CONNECT2WORK: MENTORING NAAR WERK - Hiva

CONNECT2WORK: MENTORING NAAR WERK
Projectvoorstelling
Abstract
In het ESF-innovatieproject ‘Connect2work’ wordt een nieuw dienstverleningsconcept ontwikkeld
nl. mentoring naar werk voor hoogopgeleide anderstaligen (HOA’s). Vrijwilligers die tewerkgesteld
zijn (of zijn geweest) in een bepaalde sector/beroep worden gematcht met HOA’s die hierin
tewerkgesteld willen worden. De mentor fungeert als buddy tijdens de zoektocht naar werk en stelt
minimaal zijn professioneel netwerk open. De exacte invulling van zijn taken en rol maakt deel uit
van de conceptontwikkeling. Er wordt gestreefd naar (structurele) inbedding van het
dienstverleningsconcept in de dienstverlening van de VDAB maar ook naar toepasbaarheid binnen
andere contexten. Het concept met bijbehorende mentoropleiding en uitvoerings- en
opvolgingstools worden ontwikkeld door HIVA-KU Leuven, Antwerps integratiecentrum de8 vzw
en VDAB. Bij de ontwikkeling van het concept zullen ze zich baseren op de noden van de
doelgroep en binnen- en buitenlandse ervaringen met mentoring (naar werk). Het concept zal in de
praktijk worden getest en verfijnd met (min.) 30 gematchte koppels. Innoverende elementen voor
de Vlaamse context zijn het inzetten van mentoring i.f.v. het zoeken naar werk en het betrekken
van vrijwilligers bij de dienstverlening van een publieke arbeidsbemiddelaar. Het concept is aanvullend bij bestaande dienstverlening door de informele ondersteuning, de focus op het sociaal kapitaal
van de werkzoekende en de toegang tot sector-/beroepsspecifieke kennis.
COMMENTAAR IS WELKOM [email protected] en [email protected]
KU Leuven
HIVA - ONDERZOEKSINSTITUUT VOOR ARBEID EN SAMENLEVING
Parkstraat 47 bus 5300, 3000 LEUVEN, België
[email protected]
www.hiva.be
© 2014 HIVA-KU Leuven
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere
wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Inhoud
1 | Situering HOA op de arbeidsmarkt
4
2 | HOA mentoren naar werk – een nieuw dienstverleningsconcept
6
2.1
2.2
6
7
Inhoud van het concept
Ontwikkeling van het concept
Bibliografie
8
3
1 | Situering HOA op de arbeidsmarkt
Vlaanderen scoort erg slecht wat de arbeidsmarktparticipatie van allochtonen betreft. De gemiddelde werkzaamheidsgraad van niet-EU’ers binnen de EU27 bedraagt 58,5%, in België is deze
40,4%, in Vlaanderen 44,4%. België bengelt daarmee helemaal achteraan het Europese peloton
(Eurostat, 2010). Naast de algemene problematiek van arbeidsmarktparticipatie van allochtonen is
er de problematiek van hooggeschoolde allochtonen. Bij de hooggeschoolde niet-EU allochtonen
doen twee problemen zich voor. Enerzijds blijft hun werkzaamheidsgraad ver onder het Vlaamse
gemiddelde (69,3%, tegenover 87,6% bij de hooggeschoolde Belgen in 2009, volgens cijfers uit de
EAK). Anderzijds is er eveneens een probleem van overkwalificatie: volgens onderzoek van Geets
et al. (2010) is 56,5% van de werkende niet-EU allochtonen in België overgekwalificeerd. Voor
Turkse en Marokkaanse allochtonen bedraagt dat percentage zelfs 61,9%. Overkwalificatie is het
hardnekkigst bij vrouwen binnen die groep. De noodzaak aan bijkomende inspanningen om
(1) deze doelgroep aan het werk te krijgen (2) het probleem van overkwalificering aan te pakken,
hoeft dus geen betoog.
