Voorbeeld-preek en liturgiesuggesties voor een dienst

SCHEPPINGSZONDAG 7 SEPTEMBER 2014
23ste zondag in het A-jaar
Onderstaande liturgiesuggesties zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van de
Stuurgroep van Ecokerk o.l.v. Maria Verwimp. Greet Heslinga paste deze mbt de
liedsuggesties aan voor de VPKB gemeenten. Losse teksten staan het het eind van de
liturgiesuggesties.
Opmerking: Na de verkondiging wordt een voorstel gedaan voor een symboolhandeling
Afkortingen: Nieuw Liedboek: NLB ; Liedboek der Kerken-LdK
Het klimaat verandert MIJ ook!
INTREDELIED
• In het begin lag de aarde verloren (NLB 162)
• De aarde en haar volheid zijn ( NLB 24)
• Een mens te zijn op aarde (t.: H. Oosterhuis NLB 807 of Barnard NLB 538))
OPENINGSWOORD
In een bestaan dat voor velen van ons overspoeld wordt door internet, WhatsApps en Likes
staan wij vandaag stil bij de ordening van de natuur, als overwinning op de chaos. Het is
Scheppingszondag. De klimaatcrisis houdt steeds meer mensen uit hun slaap: ze
bekommeren zich om de opwarming van de aarde door de CO2-uitstoot. Het resultaat is een
milieucrisis waardoor de biodiversiteit wordt aangetast en de woestijnen en zeeën
oprukken. Onze menselijke kracht om hieraan te verhelpen lijkt beperkt. Laat dit gegeven
ons niet ontmoedigen, maar ons aansporen om binnen onze mogelijkheden het nodige te
doen, daarbij geïnspireerd door de evangelische boodschap van gerechtigheid en bevrijding.
MOMENT VAN OMMEKEER/Verootmoediging
• Lied: Aarde, mijn aarde (t.: Jan van Opbergen – ‘Aan jou dit lied – liedbundel’ p. 15)
• O Vader, trek het lot U aan (LdK 349)
• Waar God de Heer zijn schreden zet (NLB 723)
• Zoals de halmen buigen in de wind (NLB 715)
• Tekst Pablo Neruda:
Lucht, laat u dan inademen,
laat u niet vastleggen,
vertrouw de lieden niet
die in auto’s komen aanrijden
om u te taxeren,
lààt ze,
lach ze uit,
floep hun hoed af.
ga niet in op hun voorstellen,
laten we samen gaan dansen,
dan komt de dag
dat wij licht en water
aarde en mens
bevrijden,
dan zal het zijn:
alles voor allen;
zoals jij bent.
Daarom: voorzichtig nu,
kom mee,
we moeten nog zoveel
dansen en zingen,
kom mee
naar de bergen hoog
naar de volle zee,
kom mee,
en in een vlaag
van wind en lied
delen we de bloemen uit,
de geur en de vruchten,
de lucht
van morgen.
(Pablo Neruda)
• Gebed Ali Newell:
O God,
uw vruchtbare aarde wordt langzaamaan
beroofd van haar rijkdom.
Open onze ogen, doe ons zien.
O God,
uw levende wateren worden langzaamaan
verstikt door chemicaliën.
Open onze ogen, doe ons zien.
O God,
uw schone lucht raakt langzaamaan
vol giftige stoffen.
Open onze ogen, doe ons zien.
O God,
uw schepping sterft langzaamaan
en uw mensen lijden.
Open onze ogen, doe ons zien.
God, onze schepper,
ontroer ons zó door het wonder van de schepping
dat wij ons bekeren, meer zorg en betrokkenheid tonen.
Doe ons zo de teloorgang van leven betreuren
dat we leren uw wereld te koesteren en te beschermen.
(Ali Newell)
LOFZANG
•
•
•
•
•
Aan U behoort , o Heer der Heren ( NLB 978)
Almachtige, verheven Heer, Lied van Franciscus ( LdK 400)
Zolang er mensen zijn op aarde (NLB 981)
Gij voedt de vogels in de bomen (NLB 981c)
Tekst: In alles bent U bij ons
God, trouwe Vader, liefste Moeder,
in alles bent U bij ons,
in bloemen en in vogels,
in mensen hand in hand,
in vlinders, bijen, bomen,
langs blauwe lucht en wolken,
in elke korrel zand.
