De start was dit jaar om half twee. Dat betekent dus dat we niet vroeg op hoeven. En al ben ik geen langslaper, toch durf ik het risico niet te nemen om de wekker niet te zetten en staat die afgesteld op 8:30 uur. Wat moet er gebeuren voordat we om half twaalf verzamelen bij Borst? Niet veel, aankleden, eten en drinken en honden uitlaten. En nu willen jullie wel eens weten hoe die pilletjes allemaal heten die ik via een whatsapp fotootje heb doorgestuurd. Nou vooruit, geen geheimen: De ingenomen supplementen zijn: • • • • • Glucosamine/Chondroïtine Een Multivitamine Echinaforce (voor de weerstand; die inmiddels gebroken is: ik ben al een week snotterig - ook als ik NIET fiets – met zo’n warme volle kop) Vitamine D3 uit visleverolie (ook voor de weerstand) Magnesium Daarbij was ik een week voor de wedstrijd gestart met een bietensap kuur van een halve liter per dag, dus die zaterdagmorgen de laatste halve liter. Ik had twee Go-Fast blikjes, een voor vertrek en nog een voor in het startvak, voor de cafeïne. En twee paracetamolletjes om de bloedvaten lekker open te zetten en de pijngrens wat op te rekken. Oh ja, en de avond daarvoor geen spaghetti, maar een flinke pan hachee voor wat extra aandrijving (internal rear-end combustion support engine). Dus voor volgend jaar weten jullie hoe je die plek 7 moet verdedigen J. (Evengoed niet vergeten te trainen) Nadat ik die hele apotheek naar binnen heb gewerkt én nog wat vast voedsel én de honden had uitgelaten én goed was aangekleed – van top tot teen in het regenpak – én Sandra riep “ga nou maar” omdat ik haar op de zenuwen werkte met m’n geheenenweer, ging ik op weg naar Borst, alwaar het team op volle oorlogssterkte bijeen kwam, overigens onherkenbaar vanwege de camouflagepakken. In Egmond aan zee direct de fietsen in het startvak, waar we met anderhalf uur van tevoren bij lange na niet de eersten waren. Desondanks nog op overzienbare afstand van het hek. Op naar de ZZ, bakkie vooraf. Het gebruikelijke “hoe zijn de benen?” “Gaat wel, en die van jou?” en “Wanneer gaan we het startvak in?” “Nu al?”. Ja, nu al, een uur van tevoren anders moet je spitsroeden lopen en sta je met maar een been op de grond en die ander in je nek. JJ heeft andere plannen. “Letten jullie op m’n fiets?” en gaat nog even spinnen in de paardentrailer. Ach, dat startvak bij EPE, de vloek van Egmond. We staan te lang, te krap, te koud – al viel dat laatste wel mee, tenzij je niet gekleed was op die laatste regenbui. Eindelijk gaan dan toch de wedstrijdrijders los. Wij dus over 5 minuten. Jas uit en over het hek naar de soigneurs. Nu mogen de zenuwen komen en de hartslag omhoog jagen. Hek open en weg. Knallen. We know the drill: goed het strand opkomen en dan zeker 5 a 10 minuten volle bak. Daarna kun je kijken waar en met wie je zit en misschien een beetje recupereren. Als we maar het strand op zijn. Die eerste bochten rond de vuurtoren en die lastige houten platen in de strandopgang maken me toch altijd een beetje voorzichtig die eerste meters. Het strand op gaat goed. Doordat de wind schuin in de rug staat is het verloop in het begin, maar eigenlijk tot aan de pier volstrekt onoverzichtelijk. Eerst ben ik mede business wedstrijd rijders aan het inhalen en vervolgens halen we al weer de eerste “experts” in die nota bene 5 minuten voor ons zijn gestart. Ik heb totaal geen beeld van de positie die ik de business wedstrijd heb, al zijn er natuurlijk wel referenties. Ik wissel stuivertje met Jeroen Kriek van Deining (dan hij weer voor, dan ik weer) en rijd en tijdje achter Bouk Kriek. De ‘weg’ is smal en het is zoeken waar je de “experts” het beste kan inhalen. Soms moet je er het pad voor af en dan is het strand zo zacht dat je er weer niet langs komt. Ik zie opeens Jeroen Buter voorbij komen (hè, zat die achter mij?), toch wel iets sneller dan ik en ik denk: wat hij kan, kan ik toch ook?, dus ik voer het tempo op en rijd langzaam naar ‘m toe. Zo blijf ik een tijdje achter ‘m hangen, totdat er – ergens tussen Heemskerk en WaZ - net achter hem en voor mij een “expert”, uit de optocht waar we langs rijden, onderuit gaat en dwars voor me gaat liggen. Er is nog maar één weg en dat is eroverheen en dus ga ik ook onderuit. K… Opstaan. Fiets pakken, ketting eraf dus weer erom leggen en achter mij is er ook iemand over mij gevallen en m’n trapper zit in z’n wiel. Frommelen, los en weg. Intussen heb ik al weer aardig wat zwart-blauw wasgoed voorbij zien flitsen en ben de aansluiting met de Deining voorhoede dus kwijt. Nadat ik weer op de fiets zit is het even zoeken naar het ritme. Ter hoogte van WaZ zie ik neef Erwin in een groepje, kromgebogen over het stuur tegen de …, toch niet – ook hij heeft de wind half mee. Naar dat groepje toe en weer even ademhalen. Een snuiter uit die groep zet aan en da’s fijn. Tempo omhoog en ik kan lekker mee. Hij probeert wat aan de boom te schudden, maar als er al wat bladeren afvallen: ik niet en Erwin ook niet. Daar doemt de nieuwe ronding bij de Pier al op. Even zoeken naar het juiste spoor. Dat gaat allemaal wel goed en richting de vloedlijn zet de kerel voor me flink aan om bij een voorliggend groepje aan te sluiten. Dat is zo’n momentje van buigen of barsten: even doorbijten en meegaan naar die groep. Het lukt. In dat groepje een stuk of vier Derpbikers van het team Zilte Zoen. Da’s mooi want die mannen werken goed samen en van dat bordje eet ik graag mee. Neef Erwin zie ik niet meer, jammer. Op de terugweg kom je nu het hele leger dagtoeristen tegen dus het blijft worstelen om met een groepje georganiseerd te rijden. De waaier kan niet te breed worden, vanwege het zachte zand. Bij Heemskerk valt ons groepje in een zacht gedeelte uit elkaar. Vervolgens rijd ik een tijdje alleen, maar merk dat er iemand in m’n wiel zit en vraag hem om over te nemen. Met z’n tweeën (wie was hij? De relatie was van te korte duur om elkaar te leren kennen) rijden we redelijk goed door. Voor Castricum komen er nog weer een paar bij en zo komen we bij hindernis strandafgang Castricum. Het lukt me niet om fietsend de verharding te bereiken, maar al rennend naast de fiets heb ik niet de indruk dat ik iets verlies. Onderaan de trap gaat er voor me iemand met een shirtje van Theo Schilder hard onderuit; het bochtje naar links was ‘m toch te scherp. Wel gewaarschuwd, maar niet gehinderd ga ik er goed doorheen. Parkeerplaats weer af, even huppelen over de strobalen en het strand weer op. De man waarmee ik in duo reed vanaf Heemskerk stuurt zich onderuit in het zand, maar ook daar kom ik goed langs. De zee is al wat meer teruggetrokken, de toeristen zijn Castricum inmiddels gepasseerd en we hebben nu dus de ruimte. De spoeling wordt dunner. Het kleine groepje waar ik in zit rijdt niet goed door. Ik zie op 100 of meer meter voor me een eenzame zeeleeuw, qua kousen lijkt ie op Pim de Waard, maar qua positie in de wedstrijd zal het wel een ander zijn, en ik ga alleen op zeeleeuwenjacht. Halverwege Bakkum en Egmond-Binnen heb ik ‘m te pakken en het is idd een Pim de Waardkloon, maar niet Pim zelf. De volgende halte is Bouk Kriek, die een meter of 50 eenzaam daarvoor rijdt. Intussen