Verder stellen we vast dat het niet evident is om hogergeschoolde ‘arbeidsmarktrijpe’ anderstalige
nieuwkomers aan het werk te krijgen en te houden of om hen op hun niveau te laten werken
ondanks het feit dat hun Nederlands of opleidingsniveau voldoende is. Veenman (1997) wijst er in
dit licht op dat er naast oorzaken aan de vraagzijde (zoals discriminatie) en structurele factoren ook
een aantal factoren op individueel niveau de arbeidsmarktpositie kunnen verklaren. Hij spreekt over
'hulpbronnen': economisch kapitaal (opleiding, werkervaring), informatiekapitaal (bv. kenmerken
van de Belgische arbeidsmarkt), cultureel kapitaal (bv. normen, aspiraties, verwachtingen) en sociaal
kapitaal (netwerken waartoe men behoort). De huidige (VDAB) dienstverlening richt zich voornamelijk op het verhogen van het economische kapitaal via NT2-opleidingen, of beroepsopleidingen. Er is minder aandacht voor informatiekapitaal, cultureel kapitaal en sociaal kapitaal. In Vlaanderen worden echter heel wat jobs gevonden via informele netwerken, zo stelt 29% van de werknemers in de socioculturele sector een job te hebben gevonden via familie, vrienden of kennissen
(Jacobs et al., 2013). Uit een bevraging van VDAB (2010) bij 950 werkgevers komt naar voor dat
3/4 van de werkgevers eerst en vooral bij de eigen personeelsleden polst of ze interesse hebben
en/of ze iemand kennen die voor de job in aanmerking komt. Nieuwkomers beschikken vaak niet
over een professioneel netwerk en hebben dus weinig toegang tot deze ‘verborgen’ vacatures. Naast
het verwerven van een job is het natuurlijk van belang om de job te behouden. Zicht op de arbeidscultuur in specifieke jobs en sectoren is in dit opzicht van belang. Dit wordt sterk benadrukt in het
Deense KVINFO mentoring project. Volgend voorbeeld is treffend: “for example it wasn’t an
unmitigated triumph when a nurse from abroad said to a social and health care assistant at a busy
hospital: ‘you’re just sitting there drinking coffee - why don’t you get your finger out and give a
hand’. At a Danish workplace it is quite acceptable to speak your mind, but when and how it is
appropriate is quite another matter” (Møller Jensen, 2013).
Een tweede vaststelling is dat VDAB weinig aanbod heeft voor arbeidsmarktrijpe hooggeschoolde
nieuwkomers. VDAB, maar ook andere intermediairen bieden op dit moment een vrij uitgebreid
specifiek aanbod voor anderstaligen aan. Zo worden er schakelpaketten Nederlands voorzien
4
afgestemd op bepaalde sectoren (zoals tertiaire en verkoop), binnen de beroepsopleidingen zijn er
NODO-consultenten (NODO staat voor Nederlands op de opleidingsvloer) en er is een aanbod
van Nederlands op de werkvloer (NODW). Dit aanbod focust zich echter voornamelijk op de
groep van laag- en middengeschoolde allochtonen. Voor arbeidsmarktrijpe hogergeschoolde
nieuwkomers heeft VDAB weinig aanbod. Deze groep bedraagt nochtans 20% van het totale aantal
nieuwkomers. Ook voor arbeidsmarktrijpe hogergeschoolde anderstaligen heeft VDAB in de
meeste regio’s weinig passend aanbod. Bovendien is het zo dat het binnen het bestaande dienstverleningsmodel niet mogelijk is om de nieuwkomer te introduceren binnen professionele netwerken
en/of tips te geven m.b.t. zoekstrategieën voor specifieke jobs of sectoren, daarvoor zijn insiders
nodig. Daarnaast kan niet van VDAB consulenten verwacht worden dat ze ’s avonds meegaan naar
jobbeurzen of ‘s avonds beschikbaar zijn voor een telefoontje over hoe de eerste werkdag is meegevallen, hoe een sollicitatie is verlopen, etc. Een mentor kan een goede aanvulling zijn op de
bestaande dienstverlening door extra ondersteuning te bieden en door te werken aan het informatie,
cultureel en sociaal kapitaal van de nieuwkomer of met andere woorden aan professionele netwerken, kennis van de arbeidscultuur in specifieke jobs en sectoren, en specifieke zoekstrategieën voor
bepaalde jobs.