En alle kleuren om ons heen,
de sterren en de storm,
de vruchten, de seizoenen,
zij komen van uw hand.
Verwonderd om de verwevenheid
van al het goede, staan we stil
in dankbaarheid.
Amen
OPENINGSGEBED bij de Schriften (naar psalm 104)
Jouw hemel is
als een tentzeil, Eeuwige,
waaronder de mens
mag wonen.
Gekleed in een
mantel van licht
beweeg jij op de
vleugels van de wind.
Daarom wil ik Jou
danken en eren
want Jij bent de bron
van al wat leeft.
Alles heb Jij
met wijsheid gemaakt.
Heel de aarde
Is jouw werk.
(Erwin Roosen)
EERSTE LEZING
• Ezechiël 33, 7-9
• Schepping (naar Geert DD)( Zie “ losse teksten” achtrer aan deze liturgie)
LIED BIJ DE LEZING(EN)
• Zou ik niet van harte zingen (NLB 903 ; Paul Gerhardt, vertaald door Ad den Besten)
• Heel de schepping, prijs de Heer! (NLB 154b; t.: W. van der Zee)
• Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam (NLB 8c t.: H. Oosterhuis )
EVANGELIE
• Matteüs 18, 15-20
VERKONDIGING met symboolhandeling
GELOOFSBELIJDENIS
Ik geloof in de God die gezegd heeft:
“Ik zal er zijn voor U”,
in de God die bevrijding belooft
aan armen en verdrukten.
Ik geloof dat God ons roept
om recht te doen aan alle mensen,
om het brood van de aarde eerlijk te verdelen.
Ik geloof dat God ons aanzet
om de schepping te beheren en te behoeden
en ongeschonden door te geven aan onze kinderen.
Ik geloof dat zijn Geest ons aandrijft
om dit in de Kerk waar te maken.
Ik geloof dat Jezus ons zo
een weg gewezen heeft die toekomst heeft
en die ons voert naar God
in tijd en eeuwigheid. Amen.
VOORBEDEN
Wij bidden voor al die mensen die dor en droog zijn,
geen adem meer hebben om te kunnen geloven.
Sta niet toe, God, dat zij verder afsterven,
maar schenk hun Uw kracht, besproei hen met Uw geest.
Wij bidden voor de wereld die zoveel kale plekken heeft,
waar geen sprietje meer groeit, geen bloem meer bloeit.
Breng ons tot inkeer, God,
dat wij de steppe water gunnen en woestijnen tot bloei brengen.
Wij bidden voor onszelf, kleine en grote mensen,
op zoek naar de bron en naar frisse lucht.
Dat wij niet uitdrogen, dat onze wortels diep genoeg graven
om het levende water op te halen, om vruchtbaar te zijn voor anderen.
Wij bidden om water uit de rots, om een begaanbaar pad door zee,
om regen die verfrist en verkwikt,
om geloof dat groeit.
Als ik val, vangt Gij mij op, Eeuwige,
en als ik verdamp in de lucht, pakt U me samen tot een wolk.
En hoe ik mij ook wend of keer, telkens kom ik terecht
in uw stroom, in uw eindeloze zee, in uw oeverloze liefde.
LIED BIJ BROOD EN WIJN
• Het brood in de aarde (NLB 390 t.: H. Oosterhuis – ZJ 547)
• De tafel van samen ( NLB 385)
• Brood van leven ( NLB 399)
• God, die leven hebt gegeven ( NLB 718)
GEBED OVER DE GAVEN van brood en wijn/Tafelgebed
Uw naam wordt zo
gemakkelijk gezegd,
te pas en te onpas
in de mond genomen.
Maar wie zijt Gij,
hoe moet U heten,
welke naam
doet U recht?
God,
laat U zien
in tekens van liefde,
in dit brood en deze wijn gedeeld.
