Gestoord van de buurman actief in het hele land en verlenen 'ambulante hulp' aan mensen met een ernstige, psychiatrische aandoening. 'Ambulantisering' is dé trend in de geestelijke gezondheidszorg: cliënten verblijven niet langer in een duur bed in een kliniek, maar krijgen hulp aan huis. ILLUSTRATIE CENSUUR Reportage | De psychiatrische patiënt woont niet langer in een kliniek, maar in een woonwijk. Kan de man of vrouw met schizofrene, depressieve of psychotische klachten rekenen op steun en begrip? IRIS PRONK Here Jezus, zegen dit interview", zegt Gilbert (39). Daarna zingt hij een christelijk kinderliedje, "om het ijs te breken". Deze lange, sportief ogende kerel tapt ook wel eens uit een ander vaatje: behalve op psalmen en voetbal is hij dol op André Hazes. Zijn psychologe noemt hem "een markante man met vele kleuren". In zijn kleine, opgeruimde portiekwoning betoont Gilbert zich intelligent en hoffelijk, hij schenkt thee voor het bezoek. Op tafel een schaal sinaasappels en kaarsen, aan de muur zalmroze behang en een poster van Vincent van Gogh. Uit zijn mond komen veel, welluidende zinnen. "Ik zie Trouw als een platform om de blijde boodschap te verkondigen", vertelt hij. En later: "Ik heb een gezond lichaam, het is mijn geest die ziek is." Gilbert, die in werkelijkheid anders heet, is psychiatrisch cliënt; 'patiënt' vindt hij zelf geen prettig woord. Hij woont zelfstandig dankzij het FACT-team in Woerden, dat hem behandelt voor zijn schizofrenie. Dergelijke teams (zie inzet) zijn © Trouw Dus moet de psychotische, depressieve, alleenstaande man van middelbare leeftijd nu zijn draai zien te vinden in een gewone flat, temidden van buren die (min of meer) gezond zijn. Dat verschil is voor psychiatrische patiënten wel eens lastig, weet Nicole de BoerKreeft, psychiater van het FACTteam Woerden. "In een instelling heeft iedereen een psychische aandoening, daar mag je af en toe gek doen. Ik denk dat het stigma zwaarder drukt op mensen die in een gewone flat wonen. Ze denken: Nu mag ik mezelf niet meer zijn." Dat lukt de meeste mensen met psychiatrische klachten overigens best goed, benadrukt teammanager Reina Roorda. Neem Willeke (niet haar echte naam), een 48-jarige vrouw die samen met haar moeder, zus en broer een boerderij bewoont. Ze is chronisch psychotisch, wordt voortdurend door angsten geplaagd en doet desondanks boodschapjes voor haar oude buurvrouw. "Niemand zal klachten over haar hebben. Dat geldt voor het grootste deel van onze patiënten. Ik vind het belangrijk om te benoemen dat heel veel psychiatrie verborgen is." In veel gevallen weten de buren niet dat de teruggetrokken man naast hen door duivelse stemmen gekweld wordt, of dagelijks informatie uitwisselt met De Grote Geest. Dat hij pillen slikt, de psychiater bezoekt, niet werkloos is door de economische crisis maar vanwege een ernstige ziekte. Andere mensen kunnen hun aandoening met medicijnen zo goed in toom houden, dat ze een flinke baan hebben of vrijwilligerswerk doen in het vrijdag 21 februari 2014 verzorgingstehuis. "De variatie is heel groot,"zegt Roorda. Van de 230 patiënten die het FACT-team in Woerden begeleidt, zijn er "misschien tien notoire overlastgevers": zij maken herrie en rotzooi, zijn vaste klanten van de wijkpolitie en de woningebouwvereniging. Zij benaderen het stereotiepe plaatje waaraan Roorda zich wel eens stoort: dat van de klassieke 'gek' die de angst of lachlust opwekt, die je maar beter kunt mijden. Als de 220 anderen al problemen veroorzaken, dan worden die na goed overleg met de buren vaak wel opgelost. Zo is er een man met schizofrene klachten die elke ochtend klokslag vijf een uur lang heen en weer moet lopen om zijn hoofd te reinigen voor de Heilige Geest. "Zijn onderbuurvrouw werd daar gek van", vertelt