Tot slot lijkt er weinig laagdrempelig aanbod te zijn voor overheden en bedrijven die wensen te
werken rond diversiteit. Het te ontwikkelen dienstverleningsconcept kan ook op dit niveau een
leemte invullen. Deze dienstverlening is immers laagdrempelig, heeft een directe impact en grote
visibiliteit zodat bedrijven en/of overheden die anders misschien niet geneigd zijn acties rond diversiteit te ontwikkelen, over de streep kunnen worden getrokken. Daarnaast biedt het overheden een
instrument om de decretaal omschreven wederkerigheid van integratie vorm te geven. In Canada
zien we bijvoorbeeld een stimulerend beleid naar personeelsleden binnen de stad Toronto om zich
kandidaat te stellen als mentor. Dit resulteerde in het vormen meer dan 1 000 koppels met ongeveer
500 personeelsleden van de stad sinds 2004.1
1
http://www.thementoringpartnership.com/news/city-of-toronto-city-of-toronto-the-first-gta-municipality-to-surpass-1000-matches-inprogram-mentoring-recent-immigrants/
5
2 | Mentoring van HOA naar werk – een nieuw
dienstverleningsconcept
Vanuit bovenstaande vaststellingen werd een ESF-innovatieproject2 opgestart waarbij een nieuw
dienstverleningsconcept zal worden ontwikkeld voor de mentoring van hoogopgeleide
anderstaligen (HOA’s) naar werk. Het innovatieve voor de Vlaamse context is enerzijds het
aanwenden van het mentoringconcept in functie van het vinden van werk en anderzijds het werken
met vrijwilligers binnen de publieke arbeidsbemiddelaar. Dit project is een samenwerking tussen
HIVA-KU Leuven als promotor en Antwerps integratiecentrum de8 vzw en VDAB als partners.
Het project loopt van januari 2014 tot december 2015.
De output van het project betreft een leidraad voor dienstverleners om zelf een soortgelijk aanbod te ontwikkelen waarbij de noodzakelijke instrumenten voor uitvoering en opvolging worden
aangereikt evenals een opleidingspakket voor mentoren.
2.1
Inhoud van het concept
De mentoring zal gebeuren door vrijwillige mentoren (werknemers of werkgevers) die tewerkgesteld zijn (of zijn geweest) in een bepaalde sector of beroep. Zij worden gematcht met
hoogopgeleide anderstaligen die interesse hebben in hetzelfde beroep of sector. De primaire
doelgroep zijn werkzoekende anderstaligen. Dit bakenen we voorlopig af als hoogopgeleide
anderstaligen die maximaal 10 jaar in het land zijn met een niveau Nederlands RG2 en een min of
meer duidelijk jobdoelwit. De mentor fungeert als buddy en stelt minimaal zijn professioneel
netwerk open. Daarnaast kan hij/zij tips geven bij het zoeken naar werk, wijzen op specifieke
aanwervingsvereisten voor bepaalde beroepen, inzicht geven in de arbeidscultuur van bepaalde
jobs/sectoren, feedback geven na een sollicitatie, meegaan naar een jobbeurs, als klankbord dienen
eens de anderstalige nieuwkomer wordt aangeworven, ... De exacte invulling van zijn taken en rol
maakt deel uit van de conceptontwikkeling.
