Lees het artikel dat dagblad Trouw 21 februari publiceerde

Gestoord van de buurman
actief in het hele land en verlenen
'ambulante hulp' aan mensen met
een ernstige, psychiatrische
aandoening. 'Ambulantisering' is dé
trend in de geestelijke
gezondheidszorg: cliënten
verblijven niet langer in een duur
bed in een kliniek, maar krijgen
hulp aan huis.
ILLUSTRATIE CENSUUR
Reportage | De psychiatrische
patiënt woont niet langer in een
kliniek, maar in een woonwijk. Kan
de man of vrouw met schizofrene,
depressieve of psychotische
klachten rekenen op steun en
begrip?
IRIS PRONK
Here Jezus, zegen dit interview",
zegt Gilbert (39). Daarna zingt hij
een christelijk kinderliedje, "om het
ijs te breken". Deze lange, sportief
ogende kerel tapt ook wel eens uit
een ander vaatje: behalve op
psalmen en voetbal is hij dol op
André Hazes. Zijn psychologe
noemt hem "een markante man
met vele kleuren".
In zijn kleine, opgeruimde
portiekwoning betoont Gilbert zich
intelligent en hoffelijk, hij schenkt
thee voor het bezoek. Op tafel een
schaal sinaasappels en kaarsen,
aan de muur zalmroze behang en
een poster van Vincent van Gogh.
Uit zijn mond komen veel,
welluidende zinnen. "Ik zie Trouw
als een platform om de blijde
boodschap te verkondigen", vertelt
hij. En later: "Ik heb een gezond
lichaam, het is mijn geest die ziek
is."
Gilbert, die in werkelijkheid anders
heet, is psychiatrisch cliënt; 'patiënt'
vindt hij zelf geen prettig woord. Hij
woont zelfstandig dankzij het
FACT-team in Woerden, dat hem
behandelt voor zijn schizofrenie.
Dergelijke teams (zie inzet) zijn
© Trouw
Dus moet de psychotische,
depressieve, alleenstaande man
van middelbare leeftijd nu zijn draai
zien te vinden in een gewone flat,
temidden van buren die (min of
meer) gezond zijn. Dat verschil is
voor psychiatrische patiënten wel
eens lastig, weet Nicole de BoerKreeft, psychiater van het FACTteam Woerden. "In een instelling
heeft iedereen een psychische
aandoening, daar mag je af en toe
gek doen. Ik denk dat het stigma
zwaarder drukt op mensen die in
een gewone flat wonen. Ze denken:
Nu mag ik mezelf niet meer zijn."
Dat lukt de meeste mensen met
psychiatrische klachten overigens
best goed, benadrukt teammanager
Reina Roorda. Neem Willeke (niet
haar echte naam), een 48-jarige
vrouw die samen met haar moeder,
zus en broer een boerderij
bewoont. Ze is chronisch
psychotisch, wordt voortdurend
door angsten geplaagd en doet
desondanks boodschapjes voor
haar oude buurvrouw. "Niemand
zal klachten over haar hebben. Dat
geldt voor het grootste deel van
onze patiënten. Ik vind het
belangrijk om te benoemen dat
heel veel psychiatrie verborgen is."
In veel gevallen weten de buren
niet dat de teruggetrokken man
naast hen door duivelse stemmen
gekweld wordt, of dagelijks
informatie uitwisselt met De Grote
Geest. Dat hij pillen slikt, de
psychiater bezoekt, niet werkloos is
door de economische crisis maar
vanwege een ernstige ziekte.
Andere mensen kunnen hun
aandoening met medicijnen zo
goed in toom houden, dat ze een
flinke baan hebben of
vrijwilligerswerk doen in het
vrijdag 21 februari 2014
verzorgingstehuis. "De variatie is
heel groot,"zegt Roorda.
Van de 230 patiënten die het
FACT-team in Woerden begeleidt,
zijn er "misschien tien notoire
overlastgevers": zij maken herrie en
rotzooi, zijn vaste klanten van de
wijkpolitie en de
woningebouwvereniging. Zij
benaderen het stereotiepe plaatje
waaraan Roorda zich wel eens
stoort: dat van de klassieke 'gek'
die de angst of lachlust opwekt, die
je maar beter kunt mijden. Als de
220 anderen al problemen
veroorzaken, dan worden die na
goed overleg met de buren vaak
wel opgelost.
Zo is er een man met schizofrene
klachten die elke ochtend klokslag
vijf een uur lang heen en weer
moet lopen om zijn hoofd te
reinigen voor de Heilige Geest.