psychiater De Boer-Kreeft. Dus organiseerde een hulpverlener van haar team, uiteraard in overleg met de patiënt, een gesprek, waarin wederzijds begrip ontstond. "Hij begreep dat hij overlast veroorzaakte, zij begreep waarom hij dat deed." De man ijsbeert nog steeds van vijf tot zes door zijn kamer, maar op sloffen. Ook kreeg hij vloerbedekking. Kennis over de ziekte van de buurman vergroot het begrip, en verbetert de verstandhouding, ervoer ook Barend van Benthem. Hij is directeur van een christelijke basisschool die vlakbij het huis van Gilbert ligt. De twee hebben een goed contact opgebouwd, maar moesten wel aan elkaar wennen. "Gilbert is zichtbaar in het dorp", vertelt Van Benthem. "Een vreemde eend in de bijt." Het hielp dat de directeur van een hulpverlener iets meer leerde over Gilberts schizofrenie. "Wat is het nou precies, hoe kun je het best met hem omgaan? Informatie scheelt enorm." Ouders waren in het begin niet zo van de extravagant uitgedoste Pagina 7 (1) Gilbert gecharmeerd. Dat kwam ook door zijn missie: de dorpskinderen beschermen tegen auto's. Omdat Gilbert twintig jaar geleden een propedeuse verkeerskunde heeft behaald, voelt hij zich betrokken bij de verkeersveiligheid rondom de basisschool. Elke ochtend om acht uur stond hij op het kruispunt, en om drie uur wéér. "Ik zag het als een soort stage van mijn studie", vertelt hij zelf. "Ik stond daar als een dansende brigadier, niet als een pilaar, om de kinderen en de fietsende moeders te beschermen tegen ongelukken." Daarbij trad hij soms streng op. "Auto's reden al gauw 50, in een 30 kilometer-zone. Dus greep ik in. Dan waren ze verontwaardigd." Ouders beklaagden zich bij de politie, die een einde maakte aan het werk van de zelfbenoemde verkeersregelaar. Nu ligt er een afspraak tussen Van Benthem en Gilbert: hij helpt pas weer kinderen met oversteken als hij gediplomeerd verkeersbrigadier is. Tot die tijd rent Gilbert soms rondjes om de school en houdt hij de openbare weg in de gaten. Vaak komt hij om half vier even een praatje maken. "Ik vind het wel leuk", zegt de directeur. "En er gaat helemaal niet zoveel tijd in zitten. Hij weet dat ik er voor hem ben, en heeft aan vijf of tien minuutjes genoeg." community treatment, een hele mond vol voor: hulp dichtbij, hulp aan huis. Hulpverleners van een FACT-team trekken erop uit, ze zoeken cliënten met ernstige psychiatriche aandoeningen in hun eigen woning op. Zo'n team bestaat doorgaans uit een psychiater, psychologen, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, een ervaringsdeskundige en een verslavingsdeskundige. Samen bespreken ze de cliënten. Achterliggend idee van deze aanpak is dat het voor patiënten beter is om zo gauw mogelijk zelfstandig te zijn. Voor de maatschappij is deze vorm van zorg goedkoper dan een bed in een kliniek. Er zijn FACT-teams in heel Nederland actief. Nieuw sinds 2014 is dat de teams cliënten die 'stabiel' zijn, moeten overdragen aan de 'basis ggz'. Dat is hulp die verleend wordt onder verantwoordelijkheid van de huisarts, met op de achtergrond wel een psychiater. De basis ggz is weer goedkoper dan zorg door een FACT-team. Gilbert wéét dat hij "geen gemiddelde Nederlander is", dat hij door zijn ziekte soms "langs de zijlijn staat". Maar hij is blij dat hij, met zijn verkeersinzicht, maar ook als mascotte van de plaatselijke voetbalclub, wel degelijk een rol kan spelen in de maatschappij. Van zijn ervaringen rondom de school maakte hij een stageverslag, in een keurig handschrift. Voorop een sticker, met een zelf geschreven pluim: 'Goed gedaan Gilbert'. "Dat doe ik om mezelf mentaal omhoog te houden", legt hij uit. Flexibele hulp dichtbij FACT staat voor flexible assertive © Trouw vrijdag 21 februari 2014 Pagina 7 (2)
© Copyright 2024 ExpyDoc