Dergelijke vormen van coaching of mentoring zijn goed ingeburgerd in Canada en Scandinavië
(KVINFO, Cities of Migration, Allies, MIA mentorship program, ...). Uit een recent overzicht van
evaluatiestudies (Gonzalez Garibay & De Cuyper, 2013b) blijkt dat dergelijke mentoringprogramma’s een positieve impact hebben op taalverwerving, sociale participatie en arbeidsmarktintegratie. De modaliteiten van de programma's verschillen echter sterk, zowel naar doelgroep
(mannen, vrouwen, scholingsniveau, ...), de reikwijdte van het programma (gaande van enkele
gesprekken tot en met coachen op de werkvloer eens de nieuwkomer een job heeft gevonden), de
specificiteit van de matching (sectoren of beroepen), de afstemming met de publieke arbeidsbemiddelaar, ... Het is dus van belang een invulling van het concept te vinden dat in eerste instantie aangepast is aan de Antwerpse context waar al een aanbod van VDAB en de8 bestaat voor HOA en in
tweede instantie aan de Vlaamse context. Het vinden van een passend concept zal in de eerste fases
van het project centraal staan.
2
Het Europees Sociaal Fonds stelt middelen ter beschikking voor innovaties die bijdragen tot meer en betere jobs voor meer
mensen. Ontdek de werking in Vlaanderen via www.esf-agentschap.be.
6
2.2
Ontwikkeling van het concept
De ontwikkeling van het concept verloopt in diverse fases.
In een eerste fase van het project wordt een startnota opgesteld waarbij de behoeften van de
doelgroep en de lacunes in het bestaande aanbod in kaart gebracht worden. Dit moet toelaten om
de dienstverlening op een gerichte wijze uit te werken.
In een tweede fase wordt een blauwdruk met bijbehorende tools (o.a. een opleidingspakket voor
mentoren, een monitoringinstrument, ...) ontwikkeld voor de dienstverlening waarbij we ons baseren op binnen- en buitenlandse ervaringen. In een derde fase wordt het dienstverleningsconcept in
de praktijk getest bij minimaal 30 koppels van mentoren en mentees. Antwerps integratiecentrum
de8 vzw voorziet een coach (o.a.) voor de ondersteuning van deze koppels. De dienstverlening zal
aansluiten bij de trajecten voor HOA onder regie van VDAB Antwerpen. In functie van de ontwikkeling van de dienstverlening zullen de effecten van de dienstverlening opgevolgd en gemeten worden in lijn met het door het HIVA ontwikkelde evaluatiekader voor inburgerings- en integratie
beleid (González Garibay & De Cuyper, 2013a). Op basis van voorgaande wordt het concept
eventueel bijgestuurd en volgt de finale productontwikkeling, de inbedding van de dienstverlening
en de valideringsprocedure bij het ESF-agentschap Vlaanderen.
Bij een (mogelijke) positieve validering kan er een vervolg komen in de vorm van een dissimenatieproject. Hierin kan worden bekeken hoe het concept in eerste instantie binnen de provincie Antwerpen en in tweede instantie binnen Vlaanderen kan worden uitgerold.
7
Bibliografie
Geets, J., Timmerman, C., & Mortelmans, D. (2010). Arbeidsmarktpositie van (hoog)geschoolde immigranten :
een vergelijkende kwantitatieve studie van autochtonen en immigranten op basis van de enquête naar de
arbeidskrachten met bijzondere aandacht voor overkwalificatie. Antwerpen: SGKB.
González Garibay, M., & De Cuyper, P. (2013a). An evaluation framework for the Flemish integration policies.
Rapport. Antwerpen: Steunpunt Inburgering en Integratie.
González Garibay, M., & De Cuyper, P. (2013b). The evaluation of integration policies across the OECD: a
review. Antwerpen: Steunpunt Inburgering en Integratie.
Jacobs, L., De Cuyper, P., Heylen, V., & De Rick, K. (2013). Verloop in de socioculturele sector. Kenmerken en
determinanten in kaart gebracht. Leuven: HIVA-KU Leuven.
Møller Jensen (2013). Mentoring immigrant women into employment and into society. The World’s largest
Mentor Network of its Kind.
VDAB. (2010). VDAB ontcijfert. Rekrutering in revolutie. Brussel: VDAB.
8