"Zijn onderbuurvrouw werd daar
gek van", vertelt psychiater De
Boer-Kreeft. Dus organiseerde een
hulpverlener van haar team,
uiteraard in overleg met de patiënt,
een gesprek, waarin wederzijds
begrip ontstond. "Hij begreep dat hij
overlast veroorzaakte, zij begreep
waarom hij dat deed." De man
ijsbeert nog steeds van vijf tot zes
door zijn kamer, maar op sloffen.
Ook kreeg hij vloerbedekking.
Kennis over de ziekte van de
buurman vergroot het begrip, en
verbetert de verstandhouding,
ervoer ook Barend van Benthem.
Hij is directeur van een christelijke
basisschool die vlakbij het huis van
Gilbert ligt. De twee hebben een
goed contact opgebouwd, maar
moesten wel aan elkaar wennen.
"Gilbert is zichtbaar in het dorp",
vertelt Van Benthem. "Een
vreemde eend in de bijt." Het hielp
dat de directeur van een
hulpverlener iets meer leerde over
Gilberts schizofrenie. "Wat is het
nou precies, hoe kun je het best
met hem omgaan? Informatie
scheelt enorm."
Ouders waren in het begin niet zo
van de extravagant uitgedoste
Pagina 7 (1)
Gilbert gecharmeerd. Dat kwam
ook door zijn missie: de
dorpskinderen beschermen tegen
auto's. Omdat Gilbert twintig jaar
geleden een propedeuse
verkeerskunde heeft behaald, voelt
hij zich betrokken bij de
verkeersveiligheid rondom de
basisschool. Elke ochtend om acht
uur stond hij op het kruispunt, en
om drie uur wéér. "Ik zag het als
een soort stage van mijn studie",
vertelt hij zelf. "Ik stond daar als
een dansende brigadier, niet als
een pilaar, om de kinderen en de
fietsende moeders te beschermen
tegen ongelukken."
Daarbij trad hij soms streng op.
"Auto's reden al gauw 50, in een 30
kilometer-zone. Dus greep ik in.
Dan waren ze verontwaardigd."
Ouders beklaagden zich bij de
politie, die een einde maakte aan
het werk van de zelfbenoemde
verkeersregelaar.
Nu ligt er een afspraak tussen Van
Benthem en Gilbert: hij helpt pas
weer kinderen met oversteken als
hij gediplomeerd verkeersbrigadier
is. Tot die tijd rent Gilbert soms
rondjes om de school en houdt hij
de openbare weg in de gaten. Vaak
komt hij om half vier even een
praatje maken. "Ik vind het wel
leuk", zegt de directeur. "En er gaat
helemaal niet zoveel tijd in zitten.
Hij weet dat ik er voor hem ben, en
heeft aan vijf of tien minuutjes
genoeg."
community treatment, een hele
mond vol voor: hulp dichtbij, hulp
aan huis. Hulpverleners van een
FACT-team trekken erop uit, ze
zoeken cliënten met ernstige
psychiatriche aandoeningen in hun
eigen woning op. Zo'n team bestaat
doorgaans uit een psychiater,
psychologen, maatschappelijk
werkers, verpleegkundigen, een
ervaringsdeskundige en een
verslavingsdeskundige. Samen
bespreken ze de cliënten.
Achterliggend idee van deze
aanpak is dat het voor patiënten
beter is om zo gauw mogelijk
zelfstandig te zijn. Voor de
maatschappij is deze vorm van
zorg goedkoper dan een bed in een
kliniek.
Er zijn FACT-teams in heel
Nederland actief. Nieuw sinds 2014
is dat de teams cliënten die 'stabiel'
zijn, moeten overdragen aan de
'basis ggz'. Dat is hulp die verleend
wordt onder verantwoordelijkheid
van de huisarts, met op de
achtergrond wel een psychiater. De
basis ggz is weer goedkoper dan
zorg door een FACT-team.
Gilbert wéét dat hij "geen
gemiddelde Nederlander is", dat hij
door zijn ziekte soms "langs de
zijlijn staat". Maar hij is blij dat hij,
met zijn verkeersinzicht, maar ook
als mascotte van de plaatselijke
voetbalclub, wel degelijk een rol
kan spelen in de maatschappij. Van
zijn ervaringen rondom de school
maakte hij een stageverslag, in een
keurig handschrift. Voorop een
sticker, met een zelf geschreven
pluim: 'Goed gedaan Gilbert'. "Dat
doe ik om mezelf mentaal omhoog
te houden", legt hij uit.
Flexibele hulp dichtbij
FACT staat voor flexible assertive
© Trouw
vrijdag 21 februari 2014
Pagina 7 (2)