Vereniging Albrandswaards Landschap (vAWL) p/a Werkersdijk 29 3161 BL Albrandswaard College van de gemeente Albrandswaard Rhoon, 7-7-2014 Postbus 1000 3160 GA Rhoon Betreft: inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Johannapolder De vereniging Albrandswaards Landschap (in vervolg vAWL) maakt gebruik van de mogelijkheden tot inspraak op het voorontwerp bestemmingsplan Johannapolder, het daarbij behorende beeldkwaliteitsplan en het document ‘Regels’. vAWL heeft onderstaande opmerkingen: 1) vAWL onderschrijft de noodzaak om het gebied Johannapolder een kwaliteitsimpuls te geven op basis van de bestaande en de te ontwikkelen kwaliteiten passend bij de functie van het gebied. 2) vAWL onderschrijft de noodzaak om de Johannapolder zo te ontwikkelen dat deze aansluit bij Rhoonse Grienden en het Buijtenland van Rhoon (blz. 10 voorontwerp bestemmingsplan). vAWL vindt het een gemis dat de aansluiting met polder Albrandswaard en de gedempte haven hierbij niet is meegenomen. Juist de ontwikkeling van de Johannapolder als kruispunt van verschillende gebieden om haar heen dient de opgave van Johannapolder te zijn. 3) De geschiedenis wijst uit dat de rivier de Maas een verbinding heeft met Rhoon en Poortugaal. Voorbeelden zijn de gedempte haven, de zalmvisserij die heeft plaatsgevonden, de Rhoonse grienden met zijn rietcultuur. Daarnaast heeft de Maas mooie kwaliteiten (vergezichten, uitzicht op Hoekse Waard, waterverkeer). vAWL vindt dat de Maas in het voorliggende beeldkwaliteitsplan onvoldoende bij het dorp wordt betrokken. Juist door aanleg van zichtlijnen vanaf de kant van de Albrandswaardsedijk en de voorkant van het oude zwembad moet de recreant verbinding met de Oude Maas kunnen leggen. Met deze zichtlijnen wordt de recreant uitgedaagd het gebied in te trekken. In het beeldkwaliteitsplan worden deze potentiele kwaliteiten onvoldoende tot uiting gebracht. Weliswaar wordt op blz. 10 en 18 (voorontwerp bestemmingsplan) gemeld dat dit wel de bedoeling is maar komt dit in het beeldkwaliteitsplan onvoldoende naar voren. 4) De haven van Poortugaal ondervindt getijdewerking. Het is een mooi voorbeeld van cultuurhistorie van het gebied. De kleinschaligheid biedt mogelijkheden tot rust voor passerende recreanten. vAWL stelt voor deze kwaliteiten aan het ‘struingebied’ toe te voegen door het ‘struingebied’ zodanig in te richten dat via zichtlijnen recreanten kunnen genieten van de haven van Poortugaal. In de beschrijving van het struingebied (beeldkwaliteitsplan) wordt op geen enkele manier een koppeling gemaakt met de (potentiele) kwaliteiten van de oude haven van Poortugaal terwijl deze wel in het bestemmingsplan ligt. 5) Op blz. 21 voorontwerp bestemmingsplan wordt gemeld dat de investeringen in groen , recreatieve infrastructuur en landschap worden gedaan op het moment dat er middelen zijn waarbij vAWL een bron van deze middelen zou kunnen zijn. vAWL attendeert u erop dat vAWL vooralsnog geen aanleiding ziet om middelen te genereren voor Johannapolder. Wel kan vAWL functies ten diensten van Johannapolder uitvoeren zoals bijvoorbeeld beheer. vAWL verzoekt u dan ook haar naam uit de tekst te schrappen. 6) Op blz. 25 (zie ook blz. 42) van het voorontwerp bestemmingsplan wordt vermeld dat bij concretisering van de beoogde ontwikkelingen in de Johannapolder, onderzocht dient te worden wat de gevolgen zijn voor de verkeersintensiteit. vAWL vindt dit een cirkelredenering. Immers de Johannapolder wordt juist ingericht als een ‘hoogwaardig groen en recreatief gebied’ (blz 9 voorontwerp), entree voor ‘verschillende recreatiegebieden’ (blz. 10 voorontwerp) en toeristisch overstappunt (TOP) (blz. 21 beeldkwaliteitsplan). M.a.w. door de beoogde doelstelling van het gebied wordt juist verwacht dat de intensiteit van het gebied toeneemt. Dat betekent dat vooraf de gevolgen van verkeersintensiteit onderzocht moet worden. Immers mocht dit tot grote problemen leiden of noodzakelijkheid tot het nemen van mitigerende maatregelen dan moet dit meegenomen worden bij de afweging van het nu voorliggende voorontwerp bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan. 7) Het argument op blz. 42 dat de verkeersaantrekkende werking niet is in te schatten, vindt vAWL onvoldoende uitgewerkt. Immers voor het plan Buijtenland wordt een inschatting