COMMUNIELIED/Lied aan de tafel
• Zie de liederen “bij brood en wijn”
SLOTGEBED
Gij die zon en schaduw geeft,
leer ons, God,
onze dagen naar waarde te schatten,
het licht te zien van de morgen
waarin alles nieuw is
en het licht van de avond
waarin alles tot rust komt.
Gij die ons overvloedig geeft
de vruchten van de grond,
maak ons dankbaar voor de grond
waarop wij staan.
Leer ons meer zorg te dragen voor onze aarde,
zij draagt op haar beurt zorg voor ons.
Behoed ons voor wat schade toebrengt aan uw schepping,
geef ons vertrouwen in de toekomst
en in het leven dat we uit uw hand ontvangen.(naar Frans Cromphout)
SLOTLIED
• Gij hebt, o Vader van het leven (LdK 480)
• De steppe zal bloeien (NLB 608 t. H. Oosterhuis)
Verkondiging: NIET SCHULDIG MAAR VERANTWOORDELIJK
Geloof je in de klimaatsverandering?
Beste mensen,
Dit is een verkeerde vraag. De klimaatsverandering is niet langer een discussiepunt tussen
believers en non-believers. De kwestie is: wie zullen erdoor getroffen worden, wijzelf, onze
kinderen of onze kleinkinderen? Of worden het miljoenen mensen van het Zuiden? Daar zien
we nu al alle soorten van natuurrampen met de armsten als eerste en blijvende slachtoffers.
Vandaag is het Scheppingszondag. Schepping is geen synoniem van natuur. Het is de wereld
door God aan mensen toevertrouwd. En dan komt onvermijdelijk de CO2-uitstoot in het
vizier, een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatcrisis. Die uitstoot van gassen die de
opwarming veroorzaken: ze is een gevolg van onze eigen leefgewoonten: onze mobiliteit,
ons energiegebruik, onze veeteelt en industrie…
Oei, oei, oei: moeten wij ons nu schuldig voelen? Neen, want dit zou als gevolg kunnen
hebben dat deze kwestie ons cynisch of onverschillig maakt. En dat kan niet de bedoeling
zijn. Wat dan wel? Ezechiël van de eerste lezing zet ons op de goede weg.
Deze profeet behoort waarschijnlijk tot een priesterlijk geslacht van Jeruzalem wanneer hij,
samen met het gevolg van de koning, in ballingschap wordt gevoerd. Tien jaar later gaat het
koninkrijk definitief ten onder, en wordt de stad met tempel en al verwoest. In het verre
Babylonië dringt zich de vraag op: 'Wat is de oorzaak van deze ondergang?' Is het de zonde
van de voorouders die wordt aangerekend aan de kinderen, zoals dat elders in de Bijbel
wordt gesuggereerd? (Ex. 20, 5) Ezechiël protesteert heftig tegen deze opvatting. Maar ook:
schuld is iets anders dan verantwoordelijkheid. Ook al heb je geen schuld aan de situatie
waarin je geplaatst wordt, toch hoort het bij het mens-zijn dat je verantwoordelijk bent.
Ezechiël wordt aangesproken als mensenkind. Dit betekent hier: een mens als ieder ander.
Hij wordt dus niet aangesproken op zijn priesterlijke afkomst. Ezechiël krijgt een eigen
functie: hij moet, als een wachtpost ten tijde van oorlog, op de uitkijk staan of er gevaar
dreigt. Is dat het geval, dan moet hij het volk waarschuwen. Doet hij dat niet, dan is hij
ervoor verantwoordelijk dat bloed vergoten wordt.
Wat voor de profeet geldt, geldt ook voor ons. Het is onze taak het woord dat we van God
gehoord hebben, te laten klinken als we zien dat er onrecht gebeurt. Zijn we dan
medeplichtig als we dan de andere kant opkijken? In onze gecompliceerde maatschappij is
deze vraag niet altijd eenduidig te beantwoorden.
De vraag moet wel gesteld worden. Ze gaat in tegen de neiging om alles op zijn beloop te
laten. Ook met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen. Nochtans, er is in deze
materie een daad die simpel te stellen is en veel verhelpt: verminderen!
