11 januari 2015 - PKN Oosterbeek

11 januari 2015, Vredebergkerk Oosterbeek
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Aansteken van de kaarsen
De voorbereiding
Moment van stilte
Intochtspsalm: NLB 72: 1 en 4
Bemoediging
v. Onze hulp is in de Naam van de Heer.
g. die hemel en aarde gemaakt heeft
v. die trouw blijft tot in eeuwigheid
g. en het werk van zijn hand nooit los zal laten
Groet
v:Genade en vrede voor u
van God onze Vader
en van Jezus Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Amen
vervolg intochtspsalm: NLB 72: 5
(gemeente gaat zitten)
Gebed om ontferming (kort, daarna gevolgd door gebed om vrede door
het zingen van lied:)
NLB NLB 1008: 1, 2 en 3
Gloria (door voorganger):
Eer aan God
om het leven dat geen plaats krijgt
in de wereld die wij maken.
Eer aan God
zoveel dingen zien wij niet.
Eer aan God
die het kleinste van het kleinste
met zijn grootheid zal bewaken.
Eer aan God
die het onbekende ziet. Amen
Het Woord
Als gebed om de heilige Geest zingen we: Lied: NLB 675: 1 en 2
Aandacht voor de kinderen (tekeningen van de kinderen terwijl er een
gedicht wordt voorgelezen)
Kinderlied: 802: 1, 4 en 5
Schriftlezingen
Jesaja 55: 1-13
Lied: NLB 878 2x (voor de dienst oefenen?)
Marcus:1:1-11
Lied: NLB 524: 1,2,3,4
Uitleg en verkondiging
(meditatief orgelspel)
Het Antwoord
Lied: NLB 381: 2, 3 en 4
Gebeden
Collecte
Nodiging
De Heer heeft zijn tafel bereid voor allen die op Hem vertrouwen
en voor wie op zoek zijn naar Hem.
Met brood en wijn wil hij bij ons zijn
en ons sterken in ons geloof.
V.
G.
Laten we deze maaltijd beginnen
door elkaar en de wereld vrede te wensen:
De vrede van God zij met ons en onze wereld.
V.
Laten we bidden:
U komt onze dank toe,
Heer onze God,
overal en altijd,
door Jezus, onze Heer.
Want geboren is een nieuwe dag,
uw toekomst is begonnen.
Toen het nog aardedonker was,
aanschouwden wij het levenslicht:
de hemel ging voor ons open,
uw heil kwam binnen handbereik:
Gij zelf werd onze naaste.
Daarom, Heer onze God,
verheffen wij onze stem
om samen met engelen, herders en wijzen,
met de vrouwen en mannen
die uw licht ontdekten
als hun levenslicht,
U van ganser harte
de lofzang toe te zingen:
‘Heilig, heilig, heilig’ (NLB : 4)
Gezegend zijt Gij, God onze Vader,
en gezegend is Jezus die komt in uw Naam.
Want Hij is verschenen in onze nacht
als een blinkende morgenster, een stralend licht
dat niets of niemand doven kan
en dat reikt tot in de diepste duisternis.
Laat uw Geest zijn woorden vervullen,
nu wij doen wat Hij ons opdroeg:
Hij heeft in de nacht waarin hij werd overgeleverd
het brood genomen,
daar de dankzegging over uitgesproken,
het gebroken en aan zijn leerlingen gegeven,
en gezegd:
Neemt en eet,
dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt,
doet dit tot mijn gedachtenis.
Zo heeft Hij ook de beker genomen,
daar de dankzegging over uitgesproken,
hem rondgegeven
en gezegd:
Drinkt allen daaruit,
deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed
dat voor u en voor velen vergoten wordt
tot vergeving van zonden.
Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt,
tot mijn gedachtenis.
We zingen NLB 403a (alleen de eerste twee regels:)
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij zijn dood en leven totdat Hij komt.
Bijeen tot zijn gedachtenis
komen wij tot U, o God,
met dit brood en deze beker
en wij bidden U:
gedenk het offer van de Zoon van uw liefde
en aanvaard ons offer van lof en dank.
Zend uw Geest in ons midden
en versterk in ons allen
de hoop en de liefde,
dat wij licht kunnen brengen
waar duisternis heerst,
en vooruit durven lopen
op de grote toekomst
waarin het eindelijk waar zal zijn:
vrede op aarde.
Gezegend zijt Gij, onze God,
die is en die was en die komt,
gezegend hier en nu
en tot in lengte van dagen,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
We zingen: Onze Vader verborgen van Huub Oosterhuis
(is dit aanwezig in het beamerbestand?) Anders een ander gezongen Onze
Vader.
Dit is het brood uit de hemel.
Dit is de wijn van het koninkrijk.
Komt nu, want alle dingen zijn gereed.
Delen van brood en beker
Tijdens het delen wordt het volgende Taizélied herhalend in het
Nederlands gezongen. Wanneer de organist (pianist?) merkt dat het
genoeg is geweest kan er gestopt worden.
Prijs de Heer, mijn ziel. En prijs zijn heil’ge naam.
Prijs de Heer, mijn ziel, die mij het leven geeft.
Dankgebed
Slotlied: 425
Wegzending en zegen
(afgesloten met gezongen ‘amen’)