heb ik gezelschap gekregen en als ik Bouk met m’n groepje voorbij rijd, moedig ik ‘m aan om aan te pikken. Later zie ik dat het hem niet is gelukt. In m’n groepje zitten nu een paar ZZ-ers, wat opgeraapte wedstrijdrijders en de goed opgekrabbelde man van Schilder. Er wordt goed doorgereden, maar op ca. 1 km voor de strandafgang EaZ begint het sparen voor de ideale positie en munitie voor het eindschot. Ook bij EaZ kom ik niet fietsend het strand af en ik ga niet m’n laatste krachten verspelen aan geploeter om 4 km p.u te fietsen. Gewoon rennen en dat gaat nog goed. Altijd ff lastig om direct na zo’n tempo breker weer door te rammen en zeker omdat het een beetje omhoog loopt langs de vuurtoren. Maar ik zit op een meter of 10 van een Derpbiker en ik weet zeker: die vreet ik nog op. Voor de laatste bocht is de adem weer goed, ik hoor nog een aanmoediging van onze rennersvrouwen (Elke en Trudy) en zet de tanden op elkaar voor de eindsprint. En jawel, de Derper zwicht en niemand komt me nog voorbij (Mooi om te zien op ‘mijn’ finishfoto zijn, behalve een kabouter met een roze muts, twee Derpbikers achter me met het koppie omlaag). Ik kom tevreden over de finish. M’n bovenbenen zeggen dat ik m’n best heb gedaan. De Deining is al goed vertegenwoordigd met vier man en Jeroen Buter kijkt reikhalzend uit naar nummer vijf. En achteraf blijkt ook: nummer zes want de allereerste van Deining zat in team 2. Achteraf blijkt dat Deining wel de 5 snelste mannen in koers had, maar door een onfortuinlijke teamindeling toch weer naast de eerste prijs pakt. Intussen wacht ik op JJ, Sjaak, Hans, Wilco en de rest van ons team. De mannen zitten nu korter achter me dan vorig jaar, dus dat is een goed teken. JJ komt met een big smile over de meet en voelt zich twee meter groot (nou ja, dat is ie ook ongeveer). Zijn terugweg was een ware schranspartij, waarbij hij de ene na de ander opvrat en de afgekloven beenderen met genoegen in het zand spuugde. Sjaak komt uitgewoond aan de meet en heeft z’n eerste strandrace alles gegeven wat in ‘m zat. Hans komt binnen, Wilco komt binnen en de mannen zijn opgetogen en tevreden met hun prestatie. We wachten niet iedereen buiten op (sorry Jacqueline: maar anders had ik nu niet gewoon verkouden geweest, maar met zware koorts en longontsteking op bed gelegen J), maar zoeken de warmte en gezelligheid van de Zilte Zoen op. Daar worden we weer getrakteerd op hersteldranken (geel met een schuimkraag) en ander goed: snert met roggebrood en spek. Kortom: uit de kunst en uitstekend voor elkaar. Iedereen druppelt binnen en als laatste druppeltje binnen is, druppelt er zelfs een traantje van de vermoeidheid en het afzien. Rond de klok van vier breken we op, want we willen naar Café Borst voor de afterparty. Vlak voordat we er zijn, staan de uitslagen al op het internet en ODV heeft het super gedaan: we zijn 7e geworden in het business klassement. Het bier en de bitterballen bij Borst smaken zoals gewoonlijk weer prima en we maken er nog een leuke avond van.elevenissen van een (ex) kopman Mannen – en Jacqueline - dit was voorlopig mijn laatste EPE in het shirt van ORI/Deijle & Veldt. Ik heb het met trots gedragen en ben trots op onze gezamenlijke prestatie. Ik ben ervan overtuigd dat jullie zonder mij de top 10 positie zeker kunnen vasthouden en misschien ook de top 7 wel. En misschien lachen jullie me volgend jaar wel uit, als ik team 1 van Deining niet haal en met team 2 onder ODV eindig. Ik lach dan graag met jullie mee en daar drinken we dan gewoon een biertje op!
© Copyright 2024 ExpyDoc