CDA Initiatiefnota aanpak acquisitiefraude en

Strategie en activiteitenplan
2014 - 2015
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
3
1.1.
1.2.
1.3.
3
4
5
MISSIE
DOELSTELLING
STRATEGISCH PLAN
HOOFDSTUK 2 ORGANISATIESTRUCTUUR
6
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
2.5.1.
2.5.2.
6
6
6
6
7
7
8
BESTUUR
VASTSTELLING VAN HET BELEID
MANAGEMENT, BEHEER EN PERSONELE BEZETTING
WERKWIJZE MORES
COMMISSIE ETHIEK MORES (CEM)
SAMENSTELLING EN DOELSTELLING VAN CEM
WERKWIJZE CEM
HOOFDSTUK 3 FINANCIËN, HUISVESTING, ICT
9
3.1.
3.2.
3.3.
9
9
9
FINANCIËN
HUISVESTING
ICT
HOOFDSTUK 4 ACTIVITEITENPLAN 2014
10
4.1.
4.2.
4.3.
10
10
11
ACTIVITEITENPLAN
EXTERNE COMMUNICATIE
EVALUATIE MORES
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Gelet op een aantal opvallende ontwikkelingen in de samenleving, is de tijd meer dan rijp voor
de inrichting van een meldpunt, dat kijkt naar meldingen vanuit een bredere doelstelling dan
bezien vanuit bestuursrechtelijke of stafrechtelijke aanpak, te weten vanuit de aanpak van
niet-integer gedrag en/of niet-ethisch handelen vanuit de financiële sector.
Dit meldpunt werkt bij voorkeur in synergie met bestaande meldpunten die uit hoofde van
tuchtrechtspraak en/of klachtenafhandeling binnen de eigen beroepsgroepen opereren. Het is
op zijn minst merkwaardig te noemen dat noch in ondernemersland noch bij de overheid - in
het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen of, in de bestuurlijke pendant
hiervan, van maatschappelijk verantwoord besturen – hier nog geen breed gedragen
initiatieven voor zijn ontplooid.
Om bovengenoemde redenen is nu Stichting Mores opgericht die het Meldpunt Mores
exploiteert. De initiatiefnemers voor dit meldpunt durven dan ook de volgende stelling aan:
“Nederland is rijp voor en is toe aan een meldpunt onethisch of niet-integer handelen in de
financieel-economische wereld.”
1.1.
Missie
De missie van Stichting Mores is het bieden van een platform aan zowel particulieren
als ondernemers, die maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag van (individuen in de)
financiële wereld signaleren, waardoor zij er (mede) voor kan zorgen dat een integere
sector van financiële dienstverleners tot stand komt. De stichting hanteert hierbij de
beginselen van onafhankelijkheid, integriteit, proportionaliteit, professionaliteit en
service- en klantgerichtheid.
Mores doet dit door zowel een meldpunt als een Commissie Ethiek in te richten voor
consument en bedrijfsleven die – onderbouwd - stellen schade te hebben
ondervonden van onrechtvaardig en disproportioneel handelen van financiële
dienstverleners.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 3
1.2.
Doelstelling
Stichting Mores (hierna te noemen: Mores) heeft zichzelf drie doelstellingen opgelegd:
1. Het aan de kaak stellen van onethisch, immoreel en daardoor maatschappelijk
onverantwoord gedrag van banken en andere (financiële)dienstverleners en van de
personen die voor dit gedrag verantwoordelijk zijn.
2. Het bevorderen van wettelijke en andere maatregelen om dergelijk gedrag te
doen ophouden.
3. Het bewerkstelligen van een cultuurverandering in de wereld van de financiële
dienstverlening en het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen
in die sector.
De stichting wil haar doelstellingen bereiken door:








Fondsen te werven om haar activiteiten te kunnen ontplooien;
Het verzamelen van ervaringen en klachten van burgers en bedrijven die door
bovengenoemd gedrag stellen te zijn getroffen of dit gedrag constateren;
Het analyseren van deze ervaringen en klachten, teneinde er min of meer vaste
gedragspatronen van financiële dienstverleners uit te destilleren;
Het publiekelijk bekend maken van dergelijke patronen alsmede van de personen en
instanties die ervoor verantwoordelijk zijn;
Het vragen van politieke aandacht voor dergelijk gedrag;
Het (met instemming van de melder) beschikbaar stellen van verkregen ervaringen en
klachten aan derden, die willen bijdragen om de gevolgen ervan voor de betrokkenen
te beperken of weg te nemen;
Het zo nodig bijstaan van slachtoffers van genoemde gedragingen;
Het waar nodig overdragen van concrete zaken aan hiertoe bevoegde instanties ter
behandeling.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 4
1.3.
Strategisch plan
De strategie van de stichting is gedurende de eerste twee jaren erop gericht om meldingen,
betrekking hebbend op niet-integer gedrag van de bankensector, te verwerken. Het
werkterrein legt zich in tweede aanleg ook toe op de totale sector van zakelijke
dienstverleners, zoals accountants, deurwaarders, advocaten, notarissen.
Doelgroepen en stakeholders zijn potentiële melders zoals burgers en bedrijfsleven. Meer
specifieke
doelgroepen
zijn
klokkenluiders
en
daarbuiten,
de
financiële
dienstverleners/beroepsgroepen, hun belangenbehartigers én de klachtinstellingen van die
dienstverleners zoals de NVB, KIFID, DSI, maar ook de toezichthouders op de financiële sector
zoals DNB, AFM, Bureau Financieel Toezicht.
Mores is succesvol als zij in Nederland, twee jaar na haar oprichting:





Een breed draagvlak in de samenleving heeft weten te bewerkstelligen, welk draagvlak
zich heeft vertaald door openlijke ondersteuning van dit initiatief vanuit diverse
geledingen (lees ook: belangenbehartigers) in de maatschappij;
Een gemeten naamsbekendheid van 10% onder de totale bevolking (lees: potentiële
melders) van Nederland heeft opgebouwd;
Een gemeten naamsbekendheid van 25% onder haar meer specifieke doelgroepen
heeft opgebouwd;
Zij in het eerste jaar minimaal tien of meer van de door haar zelf onderzochte
meldingen - waar een zeker onethisch gedragspatroon uit te destilleren valt - heeft
kunnen voorleggen aan derde partijen, die uit hoofde van hun bevoegdheid of rol iets
wezenlijks kunnen dóen aan deze meldingen;
Met als resultaat voor de stichting dat het gedrag van beklaagde partijen (door deze
zelf in eerste instantie geïnitieerd) aantoonbaar is gestaakt.
De stichting werkt bij voortduring aan haar naamsbekendheid door middel van een actief pren marketingbeleid om haar doelgroepen met haar missie te bereiken. Hiertoe wordt een
marketingcommunicatieplan opgesteld en uitgevoerd.
Doelgroepen en stakeholders zijn potentiële melders zoals burgers, bedrijfsleven,
klokkenluiders en daarbuiten, de financiële dienstverleners/beroepsgroepen, hun
belangenbehartigers én de klachtinstellingen van die dienstverleners zoals de NVB, KIFID, DSI,
maar ook de toezichthouders op de financiële sector zoals DNB, AFM, Bureau Financieel
Toezicht.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 5
Hoofdstuk 2 Organisatiestructuur
2.1.
Bestuur
Alle activiteiten van de stichting en het Meldpunt Mores vallen onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur bestaat bij de oprichting van Stichting
Mores uit twee leden. Het bestuur heeft de verantwoordelijkheid voor de
samenstelling van de Commissie Ethiek Mores (CEM). Het bestuur te allen tijde
vetorecht met betrekking tot de besluiten die de Commissie Ethiek neemt.
2.2.
Vaststelling van het beleid
Het bestuur is verantwoordelijk voor de beleidsbepaling, de correcte uitvoering en het
management van alle activiteiten. Voor wat dat laatste aspect is de exploitatie van
Mores via een afgesloten managementcontract ondergebracht bij Stichting Aanpak
Financieel-Economische Criminaliteit in Nederland (SafeCin).
2.3.
Management, beheer en personele bezetting
Per juni 2014 bestaat het Mores team uit 3 medewerkers:



een project-/communicatiemanager;
een projectsecretaris;
een lid van de ethische commissie;
Als het aantal meldingen dit noodzakelijk maakt, zal ook een telefonist voor de
eerstelijns intake worden aangetrokken.
2.4.
Werkwijze Mores
Het bestuur van Mores streeft ernaar om de reeds bestaande instanties,
klachtinstellingen, toezichthouders, handhavers en beroepsgroepen te ondersteunen
met hun eigen doelstellingen en in dat perspectief te handelen met betrekking tot de
meldingen.
Meldingen zullen grotendeels
[email protected].
online
worden
gedaan
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
via
het
mailadres
Pagina 6
De projectsecretaris beoordeelt deze meldingen, samen met een lid van de CEM,
wekelijks. Aan de hand van deze beoordeling vindt een eerste filtering plaats voor wat
betreft de aard en inhoud van de melding:
2.5.