Matteüs van zijn kant staat in het 18de hoofdstuk van zijn evangelie stil bij de vraag: hoe
moeten we binnen de gemeenschap van gelovigen met elkaar omgaan? Wat doen als daar
iemand over de schreef gaat?
Net als in de profetie van Ezechiël horen we in dit evangelie een oproep om iemand die zich
misdragen heeft, hierop aan te spreken. Het verschil met de profeet is dat het hier in eerste
instantie gaat om een zaak tussen twee mensen. Jezus zegt dat zoiets discreet moet
gebeuren: onder vier ogen. Alleen als dat niet helpt, mogen er meer mensen bij betrokken
worden. Maar ook dat moet op beperkte schaal gedaan worden: één of twee is genoeg. Dit
getuigt van psychologisch doorzicht en van fijngevoeligheid: je bereikt een tegenovergesteld
effect als je iemand in het openbaar de mantel uitveegt. En roddelen achter de rug is al
helemaal uit den boze. Pas als wie in de fout ging dan nog niet wil luisteren, zal de groep een
disciplinaire maatregel nemen. Vooraf moet alles in het werk gesteld worden om de
gemeenschap bij elkaar te houden.
Als ze daarin zorgvuldig handelt, als men zich verantwoordelijk weet voor elkaar, als men
zorg draagt voor zijn broer of zus of voor komende generatie, dan mag de gemeenschap
weten: God is bij haar. Als mensen eerlijk hun best doen om er samen uit te komen, ook uit
deze klimaatcrisis, dan mogen ze Jezus in hun midden weten.
Preek op 6-7 september 2014, bij Ezechiël 33, 7-9 en Matteüs 18, 15-20. Bron: Evert van den
Berg, 'Mijns broeders hoeder' in Kerugma, Gooi en Sticht, jg. 54, nr. 4, 2011, blz. 30-36
Symboolhandeling Scheppingszondag
Een wensboom is een boom die, volgens het volksgeloof, wensen kan doen uitkomen. Er
worden offers gebracht bij het boomheiligdom.
Wensbomen komen voor over de hele wereld. Vaak worden linten of lapjes stof aan de
boom gebonden na het doen van een wens, maar ook komt het voor dat metalen objecten
(zoals spijkers of munten) in de stam worden gestoken.
Gemeenschappen kunnen op creatieve wijze een boom in de kerk plaatsen. Dat kan met een
tekening, een foto, een bewerkte kapstok, een tak, …
Op een tafel ernaast kunnen geperforeerde briefjes en touwtjes liggen, zodat mensen een
eco-wens, tip of suggestie kunnen opschrijven en in de boom hangen.
Het kunnen ook gekleurde linten zijn, zonder boodschap op geschreven.
De eco-suggesties op de briefjes kunnen later door catechesegroep, jeugdkerk bekeken
worden om te zien of daar haalbare voorstellen op staan. Wie weet zijn die wel te
verwezenlijken in de gemeenschap?
Losse teksten
Genesis (naar Geert Dedecker)
In zeven dagen
schiep God de hemel en de aarde.
De aarde was woest en leeg
en de duisternis lag over de wereldzee…
Het was stil op aarde, dodelijk stil.
Geen woord, geen hartslag, geen ademtocht.
En donker was het. Geen inzicht en geen uitzicht,
geen mens te bekennen, geen naam en geen gezicht.
Verschrikkelijk eenzaam was het en koud.
Zo was het ooit, zo is het tot vandaag.
Niets nieuws onder de zon, zo lijkt het wel.
Totdat God, barstend van creativiteit en inspiratie,
zich over de aarde boog.
Zie Hem bezig. De Schepper. De minnaar van het leven. De vijand van de dood.
Hij haalde diep adem, God. Hij haalde adem uit het Beloofde Land.
‘Laat het licht worden’, sprak Hij. En het werd licht.
En kijk, de chaos kromp ineen. Geschrokken sloeg het duister op de vlucht.
Tomeloos gutste het licht over de aarde. Heel de wereld stroomde vol van helderwit licht.
