slaat het weer om en volgen er enkele zeer regenachtige en winderige dagen en ben ik weinig
buiten. Stel dat de spreeuwenkuikens rond 20 april uit het ei zijn gekomen dan zouden ze inmiddels meer
dan 14 dagen oud moeten zijn. In dat geval zou hun gewicht van 6 gram zijn toegenomen naar minstens
75 gram. Ook zouden ze dan bedekt zijn met veren en beter in staat hun lichaamstemperatuur op peil te
houden. Hopenlijk ondervinden ze dus geen nadeel van dit slechte weer. Als ik tussen de buien door even
buiten ben zie ik de ouders als vanouds druk bezig met het voeren van hun kroost. Ik heb de jonkies
echter nog níet gehoord.
Op 12 mei houdt de zondvloed op en schijnt de zon af en toe. Ik zit een poosje vanaf mijn vaste plek naar
boven te turen. Er zit een spreeuwtje (vermoedelijke nr. 1) op het dakterras. Het treuzelt wat en beweegt
zich aarzelend in de richting van de nestopening. Het spreeuwtje wipt echter niet naar binnen maar blijft
vlak voor de ingang zitten. Wat heeft dit te betekenen?
Het weer wordt stabieler en zodoende zit ik 's middags van 4 uur tot 4.30 opnieuw buiten. In die tijd zie ik
nr., 2 zeker 3 x af en aanvliegen (beide ouders), nr. 1, daarentegen, vertoont zich niet. Vergeefs wacht ik
op de komst van zijn sierlijke wigvormige silhouet. Ik begin te vermoeden dat er meer aan de hand is,
maar wat? 's Avonds ga ik rond 8 uur nog even kijken. Nr.1 zit op de dakkapel vlakbij het nest te zingen
en te wapperen met zijn vleugels. Wat is er aan de hand?
Op 13 mei installeer ik me 's ochtends om 11 uur in de kille achtertuin. Het spreeuwenpaar nr. 1 laat zich
gedurende 3 kwartier níet zien terwijl paar nr.2 voordurend af en aan vliegt. Het nest van nr. 1 ligt er
verlaten bij. Er is duidelijk iets misgegaan. Het broeden is gestaakt. Is het een gevolg van de dagenlang
zware regenval? Zijn de kauwtjes er debet aan? Ik heb géén camera en zal het nooit weten. Wat ik wél
weet is dat ik diep teleurgesteld ben en deze tegenslag even moet verwerken.
14 mei. Een dag wanneer alles ineens op zijn plaats lijkt te vallen en ik tot een ander inzicht kom.
's Ochtends onweert het en vallen er nog een aantal zware buien. Bij mijn buren stopt een bestelauto met
een ladder er bovenop. Er wordt bij hen vaak en veel onderhoud gepleegd waarbij helaas geen rekening
wordt gehouden met broedende vogels. De schrik slaat mij al om het hart. "Dakwerken en sanitair" staat
er op de auto! Mijn hoop is gevestigd op "sanitair" maar ik houd de voorkant van het huis nauwlettend in
de gaten. Er wordt géén ladder tegen de gevel gezet en ik meen dat ik mij géén zorgen hoef te maken. Ik
ga boodschappen doen en alles ligt er vredig bij. Wel hoor ik een oorverdovend kabaal maar dat komt
vanaf de achterkant van het huis. Als ik me 's middags om 2.00 uur installeer achter in de tuin zie ik echter
tot mijn grote schrik het silhouet van een man bovenop het dak. Afgetekend tegen de lucht lijkt hij
gigantisch. Ook zie ik dat er een nieuwe vorst is geplaatst vlakbij het nest. Een eindje verderop is
eveneens een rijtje vorsten vernieuwd. En de spreeuwtjes zijn hevig aan het rumoeren. Wat heeft zich
tijdens mijn afwezigheid allemaal afgespeeld? - Na enig geroep en geklap in mijn handen slaag ik erin de
aandacht van de dakwerker te trekken. De man verstaat mij echter niet en daalt af naar het balkon. Ik
roep of hij weet dat er spreeuwtjes broeden aan de voorkant. Hij knikt. Ik roep dat die niet mogen worden
verstoord. Hij knikt opnieuw. De balkon-scene duurt niet lang en alhoewel de man een korte
geruststellende pantomime ten beste geeft rinkelen bij mij de alarmbellen. Ondertussen maken de
spreeuwtjes nog steeds een ontzettend kabaal en zie ik de ouders opgewonden rondvliegen aan de
voorkant van het huis. Als de man weer naar boven klimt loop ik meteen naar voren om te kijken wat er
aan de hand is. De rust lijkt echter te zijn weergekeerd en ik installeer me maar weer in de achtertuin en
probeer het hoofd koel te houden. Na verloop van tijd zie ik een spreeuwtje in de conifeer landen met
emelten in zijn snavel. Een geruststellend gezicht. De dakwerker is inmiddels weer naar boven
geklommen en werkt opnieuw in de buurt van het nest. Wat doet de aanwezigheid van zo'n dreigende
gestalte in de nabijheid van je kwetsbare kroost? Het spreeuwtje vliegt weg. Ik veronderstel dat hij het
onveilig vindt om het nest in te gaan. Ik wandel opnieuw naar de voorkant. Ik tuur naar boven maar zie en
hoor niets. Ik keer terug naar mijn uitkijkpost en wacht. Er gebeurt niets. Langzaam maar zeker begint er
in mij iets te dagen....... Zou die grote opwinding van zonet betekend hebben dat de spreeuwtjes zijn
uitgevlogen??? - En zouden die jonkies van nr. 1 inmiddels óók zijn uitgevlogen. Heb ik een verkeerde
inschatting en berekening gemaakt? Ik was tenslotte in de periode van 7-19 april helemaal uitgeschakeld
en had géén waarnemingen kunnen doen. Het proces van eieren leggen tot uitvliegen duurt ongeveer 32
á 33 dagen. Tijdens mijn rustperiode hebben die spreeuwtjes echter níet stilgezeten. Het zou heel goed
kunnen dat de eieren van paartje nr.1 al in de eerste weken van april zijn gelegd en dat zij op 12 mei, na
de zondvloed, in goede gezondheid zijn uitgevlogen.
Hoe heb ik me zó kunnen vergissen! - Helaas, dat komt ervan als je de Jan Boeren Fluitjes Methode
hanteert! Alhoewel ik als verzachtende omstandigheid voor deze miscalculatie kan aanvoeren dat ik 12
dagen geen waarnemingen heb kunnen doen en dat ik dit jaar géén spreeuwenjonkies uit het nestgat heb
zien kijken en hen evenmin heb horen roepen. Daar heb ik zo snel géén verklaring voor. Langzaam maar
zeker ebt mijn spanning weg en begin ik me zelfs opgelucht te voelen. Ik kom tenslotte tot de
verlossende conclusie dat de spreeuwtjes in die periode gewoon zijn uitgevlogen! De jonkies van paartje
nr 2 mogelijk enigszins vervroegd vanwege het tumult op het dak vlakbij hun nest. Alhoewel de uitdrukking
"het liep van een leien dakje" in dit geval een beetje cryptisch klinkt hebben die spreeuwtjes alle gevaren
maar weer eens getrotseerd en het ziet er naar uit dat hun broedpoging succesvol is geweest. De
weersvoorspelling is gunstig en ik hoop dat ook hun jongen het zullen redden en zich spoedig zullen
aansluiten bij hun leeftijdgenoten en een mooi spreeuwenleven tegemoet zullen gaan.
Mevrouw Yvonne van de Pitte