Is het een klacht omtrent een ‘conflict’ tussen een financiële instelling en een
individuele cliënt, die qua inschatting vrijwel zeker niet bij het Meldpunt
thuishoort, maar bij een (andere) klachteninstantie. Indien dit het geval blijkt te
zijn, wordt de melder doorverwezen naar die andere instantie. Bij gerede twijfel
wordt de melding toch voorgelegd aan de CEM;

Heeft het Meldpunt het ‘overduidelijke gevoel’, dat men te maken heeft met een
‘niet serieuze’ melding, dan de ‘melder’ meedelen dat het Meldpunt hem/haar
helaas niet van dienst kan zijn.

Is het Meldpunt van mening, dat het hier een serieuze melding betreft die binnen
de categorie maatschappelijk onaanvaardbaar respectievelijk onethisch
respectievelijk immoreel gedrag valt, dan zal de melder worden verzocht om een
en ander duidelijk op schrift te stellen zodat de melding kan worden voorgelegd
aan de CEM.
Commissie Ethiek Mores (CEM)
2.5.1. Samenstelling en doelstelling van CEM
De Commissie Ethiek Mores (hierna ook te noemen: CEM) bestaat vooralsnog uit drie
leden, eventueel uit te breiden tot maximaal vijf leden, afhankelijk van de praktijk en
behoeften van de zittende leden en de op CEM afkomende (soort) meldingen.
De voorzitter van het bestuur van Mores leidt CEM, bijgestaan door twee
onafhankelijke leden.
De Commissie Ethiek Mores toetst het gedrag van een financiële instelling
respectievelijk (individuele) functionaris waarover bij het Meldpunt Mores een melding
is binnengekomen. Getoetst wordt of het gemelde gedrag naar het oordeel van CEM
als maatschappelijk onaanvaardbaar, onethisch dan wel immoreel beschouwd moet
worden.
Of een handeling respectievelijk het gedrag als maatschappelijk onaanvaardbaar
respectievelijk onethisch dan wel immoreel beschouwd kan worden zullen de leden
van de CEM toetsen aan een aantal criteria, zoals:
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 7




Wat zegt wet- en regelgeving omtrent het gemelde gedrag resp. de
onderhavige handeling;
Wat vinden relevante NGO’s resp. (andere) maatschappelijke organisaties
ervan;
Wat is met betrekking tot de publieke opinie hierover bekend;
Wat zeggen governance codes, bankierseed en andere bij de branche
geaccepteerde codes hierover.
2.5.2. Werkwijze CEM
Het secretariaat van Mores meldt de (serieuze) meldingen in eerste instantie op schrift
(per e-mail) aan de leden van de CEM. De leden van de CEM geven hun reactie per email aan elkaar met afschrift aan de projectsecretaris van Mores respectievelijk de
Commissie Ethiek. Het streven van de CEM is erop gericht om binnen tien werkdagen
te reageren op de melding.
Na ontvangst van de reacties van de leden doet de voorzitter een voorstel aan zijn
medeleden hoe verder om te gaan met de afhandeling van de melding.
Als de andere leden van de CEM het met dit voorstel eens zijn, wordt dit meegedeeld
aan de melder. Een voorstel hoe om te gaan met de verdere afhandeling van een
melding kan zijn:



De CEM vindt de melding niet passen binnen het werkterrein van het Mores en
wenst er verder als Mores niets aan doen. Hierbij wordt ernaar gestreefd zoveel
mogelijk te adviseren en door te verwijzen naar een andere adviseur, hulpverlener
of instantie;
De CEM vindt de melding zeer duidelijk binnen het werkterrein van Mores vallen en
is bereid - al dan niet samen met de melder - de melding te bespreken met de
betreffende financiële instelling om tot aanpassing van het onderhavige gedrag te
komen met – zo nodig - ‘rectificatie’ van het onderhavige gedrag;
De CEM vindt de melding zeer duidelijk binnen het werkterrein van Mores vallen en
draagt de afhandeling van de onderhavige kwestie aan een andere, meer ter
zakekundige, respectievelijk bevoegde instantie over. Dit kan de Nederlandse
Vereniging van Banken, KiFid, DNB, AFM of het openbaar ministerie zijn.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 8
Hoofdstuk 3 Financiën, huisvesting, ict
3.1. Financiën
Schenkingen en donaties zijn van harte welkom bij de stichting. Het bestuur houdt zich
echter het recht voor om - om haar moverende redenen – donateurs te weren.
Sympathisanten van Mores kunnen voor minimaal € 200,-- per jaar gedurende vijf jaar
donateur van de stichting worden. Hun gift is dan (meer dan) volledig fiscaal
aftrekbaar. De stichting heeft hiertoe een ANBI status aangevraagd bij de
belastingdienst.
De (jaarlijkse) begroting wordt goedgekeurd door het bestuur.
De managementadministratie (uren- en kostenverantwoording) alsmede de
belastingaangiften worden door een extern administratiebureau verzorgd. Dit bureau
is daarnaast eenmaal per maand bij de stichting aanwezig teneinde de boekhouding
met de administratie/het secretariaat en het management door te nemen en bij te
werken.
3.2. Huisvesting
De stichting houdt kantoor onder het dak van Stichting Aanpak Financieel-economische
Criminaliteit in Nederland (SafeCin) in het centrum van Apeldoorn. Met deze stichting
is een managementcontract afgesloten.
3.3. ICT
Met het ICT bedrijf is de beveiliging van de databank en alle separate werkstations met elkaar verbonden via een netwerk - overeengekomen. Het netwerk wordt
beveiligd door een actieve managed firewall met strenge toegangscontrole.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 9
Hoofdstuk 4 Activiteitenplan 2014
4.1.
Activiteitenplan
De volgende acties worden in de maanden juni tot en met december 2014 ingezet:







4.2.
Inrichting van de protocollen (waarin opgenomen een klachtenregeling),
procedures en werkprocessen van Meldpunt Mores;
Het benaderen van melders en marktpartijen teneinde (financieel) draagvlak te
verkrijgen, noodzakelijk voor de continuïteit van Mores;
Marktonderzoek vanuit de stichting en in samenwerking met ondernemers- en
brancheorganisaties;
Het openstellen van het Meldpunt Mores teneinde het handelen van financiële
en andere zakelijke dienstverleners te laten melden dat – onderbouwd – naar
het oordeel van de melders als onrechtvaardig, immoreel en disproportioneel
wordt ervaren;
Een try out-campagne met billboards gedurende twee weken langs de A30;
Het actief benaderen van de media door het afgeven van zoveel mogelijk
interviews en - indien noodzakelijk - presentatie van casuïstiek die te allen tijde
eerst dient te worden beoordeeld door de ethische commissie;
Het nader uitwerken van een marketingcommunicatieplan.
Externe communicatie
Het succes van Mores wordt in belangrijke mate bepaald door de wijze waarop zij via
externe communicatie erin slaagt om haar missie, doelstellingen en naam in de markt
te zetten. Hoe bekender het meldpunt, des te groter de kans dat melders zich bij de
stichting aandienen.
Meldpunt Mores kan zich profileren via actieve en passieve communicatiemiddelen. De
website van Mores is een passief middel om met de Nederlandse bevolking te
communiceren. Immers, de bezoeker moet uit eigen beweging naar de website gaan.
Wel kan de stichting invloed uitoefenen op bezoekersaantallen door de vindbaarheid in
de zoekmachines zo groot mogelijk te maken en de aantrekkelijkheid van de content te
optimaliseren.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 10
Mores is nog niet in de gelegenheid om (betaalde) reclame in te zetten en zal zich
gedurende het eerste jaar vooral toeleggen op het genereren van free publicity.
Een proactieve benadering van de pers en audiovisuele media behoort tot de
standaard communicatieacties, waarbij onderwerpkeuze en timing van belang zijn.
Hierbij is het tevens van belang om zowel stakeholders als doelgroepen
gesegmenteerd te benaderen.
4.3.
Evaluatie Mores
Begin 2015 zullen de activiteiten en de daaruit voortkomende resultaten van Mores
door het bestuur worden geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie zullen
meegenomen worden in de plannen en acties van de stichting voor het volgende
verslagjaar.
Strategie en activiteitenplan Stichting Mores (versie 6.0)
Pagina 11