En God zag hoe goed het was.
Hij scheidde het licht van de duisternis en riep tot het licht: DAG!.
En tot de duisternis riep Hij: ‘Nacht’.
En het werd avond en het werd morgen. De eerste dag…
-----------------------Scheppen is chaos bewoonbaar maken.
Ergens in de hopeloze lege stad van de mensen
een plaats maken waar gewoond kan worden,
geliefd, geloofd, geleefd.
Scheppen is ruimte maken en tijd, grond onder de voeten, een dak boven het hoofd.
Menswaardig leven mogelijk maken.
Humanisering van deze planeet, in het klein en in het groot.
Scheppingskracht is: het vermogen om van deze wereld
een keten van bewoonbare plaatsen te maken,
een spoor van oases in de woestijn,
huizen van vrede in deze jungle waar vaak het recht van de sterkste heerst.
Als elke vluchteling, iedere ontheemde is thuisgebracht;
dan is de wereld voltooid.
Zeven scheppingsdagen zijn er nodig opdat de mens geboren kan worden.
Veel licht is er nodig, tijd en ruimte om te leven,
brood op tafel elke dag
en kansen om te leren, om naar school te gaan.
Als God, de Grote Minnaar van het Leven
soms in een hoekje zit te schreien om zijn verloren schepping,
in machteloze liefde,
ga dan met mij op zoek naar toekomst voor onze moeder aarde;
Bid dan met mij om licht en leven voor elk mensenkind.
Dat het na elke nacht weer onweerstaanbaar dag mag worden in hun leven,
Zeven maal zeven maal zeven maal…
Gebed (Frans Cromphout. Uit: Eensgezind volharden in gebed. Een oecumenisch gebeden
boek. Brepols/ KBS)
Eeuwige God,
Gij die zon en schaduw geeft,
leer ons, God,
onze dagen naar waarde te schatten
het licht te zien van de morgen waarin alles nieuw is
en het licht van de avond waarin alles tot rust komt.
Gij die ons overvloed geeft
de vruchten van de grond,
maak ons dankbaar voor de aarde
die ons draagt en voedt.
Leer ons opnieuw de wijsheid van de aarde:
de kruiden en hun verborgen krachten
de bloemen en hun taal,
de dieren groot en klein
zij doen het werk waarvoor ze gemaakt zijn.
Behoed ons voor het onverstand
dat schade toebrengt aan uw schepping,
en leer ons dat alles zijn plaats heeft en zijn rol vervult,
en dat ook het nietigste onvervangbaar is.
God die ons laat oogsten
wat we gezaaid hebben,
geef ons vertrouwen in de goede afloop
van wat wij met liefde begonnen zijn.
Herschepping (Uit: Verhalen voor de zevende dag. Jan van Opbergen)
Op de zevende dag
schiep god de mens.
En de mens
begon haastig te leven,
want hij dacht:
ik heb hooguit
honderd jaar de tijd
om te vinden en te zien.
En hij keek wel uit
voor een ander
want hij vreesde:
die ligt me
in de kortste keren vóór.
En hij dacht maar weinig na,
de mens, want hij meende:
ik moet vooruit,
de breedte af, de hoogte in.
Uit andermans dood
bakte hij brood
om tijd te winnen
en zijn devies werd:
komen
zien
en heersen.
En de mens draaide zich
een rad voor de ogen.
Dat schoof hij onder de tijd
en noemde het ‘vooruitgang’.
Toen legde hij zich vleugels aan,
hij raasde door de lucht
en noemde dat ‘welvaart’,
‘verheffing van de mens’.
Tenslotte zag hij geen kans meer
om nog tijd te winnen
en uitgehold en moe gevlucht
ging hij zitten
en noodgedwongen dacht hij na.
Toen keerde hij terug
naar de plaats waar hij
gemaakt was, de aarde,
en hij huilde
om eeuwen voorbij
en kinderen verloren.
Daarna stond hij op,
de mens,
en ging naar
een ander mens
naar velen, en zei:
zullen wij toch maar samen?
We leven maar kort,
maar we hebben
een zee van tijd.