gemaakt van circa 1 miljoen bezoekmomenten. Ook op basis van de huidige bezoekmomenten aan Johannapolder moet het mogelijk zijn scenario’s te bedenken en deze te toetsen op consequenties en overlast. Zeker als in paragraaf 4.5 van het document ‘Regels’ 15 evenementen van maximaal 500 bezoekers en 10 evenementen van maximaal 3500 bezoekers mogelijk zijn. 8) Op blz. 30 van het voorontwerp bestemmingsplan wordt vermeld dat het bestemmingsplan een beheermatig karakter heeft en daardoor slechts een inventariserend bodemonderzoek passend is. Pas bij nieuwbouwplannen is een bodemonderzoek noodzakelijk. vAWL vindt deze inventarisatietoets onvoldoende daar op blz. 21 wordt vermeld dat de rode investeringen de economische dragers zijn van de kwaliteitsimpuls van het gebied. Het is wenselijk om vooraf te weten of rode ontwikkelingen, gezien de bodemverontreinigingen, mogelijk is. Is dat niet zo (of in beperkte mate) dan kan dit van invloed zijn op de mate van kwaliteitsimpuls van het gebied en de realisering van Johannapolder als TOP-gebied. Een vooraf uitgevoerd gedegen bodemonderzoek is daarom essentieel voor de ontwikkelingsmogelijkheden van economische dragers in het gebied. Immers het bestemmingsplan beoogt duidelijkheid te geven (blz. 5 voorontwerp bestemmingsplan). Die duidelijkheid is relevant voor partijen die economische activiteiten willen ontwikkelen. 9) Figuur 2.1. (blz. 12 voorontwerp bestemmingsplan, blz. 37 beeldkwaliteitsplan) wekt verwarring op. In de legenda staat dat onderdeel A een oppervlakte van maximaal 500 m2 heeft. Dit kan uitgelegd worden als dat de drie locaties tezamen 500 m2 beslaat. Bedoeld wordt echter dat elke locatie met kenmerk A 500 m2 beslaat. Totaal heeft A dus een oppervlakte van maximaal 1500 m2. vAWL verzoekt dit te verduidelijken. 10) In het document ‘Regels’ wekt de tekst van paragraaf 4.5, lid a. verwarring op. Er wordt gesproken over evenementen in medegebruik. Niet duidelijk wordt gemaakt wat het toestaan van evenementen uitsluitend in de vorm van medegebruik inhoudt. VAWL verzoekt u deze eis uit te leggen en te motiveren. 11) In het document ‘Regels’ wekt de hele tekst van paragraaf 4.5 verwarring op. Er wordt gesproken over maximaal 25 evenementen per jaar. Onduidelijk is of dit aantal voor het hele gebied geldt en dus door verschillende aanvragers ingevuld kan worden of dat hier bedoeld wordt het aantal evenementen dat op de parkeerplaats van het voormalige buitenzwembad wordt gehouden (en in de volksmond evenemententerrein wordt genoemd of althans waar evenementen worden gehouden). vAWL verzoekt u deze eis uit te leggen en te motiveren. vAWL vindt dat het aantal evenementen met de maximale bezoekersaantallen een te zware belasting voor de omgeving en niet passend bij de groene uitstraling van het gebied dat als uitgangspunt is gekozen bij de kwaliteitsimpuls van het gebied (hoofdstuk 2 van het Ambitiedocument). vAWL vindt dat het aantal evenementen en de bezoekersaantallen meer in evenwicht moet worden gebracht met de ambitie van het gebied. Onvoldoende wordt gemotiveerd waarom er ruimte is gegeven aan het aantal evenementen met de bijbehorende bezoekersaantallen. 12) Beeldkwaliteitsplan: kavelpaspoort E (blz. 42 beeldkwaliteitsplan) correspondeert niet met legenda op blz. 37. Kavelpaspoort E dient kavelpaspoort F te zijn en te bebouwen oppervlakte is maximaal 350 m2 ipv 250 m2 13) Beeldkwaliteitsplan kavelpaspoort F (blz. 43 beeldkwaliteitsplan) correspondeert niet met legenda op blz. 37. Kavelpaspoort F dient kavelpaspoort E te zijn. 14) Beeldkwaliteitsplan blz. 21 (kavelpaspoort D) wordt gesproken over een oppervlakte van 350 m2 aan bijgebouwen. Bedoeld zal worden 350 m2 aan gebouwen immers de term bijgebouwen suggereert alsof er bebouwing plaatsvindt naast hoofdgebouwen. Daarnaast wordt gesproken over footprint van 200 m2. Dit wekt verwarring met bebouwde oppervlakte van maximaal 350 m2. vAWL verzoekt de tekst hierop te verduidelijken. 15) De oppervlakte bebouwd gebied van maximaal 7550 m2 (tabel 2.1, blz 11 voorontwerp bestemmingsplan) correspondeert niet met de tekst van het document ‘Regels’ paragraaf 4.2. (bouwregels) onderdeel a. waar gesproken wordt over maximaal 5000 m2. Harry van der Linden Bestuurslid vereniging Albrandswaards Landschap
© Copyright 2025 ExpyDoc